Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Jaarverslag 2004 Ruimte voor actie
7 maart 2005
Colofon
Datum 22 maart 2005 Coördinatie en productie Eenheid Middelen Eenheid Bestuurlijke Aangelegenheden, team Communicatie Fotografie Job Boersma, Zwolle Digitale druk Molenberg Repro, Zwolle Vormgeving Meindertsma, bureau voor reclame en vormgeving, Zwolle Adresgegevens Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 425 25 25 Fax 038 425 26 50
[email protected] www.prv-overijssel.nl
Inhoudsopgave 1
Inleiding
7
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11
Verantwoording per programma Bestuur Economie en innovatie Water Ruimte Wervende steden Landelijk gebied Zorg Cultuur en welzijn Milieu Bereikbaarheid Veiligheid
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
Paragrafen Provinciale heffingen Weerstandsvermogen Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid
105 105 107 111 114 118 128 131
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10
Financiële rekening Grondslagen van waardering en resultaatsbepaling Balans Toelichting op de balans Staat van baten en lasten Toelichting op de staat van baten en lasten Actiefonds IJsselmijgelden Nieuw beleid Investeringen Detailoverzicht baten en lasten
135 135 136 138 156 157 164 165 171 172 176
5 5.1 5.2 5.3
Provinciale organisatie Provinciale Staten Dagelijks bestuur Organisatie
191 191 192 194
Inleiding accountantsverklaring
199
Accountantsverklaring
201
Bijlage A - Nieuw Beleid
205
Woordenlijst
221
Jaarverslag Provinciaal Ruimtelijk Beleid
224
11 13 23 33 45 53 57 69 77 85 91 99
Jaarverslag 2004
3
4
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
6
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Hoofdstuk 1
Inleiding Op dit moment van presentatie van het jaarverslag 2004 zijn we gekomen op de helft van de bestuursperiode 2003 – 2007. Na de Statenverkiezingen in 2003 maakten we in het Onderhandelingsakkoord afspraken over het beleid dat we in deze periode willen realiseren. Meer dan in voorgaande jaren zijn de inspanningen gericht op uitvoering van beleid en het bereiken van concrete resultaten. In dit jaarverslag worden de eerste resultaten daarvan zichtbaar. We vinden dat we goed op weg zijn maar we vinden ook dat we er nog niet zijn. We hebben veel energie gestoken in maatregelen om woningbouw te versnellen en constateren met tevredenheid dat ook in het landelijk gebied een kentering zichtbaar aan het worden is. Er zijn nog veel inspanningen nodig om onze ambities waar te maken. De vaststelling van het reconstructieplan Salland Twente, waarbij veel bestuurders en ondernemers in het landelijk gebied actief betrokken zijn geweest, heeft een goede uitgangspositie opgeleverd voor tal van uitvoeringsmaatregelen die nu verder worden voorbereid. En ook de realisering van de Ecologische Hoofdstructuur door grondverwerving en particulier beheer ligt goed op schema. Gemengde gevoelens hebben we over de werkgelegenheidsontwikkeling in Overijssel die in 2004 net als in Nederland als geheel in de rode cijfers is beland. Dat de ontwikkeling in Overijssel beter is gebleven dan het Nederlands gemiddelde is slechts een schrale troost. Het ingezette Overijssels werkgelegenheidsoffensief moet daarom, samen met het regionale bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en lokale overheden, met kracht worden voortgezet. Er is veel in ontwikkeling op het terrein van jongerenbeleid. Het aantal projecten voor jongeren binnen het programma cultuurbereik is aanzienlijk toegenomen. En de wachtlijsten voor crisissituaties voor jongeren zijn nu weggewerkt. Dit is slechts een greep uit de resultaten over het afgelopen jaar; in het jaarverslag doen we daarvan uitgebreider verslag.
We hadden ons voorgenomen de burgers meer bij het provinciaal bestuur te betrekken en constateren dat we er in veel projecten in slagen belanghebbenden en belangstellenden actief aan te spreken. Ook de vermindering van regels en procedures waartoe de Staten in het afgelopen jaar hebben besloten draagt bij aan een gemakkelijker toegankelijkheid van het bestuur. In het afgelopen jaar zijn de eerste ervaringen opgedaan met gebiedsgericht werken. We willen daarmee zowel de uitvoering van ons beleid, met partners, versnellen als de afstand tussen provinciaal bestuur en burgers verkleinen. We stellen vast dat we daarmee weliswaar op de goede weg zijn maar dat de gebiedsgerichte aanpak toch nog aan kracht zal moeten winnen. In de komende maanden zullen we bezien welke maatregelen in verband daarmee moeten worden genomen. Wij hebben in 2004 ons ingezet om de koppeling tussen voorgenomen prestaties ter uitvoering van ons beleid en de daaraan verbonden inzet van middelen steeds duidelijker aan te brengen en krachtig te sturen op een realisering van ons beleid conform de planning in de begroting. We hebben daarin belangrijke stappen voorwaarts gemaakt. De inrichting van de programmabegroting 2005 maar ook het voortgangsverslag zoals wij dat bij de najaarsnota over 2004 hebben uitgebracht zijn daarvan goede voorbeelden. In het jaarverslag hebben wij deze verbeterinspanningen voortgezet en zijn per programma de verschillen ten opzichte van de begroting toegelicht. Ook het resultaat over de exploitatiebegroting 2004 toont de ingezette verbeterslag aan. Tevens zijn wij nu in staat voor € 2 miljoen meer aan concrete voorstellen voor budgetoverheveling te doen. Deze voorstellen betreffen onderwerpen die nog in 2004 van een concrete doelbestemming zijn voorzien, maar die pas in 2005 tot feitelijke afwikkeling kunnen komen.
Jaarverslag 2004
7
Ondanks deze verbeterslag vinden wij dat de onderuitputting nog verder bijgebogen moet worden. Wij zullen daarom onze sturing op de realisatie binnen het begrotingsjaar nog verder vergroten. De nieuwe BBV-systematiek zien wij daarbij als een belangrijk ondersteunend instrument. Immers hierdoor worden ook de ontwikkelingen in de reserves, voorzieningen en verplichtingen transparanter in beeld gebracht en kunnen die steeds gerichter in onze sturing en verantwoording over het totaal van onze begroting een plaats krijgen. Wij zullen in onze sturing eventuele structurele oorzaken en effecten betrekken en de Staten apart informeren over onze aanpak. De jaarrekening 2004 sluit met een bruto saldo dat € 35,9 miljoen hoger is dan de begroting. Dit bedrag moet worden gelezen in de context van de nieuwe manier waarop met de resultaatbestemmingen volgens de BBV-systematiek is omgegaan. Na aftrek van alle voorstellen tot resultaatbestemming sluit de rekening op € 0,2 miljoen die zoals gebruikelijk naar de algemene dekkingssreserve zal gaan. Daarmee komt het uiteindelijke resultaat uit op nihil.
8
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
In het afgelopen jaar zijn belangrijke aanzetten gegeven voor de verandering in de bedrijfsvoering in onze organisatie. Binnen het provinciehuis zal de grote renovatie nu echt van start gaan. Toepassing van ICT, zowel in de interne werkwijzen als in de externe communicatie wint in hoog tempo veld. In het afgelopen jaar is (opnieuw) veel gedaan aan organisatorische maatregelen en aan opleiding van het personeel met het oog op de komende digitale manier van werken. Ook daarop gaan we in het jaarverslag meer uitvoerig in. Het jaarverslag en de jaarrekening geven een verantwoording van het bestuurlijk optreden en behaalde resultaten in 2004. We menen hierin aangetoond te hebben dat we goed op koers zijn met de uitvoering van de afgesproken doelstellingen van ons beleid. Op sommige punten zullen extra maatregelen nodig zijn. Binnenkort komen we in de Perspectiefnota 2006 met eerste voorstellen.
Gedeputeerde Staten van Overijssel
10
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Hoofdstuk 2
Verantwoording per programma In het Onderhandelingsakkoord 2003 – 2007 is een koerswijziging aangekondigd in het provinciale optreden. De uitvoering van beleid komt centraal te staan; essentieel wordt dat burgers de resultaten herkennen. En dat het beleid aansluit bij wat de burgers bezig houdt. Daar wordt dan ook de maatstaf gelegd: het is niet voldoende als de organisatie of het college van GS tevreden is, criterium is wat burgers en maatschappelijke organisaties vinden van het provinciaal bestuursoptreden. Uit het akkoord spreekt de daadkracht van het nieuwe bestuur, de behoefte om slagvaardig en open te besturen. En om aan het eind van de bestuursperiode op de geleverde prestaties te kunnen worden afgerekend. In de Perspectiefnota 2004 en de begroting 2004 hebben Gedeputeerde Staten aan het Onderhandelingsakkoord een verdere uitwerking gegeven. De jaarrekening verantwoordt wat er met de afgesproken prestaties is gebeurd. Halverwege de bestuursperiode wordt in dit jaarverslag verder aan de hand van de in het Onderhandelingsakkoord genoemde ijkpunten gerapporteerd hoe het er mee staat.
In dit hoofdstuk krijgt u per programma naast de prestaties steeds inzicht in de programmabaten en lasten per product, waarbij deze naar de doelstellingen zijn gegroepeerd en getotaliseerd. Daarnaast zijn per programma de totale personele kosten, de kosten voor de overhead en de onttrekkingen aan voorzieningen zichtbaar gemaakt. De eventuele stortingen in of onttrekkingen aan reserves (bijvoorbeeld de IJsselmijreserve) worden niet meer zichtbaar gemaakt op de producten / programma’s. De mutaties in reserves zijn “resultaatsbestemmend” en zijn daarom apart inzichtelijk gemaakt. Dit overzicht vindt u in paragraaf 4.5 Toelichting op de staat van baten en lasten. Rond de voorzieningen wijzen wij u erop dat de begrote onttrekkingen op de producten zijn meegenomen, conform de besluitvorming door Provinciale Staten. BBV schrijft echter voor dat onttrekkingen rechtstreeks op de voorzieningen worden verantwoord en niet meer via de producten. Om de bestedingen per programma inzichtelijk te houden vermelden wij de onttrekkingen aan voorzieningen bij de financiële verantwoording per programma.
Jaarverslag 2004
11
12
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
2.1 Bestuur De provincie wil een betrouwbare overheid zijn, met een goede kwaliteit van besluitvorming die helder is voor de burgers. We willen een betere verhouding tussen middelen en resultaten, met beheersbare financiële risico’s. We willen sturen met rendement, met ruimte voor betrokkenheid van de burger. In dit verslag geven we aan hoe wij het afgelopen jaar bovenstaande uitdagingen hebben opgepakt en hoe de resultaten. Wat ons betreft kijken we terug op een geslaagd jaar waarin wij onze hoofd- en subdoelstellingen over het algemeen met succes hebben gerealiseerd. Wij realiseren ons daarbij dat onze activiteiten in 2004 rond gebiedsgericht werken, burgerparticipatie en deregulering pas in 2005 op grotere schaal tot zichtbare resultaten en effecten leiden. De eindverantwoordelijke portefeuillehouder van dit programma is de heer J.W. Klaasen. Daarnaast zijn binnen het programma de volgende portefeuillehouders verantwoordelijk voor een aantal deelgebieden: Vergroten sociale en maatschappelijke betrokkenheid: mevrouw drs. C. Abbenhues (gebiedsgericht werken), de heer mr. G.J. Jansen (externe betrekkingen), de heer G.J.H. Ranter (communicatie en burgerparticipatie) en de heer J.W. Klaasen (juridische zaken); Besturen met rendement: de heer mr. G.J. Jansen (internationalisering), de heer J.W. Klaasen (financieel toezicht, algemeen bestuur) en de heer drs. T.W. Rietkerk (deregulering en ontbureaucratisering).
van de provincies wordt een zelfde tempo verwacht. Via gebiedsgericht werken, burgerparticipatie, dualisering, e-dienstverlening, de takendiscussie, herijking van besluitvormingsprocessen en deregulering/ontbureaucratisering hebben wij in 2004 gewerkt aan die andere provincie.
2.1.2 Hebben we bereikt wat we wilden bereiken, hebben we gedaan wat we wilden doen en heeft het gekost wat het mocht kosten? IJkpunt Onderhandelingsakkoord: Het provinciebestuur mag over vier jaar worden afgerekend op: • een grotere betrokkenheid van burgers bij de thema’s die we onderhanden hebben; • aantoonbaar minder regels en procedures; minder papier en meer concrete resultaten.
Imago-onderzoek provincie Overijssel
70 60 50 40 30 20 10 0 2001
2.1.1 Ontwikkelingen
2002
2003
2004
% kent 1 of meer taken % heeft mening over provincie
Sociale en maatschappelijke betrokkenheid Maatschappelijke ontwikkelingen als individualisering, ontzuiling en globalisering hebben de afstand tussen overheid en burgers vergroot. In aansluiting op deze landelijke tendens zien wij het als een provinciale opgave een betere verbinding te maken tussen overheid en burgers zodat burgers in de provinciale thema’s hun behoeften, zorgen en wensen herkennen. Dat vraagt om een andere provincie die selectiever is, anders stuurt en beter presteert. Burgers en organisaties vragen niet alleen om minder administratieve lasten maar ook om heldere regelgeving en transparante besluitvorming. De inzet van ICT wordt door het rijk daarbij als randvoorwaardelijk en strategisch gezien voor het moderniseren van het overheidsapparaat. Het tempo voor de electronische overheid wordt door het rijk opgevoerd;
De bekendheid en betrokkenheid van burgers bij het werk van de provincie vertoont lichte schommelingen. In het afgelopen jaar zijn burgers/belanghebbenden (inter)actief betrokken bij enkele grote provinciale projecten zoals: Reconstructie Salland Twente Mastenbroek Uiterwaarden Olst Vermindering van regels en procedures: Precarioverordening: van 12 heffingen naar 2 Subsidieverordeningen: van 10 naar 3 De eerste meting van administratieve lastendruk heeft eind 2004/begin 2005 door Rijk/IPO/VNG plaatsgevonden; op dit moment zijn nog geen gegevens
Jaarverslag 2004
13
beschikbaar. Doelstelling voor 2007: Overijssel in de top-3 van provincies met minste administratieve lasten
Gemiddelde behandelduur bezwaarschriften
voering van inspraak bereikt, maar ook een bijdrage aan het terugdringen van regelgeving en van bestuurslasten. Ook bij de provinciale infrastructuurprojecten worden burgers en belangenorganisaties actief betrokken.
Percentages
(wettelijke termijn 10 weken)
25
Subdoelstelling: Een meer strategische inzet van communicatie en een meer communicatieve organisatie
20 15 10 5 0 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2007
behandelduur
De formele bezwaarschriftenprocedure is de afgelopen jaren steeds meer vereenvoudigd en meer bezwaren zijn anders opgelost.
Hoofddoelstelling: Vergroting van de sociale en maatschappelijke betrokkenheid Subdoelstelling: Een actieve betrokkenheid van burgers in de ontwikkeling en uitvoering van beleid Conform de begroting is het jaar 2004 gebruikt voor discussie over de vraag hoe burgers en organisaties bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid betrokken kunnen worden. Aan de hand van een startnotitie in het voorjaar van 2004 en enkele conferenties is in december het uitvoeringsprogramma rond Burgerparticipatie in Overijssel besproken. De opzet is zoveel mogelijk aan te sluiten bij gestarte of geplande activiteiten (onder meer de E-provincie, het project IJsseldelta en Nationaal Landschap NoordoostTwente). Burgers en organisaties kunnen inmiddels meepraten via het meldpunt "Meepraten" op internet. Daarmee is een eerste begin gerealiseerd van actieve burgerparticipatie en is een goede basis gelegd voor de concrete uitvoering van de activiteiten in 2005. Bij de totstandkoming van de nota Sociale Actie hebben Provinciale Staten in de rol van volksvertegenwoordiger burgers en organisaties actief betrokken in de inspraak. Om die ontwikkelingen mogelijk te maken en te ondersteunen is de bestaande Inspraakverordening Overijssel in 2004 aangepast. Daarmee is niet alleen veel meer flexibiliteit in de uit-
14
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Het in 2004 vastgestelde communicatiebeleidsplan 2004-2007 ‘De provincie dichterbij’, schept de kaders voor het communicatiebeleid van ons college in de komende jaren. Uw staten stelden een eigen communicatieplan vast. Digitalisering van de communicatie staat centraal: e-nieuwsbrief, een krachtiger website (integratie met portal), digitale knipselkrant, Overijssels aanzicht digitaal, etc. De communicatie is meer bestuursgericht geworden; de speerpunten van beleid staan centraal. De integratie van de provinciale site www.prv-overijssel.nl en van de portal www.overijssel.nl tot één site www.overijssel.nl met een aantal themapleinen is vrijwel voltooid (realisering is voorzien voorjaar 2005). Op deze wijze is in 2004 een start gemaakt met een meer transparante en heldere communicatie. Ook voor de interne communicatie is een plan van aanpak vastgesteld, dat in 2005 volop in uitvoering zal komen. In het najaar van 2004 is de 4-meting imago-onderzoek provincie Overijssel gehouden. De regionale media (RTV Oost 37% en de regionale dagbladen 62%) vormen met de pagina Overijssel.nl in de huis-aan-huisbladen (56%) nog steeds de belangrijkste informatiebron voor de burger, waar het gaat om de informatie die de burger over de provincie tot zich neemt. De internetpagina is minder bekend, hoewel het aantal mensen dat de site bezoekt langzaam toeneemt (10.000 bezoekers per maand, dit is 20% meer dan in 2003). Het percentage van de Overijsselse bevolking dat de mogelijkheid heeft gebruik te maken van internet is in vergelijking met 2003 verder toegenomen (van 74% naar 79%). Subdoelstelling: Verbeteren van de digitale toegankelijkheid en elektronische dienstverlening en vraaggeleide ontsluiting van (geografische) kennis, informatie via internet en een geleidelijke opbouw van de elektronische dienstverlening In 2004 is in de e-dienstverlening een belangrijke stap gezet door de ontwikkeling van het subsidieloket en de risicokaart. Het subsidieloket dient als basis om in 2005 te komen tot 45% e-dienstverlening. Ook de risicokaart is nagenoeg gereed; het wachten is nog op
het beschikbaar komen van een aantal gegevens van VROM en van de afronding van de landelijke website, waarmee de provinciale sites toegankelijk worden. We gaan ervan uit dat de risicokaart in 2005 op het Internet staat. Met de risicokaart is het ook mogelijk geworden meer geografische informatie op internet te plaatsen. Zo kan in 2005 de cultuurhistorische atlas op het Internet komen. In 2004 is ook duidelijk geworden dat een versnelling noodzakelijk is in ICT-ontwikkelingen om de gestelde doelen in deze bestuursperiode te halen: digitale loketten in 2006 en 2007, digitaal werken in gerenoveerd provinciehuis en de overgang naar een nieuw besturingssysteem, Windows XP. Wij hebben daarom een voorstel aan Provinciale Staten voorgelegd waarin de noodzaak voor deze intensivering is toegelicht en is voorgesteld hiervoor extra middelen uit te trekken. Subdoelstelling: Gebiedsgericht werken Met het gebiedsgericht werken hebben wij een nauwere samenwerking met onze partners gerealiseerd om de economische, fysieke en sociale problematiek in de betreffende gebieden aan te pakken. Die problematiek is – soms mede door regelgeving – in een aantal gevallen complex en/of weerbarstig; reden voor ons om ook hier terugdringing van regelgeving en bureaucratie proberen te realiseren. De gebiedsprogramma’s hebben alle in aanzet een integraal karakter en blijken te kunnen rekenen op groot draagvlak; de besprekingen in de Bestuurlijke Gebiedsoverleggen (BGO’s) getuigen daarvan. Nu de basis er ligt, zullen wij inzetten op een voortvarende en versnelde uitvoering via projecten. Bestuurlijk heeft deze samenwerking vorm gekregen in de BGO’s waarin provincie, gemeenten en waterschappen participeren en die in ieder van de 8 (5 landelijke en 3 stedelijke) gebieden functioneren op basis van een gezamenlijk gebiedsprogramma. In de stedelijke netwerken vervullen de bestaande regie- en stuurgroepen deze rol. De BGO’s worden ondersteund door de gebiedsteams. Met maatschappelijke partners in de reconstructiegebieden zijn afspraken gemaakt over hun inzet bij voorbereiding en uitvoering van gebiedsprogramma’s, opdat in 2005 concrete resultaten gehaald kunnen worden.
Subdoelstelling: Balans tussen meer beleidsruimte voor gemeenten en een gezamenlijke aanpak van grote maatschappelijke vraagstukken Wij hebben een actieve lobby gevoerd voor de herindeling van de gemeenten Deventer en Bathmen: op 1 januari 2005 is de samenvoeging van de beide gemeenten een feit. De besluitvorming op landelijk niveau komt overeen met het standpunt dat Provinciale Staten twee maal, in 1997 en in 2001, hebben ingenomen. Wij hebben ons beijverd om de vorming van de Wgr+ Regio Twente beter te doen afstemmen op de aard en omvang van de grootstedelijke problematiek in Twente. Mede als gevolg daarvan en de opvattingen in Twente zelf, heeft de Tweede Kamer eind december 2004 het wetsvoorstel Wgr+ geamendeerd. De kaderstellende rol van de provincie op de beleidsterreinen Ruimtelijke ordening en verkeer en vervoer is verbeterd en hersteld. Omdat de parlementaire behandeling is vertraagd, kon de Wgr+ niet per 1 januari 2005 worden ingevoerd. De Kaderwetregeling Twente is met maximaal 2 jaar verlengd. De voorgenomen pilot bestuurskrachtmonitor Overijssel gaat na het recente afhaken van de gemeente Almelo niet door. Wij hebben de gemeenten qua bestuurskracht ondersteund waar nodig of gevraagd; een voorbeeld daarvan is de interventie in de bestuurscrisis in Losser in het voorjaar van 2004. In 2004 is ten behoeve van het ontwikkelen van een samenhangende visie op de financiën van de Overijsselse gemeenten een nieuw beleidskader vastgesteld, waarbij we ook gebruik gaan maken van het instrument benchmarking om een verdere modernisering van het financiële toezicht te ondersteunen. De aandacht van dit kabinet voor landsdelige benadering van regionale problemen is in 2004 verder afgenomen. Dat heeft ertoe geleid dat met Gelderland een meer maatwerkgerichte en zakelijke vorm van samenwerking is ontstaan. De samenwerking heeft zich in 2004 toegespitst op een aantal relevante thema’s (internationalisering, reconstructie, stedendriehoek, cultuur, kennisbeleid, nota Ruimte, WGR+, Europese structuurfondsen en infrastructuur).
Jaarverslag 2004
15
Vledder
Beilen Diever
F
r
i
e
s
l
a
n
Westerbork
d Dwingeloo
Oldemarkt
Emmer-Compascuum
D
r
e
n
t
h
e
Steenwijk EMMEN
Kuinre Havelte
Steenwijkerland
Giethoorn
Klazienaveen
Hoogeveen Blokzijl
Veenoord
Marknesse
Meppel
Zwartemeer
Dalen
Nieuw Amsterdam
Emmeloord Beulakerwijde wijde e pp
ler
di
F
l
e
v
o
l
a
n
d
Zuidwolde
Z w art
Genemuiden
De Krim
Staphorst
Zwartsluis
Zwarte Meer
Schoonebeek
Coevorden
M
e
ep
Belter-
Vollenhove
Slagharen
Staphorst
Rouveen
Lutten
Emlichheim
e
Balkbrug Ketelmeer
Zwartewaterland
Dedemsvaart
Nieuwleusen
ater W
Hasselt
Gramsbergen
Hardenberg
Kampen
Hardenberg
IJsselmuiden
D
ZWOLLE
Ommen
Dronten
h
e
sc
Dalfsen
Zwolle
O
ss e rij ve
l
cht Ve
Dalfsen
Kampen
U
I
T
S
L
A
N
D
Bergentheim
Neuenhaus
Ommen
Kloosterhaar
Uelsen IJss
el
NORDHORN Den Ham
WesterhaarVriezenveensewijk
Vroomshoop
Elburg Hattem
Oldebroek
Twenterand Tubbergen
Heino
Wezep
Lemelerveld Geesteren
't Harde
Wijhe
Nunspeet
Ootmarsum
Hellendoorn
Raalte
Epe
Wierden
Nijverdal Heeten
Almelo
Wierden
Oldenzaal
Borne Borne
Rijssen
Deventer
Diepenveen
Losser
Holten
Schalkhaar
e
l
d
e
r
l
Delden
Losser
HENGELO
DEVENTER n d
a
Oldenzaal
Enter
Rijssen-Holten Vaassen
Weerselo
ALMELO
Olst
Olst-Wijhe
Bathmen
Goor
Bathmen
Hengelo
Markelo e Tw
Twello
naa eka nth
ENSCHEDE
Overdinkel
l
Enschede
Hof van Twente
APELDOORN
Glanerbrug
Gronau
Boekelo
Diepenheim Gorssel ss IJ
Epe
el
Voorst
Haaksbergen Beekbergen
Lochem
Haaksbergen
Neede
Alstätte
Zutphen Eerbeek
Borculo
Vorden
Eibergen
gemeentegrens
Noordwest-Overijssel
rijksgrens
Netwerkstad Zwolle - Kampen
autosnelweg met aansluiting
Noordoost-Overijssel
autoweg
Salland
provinciale weg
Noordoost-Twente
regionale weg
Zuidwest-Twente
spoorwegen
Netwerkstad Twente
bebouwde omgeving
Stedelijk Netwerk Stedendriehoek
gebiedsindeling Bron: BAOB team BAO
overzichtskaart 2004 Cartografie: Provincie Overijssel mrt. 2005 tek.nr.05295101
16
Denekamp
Dinkelland
Raalte
G
Tubbergen
Vriezenveen
Hellendoorn
Heerde
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
0
10km
Subdoelstelling: Een optimale inzet van alternatieve geschilbeslechting Mediation l heeft een plaats verworven in het Nederlands rechtsbestel; het kabinet en de Tweede Kamer staan achter de voorgenomen inbedding van mediation in de juridische infrastructuur. In Overijssel zijn we al een aantal stappen verder: de toepassing van alternatieve geschilbeslechting heeft in 2004 een aanzienlijke groei laten zien. Wij hebben 155 Awbbezwaarschriften behandeld. Van de 155 behandelde bezwaarschriften hebben 79 de volledige procedure (met hoorzitting) doorlopen; de overige 50% is alternatief opgelost of heeft een verkorte route gevolgd (ontbureaucratisering). Betrokken partijen (burgers, instellingen, bedrijven, andere overheden) hebben aangegeven tevreden te zijn over de wijze waarop ze kunnen meedenken en meewerken aan oplossingen voor het ontstane geschil of de klacht. Ook zijn ze tevreden over de onder andere hiermee bereikte verkorting van de behandelduur van bezwaarschriften: van 22 weken in 2001 naar 7,6 weken in 2004. In 2004 hebben wij dit instrument ook in de primaire fase van besluitvorming ingezet (74 keer), bij geschillen op gemeentelijk niveau (8 keer) en bij interne werkgerelateerde zaken (10 keer). Daarnaast hebben wij 125 medewerkers van de provincie een intern gegeven cursus communicatie en conflicthantering laten volgen, zodat geschillen in een vroeg stadium worden gesignaleerd en opgelost. Op deze wijze is niet alleen alternatieve geschilbeslechting (w.o. mediation) sterker in de organisatie ingebed, maar heeft het er ook toe geleid dat dreigende geschillen met burgers en organisaties niet verder geëscaleerd zijn en eerder tot een oplossing zijn gekomen. Overijssel is hierin koploper. Per 1 januari 2006 wordt het project beëindigd; de activiteiten zijn per die datum ingebed in de reguliere activiteiten van de organisatie.
Hoofddoelstelling: Besturen met rendement Subdoelstelling: Een effectieve invulling van de kaderstellende en controlerende rol van PS en de uitvoerende rol van GS in het kader van het duale stelsel In 2004 is met het opstellen van de Programmabegroting 2005 een effectievere invulling mogelijk gemaakt van de kaderstellende en controlerende rol van Provinciale Staten. Deze in 2004 gerealiseerde belangrijke verbeterslag heeft ertoe geleid dat de
doelen die de provincie wil realiseren zoveel mogelijk in meetbare en toetsbare termen zijn geformuleerd. Daardoor is het voor ons college in onze meer uitvoerende rol ook duidelijker welke koers wij moeten varen. De kaderstellende rol heeft daarnaast ook concreet vorm gekregen in de startnotities (o.a. Sociale Actie, Provinciaal Verkeers- en Vervoersbeleid, Economisch beleid en burgerparticipatie) en de vaststelling van enkele kaderverordeningen. Bij de uitwerking van de startnotities, vormgegeven door middel van interactieve beleidsvoorbereiding (burgerparticipatie), bent u nauw betrokken geweest vanuit uw volksvertegenwoordigende rol. Zoals al gemeld is in de Najaarsnota zijn de middelen voor de invoering van het dualistische stelsel in Overijssel slechts ten dele nodig gebleken, met name omdat waar mogelijk reguliere budgetten zijn benut. Dit betreft de uitgaven voor invoering van de programmabegroting en bijzondere kosten invoering dualisering. Daarnaast is een beperkt gebruik gemaakt van het scholingsbudget van Provinciale Staten en het budget voor uitvoering van het communicatieplan van PS. De commissie beleidsevaluatie heeft het in 2004 beoogde onderzoeksprogramma uitgevoerd, het resterende bedrag is niet aangewend. Subdoelstelling: Versterken van de beleidscontrolcyclus Bij het plannen en uitvoeren van beleid hoort het afleggen van verantwoording via Provinciale Staten aan de samenleving. Hiervoor is een sterkere beleidscontrolcyclus noodzakelijk. In 2004 zijn verdere verbeterslagen in de beleidscontrolcyclus gemaakt. De in 2004 vervroegd behandelde Najaarsnota heeft aan de hand van de beleidsaccenten uit de begroting inzicht gegeven in de voortgang van de programma’s. De Najaarsnota is hiermee nadrukkelijk een herijkingsinstrument van het lopende beleid geworden. Met de Programmabegroting 2005 en de aangescherpte rapportagecyclus denken wij de balans te hebben gevonden tussen sturen op hoofdlijnen en herkenbare concrete effecten. Om te kunnen begroten en verantwoorden is informatie nodig over trends en ontwikkelingen in de Overijsselse samenleving. De bestaande beleidsinformatievoorziening is daarom in 2004 in kaart gebracht. In de Programmabegroting 2005 zijn als eerste stap indicatoren opgenomen. Het samenbrengen en bijhouden van de noodzakelijke gegevens vergt veel inspanning. In 2005 wordt gestart met het stelselma-
Jaarverslag 2004
17
tig vastleggen en volgen van de indicatoren. Dit is de aanzet voor het systematisch werken met beleidsinformatie vanaf 2006. In 2004 zijn nieuwe wettelijke voorschriften (BBV en rechtmatigheidscontrole) van kracht geworden die effect hebben op de inrichting van de beleidsmatige en financiële verantwoording en bijbehorende rapportages. Zeker de rechtmatigheidscontrole zorgt voor een toename aan registratie- en controle-verplichtingen. Aan de hand van de ervaringen over 2004 zal een nadere analyse plaatsvinden of via aanpassingen in de P&C-systematiek deze extra administratieve lasten verminderd kunnen worden. Er mag geen onnodige systeemdwang optreden. Subdoelstelling: Takendiscussie en verbetering van processen De discussie over het Programma de Andere Provincie (PAP) heeft een kader geschapen waarbinnen tal van projecten een plaats hebben gekregen. Het eind 2004 opgestelde implementatieplan “De weg naar de andere provincie 2007” bevat vijf actielijnen: implementatie van de taakstellingen uit de takendiscussie, renovatie van het provinciehuis (TOOL), de elektronische provincie, ontbureaucratisering/deregulering en kwaliteitsimpulsen. De implementatie van de Takendiscussie is in gang gezet. De taakstelling van 10 miljoen dient uiterlijk 1 januari 2007 te zijn geëffectueerd. In het jaar 2005 zullen nog nauwelijks financiële effecten behaald kunnen worden. Wij zullen de Staten bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 en bij de Najaarsnota rapporteren over de voortgang van de resultaten van de taakstelling op de programmagelden. Wij geven daarbij dan met name aan waar de resultaten van de taakstelling concreet neerslaan. De resultaten van de taakstelling op de personeelsgebonden kosten zullen geëffectueerd kunnen worden zonder dat daarbij gedwongen ontslagen vallen. Op de weg naar 25% minder regelgeving in 2007 hebben wij in 2004 de eerste resultaten bereikt. Zo zijn 10 bestaande subsidieverordeningen vervangen door 3 nieuwe kaderverordeningen (Sociale Actie, Veiligheid en In actie voor werk) en is de Precarioverordening in reikwijdte beperkt. Naast minder regelgeving is hiermee bereikt dat burgers en organisaties aanzienlijk minder administratieve lasten hebben. Op het Internet-Meldpunt minder regels, ingesteld in december 2003, zijn in 2004 ruim 20 meldingen binnengekomen. De meeste daarvan hadden betrek-
18
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
king op bouwen en wonen en op aanvraagprocedures. Dit heeft geleid tot enkele aanpassingen in de provinciale werkwijze. De suggesties rond regelgeving worden bij de herziening van procedures en regelgeving in 2005 meegenomen (deregulering). Processen vergunningverlening en handhaving Het in 2004 vastgestelde document "Overijsselse kijk op vergunningverlening en handhaving; schakeldocument tussen visie en uitvoering" geeft het bestuur en medeoverheden inzicht in de wijze waarop de uitvoering van vergunningverlening van handhaving wordt gestructureerd, zodat deze is gericht op het realiseren van de bestuurlijke prioriteiten en wettelijke taken. Uitgangspunt hierbij is een integrale en risicogeoriënteerde aanpak. Met het "Jaarplan Vergunningverlening en Handhaving 2005" hebben we een beoordeling en prioritering van alle activiteiten op het gebied van de vergunningverlening en handhaving van milieuwetgeving voor 2005 gerealiseerd. Dit heeft ertoe geleid dat de activiteiten, die het meeste risico veroorzaken en waarvoor veel bestuurlijke en maatschappelijke aandacht is, met voorrang en meer aandacht zullen worden behandeld. De ISO-gecertificeerde werkwijze is ook in 2004 toegepast waardoor bedrijven met een consequente en duidelijke provinciale aanpak te maken krijgen. De extra inzet bij vergunningverlening en handhaving (zie het programma Milieu) heeft geleid tot een aanzienlijke overschrijding van de advertentiekosten voor de bekendmaking van milieubesluiten (EUR 150.000). Subdoelstelling: Processen subsidieverstrekking en financiële relaties In het onderhandelingsakkoord Ruimte voor Actie is het volgende vastgelegd: “De provincie wil met de maatschappelijke organisaties en instellingen outputgerichte prestatieafspraken maken, die volstrekt recht doen aan ieders eigen verantwoordelijkheid en het maatschappelijke resultaat dat we willen bereiken.” Vraaggerichte sturing is hierbij een centraal criterium. Het nog door het vorige college gestarte onderzoek ‘herijking financiële relaties’ levert de uitgangspunten voor de afspraken met maatschappelijke organisaties en instellingen. Wij hebben binnen het project Stroomlijning en Sturing, Herijking financiële relaties en subsidierelaties, een toetsingskader en sturingsmodellen ontwikkeld, waarbij tevens rekening is gehouden met de eisen die worden gesteld vanuit de Mededingingswet,
Wet Markt en Overheid, vanuit Europa m.b.t. ongeoorloofde Staatssteun, en de vernieuwde Financiële Verantwoordingssystematiek (BBV). Wij hebben daarover bij verschillende gelegenheden met Provinciale Staten gesproken en constateren dat we het op hoofdlijnen eens zijn over de bruikbaarheid en toepasbaarheid van de instrumenten. Over de verantwoordelijkheidsverdeling tussen GS en PS bij subsidieverlening zullen we nog met u spreken. In de programmabegroting 2004 was afgesproken dat 60 relaties/regelingen (van de in totaal ruim 160) aan een interne toetsing op basis van het toetsingskader en sturingsmodellen onderworpen zouden worden. Dat is gelukt. Over de conclusies die naar aanleiding van deze eerste toetsfase getrokken zijn, hebben wij PS actief geïnformeerd. In verband met het politieke karakter van subsidieverlening zullen wij PS nauw blijven betrekken bij de voortgang en uitwerking van dit dossier De gevolgen van de herijking voor de toekomstige vormgeving van de relaties zullen bovendien niet eerder plaatsvinden dan ten tijde van de subsidieverlening 2007. Tevens hebben we voor de min of meer vaste relaties van de provincie een informatiebijeenkomst gehouden om de organisaties op de hoogte te stellen van de nieuwe voornemens voor de invoering van de nieuwe systematiek.
we werken eraan deze in gezamenlijkheid met de betrokken Nederlandse en Duitse overheden en instanties op te lossen. Voorts is gewerkt aan de nadere invulling van de samenwerkingsrelatie tussen Overijssel, Gelderland en de Roemeense regio Teleorman (en oriënterend met Giurgiu) en is een oriëntatie gestart naar de samenwerkingsmogelijkheden met een regio in Polen. De herijking van de samenwerking met Letland, die in 2004 plaatsvond als gevolg van de toetreding van de Republiek Letland tot de Europese Unie, is zowel in Letland als in Overijssel door ons uitgedragen. De samenwerking op nationaal niveau is beëindigd; in de westelijke regio van Letland (Kurzeme) wordt deze samenwerking met diverse partners onverminderd voortgezet. Op het product Promotie en Externe betrekkingen is € 0,141 miljoen méér uitgegeven dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door niet voorziene kosten van de waterprojecten Letland en hogere advertentiekosten.
Subdoelstelling: Flexibel inspelen op onvoorziene kansen In mei 2004 hebben Provinciale Staten besloten € 16,45 miljoen uit het Actiefonds te bestemmen voor projecten in het kader van de Netwerkstad/ontwikkeling Twente, West-Overijssel/IJsseldelta, Zorg & Innovatie en Duurzaam & Veilig. Vier projecten hiervan zijn in 2004 begonnen. Dit betreft een bedrag van € 3,15 miljoen. Voor de besteding hiervan verwijzen wij u naar de paragraaf Actiefonds in hoofdstuk 4. Subdoelstelling: Versteviging van het nationale en internationale netwerk Het ambtelijk en bestuurlijk netwerk met de diverse relevante overheidsniveaus in Nederland, in Brussel en ook over de grens met onze Duitse partners, hebben wij versterkt. Niet alleen door intensievere contacten maar ook door bijvoorbeeld het voorzitterschap van de Commissaris van de Koningin van de Nederlandse delegatie naar het Comité van de Regio’s. De aanwezige knelpunten in de grensoverschrijdende samenwerking met Duitsland brengen we in kaart en
Jaarverslag 2004
19
Heeft het gekost wat het mocht kosten?
Bedragen x € 1.000
Begroting 2004 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Bestuur
Besturen met rendement Vergroting sociale en maatschappelijke betrokkenheid Totaal programmakosten bestuur Personeelsgebonden kosten Bestuur Toegerekende apparaatskosten Bestuur Totaal programma Bestuur
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
38
4.729
-4.691
449
4.635
-4.186
505
77 –––––––– 115
2.762 –––––––– 7.491
-2.685 –––––––– -7.376
178 –––––––– 627
2.735 –––––––– 7.360
-2.557 –––––––– -6.743
128 –––––––– 633
0 0 –––––––– 115
5.964 4.833 –––––––– 18.288
-5.964 -4.833 –––––––– -18.173
0 0 –––––––– 627
5.126 4.355 –––––––– 16.851
-5.126 -4.355 –––––––– -16.224
838 478 –––––––– 1.949
Bedragen x € 1.000
Baten
Lasten
Saldo
–––––––
18 –––––––
-18 –––––––
18
-18
Secundaire voorziening Statenleden Totaal ten laste van voorzieningen
Een detailoverzicht per programma is opgenomen in hoofdstuk 4.
20
Verschil
––––––––
Baten
De kosten die worden gefinancierd door een onttrekking uit een voorziening worden conform BBV niet meer via het product geboekt, maar rechtstreeks ten laste gebracht van de betreffende voorziening. In 2004 was de begroting nog anders door de Staten vastgesteld. Bij dit programma gaat het om de volgende voorziening.
Voorziening
Rekening 2004
––––––––––––––––––––––––––––––––
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Toelichting belangrijkste verschillen: Besturen met rendement: De hoofdoorzaak is dat de kosten voor de dualisering (opleiding, invoeringskosten, nieuwe systemen e.d.) aanzienlijk zijn meegevallen (€ 304.000) alsook is de stelpost voor de rekenkamer/commissiebeleidsevaluatie te hoog gebleken (€ 145.000).
Resultaatbestemmingen worden gevraagd voor: de andere provincie (deregulering/ontbureaucratisering)
€ 14.000
communicatieplan PS
€ 50.000
Vergroten sociale en maatschappelijke betrokkenheid: Het belangrijkste verschil zit in een uitgestelde prestatie op het terrein van ICT, namelijk cofinanciering voor project OSATO naast bijdrage uit Phasing out programma doelstelling 2 Twente (€ 112.000). De resultaatsbestemming van alle cofinanciering is meegenomen bij de Europese programma’s binnen het programma Economie en Innovatie.
Resultaatbestemmingen worden gevraagd voor: grensoverschrijdende samenwerking rampenbestrijding
€ 35.000
Personeelsgebonden kosten en toegerekende apparaatskosten Bestuur: Het betreft hier optisch grote verschillen. De oorzaak ligt er in dat bij de begroting 2004 voor grote projecten en programma’s zoals GSB en GGW de personele kosten onder het programma bestuur zijn geraamd. Bij de uitvoering in 2004 zijn de betrokken feitelijke kosten bij producten van verschillende andere programma’s gemaakt en ook daar verantwoord. Voor inzicht in het totale verloop van de personele en overheadkosten zie paragraaf 4.5.2.
Jaarverslag 2004
21
22
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Voor de samenleving is een gezonde economie van groot belang. Werkgelegenheid is een noodzakelijke voorwaarde voor sociale kwaliteit. De provincie en andere bestuurslagen kunnen de gunstige (vestigings) voorwaarden scheppen die ondernemers in staat stellen bij te dragen aan een gezonde economie. Daarom zet het bestuur in op de stimulering van werkgelegenheid en de ontwikkeling van innovatief ondernemerschap in het midden- en kleinbedrijf. Op deze wijze dient ook te worden voorkomen dat kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt werkloos worden of geen werk kunnen vinden. De eindverantwoordelijke portefeuillehouder van dit programma is mevrouw drs. C. Abbenhues. Daarnaast is binnen dit programma de heer P. Jansen verantwoordelijk voor het aandeelhouderschap van Essent en Vitens.
2.2.2 Hebben we bereikt wat we wilden bereiken, hebben we gedaan wat we wilden doen en heeft het gekost wat het mocht kosten? IJkpunt Onderhandelingsakkoord: Het bestuur mag over vier jaar worden afgerekend op zijn bijdrage aan: • een werkgelegenheidsontwikkeling die beter is dan het landelijke gemiddelde.
Ontwikkeling aantal arbeidsplaatsen
percentage
2.2 Economie en innovatie
4
2
0
2.2.1 Ontwikkelingen
-2 2000
2004 (raming)
Overijssel Nederland
In 2004 is in Overijssel net als in Nederland, waar dat al een jaar eerder gebeurde, de werkgelegenheidsontwikkeling in de rode cijfers terechtgekomen. Wij putten er weinig voldoening uit dat de ontwikkeling in Overijssel beter is gebleven dan het landelijk gemiddelde, zeker gelet op de blijvende toename van de werkloosheidscijfers in Overijssel. Het ingezette Overijssels werkgelegenheidsoffensief moet daarom, samen met het regionale bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en lokale overheden, met kracht worden voortgezet.
Ontwikkeling werkloosheid (niet werkende werkzoekenden)
percentage
Relevante ontwikkelingen op rijksniveau voor de toeristische sector zijn het verschijnen van de “Nota Ruimte”, “Pieken in de Delta” en de “Agenda Vitaal Platteland”. Hierbij spelen zaken die ook voor ons van belang zijn, zoals het recreatief ruimtegebruik en de landelijke routenetwerken. Om één en ander een plek te geven in ons eigen beleid is gestart met het opstellen van een actualisatie van de provinciale visie op het terrein van toerisme en recreatie
2002
10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 2000
2001
2002
2003
2004
2005 jan. prognose
Overijssel Nederland
Jaarverslag 2004
23
Hoofddoelstelling: Ontwikkeling werkgelegenheid beter dan landelijk gemiddelde. In de programmabegroting hebben wij aangegeven dat het initiatief genomen zal worden tot een Overijssels werkgelegenheidsoffensief en dat dit met het regionale bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en de regionale overheden zal worden opgezet en uitgevoerd. In de nota ‘In actie voor werkgelegenheid’ (Meerjarig Economisch uitvoeringsperspectief, MEUP), die in oktober is vastgesteld, hebben wij aangegeven welke activiteiten wij daarvoor gaan ondernemen. In het MEUP zijn indicatoren opgenomen aan de hand waarvan de voortgang in het programma kan worden gemonitord. De door ons ondernomen initiatieven hebben tot gevolg gehad dat de werkgelegenheidsgroei in de provincie Overijssel redelijk op peil is gebleven, waardoor wordt bijgedragen aan deze hoofddoelstelling van het onderhandelingsakkoord 2003-2007. Subdoelstelling: Loonkostensubsidiëring De regelingen APR Klein en APR II lopen door in 2005. Door middel van de regelingen willen we een bijdrage leveren aan het creëren van nieuwe arbeidsplaatsen (512 respectievelijk 650) in Overijssel. Via de APR II hebben in 2004 twee bedrijven een beschikking ontvangen voor een uitbreidingsproject in Twente. Via de APR Klein hebben in 2004 tot nu toe 14 bedrijven een beschikking ontvangen. Op basis van de subsidietoezeggingen zullen er 239,5 arbeidsplaatsen gerealiseerd worden. Wij zijn tevreden over het gebruik van de APR Klein, van de APR II-regeling hadden we meer verwacht. Voor beide regelingen geldt echter dat de benutting van de regeling niet door de provincie is te beïnvloeden. Via persberichten, nieuwsbrieven, etc. worden de regelingen regelmatig voor het voetlicht gebracht bij potentiële gebruikers. Subdoelstelling: Ruimte voor (duurzaam) ondernemen Het stimuleren van bedrijvigheid vraagt om maatregelen over een breed front. We richten ons op groei en behoud van werkgelegenheid, uitgangspunt is dat de groei zich moet concentreren rondom de zgn. duurzame bedrijvigheid. Om deze doelstelling te bereiken hebben wij ons op de volgende onderwerpen gericht.
24
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Bijdragen aan voldoende marktgerichte locaties van voldoende kwaliteit. 1. Bedrijvigheidsplannen: met de gemeenten heeft via de Regionale Platforms Bedrijventerreinen afstemming plaatsgevonden over de bedrijvigheidsplannen. Dit heeft er in geresulteerd dat bijna alle gemeenten een bedrijvigheidsplan bij de provincie hebben ingediend. De plannen worden in het voorjaar van 2005 beoordeeld. 2. Betrokkenheid bij bestaande regionale projecten. Zuiderzeehaven: de gemeente Kampen heeft het bestemmingsplan ter toetsing bij de provincie ingediend. In december hebben wij onze goedkeuring verleend aan het bestemmingsplan. De provincie is als aandeelhouder betrokken bij de ontwikkeling van de Zuiderzeehaven. RBT: in 2004 zijn de mer-procedure en het haalbaarheidsonderzoek tbv het RBT afgerond. De procedure voor de wijziging van het streekplan is inmiddels gestart. Op basis van het haalbaarheidsonderzoek nemen staten en raden begin 2005 een “go” of “no go” besluit. 3. Stimuleren van revitalisering en verduurzaming van bestaande bedrijventerreinen. Wij financieren en nemen deel in de projectuitvoering van 10 revitaliseringsprojecten. In 2004 zijn de werkzaamheden gericht op het laten opstellen van masterplannen, die een aanzet geven tot de daadwerkelijke revitalisering. Eind 2004 is de kaderverordening “in actie voor werk Overijssel 2004” vastgesteld. Nu kan worden overgegaan tot de uitvoering. Om een indruk van de resultaten te geven lichten we er twee uit. Hasselt: parkmanagement is opgezet. Projecten op het gebied van onder meer gezamenlijke beveiliging, energie-inkoop, afvalinzameling en groenbeheer zijn ontwikkeld en uitgevoerd. Daarnaast is in samenwerking met het ministerie van VROM een project voorbereid waarbij een start wordt gemaakt met de revitalisering van een deel van het terrein. Marslanden (Zwolle): een masterplan is opgesteld en vastgesteld, waarbij 10 concrete uitvoeringprojecten zijn benoemd en uitgewerkt. De gemeente Zwolle gaat nu samen met de ondernemers aan de slag om de projecten uit te voeren en heeft hiervoor geld gereserveerd. Bij 40 bedrijven op het terrein is een besparingproject (op energie, water en afval) uitgevoerd. Tevens is geïnventariseerd of bedrijven geïnteresseerd zijn in samenwerkingsprojecten op het gebied van afvalinzameling, telecom inkoop, BHV-opleiding.
Actieplan herstructurering. Met het opzetten van het actieplan is in 2003 begonnen, maar de uitvoering heeft vertraging opgelopen, doordat beantwoording door gemeenten van een uitgezette enquête behoorlijk meer tijd vergde dan ingepland. In juni 2004 zijn de resultaten via een symposium gecommuniceerd naar gemeenten en andere actoren. Het actieplan zal in dit voorjaar worden gepresenteerd. Bij het opstellen van de begroting 2004 was de inschatting dat 75 ha industrieterrein geherstructureerd zou worden een optimistische schatting. De complexiteit van de projecten en de dagelijkse realiteit leiden ertoe dat het tempo waarin projecten worden opgepakt en uitgevoerd lager ligt dan geschat. Subdoelstelling: Vergroten van het innovatieve vermogen van het MKB In 2004 gaf de Rijksoverheid de nota’s “Pieken in de Delta” en de “Nota Ruimte” uit. De Nota Ruimte kent Twente de positie van ‘Internationaal Economische Kernzone’ toe. In Pieken in de Delta is de regio Twente benoemd als een belangrijk onderdeel van de innovatieregio Oost Nederland. Twente is daarmee een kansrijke regio die een bijdrage moet leveren aan de versterking van de economische structuur van Nederland. De erkenning is een rechtstreeks gevolg van de op Oost Nederlandse schaal geformuleerde visie Triangle. Bij het formuleren van deze visie hebben wij een belangrijke rol gespeeld. In Oost-Nederland is sprake van een clustering van bedrijven en kennisinstellingen rondom de thema’s voeding, gezondheid en technologie. De visie Triangle gaat er van uit dat juist door het leggen van combinaties tussen de thema’s op basis van een vraaggerichte aanpak, nieuwe bedrijvigheid, productiviteit en werkgelegenheid kan ontstaan. Deze visie heeft de ondersteuning van de drie universiteiten, de provincies en het betrokken bedrijfsleven. In het Onderhandelingsakkoord zijn voor kennispark Twente financiële middelen toegekend. De ontwikkeling van Kennispark Twente is een project met werkgelegenheidseffecten op de middellange termijn. Gestreefd wordt naar 10.000 extra arbeidsplaatsen in 2015. De partners Enschede, Netwerkstad Twente, Universiteit en Provincie hebben in 2004 het convenant Kennispark Twente getekend en het actieplan kennispark Twente is geaccordeerd. Op basis van dit actieplan zal de invulling van het kennispark verder vormgegeven worden. Subsidiëring van het Kennispark Twente vindt plaats via de kader veror-
dening “In actie voor werk Overijssel 2004”. Inmiddels zijn met landelijke, regionale en private middelen twee projecten ondersteund die hun oorsprong hebben in Kennispark. Het gaat om het project T-Xchange en Microdruppels. Voor deze projecten is door ons € 0,6 miljoen beschikbaar gesteld als co-financiering voor een subsidie van het ministerie van EZ van € 1 miljoen. Door de positionering van Twente in het rijksbeleid heeft de provincie het initiatief genomen tot het oprichten van het Innovatieplatform Technology Valley Twente. Het platform is in december door de voorzitter van de stuurgroep Netwerkstad geïnstalleerd en zal de komende drie jaar functioneren met de opdracht om een extra impuls te geven aan de ontwikkelingen in Twente. In 2004 is het project Kennispoort Zwolle opgestart. Het project is een initiatief van drie partners, het bedrijfsleven, VU-Windesheim en de overheid (provincie en gemeente Zwolle). Er wordt door middel van thematische kringen, op praktische en pragmatische wijze vorm en inhoud gegeven aan kennisoverdracht binnen de regio Zwolle, met het doel het bedrijfsleven te versterken, de werkgelegenheid te verbeteren en de regionale economie te stimuleren. Vanuit het IPO EZ-convenant Samenwerking in de regio is de provincie Overijssel met Syntens een vierjarig programma aangegaan gericht op het stimuleren van marktgerichte innovaties binnen het Overijssels MKB. Het programma heeft zijn doelstellingen bereikt: 232 ondernemers uit met name de industriële sectoren hebben gebruik gemaakt van de ondersteuning uit het programma. In 2004 is de breedbandstrategie vastgesteld. Er is een keuze gemaakt voor een scheiding tussen infrastructuur en diensten. In samenwerking met de vijf grote steden is het actieprogramma Breedband opgezet. In het actieprogramma wordt ingezet op vraagbundeling en de ontwikkeling van diensten. Het actieprogramma wordt landelijk regelmatig als een positief voorbeeld aangehaald. Met het uitvoeren van het actieprogramma wordt in 2005 gestart. De “innovatie Impuls Overijssel” loopt op schema, ondanks dat het project laat is beschikt door de Europese Unie. Het totale programma richt zich op technostarters, bevordering ICT en bevordering innovatievermogen. In 2004 hebben 9 projecten ondersteuning ontvangen vanuit deze subsidieregeling. Voor de totale uitvoering is een jaar uitstel gevraagd en verleend.
Jaarverslag 2004
25
De innovatiestimuleringsregeling loopt goed. In de regio Twente loopt de regeling beter dan verwacht. PS heeft daarom besloten € 0,6 miljoen extra voor de regeling te reserveren. De verwachting is dat door deze investering de Europese Commissie nog eens € 1 miljoen extra voor de regeling zal vrijmaken. Op basis van resultaten worden achteraf financiële middelen beschikbaar gesteld. Het budget blijft beschikbaar tot het einde van de looptijd. Subdoelstelling: Innovatie en kwaliteitsverbetering van toeristische bedrijven, promotie en recreatievoorzieningen De werkgelegenheid in de sector recreatie en toerisme is het afgelopen jaar gegroeid. Voor het stimuleren van innovatie en kwaliteitsverbetering in toeristische bedrijven wordt gebruik gemaakt van de KITO-subsidieregeling. In 2004 hebben wij de regeling verruimd voor geheel Overijssel en zijn er extra Europese middelen aan de regeling toegevoegd. Inmiddels hebben 140 ondernemers van de regeling gebruik gemaakt, zijn er 51 projecten uitgevoerd wat heeft geresulteerd in 35 arbeidsplaatsen Voor het verbeteren van de kwaliteit van de openbare recreatievoorzieningen in zowel de stadsranden als op het platteland is de uitvoering van het wandelnetwerk in Twente gestart. Door subsidieverstrekking aan gemeenten en de regio’s Twente en IJssel-Vecht hebben wij bijgedragen aan de instandhouding van de recreatief-toeristische infrastructuur in Overijssel. Wij hebben het succesvolle magazine Buitengewoon en de Ideeënwaaier uitgebracht en is in Euregio verband gewerkt aan het grensoverschrijdend toeristisch product. Voor de professionalisering en verbetering van de toeristische promotie en marketing is onder onze regie verder gewerkt aan het toeristische marketingnetwerk. In Salland en Twente zijn voor de toeristische promotie en marketing van deze gebieden regionale bureaus voor toerisme opgericht. Samen met de regionale VVV’s Kop van Overijssel, Kampen-Zwolle-Overijssels Vechtdal, het Bureau Hanzesteden en gecoördineerd door het GOBT verzorgen deze partijen de toeristische promotie van de vakantieregio’s in Overijssel.
26
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Subdoelstelling: Verbeteren van de afstemming tussen regionaal economisch beleid en regionaal arbeidsmarktbeleid De werkloosheid is in 2004 verder toegenomen, terwijl de werkgelegenheidsgroei redelijk op peil bleef. Dit duidt op toenemende discrepanties op de regionale arbeidsmarkten. Belangrijke ontwikkeling is dan ook dat in 2004 een aanvang is gemaakt met inzet op het thema 'Menselijk kapitaal'. In Twente is met een bijdrage van het ministerie van Sociale Zaken het project 'Personeelsbeleid voor alle leeftijden' succesvol in uitvoering gebracht. Het opleidingsniveau van jonge mensen is een zaak die blijvend aandacht vraagt, teveel jongeren staan aan de kant of verlaten het onderwijs zonder startkwalificatie. In 2004 heeft de Provincie samenwerking gezocht met verschillende partners die actief zijn op het terrein van schooluitval, leerlingenzorg en jeugdwerkloosheid. In 2004 zijn op de thema's 'Werkgelegenheid' en 'Jongeren' in de regio's IJssel-Vecht, Twente en Stedendriehoek de projecten MKB leerbanenplan en Twentse Aanpak Jeugdwerkloosheid ontwikkeld en in uitvoering genomen. Doelstelling van deze projecten is ca. 2000 leerbanen en/of reguliere functies gedurende een periode van twee jaren te realiseren. Ondanks alle inspanningen is 10% van het beschikbare bedrag in 2004 niet ingezet. Dit heeft geleid tot een onderuitputting van € 200.000 op het product Functioneren arbeidsmarkt. Samenwerking en netwerkvorming zijn onder andere in uitvoering gebracht door middel van het ESF art. 6 project Ratio in Progress (Provincie Overijssel generates regional employment strategies). Drie pilots zijn van start gegaan met succesvolle seminars (in totaal ca. 350 bezoekers). In de regio's IJssel-Vecht gaat het om het thema 'Demografie en employability', in Twente is het thema “Kloof vraag en aanbod (in het bijzonder techniek)” aan de orde en in de Stedendriehoek is het speerpunt 'Gekwalificeerde start'.
Subdoelstelling: Verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt, vooral tussen vmbo en mbo en tussen mbo en arbeidsmarkt Voor innovatie en groei van de werkgelegenheid zijn goed opgeleide jongeren hard nodig. Doordat onderwijsinstellingen en bedrijfsleven elkaar vaak onvoldoende weten te vinden zetten wij in op een verbetering van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Het accent zal gelegd worden op het stimuleren van de vraagzijde van de (regionale) arbeidsmarkt, waarbij tevens aandacht is voor kwetsbare groepen op de regionale arbeidsmarkt, waarbij vooral allochtone jongeren worden bereikt. De zorgsector heeft dit jaar veel aandacht gekregen. Het betreft de gehele zorgberoepskolom (vmbo, mbo, hbo en wo). Zaken die zijn opgepakt zijn: het verbeteren van de beroepsbeeldvorming van zorgberoepen bij scholieren, medewerkers van zorginstellingen als coach betrekken bij praktijkscholing van studenten en biomedische technologische ontwikkelingen toepasbaar maken voor de lokale zorgmarkt. Om te bereiken dat zo veel mogelijk scholieren de school verlaten met een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt is geïnvesteerd in het voorkomen van en de aanpak van voortijdig schoolverlaten. Na analyse van de problematiek wordt nu gewerkt aan verbeterplannen. De Regionale Meld Coördinatie punten spelen een belangrijke rol bij de opzet en uitvoering van de verbeterplannen. Als provincie stimuleren wij door een financiële impuls ook deels de daadwerkelijke uitvoering van de verbetertrajecten. Een voorbeeld hiervan is het integraal jeugdloket in Hengelo.
Subdoelstelling: EU-programma’s In 2004 zijn op de 5 grote EU-programma’s de financiële doelstellingen gehaald, waardoor er geen EUgeld terug hoeft naar Brussel. Gezien de hoeveelheid middelen en het moeizame ontwikkelen van grotere projecten een mooie prestatie. Bij de Europese projecten gaat het in totaal om 6.000 arbeidsplaatsen. Deze bestaan deels uit nieuwe werkgelegenheid en deels uit het behoud van bestaande werkgelegenheid In 2004 is ook het EPD-Oost 97-99 tot vaststelling van de eindafrekening gekomen. Brussel heeft de eindafrekening geaccepteerd, hetgeen verheugend is nu er veel discussie was over de precieze (en juiste) toepassing van de regels door de provincie Overijssel. Het in 2004 gehonoreerde aantal projecten door het Europaloket bedraagt 150, hetgeen 30% meer is dan bij de start van het Europaloket was getaxeerd. Daaruit valt af te leiden dat veel projectindieners de weg naar de provincie weten te vinden en geconstateerd kan worden dat de kwaliteit van de projecten verder toeneemt. Inmiddels zijn in 2004 twee deelprogramma’s (Phasing-out Twente en Noordwest Overijssel en de vechtstreek) financieel uitgeput. Dat is een jaar voor sluitingsdatum. Het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP) loopt dusdanig hard dat er in 2004 opnieuw geld uit andere provincies naar Overijssel is gegaan. De financiële drempel voor het doelstelling-2-programma voor de reconstructie van de plattelandseconomie is gehaald, dit geldt eveneens voor Leader+.
Jaarverslag 2004
27
Heeft het gekost wat het mocht kosten?
Bedragen x € 1.000
Begroting 2004 na wijzigingen
–––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Economie en innovatie
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Innovatie en kwaliteitsverbetering toerisme Loonkostensubsidie, ruimte voor ondernemen en vergroten innovatief vermogen Verbeteren afstemming regionaal economisch beleid en arbeidsbeleid Verbeteren aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt Europese programma’s Goede energie- en drinkwatervoorziening
1.547
4.317
-2.770
1.548
3.479
-1.931
839
5.072
13.302
-8.230
5.899
10.423
-4.524
3.706
51
2.039
-1.988
62
1.851
-1.789
199
0 22.663 37.721 ––––––––
93 31.196 197 ––––––––
-93 -8.533 37.524 ––––––––
0 12.377 37.731 ––––––––
90 17.763 200 ––––––––
-90 -5.386 37.531 ––––––––
3 3.147 7 ––––––––
67.054
51.144
15.910
57.617
33.806
23.811
7.901
0
2.459
-2.549
0
2.831
-2.831
-372
0 ––––––––
1.992 ––––––––
-1.992 ––––––––
0 ––––––––
2.406 ––––––––
-2.406 ––––––––
-414 ––––––––
67.054
55.595
11.459
57.617
39.043
18.574
7.115
Totaal programmakosten Economie en innovatie Personeelsgebonden kosten Economie en innovatie Toegerekende apparaatskosten Economie en innovatie Totaal programma Economie en innovatie
De kosten die worden gefinancierd door een onttrekking uit een voorziening worden conform BBV niet meer via het product geboekt, maar rechtstreeks ten laste gebracht van de betreffende voorziening. In 2004 was de begroting nog anders door de Staten vastgesteld. Bij dit programma gaat het om de volgende voorzieningen. Bedragen x € 1.000
Voorziening
Baten
Lasten
Saldo
–––––––
2.304 3 –––––––
-2.304 -3 –––––––
2.307
-2.307
Europese programma’s Startende ondernemers Totaal ten laste van voorzieningen
28
Rekening 2004
––––––––––––––––––––––––––––––––
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Voor het totaalbeeld schetsen we u ook het verloop op reserves die bij dit programma horen.
Bedragen x € 1.000
Stortingen 2004
––––––––––––––––––––––––––––––– Reserves
begroot
Reserve IJsselmijgelden Reserve Europese programma’s Matchingreserve Reserve Investeringen Fonds Bedrijfsverplaatsing
gereal.
verschil
0
4.251
-4.251
750
750
0
Onttrekkingen 2004
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
begroot
gereal.
verschil
totaal
4.853 0 332 415
4.779 1.058 385 233
-74 1.058 53 -182
-74 -3.193 53 -182 0
Een detailoverzicht per programma is opgenomen in hoofdstuk 4.
Toelichting belangrijkste verschillen: Innovatie en kwaliteitsverbetering toerisme (Verschil € 542.000 en € 297.000) Instandhouding recreatief toeristische basisstructuur (2.6.10.05) Het college van GS heeft op dit product in december 2004 budgetsubsidie over 2004 verleend aan de Regio Twente ad € 475.500. Deze jaarlijkse subsidie is bedoeld voor het beheer en onderhoud van de recreatief-toeristische voorzieningen, fietspaden en fietsroutebewegwijzering. Het beheer en onderhoud is in 2004 uitgevoerd. De beschikking is in januari 2005 afgegeven. De financiële afhandeling heeft inmiddels (in 2005) plaatsgevonden. Daarnaast is een bedrag van € 66.500 gereserveerd voor gemeentelijke bijdragen voor beheer en onderhoud. In het kader van de nieuwe regelgeving voor rechtmatigheid vallen deze middelen vrij en wordt voorgesteld in totaal een bedrag van € 542.000 door middel van resultaatbestemming in 2005 beschikbaar te stellen. Ontwikkeling recreatief toeristische basisstructuur (2.6.10.10) Het verschil van € 297.000 heeft voornamelijk betrekking op het product Ontwikkeling recreatief toeristische basisstructuur (2.6.10.10). Hiervan heeft een bedrag van € 286.000 betrekking op cofinanciering van projecten in het kader van Europese programma’s. De resultaatsbestemming van alle cofinanciering is meegenomen bij de Europese programma’s van binnen het programma Economie en innovatie.
Jaarverslag 2004
29
Resultaatbestemmingen worden gevraagd voor: budget- en instandhoudingssubsidie beheer en onderhoud fietspaden
€ 542.000
Loonkostensubsidie, ruimte voor ondernemen en vergroten innovatief vermogen (Verschil € 3.164.000 en € 542.000) Kennispark Twente/ Revitalisering bedrijventerreinen (ruimte € 1.157.000 resp. € 970.000) Voor Kennispark Twente en Revitalisering bedrijventerreinen is geen aparte verordening opgesteld, maar is opgenomen in de kaderverordening “in actie voor werk Overijssel 2004”. Deze is eind 2004 vastgesteld. Daarna kon worden overgegaan tot het besteden van de financiële middelen. Voor Kennispark Twente heeft de provincie de partners in Kennispark Twente een bijdrage van € 5 miljoen toegezegd (een bijdrage van € 1,25 miljoen per jaar over de periode van 2004 tot en met 2007). Deze toezegging zal de provincie moeten nakomen. Voor het niet bestede deel van 2004 ad € 614.400 ligt een aantal concrete projectvoorstellen gereed. Verder is Oost NV gevraagd gericht bedrijvigheid voor kennispark Twente te acquireren. Voor Revitalisering bedrijventerreinen hebben de bijdragen zich beperkt tot het laten opstellen van masterplannen, die een aanzet geven tot de daadwerkelijke revitalisering. Nu kan worden overgegaan tot het besteden van de financiële middelen. Voor beide onderdelen geldt dat de nodige acties zijn ondernomen en dat hier geen sprake is van vrije ruimte in budgetten per ultimo 2004. R.O.O.(ruimte € 42.500) Het GGW is pas half 2004 in gang gezet. De BGO’s gaan begin 2005 prioriteiten stellen met betrekking tot uit te werken ideeën. Het initiatief ligt bij de gebiedsteams in overleg met de eenheden. Innovatie impuls (ruimte € 21.000) In 2004 hebben 9 projecten ondersteuning ontvangen vanuit deze subsidieregeling. Voor de totale uitvoering is een jaar uitstel gevraagd en verleend.
30
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Extra opbrengst-/ railterminal Oldenzaal (ruimte € 820.000) In het begin van de 90-tiger jaren heeft de provincie een bijdrage van € 820.000 verleend voor de aankoop van gronden door de stichting Oostland ten behoeve van de aanleg van een combiterminal in Oldenzaal. Onlangs is de stichting Oostland opgeheven en zijn de gronden overgedragen aan de provincie. De destijds verleende bijdrage is als verkrijgingsprijs geactiveerd. Dit resulteert in een niet begrote baat van € 820.000. IJsselmijprojecten (ruimte € 460.000) Het gaat hier om revitalisering van de bedrijventerreinen. Omdat hiervoor beschikkingen voor diverse projecten met een meerjarig karakter zijn afgegeven, moeten deze bedragen beschikbaar blijven. De presentatie van ruimte op deze projecten heeft te maken met een andere manier van verantwoording in het kader van BBV. Ook hier geldt dat de prestaties ten aanzien van het afgeven van de beschikkingen zijn geleverd. De financiële afwikkeling zal plaatsvinden in relatie tot de stand van de werkzaamheden. - Bergweide 1e havenarm Deventer. Het betreft hier een langdurig project dat loopt tot 2008 - Kol/Vletmaarsgaten Holten. Over de financiële bijdrage van de gemeente komt in 2005 meer duidelijkheid. - Ontwikkeling bedrijventerrein buiten Twente (2e havenarm Deventer). Het betreft hier een langdurig project dat loopt tot 2008. - Tipp-regeling. Deze bijdrage heeft betrekking op de Zuiderzeehaven. Er moest eerst toestemming zijn van BIZA over de participatie. Deze toestemming is nu binnen. Projecten gefinancierd uit Algemene Investerings Reserve (A.I.R)(ruimte € 190.000): Het gaat hier om bijdragen voor Ontwikkeling van bedrijventerreinen en Tipp-regeling en betreft dezelfde projecten als hierboven genoemd onder IJsselmijprojecten. Vrijval reservering in verband met nieuwe regelgeving rechtmatigheid (ruimte € 542.000) Per ultimo 2004 is een reservering voor APR-klein opgenomen tot een bedrag van € 542.000. Met nr. 63 van de agenda 2003 van Provinciale Staten van 10 december 2003 is de ontwerpverordening voor Arbeidsplaatsenpremieregeling Kleinere Ondernemingen Overijssel 2004 (APR Klein) vastgesteld. Hierin is bepaald dat wanneer middelen voor een jaar niet volledig tot besteding komen, deze worden toegevoegd aan de middelen voor het volgende jaar.
