Jaarverantwoording 2013 Maatschappelijk verslag 2013 en Jaarrekening 2013

Jaarverantwoording 2013 Maatschappelijk verslag 2013 en Jaarrekening 2013

Status: Datum: Documentnaam

Definitief 29 april 2014 20140422-movieramaatschappelijkverslag2013.docx

Uitgangspunten van de verslaglegging Het verslagjaar 2013 is het eerste volledige jaar van de Stichting Moviera. Op 28 augustus 2012 is Moviera ontstaan uit de juridische fusie tussen stichting VieJa Utrecht en stichting Hera. Aansluitend op de juridische fusie heeft dit verslagjaar de harmonisatie van beide organisaties centraal gestaan wat betreft de bedrijfsvoering en het personeelsbeleid. Door de fusie bestrijkt Moviera nu een breed werkgebied dat gefinancierd wordt door vijf centrumgemeenten, te weten: Apeldoorn, Arnhem, Ede, Nijmegen en Utrecht. Ten aanzien van het primaire proces blijft de focus gericht op de eigen regio waar de Moviera haar activiteiten uitvoert. Iedere centrumgemeente heeft specifieke verwachtingen ten aanzien van de prestaties van Moviera. Ook de samenwerking met ketenpartners wordt in de eigen regio vormgegeven. Dit maatschappelijk verslag betreft de bedrijfsinformatie over 2013 en sluit aan op de financiële jaarrekening 2013. Naast de verslaglegging wordt voor iedere centrumgemeente een rapportage prestatieafspraken 2013 gemaakt.

Inhoudsopgave 1

2

3 4 5

6

7 8 9

Algemene informatie 1.1 Algemene gegevens 1.2 Missie en visie 1.3 Kernactiviteiten van de organisatie 1.4 Juridische structuur en organisatiestructuur 1.5 Interne organisatie en personele bezetting 1.6 Strategie en gevoerd beleid 1.7 Onderzoek en beleidsontwikkelingen Financiële informatie 2.1 De ontwikkelingen in 2013 2.2 Behaalde omzet en resultaten 2.3 Solvabiliteit en liquiditeit 2.4 Kasstromen en financieringsbehoeften Voornaamste risico’s en onzekerheden Financiële instrumenten Toezicht en Bestuur 5.1 Raad van Toezicht 5.2 Raad van Bestuur 5.3 Planning en control 5.4 Cliëntenraad 5.5 Ondernemingsraad Maatschappelijke aspecten van Moviera 6.1 Algemeen maatschappelijke aspecten 6.2 Milieu aspecten 6.3 Sociale aspecten: arbeidsaangelegenheden Actuele ontwikkelingen Toekomst Financiële jaarverantwoording 2013

1 1 1 1 3 3 4 4 6 6 6 7 7 8 9 9 10 12 12 14 14 15 15 15 15 16 16 17

1

Algemene informatie

1.1

Algemene gegevens

Naam rechtspersoon Postadres Postcode en plaats Vestigingsadres Postcode en plaats Telefoonnummers Inschrijving Kamer van Koophandel E-mailadres Internet

1.2

Stichting Moviera Postbus 13088 3507 LB Utrecht Oude Arnhemseweg 2 6711 DV EDE 030 – 271 17 24 / 026 – 352 58 10 55935389 [email protected] www.moviera.nl

Missie en visie

Missie - elke vrouw, elk kind, elke man en elk gezin heeft recht op een veilig thuis en een bestaan in vrijheid. Niemand hoeft te vluchten voor huiselijk geweld of geweld in een afhankelijkheidsrelatie. Iedereen slachtoffer, pleger of getuige - heeft recht op hulp om geweld te stoppen en herhaling te voorkomen. Visie - een thuis moet voor iedereen een veilige plek zijn. Toch worden nog steeds teveel vrouwen, kinderen, maar ook mannen geconfronteerd met geweld in de huiselijke sfeer. Geweld komt voor in alle vormen van relaties. Moviera maakt zich sterk voor laagdrempelige hulp en advies aan alle betrokkenen bij huiselijk geweld. Dit geldt voor slachtoffers en kinderen, plegers, omstanders en professionals. Moviera biedt voorlichting en training om geweld te voorkomen. Waar geweld is ontstaan wordt zo vroeg mogelijk ingegrepen. Waar opvang nodig is biedt Moviera bescherming en begeleiding aan slachtoffers van huiselijk geweld, mensenhandel, eergerelateerd geweld, ouderenmishandeling en aan tiener- en jonge moeders. De begeleiding richt zich op het versterken van de eigen kracht van de cliënten en het voorkomen van herhaling van het geweld nadat de begeleiding is gestopt. We werken vanuit een systemische benadering en de kennis over geweldsproblematiek. Kinderen die met huiselijk geweld geconfronteerd worden, zijn ook slachtoffers van geweld. Tijdige aandacht en hulpverlening kunnen voorkomen dat kinderen probleemgedrag ontwikkelen en later ook zelf weer in geweldsrelatie terechtkomen.

1.3

Kernactiviteiten van de organisatie

De kernactiviteiten van Moviera zijn het bieden van voorlichting, advies en steun, ambulante hulp, opvang bij geweld in afhankelijkheidsrelaties en de steunpunten huiselijk geweld. Onze doelgroepen zijn vrouwen, mannen met of zonder kinderen, eventuele partners en (aanstaande) tienermoeders die te maken hebben met huiselijk geweld en slachtoffers van mensenhandel, jeugdprostitutie, ouderenmishandeling en eergerelateerd geweld. Voor de steunpunten zijn de doelgroepen naast slachtoffers, plegers en kinderen ook alle betrokkenen en professionals die advies en steun willen bij situaties waarin (mogelijk) huiselijk geweld speelt.

