Jaarrekening en jaarverslag 2014
Inhoudsopgave Jaarverslag 1. Inleiding
3
2. Bestuurlijke verantwoording
4
3. Programmaverantwoording
7
4. Financiële verantwoording
29
Jaarrekening
2
5. Overzicht van baten en lasten
35
6. Balans met toelichting
41
1. Inleiding Voor u ligt een beknopte versie van de jaarrekening en het jaarverslag van 2014. Met deze beknopte versie willen we u in vogelvlucht de essentie van de jaarrekening 2014 laten zien. Wat zijn in grote lijnen de cijfers en trends/ontwikkelingen? En waar heeft de gemeente Emmen in 2014 aan gewerkt? U leest het in dit boekwerk. De complete jaarrekening met het jaarverslag kunt u vinden op de website: www.emmen.nl/jaarrekening. De jaarrekening De jaarrekening geeft een beeld van de inkomsten en uitgaven van de gemeente Emmen in het afgelopen jaar. Daarnaast geeft de rekening een beeld van de bezittingen en schulden van de gemeente. De jaarrekening 2014 wordt op 28 mei 2015 door de gemeenteraad behandeld. Daarna wordt de jaarrekening doorgestuurd naar de provincie voor goedkeuring. Het jaarverslag In het jaarverslag kunt u lezen wat de gemeente in 2014 allemaal gedaan heeft. De activiteiten van de gemeente zijn over 11 programma’s (thema’s) verdeeld. Per programma worden beknopt de relevante ontwikkelingen geschetst. Voor een completer beeld
verwijzen wij u naar het complete jaarverslag op de website. In deze jaarrekening wordt gewerkt met zogenaamde verkeerslichtrapportages voor de behaalde doelen en maatschappelijke effecten (“wat hebben wij bereikt”). Daarbij worden de volgende mogelijkheden gebruikt: De prestatie is gerealiseerd danwel loopt volgens planning De prestatie is deels gerealiseerd danwel vertraging in de planning De prestatie is niet gerealiseerd danwel nog niet opgestart Emmen, 23 april 2015 College van Burgemeester en Wethouders
3
2. Bestuurlijke verantwoording Na de gemeenteraadsverkiezingen in maart heeft er een bestuurswisseling plaatsgevonden. Wij zijn, met als basis het Bestuursakkoord 2014-2018 “Aanpakken en doen!”, aan de slag gegaan met belangrijke gemeentelijke taken in het verschiet. Zo zijn bijvoorbeeld in het verslagjaar de voorbereidingen gestart om per 1 januari 2015 de uitvoering en uitbreiding van taken van de Participatiewet, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en de (nieuwe) Jeugdwet/Jeugdzorg te realiseren. Onze speerpunten zijn in dit hoofdstuk opgenomen. In deel B Programmaverantwoording worden de resultaten van de (11) programma’s verwoord. Economie en werkgelegenheid Werkgelegenheid is een speerpunt voor ons college. Werk als drijvende kracht onder economisch herstel, maar ook werk waardoor mensen in de samenleving kunnen participeren. Projecten die bijdragen aan een aantrekkelijk woon- en werkklimaat. Daar maken wij ons hard voor. En met resultaat. Het project Centrum Vernieuwing Emmen (CVE) brengt veel werkgelegenheid met zich mee, in het bijzonder voor lokale- en regionale ondernemers. Onze regio is de grootste industrieconcentratie van het Noorden en daarmee een van de belangrijkste dragers in Noordoost-Nederland van werkgelegenheid en innovatie in de industrie, techniek en logistiek. Wij vinden het niet acceptabel dat de werkloosheid hier fors hoger is dan het landelijk gemiddelde. Daarom hebben wij met het plan ‘Vierkant voor Werk’ afspraken gemaakt en concrete voorstellen gedaan om de werkloosheid in de regio binnen drie jaar naar het landelijk gemiddelde te laten dalen. Hierbij sluiten wij
4
aan op wat al in gang is gezet. Deze ambitie willen wij waar maken samen met de andere ondertekenaars van “Vierkant voor Werk” (de gemeenten Coevorden, Hoogeveen en Hardenberg) en samen met het bedrijfsleven en het onderwijs. De drie decentralisaties in het sociale domein en de nieuwe taken voor lokale overheden Per 2015 heeft de Rijksoverheid de Participatiewet, de transitie van extramurale begeleiding en beschermd wonen vanuit de AWBZ naar de Wmo en de Jeugdzorg overgedragen aan de gemeenten. In 2014 is voornamelijk gewerkt aan de ‘landing’ van deze nieuwe taken. Uitgangspunt daarbij was de continuïteit van zorg voor de cliënten. Daar is hard aan gewerkt en dat heeft geresulteerd in een uitkomst waar we trots op zijn: de decentralisatie is een feit, de contracten met de zorgaanbieders zijn getekend en ook tijdens de transitie is in zorg voorzien voor hen die zorg nodig hebben.
Dit neemt niet weg dat de gewijzigde (landelijke) wetgeving voor een aantal burgers (financiële) problemen geeft. Als dat in ons vermogen ligt proberen we zo goed mogelijk, via flankerend beleid, die pijn te matigen. Vanaf de start van het programma 3 D is er ook aandacht geweest voor de vernieuwing in het sociale domein. Een vernieuwing die de komende twee jaar steeds verder ontwikkeld zal worden binnen de vastgelegde financiële kaders met als uitgangspunt dat we de uitvoering doen met de middelen die we van het Rijk krijgen. Als het gaat om deze financiële kaders is van belang dat tijdens de parlementaire behandeling van met name de Jeugdwet en de Wmo er (landelijke) garantie- en overgangsregelingen zijn afgesproken. Ook is er via een aantal akkoorden extra ‘landingsgeld’ voor gemeenten beschikbaar gekomen voor 2015 en 2016, wederom voor met name de Jeugdwet en de Wmo. Voor individuele cliënten wordt de continuïteit van hulp en ondersteuning geborgd en de verandering verloopt voor hen zoveel als mogelijk voorspelbaar, beheersbaar en zorgvuldig. De tijdelijke extra middelen dempen ook de negatieve werkgelegenheidseffecten bij de zorginstellingen. De inzet op een zorgvuldige overgang creëert meer ruimte bij de aanbieders om het personeelsbestand de komende twee jaar zoveel mogelijk via natuurlijk verloop aan te passen. Vanuit het bovenstaande hebben ook wij in beleid vastgelegd dat onze ‘stip op de horizon’, om te komen tot een hernieuwd ingericht sociaal domein, is geplaatst op 1 januari 2017. Dit sluit aan bij het bestuursakkoord 2014-2018, waarin wij ons als doel hebben gesteld om de komende twee jaar te benutten om te komen tot een toekomstbestendige uitvoering van de ondersteuning dichtbij de inwoners. Centrumvernieuwing Emmen In 2014 is de Centrumvernieuwing Emmen duidelijk zichtbaar geworden. Inmiddels afgerond in het verslagjaar zijn de volgende projecten: Parkeergarage Westerstraat, Ondergrondse Infrastructuur, Reconstructie Boermarkeweg 1e fase, de Hondsrugtunnel en het project Centrum Noord. Ook Wildlands Adventure Zoo Emmen heeft in het verslagjaar duidelijk vorm gekregen. Daarnaast zijn de volgende projecten in uitvoering genomen en/of voor een belangrijk deel gerealiseerd: Theater/Wereld van Ontmoeting (WvO), Markt Emmen, Centrumplein, Boulevard Noord, Boulevard Zuid, Ontsluiting P-Zuid, Plan Zuid-Esch en zijn er ook nog diverse CVE-projecten waar achter de schermen druk aan wordt gewerkt in het kader van de voorbereiding: locatie Hoofdstraat, locatie Vreding, locatie WillinkpleinZuid, Westwand Weiert en diverse infrastructurele projecten in en om het centrum van Emmen. In januari 2014 heeft de raad kredieten verleend voor de projecten Boulevard Noord en Boulevard Zuid en in februari 2014 voor de diverse Regionale Specifieke Pakketten(RSP)-bereikbaarheidsprojecten, waaronder Emmen Centrum, waarover afspraken zijn gemaakt tussen de gemeente Emmen en de provincie Drenthe.
In oktober 2014 is bij het Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN) een verzoek ingediend voor verlenging van de einddatum van het EFRO-project (Europees Fonds Regionale Ontwikkeling) ‘Atalanta, De Economie van de Verbinding’ tot 1 juli 2015. Dit uitstelverzoek zal in het voorjaar 2015 in de bestuurscommissie EZ van SNN behandeld worden. Tenslotte heeft de gemeente in het voorjaar een samenwerkingsovereenkomst DPE Next afgesloten met Dierenpark Emmen en is ook de permanente monitoring op de realisatie van DPE Next (Wildlands Adventure Zoo Emmen) nader uitgewerkt, ingevuld en geoperationaliseerd en is door de gemeente, na nader onderzoek, ingestemd met de aangepaste bouwplanning DPE Next en het aangepaste financieringsschema DPE Next. Wij verwijzen u voor nadere informatie over Centrumvernieuwing Emmen naar de afzonderlijke paragraaf 9, Centrumvernieuwing Emmen, in de jaarrekening 2014 en naar de reguliere rapportages Centrumvernieuwing Emmen over 2014.
Emmen in breder perspectief De Europese Unie (EU) heeft een toenemende invloed op gemeenten. De Europese invloed is, naast programmatisch en financieel, ook steeds meer te voelen in de wetgeving die zijn vertaling vindt van Brussel (via Den Haag) naar gemeenten. Gemeenten, bedrijven en kennisinstellingen kunnen in het Europa van nu kansen benutten om bestaande activiteiten met Europese kennis en subsidies te versterken. Centraal staat het gegeven dat de EU meer op initiatief en ten behoeve van bedrijven en kennisinstellingen gaat werken. De rol van de gemeenten verandert van initiatiefnemer naar ‘verbinder’. Dit is een rol die past bij de werkwijze die de gemeente nastreeft en zoals die zijn neerslag heeft gekregen in het Bestuursakkoord 2014-2018. Ter oriëntatie heeft het college eind mei een werkbezoek gebracht aan Brussel en onder andere gesproken met vertegenwoordigers van de Europese Commissie en het Europees Parlement. Vervolgens heeft het college besloten een Strategische Agenda voor “Brussel” op te stellen en menskracht vrij te maken voor de contacten tussen Brussel, bedrijfsleven, onderwijs en de gemeente. Binnen de gemeentelijke organisatie is een ambtelijk kernteam ingesteld en samen met Groningen, Assen en Leeuwarden is besloten om voorlopig voor 4 jaar een projectverwerver Brussel aan te stellen voor de vier gemeenten gezamenlijk. Begin 2015 heeft daarover besluitvorming plaatsgevonden in alle vier de gemeenten. Intergemeentelijke samenwerking Borger-Odoorn, Coevorden en Emmen (BOCE) In Drenthe wordt op vele manieren (intergemeentelijk) samengewerkt. Dat gebeurt in verschillende vormen en op verschillende bestuurlijke niveaus. In de loop van de jaren is daarbij in Drenthe een indeling in drie ”subregio’s” mede leidend geworden: één daarvan is ZuidoostDrenthe in BOCE-verband. Daarnaast vindt ook daarbuiten in wisselende samenstelling intergemeentelijke samenwerking plaats, bijvoorbeeld ten aanzien van Gemeenschappelijke regelingen (Veiligheidsregio, GGD, RUD).
5
Na de evaluatie van de BOCE-samenwerking in 2013 zijn in 2014 verbeteringen aangebracht in de gehanteerde onderlinge tariefstructuur, in de aansturing van de gezamenlijke ICT-afspraken en in het project eHRM. In 2014 zijn de volgende nieuwe activiteiten gestart: • Vaststelling van de agenda voor activiteiten die gezamenlijk opgepakt worden in het kader van de drie decentralisaties in het sociale domein. • Op het gebied van inkoop en aanbesteding is de samenwerking versterkt. • Op zoek naar mogelijke verdere taakbundeling in de bedrijfsvoering zijn onderzoeken gestart op het gebied van salarisadministratie, belastingen en verzekeringen en is een aantal onderwerpen op het gebied van personele ontwikkeling samen opgepakt. Financiën Op de grondexploitaties hebben opnieuw afwaarderingen plaatsgevonden. Op basis van externe rapporten is de waardering in lijn gebracht met de realistisch geachte uitgifteprogramma’s in de komende jaren. Dit heeft bij de bedrijventerreinen geleid
6
tot een afwaardering met € 9,8 miljoen. Hier stonden binnen de grondexploitaties ook nog een aantal positieve financiële ontwikkelingen tegenover. Per saldo is in 2014 € 5,3 miljoen verlies geleden. Dit verlies is als volgt in de jaarrekening verwerkt: voor een bedrag van € 3,6 miljoen gedekt uit de in eerdere jaren gevormde reserve grondexploitaties en het restant ad € 1,7 miljoen is onderdeel van het jaarrekening-resultaat 2014. Het jaar 2014 was het vierde jaar op rij dat er stevig bezuinigd moest worden. Dankzij de gedisciplineerde uitvoering door de organisatie van de bezuinigingsopgaven en een goede budgetbeheersing is 2014 met een voordelig resultaat van € 2,7 miljoen afgesloten. Wij verwijzen u voor nadere details over de financiële verantwoording naar hoofdstuk 3 in de internetversie jaarrekening 2014. De grondexploitaties worden toegelicht in de paragraaf 7 grondbeleid in de internetversie jaarrekening 2014.
3. Programmaverantwoording Waaraan heeft de gemeente in 2014 gewerkt? En waar is het geld naartoe gegaan? Hieronder staan enkele wetenswaardigheden benoemd, verdeeld over de verschillende programma’s, met daarbij een overzicht wat dit heeft gekost. De complete jaarrekening is te vinden op: www.emmen.nl/jaarrekening.
3.1 Inwoners en bestuur Beknopte schets van de ontwikkelingen in 2014 Meer van de samenleving een andere overheid: Innovatieve experimenten Meer van de samenleving een andere overheid vraagt om een overheid die van “aanpakken en doen” weet. Concreet zaken aanpakken samen met de samenleving, daarvoor zijn initiatieven met inwoners gestart in 2014. Hierbij zijn de uitgangspunten van meer van de samenleving en een andere overheid gehanteerd. • inwoners, instellingen, maatschappelijke organisaties en ondernemers worden betrokken bij het proces • nieuwe taken en verantwoordelijkheden worden zoveel mogelijk belegd in de samenleving • het zelf organiserend vermogen van de burger wordt gestimuleerd en gefaciliteerd. Accommodatiebeleid In Schoonebeek is een werkgroep bezig met een plan van aanpak voor het beheer en de exploitatie van ’t Oale Gemientehoes, door het dorp zelf. In Emmerhout is het bewonersbedrijf gerealiseerd en is van start gegaan met de eerste activiteiten. In het bewonersbedrijf zitten nu al verschillende huurders en bewoners uit de buurt kunnen eten in het restaurant van het bewonersbedrijf. Buitensportaccommodaties Het experiment buitensportaccommodaties gaat over het creëren van bewustwording bij voetbalverenigingen over hun rol als sportclub in de toekomst en hun plek of functie in de wijk of het dorp op termijn. Het experiment is voor de zomer van 2014 begonnen. Dorpsbudgetten Zwartemeer In 2014 zijn in opdracht van de bewoners(werkgroep) twee groenen twee grijsprojecten door het dorp uitgevoerd. Dit ging om het her bestraten van een bestaand fiets- en voetpad, het aanbrengen van bermverharding bij de Eemslandweg, het maaien van gras bij een vijver en het aanpakken van het groenonderhoud in/bij het centrum van Zwartemeer. De raad heeft in 2013 besloten om de EOP-budgetten over te dragen. In november 2014 zijn alle 35 EOP’s voorgelicht. De hieruit ontstane werkgroep adviseert het college over de overdracht. Zij geeft aan of de verordening en/of beleidsregels aanpassing nodig hebben. Het is de intentie om deze pilot met één jaar te verlengen.
Dorpscoöperatie Nieuw-Dordrecht In 2014 is gewerkt aan het realiseren van wezenlijke veranderingen in de verhouding tussen gemeente, bewoners en woningcorporaties als het gaat om aanpak op wijk- en/of dorpsniveau. De Dorpscoöperatie Nieuw Dordrecht is opgericht. Het EOP-budget van Nieuw-Dordrecht is aan de dorpscoöperatie overgedragen. Windenergie Het zoeken naar een locatie voor windmolens heeft veel stof doen opwaaien. Door tegenstelde belangen is het erg moeilijk om samen met de bevolking tot een voor alle partijen aanvaardbare oplossing te komen. Drank- en horecabeleid Het experiment drank- en horecabeleid had tot doel om samen met vertegenwoordigers van betrokken geledingen uit de samenleving te komen tot de formulering van het nieuwe lokale drank- en horecabeleid, zowel voor de commerciële horeca als voor de paracommerciële horeca (sportkantines en dorps-/buurthuizen). Het experiment is afgerond met de invoering van de verordening per 1 januari 2014. De toegang tot voorzieningen Dit experiment draaide om de toegang tot voorzieningen op het terrein van ondersteuning en dienstverlening met als doel dit laagdrempelig en effectief te organiseren. Het experiment is in 2014 afgerond en geëvalueerd in samenwerking met de Innovatiewerkplaats Healthy Ageing van de Hanzehogeschool. Er is nu een kerngroep bezig om een advies uit te werken voor belanghebbenden. Het advies maakt, vooralsnog, eind april deel uit van de werkconferentie ‘Samen Verder (in het Sociale Domein)’.
7
Decentralisatie EOP budgetten De raad heeft in 2013 besloten om de EOP-budgetten over te dragen. In november 2014 zijn alle 35 EOP’s voorgelicht. De hieruit ontstane werkgroep adviseert het college over de overdracht. Zij geeft aan of de verordening en/of beleidsregels aanpassing nodig hebben. Ontwikkeling Emmen Revisited De werkwijze Emmen Revisited heeft een belangrijke rol in het gebiedsgericht werken en maakt van daaruit ook de verbinding met de decentralisaties in het sociaal domein. De wijk- en dorpscoördinatoren volgen hierin de gebiedsindeling van het sociale domein, de zogenaamde Sedna gebieden. In het kader van de doorontwikkeling van Emmen Revisited wordt door de stuurgroep Emmen Revisited gewerkt aan het ontwikkelen van een kennisplatform. 1e Overheid Bij een “andere” overheid hoort ook een overheid die snel en efficiënt het contact met de burger afhandelt. Digitalisering en heldere communicatie op alle kanalen is daarvoor noodzakelijk. Hiervoor is in Emmen de keuze gemaakt om een Klant Contact Centrum, de regie op het afhandelen van het klantcontact te geven. Projecten als “Zaakgericht werken”, “Overheid heeft antwoord” en “Hostmanship” dragen bij aan een snelle en adequate dienstverlening aan de burger.
Relaties met derden onderhouden In het kader van het onderhouden van relaties met derden zijn er in de 35 EOP gebieden bijeenkomsten van de lokale teams, wordt deelgenomen aan de uitvoeringsoverleggen met EOP’s en zijn er per kwadrant1 platformvergaderingen. Daarnaast zijn er rond thema’s zoals CvE, Overdracht van het EOP-Budget of de 3D’s specifieke overleggen. In december 2014 heeft de gemeente een waarderingsavond gehouden voor alle bestuurders van de 35 EOP’s. Het college heeft 22 werkbezoeken afgelegd bij EOP’s. Citymarketing Regiomarketing wordt sinds 2014 uitgevoerd door de Stichting Marketing Regio Emmen (SMRE), met de slogan: ”Emmen. Maak het mee!” Er is door de stichting in 2014 veel geïnvesteerd in de communicatie richting eigen inwoners en bedrijven, die als ambassadeurs worden ingezet om Emmen als mooie leef-werk en recreatieomgeving te promoten. Het portal www.emmen.nl is gestart en er is een begin gemaakt met het proces om via dit portal een compleet, eerlijk en eenduidig beeld te geven van wat Emmen bewoners, bezoekers en bedrijven te bieden heeft. Hiervoor is een intensieve samenwerking nodig tussen de gemeentelijke organisatie, SMRE en andere partners. De EOP’s zijn geclusterd in 4 kwadranten: Emmen stad, de Monden, de Blokken en de Velden. Emmen hanteerd daarnaast een indeling in 6 gebieden voor gebiedsgericht werken waarbij Emmen stad is onderverdeeld in Noord, Oost en Zuid.
1
Wat hebben we bereikt in 2014? Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan
8
Bevorderen burgerparticipatie; meer invloed van de burger in de eigen leefomgeving
Dit komt onder meer tot uitdrukking in de innovatie-experimenten Zwartemeer en Nieuw Dordrecht. Daarnaast zijn er in veel wijken en dorpen burgerinitiatieven ondersteund en gerealiseerd. Het betreft vooral kleinschalige aanpassingen / vernieuwingen in de bestrating/voetpaden, incidentele toevoeging van parkeerplaatsen en in het groen (toepassen andere beplanting). Voorbeelden zijn te vinden in o.a. Rietlanden, Bargeres, Angelslo, Barger-Compascuum, Zwartemeer, Erica.