Voor de reservering 2004 zijn inmiddels vier opdrachten verleend. In het kader van de nieuwe regelgeving voor rechtmatigheid vallen deze middelen vrij en wordt voorgesteld het bedrag van € 542.000 door middel van resultaatbestemming in 2005 beschikbaar te stellen.
Resultaatbestemmingen worden gevraagd voor: Kennispark Twente Revitalisering bedrijventerreinen R.O.O. Innovatie impuls APR klein
€ 614.000 € 970.000 € 43.000 € 21.000 € 542.000
Europese Programma’s (Verschil € 3.147.000) In 2004 zijn voor alle lopende programma’s projecten toegewezen en beschikt en lopende projecten afgewikkeld. Conform Statenvoorstel nr. 27 van de agenda 2000 en Statenvoorstel nr. 30 van de agenda 2001 kunnen niet bestede middelen voor Europese programma’s worden gestort in de Bestemmingsreserve Europese programma’s, zodat deze middelen beschikbaar blijven tot het einde van de looptijd van de EUprogramma’s. Een deel van de provinciale co-financieringsmiddelen bestaat uit IJsselmijgelden. Aansluitend bij bovengenoemde statenvoorstellen worden deze eerst uitgeput en daarna de reguliere provinciale middelen.
Resultaatbestemmingen worden gevraagd voor: Verbeteren afstemming regionaal economisch beleid en arbeidsmarktbeleid (Verschil € 199.000)
Cofinanciering Provinciale middelen
€ 3.193.000 (mutatie in reserve)
Ultimo 2004 was nog een bedrag van circa € 200.000 beschikbaar op het product Functioneren arbeidsmarkt. Een bedrag van € 135.000 heeft betrekking op cofinanciering voor EU-programma’s De resultaatsbestemming van alle cofinanciering is meegenomen bij de Europese programma’s binnen het programma Economie en innovatie. Daarnaast gaat het om een bedrag van € 60.000 voor R.O.O. Het GGW is pas half 2004 in gang gezet. De BGO’s gaan begin 2005 prioriteiten stellen met betrekking tot uit te werken ideeën. Het initiatief ligt bij de gebiedsteams in overleg met de eenheden. Op dit product was ultimo 2004 geen sprake van vrije ruimte.
Cofinanciering diverse Europese programma’s*
€ 1.155.000
* Op diverse producten binnen verschillende programma’s is sprake van onderuitputting op budgetten voor cofinanciering van EU-projecten. Deze bedragen moeten beschikbaar blijven aangezien er beschikkingen zijn afgegeven met een meerjarig karakter. In totaal vragen we een budgetoverheveling aan van € 1.155.000 voor deze cofinancieringsmiddelen.
Personeelsgebonden kosten en toegerekende apparaatskosten Economie en Innovatie: Resultaatbestemmingen worden gevraagd voor: R.O.O.
€ 60.000
De hogere personeelsgebonden kosten hebben voornamelijk betrekking op het product Stimulering Werkgelegenheid. Het hele jaar is meer ingezet op het beschikken van projectaanvragen.
Jaarverslag 2004
31
32
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
2.3 Water Water is van grote betekenis voor onze samenleving. Het vormt de bron voor onze drink- en industriewatervoorziening. Water is van essentieel belang voor landbouw en natuur, geeft mede vorm aan onze leefomgeving, biedt ruimtelijke kwaliteit en schept kansen voor recreatie en landschap. Een teveel aan water kan grote overlast veroorzaken. De provincie Overijssel is in diverse rollen bij het waterbeleid betrokken, van leidend (bijvoorbeeld op het terrein van de grondwaterbescherming) tot ondersteunend en meewerkend (bijvoorbeeld op het terrein van het waterbeheer in de waterketen). Water gaat niet alleen de overheid aan; water heeft betekenis voor alle geledingen van de samenleving en lang niet iedereen lijkt zich daar steeds van bewust. Een krachtig maatschappelijk draagvlak voor het aanpakken van waterbeleid in zijn vele aspecten is dan ook van groot belang. Waar mogelijk zal de provincie een stimulerende, inspirerende rol vervullen. Portefeuillehouder van dit programma is de heer P. Jansen.
2.3.1 Ontwikkelingen “Overijssel leeft met Water” In Overijssel hebben zich in 2004 geen incidenten voorgedaan van wateroverlast of dreigende overstromingen. Er is in landelijk verband voortvarend verder gewerkt aan het voorbereiden van de nodige verbeteringen. Ook in Overijssel hebben waterbeheerders projecten in uitvoering genomen, mede met subsidie van EU, Rijk en provincie. Het Rijk bereidt – samen met de provincies – de PKB Ruimte voor de Rivier voor, teneinde het hoofdwatersysteem zodanig in te richten dat aan de toenemende hoeveelheid water het hoofd kan worden geboden. Het Rijk heeft de eerste rapportage van de Europese Kaderrichtlijn Water naar Brussel gestuurd. Overijssel heeft hieraan via de gebiedsrapportage over Rijn-Oost een forse bijdrage geleverd door o.a. leiding en sturing te geven aan het traject. Incidenten met watervervuiling tonen de kwetsbaarheid van het watersysteem aan: na de brand bij Vredestein (augustus 2003) was het Twentekanaal negen maanden voor de scheepvaart gesloten en is de inname van water ten behoeve van de drinkwaterwinning stilgelegd.
Het Rijk is gestart met een wetgevingsproces om te komen tot een Integrale Waterwet (IWW). Het is de intentie van de regering te bezien of de bestaande taakverdeling in het waterbeheer verbetering behoeft. Specifiek wordt daarbij gekeken of het grondwatervoorraadbeheer (op grond van de huidige Grondwaterwet) geheel of gedeeltelijk bij de waterschappen kan worden ondergebracht. Tevens zal het kiesstelsel van de waterschappen worden herzien. Binnen het proces van de Integrale Waterwet worden tevens voorstellen ontwikkeld voor een nieuwe planstructuur voor water, o.a. omdat men vindt dat de huidige structuur onvoldoende recht doet aan de zgn. stroomgebiedsbenadering (WB21, Europese Kaderrichtlijn Water). Op Rijksniveau is met het IBO-rapport Water onder meer een vraagteken gesteld bij de relatie tussen waterschappen en provincies. De gezamenlijke provincies (IPO) en de Unie van Waterschappen hebben, conform ons standpunt hierover, betoogd dat een structuurdiscussie, juist in een periode dat de handen uit de mouwen moeten worden gestoken, niet gewenst is.
2.3.2 Hebben we bereikt wat we wilden bereiken, hebben we gedaan wat we wilden doen en heeft het gekost wat het mocht kosten? IJkpunt Onderhandelingsakkoord: Het bestuur mag over vier jaar worden afgerekend op: • een krachtige positie van water in het ruimtelijk, milieu-, economisch, natuur- en landbouwbeleid; • een voortvarende uitvoering van de afspraken met Rijk, gemeenten en waterschappen. Een belangrijk instrument hiertoe is de komende herziening van het streekplan en het waterhuishoudingsplan. Inmiddels zijn de kaders voor deze herziening bepaald. Water krijgt hiermee letterlijk meer ruimte in Overijssel en waterbelangen zullen zwaarder mee gaan wegen bij ruimtelijke beslissingen. Voor de beoordeling van gemeentelijke bestemmingsplannen wordt thans de zogenaamde Watertoets standaard toegepast. Ook hiermee wordt bewerkstelligd dat in het ruimtelijk beleid en afgeleid daarvan in verschillende beleidssectoren het belang van water de noodzakelijke aandacht krijgt. In algemene zin moet worden opgemerkt dat zowel de achteruitgang van het watersysteem als de verbe-
Jaarverslag 2004
33
teringen daarin langzaam gaan. Het is daarom zelden mogelijk binnen een jaar spectaculaire verbeteringen te signaleren. Bovendien zijn de meetsystemen daarvoor nog onvoldoende ingericht. Daarom concentreert deze programmaverantwoording zich op de uitgevoerde activiteiten. Daaruit blijkt dat op alle deelterreinen vorderingen worden geboekt en dat veel projecten in uitvoering zijn genomen dan wel gereed worden gemaakt voor uitvoering, vooral op het gebied van wateroverlast. Daarnaast zijn in de voorwaardenscheppende sfeer belangrijke mijlpalen bereikt met het oog op het creëren van veiligheid in combinatie met de ontwikkeling van ruimtelijke kwaliteit (Ruimte voor de Rivier) en het verbeteren van de waterkwaliteit (Europese Kaderrichtlijn Water).
Hoofddoelstelling: Verbeteren van de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater
Hoofddoelstelling: Overijssel leeft met water
Op weg naar de gewenste waterkwaliteit in 2015 is een eerste stap gezet in het toepassen van de Kaderrichtlijn Water. De integrale gebiedsrapportage voor Rijn-Oost is opgesteld, onder regie en met inhoudelijke bijdragen van de provincie Overijssel en in samenwerking met de provincies Gelderland en Drenthe, de vijf betrokken waterschappen en andere partijen. De rapportage, die door het Regionaal Bestuurlijk Overleg is aangeboden aan de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, brengt de situatie in het stroomgebied in beeld, D.w.z. de huidige toestand van de wateren in Rijn-Oost ten opzichte van de KRW-verplichtingen (risicoanalyse). Het verschil kan gezien worden als de opgave voor de komende jaren. De rapportage doet nog geen voorstel voor ecologische doelen (internationale calibratie van ecologische doelen heeft nog niet plaatsgevonden). Omdat nog niet bekend is hoe stringent de doelen zullen zijn voor natuurlijke wateren en alle wateren in Rijn-Oost sterk beïnvloed zijn door menselijke ingrepen, zijn in deze rapportage de wateren vooralsnog aangewezen als sterk veranderd. Hiervoor gelden lagere KRW-ambities dan voor de natuurlijke wateren. Bij het uitwerkingsproces voor de definitieve doelen (waar expliciet een kosteneffectiviteitsanalyse aan wordt verbonden) en het daarop te baseren maatregelenprogramma heeft de regio een belangrijke eigen rol. Voor de provincie is het daarom van groot belang om in de komende fase (2005 tot 2009) de regie te kunnen blijven voeren. De eindresultaten van het onderzoek Waterkwaliteitseuro (op welke punten voldoet de waterkwaliteit niet aan de gestelde normen) zijn benut voor de bovengenoemde gebiedsrapportage en worden toegepast in het verdere KRW-traject. Met het oog op het verbeteren van de waterkwaliteit
Water heeft meer aandacht gehad in Overijssel, het besef (bij overheden, burgers) groeit dat water een belangrijke rol speelt in het leven van ons allemaal. Dat is mede een gevolg van een actieve communicatie over Water, waarbij nauw is samengewerkt met de andere waterpartners in het stroomgebied Rijn-Oost. Er is afgestemd met de campagne Nederland leeft met Water, daarbij blijkt dat de aanpak in Overijssel en Rijn-Oost ten voorbeeld wordt gesteld aan de andere regio’s. Het draagvlak voor de noodzaak van maatregelen om de huidige en toekomstige waterproblematiek het hoofd te kunnen bieden wordt groter, de discussie gaat meer en meer over de wijze van uitvoering. In 2004 is de website Overijssel.nl gestart, met daarin een onderdeel Water, in deze site is een link opgenomen naar het onderdeel Water op onze provinciale site. De provinciale site is grondig vernieuwd en wordt meer en meer bezocht; in 2004 ca 3000 bezoekers tegen 1000 in 2002. In 2004 is het Watermuseum in Arnhem geopend, dat rekent op ca 75.000 bezoekers per jaar. In het cursusjaar 2004-2005 maken 64 scholen gebruik van onze speciale vervoerregeling voor bezoek aan het Watermuseum. Daarmee worden niet alleen 5000 leerlingen bereikt, maar omdat de scholen er veelal een themaproject aan koppelen heeft dit ook een uitstraling naar een grote groep ouders en verzorgers. Van oktober 2004 tot maart 2005 is er een (mede door Overijssel gefinancierde) wisseltentoonstelling waarin interactief en spelenderwijs oplossingen kunnen worden toegepast op watervraagstukken. Er is een bijdrage verleend aan het project Educatieve Grondwatermeters en aan afleveringen van RTV-Oost over veiligheid en over natuur en water.
34
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Voldoende water van een goede kwaliteit is één van de eerste levensbehoeften van mensen. Daarvoor is het noodzakelijk om een goede kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater te handhaven en moet verontreiniging zoveel mogelijk worden voorkomen. In het verband van de Europese Kaderrichtlijn Water heeft de provincie hier nadrukkelijk een eigen verantwoordelijkheid. Subdoelstelling: Realisatie van het door ons gewenste (ecologische) kwaliteitsniveau van gronden oppervlaktewater
in Noordwest Overijssel, is uit het provinciaal Actiefonds € 1 miljoen toegezegd voor de bovenwettelijke verbetering van de rioolwaterzuivering in Steenwijk. In de najaarsnota 2004 is melding gemaakt van een verwachte onderuitputting van de bedragen die zijn gereserveerd voor de subsidieverordening grondwaterbeheer. In de praktijk werd er een beperkt beroep gedaan op die regeling. In de najaarsnota hebben wij daarom een wijziging van de subsidieverordening grondwaterbeheer aangekondigd. In het najaar 2004 is het gebruik van de regeling echter toegenomen. Door een directe koppeling te maken met de gelden voor Stimulering Gebiedsgericht Beleid (SGB) zijn wij erin geslaagd het beschikbare budget 2004 grotendeels te bestemmen. De daadwerkelijke besteding zal echter pas na uitvoering van de projecten plaatsvinden. De dotatie aan de Reserve grondwaterbeheer zal daarom nog iets hoger zijn dan reeds in de najaarsnota was voorgesteld. Gelet op deze ontwikkelingen en de mogelijkheden voor de bestedingen in het komende jaar zien wij geen noodzaak meer om de verordening te wijzigen. De grondwaterheffing is een doelheffing. Hieraan gekoppeld is een doelbesteding, dat wil zeggen dat de gelden die op enig moment niet worden besteed, overeenkomstig een wettelijke bepaling aan de bestemmingsreserve worden gedoteerd en op een later tijdstip kunnen worden besteed. Subdoelstelling: Volledige sanering van alle lozingen van huishoudelijk afvalwater in het buitengebied in 2004 en reductie van de vuiluitworp vanuit riooloverstorten met 50% in 2005 ten opzichte van 1985 De provincie heeft geen officiële bevoegdheden (behalve aanwijzingsbevoegdheid gemeentelijke rioleringsplannen) betreffende afvalwatertransport (rioleringen, lozingen) en riooloverstorten. Wel is met het oog op het belang voor de waterkwaliteit invloed uitgeoefend op gemeenten om aan de landelijke afspraken op dit gebied te voldoen (sanering lozingen huishoudelijk afvalwater en de zgn. basisinspanning). In 2004 is met gemeenten veelvuldig op zowel ambtelijk als bestuurlijk niveau hierover contact geweest. In 1996 stonden er in het Overijsselse buitengebied circa 25.150 woningen die niet waren aangesloten op de riolering. In het kader van de sanering van lozingen van huishoudelijk afvalwater in het buitengebied zijn de afgelopen jaren vele duizenden van deze woningen alsnog voorzien van een aansluiting op het gemeentelijke rioolstelsel. Volgens voorlopige cijfers waren er op 1 januari 2005 nog circa 17.500 ongerioleerde
woningen in het Overijsselse buitengebied. Circa 1.000 van deze woningen hadden vóór 1 januari 2005 ook aangesloten kunnen zijn op de riolering, ware het niet dat de energiebedrijven onvoldoende capaciteit hadden om alle geplaatste pompputten op tijd te voorzien van stroom. Dit zal alsnog zo spoedig mogelijk gebeuren. Van de resterende 16.500 woningen zal nog ongeveer de helft in de jaren 2005/2006 een aansluiting krijgen op het gemeentelijke riool. Dit in het kader van de verbrede zorgplicht. Dan resteren circa 8.500 woningen die vooralsnog niet op de riolering worden aangesloten, daar blijft de lozing van ter plaatse gezuiverd afvalwater in bodem of oppervlaktewater toegestaan. Al deze niet aangesloten woningen zijn voorzien van een vorm van individuele afvalwaterbehandeling (IBA), die mogelijk niet in alle gevallen voldoet aan de wettelijke normen. De gemeenten en waterschappen zijn momenteel druk doende om de regelgeving in deze te handhaven. Geconcludeerd mag worden dat de oorspronkelijke doelstelling m.b.t. de sanering van de lozingen van huishoudelijk afvalwater in het buitengebied (afronding voor 1 januari 2005) strikt genomen niet is gehaald. Gelet op de huidige situatie en ontwikkelingen mag dit evenwel niet als een probleem worden ervaren, omdat nu bijna 17.000 woningen zullen worden voorzien van een rioolaansluiting, in plaats van de aanvankelijk geraamde 5000. Per saldo is er dus sprake van milieuwinst. Voor wat betreft de sanering van riooloverstorten was het beeld medio 2004 dat van de 25 Overijsselse gemeenten er op 1 januari 2006 in totaal 13 zullen voldoen aan de vereisten van de basisinspanning. Het gaat daarbij om een reductie van de vuiluitworp vanuit het rioolstelsel van 50% ten opzichte van de situatie van 1985. Met de overige 12 gemeenten is een overleg opgestart (tussen provincie, waterschappen en gemeenten) om te komen tot een concreet saneringsprogramma waarmee op zo kort mogelijke termijn na genoemde datum aan de vereisten van de basisinspanning kan worden voldaan. Subdoelstelling: Hygiënische en veilige zwemgelegenheden De zwemgelegenheden in Overijssel zijn veilig en hygiënisch. Toch zijn er in 2004 enkele incidenten bij de aangewezen zwemplassen geweest met dodelijke afloop voor allochtone burgers. Samen met de Regio Twente wordt gewerkt aan het totstandkomen van een informatiefolder voor allochtone gebruikers van open zwemwater.
Jaarverslag 2004
35
Ook zal gewerkt worden om het aantal verdrinkingsgevallen in zwembaden verder terug te dringen, hiervoor is een project gestart samen met zwembad de Scheg in Deventer. Doelstelling is om de personen die niet voldoende kunnen zwemmen voor het toezichthoudende personeel herkenbaar te maken. De nieuwe Europese Richtlijn Zwemwater is nu zover gereed dat deze medio 2005 door de Europese Commissie zal worden vastgesteld. Samen met de waterkwaliteitsbeheerders en de eigenaren van de zwemgelegenheden is aan de voorbereiding van de implementatie gewerkt. Hierbij speelt een verbeterde voorlichting een belangrijke rol. Het wettelijke toezicht dient gezien te worden als een minimum voorwaarde waaraan voldaan moet gaan worden. Interprovinciaal wordt samengewerkt om de eenduidigheid in het toezicht te bewaken.
Hoofddoelstelling: Herstel veerkracht watersystemen De veerkracht van het watersysteem betreft het vermogen om zowel droge als natte perioden te incasseren. Een veerkrachtig systeem kan een grote hoeveelheid neerslag als een spons opnemen en met vertraging weer afstaan. Daarmee is het ook minder gevoelig voor droge perioden. Het herstel moet leiden tot minder wateroverlast dan wel watertekort en een grotere veiligheid. Subdoelstelling: Water hanteren als medeordenend principe in het ruimtelijk beleid Water is meer dan enkele jaren geleden een ordenend principe in de ruimtelijke ordening. Om de sturende rol van Water in de ruimtelijke ontwikkeling te vergroten, is de Stroomgebiedsvisie Vecht Zwarte Water opgesteld. In de Startnotitie Water zijn de kaders aangegeven voor een partiële herziening van het streekplan en het Waterhuishoudingsplan. Een voorontwerp voor deze herzieningen zal begin 2005 worden vastgesteld. De toepassing van de Watertoets is structureel een expliciet beoordelingscriterium bij toezicht bestemmingsplannen. Hiermee wordt bewerkstelligd dat in het ruimtelijk beleid en afgeleid daarvan in verschillende beleidssectoren het belang van water (herstel veerkracht, beperken wateroverlast, kwaliteit, etc.) de noodzakelijke aandacht krijgt en rol wordt toebedeeld. In voorkomende gevallen wordt gemeenten met nadruk gevraagd met het waterschap contact op te nemen en alsnog een watertoets uit te laten voeren. Bestemmingsplannen waarbij water een rol van
36
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
betekenis speelt hebben inmiddels een waterparagraaf. Water is een belangrijk aspect in de pilot Ontwikkelingsplanologie Zwolle-Kampen-Zwartewaterland. Water heeft daarin een structurerende rol (via de bypass Kampen) en draagt bij aan het verhogen van de ruimtelijke kwaliteit van het gebied. De bypass Kampen is in het regioadvies voor de PKB Ruimte voor de Rivier opgenomen als uitwisselbare maatregel (zie verder onder “een veilige leefomgeving”).
Subdoelstelling: Realiseren van waterdoelen in combinatie met andere doelen zoals, landbouw, visserij, natuurontwikkeling, landschap, recreatie en toerisme Water is integraal opgenomen in de planvorming en de uitvoering van projecten, onder andere via de gebiedsgerichte uitvoering en de Reconstructie. Daarmee bereiken we meer resultaat met dezelfde inzet (“werk met werk maken”). Een aantal voorbeelden waar de inbreng van (intern en extern) overzicht en kennis over projecten, subsidies en beleid tot resultaat heeft geleid: Bij het Hezingen/Mander-project (HEMA) in Noordoost Twente wordt de Mosbeek zoveel mogelijk in oorspronkelijke staat hersteld inclusief het dal van deze beek (hermeandering, retentie, vertraging van afvoer en functieverweving water en natuur). De landbouw in het dal wordt geëxtensiveerd en de ruimtelijke kwaliteit van het gebied wordt op een hoger plan gebracht hetgeen een impuls betekent voor het toeristisch/recreatief karakter van het gebied. Bij het project Uilenkamp in Hardenberg is een oude meander van de Vecht hersteld, de rivierafvoer wordt daardoor zowel vergroot als vertraagd in combinatie met natuurontwikkeling. Op het landgoed Lankheet in Haaksbergen wordt water uit de Buurserbeek op natuurlijke wijze gezuiverd en wordt gecombineerd met blauwe diensten duurzame landbouw bedreven. Bij het project De Doorbraak in Twente wordt via een nieuw te graven verbinding ruimte gemaakt voor de afvoer van water en wordt minder schoon stedelijk water gescheiden van veel schoner landelijk water in combinatie met natuurontwikkeling.
Subdoelstelling: Een veilige leefomgeving Wij willen risico’s op levensbedreigende situaties en ontwrichting van de samenleving als gevolg van overstromingen tot een maatschappelijk aanvaardbaar minimum beperken. Risicobeheersing is vooral een kwestie van praktisch en concreet onder ogen zien waar maatregelen nodig zijn en deze snel en daadkrachtig doorvoeren. Overijssel is beveiligd tegen hoogwater, maar de veiligheid voldoet op een beperkt aantal plaatsen nog niet aan de gestelde eisen. Daartoe zijn een aantal projecten in uitvoering. De laatste plannen voor dijkversterking achter Ramspol zijn opgesteld (Kamperzeedijk), de keersluis Zwolle is in aanbouw (plannen zijn door ons goedgekeurd en subsidies verstrekt). Voor de regionale keringen zijn conform de begroting de toetsingsnormen opgesteld en in concept gereed gemaakt. In 2005 valt hierover een besluit. Voor de Primaire keringen heeft het Rijk toetsingsnormen opgesteld. De waterschappen zullen in 2005 de toetsing uitvoeren, hierop zal de provincie toezicht uitoefenen. De waterschappen hebben calamiteitenplannen opgesteld en vervolgens zijn deze van commentaar voorzien; in 2005 zullen ze worden getoetst. Het provinciale draaiboek is geactualiseerd. Het Hoogwaterinformatiesysteem is operationeel. Voor alle dijkringen, die deel uitmaken van de primaire waterkeringen zijn overstromingsberekeningen uitgevoerd. Deze worden toegepast in de calamiteitenplannen en draaiboeken. In afwijking van wat is aangekondigd is geen hoogwateroefening gehouden, maar een workshop met waterschappen en gemeenten om de mogelijkheden te verkennen van een gezamenlijk oefenplan. Ter voorbereiding van een definitief besluit over een Beslissingsondersteunend systeem voor het Vecht Zwarte Watergebied is een definitiestudie uitgevoerd. Naar aanleiding daarvan is geconcludeerd dat Waterschappen en provincie het draaiboek Hoogwater gaan automatiseren en nagaan of onderzoek naar noodmaatregelen bij zeer extreme situaties wenselijk is. In overleg met betrokken gemeenten, waterschappen en provincies (gehoord belangenorganisaties) is een regionaal advies uitgebracht in het kader van de PKB Ruimte voor de Rivier. Door lobby (presentaties, extra - bestuurlijk - overleg in Den Haag en de regio) en inbreng van kennis is bewerkstelligd dat: De hoogwatergeul (bypass) Kampen is aangeduid als uitwisselbare maatregel met zomerbedverdieping;
d.w.z. indien de haalbaarheid wordt aangetoond zal niet worden gebaggerd. De bypass Kampen is dé drager voor de pilot Ontwikkelingsplanologie IJsseldelta, opgenomen in de nota Ruimte en een speerpunt in ons beleid; De hoogwatergeul Veessen-Wapenveld is opgenomen als maatregel; hierdoor worden vergaande uiterwaardontgravingen of dijkverleggingen in Overijssel voorkomen; Westenholten en Scheller en Oldeneler Buitenwaarden (Buurtschap IJsselzone Zwolle) zijn opgenomen als kansrijke (potentiële koploper) projecten. In zijn algemeenheid betekent dit een aantal ruimtelijke maatregelen die ten goede komen aan de ruimtelijke kwaliteit in plaats van een aantal technische maatregelen (bijvoorbeeld dijkverhoging). Half 2006 wordt het definitieve besluit verwacht t.a.v. de PKB. Begin 2005 zal het besluit worden genomen om een versnelde start te mogen maken met een tweetal projecten, dit is noodzakelijk om functiecombinaties mogelijk te maken: dijkverlegging Westenholte en de ontwikkeling van een landgoed, Scheller en Oldeneler Buitenwaarden en de vestiging van een drinkwaterwinning. Verder zal een haalbaarheidsonderzoek naar de bypass Kampen duidelijk moeten maken of deze kan worden opgenomen in de PKB, essentieel voor de pilot IJsseldelta. Omdat de opstart van het project Veiligheid van Nederland in Kaart meer tijd vergt dan verwacht is, in tegenstelling tot de aankondiging nog geen begin gemaakt met de discussie over het omgaan met het risico op overstroming en de schade die dat veroorzaakt. Subdoelstelling: Beheersen risico op wateroverlast Naast een risico op overstroming door een dijkdoorbraak is er risico op wateroverlast door teveel neerslag in een gebied. Door ons is een werkgroep normering wateroverlast ingesteld. Deze beoordeelt de huidige toestand aan de hand van de landelijke (in het Nationaal Bestuursaccoord Water opgenomen) werknormen en brengt de mogelijke aanvullende maatregelen (ten opzichte van de lopende maatregelen) in beeld. De provincie dient deze maatregelen af te wegen en uiteindelijk vast te leggen in het Streekplan. In 2007 wordt de beslissing genomen welke normen daadwerkelijk in het gebied zullen gelden en wat de status van de inspanning zal zijn (wettelijke verplichting of referentie). Het risico op wateroverlast wordt gaandeweg onderkend. De nieuwe normen hiervoor zijn basis voor aanpassing van beleid van gemeenten en ander overheden.
Jaarverslag 2004
37
Subdoelstelling: Voldoende water De zomer van 2003 heeft ons met de neus op het feit gedrukt dat naast te veel water er ook wel eens te weinig water kan zijn. Er is een evaluatierapport uitgebracht over de droogte van 2003. Daaruit is gebleken dat de gemaakte afspraken uit het Waterakkoord “Twentekanalen en Overijsselse Vecht” goed werken en dat er geen aanleiding om het betreffende draaiboek Watervoorziening aan te passen. Wel is gebleken dat met het oog op het gelijkheidsbeginsel onderzocht dient te worden of de strekking van de beregeningsverboden moet worden uitgebreid. Subdoelstelling: Opstellen van uitvoeringsprogramma om veerkracht te herstellen en wateroverlast te beperken Naast een kaderstellende en toetsende rol, vervullen wij ook een leidende rol in het herstellen en/of versterken van de veerkracht van het watersysteem. Mede om herstel van de veerkracht te bevorderen is het Wateractieprogramma opgesteld. Dat biedt zicht op uitvoeringsprojecten, geeft een impuls aan de daadwerkelijke realisatie ervan en zet druk op het uitvoeringstempo. De nadruk wordt gelegd op die zaken die de transparantie voor de maatschappij vergroten. Begin 2005 zal over de daadwerkelijke uitvoering (“schop in de grond”) van het waterbeleid en daarmee ook over afspraken in het Wateractieprogramma worden gerapporteerd. Er is geen Regionaal Bestuursakkoord Water opgesteld omdat de gemeenten van mening waren dat het schaalniveau van het stroomgebied Vecht Zwarte Water te groot is voor dit doel. De samenwerking zal op een andere wijze dienen te worden georganiseerd. In het verlengde hiervan is bijvoorbeeld voor West-Overijssel in december 2004 wel een bestuursakkoord opgesteld door het Waterschap Groot Salland, de provincie en de inliggende gemeenten. Subdoelstelling: Realiseren van projecten om veerkracht te herstellen en wateroverlast te beperken In 2015 moet de wateroverlast binnen de normen zijn gebracht. Dit is een enorme opgave. Becijferd is dat deze opgave voor Overijssel in de orde van grootte van € 1 miljard (inclusief de gemeentelijke wateropgave) zal kosten. Via de ondertekening van het Nationaal Bestuursaccoord Water heeft Overijssel zich verplicht een bijdrage te leveren (de waterschappen dragen 60% bij). De middelen die door de provincie de komende jaren (2004 tot en met 2007) via de
38
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
subsidieverordening water ter beschikking worden gesteld bedragen in totaal € 3,5 miljoen. Mede in het kader van de gebiedsgerichte uitvoering wordt actief ondersteuning gegeven aan gemeenten en waterschappen bij het realiseren van projecten die een bijdrage leveren aan het herstel van de veerkracht en de beperking van wateroverlast. Hiertoe wordt met hen intensief gecommuniceerd. Kennis, informatie en overzicht worden intern en extern ingezet om projecten programmatisch af te stemmen, projecten te koppelen aan subsidies, enz. Op grond van de Subsidieverordening Water Overijssel 2004 is ten behoeve van de wateropgave aan een 5-tal projecten een bijdrage gegeven: 1. Afkoppeling van regenwater van het stadhuis te Hengelo. Doel van het project: verbeteren van de waterkwaliteit en verminderen belasting RWZI 2. De Bloemenbeek te Losser. Doel van het project: beekherstel, bestrijding verdroging in combinatie met het creëren van retentie en natuurontwikkeling 3. De Wellebeek te Hardenberg. Doel van het project: verbetering van het brongebied (retentie, water vasthouden, verbeteren waterkwaliteit) van de Wellebeek zowel in landschappelijk als ecologisch opzicht 4. Aanpassing gemaal Stroink te Steenwijkerland. Doel van het project: oplossen van toekomstige wateroverlast, verbetering waterkwaliteit van de boezem van Noordwest Overijssel 5. De Wiemsel te Dinkelland. Doel van het project: waterberging en natuurlijke inrichting in het gebied van de Hollander Graven Bij het toekennen van de subsidie is rekening gehouden met de mate waarin de activiteiten: a. voortkomen of uit het Waterhuishoudingsplan alsmede het provinciale standpunt over de Stroomgebiedsvisie Vecht-Zwarte Water of uit de Kaderrichtlijn Water; b. financieel haalbaar zijn; c. aantoonbaar effectief zijn; d. een innovatief karakter hebben; e. bijdragen aan meer dan één doel van het provinciale beleid. Verder is onder meer advies gegeven over de inzet van de “100 miljoen regeling” door het Rijk, een regeling die ten doel heeft om wateroverlast te bestrijden. De gemeenten en waterschappen zijn actief benaderd om gebruik te maken van deze regeling. Ruim 10 miljoen is toegekend in Overijssel. Daarnaast worden in Drenthe enkele miljoenen ingezet voor projecten die ook Overijssel ten goede komen.
Hoofddoelstelling: Doelmatig waterbeheer Een efficiënt georganiseerd waterbeheer met een duidelijke taakverdeling tussen provincie, waterschappen, gemeenten, drinkwaterleidingbedrijf en rijksoverheid draagt bij aan een doelmatig waterschapsbestel. Duidelijke afspraken en taakverdelingen komen ook de onderlinge relaties ten goede. Samenwerking in de waterketen gaat op die manier makkelijker waardoor er nog beter gewerkt kan worden aan een goed waterbeheer. Het is gewenst de provinciale rol in dat opzicht duidelijker te profileren; de uitvoering van het provinciaal beleid wettigt een herkenbare regie. Subdoelstelling: Een duidelijke taakverdeling tussen provincie, waterschappen, gemeenten, drinkwaterleidingbedrijf en rijksoverheid Op 20 december is het beheer van de Vecht overgedragen van het Rijk aan twee waterschappen. Van belang om de ontwikkeling van de Vecht en het gebied daadwerkelijk goed invulling te kunnen geven en op starten (jarenlang is door het Rijk aan de Vecht nauwelijks aandacht besteed). Wij hebben na een langdurig voortraject uiteindelijk in 2004 de voorwaarden kunnen scheppen. Er is nog geen wettelijke basis voor de overdracht van taken van het grondwaterbeheer van de provincies naar de waterschappen. Dat zal worden geregeld in de Integrale Waterwet. De provincies (via IPO) sturen aan op het behoud van de drinkwater- en grote industriële onttrekkingen gezien het algemeen maatschappelijk belang. In afwachting van de ontwikkelingen rondom de Integrale Waterwet zijn nog geen initiatieven genomen voor de daadwerkelijke overdracht van (delen van) het grondwaterbeheer. Subdoelstelling: Beter inzicht in de opbouw en ontwikkeling van lasten van waterbeheer Het inzicht in de opbouw en ontwikkeling van lasten van waterbeheer neemt toe. Op verzoek van het Bestuurlijk Waterplatform Vecht Zwarte Water is een verkennend onderzoek gedaan naar de kostenstructuur en de factoren die van invloed zijn op de lastenontwikkeling. In 2005 is voor de waterschappen een benchmarking rapport voorzien om het bewustzijn van kosten en vervolgens de efficiency te versterken.
Subdoelstelling: Goede relaties met waterpartners en verbeteren van samenwerking in de waterketen en rapporteren over de evaluatie van onze externe oriëntatie De relatie met de waterpartners is goed (met de Waterschappen is bijvoorbeeld tot een Wateractieprogramma gekomen). Er is in afwijking van de begroting geen afzonderlijke evaluatie uitgevoerd naar onze externe oriëntatie bij waterpartners, omdat dit onderdeel is van een bredere beoordeling van de externe gerichtheid van onze organisatie. Wij hebben door middel van werkbezoeken water actief onder de aandacht van gemeenten gebracht. Ook het door ons georganiseerde symposium Water in de Stad heeft ertoe geleid dat er meer aandacht komt voor de veelheid van aspecten van water in stedelijk gebied.
Hoofddoelstelling: Doelmatig gebruik van het grondwater Doordat ook voor de kleinere bronbemalingen (< 50.000 m3 per maand) en voor beregening grondwaterheffing verschuldigd is, zien wij een actieve houding bij onttrekkers ten aanzien van beheersing van de hoeveelheid. Pas op langere termijn kan worden vastgesteld of het ingezette beleid tot verdere terugdringing van het laagwaardige gebruik leidt. De eerste signalen zijn daarin positief; we zien vooral in de landbouwberegening een afname van het aantal installaties doordat de kosten tegen over de baten worden gezet. In 2004 zijn geen nieuwe projecten van start gegaan waarbij overtollig grondwater(overlast) en vrijkomend saneringswater wordt ingezet in de waterketen of in het watersysteem. Het gebruik van grondwater voor energieopslag in de bodem is toegenomen. In 2004 zijn 6 vergunningen verleend voor deze toepassing. De omvang van de bereikte energiebesparing en vermindering van de CO2 uitstoot is nog niet specifiek te bepalen.
Jaarverslag 2004
39
Subdoelstelling: Een duurzame openbare drinkwatervoorziening die beschikt over voldoende (grond)water van een goede kwaliteit Het grondwaterbeschermingsbeleid is geëvalueerd. Dit zal in 2005 leiden tot voorstellen voor een herziening van het beleid. Grondwater wordt primair ingezet als grondstof voor drinkwater en voor hoogwaardig industrieel gebruik. Bij verschillende drinkwaterwinningen (Mander, Engelse Werk, Wierden, Losser) wordt gewerkt aan een duurzame ruimtelijke inpassing. In afwijking van de begroting worden concrete resultaten in de vorm van aangepaste vergunningen en inrichting eerst in 2005 en 2006 verwacht. Subdoelstelling: Zuinig en effectief gebruik grondwater, dat primair wordt gebruikt of gereserveerd voor hoogwaardige doelen Bij de vergunningverlening voor grondwateronttrekkingen is als toetsingskader gehanteerd dat andere bij het grondwaterbeheer geen of zeer beperkte beïnvloeding mogen ondergaan. Dit is gerealiseerd. Als gevolg van deze onttrekkingen treden geen ontoelaatbare verlagingen van de grondwaterstand op. Personeelsgebonden kosten In het jaar 2004 is de inzet van uren (personeelsgebonden kosten) afgeweken van de geraamde verdeling over de beleidsvelden/producten: (2.4.10.05) Waterschappen, (2.4.20.05) Waterkeringen, (2.4.20.10) Muskusrattenbestrijding, (2.4.30.05) Integraal waterbeheer en (2.4.40.05) Grondwaterbeheer. Dit houdt verband met een verhoogde inzet op Integraal Waterbeheer. De geraamde verdeling was gebaseerd op verouderde gegevens en is in de loop van het jaar, op budgettair neutrale wijze herzien. In de begroting voor 2005 is een actuele raming opgenomen.
40
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Heeft het gekost wat het mocht kosten?
Bedragen x € 1.000
Begroting 2004 na wijzigingen
–––––––––––––––––––––––––––––––
Rekening 2004
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Water
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Verbeteren kwaliteit grond- en oppervlakte- water en doelmatig gebruik water Herstel veerkracht watersystemen Doelmatig waterbeheer
1.608 8.093 –––––––– 9.701
1.731 24.485 1.301 –––––––– 27.517
-123 -16.392 -1.301 –––––––– -17.816
1.417 252 43 –––––––– 1.712
657 16.604 1.294 –––––––– 18.555
760 -16.352 -1.251 –––––––– -16.843
883 40 50 –––––––– 973
–––––––– 9.701
2.090 1.694 –––––––– 31.301
-2.090 -1.694 –––––––– -21.600
–––––––– 1.712
1.947 1.654 –––––––– 22.156
-1.947 -1.654 –––––––– -20.444
143 40 –––––––– 1.156
Totaal programmakosten Water Personeelsgebonden kosten Water Toegerekende apparaatskosten Water Totaal programma Water
De kosten die worden gefinancierd door een onttrekking uit een voorziening worden conform BBV niet meer via het product geboekt, maar rechtstreeks ten laste gebracht van de betreffende voorziening. In 2004 was de begroting nog anders door de Staten vastgesteld. Bij dit programma gaat het om de volgende voorziening. Bedragen x € 1.000
Voorziening
Baten
Lasten
Saldo
–––––––
7.817 –––––––
-7.817 –––––––
7.817
-7.817
Rivierdijkversterking Totaal ten laste van voorzieningen
Jaarverslag 2004
41
Voor het totaalbeeld schetsen we u ook het verloop op reserves die bij dit programma horen.
Bedragen x € 1.000
Stortingen 2004
––––––––––––––––––––––––––––––– Reserves
Verschil
––––––––
begroot
gereal.
verschil
begroot
gereal.
verschil
totaal
0
748
-748
135 184
37 0
-98 -184
-98 -932
Reserve IJsselmijgelden Reserve Grondwaterbeheer
Een detailoverzicht per programma is opgenomen in hoofdstuk 4.
Toelichting belangrijkste verschillen: Verbeteren kwaliteit grond- en oppervlakte water en doelmatig gebruik water: De oorzaak van het verschil zit in de besteding in het kader van de subsidieverordening grondwaterheffing die pas in het najaar van 2004 tot ontwikkeling is gekomen. De daadwerkelijke besteding zal echter pas na uitvoering van de projecten (in 2005) plaatsvinden. Dit resulteert in lagere uitgaven in 2004 ad. € 748.000.
Resultaatbestemmingen worden gevraagd voor: Grondwaterbeheer
€ 748.000 (mutatie in reserve)
Personeelsgebonden kosten en toegerekende apparaatskosten Water: Door een andere personele inzet dan was begroot zijn de personeelsgebonden op dit programma lager uitgevallen.
42
Onttrekkingen 2004
––––––––––––––––––––––––––––––––
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Jaarverslag 2004
43
44
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
2.4 Ruimte De ruimtelijke ordening is volop in beweging. Wij richten ons sterker op ontwikkeling en leggen het accent op uitvoering van beleid. Het rijk ondersteunt dit en geeft meer ruimte en verantwoordelijkheid aan de provincies en gemeenten. Binnen twee of drie jaar zal een nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening van kracht worden. Deze wet reikt ons ook de instrumenten aan om onze besturingsfilosofie beter te realiseren. Wij sorteren voor op deze ontwikkelingen. Portefeuillehouder van dit programma is de heer drs. T.W. Rietkerk.
2.4.1 Ontwikkelingen Algemeen Ook 2004 laat een groeiende bevolking en een groeiend ruimtebeslag (woningen, bedrijventerreinen, wegen etc.) zien. En ook al neemt de groei van de bevolking af, de trend van een groeiend ruimtebeslag zet zich naar het laat aanzien nog decennia lang door met, binnen een beperkt grondgebied, druk op de kwaliteit van het woon- en leefklimaat. Daarnaast loopt de agrarische functie van het landelijk gebied onverminderd verder terug. Dit bijeengenomen vraagt van ons een permanente creativiteit in ontwikkeling en uitvoering van ruimtelijk beleid. Wat betreft wonen: de woningmarkt biedt ook in 2004 nog steeds te weinig mogelijkheden aan starters en ouderen om een voor hun passende en betaalbare woning te verkrijgen, al is er verbetering in gang gezet. Ontwikkelingsplanologie Vanouds heeft de provincie op het gebied van de ruimtelijke ordening belangrijke taken en in het licht van de nieuwe wet op de ruimtelijke ordening en de Nota Ruimte zullen die taken alleen maar toenemen. In deze Nota Ruimte wordt als uitgangspunt genomen: Decentraal wat kan en centraal wat moet”. Binnen deze sturingsfilosofie richt het rijk zich op de nationale ruimtelijke hoofdstructuur en wordt de verantwoordelijkheid van de regievoering van de regionale en bovenlokale vraagstukken bij de provincie gelegd. In Overijssel hebben we reeds de nodige initiatieven opgepakt om daar op in te spelen. In het ambitie document ontwikkelingsplanologie, dat zeer recent is verschenen, zijn de contouren daarvan geschetst. De vernieuwingsslag die kan worden aangeduid als ontwikkelingsplanolgie zal de komende jaren extra impulsen krijgen. Steeds duidelijker wordt namelijk
dat met de huidige manier van opereren onvoldoende snel ingespeeld kan worden op de snelheid en complexiteit van maatschappelijke ontwikkelingen. De ambitie om meer pro-actief de leefkwaliteit in Overijssel te versterken en tegelijkertijd meer ruimte te laten aan partners moet een extra impuls krijgen. Die voorkantsturing zal dan ook een zeer prominente rol vervullen in het provinciale handelen. Centraal daarbij staat de sociaal-economische ontwikkeling en behoud en versterking van de ruimtelijke kwaliteit. Dit impliceert niet dat de meer “traditionele” rol van de provincie (kaderstelling, regelgeving en toetsing, visievorming) geen rol van betekenis meer speelt. Integendeel; in feite is deze zogenoemde toelatingsplanologie de noodzakelijke basis voor het kunnen vervullen van een meer ontwikkelende rol. Om de nieuwe rol goed uit te kunnen oefenen is overigens naast andere attitude ook vereist dat de provincie kan beschikken over een goed gevulde instrumentenkoffer. Op dit moment is daar nog onvoldoende sprake van. Wel wordt er op rijksniveau gewerkt aan wetgeving, nieuwe WRO, Grondexploitatiewet, Planschadewet, en dergelijke. Die wetgeving moet nog definitief vorm en inhoud worden gegeven. De toepassing van die nieuwe wetgeving zal op provinciaal niveau op een effectieve en efficiënte wijze inhoud moeten krijgen. Dit alles vraagt om een intensiveringslag. Een en ander betekent niet, dat we zonder die nieuwe wetgeving geen stappen kunnen zetten om invulling te kunnen aan de nieuwe rol. Er wordt nu reeds binnen Overijssel en aantal stappen gezet om die voorkantsturing handen en voeten te geven. Zo wordt onder meer voortvarend gewerkt aan een van de in het kader van de Nota Ruimte toewezen voorbeeldprojecten ontwikkelingsplanologie – IJsseldelta ( Zwolle-Kampen-Zwartewaterland). In dat verband heeft de provincie van de minister opdracht gekregen om eind 2005 een ontwikkelingsvisie met een daaraan gekoppeld een uitvoeringsprgramma gereed te hebben. Aan dit intensieve project wordt in samenspraak met de betrokken gemeenten, het waterschap, rijksvertegenwoordigers, maatschappelijke organisatie en marktpartijen met voortvarendheid gewerkt. Ruimtelijke kwaliteit Sturen op Ruimtelijke kwaliteit is een van de leidende beginselen binnen de provincie. In 2004 zijn in dat kader belangrijke stappen gezet om daar invulling aan te geven. Doel daarvan in om medio 2005 een werkschrift te hebben waarin primair drie vragen worden beantwoord nl: Jaarverslag 2004
45
• wat is ruimtelijke kwaliteit; • wat is de rol van de provincie en • hoe kan daar invulling aan worden gegeven. Bij de totstandkoming van dit werkschrift zullen onder meer Provinciale staten betrokken zijn. Het werkschrift zal een dynamisch document worden waarin aanzetten worden gegeven voor het nadere concretisering van het thema. Nu reeds is duidelijk dat de concretiseringslag een intensivering van de inspanning met zich meebrengt.
Hoofddoelstelling: Een ruimtelijke structuur van Overijssel die de ontwikkeling van stad en platteland ook in onderlinge samenhang zowel in regionaal, nationaal als internationaal verband ondersteunt, waarbij natuur-, landschappelijke en cultuurhistorische waarden zijn onderkend
2.4.2. Hebben we bereikt wat we wilden bereiken, hebben we gedaan wat we wilden doen en heeft het gekost wat het mocht kosten?
Door middel van een ontwikkelingsgerichte ruimtelijke ordening waarin ruimtelijke kwaliteit, aansluitend aan de behoeften van de Overijsselse samenleving, centraal staat, wordt de ruimtelijke structuur van Overijssel versterkt. In 2004 hebben wij belangrijke stappen op deze weg gezet en onze ambities ten aanzien daarvan vastgelegd in het ambitiedocument Ontwikkelingsplanologie provincie Overijssel. Daarnaast hebben wij in de uitvoering van beleid alle instrumenten ingezet waarover we beschikken zoals beïnvloeding van het ruimtelijk beleid van het rijk en het stimuleren van gemeenten in combinatie met een pro-actief ruimtelijk toezicht. Succes is geweest dat het rijk het project IJsseldelta tot een van de nationale voorbeeldprojecten voor ontwikkelingsplanologie heeft benoemd. Wij gaan hier nader op in in het kader van de volgende subdoelstellingen.
IJkpunt Onderhandelingsakkoord: Het bestuur mag over vier jaar worden afgerekend op zijn bijdrage aan: • voldoende woningen voor ouderen en starters in de plattelandsgemeenten; • versnelling in de uitvoering van stedelijke woningbouwprogramma’s. Versnelling in de uitvoering van stedelijke en niet-stedelijke woningbouwprogramma’s Met de voorgenomen versnelling zoals die is weergegeven in onderstaande grafiek zal per 2010 25% van het tekort zijn ingelopen. Zie ook de programmabegroting 2005. Met een gerealiseerde uitbreiding van het woningbestand met 4.100 woningen is in 2004 de doelstelling van 4.000 woningen ruim gehaald. In dit kader moet ook nog worden vermeld dat in 2004 versneld uitvoering is gegeven aan de knelpuntenpot door in één keer de beschikbare 750 woningen toe te wijzen. Deze woningen zullen de komende jaren worden gerealiseerd.
Feitelijke en voorgenomen ontwikkelingen in de bouw van extra woningen
5500 5000 4500 4000 3500 3000 2500 2000 2003
2004
2005
feitelijke aantallen doelstelling
46
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
2006
2008
Subdoelstelling: Het daadwerkelijk meerealiseren van ruimtelijk/fysieke oplossingen voor maatschappelijke behoeften en ontwikkelingen Tegen de achtergrond van de maatschappelijke behoeften zijn we tot de conclusie gekomen dat het Streekplan 2000+ op een aantal onderdelen dient te worden aangepast. We hebben een groot aantal partiële herzieningen in voorbereiding genomen: Wonen, Nieuwe landgoederen, Rood voor Rood en windenergie. Tegenvaller is geweest dat onze intentie om in 2004 nog te beschikken over een onherroepelijke streekplanherziening ten behoeve van het RBT als gevolg van de uitspraak van de Raad van State niet is verwezenlijkt. In het najaar van 2004 is een nieuw ontwerp ter visie gelegd. Maar ontwikkelingsplanologie vraagt niet alleen om een actueel ruimtelijk kader, ook om tijdige, soms gelijktijdige, verankering van ruimtelijke claims in bestemmingsplannen. Daarbij hebben we zoveel mogelijk de aanpak gevolgd waarbij we in het beginstadium van gemeentelijke planvorming betrokken zijn om provinciale belangen in te kunnen brengen en
mee te kunnen helpen met een vlotte realisering (proactief toezicht/voorkantsturing). Voorbeelden zijn de bestemmingsplannen Roombeek en Bornsche Maten, waar respectievelijk 1.500 en 2.300 woningen versneld zullen worden gerealiseerd. Een belangrijk nieuw project in 2004 waarmee ontwikkelingsplanologie wordt vormgegeven is het project IJsseldelta. Het betreft hier een van de 14 voorbeeldprojecten zoals die door de minister van VROM in het kader van de Nota Ruimte zijn benoemd. Hierbij heeft de provincie de opdracht gekregen om uiterlijk november 2005 met een ontwikkelingsvisie en een daaraan gekoppeld uitvoeringsprogramma te komen. De voorbereiding daarvan is eind 2004 in volle gang, op basis van een plan van aanpak van september 2004. In het najaar van 2004 zijn in het kader van het convenant de Ruimte op Orde de resultaten met betrekking tot digitalisering, actualiseren en handhaving van bestemmingsplannen gepresenteerd. Overijssel vervult hierin ook landelijk een voortrekkersrol. Samen met de gemeenten, VNG-Overijssel en het rijk werken we aan de realisering van het convenant. Ook zijn de contouren van de uitgebreide vrijstellingenlijst van de bouwplannen art. 19 bekend gemaakt en is het project selectiever toezicht gestart. Dat project staat samen met het project vergunningsmanagement t.b.v. de versnelling van woningbouw mede in het licht van deregulering en ontbureaucratisering. In onderstaande tabellen zijn de productiecijfers en doorlooptijden met betrekking tot WRO-procedures op het terrein van toezicht in beeld gebracht. De productiecijfers van de te onderscheiden planprocedures zijn daarbij gerelateerd aan de jaren 2001, 2002 en 2003. Opvallend daarbij is de sterke toename in 2004 van met name adviezen over ontwerp bestemmingsplannen en artikel 19 procedures (bouwplannen). De doorlooptijden in 2004 zijn gerelateerd aan die van 2003. Mede dankzij een aantal efficiëncy maatregelen en andere maatregelen zijn de doorlooptijden over de hele linie terug gelopen.
Productie-overzicht WRO procedures (in aantallen)
600 500 400 300 200 100 0 2001
2002
2003
2004
Artikel 19 plannen
Ontwerpplannen
Vastgestelde bestemmingsplannen
Artikel 11 plannen
Doorlooptijd WRO procedures (in dagen)
120 100 80 60 40 20 0 artikel 11 plannen
artikel 19 plannen
vastgestelde bestemmingsplannen
ontwerpplannen
2003 2004
Het stimuleringsprogramma reanimatie industrieel erfgoed, met in 2004 Belvedere-project “lege silo’s nieuwe vulling”, heeft als effect dat minder snel tot sloop van verouderde industriële gebouwen wordt overgegaan, maar dat eerst de kwaliteit als cultureel erfgoed en de hergebruiksmogelijkheden worden bezien. Gezien het succes van het programma wordt het voortgezet en is het uitgebreid met agrarisch erfgoed. Dit vervolgprogramma is in december vastgesteld. Een ander succes is dat we samen met Enschede hebben bewerkstelligd dat het Ministerie van VROM voor een aanzienlijk bedrag (€ 14 miljoen) investeert in het Muziekkwartier (uit het budget investeren in ruimtelijke kwaliteit). Gericht op de versterking van de positionering van de streekfunctie van Steenwijk en Hardenberg zijn convenanten gesloten met de gemeenten Steenwijkerland en Hardenberg . In het verlengde hiervan heeft onder meer de ontwikkeling van de stationsomgeving in Steenwijk een impuls gekregen. Voor Hardenberg zijn belangrijke bijdragen
Jaarverslag 2004
47
geleverd aan de totstandkoming van de vestiging van het regiocemtrum Trias-jeudhulp, het regionale zorgzone centrum en het masterplan. Samenvattend: We zijn goed op weg om deze (meerjarige) subdoelstelling te realiseren. Subdoelstelling: Beïnvloeding ruimtelijk beleid van het rijk In 2004 hebben we ons sterk gemaakt om de inhoud van de nota Ruimte te beïnvloeden. Een van de resultaten is zoals eerder vermeld het project IJsseldelta geweest. Dit is aangemerkt als landelijk voorbeeldproject voor ontwikkelingsplanologie. In 2005 worden voor dit gebied een ontwikkelingsvisie en een uitvoeringsprogramma afgerond waarna de daadwerkelijke uitvoering aan de orde is. Op grond hiervan kan Zwolle en omgeving voor de verdere ontwikkeling ook in de toekomst op rijkssteun rekenen. Hoewel het ons niet gelukt is om voor IJsseldelta erkenning te krijgen als economisch kerngebied, hebben wij toch Zwolle als scharnier tussen Randstad en NoordoostNederland weten te positioneren. Het IPO heeft veel aandacht besteed aan de nieuwe Wet ruimtelijke ordening. In dat kader hebben wij ons ingezet voor een aanpassing van het provinciaal instrumentarium voor doorwerking van het provinciaal beleid, in die zin dat naast de beoogde verordenings- en instructiebevoegdheden ook een vorm van planhiërarchie in de wet wordt geregeld. Ook hebben wij met het IPO gepleit voor invoering van een provinciale projectenprocedure en instrumentarium voor verevening van bovenlokale plankosten. In het daarop volgende debat tussen Tweede Kamer en de minister van VROM is de provinciale projectenprocedure in het vooruitzicht gesteld. De minister onderzoekt de vrij breed geuite wens naar behoud c.q. invoering van een vorm van provinciale goedkeuring van bestemmingsplannen. Subdoelstelling: Stimuleren regionaal stedelijke netwerken We hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van visies voor de netwerksteden en aan de uitvoering van de programma’s, onder andere door het meefinancieren van projecten. Voor Twente zijn onder andere het ROC Almelo en het ROC Hengelo (als onderdeel van Hart van Zuid) te noemen. In 2004 zijn de verstedelijkings-afspraken met de Stedendriehoek, Zwolle-Kampen en de netwerkstad Twente opgesteld. Getekend zijn de convenanten met de Stedendriehoek en Twente.
48
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Hoofddoelstelling: Een passend, gedifferentieerd en wervend woonklimaat en voldoende woningen In 2004 zijn belangrijke stappen gezet ter realisering van het Onderhandelingsakkoord op het thema wonen. We hebben met het woonbeleid een succesvolle nieuwe start gemaakt en gewerkt aan breed draagvlak. Resultaat is dat onze partners de ontwerp-streekplanherziening voor het woonbeleid ondersteunen. We zijn daarbij goed op weg om de omslag te maken naar sturen ook op kwaliteit en naar versnelling van de productie. We hebben de gemeenten gestimuleerd om hun eigen woonbeleid te concretiseren in woonplannen en alle gemeenten beschikken inmiddels daarover. We zijn nu zover dat we in 2005 concrete prestatie-afspraken met de gemeenten gaan maken. Om de woningbouwproductie te versnellen hebben we het Actieprogramma Wonen opgesteld. Dat omvat o.a. 19 stimuleringsprojecten, waarin samen met de partners concrete knelpunten in de woningbouwprojecten worden weggewerkt. Inmiddels is er in 11 projecten daadwerkelijk versnelling gebracht. Voor ca. 3500 woningen zijn knelpunten opgelost, bijv. in de samenwerking bij de voorbereiding, in de planologisch procedure of door middel van een financiële injectie. Voorts omvat het o.m. de actie “Overijssel ontdooit” gericht op optimaliseren van de procedures voor woningbouwprojecten. Onder andere wordt een digitale checklist vergunningen-management ontwikkeld (gereed maart 2005), als hulpmiddel bij de voorbereiding van woningbouwprojecten om tijdsverlies te voorkomen. Verder hebben we de noodzakelijke intensieve en structurele samenwerking tussen provincie, gemeenten, woningcorporaties, marktpartijen en projectontwikkelaars een extra impuls gegeven. Deze inspanningen zijn goed ontvangen. Marktpartijen en corporaties zijn er daardoor toe overgegaan ook daadwerkelijk van start te gaan met woningbouwprojecten (o.a. Stadsbleek Oldenzaal). De uitbreiding van de woningvoorraad bedraagt in 2004 4100 woningen. Daarmee is de doelstelling van 4000 woningen in 2004 ruimschoots gehaald. Het tekort aan huisvesting voor statushouders is eind 2004 met 70 teruggelopen ten opzichte van eind 2003, tot 170. Daarmee is de doelstelling van 140 in 2004 echter niet gehaald. Met de zwaar achterlopende gemeenten hebben bestuurlijke overleggen plaats gevonden. Die gemeenten hebben een plan van aanpak opgesteld om de achterstanden in te lopen. Ook andere gemeenten zullen worden aangespoord om in 2005 de taakstellingen te halen.
In 2004 hebben diverse gemeenten bijdragen ontvangen uit het Investeringsbudget Stedelijke vernieuwing (deel 1) dat loopt van 2000 tot 2004. Te noemen zijn de gemeente Olst t.b.v. het Centrumplan Olst en de gemeente Dinkelland t.b.v. het Centrumplan Denekamp. Voorts is een start gemaakt met ISV, deel 2 (2005-2009). Met de regio Twente zijn afspraken gemaakt over de verhouding tussen provincie, netwerkstad en de regio op het terrein van Wonen.
Uitbreiding
2003
woningvoorraad
3.500
2004
2004
2005
2006
doel werkelijk
doel
doel
4.500
5.000
4.000
4.100
De verwachting is dat de inspanningen in de uitbreiding van de woningvoorraad van 2005 en volgende jaren tot uitdrukking zullen komen. Het is duidelijk dat Bouwen en Wonen ook de komende jaren een majeur thema is.
Tekort huisvesting
2003
statushouders
240
2004
2004
2005
2006
doel werkelijk
doel
doel
140
140
-
170
Hoofddoelstelling: Versterking ruimtelijke kwaliteit van het landelijk gebied Om de sloop van landschapsontsierende bebouwing te financieren is de rood-voor–rood regeling met gesloten beurs ontworpen. Het ontwerp voor partiële herziening van het streekplan voor deze regeling is aan Provinciale Staten ter besluitvorming toegezonden. In samenhang daarmee is een uitvoeringskader opgesteld. In de loop van 2005 zal als vervolg hierop een sloopregeling met financiële compensatie verder worden verkend en ontwikkeld. Ook voor nieuwe landgoederen is een partiele streekplanherziening aan Provinciale Staten voorgelegd en
hebben wij een uitvoeringskader vastgesteld. Voorts zijn in drie gemeenten pilots voor vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen opgestart. Voor de uitvoering van het grondbeleid is en blijft een revolving fund van € 7 miljoen (Reserve Grondbeleid) beschikbaar Zie voor verdere informatie ook paragraaf 3.7 Grondbeleid. Daarnaast is er voor de uitvoering Rood voor Rood in 2004 een bedrag van € 1 miljoen beschikbaar gesteld. Wat betreft de instandhouding van een netwerk van ca. 17 regionaal gebundelde zandwinningen hebben wij met name gewerkt aan de het vergunningsvooroverleg inzake de projecten Oosterweilanden (nieuwe winlokatie,Twenterand), De Domelaar (uitbreiding bestaande winning, Hof van Twente), de Dooze (uitbreiding bestaande winning, Hardenberg) en Eesveense Hooilanden (uitbreiding bestaande winning, Steenwijkerland). Wat betreft Oosterweilanden is gewerkt aan een verantwoorde afstemming met de ontwikkeling van een bedrijventerrein en een rondweg. Aangaande De Domelaar is geohydrologisch onderzoek afgerond, maar moet nog ander onderzoek volgen. Wat betreft De Dooze vergt het onderzoek betreffende natuur- en milieucompensatie in relatie tot het natuurreservaat Engbertsdijksvenen meer tijd dan gedacht. Ten slotte is wat betreft Eesveense Hooilanden in november 2004 de vergunningsaanvraag ingediend. Met deze en andere inspanningen hebben wij in 2004 voldaan aan de landelijk overeengekomen taakstelling vergunningverlening beton- en metselzand. Bij het bovenstaande moet worden aangetekend, dat - onder invloed van het gewijzigde rijksbeleid ontgrondingen (afbouw regierol Rijk; meer marktwerking binnen ontwikkelingsplanologie; ontwikkeling multifunctionele ontgrondingen)- wij hebben getracht bovenbedoelde projecten zoveel mogelijk alsnog een multifunctionele invulling te geven. In dit verband kan als resultaat het project Eesveense Hooilanden worden genoemd. In dat kader hebben we tevens gewerkt aan de totstandkoming van een Beleidskader bouwgrondstoffen Overijssel (ontwerp uitgebracht en aan inspraak onderworpen; vaststelling voorzien voorjaar 2005). Dit beleidskader is de provinciale uitwerking van het nieuwe rijksontgrondingenbeleid in de vorm van voorkantsturing richting ontgrondend bedrijfsleven en andere belanghebbende partijen (gemeenten, waterschappen). Resultaat hiervan is een integraler beleidskader waarmee ook een integraler ontgrondingenbeleid is ingezet.
Jaarverslag 2004
49
Wij hebben zoveel mogelijk secundaire bouwgrondstoffen in plaats van oppervlaktedelfstoffen aangewend. Daartoe heeft de provincie actief meegewerkt aan de opzet van onderzoek terzake binnen het lopende meerjarige bouwgrondstoffen-onderzoeksprogramma van Rijk en provincies gezamenlijk. Daarnaast is ca. 20% secundaire bouwgrondstoffen aangewend in de aanleg en onderhoud van provinciale werken.
Heeft het gekost wat het mocht kosten?
Bedragen x € 1.000
Begroting 2004 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Ruimte
Ruimetlijke structuur en versterken kwaliteit landelijk gebied Passend woonklimaat en voldoende woningen Totaal programmakosten Ruimte
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
1.340
8.198
-6.858
1.275
2.801
-1.526
5.332
6.330 –––––––– 7.670
6.968 –––––––– 15.166
-638 –––––––– -7.496
6.373 –––––––– 7.648
7.900 –––––––– 10.701
-1.527 –––––––– -3.053
-889 –––––––– 4.443
–––––––– 7.670
3.782 3.065 –––––––– 22.013
-3.782 -3.065 –––––––– -14.343
–––––––– 7.648
3.549 3.016 –––––––– 17.266
-3.549 -3.016 –––––––– -9.618
233 49 –––––––– 4.725
De kosten die worden gefinancierd door een onttrekking uit een voorziening worden conform BBV niet meer via het product geboekt, maar rechtstreeks ten laste gebracht van de betreffende voorziening. In 2004 was de begroting nog anders door de Staten vastgesteld. Bij dit programma gaat het om de volgende voorziening. Bedragen x € 1.000
Voorziening
Baten
Lasten
Saldo
–––––––
773 –––––––
-773 –––––––
773
-773
Stedelijke vernieuwing Totaal ten laste van voorzieningen
50
Verschil
––––––––
Baten
Personeelsgebonden kosten Ruimte Toegerekende apparaatskosten Ruimte Totaal programma Ruimte
Rekening 2004
––––––––––––––––––––––––––––––––
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Voor het totaalbeeld schetsen we u ook het verloop op reserves die bij dit programma horen.
Bedragen x € 1.000
Stortingen 2004
––––––––––––––––––––––––––––––– Reserves
begroot
gereal.
Actiefonds Overijssel Reserve BCF Reserve Grondbeleid
verschil
Onttrekkingen 2004
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
begroot
gereal.
verschil
totaal
100 0 4.375
100 908 0
0 908 -4.375
0 908 -4.375
Een detailoverzicht per programma is opgenomen in hoofdstuk 4.
Toelichting belangrijkste verschillen:
Passend woonklimaat en voldoende woningen:
Ruimtelijke structuur en versterken kwaliteit landelijk gebied:
Het verschil van € 0,9 miljoen betreft Stedelijke vernieuwing en komt voort uit een technische correctie op de raming aan BTW-compensatie. Deze correctie komt ten laste van de reserve BTW-compensatiefonds.
Het verschil zit in de eerste plaats in Realisering ruimtelijk beleid, de post grondbeleid (revolving fund) € 4,4 miljoen. Bij de najaarsnota is reeds toegelicht dat hiervan in 2004 € 3 miljoen niet aan de reserve wordt onttrokken. Een afgegeven garantstelling (ad € 1,3 miljoen) is daarnaast niet nodig gebleken. Daarnaast gaat het om € 1 miljoen voor de uitvoering van Rood voor Rood. De voor 2004 geraamde voorfinanciering - zoals bij de najaarsnota al aangekondigd is niet nodig gebleken. Bij het onderhandelingsakkoord is besloten dat deze middelen in de jaren daarna terug verdiend moeten worden ter dekking van het budgettair perspectief in 2006.
Personeelsgebonden kosten en toegerekende apparaatskosten Ruimte: In de begroting 2004 is de verdeling van de personeelsgebonden kosten over de beleidsproducten niet aangepast aan het werkplan. Hierdoor ontstaat er schijnbare onderbesteding die wordt gecompenseerd door gerealiseerde uren op producten waarvoor niet is begroot (bijvoorbeeld Reconstructie ROO en Functioneren arbeidsmarkt).
Resultaatbestemmingen worden gevraagd voor: Grondbeleid (revolving fund)
€ 4.400.000 (mutatie in reserve)
Rood voor Rood
€ 1.000.000 (naar 2006)
Jaarverslag 2004
51
52
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
2.5 Wervende steden Onze vijf grote steden zijn de motor voor economische en sociaal-culturele ontwikkelingen. Om deze bijzondere positie verder te versterken willen we ook in 2005 blijven inzetten op het Grotestedenbeleid, waarbij bijzondere aandacht zal zijn voor de drie netwerksteden van Overijssel. In samenwerking met de steden concentreren we ons op de volgende thema’s: toename van de veiligheid, versterking van de sociale samenhang; wonen in de stad en economie als motor. In dit programma gaan we in op het overgangsjaar 2004 voor het Grotestedenbeleid en de nieuwe convenantperiode 2005-2009. De eindverantwoordelijke portefeuillehouder van dit programma is de heer J.G. Kristen. Daarnaast is mevrouw drs. C. Abbenhues verantwoordelijk voor een aantal deelgebieden.
2.5.1 Ontwikkelingen Het Rijk voert voor de derde maal een Grotestedenbeleid; ditmaal voor de periode 2005-2009. Belangrijk verschil met de voorgaande periode is dat het GSB III voor de 30 grootste steden slechts drie brede doeluitkeringen kent (één voor fysieke thema's, één voor economische thema's en één voor sociale thema's, incl. integratie en veiligheid). De steden kunnen de rijksmiddelen binnen genoemde thema's naar eigen inzicht inzetten. De vijf grote steden van Overijssel hebben voor genoemde periode Meerjaren Ontwikkelingsprogramma's (MOP’s)opgesteld. De provincie, en de Regio Twente voor zover het de intergemeentelijke afstemming in Netwerkstad Twente betreft, hebben eind 2004 aan het Rijk een positief advies uitgebracht. De MOP's sporen met de provinciale uitgangspunten en de steden hebben deze plannen voldoende afgestemd met omliggende gemeenten.