Jaarverantwoording 2013 Maatschappelijk verslag 2013 en Jaarrekening 2013 Definitief 29 april 2014

1

Deze activiteiten worden hoofdzakelijk gefinancierd door de vijf centrumgemeenten Apeldoorn, Arnhem, Ede, Nijmegen en Utrecht. Met de regiogemeenten van Utrecht zijn subsidierelaties ten behoeve van het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) in de regio Utrecht. Moviera heeft Steunpunten Huiselijk Geweld in de Stad en Regio Utrecht, de regio Arnhem-Achterhoek, regio Nijmegen-Rivierenland en regio West-Veluwe/Vallei. AWBZ: ondersteunende begeleiding De activiteiten in het kader van de AWBZ betreffen ondersteunende begeleiding aan vrouwen die met psychiatrische problematiek kampen en geen gebruik kunnen maken van externe GGZ-voorzieningen omdat zij tijdens de opname in de vrouwenopvang aan deze problemen niet echt durven/willen/kunnen werken. Ook de GGZ-voorzieningen vinden het een bezwaar om met behandeling te starten als de cliënt nog geen vaste verblijf plaats heeft. In Utrecht verzorgt de GGZ aanbieder de diagnose voor de indicaties en houdt spreekuren voor cliënten waarbij directe doorverwijzing naar acute hulp mogelijk is. De ondersteunende begeleiding heeft tot doel dat de vrouwen weer de regie over hun eigen leven kunnen oppakken en zelfstandig verder gaan of dat zij de periode tot behandeling hebben kunnen overbruggen tijdens hun verblijf en verdere terugval voorkomen is. Helaas zijn in 2013 de indicaties drastisch teruggelopen, doordat het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) de criteria heeft aangescherpt. Moviera wordt gezien als een zogenaamde aan behandeling voorliggende voorziening. Daarbij heeft de hogere eigen bijdrage voor de zorgverzekering er toe geleid dat cliënten hun indicatiegesprek met de GGZ voorziening niet vergoed krijgen en deze zelf moeten betalen. Dat is voor de meeste cliënten een te hoge drempel en zij geven om deze redenen geen toestemming voor een indicatieaanvraag. Cliënten die wel een indicatie kregen toegewezen kregen meestal een lagere klasse toebedeeld. Toch vraagt de psychiatrische problematiek van de cliënten extra zorg en individuele hulp en steun gedurende de periode voor behandeling. Geografisch gebied Hier vindt u het volledige werkgebied van Moviera.


2

1.4

Juridische structuur en organisatiestructuur

Moviera is ontstaan op 28 augustus 2012 vanuit de fusie tussen stichting VieJa Utrecht en stichting Hera. Moviera is een stichting, statutair gevestigd in Ede. Stichting Moviera Utrecht heeft een Raad van Toezicht-model met een tweehoofdige Raad van Bestuur.

1.5

Interne organisatie en personele bezetting

Moviera had op 31 december 2013 261 medewerkers / 165 fte in dienst. Van de 261 medewerkers hebben 22 medewerkers een nul-urenovereenkomst. In totaal is 23,6% (inclusief oproepkrachten) van de contracten flexibel. De gemiddelde omvang van een arbeidscontract is 22,8 uren.


3

1.6

Strategie en gevoerd beleid

De fusie vereiste dat in 2013 het beleid van Moviera geharmoniseerd werd. Binnen de verschillende beleidsterreinen is in 2013 hard gewerkt aan een eenduidig beleid op de verschillende terreinen, zoals het strategisch-, financieel-, personeel-, communicatie- en het kwaliteitsbeleid. De maatschappelijke ontwikkelingen vragen de laatste jaren een nieuwe manier van kijken naar de aanpak van huiselijk geweld en naar onze organisatie. Moviera heeft hierop als volgt geanticipeerd in 2013: • De trajectfinanciering/-begeleiding is in Gelderland verder ontwikkeld. Alle trajecten in de opvang starten met de analysefase. In de analysefase worden alle leefdomeinen met de cliënt besproken en worden de mogelijkheden, wensen en kansen van de cliënt in beeld gebracht, zodat er een realistisch begeleidingsplan uit voort kan komen waar de cliënt zelf eigenaar van is. Na de analysefase start het begeleidingsproces waarde cliënt medeverantwoordelijk is voor het vooraf afgesproken resultaat. Het is de taak van de medewerker om de cliënt daarbij zodanig te ondersteunen dat het afgesproken doel in de daarvoor bestemde periode behaald wordt. Het verslagjaar 2013 gold nog als een experimenteerjaar. In 2014 worden alle trajecten volgens deze systematiek gefinancierd en wordt de financiële vertaling van de overhead, huisvesting etc. verder ontwikkeld. • In Utrecht is in 2013 ook gestart met de invoering van de trajectbegeleiding. Trajectfinanciering is hier echter niet aan de orde. • In 2013 is de analysefase uitgebreid met aanvullende onderzoeken, zoals de Brief Symptom Inventory (BSI), een instrument ter inventarisatie van psychisch welzijn en de Zelfredzaamheid Matrix (ZRM) • Ten behoeve van een betere inschatting van de geweldsproblematiek en de risico’s in de toekomst op herhaling is de geweldsanalyse ontwikkeld. Deze geeft inzicht of er sprake is van een intergenerationele overdracht, de typologie van de geweldrelatie en de mate en vormen van geweld. Deze analyse biedt daarmee op maat inzicht in de veiligheidsrisico’s en het gedrag waarbij de cliënt extra ondersteuning nodig heeft. • De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en Welzijn Nieuwe Stijl nemen als uitgangspunt de eigen kracht van de burger. Dit uitgangspunt ondersteunt Moviera. In dit kader heeft Moviera in 2011 en 2012 de methodiek ‘Krachtwerk’ voor de volwassenen geïmplementeerd en is de methodiek ‘Veerkracht’ voor kinderen in 2013 ingevoerd.

