JAARRAPPORT 2013 STICHTING LAURENS WONEN
INHOUDSOPGAVE
Algemene gegevens Jaarverslag 2013
1
Verslag van de Raad van Bestuur
2
Verslag van de Raad van Toezicht, waarin opgenomen ● Governance code
3
Volkshuisvestingsverslag 1.
2.
3.
4.
Het bouwen, verwerven, bezwaren en slopen van woongelegenheden en onroerende aanhorigheden 1.1 Inleiding – Wonen voor de doelgroep 1.2 Nieuwbouwprojecten 1.3 Verhuiskostenvergoeding 1.4 Strategisch Vastgoedbeleid 1.5 Kwaliteitsbeleid 1.6 Woningbezit in cijfers 1.7 Maatschappelijk vastgoed Laurens Wonen 1.8 Overig vastgoed Laurens Wonen 1.9 Commercieel vastgoed Laurens Wonen
22 22 25 25 25 27 29 29 29
Leefbaarheid 2.1 Wijkfunctie woongebouwen 2.2 Leefbaarheid in het gebouw
30 30
Wonen en zorg 3.1 Woningen 3.2 Zorgvoorzieningen 3.3 Zorggeïndiceerden
32 32 32
Het verhuren van de woningen van de toegelaten instelling 4.1 Huurbeleid 4.2 Huurachterstanden 4.3 Huurtoeslag 4.4 Woningtoewijzing 4.5 Verantwoording 4.6 Verkoop van woningen
34 36 36 37 39 41
5.
6.
Bewonersbetrokkenheid 5.1 Participatiebeleid 5.2 GeschillenCommissie 5.3 Overkoepelende HuurdersCommissie 5.4 Bewonersblad 5.5 Website 5.6 Algemeen
42 43 43 45 45 45
Financieel beleid en beheer 6.1 Financieel beleid 6.2 Toets operationele kasstromen 6.3 Waardering van het vastgoed 6.4 Financieringen en beleggingen 6.5 De administratie
47 48 50 52 52
Jaarrekening 2013
Overige gegevens
▪ ALGEMENE GEGEVENS ▪ VERSLAG RAAD VAN BESTUUR ▪ VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT
(waarin opgenomen de Governance Code)
1.
ALGEMENE GEGEVENS
Laurens Wonen Sinclair Lewisplaats 20 3068 EC Rotterdam T 010 407 07 04 F 010 407 07 00 E
[email protected] I www.laurens.nl Koninklijke Toelatingsbesluit nr. 93.003317 d.d. 22 april 1993 Opgericht: 13 februari 1987 Laatste statutenwijziging: 3 oktober 2006 Inschrijving handelsregister Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rotterdam d.d. 23 februari 1987, dossiernummer: 41129724 Corporatienummer: L 2066, NRV-nummer: 15936 Laurens Wonen werkt nauw samen met zorgorganisatie Laurens. Laurens Wonen is aangesloten bij Aedes vereniging van woningcorporaties en de Stichting Maaskoepel. De corporatie heeft geen verbindingen met andere rechtspersonen. Op één complex na is al het bezit van Laurens Wonen gelegen in de gemeente Rotterdam. Alleen het complex Carnisseborgh bevindt zich in de gemeente Barendrecht. Tenzij anders vermeld geldt alles wat in dit jaarverslag opgenomen is voor beide gemeenten.
1
2.
VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR
Afgelopen jaar zijn de corporaties met veel zorgbezit onder hogere druk gekomen dan de algemene corporaties. Het specifieke zorgvastgoed met veelal langjarige huurcontracten met zorgpartijen voor zeer hoge huren (en dito waardering en daardoor hoge leningen) is bij veel corporaties een blok aan het been geworden doordat er juridische ontbindingen mogelijk bleken in de huurcontracten en deze contracten ook daadwerkelijk zijn opgezegd. Bij Laurens Wonen zijn wij in de gelukkige omstandigheid dat de grote huurder van de zes zorgpanden, Laurens, eveneens onder onze verantwoordelijkheid valt. In gezamenlijkheid is voor vijf van de zes zorgpanden gezocht naar langdurige transitie naar een verpleeghuis voor klanten met een indicatie voor psychogeriatrie. Op vier locaties is uit marktonderzoek en gebouwonderzoek gebleken dat er een transitie naar of vasthouden aan PG mogelijk is. Voor Liduina wordt getracht rond 2020 nieuwbouw te plegen en voor Simeon & Anna is onderzocht of het huidige gebouw met studio’s zelfstandig wonende senioren met een kleine beurs kan aantrekken. Naast de zes zorgpanden betekent dat het scheiden van wonen en zorg nog andere effecten heeft op ons bezit en daarmee op onze huurders. Mensen met een lichte zorgindicatie, die voorheen naar een verzorgingshuis gingen, gaan nu op zoek gaan naar woonruimte waar men ook met lichte beperkingen langer zelfstandig thuis kan blijven wonen. De huurders in onze gebouwen zullen in toenemende mate zorg nodig hebben en niet altijd vitaal genoeg zijn om een actieve bijdrage aan ontmoeting te kunnen leveren. Hiermee zal er meer een beroep moeten worden gedaan op de vitale ouderen en hun persoonlijke netwerk en vrijwilligers om activiteiten mede te organiseren. Nieuwbouw is voor de meeste corporaties en zo ook voor Laurens Wonen niet meer een vanzelfsprekendheid. De financierbaarheid van nieuwbouw is veranderd in een spel van continue aanpassingen van regels en veel data aanleveren aan de diverse toezichthoudende instanties om een oordeel te vellen over de financiële gezondheid van onze organisatie. Ids Thepass Marc Scholten Raad van Bestuur Laurens Wonen
2
3.
VERSLAG VAN DE RAAD VAN TOEZICHT
Governance Code De corporatiebranche beschikt over een Governance Code, welke ook door Laurens Wonen wordt onderschreven. De Governance Code is onderverdeeld in vijf hoofdstukken: ● ● ● ● ●
Naleving en handhaving van de code. De Raad van Bestuur. De Raad van Toezicht. De audit van de financiële verslaggeving en de positie van de interne controlefunctie en van de externe accountant. Maatschappelijke verantwoording en beleidsbeïnvloeding door belanghebbenden.
Raad van Bestuur In de Governance Code worden onder andere de rol en de verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur voor het beheersen van risico’s en het verrichten van activiteiten omschreven. Enkele principes uit de Governance Code zijn dat de Raad van Bestuur verantwoordelijk is voor de kwaliteit en volledigheid van openbaar gemaakte financiële berichten en dat in het jaarverslag de hoofdlijnen worden aangegeven van het bezoldigingsbeleid. Verder behoort de Raad van Bestuur een visie te hebben op de maatschappelijke positie van de woningcorporatie, dienend als uitgangspunt voor haar beleid en houdt de corporatie ten minste eenmaal per jaar een vergadering met belanghebbenden. Laurens Wonen heeft belanghebbendenoverleg middels de structurele samenwerking met zorgorganisatie Laurens en jaarlijks vijf à zes keer afstemming met de Overkoepelende HuurdersCommissie.
Raad van Toezicht De Raad van Toezicht is verantwoordelijk voor het interne toezicht op Laurens Wonen. Hierbij staat de missie van Laurens Wonen centraal1. Onderdeel daarvan is de intensieve samenwerking met zorgorganisatie Laurens. Het toezicht strekt zich uit tot de strategie, de financiële risicobeheersing en de volkshuisvestelijke taken. Bij haar toezicht heeft de Raad van Toezicht zich in 2013 wederom laten leiden door de vraag of het beleid wordt gevoerd in overeenstemming met de beginselen van verantwoord ondernemerschap. De Raad van Toezicht heeft erop toegezien dat het beleid in overeenstemming is met wettelijke, statutaire en andere voorschriften en dat de continuïteit, ook op de langere termijn gewaarborgd is. Het toezichtkader van de Raad van Toezicht bestaat uit de door haar vastgestelde ijkpunten, zoals het jaarplan waarin de missie van Laurens Wonen is geconcretiseerd, het strategisch voorraadbeleid en de meerjarenbegroting. Op basis van dit kader heeft de Raad de afwegingen getoetst tussen het organisatiebelang enerzijds en de maatschappelijke functie van de stichting anderzijds. De leden van de Raad van Toezicht hebben zich bij de vervulling van hun taak gericht op het belang van Laurens Wonen en de daaraan verbonden onderneming en hebben daarbinnen zoveel mogelijk samenwerking gezocht met zorgorganisatie Laurens en Thuiszorg Rotterdam. Deze laatste valt per 1 januari 2013 eveneens onder verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur en Raad van Toezicht.
3 1
Laurens Wonen wil samen met Laurens een duurzaam, integraal aanbod aan wonen, zorg en diensten leveren aan ouderen in de stadsregio Rotterdam, wat erkend wordt als passend bij hun behoeften. Daarbij wil zij de samenwerking met zorgorganisatie Laurens zodanig vormgeven, dat er voor de klanten van deze 1 organisaties een totaalbeeld ontstaat. 1
Samenstelling van de Raad van Toezicht op 31 december 2013 Naam
Functie
Aandachtsgebied
Nevenfunctie op het gebied van volkshuisvesting
Eerste benoeming /moment van aftreden
Aantal bijgewoonde vergaderingen in 2013
Prof.dr. F.G.A. van der Meché
Voorzitter RvT Voorzitter Remuneratie commissie Voorzitter commissie K&V
Zorg
n.v.t.
2004 2015
/
6/6
T. van den Akker (vanaf 15 augustus 2013
Lid RvT Lid Auditcommissie
Zorgmanagement
n.v.t.
2013 2019
/
2/2
Mr. ing. A.T. Alderliesten
Lid RvT Lid Auditcommissie
Wonen
n.v.t.
