Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Jaarverslag 2006 Ruimte voor actie
6 maart 2007
Colofon
Datum 6 maart 2007 Coördinatie en productie Eenheid Middelen Eenheid Bestuurlijke Aangelegenheden, team Communicatie Fotografie Job Boersma, Zwolle Digitale druk Molenberg Repro, Zwolle Vormgeving meindertsma reclame, Zwolle Adresgegevens Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88
[email protected] www.overijssel.nl
Inhoudsopgave 1
Inleiding
7
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12
Verantwoording per programma Programma Bestuur Programma Economie en Innovatie Programma Water Programma Ruimte Programma Wervende steden Programma Landelijk gebied Programma Zorg Programma Cultuur, Maatschappelijk Ontwikkeling en Integratie Programma Milieu Programma Bereikbaarheid Programma Veiligheid Provinciemonitor
11 11 25 35 43 53 59 75 83 89 99 107 113
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
Paragrafen Inleiding Provinciale heffingen Weerstandsvermogen Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid
115 115 115 119 124 126 129 138 143
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10
Financiële rekening Grondslagen van waardering en resultaatsbepaling Balans Toelichting op de balans Staat van baten en lasten Toelichting op de staat van baten en lasten Single Information, Single Audit (SISA) Actiefonds Nieuw beleid, beleidsintensiveringen en overige incidentele middelen Investeringen Detailoverzicht baten en lasten
145 145 146 148 165 166 175 176 184 186 190
5 5.1 5.2 5.3
Provinciale organisatie Provinciale Staten Dagelijks bestuur Organisatie
209 209 210 212
Accountantsverklaring
215
Bijlage A - Nieuw Beleid Bijlage B - Single Information, Single Audit (SISA) Bijlage C - Jaarverslag Kwaliteitseisen milieuhandhaving 2006
219 242 244
Verklarende Woordenlijst
255
Jaarverslag 2006
3
4
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
6
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Hoofdstuk 1
Inleiding Met het jaarverslag 2006 leggen wij verantwoording af over ons handelen, en de resultaten daarvan, in het afgelopen jaar. Het jaar 2006 is het laatste volle jaar van het Onderhandelingsakkoord 2003 – 2007. Wij hebben ons daarom niet beperkt tot alleen een verslag over het afgelopen jaar. We geven ook een overzicht van de resulaten die we hebben behaald op de ijkpunten die in het Onderhandelingsakkoord zijn afgesproken. Wij vinden het als provinciebestuur belangrijk om expliciet te zijn over de resultaten van onze daden en daarover verantwoording af te leggen. Wij sluiten aan bij de Programmabegroting 2006 wat betreft de rapportage op meetbare en toetsbare termen. In algemene zin kunnen we zeggen dat veel beleidsdoelen uit het Onderhandelingsakkoord gerealiseerd zijn of dat de voortgang vergevorderd is. In het programmaverslag gaan we per programma in op de vraag of en in hoeverre de concrete afrekenbare beleidsinhoudelijke doelen (effecten en prestaties) uit de begroting 2006 inderdaad zijn bereikt. Zoals al gezegd, veel doelen zijn behaald gedurende de bestuursperiode. Een aantal aansprekende resultaten willen we hieronder graag noemen, waarbij we de programma-indeling uit hoofdstuk 2 volgen. In 2006 is de visie over de toekomst van het middenbestuur vastgesteld in ‘De vitale coalitie van de provincie Overijssel’. Wij hebben aan deze visie al concreet invulling gegeven via gebiedsgericht werken en bestuurlijke samenwerking met andere overheden. Een externe evaluatie van gebiedsgericht werken heeft een overwegend positief beeld opgeleverd. In 2006 is in het kader van ontbureaucratisering en deregulering het aantal provinciale regelingen sterk teruggebracht (van 170 tot 30 regelingen). Het aantal via stimuleringsregelingen en leerbanen gecreëerde arbeidsplaatsen is aanzienlijk hoger dan wij hadden voorzien. Mede dankzij een kentering in de conjunctuur is er in 2006 weer sprake van een groei van de werkgelegenheid, na een daling in 2004 en 2005. De revitalisering van bedrijventerreinen is in gang gezet.
De planologische kernbeslissing ‘Ruimte voor de Rivier’ is vastgesteld door de Tweede Kamer. Dankzij onze inspanningen hebben de Overijsselse voorkeuren daarin een goede plaats gekregen. Het onderwerp ‘water’ was in de uitwerking van de Reconstructie al een belangrijke plaats toebedeeld. Deze lijn is in 2006 doorgezet bij de voorbereiding van het Investeringsbudget Landelijk Gebied. In 2006 is een programma Ruimtelijke Kwaliteit uitgewerkt, waarmee de komende jaren dit onderwerp verder gebracht kan worden. In dit kader zijn de regelingen Rood voor Rood / Vrijkomende Agrarische Bedrijfgebouwen, net als in 2005, succesvol geweest. De laatst beschikbare CBS-cijfers van november 2006 geven aan dat de opgaande lijn in de woningbouw (stad en platteland), die in 2004 begon, zich heeft doorgezet. Onze inspanningen als aanjager bij de totstandkoming en/of initiëring van projecten heeft vruchten afgeworpen, die ook de komende jaren nog geplukt kunnen worden. De uitvoering van de convenanten met de vijf grote steden en netwerksteden ligt op schema. De in 2005 ingezette versnelling van de Reconstructie heeft er toe geleid dat ook in 2006 een groot aantal projecten is gestart. De beschikbare bestedingsruimte is eind 2006 vrijwel geheel vastgelegd. De doelstelling voor eind 2006 met betrekking tot de Ecologische Hoofdstructuur is bijna gerealiseerd, zowel voor aankoop als voor particulier beheer. In 2006 zijn de wachtlijsten in de Jeugdzorg teruggedrongen. Eind 2006 was de prestatieafspraak gehaald die was verbonden aan de inzet van de incidentele extra Rijksmiddelen (Ross-gelden), namelijk dat geen enkel kind langer dan 9 weken op de geïndiceerde zorg hoeft te wachten. Het huisartsentekort dat aan het begin van de bestuursperiode dreigde te ontstaan is, mede dankzij de brede provinciale inzet, geen realiteit geworden.
Jaarverslag 2006
7
Onze inzet in de afgelopen jaren heeft geleid tot modernisering van een groot aantal bibliotheken, waardoor deze instellingen beter ingericht zijn op het voor het publiek beschikbaar stellen van informatie in verschillende vorm. In 2006 is een succesvolle pilot uitgevoerd ter voorbereiding van de omgevingsvergunning voor Koninklijke Ten Cate in Nijverdal. Bij bodemsanering zijn meer verontreinigde locaties gesaneerd dan was gepland. De sanering van asbestwegen is weer vertraagd en nog niet in uitvoering genomen. In 2006 zijn de resterende projecten uit het Regionaal MobiliteitsFonds (RMF) succesvol en binnen de gestelde termijn afgerond. Er is veel voortgang geboekt met het programma KostenEffectieve Maatregelen (KEM) waarbij verkeersveiligheidsdoelen en onderhoudsactiviteiten gecombineerd worden. De herinrichting van bushaltes (halteplan) is vergevorderd. De netwerkanalyses zijn vastgesteld. Mede door onze inspanningen is de herinrichting van de N50 ZwolleKampen nog in 2006 door het Rijk uitgevoerd. De risicokaart voor professionele gebruikers bij de overheid is in 2006 opgeleverd. De projecten Veelplegers en Echt-rechtconferentie zijn goed ontvangen en door het Rijk in het reguliere aanbod en beleid opgenomen. Op de website www.watdoetjeprovincie.nl worden de eerste resultaten gepresenteerd van de Provinciemonitor. Deze monitor is ontwikkeld in opdracht van het bestuur van het Interprovinciaal Overleg (IPO). Doel is de verbetering van de zichtbaarheid van de provincies als middenbestuur. Als eerste aanzet op de ontwikkeling van de Provinciemonitor is in 2005 begonnen met een pilot. Voor de beleidsterreinen Wonen en Ruimtelijke Ordening, Jeugdzorg, Water en Milieu zijn in totaal 30 indicatoren benoemd. Wij hebben de Provinciemonitor, in lijn met provinciebrede afspraken, niet meer afzonderlijk in ons jaarverslag opgenomen. Op het gebied van beleidsevaluatie en -verantwoording heeft de Rekenkamer-Oost, een samenwerkingsverband met de provincie Gelderland, onderzoeken gedaan naar het verdrogingsbeleid en naar Wonen, zorg en welzijn. In 2006 hebben we twee technische posten verwerkt die niet direct zijn gerelateerd aan het gevoerde beleid in dit jaar maar toch een aanzienlijk effect op
8
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
het resultaat hebben (in totaal € 25,5 miljoen). Hierdoor is het saldo over 2006 ten opzichte van de begroting uitgekomen op € 44,3 miljoen. Zonder deze posten bedraagt het saldo € 18,8 miljoen, wat een lichte verslechtering betekent in vergelijking met 2005 (€ 15,6 miljoen). Er is voor een totaal van € 40,1 miljoen aan voorstellen voor resultaatbestemming ingediend, waarvan € 31,4 miljoen voor mutaties bestemmingreserves die al in de jaarrekening zijn verwerkt. Na aftrek van de ingediende voorstellen tot resultaatbestemming sluit de rekening met € 4,2 miljoen (2005: € 6,4 miljoen). Dit bedrag wordt toegevoegd aan de Algemene Dekkingsreserve. Wij besteden al heel veel aandacht aan onze planning & controlcyclus, en dat zullen wij uiteraard ook blijven voortzetten in de toekomst. Maar de resulaten die wij over 2006 presenteren maken het ook nodig om te bezien of wij het financiële instrumentarium moeten aanpassen. In 2006 hebben de ambtelijke organisatie en het college van Gedeputeerde Staten hun intrek genomen in het gerenoveerde provinciehuis. Het bestuursgedeelte zal begin 2007 in gebruik worden genomen, waarmee de renovatie is voltooid. De werkomgeving is aangepast aan de eisen die de toekomst aan ons als provincie zal stellen. Het nieuwe kantoorconcept stelt de organisatie in staat op een opener wijze, meer gericht op samenwerking, te komen tot realisatie van de doelen. In 2006 is ook een start gemaakt om benodigde compententies, die nog onvoldoende aanwezig zijn in onze eigen organisatie, van buitenaf aan te trekken in het kader van de Kwaliteitsimpuls. In hoofdstuk 2 is het programmaverslag opgenomen, waarin per programma wordt aangegeven welke externe ontwikkelingen in 2006 hebben gespeeld die van invloed zijn geweest op ons presteren, welke resultaten in 2006 zijn bereikt, wat daarvoor gedaan is en wat de beleidsuitvoering heeft gekost. Hoofdstuk 3 bestaat uit een aantal verplichte paragrafen op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording. In deze paragrafen gaan wij o.a. in op het weerstandsvermogen, bedrijfsvoeringsaspecten en de financieringssituatie. In hoofdstuk 4 is de financiële rekening opgenomen en ten slotte volgt in hoofdstuk 5 een overzicht van de provinciale organisatie. Gedeputeerde Staten van Overijssel
10
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Hoofdstuk 2
Verantwoording per programma 2.1 Programma Bestuur 2.1.1 Inleiding De provincie Overijssel gaat onverminderd door op de weg naar een modernere overheid die zich richt op het bereiken van reële maatschappelijke effecten. Dat kan alleen met inbreng van mede-overheden, externe partijen en burgers. Deregulering, ontbureaucratisering, maar ook een goede relatie met medeoverheden en een interbestuurlijk toezicht dat erkend meerwaarde heeft, dragen bij aan vergroten van de kwaliteit van het openbaar bestuur. In eigen huis gaat het hierbij dan om de kwaliteitsimpuls, stroomlijning van processen, versterken van de beleidsinformatiefunctie en juridische kwaliteit. In 2006 is de visie vastgesteld over de toekomst van het middenbestuur in ‘De vitale coalitie van de provincie Overijssel’. In deze visie doen we een oproep aan maatschappelijk en bestuurlijke partners tot het aangaan van vitale coalities. De schaal en deskundigheid van de provincie maken het mogelijk om diverse maatschappelijke vraagstukken en een veelheid aan partijen met elkaar te verbinden. Wij hebben aan deze visie in 2006 al concreet invulling gegeven. Binnen het programma Bestuur gaat het dan vooral om gebiedsgericht werken (GGW), interbestuurlijk toezicht en de bestuurlijke samenwerking met andere overheden. De tevredenheid van onze gebiedspartners met de nieuwe werkwijze en open instelling van de provincie in het gebiedsgerichte werken hebben ons doen besluiten om het provinciaal meerjarenprogramma 2007-2013 voor het landelijk gebied (pMJP) zoveel mogelijk met inzet van de gebiedspartners uit te voeren. Voorts heeft onze inzet voor deregulering en ontbureaucratisering geleid tot een aantoonbare vermindering van de administratieve lasten.
Portefeuillehouders van dit programma zijn: • de heer J.W. Klaasen: Doelstellingen: Vergroten kwaliteit openbaar bestuur, Een effectief, toegankelijk en doelmatig provinciaal bestuur. Onderwerpen: bestuurlijke organisatie, algemeen bestuur, financieel toezicht, juridische zaken/ mediation, procescoördinatie vergunningverlening en handhaving, procescoördinatie herijking financiële relaties, deelnemingen; • mevrouw drs. C. Abbenhues: Doelstelling: Vergroten sociale en maatschappelijke betrokkenheid. Onderwerpen: ICT en procescoördinatie gebiedsgericht werken; • de heer mr. G.J. Jansen: Doelstellingen: Vergroten sociale en maatschappelijke betrokkenheid, Vergroten kwaliteit openbaar bestuur. Onderwerpen: voorzitterschap PS en GS, integriteit van bestuur, rechtspositie provinciale bestuurders, promotie/externe betrekkingen/lobby, internationalisering, coördinatie samenwerking andere bestuurslagen en landsdelige samenwerking, procescoördinatie dualisering; • de heer J.G. Kristen: Doelstellingen: Vergroten kwaliteit openbaar bestuur, Een effectief, toegankelijk en doelmatig provinciaal bestuur. Onderwerpen: beleidscoördinatie en beleidsinformatie, personeel en organisatie, renovatie provinciehuis, procescoördinatie Takendiscussie; • de heer G.J.H. Ranter: Doelstelling: Vergroten sociale en maatschappelijke betrokkenheid. Onderwerpen: communicatie/voorlichting, procescoördinatie burgerparticipatie; • de heer drs. T.W. Rietkerk: Doelstelling: Vergroten kwaliteit openbaar bestuur. Onderwerp: procescoördinatie deregulering en ontbureaucratisering.
Jaarverslag 2006
11
2.1.2 Ontwikkelingen De volgende externe ontwikkelingen, voor een groot deel ook genoemd in de begroting, zijn in 2006 van invloed geweest op ons beleid: • De positie van de provincie verandert, in lijn met een algemene herbezinning op de rol van de overheid. Vraagstukken als de toenemende verzakelijking en daarmee samenhangende juridisering, afstand tussen overheid en burgers, de roep om meer veiligheid en de vraag wie waarvoor in Nederland verantwoordelijk is spelen daarin een rol. • Ook in Overijssel zoeken wij naar mogelijkheden om burgers te betrekken bij belangrijke beslissingen (burgerparticipatie). • De gemeentelijke herindeling in Overijssel van 2001 heeft in de afgelopen jaren geleid tot verbeterde samenwerkingsrelaties tussen provincie en Overijsselse gemeenten. • De invloed van internationale ontwikkelingen op de vormgeving en uitvoering van beleid van de provincie is onmiskenbaar en vraagt om een sterke internationale oriëntatie en samenwerking met partners over de grens. • Om de telefonische dienstverlening te optimaliseren vindt er vanaf 2006 samenwerking plaats met de gemeente Zwolle en het landelijke programma Contact Center Overheid. Binnen dit samenwerkingsverband wordt er verder vorm gegeven aan één professioneel klant contact centrum voor overheidsdienstverlening.
2.1.3 Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hebben we gedaan wat we zouden doen? IJkpunt Onderhandelingsakkoord: • Een grotere betrokkenheid van burgers bij de thema’s die we onderhanden hebben Begin 2005 is het Uitvoeringsprogramma Burgerparticipatie in Overijssel vastgesteld. Dit programma omvatte een aantal concrete acties ter bevordering van een grotere betrokkenheid van (groepen van) burgers bij ons beleid. Eind 2006 heeft een evaluatie van dit Uitvoeringsprogramma plaatsgevonden. De evaluatie richt zich op de rol van de burger als ‘co-producent’ van beleid. In deze rol wordt (groepen van) burgers de mogelijkheid geboden om te participeren in de voorbereiding, besluitvorming en uitvoering van beleid. Daarbij is onder meer gekeken naar de pilotprojecten IJsseldelta en
12
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Nationaal Landschap Noordoost-Twente en naar het project Debatcentrum Overijssel. Ook is gekeken naar projecten waarvoor geldt dat er bij de (wettelijke) inspraakbijeenkomsten veel invloed van burgers is geweest. Voorbeelden hiervan betreffen de Reconstructie en verkeer en vervoer. Uit de evaluatie blijkt, zoals verder in deze paragraaf wordt toegelicht, dat er in de afgelopen periode successen zijn geboekt. Ook zijn er leerpunten en verdient de aanpak op die punten aanscherping in de volgende collegeperiode. Een van de conclusies is dat (groepen van) burgers van te voren duidelijk moeten hebben hoe hun bijdrage benut zal worden. In de komende periode is burgerparticipatie een belangrijk aandachtspunt bij het opstellen van het Provinciaal Omgevingsplan en bij de verdere ontwikkeling van ‘Ruimtelijke Kwaliteit’ (project Sallandse Ruimte). • Aantoonbaar minder regels en procedures; minder papier en meer concrete resultaten. De provinciale verordeningen zijn in aantal en inhoud sterk gedereguleerd: van 170 regelingen blijven er circa 30 over. Na invoering van de nieuwe integrale Waterwet (vermoedelijk in 2007) zullen dat er uiteindelijk 25 zijn. De vermindering in aantal is vooral ontstaan doordat veel regelingen zijn samengevoegd. De inhoudelijke vermindering is onder andere bereikt door geen normen op te nemen die al in andere wetten of regelingen zijn vermeld. Er is zo veel mogelijk met doelvoorschriften gewerkt en waar dat kon zijn vergunningprocedures geschrapt of vervangen door een meldingplicht. Ook zijn de procedures voor vergunningverlening en in de woningbouw verkort en versneld. De administratieve lasten zijn aantoonbaar verminderd met 27%. Daaraan hebben vooral drie zaken bijgedragen: • de omslag naar prestatiesturing bij subsidies waardoor kan worden volstaan met minder gedetailleerde aanvraag- en verantwoordingsinformatie; • het schrappen van vergunningplichten; • het herijken van het uitvoeringsbeleid bij milieuvergunningen: het dereguleren van het toetsingskader heeft ertoe geleid dat flink is geschrapt in de vergunningvoorschriften op het gebied van goedkeuring van documenten.
Hoofddoelstelling: Vergroten sociale en maatschappelijke betrokkenheid Prioriteiten Gebiedsgericht werken
De provincie Overijssel is in 2004 overgegaan tot provinciebrede invoering van gebiedsgericht werken. Dat houdt in dat de provincie voor de uitvoering van beleid werkt met een indeling in vijf landelijke en drie stedelijke gebieden. Daarvoor zijn een nieuwe bestuurlijke overlegstructuur en ambtelijke ondersteuningsstructuur ingevoerd. Het algemene doel is het optimaliseren van de onderlinge afstemming in de uitvoering van het beleid van gemeenten, waterschappen en provincie in relatie met hun maatschappelijke partners op gebiedsniveau. Meer specifiek gaat het er daarbij om de uitvoering van beleid in stad en platteland meer te organiseren vanuit integraal gebiedsperspectief en minder vanuit sectoraal perspectief. In februari 2006 hebben wij in de conferentie ‘De dynamiek van het samenspel’ onze ervaringen met gebiedsgericht werken gedeeld met onze partners in stad en land. Daar bleek dat onze gebiedspartners per saldo goede ervaringen hebben met de nieuwe werkwijze en met de open instelling waarmee de provincie de partners tegemoet treedt. De meerwaarde van gebiedsgericht werken is het scheppen van goede voorwaarden voor het realiseren van concrete en gezamenlijke resultaten. Mede daarom hebben wij besloten om het provinciaal meerjarenprogramma 2007-2013 voor het landelijk gebied (pMJP) zoveel mogelijk met inzet van de gebiedspartners uit te voeren. Er is in juli 2006 een globaal kader vastgesteld voor de invulling van de gebiedsprogramma’s 2007. Dat heeft geleid tot doorontwikkeling van de gebiedsprogramma’s van een afstemmingsdocument naar een programmeringsdocument met een bindend karakter. Dit zal ‘bezegeld’ worden door het afsluiten van convenanten met de gebiedspartners. De programma’s voor 2007 hebben daarbij een zeker experimenteel karakter gekregen. Enerzijds omdat pas laat in 2006 voldoende duidelijkheid mogelijk was over de te hanteren financiële kaders. Anderzijds omdat het bindende karakter van de programma’s nieuw is. Eind 2006 en begin 2007 is een brede evaluatie van gebiedsgericht werken uitgevoerd. Het doel is inzicht te krijgen in de ervaringen van onze partners tot
dusver en hun verwachtingen over de verdere ontwikkeling van gebiedsgericht werken, mede in de context van pMJP en Grote Stedenbeleid. De evaluatie betrof een intern doelmatigheidsonderzoek over het functioneren van de in 2004 doorgevoerde organisatiewijziging en een externe bestuurlijke evaluatie met inzet van een visitatiecommissie. In de programmabegroting 2006 werd gevraagd na te gaan of de gebiedsgerichte samenwerking naar de mening van de partners inderdaad laagdrempelig is, de flexibiliteit heeft bevorderd en de resultaatgerichtheid heeft vergroot. De visitatiecommissie heeft een groot aantal gesprekken gevoerd met onze gebiedspartners. Over de genoemde criteria rapporteert de visitatiecommissie onder meer het volgende: a. De provincie scoort het best op het criterium laagdrempeligheid. Op bestuurlijk (maar ook op ambtelijk) niveau leidt gebiedsgericht werken tot betere contacten en kortere lijnen tussen de bestuurders van de provincie, de gemeenten en de waterschappen. b. Bij het criterium flexibiliteit heeft visitatiecommissie waardering voor de ruimte die de provincie via het gebiedsgericht werken biedt aan de verschillende partijen om hun ideeën in te brengen in de gebiedsplannen. Met de thematiek waarop het gebiedsgericht werken betrekking heeft en de gebiedsindeling zou de provincie flexibeler kunnen omgaan. Verder wordt ervaren dat de gewenste en soms noodzakelijke flexibiliteit voor gebiedsgerichte (integrale) oplossingen in de besluitvormingsfase nog te vaak teniet wordt gedaan door toetsing aan bestaand (sectoraal) beleid en regels. c. Bij de toepassing van het criterium resultaatgerichtheid valt op dat de concrete resultaten vaak nog moeten worden bereikt en per gebied sterk verschillen. Het advies van de visitatiecommissie is door te gaan met gebiedsgericht werken. Wij constateren dat de partners zich in hoofdzaak positief hebben uitgesproken. Op basis van deze evaluatie zullen wij vorm geven aan de doorontwikkeling van gebiedsgericht werken. Over de uitvoering van het Grote Stedenbeleid rapporteren wij verder onder het programma Wervende Steden.
Jaarverslag 2006
13
Subdoelen Regionale problematiek wordt meer integraal aangepakt. Autonoom beleid.
begroting 2006 De gebiedspartners spreken zich in de evaluatie 2006 positief uit over de meerwaarde van deze vorm van samenwerken met betrekking tot laagdrempeligheid, flexibiliteit, integraliteit en de resultaatgerichtheid. Najaarsnota 2006 Positief
zegg’n’ in Deventer. Het Debatcentrum is op initiatief van de provincie ingesteld en krijgt de vorm van een onafhankelijke stichting met een eigen bestuur en programmaraad. Verdere profilering van het Debatcentrum heeft in 2007 prioriteit. Uit het jaarverslag van de Jongerenraad 2005/2006 kan worden afgeleid dat de Jongerenraad een grotere rol wil spelen in zowel de communicatie van de provincie met jongeren als het betrekken van (de mening van) jongeren bij provinciaal beleid. Vooruitlopend op een meer adviserende rol heeft de Jongerenraad op eigen initiatief een advies gemaakt voor de communicatie met jongeren over de statenverkiezingen van 2007.
realisatie 2006 Positief Vergroten burgerparticipatie
Zoals eerder vermeld is begin 2005 het uitvoeringsprogramma burgerparticipatie vastgesteld dat heeft geleid tot een aantal concrete activiteiten. In 2006 is bij de twee pilotprojecten IJsseldelta en Nationaal Landschap Noordoost-Twente bijzondere aandacht besteed aan de toepassing van burgerparticipatie. Verder heeft 2006 in het teken gestaan van de verdere uitwerking van het Debatcentrum Overijssel. Naast de projecten uit het Uitvoeringsprogramma geldt ook voor diverse andere projecten dat er bij de (wettelijke) inspraakbijeenkomsten veel invloed is geweest van burgers. Voorbeelden hiervan zijn de Reconstructie en projecten op het terrein van verkeer en vervoer, onder meer N348, rondweg Weerselo, rondweg Heeten, rondweg Wesepe, traverse Lonneker. Bij laatstgenoemde projecten heeft de inspraak onder meer geleid tot de aanleg van extra fietstunnels en veiliger oversteekplaatsen. Voorstellen hiervoor werden uitgewerkt in nauw overleg met betrokken (groepen van) burgers. Een ander voorbeeld van een effectieve vorm van burgerparticipatie is de ontwikkeling van de servicenormen (project deregulering en ontbureaucratisering), die in nauw overleg met de burgers zijn opgesteld. Zo hebben burgers en instellingen op tal van beleidsterreinen geparticipeerd in Overijssels beleid. Het Debatcentrum Overijssel (i.o.) heeft het afgelopen jaar debatten georganiseerd, die inhoudelijk hoog werden gewaardeerd. Het betrof onder meer drie deeldebatten over sport in Deventer, Zwolle en Enschede, twee deeldebatten over de relatie tussen stad en platteland in Wythmen en Bathmen, het debat ‘Bedrijven in Spagaat’ in Hengelo (samen met het Huis van Europa), en het debat ‘Wies kiek’n niks
14
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Subdoelen Vergroten van de burgerparticipatie. Autonoom beleid
Indicatoren Een jaarlijks met 1 procent (per 10.000 inwoners) toenemend deel van de Overijsselse bevolking heeft een uitgesproken mening over de provincie (in procenten). realisatie
begroting
NJN
realisatie
2005
2006
2006
2006
begroting 2007
20%
21%
21%
21%
n.v.t.*
* Deze indicator is gewijzigd in de begroting 2007. Elektronische provincie Overijssel
De mogelijkheden voor publieke dienstverlening via het Internet zijn in 2006 zoals gepland beperkt verbeterd. Het doel van 55% e-dienstverlening in 2006 is gerealiseerd. De tekst behorende bij de producten en dienstencatalogus op Internet is vereenvoudigd. De productencatalogus is gekoppeld aan die van enkele gemeenten via het interprovinciale programma e-Provincies. Op deze wijze is het dienstenpakket voor iedereen goed bereikbaar en toegankelijk. In samenwerking met ICTU zijn er drie nieuwe e-formulieren ontwikkeld die via de website beschikbaar zijn. Het digitale subsidieloket is in 2006 niet gerealiseerd. De daarvoor noodzakelijke werkzaamheden rond processtroomlijning en het digitale documentbeheer hebben meer tijd gekost dan verwacht. De website www.overijssel.nl is in 2006 aangepast aan wensen van bezoekers en van de samenwerkingspartners. De renovatie van het kantoordeel van het Provinciehuis is in 2006 afgerond en sindsdien wordt gewerkt op flexibele werkplaatsen met bijbehorende digitale faci-
liteiten. De interne elektronische dienstverlening is van start gegaan met de digitalisering van post, archivering en stukkenstroom en de oplevering van de servicenormen. In 2006 heeft GS de provinciale visie op dienstverlening vastgesteld met een uitgewerkt loketconcept. Op landelijk niveau is er een verklaring e-Provincies (april 2006) ondertekend door het Rijk, VNG, IPO en de UvW om voortvarend in samenwerking met elkaar vorm te kunnen geven aan de digitale overheidsdienstverlening. De gezamenlijke provincies hebben in 2006 een streefbeeld voor e-provincies ontwikkeld in de vorm van korte films die op dvd zijn gezet. De filmpjes geven een beeld hoe de digitale dienstverlening er uit ziet in 2010 op het gebied van de omgevingsvergunning, subsidieverlening en de toegang tot overheidsinformatie. In 2006 is inhoudelijk verder vorm gegeven aan het provinciale loket- en dienstverleningsconcept.
Subdoelen Uitbreiden van de publieke dienstverlening via internet. Autonoom beleid
Indicatoren Realisatie van de e-dienstverlening conform IPO-streefniveau (e-monitor). realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
45%
55%
55%
55%
65%
Regulier beleid Vergroten burgerparticipatie
De Commissaris van de Koningin heeft via zijn burgerjaarverslag, zijn jaarverslag en zijn ombudsfunctie een bijdrage geleverd aan het vergroten van de burgerparticipatie. In het burgerjaarverslag rapporteert hij over de kwaliteit van de provinciale dienstverlening en de kwaliteit van de procedures op het vlak van de burgerparticipatie. Hij heeft, conform het verzoek van Provinciale Staten, de Overijsselse burgers daarbij ook geïnformeerd over de verschillende provinciale beleidsthema’s. In het kader van zijn ombudsfunctie kunnen burgers bij de Commissaris van de Koningin terecht met klachten of verzoeken om bemiddeling. Meestal hebben deze betrekking op zaken die spelen op lokaal niveau. De Commissaris van de Koningin is niet altijd bevoegd om in te grijpen. Toch blijkt in de praktijk dat een toelichting over ‘het hoe en waarom’ van een bepaalde procedure, nogal eens verfrissend werkt voor de klager.
Communicatie
In de loop van het jaar hebben wij een verbetertraject ingezet voor de portal/website www.overijssel.nl. De aftrap hiervoor werd gegeven op een symposium met de partners, waarbij ook enkele statenleden zijn betrokken. De bedoeling is dat de portal/website voor de gebruikers beter toegankelijk is. Na bespreking met de partners zal de implementatie van de verbeteringen plaatsvinden in de eerste helft van 2007. Overigens blijkt uit de indicator dat het aantal hits flink stijgt. Het magazine Overijssels Buiten wordt sinds het 3e kwartaal van 2006 huis-aan-huis verspreid in Overijssel. De ontwikkelingen in het gehele buitengebied van de provincie krijgen aandacht in het magazine. De omvang is uitgebreid van 16 naar 24 redactionele pagina’s. De oplage is gestegen van 200.000 naar 473.000. De programmaparticipatie met RTV Oost hebben wij geïntensiveerd: sinds het programmajaar 2006-2007 participeren wij in het programma ‘In de wandelgangen’, waarin belangrijke maatschappelijke en bestuurlijke thema’s worden belicht. Met het programma zijn in de eerste maanden gemiddeld 30.000-40.000 kijkers bereikt. Het nieuwe evenementenbeleid heeft gestalte gekregen. Wij ondersteunen de komende jaren enkele spraakmakende evenementen met landelijke uitstraling. Voor deze steun sluiten wij sponsorcontracten af. Wij hebben de instrumenten ingezet conform de afspraken. De afzonderlijke aandacht voor communicatie door PS heeft onder meer gestalte gekregen door zichtbare onderdelen voor PS in bestaande communicatiemiddelen en voorts door het starten van weblogs door enkele PS-leden. De (interne) knipselkrant is in het najaar digitaal beschikbaar gekomen.
Subdoelen Transparant en helder communiceren. Autonoom beleid
Indicatoren Een jaarlijks toenemend aantal hits op de website/portal www.overijssel.nl realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
500.000
525.000
525.000
556.913
550.000
Jaarverslag 2006
15
Hoofddoelstelling: Vergroten kwaliteit openbaar bestuur Prioriteiten Deregulering en ontbureaucratisering
In 2006 is een stevige basis neergelegd voor een andere provincie met minder bureaucratie: de provinciale verordeningen zijn sterk gedereguleerd. Hierdoor ligt er een belangrijke basis voor het verminderen van regeldruk, van administratieve lasten en het verkorten van beslistermijnen. Dit vestigt de aandacht op de kwaliteit van processen maar ook op dienstverlening. In verband hiermee is eind 2006 het Kwaliteitshandvest opgesteld samen met door ons via internet benaderde inwoners en organisaties in Overijssel. Ook heeft Overijssel de Verordening dwangsom bij niet tijdig beslissen (dwangsomregeling) ingevoerd waarmee het voor de burgers mogelijk wordt een dwangsom te verbeuren op het moment dat wij te laat zijn met het nemen van een beslissing op een bezwaarschrift of een aanvraag voor een subsidie. Met bovengenoemde acties hebben we de administratieve lasten voor burgers en bedrijven verminderd met circa 27%. De nadere analyse van deze vermindering is nog niet gereed. Wel kunnen we al zeggen dat de uitvoering van de Wet milieubeheer een groot aandeel heeft in deze lastenvermindering. De verwachting is dat we met het stroomlijnen van de subsidieverlening in 2007 verdere reductie realiseren. Voor het overige verwijzen wij naar hetgeen in paragraaf 2.2.3. onder het ijkpunt ‘Aantoonbaar minder regels en procedures; minder papier en meer concrete resultaten’ hebben aangegeven.
Subdoelen De provincie is selectiever, stuurt meer gedifferentieerd en presteert beter. Autonoom beleid.
begroting 2006 De administratieve lasten voor de burger en het bedrijfsleven zijn in 2007 met in totaal 25% verminderd (in 2005: 15%, 2007: 25%). Najaarsnota 2006 20% realisatie 2006 27%
16
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Servicenormen
Eind 2005 is door PS een plan van aanpak vastgesteld om te komen tot een kwaliteitshandvest voor de dienstverlening van de provincie aan burgers, bedrijven en instellingen. Conform het plan van aanpak zijn in 2006 concrete servicenormen ontwikkeld, op basis van de indicatieve normen die door PS werden vastgesteld in het plan van aanpak. De normen zijn uitvoerig getest, extern op relevantie en intern op haalbaarheid. De ontwikkelde normen hebben betrekking op correspondentie, telefonische bereikbaarheid, e-dienstverlening, beslistermijnen, dienstverlening door het milieupunt en de betaling van facturen. Gelijktijdig is overschrijding van de wettelijke termijn gesanctioneerd in een verordening die burgers de mogelijkheid biedt om een dwangsom op te leggen aan provinciale bestuursorganen. De volgende en laatste stap in dit traject is het doorontwikkelen van monitoring. Zonder een adequaat monitorsysteem is het niet mogelijk te sturen op het voldoen aan de normen voor dienstverlening. Evident is dat je pas dingen moet beloven als je zekerheid hebt dat je die belofte kunt waarmaken. Dat betekent niet dat je geen ambitieuze normen moet formuleren. Integendeel, juist voor ambitieuze servicenormen is monitoring een noodzakelijke voorwaarde. Verwacht mag worden dat in de loop van 2007 de uitrol van het kwaliteitshandvest plaatsvindt. Dat gebeurt vanuit het programma dienstverlening. Relatie met andere overheden
In 2006 hebben wij veel aandacht gegeven aan de relatie met andere overheden. Zo is de vernieuwde samenwerking met Twente uitgewerkt, hebben wij een visie over de toekomst van het middenbestuur gepresenteerd en hebben wij met de VNG Overijssel gesproken over de relatie tussen de provincie en de gemeenten. De vernieuwde samenwerking met Twente stond vooral in het teken van de inwerkingtreding van de Wgr-plus per 1 januari 2006. Met deze wet in het vooruitzicht hebben wij vanaf het najaar 2005 met de Regio Twente en de Twentse gemeenten het proces van vernieuwde samenwerking ingezet. Wij streven naar een samenwerkingsvorm waarin de gezamenlijke inzet voor het aanpakken van hardnekkige bovenlokale vraagstukken in Twente centraal staat. Dit proces wordt op hoofdlijnen door de Twentse gemeenten ondersteund. Bij een aantal van hen bestaat behoefte aan het waarborgen van de belangen van het niet-stedelijk gebied. Dat heeft ertoe geleid dat (aanvankelijk) zes gemeenten een voor-
waardelijk uittredingsverzoek bij ons hebben ingediend voor de Wgr-plussamenwerking. Nadat wij hebben geconstateerd dat het Regiobestuur van plan is een bestuurscommissie landelijke gemeenten in te stellen, hebben wij besloten deze voorwaardelijke uittredingsverzoeken niet in behandeling te nemen. Daarmee is de weg vrijgemaakt voor de verdere uitwerking van de afspraken van het vernieuwingsproces. Wij hebben deze afspraken met een positief advies aan provinciale staten voorgelegd. Met ‘De vitale coalitie van de provincie Overijssel’ hebben wij onze visie uiteengezet over de toekomst van het middenbestuur. Kern van de visie is dat het middenbestuur zich vooral moet richten op het vormen van vitale coalities met maatschappelijke en bestuurlijke partners. De schaal en deskundigheid van de provincie maken het mogelijk om diverse maatschappelijke vraagstukken en een veelheid aan partijen met elkaar te verbinden. Dat gaat om partijen en vraagstukken in het ruimtelijk-fysieke domein, maar ook in het economische en het sociale domein. Het is de functie van de provincie om verschillende beleidsterreinen te integreren en diverse partijen te verbinden tot vitale coalities, tot netwerken die samen in actie komen voor de aanpak van een maatschappelijk vraagstuk. Deze visie is tot stand gekomen na een aantal expertmeetings met deskundigen vanuit een breed spectrum van beleidsvelden. In het afsluitende debat met verantwoordelijke bestuurders van gemeenten en waterschappen is deze visie met veel bijval en enthousiasme ontvangen. Met de Overijsselse gemeenten onderhouden wij een goede relatie. Op tal van beleidsterreinen werken wij goed samen. Tijdens de Overijsselse bestuurdersdag van de VNG Overijssel hebben wij, samen met de VNG, de resultaten gepresenteerd van het project Ruimtelijke kwaliteit. Bovendien hebben wij de gemeenten en individuele gemeentebestuurders betrokken bij de voorbereiding en vaststelling van onze visie op het middenbestuur. In het najaar van 2006 hebben wij met de VNG Overijssel discussie gevoerd over het landelijke actuele voorstel van de Commissie Bovens over de gesloten huishouding van de provincie. De VNG Overijssel heeft weliswaar geen afstand willen doen van dit voorstel, maar heeft uitdrukkelijk zijn waardering uitgesproken over de wijze waarop Overijssel invulling geeft aan de samenwerking met de Overijsselse gemeenten.
Subdoelen Het versterken van de samenwerking met gemeenten. Autonoom beleid.
begroting 2006 Het bestuur van de afdeling Overijssel van de VNG heeft een positief oordeel over de algemeen-bestuurlijke verhouding tussen gemeenten en provincie. Najaarsnota 2006 Positief. realisatie 2006 Positief. Het Dagelijks bestuur van de VNG Overijssel heeft zijn waardering uitgesproken over de wijze waarop onze provincie en haar bestuurders invulling geven aan de concrete samenwerking met de gemeenten in Overijssel.
Subdoelen Het verminderen van bovenlokale grootstedelijke problematiek in Twente. Wettelijk beleid.
begroting 2006 In 2006 is er een beleidskader voor deelname aan en functioneren van de Wgr+- Regio Twente. Najaarsnota 2006 Gereed realisatie 2006 Gerealiseerd
Modern toezicht
In 2006 hebben wij een nieuwe systematiek ontwikkeld voor het financieel toezicht op gemeenten. De kern van het provinciale toezicht is het voorkomen van zogenaamde artikel 12-gemeenten (Financiële Verhoudingenwet), omdat deze daarmee een beroep doen op collectieve middelen. In het verlengde daarvan zijn de inspanningen van de provincie gericht op een gezond financieel beleid van gemeenten. In de nieuwe systematiek stellen we prioriteiten op basis van het financiële risicoprofiel van de gemeente. Gemeenten met een laag risicoprofiel krijgen minder aandacht, waardoor meer aandacht gestoken kan worden in gemeenten met een hoog risicoprofiel. De implementatie van de nieuwe toezichtssystematiek vindt in 2007 plaats.
Jaarverslag 2006
17
De provincie heeft op diverse terreinen een toezichtstaak. Eind 2005 bracht de commissie Alders advies uit over de rol en organisatie van interbestuurlijk toezicht in ons land. Hij bepleit o.a. meer en beter gebruik te maken van horizontaal verantwoordingsinstrumentarium en kwaliteitszorg binnen de onderscheiden overheden. De rijkscommissie Oosting zal het advies van de heer Alders op specifieke beleidterreinen uitwerken, waar in ruime mate sprake is van interbestuurlijk toezicht. Wij volgen deze ontwikkelingen op de voet. In 2007 zullen wij een project opstarten om te komen tot een provinciale uitvoeringsstrategie voor toezicht.
Subdoelen Het moderniseren van het financieel toezicht. Wettelijk beleid
begroting 2006 Eind 2006 is het financieel toezicht gebaseerd op differentiatie tussen gemeenten, waarbij het meerjarig financieel perspectief het criterium is. Najaarsnota 2006 Gereed realisatie 2006 Gereed. Met ingang van 2007 wordt gewerkt met risico-analyse.
Internationalisering
Onze provincie heeft zich via het Huis der Nederlandse Provincies in Brussel geprofileerd. De Commissaris van de Koningin heeft daarbij een bijzondere rol vervuld als voorzitter van de Nederlandse delegatie naar het Comité van de Regio’s en als voorzitter van de door het IPO-Bestuur ingestelde Commissie Jansen om de (inter)provincale bestuurlijke coördinatie en profilering in de Europese portefeuille te versterken. De provincies Overijssel, Gelderland en Limburg en de Bezirke Münster, Düsseldorf en Keulen hebben onder trekkerschap van de provincie Overijssel het werkprogramma Zuidoost Nederland – Noordrijn-Westfalen vastgesteld. In maart 2006 vond de tweede conferentie plaats in het traject ‘Twente in internationaal perspectief’. Daarbij is de uitvoeringsagenda 2006/2007 vastgesteld, waarbij het accent is gelegd op de deelgebieden Economie en Innovatie, Ruimtelijke Ordening en Infrastructuur en Profilering Twente. Het voorzitterschap van de Nieuwe Hanze Interregio was in 2006 in handen van de Commissaris van de
18
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Koningin. In dat kader heeft de provincie Overijssel onder meer een werkconferentie georganiseerd in april over handelsbetrekkingen en clusters tussen Noord-Nederland en Noord-Duitsland. Er is afgesproken met de deelstaat Nedersaksen dat haar betrokkenheid bij het traject ‘Twente in internationaal perspectief’ wordt vergroot. Op 18 oktober 2006 is in Stettin (Polen) de overeenkomst ondertekend voor de samenwerking tussen de provincies Overijssel en Westpommeren. Hiermee wordt beoogd de samenwerking tussen overheden, bedrijven, kennisinstellingen en andere organisaties in beide regio’s te stimuleren. Nadruk ligt daarbij op kenniseconomie en innovatie (uitwisseling tussen universiteiten), verbeteren van de infrastructuur (A1 en Berlijnspoorlijn) en de economische ontwikkeling van het platteland (projecten rond recreatie en toerisme). In de loop van 2007 worden de eerste concrete projecten gepresenteerd. De samenwerking met de Roemeense regio’s Teleorman en Giurgiu heeft verder gestalte gekregen. Hiervoor wordt verwezen naar het programma Water. Begin 2006 heeft een heroriëntatie plaatsgevonden op de verdere voortzetting van de samenwerking Overijssel-Kurzeme (Letland). Naar aanleiding daarvan is medio 2006 besloten dat vanaf 2007 een liaison officer wordt ingezet om de in Letland opgebouwde relaties in economische en politiek-bestuurlijke zin te verzilveren. Met als uitgangspunt het realiseren van de provinciale beleidsdoelen wordt op dit moment bekeken op welke terreinen internationale samenwerking een meerwaarde heeft; met specifieke regio’s, in internationale netwerken of via Europese structuurfondsen. Op basis van die analyse wordt een afwegingskader ontwikkeld, dat richtinggevend is bij de keuzes voor internationale samenwerking. Het kader is gereed in februari 2007. In het hoofdstuk economie en innovatie gaan wij in op de Europese structuurfondsen.
Subdoelen Versterken van de internationale oriëntatie.
Subdoelen Verbeteren provinciale sturingsinstrumenten.
Autonoom beleid
Autonoom beleid
begroting 2006 Een gezamenlijk uitvoeringsprogramma in 2006 voor grensoverschrijdende samenwerking met Noordrijn-Westfalen (NRW).
begroting 2006 De Takendiscussie en het project ‘Stroomlijning en sturing financiële relaties’ zijn eind 2006 gerealiseerd.
In uitvoering nemen van 5 acties uit het uitvoeringsprogramma van de follow-up ‘Twente in internationaal perspectief’.
De provinciemonitor is een herkenbaar en regulier onderdeel van de planning & control cyclus.
Najaarsnota 2006 Werkprogramma NRW is nader uitgewerkt en in uitvoering.
Najaarsnota 2006 De provinciemonitor wordt doorontwikkeld.
realisatie 2006 Werkprogramma NRW is bestuurlijk vastgesteld door de provincies en grensbezirke in NRW en in uitvoering.
realisatie 2006 Beide zijn gerealiseerd.
9 van de 12 actiepunten uit de uitvoeringsagenda ‘Twente in internationaal perspectief’ 2006-2007 zijn (soms deels) in uitvoering genomen.
In IPO-verband is de provinciemonitor doorontwikkeld. Alle indicatoren zijn herkenbaar opgenomen in de provinciale jaarverslagen en te vergelijken op de website.
Herijking financiële en subsidierelaties
Hoofddoelstelling: Een effectief, toegankelijk en doelmatig provinciaal bestuur Prioriteiten Takendiscussie
De implementatie van de takendiscussie is eind 2006 gerealiseerd. De beoogde bezuinigingen op programmakosten en personeelsgebonden zijn verwerkt in de begroting 2007. Kwaliteitsimpuls
Met de door Provinciale Staten beschikbaar gestelde middelen zijn, zoals beoogd, nog ontbrekende competenties in de organisatie aangetrokken in de loop van 2006. Wij zetten deze competenties in op een aantal majeure projecten, met name IJsseldelta, Uiterwaarden Olst, economische innovatie, revitalisering van bedrijventerreinen en de integrale plattelandsontwikkeling. De organisatie investeert in de kwaliteit van de medewerkers en heeft in 2006 flinke stappen voorwaarts gezet met projecten die gericht zijn op het verhogen van kwaliteit van (elektronische) dienstverlening, van de processen zoals vergunningverlening, handhaving, subsidieverlening en deregulering.
Het toetsingskader dat in 2005 is opgesteld voor de herijking van financiële en subsidierelaties, is in 2006 vertaald naar de uitvoering van subsidies. Het subsidieproces en de bijbehorende documenten zijn aangepast en gestandaardiseerd voor alle eenheden, en de subsidiemedewerkers zijn opgeleid voor het werken met deze nieuwe systematiek. Het sturen op prestaties is ook doorgevoerd in de Algemene subsidieverordening (ASV) en het nieuwe Uitvoeringsbesluit subsidies (Ubs) 2007. In het afgelopen jaar zijn er ook meerdere sessies georganiseerd voor de relaties van de provincie waar de veranderingen en impact zijn toegelicht. In het laatste kwartaal is vooruit gekeken naar mogelijke ICT-hulpmiddelen die de organisatie kunnen helpen subsidieaanvragen inzichtelijker, efficiënter en klantvriendelijker af te handelen. In 2007 zullen de eerste resultaten hiervan zichtbaar worden.
Jaarverslag 2006
19
Stroomlijning Vergunningverlening en handhaving
Het project ‘Stroomlijning Vergunningverlening en Handhaving’ is per 1-1-2007 afgerond en heeft tot de volgende resultaten geleid: • blijvende ISO-certificering van de werkprocessen; • implementatie van een uniform bedrijfsvoeringsysteem, met een opzet voor de toekomst (ICTverbeterimpuls); • prioritering en programmering van alle werkzaamheden op basis van een Jaarplan vergunningverlening en handhaving; • ontwikkeling van een nalevingsstrategie op basis waarvan ondermeer de inzet van het instrument communicatie is vergroot, teneinde ‘normconform’ gedrag te bevorderen; • ter voldoening aan de taakstelling zijn diverse trajecten uitgevoerd om de effectiviteit en efficiency te verhogen. Hierbij is hoog ingezet op de promotie van elektronische dienstverlening. Het project heeft er resumerend toe bijgedragen dat de verschillende vergunningverlenings- en handhavingswerkzaamheden onder de programma’s ‘Milieu’, ‘Water’ en ‘Landbouw’ efficiënter, effectiever en transparanter worden uitgevoerd ter ondersteuning van de verschillende (hoofd)doelstellingen. In het eerste kwartaal van 2007 zal in een ambtelijke evaluatie meer specifiek worden teruggekeken. De uitkomst zal als bouwsteen fungeren voor de verdere ontwikkeling en positionering van het taakveld. Transparante beleidsvoorbereiding en -verantwoording
Om te kunnen begroten en verantwoorden is informatie nodig over trends en ontwikkelingen in de Overijsselse samenleving. De indicatoren voor het effect van provinciaal handelen worden stelselmatig vastgelegd en gevolgd. In 2006 zijn de provinciale activiteiten rond het verzamelen, analyseren en interpreteren van beleidsinformatie organisatorisch samengebracht. Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van externe aanbieders van gegevens. Na een gedegen voorbereiding is in het begin van 2006 de beslissing genomen om beleidsinformatie te centraliseren. Het doel van deze centralisatie is te komen tot een effectieve en kwalitatieve beleidsinformatie voor alle beleidsvelden binnen de provincie. Officieel is de centralisatie op 1 november van start gegaan, maar deze is pas op 1 januari 2007effectief vanwege de personele invulling. Het geheel is onderdeel van de takendiscussie. De eerste resultaten in de nieuwe samenstelling zijn geleverd, te weten de Staat van Overijssel 2006 en de Sociale Atlas 2006.
20
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Hiermee samenhangend werken wij aan het provinciaal trendbureau. De vorm en positionering van het trendbureau krijgt in 2007 zijn beslag. In IPO-verband is de in 2005 opgezette uniforme provinciemonitor verbreed. Provincies zijn nu op meer onderdelen te vergelijken. De indicatoren worden door alle provincies herkenbaar opgenomen in het provinciale jaarverslag. Bovendien zijn de gegevens per provincie onderling te vergelijken op www.watdoetjeprovincie.nl. De indicatoren sluiten aan bij eigen indicatoren van Overijssel. Actiefonds
Met het Actiefonds spelen we samen met partners in op onvoorziene kansen die bijdragen aan de realisatie van de prioriteiten uit het Onderhandelingsakkoord. In 2006 zijn in totaal 17 projecten voor een totaalbedrag van circa € 10 miljoen uit het Actiefonds gedekt. De projecten dragen bij aan de thema’s sociale en maatschappelijke deelname, bereikbaarheid, leefkwaliteit als kernwaarde, ruimte voor water, realisatie ecologische hoofdstructuur, ruimte voor ondernemen, culturele educatie en wonen voor iedereen. Regulier beleid Juridische kwaliteit
De doelen van het reguliere beleid zijn gerealiseerd. Dit jaar hebben we 115 bezwaarschriften behandeld, negen klachten en zeven voorzieningen op grond van de Wet werk en bijstand. Ook in 2006 werkt de Overijsselse Methode goed: • dejuridisering: door vroegtijdig conflicten op te lossen wordt in 50% van de bezwaarschriften een oplossing gevonden zonder de juridische procedure te doorlopen. Dit betekent dat er ook minder zaken voorgelegd worden aan de rechter. • klanttevredenheid: uit het klanttevredenheidsonderzoek 2005 blijkt dat bezwaarmakers deze werkwijze als zeer prettig ervaren en dat zij vaker vinden dat zij serieus genomen worden. Uit de cijfers blijkt dat gemiddeld nog maar 20% van de bezwaarschriften de reguliere procedure met hoorzitting volgt. Gebleken is dat burgers vinden dat de provincie meer een menselijk gezicht heeft gekregen. • maatwerk: door het persoonlijke contact is maatwerk mogelijk zodat belangen achter ingenomen standpunten (alsnog) duidelijk worden en duidelijk wordt waar gemeenschappelijke belangen en mogelijke oplossingen liggen. • burgerparticipatie: het eerder en meer betrekken van de burger verkleint de afstand tussen burger en provincie. Oplossingen worden gerealiseerd via
onderling overleg of inschakeling van een onafhankelijke derde: een onafhankelijke procesbegeleider of een NMI Mediator. • mediationloket: vanaf 1 januari 2006 is er een mediationloket voor externe geschillen.
Behandelwijze bezwaar in aantallen
180 160 140 120
Er is voor de Overijsselse methode van geschillenbeslechting veel belangstelling vanuit het land. De gemeente Amsterdam heeft inmiddels besloten onze methode integraal over te nemen. Wij hebben Amsterdam daarbij ondersteund. Overigens merken wij op dat met name op het aanbestedingsterrein en bij milieuvergunningverlening en -handhaving (waaronder inning dwangsommen) de ontwikkeling waar te nemen is dat sneller naar de rechter wordt gestapt om provinciale besluitvorming te beïnvloeden. Het lijkt standaard geworden dat als een partij bij een aanbestedingsprocedure de opdracht niet gegund heeft gekregen, deze naar de rechter stapt om alsnog zijn gelijk te halen op grond van vermeende procedurefouten tijdens de aanbesteding. Het gaat hierbij geregeld om aanzienlijke bedragen waarbij ook nog eens sprake is van verplichte procesvertegenwoordiging via de huisadvocaat. In het deelnemingendossier zijn de complexiteit en de grote belangen eveneens een reden om de huisadvocaat in te schakelen. Dit confronteert ons met steeds hoger oplopende kosten. Bezwaarschriften 2006
100 80 60 40 20 2004
2005
2006
andere manier m.b.v. mediationvaardigheden ongegrond (gedeeltelijk) gegrond (kennelijk) niet ontvankelijk
Subdoelen Geschillen worden zoveel mogelijk zonder tussenkomst van de rechter opgelost. Autonoom beleid
Indicatoren Het percentage bezwaarmakers dat geen beroep instelt tegen de beslissing op bezwaar staat per 2007 op 90 procent. realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
85%
80%
80%
86%
90%
Ondersteuning bestuursorganen
Subdoelen Instandhouding van provinciale bestuursorganen. Autonoom beleid
Milieu - 50% Subsidies - 37% Landbouw/Natuur - 14% Ruimtelijke ordening - 4% Verkeer/OV - 4% Overig - 6%
begroting 2006 Mate van tevredenheid van Provinciale Staten over hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol (nulmeting in 2005, vervolgmeting in 2006). Najaarsnota 2006 PS hebben afgezien van de vervolgmeting. realisatie 2006 Idem
Jaarverslag 2006
21
2.1.4 Heeft het gekost wat het zou gaan kosten?
Bedragen x € 1.000
Begroting 2006 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Bestuur
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
39
3.317
-3.278
87
2.967
-2.880
398
129
1.443
-1.314
137
1.377
-1.240
74
152
4.390
-4.238
218
5.181
-4.963
-725
–––––––– 320
–––––––– 9.150
–––––––– -8.830
–––––––– 442
–––––––– 9.525
–––––––– -9.083
–––––––– -253
–––––––– 320
6.822 6.451 –––––––– 22.423
-6.822 -6.451 –––––––– -22.103
–––––––– 442
7.019 5.966 –––––––– 22.510
-7.019 -5.966 –––––––– -22.068
-197 485 –––––––– 35
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Verschil
10
-10
9
-9
1
9 –––––––– 19
-9 –––––––– -19
9 –––––––– 18
-9 –––––––– -18
0 –––––––– 1
Personeelsgebonden kosten Bestuur Toegerekende apparaatskosten Bestuur Totaal programma Bestuur
Voorzieningen
Secundaire voorziening Statenleden Voorziening alg. Pensioenwet Politieke Ambtsdragers Totaal ten laste van voorzieningen
–––––––– 0
–––––––– 0
Stortingen 2006
––––––––––––––––––––––––––––––– Reserves
Reserve BTW-compensatiefonds Reserve renovatie provinciehuis
22
Verschil
––––––––
Baten
Vergroting sociale en maatschappelijke betrokkenheid Besturen met rendement - vergroten kwaliteit openbaar bestuur Besturen met rendement - een effectief, toegankelijk en doelmatig bestuur
Totaal programmakosten bestuur
Rekening 2006
––––––––––––––––––––––––––––––––
Ontrekkingen 2006
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Begroot
Gereal.
Verschil
Begroot
Gereal.
Verschil
Totaal
1.012
101 984
-101 28
1.042
1.026
0 -16
-101 12
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Toelichting bij de financiële afwijkingen op de hoofddoelstellingen
De overschrijding op programmakosten binnen dit programma wordt veroorzaakt door de kosten voor tijdelijke huisvesting in het kader van de renovatie, die ten laste van de reserve Renovatie zijn gebracht en niet geactiveerd. In de begroting zijn deze kosten wel geactiveerd. Vergroting sociale en maatschappelijke betrokkenheid Het belangrijkste verschil heeft betrekking op de lagere besteding voor het programma ICT (€ 190.000). De voorbereidende werkzaamheden voor het inrichten een digitaal loketkanaal hebben plaatsgevonden, maar de feitelijke realisatie nog niet. Dat zal nu onderdeel uitmaken van het actieprogramma Dienstverlening. Verder is minder beroep gedaan op het beschikbare procesgeld voor de uitvoering van het gebiedsgericht werken (€ 93.000) en beschikbare middelen voor communicatie, in het bijzonder middelen voor de verbeterslag voor de portal/website (€ 100.000) Besturen met rendement – vergroten kwaliteit openbaar bestuur De afwijkingen ten opzichte van de begroting 2006 betreffen verschillende kleinere posten. Besturen met rendement – een effectief, toegankelijk en doelmatig bestuur De overschrijding is vooral toe te schrijven aan de kosten voor tijdelijke huisvesting in het kader van de Renovatie van het provinciehuis. Deze zijn ten laste gebracht van de reserve Renovatie Provinciehuis en niet ten laste van het investeringsbudget, zoals was geraamd (€ 805.000). Daarnaast zijn is er ruimte overgebleven bij bestuurlijke budgetten, o.a. voor rechtspositie PS en GS. Dit hangt samen met lagere uitgaven voor opleidingen, vergoedingen aan Statenleden en voor oud GS-leden. Er zijn voorstellen voor resultaatbestemming voor: • Vergroting sociale en maatschappelijke betrokkenheid o € 190.000 voor de verdere invoering van het loketconcept en digitale publieke dienstverlening; o € 86.000 voor de verbetering van de nieuwe portal/website www.overijssel.nl.
Jaarverslag 2006
23
24
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
2.2 Programma Economie en Innovatie 2.2.1 Inleiding Wij richten ons op de groei van de werkgelegenheid in Overijssel. De provincie creëert zelf geen werkgelegenheid, maar kan wel belemmeringen wegnemen en goede voorwaarden scheppen voor de groei van de werkgelegenheid. De provincie doet dit op verschillende beleidsterreinen en zo veel mogelijk in samenhang met elkaar. Het veelal indirecte effect van het beleid op het gebied van ruimtelijke ordening en wonen, landelijk gebied, bereikbaarheid en zorg en cultuur op de economie is evident. De provinciale doelstelling voor werkgelegenheid nemen wij daarom integraal mee in deze beleidsvelden. De economische thema’s uit het Onderhandelingsakkoord zijn uitgewerkt in de nota ‘In actie voor werkgelegenheid’ (MEUP). Wij richten ons daarmee met concrete actielijnen op ruimte voor ondernemen (onder andere de herstructurering en ontwikkeling van bedrijventerreinen), innovatie (zoals het Kennisbeleid Oost en Technology Valley), het verbeteren van het functioneren van de regionale arbeidsmarkt (onder andere Voortijdig Schoolverlaters), recreatie en toerisme. Verder behoren de Europese programma’s en aandeelhoudersschap nutsvoorzieningen tot dit programma. In 2006 is de Innovatieroute Twente met een project omvang van € 250 miljoen van start gegaan. De eerste TOP’s (toeristische overstappunten) zijn in gebruik genomen. De herstructurering van drie bedrijventerreinen is opgestart en 1.570 MKB leerbanen zijn gerealiseerd. Portefeuillehouder van dit programma is mevrouw drs. C. Abbenhues. Voor de doelstelling ‘Het waarborgen van een doelmatige en betrouwbare energie- en drinkwatervoorziening via de aandeelhoudersschappen in Essent en Vitens’, alsmede voor de bijdragen vanuit de Reconstructie is de heer P. Jansen portefeuillehouder.
2.2.2 Ontwikkelingen De volgende externe ontwikkelingen, voor een groot deel ook genoemd in de begroting, zijn in 2006 van invloed geweest op ons beleid: • Het is een trend dat de traditionele maakindustrie langzaam uit West-Europa verdwijnt. Om dit op te vangen dient de maakindustrie te veranderen. Innoveren in producten en processen is daarom noodzakelijk. Verder is het noodzakelijk continu aandacht te besteden aan de competenties van de huidige en toekomstige werknemers. • Landelijk is de economische ontwikkeling nog niet goed. Dit geldt ook voor Overijssel. Net als het landelijke beeld is de verwachting dat vanaf 2006 in Overijssel de werkgelegenheid gaat toenemen en de werkloosheid daalt.
2.2.3 Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hebben we gedaan wat we zouden doen? IJkpunten Onderhandelingsakkoord 2003 – 2007 • Een werkgelegenheidsontwikkeling die beter is dan het landelijke gemiddelde. De effecten van opgaande economische conjunctuur in 2006 zijn ook in de provincie Overijssel merkbaar geworden. Het aantal niet werkende werkzoekenden is behoorlijk gedaald en het aantal openstaande vacatures stijgt. Alleen ouderen (50-plussers) profiteren nog te weinig van de aantrekkende economie. De werkgelegenheidsontwikkeling in Overijssel van de laatste vier jaar laat een wisselend beeld zien. Tot en met 2005 was er sprake van een afnemende groei, in 2004 zelfs van een forse daling. De verwachting voor 2006 is gematigd positief; met een te verwachten groei van 1,8% scoort Overijssel in de prognoses beter dan Nederland. De verwachtingen in 2007 liggen hoger dan de landelijke prognose.
Jaarverslag 2006
25
Hoofddoelstelling: Ruimte bieden voor ondernemen
percentage
Jaarlijkse groei werkgelegenheid
2
Hoofddoelstelling is het bieden van een kwalitatief goed en goed gedifferentieerd aanbod van bedrijventerreinen, waardoor een gunstig en duurzaam vestigingsklimaat voor ondernemers wordt geschapen.
1
0
Prioriteiten uit de Perspectiefnota
-1
-2 2003
2004
2005
2006
2007
(prognose)
(prognose)
Nederland Overijssel
De werkloosheid – het aantal mensen dat werk zoekt als percentage van de beroepsbevolking – is de afgelopen jaren voortdurend lager geweest dan het Nederlandse gemiddelde. Helaas is in 2005 de verhouding omgedraaid. Ook de raming voor het komende jaren valt ongunstig uit voor Overijssel.
percentage
Werkloosheid beroepsbevolking
10 8 6 4 2
Binnen deze programmalijn is prioriteit verleend aan de herstructurering van bedrijventerreinen. Op dit punt is besloten tot een beleidsintensivering. Hiervoor zijn in 2006 de inhoudelijke kaders vormgegeven en voorgelegd aan Provinciale Staten. Door Provinciale Staten is besloten om voor de korte termijn een aantal herstructureringsprojecten te versnellen door de inzet van aanjaagteams. Hiervoor zijn extra financiële middelen vrijgemaakt, waardoor er in 2007 meer herstructureringsprojecten uitgevoerd kunnen worden. Gelijkertijd wordt een plan van aanpak voor de lange termijn uitgewerkt, waarbij een omslag wordt gemaakt van inzet op nieuwe ruimte voor bedrijventerreinen naar vernieuwing van bedrijventerreinen. De doelen voor 2006 zijn gerealiseerd. Er zijn vijf masterplannen voor de herstructurering van bedrijventerreinen opgesteld. Ook zijn drie nieuwe projecten conform de begroting in uitvoering. Vanuit het Actiefonds zijn middelen beschikbaar gesteld om de 60 startende ondernemers in drie regio’s te ondersteunen. In Noordoost Twente is het project ‘D’ran’ gestart. Twee andere projecten zullen in 2007 starten. Het resultaat zal zijn dat rond 180 startende ondernemers ondersteuning ontvangen.
0 2003
2004
2005
2006
2007
(prognose)
(prognose)
Nederland Overijssel
Subdoelen Voldoende marktgerichte locaties van voldoende kwaliteit bieden. Autonoom beleid
NB De cijfers zijn met terugwerkende kracht gecorrigeerd en kunnen afwijken van eerder gepubliceerde cijfers.
26
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Indicatoren Aantal bedrijventerreinen waarvoor nieuwe herstructureringsprojecten zijn opgestart (aantal bedrijventerreinen). realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
4
3
3
3
9
Regulier beleid Door de inzet van projectsubsidies is de verduurzaming van bedrijventerreinen gestimuleerd. Er zijn projecten uitgevoerd op het gebied van veiligheid, geluid en parkmanagement. Daarnaast is samen met de provincie Gelderland een draaiboek parkmanagement ontwikkeld en zijn voor vijf bedrijfsterreinen in vijf gemeenten parkmanagementscans uitgevoerd. De ontwikkeling van twee regionale bedrijventerreinen (XL Business Park Twente en Zuiderzeehaven) loopt naar wens. Bij de acquisitie van nieuwe en uitbreiding van bestaande bedrijven lag de focus in 2006 primair op kennisintensieve bedrijven. In 2006 zijn 42 projecten gerealiseerd, waarmee het doel is behaald. In samenwerking met het Atelier Overijssel is een start gemaakt met de uitwerking van het thema ruimtelijke kwaliteit en bedrijventerreinen.
Hoofddoelstelling: Stimuleren innovatie. Prioriteiten
In het innovatieplatform Twente stellen bedrijven en kennisinstellingen gezamenlijk een innovatieroute op voor Twente. Deze route is omgezet tot een investeringsagenda met ruim 20 projecten, gezamenlijk verantwoordeijk voor een projectomvang van € 250 miljoen en een verwacht arbeidsmarktresultaat van 10.000 tot 12.000 arbeidsplaatsen. De specifieke aandacht voor de maakindustrie is verankerd in de bovengenoemde innovatieprogramma’s. Onze strategie om te kiezen voor focus en massa op kansrijke economische sectoren slaat aan en wordt erkend door het Rijk en Europa. Daarmee hebben wij voor de komende periode naast € 50 miljoen die in de ontwikkelreserve gelabeld zijn voor innovatieprojecten ook de derde geldstroom uit het Rijk en Europa georganiseerd om zo de omvangrijke programma’s van onder andere het innovatieplatform Twente uit te voeren.
Subdoelen Stimuleren van activiteiten tussen ondernemers en strategische partners (kennisinstellingen). Autonoom beleid
Wij investeren in een duurzame versterking van de regionaal economische structuur. In het afgelopen jaar is gezamenlijk met Gelderland geïnvesteerd in de uitvoering van de visie Triangle, gericht op de versterking van de samenwerking tussen de drie kennisnetwerken Food Valley, Health Valley en Technology Valley (innovatieplatform Twente). Het resultaat hiervan is de Agenda voor Oost Nederland ‘Spel zonder grenzen’. Deze ontwikkelagenda vormt de basis voor het operationele programma van de Europese Structuurfondsen. Wij hebben als voorloper op Pieken in de Delta Oost Nederland uit het Actiefonds twee innovatieprojecten gecofinancierd en middelen beschikbaar gesteld voor een omvangrijk programma Nanotechnologie. Gezamenlijk met het ministerie van Economische Zaken is gestart met de uitvoering van het programma Pieken in de Delta Oost Nederland. Voor directe innovatie door het MKB hebben wij in de afgelopen jaren middelen beschikbaar gesteld (‘Innovatie in bedrijf’). In het jaar 2006 ging dit om € 2,7 miljoen. De regeling is voor meer dan 100% overtekend. De Arbeidsplaatsenregeling specifiek bedoeld voor de kennisintensieve maakindustrie is in uitvoering. Hiervoor is € 200.000 beschikbaar. De resultaten hiervan volgen in 2007.
Indicatoren Aantal vestigingen op Kennispark (aantal nieuwe vestigingen per jaar)*1). realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
4
7
2
3
10
Subdoelen Gebruik breedbandnetwerk verbeteren Autonoom beleid
Indicatoren Aantal ontwikkelde breedbanddiensten met ondersteuning van de provincie. (aantal nieuwe diensten per jaar). realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
4
2
2
6
0*2)
1) Op de lange termijn moet dit in totaal 1.000 banen opleveren. 2) Deze regeling loopt tot en met 2007. * Deze indicator bestaat niet meer in de begroting 2007
Jaarverslag 2006
27
Subdoelen Uitbreiding arbeidsplaatsen kennisintensieve maakindustrie.
Subdoelen Bevorderen product-, proces- en marktvernieuwing.
Autonoom beleid
Autonoom beleid
Indicatoren Aantal arbeidsplaatsen in vooral de kennisintensieve maakindustrie (APR).
Indicatoren Resultaten innovatiestimuleringsregeling (aantal directe arbeidsplaatsen).
realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2004-2005
2006
2006
2006
2007
2005
2006
2006
2006
2007
600
50
50
50
0*
220
380
60
485
80
* Deze indicator bestaat niet meer in de begroting 2007
Regulier beleid Ons innovatiebeleid richt zich op het bieden van instrumenten en de infrastructuur waarmee bedrijven en kennisinstellingen gezamenlijk komen tot innovatie van producten processen, markten en organisaties. De belangrijkste instrumenten zijn Kennispark Twente en de innovatiestimuleringsregeling. In totaal hebben de innovatiestimuleringsregeling en de subsidieregeling Kennispark Twente in dit jaar geleid tot het realiseren van meer dan 500 extra arbeidsplaatsen. Door uitvoering van het programma kennispark zijn vier businessaccelerators, een proeffabriek, een applicatiecentrum voor de toepassing van lasertechniek en verschillende kennisuitwisselingspunten voor MKB bedrijven gerealiseerd. Het aantal vestigingen op Kennispark komt op gang. In het afgelopen jaar is gezamenlijk met Enschede en de Universiteit Twente geïnvesteerd in het ontwikkelen van mogelijkheden in 2007 zodat vijf tot tien nieuwe vestigingen mogelijk zijn. Voor de regio Zwolle ondersteunen wij Kennispoort Zwolle als belangrijk innovatienetwerk. Hierin realiseren bedrijven en kennisinstellingen kennisuitwisseling en innovatie. Als ‘harde’ infrastructuur is samen met andere provincies de open provinciale breedbandring mogelijk gemaakt. Hierdoor wordt informatie en kennis ontsloten voor ondernemers, kennisinstellingen en overheden en is er een marktplaats voor het aanbieden van nieuwe diensten. De ontwikkeling van deze diensten ondersteunen wij met het breedbandprogramma Overijssel. Door een succesvolle aanbesteding worden negen gemeenten en twee kennisinstellingen in het komende jaar aangesloten op een open breedband infrastructuur. Dit bevordert de toegang tot informatie en de ontwikkeling van nieuwe diensten.
28
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Hoofddoelstelling: Verhogen van de arbeidsparticipatie De beschikbaarheid van gekwalificeerd personeel werkt positief op de economische ontwikkeling; voor de individuele werknemer betekent een goede opleiding meer kans op een baan. Wij hebben de afgelopen jaren vooral ingezet op samenwerking tussen het bedrijfsleven en opleidingen, gericht op schoolverlaters. Dit heeft in 2005 en 2006 geleid tot 2.670 leerbanen/stageplaatsen, de doelstelling is ruimschoots gerealiseerd.
Subdoelen Realiseren van leerbanen. Autonoom beleid
Indicatoren Aantal gerealiseerde leerbanen. realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
1.100
500
500
1.570
0
Bij het bereiken van deze resultaten is samengewerkt met drie Regionale Platforms Arbeidsmarktbeleid(RPA) en CWI. De provincie heeft vooral een actieve en verbindende rol vervuld en de regio’s financieel ondersteund om het organiserende vermogen te versterken en te verbeteren. Voor de doelgroep ouderen is het pilotproject Menselijk Kapitaal Centraal, Intersectorale mobiliteit in Overijssel uitgevoerd. Met SZW en de regionale arbeidsmarktpartijen is samengewerkt om de mogelijkheden te bevorderen voor het in dienst nemen en houden van oudere werknemers.
In 2006 is uitvoering gegeven aan de motie ‘Op weg naar meer allochtone vrouwen in de zorg’. Het project wordt ondersteund en gefinancierd door gemeenten, ROC’s en werkgevers uit de zorgsector. Met de cofinanciering van de Provincie Overijssel worden in Twente en Salland 45 banen in de zorg gerealiseerd voor allochtone vrouwen. In 2007 wordt nog eens een project gefinancierd waardoor het aantal nieuwe banen voor allochtone vrouwen in de zorg op 75 banen uitkomt. Het mentoringsproject om voortijdig schoolverlating te voorkomen is ook in 2006 gefinancierd. Het is een samenwerkingsproject van vier ROC’s en het SMO. In 2006 zijn 120 risicoleerlingen van alle ROC’s gekoppeld aan mentoren van buiten het onderwijs. Het project VMBO Carrousel van de zorgwerkgevers uit Twente verbetert de aansluiting door middel van snuffelstages om betere keuze te kunnen maken voor vervolgopleidingen en de oriëntatie op de arbeidsmarkt. Het is een bovenregionale voorziening voor alle VMBO scholen in de regio. De werkgevers zijn als medebelanghebbenden direct betrokken bij het project.
Hoofddoelstelling: Toename werkgelegenheid toerisme Over de periode 1996-2005 is het totaal aantal banen in de sector recreatie en toerimse gestegen van 23.522 in 1996 tot 30.818 in 2005. Dit is een gemiddelde stijging van 3,1% per jaar. De cijfers over 2006 zijn nog niet beschikbaar. De subsidieregeling KwaliteitsImpuls Toerisme Overijssel (KITO) heeft geleid tot een groot investeringsvolume en een belangrijke kwaliteitsslag op toeristische bedrijven. Ook ten aanzien van de routestructuren is een belangrijke stap voorwaarts gezet. De subsidieregeling KITO is in 2006 in de afrondingsfase aangekomen. De subsidies zijn aan de deelnemende bedrijven verleend en de projecten worden nu uitgevoerd. De realisatie van de Fiets- en Wandelroutenetwerken kreeg in Overijssel in 2006 een belangrijke impuls. In Twente is fase I van het wandelroutenetwerk uitgevoerd. Fase II volgt in 2007. In deze regio wordt eind 2006 ook de laatste hand gelegd aan het vernieuwende fietsroutenetwerk. Voor de andere regio’s zijn in 2006 subsidies verleend zodat Overijssel in 2008 over een provinciedekkend fietsroutenetwerk beschikt.
In 2006 is bovendien een begin gemaakt met de aanleg van 32 toeristische overstappunten (TOP’s). De eerste TOP’s zijn dit jaar in gebruik genomen. In navolging van de een soortgelijk initiatief in de Kop van Overijssel is dit jaar in het Overijssels Vechtdal een project gestart gericht op samenwerking en kennisvermeerdering tussen ondernemers. Aan het project nemen inmiddels ca 80 bedrijven toeristische bedrijven deel. Het samenwerkingsproject NORT-Salland is in 2006 afgerond. De samenwerking tussen het GOBT en de Overijsselse RBT’s is in 2006 verder geïntensiveerd. In het kader van de nieuwe toeristische ontwikkelingsagenda, die begin 2007 gereed is, zal worden ingezet op het in de markt zetten van nieuwe toeristische concepten en op een verdere stimulering van het innovatieve vermogen van de ondernemers.
Subdoelen Stimuleren innovatief vermogen ondernemers. Autonoom beleid
Indicatoren Aantal deelnemende bedrijven aan kwaliteitsverbeterende projecten. realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
-
55
55
80
60
Subdoelen Verbeteren en instandhouden van openbare infrastructuur. Autonoom beleid
Indicatoren Realiseren / aanpassen km routestructuren. realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
-
150
800
800
150
Met de deelname van 80 bedrijven aan kwaliteitsverbeterende projecten en de realisering of aanpassing van 800 km aan routestructuren is ruimschoots voldaan aan onze doelen in 2006.
Jaarverslag 2006
29
Hoofddoelstelling: Optimaal benutten Europees structuurbeleid Regulier beleid De EU-structuurfondsenperiode 2000-2006 loopt eind 2006 formeel af. In 2007 start een nieuwe periode, die zal lopen tot en met 2013. In 2007 en 2008 zullen nog middelen worden gebruikt uit de huidige periode voor projecten. Eind 2006 is de verplichte bestedingsdrempel opnieuw gehaald, waardoor geen onderuitputting op de EU-middelen is ontstaan. Voor alle vijf grote EU-programma’s geldt dat ze nagenoeg zijn uitgeput, en dat er in 2007 nog enkele projecten gehonoreerd kunnen worden. Daarna zal worden begonnen met het afrekenen van lopende projecten. Voor de grote programma’s geldt een flink aantal indicatoren, die medio 2006 alle gehaald werden. Dit houdt in dat met het honoreren van de laatste projecten de indicatoren, en daarmee de resultaten van de programma’s hoger uitkomen dan bij de start van de programma’s werd verondersteld. De belangrijkste indicator is die van de werkgelegenheidsgroei en het behoud daarvan. In totaal hebben de EUprogramma’s een werkgelegenheidseffect (nieuwe en behoud) van ruim 9.600 arbeidsplaatsen opgeleverd. Daarnaast zijn onder meer de volgende resultaten bereikt over de gehele programmaperiode: • ruim 200 grensoverschrijdende netwerken onder het interreg-IIIA programma • 7 heringerichte dorpskernen • 32 nieuwe toeristische voorzieningen en 39 herstelde cultuurhistorische objecten onder POP-I • 12 samenwerkingsverbanden • 20 nieuwe openbare voorzieningen • 20 nieuwe toeristische accommodaties en routestructuren • 10.000 m2 verbeterde of nieuwe oppervlakte openbare ruimte onder LEADER+ • 194 nieuwe of verbeterde voorzieningen/ accommodaties • 187 ondernemers die deelnemen aan ICT/R&D projecten • 522 ondernemers die directe financiële bijstand ontvangen • 105 ondernemingen die deelnemen aan milieuprojecten • en 208 innovatieve producten en nieuwe productiemethoden onder het EPD-landsdeel Oost.
30
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Hoofddoelstelling: Het waarborgen van een doelmatige en betrouwbare energie- en drinkwatervoorziening via de aandeelhouderschappen in Essent en Vitens Vitens NV, Zwolle
Wettelijk is vastgelegd dat de aandelen van de drinkwaterbedrijven in overheidshanden blijven. Via ons aandeelhouderschap streeft de provincie ernaar dat de tariefsstijging voor de gebonden klanten maximaal gelijk is aan de inflatie. De drinkwatertarieven in Overijssel dalen in 2007 t.o.v. 2006 met - 0,1 %. In 2006 is een motie aangenomen waarin GS gevraagd wordt samen met andere aandeelhouders van Vitens te onderzoeken of dividenduitkering bestemd kan worden voor de tariefsverlaging. De gevoelens van PS, neergelegd in de hierboven genoemde motie, zijn tijdens de vergadering van aandeelhouders op 11 december 2006 naar voren gebracht. De vergadering heeft besloten in 2007 hierover met elkaar een discussie voeren. In 2006 zijn besluiten genomen om te komen tot een fusie tussen de waterleidingbedrijven Vitens, Hydron Midden Nederland en Hydron Flevoland, waarbij de laatste twee bedrijven opgegaan zijn in Vitens. De fusie is per oktober 2006 geëffectueerd. Essent
Tot tevredenheid van de aandeelhouders van Essent heeft de Eerste Kamer besloten de splitsing van de energiebedrijven in een leverings- en netwerkbedrijf niet te effectueren, zolang het publieke en onafhankelijke netwerkbeheer niet in het gedrang komt. Voor Essent betekent dit gelijktijdig dat het bedrijf geen grootschalige grensoverschrijdende allianties of andere samenwerkingsvormen mag aangaan. Overijssel heeft begin dit jaar aangegeven, dat zij de komende vier of vijf jaren aandeelhouder wil blijven op voorwaarde dat de splitsing niet wordt afgedwongen. Dit laatste is nu het geval. Daarnaast heeft Essent dit jaar 50% van de netto winst uitgekeerd aan de aandeelhouders. Gezien de gestegen winst betekende dit voor Overijssel een dividend van circa € 49 miljoen. In het kader van het reguliere aandeelhouderschap heeft Overijssel zich als aandeelhouder actief opgesteld om de publieke belangen te behartigen.
Dit heeft zich onder meer vertaald in een actieve, soms kritische opstelling over het beloningsbeleid van de Raad van Bestuur, het prijsbeleid, de klantenbenadering, de storingen bij Essent, de aandacht voor duurzaamheid en het maatschappelijk verantwoord ondernemen. Mede gezien de ontwikkelingen op de energiemarkt en vanuit Europees perspectief hebben de aandeelhouders zich van extern advies voorzien over een nadere strategische positiebepaling. De aandeelhouders lijken zich voorlopig te kunnen vinden in het advies van de externe adviseur om als voorkeursoptie te kiezen voor een fusie op nationaal niveau. Het advies zal onder meer van nut kunnen zijn op het moment dat er zich in de sfeer van samenwerking e.d. ontwikkelingen aandienen die tot een besluit van de aandeelhouders moeten leiden.
Jaarverslag 2006
31
2.2.4 Heeft het gekost wat het zou gaan kosten?
Bedragen x € 1.000
Begroting 2006 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Economie en Innovatie
Ruimte voor ondernemen Stimuleren van innovatief vermogen Verhogen arbeidsparticipatie Kwaliteitsverbetering toerisme Europese programma's Goede energie- en drinkwatervoorziening Totaal programmakosten Economie en Innovatie Personeelsgebonden kosten Economie en Innovatie Toegerekende apparaatskosten Economie en Innovatie Totaal programma Economie & Innovatie
Voorzieningen
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
67 891 51 173 12.605 82.360 ––––––––
4.084 12.614 1.718 3.248 17.735 92 ––––––––
-4.017 -11.723 -1.667 -3.075 -5.130 82.268 ––––––––
72 1.174 53 173 17.341 83.816 ––––––––
3.754 10.365 1.710 3.135 23.322 164 ––––––––
-3.682 -9.191 -1.657 -2.962 -5.981 83.652 ––––––––
335 2.532 10 113 -851 1.384 ––––––––
96.147
39.491
56.656
102.629
42.450
60.179
3.523
0
2.849
-2.849
0
2.681
-2.681
168
0 ––––––––
2.695 ––––––––
-2.695 ––––––––
0 ––––––––
2.279 ––––––––
-2.279 ––––––––
416 ––––––––
96.147
45.035
51.112
102.629
47.410
55.219
4.107
Baten
Lasten
Saldo
Verschil
–––––––– 0
16.771 –––––––– 16.771
-16.771 –––––––– -16.771
-3.842 –––––––– -3.842
Ontrekkingen 2006
Verschil
Baten
Lasten
Saldo
–––––––– 0
12.929 –––––––– 12.929
-12.929 –––––––– -12.929
Stortingen 2006
––––––––––––––––––––––––––––––– Reserves
Begroot
Reserve IJsselmijgelden Actiefonds Overijssel Reserve Europese Programma's Reserve Investeringen
8.018 2.423
––––––––
Verschil
Begroot
Gereal.
Verschil
Totaal
8.018 7.527
0 0 -5.104 0
3.565 3.200
3.565 3.200 5.954
0 0 5.954 -290
0 0 850 -290
hoofddoelstellingen
Ruimte voor ondernemen Voor de Werkgelegenheidssubsidie Kennisintensieve Maakindustrie (WKM) is € 200.000 per jaar beschikbaar gesteld. Voor 2006 is dit bedrag niet gerealiseerd. Er is vertraging opgelopen in de werking van deze regeling en deze is eind 2006 van start gegaan. Voor de cofinanciering van de regeling Tender
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
––––––––––––––––––––––––––––––––
Gereal.
Toelichting bij de financiële afwijkingen op de
32
Verschil
––––––––
Baten
Voorziening Europese programma's Totaal ten laste van voorzieningen
Rekening 2006
––––––––––––––––––––––––––––––––
290
InvesteringsProgramma Provincies (TIPP) zijn middelen vanuit de Algemene Investeringsreserve beschikbaar gesteld. Het gaat om langlopende projecten, die naar verwachting in 2008 zijn afgerond. De geraamde onttrekking uit deze reserve is niet gerealiseerd. Er zijn inmiddels wel verplichtingen aangegaan. Stimulering van innovatief vermogen Met het project ‘Startende ondernemers’ worden mensen gestimuleerd en ondersteund om de stap tot
ondernemen te zetten en geholpen om tot een succesvolle bedrijfsontwikkeling te komen. Het project in Noordoost Twente is gestart. Vanuit de provincie is € 270.000 beschikbaar gesteld om 60 ondernemers te begeleiden. In de twee andere regio’s zijn gesprekken gaande met diverse partners om soortgelijke projecten te laten starten. Het heeft meer tijd gevergd dan was geschat om alle partijen inhoudelijk zoveel mogelijk te laten denken in het belang van de startende ondernemers. Hierdoor is een bedrag van € 630.000 niet uitgegeven. Eind 2005 heeft het Ministerie van Economische Zaken onder voorwaarden aan vijf projecten uit Oost-Nederland subsidie verleend in het kader van het gebiedsgericht Innovatiebeleid. De uiteindelijke uitwerking van de voorwaarden door Economische Zaken heeft bijna een jaar geduurd. In december 2006 zijn drie projecten definitief goedgekeurd en heeft de provincie voor twee projecten totaal € 934.000 beschikbaar gesteld aan cofinanciering. Van de resterende twee projecten voldoet één project niet aan de criteria, omdat het te laat is ingediend. De middelen voor de regeling ‘Innovatie in Bedrijf’ zijn niet geheel besteed (€ 186.000), vooral door de juridische randvoorwaarden bij de toekenning van subsidies en een aantal lopende bezwaarschriften over afgewezen aanvragen. De doorontwikkeling van e-loketten bij de provincie is vertraagd wegens de samenloop met de renovatie en de invoering van TOOL. Daardoor is een restant budget van € 180.000 niet gerealiseerd. Er is grote vraag bij gemeenten en bedrijven naar adequate bedrijventerreininformatie en daarvoor wordt in 2007 een digitaal loket gebouwd op basis van het GIS Online platform. Voor de APR II - regeling is een bedrag van € 180.000 beschikbaar gehouden voor vestigingen op nieuwe bedrijventerreinen. Hiervan is geen gebruik gemaakt. De APR II is nu beëindigd. De resterende middelen kunnen vrijvallen.
Kwaliteitsverbetering toerisme Het budget dat beschikbaar is gesteld voor KwaliteitsImpuls Toerisme Overijssel (KITO) in regio’s die niet voor Europese cofinanciering in aanmerking komen, is niet volledig besteed (€ 98.000). De KITO regeling is nu beëindigd. Dit bedrag kan vrijvallen. Goede energie- en drinkwatervoorzieningen Het betreft hier vooral een hoger dividend van Vitens over 2005, dat niet was geraamd. Resultaatbestemmingen worden gevraagd voor: • Ruimte voor ondernemen o € 200.000 voor de Werkgelegenheidssubsidie Kennisintensieve Maakindustrie (WKM). • Stimuleren innovatie o € 630.000 (Actiefonds) voor Startende ondernemers; o € 1.365.000 (Actiefonds) voor cofinanciering voor het vijfde bedrijfsinnovatie project, het omvangrijke nanotechnologieprogramma, in het kader van regionaal innovatiebeleid; o € 186.000 voor de regeling ‘Innovatie in Bedrijf’; o € 180.000 voor de bouw van een digitaal loket voor de herstructurering van bedrijventerreinen; o € 79.000 voor bedrijfsgerichte projecten; o € 290.000 voor de TIPP-regeling (mutatie in reserve). • Optimaal benutten Europees structuurbeleid o € 850.000 voor van cofinanciering provinciale middelen (mutatie in reserves). Voorzieningen Het betalingsritme door de projecten is hoger dan geraamd, waardoor de ontrekking aan de voorziening Europese programma’s ook hoger uitvalt. Dit wordt gedekt door hogere declaraties aan de Europese Commissie. Reserves Onze eigen bijdrage aan de Europese programma’s loopt via de reserve. Voor een verklaring van het verloop, zie hierboven.
Europese programma’s De overschrijding is toe te schrijven aan het feit dat het tempo van realisatie, en daarmee het kasritme, in werkelijkheid hoger heeft gelegen dan geraamd. De gevolgen worden afgewikkeld via de reserve c.q. voorziening Europese programma’s.