1.7

Onderzoek en beleidsontwikkelingen

Als vervolg op het stelselonderzoek Vrouwenopvang, uitgevoerd in 2010, is in 2012 gestart met het GIA project (Geweld In Afhankelijkheidsrelaties). Inmiddels is de naam gewijzigd in Regioaanpak Veilig Thuis Dit project wordt uitgevoerd door de VNG en de Federatie Opvang. Er zijn heeft plannen gemaakt over hoe de specifieke en bovenregionale opvang gefinancierd gaat worden binnen de decentralisaties van gelden en de herverdeling van doeluitkeringen gaat plaatsvinden. Er is een format voor een regiovisie ontwikkeld en een ondersteuningstraject gestart voor het samengaan van SHG en AMK. In 2014 wordt het project, Regioaanpak Veilig Thuis afgerond. In 2013 is in beide provincies, Gelderland en Utrecht gestart met projectgroepen om in overleg met gemeenten BJZ en SHG’s tot voorstellen te komen over de inrichting van het AMHK. In Gelderland is besloten een AMHK in te richten per veiligheidsregio. Gelderland heeft 3 veiligheidsregio’s, nl Gelderland Noord met centrumgemeente Apeldoorn; Gelderland Midden met de centrumgemeenten Arnhem en Ede en de regio Gelderland Zuid, met centrumgemeente Nijmegen.


4

Gelderland Noord en Midden hebben uiteindelijk besloten gezamenlijk een traject in te gaan om tot ontwikkeling van de AMHK’s te komen. Gelderland Zuid volgt daarin een eigen traject. Waar mogelijk zullen wel een aantal functies bovenregionaal ingevuld gaan worden, zoals crisisdienst en vertrouwensartsen. Regio Noord en midden hebben samen een projectleider aangesteld die in nauw overleg met gemeenten, SHG’s en BJZ/AMK een voorstel over de inrichting van de AMHK’s heeft ontwikkeld. In 2014 heeft hierover inmiddels besluitvorming plaatsgevonden en zal per 1 januari in beide regio’s gestart worden met een AMHK d.m.v. een projectorganisatie. Dit houdt in dat personeel uitgeleend wordt aan de projectorganisatie maar de verantwoordelijkheden en financiën nog via de moederorganisaties blijven lopen. Er wordt nog niet gekozen voor een nieuw rechtspersoon of onderbrengen bij een van de rechtspersonen. De provincie Utrecht valt binnen een veiligheidsregio met de centrumgemeentes Utrecht en Amersfoort. Ook hier is een projectgroep samengesteld bestaande uit gemeenten, SHG’s en BJZ. Het voorstel is om voor de provincie Utrecht één AMHK in te richten waarbij een duidelijke afstemming en samenwerking met de SAVE teams voor jeugd uitgewerkt moet zijn. Het concept van de Saveteams wordt in alle gemeenten binnen de provincie Utrecht doorgevoerd. Inmiddels ligt er een notitie klaar die bestuurlijk nog moet worden afgehandeld. Voorstel daarin is om het AMHK en Saveteams onder te brengen bij een gecertificeerde Jeugdzorgaanbieder. Vanuit het landelijke verbeterplan Vrouwenopvang, gefinancierd door VWS, is aansluitend op de basismethodiek ‘Krachtwerk’ voor de hulpverlening aan onze cliënten, de methodiek ‘Veerkracht’ ingevoerd. Deze methodiek is speciaal ontwikkeld voor kinderen die betrokken zijn bij huiselijk geweld. Veiligheid en het betrekken van de vader in de begeleiding staan hierin centraal. Het onderzoek naar de methodiek CTI (Critical Time Intervention) destijds opgestart in samenwerking met Judith Wolf wordt binnenkort afgerond. Deze methodiek voorziet in een verbetering van de begeleiding bij het transitiemoment van opvang naar zelfstandig wonen. De overgang van opvang naar zelfstandig wonen blijkt voor veel vrouwen een kwetsbaar moment waarin de kans op terugval het grootst is. Een juiste methodische begeleiding kan dit risico verminderen en ervoor zorgen dat vrouwen hun zelfstandig leven beter kunnen opbouwen. Moviera zal in 2014 deze methodiek verder implementeren binnen de organisatie. In de stad Utrecht is in 2012 al gestart met vier pilots van buurtteams in tweewijken in het kader van Vernieuwend Welzijn. In 2013 is het aantal teams uitgebreid naar 6 en is in één team een medewerker van Moviera gedetacheerd. Moviera biedt geen generalistische hulpverlening en neemt daarom niet actief deel in de buurtteams. Moviera biedt aanvullende zorg en zal met name haar aanbod organiseren als een directe schil om de buurtteams heen. Deze detachering heeft plaatsgevonden binnen de gemeentelijke opdracht waarin capaciteit van begeleid wonen omgezet gaat worden naar de buurtteams. Moviera heeft vanaf de start afstemming gezocht en afspraken gemaakt over mogelijke samenwerking, zowel met de buurtteams Jeugd als de Krachtteams. In 2013 is deze samenwerking verder vorm gegeven en wordt op casusniveau nauw met elkaar samengewerkt. Cliënten worden doorverwezen en overgedragen naar de buurtteams. Dit kan zowel vanuit aanmelding en advies/SHG als bij de uitstroom. Uitgangspunt is dat zoveel mogelijk hulp in het buurtteam moet plaats vinden. Daar waar echt specialistische hulp bij Huiselijk geweld nodig is komt Moviera in beeld. De focus komt voor Moviera hierdoor steeds meer te liggen op ernstig en complex geweld tussen partners. De buurtteams zijn voorgelicht over en getraind in het herkennen, signaleren en bespreekbaar maken van huiselijk geweld. Jaarverantwoording 2013 Maatschappelijk verslag 2013 en Jaarrekening 2013 Definitief 29 april 2014