2006 2017
/
6/4
P. Boekhoud
Vicevoorzitter RvT Lid Remuneratiecommissie
Ketenafspraken
n.v.t.
2001 2013
/
6/6
Mr. B.R.I.M. Gerner
Lid RvT Voorzitter Auditcommissie
Financieel
n.v.t.
2012 2016
/
6/6
Mevrouw J.M. Verseput (vanaf 15 augustus 2013)
Lid RvT Lid commissie K&V
Thuiszorg
n.v.t.
2013 2014
/
2/1
Drs. J.C. Visser
Lid RvT Lid Auditcommissie Lid commissie K&V
Beleidskaders zorg
Bestuurslid/ penningmeeste rStichting Ouderenhuisvesting
2006 2015
/
6/6
Mevrouw mr. J. Vijlbrief-van der Schaft
Toehoorder RvT
Juridisch/ Maatschappelijk
n.v.t.
2005 2017
/
6/6
4
De Raad van Toezicht bestaat uit minimaal vijf en maximaal zeven leden. In 2013 waren er zeven leden en één toehoorder namens de Raad van Toezicht van zorgorganisatie Laurens. De Raad van Toezicht heeft vanuit zijn gelederen een auditcommissie, een remuneratiecommissie en een commissie Kwaliteit en Veiligheid ingesteld.
Auditcommissie De Raad van Toezicht van Laurens Wonen heeft uit zijn midden een auditcommissie ingesteld, bestaande uit ten minste twee leden. In 2013 werd de auditcommissie gevormd door de heren mr. B.R.I.M. Gerner (voorzitter), mr. ing. A.T. Alderliesten, drs. J.C. Visser en de heer T. van den Akker. De heer Alderliesten is voor de auditcommissie voor het eerst benoemd in 2006 voor een periode van vier jaar en daarna herbenoemd. De heer Visser is benoemd in 2008, de heer Gerner is in 2012 toegetreden tot de auditcommissie en de heer Van den Akker is sinds zijn toetreding tot de RvT in augustus 2013 lid van de commissie. . Begin 2006 heeft de Raad van Toezicht het ‘Reglement voor de auditcommissie’ vastgesteld, waarin de taken en bevoegdheden van de auditcommissie zijn omschreven. De auditcommissie is op basis van dit reglement namens de Raad van Toezicht onder meer belast met het toezicht op de werking van de interne risicobeheersing- en controlesystemen, de financiële informatieverschaffing door Laurens Wonen, de naleving van aanbevelingen en opvolging van opmerkingen van de externe accountant en de relatie met de externe accountant. In het reglement is onder meer bepaald dat accountant en auditcommissie indien dit wenselijk wordt geacht buiten aanwezigheid van de Raad van Bestuur contact met elkaar kunnen hebben. Ten behoeve van de uitvoering van haar taken heeft de auditcommissie in 2013 driemaal vergaderd, waarvan één keer in de tegenwoordigheid van de externe accountant. Hierbij zijn onder meer de volgende onderwerpen besproken: ● ● ● ● ● ● ●
Management kwartaalrapportages Kwartaalrapportages projecten Accountantsverslag voor het boekjaar eindigend op 31-12-2012 Jaarverslag en jaarrekening 2012 Bedrijfsvergelijking Centraal Fonds Volkshuisvesting Jaarplan 2014 Begroting 2014
De Raad van Bestuur en de auditcommissie maken ieder ten minste eenmaal in de vier jaar een grondige beoordeling van het functioneren van de externe accountant in de diverse entiteiten en capaciteiten waarin de externe accountant fungeert. In 2013 is gekozen om voor boekjaar 2014 een selectie van een nieuwe accountant te doen. De selectie is opgezet voor het controleren van alle drie de stichtingen onder de Raad van Bestuur en Raad van Toezicht. Na de selectieprocedure is eind 2013 besloten over te gaan naar KPMG als accountant.
Remuneratiecommissie De Raad van Toezicht van Laurens Wonen heeft uit zijn midden een remuneratiecommissie ingesteld, bestaande uit ten minste twee leden. In 2013 werd de remuneratiecommissie gevormd door de heren P. Boekhoud en prof. dr. F.G.A van der Meché (voorzitter). De heer Van der Meché is voor het eerst benoemd in 2006 voor een periode van vier jaar. De heer Boekhoud is in 2012 tot de remuneratiecommissie toegetreden. De remuneratiecommissie is op basis van het reglement van de Raad van Toezicht namens de Raad van Toezicht onder meer belast met het bezoldigingsbeleid en de beoordeling van de Raad van Bestuur. De Raad van Toezicht is verantwoordelijk voor een goede invulling van de bestuursfunctie, onder meer door benoeming, schorsing, ontslag en jaarlijkse evaluatie van de bestuurders.
5
Er is sprake van een personele unie van bestuur tussen zorgorganisatie Laurens en Laurens Wonen en sinds 1 januari 2013 ook met Thuiszorg Rotterdam. Laurens Wonen betaalt een vergoeding voor de Raad van Bestuur aan de formele werkgever, zijnde zorgorganisatie Laurens, ad € 25.000,- per bestuurder voor 2013. De remuneratiecommissie heeft in het jaarlijkse beoordelingsgesprek vastgesteld dat de prestatieafspraken in 2013 in voldoende mate zijn gerealiseerd.
Deskundigheidsbevordering De Raad van Toezicht neemt in de jaarplanning een aantal thema’s op waar extra aandacht aan wordt besteed. Deze thema’s worden voorafgaand aan de reguliere vergadering behandeld. In 2013 is door de directeur vastgoed een toelichting gegeven op de vastgoedconsequenties rondom het scheiden van wonen en zorg. Daarnaast is door de Raad van Toezicht een rondgang langs diverse wooncomplexen gedaan en is gesproken met bewoners over het wel en wee in de woongebouwen. Belangrijke rapporten die uitkomen worden verspreid en waar nodig besproken. Ook is er een collectief lidmaatschap van de Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties (VTW). Individuele leden hebben de mogelijkheid om in het kader van deskundigheidsbevordering symposia en andere bijeenkomsten bij te wonen. In 2013 hebben leden van de Raad van Toezicht symposia bijgewoond, cursussen gevolgd en intervisiebijeenkomsten bijgewoond op het gebied van professionalisering, betrokkenheid en onafhankelijkheid, het onderkennen van early warning signalen en informatievoorziening.
Zelfevaluatie Eenmaal per jaar wordt het functioneren van de Raad van Toezicht en de samenwerking met de Raad van Bestuur geëvalueerd. Een cyclus wordt gehanteerd waarbij elk derde jaar een externe evaluatie plaats vindt, de volgende in 2013.
Vergaderingen De Raad van Toezicht is in 2013 zes maal bijeengeweest voor een reguliere vergadering. Tijdens een van de vergaderingen is bijgepraat met een aantal leden van de Ondernemingsraad. De volgende onderwerpen zijn in de reguliere vergaderingen van de Raad van Toezicht aan de orde geweest: ● externe en interne ontwikkelingen ● stand van zaken nieuw- en verbouwprojecten ● management kwartaalrapportages ● jaarrapport en jaarrekening 2012 ● herbenoeming leden Raad van Toezicht ● ijkpunten 2013 Raad van Bestuur ● jaarplan en begroting 2014
6
Governance code 1. Governance code Stichting Laurens Wonen onderschrijft de in de Aedescode en de Governance code Woningcorporaties vastgelegde beginselen. De Governance code Woningcorporaties wordt gehanteerd voor het inrichten van de bestuurlijke organisatie. In deze paragraaf verantwoorden wij ons over de inrichting van de governancestructuur binnen Stichting Laurens Wonen.
2.
Organisatieschema
7
3. Raad van Toezicht De Raad van Toezicht bestaat uit zeven personen. Daarnaast is er een toehoorder vanuit de Raad van Toezicht van zorgorganisatie Laurens. De Raad van Toezicht heeft tot taak toezicht te houden op de Raad van Bestuur en op de algemene gang van zaken in de woningcorporatie en de met haar verbonden ondernemingen en staat tevens de Raad van Bestuur met raad ter zijde. In het verslag van de Raad van Toezicht in dit jaarverslag zijn de taak en werkwijze van de Raad van Toezicht nader beschreven, evenals de wijze waarop de Raad van Toezicht hieraan in 2013 invulling heeft gegeven. De Raad van Toezicht waakt ervoor dat ieder van de leden van de Raad van Toezicht dan wel zijn echtgenoot, geregistreerde partner of een andere levensgezel, pleegkind of bloed- of aanverwant tot in de tweede graad naar zijn oordeel in formele zin onafhankelijk is in het licht van de volgende criteria: a. b.
c. d.
e.
f.
g. h.
i.
in de vijf jaar voorafgaande aan de benoeming werknemer of lid van de Raad van Bestuur van de woningcorporatie (inclusief gelieerde rechtspersonen) is geweest; een persoonlijke financiële vergoeding van de woningcorporatie of van een aan haar gelieerde rechtspersoon ontvangt, anders dan de vergoeding die voor de als lid van de Raad van Toezicht verrichte werkzaamheden wordt ontvangen en voor zover zij niet past in de normale uitoefening van bedrijf; bestuurslid is van een vennootschap dan wel rechtspersoon waarin een lid van de Raad van Bestuur van de woningcorporatie lid van de raad van commissarissen is; in de vijf jaar voorafgaand aan de benoeming een belangrijke zakelijke relatie met de woningcorporatie of een aan haar gelieerde rechtspersoon heeft of in de vijf jaar voorafgaand aan de benoeming heeft gehad. Daaronder wordt in ieder geval begrepen het geval dat de toezichthouder of een kantoor waarvan hij aandeelhouder, vennoot, medewerker of adviseur is, is opgetreden als adviseur van de woningcorporatie en het geval dat de toezichthouder bestuurder of medewerker is van een bankinstelling waarmee de woningcorporatie een duurzame en significante relatie onderhoudt; lid is van de gemeenteraad of Provinciale Staten van een gemeente of provincie waar de woningcorporatie feitelijk werkzaam is dan wel in dienst is van een zodanige gemeente of provincie en feitelijk betrokken bij volkshuisvestingsaangelegenheden; werkzaam is bij het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, of bij het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting, het Waarborgfonds Sociale Woningbouw of voor de volkshuisvesting relevante belangenbehartigingsorganisaties en feitelijk betrokken is bij volkshuisvestingsaangelegenheden; huurder is van de woningcorporatie; aandelen houdt, of bestuurder of commissaris van een rechtspersoon is die aandelen houdt, in een aan de woningcorporatie gelieerde vennootschap, of vennoot is dan wel bestuurder of commissaris is van een vennoot in een contractuele vennootschap waarin ook de woningcorporatie vennoot is; gedurende de voorgaande twaalf maanden tijdelijk heeft voorzien in het bestuur bij belet en ontstentenis van bestuurders.