Jaarverslag 2006
33
34
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
2.3 Programma Water 2.3.1 Inleiding Overijssel leeft met water. Wij zetten ons in voor een veilig en leefbaar Overijssel, waar wij beschermd zijn tegen overstromingen en wateroverlast. Wij gaan voor een schoon en aantrekkelijk Overijssel, waar wij kunnen rekenen op schoon en voldoende drinkwater en waar wij kunnen genieten van het water in de omgeving. De provincie is verantwoordelijk voor het regionale waterbeleid, waarbij overigens Rijks- en Europees beleid sterk sturend zijn. Echter, water heeft zijn eigen loop en houdt zich niet aan bestuurlijke grenzen. Daarom richt het hedendaagse waterbeleid zich meer en meer op de stroomgebieden en is samenwerking het sleutelwoord. De bovenstaande overkoepelende doelstelling werkt door in twee hoofddoelstellingen: Veiligheid tegen overstroming en een Duurzaam watersysteem. Deze doelstellingen hebben een lange termijn karakter, evenals de daarvan afgeleide subdoelen en maatregelen. De provincie geeft de beleidskaders aan in de Strategische Plannen 2000+: het Waterhuishoudingsplan, het Streekplan en het Milieubeleidsplan. Hierin zijn onder andere de hoofdlijnen van het waterbeleid opgenomen. Portefeuillehouder van dit programma is P. Jansen.
2.3.2 Ontwikkelingen De volgende externe ontwikkelingen, voor een groot deel ook genoemd in de begroting, zijn in 2006 van invloed geweest op ons beleid. • Klimatologische veranderingen leiden tot strengere normen voor dijken en dwingen tot nieuwe ingrepen. In 2015 moet het watersysteem op orde zijn gebracht (Nationaal Bestuursakkoord Water). • In 2006 is de Planologische Kern Beslissing (PKB) Ruimte voor de Rivier vastgesteld. Deze voldoet in hoge mate aan de wensen van Overijssel. • Europees beleid is de komende jaren bepalend voor het waterkwaliteitsbeleid in Overijssel. Voor 2009 dient het stroomgebiedsbeheerplan gereed te zijn. De provincie Overijssel voert de regie voor de implementatie van de Kaderrichtlijn Water (KRW) in het deelgebied Rijn-Oost. De kwaliteit van
oppervlaktewater en waterbodems in Overijssel blijft nog achter bij deze gestelde doelen. In het traject van de Europese Kaderrichtlijn Water komt gaandeweg meer duidelijkheid over normen die van toepassing zijn op de kwaliteit van grond- en drinkwater. Dat is belangrijk omdat het nemen van maatregelen die onderdeel gaan vormen van het Stroomgebiedbeheerplan 2009, sterk wordt bepaald door de normen die gelden. • De Europese Richtlijn Zwemwater is aangenomen door het Europees Parlement en deze richtlijn zal worden doorvertaald in de nationale wetgeving (WHVBZ). In 2011 dient de Richtlijn te zijn geïmplementeerd. • Het kabinet heeft een ontwerp voor een nieuwe Waterwet gepresenteerd. Deze wet omvat onder meer een nieuw planstelsel en de overdracht van taken van het grondwaterbeheer. Ook is deze Waterwet aanleiding om de samenwerking en relatie met de waterschappen en gemeenten verder uit te diepen en vorm geven. • In 2006 is de Waterschapswet door de Tweede Kamer vastgesteld.
2.3.3 Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hebben we gedaan wat we zouden doen? IJkpunten Onderhandelingsakkoord 2003 - 2007 • Een krachtige positie van water in het ruimtelijk, milieu-, economisch, natuur- en landbouwbeleid • Een voortvarende uitvoering van de afspraken met Rijk, gemeenten en waterschappen Wij constateren met tevredenheid dat zowel in 2006 als in de gehele Statenperiode veel is bereikt op het onderdeel Water. Onze inbreng in de Planologische Kernbeslissing (PKB) Ruimte voor de Rivier is in belangrijke mate gehonoreerd en de voorbereiding van koploperprojecten is door ons voortvarend opgepakt. Er wordt door drie provincies, vijf waterschappen, gemeenten en andere partijen intensief samengewerkt binnen het deelstroomgebied Rijn-Oost om in 2009 een Stroomgebiedsbeheerplan te kunnen vaststellen en zo de Kaderrichtlijn Water te implementeren. Op strategisch niveau zijn twee partiële herzieningen van de Strategische Plannen vastgesteld door Provinciale Staten (maart 2006). Via het proces van de Watertoets wordt in de ruimtelijke ordening meer rekening gehouden met water; uit een landelijke evaluatie blijkt dat dat veelal nog beperkt blijft tot het
Jaarverslag 2006
35
inrichtingsniveau. In de uitvoering van het Reconstructieplan voor het landelijk gebied is een groot aantal waterprojecten opgenomen. Bij de implementatie van de Kaderrichtlijn Water spelen milieubeleid en natuurwaarden een grote rol. Via de uitvoering van het Stroomgebiedbeheerplan voor Rijn Oost zullen waterkwaliteit en ecologische waarden aanzienlijk verbeteren.
initiatiefnemer voor het project Keizers- en Stobbenwaarden en de gemeente Deventer voor het project Bolwerksplas, Worp en Ossenwaard. In januari 2007 zijn daarvoor bestuursovereenkomsten gesloten met het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Vooruitlopend daarop is gestart met voorbereidende activiteiten.
De uitvoering van het waterbeleid heeft gestalte gekregen in een groot aantal projecten, waarbij wij als provincie soms een trekkende rol vervullen maar vaker optreden als regisseur, medefinancier of coördinator. Hiertoe zijn substantiële middelen ingezet uit de Subsidieverordening Water Overijssel 2004, het Reconstructiebudget en het Actiefonds. Wij noemen in dit verband het meerjarig project Westerveldse Aa, waarmee de ecologische waterkwaliteit en de waterafvoer in en om Zwolle wordt verbeterd, maar ook de ruimtelijke kwaliteit in de stadsrand wordt versterkt. Wij constateren dat de afgelopen jaren het aantal projecten waarmee uitvoering wordt gegeven aan ons waterbeleid aanmerkelijk is toegenomen
De waterkering op het Van Heutzplein, onderdeel van de waterkering Kampen-Midden wordt binnenkort geheel voltooid. Daarmee is het Deltaplan Grote Rivieren gereed, dat begonnen is na de hoge waters van 1993 en 1995, en is de bescherming van het achterliggende gebied op het gewenste niveau.
Hoofddoelstelling: Veiligheid tegen overstroming
Subdoelen Het tot stand brengen en handhaven van een voldoende niveau van bescherming tegen overstroming. Autonoom beleid
Indicatoren Het percentage van de lengte van de primaire waterkeringen dat voldoet aan de geldende veiligheidsnormen (1996). realisatie
begroting
NJN
realisatie
2005
2006
2006
2006
2007
Ruim 90%
Ca 100%
100%
100%
100%
Prioriteiten uit de Perspectiefnota De Planologische Kernbeslissing Ruimte voor de Rivier is in december 2006 vastgesteld door het parlement. De PKB houdt in belangrijke mate rekening met het Regioadvies, dat mede door de provincie Overijssel is uitgebracht. Voor de bypass bij Kampen is in het kader van IJsseldelta-Zuid een Masterplan gereed gekomen. Nu worden de dekkingsmogelijkheden verkend, met het oog op opname in het voorkeurspakket van de PKB. In de PKB is de hoogwatergeul Veessen-Wapenveld opgenomen, die weliswaar op Gelders grondgebied ligt maar die van wezenlijk belang is voor Overijssel. Er is gestart met de planstudie voor twee koploperprojecten: dijkverlegging Westenholte, (geleid door de provincie) en het project Uiterwaardvergraving Scheller- en Oldeneler-Buitenwaarden (geleid door de gemeente Zwolle). Een bypass bij Deventer is opgenomen in de PKB als reservering voor de lange termijn, daarom is een onderzoek naar de haalbaarheid, zoals aangekondigd in de begroting op korte termijn nog niet aan de orde. Voor het gebied rond Deventer zijn eveneens twee koploperprojecten aangewezen: de provincie is
36
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Regulier beleid Op basis van de toetsing van de primaire waterkeringen die in 2005 heeft plaatsgevonden zijn verbeteringsplannen door de beheerders opgesteld. De bedoelde plannen wachten nu op uitvoering, waarbij de financiering door het Rijk veelal bepalend is voor de voortgang. De door de provincie vastgestelde normen voor regionale waterkeringen zijn in 2006 definitief geworden. De beheerders zijn bezig om de regionale keringen aan deze normen te toetsen. De resultaten daarvan moeten eind 2007 bekend worden, op dat moment is er een gedetailleerd beeld van de kwaliteit van de regionale keringen. De draaiboeken voor hoogwaterbeheersing en calamiteitenbestrijding zijn geactualiseerd. Met de betrokken waterschappen, Rijkswaterstaat en de provincies Drenthe en Overijssel hebben twee gezamenlijke oefeningen plaatsgevonden.
begroting
Subdoelen Goed voorbereid zijn op calamiteiten. Autonoom beleid
Indicatoren Het houden van oefeningen. realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
1
2
2
2
1
Indicatoren De actuele status van de drie draaiboeken. realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
Ja
Ja
Ja
Ja
Nvt *
De bestrijding van muskusratten is gecontinueerd, de vangstgegevens over 2006 laten een daling zien t.o.v. 2005. Dat wijst op een betere controle over de populatie, maar deze is nog niet op het gewenste niveau. Er is nog geen overeenstemming bereikt over een aangepast financieringssysteem, een wens die voortkomt uit de eerder uitgevoerde evaluatie. In 2007 wordt tussen IPO en Unie van Waterschappen een discussie afgerond over het nut en de noodzaak en de meest effectieve wijze van muskusrattenbestrijding. In overleg met de waterschappen zullen wij de gevolgen hiervan nader bezien, waarbij het beperken van schade aan waterkeringen centraal zal staan.
Hoofddoelstelling: Duurzaam Watersysteem
* Deze indicator is niet meer in de Begroting 2007 opgenomen.
Prioriteiten uit de Perspectiefnota Subdoelen Terugdringen van de populatie muskus- en beverratten. Autonoom beleid
Indicatoren Het aantal vangsten per velduur (lange termijn doel is 0,25; met de waterschappen is 0,62 overeengekomen als realistisch doel voor de korte termijn). realisatie 2005 0,73 begroting 2006 Wijziging financierings systeem 0,62 NJN 2006 Onderhandelingen met de waterschappen lopen. Voorstel ligt ter beoordeling bij de waterschappen realisatie 2006 Nog geen overeenstemming over aanpassing financieringswijze 0,67 begroting 2007 0,50
De provinciale beleidskaders zijn geformuleerd in de Strategische Plannen 2000+: het Waterhuishoudingsplan, het Streekplan en het Milieubeleidsplan. In maart 2006 is door Provinciale Staten de partiële herziening Ruimte en Water vastgesteld. Daarmee is een ruimtelijke doorvertaling gegeven van de stroomgebiedsvisie Vecht-Zwarte Water. In 2006 is een begin gemaakt met het voorbereiden van een integrale herziening van de Strategische Plannen in de vorm van een Omgevingsplan. In het kader van de implementatie van de Kaderrichtlijn Water wordt onder leiding van de provincie Overijssel in het deelstroomgebied Rijn-Oost intensief gewerkt aan het voorbereiden van een deelstroomgebiedbeheerplan, dat in 2009 gereed moet zijn. Op basis van een eerste verkenning van ecologische doelen wordt nu gewerkt aan een uitwerking van doelen, de daarvoor benodigde maatregelen en de kosten die daarmee zijn gemoeid. Per cluster van waterlichamen worden door de waterschappen maatregelen ontwikkeld en besproken in gebiedsgroepen. Daarbij vormt de gezamenlijk opgestelde startnotitie het uitgangspunt voor de werkwijze. De afstemming met het aangrenzende Duitse gebied krijgt meer en meer inhoud, onder andere door meer gestructureerd overleg en groeiend begrip over en weer van knelpunten en de wijze van benadering van vraagstukken.
Jaarverslag 2006
37
Wij geven inhoud aan onze regierol door een gebiedsgerichte benadering, waarmee wij willen komen tot een versnelde en beter afgestemde uitvoering van beleid, met een gecoördineerde inzet van provinciale en andere subsidies. In 2006 hebben elf waterprojecten van waterschappen en gemeenten voor een totaalbedrag van € 1,5 miljoen een provinciale subsidie gekregen. De gesubsidieerde projecten dragen bij aan het vergroten van de veerkracht en het verbeteren van de waterkwaliteit in Overijssel en dragen zo bij aan het motto van het Onderhandelings¬akkoord: Ruimte voor Actie.
Subdoelen Terugdringen van wateroverlast en verdroging door herstel van de veerkracht van het watersysteem. Autonoom beleid
Indicatoren Het percentage oppervlakte dat voldoet aan de normen voor wateroverlast. (In 2015 moet het watersysteem op orde zijn). realisatie 2005 Resultaten inventarisatie door waterschappen bekend begroting 2006 Inzicht in risico’s en afweging van maatregelen en effecten
Mede in het kader van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) is een Provinciaal Meerjarenprogramma opgesteld. Een van de programmalijnen van dit meerjarenprogramma is ‘Duurzaam waterbeheer’. Hierin zijn de doelen en prestaties weergegeven voor de uitvoering van het waterbeleid tot 2013. Deze programmalijn is in nauw overleg met de Overijsselse waterschappen tot stand gekomen. De waterschappen voeren de prestaties uit en financieren het grootste deel zelf. Omdat de financiële bijdrage van het Rijk daarin vooralsnog achterblijft bij de wensen van provincie en waterschappen, zijn nog niet alle prestaties in het pMJP financieel gedekt. De waterschappen hebben de risico’s op wateroverlast wel geïnventariseerd, maar geen rapportage overlegd over de huidige stand van zaken aan de provincie Overijssel. Onder verwijzing naar het recente rapport van de rekenkamer Oost merken wij op dat juist in het afgelopen jaar de verdrogingsaanpak een nieuwe impuls heeft gekregen, door het op gang komen van GGORprocessen, het vaststellen van de TOP-lijst en ons voorstel voor inzet van het Fonds Grondwaterheffing (zie verderop onder grondwaterbeheer).
NJN 2006 Identificatie van prioritaire gebieden is gereed. Voorstel voor aanpak ligt voor. realisatie 2006 Meerjarig project, provinciebrede rapportage ontbreekt nog begroting 2007 Vaststellen van normen en afspraken over uitvoeringsprogramma
Subdoelen Terugdringen van wateroverlast en verdroging door herstel van de veerkracht van het watersysteem. Autonoom beleid
Indicatoren Het percentage oppervlakte waarvoor het Gewenst Grond en Oppervlaktewater Regiem (GGOR) is vastgesteld. realisatie 2005 Voor minder dan 5% GGOR vastgesteld begroting 2006 Plan van aanpak, prioriteitsstelling, monitoringsplan NJN 2006 Landelijk is door taskforce verdroging een TOP-X van verdrogingsgebieden vastgesteld. In Overijssel start in december 2006 de eerste generatie GGOR. realisatie 2006 Gerealiseerd conform gemaakte afspraken is GGOR voor 5% van het gebied vastgesteld. begroting 2007 Opstellen eerste tranche GGOR, aanpassingsvoorstellen
38
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
De kwaliteit van water verbetert onder invloed van regulier beleid van provincie en waterschappen. De inzet en beleidsmatige aandacht gaat dit jaar en komende jaren vooral uit naar het formuleren van doelen, normen en maatregelen om in 2015 te voldoen aan de eisen die voortvloeien uit de Kaderrichtlijn Water. Daarbij blijkt dat de oordelen over de toestand van de waterkwaliteit aan verandering onderhevig zijn omdat de gehanteerde normen wijzigen. Dat bemoeilijkt een heldere communicatie over de kwaliteit van ons watersysteem.
Subdoelen Een oppervlaktewaterkwaliteit die voldoet aan de basisnormen. Autonoom beleid
Indicatoren Het percentage metingen dat voldoet aan de maximaal toelaatbare risico waarden (MTR). realisatie 2005 Geen nieuwe gegevens t.o.v. 2004 begroting 2006
Grondwaterbeheer Prioriteiten uit de Perspectiefnota De partiële herziening van het Streekplan en het Milieubeleidsplan met het oog op Grondwaterbescherming is in maart 2006 vastgesteld. Daarbij is ook de regelgeving (Provinciale Milieuverordening) aanzienlijk vereenvoudigd. Er zijn drie MER-projecten in procedure waarbij het duurzaam maken van de winning een belangrijk doel is. Voor het project Mander is de MER-procedure afgerond. in het 1e kwartaal 2007 zal het ontwerpbesluit op de vergunningaanvraag worden genomen. De MER voor de gedeeltelijke verplaatsing van de winning Engelse Werk bij Zwolle zal in januari 2007 worden ingediend door de initiatiefnemer Vitens. De MER voor het duurzaam maken van de winning Wierden zal naar verwachting in de 2e helft 2007 worden afgerond en ingediend. Besluiten over beschermingsbeleid en vergunningverlening voor winningen worden gelijktijdig genomen. Het monitoringssyteem voor grondwater is conform de begroting opgesteld.
Doorvertaling regio-specifieke situatie
Wachten op voorstel Rijk voor regio-specifieke normen
Subdoelen Een grondwaterkwaliteit voor menselijke consumptie die voldoet aan de basisnormen.
realisatie 2006*
Autonoom beleid
NJN 2006
Gefaseerd naar 2015. In 2007 rapportage over toetsing aan nieuwe
Indicatoren Het percentage metingen dat voldoet aan de (toekomstige) grondwaterrichtlijn (nitraat, fosfaat en bestrijdingsmiddelen).
normen 2012** 100%, in kwaliteitswateren een hogere kwaliteit
realisatie 2005 Nog steeds overschrijding kwaliteitsnormen * In 2006 is voorlopig getoetst aan de Europese conceptnormen voor prioritaire stoffen ** Het traject van de Kaderrichtlijn Water kan leiden tot aanpassing van de normen voor 2015.
begroting 2006 In het verband van de Kaderrichtlijn Water wordt een monitoringssyteem opgesteld voor grondwater. NJN 2006 Toetsing van het monitoringssysteem vindt plaats in september 2006. realisatie 2006 Monitoringssysteem is vastgesteld begroting 2007 n.v.t.
Jaarverslag 2006
39
Regulier beleid
Subdoelen Een efficiënte en effectieve organisatie van het waterbeheer. Autonoom beleid
Subdoelen Onttrekking van grondwater beperken tot hoogwaardige benutting.
Indicatoren De relatieve ontwikkeling van de waterschapslasten (procentuele jaarlijkse toename, in 2004 was dit € 252 voor gemiddeld huishouden in Overijssel).
Autonoom beleid
Indicatoren De onttrokken hoeveelheden water, gegeven de actuele vergunningen voor drinkwaterwinning (108 mln m3/jaar) in mln m3/jaar. 1) realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
69,3
Max. 108
70
Prognose:
Max. 96,7
realisatie
begroting
NJN
realisatie
2005
2006
2006
2006
2007
3,6%
5%*
ca. 1%
1%
Max. 5%
* 5 procent (inclusief prijsindex) is gebaseerd op de historische ontwikkeling en op een inschatting van wat kennelijk maatschappelijk aanvaardbaar wordt geacht
70 1) De actuele vergunningen vormen het plafond voor drinkwater-
Samenwerking met Roemenië (waterbeheer)
winning. Het feit dat kan worden volstaan met minder onttrekkingen is een gunstig teken.
In 2006 is beduidend meer gebruik gemaakt van de mogelijkheden van het Fonds Grondwaterheffing. Dit kan nog toenemen. Met het oog daarop zullen wij Provinciale Staten een voorstel doen om de buffer in de bestemmingsreserve (omvang per 1-1-2007 circa € 3 miljoen) als provinciale bijdrage toe te voegen aan de antiverdrogingsgelden in het kader van de ILGafspraken met het Rijk. Deze gelden worden besteed binnen de 12 VHR-gebieden (Vogel- en Habitatrichtlijn) die onderdeel uitmaken van de TOPlijst. De verdrogingsbestrijding past uitstekend binnen de bestedingsdoelen die vastgelegd zijn in de Grondwaterwet. Organisatie van het waterbeheer Prioriteiten en Regulier beleid Provinciale Staten hebben in september 2006 besloten per 1 januari 2007 delen van het grondwaterbeheer over te dragen aan de waterschappen. Alle voorbereidingen zijn in 2006 afgerond. In 2006 is met de waterschappen en Rijkswaterstaat een tweejarig wateractieprogramma opgesteld, waarmee een beeld wordt gegeven van de inzet voor de uitvoering van het waterbeleid. Tot onze tevredenheid zijn de waterschapslasten in 2006 heel beperkt gestegen. Dat neemt niet weg dat in de komende jaren nog veel werk gedaan moet worden, waarmee aanzienlijke kosten zullen zijn gemoeid.
40
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
begroting
Prioriteiten uit de Perspectiefnota De projectperiode 2005-2006 is (positief) geëvalueerd. Er is een plan van aanpak opgesteld voor waterwinning en afvalwater in het ruraal gebied Teleorman, dat de basis vormt voor de aanvragen voor Europese subsidies (Cohesiefondsen). Wij participeren in de uitvoering van een pilotproject hoogwaterbescherming en in onderzoek: nieuwe methoden voor drinkwatervoorziening en afvalwaterzuivering en stimuleren de uitvoering van pilots drinkwater en afvalwater. De samenwerking van de Jongerenraad Overijssel met Roemeense jongeren is voortgezet. Daarin wordt een educatief handboek waterbeheer Donau/IJssel uitgebracht en geïmplementeerd in het Roemeense onderwijs. Een bestuurlijke delegatie van de provincie Overijssel heeft in de zomer van 2006 een zeer succesvol bezoek aan Teleorman gebracht. Wij bevorderen de samenwerking van gemeenten binnen Teleorman en we streven naar integratie van het district Giurgiu in het waterproject.
2.3.4 Heeft het gekost wat het zou gaan kosten?
Bedragen x € 1.000
Begroting 2006 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Water
Veiligheid tegen overstroming Duurzaam watersysteem Totaal programmakosten Water
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
994 1.888 –––––––– 2.882
5.603 8.687 –––––––– 14.290
-4.609 -6.799 –––––––– -11.408
994 1.924 –––––––– 2.918
5.599 7.887 –––––––– 13.486
-4.605 -5.963 –––––––– -10.568
4 836 –––––––– 840
2.204
-2.204
1.998
-1.998
206
–––––––– 2.882
2.085 –––––––– 18.579
-2.085 –––––––– -15.697
–––––––– 2.918
1.698 –––––––– 17.182
-1.698 –––––––– -14.264
387 –––––––– 1.433
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Verschil
–––––––– 0
3.444 –––––––– 3.444
-3.444 –––––––– -3.444
–––––––– 0
3.167 –––––––– 3.167
-3.167 –––––––– -3.167
277 –––––––– 277
Toegerekende apparaatskosten Water
Voorzieningen
Voorziening rivierdijkversterking Totaal ten laste van voorzieningen
Stortingen 2006
––––––––––––––––––––––––––––––– Reserves
Verschil
––––––––
Baten
Personeelsgebonden kosten Water
Totaal programma Water
Rekening 2006
––––––––––––––––––––––––––––––––
Begroot
Gereal.
Reserve IJsselmijgelden Actiefonds Overijssel Reserve Grondwaterbeheer
Ontrekkingen 2006
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Verschil
Begroot
Gereal.
Verschil
Totaal
0 0 0
100 1.000 107
100 1.000 178
0 0 71
0 0 71
Toelichting bij de financiële afwijkingen op de hoofddoelstellingen
Duurzaam watersysteem De belangrijkste afwijking van het budget betreft de watergerelateerde prestaties uit het Uitvoeringscontract Reconstructie (€ 804.000). In lijn met de constateringen en verwachtingen in de Perspectiefnota 2006 en in de Najaarsnota 2006, is de uitvoering van waterprojecten in reconstructiegebied goed op schema gekomen. Voor 2006 was een bedrag van € 3,7 miljoen aan provinciale middelen begroot, waarvan voor ongeveer € 2,9 miljoen kasuitgaven zijn gedaan.
De middelen die in 2006 op kasbasis niet zijn besteed, zijn in de reserve Reconstructie gestort. De eind 2006 in de reserve Reconstructie aanwezige middelen zijn noodzakelijk om de aangegane verplichtingen per ultimo 2006 uit te kunnen financieren. Resultaatbestemming wordt gevraagd voor: • Duurzaam watersysteem o € 71.000 voor uitvoeren waterprojecten (mutatie in reserve).
Jaarverslag 2006
41
42
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
2.4 Programma Ruimte 2.4.1 Inleiding Wij richten ons op het versterken van de sociaaleconomische structuur van de provincie en het vergroten van de ruimtelijke kwaliteit. Overijssel kenmerkt zich door een unieke combinatie van economische en stedelijke dynamiek enerzijds en landschappelijke kwaliteit, cultuurhistorie, rust en eigenheid anderzijds. Dit mooie evenwicht is een kernwaarde, die we willen behouden en verder willen verdiepen. Onze opgave op het gebied van de ruimtelijke ordening is groot, onze ambities zijn stevig en de verwachtingen hooggespannen. De druk op de (schaarse) ruimte en de kwaliteit ervan neemt nog steeds toe. Dit vraagt om heldere keuzes, juist ook op provinciaal niveau. In 2006 hebben wij belangrijke stappen vooruit gezet als het gaat om een andere manier van werken. Integrale gebiedsontwikkeling heeft in de IJsseldelta geleid tot een Masterplan dat door alle partijen is vastgesteld. Ook in andere gebiedsontwikkelingsprojecten is voortgang geboekt, zoals Gebiedsontwikkeling luchthaven Twente en omgeving. Op verschillende fronten is gewerkt aan de versterking van de ruimtelijke kwaliteit, waarbij onder andere het instellen van het Provinciaal kwaliteitsatelier kan worden genoemd. Ook hebben we via gedeputeerdenprojecten ervaring opgedaan in de praktijk en is er veel aandacht geweest voor het delen van kennis met verschillende partijen, zoals gemeenten, waterschappen en andere maatschappelijke organisaties. Ten aanzien van het wonen in Overijssel richten wij ons primair op het dichter bij elkaar brengen van vraag en aanbod op de Overijsselse woningmarkt. Secundair is het stimuleren van economie en werkgelegenheid. Daartoe zetten wij in op voldoende geschikte woningen in een aantrekkelijke woonomgeving. In de afgelopen jaren zijn onze doelstellingen voor de productie van woningen steeds gerealiseerd. Daarnaast hebben wij met alle gemeenten prestatieafspraken gemaakt over de uitvoering van hun woonplan, waaronder de kwaliteit van de te realiseren woningen.
Portefeuillehouder van dit programma is de heer drs. T.W. Rietkerk. Voor de doelstelling ‘Langer zelfstandig wonen voor ouderen gehandicapten en/of ggz cliënten (de keten wonen, zorg, welzijn)’ is de heer G.J.H. Ranter portefeuillehouder. Binnen de hoofddoelstelling vergroten Ruimtelijke Kwaliteit is voor de onderwerpen ‘Vrijkomende Agrarische Bedrijfsgebouwen’, ‘Rood-voor-Rood’ en ‘Rood-voorGroen’ de heer P. Jansen de portefeuillehouder.
2.4.2 Ontwikkelingen De volgende externe ontwikkelingen, voor een groot deel ook genoemd in de begroting, zijn in 2006 van invloed geweest op ons beleid: • De druk op de schaarse ruimte is groot, daarnaast is de vraag naar ruimte volop in ontwikkeling. Zo neemt het aantal boeren nog steeds verder af, er is een veranderende behoefte aan recreatieve voorzieningen, en zijn er vele initiatieven om vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen en gronden een nieuwe bestemming te geven. De ruimtelijke kwaliteit van Overijssel staat hiermee onder druk. Dit alles vraagt om het versterken van de sociaal economische ontwikkelingsmogelijkheden en versterken van de ruimtelijke kwaliteit. • Ook de samenstelling van onze bevolking verandert. Er is sprake van vergrijzing, kleiner wordende gezinnen en een groter aandeel alleenstaanden. Deze ontwikkelingen vragen om andere typen woningen, geschikt voor de juiste doelgroep. Daarnaast ligt de woningbouwproductie nog steeds achter op de behoefte. De afgelopen jaren is de productie al verhoogd, maar ook de komende jaren zal de productie nog verder omhoog moeten. Dit is een opgave voor alle partijen op de woningmarkt. • In de Nota Ruimte krijgen de provincie en gemeenten meer verantwoordelijkheden. Onder het motto ‘decentraal wat kan, centraal wat moet’, doet het Rijk op het gebied van de ruimtelijke ordening een stapje terug. De sturing op de ruimtelijke ontwikkeling is dus in ontwikkeling, dit wordt ondersteund door de op handen zijnde nieuwe Wet ruimtelijke ordening. Deze wet zal op 1 januari 2008 in werking treden.
Jaarverslag 2006
43
2.4.3 Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hebben we gedaan wat we zouden doen?
plattelandsgemeenten. Wij zullen PS hierover informeren zodra de definitieve CBS-cijfers over 2006 beschikbaar zijn (maart 2007).
IJkpunten Onderhandelingsakkoord 2003 - 2007
In het Onderhandelingsakkoord is afgesproken dat de provincie niet langer stuurt op woningbouwcontingenten maar op kwaliteit, op basis van bindende afspraken met gemeenten. Voor deze koerswijziging was een herziening van het streekplan voorzien. Deze streekplanherziening is door PS vastgesteld in maart 2005. Voor de uitvoering van dit nieuwe woonbeleid zijn in 2005/2006 gemeenten begeleid en ondersteund bij het ontwikkelen van eigen woonbeleid in een gemeentelijk woonplan, als uitwerking van het provinciale beleidskader. Alle gemeenten hebben inmiddels een vastgesteld woonplan, dat door de provincie is beoordeeld. Voor de uitvoering van deze woonplannen zijn met alle gemeenten prestatieafspraken gemaakt. Deze afspraken betreffen onder meer de huisvesting van starters en ouderen, en het versterken van de keten Wonen-Zorg-Welzijn. De provincie begeleidt en ondersteunt de gemeenten intensief bij de uitvoering van de afspraken en het realiseren van de prestaties. Dit geldt ook voor het Wonen boven winkels waarvoor GS in 2006 een provinciale aanpak heeft vastgesteld.
Ruimte
In het Onderhandelingsakkoord is de eerste aanzet gegeven voor een meer ontwikkelingsgerichte ruimtelijke ordening, waarbij het dan gaat om het daadwerkelijk mee-realiseren van ruimtelijk-fysieke oplossingen en om het verdiepen en versterken van de leefkwaliteit. Dit is in deze collegeperiode uitgewerkt in het Ambitiedocument Ontwikkelingsplanologie en in het programma Ruimtelijke Kwaliteit. Onze inspanningen hebben zich gericht op het uitvoeren van de bestuurlijke agenda uit het Ambitiedocument Ontwikkelingsplanologie. Het ging daarbij om het verder handen en voeten geven van sturen op ruimtelijke kwaliteit, het uitvoeren van concrete gebiedsontwikkelingsprojecten (zoals bijvoorbeeld IJsseldelta-Zuid en de luchthaven Twente en omgeving), het ontwikkelen van de provinciale instrumentenkoffer en het vormgeven van nieuwe samenwerkingsverbanden. Op deze manier is concreet invulling gegeven aan de opgave uit het onderhandelingsakkoord voor het versterken van de ruimtelijke kwaliteit en het vergroten van de sociaal economische ontwikkelingsmogelijkheden. Wonen
• Voldoende woningen voor ouderen en starters in de plattelandsgemeenten • Versnelling in de uitvoering van stedelijke woningbouwprogramma’s Deze subdoelen monitoren wij aan de hand van de jaarcijfers voor de woningbouw die het CBS in maart publiceert. Volgens tussentijdse cijfers was het tempo van de woningvermeerdering in het eerste halfjaar vergelijkbaar met vorig jaar. Wel zijn er veel meer woningen gesloopt dan in voorgaande jaren (vermindering), veelal ten behoeve van (nog te realiseren) vervangende nieuwbouw bij de aanpak van oude wijken in de grote steden. Het aantal afgegeven bouwvergunningen blijft sterk toenemen, met de kanttekening dat het daadwerkelijk realiseren van woonruimte voor starters en ouderen extra aandacht blijft vragen. Al met al vertrouwen wij erop dat onze ambities om te bouwen aan goed wonen in Overijssel ook in 2006 weer zijn gerealiseerd, zowel in de stedelijke als in de
44
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Met het oog op de ijkpunten in het onderhandelingsakkoord is daarnaast een pilotprogramma gestart om de woningbouwproductie in Overijssel te stimuleren. Deze pilot heeft landelijke status, met de provincie en het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu als trekkers. Het doel van de pilot is het verhogen en versnellen van de woningbouwproductie en het inlopen van het woningtekort in Overijssel. Dit is uitgewerkt in een jaarlijkse provinciale doelstelling voor de uitbreiding van de voorraad woningen. De pilot wordt vormgegeven en uitgevoerd samen met de betrokken partijen (VROM, gemeenten, corporaties, marktpartijen). Er zijn provinciale aanjaagprojecten benoemd om knelpunten in woningbouwprojecten op te lossen en procedures te versnellen, waarvoor provinciale middelen beschikbaar zijn gesteld. Ook is extra geld van het Rijk beschikbaar gekomen voor asbestsanering en woonfunctie. Samen met de mede-overheden is een traject ingezet om samenwerking te bevorderen (Overijssel Ontdooit, Overijssel op Stoom). Een digitale checklist is ontwikkeld voor een beter en sneller inzicht in geldende wet- en regelgeving en te volgen procedures bij de aanvang van woningbouwprojecten. Tenslotte is met het zogenoemde Flitsbesluit een aanpak ontwikkeld om de doorlooptijd in het prille begin van woningbouwprojecten te bekorten.
Hoofddoelstelling: Vergroten van de ruimtelijke kwaliteit en versterken van de sociaal economische ontwikkeling Prioriteiten Versterken van de ruimtelijke kwaliteit
In 2006 is uitvoering gegeven aan het plan van aanpak Ruimtelijke Kwaliteit, als verdere uitwerking van het Werkschrift Ruimtelijke Kwaliteit dat in Provinciale Staten is vastgesteld. Het programma kent drie hoofdonderdelen. Dit zijn het Overijssels Kwaliteitsatelier, het opdoen van kennis en ervaring in de praktijk door concrete projecten binnen de verschillende beleidsterreinen en tot slot kennisontwikkeling en communicatie. Nadat we medio 2006 hebben geconcludeerd dat de eerste ambitie voor 2006 te hoog lag, is deze enigszins bijgesteld. Onder andere het instellen van het Kwaliteitsatelier heeft in de opstartfase meer tijd en energie gekost dan verwacht. Toch heeft op 6 juni 2006 de officiële opening plaatsgevonden van het Overijssels Kwaliteitsatelier, werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit. Het atelier heeft de uitvoering van zijn programma voortvarend ter hand genomen, zoals het Vechtdal project en de ervenmanifestatie. Om concreet ervaring op te doen in de praktijk, is breed binnen het college een aantal gedeputeerdenprojecten opgestart, zoals Landbouwontwikkelingsgebieden, Woonlandschappen, Uitwerking werkschrift voor architectuur en vormgeving. De voortgang in de projecten is wisselend, we gaan ervan uit dat ze in 2007 tot meer resultaat leiden. Het blijkt in de praktijk toch lastiger te zijn dan verwacht om het onderwerp ruimtelijke kwaliteit goed te agenderen in de verschillende projecten. Een ander mooi resultaat op dit terrein is de vormgeving van de samenwerking met de Overijsselse gemeenten. Die heeft ertoe geleid dat de VNG Overijssel een Manifest Ruimtelijke Kwaliteit heeft uitgebracht en dat zij volop aan het werk zijn om hieraan invulling te geven. Samen werken wij in Overijssel op deze manier aan een Onweerstaanbaar Overijssel. In 2007 moet een besluit worden genomen over hoe de sturing op ruimtelijke kwaliteit verder vormgegeven wordt. Het Provinciaal Omgevingsplan zal hierbij een belangrijk instrument zijn. Een ander project dat bijdraagt aan de versterking van ruimtelijke kwaliteit is reanimatie van industrieel en agrarisch erfgoed. Een belangrijk onderdeel van het
stimuleringsprogramma ‘Re-animatie industrieel en agrarisch erfgoed’ is het initiëren en ondersteunen van transformatieplannen van projecten. In 2006 is hiervoor een speciale subsidieregeling van start gegaan. Vijf industriële projecten hebben van deze subsidieregeling gebruik gemaakt. Voor het opstellen van transformatieplannen van boerenerven en boerderijen hebben opstellers van achttien erfplannen een provinciale bijdrage gekregen. Hiermee is het aantal aanvragen ruim hoger dan in eerste instantie verwacht. Daarnaast is er in 2006 veel aandacht besteed aan communicatie door het uitbrengen van brochures en DVD’s, en aan kennis over boerenerven in Overijssel en een voorbeeldenboek voor transformatie van boerderijen.
Subdoelen Versterken van de ruimtelijke kwaliteit. Autonoom beleid
Indicatoren Gerealiseerde voortgang in het sturen op ruimtelijke kwaliteit. realisatie 2005 Uitbrengen werkschrift ruimtelijke kwaliteit begroting 2006 Kwaliteitsatelier functioneert. Start van 7 voorbeeldprojecten NJN 2006 Kwaliteitsatelier functioneert. 7 projecten gestart realisatie 2006 Kwaliteitsatelier functioneert. 7 projecten lopen begroting 2007 Uitvoeren van 7 voorbeeldprojecten
In de periode 2004 tot en met 2006 is uitvoering gegeven aan het project ‘Rood voor Rood, Rood voor Groen en Vrijkomende Agrarische Bedrijfsbebouwing’. In september 2006 is besloten het project met een jaar te verlengen tot eind 2007. Meest kritisch hierbij is, gezien het innovatieve karakter, de daadwerkelijke uitvoering van het Rood voor Rood beleid, dat de gemeenten zelfstandig moeten gaan uitvoeren en waarbij zij concrete gevallen moeten beoordelen. Omdat Rood voor Rood een innovatief instrument is, is in 2005 en 2006 veel inzet gepleegd om het goed in de markt te zetten. In de tweede helft van 2006 is
Jaarverslag 2006
45
een tussentijdse balans opgemaakt. Gebleken is dat het Rood voor Rood beleid goed wordt opgepakt. Veertien gemeenten beschikken inmiddels over eigen beleidskaders, de andere elf gemeenten zijn dit aan het voorbereiden. In alle gemeenten spelen Rood voor Rood aanvragen. Soms een enkele, soms tientallen. Op de peildatum (1 september 2006) zijn 125 aanvragen in voorbereiding. Tegelijk moet geconcludeerd worden dat op dat moment nog maar een klein aantal aanvragen is vastgesteld (getekend tussen initiatiefnemer en gemeente). Bij de raming van het aantal m2 gesloopte stal per jaar met behulp van Rood voor Rood is onvoldoende rekening gehouden met de tijd die nodig is om van beleid tot concrete realisatie in het veld te komen. Eind 2006 zou er volgens de gehanteerde indicator in totaal 65.000 m2 aan voormalige agrarische bedrijfsgebouwen gesloopt moeten zijn. Met de 6 ondertekende aanvragen is 6.088 m2 gemoeid, terwijl het bij de 125 aanvragen die in voorbereiding zijn om 111.477 m2 gaat. In de Najaarsnota was er nog een te optimistisch beeld over de daadwerkelijke ondertekening van de aanvragen. Ook in 2006 hebben wij weer actief bijgedragen aan de ontwikkeling van de streekfunctie van Steenwijk en Hardenberg. Wij hebben in beide kernen via het gebiedsgericht werken verschillende projecten ondersteund, zoals de versterking van het voorzieningenniveau en het culturele aanbod in Hardenberg.
Subdoelen Versterken van de ruimtelijke kwaliteit
Regulier beleid Het jaar 2006 is het laatste jaar van het Interreg 3B project URBAL (URBan and RurAL Development). Wij waren de afgelopen jaren leadpartner voor dit project. In maart 2007 zal de afsluitende conferentie worden gehouden in Gent, waar alle partners aanwezig zullen zijn. In 2006 is het plan van aanpak opgesteld voor de ruimtelijke ontwikkelingsvisie voor de A1. Het doel hiervan is de ruimtelijke kwaliteit van het gebied te versterken en de sociaal-economische kansen beter te benutten. Begin 2007 is er een bestuurlijke startdag voor alle betrokkenen. In 2006 is meerdere malen uitgebreid gesproken over de gebiedsontwikkeling van luchthaven Twente en omgeving. Daarnaast zijn de onderhandelingen gestart over de aankoop van de Defensieterreinen. Ook is gewerkt aan het referentiebusinessplan, een startnotitie voor de Milieu-effectrapportage (door PS op 13 december 2006 vastgesteld) en landschappelijke ontwikkeling. Het is jammer dat de behandeling van het wetsvoorstel tot decentralisatie van de luchtvaarttaken naar de provincies is vertraagd. Het ministerie van Defensie heeft het Human Resources Management Service Centre in Enschede gevestigd, met op termijn ca. 600 voltijds arbeidsplaatsen, en zal, indien de NAVO-partners instemmen, ook de eenheid CIMIC (civiel-militaire samenwerking bij buitenlandse missies) met ca. 80 voltijds arbeidsplaatsen in Enschede vestigen. Verbeteren van de sturing op de ruimtelijke inrichting
Autonoom beleid
Prioriteiten Indicatoren Aantal m2 gesloopte stal per jaar met behulp van Rood-voorRood. realisatie
begroting
NJN
realisatie
2005
2006
2006
2006
2007
n.v.t.
50.000
> 50.000
6.088
75.000
(111.447 in voorbereiding)
46
begroting
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
In 2006 is actief uitvoering gegeven aan de bestuurlijke agenda uit ambitiedocument Ontwikkelingsplanologie. Er is een aantal belangrijke stappen gezet voor de instrumentenkoffer. Zo heeft de Eerste Kamer de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening (Wro) vastgesteld. Naar verwachting zal de wet op 1 januari 2008 in werking treden. Er wordt volop gewerkt aan de implementatie van de nieuwe Wro. Hierbij zoeken we de samenwerking met de gemeenten in Overijssel (VNG), dat heeft in 2006 geleid tot een gezamenlijk symposium over Ruimtelijke Ordening. Daarnaast is het initiatiefvoorstel van D66 over een actiever grondbeleid uitgewerkt. Dit heeft eind 2006 geleid tot het Statenvoorstel ‘Versterking van het Provinciaal grondbeleid’. Begin 2007 vindt hierover besluitvorming plaats in Provinciale Staten.
WRO-procedures (aantallen)
Water en de keuze van het inrichtingsmodel. In de tweede helft van 2006 is het Masterplan bestuurlijk vastgesteld door de betrokken partijen uit de regio en is de ondertekening van een intentieovereenkomst voor de realisatie van het Masterplan voorbereid. Ook is gestart met het leveren van maatwerk voor eigenaren en gebruikers in het plangebied, inclusief een voorstel voor grondverwerving in het gebied van de bypass. Daarnaast is voor de doorstart van het project in periode vanaf 2007 een plan van aanpak opgesteld.
500 400 300 200 100 0 2002
2003
2004
Vastgestelde bestemmingsplannen Ontwerp bestemmingsplannen
2005
2006
Artikel 19.1 plannen Artikel 19.2 plannen Artikel 11 plannen
Doorlooptijd WRO-procedures (dagen)
120 100 80 60 40 20 -0 2002
2003
2004
Vastgestelde bestemmingsplannen Ontwerp bestemmingsplannen
2005
2006
Artikel 19.1 plannen Artikel 19.2 plannen Artikel 11 plannen
Bij het opstellen van de begroting voor 2006 gingen wij ervan uit dat de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening (Wro) eind 2006 in werking zou treden. In 2006 moest dit dan leiden tot het vormgeven van selectief toezicht. Hiermee zou het huidige toezicht op gemeentelijke plannen worden herijkt. De invoering van de nieuwe Wro heeft in 2006 echter vertraging opgelopen waardoor het doorvoeren van een selectief toezicht in Overijssel niet haalbaar is gebleken. Wel is in 2006 een aantal stappen gezet. Zoals het er nu naar uit ziet zal de nieuwe Wro op 1 januari 2008 in werking treden. In het implementatietraject dat in 2007 wordt uitgevoerd, wordt ook de herijking van het toezicht meegenomen.
Binnen het voorbeeldproject Ontwikkelingsplanologie IJsseldelta is in 2006 verder gewerkt aan het Ontwikkelingsprogramma voor het Nationaal Landschap IJsseldelta (IJsseldelta-Noord). Provinciale Staten, de raden van de gemeenten Kampen, Zwolle en Zwartewaterland en het Algemeen bestuur van het waterschap Groot Salland hebben begin 2006 het Ontwikkelingsperspectief Nationaal landschap IJsseldelta vastgesteld. De provincie Flevoland en de gemeente Noordoostpolder hebben ingestemd met opname van het Zwarte Meer in het Nationaal Landschap, en het is opgenomen in het Omgevingsplan van Flevoland. In juli 2006 hebben de dagelijkse besturen van genoemde overheidspartners het Uitvoeringsprogramma Nationaal Landschap IJsseldelta 2006-2013 vastgesteld. In 2006 zijn al zeven nieuwe projecten opgestart. De betrokkenheid bij het Nationaal Landschap van burgers, boeren en organisaties in het gebied blijft toenemen. In april was er een geslaagde publieksdag en in oktober vond een succesvolle tweede gebiedsconferentie plaats. Een Adviesraad gaat vanaf 2007 gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen over de uitvoering.
Vanaf begin 2006 is op basis van een nieuw plan van aanpak toegewerkt naar het Masterplan IJsseldeltaZuid. Een aantal belangrijke stappen is doorlopen waaronder een vrijwillige milieubeoordeling van de ruimtelijke ingrepen in het gebied, op basis van de Vogel- en Habitatrichtlijn, de Europese Kaderrichtlijn
Jaarverslag 2006
47
Subdoelen Verbeteren van de sturing op de ruimtelijke inrichting. Autonoom beleid. Redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicatoren Uitgevoerde onderdelen van de bestuurlijke agenda Ambitiedocument Ontwikkelingsplanologie. realisatie 2005 Opstellen bestuurlijke agenda. Uitwerken ruimtelijke kwaliteit begroting 2006 Opzetten nieuwe projecten. Scan regelgeving. Verandertraject inzetten. Vormgeving actieve samenwerking
winningen (Eeserwold, Oude Vaart en de Dooze). Daarnaast zijn twee nieuwe gebundelde zandwinningen ontwikkeld (Oosterweilanden en Polder Mastenbroek) en is de Dommelaar uitgebreid. Met andere (semi) overheden en het bedrijfsleven hebben we gewerkt aan kaderstelling voor kwaliteitsverbetering van oude zandwinplassen. En ten slotte is gewerkt aan de verbetering van de grensoverschrijdende afstemming van ontgrondingen met de Landkreis Grafschaft Bentheim. De te vergunnen hoeveelheid beton- en metselzand is achtergebleven bij de verwachtingen van de Najaarsnota. Dit komt omdat een aantal vergunningaanvragen pas in december 2006 is ingediend of begin 2007 binnengekomen.
NJN 2006 Projecten zijn opgezet. Scan is uitgevoerd. Conform planning. Is gerealiseerd.
Subdoelen Voorzien in de behoefte aan oppervlaktedelfstoffen
realisatie 2006
Wettelijk beleid
Projecten zijn opgezet. Scan is uitgevoerd. Loopt, mede in relatie tot implementatie nieuwe Wro. Is gerealiseerd begroting 2007
Indicatoren Te vergunnen en vergunde hoeveelheid beton- en metselzand (in miljoen ton)
Implementatie nieuwe WRO. Ontwikkelen instrumentenkoffer Ontwikkelen procesmanagement. Risicoanalyse
realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
13,2
20,8
20,0
12,2
34,6
Regulier beleid
(voorlopige schatting)
Er zijn afspraken gemaakt tussen provincie en ministerie van VROM over de doorvertaling van de Nota Ruimte naar het provinciaal beleid. Deze afspraken zijn gebaseerd op ‘Overijssel Voorop’, de Overijsselse uitvoeringagenda van de Nota Ruimte. Bovendien is uitvoering gegeven aan het Uitvoeringsprogramma voor het Nationaal Stedelijk netwerk Twente. Vanuit de provincie hebben wij projecten ondersteund, zo hebben wij aan het eind van 2006 met een impulsbudget financieel bijgedragen aan een aantal projecten. In 2006 is de voorbereiding gestart voor het Provinciaal OmgevingsPlan, in 2007 wordt begonnen met het opstellen van de startnotitie voor het Provinciaal Omgevingsplan. Voorzien in de behoefte aan oppervlaktedelfstoffen
Regulier beleid Binnen de kaders van het in 2005 vastgestelde provinciale Beleidskader bouwgrondstoffen ‘Over winnen in Overijssel’, is in 2006 met succes gewerkt aan de uitbreiding van drie bestaande gebundelde zand-
48
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Hoofddoelstelling: Bouwen aan wonen Prioriteiten In 2006 zijn wederzijdse prestatie-afspraken gemaakt met alle Overijsselse gemeenten over de uitvoering van de gemeentelijke woonplannen. Er is een begin gemaakt met de voortgangsgesprekken met gemeenten over de plannen en de monitoring hiervan. Dat geldt ook voor afgesproken acties van de provincie ter ondersteuning van de gemeenten. Deze en andere acties zijn een voortzetting van de eerdere inzet van de provincie, onder meer vanuit het pilot-programma Stimuleren Woningbouwproductie Overijssel (aanjaagprojecten, provinciale subsidieregeling Bouwimpuls etc). Daarbij komt steeds verder de nadruk te liggen op: - de regionale afstemming en samenwerking (bijvoorbeeld tussen Zwolle en buurgemeenten ter uitvoering van het convenant over de uitvoering van de regionale woningbouwopgave);
- de huisvesting van starters (verbeteren bereikbaarheid voor starters van de (koop)woningmarkt, goedkoop bouwen, bouwen voor starters); - de huisvesting van ouderen en het versterken van de keten Wonen-zorg-welzijn; - de aanpak van oude wijken in het kader van stedelijke vernieuwing. In 2006 is verder onder meer de aanpak vastgesteld voor het stimuleren van Wonen boven winkels in Overijssel en is met succes onze actieve inzet voortgezet als toezichthouder voor de huisvesting van statushouders in de gemeenten van West Overijssel. In 2006 is een aantal Actiefonds projecten in gang gezet waarbij de nadruk lag op het oplossen van knelpunten met betrekking tot bodemsanering bij woningbouwprojecten. Voldoende woningen voor sociaal-economisch gebondenen, vooral starters en ouderen, op het platteland
Subdoelen Voldoende woningen voor sociaal economisch gebondenen in het platteland. Autonoom beleid
Indicatoren Uitbreiding van de totale woningvoorraad. realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
4.721
5.000
> 5.000
*
**
Langer zelfstandig wonen voor ouderen, mensen met een handicap en/of GGZ-cliënten
De uitvoering van het programma Langer zelfstandig wonen had in 2006 een grote overlap met onze activiteiten op het terrein van de WMO. In beide programma’s staat de ondersteuning van gemeenten centraal en inhoudelijk bestond deze ondersteuning uit de opzet van de WMO loketten, de stimulering van totstandkoming van woonzorgzones en de ondersteuning van de informele zorg (met name de mantelzorg). Specifiek voor het programma Langer zelfstandig wonen is dat prestatieafspraken met gemeenten worden gemaakt, op grond van hun woonplannen, over de realisatie van bouw voor ouderen, mensen met een handicap en/of GGZcliënten. In 2006 is subsidie toegekend voor de opzet van WMO loketten voor zes gemeenten. Met provinciale subsidie zijn in 8 gemeenten woonzorgzones ondersteund. Een ander onderdeel was de subsidiering van domoticaprojecten, met name bij woningcorporaties en zorgaanbieders. In 2006 zijn tenminste 100 woningen met domotica aangepast, waardoor het totaal aantal aangepaste woningen hoger is dan begroot. De registratie van zorgwoningen bleef achter bij de verwachtingen: uit de praktijk bleek dat gemeenten dusdanig druk waren met de invoering van de WMO dat nieuwe initiatieven op een later tijdstip aan bod komen en worden uitgevoerd.
Subdoelen Betere registratie van zorgwoningen. Autonoom beleid
Versnelling in de uitvoering van de stedelijke
Indicatoren Aantal gemeenten dat gebruik maakt van het database registratie systeem van zorgwoningen (aantal gemeenten cumulatief).
woningbouwprogramma’s
Subdoelen Versnelling in de uitvoering van de stedelijke woningbouwprogramma’s. Autonoom beleid
Indicatoren Gerealiseerd woningbouwprogramma (afspraken conform convenanten tussen Rijk, provincie, gemeenten en Regio Twente). realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
3.767
3.451
> 3.451
*
**
realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
4
18
6-7
6
*
* Deze indicator is niet meer opgenomen in de begroting 2007.
* Cijfers over de realisatie 2006 volgen na publicatie ervan door CBS (maart 2007). ** In de begroting 2007 is een andere indicator opgenomen.
Jaarverslag 2006
49
Subdoelen Betere ondersteuning van zelfstandig wonen door domotica toepassingen Autonoom beleid
Indicatoren Aantal woningen dat is aangepast met domoticavoorzieningen. realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
160
180
260
260
240
(cumulatief)
2.4.4 Heeft het gekost wat het zou gaan kosten?
Bedragen x € 1.000
Begroting 2006 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Ruimte
Ontwikkelingsplanologie; het vergroten van de ruimtelijke kwaliteit Bouwen aan wonen Totaal programmakosten Ruimte
Voorzieningen
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
621 3.823 –––––––– 4.444
6.027 14.167 –––––––– 20.194
-5.406 -10.344 –––––––– -15.750
424 3.919 –––––––– 4.343
5.398 11.247 –––––––– 16.645
-4.974 -7.328 –––––––– -12.302
432 3.016 –––––––– 3.448
–––––––– 4.444
4.397 4.158 –––––––– 28.749
-4.397 -4.158 –––––––– -24.305
–––––––– 4.343
3.883 3.301 –––––––– 23.829
-3.883 -3.301 –––––––– -19.486
514 857 –––––––– 4.819
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Verschil
–––––––– 0
6.225 –––––––– 6.225
-6.225 –––––––– -6.225
–––––––– 0
4.591 –––––––– 4.591
-4.591 –––––––– -4.591
1.634 –––––––– 1.634
Stortingen 2006
––––––––––––––––––––––––––––––– Reserves
Begroot
Actiefonds Overijssel Ontwikkelingsreserve majeure thema's en projecten Reserve stimulering woningbouw Reserve Grondbeleid
50
––––––––
Lasten
Voorziening stedelijke vernieuwing Totaal ten laste van voorzieningen
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
Baten
Personeelsgebonden kosten Ruimte Toegerekende apparaatskosten Ruimte Totaal programma Ruimte
Rekening 2006
2.000
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Gereal.
2.000
Ontrekkingen 2006
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Verschil
Begroot
Gereal.
Verschil
Totaal
0
8.025
8.025
0
0
0 0 0
100 2.000 7.613
76
-24 -2.000 1
-24 -2.000 1
7.614
Toelichting bij de financiële afwijkingen op de hoofddoelstellingen
Ontwikkelingsplanologie: het vergroten van de ruimtelijke kwaliteit Er is € 345.000 niet uitgegeven in het kader van Ontwikkelingsplanologie / Ruimtelijke kwaliteit, onder andere doordat gedurende het jaar gebleken is dat de ambities te hoog zijn geweest. Het heeft meer moeite gekost dan werd verwacht om het Kwaliteitsatelier Overijssel te starten en om het begrip ruimtelijke kwaliteit bij lopende projecten op de agenda te krijgen. Het project Rood voor Rood, Rood voor Groen en VAB’s slaat goed aan bij de gemeenten. In 2006 is minder geld besteed aan externe ondersteuning van de gemeenten dan was geraamd (€ 85.000). Bouwen aan Wonen De Actiefonds middelen voor bodemsanering in het kader van woningbouw worden niet meer ingezet voor Hellendoorn (€ 500.000). Het project blijkt niet in aanmerking te komen voor een bijdrage uit het Actiefonds en wordt niet meer uitgevoerd. De afspraken voor de kwaliteitsimpuls Goor (Actiefonds, € 425.000) worden door de gemeente begin 2007 gefinaliseerd. Daarna volgt toekenning van onze bijdrage aan de gemeente en uitkering.
Resultaatbestemmingen worden gevraagd voor: • Ontwikkelingsplanologie: het vergroten van de ruimtelijke kwaliteit o € 345.000 voor de voortzetting van de plannen voor Ruimtelijke kwaliteitsprojecten; o € 85.000 om nog een jaar de ondersteunende activiteiten voor het project Rood voor Rood / Rood voor Groen / VAB’s te kunnen faciliteren. • Bouwen aan Wonen o € 425.000 (Actiefonds) voor de kwaliteitsimpuls Goor; o € 500.000 (Actiefonds) voor bodemsanering in het woningbouwproject Glindebuurt Oldenzaal; o € 2.000.000 voor woonplannen (mutatie in reserve). Voorzieningen Er is minder aan de voorziening Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing onttrokken dan geraamd. De aanvragen van projectgemeenten kwamen later dan verwacht op gang, door het uitblijven van een beschikking van het ministerie. Reserves Er is in 2006 voor een totaabedrag van € 2 miljoen aan verplichtingen vastgelegd voor 15 woningbouwprojecten. Pas bij uitbetaling vindt onttrekking plaats aan de reserve Stimuleringsfonds Woningbouw.
De projecten uit het Stimuleringsfonds Woningbouw (€ 2 miljoen) zijn wel vastgelegd in 2006 maar zullen pas later bij daadwerkelijke uitbetaling aan de betreffende reserve worden onttrokken, in tegenstelling tot de aanname in de begroting dat dit nog in 2006 zou gebeuren.
Jaarverslag 2006
51
52
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
2.5 Programma Wervende steden 2.5.1 Inleiding
De provincie voert al ruim tien jaar een eigen Grotestedenbeleid. Voor de periode 2005-2009 is gekozen voor een focus op de thema’s vergroten van de sociale samenhang, verhogen van de veiligheid, wonen in de stad en economische ontwikkeling. Met de vijf steden en de netwerksteden zijn afspraken gemaakt over inhoudelijke doelen en financiële bijdragen van de provincie. De uitvoering van het Grotestedenbeleid (GSB) is ingebed in het gebiedsgericht werken, waardoor ook de afstemming met de omgeving beter geregeld is. In 2006 is een aantal projecten tot een afronding gekomen. Van de overige activiteiten is vastgesteld dat de uitvoering grotendeels volgens afspraak verloopt.
en CPB en de uitspraken van (demissionair) minister Winsemius over de 140 wijken met een opeenstapeling van achterstanden en problemen, waarvan er ook een aantal in Overijssel liggen. Om voor de nieuwe statenperiode tot een vernieuwd en/of aanvullend provinciaal stedenbeleid te komen, zijn in 2006 een aantal acties ondernomen. Er zijn verkennende gesprekken gevoerd en brainstormsessies gehouden met steden en maatschappelijke organisaties. Daarnaast zijn samen met de twee andere provincies die een eigen stedelijk beleid voeren -Gelderland en Noord-Brabantbijeenkomsten georganiseerd voor Statenleden uit de drie provincies. Doel van de bijeenkomsten was om Statenleden te informeren over de verschillende vormen van provinciaal stedenbeleid die bestaan. Drie wetenschappers hebben de bijeenkomsten begeleid en begin 2007 een advies over de toekomst van het grote stedenbeleid aan de provincies geleverd. Dit advies zullen wij benutten voor de verdere ontwikkeling van het provinciale grote stedenbeleid.
Portefeuillehouder van dit programma is de heer J.G. Kristen.
2.5.3 Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hebben we gedaan wat we zouden doen?
2.5.2 Ontwikkelingen
IJkpunten Onderhandelingsakkoord 2003 - 2007 • Prestatieafspraken met steden die recht doen aan de strategische opgaven in de steden en provinciale doelen • Oplossingsgerichte en integrale samenwerking tussen steden en provincie in de uitvoering van het Overijssels stedenprogramma
De volgende externe ontwikkelingen, voor een groot deel ook genoemd in de begroting, zijn in 2006 van invloed geweest op ons beleid: • Netwerkvorming draagt bij tot een belangrijke maatschappelijke ontwikkeling die effecten heeft voor de grote steden. Mede onder invloed van de Nota Ruimte van het Rijk zijn de Overijsselse steden nauw gaan samenwerken in netwerkverband. Het belang van een goede afstemming neemt daarmee toe. • Hoewel de convenanten Grotesteden- en Netwerkstedenbeleid lopen tot en met het jaar 2009, is in 2006 al nagedacht over een toekomstig provinciaal stedenbeleid. Vanuit het Rijk en de G27 komen immers steeds meer signalen dat de huidige vorm van grotestedenbeleid zoals het Rijk dit voert niet veel langer houdbaar is. Dit noopt ook de provincie ertoe zich te bezinnen op toekomstig stedenbeleid, zeker in het licht van de aanstaande provinciale verkiezingen. Er is immers nog reden genoeg om de aanhoudende grootstedelijke problematiek gezamenlijk aan te blijven pakken. Wij wijzen in dit verband op de rapporten van SCP
Convenanten Grote Steden- en Netwerkstedenbeleid 2005-2009
Eind 2004 zijn met de grote steden en de stedelijke netwerken nieuwe convenanten afgesloten over de samenwerking met de provincie. Samenwerkingsthema’s zijn Wonen in de Stad, Sociale Samenhang, Veiligheid en Economie als Motor. Binnen elk thema zijn per stad concrete prestatieafspraken gemaakt. Provinciale ambities zijn daarmee verbonden met die van de steden en vice versa. Met de steden is afgesproken dat de verantwoording over de gehele periode ineens in 2010 plaatsvindt. Uit de tot dusver met de steden gevoerde stadsgesprekken concluderen wij dat er een voortvarende start is gemaakt met de uitvoering van de convenanten.
Jaarverslag 2006
53
Hoofddoelstelling: Steden zijn de motor van de economische en sociaal-culturele ontwikkeling
van de Rivierenwijk is ook de reconstructie van de Amstellaan. Die bevindt zich nog in de planfase. In de wijk Keizerslanden wordt op soortgelijke wijze het programma van eisen voor het WVC opgesteld.
Prioriteiten Enschede
Subdoelen Stimuleren van het oplossen van stedelijke vraagstukken. Autonoom beleid.
begroting 2006 Tijdige en conforme uitvoering van prestaties/afspraken zoals vastgelegd in de convenanten 2005-2009. Najaarsnota 2006 Uitgevoerd volgens afspraken. realisatie 2006 Gerealiseerd
Samenvatting van de tussentijdse resultaten per stad Uit de dit jaar gehouden bestuurlijke stadsgesprekken blijkt dat de activiteiten over het algemeen op schema liggen. Enkele opvallende zaken zijn hieronder per stad genoemd. Er zijn alleen in Almelo knelpunten geconstateerd. Almelo
In 2006 is de bouw van het ROC aan het spoor voltooid. Op 21 september 2006 is op de grens van de wijken Kerkelanden en Aalderinkshoek het nieuwe multifunctionele wijkcentrum Eninver geopend. De provincie Overijssel heeft afgelopen jaar een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van vier woonzorgzones. Naast de verdere uitvoering van het gemeentelijke Masterplan zijn in 2006 de plannen gepresenteerd voor de grootschalige aanpak van de binnenstad van Almelo. Enkele onderdelen uit het convenant die nog niet tot stand zijn gekomen zijn het Poppodium en het Bedrijfsverzamelgebouw voor startende ondernemers. Almelo zal hier in 2007 hard aan moeten werken. Deventer
Voor het wijkvoorzieningencentrum (WVC) Rivierenwijk is het programma van eisen gereed. Bij het opstellen hiervan zijn ook de bewoners van de wijk betrokken door middel van het project Kolonisten in de Wijk. Dit heeft geleid tot aanpassingen van het oorspronkelijke plan. Onderdeel van de herstructurering
54
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
De bouw van het Muziekkwartier is gestart. De provincie draagt ook financieel bij aan de herstructurering van de wijk Velve-Lindenhof. De uitvoering van dit project (herstructureren openbare ruimte) is op gang gekomen. Er zit vaart in de wederopbouw van Roombeek (voorzieningencentrum, Grolschterrein). Er is begonnen met de invulling van het programma Cultuur en Economie in Roombeek. Enschede koerst op de realisering van een Kunstkwartier in de wijk, in aansluiting op het Muziekkwartier. Voor de economische structuurversterking van Enschede draagt de provincie bij aan de herstructurering van bedrijventerrein Havengebied. Verder staat de renovatie van het Rijksmonument Van Heekpark op stapel en is de financiering (ook vanuit de provincie) van de 400 meter kunstijsbaan rondgekomen. Op dit ogenblik wordt gewerkt aan de wijziging van het bestemmingsplan Kanaalzone, waarna de bouw van de kunstijsbaan en de uitbreiding van het Arke stadion (opbouw tweede ring) kan starten. Ten slotte zijn meerdere projecten op het gebied van jeugd en arbeidsmarkt gestart. Doel is het voorkomen dat jongeren zonder diploma de school verlaten. Het gaat hierbij om projecten als ‘Aanval op de Uitval’, ‘Multi-problemSingle Approach’ en ‘RMC (Regionaal Meld- en Coördinatiepunt Voortijdig Schoolverlaten) op koers’. Hengelo
Het project Scoren in de wijk is in 2006 verder opgepakt. De provincie heeft hierin een bijdrage geleverd aan het deelproject Sleutel tot maatschappelijk participatie van allochtone gezinnen in de wijk Berflo Es. Het project biedt allochtone uitkeringsgerechtigden de mogelijkheid om op basis van een contract een leertraject te volgen (taallessen en culturele vorming), waarbij het gezin van betrokkenen via vrijwilligers betrokken wordt, dat versterkt het effect van de inburgeringscursus. Via het netwerk van FC Twente worden werkervaringsplaatsen geworven. Binnen Hart van Zuid is gestart met de bouw van het ROC en zijn de gronden aangekocht in de stationsomgeving. Ook zijn de financiën geregeld voor het creëren van een onderdoorgang van het station. Eveneens is het Huis voor Europa van start gegaan. Het huis voor Europa is een plek waar personen en bedrijven terecht kunnen voor informatie over Europa. In het Huis voor Europa wordt de rijkdom van Europa
tastbaar en toegankelijk gemaakt voor de bevolking en het bedrijfsleven van Hengelo, Twente en, in een latere fase, de rest van het land. Nadruk ligt vooral op de verbondenheid en verscheidenheid van de verschillende landen in Europa. Dat gebeurt door ontmoetingen, uitwisselingen en andere culturele, maatschappelijke en economische manifestaties. Zwolle
De afspraken over de integrale aanpak van de binnenstad lopen volgens planning. Gewerkt wordt aan bevordering van de woningbouw, opwaardering van de openbare ruimte en veiligheid en aanpak van de groene ruimte. Verder verloopt het project rondom de regionale bereikbaarheid voorspoedig, net als het project digitale bereikbaarheid. Netwerkstedelijk niveau • Netwerkstad Twente
In het kader van Vernieuwing Samenwerking Twente is in 2006 gestart met het inpassen van Netwerkstad Twente in de nieuwe regio-organisaties. Bij het Sportcluster Netwerkstad Twente hebben de betreffende gemeenteraden in 2006 groen licht gegeven voor de bouw van de Indoor Topsporthal en de Kunstijsbaan. In Hengelo is de tweede fase van de verbouwing van het FBK-stadion gestart. Afgelopen jaar is ook de eerste schop in de grond gegaan voor het Regionaal Bedrijventerrein Twente. Dit terrein is daarbij omgedoopt tot XL Businesspark Twente. Binnen diverse projecten wordt intensief door de gemeenten samengewerkt, waaronder Dienstverlening aan ondernemers, Gezamenlijke inkoop in het kader van de WMO en Planvorming voor de Europese Fondsen. In 2006 is het geassocieerde lidmaatschap van Eurocities van start gegaan. Eurocities is een netwerk van meer dan 120 Europese steden. Het biedt de leden een platform voor het delen van kennis en ideeën, het uitwisselen van ervaringen, het analyseren van gemeenschappelijke problemen en het ontwikkelen van innovatieve oplossingen. Eurocities doet dat door het organiseren van een breed scala aan forums, werkgroepen, projecten, activiteiten en evenementen. Netwerkstad Twente gaat meedoen in drie forums.
Overijssel samen hebben opgesteld. Het gaat bijvoorbeeld om nieuw ondernemerschap in Salland en de aanpak van voortijdig schoolverlaten. Over het al dan niet deelnemen aan of het uitvoeren van deze projecten door de provincie Overijssel hebben besprekingen plaatsgevonden. Wij werken er aan om uiterlijk maart 2007 een trilaterale overeenkomst te sluiten met de regio Stedendriehoek en de provincie Gelderland waarin de verplichtingen die de drie partijen op zich nemen zijn vastgelegd. • Zwolle-Kampen Netwerkstad
De Netwerkstadvisie is opgesteld. Vanuit de provincie is hard getrokken aan het inhoud (laten) geven van deze visie. Deze moet de komende periode kaders (en antwoorden) geven voor stedelijke groei, economische ontwikkeling, bescherming van het groene en blauwe natuurgebied, gezamenlijke voorzieningen en uitbouw van de gezamenlijke sociale pijler op netwerkstadniveau. Uitvoering van de visie is vormgegeven door uitwerking van de tien gezamenlijke boegbeelden: vernieuwing Economie, Nationaal Landschap IJsseldelta, IJsseldelta-Zuid, A28/A50 Bereikbaarheid, Stationsomgevingen, Stadsranden, Meerdaagsverblijfstoerisme, Zorgen voor de toekomst, IJsselnet en Ontdek de IJsseldelta.
• Stedendriehoek
Het Regionaal Uitvoeringsprogramma Stedendriehoek 2007 is opgesteld. Het bestaat uit een lijst met veertien projecten. De Overijsselse projecten komen alle voort uit de strategische agenda die Deventer en
Jaarverslag 2006
55
2.5.4 Heeft het gekost wat het zou gaan kosten?
Bedragen x € 1.000
Begroting 2006 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Wervende steden
Baten
Lasten
Saldo
––––––––
3.608 ––––––––
0
Steden zijn de motor van de economische en sociaal-culturele ontwikkeling. Totaal programmakosten Wervende steden
Lasten
Saldo
-3.608 ––––––––
––––––––
3.218 ––––––––
-3.218 ––––––––
390 ––––––––
3.608
-3.608
0
3.218
-3.218
390
223
-223
54
-54
169
211 –––––––– 4.042
-211 –––––––– -4.042
46 –––––––– 3.318
-46 –––––––– -3.318
165 –––––––– 724
Ontrekkingen 2006
Verschil
–––––––– 0
Stortingen 2006
––––––––––––––––––––––––––––––– Reserves
Begroot
Gereal.
Actiefonds Overijssel
Toelichting bij de financiële afwijkingen op de hoofddoelstellingen
Steden zijn de motor van de economische en sociaal-culturele ontwikkeling Het belangrijkste verschil heeft betrekking op een lagere besteding voor het project Aanval op de uitval (€ 265.000). Het is niet gelukt om voor sociale projecten in Overijsselse steden het beschikbare budget voor 2006 volledig te benutten. Het resterende verschil hangt samen met een indexering van het budget voor de Convenantbijdragen aan de grote steden terwijl hier feitelijk geen hogere uitgaven tegenover stonden (€ 125.000) Resultaatbestemming wordt gevraagd voor: • Steden zijn de motor o € 265.000 (Actiefonds) voor uitvoering van het project Aanval op de Uitval in 2007.
56
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Verschil
––––––––
Baten
Personeelsgebonden kosten Wervende steden Toegerekende apparaatskosten Wervende steden –––––––– Totaal programma Wervende steden 0
Rekening 2006
––––––––––––––––––––––––––––––––
––––––––––––––––––––––––––––––––
––––––––
Verschil
Begroot
Gereal.
Verschil
Totaal
0
400
400
0
0
Jaarverslag 2006
57
58
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
2.6 Programma Landelijk gebied 2.6.1 Inleiding De uitvoering van het programma Landelijk gebied heeft in 2006 in het teken gestaan van de uitvoering van het Reconstructieplan Salland-Twente en het Uitvoeringscontract landelijk gebied. Wij kijken met gepaste trots terug op de geleverde inspanningen in 2006. Mede dankzij het in 2005 opgestelde Actieplan Versnelling Uitvoering is in totaal circa € 30 miljoen van de door Provinciale Staten voor de bestuursperiode 2004-2007 beschikbaar gestelde € 45 miljoen verplicht. In combinatie met de ingezette rijksmiddelen lopen wij landelijk gezien voorop in de uitvoering van de Reconstructie van het landelijk gebied! Dit is mede te danken aan de geleverde inspanningen om derden te faciliteren met de uitvoering aan de slag te kunnen gaan. Deze facilitering bestaat onder meer uit het beschikbaar stellen van projectontwikkelcapaciteit en het in de plan- of uitvoeringsfase brengen van 26 plan- en gebiedsuitwerkingen. Een van de meest tot de verbeelding sprekende resultaten is het succes van de verplaatsing van intensieve veehouderijbedrijven. Met maar liefst achttien bedrijven hebben wij voorlopige overeenkomsten gesloten voor verplaatsing naar een landbouwontwikkelingsgebied.
De vitaliteit in kleine kernen hebben wij de afgelopen jaren met succes ondersteund. Tot en met 2006 zijn 55 multifunctionele basisvoorzieningen gerealiseerd in het landelijk gebied. Ten slotte hebben wij in 2006 de bestuursovereenkomst met het Rijk ondertekend over het provinciaal meerjarenprogramma landelijk gebied (pMJP). Met deze decentralisatie van taken en middelen hebben wij de basis gelegd voor een verdergaande slagvaardige uitvoering van het beleid voor het landelijk gebied. Portefeuillehouders van dit programma zijn: • Uitvoering reconstructie en landinrichting: de heer P. Jansen; • Ontwikkelen perspectiefvolle landbouw: de heer P. Jansen; • Behoud en herstel van de kenmerkende natuurwaarden van Overijssel: de heer P. Jansen; • Behoud en versterking van de kwaliteit van het cultuurlandschap: de heer P. Jansen; • Behoud en versterking van de sociale samenhang in de kleine kernen en buurtschappen: de heer J.G. Kristen (onderwerp Kulturhusen), de heer G.J. Ranter (onderwerp Regeling Vitaliteit Kleine Kernen) en de heer J.W. Klaasen (onderwerp regiotaxi).
2.6.2 Ontwikkelingen De grondverwerving voor het realiseren van de EHS ligt aardig op schema. Maar het particulier beheer (40 % van de taakstelling nieuwe natuur) blijft achter bij de verwachting. Wij verwachten dat dit in de komende jaren niet verandert vanwege het beperkte rijksbudget. Realisatie van de robuuste verbindingen vóór 2018 zal echter zonder extra Rijksbijdrage niet lukken. Het opstellen van Landschapsontwikkelingsplannen loopt ook iets achter bij de verwachtingen vanwege de complexiteit van de planvorming. Een belangrijke mijlpaal voor aanleg, herstel en beheer van landschapselementen hebben wij bereikt met het vaststellen van het beleidskader voor Groene en Blauwe Diensten. Goedkeuring door de EU lijkt nog een formaliteit nu de pilot Twickel onder voorwaarden is goedgekeurd. Ook het beleid in de Nationale Landschappen heeft vorm gekregen met de vaststelling van de begrenzing en uitvoeringsprogamma’s. De financiering van de uitvoering (in het kader van het pMJP) vraagt nog een nadere inspanning van het Rijk; vooralsnog financieren wij gedeeltelijk voor.
Algemeen De ontwikkelingen in de landbouwstructuur volgen de trend. De sterke schaalvergroting met als keerzijde een relatief sterke uitstroom door bedrijfsbeëindiging zette zich ook in 2006 in alle sectoren door. Sinds 2005 ontwikkelen de bedrijfsresultaten en inkomens in de landbouw zich positief en herstellen zich enigszins van het dieptepunt in 2004. Landelijk verbeterde in 2006 per saldo het reële inkomen per bedrijf met bijna 15%. De verwachting is dat de positieve trend zich in 2007 voortzet. Achterblijvende sectoren zijn de glastuinbouw (hogere energiepijzen) en de pluimveehouderij (internationale concurrentie). De waarde van de productie stijgt bij licht stijgende productiekosten. In het verlengde van deze positieve trend investeren ondernemers weer meer in bedrijfsontwikkeling, wat een positieve uitwerking heeft op diverse beleidsdoelen voor het landelijk gebied (o.a. investeringen in bedrijfsverplaatsingen, investeringen in milieumaatregelen). Daarentegen heeft de voortdurende onduidelijkheid over de diverse aspecten van het milieubeleid, zoals WAV, beleid voor VHR-gebieden (onduidelijkheid over de consequenties voor nabij-
Jaarverslag 2006
59
gelegen bedrijven) en de toepassing van de IPPC-richtlijn, een negatieve invloed op het investeringsklimaat. De grondprijzen zijn in 2006 gestegen, waardoor ondernemers afwachtend zijn bij grondverkoop. Wij moeten een grotere inspanning leveren om grondaankoop te realiseren, onder andere voor EHS. Reconstructieplan Naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State op 12 april 2006 in de beroepsprocedure is in 2006 het Reconstructieplan op onderdelen aangepast. Dit betreft het herstellen van de zonering in het Reconstructieplan voor tien bedrijven waarvan door de uitspraak van de Raad van State de zonering was vernietigd. Met deze reparatieslag is in belangrijke mate tegemoet gekomen aan de door de betrokkenen gewenste aanpassingen van de zonering en is de planvormingsfase definitief afgerond. Wet ammoniak en veehouderij De komst van de gewijzigde Wet ammoniak en veehouderij (WAV) betekent dat er in 2007 een aanpassing van het areaal voor verzuringgevoelige gebieden in Overijssel aan de orde komt. Een deel van die gebieden vormt de basis voor de in het Reconstructieplan aangewezen extensiveringsgebieden. Nu die basis gaat veranderen, zal ook opnieuw moeten worden bezien hoe en waar dit tot aanpassing van het extensiveringsgebied moet leiden. Dit betekent dat het Reconstructieplan hierop aangepast zal gaan worden. Volgens planning zal voor de zomer van 2007 een voorstel over de WAV-gebieden en over het extensiveringsgebied aan Provinciale Staten worden voorgelegd. In het kader van de WAV zijn delen van de EHS op perceelsniveau begrensd. Hierover is veel ambtelijk overleg geweest met partners in het gebied. Op dit moment wordt de WAV wederom gewijzigd en moet opnieuw een besluit genomen worden welke gebieden onder de WAV vallen. Het overleg met de partners continueert. ILG/pMJP Naast de uitvoering van projecten en de realisatie van beleidsdoelen is in 2006 ook hard gewerkt aan de implementatie van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) en het pMJP. Met het ILG draagt het Rijk taken en verantwoordelijkheden over naar de provincie en gebieden vervullen een centrale rol in de uitvoering. In de ILG Bestuursovereenkomst 2007-2013, die is gesloten tussen het Rijk en de provincie Overijssel, zijn afspraken gemaakt over de realisatie van Rijksdoelen en
60
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
daarvoor beschikbare budgetten. In totaal krijgt Overijssel gedurende de looptijd van de eerste ILG periode ongeveer € 375 miljoen van het Rijk voor de financiering van de gemaakte (prestatie)afspraken. Deze afspraken hebben vooral betrekking op de fysieke ontwikkeling van het landelijk gebied (inclusief Reconstructie). In het kader van de ILG onderhandelingen is besloten om de tracés van de robuuste verbindingen Steenwijker Aa-Weerribben en OmmenLosser voorlopig niet te begrenzen omdat er door het Rijk onvoldoende middelen beschikbaar zijn gesteld voor de uitvoering. Naast de fysieke component hebben wij ook de sociale en economische component toegevoegd. Ons pMJP is dan ook een breed programma geworden, dat sturing geeft aan de realisatie van fysieke, sociale en economische ontwikkelingen in het landelijk gebied van Overijssel. Met het pMJP in combinatie met de met de gemeenten en waterschappen afgesloten gebiedsconvenanten, is een stevige basis gelegd voor een voortvarende uitvoering van het beleid voor het landelijk gebied.
2.6.3 Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hebben we gedaan wat we zouden doen? IJkpunten Onderhandelingsakkoord 2003 - 2007 • Structuurversterking van agrarische bedrijvigheid en behoud c.q. versterking van voorzieningen in het landelijke gebied Een goede structuur van de agrarische bedrijvigheid is een belangrijke voorwaarde voor de ontwikkeling van een concurrerende en duurzame landbouw in Overijssel. In 2003 constateerden wij dat: o de Overijsselse landbouw gekenmerkt wordt door een kleinschalige structuur; o marktontwikkelingen (zowel op EU- als wereldmarktniveau) primair de ontwikkeling bepalen van de landbouw in Overijssel, vooral in de grondgebonden sectoren melkveehouderij en akkerbouw. Vanwege het grote belang van het agrocluster en de landbouw voor Overijssel en de genoemde ontwikkelingen hebben wij de versterking van de structuur van de agrarische bedrijvigheid tot een prioiriteit van ons collegeprogramma gemaakt. Wij richten ons vooral op het zorgen voor goede randvoorwaarden voor bedrijfsontwikkeling. Hierbij hebben wij de afgelopen jaren de volgende resultaten geboekt:
• Met achttien ondernemers overeenkomsten gesloten voor de verplaatsing van achttien intensieve veehouderijen vanuit extensiveringsgebieden naar duurzame locaties. Drie van deze ondernemers hebben de bedrijfsvoering op de nieuwe locatie gestart; • In diverse gebieden zijn projecten voor vrijwillige kavelruil gesteund. Er is 1.136 ha geruild sinds 2003. In samenwerking met LTO, Kadaster en DLG, een start gemaakt met een meer planmatige aanpak voor kavelruil. Doel is jaarlijks vier tot vijf projecten voor planmatige kavelruil in uitvoering te nemen. In 2006 zijn vier projecten gestart; • Voor de volgende klassieke landinrichtingsprojecten heeft de laatste jaren de aktepassering van het ruilplan plaatsgevonden: o Marshoek-Hoonhorst (2004: 3.000 ha cultuurgrond); o Raarhoek-Veldhoek (2005: 2.550 ha cultuurgrond) o Salland-West (2006: 3.400 ha cultuurgrond); • Afspraken met het rijk over extra geld voor versnelde afronding van de klassieke landinrichtingsprojecten tussen 2005 en 2009 (herverkaveling van 26.000 ha landbouwgrond); • Een groot aantal uitvoeringsmodules voor de niet klassieke landinrichtingen is in uitvoering genomen. • Met het Rijk zijn afspraken gemaakt over de inzet van Rijks-, provinciale- en EU-middelen voor herverkaveling in de periode 2007-2013 (voor in totaal circa 29.000 ha); • Voortvarende uitvoering van de ontwikkeling van het glastuinbouwgebied de Koekoekspolder; • Ondersteuning van een groot aantal (innovatieve) projecten. De tabel hieronder laat de ontwikkeling van de bedrijfsstructuur in de afgelopen jaren zien. Het effect van het beleid op deze ontwikkeling is moeilijk te bepalen. Ten eerste is er sprake van een na-ijleffect (de doorwerking van het beleid kost tijd) en ten tweede zijn naast de beleidsuitvoering ook andere factoren (vooral de marktontwikkeling) van invloed op deze ontwikkeling. Wel kan, vooral ook signalerend naar de toekomst, geconstateerd worden dat de ontwikkeling van de structuur van de agrarische bedrijvigheid in Overijssel in de periode 2003-2005 iets achter blijft bij de landelijke ontwikkeling.
Ontwikkeling van de structuur agrarische bedrijvigheid 1995-2005* 1995
2003
toe-
2004
name
toe-
2005
name
toename
jaar
Gemiddelde toegevoegde waarde/per bedrijf (in NGE**) 52
58
1,5%
59
1,3%
60
1,5%
70
84
2,6%
86
2,2%
88
1,9%
Aandeel bedrijven met een toegevoegde waarde meer dan 70 NGE 31%
34%
34%
33%
39%
41%
42%
41%
Aantal landbouwbedrijven 13.292
10.260
-2.9%
10.093
-1.7%
9865
-2.1%
113.202
85.501
-3.1%
83.885
-1.9%
81.830
-2.5%
* De tabel bevat drie voorlopige indicatoren. Er loopt momenteel overleg met het Rijk om tot een gezamenlijke indicator te komen, mogelijke de ‘de toegevoegde waarde per arbeidskracht’. ** NGE=Nederlandse Grootte Eenheid, een maat voor de tgw van de primaire productie gelijk aan € 1.200 (2006).
• Voortgang in de realisatie van de ecologische hoofdstructuur, die recht doet aan de doelstelling om deze hoofdstructuur in 2018 te hebben bereikt In het Onderhandelingsakkoord is ten doel gesteld om in te zetten op volledige realisatie van de de EHS in 2018. In 2004 zijn echter robuuste verbindingen toegevoegd aan de te realiseren EHS-prestatie. Hierdoor en omdat in 2006 duidelijk is geworden dat de rijksmiddelen die vanaf 2007 worden ingebracht vanuit het ILG onvoldoende zijn, zal naar verwachting de doelstelling om de EHS en de robuuste verbindingen in 2018 te hebben gerealiseerd niet worden gehaald. De minister van LNV wil na de eerste ILG periode (2013) het budget voor realisering van de EHS en de robuuste verbindingen flink verhogen. Voor een dergelijk hoge taakstelling zal dit mogelijk te laat zijn, gezien de vrijwilligheid van het beleid. Terugkijkend op de periode 2003-2007 hebben aankoop en particulier beheer in deze jaren voor (sec) de EHS vrij goed op schema gelegen. Doordat het Rijk bij de pMJP onderhandelingen minder middelen beschikbaar heeft gesteld dan noodzakelijk is, komt de plan-
Jaarverslag 2006
61
ning van de EHS en robuuste verbindingen (resp. 2018 en 2020) fors onder druk te staan. In de mid-term review (2010) van het pMJP zal het Rijk opnieuw bezien of extra middelen beschikbaar kunnen worden gesteld. • Een voortvarende uitvoering van de Reconstructieafspraken met Rijk en gemeenten De uitvoering van Reconstructie is in volle gang. De daadwerkelijke realisatie van doelen vordert, zoals onder meer blijkt uit forse kasuitgaven en verplichtingen. Het Rijk meent dat Overijssel voortvarend met de uitvoering aan de slag is, wat ook blijkt uit volledige uitputting van Rijksreconstructiemiddelen (€ 29 miljoen voor 2005 en 2006). Overijssel is daarmee één van de koplopers van de Reconstructieprovincies. Het ziet er naar uit dat de eerder gemaakte afspraak met de negentien Reconstructiegemeenten over aanpassing van bestemmingsplannen in 2007 nagekomen zal worden. Zes gemeenten zijn gestart met de uitwerking van ontwikkelingsplannen voor de landbouwontwikkelingsgebieden, waarmee inplaatsing van intensieve veehouderijbedrijven mogelijk wordt gemaakt. Er zijn, inclusief de experiment-fase, met achttien intensieve veehouderijbedrijven overeenkomsten gesloten voor verplaatsing uit extensiveringsgebieden.
Hoofddoelstelling: Uitvoering Reconstructie en landinrichting Prioriteiten Het jaar 2006 is succesvol geweest. In lijn met de constateringen en verwachtingen in de Perspectiefnota 2006 en de Najaarsnota 2006, is de uitvoering van Reconstructie en landinrichting goed op schema gekomen. Op basis van de afspraken tussen het Rijk en de provincie Overijssel (Bestuursovereenkomst 2005-2006 en het Uitvoeringscontract (UC) landelijk gebied) zijn in samenwerking met de gemeenten, waterschappen en overige partijen – sterk ondersteund door de Bestuurlijke Gebiedsoverleggen en aanjaagteams – veel projecten tot ontwikkeling gebracht. De Reconstructiecommissie Salland-Twente en het Rijk hebben hun waardering uitgesproken voor de in gang gezette initiatieven in 2006. Er zijn in 2005 en 2006 ongeveer 350 (integrale) projecten van start gegaan. Daarbij gaat het onder meer om realisatie van beleidsdoelen voor landbouw, natuur, landschap, water, leefbaarheid, recreatie en toerisme. Hiermee is een bedrag gemoeid van circa € 112 miljoen, waar-
62
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
van bijdragen van EU (€ 27 miljoen), Rijk (€ 55 miljoen) en provincie (€ 30 miljoen). Daarnaast hebben gemeenten, waterschappen en derden investeringen gepleegd en zijn reguliere middelen van de provincie ingezet. Er is op basis van het in 2005 opgestelde Actieplan Versnelling Uitvoering Reconstructie ook in 2006 fors ingezet op het bieden van ondersteuning van het proces van uitvoering. Het gaat daarbij onder meer om het versnellen van plan- en gebiedsuitwerkingen, projectontwikkeling, communicatie en inzet van procesgeld voor partners. De extra beschikbaar gestelde ontwikkelcapaciteit is geheel ingezet en heeft tot tien projecten geleid. De afspraken met LTO Noord en NMO hebben zes projecten opgeleverd. Voor de periode 2004-2007 hebben wij € 45 miljoen voor de uitvoering van Reconstructie gereserveerd. Hiervan is circa € 30 miljoen verplicht, waarvan € 24 miljoen in 2006. Dit resultaat loopt goed in de pas met de Najaarsnota, waarin wij voorspelden dat de verplichtingenstand tussen € 20 - 25 miljoen zou uitkomen. Met dit resultaat hebben wij in 2006 een flinke inhaalslag gemaakt bij het verplichten van de gelden die in voorgaande jaren niet verplicht zijn. Van de resterende € 15 miljoen van de oorspronkelijke € 45 miljoen hebben wij € 12,5 miljoen ingebracht in het pMJP. Het restant (€ 2,5 miljoen) willen wij bestemmen voor cofinanciering van het project ‘de Doorbraak’ waar ook Actiefondsmiddelen voor zijn toegekend (Ecopassage). In de Najaarsnota voorzagen wij kasuitgaven van € 10 -14 miljoen voor 2006. De feitelijke kasuitgaven zijn nu uitgekomen op € 8 miljoen. Dit is lager dan de prognose omdat wij (conform de bestuurlijke afspraken) prioriteit hebben toegekend aan het uitputten (vastleggen van verplichtingen) van de Rijksmiddelen voor het Uitvoeringscontract 2005-2006. De in 2006 op kasbasis niet bestede middelen hebben wij met instemming van PS toegevoegd aan de reserve Reconstructie. De eind 2006 in de reserve Reconstructie aanwezige middelen (circa € 20 miljoen) zijn noodzakelijk voor de uitfinanciering van de aangegane verplichtingen per ultimo 2006. Het maken van een prognose voor kasuitgaven is, gelet op de hiervoor geschetste ontwikkelingen, omgeven met veel onzekerheden. In juni 2007 ontstaat duidelijkheid over de hoogte van de Rijksverplichtingen eind 2006. Wij voorzien daarom dat 2007 een overgangsjaar is om te komen tot een adequate prognose van de kasuitgaven.