Bevorderen van het vertrouwen van de burger in het gemeentebestuur
In 2014 is er een nieuwe bestuursperiode begonnen en is de samenstelling in de raad gewijzigd. In het bestuursakkoord is het werken in samenspraak met inwoners nadrukkelijk op de agenda gezet. Dit draagt bij aan het vertrouwen van de inwoners in het bestuur. Daarbij geldt dat het bevorderen van het vertrouwen tijd nodig heeft. In 2014 is in het bestuursakkoord de richting aangegeven om het vertrouwen te vergroten. De winst moet door concreet handelen de komende jaren steeds meer zichtbaar worden. Het meest recente onderzoek (“Waar staat je gemeente”?) uit 2012 geeft een rapportcijfers 5,8. Vanwege een nieuwe methodiek geldt het onderzoek van eind 2014 als een nulmeting, in de begroting zal hier nader op worden teruggekomen.
Bevorderen positieve beeldvorming over de gemeente Emmen als aantrekkelijke werk-, woon- en leefgemeente
De gemeente Emmen werkt samen met SMRE aan een compleet, eerlijk en eenduidig beeld van wat Emmen inwoners, bedrijven en bezoekers te bieden heeft. Door gemeentelijk beleid en regiomarketing telkens op elkaar af te stemmen ontstaan mooie samenwerkingsverbanden. Bijvoorbeeld met de portal www.emmen.nl, of het project “Made in Emmen”.
Verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening
Het hostmanship-principe is geïmplementeerd in de dagelijkse dienstverlening.
3.2 Economie en werkgelegenheid
Beknopte schets van de ontwikkelingen in 2014 De Kadernota Economie 2011-2015 heeft ook in 2014 richting gegeven aan de uitvoering van de diverse activiteiten in programma 2. Ter versterking van de economische structuur is het actieplan “Vierkant voor Werk” in samenwerking met de gemeenten Coevorden, Hoogeveen en Hardenberg vastgesteld. We benutten daarmee in onze regio de aanwezige kracht en potentie om ondermeer lager opgeleiden betere perspectieven voor werk te bieden. We willen “Vierkant voor Werk” als uitgangspunt gebruiken voor verdere economische samenwerking. Een van de actiepunten die we in dit kader hebben opgepakt is het exportproject. Hierin participeren twintig MKB bedrijven. Onder meer dit project moet de komende jaren leiden tot verzilvering van exportkansen en daarmee een bijdrage leveren aan de werkgelegenheid. Vanuit de logistieke ontwikkeling is de regio betreffende goederentransport voor bedrijven inmiddels per spoor ontsloten met Scandinavië, door de realisatie van een wekelijkse shuttleverbinding met Malmö. Voor de verbetering van de productieomgeving zijn vorderingen gemaakt betreffende de revitalisering van De Tweeling (prioriteit binnen de Structuurvisie Werklocaties) door de aanbesteding van de werkzaamheden voor deze revitalisering. Inzake plattelandsontwikkeling is samen met de Provincie en de buurgemeenten gewerkt aan het opstellen en uitvoeren van stimuleringsregelingen voor dorpsinitiatieven en voor een geconcentreerde aanpak van sociaaleconomische knelpunten in het platteland van Zuidoost-Drenthe. De Kamer van Koophandel (KvK) heeft in 2013 een transitie in gang gezet waardoor in 2014 het hoofdkantoor van de KvK van de Noordelijke Provincies in Groningen is gepositioneerd. Met verschillende partijen is vervolgens de koers gezet naar een Innovatie en Kennispoort Drenthe als een doorontwikeling van het Ondernemersplein. De Stenden Hogeschool is een belangrijke trekker in de vormgeving van deze Kennispoort. De Innovatie en Kennispoort Drenthe draagt bij aan het ondernemingsklimaat en zal in 2015 verder vorm krijgen. Voor de kennis- en netwerkeconomie draaien we inmiddels vanuit de aanjaagorganisatie Groene Chemie samen met bedrijven concrete innovatieprojecten waarbij er sprake is van vergroening van productie, nieuwe producten en reshoring . Dit draagt bij aan behoud van bestaande werkgelegenheid en uitzicht op nieuwe werkgelegenheid. Het programmaplan BioBased Economy is vastgesteld en de uitvoering loopt via de samenwerking met de strategische partners Stenden(PRE), Provincie en bedrijfsleven (Aanjaagorganisatie). Belangrijke schakel vormen de lectoren van Stenden en de docenten van het Drenthe college, waar de hele onderwijsketen wordt afgedekt en richting het bedrijfsleven diverse
opleidingen worden aangeboden van Masteropleiding Polymeren tot aan de AOT opleiding van het Drenthe College. Het cluster waarin wordt samengewerkt is in 2014 verstevigd. Verdere uitbouw is voorzien in 2015. Inzake Toerisme & Recreatie is het afgelopen jaar gewerkt aan een nieuw beleidskader voor Recreatie en Toerisme. Naar aanleiding van behandeling in de commissie BME wordt het beleidskader aangevuld en aangepast. In 2015 zal het opnieuw ter vaststelling aan de raad worden aangeboden. Een bijzonder initiatief uit 2014 is de Coöperatie Veenvaart (de Coöperatieve Vereniging de Veenvaart). In deze coöperatie werken de EOP’s van de dorpen en vier handelsverenigingen langs de Veenvaart samen aan initiatieven op het gebied van recreatie en toerisme rond de Veenvaart. Het Geopark de Hondsrug wil in Emmen een nieuwe expeditiepoort “Boeren op de Hondsrug” realiseren. In 2014 is de planontwikkeling daarvoor gestart. Het project Centrumvernieuwing Emmen (CVE) zal de komende jaren naar verwachting substantieel bijdragen aan ondermeer een toename van de werkgelegenheid. De inzet van lokale en regionale werkgelegenheid is één van de belangrijke kaders van het programma CVE. In paragraaf 9 wordt nader ingegaan op de CVE. De realisatie van CVE zal tevens een grote bijdrage leveren aan de positionering van Emmen als één van de vier grootste gemeenten in Noord-Nederland met regionaal verzorgende (top)voorzieningen zoals ondermeer het Scheper ziekenhuis, Hogeschool Stenden en (semi)rijksdiensten als Belastingdienst en UWV. Gezien het belang voor Emmen en regio, ondermeer op economisch gebied, blijven we daarom inzetten op behoud van deze voorzieningen.
Innovatie en Kennispoort Drenthe is een netwerk van ondernemers, onderwijs (onderzoek) en overheid. Ze stimuleert en ondersteunt ondernemers bij de ontwikkeling van innovatieve producten, diensten en organisaties. Het terughalen van bedrijfsactiviteiten uit het buitenland. 4 Allround Operationeel Technicus 2
3
9
In verscheidene arbeidsmarktonderzoeken wordt een toekomstig tekort aan gekwalificeerd technisch personeel voorspeld. Medio 2013 is daartoe het landelijke Techniekpact getekend. De drie Noordelijke Provincies hebben hun bijdrage aan het Techniekpact vertaald naar het Techniekpact Noord-Nederland 2013-2020. Binnen het arbeidsmarktbeleid is Emmen centrumgemeente van de arbeidsmarktregio Drenthe, ook inzake het Techniekpact. Het is een meerjarige netwerkstructuur met als doel een versterkte samenwerking tussen onderwijs, werkgevers en werknemers om het techniekonderwijs aantrekkelijker te maken en beter aan te laten sluiten op de arbeidsmarkt. Het afgelopen jaar is er in dit kader ondermeer inzet gepleegd op de Bedrijfsvakschool, Technieksociëteit, Technics4U en de 3D kanjers.
De aanhoudende macro-economische situatie heeft ook invloed op de economische ontwikkeling in Emmen. Aanvankelijk daalde de werkloosheid van 13,5% in januari naar 11,9% in juni, maar daarna steeg deze naar 14,7% in december, een stijging van 8,8%. De werkloosheid in Drenthe steeg sneller dan in Emmen, respectievelijk 11% en 9%. De werkloosheid in de rest van Nederland steeg minder snel dan in Emmen, respectievelijk 6% en 9%. Wel is de werkloosheid in Emmen lager dan 9 jaar geleden. De economische kracht van Emmen is in de loop der jaren geleidelijk verbeterd maar de werkgelegenheid staat de laatste jaren onder druk bij enkele bedrijven door inkrimping, sluiting of verplaatsing naar elders. We blijven daar waar mogelijk inzetten op activiteiten die een bijdrage leveren aan het behoud en toename van werkgelegenheid.
Wat hebben we bereikt in 2014 Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan Robuuste en evenwichtige economische structuur • Meer differentiatie in werkgelegenheid door groei kansrijke sectoren • Vergroening van de economie en van het energieverbruik
Het actieplan “Vierkant voor Werk” is in samenwerking met Coevorden, Hoogeveen en Hardenberg opgesteld. De aanjaagorganisatie Groene Chemie leidt tot concrete innovatie projecten. Binnen het arbeidsmarktbeleid is Emmen centrumgemeente inzake het Techniekpact.
Wervende productieomgeving • Krachtige centrumfunctie, wervende winkelcentra en bedrijventerreinen • Vitale glastuinbouwgebieden • Vitaal platteland
De Centrumvernieuwing Emmen draagt bij aan een krachtige centrumfunctie. Uitvoering van ondermeer de Agenda voor de Veenkoloniën, het Verbrede Plattelandsprogramma en Biobased Economy dragen bij aan vitale glastuinbouwgebieden en een vitaal platteland. Daarnaast is voor het innovatieprogramma Landbouw in de Veenkoloniën financiële steun beschikbaar gesteld. De Stimuleringsregeling Revitalisering Glastuinbouw Emmen wordt geactualiseerd.
Aantrekkelijk ondernemingsklimaat • Behoud van de positie van Emmen in de top van gemeenten met een aantrekkelijk ondernemingsklimaat
Door ondermeer accountmanagement, bedrijfsbezoeken en doorontwikkeling naar Kennispoort Drenthe wordt bijgedragen aan behoud en uitbouw van een aantrekkelijk ondernemingsklimaat. Het initiatief van het bedrijf Büter om te investeren in Emmen is voortvarend opgepakt. Op termijn levert dit circa 60 arbeidsplaatsen op. Daarnaast wordt er geïnvesteerd in het gebied waaronder vernieuwing van het Sportpark SVBO.
Florerende kennis- en netwerkeconomie • Toename spin-offs van broedplaatsen en projecten voor kennisinnovatie • Ruimer aandeel van kennisintensieve sectoren • Ruimer aandeel van regionaal belangrijke sectoren
Door gemeentelijke ondersteuning is het aanbod van onderwijs door Bedrijfsvakschool Techniek, bij Stenden (Masteropleiding polymeren) en Drenthe College (centrum innovatief vakmanschap) verbreed. Vanuit de aanjaagorganisatie Groene Chemie draaien inmiddels samen met bedrijven concrete innovatieprojecten. Het programmaplan BioBased Economy is vastgesteld en de uitvoering loopt. De oprichting van de Stichting Bedrijfsvakschool Techniek Drenthe is een belangrijke impuls voor de verdere versterking en verankering van de hoogwaardige industrie (topsector High Tech Systemen en Materialen) in Emmen.
Economische promotie; ruime bekendheid van Emmen bij ondernemers, consumenten en toeristen • Toename van het aantal overnachtingen • Toename van het aantal dagtochten • Een grotere koopkrachtbinding en – toevloeiing
Door ondermeer uitvoering van het evenementenbeleid en promotie en vermarkting van het toeristisch-recreatieve totaalproduct Emmen wordt bijgedragen aan de bekendheid van Emmen bij de diverse doelgroepen
Een sterk toeristisch totaalproduct Emmen
We zijn Culturele Gemeente van Drenthe in 2015/16. In december 2014 heeft GS van Drenthe hiertoe besloten. Deze positie kan -naast de culturele hoofddoeltellingen- er mede toe bijdragen toeristen te verleiden Emmen (meerdaags) te bezoeken. De nieuwe Veenvaart biedt vele kansen die in heet kader van uw bestuurlijk motto “Meer van de samenleving, een andere overheid” verzilverd moeten worden. Met de EOP’s en 4 handelsverenigingen in het stroomgebied van De Veenvaart is daartoe gewerkt aan de oprichting van de Veenvaartcoöperatie. Aan deze coöperatie om per 1 januari 2015 dié kansen daadwerkelijk te verzilveren.
10
3.3 Veiligheid
Beknopte schets van de ontwikkelingen in 2014 De gemeente Emmen heeft in 2014 inzet geleverd in de Noordelijke samenwerking op het terrein van Veiligheid. Zo is er gezamenlijk gewerkt aan het nieuwe Veiligheidsbeleid 2015-2018 Noord Nederland en wordt zowel bestuurlijk als ambtelijk de gezamenlijke uitvoering in het Regionaal Informatie en Expertise Centrum Noord (RIEC-N) vorm gegeven. Fysieke/Externe Veiligheid De Veiligheidsregio Drenthe met als onderdeel de geregionaliseerde brandweer waarin behoud van de lokale inbedding, een goed financieel fundament en aansluiting bij reeds bestaande ontwikkelingen belangrijke aandachtspunten zijn. In 2014 is binnen de VRD hard gewerkt om de taakstellende bezuinigingen (5% in 2014 en 5% in 2015) in goede banen te leiden. In het afgelopen jaar hebben we opnieuw het project Octopus 2.0 uitgevoerd. De integrale samenwerking met Politie, brandweer, OM, Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC), belastingdienst en FIOD werpt zijn vruchten af. Onze informatiepositie is verbeterd en wij constateren dat door Octopus 2.0 het naleefgedrag is verbeterd. Sociale veiligheid Het afgelopen jaar begon met landelijk aandacht voor overlastgevende jeugd in Nieuw Weerdinge en eindigde met de constatering dat er in Emmen sprake is van een groep (jongeren) die criminele activiteiten ontplooien. Met Politie en OM zijn afspraken gemaakt om vanuit het Veiligheidshuis Drenthe te komen tot een gerichte (integrale) aanpak van de betreffende groep jongeren.
Uit politiecijfers blijkt dat buurtoverlast 20% is toegenomen. Overlast drank/drugs is met 27% de grootste stijger. Overlast burengerucht (relatieproblemen) is met 19% gestegen. In dit kader willen wij in 2015 starten met buurtbemiddeling. In het afgelopen jaar is veel inzet gepleegd om de overlast van jeugdgroepen te verminderen in Emmermeer, de Rietlanden en Nieuw-Weerdinge. De inzet in Nieuw Weerdinge door Politie, Jongerenwerk, Sedna, Woningbouwcorporaties, scholen, de combinatiefunctionaris Sport, de erkende Overleg partner en de gemeente sorteert effect. De jeugd in Nieuw-Weerdinge is rustig en aanspreekbaar op hun gedrag. Vanuit het dorp worden goede initiatieven uitgevoerd om de cultuur in het dorp te bespreken en gaandeweg te optimaliseren. In het kader van de uitvoering van de Drank- en Horecawet heeft de raad op 18 december 2014 het gemeentelijk preventie- en handhavingsbeleid vastgesteld. Het plan werd ter consultatie voorgelegd aan de EOP’s, de scholen voortgezet onderwijs, alsmede een brede range van sportverenigingen en buurthuizen. De scholen voortgezet onderwijs ondersteunen de gekozen benadering van harte. Bij de andere partners gaf het plan geen aanleiding tot opmerkingen. Ook in 2014 is uitvoering gegeven aan het gemeentelijk handhavingsbeleid hard- en softdrugs. Het beleid is erop gericht de leefbaarheid in dorpen en wijken te bevorderen en de georganiseerde criminaliteit, teelt en handel in soft- en harddrugs tegen te gaan. In 2014 zijn 15 panden tijdelijk gesloten.
11
Verkeersveiligheid Ook in 2014 hebben wij geïnvesteerd in het veilig inrichten van het wegennet. De Vastenow in Nieuw-Dordrecht is heringericht en in Nieuw-Amsterdam en Zandpol zijn maatregelen genomen op de doorgaande wegen. In de wetenschap dat 95% van alle verkeersongevallen wordt veroorzaakt door menselijk falen is in 2014 het initiatief ‘samen richting nul’ gestart. Wij zijn net als alle Drentse gemeenten aangesloten bij het ‘Meldpunt veilig verkeer’ van Veilig Verkeer Nederland. In de Rietlanden is samen met een
basisschool de actie “Ik stop voor zebra’s” georganiseerd. Passanten werden door de kinderen gewezen op het belang van het zebrapad. In 2014 hebben meerdere kernen / wijken de beschikking gekregen over een ‘eigen’ speeddisplay waarmee automobilisten direct feedback krijgen op hun rijsnelheid. Ondanks alle inzet is het aantal dodelijke verkeersslachtoffers helaas gestegen van twee doden in 2013 naar zes in 2014. Dit maakt direct ook duidelijk dat de beïnvloedbaarheid van de indicatoren beperkt is
Wat hebben we bereikt in 2014? Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan FYSIEKE / EXTERNE VEILIGHEID Het huidige niveau van brandweerzorg in stand houden
De Veiligheidsregio Drenthe levert in 2014 hetzelfde niveau aan brandweerzorg. De brandweer bereikt in 80% van de prioriteit 1-alarmeringen binnen de vastgestelde norm de locatie.
Crisismanagementorganisatie borgen en actueel houden
De crisismanagementorganisatie is goed geborgd en wordt door een actief beleid m.b.t. opleiding en training actueel gehouden.
Emmen voert een actief beleid ter verbetering van de fysieke externe veiligheid
De betrokken functionele afdelingen en de VRD weten elkaar goed te vinden. De samenwerking verloopt goed . Hierdoor is de fysieke/externe veiligheid in een vroeg stadium geborgd.
Het huidig niveau van vergunningverlening en de toezicht- en handhavingtaak van de gemeente borgen
De integrale aanpak van toezicht en handhaving aangevuld door een vergunningsystematiek waarin geprioriteerd wordt op veiligheid en naleefgedrag functioneert naar tevredenheid. E.e.a. wordt volgens planning uitgevoerd.
SOCIALE VEILIGHEID Het veiligheidsgevoel bij de burger verbeteren (veilige woon- en leefomgeving)
De gevoelens van onveiligheid verschillen per gebied. In Emmen voelt 30% van de inwoners zich in het algemeen wel eens onveilig. Dit cijfer is vergelijkbaar met het gemiddelde van Drenthe (29%) en lager dan het landelijk gemiddelde (37%).
Gebiedsgebonden aanpak van sociale overlast en verloedering
Emmen kent in vergelijking met Drenthe relatief veel fysieke verloedering. De overlast van verloedering in De Blokken en De Velden is lager dan in de andere gebieden in de gemeente Emmen. In Emmen-Oost en Emmen-Zuid wordt een meer dan gemiddeld fysieke overlast ervaren.( Bron:Integrale Veiliheidsmonitor 2014 gemeente Emmen)
Vermindering aantasting lichamelijke integriteit
Uit cijfers van de politie valt te constateren dat het aantal zedendelicten vanaf 2010 (85) met uitzondering van 2012 gestaag daalt (2010: 85, 2011: 59, in 2012: 69, 2013:54). In 2014 is er tot heden (eind oktober) sprake van 42 zedenincidenten.
Terugdringen recidive en overlast exgedetineerden en veelplegers.
Voor iedere terugkerende gedetineerde wordt een plan van terugkeer op maat gerealiseerd om recidive te voorkomen. De huisvesting in bijzondere woonvormen blijft een aandachtspunt.
Minder jeugdcriminaliteit en jeugdoverlast
Met het merendeel van de jongeren gaat het goed. In Emmen is voor het eerst sprake van een groep jongeren die criminele activiteiten uit voeren. Via een dadergerichte en persoonsgeboden aanpak wordt de overlast teruggedrongen. In De Blokken is sprake van overlast gevende jongeren.
Tegengaan hennepteelt
De uitvoering van het gemeentelijk drugsbeleid wordt mede door de uitspraak van de Raad van State, waarin we in het gelijk zijn gesteld, onverkort voortgezet.
Terugdringen alcoholgebruik onder jongeren < 18 jaar
Het Preventie en handhavingsplan DHW is door de raad vastgesteld. Met de consultatie is een stuk bewustwording op het terugdringen van het alcoholgebruik onder jongeren op gang gebracht.
12
Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan SOCIALE VEILIGHEID Een veilige openbare ruimte, waardoor een aantrekkelijk vestigingsklimaat blijft bestaan voor nieuwe en bestaande bedrijven
Met horecaondernemers wordt hard gewerkt aan het verder bevorderen van het veilig uitgaan. De centrum-ontwikkeling, de nieuwe dierentuin en de bouw van het nieuwe theater vormen eveneens zeer belangrijke pijlers die bijdragen aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat.