8
4. De Raad van Bestuur 4.1
Taak en werkwijze
De Raad van Bestuur is belast met het besturen van de woningcorporatie, hetgeen onder meer inhoudt dat de Raad van Bestuur verantwoordelijk is voor: ● ● ● ● ● ●
de realisatie van de doelstellingen van de woningcorporatie; de strategie; de financiering; het beleid; de resultatenontwikkeling; het beleid ten aanzien van deelnemingen van de corporatie.
De Raad van Bestuur legt hierover verantwoording af aan de Raad van Toezicht. De Raad van Bestuur richt zich bij de vervulling van zijn taak naar het belang van de woningcorporatie in het licht van haar volkshuisvestelijke en maatschappelijke doelstelling en weegt daartoe de in aanmerking komende belangen van bij de woningcorporatie betrokkenen af. De Raad van Bestuur verschaft de Raad van Toezicht tijdig de informatie die nodig is voor de uitoefening van de taak van de Raad van Toezicht. De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de naleving van alle relevante wet- en regelgeving en voor het beheersen van de risico’s verbonden aan de activiteiten van de woningcorporatie. De Raad van Bestuur rapporteert hierover aan en bespreekt de interne risicobeheersings- en controlesystemen met de Raad van Toezicht en haar auditcommissie. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de Raad van Bestuur zijn in Artikel 12 van de statuten van de Stichting Laurens Wonen omschreven.
4.2
Leden van de Raad van Bestuur
Per 31 december 2013 bestaat de Raad van Bestuur uit de heren I.C. Thepass en drs. M.N.M. Scholten. De Raad van Bestuur heeft zich laten bijstaan door de directeur vastgoed, mevrouw ir. C.D. Vermaas MBA. Zij is het aanspreekpunt voor het Bestuur ten aanzien van de dagelijkse leiding. De portefeuilleverdeling binnen de Raad van Bestuur is als volgt: Naam De heer I.C. Thepass
Bestuursfunctie Voorzitter
De heer drs. M.N.M. Scholten
Lid
Nevenfuncties Voorzitter Raad van Toezicht Breed Welzijn Delft Voorzitter bestuur Nico Adriaanstichting Rotterdam Lid RvT De Werkplaats n.v.t.
De bestuursvoorzitter is specifiek verantwoordelijk voor ● De vaststelling van de strategische doelresultaten van de organisatie. ● de positionering van Laurens Wonen en Laurens op de markt (pmc-beleid). ● De besturingsfilosofie. ● De strategische en kwaliteitsontwikkeling van zorg- en dienstverlening. ● Kennisontwikkeling en innovatie. Het bestuurslid is specifiek verantwoordelijk voor: ● De implementatie en realisatie van projecten. ● Het vastgoed binnen Laurens Wonen en Laurens. ● De bedrijfsvoering. ● De organisatie en het beheer van de zorg- en dienstverlening. ● Het kwaliteitsbeleid.
9
4.3
Tegenstrijdige belangen
In 2013 is geen sprake geweest van tegenstrijdige belangen met betrekking tot Raad van Toezicht en de bestuurders zoals bedoeld in principe II.3 van de Governance Code Woningcorporaties.
5.
Beleidsdoelstellingen
5.1
Doelstellingen, strategie en randvoorwaarden
De Raad van Bestuur heeft na goedkeuring van de Raad van Toezicht de volgende doelstellingen gehanteerd: ● De Stichting Laurens Wonen heeft als doel uitsluitend werkzaam te zijn op het gebied van de volkshuisvesting. Daarbij richt de stichting zich met name, maar niet alleen, op het leveren van een volkshuisvestelijke prestatie die is afgestemd op de wensen en behoeften van ouderen. Hierbij wordt met name gedacht aan vormen van huisvesting die zijn gecombineerd met de organisatie van service, zorg en dienstverlening. ● Ook richt de stichting zich op het leveren van huisvesting aan doelgroepen met specifieke behoeften en wensen op het gebied van zorg en dienstverlening, die niet binnen de reguliere huisvesting kunnen worden gerealiseerd. De strategieën van Laurens Wonen en de zorgorganisatie Laurens worden zoveel mogelijk op elkaar afgestemd, waarbij de rol van Laurens Wonen is: ● ●
De normale taken als (categorale) woningcorporatie in het zo goed mogelijk ontwikkelen en beheren van zorggerelateerde huisvesting voor ouderen. Een bijdrage leveren aan de concern doelstellingen middels rollen als:
a. Kenniscentrum De specifieke kennis van Laurens Wonen betreft het ontwikkelen en beheren van woningen en gebouwen voor de bovengenoemde doelgroep. Dit varieert van woningen met eenvoudige aangepaste voorzieningen tot woongebouwen (zoals verzorgingshuizen en verpleeghuizen voor kleinschalig wonen van dementerende ouderen) die gericht zijn op mensen met een specifieke gezondheidssituatie. In de huidige tijd is het bijdragen aan de ontwikkeling van scheiden van wonen en zorg een bijzondere uitdaging. Deze kennis wordt ingezet voor de gebouwen die in eigendom zijn van Laurens Wonen en van de zorgorganisatie Laurens en voor het scheppen van adequate voorzieningen samen met andere partijen. b. Bemiddeling De samenhang van wonen-diensten-zorg en vooral de ketenzorg vragen om een goede bemiddeling van instroom, doorstroom en uitstroom van klanten naar woonvormen die passen bij hun situatie. Het eigen woningbezit is hierin een strategisch hulpmiddel, zowel bij de instroom (mensen die in toenemende mate op diensten en zorg aangewezen zijn) als bij de doorstroom en uitstroom (mensen die naar een tijdelijke of blijvende aangepaste woonvoorziening gaan). Hiernaast biedt het eigen woning- en zorgbezit ook handvatten voor het gesprek met andere partijen in het regelen van de passende arrangementen voor klanten via woningtoewijzing of bij het creëren van ‘woonzorgzônes’. Naast individuele bemiddeling wordt ook gesproken met bijzondere doelgroepen om collectieve woonvoorzieningen te realiseren voor kwetsbare mensen. Te denken valt aan verstandelijk gehandicapten of tienermoeders. c. Vastgoedsturing Het uitvoeren van onderhoud, de begeleiding van de projectontwikkeling en sinds medio 2013 ook het managen van alle (onder)huurcontracten voor de panden van zorgorganisatie Laurens, als was Laurens Wonen de eigenaar.
10
5.2
Stakeholders
Laurens Wonen heeft de volgende belanghebbenden met betrekking tot de maatschappelijke en volkshuisvestelijke missie en doelstellingen benoemd: ● De zorgorganisatie Laurens. ● Thuiszorg Rotterdam. ● Andere zorgaanbieders in de regio Rijnmond. ● De bewoners, middels een Overkoepelende HuurdersCommissie (OHC) en, per complex, de bewonerscommissies. ● De gemeenten Rotterdam en Barendrecht. ● Toezichthoudende instanties als het WSW en CFV. ● Belanghouders zoals Aedes, Maaskoepel en Woonnet Rijnmond. ● Bijzondere doelgroepen. ● Collega-corporaties, in het bijzonder de beide andere Rotterdamse categorale huisvesters van ouderen: WoonCompas en SOR. De communicatie met deze belanghebbenden heeft in 2013 als volgt plaatsgevonden: ● Met zorgorganisatie Laurens Door middel van een personele unie van de besturen van Laurens Wonen en de zorgorganisatie Laurens en door een structurele deelname van de directeur Laurens Wonen aan het Strategisch Beraad en Directie Beraad van zorgorganisatie Laurens. De Raad van Toezicht kent een personele unie voor zes van de zeven leden. In de Raad van Toezicht van Laurens Wonen is namens de Overkoepelende HuurdersCommissie en de individuele huurders een lid benoemd; in de Raad van Toezicht van zorgorganisatie Laurens is ook een lid benoemd namens de Cliëntenraad. Beiden zijn toehoorder in de vergaderingen van de andere partij. ● Met collega-corporaties Met de collega-corporaties en meer specifiek de ouderenhuisvesters WoonCompas en SOR vindt geregeld overleg plaats. Ook wordt actief deelgenomen aan de Federatieraad van de Maaskoepel. Maaskoepel (voluit: Maaskoepel federatie van woningcorporaties) is de overkoepelende organisatie van woningcorporaties in de regio Rotterdam-Rijnmond. Maaskoepel behartigt de belangen van leden en houdt zich daarbij in hoofdlijnen bezig met vraagstukken rond strategisch voorraadbeheer, woonruimteverdeling en huisvesting van bijzondere doelgroepen. Een belangrijk doel dat Maaskoepel nastreeft, is het creëren van een platform voor communicatie en samenwerking tussen de corporaties onderling en tussen de corporaties en andere partijen. Hierbij richt Maaskoepel zich onder andere op de belangrijkste partners, de stadsregio Rotterdam en de gemeente Rotterdam. ● Met bewoners Met bewoners vindt periodiek overleg plaats via de bewonerscommissies en communicatie via de Laurenskrant. Tevens is er door de Raad van Toezicht in 2013 een bezoek gebracht aan diverse complexen en is er gesproken met een aantal bewoners. ● Met de Overkoepelende HuurdersCommissie (OHC) Met de OHC wordt tweemaandelijks overlegd over vaste en actuele onderwerpen. Naast de wettelijke overlegpunten vindt hier discussie plaats over een breed scala van onderwerpen die de huurders aangaan. Zo is er in 2013 veel aandacht besteed aan de externe ontwikkelingen rondom het langer thuis wonen, ingegeven door het scheiden van wonen en zorg. ● Met de gemeenten en andere zorgaanbieders Met deze partijen vindt overleg plaats op basis van gemeenschappelijke onderwerpen.