De gemeentelijke uitvoering van het beleid voor hergebruik van Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB) en Rood voor Rood heeft in 2006 een forse omvang gekregen en blijkt de uitvoering van Reconstructie te stimuleren. Voor Rood voor Rood liggen er ongeveer 400 aanvragen bij gemeenten, zowel binnen als buiten Reconstructiegebied. In 2006 is een nieuwe provinciale subsidieregeling ontwikkeld voor de versterking van grondgebonden landbouw in extensiveringsgebied waarbij tegelijkertijd de intensieve veehouderij wordt gestaakt. Er zijn in 2006 zes plan- en gebiedsuitwerkingen gestart, waarmee er nu 26 in de fase van planvorming of uitvoering zijn. Het blijkt evenwel nog weerbarstig om planvorming af te ronden. Zo is de planuitwerking Enter in 2006 vanwege nadere planvorming voor een Robuuste verbinding vertraagd, maar net als planuitwerking Losser inmiddels ter vaststelling voorgelegd. Voor de planuitwerkingen Olst-Wesepe, EnschedeNoord en Dalmsholte is dat niet gelukt. Naar verwachting komt Enschede-Noord begin 2007 ter vaststelling naar de provincie, terwijl Olst-Wesepe en Dalmsholte vooralsnog als gebiedsuitwerking opgepakt worden. De uitwerking Hezingen-Mander zal als planmatige kavelruil voortgezet worden.
Subdoelen Uitvoeren reconstructie en landinrichting in het reconstructiegebied.
Regulier beleid Er is in 2006 een klassiek landinrichtingsproject afgerond (Volthe). De volgende klassieke landinrichtingsprojecten zitten in de afrondende fase: Haaksbergen, Den Ham-Lemele, Marshoek-Hoonhorst, RaarhoekVeldhoek, Salland-West (afronding in 2007 met mogelijke uitloop in 2008) en Rouveen (afronding in 2008-2009).
Subdoelen Realiseren landinrichting buiten de werking van de reconstructiewet. Wettelijk beleid
Indicatoren Afgeronde meerjarige klassieke landinrichtingsprojecten. Per 2004 nog af te ronden: 9 (aantal cumulatief). realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
0
1
1
1
7
Inrichtingsmodules in uitvoering of gereed (aantal, cumulatief) realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
1
2
3
4*
8
* In 2006 zijn drie modules vastgesteld waarvoor door het Rijk een bijdrage is toegezegd. Dit is 1 meer t.o.v. de najaarsnota wegens
Wettelijk beleid
de gelukkige omstandigheid dat we gebruik konden maken van
Indicatoren Inrichtingsmodules* in uitvoering of gereed (aantal, cumulatief). realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
7
11
11
7
22
vrijvallende verplichtingenruimte bij het Rijk.
* Onder het voorbehoud van de thans geldende verwachtingen rond de financiering door het ministerie van LNV In de Najaarsnota is de verwachting aangegeven, dat in 2006 elf uitvoeringsmodules vastgesteld zouden worden. Dat zijn er zeven geworden. Vanwege de vertraging in het vaststellen van de genoemde planuitwerkingen zijn voor Enter, Olst-Wesepe en Losser nog geen uitvoeringsmodules vastgesteld en in uitvoering genomen. Voor Saasveld-Gammelke is het opstellen van een module voorlopig niet aan de orde omdat uitvoering plaatsvindt binnen de toegezegde rijksbijdrage.
Jaarverslag 2006
63
Hoofddoelstelling: Ontwikkeling van perspectiefvolle landbouw Prioriteiten Verbetering van de ruimtelijke structuur van de intensieve landbouw Intensieve veehouderij
Met het Reconstructiebeleid willen wij goede ontwikkelingsmogelijkheden voor de intensieve veehouderij in de landbouwontwikkelingsgebieden en op sterlocaties in de verwevingsgebieden creëren. Voortgang 2007: • Met achttien bedrijven hebben wij overeenkomsten gesloten voor verplaatsing. Met twee bedrijven zijn nog onderhandelingen gaande. De aanmelding van ondernemers voor deelname is boven verwachting, negen meer dan geraamd. Wij gingen er in eerste instantie vanuit dat ondernemers zich gefaseerd zouden aanmelden. Na het sluiten van de overeenkomst tot verplaatsing zal de daadwerkelijke verplaatsing uitgevoerd gaan worden. Dit is vaak een traject van meerdere jaren; • via het Coördinatiepunt Intensieve Veehouderij hebben wij in 2006 in totaal 33 ondernemers geadviseerd over verplaatsingsmogelijkheden en -plannen;
Subdoelen Verbetering van de ruimtelijke structuur van de intensieve veehouderij. Deels wettelijk, deels autonoom beleid
Indicatoren Intensieve veehouderijbedrijven verplaatst* naar duurzame locaties in landbouwontwikkelingsgebieden, individuele of geclusterde locatie (aantal, cumulatief, cijfers op basis van het uitvoeringscontract reconstructie 2005/2006).
plannen. De aanpak hiervoor is nog in ontwikkeling en voor 2006 waren er geen harde doelen geformuleerd. Wel is er veel voortgang geboekt: o Zes gemeenten, meer dan in eerste instantie verwacht, hebben een start gemaakt met de uitwerking van ontwikkelingsplannen voor de landbouwontwikkelingsgebieden. Aan deze gemeenten hebben wij hiervoor subsidies verstrekt. Wij zijn ook vertegenwoordigd in de projectgroepen voor de LOG’s. De plannen worden in 2007 opgeleverd en zullen, na goedkeuring door GS, dienen als basis voor gerichte investeringen voor de verdere ontwikkeling van de LOG’s; o In twee LOG’s worden uitvoeringsprojecten door het verstrekken van subsidie gesteund: de verbetering van de weginfrastructuur (5 km) in LOG Fortwijk in de gemeente Twenterand en de ontwikkeling van een cluster van varkensbedrijven in LOG Markelose Broek; o Conform planning hebben wij afspraken gemaakt met de gemeenten om de Reconstructiezonering vast te leggen in de gemeentelijke bestemmingsplannen. Dit zal eind 2007 afgerond worden. Glastuinbouw
In 2006 hebben wij, samen met de gemeente Kampen, een studie uitgevoerd naar de ruimtebehoefte van en de ontwikkelingsmogelijkheden voor de glastuinbouw in de Koekoekspolder. Een van de conclusies is dat naar verwachting in de periode 2011-2013 alle beschikbare ruimte in gebruik genomen zal zijn. Daarom is besloten een vervolgonderzoek uit te voeren naar alternatieve uitbreidingslocaties, waarbij ook locaties in buurprovincies betrokken zullen worden. Dit onderzoek zal midden 2007 afgerond worden. Verbetering van de ruimtelijke structuur van de grondgebonden landbouw
realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
2
9
9
18
15
* ijkpunt verplaatsing is ondertekening van het contract
• in het reconstructieplan zijn 27 landbouwontwikkelingsgebieden (LOG’s) aangewezen. Hier worden goede randvoorwaarden behouden en / of gecreëerd voor de ontwikkeling van de intensieve veehouderij. De provincie stimuleert gemeenten om ontwikkelingsplannen voor de LOG’s op te stellen en biedt steun bij de uitvoering van deze
64
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
De verkaveling van een groot deel van de landbouwbedrijven in Overijssel voldoet niet aan de kwaliteitseisen voor bedrijfs- en gebiedsinrichting zoals geformuleerd in de nota Agenda Vitaal Platteland. Zo had anno 2004 slechts 27% van de grote bedrijven een huiskavel van meer dan 60% van de bedrijfsoppervlakte. Doel is deze situatie aanzienlijk te verbeteren via de uitvoering van landinrichtingsprojecten (7.900 ha landbouwgrond ingericht in 2006), via de uitvoering van projecten voor vrijwillige (planmatige) kavelruil en door het stimuleren van ‘losse kavelruil’ (kavelruil tussen een aantal ondernemers) door een
stimuleringsregeling. De tabel hieronder laat de voortgang in 2006 zien. Voor het steunen van initiatiefgroepen voor planmatige vrijwillige kavelruil is in 2006 het Coördinatiepunt Kavelruil Overijssel (CKO) opgericht. Hierin is de expertise van LTO-Noord, Kadaster en DLG gebundeld. Streven is dat het CKO in de pMJP periode jaarlijks vier tot vijf planmatige kavelruilprojecten uitvoeringsklaar maakt. In 2006 is dit gelukt (vier projecten). Deze worden de komende twee jaar uitgevoerd.
Subdoelen Verbetering van de ruimtelijke structuur van de grondgebonden landbouw. Autonoom beleid
Indicatoren Projecten voor vrijwillige (planmatige) kavelruil uitgevoerd / in uitvoering (aantal, cumulatief). realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
5
10
13
10
15
Aantal ha kavelruil ( ha cumulatief)* realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
741**
700**
900**
1.136
1.300
* Het gaat om ha kavelruil gerealiseerd langs twee sporen: (1) in
Verbreding en versterking van de economische basis van de landbouw
Innovatie en toekomstgericht ondernemerschap zijn wezenlijke succesfactoren voor de ontwikkeling van duurzame en concurrerende landbouw in Overijssel. Voor de verdere uitwerking van het provinciale beleid hiervoor heeft het LEI in opdracht van de provincies Overijssel en Gelderland het rapport ‘Agrocluster Oost in Beeld, het economisch belang en de perspectieven van het agrocluster in Gelderland en Overijssel’ opgesteld. Het rapport schetst het toekomstperspectief, de kansen, knelpunten en ontwikkelingsopgaven van het agrocluster. In het najaar is het rapport in een aantal gespreksrondes besproken met het bedrijfsleven. Dit wordt voorjaar 2007 vervolgd en dient uit te monden in een innovatie-agenda voor het agrocluster. In het kader van het lopende stimuleringsbeleid voor innovatie en ondernemerschap in de landbouw zijn in 2007 diverse ondernemers en projecten gesteund. Zie de tabel hieronder voor de voortgang.
Subdoelen Verbreding en versterking van de economische basis van de landbouw. Autonoom beleid
Indicatoren Bedrijven deelnemend aan innovatieve projecten en / of met innovatieve bedrijfsplannen (aantal, cumulatief).
kader van projecten voor planmatige kavelruil en (2) door inzet stimuleringsregeling kavelruil. ** Bij het opstellen van de begroting 2006 was het (relatief hoge) resultaat van 2005 nog niet bekend. De streefwaarde voor 2006
realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
250
450
450
450*
650
was daarom in eerste instantie te laag ingeschat. Dit is bij de najaarsnota bijgesteld.
* Op basis van doelstellingen en verwachte resultaten van de projecten in uitvoering. Op basis van de rapportages van de
Extensivering van de melkveehouderijen in
diverse uitvoerders zal eerste kwartaal 2007 een definitief
kwetsbare gebieden
resultaat gegeven kunnen worden.
In het kader van de uitvoering van het rijksbeleid voor dit doel had het Rijk het voornemen in kwetsbare gebieden op zandgronden een regeling in te zetten voor het behoud van extensieve grondgebonden melkveehouderij. Door wijziging van rijksbeleid is dit niet tot uitvoering gekomen en zijn de voorbereidingen hiervoor, zoals de verkenning van gebieden die in aanmerking komen voor deze regeling, stopgezet. Het enige project in dit kader dat momenteel voorbereid wordt is het project Gooiermars, nabij Deventer.
Voor verbreding en versterking van de economische basis van de landbouw zijn in 2006 diverse activiteiten uitgevoerd.
Jaarverslag 2006
65
Samen met LNV is de stimuleringsregeling jonge agrariërs ingezet. In 2007 wordt de regeling geëvalueerd. Het Plan van Aanpak biologische landbouw loopt. In dat kader zijn er drie projecten uitgevoerd gericht op versterking van de keten in de biologische landbouw. In opdracht van de provincie zijn drie projecten uit het ondernemersprogramma van Stimuland in uitvoering genomen. Daarnaast heeft Stimuland opdracht gekregen om het project Stimulering Agro-Innovatie in het agrocluster uit te voeren. LTO-Noord heeft conform de prestatie-afspraak projecten ontwikkeld in het kader van de Reconstructie. Regulier beleid
Hoofddoelstelling: Behoud en herstel van de kenmerkende natuurwaarden van Overijssel Prioriteiten Realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur
Subdoelen Realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Indicatoren Aantal hectares nieuwe deelname EHS (jaarlijks aantal ha verworven en/of in beheer genomen respectievelijk aantal ha ingericht).
Het beperken van milieuoverlast vanuit de landbouw
Het provinciale landbouw-milieu beleid is gericht op kwaliteitsverbetering van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS) en vermindering van de stankoverlast. Dit zijn ook belangrijke doelstellingen van de Reconstructie. In 2006 is een aantal activiteiten uitgevoerd, gericht op de reductie van stank- en ammoniakemmissie: • Het streven is in het kader van de uitvoering van de Reconstructie circa 20 stankknelpunten op te lossen. In 2006 is in dit kader één stankknelpunt samen met de betreffende gemeente opgepakt. Voor het oplossen van het stankknelpunt heeft de provincie de gemeente een subsidie toegekend. • Met de ministeries van LNV en VROM werken wij aan de uitwerking van maatregelen om het gebruik innovatieve technieken voor het verminderen van stank- en ammoniakemmissies te stimuleren. Hiervoor hebben de ministeries van VROM en LNV in 2006 het programma Luchtwassers gestart. Met dit programma worden de ontwikkeling, demonstratie en gebruik van gecombineerde luchtwassers gestimuleerd. In Overijssel is één pilotbedrijf binnen dit programma. Wanneer het programma Luchtwassers ruimte biedt voor opschaling van het aantal pilotbedrijven komt Overijssel in beeld voor een extra pilot. • Streven was in 2006 met een waterschap en LTO-Noord een pilot project uit te werken over de mogelijke gevolgen van de Kaderrichtlijn Water voor de landbouw in Overijssel. Dit heeft (nog) niet geresulteerd in een uitvoeringsgereed project. Inmiddels is duidelijk geworden dat de normen van het mestbeleid tot 2015 niet aangescherpt worden, waardoor dit onderwerp iets minder urgent is geworden.
66
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
650
970
580
609
970
Waarvan ha particulier beheer (40 % van de restanttaakstelling nieuwe natuur peildatum 1-1-2004) realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
300
390
259
259
464
In de begroting van 2006 zijn wij uitgegaan van de ambitie om in 2018 de EHS te hebben gerealiseerd. De minister van LNV heeft echter in het kader van het pMJP minder middelen beschikbaar gesteld voor realisatie van de EHS en robuuste verbindingen dan nodig is om dit te bereiken. Wij hebben onze ambitie daarom naar beneden toe bijgesteld, wat is verwerkt in de Najaarsnota. De Begroting 2007 moet ook nog op dit punt naar beneden worden bijgesteld. Wij beschouwen het realiseren van de EHS zoals oorspronkelijk gedacht echter wel als een inspanningsverplichting. In het kader van de midterm-review van het ILG zullen wij dan ook zwaar op dit onderwerp inzetten. Particulier beheer: In 2006 is 259 ha particulier beheer gerealiseerd. Dit is minder dan de taakstelling van 390 ha. Tot 2005 vertoonde de toegekende oppervlakte steeds een stijgende lijn, maar deze stagneert in 2006 (80 ha in 2003, 170 ha in 2004, 300 ha in 2005, 259 ha in 2006). Mogelijk is dit een tijdelijke daling.
Oorzaken hiervan zijn: • Het verkopen van grond aan particulieren levert nog een aantal praktische problemen op. Goede afstemming met landinrichtingscommissies in landinrichtingsgebieden is noodzakelijk. Hiervoor wordt in nauw overleg met DLG naar een oplossing gezocht; • Een tegenvallend resultaat van het project Actieve stimulering particulier beheer (no cure, no pay). Geconcludeerd is dat stimuleren van particulier beheer onderdeel moet zijn van een integrale planof gebiedsuitwerking, waarbij ook mogelijkheden zijn voor onder andere kavelruil. Regulier beleid Begrenzen nieuwe natuurgebieden en beheersgebieden voornamelijk binnen de ecologische hoofdstructuur
Knoflookpad, Grote Vuurvlinder, Vleermuizen (aanpassing winterverblijven), Boomkikker, Meervleermuis, Akkerplanten, Groene Glazenmaker en de Kwartelkoning. Door de getroffen maatregelen zijn de genoemde soorten beter beschermd. Er was een goede deelname aan de drie provinciale Weidevogelprojecten. Via het project Natuurproductiebetaling werden 724 nesten beschermd, het grootste aantal sinds 1999. Ook bij het Koploperproject, dat zich richt op de bescherming van opgroeiende kuikens, was er groei. Het aantal deelnemende boeren nam toe tot 82 (49 in 2005) met een totale bedrijfsoppervlakte van 3.120 ha. Het aantal vrijwilligers nam helaas weer iets af. De tweejaarlijkse meting van het weidevogelmeetnet is in 2006 niet uitgevoerd in verband met capaciteitsgebrek. In 2007 vinden metingen plaats in het kader van het provinciaal weidevogelmeetnet. Dit betekent dat in de Jaarrekening 2008 de meest recente gegevens zullen worden opgenomen.
Subdoelen Begrenzen nieuwe natuur en beheersgebieden.
Botanische Kwaliteit
Wettelijk beleid
104
Indicatoren Oppervlakte begrensde robuuste verbindingszone (taakstelling: verwerving + particulier beheer 4.850 ha per 2018).
102 100 98 96 94
realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
92
2005
2006
2006
2006
2007
90
53%
50%
51%
90%*
88 86
* Ca 10% houden wij vooralsnog in reserve voor gewenst maatwerk
In 2006 zijn de tracés van de robuuste verbindingen Hattem-Ommen, Reestdal-Vechtdal en VechtdalHolterberg concreet begrensd in het Natuurgebiedsplan, in die zin dat dit is aangegeven met een stippellijn hetgeen betekent dat bij het zoeken naar maatwerk de grens nog enigszins kan verschuiven. Wij hebben dit jaar alle zeven natuurgebiedsplannen samengevoegd tot één natuurgebiedsplan. Beschermen natuurwaarden en soortendiversiteit
84 1989/1990
1997/1998
2004/2005
PEHS Overijssel buiten PEHS
De botanische kwaliteit van het landelijk gebied in Overijssel is gebaseerd op ontwikkelingen binnen een groep van bijna 350 plantensoorten (van de totaal meer dan 1.000 verschillende soorten bloemplanten in Overijssel). In de figuur is onderscheid gemaakt tussen de PEHS en het witte gebied daarbuiten (data: provincie Overijssel, gebaseerd op metingen door de provincie Overijssel).
in en buiten de ecologische hoofdstructuur
In 2006 is bereikt wat was beoogd, door het uitvoeren van de voorgestelde maatregelen die zijn gebaseerd op soortenbeschermingsplannen en op basis van het Beleidsplan Natuur en Landschap Overijssel. Voor de volgende soorten zijn maatregelen genomen:
De definitieve cijfers voor de botanische kwaliteit (in de Jaarrekening 2005 betrof het voorlopige cijfers) laten zien dat in de Ecologisch HoofdStructuur de botanische kwaliteit gelijk is gebleven, maar dat buiten de PEHS sprake is van een significante afname, die na de tweede meetronde zelfs groter is dan na de
Jaarverslag 2006
67
eerste meetronde. Belangrijke oorzaken hiervan zijn het dempen van sloten en greppels door agrariërs en veranderingen in het beheer in het landelijke gebied. De verwachte positieve trend binnen de PEHS blijft uit. Binnen de PEHS neemt in veel gebieden de botanische kwaliteit toe dankzij de realisatie van nieuwe natuur, een natuurlijker inrichting van infrastructuur en beheersovereenkomsten. Negatieve ontwikkelingen in het agrarische gebied binnen de PHES doen deze positieve ontwikkelingen teniet. Faunakwaliteit
Hoofddoelstelling: Behoud en versterking van de kwaliteit van het cultuurlandschap Prioriteiten Ontwikkelen van Groene en Blauwe Diensten
Subdoelen Ontwikkelen groene en blauwe diensten. Autonoom beleid
450
Indicatoren Het aantal projecten waarin beloning voor groen-blauwe diensten ontwikkeld wordt (cumulatief).
400 350 300 250 200 150
realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
6
9
6
6
11
100 50 -0 2001
2002
2003
zoogdieren
dagvlinder
vleermuizen
boomkikker
2004
2004
gem. index
De faunakwaliteit is gebaseerd op de ontwikkelingen binnen de hele groep van dagvlinders (34 soorten), een viertal soorten overwinterende vleermuizen, vier (land)zoogdieren (waaronder Ree en Konijn) en de Boomkikker (data: CBS, gebaseerd op metingen van de Vlinderstichting, RAVON en VZZ). De index faunakwaliteit laat een lichte toename zien. De index is gebaseerd op een beperkt aantal diersoorten (43), waarvan gegevens voor een langere periode beschikbaar zijn dankzij de inzet van vrijwilligers (monitoring projecten). In Overijssel komen enkele duizenden verschillende diersoorten voor. De gemiddelde index laat niet zien met welke soorten het goed gaat en welke niet en wat de reden daarvan is. Met een relatief grote groep van dagvlinders gaat het niet goed, waaronder alle kenmerkende soorten van de Overijsselse heiden, zoals Gentiaanblauwtje en Heideblauwtje. Voor een van deze soorten (Bruine vuurvlinder) is aannemelijk gemaakt dat de ammoniakbelasting een rol speelt bij de achteruitgang. Bij de beleidsindicatoren natuur behoort een toelichting (achtergronddocument), dat eind dit jaar op internet wordt geplaatst.
68
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Voor Groene en Blauwe Diensten hebben wij in 2006 een nieuw beleidskader ontwikkeld. Met Groene Diensten wordt aanleg, herstel en structureel beheer van landschapselementen en wandelpaden vergoed met als doel in 10 jaar 50% van de landschapselementen structureel te beheren. Blauwe Diensten zijn vooral gericht op de kwaliteitsverbetering van grondwater en wateropvang. In mei 2006 is het Beleidskader Groene en Blauwe Diensten vastgesteld en trad de stimuleringsregeling Groene en Blauwe Diensten in werking. De maatregelen voor aanleg, herstel en beheer staan in een Catalogus Groene Diensten. Deze is ter goedkeuring in het kader van de staatssteuntoets voorgelegd aan de Europese Commissie. Goedkeuring verwachten wij in januari 2007. Tot die tijd kunnen projectaanvragen niet worden gehonoreerd. Voorstellen voor de pilots Wierden, Hardenberg, Zwolle en Enschede zijn in overeenstemming gebracht met het Beleidskader en de catalogus. Ook is gezocht naar nieuwe initiatieven en is overleg gevoerd met de gemeenten over de financiering van Groene Diensten. Zeker vier initiatieven kunnen nader worden uitgewerkt. De pilot Twickel is in de zomer van 2006 gedeeltelijk goedgekeurd door de Europese Commissie. Omdat het projectvoorstel moet worden aangepast loopt het project vertraging op. Het Rijk heeft in het kader van het Programma Beheer en de Nationale Landschappen onvoldoende middelen
ter beschikking gesteld voor het beheer van landschapselementen. De gemeenten aarzelen om geld beschikbaar te stellen voor beheer van landschapselementen. Zij hebben jarenlang goede ervaring met maximaal 25% cofinanciering van aanleg en herstel van landschapselementen. Het Beleidskader gaat uit van 50% cofinanciering door gemeenten voor beheer. Veel gemeenten vinden dit te hoog. Wij bekijken in 2007 of deze bijdrage van de gemeenten naar beneden kan en welke gevolgen dat heeft voor het bereiken van het doel. Regulier beleid Behoud en versterking dragende landschapsstructuren en (cultuurhistorische) kwaliteiten
Subdoelen Behoud en versterking dragende landschapsstructuren en (cultuurhistorische) kwaliteiten. Autonoom beleid
Indicatoren Het oppervlak van de gebieden waarvan de landschapskwaliteit is beschreven (in een LOP, Belvedereplan, RO-plannen, welstandsnota’s etc).
‘boeren’ in een kleinschalig landschap met als doel inzicht te krijgen in de toekomstige positie van grote boeren in relatie tot het kleinschalige landschap. Het Landschapsontwikkelingsplan (LOP) NoordoostTwente is in 2006 niet afgerond. De planvorming bleek complexer dan voorzien. De gemeenten hebben een traject ingelast, resulterend in een half jaar vertraging. Een en ander verloopt overigens in goed overleg. De gemeenten in Salland, Rijssen-Holten en Wierden zijn ook gestart met het opstellen van een LOP. Eén LOP is (tegen onze verwachting in) wegens gebrek aan middelen bij de betreffende gemeente niet gestart. Wij concluderen dat in 2006 circa 20.000 ha minder aan LOP’s is gerealiseerd dan was begroot (zie tabel). Wij verwachten op basis van het resultaat eind 2006, dat in 2007 de prestatie lager zal gaan uitvallen dan aangegeven in de Begroting 2007 (verwacht wordt circa 20.000 ha lager). De rijkssubsidie voor het opstellen van LOP’s is per 1 januari 2007 vervallen. Dit kan leiden tot een kentering in het opstellen van LOP’s. Dit betekent dat een aantal gemeenten later dan gepland de uitvoering van hun landschapsbeleid met een geactualiseerde (toekomst-)visie onderbouwen. Het instrumentarium is conform begroting ingezet. Stimulering aanleg, herstel en beheer van
realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
64.000
195.000
195.000
175.000*
225.000
* Als gevolg van het niet starten van één van de LOP’s in 2006 bedraagt het verschil tussen realisatie 2006 en de opgave in de
landschapselementen
Subdoelen Stimulering aanleg, herstel en beheer van landschapselementen. Autonoom beleid
najaarsnota 2006 20.000 ha.
De begrenzingen van de nationale landschappen IJsseldelta en Noordoost-Twente zijn vastgesteld. Kernkwaliteiten zijn beschreven en de uitvoeringsprogramma’s zijn vastgesteld. Met de uitvoering van IJsseldelta is in 2006 een begin gemaakt. De opstelling en vaststelling van het uitvoeringsprogramma van Noordoost-Twente heeft meer tijd gekost dan voorzien; het is geïntegreerd in het gebiedsprogramma Noordoost-Twente. Het uitvoeringsprogramma Nationaal Landschap Noordoost-Twente gaat nu begin 2007 van start. De planvorming en vaststelling van de nationale landschappen ligt op schema, maar de uitvoering start in Noordoost-Twente iets later. Door het betrekken van burgers, het houden van informatiebijeenkomsten en publieksdagen, zijn de nationale landschappen op de kaart gezet. Eind 2006 heeft LTO een project opgestart over grootschalig
Indicatoren Aantallen en hoeveelheden nieuw aangelegde, herstelde en (duurzaam) onderhouden landschapselementen. realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
720 *
1.000
1.094
1.094
1.000
* In 2005 kon geen gebruik gemaakt worden van Europese subsidies (POP).
Jaarverslag 2006
69
Hoofddoelstelling: Behoud en versterking van de sociale samenhang in de kleine kernen en buurtschappen Prioriteiten
Subdoelen Behouden van bestaande basisvoorzieningen in het landelijk gebied (onder andere door bundeling en scheppen van basis voorzieningen). Autonoom beleid
Indicatoren Aantal gesubsidieerde basisvoorzieningen, bijvoorbeeld dorpshuizen, multifunctionele centra, etc. (aantal cumulatief). realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
16
20
20
21
25
De Vitaliteitregeling kleine kernen en kulturhusen die in 2004 is ingesteld, is een groot succes. Tot en met 2006 hebben we 56 multifunctionele basisvoorzieningen gefinancierd voor een totaalbedrag van € 4,2 miljoen. Dankzij cofinanciering vanuit gemeenten, Reconstructie en soms uit Europa, is een veelvoud van dit bedrag geïnvesteerd in de leefbaarheid van het landelijk gebied. Vanaf 2007 wordt de Vitaliteitregeling opgenomen in het ILG/pMJP. Opvallend is de ontwikkeling naar steeds meer kulturhusen in kleine kernen, waar ze in het verleden vooral in grotere plaatsen werden ontwikkeld. Ook komen de aanvragers vaker dan voorheen uit andere sectoren die het belang van samenwerken en samenvoegen van functies voor een betere leefbaarheid inzien, bijvoorbeeld sportclubs en scholen.
70
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
In 2006 zijn conform de begroting in totaal 20 projecten in kernen en buurtschappen in het landelijk gebied gehonoreerd: ontwikkeling en renovatie van multifunctionele centra zoals kulturhusen, dorps- en buurthuizen en brede scholen, maar ook meer bijzondere basisvoorzieningen zoals een ‘hangplek voor ouderen’ in combinatie met een podium en toeristisch overstappunt (TOP). In het gebied Noordwest-Overijssel is de regiotaxi in 2006 opnieuw aanbesteed. Wij willen dat de regiotaxi de komende jaren in 98% van de gevallen op tijd rijdt. Tijdens de implementatieperiode in NoordwestOverijssel is dit door opstartproblemen bij de vervoerder in eerste instantie lang niet gerealiseerd. Inmiddels zijn de problemen opgelost.
2.6.4 Heeft het gekost wat het zou gaan kosten?
Bedragen x € 1.000
Begroting 2006 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Landelijk gebied
Rekening 2006
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Uitvoering reconstructie en landinrichting 10 Ontwikkelen van perspectiefvolle landbouw Behoud en herstel van de kenmerkende natuurwaarden 757 Behoud en versterking van de kwaliteit van het cultuurlandschap 447 Versterking en behoud van de sociale samenhang 2.730
3.597 6.181
-3.587 -6.181
215
4.028 3.724
-3.813 -3.724
-226 2.457
7.167
-6.410
772
5.569
-4.797
1.613
2.893
-2.446
530
2.159
-1.629
817
3.885
-1.155
2.834
3.664
-830
325
––––––––
––––––––
––––––––
––––––––
––––––––
––––––––
––––––––
3.944
23.723
-19.779
4.351
19.144
-14.793
4.9868
3.852
-3.852
3.593
-3.593
259
–––––––– 3.944
3.643 –––––––– 31.218
-3.643 –––––––– -27.274
–––––––– 4.351
3.054 –––––––– 25.791
-3.054 –––––––– -21.440
589 –––––––– 5.834
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Verschil
–––––––– 0
2.656 45 –––––––– 2.701
-2.656 -45 –––––––– -2.701
–––––––– 0
1.895 16 –––––––– 1.911
-1.895 -16 –––––––– -1.911
761 29 –––––––– 790
Totaal programmakosten Landelijk gebied Personeelsgebonden kosten Landelijk gebied Toegerekende apparaatskosten Landelijk gebied Totaal programma Landelijk gebied
Voorzieningen
Voorziening natuurbeleidsplan Voorziening weidevogels Totaal ten laste van voorzieningen
Stortingen 2006
––––––––––––––––––––––––––––––– Reserves
Reserve IJsselmijgelden Reserve Reconstructie Reserve voorfinanciering landinrichting Reserve BCF Actiefonds Overijssel
Begroot
Gereal.
3.095 16
Ontrekkingen 2006
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Verschil
Begroot
Gereal.
Verschil
Totaal
0 -3.095 0 -16 0
120
120 2.000 183
3.820
3.820
0 -2.000 183 0 0
0 -5.095 183 -16 0
Jaarverslag 2006
71
Toelichting bij de financiële afwijkingen op de hoofddoelstellingen
Alle hoofddoelstellingen - Reconstructie In lijn met de constateringen en verwachtingen in de Perspectiefnota 2006 en in de Najaarsnota 2006, is de uitvoering van Reconstructie en landinrichting goed op gang gekomen. De verschillen zoals in de laatste kolom zijn weergegeven zijn voor het grootste deel toe te schrijven aan de actualisering van het uitvoeringsprogramma Reconstructie (zie Najaarsnota). Intussen zijn er voor ruim € 11 miljoen aan verplichtingen vastgelegd waardoor de oorspronkelijke verdeling over de doelstellingen weer grotendeels wordt hersteld. Er zijn in 2005 en 2006 ongeveer 350 (integrale) projecten van start gegaan. Bij de jaarlijkse verantwoording over de Reconstructie (-reserve) wordt het kasritme gehanteerd, conform het beleid van de provincie voor uitgaven uit reserves. Ook dit jaar leidt dat tot een onderbesteding in de cijfers. Voor 2006 was een bedrag van € 12,8 miljoen aan besteding van provinciale middelen begroot, in werkelijkheid bedroegen de kasuitgaven ongeveer € 8 miljoen (€ 2 miljoen minder dan aangekondigd in de Najaarsnota). In de bestemming van de verplichtingenruimte is in 2006 een grote sprong gemaakt, er is voor een bedrag van ongeveer € 24 miljoen aan verplichtingen vastgelegd. Over de periode 2004-2006 is in totaal ongeveer € 30 miljoen van de door Provinciale Staten beschikbaar gestelde € 45 miljoen verplicht. Er is in 2006 een flinke inhaalslag gemaakt bij het verplichten van de gelden die in 2004 en 2005 niet verplicht zijn. De in 2006 op kasbasis niet bestede middelen zijn in de reserve Reconstructie gestort. De eind 2006 in de reserve Reconstructie aanwezige middelen zijn noodzakelijk om de aangegane verplichtingen per ultimo 2006 uit te kunnen financieren. Behoud en herstel van de kenmerkende natuurwaarden De uitvoering van de pilot Boeren voor natuur Twickel (Actiefonds) is in 2005 in afwachting van Europese goedkeuring uitgesteld. Na goedkeuring door de Europese Commissie zijn in 2006 door de minister van LNV nieuwe voorwaarden en beperkingen naar voren gebracht. Het Rijk heeft eind 2006 een nieuwe meldingsprocedure bij de EC ingesteld. Goedkeuring wordt begin 2007 verwacht.
72
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Evenals vorig jaar is er nog geen akkoord met de provincie Flevoland over de handhaving van de Natuurbeschermingswet voor de randmeren, waarvoor wij in 2005 een rijksbijdrage hebben ontvangen. De provincie Flevoland neemt de handhaving in het kader van de natuurbeschermingswet op de randmeren voor haar rekening. De onderhandelingen over de afkoop van deze werkzaamheden zijn in 2006 niet afgerond. De verwachting is dat in 2007 een overeenkomst met de provincie Flevoland kan worden gesloten. Voor het project Olde Maten (Actiefonds) is een bedrag van € 750.000 beschikbaar gesteld. Het programma van eisen is gereed evenals een natuurinventarisatie. Er wordt een plan van aanpak opgesteld. In 2007 zal een uitvoeringsexperiment worden gedaan waarna in 2008 het grootste deel van het werk zal worden uitgevoerd. Het in 2006 niet bestede deel van € 50.000 is noodzakelijk om het gehele project te kunnen realiseren. Resultaatbestemmingen worden voorgesteld voor: • Uitvoering Reconstructie en landinrichting o € 81.000 voor gebiedsgericht werken; o € 228.000 (Actiefonds) voor gebiedsgericht werken. • Behoud en herstel kenmerkende natuurwaarden o € 50.000 (Actiefonds) voor afwikkeling van het project Project Olde Maten in 2007; o € 750.000 (Actiefonds) voor uitvoering van het project Boeren voor natuur Twickel in 2007 (dan valt het onder pMJP prestatie 2.4.4.); o € 384.000 voor de afwikkeling van de onderhandelingen met de provincie Flevoland over de afkoop van de handhaving Natuurbeschermingswet randmeren die in 2007 is voorzien. • Alle hoofddoelstellingen o € 5.095.000 voor afwikkeling van de in 2005 / 2006 vastgelegde verplichtingen voor de uitvoering Reconstructie (mutatie in reserve); o € 183.000 voor extra en langere voorfinanciering (mutatie in reserve). Reserves De ontwikkeling van de reserve Reconstructie wordt hierboven toegelicht.
Jaarverslag 2006
73
74
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
2.7 Programma Zorg 2.7.1 Inleiding Wij richten ons op de leefkwaliteit van mensen door aandacht te besteden aan de bereikbaarheid, betaalbaarheid en beschikbaarheid van de zorg, zowel in de jeugdzorg als in de reguliere zorg. Onze prioriteiten zijn daarbij het onder controle houden van de wachtlijsten en -tijden in de jeugdzorg en een beschikbare en toegankelijke eerstelijnszorg. Deze prioriteiten vloeien logisch voort uit de Nota Sociale Actie. Met ons zorgbeleid willen we voorts bevorderen dat mensen in de gelegenheid gesteld worden om zoveel mogelijk zelf verantwoordelijkheid te nemen voor de zorg voor zichzelf of hun naasten. De provincie is op grond van de Wet op de Jeugdzorg in de rol van financier en regisseur inhoudelijk en financieel verantwoordelijk voor de jeugdbescherming, jeugdreclassering, jeugdhulpverlening en de toegang tot de jeugdzorg. In de jeugdzorg bestaan wachtlijsten. Wij verkleinen deze door de hulp zo dicht mogelijk bij huis, zo vroegtijdig, zo licht en zo kort mogelijk te laten aanbieden. Wij zetten daarbij onder andere in op het probleemoplossend vermogen (de eigen kracht) van de ouders en kinderen. Tot onze grote tevredenheid constateren wij dat het wegwerken van de wachtlijsten in de jeugdzorg (voor kinderen die langer dan negen weken op de wachtlijst stonden) per peildatum ultimo 2006 geslaagd is, vooral door de inzet van extra WOW-middelen (Wachtlijsten in Overijssel Weg). Na drie jaar van provinciale investeringen in de eerstelijnszorg worden de resultaten zichtbaar: recent bleek dat het tekort aan huisartsen in Overijssel sterk is verminderd en zelfs opgelost. Met provinciale subsidie werd een opleiding opgezet in de regio Twente waardoor meer huisartsen zich in onze provincie vestigden en ook werden met provinciale subsidie diverse HOED’en (Huisartsen onder één dak) en gezondheidscentra opgericht, waardoor een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor huisartsen ontstond. Deze doelstelling binnen de zorg is dan ook ruimschoots gehaald. In 2006 heeft de ondersteuning van gemeenten op het terrein van de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) veel aandacht gekregen: zo is de opzet van veel woonzorgzones ondersteund, naast
projecten met als doel de innovatie van welzijn en projecten op het terrein van de informele zorg. Binnen de WMO krijgt de provincie een wettelijke taak voor de inzet van het steunfunctiewerk. In 2006 zijn de voorbereidingen gestart voor de tweede ronde van de provinciale ondersteuning van gemeenten bij de invoering van de WMO. Hierin zal het steunfunctiewerk een belangrijke rol gaan spelen. In het algemeen heeft de provincie binnen de reguliere zorg beperkte wettelijke taken; onze onafhankelijke positie geeft ons vanuit autonoom beleid de mogelijkheid om partijen bij elkaar te brengen en regionale samenwerking te stimuleren. Wij streven vanuit onze maatschappelijke verantwoordelijkheid naar vraaggerichte zorg die voor iedereen in Overijssel toegankelijk is. Portefeuillehouder van dit programma is de heer G.J.H. Ranter. Voor de bijdragen vanuit de Reconstructie is de heer P. Jansen portefeuillehouder.
2.7.2 Ontwikkelingen De volgende externe ontwikkelingen, voor een groot deel ook genoemd in de begroting, zijn in 2006 van invloed geweest op ons beleid: • In 2006 zal de in 2005 in werking getreden Wet op de Jeugdzorg verder worden geïmplementeerd. Een en ander zal een verzwaring betekenen van de inhoudelijke en financiële taak van de provincie. • We zien dat er een toenemende vraag naar zorg ontstaat van (mondige) burgers, versterkt door een sterk toenemende vergrijzing van de bevolking in Overijssel. Dit stelt eisen aan de voorzieningen én de bereikbaarheid van de voorzieningen. Voorts is binnen de zorg de mogelijke invoering van de WMO van belang. Deze voorgenomen wet zal belangrijke consequenties hebben voor de organisatie en financiering van de zorg. • Binnen de eerstelijnszorg is het relevant dat in toenemende mate oudere huisartsen eerder stoppen met de uitoefening van hun beroep. Hierdoor neemt het aantal huisartsen in Overijssel af. Het aanbod van eerstelijnszorg neemt nog verder af doordat nieuwe, vaak jonge, huisartsen veelal parttime willen werken. In juni 2006 is een motie aangenomen om de sociale infrastructuur als pijler op te nemen in de ontwikkelingsreserve. De uitwerking hiervan zal in 2007 van start gaan.
Jaarverslag 2006
75
2.7.3 Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hebben we gedaan wat we zouden doen? IJkpunten Onderhandelingsakkoord 2003 - 2007 • Beschikbaarheid van passende trajecten in de jeugdzorg, zodat ten minste de wachtlijsten voor crisissituaties zijn weggewerkt • Projecten en experimenten die de beschikbaarheid en toegankelijkheid van eerste- en tweedelijnsvoorzieningen aantoonbaar verbeteren
Ontwikkeling AMK Overijssel
Zorg
400
In 2003 was sprake van een huisartsentekort dat dreigde steeds verder toe te nemen. De uitstroom zou groter zijn dan de instroom en het aandeel parttime werkende huisartsen zou groeien. Deze landelijke trend gold ook voor Overijssel. Daarnaast wilden steeds meer huisartsen binnen een samenwerkingsverband werken met als gevolg een afname van de solistisch opererende huisarts. Wij hebben een stimulerende rol gehad door regionale partijen bij elkaar te brengen, en aanvullend daarop investeringen te doen voor de verbetering van de beschikbaarheid en toegankelijkheid van de eerstelijnszorg. Deze brede provinciale inzet heeft geleid tot oplossing van het huisartsentekort. De capaciteitscijfers van Overijssel laten het volgende beeld zien:
350
2000
2005
Aantal huisartsen
490
537
+ 9,6%
Fte huisartsen
428
452
+ 5,7%
Toename (in %)
2518
2453
- 2,6%
Inwoners per fte huisarts
- de gemiddelde doorlooptijd van het onderzoek weer is ingekort en binnen de wettelijke normen blijft. Meldingen bij het AMK waarbij sprake is van een crisissituatie worden in alle gevallen onmiddellijk in onderzoek genomen, hiervoor bestaat dus op geen enkel moment een wachtlijst. De ontwikkelingen van de wachtlijst, de doorlooptijd van het onderzoek naar vermoedens van kindermishandeling en het aantal onderzoeken zien er als volgt uit:
300 250 200 150 100 50 2e kw 3e . 20 kw 02 4e . 2 kw 002 1e . 20 kw 02 2e . 20 kw 03 3e . 20 kw 03 4e . 20 kw 03 1e . 20 kw 03 2e . 20 kw 04 3e . 20 kw 04 4e . 20 kw 04 1e . 20 kw 04 2e . 20 kw 05 3e . 20 kw 05 4e . 20 kw 05 1e . 2 kw 00 5 2e . 20 kw 06 3e . 20 kw 06 4e . 20 kw 06 .2 00 6
0
aantal onderzoekenden aantal wachtenden op start onderzoek doorlooptijd onderzoek in dagen
Het aantal aanmeldingen bij Bureau Jeugdzorg Overijssel (BJzO) kan worden gezien als een indicator voor de vraag naar jeugdzorg. Vanaf de start van BJzO in 2002 is het aantal aanmeldingen voortdurend toegenomen, hoewel de stijging wat lijkt af te vlakken. Deze ontwikkeling ziet er als volgt uit: Ontwikkeling BJzO
Uit het bovenstaande blijkt dat in de loop van de jaren de huisartsencapaciteit in Overijssel vergroot is waardoor er nu geen acuut of dreigend probleem bestaat voor de beschikbaarheid van huisartsenzorg in Overijssel. Daarbij heeft de provinciale inzet faciliterend en stimulerend gewerkt.
400 350 300 250 200 150
Jeugdzorg
Door het maken van concrete prestatieafspraken met het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en het verlenen van incidentele prestatiesubsidies is bereikt dat eind 2006: - de wachtlijst voor onderzoeken naar vermoedens van kindermishandeling onder controle is, terwijl de vraag naar onderzoeken toeneemt;
76
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
100 50 0
1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 1e kw 2e kw 3e kw raming 2004 2004 2004 2004 2005 2005 2005 2005 2006 2006 2006 4e kw 2006
aantal aanmeldingen in 10-tallen aantal indicatiebesluiten in 10-tallen doorlooptijd indicatietraject in dagen
De omvang van het zorgaanbod nam in 2006 toe als gevolg van enerzijds extra subsidiëring en anderzijds efficiencyverbeteringen, maar deze toename was in eerste instantie onvoldoende om de stijgende vraag naar jeugdzorg op te vangen. Dit is te zien in de volgende grafiek met de ontwikkeling van de wachtlijsten in de geïndiceerde jeugdhulpverlening. De daling in het vierde kwartaal 2006 houdt verband met de positieve resultaten van ons WOW-project.
Subdoelen Betere crisisaanpak. Wettelijk beleid
Indicatoren Wachtlijsten crisisplaatsingen (per 31 december). realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
25
45
45
2)
5
Index ontwikkeling wachtlijsten jeugdhulpverlening
300
Subdoelen Meer aandacht voor preventie in de jeugdzorgketen 1).
250 200
Deels wettelijk, deels autonoom beleid
150
Indicatoren Minder terugverwijzingen vanuit Bureau Jeugdzorg Overijssel naar de lokale voorzieningen ten opzichte van 2005 (in procenten).
100 50 0
1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 2004 2004 2004 2004 2005 2005 2005 2005 2006 2006 2006 2006
ambulant
residentieel
daghulp
pleegzorg
realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
-
2%
2%
3%
5%
1) Deze preventie betreft afspraken en maatregelen ter verbetering van de aansluiting tussen het lokaal gemeentelijk preventief
Hoofddoelstelling: Versterken van de maatschappelijke deelname en positie van jongeren
jeugdbeleid en het provinciale jeugdzorgbeleid. Wij werken nauw samen met de gemeenten om zoveel mogelijk instroom in de jeugdzorg te voorkomen. De geregistreerde aantallen terugverwijzingen zijn overigens relatief gering. 2) Op dit moment zijn in verband met de ontwikkelingen rond de inzet
Prioriteiten
van de WOW-middelen nog geen betrouwbare gegevens bekend. 3) Inclusief effect inzet eenmalige middelen WOW, stijging exclusief
Subdoelen Meer efficiency en effectiviteit in de jeugdzorg.
WOW: 19%
Wettelijk beleid
Indicatoren Verhoging van het aantal behandelde cliënten ten opzichte van 2003 (in procenten). realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
12%
10%
20%
46% 3)
12%
Jeugdzorg In 2006 is een aantal claims op het recht op jeugdzorg ingediend die wij naar tevredenheid van de cliënten in goed overleg met Bureau Jeugdzorg Overijssel (BJzO) en de betreffende zorgaanbieders hebben opgelost. Het belangrijkste speerpunt van het Overijsselse jeugdzorgbeleid is het onder controle houden van de wachtlijsten. Om dit te bereiken hebben wij in 2006 een pakket van maatregelen uitgevoerd: - wij hebben extra geïnvesteerd in uitbreiding van het zorgaanbod en de personele capaciteit bij het AMK met als resultaat dat eind 2006 ondanks een stijgende vraag de wachtlijst verder is gedaald;
Jaarverslag 2006
77
- wij hebben ouders en kinderen gestimuleerd gebruik te maken van hun eigen probleemoplossend vermogen door circa 100 zogeheten ‘eigen-kracht-conferenties’ mogelijk te maken. - onder de noemer ‘aanvalsplan wachtlijsten’ heeft het Rijk ons in 2006 eenmalig ruim € 9,7 miljoen beschikbaar gesteld met als prestatieafspraak dat wij de wachtlijsten en –tijden zo aanpakken dat eind 2006 geen enkel kind langer dan 9 weken op geïndiceerde jeugdzorg hoeft te wachten. Via ons WOW-project (Wachtlijsten Overijssel Weg) hebben wij met onze zorgaanbieders prestatieafspraken gemaakt waardoor er met de verleende extra gelden in 2006 ruim 400 kinderen extra in zorg zijn genomen. Dit heeft ertoe geleid dat op 31 december 2006 geen enkel kind in Overijssel langer dan negen weken op geïndiceerde jeugdzorg hoefde te wachten. Dit resultaat is ook mede mogelijk geworden doordat op ons aandringen er ook gezocht is naar alternatieve mogelijkheden voor de bestaande zorgtrajecten. - Om cliënten beter te ondersteunen hebben wij BJzO subsidie verleend voor 10 extra casemanagers. In de Perspectiefnota zijn middelen beschikbaar gesteld voor ‘preventie jonge kind’. In Twente, Deventer en Zwolle worden daarmee meer dan 200 kinderen en gezinnen extra begeleid door de jeugdgezondheidszorg, onder meer met behulp met de methodiek Kortdurende Pedagogische Gezinsbegeleiding. Voor het provinciale preventieve jeugdbeleid wordt een onderzoek bekostigd dat beleidsinformatie moet opleveren over de omvang, ontstaan en oorzaken van jeugdproblematiek. De Wet op de Jeugdzorg (WJZ) is per 31 december 2006 2 jaar van kracht en – zoals destijds afgesproken – in december geëvalueerd. De belangrijkste conclusies zijn dat er significante verbeteringen in de jeugdzorg zijn behaald zijn, maar dat er ook nog steeds flinke knelpunten voorkomen. Gepleit wordt om niet nu een stelselwijziging door te voeren. De sector moet de ruimte krijgen voor een cultuuromslag. Met deze omslag hebben wij in 2006 een start gemaakt bij het uitvoeren van het project Wachtlijsten Overijssel Weg (WOW). Daarin maken we met BJzO afspraken over de inzet en taken van casemanagement en over aanpassing van het indicatiebeleid zodanig dat: - er sprake is van een zo licht mogelijke indicatie in termen van trajecten en gericht op een zo spoedig mogelijke terugkeer naar huis;
78
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
- residentiële zorg in principe wordt beschouwd als een tijdelijke onderbreking van de thuissituatie en niet langer mag duren dan negen maanden; - er zo snel mogelijk duidelijkheid komt of sprake is van tijdelijk of langdurige zorg; - het indicatiebesluit richtinggevend is voor zwaarte, aard en doel van de zorg, maar er niet toe mag leiden dat bij de zorgaanbieders de flexibiliteit in zorgtrajecten wordt bemoeilijkt. De feitelijke effectuering van deze afspraken volgt in 2007. Een ander speerpunt is het verbeteren van de aansluiting van het gemeentelijke jeugdbeleid op de provinciaal gesubsidieerde jeugdzorg, wat op termijn moet leiden tot minder instroom, en dus ook een bijdrage levert aan het beheersbaar houden van de wachtlijsten. In 2006 zijn met de Overijsselse gemeenten en Hattem diverse projecten uitgewerkt die passen bij de vijf thema’s van het Actieprogramma jeugdbeleid-jeugdzorg. Het actieprogramma kent 20 verschillende projecten die allemaal zijn gestart. Aansprekende voorbeelden zijn: - Het project Vroegsignalering, dat wordt uitgevoerd door de samenwerkende GGD-en, waarbij in de komende jaren alle functionarissen, zoals peuterleidsters en onderwijzers, een training krijgen in het opmerken van problemen bij kinderen en het toeleiden naar hulp. - Het project VIS2, een internetapplicatie, waarbij meerdere instellingen en organisaties die met een zelfde cliënt contact hebben, kunnen samenwerken en informatie uitwisselen. Wij hebben met gemeenten de principeafspraak gemaakt dat het systeem ‘uitgerold’ wordt in de hele provincie, zodat er geen wildgroei van systemen zal ontstaan. - Het project De vraag centraal, dat is gericht op ontschotting en ontkokering, zodat cliënten geen last hebben van de verschillen in wet- en regelgeving tussen de verschillende sectoren. In de Netwerkstad Twente is in 2006 een eerste pilot gestart waarin gewerkt wordt met multi-sectorale hulpverleningsplannen. Het derde speerpunt is het zodanig ombouwen van het stelsel dat in toenemende mate de noodzakelijke vraag naar jeugdzorg bepalend wordt voor de feitelijk te leveren hulp, in plaats van het aanwezige aanbod. BJzO speelt hierbij een belangrijke rol, omdat de noodzakelijke vraag naar jeugdzorg wordt geïnventariseerd bij de diagnose en indicatiestelling. Op basis van deze gegevens kan BJzO ons adviseren over de
noodzakelijke aanpassingen in het zorgaanbod. In 2006 heeft BJzO haar interne organisatie voor het onderdeel monitoren herschikt en versterkt. Het laatste speerpunt is de bestrijding van de jeugdcriminaliteit, waarbij wij ons in 2006 specifiek hebben gericht op de aanpak van de problematiek van de loverboys. Door onze ondersteuning van projecten op dit gebied hebben wij een provinciebrede aanpak verder mogelijk gemaakt.
de voorbereidingen voor een tweede ronde van het WMO ondersteuningsaanbod: hiervoor heeft zowel ambtelijk als bestuurlijk overleg plaatsgevonden en werd de waardering van gemeenten voor de provinciale ondersteuning opnieuw bevestigd. Begin 2007 zal deze waardering en de mate van tevredenheid gemeten worden. Reguliere zorg
Prioriteiten Regulier beleid Vanuit onze rollen van financier, procesbegeleider en regisseur hebben wij in 2006 de volgende instrumenten ingezet: - wij subsidiëren de instellingen die zijn opgenomen in het Uitvoeringsprogramma jeugdzorg Overijssel 2006 voor de in dit programma opgenomen omvang en samenstelling van het zorgaanbod tegen de in het programma opgenomen maximale subsidiebedragen. - het actieprogramma jeugdbeleid-jeugdzorg geeft richting aan de wijze waarop wij samenwerken met gemeenten en het preventieve beleid ondersteunen. Er zijn twintig projecten gestart op het terrein van preventie, vroegsignalering, ketensamenwerking en nazorg. Verder vindt afstemming plaats via de verschillende werkgebiedsoverleggen. - met de AWBZ-gefinancierde zorg en de justitiële zorg is de samenwerking in 2006 sterk geïntensiveerd. Doel is te komen tot betere afstemming tussen de verschillende zorgvormen en het corrigeren van de ‘verkeerde beddenproblematiek’.
Hoofddoelstelling: goede sociale infrastructuur in stad en platteland Het jaar 2006 stond in het teken van de ondersteuning van gemeenten op veel onderdelen van het zorg en welzijnsbeleid. De eerste ronde van het provinciale WMO ondersteuningsaanbod liep nog door in de eerste helft van 2006. In eerste instantie is de aandacht en ondersteuning met name gegaan naar de opzet van gemeentelijke WMO loketten, daaropvolgend zijn veel gemeenten ondersteund bij de opzet van woonzorgzones. Vanuit gemeenten is veel waardering gegeven voor de wijze waarop wij hen ondersteund hebben bij de voorbereidingen op de invoering van de WMO. Halverwege 2006 is daarom ook gestart met
Het succes van de provinciale inzet op het terrein van de eerstelijnszorg werd in 2006 nog duidelijker. De doelstelling van meer fysieke en organisatorische bundeling van eerstelijnsvoorzieningen krijgt vorm door de ondersteuning van HOED’en en zorgpostenplus. In 2005 was het cumulatieve aantal al zeventien. In 2006 zijn in totaal zes subsidies toegekend voor de gezamenlijke huisvesting van eerstelijnsvoorzieningen en vier projecten gericht op de samenwerking in de eerstelijn. Hiermee komt het cumulatieve totaal eind 2006 op 27. Zorg
Subdoelen Meer fysieke en organisatorische bundeling van eerstelijnsvoorzieningen. Autonoom beleid
Indicatoren Aantal HOED’en (Huisartsen Onder Eén Dak) en zorgpostenplus ten opzichte van 2004 (aantal, cumulatief). realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
17
12
12
27
20
Aantal huisartsenpools ten opzichte van 2004 (aantal, cumulatief) realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
1
3
3
3
3
Jaarverslag 2006
79
Regulier beleid Zorg In 2006 is het programma Zorg en technologie (IZIT) verder uitgevoerd. Een van de belangrijke projecten is de ontwikkeling van transmurale zorgprotocollen voor een integraal elektronisch patiëntendossier, waarbij ook patiënten via internet toegang krijgen tot hun eigen zorgportaal en zo zelf kunnen zien wat er bijgehouden wordt. Door enkele partijen, die bij het programma betrokken zijn, werden in 2006 aanvankelijk vraagtekens geplaatst bij de werkzaamheden van IZIT. Uiteindelijk hebben alle partijen zich weer achter het project geschaard.
Subdoelen Ondersteuning van gemeenten tbv een goede invoering van de WMO. Autonoom beleid
Indicatoren Mate van tevredenheid bij gemeenten (waarderingscijfer). realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
-
6,5
N.b.
N.b
7,0
Onderzoeken pas in 2007
Subdoelen Meer integrale, vraaggerichte zorg door toepassing van ICT. Autonoom beleid
Indicatoren Aantal uitgevoerde projecten (aantal, cumulatief).
80
realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
7
7
7
7
7
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
2.7.4 Heeft het gekost wat het zou gaan kosten?
Bedragen x € 1.000
Begroting 2006 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Zorg
Versterking maatschappelijke deelname en positie jongeren Goede sociale infrastructuur in stad en platteland Totaal programmakosten Zorg
Voorzieningen
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
92.251
94.239
-1.988
92.709
94.205
-1.496
492
–––––––– 92.251
6.251 –––––––– 100.490
-6.251 –––––––– -8.239
1 –––––––– 92.710
6.060 –––––––– 100.265
-6.059 –––––––– -7.555
192 –––––––– 684
–––––––– 92.251
1.009 954 –––––––– 102.453
-1.009 -954 –––––––– -10.202
–––––––– 92.710
1.011 860 –––––––– 102.136
-1.011 -860 –––––––– -9.426
-2 94 –––––––– 776
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Verschil
–––––––– 0
102 400 350 –––––––– 852
-102 -400 -350 –––––––– -852
–––––––– 0
102 260 55 –––––––– 417
-102 -260 -55 –––––––– -417
0 140 295 –––––––– 435
Voorziening ouderen zorgnota Voorziening bureau jeugdzorg Voorziening jeugdzorgaanbod Totaal ten laste van voorzieningen
Stortingen 2006
––––––––––––––––––––––––––––––– Reserves
Verschil
––––––––
Baten
Personeelsgebonden kosten Zorg Toegerekende apparaatskosten Zorg Totaal programma Zorg
Rekening 2006
––––––––––––––––––––––––––––––––
Begroot
Gereal.
Reserve IJsselmijgelden Actiefonds Overijssel
Ontrekkingen 2006
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Verschil
Begroot
Gereal.
Verschil
Totaal
0 0
84 2.245
84 2.245
0 0
0 0
Toelichting bij de financiële afwijkingen op de
Goede sociale infrastructuur in stad en platteland.
hoofddoelstellingen
Van de beschikbare middelen voor de voorbereiding van de start van de tweede ronde van de invoering van de WMO is € 57.000 niet nodig geweest. De daadwerkelijke ondersteuning zal plaatsvinden in 2007 . Verder is voor de zorg-projecten uit Reconstructie minder uitgegeven. De in 2006 op kasbasis niet bestede middelen zijn in de reserve Reconstructie gestort. De eind 2006 in de reserve Reconstructie aanwezige middelen zijn noodzakelijk om de aangegane verplichtingen per ultimo 2006 uit te kunnen financieren.
Versterking maatschappelijke deelneming en positie jongeren
Het niet benutte budget wordt vrijwel geheel door twee onderwerpen verklaard. In 2005 is voor een periode van drie jaar in totaal € 2 miljoen beschikbaar gesteld voor het noodplan ASS (autistisch spectrum stoornis). De voor 2006 benodigde middelen zijn deels gefinancierd uit de extra rijksmiddelen die ontvangen zijn in het kader van de wachtlijstaanpak. Vanuit het Actiefonds is voor 2006 en 2007 in totaal € 0,7 miljoen beschikbaar voor preventie jeugdzorg. Van het beschikbare budget uit 2006 is € 20.000 niet uitgegeven.
Resultaatbestemmingen worden gevraagd voor: • Versterking maatschappelijke deelneming en positie jongeren o € 460.000 om in 2007 extra inkoop te kunnen doen voor incidentele jeugdzorg; o € 20.000 (Actiefonds) voor uitvoering preventieve jeugdzorg in 2007. Jaarverslag 2006
81
82
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
2.8 Programma Cultuur, Maatschappelijke Ontwikkeling en Integratie 2.8.1 Inleiding In 2006 is op het terrein van maatschappelijke ontwikkeling met name ingezet op vrijwilligerswerk, sport, leefbaarheid platteland en langer zelfstandig wonen. Met de inwerkingtreding van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) met ingang van 1 januari 2007 zal een nog groter beroep worden gedaan op vrijwilligers en is zelfredzaamheid en actieve deelname van burgers van groot belang. Enerzijds hebben we ons gericht op het versterken van de vrijwilligersondersteuningsstructuur en het werven, behouden en professionaliseren van vrijwilligers. Anderzijds hebben we overeenkomstig de begroting projecten aangejaagd die bijdragen aan het versterken van de sociale leefbaarheid van het platteland en het faciliteren van de zelfredzaamheid van mensen. Wij vinden het belangrijk dat de inwoners van Overijssel deelnemen aan de samenleving, in het bijzonder aan kunst en cultuur. Wij richten ons cultuurbeleid op het vergroten van de deelname van de inwoners van Overijssel aan kunst en cultuur en op het vergroten van de leefkwaliteit door de inbreng van kunst en cultuur om de kwaliteit van de omgeving te versterken. Daarbij vinden wij het belangrijk dat er samenhang is in de culturele voorzieningen en dat de culturele activiteiten van goede kwaliteit zijn. De provincie heeft op het terrein van kunst en cultuur wettelijke en autonome taken. Daarnaast maken provincies, steden en de rijksoverheid programma- en convenantafspraken om gezamenlijk te werken aan het bereiken van een sterke culturele infrastructuur. In 2006 is via het programma Cultuur & Economie de basis gelegd voor activiteiten gericht op de verbinding tussen cultuur en economie. In overleg met gemeenten zijn in 2006 projecten gesubsidieerd die bijdragen aan die samenwerking. Het kader voor Cultuur en Ruimte, waarbij cultuur nadrukkelijk wordt verbonden met de ruimtelijke kwaliteit, is eind 2006 door Provinciale Staten vastgesteld en de uitvoering daarvan is doorgeschoven naar 2007. Verder is een bijdrage geleverd aan een goed gespreid toegankelijk en kwalitatief cultureel aanbod. Portefeuillehouder van dit programma is de heer J.G. Kristen. Voor de bijdrage vanuit de Reconstructie is de heer P. Jansen portefeuillehouder.
2.8.2 Ontwikkelingen De volgende externe ontwikkelingen, voor een groot deel ook genoemd in de begroting, zijn in 2006 van invloed geweest op ons beleid: • Relevante ontwikkelingen op het terrein van cultuur zijn de afname van culturele voorzieningen (in de kleine kernen) op het platteland en de verdergaande digitalisering van de informatievoorzieningen. • Op het terrein van de maatschappelijke ontwikkeling en integratie zien we een toenemende vraag van vooral ouderen naar gecombineerde woon, zorg en welzijnsdiensten. Naast een afname van het aantal vrijwilligers verandert ook het karakter van het vrijwilligerswerk. Er is sprake van een afname van voorzieningen op het platteland en in kleine kernen en van een verscherping van het maatschappelijk klimaat rond integratievraagstukken. • Tenslotte verwachten wij dat de vraag naar welzijnsdiensten en -voorzieningen zal wijzigen door de invoering van de Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). De programma’s ‘Cultuur en Ruimte’ en ‘Cultuur en Economie’ geven richting aan de algemene maatschappelijke ontwikkelingen waarin cultuur een nadrukkelijkere positie krijgt als motor voor innovatie en ontwikkeling. In juni 2006 is een motie aangenomen om sociale infrastructuur als pijler in de ontwikkelingsreserve op te nemen. De uitwerking hiervan zal in 2007 van start gaan.
2.8.3 Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hebben we gedaan wat we zouden doen? IJkpunten Onderhandelingsakkoord 2003 - 2007 Cultuur
• De kennismaking van jonge mensen met cultuur • Levenskrachtige voorzieningen voor bibliotheekwerk In deze statenperiode zijn cultuureducatie en amateurkunst een speerpunt waarop extra inzet heeft plaatsgevonden met als doel (jonge) mensen al dan niet op actieve wijze kennis te laten maken met kunst en cultuur. De deelname van scholen aan het provinciale cultuureducatieprogramma is met 5% toegenomen ten opzichte van vorig jaar. Daarnaast zijn er in 2006 meer projecten financieel ondersteund die gericht zijn op jongeren.
Jaarverslag 2006
83
Festivals dragen bij aan de identiteit en levendigheid van de stad, regio en provincie, en geven inwoners van alle leeftijden de kans op een ongedwongen wijze kennis te maken met cultuur. In 2006 hebben wij drie grote festivals rechtstreeks ondersteund. Bibliotheken hebben zich in 2006 nog meer gericht op het voor het publiek beschikbaar stellen van informatiedragers in diverse vormen. Het aantal modern uitgeruste bibliotheken is het afgelopen jaar met zeven toegenomen.
Hoofddoelstelling: Een goede sociale en culturele infrastructuur in stad en platteland Prioriteiten Cultuur
De herstructurering van het bibliotheekwerk is een meerjarig rijksprogramma. In 2006 heeft de provincie conform de begroting en Perspectiefnota haar coördinerende rol als schakel tussen Rijk en gemeenten opgepakt en een zogeheten ‘marsrouteplan’ gemaakt. De digitalisering van informatievoorzieningen heeft een impuls gekregen door activiteiten in het kader van dit plan met de naam ‘Verrijkt en verreikend’. Met steun van de provincie hebben de bibliotheken gezamenlijk digitaliseringprojecten opgezet op het terrein van cultureel erfgoed en informatievoorziening. Meer dan 30 projecten zijn ondersteund in het kader van de beoogde versterking van de samenwerking tussen amateurs en professionals in de kunst. Op deze wijze hebben grote groepen amateurs kunnen profiteren van de kunde en ervaring van professionele kunstenaars.
Subdoelen Groter gebruik en betere bereikbaarheid van de bibliotheken in Overijssel. Autonoom beleid
Indicatoren Aantal modern uitgeruste bibliotheken (aantal, cumulatief). realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
10
15
15
17
20
Maatschappelijke ontwikkeling en integratie
De voorbereidingen voor het samenvoegen van het Steunpunt Minderheden Overijssel, het Projectbureau Kulturhusen en Equivalent per ultimo 2006, en het daarmee opgaan in de nieuwe provinciale steunfunctie Maatschappelijke Ontwikkeling en Integratie (MOI) per 1 januari 2007 heeft conform de begroting plaatsgevonden. Deze nieuwe organisatie heeft haar naam inmiddels veranderd in Variya. Het jaar 2006 was ook het jaar van de start van de Islamitisch Maatschappelijke Activering. De activiteiten van deze organisatie zijn in deze eerste fase vooral gericht op netwerkvorming en diverse op vrijwilligers gerichte activiteiten. Een en ander gebeurt in nauwe samenhang met de andere instellingen voor maatschappelijke activering en andere relevante instellingen op het terrein van het integratiebeleid. De eerste effecten hiervan zullen in 2007 zichtbaar worden.
Subdoelen Integratie van minderheidsgroepen in de Nederlandse samenleving door emancipatie in eigen kring. Autonoom beleid
Bij de Perspectiefnota 2007 zijn extra gelden beschikbaar gesteld voor herstel van monumenten. Deze middelen zijn in 2006 nog niet besteed in afwachting van de verdeling van extra rijksgelden die uiteindelijk pas in december heeft plaatsgevonden. Op basis van de rijksverdeling zal in 2007 besloten worden hoe de provinciale gelden het beste kunnen worden ingezet voor de Overijsselse monumenten.
Indicatoren Vanaf 2006 een zelfstandige islamitische instelling voor maatschappelijke activering. Evaluatie in 2008. realisatie
begroting
NJN
realisatie
2005
2006
2006
2006
2007
N.v.t.
Oprichten
Opgericht
Gestart
Werken
en actief
84
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
begroting
Regulier beleid
Subdoelen Professionaliseren en ondersteunen van vrijwilligerswerk.
Cultuur
Autonoom beleid
De bestaande afspraken met het Rijk en gemeenten zijn conform de begroting uitgevoerd, evenals het uitbrengen van de Culturele Atlas eind 2006 en het verstrekken van subsidies aan steuninstellingen en culturele organisaties. Maatschappelijke ontwikkeling en integratie
Op 1 januari 2007 treedt de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) in werking. Deze wet gaat uit van eigen verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid en actieve deelname van burgers. Het beroep op de eigen omgeving en vrijwilligers neemt daarom toe. Het vrijwilligerswerk staat in Overijssel op een hoog niveau: een groot aantal inwoners is actief in diverse organisaties. Wij willen dit graag handhaven en hebben daarom wederom ingezet op de versterking van het vrijwilligerswerk. In 2006 zijn projecten uitgevoerd gericht op het professionaliseren en ondersteunen van vrijwilligerswerk. Zo is de vrijwilligersacademie officieel gestart, is de vrijwilligersportal verder uitgebreid met informatie over het gemeentelijk vrijwilligersbeleid, zijn lokale overheden ondersteund bij het opzetten en versterken van vrijwilligersbeleid en is een beursvloer Zwolle-Kampen ontwikkeld gericht op het bijeenbrengen van het bedrijfsleven en vrijwilligerswerk. Verder hebben 57 vrijwilligersorganisaties een provinciale stimuleringssubsidie ter ondersteuning ontvangen. Op het gebied van huiselijk geweld is de provinciale steunfunctie actief als expertisecentrum. Ook in 2006 is er weer een project op dit gebied gerealiseerd, ditmaal gericht op de terugkeer in het gezin. Verder zijn er projecten ondersteund gericht op de versterking van de leefbaarheid van het platteland, door actieve deelname van plattelandsbewoners (plattelandsdialoog) aan de verbetering van de omstandigheden en het opzetten van een specifieke koeriersdienst.
Indicatoren Aantal bezoekers van het vrijwilligersportal. realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
n.v.t.
12.500
12.834
15325
17.500
Subdoelen Minder huiselijk geweld. Autonoom beleid
Indicatoren Aantal bovenlokale projecten voor de aanpak huiselijk geweld, ook bij allochtone vrouwen en meisjes (aantal, cumulatief). realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
5
6
6
6
7
Subdoelen Meer participatie van allochtonen aan de samenleving. Autonoom beleid
Indicatoren Aantal projecten gericht op deelname van allochtonen aan arbeidsmarkt en onderwijs (aantal, cumulatief). realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
2
3
3
3
4
Voor de bevordering van de participatie van allochtonen werden diverse projecten uitgevoerd binnen onze budgetafspraken met de steunfunctie SMO (Steunpunt Minderheden Overijssel), zoals de ondersteuning van zelforganisaties van diverse etnische minderheden. Andere projecten zijn bijvoorbeeld de bevordering van arbeidsparticipatie of verbetering van de onderwijsprestaties van allochtone leerlingen. Dit kwam onder andere tot uitdrukking in diverse mentoring-projecten die werden ondersteund.
Jaarverslag 2006
85
Hoofddoelstelling: Versterken van de maatschappelijke deelname en positie van jongeren Prioriteiten Cultuur
In 2006 is conform de begroting de verdere samenwerking tussen culturele instellingen en het onderwijs, en dan vooral basis- en voortgezet onderwijs, gestimuleerd. Daarmee is bijgedragen aan de cultuureducatie van jeugd en jongeren. Cultuureducatie op jonge leeftijd draagt bij aan een grotere waardering en belangstelling voor cultuur op latere leeftijd, en daarmee aan een grotere (toekomstige) maatschappelijke deelname.
Subdoelen Meer projecten cultuurbereik voor jongeren.
Regulier beleid Maatschappelijke ontwikkeling en integratie
In 2005 zijn 3 projecten gestart op het terrein van allochtone jongeren en sport. De uitvoering van de projecten loopt volgens planning: sportverenigingen zijn en worden ondersteund bij de opvang van allochtonen binnen de vereniging. Verder wordt de sportdeelname door allochtone jongeren gestimuleerd en worden jeugdige allochtone sporters geworven. Tegelijk worden ook hun ouders benaderd voor vrijwillige kaderfuncties. Ook is een vervolg gegeven aan een project dat zich richt op het laten kennismaken van jeugdigen met vrijwilligerswerk, en daarmee het stimuleren van jonge vrijwilligers, via maatschappelijke stages in het onderwijsprogramma van onderwijsinstellingen.
Subdoelen Grotere deelname van allochtone jongeren aan sportactiviteiten.
Autonoom beleid
Autonoom beleid
Indicatoren Percentage van het budget van het programma cultuurbereik besteed aan projecten gericht op jongeren (in procent). realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
42
40
40
48
50
2005
2006
2006
2006
2007
3
2
3
3
3
Subdoelen Meer samenwerking tussen culturele instellingen en het onderwijs. Autonoom beleid
Indicatoren Percentage scholen dat gebruik maakt van de provinciale cultuureducatieprogramma’s (in procent).
86
Indicatoren Aantal projecten op het terrein van breedtesport en allochtone jongeren (aantal, cumulatief).
Autonoom beleid
realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
78
75
75
83
85
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Subdoelen Maatschappelijke stage in het onderwijsprogramma van onderwijsinstellingen in Overijssel.
Indicatoren Aantal onderwijsinstellingen waar maatschappelijke stage is opgenomen (cumulatief). realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
20
25
28
28
30
2.8.4 Heeft het gekost wat het zou gaan kosten?
Bedragen x € 1.000
Begroting 2006 na wijzigingen
–––––––––––––––––––––––––––––––
Rekening 2006
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Cultuur, maatschappelijke ontwikkeling en integratie
Een goede sociale en culturele infrastructuur in stad en platteland Versterken van de maatschappelijke deelname en positie van jongeren Totaal programmakosten Cultuur, MO en inegratie
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
2.036
30.807
-28.771
2.050
30.395
-28.345
426
––––––––
642 ––––––––
-642 ––––––––
––––––––
641 ––––––––
-641 ––––––––
1 ––––––––
2.036
31.449
-29.413
2.050
31.036
-28.986
427
1.227
-1.227
1.251
-1.251
-24
––––––––
1.160 ––––––––
-1.160 ––––––––
––––––––
1.062 ––––––––
-1.062 ––––––––
98 ––––––––
2.036
33.836
-31.800
2.050
33.349
-31.299
501
Personeelsgebonden kosten Cultuur, MO en integratie Toegerekende apparaatskosten Cultuur, MO en integratie Totaal programma Cultuur, MO en integratie
Stortingen 2006
––––––––––––––––––––––––––––––– Reserves
Begroot
Gereal.
Reserve IJsselmijgelden Actiefonds Overijssel
Toelichting bij de financiële afwijkingen op de hoofddoelstellingen
Een goede sociale en culturele infrastructuur in stad en platteland Eind 2006 is door het Rijk, via het provinciefonds, € 173.000 beschikbaar gesteld en toegekend voor de uitvoering van het provinciale archeologiebeleid. Omdat deze middelen zo laat in het jaar beschikbaar zijn gekomen, is het niet gelukt om deze in 2006 te benutten.
Ontrekkingen 2006
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Verschil
Begroot
Gereal.
Verschil
Totaal
0 0
77 900
77 900
0 0
0 0
Ook voor antidiscriminatiebeleid is het geld pas laat in 2006 beschikbaar gesteld door het Rijk waardoor de provincie niet in staat is geweest om de middelen in 2006 te bestemmen (€ 141.000). Resultaatbestemmingen worden voorgesteld voor: • Een goede sociale en culturele infrastructuur in stad en platteland o € 173.000 voor de uitvoering van het archeologiebeleid in 2007; o € 141.000 voor de uitvoering van het antidiscriminatiebeleid in 2007.
Jaarverslag 2006
87
88
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
2.9 Programma Milieu 2.9.1 Inleiding Het bestuursakkoord spreekt over ‘leefkwaliteit als kernwaarde’. Een gezonde en veilige leefomgeving is een basisvoorwaarde voor de leefkwaliteit. Wij zetten als provincie instrumenten in om te stimuleren en te reguleren. Stimuleren doen we door kennis en informatie over milieu en leefomgeving te verspreiden en toegankelijk te maken, door milieu-innovaties financieel te ondersteunen, zoals op het terrein van de bio-energie. We stimuleren het opruimen van bodemvervuiling uit het verleden. Met de instrumenten van vergunningverlening en handhaving beperken we zo veel mogelijk het ontstaan van toekomstige milieubelasting - en ook van onveilige situaties. Daarbij geven we prioriteit aan de externe veiligheid bij risicobedrijven, waar het risico van directe aantasting van veiligheid en gezondheid het grootst is. De provincie Overijssel draagt, met de andere provincies in IPO-verband, bij aan het realiseren van de strategische milieuagenda, waarvan de uitvoering - samen met de andere overheden en de maatschappelijke partners – zal moeten leiden tot de noodzakelijke veranderingen om aan de nationale en internationale doelstellingen te voldoen. Binnen het programma Milieu zijn het verlenen van milieuvergunningen en het handhaven van de wet milieubeheer belangrijke provinciale taken. Daarnaast zijn het wegnemen van water- en bodemverontreinigingen, het reduceren van de uitstoot van CO2, het stimuleren van bio-energie en het meer duurzaam maken van Overijssel belangrijke provinciale thema’s. Enkele opvallende resultaten van het afgelopen jaar waren de succesvolle pilot voor de omgevingsvergunning bij Koninklijke Ten Cate in Nijverdal, het verbeteren van de milieu-handhavingssamenwerking (overname van het steunpunt van de regio IJsselVecht) en de verhoging van het ambitieniveau van het programma Investeren in Duurzaam Overijssel. Portefeuillehouder van dit programma is de heer drs. T.W. Rietkerk. Voor de doelstelling ‘Evenredige bijdrage aan de reductie van de uitstoot van CO2’ is de heer P. Jansen portefeuillehouder en voor de doelstelling ‘Een consequente en stringente handhaving milieubeheer’ de heer G.J.H. Ranter.
2.9.2 Ontwikkelingen De volgende externe ontwikkelingen, voor een groot deel ook genoemd in de begroting, zijn in 2006 van invloed geweest op ons beleid: • Actuele rapporten, zoals het Millennium Ecosystem Assessment Report van de VN, geven een duidelijk signaal dat klimaat en ecosysteem op wereldniveau op onomkeerbare verslechtering afkoersen. • Voor de situatie in Nederland geeft het Milieu en Natuur Planbureau aan dat ook in Nederland de emissie van vervuilende stoffen in veel gevallen nog steeds hoger is dan voor een duurzame bescherming van gezondheid en natuur toelaatbaar is. De conclusies van het Milieu en Natuur Planbureau bij de Milieubalans 2005 geven aan dat een aantal doelen op milieugebied in Nederland niet gehaald wordt zonder extra maatregelen. De gevolgen hiervan voor de decentrale overheden zijn gedeeltelijk al in beeld gebracht (luchtkwaliteit). De implementatie van de Europese richtlijnen voor de luchtkwaliteit heeft voor het dichtbevolkte Nederland belangrijke gevolgen. Om te voldoen aan de richtlijnen en ruimtelijke ontwikkelingen niet onnodig te belemmeren hebben we extra inzet gepleegd op het verbeteren van de luchtkwaliteit. • In een voorontwerp voor een wet algemene bepalingen omgevingsrecht zijn voorstellen ontwikkeld voor de invoering van een omgevingsvergunning (voorheen ook wel als VROM-vergunning aangeduid). Naast dit ingrijpende wetgevingstraject wordt door VROM gewerkt aan herziening van het inrichtingen- en vergunningenbesluit (IVB) die tot verschuivingen tussen provincie en gemeenten zal kunnen leiden. Daarnaast heeft het kabinet in het najaar van 2006 plotseling besloten tot het stopzetten van de MEPsubsidieregeling. Hierdoor konden vele projecten niet worden uitgevoerd, waardoor we niet hebben kunnen voldoen aan de provinciale doelstelling in 2006 voor de reductie van de CO2-uitstoot. De toegenomen landelijke aandacht voor het milieu, duurzaamheid en klimaatverandering is ook in Overijssel merkbaar geweest. Provinciale Staten hebben besloten om het ambitieniveau van het programma ‘Investeren in Duurzaam Overijssel’ te verhogen.
Jaarverslag 2006
89
2.9.3 Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hebben we gedaan wat we zouden doen?
Hoofddoelstelling: Adequate vergunningverlening voor bedrijven en evenementen waar de provincie verantwoordelijk voor is Prioriteiten Veiligheid en leefomgevingkwaliteit
In 2006 zijn de veiligheidsvoorschriften van risicobedrijven conform de begroting getoetst op actualiteit. Deze zijn op orde. Daarnaast is een groot aantal andere vergunningen in de volle breedte getoetst op actualiteit. Dit heeft geresulteerd in een aantal ambtshalve wijzigingen van vergunningen en diverse vergunningprocedures. Hiervan liepen er eind 2006 nog enkele, waardoor de actualiteitsdoelstelling voor 2006 (70%) nagenoeg werd bereikt.
Subdoelen Actuele en adequate vergunningverlening voor bedrijven. Wettelijk beleid
Indicatoren Percentage van het aantal risicobedrijven met een actuele en adequate vergunning op het gebied van veiligheid (in procenten). realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
93
100
100
100
100
Percentage van alle bedrijven met actuele en adequate vergunning. realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
58
70
70
68
80
Herijking en deregulering
Toetsingskader In 2008 wordt naar verwachting de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van kracht. Als gevolg daarvan heeft team Vergunningverlening milieubeheer in 2006 het toetsingskader voor vergunningverlening gedereguleerd. Voor de vergunning-
90
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
aanvraag voor inrichtingen worden 25 verschillende vergunningstelsels samengevoegd tot 1 vergunning: de omgevingsvergunning. Als kader zijn vijf beleidsregels ontworpen die tijdrovend en kostbaar maatwerk voor bedrijven en provincie overbodig maken wanneer een Overijssels bedrijf een milieuvergunning aanvraagt. Ook is het toetsingkader helder op een rij gezet voor publicatie op internet. Hierdoor is voor burgers en bedrijven transparanter aan welke eisen een vergunningaanvraag moet voldoen en onder welke voorwaarden een vergunning kan worden verleend. Bedrijven zijn daardoor beter in staat om een (succesvolle) aanvraag te schrijven, die vervolgens door Gedeputeerde Staten sneller kan worden afgedaan. Om te ervaren wat daarbij komt kijken, heeft de provincie in 2006 een pilot gedaan voor het ministerie van VROM. Bij de pilot waren Koninklijke Ten Cate, gemeente Hellendoorn, waterschap Regge en Dinkel en provincie Overijssel betrokken. De resultaten waren overwegend positief. Wel is geconstateerd dat de bestuurslasten voor de provincie gaan toenemen. Daarnaast is gewerkt aan een implementatieplan voor invoer van de omgevingsvergunning in 2007. Ook is meegewerkt aan een nader onderzoek naar de bestuurslasten, in opdracht van VROM. Met de pilot Omgevingsvergunning heeft de provincie Overijssel zich nadrukkelijk en succesvol gemanifesteerd. Wij zijn gestart met een pilot voor de ontwikkeling van nieuwe ICT in het kader van de omgevingsvergunning (1 loket gedachte). In 2006 hebben wij het toetsingskader voor vergunningverlening gedereguleerd. In dat kader zijn vijf beleidsregels ontworpen die tijdrovend en kostbaar maatwerk voor bedrijven en provincie overbodig maken. Bedrijven zijn daardoor beter in staat om een (succesvolle) aanvraag te schrijven, die vervolgens sneller kan worden afgedaan. Daarnaast is ook het voorschriftenpakket gedereguleerd. Zo is het aantal rapportageverplichtingen voor bedrijven teruggebracht met 53% en het aantal goedkeuringsverplichtingen met 63%. Deze aanpassing betekent voor bedrijven een vermindering van de administratieve lasten. Termijnen Om beter te voldoen aan de wettelijke beslistermijnen, is een nieuwe werkwijze doorgevoerd (Lean Production). Elementen daarvan zijn het verminderen van schakels in de beslisketen (ontbureaucratisering), centrale inplanning en verdergaande standaardisering. Als gevolg hiervan wordt nu in 68% van de milieuvergunning-procedures voldaan aan de wettelijke termijn.
Regulier beleid De verwachte wijziging van de bevoegd gezagsverdeling tussen Rijk, provincie en gemeente bij milieuvergunningen, is door VROM uitgesteld tot 20072008. Ter voorbereiding van een elektronisch loket is een informatieplan opgesteld en een definitiestudie uitgevoerd. Hierover wordt gerapporteerd in het programma Bestuur: Stroomlijning vergunningverlening en handhaving.
aluminiumsmelter in Hardenberg voorkomen. Het aantal klachten is voor het tweede jaar achter elkaar afgenomen. Het huidige beleid in het toezicht en de handhaving slaagt er kennelijk in om de overlast die ervaren wordt te verminderen.
Subdoelen Toezicht op naleving wet- en regelgeving. Wettelijk beleid
Het project tot aanpassing van de vergunningen van de zogenaamde IPPC-bedrijven loopt op schema. Daarnaast zijn conform de begroting geluids- en veiligheidsadviezen gegeven in het kader van de ruimtelijke ordening, openbare orde en veiligheid en wegen en kanalen. Mooie momenten waren de afronding van de operatie Sanering industrielawaai en het feit dat toch nog in 2006 de eerste paal is geslagen voor het project NaNOV (geluidschermen langs de noord-oostverbinding van de Betuwelijn over bestaand spoor).
Indicatoren Percentage van de beoordeelde essentiële onderdelen uit de toezichtplannen (‘toezichtessenties’). realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
-*
100
80
>90**
100
Subdoelen Stringent toezicht en handhaving bij constatering van overtredingen.
Hoofddoelstelling: Een consequente en stringente handhaving om normconform gedrag te bewerkstelligen
Wettelijk beleid
Indicatoren Percentage gedocumenteerde afwijkingen en overtredingen conform handhavingstrategie.
Prioriteiten Vanuit onze autonome rol als toezichthouder op de naleving van wet- en regelgeving
Het risicogerelateerd werken tijdens het toezicht bij de bedrijven (door toezichtessenties te controleren) is met succes geïntroduceerd. De prestaties van de toezichthouders in het veld zijn daarmee ook beter meetbaar. Daarnaast kan op termijn beter geanalyseerd worden op naleving en de strategie om dit te bereiken. Door naast het reguliere werk ook projectmatig te gaan werken is het gelukt om lichthinder als nieuw milieu-hygiënisch onderwerp op de kaart te zetten, is meer aandacht besteed aan de stimulering van het nalevinggedrag, is een samenwerkingsverband met onder andere regionale brandweer ontstaan om gezamenlijk naar brandveiligheid bij inrichtingen te kijken en hebben alle daarvoor aangewezen bedrijven tijdig hun milieujaarverslag ingeleverd. Ook is samenwerking geïnitieerd met Overijsselse gemeenten zodat nu gezamenlijk voldaan wordt aan de nieuwe eisen die gesteld worden aan inspectieteams bij risicovolle inrichtingen (BRZO). Door snel en adequaat ingrijpen is een groot milieuprobleem bij de voormalige
*
realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
-*
100
>80
>90***
100
Gegevens niet beschikbaar.
** Door de grote extra repressieve inspanningen (mn. incident Aluminium Hardenberg) is de planning net niet volledig gehaald. *** Dit percentage is via een kleine audit verkregen. Er is gebleken dat er slechts incidenteel een afwijking gevonden wordt en dan nog met name in het niet goed vastleggen en niet in de keuze van het gebruikte instrument.
Regulier beleid Vanuit onze rol als facilitator van de milieuhandhavingssamenwerking
In 2006 is de bestuursovereenkomst Samenwerking milieuhandhaving Overijssel 2005-2010 uitgebreid en aangepast. De gewijzigde bestuursovereenkomst heeft onder meer geleid tot een meer adequate, bestuurlijke en ambtelijke overlegstructuur. Met de bekrachtiging van deze overeenkomst zal het door
Jaarverslag 2006
91
ons in stand gehouden provinciale Servicepunt milieuhandhaving, naast de provinciebrede projecten en de Twentse partners, voortaan ook de IJssellandse partners ondersteunen in de handhavingssamenwerking.