Vroege aanpak signalen huiselijk geweld, met prioriteit bij gezinnen met kinderen
Het aantal incidenten HG is gestegen (van 622 naar 638). Het instroom-cijfer van het Steunpunt HG is licht gedaald (van 442 naar 434). Het aantal slachtoffers blijft eveneens licht stijgen (van 139 naar 149). Het aantal geaccepteerde hulptrajecten neemt af van 119 naar 94. Dit laatste vraagt aandacht en heeft ook te maken met de eigen bijdrage die bij vrijwillige hulp wordt gevraagd.
Integrale aanpak veiligheid voor en hulpverlening aan multi-probleem gezinnen
We werken met partners aan het verder opbouwen van een systeem om (multiprobleem) zorg af te stemmen. Dit systeem onder de naam” Inzet in zicht” brengt professionals bij elkaar voor integrale hulpverlening in een bepaald gezin of huishouden. Dit om er voor te zorgen dat er sprake is van een doelmatige en effectieve aanpak onder de noemer van één huishouden, één plan en één regisseur.
VERKEERSVEILIGHEID Minder verkeersdoden en verkeersslachtoffers
Hoewel het jaar nog niet is afgelopen is het aantal dodelijke Drentse slachtoffers historisch laag. Emmen scoort echter negatief. Van de 15 Drentse verkeersdoden vielen er 6 in onze gemeente. Opvallend is dat bij veel ongevallen alcohol in het spel was.
Belangrijke fietsroutes naar scholen moeten veilig zijn
Voor het eerst hebben dit jaar alle basisscholen in onze gemeente meegedaan met het fietsexamen. Aan scholen in het voortgezet onderwijs is het project Fiets4safe aangeboden. In de theatervoorstelling worden 12- en 13-jarigen bewust gemaakt van de risico’s van hun eigen gedrag in het verkeer.
3.4 Onderwijs en jeugd
Beknopte schets van de ontwikkelingen in 2014 Net als 2013 is ook in 2014 op projectmatige wijze de voorbereiding getroffen op de decentralisatie van de jeugdzorg in Emmen. Dit gebeurde onder de vlag van het programma 3D. Om ervoor te zorgen dat de inwerkingtreding van de Jeugdwet geen kind tussen wal en schip raakt en de overgang vlekkeloos verloopt is gewerkt aan de hand van de focuslijst bij de implementatie van de Jeugdwet. De focuspunten: zorgcontinuïteit is geregeld, de toegang is op orde, de aansluiting op het gedwongen kader is geregeld, er zijn afspraken gemaakt over regionale samenwerking, de interne processen functioneren, er is een werkwijze voor de uitwisseling van gegevens, het advies- en meldpunt kindermishandeling is ingericht, er is duidelijkheid over budgetten en aantallen en het beleidsplan Jeugdhulp en de verordening zijn vastgesteld. Per 1 augustus 2014 is de Wet op het Passend Onderwijs in werking gegaan. Er zijn 2 Samenwerkingsverbanden ontstaan en de ondersteuningsplannen primair en voortgezet onderwijs zijn in Op Overeenstemming Gericht Overleg tussen de onderwijsbesturen besproken en afgestemd. Het overleg is gevoerd over leerlingenvervoer, jeugdhulp en voortijdig schoolverlaten. Het beleidsplan Jeugdhulp is eveneens middels een OOGO overleg besproken. Het is de start van een voortdurend overleg in 2015 over bovengenoemde onderwerpen onder het motto: eerst doen wat moet en in 2015 doen wat kan/ mogelijk is.
In 2014 is bekend gemaakt dat de regionale aanpak voortijdig schoolverlaten wordt verlengd tot 2017. De minister wil ruimte creeëren om deze aanpak te focussen op kwetsbare jongeren, aansluiting bij de Participatie wet en de regionale aanpak laaggeletterdheid. De voorschoolse educatie ontwikkelt zich voorspoedig. Eind 2014 waren er ruim 500 kindplaatsen voor doelgroepkinderen, waarmee aan de kwantiteit van de Bestuursafspraken wordt voldaan. Voorts is het Protocol Indicatiestelling voorschoolse educatie vastgesteld, waarmee de toeleiding en het monitoren van de doelgroepkinderen is geregeld. In maart 2014 is de onderwijsvisie 2016-2020 ‘Duurzaam en sterk te toekomst tegemoet’ vastgesteld. Gezien de daling van het leerlingenaantal in deze regio wil Openbaar Onderwijs Emmen pro-actief sturen op deze ontwikkeling. In de visie is vastgesteld dat de openbare basisscholen vanaf 1 augustus 2016 in clusters gaan werken. De clusters worden aangestuurd door een directeur en op iedere school zal een locatieleider aanwezig zijn voor de dagelijkse leiding. Binnen de clusters wordt gewerkt in onderwijsteams. De clusterindeling, functiebeschrijving van directeur van een cluster, definitie onderwijsteam en de werving en selectieprocedure zijn als uitwerking van de visie in december 2014 vastgesteld.
13
Wat hebben we bereikt in 2014? Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan Dat er een doorgaande leerlijn in het primair onderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs wordt gerealiseerd.
De doorgaande leerlijn primair onderwijs – voortgezet onderwijs en voortgezet onderwijs - MBO is sterk verbeterd. Er is structureel overleg tussen de onderwijsinstellingen. De gezamenlijk opgezette scholenbeurs voortgezet onderwijs is een belangrijke stap in het leggen van verbinding ten behoeve van de leerling. Ook het stagebureau voortgezet onderwijs en de samenwerkingsovereenkomst daartoe draagt daarin belangrijk bij.
Dat de taalresultaten worden gemonitord en aansluiten op het landelijk gewenste niveau.
Na invoering van de landelijke reken- en taaltoets zoekt de Drentse Onderwijsmonitor naar nieuwe focus voor versterking van het niveau van onderwijs.
Dat er extra aandacht/begeleiding en een gericht aanbod is voor alle jonge kinderen die risico lopen op (taal-) ontwikkelingsachterstand;
Door de kwaliteit te verbeteren, de doorgaande leerlijn te borgen en de ontwikkeling van de voorschool krijgen alle doelgroepkinderen een gericht aanbod.
Dat laagdrempelige en hoogwaardige voorscholen leiden tot verbetering van de taalscores.
Er zijn 7 voorscholen en 8 bevinden zich in een vergevorderd stadium. Er zijn nog geen metingen van verbetering van de taalscores beschikbaar. Het aantal van 12 voorscholen zoals beschreven in de bestuursrapportage is helaas nog niet gerealiseerd.
Dat ouders ondersteund worden bij het opvoeden en opgroeien van kinderen door een flexibel en laagdrempelig aanbod van opvang en opvoed- en opgroeiondersteuning.
Het Centrum voor Jeugd en Gezin heeft in 2014 invulling gegeven aan het geven van informatie en advies, het toeleiden naar lichte vormen van opvoed- en opgroei ondersteuning aan kinderen, jongeren en ouders.
Dat voortijdig schoolverlaten wordt voorkomen en verminderd, en dat de jeugdwerkloosheid verminderd.
Het percentage vermindering voortijdig schoolverlaten loopt parallel aan de landelijk zeer succesvolle percentages ( zie www.aanvalop schooluitval.nl). De regionale aanpak wordt verlengd t/m 2016 en de doelgroep wordt uitgebreid met kwetsbare jongeren. Verdringing is een thema voor 2015 en volgende jaren.
Taal- en ontwikkelingsachterstanden vroegtijdig voorkomen en bestrijden in de voor- en vroegschoolse periode.
In 2014 zijn concrete stappen gezet om te komen tot een voorschoolse educatiestructuur, die er toe kunnen leiden dat alle peuters een ontwikkelrecht krijgen. Zo kunnen achterstanden voor taal, rekenen, sociaal-emotionele, motorische en creatieve ontwikkeling worden voorkomen of bestreden.
Dat samenwerkingsverbanden van onderwijs, werk, zorg, veiligheid en overlast, waarin professionals samenwerken bij de uitvoering van de doelstellingen van het jeugdbeleid worden geïntensiveerd en gestimuleerd.
In 2014 is het op overeenstemming gericht overleg (OOGO) gevoerd over het beleidsplan Jeugdhulp van de gemeente Emmen en de ondersteuningsplannen vanuit het primair en voortgezet onderwijs.
14
3.5 Bouwen, wonen en milieu Beknopte schets van de ontwikkelingen in 2014 Wonen - In 2014 zijn nieuwe projecten gestart, meer bestaande woningen en ook meer gemeentelijke kavels (18) verkocht dan in de voorgaande jaren. Om de verkoop van woningbouwkavels te stimuleren is de functie van accountmanager geformaliseerd. In 2014 is uitvoering gegeven aan de Woonvisie 2012-2017 ‘Thuis in Emmen’ en aan het ‘Aanvalsplan Bouwen, Duurzaamheid en Jeugdwerkloosheid’. Er is voor € 1.570.000,- bijgedragen aan de stimulering van (woning)bouwprojecten. Er is 1 duurzaamheidslening verstrekt en 6 aanvragen in behandeling. Ruimtelijke planvorming Het bestemmingsplan Buitengebied is door de Raad vastgesteld. Tegen het vaststellingsbesluit is beroep aangetekend bij de Raad van State. De opgelegde reparatie is in oktober 2014 vastgesteld en is vervolgens voor inspraak ter visie gelegd. Voor de Werkas (bedrijvenpark A 37) is een beheersverordening van kracht. De voorbereidingen voor het bestemmingsplan Werkas zijn opgepakt, nadat de voorbereidingen hebben stilgelegen door het ontbreken van financiën voor de vereiste onderzoeken en onduidelijkheden met betrekking tot aanwezige geluidsruimte. In Nieuw-Amsterdam/Veenoord is een structuurvisie voor het centrumgebied opgesteld en ter besluitvorming aan het college aangeboden. Het dorp is leidend en de gemeente heeft een faciliterende rol. De structuurvisie Vaarverbinding Erica – Ter Apel is vastgesteld door de raad. Initiatieven zijn/worden gefaciliteerd Milieu Er zijn clusters aangewezen voor een te realiseren warmtenet (Emmen-centrum, omgeving Scheper Ziekenhuis en AngelsloEmmerhout). Voor deze clusters is een stakeholdersanalyse uitgevoerd. De WMD is het initiatief in Emmen-centrum gaan trekken als mogelijk exploitant van het warmtenet. De gemeente
heeft een faciliterende rol. De werkgroep Aardwarmte Erica gewerkt aan een businesscase voor de realisatie van geothermie. De vergunningstermijn voor de opsporing van geothermie is eind 2014 verstreken. De provincie heeft, mede namens de gemeente, het ministerie van Economische Zaken verzocht om verlenging van de vergunningstermijn. Begin 2014 heeft het college de structuurvisie windenergie teruggenomen voor besluitvorming in de gemeenteraad. De provincie Drenthe heeft ingestemd met gemeentelijke regievoering voor het realiseren van 95,5 MW windenergie. Voorwaarden: voor 1 december 2014 vastgestelde kansrijke gebieden voor realisatie van windenergie en voor 1 november 2015 de planologisch vastgestelde gebieden voor realisatie van windenergie. Het Regieplan windenergie Emmen is vastgesteld. In december is gestart met het opstellen en ter inzage leggen van de Notitie Reikwijdte en Detailniveau Milieueffect Rapportage. Er zijn gebiedsbijeenkomsten georganiseerd waarin bewoners een toelichting krijgen op het regieplan. Water De gemeenten en het waterschap Vechtstromen hebben een regionaal feitenonderzoek “samenwerking afvalwaterketen” laten uitvoeren. Wanneer de kansen uit het feitenonderzoek worden benut, lijkt voor de regio een gezamenlijke jaarlijkse kostenbesparing in de afvalwaterketen van € 2 miljoen per jaar vanaf 2020 (“minder meer”) haalbaar. Dit is onderdeel van de samenwerkingsovereenkomst Noordelijke Vechtstromen. Binnen de stedelijke wateropgave is een nota van uitgangspunten geaccordeerd in de raad en de dagelijkse besturen van de waterschappen. Hiermee is het beleidskader voor de Structuurvisie Water gereed. Het Lokaal bestuursakkoord water regelt de verdeling van wateropgaven over de gemeente Coevorden, Emmen , Hardenberg en Ommen. De herijking van het bestuursakkoord is nodig door de fusie van twee waterschappen in Waterschap Vechtstromen.
15
Leefbaarheid wijken en dorpen Met de dorpen en wijken zijn voorbereidingen getroffen om te komen tot maatschappelijke agenda’s, inclusief uitvoeringsparagraaf. De bestaande programma’s zijn kritisch bekeken op actualiteit, uitvoering en concreetheid. Daar waar nog geen programma is zijn de lokale teams gevraagd om hun maatschappelijke agenda op te stellen. Ontwikkeling grondexploitaties Diverse financiële maatregelen zijn getroffen om de grondcomplexen te ontzien. De plankosten zijn verminderd, een belangrijk deel van de compensatie gronden zijn verkocht
(ca. 165 ha), de parameters zijn aangepast op de huidige economische verwachting, de rentelast op de grondcomplexen is verminderd. Geïnitieerd door de auditcommissie, teneinde te komen tot een meer gefundeerde basis onder de afzetprognoses van gronden is een tweetal onderzoeken uitgevoerd door gespecialiseerde bureaus. Het vastgestelde woningbouwprogramma lijkt in lijn met de afzetmogelijkheden. Echter dient de afzetverwachting van bedrijventerrein bijgesteld te worden en is 59 ha aan grondpositie afgewaardeerd. Ook is de gemiddelde uitgifteprognose van bedrijventerreinen bijgesteld naar 5 ha per jaar. Dit heeft tot de consequentie dat de reserve grondexploitaties volledig is uitgenut.
Wat hebben we bereikt in 2014? Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan RUIMTE EN WONEN
TOELICHTING
Realiseren en in stand houden van aantrekkelijke woon- en leefmilieus en vestigingscondities
De gemeentelijke woningbouwprogramma’s zijn eerder bijgesteld. Voor alle uitleglocaties in Emmen is nu overleg over om ook ruimtelijk de benodigde bijstellingen te doen.
Actuele bestemmingsplannen met voldoende plancapaciteit om taakstellingen wonen, bedrijvigheid en voorzieningen te realiseren, t.b.v. een efficiënte vergunningverlening
Het project actualisering bestemmingsplannen is succesvol afgerond. Voor het bestemmingsplan Bargermeer is een beheersverordening van kracht. De actualisering van het bestemmingplan gaat spoedig plaatsvinden.
Hoogwaardige stedenbouwkundige en landschappelijke planvorming, met benutting en accentuering archeologische- en cultuurhistorische waarden
Er is een cultuurhistorisch landschappelijk onderzoek uitgevoerd naar onder andere bomen, bebouwing, structuren, enz. Dit onderzoek dient voor toekomstige ontwikkelingen Hoofdstraatlocatie. Nadere uitwerking gaat plaatsvinden. Archeologiebeleid is vastgesteld en doorvertaling in planvorming (en bestemmingsplannen) vindt plaats. Beleid voor cultuurhistorie en een Erfgoednota zijn in voorbereiding.
Een aantrekkelijke en evenwichtige woningvoorraad
De vraag en aanbod verhouding verbetert, waardoor een evenwichtigere woningvoorraad zal ontstaan. Kwantitatief is een goed evenwicht gevonden. Aandacht is nodig voor de kwalitatieve vraag. In het kader van het opstellen van een nieuw Lokaal Akkoord is hier goed overleg over met de woningcorporaties voor de sociale woningvoorraad.
MILIEU
TOELICHTING
Verbeteren en in stand houden van milieukwaliteiten
Het dossier windenergie vraagt veel tijd. Hierdoor krijgen andere onderwerpen uit de Energienota en voorbijkomende initiatieven minder aandacht, waardoor vorderingen temporiseren.
Verbeterde resultaten bronscheiding van afval
Het bronscheidingspercentage blijft net als voorgaande jaren achter (54% in 2013, ambitie is 60%). Besluitvorming over maatregelen voor nadere respons verhogende maatregelen is in voorbereiding. De aandacht en de mogelijkheden ten aanzien voor bronscheiding zijn steeds groter. Dit is ook een landelijke opdracht.
Een effectieve en doelmatige inzameling en verwerking van huishoudelijk afval
In 2013 is een succesvolle proef uitgevoerd met een aangepaste inzamelsystematiek, Afval Anders. Een gemeente brede invoering kan een aanzienlijke kostenbesparing opleveren als gevolg van lagere inzamelkosten en reductie restafval. Momenteel wordt de besluitvorming om te komen tot een hoger bronscheidingspercentage voorbereid en zal de afspraak uit het bestuursakkoord “aanpakken en doen” om het tweewekelijks legen van de grijze- en groene container ook worden meegenomen in dit besluit.
Een goed werkend klimaatbestendig en duurzaam watersysteem en rioolstelsel voor de afvoer van afval- en hemel- en grondwater, dat hygiënisch, chemisch en ecologisch in goede staat verkeert
Het initiatief is genomen tot een verkenning van de klimaat bestendigheid van de gemeente. De verkenning bestaat uit een kaart waarop de gevoeligheid van het stedelijk gebied voor hitte en een kaart van de modelmatige verkenning van de risico op wateroverlast als gevolg van zomerse piek buien.
Verbeteren van de bodemkwaliteit of minimaal beheerst hebben van de risico’s op locaties met bodemverontreiniging
De bodemkwaliteit is door uitvoering van bodemsanering en -controle op grondstromen verder verbeterd. Door onderzoeken is de lijst met mogelijke spoedlocaties verkleind.
16
3.6 Participatie Beknopte schets van de ontwikkelingen in 2014 Invoering Participatiewet Doel van de wet is om iedereen met arbeidsvermogen zoveel mogelijk regulier aan het werk te krijgen. Met de invoering van de Participatiewet krijgen gemeenten te maken met nieuwe doelgroepen en nieuwe instrumenten. In verband met de invoering van de Participatiewet is het meerjarenbeleidskader Participatie herijkt via een interactief proces met alle betrokkenen. Besluitvorming vindt plaats in 2015. Ontwikkelingen Wet werk en bijstand De Wet Maatregelen Wet Werk en Bijstand is op 11 februari 2014 aangenomen en per 1 januari 2015 ingevoerd. Met de aanpassingen in de WWB zijn de regels en verplichtingen geharmoniseerd. Het gaat hierbij om maatregelen zoals onder andere de invoering van de kostendelersnorm, het intensiveren van het armoedebeleid en de uniformering van de arbeids- en re-integratieverplichtingen. Ontwikkelingen landelijke beleid voor jongeren op de arbeidsmarkt Sinds 2011 stijgt de jeugdwerkloosheid in Nederland. Voor zowel het kabinet als de arbeidsmarktregio Drenthe heeft de aanpak van jeugdwerkloosheid hoge prioriteit. Ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid heeft het kabinet in 2013 extra middelen uitgetrokken. Voor de arbeidsmarkt regio Drenthe is voor 2013 en 2014 een bedrag van € 591.500 beschikbaar gesteld. In de jaren 2013 en 2014 is onder andere met deze middelen het regionale Actieplan Jeugdwerkloosheid 2013 – 2014 “Zet in op Talent” uitgevoerd. De ambitie van de arbeidsmarktregio Drenthe is het aantal niet werkende werkzoekende jongeren tot 27 jaar terug te dringen van ca. 2.000 (stand voorjaar 2013) naar maximaal 1.500 per 1 januari 2015. Het aantal niet werkende werkzoekenden in de arbeidsmarktregio Drenthe was per oktober 2014 gedaald tot 1.510. De ambitie van maximaal 1.500 niet werkende werkzoekende jongeren tot 27 jaar is daarmee gehaald. Samenwerking in de arbeidsmarktregio Drenthe Werkbedrijven In het afgesloten sociaal akkoord is afgesproken dat werkgevers de komende tien jaar zorgen voor 100.000 banen voor mensen met een beperking. Aanvullend zorgt de overheid voor 25.000 extra banen. Hiertoe worden in de arbeidsmarktregio’s zo’n 35 Werkbedrijven gevormd die de schakel moeten gaan vormen tussen de werkgever en de mensen met een arbeidsbeperking die aan een baan worden geholpen. Hiermee worden de kansen op snelle plaatsing vergroot. Een Werkbedrijf is een bestuurlijk regionaal samenwerkingsverband van gemeenten, werkgevers, UWV en vakbonden. In het kader van de vorming van de Werkbedrijven moet onder meer een marktbewerkingsplan voor de arbeidsmarktregio worden opgesteld en een basispakket aan faciliteiten voor werkgevers worden ingeregeld. In de arbeidsmarktregio Drenthe is vanaf het najaar 2014 het werkbedrijf ingericht en vormgegeven.
