Jaarrapportage Bachelor College Academisch Jaar 2011 - 2012
Woord vooraf In de zomer van 2011 is de TU/e begonnen met een ingrijpende hervorming van haar bacheloronderwijs. In het kader van dit proces zijn alle bacheloropleidingen in het voorjaar van 2012 gebundeld in het TU/e Bachelor College onder leiding van een Dean. Bij de start van het Bachelor College is afgesproken dat de Dean jaarlijks zou gaan rapporteren over het gevoerde beleid. De voorliggende jaarrapportage over het gevoerde beleid in het academisch jaar 2011-2012 is dus de eerste in een reeks. Velen hebben in het studiejaar 2011-2012 naast hun reguliere werkzaamheden forse extra inzet geleverd voor de hervorming van ons bacheloronderwijs. Mede namens het College van Bestuur wil ik hen daarvoor op deze plaats van harte bedanken. Het eerste resultaat van alle inspanningen is dat de instroom van bachelorstudenten in het academisch jaar 2012-2013 met 11% is gegroeid ten opzichte van het jaar ervoor en dat het aandeel meisjes in de nieuwe lichting eerstejaars opmerkelijk veel groter is dan we gewend waren. Dr.ir. A.M.C. Lemmens, Dean TU/e Bachelor College
Inleiding De TU/e heeft al jaren te maken met tekortschietende instroomcijfers en studierendementen in de bacheloropleidingen. Incrementele maatregelen om hierin verbetering te brengen, leverden niet voldoende resultaat op. Daarom koos het College van Bestuur (CvB) begin 2011 voor een meer fundamentele en samenhangende aanpak. Er werd een Taskforce Redesign Bachelor Curriculum ingesteld met als opdracht een voorstel te doen voor een compleet vernieuwde opzet van het bacheloronderwijs. De taskforce kwam medio mei 2011 onder de titel 'Toekomstbestendig en studentgericht bacheloronderwijs van de TU/e' met een uitgewerkt voorstel om de bacheloropleidingen aantrekkelijker, uitdagender en studeerbaarder te maken voor zowel bestaande (concrete bèta's) als nieuwe doelgroepen studenten (zogenaamde carrièrebèta's en generalistische, mensgerichte bèta's). In juni besloot het CvB op basis van het voorstel om met onmiddellijke ingang te starten met een planmatig programma ter hervorming van het bacheloronderwijs en om de bacheloropleidingen te bundelen in een TU/e Bachelor College onder leiding van een Dean. Al in september 2012 zouden de eerste bachelorstudenten in moeten kunnen stromen in het eerste studiejaar van de vernieuwde bacheloropleidingen. Haast was dus geboden. In juni 2011 benoemde het CvB dr.ir. Lex Lemmens tot leider van het hervormingsprogramma en tot beoogd Dean van het Bachelor College. Tevens stelde het ter advisering en ondersteuning van de programmaleider een nieuwe Taskforce in en gaf het de programmaleider de ruimte om een slagvaardig programmamanagementteam te formeren. Eind september werd door de Dean een Programmaplan Hervorming Bacheloropleidingen opgeleverd met daarbinnen zeven actiesporen (Onderwijsprogramma's en rooster; Studeerbaarheid; Communicatie; Kwaliteitszorg; Coaching; Organisatie; en Financiën). Per spoor gingen direct daarna een of meer project(en) van start om ter zake adviezen en voorstellen te ontwikkelen. De adviezen en voorstellen werden besproken in tal van gremia en waar wenselijk aangepast om vervolgens te worden geïmplementeerd. In maart 2012 werd het TU/e Bachelor College formeel een feit (door opname in het Bestuurs- en Beheersreglement en door vaststelling van het Reglement TU/e Bachelor College) en werd Lex Lemmens tot Dean benoemd. In april 2012 werden de ontwikkelde uitgangspunten en inrichtingsvoorschriften voor het nieuwe bacheloronderwijs door het College van Bestuur vastgelegd in een geactualiseerde Bestuurlijke Richtlijn Bachelor College. Daarmee werd tevens het eerdere voornemen bevestigd om het eerste studiejaar van de vernieuwde bacheloropleidingen voor de eerste keer aan te bieden in het studiejaar 2012-2013, het tweede studiejaar in het studiejaar 2013-2014 en het derde in 2014-2015. In de lentemaanden van 2012 werden het TU/e Bachelor College en de vernieuwde bacheloropleidingen met een opvallende communicatiecampagne naar buiten toe gepresenteerd. Voor de verdere hervorming van het bacheloronderwijs blijven de volgende strategische doelen gelden: - zorgen voor een grotere en meer gedifferentieerde instroom van studenten; - meer keuzeruimte bieden aan studenten (differentiatie); - verbeteren van de rendementen; - waarborgen van het niveau en de kwaliteit van de bacheloropleidingen en de afgestudeerden; - zorgen voor een grotere en meer gedifferentieerde uitstroom van afgestudeerden.
2
Deze doelen zijn vertaald in kwantitatieve prestatie-indicatoren in het TU/e Instellingsplan 2013 - 2016 en in de met het Ministerie van OCW gemaakte prestatieafspraken, afgeleid van de streefdoelen ter zake in het Strategisch Plan TU/e 2020. In 2020 moet de bachelorinstroom gegroeid zijn tot circa 1750, moet het aantal bachelorstudenten met 50% zijn toegenomen ten opzichte van 2009 en moet meer dan 70% van de herinschrijvers in het tweede jaar van de bachelor binnen vier jaar na aanvang een diploma hebben behaald.