2.5.2 Hebben we bereikt wat we wilden bereiken, hebben we gedaan wat we wilden doen en heeft het gekost wat het mocht kosten? IJkpunt Onderhandelingsakkoord: Het bestuur mag over vier jaar worden afgerekend op: • prestatieafspraken met steden die recht doen aan de strategische opgaven in de steden en provinciale doelen; • oplossingsgerichte en integrale samenwerking tussen steden en provincie in de uitvoering van het Overijssels stedenprogramma. De door Provinciale Staten vastgestelde thema’s zijn opgenomen in de convenanten 2005-2009 en door thema-differentiatie per grote stad is tegemoet gekomen aan de strategische opgaven per stad (zie hier onder). In de bestuurlijke Regiegroep Grotestedenbeleid, de ambtelijk Coördinatiegroep GSB en de bestuurlijke Stadsgesprekken wordt de integrale voortgang besproken en worden belemmeringen zoveel mogelijk gezamenlijk opgelost. De provincie laat het provinciale Grotestedenbeleid zoveel mogelijk aansluiten bij het landelijke beleid, zij het dat in het landelijke beleid het accent vooral op achterstand lag en in Overijssel wij ons vooral op de versterking van de stedelijke potenties gericht hebben. We hebben daarbij het grotestedenbeleid van het rijk wel aangegrepen om onze eigen inspanningen ten behoeve van de steden te markeren en te structureren. Tussenrapportage 2003 De Statencommissie Zorg en Cultuur heeft ingestemd met de Tussenrapportage 2003. In deze rapportage hebben wij verantwoording afgelegd over de resultaten van het grotestedenbeleid in de Overijsselse steden, de voortgang binnen stedelijke netwerken, de verantwoording van de provinciale middelen en de (nabije) toekomst van het provinciale Grotestedenbeleid. Overgangsjaar 2004: Sterke, vitale en complete steden in Overijssel Eind 2003 zijn overgangsconvenanten met de vijf grote Overijsselse steden vastgesteld. Uit onder andere de bestuurlijke stadsgesprekken is het beeld ontstaan dat de steden over het algemeen op koers liggen.
Jaarverslag 2004
53
Convenantperiode 2005-2009: Grote steden als motor van economische en sociaal-culturele ontwikkelingen In het voorjaar van 2004 zijn kaders vastgesteld voor de periode 2005-2009. De samenwerkingsthema’s Wonen in de Stad, Sociale Samenhang, Veiligheid en Economie als Motor vormen de kern van de nieuwe convenanten. Focussen en differentiëren zijn hierbij sleutelwoorden; niet elk thema speelt immers in elke stad (even sterk). In de convenanten zijn daarom per stad specifieke thema’s benoemd: - Almelo: Aanpak stationsomgeving, binnenstad en aanpalende wijken, creëren woonzorgzones en hoogwaardige voorzieningen. - Deventer: Herstructurering van naoorlogse wijken. - Zwolle: Aanpak binnenstad, ketenaanpak (jeugd)zorg en maatschappelijke opvang, regionale bereikbaarheid. - Enschede: Aanpak Velve Lindenhof, programma Opgroeien in de stad, profilering binnenstad. - Hengelo: Ketenaanpak jeugd, opvang dak- en thuislozen en verslaafden, revitalisering Twentekanaal, aanpak binnenstad.
Het belang van sterke en vitale steden blijft voorop staan. Er is meer dan voorheen aangesloten bij de stad en haar omgeving én de stad binnen de stedelijke netwerken. Provinciale ambities zijn verbonden met die van de steden en vice versa; langzamerhand is gebleken dat er veel overeenkomst is tussen stedelijke en provinciale doelen. Op 15 november 2004 zijn de convenanten Grote steden- en Netwerkstedenbeleid 2005-2009 in aanwezigheid van de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, ondertekend door de provincie, de steden en vertegenwoordigers van de netwerksteden. Op dit moment wordt gewerkt aan Uitvoeringsprogramma’s per stad voor 2005.
Heeft het gekost wat het mocht kosten?
Bedragen x € 1.000
Begroting 2004 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Wervende steden
Rekening 2004
––––––––––––––––––––––––––––––––
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
––––––––
2.214 ––––––––
-2.214 ––––––––
24 ––––––––
2.059 ––––––––
-2.035 ––––––––
179 ––––––––
2.214
-2.214
24
2.059
-2.035
179
238
-238
-238
Overgangsjaar 2004 en convenantsperiode 2005-2009 Totaal programmakosten Wervende steden Personeelsgebonden kosten Wervende steden Toegerekende apparaatskosten Wervende steden –––––––– Totaal programma Wervende steden
54
Verschil
––––––––
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
––––––––
––––––––
––––––––
202 ––––––––
-202 ––––––––
-202 ––––––––
2.214
-2.214
24
2.499
-2.475
-261
Voor het totaalbeeld schetsen we u ook het verloop op reserves die bij dit programma horen.
Bedragen x € 1.000
Stortingen 2004
––––––––––––––––––––––––––––––– Reserves
begroot
gereal.
Reserve IJsselmijgelden
verschil
Onttrekkingen 2004
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
begroot
gereal.
verschil
totaal
127
0
-127
-127
Een detailoverzicht per programma is opgenomen in hoofdstuk 4.
Toelichting belangrijkste verschillen: Overgangsjaar 2004 en convenantsperiode 2005-2009: Het verschil van € 155.000 wordt vooral veroorzaakt doordat de declaratie van de gemeente Deventer voor het project te laat is ontvangen om in het boekjaar 2004 nog af te handelen.
Resultaatbestemmingen worden gevraagd voor: Proceskosten GSB IJsselmijgelden
€ 28.000 € 127.000 (mutatie in reserve)
Personeelsgebonden kosten Wervende Steden: Het betreft hier optisch grote verschillen. De oorzaak ligt er in dat bij de begroting 2004 voor grote projecten en programma’s zoals GSB en GGW de personele kosten onder het programma bestuur zijn geraamd. Bij de uitvoering in 2004 zijn de betrokken feitelijke kosten bij producten van verschillende andere programma’s gemaakt en ook daar verantwoord. Voor inzicht in het totale verloop van de personele en overheadkosten zie paragraaf 4.5.2.
Jaarverslag 2004
55
56
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
2.6 Landelijk gebied We staan als provincie voor forse uitdagingen op het terrein van ruimtelijke ordening, economische structuurversterking (inclusief landbouw), recreatie en toerisme, sociale infrastructuur en voorzieningen, natuur- en landschapsbeheer en natuurontwikkeling. De problemen hebben te veel samenhang om, zoals in het verleden, afzonderlijk te worden opgelost. Er is een integrale aanpak nodig waarbij betrokken partijen samenwerken. Bijvoorbeeld de aanleg van een nieuw natuurgebied kan ook een functie hebben voor waterbeheer, recreatie en het onderhoud kan inkomsten opleveren voor de landbouw; samenwerking tussen natuurbeheerder, waterschap, recreatieondernemer en landbouwer. Wij willen investeren in de samenwerking tussen partijen op het platteland. Gebiedsgericht werken zien wij hiervoor als een goede vorm. In dit verslag geven we aan hoe wij het afgelopen jaar bovenstaande uitdagingen hebben opgepakt en de resultaten. Wat ons betreft kijken we terug op een geslaagd jaar waarin wij hebben gerealiseerd wat in de begroting is aangekondigd. De eindverantwoodelijke portefeuillehouder van dit programma is de heer P. Jansen. Daarnaast zijn binnen het programma de volgende portefeuillehouders verantwoordelijk voor een aantal deelgebieden: Versterking en behoud van de sociale samenhang in de kleine kernen en buurtschappen: de heer J.G. Kristen en de heer G.J.H. Ranter; Uitvoering reconstructie en landinrichting: de heer P. Jansen; Ontwikkelen perspectiefvolle landbouw: de heer P. Jansen; Behoud en herstel van de kenmerkende natuurwaarde van Overijssel:de heer P. Jansen; Behoud en versterking van de kwaliteit van het cultuurlandschap:de heer P. Jansen, de heer J.G. Kristen en de heer drs. T.W. Rietkerk
2.6.1 Ontwikkelingen De belangrijkste ontwikkelingen die de uitvoering van het programma landelijk gebied in 2004 hebben beïnvloed vinden hun oorsprong in het rijksbeleid (Agenda Vitaal Platteland en Nota Ruimte). Het Rijk trekt zich terug op haar eigen prioriteiten. Via het Investeringsbudget Landelijk Gebied krijgen provincies een zware regierol om de hoofddoelstellingen van het Rijk gebiedsgericht te realiseren. Dit vraagt een andere manier van werken. Met de in 2004 gestarte gebiedsgerichte aanpak zijn we al een eind op weg, maar in organisatorisch opzicht (ontschotting, deregulering) moet nog veel werk worden verzet. Naast de impact van de AVP en de Nota Ruimte (o.a. bezuinigingen landinrichting, natuur en landschap buiten EHS) hebben veranderingen in wet- en regelgeving (o.a. op het terrein van ammoniak en ganzengebieden) een zware wissel getrokken op de inzet van de capaciteit van de organisatie. De verwachte wijziging van de Natuurbeschermingswet en de Natuurschoonwet heeft niet in 2004 plaatsgevonden. Daarentegen heeft de minister van LNV wel 2 nationale landschappen aangewezen (IJsseldelta en Noordoost-Twente) en is onlangs het Nationaal Park de Weerribben uitgeroepen als mooiste plekje van Nederland. Overeenkomstig de verwachtingen is de uitstroom van ondernemers uit de landbouw in 2004 doorgegaan. Opmerkelijk is wel dat de grond van stoppende boeren meestal ogenblikkelijk door andere agrarische bedrijven weer in gebruik genomen wordt.
2.6.2 Hebben we bereikt wat we wilden bereiken, hebben we gedaan wat we wilden doen en heeft het gekost wat het mocht kosten? IJkpunt Onderhandelingsakkoord: Het bestuur mag over vier jaar worden afgerekend op: • structuurversterking van (niet-)agrarische bedrijvigheid en behoud c.q. versterking van voorzieningen in het landelijk gebied; • voortgang in de realisatie van de ecologische hoofdstructuur, die recht doet aan de doelstelling om deze hoofdstructuur in 2018 te hebben bereikt; • een voortvarende uitvoering van de reconstructieafspraken met Rijk en gemeenten.
Jaarverslag 2004
57
Omvang bedrijven (nge)
Verbrede landbouw
6000
500
5000
400
4000 300 3000 200 2000 100
1000
> 20-40 1997
1992
2003
> 70-100
> 100
be
1987
> 40-70
he e
0-20
rsl an db ou na w tu ur pr be od he uc er tv er w er kin g hu isv ve e rb rk lijf oo sa p cc om od at ie on t sta va ng llin st g en ve rh uu r zo rg za ke n
0
0
1998
Uitgedrukt in NGE (als maat voor de economische sterkte van agrarische bedrijven) is al lange tijd sprake van afname van het aantal bedrijven en relatieve toename van de grotere bedrijven. De groep van (hobby)boeren met een klein bedrijf blijft overigens opmerkelijk groot. De trend dat boeren besluiten hun bedrijf te stoppen kunnen we niet rechtstreeks beïnvloeden. Wel ondersteunen we processen van doelmatiger bedrijfsvoering, verbetering van ondernemerschap en gebruik van andere inkomensbronnen.
Realisering EHS grondwerving en
1999
2003
Met de ondersteunende maatregelen bereiken we gemiddeld ca. 10% van de individuele ondernemers; ca. 150 participeren jaarlijks in projecten van Toekomst Gericht Ondernemerschap. We zien voor veel boeren toekomstmogelijkheden in de verbrede landbouw. Zo steken we veel energie in het ontwikkelen van instrumenten op het gebied van Groene diensten. Recentere gegevens dan 2003 zijn nog niet beschikbaar; op onderdelen van Verbrede landbouw ontbreken ook deze in verband met gewijzigde gegevensverzameling.
2001
2002
2003
2004
2018
6.540
6.939 92
8.314 172
8.999 342
17.571 3.770
particulier beheer (peildatum 01 - 01 - 2005; bepaald met kadastrale gegevens)
Totaal grondwerving (ha) waarvan particulier beheer
Indien Nota Ruimte ongewijzigd wordt vastgesteld komt hier 4.850 ha bij en wordt de taakstelling tot 2018; 22.421 ha, waarvan 5.710 ha in particulier beheer. Taakstelling per jaar is zonder robuuste verbindingen 589 ha per jaar en met robuuste verbindingen 8.892 ha per jaar.
58
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Hoofddoelstelling: Realiseren doelstellingen Reconstructiewet Het Reconstructieplan Salland-Twente is vastgesteld en een Bestuursovereenkomst met het rijk is gesloten voor het Uitvoeringsprogramma 2005-2006. Het betreft hier een uitvoeringsprogramma van ruim € 200 miljoen, waarvan wij ca. 25 % voor onze rekening nemen. Het verwerken van de ruim 800 inspraakreacties en het opstellen van het Uitvoeringsprogrogramma heeft een aanzienlijke inspanning gevraagd. Overeenkomstig de voornemens hebben wij met deze resultaten het realiseren van de doelstelling van de Reconstructiewet (verbeteren ruimtelijke structuur van de veehouderij en verbetering van de kwaliteit van natuur, landschap, milieu en de veerkracht van het watersysteem) belangrijk dichterbij gebracht. Het is nog te vroeg om concrete resultaten te melden, want het komt nu aan op de uitvoering die voor een belangrijk deel zal plaatsvinden via de gebiedsgerichte aanpak. Diverse door de Streekcommissies/Bestuurlijke Gebiedsoverleggen (BGO’s) voorgedragen projectvoorstellen zijn ondergebracht bij de EU-regelingen en de Subsidieregeling Gebiedsgericht Beleid. Daarnaast is een start gemaakt met de uitvoering van de (planen gebiedsuitwerkingen) reconstructie. Het betreft in totaal 14 gebieds- en planuitwerkingen en 18 uitvoeringsprojecten voor onder andere duurzame landbouw, landgoedversterking, recreatie en toerisme. Het plan Enter hebben wij als eerste planuitwerking vastgesteld. In de wetenschap dat de uitgaven uit de beschikbare € 45 miljoen autonome middelen voor reconstructie eerst op gang moeten komen en het zwaartepunt aan het eind van deze collegeperiode komt te liggen, is een bestemmingsreserve voor reconstructie ingesteld. Van de voor 2004 beschikbare € 10 miljoen, is een bedrag van € 9 miljoen niet ingezet. Dit is conform de verwachting bij de Najaarsnota 2004. In lijn hiermee stellen wij daarom voor de niet ingezette € 9 miljoen via de resultaatsbestemming in de genoemde reserve te storten.
Hoofddoelstelling: Bijdragen aan een perspectiefvolle landbouw
door de sector zelf worden opgepakt, wij faciliteren en helpen bij financiering. De zonering van het reconstructieplan bepaalt welke ontwikkelingsmogelijkheden de intensieve veehouderij in de verschillende zones in het landelijke gebied heeft. De gemeenten in het reconstructiegebied zijn geïnformeerd hoe te handelen met aanvragen om een sterlocatie. De gemeenten zijn hierin gefaciliteerd door het aanbieden van een standaard aanvraagformulier met toelichting. Conform ons voornemen hebben wij de facilitering van de verplaatsing van intensieve veehouderijbedrijven uitgewerkt. Deze aanpak bestaat uit 3 onderdelen: het (i.s.m. het bedrijfsleven) ondersteunen van ondernemers, beschikbaar stellen van financiële bijdragen en het inzetten van het instrument "rood voor rood". In 2004 hebben ruim 50 ondernemers belangstelling getoond voor verplaatsing, zowel uit de extensiveringsgebieden als uit de verwevingsgebieden. Met ca 10 van hen worden momenteel verplaatsingsplannen voorbereid die in de komende jaren uitgevoerd zullen gaan worden. Op dit moment zijn met drie ondernemers verdere afspraken (inclusief over de financiële vergoedingen) gemaakt over het daadwerkelijk verplaatsen van de bedrijven. Hiermee wordt aan bedrijven die nu “op slot zitten” weer nieuw perspectief geboden terwijl op die locatie een belangrijke bijdrage wordt geleverd aan de kwaliteit van natuur en milieu. Een ander belangrijk onderdeel in het Reconstructieplan is de ontwikkeling van projectlocaties voor de clustering van varkenshouderijbedrijven in landbouwontwikkelingsgebieden. In dit kader hebben wij i.s.m. diverse marktpartijen en gemeenten een projectplan voor de ontwikkeling van een projectlocatie voor de clustering van intensieve veehouderijbedrijven in een landbouwontwikkelingsgebied opgesteld. Dit plan zal de komende jaren in uitvoering genomen worden. Het bedrijfsleven neemt hierbij het voortouw. Naast het verbeteren van de ruimtelijke structuur van de intensieve veehouderij stimuleren wij ook de innovatie in deze sector ter verbetering van de concurrentiekracht. In het kader van het project A1-eiwitcorridor is een tiental deelprojecten op diverse terreinen (duurzame energie, verwerking slachtbijproducten, logistieke samenwerking, etc.) in uitvoering.
Subdoelstelling: Verbeteren ruimtelijke structuur intensieve veehouderij In 2004 hebben wij de randvoorwaarden gerealiseerd om de ruimtelijke structuur van de intensieve veehouderij te verbeteren. De feitelijke verbetering moet
Jaarverslag 2004
59
60
Subdoelstelling: Verbeteren van de externe productieomstandigheden van de landbouw
Ruilverkaveling Marshoek - Hoonhorst
Met de uitvoering van onze voornemens op het gebied van landinrichting zijn de externe productieomstandigheden van de landbouw verbeterd. In tal van projecten zijn investeringen gedaan op het gebied van verkaveling, waterhuishouding en ontsluiting. Dit levert een kostenbesparing op voor de betrokken grondgebonden bedrijven en komt ten goede aan de vitaliteit van het landelijk gebied. Voor het gebied Noordwest-Overijssel hebben wij, na jaren van voorbereiding door de landinrichtingscommissie, het raamplan landinrichting vastgesteld. Ook zijn volgens planning een drietal nieuwe modules vastgesteld en in uitvoering genomen. De geboden mogelijkheid tot voorfinanciering van projecten, vooruitlopend op de vertraagde rijksbijdragen, behoefde uiteindelijk niet te worden ingevuld. Door het herschuiven van landelijke middelen kwam er uiteindelijk toch voldoende rijksfinanciering beschikbaar. Een en ander laat overigens onverlet dat er zich boven het landinrichtingsdossier donkere wolken samenpakken. De minister LNV dreigt de financiering van de landbouwmaatregelen in landinrichtingsprojecten te beëindigen wat ten koste zal gaan van het realiseren van projecten als geheel en realisering van de EHS in het bijzonder. De gezamenlijke provincies voeren hierover stevig bestuurlijk overleg met de minister van LNV met als inzet om de integrale uitvoering boven tafel te houden. Eind 2004 waren de voorbereidingen om te komen tot een oplossing voor met name de oude, al lang lopende landinrichtingen door middel van extra inzet van Rijksgeld, voorfinanciering van provincies en "creatieve maatregelen" een eind gevorderd. Met het ondersteunen van projecten voor vrijwillige kavelruil en grondmobiliteit is een begin gemaakt. Dit jaar hebben wij daartoe een Handelingskader vastgesteld. De eerste grondaankoop kon in 2004 worden gerealiseerd.
Inbreng (voor)
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Detailuitsnede met de eigendomverdeling voor en na toedeling
Toedeling (na)
Toelichting op figuur Marshoek Hoonhorst is ruim 10 jaar in uitvoering. In dit ruilverkavelingsplan zijn tot nu toe de volgende onderdelen in onderlinge samenhang gerealiseerd: • Groene lijn elementen: totaal 55 km, gerealiseerd 27 • Landbouwkundige structuur: totaal 3100 ha, gerealiseerd 3100 ha • Natuurontwikkeling: totaal 13 ha, gerealiseerd 11 ha • Overig bos en landschap: totaal 40 ha, gerealiseerd 21 • Reservaat: totaal 192 ha, gerealiseerd 180 ha • Ruimtelijke structuur: totaal 3600 ha, gerealiseerd 1800 ha
Subdoelstelling: Verbreding van de economische basis van de landbouw In 2004 hebben wij al onze voornemens ter stimulering van verbreding van de economische basis van de landbouw ten uitvoer gebracht. Het ging hierbij om de volgende activiteiten: De subsidieregeling landbouwstimulering is in 2004 besteed aan de cofinanciering van innovatieprojecten in de landbouw: oriëntatie toekomst, ondersteunen kennisinfrastructuur, verduurzaming bedrijfsvoering, verkenning en ontwikkeling van (regionale) afzetmarkten en afzetmogelijkheden, gebiedsmakelaardij en landbouw en zorg voor zowel de gangbare als de biologische landbouw. Stichting Stimuland voert voor een belangrijk onderdeel deze activiteiten uit en bereikt hiermee direct 1000-1500 agrarische ondernemers en indirect alle agrarische ondernemers in Overijssel door de verspreiding van het kwartaalblad Horizontaal. Overige financiering komt van diverse bronnen o.a. gemeenten, waterschappen, private partijen en het Europese Plattelandsontwikkelingsprogramma en de SGB-regeling. Een belangrijke vorm van verbrede landbouw in Overijssel is de combinatie van landbouw en zorg. Dit blijkt uit de aantallen (80 zorgboerderijen) en uit de verzoeken tot oriëntatie op een combinatie met zorg en gezondheid (30-tal verzoeken alleen al bij Stimuland). Provincie en marktpartijen hebben eind 2004 besloten om de start mogelijk te maken van een transferpunt ‘landbouw en zorg’, dat als doel heeft het begeleiden van het matchen van vraag en aanbod. 2004 was het laatste jaar voor de uitvoering van het Plan van Aanpak Biologische landbouw Overijssel 20012004. Uitvoering gebeurt door Stimuland en NMO. De biologische landbouw in Overijssel heeft mee kunnen liften met een gunstige marktontwikkeling over de periode 2000-2002, waardoor er een groei mogelijk was van 18% van het aantal gecertificeerde biologische bedrijven in Overijssel (landelijk gemiddelde is 10%) en er een goed inkomen gehaald kon worden, vooral door hogere melkprijzen. De laatste jaren zwakt deze groei af. Eind 2004 zijn er 98 biologische bedrijven en een 40tal bedrijven in omschakeling. De uitgevoerde projecten hebben vooral betrekking op het ondersteunen en faciliteren van deze groei: promotie gericht op consument en schooljeugd, aan kennisontwikkeling- en kennisverspreiding van de biologische landbouw en versterking van de praktijkcentra voor biologische melkveehouderij in Heino en de biologische varkenshouderij in Raalte. De resultaten m.b.t. het verbeteren van de afzetontwikkeling zijn minder eenduidig. Er is een aantal kleinschalige initiatieven van vooral pionierende boeren ondersteund
zoals het Vechtdalvarken, Sallands Best en de Sallandse Pieper. Echter de opschaling naar omvangrijkere (regionale) afzetstructuren is, ondanks de inzet van marketing-expertise via het project ‘biologisch vermarkten”, nog maar beperkt ontwikkeld in 2004. Deze conclusies zijn verwerkt in het vastgestelde Plan van Aanpak 2005-2007. Hierin geeft de provincie de hoofdlijnen en maatregelen aan waarlangs zij de komende jaren de biologische landbouw in Overijssel wil blijven stimuleren. Bij de meeste van onze activiteiten op het gebied van verbreding van de landbouw is Stichting Stimuland als uitvoerder betrokken. Wij hebben met Stimuland afgesproken dat na een overgangsperiode van 3 jaar de Stichting zal gaan opereren als marktpartij. Subdoelstelling: Versterken van de rol van de landbouw bij natuur- en landschapsbeheer, waterbeheer en de levering van overige groene diensten Het nieuw beleidskader “groene en blauwe diensten” is in volle gang en wordt opgesteld aan de hand van door ons ondersteunde pilotprojecten die in 2004 van start zijn gegaan. Het betreft de pilots: Buurtschap Zwolle, Boeren met water (Olst-Wesepe), Enschede (verkenningen en proefproject Boekelo-Twekkelo), Boeren voor Natuur Twickel en Waterland Wierden. De pilots leveren informatie op over de invulling van groene en blauwe diensten, de kosten en de beloning, de inpasbaarheid in de agrarische bedrijfsvoering, contracten, financieringsbronnen, fondsvorming, fondsbeheer en Europese goedkeuring. Het proefproject Boeren voor Natuur Twickel maakt deel uit van de landelijke verkenningen naar Groene Diensten. Daar het merendeel van de pilots pas recent zijn gestart is het nog te vroeg voor conclusies. Subdoelstelling: Ontwikkeling van de duurzame landbouw in kwetsbare gebieden op de droge zandgronden (extensivering melkveehouderij) De vier voorgenomen pilotprojecten voor extensivering van de melkveehouderij in enkele kwetsbare gebieden zijn niet gerealiseerd. Hoewel de projecten voldeden aan de (rijks)doelstellingen kon het rijk uiteindelijk op formele gronden niet tot subsidiëring komen. De Minister heeft eind 2004 de Kamer geïnformeerd over een alternatieve aanwending van de Koopmansgelden, waarbij hij het project Gooiermars bij Deventer met name heeft genoemd. Een en ander betekent dat er geen ondersteuning van het Rijk heeft plaatsgevonden voor de extensivering van de melkveehouderij op de droge zandgronden.
Jaarverslag 2004
61
Hoofddoelstelling: Behoud en herstel van de kenmerkende natuurwaarden van Overijssel Subdoelstelling: Begrenzen van (nieuwe) natuurgebieden en beheersgebieden binnen de Ecologische Hoofdstructuur (met het oog op het realiseren van de EHS) Alle natuurgebiedsplannen in Overijssel (7) zijn op tijd (voor 1 oktober) herzien. In 2004 is gestart met de voorbereiding van de begrenzing van de robuuste verbindingen, die in 2005 in de natuurgebiedsplannen zullen worden opgenomen. Daar op dit moment de behandeling van de Nota Ruimte in de Tweede Kamer aan de orde is, maken we even pas op de plaats. Omdat LNV in de Agenda Vitaal Platteland heeft aangegeven de meeste provinciale ecologische verbindingen voortaan niet meer te willen financieren is in 2004 ook begonnen met een herbezinning op de provinciale ecologische verbindingen. Subdoelstelling: Verwerven en inrichten van gebieden in de Ecologische Hoofdstructuur In 2004 is ca. 515 ha grond verworven ter realisering van de EHS in 2018. Daarnaast is op 170 ha door particulieren een overeenkomst particulier beheer (bij Laser) aangevraagd, dat is 685 ha EHS. Dit is 85 ha boven de in de begroting geplande 600 ha. De doelstelling is hiermee ruimschoots gehaald. Om de beleidsombuiging van aankoop naar particulier beheer concreet te kunnen maken hebben wij in 2004 het actieplan meer particulier beheer vastgesteld en in uitvoering genomen. Op basis van dit actieplan zal het komende jaar actief particulier beheer gestimuleerd worden. Doelstelling hierbij is om van de nog resterende taakstelling voor de EHS minimaal 40% via particulier beheer te realiseren. (zie tabel bij “IJkpunt onderhandelingsakkoord”) Met de beschikbare middelen voor particulier beheer en groene diensten (inclusief de resultaatsbestemming uit 2003) heeft in 2004 een forse inhaalslag plaatsgevonden.
62
In het kader van het Actieplan Boeren met weidevogels is eind 2004 een start gemaakt met het project “Koplopers weidevogelboeren”. In 2004 zijn we gestart met 20 deelnemers, intussen is dit aantal (december 2004) opgelopen naar 60. Subdoelstelling: Beschermen natuurwaarden en soortendiversiteit in en buiten de Ecologische Hoofdstructuur De uitvoering van de Flora- en Faunawet heeft veel extra inzet gevraagd. Zo zijn er 95 aanvragen voor ontheffing behandeld, waarvan er 28 hebben geleid tot een beroepszaak. Veel beschikkingen zijn in beroep in stand gebleven, waarmee wij er in vergelijking met andere provincies positief uitspringen. Naar aanleiding van afspraken tussen LNV en IPO zijn dit jaar de fourageergebieden voor overwinterende ganzen aangewezen. In het najaar van 2004 is het Faunabeheerplan goedgekeurd waardoor vanaf eind 2004 de uitvoering efficiënter wordt. Op deze manier is een beleid gerealiseerd dat op evenwichtige manier recht doet aan alle in het geding zijnde belangen.
Hoofddoelstelling: Behoud en versterking van de kwaliteit van het cultuurlandschap Subdoelstelling: Stimuleren aanleg, herstel en beheer van landschapselementen en -structuren
Subdoelstelling: Beheren natuurwaarden in en buiten de Ecologische Hoofdstructuur
In het gebied Hezingen-Mander in de gemeente Tubbergen, in de stadsrandvisie Hengelo-Borne en in de planuitwerkingen (reconstructie) Enter en RaalteNoord is ook aan het aspect landschap op een goede manier vormgegeven. Aan de hand van de wensen in het gebied hebben wij verkend hoe toekomstige gewenste veranderingen in grondgebruik en functies een positieve uitwerking op de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit kunnen hebben. Daarbij is ook ingezet op versterking van de groen-blauwe dooradering. Op basis van het experiment nieuwe landgoederen hebben wij in concept een partiële herziening van het streekplan vastgesteld. Daarmee komt er, behalve in open gebieden, weidevogel- en de natuur- en bosgebieden, ruimte voor nieuwe landgoederen.
Kortheidshalve zij voor de inspanningen voor een beloningsstructuur voor groene diensten verwezen naar de rapportage over de subdoelstelling "Versterken van de rol van de landbouw bij natuur- en landschapsbeheer, etc."
In aanvulling op de programmabegroting zijn de voorbereidingen van start gegaan om de in de Nota Ruimte aangewezen Nationale Landschappen Noordoost-Twente en IJsseldelta vorm en inhoud te geven.
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Subdoelstelling: Versterken inzet gemeenten voor het behoud en de versterking van het landschap
Subdoelstelling: Vergroting van de kwaliteit van (agrarische) bebouwing
In het kader van het landschapszorgsysteem1 Noordoost-Twente zijn in 2004 ca. 350 landschapselementen opgeknapt bij 70 particuliere eigenaren. Ook in de rest van de provincie vindt er in het kader van Landschap +2 (2003/2004) vrijwel in elke gemeente landschapsonderhoud plaats. Op Kampen en Olst/Wijhe na hebben alle gemeenten meegedaan. Bij 320 particuliere eigenaren zijn meer dan 700 landschapselementen opgeknapt of nieuw aangelegd. In 2004 is tevens de aanvraag voor het project Landschap+ (2004/2005) voorbereid en voor cofinanciering (ca. € 450.000) ingediend.
In 2004 is het uitvoeringskader rood voor rood en richtlijnen voor hergebruik en herbestemming van VAB’s opgesteld. Op basis van de ontwerp-partiële herziening van het streekplan rood voor rood zullen naast de bouw van nieuw rood investeringen in de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit plaatsvinden, bijvoorbeeld gericht op de verbetering van de beeldkwaliteit, de landschappelijke kwaliteit en de realisatie van nieuw groen. Hiermee zijn de voorwaarden gerealiseerd die zullen leiden tot vergroting van de kwaliteit van de (agrarische) bebouwing die uiteindelijk door de markt zullen moeten worden uitgevoerd.
In 2004 is een inhoudelijke bijdrage geleverd aan het opstellen van twee landschapsontwikkelingsplannen3 (gemeente Steenwijkerland en de combinatie Haaksbergen/Hof van Twente). De voorbereiding voor de opstelling van een Landschapsontwikkelingsplan met de gezamenlijke gemeenten in NoordoostTwente is in een vergevorderd stadium. Dit zal een onderdeel worden van het Nationaal Landschap Noordoost-Twente.
Subdoelstelling: Herstel c.q. hergebruik cultuurhistorische kwaliteiten/elementen
Subdoelstelling: Stimuleren landschappelijke inpassing dorpsranden en handhaven en versterken van de groenstructuur om en nabij de steden “Groen om de stad” is opgenomen in de convenanten woningbouwafspraken 2005 tot 2010 met de Overijsselse G-30- gemeenten. Wij hebben vervolgafspraken gemaakt over lopende projecten, zoals “Beter met bos” bij Zwolle, de Zandwetering bij Deventer en landinrichtingsprojecten aan de noordkant van Hengelo en Enschede. Samen met Gelderland is een rapport opgesteld over groen rond de middelgrote steden in Oost-Nederland. In 2004 is de uitvoering van enkele projecten “Dorpen in het Groen” ter hand genomen. Er zijn drie projecten van start gegaan (Vasse, Deurningen en Arriën). In Reutum is het project inmiddels ook afgerond. Aldus hebben wij invulling gegeven aan onze doelstelling op dit punt.
(1
(2
(3
Wij hebben uitvoering gegeven aan het project Streekeigen Huis en Erf Mastenbroek, herstel historische elementen, het Belvédèreproject Reest en verschillende projecten in reconstructieverband. Voor de kernen Staphorst en Rouveen is in 2004 in Belvédèrekader de rapportage opgeleverd over de toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden voor de zeer karakteristieke agrarische lintbebouwing in deze kernen in hun landschappelijke context. Het project historische elementen Twente - twintig gebouwde particuliere historische elementen in het landelijk gebied zijn gerestaureerd - is afgerond.
Hoofddoelstelling: Versterking en behoud sociale samenhang in de kleine kernen en buurtschappen Subdoelstelling: Aansluiten bij initiatieven van onderop In 2004 is een Toolkit leefbaarheid platteland ontwikkeld met een overzicht van toepasbare methoden voor integrale dorps-/leefbaarheidsplannen. Het is de eerste keer dat zo’n overzicht is gemaakt. Spil adviesgroep, Equivalent en Stimuland zijn gezamenlijk bezig met een vervolg hierop binnen gebiedsgericht werken. Doel is een meer uniforme aanpak van dorps-/leefbaar-
Men geeft op planmatige en gestructureerde wijze uitvoering aan herstel en beheer van het landschap. De provinciale ROLO (Regeling Onderhoud Landschapselementen Overijssel) vormt daarvoor een belangrijke financiële peiler. In het project Landschap + werken gemeenten aan het landschapsonderhoud. De provincie verdubbelt de bijdrage van de gemeenten (ROLOregeling). Het EU-fonds POP verstrekt een gelijke bijdrage als provincie en gemeente samen. Zo wordt de gemeentelijke bijdrage verviervoudigd. Het Landschapsontwikkelingplan (LOP) verhoudt zich tot een LZS als beleid tot uitvoering. De minister van LNV subsidieert de totstandkoming van LOP’s.
Jaarverslag 2004
63
heidsplannen. Er zijn diverse dorps-/leefbaarheidsplannen opgesteld m.b.v. provinciale (steun)instellingen (o.a. Wesepe, Tubbergen/Geesteren, Lemele, Mariënheem). Het vrijwilligerswerk is gebiedsgericht aangepakt via de provinciale steuninstellingen SVWO en Spil. Concreet resultaat is het project De Kern In, dat tot diverse door de bevolking gedragen dorpsplannen heeft geleid. Met ingang van 2004 is de subsidieregeling Vitaliteit kleine kernen en kulturhusen van kracht. Het versterken van basisvoorzieningen via initiatieven van onderop staat centraal. Subdoelstelling: Bundeling van voorzieningen en initiëren van nieuwe voorzieningen Binnen de subsidieregeling Vitaliteit kleine kernen en kulturhusen zijn 19 basisvoorzieningen gehonoreerd: multifunctionele centra, dorps- en buurthuizen, kulturhusen, bredescholen, zorg-welzijnsloketten, speellocaties/openbare ruimten en ook een multifunctionele manege. ICT speelt een rol bij het bundelen van verschillende van deze voorzieningen.
Subdoelstelling: Versterking cultuur-historische identiteit Tegen de achtergrond van de Nota Ruimte ontwikkelt de provincie Overijssel een eigen instrumentarium en visie om het belang van cultuurhistorie en de kwaliteit van de vormgeving van de ruimte een plaats te geven in de ruimtelijke ordening. Dat is de randvoorwaarde voor het bewerkstelligen van een krachtige wisselwerking tussen cultuur, landschap en ruimtelijke inrichting in de provincie Overijssel. Er zijn in 2004 twee programma's culturele planologie ontwikkeld en uitgevoerd. Een voor het stedelijk gebied met als onderwerp herstructurering wederopbouw wijken. Een voor het landelijk gebied waarbinnen samen met de gemeente Steenwijkerland een aantal projecten op het gebied van cultuurhistorie en ruimtelijke inrichting wordt gerealiseerd.
Heeft het gekost wat het mocht kosten?
Bedragen x € 1.000
Begroting 2004 na wijzigingen
–––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Landelijk gebied
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Behoud en herstel natuurwaarden Behoud en versterking cultuurlandschap Bijdragen aan perspectiefvolle landbouw Realisering doelstellingen reconstructie
4.584 1.255
-5.984 -7.105 -635 -9.690 ––––––––
1.057 1.406
––––––––
10.568 8.360 635 9.690 ––––––––
29 ––––––––
6.379 7.615 368 554 ––––––––
-5.322 -6.209 -368 -525 ––––––––
662 896 267 9.165 ––––––––
5.839
29.253
-23.414
2.492
14.916
-12.424
10.990
4.935
-4.935
4.700
-4.700
235
3.998 –––––––– 38.186
-3.998 –––––––– -32.347
3.993 –––––––– 23.609
-3.993 –––––––– -21.117
5 –––––––– 11.230
Totaal programmakosten Landelijk gebied Personeelsgebonden kosten Landelijk gebied Toegerekende apparaatskosten Landelijk gebied Totaal programma Landelijk gebied
64
Rekening 2004
––––––––––––––––––––––––––––––––
–––––––– 5.839
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
–––––––– 2.492
De kosten die worden gefinancierd door een onttrekking uit een voorziening worden conform BBV niet meer via het product geboekt, maar rechtstreeks ten laste gebracht van de betreffende voorziening. In 2004 was de begroting nog anders door de Staten vastgesteld. Bij dit programma gaat het om de volgende voorzieningen. Bedragen x € 1.000
Voorziening
Baten
Lasten
Saldo
–––––––
23 2.229 –––––––
23 -2.229 –––––––
2.252
-2.252
ruimte voor ruimte natuurbeleidsplan Totaal ten laste van voorzieningen
Voor het totaalbeeld schetsen we u ook het verloop op reserves die bij dit programma horen. Bedragen x € 1.000
Stortingen 2004
––––––––––––––––––––––––––––––– Reserves
Reserve IJsselmijgelden Reserve Reconstructie Reserve BCF
begroot
gereal.
verschil
0 164
9030 164
-9030 0
Onttrekkingen 2004
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
begroot
gereal.
verschil
totaal
1001
281
-720
-720 -9030 0
Een detailoverzicht per programma is opgenomen in hoofdstuk 4.
Jaarverslag 2004
65
Toelichting belangrijkste verschillen: Behoud en herstel natuurwaarden: Het verschil wordt veroorzaakt doordat € 136.000 minder besteed is, omdat de gemeentelijke bijdragen voor landschapszorgsystemen (buiten Noord Oost Twente) lager waren dan geraamd. Verder is er een verschil van € 240.000 dat voortkomt uit de activiteiten voor de uitvoering van het actieplan “meer particulier beheer” die iets later zijn gestart. Daarnaast zijn de overige verschillen als volgt te verklaren: • Niet-bestede IJsselmij-gelden. Wel zijn er al beschikkingen afgegeven waarin de financiering is toegezegd, maar de uitbetaling vindt later plaats. • Cofinanciering EU-programma POP. De resultaatbestemming van alle cofinanciering is meegenomen bij de Europese programma’s binnen het programma Economie en innovatie. • Gereserveerde gelden voor de migratie van GIS applicaties, die nog niet geschikt zijn voor XP, zijn nog niet besteed. Hiervoor wordt een resultaatbestemming gevraagd bij de toe te rekenen apparaatskosten (hoofdstuk 4).
Resultaatbestemmingen worden gevraagd voor: Uitvoering van het actieplan “meer particulier beheer” (incl. extra impuls weidevogels) Bestaande meerjarige verplichtingen particulier beleid IJsselmijgelden
vastgesteld, zijn de middelen 2004 niet besteed. Het zwaartepunt van de uitvoering en de uitgaven zal liggen in de jaren 2006 en 2007. • Cofinanciering EU-programma Interreg IIIb en POP. De resultaatsbestemming van alle cofinanciering is meegenomen bij de Europese programma’s binnen het programma Economie en innovatie.
Resultaatbestemmingen worden gevraagd voor: reconstructie
€ 219.000 (mutatie in reserve)
IJsselmijgelden
€ 233.000 (mutatie in reserve)
archeologie
€ 24.000
Bijdragen aan een perspectiefvolle landbouw: Het overschot van € 267.000 bestaat voor € 81.000 uit niet bestede IJsselmij-gelden. Dit betreft meerjarige projecten waarvan de afrekening in 2005 verwacht wordt. Daarnaast is er € 186.000 minder besteed aan cofinanciering EU-programma’s Leader+ en POP. De resultaatsbestemming van alle cofinanciering is meegenomen bij de Europese programma’s binnen het programma Economie en innovatie.
€ 136.000 € 240.000 € 119.000
Resultaatbestemmingen worden gevraagd voor:
(mutatie in reserve)
IJsselmijgelden
€ 81.000 (mutatie in reserve)
Behoud en versterking cultuurlandschap: De belangrijkste verschillen voor deze hoofddoelstelling zijn te verklaren door: • Uitvoering reconstructie (€ 219.000), zie ook de toelichting bij Realisering doelstelling reconstructie. • Niet-bestede IJsselmij-gelden, van dit bedrag wordt € 141.000 aangewend voor de realisering van een taakstelling en is € 109.000 bestemd voor bijdragen in de kosten van meerjarig projecten. Hiervoor zijn al wel financieringen toegezegd. • Een bedrag van € 160.000 uit de IJsselmij-middelen wordt ingezet voor de Reconstructie. Doordat het reconstructieplan pas op 16 september 2004 is
66
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Realisering doelstelling reconstructie: In de wetenschap dat de uitgaven uit de beschikbare € 45 miljoen autonome middelen voor reconstructie eerst op gang moeten komen en het zwaartepunt aan het eind van deze collegeperiode komt te liggen, is een bestemmingsreserve voor reconstructie ingesteld. Van de voor 2004 beschikbare € 10 miljoen, is een bedrag van € 9 miljoen niet ingezet. Dit is conform de verwachting bij de Najaarsnota 2004. Daarnaast is er nog een verschil door niet-bestede IJsselmij-gelden en cofinanciering EU-programma POP. De resulstaatsbestemming van alle cofinanciering is meegenomen bij de Europese programma’s binnen het programma Economie en innovatie.
Resultaatbestemmingen worden gevraagd voor: reconstructie
€ 8.811.000 (mutatie in reserve)
IJsselmijgelden
€ 198.000 (mutatie in reserve)
Reconstructie Salland-Twente*
€ 198.000
Personeelsgebonden kosten Landelijk gebied: Het verschil van € 235.000 wordt veroorzaakt doordat in de loop van 2004 organisatiebreed gebiedsgericht werken is ingevoerd. In de begrote personeelsgebonden kosten was hier nog geen rekening mee gehouden.
(*
Op diverse producten bij diverse programma’s zijn (herrichte) budgetten niet in 2004 besteed. Om deze middelen toch voor dit reconstructieproject beschikbaar te houden wordt een budgetoverheveling naar 2005 van € 198.000 gevraagd.
Jaarverslag 2004
67
68
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
2.7 Zorg Op het gebied van zorg is de provinciale taak aan verandering onderhevig. In de jeugdzorg krijgt de provincie, na invoering van de Wet op de Jeugdzorg in 2004, een belangrijke financiële en inhoudelijke verantwoordelijkheid. Binnen de reguliere zorg gaat de aandacht vooral uit naar de eerste- en tweedelijnszorg. In onze samenleving neemt het belang van dit beleidsterrein sterk toe. Portefeuillehouder is de heer G.J.H. Ranter.
2.7.1 Ontwikkelingen Jeugdzorg Op 20 april 2004 heeft de Eerste Kamer de Wet op de Jeugdzorg aangenomen. Na enkele jaren uitstel wordt deze wet nu eindelijk in 2005 van kracht. Deze wet geeft de provincie meer taken en verantwoordelijkheden. Onze werkzaamheden in 2004 hebben voor een belangrijk deel in het teken gestaan van de voorbereiding van de daadwerkelijke invoering van deze wet. De vraag naar jeugdzorg nam toe van 1.361 meldingen bij BJzO over 2002 naar 1.913 over 2003 (dit is een toename met 40%) en zal in 2004 boven de 2.300 uitkomen, dit is een stijging ten opzichte van 2003 met 20%. De toenemende naamsbekendheid van Bureau Jeugdzorg Overijssel (BJzO) heeft hieraan ook bijgedragen.
De Overijsselse plannen voor de jeugdzorg voor de komende jaren zijn door Provinciale Staten vastgelegd in het Beleidskader Jeugdzorg Overijssel 2005-2008. Ook is de op de nieuwe wet gebaseerde Subsidieverordening jeugdzorg Overijssel 2005 vastgesteld. In 2004 zijn (niet in Overijssel) enkele schrijnende gevallen van kindermishandeling in de landelijke publiciteit gekomen. In het najaar hebben de landelijke media een week lang extra aandacht geschonken aan verborgen geweld, waaronder kindermishandeling. Dit leidde tot een verdere stijging van het aantal aanmeldingen van het vermoeden van kindermishandeling. Bedroeg dit aantal over 2002 nog 415, in 2003 steeg dit met 14% tot 473 en in 2004 (explosief) tot 588: dit is 42% meer dan 2002. Niet alleen het aantal meldingen van het vermoeden van kindermishandeling steeg, ook het aantal adviezen en consulten: van 1.387 in 2002 tot 1.525 in 2003 (plus 10%) en tot 1.830 in 2004: een stijging van 32% ten opzichte van 2002. In grafiekvorm ziet deze groei van het Overijsselse Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) er zo uit:
Groei AMK Overijssel
45 % 40 % 35 % 30 % 25 % 20 % 15 %
Deze ontwikkeling ziet er in een grafiek als volgt uit (de getoonde bedragen betreffen de voortschrijdende vier-kwartaals-totalen):
10 % 5% 0 2002
2003
2004
meldingen
Ontwikkelingen aantal aanmeldingen bij BJzO (4 kwartaals-totalen)
eerste contacten
2500
adviezen/consulten
2000 1500 1000 500 0 4e kw 2002
1e kw 2003
2e kw 2003
3e kw 2003
4e kw 2003
1e kw 2004
2e kw 2004
3e kw 2004
Reguliere zorg Binnen de reguliere zorg richten wij ons op het behoud en verbetering van de eerste en tweedelijnszorg, met name voor wat betreft de huisartsenzorg. In 2004 heeft het Rijk een onderscheid doorgevoerd tussen ondersteunende diensten en de belangenbehartiging op het terrein van de huisartsenzorg. Dit had met name gevolgen voor de Districtshuisartsenverenigingen (DHV’en). De belangenbehartiging voor huisartsen is bij de DHV’en gebleven terwijl voor de ondersteuning drie nieuwe organisaties in Overijssel
Jaarverslag 2004
69
zijn ontstaan (Roset in de regio Twente, Progez voor de regio IJssel Vecht en Scoop voor Deventer en omstreken). De financiering van deze organisaties verloopt via de zorgverzekeraars en op projectniveau hebben wij subsidies toegekend aan deze ondersteunende organisaties.
Wachtlijst AMK
80 70 60 50 40
De provinciale rol binnen de WMO zal zich vermoedelijk concentreren op de bekostiging van steunfuncties zowel ten behoeve van uitvoerend particulier initiaties als ten behoeve van ondersteuning van het gemeentelijk beleid bij de invoering en uitvoering van de WMO. In 2005 zullen wij een zogenoemde menukaart samenstellen waaruit gemeenten kunnen kiezen welke vorm van ondersteuning zij van provinciezijde wensen. Onze provinciale rol is dus zowel stimulerend, faciliterend als ontwikkelend naar gemeenten.
2.7.2 Hebben we bereikt wat we wilden bereiken, hebben we gedaan wat we wilden doen en heeft het gekost wat het mocht kosten? IJkpunt Onderhandelingsakkoord: Het bestuur mag over vier jaar worden afgerekend op: • de beschikbaarheid van passende trajecten voor jongeren in de jeugdzorg, zodat tenminste de wachtlijsten voor crisissituaties zijn weggewerkt; • projecten en experimenten die de beschikbaarheid en toegankelijkheid van eerste- en tweedelijnsvoorzieningen aantoonbaar verbeteren. De wachtlijst van het Advies- en meldpunt Kindermishandeling is eind 2004 definitief weggewerkt.
70
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
30 20 10
Hoofddoelsteling: Minder kinderen in de jeugdzorg; snellere en betere jeugdhulp zonder wachtlijsten Om de wachtlijsten in de jeugdzorg terug te dringen, zowel aan de voorkant, als bij Bureau Jeugdzorg Overijssel (BJzO), het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en de geïndiceerde zorg hebben wij - om de acute nood te lenigen - in 2004 tijdelijk extra hulpaanbod gesubsidieerd bij zowel BJzO, het AMK als de zorgaanbieders: bij BJzO om de wachtlijst terug te dringen, bij het AMK om de wachtlijst volledig te laten verdwijnen en bij de zorgaanbieders voor het verlenen van extra pleegzorg (34 plaatsen) en het bieden van lichtere vormen van hulp (waaronder hulp-aan-huis) voor totaal 89 cliënten. Het effect hiervan is al in 2004 merkbaar. Ondanks een toenemende vraag naar jeugdzorg zijn de wacht-
rw
ac
8 /0
ht 1
/1
/1
/0
7
6 /0
ht 1 ac
rw
Om de beschikbaarheid en toegankelijkheid van eersteen tweedelijnsvoorzieningen te verbeteren zijn de volgende activiteiten opgezet en grotendeels ook gerealiseerd: • Bestuurlijk platform 1e lijnszorg regio Zwolle • Realisatie 5 Hoed’en/zorgposten plus • Seniorenbeleid in de regio Twente • Project ter ondersteuning 13 hoed’en/zorgposten plus in de regio Zwolle • Realisatie 4 locators huisartsenauto’s Deventer • Ondersteuning callcenter huisartsenpost Zwolle/Hardenberg door inzet extra huisarts • Opzet 3 regionale huisartsenpools Het zichtbare effect van deze activiteiten op de beschikbaarheid en toegankelijkheid mag na enige jaren verwacht worden.
ve
05 1/
/1 ve
ve
rw
ac
ht 1
04
04
1/
7/ 1/
03
1/ 1/
7/ 1/
02
03 1/ 1/
7/ 1/
1/
02
0 1/
Verder heeft de mogelijke invoering van de Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning, waarin naast de huidige Welzijnswet zorgwetgeving wordt ondergebracht, zijn schaduw vooruitgeworpen. In 2004 is in overleg met gemeenten gesproken over de mogelijkheden van wederzijdse versterking tussen gemeenten in Overijssel en de provincie en hoe wij gemeenten bij de invoering van de WMO kunnen ondersteunen. De WMO hangt samen met het programma Langer zelfstandig wonen voor ouderen, mensen met een handicap en ggz-cliënten. Dit programma is opgenomen in het uitvoeringsprogramma Sociale actie 2005.
De nadruk op preventie heeft vorm gekregen in betere samenwerking met de gemeenten. Wij hebben met de gemeenten overeenstemming bereikt over de hoofdlijnen van verbetering van de aansluiting van het gemeentelijke jeugdbeleid op het provinciale jeugdzorgbeleid. Op 9 december 2004 zijn met alle gemeenten de bestuurlijk gemaakte afspraken hierover bekrachtigd door ondertekening van een convenant. Vervolg van de bestuurlijke afspraken vindt plaats in de vorm van een Actieprogramma Jeugdbeleid-jeugdzorg uiterlijk op 1 juli 2005. Hierin worden de afspraken met individuele of met clusters van gemeenten geconcretiseerd. Een belangrijk aspect van effectieve jeugdzorg is het aanbieden van zo licht mogelijke zorg. In nauw overOntwikkeling wachtlijst AMK 2004 leg met BJzO en de zorgaanbieders zijn in 2004 voor 25 cliënten de eerste projecten gestart, gericht op het voorkomen van dreigende uithuisplaatsingen van kinderen en het bieden van vervangende hulp-aan-huis. De resterende projectsubsidieaanvragen zijn nu in behandeling en worden in het eerste halfjaar 2005 verleend. De eerste meetbare effecten zijn in de loop van 2005 te verwachten. Ook hebben wij aandacht voor het binnen het bestaande zorgaanbod ombouwen (verschuiven) van zwaardere vormen van hulp naar lichtere vormen. jan. feb. mrt. apr. mei juni juli aug. sept. okt. nov. dec. Omdat dit gepaard gaat met aanpassingen in de organisatie van de zorgaanbieders kan dit niet op stel gedurende 2004 ziet er zo uit: en sprong worden gerealiseerd. Het maakt onderdeel Subdoelstelling: goed doorvoeren van de stelseluit van een provinciebreed programma van effectiviwijziging teitverbetering in de jeugdzorg. In september 2004 hebben wij, samen met de zorgaanbieders, tijdens Een belangrijk instrument is de Wet op de Jeugdzorg, een conferentie hiervoor de aftrap gegeven. Nieuw die in 2005 van kracht wordt. In voortdurend en goed daarbij is dat wij hierbij ook de wetenschap betrekoverleg met “het veld” hebben we de voorbereidingen ken. De effecten hiervan worden naar verwachting getroffen om Overijssel op 1 januari 2005 voldoende voor het eerst in 2005 merkbaar. toegerust te laten zijn voor de invoering van deze wet. Omdat wij afhankelijk zijn van landelijk te maken afspraken en te implementeren regelingen zal het vol- Hoofddoelstelling: Verbeteren van de beschikbaarheid en ledig doorvoeren van de stelselwijziging nog enkele toegankelijkheid van de eerstejaren duren. Zo is bijvoorbeeld de aanpassing van de financieringssystematiek voorzien met ingang van 2007. en tweedelijnsvoorzieningen lijsten in de geïndiceerde zorg licht teruggelopen (van 525 ultimo 1e kwartaal 2004 naar 480 ultimo 2e kwartaal 2004 tot 468 ultimo 3e kwartaal 2004), is de wachtlijst voor onderzoeken bij het AMK eind 2004 verdwenen (was eind 2003: 74 en eind maart 2004 zelfs 90) en zijn de wachtlijsten bij BJzO fors teruggelopen (van 262 eind 2003 tot 182 eind 3e kwartaal 2004). Daarbij is de gemiddelde doorlooptijd van het indicatietraject als gevolg van het toenemend aantal meldingen eerst gestegen, maar vanaf het 2e halfjaar 2004 weer licht dalend (van 136 naar 133 kalenderdagen). De ontwikkeling van de wachtlijsten bij het AMK
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
Subdoelstellingen: betere afstemming in de keten realiseren, verbeteren effectiviteit in de jeugdzorg en verschuiven van zware hulp naar meer minder zware hulp Om het wachtlijstprobleem ook structureel aan te pakken hebben we ons op twee sporen gericht, namelijk verbetering van preventie en verhogen van effectiviteit. Deze maatregelen zijn in de loop van het jaar in werking gezet en de effecten hiervan zullen pas later zichtbaar worden.
Subdoelstelling: Tegengaan huisartsentekort Begin dit jaar hebben wij een onderzoek laten uitvoeren naar de mogelijkheden van opzet van een zogenoemde huisartsenpool. Deze huisartsenpool zou ondersteuning moeten bieden aan met name oudere huisartsen zodat zij bereid zijn nog langer door te werken, waarbij sprake zou moeten zijn van een vermindering van administratieve lastendruk. Uiteindelijk is dit onderzoek afgerond en is aan twee van de drie ondersteunende organisaties
Jaarverslag 2004
71
subsidie toegekend voor uitvoering van dit seniorenbeleid. In twee van de drie regio’s is inmiddels naar tevredenheid van het veld een huisartsenpool gestart en de derde wordt naar verwachting in 2005 gestart. Aantal verwachte Fte huisartsen in Overijssel dat langer doorwerkt als gevolg van de provinciale huisartsenpool, cijfers cumulatief.
Verwachte fte huisartsen 2004 2005 2006 2007
19 fte 36 fte 55 fte 76 fte
Bron: Onderzoek naar de haalbaarheid en de randvoorwaarden van een provinciale pool van oudere huisartsen, (Glimmerveen, maart 2004)
Subdoelstellingen: Andere voorzieningen; Werken vanuit een ketenoptiek In 2004 is de beleidsregel Wonen, Zorg, Domotica 2004 uitgevoerd. Hiervoor was € 300.000 beschikbaar terwijl voor een bedrag van € 900.000 werd aangevraagd. Met de beschikbare middelen zijn in onder andere Bathmen, Hengelo, Vriezenveen en Hasselt 60 woningen aangepast met domotica voorzieningen waardoor ouderen en mensen met een handicap ondersteund worden bij het zelfstandig wonen. Domotica projecten zijn met behulp van de provinciale bijdrage versneld uitgevoerd. In het kader van het actiefonds hebben Provinciale Staten € 2 miljoen beschikbaar gesteld aan het omvangrijke ICT programma in de regio Twente. Hiervoor is een voorlopig ontwerp opgesteld waarbinnen 7 projecten zijn gedefinieerd en gestart: elektronische uitwisseling van patiëntgegevens, transmurale behandelprocedure, ASP (Application Service Provider) voor de eerstelijnszorg en zorgzame buurt en telediensten. Inmiddels is hiervoor ook € 400.000 rijksgeld voor toegekend. Het ICT programma is een voorbeeld van hoe de provinciale rol een duidelijke meerwaarde heeft.
Heeft het gekost wat het mocht kosten?
Bedragen x € 1.000
Begroting 2004 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Zorg
Verbeteren beschikbaarheid eerste- en tweedelijnszorg Minder kinderen in de jeugdzorg Totaal programmakosten Zorg Personeelsgebonden kosten Zorg Toegerekende apparaatskosten Zorg Totaal programma Zorg
72
Rekening 2004
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
2.221 50.959 –––––––– 53.180
6.977 52.778 –––––––– 59.755
-4.756 -1.819 –––––––– -6.575
0 49.673 –––––––– 49.673
4.318 50.674 –––––––– 54.992
-4.318 -1.001 –––––––– -5.319
438 818 –––––––– 1.256
0 0 –––––––– 53.180
1.204 976 –––––––– 61.935
-1.204 -976 –––––––– -8.755
0 0 –––––––– 49.673
965 820 –––––––– 56.777
-965 -820 –––––––– -7.104
239 156 –––––––– 1.651
Jaarrekening 2004 Provincie Overijssel
De kosten die worden gefinancierd door een onttrekking uit een voorziening worden conform BBV niet meer via het product geboekt, maar rechtstreeks ten laste gebracht van de betreffende voorziening. In 2004 was de begroting nog anders door de Staten vastgesteld. Bij dit programma gaat het om de volgende voorzieningen. Bedragen x € 1.000
Voorziening
Baten
Lasten
Saldo
–––––––
1.646 294 –––––––
-1.646 -294 –––––––
1.940
-1.940
ouderen zorgnota jeugdzorgaanbod Totaal ten laste van voorzieningen
Voor het totaalbeeld schetsen we u ook het verloop op reserves die bij dit programma horen. Bedragen x € 1.000
Stortingen 2004
––––––––––––––––––––––––––––––– Reserves
begroot
Reserve IJsselmijgelden Actiefonds Overijssel
gereal.
verschil
Onttrekkingen 2004
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
begroot
gereal.
verschil
totaal
466 3.000
39 3.000
-427 0
-427 0
Een detailoverzicht per programma is opgenomen in hoofdstuk 4.
Jaarverslag 2004
73
Toelichting belangrijkste verschillen: Verbeteren beschikbaarheid eerste- en tweedelijnszorg: Bij de raming was een onttrekking aan de IJsselmijreserve van ca. € 450.000 opgenomen. Hiervan is ca. € 440.000 minder gerealiseerd en wel als volgt: € 240.000 is ingezet als bijdrage aan de bij het onderhandelingsakkoord afgesproken taakstellende bezuininging op de IJsselmij-reserve. Het restant is verplicht voor 3 projecten (jeugd)zorg, maar niet feitelijk uitbetaald.
Resultaatbestemmingen worden gevraagd voor: IJsselmijgelden t.b.v. jeugdzorgprojecten
€ 187.000 (mutatie in reserve)
Minder kinderen in de jeugdzorg: Om lichtere vormen van hulp te ontwikkelen en te stimuleren is in mei 2004 € 1 miljoen beschikbaar gesteld vanuit het Actiefonds (voor de periode 2004 en 2005). Hiervan is in 2004 € 182.000 besteed; het restant zal in 2005 besteed worden.
Resultaatbestemmingen worden gevraagd voor: jeugdzorg vanuit het Actiefonds
€ 818.000 (mutatie in reserve)
Personeelsgebonden kosten en toegerekende apparaatskosten Zorg: Inzet over de programma-onderdelen zorg en cultuur heeft flexibel plaatsgevonden. Dit geeft over- en onderschijdingen per onderdeel te zien.
74
Jaarrekening 2004 Provincie Overijssel
Jaarverslag 2004
75
76
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
2.8 Cultuur en welzijn De provincie heeft ook op het terrein van cultuur en welzijn een taak. Het leefklimaat in de provincie, de binding van bewoners met hun omgeving en met elkaar, de sociale samenhang en de maatschappelijke betrokkenheid zijn uitermate belangrijke aspecten van een leefbare, provinciale samenleving. De provincie moet zich op dit terrein dan ook duidelijk positioneren en, soms alleen, vaak samen met anderen, actie ondernemen. Portefeuillehouder van dit programma is de heer J.G. Kristen.
telijke segregatie; de contouren van de nieuwe Wet Inburgering; de problematiek rond uitgeprocedeerde asielzoekers; de verharding van maatschappelijke verhoudingen.
2.8.2 Hebben we bereikt wat we wilden bereiken, hebben we gedaan wat we wilden doen en heeft het gekost wat het mocht kosten? IJkpunt Onderhandelingsakkoord: Over vier jaar kunt u het bestuur afrekenen op zijn bijdrage aan: • de kennismaking van jonge mensen met cultuur; • levenskrachtige voorzieningen voor bibliotheekwerk.
2.8.1 Ontwikkelingen Cultuur Veel Overijsselse gemeenten hebben dit jaar moeten bezuinigen op het gebied van cultuur. Op rijksniveau leek dit ook de tendens te zijn. Gelukkig bleek dat uiteindelijk mee te vallen en nauwelijks gevolgen te hebben voor instellingen in Overijssel. Daar kunnen we als provincie tevreden mee zijn. Minder positief is dat groei en ontwikkeling worden beperkt door gelijkblijvende subsidies. Wel heeft het ministerie van OCW ingezet op cultuureducatie en bibliotheekvernieuwing, iets wat de komende jaren in Overijssel zichtbaar zal worden.
Gesubsidieerde projecten binnen het programma cultuurbereik gericht op jongeren
60 50 40 30 20 10 0 2001
2003
2004
aantal projecten
Welzijn en integratie Bezuinigingen en afbouw en beëindiging van subsidies enerzijds en een toenemende focus op eigen verantwoordelijkheid en actieve deelname van burgers anderzijds vragen om een herbezinning op het welzijnsbeleid. Rijksbeleid en provinciaal beleid kunnen elkaar versterken nu zowel de provincie Overijssel als het ministerie van VWS zich vooral richt op jeugd, vrijwilligers, leefbaarheid, maatschappelijke zorg en (breedte)sport. De mogelijke invoering van de WMO werpt zijn schaduw vooruit en vraagt om extra inzet van vrijwilligers ter ondersteuning van mantelzorgers. Integratie en integratiebeleid zijn in 2004 wederom permanent onderwerp van maatschappelijke discussie geweest. Hoewel de situatie in Overijssel nadrukkelijk minder problematisch is dan in het Westen van Nederland, staan ook hier de verhoudingen tussen maatschappelijke groeperingen onder druk en wordt uiteraard ook hier gediscussieerd over ontwikkelingen in het integratiebeleid: witte en zwarte scholen; ruim-
wv gesubsidieerd
Het aantal projecten voor jongeren is substantieel toegenomen, het percentage gesubsidieerde projecten is na het eerste jaar gestabiliseerd net onder 60%. Dit jaar is het eerste jaar van het Overijssels programma cultuurbereik 2005-2008, waarin prioriteit wordt gegeven aan projecten voor jeugd en jongeren en de nadruk ook sterker ligt op cultuureducatie. De verwachting is dat het percentage in de komende periode licht toe zal nemen. Percentage jongeren dat via onderwijs met kunst en cultuur in contact is geweest, is ongeveer 70% van de leerlingen op de basisschool en 40% van de leerlingen op het voortgezet onderwijs. Het door de provincie financieel ondersteunde project Verreikend bibliotheekwerk zorgt voor een verbetering van digitale producten en digitale bereikbaarheid. Prognose: na 2008 ca 10 miljoen hits per jaar.
Jaarverslag 2004
77
Subdoelstelling: Versterken relatie culturele instellingen en publiek, versterken positie culturele festivals en productieklimaat podiumkunsten
2.500.000 2.000.000 1.500.000 1.000.000 500.000 0 2003
2004
gebruik aanvragen wv geïntegreerde catalogus
De tweede lijn, het project Verrijkte bibliotheek, betreft de uitbreiding van functies in de bibliotheken zelf, bijvoorbeeld door de inrichting van (historische) informatiepunten. Het project loopt vanaf 2004; er zijn nog geen resultaten van bekend.
Hoofddoelstelling: Meer deelname aan cultuur en meer kwaliteit in en door kunst en cultuur We hebben de lijn van de afgelopen jaren om de deelname aan kunst en cultuur te versterken doorgezet met het provinciaal programma cultuurbereik. Met het programma kunst- en cultuureducatie hebben wij ons specifiek gericht op kinderen en jongeren op school. Op het gebied van cultureel erfgoed hebben we bijgedragen aan de inrichting van een archeologisch depot in een monumentale graansilo in Deventer. De samenwerking van de organisaties op het gebied van cultureel erfgoed in het platform Erfgoed Bereikbaar heeft geresulteerd in de uitvoering van het project “Wijken van de Wederopbouw” (na-oorlogse wijken) in Zwolle, Deventer, Hengelo en Enschede. Subdoelstelling: Schooldekkende cultuureducatie Conform de doelstelling hebben wij het programma kunst- en cultuureducatie uitgevoerd en daarmee ongeveer 70% van de leerlingen op de basisschool en 40% van de leerlingen op het voortgezet onderwijs in aanraking gebracht met kunst en cultuur. Meer kunnen wij met dit budget niet bereiken, wij zijn tevreden met het resultaat.
78
Jaarrekening 2004 Provincie Overijssel
Wij hebben met het provinciaal programma cultuurbereik ‘Blind date in Overijssel’ zo’n 70 projecten gesubsidieerd die zijn opgezet om publieksgroepen kennis te laten maken met kunst en cultuur. Het productiehuis Oost Nederland is vanaf 1 januari 2005 een rijksgesubsidieerde instelling waar ook de provincies Overijssel en Gelderland een financiële bijdrage aan leveren. In 2004 hebben wij 10 culturele festivals en 8 podiumkunstproducties gesubsidieerd. Vanuit het programma beeldende kunst en vormgeving hebben wij 10 manifestaties, jaarprogramma’s en een tentoonstelling voor publiek gesubsidieerd. Hiermee achten wij de doelstelling gerealiseerd. Subdoelstelling: Versterken amateurkunst en behoud van professionele gezelschappen cultuur In 2004 hebben wij 19 amateurkunstprojecten gesubsidieerd. Dit is minder dan de prognose; het budget was voortijdig uitgeput. Enerzijds verklaarbaar door een lager budget dan eerdere jaren, anderzijds werden veel aanvragen aan het begin van het jaar gedaan en ging het om grotere projecten. Het budget voor projectsubsidies; ‘amateurkunst’ en ‘podia, podiumkunstproducties en programmeren’ was zelfs al zeer vroeg in het jaar uitgeput. Helaas hadden we daardoor al snel geen subsidiemogelijkheden meer voor amateurkunstprojecten, podiumkunstproducties of festivals. Hieruit blijkt dat er erg veel vraag is naar ontwikkelmogelijkheden op deze gebieden, wat tot tevredenheid stemt. Subdoelstelling: Groter gebruik, betere bereikbaarheid bibliotheken en verbetering publieke voorziening via radio en tv Wij hebben geïnvesteerd in het project Verrijkt en Vèrreikend bibliotheekwerk, waarmee bibliotheken een omslag kunnen maken van een uitleenpost voor boeken naar een bibliotheek waarin de functies ontmoeting, educatie, informatie en maatschappelijke ontwikkeling centraal staan. Tevens heeft er een verdere uitbouw plaatsgevonden van de virtuele bibliotheek. Het proces wordt door OC&W ondersteund met een bijdrage voor de herstructurering openbaar bibliotheekwerk; de omvorming van de bibliotheken naar toekomstbestendige instellingen.
Subdoelstelling: Bijdrage cultuur aan verbetering ruimtelijke kwaliteit/kwaliteit leefomgeving en versterking infrastructuur
Subdoelstelling: Het verbeteren van de ondersteuningsstructuur en versterking van het vrijwilligers(net)werk
Wij hebben integrale projecten cultuur, landschap en inrichting ontwikkeld en ondersteund. Ons voornemen het Culturele Erfgoed een volwaardige plaats in te laten nemen (en behouden) in de ruimtelijke ordening (en ontwikkeling) krijgt steeds vastere vorm. Een goed voorbeeld hiervan is het Belvedèreproject Staphorst, een eigen wereld. Ook hebben wij een aantal beeldende kunstprojecten in de openbare ruimte ondersteund. Een voorbeeld daarvan staat bij het Kulturhus in Lemelerveld.