5

De gemeenten hebben een belangrijke regierol voor het lokale beleid ten aanzien van huiselijk geweld en de afstemming met de regiogemeenten. Zij stimuleert de samenwerking tussen bijvoorbeeld politie, justitie, vrouwenopvang, hulpverlening, jeugdzorg, maatschappelijke opvang en andere instanties. In 2015 worden belangrijke geldstromen zoals de budgetten van de AWBZ extramuraal en de middelen van Jeugdzorg overgeheveld naar de gemeenten. Daarmee worden gemeenten nog beter in staat gesteld de lokale regie te voeren. Voor de aanpak van huiselijk geweld biedt dit de mogelijkheid om een integrale financiering te ontwikkelen ten behoeve van gezinnen waar huiselijk geweld speelt. Het SHG heeft een belangrijke rol in de regie en uitvoering van de hulpverlening en de afstemming tussen de diverse betrokken organisaties. In 2013 heeft Bruno Steiner Advies en Panteia van het ministerie van VWS opdracht gekregen een ‘objectief verdeelmodel decentralisatie uitkering vrouwenopvang’ te ontwikkelen. Dit rapport heeft geleid tot een ingrijpende terugval in de subsidie voor de centrumgemeenten Arnhem en Ede. Voor de centrumgemeente Utrecht is er nagenoeg geen verandering en de centrumgemeente Nijmegen en Apeldoorn ontvangen in de toekomst meer subsidie. Naar verwachting moet deze inkrimping van de subsidie in een periode van twee à drie jaren geëffectueerd worden. In 2014 worden hierover definitieve besluiten genomen en moet Moviera nieuwe plannen voor de toekomst maken.

2

Financiële informatie

2.1

De ontwikkelingen in 2013

Zoals in de inleiding van dit verslag al is aangegeven is 2013 het eerste volledige jaar van de Stichting Moviera. Voor de financiële administratie betekende dit een integratie van twee systemen. Er moest zowel een nieuw grootboek als een nieuw boekhoudprogramma worden ingericht. Een en ander is geruisloos verlopen. Op het gebied van trajectfinanciering/- begeleiding is het rekenmodel waarop de subsidieaanvragen zijn gebaseerd, bijgesteld naar aanleiding van de uitkomsten van de rapportages over verblijfsduur en zorgzwaarte van de verschillende trajecten. Deze bijstelling was gebaseerd op de pilotperiode, maar die was nog te kort voor een definitieve prijsstelling. De uitkomsten van heel 2013 zullen de basis vormen om tot een integraal kostprijsmodel te komen voor 2015 en volgende jaren.

2.2

Behaalde omzet en resultaten

De totale inkomsten namen met ruim 1% toe tot een bedrag van € 14.985.500. Tegenover hogere gemeentelijke subsidies stond een aanzienlijk lagere opbrengst uit AWBZ middelen. De toename van de gemeentelijke subsidies had met name betrekking op uitbreiding van activiteiten van het Steunpunt Huiselijk Geweld in Ede en Arnhem, het Districts Overleg Huiselijk Geweld in de regiogemeenten Utrecht, een subsidie voor het project coördinatie mensenhandel in Arnhem en een eenmalige subsidie voor de aanpak ouderenmishandeling in Utrecht. De inkomsten uit de AWBZ namen af met € 381.800. De oorzaak hiervan is al eerder in dit verslag aangegeven. Er zijn ingrijpende maatregelen genomen om deze structurele afname op te vangen waarbij gedwongen ontslagen onvermijdelijk waren. Het betreft hier met name de centrumgemeente Utrecht. De effectuering van deze maatregelen zal voor het grootste deel in 2014 plaatsvinden.


6

Resultaten Het resultaat over 2013 bedraagt € 90.700 (2012: € 36.000). Dit resultaat is als volgt opgebouwd: 2013 2012 Centraal Bureaus

€ 3.200

€ 4.600

Centrumgemeente Arnhem Centrumgemeente Nijmegen

€ 77.100 € 69.900

€ 72.300 € 44.300

Centrumgemeente Apeldoorn Centrumgemeente Ede

€ 104.700 € 32.100

-/- € 52.000 -/- € 2.400

-/- € 196.300 € 90.700

-/- € 30.800 € 36.000

Centrumgemeente Utrecht Totaal

Het resultaat over 2012 werd voor € 165.000 beïnvloed door eenmalige kosten voor de fusie en de migratie van ICT voorzieningen. Via het resultaat is in 2013 voor € 36.600 aan bestemmingsreserves onttrokken. De bedrijfslasten zijn als volgt samengesteld: 2013

2012

Personele kosten Afschrijvingen

11.384.500 378.400

11.143.900 319.300

Overige bedrijfskosten Totaal

3.163.800 14.926.700

3.383.400 14.846.600

Per saldo is het resultaat als volgt opgebouwd: 2013 Bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten

2012 14.985.500 14.926.700

14.821.800 14.846.600

Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten

58.900 31.800

-/- 24.800 60.800

Bijzondere baten en lasten Resultaat

0 90.700

0 36.000

2.3

Solvabiliteit en liquiditeit

Solvabiliteit

2013

Solvabiliteitsratio: eigen vermogen/balanstotaal Vermogensratio: eigen vermogen/opbrengsten Liquiditeit Current ratio: vlottende activa/kortlopende schulden

2.4

2012 41,72 19,19

2013

41,34 18,79 2012

2,42

2,13

Kasstromen en financieringsbehoeften

De subsidieverstrekking vindt gespreid over het jaar plaats en is in overeenstemming met de financieringsbehoefte.