Opzet bacheloronderwijs In de nieuwe opzet van het bacheloronderwijs omvat elke bacheloropleiding vier componenten: - een major van 90 studiepunten (16 onderwijseenheden van 5 studiepunten en een afsluitend bacheloreindproject van 10 studiepunten); - een basis van 30 studiepunten (6 onderwijseenheden van 5 studiepunten); - een component USE (User-Society-Enterprise) van 15 studiepunten (3 onderwijseenheden van 5 studiepunten); - een vrije keuzeruimte van 45 studiepunten (9 onderwijseenheden van 5 studiepunten). Een in het CROHO (Centraal Register Hoger Onderwijs) geregistreerde bacheloropleiding kan meerdere majoren omvatten, waaruit studenten er één kiezen. Elke major bereidt voor op bepaalde masteropleidingen. In het aantal en de naamgeving van de bacheloropleidingen veranderde in het hervormingsproces in het academisch jaar 2011-2012 niets. Dat betekent dat de TU/e bij aanvang van het studiejaar 2012-2013 een keuze bood uit in totaal 11 bacheloropleidingen (zie het overzicht onder het kopje Majoren).
Majoren Vanuit het perspectief van de student vormt de gekozen major de kern van de bacheloropleiding. Er zijn in het academisch jaar 2011-2012 in totaal 15 majoren ontwikkeld en door het CvB goedgekeurd. Zie onderstaand overzicht van bacheloropleidingen en majoren. De meeste majoren sluiten inhoudelijk aan op bestaande programma's. Compleet nieuw zijn de majoren 'Psychology & Technology' en 'Medische Wetenschappen en Technologie'. Bacheloropleidingen
Majoren
- Biomedische Technologie
-
- Bouwkunde - Electrical Engineering -
Industrial Design Scheikundige Technologie Technische Bedrijfskunde Technische Informatica
- Technische Innovatiewetenschappen - Technische Natuurkunde - Technische Wiskunde - Werktuigbouwkunde
Biomedische Technologie Medische Wetenschappen en Technologie Bouwkunde Automotive Electrical Engineering Industrial Design Scheikundige Technologie Technische Bedrijfskunde Software Science Web Science Psychology & Technology Sustainable Innovation Technische Natuurkunde Technische Wiskunde Werktuigbouwkunde
Basisonderwijseenheden Elke bacheloropleiding omvat in de nieuwe opzet 6 basisonderwijseenheden van elk 5 studiepunten, te weten: Calculus, Design, Modelleren, Professionele Vaardigheden, Toegepaste Natuurwetenschappen en USE-Basis (User-Society-Enterprise). De basisonderwijseenheid Professionele Vaardigheden is ingebed in de onderwijseenheden van de major. Voor de overige 5 basisonderwijseenheden geldt dat deze als gemeenschappelijk onderdeel voor alle opleidingen c.q. voor clusters van opleidingen worden aangeboden. In dat laatste geval zijn er verschillende varianten (maximaal 3) beschikbaar. Vóór de aanvang van het studiejaar 2012-2013 waren de meeste basisonderwijseenheden gereed. Wat USE-Basis betreft moesten inhoud en onderwijsmateriaal nog verder worden uitgewerkt. Wat Design betreft lukte het aanvankelijk niet tot een gemeenschappelijke basisonderwijseenheid te komen. Daarom
3
is gekozen voor een tijdelijke opzet en zal in het academisch jaar 2012-2013 eenmalig een variant van dit vak draaien voor Bouwkunde en Werktuigbouwkunde. Met ingang van het academisch jaar 2013-2014 zal het basisvak Design voor alle opleidingen in de definitieve opzet worden aangeboden. Aandachtspunt voor de komende jaren is dat de basisonderwijseenheden echt een gemeenschappelijk karakter hebben en niet een te faculteitsgebonden invulling krijgen.
Professionele vaardigheden De basisonderwijseenheid Professionele vaardigheden is in de nieuwe opzet van het bacheloronderwijs ingebed in de onderwijseenheden van de major. Daarbij worden de volgende vaardigheidslijnen onderscheiden: Communiceren (Presenteren en Schrijven); Samenwerken; Plannen en organiseren; Reflecteren; en Omgaan met (wetenschappelijke) informatie. Over de wijze van beoordeling van deze professionele vaardigheden gelden duidelijke richtlijnen. Alle opleidingen hebben in de opzet van hun majoren in aanleg geschetst waar en hoe zij de professionele vaardigheden in het eerste jaar willen inbedden in hun major-onderwijs. Het vervolg behoeft nog verdere uitwerking en concretisering. Daaraan wordt in het academisch jaar 2012-2013 gestalte gegeven. Het managementteam van het Bachelor College volgt de ontwikkelingen op de voet en zal waar nodig impulsen geven.
USE-leerlijnen Na het formuleren van overall leerdoelen voor de USE-component in alle bacheloropleidingen en het ontwikkelen van een globale opzet en structuur voor samenhangende USE-leerlijnen van elk 15 studiepunten is in het academisch jaar 2012-2013 een open call voor concrete voorstellen voor USE-leerlijnen uitgezet. Van de ingediende voorstellen werden de meest veelbelovende leerlijnen geselecteerd om onder nadere voorwaarden door de indieners uitgewerkt te worden. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in de goedkeuring van de volgende 10 USE-leerlijnen: Design for a Sustainable Future; The Human in Technology; Quality of Life; Patents, Design Rights and Standards; Technology Entrepreneurship; The Secret Life of Light; The Future of Mobility; Decisions under Risk and Uncertainty; Customer Centricity and the Design of Winning projects; en Overal Robots. Elke leerlijn omvat drie onderdelen, te weten: exploratie, verdieping en toepassing. In de toekomst kunnen meer USE-leerlijnen ontwikkeld en aangeboden worden.