Het Kabinet heeft in oktober 2014 aangekondigd 35 miljoen extra beschikbaar te stellen voor de arbeidsmarktregio’s. Voor onze arbeidsmarktregio is 1 miljoen beschikbaar. Werkgeversdienstverlening In de Wet Structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Wet Suwi) is opgenomen dat de samenwerking binnen de arbeidsmarktregio Drenthe moet worden vormgegeven op drie belangrijke thema’s, te weten werkgevers, werk-zoekenden en ICT. In het kader hiervan zijn begin 2014 uitgangspunten voor de regionale werkgeversdienstverlening vastgesteld. Deze uitgangspunten zijn inmiddels vertaald naar een visiedocument over de regionale werkgeversdienstverlening “samen werken aan samenwerken”. Deze visie is uitgewerkt in een uitvoeringsplan. De werkgeversdienstverlening bevond zich eind 2014 in de operationaliseringsfase. Doel hiervan is dat op 1 april 2015 het werkgeversservicepunt operationeel is Armoedebeleidsplan 2015-2018 In oktober 2014 is het armoedebeleidsplan vastgesteld. Het armoedebeleidsplan bestrijkt meer beleidsterreinen dan het voormalige minimabeleid. Het armoedepact is een belangrijk onderdeel van dit beleid en wordt in 2015 verder uitgebreid. Het streven is om via het armoedepact maatschappelijke organisaties te betrekken bij de uitvoering van alle geformuleerde doelen. Maatschappelijke participatie In 2014 is via de participatiewebshop ervaring opgedaan met het verstrekken van bijstand in natura. Het gevolg is dat de middelen van de participatieregeling schoolgaande kinderen ook daadwerkelijk ten behoeve van de kinderen worden besteedt. Omdat de webshop een succes is gebleken en wordt de Stimuleringsregeling (participatieregeling voor volwassenen) eveneens via de webshop in natura verstrekt. Kosten bewindvoering In de achterliggende drie jaren is het beroep dat op bijzondere bijstand wordt gedaan i.v.m. beschermingsbewind steeds groter geworden. In 2014 is het beroep dusdanig gegroeid, dat de kosten niet meer binnen het reguliere budget konden worden opgevangen.
17
Wat hebben we bereikt in 2014? Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan PARTICIPATIE
TOELICHTING
Het verlagen van de werkloosheid
Het uitkerings-volume wordt beïnvloed door in te zetten op het beperken van de instroom, het bevorderen van de uitstroom en het voorkomen van vroegtijdige schooluitval in combinatie met schoolfirst. De realisatie op zowel instroombeperking als uitstroombevordering is beter geweest dan verwacht. Desondanks is het aantal uitkeringen, ten opzichte van het beschikbare budget, te hoog.
Het verhogen van de maatschappelijke participatie (“iedereen doet mee”)
In 2014 zijn door eenmalige beleidsaanpassingen meer mensen bereikt. Echter veel minimaregelingen kennen een onderbesteding. De participatieregeling is hier een uitzondering op. 99% van het beschikbare budget per klant is uitbetaald. Het systeem van de webshop wordt in 2015 ook ingezet voor de stimuleringsregeling. In 2014 is de tegenprestatie nog niet ingevoerd. Meedoen vanuit re-integratie en activeringstrajecten (Buurtsupport) is succesvol ingevuld. De inspanningsverplichting om 400 klanten te plaatsen is gerealiseerd.
Jongeren tot 27 jaar volgen onderwijs of hebben een baan of combineren beide. Jongeren hebben tenminste een startkwalificatie en thuiszitten is niet aan de orde
Het aantal jongeren in de bijstand in Emmen is ondanks de slechte arbeidsmarkt gestabiliseerd op 390 over 2014 heen. Een van de redenen hiervoor is de inzet op ‘schoolfirst’, waardoor afgelopen jaar 2014 er 90 jongeren weer naar school zijn gegaan en in verband hiermee hun uitkering is beëindigd. Uit onderzoek in 2014 bleek daarnaast dat bijna drie kwart van de voortijdig schoolverlaters werkt, terwijl een ruime kwart elders een traject of begeleiding ontvangt.
Actieve inzet op het creëren van stageplaatsen, leerwerktrajecten en leerbedrijven
Het Interne stage beleid is vorm gegeven. Dit geldt ook voor de inzet op werkervaringsbanen binnen de gemeente. Het aantal werkervaringsbanen binnen de gemeente is nog niet op het gewenste niveau en heeft nog niet het gewenste effect van duurzame uitstroom naar een reguliere baan.
Betere afstemming vraag en aanbod op de arbeidsmarkt
Uitvoering wordt gegeven aan het Marktbewerkingsplan en aan de inzet op SROI (Social Return on Investment). Daarnaast is de afstemming met Economische Zaken een voortdurend aandachtspunt.
Beperking van instroom in de uitkering
De huidige resultaten laten zien dat de preventie in het poortproces lager is dan bij het oorspronkelijke TDC proces (i.v.m. gewijzigd dienstverlenings-proces). Per november 2014 wordt het TDC traject weer ingericht waarbij iedereen verplicht deelneemt aan het modulaire aanbod TDC. Van alle geregistreerde aanvragen levensonderhoud is 28% niet toegekend (preventie). Dit is fors hoger dan het historisch gemiddelde van 15%. Desondanks is de instroom hoger dan de uitstroom.
Bevordering van uitstroom uit de uitkering
De totale uitstroomresultaten zijn beter dan geprognosticeerd. De beïnvloedbare uitstroom is uitgekomen op 509. Dit is 54 meer dan we ons ten doel hebben gesteld. Met name uitstroom naar schoolfirst en uitstroom naar regulier werk zijn hoger. Door de toenemend beïnvloedbare uitstroom komt de verhouding tussen beïnvloedbaar en niet beïnvloedbaar steeds dichter bij elkaar te liggen.
Bevordering maatschappelijke participatie
Over het algemeen kan gesteld dat er stelselmatig sprake is van een onderbenutting van de minimaregelingen. Alleen het gebruik van de webshop kent een overbesteding. De webshop wordt vanaf 2015 ook ingezet voor de stimuleringsregeling.
18
3.7 Verkeer en vervoer
Openbaar Vervoer
Beknopte schets van de ontwikkelingen in 2014 Oog voor Mobiliteit, gemeentelijk verkeer- en vervoerplan 2010-2020 (GVVP) Werken aan de verbetering van de bereikbaarheid van Emmen is en blijft noodzakelijk. Het GVVP is daarbij een belangrijke leidraad van handelen. Op dit punt wordt nauw samengewerkt met ondermeer het provinciaal bestuur. Bereikbaarheidsprojecten waarover in 2014 met de provincie werd gesproken: • Aanleg ongelijkvloerse aansluiting Emmen-west (N34-Rondweg) • Aanleg ongelijkvloerse aanslutiing N 391 (Roswinkelerstraat, Emmerweg) • Multimodale studie N 862 • Infrastructurele maatregelen spoorlijn Emmen-Zwolle (aansluiting Herfte, Emmen-zuid) Parkeren Voor de analyse van de exploitatie betaald parkeren wordt verwezen naar programma 9 (Openbaar Gebied). In de Kadernota 2015 is tot en met 2018 een jaarlijkse taakstelling parkeren opgelegd van € 750.000,--. In de eind vorig jaar verschenen notitie ‘Verder met Parkeren’ is een concept maatregelen pakket opgenomen om invulling te geven aan deze taakstelling (ondermeer uitbreiding areaal betaald parkeren, invoering fiscaal regime in de schilgebied rond het centum van Emmen, parkeervergunningen <maximum stelsel; meer marktgerichte tarieven>). De besluitvorming terzake van het concept maatregelen pakket staat gepland voor het 1e kwartaal van 2015.
Trein De planologische procedure voor het verdubbelen van de spoorlijn Emmen-Zwolle bij het station Emmen-zuid is opgestart. Deze verdubbeling is noodzakelijk om de gewenste kwartierdienst mogelijk te maken. Vooruitlopend op de kwartierdienst zal vanaf medio 2017 vanaf medio 2017 worden gestart met extra treinen in de spits. Bus In de dienstregeling zijn de volgende verbetering doorgevoerd: • de zomerdienstregeling is verkort van acht naar zeven weken • De Q-liner 300 rijdt vanuit Groningen door naar Klazienaveen • Op koopzondagen is de frequentie van de stadsdienstlijnen 1 tot en met 4 tussen 11.00 uur en 17.00 uur verhoogd. In het kader van de in het GVVP vastgelegde mutimodale verkeeren vervoerdoelstellingen werd rond de kerst 2014 een actie gratis openbaar vervoer gehouden. Om het openbaar vervoer meer onder de aandacht te krijgen werd in 2014 gestart met de voorbereidingen voor een in 2015 in Emmen te houden regionale informatie-avond. Bewegwijzering In de bereikbaarheid van het centrum en de daarbinnen gelegen parkeervoorzieningen vervult een verkeermanagement systeem een belangrijke functie. In samenspraak met ondermeer de Klankbordgroep centrumvernieuwing is in 2014 gestart met het vormgeven van een statisch- en dynamisch bewegwijzeringssyteem gebaseerd op de doelstellingen van het nieuwe GVVP.
Wat hebben we bereikt in 2014? Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan VERKEER EN VERVOER
TOELICHTING
een betere balans vinden tussen de verschillende modaliteiten onderling door het aandeel fiets en openbaar vervoer te vergroten
Op bepaalde weekenden en koopavonden kon gratis gebruik worden gemaakt van de stadsbus.
faciliteren van mensen die hun reis ‘slim’ plannen door gebruik te maken van het meest geschikte vervoermiddel
Op 17 belangrijke bushaltes worden reizigers met panelen geïnformeerd over de actuele vertrektijden van de bus.
de binnenstad voetgangersvriendelijk, toegankelijker en veiliger maken, waardoor het voor bewoners en bezoekers aantrekkelijker wordt om daar langer te verblijven
Er is een start gemaakt met de herinrichting van de stadsvloer en de aanleg van het Centrumplein in Emmen
het aantal verkeersslachtoffers terugbrengen met 50%
In 2014 vielen er 6 doden op de wegen in onze gemeente. Dit zijn 4 meer dan in 2013. Het totaal aantal verkeersslachtoffers is nog niet bekend.
19
3.8. Sport en cultuur Beknopte schets van de ontwikkelingen in 2014 Sport De gemeente Emmen heeft zich in 2014 aangesloten bij JOGGDrenthe en is dus JOGG-gemeente geworden. Gemeente Emmen heeft het NK Wielersportweken 2015 binnengehaald (onderdeel van Emmen op Kop) en de voorbereidingen hiervan zijn in volle gang.
20
Het experiment buitensportaccommodaties is afgelopen jaar gestart. Doel is om een bewustwordingsproces op gang te brengen zodat verenigingen gaan nadenken over de mogelijkheden van hun rol als sportclub in de toekomst én op hun plek/functie in de wijk of het dorp. Daarnaast heeft het tot doel om het voortbestaan van de verenigingen te kunnen blijven garanderen. In 2015 worden er als vervolg hiervan themabijeenkomsten georganiseerd voor alle buitensportverenigingen
Wat hebben we bereikt in 2014? Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan SPORT
TOELICHTING
Een kwalitatief goed, voldoende en betaalbaar en eigentijds sport- en recreatieaanbod
Het aantal accommodaties is gelijk gebleven en voldoet aan de gestelde kwaliteitsnormen. De tarieven zijn hetzelfde gebleven, uitgezonderd van de jaarlijkse indexering.
De deelname aan sport in de gemeente Emmen is gelijk aan het landelijk gemiddelde
Er is hard gewerkt om een toename van deelname te verkrijgen. De sportdeelname blijft ongeveer gelijk. In Zuidoost Drenthe is het deelnamecijfer lager dan in de rest van Nederland en er wordt blijvend hard aan gewerkt om dit te verhogen.
Het stimuleren van een leven lang sporten
Voor elke levensfase is er een passend sportaanbod gerealiseerd waardoor op elk moment in het leven van de Emmense burger er gesport en bewogen kan worden.
Het verhogen van de kwaliteit van de sportbeoefening
Gemeente Emmen ondersteunt sportverenigingen met een maatschappelijke rol. Daarnaast zorgt zij ervoor dat sportvoorzieningen modern, bereikbaar, goedkoop en toegankelijk zijn, stimuleert zij verenigingen op gebied van goed opgeleid kader binnen een vereniging en ondersteunt zij de Emmense sporttalenten.
Daar waar mogelijk met en door diverse partijen uit de samenleving sportimpulsen (laten) aanvragen
Er zijn diverse sportimpulsen aangevraagd, goedgekeurd in gang gezet: • Funkey Hockey; samenwerking Hockeyclub Emmen, buurtsportcoaches en de betrokken scholen, met als doel om kinderen op jonge leeftijd meer te laten bewegen en de motorische vaardigheden te ontwikkelen. • Kom van de bank; samenwerking tussen FC Emmen en Leger des Heils, het Kopland en Eventsbureau Assen met als doel kansarme jongeren weer structuur in hun leven te brengen. • Sterk door Sport ; samenwerking tussen Sportschool Flex Health Club en ROC Drenthe College en de gemeente Emmen met als doel meer jongeren in Emmen duurzaam laten bewegen. • Kinderen Sportief op Gewicht ; zie toelichting van maatregel “onder motto “Meer van de samenleving, een andere overheid” samenwerking met partijen uit samenleving aanjagen”. • Sportdorp Angelslo, Vitale kernen en buurten; samenwerking met alle partners in deze wijk met als doel beweegaanbod bewerkstelligen voor de niet vanzelfsprekende bewegers.
CULTUUR
TOELICHTING
Bevorderen van een cultuurklimaat t.a.v. de podiumkunsten door het in stand houden van basisvoorziening theater t.b.v. aanbod en afname van professionele podiumkunsten en aanbod en afname van locatiefaciliteiten (o.a. t.b.v. amateurverenigingen).
Binnen de mogelijkheden heeft het theater zich als een lokale basisvoorziening maximaal geprofileerd.
Het bieden van een breed geschakeerd aanbod van professionele podiumkunsten, verdeeld over verschillende genres.
Het breed geschakeerde aanbod is gerealiseerd. Met een bezettingsgraad van 92% zijn de bezoekersaantallen lager uitgevallen dan voorzien.
Bevordering cultuurparticipatie/-educatie, onder meer via de basisscholen en het voortgezet onderwijs.
Theaterbezoek als onderdeel van de vraag gestuurde cultuureducatie binnen het primair onderwijs is nog onvoldoende uit de verf gekomen.
Cultuurtraject –uitgevoerd door Kunst &Cultuur Drenthe- gericht op cultuureducatie voor de eerste 3 jaar van het voortgezet onderwijs.
Via de uitvoeringsorganisatie Kunst en Cultuur Drenthe bezochten 575 leerlingen de drie geprogrammeerde voorstellingen.
Verdere voorbereidingen voor de realisatie van een nieuw Stadstheater met een sterke culturele programmering. Er wordt gestreefd naar een professioneel en kwalitatief hoogwaardig en breed geschakeerd aanbod van theatervoorstellingen.
De ambtelijke voorbereiding van de CUo (Culturele Uitvoeringsovereenkomst) tussen gemeente Emmen en DPE heeft –mede vanwege de uitgestelde oplevering van het theater- in 2014 stil gelegen.
21
Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan CULTUUR
TOELICHTING
Daarnaast wordt incidenteel een aanbod educatieve activiteiten ontwikkeld en aangeboden aan het onderwijs.
Dit incidentele aanbod is gerealiseerd.
Realiseren van alle randvoorwaarden (techniek, PR, etc.) ten behoeve van de programmering.
De randvoorwaarden voor de programmering zijn gerealiseerd.
Overgang naar Nieuw Theater
Er is voor alle personeelsleden van de Muzeval duidelijkheid over al dan niet een toekomstige functie in het nieuwe theater.
BEELDENDE KUNST / CBK Het in stand houden van een Centrum Beeldende Kunst als culturele basisvoorziening, adequaat toegerust voor tentoonstellingen, educatie en participatie-activiteiten, kunstuitleen en beheer en behoud kunstbezit.
Gerealiseerd.
Het programmeren en vermarkten van een hoogwaardig en gedifferentieerd aanbod van tentoonstellingen, educatie- en participatieactiviteiten en het aanbieden.
Gerealiseerd.
Organiseren van circa 10 exposities van beeldende kunst/vormgeving en cultuurthema’s.
Uiteindelijk zijn er 11 tentoonstellingen gerealiseerd.
Organiseren van educatieve projecten voor Primair Onderwijs (PO), Voortgezet Onderwijs (VO) en Brede school
De educatieve projecten zijn gerealiseerd. Daarenboven is er een geslaagde pilot voor de groepen 1 en 2 van het PO ( kleuterklassen) gerealiseerd.
Organiseren van participatieprojecten, waaronder een galerie-/ atelierroute
Het CBK-Emmen heeft succesvol samengewerkt met diverse organisaties bij het realiseren van cultuur-toeristische activiteiten.
Onderhoud kunst in de openbare ruimte (KOR)
Het CBK heeft het onderhoud gerealiseerd van 33 kunstwerken. De site m.b.t. de Emmense kunstwerken is vernieuwd. Het CBK heeft tien adviezen uitgebracht en de concrete begeleiding bij de kunstopdracht Evenementenplein gerealiseerd.
Publieksbereik
9.939 mensen bezochten het CBK-Emmen. Met inzet van sociale media als Facebook en Twitter werden veel jongeren bereikt. Zowel nationaal als regionaal bereikte het CBK-Emmen een groot kijkerspubliek..
Kunstuitleen
Er lopen met het CBK-Drenthe gesprekken over het drastisch dalend aantal abonnementen en Kunstuitleen-bezoekers.
BIBLIOTHEEK Bestuurlijke advisering VDG werkgroep bibliotheken
Eind 2014 is duidelijk geworden dat vier Drentse partijen vanaf 1 januari 2016 de wettelijke provinciale ondersteuningstaak voor bibliotheken gaan vervullen.
Aandacht vragen voor de Openbare Bibliotheek Emmen vragen en in het bestuurlijk overleg VDG inbrengen
In 2014 is duidelijk geworden dat de bestuursstructuur voor het Drenthe bibliotheekwezen bestaat uit vier partijen; de drie grote bibliotheken van Assen/Emmen/ Hoogeveen en een samenwerkingsconstruct van Biblionet Drenthe met de negen kleinere bibliotheken.
Ontwikkeling in 2014 Het OBE-productenboek als prototype operationeel maken
Het productenboek als basis voor de budgetsubsidie 2015 is gerealiseerd.
22
Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan KUNSTZINNIGE VORMING / CQ Bestuurlijke advisering voor de VDG werkgroep Kunstcentra
Voor de betrokken instellingen (DKB, ICO en KCD) is duidelijk geworden dat zij met ingang van 1 januari 2016 verdergaand willen gaan samenwerken en wellicht samengaan. Een QuickScan daartoe is gerealiseerd.
Voortgangsgesprekken v.w.b. actualisering en invoering productenboek zijn gevoerd
Op 11 juli 2014 sprak de rechtbank het faillissement van CQ uit. Stichting De Kunstbeweging heeft op basis van een verkorte visie en vraagformulering invulling gegeven aan het door hen ingediende producten- en dienstenboek van september tot en met december 2014.
Voortgangsgesprekken m.b.t. de totstandkoming van het nieuwe ondernemingsplan zijn gevoerd
Vanwege het faillissement van CQ zijn op dit thema geen verdere acties ondernomen.
ERFGOED Advisering m.b.t. de organisatorische voorbereiding van het erfgoedfestival 2014
Het Erfgoednetwerk heeft in 2014 ingezet op de ontwikkeling van een nieuwe organisatiestructuur. Een vernieuwend proces als vertaling van uw bestuurlijk motto “Meer van de samenleving, een andere overheid”. In maandelijkse nieuwsbrieven zijn wij hierover geïnformeerd. De nieuwe structuur wordt gekenmerkt door een kerngroep en erfgoed-specifieke clusters. Dit organisatorische fundament is van groot belang voor de organisatie van- en wederzijdse betrokkenheid bij een groot en divers aantal erfgoedactiviteiten.
CULTUUREDUCATIE De cultuur educatie aanjager adviseert het Emmens PO m.b.t. de ontwikkeling van het CV Cultuureducatie en het indienen van subsidiabele jaarplannen CEMK voor het schooljaar 2014-2015
CeMK provinciaal We hebben ambtelijke inhoudelijke bijdragen geleverd aan de Emmens-Drentse Beleidsadviesgroep CeMK. Voor de Planadviescommissie die de ingediende schoolplannen beoordeelde hebben we secretariële ondersteuning geboden. DKB heeft de positie van CQ binnen Compenta overgenomen. CeMK lokaal In 2014 heeft de ambtelijk adviseur CeMK met de specialisten van (aanvankelijk) CQ en De Kunstbeweging gewerkt aan het succesvol realiseren van het Visieplan CEMK in Emmen. De projectevaluatie EVI is afgerond. Emmen is met aansprekende scores op de vier hoofddoelstellingen goed op weg om binnen de projectperiode tot 2017 voor cultuureducatie een fundamenteel sterke positie te bewerkstelligen.
CENTRUMVERNIEUWING EMMEN (CVE) Voor de werkgroep Plein Park Programmering wordt vanuit cultuur gevraagd en ongevraagd inbreng en expertise geleverd voor de programmeringen van het mensenplein en het mensenpark
De werkgroep is geformeerd. Het college heeft de wethouder cultuur als coördinerend wethouder aangewezen.