11
6.
Interne risicobeheersings- en controlesystemen
6.1
Risicobeheersing
De Raad van Bestuur van Stichting Laurens Wonen is verantwoordelijk voor de interne risicobeheersings- en controlesystemen, voor het actief managen van de strategische, financiële en operationele risico’s, en voor het beperken van de impact van mogelijke incidenten. Hieronder zijn enkele voorbeelden van risico’s waar wij mee te maken hebben beschreven. Dit overzicht beoogt geen uitputtende opsomming te geven van alle risico’s die voor Stichting Laurens Wonen van belang zijn. Strategische risico’s
●
●
●
Veranderende regelgeving voor wat betreft huisvesting en zorg. Afgelopen jaar is de snel veranderende economische en politieke context waarin wij opereren tot het grootste strategische risico gaan behoren. Was voorheen een politieke verandering niet direct aanleiding tot drastische verandering in wet- en regelgeving, helaas is dat afgelopen jaar gewijzigd. Tevens is het imago van de corporatiesector in Nederland dermate slecht dat er vanuit Den Haag diverse rekeningen richting de sector gaan om de economische malaise het hoofd te bieden. Nieuwbouw is lastiger realiseerbaar door strengere eisen van toezichthouders. Op langere termijn is dit risicovol omdat op enig moment onderhoud meer kost dan nieuwbouw. Een lange termijn huisvestingsstrategie in combinatie met nieuwbouw programmering in diverse scenario’s zal dit risico verder inzichtelijk maken en door langere termijn planning beter beheersbaar. Het mogelijk losknippen van de unieke samenwerking tussen Laurens, Thuiszorg Rotterdam en Laurens Wonen door mogelijk einde van een personele unie. De combinatie is een grote kracht in de huidige vraagstukken waarbij ouderen langer moeten gaan thuiswonen.
Financiële risico’s ● Invoering van vennootschapsbelasting voor woningcorporaties. Ondanks inhoudelijke argumenten om niet onder de Vennootschapsbelasting (VPB) voor zorgcorporaties zoals Laurens Wonen te vallen, maar overduidelijk te zijn gelieerd aan de van VPB vrijgestelde zorgorganisatie Laurens is het beroep niet ontvankelijk verklaard. De volgende stap was dan ook om in samenspraak met Aedes en gelijksoortige corporaties de uitvoering van de vennootschapsbelasting voor zorgcorporaties op te zetten. Aandachtspunt is (de manier van) het waarderen van de leningportefeuille en het zorgvastgoed. Begin 2014 is helaas nog niet duidelijk wat de VPB voor Laurens Wonen gaat betekenen. ● De hoogte en timing van de verschillende heffingen (saneringsheffing, verhuurderheffing). Deze worden met grote snelheid tot wetgeving aangenomen en hebben op een kleine corporatie als Laurens Wonen veel effect. Tevens is verkoop/uitponden voor ons als ouderenhuisvester geen mogelijkheid om snel inkomsten te verhogen. ● Extra inkomsten door wijziging van wet- en regelgeving zijn voor Laurens Wonen minder interessant doordat er zeer weinig ‘scheefwoners’ wonen, er geen bezit tegen/over de liberalisatiegrens is en verkoop in deze markt en met dit bezit minder makkelijk op korte termijn realiseerbaar is. ● De in diverse akkoorden genoemde wijzigingen van huurbeleid door de WOZ-waarde te koppelen aan de huurprijs kan voor ons specifieke bezit in Rotterdam tot grote onzekerheid rondom de inkomsten leiden. ● Het aantrekken van geborgde financiering voor project De Veldstraat is onzeker waardoor het gemaakte plan wellicht niet of later gerealiseerd kan worden. Tevens is het project ‘t Clockhuys in de koelkast gezet vanwege de onrendabele top. Dit zorgt voor directe afboeking van gemaakte kosten zonder toevoeging van woningen aan onze portefeuille. ● Aanbesteding; de grote onzekerheid rondom de bouwsector maakt dat de selectie en prijsvorming van het genoemde project zeer zorgvuldig moet worden opgezet om faillissement van de gecontracteerde bouwer en onbenoemde geldstromen die gaan plaatsvinden tussen betrokkenen te voorkomen.
12
Operationele risico’s ● ● ● ●
Op onderdelen lastige woningmarkt in Rotterdam. Veiligheidsrisico’s als brand en legionellabacterie door meer geconcentreerd wonen van ouderen met een zorgvraag in onze woningcomplexen. Extra onrust onderling bij ouderen in complexen door hogere kwetsbaarheid en minder welzijn en zorg van buiten. Kwetsbaarheid door relatief kleine werkorganisatie en meer controles van buitenaf (bureaucratisering).
6.2 Controlesystemen De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor het ontwerp, de implementatie en de werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen. Deze omvatten beleidsvorming, processen, taken, het beïnvloeden van gedrag en andere aspecten van de organisatie die het mogelijk maken de doelstellingen te realiseren en potentieel wezenlijke fouten, verliezen of fraude of de overtreding van wetten en regelgeving te voorkomen, dan wel vroegtijdig te signaleren. Ook adequate en effectieve risicobeheersings- en controlesystemen bieden echter nooit een absolute garantie voor het realiseren van de ondernemingsdoelstellingen, noch kunnen zij wezenlijke fouten, verliezen, fraude of de overtreding van wetten en regelgeving volledig voorkomen. Naast systemen is er dan ook geïnvesteerd om goede gesprekken te voeren en met diverse expertises vraagstukken op te lossen. De huidige complexiteit en nieuwe vraagstukken vragen om een andere aanpak van ons allemaal. Gedurende het verslagjaar hebben wij de controleomgeving geanalyseerd en geëvalueerd, evenals risico’s waaraan Stichting Laurens Wonen is blootgesteld. De belangrijkste componenten van onze interne risicobeheersings- en controlesystemen in het verslagjaar waren: ● Reguliere controles volgens de Interne Controle-afspraken. ● Vastgelegde procedures. ● Een GeschillenCommissie. ● Een standaard risicoanalyse bij overgang naar een nieuwe projectfase. ● Externe benchmarking middels KWH (Kwaliteitscentrum Woningcorporaties Huursector). ● Cultuurtraject waarbij het management beter moet gaan samenwerken.
7.
Externe accountant
De externe accountant wordt benoemd door de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht stelt de beloning van de externe accountant vast na overleg met de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur en de Auditcommissie maken ieder ten minste eenmaal in de vier jaar een grondige beoordeling van het functioneren van de externe accountant in de diverse entiteiten en capaciteiten waarin de externe accountant fungeert. De externe accountant woont in elk geval het gedeelte van de vergadering van de Raad van Toezicht bij waarin het verslag van de externe accountant over het onderzoek van de jaarrekening wordt besproken en waarin wordt besloten over de goedkeuring van de jaarrekening. De externe accountant kan tijdens deze vergadering over zijn verklaring over de getrouwheid van de jaarrekening worden bevraagd door de Raad van Toezicht.
8.
Planning & Control
In het kader van haar Planning & Control taken heeft de Raad van Toezicht zich bezig gehouden met: ● Het bespreken van het jaarplan 2014. ● Het goedkeuren van het jaarverslag 2012 en de jaarrekening 2012. Het laatste stuk is in de Auditcommissie in aanwezigheid van de accountant voorbesproken. ● Het aan de hand van kwartaalrapportages vormen van een oordeel over de ontwikkeling van de verschillende prestatievelden in het verslagjaar. ● Het goedkeuren van de jaarschijf 2014 van de meerjarenbegroting en kennisnemen van de overige jaarschijven. Het jaarplan 2014 is in de meerjarenbegroting geïntegreerd.
13
9.
Treasury
In 2013 heeft een treasurycommissie, bestaande uit mevrouw C.D. Vermaas en de heren drs. M.N.M. Scholten (financieel bestuurder), P.H. Liu (financieel manager zorgorganisatie Laurens) en M.C.J. Habraken (manager Financiën Laurens Wonen) alle treasurybeslissingen ten behoeve van de Raad van Bestuur voorbereid, hierbij ondersteund door een externe adviseur.
10.
Projectontwikkeling
Via de ‘kwartaalrapportages projecten’ worden de ontwikkelingen van de nieuw- en verbouwprojecten weergegeven. Naast de inhoudelijke weergave (kwaliteit, geld, organisatie en communicatie) worden per kwartaal de (wijzigingen in) de planningen van alle nieuw- en verbouwprojecten weergegeven. In 2013 zijn diverse gesprekken met het WSW gevoerd over het afgeven van borging om (goedkopere) financiering aan te trekken voor de Veldstraat (130 bedden voor Laurens cliënten) en ‘t Clockhuys (24 sociale woningen). Het WSW heeft in 2013 het toezicht aangescherpt en kaders aangepast. Dit betekende dat met de twee genoemde projecten de financiën van Stichting Laurens Wonen niet binnen de nieuwe kaders paste. Met diverse bezuinigingen rondom onderhoud en ook het bevriezen van ‘t Clockhuys is begin 2014 de prognose wederom aangeleverd om groen licht voor de nieuwbouw van de Veldstraat te verkrijgen.