Coherente keuzepakketten Er is gedurende het academisch jaar 2011-2012 hard gewerkt aan de ontwikkeling van coherente keuzepakketten. Naar verwachting zullen er in de loop van het studiejaar 2012-2013 een kleine 90 keuzepakketten worden aangeboden. Per opleiding zal dan worden aangegeven uit welke verbredende en/of verdiepende keuzepakketten de desbetreffende bachelorstudenten een keuze kunnen maken. Op de volgende pagina wordt een compleet overzicht gegeven van de te verwachten pakketten. Vanuit het managementteam van het Bachelor College werd de ontwikkeling van 10 compleet nieuwe thematische keuzepakketten van elk 15 studiepunten financieel ondersteund (vanuit het Onderwijsinnovatiefonds Bachelor College), te weten: Biomechanica en diagnostiek; Design for Games & Play; Effective Experimentation; Information Security in Society; Multi-level Control in Manufacturing Systems; Sports, Technology and Behavour; The Liberation of Light; The Science of Sound and Music; Vakcommunicatie en ICT; en Smart Mobility Design.
Honors program In het Bachelor College zullen excellente studenten ook weer de mogelijkheid krijgen deel te nemen aan een Honors Program. Omdat de bestaande Honors Programs (Horizon en Star) niet in de nieuwe opzet van het bacheloronderwijs passen en in de prestatieafspraken met het Ministerie van OCW is ingezet op het aanbieden van door de Expertcommissie van het landelijke Siriusprogramma erkende excellentietrajecten, dient een nieuw Honors Program te worden ontworpen. Gedurende het academisch jaar 2011-2012 is een eerste visie op excellentie ontwikkeld en zijn mogelijke bouwstenen voor zo'n nieuw honors program gedefinieerd. Gezien het vele werk dat in het kader van de hervorming van het bacheloronderwijs met voorrang verricht moest worden, was er onvoldoende tijd om al stappen te zetten in de richting van het uitwerken van concrete honorstrajecten en het definiëren van concrete honorsactiviteiten. Dat staat nu
4
gepland voor het academisch jaar 2012-2013. Er zal in dat kader ook overlegd worden met de Expertcommissie van het Siriusprogramma en met de verantwoordelijken voor erkende excellentietrajecten bij andere universiteiten. Uiteindelijk zal het uitgewerkte honors program ter erkenning aan de Siriusexperts worden voorgelegd. Inzet is dat de eerste lichting eerstejaars studenten in het Bachelor College in het tweede semester van het academisch jaar 2012-2013 kan proeven wat een honorstraject inhoudt en kan beslissen of dat iets voor hen is. Overzicht coherente keuzepakketten Advanced classical physics Advanced operations management Algorithmics App development Architecture Biomechanica en diagnostiek Biomechanics Brain, perception, action Building physics Business decision support Business economics Business information management Business support systems Care and cure Chemische biologie Chemische procestechnologie Cognition, social interaction Combinatorial optimization Computational biology Computational science Computer science essentials Computer technieken in de fysica Connected world Design for games and play Economics of innovation Effective experimentation Electric and hybrid vehicles Energie Finance and risk Flow, structure and strength Fundamentals of mathematical physics Game ontwerp Healthcare information technology Healthcare logistics High tech systems design IAM master opstappakket Imaging Information security in society Information systems Information technology in healthcare Innovation management Interactive intelligent systems Introduction in automotive Introduction in electrical engineering Introduction & internship industrial engineering Introduction to business economics
Liberation of light Logistic information systems Medical engineering Moderne fysica Moleculaire systemen en materialen Multi level control of manufacturing systems Multi-scale fenomenen en technieken Nano-science and technology Onderwijs orienterend pakket Onderwijs verdiepend pakket Ontwerpen aan de stad van morgen Ontwerpen van energiesystemen: OES Ontwerpen, experimenteren en modelleren Preparation master BIS Preparation master CSE Preparation master ES Preparation master IST Proces analytics and systems Science of sound and music Security Smart and sustainable society Smart diagnosis Smart interventions Smart mobility design Sports, technology and behavior Statistics and research methodology Stochastics: theory and applications Structural research & design System architecture Technische robotica Technology in society Tissue engineering Vakcommunicatie en ICT Want tussen droom en daad staan regels en feiten Web technology Wiskunde aan de UU Wiskunde major plus Work & Organizational psychology for Health (non-IE) Work & Organizational psychology for IE Work & Organizational psychology for IE (Health) Work & Organizational psychology for non - IE
5