7

3

Voornaamste risico’s en onzekerheden

De voornaamste risico’s, die voor Moviera spelen: • De fusie heeft van veel medewerkers een flexibele werkhouding gevraagd. Met name de financiële afdeling en personeelszaken hebben een flinke slag moeten leveren om de verschillende processen op elkaar af te stemmen en regelingen te harmoniseren. Ook de afdeling Innovatie en Ontwikkeling is gezamenlijk opgetrokken om vernieuwing en verbeteringen op elkaar af te stemmen en organisatie breed in te zetten waar dit mogelijk is. Niet alles ging van zelf, de nieuwe situatie leidde ook tot nieuwe inzichten en afscheid nemen van werkwijzen die anders kunnen en tot betere resultaten leiden. Zo is steeds gekozen voor de werkwijze, systematiek, programma’s, regelingen die het beste werkten, waardoor het lukte van beide organisaties het beste over te houden. Ook in het komend jaar moet hieraan verder gewerkt worden. • De herverdeling van de gelden van de vrouwenopvang betekent vooral voor de opvang van Gelderland een flinke verandering. Er zullen minder gelden ter beschikking staan, wat direct invloed heeft op de personele bezetting en de mogelijkheden van de organisatie. Daarnaast streven de gemeenten naar ombouw van opvangplaatsen naar ambulante hulp. In 2014 moet hiervoor een reorganisatieplan opgesteld worden waarin de richting van de nieuwe organisatie zichtbaar wordt en de gevolgen voor de medewerkers. • De huisvesting van de vervolgopvang in Utrecht vereist een andere vorm. Ondanks alle inzet in 2013 is het niet gelukt om een alternatief hiervoor te vinden. Daarom zijn in 2013 wel de nodige maatregelen genomen om het wonen voor de cliënten te verbeteren. In 2014 blijft het zoeken naar herhuisvesting een hoge prioriteit behouden. • Door de aangescherpte criteria van het CIZ (Centraal Indicatiestelling Zorg) is de aanvullende hulp en zorg voor cliënten met een psychiatrische problemen in de loop van 2013 weggevallen. Dit vraagt voor 2014 meer samenwerking met GGZ-instellingen om deze cliëntgroep voldoende hulp en steun te kunnen bieden indien de cliënten dit wensen. De terugval in inkomsten vanuit deze AWBZ financiering heeft in 2013 geleid tot minder personele inzet in het primaire proces. Dit is gelukt zonder gedwongen ontslagen. Door de verder neerwaartse inkomsten naar nihil is het ingrijpende besluit tot gedwongen ontslagen in de overhead van Utrecht in 2014 noodzakelijk. Dit vraagt een herschikking van taken in 2014. • In 2013 is de financiering nog gebaseerd op de budgetfinanciering. Gedurende 2013 is voor Gelderland onderzocht of de aannames en veronderstellingen uit de pilot van 2012 juist zijn geschat voor de invoering van de trajectfinanciering/-begeleiding. Uit de experimenteerperiode bleek dat er geen verschil in intensiteit van de trajecten was. Verder werd geconstateerd dat de korte trajecten gemiddeld een maand langer duurden en de lange trajecten eerder afgerond konden worden. Daarmee zijn beide varianten teruggebracht naar één traject. • De toekomstige positionering van de SHG’s is bij het uitbrengen van dit verslag nog niet helemaal zeker. Met het geheel of gedeeltelijk loskoppelen van de SHG’s van Moviera, kan een deel van de bijdrage aan de overhead komen te vervallen. Er wordt van uitgegaan dat het uitvoerend personeel mee gaat naar de nieuwe organisatievorm. • De gemeente Utrecht heeft aangegeven dat de ambulante woonbegeleiding moet worden overgeheveld naar de buurtteams in 2014. Hoe één en ander uitgewerkt wordt, is vooralsnog onduidelijk. • De gemeente Utrecht heeft pro forma de subsidierelaties met alle gesubsidieerde organisaties opgezegd per 1 januari 2015. In de komende maanden worden de uitvraag en uitvoeringsprogramma’s toegelicht.


8

4

Financiële instrumenten

Financiële instrumenten omvatten handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. Financiële instrumenten kunnen tevens in contracten besloten afgeleide financiële instrumenten (derivaten) bevatten. Bij Moviera zijn geen afgeleide financiële instrumenten in de balans opgenomen. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd. Verstrekte leningen en overige vorderingen Verstrekte leningen en overige vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Overige financiële verplichtingen Financiële verplichtingen die geen deel uitmaken van een handelsportefeuille worden tegen nominale waarde gewaardeerd.

5

Toezicht en Bestuur

De stichting kent als bestuursorganen de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur. Er is een tweehoofdige Raad van Bestuur. De Raad van Toezicht conformeert zich aan de Governancecode Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening, die nagenoeg gelijk loopt met de Zorgbrede Governancecode. De Raad van Toezicht richt zich bij de vervulling van zijn taak naar het belang van de W&MD-onderneming en haar maatschappelijke doelstelling en weegt daartoe de behoeften en wensen van belanghebbenden en andere bij de onderneming betrokkenen af. De Raad van Toezicht heeft een remuneratie- en een auditcommissie ingesteld. Beide commissies bestaan uit twee leden van de Raad van Toezicht.


9

5.1

Raad van Toezicht

Samenstelling M.J.P.A. Clerx

Aandachtsgebied Voorzitter Remuneratiecommissie

Hoofdfunctie

R. Leen

Auditcommissie Ondernemingsraad

Controller bij Parlan Jeugd en Opvoedhulp

I.P.H.M. Scheijmans

Cliëntenraad

H.M.A. Kauffman

Auditcommissie

Senioronderzoeker bij het Kenniscentrum Sociale Innovatie van de Hogeschool Utrecht KAUFFMAN bestuurs- en directiebegeleiding

J. Scholten

Remuneratiecommissie

E.J.J. Fransen

Lid Raad van Toezicht

• • • • •

Interim- en programmamanager JAS Consultancy

• • • • •

• • • • • •

• Lid Raad van Toezicht

Bestuurslid 't Venster, centrum voor muziek, dans, theater en beeldende kunst Bestuur Veluwezoom 2.0 (secretaris) Voorzitter Vereniging Academie van Vrouwen tegen Huiselijk Geweld Voorzitter Bestuur Stichting Kinderopvang Oog in Al Lid Raad van Toezicht, Stichting De Schoor Lid van de Raad van Toezicht van zorginstelling Kalorama in Beek Ubbergen Lid van de Raad van Commissarissen van woningstichting Woongenoot te Nijmegen Voorzitter van het bestuur van multifunctioneel centrum Oelbroeck in Sint Anthonis

30 november 2009 – 1 januari 2016

17 maart 2008 – 1 januari 2015

6 juni 2011 – 1 januari 2016

e

1 termijn loopt af op 22 april 2016

e

directeur Koninklijke Burgers’ Zoo B.V.