11.
Vertegenwoordigingsbevoegdheid
Stichting Laurens Wonen wordt vertegenwoordigd door de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur laat zich bijstaan door een directeur. De Raad van Bestuur heeft de omvang van de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de directeur als volgt bepaald: 1. Het aangaan van arbeidsovereenkomsten voor alle medewerkers van Laurens Wonen. 2. Het aangaan van verplichtingen voor de eigen organisatie tot een bedrag van € 300.000,. Het bedrag van € 300.000,- wordt getoetst aan het totaal bedrag van de verplichting voor de totale looptijd van de verplichting. 3. Het sluiten van (intentie)overeenkomsten tot samenwerking met andere partijen die alleen geldig zijn voor de eigen organisatie. De financiële waarde van deze overeenkomst wordt getoetst aan het gestelde onder 2.
12.
Vergoedingen van de leden van de Raad van Toezicht
De vergoedingen van de Raad zijn gebaseerd op uitspraken van de commissie Advies Arbeidsvoorwaarden van Aedes. Om tot objectieve criteria te komen bij de vaststelling van de bezoldiging ligt het volgens deze commissie voor de hand om, in verhouding tot de tijdsinvestering en de mate van verantwoordelijkheid, een relatie te leggen met de beloning van de Raad van Bestuur. De leden van de Raad van Toezicht ontvingen in 2013 de volgende vergoedingen: Functie
2013
F.G.A. van der Meché
Voorzitter, voorzitter Remuneratiecommissie en voorzitter commissie K&V
5.436
A.T. Alderliesten J. Vijlbrief-van der Schaft P. Boekhoud J.C. Visser B.R.I.M. Gerner T. van den Akker J.M. Verseput
Lid, lid Auditcommissie Lid, Toehoorder Vice-voorzitter, lid Remuneratiecommissie Lid, lid Auditcommissie en lid commissie K&V Lid, voorzitter Auditcommissie Lid vanaf 15-08-2013 Lid, lid commissie K&V vanaf 15-08-2013
3.405 2.724 3.405 4.074 3.745 1.021 1.272
Naam
( Bedragen in €, exclusief B.T.W.)
14
De vergoedingen zijn samengesteld uit vaste vergoeding, eventuele vergoeding voor het lidmaatschap van een commissie en de onkostenvergoeding. Grote afwijkingen zijn veroorzaakt door deelname aan (nieuwe) commissie Kwaliteit en Veiligheid en/of wijziging van functie binnen de Raad van Toezicht en/of gedeelte van het jaar benoemd. Laurens Wonen verstrekt aan de leden van de Raad van Toezicht geen persoonlijke leningen of garanties.
13.
Raad van Bestuur
Per 31 december 2013 bestaat de Raad van Bestuur van Laurens Wonen uit: ● de heer I.C. Thepass, geboren 1 september 1955 ● de heer drs. M.N.M. Scholten, geboren 15 december 1957 Gezamenlijk vormen zij ook de Raad van Bestuur van zorgorganisatie Laurens. Er is sprake van een personele unie van bestuur tussen zorgorganisatie Laurens en Laurens Wonen.
14.
WNT Laurens Wonen
14.1. Topfunctionarissen De WNT is van toepassing op topfunctionarissen. Als topfunctionarissen worden aangemerkt: 1. behoort tot de hoogste uitvoerende en toezichthoudende organen van een rechtspersoon of instelling (welke automatisch aan het hoofd staan van de gehele rechtspersoon of instelling) 2. behoort tot de hoogste ondergeschikte of de leden van de groep hoogste ondergeschikten aan dat orgaan én in deze rol (gezamenlijk) verantwoordelijk is voor de gehele rechtspersoon of de gehele instelling 3. belast is met de dagelijkse leiding van de gehele rechtspersoon of de gehele instelling Op grond van het voorgaande kwalificeren de volgende personen als topfunctionaris van Stichting Laurens Wonen (zowel personen in dienstbetrekking als personen anders dan in dienstbetrekking.
Naam
Functie
F.G.A. van der Meché
Voorzitter Raad van Toezicht
T. van den Akker
Lid Raad van Toezicht
A.T. Alderliesten
Lid Raad van Toezicht
P. Boekhoud
Vice-voorzitter Raad van Toezicht
B.R.I.M. Gerner
Lid Raad van Toezicht
J.M. Verseput
Lid Raad van Toezicht
J.C. Visser
Lid Raad van Toezicht
J. Vijlbrief-van der Schaft
Lid Raad van Toezicht
I.C. Thepass
Voorzitter Raad van Bestuur
M.N.M. Scholten
Lid Raad van Bestuur
C.D. Vermaas-Warnink
Directeur
15
14.2. Bezoldiging De WNT stelt een maximum aan de bezoldiging van topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector. De algemene bezoldigingsnorm van de WNT bedraagt na indexering voor 2013: € 228.599,-. Dit bedrag is opgebouwd uit de volgende onderdelen: • Bruto beloning: € 187.340,-. • Belastbare vaste en variabele kostenvergoedingen: € 8.069,-. • Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn: € 33.190,-. De algemene bezoldigingsnorm geldt in 2013 voor alle (semi-)publieke instellingen, met uitzondering van onderwijsinstellingen, waarvoor een specifieke regeling geldt. Deze onderdelen vormen communicerende vaten. Dit houdt in dat overschrijding van één van de onderdelen kan worden gecompenseerd in andere onderdelen. De bezoldigingsbedragen zijn exclusief omzetbelasting. Ingeval het dienstverband korter dan een jaar en/of in deeltijd is, dient de bezoldigingsnorm naar rato te worden herrekend. Voor toezichthouders (RvT) geldt een afzonderlijke norm. De bezoldigingsnorm voor toezichthouders is gesteld op 7,5% en 5% van de op de Stichting Laurens Wonen toepasselijke norm voor de voorzitter van deRvT respectievelijk de leden van de RvT. Hierna is per topfunctionaris van Stichting Laurens Wonen weergegeven hoe de bezoldiging over 2013 zich verhoudt tot de maximumbezoldiging van de WNT:
F.G.A. van der Meché Bezoldigingscomponent
2013
WNT
Bruto beloning
€ 5.436
€ 14.051
Kostenvergoeding
€-
€ 605
Beloningen betaalbaar op termijn
€-
€ 2.489
Totaal
€ 5.436
€17.145
Bezoldigingscomponent
2013
WNT
Bruto beloning
€ 3.405
€ 9.367
Kostenvergoeding
€-
€ 403
Beloningen betaalbaar op termijn
€-
€ 1.660
Totaal
€ 3.405
€11.430
A.T. Alderliesten
16
J. Vijlbrief-van der Schaft Bezoldigingscomponent
2013
WNT
Bruto beloning
€ 2.724
€ 9.367
Kostenvergoeding
€-
€ 403
Beloningen betaalbaar op termijn
€-
€ 1.660
Totaal
€ 2.724
€11.430
Bezoldigingscomponent
2013
WNT
Bruto beloning
€ 3.405
€ 9.367
Kostenvergoeding
€-
€ 403
Beloningen betaalbaar op termijn
€-
€ 1.660
Totaal
€ 3.405
€11.430
Bezoldigingscomponent
2013
WNT
Bruto beloning
€ 4.074
€ 9.367
Kostenvergoeding
€-
€ 403
Beloningen betaalbaar op termijn
€-
€ 1.660
Totaal
€ 4.074
€11.430
Bezoldigingscomponent
2013
WNT
Bruto beloning
€ 3.745
€ 9.367
Kostenvergoeding
€-
€ 403
Beloningen betaalbaar op termijn
€-
€ 1.660
Totaal
€ 3.745
€11.430
P. Boekhoud
J.C. Visser
B.R.I.M. Gerner
17
T. van den Akker Bezoldigingscomponent
2013
WNT
Bruto beloning
€ 1.021
€ 9.367
Kostenvergoeding
€-
€ 403
Beloningen betaalbaar op termijn
€-
€ 1.660
Totaal
€ 1.021
€11.430
Bezoldigingscomponent
2013
WNT
Bruto beloning
€ 1.272
€ 9.367
Kostenvergoeding
€-
€ 403
Beloningen betaalbaar op termijn
€-
€ 1.660
Totaal
€ 1.272
€11.430
J.M. Verseput
Mevr Verseput en dhr van den Akker zijn beide per 15-08-2013 aangetreden als lid van de RvT. De overige leden hebben het hele jaar zitting genomen. I.C. Thepass Bezoldigingscomponent
2013
WNT
Bruto beloning
€-
€ 187.340
Kostenvergoeding
€-
€ 8.069
Beloningen betaalbaar op termijn
€-
€ 33.190
Totaal
€-
€ 228.599
Bezoldigingscomponent
2013
WNT
Bruto beloning
€-
€ 187.340
Kostenvergoeding
€-
€ 8.069
Beloningen betaalbaar op termijn
€-
€ 33.190
Totaal
€-
€ 228.599
M.N.M. Scholten
18
C.D. Vermaas-Warnink
Bezoldigingscomponent
2013
WNT
Bruto beloning
€ 92.178
€ 187.340
Kostenvergoeding
€ 842
€ 8.069
Beloningen betaalbaar op termijn
€ 20.035
€ 33.190
Totaal
€ 113.055
€ 228.599
De bestuurders van LW zijn voltijds in dienst van Stichting Laurens. Door Stichting Laurens Wonen wordt een vergoeding betaald van € 50.000 aan Stichting Laurens. Deze vergoeding omvat naast de vergoeding voor het uitoefenen van de bestuurstaken een bijdrage voor overhead. De directeur van Laurens Wonen is in haar hoedanigheid als directeur een topfunctionaris conform de WNT. Ze is met ingang van 1 juli 2012 in dienst getreden. Voor 2013 blijft ze ruimschoots binnen de gestelde normen van de WNT. Aangezien naast de corporatie ook de zorgpanden van Laurens strategisch en tactisch worden gemanaged door de directeur van Laurens Wonen, geldt dat een tweeledig arbeidscontract vanuit zowel Laurens als Laurens Wonen de meest rechtlijnige oplossing was geweest. Gezien de verschillende CAO’s en pensioenfondsen is hiervoor niet gekozen.