Regulier beleid
Er zijn diverse uitvoerings- en beleidsprojecten tot stand gebracht. In 2006 is onder meer het project Handhaving asbesthoudende sloopobjecten met succes afgerond waarbij, met name voor gemeenten, diverse standaarddocumenten en cursussen zijn ontwikkeld ter ondersteuning van het toezicht en de handhaving. In het kader van de professionalisering van de milieuhandhaving zijn drie formats ontwikkeld ter invulling van de verplichtingen op het gebied van de 24-uursbereikbaarheid van handhavende instanties. Dit project kent overigens een doorstart naar 2007. In gezamenlijkheid is eveneens invulling gegeven aan het project Verboden consumentenvuurwerk, in lijn met de landelijke prioriteitsstelling op dit vlak. Verder zijn provinciebreed eindejaarscontroles uitgevoerd bij vuurwerkverkooppunten. Het onderliggende vuurwerkconvenant is eind 2006 geëvalueerd. De mogelijkheid van een verlenging wordt begin 2007 besproken met de betrokken partners. Ter bevordering van de aandacht voor de verruimde reikwijdte van de Wet milieubeheer en een meer efficiënte en uniforme handhaving is samen met elf Twentse gemeenten het project Digitaal handhaven gestart. Hiervoor is door het Rijk en de provincie Overijssel € 240.000 subsidie ter beschikking gesteld. In vijf gemeenten is inmiddels een pilot uitgevoerd met behulp van PDA’s (zakcomputers). Het gehele project kent een doorlooptijd van twee jaar. Het samenwerkingsprogramma voor 2007 is intussen vastgesteld en is, gelet op het voorgaande, met inbreng van alle 37 handhavingspartners tot stand gekomen en kent een grote participatie.
Bij drie gemeenten is door intensief ambtelijk en bestuurlijk contact gezorgd dat ook zij aan de kwaliteitscriteria voldoen. Onderzoek naar de werking van de beleidscyclus (risico-analyse, prioritering, programmering en uitvoering) is bij alle organisaties uitgevoerd. De aangekondigde diepteonderzoeken worden naar 2007 doorgeschoven. We zetten ons landelijk actief in voor het verminderen van bestuurslasten bij toezicht en handhaving.
Subdoelen Regie op de professionalisering van de handhaving door gemeenten en waterschappen. Wettelijk beleid
Indicatoren Percentage van de handhavingorganisaties die voldoen aan alle essentiële kwaliteitscriteria (in procenten).
92
realisatie
begroting
NJN
realisatie
2005
2006
2006
2006
2007
93%
100%
100%
100%
100%
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
begroting
Vanuit onze rol als regisseur op de professionalisering van de milieuhandhaving
Hoofddoelstelling: Verminderen milieubelasting en risico's voor volksgezondheid door wegnemen (water)bodemverontreinigingen Prioriteiten uit de Perspectiefnota Er is succesvol gewerkt aan de versnelling van de uitvoering van bodemsanering bij onder meer woningbouwlocaties. Daartoe is een eerste bestuursconvenant met de gemeente Borne gesloten over de aanpak van de asbestproblematiek en wordt met andere gemeenten ook aan een dergelijke aanpak gewerkt. Als ondersteunend instrument daarvoor is verder een asbestsignaleringskaart voor geheel Overijssel ontwikkeld. Bij het project Olster-uiterwaarden / Olasfa-terrein is de eerste fase van de sanering afgerond. Naast successen was er bij de uitvoering van de Saneringsregeling asbestwegen tweede fase een domper. Door een aantal juridische procedures heeft de uitvoering daarvan vertraging opgelopen. De uitvoering zal, zoals beoogd, voor 1 januari 2010 zijn afgerond. Een niet voorzien succes was tot slot dat in korte tijd veel beter inzicht is verkregen in de problematiek rond de Saneringsregeling asbestwegen derde fase. Het bevestigt ons idee dat de problematiek groter is dan tot nu toe was aangenomen.
Subdoelen Het wegnemen van asbestverontreinigingen in de wegen en op woonlocaties voor een veilige en gezonde leefomgeving.
Subdoelen Beheersen en saneren van alle ernstige (water) bodemverontreinigingen vóór 2030.
Autonoom beleid
Voor het grootste deel wettelijk beleid.
Indicatoren Aantal gesaneerde asbestwegen (aantal, startsituatie in 2005: 900 wegen verdacht, 600 te saneren).
Indicatoren Voortgang saneringen: aantal gesaneerde verontreinigde locaties (aantal).
realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
2005
2006
2006
2006
2007
-
150
0
0
150
0
20
30
45
20
Regulier beleid In 2006 is de verdeling van de werkvoorraad naar de segmenten Stedelijk gebied, Landelijk gebied en Bedrijven gereed gekomen. De complexiteit van de materie heeft niet direct geleid tot een afname van de werkvoorraad met het begrote aantal. Daardoor is in 2006 minder tijd besteed dan beoogd aan daadwerkelijke aanpak en meer aan voorbereiding (zoals de genoemde segmentering). In 2006 is het eerste Uitvoeringsprogramma bodemsanering 2005-2009 vastgesteld, dit als nadere uitwerking van het Meerjarenprogramma Wet bodembescherming 2005-2009. De uitvoering van het programma vergt een extra investering om de dekking van ruim € 100 miljoen verder op te trekken naar de benodigde € 140 miljoen. Vanuit de programmatische aanpak is met onder meer gemeenten, waterschappen, het Rijk, woningbouwcoöperaties en overige derden gericht gewerkt aan de vermindering van oude (water-)bodemverontreinigingen. Naast de inzet van Wbb-middelen, subsidies op basis van de Stimuleringsregeling bodemonderzoek Overijssel en bijdragen op grond van de Bedrijvenregeling heeft de invoering van het landelijke Besluit Uniforme Saneringen bijgedragen aan het sneller op kunnen pakken van ‘eenvoudige’ saneringen. Het achterstallig onderhoud aan waterbodems is in kaart gebracht en begin 2007 worden hier afspraken over gemaakt met de waterschappen.
Aanpak van de werkvoorraad bodemsanering tot 2030 (aantal locaties die zijn afgevallen). realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
0
240
240
240
240
Hoofddoelstelling: Bijdrage aan de reductie van CO2 uitstoot Het plan van aanpak energie- en klimaatbeleid omvat activiteiten die het gebruik van duurzame energiebronnen en energiebesparende maatregelen stimuleren, zodat binnen de provincie een evenredige reductie van de uitstoot van CO2 wordt bereikt. De prioriteiten liggen bij de thema’s bio-energie, grootschalige windenergie en energie in de bouw. Op basis van de uitgevoerde activiteiten is een schatting gemaakt van de CO2-reductie. De uitvoering is gestagneerd omdat medio augustus 2006 de rijksoverheid de MEPsubsidie (Milieukwaliteit van de Elektriciteitsproductie) heeft stopgezet. Belangrijk onderdeel van het beleid om de reductie van CO2-uitstoot te realiseren is het actieplan bioenergie. Sinds mei 2006 zijn de bio-energie consulenten van start gegaan. Bovendien is de subsidieregeling haalbaarheidsstudies bio-energie opengesteld. In augustus is de eerste biocentrale in Goor geopend. Het is de eerste centrale in Nederland die duurzame energie opwekt door verbranding van geschilderd en gelakt resthout. Jaarlijks wordt 17.000 ton afvalhout in Goor hergebruikt. Dit wordt omgezet in 14 miljoen kWh elektriciteit. Dat staat gelijk aan de stroombehoefte van 4.300 huishoudens. In november is de Twentsche Oliemolen in Haaksbergen officieel van start gegaan. Koolzaad wordt hier verwerkt tot de biobrandstof PPO (puur plantaardige olie).
Jaarverslag 2006
93
Er is uitvoering gegeven aan de motie ‘Energiebesparing in openbare gebouwen en scholen’. Bovendien is er een extra impuls gegeven aan de realisatie van het Warmtenet in Twente.
Hoofddoelstelling: Stimuleren verbeteren milieukwaliteit
Prioriteiten uit de Perspectiefnota
De uitwerking van de discussienotitie ‘Investeren in duurzaam Overijssel’ heeft, in goed overleg met de door de statencommissie ingestelde werkgroep Duurzaam, geleid tot een concreet Uitvoeringsplan voor 2007, waarvoor Provinciale Staten middelen beschikbaar hebben gesteld. Ter voorbereiding van dit Uitvoeringsplan is onder meer in onze opdracht een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden voor versterking van de informatie over natuur, milieu en duurzame ontwikkeling. De nieuwe auto voor de milieuwachtdienst zal als voorbeeld op alternatieve brandstof rijden. Het onderzoek in IPO-verband naar gezondheid en milieu is uitgevoerd, en de resultaten worden in 2007 toegepast.
Subdoelen Opwekking elektriciteit met bio-energie. Autonoom beleid
Indicatoren Aantal megawatt opgewekt met bio-energie. realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
-*
5
3
2
19
Prioriteiten uit de Perspectiefnota
* Tot en met 2005 is 17 MW (megawatt) al gerealiseerd.
Regulier beleid Regulier beleid Het energiebureau Overijssel is beëindigd. Onder regie van de provincie wordt voorzien in het verzorgen van consultatie voor bedrijven en instellingen op het gebied van energiebesparing. Ook via het programma Ruimte wordt een actieve bijdrage geleverd aan het terugdringen van de CO2-uitstoot door het stimuleren van het gebruik van windenergie.
Subdoelen Stimuleren reductie uitstoot CO2. Autonoom beleid
Indicatoren CO2 reductie door opwekking van duurzame energie en vergroting van energie-efficiency (tonnen CO2 reductie cumulatief in kiloton). realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
186
410
<410
187*
480
* Obv monitoringsysteem CO2-reductie
94
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
De noodzakelijke aandacht voor de bedreigingen van de luchtkwaliteit heeft geleid tot actieplannen die we samen met Zwolle en Deventer hebben opgesteld. Deze plannen zijn ondergebracht in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit. In aanvulling op de rijksregeling voor het stimuleren van de retrofit van roetfilters voor personenauto’s met dieselmotoren is de provinciale subsidieregeling voorbereid. Uitvoering daarvan vindt plaats in 2007. In de uitvoering van het programma Leren voor duurzame ontwikkeling hebben we tien projecten gesubsidieerd, en bijzondere aandacht besteed aan het thema ‘sociaal leren’. Volgens plan is een aanvang gemaakt met het realiseren van de geluidschermen in het NaNOV-traject. We hebben geen aanvragen om milieu-informatie ontvangen die op grond van het verdrag van Aarhus bijzondere aandacht nodig hadden. Bij diverse ontwikkelingen hebben we ons oordeel gegeven over de mogelijke milieugevolgen, in het kader van milieu-effectrapportages (bijvoorbeeld Schoonebeek). In de reguliere overleggen met gemeenten, buurprovincies (in Nederland en Duitsland) en het bedrijfsleven hebben we onze belangen en visies ingebracht. Overijssel heeft in IPO-verband samengewerkt aan het project Ontkoppeling, hierin zijn goede voorbeelden uitgewerkt van positieve verbindingen tussen economische- en milieubelangen.
2.9.4. Heeft het gekost wat het zou gaan kosten?
Bedragen x € 1.000
Begroting 2006 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Milieu
Baten
Een adequate vergunning voor de bedrijven en evenementen 56 Een consequente en stringente handhaving 569 Stimuleren verbeteren milieukwaliteit 3.323 De voortgaande belasting van het milieu 28.684 Evenredige bijdrage aan de reductie van de uitstoot van CO2 106 –––––––– Totaal programmakosten Milieu 32.738 Personeelsgebonden kosten Milieu Toegerekende apparaatskosten Milieu Totaal programma Milieu
Voorzieningen
–––––––– 32.738
Totaal ten laste van voorzieningen
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
125 724 4.416 29.909
-69 -155 -1.093 -1.225
78 611 2.567 21.624
129 713 3.534 23.310
-51 -102 -967 -1.686
18 53 126 -461
994 –––––––– 36.168
-888 –––––––– -3.430
109 –––––––– 24.989
834 –––––––– 28.520
-725 –––––––– -3.531
163 –––––––– -101
6.383 6.037 –––––––– 48.588
-6.383 -6.037 –––––––– -15.850
–––––––– 24.989
6.406 5.446 –––––––– 40.372
-6.406 -5.446 –––––––– -15.383
-23 591 –––––––– 467
Baten
Lasten
Saldo
Verschil
6.078
-6.078 0 –––––––– -6.078
6.367 5.836 –––––––– 12.203
Lasten
Saldo
–––––––– 0
12.445 5.836 –––––––– 18.281
-12.445 -5.836 –––––––– -18.281
–––––––– 0
Stortingen 2006
––––––––––––––––––––––––––––––– Reserves
Actiefonds Overijssel Reserve BCF
Begroot
Verschil
––––––––
Lasten
Baten
Voorziening Bodemsanering Voorziening NaNOV
Rekening 2006
––––––––––––––––––––––––––––––––
–––––––– 6.078
Ontrekkingen 2006
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Gereal.
Verschil
Begroot
Gereal.
Verschil
Totaal
0 -1.066
2.295
2.295
1.066
0 0
0 -1.066
Jaarverslag 2006
95
Toelichting bij de financiële afwijkingen op de hoofddoelstellingen
Stimulering verbetering milieukwaliteit Voor de Overijsselse roetfilterregeling is voor 2006 € 184.500 toegekend. Beoogd was dat deze regeling voor 1 juli 2006 in werking zou treden. De regeling is pas op 1 januari 2007 in werking getreden, de doorlooptijd was langer (zes maanden versus drie maanden) dan verwacht. Het gehele beschikbare bedrag is niet in 2006 is besteed. De voortgaande belasting van het milieu Het verschil van € 461.000 is volledig toe te schrijven aan administratief-technische oorzaken die verband houden met het BTW-compensatiefonds en het saldo van stortingen in en onttrekkingen aan de voorziening bodemsanering. Evenredige bijdrage aan reductie uitstoot CO2 (Energie- en klimaatbeleid) Bij de Perspectiefnota 2007 zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor het ondersteunen en stimuleren van de realisatie van het Warmtenet Twente. De werkzaamheden zijn vertraagd door het onverwacht wegvallen van de Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie (MEP)-subsidie van het Rijk in augustus 2006. Hierdoor is een bedrag van € 160.000 niet uitgegeven. Resultaatbestemmingen worden gevraagd voor: • Stimulering verbetering milieukwaliteit o € 185.000 (Actiefonds) voor de uitvoering van de regeling voor roetfilters. • Evenredige bijdrage aan reductie uitstoot CO2 (Energie- en klimaatbeleid) o € 161.000 voor de realisatie van het Warmtenet Twente in 2007. Voorzieningen Door vertraging in het plaatsen van geluidschermen is het ontvangen en gestorte bedrag in de NaNOV-voorziening lager dan voorzien.
96
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Jaarverslag 2006
97
98
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
2.10 Programma Bereikbaarheid 2.10.1 Inleiding Bereikbaarheid van de economische centra is van groot belang voor de ontwikkeling van de economie. Het programma Bereikbaarheid richt zich er op dat personen en goederen onder veilige omstandigheden op het gewenste tijdstip op de gewenste plek in Overijssel kunnen komen. De stijging van de mobiliteit in onze provincie (en daarbuiten) dreigt de goede bereikbaarheid van de steden aan te tasten. Voor de bereikbaarheid van de steden en de leefbaarheid van het platteland is voldoende capaciteit van het wegennet nodig en is een goed functionerend openbaar vervoer essentieel. In 2006 is binnen dit programma een aantal belangrijke resultaten geboekt. Er zijn netwerkanalyses vastgesteld voor de bereikbaarheid van Noord-Overijssel, Twente en Stedendriehoek. Met de minister zijn afspraken gemaakt over de uitvoering van maatregelen en daarvoor is ook extra financiering beschikbaar gesteld. De bereikbaarheid via de N50 is verbeterd door de aanpassing van deze verbinding. Er is een groot aantal kosteneffectieve maatregelen (KEM) uitgevoerd op het provinciale wegennet, waaronder de complete inrichting van de N346 (LochemHengelo) tot voorbeeldweg. Wij hebben de treindienst Zwolle-Kampen overgenomen van het Rijk en willen deze ontwikkelen tot een hoogwaardige openbaar vervoerverbinding (HOV). Voor het eerst is alle openbaar vervoer (stad, streek en regiotaxi) in Overijssel dit jaar aanbesteed geweest. Het halteplan openbaar vervoer langs provinciale en rijkswegen is voor de helft gereed, en met de gemeenten zijn afspraken gemaakt voor de haltes langs gemeentelijke wegen. Met Rijkswaterstaat is een overeenkomst gesloten over gezamenlijke gladheidbestrijding. Portefeuillehouder van dit programma is de heer J.W. Klaasen.
2.10.2 Ontwikkelingen De volgende externe ontwikkelingen, voor een groot deel ook genoemd in de begroting, zijn in 2006 van invloed geweest op ons beleid: • De bereikbaarheid van en tussen de steden in Overijssel neemt af. De (auto)mobiliteit is de afgelopen jaren sterk toegenomen en zal ook de komende jaren blijven stijgen. Vooral rond de steden ontstaan tijdens het spitsuur problemen voor het auto- en vrachtverkeer. Dit verkleint de bereikbaarheid van de economische centra en beperkt daarmee de economische ontwikkeling ervan. • Het Rijk stelt via de nieuwe nota Mobiliteit voor de provincie Overijssel onvoldoende financiële middelen beschikbaar op het terrein van verkeer en vervoer om de gedecentraliseerde taken en bevoegdheden goed te kunnen uitvoeren. • Hoewel 2004 een positieve ontwikkeling laat zien op het gebied van de verkeersveiligheid, staat nog allerminst vast dat de doelen die we ons gesteld hebben voor 2010 gehaald zullen worden.
2.10.3 Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hebben we gedaan wat we zouden doen?
Hoofddoelstelling: Een optimaal verkeer- en vervoerssysteem, met een betrouwbaar bereikbaarheidsniveau onder veilige omstandigheden Wij willen het auto-, openbaar vervoer- en fietssysteem goed laten functioneren en voorzien in de maatschappelijke behoefte aan mobiliteit. Daarbij geven wij prioriteit aan de bereikbaarheid van de economische centra in de stedelijke netwerken. In 2006 zijn hiertoe netwerkanalyses uitgevoerd voor de gebieden NoordOverijssel, Stedendriehoek en Twente. Deze analyses hebben duidelijk gemaakt welke knelpunten in de bereikbaarheid prioriteit hebben, welke om een oplossing vragen en welke maatregelen noodzakelijk zijn. We hebben in vervolg daarop de dynamische beleidsagenda geactualiseerd. Daarin is aangegeven welke opgaven voor de komende periode aandacht vragen en welke concrete projecten zullen worden uitgevoerd. Deze beleidsagenda is in februari 2007 door Provinciale Staten behandeld.
Jaarverslag 2006
99
Goede bereikbaarheid tussen en in economische centra door verbetering van de infrastructuur van Rijk en gemeenten
Prioriteiten In 2006 zijn diverse projecten aan rijkswegen in uitvoering genomen of afgerond, maar door de groei van het autoverkeer blijft de bereikbaarheid in Overijssel op verschillende locaties aandacht vragen. Concreet is de situatie op de N50 (bereikbaarheid en veiligheid) aanzienlijk verbeterd. In het landsdelig overleg met het Rijk over het meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport zijn voor de komende jaren onder meer afspraken gemaakt over de financiering van de uitvoering van de netwerkanalyses, een gebiedsgerichte verkenning van de knelpunten in de A1 en een verdere uitwerking van de gebiedsgerichte verkenning A28. Goede voortgang is geboekt bij de volgende prioritaire projecten: • De geplande uitvoering van maatregelen (tijdelijke 2+1 oplossing) op de N50 Zwolle-Kampen heeft eind 2006 voorspoedig plaatsgevonden. Over de definitieve maatregelen (2x2 stroken) zijn afspraken gemaakt met de minister. • De voorbereiding van het combiplan spoor- en wegtunnel Nijverdal verloopt volgens plan. Het werk zal plaatsvinden tussen 2009 en 2012. Er zijn afspraken gemaakt over een tijdelijk station Nijverdal-West en er is een optimale locatie bepaald voor het definitieve station in het centrum van Nijverdal. Na de aanbesteding zal moeten blijken of deze locatie ook financieel haalbaar is. • De gebiedsgerichte verkenning Zwolle-Kampen, waaronder N50 en N340, is uitgevoerd en heeft een vervolg gekregen met afspraken over een nadere verkenning. • Het opstellen van de planstudie voor de N15/N18 is in volle gang en deze studie zal in 2007 gereed zijn. • De doortrekking van de N35 bij Almelo en Wierden is in volle gang en met de minister zijn afspraken gemaakt over de MIT-verkenning van het gedeelte Zwolle-Almelo. Regulier beleid Wij hebben samen met onze partners in de regio de netwerkanalyses opgesteld voor Noord-Overijssel, de Stedendriehoek (samen met de provincie Gelderland) en Twente (samen met de Regio Twente). Deze zijn met de minister besproken en hebben geleid tot
100
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
afspraken over de uitvoering van projecten en extra financiering van het Rijk hiervoor (in totaal € 12 miljoen voor quick wins voor de drie netwerkanalyses plus € 50 miljoen voor de rijkswegen 18, 35 en 50 als gevolg van het amendement van Hijum/Hofstra). Wij hebben ons via lobby en door medewerking aan studieprojecten ingezet om de voortgang van de verbetering van A1 en de A28 te bevorderen. Bovendien hebben wij de verbetering van de bereikbaarheid van de economische centra ook geholpen door knelpunten in de hoofdinfrastructuur van gemeenten op te lossen met subsidies vanuit de Brede Doeluitkering (BDU) verkeer en vervoer. Instandhouding burgerluchtvaart in Twente
Voor de ontwikkeling van het gebied van de luchtmachtbasis na het vertrek van Defensie verwijzen wij naar het programma Ruimte (zie paragraaf Regulier Beleid bij de hoofddoelstelling ‘Vergroten van de ruimtelijke kwaliteit en versterken van de sociaal-economische ontwikkeling’). Goederenvervoer en rijksvaarwegen
We hebben in 2006 samen met het Rijk een Vaarwegenvisie opgesteld voor het vaarwegennet in Overijssel. In ons hoofdvaarwegennet liggen capaciteitsknelpunten in de IJssel, de Twentekanalen en de keersluis Meppelerdiep. Onze lobby is er op gericht deze knelpunten door het Rijk te doen wegnemen. Goede doorstroming van economisch verkeer op provinciale (water)wegen
Onze doelstelling is dat in 2020 de gemiddelde trajectsnelheid op provinciale 80 km-wegen minimaal 40 km/uur is in ochtend- en avondspits en op 100 km-wegen 50 km/uur. In totaal zeven provinciale trajecten zullen naar verwachting in 2020 niet aan deze norm voldoen. Wij richten ons de komende jaren dan ook met name op die trajecten. Een daarvan is de N340 Zwolle-Ommen. In 2006 is voor deze weg een toekomstvisie opgesteld en met belanghebbenden besproken. Deze visie wordt nu uitgewerkt tot een verkenning. De procedure voor de wijziging van het bestemmingsplan voor de inrichting van de N 350 Rijssen–Wierden als gebiedsontsluitingsweg is nog niet afgerond. De benodigde gronden zijn voor het grootste gedeelte aangekocht. De voorbereidingen voor een eventuele onteigeningsprocedure zijn gestart. De start van de uitvoering staat voor 2008 gepland. Naar verwachting
zal voor de N733 (inclusief de traverse Lonneker) het plan in hoofdlijnen in de eerste helft van 2007 worden vastgesteld. Vanuit het Actiefonds zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor de aanleg en uitbreiding van carpoolplaatsen. In 2006 heeft de inventarisatie van de behoefte en de optimale locatiekeuze plaatsgevonden. In 2007 zullen deze worden gerealiseerd.
dat vervolgens als voorbeeldproject zal worden uitgevoerd. De procedure voor de wijziging van het bestemmingsplan voor de aanleg van de fietsverbinding Hasselt–Lichtmis (N377) is nog niet afgerond. De benodigde gronden zijn aangekocht. De start van de uitvoering staat voor medio 2007 gepland. Openbaar vervoer
Prioriteiten In onze rol van beheerder van de eigen provinciale wegen, kunstwerken en waterwegen hebben wij dit jaar onderzocht hoe het staat met de kwaliteit van beheer en onderhoud. Provinciale Staten hebben daartoe in 2005 normen vastgesteld, die een indicatie geven van de mate van bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid. Mede door extra uitgevoerde onderhoudsmaatregelen, waarvoor ruimte is ontstaan als gevolg van meevallende aanbestedingen, voldoen wij aan deze normen. Er ligt nog wel een opgave om de vaarweg Almelo-Coevorden bevaarbaar te maken voor schepen 600-ton (één richting), conform de recent landelijk vastgestelde richtlijn Vaarwegen 2005. In het beleidsplan dat in 2007 aan Provinciale Staten wordt aangeboden, wordt aangegeven hoe wij de komende jaren aan de normen willen blijven voldoen. Daarnaast zijn hierin ambities opgenomen, gericht op intensivering van de samenwerking met andere wegbeheerders.
Met behulp van de extra middelen uit het Actiefonds hebben wij de uitvoering van het Halteplan opgestart. Het Halteplan heeft als doel het beheer rond de halteinfrastructuur samen met de gemeenten eenduidig te regelen. De bushaltes in West-Overijssel langs de provinciale wegen krijgen een uniforme uitstraling en worden toegankelijk en comfortabel gemaakt voor de reizigers. Na enige vertraging in het aanbestedingstraject te hebben opgelopen is de uitvoering van het Halteplan in de tweede helft van 2006 voortvarend ter hand genomen. Begin 2007 zullen de in het plan opgenomen haltes langs provinciale en rijkswegen zijn aangepast. Daarnaast hebben wij samen met de gemeenten in West-Overijssel een plan gemaakt voor de aanpassing van de haltes langs gemeentelijke wegen. Regulier beleid
Stimuleren van het gebruik van de fiets
In onze rollen van opdrachtgever, financier en pleitbezorger zijn wij verantwoordelijk voor het openbaar vervoer (stad, streek en regiotaxi) in West-Overijssel. Wij hebben tot onze tevredenheid kunnen constateren dat het gebruik van het openbaar vervoer de afgelopen periode sterk is gestegen als gevolg van de kwaliteitslag die wij met de aanbestedingen hebben gerealiseerd. Om het openbaar vervoer op een milieuvriendelijke wijze te doen plaatsvinden, hebben wij in de programma’s van eisen opgenomen dat bij aanschaf van nieuw materieel aan de hoogste actuele normen moet worden voldaan. Daarnaast hebben wij de vervoerders de mogelijkheid geboden om, waar dat nog niet het geval was, roetfilters op de bussen te plaatsen.
Vooral in stedelijk gebied kan de fiets een belangrijke bijdrage leveren aan de bereikbaarheid, omdat veel autoritten over korte afstand ook per fiets afgelegd kunnen worden. Wij willen daarom het gebruik van de fiets bevorderen, onder andere door de verbetering van het fietsnetwerk te stimuleren. In 2006 is vanuit het Actiefonds een onderzoek gestart naar de fietsroutes vanuit de omliggende gemeenten die gericht zijn op Zwolle. Begin 2007 wordt een traject uitgekozen
Wij richten ons op twee belangrijke facetten van het openbaar vervoer: betrouwbaarheid en toegankelijkheid. Met betrekking tot de betrouwbaarheid willen wij in 2010 een volledig betrouwbaar openbaar vervoersysteem hebben. In de nieuw afgesloten concessies met de vervoerders hebben we daarom afgesproken dat minimaal 95% van de ritten op tijd rijdt. In de nieuwe concessiegebieden en voor de regiotaxi geldt zelfs dat in 98% van de gevallen op tijd gereden moet worden.
Vanuit dit perspectief hebben we in 2006 initiatieven genomen om de samenwerking met andere wegbeheerders te intensiveren. Op het gebied van de gladheidsbestrijding werken wij al samen met gemeenten, provincies en rijkswaterstaat. Met rijkswaterstaat zijn vergaande afspraken gemaakt gericht op het samen gebruiken van elkaars steunpunten. In de regio Zwolle-Kampen vindt met deze gemeenten en met rijkswaterstaat afstemming van wegwerkzaamheden plaats en is er een plannings- en informatiesysteem gebouwd dat via internet te benaderen is.
Jaarverslag 2006
101
Tot onze tevredenheid zijn deze normen in 2006 gehaald, met uitzondering van regiotaxi Noordwest Overijssel tijdens de implementatieperiode. De regionale spoorlijn Zwolle-Kampen hebben wij eind 2006 overgenomen van het Rijk. We hebben in afwachting van de aanbesteding van deze treindienst de exploitatie onderhands aan NS gegund tot en met 2009. Met NS hebben wij afspraken gemaakt over voortzetting en verbetering van de dienstverlening. Aan Prorail hebben wij opdracht gegeven tot het verrichten van een planstudie om de lijn te ontwikkelen tot een HOV-verbinding met extra haltes en een hogere frequentie. Over de spoorlijn Zwolle-Emmen zijn wij in een vergevorderd stadium van overleg met het Rijk, gericht op overname per eind 2007. In 2006 zijn ook in Overijssel de nodige voorbereidingen getroffen voor de landelijke invoering van de chipkaart per 1 januari 2008. Onder meer is daartoe een proef gestart in het concessiegebied Salland. Voor de toegankelijkheid stellen wij ons ten doel om in 2010 zowel het stads- en streekvervoer als de haltevoorzieningen op knooppunten toegankelijk te laten zijn voor alle reizigers. Hiertoe is een convenant gesloten tussen het Rijk en de decentrale overheden, waarin de intentie is opgenomen dat het openbaar vervoer in 2010 volledig toegankelijk is. Het Rijk heeft hiervoor extra financiële middelen beschikbaar gesteld, die door ons worden toegekend aan gemeentelijke halteplannen. Sinds de aanbestedingen van het openbaar vervoer is het materieel in het stads- en streekvervoer vrijwel volledig toegankelijk.
Verkeersveiligheid
De provincie is als uitvoerder verantwoordelijk voor de veiligheid op de eigen wegen. De provincie heeft ook een regisseursfunctie bij de stimulering van gemeentelijk verkeersveiligheidsbeleid. Verbetering van onveilige punten in het provinciale wegennet is een voortdurend punt van aandacht. Wij willen in 2010 zo’n 15% minder verkeersdoden en 7,5% minder ziekenhuisgewonden bereiken ten opzichte van 2002. De cijfers over 2006 zijn nog niet bekend, maar de verwachting is dat de landelijk dalende trend van de afgelopen jaren door de uitgevoerde maatregelen zal doorzetten. Prioriteiten Ter verbetering van de verkeerveiligheid is in het kader van het programma Kosten effectieve maatregelen (KEM) onder het motto ‘Overijssel doet meer voor verkeer’ in 2006 een forse impuls gegeven aan de uitvoering van diverse speerpunten ter verbetering van de verkeersveiligheid. In dit jaar is onder meer ruim 200 km bermverharding aangelegd, zijn er circa 80 kleinschalige kruispuntmaatregelen genomen en is ruim 180 km uniforme wegmarkering op provinciale wegen aangelegd. Verder zijn er in het kader van dit programma diverse parallelwegen volgens het duurzaam veilig principe ingericht en zijn er 37 dynamische snelheidsinformatie (DSI) borden aangebracht. Daarnaast is de N346 van Lochem naar Hengelo in samenhang met het uitgevoerde grootonderhoud eind 2006 in gebruik genomen als voorbeeldweg, waarin alle speerpunten van het KEM-programma zijn opgenomen.
Subdoelen Een verkeersveilig Overijssel. Subdoelen Toegankelijk openbaar vervoer.
Autonoom beleid
Autonoom beleid
Indicatoren Vermindering van het aantal geregistreerde verkeersdoden en respectievelijk ziekenhuisgewonden op alle wegen ten opzichte van 2002. (2002: 63 verkeersdoden, 944 ziekenhuisgewonden).
Indicatoren Percentage toegankelijk materieel respectievelijk toegankelijke haltes op knooppunten langs provinciale wegen. % toegankelijk materieel
aantal verkeersdoden
realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
realisatie
begroting
NJN
2005
2006
2006
2006
2007
2005
2006
90
92
98
98
94
+4
-5
% toegankelijke haltes
begroting
2006
2006
2007
N.b.
N.b. *
-7
aantal ziekenhuisgewonden
realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
realisatie
begroting
NJN
realisatie
begroting
2005
2006
2006
2006
2007
2005
2006
2006
2006
2007
10
50
40
50
100
-93
-34
N.b.
N.b. *
-54
* Cijfers zijn medio 2007 bekend.
102
realisatie
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Regulier beleid Over de voortgang van de voor 2006 geplande projecten is het volgende te melden. Er is een Plan in Hoofdlijnen vastgesteld inzake de N824 DiepenheimGoor. Voor de aanleg van de Rondweg Weerselo (N343) en de rondweg Wesepe (N348) zijn diverse gesprekken met gemeenten, dorpsraden en grondeigenaren gevoerd. De gemeenten passen de structuurvisie aan en in 2007 starten de bestemmingsplanprocedures. De start van de uitvoering staat voor 2008 (Wesepe) en 2009 (Weerselo) gepland. De ongevallenconcentratie in de N342 Beunigerstraat/Holterdijk is verbeterd. Ook zijn op diverse punten maatregelen getroffen om de subjectieve verkeersonveiligheid te verbeteren. Het stimuleren van veilig verkeersgedrag is verbeterd door de uitvoering van het werkplan van het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Overijssel (ROVO). Een aantal onveilige punten in het gemeentelijke wegennet is opgelost door het beschikbaar stellen van subsidies vanuit de BDU.
Jaarverslag 2006
103
2.10.4 Heeft het gekost wat het zou gaan kosten?
Bedragen x € 1.000
Begroting 2006 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Bereikbaarheid
Rekening 2006
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Een optimaal verkeer- en vervoerssysteem, met een betrouwbaar bereikbaarheidsniveau onder veilige omstandigheden 26.474 –––––––– Totaal programmakosten Bereikbaarheid 26.474
65.393 ––––––––
-38.919 ––––––––
48.793 ––––––––
65.164 ––––––––
-16.371 ––––––––
22.548 ––––––––
65.393
-38.919
48.793
65.164
-16.371
22.548
10.291
-10.291
9.532
-9.532
759
–––––––– 26.474
9.737 –––––––– 85.421
-9.737 –––––––– -58.947
–––––––– 48.793
8.102 –––––––– 82.798
-8.102 –––––––– -34.005
1.635 –––––––– 24.942
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Verschil
7.139 700
-7.139 -700
6.829
-6.829 0
310 700
22.846 –––––––– 30.685
-22.846 –––––––– -30.685
19.252 –––––––– 26.081
-19.252 –––––––– -26.081
3.594 –––––––– 4.604
Personeelsgebonden kosten Bereikbaarheid Toegerekende apparaatskosten Bereikbaarheid Totaal programma Bereikbaarheid
Voorzieningen
Voorziening regionaal mobiliteitsfonds Voorziening Rijksweg 35 Voorziening Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer Totaal ten laste van voorzieningen
–––––––– 0
–––––––– 0
Stortingen 2006
––––––––––––––––––––––––––––––– Reserves
Reserve Regionale bereikbaarheid Reserve Provinciale infrastructuur Reserve Waterwegen Actiefonds Overijssel Reserve Ijsselmijgelden Reserve Reconstructie Reserve BTW-compensatiefonds
104
Ontrekkingen 2006
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Begroot
Gereal.
Verschil
Begroot
Gereal.
Verschil
Totaal
9.285 3.868
10.733 25.101
-1.448 -21.233 0 0 0 -138 -322
892
917 138 7.986 4.170 7.635
25 138 81 0 0 0 0
-1.423 -21.095 81 0 0 -138 -322
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
138 322
7.905 4.170 7.635
Toelichting bij de financiële afwijkingen op de hoofddoelstellingen
Een optimaal verkeers- en vervoerssysteem, met een betrouwbaar bereikbaarheidsniveau onder veilige omstandigheden Het resultaat wordt vertekend door een post van technische aard. In 2006 is een bate opgenomen uit hoofde van de omzetting van de voorziening PVVP naar de reserve Provinciale Infrastructuur, conform Statenbesluit. Deze omzetting is via het resultaat verwerkt, in de begroting is dat niet gebeurd. Het gaat om een bedrag van € 21,6 miljoen. De beleidsgerelateerde punten zijn de volgende. In 2006 zijn netwerkanalyses uitgevoerd voor NoordOverijssel, de Stedendriehoek en Twente. Deze zijn met de minister besproken. Dit heeft geleid tot afspraken met de minister over de uitvoering. Daarnaast is afgesproken nog een inhaalslag op bepaalde terreinen te maken, zoals openbaar vervoer, fiets en goederenvervoer, omdat deze in de netwerkanalyses onderbelicht zijn gebleven. De resterende middelen uit 2006 (€ 210.000) kunnen hiervoor in 2007 worden ingezet. De MIT-voorverkenning voor de capaciteitsuitbreiding van rijksweg 35 is gestart en de voortgang van de studie is conform planning. De provinciale bijdrage is afgesproken met het Rijk. De looptijd van de studie strekt zich uit over 2006 en 2007. Dan vindt ook de financiële afwikkeling plaats. Het resterende budget uit 2006 (€ 89.000) zullen in 2007 betaald moeten worden. De voor 2006 voorziene bijdrage aan de planstudie voor de capaciteitsuitbreiding van rijksweg 15/18 (€ 130.000) is nog niet betaald. De provinciale bijdrage is toegezegd aan het Rijk. De looptijd van de studie strekt zich uit over 2006 en 2007. De voortgang van de studie is conform planning. De resterende bijdrage van de provincie zal in 2007 betaald moeten worden
In 2006 is de reserve regionale bereikbaarheid ingesteld. In 2006 was een bedrag beschikbaar als bijdrage aan mogelijke knelpunten bij infrastructuur van derden. Deze middelen (€ 1.114.000) waren in 2006 niet nodig voor een concreet project en worden in lijn met de afspraken bij de instelling van de genoemde reserve nu daarin gestort als dekking voor toekomstige grote projecten. Resultaatbestemmingen worden gevraagd voor: • Een optimaal verkeer- en vervoerssysteem o € 130.000 voor de provinciale bijdrage aan de planstudie RW15/N18 die in 2007 wordt afgerond; o € 210.000 voor een aanvulling op de netwerkanalyses m.b.t. OV en fiets- en goederenvervoer; o € 89.000 voor de MIT-studie RW 35 die in 2007 wordt afgerond; o € 1.424.000 voor dekking knelpunten bij toekomstige grote projecten (mutatie in reserve); o € 21.095.000 voor dekking toekomstige grote projecten (mutatie in reserve); o € 81.000 voor meer onderhoud aan provinciale waterwegen (mutatie in reserve); o € 138.000 voor dekking van de uitvoering van het Reconstructieplan (mutatie in reserve). Voorzieningen De geraamde ontrekking aan de voorziening RW35 ten behoeve van dekking van voorfinancieringslasten van het Combiplan Nijverdal is niet doorgegaan. In 2006 is door het Rijk geen beroep gedaan op voorfinanciering. Reserves De extra storting in de reserve Provinciale Infrastructuur is gedaan in het kader van de omzetting van de voorziening PVVP naar deze reserve, conform Statenbesluit.
Jaarverslag 2006
105
106
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
2.11 Programma Veiligheid 2.11.1 Inleiding Overijssel is een relatief veilige provincie. Uit het veiligheidsbeeld Overijssel, maar ook uit andere bronnen, blijkt dat een groot deel van Overijsselse gemeenten tot de veiligste van Nederland behoren. Overijssel behoorde in 2006 voor wat betreft de geregistreerde misdrijven tot de drie veiligste provincies. Geregistreerde misdrijven in 2004 per 100.000 van de bevolking
10000 9000 8000
kader van Externe Veiligheid zijn alle risicobedrijven geïnventariseerd, de routes voor gevaarlijke stoffen zijn aangewezen, de risicobedrijven zijn ingevoerd op de risicokaart en de gemeenten zijn voorbereid om de uitvoering van de nieuwe veiligheidswetgeving ter hand te nemen. Bij Jeugd en Veiligheid zijn de door de provincie ondersteunde projecten Veelplegers en Echt-rechtconferentie zo succesvol gebleken, dat ze regulier aanbod en beleid van het ministerie van Justitie zijn geworden. Portefeuillehouders voor het programma Een veilig Overijssel zijn de CdK mr. G.J. Jansen (wettelijke veiligheidstaken op grond van WRZO, Provinciewet en ambtsinstructie), de heer G.J.H. Ranter (jeugd en veiligheid) en de heer drs. T.W. Rietkerk (externe veiligheid).
7000 6000
2.11.2 Ontwikkelingen 5000 4000 3000 2000 1000 Dr nd en Ov the er i Fle jsse vo l Ge lan ld d er la No U nd t or re d- ch H Zu ol t id lan -H d ol la No Ze nd e or d- lan Br d ab a Lim nt Ne bur de g rla nd
ge in
ie
Fr
Gr on
sla
n
-0
Veiligheid is en blijft voor de burger een belangrijk maatschappelijk thema en daarmee een belangrijke overheidstaak. In het voorjaar van 2004 is de veiligheidsnota Overijssel op veilig 2004-2007 vastgesteld. Met deze nota zijn de kaders voor het programma Veiligheid geschetst. Wij willen dat mensen die in Overijssel wonen, werken en verblijven zich veilig voelen: minder criminaliteit en minder ongevallen. De nadruk ligt op de uitvoering, versterking en verdere verankering van het veiligheidsbeleid. Kernpunten hierbij zijn het goed uitvoeren van de aan de provincie opgedragen wettelijke taken, veiligheid een rol te laten spelen op alle relevante beleidsterreinen en de uitvoering van de programma’s Externe Veiligheid en Jeugd en Veiligheid. Alle gemeenten beschikken over actuele en getoetste rampenplannen. De voorbereiding van een provinciaal hoogwater- en dijkdoorbraakplan is ver gevorderd. De beveiligde risicokaart voor professionele gebruikers, met extra informatie en functionaliteiten voor professionals bij de overheid is beschikbaar gekomen. In het
De volgende externe ontwikkelingen, voor een groot deel ook genoemd in de begroting, zijn in 2006 van invloed geweest op ons beleid: • In 2006 moet de wet- en regelgeving rondom de risicokaart in werking treden. In 2006 moeten dan alle risicokaarten, waaronder die van Overijssel, volledig zijn. Ook zal in 2006 de doorontwikkeling van de risicokaart aan de orde zijn, gericht op een bredere toepassing van de informatie. • Politieke ontwikkelingen en terroristische dreigingen in de wereld hebben meer en meer een impact op het veiligheidsbeleid en het veiligheidsgevoel van burgers. De veranderende aard van (toekomstige) risico’s en crises, evenals het huidige diffuse en onvoorspelbare dreigingsbeeld vereisen een organisatie van crisisbeheersing, die in hoge mate veerkrachtig is en kan inspelen op snel wisselende omstandigheden. • De voorbereidingen voor de beide veiligheidsregio’s i.o. (IJsselland en Twente) in Overijssel zijn in volle gang. De veiligheidsregio moet het kloppende hart worden van waaruit de rampen- en crisisbeheersing geregeld wordt. Wij zijn voorstander van de komst van de veiligheidsregio’s omdat dit een positieve bijdrage levert aan de kwaliteit van de rampenbestrijding en crisisbeheersing en daarmee aan de veiligheid in Overijssel. De bestuurlijke inbedding van de veiligheidsregio blijft voor ons echter een punt van zorg. Voor de veiligheidsregio wordt een uitzondering gemaakt op het primaat van de bestuurlijke hoofdstructuur.
Jaarverslag 2006
107
Gekozen is voor functionele slagkracht boven bestuurlijke integraliteit en optimale democratische legitimatie. In interprovinciaal verband hebben wij onze zorg hierover bij de minister van BZK en Tweede Kamer kenbaar gemaakt. De realisatie van de veiligheidsregio en de wettelijke verankering leidt waarschijnlijk tot een herschikking van taken en verantwoordelijkheden, die zich ook zullen uitstrekken tot de provincie. De relatie provincie –veiligheidsregio zal in de nieuwe regeerperiode nader vorm moeten krijgen.
2.11.3 Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hebben we gedaan wat we zouden doen?
Hoofddoelstelling: Een veilig Overijssel Prioriteiten Rampenbestrijding
De beoordeling van rampenplannen heeft in 2006 niet de omvang gehad die in 2005 aan de orde was. De oorzaak daarvan is dat vrijwel alle gemeenten per ultimo 2005 hun rampenplannen in eerste aanleg op orde hadden. Wij hebben bij de beoordeling van die plannen een aantal gemeenten uitgenodigd hun plannen aan te vullen met deelplannen. De beoordeling van deze deelplannen is nog gaande. Verder zijn in een aantal Twentse gemeenten rampbestrijdingsplannen voor LPG-stations opgesteld, en bij een aantal andere gemeenten zijn dergelijke plannen in voorbereiding.
van veiligheid. Deze activiteiten doen we samen met de overige grensprovincies en de aangrenzende Duitse deelstaten. In samenwerking met de Regio Twente wordt gewerkt aan een grensoverschrijdende risicokaart, met daarin ook informatie over Duitse risico-objecten. In 2006 is de risicokaart Overijssel volgens het landelijke model en actuele wet- en regelgeving compleet geworden. In het voorjaar van 2005 heeft Overijssel als eerste provincie haar risicokaart gelanceerd. In het voorjaar van 2006 is de risicokaart voor professionele gebruikers, een beveiligde risicokaart met extra informatie en functionaliteiten voor professionals bij de overheid, beschikbaar gekomen. De risicokaart is een belangrijk instrument voor risicocommunicatie en komt tegemoet aan de wens van de burgers en professionele gebruikers voor een adequate en transparante informatievoorziening over risico’s in hun directe woon- en leefomgeving. Dit draagt onder andere bij aan de bewustwording bij de burgers over hun eigen verantwoordelijkheid bij het voorkomen en bestrijden van onveiligheid. Metingen tonen aan dat de risicokaart frequent wordt bekeken. Over 2006 hebben burgers de risicokaart circa 40.000 keer bekeken. Door de professionals wordt de kaart enkele tientallen keren per dag bekeken. In 2006 is onderzoek gedaan naar de doorontwikkeling van de risicokaart. Wij zetten de op basis van dit onderzoek in gang gezette doorontwikkeling van de risicokaart voort in 2007.
Subdoelen Complete, actuele en beschikbare risicokaart. Wettelijk beleid.
Wij hebben zelf een actieve rol op ons genomen bij de voorbereiding van een rampbestrijdingsplan voor hoogwater en dijkdoorbraak in het stroomgebied van de IJssel en de Vecht. Dit plan, bestaande uit een algemeen basisplan voor de betrokken waterhuishoudkundige eenheden, de zogeheten dijkringen, en een gebiedsspecifieke bijlage per dijkring, zal begin 2007 worden aangevuld met een evacuatieplan, waarna het aan de betrokken burgemeesters zal worden aangeboden ter vaststelling en vervolgens invoering in hun gemeenten.
begroting 2006 Eind 2006 is de risicokaart Overijssel compleet (95 – 100%), actueel en beschikbaar (± 95%) op internet. Najaarsnota 2006 Afspraak wordt gehaald voorzover het de gegevens van provincie en gemeenten betreft. realisatie 2006 Gerealiseerd voorzover het de gegevens van provincie en gemeenten betreft.
De aanpak van de grensoverschrijdende samenwerking bij rampenbestrijding heeft verder vorm gekregen door het uitvoeren van grensoverschrijdende risicoinventarisaties en de vaststelling van een werkprogramma, met een aantal projecten op het gebied
108
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Subdoelen Verbeteren van de kwaliteit van de rampenbestrijding.
Subdoelen Realiseren structureel extern veiligheidsbeleid.
Wettelijk beleid.
Wettelijk beleid
begroting 2006 verplichte) en regionale beheersplannen (2) zijn actueel en getoetst.
Indicatoren Percentage gemeenten waarin aantoonbaar extern veiligheidsbeleid is geborgd in relevante processen.
Najaarsnota 2006
realisatie 2005
Afspraak wordt gehaald.
-
realisatie 2006
begroting 2006
Gerealiseerd.
75%
Rampenplannen (25), rampbestrijdingsplannen (w.o. 5 wettelijk
Externe veiligheid
Najaarsnota 2006
Het provinciaal uitvoeringsprogramma externe veiligheid is doorgelopen tot in 2006 en heeft bijgedragen aan een veiliger Overijssel. Alle risicobedrijven zijn geïnventariseerd, de routes voor gevaarlijke stoffen zijn aangewezen, de risicobedrijven zijn ingevoerd op de risicokaart en de gemeenten zijn voorbereid om de uitvoering van de nieuwe veiligheidswetgeving ter hand te nemen. Dit uitvoeringsprogramma heeft in 2006 een vervolg gekregen in het Meerjarenprogramma Externe Veiligheid (MEVO). Alle gemeenten zijn bezig met het opstellen van hun gemeentelijk extern veiligheidsbeleid en hebben daarvoor een financiële bijdrage ontvangen. Het format daarvoor is door de provincie opgesteld. Wel is de op- en vaststelling van deze plannen trager verlopen dan voorzien. De verwachting was dat 75% van de gemeenten een geborgd plan zouden hebben per 31 december 2006. De bijgestelde verwachting is dat medio 2007 dit percentage gehaald zal zijn.
75%
Subdoelen Verminderen en beheersen van risico’s voor de woon-, werk- en leefomgeving als gevolg van gebruik, opslag, productie en transport van gevaarlijke stoffen. Wettelijk beleid.
Indicatoren Eind 2006 is de risico-inventarisatie volledig en actueel conform wet- en regelgeving van VROM en BZK. begroting 2006 100% actuele vergunningen voor risicovolle milieu-inrichtingen. Najaarsnota 2006 Afspraak wordt gehaald. realisatie 2006 Afspraak is gehaald.
realisatie 2006 25% begroting 2007 90% van de gemeentelijke plannen dienen 31-3-2007 gereed te zijn. Niet alle gemeenten zullen dit halen.
Jeugd en veiligheid
De provincie zet in op de jeugd. Samen met andere overheden en organisaties willen we uitval van jeugdigen op diverse terreinen voorkomen. Veiligheid is hierbij een van de thema’s. Het uitvoeringsprogramma Jeugd en Veiligheid richt zich op het voorkomen en aanpakken van de jeugdcriminaliteit. Met behulp van (meerjarige) subsidies zijn projecten ondersteund die zich hierop richten. Het gaat hier om projecten en activiteiten als de Echtrechtconferenties, de aanpak van veelplegers en de uitbreiding in de gehele provincie Overijssel van de aanpak van loverboys. De door de provincie ondersteunde projecten Veelplegers en Echt-rechtconferentie zijn zo succesvol gebleken dat ze regulier aanbod en beleid van het ministerie van Justitie zijn geworden. Alcoholgebruik door jongeren is een toenemend maatschappelijk probleem. Jongeren drinken, zo blijkt uit vele onderzoeken, vaker, vroeger (jongere leeftijd) en meer. De gevolgen hiervan voor gezondheid en veiligheid zijn ernstig. Mede gezien de inhoudelijke raakvlakken met de provinciale beleidsthema’s veiligheid en jeugdzorg willen wij graag bijdragen aan regionale initiatieven die gericht zijn op een integrale aanpak van dit probleem. Voorbereidingen voor het opzetten van regionale aanpakken in IJsselland en Twente zijn in 2006 van de grond gekomen. Om een
Jaarverslag 2006
109
extra impuls te geven aan dit onderwerp wordt in 2007, mede in het kader van het integraal jeugdbeleid, extra ingezet op het thema Jeugd en Alcohol. Samen met onder andere de gemeenten en politie in Overijssel willen we in 2007 een gezamenlijke aanpak realiseren. Veiligheidshuizen Naar aanleiding van de in PS-vergadering van 21 juni 2006 door PvdA, CDA en ChristenUnie ingediende motie over Veiligheidshuizen in Overijssel hebben wij de Staten meegedeeld positief te staan tegenover de oprichting van Veiligheidshuizen in Overijssel. Wij willen hieraan ook graag bijdragen, omdat door de werkwijze en de bovenlokale samenwerking concrete resultaten zijn te verwachten. De gestructureerde samenwerking van veiligheidspartners in het veiligheidshuis, sluit goed aan op het jeugdbeleid (zorg en preventie) en het (sociale) veiligheidsbeleid van de provincie als ook op onze visie op de rol van de provincie als middenbestuur. Het jaar 2006 is benut voor ideevorming over de vormgeving van dit concept.
Subdoelen Sluitende aanpak van jeugdcriminaliteit. Autonoom beleid.
begroting 2006 20 Veelpleger-trajecten (op basis van projectjaar 2005-2006). 60 ‘Echt-recht conferenties’ ter conflictoplossing tussen daders en slachtoffers. Najaarsnota 2006 Project gestopt per 1 april 2006. Is nu regulier justitie aanbod. Wordt gehaald. realisatie 2006 Project gestopt per 1 april 2006. Is nu regulier justitie aanbod Gerealiseerd Vanwege succes van de aanpak heeft ministerie van Justitie besloten tot landelijke invoering per 2007.
110
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Regulier beleid Voorbereiding op de rampenbestrijding vindt plaats door te oefenen op alle niveaus die bij de rampenbestrijding betrokken zijn. Om de provinciale voorbereiding te optimaliseren hebben wij, dit jaar als pilot, een aantal netwerkkaarten laten ontwikkelen waarop aangegeven staat welke partners betrokken zijn bij rampen op het gebied van hoogwater en van besmettelijke dierziekten. Daarmee willen wij bevorderen dat elke partner in crisissituaties zijn gesprekspartner in andere bestuurslagen weet te vinden. De netwerkkaart voor besmettelijke dierziekten heeft als achtergrond gefungeerd bij de bestuurlijke oefening rampenbestrijding die in november 2006 is gehouden. Bij die oefening speelde verder de informatievoorziening van het Provinciale Beleidsteam vanuit het Ondersteunende Team een belangrijke rol.
2.11.4 Heeft het gekost wat het zou gaan kosten?
Bedragen x € 1.000
Begroting 2006 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Veiligheid
Rekening 2006
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Een veilig Overijssel
3 –––––––– Totaal programmakosten Veiligheid 3
866 –––––––– 866
-863 –––––––– -863
29 –––––––– 29
745 –––––––– 745
-716 –––––––– -716
147 –––––––– 147
Personeelsgebonden kosten Veiligheid Toegerekende apparaatskosten Veiligheid
466 441 –––––––– 1.773
-466 -441 –––––––– -1.770
–––––––– 29
443 377 –––––––– 1.565
-443 -377 –––––––– -1.536
23 64 –––––––– 234
Totaal programma Veiligheid
–––––––– 3
Toelichting bij de financiële afwijkingen op de hoofddoelstellingen
Een veilig Overijssel Het belangrijkste verschil heeft betrekking op lagere bestedingen voor de risicokaart en de risico-inventarisatie (€ 109.000). Het resterende verschil bestaat uit diverse geringe afwijkingen.
Jaarverslag 2006
111
112
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
2.12 Provinciemonitor Op de website www.watdoetjeprovincie.nl worden de eerste resultaten gepresenteerd van de Provinciemonitor. In opdracht van het bestuur van het Interprovinciaal Overleg (IPO) is deze monitor ontwikkeld. Doel is de verbetering van de zichtbaarheid van de provincies als middenbestuur. Door de prestaties van de provincies met elkaar te vergelijken, kan ook worden bezien hoe verschillen in prestaties ontstaan. Hierdoor kan zo nodig een verbeterproces worden ingezet, gericht op een meer efficiënt en effectief handelen van de provincies. De ontwikkeling van de Provinciemonitor wordt uitgevoerd in het kader van het traject Veranderende Provincies en sluit aan op het programma Andere Overheid.
Als eerste aanzet op de ontwikkeling van de Provinciemonitor is in 2005 begonnen met een pilot. Voor de beleidsterreinen Wonen en Ruimtelijke Ordening, Jeugdzorg, Water en Milieu zijn in totaal 30 indicatoren benoemd. Met de verzameling van gegevens is eind 2005 begonnen. Het resultaat is door de provincies opgenomen in hun Jaarverslag 2005. Daarnaast worden de resultaten van alle twaalf provincies op een overzichtelijke wijze gepresenteerd op de website. De komende jaren zal de Provinciemonitor worden uitgebouwd tot een volwaardig instrument. Hiertoe zullen ook indicatoren worden opgenomen van andere voor de provincies relevante beleidsterreinen. Daarvoor zullen de provincies ook verder werken aan een verbetering van de onderlinge vergelijkbaarheid van gegevens. Deze Provinciemonitor sluit ook aan op de Gemeentemonitor die de VNG opzet.
Jaarverslag 2006
113
114
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Hoofdstuk 3
Paragrafen 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk gaan wij in op een aantal beheersmatige aspecten. Het betreft een aantal dwarsdoorsneden door de begroting waarmee in het algemeen een groot financieel belang is gemoeid. Ook wordt ingegaan op de bedrijfsvoering. Per onderwerp wordt inzicht gegeven in het actuele beleid, in de financiële omvang en in de uitvoering 2006. Achtereenvolgens gaan wij in op de volgende onderwerpen: • Provinciale heffingen • Weerstandsvermogen • Onderhoud kapitaalgoederen • Financiering • Bedrijfsvoering • Verbonden partijen • Grondbeleid
3.2 Provinciale heffingen 3.2.1 Inleiding De provincie Overijssel kent meerdere soorten provinciale heffingen. Dit zijn de opcenten motorrijtuigenbelasting, leges, precario, grondwaterheffing, ontgrondingenheffing en nazorgheffing stortplaatsen. Op 8 november 2006 hebben Provinciale Staten ingestemd met de nieuwe Belastingverordening Overijssel. Hierin zijn de in 2006 bestaande verordeningen voor leges, precario, grondwater-, ontgrondingen- en nazorgheffingen geïntegreerd. De nieuwe verordening zal op 1 januari 2007 van kracht zijn. In onderstaande tabel staan de begrote en gerealiseerde opbrengsten in 2006 (in € 1.000).
Bedragen x € 1.000
Begrote
Gerealiseerde
opbrengst
opbrengst
Opcenten motorrijtuigenbelasting 77.891,5 Leges 251,9 Precario 206,5 Grondwaterheffing 1.250,0 Ontgrondingenheffing 90,8 Nazorgheffing stortplaatsen 137,8
75.534,0 314,2 246,6 1.250,2 18,4 126,9
Heffing
Jaarverslag 2006
115
3.2.2 Motorrijtuigenbelasting
3.2.3 Leges/precario
De opcenten op de motorrijtuigenbelasting vormen het belangrijkste lokale heffingsmiddel op provinciaal niveau. Zij vormen een algemeen dekkingsmiddel waarmee (een deel van) het provinciale programma van dekking wordt voorzien en een eigen belastingbeleid kan worden gevoerd. Beleidsuitgangspunt is dat deze belasting alleen wordt verhoogd conform de inflatie-index. In 2006 is de prijsindex voor de opcenten op de motorrijtuigenbelasting daarom vastgesteld op 1,25%. Dit betekent dat de provincie de lastendruk niet heeft verzwaard in de afgelopen jaren.
Leges In 2006 heeft de provincie op basis van de legesverordening leges geheven voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een administratieve dienst. Voorbeelden van een administratieve dienst zijn het opvragen van drukwerken en het aanvragen van vergunningen en ontheffingen op grond van provinciale en wettelijke voorschriften. Elk jaar worden de tarieven van de legesverordening aangepast aan de prijsontwikkelingen, dat wil zeggen aan de inflatie-index. Op 8 november 2006 heeft Provinciale Staten besloten om de tarieven per 1 januari 2007, conform de inflatie-indexering uit de Programmabegroting 2007, te verhogen met 1,75%. Indien de belastingschuldige niet in staat is, anders dan met buitengewoon bezwaar de verschuldigde leges te betalen, kunnen Gedeputeerde Staten het verschuldigde bedrag geheel of gedeeltelijk kwijtschelden. Hier is in 2006 marginaal gebruik van gemaakt.
In 2006 heeft de provincie € 75,5 miljoen aan opbrengsten opcenten op de motorrijtuigenbelasting ontvangen. De (verwachte) opbrengsten zijn tussentijds bijgesteld aan de hand van informatie die via de belastingdienst is verkregen. De opcenten op de motorrijtuigenbelasting worden geïnd door de Belastingdienst, gelijk met de motorrijtuigenbelasting, en vervolgens aan de provincie overgemaakt. Voor aspecten als kwijtschelding en invorderingsmaatregelen zijn wij volledig afhankelijk van de Belastingdienst. De provincie heeft hier geen eigen beleidsvrijheid. Onderstaande tabel geeft een vergelijking van de hoogte van de opcenten (in %) over de diverse provincies. Bij het opstellen van de begroting 2007 zijn de opcenten wederom verhoogd conform de inflatie-index. Overijssel blijft hierdoor in 2007 de vijfde plaats bezetten.
Provincie
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
116
Gelderland Drenthe Groningen Limburg Overijssel Zuid-Holland Utrecht Noord-Brabant Zeeland Friesland Flevoland Noord-Holland
Opcenten
Opcenten
2006
2007
79,0 77,4 76,8 75,3 74,0 72,2 71,7 69,7 69,3 66,6 63,4 52,7
80,5 79,6 78,6 77,2 75,3 73,3 72,3 71,7 71,6 69,3 64,0 63,4
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
In onderstaande tabel staan de ontvangen leges per product (in € 1.000).
Bedragen x € 1.000
Product
Begroot
Realisatie
Beheer en onderhoud wegen 22 Beheer en onderhoud waterwegen 16,2 Grondwaterbeheer 78,5 Ontgrondingen 129,6 Document productie 5,6 –––––––– Totaal 251,9
15,7 4,9 109,4 179,9 4,3 –––––––– 314,2
Precario Precario is een heffing voor het gebruik van provinciale bezittingen of voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven provinciale grond of water (bijvoorbeeld benzinestations, leidingen, aanlegsteigers). Naast een uiteenzetting over de wijze van het bepalen en het opleggen van de aanslag, besteedt deze verordening ook aandacht aan de mogelijkheid tot gehele of gedeeltelijke kwijtschelding door de heffingsambtenaar indien de precario niet betaald kan worden. In 2004 is de precarioheffing gewijzigd. Zo wordt vanaf 2005 alleen nog precario geheven op kabels en leidingen en op benzinestations. Bovendien is het tarief voor de benzinestations verhoogd naar een niveau dat vergelijkbaar is met dat van andere overheden. Precario op benzinestations is in 2006 op basis van de precarioverordening Overijssel geïnd. In deze verordening is hierop een uitzondering gemaakt voor tankstations waarmee een huurovereenkomst is afgesloten. Voor de huurovereenkomsten geldt een tarief van € 5 per 1000 liter dat voor de duur van de overeenkomst niet wijzigt. Van de 21 pomphouders betalen er 9 huurpenningen; de overige pomphouders voldoen precario. De groei naar een marktconform tarief (€ 5,00 per 1000 verkochte liters brandstof in het vorige kalenderjaar) verloopt in drie jaar en is op zowel de huurovereenkomst als precarioheffing van toepassing. In 2005 kregen alle pomphouders nog een korting van 60%, voor 2006 was die korting 40%. In 2007 zal de korting 20% bedragen, waarna in 2008 het volledige tarief moet worden betaald. Tarieven Voor de heffing van precario gelden verschillende uitgangspunten. Deze uitgangspunten zijn als bijlage opgenomen in de tarieventabel behorende bij de precarioverordening Overijssel.
3.2.4 Heffingen Grondwaterheffing Op grond van artikel 48 van de Grondwaterwet (GWW) zijn Provinciale Staten bevoegd om, bij wijze van provinciale belastingmaatregel, een heffing in te stellen op het onttrekken van grondwater. De Grondwaterheffingsverordening Overijssel 1998 trad in werking op 1 januari 1998. De heffingsopbrengst wordt onder andere gebruikt voor onderzoeken die voor het grondwaterbeheer noodzakelijk zijn en voor de vergoeding van schade als gevolg van de artikelen 34, 40 en 41 GWW. De Grondwaterheffingsverordening Overijssel 1998 kent geen kwijtscheldingsbepaling. De heffing wordt opgelegd naar de in het heffingsjaar onttrokken hoeveelheid grondwater, gemeten in kubieke meters per jaar. Provinciale Staten stelde bij besluit van 7 december 2005 een tarief vast van € 0,0136 per kubieke meter te onttrekken grondwater, geldig tot en met het belastingjaar 2009. Dit tarief is vastgesteld op grond van artikel 4 van de Grondwaterverordening. Geraamd wordt dat jaarlijks gemiddeld circa 81 miljoen m3 grondwater onttrokken wordt, wat in aanmerking komt voor heffing. De jaarlijkse opbrengst bedraagt daarmee circa € 1,1 miljoen. Provinciale Staten hebben per 1 januari 2006 de heffingsplicht voor onttrekkingen voor beregening afgeschaft. Belangrijkste reden hiervoor was het terugdringen van de administratieve lasten. Dit in navolging van het afschaffen door het Rijk van de belasting op Milieugrondslag voor deze categorie onttrekkingen. Ontgrondingenheffing In Overijssel wordt conform artikel 21f van de Ontgrondingenwet een bestemmingsheffing geheven ter bestrijding van maximaal 50 procent van de provinciale kosten voor provinciaal onderzoek en planvorming ontgrondingen en voor landelijk bestuurlijk overleg ontgrondingen als bedoeld in artikel 7b van die wet. Deze heffing heeft haar grondslag in de Heffingsverordening ontgrondingen provincie Overijssel, die op 12 maart 1997 in werking is getreden en waar nodig periodiek wordt aangepast. De heffing wordt wettelijk opgelegd bij verlening van ontgrondingvergunningen. Ontgrondingen tot 10.000 m3 zijn echter wettelijk vrijgesteld.
Jaarverslag 2006
117
Het tarief van de geldende verordening gaat uit van 50 procent van de provinciale kosten voor provinciaal onderzoek en planvorming en de provinciale bijdrage aan de landelijke coördinatie. De opbrengst is per jaar sterk wisselend, vanwege de afhankelijkheid van het aantal heffingsplichtige ontgrondingvergunningen per jaar. In de begroting wordt daarom een gemiddelde opbrengst geraamd. Er geldt geen specifiek kwijtscheldingsbeleid. De realisatie 2006 komt € 73.000 lager uit dan de raming gebaseerd op een gemiddelde jaaropbrengst. De lagere baat vindt zijn oorzaak in het gegeven dat er wel vergunningen zijn aangevraagd (De Dooze en De Domelaar), maar niet verleend voor grote, multifunctionele ontgrondingen (=grondslag oplegging heffing). Voorts zijn er door verruiming van de vrijstellingsbepalingen in de Verordening Fysieke Leefomgeving betreffende ontgrondingen minder aanvragen binnengekomen dan gepland; ook in de categorie boven de 10.000m3 (niet zijnde grote multifunctionele ontgrondingen). Nazorgheffing stortplaatsen Provinciale Staten hebben in 1999 een verordening vastgesteld betreffende de nazorgheffing stortplaatsen. Het tarief van de nazorgheffing is gebaseerd op de kosten die gemoeid zijn met de uitvoering van de nazorgplannen van de drie stortplaatsen in de provincie (Bovenveld, Boeldershoek en Vloedbelt/Elshorst). Voor elk van de drie stortplaatsen zijn normheffingen berekend. De nazorgplannen zijn in 2005 allemaal geheel herzien. Het voor de stortlocaties vereiste doelvermogen voor de altijd durende nazorg is in 2005 eveneens opnieuw vastgesteld. Op basis van de nieuwe doelvermogens in relatie met het al opgebouwde vermogen voor de drie stortlocaties hebben PS in haar vergadering van december 2005 besloten om voor de periode 2006-2011 de stortplaatsexploitanten geen jaarlijkse heffing op te leggen. De renteopbrengsten worden, zolang het vereiste doelvermogen nog niet is bereikt, in het Fonds nazorg gesloten stortplaatsen gestort. Zodra het vereiste doelvermogen op enig moment is bereikt zal alles, wat hierna nog wordt ontvangen, worden terugbetaald aan de desbetreffende exploitant.
118
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
3.3 Weerstandsvermogen 3.3.1 Beleid Het weerstandsvermogen kan worden gedefinieerd als ‘het vermogen van de provincie Overijssel om niet-reguliere financiële risico’s die onverwachts en substantieel zijn op te kunnen vangen teneinde zijn taken te kunnen voortzetten’. Het gaat om financiële risico’s waarvoor noch een voorziening is getroffen, noch een verzekering is afgesloten. Voor het beoordelen van het feitelijk aanwezige weerstandsvermogen is inzicht nodig in de omvang en in de achtergronden van de risico’s en de op basis daarvan benodigde weerstandscapaciteit. In 2004 is een risicoscan uitgevoerd. Doel van deze risicoscan was om met behulp van het specifieke risicoprofiel van de provincie de benodigde weerstandscapaciteit te bepalen. Aandachtspunten in dit onderzoek waren onder andere de aanwezige risico’s (zowel negatieve als positieve), stille reserves, open eindregelingen en voorzieningen. Daarnaast zijn zowel de omvang van het beschikbare directe als het indirecte weerstandsvermogen bepaald. Direct weerstandsvermogen kan per direct worden aangewend indien een risico zich daadwerkelijk voordoet. Het inzetten van indirect weerstandsvermogen (waaronder bijv. de onbenutte belastingcapaciteit valt) kost tijd, omdat eerst een beslissing van Provinciale Staten nodig is voor omzetting in direct weerstandsvermogen. Bij het maken van de risicoscan zijn met behulp van interviews en workshops de belangrijkste risico’s in kaart gebracht. De meest in aanmerking komende risico’s zijn vervolgens gekwantificeerd, dat wil zeggen in een bedrag uitgedrukt. Voor elk van deze risico’s is zowel een maximale schade bepaald, als een risicobedrag op basis van kans (dat het risico zich voordoet) maal effect (de omvang van de schade). Op basis van nadere analyse van maximale en verwachte schade is geconcludeerd dat de benodigde weerstandscapaciteit voor de geïdentificeerde risico’s € 12 miljoen (peildatum voorjaar 2004) bedraagt. In het kader van de Jaarrekening 2006 zijn de inzichten betreffende de risico’s geactualiseerd naar ultimo 2006. Uit het beeld per ultimo 2006 komt naar voren dat zich enerzijds risico’s hebben voorgedaan die binnen de begroting/jaarrekening zijn opgevangen (en daarmee zijn vervallen), terwijl anderzijds enkele nieuwe risico’s opdoemen. De vervallen risico’s
betreffen het Europartenariat en de N348, de nieuwe risico’s betreffen subsidies, BTW, wachtgelden bij gesubsidieerde instellingen en afrekening EPD 20002006. Per saldo luidt de conclusie dat op dit moment geen aanleiding bestaat het benodigde (en ook feitelijk beschikbare) weerstandsvermogen (bestaande uit de saldireserve ad € 7 miljoen en een risicobuffer ad € 5 miljoen binnen de reserve Europese programma’s) aan te passen. Ook zien wij op dit moment geen noodzaak opnieuw een risico-kwantificering uit te voeren, c.q. de eerder uitgevoerde risicoscan te actualiseren.
3.3.2 Gekwantificeerde risico’s Infrastructurele projecten Eventuele financiële tegenvallers bij projecten binnen de provinciale infrastructuur worden vrijwel altijd binnen de projectbudgetten opgevangen of door verschuivingen binnen de meerjarenplanning van de investeringen. Omdat dit op langere termijn tot uitholling van budgetten kan leiden is ervoor gekozen om toch een bedrag aan weerstandscapaciteit op te nemen voor risico-schades die significante gevolgen voor de meerjarenbegroting kunnen hebben. Per ultimo 2006 is er overigens geen sprake van significante afwijkingen die niet binnen de huidige budgetruimte kunnen worden opgevangen. Er komen langzamerhand wel signalen binnen dat de marktsituatie van meevallende aanbestedingen verschuift. Als die trend zich de komende periode voortzet kan dat leiden tot vertraging van de geplande investeringen zoals die in de meerjarenraming 2007 - 2010 zijn opgenomen. Uitvoering van projecten in het nu voorziene tempo zal na 2008 overigens leiden tot een tekort in de reserve provinciale infrastructuur. Hierin is grotendeels voorzien door de in 2006 ingestelde Ontwikkelings-reserve voor majeure thema’s/projecten. Milieu: vergunningverlening en handhaving, Algemene wet Bestuursrecht Het is een landelijk gegeven dat de bestuursrechter regelmatig besluiten rond milieuvergunningen geheel of gedeeltelijk vernietigt. Bij vernietiging wordt achteraf bezien of de afgifte van de vergunning als onrechtmatig moet worden beschouwd, hetgeen vervolgens mogelijk tot schadevergoeding (omzetschade, gederfde winst) aan een gedupeerde partij kan leiden. Daarnaast wordt regelmatig beroep aangetekend, al dan niet in combinatie met een verzoek om een voorlopige voorziening, tegen handhavingsbesluiten.
Jaarverslag 2006
119
Deze beroepszaken houden altijd een zeker risico in op vernietiging van het besluit. In 2006 zijn er twee claims geweest, maar deze zijn niet gehonoreerd. Gezien de aard van deze claims biedt – mede afhankelijk van de rol van de provincie - de afgesloten WAverzekering normaliter dekking. Ook andere mogelijke schadeclaims van derden uit oogpunt van eventueel onrechtmatig handelen (Algemene wet Bestuursrecht) vallen onder deze verzekering. Het eigen risico bij vermogensschade bedraagt € 12.500 per geval. Er zijn weliswaar enkele claims ingediend, maar geen hiervan is toegewezen c.q. heeft geleid tot een uitkering. Dit risico heeft zich dus niet voorgedaan. Door de uitgevoerde risico-analyse en het werken conform provinciale ISO-gecertificeerde afspraken is de kans op onrechtmatig handelen overigens kleiner geworden. Tot slot speelt op dit beleidsterrein het risico dat de provincie bij de feitelijke toepassing van bestuursdwang niet alle daarmee gemoeide kosten kan verhalen op de (failliete) overtreder. Dit risico valt niet onder een verzekering, maar wordt tot nu toe binnen de exploitatie opgevangen. In 2006 heeft zich één geval van uitvoering van bestuursdwang voorgedaan. De door de provincie voorgeschoten kosten hebben circa € 175.000 bedragen. In 2007 kan naar verwachting dit volledige bedrag op de betrokken partijen verhaald worden. Ruimte voor ruimte Het risico betreft tegenvallende opbrengsten uit de 1e tranche van het 'Ruimte voor Ruimte'-project ter uitvoering van de regeling beëindiging veehouderijtakken. Er is een voorziening gevormd om dit risico te kunnen opvangen. De stand van zaken medio 2006 is dat de intentieverklaringen zijn omgezet in bestuursovereenkomsten, die met op een na alle betrokken gemeenten zijn ondertekend. Het blijft mogelijk dat de met de gemeenten overeengekomen afdrachten niet tot uitbetaling komen als provincie en/of gemeente onverhoopt niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Op dit moment is bij geen enkele Ruimte voor Ruimte-locatie de planologische procedure onherroepelijk. Daardoor blijft de hoogte van de afdrachten aan de provincie nog enkele jaren onzeker. Concessies openbaar vervoer In de vervoerwetgeving is concurrentie in het openbaar vervoer door middel van aanbestedingen geïntroduceerd. Gelet op de contractduur van de meerjarige contracten en de te verlenen concessies gaat het om
120
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
vervoeropdrachten waarmee vele miljoenen aan provinciale bijdrage en voor vervoerders bijbehorende inkomsten zijn gemoeid. Zowel de contracten als de aanbestedingsprocedures brengen risico's met zich mee in de vorm van claims bij niet gunnen of bij uiteenlopende contractinterpretaties. In 2006 is één gerechtelijke procedure aangespannen met als positieve uitkomst het ongegrond verklaren van het ingediende bezwaar. Europese Programma’s De afrekening door de Europese Commissie van de programma’s 5B 1994-1999 en EPD 1997-1999 heeft inmiddels plaatsgevonden en heeft een gering positief saldo opgeleverd (valutavoordeel). Daarmee zijn de grote afrekeningen door de Europese Commissie uit de periode tot en met 1999 afgerond. Het ministerie van EZ moet het EPD 1997-1999 nog afrekenen. Over het algemeen volgt het ministerie van EZ het Brusselse besluit. In de jaren 2005 tot en met 2008 vinden geen noemenswaardige afrekeningen plaats. Vanaf 2009 zal de verantwoording over de programmaperiode 2000-2006 worden afgelegd. De risico’s voor deze afrekening zijn nu nog niet te taxeren. Voor het programma EPD 2000-2006 heeft de EUcommissie een audit uitgevoerd en hiervan is eind 2006 een concept-verslag ontvangen. De uitkomst van deze audit spitst zich toe op twee punten: • Niet compensabele BTW is niet subsidiabel. Dit punt brengt geen risico met zich mee omdat het ministerie van Financiën zich bij onjuiste verantwoordingen garant stelt voor eventuele nadelige gevolgen. • Over aanbestedingen onder de EU-drempel is een discussie ontstaan in hoeverre de provincies daarin een eigen beleid mogen voeren. Het ministerie van EZ zal 170 projecten integraal controleren op naleving van de voorwaarden en daarbij registreren hoe de aanbesteding heeft plaatsgevonden. De uitkomsten hiervan zullen in november 2007 bekend zijn. Deze uitkomsten en het verloop van de discussie over aanbestedingen onder de EU-drempel brengen een onzekerheid met zich mee over de subsidiabiliteit van de projecten binnen het EPD programma.
Krediet- en garantstellingen Per 31 december 2006 kent de Provincie Overijssel nog 10 instellingen waaraan garantstellingen op leningen zijn afgegeven tot een bedrag van afgerond € 39,4 miljoen. In 2006 zijn 7 leningen geconverteerd, waardoor de Provinciale garantstelling daarop is beëindigd. Eind 2007 zal het bedrag conform het aflossingsschema nog € 35,8 miljoen bedragen. De bestaande risicoprofielen zullen naar verwachting in 2007 niet wijzigen. Op één borgstelling na worden de provinciale garantstellingen afgedekt door een achterliggende garantstelling door het Rijk, waardoor het risico voor de provincie minimaal is. De eerder betwiste intrekking van een borgstelling is inmiddels door de betrokken instelling geaccepteerd. Subsidies en BTW De herijking van de subsidierelaties in het kader van de invoering van Stroomlijning en Sturing (S+S) c.q. SNSO, Subsidieverlening Nieuwe Stijl Overijssel, heeft er toe geleid dat wij meer alert zijn op het onderscheid subsidieverlening en opdrachtverlening. Tot op heden zijn wij van mening dat subsidies niet onder de werking van de Wet op de omzetbelasting 1969 vallen; op grond hiervan verlenen wij subsidies. In deze mening worden wij gesteund door een adviseur van PricewaterhouseCoopers, voormalig belastinginspecteur van het belastingkantoor Almelo. Belastingkantoor Randmeren is echter een andere mening toegedaan. Momenteel is over deze kwestie een rechtszaak gaande. Enerzijds over het vraagstuk wanneer is er sprake van opdrachtverlening en wanneer van subsidie in de zin van de Awb en anderzijds of het verstrekte bedrag wel of niet onderworpen is aan BTW-heffing. Op het moment dat er bij subsidies wèl sprake zou kunnen zijn van BTW-heffing, kunnen zich de volgende effecten voordoen. • voor eenzelfde bedrag dat nu aan subsidies verstrekt wordt, zouden dan minder prestaties geleverd kunnen worden. Dit wordt veroorzaakt doordat de door ons gesubsidieerde instellingen dan 19% BTW moeten afdragen over hun ‘omzet’ (lees: ontvangen subsidie). • als de provincie besluit dat BTW-heffing bij gesubsidieerde instellingen geen gevolgen mag hebben voor het niveau van de te leveren prestaties, dan betekent dat dat de beschikbaar gestelde middelen voor subsidies met 19% moeten worden verhoogd. Dit zal in totaal neerkomen op circa € 25
miljoen per jaar, uitgaande van een bedrag van ongeveer € 150 miljoen dat momenteel jaarlijks aan subsidies wordt verleend. In hoeverre deze mogelijke lastenstijging gecompenseerd zou kunnen worden via het BTW-compensatiefonds is op dit moment niet duidelijk. XL Business Park Twente (voorheen Regionaal Bedrijventerrein Twente, RBT) Het RBT, een gemeenschappelijke regeling, is per 18 mei 2005 inwerking getreden. Daarmee neemt de provincie deel in de ontwikkeling, exploitatie en beheer van dit bedrijventerrein. Het provinciale aandeel in het verwachte nadelige exploitatie-saldo van het RBT is binnen de begroting gedekt. De risicoaspecten binnen de exploitatie betreffen voornamelijk de te realiseren verwerving- en uitgifteprijzen. Gelet op de mogelijkheden die er zijn om tijdens de uitvoering van de grondexploitatie bij te sturen en de lange uitvoeringsperiode (ca. 20 jaar), is er vooralsnog geen aanleiding het weerstandsvermogen op te hogen. Overige verbonden partijen Bij de overige verbonden partijen (BNG, Oost NV, Essent, Vitens, WMO-beheer en Zuiderzeehaven) hebben zich geen risico’s voorgedaan die financiële gevolgen voor de provincie hebben gehad. Jeugdzorg In het kader van het wettelijk recht op jeugdzorg zijn bij de civiele rechter een aantal kort gedingen gestart gericht op verzilveren van een aanspraak. Tot nu toe konden de betrokken jongeren alsnog worden geplaatst omdat bij de betreffende zorgaanbieder extra zorgcapaciteit wordt ingezet vanuit het WOW-project (Wachtlijsten Overijssel Weg). Dit WOW-project is gefinancierd met tijdelijk geld tot 1 januari 2007. Wachtlijsten zullen in een of andere vorm blijven bestaan, waardoor het risico op het na rechterlijke uitspraken aanvullend verplicht financieren van een individuele aanspraak blijft bestaan. Takendiscussie welzijn, zorg en integratie De risico’s rond de frictiekosten Arcon en MOI zijn eind 2006 geregeld. Als gevolg van de takendiscussie is op het terrein van de PCP’s (patiënten consumenten platforms) per 1 januari 2007 € 360.000 bezuinigd. De 5 betrokken organisaties hebben de herijking zelf verder uitgewerkt en hebben een door de provincie gefaciliteerd veranderplan opgesteld. De PCP’s zijn
Jaarverslag 2006
121
(met wisselende voortvarendheid) bezig geweest om de taakstelling te realiseren en zullen formeel begin 2007 gefuseerd zijn. De financiële risico’s van de herinrichting zijn daarmee sterk afgenomen. Er zal wel nadrukkelijk provinciale aandacht moeten zijn voor de inrichting van het zorgvragersveld in 2007 en de opbouw van de nieuwe functies. Rond het faillissement van Spil Adviesgroep is door de curator een verzoek om financiering van de ‘wachtgelden’ aan ex-medewerkers. De huisadvocaat heeft geadviseerd deze claim af te wijzen. Begin 2007 zal moeten blijken of dit een juridisch geschil voor de rechter gaat worden (met bijbehorende publiciteit). Nazorg stortplaatsen Op grond van de wet heeft de provincie de altijd durende milieutechnische nazorg over afgesloten stortplaatsen. Het betreft hier drie stortplaatsen nl.: Boeldershoek, Elhorst Vloedbelt en Bovenveld. Om deze taak te bekostigen wordt een doelvermogen berekend voor uitvoering van de vereiste werkzaamheden. De risico’s voor het voor de nazorg benodigde doelvermogen betreffen hoofdzakelijk de herziening van de normheffing en het rendement op het Fonds nazorg gesloten stortplaatsen. Deze aspecten zijn momenteel voldoende afgedekt evenals andere mogelijke risico’s die de komende jaren spelen. Voor meer informatie over dit onderwerp wordt verwezen naar paragraaf 3.2.4 Heffingen. Fusie GOM/OOM Bij de fusie tussen OOM en GOM heeft de provincie € 907.560 ingebracht en heeft het merendeel van de afgesproken Overijsselse kapitaalinjectie plaatsgevonden via toetreding van de Universiteit Twente en Saxion Hogeschool (middels hun aandelen in het Innofonds). Het ministerie van Economische Zaken heeft van de provincie geëist om voor voldoende financiële middelen te zorgen ingeval Universiteit Twente en Saxion Hogeschool uit het participatiebedrijf Oost Nederland (PPM Oost) treden. In de aandeelhoudersovereenkomst wordt de mogelijkheid tot uittreden geboden als: • het ministerie van OC&W hiertoe een schriftelijke aanwijzing geeft; • het participatiebedrijf niet voldoet aan de doelstellingen en dit aantoonbaar te wijten is aan het participatiebedrijf. Om belastingtechnische redenen is Saxion inmiddels niet meer rechtstreeks aandeelaanhouder in PPM Oost, maar indirect als aandeelhouder in Oost NV. De kans op uittreding als gevolg van een aanwijzing
122
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
door het ministerie van OC&W is moeilijk in te schatten. De kans op uittreding als gevolg van niet voldoen aan de doelstelling wordt, gelet op de ervaringen met het Innofonds, door Oost NV als klein geschat. Als de kennisinstellingen op grond van het bovenstaande uittreden, zullen we eerst zoeken naar een derde partij om de aandelen van de kennisinstellingen over te nemen. Als er geen derde partij gevonden wordt, dient de provincie zelf de financiële middelen beschikbaar te stellen om de aandelen over te nemen. Het gaat hier om een bedrag van € 3 miljoen (volgens de inbrengverklaring bij de fusie). Door goed of slecht presteren van het participatiebedrijf kan dit bedrag nog wijzigen. In welke mate is op dit moment nog niet duidelijk. Bedrijfsgebouwen, onderzoek bodemverontreiniging bij provinciale steunpunten Naar aanleiding van de reorganisatie van de eenheid Wegen en Kanalen zijn inmiddels een aantal provinciale steunpunten gesloten. Vooruitlopend op het afstoten van de steunpunten vindt nader bodemonderzoek plaats. De omvang van de bodemverontreiniging, de risico’s en de daarmee samenhangende kosten zijn nog niet geheel duidelijk en mede afhankelijk van de toekomstige bestemming van deze steunpunten. Inmiddels is een project opgestart om naast de steunpunten ook andere objecten af te stoten. Het gaat nu in totaal om 45 objecten. Naast de steunpunten worden ook bedrijfsterreintjes en overige stukjes grond afgestoten. Het risico is daardoor afgenomen omdat de opbrengst van het totaal aantal objecten aangewend kan worden ter dekking van eventuele kosten van bodemverontreiniging. Daarnaast is een voorziening steunpunten ingesteld, waarin in 2006 een eerste storting is gedaan. Bedrijfsvoering Aanvullend op de hiervoor benoemde specifieke risico’s loopt de provincie risico’s in haar algemene bedrijfsvoering. Het is niet gebruikelijk hiervoor weerstandsvermogen te vormen. Indien deze risico’s zich voordoen wordt in eerste instantie binnen de begroting een oplossing gezocht. Ook bestaat er vaak voldoende beleidsvrijheid om risico’s op te vangen. Als specifiek risico binnen de bedrijfsvoering noemen wij ICT en de renovatie provinciehuis. Beide risico’s worden op dit moment als beheersbaar beoordeeld. B3-status cultuurinstelling Eén van de instellingen op het gebied van cultuur heeft per einde 2006 vrijwillig haar B3-status beëindigd. Een daartoe strekkende statutenwijziging is
door de provincie geaccordeerd. De B3-status houdt in dat de instelling door het ministerie van BiZa wordt gezien als een instelling die voor een belangrijk deel in stand wordt gehouden door middel van het verstrekken van overheidsbijdragen. Indien in de toekomst medewerkers gedwongen moeten worden ontslagen, bestaat er een (theoretische) mogelijkheid dat naar de provincie wordt gekeken voor een bovenwettelijke aanvulling (wachtgelden). De instelling heeft nu een reserve van € 70.000 om eventuele aanspraken op te vangen; zij ziet zichzelf primair verantwoordelijk, maar zal een mogelijk beroep in de toekomst niet op voorhand helemaal uitsluiten. Intern wordt onderzocht of, hoe hard en voor welke termijn die aanspraken (max. € 310.000) gelden. Europartenariat Op 29 december 2006 is een brief van de Europese Commissie ontvangen waarin wordt meegedeeld dat de Commissie tot de conclusie is gekomen dat de argumenten die de Stichting Europartenariat heeft aangevoerd tegen de voorgenomen terugvordering van de verstrekte subsidie, niet kunnen worden aanvaard. Dit betekent dat een bedrag van € 364.264 (20% van € 1.821.321) teruggestort moet worden. Voor dit bedrag is in deze jaarrekening een voorziening getroffen. Het risico komt hiermee te vervallen. N348 Bij de Najaarsnota 2006 zijn twee risico’s gemeld, een fiscaal dispuut met de gemeente Deventer en een mogelijk dekkingsprobleem door het wegvallen van een EU-subsidie. Nader onderzoek heeft uitgewezen dat beide risico’s zich niet meer voordoen.
Jaarverslag 2006
123
3.4 Onderhoud kapitaalgoederen 3.4.1 Inleiding Het onderhoud aan de kapitaalgoederen betreft het onderhoud aan gebouwen en provinciale infrastructuur. In deze paragraaf toetsen we de uitvoering in 2006 aan het vastgestelde beleid en de begroting.