Overeenkomstig het onderhandelingsakkoord 20032007 is in 2004 prioriteit toegekend aan de ondersteuning van het vrijwilligerswerk in Overijssel. Dit is goed te merken: de ondersteuningsstructuur is merkbaar verbeterd. Zo is het provinciaal informatiepunt vrijwilligerswerk in september uitgebreid met de sector sport. In Wijhe, Olst, Diepenveen en Bathmen zijn in de plaatselijke bibliotheken VIP’s (Vrijwilligers Informatie Punt) geïnstalleerd. Ook is een plan van aanpak voor de opzet van de vrijwilligersacademie opgesteld en wordt gewerkt aan de certificering van het vrijwilligerswerk. Overeenkomstig de begroting werken we samen met gemeenten, maatschappelijke organisaties, onderwijs en bedrijfsleven: gemeenten zijn ondersteund bij de opzet van vrijwilligerswerkbeleid, er wordt gewerkt aan de provinciebrede implementatie van de maatschappelijke stage in het voortgezet en hoger onderwijs, en de inzet van het bedrijfsleven neemt toe. Zo heeft een grote bank de cursus fondsenwerving voor zijn rekening genomen. Zoals in de begroting aangegeven hebben we door het subsidiëren van een aantal projecten bijgedragen aan het werven van nieuwe potentiële (allochtone) vrijwilligers. Het werven en behouden van vrijwilligers is des te belangrijker nu met de komst van de WMO een nog groter beroep zal worden gedaan op vrijwilligers: veel welzijnsdiensten worden door vrijwilligers uitgevoerd of ondersteund (“tafeltje dekje”, dagbesteding, boodschappendiensten) en vrijwilligers hebben een belangrijke rol bij het ondersteunen van mantelzorgers.
Hoofddoelstelling: Vergroten van de maatschappelijke betrokkenheid van de Overijsselse burgers en versterken van de sociale samenhang Subdoelstelling: Het vergroten van het welzijn en de maatschappelijke betrokkenheid van de jeugd en hun opvoeders Op het gebied van jeugdparticipatie zijn in het kader van het project jeugd en veiligheid een aantal initiatieven ontwikkeld met aandacht voor jeugd- en veiligheidsproblematiek. Projecten gericht op het vergroten van de maatschappelijke betrokkenheid van jongeren en professionalisering van het jongerenwerk dragen bij aan het voorkomen van of vroegtijdig signaleren van problemen en uitval. Opgroeiende kinderen krijgen in een veilige omgeving op allerlei manieren meer ontwikkelingskansen. Bijeenkomsten voor medewerkers van gemeenten en peuterspeelzalen en ondersteuning bij de totstandkoming van samenwerkingsverbanden - activiteiten uitgevoerd door een provinciale steuninstelling - hebben bijgedragen aan de professionalisering van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk. In 2004 zijn de provinciale activiteiten, specifiek gericht op kinderopvang, afgerond. Aan de vooravond van de Wet Basisvoorziening Kinderopvang (2005) is dit een gemeentelijke taak waar de provincie beperkte toegevoegde waarde heeft. Met gemeenten zijn afspraken gemaakt, bekrachtigd door ondertekening van een convenant, over de aansluiting jeugdbeleid-jeugdzorg (zie onderdeel zorg). Vormen van opvoedingsondersteuning worden hierbinnen integraal meegenomen. De provinciale steunfunctie ondersteunt gemeenten bij de taken en verantwoordelijkheden die in het kader van de WMO op hen afkomen.
Subdoelstelling: Meer gelijkwaardig functioneren en participeren van vrouwen en mannen Op het gebied van emancipatie zijn in 2004 de ambities op het gebied van aanpak huiselijk geweld, meer aandacht voor de positie van allochtone vrouwen, bestuurlijke vertegenwoordiging van vrouwen en meer aandacht voor combinatie van zorg en arbeid meer dan waargemaakt door uitvoering van een aantal concrete projecten. De provincie heeft het fundament gelegd voor de regionale structuren voor aanpak van huiselijk geweld. In Hardenberg, Ommen en Dalfsen zijn beroepsbeoefenaren getraind in het omgaan met huiselijk geweld. Ook is een handboek over huiselijk geweld in allochtone gezinnen geschreven ten behoeve van beroepsbeoefenaren. De conferentie Eerwraak in juni kon rekenen op landelijke belangstelling.
Jaarverslag 2004
79
Inzet van het diversiteitenbeleid heeft geleid tot: kandidaatstelling van 15 vrouwen voor de Waterschapsverkiezingen; voorbereiding van 20 allochtone meisjes op een goede keuze richting beroep/opleiding (mentoringsproject); een traject naar scholing of arbeid gevolgd door 250 allochtone vrouwen; een communicatietraining door 20 allochtone jongeren van het ROC Oost Nederland waarbij zij zich aan tenminste 10 bedrijven hebben gepresenteerd. Subdoelstelling: Vergroten deelname aan sportactiviteiten door vooral jongeren, ouderen en gehandicapten De breedtesportimpuls, die in 2004 is afgesloten, loopt volgens planning. Projecten hebben bijgedragen aan een grotere deelname aan sportactiviteiten, de sportinfrastructuur is verbeterd door meer samenwerking en gemeenten zijn ondersteund bij beleidsen methodiekontwikkeling. De activiteiten voor het Europees jaar van opvoeding door Sport 2004, mede gefinancierd door het ministerie van VWS, zijn succesvol geweest. De uitvoering is vormgegeven door de Jongerenraad Overijssel in samenwerking met de Sportraad Overijssel. Subdoelstelling: Het zelfstandig functioneren en participeren van ouderen in de samenleving versterken Overeenkomstig de beleidsaccenten in de begroting is in 2004 een aantal projecten uitgevoerd gericht op het verbeteren van de sociale infrastructuur en de keuzemogelijkheden voor ouderen op het terrein van wonen, zorg en welzijn. Zo zijn ouderen gevraagd om aan te geven wat voor hen in de directe leefomgeving als waardevol wordt of zou worden ervaren en ook zijn ouderen betrokken bij de uitvoering van woonplannen. Met de opzet van deskundigenpools op het gebied van inkomen en sociale zekerheid is beoogd de positie van ouderen in het algemeen en van vrouwen en allochtone ouderen in het bijzonder wat betreft inkomen en participatie te verbeteren. Er is bijgedragen aan de realisatie van brede zorgwelzijnsloketten in onder andere Losser en Borne. Tot slot heeft het project “Is uw gemeente ouderenproof” bewerkstelligd dat gemeenten beleid ontwikkelen dat rekening houdt met het feit dat een steeds groter wordende groep van de bevolking ouder dan 50 jaar zal zijn. Als gevolg van de vergrijzing neemt de vraag naar aangepaste, levensloopbestendige woningen in een goede leefomgeving met voldoende goed aansluitende zorggerelateerde welzijnsvoorzieningen toe. In het uitvoeringsprogramma 2005 dat gebaseerd is
80
Jaarrekening 2004 Provincie Overijssel
op het nieuwe beleid Sociale Actie is het langer zelfstandig wonen van ouderen, gehandicapten en/of ggz clienten dan ook één van de vier programmalijnen binnen de programma’s zorg en maatschappelijke ontwikkeling. Projecten gericht op het zelfstandig functioneren en participeren van ouderen hebben directe raakvlakken met de WMO waarin eigen kracht en zelfredzaamheid centraal staan. Subdoelstelling: Meer gelijkwaardigheid en volwaardiger ontplooiingskansen voor etnische minderheden In de Programmabegroting 2004 hebben we aangegeven te kiezen voor een doelgerichte, overwegend projectmatige benadering. Projecten in dat kader waren onder andere I-kwadraat, waarvan de doelstelling is te komen tot een instroom van allochtone medewerkers bij diverse beleidssectoren en daarnaast deze beleidssectoren te interculturaliseren, beter af te laten stemmen op huidige en toekomstige allochtone cliënten. De betrokken sectoren zijn jeugdzorg, ouderenzorg, zorg en vrijwilligers. Activiteiten in de jeugdzorg zijn in 2004 vrijwel afgerond; de ouderenzorg is in uitvoering en de zorg is eind 2004 gestart. Een bijzonder project in de sector ouderenzorg was de ontwikkeling van een model om opleidingen in de sector zorg en verpleging sterker te richten op allochtone leerlingen. Het model is ontwikkeld en uitgevoerd bij het Deltion College en inmiddels beschikbaar voor soortgelijke opleidingen. De subsidie aan het Anti Discriminatie bureau is ook in 2004 voortgezet langs diverse lijnen: begeleiding van het professionaliseringsproject, mede mogelijk gemaakt door het Ministerie van Justitie en eind 2004 succesvol afgerond. Tevens subsidieerden wij diverse provinciebreed uitgevoerde projecten van het ADB waaronder het zeer succesvolle project "Go discriminate yourself", gericht op leerlingen in het voortgezet onderwijs. Bovendien droegen wij ertoe bij dat het ADB provinciebreed beschikbaar kwam: het ADB houdt inmiddels spreekuren en verricht activiteiten in Enschede, Hengelo, Almelo, Deventer, Zwolle en Kampen.
Heeft het gekost wat het mocht kosten?
Bedragen x € 1.000
Begroting 2004 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Cultuur en welzijn
Meer deelname aan cultuur en meer kwaliteit Vergroten maatschappelijke betrokkenheid en versterken sociale samenhang Totaal programmakosten Cultuur en welzijn Personeelsgebonden kosten Cultuur en welzijn Toegerekende apparaatskosten Cultuur en welzijn Totaal programma Cultuur en welzijn
Rekening 2004
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
5.073
21.547
-16.474
5.187
21.568
-16.381
93
305 ––––––––
7.188 ––––––––
-6.883 ––––––––
305 ––––––––
6.395 ––––––––
-6.090 ––––––––
793 ––––––––
5.378
28.735
-23.357
5.492
27.963
-22.471
886
0
1.041
-1.041
0
1.273
-1.273
-232
0 ––––––––
845 ––––––––
-845 ––––––––
0 ––––––––
1.080 ––––––––
-1.080 ––––––––
-235 ––––––––
5.378
30.621
-25.243
5.492
30.316
-24.824
419
Voor het totaalbeeld schetsen we u ook het verloop op reserves die bij dit programma horen. Bedragen x € 1.000
Stortingen 2004
––––––––––––––––––––––––––––––– Reserves
begroot
Reserve IJsselmijgelden Actiefands (amendement bij de Najaarsnota 2003)
gereal.
verschil
Onttrekkingen 2004
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
begroot
gereal.
verschil
totaal
10 61
3 61
-7 0
-7 0
Een detailoverzicht per programma is opgenomen in hoofdstuk 4.
Jaarverslag 2004
81
Toelichting belangrijkste verschillen:
Resultaatbestemmingen worden gevraagd voor:
Meer deelname aan cultuur en meer kwaliteit:
Kulturhusen kleine kernen Kulturhusen Projectbureau
Het verschil kan voor een deel worden verklaard uit minder bestedingen uit EU cofinanciering POP. De resultaatsbestemming van alle cofinanciering is meegenomen bij de Europese programma’s binnen het programma Economie en innovatie. Vergroten maatschappelijke betrokkenheid en versterken sociale samenhang: Kulturhusen kleine kernen Bij de behandeling van de perspectiefnota 2002 is voor de begroting van 2003 een budget van € 1.000.000 beschikbaar gesteld voor Kulturhusen kleine kernen. PS hebben op 10 december 2003 (voorstel 2003-60) besloten om dit bedrag toe te voegen aan het onderdeel vitaliteit kleine kernen en het vast te leggen als een meerjarige verplichting voor de periode 2004 en 2005. Dit budget is deels reeds ingezet voor het betreffende doel. Er resteert nog een bedrag van € 694.000. Als uitvloeisel van het nieuwe verantwoordingsbesluit BBV kan dit bedrag echter alleen via een voorstel resultaatbestemming beschikbaar komen voor het jaar 2005. Wij stellen u voor een bedrag van € 694.000 over te hevelen naar 2005 voor een eenmalige verhoging van de lasten op product Beleidskader welzijn (2.8.00.70), zodat het alsnog aangewend kan worden voor bovengenoemde zaken. Kulturhusen Projectbureau In het onderhandelingsakkoord zijn voor de periode 2004-2007 gelden beschikbaar gesteld voor Kulturhusen. In 2004 is het budget voor een groot deel benut voor de Kulturhusen Oldenzaal, Saasveld en Okkenbroek. Er resteert een bedrag van € 100.000. Het voorstel is om dit bedrag te bestemmen voor het Projectbureau Kulturhus ter ontwikkeling en begeleiding van de Kulturhusen in Overijssel. Wij stellen u voor een bedrag van € 100.000 over te hevelen naar 2005 voor een eenmalige verhoging van de lasten op product Beleidskader welzijn (2.8.00.70), zodat het alsnog aangewend kan worden voor bovengenoemde zaken.
82
Jaarrekening 2004 Provincie Overijssel
Personeelsgebonden kosten en toegerekende apparaatskosten Cultuur en welzijn: Inzet over de programma-onderdelen zorg en cultuur heeft flexibel plaatsgevonden. Dit geeft over- en onderschijdingen per onderdeel te zien.
€ 694.000 € 100.000
Jaarverslag 2004
83
84
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
2.9 Milieu De milieutaak van de provincie is en blijft van betekenis. Op dit moment gaat het primair om het concreet verwezenlijken van effecten. Vergunningverlening en -handhaving hebben een gevestigde plaats, naast sanering, vooral van de bodem. Milieubeleid staat niet op zichzelf maar is een belangrijk instrument om gestalte te geven aan het thema leefkwaliteit als kernwaarde. In de context van de Ruimtelijke Ordening en plattelandsontwikkeling gaat het daarbij vooral om aspecten als geluid, luchtkwaliteit, waterkwaliteit, duurzame landbouw, Ecologische Hoofd Structuur en externe veiligheid. Meer gericht op het economisch leven gaat het om invulling te geven aan thema’s als duurzaam ondernemen, duurzaam energiegebruik en de ontwikkeling c.q. revitalisering van bedrijfsterreinen in duurzaam perspectief. De eindverantwoordelijke portefeuillehouder van dit programma is de heer drs. T.W. Rietkerk. Daarnaast is binnen het programma de heer G.J.H. Ranter de verantwoordelijke portefeuillehouder voor het deelgebied handhaving.
In 2004 is samen met de Milieucommissie van de Kamer van Koophandel en VNO-NCW een samenwerkingsprogramma opgesteld. Een belangrijk concreet resultaat daaruit is een checklist handhaving bij de tank-, op- en overslagbedrijven. Dit verduidelijkt de handhaving voor bedrijven en overheid en bespaart daarmee veel tijd en geld. In 2005 e.v. wordt dit initiatief verder uitgebreid naar andere branches. Daarnaast zal de samenwerking met genoemde instanties verder worden geïntensiveerd waartoe begin 2005 het uitvoeringsprogramma is geactualiseerd.
2.9.2 Hebben we bereikt wat we wilden bereiken, hebben we gedaan wat we wilden doen en heeft het gekost wat het mocht kosten?
Hoofddoelstelling: De milieubelasting van bedrijven en burgers beheersen en indien mogelijk terugdringen Subdoelstelling: Milieu integreren in ontwikkelingsgerichte ruimtelijke ordening
2.9.1 Ontwikkelingen De nasleep van de brand bij Vredestein leidde tot grote aandacht voor de vergunningverlening en dan vooral de veiligheidsaspecten daarvan. Als gevolg hiervan is besloten de veiligheidsvoorschriften van de vergunningen voor de risicobedrijven versneld te actualiseren (voor eind 2005). Mede dankzij adequate lobby van de provincie Overijssel heeft het Ministerie van VROM besloten de Wet milieubeheer te repareren zodat het bevoegd gezag voor onder andere agrarische bedrijven terug gaat naar de gemeenten. De afhandeling van de verzoeken om ontheffing van het stortverbod leidde door ontwikkelingen in de afvalmarkt tot intensivering. Een door ons voorgestelde vereenvoudigde werkwijze voor afdoening van deze verzoeken werd door VROM positief ontvangen en is inmiddels landelijk ingevoerd. In 2004 is een aanvang gemaakt met het project “VROM-vergunning”. Hierbij gaat het erom, dat de diverse vergunningen die nodig zijn voor het realiseren van een fysiek project zodanig worden gebundeld, dat één besluit overblijft. Ter stimulering van de woningbouwproductie en het vergunningenmanagement is het pilotproject “vergunningmanagement” relevant. In het kader van dit project zal een kennisproduct worden ontwikkeld, met een praktische gebruikswaarde voor betrokkenen.
De regeling voor de verplaatsing van gevaarlijke of ernstige hinder veroorzakende bedrijven is vastgesteld. Tot concrete verplaatsingsbesluiten is het nog niet gekomen. Wel is bekend dat er diverse gemeenten actief zijn met het opstellen van plannen voor bedrijfsverplaatsingen. De Interimwet Stad- en milieubenadering is nog niet door de Staten Generaal aangenomen; in verschillende projecten wordt in de lijn van deze benadering gewerkt aan ruimtelijke invulling. In 2004 is het Provinciaal Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid (PUEV) 2004-2005 in gezamenlijk overleg met de gemeenten opgesteld. Van het ministerie van VROM is voor de uitvoering een bijdrage van ruim € 1 miljoen ontvangen. Aan de gemeenten wordt een bijdrage beschikbaar gesteld van € 750.000 om de inventarisatie van risicovolle bedrijven in het landelijke risicoregister afgerond te krijgen en om de vergunningen ingevolge de Wet milieubeheer aan te passen aan de regelgeving op het terrein van externe veiligheid. In 2004 hebben alle gemeenten deelgenomen aan het Kennis- en Implementatietraject Externe Veiligheid, waarbij zij worden begeleid en ondersteund om een gemeentelijk extern veiligheidsuitvoeringsplan op te stellen. In 2004 is gestart met een project om te komen tot een provinciaal routenetwerk voor het vervoer van gevaarlijke stoffen.
Jaarverslag 2004
85
Subdoelstelling: Hoge kwaliteit vergunningverlening en handhaving Het project stroomlijning vergunningverlening en handhaving is met veel inzet uitgevoerd. Een schakeldocument is vastgesteld. Het nieuwe jaarprogramma voor 2005 is een doorontwikkeling van het programma van 2004. Achterstanden bij vergunningverlening zijn grotendeels weggewerkt, en het accent is duidelijk bij de bedrijven gelegd waar de risico’s het grootst zijn (vooral gericht op externe veiligheid). Voor de risicobedrijven (39) is afgesproken dat deze voor 1 januari 2006 van een adequate milieuvergunning zijn voorzien. In 2004 zijn de veiligheidsvoorschriften van 16 risicobedrijven geactualiseerd; 9 vergunningen waren begin 2004 op dat punt al volledig actueel. De overige bedrijven zullen in 2005 van adequate veiligheidsvoorschriften worden voorzien.
nog lopend. De toegekende middelen zijn volledig verplicht. Dit betekent dat de toegekende middelen zullen leiden tot 128 (i.p.v. 140) beschikkingen. Het verschil wordt veroorzaakt door stopgezette en buiten behandeling gelaten aanvragen (ca. 20% van alle aanvragen) waaraan al wel werk was besteed. In die gevallen was de aanvraag dus niet volledig of ging het initiatief niet door. Om het aantal onvolledige aanvragen inde toekomst te verminderen, is gestart met een project dat moet leiden tot betere informatievoorziening en (digitaal) instrumentarium voor de bedrijven om betere aanvragen in te dienen die sneller en succesvoller kunnen worden afgedaan. Dit project valt onder het programma de Andere Provincie.
Aantal behandelde vergunningaanvragen en meldingen vanaf 2000
100 80
Aantal
Actualisering milieuvergunning risicobedrijven
60
50
40
40
20
30
0
20
2000
2001
2002
2003
2004
behandelde vergunningaanvragen
10
behandelde meldingen 0 1 jan 2004
7 jan 2004
1 jan 2005
7 jan 2005
1 jan 2006
De uitvoering van het Besluit risico’s zware ongevallen is goed verlopen. Het aantal bedrijven dat onder dit Besluit valt, nam toe (van 4 naar 6) wat leidt tot een extra tijdsbeslag. Ook de andere taken, zoals de veiligheidsadvisering, de vulling van het Risicoregister en de Risicokaart en de uitvoering van het Vuurwerkbesluit (verlenen ontbrandingstoestemmingen en vergunningen voor vuurwerkopslagbedrijven) zijn voortvarend en goed opgepakt. Verder zijn betere werkafspraken gemaakt met de Brandweerkorpsen in Overijssel over de adviseringstaak van de brandweer bij de vergunningverlening.
Ander voordeel van dit project moet zijn dat de procedures sneller gaan verlopen. Momenteel is het nog erg lastig om de doelstelling (80% van de procedures afronden in de wettelijke termijn) te halen. Daarvoor zijn aanpassingen in het proces nodig.
Percentage aanvragen dat binnen de wettelijke termijn is behandeld vanaf 2003 vs. het doel
80 % 70 % 60 % 50 % 40 % 30 %
Voor het wegwerken van de achterstanden, deels via uitbesteding, is in 2004 extra budget beschikbaar gesteld zodat ca. 140 verwachte vergunningprocedures konden worden afgerond. Het aantal afgeronde procedures bedroeg 92; 36 uitbestede procedures zijn
86
Jaarrekening 2004 Provincie Overijssel
20 % 10 % 0 2003
2004
aanvragen binnen wettelijke termijn afgehandeld
doel
In 2004 is daarnaast 25% van het vergunningenbestand (ca. 400) aangepast aan 7 verschillende (EU)-regels. In totaliteit werd 40% van het vergunningenbestand geheel of gedeeltelijk geactualiseerd. Dat is een fikse prestatie. Alle handhavingsorganisaties in Overijssel hebben hard gewerkt aan de uitvoering van hun verbeterplannen voor de kwaliteit van hun milieuhandhaving, dit met het oog op de ambitie om per ultimo 2004 aan de kwaliteitscriteria te voldoen. De daadwerkelijke toetsing of aan de kwaliteitscriteria wordt voldaan zal in het eerste kwartaal van 2005 plaatsvinden. Handhaving heeft extra publicitaire aandacht gekregen via een gezamenlijke handhavingsestafette met alle handhavingspartners in een aparte provinciale handhavingsweek. Het Milieupunt Overijssel heeft via het samenwerkingsproject Meldweg bijgedragen aan verdere stroomlijning van procedures voor burgers met klachten, zodat het optreden van ‘de overheid’ steeds duidelijker wordt. Van de in totaal 1614 binnengekomen klachten had het merendeel (785) betrekking op Bouwens in Goor. De gedetailleerde en complexe regelgeving voor milieuvergunningen betreft niet alleen de inhoud maar ook de procedures. Subdoelstelling: Stimuleren eigen verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven Het programma “leren voor duurzaamheid” is afgerond. In de programmaperiode zijn 58 projecten uitgevoerd waarmee rond 250 organisaties (scholen, groepen burgers, bedrijven, instanties) en een veelvoud aan Overijsselse burgers zijn bereikt met vragen over duurzaamheid. Een hierop aansluitend provinciaal ambitiestatement “leren voor duurzame ontwikkeling 2004-2007” is vastgesteld,en een rijksbijdrage voor de uitvoering is toegezegd. Duurzame Energie en energiebesparing Het Plan van Aanpak energie- en klimaatbeleid 2004 2007 is vastgesteld. Het ministerie van VROM heeft voor het vastgestelde Plan van Aanpak een subsidie toegekend voor een periode van vier jaar. Financiële bijdragen zijn verstrekt voor projecten op het gebied van het stimuleren van bio-energie (o.a. haalbaarheidsonderzoek Koekoekspolder), windenergie (ondersteuning gemeenten) en energie in de gebouwde omgeving (consulent Duurzaam bouwen). Het actieplan bio-energie is voorbereid en kan in 2005 in
uitvoering worden genomen. In de beleidsvisie windenergie Noordoost-Overijssel zijn 2 prioritaire gebieden (Dedemsvaart-zuid en Dalfserveld) aangewezen voor realisatie van windturbineparken. Gemeenten zijn ondersteund bij de opzet voor realisatie van deze parken. Van de taakstelling van tenminste 30 MW in 2010 is inmiddels 6 MW gerealiseerd en is 14 MW in de initiatieffase. De renovatie van het provinciehuis heeft een extra duurzaamheidsimpuls gekregen doordat middelen beschikbaar zijn gesteld voor de plaatsing van kleinschalige windturbines. Over het functioneren van de stichting Energiebureau Overijssel hebben wij een evaluatie uitgevoerd. Op basis van de aanbevelingen hebben wij in overleg met het stichtingsbestuur de taakopdracht beperkt tot de prioritaire taakvelden duurzame energie (bio-energie en grootschalige windenergie) en energie in de gebouwde omgeving. Hierdoor verwachten wij een effectievere en efficiëntere inzet van de beschikbare middelen. Afval verminderen en milieuvriendelijk hergebruiken en verwerken Voor het stimuleren van bedrijven om te komen tot afvalpreventie en waar mogelijk tot hergebruik en verwerking van afval is het project “afval in de landbouw” gestart. Dit project is uitgevoerd, de rapportage met daarin opgenomen de conclusies verschijnt begin 2005. Subdoelstelling: Het wegnemen van de voortgaande belasting van het milieu door aanwezigheid van oude (water)bodemverontreiniging In 2004 is een totaal overzicht verkregen van de locaties waar mogelijkerwijs een puntverontreiniging aanwezig is die ontstaan is voor 1987. In 2004 zijn zowel terreinen door de provincie als door derden gesaneerd. In totaal zijn 27 locaties, met een totale oppervlakte van 2,5 ha, gesaneerd. De uitgevoerde saneringen hadden als eindresultaat dat deze locaties weer geschikt zijn voor onder meer woningbouw (6 locaties), bedrijfsterreinen (9 locaties) en school- en speelterreinen (2 locaties). Daarnaast is het afgelopen jaar ook gestart met de sanering van terreinen van de Nederlandse Spoorwegen (7 locaties). Met name de saneringen van verontreinigde locaties, die bestemd zijn voor woningbouw, zijn extra gestimuleerd via het actieprogramma wonen en het Investeringsbudget Stedelijke vernieuwing. In 2004 zijn de onderhandelingen gestart met het Ministerie van VROM om er voor te zorgen dat de provincie Overijssel in de meerjarenperiode (20052009) over voldoende financiële middelen beschikt
Jaarverslag 2004
87
voor de uitvoering van bodemsaneringen. Met name de locaties die met asbest zijn verontreinigd en de locaties Olasfa in Olst hebben bij deze onderhandelingen bijzondere aandacht gekregen. In 2004 is het meerjarenprogramma 2005-2009 opgesteld. Aan het ministerie van VROM is periodiek gerapporteerd over de voortgang van het huidige meerjarenprogramma, de bedrijvenregeling en de saneringsregeling asbestwegen 2e fase. In 2004 is meegewerkt aan het verkrijgen van een
landsdekkend beeld van de bodemkwaliteit waardoor de werkvoorraad tot 2023 kan worden bepaald. Inzicht is verkregen in de aanwezige puntverontreinigingen, de diffuse bodemkwaliteit, de omvang van de asbestproblematiek en de waterbodemverontreinigingen. Bij het product Bodemsanering binnen de wet bodembescherming blijken de lasten ruim € 1 miljoen hoger te zijn dan begroot. Dit betreft een technische correctie in verband met de invoering van het BTW compensatiefonds. Dit bedrag wordt gedekt door een
Heeft het gekost wat het mocht kosten?
Bedragen x € 1.000
Begroting 2004 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Milieu
Hoge kwaliteit vergunningverlening en handhaving Belasting milieu door oude verontreinigingen wegnemen Stimuleren eigen verantwoordelijkheid Totaal programmakosten Milieu Personeelsgebonden kosten Milieu Toegerekende apparaatskosten Milieu Totaal programma Milieu
88
Rekening 2004
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
639
1.478
-839
876
1.678
-802
37
25.916 1.517 –––––––– 28.072
25.264 2.794 –––––––– 29.536
652 -1.277 –––––––– -1.464
12.754 1.545 –––––––– 15.175
13.089 2.695 –––––––– 17.462
-335 -1.150 –––––––– -2.287
-987 127 –––––––– -823
0 0 –––––––– 28.072
6.465 5.239 –––––––– 41.240
-6.465 -5.239 –––––––– -13.168
0 0 –––––––– 15.175
6.477 5.504 –––––––– 29.443
-6.477 -5.504 –––––––– -14.268
-12 -265 –––––––– -1.100
Jaarrekening 2004 Provincie Overijssel
onttrekking uit de Reserve BTW-compensatiefonds. De kosten die worden gefinancierd door een onttrekking uit een voorziening worden conform BBV niet meer via het product geboekt, maar rechtstreeks ten laste gebracht van de betreffende voorziening. In 2004 was de begroting nog anders door de Staten vastgesteld. Bij dit programma gaat het om de volgende voorziening. Bedragen x € 1.000
Voorziening
Baten
Lasten
Saldo
–––––––
2.067 –––––––
-2.067 –––––––
2.067
-2.067
Bodemsanering Totaal ten laste van voorzieningen
Voor het totaalbeeld schetsen we u ook het verloop op reserves die bij dit programma horen. Bedragen x € 1.000
Stortingen 2004
––––––––––––––––––––––––––––––– Reserves
begroot
gereal.
Reserve IJsselmijgelden
verschil
Onttrekkingen 2004
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
begroot
gereal.
verschil
totaal
9
0
-9
-9
Een detailoverzicht per programma is opgenomen in hoofdstuk 4.
Toelichting belangrijkste verschillen: De verschillen bij dit programma zijn van technische aard. Het betreft een correctie op te hoge respectievelijk te lage voorzieningen voor BTW-compensatie. Deze worden nu gecorrigeerd door een tegenboeking ten laste van de reserve BTW-compensatiefonds.
Jaarverslag 2004
89
90
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
2.10 Bereikbaarheid Het Programma Bereikbaarheid richt zich er op om er voor te zorgen dat personen en goederen onder veilige omstandigheden op het gewenste tijdstip op de gewenste plek in Overijssel kunnen komen. Bereikbaarheid van steden en dorpen is van groot belang voor de ontwikkeling van de economie. De stijging van de mobiliteit in de provincie (en daarbuiten) dreigt de goede bereikbaarheid aan te tasten. Bereikbaarheid is ook van belang voor de leefbaarheid van steden en platteland. Dat betekent onder meer dat het Openbaar Vervoer goed moet functioneren (tegen redelijke tarieven regelmatige verbindingen tussen verschillende plaatsen). Portefeuillehouder van dit programma is de heer J.W. Klaasen.
2.10.1 Ontwikkelingen Het autobezit en -gebruik en daarmee de automobiliteit zijn ondanks een minder gunstige economische ontwikkeling verder gegroeid. Met de verdere groei van de mobiliteit is het steeds moeilijker gebleken om de veiligheid van het verkeer te vergroten en een daling van het aantal verkeersslachtoffers te bewerkstelligen. In 2004 is de nota mobiliteit van het rijk verschenen. Hierin zet de regering uiteen hoe ze de voortgaande sterke groei van het verkeer en vervoer mogelijk wil maken ter wille van de economische ontwikkeling en een goed leefmilieu. Kernpunten daarbij zijn betrouwbaarheid, veiligheid en de kwaliteit van de leefomgeving. In 2004 zijn we geconfronteerd met een forse bezuiniging in het budget dat ons door het rijk ter beschikking wordt gesteld voor het openbaar vervoer. Hierdoor moesten in de dienstregelingen in WestOverijssel ritten worden geschrapt.
2.10.2 Hebben we bereikt wat we wilden bereiken, hebben we gedaan wat we wilden doen en heeft het gekost wat het mocht kosten?
ingespannen om de Nota Mobiliteit en Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport in de door Overijssel gewenste richting te beïnvloeden. We hebben daar resultaat geboekt.
Hoofddoelstelling: Goede bereikbaarheid Subdoelstelling: Op de A28 en A1 meer dan 98% van het verkeer zonder vertraging, op de overige rijkswegen meer dan 95% Deze doelstelling is niet bereikt. Op een aantal wegvakken is de kans op vertraging nog groter dan de norm. Wel is voortgang geboekt. Op de A28 bij Zwolle zijn plusstroken aangelegd en er zijn afspraken gemaakt met het rijk om het overige deel van de A28 tussen Hattemerbroek en Meppel te verbreden. Mede door onze inzet is in de periode van aanleg de verkeersafwikkeling in en rond Zwolle redelijk verlopen. De capaciteit van de A1 is bij Azelo/Buren verruimd en er zijn benuttingsmaatregelen tussen Beekbergen en Deventer uitgevoerd. Verder zijn met het rijk, gemeente Hellendoorn en Regio Twente financiële afspraken gemaakt over de realisatie van de combitunnel in Nijverdal. De afspraken zijn nog niet definitief. Ook in verband met de omleiding Ommen is voortgang geboekt, zij het minder dan de bedoeling was. Hoewel nieuwe ramingen van het rijk veel hoger bleken dan het beschikbare budget, lijken door versobering en aanvullende financiering van het rijk concrete afspraken over de financiering en daarmee over de uitvoering van het project binnen handbereik. Voor de toekomst (2010) verwachten wij dat ondanks bovengenoemde verbeteringen er nieuwe knelpunten op het rijkswegennet zullen ontstaan, met name op de A1 tussen Deventer en de Twentse steden, op rijksweg 35 tussen Zwolle en Almelo, op de N50 Zwolle Kampen en op de N18.
In 2004 hebben wij enerzijds een sterk accent gelegd op de uitvoering van beleid, anderzijds heeft ook de ontwikkeling van beleid de nodige aandacht gekregen. Wij hebben ons verkeers- en vervoersbeleid geactualiseerd in een herziening van het provinciaal verkeersen vervoersplan, dat in ontwerp ter vaststelling bij Provinciale Staten ligt. Daarnaast hebben wij ons
Jaarverslag 2004
91
Doorstroming Doelstelling: alle wegvakken moeten minimaal voldoen aan onderstaande kansen op geen vertraging. a. Kans op geen vertraging op A28 en A1: 98% b. Kans op geen vertraging op overige rijkswegen: 95% c. Kans op geen vertraging provinciale wegen: 90%
Aantal wegvakken met knlepunten dat niet aan de norm voldoet: 2003
2004
werkelijk
doel
2004
2005
werkelijk
doel
(voorlopige indruk)
a. b. c.
2 5 2
0 0 0
gegevens pas medio 2005 bekend
0 0 0
Subdoelstelling: Op de provinciale wegen 90% van het verkeer zonder vertraging Deze doelstelling is grotendeels bereikt. In 2003 waren er 2 wegvakken die een knelpunt vormden: de N342 aan de westkant van Oldenzaal en de N350 tussen Rijssen en Wierden. Voor dit laatste wegvak is de planstudie gaande. De verbeteringen van het provinciale wegennet dienen naast bereikbaarheid ook de veiligheid en de leefbaarheid. Een groot aantal verbeteringsprojecten is daartoe in voorbereiding, in de fase van planvorming of realisatie. In 2004 zouden naast de nog niet afgeronde projecten van 2003 vijf projecten van de planvormingsfase overgaan naar de realisatiefase. Afgezien van 2 VOC punten (Verkeers Ongevallen Concentratie punten: N342 Beuningerstraat/Voltherdijk en N347/A1 Goor) is het niet gelukt om de planvorming van deze projecten af te ronden. Van 2003 resteren de projecten RijssenWierden (N350) en de fietsverbinding Hasselt-Lichtmis (N377). De projecten van 2004 zijn de rondwegen Wesepe (N348) en Weerselo (N343), de verbinding Enschede-Oldenzaal (inclusief de traverse Lonneker) (N733), de verbinding Diepenheim-Goor (N824) en de verbetering stroomweg Zwolle-Ommen (N340).
92
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
De verbetering Zwolle - Ommen bleek veel duurder dan aanvankelijk geraamd. Een acceptabele, betaalbare oplossing voor de verkeersproblematiek is nog niet gevonden. Een haalbaarheidsstudie die voor een innovatieve verbetering van deze weg wordt uitgevoerd zal binnenkort worden afgerond. Vertraging van de overige planstudies wordt veroorzaakt door: een grote betrokkenheid van de bevolking ter plaatse, waardoor meerdere bijeenkomsten moesten worden georganiseerd dan ingeschat, er strengere eisen ten aanzien van flora en fauna gelden en er intensiever bestuurlijk en ambtelijk overleg nodig bleek. Daarnaast zijn voor de traverses nieuwe (versoberde, kosten-effectieve) alternatieven onderzocht. In 2005 gaan de projecten Hasselt-Lichtmis (N377), Rijssen-Wierden (N350), Weerselo (N343) en Wesepe (N348) van de planstudiefase naar de realisatiefase. De vertragingen in de planvorming hadden tot gevolg dat geplande inhuur van externe capaciteit ten behoeve van de realisatiefase achterwege kon blijven. Om het proces van voorbereiding en realisatie van infrastructurele projecten te verbeteren is door het bureau Berenschot onderzoek gedaan naar de gang van zaken. In 2005 is in de implementatie van de maatregelen voorzien. De volgende projecten zijn gerealiseerd: de Knoop in de N 348 in Deventer, de erftoegangsweg N742 Delden-Borne, de afrit van de A1 op de N 347 (Enter-Rijssen), het fietspad Hengevelde-Neede, de traverse Zwartsluis N331/N334 en vier rotondes. De volgende projecten hebben vertraging opgelopen in de realisatiefase: N743 traverse Zenderen (wegens bestemmingsplanprocedures), N332 omlegging Heeten (wegens moeizame grondaankopen) en N761 Witte Paarden (wegens bodemverontreiniging). Om de bereikbaarheid overdag op peil te houden zijn in 2004 op de wegen N377 Balkbrug-Slagharen, N350 A1-Holten, N332 Heeten-Nieuw Heeten, A1/N341 reconstructie aansluiting, N341 WesterhaarKloosterhaar,’s nachts nieuwe asfaltlagen aangebracht. N348 bij Deventer In 2004 is er bestuurlijk overleg geweest met de gemeente Deventer over de overdracht van het beheer en onderhoud van de weg en de uitwisseling van de voor dit project aangekochte grond. Voor wat betreft de overdracht van het beheer en onderhoud is er geen akkoord bereikt, hierdoor blijft de weg in het beheer van de provincie. Het overleg over aan- en verkoop van grond zal in 2005 worden afgerond.
Gedurende de voortgang van het project is in het afgelopen jaar duidelijk geworden dat dit project binnen de beschikbaar gestelde middelen gerealiseerd gaat worden. Bij de eindafrekening van het project zal duidelijk worden wat de omvang van de vrijval zal zijn. Subdoelstelling: Stimuleren opheffen knelpunten op gemeentelijke wegen Belangrijke (financiële) bijdragen zijn geleverd aan de gemeente Zwolle ten behoeve van de doorgaande route langs Stadshagen en aan de gemeente Almelo ten behoeve van de zuidelijke rondweg (Nijreessingel). Wij hebben de gemeenten in West-Overijssel financieel ondersteund bij de uitvoering van gemeentelijke infrastructuurprojecten. We hebben daarbij een accent gelegd op de gemeente Zwolle gegeven de relatief zware verkeersproblematiek in en rond de stad. Verder hebben we via de regionale uitvoeringsprogramma’s bijgedragen aan gebiedsgerichte verbetering van de verkeersveiligheid in Overijssel (zowel infrastructuur als mensgerichte maatregelen). De aanleg van de N348 en de bijdrage aan ondertunneling Zweedsestraat (RMF) dragen bij tot het opheffen van verkeersknelpunten in de gemeente Deventer. In 2004 zijn onderhandelingen gestart met gemeenten om te komen tot overdracht van 60 km wegen in het kader van de doelstelling uit het onderhandelingsakkoord. Er is geen overeenstemming met alle gemeenten bereikt over de hoogte van de afkoopsom. In 2005 worden de onderhandelingen afgerond. Subdoelstelling: De verhouding tussen het aantal miljoen tonkilometers over de weg, het water en het spoor minimaal in de verhouding 75%-24%-1%, waarbij de nadruk ligt op water en spoor Deze doelstelling is voor wat betreft vervoer over water in de jaren tot 2004 ruimschoots gehaald (ruim 30%). Voor 2004 lijkt dit ook het geval te zijn. Met financiële ondersteuning door de provincie heeft de stichting IGON projecten in voorbereiding genomen en uitgevoerd (bijvoorbeeld Versterking samenwerking terminals Oost-Nederland en Intermodale kaart goederenvervoer). Het project Shortsea (Kampen bereikbaar door kustvaart) loopt nog.
Subdoelstelling: De beroepsvaart heeft een onbelemmerde doorvaart Deze doelstelling is nog niet gehaald. We gaan dit in de toekomst meten aan de hand van de genormeerde wachttijden bij bruggen en sluizen. We gaan in de toekomst de wachttijden bij bruggen en sluizen meten en vergelijken met de genormeerde wachttijden. Los van de beroepsvaart is de doorvaart op de recreatie toervaartroute in Noordwest Overijssel verbeterd door aanpassing van de bedieningstijden van de sluizen Blokzijl en Beukers. De uitbreiding van 400 naar 600 ton van het kanaal Almelo-Coevorden is volop in uitvoering (volgens planning gereed 2006). Subdoelstelling: De luchthaven Twente open voor burgermedegebruik De discussie over de functie van het gebied na de opheffing van de militaire vliegbasis heeft nog niet geleid tot een definitief besluit over het voortbestaan van de burgerluchthaven Enschede Airport Twente. Met het Rijk worden intensieve onderhandelingen gevoerd over de continuering. Subdoelstelling: Een stijging van het aantalreizigerskilometers per trein in Overijssel in 2010 van 100% ten opzichte van 1986 Afgelopen jaar is intensief overleg gevoerd met het rijk, de provincie Drenthe en de Regio Twente over de mogelijke overname van de regionale spoorlijnen Zwolle-Kampen, Zwolle-Emmen en Zwolle-Enschede. Dit overleg is nog niet afgerond. Met de gemeenten Zwolle en Kampen is een afspraak gemaakt over de toekomst van de Kamperlijn. Deze houdt in behoud van de lijn, streven naar extra haltes en goede onderlinge afstemming van spoor-en busvervoer in het gebied. Er is een onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om de treinverbinding Zutphen-Oldenzaal door te trekken naar Duitsland. Dit is in beginsel mogelijk, maar tegen hoge kosten. Trendanalyse laat zien dat het gebruik van de bus (streekvervoer) dalend is, terwijl voor het vervoer per trein de groei van de afgelopen jaren tot stilstand komt.
Jaarverslag 2004
93
Gebruik openbaar vervoer a. reizigerskilometers per trein ten opzichte van 1986 (1986 = 100) b. reizigerskilometers in het streekvervoer ten opzichte van 1986 (1986 - 100) c. tevredenheid busreizigers (rapportcijfer)
Gebruik openbaar vervoer: 2003
2004
2004
2005
werkelijk
doel
werkelijk
doel
a.
183
183
b. c.
136* 7,1
125 6,8
min of meer stabiel licht dalend min of meer stabiel
186 125 6,8
"voorlopige cijfers geven dit aan; definitieve cijfers komen
Subdoelstelling: De regiotaxi in West-Overijssel in 95% van de ritten per maand binnen de marge op de (vertrekpunt)afspraak Deze doelstelling is gehaald. De nieuwe aanbesteding voor de regiotaxi Salland is vrijwel afgerond. Het contract met de vervoerder van regiotaxi NoordwestOverijssel is verlengd tot 2006. Subdoelstelling: Een stijging van het aantal fietskilometers in Overijssel van 30% in 2010 ten opzichte van 1986 Deze doelstelling is nog niet gehaald. Gezien de maatschappelijke ontwikkelingen en het gevoerde beleid is het ook niet te verwachten dat de beoogde forse stijging haalbaar is. In het nieuwe PVVP wordt daarom ook een meer realistische doelstelling voor het fietsgebruik voorgesteld. Het fietskilometergebruik is min of meer stabiel. Er is onderzoek uitgevoerd naar de capaciteit, kwaliteit en sociale veiligheid van de fietsstallingen bij de stations in Overijssel. De uitvoering van de aanbevelingen is aan de NS en gemeenten.
pas in de loop van 2005 beschikbaar." * inclusief OV-jaarkaart;
Fietskilometer index: Subdoelstelling: Een stijging van het aantal reizigerskilometers in het stads- en streekvervoer en van het verbindende net in Overijssel in 2010 van 25% ten opzichte van 1986 Het gebruik van het stads- en streekvervoer is de afgelopen jaren min of meer stabiel, met een tendens naar licht dalend. Gezien de toenemende auto-afhankelijkheid (autobezit en –gebruik) is deze doelstelling uit het (oude) PVVP niet meer realistisch. De aanbesteding voor het streekvervoer IJsselmond, gegund aan Connexxion, heeft een goed resultaat opgeleverd. De frequentie wordt hoger, er komt nieuw, toegankelijker materieel en er komt betere halte-informatie. De aanbestedingen van het streekvervoer in Noord-Oost-Overijssel en van de Stadsdienst Zwolle zijn in procedure gebracht. Het is nog niet gelukt om overeenkomsten te sluiten met Zwolle en daarop volgend met Deventer en Kampen over de bestuurlijke samenwerking met de provincie inzake de stadsdiensten. Voorbereidingen zijn getroffen voor de invoering van de chipkaart in het openbaar vervoer. De tevredenheid van de burger over het busvervoer lijkt zich ook in 2004 op het niveau van 2003 te bevinden, ruim voldoende.
94
Jaarrekening 2004 Provincie Overijssel
2003
2004
2004
2005
werkelijk
doel
werkelijk
doel
100
110
100
110
Fietskilometers
index 1986 = 100
Hoofddoelstelling: Een verkeersveilig Overijssel
Bij het onderhoud aan wegen en fietspaden is mede als gevolg van meevallende aanbestedingen een inhaalslag gemaakt. Dat is ook van toepassing op de bij de weg behorende voorzieningen zoals markeringen, bewegwijzering en bebording.
Subdoelstelling In 2010 maximaal 53 doden in het verkeer, 1902 gewonden en 628 ziekenhuisgewonden Een verdere daling van het aantal doden in het verkeer lijkt in 2004 niet te zijn gerealiseerd (gewonden onbekend). Omdat het budget voor verbetering van de provinciale weginfrastructuur niet toereikend is om deze volgens de maximumnormen van het Duurzaam Veilig-concept uit te voeren hebben we onderzoek gedaan naar kosteneffectieve maatregelen voor de verkeersveiligheid. Dit onderzoek bevindt zich in de fase van afronding. Planning en uitvoering van de weginfrastructuurprojecten heeft plaatsgevonden en vindt plaats via de 7 regionale uitvoeringsprogramma’s in samenwerking met ROVO (Regionaal Orgaan voor Verkeersveiligheid Overijssel), gemeenten, politie, 3VO, Rijk en Regio Twente. Verder hebben wij een financiële bijdrage geleverd aan niet-infrastructurele projecten van de gemeenten ter verbetering van de verkeersveiligheid. We hebben met de Regio Twente een overeenkomst tot instandhouding van het ROVO die loopt tot eind 2005.
Verkeersveiligheid alle
2003 werkelijk
Verkeersveiligheid
2004 werkelijk
dering tot, 2004
(voorlopige schatting)
84 2.903 948
60 2.828 865
Hoger dan in 2003* Onbekend Onbekend
53 1.902 628
2003 werkelijk
beoogde vermin-
2004 werkelijk
beoogde vermin-
dering tot, 2004
(voorlopige schatting)
dering tot, 2008
12 408 165
13* Onbekend Onbekend
11 472 135
provinciale wegen
Doden Totaal aantal gewonden Ziekenhuisgewonden
Met de gemeente Raalte is een overeenkomst gesloten waarin afspraken zijn gemaakt over het gebruik van het provinciaal steunpunt door gemeente, het afstemmen van strooiroutes en het moment van strooien.
beoogde vermin-
Overijsselse wegen
Doden Totaal aantal gewonden Ziekenhuisgewonden
Als gevolg van sterk wisselende weersomstandigheden is ter bestrijding van de gladheid begin 2004 meer dan gemiddeld gestrooid, met als gevolg een overschrijding van het budget met 38% (saldo baten & lasten). De overschrijding van het budget gladheidsbestrijding doet zich al jaren voor. De overschrijding vloeit mede voort uit een structurele verlaging van het budget in 1997. Daarnaast is de jaarlijkse indexering niet toereikend om de kostenstijging voor de uitvoering van de werkzaamheden te dekken. In 2005 zal een begrotingsvoorstel worden voorbereid.
19 440 177
2010 doel
* voorlopige cijfers geven dit aan; pas in oktober 2005 worden de cijfers bekend door een nieuwe wijze van registreren door AVV.
Jaarverslag 2004
95
Subdoelstelling: Vermindering van de overlast door gebruik en aanleg van provinciale (vaar)wegen voor de mens, natuur en milieu Bij de planstudies voor provinciale infrastructuur wordt de ecologische hoofdstructuur mee in beschouwing genomen. Het bermbeheer heeft plaatsgevonden volgens ecologische principes. Met de beperkt beschikbare financiële middelen heeft beheer van faunavoorzieningen plaatsgevonden.
Met betrekking tot “energie uit asfalt” volgen wij het onderzoek dat daar elders naar gedaan wordt. Bij de traverse Hardenberg zijn geluidwerende voorzieningen aan woningen aangebracht, bij de N348 is een geluidswal gerealiseerd. Bij de brug Hesselingedijk is de bestaande hydraulische aandrijving vervangen door een nieuwe frequentie-gestuurde elektronische aandrijving. Dit is energiezuiniger aandrijving.
Heeft het gekost wat het mocht kosten?
Bedragen x € 1.000
Begroting 2004 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Bereikbaarheid
Rekening 2004
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
55.572 661 ––––––––
88.105 667 ––––––––
-32.533 -6 ––––––––
46.730 666 ––––––––
73.044 707 ––––––––
-26.314 -41 ––––––––
6.219 -35 ––––––––
56.233
88.772
-32.539
47.396
73.751
-26.355
6.184
Personeelsgebonden kosten Bereikbaarheid 0 Toegerekende apparaatskosten Bereikbaarheid 0 –––––––– Totaal programma Bereikbaarheid 56.233
10.517 8.527 –––––––– 107.816
-10.517 -8.527 –––––––– -51.583
0 0 –––––––– 47.396
9.774 8.305 –––––––– 91.830
-9.774 -8.305 –––––––– -44.434
743 222 –––––––– 7.149
Goede bereikbaarheid Een verkeersveilig Overijssel Totaal programmakosten Bereikbaarheid
Bedragen x € 1.000 De kosten die worden gefinancierd door een onttrekking uit een voorziening worden conform BBV niet meer via het product geboekt, maar rechtstreeks ten laste gebracht van de betreffende voorziening. In 2004 was de begroting nog anders door de Staten vastgesteld. Bij dit programma gaat het om de volgende voorzieningen.
96
Jaarrekening 2004 Provincie Overijssel
Voorziening
Baten
Lasten
Saldo
Regionaal mobiliteitsfonds Infrastructuur Infrastructurele kunstwerken/PVVP Kanaal Almelo - De Haandrik Exploitatie openbaar vervoer ––––––– Totaal ten laste van voorzieningen
6.029 11
-6.029 -11
716 258 1.292 –––––––
-716 -258 -1.292 –––––––
8.306
-8.306
Voor het totaalbeeld schetsen we u ook het verloop op reserves die bij dit programma horen. Bedragen x € 1.000
Stortingen 2004
––––––––––––––––––––––––––––––– Reserves
Reserve IJsselmijgelden Reserve N348 Actiefonds Overijssel Algemene dekkingsreserve
begroot
gereal.
verschil
262
262
0
Onttrekkingen 2004
Verschil
––––––––––––––––––––––––––––––––
––––––––
begroot
gereal.
verschil
totaal
4.815
257
-4.558
50 0
50 115
0 115
-4.558 0 0 115
Een detailoverzicht per programma is opgenomen in hoofdstuk 4.
Toelichting belangrijkste verschillen:
len naar het boekjaar 2005. Het gaat bij uitvoering onderhoud bewegwijzering ANWB om € 220.000 en bij rehabilitatie parallelweg N377 om € 864.000.
Goede bereikbaarheid:
Beheer en onderhoud kunstwerken:
Het verschil zit met name in het product “Bijdragen aan infrastructuur andere overheden”. Hier is € 4,4 miljoen minder besteed dan geraamd. Dit betreft de randweg Ommen. Met deze rondweg is voortgang geboekt, maar de feitelijke realisering is vertraagd. Overigens geldt hierbij dat de nieuwe ramingen van het Rijk hoger zijn geworden. De verwachting is echter dat door versobering en door nieuwe afspraken met het Rijk uitvoering binnen handbereik is. Daarnaast zitten er onderschrijdingen bij planvorming en realisatie provinciale wegen (ca. € 600.000). Daartegenover staan méér uitgaven bij gladheidsbestrijding (ca. € 326.000), beheer en onderhoud wegen (€ 100.000) en openbaarvervoer (€ 200.000). De meeruitgaven voor gladheidsbestrijding zijn er de laatste jaren meermalen geweest. In 2005 zal een voorstel voor structurele aanpassing van deze post worden gedaan.
In het kader van het Onderhandelingsakkoord zijn in 2004 onderhandelingen met de Gemeente Hardenberg opgestart en afgerond om te komen tot overdracht van een provinciale 60 km-weg naar de gemeente. In plaats van het voldoen van een afkoopsom is afgesproken dat de provincie een nieuwe verkeersbrug over de Overijssselse Vecht aan zal leggen en deze na realisatie over zal dragen aan de gemeente. Om invulling te geven aan de gemaakte afspraken stellen wij voor het reeds beschikbaar gestelde budget op het product over te hevelen naar 2005 en 2006.
Beheer en onderhoud wegen:
Resultaatbestemmingen worden gevraagd voor: IJsselmijgelden
€ 4.400.000 (mutatie in reserve)
beheer en onderhoud wegen beheer en onderhoud kunstwerken
€ 1.084.000 € 750.000 (naar 2005 en 2006)
In 2004 is opdracht verstrekt om twee onderhoudswerken (Uitvoering onderhoud bewegwijzering ANWB en Rehabilitatie parallelweg N377) uit te voeren. Ultimo 2004 was de voortgang nog niet zo ver gevorderd dat in het kader van BBV de lasten op het boekjaar 2004 konden drukken. Op basis van de stelselwijziging in het kader van BBV wordt voorgesteld het budget door middel van resultaatsbestemming over te heve-
Personeelsgebonden kosten Bereikbaarheid: In deze post zit een daadwerkelijke onderuitputting aan personeelsgebonden kosten. Deze hangt vooral samen met voorbereidingsmaatregelen voor de komende reorganisatie van de eenheid Wegen en Kanalen.
Jaarverslag 2004
97
98
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
2.11 Veiligheid Nederland en Overijssel in het bijzonder moet veiliger worden, zowel wat betreft de feitelijke als de beleefde veiligheid. Door de overheid wordt op diverse fronten ingezet op het vergroten van de veiligheid. Veiligheid vraagt om goede regelgeving en vergunningen, gevolgd door duidelijke en consequente handhaving. Daarnaast vraagt veiligheid om samenhang, samenwerking en structurele en gestructureerde aandacht. Portefeuillehouder van dit programma is de heer mr. G.J. Jansen.
2.11.1 Ontwikkelingen In september 2004 is het Veiligheidsbeeld Overijssel 2002-2003 verschenen. Hierin wordt zowel thematisch als gebiedsgericht een beeld gegeven van de veiligheid in Overijssel. Op enkele thema’s blijkt de objectieve veiligheid te zijn toegenomen. Bij de meeste gemeenten in Overijssel is een daling van het aantal misdrijven en verkeersongevallen te zien. Landelijk is de beleving van de veiligheid (subjectieve veiligheid) afgenomen, zeker na de moord op Theo van Gogh. Inwoners in Overijssel voelen zich echter al langere tijd in vergelijking met inwoners in de rest van Nederland relatief veilig en passen minder hun gedrag aan om (vermeende) onveilige situaties uit de weg te gaan. In de betreffende periode is het gevoel van onveiligheid in Zwolle, Enschede en Hengelo wel toegenomen. Een belangrijke wettelijke ontwikkeling is de inwerkingtreding van de Wet kwaliteitsbevordering rampenbestrijding (Wkr) op 1 juli 2004. Met de Wkr worden kwaliteitsverbeteringen beoogd van de organisatie van de rampenbestrijding. Onze toezichthoudende taken op de planmatige voorbereiding op de rampenbestrijding door gemeenten en regio’s zijn in de Wkr aangescherpt.
2.11.2 Hebben we bereikt wat we wilden bereiken, hebben we gedaan wat we wilden doen en heeft het gekost wat het mocht kosten?
Hoofddoelstelling: Een veilig Overijssel op het gebied van werken, milieu en in grote steden Subdoelstelling: Vergroten aandacht voor veiligheid in alle relevante beleidsterreinen Het programma integrale veiligheid is afgerond. In werking gezette processen hebben in de nota Overijssel op veilig 2004-2007 inbedding gekregen. Met de nota Overijssel op veilig 2004-2007 is een verdere verdieping gemaakt met het Overijsselse veiligheidsbeleid. De nadruk ligt op de uitvoering, versterking en verdere verankering van het veiligheidsbeleid. De hoofdlijn is de bij wet aan de provincie opgedragen taken goed uit te voeren en voor de invulling van het autonome deel van het provinciale veiligheidsbeleid vooral in te zetten op veiligheid ter aanvulling en ondersteuning op wettelijke en geprioriteerde provinciale beleidsdoelstellingen. Speerpunten zijn voor de komende periode daarom “jeugd en veiligheid” en “externe veiligheid”. Deze speerpunten, ‘jeugd en veiligheid’ en ‘externe veiligheid’, zijn aan de hand van twee uitvoeringsprogramma’s in concrete activiteiten opgepakt. De wijze waarop veiligheid bij het ontwikkelen van nieuw beleid en bij het ontwerp van (ruimtelijke) plannen aandacht heeft gekregen, is in de betreffende programma’s verwoord. Via de convenanten van het GSB beleid komt veiligheid nadrukkelijker op de agenda. Onze inspanningen zullen via de uitvoering van de convenanten merkbaar moeten worden. Subdoelstelling: Systematisch en kwalitatief verantwoord toezicht en handhaving van regelgeving De realisatie en implementatie van de risicokaart Overijssel is in 2004 voortvarend ter hand genomen. Door vertraging in het landelijke traject is de Overijsselse risicokaart met onder andere de milieuvergunninglocaties nog niet openbaar op internet gepubliceerd, maar wel intern-technisch gereed. De provincie heeft in 2004 gemeenten gestimuleerd en ondersteund bij de inventarisatie van risico’s. Eind 2004 beschikten de meeste gemeenten en de provincie over een actuele inventarisatie van risico’s, welke de
Jaarverslag 2004
99
basis vormt van de vulling van de risicokaart. De publicatie van de risicokaart in Overijssel heeft echter vertraging opgelopen onder andere als gevolg van achterstand in de oplevering van landelijke software. De onderuitputting van het budget van de risicokaart is mede het gevolg van die vertraging. Publicatie wordt verwacht in het eerste kwartaal van 2005. De toepassing van de veiligheidseffectrapportage is in 2004 nog niet geëffectueerd, als gevolg van andere prioritering binnen het veiligheidsbeleid. De toepassing wordt nu doorgeschoven naar 2005.
band aangescherpt. Wij hebben vanuit deze wettelijke taken in adviserende zin actief bijgedragen aan het opstellen van modelplannen voor het gemeentelijke rampenplan, gemeentelijke rampenbestrijdingsplannen en het regionaal beheersplan rampenbestrijding. Wij verwachten hiermee een bijdrage te hebben geleverd aan de in de Wkr beoogde kwaliteitsverbetering, die in 2005 en verder haar beslag bij de gemeenten zal moeten krijgen. Daarnaast zijn reeds vastgestelde plannen getoetst aan de hand van de in 2004 in interprovinciaal verband ontwikkelde uniforme toetsingkaders.
Ook is het afgelopen jaar voortgang geboekt in de versterking van zowel de infrastructuur als het personeel van het provinciaal coördinatiecentrum (PCC). Vooruitlopend op de renovatie heeft het PCC een nieuwe locatie in het provinciehuis gekregen.
De veiligheidsprijs Overijssel is door de geringe kwaliteit en kwantiteit van de aanmelders niet uitgereikt. De aanmeldingen van dit jaar zullen worden meegenomen naar volgend jaar.
Subdoelstelling: Vergroten van de rol van de provincie als pro-actief gerichte veiligheidspartner Het stimuleren en ondersteunen bij het opzetten en uitvoeren van lokaal veiligheidsbeleid heeft het afgelopen jaar mede door het Project Integrale Veiligheid IJsselland verder vorm gekregen. Hoewel de bijdrageregeling Veiligheid achter bleef bij de verwachting heeft deze regeling toch een impuls gegeven aan het versterken van de gemeentelijke regierol voor het veiligheidsbeleid. In 2004 is aan 14 gemeenten een bijdrage toegekend. Van de 26 Overijsselse gemeenten beschikken nu 20 (77%) over een integraal veiligheidsplan, waardoor bij een eventuele calamiteit snel en adequaat kan worden opgetreden. Het beschikbare budget van de bijdrageregeling is mede als gevolg van de beperkingen in de regeling, niet volledig uitgeput. De bijdrageregeling veiligheid had als doel gemeenten te ondersteunen in hun integraal veiligheidsbeleid. Nu 77% van de gemeenten over een integraal veiligheidsplan beschikken is het doel van de bijdrageregeling achterhaald. Daarom is in het najaar van 2004 de bijdrageregeling geëvalueerd en omgezet in een kaderverordening met het uitvoeringsbesluit veiligheid die meer slagkracht biedt. Daarnaast is in het najaar 2004 voor bestuurders in Overijssel een veiligheidscongres georganiseerd waarin de invoering van de eerder genoemde Wet kwaliteitsbevordering rampenbestrijding centraal stond. In de Wet kwaliteitsbevordering rampenbestrijding staat de veiligheid van de burger voorop. Dit vraagt om waarborgen. Onze toezichthoudende taak op de planvorming van gemeenten en regio’s is in dit ver-
100
Jaarrekening 2004 Provincie Overijssel
Het actieprogramma ‘Grensoverschrijdende samenwerking bij rampenbestrijding’ heeft in 2004 onder andere tot een Nederlands-Duitse ambtelijke oefening ‘Space Crash’ geleid. De oefening, waarbij een Chinese satelliet dreigde neer te storten, is goed verlopen en in een evaluatie zijn aanbevelingen en verbeterpunten geformuleerd. Een van de belangrijkste conclusies van de oefening was, dat er behoefte is aan een noodvoorziening voor grensoverschrijdende communicatie, zoals het nationaal noodnet in ons land. De € 35.000 voor het actieprogramma grensoverschrijdende samenwerking bij rampenbestrijding is in 2004 niet uitgegeven. Reden hiervoor is dat een aantal acties uit het programma zonder externe kosten gerealiseerd is (bv. door werkprocessen te veranderen en de organisatie van de ambtelijke oefening zelf uit te voeren). Voorgesteld wordt om het bedrag via resultaatsbestemming aan het budget van 2005 toe te voegen en aan te wenden voor de organisatie van een grensoverschrijdend symposium (incl. een bestuurlijke oefening) zodat de bestaande initiatieven op het gebied van grensoverschrijdende samenwerking bij rampenbestrijding doorgang kunnen vinden. Het vergroten van de rol van de provincie als pro-actief gerichte veiligheidspartner heeft ook plaatsgevonden via het Regionale Platform Criminaliteitsbeheersing Twente en het Regionale Platform Criminaliteitsbeheersing IJsselland. De Commissaris van de Koningin is voorzitter van deze platforms. Het Platform is een publiek-private organisatie, waarin het bedrijfsleven, de vrije beroepen zoals de advocatuur en het notariaat, instellingen en de overheid vertegenwoordigd zijn. Met de platforms geven de partners (waaronder de provincie Overijssel) in een vroeg stadium en op een proactieve
en effectieve manier inhoud aan preventie en het terugdringen van de tegen het bedrijfsleven gerichte criminaliteit. Als resultante zijn inmiddels veel bedrijventerrein en winkelcentra in Overijssel beveiligd en hebben een keurmerk ontvangen. Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan thema’s als fraude en veiligheid in de transportsector.
Heeft het gekost wat het mocht kosten?
Bedragen x € 1.000
Begroting 2004 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Veiligheid
Rekening 2004
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
3 –––––––– Totaal programmakosten Veiligheid 3
994 –––––––– 994
-991 –––––––– -991
––––––––
934 –––––––– 934
-934 –––––––– -934
57 –––––––– 57
Personeelsgebonden kosten Veiligheid Toegerekende apparaatskosten Veiligheid
490 397 –––––––– 1.881
-490 -397 –––––––– -1.878
495 421 –––––––– 1.850
-495 -421 –––––––– -1.850
-5 -24 –––––––– 28
Veilig Overijssel, met name adequate rampenbestrijding
Totaal programma Veiligheid
0 –––––––– 3
––––––––
Een detailoverzicht per programma is opgenomen in hoofdstuk 4.
Jaarverslag 2004
101
102
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
104
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Hoofdstuk 3
Paragrafen In dit hoofdstuk wordt ingegaan op diverse beheersmatige aspecten van de jaarrekening. Deze worden beschreven in de zogenaamde paragrafen. Doel van de paragrafen is om onderwerpen die verspreid in het jaarverslag staan, maar wel een financieel belang dienen, te bundelen. 3.1 Provinciale heffingen Provincie Overijssel kent drie soorten provinciale heffingen. Dit zijn de opcenten op de motorrijtuigenbelasting, leges en precario. In onderstaand schema staan de begrote en gerealiseerde opbrengsten in 2004.
Bedragen x € 1.000
Heffing
Opcenten motorrijtuigenbelasting Leges Precario
Begrote
Gerealiseerde
opbrengst
opbrengst
69.811 1.508 201
69.811 1.146 218
De ontwikkelingen in 2004 van de drie heffingen worden hieronder kort behandeld. Opcenten motorrijtuigenbelasting De opcenten op de motorrijtuigenbelasting vormen het belangrijkste lokale heffingsmiddel op provinciaal niveau. De opcenten op de motorrijtuigenbelasting vormen een algemeen dekkingsmiddel waarmee (een
deel van) het provinciale programma van dekking wordt voorzien. Via de opcenten op de motorrijtuigenbelasting kan de provincie een eigen belastingbeleid voeren. In 2004 (net als in de jaren ervoor) is de belasting alleen met een prijsindex verhoogd. Dit betekent dat de provincie de lastendruk niet heeft verzwaard in de afgelopen jaren. In 2004 heeft de provincie € 69,8 miljoen aan opbrengsten opcenten op de motorrijtuigenbelasting ontvangen. De (verwachte) opbrengsten zijn tussentijds omhoog bijgesteld, omdat het aantal auto’s en hun gewichtsklasse harder bleek te groeien dan begroot. De exacte afrekening zal bekend worden in begin 2005. De opcenten op de motorrijtuigenbelasting worden geïnd door de Belastingdienst, gelijk met de motorrijtuigenbelasting, en dit geld wordt vervolgens aan de provincie overgemaakt. Voor aspecten als kwijtschelding en invorderingsmaatregelen zijn wij volledig van de Belastingdienst afhankelijk. De provincie heeft hier geen eigen beleidsvrijheid. In onderstaande tabel treft u een vergelijking van de hoogte van de opcenten over de diverse provincies. Diverse provincies hebben bij het opstellen van de begroting 2005 hun opcenten fors laten stijgen. Hierdoor zal Overijssel in 2005 zakken naar de vierde plaats.