14.3. Publicatie Onder de WNT geldt een publicatieverplichting in de jaarrekening evenals een opgave daarvan bij de vakminister. Met betrekking tot de publicatieverplichting zijn de volgende voorschriften van toepassing: Voor topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen: • De bezoldigingen moeten gepubliceerd worden, ook al zijn deze lager dan de WNT-norm. • Topfunctionarissen die werkzaam zijn anders dan in dienstbetrekking dienen altijd gepubliceerd te worden, ongeacht de duur van het dienstverband/de werkzaamheden. • De bezoldigingen moeten zowel op functienaam en persoonsnaam gepubliceerd worden. Overige functionarissen (niet zijnde topfunctionarissen: • De bezoldiging moet gepubliceerd worden, indien deze de WNT-norm overschrijdt. • Functionarissen die werkzaam zijn anders dan in dienstbetrekking hoeven alleen gepubliceerd te worden indien zij meer dan 6 maanden werkzaam zijn in een periode van 18 maanden. • Ingeval het dienstverband korter is dan een jaar en/of sprake is van een deeltijd-dienstverband, dient de bezoldiging naar rato te worden herrekend. • De bezoldigingen hoeven alleen op functienaam gepubliceerd te worden, niet op persoonsnaam.
19
Van iedere (gewezen) topfunctionaris moet gepubliceerd worden: De naam. De functie c.q. functies. De beloning. De door de werkgever betaalde premies voor vrijwillige (sociale) verzekeringen. De voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn (pensioenpremie). De duur en omvang van het dienstverband in het boekjaar. De in het boekjaar verrichte uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband. De naam en functie c.q. functies die tijdens het dienstverband zijn bekleed. Het jaar waarin het dienstverband is geëindigd. Verplichte motivering ingeval van overschrijding van de WNT. Van iedere reguliere functionaris waarvan de bezoldiging hoger is dan de WNT-norm moet gepubliceerd worden: • De functie c.q. functies. • De beloning. • De door de werkgever betaalde verzekeringspremies. • De voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn (pensioenpremie). • De duur en omvang van het dienstverband in het boekjaar. • De in het boekjaar verrichte uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband. • De in het boekjaar verrichte uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband waarbij het dienstverband is geëindigd vóór 1 januari 2013, indien het totaal van de beëindigingsuitkeringen meer zal bedragen dan de algemene bezoldigingsnorm van de WNT. • Verplichte motivering ingeval van overschrijding.
14.4. Niet-topfunctionarissen Onder de WNT geldt een publicatieverplichting in de jaarrekening voor niet-topfunctionarissen van wie de bezoldiging hoger is dan de bezoldigingsnorm die geldt op grond van de WNT. Ook hier geldt dat de bezoldiging van dienstverbanden korter dan een jaar en/of in deeltijd naar rato dient te worden herrekend. Bij Stichting Laurens Wonen (zowel in dienstbetrekking werkzaam als anders dan in dienstbetrekking meer dan 6 maanden werkzaam in een periode van 18 maanden) zijn in 2013 geen niet-topfunctionarissen in dienst geweest waarvan de bezoldiging de bezoldigingnorm overschrijdt.
14.5. Overige In 2013 is er bij Laurens Wonen geen sprake geweest van topfunctionarissen niet in dienstbetrekking werkzaam of uitkeringen wegens beëindiging dienstverband.
15.
Taak en werkwijze
De Raad van Bestuur is belast met het besturen van de corporatie, hetgeen onder meer inhoudt dat de Raad van Bestuur verantwoordelijk is voor de realisatie van de doelstellingen van de corporatie, de strategie en het beleid en de daaruit voortvloeiende resultatenontwikkeling. De Raad van Bestuur legt hierover verantwoordelijkheid af aan de Raad van Toezicht. De Raad van Bestuur richt zich bij de vervulling van zijn taak naar het belang van Laurens Wonen en weegt daartoe de in aanmerking komende belangen van de bij Laurens Wonen betrokkenen af. De Raad van Bestuur verschaft de Raad van Toezicht tijdig alle informatie die nodig is voor het uitoefenen van de taak van de Raad van Toezicht. De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de naleving van alle relevante wet- en regelgeving, het beheersen van de risico’s verbonden aan de activiteiten van de corporatie en voor de financiering van de corporatie. De Raad van Bestuur rapporteert hierover en bespreekt de interne risicobeheersing- en controlesystemen met de Raad van Toezicht. Voor de dagelijkse leiding van de werkorganisatie en het aanleveren van de door de Raad van Bestuur benodigde gegevens, laat de Raad van Bestuur zich bijstaan door een directeur. Laurens Wonen verstrekt aan de Raad van Bestuur geen persoonlijke leningen of garanties.
20
16.
GeschillenCommissie
De Raad van Bestuur dient ten minste een maal per jaar verslag te doen aan de Raad van Toezicht over de werkzaamheden van de GeschillenCommissie in de zin van artikel 16 BBSH en hiervan melding te maken in het volkshuisvestingsverslag. In hoofdstuk 5.2 van het volkshuisvestingsverslag wordt gerapporteerd over de werkzaamheden van de GeschillenCommissie. Hierover wordt ook in de kwartaalrapportage aan de Raad van Toezicht melding gemaakt.
17.
Tegenstrijdige belangen
Het is beleid van Laurens Wonen dat elke vorm en schijn van belangenverstrengeling tussen de corporatie en de Raad van Bestuur wordt vermeden. Besluiten tot het aangaan van transacties, waarbij tegenstrijdige belangen van de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur spelen, die van materiële betekenis zijn voor de corporatie en/of de Raad van Bestuur, behoeven de goedkeuring van de Raad van Toezicht. In 2013 waren er geen transacties met een tegenstrijdig belang aan de orde.
21
VOLKSHUISVESTINGSVERSLAG
1.
HET BOUWEN, VERWERVEN, BEZWAREN EN SLOPEN VAN WOONGELEGENHEIDEN EN ONROERENDE AANHORIGHEDEN
Laurens Wonen wil met haar woningen een prettige leefomgeving creëren voor de doelgroep ouderen. De primaire doelgroep bestaat uit ouderen die zowel zelfstandig als in een verzorgingshuis of verpleeghuis wonen en beperkte middelen tot hun beschikking hebben. Om voor zoveel mogelijk woonplezier te zorgen en dit voor langere tijd te garanderen, investeert Laurens Wonen in nieuwe woningen en verpleeg- en verzorgingshuizen, maar ook in de huidige woningen en zorgvastgoed. In dit onderdeel wordt een overzicht gegeven van de nieuw- en verbouwwerkzaamheden in 2013.
1.1 Wonen voor de doelgroep Laurens Wonen is ervan overtuigd dat veel ouderen het laatste deel van hun leven het liefst in hun eigen woning blijven wonen en in de buurt waar ze hun kennissen en voorzieningen hebben. Daarom realiseren Laurens Wonen en zorgorganisatie Laurens zorgvoorzieningen op buurt- en wijkniveau. Vanuit deze voorzieningen worden ook diensten en zorg bij de ouderen thuis geleverd. Tevens kunnen de verzorgings- en verpleeghuizen dienen als veilige woonplek voor ouderen die niet meer thuis kunnen blijven wonen. Om te zorgen dat nog meer ouderen, als ze dat willen, zelfstandig kunnen blijven wonen, ontwikkelt Laurens Wonen ook nieuwe zelfstandige zorgwoningen, met de bescherming en beschutting van een woongebouw voor ouderen. Eventueel voorzien van diensten en intensieve zorg. Met beperkte aanpassingen zijn deze woningen geschikt voor alle vormen van thuiszorg. Zo kunnen ouderen langdurig zelfstandig blijven wonen. Laurens Wonen streeft met deze (bestaande en nieuwe) zorgcomplexen, verzorgingshuizen en verpleeghuizen naar een duurzame oplossing, ook voor ouderen in de komende decennia. Daarom onderzoekt Laurens Wonen zowel de woonwensen van de huidige generatie als die van de volgende generatie ouderen. Het blijkt dat de ruimtebehoefte van ouderen groot is. Ook vinden ze het belangrijk dat goede dienstverlening aan huis wordt verzorgd. In de bestaande wooncomplexen zijn de wensen niet veel anders: ouderen hebben behoefte aan goed bruikbare woningen en diensten, en zorg bij hen thuis. Huurders van Laurens Wonen kunnen voor de benodigde zorg een beroep doen op zorgorganisatie Laurens. De gewenste diensten worden ingekocht en gecontracteerd met derden.
1.2 Nieuwbouwprojecten In 2013 heeft Laurens Wonen ten behoeve van haar eigen huurders en voor zorgorganisatie Laurens verschillende nieuwbouwprojecten opgeleverd en opgestart. Ook zijn er bestaande woonen zorgvoorzieningen aangepast aan nieuwe omstandigheden. De activiteiten ten behoeve van Laurens worden middels een marktconforme fee betaald door Laurens aan Laurens Wonen. Inhoudelijk worden deze projecten hier niet genoemd, maar wel kort benoemd doordat er activiteiten door Laurens Wonen-personeel zijn gedaan.