Rooster Ter verbetering van de studeerbaarheid van de bacheloropleidingen werden tijdens het verslagjaar duidelijke uitgangspunten geformuleerd voor de inrichting van het onderwijs en de verdeling van onderwijseenheden over de drie studiejaren. Deze houden het volgende in. Elk studiejaar is verdeeld in vier kwartielen en elk kwartiel bestaat nominaal uit drie onderwijseenheden van elk 5 studiepunten. Elk kwartiel bestaat uit 10 weken. Binnen een kwartiel zijn er 8 weken gereserveerd voor onderwijs en 2 weken voor eindtoetsen. In de 8e week moet de student in de gelegenheid worden gesteld om de leerstof te recapituleren en feedback te krijgen. In alle onderwijseenheden worden activerende onderwijsvormen gebruikt. Uitgangspunt hierbij is dat er minder colleges worden gegeven en dat er meer ruimte is voor zelfstudie. Als optimale verhouding geldt hier 60% contacttijd tegenover 40% zelfstudie. De standaardomvang van onderwijseenheden (5 studiepunten) en een centraal roostersysteem maken het mogelijk horizontaal te programmeren. Daardoor krijgen studenten meer flexibiliteit om een individueel studiepad te volgen. Een maximum van drie onderwijseenheden tegelijkertijd voorkomt piekbelasting voor studenten. Op basis van deze uitgangspunten is de volgende verdeling van onderwijseenheden voor alle bacheloropleidingen gekozen. Kwartiel 1
Kwartiel 2
Kwartiel 3
Kwartiel 4
Onderwijseenheid 1
Calculus M M
Modelleren/ Design M K-M
USE-Basis
Onderwijseenheid 2 Onderwijseenheid 3 Jaar 2
Toegepaste Natuurwetenschappen M K
Onderwijseenheid 1
Modelleren/ Design M K-USE
M
M
M
M K-USE
M K-USE
M K-USE
M M K-USE
M M K-USE
K K-M (BEP) K
M (BEP) K-M (BEP) K
Jaar 1
Onderwijseenheid 2 Onderwijseenheid 3 Jaar 2 Onderwijseenheid 1 Onderwijseenheid 2 Onderwijseenheid 3
M K-M
M = Major; K = Keuze; BEP = bachelor eindproject; K-M = K in kwartiel 3 impliceert M in kwartiel 4 of omgekeerd; K-USE = student kiest zelf of hij in betreffende kwartiel een keuzeonderwijseenheid of een USE-onderwijseenheid doet, zolang in leerjaar 2 en 3 maar 3 USE-eenheden en 7 keuze-eenheden worden gedaan; K-M (BEP) = het BEP (als onderdeel van de Major) kan worden gedaan in lintvorm, gespreid over de kwartielen 3 en 4, of als blok in kwartiel 4; afhankelijk daarvan is er in kwartiel 3 of 4 ruimte voor een keuze-eenheid.
In aanvulling hierop is ten behoeve van de ontwikkeling van het rooster een systeem met 'timeslots' uitgewerkt. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: - elke onderwijseenheid krijgt één timeslot; - per onderwijseenheid is er maximaal 8 uur contacttijd per week; - studenten hebben minimaal 12 en maximaal 24 uur contacttijd per week; - tussentoetsen vinden plaats binnen het toegewezen timeslot; - studenten hebben per week minstens 2 timeslots, dus 16 uur, voor zelfstudie; - in de kwartielen met een keuzevak zijn er 3 timeslots waarin studenten hun keuzevak kunnen kiezen. Op basis van deze uitgangspunten zijn alle eerstejaars-onderwijseenheden van het Bachelor College voor het academisch jaar 2012-2013 ingeroosterd. Bij enkele majoren bleek het aantal ingeroosterde uren contacttijd soms nog te hoog ten opzichte van het aantal uren zelfstudie. Het managementteam van het Bachelor College hoopt hiervoor in het academisch jaar 2012-2013 samen met de opleidingen een zodanige oplossing te vinden dat er voldoende tijd is voor zelfstudie en het curriculum studeerbaar is.
Coaching Een goede coaching en begeleiding van studenten geldt in de vernieuwde opzet van het bacheloronderwijs als cruciaal. Als eerste uitgangspunt is vastgelegd dat iedere student gedurende diens bacheloropleiding door een docent wordt gecoacht bij de ontwikkeling van de eigen professionele identiteit en het maken van daaraan gerelateerde keuzes. Daarbij gaat het onder meer om het invullen van
6
de keuzeruimte van 45 studiepunten. Als tweede uitgangspunt is geformuleerd dat eerstejaars studenten gedurende het eerste semester begeleid worden door studentmentoren (ouderejaars studenten van dezelfde opleiding). Daarnaast kan een beroep gedaan blijven worden op studie- en studentenadviseurs en studentendecanen. Tijdens het academisch jaar 2011-2012 is door alle faculteiten voorzien in voldoende docentcoaches en studentenmentoren. Er zijn opstartbijeenkomsten docentcoaching en trainingen studentmentoraat georganiseerd, er is een coachingsmodel ontwikkeld, er is ondersteunend materiaal opgezet en in een wiki-achtige omgeving beschikbaar gesteld en er is voorzien in de organisatie van intervisiebijeenkomsten onder deskundige begeleiding in het academisch jaar 2012-2013. Het managementteam van het Bachelor College zal in het kader van de kwaliteitszorg voor het bacheloronderwijs een plan ontwikkelen voor de monitoring en evaluatie van het coachingsproces.
Intake Om een goede start van instromende eerstejaars studenten te bevorderen is ervoor gekozen al vóór de zomervakantie startgesprekken te voeren met aankomende eerstejaars. Met het oog hierop is een eerste intakeprocedure ontwikkeld. Hoofddoel is vooralsnog het bevorderen van binding met de TU/e en met de gekozen major door actief kennis te maken met de major en met desbetreffende docentcoaches, studentmentoren en studieadviseurs. Voor de eerste lichting eerstejaars voor het Bachelor College werd in juni 2012 een eerste ronde startgesprekken gehouden en in augustus een tweede. In totaal nam ongeveer driekwart van de aankomende studenten aan de gesprekken deel. De deelnemers kregen vooraf een intakevragenlijst voorgelegd waar tijdens de gesprekken nader op werd ingegaan. Zowel studenten als faculteiten waren achteraf positief over de gesprekken. In de toekomst zullen de startgesprekken doorontwikkeld worden tot mogelijk verplichte intakegesprekken die er ook aan bijdragen dat eerstejaarsstudenten een opleiding en major kiezen die passen bij hun interesses en talenten. Het gaat erom een optimale match tussen student en opleiding/major te bewerkstelligen en zo latere studie-uitval, -switch en/of -vertraging te voorkomen. Er wordt een project opgestart om deze doorontwikkeling te realiseren.