3.4.2 Onderhoud gebouwen
3.4.3 Beheer en onderhoud provinciale infrastructuur
Beleid Aanvankelijk stond voor 2006 een meting van de onderhoudssituatie van alle gebouwen en terreinen op de agenda. Uitgangspunt daarbij was dat de renovatie van het provinciehuis in 2006 zou worden opgeleverd. Het provinciehuis maakt een belangrijk deel uit van het op te stellen onderhoudsplan. Op dit moment is de oplevering van het provinciehuis gepland in de maand mei van 2007. Daarnaast is een ingrijpende herinrichting van de provinciale steunpunten gaande. Deze zal naar verwachting pas in oktober/november van 2007 zijn afgerond. Op grond daarvan is de opstelling voor een nieuw onderhoudsplan van de provinciale gebouwen uitgesteld tot eind 2007. Financiën Binnen de begroting is een jaarlijkse onderhoudspost opgenomen voor de huisvesting. Voor het reguliere onderhoud van gebouwen is jaarlijks circa € 1 miljoen beschikbaar. Voor de renovatie heeft de provincie vanaf 1995 middelen gereserveerd. Het verloop van de Reserve renovatie provinciehuis voor de komende jaren is als volgt:
Bedragen x € 1.000
Reserve renovatie
Rekening
Begroting
Rekening
Provinciehuis
2005
2006
2006
Stand per 1 jan.
14.662
Toevoeging rente
220
182
182
Overige toevoeging
802
1.012
1.187
Onttrekking Stand per 31 dec.
124
14.572
14.572
1.660
1.042
1.840
14.024
14.724
14.101
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
De kosten die gepaard gaan met de renovatie van het Provinciehuis worden geactiveerd. Na ingebruikname (vanaf 2007) wordt een deel van de afschrijvingen en de toegevoegde rente ten laste van de reserve Renovatie Provinciehuis gebracht. Het restant deel van de afschrijving is in de begroting gedekt. Naast de Bestemmingsreserve Renovatie Provinciehuis zijn er geen voorzieningen en/of reserves voor onderhoud gevormd.
Beleid De provincie is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de provinciale infrastructuur. Het gaat hier om het beheer en onderhoud van wegen, waterwegen en kunstwerken. De provincie beheert 636 kilometer hoofdrijbaan, 168 kilometer parallelwegen en 527 kilometer fietspaden. Verder is de provincie verantwoordelijk voor onderhoud en beheer van 154 kilometer waterweg (waarvan 130 kilometer vaarweg). Beheer en onderhoud van kunstwerken heeft betrekking op 11 sluizen, 29 beweegbare bruggen en 250 vaste kunstwerken (bruggen, viaducten, duikers etc.). De leeftijd van deze kunstwerken varieert van 1 tot ruim 200 jaar; de gemiddelde leeftijd ligt op dit moment op 38 jaar en is stijgende. De onderhoudsbehoefte stijgt met de leeftijd maar het streven is door kritisch het onderhoud te controleren en door nog efficiënter te werken, dit binnen de bestaande begroting te realiseren. Voor het beheer en onderhoud van wegen en waterwegen is het uitgangspunt de normering zoals die is vastgesteld op 2 februari 2005 in de door PS vastgestelde ‘Normering kwaliteitsniveau beheer en onderhoud provinciale infrastructuur’. Door het beheer volgens deze normen uit te voeren wordt voorkomen dat er sprake is van kapitaalvernietiging vanwege uitgesteld noodzakelijk onderhoud. Bij de omschrijving van de te hanteren normen is gebruikgemaakt van landelijk geldende richtlijnen die door CROW (kenniscentrum voor infrastructuur) in publicaties zijn beschreven. De normen voldoen aan de eisen gesteld in wet- en regelgeving en sluiten aan bij wat gemiddeld gangbaar is in Nederland. Het kwaliteitsniveau is van dien aard dat juridische aansprakelijkheid als gevolg van ontoereikend beheer wordt uitgesloten.
Onderhoud wegen en waterwegen In 2005 is een meting uitgevoerd in relatie tot de door Provinciale Staten vastgestelde normen. Hieruit bleek er geen sprake was van achterstallig onderhoud. In 2007 wordt weer een meting gehouden op grond waarvan eventuele maatregelen zullen worden genomen. Onderhoud kunstwerken Het onderhoudsniveau van kunstwerken zoals beschreven in de Beleidsnota Rationeel Kunstwerkenbeheer 2000 blijft het uitgangspunt voor het beheer en onderhoud kunstwerken. De mate van onderhoud is er op gericht dat er niet meer onderhoud wordt verricht dan strikt noodzakelijk is om de functionaliteit, bedrijfszekerheid en veiligheid van de kunstwerken te waarborgen, tegen zo laag mogelijke kosten. Specifiek voor kunstwerken zijn door PS in 2005 nog geen normen vastgesteld. Ontwikkelingen Op basis van het vastgestelde kwaliteitsniveau en het PVVP 2005 wordt in 2007 een beleidsplan beheer en onderhoud provinciale infrastructuur aan de Staten gepresenteerd. Hierin worden de huidige beleidsplannen op het gebied van beheer en onderhoud wegen, waterwegen en kunstwerken geïntegreerd. Uitgangspunten voor het beleid is het handhaven van ten minste het niveau zoals dat is vastgelegd in de normering zoals vastgesteld door PS in 2005. De normen betreffen nu nog vooral het wegbeheer. In 2007 zal de normering worden uitgebreid voor de onderdelen waterwegen en kunstwerken.
Bedragen x € 1.000
Financiën (lasten, exclusief rente en afschrijving) Product
Beheer en onderhoud wegen Beheer en onderhoud waterwegen Beheer en onderhoud kunstwerken Totaal
Begroot
Realisatie
12.266
12.252
1.051
1.869
1.895 –––––––– 15.212
1.992 –––––––– 16.113
Jaarverslag 2006
125
3.5 Financiering 3.5.1 Inleiding In de wet Financiering Decentrale Overheden (Fido) en het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) worden een aantal regels en normen gesteld over financiering en daaraan gekoppelde risico’s bij lagere overheden. In deze paragraaf zetten wij uiteen hoe wij in 2006 aan deze eisen hebben voldaan. De financieringsparagraaf is een belangrijk instrument voor het transparant maken, en daarmee voor het sturen, beheersen en controleren van de financieringsfunctie. Aandacht wordt besteed aan het beleid, het risicobeheer en de verwachte financiële positie van de provincie. In 2006 hebben we voldaan aan de wettelijke eisen en normen met betrekking tot de financieringsrisico’s. Gedurende het gehele jaar is er een aanzienlijk positief kassaldo geweest. In 2006 is de laatste opgenomen geldlening door de provincie afgelost. Gezien de liquiditeitsprognose zien wij voorlopig geen aanleiding om nieuwe leningen aan te trekken. Op basis van de verwachte verschillen tussen debet- en creditrente blijft het voordeliger om beschikbare eigen middelen voor financiering van uitgaven in te zetten.
Het Treasury statuut geeft het kader weer waarin de financierings- en beleggingsactiviteiten van de provincie Overijssel plaatsvinden. Dit ter beperking en beheersing van de risico’s die hiermee gepaard kunnen gaan. Transparantie en effectieve en efficiënte inzet van middelen zijn de voornaamste voorwaarden voor het beperken en beheersen van deze risico’s. In 2006 is de positie van de Nederlandse economie sterk verbeterd ten opzichte van de jaren daarvoor. De economische groei ligt hoger, de inflatie bedroeg gemiddeld 1,1%. Dit heeft gedurende het gehele jaar geleid tot een stijgende korte rente (< 1 jaar). De lange rente is in 2006 redelijk stabiel gebleven. Deze beweging heeft er toe geleid dat de korte en lange rente (10 jaars) de laatste maanden van 2006 vrijwel op hetzelfde niveau lagen. Voor 2007 verwachten wij nog een beperkte stijging van de korte en lange rente. Onze rentevisie wordt steeds opgesteld op basis van actuele informatie van een aantal banken (waaronder onze huisbankier) en andere financiële instellingen. De vertaling van de rentevisie naar het beleggingsbeleid vindt plaats in de treasuryactieplannen. In 2006 zijn twee treasuryactieplannen opgesteld. Het uitgangspunt blijft om op een verantwoorde manier de liquide middelen uit te zetten.
3.5.2 Beleid 3.5.3 Risicobeheer Het financieringsbeleid richt zich op de financiering van de beleidsuitvoering, de publieke taken van de provincie, en het uitzetten van geldmiddelen die daarvoor niet per direct nodig zijn. De wettelijke grondslag voor de te verstrekken informatie over de financiering wordt gevormd door de wet Fido. Daarnaast zijn door Provinciale Staten in maart 2003 vastgesteld: • Verordening Financieel Beheer provincie Overijssel; • Treasury statuut provincie Overijssel 2003 Deze verordeningen vormen ondersteunende instrumenten in het kader van de kaderstellende en controlerende rol. De Verordening Financieel Beheer provincie Overijssel gaat in op de verantwoordelijkheden voor het financiële beheer, het systeem van planning en control, verantwoordelijkheden en taken van de provinciecontroller en verantwoordelijkheden en taken van budgethouders en budgetbeheerders.
126
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Het Treasury statuut geeft de risico’s aan die intern beheerst moeten worden: rente-, koers-, krediet- en liquiditeitsrisico’s. Voor elk risico geven we aan hoe de provincie hier mee omgaat. Renterisico’s De Wet Fido geeft de lagere overheden wettelijke kaders voor het beheersen van renterisico’s. Het renterisico wordt omschreven als de mate waarin het saldo van de rentelasten en –baten wordt beïnvloed door mogelijke wijzigingen in het rentepercentage. Er zijn normen onderscheiden voor risico’s op kortlopende schulden (kasgeldlimiet) en op langere termijn (renterisiconorm). Kortlopende schulden De Wet Fido geeft aan dat de netto-vlottende schuld niet hoger mag zijn dan de kasgeldlimiet. De nettovlottende schuld is het saldo van de schulden korter
dan 1 jaar en het aanwezige kasgeld op de rekeningcourant en deposito’s. De kasgeldlimiet wordt uitgedrukt als een percentage van de jaarlijkse begroting (2006: 7%). De provincie heeft, evenals in 2005, in 2006 aan de kasgeldlimiet voldaan (zie onderstaand overzicht). Bedragen x € 1 miljoen
Toets kasgeldlimiet
31-12-06
31-12-05
422
303
7%
29,5
21,2
Totaal netto vlottende schuld
47,3 - 176,2 –––––––– - 128,9
30,1 - 139,4 –––––––– - 109,3
29,5 - 128,9 –––––––– - 158,4
21,2 - 109,3 –––––––– - 130,5
Omvang Begroting (2006 na wijziging) Toegestane kasgeldlimiet (t.o.v. Begroting) Omvang kortlopende schulden (balans) Vlottende middelen
Kasgeldlimiet Netto vlottende schuld Ruimte
Langlopende schulden Het renterisico op langlopende schulden, b.v. door herfinanciering of renteherziening, mag de wettelijke renterisiconorm niet overschrijden. De renterisiconorm is vastgesteld op 20 procent van de vaste schuld per 1 januari van een jaar. Net als in 2005 hebben we ook dit jaar aan deze norm voldaan, aangezien herfinanciering en renteherziening niet aan de orde waren. De langlopende lening ad € 18,151 miljoen is in 2006 afgelost.
Bedragen x € 1 miljoen
Toets renterisiconorm
Renterisiconorm Overijssel (20% van 18,2) af: saldo renteherziening en herfinanciering Ruimte
31-12-06
-/-
31-12-05
3,63
3,63
–––––––– 3,63
–––––––– 3,63
Koersrisico’s De koersrisico’s worden beperkt door te beleggen in vastrentende waarden, met hoofdsomgarantie, en in Euro. Dit betekent dat de provincie belegt in deposito’s en rekening courant tegoeden. Ook in 2006 heeft de provincie voldaan aan dit beleggingsprofiel. Kredietrisico’s In het kader van het kredietrisico (de garantie dat de hoofdsom wordt terugbetaald) wordt alleen belegd in vastrentende waarden van financiële ondernemingen met minimaal een A-rating en/of Nederlandse collegaoverheden of instanties die de publieke taak dienen. Deposito’s worden niet meer uitgezet bij financiële instellingen zonder rating met kredietwaardigheid vergelijkbaar met een financiële instelling met A-rating. Voor woningbouwcorporaties wordt bovendien een maximum gesteld aan de uitzettingen per tegenpartij.
Bedragen x € 1 miljoen
Kredietrisico op verstrekte gelden
Woningcorporaties Financiële instellingen (creditrating A en hoger) Totaal
31-12-06
31-12-05
99,8
66,8
157,6 –––––––– 257,4
188,6 –––––––– 255,4
Liquiditeitsrisico’s Het liquiditeitsrisico (het kunnen voldoen aan de operationele betalingsverplichtingen) kan worden geminimaliseerd door de liquide middelen zoveel mogelijk af te stemmen op de inkomsten en de uitgaven, waarvoor een liquiditeitsplanning noodzakelijk is. De gelden zijn zodanig belegd dat regelmatig een belegging vrij komt ter dekking van onvoorziene gebeurtenissen. Hierdoor zijn er op korte termijn altijd voldoende middelen beschikbaar. Daarnaast streven wij naar een positief rekening courant saldo (geen rood staan, vanwege de relatief hoge kosten). Relatiebeheer De huisbankier van de provincie is de Rabobank. Op ambtelijk niveau worden de contacten met diverse financiële instellingen onderhouden.
Jaarverslag 2006
127
3.5.4 Financiële positie De financiële positie van de provincie is ook in 2006 gunstig geweest. Er was gedurende het gehele jaar een fors positief kassaldo. Uitzettingen Kasgeldoverschotten worden tijdelijk uitgezet op deposito’s conform het treasury statuut. Per 31 december 2006 is € 223 miljoen uitgezet op deposito’s, het restant staat op spaarrekeningen en/of rekeningen courant. Alle deposito’s vallen vrij in 2007. In de Programmabegroting 2006 werd voor ultimo 2006 een kassaldo verwacht van € 230 miljoen, de werkelijke stand bedraagt € 257 miljoen (ultimo 2005: € 255 miljoen). Opgenomen geldleningen In 2006 is de laatste langlopende lening (€ 18,151 miljoen, rentepercentage van 5,92 procent) geheel afgelost. Gezien de goede liquiditeitspositie is het voorlopig niet nodig om extra leningen aan te trekken. Verstrekte geldleningen De provincie heeft eind 2006 € 42,7 miljoen aan leningen verstrekt (2005: € 43,6 miljoen). Dit bestaat grotendeels (92%) uit een achtergestelde, niet opeisbare lening aan Essent N.V van € 39,3 miljoen. Tegenover deze lening staat een bestemmingsreserve. In 2006 is verder € 3,4 miljoen (2005: € 4,2 miljoen) aan DLG uitgeleend als voorfinanciering van grondaankopen in verband met landinrichtingsprojecten. De overige leningen zijn verstrekt aan medewerkers (PC-privé) en diverse Kruiswerkorganisaties. Het gaat hier om relatief geringe bedragen.
128
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Rentebaten Er is in 2006 € 8,3 miljoen aan renteopbrengsten gerealiseerd (2005: € 5,6 miljoen). Dit is inclusief een renteopbrengst van € 0,7 miljoen op de uitgezette gelden van het fonds ‘Voorfinanciering RW 35’ en het RMF. In de begroting 2006 werd uitgegaan van een totale renteopbrengst van € 6,6 miljoen. De positieve afwijking in de rentebaten ten opzichte van 2005 heeft twee oorzaken: de stijgende rente in 2006 waardoor een hoger gemiddeld rendement is gerealiseerd dan in 2005 (3,1% tegenover 2,6%) en een gemiddeld hoger kassaldo in 2006 dan in 2005 door de eind 2005 ontvangen dividenduitkering van WMO Beheer. Ten opzichte van de begroting 2006 is de hogere rente-opbrengst vooral te verklaren door de rentestijging, die in 2006 is ingezet. De stijgende trend in de rente is gedurende 2006 voorzichtigheidshalve niet geheel meegenomen in de begroting.
3.6 Bedrijfsvoering
samenhangend HRM beleid ontwikkeld als belangrijke bouwsteen bij de realisering van de provincie van de toekomst.
3.6.1 Inleiding Onze bedrijfsvoering staat ten dienste van het realiseren van de doelen uit het Onderhandelingsakkoord ‘Ruimte voor Actie’ en de verdere uitwerking daarvan. Wij willen interactief werken: burgers, gemeenten en organisaties daar op een adequate wijze bij betrekken. Wij willen ook integraal werken, dus vanuit verschillende invalshoeken tegelijk. We willen werken met een professionele organisatie, die zich aanpast aan veranderingen in de omgeving en die in staat is haar producten en diensten op een steeds betere wijze te produceren. Ook willen we uiteraard onze produkten en diensten doelgericht en doelmatig voortbrengen. Vanuit alle onderdelen van de bedrijfsvoering wordt hieraan bijgedragen. In dit hoofdstuk wordt eerst ingegaan op het personeelsbeleid. Vervolgens komt ‘Investors in people’ aan bod. Daarna wordt achtereenvolgens ingegaan op het milieubeleid, informatiebeleid/electronische overheid, rechtmatigheid en doelmatigheid en doeltreffendheid. Deze paragraaf wordt afgesloten met een overzicht van de planning& controlcyclus.
3.6.2 Personeelsbeleid Algemeen In 2006 zijn in het kader van het Masterplan ‘De provincie werkt’, waarvan de kwaliteitsimpuls voor de organisatie een van de elementen is, een aantal initiatieven genomen op het gebied van personeelbeleid. Er is een onderzoek naar de stijl van leervoorkeuren gehouden om te achterhalen hoe medewerkers zich het best ontwikkelen en er is een analyse gemaakt van de benodigde competenties en managementaanpak. De Werkplaats voor Ontwikkeling is gerealiseerd met daarbinnen ‘Mijn Werkplaats’. Iedere medewerker beschikt op dit moment over een eigen digitale werkplaats. Er zijn mogelijkheden voor opleidingen, e-learning, testen en het opdoen van andere werkervaring om zich optimaal voor te bereiden op het vervolg van hun loopbaan en de provincie van de toekomst. Er zijn hoogwaardige project- en programmaleiders van buiten geworven op een aantal cruciale strategische dossiers die tevens als coach en mentor fungeren voor interne medewerkers met groeipotentieel. In het laatste kwartaal van 2006 is, door middel van een speciaal werk-leertraject voor alle P&O adviseurs en P&O beleidsmedewerkers, een nieuw,
Personeelsbeleid De vorming van het nieuwe team Beleidsinformatie was de laatste grootschalige reorganisatie die plaatsvond als uitvloeisel van het Collegeakkoord van 2003. De reorganisaties van de eenheden Landbouw, Natuur & Landschap (LNL) en Wegen & Kanalen (WK), die in 2005 zijn uitgevoerd, zijn in 2006 afgerond. De afspraken uit de CAO die eind 2005 is overeengekomen tussen de vakbonden en het IWV (werkgeversverband van IPO), evenals de gevolgen van een aantal grootschalige wijzigingen in de landelijke arbeidsvoorwaarden zoals de invoering van de levensloop en het nieuwe zorgstelsel, zijn in 2006 verder uitgewerkt en opgenomen in de CAP (Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies). Arbeidsomstandighedenbeleid In 2006 heeft de Europese aanbesteding plaatsgevonden voor een nieuwe arbodienstverlener waarbij vraaggericht is ingekocht. Hierdoor is maximale flexibiliteit gecreëerd om het gezondheidbeleid de komende jaren verder handen en voeten te geven. Dit gaat verder dan louter inzetbaarheid en het voorkomen van ziekteverzuim maar concentreert zich ook op het verbeteren van de gezondheidssituatie én daarmee aan de productiviteit van onze medewerkers en organisatie op de lange termijn. Vanaf 2007 zal de provincie Overijssel opnieuw gebruik maken van de diensten van Maetis maar met een andere bedrijfsarts dan de afgelopen jaren. Integriteitsbeleid Integriteit betekent dat een medewerker van de provincie Overijssel zijn functie adequaat en zorgvuldig uitoefent in het licht van zijn positie en verantwoordelijkheden. Het gaat om niet meer en minder dan goed ambtenaarschap: eerlijk, betrouwbaar en onkreukbaar zijn. Het integriteitsbeleid van de provincie Overijssel is vastgelegd in de nota 'Voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik provincie Overijssel'. Hierin zijn eerder vastgestelde maatregelen die in onze organisatie zijn getroffen gecombineerd en in samenhang geformuleerd. In 2006 zijn, in het besef dat nooit helemaal te voorkomen is dat er integriteitsschendingen plaatsvinden, ook de spelregels rondom integriteit aangescherpt. De rechtspositieregeling is aangevuld met het afleggen van de ambtseed/-belofte en de verplichte melding en/of openbaarmaking van nevenwerkzaamheden.
Jaarverslag 2006
129
Personele formatie en bezetting De selectieve vacaturestop die in de loop van 2003 is ingesteld, is ook in 2006 gehandhaafd. In het kader van de takendiscussie vindt vermindering van de formatie plaats, waarbij is uitgesproken dat dit zonder gedwongen ontslagen gaat. Bij uitzondering kan door de directie ontheffing worden verleend op deze vacaturestop. Dit is in 2006 26 keer verleend. Gedurende 2005 was 14 keer ontheffing verleend; door het behalen van de taakstelling bij de meeste eenheden was het mogelijk vaker extern te werven.
Opbouw personeelsbestand Op 31 december waren er 912 medewerkers in dienst, waarvan 560 mannen en 352 vrouwen. Er zijn 48 medewerkers in dienst getreden en 61 medewerkers hebben de provincie verlaten. De belangrijkste redenen van vertrek waren het ingaan van FPU (24) of het ontslag op eigen verzoek (33). De uitstroom is exact gelijk aan dat van 2005, de instroom is licht toegenomen. In 2005 kwamen er 25 medewerkers nieuw in provinciale dienst, in 2006 verwelkomden de provincie 48 nieuwe medewerkers.
Met het in zicht komen van het einde van deze collegeperiode is de toegestane formatie ten opzichte van 2005 gedaald ten einde de afgesproken taakstelling te kunnen realiseren. De toegestane formatie, al rekening houdend met het per 1/1/2007 ingaande effect van de taakstelling, daalde van 926 fte naar 864 fte, een daling van 61 fte. De feitelijke bezetting, bestaande uit medewerkers met een aanstelling voor onbepaalde of bepaalde tijd, is eind 2006 804 fte. De relatieve feitelijke bezetting is weer op het niveau van 2004, te weten 93 procent ten opzichte van de toegestane bezetting (deze was flink gedaald van 92 procent in 2004 naar 88 procent in 2005 als voorbereiding op het realiseren van de taakstelling).
Het percentage vrouwen ten opzichte van de totale bezetting is vrijwel ongewijzigd gebleven (van 38,31 % naar 38,59 %). Het aantal vrouwen in taakgroep 11 bedraagt in 2006 26 procent. In 2005 bedroeg dit 24 procent. Een vergelijking met voorgaande jaren is niet mogelijk gezien de invoering van ons nieuwe functiewaarderingssysteem fuwaprov. Leeftijdsopbouw In 2006 is de gemiddelde leeftijd licht gestegen maar minder dan in voorgaande jaren. Vorig jaar was de gemiddelde leeftijd 45,8 jaar; afgelopen jaar bedroeg dit precies 46 jaar. Doordat een aantal eenheden de taakstelling hebben gerealiseerd, is de instroom van nieuwe (jongere) medewerkers toegenomen. De gemiddelde leeftijd van mannen is 48,2 jaar en de gemiddelde leeftijd van vrouwen komt op dit moment op 42,5 jaar. De leeftijdsopbouw in de provincie Overijssel komt overeen met de gemiddelde leeftijdsopbouw in de sector provincies.
fte’s
Toegestane formatieplaatsen
1000
950
900
850
800 2002
130
2003
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
2004
2005
2006
2007
2008
Aantal personen
Bezette formatieplaatsen per functieschaal per 31-12-2006
250 200 150 100 50 0 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
mannen vrouwen totaal Percentages deeltijders
50
Percentages
Jaren
Gemiddelde leeftijd personeel
48 46
80 70 60 50 40
44
30
42
20 40
10 0
38 2002
2003
2004
2005
2006
2002
mannen
mannen
vrouwen
vrouwen
totaal
totaal
2003
2004
2005
2006
Deeltijdarbeid In 2006 vond er een tegengestelde beweging plaats in vergelijking met het jaar ervoor. Het percentage mannen dat in deeltijd werkt, is in 2006 afgenomen van 32,8 procent in 2005 naar 30,7 procent in 2006. Het percentage in deeltijd werkende vrouwen is daarentegen toegenomen van 67,8 procent naar 70,5 procent. De gemiddelde deeltijder heeft een aanstelling van 0,74 fte.
Jaarverslag 2006
131
Levensloop Met ingang van 1 januari 2006 is het mogelijk voor medewerkers om te sparen voor levensloopverlof. Op 31 december 2006 maakten 27 medewerkers daarvan gebruik. Overige medewerkers (597) maken vooral gebruik van de spaarloonregeling. Ziekteverzuimbeleid In 2006 is Wet Reïntegratie Arbeidsgehandicapten (REA) afgeschaft en de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) ingegaan. Het provinciaal beleid is er opgericht om medewerkers met een gehele of gedeeltelijke WAO/WIA-uitkering waar mogelijk binnen de provinciale organisatie te (her)plaatsen. Medewerkers met een WAO uitkering en jonger dan 55 zijn in 2006 op basis van strengere criteria opnieuw gekeurd door het UWV. In alle tien de gevallen is er niets gewijzigd in de mate van arbeidsgeschiktheid. Het ziekteverzuimpercentage is in 2006 gestegen van 3,57 procent naar 4,23 procent. Het is helaas niet gelukt om het ziekteverzuim op gelijk niveau te houden met voorgaande jaren (3.5 procent). De ziekmelding-frequentie over 2006 is wel gedaald van 1,57 naar 1,47. Net als in 2005 is er ook in 2006 geen enkele medewerker ingestroomd in de WIA.
Percentages
Ziekteverzuimpercentages
5 4 3 2
3.6.3 Investors in people In 2006 heeft een tweede tussentijdse review plaatsgevonden van Investors in People met de medewerking van de externe auditor (BSI certificeringsinstituut) en de door BSI opgeleide interne assessoren. De uitkomsten hiervan zijn opgepakt door de organisatie. Iedere eenheid heeft een actieplan en er is een handreiking gemaakt voor het maken van PWOP’ s zodat medewerkers de slag kunnen maken van De Kwaliteitsimpuls naar Mijn Kwaliteitsimpuls. Het werken aan Mijn kwaliteitsimpuls wordt gefaciliteerd door ‘Mijn Werkplaats’ die voor iedere medewerker beschikbaar is. Met bovenstaande aanpak is de organisatie in 2006 goed voorbereid voor de 3-jaarlijkse audit die in het eerste kwartaal van 2007 gehouden zal gaan worden. Deze audit zal moeten uitwijzen of er genoeg vooruitgang zit in de ontwikkeling en uitvoering van het HRM beleid van de provincie om het Investors in People certificaat te behouden.
3.6.4 Milieubeleid Ondanks het nieuwe werken in het gerenoveerde provinciehuis (TOOL) en de reorganisatie bij WK hebben we in 2006 een groot deel van de geplande activiteiten uit het meerjarenplan van het Milieu Managementsysteem kunnen uitvoeren. De nog openstaande acties uit 2006 en de nieuwe verbeterpunten zijn opgenomen in het milieu jaarplan 2007. De milieuprestaties 2006 zijn opgenomen in de milieubarometer. Senter Novem verwerkt deze gegevens uit de barometer jaarlijks in een landelijke benchmark.
1 0 2002
2003
2004
2005
2006
3.6.5 Informatiebeleid Voor wat betreft de informatievoorziening was 2006 gericht op de renovatie, de verhuizing en de introductie van electronisch dossierbeheer (EDO) en de nieuwe manier van werken (TOOL). Naast deze omvangrijke operaties is in het kader van het informatiebeleid vooral aandacht besteed aan de inrichting van en de sturing op het informatiebeleid. Een belangrijk aspect hierin is het opzetten van een architectuur-overleg geweest en het opstellen van een streefbeeld informatie-architectuur voor 2011. De richtlijnen uit de Verklaring ‘Betere dienstverlening, minder administratieve lasten’ en de Nederlandse
132
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
referentie-architectuur zijn hier leidend in geweest. Ook de planning en controlcyclus inzake informatisering en automatisering volgens een jaarcyclus is herontworpen en geïmplementeerd. Naast deze concernbrede onderwerpen zijn deelstudies uitgevoerd over de nieuwe behoefte aan informatiestromen en werkprocessen tengevolge van stroomlijning vergunningverlening, handhaving en subsidieverlening. Ook zijn enkele omvangrijke migraties van het financieel informatiesysteem voltooid.
3.6.6 Rechtmatigheid Normenkader In 2006 is het normenkader rechtmatigheid aangepast aan de nieuwe landelijke regelgeving, de kadernota rechtmatigheid. In deze nota zijn aanpassingen gedaan op basis van ervaringen met een aantal jaren controle op rechtmatigheid. Belangrijkste wijzigingen zijn dat collegebesluiten, waaronder het inkoop- en aanbestedingsbeleid in Overijssel niet onder de rechtmatigheidscontrole valt. Verder is inzichtelijk gemaakt welke effecten geconstateerde fouten hebben. Het normenkader rechtmatigheid 2006 is als volgt: - de goedkeuring- en rapporteringtoleranties bij de controle op rechtmatigheid worden vastgesteld conform de wettelijke richtlijnen (1% voor fouten en 3% voor onzekerheden); - binnen het voorwaardencriterium wordt getoetst of wettelijke regelgeving en besluiten van Provinciale Staten worden nageleefd, voorzover deze regelgeving bepalingen bevat die van toepassing zijn op het financiële beheer c.q. het verrichten van beheershandelingen met financiële gevolgen en die betrekking hebben op de criteria: recht, hoogte en duur; - het begrotingscriterium wordt voor de programmakosten vastgesteld op programmaniveau en voor de personeelsgebonden kosten op het totaal aan personeelsgebonden kosten. In de productbegroting is per product aangegeven welke relevante interne en externe wet- en regelgeving van toepassing zijn bij de uitvoering. In het bijlagenboek bij de begroting is een algemeen overzicht opgenomen met de externe wet- en regelgeving die op de uitvoering van toepassing zijn. In het bijlagenboek is voorts in overeenstemming met de Algemene Subsidieverordening Overijssel 2006 een overzicht opgenomen met de interne regelgeving en bijbehorende budgetten die beschikbaar zijn om via subsidieverlening uitvoering te geven aan de provinciale
beleidsdoelen. Juridische kwaliteitszorg Overijssel is landelijk een voorbeeld voor een andere manier van omgaan met regels door de behaalde resultaten op het gebied van deregulering en de inzet van mediation. Vanaf 1 januari 2006 is een mediationloket voor externe geschillen gestart. Aandacht voor dejuridisering loont: door vroegtijdig conflicten op te lossen wordt in 50% van de bezwaarschriften een oplossing gevonden zonder de juridische procedure te doorlopen. Persoonlijk contact maakt maatwerk mogelijk zodat belangen achter ingenomen standpunten (alsnog) duidelijk worden en duidelijk wordt waar gemeenschappelijke belangen en mogelijke oplossingen liggen. Dit betekent ook dat er minder zaken voorgelegd worden aan de rechter. In primaire besluitvormingsprocessen zijn eenheden in principe zelf aan zet. Eenheden vragen echter dikwijls juridisch advies en nodigen uit om mee te denken in het primaire proces. Dit wordt alleen gedaan als evident is dat de juridische expertise bij de eenheid niet toereikend is of specialisatie gewenst is. Zowel juridische advisering als de behandeling van bezwaarschriften hebben een sterke positie verworven richting college, directie en eenheden doordat op basis van grondige kennis en kunde telkens adequaat advies wordt gegeven. In de advisering spelen naast juridische risico's ook bureaucratische aspecten een belangrijke rol. Meer pro-actieve vormen van juridische advisering zijn het op eigen initiatief advies te geven naar aanleiding van nieuwe wetgeving of ontwikkelingen in rechtspraak die voor de provincie van belang zijn. De vorm van het advies kan verschillend zijn: algemene notities of folders, het opstellen van modellen of het coördineren van noodzakelijke provinciale acties. Uitvoering actieplan rechtmatigheid De afgelopen drie jaar hebben we een goedkeurende accountantsverklaring gekregen. Om dit te continueren zijn we in 2006 voornamelijk bezig geweest rechtmatigheid verder te implementeren binnen de organisatie. Hiervoor is een onderzoeksplan rechtmatigheid door de directie vastgesteld en uitgevoerd. Onderwerpen die uit dit onderzoeksplan uitgevoerd zijn in 2006: • Steekproefsgewijze interne toetsing op de werking van het nieuwe inkoop- en aanbestedingsbeleid; • Steekproefsgewijze interne toetsing op de werking van regelgeving op subsidies/regelingen.
Jaarverslag 2006
133
In de rechtmatigheidsaudits is hier expliciet aandacht aan besteed waarbij intern het gehele inkoop- en aanbestedingsbeleid, geldend per 1 januari 2006 getoetst is en niet alleen de Europese regelgeving. Ook zijn alle criteria voor wat betreft regelgeving en niet alleen recht, hoogte en duur zoals vermeld in het normenkader rechtmatigheid onderzocht. Verder zijn er in samenwerking met juridische zaken afspraken gemaakt over het structureel inbedden van de wetten en aanpassingen in wetten in het normenkader. In het juridisch overleg komt rechtmatigheid ook standaard aan de orde. Met de inkoopcoördinator is afgestemd hoe we kunnen realiseren dat inkopers vooraf zich bewust zijn van de rechtmatigheidseisen zodat er minder toetsing achteraf hoeft plaats te vinden. In 2007 krijgt dit zijn beslag in de organisatie.
3.6.7 Doelmatigheid en doeltreffendheid Doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken Onderzoeken naar doelmatigheid en doeltreffendheid/ doelgerichtheid zijn belangrijk om het functioneren van de organisatie te meten en waar gewenst bij te sturen. Doelmatigheid betreft het realiseren van prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen. Doeltreffendheid betreft de mate waarin de gewenste prestaties en de beoogde effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden gerealiseerd. De Provinciewet verplicht Gedeputeerde Staten jaarlijks onderzoek uit te voeren naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van het gevoerde bestuur. De onderzoeken zijn vooral gericht op de vraag of de beleidsdoelen van de provincie Overijssel doelmatig (efficiënt) worden gerealiseerd en wat de organisatie daarvan kan leren. De onderzoeksplicht van Gedeputeerde Staten staat los van onderzoeken die de Provinciale Rekenkamer naar doelmatigheid en doelgerichtheid kan uitvoeren. Doelmatigheidsonderzoek 2006 In 2006 heeft GS besloten tot het uitvoeren van een doelmatigheidsonderzoek naar Gebiedsgericht Werken. In deze paragraaf informeren wij u over de conclusies en aanbevelingen van het doelmatigheidsonderzoek. Hiermee is invulling gegeven aan de verplichting op grond van artikel 217 Provinciewet en de Verordening Doelmatigheidsonderzoeken om onderzoek naar doelmatigheid van werkprocessen te verrichten.
134
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
De keuze van dit onderwerp had vooral als doel om te beoordelen of de interne samenwerking tussen Front Office en Back Office doelmatig is geweest. Het doelmatigheidsonderzoek geeft hierbij ook invulling aan de wens van GS om een interne evaluatie naar Gebiedsgericht Werken uit te voeren. Het doelmatigheidsonderzoek is opgezet als een kwalitatief onderzoek. Er is gevraagd naar de beleving van medewerkers met Gebiedsgericht Werken. Aan de hand van interviews zijn twee vragen beantwoord: - Is de ambtelijke samenwerking tussen front office (gebiedsteams) en back office doelmatig? - Zijn er verbeteringen mogelijk om de ambtelijke samenwerking tussen front office en back office doelmatiger te maken? Het antwoord op de eerste vraag luidt dat Gebiedsgericht Werken een meerwaarde voor de organisatie heeft. Maar de samenwerking kan doelmatiger. Om de samenwerking doelmatiger te maken, zijn er aanbevelingen ter verbetering opgesteld. Er zijn drie aandachtspunten waarop de doelmatigheid van de samenwerking kan verbeteren, die hieronder worden toegelicht. Communicatie Geconstateerd is dat het voor alle geïnterviewden moeilijk is de successen van Gebiedsgericht Werken te benoemen, hoewel iedereen overtuigd is van de meerwaarde. De meerwaarde zit in het bevorderen van integraal werken, samenwerken en het versterken van gebiedsprocessen. De aanbeveling hierbij is om successen te delen en te vieren om zo draagvlak voor Gebiedsgericht Werken te creëren. Een project om te vieren is bijvoorbeeld ‘vroegtijdig schoolverlaten’ waarbij de samenwerking tussen gemeenten, provincie en stedendriehoek goed is uitgewerkt. Het project is in gezamenlijkheid ontstaan. Organisatie Er worden veel interne netwerken gebruikt door de Front Office om projecten over te dragen aan de Back Office. Er zijn ook voorbeelden te noemen waar de Front Office en Back Office samen optrokken om het project te realiseren zoals bij het project ‘Loozensche Linie’. Uit het onderzoek blijkt echter dat de overdracht tussen de Front Office en de Back Office vaak veel energie kost. Het is van belang om de huidige structuur te optimaliseren zodat er minder energie verloren gaat bij de overdracht van projecten tussen front office en back office.
De belangrijkste aanbeveling hierbij luidt om de werkwijze van de verschillende gebiedsteams te stroomlijnen. Deze werkwijzen zijn bij de start van Gebiedsgericht Werken bewust los gelaten. Momenteel is het, zeker ook in het kader van het pMJP, van belang de werkwijzen te stroomlijnen en van elkaar te leren. De slagkracht van Gebiedsgericht Werken zou hierbij vergroot kunnen worden door verantwoordelijkheden voor budget en middelen naar de Gebiedsgericht Werken organisatie over te dragen. Wellicht kan ook een pool van projectleiders in de back office hier aan bijdragen. Het benutten van de wederzijdse netwerken van front en back office is een andere mogelijkheid.
Administratieve organisatie Een actuele en adequate administratieve organisatie (AO) vormt de basis voor het doelmatig en rechtmatig handelen van de organisatie. De verschillende rollen, bevoegdheden en verantwoordelijkheden worden controleerbaar gescheiden uitgevoerd. De toenemende digitalisering van de externe dienstverlening, de andere manier van werken in het flexibele kantoorconcept en enkele organisatie-aanpassingen hebben recent geleid tot wijziging van processen. Deze is steeds per deelgebied op projectmatige wijze opgepakt. Om de evenwichtigheid en kwaliteit van de AO te handhaven, worden in 2007 organisatiebreed de prioritaire processen doorgelicht en (opnieuw) eenduidig vastgelegd.
Borging Geconcludeerd wordt dat de positie van Gebiedsgericht Werken onvoldoende is ingebed in de organisatie. Medewerkers geven aan dat het van belang is dat directie en gedeputeerden de verschillende projecten steunen. Wanneer dit gebeurt, is het eenvoudiger om projecten gerealiseerd te krijgen. De beleving van medewerkers is dat zij niet altijd voldoende steun vanuit bestuur en directie ondervinden. De aanbeveling is dan ook om te zorgen dat zowel door het bestuur (gebiedsgedeputeerde) als door de directie (vaandeldrager) expliciet aandacht wordt besteed aan Gebiedsgericht Werken.
Handhaving en Vergunningverlening Voor meer informatie over deze onderwerpen wordt verwezen naar de bijlage Kwaliteitseisen Milieubeheer.
Het doelmatigheidsonderzoek naar Gebiedsgericht Werken is gelijktijdig uitgevoerd met de externe evaluatie naar Gebiedsgericht Werken en de evaluatie van het Grote Stedenbeleid. De resultaten van de drie onderzoeken worden gebruikt voor een verbetering van Gebiedsgericht Werken in de nieuwe bestuursperiode. Doelmatigheidsonderzoek 2007 Het onderzoek voor 2007 is gepland en dit zal een doelmatigheidsonderzoek naar de werking van de ICT-organisatie zijn. Hierbij wordt getoetst of de werking van de ICT-organisatie voldoet aan het model van de ICT-organisatie. Daarnaast wordt gekeken in hoeverre de doelstellingen van de Moderne Overheid op ICT-gebied bereikt kunnen worden met de huidige organisatie-inrichting. Indien gewenst kan er door het nieuwe college tot een tweede doelmatigheidsonderzoek besloten worden.
Subsidieverlening Wij hebben, als eerste stap in het proces naar een integraal digitaal subsidieloket, in 2004 het subsidieloket Zorg en Cultuur geopend. De burgers, organisaties en gemeenten kunnen hier alle informatie over subsidies zelf op een interactieve wijze verkrijgen en voor een 15-tal subsidies het aanvraagformulier deels online invullen. In 2004 en 2005 is de dienstverlening uitgebreid naar de andere eenheden van de provincie. Het loket heet nu de Provinciale Producten Catalogus (PPC). De verdere doorontwikkeling van het digitale subsidieloket is in 2006 opgenomen in het traject rond het concernbreed te ontwikkelen dienstverleningsconcept. Voor wat het digitale subsidieloket betreft is eind 2006 een informatieplan gereedgekomen waarin het toekomstbeeld geschetst wordt. Dat informatieplan wordt in 2007 verder uitgewerkt. In combinatie met de geplande invoering van DIGID in 2007 zullen burgers en organisaties vervolgens digitaal subsidie kunnen aanvragen. Stroomlijning en standaardisatie van processen van subsidieverlening in 2006 hebben geleid tot een Subsidieverlening Nieuwe Stijl Overijssel (SNSO) die meer gericht is op het realiseren van de gesubsidieerde prestaties en minder op de manier waarop. Daarbij heeft SNSO in 2006 ervoor gezorgd dat snelheid, kwaliteit én uniformiteit van besluitvorming beter gewaarborgd zijn. Deregulering en ontbureaucratisering Voor meer informatie over deze onderwerpen wordt verwezen naar het programma Bestuur.
Jaarverslag 2006
135
Interne Controle In 2006 zijn er intern onderzoeken naar rechtmatigheid uitgevoerd. Hiervoor is niet het wettelijke normenkader voor rechtmatigheid gebruikt maar het volledige normenkader. Dit om intern breder te onderzoeken hoe de uitvoering van de onderzochte subsidies en inkopen gebeurt en om suggesties te kunnen aangeven ter verbetering. Daarnaast is er een onderzoek uitgevoerd naar de werking van de AO-IC van het Europese programma EPD, waarbij ook de rechtmatigheid is onderzocht. In 2006 zijn geen aparte onderzoeken uitgevoerd omdat dit vanuit de Takendiscussie aangegeven is. De nadruk ligt minder op het uitvoeren van concrete controle-onderzoeken en meer op voor- en systeemcontrole. Interne verzakelijking Om doelmatiger, doelgerichter en daarnaast zowel intern als extern klantgericht te functioneren is het project Zakelijk werken ingesteld. Sinds 2002 worden SNO’s (Service Niveau Overeenkomsten) opgesteld, waarin de omvang en kwaliteit van de te leveren c.q. af te nemen producten en diensten geregeld worden tussen (de externe) eenheden en ondersteunende (interne) eenheden. Op basis van periodieke klantgesprekken worden de geleverde ondersteuning en produktprestaties besproken en waar nodig naar aanleiding daarvan aangepast. Inkoop- en aanbestedingsbeleid In 2006 is het nieuwe inkoop- en aanbestedingsbeleid van kracht geworden en is een start gemaakt met het vormgeven van een inkooporganisatie volgens het gecoördineerde inkoopmodel. Hiertoe is in 2006 een inkoopcoördinator benoemd en is een Inkoopvakberaad geïnitieerd met deelnemers vanuit alle eenheden. Hiermee wordt beoogd om de interne samenwerking m.b.t. inkoop verder te vergroten. Voor de organisatie zijn hulpmiddelen ontwikkeld en is informatie beschikbaar gesteld om het inkoopproces (met name Europese aanbestedingen) goed te kunnen doorlopen. Ook de samenwerking met externe relaties (w.o. andere provincies) is versterkt, dit kan in de toekomst mogelijk leiden tot gezamenlijke aanbestedingen, waarbij door volumevergroting kostenvoordelen behaald kunnen worden.
136
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
3.6.8 Planning & control-cyclus De kaderstelling, sturing en verantwoording/controle van het provinciale beleid vindt plaats binnen de Planning & Control-cyclus. De basis voor de jaarlijkse cyclus ligt in het Bestuursakkoord/Onderhandelingsakkoord dat per bestuursperiode wordt opgesteld. Deze akkoorden bevatten de basis voor het inhoudelijke beleid. De jaarlijkse planning & control cyclus kent twee planningsdocumenten, de Perspectiefnota en de Begroting. De Najaarsnota vormt een tussentijdse voortgangsrapportage, op basis waarvan eventueel bijstellingen van de begroting worden voorgesteld. In het kader van de Jaarrekening wordt verantwoording afgelegd over het gerealiseerde beleid. Najaarsnota en Jaarrekening vormen de controldocumenten. Parallel aan deze bestuurlijke cyclus functioneert een ambtelijke cyclus van produktbegroting, werkplannen en managementrapportages. Planning & Control-cyclus
De Perspectiefnota is het beginpunt van de jaarlijkse cyclus. Deze nota wordt in het voorjaar opgesteld en aan Provinciale Staten aangeboden. De Perspectiefnota heeft een strategisch karakter en heeft als focus de belangrijkste inhoudelijke thema’s voor het komende jaar. In de begroting worden de strategische keuzes uit de Perspectiefnota verder uitgewerkt. Daarnaast wordt aangegeven hoe de reguliere, continue taken van de provincie worden ingevuld. In de Najaarsnota wordt gerapporteerd over de uitvoering van de begroting van het lopende jaar. Het is een terugblik op eerste zes maanden van het begrotingsjaar. De nota is gericht op het bijsturen van afwijkingen in beleid, financiën en bedrijfsvoering. Daarnaast wordt een prognose gegeven van de uitkomsten van de jaarrekening.
De Najaarsnota is het laatste bijstellingsmoment van de begroting en bevat normaliter geen voorstellen voor de inzet van nieuw beleid. Vooruitlopend op de Najaarsnota wordt kort voor de zomer een 1e voortgangsrapportage, in de vorm van een brief aan Provinciale Staten, opgesteld. Deze biedt inzicht in relevante ontwikkelingen en verwachte inhoudelijke/ financiële afwijkingen op basis van de uitvoering van de begroting in de eerste drie maanden van het jaar. De Jaarrekening vormt het sluitstuk van de jaarlijkse Planning & Control-cyclus. Door middel van de Jaarrekening leggen wij verantwoording af over het gevoerde beleid. Hierbij wordt aangegeven of hetgeen de provincie wilde bereiken in het betreffende jaar is gerealiseerd, of wij daarvoor hebben gedaan wat wij wilden doen en of het heeft gekost wat het mocht kosten. In het kader van de kwaliteitsimpuls zijn in 2006 voorstellen geformuleerd voor verdere stroomlijning van inhoud en proces van de planning & control cyclus, vooral gericht op de werkzaamheden door de eenheden. Het gaat dan bijvoorbeeld om het verkorten van doorlooptijden, het in elkaar schuiven van produktbegroting en werkplan, het werken met bronbestanden en tekst-data-integratie. In aanvulling hierop vindt een verdere doorontwikkeling van de planning & control-cyclus plaats. Daarbij ligt de focus op de vraag hoe de sturing en bijsturing door GS en PS kunnen worden verbeterd. Het gaat hierbij bijv. om de frequentie, inhoud en vorm van rapportages aan GS en PS, om het meer integreren van de beleidscyclus met de planning & controlcyclus, maar ook om de relatie output-outcome, het beter beheersen van onderuitputting, of een betere sturing op het provinciale investeringsprogramma (met name de majeure investeringen die gekoppeld zijn aan de ontwikkelingsreserve). Uiteindelijk draait het er in een goede cyclus om dat PS, GS en management hun diverse rollen optimaal kunnen vervullen. In 2007 worden de resultaten hiervan verwacht.
Jaarverslag 2006
137
3.7 Verbonden partijen 3.7.1 Inleiding Met ‘verbonden partijen’ worden rechtspersonen bedoeld waarin de provincie een bestuurlijk én een financieel belang heeft. Onder ‘bestuurlijk belang’ wordt verstaan: een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Met een financieel belang wordt bedoeld dat middelen ter beschikking zijn gesteld die verloren gaan in geval van faillissement van de verbonden partij. Ook is sprake van een financieel belang als financiële problemen bij een verbonden partij op de provincie kunnen worden verhaald. Partijen die subsidies ontvangen (maar waarin de provincie niet bestuurlijk deelneemt) zijn volgens deze definitie geen verbonden partijen. Hoewel ook gesubsidieerde instellingen worden ingezet voor het realiseren van provinciale doelstellingen komen zij in deze paragraaf daarom verder niet aan de orde. De provincie Overijssel neemt deel in een zestal rechtspersonen. Daarnaast participeert zij in een gemeenschappelijke regeling betreffende het Regionaal Bedrijventerrein Twente, waarbij zij alleen deels garant staat voor grondaankopen.
Deze verbonden partijen worden in de volgende tabel weergegeven (stand per 1 januari 2007):
138
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Overzicht verbonden partijen Bedragen x € miljoen NV Bank
Oost NV
Nederlandse
Essent
Vitens NV
Wadinko NV 2
Groep NV
Gemeenten
Zuiderzee-
XL Business
haven
Park Twente
Beheer NV
(voorheen Regionaal Bedr.terr. Twente)
Rechtspersoon gemeensch. regeling
x
x
A) Financiële betrokkenheid percentage van het aandelen-kapitaal
0,16
8,82
B) Bestuurlijke betrokkenheid
Stemrecht A.v.A.
Stemrecht A.v.A.
x
18,7
x
x
5,821
25,12
Stemrecht A.v.A.
Stemrecht A.v.A.
Stemrecht A.v.A.
x
x
16,33
nvt
Stemrecht Voorz. schap A.v.A. DB en AB
C) Financiële kengetallen Eigen vermogen per 01/01/2006
2.680
35,0
2.514
279
nvt
0,018
nvt
Eigen vermogen per 31/12/2006
3.145
36,0
3.163
314
48,73
0,018
0
Vreemd vermogen per 01/01/2006
85.901
9,0
6.444
907
nvt
-
nvt
Vreemd vermogen per 31/12/2006
88.526
6,4
7.474
915
3
-
32.556
Resultaat 2004
299
0,6
426
45
nvt
-
nvt
Resultaat 2005
311
0,9
526
48
nvt
-
nvt
49.177
1.205
-
nvt
D) Opbrengsten 2006 (bedragen x € 1.000) (2005 tussen haakjes) Dividend 210 Interim dividend (35) Rente
Totaal
–––––––– 210 (35)
(-)
–––––––– (-)
(31.897) 3.537 (3.537) –––––––– 52.714 (35.434)
(1.307)
4.290 (79.380)
(-) nvt
–––––––– 1.205 (1.307)
–––––––– ( 79.380)
–––––––– (-)
–––––––– nvt
1 Per 30-09-2006 is Vitens gefuseerd met Hydron Midden-Nederland en Hydron Flevoland, waardoor het percentage in het aandelenkapitaal is verwaterd van 8,28% naar 5,82%. Zie verder de toelichting. 2 Per 31 maart 2006 zijn WMO Beheer N.V. en Wadinko Beheer BV gefuseerd en gaan onder de naam Wadinko NV verder. Zie verder de toelichting. 3 Eigen vermogen op de fusiedatum. Op basis van de eerste jaarrekening Wadinko NV over 2006 zullen de kengetallen worden aangevuld.
Jaarverslag 2006
139
3.7.2 Beleid De provincie Overijssel streeft er naar een financieel en bestuurlijk belang te houden in een aantal organisaties dat bijdraagt aan de realisatie van de visie en doelstellingen van de provincie, in het bijzonder op het gebied van economische structuurversterking en de energie- en drinkwatervoorziening. Dit kan betekenen dat de provincie initiatieven financieel of bestuurlijk ondersteunt, alleen of samen met marktpartijen, die hiertoe een bijdrage leveren. Wettelijke bepalingen (zoals de splitsingswet energiebedrijven) vergen een heroverweging van ons beleid. Ook Europese regelgeving (o.a. op het gebied van mededinging) kan tot aanpassingen leiden. Over het algemeen zijn wij terughoudend in het aangaan van nieuwe deelnemingen. De relaties met een aantal van de nu aanwezige verbonden partijen bestaan al gedurende lange tijd (nutsbedrijven, BNG, Wadinko). De relatie met andere partijen is van meer recente datum (Oost NV, RBT, Zuiderzeehaven) en zijn ontstaan vanuit de provinciale betrokkenheid bij de grootschalige projecten waarvoor deze rechtspersonen zijn opgericht.
3.7.3 Toelichting verbonden partijen In deze toelichting wordt per organisatie aangegeven of het beleid is uitgevoerd en of er sprake is van afwijkingen. Bij afwijkingen wordt een toelichting op oorzaak en gevolg gegeven. NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), Den Haag De aandeelhouders van de BNG zijn de Staat der Nederlanden (voor 50 %) en provincies, gemeente, waterschappen en andere openbare lichamen (gezamenlijk eveneens 50 %). Dit betekent dat de bank onderdeel is van de publieke sector en daardoor de hoogste ‘credit rating’ heeft. De provincie Overijssel bezit 0,16 % van het aandelenkapitaal, waarmee onze invloed zeer gering te noemen is. De deelname in BNG is niet ondergebracht bij een programma, omdat wij de dividenden aanwenden als algemeen dekkingsmiddel. Over 2005 heeft de Bank een resultaat geboekt van € 311 miljoen na belasting. Het resultaat over 2006 is nog niet bekend.
140
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland NV (OOST NV), Enschede De deelname in OOST NV past binnen de doelstellingen van het programma Economie en innovatie: het stimuleren van innovatie en ruimte bieden voor ondernemen. Via de algemene vergadering van aandeelhouders, die tenminste tweemaal per jaar wordt gehouden, wordt de zeggenschap van de provincie in de praktijk gebracht. De provincie heeft tevens een subsidierelatie met OOST NV, waarvoor het werkplan van OOST NV de basis vormt. Over 2006 betreft de werkelijke subsidie € 811.600. De activiteiten van Oost NV richten zich op de volgende aandachtsgebieden: • Ontwikkeling en Innovatie • Investeringsbevordering • Bedrijfsomgeving • Participatiebedrijf Oost Nederland (PPM Oost NV) De doelstellingen over 2006 zijn nagenoeg geheel behaald. Bij het onderdeel Ontwikkeling en Innovatie zal het aantal nieuwe kennisintensieve clusters en het aantal nieuwe deelnemers in samenwerkingstrajecten hoger zijn dan oorspronkelijk was voorzien. Voor het aandachtsgebied Investeringsbevordering kan worden gemeld dat het aantal gerealiseerde projecten, het aantal directe extra arbeidsplaatsen in fte’s en de betrokken directe investeringen hoger uitkomen dan geraamd (zie ook de uitwerking van de desbetreffende doelstellingen in het programma Economie en Innovatie). Bij de fusie GOM/OOM heeft het ministerie van Economische Zaken van de provincie geëist om voor voldoende middelen te zorgen ingeval Universiteit Twente en Saxion Hogeschool uit Oost NV zullen treden. Hierdoor loopt de provincie Overijssel een risico (zie de overige risico’s onder de paragraaf Weerstandsvermogen). Essent Groep NV, Arnhem Alle aandelen van de Essent Groep zijn in handen van provincies en grote gemeenten. De provincie Overijssel bezit 18,7 procent van de aandelen van Essent. De deelname in Essent past binnen de doelstellingen van het programma Economie en innovatie: het waarborgen van een doelmatige en betrouwbare energie- en drinkwatervoorziening via aandeelhouderschappen. De provincie streeft naar een gemaximaliseerde aandeelhouderswaarde in een geliberaliseerde en deels te privatiseren energiemarkt. De invoering van de splitsingswet energiebedrijven zal gevolgen hebben voor onze positie.
Het afgelopen jaar heeft de parlementaire behandeling van het wetsontwerp splitsing energiebedrijven tot een besluit geleid in de Eerste Kamer, waarbij de splitsing van de energiebedrijven niet op voorhand wordt afgedwongen. Dit hangt mede af van de vraag of bijvoorbeeld de bedrijven buitenlandse allianties aangaan of het onafhankelijk netwerkbeheer in het gedrang komt. Voor Essent betekent dit, dat vooralsnog een gedwongen splitsing niet aan de orde is. In het licht van liberalisering en de algemene schaalvergroting die in de energiesector waarneembaar is, hebben de aandeelhouders de externe adviseur PWC gevraagd een advies met de strategische opties inzake de aandeelhouderspositie op te stellen. Het advies van PWC houdt in, dat een nationale fusie als tussenstap te verkiezen valt boven een rechtstreekse beursgang of een europese alliantie. Dit advies zal door de aandeelhouders mede worden gebruikt om eventuele stappen van Essent om te komen tot vergaande samenwerking met andere energiebedrijven te beoordelen. Het college van Gedeputeerde Staten zal in deze afweging de publieke en aandeelhoudersbelangen voorop stellen. Als voorlopig standpunt is door het college aangegeven, dat zij de optie van een nationale fusie een aantrekkelijke mogelijkheid vindt, omdat daardoor een krachtig nederlands energiebedrijf ontstaat waarmee een goede uitgangspositie is geschapen voor eventuele vervolgstappen. De verwachting is, dat hierover begin 2007 meer bekend wordt en daarover vervolgens door de aandeelhouders besluiten moeten worden genomen. In het kader van de reguliere uitoefening van de aandeelhoudersrol kan nog vermeld worden dat in 2006 hernieuwd een groei van het dividend te constateren valt, dat voor Overijssel neerkomt op een dividend van plm € 49 miljoen, gebaseerd op een dividenduitkeringspercentage van 50% en overeenkomende met een percentage aandelen van Overijssel van 18,7%. Vitens NV, Zwolle Wettelijk is vastgelegd dat de aandelen van de drinkwaterbedrijven in publieke handen blijven. Via ons aandeelhouderschap streeft de provincie ernaar dat de tariefsstijging voor de gebonden klanten maximaal gelijk is aan de inflatie. De provincie streeft naar een dividenduitkering op het aandelenkapitaal in Vitens, dat vergelijkbaar is met het rendement op staatsobligaties. Het belang van de provincie Overijssel in Vitens NV is historisch gegroeid. De deelname in Vitens past binnen de doelstellingen van het programma Economie en innovatie: het waarborgen van een doelmatige en betrouwbare energie- en drinkwater-
voorziening via aandeelhouderschappen. Via de algemene vergadering van aandeelhouders, minimaal tweemaal per jaar, wordt de zeggenschap (voortvloeiend uit het bezit van 5,82% van de gewone aandelen) in de praktijk gebracht. Mede op voorstel van de provincie Overijssel is in 2006 de drinkwaterprijs voor particulieren minder gestegen (1,3%) dan de verwachte inflatie (1,6% ). De provincie Overijssel bezat naast de gewone aandelen ook een belang van 12,85% in het preferente aandelenkapitaal van Vitens. Deze aandelen gaven preferentie ten aanzien van dividenduitkering. Vitens heeft alle preferente aandelen in 2006 ingekocht, waarbij de koopsom is omgezet in een achtergestelde lening (looptijd 15 jaar). De verkoop van preferente aandelen heeft geen invloed op bestaande zeggenschap m.b.t. het aandeelhouderschap van de Provincie Overijssel. In 2006 zijn besluiten genomen om te komen tot een fusie tussen de waterleidingbedrijven Vitens, Hydron Midden Nederland en Hydron Flevoland, waarbij de laatste twee opgaan in Vitens. Deze fusie heeft in oktober plaats gevonden. Ook hier wordt verder verwezen naar het programma Economie en Innovatie, doelstelling: het waarborgen van een doelmatige en betrouwbare energie- en drinkwatervoorziening via aandeelhouderschappen. Wadinko NV, Zwolle (voorheen WMO Beheer NV, Zwolle) De provincie Overijssel had tot en met maart 2006 een belang in WMO Beheer NV. Deze vennootschap had een belang in Wavin, dat in 2005 is afgestoten. De verkoop van dit belang heeft voor de provincie in 2005 tot een extra dividend van circa € 75 miljoen geleid. Door de verkoop van aandelen heeft WMO Beheer NV geen zeggenschap meer in Wavin en zal er in de toekomst voor dit onderdeel geen dividenduitkering meer plaatsvinden. Wavin blijft wel in Overijssel als innovatief bedrijf opereren en hierdoor blijft de werkgelegenheid behouden. Na de verkoop van het belang in Wavin resteerde bij WMO Beheer NV alleen nog een belang in Wadinko Beheer BV, een participatiemaatschappij. Per 31 maart 2006 heeft een fusie plaatsgevonden tussen WMO Beheer NV en Wadinko Beheer BV, waarbij WMO Beheer is opgegaan in Wadinko. Met deze fusie is de provincie rechtstreeks aandeelhouder geworden van een participatiemaatschappij, Wadinko NV. Het rechtstreekse aandeelhouderschap heeft geen ingrijpende juridische gevolgen voor de provincie Overijssel, het bestaande risicoprofiel van deze deelneming is door de fusie niet gewijzigd. De statuten van WMO Beheer BV blijven na de fusie ongewijzigd van toepassing in
Jaarverslag 2006
141
de nieuwe NV. De fusie heeft geleid tot een eenmalige uitkering aan aandeelhouders, waarvan € 4,29 miljoen aan de provincie. De deelname in Wadinko NV past binnen de doelstellingen van het programma Economie en innovatie: stimuleren innovatie en ruimte bieden voor ondernemen. Via de algemene vergadering van aandeelhouders (AvA), die ten minste éénmaal per jaar wordt gehouden, wordt de zeggenschap van de provincie in de praktijk gebracht, in het bijzonder via de vaststelling van het jaarverslag en het dividendbeleid. Zuiderzeehaven Beheer B.V., Kampen De provincie Overijssel heeft op 1 april 2004 een belang van 16,66 procent (€ 3.000) verworven in het aandelenkapitaal van Zuiderzeehaven Beheer B.V. De vennootschap treedt op als beherend vennoot van een commanditaire vennootschap, die ten doel heeft ‘het ontwikkelen van het industriehaventerrein ‘Zuiderzeehaven’ te Kampen tot een duurzaam bedrijventerrein met realisatie van hoogwaardige voorzieningen’. Ook het doel van de vennootschap past binnen de doelstellingen van het programma Economie en innovatie: stimuleren Innovatie en ruimte bieden voor ondernemen. De vennootschap is voor 50 procent het bezit van publiekrechtelijke organen en voor 50 procent van private ondernemingen. De provincie brengt via de aandeelhoudersvergadering haar zeggenschap in de praktijk. Naast het aandelenbelang heeft de provincie ook een achtergestelde lening verstrekt. Daarnaast zijn er geen verdere verplichtingen in relatie tot deze Publiek Private Samenwerking (PPS). De uitgifte van de terreinen is in de tweede helft van 2006 begonnen. XL Business Park Twente (voorheen RBT) De gemeenschappelijke regeling is per 18 mei 2005 inwerking getreden. De betrokken partijen, Netwerksteden Almelo, Hengelo, Enschede en Borne en de provincie Overijssel willen een regionaal grootschalig en duurzaam bedrijventerrein realiseren. Het realiseren van een regionaal bedrijventerrein past binnen de doelstelling van het programma Economie en innovatie: stimuleren Innovatie en ruimte bieden voor ondernemen. Almelo, Hengelo, Enschede en de provincie hebben elk een aandeel van 23%, Borne heeft een belang van 8%. Daarmee neemt de provincie deel in de ontwikkeling, exploitatie en beheer van dit bedrijventerrein. De portefeuillehouder economie van de
142
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
provincie Overijssel is de voorzitter van het algemeen en dagelijks bestuur. Hiermee is de bestuurlijke deelneming vormgegeven. De risicoaspecten binnen de exploitatie betreffen vooral de te realiseren verwerving- en uitgifteprijzen (zie de overige risico’s onder de paragraaf Weerstandsvermogen). Eind 2006 is gestart met het bouwrijp maken van het terrein en volgens de planning zal in april 2007 met de uitgifte begonnen worden. Bij het Weerstandsvermogen (paragraaf 3.3.2) wordt ingegaan op de financiele risicio’s.
3.8 Grondbeleid 3.8.1 Inleiding In deze paragraaf wordt nader ingegaan op het grondbeleid. In vergelijking met gemeenten, is bij de provincie slechts in zeer beperkte mate sprake van grondbeleid. De provincie kent geen grondexploitaties voor bouw van woningen of bedrijven.
3.8.2 Beleid Beleid Het provinciaal grondbeleid vindt thans zijn grondslag in de in november 2002 door Provinciale Staten vastgestelde Nota grondbeleid. Daarbij is ook een ‘revolving fund’ van € 7 miljoen ingesteld voor anticiperende aankopen. In eerste instantie was invulling gegeven aan het ‘revolving fund’ in de vorm van een Reserve grondbeleid ad € 7 miljoen. Bij de Perspectiefnota 2007 is de reserve opgeheven aangezien het financieeltechnisch geen goed middel was. De ruimte van € 7 miljoen voor de voorfinanciering van grondaankopen is wel blijven bestaan. Mede op grond van het Onderhandelingsakkoord is besloten deze gelden in te zetten voor voorfinanciering van grondaankopen in kavelruilprojecten. De Dienst Landelijk gebied voert dit in onze opdracht uit. Zie verder hierna bij de subparagraaf Uitvoering. Verder nemen wij financieel deel in de Zuiderzeehaven in Kampen en het Regionaal Bedrijventerrein Twente (XL Businesspark Twente). Voor de afdekking van de risico’s verwijzen wij naar het hoofdstuk Weerstandsvermogen. Provinciale Staten hebben op 11 oktober 2006 ingestemd met het Masterplan IJsseldelta Zuid en het college van Gedeputeerde Staten opgedragen alle werkzaamheden ter hand te nemen die de realisering van het Masterplan in samenwerking met de partners dichterbij brengt. Daaronder valt ook het starten met passieve grondverwerving. Op 9 januari 2007 hebben Gedeputeerde Staten daartoe het statenvoorstel ‘IJsseldelta Zuid: anticiperende grondverwerving en uitwerking’ naar de Staten gezonden. In 2006 hebben Provinciale Staten ingestemd met het voorbereiden van een participatie door de provincie in de verwerving van de terreinen die Defensie afstoot bij de Vliegbasis Twente.
Provinciale Staten hebben in 2006 het D66Initiatiefvoorstel Provinciaal grondbeleid van 8 mei 2006 vastgesteld. Besloten is: 1. dat er voor het realiseren van de ruimtelijke doelstellingen van de provincie Overijssel en het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit een actiever grondbeleid gewenst is; 2. Gedeputeerde Staten opdracht te geven: • aan te geven op welke wijze een actiever grondbeleid het beste kan plaatsvinden; • een korte inventarisatie op te maken van de wijze waarop andere provincies hun grondbeleid vormgeven; • aan te geven over welke expertise de provincie hierbij zelf moet beschikken en op welke wijze het grondbeleid in de provinciale organisatie wordt ingepast; • de financiële gevolgen hiervan in beeld te brengen en • een stappenplan te maken voor de invoering van het beleid; 3. hierover voor januari 2007 aan Provinciale Staten te rapporteren. In reactie op dit D66-Initiatiefvoorstel hebben Provinciale Staten op 8 februari 2007 ingestemd met het statenvoorstel ‘Versterking provinciaal grondbeleid’. Uitvoering In 2005 is besloten vanuit de ruimte van € 7 miljoen voor de voorfinanciering van grondaankopen (in 2002 ingesteld als ‘Revolving fund’) de komende jaren € 3,5 miljoen beschikbaar te stellen voor het programma grondaankoop voor agrarische bestemmingen in het kader van kavelruilprojecten. In 2006 is deze financiële ruimte vergroot tot € 7 miljoen. De stand van zaken per 31 december 2006 is als volgt: Aangekocht door DLG en afgerekend door provincie Verkocht door DLG en terugontvangen door provincie Nog te vorderen op DLG
€ 2,9 miljoen € 0,4 miljoen -/_____________________ € 2,5 miljoen
Daarnaast staat voor ca. € 5 miljoen aan aanbiedingen uit. Voor een aantal geldt, dat de aanbieding is geaccepteerd en overeenkomst wordt voorbereidt. Deze zijn echter nog niet bij de provincie gedeclareerd. Voor een aantal andere aanbiedingen geldt dat daarover nog geen overeenstemming is bereikt.
Jaarverslag 2006
143
144
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Hoofdstuk 4
Financiële rekening 4.1 Grondslagen van waardering en resultaatsbepaling Waarderingsgrondslagen De balansposten zijn gewaardeerd tegen nominale waarden, tenzij onderstaand anders is vermeld. Materiële vaste activa Investeringen met economisch nut worden te allen tijde geactiveerd. Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut worden geactiveerd tenzij op specifieke gronden incidentele afschrijving van (een deel van) het investeringsbedrag plaatsvindt. Uitzondering vormen de investeringen in waterwegen, deze zijn in 2006 versneld afgeschreven tot nul ten laste van de dit jaar gevormde reserve Waterwegen. De materiële vaste activa zijn opgenomen tegen de verkrijgingsprijs, verminderd met de afschrijvingen en met eventuele investeringsbijdragen van derden. De afschrijvingen vinden lineair plaats. De afschrijvingstermijnen, die zijn gebaseerd op de economische levensduur, variëren van drie jaar tot vijftig jaar. Het afschrijven op investeringswaarden start in het jaar ná investeren. Financiële vaste activa Het aandelenbezit is gewaardeerd op de historische kostprijs. Daar waar nodig is het aandelenbezit voorzichtigheidshalve lager gewaardeerd.
Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd tot redelijkerwijs te schatten bedragen, wegens voorzienbare kosten van risico’s en verplichtingen, waarvan de exacte omvang op de balansdatum nog onzeker is. Grondslagen van resultaatbepaling Lasten en baten worden verwerkt in het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Ten laste van de producten is aan de reserves rente toegevoegd conform het bij de begroting gehanteerde voorcalculatorische percentage van 1,25%. Voor de reserve Waterwegen is een ander percentage gehanteerd en aan de reserves Actiefonds Overijssel en Achtergestelde lening Essent Groep NV is geen rente toegevoegd. De instandhoudingstoevoeging aan de voorzieningen is gebaseerd op hetzelfde percentage als gehanteerd voor de reserves. Hierop bestaan enkele uitzonderingen, waarbij de instandhoudingstoevoeging is gebaseerd op een ander percentage, dan wel werkelijk gerealiseerde opbrengsten.
Voorraden Voorraden worden op nihil gewaardeerd.
Jaarverslag 2006
145
4.2 Balans Bedragen x € 1.000 Activa
Per 31-12-2005
Per 31-12-2006
27.412
45.089
96.247
94.657
123.659
139.746
5.088 199 39.297 120.344
5.088 199 63.651 85.508
164.928
154.446
288.587
294.192
22.580 7.255 136.539
33.340 3.973 177.819
166.374
215.132
2.903 39.224
152 47.350
208.501
262.634
497.089
556.826
Vaste activa
Materiële vaste activa • investeringen met een economisch nut • investeringen met een maatschappelijk nut in de openbare ruimte
Financiële vaste activa • kapitaalverstrekking aan deelnemingen • kapitaalverstrekking aan overige verbonden partijen • leningen aan deelnemingen • overige langlopende leningen
Totaal vaste activa
Vlottende activa
Vorderingen • op openbare lichamen • overige vorderingen • uitgezette kasgeldleningen (looptijd deposito’s < 12 mnd)
Liquide middelen Overlopende activa
Totaal vlottende activa
Totaal
146
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Bedragen x € 1.000 Passiva
Per 31-12-2005
Per 31-12-2006
Reserves • algemene reserves • bestemmingsreserves Saldo exploitatierekening
130.699 120.656 12.308
49.485 289.406 12.910
Totaal eigen vermogen
263.663
351.801
Voorzieningen
176.939
148.535
18.152 233
233
18.385
233
458.987
500.569
Kortlopende schulden Overlopende passiva
30.628 7.474
49.917 6.340
Totaal vlottende passiva
38.102
56.257
497.089
556.826
44.830
35.861
Vaste passiva
Opgenomen langlopende geldleningen • bij binnenlandse banken • binnen overige binnenlandse sectoren
Totaal vaste passiva
Vlottende passiva
Totaal
Gewaarborgde geldleningen
Jaarverslag 2006
147
4.3 Toelichting op de balans 4.3.1 Materiële vaste activa Bedragen x € 1.000 Materiële vaste activa
Economisch nut
Maatsch. nut
Terreinen en
Duurzame
Totaal
gebouwen
bedrijfs-
waterbouw-
Weg-/
middelen
kundige werken
Boekwaarde per 01-01-2006 Aanschafwaarde Afschrijvingen
52.343 - 32.055
20.391 - 13.267
72.734 - 45.322
227.306 - 131.059
20.288
7.124
27.412
96.247
15.016 - 571 - 467 467
4.406 - 1.173 - 5.017 5.016
19.422 - 1.744 - 5.484 5.483
13.939 - 13.342 - 12.902 10.715
14.445
3.232
17.677
- 1.590
66.892 - 32.159
19.780 - 9.424
86.672 - 41.583
228.343 - 133.686
34.733
10.356
45.089
94.657
Mutaties 2006 Investeringen Afschrijvingen Desinvesteringen Afschrijvingen i.v.m. desinvesteringen
Boekwaarde per 31-12-2006 Aanschafwaarde Afschrijvingen
Op grond van het BBV worden de materiële vaste activa verdeeld in twee categorieën. • Met een economisch nut: dit zijn bezittingen die verhandelbaar zijn en dus een waarde kennen in het economische verkeer. • Met een maatschappelijk nut: dit zijn bezittingen die door hun aard (infrastructuur) niet verhandelbaar zijn en waarvoor dus geen waarde te bepalen is in het economische verkeer. De bovenstaande specificatie sluit aan bij de BBVonderverdeling (zie bijlage B.a in het bijlagenboek voor een nadere detaillering). De terreinen en gebouwen en de duurzame bedrijfsmiddelen zijn materiele vaste activa met een economisch nut. De weg- en waterbouwkundige werken vallen per 1 januari 2006 geheel onder vaste activa met een maatschappelijk nut. Het eind 2005 als vaste activa
148
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
met een economisch nut gepresenteerde deel van de weg-/waterbouwkundige werken blijkt bij nadere beschouwing niet als economisch te kunnen worden aangemerkt. Daardoor is dat deel per 1 januari 2006 voor een bedrag van per saldo € 117.000 opgenomen onder vaste activa met een maatschappelijk nut.In 2006 zijn de investeringen in waterwegen versneld afgeschreven tot nul ten laste van de nieuw gevormde reserve Waterwegen. Deze reserve is gevormd uit de afkoopsom van het Rijk, die voor het kanaal Almelo – de Haandrik eind 2005 is ontvangen. De investeringen gedurende 2006 betreffen hoofdzakelijk de renovatie van het provinciehuis, ICTapparatuur en -infrastructuur evenals provinciale (water-)wegen. Voor een nadere specificatie over de in 2006 gedane investeringen verwijzen wij u naar paragraaf 4.9.
4.3.2 Financiële vaste activa Bedragen x € 1.000 deposito's
diverse
deel-
geldleningen
nemingen
totaal
116.000 -
44.900 - 1.259
6.747 - 1.460
167.647 - 2.719
116.000
43.641
5.287
164.928
- 36.422 -
24.707 1.233
-
- 11.715 1.233
- 36.422
25.940
-
- 10.482
79.578 -
69.607 - 26
6.747 - 1.460
155.932 - 1.486
79.578
69.581
5.287
154.446
boekwaarde per 01-01-2006
Nominale waarde Aflossingen / afschrijvingen
Mutaties 2006
Mutaties nominale waarde verstrekte middelen Mutaties aflossingen / afschrijvingen
Boekwaarde per 31-12-2006
Nominale waarde Aflossingen / waardeverminderingen
Deposito’s In 2004 is op basis van de liquiditeitsprognose en conform het Treasurybeleid besloten een deel van de provinciale geldmiddelen voor een langere termijn uit te zetten om zo een beter rendement te behalen. In 2006 is de omvang hiervan gedaald van € 105 miljoen naar € 67,5 miljoen. Deze daling is mede veroorzaakt doordat een stijgende rente het minder aantrekkelijk maakte om gelden voor langere tijd vast te leggen. Daarnaast lopen er drie deposito’s ad € 12 miljoen voor de voorfinanciering RW 35.
wijzen wij u verder op de toelichting op de betreffende bestemmingsreserve die in verband hiermee is gevormd. Verder is in 2006 € 5,9 miljoen geleend aan DLG ter voorfinanciering van diverse landinrichtingsprojecten. Ten slotte zijn een viertal leningen (€ 1,9 miljoen) gesaldeerd opgenomen met de hiervoor voor hetzelfde bedrag gevormde voorzieningen.
Diverse geldleningen Het bedrag van de diverse uitstaande geldleningen (met een looptijd van 1 jaar of langer) bestaat grotendeels uit 2 achtergestelde leningen. De eerste (van € 39,3 miljoen) betreft een achtergestelde niet opeisbare lening aan Essent Groep NV, de tweede (van € 24,4 miljoen) betreft een achtergestelde lening aan Vitens NV. Voor wat betreft de lening aan Essent Groep NV
Jaarverslag 2006
149
Deelnemingen/financiële belangen De post deelnemingen/financiële belangen bestaat ultimo 2006 uit:
Bedragen x € 1.000
Intrinsieke
% van het
Boekwaarde
waarde per
(aandelen)
per 31-12-06
31-12-2005
kapitaal
5.032 3.176 591.500 18.246 -
0,16 8,82 18,70 5,82 25,12 16,67 16,46
Instelling
NV Bank Nederlandse gemeenten Oost N.V. Essent Groep NV Vitens NV Wadinko N.V. Zuiderzeehaven Beheer BV Ontwikkelingsmaatschappij Zuiderzeehaven CV Totaal
Conform de regelgeving van begroten en verantwoorden zijn de deelnemingen netto in de balans gepresenteerd. Dit houdt in dat voorzieningen en herwaarderingsreserves op de boekwaarde in mindering zijn gebracht. In 1998 is besloten om per ultimo 1998 de deelnemingen te herwaarderen tot de nominale waarde, met uitzondering van de deelneming in Oost N.V. Hiervoor is een waardering toegepast van 50% van de nominale waarde. In 2004 is de waardering aangepast op grond van de huidige regelgeving. De Provincie Overijssel heeft in 2006 haar preferente aandelen in Vitens (12,85%) omgezet in een achtergestelde lening aan Vitens (zie ook ‘Diverse geldleningen’). Deze aandelen waren op nihil gewaardeerd.
150
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
199 1.460 3.537 91 5.287
4.3.3 Vorderingen
Vorderingen
Bedragen x € 1.000
31-12-2005
31-12-2006
Ministeries Provincies Gemeenten, waterschappen en samenwerkingsverbanden Overige vorderingen Rente belegd kasgeld Uitgezette kasgeldleningen (deposito's < 1 jr.)
19.957 132 2.039 3.817 3.890 136.540
32.208 375 1.029 2.053 1.648 177.819
Totaal
166.375
215.132
De toename in 2006 is voornamelijk veroorzaakt door een toename van de kortlopende deposito's en verstrekte gelden aan DLG voor grondaankopen en uitvoering landinrichtingsprojecten. Circa € 929.000 aan vorderingen (dwangsommen en juridische procedures) heeft een hoog risicoprofiel.
4.3.4 Liquide middelen
Liquide middelen
Bedragen x € 1.000
Stand per
Stand per
31-12-2005
31-12-2006
Rekening-courant Kas
2.862 41
108 44
Totaal
2.903
152
4.3.5 Overlopende activa
Overlopende activa
Bedragen x € 1.000
Stand per
Stand per
31-12-2005
31-12-2006
Nog te verrekenen/te declareren bedragen Vooruitbetaalde bedragen Overige
35.840 3.382 2
45.856 1.490 4
Totaal
39.224
47.350
Alle nog te verrekenen en te declareren bedragen worden verrekenbaar of inbaar geacht. Onder deze post is in 2006 een bedrag van € 32 miljoen opgenomen aan nog te ontvangen subsidies van derden. Hiervoor zijn al wel toezeggingen aan ons gedaan maar, in afwachting van vaststelling en afrekening, zijn die nog niet opeisbaar. De toename is vooral toe te schrijven aan EU-middelen en Jeugdzorg-subsidies.
Jaarverslag 2006
151
4.3.6 Reserves Reserves, zowel de algemene als de bestemmingsreserves, zijn het eigen vermogen van de provincie. De Staten kunnen de bestemming van deze reserves zelf beïnvloeden. Waar beïnvloeding niet mogelijk is, door bijvoorbeeld wettelijke bepalingen, is sprake van een voorziening en dus van vreemd vermogen.
Het vrij te bestemmen karakter van de reserves komt ook tot uitdrukkingen in de aparte plaats die de stortingen in en onttrekkingen aan de reserves innemen in de overzichten in het Jaarverslag. Eerst wordt het exploitatieresultaat bepaald en pas daarna de onttrekkingen aan en stortingen in reserves. Bij de in het Jaarverslag opgenomen mutaties in reserves zijn de richtlijnen en specifieke besluiten van de Staten gevolgd.
Bedragen x € 1.000
Reserves
Stand per 31-12-2005
Overige Onttrekking
per
instandh.
toevoeging
2006
2006
7.000 93.790 29.909
12.308
88 1.326
130.699
12.308
1.414
Bestemmingsreserves Grondwaterbeheer IJsselmijgelden Achtergestelde lening Essent Groep N.V. Renovatie provinciehuis Europese programma's Investeringen Grondbeleid Fonds bedrijfsverplaatsingen Reconstructie BTW-compensatiefonds Reserve stimulering woningbouw Reserve Voorfinanciering landinrichting Reserve Regionale Bereikbaarheid Reserve Provinciale Infrastructuur Ontwikkelingsreserve majeure thema's en projecten Reserve waterwegen
152
Toevoeging
01-01-2006
Algemene reserves Saldireserve Algemene dekkingsreserve Actiefonds Overijssel Subtotaal
Mutaties
2.962 11.616 39.297 14.572 18.727 482 7.520 3.792 15.996 5.355 0
2006
31-12-2006
49.863 8.518
88 127.153 26.075
7.000 30.134 12.352
58.381
153.316
49.486
178
2.821 0
37 -11.616
2.423
337 7.970 21.233
182 264 7 94 47 200 67
4 100 265
28.034
1.262
Stand per
1.187 5.104
1.840 5.954 7.614
3.233 1.505 2.000
1.598
39.297 14.101 20.564 489 0 3.839 19.429 5.329 2.000
183 917 138
158 9.917 25.228
125.000
76 7.986
124.924 21.310
2.764 3.868
Subtotaal
120.656
48.044
2.529
144.661
26.484
289.406
Totaal
251.355
60.352
3.943
203.042
179.800
338.892
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Algemene Reserves Saldireserve
De Saldireserve is in maart 1989 ingesteld bij besluit van Provinciale Staten betreffende ‘Uitgangspunten voor het te voeren reserve- en afschrijvingsbeleid en ontwikkeling rente zwevend geld’. De Saldireserve vervult een belangrijke functie als buffer om tegenvallers en risico’s op te kunnen vangen. In minder ‘gunstige’ tijden kan deze gebruikt worden om zodoende een zekere continuïteit in het beleid te kunnen waarborgen dan wel om de mogelijkheid te hebben geleidelijk het bestaande beleid om te buigen. Daarvoor wordt een buffer noodzakelijk geacht van € 7 miljoen. Daarnaast vervult de Saldireserve, nu de noodzakelijk geachte buffer bereikt is, een inkomensfunctie. De toegevoegde rente wordt daarvoor niet meer als voeding aangemerkt, maar komt ten gunste van de vrije ruimte in de Algemene Dekkingsreserve.
provinciale bijdrage aan een project wordt verstrekt onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat andere partners ook een bijdrage leveren. Projecten die gefinancierd worden met middelen uit het Actiefonds dienen binnen twee jaar na toekenning van de bijdrage door PS gerealiseerd te zijn. In 2006 hebben de Staten in totaal aan 17 projecten geld toegekend. Met de geaccordeerde projecten zijn bedragen gemoeid voor in totaal € 10,4 miljoen. Op basis van de toegekende projecten bedraagt de vrije ruimte in het Actiefonds ultimo 2006 € 0,3 miljoen. De budgetten zijn toegekend voor de jaren 2006, 2007 en 2008, afhankelijk van de geplande voortgang van de projecten. Daarnaast lopen er ook nog projecten welke in 2004 en 2005 door PS zijn geaccordeerd. Voor een specificatie van de uitgaven in 2006 voor de diverse projecten wordt verwezen naar het overzicht besteding Actiefonds Overijssel (paragraaf 4.7).
Bestemmingsreserves Algemene Dekkingsreserve
De Algemene Dekkingsreserve is ingesteld bij PSbesluit van 14 mei 2002, nr. 26 Perspectiefnota 2002; 12e wijziging van de Beleidsbegroting 2002. De Algemene Dekkingsreserve dient ter tijdelijke afstorting van overschotten en reserveringen. In 2006 zijn enkele meevallers, waaronder de verkoop van de preferente aandelen Vitens ad € 24,4 miljoen, aan de reserve toegevoegd. Daarnaast zijn er posten, waarvoor extra middelen noodzakelijk waren, aan de reserve onttrokken. De grootste onttrekking betrof de instelling van de Ontwikkelingsreserve ad € 107,7 miljoen. Deze mutaties in de reserve zijn via begrotingswijzigingen vastgesteld. De reserve dient ook om een aantal toekomstige claims af te dekken. Deze betreffen het eventuele exploitatietekort bij de spoorlijn Enschede-Gronau (ongeveer € 0,9 miljoen) en de risico’s bij de uitvoering van de regeling Ruimte voor Ruimte (ongeveer € 2,3 miljoen). Tevens is er rekening gehouden met het te verwachte tekort in 2007 die door middel van deze reserve wordt aangezuiverd, zoals door PS vastgesteld met de Begroting 2007. Met inachtneming van toekomstige reserveringen en oormerkingen is er per 31 december 2006 binnen de Algemene Dekkingsreserve geen vrije ruimte aanwezig. Actiefonds Overijssel
Het Actiefonds Overijssel is op 13 november 2003 ingesteld om snel, flexibel en adequaat te kunnen reageren op kansen die zich nu voordoen. Het fonds is bedoeld voor eenmalige projectsubsidies. Een
Reserve Grondwaterbeheer
De reserve grondwaterbeheer is ingesteld op basis van de grondwaterwet. Het doel is om fluctuaties in de uitgaven te vereffenen. Door het Rijk is expliciet aangegeven dat de opbrengst bestaande uit heffingen slechts alleen voor genoemde wettelijke doeleinden mag worden aangewend. Bepaald is dat eventuele overschotten niet naar de algemene middelen mogen toevloeien, maar ten gunste van de betalers van de heffing i.c. de grondwateronttrekkers. Hiermee worden fluctuaties in de heffingstarieven voorkomen. In 2006 zijn uitgaven gedaan voor onder andere subsidieverlening, uitvoering waterhuishoudingsplan en EU kaderrichtlijn water Rijn/Oost. Voor dit laatste project zijn de kasuitgaven hoger dan geraamd hetgeen tot een lagere stand van de reserve heeft geleid. Op basis van voortzetting van bestaand beleid zal de reserve in de komende jaren bij realisatie van de geraamde stortingen en onttrekkingen in de loop van 2010 omslaan naar een negatieve stand. De reden hiervan is dat de actualisatie van bestedingen in de periode 2006-2009 ten laste van de grondwaterheffing en de bijdrage aan het meerjarenprogramma landelijk gebied (pMJP) gezamenlijk niet alleen de huidige buffer in de reserve zullen uitputten, maar ook resulteren in een structurele overbesteding van de verwachte inkomsten uit de grondwaterheffing. Mettertijd zal een voorstel worden voorbereid om de structurele inkomsten en uitgaven weer op elkaar af te stemmen.
Jaarverslag 2006
153
Reserve IJsselmijgelden
Naar aanleiding van de fusie van de NV Energiebedrijf IJsselmij en de NV Energiebedrijf voor Groningen en Drenthe stelden Provinciale Staten met ingang van 1993 de bestemmingsreserve IJsselmijgelden in. Bij de behandeling van de Jaarrekening 2005 (PS/2006/223) hebben Provinciale Staten besloten de reserve per 1 januari 2006 op te heffen en het saldo te bestemmen voor de diverse resterende verplichtingen. Op 21 juni van dit jaar hebben Provinciale Staten dit besluit geëffectueerd in de Programmabegroting 2006 (PS/2006/406). Reserve achtergestelde lening Essent Groep N.V.