EMMEN CULTURELE GEMEENTE 2015 In 2014 is de organisatorische voorbereiding afgerond voor de kandidering van de gemeente Emmen als culturele als culturele Gemeente van Drenthe voor 2015/16
Onze kandidering en het projectplan “Van Goede Grond” zijn vastgesteld en door de provincie aangevraagd. De projectleider “Emmen 2015/16” is aangesteld. De subsidieaanvragen voor de 1e tranche werden met gebruikmaking van de beschikbare afgerond.
GEOPARK DE HONDSRUG In 2014 is door de stichting STEEN in de Nabershof de expeditie poort “Boeren” gerealiseerd
Voor de realisering in de Nabershof van de expeditie poort “Boeren op de Hondsrug” heeft de Stichting STEEN als onderdeel van een gefaseerde aanpak een plan tot verbouw van het huidige theehuis ingediend.
REGIONALE SAMENWERKINGSAGENDA In 2014 is ambtelijke input geleverd vanuit cultuur, toerisme en economie voor het initiatief van de provincie Drenthe om te komen tot (vormgeving van) een Regionale Samenwerkingsagenda voor Zuidoost Drenthe
Hiertoe is in het stroomgebied van De Veenvaart gewerkt aan de totstandkoming van een coöperatie. Die coöperatie is per 1 januari 2015 gerealiseerd. Acht EOP’s en vier ondernemersverenigingen werken binnen deze coöperatie samen aan versterking van het toeristische en culturele profiel van De Veenvaart. Een Emmense aanpak die landelijk in beeld is gekomen als een voorbeeldige innovatieve wijze waarop participatie tot stand kan komen.
23
3.9 Openbaar gebied Beknopte schets van de ontwikkelingen in 2014 Beheer en onderhoud openbaar gebied • Door de realisatie van een groot aantal projecten (ondermeer door Centrumvernieuwing, uitvoering Gemeentelijk Rioleringsplan) betekende een belangrijke impuls voor de inrichting, het beheer en onderhoud van het openbaar gebied. • Bij de uitwerking van de vastgestelde beeldkwaliteitsplannen werd extra aandacht besteed aan beeldkwaliteitsmetingen en het toezicht op de uitvoerders. • Op basis van de in 2012 uitgevoerde verkenning werd de samenwerking tussen de EMCO, Buurtsupport en de stichting Veiligheidszorg verder verstevigd en uitgebreid. Het bestek voor onderhoud openbaar groen werd in zijn geheel uinbesteed aan de Emco. Dit past binnen de uitgangspunten van de nieuwe Participatieweteving en de wijze waarop in het gemeentelijk beleid Social Return On Investment wordt opgepakt. Aansluitingen op de riolering Als gevolg van het lage bouwprogramma zijn er slechts 46 nieuwe aansluitingen op de riolering gerealiseerd. In 2013 werden nog 110 aansluitingen gerealiseerd. Beheer begraafplaatsen De gemeente beheert en onderhoudt 21 begraafplaatsen. Op de begraafplaatsen Zwartemeer, Erica en Nieuw-Dordrecht werken bewoners mee aan het onderhoud. De werkelijke inkomsten uit begraven zijn plm 16% achtergebleven bij geraamde baten. Dit komt door enerzijds door minder sterfgevallen en anders door een stijging van het aantal crematies. Wat dit betekent voor het streven naar een kostendekkende exploitatie van het begraven zal in 2015 nader worden bezien. Trieste personele omstandigheden betekende dat de lijst met cultuurhistorische monumenten niet gereed is gekomen.
24
Parkeren Vraaguitval Gebleken is dat ook in Emmen de exploitatie van betaald parkeren nadelig wordt beinvloed door de gevolgen van de economische crisis en de sterke toename van internetwinkelen. Naast deze omstandigheden ondervinden de bezoekers enige overlast van de uitvoering van de centrumvernieuwingsplannen. De door vorenstaande factoren veroorzaakte vraag uitval betaald parkeren bedroeg zo’n 9 %. Taakstelling Kadernota 2014 De zoektocht naar maatregelen om invulling te geven aan de in de Kadernota 2014 opgenomen taakstelling werd afgerond met het uitbrengen van de notitie ‘Verder met Parkeren”. Deze notitie heeft tot felle protesten geleid van erkende overlegpartners en andere direct betrokken doelgroepen. Dit was voor de gemeenteraad aanleiding de behandeling en besluitvorming niet in december 2014 te laten plaatsvinden maar te door te schuiven naar het eerste kwartaal van 2015. Inbesteding parkeerbeheer Het beheer van de ondergrondse parkeerfaciliteiten aan het Willinkplein en de Westerstraat is op basis van een markt conforme prijs-kwaliteitsverhouding inbesteed aan de Emco. Organisatie betaald parkeren De vormgeving van de nieuwe parkeerorganisatie is tot een nader orde uitgesteld. Bezetting en bereikbaarheid parkeerfaciliteiten De bezetting en bereikbaarheid van de parkeerfaciliteiten is een vast agendapunt voor het periodiek overleg met de Koepel. In samenspraak met Koepel en de Ondernemersvereniging Vlinderstad zijn er veel inspanningen gepleegd om het centrumparkeren in goede banen te leiden. De gemeentelijke inzet: -inhuren parkeerregulateurs, -extra verwijzingsborden, -inhuren verplaatsbare matrix-verwijsborden, -samen met Vlinderstad de aktie gratis parkeren in december.
Onderhoud wegen en kunstwerken Wegen De in 2013 uitgevoerd inspectie heeft uitgewezen dat de binnen het onderhoudsprogramma beschikbare middelen zijn niet toereikend om de doelstelling ‘80% van het wegenbestand voldoet aan de CROW norm voldoende’ feitelijk te realiseren. De in 2014 incidenteel beschikbaar gestelde extra onderhoudsgelden (€ 3 miljoen ) is niet voldoende om de achterstand in het wegonderhoud op te lossen. Om het gewenste ambitieniveau is het nodig om gedurende een periode van 8 jaar jaarlijks extra te investeren in het wegonderhoud; in de Kadernota 2015 zal dit aan de orde worden gesteld. Kunstwerken Het onderhoud van de kunstwerken is erop gericht dat deze voldoen aan kwaliteits- en veiligheidsnormen. Om het onderhoudsniveau van de kunstwerken op voldoende peil te houden ente blijven voldoen aaan de wettelijke verplichting om de veiligheid twe waarborgen is voor de komende € 850.000 extra beschikbaar om de veiligheid van de kunstwerken de komende jaren te borgen. In de Kadernota 2015 zal nader worden ingegaan op de vraag welke inversteringen in meerjarig perspectief bezien noodzakelijk zijn voor het borgen van de functionaliteit van de kunstwerken.
Groenbestekken In 2014 zijn de groenbestekken voor 2015 en 2016 voorbereid. Bij de gunning van de bestekken naar de Emco was het vertrekpunt dat dit past in de uitgangspunten van de nieuwe Participatiewetgeving en de wijze waarop het gemeentelijk beleid Social Return On Investment (hierna SROI) moet worden opgepakt. Emco heeft aangegeven niet zelf over de mensen en het materieel te beschikken om de specialistische werkzaamheden zoals het extensieve maaien enh het specialistisch bomenonderhoud uit te voeren. Het heeft om deze de reden de voorkeur om de eenvoudige werkzaamheden in te besteden naar het Leerwerkbedrijf/Emco. Dit betreft het bulkwerk van de groenbestekken. Het specialistisch werk wordt aanbesteed aan marktpartijen, in deze aanbesteding wordt gestreefd naar een zo maximaal mogelijke inzet van SROI. De verwachting is dat het vorenstaande de meest optimale aansluiting geeft bij de opgave van de taskforce extra opdrachten Emco en de ontwikkelingen van de Participatiewet. Zowel de inbesteding naar het toekomstig Leerwerkbedrijf/Emco als de aanbesteding aan de markt zal plaatsvinden op basis van een marktconforme prijs en kwaliteitsverhouding. Wachtdienst De wachtdienst van de afdeling Dorpen en Wijken is 24 uur per dag, 7 dagen per week bereikbaar. In het geval van calamiteiten of bij onmiddellijk vereiste verkeersgeleiding alsmede bij tal van andere zaken is deze wachtdienst van onschatbare waarde.
Wat hebben we bereikt in 2014? Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan OPENBAAR GEBIED
TOELICHTING
Een aangenaam woon- en leefgebied, waarin bewoners en bezoekers op een plezierige en veilige wijze kunnen verblijven en zich verplaatsen naar huis, werk, school of ontspanning
Met inachtnemingn van de daarvoor geldende kaders wordt samen met anderen hieraan invulling gegeven.
Samenwerking met de EOP’s als partners op basis van de 10 uitgangspunten die de Nationale Ombudsman daarover heeft opgesteld
Dit komt tot uitdrukking in de uitvoeringsoverleggen, de lokale teams, de platformoverleggen, inloopbijeenkomsten en de werkbezoeken van het college
Een samenwerkingsrelatie met bewoners die gebaseerd is op wederzijds respect en vertrouwen op het nakomen van afspraken
Zie hiervoor
Het onderhoudsniveau van openbaar gebied op een aanvaardbaar peil brengen en houden
Het onderhoud van het openbare gebied richt zich op een leefomgeving die past bij de eisen de de gebruikers daaraan stellen. Uitgangspunt daarbij is een veilige en doelmatige inrichting gevolgd door een proactief onderhoud. Hierbij is er via de meldingen openbaar gebied veel contact met burgers. Op het onderhoudsniveau van het openbaar gebied is fors bezuinigd. Daardoor vindt er minder onderhoud plaats.
Een diervriendelijke uitvoering van de gemeentelijke taken op het punt dierenwelzijn, waarbij de communicatie met de inwoners en Dierenbescherming een belangrijk aandachtspunt is
Uitvoering vindt plaats in overeenstemming met de notitie ‘Dieren in het Openbaar Gebied’.
25
3.10 Zorg en welzijn Beknopte schets van de ontwikkelingen in 2014 In 2014 waren de geformuleerde doelstellingen uit het beleidskader Jeugdbeleid 2008-2020, de nota Preventief Lokaal Volksgezondheidsbeleid 2010-2014 en het meerjarenbeleidsplan WMO 2012-2016 nog leidend voor de vraagformulering aan de betrokken welzijns-, gezondheids- en Wmo instellingen. Invoering van de drie decentralisaties op 1 januari 2015 heeft in 2014 hoge prioriteit gehad en daarmee de activiteiten binnen het sociale domein gedomineerd. Hoewel het zwaartepunt heeft gelegen op het waarborgen van continuering van zorg en ook op het werkgelegenheidsaspect bij de instellingen hebben we ook al, waar dat mogelijk was, aandacht gegeven aan vernieuwing. Een vernieuwing die de komende twee jaar steeds verder ontwikkeld zal worden en die moet leiden tot meer slimme verbindingen binnen het sociale domein. Dit alles binnen de vastgelegde financiële kaders met als uitgangspunt dat we de uitvoering doen met de middelen die we van het Rijk krijgen. In dit licht is het van belang te melden dat tijdens de parlementaire behandeling van met name de Jeugdwet en de WMO er diverse garantie- en overgangsregelingen zijn afgesproken. Zo geldt er bijvoorbeeld voor de nieuwe taak begeleiding een recht op aanspraak op lopende indicaties voor één jaar, de gespecialiseerde jeugdzorg kent aanspraken van twee jaar en het beschermd wonen van vijf jaar. Tevens is er via een aantal akkoorden extra “landingsgeld” beschikbaar gekomen voor 2015 en 2016, wederom voor met name de Jeugdwet en de WMO. Het kabinet heeft in 2014 op deze manier voor een zorgvuldige overgang en “landing”
gekozen voor wat betreft een periode van twee jaar. Het gaat dan om zorgvuldigheid richting de individuele cliënten maar ook richting de instellingen. Voor individuele cliënten hebben we de continuïteit van hulp en ondersteuning geborgd en de verandering is daardoor voor hen zoveel als mogelijk voorspelbaar, beheersbaar en zorgvuldig verlopen. De tijdelijk extra middelen hebben ook de (negatieve) werkgelegenheidseffecten bij de instellingen gedempt. De inzet op een zorgvuldige overgang creëerde meer ruimte bij de aanbieders om het personeelsbestand de komende twee jaar zoveel mogelijk via natuurlijk verloop aan te passen. Vanuit het bovenstaande hebben ook wij in 2014 afgesproken dat onze “stip op de horizon” om te komen tot een hernieuwd ingericht sociaal domein is geplaatst op 1 januari 2017. Een opvatting die ook is weergegeven in het Bestuursakkoord. Het preventieve gezondheidsbeleid is in 2014 ingezet om de gezondheid van de burger te vergroten. Hierbij gaat het vooral om de gezondheidsverschillen tussen inwoners met een hoge en lage sociaal economische status omlaag te brengen. Het doel hierbij is om burgers zoveel mogelijk in staat te stellen om zichzelf en elkaar te helpen op de verschillende leefgebieden. Verder zijn in 2014 de “schakels in de wijk” (wijkverpleegkundigen gericht op gezondheid) gecontinueerd om de transities te faciliteren. Deze wijkverpleegkundigen zijn gericht op het voorkomen van aandoeningen en andere beperkingen, zodat er in een later stadium minder gespecialiseerde en dus duurdere zorg nodig is.
Wat hebben we bereikt in 2014? Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan ZORG EN WELZIJN
TOELICHTING
De sociale samenhang/leefbaarheid (veelal op wijk-/dorpsniveau) vergroten
Is o.a. gerealiseerd door de bestuurlijke experimenten, waarbij de betrokkenheid van onze inwoners een centraal thema was.
Inwoners zo lang mogelijk zelfstandig in hun eigen omgeving laten wonen (hierbij aandacht voor het thema mantelzorg en voor het terugdringen van vereenzaming)
Uitvoering is gegeven aan deze kwalitatieve doelstelling via de uitvoering van het beleidsplan WMO ( WMO verstrekkingen) en de uitvoeringsovereenkomst met de Welzijngroep Sedna. Het contact zoeken met mantelzorgers en 700 huisbezoeken bij 75+ers hebben in de uitvoeringsovereenkomst met Sedna extra accent gekregen.
Mensen met een beperking/belemmering (weer) in staat stellen duurzaam deel te nemen aan de samenleving
Is gerealiseerd via de tijdige (contractueel afgesproken met aanbieder) levering van de WMO voorzieningen en schoonmaakondersteuning De gebruikers van de WMO zijn tevreden: dit blijkt uit het gehouden Klanttevredenheidsonderzoek. Het merendeel van de gebruikers vindt dat ze door het gebruik van de verstrekte WMO voorzieningen langer zelfstandig in hun eigen woonomgeving kunnen functioneren.
Een vangnet bieden aan specifieke doelgroepen (dak- en thuislozen, exgedetineerden, veelplegers en ontregelde huishoudens)
Is gerealiseerd via de inloopvoorziening voor dak- en thuislozen.. De inloopvoorziening is o.a. gekoppeld aan nachtopvang bij De Breehof. Ook het OGGZ netwerk speelt een belangrijke rol bij het contact leggen met moeilijk bereikbare zorgbehoevende. In 2014 heeft het OGGZ netwerk 91 zorgmijders bereikt, waarna hulpverlening op gang is gebracht.
Een gezonde leefstijl bevorderen op alle levensgebieden
De ouderencombinatiefunctionarissen hebben verder diverse activiteiten georganiseerd in de wijken voor ouderen, terwijl de jongerencombinatiefunctionarissen actief waren op de diverse scholen. Op wijkniveau is in 2014 het project de ‘zichtbare schakel’ gecontinueerd en het project ‘Gezondheid versterkt in eigen hand verder uitgebouwd
26
3.11 Bedrijfsvoering en Inkomstenbronnen Beknopte schets van de ontwikkelingen in 2014 De effecten van de meicirculaire 2014 (-/- € 580.000), de septembercirculaire 2014 ( +/+ € 30.000) en de december-circulaire 2014 (+/+ € 72.000) zijn verwerkt in de jaarrekening 2014. Over de uitkomsten van deze circulaires is de raad per brief geïnformeerd. Van de effecten per circulaire zijn in het jaar 2014 reeds begrotingswijzigingen gemaakt.
De bedrijfsprocessen zijn opnieuw geordend en toegewezen aan proceseigenaren (afdelingsmanagers), die als eerste verantwoordelijk zijn voor het (laten) organiseren van deze processen. Zo is er meer ruimte om de inrichting en uitvoering van de werkzaamheden te coördineren en af te stemmen. De procesbeschrijvingen worden centraal gedeeld via het intranet op INGE. Dit geeft inzicht en overzicht.
In 2014 is in navolging van 2013 ingezet op actieve sturing op de realisatie van de verbeterpunten uit de INK proefaudit.
In Emmen staat de ontwikkeling van de organisatie continu op de agenda 2014 zijn we gestart met een agenda voor organisatieontwikkeling. Dit helpt ons om gericht bezig te zijn met datgene wat nodig is om effectief en efficiënt van toegevoegde waarde te zijn voor bestuur en samenleving. Het HRM-beleid is daar onderdeel van. Het gaat om vooruit blijven kijken én om de koers concreet te vertalen in jaarplannen en activiteiten door directie, afdelingsmanagers en teamleiders. We zijn in 2014 volop bezig geweest met het implementeren en inbedden van een aantal belangrijke bouwstenen van ons HRM-beleid: onder meer kernwaarden, gesprekscyclus, leiderschapsontwikkeling/ leerlijnen, HR21 (nieuw functiebeschrijving systeem), strategische personeelsplanning en een medewerkersonderzoek.
In 2014 stond de implementatie van generiek Zaakgericht werken centraal. Dit traject bevordert samenwerking en het vraaggericht werken binnen de organisatie. Aanvullend zijn de afspraken voor verantwoordelijkheid voor de specifieke inrichting, uitvoering, ontwikkeling en beoogde resultaat van de diverse bedrijfsprocessen nader geconcretiseerd.
In 2014 is een medewerkersonderzoek uitgevoerd. We doen het goed. Onze medewerkers werken met plezier voor de gemeente Emmen. De uitkomsten van dit onderzoek bieden ons ook inzicht in wat we kunnen doen om onze medewerkers met nog meer motivatie, passie en energie hun werk te laten doen. Daar gaan we in 2015 mee aan de slag.
De onroerend goed markt vertoonde in 2014 op het gebied van de woningen tekenen van herstel, de aantallen transacties namen voorzichtig toe. De verkoopprijzen gaven nog weinig tekenen van herstel, bovendien gelden voor de WOZ-waardering de transactieprijzen rond de beide waardepeildata, die respectievelijk twee en een jaar eerder liggen. Bij het commercieel onroerend goed begint de leegstand meer en meer een rol te spelen, dat gaf met name voor heffingen bij gebruikers druk op de opbrengsten.
27
Wat hebben we bereikt in 2014? Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan INKOMSTENBRONNEN
TOELICHTING
Een efficiënte wijze van opleggen en incasseren van belastingaanslagen en heffingen conform de wettelijke eisen
Dit is gerealiseerd.
Het efficiënt uitvoeren van de wet WOZ conform wettelijke eisen
Dit is gerealiseerd.
De financiën van de gemeente zijn op orde door evenwichtige en sluitende begrotingen
De begroting 2015 is na een bezuinigingsronde sluitend evenals de meerjarenraming. Het komend jaar zal goed gemonitord worden op de realisatie van de begroting (bezuinigingsposten en kosten 3 decentralisaties).
Het verhogen van de interne efficiency
De rol van de gemeente als meest nabije overheid vraagt veel van onze gemeentelijke dienstverlening, organisatie, informatievoorziening en infrastructuur. Door de inrol van Zaakgerichtwerken is de organisatie beter als voorheen in staat om aan de vraag van de samenleving te voldoen. Door de verder invulling van de HRM-koers, zoals SPP, Gesprekscylcus en MIO kan de organisatie meer sturen op het efficiënt en effectief inzetten van mensen en middelen. Alle instrumenten dragen bij aan de verdere kwaliteitsontwikkeling en professionalisering van de organisatie. De uitvoering hiervan heeft ook bijgedragen aan een toekomstbestendige en flexibele organisatie.
Vergroten externe gerichtheid / klantgerichtheid / vraaggerichtheid
Met de uitvoering van de innovatieve werkwijzen (waaronder de experimenten) is de externe dialoog versterkt. De organisatie leert van de nieuwe werkwijzen. In 2014 is de Participatiewebshop in gebruik genomen voor minima. Eind 2014 is organisatiebreed Zaakgericht werken ingevoerd voor de versterking van de dienstverlening (klantgerichtheid).
Verbeteren van (de integratie van) werkprocessen
Afdelingen en processen zijn verder geoptimaliseerd door herschikking van bepaalde onderdelen tussen afdelingen en teams. In 2014 is de postafhandeling gemeentebreed opgepakt en verbeterd, en eind 2014 is organisatiebreed Zaakgericht werken ingevoerd.