Jaarverslag 2004
105
Provincie
Opcenten
Opcenten
2004
2005
74,3 72,0 71,7 69,3 69,0 68,6 68,1 68,0 67,0 61,4 60,1 52,7
74,9 73,1 72,5 70,8 76,3 71,9 69,8 75,6 71,3 62,3 65,1 52,7
1 Gelderland 2 Overijssel 3 Zuid-Holland 4 Zeeland 5 Drenthe 6 Utrecht 7 Noord-Brabant 8 Groningen 9 Limburg 10 Flevoland 11 Friesland 12 Noord-Holland
Leges Op basis van de legesverordening heft de provincie leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van bepaalde administratieve diensten. Voorbeelden hiervan zijn het opvragen van drukwerken en de aanvragen voor vergunningen en ontheffingen op grond van provinciale en wettelijke voorschriften. Jaarlijks worden de tarieven van de legesverordening aangepast aan de inflatie. Provinciale Staten heeft in 2004 besloten om de tarieven per 1 januari 2005 te verhogen met 1,5%. Dit is (conform het beleid van de voorgaande jaren) het indexeringspercentage uit de Programmabegroting 2005. Indien de belastingschuldige niet in staat is, anders dan met buitengewoon bezwaar de verschuldigde leges te betalen, kunnen Gedeputeerde Staten besluiten om het verschuldigde bedrag geheel of gedeeltelijk kwijt te schelden. Hieronder treft u een overzicht van de ontvangen leges per product. Bedragen x € 1.000
Product
Begroot
Realisatie
Journalistieke producties 14,1 Beheer en onderhoud wegen 21,4 Beheer en onderhoud waterwegen 15,8 Grondwaterbeheer 76,4 Afvalstoffen 1.243,0 Ontgrondingen 119,9 Document productie 17,1 –––––––– Totaal 1.507,7
11,2 44,2 5,7 63,4 907,6 106,1 7,8 –––––––– 1.146,0
De toelichting op verschillen zijn een onderdeel van de financiële paragrafen in hoofdstuk 2. 106
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Precario In 2004 hebben Provinciale Staten de precarioverordening gewijzigd. De heffing van benzinepompstations is op een marktconform tarief gebracht en voorts is de heffing voor onder meer uitwegen, ligplaatsen, aanlegsteigers en standplaatsen afgeschaft. De wijziging leidt tot een verhoging van de inkomsten in 2008 (na een toegroeiperiode van drie jaar) met bijna 50 procent en een aanzienlijke vermindering van de perceptiekosten en sluit derhalve naadloos aan bij de uitgangspunten voor deregulering en ontbureaucratisering. Net als bij de leges, kunnen Gedeputeerde Staten besluiten om een belastingschuldige die niet in staat is, anders dan met buitengewoon bezwaar de verschuldigde precariorechten te betalen, het verschuldigde bedrag geheel of gedeeltelijk kwijtschelden. In 2004 is dit niet gebeurd. In onderstaande tabel staan de precario-opbrengsten per product. Bedragen x € 1.000
Product
Beheer en onderhoud wegen Beheer en onderhoud waterwegen Totaal
Begroot
Realisatie
191,5
194,4
9,4 –––––––– 200,9
23,7 –––––––– 218,1
3.2 Weerstandsvermogen 3.2.1 Inleiding De paragraaf weerstandsvermogen geeft aan hoe robuust de begroting is. Dit is van belang wanneer er zich een financiële tegenvaller voordoet. Voor het beoordelen van de robuustheid van de begroting is inzicht nodig in de omvang en in de achtergronden van de risico’s en de aanwezige weerstandscapaciteit. Het weerstandsvermogen kan worden gedefinieerd als ‘het vermogen van de provincie Overijssel om niet-reguliere financiële risico’s die onverwachts en substantieel zijn, op te kunnen vangen teneinde zijn taken te kunnen voortzetten’. Het gaat om financiële risico’s waarvoor noch een voorziening is getroffen, noch een verzekering is afgesloten. In 2004 is een risicoscan uitgevoerd. Doel van deze risicoscan was om met behulp van het specifieke risicoprofiel van de provincie de benodigde weerstandscapaciteit te kunnen bepalen. Daarnaast is het aanwezige weerstandsvermogen bepaald. Aandachtspunten in dit onderzoek waren onder andere de aanwezige risico’s (zowel negatieve als positieve), stille reserves, open eindregelingen en voorzieningen. Uit het onderzoek is gebleken dat de benodigde weerstandscapaciteit voor de geïdentificeerde risico’s € 12 miljoen (peildatum voorjaar 2004) bedraagt. Het benodigde vermogen bleek ook feitelijk aanwezig te zijn: deels via de saldireserve (€ 7 miljoen) en deels via de reserve europese programma’s (€ 5 miljoen). In het kader van de jaarrekening 2004 zijn de risico’s geactualiseerd naar ultimo december 2004. De risico’s die deel uit maakten van de uitgevoerde risicoscan zijn opnieuw beoordeeld en er zijn nieuwe risico’s toegevoegd. In de volgende twee paragrafen zijn de actuele inzichten omtrent de risico’s weergegeven. Uit deze actualisatie komt naar voren dat het risicoprofiel niet sterk is gewijzigd. Per saldo luidt de conclusie dat er per ultimo 2004 geen aanleiding is het benodigde c.q. beschikbare weerstandsvermogen (bestaande uit de saldireserve ad € 7 miljoen en een risicobuffer ad € 5 miljoen binnen de reserve europese programma’s) aan te passen.
3.2.2 Gekwantificeerde risico’s In deze paragraaf worden de in het kader van de risicoscan gekwantificeerde (en in de begroting 2005 opgenomen) risico’s geactualiseerd. Het feit dat deze risico’s als kwantificeerbaar worden aangemerkt, wil overigens niet zeggen dat ze zich ook werkelijk zullen voordoen en dat we aanspraak moeten doen op (weerstands)middelen. Het in beeld hebben en benoemen van de risico’s verhoogt de sturingsmogelijkheden voor de provincie. Daarmee wordt de kans verminderd dat het risico zich daadwerkelijk voordoet. Infrastructurele projecten Financiële tegenvallers van infrastructurele projecten worden vrijwel altijd binnen de projectbudgetten opgevangen of door verschuivingen binnen de meerjarenbegroting. Omdat dit op langere termijn tot uitholling van budgetten kan leiden is ervoor gekozen om toch een bedrag aan weerstandscapaciteit op te nemen voor denkbare schades met een significante impact op de meerjarenbegroting. Per ultimo 2004 is er overigens geen sprake van significante afwijkingen die niet binnen de huidige budgetruimte kunnen worden opgevangen. Milieu: vergunningverlening en handhaving Het is een landelijk gegeven dat de hoogste bestuursrechter regelmatig besluiten rond milieuvergunningen geheel of gedeeltelijk vernietigt. Een geheel of gedeeltelijk vernietigde vergunning levert per definitie een onrechtmatige daad op die vervolgens mogelijk tot schadevergoeding (omzetschade, gederfde winst) aan een gedupeerde partij kan leiden. Daarnaast kan in rechterlijke procedures vastgesteld worden dat de provincie ten onrechte al dan niet gehandhaafd heeft dan wel niet op de juiste wijze. Gezien de aard van deze claims biedt – mede afhankelijk van de rol van de provincie - de afgesloten WA-verzekering normaliter dekking. Het eigen risico bij vermogensschade bedraagt € 12.500 per geval. Uitgaande van ca. 20 beroepszaken bedraagt het eigen risico in het meest ongunstige geval ongeveer € 250.000. Daarnaast moet onder dergelijke omstandigheden aanvullend rekening worden gehouden met een zeer forse premiestijging dan wel uitsluiting van de verzekering. Tot slot speelt op dit beleidsterrein het risico dat de provincie bij de feitelijke toepassing van bestuursdwang niet alle daarmee gemoeide kosten kan verhalen op de (failliete) overtreder. Dit risico valt niet onder een verzekering, maar wordt tot nu toe binnen de exploitatie opgevangen.
Jaarverslag 2004
107
Door de risicoanalyse en het werken conform provinciale ISO-gecertificeerde afspraken is de kans op onrechtmatig handelen kleiner geworden. Ruimte voor ruimte Deze activiteit betreft de 1e tranche van het ‘Ruimte voor Ruimte’-project ter uitvoering van de regeling beëindiging veehouderijtakken. Op basis van de gevormde voorziening en de nog te verwachten ontvangsten is het niet waarschijnlijk dat er sprake is van een significant risico. Hiermee is dan ook geen rekening gehouden bij de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit. Concessies openbaar vervoer In de vervoerwetgeving is concurrentie in het openbaar vervoer door middel van aanbestedingen geïntroduceerd. Gelet op de contractduur van de meerjarige contracten en de te verlenen concessies gaat het om vervoeropdrachten waar tenminste enkele miljoenen aan provinciale bijdrage en voor vervoerders bijbehorende inkomsten mee zijn gemoeid. Zowel de contracten als de aanbestedingsprocedures dragen risico’s met zich mee in de vorm van claims bij niet gunnen of uiteenlopende contractinterpretaties. Ultimo 2004 liep er nog één beroepsprocedure tegen de provincie in verband met een contract-interpretatie. Europese programma’s Het Europese programma EPD 97-99 is, met uitzondering van een kleine post, door de Europese Commissie afgesloten conform de door de provincie gehanteerde spelregels voor de besteding van de middelen. De afrekening voor het programma 5B 1994-1999 loopt nog. Voor het afdekken van eventuele financiële risico’s is een risicobuffer aangelegd. Deze buffer is opgebouwd uit positieve afrekeningen van de voorafgaande EU-programma’s. Die buffer is tot en met eind 2004 niet ingezet. De risico’s voor de huidige programma’s 2000-2006 zijn nu nog niet te taxeren. De reeds gereserveerde middelen in het kader van de risicobuffer (€ 5 miljoen) blijven daarom als risicobuffer beschikbaar totdat de Europese Commissie de lopende programma’s afrekent (medio 2011). Op dat moment lopen vermoedelijk de nieuwe EU-programma’s 2007-2013 al weer, waarvoor ook een risicobuffer beschikbaar moet zijn. Verder beoordeelt het ministerie van Economische Zaken momenteel de door ons ingezette EZ-middelen in het kader van EPD 97-99. Ook hiervoor is de risicobuffer beschikbaar (overigens volgt het ministerie in het algemeen het Brusselse besluit).
108
Jaarrekening 2004 Provincie Overijssel
Europartenariat De provincie Overijssel was één van de initiatiefnemers Europartenariat en had daarom ook zitting in het stichtingsbestuur. Eind september 2002 is de provincie Overijssel uit het stichtingsbestuur getreden. Daarbij is onder meer afgesproken dat de Provincie Overijssel participeert in eventuele tekorten van stichting Europartenariat indien deze het gevolg zijn van een navordering belastingdienst en een audit door de Europese Commissie. Op 16 juni jl. heeft het stichtingsbestuur Europartenariat een accountantsrapport met begeleidende brief van de Europese Commissie (EC) ontvangen. Op grond van het accountantsrapport is de EC van oordeel dat een bedrag van € 1 miljoen door stichting Europartenariat terugbetaald dient te worden. De stichting heeft op de brief van EC gereageerd. Voornaamste insteek van de reactie was het reduceren van de Brusselse claim. In het slechtste geval, indien de claim uit Brussel volledig overeind blijft, dan dient de provincie Overijssel 20% bij te dragen. Krediet- en garantstellingen De provincie kent per 31 december 2003 15 garantstellingen. Dit zijn er twee minder dan een jaar ervoor. Deze twee garantstellingen zijn vervallen doordat de achterliggende lening volledig is afgelost. Voor de resterende garantstellingen geldt hetzelfde risicoprofiel als eerder gemeld. Op een na ligt er voor de garantstellingen een achterliggende garantstelling door het Rijk, die het risico voor de provincie minimaliseert. Alleen de garantstelling aan de Overijsselse Bibliotheekdiensten komt in aanmerking voor vorming van weerstandscapaciteit.
3.2.3 Niet gekwantificeerde risico’s Ten aanzien van de hierna opgenomen risico’s concluderen wij dat zij op dit moment qua omvang klein zijn, dan wel voldoende zijn afgedekt, dan wel (nog) niet te kwantificeren zijn. Deze risico’s zijn niet meegenomen in de berekening van de benodigde geschatte weerstandscapaciteit. Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT) Inmiddels is een besluit genomen om te starten met de ontwikkeling van het RBT. Daarmee neemt de provincie deel in de ontwikkeling, exploitatie en beheer van dit bedrijventerrein. Het aandeel in het verwachte exploitatiesaldo is binnen de begroting gedekt. De risicoaspecten binnen de exploitatie betreffen met name de te realiseren verwerving- en uitgifteprijzen. Gelet op de mogelijkheden die er zijn om tijdens de
uitvoering van de grondexploitatie bij te sturen, is er (vooralsnog) geen aanleiding het weerstandsvermogen op te hogen. Bodemsanering In het kader van bodemsanering loopt een geschil met betrekking tot de saneringskosten. In de budgetaanvraag voor bodemsaneringbudgetten naar het ministerie van VROM heeft de provincie alle bekende nog te saneren ernstig verontreinigde Vinex-locaties opgevoerd. Tijdens de sanering ontstonden er tegenvallers, hetgeen tot twee nieuwe locaties met bijbehorende kosten leidde. Wachtgeldclaim Er loopt een procedure waarin een organisatie voor enkele medewerkers mogelijk een wachtgeldclaim bij de provincie zal neerleggen. Op dit moment is niet duidelijk of deze claim zal worden gehonoreerd. Jeugdzorg De invoering in 2005 van de Wet op de Jeugdzorg betekent dat er een wettelijk recht op jeugdzorg ontstaat. Deze zorg is beschreven in het indicatiebesluit van Bureau Jeugdzorg. De provincie is verantwoordelijk voor een voldoende en adequaat zorgaanbod. Wanneer een cliënt om welke reden dan ook moet wachten op uitvoering van dit indicatiebesluit zou – op initiatief van deze cliënt - een rechter de provincie kunnen veroordelen tot het financieren van de onmiddellijk te verlenen, passende zorg. Dit betekent dat de provincie een financieel risico loopt. Op basis van de afspraken met het Rijk is de verwachting dat eventuele kostenoverschrijdingen binnen de reguliere begroting kunnen worden opgevangen. Takendiscussie welzijn, zorg en integratie De besluitvorming bij de takendiscussie leidt er toe dat een flink aantal instellingen op het terrein van integratie, zorg en welzijn minder budget krijgen en hun takenpakket en organisatie zullen moeten aanpassen. Dit betekent dat die organisaties plannen moeten gaan maken om deze opgave uiterlijk m.i.v. 2007 te realiseren. Het risico bestaat dat deze instellingen een beroep op de provincie zullen doen om daar financieel in bij te springen. Op grond van een juridisch advies verwachten wij dat de provincie niet formeel aansprakelijk kan worden gesteld voor de kosten voortvloeiend uit de taakstelling. Daar bestaat echter geen volledige zekerheid over.
Nazorg stortplaatsen Op grond van de wet heeft de provincie de eeuwigdurende milieutechnische nazorg over afgesloten stortplaatsen. Om deze taak te bekostigen leggen wij de stortplaatsen een heffing op. De risico’s voor het voor de nazorg benodigde doelvermogen betreffen hoofdzakelijk het afvalaanbod, herziening van de normheffing en het rendement op het Fonds nazorg gesloten stortplaatsen. Deze aspecten zijn momenteel voldoende afgedekt evenals andere mogelijke risico’s die de komende jaren spelen. Fusie GOM/OOM Bij de fusie tussen OOM en GOM heeft de provincie € 907.560,- ingebracht en heeft het merendeel van de afgesproken Overijsselse kapitaalinjectie plaatsgevonden via toetreding van de Universiteit Twente en Saxion Hogeschool (middels hun aandelen in het Innofonds). Het ministerie van Economische Zaken heeft van de provincie geëist om voor voldoende financiële middelen te zorgen ingeval Universiteit Twente en Saxion Hogeschool uit het participatiebedrijf Oost Nederland treden. In de aandeelhoudersovereenkomst wordt de mogelijkheid tot uittreden geboden als: • het ministerie van OC&W hiertoe een schriftelijke aanwijzing geeft; • het participatiebedrijf niet voldoet aan de doelstellingen en dit aantoonbaar te wijten is aan het participatiebedrijf. De kans op uittreding als gevolg van een aanwijzing door het ministerie van OC&W is moeilijk in te schatten. De kans op uittreding als gevolg van niet voldoen aan de doelstelling wordt, gelet op de ervaringen met het Innofonds, door Oost NV als klein geschat. Als de kennisinstellingen op grond van het bovenstaande uittreden, zullen we eerst zoeken naar een derde partij om de aandelen van de kennisinstellingen over te nemen. Als er geen derde partij gevonden wordt, dient de provincie zelf de financiële middelen beschikbaar te stellen om de aandelen over te nemen. Het gaat hier om een bedrag van € 3 miljoen (volgens de inbrengverklaring bij de fusie). Door goed of slecht presteren van het participatiebedrijf kan dit bedrag nog wijzigen. In welke mate is op dit moment nog niet duidelijk. Verbonden partijen De provincie loopt geen risico als het gaat om verbonden partijen. In de paragraaf verbonden partijen is een overzicht opgenomen van deze partijen en de gang van zaken in 2004.
Jaarverslag 2004
109
Bedrijfsvoering Aanvullend op de hiervoor benoemde specifieke risico’s loopt de provincie risico’s in haar algemene bedrijfsvoering. Het is niet gebruikelijk hiervoor weerstandsvermogen te vormen. Indien deze risico’s zich voordoen wordt in eerste instantie binnen de begroting een oplossing gezocht. Ook bestaat er vaak voldoende beleidsvrijheid om risico’s op te vangen. Als specifiek risico binnen de bedrijfsvoering noemen wij ICT en de renovatie provinciehuis. Beide risico’s worden op dit moment als beheersbaar ingeschat.
110
Jaarrekening 2004 Provincie Overijssel
3.3 Onderhoud kapitaalgoederen
op het gebied van beheer en onderhoud wegen, waterwegen en kunstwerken geïntegreerd.
De kapitaalgoederen van de provincie Overijssel bestaan uit de provinciale infrastructuur en gebouwen. Ontwikkelingen 2004 In 2004 is een eerste aanzet gemaakt om het kwaliteitsniveau van de provinciale infrastructuur door middel van normen scherper te definiëren. In november 2004 is een voorstel hierover in de statencommissie behandeld (PS 2004-1249). In februari 2005 wordt het kwaliteitsniveau voor beheer en onderhoud provinciale infrastructuur ter besluitvorming voorgelegd aan PS. Door het beheer uit te voeren volgens deze normen wordt voorkomen dat er sprake is van kapitaalvernietiging vanwege uitgesteld noodzakelijk onderhoud. De provincie voldoet hiermee in ieder geval ook aan de eisen gesteld in wet- en regelgeving. Het vastgestelde kwaliteitsniveau en het PVVP zijn de uitgangspunten van het in 2005 op te stellen beleidsplan beheer en onderhoud provinciale infrastructuur 2005-2008. Hierin worden de huidige beleidsplannen
Daarnaast zal in verband met de organisatie-ontwikkelingen bij de eenheid Wegen en Kanalen naar verwachting het aantal steunpunten gefaseerd worden ingekrompen. Dit zal er vermoedelijk toe leiden dat de werkzaamheden in de sectiegebouwen in Steenwijk, Raalte en Borne naar het provinciehuis verhuizen. In de loop van 2005 zal een en ander (waaronder onderhoudsaspecten) verder uitkristalliseren. Voor de komende jaren betekent dit dat er enerzijds steunpunten met de bijbehorende bedrijfsgebouwen zullen worden afgestoten en er anderzijds nieuwe investeringen zullen plaats vinden aan de hand van de nieuwe logistieke opzet. De uitgaven voor onderhoud komen grotendeels uit de reguliere budgetten. In een aantal gevallen zijn uitgaven betaald uit een reserve. In onderstaande tabel staat een overzicht van de uitgaven per kapitaalgoed en uit welke budgetten deze betaald zijn.
Bedragen x € 1.000
Regulier budget Voorziening Almelo de Haandrik Voorziening ver.infrastr.kunstw. Reserve RMF Totaal uitgaven
Wegen
Kunstwerken
Waterwegen
Gebouwen
9.646 –––––––– 9.646
2.037 258 473 –––––––– 2.768
899 2.333 –––––––– 3.232
731 –––––––– 731
Jaarverslag 2004
111
3.3.1 Onderhoud wegen In 2004 heeft de provincie 631 kilometer hoofdrijbaan, 169 kilometer parallelwegen en 526 kilometer fietspaden beheerd. Het beleid met betrekking tot onderhoud van de provinciale wegen is vastgelegd in het beleidsplan voor beheer en onderhoud van provinciale wegen in Overijssel, dat in 2000 is vastgesteld voor de periode 2001- 2004. Dit beleidsplan blijft gelden tot PS in 2005 het nieuwe beleidsplan bekrachtigt. Het beleidsplan onderkent twee belangrijke ontwikkelingen. Ten eerste wordt het steeds moeilijker om met de huidige beschikbare middelen de kwaliteit van de wegen op een aanvaardbaar niveau te houden. In 2004 is door meevallende aanbestedingen meer onderhoud gepleegd dan gepland. Wanneer de kwaliteitsnormen in 2005 zijn vastgesteld kan worden bepaald of er sprake is van achterstallig onderhoud. De tweede ontwikkeling is de –toenemende- verwevenheid tussen enerzijds het beheer en onderhoud van wegen en anderzijds het realiseren van doelstellingen op een aantal andere beleidsvelden, zoals verkeersveiligheid, leefbaarheid en bereikbaarheid. In het vast te stellen kwaliteitsniveau worden de beleidsvelden als criteria opgenomen in volgorde van bereikbaarheid, veiligheid, leefbaarheid en duurzaamheid. In 2004 is om de bereikbaarheid te bevorderen planmatig onderhoud gepleegd aan verhardingen. Grote onderhoudswerken zijn uitgevoerd aan hoofdrijbanen (47,5 km), parallelwegen (3,3 km) en fietspaden (27,8 km). Om de bereikbaarheid overdag op peil te houden zijn op een vijftal plaatsen de werkzaamheden ’s nachts uitgevoerd. In 2004 is in samenwerking met diverse gemeenten openbare verlichting geplaatst om de veiligheid te bevorderen.
3.3.2 Onderhoud waterwegen Bediening van sluizen en bruggen, automatische brugbediening, aanleggen en beheren van afmeervoorzieningen, een waterskibaan, de staande mastroute, veilige zwemgelegenheden, reglementering, bebording en handhaving behoren tot de beheerpraktijk. In 2004 is het bedieningschema van bruggen en sluizen aangepast om zoveel mogelijk aan de wens van de gebruiker te voldoen. Om de herkenbaarheid van de provinciale eigendommen te vergroten zijn in de buurt van bruggen en sluizen borden met het provinciale logo geplaatst. Van achterstallig onderhoud is op dit moment geen sprake.
112
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Het waterwegbeheer is nu nog vooral gericht op het instandhouden van de aanwezige infrastructuur. Voor 2004 was de provincie verantwoordelijk voor het onderhoud en beheer van 154 kilometer waterweg (waarvan 130 kilometer vaarweg). Het beheer is uitgevoerd op basis van de aanwezige beheerplannen. Het gaat hierbij om onder meer: - het baggerplan; - het beschoeiingplan voor Noordwest-Overijssel; - brug- en sluisbediening; - onderhoudsplan kanaal Almelo-Nordhorn; - verbeteringsstrategie vaarweg Almelo-Coevorden. In 2004 stond gepland dat het beleidsplan voor beheer en onderhoud waterwegen gereed zou zijn. Besloten is het beleidsplan op te stellen als het beleidskader vaarwegen in het PVVP vastgesteld is. Bij het opstellen van het beleidsplan zal ook duidelijk worden welke gegevens benodigd zijn voor een goed beheer (waterwegeninformatiesysteem). Tot het moment van vaststellen van het nieuwe PVVP blijft het huidige beleidsplan van kracht.
3.3.3 Onderhoud kunstwerken De provincie heeft 11 sluizen, 29 beweegbare bruggen en 245 vaste kunstwerken (bruggen, viaducten, duikers etc.) in beheer. De leeftijd van deze kunstwerken varieert van 1 tot ruim 200 jaar; de gemiddelde leeftijd ligt op dit moment op 37 jaar en is stijgende. De onderhoudsbehoefte stijgt met de leeftijd maar het streven is door kritisch het onderhoud te controleren en door nog efficiënter te werken, dit binnen de bestaande begroting te realiseren. Het gewenste niveau van onderhoud is beschreven in de beleidsnota ‘Rationeel Kunstwerkenbeheer 2000’. Het kwaliteitsniveau van het onderhoud is er op gericht dat er niet meer onderhoud gedaan wordt dan strikt noodzakelijk is om de functionaliteit, bedrijfszekerheid en veiligheid van de kunstwerken te waarborgen tegen zo laag mogelijke kosten. In 2004 is met de uitvoering van projecten het kwaliteitsniveau gehandhaafd. Een van de grotere projecten was de vervanging van 3 bruggen in de N742 (Delden Borne). Deze zijn officieel in gebruik genomen bij heropening van de weg Delden - Borne. In februari 2005 wordt als onderdeel van het gewenste kwaliteitsniveau beheer en onderhoud provinciale infrastructuur door PS (PS 2004-1249) een uitspraak gedaan over het gewenste kwaliteitsniveau in 2005. Dit wordt meegenomen in de actualisatie van het
beleidsplan beheer en onderhoud kunstwerken als onderdeel van het beleidsplan beheer en onderhoud provinciale infrastructuur 2005-2008 (zie paragraaf beheer en onderhoud wegen). Ook bij kunstwerken is ultimo 2004 geen sprake van achterstallig onderhoud.
3.3.4 Gebouwen Provincie Overijssel heeft diverse gebouwen in haar bezit, zoals het provinciehuis en landgoed Het Nijenhuis, maar ook diverse panden voor brug- en sluisbediening. In onderstaande tabel staan de grootste vermeld.
Pand
Provinciehuis landgoed Het Nijenhuis Groot Weezenland
BVO (m2)
Terrein (m2)
35.123 3.775 2.542
32.063 422.000 6.047
Provinciehuis In 2005 en 2006 zal het provinciehuis worden gerenoveerd. Daarom is in 2004 alleen het hoogst noodzakelijke onderhoud aan het provinciehuis uitgevoerd. Landgoed Het Nijenhuis Het kasteel en bijgebouwen zijn aan de binnen- en buitenkant geschilderd. Daarnaast is het tuin- en terreinonderhoud volgens plan uitgevoerd. Gelijktijdig met de accommodatieverbetering van kasteel en bijgebouwen zijn uitgestelde investeringen en onderhoudswerken uitgevoerd. Ook is de gehele brandbeveiligingsinstallatie vernieuwd en voldoet deze aan de huidige eisen en normen. Ook is er een begin gemaakt met de aansluiting op het persriool. Voor een goed bosbeheersplan zijn diverse bomen in grootte en soort aangeplant. Brug- en sluisbediening In 2004 is voor de nieuwe dagverblijven voor de brugbediening langs kanaal Almelo - De Haandrik een aantal nieuwe concepten ontwikkeld in samenwerking met Het Oversticht. Het betreft hier een architectonisch opvallend ontwerp waarbij een goede harmonie is ontstaan tussen functionaliteit en esthetische vormgeving, waardoor een aanwinst is ontstaan voor de omgeving.
Het gehele gebouwenbestand is opgenomen in een gebouwonderhoud- en informatiesysteem (GOBIS). In 2004 is op basis hiervan aan diverse panden onderhoud uitgevoerd. Hierdoor gaan we er vanuit dat er nauwelijks achterstallig onderhoud is. Waar nodig worden tijdens het onderhoud regelmatig inspecties uitgevoerd. De gebouwen van landgoed Het Nijenhuis worden jaarlijks door de Monumentenwacht geïnspecteerd. Onder meer onderstaande onderhoudswerkzaamheden zijn in 2004 uitgevoerd.
Jaarverslag 2004
113
3.4 Financiering 3.4.1 Inleiding Externe ontwikkelingen In 2004 heeft er in Nederland een stabilisatie van de economische situatie plaatsgevonden. Dit komt onder meer tot uitdrukking in een lage en constante korte rente (< 1 jaar). Daarnaast is de Europese lange rente in 2004 fors gedaald. De redenen hiervan zijn enerzijds dat men verwacht dat de ECB de rente voorlopig niet zal verhogen en daarnaast de aanhoudende langdurige lage inflatie. Interne ontwikkelingen In de afgelopen jaren is het inbedden van de treasuryfunctie verder verbeterd door het opstellen en uitvoeren van treasuryactieplannen. Ook in 2004 zijn weer drie treasuryactieplannen opgesteld. Hierin is de rentevisie aan bod gekomen die gebaseerd is op de visies van een aantal financiële instellingen. Op basis van deze visies is de strategie bepaald voor de uitzettingen. Verder is verslag gedaan over de voorgaande perioden. In de Programmabegroting 2004 werd uitgegaan van een totale renteopbrengst van ? 2,6 miljoen. Nu het jaar is afgesloten blijkt dat we ruim € 2,9 miljoen op de algemene bankmiddelen aan rente-opbrengsten hebben gerealiseerd. Daarnaast is op uitgezette gelden van de fonds voorfinanciering RW 35 en het RMF een renteopbrengst van € 1,5 miljoen gereailseerd. De afwijking in de rentebaten wordt enerzijds veroorzaakt door een hoger gemiddeld kassaldo in 2004. Anderszijds gingen we in de begroting uit van een gemiddeld rendement van 2,25%, terwijl we een rendement gerealiseerd hebben van ongeveer 2,45%. Ultimo 2004 bedraagt het aanwezige kasgeld € 170,2 miljoen (2003: € 137,4 miljoen). Dit is een stijging ten opzichte van ultimo 2003 van ? 32,8 miljoen. Een analyse van het verschil treft u verderop in deze paragraaf aan. Kasbeheer In 2004 heeft de afronding van de overgang plaatsgevonden van het betalingsverkeer naar onze nieuwe huisbankier Rabobank Zwolle. De oude bankrekeningen zijn opgeheven.
114
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
3.4.2 Uitvoering van beleid In 2004 is de financieringsfunctie uitsluitend uitgevoerd in de uitoefening van de publieke taak. De liquide middelen zijn op een prudente (=voorzichtige) manier uitgezet. Dit heeft plaatsgevonden binnen de voorschriften van de Wet Financiering decentrale overheden (Wet Fido), de verordening Financieel beheer provincie Overijssel en het treasurystatuut provincie Overijssel. De laatste twee zijn in april 2003 vastgesteld door Provinciale Staten. Deze documenten vormden ook in 2004 de basis voor de treasuryactieplannen. In deze actieplannen worden de uitzettingen geconcretiseerd naar specifieke acties.
3.4.3 Risicobeheer Bij het uitzetten van liquide middelen kan er onderscheid gemaakt worden tussen rente-, koers,- kredieten liquiditeitsrisico’s. Renterisico De mate waarin het saldo van rentebaten en -lasten verandert door wijziging van het rentepercentage, wordt omschreven als renterisico. Dit wordt vergeleken met de wettelijk toegestane renterisiconorm (20% van de vaste schuld per 1 januari). Aangezien de provincie geen nieuwe geldleningen in 2004 is aangegaan en er geen wijziging in de rentepercentages hebben plaatsgevonden, voldoet provincie Overijssel ruimschoots aan de renterisiconorm.
Bedragen x € 1 miljoen
Toets renterisiconorm 2004
Renterisiconorm Overijssel af: saldo renteherziening en herfinanciering
31 december 2004
3,630 -/-
Ruimte
Koersrisico Doordat we de middelen in vastrentende waarden (deposito’s) uitgezet hebben, hebben we in 2004 geen koersrisico gelopen.
–––––––– 3,630
Kredietrisico Met kredietrisico wordt bedoeld in hoeverre we risico lopen dat we de uitgezette gelden niet terugkrijgen van de debiteur. In de wet Fido en ons treasurystatuut wordt dit risico ingekaderd, doordat hierin opgenomen is dat we uitsluitend gelden mogen uitzetten bij financiële instellingen met minimaal een A-rating of hoger en bij Nederlandse collega overheden of instanties die de publieke taak dienen. In onderstaande tabel staat een uitsplitsing naar risicocategorie.
Om het liquiditeitsrisico te minimaliseren staat in Wet Fido een kasgeldlimiet. De netto-vlottende schuld (saldo schulden < 1 jaar minus aanwezig kasgeld) mag niet hoger zijn dan deze limiet. Op basis van een ministeriële regeling bedraagt de kasgeldlimiet 6,8% van de omvang van de jaarbegroting per 1 januari. Voor 2004 betekent dit een maximaal toegestane limiet van € 24,355 miljoen. Uit de balans blijkt dat onze kortlopende schulden € 51,489 miljoen bedragen.
Bedragen x € 1 miljoen
Kredietrisico op verstrekte gelden
Woningcorporaties Financiële instellingen (A en hoger) Totaal
Bedragen x € 1 miljoen
Kortlopende schulden
66,5 103,7 –––––––– 170,2
Liquiditeitsrisico Het liquiditeitsrisico is het kunnen voldoen aan de operationele betalingsverplichtingen. Dit risico is geminimaliseerd doordat de vrij beschikbare middelen met behulp van de liquiditeitsprognose zijn afgestemd met de verwachte inkomsten en uitgaven. In 2004 hebben we iedere maand minimaal één deposito laten vrijvallen, zodat er middelen beschikbaar kwamen voor eventuele onvoorziene gebeurtenissen.
Kortlopende schulden (balans) af: aanwezig kasgeld Totaal
-/-
51,5 - 154,2 –––––––– 102,7
Provincie Overijssel voldoet voor het liquiditeitsrisico dus ruimschoots aan de wettelijke vereisten.
Jaarverslag 2004
115
3.4.4 Financieringspositie De financieringspositie van provincie Overijssel is gunstig. Onze schulden zijn lager dan de aanwezige liquide middelen. Opgenomen geldleningen Momenteel heeft de provincie nog één lening uit 1997 voor een bedrag van € 18,2 miljoen, welke in 2006 afgelost zal worden. Het rentepercentage bedraagt 5,92 procent. Dit rentepercentage staat vast tot en met de aflossingsdatum. Eerdere aflossing is zonder boeterente niet mogelijk. Uit de liquiditeitsprognose blijkt dat we naar verwachting de komende jaren voldoende middelen hebben. Uitzettingen Naast de algemene provinciale bankrekeningen, hebben we voor het Regionaal mobiliteitsfonds (RMF) en de voorfinanciering Rijksweg 35 aparte rekeningen. Voor het RMF zijn we dat verplicht door het Rijk. De deposito’s van RW 35 zijn mede gefinancierd door andere overheden. In onderstaande tabel staan de uitzettingen gespecificeerd.
Bedragen x € 1 miljoen
2004
Deposito's < 3 mnd Deposito's > 3 mnd - 12 mnd Deposito's > 12 mnd Spaarrekeningen Rekening-couranten Totaal Rentebaten
RW 35
RMF
Algemeen
Totaal 2004
Totaal
11,0 0,5 –––––––– 11,5
2,5 27,4 –––––––– 29,9
79,0 20,0 5,0 24,6 0,2 –––––––– 128,8
79,0 20,0 16,0 27,6 27,5 –––––––– 170,2
46,3 10,0 11,0 12,5 57,6 –––––––– 137,4
0,650
0,812
2,965
4,343
2,100
Kasgeldoverschotten worden tijdelijk uitgezet op vastrentende deposito’s. Dit betreft uitzettingen in het kader van het Treasurystatuut. Per 31 december 2004 is € 115 miljoen uitgezet op deposito’s aan uitsluitend financiële instellingen met een A+ rating en/of woningbouwverenigingen. Hiervan valt € 99 miljoen vrij in 2005. De overige bedragen komen vrij tussen 2006 en 2008.
116
2003
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Verstrekte geldleningen De provincie heeft eind 2004 € 39,6 miljoen uitgeleend (2003: € 40,9 miljoen). Het bedrag van deze langlopende leningen bestaat bijna volledig (99 procent) uit een achtergestelde, niet opeisbare lening aan Essent N.V. ter hoogte van € 39,3 miljoen. Hiertegenover staat een bestemmingsreserve.
3.4.5 Relatiebeheer Gedurende 2004 is er diverse keren contact geweest met onze huisbankier Rabobank Zwolle. Zij zijn ons behulpzaam geweest bij de overheveling van het betalingsverkeer naar onze bankrekening bij de Rabobank. Tevens hebben zij, maar ook andere financiële instellingen, ons geadviseerd over het uitzetten van de liquide middelen.
3.4.6 Liquiditeitsprognose De liquiditeitsprognose is een belangrijk instrument voor de uit te voeren treasuryactiviteiten. In deze paragraaf wordt teruggekeken naar de prognose uit de begroting. Verder wordt er een prognose gegeven voor de komende jaren. De liquiditeitsprognose wordt op basis van voortschrijdend inzicht regelmatig geactualiseerd. De laatste prognose dateert uit de Programmabegroting 2005. Hierin werd een saldo ultimo 2004 verwacht van ongeveer € 180 miljoen. Het werkelijk aanwezig kassaldo bedroeg ruim € 170 miljoen. Het verschil wordt onder meer verklaard doordat het lastig is in te schatten op welke precieze datum bepaalde rijksbijdragen worden ontvangen. Rentevisie De rentevisie wordt steeds opgesteld op basis van actuele informatie van een aantal banken (waaronder onze huisbankier) en andere instellingen. In het afgelopen jaar is de korte rente (looptijden maximaal drie maanden) nagenoeg gelijk gebleven, en is de lange rente in de loop van het jaar gedaald naar een historisch dieptepunt. Door de lage inflatie en de hoge dollarkoers, wordt niet vóór de tweede helft van 2005 een stijging van de korte rente verwacht. De lange rente wordt voor een groot deel bepaald door de langjarig gemiddelde inflatie. Door dat deze inflatie al geruime tijd laag is, wordt in 2005 hooguit een geringe rentestijging verwacht.
Jaarverslag 2004
117
3.5 Bedrijfsvoering Dit hoofdstuk gaat in op de bedrijfsvoering in de provincie Overijssel in 2004. In dit hoofdstuk komen allereerst de personele aspecten aan bod. Vervolgens worden rechtmatigheid en doelmatigheid besproken, waarna het milieu-, huisvestings-, informatie- en kwaliteitsbeleid aan bod komt. Deze paragraaf wordt afgesloten met een overzicht over de planning- & controlcyclus.
3.5.1 Personeelsbeleid In deze paragraaf wordt ingegaan op een aantal belangrijke ontwikkelingen en resultaten op het gebied van personeelsbeleid en arbeidsomstandighedenbeleid. Verder worden de personele kengetallen gepresenteerd. Personeelsbeleid In 2004 hebben Gedeputeerde Staten ingestemd met de nota ‘Op weg naar de andere provincie - resultaten takendiscussie’. Naar aanleiding hiervan heeft de directie een implementatieplan voor de uitvoering van de resultaten van de takendiscussie ontwikkeld. Bij de totstandkoming van dit plan heeft veelvuldig, constructief overleg plaatsgevonden met de ondernemingsraad. In december 2004 hebben Gedeputeerde Staten ingestemd met het plan. In het verslagjaar zijn acties uitgevoerd die hebben geleid tot een succesvolle technische invoering van het nieuwe systeem van beoordeling, beloning en functiewaardering per 1 januari 2005. Belangrijk kenmerk van het nieuwe systeem is onder meer de expliciete aandacht voor de ontwikkeling van competenties van medewerkers en het maken van concrete afspraken daarover in het kader van de personele jaarcyclus. In 2005 zal de eerste ervaring worden opgedaan met de werking van het systeem. Ten aanzien van concernbreed aangeboden opleidingen is in 2004 een nieuwe opzet gekozen waarbij naast het reguliere aanbod, trajecten op maat zijn ontwikkeld. Gebaseerd op het onderhandelingsakkoord zijn de principes voor deze trajecten resultaatgerichtheid, handelingsgerichtheid en dichter bij de burger. De trajecten op maat zijn ontwikkeld op basis van aanvragen voor begeleiding van eenheden of vanuit concernbrede projecten. Voorbeelden hiervan zijn maatwerkopleidingen voor gebiedsgericht werken en digitaal werken binnen het nieuwe kantoorconcept.
118
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Arbeidsomstandighedenbeleid De provincie Overijssel heeft in 2004 het internationale certificaat voor Gezondheidsbevordering op de werkplek in ontvangst mogen nemen. De toekenning van dit certificaat is gebaseerd op het succesvolle gezondheids- en personeelsbeleid van de provincie gemeten met behulp van een audit. Met name de integrale aanpak van gezondheids- en personeelsbeleid is een sterk punt, wat zich onder andere vertaalt in een lager verzuimpercentage. De provincie Overijssel zal zich blijven inspannen om goede arbeidsomstandigheden voor medewerkers te borgen. In 2004 is voor de tweede keer de arboscan ‘gezond rendement’ uitgevoerd onder de provinciale medewerkers. Het onderzoek verschaft inzicht in de mate waarin werkstress en RSI voorkomen en de relatie die bestaat met arbeidsbelasting, ontwikkeling van medewerkers, stijl van leidinggeven en houding en gedrag van medewerkers. De uitkomsten van dit onderzoek zijn goed te noemen. Zo geeft 95% van de medewerkers aan plezier in het werk te hebben en worden de omstandigheden om het werk uit te voeren in 2004 gemiddeld als nog gunstiger beleefd dan uit het vorige onderzoek uit 2000-2002 naar voren is gekomen. Hoewel de werkdrukbeleving vergeleken met het vorige onderzoek is afgenomen, blijft een aandachtspunt dat 45% van de medewerkers heeft aangegeven dat er sprake is van een hoge werkdruk en veel werkdruk. Vanuit RSI-oogpunt is de toename van het beeldschermwerk een aandachtspunt. In 2004 zijn acties uitgevoerd ter ondersteuning van de ontwikkeling naar digitaal werken. In dat verband is in de vorm van cursussen expliciet aandacht besteed aan het voorkómen van RSI en zijn medewerkers geïnformeerd over de veranderingen die er staan aan te komen in verband met de op handen zijnde renovatie van het provinciehuis en de daaruit voortvloeiende nieuwe manier van werken. In 2003 is een arboconvenant voor de sector provincies overeengekomen waarin voor de periode tot eind 2006 een aantal doelen is geformuleerd. De provincie Overijssel voldoet al voor een groot deel aan de gestelde doelen. In 2004 is dan ook met name gefocused op het handhaven van de bereikte resultaten en, op onderdelen, het stimuleren van verdere ontwikkeling. Daarnaast is in het verslagjaar de arbobeheerscyclus als onderdeel van de reguliere BBI-cyclus verder ingebed binnen de organisatie.
Opbouw personeelsbestand Het totaal aantal medewerkers bedraagt eind december 964, waarvan 601 mannen en 363 vrouwen. In 2004 zijn 24 personen in dienst gekomen. Deze personen zijn aangenomen op vacatures waarvoor ontheffing van de externe wervingsstop was verleend of zijn aangenomen op vacatures waarover besluitvorming heeft plaatsgevonden in het college. In het verslagjaar zijn 52 personen uit dienst getreden. Een aanmerkelijk deel hiervan (14 personen) is een gevolg van de verzelfstandiging van de Hannema De Stuers Fundatie per 1 juni 2004. Verder zijn belangrijke ontslagredenen ontslag op eigen verzoek en FPU. In de grafiek is zichtbaar dat de uitstroom ten opzichte van 2003 verder is afgenomen. Overigens is de hoge uitstroom in 2002 deels veroorzaakt door de overgang van de muskusrattenbestrijders naar de waterschappen.
De toegestane formatie is ten opzichte van 2003 met ruim 25 fte gedaald. De voornaamste oorzaken van deze daling zijn de verzelfstandiging van de Hannema De Stuers Fundatie per 1 juni 2004 en de realisatie van de 0,5% ombuiging op de fte’s in het kader van het onderhandelingsakkoord.
Beëindiging van dienstverband
aantal
Personele formatie en bezetting Gedurende geheel 2004 is de selectieve vacaturestop in de vorm van de maatregel tot tijdelijke bevriezing van de externe werving, die in 2003 is ingegaan, van kracht gebleven. In het kader van de takendiscussie vindt vermindering van de formatie plaats, waarbij is uitgesproken dat dit zonder gedwongen ontslagen gaat. Door handhaving van de vacaturestop wordt de benodigde ruimte gecreëerd voor interne mobiliteit en flexibiliteit. In het kader van het overleg tussen directie en ondernemingsraad over het implementatieplan takendiscussie heeft de ondernemingsraad ingestemd met verlenging van de tijdelijke bevriezingsmaatregel voor het jaar 2005. Tussen directie en ondernemingsraad zal binnen de reguliere bedrijfsvoeringcyclus overleg plaatsvinden over de werking van de bevriezingsmaatregel. Bij uitzondering kan door de directie ontheffing worden verleend op deze vacaturestop.
120 100 80 60
De feitelijke bezetting ten opzichte van de toegestane bezetting bedraagt, evenals in het verslagjaar 2003, 92% en bestaat uit medewerkers met een aanstelling voor onbepaalde of bepaalde tijd. Uitzendkrachten en andere tijdelijke krachten zijn niet in het bezettingspercentage opgenomen. In 2004 zijn de beschikbare middelen als gevolg van het niet bezetten van vacatures aangewend voor het aantrekken van tijdelijke krachten. Met deze tijdelijke verplichtingen blijft flexibele ruimte intact ten behoeve van de implementatie van de takendiscussie. In het overzicht ‘toegestane formatieplaatsen’ is de ontwikkeling van de begrote toegestane formatie als gevolg van de implementatie van de takendiscussie zichtbaar gemaakt. Bij de geschetste ontwikkeling is uitgegaan van ongewijzigd beleid.
40 20 0 1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
fte’s
Toegestane formatieplaatsen
1000 950 900 850 800 750 700 650 600 2002
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Jaarverslag 2004
119
Het percentage vrouwen ten opzichte van de totale bezetting is vrijwel ongewijzigd gebleven. Ook het percentage vrouwen in taakgroep 11 of hoger is vrijwel ongewijzigd.
Formatieplaatsen
Bezette formatieplaatsen per functionele taakgroep in 2004
140 120 100 80 60 40 20 0 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
mannen vrouwen totaal
Leeftijdsopbouw De gemiddelde leeftijd is verder gestegen van 44,6 jaar in 2003 naar 45,3 jaar in 2004. De selectieve vacaturestop heeft hierin waarschijnlijk een rol gespeeld; de instroom van jonge medewerkers was in 2004 beperkt.
tot 68,6 procent. Net als in 2003 kan geconcludeerd worden dat de stijging onder mannen hoger is dan onder vrouwen. Van het totaal aantal medewerkers dat in deeltijd werkt hebben 26 personen een aanstelling van minder dan 0,5 fte en werken 411 personen 0,5 fte of meer.
Percentages deeltijders
48
Percentages
Leeftijd
Gemiddelde leeftijd personeel
46 44
70 60 50 40 30
42
20 40 10 38
0 2000
2001
2002
2003
2004
mannen
vrouwen
vrouwen
totaal
totaal
Deeltijdarbeid In 2004 is het percentage medewerkers dat in deeltijd werkt toegenomen. Het percentage mannen dat in deeltijd werkt is toegenomen van 27,5 procent in 2003 tot 31,3 procent. Het percentage in deeltijd werkende vrouwen is toegenomen van 65,9 procent
120
2000
mannen
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
2001
2002
2003
2004
Doelgroepenbeleid De provincie Overijssel onderscheidt 2 doelgroepen, namelijk arbeidsgehandicapten en allochtone medewerkers. Het aantal medewerkers dat valt onder de definities van de Wet Reïntegratie Arbeidsgehandicapten bedraagt 25. Het beleid is er op gericht om medewerkers met een gehele of gedeeltelijke WAO-uitkering waar mogelijk binnen de provinciale organisatie te (her)plaatsen.
Percentages
Ziekteverzuimpercentages
7 6 5 4 3 2 1 0
Om de vertegenwoordiging van allochtone medewerkers in de provinciale organisatie te verbeteren is in 2003 en 2004 een pilot uitgevoerd. Doel van de pilot was een reguliere instroom van allochtone medewerkers te bewerkstelligen, ervaring op te doen en processen te borgen. Uit de evaluatie van de pilot blijkt dat de kansen om allochtonen te laten instromen zijn toegenomen. Door ontwikkelingen buiten het project en in het bijzonder door de externe vacaturestop, is geconstateerd dat de einddoelstelling van 3,5% geregistreerde allochtonen eind 2005 als uiterst ambitieus moet worden gezien. Vanwege voorgaande conclusie is besloten om de doelstelling van 3,5% ook na eind 2005 te blijven hanteren. Daarnaast zijn de ervaringen met de werving van allochtone medewerkers, die in de pilot zijn opgedaan, ingebed in het reguliere beleid. Ziekteverzuimbeleid Het ziekteverzuim over 2004 was 3,47 procent. Met dit percentage is het lage verzuimpercentage van 2003 ter hoogte van 3,49 procent gehandhaafd. Streven is het huidige ziekteverzuimniveau in 2005 opnieuw te realiseren. De ziekmeldingsfrequentie over 2004 was 1,59. Dit betekent een daling ten opzichte van vorig jaar toen de frequentie 1,76 was. De gemiddelde verzuimduur daarentegen is in 2004 gestegen van 6,35 dagen in 2003 naar 7,3 dagen. Opvallend is dat deze ontwikkeling afwijkt van de ontwikkeling in de afgelopen jaren. De vorige jaren was juist een daling van de duur en een stijging van de frequentie zichtbaar. Aan de preventie van verzuim is ook in 2004 weer veel aandacht besteed. De pilotcursus ‘stoppen met roken’ is geëvalueerd. Op basis hiervan is besloten om in 2005 medewerkers wederom de mogelijkheid te geven deze cursus te volgen, door de cursus op te nemen in het kernaanbod opleidingen. In het kernaanbod zijn verder meerdere cursussen opgenomen die direct of indirect een preventieve werking op verzuim hebben, zoals ‘gezond en effectief werken’, “inspirerend leiderschap”, ‘omgaan met agressie’ en ‘loopbaanoriëntatie”. Ook heeft in 2004 weer een training ‘fysiofitness’ plaatsgevonden.
2000
2001
2002
2003
2004
3.5.2 Investors in people Eind 2003 heeft de organisatie het IIP (Investors in People) keurmerk behaald. Om dit ontwikkelkeurmerk voor strategisch personeelsbeleid te kunnen behouden worden tussentijdse reviews gehouden om te bezien of voorgestelde ontwikkelacties plaatsvinden. In 2004 is een opleiding voor internal assessor "Investors in People" gegeven aan de personeelsadviseurs en kwaliteitsmedewerkers van de provincie. Vervolgens is gestart met een eerste review. Deze acties zorgen voor borging en een continue kwaliteitsimpuls voor het personeelsbeleid in de organisatie.
3.5.3 Rechtmatigheid Met ingang van het verslagjaar 2004 is de reikwijdte van het accountantsoordeel verruimd. Naast een oordeel over het getrouwe beeld dient de accountant ook een expliciet oordeel over de mate waarin onze organisatie rechtmatig heeft gehandeld bij de uitvoering van de in de begroting vastgestelde programma’s. In december 2004 is in de staten het normenkader rechtmatigheid en daarmee de opdracht van Provinciale Staten aan de accountant voor de rechtmatigheidtoets vastgesteld. De accountant toetst hierbij aan een drietal nieuwe criteria, te weten het begrotingscriterium, het misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium en het voorwaardencriterium. Begrotingscriterium Voor het begrotingscriterium toetst de accountant of de uitgaven het budget niet hebben overschreden en binnen het juiste programma hebben plaatsgevonden. Op programma-niveau heeft geen begrotingsonrechtmatigheid plaatsgevonden. Ook zijn de personeelsgebondenkosten binnen de begrotingsgrenzen gebleven. Specifieke begrotingsafwijkingen op productniveau worden in hoofdstuk twee toegelicht.
Jaarverslag 2004
121
Misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium Bij dit tweede criterium wordt getoetst of het beleid ter voorkoming van misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidies, uitkeringen en heffingen actueel en toereikend is. Tot het Overijsselse M&O-beleid bestaat uit een breed spectrum aan procedures, afspraken en werkwijzen om de juistheid en volledigheid van gegevens te bereiken. Een aantal concrete voorbeelden wordt genoemd: • integriteit als onderwerp bij de introductiecursus van nieuwe medewerkers; • de brochure ‘de integere provincie’ en het meld- en adviespunt integriteit; • functiescheiding en controles binnen de processen (vastgelegd in de administratieve organisatie); • subsidiebeschikkingen waarin wordt gewezen op relevante voorwaarden; • het inzetten van extra controles op regelingen waarin M&O-aspect een groot risico vormt (bijvoorbeeld de Europese Programma’s). Voorwaardencriterium Het derde criterium waaraan wordt getoetst is het voorwaardencriterium. Hierbij toetst de accountant: • of de externe (landelijke en Europese) regelgeving wordt nageleefd. Voor de provincie vormt de naleving van de Europese aanbestedingsrichtlijnen daarbij een belangrijk aandachtspunt. • of de provinciale wetgeving, bijvoorbeeld subsidieregelingen, goed wordt toegepast. Het gaat daarbij de eerste jaren om financieel-inhoudelijke en op termijn ook om de procedurele bepalingen. Gedurende het jaar 2004 hebben diverse interne controle onderzoeken plaatsgevonden. In toenemende mate is daarbij ook aandacht besteed aan de rechtmatigheidsaspecten. Specifiek heeft in de maanden voorafgaand aan de jaarcontrole een onderzoek plaatsgevonden dat zich heeft toegespitst op het voorwaardecriterium, met name de Europese aanbestedingsrichtlijnen en de provinciale verordeningen. Op basis van deze onderzoeken kan worden geconstateerd dat er vanuit rechtmatigheidsoptiek nog zeker zaken zijn die aandacht nodig hebben. Maar de constateringen zijn niet van een zodanige omvang dat hier grote onrechtmatigheden uit voortvloeien die leiden tot een niet goedkeurende verklaring.
Actieplan 2005 Diverse verbeteracties zijn inmiddels ingezet onder andere binnen het lopende verbetertraject rond de inkoopfunctie. In dit traject wordt nadrukkelijk stilgestaan bij (de uitvoering van) het aanbestedingsbeleid en de Europese regels die hiervoor gelden. Daarnaast worden de provinciale verordeningen de komende periode in het project deregulering / onbureaucratisering kritisch bekeken. Waar mogelijk worden regels/bepalingen geflexibiliseerd of afgeschaft. Hierdoor zal een uitvoerbare provinciale regelgeving vanuit rechtmatigheidsoptiek sterk worden bevorderd. In IPO-verband is de uitwerkingen van het M&O-criterium opgepakt. In aansluiting op de ontwikkelingen in IPO-verband zal het bestaande M&O-beleid worden geëvalueerd. Het komende jaar zullen rechtmatigheidonderzoeken een integraal onderdeel vormen van het interne controleplan. Wanneer deze onderzoeken of de bevindingen van de accountant daar aanleiding toe geven zullen er aanvullende verbeteracties worden opgestart.
3.5.4 Doelmatigheid Onderzoeken naar doelmatigheid, rechtmatigheid, en doeltreffendheid/doelgerichtheid vormen belangrijke instrumenten om het functioneren van een duale overheid te meten en waar gewenst bij te sturen. Doelmatigheid betreft het realiseren van prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen. Doeltreffendheid betreft de mate waarin de gewenste prestaties en de beoogde effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden gerealiseerd. Conform de wetgeving zijn Gedeputeerde Staten verplicht jaarlijks onderzoek uit te voeren naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van het door hen gevoerde bestuur. Hiervoor is een verordening opgesteld, welk begin 2004 is vastgesteld, in 2004 gevolgd door het onderzoeksplan doelmatigheid en doeltreffendheid. Dit onderzoeksplan concretiseert voor 2005 de uitvoering door GS van de doelmatigheidsonderzoeken. De aandacht voor doelmatigheid en doeltreffendheid is veel breder dan alleen deze onderzoeken. Binnen de provincie Overijssel zijn doelmatigheid en doeltreffendheid in verordeningen, regels en procedures en daarop gebaseerde werkwijzen en werkproces-
122
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
sen verankerd. Met regelmaat worden hierop audits en andere onderzoeken uitgevoerd teneinde doelmatigheid en doeltreffendheid/doelgerichtheid te verbeteren. Momenteel wordt in het kader van resultaatgericht begroten een voorstel ontwikkeld voor het monitoren van beleids-effecten en -prestaties. Op basis hiervan zal in 2005 in het kader van de planning & controlcyclus de doeltreffendheid van het beleid van de provincie worden gemeten. Op basis van bovenstaande worden de door GS uit te voeren onderzoeken vooral gericht op de vraag of de beleidsdoelen van de provincie Overijssel doelmatig (efficiënt) worden gerealiseerd en wat de organisatie daarvan kan leren (verlopen de werkprocessen efficiënt en uitvoeringsgericht, kunnen de kosten omlaag, is er sprake van een efficiënte organisatie e.d.). In het doelmatigheidsonderzoek 2005 worden de onderwerpen voorbereiding/realisatie van (infrastructurele) projecten en vergunningverlening/handhaving onderzocht. Centraal staat de vraag of er mogelijkheden zijn om de voorbereiding en realisatie van projecten te versnellen en of er in het proces vergunningverlening/ handhaving efficiencyslagen te maken zijn. Administratieve organisatie De administratieve organisatie omvat het complex van organisatorische maatregelen dat gericht is op het tot stand brengen van een doelgerichte en doelmatige bedrijfsvoering alsmede de daaraan gekoppelde informatievoorziening. Om de doelmatigheid van processen te bevorderen zijn in 2004 meerdere audits uitgevoerd en zijn medewerkers intern opgeleid tot procesauditor. De bevindingen uit de audits hebben ertoe geleid dat (de uitvoering van) processen wordt geoptimaliseerd. Het nieuwe informatiesysteem CiVision dat per 1 januari 2004 in gebruik genomen is, biedt extra mogelijkheden om de bedrijfsvoering- en managementinformatie te verbeteren. Dit komt de financiële sturing ten goede. De aangepaste processen zijn in het digitale handboek AO opgenomen. Het kwaliteitssysteem voor vergunningverlening en handhaving is in 2004 integraal vastgelegd. Vergunningverlening en Handhaving Via onder andere het project Stroomlijning vergunningverlening en handhaving wordt door de provincie de
doelmatige inzet van schaarse middelen bevorderd. Bij de vergunningverlening milieubeheer is door het werken met vastgelegde procedures in 2004 een tijdsbesparing van 30% gerealiseerd bij ca. 20% van de ingekomen aanvragen. Ook is een groot deel van het vergunningenbestand (40%) geheel of gedeeltelijk geactualiseerd, hetgeen de handhaving ten goede komt. Daarnaast is gestart met de herijking van het uitvoeringsbeleid voor de vergunningverlening milieubeheer. Dit krijgt een vervolg in 2005 en moet leiden tot meer deregulering van het toetsingskader, rechtszekerheid voor bedrijven en een betere dienstverlening. Ook het Milieupunt Overijssel en de Milieuwachtdienst leverden met hun permanente beschikbaarheid en bereikbaarheid een bijdrage aan de (milieu)veiligheid van Overijssel. Tot slot werd het certificaat voor vergunningverlening en handhaving wederom behouden. Subsidieverlening Het doelmatig beheersen van de subsidiestromen is voor de provincie een belangrijk instrument om haar doelen te bereiken. De provincie heeft, als eerste stap in het proces naar een integraal digitaal subsidieloket, in 2004 het subsidieloket Zorg en Cultuur geopend. De burgers, organisaties en gemeenten kunnen hier alle informatie over subsidies zelf op een interactieve wijze ophalen. In het komende jaar wordt dit loket uitgebreid voor alle subsidies van de provincie en wordt de functionaliteit vergroot. Daarmee kan de klant onafhankelijk van tijd en plaats de informatie benaderen die hij/zij nodig heeft en, op termijn, digitaal zijn subsidie aanvragen. Stroomlijning en standaardisatie van processen van subsidieverlening zorgt ervoor dat snelheid, kwaliteit én uniformiteit van besluitvorming beter geborgd zijn. Programma andere provincie (PAP) Het PAP is een veranderingsproces dat moet bijdragen aan een samenleving met een actieve civil society waarin meer ruimte is voor initiatief en eigen verantwoordelijkheid van burgers. Dat vraagt een andere overheid. De andere provincie is selectiever waar zij ingrijpt, stuurt anders en presteert beter. Die omslag vergt tijd. De horizon van het programma ligt in 2007. In 2004 is een 'vliegende start' gemaakt met het programma: het project deregulering en ontbureaucratisering is uit de startblokken gekomen met duidelijke lijnen naar alle projecten die bijdragen aan het PAP. Doelmatigheid is daarin een belangrijke doelstelling. Concrete resultaten zullen in 2005 zichtbaar worden.
Jaarverslag 2004
123
Juridische kwaliteitszorg Juridische kwaliteitszorg bestaat uit twee onderwerpen, het project mediation en legal audits. Voor beide onderdelen geldt dat ze met ingang van 2006 zullen worden beëindigd. Dat betekent niet dat er geen goede resultaten zijn geboekt, integendeel.
De eenheid Facilitaire Dienstverlening heeft in vervolg op haar klanttevredenheidsonderzoek van 2003 een eerste effectmeting in 2004 uitgevoerd in de vorm van een nieuw klanttevredenheidsonderzoek. De eenheden Bestuurlijke Aangelegenheden en Middelen doen dit via halfjaarlijkse klantgesprekken.
In de bezwaar- en klachtenprocedures in Overijssel is mediation, als effectief middel om geschillen op te lossen, al structureel ingebed. In 2004 is dan ook de aandacht meer gericht geweest op eerdere fasen van het besluitvormingsproces om ook daar potentiële conflicten eerder te herkennen en te voorkomen. De provincie Overijssel heeft haar koploperspositie in Nederland op het gebied van het bevorderen van alternatieve geschiloplossing ruimschoots behouden.
Inkoop- en aanbestedingsbeleid Eind 2003 is FD in opdracht van de directie gestart met een project dat leidt tot verdere professionalisering. De eerste fase hiervan, een inkoopdiagnose, is medio 2004 afgerond. Op basis hiervan heeft de projectgroep voorstellen gedaan voor het verbeteren van de inkooporganisatie, de infrastructuur, de regelgeving en de efficiency. Het hierop gebaseerde implementatieplan is in het najaar van 2004 door de stuurgroep Inkoop goedgekeurd. In de komende periode worden de voorgestelde projecten gestart. De doorlooptijd van deze projecten bedraagt 6 – 8 maanden. Dus zullen deze in de loop van 2005 resulteren in voldoende waarborgen om de gewenste professionalisering te bewerkstelligen.
Met de legal audits en ook met cursussen Recht voor provincieambtenaren is de (aandacht voor) juridische kwaliteit van besluiten van de provincie de afgelopen jaren toegenomen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de uitkomsten van bezwaar en beroepprocedures. Zo is het aantal geheel of gedeeltelijk gegrond verklaarde bezwaarschriften met 7% het laagste van de afgelopen 10 jaar. Interne Controle Uit de bevindingen van de in afgelopen jaren gehouden audits zijn een 4-tal gemeenschappelijke ‘rode draden’ getrokken en uitvoerig besproken in de organisatie. Stilgestaan is onder andere bij de grenzen aan vaardigheden en kennis bij medewerkers en bij het belang van een goede en toegankelijke dossiervorming bij het electronisch opslaan van gegevens. Naast het uitvoeren van een 8-tal reguliere audits is gestart met een review van de eerder uitgevoerde audits. Deze reviews geven een belangrijke terugkoppeling over de effecten van auditresultaten op de reguliere bedrijfsvoering. Daarnaast is gestart met de voorbereiding van de rechtmatigheidstoets 2004. Interne verzakelijking Om doelmatiger, doelgerichter en daarnaast zowel intern als extern meer klantgericht te functioneren is het project Zakelijk werken ingesteld. Als gevolg daarvan zijn vanaf 2002 SNO’s (Service Niveau Overeenkomsten) opgesteld, waarin de omvang en kwaliteit van de te leveren c.q. af te nemen producten en diensten geregeld worden tussen eenheden en ondersteunende eenheden. De in 2003 geformuleerde kritische prestatie-indicatoren zijn in 2004 verder uitgewerkt in de SNO’s 2005.
124
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
3.5.5 Milieubeleid De provincie Overijssel heeft in 2004 een vernieuwd managementsysteem voor interne milieuzorg ingevoerd conform de uitgangspunten in het landelijke programma 'Met preventie naar duurzaam ondernemen' PREDO. Dit managementsysteem is gericht op het naleven van milieuwet en -regelgeving, het continue verbeteren van de milieuprestaties van de eigen organisatie en het bevorderen van het milieubewustzijn van alle medewerkers in relatie tot hun werkzaamheden. Het managementsysteem is op het niveau van ISO 14001 opgezet voor facilitaire taken en de realisatie, beheer en onderhoud van de provinciale infrastructuur en richt zich op activiteiten met een directe milieubelasting.
3.5.6 Huisvestingsbeleid In 2004 zijn de verdere voorbereidingen getroffen om te starten met de renovatie van het provinciehuis in 2005 en 2006. Het kantoorconcept is integraal uitgewerkt en de samenhang met de andere aspecten (ICT en effecten voor de medewerkers) is aangebracht. Het ontwerp en het bestek zijn in 2004 afgerond en aanbesteed voor wat betreft de bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden. Begin 2005 zal het werk worden gegund. Tijdens de uitvoering van
de werkzaamheden is er sprake van een tijdelijke huisvesting. Deels in de vleugel aan de Luttenbergstraat en deels in kantoorgebouw het Rechterland.
3.5.7 Informatiebeleid In 2004 is voortgang geboekt in het vertalen van behoeften aan betere informatievoorziening of inzet van ICT in de beleidssectoren naar de daarvoor gewenste bedrijfsvoering. De drie doelstellingen uit het Programma ICT zijn daarbij leidend. Meer en betere informatie over Overijssel op Internet De communicatiedoelstelling om betere informatievoorziening over Overijssel op Internet te brengen heeft geleid tot het besluit om de portal www.overijssel.nl te integreren met de provinciale website www.prv-overijssel.nl. Hierbij is de redactionele samenwerking met andere Overijsselse instanties behouden. Het aantal deelnemende partijen is in 2004 succesvol uitgebreid van 11 tot 22. Daarmee wordt ondermeer nieuws uit waterschap- en jeugdsector automatisch geplaatst. De portal www.overijssel.nl is met vijf themapleinen (waterbeheer, jeugdzorg, economie, cultuur, groenloket en arbeidsmarkt) uitgebreid. Tevens is in 2004 een sterkere plaats voor het internetcommunicatiekanaal opgenomen in de toekomstige externe communicatie en publieksvoorlichting. Elektronische dienstverlening Het programma e-provincie is door alle provincies en het ministerie van BZK met drie jaar verlengd tot en met 2007, vooral om de dienstverlening via Internet gezamenlijk uit te bouwen. E-dienstverlening is ook één van de vier speerpunten binnen het IPO Andere Provincie initiatief. In Overijssel is het groenloket voor Landelijk Gebied subsidies opgenomen in de portal en wordt het subsidieloket Zorg & Cultuur naar tevredenheid gebruikt door subsidie-aanvragers. De verdere uitbreiding van onze elektronische dienstverlening is in 2004 bewust beperkt om de grote verschillen tussen provincies te verkleinen. Burgerparticipatie op Internet Burgers hebben de provincie op Internet in 2004 weer beter weten te vinden. Het bezoek aan portal en website is gestegen. Veel burgers hebben gereageerd op de webenquête over nieuwe manieren om hen te betrekken bij provinciaal beleid. Dit instrument zal nu vaker voor participatie en inspraak worden gebruikt. Provinciale Staten krijgen via Internet terugkoppeling
van belangenorganisaties op de agenda-onderwerpen van de commissie Zorg en Cultuur. Informatiebeleid Het toenemende belang van ICT als instrument voor klantgerichtheid, profilering, efficiëntie en effectiviteit vraagt om een duidelijke organisatie van beleid, projectaanpak, -uitvoering en beheer. Extern advies is gevraagd over de informatiebeleidsfunctie en naar aanleiding daarvan zijn organisatie en kaderstelling aangepast. Een implementatieplan voor de elektronische provincie tot en met 2007 is gemaakt.
3.5.8 Kwaliteitsbeleid Het werken met het INK-model (managementmodel voor kwaliteitszorg) heeft intussen zijn waarde bewezen. Dit is merkbaar doordat we bewuster en integraler met kwaliteit bezig zijn. Het model biedt samenhang en leent zich voor het stimuleren van voortdurende kwaliteitsverbetering en borging. In 2004 hebben we geïnvesteerd in de invoering van een kwaliteitssysteem specifiek voor activiteiten van bodemsanering. Ook is er een tweetal kwaliteitspositiebepalingen gehouden. Verder hebben de bevindingen uit de concernbrede positiebepaling uit 2003 hun beslag gekregen in gebiedsgericht werken. Een voorbeeld hiervan is het bewuster omgaan met je klanten. Hier tegenover staat dat we in 2004 minder dan voorgaande jaren aandacht hebben kunnen besteden aan positiebepaling en verbeterslagen. Dit komt voornamelijk door de takendiscussie, de voorbereiding voor het nieuwe kantoorconcept en de tijdelijke huisvesting. Kwaliteitszorg verschuift in toenemende mate van controle achteraf naar beheersing vooraf. Dit wordt ondersteund door het intern opleiden van medewerkers tot procesauditor. In dit kader heeft ook een interne opleiding plaatsgevonden voor internal assessor Investors in People. Ook is er weer een stap verder gezet in de standaardisatie van processen om de efficiëntie te verhogen. Het gaat hier om Subsidieverlening en Vergunningverlening & handhaving. Met de pilot subsidieproces zijn duidelijke vorderingen gemaakt. We constateren een toenemende behoefte aan uitwisselingen van kennis en ervaring op het gebied van kwaliteitszorg. Tussen provincie en gemeenten en tussen provincies onderling. Zo is er een interprovinciale bijeenkomst geweest over auditing en kwaliteitsverbetering met gebruik van het INK-model. Tijdens deze
Jaarverslag 2004
125
bijeenkomst presenteerde provincie Utrecht een op provincies geënte variant van het INK-model. Hiervoor is veel belangstelling. We zullen deze ontwikkeling nauw volgen. Daarnaast is het prettig te constateren dat wij op het gebied van integrale kwaliteitszorg binnen de bedrijfsvoering ons in de kopgroep van provincieland bevinden. De opgedane kennis en ervaring willen wij ook graag delen met de gemeenten uit Overijssel. Dat leren van elkaar doen wij door deel te nemen in het Kwaliteitsplatform van de vijf grote gemeenten en de provincie.
de beleidsinhoudelijke prioriteiten bepaald, met een koppeling naar het onderhandelingsakkoord. In de eerste maanden van 2004 zijn bijeenkomsten met PS gehouden, waarbij de opzet van de Perspectiefnota is besproken. Tijdens deze sessies zijn concrete voorbeelden besproken en is er input gegeven voor de opzet en inhoud van de Perspectiefnota en de Programmabegroting 2005. Ten opzichte van de Perspectiefnota/Programmabegroting 2004 is aandacht gegeven aan de verbetering van de onderbouwing van de gemaakte keuzes en prioriteiten. Ook zijn de doelstellingen verder geconcretiseerd en meetbaar gemaakt.