De bestemmingsreserve achtergestelde lening Essent is in 1993 bij besluit van Provinciale Staten ingesteld (nummer 18 van de agenda 1993) naar aanleiding van de fusie van de NV Energiebedrijf IJsselmij en de NV Energiebedrijf voor Groningen en Drenthe. De in 1993 ontvangen € 39,297 miljoen is omgezet in een achtergestelde, niet opeisbare en niet opzegbare lening aan de NV EDON, welke per 1 januari 1999 is opgegaan in de Essent Groep NV. De middelen in deze reserve zijn niet vrij besteedbaar. Reserve Renovatie provinciehuis
In 1995 (nr. 59 van de agenda 1995) is de reserve renovatie provinciehuis door Provinciale Staten ingesteld ter dekking van de kapitaalslasten van de renovatie. In de afgelopen jaren is onderhoud (indien mogelijk) zoveel mogelijk uitgesteld. Zoals afgesproken wordt de jaarlijkse onderuitputting op onderhoud gebouwen toegevoegd aan de reserve. Naast deze storting is er rente toegevoegd en is conform afspraak de extra huuropbrengst van het pand Wezenland aan de reserve toegevoegd. Op basis van BBV-voorschriften zijn de kosten van de tijdelijke huisvesting direct ten laste van de reserve gebracht. Tevens zijn in 2006 de kosten voor de herinrichting van de tuin en terreinen evenals een bedrag voor advies- en organisatiekosten onttrokken aan de reserve. Volgens de huidige inschatting is de reserve toereikend om de kapitaalslasten te kunnen dekken. Reserve Europese Programma’s
Provinciale Staten hebben in 1995 (nummer 19 van de agenda 1995) de reserve Europese programma’s ingesteld voor de uitvoering van Europese programma's voor economische structuurversterking. De voeding van deze reserve geschiedt met eigen middelen van de provincie. Een deel van de Europese programma’s werden tot en met 2005 gefinancierd uit de IJsselmijreserve. De IJsselmijreserve is in 2006
154
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
opgeheven. Vanuit de IJsselmijreserve is een bedrag van € 2.423.000 in de reserve Europese programma’s gestort. Op basis van diverse voorstellen hebben de Staten ingestemd met de uitvoering van de Europese programma’s. Per ultimo 2006 staat nog € 40,1 miljoen aan te betalen verplichtingen voor deze programma’s uit, waarvan € 13 miljoen wordt bijgedragen uit de autonome middelen van de provincie. Het restant wordt gedekt door bijdragen van de Europese Unie en het Rijk, zie Voorziening Europese Reserves. In de loop van 2002 is de eindafrekening voor het programma 97-99 opgesteld. Definitieve vaststelling van het EU deel is in 2005 verwerkt. De afwikkeling van het deel gefinancierd met middelen van het ministerie van EZ wordt verwacht in 2007. Er is geen vrije ruimte binnen de reserve aanwezig. Reserve investeringen
De reserve investeringen, ingesteld in 1996 na besluit van Provinciale Staten (nummer 30 van de agenda 1996), is bestemd voor cofinanciering in brede zin en vormt een instrument om flexibel en slagvaardig in te spelen op vragen voor bijdragen in investeringen van derden. Per balansdatum is ten laste van deze reserve voor een bedrag van € 451.164 aan meerjarige verplichtingen vastgelegd voor vier nog lopende projecten. Na afronding van deze projecten zal de reserve opgeheven worden. Reserve grondbeleid
Eind 2002 hebben Provinciale Staten besloten de reserve grondbeleid in te stellen ten behoeve van anticiperende provinciale grondaankopen. Geconstateerd is dat een reserve niet het meest geëigende instrument is om voorfinanciering grondaankopen te verantwoorden. Provinciale Staten hebben daarom bij het vaststellen van de Perspectiefnota 2007 (PS/2006/363) besloten om de reserve grondbeleid op te heffen en het saldo van de reserve eenmalig terug te laten vloeien naar de algemene middelen. Fonds bedrijfsverplaatsingen
Het fonds bedrijfsverplaatsingen is in 2003 door Provinciale Staten ingesteld (Nr. 51 van de agenda 2003) Het fonds richt zich op het verplaatsen van bedrijven die vanuit maatschappelijk en bedrijfsmatig oogpunt op een verkeerde plek zitten. Doel is zowel de leefomgeving als het bedrijf een impuls te geven om zich verder te ontwikkelen. Stortingen en onttrekkingen aan het fonds hebben in 2006 niet plaatsgevonden. Op dit moment is er een aanvraag ingediend welke in 2007 een groot beslag zal gaan leggen op de reserve.
Reserve Reconstructie
Reserve stimulering woningbouw
Bij besluit van PS nr PS/2004/526 is besloten tot de instelling van een bestemmingsreserve voor de activiteiten en de daaraan verbonden middelen voor de reconstructie. De aanwending van reconstructiemiddelen zullen naar verwachting in de tijd gezien een grillig en stijgend patroon laten zien. Om hier praktisch mee om te kunnen gaan, is besloten om de bestemmingsreserve Reconstructie in te stellen. De bestemmingsreserve wordt gevoed met de voor 2004-2007 in de begroting beschikbaar gestelde middelen voor de reconstructie, voor zover deze in enig jaar (nog) niet besteed zijn aan de uitvoering. De jaarlijkse stand van de bestemmingsreserve zal mede afhangen van de spreiding in de realisatie van bestedingen over de jaren heen. De inspanningen om een versnelling van reconstructie uitgaven te realiseren leidden in de loop van het jaar tot een sterk stijgende stroom van uitvoeringsprojecten en navenant aangegane verplichtingen. Eind 2006 is dit voor een groot aantal projecten in totaal ruim € 16 miljoen. De in 2006 op kasbasis niet bestede middelen zijn in de reserve reconstructie gestort. De eind 2006 in de reserve reconstructie aanwezige middelen zijn noodzakelijk om de aangegane verplichtingen per ultimo 2006 uit te kunnen financieren. Er is dus geen vrije ruimte in de reserve.
De reserve stimulering woningbouw is ingesteld bij de vaststelling van de Perspectiefnota 2006 (PS/2005/621). Het fonds is bedoeld om woningbouwprojecten te versnellen, daar waar vertraging wordt voorzien. Vertragingen kan bijvoorbeeld optreden door buitengewoon hoge kosten die zich voordoen bij bodemsaneringsprojecten, bedrijfsverplaatsingen of complexe buitenstedelijke projecten. Met behulp van het deze reserve kan in dergelijke gevallen sneller een begin worden gemaakt met het project. Dit jaar is € 2 miljoen gestort, een tweede (even grote) storting zal volgend jaar plaatsvinden. In 2006 zijn twee tranches vastgesteld en toegekend voor een totaalbedrag van € 2 miljoen ten behoeve van 15 projecten. Er is binnen de reserve geen sprake van vrije ruimte.
Reserve BTW-compensatiefonds (BCF)
De reserve is ingesteld bij PS-besluit nr. 35 van 2003 en heeft als doel de dekking van de nog niet bekende gevolgen van de invoering van het BTW-compensatiefonds te egaliseren. In 2006 is er € 1,5 miljoen gestort. Deze bestaat voornamelijk uit de in 2006 gecompenseerde BTW binnen de voorziening bodemsanering (€ 1,1 miljoen) en de voorziening regionaal mobiliteitsfonds (€ 0,32 miljoen). Daarnaast heeft zich een onttrekking voorgedaan. Naast de begrote onttrekking van € 0,9 miljoen voor het saldo van de op de producten afgeraamde BTW en de korting op de uitkering uit het provinciefonds is de vereveningsbijdrage over 2006 (€ 0,7 miljoen) in mindering gebracht op de reserve. In 2006 is de landelijke evaluatie van het BCF afgerond. Hieruit volgde dat de uitname uit het provinciefonds is gefixeerd op het oorspronkelijke bedrag. Verder zijn enkele suggesties voor vereenvoudiging overgenomen en ingevoerd. Naar het zich nu laat aanzien is de vorig jaar uitgesproken verwachting over het opheffen van de reserve optimistisch geweest. Onder meer afhankelijk van de start en duur van een eventuele controle door de Belastingdienst voer het gebruik van het BCF, lijkt het niet opportuun om de reserve in 2007 op te heffen.
Reserve voorfinanciering landinrichting
De reserve voorfinanciering landinrichting is bij vaststelling van de Najaarsnota 2005 ingesteld (Statenbesluit PS/2005/1054). Deze reserve dient ter vervanging van de bij PS-besluit (PS/2003/644, nr. 56 van de agenda 2003) vastgelegde meerjarige verplichting welke door de invoering van het Besluit Begroting en Verantwoording niet langer was toegestaan. Jaarlijks worden hier in de begroting beschikbaar gestelde bedragen voor voorfinanciering en landinrichting aan toegevoegd. De jaarlijkse verrekening van de rentederving op voorgefinancierde bedragen komt ten laste van de reserve. Op deze manier blijft niet besteed budget beschikbaar om toekomstige rentelasten van de voorfinanciering te dekken. Reserve regionale bereikbaarheid
De reserve regionale bereikbaarheid is ingesteld bij de vaststelling van de Jaarrekening 2005 (PS/2006/223) en heeft ten doel bij te dragen aan de financiering van de knelpunten van grote infrastructurele projecten waardoor de regionale bereikbaarheid toeneemt. En daarnaast om een beter inzicht te bieden in de beschikbare middelen op het gebied van verkeer en vervoer om zo adequaat en snel in te kunnen spelen op ontwikkelingen. De belangrijkste onttrekking in 2006 is de bijdrage aan het project Almelo verdiept, een verdiepte aanleg van het spoor in de binnenstad van Almelo. De reserve bevat thans geen vrije ruimte. De beschikbare gelden zijn toegewezen aan specifiek benoemde infrastructurele knelpunten en dienen mede ter dekking van projecten die zijn opgenomen in de Dynamische beleidsagenda verkeer en vervoer.
Jaarverslag 2006
155
Reserve provinciale infrastructuur
De reserve provinciale infrastructuur is ingesteld bij de vaststelling van de Jaarrekening 2005 (PS/2006/223) en heeft ten doel de investeringen op onze eigen provinciale wegen te financieren. En daarnaast om een beter inzicht te bieden in de beschikbare middelen op het gebied van verkeer en vervoer om zo adequaat en snel in te kunnen spelen op ontwikkelingen. Het saldo van de opgeheven voorziening vervanging infrastructurele kunstwerken/PVVP is in de reserve gestort. Daarnaast wordt de reserve gevoed met het jaarlijkse exploitatiebudget voor provinciale infrastructuur. Op basis van het provinciale MIT, als onderdeel van de Dynamische Beleidsagenda verkeer en vervoer behorende bij het PVVP, worden de middelen ingezet voor de provinciale infrastructuur. Dit uitvoeringsprogramma wordt jaarlijks geactualiseerd. Er is geen vrije ruimte binnen de reserve. Ontwikkelingsreserve majeure thema’s en projecten
De Ontwikkelingsreserve is op 21 juni 2006 ingesteld bij de vaststelling van de Perspectiefnota 2007 (PS/2006/363). De reserve is bedoeld voor financiering van 6 majeure thema’s en projecten waarin in 2007 het thema sociale infrastructuur zal worden toegevoegd. Het totaal benodigde bedrag voor de 6 thema’s, naast de claim voor het zevende thema, bedraagt tussen de € 240 en € 270 miljoen. In 2006 is bij de instelling € 125 miljoen gestort. Het totaal benodigde bedrag wordt de komende jaren bereikt door het storten van ontvangen dividenden en positieve begrotingssaldi. Daarnaast is het afgelopen jaar een bescheiden begin gemaakt met de besteding. Er is een bedrag van € 76.000 onttrokken voor de financiering van het project ‘doorstart IJsseldelta-Zuid’. Reserve waterwegen
De reserve waterwegen is in 2006 door Provinciale Staten ingesteld (nr. 759 van de agenda 2006). Het doel van de reserve is het afdekken van onder andere toekomstig groot onderhoud en vervanging van bruggen voor alle provinciale waterwegen in Overijssel. De reserve is gevoed uit de opgeheven voorziening kanaal Almelo de Haandrik. Het grootste deel van de onttrekking in 2006 is gebruikt om de per 1 januari 2006 aanwezige activa ten aanzien van waterwegen versneld af te schrijven tot nul. De hoogte van de reserve waterwegen is toereikend.
156
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
4.3.7 Voorzieningen Een deel van de voorzieningen bestaat uit middelen van derden (bijvoorbeeld het Rijk) met een specifiek doel. Toevoeging instandhouding is de provinciale dotatie aan deze voorzieningen, bedoeld om het werkvermogen op peil te houden. Bedragen x € 1.000 Voorzieningen
Stand per
Mutaties
Toevoeging
31-12-2005
per
instandh.
01-01-2006
2006
2006
Rivierdijkversterking Bodemsanering Kanaal Almelo-De Haandrik Investeringsbudget stedelijke vernieuwing Natuurbeleidsplan Cofinanciering infrastructuur Europese programma's Vervanging infrastructurele kunstwerken/PVVP Bureau jeugdzorg Jeugdzorgaanbod Ouderen zorgnota Regionaal mobiliteitsfonds Fondsvorming voorfinanciering Rijksweg 35 NaNOV-geluidssanering Secundaire voorziening statenleden Ruimte voor Ruimte Algemene Pensioenswet Politieke Ambtsdragers Startende ondernemers Weidevogels IJsseldelta Voorziening Brede doeluitkering (BDU) Voorziening Verkoop steunpunten
0 10.850 28.034 9.282 4.990 335 673 21.233 1.152 1.004 395 5.668
Stand per
2006
31-12-2006
136
3.443 20.446
3.167 6.078
276 25.354 0
116 62
3.245 1.565
4.591 1.895
8
17.175
16.771
8.052 4.722 0 1.085
260 55 102 7.208
0 906 3.649 293 126
-28.034
-335
-21.233
15.158 678
14 13
2.687
133
1.533
622 8
77 1.226
15.857 1.912
51 3.775
23
9
65 3.775
2.994 4 430
240
9 16
3.225 4 414
19.253
30.871
25.362
1.598
607
22.557 885
132.068 Langlopende verplichtingen
Overige Onttrekking toevoeging
-48.004
1.719
44.871 176.939
75.102
885 59.414
2.193 -48.004
1.719
77.295
101.471 47.064
59.414
148.535
Jaarverslag 2006
157
Voorziening rivierdijkversterking
De voorziening is bestemd voor het doen van uitgaven op grond van de subsidieregeling rivierdijkversterking ten behoeve van dijkversterkingsprojecten van bovenwaterschappelijk beland. De financiële gevolgen van de versnelling van de uitvoering van de dijkversterkingswerken worden gedekt door extra rijksmiddelen. Hiervoor wordt met ingang van 1994 jaarlijks een bedrag ontvangen via het provinciefonds. In 2006 zijn de uit te voeren werken van de provincies geëvalueerd wat heeft geleid tot een verlaging van het jaarlijks te ontvangen bedrag uit het provinciefonds. De bijdrage is nu alleen nog gebaseerd op het project keersluis Ramspol. In 2006 zijn alle Overijsselse projecten binnen het Deltaplan Grote Rivieren afgerond, met uitzondering van een relatief klein onderdeel binnen het project Kampen-Midden. Dit laatste onderdeel zal in 2007 afgerond worden. Hierna zal een Statenvoorstel worden voorbereid om onder andere de vigerende subsidieregeling rivierdijken in te trekken en de voorziening op te heffen. Dit onder vrijval van een eventueel resterende buffer in de voorziening evenals vrijval van de in de provinciale begroting geraamde (subsidie)bijdragen rivierdijkversterkingen.
158
Olasfa-terrein (€ 1 miljoen), een aan het ministerie van VROM terug te betalen bedrag van € 1 miljoen (ter afrekening van het bodemsaneringsprogramma tot en met 2001) en voorschotten voor de uitvoering van het meerjarenprogramma bodemsanering 2005-2009 (€ 10 miljoen). Het in kas zijn van hoge voorschotten voor het meerjarenprogramma 2005-2009 wordt veroorzaakt door het feit dat in de eerste jaren veelal onderzoek wordt gedaan en dat in latere jaren pas echt de uitvoering ter hand wordt genomen. Er is geen vrije ruimte binnen de voorziening bodemsanering. Voorziening kanaal Almelo-De Haandrik
In december 2005 hebben wij een afkoopsom van het Rijk ontvangen met betrekking tot het onderhoud van het kanaal Almelo-De Haandrik. Deze middelen zijn toen tijdelijk gestort in deze voorziening. In 2006 is, op grond van nieuw inzicht, de dekking van het onderhoud van alle waterwegen aangepast. Ook zijn de investeringen in waterwegen versneld afgeschreven tot nul. Het saldo van deze voorziening is gestort in de nieuw ingestelde reserve waterwegen en de voorziening kanaal Almelo de Haandrik is daarmee opgeheven.
Voorziening bodemsanering
Voorziening investeringsbudget stedelijke
De voorziening bodemsanering is ingesteld te egalisatie van inkomsten en uitgaven in het kader van de Wet Bodembescherming als gevolg van faseverschillen in de tijd tussen de bevoorschotting van het Rijk en de daadwerkelijke uitvoering van saneringsprojecten. Bepaals is, dat eventuele overschotten niet naar de algemene middelen toe mogen vloeien, maar terugvloeien naar het Rijk. In 2006 is de eerste fase van de sanering van het Olasfa-terrein uitgevoerd en is een begin gemaakt met de sanering van de met asbest verontreinigde woonwijk ’t Gijming in de gemeente Hof van Twente. Ook is veel energie gestoken in het verder verfijnen van het landsdekkend beeld (het in beeld brengen van alle potentieel verontreinigde locaties) en is de inventarisatie van de 3e fase van met asbest verontreinigde wegen in en om de gemeente Hof van Twente afgerond. Door onvoorzienbare omstandigheden (aangespannen juridische procedures door derden tegen de uitkomsten van de gevolgde Europese aanbestedingsprocedure) moest de start van de uitvoering van de 2e fase van de sanering worden uitgesteld naar medio 2007. De per ultimo 206 in kas zijnde middelen betreffen door het Rijk verstrekte voorschotten voor de sanering van asbestwegen (€ 12 miljoen), de sanering van het
vernieuwing
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
De voorziening is ingesteld bij Statenbesluit van 6 juni 2001, nummer 18. In de verordening stedelijke vernieuwing Overijssel 2000 is bepaald dat er een voorziening investeringsbudget stedelijke vernieuwing wrodt ingesteld. De voeding van deze voorziening vindt plaats dor enerzijds bijdragen van het ministerie van VROM en anderzijds uit (vrije) middelen uit de voormalige reserve Stads- en dorpsvernieuwing en uit overige voor stedelijke vernieuwing aangemerkte middelen. Met ingang van 2005 is het tweede tijdvak ISV van start gegaan dat loopt tot en met 2009. Het ministerie van VROM stelt hiervoor in totaal € 15,5 miljoen beschikbaar, naast de provinciale bijdrage van € 2 miljoen. De start werd wat vertraagd door het uitblijven van een beschikking van het ministerie, waardoor subsidieaanvragen van projectgemeenten later op gang kwamen. Desondanks zijn de subsidies voor projectgemeenten beschikt c.q. verplicht en zijn de tranche 2005/2006 aan de programmagemeenten overgemaakt. Het totale subsidiebedrag voor de programmagemeenten is in 2005 vastgesteld en zal in vastgestelde tranches jaarlijks worden uitbetaald. Voor de projectgemeenten is een jaarlijks subsidieplafond vastgesteld
van afgerond € 2 miljoen, waarvoor zij projecten kunnen aandragen. Dit plafond is afgestemd op de totale omvang van het ISV budget, vermindert met het budget ten behoeve van de programmagemeenten. Hiermee is de voorziening toereikend voor de duur van het tweede ISV-tijdvak. Gelijktijdig wordt verwacht dat de projectgemeenten het hen ter beschikking staande budget zullen claimen. Er wordt dus geen vrije ruimte verwacht in de voorziening ISV.
stellen hebben de Staten ingestemd met de uitvoering van de Europese programma’s. Per ultimo 2006 staat nog € 40,1 miljoen aan te betalen verplichtingen voor deze programma’s uit, waarvan € 26,9 miljoen wordt bijgedragen door de Europese Unie en het Ministerie van Economische Zaken. Het restant van € 13 miljoen wordt gedekt door middelen van de provincie (autonoom, overige cofinanciering, zie Reserve Europese programma’s).
Voorziening natuurbeleidsplan
In de loop van 2002 is de eindafrekening voor het programma 97-99 opgesteld. Definitieve vaststelling van de bijdrage van de Europese Commissie is verwerkt in 2005. De afrekening door de Europese Commissie van de programma’s 5B 1994-1999 en EPD 19971999 heeft inmiddels plaatsgevonden en heeft een gering positief saldo opgeleverd (valutavoordeel). Daarmee zijn de grote afrekeningen door de Europese Commissie uit de periode tot en met 1999 afgerond. Het ministerie van EZ moet het EPD 1997-1999 nog afrekenen, de definitieve vaststelling wordt verwacht in 2007. Over het algemeen volgt het ministerie van EZ het Brusselse besluit.
Provinciale staten hebben in 1992 de bestemmingsreserve in ter realisatie van het Natuurbeleidsplan (ecologische hoofdstructuur) ingesteld. Hiervoor is door de provincies en het Rijk een convenant getekend, het zogenoemde IPO-LNV convenant. In het convenant zijn afspraken gemaakt en financiële regelingen vastgelegd, die gericht zijn op de realisatie van het Natuurbeleidsplan. Op basis van het convenant worden voor de uitvoering van taken op het gebied van het natuurbeleid bedragen in de uitkering van het Provinciefonds opgenomen (integratieartikel) voor de verwerving en inrichting van relatienota reservaatgebieden (2e fase EHS) en natuurontwikkelingsprojecten. In 2006 zijn, behalve de algemene rentetoevoeging, de bovengenoemde convenantsmiddelen toegevoegd aan de voorziening. De onttrekkingen ten laste van de reserve bedroegen € 1,895 miljoen en betreffen een bijdrage aan het Groenfonds ter dekking van aflossingsverplichtingen op opgenomen geldleningen voor grondaankopen op basis van bovengenoemd convenant. De resterende middelen moeten conform de convenantsafspraken aangewend worden voor de realisatie van de ecologische hoofdstructuur. Voorziening cofinanciering infrastructuur
De voorziening is bedoeld om onderzoeken rond infrastructuur te bekostigen. Per ultimo 2005 bevatte de voorziening een vrije ruimte van € 0,335 miljoen en voldeed daarmee niet meer aan de vereisten die het BBV aan een voorziening stelt. Het saldo is daarom toegevoegd aan de reserve regionale bereikbaarheid en de voorziening is daarmee opgeheven. Voorziening Europese programma’s
Provinciale Staten hebben in 2004 (nummer 53 van de agenda 2004) de voorziening Europese programma’s ingesteld ten behoeve van de uitvoering van Europese programma's voor economische structuurversterking. De voeding van deze voorziening geschiedt met middelen uit Brussel en gedecentraliseerde rijkscofinancieringsmiddelen. Op basis van diverse voor-
In de jaren 2005 tot en met 2008 vinden geen noemenswaardige afrekeningen plaats. Vanaf 2009 zal de verantwoording over de programmaperiode 2000-2006 worden afgelegd. Voor het programma EPD 2000-2006 heeft de EU-commissie een audit uitgevoerd en hiervan is eind 2006 een concept-verslag ontvangen. De uitkomst van deze audit spitst zich toe op twee punten: • Niet compensabele BTW is niet subsidiabel. Dit punt brengt geen risico met zich mee omdat het ministerie van Financiën zich bij onjuiste verantwoordingen garant stelt voor eventuele nadelige gevolgen. • Over aanbestedingen onder de EU-drempel is een discussie ontstaan in hoeverre de provincies daarin een eigen beleid mogen voeren. Het ministerie van EZ zal 170 projecten integraal controleren op naleving van de voorwaarden en daarbij registreren hoe de aanbesteding heeft plaatsgevonden. De uitkomsten hiervan zullen in november 2007 bekend zijn. Deze uitkomsten en het verloop van de discussie over aanbestedingen onder de EU-drempel brengen een onzekerheid met zich mee over de subsidiabiliteit van de projecten binnen het EPD programma. De risico’s voor deze afrekening zijn nu nog niet te taxeren. Er is geen vrije ruimte binnen de voorziening.
Jaarverslag 2006
159
Voorziening vervanging infrastructurele werken/PVVP
De middelen uit deze voorziening zijn gestort in de nieuw ingestelde reserve provinciale infrastructuur en de voorziening vervanging infrastructurele werken/ PVVP is daarmee opgeheven. Voorziening bureau jeugdzorg
Met ingang van 2001 hebben de ministeries van Justitie en VWS in de verleningsbeschikking de eis gesteld dat de doeluitkering Jeugdhulpverlening via een voorziening in de jaarrekening van de provincie wordt verantwoord. Om deze reden is de voorziening bureau jeugdzorg ingesteld bij Statenbesluit van 31 oktober 2001, nr. 39. Doel van de voorziening is het zichtbaar maken van nog niet bestede, maar wel geoormerkte middelen, alsmede voorkomen dat eventueel vrijval plaatsvindt ten gunste van de algemene middelen. Op basis van de door Provinciale Staten vastgestelde Beleidskaders Jeugdzorg Overijssel, de hierop gebaseerde door GS vastgestelde Uitvoeringsprogramma’s jeugdzorg Overijssel, het Implementatieplan Wet op de jeugdzorg Overijssel, de vanuit de doeluitkering gelabelde bedragen en de geoormerkte bedragen uit het Bestuursakkoord voor wachtlijstbestrijding is het totaalbedrag volledig geoormerkt voor specifieke activiteiten en projecten van Bureau Jeugdzorg binnen de jeugdzorg, waaronder wachtlijstbestrijding. De toekomstige toereikendheid van de voorziening is voldoende. Op grond van een wetswijziging in 2006 zal deze voorziening per 1 januari 2007 worden samengevoegd met de Voorziening jeugdzorgaanbod. Voorziening jeugdzorgaanbod
Met ingang van 2001 hebben de ministeries van Justitie en VWS in de verleningsbeschikking de eis gesteld dat de doeluitkering Jeugdhulpverlening via een voorziening in de jaarrekening van de Provincie wordt verantwoord. Om deze reden is de voorziening jeugdzorgaanbod ingesteld bij Statenbesluit van 31 oktober 2001, nr. 39. Doel van de voorziening is het zichtbaar maken van nog niet bestede, maar wel geoormerkte middelen, alsmede voorkomen dat eventueel vrijval plaatsvindt ten gunste van de algemene middelen. In de loop van 2006 heeft het Rijk eenmalig middelen toegekend (circa € 9,7 miljoen) voor wachtlijstbestrijding. Op basis van de door Provinciale Staten vastgestelde Beleidskaders Jeugdzorg Overijssel en de hierop gebaseerde door GS vastgesteld Uitvoeringsprogramma’s jeugdzorg, alsmede het implementatie-
160
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
plan Wet op de jeugdzorg Overijssel en vanuit de doeluitkering gelabelde bedragen is het totaalbedrag geoormerkt voor specifieke activiteiten en projecten binnen de jeugdzorg, waaronder wachtlijstbestrijding. De toekomstige toereikendheid van de voorziening is voldoende. Op grond van een wetswijziging in 2006 zal deze voorziening per 1 januari 2007 worden samengevoegd met de Voorziening bureau jeugdzorg. Voorziening ouderen zorgnota
Bij de uitvoering van de toenmalige Wet op de Bejaardenoorden is een zogenoemde Voorziening ontstaan. Met deze voorziening is een groot aantal bouw, nieuwbouw en renovatieprojecten binnen de Verpleging & Verzorging uitgevoerd. Per 1 januari 2001 zijn de taken op dit terrein overgedragen aan de zorgkantoren. In 2001 hebben Provinciale Staten de integrale Zorgnota 2001 – 2004 vastgesteld. Met het toen resterende saldo van de Voorziening is een Voorziening ouderen zorgnota 2001-2004 gecreëerd en gekoppeld aan de uitvoering van de Zorgnota. In de jaren 2001 t/m 2004 zijn bedragen uit deze Voorziening ouderen zorgnota 2001-2004 gehaald ten gunste van de Jaarprogramma’s Zorg. Hiermee zijn diverse projecten op het terrein van de zorg uitgevoerd. Na de, in het Onderhandelingsakkoord afgesproken, bezuiniging op de voorziening van € 1 miljoen is de voorziening volledig uitgeput en bestaat er geen vrij te besteden ruimte meer. Wel staan nog enkele verplichtingen open die zijn ingegaan in het kader van de bouw, nieuwbouw en renovatie van instellingen in de sector Verpleging en Verzorging. Deze zullen naar verwachting in de periode 2006-2008 worden afgehandeld waardoor de voorziening in het geheel aan het eind van 2008 zal komen te vervallen. Voorziening regionaal mobiliteitsfonds
De voorziening is ingesteld bij Statenbesluit van 26 juni 2002, nr. 22. Uit het fonds kunnen knelpunten in de infrastructuur worden aangepakt. Het Rijk en regionale overheden hebben gezamenlijk € 34 miljoen beschikbaar gesteld ten behoeve van specifiek benoemde projecten. De meeste projecten zijn in 2005 afgerond. Voor twee Zwolse projecten heeft het Rijk uitstel verleend tot 2006. Deze projecten zijn in 2006 gerealiseerd. De eindafrekening en afspraken met het Rijk over het restantsaldo van de voorziening vinden in 2007 plaats. Daarna kan de voorziening worden opgeheven.
Voorziening fondsvorming voorfinanciering Rijksweg 35
Op 26 juni 2001 is met de toenmalige gemeenten Almelo, Hellendoorn, Rijssen, Tubbergen, Vriezenveen en Wierden een overeenkomst gesloten betreffende fondsvorming voorfinanciering Rijksweg 35. De provincie Overijssel heeft hiervoor € 5,986 miljoen beschikbaar gesteld, de overige € 3,951 miljoen is door de participerende gemeenten gestort. De totale bijdrage van € 9,9 miljoen is door de provincie, die fondsbeheerder is, op depositorekeningen geplaatst. Inmiddels is hier rente aan toegevoegd over de afgelopen jaren. In 2006 is na een bestuurlijk overleg met betrokken partijen vastgelegd dat het Rijk afziet van het beroep op voorfinancieringsbijdragen. De beschikbare middelen kunnen volgens de overeenkomst met instemming van alle partijen ook worden aangewend als cofinanciering voor de verbreding (2x2 rijstroken), en onder voorwaarden, verlenging van de spoortunnel bij Nijverdal. Het aanbestedingsproces verbreding en eventuele verlenging van de spoortunnel is gestart. In november 2007 wordt aan PS een voorstel ter besluitvorming voorgelegd inzake de aanpassing van de overeenkomst en de aanwending van de vereiste geldmiddelen. Het tekort dat vanaf 2014 was voorzien is mede door het vervallen van de voorfinanciering niet langer aan de orde.
gehouden met hogere uitkeringen wegens het aftreden van Statenleden. Voorziening Ruimte voor Ruimte
Bij besluit van 13 december 2000, nummer 57 van de agenda van 2000, hebben Provinciale Staten besloten om een voorziening in te stellen ter dekking van verwachte uitgaven voor de uitvoering van de zogenaamde verlengde 1e tranche van de Regeling beëindiging veehouderijtakken (RBV). In het kader van het Reconstructiebeleid voor het landelijk gebied voorziet deze regeling in het uitkeren van een vergoeding voor de sloop van agrarische bedrijfsgebouwen. Tot en met 2004 is er ten laste van de voorziening een bedrag van € 3,082 miljoen aan Laser betaald voor de sloopkosten. Het uiteindelijk te betalen bedrag is nog niet bekend, maar zal gezien het vastgestelde plafond van € 6,353 miljoen de voorziening niet gaan overschrijden. Hiernaast dient de voorziening ter dekking van een deel van een openstaande vordering ad € 5 miljoen op een aantal gemeenten, voor bijdragen die zij eventueel gaan betalen aan de provincie voor het recht om extra woningen te mogen bouwen. De vrije ruimte kan pas bepaald worden zodra het definitieve bedrag dat voor de sloopkosten benodigd is bekend is. Voorziening Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers
De voorziening NaNOV-geluidssanering, ingesteld in 2004 na besluit van Provinciale Staten (nummer 53 van de agenda 2004), is bestemd om de schommelingen in de financiering op te vangen die voortvloeien uit het plaatsen van geluidsschermen in het kader het van de NaNOV-geluidssaneringsprojecten spoorlijnen. De middelen in deze voorziening zijn niet vrij besteedbaar, maar moeten worden aangewend voor het plaatsen van geluidsschermen.
De voorziening is bij statenbesluit van 13 november 2002 ingesteld ter dekking van de pensioenverplichtingen voor politieke ambtsdragers. De omvang van de mogelijke aanspraken en de daarbij behorende actuariële berekeningen bepalen de noodzakelijke omvang van de APPA voorziening. In 2006 is € 240.000 gestort in de voorziening en € 9.200 onttrokken uit de voorziening. De voorziening is nu toereikend. Na de verkiezingen in 2007 zullen wij de toereikendheid opnieuw laten beoordelen.
Voorziening secundaire voorziening Statenleden
Voorziening startende ondernemers
De voorziening is bij statenbesluit van nr. 48 van 1995 ingesteld om uitkeringen te kunnen doen op grond van de ‘Verordening rechtspositie staten- en commissieleden’. In deze verordening is onder meer sprake van uitkering aan Statenleden bij aftreden. In 2006 heeft de jaarlijkse storting van € 22.700 plaatsgevonden, daarnaast is er voor uitkeringen aan ex Statenleden een bedrag van € 8.600 onttrokken. Voor de komende jaren heeft de voorziening voldoende middelen om de uitkeringen te bekostigen. Daarbij in aanmerking te nemen dat in het jaar 2007, het verkiezingsjaar voor de Staten, rekening wordt
In 2002 is door Provinciale Staten besloten (nummer 16 van de agenda 2002) een voorziening te vormen, om de oninbaarheid van de vorderingen op failliete startende ondernemers op te vangen. Gedurende het jaar 2006 hebben er geen mutaties plaatsgevonden.
Voorziening NaNOV-geluidssanering
Voorziening Weidevogels IJsseldelta
Bij besluit van PS nr. PS/2004/1018 is besloten om een voorziening in te stellen voor de van Rijkswaterstaat ontvangen bijdrage voor compensatie van verlies aan natuurwaarden wegens aanleg van de N 50 KampenRamspol.
Jaarverslag 2006
161
Rijkswaterstaat heeft voor een periode van 10 jaar € 430.000 ineens aan de provincie Overijssel beschikbaar gesteld. Dit zal vooral moeten bijdragen aan het behoud en herstel van leefgebieden voor weidevogels. Voornoemde afkoopsom is in 2004 van RWS ontvangen en toegevoegd aan de voorziening weidevogels IJsseldelta (zoals voorgeschreven door RWS). In 2006 is € 16.000 aan de voorziening onttrokken voor weidevogelbeheer. Voorziening Brede doeluitkering (BDU)
De voorziening is ingesteld bij Statenbesluit van 20 september 2005, nr. 14., met als doel een belangrijke verbetering te bereiken in de realisering van het verkeers- en vervoersbeleid op regionaal niveau in samenhang met dat op landelijke niveau. Uitgangspunt is op regionaal niveau zelf een integrale afweging te kunnen maken van maatregelen en de daarvoor in te zetten middelen. In 2005 is de Wet Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer (BDU) in werking getreden. Hierin worden een aantal doeluitkeringen op het gebied van verkeer en vervoer gebundeld (onder andere Openbaar Vervoer, Duurzaam Veilig en GDU+). In 2006 is € 19,4 miljoen onttrokken aan de voorziening BDU. Deze middelen zijn besteed aan de uitvoering van diverse taken op het gebied van openbaar vervoer, ontwikkeling beleid bereikbaarheid, verkeersveiligheid, gedragsbeïnvloeding en bijdrage infrastructuur andere overheden.
162
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Voorziening verkoop steunpunten
De voorziening is ingesteld bij Statenbesluit van 19 september 2006, nr. 950 van de agenda 2006 met als doel de financiële afwikkeling van de afstoting (verkoop en kosten van bodemsanering) van een aantal steunpunten en terreinen welke, als gevolg van samenwerking met Rijkswaterstaat en de concentratie van het dagelijks beheer van de provinciale (vaar) wegen tot 5 regionale steunpunten, overbodig zijn geworden. De kosten van de bodemsanering kunnen naar verwachting worden gedekt uit de opbrengsten van de reorganisatie van het dagelijks beheer en uit de verkoop van de vastgoedobjecten. Langlopende verplichtingen
De langlopende verplichtingen vallen uiteen in 2 categorieën. De eerste categorie bestaat uit nog niet bestede middelen met een specifieke bestemming die daarvoor van derden (waaronder het Rijk) zijn ontvangen. Eind 2006 bedraagt het gezamenlijke bedrag hiervoor € 25,4 miljoen. De tweede categorie bestaat uit verplichtingen die pas na 2007 afgewikkeld zullen worden. Hieronder vallen onder andere infrastructurele projecten en herstructurering van bedrijventerreinen. Eind 2006 is in totaal een bedrag van € 21,7 miljoen op deze categorie verantwoord. Conform het Besluit Begroting en Verantwoording hebben wij de langlopende verplichtingen verantwoord onder de voorzieningen.
4.3.8 Langlopende geldleningen Bedragen x € 1.000 Langlopende geldleningen
31-12-2005
31-12-2006
Stand per 1 januari Bij: opgenomen in het boekjaar Af: afgelost in het boekjaar
18.151 233 -
18.385 18.152
Stand per 31 december
18.385
233
De beginstand van 2005 betreft één opgenomen geldlening die in één keer op 2 februari 2006 is afgelost. De rente bedroeg 5,92%. De vermeerdering in 2005 betreft een aantal achtergestelde, renteloze leningen (looptijd 10 jaar) die zijn opgenomen bij de oprichting van het Cultuurfonds Monumenten Overijssel. Het Cultuurfonds Monumenten Overijssel is ingesteld bij de Perspectiefnota 2005 (PS/2004/522) om bezitters van gemeentelijke en provinciale monumenten, die aanvullende middelen voor onderhoud en renovatie nodig hebben en die niet in aanmerking komen voor een rijkssubsidie, leningen tegen een zeer lage rente te verstrekken om zodoende het behoud van gemeentelijke en provinciale monumenten een krachtige impuls te geven.
4.3.9 Kortlopende schulden Bedragen x € 1.000 Kortlopende schulden 2003 en eerder 2004 2005 2006 Correctie langlopende verplichtingen (> 1 jr.)
Overige nog te betalen bedragen
31-12-2005
31-12-2006
20.051 10.431 28.047 - 44.871
16.086 6.381 14.716 39.043 - 47.064
13.658
29.162
16.970
20.755
30.628
49.917
De kortlopende schulden betreffen de verplichtingenportefeuille (zie bijlage M) verminderd met de langlopende verplichtingen. Deze zijn opgenomen onder de voorzieningen. De overige nog te betalen bedragen zijn crediteuren ad € 16,2 miljoen en € 1,5 miljoen aan nog te betalen bedragen.
Jaarverslag 2006
163
4.3.10 Overlopende passiva Bedragen x € 1.000 Overlopende passiva Te verrekenen of af te dragen salarissen en sociale lasten Vooruitontvangen bedragen Overig te verrekenen Ontvangen waarborgsommen Betalingen onderweg en kruisposten
31-12-2005
31-12-2006
2.152 5.186 99 37 -
2.462 3.409 434 35 -
7.474
6.340
Het bedrag onder Te verrekenen of af te dragen salarissen en sociale lasten betreft nog af te dragen loonbelasting, pensioenpremies en overige sociale lasten. Het saldo op Vooruitontvangen bedragen bestaat uit bedragen die betrekking hebben op 2007. Het bedrag bestaat grotendeels uit een ontvangen bijdrage uit de Europese programma’s van € 2,3 miljoen betreffende de N348. Deze subsidie is niet meer nodig voor het project N348. Afhankelijk van verdere besluitvorming zal dit bedrag in 2007 in de voorziening Europese programma’s worden gestort. Verder is onder Overig te verrekenen een post opgenomen van € 2,8 miljoen aan teveel ontvangen opcenten motorrijtuigenbelasting. De overige posten betreffen een diversiteit aan nog te verrekenen bedragen.
4.3.11 Gewaarborgde geldleningen De provincie heeft voor een bedrag van € 35,9 miljoen (2005: € 44,8 miljoen) waarborgen afgegeven op geldleningen van in totaal € 151,5 miljoen (2005: € 165,9 miljoen) die zijn opgenomen in de markt door o.a. een aantal zorginstellingen, de Overijsselse bibliotheekdienst en het Nationaal Groenfonds (gerelateerd aan de Ecologische Hoofdstructuur). Nadere informatie is opgenomen in het bijlagenboek (bijlage F.).
164
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
4.4 Staat van baten en lasten Bedragen x € 1 miljoen Rekening
Begroting
Rekening
2005
2006 na
2006
Verschil
wijzigingen
Programma
Saldo
saldo
saldo
saldo
Bestuur Economie en Innovatie Water Ruimte Wervende steden Landelijk gebied Zorg Cultuur, MO en Integratie Milieu Bereikbaarheid Veiligheid
- 23,0 86,7 - 19,1 - 10,4 - 3,4 - 16,3 - 10,2 - 28,6 - 12,2 - 55,8 - 1,5
- 22,1 51,1 - 15,7 - 24,3 - 4,0 - 27,3 - 10,2 - 31,8 - 15,9 - 58,9 - 1,8
- 22,1 55,2 - 14,3 - 19,5 - 3,3 - 21,4 - 9,4 - 31,3 - 15,4 - 34,0 - 1,5
0,0 4,1 1,4 4,8 0,7 5,8 0,8 0,5 0,5 24,9 0,2
Subtotaal programma's
- 93,7
- 160,9
- 117,0
43,9
Algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien
177,3 - 0,6
177,3 - 0,6
177,4 - 0,3
0,2 0,3
83,0
15,8
60,1
44,3
Storting/onttrekking reserves
- 70,7
- 15,8
- 47,2
- 31,4
Resultaat na bestemming
12,3
0,0
12,9
12,9
Resultaatbestemmingsvoorstellen Storting in de Algemene dekkingsreserve
- 5,9 - 6,4
- 8,7 - 4,2
- 8,7 - 4,2
0,0
0,0
Resultaat voor bestemming
Vrij besteedbaar resultaat
0,0
0,0
Jaarverslag 2006
165
4.5 Toelichting op de staat van baten en lasten In dit overzicht wordt op de programma’s het saldo van baten en lasten weergegeven, bestaande uit programmakosten, personeelsgebonden kosten en toegerekende apparaatskosten. De afwijkingen op de programmakosten zijn toegelicht in het programmaverslag (hoofdstuk 2). De algemene dekkingsmiddelen, de personeelsgebonden kosten en de toegerekende apparaatskosten worden hieronder toegelicht, na de toelichting op het resultaat als geheel.
4.5.1 Resultaat Voor een goede begripsbepaling is het van belang om vast te stellen dat de toelichting gericht is op het resultaat voor mutaties in de reserves. Het gaat daarbij om het saldo tussen de begroting en de rekening van 2006 in vergelijking met dat van 2005. In deze paragraaf beperken wij ons tot een toelichting op het totaal, de toelichting op de financiële afwijking per programma is opgenomen in hoofdstuk 2. In de rekening 2006 zijn een tweetal financieel-technische aspecten verwerkt met een grote invloed op het resultaat. In de eerste plaats betreft het de omzetting van de voorziening PVVP naar de reserve Provinciale infrastructuur, conform Statenbesluit (ad € 21,6 miljoen). In de tweede plaats gaat het om de rentebijschrijving op de reserves (ad € 3,9 miljoen). Zowel de omzetting als de rentebijschrijving moet conform de voorschriften voor de verantwoording (BBV) via het resultaat worden verwerkt. In de begroting zijn deze aspecten op een andere wijze verwerkt (niet via het resultaat). Afgezien van deze twee posten bedraagt het resultaat ‘uit gewone bedrijfsuitoefening’ tussen begroting en rekening € 19 miljoen (2005: € 16 miljoen).
Bedragen x € 1 miljoen
Saldo begroting
2005
Saldo begroting - jaarrekening
44
af: Omzetting voorziening PVVP en rentebijschrijving -/Resultaat ‘gewone bedrijfsuitoefening’
166
2006
––––––––
25 ––––––––
16
19
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
In 2006 is sprake van een verslechtering, lees: hogere onderuitputting, ten opzichte van 2005 van € 3 miljoen (Resultaat ‘gewone bedrijfsuitoefening’) ,ofwel minder dan 1% van de totale begroting. Voor een nadere analyse zijn de resultaten 2006 en 2005 ontleed in de volgende componenten: Beleid onderbesteding op budgetten waar de provincie invloed op kan uitoefenen; niet altijd voor 100% vanwege de betrokkenheid van andere partijen bij het beleid, maar er is handelingsvrijheid Over recht toe, recht aan overgehouden budget, vaak kleinere posten en vaak interne kosten Technisch onderbesteding door administratieve regelgeving / verwerking Extra bate hogere baten of laat ontvangen bijdragen derden Het beeld van het Resultaat uit ‘gewone bedrijfsuitoefening’ is dan als volgt: Bedragen x € 1 miljoen
Beleid Over Technisch Extra bate Totaal
2005
2006
Verschil
3,6 2,6 3,3 6,1 –––––––– 15,6
4,5 3,9 8,2 2,2 –––––––– 18,8
+ 0,9 + 1,3 + 4,9 - 3,9 –––––––– + 3,2
De slechtere resultaten zijn niet eenduidig aan een component toe te schrijven. Wel lijkt het dat technische oorzaken een grotere impact hebben gehad in 2006 dan beleidsgerelateerde zaken. Dit wordt gecompenseerd door minder Extra baten. Bij Beleid springen er twee factoren uit die leiden tot onderbesteding. Ten eerste is er vaak sprake van vertraging in samenwerkingsprocessen met derden. Daaronder vallen ook overleg met b.v. het Rijk over uitvoering of voorwaarden van een regeling. Voorbeelden zijn bij Economie de co-financiering van het kennisbeleid via Oost NV en bij Landelijk Gebied om de vertraagde onderhandeling met Flevoland over handhaving van de Natuurbeschermingswet bij de randmeren. In totaal gaat het hier om ca. € 3 miljoen in 2006 en ca.
€ 3 miljoen in 2005. Ten tweede zijn er een aantal gevallen waarbij wij zelf nog niet zover zijn met beleidsvoorbereiding om tot besteding van middelen te kunnen overgaan. Een voorbeeld hiervan is Ruimtelijke kwaliteit. In totaal gaat het hier om ca. € 2 miljoen in 2006 en ca. € 1 miljoen in 2005. De grootste post in de categorie Over zijn in 2006 de budgetten voor frictiekosten en kwaliteitsimpuls (€ 1,4 miljoen), die onder personeelskosten zichtbaar worden. De kwaliteitsimpuls is pas vanaf medio 2006 nadere invulling gegeven. Bij frictiekosten (€ 1,0 miljoen) is aan de orde dat de takendiscussie ten aanzien van dit punt meer tijd vergt dan was voorzien en tot nu toe deels ook is opgelost via natuurlijk verloop. Bij Technisch springt vooral de problematiek rond reserves er uit, waarbij bestedingen pas worden verantwoord als er kasuitgaven worden gedaan en niet als er een verplichting wordt vastgelegd, zoals bij subsidie-uitgaven wel gebeurt. Een bekend voorbeeld hierbij is de Reconstructie. De Extra baten in 2006 betreffen vooral rente kasgeld (€ 1,6 miljoen) en een extra dividend Vitens (€ 1,0 miljoen). Daarnaast zijn middelen voor archeologie (Malta) en Jeugdzorg laat beschikbaar gekomen. Dit wordt gecompenseerd doordat de MRB lager uit is gekomen dan geraamd (- € 2,3 miljoen). In 2005 waren de belangrijkste elementen de vrijval van oude verplichtingen (€ 2,8 miljoen) als gevolg van een opschoning van het bestand die toen is uitgevoerd en hogere opbrengst MRB (€ 1,6 miljoen).
Jaarverslag 2006
167
4.5.2 Algemene dekkingsmiddelen Het grootste deel van de budgetten wordt gedekt door de algemene middelen. In het onderstaande tabel staat een overzicht van de geraamde en gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen.
Bedragen x € 1.000
Begroting 2006 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Algemene dekkingsmiddelen
Baten
Rente kasgeld 3.464 Rente kasgeld langlopende geldleningen 3.146 Uitkering provinciefonds 88.582 Opcenten motorrijtuigenbelasting 77.892 Deelneming Bank Nederlandse Gemeenten 992 Onderuitputting 3.195 –––––––– Totaal algemene dekkingsmiddelen 177.271 Onvoorzien Totaal Algemene dekkingsmiddelen
375 –––––––– 177.646
Lasten
Rekening 2006
––––––––––––––––––––––––––––––––
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
5.509 2.835 88.440 75.534 999 4.219 –––––––– 177.536
15 95
–––––––– 5
3.464 3.146 88.582 77.892 987 3.195 –––––––– 177.266
–––––––– 116
5.494 2.740 88.440 75.534 993 4.219 –––––––– 177.420
2.030 -406 -142 -2.358 6 1.024 –––––––– 154
985 –––––––– 990
-610 –––––––– 176.656
375 –––––––– 177.911
685 –––––––– 801
-310 –––––––– 177.110
300 –––––––– 454
5
6
Het totaal van de gerealiseerde baten is ruim € 150.000 hoger dan geraamd. De hogere baten zjin opgebouwd uit meerdere componenten. Allereerst is er een hogere baat renteopbrengst. Een toelichting hierop treft u aan in de financieringsparagraaf (paragraaf 3.5). Daarnaast is er een lagere bijdrage ontvangen uit het provinciefonds dan geraamd. Verder zijn er minder provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting ontvangen. In 2006 is een negatieve correctie in de opgave van de fiscus over 2005 verwerkt (€ 2,5 miljoen). Begin 2007 is gebleken dat er nog onzekerheid bestaat over de opgave provinciale opcenten 2006. Hiermee is rekening gehouden in de jaarrekening. Een toelichting op de provinciale opcenten treft u aan in de paragraaf provinciale heffingen (paragraaf 3.2). Tot slot zorgt een vrijval van verplichtingen uit oude jaren voor een hogere baat dan geraamd op het product onderuitputting. De lasten op het product Onvoorzien sorteren voor op het rekeningresultaat, omdat deze wel geraamd maar niet gerealiseerd worden. De baat valt in 2006 lager uit door de betaling van de vereveningsbijdrage over 2006 in het kader van het BTW-compensatiefonds welke niet geraamd was.
168
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Verschil
––––––––
4.5.3 Personeelsgebonden kosten In deze paragraaf geven we een toelichting op de formatie en de personeelsgebonden kosten. De formatie voor 2006 wordt beïnvloed door de effecten van de efficiencytaakstelling volgens het Onderhandelingsakkoord (0,5% per jaar, oplopend naar 2% structureel), waarvan 2006 het derde jaar van realisatie is, de Takendiscussie, de Kwaliteitsimpuls en de voorstellen voor beleidsintensiveringen. Bedragen x € 1.000 Salarissen en personeelsgebonden kosten
Jaarrekening
Begroting Jaarrekening
Verschil
2005
2006
2006
2006
Bruto salarissen incl. sociale lasten (ambtelijk apparaat) Bij: Kwaliteitsimpuls
47.360 0
50.664 476
45.885 140
4.779 336
Subtotaal
47.360
51.140
46.025
5.115
1.413 1.213
1.149 162
106 147
1.043 15
-982
982
Bij: Frictiekosten Takendiscussie Bij: Ontwikkelingen CAO en Overige salariskosten Af: ontvangen uitkeringen i.k.v. FPU, WAO en zwangerschapsverlof en vergoeding detacheringen Salarissen incl. sociale lasten (Staat A.)
-925 49.061
52.451
45.296
7.155
4.345
1.247
6.342
-5.095
Subtotaal Reis- en verblijfkosten, Onkostenvergoedingen en overige kosten Vorming Opleiding Training*
53.406
53.698
51.638
2.060
1.159 588
1.048 654
1.072 845
-24 -191
Totaal personeelsgebonden kosten
55.153
55.400
53.555
1.845
Bij: Kosten uitzendkrachten/externe deskundigheid
* Deze bedragen representeren de specifieke VOT-budgetten van de eenheden. Organisatiebrede VOT-budgetten worden rechtstreeks verantwoord op interne producten. Het totale VOT-budget bedraagt circa € 1,1 miljoen.
Jaarverslag 2006
169
De belangrijkste oorzaak van het verschil in begrote en gerealiseerde salariskosten (€ 5,1 miljoen lager) is de lagere personele bezetting in 2006. De formatieve bezetting is lager dan toegestaan door een bewuste keuze voor een flexibele organisatie en om in te kunnen spelen op de uitkomsten van de Takendiscussie. Er worden derhalve bewust vacatures opengehouden. Om toch alle reguliere taken uit te kunnen voeren en daar waar nodig specifieke expertise in te zetten, is gebruik gemaakt van uitzendkrachten en externe deskundigen (€ 5,1 miljoen hoger). Ook bij de inhuur van externen blijft het totale budget personeelsgebonden kosten taakstellend. In 2006 resteert op het budget Frictiekosten Takendiscussie € 1 miljoen omdat de uitvoering van de Takendiscussie meer tijd vergt dan was voorzien. Via de resultaatbestemming zullen wij u een voorstel doen om dit bedrag voor 2007 beschikbaar te houden. Niet geraamd waren de ontvangen bedragen van uitkeringsinstanties in verband met zwangerschapsverloven, WAO, FPU en vergoedingen voor detachering. Het betreft hier incidentele opbrengsten.
Formatie in fte’s
170
Het VOT-budget is overschreden in verband met een bewuste keuze voor extra opleidingen van medewerkers en extra trainingen van de eenheden in het kader van diverse professionaliseringstrajecten. De extra kosten blijven binnen het totaalbedrag van de personeelsgebonden kosten. Per saldo is op het totaal van de personeelsgebonden kosten, na honorering van de resultaatbestemming, een onderschrijding van 1,4% gerealiseerd. Formatie in fte’s In de tabel hieronder wordt een overzicht gegeven van de toegestane formatie en de werkelijke bezetting per ultimo 2006 per eenheid. Uit de tabel blijkt voorts de werkelijke bezetting per einde van het vorige dienstjaar. Zoals we hiervoor reeds hebben vermeld worden vacatures niet (direct) opgevuld in verband met de bewuste keuze voor een flexibele organisatie en het vergroten van de mogelijkheden van de organisatie ten aanzien van de effecten van de Takendiscussie.
Jaarrekening
Begroting Jaarrekening 2006
2006
6 2
6 2 5 21 82 101 60 84 57 150 40 120 76
3 14 6 15 8 37 3 17 14
804
118
Specificatie naar eenheden Statengriffie Directie Kwaliteitsimpuls Concernstaf/Programma’s en Projecten Bestuurlijke Aangelegenheden Economie, Milieu en Toerisme Landbouw, Natuur en Landschap Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid Water en Bodem Wegen en Kanalen Zorg en Cultuur Facilitaire Dienstverlening Middelen
19 84 108 64 90 57 150 40 121 74
6 3 5 21 85 115 66 99 65 187 43 137 90
Totaal formatie
815
922
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Verschil
2005
2006
1
Rechtstreeks op programma’s verantwoorde salarissen Naast de hierboven gepresenteerde personeelsgebonden kosten zijn er in 2006 € 3,6 miljoen aan salariskosten, welke rechtstreeks op producten zijn verantwoord. In de tabel hieronder wordt hiervan een specificatie gegeven. Deze kosten hebben voornamelijk betrekking op vergoedingen voor leden van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten (incl. oud-leden), totaal € 2,019 miljoen, en van de kosten van IZR gepensioneerden, voormalig personeel en seniorenbeleid totaal € 1,311 miljoen. Als gevolg van de inwerkingtreding van het nieuwe ziektekostenstelsel per 1 januari 2006, is de premiebetaling voor oud-werknemers komen te vervallen. Er geldt een overgangsregeling van drie jaar voor tegemoetkoming in de kosten die lager uitvalt dan de premie. Dit verklaart het verschil ten opzichte van de jaarrekening 2005 bij de post IZR gepensioneerden en voormalig personeel. Daarnaast zijn de werkelijke kosten in 2006 voor de tegemoetkoming in de ziektekosten voor oud-werknemers ten opzichte van de begroting meegevallen. De uitgaven voor oud-GS leden is in 2006 lager dan begroot omdat het beschikbare budget niet geheel benodigd is geweest.
Bedragen x € 1.000 Rechtstreeks op programma’s verantwoorde salarissen
Jaarrekening
Begroting Jaarrekening
Verschil
2005
2006
2006
2006
Vergoeding PS-leden Vergoeding GS-leden, uitkeringen en pensioenen oud leden Jaarwedde CvdK IZRgepensioneerden/voormaligpersoneel/seniorenbeleid Salaris stagiaires Bijdrage bijzondere ziektekosten (artikel E.12) Premiespaarregeling Diverse vergoedingen
825
864
827
37
1.256 174 1.658 30 19 38 28
1.305 190 1.416 34 31
1.192 168 1.311 34 24
113 22 105
51
29
22
Totaal salariskosten
4.028
3.891
3.585
306
7
Jaarverslag 2006
171
Gemiddelde personeelsgebonden kosten per fte De gemiddelde salariskosten per fte (inclusief overwerk en toelagen) en het gemiddelde aan overige personeelsgebonden kosten per fte, berekend naar de feitelijke (gemiddelde) bezetting over 2006, worden weergegeven in het volgende overzicht. Bedragen x € 1.000 Gemiddelde personeelsgebonden kosten per fte
Jaarrekening
Begroting Jaarrekening
Verschil
2005
2006
2006
2006
Gemiddelde salariskosten per fte Reis- en verblijfkosten, Onkostenvergoedingen en Overige kosten per fte Vorming, opleiding en training per fte
56,1
55,5
57,2
-1,7
1,4 0,7
1,1 0,7
1,3 1
-0,2 -0,3
Totaal
58,2
57,3
59,5
-2,2
Feitelijke (gem.) bezetting over het jaat in fte’s
844
922
805
117
Het verschil tussen de gemiddelde salarislasten van de Jaarrekening 2005 en de Jaarrekening 2006 zijn het gevolg van prijsstijgingen voortkomend uit CAO-ontwikkelingen.
Verdeling personeelsgebonden kosten naar extern beleid en apparaatskosten De toerekening van de personeelsgebonden kosten aan de producten vindt plaats door, met behulp van tijdschrijven, de bestede uren te vermenigvuldigen met een voorgecalculeerd uurtarief. Bedragen x € 1.000 Verdeling personeelsgebonden kosten naar programma’s
172
Jaarrekening
Begroting Jaarrekening
Verschil
Percentage
2004
2005
20055
2005
van totaal
Extern beleid Bestuur 6.670 Bedragen € 1.000 Economie en xInnovatie 2.965 Verdeling personeelsgebonden kosten naar pro- 2.018 Water gramma’s Jaarrekening 2005 Ruimte 4.244 Begroting 2006 Wervende steden 156 Jaarrekening 2006 Verschil 3.615 Landelijk gebied 2006 Percentage van totaal Zorg 910 beleid Cultuur, MO enExtern Integratie 1.304 Milieu 6.526 Bereikbaarheid 10.718 Bestuur 6.670 Veiligheid 405
6.823 2.849 2.205 4.397 223 3.853 1.010 1.227 6.383 10.263 466
7.016 2.682 1.997 3.884 54 3.592 1.010 1.251 6.407 9.529 443
-193 167 208 513 169 261 0 -24 -24 734 23
-3% 6% 9% 12% 76% 7% 0% -2% 0% 7% 5%
Totaal extern beleid Apparaatskosten
39.531 15.622
39.699 15.701
37.865 15.690
1.834 11
5% 0%
Totaal tlv exploitatie
55.153
55.400
53.555
1.845
3%
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Door de anders dan begrote toerekening van personele inzet op nieuwe projecten zijn er verschuivingen in toerekening naar de programma’s Bestuur en Wervende Steden opgetreden. Verhouding toerekening personeelsgebonden kosten Intern is de doelstelling dat de personeelsgebonden kosten worden toegerekend aan de producten waaraan ze daadwerkelijk zijn besteed. De maatregelen zijn concreet gericht op een voortgangsbewaking van de urentoedeling evenals een productiviteit per eenheid met een taakstellend karakter. In het overzicht hierna wordt de verhouding weergegeven van de toegerekende personeelsgebonden kosten naar extern beleid en Apparaatskosten. Het realisatieverschil in 2006 ten opzichte van de raming kan worden verklaard door de interne verhuizing, invoering van TOOL en de invoering van EDO.
Verhouding toerekening personeelsgebonden kosten
Jaarrekening
Extern beleid Apparaatskosten
Begroting Jaarrekening
Verschil
2005
2006
2006
2006
72 % 28 %
72 % 28 %
71 % 29 %
1% -1%
Personeelsgebonden kosten extern beleid
80 % 70 % 60 % 50 % 40 % 30 % 20 % 10 % 0% 2001
2002
2003
2004
2005
2006
Jaarverslag 2006
173
4.5.4 Toe te rekenen apparaatskosten
Bedragen x € 1.000
Begroting 2006 na wijzigingen
–––––––––––––––––––––––––––––––
Rekening 2006
––––––––––––––––––––––––––––––––
Toe te rekenen apparaatskosten
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Programmakosten Personeelsgebonden kosten
1.457
23.353 15.676 –––––––– 39.029
-21.896 -15.676 –––––––– -37.572
2.894
19.396 15.689 –––––––– 35.085
-16.502 -15.689 –––––––– -32.191
Totaal apparaatskosten
–––––––– 1.457
–––––––– 2.894
Stortingen 2006
––––––––––––––––––––––––––––––– Reserves
Algemene dekkingsreserve Saldi-reserve Ontwikkelingsreserve Reserve BTW-compensatiefonds Reserve renovatie provinciehuis Reserve IJsselmijgelden Actiefonds Overijssel
5.394 -13 –––––––– 5.381
Verschil
––––––––
Begroot
Gereal.
Verschil
Begroot
Gereal.
Verschil
Totaal
49.863
49.863
127.153 88
127.153 88
125.000 1.601
125.000
0 0 0 1.601 -203 0 0
912
1.598 814 35 20
0 0 0 686 814 0 0
0 0 0 2.287 611 0 0
203 500
500
De apparaatskosten (interne producten) worden toegerekend aan de programma’s. Dit gebeurt via dezelfde sleutel als de personeelsgebonden kosten. In 2006 zijn een aantal P&O gerelateerde posten niet geheel besteed. Het gaat dan bv. om middelen voor voormalig personeel. Daarnaast zijn de budgetten voor de kwaliteitsimpuls niet volledig besteed (€ 400.000) omdat de invulling van een aantal vacatures in dit kader medio 2006 op gang is gekomen. Ook is € 1 miljoen overgebleven op het budget voor Frictiekosten (gerelateerd aan de takendiscussie). Het belangrijkste effect is ontstaan doordat in de rekening de rentetoevoeging van de reserves via het resultaat is gelopen (effect ca. € 4 miljoen). Binnen de interne producten doen we enkele voorstellen tot resultaatbestemming. Meubilair WK t.b.v. 5 rayons In 2006 was € 100.000 beschikbaar voor het meubilair van de vijf rayons van de eenheid Wegen en Kanalen. Door vertraging in de feitelijke uitvoering van het project is het niet mogelijk tot daadwerkelijke levering van het meubilair te komen. Als dit geld niet beschikbaar blijft voor bovengenoemd doel zal de inrichting van de vijf rayons niet kunnen plaatsvinden. Wij stellen voor om een bedrag van € 100.000 toe te voegen aan het exploitatiebudget 2007 voor dit doel.
174
Onttrekkingen 2006
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
35 20
Budget Frictiekosten Als onderdeel van de takendiscussie is jaarlijks voor de periode 2005-2008 een bedrag voor frictiekosten ter beschikking gesteld, om de gevolgen van de uitvoering van de takendiscussie op personeel gebied te kunnen opvangen. De implementatie van de opgaven uit de takendiscussie brengt frictiekosten met zich mee, b.v. voor noodzakelijke herplaatsingen, extra scholing en begeleiding. Ook zijn soms (tijdelijke) oplossingen nodig die niet budgettair neutraal kunnen worden uitgevoerd. In 2006 is op dit budget € 1.000.000 overgebleven, o.a. doordat de takendiscussie ten aanzien van dit punt meer tijd vergt dan was voorzien en deels ook is opgelost via natuurlijk verloop. Wij stellen voor om dit bedrag beschikbaar te houden in 2007, om de verdere benodigde interventies te kunnen uitvoeren. Deze zullen naar verwachting ingewikkelder van aard zijn dan de regelingen die tot nu toe zijn getroffen. Renovatie provinciehuis € 611.000 ten behoeve van de renovatie provinciehuis (mutatie in reserve).
4.6 Single Information, Single Audit (SISA) In 2006 is voor het eerst de nieuwe regelgeving Single Information Single Audit (SISA) op provincie’s en gemeenten van toepassing. Deze regels zijn er op gericht om de verantwoording aan het Rijk over de specifieke uitkeringen aan locale overheden te laten plaatsvinden via het jaarverslag. En niet meer via een afzonderlijke verantwoording per specifieke uitkering. In 2006 betreft het voor ons 5 regelingen. Voor elke regeling is door het betreffende vakdepartement vastgesteld welke indicatoren verantwoord moeten worden. Deze zijn opgenomen opgenomen in een overzicht, dat als afzonderlijke bijlage bij het jaarverslag wordt gevoegd. De SISA-bijlage valt onder de accountantsverklaring bij de jaarrekening en daarmee vervangt deze verklaring de afzonderlijke verklaringen per regeling. Het gaat voor de provincie om de volgende specifieke uitkeringen: o Actieprogramma Cultuurbereik o Beeldende Kunst en Vormgeving o Brede doeluitkering Verkeer en Vervoer o Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing o Externe Veiligheid Naar verwachting zullen in 2007 de overige specifieke uitkeringen onder de werking van SISA worden gebracht. In bijlage B is het overzicht opgenomen met de indicatoren die voor de genoemde regelingen van toepassing zijn en die door de accountantsverklaring bij de jaarrekening 2006 worden afgedekt.
Jaarverslag 2006
175
4.7 Actiefonds Zoals vermeld in de toelichting bij de reserves is het Actiefonds Overijssel in november 2003 ingesteld om door middel van eenmalige projectsubsidies snel, flexibel en adequaat te kunnen reageren op kansen die zich nu voordoen. Een provinciale bijdrage wordt verstrekt onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat andere partners ook een bijdrage leveren en de projecten binnen twee jaar na toekenning van de bijdrage gerealiseerd zijn. In 2006 heeft de provincie aan 17 projecten haar medewerking geleverd. De middelen van het Actiefonds vormen samen met de middelen van Nieuw beleid, Beleidsintensiveringen en Overige incidentele middelen (zie paragraaf 4.8 en bijlage A) de totale incidentele lasten van de provincie over 2006. De projectsubsidies worden in zijn geheel onttrokken aan deze reserve, als zijnde geraamde bestedingen. Niet-gerealiseerde bestedingen vloeien terug naar de algemene middelen.
176
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Bedragen x € 1.000 Reserve Actiefonds
Datum vaststelling
Kwalitatief wonen in Hart van Zuid Reconstructie stationsomgeving en Stadsbleek Oldenzaal Verbetering ruimtelijke kwaliteit IJsseldelta Randweg Stadshagen Waterkwaliteit Noordwest Overijssel Boeren voor natuur in Twickel Windturbines provinciehuis Verkeersveiligheid (bermverharding) Bodemsanering Stimuleren Gebiedsgericht werken Koekoekspolder Zorg & ICT - 2005 Cofinanciering kennisbeleid Oost Cascade Enschede Velve Lindenhof Enschede Binnenstad Zwolle Nationaal landschap NO Twente Vecht-projecten Groene mal Regge WMO Stads- en streekvervoer, haltevoorzieningen Preventie Aanval op de uitval Fietspilot Zwolle Carpoolpleinen Subsidiëring roetfilters Waterbodemsanering Woolderbinnenbeek Trekvaart IJsselmuiden Olde Maten Doorbraak Ecopassage A35 Startende ondernemers Overijssel Woonzorg Almelo Woonzorg Deventer Energiebesparing openbare gebouwen Opruimen autobanden buitengebied Kwaliteitsimpuls centrum Goor
Geraamde Gerealiseerde
Verschil
besteding
besteding
2006
2006
mei 2004
750
750
0
mei 2004 mei 2004 mei 2004 mei 2004 mei 2004 mei 2004 mei 2004 mei 2004 april 2005 april 2005 april 2005 april 2005 april 2005 april 2005 april 2005 april 2005 april 2005 april 2005 april 2005 april 2005 juni 2005 april 2006 april 2006 april 2006 april 2006 april 2006 april 2006 april 2006 april 2006 april 2006 april 2006 april 2006 april 2006 april 2006 okt. 2006
750 650 3.000 500 750 20 500 1.000 1.000 1.000 1.370 2.300 700 2.000 1.750 200 500 220 900 600 375 400 50 20 185 1.000 810 50 500 900 250 250 300 100 425
750 672 3.000 500 0 20 487 500 772 1.003 1.370 935 700 2.000 1.750 200 500 220 900 1.130 355 135 16 7 0 1.000 810 0 500 270 250 250 300 100 0
0 -22 0 0 750 0 13 500 228 -3 0 1.365 0 0 0 0 0 0 0 -530 20 265 34 13 185 0 0 50 0 630 0 0 0 0 425
26.075
22.152
3.923
Totaal
2006
*
* *
*
* *
*
* *
*
* Is resultaatsbestemmingsvoorstel voor gedaan.
Jaarverslag 2006
177
Project Kwalitatief wonen in Hart van Zuid Op 19 januari 2007 heeft gedeputeerde Rietkerk samen met de gemeenten en de projectontwikkelaar het startsein gegeven voor Langeler Erve. Het gaat hier om de bouw van in totaal ruim 300 woningen. Deze bijdrage zal vooral worden ingezet voor het bouwrijp maken van het terrein voor de eerste 79 woningen en de ontsluitingsweg Laan Hart van Zuid. Realisatie van het project wordt verwacht in september 2008. Project Reconstructie stationsomgeving en Stadsbleek Oldenzaal Een subsidie van € 750.000 is toegekend voor realisering en financiering van de projecten Oldenzaal Centraal en Oldenzaal Stadsbleek. Beide projecten zijn aangemerkt als aanjaagprojecten in het kader van stimulering van de woningbouwproductie. Om tegemoet te komen aan het 2-jaarscriterium van het Actiefonds, dienden partijen zich voor 1 januari 2007 contractueel te verbinden en er een start te zijn gemaakt met de werkzaamheden. Aan beide voorwaarden is eind 2006 voldaan. De eerste woningen zullen naar verwachting begin 2008 worden opgeleverd. Project Verbetering ruimtelijke kwaliteit IJsseldelta Juli 2006 hebben Gedeputeerde Staten het Uitvoeringsprogramma Nationaal Landschap IJsseldelta 2006-2013 vastgesteld. Dit programma heeft een investeringsomvang van € 25 miljoen. In 2006 zijn met rijksgeld, geld van gemeenten en waterschap en de provinciale bijdrage 7 projecten (met een totale omvang van € 1,7 miljoen) voorbereid en financieel zeker gesteld. De provincie heeft in oktober 2006 via 7 subsidiebeschikkingen € 400.000 bijgedragen. De 7 projecten zullen voor november 2008 gerealiseerd zijn. De uitvoeringsduur van het project Streekeigen huis en erf zal moeten lopen tot juni 2009 om het plantseizoen 2008/2009 volledig te kunnen benutten. Project Randweg Stadshagen Het betreft een subsidie voor de ruimtelijke inpassing van de Hoofdinfrastructuur Stadshagen. Eind 2005 is de beschikking aan de gemeente Zwolle verstrekt. Na het afwikkelen van bezwaren is de gemeente Zwolle gestart met de werkzaamheden. Verwacht wordt dat de ruimtelijke inpassing in december 2007 gerealiseerd is.
178
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Project Waterkwaliteit Noordwest Overijssel De tweede zandfilter in de rioolzuiveringsinstallatie Steenwijk te Steenwijkerland is gerealiseerd. Het project is medio 2006 technisch afgerond en eind 2006 financieel afgewikkeld. De realisatie van een tweede zandfilter heeft bijgedragen aan een verbetering van de waterkwaliteit in het Nationaal Park de weerribben en de leefomgeving in Overijssel. Project Boeren voor natuur in Twickel Vanaf 2004 is gewerkt aan het operationeel krijgen van het pilotproject Boeren voor Natuur in Twickel. Lange tijd is hierbij de staatssteuntoets bepalend geweest voor de voortgang van het project. Op 27 juli 2006 is door de Europese Commissie (EC) positief beschikt. Aansluitend is door de minister van LNV de rijksbijdrage beschikbaar gesteld. Hierbij zijn echter nieuwe voorwaarden en beperkingen naar voren gebracht die de partijen gezamenlijk hebben willen oplossen. Het Rijk heeft eind 2006 een nieuwe meldingsprocedure bij de EC ingesteld om ook andere bedrijfstypen dan melkveehouderijen (namelijk schapenhouderijen en zoogkoeienhouderijen) deel te kunnen laten nemen. De provincies werken aan een oplossing over de positie die zij in de gewijzigde uitvoeringsorganisatie op zich hebben te nemen (formele contractpartij). Omdat over voorgaande pas begin 2007 uitsluitsel is, wordt de einddatum van december 2006 niet gehaald. De verwachting is dat het project rond juni 2007 zal zijn afgerond, maar dat is wel afhankelijk van factoren die de provincie zelf niet in de hand heeft, zoals het resultaat van de nieuwe meldingsprocedure bij de EC. Project Windturbines provinciehuis In het kader van het project renovatie provinciehuis is € 200.000 beschikbaar gesteld om alternatieve energieopwekking door middel van windturbines in de bebouwde kom te stimuleren. Door het plaatsen van een aantal turbines op het provinciehuis geeft de provincie een zichtbaar voorbeeld naar buiten en stimuleert het doorontwikkelen van deze technologie. Er is voor gekozen om in eerste instantie 1 turbine te plaatsen om zeker te weten dat deze goed functioneert. In de afgelopen periode is gebleken dat de turbine nog niet het volledige rendement haalt. De leverancier heeft gevraagd de proef nog enige tijd te verlengen aangezien hij verwacht op korte termijn een behoorlijke resultaatsverbetering te halen. Op dit moment zijn er twee scenario’s met betrekking tot de realisatie van het project, namelijk de uitstel wordt niet verleend wat betekend dat het project juni 2006 is afgerond met als resultaat dat het project niet
volledig wordt uitgevoerd of de leverancier krijgt wel uitstel en bij behaling van het verwachte rendement zal het aantal turbines worden uitgebreid met 8. Realisatie van het project staat in dat geval gepland voor oktober 2007. De beslissing of de leverancier uitstel krijgt zal in februari 2007 worden genomen door de stuurgroep TOOL.
Nieuwleusen, Versterking regiomarketing, ATC Hardenberg, Werkschuur bij Lindenhoeve, Historische informatieborden Vechtdal, Samen over de Reest, Kunstmanifestatie Dalfsen, Bellingerweer Dalfsen, Brandweercampagne Vechtdal Veilig en Fietsknooppunt NO-, NW-Overijssel en ZwolleKampen. De uitvoering van deze projecten is uiterlijk december 2007 gereed.
Project Verkeersveiligheid (bermverharding) In 2004 is € 3 miljoen beschikbaar gesteld om binnen twee jaar 100 kilometer bermverharding aan te brengen op diverse locaties in de provincie. Door bermverharding aan te brengen wordt het aantal enkelvoudige ongevallen op provinciale wegen (goed voor zo’n 30% van alle ongevallen) teruggebracht. Vanwege meevallende aanbestedingen is het zelfs mogelijk gebleken om 130 kilometer aan te leggen. Daarmee is de verkeersveiligheid in Overijssel op nog meer plaatsen verbeterd.
Project Koekoekspolder De Ontwikkelingsmaatschappij Koekoekspolder heeft de uitvoering van het project voortvarend opgepakt. Bij de uitvoering van bepaalde onderdelen, onder andere de keuze van de locatie en de verwerving van gronden, heeft het project vertraging opgelopen. Provinciale Staten zijn hier middels een brief reeds over geïnformeerd. Begin 2007 heeft er een overleg plaatsgevonden met de Ontwikkelingsmaatschappij over de uitvoering. De einddatum van het project is wederom uitgesteld. De nieuwe realisatiedatum is december 2009.
Project Bodemsanering Een subsidie van € 500.000 is verleend voor de volledige en daarmee milieuvriendelijke sanering van de voormalige stortplaatsen in het project van de voormalige Kornputkazerne (Steenwijkerland) ten behoeve van woningbouw. Eind 2006 heeft de Europese aanbesteding van zowel de sanering als de realisatie van een groot aantal woningen in het plangebied plaatsgevonden. Recente navraag bij de gemeente Steenwijkerland leert ons dat in februari 2007 gestart zal worden met de daadwerkelijke sanering. Deze zal, in tegenstelling tot de berichtgeving in de Najaarsnota (december 2007), in februari 2008 worden afgerond. Project Stimuleren Gebiedsgericht werken Het gebiedsgericht werken in de landelijke gebieden NO-, NW-Overijssel en het buitengebied van ZwolleKampen krijgt een extra impuls door het beschikbaar stellen van € 1 miljoen voor versnelling van de uitvoering van zo integraal mogelijke, gebiedsgerichte projecten. Dit gebeurt in goede samenwerking met, en ook met bijdragen van, gemeenten en waterschappen. Daarnaast worden ook maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven en burgers hierbij betrokken. Hiermee wordt invulling gegeven aan de geschetste opgave in het Onderhandelingsakkoord, namelijk samen met partners werken aan de forse opgaven en uitdagingen op het terrein van ruimtelijke ordening, economische structuurversterking (inclusief landbouw), sociale infrastructuur, natuurbeheer en natuurontwikkeling. In NO-Overijssel zijn in 2006 de volgende projecten beschikt: Masterplan
Project Zorg & ICT 2005 In 2006 is het programma zorg en technologie (IZIT) verder uitgevoerd. Eén van de belangrijkste projecten is de ontwikkeling van transmurale zorgprotocollen voor een integraal electronisch patiëntendossier, waarbij ook patiënten via internet toegang krijgen tot hun eigen zorgportaal en zo zelf ook kunnen zien wat er bijgehouden wordt. Door enkele partijen die bij het programma betrokken zijn, werden in 2006 aanvankelijk een aantal vraagtekens geplaatst bij de werkzaamheden van IZIT. Uiteindelijk hebben alle partijen zich weer achter het project geschaard en wordt de draad in 2007 weer opgepakt. Afronding van het project wordt verwacht in december 2007. Project Cofinanciering kennisbeleid Oost Het ministerie van Economische Zaken (EZ) heeft middelen beschikbaar gesteld voor financiering van projecten die een bijdrage leveren aan de versterking van de regionale economische structuur. PS heeft € 2,5 miljoen beschikbaar gesteld als cofinanciering. December 2005 heeft het ministerie onder voorwaarden subsidie verleend aan vijf projecten uit Oost-Nederland. De uiteindelijke uitwerking van de voorwaarden van EZ heeft bijna een jaar geduurd en is voor een tweetal projecten nog niet afgerond. Door deze vertraging is pas eind december de beschikking afgegeven. De late beschikking zorg voor een wijziging in start- en einddatum van de projecten. Wil het totale project slagen, is een verlenging van de looptijd
Jaarverslag 2006
179
nodig, die hiermee over de 2-jaarstermijn heen gaat die met PS is afgesproken. De looptijd voor deze twee projecten is daarom verlengd naar december 2008. Dit zorgt niet voor een verandering in doel en resultaat. De resterende middelen van € 1,3 miljoen blijven noodzakelijk (zie hiervoor ook het voorstel voor resultaatbestemming) en zullen dienen als cofinanciering voor een omvangrijk nanotechnologieprogramma. Project Cascade Enschede Een subsidie van € 700.000 is toegekend voor realisering en financiering van het woningbouwproject Cascade. Cascade is een aanjaagproject in het kader van de stimulering van de woningbouwproductie. De verschillende knelpunten zijn inmiddels opgelost. Een bezwarenprocedure tegen onder andere de bouwvergunning/bestemmingsplan loopt nog. Eind 2006 is begonnen met het bouwrijp maken. Naar verwachting zullen december 2007 de eerste woningen opgeleverd worden. Project Velve Lindenhof Enschede Een subsidie van maximaal € 2 miljoen is verleend voor de aanpak van de openbare ruimte en een bijdrage in de regeling voor pandverbetering in de herstructureringswijk Velve Lindenhof. De bijdrage heeft het beoogde effect bereikt dat ook andere investeerders bereid zijn te investeren in de herstructurereing van de wijk. De herstructurerering van Velve Lindenhof is een langjarig proces waarvan de eerste fase (waarvoor de subsidie is verleend) in oktober 2006 is afgerond.
180
door PS vastgesteld. Het Uitvoeringsprogramma Natinoaal Landschap NO Twente is geïntegreerd in het gebiedsprogramma NO-Twente 2007-2013. Op 12 december 2006 is het gebiedsprogramma pMJP 2007-2013 voor de 6 plattelandsgebieden in Overijssel vastgesteld. De burgerparticiaptie is in NO Twente vormgegeven door het betrekken van 150 burgergroepen bij het opstellen van het Ontwikkelperspectief en het Uitvoeringsprogramma. Hieruit zijn onder andere meer dan 100 projectenideeën voortgekomen, waarvan een aantal de komende jaren uitgevoerd kunnen worden. Het Actiefondsproject zelf is in december 2006 afgerond. Project Vecht-projecten De plannen voor het natuurlijk inrichten van de vechtoevers zijn in onderling overleg door de waterschappen opgesteld en op elkaar afgestemd. Uitvoering van de eerste trajecten is gestart in het najaar van 2005 en afgerond in 2006. Met het afkomen van de leaderbeschikking voor het project Zwieseborg in december 2005 is ook de uitvoering van dit onderdeel van het project verzekerd. In het najaar van 2006 is beschikt op de integratie van dit project met het project Loozensche Linie. Uitvoering van het onderdeel Zwieseborg/Loozensche Linie is gestart in het najaar van 2006 en wordt naar verwachting in december 2007 afgerond. Hiermee ligt de uitvoering van het project op schema.
Project Binnenstad Zwolle en Kampen Provinciale Staten hebben in totaal € 2 miljoen beschikbaar gesteld voor de integrale aanpak van de binnensteden Zwolle en Kampen. De gemeentes hebben de subsidies aangewend ten behoeve van het versterken van: de sociale samenhang, de culturele potenties, en de economie. En als extra stimulans voor en versnelling van het woningbouwprogramma, het verbeteren van de bereikbaarheid en het vergroten van de veiligheid en leefbaarheid in de binnenstad. De voortgang van de projecten verloopt conform afspraak. Naar verwachten zijn de verschillende projecten juli 2007 afgerond.
Project Groene mal Regge Na het sluiten van een overeenkomst over de Groene mal Regge (voorjaar 2006) is de gemeente Hellendoorn voortvarend verder gegaan met dit project. Fase I waar waterberging, wegaanpassing en landschappelijke inrichting in zitten is inmiddels in uitvoering. Fase II is gelijktijdig verder ontwikkeld. Het belangrijkste deel is de bouw van een brug en het maken van een bypass voor de Regge. Het ontwerp voor een brug heeft wat vertraging opgelopen, omdat het moest passen in de vormgeving van het combiproject, maar is uiteindelijk half december 2006 aan de gemeente opgeleverd. Begin 2007 volgt de aanbestedeing van het werk, waarna in het voorjaar van 2007 de uitvoering kan starten. De oplevering van fase II (verwacht in oktober 2007) ligt daarmee op schema.
Project Nationaal landschap NO Twente De middelen zijn besteed aan het opstellen van het Ontwikkelperspectief, het bijbehorende Uitvoeringsprogramma en aan het voorbeeldproject Burgerparticipatie in het Nationaal Landschap NO Twente. Het Ontwikkelperspectief is op 13 december 2006
Project WMO De eerste ronde van het provinciale WMO ondersteuningsaanbod liep nog door tot in de eerste helft van 2006. In eerste instantie is de aandacht en ondersteuning met name gegaan naar de opzet van gemeentelijke WMO-loketten. Daaropvolgend zijn
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
veel gemeenten ondersteund bij de opzet van woonzorgzones. Het project is inmiddels afgerond. Project Stads- en streekvervoer, haltevoorzieningen In 2005 is € 3 miljoen beschikbaar gesteld om de haltevoorzieningen in West Overijssel op het gewenste niveau te brengen. Na afronding van de voorbereidingsfase in 2005 is het werk medio 2006 aanbesteed. De aanbesteding is bovendien aangegrepen om het beheer van de halteplaatsen op een andere manier te regelen. Zo neemt de leverancier van de abri’s de beheerskosten voor zijn rekening welke hij financiert met inkomsten uit reclameopbrengsten van de abri’s. Dit innovatieve contract heeft in eerste instantie tot wat vertraging geleid, waardoor het zwaartepunt van de uitvoering in de eerste maanden van 2007 is komen te liggen. In de laatste maanden van 2006 is de ontstane vertraging voor een deel ingelopen, waardoor er meer uitgaven zijn gedaan dan eerst werd verwacht. De uitvoering ligt op schema en verwacht wordt dat de streefdatum van april 2007 wordt gehaald. Project Preventie jeugdzorg In april 2005 is besloten € 700.000 te besteden aan preventie. Dit gebeurt middels het inrichten van consultatietelefoons, basistrainingen, ondersteuning van gemeenten bij de opbouw van gezinscoaching en vermindering van het aantal verwijzingen (project praktijk voor papier). Alle projecten zijn gestart. Aangezien sommige projecten verschillende fases kennen, zijn nog niet alle middelen verleend omdat er bijvoorbeeld de noodzaak is om eerst onderzoek te verrichten welke partij de uitvoering van gezinscoaching het best in een regio kan gaan voeren. De verwachte realisatiedatum van het project is december 2007. Dan zullen ook de resultaten van het project bekend zijn. Project Aanval op de uitval Provinciale Staten hebben in 2006 € 600.000 beschikbaar gesteld voor sociale projecten in Overijsselse steden. De projecten sluiten aan bij ‘Aanval op de uitval’, een nieuwe aanpak in het grotestedenbeleid die in G27-verband is ontwikkeld. In 2006 is een kwart van het beschikbare bedrag beschikt. Het gaat hierbij om de projecten ‘Burgerpower, bewoners in een aanvallende speelstijl’ in de Rivierenbuurt in Deventer, ‘Sleutel tot maatschappelijke participatie’ in de Hengelose wijk Berflo en ‘Mentoringproject VMBO-leerlingen’ in Hengelo. De verwachting is dat de rest van het budget in 2007 geheel wordt uitgeput en dat het project in december 2007 zal worden afgerond.