1 termijn loopt af op 16 december 2016

Samenstelling 31-12-2013


Zittingstermijn 1e termijn loopt af op 27 augustus 2015

1 juni 2008 – 1 januari 2015

•

B.L.J. van Hooff-Nusselder

Nevenfuncties Voorzitter Raad van Toezicht Servatius Wonen en Vastgoed Bestuurslid FAM! expertisecentrum voor vrouwenvraagstukken Lid dagelijks bestuur Stichting Milieufederatie Limburg Voorzitter Stichting Allianz DINPlan Dupe Lid werkgroep Arbeid en lid klankbord Europa van Wiardi Beckman Stichting Afdelingsvoorzitter PvdA Stein-Beek Penningmeester Stichting Zaanslag Penningmeester Stichting Nieuw Werk Penningmeester Roeisloepvereniging Okke Hel Bestuurslid Stichting De Bijekoer

10

Samenstelling De Raad van Toezicht bestaat conform de statuten uit minimaal vijf leden. De Raad van Toezicht van Moviera streeft naar zeven leden. In de loop van 2013 zijn na een open sollicitatieprocedure twee nieuwe leden door de Raad van Toezicht benoemd. Hiermee is de Raad van Toezicht compleet. De leden van de Raad van Toezicht zijn onafhankelijk. Eventuele nevenfuncties van leden van de Raad van Toezicht worden tevoren aan de voorzitter van de Raad van Toezicht voorgelegd. Onafhankelijkheid is ook een voorwaarde bij de werving van nieuwe leden en is in het functieprofiel vastgelegd. Zelfevaluatie In 2013 heeft onder begeleiding van Prof. Dr. G. Minderman van het Zijlstra Center for Public Control and Government de zelfevaluatie van de RvT plaats gevonden. Bij deze gelegenheid hebben de (nieuwe) leden van de RvT nader kennis gemaakt en is gesproken over de gewenste werkwijze in de toekomst. Externe accountant Na een presentatie door vier accountantskantoren die daartoe waren uitgenodigd, is aan de hand van tevoren bepaalde criteria gekozen voor accountantskantoor Mazars geworden. In 2013 heeft de RvT kennis gemaakt met de nieuwe accountant. Mazars heeft de geconsolideerde jaarrekening 2012 gecontroleerd. Vergaderingen van de Raad van Toezicht van stichting Moviera De Raad van Toezicht heeft zes keer vergaderd. De Raad van Toezicht houdt toezicht op de strategie en prestaties volgens het informatieprotocol. Bijzondere aandacht is er geweest voor de volgende onderwerpen: • Het bedrijfsplan, waarbij de organisatorische integratie van beide organisaties centraal staat; • Profiel en werving nieuwe leden Raad van Toezicht; • De management review, directiebeoordeling; • Financiële overzichten, waaronder de jaarrekeningen 2012, halfjaar cijfers, begroting 2014; • Externe ontwikkelingen, zoals het samenvoegen SHG’s en AMK’s, het Verdeelmodel Vrouwenopvang. • De koersnotitie voor de komende jaren; • Cliëntenraad. Naast deze zes vergaderingen zijn de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht tijdens een strategiemiddag bijeen geweest ten behoeve de opstelling van de koersnotitie 2014/2015. Daarnaast heeft de Raad van Toezicht eenmaal met elkaar vergaderd in verband met de bestuursvorm in de toekomst. De leden hebben individueel symposia en workshops in het kader van hun toezichthoudende taak gevolgd. De vergoeding voor de leden is beschreven in de vergoedingsregeling Raad van Toezicht van Moviera. De vergoeding van de leden is € 2.000,- bruto per jaar, excl. BTW. De vergoeding van de voorzitter is € 3.000,bruto per jaar, eveneens excl. BTW. Twee leden zien van de vergoeding af.


11

5.2

Raad van Bestuur

Samenstelling: Naam M.E.A.C. van Dorst M.J. Spithoven

Bestuursfunctie Raad van Bestuur Raad van Bestuur

Nevenfuncties Geen Geen

Besturings- en toezichtmodel: Moviera hanteert het raad van toezichtmodel. In de statuten zijn bepalingen opgenomen over de taken en bevoegdheden van de bestuurder. Er is een reglement voor de Raad van Bestuur opgesteld. Het contract van de bestuurders is een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en de bezoldiging was in het verslagjaar conform de adviesregeling uit CAO-welzijn en maatschappelijke dienstverlening. In het informatieprotocol Raad van Bestuur / Raad van Toezicht is het volgende vastgelegd: De jaarplannen, begroting, rapportages prestatieafspraken, maatschappelijk verslag, jaarrekening en accountantsverslag worden jaarlijks door de Raad van Bestuur met de Raad van Toezicht besproken en door de Raad van Toezicht goedgekeurd. De strategische notitie en het meerjarenbeleidsplan worden één keer per vier jaar besproken en goedgekeurd door de Raad van Toezicht. Onderwerpen ter informatie en toetsing van het beleid zijn: de voortgangsevaluatie meerjarenbeleidsplan, management review, overzicht klachten van cliënten, meldingen bij de vertrouwenspersoon, klachten medewerkers en rapportage externe audit. Deze worden jaarlijks voorgelegd aan de Raad van Toezicht. Halfjaarlijks worden ook de prestatieafspraken met de centrumgemeenten en het overzicht klachten cliënten verstrekt. Per kwartaal worden de financiële cijfers gerapporteerd. Cliënttevredenheid- en medewerker tevredenheidsonderzoeken worden tweejaarlijks gerapporteerd.