Projecten Laurens Wonen: Voorbereidingsfase in 2013: Veldstraat, Motorstraatgebied Project Veldstraat is een nieuwbouwproject naast het huidige Simeon & Anna. Het plan omvat 131 intramurale zorgplaatsen voor hoge zorgzwaartes die vooralsnog niet onder het scheiden van wonen en zorg vallen. De begane grond wordt ingevuld door 600 m2 bedrijfsruimten met een maatschappelijke bestemming, zorginfrastructuur en parkeerplaatsen. Het parkeren is deels op het binnenterrein en deels in het complex zelf gesitueerd. Laurens zal het gebouw voor 20 jaar huren van Laurens Wonen. Na de Definitief Ontwerp-fase is ook de bouwvoorbereidingsfase door de Raad van Bestuur goedgekeurd. Op 15 november 2013 is de omgevingsvergunning afgegeven.
22
Helaas is voor dit project de financiering, geborgd door het WSW, onzeker geworden sinds het WSW aangescherpte eisen heeft gesteld aan de financiële status van corporaties na het aangaan van projecten en wettelijke heffingen.
’t Clockhuys, Charlois Project ‘t Clockhuys is een nieuwbouwproject naast het verzorgingshuis Dorpsveld in de deelgemeente Charlois. Het voormalige wijkgebouw, dat onderdeel uitmaakt van de katholieke kerk, wordt gesloopt om plaats te maken voor 23 driekamer-zorgwoningen met een algemene ruimte voor de bewoners. De omgevingsvergunning is d.d. 10 september 2013 afgegeven. Ook voor dit project gold een grote mate van onzekerheid rondom de aan te trekken financiering. Dit heeft geleid tot een besluit van de Raad van Bestuur om het project te bevriezen tot betere tijden. Vanwege de sterk aan het verminderen staat van onderhoud van het wijkgebouw, zal het gebouw in het 3e kwartaal 2014 alsnog gesloopt worden om eventuele (storm)schades voor de omgeving te vermijden. De vergunning tot sloop is op 15 april 2013 afgegeven.
Projecten Laurens: Werkzaamheden die Laurens Wonen doet voor Laurens In 2013 heeft Laurens Wonen ten behoeve van de zorgorganisatie Laurens verschillende projecten opgeleverd en opgestart.
Opgeleverd in 2013: Beukelaarsdriehoek regio Zuid Oost (eigendom Woonstad en langjarig gehuurd door Laurens) De oplevering van 48 multiculturele psychogeriatrische groepswoningen heeft plaatsgevonden op 27 maart 2013. In de kleinschalige groepen is aansluiting gezocht bij de verschillende leefstijlen en culturen.
Laurens De Orchidee, regio Lansingerland Het voormalig gemeentehuis is omgebouwd tot een gezondheidscentrum. Laurens huurt de linkervleugel van het Medisch Hart Bleiswijk (MHB) voor een herstelhotel met 12 een- of tweepersoonskamers en een kantoor voor thuiszorg. Doelgroep: extramurale klanten. Patiënten die het ziekenhuis verlaten en de thuissituatie nog niet goed aankunnen en/of die moeten revalideren na een operatie. Het herstelhotel De Orchidee is in november 2013 aan Laurens opgeleverd.
Uitvoering in 2013: Stadzicht: project “licht en lucht”. In opvolging van fase 1 (verbouw centrale entreehal) en fase 2 (16 zorgunits met twee huiskamers begane grond) is op 15 augustus 2013 gestart met het project “licht en lucht”. Dit project omvat het verluchtigen van de inwendige hoeken van de 1e, 2e en 3e etage van complex Stadzicht door het weghalen van diverse wanden om meer “licht en lucht” toe te voegen aan de totale ruimte. Perikelen rondom de omgevingsvergunning hebben geleid tot een vertraging in de werkzaamheden, zodat de oplevering pas op 12 mei 2014 zal plaatsvinden.
Voorbereidingsfase in 2013: Park Stadzicht, regio Noord-West Het fasedocument ‘’Conceptontwikkeling’’ van 22 juli 2013 voor het Park Stadzicht met 55 plaatsen intramurale zorg (palliatief en revalidatiezorg) is door de Raad van Bestuur positief beoordeeld. In 2013 is na diverse overleggen met de afdeling Stadsontwikkeling van de gemeente en in nauwe samenwerking met een stedenbouwkundig bureau een doorstart gemaakt na de eerdere impasse rondom het eerdere ontwerp. Na goedkeuring van de stedenbouwkundige randvoorwaarden is een architectenselectie uitgezet en is de keuze gevallen op Bureau De Zwarte Hond, dat in 2013 naar aanleiding van de nieuwe stedenbouwkundige opzet een Voorlopig Ontwerp heeft gemaakt.
23
Revalidatiehotel, regio Zuid-Oost Na de afkeuring van de uitstraling van het project door de Raad van Bestuur aan het einde van 2011 zijn de ontwikkelde gevels, mede onder invloed van de Welstandscommissie, opnieuw ontworpen. De daarbij ontstane extra kosten zijn door de Raad van Bestuur, middels het Definitief Ontwerp-fasedocument, akkoord bevonden en in goed overleg met de regio is het project verder besteksgereed ontwikkeld. De bij de ter visielegging van het plan ingediende zienswijze (bezwaar) heeft, naast het trage verloop van de bestemmingsplanprocedure, tot forse vertraging in de ontwikkeling geleid. De omgevingsvergunning is uiteindelijk op 28 juni 2013 afgegeven. Op 2 oktober 2013 heeft de aanbesteding plaatsgevonden waarbij Dura Vermeer de meest economische aanbieding heeft afgegeven. De aangeboden aanneemsom viel ruim binnen het opgestelde budget. Met Dura Vermeer is op 20 november 2013 een overeenkomst gesloten. De start van de nieuwbouw staat gepland in februari 2014 en de oplevering zal op 1 juni 2015 plaatsvinden.
Gemeentewerf Bergschenhoek, regio Lansingerland Het project Gemeentewerf wordt in nauw overleg met Laurens ontwikkeld door 3B-Wonen. Het project omvat, naast sociale huur- en koopwoningen, 56 plaatsen voor psychogeriatrische cliënten. Deze laatste functie zal door Laurens gehuurd worden. Discussie over de financiering van deze zorgplaatsen en de gevraagde hoge en langjarige huur hebben ertoe geleid dat pas op 12 juli 2013 de samenwerkingsovereenkomst door Laurens en 3B Wonen is getekend. De bestemmingsplanprocedure verloopt traag door een bezwaarmaker die tegen het plan ageert. Begin 2014 is duidelijk dat de bezwaarmaker niet verder bezwaar maakt en start bouw zal medio 2014 plaatsvinden waardoor de oplevering verwacht is in het eerste kwartaal in 2016.
Huize Sint Petrus: verbouwing, regio Lansingerland Na een zorgvuldige afweging tussen sloop/nieuwbouw of renovatie is de Raad van Bestuur akkoord gegaan met de handhaving van het complex voor de komende tien jaar. Het positieve financiële resultaat en het imago van St. Petrus gaven daarvoor de doorslag. Een Programma van Eisen is opgesteld en de aanbesteding van de werkzaamheden heeft in november 2012 plaatsgevonden. De algemene entree wordt vernieuwd en 93 verouderde zorgunits worden aangepast aan de huidige eisen. Ze krijgen een geheel nieuwe sanitaire ruimte met nieuwe installaties. Het complex kan daarna huisvesting bieden aan 55 PG-cliënten en 38 cliënten met een zorgvraag die zelfstandig kunnen wonen. De werkzaamheden zijn in februari 2013 van start gegaan en lopen tot eind juli 2014.
Olaertsduyn, regio Zuidrand Het project Olaertsduyn omvat oorspronkelijk 60 woon-zorgappartementen en 40 plaatsen voor psychogeriatrische cliënten op de plaats van het huidige conferentiehotel. In 2013 is gewerkt aan de opstelling van een exploitatieovereenkomst met de gemeente Westvoorne. Deze overeenkomst is nog niet ondertekend. De verwachting is dat er zal worden afgeweken van de beoogde 100 appartementen aangezien de markt is gewijzigd. Ook zullen er alleen woonzorgappartementen worden gerealiseerd en geen intramurale plaatsen. De huidige versie van de exploitatieovereenkomst staat deze afwijking toe en staat tevens toe dat het project gefaseerd gerealiseerd kan worden. Zodra de exploitatieovereenkomst is ondertekend kan verder gewerkt worden aan de uitwerking van het concept en Voorlopig Ontwerp.
Initiatieven in 2013: Diverse nieuwbouwinitiatieven en verbouwingen van bestaand bezit zijn onderhanden om de vastgoedportefeuille van Laurens Wonen en Laurens up to date te houden en ouderen van beter passende woon- en zorgvoorzieningen te voorzien. De benodigde verbouwingen om de strategie voor 2020 te realiseren en een antwoord te geven op het scheiden van wonen en zorg zijn met de transitieplannen eind oktober 2013 door multidisciplinaire locatieteams in gang gezet en begin 2014 in besluitvorming gegaan. De 20 transitieplannen leidden uiteindelijk tot 12 bouwkundige investeringsvraagstukken die door Laurens Wonen zullen worden uitgevoerd voor Laurens.
24
1.3 Verhuiskostenvergoeding Het reglement op het gebied van bijdragen in verhuiskosten bij sloop of renovatie geldt sinds 8 november 2010. Er zijn in 2013 geen vergoedingen uitgekeerd.
1.4 Strategisch vastgoedbeleid Met de komst van de twee portefeuillemanagers medio 2013 wordt aan het vastgoedbeleid verder invulling gegeven. Na hun komst is vooral aandacht gegeven aan de impact van het scheiden van wonen en zorg en de realisatie van de toegewezen product-markt combinatie (psychogeriatrie, wonen en somatiek of een combinatie hiervan). Deze grote transitieopgave geeft een duidelijke richting aan een bestendig strategisch vastgoedbeleid en zal voor de niettransitiepanden en de woonpanden in 2014 ook opgepakt worden.