Toetsing en examinering De hervorming van het bacheloronderwijs strekt zich ook uit tot het onderwerp toetsing en examinering. Als uitgangspunt is gesteld dat er voor iedere onderwijseenheid een toetsplan beschikbaar is en dat het eindcijfer voor een onderwijseenheid niet alleen wordt bepaald door de resultaten op een eindtoets maar ook door de resultaten op (minimaal twee) tussentijdse toetsen. Maximaal 70% van het eindcijfer mag worden bepaald door de eindtoets. Voor het behalen van een onderwijseenheid moet voor de eindtoets minimaal een 5 zijn behaald en moet het eindcijfer minimaal een 6 zijn. De tussentoetsen zijn vooral bedoeld om studenten te activeren, voor te bereiden op de eindtoets en feedback te geven. Herkansingen van tussentoetsen zijn in principe dus niet mogelijk. Eindtoetsen moeten bij voorkeur snel herkanst kunnen worden. Vooralsnog bleek een herkansing in de tweede eindtoetsweek van het eerstvolgende kwartiel wat dit betreft overigens het hoogst haalbare. De verdere ontwikkeling en implementatie van het toets- en examenbeleid zal de komende jaren de nodige aandacht krijgen. Daarbij zal de Adviescommissie Examens Bacheloropleidingen (waarin de facultaire Examencommissies zijn vertegenwoordigd) een belangrijke rol spelen.
Docentondersteuning Om docenten te ondersteunen bij het (her-)ontwerp van onderwijseenheden, bij het vormgeven van activerende werk- en toetsvormen, bij de voorbereiding op een rol als docentcoach is in het academisch jaar 2011-2012 ingezet op de vorming van docententeams, het bieden van onderwijskundige ondersteuning aan docententeams, het verzorgen van presentaties tijdens onderwijsdagen en dergelijke, het organiseren van onderwijscolloquia (voor de uitwisseling van best practices) en intervisiebijeenkomsten en het creëren van een webplatform voor het uitwisselen van informatie en ervaringen (in de vorm van een wiki). Zie verder ook hierna onder het kopje 'Onderwijsinnovatiefonds'. Vanuit het Bachelor College is in het academisch jaar 2011-2012 een bijdrage geleverd aan een instellingsbrede herbezinning op het HRM-beleid voor het wetenschappelijk personeel.
7
Onderwijsinnovatiefonds Om gericht innovatieve initiatieven te kunnen ondersteunen die bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het Bachelor College is een Onderwijsinnovatiefonds Bachelor College in het leven geroepen. Vanuit dit fonds worden geselecteerde innovatieprojecten gesubsidieerd. Jaarlijks wordt een open call uitgeschreven voor projectvoorstellen rondom een bepaald thema. Tijdens het academisch jaar betrof dit het thema 'nieuwe, interdisciplinaire, thematische keuzepakketten'. Er werden tien projecten gehonoreerd (zie ook onder het kopje 'Coherente keuzepakketten' op pagina 4). Tijdens het academisch Jaar 2012-2013 zullen vanuit het Onderwijsinnovatiefonds projecten worden ondersteund die gericht zijn op het vergroten van de studeerbaarheid van de onderwijsprogramma's via vernieuwende activerende werk- en toetsvormen. De indieners van gehonoreerde projecten krijgen feedback vanuit het managementteam van het Bachelor College.
ICT en onderwijs Het optimaal benutten van ICT-middelen ter ondersteuning van onderwijs en onderwijsgebonden administratieve procedures wordt van groot belang geacht voor het welslagen van de doelstellingen van het Bachelor College. Daarom werd gedurende het academisch jaar een eerste notitie 'ICT en onderwijs' opgesteld met als belangrijkste doelen lijn te brengen in het grote aantal versnipperde ICT-initiatieven en te inventariseren welke ondersteuning docenten op dit vlak nodig hebben (o.a. met het oog op studentactiverende werk- en toetsvormen). Parallel hieraan zijn voor de start van het vernieuwde bacheloronderwijs noodzakelijke verbeterinitiatieven ontplooid, waaronder: - de uitbreiding van de capaciteit van het wifi-netwerk in het Auditorium, nodig vanwege de schaal van deelname van studenten aan bepaalde basisvakken; - de aanpassing van Oase, het digitale leer- en werkomgevingsysteem voor het onderwijs van de TU/e, nodig om het onderwijs en de onderwijsgebonden administratieve processen adequaat vanuit dit platform te kunnen ondersteunen; - de introductie van stemkastjes om de gewenste snelle feedback van studenten tijdens colleges te kunnen faciliteren; - de introductie van een tool die het studenten mogelijk maakt elkaar feedback te geven; - het beschikbaar stellen van een tool voor de digitale verwerking van antwoordformulieren bij meerkeuzevragen; - het inzetten van het concept Elektronisch Verrijkt Onderwijs voor de basisonderwijseenheid Calculus; - de vervanging van Pollweb door EvaSys (systeem voor onderwijsevaluatie); en - de introductie van Smartboards in Auditorium en Metaforum (met bijbehorende gebruiksinstructies). Onder meer vanuit het Bachelor College is de behoefte gesignaleerd aan een samenhangende instellingsbrede visie en beleidsaanpak voor het bevorderen van een adequate inzet van ICT-middelen ter ondersteuning van het onderwijs en de onderwijsgebonden administratieve processen. In het academisch jaar 2012-2013 zal aan de ontwikkeling van die visie en beleidsaanpak worden bijgedragen. Daarnaast zullen ook noodzakelijke snelle verbeterinitiatieven worden genomen.