Project Fietspilot Zwolle Als extra stimulans van het fietsgebruik op afstanden tot 15 km wordt in samenwerking met de gemeenten, in het kader van selectieve bereikbaarheid, ingezet op kwaliteitsverbetering van fietsverbindingen gericht op stedelijke netwerken en in aansluiting daarop binnen de stedelijke netwerken. Doelstelling is het bevorderen van comfort en de doorstroming van fietsverkeer conform de beleidsopgave opgenomen in het PVVP en de Dynamische beleidsagenda. Als pilot willen we beginnen met het kwalitatief verbeteren van een fietsverbinding gericht op Zwolle, mogelijk ZwolleKampen of Zwolle-Dalfsen waarbij de provincie projecttrekker is en de desbetreffende gemeente en de fietsersbond participeren. In 2006 is de knelpunteninventarisatie gestart van de vier trajecten die voor de proef in aanmerking komen. Begin 2007 wordt hier een keuze uit gemaakt en vervolgens wordt het voorkeurstraject uiterlijk december 2007 uitgevoerd. Project Carpoolpleinen In 2006 is er voor de aanleg c.q. uitbreiding van bestaande carpoolpleinen € 300.000 beschikbaar gesteld. In totaal worden 3 nieuwe plaatsen aangelegd en 11 plaatsen uitgebreid. De voorbereiding van de uitvoering is afgerond en de aanbesteding heeft inmiddels plaatsgevonden. Uitvoering zal zodoende begin 2007 van start gaan. Realisatie van de plannen voor de streefdatum van april 2008 ligt geheel binnen de verwachting. Project Subsidieregeling roetfilters Provinciale Staten hebben in totaal € 738.000 beschikbaar gesteld voor de Overijsselse roetfilterregeling. Roet is een component van fijn stof. Met het toepassen van roetfilters wordt de emissie van fijn stof gereduceerd. Beoogd was dat de subsidieregeling 1 juli 2006 gereed zou zijn en in werking zou treden. De VROM-regeling is wel op 1 juli van start gegaan, maar de provinciale regeling is uitgesteld naar 1 januari 2007. Reden hiervoor is dat niet tijdig is begonnen met de ontwikkeling van de regeling en de doorlooptijd ervan ook langer was dan van te voren ingeschat (zes versus drie maanden). Beoogd wordt dat 3.000 particuliere dieselrijders in Overijssel gebruik kunnen maken van de regeling. De verwachte einddatum van het project is november 2008. Project Waterbodemsanering Woolderbinnenbeek Door het waterschap Regge en Dinkel is in 2006 de aanbesteding gestart voor de sanering van de waterbodem en het realiseren van milieuvriendelijke oevers
Jaarverslag 2006
181
van de Woolderbinnenbeek. Saneren van de waterbodem is nodig om een waterkwaliteit te bereiken die nodig is voor belevingswater. Dit zal resulteren in een schone waterbodem en schone natuurvriendelijke oevers in stedelijk gebied. Het project zal naar verwachting begin maart 2008 zijn afgerond. Project Trekvaart IJsselmuiden Door het waterschap Groot Salland wordt in maart 2007 opdracht gegeven voor het opstellen van een saneringsplan voor de (deel)sanering van de waterbodem van de Trekvaart te IJsselmuiden. Met de sanering van 20.000 m3 ernstig verontreinigd slib worden bestaande ecologische risico’s weggenomen en een gezonder watersysteem gerealiseerd in een gebied waar woningbouw wordt gerealiseerd. Het project zal naar verwachting uiterlijk september 2008 gereed zijn. Project Olde Maten Direct na toekenning van de € 750.000 is een projectgroep van start gegaan onder voorzitterschap van Staatsbosbeheer. Het programma van eisen is gereed evenals een natuurinventarisatie. Een ingenieursbureau is een plan van aanpak aan het maken en de benodigde vergunningen aan het aanvragen. In 2007 zal een uitvoeringsexperiment worden gedaan, waarna in 2008 het grootste deel van het werk zal worden uitgevoerd. Afronding van het project wordt verwacht in december 2008. Project Doorbraak Ecopassage A35 Met het realiseren van de Ecopassage wordt een schakel in een ecologische verbinding van formaat gerealiseerd tussen Noordoost en Zuidwest Twente. Hiermee wordt niet alleen inhoud gegeven aan ecologische ambities van de provincie, maar tegelijkertijd wordt een stap gezet in het realiseren van de groene buffer tussen Almelo en Borne, die een strategische functie heeft in de ruimtelijke structuur van de Netwerkstad Twente. In 2006 is € 1 miljoen beschikbaar gesteld aan het waterschap Regge en Dinkel. De aanbesteding van de uitvoeringswerken zal vóór de zomer van 2007 plaatsvinden. De realisatie van de Ecopassage staat gepland voor juli 2008. Project Startende ondernemers Overijssel Provinciale Staten hebben € 900.000 beschikbaar gesteld voor 3 projecten voor startende ondernemers. Hiermee worden mensen gestimuleerd en ondersteund om de stap tot ondernemen te zetten en het project helpt hen om tot een succesvolle bedrijfsontwikkeling te komen. Hiermee wordt bijgedragen
182
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
aan de doelstelling ‘ruimte bieden voor ondernemen’. Het project in NO-Twente is gestart. In de andere twee regio’s zijn gesprekken gaande met de gemeenten, KvK’s en banken om soortgelijke projecten te laten starten. Het heeft meer tijd gevergd dan was ingeschat om alle partijen inhoudelijk zoveel mogelijk in het belang van de startende ondernemers te laten denken. De gesprekken in de regio’s Salland en NOen NW-Overijssel zijn inmiddels vergevorderd. Met het voldragen projectvoorstel kunnen we nu draagvlak en de financiële bijdragen van alle partijen realiseren. De verwachting is dat in beide regio’s in de eerste helft van 2007 met de projecten gestart kan worden. Met de uitvoering van de projecten wordt er getracht 180 ondernemers te ondersteunen, wat een verdrievoudiging van de gestelde doelstelling is. De verwachte einddatum van het project is juli 2008. Project Woonzorg Almelo Met dit project wordt beoogd dat er in de wijken een goede infrastructuur wordt neergezet rond de keten wonen-zorg- welzijn waardoor met name ouderen langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Eind 2006 is de subsidie verleend. De ontwikkeling van de woonzorgzones in Almelo vindt plaats in fasen, waarvan het tempo op lokaal niveau wordt bepaald. De eerste fase is in 2006 gestart, in 2007 zullen de vervolgfasen grotendeels zijn afgerond. Afronding van het totale project staat gepland voor juli 2008. Project Woonzorg Deventer Met dit project wordt beoogd dat er in de wijken een goede infrastructuur wordt neergezet rond de keten wonen-zorg- welzijn waardoor met name ouderen langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Eind 2006 is de subsidie verleend. De ontwikkeling van de woonzorgzones in Deventer (onder andere de Rivierenbuurt) vindt plaats in fasen, waarvan het tempo op lokaal niveau wordt bepaald. De eerste fase is in 2006 gestart, in 2007 zullen de vervolgfasen grotendeels zijn afgerond. Afronding van het totale project staat gepland voor juli 2008. Project Energiebesparing in openbare gebouwen In april 2006 hebben Provinciale Staten de motie Schulten over ‘energiebesparing in openbare gebouwen en scholen’ aangenomen. PS heeft zich daarmee uitgesproken om te investeren in een Centrale Verwarming-optimalisatieproject in Overijssel. In het project werken diverse partijen samen, waarbij Uneto-VNI (brancheorganisatie voor installatiebedrijven) namens de installatiebedrijven optreedt. Het project sluit aan op het provinciale Plan van Aanpak Energie-
en Klimaatbeleid 2004-2007 en spitst zich toe op het thema energie in de bouw, in het bijzonder energiebesparing in gebouwen door de optimalisatie van CV-installaties en het opleiden van monteurs. Het project is in november 2006 met een startbijeenkomst van start gegaan, een officiële starthandeling door gedeputeerde Jansen staat gepland voor februari 2007. Het project zal naar verwachting in november 2008 gereed zijn. Project Opruimen autobanden buitengebied Door een motie van Provinciale Staten is in april 2006 een subsidie van € 100.000 beschikbaar gesteld aan LTO Nood-projecten om oude autobanden op agrarische erven in te zamelen. De verwachting is dat er in 2007 meer dan 100.000 banden worden opgehaald. De banden zijn geschikt voor hergebruik (plastic paaltjes) of als brandstof voor bijvoorbeeld cementovens. Afronding van het project staat gepland voor december 2007.
Project Kwaliteitsimpuls centrum Goor De herstructurering van de kern van Goor is een voortdurend en een belangrijk aandachtspunt in de gemeente Hof van Twente. In de nabijheid van bestaande wooncomplexen in het centrum bevindt zich een aantal (bedrijfs)locaties die een negatieve invloed hebben op het bestaande woon- en leefmilieu. Als gevolg daarvan wordt de meest gewenste ruimtelijk ontwikkeling in het centrum van Goor belemmerd. De verwachting is dat de herstructurering december 2008 gereed is. Daarnaast zijn er een aantal nog niet afgeronde projecten die reeds in 2004 en 2005 zijn gestart en een aantal projecten waarvan de bestedingen pas met ingang van 2007 zullen plaatsvinden. Hieronder is voor deze projecten aangegeven wanneer de projecten door PS zijn vastgesteld en wat de verwachte einddatum is.
Reserve Actiefonds
Sociale ontwikkeling Berflo Es/FBK-stadion Verplaatsing SPM Hengelo Revitalisering bedrijventerrein Zwarte water te Hasselt Verbetering jeugdzorg Bolwerksmolen IJssel - cultuur en toerisme impuls Kennisintensieve maaktindustrie TOP's Driebergenbuurt Deventer Conderstreeksem, stad als theater Stimuleren netwerkstad-ontwikkeling Vroegtijdig schoolverlaten Enschede e.o. Waterbodemsanering Deventer havens IJsseldelta Moties crisisopvang Multifunctioneel zwemcomplex Nijverdal Cultuur en economie Glindebuurt Oldenzaal
Datum
Verwachte
vaststelling
Einddatum
mei 2004 mei 2004 mei 2004 mei 2004 mei 2004 april 2005 april 2005 april 2005 april 2005 april 2005 april 2005 april 2005 april 2005 april 2005 juni 2005 april 2006 april 2006 april 2006
gerealiseerd: juni 2006 gerealiseerd: juli 2006 juli 2007 gerealiseerd: dec. 2006 gerealiseerd: dec. 2006 dec. 2008 juni 2007 sept. 2007 1) gerealiseerd: mei 2006 gerealiseerd: juni 2006 dec. 2008 juni 2007 gerealiseerd: aug. 2006 gerealiseerd: nov. 2006 gerealiseerd: dec. 2006 dec. 2009 dec. 2009 2) dec. 2008
1) Datum komt onder druk te staan, doordat gemeenten onvoldoende inzet leveren. Op korte termijn worden de uitvoerende instanties door middel van een brief op de hoogte gesteld dat de deadline gehandhaafd blijft. 2) Uit het programma Cultuur en economie komen projecten voort. Voor deze projecten moeten op dit moment nog voorstellen voor worden ingediend. Realisatie wordt daarom niet verwacht voor december 2009.
Jaarverslag 2006
183
4.8 Nieuw beleid, beleidsintensiveringen en overige incidentele middelen Voor het jaar 2006 was totaal € 52,8 miljoen beschikbaar voor nieuw beleid, beleidsintensiveringen en overige incidentele lasten. Van dit bedrag is circa € 25 miljoen vastgesteld via het Onderhandelingsakkoord in 2003. In de jaren daarna is dit bedrag verder verhoogd bij besluitvorming via Perspectiefnota’s en Begrotingswijzigingen. De totale realisatie bedraagt 88% van het budget, namelijk € 46,6 miljoen. Ten opzichte van vorig jaar is de realisatie van nieuw beleid nagenoeg gelijk, in 2005 was dit 87%. Een deel van het saldo zal via resultaatbestemming worden voorgelegd. In Bijlage A. is een specificatie opgenomen per programma, inclusief een toelichting per beleidsonderdeel.
Voorts heeft er in 2006 vanuit de Algemene Reserve een storting plaatsgevonden van € 125 miljoen in de Ontwikkelingsreserve. Met deze in 2006 nieuw ingestelde reserve worden de komende jaren een aantal majeure projecten gefinancierd. De gerealiseerde lasten voor nieuw beleid, beleidsintensiveringen en overige incidentele lasten per programma van € 46,6 miljoen, de storting van € 125 miljoen in de Ontwikkelingsreserve en de gerealiseerde besteding uit het Actiefonds van € 22,1 miljoen (zie paragraaf 4.7) vormen samen de totale incidenteel gerealiseerde lasten over 2006 van € 193,7 miljoen. De totale geraamde incidentele baten voor dit jaar waren € 65,1 miljoen en zijn hoger uitgekomen namelijk € 77,8 miljoen. Dit betreffen dividenden en inkomsten uit verkoop van preferente aandelen. Per saldo bedragen de incidentele middelen over 2006 € 115,9 miljoen.
Bedragen x € 1.000
Incidentele lasten Begroting 2006
Realisatie 2006
Saldo 2006
2.303 8.894 2.991 7.200 4.250 12.376 2.955 4.721 1.431 5.362 337 –––––––– 52.820
1.901 7.940 3.111 6.695 4.082 10.526 2.429 4.626 1.271 3.702 337 –––––––– 46.620
402 954 120505 168 1.850 526 95 160 1.660
Totaal nieuw beleid, beleidsintensiveringen en overige incidentele lasten per programma Bestuur Economie en Innovatie Water Ruimte Wervende Steden Landelijk gebied Zorg Cultuur, MO en Integratie Milieu Bereikbaarheid Veiligheid Totaal
184
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
–––––––– 6.200
Bedragen x € 1.000
Incidentele lasten Storting in Ontwikkelreserve Totaal
Begroting 2006
Realisatie 2006
Saldo 2006
125.000 –––––––– 125.000
125.000 –––––––– 125.000
––––––––
Bedragen x € 1.000
Incidentele baten Economie en Innovatie
Begroting 2006
Realisatie 2006
Saldo 2006
65.144
77.821
-12.677
Jaarverslag 2006
185
4.9 Investeringen Het achterblijven van de realisatie in de investeringsbudgetten is vooral toe te schrijven aan het achterblijven van de realisatie van de renovatie van het provinciehuis (inclusief de bijbehorende huisvestings-,
Realisatie Investeringskredieten
inrichtings- en ICT-aanpassingen) ten opzichte van de verwachtingen. In onderstaande tabel zijn de geplande en gerealiseerde investeringen per krediet weergegeven. Bedragen x € 1.000 Begroting
Rekening
2005
2005
Saldo
Promotie, externe betrekkingen en lobby Renovatie provinciehuis
26 23.338
24 13.472
2 9.866
Totaal Bestuur
23.364
13.496
9.868
Onderwijs
28
-
28
Totaal Economie en innovatie
28
-
28
Kunst en Cultuur
98
-
98
Totaal Cultuur, MO en Integratie
98
-
98
Planvorming provinciale wegen Realisatie provinciale wegen
651 11.690
239 11.512
412 178
Totaal Bereikbaarheid
12.341
11.751
590
Openbare orde en veiligheid
8
8
-
Totaal Veiligheid
8
8
-
706 1.024 78 30 46 7.897 1.048
366 1 78 30 5 4.373 1.063
340 1.023 41 3.524 - 15
Totaal overhead
10.829
5.916
4.913
Totaal
46.668
31.171
15.497
Bestuur
Economie en Innovatie
Cultuur, MO en Integratie
Bereikbaarheid
Veiligheid
Overhead Vastgoed Huisvesting en inrichting Horecavoorzieningen Documentaire informatievoorziening Documentproductie ICT Dienstverlening provinciale infrastructuur
186
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Programma Bestuur
Programma Bereikbaarheid
Promotie, externe betrekkingen en Lobby In 2006 zijn nieuwe Apple computers aangeschaft voor de grafische studio. Dit is inclusief bijbehorende software. Daarnaast is software aangeschaft voor de zogenaamde digitale beeldbank. De investeringen zijn conform de ramingen. De studio kan hierdoor het werk efficiënt verrichten en het illustratiemateriaal is beter toegankelijk.
Planvorming provinciale wegen In 2006 zijn in overeenstemming met de planning een verkenning en planstudie gestart voor respectievelijk de N340 Zwolle-Ommen en de N331 Zwartsluis-Vollenhove. De planstudie voor de N733 Enschede-Oldenzaal (inclusief traverse Lonneker) is door discussies binnen de gemeente Enschede over een eventuele rondweg vertraagd, waardoor afronding van de planstudie op zijn vroegst in het tweede kwartaal van 2007 wordt verwacht. De verkenning voor de aanpak van twee verkeersongevallenconcentratiepunten (VOC) en de vaststelling van de planstudie voor de N824 DiepenheimGoor zijn afgerond.
Renovatie Provinciehuis De renovatie van het provinciehuis nadert zijn voltooiing. Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan de renovatie van het bestuursgedeelte. De renovatie zal volgens de huidige prognose binnen het beschikbaar gestelde budget gerealiseerd gaan worden. De in 2005 opgelopen vertraging en het volledig doorschuiven van het restant van 2005 naar 2006 heeft zijn effect op het saldo in 2006. Daarnaast hebben problemen bij de facturering door leveranciers geleid tot een lagere besteding. Wij stellen u voor het restant van 2006 over te hevelen naar 2007 om de renovatie succesvol af te kunnen ronden. Programma Economie en Innovatie Onderwijs De beschikbare middelen voor het onderwijsinformatiesysteem zijn dit jaar niet besteed omdat de benodigde gegevens elders kunnen worden betrokken. Om die reden hoeft het systeem niet vervangen te worden en kan het investeringsbudget vrijvallen. Programma Cultuur, Maatschappelijke Ontwikkeling en Integratie Kunst en Cultuur In afwachting van de te maken keuzes rond het dienstverleningsconcept (inclusief het digitaal loket) is alleen geïnvesteerd in het vereenvoudigen en actueel houden van de bestaande digitale formulieren in het loket. Deze onderhoudskosten (circa € 10.000) zijn ten laste van de exploitatie gebracht. In de Najaarsnota 2006 is afgesproken om het budget door te schuiven naar 2007 of 2008.
Realisatie provinciale wegen Er zijn in 2006 diverse projecten in het kader van het PVVP gerealiseerd, waaronder de rotonde Beuningerstraat-Voltherdijk (N342) en het kruispunt AssinkbosNeede (N18/N315). Dit heeft bijgedragen aan een betere bereikbaarheid en verkeersveiligheid in Overijssel. De grondaankoop voor de projecten omleiding Weerselo (N343) en Rijssen-Wierden (N350) is in 2006 deels gerealiseerd conform de meerjarige planning. De grondaankoop voor het project Rijssen-Nijverdal (N347) is conform planning gerealiseerd, uitvoering vindt in 2007 plaats. De rotonde ’t Hulscher heeft door een beroepsprocedure bij de Raad van State vertraging opgelopen en is niet tot uitvoering gekomen. Deze is inmiddels afgerond met het resultaat dat in 2007 met de uitvoering kan worden begonnen. De voortgang van het fietspadproject Hasselt-Lichtmis heeft enige vertraging opgelopen als gevolg van het flora- en faunaonderzoek en planologische procedures. Uitvoering van het werk vindt in 2007 plaats. Naast deze projecten is een forse impuls gegeven aan het meerjarig KEM-programma. Zo is de ‘KEM-voorbeeldweg (N346)’ opgeleverd en is op een groot aantal locaties geïnvesteerd in het herkenbaarder maken van kruispunten. Ook in duurzaam veilige wegmarkeringen en veilige bermen is fors geïnvesteerd. Hoewel het KEM-programma een tijdsspanne kent van 5 jaar is in dit eerste jaar al 26% in plaats van 20% van het totale programma gerealiseerd. Hierdoor dragen wij sneller bij aan een verkeersveiliger Overijssel.
Jaarverslag 2006
187
Programma Veiligheid Openbare orde en veiligheid De geplande aanschaf van 4 laptops als noodvoorziening voor een goed functioneren van het Provinciaal Coördinatie Centrum (PCC) is gerealiseerd. Het budget is volledig besteed. Overhead Vastgoed De investeringsuitgaven hebben voornamelijk betrekking op de renovatie van de schuur Nijenhuis, de renovatie van de parkeerplaatsen, de Mien Ruys-tuin en de glazenwasinstallatie van het provinciehuis. De schuur Nijenhuis is in het voorjaar opgeleverd. Er is in 2006 externe menskracht ingehuurd om de voorbereiding van een aantal andere projecten te starten die in 2007 tot uitvoering zullen komen. Het gaat hier om de vervanging van de asbestsanering en renovatie klimaatinstallatie Paasloo en de restauratie IJskelder Nijenhuis. Een klein aantal projecten hebben een langere doorlooptijd dan aanvankelijk was verwacht. Daardoor is het restant investeringsbudget € 115.000 hoger dan verwacht bij de Najaarsnota. De verwachting is dat het restant investeringbudget van € 340.000 in de eerste helft van 2007 zal worden besteed. Wij stellen u daarom voor om dit budget in de overloop van de investeringskredieten mee te nemen naar 2007. Huisvesting en inrichting De investering heeft betrekking op de aanschaf van nieuw meubilair voor het gerenoveerde provinciehuis. Onjuiste facturering door de leverancier heeft geleid tot vertraging in de administratieve afhandeling. Omdat de facturering in 2007 alsnog plaatsvindt, stellen wij u voor om het restant investeringbudget in de overloop van de investeringskredieten mee te nemen naar 2007.
188
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Horecavoorzieningen Het budget van € 78.000 is conform planning besteed aan de aanschaf van een bandvaatwasser (€ 28.000) en de aanschaf van uitgiftebuffetten (€ 50.000). Documentaire informatievoorziening Het budget van € 30.000 is conform planning besteed aan inhuur van externe deskundigheid voor de implementatie van het project EDO. Documentproductie De vervanging van de Apple-computerconfiguraties voor de kaartrepro is gerealiseerd. De vervanging van plotter(s) heeft nog niet plaatsgevonden samenhangend met visievorming over de repro-activiteiten. Daardoor vindt deze vervanging in 2007 plaats. Wij stellen u voor het resterende investeringsbudget van € 41.000 in de overloop van de investeringskredieten mee te nemen naar 2007. ICT In 2006 hebben wij voor € 2,4 miljoen geïnvesteerd in ICT-innovatie voor TOOL, € 0,8 miljoen voor de overgang naar Windows XP (resterende specials als GIS- en laptopsystemen) en € 1 miljoen in de 1e fase E-Provincie. Ten opzicht van het geraamde budget is in 2006 circa € 3,5 miljoen niet besteed. Dit heeft een aantal oorzaken, waarvan de belangrijkste zijn: • de prioritering van de werkzaamheden waarvoor bij de Najaarsnota 2006 € 1,7 miljoen extra beschikbaar is gesteld, • de niet voorziene extra inzet voor invoering van EDO en • het doorwerken van de in 2005 opgelopen vertraging bij de renovatie van het Provinciehuis. Wij stellen voor € 3,5 miljoen over te hevelen naar 2007, waarvoor een vijftiental projecten alsnog gerealiseerd zullen worden.
Dienstverlening provinciale infrastructuur In 2006 is de reorganisatie van de eenheid Wegen en Kanalen geëffectueerd. Dit heeft er onder andere toe geleid dat de teams Dagelijks beheer Noord en Zuid anders worden gehuisvest. Zo gaat de eenheid van 3 regiokantoren en 14 steunpunten in 2006, naar 5 steunpunten in 2007. Dit zijn de steunpunten: Beukers, Raalte, Tubbergen, Hardenberg en Markelo. De twee laatst genoemde steunpunten zijn van Rijkswaterstaat. Op deze steunpunten worden zowel medewerkers van de provincie als Rijkswaterstaat gezamenlijk gehuisvest. In 2006 is begonnen met de verbouwing van de 5 genoemde locaties. Het belangrijkste hierbij was dat de zoutloodsen tijdig werden opgeleverd voor het begin van het gladheidsseizoen, wat gelukt is! Uniek aan deze herhuisvesting is de samenwerking met Rijkswaterstaat op het gebied van gladheidsbestrijding. Naar verwachting zullen de steunpunten medio 2007 worden opgeleverd en in gebruik genomen. De steunpunten beschikken dan over nieuwe zoutloodsen, nieuwe zoutmenginstallaties, aangepaste stallingen, breedbandaansluiting op het provinciale netwerk en een nieuwe flexibele kantoorinrichting conform het TOOL-concept. Hiermee bieden de steunpunten ook een uitvalsbasis voor medewerkers van andere eenheden die ‘in het veld’ werken.
Jaarverslag 2006
189
4.10 Detailoverzicht baten en lasten In de tabellen in deze paragraaf is de staat van baten en lasten uit paragraaf 4.4 verder gespecificeerd. Zo wordt in de eerste tabel onderscheid gemaakt in de primitieve begroting en de begroting na alle wijzi-
gingen. Daarna wordt per programma een financieel overzicht gegeven waarin de besteding op hoofddoelstelling niveau nader wordt gespecificeerd (naar producten).
Bedragen x € 1.000
Rekening 2005 Programma
baten
lasten
saldo
baten
lasten
saldo
Bestuur Economie en Innovatie Water Ruimte Wervende steden Landelijk gebied Zorg Cultuur, MO en Integratie Milieu Bereikbaarheid Veiligheid
460 136.829 1.198 5.181 124 2.477 77.382 5.940 23.877 63.673 22
23.423 50.111 20.250 15.601 3.540 18.789 87.532 34.501 36.041 119.485 1.561
-22.963 86.718 -19.052 -10.420 -3.416 -16.312 -10.150 -28.561 -12.164 -55.812 -1.539
262 35.319 1.449 221 5.280 53.689 3.668 24.350 22.491 3
21.030 46.193 22.722 22.129 3.635 33.385 62.428 28.280 38.566 78.273 1.761
-20.768 -10.874 -21.273 -21.908 -3.635 -28.105 -8.739 -24.612 -14.216 -55.782 -1.758
Subtotaal programma's
317.163
410.834
-93.671
146.732
358.402
-211.670
Algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien
177.315
25 611
177.290 -611
179.170
4.339 2.475
174.831 -2.475
Resultaat voor bestemming
494.478
411.470
83.008
325.902
365.216
-39.314
Storting/onttrekking reserves
59.733
130.433
-70.700
42.417
3.104
39.313
Resultaat na bestemming
554.211
541.903
12.308
368.319
368.320
-1
5.932 6.376
-5.932 -6.376
554.211
0
368.319
368.320
-1
Resultaatbestemmingsvoorstellen Storting in de Algemene dekkingsreserve
Vrij besteedbaar resultaat
190
begroting 2006 primitief
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
554.211
Bedragen x € 1.000
Begroting 2006 na wijzigingen
Rekening 2006
baten
lasten
saldo
baten
lasten
saldo
320 96.147 2.882 4.444
-22.103 51.112 -15.697 -24.305 -4.042 -27.274 -10.202 -31.800 -15.850 -58.947 -1.770
442 102.629 2.918 4.343
3.944 92.251 2.036 32.738 26.474 3
22.423 45.035 18.579 28.749 4.042 31.218 102.453 33.836 48.588 85.421 1.773
4.351 92.710 2.050 24.989 48.793 29
22.510 47.410 17.182 23.829 3.318 25.791 102.136 33.349 40.372 82.798 1.565
-22.068 55.219 -14.264 -19.486 -3.318 -21.440 -9.426 -31.299 -15.383 -34.005 -1.536
261.239
422.117
-160.878
283.254
400.260
-117.006
177.271 375
5 985
177.266 -610
177.536 375
116 685
177.420 -310
438.885
423.107
15.778
461.165
401.061
60.104
187.793
203.571
-15.778
191.416
238.610
-47.194
626.678
626.678
0
652.581
639.671
12.910
8.698 4.212
-8.698 -4.212
652.581
0
626.678
626.678
0
554.211
Jaarverslag 2006
191
4.10.1 Bestuur
Bedragen x € 1.000
Programma Bestuur Begroting 2006 na wijzigingen Productnummer
Product
––––––––––––––––––––––––––––––– Baten
Lasten
Vergroten sociale en maatschappelijke betrokkenheid - Regionale problematiek wordt meer integraal aangepakt 2.1.70.90 Gebiedsgerichtwerken Algemeen 395 - Vergroten burgerparticipatie 2.1.30.05 Bestuurlijke organisatie 150 2.1.60.05 Promotie en externe betrekkingen - Jongerenraad 42 - Uitbreiding publieke informatie via internet 2.1.70.30 Programma Informatie en communicatie technologie 760 - Transparante en heldere communicatie 2.1.60.05 Promotie en externe betrekkingen 39 1.188 2.1.60.10 Journalistieke producties, internetredactie, mediacontacten 762 2.1.60.12 Communicatie-advies en ondersteuning 20 Subtotaal hoofddoelstelling
39
3.317
192
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
129
1.443
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
-395
48
350
-302
-150
150
-150
-42
30
-30
12
-760
570
-570
190
1.242
-1.203
-54
-762
607
-607
155
-20
18
-18
2
2.967
-2.880
398
197
-197
5
28
3
25
98
620
-522
1 22
30
-30
8
347
-336
8
172 8
-172 -8
25 5
1.377
-1.240
74
-1.149
-3.278
Vergroten kwaliteit openbaar bestuur - Provincie is selectiever, stuurt meer gedifferentieerd en presteert beter 2.1.70.80 De andere provincie 202 -202 - Versterken samenwerking met gemeenten 2.1.20.05 Dienstverlening Commissaris van de Koningin 28 3 25 2.1.50.15 Toezicht archiefzorg 1 -1 2.1.60.15 IPO-samenwerking 98 642 -544 - Verminderen bovenlokale grootstedelijke problematiek in Twente 2.1.30.05 Bestuurlijke organisatie - Twente 38 -38 - Versterking internationale oriëntatie 2.1.30.10 Internationalisering 3 347 -344 - Moderniseren financieel toezicht 2.1.20.10 Rechtspositie Commissaris van de Koningin 197 -197 2.1.40.05 Algemeen financieel-bestuurlijk toezicht 13 -13 Subtotaal hoofddoelstelling
Rekening 2006
-1.314
39
87
11
137
93
Bedragen x € 1.000
Een effectief, toegankelijk en doelmatig bestuur - Verbeteren provinciale sturingsinstrumenten 2.1.00.07 Evaluatie en Monitoring 436 -436 2.1.70.50 Project renovatie provinciehuis 223 -223 - Geschillen worden zoveel mogelijk zonder tussenkomst rechter opgelost 2.1.50.05 Beschikkingen en klachtenbehandeling 13 -13 2.1.60.30 Juridische advisering 29 -29 2.1.60.40 Verzekeringen en aansprakelijkheidsstellingen 152 306 -154 - Instandhouding provinciale bestuursorganen 2.1.00.05 Ondersteuning Bestuursorganen PS 803 -803 2.1.00.20 Rechtspositie PS 984 -984 2.1.10.05 Rechtspositie GS / oud-gedeputeerden 1.596 -1.596
427 1.080
-427 -1.028
9 -805
1
13 57
-12 -57
1 -28
165
343
-178
-24
831 907
-831 -907
-28 77
1.523
-1.523
73
52
Subtotaal hoofddoelstelling
152
4.390
-4.238
218
5.181
-4.963
-725
Totaal programmakosten Bestuur
320
9.150
-8.830
442
9.525
-9.083
-253
Personeelsgebonden kosten Bestuur
6.822
-6.822
7.019
-7.019
-197
Toegerekende apparaatskosten Bestuur
6.451
-6.451
5.966
-5.966
485
–––––––– 22.423
–––––––– -22.103
–––––––– 22.510
–––––––– -22.068
–––––––– 35
Totaal Programma Bestuur
–––––––– 320
–––––––– 442
Jaarverslag 2006
193
4.10.2 Economie en Innovatie
Bedragen x € 1.000
Programma Economie en Innovatie Begroting 2006 na wijzigingen Productnummer
Product
–––––––––––––––––––––––––––––––
Ruimte bieden voor ondernemen - Voldoende marktgerichte locaties van voldoende kwaliteit bieden. - Belemmeringen wegnemen voor bedrijven om te ondernemen. 2.7.10.20 Ruimte voor ondernemen - Het Overijssels ondernemingsklimaat promoten en versterken en nieuwe bedrijvigheid aantrekken 2.7.10.20 Ruimte voor ondernemen - ondernemersklimaat Overijssel 2.7.30.20 Landinrichting en reconstructiegebieden Subtotaal hoofddoelstelling
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
67
3.676
-3.609
67
3.343
-3.276
373
-373
5
378
-373
35
-35
33
-33
2
4.084
-4.017
3.754
-3.682
335
1.241
-1.241
607
-607
634
818
-818
645
-637
181
352
-352
152
-152
200
67
72
333
Stimuleren innovatie - Stimuleren van activiteiten tussen Ondernemers en strategische partners (kennisinstellingen). 2.7.10.10 Stimulering werkgelegenheid - Gebruik Breedbandnetwerk verbeteren. 2.7.10.10 Stimulering werkgelegenheid - Uitbreiding arbeidsplaatsen kennisintensieve maakindustrie. 2.7.10.20 Ruimte voor ondernemen - Arbeidsplaatsen maakindustrie - Bevorderen product-, procesen marktvernieuwing. 2.7.10.10 Stimulering werkgelegenheid
891
10.203
-9.312
1.166
8.961
-7.795
1.517
Subtotaal hoofddoelstelling
891
12.614
-11.723
1.174
10.365
-9.191
2.532
912
-912
903
-903
9
70
-19
87
-34
-15
456
-456
451
-451
5
195 85
-195 -85
193 76
-193 -76
2 9
1.718
-1.667
1.710
-1.657
10
Verhogen arbeidsparticipatie - Realiseren van leerbanen. 2.7.10.15 Functioneren arbeidsmarkt - leerbanen - De samenwerking en transparantie voor regionale arbeidsmarkt bevorderen 2.7.10.15 Functioneren arbeidsmarkt - Verbeteren aansluting arbeidsmarkt en onderwijs met bijzondere aandacht voor kwetsbare groepen 2.7.10.15 Functioneren arbeidsmarkt - transparantie regionale arbeidsmarkt 2.7.30.20 Landinrichting en reconstructiegebieden 2.8.10.50 Onderwijs Subtotaal hoofddoelstelling
194
Rekening 2006
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
51
51
8
53
53
Bedragen x € 1.000
Toename werkgelegenheid toerisme - Stimuleren innovatief vermogen ondernemers. - Verbeteren/instandhouden openbare infrastructuur. 2.6.10.05 Instandhouding recreatief toeristische basisstructuur 2.7.00.10 Toeristische promotie 2.7.30.20 Landinrichting en reconstructiegebieden
1.692 800
-1.519 -800
756
-756
173
3.248
-3.075
Optimaal benutten Europees structuurbeleid - Optimale inzet v an Europese middelen. 2.7.10.05 Europese programma's 12.605
17.735
Subtotaal hoofddoelstelling
12.605
82.360
Subtotaal hoofddoelstelling
Goede energie- en drinkwatervoorziening - Gemaximaliseerde aandeelhouderwaarde Essent 2.7.20.05 Organisatie nutsvoorzieningen - Tariefstijging drinkwater maximaal inflatie 2.7.20.05 Organisatie nutsvoorzieningen - tarief drinkwater
173
173
2.094 767
-1.921 -767
-402 33
274
-274
482
173
3.135
-2.962
113
-5.130
17.341
23.322
-5.981
-851
17.735
-5.130
17.341
23.322
-5.981
-851
90
82.270
83.816
162
83.654
1.384
2
-2
2
-2
Subtotaal hoofddoelstelling
82.360
92
82.268
83.816
164
83.652
1.384
Totaal programmakosten Economie en Innovatie
96.147
39.491
56.656
102.629
42.450
60.179
3.523
2.849
-2.849
2.681
-2.681
168
––––––––
2.695 ––––––––
-2.695 ––––––––
––––––––
2.279 ––––––––
-2.279 ––––––––
41 ––––––––
96.147
45.035
51.112
102.629
47.410
55.219
4.107
Personeelsgebonden kosten Economie en Innovatie Toegerekende apparaatskosten Economie en Innovatie Totaal Programma Economie en Innovatie
Jaarverslag 2006
195
4.10.3 Water
Bedragen x € 1.000
Programma Water Begroting 2006 na wijzigingen Productnummer
Product
–––––––––––––––––––––––––––––––
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
950
4.009
-3.059
950
4.008
-3.058
1
44
13
31
44
11
33
2
1.581
-1.581
1.580
-1.580
1
994
5.603
-4.609
994
5.599
-4.605
4
379
3.272
-2.893
370
3.182
-2.812
81
3.695
-3.695
2.891
-2.891
804
1.454
-125
1.495
-121
4
26
-26
26
-26
180
240
-60
180
293
-113
-53
Subtotaal hoofddoelstelling
1.888
8.687
-6.799
1.924
7.887
-5.963
836
Totaal programmakosten Water
2.882
14.290
-11.408
2.918
13.486
-10.568
840
2.204
-2.204
1.998
-1.998
206
2.085 –––––––– 18.579
-2.085 –––––––– -15.697
1.698 –––––––– 17.182
-1.698 –––––––– -14.264
387 –––––––– 1.433
Veiligheid tegen overstroming - Het tot stand brengen van een voldoende bescherming tegen overstroming 2.4.20.05 Waterkeringen - Het goed voorbereid zijn op calamiteiten 2.4.20.05 Waterkeringen - voorbereid zijn op calamiteiten - Het terugdringen van de populatie muskusratten en beverratten. 2.4.20.10 Muskusrattenbestrijding Subtotaal hoofddoelstelling Duurzaam watersysteem - Terugdringen van wateroverlast en verdroging door herstel van de veerkracht van het watersysteem - Een oppervlaktewaterkwaliteit die voldoet aan de basisnormen 2.4.30.05 Oppervlaktewaterbeheer 2.7.30.20 Landinrichting en reconstructiegebieden - Een grondwaterkwaliteit voor menselijke consumptie die voldoet aan de basisnormen. - Onttrekking van grondwater beperken tot hoogwaardige benutting. 2.4.40.05 Grondwaterbeheer - Een efficiënte en effectieve organisatie van het waterbeheer 2.4.10.05 Waterschappen - Samenwerking met Roemenië. 2.4.30.05 Oppervlaktewaterbeheer - samenwerking Roemenië
1.329
Personeelsgebonden kosten Water Toegerekende apparaatskosten Water Totaal Programma Water
196
Rekening 2006
–––––––– 2.882
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
1.374
–––––––– 2.918
4.10.4 Ruimte
Bedragen x € 1.000
Programma Ruimte Begroting 2006 na wijzigingen Productnummer
Product
––––––––––––––––––––––––––––––– Baten
Vergroten van de ruimtelijke kwaliteit en het versterken van de sociaaleconomische ontwikkeling. - Versterken ruimtelijke kwaliteit - Verbeteren sturing op de ruimtelijke inrichting - Actualiseren ruimtelijk beleid in streekplan 2.9.10.07 Ontwikkeling ruimtelijk beleid 400 2.9.10.22 Ruimtelijk toezicht 2.9.20.25 Beleidsinformatie ruimte en wonen - Voorzien in behoefte aan oppervlaktedelfstoffen 2.5.60.05 Ontgrondingen 221 Subtotaal hoofddoelstelling
621
Rekening 2006
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
5.944 1
-5.544 -1
225
5.350
-5.125
419 1
26
-26
26
-26
56
165
199
22
177
12
6.027
-5.406
424
5.398
-4.974
432
-4.868
2.936
26 -513
-26 1
-1.921
79
Bouwen aan wonen - Voldoende woningen voor sociaal-economisch gebonden, vooral starters en ouderen in het platteland - Versnelling uitvoering stedelijke woningbouwprogramma's 2.9.20.05 Ontwikkeling beleid wonen 1.187 8.991 -7.804 1.187 6.055 2.9.20.25 Beleidsinformatie ruimte en wonen 26 -26 2.9.30.20 Stedelijke vernieuwing 2.636 3.150 -514 2.732 3.245 - Betere ondersteuning van het zelfstandig wonen door domoticatoepassingen - Betere registratie van zorgwoningen. 2.8.60.50 Zorginfrastructuur - langer zelfst wonen 2.000 -2.000 1.921 Subtotaal hoofddoelstelling
3.823
14.167
-10.344
3.919
11.247
-7.328
3.016
Totaal programmakosten Ruimte
4.444
20.194
-15.750
4.343
16.645
-12.302
3.448
4.397
-4.397
3.883
-3.883
514
4.158 –––––––– 28.749
-4.158 –––––––– -24.305
3.301 –––––––– 23.829
-3.301 –––––––– -19.486
857 –––––––– 4.819
Personeelsgebonden kosten Ruimte Toegerekende apparaatskosten Ruimte Totaal Programma Ruimte
–––––––– 4.444
–––––––– 4.343
Jaarverslag 2006
197
4.10.5 Wervende steden
Bedragen x € 1.000
Programma Wervende steden Begroting 2006 na wijzigingen Productnummer
Product
––––––––––––––––––––––––––––––– Baten
Lasten
Saldo
Steden zijn de motor van de economische en sociaal-culturele ontwikkeling - Stimuleren van het oplossen van stedelijke vraagstukken 2.1.70.20 Grotestedenbeleid en netwerksteden 3.608
–––––––––––––––––––––––––––––––– Baten
Verschil
––––––––
Lasten
Saldo
-3608
3.218
-3.218
390
Subtotaal hoofddoelstelling
3.608
-3.608
3.218
-3.218
390
Totaal programmakosten Wervende steden
3.608
-3.608
3.218
-3.218
390
223
-223
54
-54
169
211 –––––––– 4.042
-211 –––––––– -4.042
46 –––––––– 3.318
-46 –––––––– -3.318
165 –––––––– 724
Personeelsgebonden kosten Wervende steden Toegerekende apparaatskosten Wervende steden –––––––– Totaal Programma Wervende steden
198
Rekening 2006
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
––––––––
4.10.6 Landelijk gebied
Bedragen x € 1.000
Programma Landelijk gebied Begroting 2006 na wijzigingen Productnummer
Product
–––––––––––––––––––––––––––––––
Uitvoering reconstructie en landinrichting - Uitvoeren reconstructie en landinrichting in het reconstructiegebied 2.7.30.20 Landinrichting en reconstructiegebieden - Realiseren landinrichting buiten de werking van de reconstructiewet 2.7.00.20 Landelijke niet reconstructiegebieden 2.7.30.20 Landinrichting en reconstructiegebieden Subtotaal hoofddoelstelling
Baten
10
10
Ontwikkelen van perspectiefvolle landbouw - Verbetering van de ruimtelijke structuur van de intensieve landbouw (veehouderijen en glastuinbouw). 2.7.30.05 Duurzame agrarische bedrijven - Koekoekspolder 2.7.30.20 Landinrichting en reconstructiegebieden - Verbetering ruimtelijke structuur van de grondgebonden landbouw 2.7.30.20 Landinrichting en reconstructiegebieden - Verbreding en versterking van de economische basis van de landbouw 2.7.30.05 Duurzame agrarische bedrijven 2.7.30.20 Landinrichting en reconstructiegebieden Subtotaal hoofddoelstelling
Lasten
Saldo
1.964
-1.964
1.136
-1.126
497
-497
3.597
-3.587
1.000
Rekening 2006
–––––––––––––––––––––––––––––––– Baten
757
––––––––
Lasten
Saldo
2.297
-2.297
-333
1.090
-875
251
641
-641
-144
4.028
-3.813
-226
-1.000
1.003
-1.003
-3
1.020
-1.020
481
-481
539
2.072
-2.072
800
-800
1.272
963
-963
958
-958
5
1.126
-1.126
482
-482
644
6.181
-6.181
3.724
-3.724
2.457
-1.611 -117
873 -44
-2.770 -299
116 342
215
215
Behoud en herstel van de kenmerkende natuurwaarden van Overijssel - Realiseren van ecologische hoofdstructuur (EHS). - Begrenzen van nieuwe natuurgebieden en beheersgebieden voornamelijk binnen de EHS 2.6.20.10 Realisatie en beheer ecologische hoofdstructuur 660 3.144 -2.484 636 2.247 2.6.20.25 Monitoring 11 84 -73 12 129 - Beschermen natuurwaarden en soortendiversiteit in en buiten de ecologische hoofdstructuur 2.6.20.10 Realisatie en beheer ecologische hoofdstructuur 2.886 -2.886 22 2.792 2.6.20.20 Uitvoering groene wetgeving 86 727 -641 102 401 2.7.30.20 Landinrichting en reconstructiegebieden 326 -326 Subtotaal hoofddoelstelling
Verschil
7.167
-6.410
772
5.569
326 -4.797
Jaarverslag 2006
1.613
199
Bedragen x € 1.000
Behoud en versterking van de kwaliteit van het cultuurlandschap - Ontwikkelen groen-blauwe diensten 2.6.20.15 Landschapsbeheer 2.7.30.20 Landinrichting en reconstructiegebieden - Behoud en versterking dragende landschapsstructuren en (cultuurhistorische) kwaliteiten 2.6.20.15 Landschapsbeheer - landschapsstructuren 2.7.30.20 Landinrichting en reconstructiegebieden - Stimulering aanleg, herstel en beheer van landschapselementen. 2.6.20.15 Landschapsbeheer - landschapselementen 2.7.30.20 Landinrichting en reconstructiegebieden
150
-150
15
-15
325
-200
775
-775
1.102
-780
526
-526
447
2.893
-2.446
2.692
2.692
38
584
-546
609
-609
125
322
Subtotaal hoofddoelstelling Versterking en behoud van de sociale samenhang in de kleine kernen en buurtschappen. - Behouden van bestaande basisvoorzieningen in het landelijk gebied (o.a. door bundeling en scheppen van basisvoorzieningen). - Bereikbaar houden van de steden vanaf het omliggende platteland. 2.3.40.10 Openbaar vervoer - Regiotaxi 2.7.30.20 Landinrichting en reconstructiegebieden 2.8.00.70 Beleidskader Welzijn - Vital kleine kernen
-111
39 15
126
326
-200
319
-319
1.184
-780
219
-219
307
530
2.159
-1.629
817
2.791
2.791
43
264
-221
325
609
-609
404
456
Subtotaal hoofddoelstelling
2.730
3.885
-1.155
2.834
3.664
-830
325
Totaal programmakosten Landelijk gebied
3.944
23.723
-19.779
4.351
19.144
-14.793
4.986
3.852
-3.852
3.593
-3.593
259
3.643 –––––––– 31.218
-3.643 –––––––– -27.274
3.054 –––––––– 25.791
-3.054 –––––––– -21.440
589 –––––––– 5.834
Personeelsgebonden kosten Landelijk gebied Toegerekende apparaatskosten Landelijk gebied Totaal Programma Landelijk gebied
200
111
–––––––– 3.944
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
–––––––– 4.351
4.10.7 Zorg
Bedragen x € 1.000
Programma Zorg Begroting 2006 na wijzigingen Productnummer
Product
––––––––––––––––––––––––––––––– Baten
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Versterking maatschappelijke deelname en positie van jongeren - Meer efficiency en effectiviteit in de jeugdzorg - Betere crisisaanpak - Meer aandacht voor preventie in de jeugdzorgketen - Goede spreiding en toegankelijkheid jeugdzorgvoorzieningen 2.8.80.50 Jeugdzorg 92.251 94.239
-1.988
92.709
94.205
-1.496
492
Subtotaal hoofddoelstelling
94.239
-1.988
92.709
94.205
-1.496
492
3.089
-3.089
1
2.993
-2.992
97
176
-176
64
-64
112
900 326
-900 -326
900 326
-900 -326
92.251
Lasten
Rekening 2006
Goede sociale infrastructuur in stad en platteland - Meer fysieke en organisatorische bundeling van eerstelijnsvoorzieningen 2.8.60.50 Zorginfrastructuur - Goede spreiding en toegankelijkheid zorgvoorzieningen - Ondersteuning gemeenten bij invoering WMO 2.7.30.20 Landinrichting en reconstructiegebieden 2.8.00.70 Maatschappelijke ontwikkeling - zorgvoorzieningen 2.8.50.60 Maatschappelijke zorg en opvang 2.8.60.50 Zorginfrastructuur - zorgvoorzieningen - Meer integrale vraaggerichte zorg door toepassing van ICT 2.8.60.50 Zorginfrastructuur - ICT
329
-329
347
-347
-18
1.431
-1.431
1.430
-1.430
1
Subtotaal hoofddoelstelling
6.251
-6.251
1
6.060
-6.059
192
100.490
-8.239
92.710
100.265
-7.555
684
1.009
-1.009
1.011
-1.011
-2
954 –––––––– 102.453
-954 –––––––– -10.202
860 –––––––– 102.136
-860 –––––––– -9.426
94 –––––––– 776
Totaal programmakosten Zorg
92.251
Personeelsgebonden kosten Zorg Toegerekende apparaatskosten Zorg Totaal Programma Zorg
–––––––– 92.251
–––––––– 92.710
Jaarverslag 2006
201
4.10.8 Cultuur, Maatschappelijke Ontwikkeling en Integratie
Bedragen x € 1.000
Programma Cultuur, MO en Integratie Begroting 2006 na wijzigingen Productnummer
Product
––––––––––––––––––––––––––––––– Baten
Een goede sociale en culturele infrastructuur in stad en platteland - Groter gebruik en betere bereikbaarheid van de bibliotheken in Overijssel 2.8.40.50 Bibliotheekwerk en mediabeleid - Integratie van minderheidsgroepen in Nederlandse samenleving door emancipatie - Meer participatie van allochtonen aan de samenleving 2.8.00.70 Maatschappelijke ontwikkeling - participatie 2.8.50.50 Integratiebeleid - Goede spreiding en toegankelijkheid van culturele voorzieningen 2.7.30.20 Landinrichting en reconstructiegebieden 2.8.30.50 Kunst en cultuur 1.167 2.8.30.60 Cultureel erfgoed 2.8.40.50 Bibliotheekwerk en mediabeleid 756 - Professionaliseren en ondersteunen vrijwilligerswerk 2.8.00.70 Maatschappelijke ontwikkeling - vrijwilligerswerk 2.8.10.60 Volwasseneneducatie - Goede spreiding en toegankelijkheid van sociale voorzieningen - Minder huiselijk geweld 2.8.00.70 Maatschappelijke ontwikkeling 2.8.20.50 Sport 113 2.8.40.60 Sociaal cultureel werk 2.8.50.70 Maatschappelijke voorzieningen Subtotaal hoofddoelstelling
202
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
2.036
Lasten
Saldo
354
Rekening 2006
–––––––––––––––––––––––––––––––– Baten
Verschil
––––––––
Lasten
Saldo
-354
350
-350
4
100 1.912
-100 -1.912
100 1.747
-100 -1.747
165
41 5.134 4.104
-41 -3.967 -4.104
1.173
36 5.099 3.919
-36 -3.926 -3.919
5 41 185
13.779
-13.023
764
13.763
-12.999
24
375 128
-375 -128
397 128
-397 -128
-22
3.203 744 721 212
-3.203 -631 -721 -212
3.200 725 720 211
-3.200 -612 -720 -211
3 19 1 1
30.807
-28.771
30.395
-28.345
426
113
2.050
Bedragen x € 1.000
Versterken van de maatschappelijke deelname en positie van jongeren - Meer projecten cultuurbereik voor jongeren - Maatschappelijke stage in onderwijsprogramma - Meer samenwerking tussen culturele instellingen en het onderwijs 2.8.30.50 Kunst en cultuur - Grotere deelname allochtone jongeren 2.8.20.50 Sport
541
-541
541
-541
101
-101
100
-100
1
Subtotaal hoofddoelstelling
642
-642
641
-641
1
31.449
-29.413
31.036
-28.986
427
1.227
-1.227
1.251
-1.251
-24
––––––––
1.160 ––––––––
-1.160 ––––––––
––––––––
1.062 ––––––––
-1.062 ––––––––
98 ––––––––
2.036
33.836
-31.800
2.050
33.349
-31.299
501
Totaal programmakosten Cultuur, MO en Integratie
2.036
2.050
Personeelsgebonden kosten Cultuur, MO en Integratie Toegerekende apparaatskosten Cultuur, MO en Integratie Totaal Programma Cultuur, MO en Integratie
Jaarverslag 2006
203
4.10.9 Milieu
Bedragen x € 1.000
Programma Milieu Begroting 2006 na wijzigingen Productnummer
Product
–––––––––––––––––––––––––––––––
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Een adequate vergunning voor de bedrijven en evenementen waar de provincie verantwoordelijk voor is. - Actuele en adequate vergunning voor bedrijven - Het volgens regels en voorwaarden werken van bedrijven en vuurwerkevenementen 2.5.50.06 Vergunningverlening milieubeheer
56
125
-69
78
129
-51
18
Subtotaal hoofddoelstelling
56
125
-69
78
129
-51
18
26 319
263 335
-237 -16
27 342
231 338
-204 4
33 20
224
126
98
242
144
98
569
724
-155
611
713
-102
43
-43
43
-43
Een consequente en stringente handhaving om normconform gedrag te bewerkstelligen - Toezicht op naleving wet- en regelgeving - Stringent toezicht en handhaving bij constatering van overtredingen 2.5.50.05 Handhaving milieubeheer 2.5.50.10 Repressieve handhaving - Regie op professionaliseren handhaving gemeenten en waterschappen 2.5.50.05 Handhaving milieubeheer Subtotaal hoofddoelstelling
204
Rekening 2006
53
Stimuleren verbeteren milieukwaliteit - Beïnvloeden menselijk gedrag 2.5.00.10 Milieubeleid, planning en communicatie - Integratie van milieu in de ruimtelijke ordening 2.5.00.10 Milieubeleid, planning en communicatie 2.5.20.25 Afvalstoffen 2.5.40.05 Geluid
1.174 138 2.011
1.904 476 1.993
-730 -338 18
1.174 127 1.266
1.708 413 1.370
-534 -286 -104
196 52 -122
Subtotaal hoofddoelstelling
3.323
4.416
-1.093
2.567
3.534
-967
126
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Bedragen x € 1.000
Verminderen milieubelasting en risico's voor de volksgezondheid door wegnemen (water)bodemverontreinigingen - Het wegnemen van asbestverontreinigingen in de wegen en op woonlocaties voor een veilige en gezonde leefomgeving - Beheersen en saneren van alle ernstige (water)bodem-verontreini gingen voor 2030 2.5.20.05 Programma bodemsanering 2.5.20.10 Bodemsanering binnen de Wbb 2.5.20.15Bodemsanering door derden Subtotaal hoofddoelstelling
34
-34
15.900 12.784
17.498 12.377
-1.598 407
28.684
29.909
-1.225
210
-210
36
-36
-2
8.524 13.100
10.035 13.239
-1.511 -139
87 -546
21.624
23.310
-1.686
-461
206
-206
4
Evenredige bijdrage aan de reductie van de uitstoot van CO2 - Opwekken electriciteit met bio-energie 2.5.00.05 Energie- en klimaatbeleid - Stimuleren reductie uitstoot CO2 2.5.00.05 Energie- en klimaatbeleid
106
784
-678
109
628
-519
159
Subtotaal hoofddoelstelling
106
994
-888
109
834
-725
163
32.738
36.168
-3.430
24.989
28.520
-3.531
-101
6.383
-6.383
6.406
-6.406
-23
6.037 –––––––– 48.588
-6.037 –––––––– -15.850
5.446 –––––––– 40.372
-5.446 –––––––– -15.383
591 –––––––– 467
Totaal programmakosten Milieu Personeelsgebonden kosten Milieu Toegerekende apparaatskosten Milieu Totaal Programma Milieu
–––––––– 32.738
–––––––– 24.989
Jaarverslag 2006
205
4.10.10 Bereikbaarheid
Bedragen x € 1.000
Programma Bereikbaarheid Begroting 2006 na wijzigingen Productnummer
Product
––––––––––––––––––––––––––––––– Baten
Een optimaal verkeer- en vervoerssysteem, met een betrouwbaar bereikbaarheidsniveau onder veilige omstandigheden - Goede doorstroming van economisch verkeer op provinciale wegen - Een verkeersveilig Overijssel - Stimuleren fietskilometers 2.3.00.02 Ontwikkeling beleid bereikbaarheid 2.3.00.22 Gedragsbeïnvloeding verkeer en vervoer 2.3.00.25 Beleidsinformatie bereikbaarheid 2.3.10.02 Planvorming provinciale wegen 2.3.10.12 Realisatie provinciale wegen 2.3.10.16 Beheer en onderhoud provinciale wegen 2.3.10.17 Beheer en onderhoud kunstwerken 2.3.10.25 Gladheidbestrijding 2.3.30.06 Beheer en onderhoud van waterwegen - Goede bereikbaarheid tussen en in economische centra door verbetering van de infrastructuur van Rijk en gemeenten - Groei van goederenvervoer over water 2.3.00.05 Bijdragen aan infrastructuur andere overheden 2.3.00.10 Goederenvervoer 2.3.30.15 Vaarwegen - Betrouwbaar openbaar vervoer 2.3.40.10 Openbaar vervoer - Toegankelijk openbaar vervoer 2.3.10.16 Beheer en onderhoud provinciale wegen
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
150
-150
25
168
-143
7
280
281
-1
413
412
1
2
-97 -87 -8.502
20 21.233 834
78 65 9.336
-58 21.168 -8.502
39 21.255
834
97 87 9.336
1.021
12.872
-11.851
1.227
14.025
-12.798
-947
54
1.895 1.218
-1.895 -1.164
15 248
1.982 1.264
-1.96 -1.016
-72 148
199
8.601
-8.402
198
8.522
-8.324
78
1.544
7.580 1 41
-6.036 -1 -41
1.891 -16
5.765 -2 41
-3.874 -14 -41
2.162 -13
22.542
22.634
-92
22.705
22.914
-209
-117
600
-600
594
-594
6
Subtotaal hoofddoelstelling
26.474
65.393
-38.919
48.793
65.164
-16.371
22.548
Totaal programmakosten Bereikbaarheid
26.474
65.393
-38.919
48.793
65.164
-16.371
22.548
10.291
-10.291
9.532
-9.532
759
9.737 –––––––– 85.421
-9.737 –––––––– -58.947
8.102 –––––––– 82.798
-8.102 –––––––– -34.005
1.635 –––––––– 24.942
Personeelsgebonden kosten Bereikbaarheid Toegerekende apparaatskosten Bereikbaarheid Totaal Programma Bereikbaarheid
206
Rekening 2006
–––––––– 26.474
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
–––––––– 48.793
4.10.11 Veiligheid
Bedragen x € 1.000
Programma Veiligheid Begroting 2006 na wijzigingen Productnummer
Product
–––––––––––––––––––––––––––––––
Veilig Overijssel - Complete, actuele en beschikbare risicokaart - Verbeteren kwaliteit rampenbestrijding - Verminderen risico's gebruik, opslag en transport gevaarlijke stoffen - Realiseren structureel extern veiligheidsbeleid - Toezicht op rampenbestrijding, adequate rampbestrijdingsorganisatie en verbeteren informatiepositie 2.2.00.05 Openbare orde en veiligheid - Sluitende aanpak jeugdcriminaliteit 2.2.00.05 Openbare orde en veiligheid
Rekening 2006
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
3
562
-559
29
461
-432
127
304
-304
284
-284
20
Subtotaal hoofddoelstelling
3
866
-863
29
745
-716
147
Totaal programmakosten Veiligheid
3
866
-863
29
745
-716
147
466
-466
443
-443
23
441 –––––––– 1.773
-441 –––––––– -1.770
377 –––––––– 1.565
-377 –––––––– -1.536
64 –––––––– 234
Personeelsgebonden kosten Veiligheid Toegerekende apparaatskosten Veiligheid –––––––– Totaal Programma Veiligheid 3
–––––––– 29
Jaarverslag 2006
207
208
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Hoofdstuk 5
Provinciale organisatie
Provinciale Staten Griffie
CdK Gedeputeerde Staten
Directie
Concernstaf
Projecten en programma’s
Bestuurlijke Aangelegenheden
Economie, Milieu en Toerisme
Landbouw, Natuur en Landschap
Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid
5.1 Provinciale Staten Op 11 maart 2003 zijn er provinciale verkiezingen gehouden. Op dezelfde datum is de Provinciewet gewijzigd in verband met het dualisme. De huidige samenstelling van PS is als volgt:
Water en Bodem
Wegen en Kanalen
Zorg en Cultuur
Facilitaire Dienstverlening
Middelen
Statengriffie De griffie heeft primair tot doel om Provinciale Staten te ondersteunen in haar functioneren. De ondersteuning door de statengriffie behelst in het bijzonder de secretariële ondersteuning van Provinciale Staten Statencommissies en de commissie Beleidsevaluatie. De taken zijn daarnaast aangevuld met taken op het gebied van communicatie, voorlichting en controle.
Samenstelling Provinciale Staten
CDA PvdA VVD ChristenUnie GroenLinks SP D66 SGP LPF Totaal
24 zetels 15 zetels 9 zetels 4 zetels 3 zetels 3 zetels 2 zetels 2 zetels 1 zetels 63 zetels
Jaarverslag 2006
209
5.2 Dagelijks bestuur
Gedeputeerde Staten
Het dagelijks bestuur van de provincie bestaat uit de Commissaris van de Koningin (voorzitter) en zes gedeputeerden. Samen vormen zij het college van Gedeputeerde Staten.
Het college van Gedeputeerde Staten (GS) vormt het dagelijkse bestuur van de provincie Overijssel. Naast de CvdK is sinds de verkiezingen in het voorjaar van 2003 het college als volgt samengesteld (inclusief portefeuilleverdeling):
Commissaris van de Koningin
P. Jansen (CDA)
Per 1 juni 2002 is de heer mr. G.J. Jansen benoemd tot Commissaris van de Koningin in de provincie Overijssel. Tot de portefeuille van de Commissaris van de Koningin in Overijssel behoren integriteit van bestuur, openbare orde en veiligheid en samenwerking Overijssel-Gelderland, internationalisering, promotie, externe betrekkingen en lobby. Daarnaast heeft hij een aantal rijkstaken, waaronder burgemeesterszaken en het gastheerschap tijdens bezoeken van leden van het Koninklijk Huis. De Commissaris van de Koningin is zowel voorzitter van Provinciale Staten als van het college van Gedeputeerde Staten.
Landelijk gebied en Water Plattelandsontwikkeling Landbouw Natuur Reconstructie Water Groen milieu Energie
J.G. Kristen (PvdA) Grote steden en Welzijn Grotestedenbeleid Welzijn/minderheden Cultuur en media Kulturhusen Sport Beleidscoördinatie en beleidsinformatie Personeel en organisatie Renovatie provinciehuis Procescoördinatie kerntakendiscussie
J.W. Klaasen (VVD) Bereikbaarheid en Bestuur Verkeer en vervoer, wegen en kanalen Bestuurlijke organisatie Algemeen bestuur Financiën incl. financieel toezicht Juridische zaken/ mediation Deelnemingen Procescoördinatie Vergunningverlening en Handhaving Procescoördinatie herijking financiële relaties
Drs. T.W. Rietkerk (CDA) Ruimte en Milieu Volkshuisvesting Ruimtelijke ordening Milieu Bodemsanering Ontgrondingen Procescoördinatie deregulering en ontbureaucratisering
210
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Drs. C. Abbenhues (PvdA) Economie en Innovatie Economie (incl. bedrijvigheidplannen) Recreatie en toerisme Grondbeleid Onderwijs ICT Vastgoed Coördinatie Europese fondsen Procescoördinatie gebiedsgericht werken Procescoördinatie provinciaal omgevingsplan
G.J.H. Ranter (CDA) Zorg en Participatie Ouderen- en jeugdzorg Volksgezondheid Integrale veiligheid (incl. procescoördinatie) Handhaving(-sbeleid) Communicatie en voorlichting Procescoördinatie burgerparticipatie Regeling Vitaliteit Kleine Kernen
Jaarverslag 2006
211
5.3 Organisatie Samenstelling directie De eindverantwoordelijkheid voor de gehele organisatie ligt bij de Directie. Ze heeft een verantwoordelijkheidsplicht aan het college in regulier overleg en managementrapportages, en het mandaat voor het feitelijk besturen van de ambtelijke organisatie. De Directie zorgt dat de ambtelijke organisatie doelmatig en doeltreffend werkt en functioneert binnen de bestuurlijk bepaalde beleidslijnen. Verder zorgt de Directie dat het bestuur tijdig alle relevante informatie en adviezen krijgt voor het bepalen van het beleid. Als het gaat om het strategische beleid heeft de Directie in de voorbereiding een actieve voortrekkersrol. Op dit moment bestaat de Directie uit de heer mr. H.A. (Harry) Timmerman (MBA) (tevens Secretaris van het college van Gedeputeerde Staten van Overijssel), en de heer drs. W. (Ward) van Miltenburg, directeur Sturing. Binnen de directie is sprake van een vacature voor directeur Strategie, welke tijdelijk wordt ingevuld door de heer drs. J.H. (Jan Herman) de Baas. De vacature zal te zijner tijd structureel worden ingevuld. Concernstaf (CS) De Concernstaf ondersteunt de directie in de verwezenlijking van sturing, samenhang en strategie. Het is de beweging naar betere sturing, naar meer samenhang en naar meer strategisch handelen die nodig is om als bestuur en organisatie in gemeenschappelijke inspanning de goede dingen op een goede manier voor de Overijsselse samenleving te kunnen doen. De Concernstaf heeft drie hoofdtaken, te weten: integrale strategieontwikkeling en strategische beleidscoördinatie, buitenlijnse projecten en programma’s en ondersteuning van het bestuursproces en de directievoering. Eenheid Bestuurlijke Aangelegenheden (BA) De eenheid Bestuurlijke Aangelegenheden richt zich op de verbetering van de kwaliteit van het openbare bestuur. Daarmee beweegt de eenheid op een breed werkveld. Van integrale veiligheid, repressieve handhaving, relaties met gemeenten tot interprovinciale samenwerking. En van lobby in Den Haag en Brussel, profilering provincie, heldere communicatie met de burger tot internationalisering. Maar ook van juridische kwaliteitszorg, inzet van mediation, financieel toezicht op gemeenten tot burgemeestersbenoemingen en rampenbestrijding.
212
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Eenheid Economie, Milieu en Toerisme (EMT) De eenheid Economie, Milieu en Toerisme richt zich op het stimuleren van werkgelegenheid en economische groei onder een gelijktijdige verbetering van de milieuprestaties van bedrijven. Daarnaast neemt zij maatregelen voor de arbeidsmarkt om te bevorderen dat de werkgelegenheid ten goede komt aan alle groepen op de arbeidsmarkt. Tevens stimuleert de eenheid het recreatieve voorzieningenniveau om Overijssel zo toegankelijk mogelijk te maken. Eenheid Facilitaire Dienstverlening (FD) De eenheid Facilitaire Dienstverlening verzorgt de technische infrastructuur die interactieve communicatie tussen de provincie en haar gesprekspartners mogelijk maakt. Ook de informatievoorziening binnen de provincie wordt toegankelijk en betrouwbaar gehouden. Daarnaast is men verantwoordelijk voor de facilitaire ondersteuning binnen het provinciehuis. Eenheid Landbouw, Natuur en Landschap (LNL) De eenheid Landbouw, Natuur en Landschap zet zich in voor een levensvatbare landbouw, een levenskrachtige natuur en een levenslustig landschap. Men streeft naar plattelandsvernieuwing en -ontwikkeling en een land- en tuinbouwsector met een goede toekomst. Ze werkt aan de vergroting en verbetering van natuur en landschap (ecologische hoofdstructuur). Daarnaast zorgt de eenheid ook voor vergunningsverlening en handhaving van de 'groene' wetten: Flora- en Faunawet, Natuurschoonwet, Natuurbeschermingswet en Boswet. Eenheid Middelen (MI) De eenheid Middelen ondersteunt het bestuur en het management van de provincie Overijssel bij de ontwikkeling en uitvoering van haar middelentaken: financiën, bedrijfskunde, informatievoorziening en personeel en organisatie. Eenheid Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid (RWB) De eenheid Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid beweegt zich op de beleidsterreinen ruimtelijke ordening, volkshuisvesting en verkeer en vervoer, waar veel verschillende belangen om een zorgvuldige afweging vragen, zoals: ruimtebeslag, milieu, economie, mobiliteit en huisvesting. De inwoners van Overijssel moeten goed kunnen wonen, werken en recreëren en ze moeten de ruimte hebben om zich zonder al te veel problemen te kunnen verplaatsen.
Eenheid Water en Bodem (WB) De eenheid Water en Bodem heeft de zorg voor de uitvoering van de Grondwaterwet, de Provinciale milieuverordening voor de grondwaterbescherming, de Wet Hygiëne en Veiligheid Bad- en Zweminrichtingen, de Ontgrondingenwet en de Wet Bodembescherming. Verder houdt men zich bezig met de aanpak van voormalige stortplaatsen, gasfabrieken en waterbodems. Daarnaast is men verantwoordelijk voor het waterbeleid in de provincie, met als doel dat Overijssel veilig is voor overstromingen, dat de landbouw voldoende water heeft voor haar werk en dat ook de natuur voldoende water van een goede kwaliteit krijgt. Eenheid Wegen en Kanalen (WK) De eenheid Wegen en Kanalen is verantwoordelijk voor de bouw en het beheer van provinciale wegen (hoofdrijbanen, fietspaden en parallelwegen), vaarwegen, bruggen en sluizen. Dit gebeurt op zodanige wijze dat de verkeersveiligheid, duurzaamheid en bereikbaarheid gewaarborgd zijn. De eenheid kent vier secties: de centrale sectie infrabouw en beheer, met kantoor in het provinciehuis te Zwolle. De drie kantoren van de regionale afdelingen staan in Raalte, Borne en Tuk (gemeente Steenwijkerland). Eenheid Zorg en Cultuur (ZC) De eenheid Zorg en Cultuur zet zich in voor een samenleving waarin alle inwoners van Overijssel op een volwaardige manier kunnen deelnemen. De provincie wil dat de inwoners gebruik kunnen maken van voorzieningen op het terrein van cultuur, onderwijs, welzijn en zorg. Daarom moet er voldoende aanbod van voorzieningen zijn en moeten die voorzieningen voor iedereen toegankelijk zijn. Bovendien moeten deze goed verspreid zijn over de provincie en natuurlijk van een goede kwaliteit.
Jaarverslag 2006
213
214
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Accountantsverklaring Wij hebben de in dit verslag opgenomen hoofdstuk 4 “Financiële rekening” van de jaarrekening 2006 van provincie Overijssel, bestaande uit de balans per 31 december 2006 en de programmarekening over 2006 met de toelichtingen, gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het College van Gedeputeerde Staten Het College van Gedeputeerde Staten van provincie Overijssel is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen waaronder gemeentelijke verordeningen. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van zowel de baten en lasten als de activa en passiva, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat en voor de naleving van de relevante wet- en regelgeving, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 217, tweede lid van de Provinciewet. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten en het door Provinciale Staten vastgestelde controleprotocol. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken en getrouw weergeven in de jaarrekening van zowel de baten en lasten als de activa en passiva, alsmede het voor de naleving van de wet- en regelgeving relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn, maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de provincie. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving, van de redelijkheid van schattingen die het College van Gedeputeerde Staten van provincie Overijssel heeft gemaakt, en een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
Jaarverslag 2006
215
De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten. Deze goedkeuringstolerantie is door Provinciale Staten bij statenbesluit van 13 december 2006 vastgesteld. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van provincie Overijssel een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2006 als van de activa en passiva per 31 december 2006 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen waaronder provinciale verordeningen. Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 217 lid 3 onder de Provinciewet melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.
Zwolle, 8 maart 2007 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. H. Boshove RA
216
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
218
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Bijlage A
Nieuw Beleid Bedragen x € 1.000
Programma Bestuur Nieuw beleid
ICT, 2e fase Positionering en profilering provincie Jongerenraad Internationalisering/positionering provincie De Andere Provincie Debatcentrum Twente in internationaal perspectief/samenwerking Polen Noodhulp Pakistan Relatiebeheer Programmaparticipatie Noodhulp Suriname Noodhulp Java Totaal
ICT, 2e fase De mogelijkheden voor publieke dienstverlening via het Internet zijn zoals gepland beperkt verbeterd. Het doel van 55% e-dienstverlening in 2006 is gerealiseerd. In 2006 heeft GS de provinciale visie op dienstverlening vastgesteld met een uitgewerkt loketconcept. De interne elektronische dienstverlening is van start gegaan met de digitalisering van post, archivering en stukkenstroom en de oplevering van de servicenormen. De provinciale productencatalogus is gekoppeld aan die van enkele gemeenten via het interprovinciale programma e-provincies. De tekst behorende bij de producten- en dienstencatalogus op Internet is vereenvoudigd. De website van de provincie is aangepast aan wensen van bezoekers en van de samenwerkingspartners. De provinciale activiteiten rond het verzamelen, analyseren en interpreteren van beleidsinformatie is organisatorisch samengebracht.
Begroting
Realisatie
Saldo
2006
2006
2006
760 148 51 35 409 150 200 100 200 100 50 100 –––––––– 2.303
570 148 39 35 403 150 141 100 65 100 50 100 –––––––– 1.901
190 0 12 0 6 0 59 0 135 0 0 0 –––––––– 402
Het digitale subsidieloket is in 2006 niet gerealiseerd. De daarvoor noodzakelijke werkzaamheden rond processtroomlijning en het digitale documentbeheer hebben meer tijd gekost dan verwacht. De middelen voor dienstverlening en het loketconcept zijn in 2006 niet aangewend. Oorzaak is vertraging in de voorbereidende werkzaamheden. Positionering en profilering provincie Wij hebben in het kader van een transparante overheid consequent ingezet op aanwezigheid van leden van ons college bij belangrijke gebeurtenissen in en buiten de provincie. Een goed uitnodigingenbeleid ligt daaraan ten grondslag. Hetzelfde geldt voor de bij vele gelegenheden gehouden toespraken: daar werken wij aan een zorgvuldige (eind)redactie, die er toe leidt dat wij ons beleid goed voor het voetlicht brengen.
Jaarverslag 2006
219
Dit jaar heeft een onderzoek naar de bekendheid van en de waardering voor het provinciaal bestuur plaatsgevonden in de vorm van vier metingen, die samen de Communicatiemonitor vormen. Het totaalresultaat van dit onderzoek, dat eerder bekend stond als imago-onderzoek, komt begin 2007 beschikbaar. De meting per kwartaal heeft het voordeel dat wij direct het resultaat van communicatie-acties kunnen meten en bijsturen. De reacties op gebruik en waardering van de website van de provincie benutten wij bij de verbetering van de portal/site van deze website. Jongerenraad De Jongerenraad Overijssel heeft als doelstelling om jongeren te bereiken en te stimuleren tot maatschappelijke activiteiten. In 2006 heeft zij haar aandacht gericht op het thema vrijwilligerswerk. Er is een folder gemaakt over het werven van vrijwilligers en er is een debat over vrijwilligerswerk georganiseerd. Er is een aanzet gemaakt tot intensivering van de contacten met scholen en lokale jongerenraden. De Jongerenraad heeft zich daarnaast gefocust op de advisering aan College en Staten. Internationalisering/positionering provincie Er is in 2006 aanvullend ingezet op versterkte positionering en profilering van de provincie in internationaal verband. We hebben opdracht verleend tot een onderzoek dat in kaart moet brengen welke Europese regio’s de positie van Overijssel in internationaal opzicht kunnen versterken. Resultaten worden in februari 2007 verwacht. Beoogd was in 2006 ook stevig in te zetten op het bereiken van een organisatie die Europaproof is. Daaraan hebben we minder aandacht kunnen besteden dan we hadden gehoopt. De Andere Provincie In 2006 is een stevige basis gelegd voor een Andere provincie met minder bureaucratie. Na herijking van de provinciale verordeningen zijn 170 regelingen teruggebracht naar circa 30. Ook de inhoudelijke wijzigingen (o.a. doelvoorschriften, geen dubbele normstelling, versnelling woningbouw) hebben tot minder bureaucratie geleid. Tegelijk zijn de administratieve lasten bij subsidieverlening aantoonbaar verminderd. Dit alles vestigt de aandacht op de kwaliteit van processen maar ook op dienstverlening. Eind 2006 is het Kwaliteitshandvest met servicenormen opgesteld. De verwachting is dat het ontwikkelen en
220
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
publiceren van servicenormen bijdraagt aan de transparantie van de dienstverlening en dat de klantgerichtheid van de provincie verbetert. De servicenormen zijn in overleg met inwoners en organisaties van Overijssel, die wij via internet hebben benaderd, tot stand gekomen. Ook heeft Overijssel de Verordening dwangsom bij niet tijdig beslissen (dwangsomregeling) ingevoerd. Hiervan is in 2006 nog geen gebruik gemaakt. Debatcentrum In 2006 is een debatcentrum opgericht dat inspirerende gesprekken en debatten organiseert over thema’s die burgers raken. De belangrijkste prestaties zijn: • Organisatie van 3 (deel)debatten over sport in Deventer, Zwolle en Enschede; 2 (deel)debatten over relatie stad en platteland in Wythmen en Bathmen; 1 debat over ‘Bedrijven in Spagaat’ in Hengelo, 1 PS-publieksdebat over ‘Jong in Overijssel’; • Oprichting van de stichting ‘Debatcentrum Overijssel’ en de instelling van het stichtingsbestuur en de programmaraad; • Met een aantal bestaande initiatieven is een begin gemaakt met samenwerking: ROC’s Aventus en Landstede, Huis voor Europa, Overijsselse Bibliotheekdienst en de stichting Synagoge Enschede. Twente in internationaal perspectief/ samenwerking Polen Er is flink ingezet op het vergroten van de betrokkenheid van regionale (Twentse) partners en relevante Duitse partijen uit het aangrenzend gebied bij het traject Twente in internationaal perspectief. Verder is de samenwerking met de deelstaten NoordrijnWestfalen en Nedersaksen geïntensiveerd en is vormgegeven aan de samenwerking met het Poolse West-Pommeren. De tweede conferentie Twente in internationaal perspectief heeft plaatsgevonden en diverse partijen in Twente en ook de provincie hebben acties ondernomen, waaronder de organisatie van 3 vervolgconferenties en het betrekken van Duitse partners. Dit is voorspoedig gegaan, zodat de conferentie in 2007 met Duitse partijen gezamenlijk is voorbereid. Er is een werkprogramma met concrete acties met de grensbezirke van Noordrijn-Westfalen en Gelderland en Limburg opgesteld. Voor de acties en doelen hierin wordt nu steun gezocht bij de regering van Nederland en de deelstaat. Ten slotte is er een officiële samenwerkingsovereenkomst met Westpommeren gesloten. Op dit moment worden samenwerkingsacties ontwik-
keld die aansluiten bij behoeften van partijen in Overijssel. Hiermee hebben we op alle fronten gedaan wat we gepland hadden te doen en is het budget grotendeels besteed. Relatiebeheer Medio 2006 hebben wij het nieuwe evenementenbeleid vastgesteld. De komende jaren zullen wij enkele spraakmakende evenementen met landelijke uitstraling ondersteunen, en verder een tiental kleinere evenementen die op zijn minst een regionale uitstraling hebben. Voor deze gevallen sluiten wij sponsorcontracten af. In de publicitaire activiteiten klinkt door dat deze evenementen mede mogelijk worden gemaakt door de provincie Overijssel. Het budget is in 2006 niet volledig besteed omdat het nieuwe beleid materieel van kracht werd in de tweede helft van het jaar. Programmaparticipatie De intensivering van de programmaparticipatie vindt plaats met het oog op het programma In de Wandelgangen, dat RTV Oost wekelijks uitzendt in het seizoen dat begint in september. In het programma worden maatschappelijke en politiek-bestuurlijke thema’s belicht. Daarbij komt ook regelmatig de rol van de provincie op deze terreinen aan de orde.
Jaarverslag 2006
221
Bedragen x € 1.000
Programma Economie en Innovatie Nieuw beleid
APR II, bedrijven > 25 medewerkers Kennispark Twente (Investeringsprogramma) Kennispark Twente Herstructurering bedrijventerreinen Toerisme (versterking regiomarketing) Toeristische infrastructuur (KITO niet EU) ICT, 3e fase, breedbandproject ICT, 3e fase, doorontwikkeling E-loketten Technology valley Twente (IPT) Kennisintensieve maakindustrie Innovatiebeleid (IIB, Clustergericht, Bedrijfsgericht) Gebiedsontwikkeling luchthaven Twente e.o. Totaal
APR II, bedrijven> 25 medewerkers Het gaat hier om het onderdeel van de APR II dat Steenwijk en Hardenberg betreft. Bedrijven hadden tot 1 oktober 2005 de kans om een aanvraag in te dienen. Ondanks dat de provincie Overijssel gezorgd heeft voor voldoende promotie van de APR II is geen aanvraag ingediend voor dit project. Er waren in de looptijd van de APR II geen bedrijven die naar Steenwijk en Hardenberg kwamen die voldeden aan de criteria. De provincie heeft hier geen invloed op: bedrijven kunnen immers niet gedwongen worden zich te vestigen in bepaalde gemeenten. De redenen waarom bedrijven geen gebruik gemaakt hebben van de APR II kunnen divers zijn: a. De economische conjunctuur was in die periode niet erg positief. Bedrijven zijn in een dergelijke situatie voorzichtig. Als men dan een bedrijf vestigt of uitbreidt gaat dat vaak in kleinere getallen dan voor de APR II noodzakelijk was. Hoewel juist in een dergelijke conjunctuur een subsidie-instrument als de APR II belangrijk is en voor bedrijven een zetje in de rug kan zijn om toch een vestigings- of uitbreidingsbeslissing te nemen, zijn er in Steenwijk en Hardenberg geen projecten gekomen. b. De APR II kent strikte/zware criteria zoals een hoog aantal te vormen fte’s en een aantal uitgesloten sectoren. Veel bedrijven voldoen hier niet aan (ook in relatie tot punt a). c. Het gebied waarin deze APR geldig was is relatief klein, de kans dat zich hier een bedrijf vestigt dat voldoet aan de APR II criteria is daarmee ook kleiner;
222
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Begroting
Realisatie
Saldo
2006
2006
2006
180 1.267 706 1.512 101 304 564 253 304 200 3.350 153 –––––––– 8.894
0 1.267 706 1.512 81 206 564 73 300 0 3078 153 –––––––– 7.940
180 0 0 0 20 98 0 180 4 200 272 0 –––––––– 954
De doelstelling om 1 bedrijf naar Hardenberg en 1 bedrijf naar Steenwijk te halen (die voldoen aan de APR II criteria) is niet gerealiseerd. Kennispark Twente Kennispark Twente is een gezamenlijk project van de Universiteit Twente, de Gemeente Enschede en de Provincie Overijssel. De belangrijkste doelstelling is het creëren van 10.000 arbeidsplaatsen in 2020. Om deze doelstelling te halen is onder regie van de provincie een programmaplan opgesteld dat in 2004 in uitvoering is genomen. Hoewel dit een jaar later was dan gepland ligt de uitvoering van het programmaplan nagenoeg op schema. Met het programmaplan dragen we bij aan de verzilvering van de kansen van de aanwezigheid van de universiteit in Twente. Inmiddels is het kennispark een bedrijventerrein met bovenregionale uitstraling in wording en geeft het bedrijven en onderzoekers faciliteiten die nodig zijn voor innovatie en onderzoek. Ons innovatiebeleid richt zich op het bieden van instrumenten en de infrastructuur waarbinnen bedrijven en kennisinstellingen gezamenlijk komen tot innovatie van producten, processen, markten en organisaties. De belangrijkste instrumenten zijn het Kennispark Twente en de Innovatiestimuleringsregeling. Door uitvoering van het programma kennispark zijn 4 businessaccelerators, één proeffabriek, één applicatiecentrum voor de toepassing van lasertechniek en verschillende kennisuitwisselingspunten voor MKB bedrijven gerealiseerd. Dat is meer dan werd voorgenomen.
De afgelopen jaren zijn er 20 tot 30 arbeidsplaatsen per jaar gerealiseerd en in 2006 waren dat er tussen de 50 en 60. Ook zijn er 2 nieuwe ondernemingen gevestigd op Kennispark Twente. Het aantal vestigingen op het Kennispark blijft door vertraging in de gebiedsontwikkeling achter. Onze inzet leidt in 2007 tot het vergroten van de ruimtelijke mogelijkheden zodat 5 - 10 nieuwe vestigingen mogelijk zijn. Daarmee zal ook de vertraging op de gebiedsontwikkeling ingelopen worden. Met het verlenen van een opdracht aan de Universiteit Twente is er extra ingezet om vroegtijdig tot een totaalconcept voor kennisvalorisatie te komen. Daarmee kan Kennispark binnen twee jaar het bedrijfsleven een volwaardig aanbod doen qua faciliteiten, begeleiding van product- en procesontwikkeling en de ontwikkeling van ondernemingen. Eind 2006 bestaat er tevens een adequate organisatie die effectief werkt (volgens een ontwikkelplan) aan de realisatie van het Kennispark Twente. Zoals voorgenomen bij aanvang van de collegeperiode koerst Kennispark op deze manier naar een zelfstandige organisatie die een bijdrage levert aan innovatie en werkgelegenheidsgroei in Overijssel. Herstructurering bedrijventerreinen Voor herstructurering van de bedrijventerreinen in de gemeenten Deventer, Hardenberg en Losser is in 2006 per gemeente € 0,5 miljoen subsidie verstrekt. De verduurzaming van de terreinen heeft als resultaat dat verpaupering en leegstand wordt voorkomen. Hierdoor blijft de werkgelegenheid in ieder geval behouden. Door de herontwikkeling van delen van het bedrijventerrein, heeft intensivering van het ruimtegebruik plaatsgevonden. Dit levert naar alle waarschijnlijkheid 13 ha Bedrijventerrein op en daarmee 270 arbeidsplaatsen. De afronding van de projecten wordt verwacht begin 2008. Dan kan meer inzicht gegeven worden in de werkelijke effecten/prestaties. Toerisme KITO is op 31 oktober 2005 gesloten, omdat de middelen uit de verschillende Europese fondsen volledig konden worden ingezet. KITO heeft een positief effect gehad op de ontwikkeling van de kwaliteit van toeristische bedrijven. In zijn geheel heeft KITO een investeringimpuls opgeleverd van ruim € 40 miljoen. Toeristische infrastructuur Een aantal projecten van Regionale Bureaus voor Toerisme, verdeeld over de provincie, is ondersteund. De middelen hebben bijgedragen aan de versterking van de positie van deze Bureaus.
ICT, 3e fase, E-visie, incl. breedbandproject en doorontwikkeling E-loketten. Het Actieprogramma Breedband Overijssel 2005-2007 vormt een tijdelijke impuls voor het verbeteren van de beschikbaarheid van glasvezelinfrastructuur in Overijssel en het toegankelijk maken daarvan voor zakelijke afnemers en dienstenaanbieders. Daartoe is het model van digitale marktplaatsen ingericht. Daarnaast biedt het programma ruimte voor een beperkt aantal proefprojecten voor publieke dienstenontwikkeling die in samenwerking met de grote gemeenten worden opgezet. In 2006 is op alle drie deze doelen substantiële voortgang geboekt. Door middel van een europese aanbesteding samen met scholen en gemeenten en de provincie Drenthe zijn lange-termijncontracten gesloten met KPN en Essent Kabelcom voor aansluiting op glasvezel. Dit betreft circa 60 locaties van 12 startklanten voor een periode van maximaal 15 jaar. Ook bedrijventerreinen kunnen tegen redelijke tarieven worden aangesloten, indien gemeenten en ondernemers hiervoor kiezen. In Hardenberg is dit al in 2006 gerealiseerd. De regio Twente onderzoekt de mogelijkheden om alle 31 bedrijventerreinen in de regio te voorzien van een open breedbandinfrastructuur. Het netwerk van digitale marktplaatsen onder beheer van de NDIX is in 2006 in Overijssel uitgebreid met vestigingen in Zwolle, Hardenberg en Oldenzaal. Dienstenprojecten zijn gestart in het basisonderwijs van de netwerksteden in Twente en Deventer. In Roombeek, Enschede is de gemeentelijke welzijnsafdeling met woningbouwcorporaties gestart met een project om beeldcommunicatie met bewoners en cliënten in te zetten ten behoeve van WMO-loket en wijkbeheer. Overijssel is trekker van een IPO-project voor een interprovinciale leeromgeving voor breedbanddiensten en heeft hiervoor subsidie van het ministerie van EZ ontvangen. De doorontwikkeling van e-loketten bij de provincie is vertraagd wegens de samenloop met renovatie en invoering TOOL. Er is grote vraag bij gemeenten en bedrijven naar adequate bedrijventerreininformatie en daarvoor wordt in 2007 een digitaal loket gebouwd op basis van het GIS Online platform. Technology valley Twente Twente heeft met het innovatieplatform een stevig netwerk van bedrijven en kennisinstellingen dat verantwoordelijk is voor het opstellen en uitvoeren van een door het bedrijfsleven gedragen innovatieroute. Bedrijven en kennisinstellingen zetten gezamenlijk een
Jaarverslag 2006
223
innovatieroute voor Twente op. Deze route is omgezet tot een investeringsagenda met ruim 22 projecten, gezamenlijk verantwoordelijk voor een projectomvang van € 250 miljoen en een verwacht arbeidsmarktresultaat van 10.000 tot 12.000 arbeidsplaatsen. Deze innovatieroute is onderdeel van de ontwikkelagenda Oost Nederland en zet in op de versterking van de samenwerking tussen de drie kennisnetwerken Food Valley, Health Valley en het innovatieplatform Twente. Dit vormt de basis voor het operationeel programma van de Europese Structuurfondsen en Pieken in de Delta. Sneller dan verwacht ligt er hiermee een nationaal en europees erkende regionale ontwikkelingsagenda voor de stimulering van innovatie in de regio Twente. Daarnaast zijn stappen gezet in de oprichting van een programmabureau om de uitvoering van de Innovatieroute te verankeren. Kennisintensieve maakindustrie Deze regeling is bedoeld voor de kennisintensieve maakindustrie en is half november 2006 van kracht geworden. Besteding van de middelen zullen daarom pas in 2007 plaatsvinden. In 2007 is te monitoren of de resultaten van deze regeling een succes zijn. Innovatiebeleid Voor directe innovatie door het MKB zijn in de afgelopen jaren middelen beschikbaar gesteld. In het jaar 2006 ging dit om € 2,8 miljoen. De regeling is in 2006 voor meer dan 100% overtekend. In 2006 zijn zoveel aanvragen ingediend dat de beschikbare middelen voor deze regeling voor 2006 en 2007 nagenoeg uitgeput zijn. Cluster en netwerken zijn de belangrijkste dragers voor een goede innovatie-infrastructuur. Wij hebben verschillende clusters en netwerken, zoals de innovatieambassadeurs, de innovatiemakelaars en het innovatieteam ondersteund. Voor de regio Zwolle ondersteunen wij Kennispoort Zwolle als belangrijk innovatienetwerk. Hierin werken bedrijven en kennisinstellingen aan kennisuitwisseling en innovatie. In het totaal hebben de Innovatie Stimuleringsregeling en Kennispark in dit jaar geleid tot het realiseren van meer dan 500 extra arbeidsplaatsen. Het beoogd maatschappelijk effect van ‘Innovatie in Bedrijf ‘ is het stimuleren van product, proces en marktontwikkeling. Door de enorme belangstelling voor de regeling schoot het budget voor 2006 tekort om alle aanvragen in behandeling te kunnen nemen. Een aantal behandelingen is derhalve doorgeschoven naar 2007. Voor subsidie is in 2006 en 2007 een totaalbudget van € 5,4 miljoen voor deze regeling beschikbaar gesteld, waarvan € 2,8 miljoen in 2006 en € 2,6 miljoen in 2007.
224
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Gebiedsontwikkeling luchthaven Twente en omgeving Het budget is beschikbaar gesteld ten behoeve van extern onderzoek dat uitgevoerd moet worden met het oog op de gebiedsontwikkeling van de luchthaven Twente en omgeving en de milieu-effecten daarvan. De uitvoering van dit project is in de loop van 2006 vertraagd, enerzijds doordat de ontwikkeling van de wetgeving (RBML, decentralisatie taken naar provincie) is vertraagd, anderzijds doordat de voorbereiding van onderhandelingen met Defensie meer tijd vroegen dan verwacht. In december 2006 is de startnotitie voor de milieueffectrapportage (mer) vastgesteld; het onderzoek wordt in 2007 uitgevoerd.