3.5.9 Planning & control-cyclus
Programmabegroting 2005 In de Programmabegroting 2005 zijn de verbeteringen van de Perspectiefnota 2005 consequent doorgezet. In de Programmabegroting 2005 is onderscheid gemaakt tussen de prioriteiten die bij de Perspectiefnota 2005 zijn afgesproken en het reguliere beleid. De elf beleidsprogramma’s zijn onderverdeeld naar veertig hoofddoelen en vervolgens naar ongeveer honderd subdoelstellingen. Per subdoelstelling is één indicator geformuleerd, waardoor de meetbaarheid van onze maatschappelijke resultaten en prestaties verder verbeterd is. Daarnaast is per subdoel de mate van beïnvloedbaarheid door de provincie aangegeven. Financieel zijn de kosten zowel per doelstelling als per prioriteit uit de Perspectiefnota zichtbaar gemaakt.
De sturing en de verantwoording van het provinciale beleid vinden plaats binnen de Planning & Controlcyclus. Deze cyclus bestaat enerzijds uit de planningsdocumenten Perspectiefnota en Begroting en anderzijds uit de verantwoordingsdocumenten Najaarsnota en Jaarrekening. Het inhoudelijk kader van de Planning & Control-cyclus wordt gevormd door het Onderhandelingsakkoord. In 2004 is de Planning & Controlcyclus verder aangescherpt.
Planning & Control-cyclus
Najaarsnota 2004 De Najaarsnota 2004 is in oktober 2004 door Provinciale Staten vastgesteld. In deze Najaarsnota is gerapporteerd over de uitvoering van de Programmabegroting van 2004. Per programma is over ieder beleidsaccent uit de Programmabegroting 2004 de stand van zaken weergegeven. De leesbaarheid is verder verbeterd door een samenvatting en analyse op te nemen. Jaarverslag 2003 Begin 2004 is het Jaarverslag 2003 vastgesteld. De Begroting 2003 was nog geen programmabegroting, desondanks hebben we een eerste stap gezet met het opstellen van een verantwoording op programma’s. Daarnaast hebben we een eerste aanzet gemaakt om te voldoen aan de regelgeving van het “Besluit Begroting en Verantwoording”. Dit is echter pas verplicht met ingang van het Jaarverslag 2004. Perspectiefnota 2005 In de eerste helft van 2004 is eveneens de Perspectiefnota 2005 door Provinciale Staten vastgesteld als meerjarig strategisch afwegingsdocument. Hierin zijn
126
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Jaarverslag 2004 De programmabegroting 2004 was de eerste begroting waarin per programma de drie W-vragen (Wat willen we bereiken, Wat gaan we doen en Wat mag het kosten) werden beantwoord. Het voorliggende jaarverslag over 2004 is het jaarverslag waarin beoordeeld kan worden hoe er invulling gegeven is aan deze vragen. In dit jaarverslag wordt meer dan voorheen gerapporteerd over de gerealiseerde doelstellingen. In 2005 is dit verder verbeterd. Bij de verantwoordingen per programma is ook de financiële verantwoording over dit programma opgenomen. De beleidsinhoud (prestaties) en de bijbehorende bestedingen zijn met elkaar in verband te brengen.
Daarnaast voldoet dit verslag aan het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Deze regels zijn bedoeld om de financiële stukken van de overheid beter leesbaar en meer vergelijkbaar met die van het bedrijfsleven te maken. Actiefonds Conform de begroting is in 2004 binnen de Provincie Overijssel gestart met het toepassen van een projectenfonds, het zogenoemde Actiefonds Overijssel. Dit Actiefonds is bedoeld om snel maatschappelijke kansen te benutten en resultaten te boeken door projecten van een financiële impuls te voorzien. Halverwege 2004 zijn de eerste projecten vastgesteld. De verantwoording over dit fonds is opgenomen in paragraaf 4.6.
Jaarverslag 2004
127
3.6 Verbonden partijen Verbonden partijen zijn rechtspersonen waarin de provincie een bestuurlijk én een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Met een financieel belang wordt bedoeld dat de provincie middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij en/of als financiële problemen bij de verbonden partijen kunnen worden verhaald op de provincie.
128
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Zoals in de Programmabegroting 2004 is aangegeven, zijn bestuurlijke functies en vertegenwoordigingen getoetst aan het beleid zoals dat is vastgelegd in “Toetsingskader deelnemingen en overige qq-functies” zoals Provinciale Staten die in 2002 hebben vastgesteld. De resultaten hiervan staan per verbonden partij op de volgende pagina’s.
Overzicht verbonden partijen
Bank
Oost NV
Nederlandse
Essent
Vitens NV
Groep NV
WMO Beheer NV
Gemeenten
A) Financiële betrokkenheid percentage van het aandelen-kapitaal
0,16
C) Financiële kengetallen (bedragen x € 1.000) Eigen vermogen per 01/01/2004
haven Beheer NV
11,66
18,7
percentage van het pref. aandelenkapitaal B) Bestuurlijke betrokkenheid
Zuiderzee-
8,28
25,0
16,66
12,85 Stemrecht A.v.A.
Stemrecht A.v.A.
Stemrecht A.v.A.
Stemrecht A.v.A.
Stemrecht A.v.A.
Stemrecht A.v.A.
2.565
34,4
2.555
245
161
-
81.065
9,6
5.969
947
0,1
-
Resultaat 2002
283
0,4
311
1
7
-
Resultaat 2003
304
0,3
388
17
8
-
1.325 (1.234)
3.780 (750)
(n.v.t.)
–––––––– 1.325 (1.234)
–––––––– 3.780 (750)
–––––––– (n.v.t.)
Vreemd vermogen per 01/01/2004
D) Opbrengsten 2004 (2003 tussen haakjes) (bedragen x € 1.000) Dividend
431 (247)
(-)
–––––––– 431 (247)
–––––––– (-)
29.081 (20.367) 3.537 (3.537) –––––––– 32.618 (23.904)
-
16.236 16.382
8 1.317
3.030 -
-
–––––––– -
–––––––– 32.618
–––––––– 1.325
750 –––––––– 3.780
–––––––– -
Rente
Totaal
E) Aanwending opbrengsten 2004 (bedragen x € 1.000) Algemene dekking 431 Storting Actiefonds Storting fonds bedrijfsverplaatsingen –––––––– Totaal 431
Jaarverslag 2004
129
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten De Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. De Staat der Nederlanden bezit 50% van de aandelen in de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). De overige aandelen zijn in handen van provincies, gemeenten, waterschappen en andere openbare lichamen. Hierdoor is de BNG een onderdeel van de publieke sector en heeft de hoogst mogelijke rating voor kredietwaardigheid (AAA). Provincie Overijssel bezit 0,16% van het aandelenkapitaal van de BNG. Gedurende het begrotingsjaar hebben zich geen veranderingen voorgedaan in het belang dat de provincie Overijssel in de BNG heeft. Het in 2004 ontvangen dividend heeft betrekking op het boekjaar 2003. Voor de BNG was 2003 een goed jaar. De winst steeg van € 283 miljoen in 2002 naar € 304 miljoen euro in 2003. In voorgaande jaren is 43% van de winst uitgekeerd als dividend. Ter gelegenheid van het 90–jarig jubileum van de BNG is over 2003 een eenmalig hoger dividend uitgekeerd van 90% van de totale winst. Dit heeft in 2004 geleid tot een incidenteel hogere dividenduitkering van in totaal € 430.852. Onder voorbehoud van bijzondere omstandigheden verwacht de bank over 2004 een resultaat te bereiken dat niet meer dan licht zal afwijken van het resultaat over 2003. Oost N.V. Oost NV is een van de instrumenten die worden gebruikt ter realisatie van de doelstelling ‘een betere werkgelegenheidsontwikkeling dan het landelijk gemiddelde’. Oost NV voert verschillende taken uit op het gebied van Innovatiebevordering, herstructurering van bedrijventerreinen, acquisitie van bedrijven en participatie in (startende) bedrijven in Oost-Nederland. Via de jaarrekening 2004 van Oost NV zullen wij u nader informeren over de concrete resultaten die Oost NV in 2004 heeft bereikt. In 2004 heeft het ministerie van Economische Zaken een evaluatie uitgevoerd naar het functioneren en de effecten van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s). Op basis van deze evaluatie wordt begin 2005 een nieuwe beleidslijn voor de ROM’s vastgesteld. Deze wordt in overleg met de betrokken provincies opgesteld. Bij de fusie tussen OOM en GOM tot Oost NV in 2003 is de bestuurlijke vertegenwoordiging aangepast aan het vastgestelde beleid, door benoeming van een externe commissaris in de raad van commissarissen van Oost NV in plaats van een afgevaardigde vanuit het college van GS.
130
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Essent De provincie is aandeelhouder van Essent. In die rol is in 2004 het aandeelhoudersbelang behartigd, waaronder een marktgericht dividend. Zowel vanuit het aandeelhoudersbelang als vanuit het publieke belang is het handelen ook gericht op het waarborgen van een doelmatige en betrouwbare energievoorziening voor de consument. Het kabinet heeft het voornemen geuit om de energiebedrijven te splitsen, niet als doel op zich maar om een eerlijke concurrentie te bevorderen met betrekking tot de energieleveranties aan de consument. Tegelijkertijd blijft het netwerk in overheidshanden. Niet alleen nu, maar ook in de toekomst als de liberalisering van de markt leidt tot privatisering. De provincie heeft als aandeelhouder, samen met de andere provincies die aandeelhouder zijn, sterke twijfels over de splitsing en heeft deze twijfels kenbaar gemaakt aan onder meer het kabinet. Een definitief standpunt zal eerst in het voorjaar van 2005 aan de orde zijn. Tijdens het Tweede Kamerdebat, eind 2004, heeft de minister van Economische Zaken de provincies opgeroepen om zich aan zijn zijde te scharen en vooral de publieke belangen te waarborgen. De reden van de stijging van het in 2004 ontvangen dividend van Essent is gelegen in een hogere winst in 2003 ten opzichte van 2002. Daarnaast hebben de aandeelhouders (waaronder provincie Overijssel) bedongen dat van de winst een hoger percentage (40% i.p.v. 35%) wordt uitgekeerd. Vitens N.V. Vitens NV verzorgt de drinkwatervoorziening in onder meer Overijssel. Drinkwater is een eerste levensbehoefte. Een optimale kwaliteit en leveringszekerheid is een eerste vereiste, maar ook een prijs die maatschappelijk aanvaardbaar is. In 2004 is de drinkwaterprijs voor de gebonden klanten gestegen met 0,32% ten opzichte van 2003, dus ruim onder de gemiddelde inflatie in 2004. Via de jaarrekening 2004 van Vitens NV zullen wij u nader informeren over de concrete resultaten die Vitens NV in 2004 heeft bereikt. Eind 2003 heeft de provincie een externe commissaris voorgedragen voor de raad van commissarissen van Vitens in plaats van een afgevaardigde vanuit het college van GS. WMO Beheer N.V. WMO Beheer NV (Waterleiding Maatschappij Overijssel) draagt door het participeren in Wavin en Wadinko, en via Wadinko in andere Overijsselse bedrijven, bij aan de doelstelling ‘een betere werkgelegenheidsontwikkeling dan het landelijk gemiddelde’. Via de jaarrekening 2004 van WMO Beheer NV zullen wij u nader informeren
over de concrete resultaten die WMO Beheer NV in 2004 heeft bereikt. In 2003 is de bestuurlijke vertegenwoordiging aangepast aan het vastgestelde beleid, door benoeming van een externe commissaris in de Raad van Commissarissen van WMO Beheer NV in plaats van een afgevaardigde vanuit het college van GS. Directie en Raad van Commissarissen van WMO Beheer hebben in het voorjaar van 2004 geconcludeerd dat de financiële middelen van WMO Beheer groter zijn dan benodigd. Daarom is aan de aandeelhouders voorgesteld om de jaarlijkse dividenduitkering vanuit WMO Beheer te verhogen van € 3 miljoen naar € 5 miljoen en tevens éénmalig een extra uitkering te doen van € 10 miljoen ten laste van de algemene reserve van WMO Beheer. De aandeelhouders van WMO Beheer (25% van de aandelen) hebben ingestemd met dit voorstel. Voor provincie Overijssel betekent dit in 2004 een incidentele stijging van het dividend van € 0,75 miljoen naar € 3,78 miljoen. Zuiderzeehaven B.V. De ontwikkeling van de Zuiderzeehaven draagt bij aan de versterking van de werkgelegenheid in Overijssel, en aan een versterking van het vervoer over water. Bij de ontwikkeling staat een duurzame ontwikkeling van het terrein centraal. In juni 2004 is het bestemmingsplan voor de Zuiderzeehaven door de raad van Kampen vastgesteld. In december 2004 hebben wij het bestemmingsplan goedgekeurd. Via de jaarrekening 2004 van de Zuiderzeehaven BV zullen wij u nader informeren over de financiële resultaten van de Zuiderzeehaven. Vanaf de start van de Zuiderzeehaven is al rekening gehouden met het vastgestelde beleid, door benoeming van een externe commissaris in de raad van commissarissen van Zuiderzeehaven BV.
3.7 Grondbeleid Eind 2002 hebben Provinciale Staten een revolving fund (Reserve Grondbeleid) ingesteld om provinciale grondverwerving daar waar nodig te kunnen versnellen. Volgens ‘Ruimte voor actie’, zal het fonds in deze periode vooral gebruikt worden om gewenste ontwikkelingen in het landelijk gebied te stimuleren, zoals vrijwillige kavelruil. In oktober 2004 hebben Gedeputeerde Staten een kader vastgesteld voor anticiperende aankopen en Provinciale Staten hierover geïnformeerd. Volgens het kader wordt vooral ingezet op de bevordering van kavelruilprojecten, vooral om landbouwkundige doelstellingen te kunnen realiseren. Een grote aankoop in 2004 vond plaats in het Vechtdal van ongeveer 57 ha met opstallen voor ca. € 4 miljoen. De beoogde bijdrage vanuit het revolving fund was € 1,375 miljoen, maar is uiteindelijk door de Dienst Landelijk Gebied (DLG) gefinancierd. Omdat DLG de aankoop en doorlevering in een later stadium alsnog met eigen middelen kon financieren bleek feitelijke terbeschikkingstelling van provinciale gelden uiteindelijk niet nodig. De garantstelling uit het revolving fund heeft het natuurlijk wel mogelijk gemaakt om op tijd de overeenkomst door te laten gaan. In het kavelruilproject ‘Inrichting IJsseldelta West’ is in december 2004 een grondaankoop van ca 4,3 ha voor € 120.000 vanuit het revolving fund mogelijk gemaakt. In 2005 zal dit administratief verwerkt worden. Doorlevering vindt in een later stadium plaats en dan wordt het bedrag met rente terugbetaald. Overdrachtskosten, rente en eventueel verlies op gronden komen ten laste van het project ‘IJsseldelta-West’. Daarnaast hebben GS zich in 2004 beraden over de vraag of er nog voldoende reden is om het fonds te handhaven. Dit mede gelet op het feit dat de provincie geen “grondbeleid” in de letterlijke zin van het woord kent. Ten behoeve van o.a. de reconstructie en landinrichting is de inzet van het instrument ‘anticiperende grondverwerving’ zinvol. Na voorbereiding en overleg met DLG kunnen op een verantwoorde manier aankopen gedaan worden. In 2004 zijn voorbereidingen getroffen voor een overeenkomst die wij begin 2005 met DLG willen sluiten. Op basis van deze overeenkomst zal bij diverse kavelruilprojecten structureel en actief overgegaan kunnen worden tot anticiperende aankopen. Een voorstel terzake zal in 2005 ter besluitvorming aan PS worden voorgesteld.
Jaarverslag 2004
131
132
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
134
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Hoofdstuk 4
Financiële rekening Het beleid en de daaruit volgende activiteiten van de provincie Overijssel hebben financiële consequenties. Deze worden in dit hoofdstuk toegelicht op basis van de balans en van de staat van baten en lasten over 2004.
4.1 Grondslagen van waardering en resultaatsbepaling Besluit Begroting en Verantwoording Per 1 januari 2004 is een stelselwijziging ingegaan rond overheidsfinanciën: Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Het Jaarverslag 2004 is volgens dit nieuwe stelsel opgesteld. Deze stelselwijziging heeft ook effect op de presentatie van historische gegevens. De balans per 31/12/2003 is anders gepresenteerd dan in het Jaarverslag 2003. Door deze gewijzigde presentatie zijn in het Jaarverslag 2004 de twee balansen onderling vergelijkbaar. De stelselwijziging heeft gevolgen voor diverse balansposten en wordt in paragraaf 4.3 toegelicht. Waarderingsgrondslagen De balansposten zijn gewaardeerd tegen nominale waarden, tenzij onderstaand anders is vermeld. Materiële vaste activa In 2004 is de aan BBV aangepaste methode van activering en afschrijving toegepast, zoals dit door PS op 17 maart 2004 is vastgesteld. Hierin is beleid vastgelegd op welke wijze investeringen worden geactiveerd en welke afschrijvingsmethode en -termijnen wordt gehanteerd. De materiële vaste activa zijn opgenomen tegen de verkrijgingsprijs, verminderd met de afschrij-
vingen en met eventuele investeringsbijdragen van derden. De afschrijvingen vinden lineair plaats. De afschrijvingstermijnen, die zijn gebaseerd op de economische levensduur, variëren van drie jaar tot vijftig jaar. Het afschrijven op investeringswaarden start in het jaar ná investeren. Financiële vaste activa De waardering van het aandelenbezit is op historische kostprijs. Daar waar nodig is het aandelenbezit voorzichtigheidhalve lager gewaardeerd. Voorraden Voorraden worden op nihil gewaardeerd. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd tot redelijkerwijs te schatten bedragen, wegens voorzienbare kosten van risico’s en verplichtingen, waarvan de exacte omvang op de balansdatum nog onzeker is. Grondslagen van resultaatbepaling Lasten en baten worden verwerkt in het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Behoudens enkele uitzonderingen is aan de reserves, ten laste van de producten, rente toegevoegd conform het bij de begroting gehanteerde voorcalculatorische percentage van 2,5 procent.
Jaarverslag 2004
135
4.2 Balans Bedragen x € 1.000 Activa
1
Per 31-12-2004
12.693
14.329
99.570
98.983
112.263
113.312
7.702 199 39.297 11.321
5.088 199 39.297 16.374
58.519
60.958
170.782
174.270
15.129 1.269 66.334
20.555 3.800 123.639
82.732
147.994
59.716 38.830
30.587 33.147
181.278
211.728
352.060
385.998
Vaste activa
Materiële vaste activa • investeringen met een economisch nut • investeringen met een maatschappelijk nut in de openbare ruimte
Financiële vaste activa • kapitaalverstrekking aan deelnemingen • kapitaalverstrekking aan overige verbonden partijen • leningen aan deelnemingen • overige langlopende leningen
Totaal vaste activa
2
Vlottende activa
Vorderingen • op openbare lichamen • overige vorderingen • uitgezette kasgeldleningen (deposito’s < 12 mnd)
Liquide middelen Overlopende activa
Totaal vlottende activa
Totaal
136
Per 31-12-2003
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Bedragen x € 1.000 Passiva
Per 31-12-2003
Per 31-12-2004
Reserves • algemene reserves • bestemmingsreserves Saldo exploitatierekening
29.706 112.720 14.697
30.511 137.448 9.748
Totaal eigen vermogen
157.123
177.708
4
Voorzieningen
114.318
134.778
5
Langlopende geldleningen • bij binnenlandse banken
18.151
18.151
289.592
330.637
Kortlopende schulden Overlopende passiva
52.268 10.200
51.489 3.872
Totaal vlottende passiva
62.468
55.361
352.060
385.998
54.577
50.268
3
Vaste passiva
Totaal vaste passiva
6
Vlottende passiva
Totaal
7
Gewaarborgde geldleningen
Bovenstaande balans is na verwerking van het rekeningresultaat en de voorgestelde stortingen in bestemmingreserves Jaarverslag 2004
137
4.3 Toelichting op de balans 4.3.1 Effect van de stelselwijziging op de balans per 31/12/2003 In 2004 is sprake van een stelselwijziging als gevolg van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Om bij de balanspresentatie de vergelijkbaarheid tussen 2003 en 2004 te ondersteunen is ook de balans per 31/12/2003 aangepast op basis van deze stelselwijziging. De balans is op de volgende punten aangepast: A. De reserves en voorzieningen zijn conform BBV ingedeeld, hierdoor is er een verschuiving geweest tussen de reserves en de voorzieningen.
138
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
B. De herwaardering van financiële vaste activa is afgeschaft. C. Activa, waar een (gedeeltelijke) voorziening tegenover staat, worden onder aftrek van het bedrag van de voorzieningen gepresenteerd. D. De liquide middelen die (kortlopend) via deposito’s zijn uitgezet, vallen niet meer onder de liquide middelen maar onder de vorderingen / uitgezette kasgeldleningen. E. De langlopende schulden zijn afgescheiden van de kortlopende schulden en opgenomen onder de voorzieningen. Hierna geven we een overzicht van de balans per 31/12/2003 uit het Jaarverslag 2003 en de balans per 31/12/2003 die is opgenomen in dit Jaarverslag. Per balanspost is aangegeven welke van de bovenstaande stelselwijzigingen op deze balanspost van toepassing is.
Bedragen x € 1.000
Activa
balans per
balans per
soort
31-12-2003
31-12-2003
stelsel-
conform BBV
wijziging
(Jaarverslag 2003)
(Jaarverslag 2004)
112.264 82.168
112.263 58.519
194.432
170.782
16.940 126.050 38.830
82.732 59.716 38.830
181.820
181.278
376.252
352.060
Reserves Saldo exploitatierekening
249.253 14.694
142.426 14.697
Eigen vermogen
263.947
157.123
5.716 18.152
114.318 18.151
287.815
289.592
77.696 10.741
52.268 10.200
88.437
62.468
376.252
352.060
Vaste activa
Materiële vaste activa Financiële vaste activa
B en C
Vlottende activa
Vorderingen Liquide middelen Overlopende activa
Totaal activa
C en D D
Passiva Vaste passiva
Voorzieningen Langlopende geldleningen
A en B
A, C en E
Vlottende passiva
kortlopende schulden overlopende passiva
Totaal passiva
Jaarverslag 2004
E C
139
4.3.2 Toelichting op de balans Bedragen x € 1.000 Materiële vaste activa
Terreinen en
Duurzame
Weg-/
gebouwen
bedrijfs-
waterbouw-
middelen
kundige
Totaal
werken
Boekwaarde per 01-01-2004
Aanschafwaarde Afschrijvingen
39.055 – 31.234
14.799 – 9.977
216.477 – 116.857
270.331 – 158.068
7.821
4.822
99.620
112.263
3.416 0 – 425
1.065 -162 – 2.325
8.243 – 1.771 – 6.992
12.724 – 1.933 – 9.742
2.991
– 1.422
– 520
1.049
42.471 – 31.659
15.702 – 12.302
222.949 – 123.849
281.122 – 167.810
10.812
3.400
99.100
113.312
Mutaties 2004
Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen
Boekwaarde per 31-12-2004
Aanschafwaarde Afschrijvingen
Onder BBV worden de materiële vaste activa verdeeld in twee categorieën: • Met een economisch nut: dit zijn bezittingen die verhandelbaar zijn en dus een waarde kennen in het economisch verkeer. • Met een maatschappelijk nut: dit zijn bezittingen die door hun aard (infrastructuur) niet verhandelbaar zijn en waarvoor dus geen waarde te bepalen is in het economisch verkeer. De bovenstaande specificatie sluit bijna geheel aan bij deze BBV-onderverdeling. De terreinen en gebouwen en de duurzame bedrijfsmiddelen zijn materiele vaste activa met een economisch nut. De weg- en waterbouwkundige werken vallen bijna geheel (voor € 98.983.000) onder de categorie materiële vaste activa met een maatschappelijk nut. Voor een klein bedrag (€ 116.000) gaat het om weg- en waterbouwkundige investeringen die wel verhandelbaar zijn, zoals een gladheidmeetsysteem. Deze zijn op de balans daarom opgenomen onder de materiële vaste activa met een economisch nut.
140
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
De investeringen gedurende 2004 betreffen hoofdzakelijk kosten renovatie provinciehuis, ICT apparatuur en infrastructuur evenals realisatie van provinciale wegen. Zie voor een nadere specificatie over de in 2004 gepleegde investeringen paragraaf 4.9. In 2004 is de aan BBV aangepaste methode van activering en afschrijving toegepast, zoals dit door PS op 17 maart 2004 is vastgesteld. Hierin is beleid vastgelegd op welke wijze investeringen worden geactiveerd en welke afschrijvingsmethode en -termijnen wordt gehanteerd. Bij de materiele vaste activa met een economisch nut is geen sprake van bijdragen van derden. Bij investeringen met een maatschappelijk nut worden de bijdragen van derden in mindering gebracht op het investeringsbedrag. Het resterende netto investeringsbedrag wordt vervolgens geactiveerd. Bij de aanleg van de N348 heeft daarnaast een bijdrage plaatsgevonden vanuit de reserve N348. Ook deze bijdrage is (vooraf) verrekend met het te activeren bedrag.
4.3.3 Financiële vaste activa Bedragen x € 1.000 deposito's
diverse
deel-
geldleningen
nemingen
totaal
11.000
40.570 -952
9.367 -1.466
60.937 -2.418
11.000
39.618
7.901
58.519
5.000
217 -164
-2.614
5.217 -2.778
5.000
53
-2.614
2.439
16.000
40.787 -1.116
6.748 -1.461
63.535 -2.577
16.000
39.671
5.287
60.958
boekwaarde per 01-01-2004
Aanschafwaarde Afschrijvingen
Mutaties 2004
Verstrekste leningen / waardevermeerdering Aflossing / waardevermindering
Boekwaarde per 31-12-2004
Aanschafwaarde Afschrijvingen
Deposito’s In 2004 is op basis van de liquiditeitsprognose en conform het treasurybeleid besloten een deel van de provinciale geldmiddelen voor een langere termijn uit te zetten om zo een beter rendement te behalen. In de balans betekent dit een verschuiving van vlottende naar vaste financiële activa. Daarnaast loopt er een deposito ten behoeve van de voorfinancieringsmiddelen RW 35 (omleiding Ommen). Diverse geldleningen Het bedrag van de diverse uitstaande geldleningen (met een looptijd langer dan 1 jaar) bestaat bijna volledig (€ 39,297 miljoen) uit een achtergestelde niet opeisbare lening aan Essent Groep NV. Zie ook de toelichting op de betreffende bestemmingsreserve die in verband met deze lening is gevormd.
Jaarverslag 2004
141
Deelnemingen De post deelnemingen per 31–12–2004 bestaat uit: Bedragen x € 1.000 Balanswaarde
Intrinsieke
% van het
per 31-12-04
waarde per
(aandelen)
(historische kostprijs
31-12-2003
kapitaal
4.175 3.034 477.897 20.270 40.610
0,147 8,82 18,700 8,270 25,120
of lager)
Instelling
NV Bank Nederlandse gemeenten Oost N.V. Essent Groep NV Vitens NV WMO Beheer NV
199 1.460 3.537 91 0
Totaal
5.287
In 2004 zijn er geen mutaties geweest in de deelnemingen van de provincie. Zoals bij de grondslagen voor waardering is toegelicht is onder de stelselwijziging conform BBV het herwaarderen van aandelenkapitaal afgeschaft. Waar in de afgelopen jaren herwaardering was toegepast zijn deze deelnemingen weer naar de historische kostprijs teruggebracht. Bij de deelneming in Oost N.V. heeft geen herwaardering plaatsgevonden. Voor deze deelneming is uit voorzichtigheid een waardering toegepast van 50%. Provinciale Staten hebben op 5 februari 2003 ingestemd met het samengaan van de Overijsselse en Gelderse ontwikkelingsmaatschappijen in de Oostelijke Ontwikkelings Maatschappij N.V. (Oost N.V.).
142
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
In maart 2003 is een principebesluit genomen tot participatie in de Ontwikkelingsmaatschappij Zuiderzeehaven CV door middel van een deelneming in Zuiderzeehaven Beheer BV in Kampen. Aan alle voorwaarden om te komen tot de oprichting van zowel de CV als de BV is in de loop van 2004 voldaan. Deze deelneming is nog niet in de balans opgenomen omdat een aantal formele goedkeuringen op balansdatum nog niet rond waren.
4.3.4 Vorderingen Bedragen x € 1.000 Vorderingen Ministeries Overige vorderingen Europese Unie Gemeenten, waterschappen en samenwerkingsverbanden Rente belegd kasgeld Provincies Uitgezette kasgeldleningen (deposito’s < 12 mnd)
31-12-2003
31-12-2004
10.123 911 1.300 3.699 358 7 66.334
19.846 1.079 1.350 1.016 960 104 123.639
82.732
147.994
Zoals blijkt uit de tabel wordt de toename van de vorderingen veroorzaakt door meer vorderingen op ministeries. De grootste hiervan betreft de laatste maandtermijn opcenten motorrijtuigenbelasting ad. € 4,5 miljoen. Op circa € 1 miljoen na (dwangsommen en juridische procedures) hebben alle vorderingen een laag risicoprofiel.
4.3.5 Liquide middelen Bedragen x € 1.000 Liquide middelen
Stand per
Stand per
31-12-2003
31-12-2004
Spaarrekeningen Rekening-couranten Kas
12.500 47.178 38
2.500 28.048 39
Totaal
59.716
30.587
Met ingang van 2004 zijn de deposito’s met een resterende looptijd korter dan 12 maanden verantwoord onder de vorderingen.
4.3.6 Overlopende activa Bedragen x € 1.000 Overlopende activa
Stand per
Stand per
31-12-2003
31-12-2004
Nog te verrekenen/te declareren bedragen Vooruitbetaalde bedragen Overige
38.268 559 3
31.954 1.192 1
Totaal
38.830
33.147
Alle nog te verrekenen en te declareren bedragen worden verrekenbaar of inbaar geacht.
Jaarverslag 2004
143
4.3.7 Reserves Reserves, zowel de algemene als de bestemmingsreserves, zijn het eigen vermogen van de Provincie. De Staten kunnen de bestemming van deze reserves zelf beïnvloeden. Waar beïnvloeding niet mogelijk is, door bijvoorbeeld wettelijke bepalingen, is sprake van een voorziening en dus van “vreemd vermogen”. In 2004 heeft de Staten deze scheiding aangebracht en zijn waar nodig reserves en voorzieningen opnieuw ingedeeld.
Het “vrij te bestemmen” karakter van de reserves komt ook tot uitdrukking in de aparte plaats die de stortingen in en onttrekkingen aan de reserves innemen in de overzichten in het Jaarverslag. Eerst wordt het exploitatieresultaat bepaald en pas daarna de onttrekkingen aan en stortingen in reserves. Bij de in het Jaarverslag opgenomen mutaties in reserves zijn de richtlijnen en specifieke besluiten van de Staten gevolgd. Bedragen x € 1.000
Reserves
Stand per
Mutaties
Toevoeging
31-12-2003
per
instandh.
toevoeging
01-01-2004
2004
2004
11.519
170 797
193 2.948
49 22 712
748 262
Algemene reserves Saldireserve Algemene dekkingsreserve Bestemmingsreserves Grondwaterbeheer N 348 IJsselmijgelden Achtergestelde lening Essent Groep NV Herwaardering aandelen Essent Groep NV Herwaardering aandelen Vitens NV Herwaardering WMO Beheer NV Machtingreserve Renovatie provinciehuis Europese programma's Investeringen Grondbeleid Fonds bedrijfsverplaatsingen Reconstructie Actiefonds Overijssel BTW-compensatiefonds
144
6.807 22.899
1.941 294 28.463
Overige Onttrekking
31-12-2004
170 14.652
7.000 23.511
12.346
2.738 578 16.829
39.297 0
Stand per
2004
39.297 – 2.432
2.432
0
0
0
0 376 11.186 12.552 846 7.228 750 4.117 5.670
3.178 – 447
9 280 314 21 181 19 9.030 245 142
142.426
11.818
2.961
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
19.299 12.174
3.211 13.997
0 0 14.662 17.583 634 7.409 1.519 9.030 23.628 3.542
56.849
46.094
167.960
3.238 5.775
385 42 1.058 233
750
Algemene Reserves Saldireserve
De Saldireserve is in maart 1989 ingesteld bij besluit van Provinciale Staten betreffende ‘Uitgangspunten voor het te voeren reserve- en afschrijvingsbeleid en ontwikkeling rente zwevend geld’. De Saldireserve vervult een belangrijke functie als buffer, om tegenvallers en risico’s op te kunnen vangen. In minder ‘gunstige’ tijden, kan ze aangewend worden, om zodoende een zekere continuïteit in het beleid te kunnen waarborgen, dan wel de mogelijkheid te hebben, om geleidelijk het bestaande beleid om te buigen. Daarvoor wordt een buffer noodzakelijk geacht van € 7 miljoen. Daarnaast vervult de Saldireserve, na het bereiken van de noodzakelijk geachte buffer, een inkomensfunctie. De rente wordt dan niet meer als voeding aangemerkt, maar komt beschikbaar ten gunste van de vrije ruimte in de Algemene Dekkingsreserve. Algemene Dekkingsreserve
De Algemene Dekkingsreserve in ingesteld bij PSbesluit 14 mei 2002, nr. 26 Perspectiefnota 2002; 12e wijziging van de Beleidsbegroting 2002. De Algemene Dekkingsreserve dient ter tijdelijke afstorting van overschotten en reserveringen. In 2004 zijn enkele meevallers afgestort in de reserve en daarnaast zijn posten, waarvoor extra middelen noodzakelijk waren, hieraan onttrokken. Deze mutaties zijn allen vastgesteld middels begrotingswijzigingen. De reserve dient voorts om een aantal toekomstige claims af te dekken. Deze betreffen het eventuele exploitatietekort bij de spoorlijn Enschede-Gronau (ongeveer € 1 miljoen) en de risico’s bij de Reconstructiewet (ongeveer € 2,3 miljoen). Tevens is er rekening gehouden met te verwachten tekorten in de jaren 2005 en 2006, die door middel van deze reserve zullen worden aangezuiverd, zoals door PS vastgesteld met Begroting 2004. Met inachtneming van toekomstige reserveringen en oormerkingen is er een vrije ruimte aanwezig van € 8 miljoen per 31 december 2004 binnen de Algemene Dekkingsreserve. Bij het opstellen van de jaarrekening (februari 2005) was de vrije ruimte € 6 miljoen.
In het kader van BBV is het herwaarderen van aandelenkapitaal van deelnemingen afgeschaft. Deze reserves zijn opgeheven en gesaldeerd met de deelneming. De betreffende deelnemingen staan hierdoor tegen de historische kostprijs op de balans. Om deze saldering mogelijk te maken is de Reserve herwaardering aandelen Essent Groep N.V. teruggebracht op haar oorspronkelijke niveau van € 24,5 miljoen. Reserve Grondwaterbeheer
De reserve Grondwaterbeheer is ingesteld op basis van de Grondwaterwet. Het doel is fluctuaties in de uitgaven te vereffenen. Door het Rijk is expliciet aangegeven, dat de opbrengst bestaande uit heffingen alleen voor genoemde wettelijke doeleinden mag worden aangewend. Bepaald is dat eventuele overschotten niet naar de algemene middelen mogen toevloeien maar ten gunste van de betalers van de heffing i.c. de grondwateronttrekkers. Hiermee worden fluctuaties in de heffingstarieven voorkomen. In 2004 zijn uitgaven gedaan in het kader van de Grondwaterwet, te weten de automatisering en optimalisering van het Grondwatermeetnet, de uitvoering van het Waterhuishoudingsplan, subsidiëring van gemeentelijke waterplannen, uitvoering van de EUkaderrichtlijn water Rijn/Oost en subsidieverlening grondwaterbeheer i.v.m. de reconstructie. De bestedingen in verband met de subsidieverordening grondwaterbeheer zijn fors lager dan begroot. Door een directe koppeling te maken met de gelden voor Stimulering Gebiedsgericht Beleid (SGB) is men er in geslaagd het beschikbare budget 2004 grotendeels te bestemmen. De daadwerkelijke besteding zal echter pas na uitvoering van de projecten (in 2005) plaatsvinden. Reserve N 348
De reserve N348 is ingesteld ter dekking van de aanleg van de rondweg Deventer (N348), waarvan de afronding in 2005 zal plaatsvinden. In 2004 is de reguliere storting in de reserve N348 uitgevoerd. Er zijn geen onttrekkingen geweest in 2004. Volgens de huidige inschatting is de reserve toereikend om het gestelde doel te realiseren. Reserve IJsselmijgelden
Bestemmingsreserves Herwaarderingsreserves
(Reserve herwaardering aandelen Essent Groep N.V., Reserve herwaardering aandelen Vitens NV, Reserve herwaardering aandelen WMO Beheer NV)
Naar aanleiding van de fusie van de NV Energiebedrijf IJsselmij en de NV Energiebedrijf voor Groningen en Drenthe stelden Provinciale Staten met ingang van 1993 de bestemmingsreserve besteding IJsselmijgelden in. Als gevolg van de fusie ontvangt de provincie vanaf 1994 jaarlijks een bedrag aan rente op de verstrekte achtergestelde geldlening en jaarlijks
Jaarverslag 2004
145
een vaste dividenduitkering. Tot en met 2003 werden rente en vaste dividenduitkeringen gestort in de bestemmingsreserve besteding IJsselmijgelden. Uit deze reserve worden projecten gefinancierd die moeten voldoen aan criteria die zijn opgenomen in vastgestelde kaders en procedures. In 2004 is conform de afspraken uit het Onderhandelingsakkoord een taakstelling uit de IJsselmijreserve geëffectueerd van € 4,5 miljoen. Daarbij zijn alle IJsselmijprojecten doorgelicht op hun te verwachten kostenverloop en mogelijke vrije ruimte. De geconstateerde vrije ruimte is ingezet om de effectuering van de taakstelling mogelijk te maken. Verdere vrije ruimte is ultimo 2003 dan ook niet aanwezig binnen de IJsselmijreserve. In 2004 is een totaal bedrag van € 0,7 miljoen aan rente aan deze reserve toegevoegd. Voor bijdragen aan projecten en taakstelling Onderhandelingsakkoord is een bedrag van ruim € 12 miljoen onttrokken. Het saldo per 31 december 2004 bedraagt € 16,8 miljoen. Voor een specificatie van de uitgaven voor de diverse projecten wordt verwezen naar het overzicht besteding IJsselmijgelden (paragraaf 4.7).
de reserve thans gebruikt ter dekking van de hogere kapitaallasten en is op basis van de huidige inzichten toereikend voor het gestelde doel. Er is geen sprake van vrije ruimte.
Reserve achtergestelde lening Essent Groep N.V.
Reserve investeringen
De bestemmingsreserve achtergestelde lening Essent is in 1993 bij besluit van Provinciale Staten ingesteld (nummer 18 van de agenda 1993) naar aanleiding van de fusie van de NV Energiebedrijf IJsselmij en de NV Energiebedrijf voor Groningen en Drenthe. De in 1993 ontvangen € 39.297.000 is omgezet in een achtergestelde, niet opeisbare en niet opzegbare lening aan de NV EDON, welke per 1 januari 1999 is opgegaan in de Essent Groep NV. De middelen in deze reserve zijn niet vrij besteedbaar.
De reserve investeringen, ingesteld in 1996 na besluit van Provinciale Staten (nummer 30 van de agenda 1996), is bestemd voor cofinanciering in brede zin en vormt een instrument om flexibel en slagvaardig in te spelen op vragen voor bijdragen in investeringen van derden. De onttrekking aan de reserve betreft de financiering van het onderhandelingsakkoord. Per balansdatum is ten laste van deze reserve voor een bedrag van € 634.000 aan meerjarige verplichtingen vastgelegd ten behoeve van een viertal nog lopende projecten. Van dit bedrag is voor de cofinanciering van de TIPP-regeling € 509.000 gereserveerd. Er is geen vrije ruimte in deze reserve.
Matchingreserve
De matchingreserve, ingesteld in 1996 na besluit van Provinciale Staten (nummer 30 van de agenda 1996), is bestemd voor co-financiering in brede zin. Deze vormt een instrument voor werving van nieuwe bedrijvigheid van buiten Overijssel die zonder een bijdrage niet mogelijk zou zijn. Onttrekkingen aan de reserve hadden betrekking op een bijdrage aan de gemeente Deventer (Coberco) en de bijdrage aan dekking van de financiering van het onderhandelingsakkoord. Hiermee is het saldo van de reserve nihil en wordt deze opgeheven. Reserve Renovatie provinciehuis
De reserve renovatie provinciehuis is ingesteld als aandeel in de dekking van de voorgenomen renovatie van het provinciehuis. Gelet op de BBV-regelgeving wordt
146
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Reserve Europese Programma’s
Provinciale Staten hebben in 1995 (nummer 19 van de agenda 1995) de reserve Europese programma’s ingesteld ten behoeve van de uitvoering van Europese programma's voor economische structuurversterking. De voeding van deze reserve geschiedt met eigen middelen. Op basis van diverse voorstellen hebben de Staten ingestemd met de uitvoering van de Europese programma’s. Per ultimo 2004 staat nog € 56 miljoen aan te betalen verplichtingen voor deze programma's uit, waarvan € 8 miljoen wordt bijgedragen uit de autonome middelen van de provincie. Het restant wordt gedekt door bijdragen van de Europese Unie en het Rijk (€ 45 miljoen, zie Voorziening Europese Reserves) en door de IJsselmij reserve (€ 4 miljoen). In de loop van 2002 is de eindafrekening voor het programma 97-99 opgesteld. Definitieve vaststelling wordt verwacht in 2005.
Reserve grondbeleid
In paragraaf 3.7 Grondbeleid wordt ingegaan op de doelstelling en het verloop van de reserve. Fonds bedrijfsverplaatsingen
Het fonds bedrijfsverplaatsingen is in 2003 door Provinciale Staten ingesteld (Nr. 51 van de agenda 2003). Het fonds richt zich op het verplaatsen van bedrijven die vanuit maatschappelijk en bedrijfsmatig oogpunt op een verkeerde plek zitten. Doel is zowel de leefomgeving als het bedrijf een impuls te geven om zich verder te ontwikkelen. Een tweede storting in het fonds heeft conform besluitvorming bij de Perspectiefnota 2005 plaats-
gevonden uit de dividenduitkering van WMO-beheer NV. In 2004 zijn geen middelen aan het fonds onttrokken. Reserve Reconstructie
Bij besluit van PS nr. PS/2004/526 is besloten tot de instelling van een bestemmingsreserve voor de activiteiten en de daaraan verbonden middelen voor de reconstructie. De besteding van de middelen voor reconstructie zal naar verwachting een stijgend en sterk wisselend patroon in de tijd vertonen. Om hier praktisch mee om te kunnen gaan, is besloten tot de instelling van een bestemmingsreserve. De reserve zal worden gevuld met de voor 2004-2007 in de begroting beschikbaar gestelde middelen voor reconstructie, voorzover niet besteed aan de uitvoering daarvan. De jaarlijkse stand van de reserve zal mede afhangen van de spreiding van de bestedingen over de periode 2004-2007. Met de uitvoering van de reconstructie is inmiddels een aanvang gemaakt. In 2004 is voor ruim € 0,5 miljoen besteed, ten laste van de algemene middelen. Er is een Bestuursovereenkomst met het Rijk gesloten voor het Uitvoeringsprogramma 2005-2006. Hierin is een bedrag ruim € 32 miljoen aan verwachte provinciale autonome uitgaven voor de uitvoering van reconstructie opgenomen. Actiefonds Overijssel
Het Actiefonds Overijssel is op 13 november 2003 ingesteld om snel, flexibel en adequaat te kunnen reageren op kansen die zich nu voordoen. Het fonds is bedoeld voor eenmalige projectsubsidies. Een provinciale bijdrage aan een project wordt verstrekt onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat andere partners ook een bijdrage leveren. Projecten die gefinancierd worden met middelen uit het Actiefonds dienen binnen twee jaar na toekenning van de bijdrage gerealiseerd te zijn. In juni 2004 hebben de Staten geld toegekend aan 16 projecten. Er zijn voorstellen opgesteld, verdeeld over de thema’s Netwerkstad/Ontwikkeling Twente, West Overijssel/IJseldeta, Zorg & Innovatie en Duurzaam & Veilig. Daarnaast hebben de Staten het initiatief genomen hier drie projecten aan toe te voegen. Met de geaccordeerde projecten zijn bijdragen gemoeid voor in totaal € 18,1 miljoen. Op basis van de toegekende projecten bedraagt de vrije ruimte in het Actiefonds ultimo 2004 € 8,7 miljoen. De budgetten zijn toegekend voor de jaren 2004, 2005 en 2006, afhankelijk van de geplande voortgang van de projecten. Voor een specificatie van de uitgaven in 2004 voor de diverse projecten wordt verwezen naar het overzicht besteding Actiefonds Overijssel (paragraaf 4.6).
Reserve BTW-compensatiefonds (BCF)
Deze reserve is ingesteld bij PS-besluit nr.35 van 2003 en heeft als doel de dekking van de nog niet bekende gevolgen van de invoering van het BTW-compensatiefonds te egaliseren. In 2004 heeft de begrote storting van € 12 miljoen plaatsgevonden. Daarnaast heeft zich een onttrekking van € 14 miljoen voorgedaan. Naast de begrote onttrekking van € 9,2 miljoen ten behoeve van de korting op de uitkering uit het provinciefonds moest een beperkt aantal inschattingen aangepast worden. Deze inschattingen zijn gedaan bij de inventarisatie van de gevolgen van de invoering van het BCF. De reserve is afgeraamd ten behoeve van de budgetten van Bodemsanering (€ 1,2 miljoen) en ISV (€ 0,908 miljoen). Ook is de vereveningsbijdrage over 2004 (€ 0,48 miljoen) in mindering gebracht op de reserve. Verder bleek dat ten onrechte € 2 miljoen uit de voorziening RMF en € 0,2 miljoen uit de reserve Renovatie provinciehuis was gehaald. In 2005 en 2006 zal de invoering van het BCF op landelijk niveau worden geëvalueerd. Wij verwachten dat uiterlijk in 2007 alle budgettaire consequenties van de invoering van het BCF uitgekristalliseerd zijn en dat per 31 december 2007 een eventueel restant van de reserve vrij kan vallen t.g.v. de algemene middelen. Op basis van de huidige gegevens is er een vrije ruimte van ongeveer € 1,5 miljoen. Omdat er nog veel onduidelijkheden rond de invoering van het BCF zijn, stellen wij voor om het volledige saldo tot en met 2007 in de reserve te laten zitten.
Jaarverslag 2004
147
4.3.8 Voorzieningen Bedragen x € 1.000 Voorzieningen
Stand per
Mutaties
Toevoeging
31-12-2003
per
instandh.
toevoeging
01-01-2004
2004
2004
– 76
– 675 354 104
Rivierdijkversterking – 13.503 Bodemsanering 16.814 Kanaal Almelo-De Haandrik 4.247 Investeringsbudget stedelijke vernieuwing 8.905 Natuurbeleidsplan 2.928 Cofinanciering infrastructuur 346 Europese programma's 6.355 Vervanging infrastructurele kunstwerken/PVVP 8.901 Bureau jeugdzorg 1.039 Jeugdzorgaanbod 1.001 Ouderen zorgnota 2.221 Exploitatie openbaar vervoer 5.247 Regionaal mobiliteitsfonds 28.812 Fondsvorming voorfinanciering Rijksweg 35 11.000 NaNOV-geluidssanering 487 Secundaire voorziening statenleden 25 Deelname Stichting Overijssel Transparant BV 182 Ruimte voor Ruimte 3.294 Weidevogels IJsseldelta Algemene Pensioenswet Politieke Ambtsdragers 580 Startende ondernemers 9 88.890 Langlopende verplichtingen*
148
– 53
75
31-12-2004
15.286 1.200
7.817 2.067 258
– 6.709 16.301 4.017
223 74
1.408 3.827
126
2.761
773 2.230 11 2.303
9.763 4.599 335 6.939
227 26 25
4.365
716
52 812
2.000
294 1.646 1.292 6.028
12.987 1.065 732 575 3.954 25.596
565 12
1.675 251 23
13.315 750 18
30
23
0 3.271 430
– 182 430 174
– 26
-26
Stand per
2004
1.925
25.428 114.318
(*
210
Overige Onttrekking
1.925
3
754 6
33.400
25.479
98.710
17.511
6.871
36.068
50.911
32.350
134.778
Conform de regels van het BBV moeten van het Rijk ontvagen middelen met een specifieke bestemming die nog niet zijn uitgegeven, opgenomen worden als langlopende verplichting onder de voorzieningen.
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Een deel van de voorzieningen bestaat uit middelen van derden (bijvoorbeeld het Rijk) met een specifiek doel. Toevoeging instandhouding is de provinciale dotatie aan deze voorzieningen, bedoeld om het werkvermogen op peil te houden. Een drietal voorzieningen, te weten NDIX BV, Lening stichting WMC, en lening Natura Docet zijn gesaldeerd met de hiervoor verstrekte geldleningen. Hierdoor zijn ze niet meer afzonderlijk zichtbaar als voorziening.
met 31 december 2004 gemaakte kosten bij de provincie te declareren, vergezeld van een gespecificeerd kostenoverzicht en accountantsverklaring voor 15 maart 2005. Afwikkeling daarvan kan in april 2005 plaatsvinden. Die kosten worden vervolgens meegenomen in de einddeclaratie van het meerjarenprogramma 2002-2004, welke uiterlijk 30 juni 2005 bij VROM moet zijn ingediend. Dit leidt er toe dat er per ultimo 2004 nog een fors bedrag in kas is doordat al wel kosten zijn gemaakt, maar waarvan de uitgaaf eerst in april 2005 gerealiseerd kan worden.
Voorziening rivierdijkversterking
Deze voorziening is bestemd voor het doen van uitgaven op grond van de subsidieregeling rivierdijkversterking ten behoeve van dijkversterkingprojecten van bovenwaterschappelijk belang. De financiële gevolgen van de versnelling van de uitvoering van de dijkversterkingwerken worden gedekt door extra rijksmiddelen. Hiervoor wordt met ingang van 1994 jaarlijks een bedrag ontvangen via het provinciefonds. Ter compensatie van de voorfinancieringslasten blijven de jaarlijkse inkomsten via het provinciefonds gehandhaafd tot het jaar 2016, dan wel het jaar van (eerder) schuldenvrij zijn van de gezamenlijke provincies. De dijkversterkingprojecten zijn in de afrondende fase. Er zijn nog uitgaven voorzien in 2005 voor het project Kampen-Midden, de aanleg van de Keersluis Zwolle en het project Kamperzeedijk waarna de dijkring is gesloten. Daarnaast kunnen er nog onvoorziene uitgaven of schadevergoedingen betaald worden uit de voorziening. Voorziening bodemsanering
De voorziening Bodemsanering is ingesteld ter egalisatie van kosten en opbrengsten in het kader van de Wet Bodembescherming. Het doel is het opvangen van afwijkingen tussen inkomsten en uitgaven als gevolg van verschil in de tijd tussen bevoorschotting door het Rijk en de daadwerkelijke uitvoering van projecten. Bepaald is dat eventuele overschotten niet naar de algemene middelen mogen toevloeien maar terugbetaald moeten worden aan het Rijk. De uitvoering van het meerjaren programma 20022004 ligt op schema. Er is veel tijd en geld besteed aan de vervuilde woonwijk De Hogenkamp in de gemeente Hof van Twente. Ook is er veel energie besteed aan het vervolmaken van een landsdekkend beeld bodemvervuiling. Opgemerkt moet worden dat een groot aantal projecten (o.a. in het kader van Vinex-Twente en het gasfabriekenprogramma) uitgevoerd worden door derden (gemeenten en waterschappen). Zij dienen de tot en
In 2004 zijn de onderhandelingen gestart met het Ministerie van VROM om er voor te zorgen dat de provincie Overijssel in de meerjarenperiode (20052009) over voldoende financiële middelen beschikt voor de uitvoering van bodemsaneringen. Met name de locaties die met asbest zijn verontreinigd en de locatie Olasfa in Olst hebben bij deze onderhandelingen bijzondere aandacht gekregen. Voorziening kanaal Almelo-De Haandrik
De voorziening kanaal Almelo- de Haandrik is gevormd ter financiering van het dagelijks beheer en onderhoud van het kanaal. Het fonds is gevuld door de van het Rijk verkregen afkoopsom bij overdracht van het kanaal. Ook het onderhoud van kunstwerken in en langs het kanaal wordt hieruit gefinancierd. Bij het instellen van de voorziening is er een meerjarig onderhoudsplan opgesteld. Hierin is een gedetailleerde onderhoudsstrategie beschreven die binnen het beschikbare budget kan worden uitgevoerd. Op basis van de gehanteerde planning is de resterende ruimte binnen de voorziening toereikend. Voorziening investeringsbudget stedelijke vernieuwing De voorziening is ingesteld bij Statenbesluit van 6 juni 2001, nr. 18. In de verordening stedelijke vernieuwing Overijssel 2000 is bepaald dat er een voorziening Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing wordt ingesteld. De voeding van deze voorziening vindt plaats door enerzijds bijdragen van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en anderzijds uit (vrije) middelen uit de voormalige reserve Stads- en Dorpsvernieuwing en uit overige voor stedelijke vernieuwing aangemerkte middelen. In 2004 zijn de laatste middelen met betrekking tot periode 2000-2004 overgemaakt aan de programmaen projectgemeenten. Per ultimo 2004 bedraagt het saldo van de aangegane verplichtingen ten laste van de voorziening € 6,431 miljoen. Dit betreft reeds toegezegde bijdragen aan programma- en projectgemeenten
Jaarverslag 2004
149
Stedelijke Vernieuwing waarvoor nog bijdragen uitbetaald moeten worden (hangt o.a. af van de voortgang van programma’s en projecten). Het verschil tussen de stand van de voorziening ultimo 2004 en de aangegane verplichtingen moet beschikbaar blijven voor Stedelijke Vernieuwing (het betreft vnl. Rijksmiddelen). Dit bedrag is in eerste instantie bestemd voor de uitvoering van projecten op het gebied van Stedelijke Vernieuwing door projectgemeenten. De programmagemeenten hebben voor ISV1 een programma ingediend en krijgen daartoe de afgesproken middelen beschikbaar. Per 1 januari 2005 treedt de regeling voor periode 2005-2009 (ISV 2) in werking, waarvoor opnieuw Rijksen provinciale middelen beschikbaar worden c.q. al zijn gesteld. Inmiddels worden door de programmagemeenten nieuwe programma’s voor ISV-2 opgesteld. Andere gemeenten kunnen voorstellen indienen. Het surplus uit de eerste periode, dat in de voorziening aanwezig blijft nadat ISV-1 geheel is afgewikkeld, zal voor ISV 2 worden aangewend. Er heeft nog geen toedeling van ISV-2 middelen aan gemeenten plaatsgevonden. Daarnaast is er in financiële zin een start gemaakt met periode 2005-2009 door de storting van € 0,5 miljoen provinciale middelen in de voorziening ISV. Verder is er € 0,9 miljoen gestort, zijnde een correctie van de onttrekking uit het BCF (zie Reserve BTW-compensatiefonds) en € 0,8 miljoen onttrokken ten behoeve van projecten. Voorziening natuurbeleidsplan
Provinciale Staten hebben met ingang van 1992 de voorziening “Natuurbeleidsplan” ingesteld voor de realisatie van het Natuurbeleidsplan (Ecologische Hoofdstructuur, EHS). Hiervoor is door de provincies en het Rijk een convenant getekend, het zogenoemde IPO-LNV convenant. In dat convenant zijn afspraken en financiële regelingen vastgelegd, die gericht zijn op de realisatie van het Natuurbeleidsplan. Op basis van het convenant worden voor de uitvoering van taken op het gebied van het natuurbeleid bedragen in de uitkering van het Provinciefonds opgenomen (integratieartikel) voor de verwerving en inrichting van relatienota reservaatgebieden (2e fase EHS) en natuurontwikkelingsprojecten en voor personele en overige kosten van de provincie. In 2004 zijn, behalve de algemene rentetoevoeging, de bovengenoemde convenantmiddelen toegevoegd aan de voorziening. De onttrekkingen ten laste van de voorziening bedroegen € 2,2 miljoen en waren bestemd voor de bijdrage aan het Groenfonds ten behoeve van de financiering van grondaankopen op basis van het bovengenoemde convenant (€ 1,6
150
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
miljoen) en provinciale bijdragen voor de aankoop van natuurterreinen (€ 0,6 miljoen). Het per saldo positieve verschil ten opzichte van de begroting van in totaal € 1,6 miljoen is te verklaren doordat er minder subsidie voor aankopen natuurgronden is uitgegeven dan geraamd. Een geraamde bijdrage van bijna € 1,4 miljoen in de aankoop van een agrarisch bedrijf in de Vechtstreek is geheel voor rekening van het Rijk gekomen, omdat het ministerie van LNV/Dienst Landelijk Gebied de aankoop volledig met eigen middelen heeft gefinancierd. De stand per ultimo 2004 bedraagt € 4,6 miljoen. De resterende middelen moeten conform de convenantafspraken aangewend worden voor de realisering van de ecologische hoofdstructuur. Voorziening cofinanciering infrastructuur
De voorziening is bedoeld om onderzoeken rond infrastructuur te bekostigen. De onttrekking in 2004 betreft onderzoekskosten. In 2004 hebben Gedeputeerde Staten besloten om de voorziening Cofinanciering Infrastructuur te gebruiken voor een financiële bijdrage aan de Planstudie A28 van € 375.000 voor de periode 2005 – 2009. Voorziening Europese programma’s
Provinciale Staten hebben in 2004 (nummer 53 van de agenda 2004) de voorziening Europese programma’s ingesteld ten behoeve van de uitvoering van Europese programma's voor economische structuurversterking. De voeding van deze voorziening geschiedt met middelen uit Brussel en gedecentraliseerde Rijks-cofinancieringsmiddelen. Op basis van diverse voorstellen hebben de Staten ingestemd met de uitvoering van de Europese programma’s. Per ultimo 2004 staat nog € 56 miljoen aan te betalen verplichtingen voor deze programma's uit, waarvan € 37 miljoen wordt bijgedragen door de Europese Unie en € 8 miljoen door het Ministerie van Economische Zaken. Het restant wordt gedekt door middelen van de provincie (€ 8 miljoen autonoom (zie Reserve Europese Programma’s) en € 4 miljoen IJsselmij gelden). In de loop van 2002 is de eindafrekening voor het programma 97-99 opgesteld. Definitieve vaststelling wordt verwacht in 2005. Er is geen vrije ruimte binnen de voorziening. Voorziening vervanging infrastructurele werken/PVVP
In 2000 is de beleidsnota “Rationeel Kunstwerkenbeheer 2000” opgesteld. Om te voorkomen dat de provinciale begroting belast wordt met sterk wisselende
investeringsbedragen, is met ingang van het jaar 2001 voor jaarlijks beheer en onderhoud van Kunstwerken een bedrag van circa € 0,4 miljoen beschikbaar. Voor de uitvoering van de circa 26 wegencategoriseringsprojecten uit het provinciale verkeers- en vervoersplan (PVVP) is met ingang van het jaar 2001 circa € 5 miljoen beschikbaar. In 2004 zijn diverse projecten uit het uitvoeringsprogramma, behorend bij het huidige PVVP, gerealiseerd (o.a. erftoegangsweg Delden - Borne, fietspad Hengevelde - Neede, aansluiting A1/N347 Enter Rijssen, diverse VOC- en SOP-punten). Deze projecten zijn uitgevoerd met nog beschikbare middelen uit voorgaande jaren waardoor het geld, dat in de begroting bij Planvorming provinciale Infrastructuur beschikbaar was, in de voorziening gestort kon worden als dekking voor de projecten die nog in de pijplijn zitten. Naar verwachting zullen in 2007/2008 de beschikbare middelen, deze voorziening samen met de jaarlijks beschikbaar zijnde middelen, onvoldoende zijn om de momenteel geplande projecten in het voorgenomen tempo te realiseren. In het kader van het nu voorliggende nieuwe PVVP, welke voorjaar 2005 in conceptvorm in de Staten wordt behandeld, zal dit punt onderdeel van discussie zijn.
Voorziening ouderen zorgnota
Voorziening bureau jeugdzorg en Voorziening
Voorziening exploitatie openbaar vervoer
jeugdzorgaanbod
De voorziening is ingesteld bij Statenbesluit van 24 mei 2002, nr. 16. In 1998 hebben wij de openbaar vervoertaken van het Rijk overgenomen en wordt voor de uitvoering van deze taken een jaarlijks fluctuerende doeluitkering van het Rijk ontvangen. Hiermee financieren wij het openbaar vervoer, waarvan de kosten jaarlijkse schommelingen kunnen vertonen. In 2004 heeft een onttrekking plaatsgevonden ter dekking van betalingen die betrekking hebben op voorgaande jaren (afrekening Regiotaxi Vechtdal over de jaren 2002 en 2003 voor een bedrag van € 588.000 en de definitieve afspraak over de concessie Midnet4P inzake de compensatie van de uitname van het gedeelte in Salland ten bedrage van € 330.000). Daarnaast zijn er onvoorziene kosten gemaakt voor een compensatie voor de concessie Salland, omdat deze later is ingevoerd vanwege een beroepsprocedure tijdens de aanbestedingsprocedure.
Met ingang van 2001 hebben de ministeries van Justitie en VWS in de verleningsbeschikking de eis gesteld dat de doeluitkering Jeugdhulpverlening via een voorziening in de jaarrekening van de provincie wordt verantwoord. Om deze reden is de voorziening bureau jeugdzorg ingesteld bij Statenbesluit van 31 oktober 2001, nr. 39. Doel van de voorziening is het zichtbaar maken van nog niet bestede, maar wel geoormerkte middelen, alsmede voorkomen dat eventueel vrijval plaatsvindt ten gunste van de algemene middelen. Op basis van de door Provinciale Staten vastgestelde Beleidskaders Jeugdzorg Overijssel 2003-2006 en 2004-2007, het Implementatieplan Wet op de jeugdzorg Overijssel, de vanuit de doeluitkering gelabelde bedragen en de geoormerkte bedragen uit het Bestuursakkoord voor wachtlijstbestrijding is het totaalbedrag volledig geoormerkt voor specifieke activiteiten en projecten van Bureau Jeugdzorg binnen de jeugdzorg, waaronder wachtlijstbestrijding. De toekomstige toereikendheid van de voorziening is voldoende.
Bij de uitvoering van de toenmalige Wet op de Bejaardenoorden is een zogenoemde Voorziening ontstaan. Met deze voorziening is een groot aantal bouw-, nieuwbouw- en renovatieprojecten binnen de Verpleging & Verzorging uitgevoerd. Per 1 januari 2001 zijn de taken op dit terrein overgedragen aan de zorgkantoren. In 2001 hebben Provinciale Staten de integrale Zorgnota 2001 - 2004 vastgesteld. Met het toen resterende saldo van de Voorziening is een Voorziening ouderen zorgnota 2001-2004 gecreëerd en gekoppeld aan de uitvoering van de Zorgnota. In de jaren 2001 t/m 2004 zijn bedragen uit deze voorziening gehaald ten gunste van de Jaarprogramma’s Zorg. Hiermee zijn diverse projecten op het terrein van de zorg uitgevoerd. In het Onderhandelingsakkoord is afgesproken dat in 2004 € 1 miljoen zal worden bezuinigd op deze voorziening. Hiermee is deze voorziening volledig uitgeput en bestaat geen vrij te besteden ruimte meer. Wel staan nog enkele verplichtingen open die zijn ingegaan in het kader van de bouw, nieuwbouw en renovatie van instellingen in de sector Verpleging en Verzorging. Door vertraging in deze projecten zullen deze naar verwachting in 2005 - 2007 worden afgehandeld, waardoor de voorziening aan het eind van 2005 kan komen te vervallen.
Voorziening regionaal mobiliteitsfonds
De voorziening is ingesteld bij Statenbesluit van 26 juni 2002, nr. 22. Met het aannemen van het amendement Dijsselbloem heeft de Tweede Kamer een bedrag van € 136 miljoen vrijgemaakt voor de lands-
Jaarverslag 2004
151
delen Zuid- en Oost-Nederland. Op voorstel van de minister wordt dit bedrag in gelijke delen verdeeld over de acht betrokken partners (provincies en kaderwetgebieden). Hierdoor kan Overijssel € 17 miljoen tegemoet zien indien zij met andere partners in de regio (buiten het kaderwetgebied Twente) eenzelfde bedrag ter beschikking stelt voor het Regionaal Mobiliteitsfonds. Uit dat fonds kunnen acute knelpunten in de infrastructuur worden aangepakt. De projecten dienen uiterlijk ultimo het jaar 2005 te zijn afgerond. In het kader van het RMF zijn projecten benoemd en inmiddels in uitvoering gebracht (o.a. kanaal Almelo - De Haandrik, Zweedsestraat Deventer, diverse projecten Zwartsluis, traverse Witte Paarden en fietspad Deventer - Olst). In 2004 is een bedrag van € 6 miljoen besteed aan de diverse projecten die vanuit het fonds gerealiseerd worden. Daarnaast is er nog sprake van een verplichting ten laste van de voorziening ad € 13,6 miljoen ten behoeve van het project Zweedsestraat, onderdeel van de N348 (Deventer). Het restant van de voorziening dient ter dekking van de andere genoemde projecten.
NaNOV-geluidssaneringsprojecten spoorlijnen. De middelen in deze voorziening zijn niet vrij besteedbaar, maar moeten worden aangewend voor het plaatsen van geluidsschermen. In december 2004 is nog een bijdrage van het ministerie van VROM ontvangen van € 241.000, welke nog niet is doorbetaald aan de diverse gemeenten, maar is afgestort in de voorziening.
Voorziening fondsvorming voorfinanciering
Voorziening deelname Stichting Overijssel
Rijksweg 35
Transparant
Op 26 juni 2001 is met de toenmalige gemeenten Almelo, Hellendoorn, Rijssen, Tubbergen, Vriezenveen en Wierden een overeenkomst gesloten betreffende fondsvorming voorfinanciering Rijksweg 35. De provincie Overijssel heeft hiervoor € 5,986 miljoen beschikbaar gesteld, de overige € 3,951 miljoen is door de participerende gemeenten gestort. De totale bijdrage van € 9,9 miljoen is door de provincie, die fondsbeheerder is, op depositorekeningen geplaatst. Inmiddels is hier rente aan toegevoegd over de afgelopen jaren. In 2004 is een toevoeging gedaan van € 1,75 miljoen, bestaande uit € 1,6 miljoen als onderdeel van de provinciale bijdrage van € 2,8 miljoen aan het op dit moment voorziene tekort in het Regiofonds na afloop van het project in 2014 (€ 3,8 miljoen). Daarnaast is € 150.000 toegevoegd ter dekking van de indexering van de bijdragen uit het Regiofonds. In 2004 is door Rijkswaterstaat geen beroep gedaan op voorfinanciering voor grondaankoop en aanleg van rijksweg 35. Aan deze voorziening is in 2004 niets onttrokken. De eerste onttrekking is voorzien voor 2005.
In 1999 is door Provinciale Staten besloten (nummer 67 van de agenda 1999) voor € 182.000 deel te nemen in de Stichting Overijssel Transparant. Gelet op het risicodragende karakter, evenals op het verdere ontwikkelingstraject is tevens besloten tot het treffen van een voorziening voor eveneens € 182.000. De in staat van faillissement verkerende Stichting Overijssel Transparant is wegens gebrek aan baten opgeheven. Hierdoor kan de voorziening worden afgeboekt.
Voorziening NaNOV-geluidssanering
De voorziening NaNOV-geluidssanering, ingesteld in 2004 na besluit van Provinciale Staten (nummer 53 van de agenda 2004), is bestemd om de schommelingen in de financiering op te vangen die voortvloeien uit het plaatsen van geluidsschermen in het kader het
152
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Voorziening secundaire voorziening Statenleden
De voorziening is bij statenbesluit nr. 48 van 1995 ingesteld om uitkeringen te kunnen doen op grond van de “Verordening rechtspositie Staten- en commissieleden”. In deze verordening is onder meer sprake van uitkering aan Statenleden bij aftreden. In 2004 heeft de jaarlijkse storting van € 22.700 plaatsgevonden, daarnaast is er voor uitkeringen aan ex-Statenleden een bedrag van € 18.000 onttrokken. Voor de komende jaren heeft de voorziening voldoende middelen om de uitkeringen te bekostigen. Daarbij is in aanmerking te nemen dat in het jaar 2007, het verkiezingsjaar voor de Staten, rekening wordt gehouden met hogere uitkeringen als gevolg van het aftreden van Statenleden.
Voorziening Ruimte voor Ruimte
Bij besluit van 13 december 2000, nummer 57 van de agenda van 2000, hebben Provinciale Staten besloten tot de vorming van een voorziening ter dekking van de verwachte uitgaven voor de uitvoering van de zogenaamde verlengde 1e tranche van de Regeling beëindiging veehouderijtakken (RBV). In het kader van het Reconstructiebeleid voor het landelijk gebied was reeds in april 2000 door de Staten besloten tot een garantstelling voor de kosten voortvloeiende uit bovengenoemde regeling. In december 2000 is besloten de openstelling van de beëindigingregeling met één maand te verlengen wat een aanvullende garantstelling met zich meebracht van € 6,353 miljoen. Hiervoor is een voorziening gevormd. In 2004 is voor een bedrag van € 23.000 aan de voorziening onttrokken ten behoeve van kosten voor de uitvoering van de beëindigingregeling (sloopkosten).