Kwaliteitszorg De hervorming van de bacheloropleidingen maakt een bijstelling van de kwaliteitszorgsystematiek voor het bacheloronderwijs noodzakelijk. Bij de borging van de kwaliteit van programma's en diploma's c.q. afgestudeerden moet immers rekening gehouden worden met een veel grotere diversiteit aan studiepaden van individuele studenten. Kwaliteit is dus niet langer vanuit één discipline te definiëren. In het academisch jaar 2011-2012 werden de eerste stappen op weg naar een aangepast kwaliteitsborgingssysteem gezet. Zo werd in nauw overleg met alle kwaliteitszorgmedewerkers een standaardvragenlijst ontwikkeld voor de evaluatie van verschillende soorten onderwijseenheden en het curriculum als geheel en werd een standaardmanagementrapportage opgezet ten behoeve van alle onderwijs onder de vlag van het Bachelor College. In het academisch jaar 2012-2013 zal een projectgroep worden ingesteld met de opdracht een aangepast systeem voor kwaliteitsborging van het bacheloronderwijs op te zetten, dat garandeert dat verzamelde evaluatiegegevens op opleidings- en instellingsniveau worden geanalyseerd en waar nodig vertaald in concrete verbeteracties waarvan de effecten vervolgens weer worden geëvalueerd. Doel is de kwaliteits-
8
zorgcirkel 'rond te maken'. Daarbij wordt een belangrijke rol gespeeld door de binnen het Bachelor College ingestelde Adviescommissie Examens en Adviescommissie Bacheloronderwijs, samengesteld uit vertegenwoordigers van respectievelijk de facultaire examencommissies en opleidingscommissies. Deze commissies adviseren de Dean van het Bachelor College. De Adviescommissie Examens borgt tevens het niveau van het bacheloronderwijs en de kwaliteit van toetsing en examinering van gemeenschappelijke onderwijseenheden van de bacheloropleidingen (basisvakken, USE-vakken en faculteitsoverstijgende keuzevakken).
Studentenwerving en studievoorlichting Tijdens het academisch jaar 2011-2012 werd een compleet nieuw concept ontwikkeld voor studentenwerving en studievoorlichting. Centraal in dit concept staan zogenaamde belevingscasussen die verschillende typen bèta's kunnen aanspreken. Deze geven potentiële studenten een concrete indruk van hoe zij in diverse rollen bij zouden kunnen dragen aan de ontwikkeling en toepassing van technologie voor allerlei hen aansprekende persoonlijke en maatschappelijke doeleinden. Voor de introductie van het vernieuwde bacheloronderwijs en het TU/e Bachelor College op de onderwijsmarkt werd aansluitend bij dit concept een grootschalige communicatiecampagne opgezet. Via deze campagne werden potentiële studenten en andere geïnteresseerden onder het motto 'Beam your dream' uitgenodigd in één zin aan te geven welke persoonlijke of maatschappelijke droom zij zouden willen realiseren met behulp van technologie. Deze zinnen ('Ik droom van ….') werden vervolgens op tal van plaatsen in ons land op de wolken of op gebouwen geprojecteerd en zo breed gedeeld met anderen. Opnamen daarvan verschenen onder meer op You Tube. Ook werden op basis van de dromen wervingsspotjes uitgezonden via verschillende jongerenmedia. De campagne was een groot succes. Alle studievoorlichtingsmaterialen en -evenementen werden in het voorjaar van 2012 aangepast aan het meer op persoonlijke beleving gerichte nieuwe wervings- en vooorlichtingsconcept. De open dagen voor studiekiezers trokken dankzij de nieuwe aanpak meer en bredere belangstelling en waardering dan gebruikelijk.
Informatievoorziening studenten In het kader van de hervorming van het bacheloronderwijs is vanzelfsprekend ook stil gestaan bij het onderwerp 'informatievoorziening voor studenten'. Als uitgangspunt werd gesteld dat de basisinformatie over het bacheloronderwijs zo eenduidig en toegankelijk mogelijk moet zijn en dat de informatievoorziening over verschillende opleidingen zo veel mogelijk op elkaar afgestemd dient te zijn. Op de intranetsite is een portal ingericht waarop alle informatie voor studenten te vinden zal zijn. Daarbij gaat het niet alleen over de opbouw van de opleidingen (major, basis, USE en keuzeruimte) en coaching maar ook over zaken als: het palet aan majoren, USE-leerlijnen en keuzepakketten; de rechten, plichten en verantwoordelijkheden van studenten en allerlei regelingen en procedures. Uitgangspunt is dat ten aanzien van elke onderwijseenheid een heldere beschrijving en studeerwijzer beschikbaar is en dat er goede afspraken worden gemaakt over wat in de studiegids en op de intranetsite aan informatie wordt vermeld. Het is in het academisch jaar 2011-2012 nog niet gelukt in de informatie over de diverse onderwijseenheden ook een indicatie op te nemen over het niveau. Wel is een instrument ontwikkeld waarmee docenten het niveau van vakken kunnen bepalen. Zij gaan hiermee in het academisch jaar 20122013 aan de slag, zodat in de beschrijvingen van de onderwijseenheden een niveauaanduiding kan worden aangevuld.