5.3

Planning en control

Moviera heeft een planning- en control cyclus. Elk kwartaal worden de gerealiseerde cijfers, zowel in totaal als op locatieniveau, vergeleken met de begroting. De loonkosten en de personele bezetting worden maandelijks vergeleken met de begrote getallen en eveneens maandelijks wordt de liquiditeitspositie vergeleken met de begrote liquiditeit en wordt de financiële relatie met cliënten getoetst. Naast de financiële gang van zaken vindt maandelijks toetsing plaats van de prestatie-indicatoren, evenals van de voortgang in de uitvoering van het kwaliteitsbeleid en het meerjarenbeleidsplan. De volgende prestatieindicatoren worden gehanteerd: Betreffende het primair proces: • aantal en aard van de telefonische contacten Steunpunt Huiselijk Geweld en Centrale Intake • de bezettingscijfers van de opvangvoorzieningen • gemiddelde verblijfsduur cliënten Betreffende beleid en organisatie: • klachten van cliënten


12

Betreffende personeel: • ziekteverzuim/ziekmeldingsfrequentie • functioneringsgesprekken Jaarlijks worden de indicatoren geëvalueerd en bijgesteld. Cliënt-tevredenheidsonderzoek Eenmaal in de twee jaar vindt een cliënt-tevredenheidsonderzoek plaats Het onderzoek is uitgevoerd door een extern bureau, dat binnen de sector meerdere cliënttevredenheidsonderzoeken uitvoert. Het laatste onderzoek in Gelderland was in 2012. Respondenten binnen de sector Ambulant beoordelen Moviera Gelderland gemiddeld met een 8,64. Respondenten binnen de sector Opvang beoordelen Moviera Gelderland gemiddeld met een 7,48. In 2013 is in Utrecht het cliënt-tevredenheidsonderzoek uitgevoerd. Respondenten binnen de sector Ambulant beoordelen Moviera Utrecht gemiddeld met een 7,4. Respondenten binnen de sector Opvang beoordelen Moviera Utrecht gemiddeld met een 8,04. Medewerker-tevredenheidsonderzoek In het najaar van 2013 is in heel Moviera het medewerker-tevredenheidsonderzoek uitgevoerd. Het onderzoek is uitgevoerd door een extern bedrijf, dat binnen de sector meerdere tevredenheidsonderzoeken uitvoert. Dit biedt een mogelijkheid tot benchmarking Het rapport is in 2014 uitgekomen. De tevredenheid scoorde een 6,7 tegen de benchmark score van 7,8. Deze uitkomst vraagt om een verbeteringsslag, met name op de thema’s Leiderschap, Betrokkenheid en Efficiëntie. Interne en externe audits in het kader van het kwaliteitsbeleid Door middel van interne audits en een management review wordt het kwaliteitssysteem geëvalueerd en verbeteringen in uitvoering en/of beleid ingevoerd. Zowel VieJa Utrecht als Hera waren voor de fusie in het bezit van het HKZ-Kwaliteitsmanagementsysteemcertificaat Welzijn en Dienstverlening, Deelschema Maatschappelijke Opvang & Vrouwenopvang. Begin 2013 is de externe audit in de hele organisatie uitgevoerd. Opdracht voor 2013 is integratie van risico-inventarisaties voor cliënten in het beleid. Klachten medewerkers In 2013 is de klachtenregeling aangepast aan de nieuwe organisatie en is er een vaste klachtencommissie voor heel Moviera. Ook is er voor een vertrouwenspersoon voor de hele organisatie gekozen. In 2013 zijn er geen klachten bij de externe klachtencommissie binnengekomen. Cliëntklachten In 2013 is de interne klachtenregeling voor cliënten voor Utrecht en Gelderland geharmoniseerd. Daarnaast beschikt de organisatie over een externe klachtencommissie voor cliënten. Er zijn in 2013 in totaal 10 klachten ingediend. Van deze klachten komen er 8 uit de opvang en 2 uit het ambulante deel. Twee van de klachten zijn gedaan door partners van cliënten die in de opvang verbleven. De aard van de klachten zijn erg divers, maar gaan in het algemeen over de bejegening van de medewerkers, de begeleiding, de huisvesting, en de veiligheidsmaatregelen. De klachten die door de partners zijn gedaan betreffen gegevensuitwisseling, en de opname van hun vrouw in de opvang. Twee klachten zijn in 2013 naar de externe klachtencommissie doorgestuurd. Beiden zijn door de klachtencommissie niet ontvankelijk verklaard. Wel is aan de hand van deze klachten door de Jaarverantwoording 2013 Maatschappelijk verslag 2013 en Jaarrekening 2013 Definitief 29 april 2014

13

klachtencommissie een aanbevelingen naar het bestuur gedaan. Deze aanbeveling betreft het belang van een correcte en zorgvuldige naleving van weten regelgeving, met name dossiervoering en gegevensuitwisseling. Het onderwerp zal in het jaarlijkse overleg tussen het bestuur van Moviera en de klachtencommissie aan de orde worden gesteld. Fraudebeleid • Om fraude te voorkomen worden zo veel mogelijk functiescheidingen aangebracht in het beheren van stamgegevens en het doen van betalingen. Er worden kascontroles gehouden en facturen en declaraties worden altijd door een hogere leidinggevende goedgekeurd. Alle bankafschriften worden door de sectormanager bedrijfsvoering en de raad van bestuur gezien. • Het beleid bij verzuimmelding is mede gericht op het voorkomen van oneigenlijk verzuim.

5.4

Cliëntenraad

Ondanks dat beide cliëntenraden betrokken zijn geweest bij de voorbereidingen tot de fusie en positief hadden geadviseerd is het niet gelukt in het vervolgtraject tot een eenduidige structuur van medezeggenschap voor cliënten te komen. Ondanks verschillende pogingen ook met externe ondersteuning heeft dit in oktober tot het opheffen van beide cliëntenraden geleid. De cliëntenraad uit Utrecht heeft zelf dit besluit genomen en zich teruggetrokken en met de cliëntenraad in Gelderland is de samenwerking beëindigd. De medezeggenschap had door dit proces al te lang stil gelegen en was voor Moviera inmiddels onverantwoord. Na de beëindiging is er zo spoedig mogelijk met inzet van een externe ondersteuner een nieuwe cliëntenraad geformeerd die eind januari 2014 van start is gegaan.