Van het geraamde bedrag aan kosten is tot en met 2004 ruim 50 procent gerealiseerd. De raming was gebaseerd op verwachtingen over het gebruik van de regeling zoals die midden 2002 bestonden. Het blijkt dat er uiteindelijk minder gebruik van de regeling is gemaakt dan toen werd verwacht. Het uiteindelijk te betalen bedrag is nog niet bekend, maar zal het vastgestelde plafond van € 6,353 miljoen niet overschrijden. Voorziening Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers
De voorziening is bij statenbesluit van 13 november 2002 ingesteld ter dekking van de lasten die voortvloeien uit de overdracht van pensioenverplichtingen aan het ABP voor politieke ambtsdragers. In 2004 heeft de jaarlijkse storting ad. € 60.000 plaatsgevonden. Daarnaast is € 115.000 in de voorziening gestort ten behoeve van de uitkering van opgebouwde pensioenrechten door vorige werkgevers van GS leden. De onderbouwing van de omvang van de mogelijke aanspraken en de daarbij behorende actuariële berekeningen bepalen de noodzakelijke omvang van de APPA-voorziening. Het benodigde totaaloverzicht van de aanspraken ontbreekt eind 2004 nog, deze wordt in het eerste kwartaal 2005 nader vastgesteld. Voorziening startende ondernemers
In 2002 is door Provinciale Staten besloten (nummer 16 van de agenda 2002) een voorziening te vormen, om de oninbaarheid van de vorderingen op failliete startende ondernemers op te vangen. Gedurende het jaar 2004 is toch nog een bedrag ontvangen van € 2.700 op deze vorderingen, zodat de hoogte van de voorziening met een bedrag van € 2.700 via een onttrekking is aangepast naar € 6.000. Voorziening Weidevogels IJsseldelta
Bij besluit van PS nr. PS/2004/1018 is besloten tot de instelling van een voorziening voor de van Rijkswaterstaat (RWS) ontvangen gelden die bestemd zijn voor de compensatie van het verlies aan natuurwaarden door de aanleg van de N 50 Kampen-Ramspol. Rijkswaterstaat stelt voor een periode van 10 jaar € 430.000 ineens aan de provincie Overijssel beschikbaar. Dit zal vooral moeten bijdragen aan het behoud en herstel van leefgebieden voor weidevogels. Het bedrag van € 430.000 is in 2004 van RWS ontvangen en toegevoegd aan de Voorziening Weidevogels IJsseldelta (zoals voorgeschreven door RWS) en zal gedurende de looptijd van het project worden besteed.
Jaarverslag 2004
153
4.3.9 Langlopende geldleningen Bedragen x € 1.000 Langlopende geldleningen
31-12-2003
31-12-2004
Stand per 1 januari Bij: opgenomen in het boekjaar Af: afgelost in het boekjaar
21.780 3.629
18.151 -
Stand per 31 december
18.151
18.151
Dit betreft één opgenomen geldlening die in één keer op 2 februari 2006 wordt afgelost. De rente bedraagt 5,92 procent.
4.3.10 Kortlopende schulden Bedragen x € 1.000 Kortlopende schulden 2001 en eerder 2002 2003 2004 Correctie lang lopende verplichtingen (> 1 jr)
Overige nog te betalen bedragen
31-12-2003
31-12-2004
2.778 18.900 48.575 – - 25.428
4.231 14.189 24.969 32.720 -36.068
44.825
40.041
7.443
11.448
52.268
51.489
De kortlopende schulden betreffen de verplichtingenportefeuille (zie bijlage M) min de daarbinnen opgenomen langlopende verplichtingen op Rijksgelden (€ 36.068). Deze zijn opgenomen onder de voorzieningen. De overige nog te betalen bedragen zijn crediteuren ad € 8.997.000, verschuldigde rente op de langlopende geldlening ad € 980.000 en een afrekening met de gemeente Hardenberg betreffende geluidswerende voorzieningen aan de traverse in de N34 ad € 764.000.
154
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
4.3.11 Overlopende passiva Bedragen x € 1.000 Overlopende passiva Te verrekenen of af te dragen salarissen en sociale lasten Vooruit ontvangen bedragen Overig te verrekenen Ontvangen waarborgsommen Betalingen onderweg en kruisposten
31-12-2003
31-12-2004
1.893 1.812 1.118 35 5.342
2.119 1.309 394 50 0
10.200
3.872
Het saldo “vooruit ontvangen bedragen” bestaat uit in 2004 ontvangen bedragen die betrekking hebben op het dienstjaar 2005. Het onder “te verrekenen of af te dragen salarissen en sociale lasten” opgenomen bedrag betreft voornamelijk nog af te dragen loonbelasting en pensioenpremies. De overige posten betreffen een diversiteit van nog te verrekenen bedragen. De laatste betalingen zijn voor het kerstreces verstuurd en konden door de banken in 2004 worden verwerkt. Daarom waren er in 2004 geen betalingen onderweg.
Jaarverslag 2004
155
4.4 Staat van baten en lasten Bedragen x € 1 miljoen Rekening 2003
Begroting
Rekening
2004 na
2004
Verschil
wijzigingen
Programma
Saldo
saldo
saldo
saldo
Bestuur Economie en innovatie Water Ruimte Wervende steden Landelijk gebied Zorg Cultuur en welzijn Milieu Bereikbaarheid Veiligheid
– 17,0 0,6 -20,3 – 7,2 – 4,2 – 17,0 – 7,9 – 24,9 – 13,1 – 37,8 – 2,2
– 18,2 11,5 – 21,6 – 14,3 – 2,2 – 32,3 – 8,8 – 25,2 – 13,2 – 51,6 – 1,9
– 16,2 18,6 – 20,4 – 9,6 – 2,5 – 21,1 – 7,1 – 24,8 – 14,3 – 44,4 – 1,9
1,9 7,1 1,2 4,7 – 0,3 11,2 1,7 0,4 – 1,1 7,1 0,0
– 151,1
– 177,8
– 143,8
34,1
173,3 0,0
163,2 1,2
166,5 – 0,
3,2 – 1,4
Resultaat voor bestemming
22,2
– 13,4
22,5
35,9
Storting/onttrekking reserves
– 7,5
13,4
– 12,8
– 26,2
Resultaat na bestemming
14,7
0,0
9,7
9,7
Resultaatbestemmingsvoorstellen Storting in het Actiefonds Storting in de Algemene dekkingsreserve
– 8,5 – 3,2 – 3,0
0,0 0,0 0,0
– 9,5 0,0 – 0,2
– 9,5 0,0 – 0,2
0,0
0,0
0,0
0,0
Subtotaal programma's Algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien
Vrij besteedbaar resultaat
156
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
4.5 Toelichting op de staat van baten en lasten De presentatie van de baten en lasten van het jaar 2004, conform BBV (besluit Begroting en Verantwoording), zijn anders gerangschikt dan in voorgaande jaren. Het brutoresultaat in de nieuwe systematiek op de exploitatie (baten en lasten) over 2004 is € 35,9 miljoen. Hierin zit voor € 26,2 miljoen aan mutaties in reserves. Daarnaast zijn er 2 soorten resultaatbestemmingen: • Bestaande verplichtingen waarbij de bestemming van gelden al in voorafgaande jaren door PS is bepaald. Echter in het kader van de nieuwe BBVsystematiek moeten deze nu bij de jaarovergang herbevestigd worden. Het gaat om € 3,9 miljoen.
• Voorstellen voor budgetoverheveling uit overlopende activiteiten over 2004 naar 2005. Dit gaat om € 5,6 miljoen. Het nettoresultaat komt, bij honorering van de laatstgenoemde voorstellen door PS, daarmee op € 0,2 miljoen. Ten opzichte van 2003 moeten we het resultaat vergelijken na de mutaties in de bestemmingsreserves en exclusief de resultaatbestemmingen (inclusief verplichtingen). Dit betekent een resultaat van € 9,748 miljoen in 2004 ten opzichte van € 14,693 miljoen in 2003.
4.5.1 Algemene dekkingsmiddelen Het grootste deel van de budgetten wordt gedekt door de algemene dekkingsmiddelen. In de tabel staat een overzicht van de geraamde en gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen.
Bedragen x € 1.000
Begroting 2004 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Algemene dekkingsmiddelen
Rente kasgeld Uitkering Provinciefonds Opcenten motorrijtuigenbelasting Deelneming Bank Nederlandse Gemeenten Onderuitputting
Onvoorzien Totaal Algemene dekkingsmiddelen
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
2.615 91.581
1.397 124
1.218 91.457
4.344 91.814
2.080
2.264 91.814
69.811
69.811 431 2.194 –––––––– 168.594
6 54 –––––––– 2.140
425 2.140 –––––––– 166.454
1 1.840 –––––––– 3.244
314 –––––––– 168.908
480 –––––––– 2.620
-166 –––––––– 166.288
-1.363 –––––––– 1.881
69.811
Totaal algemene dekkingsmiddelen
Rekening 2004
431 300 –––––––– 164.738
7 –––––––– 1.528
424 300 –––––––– 163.210
1.700 –––––––– 166.438
503 –––––––– 2.031
1.197 –––––––– 164.407
1.046 357
69.811
Het totaal van de gerealiseerde baten bedraagt ruim € 2 miljoen hoger dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door een hogere renteopbrengst. Een toelichting hierop treft u aan in de paragraaf Financiering. Daarnaast zorgen afrekeningen van subsidies en vrijval van verplichtingen uit oude jaren voor een hogere baat dan geraamd bij het product Onderuitputting. Het product Onvoorzien laat een tekort zien omdat een deel van de bezuinigingstaakstelling op de IJsselmijgelden op begrotingsbasis nog niet volledig was ingevuld. Op basis van gevonden vrije ruimte in de IJsselmijreserve wordt bij deze jaarrekening het laatste deel van de taakstelling ingevuld (conform PS-besluit d.d. 2 februari 2005). Daarnaast is op dit product het niet verrekenbare deel van de BTW verantwoord.
Jaarverslag 2004
157
4.5.2 Personeelsgebonden kosten In de tabel wordt een overzicht gegeven van de opbouw van de totale geraamde en werkelijke personeelsgebonden kosten voor 2004. Bedragen x € 1.000 Salarissen en personeelsgebonden kosten
Jaarrekening
Begroting Jaarrekening
Verschil
2003
2004
2004
2004
45.900
49.860
46.755
3.105
-823
0
-931
931
45.077
49.860
45.824
4.036
4.479
1.655
5.152
-3.497
Subtotaal Reis- en verblijfkosten Onkostenvergoedingen Vorming Opleiding Training* Overige kosten
49.556 791 40 537 45
51.515 880 60 398 84
50.976 812 56 476 227
539 68 4 -78 -143
Totaal personeelsgebonden kosten
50.969
52.937
52.547
390
Bruto salarissen incl. sociale lasten (ambtelijk apparaat) Af: ontvangen uitkeringen i.k.v. FPU, WAO en zwangerschapsverlof en vergoeding detacheringen Salarissen incl. sociale lasten (Staat A.) Bij: Kosten uitzendkrachten/externe deskundigheid
* Dit zijn de VOT-budgetten van eenheden. Organisatiebrede VOT-budgetten worden verantwoord op interne producten. Het totale VOT-budget bedraagt circa € 1,2 miljoen.
In het overzicht van de personeelsgebonden kosten vallen met name de onderschrijding op de salarissen van € 3,1 miljoen en de overschrijding op de kosten van uitzendkrachten/externe deskundigen van € 3,5 miljoen op. De posten hebben een duidelijke relatie met elkaar. Oorzaak van de onderschrijding van de salariskosten is met name de lager dan begrote personele bezetting. Om de mogelijkheden van de organisatie te vergroten ten aanzien van de uitkomsten van de takendiscussie, is bewust gekozen voor het niet (direct) opvullen van vacatures. Om de reguliere taken uit te kunnen voeren en daar waar nodig specifieke expertise in te zetten, is gebruik gemaakt van uitzendkrachten en andere externe deskundigen. Bij de
158
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
inhuur van externen blijft het totale budget personeelsgebonden kosten taakstellend. Per saldo is op het totaal van de personeelsgebonden kosten een onderschrijding van 0,7% gerealiseerd. Niet geraamd waren de ontvangen bedragen van uitkeringsinstanties in verband met zwangerschapsverloven, WAO, FPU en vergoedingen voor detachering totaal € 0,9 miljoen. Het betreft hier incidentele opbrengsten. De overige personeelsgebonden kosten bestaan uit diverse uitgaven die van het jaar tot jaar in hoogte kunnen verschillen maar wel binnen het totale budget van de personeelsgebonden kosten blijven.
Formatie in fte’s In de tabel hieronder wordt een overzicht gegeven van de toegestane formatie en de werkelijke bezetting per ultimo 2004. Uit de tabel blijkt voorts de werkelijke bezetting per einde van het vorige dienstjaar. Bedragen x € 1.000 Formatie in fte’s
Jaarrekening
Begroting Jaarrekening
Verschil
2003
2004
2004
2004
Specificatie naar eenheden Statengriffie Directie Concernstaf/Programma’s en Projecten Bestuurlijke aangelegenheden Economie, Milieu en Toerisme Landbouw, Natuur en Landschap Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid Water en Bodem Wegen en Kanalen Zorg en Cultuur Facilitaire dienstverlening Middelen Kasteel Het Nijenhuis/HSF
5 3 30 87 107 70 91 66 172 41 121 79 12
6 3 20 86 115 73 96 67 191 45 137 90
5 3 21 86 110 66 93 63 161 43 126 75
1
Totaal formatie
884
929
852
–1 5 7 3 4 30 2 11 15
77
* De formatieve bezetting is lager dan toegestaan door een bewuste keuze voor een flexibele organisatie en het in kunnen spelen op de takendiscussie. Daarom worden er bewust vacatures opengehouden.
Jaarverslag 2004
159
Rechtstreeks op programma’s verantwoorde salarissen Naast de gepresenteerde personeelsgebonden kosten is in 2004 € 3,919 miljoen aan salariskosten uitbetaald welke rechtstreeks op de producten zijn verantwoord. In de tabel hieronder wordt hiervan een specificatie gegeven. Bedragen x € 1.000 Rechtstreeks op programma’s verantwoorde salarissen
Jaarrekening
Vergoeding PS-leden Vergoeding GS-leden, uitkeringen en pensioenen oud leden Jaarwedde CvdK IZR-gepensioneerden/voormalig personeel/seniorenbeleid Salaris stagiaires Bijdrage bijzondere ziektekosten (artikel E.12) Premiespaarregeling Diverse vergoedingen Totaal formatie
Begroting Jaarrekening
Verschil
2003
2004
2004
2004
885
826
849
– 23
1.235 170
1.275 180
1.270 171
5 9
1.162 32 23 109 26
1.524 32 24 37 33
1.551 23 15 0 40
– 27 9 9 37 –7
3.642
3.931
3.919
12
Gemiddelde personeelsgebonden kosten per fte De gemiddelde salariskosten per fte (inclusief overwerk en toelagen) en het gemiddelde aan overige personeelsgebonden kosten per fte, berekend naar de feitelijke bezetting over 2004, worden weergegeven in het volgende overzicht. Bedragen x € 1.000 Gemiddelde personeelsgebonden kosten per fte
160
Jaarrekening
Begroting Jaarrekening
Verschil
2003
2004
2004
2004
Gemiddelde salariskosten per fte Reis- en verblijfkosten per fte Onkostenvergoedingen Vorming, opleiding en training per fte Overige kosten per fte
50.887 879 44 595 50
53.671 947 65 428 90
53.803 934 64 548 90
– 132 13 1 – 120 0
Totaal formatie
52.456
55.201
55.439
-238
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Verdeling personeelsgebonden kosten naar extern beleid en apparaatskosten De toerekening van de personeelsgebonden kosten aan de producten vindt plaats door, met behulp van tijdschrijven, de bestede uren te vermenigvuldigen met een voorgecalculeerd uurtarief.
Bedragen x € 1.000
Verdeling personeelsgebonden kosten naar programma’s
Verschil
Percentage
2003
2004
2004
2004
van totaal
4.918 2.673 1.756 3.435 250 5.258 1.039 1.205 6.503 9.515 450
5.964 2.459 2.090 3.782 0 4.935 1.204 1.041 6.465 10.517 490
5.126 2.831 1.947 3.549 238 4.700 965 1.273 6.477 9.774 495
838 – 372 143 233 – 238 235 239 – 232 – 12 743 –5
14 % – 15 % 7% 6%
Totaal extern beleid Apparaatskosten
37.002 13.967
38.947 13.990
37.375 15.127
1.572 – 1.137
4% -8 %
Totaal tlv exploitatie
50.969
52.937
52.502
435
1%
45
– 45
52.547
390
Extern beleid Bestuur Economie en innovatie Water Ruimte Wervende steden Landelijk gebied Zorg Cultuur en welzijn Milieu Bereikbaarheid Veiligheid
Jaarrekening
Begroting Jaarrekening
Tlv voorziening Totaal
50.969
52.937
Jaarverslag 2004
5% 20 % – 22 % 0% 7% –1%
1%
161
Verhouding toerekening personeelsgebonden kosten Intern is de doelstelling dat zoveel mogelijk personeelsgebonden kosten worden toegerekend aan producten waaraan de uren daadwerkelijk zijn besteed. De doelstelling is gericht op een voortgangsbewaking van de urentoedeling evenals een productiviteit per eenheid met een taakstellend karakter. In het volgende overzicht wordt de verhouding weergegeven van de toegerekende personeelsgebonden kosten naar extern beleid en apparaatskosten. Door wijzigingen in de organisatiestructuur zijn in 2004 niet alle personeelsgebonden kosten goed verantwoord. Daar waar problemen bij de verantwoording optraden, zijn de kosten ten laste van de interne producten (apparaatskosten) gebracht. Hierdoor ontstaat een eenmalige verschuiving in de verhouding extern beleid en apparaatskosten.
Verhouding toerekening personeelsgebonden kosten
Jaarrekening
Extern beleid Apparaatskosten
Verdeling personeelsgebonden kosten
80 % 70 % 60 % 50 % 40 % 30 % 20 % 10 % 0% 1999
2000
2001
2002
extern beleid apparaatskosten
162
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
2003
2004
Begroting Jaarrekening
Verschil
2003
2004
2004
2004
73% 27%
74% 26%
71% 29%
3% – 3%
4.5.3 Toe te rekenen apparaatskosten De apparaatskosten (interne producten) worden toegerekend aan de programma’s. Dit gebeurt via dezelfde sleutel als de personeelsgebonden kosten. Binnen de interne producten doen we enkele voorstellen tot resultaatbestemming. Uitstel Audio visuele apparatuur De aanschaf van AV-apparatuur is niet meegenomen in de budgetten voor de renovatie vanwege de jaarlijkse aanwezige beschikbare vervangingsbudgetten. Daarom worden bepaalde aankopen bewust uitgesteld tot na de renovatie GIS-Online De nieuwe technische infrastructuur voor het project GIS-Online en de daarmee nauw verbonden internet applicaties Riscokaart/rampenbestrijding verkeren in een afrondende fase. Door de vertraging op landelijk niveau zijn we niet in staat geweest om de betreffende applicaties eind 2004 af te ronden. Uitstel onderhoud materieel Voorstel om het niet ingezette deel van het budget 2004 in het jaar 2005 in te zetten zodat het onderhouds-en vervangingsprogramma voor steunpunten, auto’s en acties-en bordenwagens is afgestemd op de in 2005 nieuw te vormen organisatie structuur van de eenheid Wegen en Kanalen
Resultaatbestemmingen worden gevraagd voor: uitstel AV-apparatuur GIS-Online Uitstel onderhoud materieel Migratie XP *
€ 37.000 € 68.000 € 222.000 € 142.000
* Bij diverse producten binnen diverse programma’s resteren budgetten voor de migratie naar XP. Dit traject wordt in het kader van de nieuwe werkwijze in 2005 integraal opgepakt. Daarom stellen we voor het totaal van deze onderuitputting over te hevelen naar 2005.
Jaarverslag 2004
163
4.6 Actiefonds Zoals reeds vermeld in de toelichting bij de reserves is het Actiefonds Overijssel in november 2003 ingesteld om door middel van eenmalige projectsubsidies snel, flexibel en adequaat te kunnen reageren op kansen die zich nu voordoen. Een provinciale bijdrage wordt verstrekt onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat andere partners ook een bijdrage leveren en de
projecten binnen twee jaar na toekenning van de bijdrage gerealiseerd zijn. In 2004 heeft de provincie aan een viertal projecten haar medewerking geleverd. De projectsubsidies worden in zijn geheel onttrokken aan deze reserve, als zijnde geraamde bestedingen. Niet-gerealiseerde bestedingen vloeien terug naar de algemene middelen. Bedragen x € 1.000
Reserve Actiefonds
Onttrekking 2004
besteding
besteding
2004
2004
Verschil 2004
Project Zorg en ICT Project Jeugdzorg Project Verbeteren Ruimtelijke kwaliteit IJsseldelta Project Aanleg bermverharding
2.000 1.000 100 50
2.000 1.000 100 50
1.999 182 100 31
1 818 0 19
Totaal
3.150
3.150
2.312
838
Project Zorg en ICT In 2004 is het programma Zorg en ICT in de regio Twente van start gegaan. Doestellingen van het programma zijn: 1. Verbeteren kwaliteit van de gezondheidszorg 2. Stimuleren van de werkgelegenheid in de regio Twente 3. Stimuleren van innovatie
Project Jeugdzorg In het kader van het project “Weg met de wachtlijsten in de jeugdzorg” is vanuit het Actiefonds voor een periode van twee jaar € 1 miljoen beschikbaar gesteld voor het aanpakken van de wachtlijsten in de 24-uurs jeugdzorg. In eerste instantie bestond de gedachte om dit bedrag in 2004 in één keer in te zetten. Aan de hand van de ingediende concrete projectvoorstellen bleek het wenselijk het bedrag gefaseerd in te zetten. De tussentijdse resultaten en gemeten effecten worden betrokken bij de inzet van de volgende fase. Het bedrag van de eerste tranche van ongeveer € 182.000 is volledig in 2004 gesubsidieerd. Het restant van ongeveer € 818.000 wordt in het eerste halfjaar 2005 ingezet. Zo werd in 2004 een begin gemaakt met lichtere vormen van jeugdzorg voor 25 cliënten, waarbij ook tot doel is gesteld uithuisplaatsing te voorkomen.
Gelet op de complexiteit en de betrokkenheid van meerdere partijen uit de zorg en de IT was het noodzakelijk om voorafgaand aan de uitvoering een voorlopig ontwerp op te stellen. Hiervoor hebben Provinciale Staten in totaal € 2 miljoen toegekend. Het op 22 november 2004 opgeleverde resultaat toont aan dat de komende jaren omvangrijke besparingen in de zorg bereikt kunnen worden. Met de uitvoering – door derden – wordt in 2005 een begin gemaakt.
164
Geraamde Gerealiseerde
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Project Verbeteren ruimtelijke kwaliteit IJsseldelta Het project is opgezet met het doel om te komen tot versterking van de sociaal-economische positie en de ruimtelijke kwaliteit in de IJsseldelta. In dit kader is in de tweede helft van 2004 een start gemaakt met het project ‘Streekeigen huis en erf’, gericht op verbetering van de beplanting van erven in de Mastenbroekerpolder. Met het opstellen van een beplantingsplan voor de gehele Mastenbroekerpolder wil men zich vooral richten op accentuering van de weidsheid van het poldergezicht. Project Aanleg bermverharding Het op grote schaal aanleggen van bermverharding geeft een stevige impuls aan de verbetering van de verkeersveiligheid op provinciale wegen en daarmee ook de bereikbaarheid van steden en dorpen. In de tweede helft van 2004 is gestart met de besteksvoorbereidingen van bermverhardingsprojecten in het kader van het actiefonds. De bestekken zijn nagenoeg aanbestedingsgereed en zullen begin 2005 op de markt worden gezet. Vervolgens zal gestart worden met de aanleg van 100 kilometer bermverharding langs provinciale wegen.
4.7 IJsselmijgelden Tot en met 2003 worden de rente en vaste dividenduitkeringen die wij ontvangen van de Essent Groep gestort in de bestemmingsreserve IJsselmijgelden. Destijds is door de Staten een lijst met uit te voeren projecten opgesteld die voldoen aan een aantal criteria. Momenteel worden deze projecten uitgevoerd; de uitvoering is gebonden aan bepaalde kaders en procedures. Bij de jaarrekening 2003 hebben PS besloten dat de IJsselmijreserve in 2004 en 2005 door zou lopen. Bij de Jaarrekening 2005 zal worden aangegeven of de IJsselmijreserve in 2006 wel afgebouwd kan worden en op welke wijze dit dan plaatsvindt. De taakstelling van € 4,5 miljoen uit het onderhandelingsakkoord op de IJsselmijreserve is in 2004 geëffectueerd.
Jaarverslag 2004
165
Bedragen x € 1.000 IJsselmijgelden
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
Grotestedenbeleid algemeen Bijdrageregeling riolering buitengebied Vinex Twente Omlegging Ommen N 34/N 36 Voorfinanciering infrastructurele projecten RW 35 weg/spoortunnel Nijverdal Mengfietspaden Knelpunten openbaar vervoer Milieubeschermingsgebieden Stimulering particulier beheer natuur, bos en landschap Subsidies diverse projecten faunavoorzieningen Ontwikkeling landbouwstimuleringsgebied Ontwikkeling project "Beter met Bos" Plattelandsvernieuwing doelstelling 5B Inrichting landelijk gebied Reconstructie Fietspaden, Hanzestedenprojecten, Overijsselpromotie Co-financiering WCL-Vecht-Regge en WCL-No-Twente Co-financiering EPD-Twente '97-'99 Co-financiering diverse Europese programma's 2000-2006 Herstructurering en upgrading bedrijvenomgeving Westerval Enschede Herstructurering langs de zuidelijke invalsweg Enschede Ontwikkeling bedrijventerreinen Twente/TIPP-regeling 2001 Revitalisering bedrijventerreinen buiten Twente Extra impuls monumentenzorg Kulturhusen Zorgprojecten Jeugdzorg Grote stedenbeleid Verbetering accommodatie Het Nijenhuis
Totaal
Beschikbaar
Onttrekking
Taakstelling
Restant
per 1-1-’04
2004
onderhande-
beschikbaar
lingsakkord
per 31-12-’04
267 452 9 4.538 817 2.495 114 161 68
95 161 14
19
1.525
9.735
4.327
107 2 3
18 2 22
360 25
78 19
349
5.059
28
40
50
50
2.577 295 393 10 374 150 17 1.780
30 12 3 16 5 17 1.739
26.756
8.185
* Bij een aantal onderwerpen zijn de projecten afgerond. Het resterende budget zal vrijvallen.
267 383 9 4.538 817 2.495 * * -306 39 80 53 45 160 * 198 1* 8* 1*
40
Totaal Taakstelling onderhandelingsakkoord
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
32
171 82 84 45 238 37 200 23 8 1.526
Taakstelling onderhandelingsakkoord uit onderuitputting afgeronde projecten, rentebaten en bijdrage aan de algemene middelen uit het product 'organisatie nutsvoorzieningen'
166
37
* 195
241
1.346
3.129 4.475
2.352 295 381 7* 117 145 * 41 17.225
1. Grotestedenbeleid algemeen Uit de Deelconvenanten Grotestedenbeleid 1998-2000 staat voor de gemeenten Deventer en Almelo nog een bedrag open van € 267.000. Hiervan is in januari 2005 € 127.000 aan Deventer uitbetaald. Het provinciale geld is besteed aan revitalisering van Bergweide (onderdeel bodemsanering van voormalige vuilstort) en het Deventer Binnenstadsperspectief (onderdeel Binnenstad Beter). Met de gemeente Almelo is de afspraak gemaakt dat 31 december 2005 de einddatum is waarop de verantwoording moet worden ingediend van de projecten Multifunctionele accommodatie Kerkelanden/Aalderinkshoek en Bodemsanering Grotestraat Zuid/Holtjesweg, tezamen voor een bedrag van € 140.000.
2. Bijdrageregeling riolering buitengebied In 2004 hebben de gemeenten een grote inhaalslag gemaakt met de aanleg van riolering in het buitengebied. Duizenden woningen in het gemeentelijke buitengebied zijn alsnog voorzien van een aansluiting op het riool. In 2004 is bij voorschot reeds een bedrag van € 80.000 uitgekeerd, waarvan € 37.000 ten laste van de IJsselmijgelden. Gemeenten hebben tot 1 mei 2005 de tijd om de benodigde eindafrekeningen in te dienen. Daarna zal duidelijk worden wat de uiteindelijke omvang is van de provinciale bijdrage in de kosten van rioolaanleg in gebieden die kwetsbaar zijn voor lozingen van huishoudelijk afvalwater.
3. Vinex Twente Uit de Deelconvenanten Grotestedenbeleid 19982000 staat voor de gemeenten Almelo nog een bedrag open van € 9.000 voor de bodemsanering Grotestraat Zuid/Holtjesweg, zijnde 10% van de door de provincie beschikbaar gestelde middelen. De gemeente Almelo heeft tot eind 2005 de tijd genoemde projecten alsnog te realiseren en af te rekenen.
4. Omlegging Ommen N34/N36 De omlegging Ommen dient de verkeersdruk op het centrum van Ommen, veroorzaakt door de huidige infrastructurele situatie, te verlichten. De onderhandelingen tussen Rijk, provincie en gemeente hebben in 2004 nog niet geleid tot een overeenkomst tussen de partijen. In 2004 werd duidelijk dat de raming van de kosten fors naar boven moest worden bijgesteld, hetgeen tot heronderhandeling heeft geleid. De aanbesteding en uitvoering, die nu is gepland voor 2007 - 2009,
zal pas worden gestart als die overeenkomst getekend is. Het volledige bedrag is nodig ter dekking van de reeds toegezegde provinciale bijdrage aan het project.
5. Voorfinanciering infrastructurele projecten Dit bedrag is een onderdeel van de toezegging van de provincie aan de gemeente Almelo (ten bedrage van totaal € 1,6 miljoen) voor de projecten Almelo Verdiept (verdiepte aanleg van het spoor in binnenstad Almelo over een lengte van ongeveer 1 km) en Nijreessingel. Het bedrag staat geraamd voor 2005. In 2004 is een begin gemaakt met de aanleg van de Nijreessingel. Het project Almelo Verdiept is nog niet gestart. Uitvoering is afhankelijk van de onderhandelingen tussen partijen (o.a. gemeente en ProRail).
6. RW35 weg/spoortunnel Nijverdal De middelen zijn bestemd voor de provinciale bijdrage aan de aanleg van een gecombineerde weg/spoortunnel door het centrum van Nijverdal, ter oplossing van de congestieproblemen op de RW35 aldaar. In 2004 hebben nadere onderhandelingen plaatsgevonden over de overeenkomst tussen Rijk, provincie en gemeenten, met name naar aanleiding van ontwikkelingen rond tunnelveiligheid en de aanleg van een tunneldak over de spoortunnel. Naar verwachting kan de overeenkomst begin 2005 worden getekend. Afronding van het project is voorzien in 2014. Het volledige bedrag is nodig ter dekking van de reeds toegezegde provinciale bijdrage aan het project.
7. Mengfietspaden Met behulp van een bijdrage uit het stimuleringsbudget voor mengfietspaden hebben de gemeenten Enschede / Haaksbergen en Steenwijkerland in 2004 fietspaden aangelegd. Het budget is geheel besteed. Voor 2005 zijn geen middelen meer beschikbaar gesteld. Daarmee is dit project afgerond.
8. Knelpunten openbaar vervoer Dit betreft de “De Boer”-gelden, die beschikbaar zijn gesteld voor het oplossen van infrastructurele knelpunten die een belemmering vormen voor het openbaar vervoer. In 2004 is het project dat de gemeente Zwolle in dit kader heeft uitgevoerd gereedgekomen en afgerekend.
Jaarverslag 2004
167
9. Milieubeschermingsgebieden Deze IJsselmijgelden zijn ingezet als cofinanciering van het uitvoeringsprogramma Stimuleringsbeleid milieubeschermingsgebieden. Deze regeling is tot en met juni 2002 verlengd. Het laatste project “Samen over de Reest” wordt in 2005 afgewikkeld. Bij het beschikbaar stellen van het IJsselmij budget is afgesproken dat er primair rijksgeld zou worden aangewend ter uitvoering van de jaarprogramma’s en dat secundair IJsselmij middelen zouden worden aangewend. De afronding van de SGM richting het ministerie van VROM zal in 2005 plaatsvinden. De financiële gevolgen van de afwikkeling van de SGM regeling zijn in deze jaarrekening verwerkt.
10. Stimulering particulier beheer natuur, bos en landschap Voor stimulering van particulier beheer natuur, bos en landschap wordt een aantal projecten gesubsidieerd. In 2004 zijn de meeste projecten tot afwikkeling gekomen. De lagere uitgaven in 2004 worden veroorzaakt doordat nog 3 projecten in uitvoering zijn, waarvan de eindafrekening in 2005 zal plaatsvinden.
11. Subsidies diverse projecten faunavoorzieningen In Noordwest Overijssel is de uitzetting van de otter succesvol. De dieren zijn in het gehele gebied van Noordwest Overijssel waargenomen. Om te voorkomen dat de otters slachtoffer worden van het verkeer, moeten bij een aantal provinciale wegen voorzieningen worden aangelegd om een veilige oversteek te bieden. In het kader van de landinrichting Noordwest Overijssel worden in 2005 nog 7 faunapassages aangelegd.
168
Het gaat om de aanleg en restauratie van lanen, het inrichten van natuurontwikkelingsgebiedjes en afrondende bosaanleg. Het gaat om werkzaamheden op de locatie om en nabij de Wythmenerplas die in het eerste halfjaar van 2005 zullen plaatsvinden.
14. Plattelandsvernieuwing doelstelling 5B De middelen zijn bedoeld als risicodekking voor Doelstelling 5B projecten (EFRO en EOGFL). Gezien de omvang van het risicovermogen is de specifieke risicodekking binnen de IJsselmij niet meer nodig en wordt het risico ondergebracht binnen de beschikbare buffer. De overige middelen voor plattelandsvernieuwing zijn herricht naar de uitvoering van de reconstructie. In 2005 worden de middelen besteed aan de realisatie van het uitvoeringsprogramma reconstructie 2005/2006.
15. Inrichting landelijk gebied In 2004 zijn de laatste subsidies voor de realisatie van projecten op het gebied van integrale plattelandsvernieuwing verstrekt. Hiermee is dit project geheel afgerond.
16. Reconstructie In het kader van de landinrichting vindt nog een bedrijfsverplaatsing plaats. Daarnaast is de verplaatsing van een intensieve veehouderij in een vergevorderd stadium. Afronding van de bedrijfsverplaatsingen wordt in 2005 verwacht. Daarnaast wordt in 2005 het project Hart van Twente afgewikkeld.
17. Fietspaden, Hanzestedenprojecten, Overijsselpromotie De projecten zijn afgerond. In 2004 heeft eindafrekening plaatsgevonden van het laatste onderdeel.
12. Ontwikkeling landbouwstimuleringsgebied De middelen worden ingezet als subsidiebijdrage voor de realisatie van projecten op het gebied van integrale plattelandsvernieuwing. De restende gelden dienen beschikbaar te blijven om het laatste project af te kunnen wikkelen.
18. Co-financiering WCL-Vecht-Regge en WCL-No-Twente De projecten zijn eind 2002, begin 2003 door LNV vastgesteld. Inmiddels zijn de projecten afgerekend en kan het resterende budget van € 8.000 vrijvallen.
13. Ontwikkeling project “Beter met Bos” Zwolle De middelen zijn bestemd als bijdrage voor de aanleg van bos in de gemeente Zwolle. Voor het restant middelen worden afrondende projecten voorgesteld die passen binnen het project.
19. Co-financiering EPD-Twente De lopende Europese programma’s, met een looptijd tot 2006, zijn vooral gericht op doelstellingen op het gebied van plattelandsontwikkeling, werkgelegenheid, recreatie en toerisme en interregionale / transnationale
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
samenwerking. Het betreft onder meer Enig ProgrammeringsDocument Oost Nederland, PlattelandsOntwikkelingsProgramma (POP), Leader+ en Interreg IIIA/B. In 2004 zijn voor alle lopende programma’s projecten toegewezen en beschikt en lopende projecten afgewikkeld.
20. Co-financiering Europese programma’s Bij het Statenbesluit over de financiering van de Europese programma’s 2000 – 2006 (Statenstuk 200227) is vastgesteld dat GS gemandateerd is tot eventueel overhevelen van cofinanciering tussen programma’s binnen zowel de beschikbaar gestelde middelen als de ten taak gestelde bijdrage uit bestaand beleid. In eerste instantie zijn de beschikbaar gestelde IJsselmij-gelden ingezet, nu deze vrijwel geheel zijn toegekend wordt het reguliere cofinancieringgeld ingezet.
21. Herstructurering bedrijvenomgeving Westerval Enschede Het gaat hier om herstructurering en upgrading van de bedrijvenomgeving Westerval in Enschede. Het project Westerval Enschede loopt, maar de projectuitvoering heeft vertraging opgelopen. Voor het indienen van de eindafrekening heeft de gemeente Enschede uitstel gekregen tot oktober 2006.
22. Herstructurering langs de zuidelijke invalsweg Enschede De Zuiderval is de verbindingsweg tussen de A35 en het centrum van Enschede. Voor verwerving, sanering en sloop in het deelgebied het Eeftink was een bijdrage aan de gemeente Enschede toegekend. De sanering en het bouwrijp maken van deelgebied het Eeftink is inmiddels afgerond en eindafrekening heeft in 2004 plaatsgevonden.
23. Ontwikkeling bedrijventerreinen buiten Twente De co-financieringsmiddelen voor het TIPP investeringsprogramma 2001 zijn onder andere ingezet voor het project herstructurering Tweede Havenarm in de gemeente Deventer. De projecten kennen een lange doorlooptijd en naar verwachting worden de projecten vanaf 2008 afgerond. Het project Zuiderzeehaven Kampen loopt achter op de planning. Dit werd vooral veroorzaakt door het ontbreken van formele toestemming van het Ministerie van Binnenlandse Zaken voor participatie in de Zuiderzeehaven. Deze is inmiddels
binnen en het gewijzigde bestemmingsplan is dit jaar door GS goedgekeurd. De ontwikkeling van het terrein is gestart.
24. Revitalisering bedrijventerreinen buiten Twente Het project revitalisering Bergweide eerste havenarm Deventer is reeds gestart en loopt tot en met 2008. Het project De Kol/Vletmaarsgaten te Holten is gestart in 2002, maar de gemeente heeft veel moeite het project financieel sluitend te krijgen. De bijdrage van de provincie is hierin een eerste stap; in 2005 zal hierover meer duidelijkheid ontstaan.
25. Extra impuls monumentenzorg Het project dat in 2004 afgerond is betrof de Restauratie van de Synagoge in Enschede. De overige drie projecten worden in 2005 afgerekend en daarbij gaat het om de herbestemming en restauratie van een zestal bedrijfsgebouwen in de Raambuurt te Deventer en de herinrichting van het Diamanten Bolwerk van de gemeente Zwartewaterland en de restauratie van de Ned. Hervormde Kerk te Wesepe.
26. Kulturhusen Uit de investeringsbijdragen IJsselmijgelden worden een aantal Kulturhusen, dan wel haalbaarheidsonderzoeken naar Kulturhusen, gesubsidieerd. In 2004 is het Kulturhusenproject in Olst/Wijhe afgerond en afgerekend. De laatste verplichting die stond voor de afrekening Kulturhus Zwolle is gefinancierd uit regulier budget. Voor 2005 is geen budget meer benodigd.
27. Zorgprojecten De IJsselmijgelden zijn de afgelopen jaren ingezet voor het bereiken van de doelstellingen van het provinciale zorgbeleid. Het restant budget zal in 2005 worden ingezet.
28. Jeugdzorg Deze middelen zijn bestemd voor drie projecten in het kader van de Regiovisie Jeugdzorg Overijssel en de Wet op de Jeugdzorg. In december 2002 zijn de laatste formele verplichtingen aangegaan. Het betreft • een project in het kader van de verbetering van de aansluiting tussen jeugdzorg en onderwijs • een project rond de ontwikkeling van de registratie van jeugdzorggegevens
Jaarverslag 2004
169
• een project rond de ontwikkeling van modularisering van de jeugdhulp Als gevolg van vertraging van de inwerkingtreding van de Wet op de Jeugdzorg (1-1-2005) zullen de uitgaven voornamelijk na deze datum plaatsvinden.
29. Grotestedenbeleid Met dit budget zijn diverse projecten gefinancierd op het terrein van zorg en welzijn te Zwolle in het kader van het Grote Steden Beleid. In 2004 heeft de afrekening met Zwolle plaatsgevonden.
30. Verbetering accommodaties Museum De Fundatie Op 5 februari 2003 heeft Provinciale Staten besloten (PS/2003/87) Museum De Fundatie (MDF; voorheen Stichting Hannema-de Stuers Fundatie (HSF) een investeringssubsidie toe te kennen voor verbetering van de accommodatie Het Nijenhuis en het voormalig Gerechtsgebouw te Zwolle. Het project is bevoorschot op basis van financiële rapportage en financiële verantwoording door HSF, zijnde de opdrachtgeefster. Financiële eindverantwoording (inclusief accountantsverklaring) door HSF zal plaatsvinden in 2005 wanneer de verbouwing in zijn geheel is afgerond.
170
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
4.8 Nieuw beleid Voor 2004 is in het onderhandelingsakkoord en bij latere beleidsintensiveringen een bedrag van ruim € 28 miljoen beschikbaar gesteld voor nieuw beleid in 2004. Daarnaast is ook in voorgaande bestuursperioden nieuw beleid ingezet dat doorloopt in 2004. In bijlage A is per programma een specificatie van het nieuw beleid opgenomen, inclusief een toelichting op de besteding.
Jaarverslag 2004
171
4.9 Investeringen Voor investeringen in 2004 was conform de begroting € 27,9 miljoen beschikbaar. Uit de toelichting op de balans blijkt dat in 2004 investeringen zijn gerealiseerd voor een bedrag van € 10 miljoen, zodat ruim € 17,9 miljoen aan niet aangesproken investeringskredieten resteert. In onderstaande tabel zijn de geplande en gerealiseerde investeringen per krediet weergegeven. Investeringskredieten zijn iets anders als exploitatiebudgetten. Gerealiseerde investeringen worden op de balans zichtbaar onder de vaste activa. Voor deze activa geldt dat de budgettaire gevolgen van de investeringen via de kapitaallasten (afschrijving en rente) zichtbaar worden in de exploitatie. Een vertraagde investering heeft tot gevolg dat er met ingang van een later moment kapitaallasten ontstaan, waardoor er een incidenteel voordeel plaatsvindt. Dit voordeel bestaat uit één jaar lagere afschrijvingen en rentekosten. Als een investering goedkoper uitvalt dan geraamd, leidt dit in de toekomst tot structureel lagere kapitaallasten. Met andere woorden: niet in één keer een budgettair voordeel ter hoogte van de lagere investering, maar uitgesmeerd over de afschrijvingstermijn. Afhankelijk van de aard van de investering bedraagt deze termijn 3 tot 40 jaar. Dit is conform de nota Activering en afschrijving van investeringen in materiële vaste activa PS/2004/40, zoals deze op 17 maart 2004 door PS is vastgesteld.
172
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Bedragen x € 1.000 Investeringen per programma
Begroting
Rekening
2004
2004
Saldo
Algemeen financieel-bestuurlijk Promotie, externe betrekkingen en lobby Renovatie provinciehuis
23 8 3.800
23 6 2.521
0 2 1.279
Totaal Bestuur
3.831
2.550
1.281
Stimulering werkgelegenheid
0
820
-820
Totaal Economie en innovatie
0
820
-820
Grondwaterbeheer
157
154
3
Totaal Water
157
154
3
Planvorming provinciale wegen Realisatie provinciale wegen Beheer en onderhoud waterwegen
1.981 15.358 1.729
36 6.277 159
1.945 9.081 1.570
Totaal Bereikbaarheid
19.068
6.472
12.596
Openbare orde en veiligheid
34
26
8
Totaal Veiligheid
34
26
8
Centraal applicatiebeheer Vastgoed Huisvesting en inrichting Horeca-voorzieningen Documentaire informatievoorziening Document productie I.C.T. Dienstverlening provinciale infrastructuur
133 413 24 76 122 113 2.784 1.156
72 41 0 0 2 0 785 -130
61 372 24 76 120 113 1.999 1.286
Totaal overhead
4.821
770
4.051
27.911
10.792
17.119
Bestuur 2.1.40.05 2.1.60.05 2.1.70.05
Economie en innovatie 2.7.10.10
Water 2.4.40.05
Bereikbaarheid 2.3.10.02 2.3.10.12 2.3.30.06
Veiligheid 2.2.00.05
Toe te rek. apparaatskosten 3.0.15.75 3.0.30.05 3.0.30.10 3.0.30.15 3.0.30.25 3.0.30.30 3.0.30.35 3.1.00.25
Totaal
Jaarverslag 2004
173
Bestuur 2.1.40.05 Algemeen financieel bestuurlijk toezicht In 2004 is een Gemeentelijk Informatiesysteem Financieel Toezicht aangeschaft. Hiermee kunnen de gegevens van gemeenten en WGR regelingen inzichtelijk worden gemaakt, waardoor er een hulpmiddel beschikbaar is gekomen ten behoeve van de beoordeling van begrotingen en jaarrekeningen en daarmee samenhangend de financiële positie van gemeenten. Hiermee is een randvoorwaarde gecreëerd ten behoeve van de vernieuwing respectievelijk modernisering van het toezicht. 2.1.60.05 Promotie, externe betrekkingen en lobby Na een proefperiode in het najaar van 2004 is definitief overgegaan tot digitale voorbereiding van de provinciale knipselkrant. Daarvoor is scanapparatuur met bijbehorende software aangeschaft. In de overige apparatuur van de grafische studio heeft de noodzakelijke vervanging plaatsgevonden. 2.1.70.05 Renovatie provinciehuis De voorbereiding van de renovatie is in 2004 grotendeels afgerond. De ontwerpen zijn afgerond en aanbestedingsgereed gemaakt. De bouwkundige en installatietechnische bestekken zijn Europees aanbesteed. De definitieve gunning zal begin 2005 plaatsvinden en er zal op korte termijn met de werkzaamheden worden gestart. Het niet ingezette deel van de geraamde voorbereidingskosten in 2004 ad € 1,3 miljoen, zal in 2005 worden ingezet ten behoeve van de laatste voorbereidingen voorafgaande aan het definitieve bouwkundige proces. Richting medewerkers is een actief communicatietraject opgestart om hen te informeren over de renovatie, de tijdelijke huisvesting en de effecten van het nieuwe werkplekconcept. Economie en Innovatie In het begin van de 90-tiger jaren heeft de provincie een bijdrage van € 820.000 verleend voor de aankoop van gronden door de stichting Oostland ten behoeve van de aanleg van een combiterminal in Oldenzaal. Onlangs is de stichting Oostland opgeheven en zijn de gronden overgedragen aan de provincie. De destijds verleende bijdrage is als verkrijgingsprijs geactiveerd. Dit resulteert in een niet begrote baat van € 820.000.
174
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Water In november 2003 hebben Provinciale Staten de automatisering van het grondwaterstand meetnet goedgekeurd. In 2004 is de optimalisering en de volledige automatisering van het meetnet gerealiseerd. De gegevensverzameling vindt sindsdien plaats door volledig geautomatiseerde meetlocaties. Bereikbaarheid 2.3.10.02 Planvorming provinciale wegen Er zijn in 2004 diverse projecten vanuit het meerjarige provinciale uitvoeringsprogramma infrastructuur gerealiseerd (o.a. fietspad Hengevelde – Neede, N 742 Delden – Borne, aansluiting A1 op N347, traverse Zwartsluis). Dit heeft bijgedragen tot een betere bereikbaarheid en een verkeersveiligheid in Overijssel. De in 2004 uitgevoerde projecten zijn deels gerealiseerd met co-financiering vanuit het Regionaal Mobiliteits Fonds en deels zijn beschikbare middelen uit voorgaande jaren ingezet. Dit heeft er toe geleid dat de voor 2004 geraamde investeringsmiddelen niet in 2004 zijn ingezet en beschikbaar blijven voor uitvoering van het meerjarig uitvoeringsprogramma in de komende jaren. 2.3.10.12 Realisatie provinciale wegen Er zijn in 2004 diverse projecten in het kader van het PVVP gerealiseerd, dit heeft bijgedragen tot een betere bereikbaarheid en een verkeersveiliger Overijssel. Een deel van de projecten is gerealiseerd met cofinanciering vanuit het Regionaal Mobiliteitsfonds wat tot een lagere inzet van investeringsbudgetten heeft geleid. Bij de aanleg van de rondweg Deventer (N348) zijn grote vorderingen geboekt en dit majeure project zal begin 2005 volledig worden afgerond. De voor dit project beschikbare investeringsbudgetten zijn voor een deel niet aangewend omdat in de kosten van aanleg bijdragen van derden zijn ontvangen. Als gevolg hiervan is per saldo ongeveer € 9 miljoen minder geïnvesteerd dan begroot. 2.3.30.06 Beheer en onderhoud waterwegen Voor het jaar 2004 stonden de uitvoering van de projecten natuurvriendelijke oevers en automatisering van enkele bruggen gepland. Beide projecten hebben vertraging opgelopen maar zijn inmiddels besteksgereed gemaakt of aanbesteed zodat uitvoering en inzet van middelen in 2005 plaats kan vinden. De vertraging bij de aanleg van natuurvriendelijke oevers werd veroorzaakt door problemen bij de grondaankoop, terwijl de automatisering van brug- en sluisbediening
werd vertraagd door langdurige onderhandelingen met diverse partijen. Een en ander heeft geleid tot een onderuitputting van € 1,5 miljoen. Veiligheid Eind 2004 is het nieuwe provinciale coördinatiecentrum gereedgekomen. Dit als voorloper van de renovatie van het provinciehuis die in 2005 van start gaat. Het provinciale coördinatiecentrum is ter ondersteuning van de rol van de Commissaris van de Koningin bij de coördinatie van rampenbestrijding c.q. crisismanagement. Naar aanleiding van gebruikerstests en een bestuurlijke oefening in februari is het centrum in maart definitief gebruiksgereed. Toe te rek. apparaatskosten 3.0.15.75 Beheer centrale informatiesystemen. In 2004 is het informatiesysteem Civision in gebruik genomen. In 2004 is dit systeem verder ingericht en geoptimaliseerd. Civision is inhoudelijk volledig afgerond; kort na balansdatum vindt de administratieve afhandeling van de acceptatie van alle modules plaats. Een ander deel van de investeringsgelden is bedoeld voor aanpassing van het personeelsinformatiesysteem aan relevante wet- en (interne) regelgeving. Deze zal in de loop van 2005 duidelijk worden. Dan zal ook bezien worden wat aan het systeem aangepast moet worden. 3.0.30.05 Vastgoed In de begroting is een bedrag van in totaal € 413.000 opgenomen voor vervangingsinvesteringen op het Nijenhuis en de renovatie van de parkeerplaatsen en de Mien Ruijstuin bij het provinciehuis. In verband met de renovatie van het provinciehuis werden in 2004 alleen de in dat jaar noodzakelijke investeringen uitgevoerd. De investeringen met betrekking tot het provinciehuis zijn hierdoor doorgeschoven naar 2005. De beoogde investeringen op het Nijenhuis lopen parallel aan het project van de accommodatieverbetering Nijenhuis. Het gaat hier om investeringen die zijn uitgesteld in afwachting van de renovatie van het Nijenhuis. Nu de renovatie daarvan inmiddels gereed is, zullen de overige investeringen in 2005 gerealiseerd worden.
3.0.30.15 Horeca voorzieningen Dit budget is gereserveerd voor de vervanging van de buffetten van het personeelsrestaurant en een bandvaatwasser. Deze investering is uitgesteld tot 2006. 3.0.30.25 Documentaire informatievoorziening In het kader van de nieuwe manier van werken zal het huidige DOCMAN vervangen worden door een nieuw documentair informatiesysteem. Hiertoe is in 2004 een project Elektronisch Documentbeheer Overijssel (EDO) gestart. Zoals in de Najaarsnota 2004 gemeld is, zal de besteding in 2005 plaatsvinden. 3.0.30.30 Document producties Het budget van € 113.000 is bestemd voor apparatuur voor de repro. Eind 2004 zijn twee opdrachten verstrekt, waardoor het gehele bedrag in 2005 zal worden besteed. 3.0.30.35 ICT Het budget van € 2.784.500 is gereserveerd voor investeringen in de werkplek (KA, GIS, internet en intranet). De keuze van het nieuwe kantoorconcept is van wezenlijk belang voor de inrichting van de ICT hulpmiddelen op de werkplek. In de loop van 2004 is duidelijk geworden hoe het kantoorconcept eruit ziet. Een deel van het investeringsbudget zal in 2005 en 2006 besteed worden. 3.1.00.25 Dienstverlening Provinciale Infrastructuur De investeringen in het Product Dienstverlening Provinciale Infrastructuur zijn uitgesteld. In het kader van de te verwachten ontwikkelingen binnen de eenheid Wegen en Kanalen zijn investeringen in gebouwen uitgesteld, dit om kapitaalvernietiging te voorkomen (uitgestelde nieuwbouw steunpunt Wilsum). De voor 2004 geplande investeringen in materieel voor de gladheidbestrijding zijn uitgesteld naar 2005 om dan door middel van één Europese aanbesteding nieuw materieel aan te kunnen schaffen. Dit alles heeft geleid tot een onderuitputting van € 1,3 miljoen. De niet ingezette middelen zullen naar verwachting grotendeels in 2005 worden besteed.
3.0.30.10 Huisvesting en inrichting Het budget van € 24.000 is gereserveerd voor Marlog, een systeem voor werkplekregistratie. In verband met de renovatie van het provinciehuis werden in 2004 alleen de in dat jaar noodzakelijke investeringen uitgevoerd. De investering wordt uitgesteld tot 2006.
Jaarverslag 2004
175
4.10 Detailoverzicht baten en lasten In de tabellen in deze paragraaf is de staat van baten en lasten uit paragraaf 4.4 verder gespecificeerd. Zo wordt in de eerste tabel onderscheid gemaakt in de
primitieve begroting en de begroting na alle wijzigingen. Daarna worden de uitputtingen van de programma’s op productniveau toegelicht.
Bedragen x € 1.000
Rekening 2003 Programma
baten
lasten
saldo
baten
lasten
saldo
Bestuur Economie en innovatie Water Ruimte Wervende steden Landelijk gebied Zorg Cultuur en welzijn Milieu Bereikbaarheid Veiligheid
1.003 63.725 13.210 6.310 183 6.502 50.452 5.666 22.459 48.592 20
18.022 63.162 33.469 13.471 4.414 23.550 58.396 30.555 35.527 86.435 2.195
-17.019 563 -20.259 -7.161 -4.231 -17.048 -7.944 -24.889 -13.068 -37.843 -2.175
237 26.251 1.402 6.618 435 44.071 4.783 15.489 27.031 3
17.037 32.225 21.424 17.345 3.460 32.872 52.589 29.020 27.797 81.215 1.429
-16.800 -5.974 -20.022 -10.727 -3.460 -32.437 -8.518 -24.237 -12.308 -54.184 -1.426
Subtotaal programma's
218.122
369.196
-151.074
126.320
316.413
-190.093
Algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien
174.604
1.309
173.295
167.946 12.294
4.403 250
163.543 12.044
Resultaat voor bestemming
392.726
370.505
22.221
306.560
321.066
-14.506
Storting/onttrekking reserves
33.242
40.770
-7.528
51.616
37.110
14.506
Resultaat na bestemming
425.968
411.275
14.693
358.176
358.176
0
8.516 3177 3000
-8.516 -3.177 -3.000
425.968
0
358.176
358.176
0
Resultaatbestemmingsvoorstellen Storting in het Actiefonds Storting in de Algemene dekkingsreserve
Vrij besteedbaar resultaat
176
begroting 2004 primitief
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
425.968
Bedragen x € 1.000
Begroting 2004 na wijzigingen
Rekening 2004
baten
lasten
saldo
baten
lasten
saldo
115 67.054 9.701 7.670 5.839 53.180 5.378 28.072 56.233 3
18.288 55.595 31.301 22.013 2.214 38.186 61.935 30.621 41.240 107.816 1.881
-18.173 11.459 -21.600 -14.343 -2.214 -32.347 -8.755 -25.243 -13.168 -51.583 -1.878
627 57.617 1.712 7.648 24 2.492 49.673 5.492 15.175 47.396
16.851 39.043 22.156 17.266 2.499 23.609 56.777 30.316 29.443 91.830 1.850
-16.224 18.574 -20.444 -9.618 -2.475 -21.117 -7.104 -24.824 -14.268 -44.434 -1.850
233.245
411.090
-177.845
187.856
331.640
-143.784
164.738 1.700
1.528 503
163.210 1.197
168.594 314
2.140 480
166.454 -166
399.683
413.121
-13.438
356.764
334.260
22.504
47.131
33.693
13.438
43.892
56.648
-12.756
446.814
446.814
0
400.656
390.908
9.748
9.588
-9.588
160
-160
400.656
0
446.814
446.814
0
400.656
Jaarverslag 2004
177
4.10.1 Bestuur
Bedragen x € 1.000
Bestuur Begroting 2004 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Baten
Besturen met rendement Ondersteuning bestuursorganen: PS Ondersteuning bestuursorganen: GS Evaluatie en monitoring Rechtspositie PS Rechtspositie GS Rechtspositie Commisaris van de Koningin Bestuurlijke organisatie Internationalisering Algemeen financieel toezicht op gemeenten Beschikkingen en klachtenbehandeling Benoemingen en onderscheidingen Toezicht archiefzorg Samenwerking Interprovinciaal Overleg Juridische advisering Juridische kwaliteitszorg Verzekeringen en aansprakelijkstellingen Strategische visie Programma's en projecten: overige ramingen Project renovatie provinciehuis Programma De Andere Provincie Totaal besturen met rendement
10
28
38
Rekening 2004
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
780
-780
13
489
-476
304
261 943 1.384
-261 -933 -1.384
116
116 915 1.481
-116 -915 -1.365
145 18 19
187 37 144
-187 -37 -144
-172 -37 -122
15
10
172 37 132
6 40
-6 -12
67
7 38
-7 29
-1 41
571 28 29 194
-571 -28 -29 -194
667 50 29 390 1
-571 -50 -29 -243 -1
125
-125
111
-111
14
4.729
-4.691
449
4.635
-4.186
505
27
27
1.147
-1.147
97
1.384
-1.287
-140
771 19
-721 -19
47
616 17
-569 -17
152 2
825
-825
7
718
-711
114
96
147
22
-22 -49 1
Vergroten sociale en maatschappelijke betrokkenheid Dienstverlening Commissaris van de Promotie en externe betrekkingen en lobby Journalistieke producties, internetredactie en mediacontacten Communicatie-advies en ondersteuning Programma informatie- en communicatietechnologie
50
27
Totaal vergroten sociale en maatschappelijke betrokkenheid
77
2.762
-2.685
178
2.735
-2.557
128
Totaal programmakosten Bestuur
115
7.491
-7.376
627
7.370
-6.743
633
0
5.964
-5.964
0
5.126
-5.126
838
Toegerekende apparaatskosten Bestuur 0 –––––––– Totaal Programma Bestuur 115
4.833 –––––––– 18.288
-4.833 –––––––– -18.173
0 –––––––– 627
4.355 –––––––– 16.851
-4.355 –––––––– -16.224
478 –––––––– 1.949
Personeelsgebonden kosten Bestuur
178
27
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
4.10.2 Economie en innovatie
Bedragen x € 1.000
Economie en innovatie Begroting 2004 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Baten
Lasten
Saldo
793
-793
1.547
2.722 802
-1.175 -802
1.547
4.317
Loonkostensubsidie, ruimte voor ondernemen en vergroten innovatief vermogen Stimulering werkgelegenheid 5.072
Rekening 2004
––––––––––––––––––––––––––––––––
––––––––
Lasten
Saldo
252
-252
541
1.548
2.426 801
-878 -801
297 1
-2.770
1.548
3.479
-1.931
839
13.302
-8.230
5.899
10.423
-4.524
3.706
5.072
13.302
-8.230
5.899
10.423
-4.524
3.706
Verbeteren afstemming regionaal economisch beleid en arbeidsmarktbeleid Functioneren arbeidsmarkt
51
2.039
-1.988
62
1.851
-1.789
199
Totaal verbeteren afstemming beleid
51
2.039
-1.988
62
1.851
-1.789
199
Verbeteren aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt Onderwijs
93
-93
90
-90
3
Totaal verbeteren aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt
93
-93
90
-90
3
22.663
31.196
-8.533
12.377
17.763
-5.386
3.147
22.663
31.196
-8.533
12.377
17.763
-5.386
3.147
37.721
197
37.524
37.731
200
37.531
7
37.721 ––––––––
197 ––––––––
37.524 ––––––––
37.731 ––––––––
200 ––––––––
37.531 ––––––––
7 ––––––––
67.054
51.144
15.910
57.617
33.806
23.811
7.901
0
2.459
-2.459
0
2.831
-2.831
-372
0 ––––––––
1.992 ––––––––
-1.992 ––––––––
0 ––––––––
2.406 ––––––––
-2.406 ––––––––
-414 ––––––––
67.054
55.595
11.459
57.617
39.043
18.574
7.115
Innovatie en kwaliteitsverbetering toerisme Instandhouding recreatief-toeristische basisstructuur Ontwikkeling recreatief-toeristische basisstructuur Toeristische promotie Totaal innovatie en kwaliteitsverbetering toerisme
Totaal loonkostensubsidie, ruimte ondernemen
Europese programma's Europese programma's Totaal Europese programma's Goede energie- en drinkwatervoorziening Organisatie nutsvoorzieningen Totaal goede energie- en drinkwatervoorziening Totaal programmakosten Economie en innovatie Personeelsgebonden kosten Economie en innovatie Toegerekende apparaatskosten Economie en innovatie Totaal Programma Economie en innovatie
Baten
Verschil
Jaarverslag 2004
179
4.10.3 Water
Bedragen x € 1.000
Water Begroting 2004 na wijzigingen
–––––––––––––––––––––––––––––––
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Verbeteren kwaliteit grond- en oppervlaktewater en doelmatig gebruik water Grondwaterbeheer 1.608
1.731
-123
1.417
657
760
883
Totaal verbeteren kwaliteit water en doelmatig gebruik water
1.608
1.731
-123
1.417
657
760
883
Herstel veerkracht watersystemen Waterkeringen Integraal waterbeheer
7.811 282
23.280 1.205
-15.469 -923
252
15.515 1.089
-15.515 -837
-46 86
Totaal herstel veerkracht watersystemen
8.093
24.485
-16.392
252
16.604
-16.352
40
26 1.275
-26 -1.275
43
23 1.271
-23 -1.228
3 47
–––––––– 9.701
1.301 –––––––– 27.517
-1.301 –––––––– -17.816
43 –––––––– 1.712
1.294 –––––––– 18.555
-1.251 –––––––– -16.843
50 –––––––– 973
0
2.090
-2.090
0
1.947
-1.947
143
Toegerekende apparaatskosten Water 0 –––––––– Totaal Programma Water 9.701
1.694 –––––––– 31.301
-1.694 –––––––– -21.600
0 –––––––– 1.712
1.654 –––––––– 22.156
-1.654 –––––––– -20.444
40 –––––––– 1.156
Doelmatig waterbeheer Waterschappen Muskusrattenbestrijding Totaal doelmatig waterbeheer Totaal programmakosten Water Personeelsgebonden kosten Water
180
Rekening 2004
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
4.10.4 Ruimte
Bedragen x € 1.000
Ruimte Begroting 2004 na wijzigingen
–––––––––––––––––––––––––––––––
Rekening 2004
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
239 22
88 235 1 7.802 72
151 -213 -1 -6.723 -72
134 22
78 234
56 -212
1.119
2.435 54
-1.316 -54
-95 1 1 5.407 18
1.340
8.198
-6.858
1.275
2.801
-1.526
5.332
Passend woonklimaat en voldoende woningen Ontwikkeling beleid wonen Realisering beleid wonen Beleidsinformatie ruimte en wonen Stedelijke vernieuwing 6.330
42 25 71 6.830
-42 -25 -71 -500
6.373
42 25 53 7.780
-42 -25 -53 -1.407
18 -907
6.330 –––––––– 7.670
6.968 –––––––– 15.166
-638 –––––––– -7.496
6.373 –––––––– 7.648
7.900 –––––––– 10.701
-1.527 –––––––– -3.053
-889 –––––––– 4.443
0
3.782
-3.782
0
3.549
-3.549
233
Toegerekende apparaatskosten Ruimte 0 –––––––– Totaal Programma Ruimte 7.670
3.065 –––––––– 22.013
-3.065 –––––––– -14.343
0 –––––––– 7.648
3.016 –––––––– 17.266
-3.016 –––––––– -9.618
49 –––––––– 4.725
Ruimtelijke structuur en versterken kwaliteit landelijk gebied Ontgrondingen Ontwikkeling ruimtelijk beleid Ruimtelijk toezicht Realisering ruimtelijk beleid Beleidsinformatie ruimte en wonen Totaal ruimtelijke structuur en versterken landelijk gebied
Totaal passend woonklimaat en voldoende woningen Totaal programmakosten Ruimte Personeelsgebonden kosten Ruimte
1.079
Jaarverslag 2004
181
4.10.5 Wervende steden
Bedragen x € 1.000
Wervende steden Begroting 2004 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Baten
Overgangsjaar 2004 en convenantsperiode 2005-2009 Programma Grotesteden-beleid en Netwerksteden Project Zwolle, Kampen, IJsselmuiden Project Twente-programma Totaal overgangsjaar 2004 en convenantsperiode 2005-2009
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
2.214
-2.214
24
2.059
-2.035
179
-2.214 ––––––––
24 ––––––––
2.059 ––––––––
-2.035 ––––––––
179 ––––––––
––––––––
2.214 ––––––––
Totaal programmakosten Wervende steden
0
2.214
-2.214
24
2.059
-2.035
179
Personeelsgebonden kosten Wervende steden
0
0
0
0
238
-238
-238
0 –––––––– Totaal Programma Wervende steden 0
0 –––––––– 2.214
0 –––––––– -2.214
0 –––––––– 24
202 –––––––– 2.499
-202 –––––––– -2.475
-202 –––––––– -261
Toegerekende apparaatskosten Wervende steden
182
Rekening 2004
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
4.10.6 Landelijk gebied
Bedragen x € 1.000
Landelijk gebied Begroting 2004 na wijzigingen
–––––––––––––––––––––––––––––––
Rekening 2004
––––––––––––––––––––––––––––––––
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Verschil
––––––––
Behoud en herstel natuurwaarden Monitoring Realsatie en beheer ecologische hoofdstructuur Uitvoering groene wetgeving
70
140
-70
15
27
-12
58
4.306 208
10.275 153
-5.969 55
833 209
6.191 161
-5.358 48
611 -7
Totaal behoud en herstel natuurwaarden
4.584
10.568
-5.984
1.057
6.379
-5.322
662
1.202 490
-1.202 -490
136
1.213 385
-1.213 -249
-11 241
350
-350
2
272
-270
80
713 384 158
1.613 739 3.966
-900 -355 -3.808
717 383 168
1.505 412 3.828
-788 -29 -3.660
112 326 148
1.255
8.360
-7.105
1.406
7.615
-6.209
896
Bijdragen aan een perspectiefvolle landbouw Duurzame agrarische bedrijven
635
-635
368
-368
267
Totaal bijdragen aan een perspectiefvolle landbouw
635
-635
368
-368
267
9.690
-9.690
29
554
-525
9.165
––––––––
9.690 ––––––––
-9.690 ––––––––
29 ––––––––
554 ––––––––
-525 ––––––––
9.165 ––––––––
5.839
29.253
-23.414
2.492
14.916
-12.424
10.990
0
4.935
-4.935
0
4.700
-4.700
235
0 –––––––– 5.839
3.998 –––––––– 38.186
-3.998 –––––––– -32.347
0 –––––––– 2.492
3.993 –––––––– 23.609
-3.993 –––––––– -21.117
5 –––––––– 11.230
Behoud en versterking cultuurlandschap Programma ROO Integraal gebiedenbeleid Aansturing en realisatie inrichting andelijk gebied Milieubeschermingsgebieden Landschapsbeheer Plattelandsvernieuwing Cultureel erfgoed Totaal behoud en versterking cultuurlandschap
Realisering doelstellingen reconstructie Programma Reconstructie Totaal realisering doelstellingen reconstructie Totaal programmakosten Landelijk gebied Personeelsgebonden kosten Landelijk gebied Toegerekende apparaatskosten Landelijk gebied Totaal Programma Landelijk gebied
Jaarverslag 2004
183
4.10.7 Zorg
Bedragen x € 1.000
Zorg Begroting 2004 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Baten
Lasten
Saldo
Verbeteren beschikbaarheid eersteen tweedelijnszorg Maatschappelijke zorg en opvang Zorginfrastructuur
2.221
327 6.650
Totaal verbeteren beschikbaarheid eerste- en tweedelijnszorg
2.221
Minder kinderen in de jeugdzorg Jeugdzorg Totaal minder kinderen in de jeugdzorg Totaal programmakosten Zorg
Totaal Programma Zorg
184
––––––––––––––––––––––––––––––––
––––––––
Saldo
-327 -4.429
327 3.991
-327 -3.991
438
6.977
-4.756
4.318
-4.318
438
50.959
52.778
-1.819
49.673
50.674
-1.001
818
50.959 –––––––– 53.180
52.778 –––––––– 59.755
-1.819 –––––––– -6.575
49.673 –––––––– 49.673
50.674 –––––––– 54.992
-1.001 –––––––– -5.319
818 –––––––– 1.256
0
1.204
-1.204
0
965
-965
239
0 –––––––– 53.180
976 –––––––– 61.935
-976 –––––––– -8.755
0 –––––––– 49.673
820 –––––––– 56.777
-820 –––––––– -7.104
156 –––––––– 1.651
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Baten
Verschil
Lasten
Personeelsgebonden kosten Zorg Toegerekende apparaatskosten Zorg
Rekening 2004
4.10.8 Cultuur en welzijn
Bedragen x € 1.000
Cultuur en welzijn Begroting 2004 na wijzigingen
–––––––––––––––––––––––––––––––
Rekening 2004
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Meer deelname aan cultuur en meer kwaliteit Kunst en cultuur 1.167 Bibliotheek en mediabeleid 3.906
8.681 12.866
-7.514 -8.960
1.254 3.933
8.698 12.870
-7.444 -8.937
70 23
21.547
-16.474
5.187
21.568
-16.381
93
17 3.781 86 627 648 1.711 318
-17 -3.634 -86 -514 -648 -1.666 -318
-12 -2.848 -86 -514 -648 -1.664 -318
5 786
113
12 2.995 86 627 648 1.709 318
305 ––––––––
7.188 ––––––––
-6.883 ––––––––
305 ––––––––
6.395 ––––––––
-6.090 ––––––––
793 ––––––––
5.378
28.735
-23.357
5.492
27.963
-22.471
886
0
1.041
-1.041
0
1.273
-1.273
-232
0 ––––––––
845 ––––––––
-845 ––––––––
0 ––––––––
1.080 ––––––––
-1.080 ––––––––
-235 ––––––––
5.378
30.621
-25.243
5.492
30.316
-24.824
419
Totaal meer deelname aan cultuur en meer kwaliteit
5.073
Vergroten maatschappelijke betrokkenheid en versterken sociale samenhang Ontwikkelingssamenwerking Beleidskader welzijn Volwasseneducatie Sport Sociaal cultureel werk Integratiebeleid Maatschappelijke voorzieningen Totaal vergroten maatschappelijke betrokkenheid Totaal programmakosten Cultuur en welzijn Personeelsgebonden kosten Cultuur en welzijn Toegerekende apparaatskosten Cultuur en welzijn Totaal Programma Cultuur en welzijn
147 113 45
147
45
Jaarverslag 2004
2
185
4.10.9 Milieu
Bedragen x € 1.000
Milieu Begroting 2004 na wijzigingen
–––––––––––––––––––––––––––––––
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Hoge kwaliteit vergunningverlening en handhaving Handhaving milieubeheer Vergunningverlening milieubeheer Bestuurlijke handhavingssamenwerking Repressieve handhaving
478 142 19
284 656 183 355
-284 -178 -41 -336
459 410 7
240 656 450 332
-240 -197 -40 -325
44 -19 1 11
Totaal hoge kwaliteit vergunningverlening en handhaving
639
1.478
-839
876
1.678
-802
37
33
-33
7
32
-25
8
Belasting milieu door oude verontreinigingen wegnemen Programma bodemsanering Bodemsanering binnen de Wet bodembescherming Bodemsanering door derden
24.144 1.772
23.225 2.006
919 -234
12.550 197
12.653 404
-103 -207
-1.022 27
Totaal belasting milieu door oude verontreinigingen wegnemen
25.916
25.264
652
12.754
13.089
-335
-987
104 1.244 169
719 86 1.616 373
-719 18 -372 -204
464 908 173
666 473 1.179 377
-666 -9 -271 -204
53 -27 101
1.517 –––––––– 28.072
2.794 –––––––– 29.536
-1.277 –––––––– -1.464
1.545 –––––––– 15.175
2.695 –––––––– 17.462
-1.150 –––––––– -2.287
127 –––––––– -823
0
6.465
-6.465
0
6.477
-6.477
-12
Toegerekende apparaatskosten Milieu 0 –––––––– Totaal Programma Milieu 28.072
5.239 –––––––– 41.240
-5.239 –––––––– -13.168
0 –––––––– 15.175
5.504 –––––––– 29.443
-5.504 –––––––– -14.268
-265 –––––––– -1.100
Stimuleren eigen verantwoordelijkheid Milieubeleid, communicatie en -educatie Geluid Afvalstoffen Energiebesparing Totaal stimuleren eigen verantwoordelijkheid Totaal programmakosten Milieu Personeelsgebonden kosten Milieu
186
Rekening 2004
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
4.10.10 Bereikbaarheid
Bedragen x € 1.000
Bereikbaarheid Begroting 2004 na wijzigingen
–––––––––––––––––––––––––––––––
Goede bereikbaarheid Ontwikkeling beleid bereikbaarheid Bijdragen aan infrastructuur andere overheden Goederenvervoer Beleidsinformatie bereikbaarheid Planvorming provinciale wegen Realisatie provinciale wegen Beheer en onderhoud wegen Beheer en onderhoud kunstwerken Gladheidbestrijding Beheer en onderhoud van waterwegen Vaarwegen Luchthaven Twente Openbaar vervoer Totaal goede bereikbaarheid Een verkeersveilig Overijssel Gedragsbeïnvloeding verkeer en vervoer Totaal een verkeersveilig Overijssel Totaal programmakosten Bereikbaarheid Personeelsgebonden kosten Bereikbaarheid Toegerekende apparaatskosten Bereikbaarheid Totaal Programma Bereikbaarheid
Rekening 2004
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
692
742
-50
692
748
-56
-6
11.580
18.118 290 151 8.055 20.648 9.749 2.780 585 5.050 46
-6.538 -290 -151 -4.600 -8.064 -9.419 -2.076 -533 -272 -46
8.877 13
13.755 392
11.026 297 148 4.442 21.374 8.765 1.287 962 1.531 46
-2.149 -284 -148 -4.442 -7.619 -8.373 -1.287 -859 -374 -46
4.389 6 3 158 445 1.046 789 -326 -102
21.397
21.891
-494
21.741
22.418
-677
-183
55.572
88.105
-32.533
46.730
73.044
-26.314
6.219
661
667
-6
666
707
-41
-35
661 ––––––––
667 ––––––––
-6 ––––––––
666 ––––––––
707 ––––––––
-41 ––––––––
-35 ––––––––
56.233
88.772
-32.539
47.396
73.751
-26.355
6.184
0
10.517
-10.517
0
9.774
-9.774
743
0 –––––––– 56.233
8.527 –––––––– 107.816
-8.527 –––––––– -51.583
0 –––––––– 47.396
8.305 –––––––– 91.830
-8.305 –––––––– -44.434
222 –––––––– 7.149
3.455 12.584 330 704 52 4.778
103 1.157
Jaarverslag 2004
187
4.10.11 Veiligheid
Bedragen x € 1.000
Veiligheid Begroting 2004 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Baten
Lasten
Saldo
3
994
-991
3 –––––––– Totaal programmakosten Veiligheid 3
994 –––––––– 994
-991 –––––––– -991
490
397 –––––––– 1.881
Veilig Overijssel, met name adequate rampenbestrijding Openbare orde en veiligheid Totaal veilig Overijssel, met name adequate rampenbestrijding
Personeelsgebonden kosten Veiligheid Toegerekende apparaatskosten Veiligheid Totaal Programma Veiligheid
188
0 –––––––– 3
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Rekening 2004
–––––––––––––––––––––––––––––––– Baten
Verschil
––––––––
Lasten
Saldo
934
-934
57
934 –––––––– 934
-934 –––––––– -934
57 –––––––– 57
-490
495
-495
-5
-397 –––––––– -1.878
421 –––––––– 1.850
-421 –––––––– -1.850
-24 –––––––– 28
––––––––
––––––––
190
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Hoofdstuk 5
Provinciale organisatie
Provinciale Staten Griffie
CdK Gedeputeerde Staten
Directie
Concernstaf
Projecten en programma’s
Bestuurlijke Aangelegenheden
Economie, Milieu en Toerisme
Landbouw, Natuur en Landschap
Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid
5.1 Provinciale Staten Op 11 maart 2003 zijn er provinciale verkiezingen gehouden. Op dezelfde datum is de Provinciewet gewijzigd in verband met het dualisme. De huidige samenstelling van PS is als volgt:
Water en Bodem
Wegen en Kanalen
Zorg en Cultuur
Facilitaire Dienstverlening
Middelen
Statengriffie De griffie heeft primair tot doel om Provinciale Staten te ondersteunen in haar functioneren. De ondersteuning door de statengriffie behelst in het bijzonder de secretariële ondersteuning van Provinciale Staten statencommissies en commissie Beleidsevaluatie. De taken zijn daarnaast aangevuld met taken op het gebied van communicatie, voorlichting en controle.