Regelingen en processen De nieuwe opzet van het bacheloronderwijs vergde aanpassing van bestaande regelingen en procedures voor de bacheloropleidingen. In aansluiting op de Bestuurlijke Richtlijn TU/e Bachelor College werden in het voorjaar een aangepaste model-Onderwijs- en Examenregeling (OER) voor alle bacheloropleidingen en een aangepaste regeling voor de toepassing van het bindend studieadvies (BSA) in alle bacheloropleidingen opgesteld en bestuurlijk vastgesteld. Ten behoeve van de opleiding Industrial Design (die als enige een sterk competentiegericht onderwijsconcept hanteert) werd een specifieke versie van de model-OER vastgesteld. De Dean van het Bachelor College zag zorgvuldig toe op een correcte vertaling van de modelregelingen in de Onderwijs- en Examenregelingen van de afzonderlijke opleidingen.
9
Naast de model-OER en de BSA-regeling werden ook het Examenreglement en het instellingsdeel van het Studentenstatuut vanzelfsprekend aangepast aan de nieuwe opzet van het bacheloronderwijs. Er is verder gedurende het academisch jaar 2011-2012 stevig ingezet op stroomlijning van administratieve processen (aanmelding, intake en inschrijving; vakinformatie; roostering; registratie individueel studieprogramma, tentaminering, examinering, studieadvisering/coaching, professionele vaardigheden; vak- en curriculum evaluatie; studiepunten en capaciteitsverdeling; en managementinformatie).
Organisatie De instelling en functie van het Bachelor College en de Dean van dit college is in het voorjaar van 2012 formeel verankerd in de TU/e-organisatie door ter zake een passage op te nemen in het Bestuurs- en Beheersreglement van de universiteit en door vaststelling van een afzonderlijk 'Reglement TU/e Bachelor College'. Via dit reglement krijgt de Dean de nodige handvatten om ten aanzien van het bacheloronderwijs een stevige rol te kunnen vervullen als adviseur van en toezichthouder namens het College van Bestuur. Op deze wijze wordt gewaarborgd dat in alle bacheloropleidingen recht wordt gedaan aan de uitgangspunten van het TU/e Bachelor College en de achterliggende onderwijsvisie. De Dean wordt via het reglement bovendien ook zo gepositioneerd dat hij de verdere ontwikkeling van het bacheloronderwijs optimaal kan stimuleren en waar nodig initiatieven kan nemen voor inhoudelijke en didactische onderwijsinnovaties en kwaliteitsverbetering. Tevens legt het reglement bij de Dean de verantwoordelijkheid neer voor het optimaliseren van de uniformiteit en efficiency in de administratieve ondersteuning van het bacheloronderwijs en voor de centrale studentenwerving en studievoorlichting. Tot slot voorziet het reglement in de instelling van de eerder al genoemde centrale Adviescommissie Examens en Adviescommissie Bacheloronderwijs, die de Dean adviseren. De formele verantwoordelijkheden van College van Bestuur en faculteitsbesturen ten aanzien van het bacheloronderwijs zijn door de introductie van het Bachelor College niet gewijzigd. Bedrijfsmatig heeft het Bachelor College het karakter gekregen van een administratieve eenheid binnen de Dienst Algemene Zaken.
Draagvlak De hervorming van het bacheloronderwijs en de introductie van het Bachelor College en de Dean van dit college vormen een ingrijpend veranderingsproces dat niet succesvol kan verlopen als er geen draagvlak voor is. Aan het creëren van draagvlak is zowel in de fase van visieontwikkeling, beleidsvoorbereiding en besluitvorming als in de startfase van de implementatie veel aandacht besteed. De Rector Magnificus en de (beoogd) Dean en het managementteam van het Bachelor College hebben gedurende het academisch jaar 2011-2012 zeer breed studenten en medewerkers betrokken bij de concretisering van visie en beleid en hebben goed de vinger aan de pols gehouden bij de (decentrale) implementatie. In dat kader werden tientallen overlegbijeenkomsten georganiseerd of bijgewoond, waaronder een groot aantal zeer effectieve 'krokettenlunches' met groepen studenten. Waar onduidelijkheden naar voren kwamen of bijsturing nodig bleek, werd snel in goed overleg met betrokken gehandeld. Verder werden allerlei ondersteunende communicatie-instrumenten ontwikkeld en in gebruik genomen: een speciale informatieportal op de intranetsite, een digitale nieuwsbrief, toolkits voor het verzorgen van presentaties en publiciteit (met name in het universiteitsblad Cursor) .
Financiën In het academisch jaar 2011-2012 is in beeld gebracht welke eenmalige kosten de hervorming van het bacheloronderwijs op instellingsniveau met zich mee zou brengen en hoe die kosten gedurende de jaren 2011, 2012 en 2013 gedekt zouden kunnen worden. Conclusie was dat het gedurende deze jaren in totaal om circa 4,5 miljoen euro zou gaan en dat deze uitgaven gedekt zouden kunnen worden uit de extra middelen die de TU/e van het ministerie van OCW ontvangt ter verwezenlijking van het Sectorplan Technologie van de 3TU.Federatie. Vergroting van de deelname aan en verbetering van de rendementen van het bacheloronderwijs vormen centrale doelstellingen in dit plan. Op basis hiervan werd het Bachelor College voor genoemde jaren ingepast in de interne begrotings- en meerjarenramingensystematiek van de TU/e. Aandachtspunt is nog de structurele verankering van centraal te nemen uitgaven voor het Bachelor College in de toekomst.