28
4. Financiële verantwoording De begroting van de gemeente wordt vastgesteld door de raad. Hierdoor ontstaat een financieel mandaat voor het college van burgemeester en wethouders om het vastgestelde beleid met de daarvoor beschikbare middelen uit te voeren. Gaandeweg het begrotingsjaar kunnen zich vervolgens ontwikkelingen voordoen of keuzes worden gemaakt die leiden tot begrotingswijzigingen, welke telkens door de raad worden vastgesteld. De primitieve begroting en deze bijgestelde begroting vormen de referentiepunten van de (concern)jaarrekening. Afwijkingen ten opzichte van de begroting kunnen worden veroorzaakt door niet beïnvloedbare factoren, ter besluitvorming voorgelegde keuzes en door onvolkomenheden in het budgetbeheer. Deze afwijkingen, ofwel het jaarresultaat, worden aan de raad voorgelegd met een aantal resultaatbestemmingsvoorstellen. Zo kan een positief resultaat worden toegevoegd aan een of meerdere reserves of een negatief resultaat worden onttrokken. Naast het jaarresultaat wordt de vermogenspositie op balansdatum van de gemeente gepresenteerd in de balans. Door vaststelling van de jaarstukken wordt het college gedechargeerd voor het financiële beleid in het verslagjaar. Algemeen • De jaarstukken zijn opgesteld volgens de BBV regelgeving, er zijn in 2014 enkele wijzigingen in de BBV geweest. • Via begrotingswijzigingen zijn de mutaties ten opzichte van de primitieve begroting door tussentijdse budgetaanpassingen, vaststelling Kadernota en Berap 2014-II in de begroting verwerkt.
4.1. Rekeningresultaat 2014 en analyse Totaaloverzicht In de programmaverantwoording (jaarverslag 2014) is per programma aangegeven wat de baten en lasten zijn geweest en welke mutaties op de reserves hebben plaatsgevonden. Samengevat geeft dit het volgende beeld: Exploitatie (bedragen x 1.000)
Begroting 2014 na wijziging
Lasten
360.261
N
366.925
N
6.664
N
Baten
346.591
V
358.416
V
11.825
V
Saldo van baten en lasten
13.670
N
8.509
N
5.161
V
Storting in reserves
21.514
N
24.482
N
2.968
N
Onttrekking aan reserves
36.232
V
35.681
V
551
V
1.048
V
2.689
V
1.641
V
Resultaat
Rekening 2014
Afwijking
Het saldo van baten en lasten bestaat uit het saldo van alle programma’s en de algemene dekkingsmiddelen (zie tabel in hoofdstuk 5). Vervolgens worden de reservemutaties aangegeven. Het saldo dat resteert is het eindsaldo van de jaarrekening en is over 2014 € 2.689.000 voordelig.
29
Per saldo is er meer onttrokken aan de reserves dan het saldo van baten en lasten. Dit wordt veroorzaakt doordat onttrekkingen worden gedaan ter dekking van specifieke activiteiten / lasten. Deze zijn door de raad besloten waarbij geen rekening wordt gehouden met het uiteindelijke jaarrekening resultaat. Verschillenanalyse De grootste netto-afwijkingen (x € 1 miljoen) over 2014 zijn: • subsidiebate 5e en 6e tender ESF (incl. vrijval meeneemregeling), 2,0 V • voordeel op uitvoeringsbudget 3-D’s, 0,5 V • Voordeel op exploitatiebudget CVE, 0,4 V • bijdrage uit de reserve ter dekking nadelig saldo parkeren, 0,7 V • vorming voorziening ivm waardering leningen CQ, 0,8 N • afrekening rijksbijdrage bodemsanering 2005-2009, 0,5 N • nettoresultaat grondexploitaties, 1,7 N In hoofdstuk 5 is een analyse opgenomen van de voor- en nadelen per programma. Bij deze analyse is een grensbedrag van € 250.000 gehanteerd. Voor een nog uitgebreidere analyse verwijzen wij u naar de programmas in de internetversie jaarrekening 2014 waar een analyse van de verschillen groter dan € 50.000 is opgenomen.
Resultaatbestemmingsvoorstel 2014 Op enkele onderdelen is er sprake van niet-bestede budgetten. Daarnaast zijn er ontwikkelingen geweest waarvan de financiële gevolgen uit een reserve kunnen worden afgedekt. De raad wordt bij de vaststelling van de jaarstukken een resultaatbestemmingsvoorstel voorgelegd waarin dit is verwerkt.
30
4.2. Grondexploitaties Het nadelig resultaat op grondexploitaties 2014 bedraagt € 5,3 miljoen en is als volgt opgebouwd: Resultaatnemingen Afwaardering bedrijventerreinen
+/+
€
-/-
2,3 miljoen € 9,8 miljoen
Vrijval voorziening woningbouw
+/+ € 1,9 miljoen
Overig
+/+
Per saldo nadelig resultaat
€
0,3 miljoen
-/- € 5,3 miljoen
Dit nadelig saldo is als volgt in de jaarrekening verwerkt: • € 3,6 miljoen ten laste van de reserve grondexploitaties en • € 1,7 miljoen ten laste van het jaarrekeningresultaat. De reserve grondexploitaties is na bovenstaande mutatie uitgeput en kan worden opgeheven. Dit is in lijn met het advies van Deloitte in het jaarrekeningrapport 2013 waarin ze adviseren, op basis van de constatering dat er een verschuiving optreedt van reserves naar voorzieningen, de uitgangspunten voor het berekenen van het benodigde weerstandsvermogen voor grondexploitaties te herijken. Voor het algemene risico met betrekking tot grondexploitaties is geen specifieke reserve verplicht; de afdekking kan ook plaatsvinden uit het algemene weerstandsvermogen. Dit heeft in deze jaarrekening plaatsgevonden. De boekwaarde van de grondcomplexen bedraagt per ultimo 2014 € 88,9 miljoen (2013: € 87,7 miljoen). Hier staat voor een bedrag aan € 30,5 miljoen aan voorzieningen tegenover. Dit is 34% (2013: 31%) van de boekwaarde. Voor meer informatie over de grondexploitaties verwijzen wij u naar de paragraaf grondbeleid in de internetversie van de jaarrekening.
4.3. Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is berekend op basis van de stand van de algemene reserve per 31-12-2014 waarbij rekening is gehouden met claims en stortingen tot en met 2019. De situatie is als volgt: Weerstandsvermogen
WAR (weerstandsdeel algemene reserve, is vast bedrag)
€ 7,5
miljoen
BAR inclusief claims en reserveringen tot en met 2019
€ 9,7
miljoen
VAR inclusief claims en reserveringen tot en met 2019
€ 3,8
miljoen
Beschikbaar aan algemene reserve
€ 21
miljoen
Bij: resultaat 2014
€ 2,7
miljoen
Af: resultaatbestemming 2014 Totaal beschikbaar als weerstandsvermogen
PM € 23,7
miljoen
Op basis van ervaringcijfers en benchmarkgegevens is een berekening gemaakt van het benodigde weerstandsvermogen (inclusief voor grondexploitaties). De uitkomst is dat een weerstandsvermogen van minimaal € 21,6 miljoen benodigd is. De conclusie is dat het beschikbare weerstandsvermogen voldoende is. In 2015 wordt, mede op verzoek van de raad, een nieuwe methodiek ontwikkeld, gekoppeld aan de verdere uitrol van risicomanagement, om het benodigde weerstandsvermogen te berekenen.
31
4.4. Risicomanagement
4.5. Interne beheersing
In 2013 is gestart met “fase 1 risicomanagement” en in 2014 zijn verdere stappen genomen om risicomanagement in te bedden in de gehele organisatie. Hiervoor is met enkele afdelingen geïnventariseerd en ‘geoefend in bewustzijn’. Deze oefeningen (pilots) hebben opgeleverd wat er al gedaan wordt aan risicomanagement, hoe dit op een afdeling en in een team uitgevoerd wordt en wat daarbij nodig is. De resultaten en ervaringen van de pilots zijn in 2014 gemeentebreed onder de aandacht gebracht bij alle afdelingen. In het eerste kwartaal 2015 wordt risicomanagement in alle afdelingen op maat geïmplementeerd als onderdeel van het bestaande P&C-proces. Tevens wordt vanaf het begrotingsjaar 2016 de berekeningssystematiek van de benodigde weerstandscapaciteit in de paragraaf weerstandsvermogen doorontwikkeld.
De primitieve begroting 2014 was bij vaststelling sluitend met een klein positief saldo. Dit was het vertrekpunt voor de Kadernota 2014.
In BOCE verband zijn de risico’s die spelen omtrent de drie decentralisaties in kaart gebracht. Dit heeft geleid tot een risicoanalyse met concrete maatregelen en handelingsperspectieven als ook het benoemen van de bijbehorende verantwoordelijkheid voor de BOCE-gemeenten. NAR heeft in januari 2014 gerapporteerd over o.a. de structuur van de risicoanalyse, de risico’s per decentralisatie (AWBZ, Participatiewet en Jeugdzorg) en de risico’s die bij alle drie de decentralisaties voorkomen beschreven. Er zijn een aantal verdiepende risico-overzichten gegeven, waaraan beheersmaatregelen worden gekoppeld. De aanbevelingen die door NAR zijn gedaan, richten zich voornamelijk op risicobeheersing, monitoring en beoordeling van het proces van risicomanagement en communicatie en overleg over de risico’s en beheersmaatregelen. In het laatste kwartaal van 2014 zijn de belangrijkste risico’s maandelijks geactualiseerd ten behoeve van het benoemen van de op dat moment adequate beheersmaatregelen.
x € 1.000
Het resultaat over 2014 verslechterde als gevolg van beleidsontwikkelingen in de Kadernota en het negatieve resultaat van de eerste bestuursrapportage over 2014 met € 2,0 miljoen. Het geprognosticeerd nadelig resultaat over 2014 in de Kadernota was daardoor dus € 1,9 miljoen nadelig. De ontwikkelingen na de eerste Berap toonden een positieve ontwikkeling waardoor het verwachte nadelige resultaat kon worden omgebogen naar een geprognotiseerd voordeel van € 0,9 miljoen. Na de tweede bestuursrapportage (periode januari t/m september 2014) zijn er nog een aantal besluiten met resultaateffect geweest waardoor het begroot resultaat over 2014 uiteindelijk is uitgekomen op € 1,0 miljoen voordelig. De voorliggende jaarrekening sluit met een voordelig resultaat van € 2,7 miljoen. De analyse van de verschillen ten opzichte van de begroting staat op hoofdlijnen in hoofdstuk 5.
4.6. Kosten bedrijfsvoering Personeelslasten en inhuur derden In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van de personeelslasten (ambtelijke organisatie en bestuur) en inhuur derden over de jaren 2010-2014 gepresenteerd.
2010
2011
2012
2013
2014
Personeelslasten
64.934
65.665
66.920
65.804
58.529
Inhuur derden
13.600
8.268
4.819
4.759
7.558
78.534
73.933
71.739
70.563
66.087
Totaal
32
De daling van de loonkosten wordt grotendeels veroorzaakt door de uittreding van brandweerpersoneel, de vorming van de RUD en vacatureruimte. De vacatureruimte is deels benut voor inhuur van derden. De inhuur derden is in een aantal jaren teruggelopen van € 13,6 miljoen in 2010 naar €. 4,8 miljoen in 2013. In 2014 is de inhuur derden gestegen naar € 7,5 miljoen. De inhuur kan als volgt nader gespecificeerd worden: Bedragen in miljoenen
2013
2014
Afdelingen
3,5
4,9
Openbaar Onderwijs
1,3
2,6
Totaal
4,8
7,5
De stijging van inhuur derden bij de afdelingen van 1,4 miljoen heeft voornamelijk te maken met inhuur op projecten en tijdelijke werkzaamheden (o.a. als gevolg van de 3 D’s). De inhuur bij Openbaar Onderwijs wordt veroorzaakt door extra inhuur van leerkrachten. Door een dalend leerlingenaantal wordt meer gebruik gemaakt van inhuur in plaats van het aangaan van vaste contracten. Het resultaat op Openbaar Onderwijs verloopt budgettair neutraal, omdat deze wordt verrekend met de reserve Onderwijs. Uitvoeringskosten 3D’s Ons college heeft de gemeentesecretaris mandaat gegeven om te beslissen over de noodzakelijke uitgaven voor de voorbereiding van de 3 decentralisaties (jeugdhulp, AWBZ/WMO en Participatiewet). Hierbij is vastgelegd dat over de uitvoering van dit mandaat wordt gerapporteerd in de jaarrekening. Uitgangspunten bij alle beslissingen in mandaat over uitvoeringskosten 3D’s 2014 waren: • Uitvoering moet sober en doelmatig zijn; • Verschuiven van werkzaamheden in tijd en herprioriteren van bestaande werkzaamheden is eerste optie om tijd vrij te maken voor de extra werkzaamheden in het kader van uitvoering 3D’s; • Bij personele invulling moeten eerst boventalligen worden geplaatst, pas als dat vanwege eisen in opleiding /kennis/ vaardigheden niet mogelijk is, kan tot tijdelijke invulling van functie door anderen (intern/extern) worden overgegaan. Interne invulling gaat voor externe invulling; Nadat opdracht was gegeven om de uitgaven zoveel mogelijk te beperken, bleek dat voor de uitvoeringskosten 3D’s een bedrag benodigd was van € 815.000. In 2014 is € 368.000 uitgegeven en een deel van de kosten wordt in 2015 gemaakt.
4.7. Financieel perspectief (jaren 2015 tot en met 2019) Na het vaststellen van de begroting 2015-2018 is het begrotingsresultaat beïnvloed door diverse ontwikkelingen die effect hebben op het begrotingsresultaat in meerjarig perspectief. Middels de Perspectiefbrief 2015 zijn deze ontwikkelingen financieel vertaald en begin april 2015 gecommuniceerd met uw raad. Op basis van de uitkomsten, zoals weergegeven in de hierna volgende tabel, kan worden geconcludeerd dat het jaar 2015 een geprognosticeerd tekort geeft van ca. € 5 miljoen op een begrotingstotaal van € 400 miljoen. Ook kan worden geconcludeerd dat: • er vanaf 2016 een tekort is van circa € 3,2 miljoen • er voor 2017 een tekort is van circa € 2,0 miljoen • er vanaf 2018 een tekort is van bijna € 3 miljoen structureel • er nog een aantal PM-posten zijn • die nog op geld moeten worden gezet nadat er een beleidskeuze is gemaakt, danwel • waarvan er onzekerheid is over evt. financiële consequenties. Indien deze PM-posten op geld worden gezet, worden de tekorten groter. Bij de Berap-I 2015 en de Kadernota 2016 zal een en ander nauwkeuriger worden bepaald. Daarbij zullen ook mogelijke oplossingsrichtingen worden aangedragen.
33
34
5. Overzicht van baten en lasten 5.1.Totaaloverzicht Onderstaande programmarekening is een totaaloverzicht van de baten en lasten per programma. In dit hoofdstuk vindt een financiële beschouwing op hoofdlijnen per programma plaats.
Programma
Primitieve
Begroting
Rekening
Verschil
begroting (Bedragen * € 1.000)
Lasten
1 Inwoners en bestuur
begr/rek
Baten
17.786
Saldo
1.686
Lasten
Baten
16.099
18.848
Saldo
Lasten
1.748
17.100
Baten
17.967
Saldo
1.746
16.221
879
2 Economie en werkgelegenheid
7.862
650
7.212
11.073
421
10.652
8.975
445
8.530
2.123
3 Veiligheid
9.732
434
9.298
9.491
540
8.952
9.531
502
9.029
-77
4 Onderwijs en jeugd
51.038
33.837
17.200
48.705
33.396
15.309
58.339
42.995
15.343
-34
5 Bouwen, wonen en milieu
41.694
38.597
3.097
50.782
38.427
12.354
54.505
40.797
13.708
-1.353
109.898
89.086
20.812
112.039
91.491
20.548
113.235
95.394
17.841
2.707
3.181
456
2.725
2.089
220
1.869
3.507
533
2.974
-1.105
6 Participatie 7 Verkeer en vervoer 8 Sport en cultuur
18.788
3.190
15.598
19.864
2.992
16.873
18.774
2.899
15.876
997
9 Openbaar gebied
30.773
9.113
21.660
31.076
8.367
22.710
27.412
4.982
22.430
280
10 Zorg en Welzijn
36.283
2.893
33.390
44.017
4.353
39.665
43.089
3.920
39.169
496
4.852
1.862
2.990
11.632
3.801
7.831
10.971
3.924
7.047
784
331.885
181.803
150.082
359.617
185.755
173.863
366.305
198.138
168.167
5.696
11 Bedrijfsvoering en Inkomstenbronnen Programma Algemene dekkingsmiddelen
Algemene uitkering Bespaarde rente Dividend Lokale heffingen Saldo financieringsfunctie Algemene dekkingsmiddelen Totaal saldo van baten en lasten Toevoeging / onttrekking reserves 1 Inwoners en bestuur 2 Economie en werkgelegenheid 3 Veiligheid
6.835
120.649
-113.814
34
123.365
-123.331
0
122.978
-122.978
-353
0
2.023
-2.023
0
2.666
-2.666
0
2.666
-2.666
0
238
2.090
-1.851
610
2.116
-1.506
621
2.269
-1.648
142
0
25.349
-25.349
0
25.545
-25.545
0
25.620
-25.620
74
-250
5.013
-5.263
0
7.144
-7.144
0
6.746
-6.746
-398
6.823
155.123
-148.300
644
160.836
-160.193
621
160.278
-159.658
-535
338.708
336.926
-1.782
360.261
346.591
-13.670
366.926
358.416
-8.509
5.161
87
831
-744
132
2.060
-1.928
135
1.571
-1.436
-493
799
1.352
-553
2.209
5.926
-3.716
2.171
4.280
-2.108
-1.608
0
172
-172
96
172
-76
96
0
96
-172
1.091
888
203
1.091
1.081
10
1.091
1.081
10
0
5 Bouwen, wonen en milieu
1.206
1.336
-130
2.658
8.963
-6.305
4.705
9.462
-4.757
-1.549
6 Participatie
1.010
809
201
1.035
846
189
1.134
841
293
-104
4 Onderwijs en jeugd
0
0
0
0
38
-38
0
1.412
-1.412
1.374
8 Sport en cultuur
7 Verkeer en vervoer
140
154
-14
140
1.196
-1.056
80
482
-402
-655
9 Openbaar gebied
249
1.011
-762
433
1.566
-1.133
604
2.433
-1.829
696
10 Zorg en Welzijn 11 Bedrijfsvoering en Inkomstenbronnen Toevoeging / onttrekking reserves Resultaat
0
0
0
810
1.400
-590
810
1.207
-397
-193
4.857
4.667
190
12.911
12.985
-74
13.656
12.914
742
-816
9.438
11.220
1.782
21.514
36.232
14.718
24.482
35.681
11.199
-3.520
348.146
348.146
0
381.775
382.823
1.048
391.407
394.097
2.689
1.641
35
5.2 De baten (inclusief reservemutaties)
5.3 De lasten (inclusief reservemutaties)
De totale baten € 394,0miljoen bestaan uit inkomsten en onttrekkingen aan reserves. De onttrekkingen aan de reserves bedragen € 35,6 miljoen. In totaal heeft de gemeente in 2014 € 358,4 miljoen aan inkomsten ontvangen. Elke gemeente in Nederland krijgt geld van het gemeentefonds. In 2014 bedroeg deze algemene uitkering voor Emmen € 123 miljoen. Dit is 32% van onze begroting. Ieder jaar betalen inwoners belasting aan de gemeente: Onroerend Zaak Belasting (OZB), rioolheffing en afvalstoffenheffing. In 2014 leverden deze belasting de gemeente ruim € 47,8 miljoen op. Ongeveer een vierde van de inkomsten krijgt de gemeente op het gebied van sociale zaken. De gemeente krijgt geld voor bijvoorbeeld uitkeringen en reïntegratie.
De totale lasten € 391,4 miljoen bestaan uit uigaven en stortingen in reserves. De stortingen in de reserves bedragen € 24,5 miljoen. In totaal heeft de gemeente Emmen in 2014 € 366,9 miljoen uitgegeven. Ruim een vierde van dit budget wordt besteed aan sociale zaken: dit betreft met name de bijstandsuitkeringen, de besteding van het reïntegratiebudget en de uitgaven in het kader van de sociale werkvoorziening.
Baten in procenten
Lasten in procenten
1. Inwoners en bestuur 2. Economie en werkgelegenheid 3. Veiligheid 4. Onderwijs en jeugd 5. Bouwen, wonen en milieu 6. Participatie 7. Verkeer en vervoer 8. Sport en cultuur 9. Openbaar gebied 10. Zorg en welzijn 11. Bedrijfsvoering en inkomstenbronnen
36
0,8% 1,2% 0,1% 11,2% 12,8% 24,4% 0,5% 0,9% 1,9% 1,3% 44,9%
In onderstaande diagrammen kunt u inzien hoe de verdeling van de baten en lasten is over de verschillende beleidsterreinen.