Samenstelling Provinciale Staten
CDA PvdA VVD ChristenUnie GroenLinks SP SGP D66 LPF Totaal
24 zetels 15 zetels 9 zetels 4 zetels 3 zetels 3 zetels 2 zetels 2 zetels 1 zetels 63 zetels
Jaarverslag 2004
191
5.2 Dagelijks bestuur
5.2.2 Gedeputeerde Staten
Het dagelijks bestuur van de provincie bestaat uit de Commissaris van de Koningin (voorzitter) en zes gedeputeerden. Samen vormen zij het college van Gedeputeerde Staten.
Het college van Gedeputeerde Staten (GS) vormt het dagelijkse bestuur van de provincie Overijssel. Naast de CvdK is sinds de verkiezingen in het voorjaar van 2003 het college als volgt samengesteld (inclusief portefeuilleverdeling):
5.2.1 Commissaris van de Koningin
P. Jansen (CDA)
Per 1 juni 2002 is de heer mr. G.J. Jansen benoemd tot Commissaris van de Koningin in de provincie Overijssel. Tot de portefeuille van de Commissaris van de Koningin in Overijssel behoren integriteit van bestuur, openbare orde en veiligheid en samenwerking Overijssel-Gelderland, internationalisering, promotie, externe betrekkingen en lobby. Daarnaast heeft hij een aantal rijkstaken, waaronder burgemeesterszaken en het gastheerschap tijdens bezoeken van leden van het Koninklijk Huis. De CvdK is zowel voorzitter van Provinciale Staten als van het college van Gedeputeerde Staten.
Landelijk gebied en Water Plattelandsontwikkeling Landbouw Natuur Reconstructie Water Groen milieu Energie
J.G. Kristen (PvdA) Grote steden en Welzijn Grotestedenbeleid Welzijn/minderheden Cultuur en media Kulturhusen Sport Beleidscoördinatie en beleidsinformatie Personeel en organisatie Renovatie provinciehuis Procescoördinatie kerntakendiscussie
J.W. Klaasen (VVD) Bereikbaarheid en Bestuur Verkeer en vervoer, wegen en kanalen Bestuurlijke organisatie Algemeen bestuur Financiën incl. financieel toezicht Juridische zaken/mediation Deelnemingen Procescoördinatie Vergunningverlening en Handhaving Procescoördinatie herijking financiële relaties
Drs. T.W. Rietkerk (CDA) Ruimte en Milieu Volkshuisvesting Ruimtelijke ordening Milieu Bodemsanering Ontgrondingen Procescoördinatie deregulering en ontbureaucratisering
192
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Drs. C. Abbenhues (PvdA) Economie en Innovatie Economie (incl. bedrijvigheidplannen) Recreatie en toerisme Grondbeleid Onderwijs ICT Vastgoed Coördinatie Europese fondsen Procescoördinatie gebiedsgericht werken Procescoördinatie provinciaal omgevingsplan
G.J.H. Ranter (CDA) Zorg en Participatie Ouderen- en jeugdzorg Volksgezondheid Integrale veiligheid (incl. procescoördinatie) Handhaving(-sbeleid) Communicatie en voorlichting Procescoördinatie burgerparticipatie Regeling Vitaliteit Kleine Kernen
5.2.3 Samenstelling directie De eindverantwoordelijkheid voor de gehele organisatie ligt bij de directie. De directie heeft een verantwoordelijkheidsplicht aan het college in regulier overleg en managementrapportages. Ze heeft het mandaat voor het feitelijk besturen van de ambtelijke organisatie. Ze zorgt ervoor dat de ambtelijke organisatie doelmatig en doeltreffend is georganiseerd, en dat die organisatie inhoudelijk functioneert binnen de bestuurlijk bepaalde beleidslijnen. Zij zorgt ervoor dat het bestuur tijdig alle relevante informatie en adviezen krijgt voor het bepalen van het beleid en heeft een actieve voortrekkersrol in het voorbereiden van het strategische beleid. Het directieteam van de provincie Overijssel bestaat uit drie leden. De heer mr. H.A. Timmerman MBA is voorzitter van de directie. Hij is eindverantwoordelijk voor de totale ambtelijke organisatie. Verder is hij secretaris en adviseur van Gedeputeerde Staten en de Commissaris van de Koningin. Mevrouw dr. H. te Grotenhuis richt zich binnen het directieteam primair op externe strategie, waarbij integraliteit, externe oriëntatie en de positionering van de provincie sleutelbegrippen zijn. De heer mr. drs. A. Hazelhoff MBA is binnen de directie verantwoordelijk voor de planning en controlcyclus, het versterken van de resultaatgerichtheid en het kwaliteitsbeleid.
Jaarverslag 2004
193
5.3 Organisatie Concernstaf (CS) De Concernstaf ondersteunt de directie in de verwezenlijking van sturing, samenhang en strategie. Het is de beweging naar betere sturing, naar meer samenhang en naar meer strategisch handelen die nodig is om als bestuur en organisatie in gemeenschappelijke inspanning de goede dingen op een goede manier voor de Overijsselse samenleving te kunnen doen. De Concernstaf heeft drie hoofdtaken, te weten: integrale strategieontwikkeling en strategische beleidscoördinatie, buitenlijnse projecten en programma’s en ondersteuning van het bestuursproces en de directievoering. Eenheid Bestuurlijke Aangelegenheden (BA) De eenheid Bestuurlijke Aangelegenheden richt zich op de verbetering van de kwaliteit van het openbare bestuur. Daarmee beweegt de eenheid op een breed werkveld. Van integrale veiligheid, repressieve handhaving, relaties met gemeenten tot interprovinciale samenwerking. En van lobby in Den Haag en Brussel, profilering provincie, heldere communicatie met de burger tot internationalisering. Maar ook van juridische kwaliteitszorg, inzet van mediation, financieel toezicht op gemeenten tot burgemeestersbenoemingen en rampenbestrijding. Eenheid Economie, Milieu en Toerisme (EMT) De eenheid Economie, Milieu en Toerisme richt zich op het stimuleren van werkgelegenheid en economische groei onder een gelijktijdige verbetering van de milieuprestaties van bedrijven. Daarnaast neemt zij maatregelen voor de arbeidsmarkt om te bevorderen dat de werkgelegenheid ten goede komt aan alle groepen op de arbeidsmarkt. Tevens stimuleert de eenheid het recreatieve voorzieningenniveau om Overijssel zo toegankelijk mogelijk te maken. Eenheid Facilitaire Dienstverlening (FD) De eenheid Facilitaire Dienstverlening verzorgt de technische infrastructuur die interactieve communicatie tussen de provincie en haar gesprekspartners mogelijk maakt. Ook de informatievoorziening binnen de provincie wordt toegankelijk en betrouwbaar gehouden. Daarnaast is men verantwoordelijk voor de facilitaire ondersteuning binnen het provinciehuis.
194
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Eenheid Landbouw, Natuur en Landschap (LNL) De eenheid Landbouw, Natuur en Landschap zet zich in voor een levensvatbare landbouw, een levenskrachtige natuur en een levenslustig landschap. Men streeft naar plattelandsvernieuwing en -ontwikkeling en een land- en tuinbouwsector met een goede toekomst. Ze werkt aan de vergroting en verbetering van natuur en landschap (ecologische hoofdstructuur). Daarnaast zorgt de eenheid ook voor vergunningsverlening en handhaving van de 'groene' wetten: Flora- en Faunawet, Natuurschoonwet, Natuurbeschermingswet en Boswet. Eenheid Middelen (MI) De eenheid Middelen ondersteunt het bestuur en het management van de provincie Overijssel bij de ontwikkeling en uitvoering van haar middelentaken: financiën, bedrijfskunde, informatievoorziening en personeel en organisatie. Eenheid Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid (RWB) De eenheid Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid beweegt zich op de beleidsterreinen ruimtelijke ordening, volkshuisvesting en verkeer en vervoer, waar veel verschillende belangen om een zorgvuldige afweging vragen, zoals: ruimtebeslag, milieu, economie, mobiliteit en huisvesting. De inwoners van Overijssel moeten goed kunnen wonen, werken en recreëren en ze moeten de ruimte hebben om zich zonder al te veel problemen te kunnen verplaatsen. Eenheid Water en Bodem (WB) De eenheid Water en Bodem heeft de zorg voor de uitvoering van de Grondwaterwet, de Provinciale milieuverordening voor de grondwaterbescherming, de Wet Hygiëne en Veiligheid Bad- en Zweminrichtingen, de Ontgrondingenwet en de Wet Bodembescherming. Verder houdt men zich bezig met de aanpak van voormalige stortplaatsen, gasfabrieken en waterbodems. Daarnaast is men verantwoordelijk voor het waterbeleid in de provincie, met als doel dat Overijssel veilig is voor overstromingen, dat de landbouw voldoende water heeft voor haar werk en dat ook de natuur voldoende water van een goede kwaliteit krijgt.
Eenheid Wegen en Kanalen (WK) De eenheid Wegen en Kanalen is verantwoordelijk voor de bouw en het beheer van provinciale wegen (hoofdrijbanen, fietspaden en parallelwegen), vaarwegen, bruggen en sluizen. Dit gebeurt op zodanige wijze dat de verkeersveiligheid, duurzaamheid en bereikbaarheid gewaarborgd zijn. De eenheid kent vier secties: de centrale sectie infrabouw en beheer, met kantoor in het Provinciehuis te Zwolle. De drie kantoren van de regionale afdelingen staan in Raalte, Borne en Tuk (gemeente Steenwijkerland). Eenheid Zorg en Cultuur (ZC) De eenheid Zorg en Cultuur zet zich in voor een samenleving waarin alle inwoners van Overijssel op een volwaardige manier kunnen deelnemen. De provincie wil dat de inwoners gebruik kunnen maken van voorzieningen op het terrein van cultuur, onderwijs, welzijn en zorg. Daarom moet er voldoende aanbod van voorzieningen zijn en moeten die voorzieningen voor iedereen toegankelijk zijn. Bovendien moeten deze goed verspreid zijn over de provincie en natuurlijk van een goede kwaliteit.
Jaarverslag 2004
195
196
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
198
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Inleiding bij de accountantsverklaring Uiteenzetting college Met de invoering van de Wet dualisering is de kaderstellende en controlerende functie van Provinciale Staten versterkt. In dat kader zijn aanpassingen in de Provinciewet aangebracht. Om Provinciale Staten te helpen om haar controlerende taak te vervullen is ook de positie van de accountant veranderd. De externe accountant wordt rechtstreeks benoemd door Provinciale Staten en ondersteunt Gedeputeerde Staten in haar controlerende functie onder meer bij het onderzoek naar de rechtmatigheid. Voor de controle c.q. toets op de doelmatigheid en de doeltreffendheid is deze ondersteunende taak onder meer ondergebracht bij de interprovinciale rekenkamer. Per 1 januari 2004 dienen op grond van artikel 217 van de Provinciewet de accountants van provincies behalve een getrouwheidsonderzoek naar de jaarrekening ook een rechtmatigheidsonderzoek naar de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties uit te voeren. Deze wijziging in de provinciewet is nader uitgewerkt in het Besluit Accountantscontrole Provincies en Gemeenten (BAPG) dat ook per 1 januari 2004 van kracht is geworden. Accountants moeten dus bij de jaarrekening 2004 voor het eerst een accountantsverklaring over getrouwheid èn over de rechtmatigheid verstrekken. Deze verandering in de accountantscontrole heeft ook gevolgen voor de manier waarop binnen de provincie moet worden omgegaan met de invulling c.q. uitvoering van wet en regelgeving inclusief de door Provinciale Staten vast te stellen verordeningen en besluiten. De wijze waarop regelgeving wordt nageleefd is mede afhankelijk van het beleid dat binnen de provincie tot dusver gangbaar was en de interpretaties die daarbij werden gehanteerd. De rechtmatigheidscontrole brengt met zich mee dat het
handhavingsbeleid strakker wordt getoetst en dat de beheersorganisatie wordt aangepast zodat het naleven van wet- en regelgeving in de organisatie achteraf ook door de accountant gecontroleerd kan worden. Overigens is over de reikwijdte van de rechtmatigheidscontrole eerst in de loop van 2004 meer duidelijkheid gekomen. Er wordt ook thans nog landelijk besproken hoe een en andere feitelijk moet worden vertaald naar de praktijk. Hierdoor is het voor Provincie Overijssel niet mogelijk geweest de beheersorganisatie daarop in 2004 al volledig aan te passen. Het jaar 2004 is daardoor noodzakelijkerwijze een overgangsjaar. De extra aandacht voor rechtmatigheid is een uitdaging voor onze organisatie omdat daardoor zowel de eigen regels en voorschriften eens tegen het licht moeten worden gehouden als de feitelijke uitvoeringsorganisatie onder de loep wordt genomen. Een nieuwe afweging van de rechtmatigheidsapecten zoals deze in de loop der jaren in de eigen verordeningen en besluiten, maar ook in de uitvoeringsorganisatie, zijn opgebouwd biedt kansen om e.e.a. doelmatiger, maar wellicht ook doeltreffender, in te richten. Dit doorlichtingsproces is in 2004 begonnen en zal de komende jaren nog voortdurend de aandacht vragen. De feitelijke stand van zaken wordt jaarlijks in beknopte vorm toegelicht in de jaarverslaggeving en komt ook tot uitdrukking in de accountantsverklaring inzake de rechtmatige totstandkoming van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties alsmede in het verslag van bevindingen van de accountant. Wij hebben er alle vertrouwen in dat daaruit in de komende jaren zal blijken dat het rechtmatigheidsbeheer in de provincie structureel verbeterd.
Jaarverslag 2004
199
Uiteenzetting accountant Zoals hiervoor door het college is verwoord moet de accountant over het jaar 2004, naast het oordeel over de getrouwheid van de jaarrekening, voor het eerst een oordeel omtrent de rechtmatige totstandkoming van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties geven. Omdat tot 2004 over de rechtmatigheid geen oordeel werd afgegeven, was er in vorige jaren geen sprake van een volkomen onderzoek naar de rechtmatigheid. Geconstateerde onrechtmatigheden tijdens het onderzoek naar getrouwheid van de jaarrekening legde de accountant ‘slechts’ vast in zijn rapport van bevindingen. Het oordeel inzake de getrouwheid van de jaarrekening 2004 is overigens ongewijzigd gebleven en dus vergelijkbaar met het oordeel in 2003. Dit geeft in hoofdlijnen al aan dat de provincie niet opeens veel slechter is gaan functioneren. Er wordt alleen maar preciezer - en dan met name formeler - naar het functioneren van de provincie gekeken. Een samenvattend oordeel dat de accountant verplicht moet geven komt veelal directer over dan opmerkingen in een verslag van bevindingen op grond waarvan de lezer zelf maar een oordeel moet formuleren. Wij benadrukken dat geconstateerd formeel onrechtmatig handelen geen fraude is en ook geen zelfverrijking. Mocht dat echter eventueel wel worden geconstateerd dan zullen wij dat uiteraard in het bijzonder onder de aandacht brengen. Voor de invoering van een volkomen onderzoek naar de rechtmatige totstandkoming van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties, is een toetsbaar normenkader noodzakelijk. Anders gezegd: er dient sprake te zijn van een toetsbare invulling van het begrip rechtmatigheid. Anders weet
200
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
de accountant namelijk niet wat Provinciale Staten precies aan regelgeving heeft vastgelegd, wat daarvan de (financiële) reikwijdte is en hoe bepaalde formuleringen uit verordeningen en besluiten moeten worden uitgelegd. Provinciale Staten van de Provincie Overijssel heeft voor het onderzoek naar de jaarrekening over 2004 bij besluit d.d. 8 december 2004 het normenkader daarom nader voor ons, maar ook voor de eigen organisatie, bevestigd. In genoemd besluit ligt dan ook vast wat wordt bedoeld met de in de oordeelsparagraaf opgenomen zinsnede ‘de van toepassing zijnde wettelijke regelingen waaronder provinciale verordeningen’. Zowel de eigen provinciale organisatie als de accountant weten dus vooraf waarop gecontroleerd gaat worden. Omdat de nadere uitleg van de regelgeving en de uitwerking daarvan in een normenkader voor het gehele jaar 2004 pas in een laat stadium bekend is geworden, moet het jaar 2004 als een overgangsjaar worden beschouwd. Zowel de provinciale organisatie als de accountant hebben de nodige inspanningen verricht om over 2004 voldoende inzicht te verkrijgen hoe is omgegaan met de rechtmatigheidsaspecten uit de eigen verordeningen en besluiten en met de formele naleving van wet- en regelgeving van derden. Zoals uit de accountantsverklaring en het rapport van bevindingen blijkt is dit in belangrijke mate gerealiseerd. Voor het jaar 2005 heeft Provincie Overijssel inmiddels een traject opgestart om verdere (structurele) aanpassingen binnen de organisatie te realiseren. Zoals reeds vermeld, de vergelijking van het accountantsoordeel 2004 met het oordeel in 2003 blijkt uit het accountantsoordeel dat inzake de getrouwheid van de jaarrekening wordt gegeven.
Accountantsverklaring Opdracht Wij hebben de jaarrekening 2004 van provincie Overijssel gecontroleerd. De jaarrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het College van Gedeputeerde Staten van provincie Overijssel te Zwolle. Het College van Gedeputeerde Staten is tevens verantwoordelijk voor de naleving van de wet- en regelgeving. Het is onze verantwoordelijkheid de controle als bedoeld in artikel 217, tweede lid van de Provinciewet uit te voeren en een accountantsverklaring inzake de jaarrekening te verstrekken. Provinciale Staten van provincie Overijssel heeft voor het onderzoek naar de jaarrekening over 2004 bij besluit van 8 december 2004 de invulling van het begrip rechtmatigheid bevestigd. Hiermee ligt vast wat wordt bedoeld met de in de oordeelsparagraaf opgenomen zinsnede ‘de van toepassing zijnde wettelijke regelingen waaronder provinciale verordeningen’.
Werkzaamheden Bij onze controle hebben wij nagegaan dat: • de jaarrekening zowel de baten en de lasten over 2004 als de activa en passiva per 31december 2004 getrouw weergeeft en • de in de jaarrekening opgenomen baten en lasten, alsmede de balansmutaties tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen, waaronder provinciale verordeningen en • het jaarverslag met de jaarrekening verenigbaar is en • de jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten en in overeenstemming met het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten. Volgens de in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat.
Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bedragen en toelichtingen in de jaarrekening. Tevens omvat een controle een beoordeling van de grondslagen voor financiële verslaggeving die bij het opmaken van de jaarrekening zijn toegepast en van belangrijke schattingen die het bevoegd gezag van de provincie daarbij heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten. Deze goedkeuringstolerantie is door Provinciale Staten bij besluit van 8 december 2004 vastgesteld. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel. Oordeel Getrouwheidsonderzoek Wij zijn van oordeel dat de jaarrekening van provincie Overijssel te Zwolle zowel de baten en de lasten over 2004 als de activa en passiva per 31 december 2004 getrouw weergeeft in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Rechtmatigheidsonderzoek Wij zijn van oordeel dat de in deze jaarrekening opgenomen baten en lasten, alsmede de balansmutaties tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen waaronder provinciale verordeningen.
Zwolle, 22 maart 2005
Jaarverslag 2004
201
202
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
204
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Bijlage A
Nieuw Beleid Huidige bestuursperiode In onderstaande tabel staan per programma de begrote en bestede nieuw beleid budgetten. Bedragen x € 1.000
Bestuur Economie en innovatie Water Ruimte Wervende steden Landelijk gebied Zorg Cultuur en welzijn Milieu Bereikbaarheid Veiligheid Totaal
Begroot
Besteed
Verplicht
Saldo
577 3.400 500 2.250 3.460 13.001 1.750 1.548 290 1.668 –––––––– 28.444
429 1.329 18 565 3.432 2.118 1.000 896 122 68 –––––––– 9.977
94 487 462 687 1.269 750 652 168 –––––––– 4.569
54 1.584 20 998 28 9.614 1.600 –––––––– 13.898
De besteding van de budgetten uit bovenstaande tabel worden per programma toegelicht. Bedragen x € 1.000
Bestuur Onderwerp
Wanneer
Jongerenraad Juridische kwaliteitszorg mediation Positionering en profilering provincie De andere provincie
Onderhandelingsakkoord Onderhandelingsakkoord Onderhandelingsakkoord Perspectiefnota 2005
Totaal
Begroot
Uitgaven
Verplicht
Saldo
50 200 140 187 –––––––– 577
36 189 140 64 –––––––– 429
2 11 81 –––––––– 94
12 42 –––––––– 54
Jaarverslag 2004
205
Jongerenraad In 2004 heeft de Jongerenraad Overijssel in overleg met de provincie Overijssel een speerpunt uitgekozen: sport. Vervolgens heeft de jongerenraad onder begeleiding van de Sportraad Overijssel, de Spil Adviesgroep en de provincie een grote sportdag georganiseerd voor middelbare scholieren in De Scheg in Deventer. Doel was om zoveel mogelijk Overijsselse jongeren in contact te brengen met verschillende sporten en het provinciaal sportbeleid (normen en waarden bij sport, breedtesport, etc.). Er zijn zo’n 400 jongeren bereikt met dit evenement. Juridische kwaliteitszorg mediation De in 2003 in gang gezette accentverschuiving van het gebruik van mediation(-vaardigheden) bij bezwaarschriften en klachten naar de voorfase van het besluitvormingstraject, is in 2004 succesvol gebleken. Dit instrument heeft geleid tot verdere dejuridisering en tijdige deëscalatie van geschillen en conflicten. In veel kwesties is een duurzame oplossing bereikt. Door het projectbureau mediation zijn 150 ambtenaren getraind in communicatie en conflictherkenning. Het aantal premediations is ten opzichte van 2003 verdubbeld en het aantal in 2004 gestarte mediations is ten opzichte van 2003 verdrievoudigd. Ook zijn in 2004 wederom door het projectbureau mediation veel voorlichtingsbijeenkomsten gegeven bij gemeenten, waterschappen en provincies. Met enige trots stellen wij vast dat de provincie Overijssel haar koploperspositie in Nederland op het gebied van het bevorderen van alternatieve geschiloplossing ruimschoots heeft behouden. In 2005 wordt gewerkt aan de inbedding van mediation in de organisatie. Hierdoor kunnen op 1 januari 2006 de mediationloketten voor externe en interne geschillen het stokje overnemen en kan het projectbureau mediation worden opgeheven.
206
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Positionering en profilering provincie In het najaar van 2004 heeft een onderzoek naar het imago van provincie Overijssel plaatsgevonden. Hieruit kan worden geconstateerd dat het doel is bereikt dat méér Overijsselaars een oordeel/mening hebben over de provincie. Het percentage is met 2% gestegen (doelstelling 1%). Daarnaast heeft het imago-onderzoek bruikbare resultaten opgeleverd voor het externe communicatiebeleid zoals dat is verwoord in het Communicatiebeleidsplan 2004-2007 ‘De provincie dichterbij’. Verder is in 2004 de coördinatie van het uitnodigingsbeleid 2004 uitgevoerd. Ook zijn er 70 toespraken geschreven respectievelijk voorzien van eindredactie voor de voorzitter van ons college. De herijkte huisstijl vindt steeds verder invoering door de inzet van de adviseur vormgeving. De andere provincie Het “programma De andere provincie” (PAP) is een veranderingsproces dat moet bijdragen aan een samenleving met een actieve civil society waarin meer ruimte is voor initiatief en eigen verantwoordelijkheid van burgers. Dat vraagt een andere overheid. De andere provincie is selectiever waar zij ingrijpt, stuurt anders en presteert beter. Die omslag vergt tijd. De horizon van het programma ligt in 2007. In 2004 is een 'vliegende start' gemaakt met het programma: het project deregulering en ontbureaucratisering is uit de startblokken gekomen met duidelijke lijnen naar alle projecten die bijdragen aan het PAP. Zo is er bijvoorbeeld gestart met het herijken van alle provinciale regels (afronding 2005) en is er een aanbesteding geweest voor een zoekmachine zodat de toegankelijkheid van de provinciale regels op het internet verbeterd wordt.
Bedragen x € 1.000
Economie en innovatie Onderwerp
Wanneer
Fonds bedrijfsverplaatsingen Kennispark Twente Recreatie Revitalisering/TIPP-regeling Toerisme
Onderhandelingsakkoord Onderhandelingsakkoord Onderhandelingsakkoord Onderhandelingsakkoord Onderhandelingsakkoord
Totaal
Fonds bedrijfsverplaatsingen Het fonds bedrijfsverplaatsingen is in 2003 door Provinciale Staten ingesteld. Het fonds richt zich op het verplaatsen van bedrijven die vanuit maatschappelijk en bedrijfsmatig oogpunt op een verkeerde plek zitten. Doel is zowel de leefomgeving als het bedrijf een impuls te geven om zich verder te ontwikkelen. In 2005 heeft een tweede storting in het fonds plaatsgevonden van € 750.000 uit de dividenduitkering van WMO-beheer NV. In het convenant met Zwolle is opgenomen dat de verplaatsing van Schaepman met een bijdrage vanuit het fonds zal worden ondersteund. Daarnaast zijn er met verschillende gemeenten contacten geweest over concrete gevallen. Tot formele aanvragen heeft dit verder nog niet geleid. Kennispark Twente Met het budget wordt een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling Kennispark Twente, een van de boegbeeldprojecten van de Netwerkstad Twente. In november 2004 is het meerjarig economisch uitvoeringsprogramma (MEUP) goedgekeurd. Hieraan is de kaderverordening ‘In actie voor werk Overijssel 2004’ gekoppeld. Er is voor gekozen om voor kennispark geen aparte verordening op te stellen. Aangezien de kaderverordening pas in december is vastgesteld, kon niet eerder tot besteding worden overgegaan. De ontwikkeling van Kennispark is een project met werkgelegenheidseffecten op de middenlange termijn. Het feit dat een deel van het budget dit jaar niet is uitgegeven, heeft geen gevolgen voor de (sub)doelstellingen uit de programmabegroting 2004. Overigens ligt er een aantal concrete projectvoorstellen, waaraan een substantieel deel van het budget kan worden besteed. Verder is Oost NV gevraagd gericht bedrijvigheid voor Kennispark Twente te acquireren.
Begroot
Uitgaven
Verplicht
Saldo
750 1.250 100 1.000 300 –––––––– 3.400
750 543 36 –––––––– 1.329
93 100 30 264 –––––––– 487
614 970 –––––––– 1.584
Recreatie De doelstellingen voor recreatie liggen op schema. De gekozen speerpunten hebben geleid tot een groei van de werkgelegenheid in de sector. Door de inzet van deze middelen hebben ondernemers in de gebieden die vallen buiten de grenzen voor Europese middelen, ook gebruik kunnen maken van de KITO-regeling (Kwaliteitsimpuls toerisme Overijssel). In 2004 hebben 22 bedrijven uit deze gebieden een aanvraag ingediend voor KITO-ondersteuning. De regeling loopt tot 31 december 2005. Aanvragers krijgen twee jaar de tijd voor uitvoering. Op basis van resultaten worden achteraf financiële middelen beschikbaar gesteld. Het budget blijft beschikbaar tot het einde van de looptijd. Revitalisering / TIPP regeling De middelen voor herstructurering (€ 1 miljoen voor 2004) konden in 2004 niet besteed worden omdat voor het besteden van het geld een verordening noodzakelijk was. Er is voor gekozen geen aparte verordening op te stellen, maar om de regeling onder te brengen in de kaderverordening ‘in actie voor werk Overijssel 2004’. Deze is eind 2004 vastgesteld en begin 2005 in werking getreden. Voor die tijd kon niet worden overgegaan tot het besteden van middelen. Middels resultaatbestemming zal worden voorgesteld € 1 miljoen door te schuiven naar 2005.
Jaarverslag 2004
207
Toerisme De middelen zijn bestemd om het proces van versterking van de toeristische regiomarketing te ondersteunen. In een aantal regio’s heeft dit tot concrete resultaten geleid. In de Kop van Overijssel is het project Otto de Otter gepresenteerd. Samen met de provincie Gelderland is als vervolg op het Masterplan plattelandstoerisme van het GOBT een gezamenlijke beleidsnotitie opgesteld. Daarnaast is er het succesvolle magazine Buitengewoon en de Ideeën-waaier uitgebracht.
Voor de professionalisering en verbetering van de toeristische promotie en marketing is onder onze regie verder gewerkt aan het toeristische marketing-netwerk. In Salland en Twente zijn voor de toeristische promotie en marketing van deze gebieden regionale bureaus voor toerisme opgericht. In samenwerking met meerdere partners wordt de toeristische promotie van de vakantieregio’s in Overijssel verzorgd.
Bedragen x € 1.000
Water Onderwerp
Wanneer
Wateropgave
Onderhandelingsakkoord
Totaal
Wateropgave In 2004 is een impuls gegeven aan de uitvoering van het waterbeleid. Door financiële steun konden een vijftal projecten versneld in uitvoering worden genomen. Daarmee is een belangrijke bijdrage geleverd aan het realiseren van de provinciale beleidsdoelen waterkwaliteit en veerkracht van het watersysteem.
208
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Begroot
Uitgaven
Verplicht
Saldo
500 –––––––– 500
18 –––––––– 18
462 –––––––– 462
20 –––––––– 20
Bedragen x € 1.000
Ruimte Onderwerp
Streekfunctie Steenwijk en Hardenberg Rood-voor-rood Rood-voor-Rood - externe ondersteuning en advies Stedelijke vernieuwing (ISV)
Wanneer
Begroot
Uitgaven
Verplicht
Saldo
Jaarverslag 2003 Onderhandelingsakkoord
500 1.000
500 -
-
1.000
Begroting 2004 Onderhandelingsakkoord
250 500 –––––––– 2.250
65 –––––––– 565
187 –––––––– 187
2500 –––––––– 1.498
Totaal
Streekfunctie Steenwijk en Hardenberg In 2004 zijn convenanten gesloten met Steenwijkerland en Hardenberg. Deze zijn erop gericht om de streekfunctie van deze gemeenten te versterken. Rood-voor-rood Doel van Rood-voor-Rood is verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van het landelijke gebied door sanering van ongewenste / landschapsontsierende stallen. In 2004 zijn de partiële streekplanherziening en het uitvoeringskader Rood voor Rood met gesloten beurs opgesteld. Behandeling in PS is voorzien voor begin 2005. Rood voor Rood met gesloten beurs lijkt in grote mate aan de behoefte aan een Rood voor Rood instrumentarium te gaan voorzien. Bezien zal worden in welke mate er nog behoefte is aan aanvullende ondersteuning c.q. instrumentarium. Het is tot op heden niet noodzakelijk geweest de beschikbare middelen ter voorfinanciering van sloop (€ 1 miljoen) aan te spreken. De middelen bedoeld voor ondersteuning (€ 250.000) zijn besteed aan provinciale inzet en (bijdragen aan gemeenten voor) inhuur externe deskundigheid.
Stedelijke vernieuwing (ISV) Het Investeringsprogramma Stedelijke Vernieuwing heeft als doel structurele verbetering van de kwaliteit van de bebouwde omgeving (zowel steden als dorpen) binnen de provincie. Dit wordt bereikt door het realiseren van fysieke condities voor o.a. economische versterking, gevarieerde woonmilieus, omgevingskwaliteit en betrokkenheid bij de dagelijkse leefomgeving. De provinciale bijdrage die hier aan de orde is, is bedoeld voor het programma ISV-2 dat zal lopen van 2005 - 2009. Het jaar 2004 is het laatste jaar van ISV-1, waarover in 2005 verantwoording moet worden afgelegd. Het bedrag van de provinciale bijdrage ad € 500.000 is de eerste jaarschijf van een bijdrage van in totaal € 2 miljoen voor ISV-2 en zal gestort worden in de voorziening ISV voor besteding in 2005 en verder.
Jaarverslag 2004
209
Bedragen x € 1.000
Wervende steden Onderwerp
Wanneer
Grote stedenbeleid
Onderhandelingsakkoord
Totaal
Eind 1999 hebben de provincie en de vijf grote steden convenanten getekend in het kader van het provinciale Grotestedenbeleid. Deze convenanten kenden een looptijd van 2000 tot en met 2003. Op verzoek van de steden is eind 2003 besloten de convenantsperiode te verlengen tot en met 2004. De inhoudelijke en financiële verantwoording van de periode 2000-2004 door de vijf grote steden vindt in juli 2005 plaats. Hierdoor gaat de verantwoording van de afspraken tussen steden en provincie gelijk op met de verantwoording van de steden aan het Rijk. Uit o.a. de bestuurlijke stadsgesprekken met de steden blijkt dat zij op koers liggen. De steden hebben het provinciale geld ingezet volgens de afspraken uit de provinciale appendices 2000-2003 en de overgangsconvenvanten 2004.
210
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Begroot
Uitgaven
Verplicht
Saldo
3.460 –––––––– 3.460
3.432 –––––––– 3.432
–––––––– -
28 –––––––– 28
Bedragen x € 1.000
Landelijk gebied Onderwerp
Wanneer
Begroot
Uitgaven
Verplicht
Saldo
Reconstructie Regeling vitaliteit kleine kernen Regionale Ontwikkeling Overijssel Subsidie Stichting Landschap Overijssel Cultuurfonds monumenten
Onderhandelingsakkoord Onderhandelingsakkoord Onderhandelingsakkoord
10.150 750 1.000
433 298 286
205 452 612
9.512 102
Onderhandelingsakkoord Perspectiefnota 2005
150 951 –––––––– 13.001
150 951 –––––––– 2.118
–––––––– 1.269
–––––––– 9.614
Totaal
Reconstructie Het Reconstructieplan Salland-Twente is vastgesteld en er is een Bestuursovereenkomst met het rijk gesloten voor het Uitvoeringsprogramma 2005-2006. De uitvoering vindt voor een belangrijk deel plaats via de gebiedsgerichte aanpak. Diverse door de Streekcommissies en/of bestuurlijke gebiedsoverleggen (BGO’s) voorgedragen projectvoorstellen zijn ondergebracht bij de EU-regelingen en de Subsidieregeling Gebiedsgericht Beleid. Er is een start gemaakt met de uitvoering van plan- en gebiedsuitwerkingen reconstructie. Regeling vitaliteit kleine kernen Om het hoofddoel van versterken en behouden van de sociale samenhang in de kleine kernen een extra impuls te geven is m.i.v. 2004 de Subsidieregeling Vitaliteit Kleine Kernen en Kulturhusen ingesteld. Het eerste deel betreft basisvoorzieningen in kernen tot 4.000 inwoners die de multifunctionaliteit van het voorzieningenniveau versterken en/of meerdere doelgroepen bedienen en die openbaar toegankelijk zijn. De belangstelling was van meet af aan groot. In twee rondes zijn voor ongeveer € 900.000 in totaal 15 projecten van dorpsorganisaties, gemeenten en instellingen gehonoreerd: multifunctionele centra, dorpsen buurthuizen, bredescholen, zorg-welzijnsloketten, speellocaties/openbare ruimten en ook een multifunctionele manege. De regeling voorziet duidelijk in een behoefte en wordt in 2005 voortgezet waarbij aanvragen het hele jaar door kunnen worden ingediend.
Regionale ontwikkeling Overijssel (ROO) De methode van gebiedsgericht werken, in de Reconstructie-gebieden invulling gegeven via het Reconstructieplan, wordt ook in de landelijke nietreconstructiegebieden (NoordWest Overijssel, NoordOost Overijssel en landelijk gebied ZwolleKampen) gebruikt om, in samenwerking met andere partijen in een gebied, sneller tot resultaten te komen. In 2004 zijn in de genoemde gebieden de BGO’s opgezet, Bestuurlijke GebiedsOverleggen waarin vertegenwoordigers van provincie, gemeenten en waterschappen met elkaar de uitvoeringsagenda voor het gebied voorbereiden en projecten initiëren. In 2004 is allereerst een start gemaakt met de organisatie van deze uitvoeringsgerichte wijze van samenwerken. In de tweede helft van het jaar zijn de eerste concrete projecten op de rails gezet. Dit betreft o.a. een bijdrage aan de pilot Ontwikkelingsplanologie IJsseldelta, opzetten van een vaarverbinding Beulakerpolder in het kader van landinrichting NWO (recreatief medegebruik nieuwe natuur), aanstellen van een leefbaarheidsmakelaar NWO en een gebiedsmakelaar NOO en diverse zorgprojecten. Het budget is niet geheel besteed in 2004, er is nog ca. € 100.000 beschikbaar waarvoor een voorstel resultaatbestemming zal worden gedaan. Doordat 2004 een opstartjaar was van gebiedsgericht werken buiten Reconstructie zijn pas later in het jaar projectvoorstellen gerealiseerd. Naar verwachting zullen in de komende jaren meer dan voldoende projecten gegenereerd worden voor inzet van de beschikbare middelen.
Jaarverslag 2004
211
Subsidie Stichting Landschap Overijssel Dit betreft een extra subsidie voor Landschap Overijssel die tijdelijk was toegekend tot en met 2003 en die incidenteel nog voor 2004 is verlengd. Landschap Overijssel is actief op het gebied van natuur- en landschapsbeheer in verschillende vormen. De verlenging van deze additionele budgetsubsidie maakte de uitvoering van de afspraken uit het prestatiecontract met landschap Overijssel mogelijk.
Cultuurfonds monumenten In 2004 zijn de voorbereidingen voor het oprichten van een Cultuurfonds voor Monumenten Overijssel afgerond. De voorbereidingen bestonden grotendeels uit een sponsorwervingsactie die succesvol is verlopen. Het fonds zal derhalve in januari 2005 officieel van start gaan.
Bedragen x € 1.000
Zorg Onderwerp
Wanneer
Eerstelijnszorg projecten Jeugdzorg Zorgprojecten
Onderhandelingsakkoord Onderhandelingsakkoord Onderhandelingsakkoord
Totaal
Eerstelijns zorgprojecten De beschikbaarheid en de bereikbaarheid van de eerstelijnszorg en met name de huisartsenzorg staan sterk onder druk. Wij richten ons op het vergroten van de toegankelijkheid van de eerstelijnszorg. Een goede toegankelijkheid van de eerstelijnsgezondheidszorg is een basisvoorziening en daarmee noodzakelijk om de leefbaarheid zowel op het platteland als in de steden te behouden. Wij hebben in de afgelopen periode samen met de DHV’en, zorgverzekeraars, de regionale ondersteuningsorganisaties en enkele gemeenten de eerste afspraken gemaakt om de spreiding en toegankelijkheid van de eerstelijnszorg te behouden en waar mogelijk te verbeteren. Inmiddels hebben wij projecten gestart die zich richten op het vergroten van de instroom van huisartsen (huisartsen opleiding Twente), het tegengaan van de uitstroom (realisatie van twee huisartsenpools), de bundeling van eerstelijnsvoorzieningen (subsidiëren Hoed’en en zorgposten plus), het faciliteren van de praktijkvoering, ondersteuning op het terrein van de ICT en vernieuwing op het terrein van de taakherschikking.
212
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Begroot
Uitgaven
Verplicht
Saldo
500 750 500 –––––––– 1.750
125 680 195 –––––––– 1.000
375 70 305 –––––––– 750
–––––––– -
Jeugdzorg Vanuit de autonoom beschikbaar gestelde € 750.000 zijn in 2004 subsidies verleend gericht op het bestrijden van de acute wachtlijstnood in de jeugdzorg. Dit heeft ertoe geleid dat de wachtlijst bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling eind 2004 volledig is verdwenen en dat de wachtlijsten bij Bureau Jeugdzorg Overijssel en het hulpaanbod pleegzorg zijn gedaald. Verder is een screening gestart voor de wachtlijst voor 24-uurs zorg om via een quick scan snel te beoordelen of de wachtende kinderen ook op een snellere manier via andere lichtere vormen van hulp adequaat geholpen kunnen worden. Het effect hiervan is pas in 2005 merkbaar. Zorgprojecten In het Onderhandelingsakkoord is op het terrein van de zorg de versterking van de keten wonen, zorg, welzijn als één van de speerpunten benoemd. In 2004 is, als onderdeel hiervan, een beleidsregel wonen, zorg, domotica uitgevoerd. Domotica toepassingen zijn technische voorzieningen die ouderen of mensen met een handicap ondersteunen bij het zelfstandig wonen. Met het beschikbare bedrag zijn in totaal 7 projecten toegekend, gespreid over de provincie.
Bedragen x € 1.000
Cultuur en welzijn Onderwerp
Wanneer
Audiovisueel centrum Overijssel Digitaal netwerk bibliotheken Festivals Kulturhusen Orkest van het Oosten Versterking vrijwilligersnetwerk Subiside Samenwerkende Turkse Organisaties Subsidie Scouting Overijssel
Onderhandelingsakkoord Onderhandelingsakkoord Onderhandelingsakkoord Onderhandelingsakkoord Onderhandelingsakkoord Onderhandelingsakkoord Begroting 2004 Begroting 2004
Totaal
Audiovisueel centrum Overijssel Het ADO is in 2004 volledig geïntegreerd in het HCO (Historisch Centrum Overijssel), waardoor de film- en audiocollectie verder uitgebouwd, ontsloten en gedigitaliseerd is. Hierdoor blijft een waardevolle collectie voor huidige en toekomstige generaties in Overijssel bestaan. Digitaal netwerk Bibliotheken De fysieke en virtuele bibliotheek is door de gezamenlijke bibliotheken verder ontwikkeld en uitgebouwd. Het geeft burgers in Overijssel een mogelijkheid via de lokale of virtuele bibliotheek in aanraking te komen met de functies informatie, educatie, cultuur, ontmoeting en maatschappelijke ontwikkeling. Hiertoe zijn meerdere projecten en producten ontwikkeld op het gebied van digitale informatievoorziening door de gezamenlijke bibliotheken. Festivals Wij hebben twee grote Overijsselse festivals mede mogelijk gemaakt. Dat zijn de festivals Overijssel op Straat en het Enschede Muziekfestival. De festivals verschillen van inhoud en opzet. Het Enschede Muziekfestival verbindt allerlei muziekvormen, professioneel en amateur. Het Orkest van het Oosten en de Nationale Reisopera spelen een belangrijke rol in het festival. Overijssel op Straat voorziet diverse Overijsselse gemeenten van straattheater van hoog niveau.
Begroot
Uitgaven
Verplicht
Saldo
34 525 225 500 90 113
17 413 155 95 90 82
17 112 70 405 31
-
20 41 –––––––– 1.548
13 31 –––––––– 896
7 10 –––––––– 652
–––––––– -
Met beide festivals is bereikt dat: • het aantal jonge mensen dat kennis maakt met cultuur toe is genomen, • een brede groep van burgers cultuur ontdekt en beleeft, • de stimulering van de amateurkunst, • de professionele gezelschappen en hun activiteiten zijn behouden voor Overijssel en de inwoners. Kulturhusen Om het hoofddoel van versterken en behouden van de sociale samenhang in de kleine kernen een extra impuls te geven is m.i.v. 2004 de Subsidieregeling Vitaliteit Kleine Kernen en Kulturhusen ingesteld. Het bekende Kulturhusconcept geldt voor grotere kernen of wijken. De belangstelling was van meet af aan groot. In twee rondes zijn voor ongeveer € 400.000 in totaal 4 kulturhusen gehonoreerd. De regeling voorziet duidelijk in een behoefte en wordt in 2005 voortgezet waarbij aanvragen het hele jaar door kunnen worden ingediend. Orkest van het Oosten Het Orkest van het Oosten wordt voornamelijk gesubsidieerd door de rijksoverheid. De provinciale subsidie is aanvullend. Met het Orkest van het Oosten worden afspraken gemaakt over de in Overijssel te ontplooien activiteiten. Het Orkest van het Oosten verzorgt het symfonische aanbod op een gespreid aantal locaties in Overijssel. Zij heeft een selectie van de Overijsselse (amateur) koren begeleid en is gestart met de voorbereidingen van een ambitieus educatief programma op de scholen. Daarnaast is zij ambassadeur voor de
Jaarverslag 2004
213
provincie Overijssel in de rest van Nederland en tijdens buitenlandse tournees. Door goede afspraken met het Orkest te maken hebben wij bereikt dat een brede groep van burgers heeft kunnen genieten van symfonische muziek, de amateurkunst is gestimuleerd en een professioneel gezelschap is behouden. Samenwerkende Turkse organisaties In de loop van 2003 werd de zelforganisatie STO geconfronteerd met een huisvestingsprobleem. PS hebben hierop voor het jaar 2004 een bedrag van € 20.000 beschikbaar gesteld. Met behulp hiervan heeft het STO nieuwe huisvesting gevonden in Deventer.
Scouting Overijssel Met de door PS incidenteel toegekende middelen aan Scouting Overijssel voor 2004 heeft Scouting ingespeeld op de toegenomen behoefte aan ondersteuning van vrijwilligers binnen het jeugdwerk. Scouting Overijssel heeft extra ondersteuning ingezet op de onderwerpen wet- en regelgeving, ledenwerving, nieuwe doelgroepen, lokaal jeugdbeleid, multiculturele activiteiten en professionalisering / kwaliteitsverbetering.
Bedragen x € 1.000
Milieu Onderwerp
Wanneer
Begroot
Uitgaven
Verplicht
Saldo
Energiebesparing Stimuleringregeling bodemsanering door derden
Onderhandelingsakkoord
90
90
-
-
Onderhandelingsakkoord
200 –––––––– 290
32 –––––––– 122
168 –––––––– 168
–––––––– -
Totaal
Energiebesparing Financiële bijdragen zijn verstrekt ter stimulering van projecten en innovatieve ontwikkelingen, o.a. voor bio-energie, kennisbevordering en duurzame energie op bedrijventerreinen. Stimuleringsregeling bodemsanering door derden De stimuleringsregeling bodemonderzoek Overijssel 2002 is na wat opstartproblemen een succes gebleken. In toenemende mate wordt door gemeenten en bedrijven een beroep gedaan op deze regeling. Met het geven van een bijdrage wordt bereikt dat bodemonderzoek versneld wordt uitgevoerd met als resultaat dat de sanering sneller ter hand kan worden genomen. Stagnaties in ruimtelijke ontwikkelingen (o.a. woningbouw) worden voorkomen dan wel opgeheven.
214
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Bedragen x € 1.000
Bereikbaarheid Onderwerp
Optimaliseren goederenvervoer Infrastructurele knelpunten
Wanneer
Onderhandelingsakkoord Begroting 2004
Totaal
Begroot
Uitgaven
Verplicht
Saldo
68 1.600 –––––––– 1.668
68 –––––––– 68
–––––––– -
1.600 –––––––– 1.600
Optimaliseren goederenvervoer Dit betreft een subsidie voor het IGON (Initiatief- en coördinatiepunt Goederenvervoer Oost-Nederland). Het IGON heeft in 2004 diverse projecten uitgevoerd op het gebied van goederenvervoer, o.a. gericht op de samenwerking tussen overslagcentra in de provincie. Infrastructurele knelpunten De middelen zijn ter beschikking gesteld, in totaal € 6,8 miljoen voor de periode 2004 - 2007, om infrastructurele knelpunten op te lossen. Het betreft met name knelpunten op wegen waarvoor andere overheden in eerste instantie verantwoording dragen maar waar het knelpunt een negatief effect heeft op de bereikbaarheid binnen de provincie als geheel. Het gehele bedrag in 2004 (€ 1,6 miljoen) is conform de begroting gestort in de Voorziening Voorfinanciering RW 35 (Combiplan Nijverdal) als provinciale bijdrage voor de afdekking van het voor 2014 voorziene tekort in het Regiofonds dat voor de packagedeal RW 34/35/36 is opgezet.
Jaarverslag 2004
215
Voorgaande bestuursperioden In de voorgaande bestuursperioden zijn nieuwe beleidsbudgetten toegekend die doorlopen tot in 2004 (en latere jaren). In onderstaande tabel staan de beschikbaar gestelde budgetten voor 2004. Deze bedragen zijn een onderdeel van de exploitatiebudgetten. De uitputting van deze budgetten is toegelicht in hoofdstuk 2. Substantiële afwijkingen worden ook hieronder toegelicht. Bedragen x € 1.000
Onderwerp
Bestuur ICT 2e fase Economie en innovatie Arbeidsplaatsenregeling > 25 mdw Arbeidsplaatsenregeling < 25 mdw Innovatie-impuls Bijdrage Syntens Europese programma's/ICES Water Vaststellen Gewenste Grond- en Oppervlaktewater Regime Uitvoering kaderrichtlijn water Ruimte Effectuering ruimtelijk beleid Regiovisie Z.-Drenthe/N.-Overijssel Landelijk gebied ROO-reconstructie concentratiegebied Stimulering particulier beheer en groene diensten Cultuur en welzijn Cultuurconvenant Cultuuraccommodaties Stimulering breedtesport Milieu Co-financiering energiebureau Overijssel Bereikbaarheid PVVP, incl. instandhouding provinciale kunstwerken Kop van Overijssel Duurzaam Veilig Vervanging brug Aadorp Verlichting fietspaden Veiligheid Project integrale veiligheid Totaal
216
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Begroot
Uitgaven
Verplicht
Saldo
697
290
407
-
172 750 300 193 4.250
43 91 -
172 750 236 91 1.055
21 11 3.195
134 86
23 86
111 -
-
191 14
10
191 -
4
1.423 429
1.348 143
286
75 -
908 3.273 109
735 776 97
173 2.497 12
-
92
69
23
-
2.247 45 315 63
45 54 44
261 -
2.247 19
33 –––––––– 15.724
30 –––––––– 3.884
3 –––––––– 6.268
–––––––– 5.572
Europese programma’s De lopende Europese programma’s, met een looptijd tot 2006, zijn vooral gericht op doelstellingen op het gebied van plattelandsontwikkeling, werkgelegenheid, recreatie en toerisme en interregionale / transnationale samenwerking. In 2004 zijn voor alle lopende programma’s projecten toegewezen en beschikt en lopende projecten afgewikkeld. De vraag of maatschappelijke effecten zijn bereikt is voor de Europese programma’s pas zinvol te beantwoorden na afloop van de gehele programmaperiode. Bij het Statenbesluit over de financiering van de Europese programma’s 2000 – 2006 (Statenstuk 2002-27) is vastgesteld dat GS gemandateerd is tot eventueel overhevelen van cofinanciering tussen programma’s binnen zowel de beschikbaar gestelde middelen als de ten taak gestelde bijdrage uit bestaand beleid. In eerste instantie zijn de beschikbaar gestelde IJsselmijgelden ingezet, nu deze vrijwel geheel zijn toegekend wordt het reguliere cofinancieringsgeld ingezet. Het deel van het Nieuw Beleid geld, circa € 3,2 miljoen, dat in 2004 niet is besteed zal door middel van resultaatbestemming worden gestort in de Reserve Europese programma’s ter besteding in de resterende looptijd van de Europese programma’s. PVVP In 2004 is een aantal projecten tot realisatie gekomen, o.a. De Knoop (N348), N742 Delden-Borne, aansluiting A1 op de N347 (Enter-Rijssen), fietspad HengeveldeNeede, traverse Zwartsluis en een aantal rotondes. De financiering daarvan was mogelijk met nog uit het verleden ter beschikking staande middelen. De budgetten zijn meerjarig beschikbaar gesteld voor uitvoering van het provinciaal meerjarigprogramma infrastructuur en transport (MIT) ten behoeve van infrastructurele projecten op provinciale wegen. De beschikbare middelen voor 2004 zijn toegevoegd aan de voorziening Vervanging infrastructurele kunstwerken/PVVP. Diverse projecten, zowel in voorbereiding als reeds in uitvoering, zullen de komende jaren een fors beslag leggen op de beschikbare middelen.
Jaarverslag 2004
217
218
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
220
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
Woordenlijst 3VO
Vereniging Verkeersveiligheid Organisatie
CS
Concernstaf
ABP
Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds
D'66
Democraten '66
ADB
Anti Discriminatie Bureau
DHV
DistrictsHuisartsenVerenigingen
ADO
Audiovisueel centrum Overijssel
DLG
Dienst Landelijk Gebied
AMK
Advies en Meldpunt Kindermishandeling
dr.
doctor
AO
Administratieve Organisatie
drs.
dortorandus
APPA
Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers
DURP
Digitale Uitwisselbare Ruimtelijke Plannen
APR
ArbeidsplaatsenPremieRegeling
e.d.
en dergelijke
AvA
Algemene vergadering van aandeelhouders
EC
Europese Commissie
ECB
Europese Centrale Bank
AVP
Agenda Vitaal Platteland
EFRO
Europees Fonds Regionale Ontwikkeling
Awb
Algemene wet bestuursrecht
EHS
Ecologische Hoofd Structuur
BA
eenheid Bestuurlijke Aangelegenheden
EMT
eenheid Economie, Milieu en Toerisme
BAJZ
cluster Juridische Zaken van de eenheid Bestuurlijke Aangelegenheden
EOGFL
Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw
BBI
Beleids- en BeheersInstrumentarium
EPD
Enig Programmerings Document
BBV
Besluit Begroting en Verantwoording
E-provincie
Elektronische-provincie
BCF
BTW-Compensatiefonds
ESF
Europees Structuur Fonds
BGO
Betuurlijk Gebieds Overleg
etc
etcetera
BHV
Bedrijfs Hulp Verlening
EU
Europese Unie
BJzO
Bureau Jeugzorg Overijssel
EZ
Economische Zaken
BNG
Bank Nederlandse gemeenten
FD
eenheid Facilitaire Dienstverlening
BVO
Bruto vloeroppervlakte
FIDO
Financiering decentrale overheden
BZK
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties
FPU
Flexibel Pensioen en Uittreden
fte ca
circa
Fulltime equivalent, ofwel een 100% formatieplaats
CDA
Christen Democratisch Appèl
GDU
Gebundelde doeluitkeringen
CdK/CvdK
Comissaris van de Koningin
GIS
Geografisch Informatie Systeem
cq
casu quo
GO
Georganiseerd Overleg
Jaarverslag 2004
221
222
GOBIS
Gebouwenonderhoud- en informatiesysteem
LNL
eenheid Landbouw, Natuur en Landschap
GOBT
Gelders Overijssels Bureau voor Toerisme
LNV
(ministerie van) Landbouw, Natuur en Visserij
GOM
Gelderse OntwikkelingsMaatschappij LOP
Landschap OntwikkelingsPlan
GS
Gedeputeerde Staten LPF
Lijst Pim Fortuyn
GSB
Grote Steden Beleid M&O
Misbruik en oneigenlijk gebruik
ha
hectare m.i.v.
met ingang van
hbo
hoger beroepsonderwijs MBA
Master of Business Administration
HCO
Historisch Centrum Overijssel mbo
middelbaar beroepsonderwijs
HEMA
HEzingen/MAnder-project MDF
Museum De Fundatie
HSF
Hannema-de Stuers Fundatie MEUP
i.c.
in casu
Meerjarig economisch uitvoeringsprogramma
i.k.v.
in het kader van
MI
Eenheid Middelen
i.s.m.
in samenspraak met
MIT
Meerjarig programma infrastructuur en transport
i.v.m.
in verband met MKB
Midden en Klein Bedrijf
IBA
Individueel systeem Behandeling Afvalwater
MOP
Meerjaren OntwikkelingsProgramma
IBO
Interdepartementale BeleidsOnderzoek
mr.
meester
ICES
Interdepartementale Commissie Economisch Structuurbeleid
MW
Mega Watt
NaNOV ICT
Informatie en Communicatie Technologie
Plan van maatregelen om de hinder tegen te gaan als gevolg van de NOV (Noordoostelijke spoorverbinding)
IGON
Initiatief en coördinatiepunt Goederenvervoer Oost-Nederland
NDIX
Nederlands Duitse Internet Exchange
NGE IIP
Investors in People
Nederlandse Grootte Eenheid (maat voor de toegevoegde waarde in de landbouwproductie)
INK
Instituut voor Nederlandse Kwaliteitszorg
NMO
Natuur Milieu Overijssel
IPO
Inter Provinciaal Overleg
NOO
Noord-oost Overijssel
ISO
International Standards of Operations
NOT
Noord-oost Twente
ISV
Investering Stedelijke Vernieuwing
NS
Nationale Spoorwegen
IWW
Integrale WaterWet
NWO
Noord-west Overijssel
IZR
Interprovinciale Ziektekosten Regeling
o.a.
onder andere
jl.
jongstleden
OC&W
(ministerie van) Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
KA
Kantoor Automatisering OOM
Overijsselse OntwikkelingsMaatschappij
KITO
Kwaliteits Impuls Toerisme Overijssel PAP
Programma de Andere Provincie
km
kilometer PCC
Provinciaal CoördinatieCentrum
KRW
KaderRichtlijn Water PKB
Planologische Kern Beslissing
Leader +
Europees subsidie programma POP
Persoonlijk Ontwikkelings Plan
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel
POP
Plattelands Ontwikkelings Programma
TOOL
The Other Office Life
PREDO
programma "met preventie naar duurzaam ondernemen"
tov
ten opzichte van
VAB
Vrijkomende Agrarische Bebouwing
Progress
PRovincie Overijssel Genrates Regionel Employement Strategies
VIP
Vrijwilligers Informatie Punt
PS
Provinciale Staten
vmbo
voortgezet middelbaar beroepsonderwijs
PvdA
Partij van de Arbeid
VNG
Vereniging Nederlandse Gemeenten
PVVP
Profinciaal verkeers en veroers Plan
vnl.
voornamelijk
qq-functies
qualitate qua-functies: nevenfuncties die automatisch uit hoofde van de hoofdfunctie voortkomen
VNO-NCW
Belangenorganisatie van werkgevers (Verbond Nederlandse Ondernemingen – Nederlands Christelijk Werkgeversverbond)
RBT
Regionaal Bedrijventerrein Twente VOC
VerkeersOngevallen Concentraties
RBV
Regeling beëindiging veehouderijtakken VOT
Vorming, opleiding en training
RMF
Regionaal Mobiliteits Fonds VROM
ROC
Regionaal Opleidings Centrum
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
ROLO
Regeling Onderhoud Landschapselementen Overijssel
VVD
De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie
ROM
Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen
VVV
Vereniging voor Vreemdelingen Verkeer
ROO
Regionale ontwikkeling Overijssel
VWS
(Ministerie van) Volksgezondheid, Welzijn en Sport
ROVO
Regionaal Overlegorgaan Verkeersveiligheid Overijssel
WA
Wettelijk Aansprakelijk
RSI
Repetitive strain injury
WAO
Wet ArbeidsOngeschiktheid
RTV Oost
Radio en Televisie Oost
WB
eenheid Water en Bodem
RW
Rijksweg
WCL
Waardevolle CultuurLandschappen
RWB
eenheid Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid
Wg
Waterleidingbedrijf Gelderland
WGR
Wet Gemeenschappelijke Regelingen
RWS
Rijkswaterstaat WK
eenheid Wegen en Kanalen
RWZI
Riool Water Zuiverings Installatie WMC
SGB
Subsidiebesluit Gebiedsgericht Beleidsregeling
stichting Wireless and Mobile Communications
WMO
WaterleidingMaatschappij Overijssel
SGP
Staatkundig Gereformeerde Partij wo
wetenschappelijk onderwijs
SNO
Service niveau overeenkomst ZC
eenheid Zorg en Cultuur
SOP
Subjectief Onveilige Punten
SP
Socialistische Partij
STO
Samenwerkende Turkse organisaties
SVWO
Stichting Vrijwillegers Werk Overijssel
t.b.v.
ten behoeve van
t.g.v.
ten gunste van
TIPP
Tender InvesteringsProgramma’s Provincies
Jaarverslag 2004
223
Jaarverslag Provinciaal Ruimtelijk Beleid Overeenkomstig artikel 4, lid 2 van de Wet op Ruimtelijke Ordening doen Gedeputeerde Staten jaarlijks een verslag toekomen aan Provinciale Staten van het door hen gevoerde beleid inzake de ruimtelijke ordening.
Leeswijzer Om hierin te voorzien is onderstaande leeswijzer bij de Jaarrekening 2004 toegevoegd. Hierdoor kan een afzonderlijk verslag achterwege blijven. De leeswijzer geeft een verwijzing naar de productnummers van de productgroepen 9.1 Ruimtelijke ordening en 9.2 Volkshuisvesting van de Jaarrekening. In de leeswijzer zijn de producten in onderlinge samenhang gegroepeerd, volgens de opzet van de verslagen zoals die in voorgaande jaren tot stand zijn gekomen.
Leeswijzer bij Jaarrekening 2004 Productnummer 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
Beleidsvorming Ontwikkeling ruimtelijk beleid Realisering ruimtelijk beleid Ontwikkeling beleid wonen Realisering beleid wonen Stedelijke vernieuwing Beleidsinformatie ruimte en wonen
2.9.10.07 2.9.10.37 2.9.20.05 2.9.20.12 2.9.30.20 2.9.20.25
2
Ruimtelijk toezicht
2.9.10.22
224
Jaarrekening 2004 provincie Overijssel