5.5

Ondernemingsraad

De voorlopige ondernemingsraad na de fusie is in februari 2013 overgegaan in de nieuwe Ondernemingsraad van Moviera. Verkiezingen waren niet nodig. Twee leden van voorheen VieJa Utrecht en 3 leden van voorheen Hera hebben hun werkzaamheden neergelegd. Daartegenover hebben 3 nieuwe leden zich aangemeld. Daarmee was de nieuwe Ondernemingsraad op de gewenste volledige kracht van 9 leden. In juni 2013 heeft de ondernemingsraad met de raad van bestuur een Ondernemingsovereenkomst gesloten. Naast de formele zaken die hierin zijn opgenomen is de bereidheid vastgelegd om bij nieuwe plannen al in een vroeg stadium als ondernemingsraad met de bestuurder samen te werken. In 2013 waren er veel instemmingsvragen door de harmonisatie van alle personele regelingen. Op de instemmings- en adviesaanvragen hebben de ondernemingsraden steeds een constructieve bijdrage geleverd ten gunste van een goede besluitvorming. De ondertitel van de Ondernemingsraad ‘krachtig, kritisch en constructief’ maakt deze Ondernemingsraad volledig waard. Hun bijdrage levert daarmee een meerwaarde op voor de medewerkers en de organisatie.


14

6

Maatschappelijke aspecten van Moviera

6.1

Algemeen maatschappelijke aspecten

De bijdrage die Moviera levert aan de maatschappij: • Het stoppen van huiselijk geweld levert een meerwaarde voor de maatschappij omdat huiselijk geweld één van de redenen van ziekteverzuim is en een hoge kostenpost binnen de gezondheidszorg. • Kinderen die getuige zijn van geweld lopen een verhoogd risico later zelf slachtoffer of dader van huiselijk geweld te worden. Door specifieke hulp proberen we deze intergenerationele overdracht te voorkomen. • Voorkomen van huiselijk geweld door het tijdig signaleren en bespreekbaar maken voorkomt alle extra kosten die het vertrek uit de thuissituatie met zich meebrengt, zowel materieel als immaterieel.

6.2

Milieu aspecten

Ten aanzien van het milieu voert Moviera het volgende beleid: • Medewerkers en cliënten worden gewezen op hun verantwoordelijkheid als het gaat om het gebruik van energie en water. Bewustwording en instructie zijn hierbij een wederkerend thema. • Bij het inrichten van de opvangvoorzieningen en kantoren is duurzaamheid een belangrijk selectiecriterium. • Het gebruik van spaarlampen is verder uitgebreid, waardoor ook de keuze van nieuwe lichtarmaturen bepaald wordt. Wij volgen nauwlettend de ontwikkeling van led-verlichting. • De multifunctionele printers zijn zo ingesteld dat er in principe dubbelzijdig en in zwart-wit geprint wordt. In enkele locaties komen nog kleine printers voor die niet centraal ingesteld kunnen worden, deze worden in 2015 vervangen.

6.3

Sociale aspecten: arbeidsaangelegenheden

Verzuim Het gerealiseerde netto verzuimpercentage voor 2012 lag voor heel Moviera onder de 4%. Het verzuimcijfer voor Moviera 2013 is uitgekomen op 5,2%. Voorgaande valt als volgt te verklaren. Vooral aan het begin van het jaar heeft Moviera te maken gehad met een hoog langdurig verzuim. Het langdurig verzuim liet in de 2e helft van het jaar wel een dalende tendens zien. Maar door het daarnaast stijgen van het kort- en middellang verzuim was het over het totaal niet genoeg om wederom onder de 4% uit te komen.

Verzuimfrequentie In 2013 is er een verzuimfrequentie van 1,5 gerealiseerd. Dit was in 2012 een verzuimfrequentie van 0,9 voor Utrecht over de eerste 8 maanden. Voor 2012 was dat voor Gelderland 1,2. De stijging van de verzuimfrequentie, die in het 3e kwartaal werd geconstateerd heeft zich in het 4e kwartaal doorgezet. Social Return In het kader van afspraken op het gebied van Social Return die gemaakt zijn met de Gemeente Nijmegen, heeft Moviera een project digitalisering personeelsdossiers opgestart. Daarbij was het de intentie om 2 mensen in een uitkeringssituatie werkervaring op te laten doen. Er zijn twee sollicitatierondes geweest waar 1 kandidaat uit is gekomen, die zowel het projectplan als de uitvoering ervan opgenomen heeft. Zij is inmiddels succesvol uitgestroomd, omdat zij een baan heeft gevonden. Voor de verdere uitvoering van het project wordt weer overleg met Gemeente Nijmegen gevoerd.


15

7

Actuele ontwikkelingen

Enkele ingrijpende actuele ontwikkelingen: • De veranderingen in het hele sociale domein gaan ook Moviera raken. Het vraagt van Moviera om zich te ontwikkelen tot een organisatie waarin haar medewerkers in diverse netwerken actief zijn en hun deskundigheid en ondersteuning van de (moeder-)organisatie ontvangen. • De ambitie van de gemeenten om de opvang te minimaliseren vraagt een nog scherpere selectie na de crisisopname wie in aanmerking komt tot langer verblijf en hoe tot een snellere doorstroom ingezet kan worden. Het ontbreken van voldoende woningen voor de uitstroom levert een nieuw spanningsveld op. • Het uitgangspunt van de WMO en Welzijn Nieuwe Stijl gaat uit van de eigen kracht van de burger. Dit vraagt ook een maatschappelijke verandering waar de gemiddelde burger nog niet op ingesteld is. Dit zal nog menig ontevreden of teleurgestelde cliënt opleveren. Hier moeten medewerkers adequaat op kunnen reageren.

8

Toekomst

Voor 2014 worden veel toekomstige veranderingen concreet. Interne ontwikkelingen: • De keuze voor een eenhoofdig bestuur. • Het samenvoegen van de beide centraal bureaus en de keuze voor de vestigingsplaats. • De samenvoeging van de SHG’s met de AMK’s. Hoe gaat die nieuwe organisatie eruit zien, wordt het een zelfstandige stichting of gekoppeld aan een bestaande organisatie en welke wordt dat dan. • Welke activiteiten van het SHG blijft Moviera behouden. • De gevolgen van het Verdeelmodel voor de regio’s in Gelderland en in het bijzonder voor de locatie Oosterbeek. • De innovatie behoudt de hoogste prioriteit in de komende jaren.


16

9

Financiële jaarverantwoording 2013


17

Jaarverantwoording 2013 Maatschappelijk verslag 2013 en Jaarrekening 2013

Recommend Documents