Bedragen x € 1.000
Programma Water Nieuw beleid
Wateropgave Bestrijding wateroverlast Intensivering beverrattenbestrijding Ruimte voor de rivier Samenwerking water Roemenië EU-kaderrichtlijn water Deltaplan Grote Rivieren (storting in voorziening Rivierdijkversterking) Totaal
Wateropgave/Bestrijding wateroverlast In 2004 is door het instellen van de subsidieverordening Water Overijssel 2004 een impuls gegeven aan de uitvoering van het waterbeleid. In 2006 zijn tien projecten gesubsidieerd in het kader van deze subsidieverordening. Door financiële steun konden deze projecten versneld in uitvoering worden genoemd. Daarmee is een belangrijke bijdrage geleverd aan het realiseren van de provinciale beleidsdoelen waterkwaliteit en veerkracht van de watersystemen.
Begroting
Realisatie
Saldo
2006
2006
2006
993 500 31 100 240 127 1.000 –––––––– 2.991
993 500 31 80 240 267 1.000 –––––––– 3.111
0 0 0 20 0 -140 0 –––––––– -120
de betaalbaarheid daarvan worden thans in het kader van het project IJsseldelta zuid onderzocht (voorbeeldproject Ontwikkelingsplanologie). De planstudies voor de 2 Zwolse koplopers verlopen volgens planning. Ook is al gestart met de voorbereiding van de twee uiterwaardmaatregelen bij Deventer.
Intensivering beverrattenbestrijding De coördinatie van de beverrattenbestrijding vindt plaats onder regie van de Landelijke Coördinatie Commissie Muskusrattenbestrijding. De kosten van de bestrijding worden gedeeld tussen IPO en Unie van Waterschappen. De provincie Overijssel levert een bijdrage in de kosten via het IPO. Doelstelling is het uitroeien van de beverrat in Nederland in 2008. Daarna zal wellicht alleen controle langs de landsgrenzen nodig zijn. In hoeverre de geleverde inzet effectief is geweest, zal blijken uit een in 2007 uit te voeren evaluatie.
Samenwerking water Roemenië In 2006 is voor Roemenië met cofinanciering vanuit het noodhulpfonds en Partners voor Water ingezet op hoogwaterbescherming en verbetering van de drinken afvalwatersituatie. Na de overstromingsramp in juli 2005 werd hoogwaterbescherming een eerste speerpunt van het project. Dit project is in uitvoering genomen in een pilot-gebied en zal eind 2007 met een internationaal symposium worden afgerond. Het tweede speerpunt betreft het opstellen van een masterplan drink- en afvalwater voor het landelijke gebied van de county Teleorman (300.000 inwoners met nu nog zeer slecht functionerende systemen). Op basis van dit plan kunnen subsidies uit de EU Cohesiefondsen worden aangevraagd.
Ruimte voor de Rivier Door de 1e kamer is ingestemd met Planologische kernbeslissing Ruimte. Er is een start gemaakt met de uitwerking van de maatregelen (planstudies). Alle maatregelen moeten uiterlijk in 2015 zijn uitgevoerd om het rivierengebied aan de wettelijke waterveiligheidsnorm te laten voldoen. De provincie stemt in met de gekozen maatregelen, behalve bij Kampen waar vooral om budgettaire redenen is gekozen voor verdieping van het zomerbed. De regio kiest voor een duurzame oplossing in de vorm van een (blauwe) bypass. De haalbaarheid en
EU-kaderrichtlijn water De provincie is trekker van het KRW-WB21 proces in het deelstroomgebied Rijn-Oost (Zuid Drenthe, Overijssel en Oost Gelderland). In 2006 is een globale verkenning uitgevoerd van de doelen, maatregelen en kosten op basis waarvan een regionale nota is uitgebracht. Verder zijn in Rijn-Oost (en andere Nederlandse deelstroomgebieden) de monitoringprogramma’s voor oppervlaktewater en grondwater gereedgekomen en vastgesteld door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Voor 2007 is een draaiboek voor de Rijn-Oost organisatie opgesteld.
Jaarverslag 2006
225
In nauwe samenwerking met het Ministerie van Verkeer en Waterstaat is een bijdrage geleverd aan het internationale overleg met de Duitse partners (Nordrhein Westfalen en Niedersachsen) in de KRWstuurgroep voor de Rijndelta. De implementatie van de Kaderrichtlijn Water verliep hiermee volgens planning. Deltaplan Grote Rivieren (storting in voorziening Rivierdijkversterking) In 2006 was een extra bedrag van € 1.000.000 nodig voor een versnelling van de uitvoering Deltaplan Grote Rivieren. In het najaar van 2006 is de verwachting uitgesproken dat de werken in het kader van het Deltaplan Grote Rivieren in 2007 geheel zullen zijn afgerond.
226
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Bedragen x € 1.000
Programma Ruimte Nieuw beleid
Stedelijke vernieuwing (ISV) Rood-voor-Rood Voortzetting stimuleringsprogramma Hergebruik karakteristieke monumenten Streekfunctie Steenwijk en Hardenberg Bouwen aan wonen Stimuleringsfonds woningbouw (storting in reserve) Ontwikkelingsplanologie kwaliteitsexperimenten Ruimtelijke kwaliteit Langer zelfstandig wonen IJsseldelta-Zuid Totaal
Stedelijke vernieuwing (ISV) De provinciale middelen voor stedelijke vernieuwing (ISV) zijn in 2006, samen met de door het rijk beschikbaar gestelde middelen, aangewend voor projecten/ programma’s ter verbetering van de woon- en leefomgeving in de steden en dorpen in Overijssel, het reduceren van de geluidsoverlast en het saneren van vervuilde locaties ten behoeve van woningbouw. Hiertoe hebben wij bijdragen toegekend aan de ISV-programma’s van programmagemeenten en zijn beschikkingen afgegeven aan projectgemeenten voor de realisering van gemeentelijke herstructureringsprojecten. Rood-voor-Rood In de jaren 2004-2006 is uitvoering gegeven aan het project Rood voor Rood, Rood voor Groen en Vrijkomende Agrarische Bedrijfsbebouwing. In september 2006 is besloten het project met een jaar te verlengen tot eind 2007. Meest kritisch hierbij is, gezien het innovatieve karakter, de daadwerkelijke uitvoering van het Rood voor Rood beleid, waarbij de gemeenten dit beleid zelfstandig moeten gaan uitvoeren en concrete gevallen moeten beoordelen. Omdat Rood voor Rood een innovatief instrument is, is in 2005 en 2006 veel inzet gepleegd om het goed in de markt te zetten. In de tweede helft van 2006 is een tussentijdse balans opgemaakt. Gebleken is dat het Rood voor Rood beleid goed wordt opgepakt. Inmiddels beschikken 14 gemeenten over eigen beleidskaders, de andere 11 gemeenten zijn dit aan het voorbereiden. In alle gemeenten spelen Rood
Begroting
Realisatie
Saldo
2006
2006
2006
514 260 189 250 503 384 2.000 500 500 1.500 600 –––––––– 7.200
514 175 189 256 500 363 2.000 501 154 1421 622 –––––––– 6.695
0 85 0 -6 3 21 0 -1 346 79 -22 –––––––– 505
voor Rood aanvragen. Soms een enkele, soms tientallen. Op de peildatum (1 september 2006) waren 125 aanvragen in voorbereiding. Tegelijkertijd moet geconcludeerd worden dat er op dat moment nog maar een klein aantal aanvragen is vastgesteld (getekend tussen initiatiefnemer en gemeente). Bij de raming van het aantal m2 gesloopte stal per jaar met behulp van Rood voor Rood is onvoldoende rekening gehouden met de tijd die nodig is om van beleid tot concrete realisatie in het veld te komen. Eind 2006 zou er volgens de gehanteerde indicator in totaal 65.000 m2 aan voormalige agrarische bedrijfsgebouwen gesloopt moeten zijn. Met de 6 ondertekende aanvragen is 6.088 m2 gemoeid, terwijl het bij de 125 aanvragen die in voorbereiding zijn om 111.477 m2 gaat. Een derde van het budget zal gebruikt worden om het project in 2007 voort te zetten. Voortzetting stimuleringsprogramma/ Hergebruik karakteristieke monumenten De stimuleringsprogramma’s voor het industrieel en agrarisch erfgoed hebben als doel om de waardevolle karakteristieke bebouwing te behouden door nieuwe bestemmingen hiervoor te zoeken. Een belangrijk onderdeel van het stimuleringsprogramma ‘Re-animatie industrieel en agrarisch erfgoed’ is het initiëren en ondersteunen van transformatieplannen van projecten. In 2006 is hiervoor een speciale subsidieregeling van start gegaan. Van deze subsidieregeling is door vijf industriële projecten gebruik gemaakt. Voor het opstellen van transformatieplannen van boerenerven
Jaarverslag 2006
227
en boerderijen hebben opstellers van achttien erfplannen een provinciale bijdrage gekregen. Daarnaast is er in 2006 veel aandacht besteed aan communicatie door middel van brochures en DVD en aan kennis over boerenerven in Overijssel en een voorbeeldenboek voor transformatie van boerderijen. Streekfunctie Steenwijk en Hardenberg De middelen voor de versterking van de Streekfunctie van Steenwijk en Hardenberg zijn bedoeld voor het versterken van de centrumfunctie, het stimuleren van de werkgelegenheid en het versterken van het voorzieningenniveau. In 2006 is voor Hardenberg met name ingezet op de versterking van het voorzieningen niveau en het culturele aanbod. Daarnaast is ingezet op een versnelling van de woningbouwprogramma’s, waarmee gewerkt is aan voldoende woningen voor starters en ouderen, is de automobiliteit teruggedrongen en het verblijfstoerisme bevorderd. Bouwen aan wonen/Stimuleringsfonds woningbouw Het Actieprogramma Bouwen aan wonen is erop gericht om de woningbouwproductie in Overijssel te stimuleren. In 2006 zijn wederzijdse prestatie-afspraken gemaakt met alle Overijsselse gemeenten over de uitvoering van de gemeentelijke woonplannen. Er is een begin gemaakt met de voortgangsgesprekken met gemeenten hierover en de monitoring hiervan. Dat geldt ook voor afgesproken acties van de provincie ter ondersteuning van de gemeenten hierbij. Deze en andere acties zijn een voortzetting van de eerdere inzet van de provincie, onder meer vanuit het pilot-programma Stimuleren Woningbouwproductie Overijssel (aanjaagprojecten, provinciale subsidieregeling Bouwimpuls etc). Daarbij komt steeds meer de nadruk te liggen op: • de regionale afstemming en samenwerking (bijvoorbeeld tussen Zwolle en buurgemeenten ter uitvoering van het convenant over de uitvoering van de regionale woningbouwopgave) • de huisvesting van starters (verbeteren bereikbaarheid voor starters van de (koop)woningmarkt, goedkoop bouwen, bouwen voor starters) • de huisvesting van ouderen en het versterken van de keten Wonen-zorg-welzijn • de aanpak van oude wijken in het kader van stedelijke vernieuwing
228
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Ontwikkelingsplanologie kwaliteitsexperimenten/Ruimtelijke kwaliteit In 2006 is actief uitvoering gegeven aan de bestuurlijke agenda uit het ambitiedocument Ontwikkelingsplanologie. Er is een aantal belangrijke stappen gezet voor wat betreft de instrumentenkoffer. Zo heeft de Eerste Kamer de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening (Wro) vastgesteld. Naar verwachting zal de wet op 1 januari 2008 in werking treden. Er wordt volop gewerkt aan de implementatie van de nieuwe Wro. Hierbij wordt samenwerking gezocht met de gemeenten in Overijssel (VNG), dat heeft geleid tot een gezamenlijke RO symposium in 2006. Daarnaast is het initiatief voorstel van D66 over een actiever grondbeleid uitgewerkt. Dit heeft eind 2006 geleid tot het Statenvoorstel ‘Versterking van het Provinciaal grondbeleid’. Begin 2007 vindt hierover besluitvorming plaats in Provinciale Staten. Tevens is er samen met de VNG Overijssel en ministerie van VROM een symposium georganiseerd onder het motto ‘Nieuwe verhoudingen, nieuwe kansen’. Wat betreft Ruimtelijke Kwaliteit is er in 2006 uitvoering gegeven aan het plan van aanpak Ruimtelijke Kwaliteit, als verdere uitwerking van het Werkschrift Ruimtelijke Kwaliteit dat in Provinciale Staten is vastgesteld. Het programma kent drie hoofdonderdelen. Dit zijn het Overijssels Kwaliteitsatelier, opdoen van kennis en ervaring in de praktijk door concrete projecten binnen de verschillende beleidsterreinen en tot slot kennisontwikkeling en communicatie. Medio 2006 hebben wij geconcludeerd dat de eerste ambitie voor 2006 te hoog lag, deze is medio 2006 enigszins bijgesteld. Onder andere het instellen van het kwaliteitsatelier heeft in de opstartfase meer tijd en energie gekost dan verwacht. Toch heeft op 6 juni 2006 de officiële opening plaatsgevonden van het Overijssels Kwaliteitsatelier, werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit. En heeft zij de uitvoering van haar programma voortvarend ter hand genomen, zoals het Vechtdal project en de ervenmanifestatie. Om concreet ervaring op te doen in de praktijk, is breed binnen het college, een aantal gedeputeerdenprojecten opgestart, zoals Landbouwontwikkelingsgebieden, Woonlandschappen, uitwerking werkschrift voor architectuur en vormgeving. De voortgang in de projecten is wisselend, we gaan ervan uit dat deze projecten in 2007 tot meer resultaat leiden. Het blijkt in de praktijk toch lastiger te zijn dan verwacht om het onderwerp ruimtelijke kwaliteit goed te agenderen in de verschillende projecten. Samen werken wij in Overijssel op deze manier aan een Onweerstaanbaar Overijssel.
Een derde van het totale budget van 1 miljoen uit 2006 zal in 2007 worden ingezet voor concrete plannen van het Overijssels Kwaliteitsatelier en de gedeputeerden projecten. Langer zelfstandig wonen De keten wonen-zorg-welzijn richt zich erop dat ouderen, gehandicaptenen/of ggz-clienten langer zelfstandig kunnen wonen als zij dat willen. De uitvoering van het programma Langer zelfstandig wonen had in 2006 een grote overlap met onze activiteiten op het terrein van de WMO. In beide programma’s staat de ondersteuning van gemeenten centraal en inhoudelijk bestond deze ondersteuning uit de opzet van de WMO loketten, de stimulering van totstandkoming van woonzorgzones en de ondersteuning van de informele zorg (met name de mantelzorg). Het programma Langer zelfstandig wonen houdt in dat prestatieafspraken met gemeenten worden gemaakt, op grond van hun woonplannen, over de realisatie van bouw voor ouderen, mensen met een handicap en/of GGZ- cliënten. In 2006 is subsidie toegekend voor de opzet van WMO loketten voor een zestal gemeenten. IJsseldelta-Zuid Vanaf begin 2006 is op basis van een nieuw plan van aanpak toegewerkt naar het Masterplan IJsseldelta Zuid. Een aantal belangrijke stappen zijn doorlopen waaronder een vrijwillige milieubeoordeling van de ruimtelijke ingrepen in het gebied op basis van de Vogel- en Habitatrichtlijn, de Europese Kaderrichtlijn Water, en de keuze van het inrichtingsmodel. In de tweede helft van 2006 is het Masterplan bestuurlijk vastgesteld door de betrokken partijen uit de regio en is de ondertekening van een intentie-overeenkomst met betrekking tot de realisatie van het Masterplan voorbereid. Tevens is gestart met het leveren van maatwerk voor eigenaren en gebruikers in het plangebied (incl. een voorstel voor grondverwerving in het gebied van de bypass).
Jaarverslag 2006
229
Bedragen x € 1.000
Programma Wervende Steden Nieuw beleid
Grotestedenbeleid Totaal
Grotestedenbeleid De kernthema’s uit de GSB-convenanten zijn: Wonen in de Stad, Sociale Samenhang, Veiligheid en Economie als Motor. Voor de jaren 2005 t/m 2009 zijn met de grote steden en netwerksteden convenanten rond de deze thema’s Wonen in de Stad, Sociale Samenhang, Veiligheid en Economie als Motor afgesloten. Uit de dit jaar gehouden bestuurlijke stadsgesprekken blijkt dat de activiteiten over het algemeen op schema liggen. In alle steden zijn in 2006 activiteiten ondernomen die recht doen aan genoemde thema’s. Hierna volgt een selectie van de bereikte prestaties in de (netwerk)steden. In Almelo is de bouw van het ROC aan het spoor voltooid en is het nieuwe multifunctionele wijkcentrum Eninver geopend. De provincie heeft afgelopen jaar een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van vier woonzorgzones. Enkele onderdelen uit het convenant die nog niet tot stand zijn gekomen zijn het Poppodium en het Bedrijfsverzamelgebouw voor startende ondernemers. In Deventer is het programma van eisen voor het wijkvoorzieningencentrum (WVC) Rivierenwijk gereed gekomen. Bij het opstellen hiervan zijn ook de bewoners van de wijk betrokken door middel van het project Kolonisten in de Wijk. Dit heeft geleid tot aanpassingen van het oorspronkelijke plan. Onderdeel van de herstructurering van de Rivierenwijk is de reconstructie van de Amstellaan. Deze bevindt zich nog in de planfase. In Enschede is de bouw van het Muziekkwartier gestart. In Hengelo is het project Sleutel tot maatschappelijk participatie gestart. In Zwolle lopen de afspraken over het de integrale aanpak van de binnenstad volgens planning. In het kader van Vernieuwing Samenwerking Twente is in 2006 gestart met het inpassen van Netwerkstad Twente in de nieuwe regio-organisaties. Het Regionaal Uitvoeringsprogramma Stedendriehoek 2007 is opgesteld; deze bestaat uit een projectenlijst met 14 projecten. In Zwolle Kampen Netwerkstad is begonnen
230
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Begroting
Realisatie
Saldo
2005
2005
2005
4.250 –––––––– 4.250
4.082 –––––––– 4.082
168 –––––––– 168
met uitwerking van de tien gezamenlijke boegbeelden. Er is begonnen met de invulling van het programma Cultuur en Economie in Roombeek. Er zit vaart in de wederopbouw van Roombeek (voorzieningencentrum, Grolschterrein). De financiering (ook vanuit de provincie) van de 400 meter kunstijsbaan rondgekomen. Er zijn meerdere projecten op het gebied van jeugd en arbeidsmarkt gestart. Doel is het voorkomen dat jongeren zonder diploma de school verlaten. Het gaat hierbij om projecten als ‘Multi-problem-Single Approach’ en ‘RMC (Regionaal Meld- en Coördinatiepunt Voortijdig Schoolverlaten) op koers’. Hoewel de convenanten Grotesteden- en Netwerkstedenbeleid beleid llopen tot en met het jaar 2009, is in 2006 al nagedacht over een toekomstig provinciaal stedenbeleid. Vanuit het Rijk en de G27 komen immers steeds meer signalen dat de huidige vorm van grotestedenbeleid zoals het Rijk dit voert niet veel langer houdbaar is. In 2006 zijn verkennende gesprekken gevoerd en brainstormsessies gehouden met steden en maatschappelijke organisaties. Daarnaast zijn samen met de twee andere provincies die een eigen stedelijk beleid voeren -Gelderland en Noord-Brabant- bijeenkomsten georganiseerd voor Statenleden uit de drie provincies. Doel van de bijeenkomsten was om Statenleden te informeren over de verschillende vormen van provinciaal stedenbeleid die bestaan en hen te inspireren bij het denken over stedelijk beleid in de nieuwe statenperiode. Een drietal wetenschappers begeleidden de bijeenkomsten; zij zullen begin 2007 een advies over de toekomst leveren aan de provincies. Voor de gehele bestuursperiode is € 21 miljoen beschikbaar voor de steden. Dit jaar is ongeveer een vijfde van dit bedrag besteed.uitbetaald aan de steden.In Hengelo is het project Scoren in de wijk in 2006 verder opgepakt. De provincie heeft hierin een bijdrage geleverd aan het project Sleutel tot maatschappelijk participatie. Met dit project wil de gemeente door samenwerking tussen verschillende instanties de integratie van allochtonen in de wijk
Berflo Es verbeteren. Het project biedt allochtone uitkeringsgerechtigden de mogelijkheid om op basis van een contract een leertraject te volgen (taallessen en culturele vorming) waarbij het gezin van betrokkenen tevens via vrijwilligers betrokken worden; het effect van de inburgeringscursus wordt daardoor versterkt. Via het netwerk van FC Twente worden werkervaringsplaatsen geworven. In Hart van Zuid is gestart
met de bouw van het ROC en zijn de gronden aangekocht in de stationsomgeving. Verder is het Huis voor Europa van start gegaan. Het huis voor Europa is een plek waar personen en bedrijven terecht kunnen voor informatie over Europa. Dat gebeurt door middel van ontmoetingen, uitwisselingen en andere culturele, maatschappelijke en economische manifestaties.
Bedragen x € 1.000
Programma Landelijk Gebied Nieuw beleid
Reconstructie Landelijke Niet-reconstructiegebieden Regeling vitaliteit kleine kernen Implementatie ILG Groene en blauwe diensten landschapsbeheer Innovatie en ondernemerschap in de landbouw Agrarische jongeren Uitvoering groene wetgeving Totaal
Reconstructie In lijn met de constateringen en verwachtingen in de Perspectiefnota 2006 en in de Najaarsnota 2006, ligt de uitvoering van reconstructie en landinrichting in 2006 goed op schema. Op basis van de afspraken tussen het Rijk en de provincie Overijssel (Bestuursovereenkomst 2005-2006 en het Uitvoeringscontract (UC) landelijk gebied) zijn in samenwerking met de gemeenten, waterschappen en overige partijen – sterk ondersteund door de Bestuurlijke Gebiedsoverleggen en aanjaagteams – veel projecten tot ontwikkeling gebracht. De reconstructiecommissie en het Rijk hebben hun waardering uitgesproken voor de in gang gezette initiatieven in 2006. Er zijn in 2005 en 2006 ongeveer 350 (integrale) projecten van start gegaan. Daarbij gaat het onder meer om realisatie van beleidsdoelen voor natuur, landschap, water, leefbaarheid, landbouw, recreatie en toerisme. In 2006 zijn er ongeveer € 8 miljoen uitgaven gedaan en ongeveer € 24 miljoen verplichtingen vastgelegd. Over de periode 2004-2006 is er in totaal ongeveer € 30 miljoen van de door Provinciale Staten beschikbaar gestelde € 45 miljoen verplicht. De middelen
Begroting
Realisatie
Saldo
2006
2006
2006
9.434 930 750 203 150 425 100 384 –––––––– 12.376
8.250 849 637 344 111 235 100 0 –––––––– 10.526
1.184 81 113 -141 39 190 0 384 –––––––– 1.850
voor 2004 konden destijds niet weggezet worden, omdat het reconstructieplan pas laat in dat jaar (september) door Provinciale Staten is vastgesteld. In 2006 heeft inmiddels een flinke inhaalslag plaatsgevonden. Landelijke Niet-Reconstructiegebieden Voor elk van de gebieden buiten reconstructie (Noordwest Overijssel, Noordoost Overijssel en het buitengebied van Zwolle-Kampen) hebben wij een samenwerkingsagenda opgesteld en een uitvoeringsprogramma. Er zijn intussen diverse projecten in deze gebieden gerealiseerd, zoals de gebiedsmakelaar. Verder zijn er in Noordoost Overijssel ongeveer 10 projecten door het Bestuurlijk Gebiedsoverleg goedgekeurd. Het beschikbare budget voor 2006 is nagenoeg uitgeput. Regeling vitaliteit kleine kernen De Vitaliteitregeling Kleine Kernen en Kulturhusen die vanaf 2004 loopt, is een groot succes. Vanwege het succes van de eerdere kulturhusregeling en de toename van kulturhusen in kleine kernen, is het budget
Jaarverslag 2006
231
kulturhusen voor 2006 (zie verderop) samengevoegd met dat van de vitaliteit in kleine kernen. Hiermee ontstond een totaalbudget van € 1,6 miljoen. In totaal zijn 18 kulturhusen en andere multifunctionele accommodaties in kleine kernen gehonoreerd voor een totaalbedrag van € 1,6 miljoen. Opvallend is de ontwikkeling naar steeds meer kulturhusen in kleine kernen, waar ze in het verleden vooral in grotere plaatsen werden ontwikkeld. Ook komen de aanvragers vaker dan voorheen uit andere sectoren dan dorpsen buurthuizen die het belang van samenwerken en samenvoegen van functies ten behoeve van een betere leefbaarheid inzien, bijvoorbeeld sportclubs en scholen. Implementatie ILG In 2006 hebben wij hard gewerkt aan de implementatie van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) en het provinciaal Meerjarenprogramma Landelijk Gebied 2007 – 2013. Met het ILG wordt een nieuwe manier van werken geïntroduceerd. Het Rijk draagt taken en verantwoordelijkheden over naar de provincie en gebieden vervullen een centrale rol in de uitvoering. In de ILG Bestuursovereenkomst 2007 -2013 welke is gesloten tussen het Rijk en de Provincie Overijssel zijn afspraken gemaakt over de realisatie van Rijksdoelen en daarvoor beschikbare budgetten. Totaal krijgt de Provincie Overijssel gedurende de looptijd van de 1e ILG periode ongeveer € 375 miljoen van het Rijk voor de financiering van de gemaakte (prestatie)afspraken. Deze afspraken hebben vooral betrekking op de fysieke ontwikkeling van het landelijk gebied. In ons PMJP hebben wij niet alleen de fysieke component van het landelijk gebied opgenomen, maar ook de sociale en economische component. Ons PMJP is dan ook een breed programma voor het landelijk gebied geworden, dat sturing geeft aan de realisatie van fysieke, sociale en economische ontwikkelingen in het landelijk gebied van Overijssel. De beschikbaar gestelde middelen hebben wij vooral ingezet om het benodigde uitvoeringsinstrumentarium (condities) op tijd gereed te krijgen. Het gaat hierbij om: • afstemming pMJP en provinciale begroting (wordt deels in 2007 geëffectueerd); • inrichten bestuurscommissies in het kader van de WILG (ombouw van de voormalige landinrichtingscommissies); • protocollen voor grondverwerving en aansturing van de Dienst Landelijk Gebied en de Dienst Regelingen.
232
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Groene en blauwe diensten landschapsbeheer Voor Groene en Blauwe Diensten hebben wij in 2006 een nieuw beleidskader ontwikkeld. In mei 2006 hebben Provinciale Staten het Beleidskader Groene en Blauwe diensten vastgesteld. Tegelijkertijd trad de stimuleringsregeling Groene en Blauwe diensten in werking. Met Groene diensten wordt aanleg, herstel en structureel beheer van landschapselementen en wandelpaden vergoed. Doel is om in 10 jaar tijd 50% van de landschapselementen in Overijssel structureel te beheren. Blauwe diensten zijn vooral gericht op de verbetering van de kwaliteit van grondwater en opvang van water. Door nieuwe regelgeving kan de opvang van water moeilijk als vrijwillige Blauwe dienst worden gezien. De maatregelen die nodig zijn om aanleg, herstel en beheer uit te kunnen voeren zijn in een Catalogus Groene diensten bijeengebracht. De Catalogus is ter goedkeuring in het kader van de staatssteuntoets voorgelegd aan de Europese Commissie. Goedkeuring verwachten wij in januari 2007. Tot die tijd kunnen wij niet op projectaanvragen beschikken vanwege het ontbreken van Brusselse goedkeuring. In het pMJP hebben Groene en Blauwe diensten een prominente plaats gekregen. Samen met gemeenten kunnen wij de uitvoering hiervan verder oppakken. Van het beschikbare budget voor 2006 is € 120.000 besteed aan het opstellen van het Beleidskader, de Catalogus en de pilot Boeren voor Natuur Twickel. Innovatie en ondernemerschap in de landbouw Met de beschikbare middelen voor landbouwinnovatie hebben wij met Stimuland en LTO-Noord de volgende acties uitgevoerd: • ondernemersprogramma van Stimuland: uitvoering van de projecten ‘Plannen met Toekomst’, ‘Innovatie, verbreding en verdieping’ en ‘Koersbepaling intensieve landbouw’uitgevoerd. Deze projecten zijn gericht op verbreding en versterking van de economische basis van de landbouw. • Opdracht aan Stimuland voor uitvoering van het project Stimulering Agro-Innovatie in het agrocluster. Doel van dit project is de toegang tot kennis en kennisinstellingen voor ondernemers te vergroten door het beschikbaar stellen van zogenaamde kennisvouchers aan ondernemers met innovatieve projecten. • uitvoering prestatieafspraak met LTO-Noord voor de ontwikkeling van projecten in het kader van de uitvoering van de reconstructie. In dit kader is in 2006 subsidie toegekend aan een aantal projecten, waaronder ‘Rendement uit koolzaad’, ‘Comfortclass varkenshouderij’ en ‘Kennismarktplaats intensieve veehouderij’.
Agrarische jongeren In 2006 hebben wij € 200.000, waarvan € 100.000 via Nieuw Beleid, toegevoegd aan de landelijke subsidieregeling Jonge agrariërs. Met deze regeling kunnen jonge agrariërs een financiële bijdrage ontvangen voor bedrijfsinvesteringen. Er zijn in Overijssel in totaal 88 aanvragen ingediend, waarvan er 75 zijn toegekend. Door de provinciale bijdrage konden alle aanvragen in behandeling worden genomen en konden 15 ondernemers extra deelnemen aan de regeling.
Uitvoering groene wetgeving Het budget dat hiervoor is gereserveerd is bedoeld voor de afkoop van de handhavingstaak die de provincie Flevoland voor Overijssel uitvoert in het kader van de uitvoering van de Natuurbeschermingswet. De onderhandelingen hierover zijn nog niet afgerond.
Bedragen x € 1.000
Programma Zorg Nieuw beleid
Eerstelijnszorg Zorgprojecten Noodplan Autistisch Spectrum Stoornis (ASS) Kunst en Cultuur Jeugdzorg (eigen kracht conf. en prev. zorg jonge kind) Wet Maatschappelijke ondersteuning 2006 Totaal
Eerstelijnszorg Na drie jaar van provinciale investeringen in de eerstelijnszorg worden de resultaten zichtbaar: recent bleek dat het tekort aan huisartsen in de regio Twente sterk is verminderd en zelfs opgelost. Met provinciale subsidie werden, net als in de voorgaande jaren, vele initiatieven ondersteund. Uit de cijfers blijkt dat in Overijssel, mede dankzij de provinciale subsidiering, het aantal huisartsen tussen 2000 en 2005 met 9,6% is toegenomen; het aantal Fte-huisartsen tussen 2000 en 2005 met 5,7% is toegenomen en dat het aantal inwoners per full-time huisarts tussen 2000 en 2005 met 2,6% is afgenomen. Dit geeft aan dat ondanks het ontbreken van een provinciale wettelijke taak goede resultaten kunnen worden bereikt door inzet van autonoom beleid en autonome middelen. In 2006 zijn diverse zorgpostenplus (bundeling van eerstelijnszorgvoorzieningen) gesubsidieerd zoals in Hengelo, Raalte en Zwolle (Holtenbroek). Zorgprojecten Deze zorgprojecten zijn beschikbaar gesteld voor diverse initiatieven op het terrein van de care en de
Begroting
Realisatie
Saldo
2006
2006
2006
505 500 1.000 500 350 100 –––––––– 2.955
505 500 540 500 341 43 –––––––– 2.429
0 0 460 0 9 57 –––––––– 526
cure sectoren en daarmee ingezet voor een groot aantal terreinen en projecten. In 2006 zijn uit het reguliere zorgbudget ook veel gemeentelijke aanvragen op het terrein van de WMO gesubsidieerd. Tijdens de eerste ronde van het provinciale ondersteuningsaanbod bleek de grote behoefte aan ondersteuning bij de invoering van de WMO. Daardoor hebben wij besloten ook reguliere gelden uit het zorg en welzijnsbeleid beschikbaar te stellen voor gemeenten. Hiermee zijn extra WMO loketten gesubsidieerd (bijna elke gemeente in Overijssel heeft hiervoor een bijdrage van € 50.000 gekregen), de opzet van woonzorgzones en ook projecten ter ondersteuning van de informele zorg. Noodplan Autistisch Spectrum Stoornis (ASS) In 2005 is éénmalig € 2 miljoen beschikbaar gesteld voor jeugdhulp voor kinderen, waarvan het risicovol is dat zij voor deze hulp op de wachtlijst staan: risicovol ten aanzien van zowel zichzelf als hun omgeving (bijvoorbeeld kinderen met een autistisch spectrum stoornis ASS). De besteding van dit bedrag werd vooraf als volgt
Jaarverslag 2006
233
ingeschat: 2005 € 0,5 miljoen, 2006: € 1 miljoen en 2007: € 0,5 miljoen. In 2005 is zorgaanbieder TRIAS € 1 miljoen subsidie verleend om gedurende 2 jaar zorg te verlenen aan 12 cliënten. Daarnaast is een aantal projecten (€ 0,04 miljoen) gesubsidieerd, gericht op de versnelling van de uitstroom van deze specifieke cliënten, dan wel het onderbrengen van hen bij instellingen die vanuit de AWBZ worden bekostigd. In 2007 wordt de in 2006 gestarte samenwerking met bepaalde AWBZ-instellingen en andere achterliggende voorzieningen (zoals Karaker, het Leo Kannerhuis en het RIBW) geïntensiveerd. Kunst en Cultuur Met dit budget is het programma kunst- en cultuureducatie in het onderwijs geïntensiveerd. Viervijfde van de middelen is naar de steunfunctie Kunst en Cultuur Overijssel (KCO) gegaan die daarmee inzet op een groter aantal culturele activiteiten in het onderwijs, het bereiken van 15% meer leerlingen per jaar en het maken van programma’s op maat voor gemeenten die moeite hebben met het reguliere educatieaanbod. Het resterende deel is gebruikt om nieuwe en bijzondere cultuureducatieprojecten (kunst en erfgoed) te subsidiëren. Jeugdzorg (eigen kracht conferenties en preventie zorg jonge kind) In de Perspectiefnota 2007 is voor 2006 € 250.000 beschikbaar gesteld voor ‘preventie jonge kind’. In Twente, Deventer en Zwolle worden daarmee meer dan 200 kinderen en gezinnen extra begeleid door de jeugdgezondheidszorg, ondermeer met behulp met de methodiek Kortdurende Pedagogische Gezinsbegeleiding. De betreffende subsidiebeschikkingen zijn in 2006 opgesteld en verzonden. Ten behoeve van het provinciale preventieve jeugdbeleid wordt voor een bedrag van € 100.000 een onderzoek bekostigd dat beleidsinformatie moet opleveren over de omvang, ontstaan en oorzaken van jeugdproblematiek.
234
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Wet Maatschappelijke ondersteuning 2006 Voor de tweede ronde van het provinciale ondersteuningsaanbod WMO is wederom € 1.000.000 beschikbaar gesteld. Dit bedrag is gesplitst en € 100.000 was beschikbaar in 2006 voor kosten gemoeid met de start van de tweede ronde. Mede vanwege de druk bij gemeenten gelet op de invoering van de WMO met ingang van 1 januari 2007 en de voorbereidingen voor de provinciale ondersteuning zal de daadwerkelijke ondersteuning in de eerste maanden van 2007 plaatsvinden. In 2007 is dan ook € 900.000 beschikbaar voor concrete projecten. Van de in 2006 beschikbare gelden resteert dan ook € 57.000.
Bedragen x € 1.000
Programma Cultuur, MO en Integratie Nieuw beleid
(Versterking) vrijwilligers(net)werk Kulturhusen Digitaal netwerk bibliotheken Orkest van het Oosten Festivals Audiovisueel centrum Overijssel Stimulering amateurkunstbeoefening Cultuurconvenant Stichting Samenwerkende Turkse Organisaties Samenwerking gemt. Jeugd- en Jongerenwerk Ontwikkeling vrijwilligerswerk Islamitische maatschappelijke activering Monumentenzorg/RIBO Karakteristieke monumenten Breedtesport Sportactivering Ontmanteling SPIL Archeologie Maltagelden Uitwerking amendement “Ondersteuning festivals” Hergebruik karakteristieke monumenten Vervolg dramaserie “Van Jonge Leu en Oale Groond” Onderzoek sportaccommodaties Overijssels perspectief voor ex-AMA’s Werkgroep armoedebestrijding Totaal
Begroting
Realisatie
Saldo
2006
2006
2006
114 956 350 90 225 34 150 1.000 66 50 101 100 125 75 113 100 437 82 100 250 92 49 40 22 –––––––– 4.721
114 885 350 90 225 34 150 1.000 65 50 100 100 125 75 113 100 437 82 100 250 92 30 40 19 –––––––– 4.626
0 71 0 0 0 0 0 0 1 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 19 0 3 –––––––– 95
(Versterking) vrijwilligers(net)werk De middelen van 2006 ter versterking van het vrijwilligersnetwerk zijn ingezet ten behoeve van het kennisconsortium vrijwilligerswerk. Daarmee wordt de sociale infrastructuur voor het vrijwilligerswerk versterkt en kan er kennisuitwisseling plaatsvinden tussen de diverse maatschappelijke organisaties en overheden. De resterende middelen zijn besteed aan de opzet van een sociale kaart voor het project sociaal isolement ouderen, een samenwerkingsproject tussen het SVWO en de ouderenbonden. Daarmee wordt beoogd het geheel aan voorzieningen in kaart te brengen.
Digitaal netwerk bibliotheken Met deze middelen is een bijdrage geleverd aan de uitvoering van het programma Verrijkt en Verreikend. Dit programma richt zich op de vernieuwing van de bibliotheken om te komen tot toekomstbestendige bibliotheken. Men richt zich hierbij in het bijzonder op coöperatie (harmonisatie beleidsonderdelen), 24/7 bibliotheek, Samen met Scholen, 100% zelfbediening en de verrijkte bibliotheek (aanvullingen op de bibliotheek vanuit andere beleidsterreinen) Ook de bibliotheken zelf dragen bij aan de uitvoering van dit programma.
Kulturhusen Zoals hiervoor is vermeld bij de Regeling vitaliteit kleine kernen, is het budget voor kulturhusen in 2006 samengevoegd met dat van de vitaliteit kleine kernen. In totaal is voor een bedrag van € 216.000 aan kulturhusen in grotere kernen besteed. Kulturhusen worden inmiddels steeds vaker ontwikkeld in kleine kernen.
Orkest van het Oosten Het Orkest van het Oosten verzorgt het symfonisch aanbod in Overijssel, is ambassadeur voor Overijssel in de rest van Nederland en het buitenland. Het Orkest begeleidt de grote professionele koren in Overijssel, organiseert educatieve projecten, begeleidt de pro-
Jaarverslag 2006
235
ducties van de Reisopera en is daarmee onlosmakelijk verbonden met de culturele infrastructuur in Overijssel. Het Orkest wordt gesubsidieerd door de rijksoverheid, provincie, gemeenten, sociëteit Apollo en sponsoren. Dankzij de provinciale subsidie is het Orkest in staat de burger van het grotere bekende symfonisch aanbod te voorzien. Festivals In 2006 is driekwart van het budget besteed aan het straattheaterfestival ‘Kunsten op straat’ en het muziekfestival ‘Enschede Muziek Festival’. Het restant is binnen de regeling culturele ontwikkeling aan kleinere festivals besteed. Audiovisueel centrum Overijssel Conform afspraken is het budget besteed aan de conservering van audiovisueel cultuurhistorisch erfgoed door het digitaal archiveren en ontsluiten van beeldmateriaal. In 2006 is het laatste deel van de driejarige projectsubsidie gebruikt. Een deel van het audiovisueel erfgoed is hiermee voor de toekomst behouden en toegankelijk gemaakt. Er blijft echter aanbod van materiaal komen. Stimulering amateurkunstbeoefening Met dit budget zijn twee subsidieregelingen opengesteld die zich specifiek richten op de amateurkunst. De regeling ‘Amateurkunst: samenwerking met professionele instelling’ biedt amateurkunstinstellingen die zich artistiek-inhoudelijk of beheersmatig willen professionaliseren daarvoor de financiële ondersteuning. De regeling ‘Amateurkunst; vitaal platteland’ wil de amateurkunstbeoefening in het landelijk gebied ondersteunen. Beide regelingen hebben een groot aantal projecten mede mogelijk gemaakt; naast vele succesvolle projecten hebben een aantal projecten ook geleid tot (nieuwe) inzichten bij organisaties. Cultuurconvenant Tweederde van het budget is besteed aan matching rijksgelden Actieprogramma Cultuurbereik. Daarmee zijn projecten gericht op publieksbereik gesubsidieerd. Overijsselse inwoners, met name jeugd en jongeren, hebben kennis kunnen nemen van het culturele aanbod in den brede. Het resterende budget is besteed aan mede subsidiëring van in Overijssel werkende instellingen die deel uitmaken van de rijkscultuurnota. Het gaat om het Orkest van het Oosten, theatergroep Oostpool, Introdans en Introdans jeugd, Theater Gnaffel en het Productiehuis Oost Nederland. De genoemde instellingen hebben hun publieksfunctie uit kunnen voeren en
236
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
een bijdrage geleverd aan de culturele infrastructuur van Overijssel. Met ingang van 2009 2012 zullen nieuwe afspraken met de rijksoverheid worden gemaakt. Hiervoor is nog geen budget beschikbaar. Stichting Samenwerkende Turkse Organisaties Op basis van het Werkplan 2006 zijn met de STO afspraken gemaakt over in 2006 uit te voeren activiteiten. De voorgestelde activiteiten passen binnen de provinciale beleidslijnen voor het integratiebeleid. Activiteiten van het STO zijn onder andere gericht op jongeren (mentoringproject), ouderen ( project voor intermediairs) en onderwerpen als eergerelateerd en huiselijk geweld en drank- en drugsgebruik bij jongeren. Samenwerking gemeentelijk jeugd- en jongerenwerk Een samenwerkend cluster van jeugd- en jongerenorganisaties heeft in overleg met een aantal gemeenten een project ontwikkeld met als doelstelling jongeren in Overijssel kennis te laten maken met en actief te worden in vrijwilligerswerk en het krijgen van meer inzicht op verschillende soorten lokaal vrijwilligerswerk. Er zijn 4 deelprojecten ontwikkeld die aansluiten bij de wensen van de gemeenten (3 om jongeren te activeren en 1 om het imago van vrijwilligerswerk te verbeteren). De projecttermijn is verlengd en loopt nu t/m augustus 2009. Ontwikkeling vrijwilligerswerk De middelen 2006 zijn besteed aan de verdere ontwikkeling van de vrijwilligersacademie. Voornoemde academie heeft eind dit jaar de daadwerkelijke start gemaakt. Hiermee wordt beoogd het vrijwilligerswerk verder te professionaliseren. De verschillende deelnemende partijen hebben hiertoe een samenwerkingsovereenkomst getekend. De opzet voor deze academie is een groeimodel. Islamitische maatschappelijke activering Op basis van het beleidsplan IMAO 2006 zijn afspraken gemaakt over de door het IMAO in 2006 uit te voeren activiteiten. Deze passen binnen de beleidslijnen van het provinciale integratiebeleid en de randvoorwaarden zoals geformuleerd in het Statenvoorstel 2005/1191. Deze activiteiten hebben betrekking op de thema’s: netwerken, bewustwording en opvoeding. Monumentenzorg/RIBO De Middelen 2006 voor het RIBO zijn besteed voor het Project ‘Erve Woldhuis’. Bedoeld om een depot te ontwikkelen en te beheren voor historische bouwma-
terialen. Dit is gerealiseerd, de opening van het depot Erve Woldhuis is geweest in 2006. Monumentenwacht Overijssel heeft de PR-activiteiten voor haar rekening genomen. Bij het depot worden cursussen en workshops georganiseerd. Daarnaast worden er diensten beschikbaar gesteld aan de snel groeiende doelgroep van particuliere eigenaren van woonhuizen en boerderijen, zoals groot- onderhoudsplan, het instandhoudingsplan en het cursusprogramma Boerderij en erf. Karakteristieke monumenten Deze middelen zijn gedeeltelijk ingezet voor deelname van het Architectuurcentrum aan het Kwaliteitsatelier Overijssel en gedeeltelijk voor het behouden, zichtbaar en toegankelijk maken voor publiek van het monument Havezate Werkeren te Zwolle. Dit laatste project zal gerealiseerd zijn eind 2008.
Archeologie Maltagelden De middelen voor 2006 zijn ingezet voor de instandhouding/exploitatie van het Archeologisch Depot te Deventer. Het hebben van een Archeologisch Depot is vanaf 2007 een wettelijke taak van de provincie; in 2006 zijn alvast de voorbereidingen daarvoor getroffen. Hergebruik karakteristieke monumenten Deze middelen zijn volledig ingezet voor het Programma Naoorlogs Bouwen in Overijssel deel 2 (NOBO deel 2). Het programma zal zich richten op drie kenmerkende en onderling samenwerkende onderwerpen van erfgoed van de wederopbouw 1945-1965. Te weten ‘wijken’, ‘kerken’ en ‘kunst’ en zal zich onderscheiden in drie bouwlagen elk met een eigen doelstelling. Om dit te bewerkstelligen zullen in de periode november 2006 tot en met januari 2008 diverse projecten gerealiseerd worden.
Breedtesport De doelstelling van de projecten zijn meer deelname aan sport- en bewegingsactiviteiten en versterken van de sportinfrastructuur. De concrete invulling van de provinciale breedtesportimpuls is gedelegeerd aan de Sportraad Overijssel. De Sportraad geeft uitvoering aan 3 projecten: 1. Ontwikkeling en ondersteuning gemeentelijke breedtesportbeleid; 2. Sport, bewegen en gezondheid; 3. Sportiviteit en respect. Deze projecten lopen tot november 2008. Na afloop van de projectperiode zal er een evaluatie plaatsvinden. Sportactivering Er zijn 2 pilots gestart met betrekking tot sportactivering. 1. Rondhangen in de sport te Almelo. Er wordt een sportjongerenwerker aangetrokken, die zowel een agogische- als een sportachtergrond heeft. Voor dit project wordt sport als middel ingezet. In Almelo ligt de nadruk op de hinderlijke en overlastgevende jeugdgroepen in de leeftijdscategorie 12 t/m ongeveer 23 jaar. 2. Rondhangen in de sport in Hardenberg. Er wordt een sportjongerenwerker aangetrokken, die zowel een agogische- als een sportachtergrond heeft. Voor dit project wordt sport als middel ingezet voor de groep overlastgevende jongeren. De projecten zijn gestart in juli 2006 en hebben een looptijd van 2 jaar. Er zal worden onderzocht of door het aanbieden van sportactiviteiten de overlast van hangjongeren vermindert. Gedurende de projectperiode wordt jaarlijks aan de provincie gerapporteerd.
Jaarverslag 2006
237
Bedragen x € 1.000
Programma Milieu Nieuw beleid
Stimuleringsregeling bodemsanering door derden Actieplan bio-energie Bodemsanering Herijking VROM regelgeving Financiering Warmtenet Hart van Zuid Energie- en klimaatbeleid Milieuhandhaving Totaal
Stimuleringsregeling bodemsanering door derden Met het geven van een bijdrage voor het doen verrichten van bodemonderzoek wordt bereikt dat bodemonderzoek versneld wordt uitgevoerd met als resultaat dat de sanering sneller ter hand kan worden genomen. Stagnaties in ruimtelijke ontwikkelingen (o.a. woningbouw) worden hiermee voorkomen dan wel opgeheven. In 2006 zijn 16 projecten gesubsidieerd binnen het daartoe beschikbaar gestelde budget. Actieplan bio-energie Sinds mei 2006 zijn de Bio-energie consulenten (extern ingehuurde experts) van start gegaan. Bovendien is de subsidieregeling haalbaarheidsstudies bio-energie opengesteld. Het budget voor 2006 is uitgeput. Er zijn 11 subsidieaanvragen toegekend. Medio augustus 2006 heeft de rijksoverheid de MEPsubsidie (Milieukwaliteit van de Elektriciteitsproductie) stopgezet. Daardoor loopt de effectuering van initiatieven vertraging op of worden deze voorlopig stopgezet. In augustus is de eerste biocentrale in Goor geopend. Het is de eerste centrale in Nederland die duurzame energie opwekt door verbranding van geschilderd en gelakt resthout. Jaarlijks wordt 17.000 ton afvalhout in Goor hergebruikt. Dit wordt omgezet in 14 miljoen kWh elektriciteit. Dat is de stroombehoefte van 4.300 huishoudens. In november is de Twentsche Oliemolen in Haaksbergen officieel van start gegaan. Koolzaad wordt hier verwerkt tot de biobrandstof PPO (puur plantaardige olie).
238
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Begroting
Realisatie
Saldo
2006
2006
2006
200 150 500 180 156 200 45 –––––––– 1.431
200 150 500 180 156 40 45 –––––––– 1.271
0 0 0 0 0 160 0 –––––––– 160
Bodemsanering Het project Olster uiterwaarden/Olasfa is aangeduid als een majeur project voor de toekomst. Kern van het project is een herinrichting van de IJsseluiterwaarden in de gemeente Olst-Wijhe waar natuurontwikkeling, recreatief medegebruik en bodemsanering op elkaar worden afgestemd. Wezenlijk onderdeel van het project is de bodemsanering van het zgn. Olasfa-terrein. Deze sanering vormt weer een belangrijke voorwaarde voor toekomstige extra werkgelegenheid en recratiemogelijkheden in Olst. In 2006 is de toplaag van het Olasfaterrein gesaneerd met middelen van Rijkswaterstaat en het ministerie van VROM. In 2007 en volgende jaren is de aanpak van de onderlaag aan de orde. Voor een verantwoorde aanpak van de onderlaag was het noodzakelijk dat direct aansluitend op de sanering van de toplaag een onderzoek uitgevoerd werd om te bekijken hoe de verontreiniging in de onderlaag aangepakt kan worden. Hieraan is financieel bijgedragen (€ 500.000). Herijking VROM regelgeving Onder de noemer Herijking VROM-regelgeving vindt een grootscheepse modernisering plaats van o.a. de milieuregelgeving. De belangrijkste wijziging is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO). Deze wet gaat ervoor zorgen dat in de toekomst (vanaf 2008) 25 verschillende vergunningenstelsels worden gebundeld in 1 aanvraag en 1 vergunning: de Omgevingsvergunning. Ter voorbereiding op de
komst van die vergunning is in 2006 een Pilot Omgevingsvergunning uitgevoerd, in samenwerking met Koninklijke Ten Cate Nijverdal, gemeente Hellendoorn en waterschap Regge&Dinkel. De pilot is zeer succesvol en naar grote tevredenheid van alle betrokkenen verlopen. De pilot heeft goed zicht gegeven op de uitvoerbaarheid van 1 loket en 1 bevoegd gezag en van de samenwerkingsmogelijkheden tussen de overheden. Landelijk gezien was de pilot uniek door het onderwerp en de betrokken partijen. De resultaten zijn o.m. aangeboden aan het Ministerie om te dienen als input voor het wetsvoorstel WABO. Op basis van de resultaten van de pilot is medewerking verleend aan een onderzoek van VROM naar de bestuurslasten van de WABO; de resultaten daarvan worden in januari 2007 bekend. Tevens zijn voorbereidingen getroffen voor het Implementatieplan voor invoer van de WABO. De middelen die onder de noemer Herijking VROM regelgeving ter beschikking zijn gesteld, zijn benut voor de uitvoering van de pilot en de voorbereiding van het Implementatieplan. Het budget is ruimschoots tot uitputting gekomen. Energie- en klimaatbeleid Het bedrag is beschikbaar gesteld voor het ondersteunen en stimuleren van de realisatie van het Warmtenet Twente, o.a. door het inzetten van een projectleider namens de provincie. De activiteiten vormen een onderdeel van de uitvoering van het Plan van aanpak energie en klimaatbeleid 2004-2007. De werkzaamheden zijn medio 2006 gestart na beschikbaarstelling via de perspectiefnota 2007. De werkzaamheden zijn vertraagd door het onverwacht wegvallen van de MEP-subsidie van het rijk in augustus 2006. Daardoor heeft er enige tijd onzekerheid bestaan over de mogelijkheden van realisatie van het warmtenet. Door de vertraging komen de hoofddoelstelling ‘bijdrage aan reductie CO2 uitstoot’ en subdoelstelling ‘stimuleren reductie uitstoot CO2’ vertraagd tot uitvoer. Het bedrag vormt een onderdeel van een budget voor 2006-2008 van in totaal € 600.000 waarbij voor 2006 € 200.000 beschikbaar was. Door de vertraging is het noodzakelijk de werkzaamheden in 2007 een versnelling te geven om de provinciale aanvankelijke CO2 reductiedoelstelling te realiseren. Het Warmtenet Twente kan hier een fors aandeel in zijn.
Jaarverslag 2006
239
Bedragen x € 1.000
Programma Bereikbaarheid Nieuw beleid
PVVP, incl. instandhouding provinciale kunstwerken Brug Overijsselse Vecht Infrastructurele knelpunten Planstudie RW15/N18 Enschede Varsseveld Netwerk-analyses MIT-verkenning Zwolle – Almelo RW35 Kennispark Twente Storting in reserve Regionale Bereikbaarheid Overdracht provinciale erftoegangswegen Afkoopsom onderhoudsovereenkomst waterschap Totaal
PVVP, incl. instandhouding provinciale kunstwerken De middelen zijn meerjarig beschikbaar gesteld voor uitvoering van het provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport (MIT) ten behoeve van infrastructurele projecten op provinciale wegen. In de paragraaf Investeringen die onderdeel uitmaakt van het hoofdstuk Financiële Rekening, is een nadere toelichting gegeven. Brug Overijsselse Vecht Conform planning zijn de voorbereidingen omtrent de bouw van de nieuwe Brug over de Vecht afgerond in 2006. De brug wordt in 2007 gebouwd en opgeleverd. De nieuwe brug zal bijdragen aan een optimaal verkeers- en vervoerssysteem. Infrastructurele knelpunten Bedrag wordt middels een resultaatbestemming gestort in de reserve regionale bereikbaarheid. Bedrag is bestemd voor de uitvoering van de Dynamische beleidsagenda. Planstudie RW15/N18 Enschede-Varsseveld Planstudie wordt overeenkomstig de afspraken met rijk en andere regionale overheden uitgevoerd in 2006 en 2007. Netwerk-analyses De netwerkanalyses zijn gereed. In het overleg met de minister zijn afspraken gemaakt over uitwerking en uitvoering. Naar aanleiding hiervan heeft de minister voor de drie netwerkanalyses elk € 4 miljoen beschikbaar gesteld voor het uitvoeren van quick wins.
240
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Begroting
Realisatie
Saldo
2006
2006
2006
963 156 1.114 130 350 200 94 1.650 406 299 –––––––– 5.362
963 33 0 0 140 111 94 1.650 412 299 –––––––– 3.702
0 123 1.114 130 210 89 0 0 -6 0 –––––––– 1.660
MIT-verkenning Zwolle – Almelo RW35 In 2006 is de studie opgestart. Met de minister zijn afspraken gemaakt over het vervolg. De provincie treedt hierbij op als trekker. De studie zal in 2007 worden afgerond. Storting in reserve Regionale Bereikbaarheid Bedrag wordt middels een resultaatbestemming gestort in de reserve regionale bereikbaarheid. Bedrag is bestemd voor de uitvoering van de Dynamische beleidsagenda. Overdracht provinciale erftoegangswegen Het beheer en onderhoud van erftoegangswegen rekent de provincie niet tot haar kerntaken. Vandaar dat met diverse gemeenten is verkend in hoeverre de overdracht van deze wegen aan de orde is. Het resultaat hiervan is dat met de helft van de benaderde gemeenten tot overeenstemming is gekomen. Dit betreft de gemeenten Borne, Hof van Twente, Twenterand en Hardenberg. Op termijn moet dit leiden tot een beter passend beheer van dit type weg. De overdrachten hebben op één na plaatsgevonden. Afkoopsom onderhoudsovereenkomst waterschap Op grond van de overeenkomst afkoop onderhoud uit 1933 is in 2006 € 299.000 betaald aan het waterschap Regge en Dinkel voor de vervanging van 2 bruggen. Met deze éénmalige bijdrage is de overeenkomst geheel afgekocht.
Bedragen x € 1.000
Programma Veiligheid Nieuw beleid
Project Integrale Veiligheid (PIV) Veiligheidsnota 2004 – 2007 Totaal
Project Integrale Veiligheid Het project Integrale Veiligheid IJsselland heeft ondermeer als doel om veiligheidsbeleid bij alle gemeenten te stimuleren, vorm te geven en te verankeren. Wij hebben hieraan uitvoering gegeven door op grond van het uitvoeringsbesluit veiligheid subsidies te verlenen, door netwerkvorming, deskundigheidsbevordering en door het ondersteunen van de projecten integrale veiligheid in IJsselland en Twente. Het merendeel van de Overijsselse gemeenten voert het integraal veiligheidsbeleid inmiddels uit. Veiligheidsnota 2004 - 2007 De Veiligheidsnota is volop in uitvoering. De risicokaart voor de burger is op 31 maart 2005 gepubliceerd op internet. De risicokaart voor de professional, een beveiligde risicokaart met extra informatie en functionaliteiten, is in het voorjaar van 2006 beschikbaar gekomen. In 2006 is onderzoek gedaan naar de doorontwikkeling van de risicokaart. Op basis van dit onderzoek zullen wij de in gang gezette doorontwikkeling van de risicokaart in 2007 voortzetten. Alle Overijsselse gemeenten beschikken over een actueel en door ons, conform het vereiste van de Wet kwaliteitsbevordering rampenbestrijding, getoetst rampenplan. Het provinciaal uitvoeringsprogramma externe veiligheid, een gezamenlijk programma van provincie en Overijsselse gemeenten, heeft in 2006 een vervolg gekregen in het Meerjarenprogramma Externe Veiligheid (MEVO). Alle risicobedrijven zijn geïnventariseerd, de routes voor gevaarlijke stoffen zijn aangewezen, de risicobedrijven zijn ingevoerd op de risicokaart en de gemeenten zijn voorbereid om de uitvoering van de nieuwe veiligheidswetgeving ter hand te nemen. Alle gemeenten zijn bezig met het opstellen van hun gemeentelijk extern veiligheidsbeleid en hebben daarvoor een financiële bijdrage ontvangen. Het format daarvoor is door de provincie opgesteld. Wel is de op- en vaststelling van deze plannen trager
Begroting
Realisatie
Saldo
2006
2006
2006
34 303 –––––––– 337
33 304 –––––––– 337
1 -1 –––––––– 0
verlopen dan voorzien. De verwachting was dat 75% van de gemeenten een geborgd plan zouden hebben per 31 december 2006. De bijgestelde verwachting is dat medio 2007 dit percentage gehaald zal zijn. Het uitvoeringsprogramma Jeugd en Veiligheid richt zich op het voorkomen en aanpakken van de jeugdcriminaliteit. Met behulp van (meerjarige) subsidies zijn projecten ondersteund die zich hierop richten. Het gaat om projecten/activiteiten als de ‘Echt-recht’conferenties (slachtoffer-dader confrontatie), de aanpak van veelplegers en de uitbreiding in de gehele provincie Overijssel van de aanpak van loverboys. De door de provincie ondersteunde projecten Veelplegers en ‘Echt-recht’conferentie zijn zo succesvol gebleken dat ze regulier aanbod / beleid van het ministerie van Justitie zijn geworden.
Jaarverslag 2006
241
Bijlage B
Single Information, Single Audit (SISA) De regelgeving voor Single Information Single Audit (SISA) is er op gericht om de verantwoording aan het Rijk over de specifieke uitkeringen aan locale overheden te laten plaatsvinden via het jaarverslag. En niet meer via een afzonderlijke verantwoording per specifieke uitkering. In 2006, het eerste jaar dat de nieuwe regelgeving van toepassing is, betreft het voor ons 5 regelingen. Voor elke regeling is door het betreffende vakdepartement vastgesteld welke indicatoren verantwoord moeten worden. Deze zijn opgenomen opgenomen in een overzicht, dat als afzonderlijke bijlage bij het jaarverslag wordt gevoegd.
Toelichting
De SISA-bijlage valt onder de accountantsverklaring bij de jaarrekening en daarmee vervangt deze de afzonderlijke verklaringen per regeling.
Voor de regeling Cultuurbereik hebben wij alleen de matchingbijdrage verantwoord over de jaren 2005 en 2006. Dit gaat om het totaal van de ten laste van provinciale middelen gebrachte betalingen en aangegane verplichtingen.
Het gaat voor de provincie om de volgende specifieke uitkeringen: o Actieprogramma Cultuurbereik o Beeldende Kunst en Vormgeving o Brede doeluitkering Verkeer en Vervoer o Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing o Externe Veiligheid Naar verwachting zullen in 2007 de overige specifieke uitkeringen onder de werking van SISA worden gebracht. Zie het bijgevoegde overzicht met de indicatoren die voor de genoemde regelingen van toepassing zijn.
242
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Actieprogramma Cultuurbereik en Regeling Beeldende Kunst en Vormgeving De nieuwe programma’s voor beide regelingen zijn in 2005 ingegaan. De systematiek van SISA is ook op dat jaar van toepassing verklaard (met terugwerkende kracht). De bedragen die voor 2005 worden verantwoord, zijn opgenomen in de kolom ‘Beginstand jaar t (5)’. Dit is in overeenstemming met het verzoek van het ministerie van BZK op dit punt, dat eind januari 2007 is gedaan.
Voor de regeling Beeldende Kunst en Vormgeving hebben we als besteding opgenomen de daadwerkelijke betalingen en de aangegane verplichtingen, beiden ten laste van budget 2006 c.q. 2005. Bij de daadwerkelijke betalingen gaat het veelal om betaalde voorschotten aan instellingen. De aangegane verplichtingen betreffen veelal beschikte bedragen aan instellingen. Deze instellingen dienen nog zowel inhoudelijk als financieel verantwoording af te leggen, op basis waarvan de provincie zal overgaan tot vaststelling van de subsidie. De hieruit voortvloeiende mogelijke financiële effecten zullen in het betreffende boekjaar worden verantwoord in de SISA-bijlage.
Brede doeluitkering Verkeer en Vervoer Bij deze regeling hebben we voor het begrip ‘besteding’ de volgende benadering gehanteerd: Openbaar Verstrekte voorschotten aan de verVervoer voerders; in het kader van de BDU Verkeer en Vervoer is de prestatie in 2006 geleverd, maar de afrekening vindt later plaats; het mogelijke financiële effect daarvan zal in de SISA-verantwoording van het betreffende jaar worden meegenomen Infrastructuur Alleen de daadwerkelijk afgerekende projecten, voorzien van accountantsverklaring, zijn meegenomen als besteding. De verantwoording is, conform de regelgeving, op basis van het kasstelsel opgesteld Voor de specificatie van de BTW wordt een aparte verantwoording ingediend. Aangezien de BTWontvangsten van het ministerie van Verkeer en Waterstaat en de BTW-uitgaven aan de vervoerbedrijven over de jaren niet synchroon lopen, kan er op basis van deze specificatie geen BTW-afrekening worden opgesteld. Ook bestaat er geen verband tussen de verantwoorde bestedingen en de betaalde BTW. In 2006 is er bijvoorbeeld nog BTW nabetaald over bestedingen met betrekking tot de jaren 2004 en 2005. In het ‘Eindsaldo vorig jaar’ is de regeling experimenten regionale treindiensten opgenomen. Dit eindsaldo bestaat niet alleen uit de ontvangen rijksbijdrage, maar is tevens opgebouwd uit de provinciale en gemeentelijke bijdrage voor de regionale treindienst Almelo-Mariënberg.
Jaarverslag 2006
243
Indicatoren specifieke uitkeringen t.b.v. SISA
Nr. Specifieke
Ontvanger (A)
Indicatoren (2)
uitkering
Toelichting
Frequentie
per
(jaarrekening)(C)
indicator (B) 2. Actieplan
In euro's
Jaarlijks
In euro's
2008
GBKV: autonome bijdragen gemeenten
In euro's
Jaarlijks
en Vormgeving
GBKV: autonome bijdragen provincies incl.
In euro's. Gemeenten
Jaarlijks
2005-2008 (GBKV)
niet-BKV-gemeenten
met wie provincies
Cultuurbereik
Gemeenten
APCB: eigen matchingsbijdrage
en provincies
gemeente/provincie
2005-2008 (APCB)
APCB: onbestede middelen van ontvangen rijksmiddelen en matchingsbijdrage
3. Geldstroom Beeldende Kunst
Gemeenten en provincies
samenwerkte in het kader van GBKV. GBKV: onbestede middelen van
In euro's
2008
Eindsaldo/-reservering vorig jaar
In euro's
Jaarlijks
Toegerekende rente
In euro's
Jaarlijks
Ontvangen BDU-bijdrage VenW
In euro's
Jaarlijks
Terugbetaling door derden vanuit
In euro's
Jaarlijks
Bestedingen
In euro's
Jaarlijks
Eindsaldo/-reservering lopend jaar
In euro's
Jaarlijks
Ontvangen BTW-bijdrage V&W
In euro's. *
Jaarlijks
Betaalde BTW op OV-concessies en op
In euro's. *
Jaarlijks
In euro's. *
Jaarlijks
In euro's. *
Jaarlijks
Niet bestede bedrag
2010
ontvangen rijksmiddelen 6. Brede doeluitkering verkeer en vervoer
Provincies en 7 plusregio's en gemeenten
BDU-bijdrage verstrekte middelen
met het openbaar vervoer gelijk-gesteld vervoer, die niet verrekenbaar is met het BCF Bestedingen, die betrekking hebben op OVconcessies en met openbaar vervoer gelijkgesteld vervoer, waarover BTW is betaald die niet verrekenbaar is met het BCF Individuele bestedingen die meer dan 20% van totaal ontvangen BDU bedragen 7. Investering stedelijke Provincies
Eindsaldo ISV
vernieuwing (ISV)
in euro's vorig tijdvak SV Totaal investeringsbedrag ISV II, verdeeld
In euro's
Jaarlijks
In %
Jaarlijks
In euro's
Jaarlijks
over niet-rechtstreekse gemeenten 21. Externe veiligheid
Provincies
% budget t.b.v. in dienst nemen
en gemeenten
vast personeel EV Besteed bedrag t.l.v. EV
* Indicator geldt niet voor gemeenten
244
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Beginstand
Beschikking
Overige
Besteed t.l.v.
jaar t (5)
Rijk (6)
ontvangsten (7)
rijksmiddelen (8) besteding (9)
601.735
Overige
Overige (11)
Aard Controle (D)
603.174
R
R
R 1.410.800
1.771.462
R
R
26.960.044
R 606.601
R
22.618.366
R 71.130
R
17.723.865
R 32.532.276
76.366
R R
152.401
R
1.569.000
R
0
R R
3.223.832
R
10
D2
826.940
R
Jaarverslag 2006
245
Bijlage C
Jaarverslag Kwaliteitseisen milieuhandhaving 2006 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Geprognostiseerde en gerealiseerde controle frequenties 3. Evaluatie
246
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
1. Inleiding Voor u ligt de jaarrapportage voor de handhaving van de milieuwetgeving binnen de provincie Overijssel. Deze jaarrapportage geeft inzicht in de uitvoering van het jaarplan vergunningverlening en handhaving 2006 in het kader van het (concernbrede) project stroomlijning vergunningverlening en handhaving. Bij het opstellen van deze jaarrapportage zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: 1. De in het Jaarplan 2006 opgenomen tabel met minimale controlefrequenties is het referentiepunt. De centrale vraag voor dit jaarverslag is: ‘Is uitgevoerd wat daarin als voornemen is opgenomen?’. 2. In nauw overleg met ons bestuur hebben de portefeuillehouders ervoor gekozen dat: a. In deze jaarrapportage uitgebreid/gedetailleerd wordt ingegaan op de uitvoering van de handhavingstaken conform het besluit kwaliteitseisen; b. De verantwoording over de vergunningverlening niet in deze rapportage wordt opgenomen maar, als gewoonlijk, in de desbetreffende programma’s. In het volgende hoofdstuk zijn de verwachte (geprognosticeerde) en daadwerkelijke controlefrequentie per branche, activiteit en wet opgenomen. Daarnaast wordt in de tabellen ingegaan op de ‘overige taken’ en ‘communicatie’ uit het Jaarplan, die specifiek betrekking hebben op ‘handhaving’. Tot slot vindt in hoofdstuk 3 een evaluatieve beschouwing plaats. Waar zijn afwijkingen (van betekenis) tussen planning en realisering te vinden, en wat is de conclusie uit die afwijkingen voor de cyclus 2007 of 2008?
Jaarverslag 2006
247
248
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Activiteit Afval in de landbouw Afvalrecycling/verwerking Afvalverbranding Aluminiumsmelterij Asfaltcentrale Autodemontage Bagger- en gronddepot & grondbank Beton en mortel Bouw- en sloopafval en sorteer Chemie Compressorstation (Gasunie) Constructiebedrijf, Metaalconstructie, Metaalverwerker Energie Industrie (incl. biomassa) Gemeentewerf Gevaarlijk afval Grindwasser Groencompostering Mestverwerker Motorcrossterreinen Olie-opslag Opslag groenafval Puinbreker Rangeerterrein Rubber en kunststof RWZI Scheepswerf Schroot(bewerking) Shredder en accu-inzameling Slibverwerking Stortplaats gesloten Stortplaats open Textiel 1.5 + 0.5 1.5 + 0.5 2.0 + 0.7 1.0 + 0.3 1.0 + 0.3 1.3 + 0.4 1.5 + 0.5 1.5 + 0.5 1.0 + 0.3 3.0 + 1 1.0 + 0.3 1.0 + 0.3 2.0 + 0.6 1.0 + 0.3 4.0 + 1.3 1.0 + 0.3 1.0 + 0.3 2.0 + 0.6 1.0 + 0.3 1.0 + 0.3 1.0 + 0.3 2.0 + 0.7 2.0 + 0.7 1.5 + 0.5 1.0 + 0.3 1.0 + 0.3 1.5 + 0.5 2.0 + 0.7 0.3 + 0.1 3.0 + 1 2.0 + 0.7
Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken
Aantal/frequentie Prognose1
Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken
Wettelijke taken Toezicht en handhaving Wet Milieubeheer
2. Geprognosticeerde en gerealiseerde controle frequenties
2.1 3 1 2 2.75
2 4 1.8 5.5 6 1.5 0 2.3 2 1.5 2 1 3.3 1.8 1.5
2.6 2.5 7 17 1.7 1.4 2.2 1.9 2.9 6.3 2
Realisatie2
27 1 11 3 4
12 2 22 2 1 12 0 (zie afval in landbouw) 3 2 2 1 1 3 5 14
8 13 1 1 9 45 5 26 23 3 1
Locaties
Jaarverslag 2006
249
0.6 + 0.2 1.5 + 0.5 1.0 + 0.3
Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken
Het aantal ‘realisatie’ betreft het totaal, van zowel preventieve als repressieve controle bezoeken.
Alle getallen zijn gegenereerd uit een handmatig ingevulde tabel waardoor kleine afwijkingen niet te voorkomen zijn. Het percentage gecontroleerde essenties is via extrapolatie
*
** De planning is niet gespecificeerd naar wetgeving (maar naar het totaal van het product, zoals handhavingswaarschuwingen en afloopberichten)
verkregen aangezien in de eerste drie maanden van het jaar dit niet (goed) geregistreerd is.
Eerste cijfer bij ‘prognose’: verwachte aantal preventieve controle bezoeken, tweede cijfer is telkens ca. 33% van het aantal preventieve bezoeken voor repressieve controles.
2)
78 36 18 35
1 2.9 1.55
0 3.2
Realisatie2
1)
780 869* 31% Nvt** Nvt** Nvt** Nvt** 6 3 (1 indiener) 80% 69 %
0.0 1.5 + 0.5
Aantal/frequentie Prognose1
Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken
Prognose totaal aantal gecontroleerde toezichtessenties Totaal aantal gecontroleerde toezichtessenties Overtredingen van toezichtessenties (% van het aantal gecontroleerde essenties) Totaal aantal handhavingswaarschuwingen Totaal aantal afloopberichten Totaal aantal voornemens tot handhavend optreden Totaal aantal handhavingsbeschikkingen Totaal aantal processen verbaal Totaal aantal klachten n.a.v. handhaving Prognose (percentage) van de aanschrijvingen welke binnen 3 weken na controlemoment zijn verstuurd Totaal (percentage) van de aanschrijvingen welke binnen 3 weken na controlemoment zijn verstuurd
Activiteit Transformatorstation Voedingsmiddelen (zuivel) Vuurwerk evenementen (ontbrandingstoestemmingen Vuurwerk opslag Zandwinning/ontgronding
Wettelijke taken Toezicht en handhaving Wet Milieubeheer
38 11 20
1 6
Locaties
250
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
130/ 20
40/ 20 55/ 0 40 200/ 0 104/ 26
Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken Preventieve/repressieve controle bezoeken
80%
Onbekend Onbekend
818 / 104 818 / 104 37 22 19 1
70/ 5
Aantal/frequentie Prognose
Preventieve/repressieve controle bezoeken
Prognose totaal aantal gecontroleerde toezichtessenties Totaal aantal gecontroleerde toezichtessenties Overtredingen van toezichtessenties (% van het aantal gecontroleerde essenties) Totaal aantal handhavingswaarschuwingen Totaal aantal afloopberichten Totaal aantal voornemens tot handhavend optreden Totaal aantal handhavingsbeschikkingen Totaal aantal processen verbaal Totaal aantal klachten n.a.v. handhaving Prognose (percentage) van de aanschrijvingen welke binnen 5 weken na controlemoment zijn verstuurd Totaal (percentage) van de aanschrijvingen welke binnen 5 weken na controlemoment zijn verstuurd Totaal (percentage) van de aanschrijvingen welke binnen 2 weken na ontvangst bezoekrapport (van WB) zijn verstuurd
Activiteit PMV/VFL-grondwater-bescherming ontheffingen Wet bodembescherming Controle saneringslocaties ongewone voorvallen Ontgrondingenwet dieptewinningen functionele ontgrondingen illegale ontgrondingen Grondwaterwet Grondwateronttrekkingen Whvbz zweminrichtingen
Wettelijke taken Toezicht en handhaving Water en Bodem
90%
727 / 85 727 / 85 7% 29 31 7 8
122/ 32
142/ 0
43/ 13 38/ 7 36
146/ 15
44/ 4
Realisatie
114/ 31
129
17/8 30/ 3
42/ 15
44/ 4
Locaties
Jaarverslag 2006
251
150 12 3 -
150
31
Is uitgevoerd. Is uitgevoerd.
Communicatie Opstellen van een nalevingsstrategie Voorlichting richting houders van badinrichtingen
734 2 157
15
750
Realisatie
2.000
Aantal/frequentie Prognose
Overige taken Milieupunt: aantal milieuklachten; Milieupunt: aantal gemelde verontreinigingen binnen grondwaterbeschermingsgebieden; Milieupunt: door bedrijven gemelde ongewone voorvallen i.h.k.v. de Wet milieubeheer; Milieupunt: door toezichthouders en/of bedrijven gemelde ongewone voorvallen i.h.k.v. de Wet bodembescherming;
Activiteit Boswet Toezicht op meldingsplicht en herplantplicht Preventieve/repressieve controle bezoeken (voor uitvoerige toelichting: zie najaarsnota) Natuurbeschermingswet Handhaving repressieve controle bezoeken Totaal aantal gecontroleerde toezichtessenties (Voor uitvoerige toelichting: zie najaarsnota) Overtredingen van toezichtessenties (% van het aantal gecontroleerde essenties) Totaal aantal handhavingswaarschuwingen Totaal aantal afloopberichten Totaal aantal voornemens tot handhavend optreden Totaal aantal handhavingsbeschikkingen Totaal aantal processen verbaal Totaal aantal klachten n.a.v. handhaving Prognose (percentage) van de aanschrijvingen welke binnen 5 weken na controlemoment zijn verstuurd Totaal (percentage) van de aanschrijvingen welke binnen 5 weken na controlemoment zijn verstuurd
Wettelijke taken Toezicht en handhaving Natuur en Landschap
n.v.t.
n.v.t. n.v.t.
n.v.t.
Locaties
252
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
De bevindingen in 2006 hebben geleid tot een meer op de praktijk afgestemde inzet, op basis van de risicomatrix, in het jaarplan voor 2007.
Voor het jaarplan 2007 wordt nadrukkelijker gewerkt met toezichtsplannen, met bijbehorende toezichtessenties. Hierbij wordt rekening gehouden met essenties die de voorgaande jaren zijn gecontroleerd. In het Jaarplan 2007 wordt nadrukkelijker gewerkt vanuit kwalitatieve doelen die vervolgens zijn geoperationaliseerd in kwantitatieve doelen. Op dit moment is het nog niet volledig mogelijk op per branche/activtiteit afzonderlijk, met behulp van een geautomatiseerd systeem, de vorderingen in termen van naleving te bewaken. Op dit moment wordt er gewerkt aan de realisatie van een systeem dat het mogelijk maakt de verschillende indicatoren en doelen geautomatiseerd te monitoren.
Bij een aantal branches is de gerealiseerde inzet voor toezicht en handhaving meer dan dubbel geweest ten opzichte van de prognose, in een enkel geval aanzienlijk meer (aluminiumsmelterij, grindwasser, gesloten stortplaats).
Bij een aantal branches is de gerealiseerde inzet voor toezicht en handhaving minder geweest dan geprognotiseerd. De verklaring hiervoor is vermindering van beschikbare capaciteit/verschuiving in prioriteitstelling.
Plan en verslag zijn nog niet uitgedrukt in doelen en indicatoren, maar in aantallen toezichtsbezoeken (preventief en repressief).
Communicatie: alle voorgenomen acties zijn uitgevoerd.
Overige taken (milieupunt). Uitvoering is prima verlopen. Inmiddels is het milieupunt omgedoopt tot meldpunt, waarbij ook meldingen over wegen en verkeer kunnen worden behandeld.
In het jaarplan 2007 is het aantal geplande controlebezoeken op het terrein van natuur en landschap naar beneden toe bijgesteld. Dit als gevolg van specifieke uitwerking van wettelijke bepalingen
Wettelijke taken: over het algemeen ruim conform het jaarplan uitgevoerd. T.a.v. natuur en landschap is het aantal controlebezoeken lager dan gepland.
Evaluatieve beschouwing per significante afwijking van ‘wettelijke taken’, ‘overige taken’ en ‘communicatie’ (hoe is dit verwerkt in het Jaarplan 2007; zo niet: wat moet er dan gebeuren?)
3. Evaluatie
254
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Verklarende Woordenlijst AD
Algemeen Dagblad
ADO
Audiovisueel centrum Overijssel
AED
Automatische externe defibrillator
AMK
Advies- en meldpunt Kindermishandeling
Amvb
Algemene Maatregel van Bestuur
AO/IC
Administratieve Organisatie / Interne Controle
APPA
Algemene Pensioenwet politieke ambtsdragers
APR
Arbeidsplaatsenregeling
Arbo
Arbeidsomstandigheden
ASS
Autistisch Spectrum Stoornissen
ASV
Algemene subsidieverordening
AT
Aanjaag Team
ATC
Arbeids Training Centre
AvA
Algemene vergadering van aandeelhouders
Awb
Algemene wet bestuursrecht
AWBZ
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
BA
(eenheid) Bestuurlijke Aangelegenheden
BBV
Besluit Begroting en Verantwoording
BCF
BTW-compensatiefonds
BDU
Brede Doeluitkering
BGO
Bestuurlijke Gebiedsoverleggen
bijv.
BSI
Breedtesportimpuls
b.v.
bij voorbeeld
BV
Besloten Vennootschap
BVO
Benutbaar vloeroppervlak
BZK
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties
ca
circa, ongeveer
CAO
Collectieve Arbeidsovereenkomst
CDA
Christen Democratische Appèl
CdK/CvdK
Commissaris van de Koningin
cie
Commissie
CKO
Coördinatiepunt Kavelruil Overijssel
CO2
Koolstofdioxide
CPB
Centraal Planbureau
c.q.
casu quo, in dat geval
CROW
Centrum voor Regelgeving Onderzoek in de Grond-, Water-, en Wegenbouw en verkeerstechniek
CS
Concernstaf
CV
Commanditaire Vennootschap
CWI
Centrum voor werk en inkomen
D2 (Doelstelling 2)
Een Europees subsidieprogramma ivm stedelijke gebieden in Nederland
bijvoorbeeld
D’66
Democraten ‘66
BIRO
Bedrijven- en InstellingenRegister Overijssel
DLG
Dienst Landelijk Gebied
BJzO
Bureau Jeugdzorg Overijssel
EAT
Enschede Airport Twente BV
BNG
NV Bank Nederlandse Gemeenten
EC
Europese Commissie
BRZO
Besluit risico’s zware Ongevallen
ECB
Europese Centrale Bank
BTW
Belasting toegevoegde waarde
E-dienstverlening
Elektronische dienstverlening
B&W
Burgemeester en Wethouders
Jaarverslag 2006
255
256
EDO
elektronisch dossierbeheer
HSF
Hannema-de Stuers fundatie
EFRO
Europees Fonds Regionale Ontwikkeling
i.c.
in casu, in het geval
EHS
Ecologische Hoofdstructuur
ICT
Informatie- en Communicatie Technologie
E-loket
Elektronisch loket
ICTU
ICT Uitvoeringsorganisatie
EMT
Eenheid Economie, Milieu en Toerisme
IFRS
International Financial Reporting Standards
EPD
Enig Programmerings Document
IGON
Initiatief en coördinatiepunt Goederenvervoer Oost- Nederland
E-provincie
Elektronische provincie IIP
Internal assessor Investors in People
etc.
Etcetera, enzovoort i.k.v.
in kader van
EU
Europese Unie ILG
Investeringsbudget Landelijk Gebied
E-visie
Elektronische visie incl.
inclusief
EZ
Ministerie van Economische Zaken INK
Instituut voor Nederlandse Kwaliteitszorg
FBK-stadion
Fanny Blankers-Koen stadion Inv.
Investering
FD
(eenheid) Facilitaire dienstverlening IPC
Integraal Praktijkcentrum
Fido
Wet Financiering Decentrale Overheden IPO
Interprovinciaal Overleg
FPU
Flexibel Pensioen en Uittreden IPPC
fte.
Fulltime equivalent, ofwel een 100% formatieplaats
Integrated Pollution Prevention and Control-richtlijn
ipv
in plaats van
GDU+
Gebundelde doeluitkering ISO
International Standards of Operation
Gemt.
Gemeentelijk ISV
Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing
GGD
Gemeentelijke gezondheidsdienst IZIT
Innovatie Zorg ICT Twente
GGOR
Gewenste Grond- en Oppervlaktewater Regiem
IZR
Interprovinciale ZiektekostenRegeling
GGW
Gebiedsgericht werken
JJI
Jeugdzorg – Geestelijke Gezondheidszorg
GGZ
Geestelijke Gezondheidszorg
KEM
kosten-effectieve maatregelen
GOBIS
Gebouwenonderhoud- en Informatiesysteem
KITO
Kwaliteitsimpuls Toerisme Overijssel
GOBT
Gelders Overijssels Bureau voor Toerisme
KPN
Koninklijke PTT Nederland NV
GOM
Gelderse Ontwikkelingsmaatschappij
KRW
Kaderrichtlijn Water
GPS
Global positioning system
KvK
Kamer van Koophandel
GS
Gedeputeerde Staten
LEADER+
Een Europees subsidieprogramma
GSB
Grotestedenbeleid
LEI
Landbouw-economisch Instituut
GWW
Grondwaterwet
LNL
(eenheid) Landbouw, Natuur & Landschap
ha
hectare
LNV
Ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij
HCO
Historisch Centrum Overijssel
LOG
Landbouwontwikkelingsgebieden
HNP
Huis der Nederlandse Provincies
LOP
Landschapsontwikkelingsplan
HOED
Huisartsen Onder Één Dak
LPF
Lijst Pim Fortuyn
HRM
Human Resource Management
LTO
Lager Technisch Onderwijs
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
MARAP
Management rapportage
MBA
Master of Business Administration
m.b.t.
met betrekking tot
MDF
OBD
Overijsselse Bibliotheek Dienst
OC&W
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Museum De Fundatie
OLAF
Europees Bureau voor Fraudebestrijding
MEP
Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie
o.m.
onder meer
MER
Milieu Effect Rapportage
OOM
Overijsselse Ontwikkelingsmaatschappij
MEUP
Meerjarig economisch uitvoeringsprogramma
Oost NV
Ontwikkelingsmaatschppij Oost-Nederland NV
MEVO
Meerjarenprogramma Externe Veiligheid Overijssel
P&C
Planning & Control
PCP
Patiënten Consumenten Platforms
MI
(eenheid) Middelen PCLG
Provinciale Commissie Landelijk Gebied
MIT
Meerjarig programma infrastructuur en transport
PEHS
Provinciale Ecologische Hoofdstructuur
m.i.v.
met ingang van
PIF
Professionaliseren Inkoop- en Aanbestedings-Functie
MKB
Midden- en KleinBedrijf PKB
Planologische Kernbeslissing
mln
miljoen pMJP
Provinciaal meerjarenprogramma
mnd
maand P&O
Personeel & Organisatie
M&O
Misbruik en oneigenlijk gebruik POP
Plattelands Ontwikkelings Programma
MOI
Maatschappelijke Ontwikkeling en Integratie PPM
Participatiebedrijf
MONT
Nationaal Stedelijk netwerk Twente en Münster en Osnabrück
PPS
Publiek-Private Samenwerking
MTR
Maximaal toelaatbare risico (waarden)
PREDO
met Preventie naar duurzaam ondernemen
n.a.v.
naar aanleiding van
Progr.
Programma
NaNOV
Plan van maatregelen om de hinder tegen te gaan als gevolg van de NOV (NoordOostelijke spoorVerbinding)
PS
Provinciale Staten
PvdA
Partij van de Arbeid
Nb
Natuurbescherming
PVVP
Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan
NDIX
Nederlands-Duitse Internet Exchange
RATIO
Regionale Arbeidsmarkt Informatiesysteem
NHI
Nieuwe Hanze Interregio
RBT
Regionaal Bedrijventerrein
NJN
Najaarsnota
RBV
Regeling beëindiging veehouderijtakken
nl
namelijk
R&D
Research and Development
NMO
Natuur en Milieu Overijssel
REA
Reïntegratie Arbeidsgehandicapten
NO
Noordoost
RMC
Regionale Meld- en Coördinatiefunctie
nr
nummer
RMF
Regionaal Mobiliteitsfonds
NRW
Noordrijn-Westfalen
ROC
Regionaal OpleidingsCentrum
NV
Naamloze Vennootschap
ROLO
Regeling Onderhoud Landschapselementen
nvt
niet van toepassing
ROVO
Regionaal Orgaan voor de verkeersveiligheid Overijssel
NWO
NoordWest-Overijssel RPA
Regionale Platforms Arbeidsmarktbeleid
o.a.
onder andere
Jaarverslag 2006
257
258
RTV Oost
Radio en Televisie Oost
RW
Rijksweg
RWB
(eenheid) Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid
RWS
Rijkswaterstaat
SCP
VOT
Vorming, opleiding en training
Vpb
wet op de Vennootschapsbelasting
VROM
Ministerie Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Sociaal en Cultureel Planbureau
VVD
Volkspartij voor Vrijheid en Democratie
SGM
Subsidiebesluit Gebiedsgericht Milieubeleid
VWS
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
SGP
Staatkundig Gereformeerde Partij Wabo
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
SMO
Steunpunt Minderheden Overijssel WAO
Wet ArbeidsOngeschiktheid
SNO
Service Niveau Overeenkomst WAV
Wet Ammoniak en Veehouderij
SNSO
Subsidieverlening Nieuwe Stijl Overijssel WB
(eenheid) Water en Bodem
SP
Socialistische Partij WB21
Waterbeleid 21e eeuw
SPM
Stork Plastics Machinery Wbb
Wet bodembescherming
S+S
Stroomlijning & Sturing, herijking financiële relaties en subsidierelaties
WGR
Wet Gemeenschappelijke Regelingen
STO
Samenwerkende Turkse Organisaties
WIA
Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen
STODT
kenniscentrum metaal-, metalektro- en kunststofverwerkende industrie
WJZ
Wet op de JeugdZorg
WK
(eenheid) Wegen & Kanalen
SZW
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Wm
Wet milieubeheer
t.a.v.
ten aanzien van, ter attentie van
WMO
Wet Maatschappelijke Ondersteuning
t.b.v.
ten behoeve van
WOW
Wachtlijsten Overijssel Weg
TBT
Twents Bureau voor Toerisme
WRO
Wet Ruimtelijke Ordening
TIPP
Tender Investeringsprogramma’s Provincies
WTC
World Trade Centre
tlv
ten laste van
WUR
Wageningen Universiteit en Researchcentrum
TOOL
The other office life
WVC
Wijkvoorzieningencentrum
TOP
Toeristische overstappunten
ZC
(eenheid) Zorg en Cultuur
t.o.v.
ten opzichte van
zgn.
zogenaamd
Ubs
Uitvoeringsbesluit subsidies 2007
UC
Uitvoeringscontract
UPO
Uitvoeringsprogramma PVVP Overijssel
URBAL
URBan and rurAL development
UvW
Unie van Waterschappen
VAB
Vrijkomende agrarische bebouwing
VHR
Vogel- en Habitatrichtlijn
VINEX
Vierde nota ruimtelijke ordening extra
VIV
Verplaatsing Intensieve Veehouderijen
VNG
Vereniging Nederlandse Gemeenten
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel
Jaarverslag 2006
259
260
Jaarrekening 2006 provincie Overijssel