10
Er is verder een verkenning uitgevoerd van de structurele gevolgen van de hervorming van het bachelor onderwijs voor de financiële bedrijfsvoering van de universiteit. Daaruit werd duidelijk dat het Bachelor College het negatieve saldo van onderwijsbaten en -lasten van de TU/e vooral dankzij schaalvergroting en vergroting van marktaandeel op termijn aanzienlijk verkleint maar dat via aanvullende efficiencymaatregelen een besparing van circa 5 miljoen euro op de onderwijslasten nodig is om baten en lasten in evenwicht te brengen. Besloten werd eerst de hervorming van het bacheloronderwijs in goede banen te leiden en daarna plannen te ontwikkelen voor de nodige efficiencybevorderende maatregelen. Een verkenning naar de mogelijke gevolgen van de implementatie van het nieuwe concept voor het bacheloronderwijs (met aanzienlijk meer opleidings- en faculteitsoverstijgend onderwijsaanbod) leverde nog geen duidelijke conclusies op. Daarvoor was een aantal variabelen (zoals vooral het keuzegedrag van studenten) te onvoorspelbaar.
Prestatie-indicatoren De strategische doelen van de TU/e achter de hervorming van het bacheloronderwijs en de introductie van het Bachelor College zijn zoals gesteld vertaald in kwantitatieve prestatie-indicatoren in het TU/e Instellingsplan 2013 - 2016 en in de met het Ministerie van OCW gemaakte prestatieafspraken, afgeleid van de streefdoelen ter zake in het Strategisch Plan TU/e 2020. In 2020 moet de bachelorinstroom zijn gegroeid tot circa 1750 eerstejaars, moet het aantal bachelorstudenten ten opzichte van ultimo 2009 met 50% zijn gegroeid en moet meer dan 70% van de herinschrijvers in het tweede jaar van de bachelor binnen vier jaar na aanvang een diploma hebben behaald. Hierna volgt een overzicht van de op het bacheloronderwijs betrekking hebbende prestatie-indicatoren uit de prestatieafspraak met het ministerie. In de volgende jaargangen van deze jaarrapportage zal aan de hand van deze indicatoren zichtbaar worden gemaakt welke voortgang hert Bachelor College boekt met het realiseren van de achterliggende strategische doelstellingen.
Prestatie-indicator/Jaar
2011
2015
Kwaliteit/excellentie (deelname aan excellentie trajecten) (bron instellingsadministratie) Excellentie (tevreden/zeer tevreden studenten, bron DUO/NSE) Uitval eerstejaars (bron 1cHO) Switch eerstejaars ( bron 1cHO) Rendement herinschrijvers (bron 1cHO) Aandeel BSc-opleidingen met minder dan 12 contacturen (bron OER'en en roosters) Onderwijsintensiteit bacheloropleidingen (aantal contacturen per week) (bron OER'en en rooster) Aantal gerealiseerde intakegesprekken voor eerstejaars bachelorstudenten (bron instellingsadministratie) Aantal eerstejaars instelling bachelorstudenten (bron instellingsadministratie) Aantal uitgereikte BSc-diploma's (bron instellingsadministratie) Gemiddeld aantal behaalde studiepunten per BSc-student per studiejaar Studie-uitval in tweede, resp. derde jaar bacheloropleidingen Aandeel buitenlandse bachelorstudenten (bron instellingsadministratie) Aandeel afgestudeerden (BSc plus MSc) met buitenlandervaring Aandeel afgestudeerden BSc met certificaat ondernemerschap (bron instellingsadministratie)
4,0%
7,0 %
85,2% 23% 5% 41% 0%
85% 20% 7% 55% 0%
12-32
12-24
0
1200
1087
1400
754 32,6
900 45
16% 3%
10% 6%
19% -
25% 6%
11
Focus volgend academisch jaar Gedurende het academisch jaar 2012-2013 zal het Bachelor College zijn focus vooral richten op: - het in goede banen leiden van het eerste studiejaar van het hervormde bachelor onderwijs voor eerstejaars studenten en het evalueren van de ervaringen en resultaten; - de (door)ontwikkeling van het onderwijsaanbod voor het tweede (en derde) studiejaarjaar; - de (door)ontwikkeling van de roosteropzet voor het tweede en derde jaar; - de verdere stroomlijning en verbetering van de informatievoorziening over het bacheloronderwijs voor studenten en docenten; - het sluitend maken van de kwaliteitsborgingscirkel (implementeren verbeteracties > monitoren > evalueren > implementeren verbeteracties etc.) op instellings- en opleidingsniveau; - het formuleren van een samenhangend toetsingsbeleid; - de transitie van start- naar intakegesprekken met matchingsfunctie (goede match tussen student en opleiding/major); - doorontwikkelen en uitrollen excellentiebeleid (honors program); - verder uitrollen van het belevingsconcept in de studentenwerving en studievoorlichting en het intensiveren en verbreden van de onderwijsmarketing; - stimulering van onderwijsvernieuwing (m.n. bevorderen projecten vergroting studeerbaarheid via subsidiëring uit Onderwijsinnovatiefonds; en ontwikkelen visie, beleid en implementatieplan voor planmatige inzet ICT in het onderwijs).
12