1. Inwoners en bestuur 2. Economie en werkgelegenheid 3. Veiligheid 4. Onderwijs en jeugd 5. Bouwen, wonen en milieu 6. Participatie 7. Verkeer en vervoer 8. Sport en cultuur 9. Openbaar gebied 10. Zorg en welzijn 11. Bedrijfsvoering en inkomstenbronnen
4,6% 2,8% 2,5% 15,2% 15,1% 29,2% 0,9% 4,8% 7,2% 11,2% 6,5%
5.4. Analyse van het resultaat In deze paragraaf analyseren wij het jaarrekeningresultaat op hoofdlijnen. Voordelen en nadelen die elkaar opheffen zijn niet genoemd. Bij de analyse wordt een grensbedrag van € 250.000 gehanteerd. V = Voordeel, N= Nadeel; bedragen x € 1.000.
Aansluiting begroot resultaat op resultaat Berap II Omschrijving
N
V
Voordeel uit Berap 2014-II
952
Besluiten met resultaateffect na vaststelling Berap II ( incl. overige kleine verschillen) Bijgesteld resultaat 2014
96 1.048
Verklaring verschil tussen saldo reservemutaties in de primitieve begroting en de begroting na wijziging (bedragen x € 1.000) Het verschil in het saldo reservemutaties bedraagt 12.936 (14.718 minus 1.782) en wordt op hoofdlijnen veroorzaakt door de volgende besluiten met betrekking tot onttrekkingen aan reserves: Verlagen kosten ten laste van reserve afvalstoffenheffing Aanvalsplan bouwen, duurzaamheid en jeugdwerkloosheid
600 4.934
Decentralisatieopgaven (3D’s)
830
Onderhoud sportaccomadaties en overige gebouwen
550
Uitvoering WWB uitkeringen
696
Saneren en dempen haven Tweeling
550
Bijdrage uit Bosa-fonds aan ISV kosten 2014
533
Bijdrage beplanting DPE
2.500
Inzet buffer algemene uitkering tbv bezuinigingsmaatregelen
2.028
Alleen de laatste post heeft effect op het exploitatieresultaat. De overige posten zitten budgettair neutraal in de begroting. Aan de (bestemmings)reserves worden toegevoegd; het rekeningresultaat, niet bestede bijdragen van derden voor investeringen en overschotten op exploitatie-onderdelen die budgettair neutraal zijn (riolering, afvalstoffen). Ook kan besloten worden voor specifieke doelen/activiteiten te reserveren. Onttrekkingen aan de reserves vinden plaats ter dekking van een negatief rekeningsaldo, ter egalisatie van een negatief saldo op riolering, afvalstoffen en ter dekking van investeringen/orders en éénmalige kosten.
37
Analyse resultaat (afwijkingen > € 250.000 in de jaarrekening) Omschrijving
N
V 500
1.200
1
De uitgaven in het kader van Emmen op Kop zijn volledig in de begroting geraamd met daartegenover een onttrekking aan de reserve. In werkelijkheid vinden de uitgaven gespreid over de jaren plaats. Derhalve ontstaat er hier een voordeel van € 500.000. Dit leidt echter ook tot een lagere onttrekking aan de reserve (nadeel onttrekking reserves € 500.000). De middelen blijven in de reserve beschikbaar voor de uitgaven van de komende jaren.
500
2
De stimuleringsregeling Glastuinbouw heeft in 2014 niet tot uitbetaling van subsidies geleid. In verband met mogelijke niet toegestane staatssteun zal de regeling worden aanpast en in 2015 opnieuw aan de Raad worden voorgelegd (nadeel bij onttrekking reserves € 1.200.000).
1.200
2
Onderuitputting op de exploitatiebudgetten Centrumvernieuwing Emmen. De belangrijkste oorzaken zijn: - door het later uitvoeren van het onderhoud en beheer plan CvE is een voordeel ontstaan (V100) - onderschrijding op rente en afschrijving doordat projecten later tot uitvoering komen dan gepland (V322) Voor het voordeel op exploitatiebudgetten is een resultaatbestemmingsvoorstel ingediend.
4
De systematiek van de financiering van onderwijs vereist dat het resultaat van baten en lasten wordt gestort/onttrokken in/ aan de onderwijsreserve. De reservemutatie komt tot uitdrukking op de balans conform BBV-regelgeving. Het nadeel wordt met name veroorzaakt door flankerend beleid.
4
Niet alle ontvangen gelden van het Centraal Orgaan opvang asielzoekersmiddelen zijn besteed. Voorgesteld wordt dit voordeel in te zetten voor een te verwachten uitbreiding van AZC-school “Hessellanden”wegens herontwikkeling en uitbreiding van de AZC gezinslocatie. Hiervoor zal een resultaatbestemmingsvoorstel ingediend worden.
271
4
In 2014 is door nieuwe subsidies, prijsbijstelling en aanpassing van de Gemiddelde Gewogen Leeftijd meer rijksvergoeding ontvangen dan begroot.
640
5
Nadelig saldo mutaties grondexploitaties gedeeltelijk verrekend met de reserve grondexploitatie (voordeel bij onttrekking aan reserve € 3.606.000)
5.360
3.606
5
Een nadeel in verband met verkoop Hoofstraat 6 te Emmen, afboeken boekwaarde en verkoopkosten. Een voordeel ontstaat door de verkoopopbrengst.
424
429
5
De uitgaven in het kader van het ‘Aanvalsplan Bouwen, Duurzaamheid en Jeugdwerkloosheid’ zijn volledig in de begroting geraamd met daartegenover een onttrekking aan de reserve . In werkelijkheid vinden de uitgaven gespreid over de jaren plaats (nadeel bij de onttrekkingen reserves € 3.191.000).
3.191
3.191
5
Taakstelling Emmen Revisited; nadeel is gemeld in kadernota 2014
250
5
Project saneren bodem en dempen haven industrieterrein de Tweeling dat gefinancierd wordt uit reserves is nog niet volledig uitgevoerd. De werkzaamheden worden volgtijdelijke aangepakt. Eerst de bodem saneren dan dempen. Het dempen van de haven zal in 2015 plaats vinden (nadeel bij onttrekking reserves € 327.000).
327
327
5
Het resultaat van de orderadministratie op milieugebied met een bijdrage van derden als dekking, per saldo neutraal (meerjarig lopende projecten met externe financiering).
340
340
38
418
539
Omschrijving
N
V 333
5
Meerjarig project “de Holdert – Domesta” is nog niet gereed. De daadwerkelijk gemaakte kosten in 2014 zijn aan de reserves onttrokken (nadeel bij onttrekking reserves € 333.000).
333
5
Afrekening rijksbijdrage bodemsanering 2005-2009. In 2010 is met het Rijk overeengekomen om de niet behaalde prestaties uit 2005-2009 door te schuiven naar de programmaperiode 2010-2014. De verantwoording van deze prestaties vindt derhalve in 2015 plaats. De bijdrage van het rijk is gekoppeld aan vooraf afgesproken prestaties op basis van een specifieke meetmethode. Hoewel de saneringsoperatie conform planning verloopt, zal uiteindelijk maximaal tussen de 80 en 90% van de afgesproken prestaties zijn behaald. Het Rijk kan dan ook besluiten tot terugvordering van een deel van de in deze periode verkregen bijdrage. In 2014 is het College geïnformeerd over de op handen zijnde verantwoording. Het bedrag van de mogelijke terugvordering was hierbij geraamd op €250.000. Op basis van de huidige inzichten in de werkelijk gerealiseerde prestaties is het bedrag van de mogelijke terugvordering verhoogd naar €500.000. Er wordt een resultaatbestemmingsvoorstel ingediend om het risico op terugbetaling te dekken uit de reserve bodemsanering.
500
5
De lagere opbrengst rioolheffing en hogere onderhoudskosten zijn gesaldeerd met lagere lasten voor beheer en onderhoud riolering. Dit saldo is als toevoeging aan de reserve verwerkt
314
6
De inzet van reïntegratietrajecten is maatwerk en is afhankelijk van bij de klant spelende factoren. Vooraf is moeilijk te bepalen welke instrumenten, en daarmee gemoeide budget en kosten, worden ingezet. Dit bedrag wordt meegenomen ter bepaling van de meeneemregeling Reïntegratiebudget 2014.
328
6
Door een teruggave van btw over re-integratiekosten 2011 (n.a.v. ingediend bezwaarschrift) is er een voordeel ontstaan op de verantwoording van reïntegratiekosten naar het ministerie van SZW.
568
6
Het resultaat WWB wordt berekent door het gemiddeld aantal uitkeringen te vermenigvuldigen met gemiddeld bedrag per uitkering. In de jaarrekening is er een voordeel geconstateerd doordat: • het gemiddeld aantal uitkeringen over 2014 gemiddeld 25 per maand lager lag dan begroot. Dat wordt veroorzaakt door een lagere instroom en hogere uitstroom aan het eind van het jaar dan verwacht. • Daarnaast is de uitbetaling van het gemiddeld bedrag aan uitkering per maand € 43,00 lager dan begroot. Het gemiddeld bedrag wordt met name bepaald door lokaal inkomensbeleid en de samenstelling van huishoudens.
511
6
BUIG: Door een lagere eindstand van het uitkeringsvolume is het resultaat beter. Hierdoor is minder bijdrage vanuit vangnet MAU 2014 beschikbaar.
6
De subsidie van de 5e tender ESF is op basis van de bij het Rijk ingediende eindverantwoording verwerkt. Vanwege de invoering van de 3 decentralisaties, is de verantwoording en afrekening van het participatiebudget ultimo 2014 gewijzigd. Het restantbedrag van de reserveregeling dient vrij te vallen tgv de exploitatie. Voor het totaal aan vrijgevallen specifieke reïntegratiemiddelen/doeluitkering is een resultaatbestemmingsvoorstel ad € 1.277.000 ingediend, voor besteding in 2015.
864 413
6
Van de subsidie van de 6e tender ESF, is vooruitlopend op afronding van de externe audits en de definitieve vaststelling, 75% verwerkt. Hiervoor is een resultaatbestemmingsvoorstel ingediend, om de middelen toe te voegen aan het reïntegratiebudget, mede in te zetten ter dekking van het investeringsplan 2015.
759
7
Resultaat op onderhanden (meerjarige) orders zoals Herstructurering bedrijventerrein ‘de Tweeling, Treinstation Zuid en Gedragsbeïnvloeding. Dit resultaat wordt gedekt uit bijdragen van derden en reserves.
1.400
1.374
8
Voordeel wordt grotendeels veroorzaakt door nog onderhanden zijnde opdrachten (Aquarena en renovatie sporthal Veenoord), waarbij nog onttrekkingen aan de reserves plaatsvinden gedurende 2015 (nadeel bij onttrekkingen reserves € 459.000).
459
459
8
Niet uitbetaalde subsidie aan CQ, wegens faillissement. Hiervoor zullen resultaatbestemmingsvoorstellen worden ingediend.
329
9
Bijdrage uit de reserve ter dekking nadelig saldo parkeren. De reserve is daarmee uitgeput, conform besluitvorming Berap-II 2014.
659
10
Vanwege het doorschuiven van activiteiten/lasten naar 2015 ontstaan lagere lasten Decentralisatieopgaven 3 D’s. Hierdoor is, na verrekening met de baten, ook de onttrekking aan de bestemmingsreserve Decentralisatieopgaven lager. Het restant wordt ingezet in 2015 voor dit doel.
11
In 2014 is door verschillende afdelingen incidenteel budget voor uitvoeringskosten 3D’s aangevraagd. Door diverse redenen is het budget niet geheel gebruikt in 2014. Voor een bedrag van € 268.000 zullen de kosten in 2015 worden gemaakt en zal hiervoor een resultaatbestemmingsvoorstel worden ingediend. Voor het restant ad € 179.000 zal ook een resultaatbestemmingsvoorstel worden ingediend met als doel het vullen van een algemene reserve decentralisatie-opgaven.
11
Lagere doorbelaste rente als gevolg van achterblijvende investeringen
438
11
In verband met de afwaardering leningen aan CQ (faillissement) wordt voor € 750.000 een voorziening getroffen.
750
11
Resultaat bedrijfsvoering ten gunste/laste van de reserve eenmalige kosten.
696
314
805
193
294
469
302
39
5.5 Wet normering bezoldiging topfunctionarissen De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen (hierna: WNT) is op 6 december 2011 door de Tweede Kamer aangenomen en is met ingang van 1 januari 2013 in werking getreden. De WNT stelt een maximum aan de bezoldiging van topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector. Voor gemeenten wordt de gemeentesecretaris en griffier als topfunctionaris gekwalificeerd. De WNT kent een openbaarmakingregime en een maximale bezoldigingsnorm. In onderstaande tabel worden deze gegevens gepubliceerd. De maximale bezoldigingsnorm (€ 230.474) wordt niet overschreden en behoeft niet verder toegelicht te worden.
40
Naam
Functie
Duurdienstverband
Omvang dienstverband
Beloning
Belastbare kostenvergoedingen
Voorzieningen betaalbaar op termijn
beëindiging uitkeringen
jaarbeëindiging
Motivering
A.J. Mewe
Gemeentesecretaris
Onbepaalde tijd 20-2-2015 eindigt
36 uur
€ 136.583
€0
€ 20.344.
Nvt.
Nvt.
Nvt.
F. Disch
Wnd. Gemeentesecretaris
2014 onbepaalde tijd. Waarneming eindigt 16-3-2015
36 uur
€ 114.967
€0
€ 18.876.
Nvt.
Nvt.
Nvt.
H.D. Werkman
Griffier
Onbepaalde tijd
36 uur
€ 95.863
€0
€ 15.845.
Nvt.
Nvt.
Nvt.
6. Balans met toelichting Balans per 31 december ACTIVA (bedragen * € 1.000)
Ultimo
Ultimo
2014
2013
Vaste activa Materiële vaste activa
340.798
315.119
Investeringen met economisch nut gronden uitgegeven in erfpacht overige investeringen met economisch nut
856
915
219.855
263.704
Investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing
67.972
0
Investeringen in openbare ruimte met maatschappelijk nut
52.115
50.501
Financiële vaste activa
109.196
80.389
Kapitaalverstrekkingen aan: deelnemingen
2.592
2.753
overige verbonden partijen
1.152
1.207
14.429
22.231
4.838
1.551
Leningen aan: woningbouwcorporaties deelnemingen overige verbonden partijen Overige langlopende leningen u/g Overige uitzettingen met looptijd > 1 jaar Bijdragen aan activa in eigendom van derden Totaal vaste activa
0
0
34.115
29.792
9.642
9.565
42.428
13.289 449.994
395.510
Vlottende activa Voorraden
59.289
65.191
Grond- en hulpstoffen niet in exploitatie genomen bouwgronden overige grond- en hulpstoffen Onderhanden werk, waaronder gronden in exploitatie Gereed product en handelsgoederen
34.653
0
24.603
27.377
33
73
Uitzettingen met rentetypische looptijd < 1 jaar Vorderingen op openbare lichamen
37.741
0
31.561
27.892
19.744
16.372
Rekening-courantverhoudingen met niet-financiele instellingen
2.058
1.893
Overige vorderingen
9.759
9.626
Liquide middelen
633
550
Kassaldi
20
8
Banksaldi
613
542
Overlopende activa Vooruitbetaalde bedragen Van Europese of Nederlandse overheden nog te ontvangen
35.167
33.489
17.148
16.052
9.561
11.151
8.458
6.286
voorschotbedragen specifieke uitkeringen Overige nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen Totaal vlottende activa
126.650
127.121
Totaal activa
576.643
522.630
41
PASSIVA (bedragen * € 1.000)
Ultimo
Ultimo
2014
2013
Vaste passiva Eigen vermogen
58.351
76.732
Algemene reserve
18.101
17.994
Bestemmingsreserve
37.560
54.296
Gerealiseerd resultaat
2.689
4.441
Voorzieningen Voorzieningen, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven
9.872 9.872
0 0
Vaste schulden met een rentetypische looptijd >= 1 jaar
405.787
349.082
Onderhandse leningen van: obligatieleningen binenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen binnenlandse banken en overige financiële instellingen overige binnenlandse sectoren Waarborgsommen Totaal vaste passiva
35.000
0
1.994
12.170
325.636
289.846
43.140
47.049
17
17 474.010
425.815
Vlottende passiva Netto-vlottende schulden met rentetypische looptijd < 1 jaar Schulden aan openbare lichamen Kasgeldleningen Banksaldi Overige schulden
55.245 1.982
25.000
20.000
6.636
4.315
22.602
23.358
Overlopende passiva Nog te betalen bedragen Van Europese of Nederlandse overheidslichamen ontvangen, nog te besteden specifieke uitkeringen Overige vooruitontvangen bedragen Totaal vlottende passiva
49.655
1.007
47.388
47.160
11.901
11.967
16.469
18.984
19.018
16.210
102.633
96.815
576.643
522.630
Totaal passiva Gewaarborgde geldleningen Garantstellingen
42
10.054
2.778
350.627
334.472
6.1 Toelichting op de balans Vaste activa Bij vaste activa wordt onderscheid gemaakt in immateriële, materiële en financiële vaste activa. Immateriële vaste activa zijn kosten gemaakt voor onderzoek en ontwikkeling van een bepaald actief. De materiële activa zijn stoffelijk van aard, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen investeringen met economisch nut en investeringen in openbare ruimte met maatschappelijk nut. De financiële vaste activa tenslotte omvatten kapitaalverstrekkingen, verstrekte geldleningen, vorderingen op lange termijn en bijdragen in activa van derden. De vermeerderingen en verminderingen van de vaste activa evenals de afschrijvingen/ afwaar¬deringen zijn nader gespecificeerd in de staat van activa. Deze staat van activa ligt ter inzage. Immateriële vaste activa Immateriële vaste activa zijn kosten gemaakt voor onderzoek en ontwikkeling van een bepaald actief. Gemeente Emmen heeft geen immateriële vaste activa. Materiële vaste activa De post materiële vaste activa wordt onderscheiden in: Boekwaarde per (bedrag * € 1.000)
31-12-14
31-12-13
856
915
219.855
263.704
Investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten heffing kan worden geheven
67.972
0
Investeringen in openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut
52.115
50.501
340.798
315.120
In erfpacht uitgegeven gronden Overige investeringen met economisch nut
Totaal
43
Het onderstaande overzicht geeft het verloop weer van de materiële vaste activa gedurende het jaar 20141:
(bedragen * € 1.000)
boekwaarde 31-12-13
corr. ivm heffing
afwaardering
boekwaarde 31-12-14
Gronden en terreinen
10.186
-292
366
0
43
0
10.216
3.029
0
3.106
0
98
0
6.037
123.690
-333
22.041
0
3.920
263
141.215
95.594
-59.652
1.620
-29
691
0
36.842
Grond-, weg-, en waterbouwkundige
afschrijving
Bedrijfsgebouwen
vermindering
Investeringen met economisch nut
Woonruimten
vermeerdering
werken Vervoermiddelen
0 1.776
0
-1.776
0
0
0
0
Machines, apparaten en installaties
13.014
-364
1.353
-110
1.886
0
12.007
Overige materiële vaste activa
16.415
-189
716
-1.826
1.578
0
13.538
263.704
-60.831
27.426
-1.966
8.216
263
219.854
Totaal
Investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven Gronden en terreinen
0
292
0
0
0
0
292
Bedrijfsgebouwen
0
333
2
0
13
0
322
Grond-, weg-, en waterbouwkundige
0
61.560
7.121
-191
1.585
0
66.904
werken
0
Machines, apparaten en installaties
0
364
0
0
90
0
274
Overige materiële vaste activa
0
193
0
0
13
0
180
Totaal
0
62.742
7.123
-191
1.701
0
67.972
2.465
0
0
0
0
0
2.465
0
0
0
0
0
0
0
45.618
-1.908
31.880
-25.924
2.353
0
47.313
1.572
0
66
0
126
0
1.512
846
-3
152
-84
84
0
826
50.501
-1.911
32.098
-26.008
2.562
0
52.115
Investeringen in openbare ruimte met maatschappelijk nut Gronden en terreinen Bedrijfsgebouwen Grond-, weg-, en waterbouwkundige werken Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa Totaal
Materiële vaste activa met een economisch nut zijn alle activa die bijdragen aan de mogelijkheid om middelen te genereren, bijvoorbeeld door het vragen van rechten, heffingen, leges of prijzen. Ook activa, waarbij de mogelijkheid bestaat om deze te verkopen behoren tot de activa met economisch nut. Het gaat om de mogelijkheid de activa te verkopen, niet om de vraag of de gemeente het actief ook daadwerkelijk wil verkopen. Dit betekent onder andere dat alle gebouwen een economisch nut hebben; er is immers een markt voor gebouwen. De totale boekwaarde van de activa met economisch nut bedraagt eind 2014 € 287 miljoen. Activa die vallen onder bedrijfsgebouwen betreffen hoofdzakelijk gemeentelijke huisvesting aan het Raadhuisplein, huisvesting werkplein ZO Drenthe, de praktijkschool, scholen, sporthallen, het zwembad en de brandweerkazerne. Een deel van de investeringen van het project Atalanta zijn opgenomen onder overige materiële vaste activa Als gevolg van het afzonderlijk presenteren van investeringen in riool en begraven, zijnde investeringen met economisch nut en investeringen in openbare ruimte met maatschappeljik nut gereclassificeerd naar investeringen met economisch nut waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven.
1
44
In de onderstaande tabel zijn de belangrijkste investeringen weergegeven die in het boekjaar 2014 zijn geactiveerd (bedragen > 1 mln). (bedragen * € 1.000)
verleend krediet totaal
Investeringen met economisch nut
Werkelijk besteed in 2014
Cumulatief besteed in 2014
Theater - Wereld van de Ontmoeting
48.066
9.759
11.961
Esdalcollege Klazienaveen
11.445
11.445
11.445
Woonwagenwoningen kleine woonwagens
4.796
3.106
3.106
Ongel.vl.aansl.Statenw./Stadionw.-Rondw.
8.500
4.064
6.121
GRP 2010 - 2014
18.804
5.445
17.590
Totaal
91.611
33.818
50.223
Investeringen in openbare ruimte met maatschappelijk nut
Tunnel Hondsrugweg
41.566
10.622
23.982
Totaal
41.566
10.622
23.982
Financiële vaste activa Financiële vaste activa kunnen worden onderscheiden in kapitaalverstrekkingen, leningen en bijdragen aan activa in eigendom van derden. Voorzieningen die getroffen zijn om eventueel de oninbaarheid van vorderingen op te vangen, worden in de balans rechtstreeks verantwoord onder financiële vaste activa. Het verloop van de financiële vaste activa gedurende het jaar 2014 wordt in onderstaand overzicht weergegeven. (bedragen * € 1.000) Kapitaalverstrekkingen aan: •
deelnemingen
•
gemeenschappelijke regelingen
•
overige verbonden partijen
boekwaarde 31-12-13
corr. begin balans
vermeerdering
afwaardering
afschrijving /aflossing
boekwaarde 31-12-13
voorziening
balans waarde 31-12-13
4.553
-161
0
0
4.392
1.800
2.592
0
0
0
0
0
0
0
1.207
-54
0
0
1.152
0
1.152
22.231
0
0
7.802
14.429
0
14.429
0
0
0
4.838
0
4.838
0
0
0
0
0
0
9.258
0
894
34.887
750
34.137
-19
-2
0
2
-22
0
-22
9.565
77
0
0
9.642
0
9.642
Bijdragen activa in eigendom derden
13.289
35.004
4.471
1.395
42.428
0
42.428
Totaal
82.189
44.122
4.471
10.094
111.746
2.550
109.196
Leningen aan: •
woningbouwcorporaties
•
deelnemingen
•
overige verbonden partijen
Overige langlopende leningen Voorziening GKB Overige uitzettingen met een looptijd > 1 jaar
1.551
3.287
0 29.811
-3.287
0
Voor de kapitaaldeelname in het Stadionbedrijf Emmen ad € 1,8 mln. is voor hetzelfde bedrag een voorziening gevormd. De redenen hiervoor zijn dat het eigen vermogen van het Stadionbedrijf volgens de meest recente jaarrekening slechts € 120.000 is en de begroting geen ruimte biedt om het eigen vermogen te laten groeien.
45
De aflossing van de lening aan woningbouwcorporaties heeft betrekking op de aflossing van de achtergestelde leningen aan Lefier en Domesta. De gemeente is aangesloten bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Indien een woningbouwcorporatie niet aan de verplichtingen kan voldoen, kan deze een beroep doen op dit fonds. De vermindering van de overige langlopende leningen heeft voornamelijk betrekking op aflossing van leningen door de openbare bibliotheken, de zorginstelling Stichting Holdert/Leveste en de dorpsen wijkcentra. In verband met de afwaardering van de lening aan CQ (faillissement) wordt voor € 750.000 een voorziening getroffen. De voorziening GKB ad € 22.000 is getroffen op het totaal uitstaand lening bedrag van € 146.000. Aan DPE is een achtergestelde lening verstrekt van € 12,5 miljoen. Daarnaast is in 2010 een overbruggingskrediet van maximaal € 22 miljoen beschikbaar gesteld. In 2014 is aan DPE conform de overeengekomen procedure in het kader van het overbruggingskrediet voor een bedrag van € 3,8 miljoen aan aanvullende middelen verstrekt. Deze leningen zijn verantwoord onder de overige lang lopende leningen. De overige uitzetting met een looptijd langer dan één jaar betreft de vordering op Stivam en de vordering op de verstrekte geldleningen aan Enexis. De vermeerdering van de bijdrage activa in eigendom van derden betreft de aan DPE verstrekte voorschotten op de verplaatsingskostenvergoeding en bomen en planten. Dit loopt tot en met 2016 op tot € 65,5 miljoen. De afwaardering betreft de bijdrage uit de bestemmingsreserve Atalanta ter dekking van de voorschotten op de schadeloosstelling à fonds perdu. De vermeerderingen en verminderingen van de financiële vaste activa worden in de staat van activa (kapitaalverstrekkingen en bijdragen aan activa in eigendom van derden) en in de staat van geldleningen nader gespecificeerd. Deze staten liggen ter inzage.
46
Vlottende activa Voorraden De voorraden maken deel uit van de vlottende activa en worden uitgesplitst naar de volgende categorieën: Boekwaarde per (bedrag * € 1.000)
31-12-13
31-12-12
34.653
37.741
0
0
Totaal
34.653
37.741
Onderhanden werk, w.o. bouwgronden in exploitatie
24.603
27.377
33
73
59.289
65.191
Grond- en hulpstoffen gespecificeerd naar: niet in exploitatie genomen bouwgronden overige grond- en hulpstoffen
Gereed product en handelsgoederen Totaal
Van de niet in exploitatie en in exploitatie genomen bouwgronden kan het volgende overzicht worden gegeven: (bedragen * € 1.000)
boek waarde 31-12-13
Niet in exploitatie genomen bouwgronden
van/naar gronden in exploitatie
inves tering
verkopen opbrengst bijdragen
winst uitname
boek waarde 31-12-14
voorziening
balans waarde 31-12-14
Stads- en dorpsvernieuwing
24
-19
38
338
412
-707
462
-1.169
Stads- en dorpsuitbreiding
33
0
2
0
35
0
0
0
19.625
0
818
0
0
20.442
327
20.115
0
0
0
0
0
0
0
0
Overige gronden
29.165
0
-249
4.289
0
24.627
8.920
15.706
Totaal
48.846
-19
609
4.627
447
44.362
9.709
34.653
Industrie- en bedrijventerreinen Tuinbouw
In exploitatie genomen bouwgronden Stads- en dorpsvernieuwing
-6.728
0
3.636
2.212
-1.749
-3.554
1.050
-4.604
Stads- en dorpsuitbreiding
10.452
19
1.043
2.034
-396
9.875
3.984
5.891
Industrie- en bedrijventerreinen
36.046
0
2.962
0
-109
39.117
15.801
23.316
Tuinbouw
0
0
0
0
0
0
0
0
39.769
19
7.640
4.246
-2.255
45.438
20.835
24.603
Totaal
Totaal boekwaarde 31-12-2013
44.506
Nog te maken kosten
41.450
Nog te verwachten opbrengsten
101.432
Verwacht exploitatiereslutaat (-/- = voordelig)
-15.476
Onder overige gronden wordt verstaan de strategische grondvoorraad, de compensatiegronden, verspreide gronden en gronden voormalige sportaccommodaties en opgeheven complexen. Om een project te kunnen realiseren moeten er investeringen worden gedaan en opbrengsten worden gegenereerd. Elk jaar bij de herziening wordt per grondexploitatie bezien of de ramingen van de nog te realiseren kosten en opbrengsten reëel zijn. Verwacht wordt dat er per 1 januari 2015 nog voor € 41,5 miljoen moet worden geïnvesteerd en voor € 101,4 miljoen aan opbrengsten moet worden gegenereerd. De voorziening is in 2014 gestegen naar € 30,5 miljoen.
47
Uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of minder De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden: (bedragen * € 1.000)
Boekwaarde 31-12-14
voorziening oninbaar heid
balans waarde 31-12-14
balans waarde 31-12-13
19.744
0
19.744
16.372
0
0
0
0
2.058
0
2.058
1.893
Overige vorderingen
16.911
7.153
9.759
9.626
Totaal
38.714
7.153
31.561
27.892
Vorderingen openbare lichamen Verstrekte kasgeldleningen Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen
Vorderingen op openbare lichamen (bedragen * € 1.000) Debiteur ministerie OCenW en SoZaWe BTW Compensatiefonds BTW
408 1.475 16.207
Gemeentes Overige vorderingen op de belastingdienst Totaal
4 1.651 19.744
Overige vorderingen (bedragen * € 1.000) Debiteuren
2.815
Bijstand debiteuren WWB
6.389
Belastingdebiteuren
3.830
Vordering verkoop vennootschap BV
3.591
Overige vorderingen Totaal
287 16.911
De voorziening voor de oninbaarheid van vorderingen heeft betrekking op de volgende voorzieningen: Voorziening oninbaarheid (bedragen * € 1.000) voorziening dubieuze debiteuren
658
voorziening dubieuze debiteuren belastingen
371
voorziening bijstandsdebiteuren
4.328
voorziening op vordering verkoop vennootschap B.V. (Essent)
1.795
Totaal
7.153
Bij de verkoop van de aandelen Essent in 2009 heeft de gemeente een vordering gekregen op Verkoop Vennootschap BV van bijna € 7,2 miljoen. Deze vennootschap is in het leven geroepen om allerlei claims van RWE af te handelen. Voorzichtigheidshalve is destijds een voorziening getroffen voor het hele bedrag van de vordering. In 2011 is 50% van de vordering afgewikkeld € 3,6 miljoen. In 2013 is nogmaals de helft van het restsaldo van de voorziening vrijgevallen op basis van de inschatting dat de restclaims niet materieel zullen zijn. Dit resulteert in een stand van de voorziening ultimo 2014 van € 1,795 miljoen.
48
Schatkistbankieren Decentrale overheden zijn verplicht om hun overtollige middelen in ‘s Rijks schatkist aan te houden. Om het dagelijkse kasbeheer te vereenvoudigen is er een drempelbedrag, afhankelijk van het begrotingstotaal, dat buiten de schatkist mag worden gehouden. Het drempelbedrag is gelijk aan 0,75% van het begrotingstotaal indien het begrotingstotaal lager is dan € 500 miljoen. Indien het begrotingstotaal hoger is dan € 500 miljoen is de drempel gelijk aan € 3,75 miljoen plus 0,2% van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat. De drempel is nooit lager dan € 250.000. De benutting van het drempelbedrag wordt berekend als gemiddelde over alle dagen in het kwartaal. Gemiddeld mag een decentrale overheid dus maximaal het drempelbedrag buiten de schatkist hebben gehouden. De benutting van het drempelbedrag in 2014 kan als volgt worden weergegeven: De benutting van het drempelbedrag in 2014 kan als volgt worden weergegeven:
(x € 1.000)
1. Begrotingstotaal
349.000
2.
Drempelbedrag (0,75% * het begrotingstotaal)
2.618
3. - - - -
Kwartaalcijfer op dagbasis buiten ’s Rijks schatkist aangehouden middelen: 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
38 562 1.094 1.781
4.
In geen van de kwartalen is het drempelbedrag overschreden.
Liquide middelen Liquide middelen maken net als voorraden en vorderingen onderdeel uit van de vlottende activa. Voor liquide middelen geldt dat alleen positieve en negatieve bank- en girosaldi gesaldeerd mogen worden als de betreffende rekening behoren tot eenzelfde bank. Boekwaarde per (bedrag * € 1.000)
31-12-14
31-12-13
Kassaldi
20
8
Banksaldi
613
542
Totaal
633
550
31-12-14
31-12-13
17.148
16.052
Van Europese en Nederlandse overheidslichamen te ontvangen voorschotten op specifieke uitkeringen
9.561
11.151
Overig nog te ontvangen bedragen
8.458
6.286
35.167
33.489
Overlopende activa De post overlopende activa kan als volgt onderscheiden worden: Boekwaarde per (bedrag * € 1.000) Vooruitbetaalde bedragen
Totaal
De in de balans opgenomen nog van Europese en Nederlandse overheidslichamen te ontvangen voorschotten op specifieke uitkeringen betreffen projecten als treinstation zuid, ESF 2007-2013, Runde Emmer-Compascuum, Rotondes en verdubbeling Nieuw-Amsterdamsestraat en Regionaal actieplan jeugdwerkloosheid 2001-2011.
49
Vaste passiva Reserves Het in de balans opgenomen eigen vermogen bestaat uit de volgende posten: Boekwaarde per (bedrag * € 1.000)
31-12-14
31-12-13
18.101
17.994
Bestemmingsreserve
37.560
54.297
Gerealiseerd resultaat
2.689
4.441
58.351
76.732
Algemene reserve
Totaal
Het verloop in 2014 wordt in onderstaand overzicht per reserve weergegeven. (bedragen * € 1.000) Budgettaire algemene reserve (BAR) Vrije algemene reserve (VAR) Weerstandsdeel algemene reserve (WAR) Totaal
Boekwaarde 31-12-13
toevoeging
onttrekking
boekwaarde 31-12-14
9.744
3.349
2.987
10.107
762
2.942
3.196
507
7.487
0
0
7.487
17.994
6.291
6.183
18.101
Voor de BAR en de VAR worden de onttrekkingen en stortingen > € 250.000 weergegeven: Onttrekking aan de BAR / VAR betreft de volgende posten VAR: Afsluiten station Zuid
1.374
VAR: onttrekking ten behoeve van Atalanta
1.000
VAR: niet ontvangen Stidug subsidie
393
VAR: bijdrage IMOP
284
Storting in de BAR / VAR VAR: verkoop aandelen Attero
1.157
VAR: storting 1 miljoen
1.000
VAR: dimpact 11 fte
440
BAR: rekeningsresultaat 2013
3.249
Het verschil in de geraamde reservemutaties tussen de primitieve begroting en de begroting na wijziging wordt verklaard in hoofdstuk 5.4. Voorzieningen De notitie riolering zorgt voor nieuwe regelgeving in de BBV. Ingaande de jaarrekening 2014 moeten de bestemmingsreserves waarin heffingen ter bestrijding van de kosten worden geheven, als voorziening op de balans worden gepresenteerd.
Boekwaarde 31-12-14
103
Voorziening riolering
9.605
Voorziening begraafplaatsen
164
9.872
Boekwaarde per (bedrag * € 1.000) Voorziening afvalstoffenheffing
Totaal
50
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer De onderverdeling van de in de balans opgenomen langlopende schulden is als volgt: Boekwaarde per (bedrag * € 1.000)
31-12-14
Onderhandse leningen
31-12-13
obligatielening binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen binnenlandse banken en overige financiële instellingen openbare lichamen overige binnenlandse sectoren
Waarborgsommen
Totaal
35.000
0
1.994
12.170
325.636
289.846
43.000
46.800
140
35.249
17
17
405.787
384.083
De rentelast in 2014 bedraagt € 11.328.783 In onderstaand overzicht wordt het verloop weergegeven van de vaste schulden over het jaar 2014 (bedragen * € 1.000) Obligatielening Pensioenfondsen en verzekeringsinst. banken en overige financiele instellingen overige sectoren Waarborgsommen Totaal
saldo 31-12-13
correctie beginbalans
vermeer dering
aflossing
boekwaarde 31-12-14
0
35.000
0
0
35.000
12.170
0
10.176
1.994
289.846
65.000
29.209
325.636
47.049
-35.000
31.200
110
43.140
17
0
0
0
17
349.082
0
96.200
39.496
405.787
Ten opzichte van voorgaand jaar zijn de langlopende schulden toegenomen met bijna € 57 mln. In 2014 is er voor een totaal bedrag van € 65 mln. opgenomen bij de BNG en € 31 mln. bij verzekeringsmaatschappijen en overige geldgevers.
51
Vlottende passiva Onder vlottende passiva zijn opgenomen: Boekwaarde per (bedrag * € 1.000)
31-12-14
31-12-13
Schulden < 1 jaar
55.245
49.655
Overlopende passiva
47.388
47.160
102.633
96.815
Totaal
Kortlopende schulden De in de balans opgenomen netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden: Boekwaarde per (bedrag * € 1.000) Openbare lichamen
31-12-14
31-12-13
1.007
1.982
Kasgeldleningen
25.000
20.000
Bank- en girosaldi
6.636
4.315
Overige schulden
22.602
23.358
Totaal
55.245
49.655
De post overige schulden kan als volgt gespecificeerd worden: Overige schulden (bedragen * €1.000) Crediteuren
14.750
Te betalen loonheffing en sociale lasten
6.017
Nog te verhalen posten Gemeentelijke Kredietbank
347
Overig
1.488
Totaal
22.602
Overlopende passiva De specificatie van de post overlopende passiva is als volgt: Boekwaarde per (bedrag * € 1.000)
31-12-14
31-12-13
Vooruitontvangen bedragen
19.018
16.210
Van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen, nog te besteden voorschotten op specifieke uitkeringen
16.469
18.984
Nog te betalen bedragen
11.901
47.160
Totaal
47.388
47.160
De in de balans opgenomen van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen, nog te besteden voorschotten op specifieke uitkeringen betreffen projecten zoals Onderwijs, Brede school – sociale alliantie – impuls jongeren en veiligheid, ESF 2007 – 2013, Reintegratie doelgroep 55+ Drenthe werkt, toegankelijkheid bushaltes en regionaal actieplan jeugd.
52
Overige financiële verplichtingen Waarborgsommen en garanties Het in de balans opgenomen bedrag voor verstrekte waarborgen aan natuurlijke- en rechtspersonen kan als volgt naar de aard van de geldlening gespecificeerd worden: oorspr. bedrag
perc. borg stelling
boek waarde 31-12-14
boek waarde 31-12-13
eind datum
9.000
100%
205
401
2015
382
100%
9
12
2015
Diverse
40
100%
0
4
2014
VV Klazienaveen sportstimulering
30
100%
21
24
2021
Rekening Courant DPE
2.270
100%
2.270
2.270
2015
Rekening Courant DPE
0
100%
7.500
0
2016
60
100%
19
27
2019
100
100%
30
40
2017
10.054
2.778
Aard/omschrijving (bedrag * € 1.000) Bouw Diaconessenhuis Tuinbouwstimulering
TC Bargeres sportstimulering ST TC Emmen sportstimulering Totaal
11.882
53
De gemeente Emmen staat sinds 2005 borg voor het rekening courantkrediet van DPE bij de Rabobank. Dit krediet van DPE bedraagt maximaal € 2,27 mln. In relatie tot deze borgstelling heeft de gemeente Emmen hypothecaire zekerheid gevestigd, met een recht van eerste koop, op de locatie Hoofdstraat. Op de borgstelling van € 7,5 mln. bestaat het recht van hypotheek op de grond van het nieuwe Wildlands Adventure Zoo Het in de balans opgenomen bedrag voor verstrekte garanties bestaat uit de volgende garantstellingen: garantie bedrag
Omschrijving
31-12-14
(bedrag * € 1.000) WSW Interparis/wooncom/woonzorg: woningbouw
341.849
Nationale Hypotheekgarantie
8.778
Aandeel in garantiestelling Vaarverbinding Erica - Ter Apel
0
Totaal
350.627
Langlopende financiële verplichtingen De gemeente is voor een aantal toekomstige jaren verbonden aan verschillende, niet uit de balans blijkende, financiële verplichtingen. Hieronder volgt een opsomming van de belangrijkste van deze verplichtingen Omschrijving (bedrag * €1.000)
ingangs datum
huur/lease bedrag
looptijd in jaren
opmerking
Gemeentewinkel Klazienaveen
1-07-10
38
10
verlenging 5 jaar (optie)
Gemeentewinkel Emmer Compascuum
1-07-04
13
5
verlenging per jaar
100
5
met een mogelijkheid tot verlening van 5 jaar
Huur 'De Fabriek' CBK 1-08-14 Dislocatie Vreding 2
1-01-10
Lease wagenpark
23
verlenging per jaar tot 31 mrt 2015
806
4
Huur wagenpark
21
4
Huur ruimte van KvK bij Stenden Hogeschool
24
2-02-09
Mercedes bus lease
23-06-03
16
12
Toyota personenauto lease
17-05-10
5
6
1.046
Totaal
54
exclusief brandstof, contract 1 jaar verlengd
Bezoekadres: Raadhuisplein 1 7800 RA Emmen Telefoon: 14 0591 Website: www.emmen.nl
Eindredactie Team Communicatie Postbus 30001 7800 RA Emmen
Tekst Gemeente Emmen
Opmerkingen en vragen
[email protected] of tel. 14 0591
Vormgeving en productie Team Communicatie CR45664
Uitgave Gemeente Emmen