1.5 Kwaliteitsbeleid Kwaliteit Laurens Wonen is in het bezit van het KWH-Huurlabel (Kwaliteitscentrum Woningcorporaties Huursector). In 2013 heeft een succesvolle (jaarlijkse) hermeting plaatsgevonden. Laurens Wonen mag het label in elk geval tot 15 april 2016 voeren. Het beleid van Laurens Wonen is erop gericht de woningvoorraad optimaal ten dienste te laten zijn aan de woonwensen van haar huurders. Kwaliteit van het wonen en de dienstverlening staan daarbij voorop. Het opgestelde transitieoverzicht naar aanleiding van het scheiden van wonen en zorg geeft meer duidelijkheid over de strategische investeringen die nodig zijn per complex, uitgaande van volledige toeleiding uit de zorg. Hier hebben de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht begin 2014 een besluit over genomen. Aan de Overkoepelende HuurdersCommissie zal een positief advies worden gevraagd. Hierna komen aandachtspunten aan bod waaruit blijkt hoe Laurens Wonen de kwaliteit van haar woningen op peil houdt.
Legionellabeheer Het Legionellabeheer is gecontinueerd. Temperatuurmetingen en waterspoelingen zijn geautomatiseerd uitgevoerd. Hierbij is het niet meer noodzakelijk om menskracht in te zetten. Meetgegevens worden in een digitaal rapport opgenomen. Monsters worden genomen waar temperatuurmetingen worden geregistreerd die structureel te hoog blijken te zijn. Dit soort “hot spots” worden onderzocht en daar waar nodig zijn aanpassingen doorgevoerd.
Brandveiligheid In de zorgcomplexen Liduina, Simeon & Anna, De Naber en Wilgenborg zijn de brandtechnische voorzieningen op orde gebracht. Daarnaast zijn er onderzoeken uitgevoerd naar de status van de woongebouwen Emmahuis en Nieuw Verlaat qua brandveiligheid. Vanwege de te verwachten hoge kosten bij de complexen Laurens I en II en Sevencamp is aanvullend onderzoek gepleegd naar noodzakelijk uit te voeren werkzaamheden.
Vervangen waterleiding Nieuw Verlaat Er is in 2013 aanvullend onderzoek gepleegd naar de noodzaak van het vervangen van de gecorrodeerde waterleiding in de kruipruimte van dit complex. In verband met de complexe situatie en om de overlast voor bewoners tot een minimum te beperken is er nog geen uitsluitsel over de aanpak van de werkzaamheden. Realisatie ervan zal plaatsvinden in 2014.
Herstel achtergevel Emmahuis Er is een planopzet gemaakt voor het herstellen van de achtergevel van het Emmahuis. Thans is de totale gevelrenovatie teruggebracht tot het niveau van noodzakelijk onderhoud. In hoofdzaak valt dit herstel in drie groepen uiteen: herstel van lekkages in de kozijnen langs de galerijen, herstel van ernstige lekkages in de woningen aan de achterzijde en het vervangen van gescheurde beplatingen. Realisatie vindt plaats in 2014.
25
Vluchtwegdetectie Bij het complex Maasveld zijn rookmelders in de woningen en vluchtwegdetectie in de algemene ruimtes aangebracht. Bij de complexen Laurens I & II en Emmahuis zijn deze werkzaamheden aangevangen en worden ze in 2014 afgerond.
Vervangen brandmeldcentrales In het complex Simeon & Anna is de brandmeldcentrale vervangen. Binnen complex Liduina is de bestaande installatie gecertificeerd.
Realiseren scootmobielruimtes In de complexen de Sevencamp, de Naber, Nieuw Verlaat, Anatole France, Bertrand Russell, de Poort van Oost en Joachim & Anna zijn de opstelmogelijkheden voor scootmobielen uitgebreid. Behoudens Joachim & Anna zijn de werkzaamheden afgerond. De werkzaamheden in Joachim & Anna worden in 2014 uitgevoerd.
Liftkartel Laurens Wonen neemt deel aan een rechtzaak die is aangespannen tegen de liftbedrijven die in het verleden onderling prijsafspraken hebben gemaakt. De liftbedrijven hebben wederom uitstel gevraagd inzake de dagvaarding. De verwachting is dat in het tweede kwartaal van 2014 duidelijk wordt hoe de procedure verder zal verlopen.
Gevelonderhoudsinstallaties Bij de complexen Joachim & Anna wonen, Kreilerburcht en de Poort van Oost is aan de zijde waar geen glasbewassing uitgevoerd kan worden een gevelonderhoudsinstallatie aangebracht.
Transitie In het kader van het scheiden van wonen en zorg dienen er acties te worden ondernomen om zorggebouwen geschikt te maken voor de toekomstige functies psychogeriatrie, wonen, somatiek of een mix hiervan. In 2013 is aangevangen met het onderzoek van de zorgcomplexen en de noodzakelijke investeringen. Realisatie zal vanaf 2014 plaatsvinden.
Regulier planmatig en contractonderhoud Alle contractuele onderhoudswerkzaamheden zijn gerealiseerd, evenals alle reguliere planmatige werkzaamheden die in de begroting 2013 waren opgenomen. Dit betreft in hoofdzaak: • • • •
(binnen) Schilderwerk. Moderniseren liften. Vervangen intercom/videofooninstallatie. Vervangen hang- en sluitwerk.
Dienstverlening Laurens Wonen beheert voor zorgorganisatie Laurens diverse zorg- en concernpanden. Onderdeel van dit beheer zijn onder andere: • • • • •
Reparatieverzoeken. Planmatig onderhoud. Contractueel onderhoud. Instandhoudingsonderhoud. Huurdersonderhoud.
Binnen zorgorganisatie Laurens speelden - net als bij Laurens Wonen - de volgende zaken: • • •
Brandveiligheid. Brandmeldinstallaties. De transitie.
Activiteiten zoals bij Laurens Wonen zijn benoemd zijn ook bij de zorglocaties gerealiseerd.
26
Mutatie- en klachtenonderhoud Laurens Wonen maakt onderscheid tussen mutatie- en klachtenonderhoud. Mutatieonderhoud wordt indien nodig gepleegd wanneer een woning een nieuwe huurder krijgt; klachtenonderhoud als de huidige bewoner een gebrek aangeeft. Met een realisatie van € 773.000,- laat het mutatieonderhoud een lichte onderschrijding zien ten opzichte van de begroting voor mutatieonderhoud voor 2013 van € 830.000,-. Met een realisatie van € 239.000,- laat het klachtenonderhoud een onderschrijding zien ten opzichte van de begroting. In de begroting 2013 was voor geheel 2013 een bedrag opgenomen voor klachtenonderhoud van € 295.000,- . ouderen gehuisvest. In tabel 1.1 vindt u een overzicht van het aantal woningen en verzorgingsplaatsen van Laurens Wonen.
1.6 Woningbezit in cijfers Het woningbezit van Laurens Wonen bestaat uit achttien wooncomplexen en zes verzorgingshuizen. In 2013 is het aantal woongelegenheden (zelfstandige woningen, verzorgingsplaatsen c.q. onzelfstandige groepseenheden) gelijk gebleven op 2.383. Binnen de complexen is een aantal woongroepen van zowel autochtone als allochtone
27
Tabel 1.1: Woningoverzicht Laurens Wonen Naam
Wijk
Aantal woningen
Woongebouw De Sevencamp
RotterdamZevenkamp RotterdamZevenkamp RotterdamOmmoord RotterdamOmmoord RotterdamOmmoord RotterdamHillegersberg Rotterdam110 Morgen RotterdamSchiebroek RotterdamOverschie Rotterdam-Het Nieuwe Westen RotterdamBlijdorp Rotterdam-Het Oude Noorden RotterdamStadsdriehoek (centrum) RotterdamIJsselmonde RotterdamIJsselmonde RotterdamAfrikaanderwijk
182
Woongebouw Nieuw Verlaat Woongebouw De Naber Woongebouwen Anatole France en Bertrand Russell Woongebouw Laurens I en II Zorgcentrum Liduina Woongebouw De Grindhorst Zorgcentrum en woongebouw De Wilgenborgh Woongebouw Poort van Oost Woongebouw Wi Mofina Tampe Woongebouw Emmahuis Woongebouw Kerkeplaats Woongebouw Mariniershof
Woongebouw Ravenswaerde Woongebouw Kreilerburcht Zorgcentrum en woongebouw Maasveld
Zorgcentrum Simeon & Anna Zorgcentrum en woongebouw Joachim & Anna Woongebouw Carnisseborgh Totaal
RotterdamVreewijk RotterdamZuidwijk Barendrecht
Aantal verzorgings plaatsen -
169 + 1 dienstwoning 37 zelfstandig
-
320 (elk gebouw 160) Laurens I: 168 Laurens II: 69 -
-
35
-
81 zelfstandig
101
77
-
21
-
127
-
61
-
36
110
54
63 zorggarant 68 62 zorggarant 32 appartementen (4 units van 8 zelfstandige groepswoningen) -
60
78
51
290
30 1.735
648
28
1.7 Maatschappelijk vastgoed Laurens Wonen Tabel 1.2: Overzicht maatschappelijk vastgoed Laurens Wonen Naam
Wijk
Aantal VHE
Dorpsveld
Rotterdam - Charlois
1
1.620
Kantoorruimte
Emmahuis
Rotterdam - Blijdorp
1
114
Kantoorruimte
Laurens I Onderbouw
Rotterdam - Ommoord
2
911
Kantoorruimte
Laurens II Onderbouw + bovenste etage
Rotterdam - Ommoord
3
819
Zorginfrastructuur/ Kantoorruimte
Carnisselande poli
Barendracht
1
285
Praktijkruimte
8
3.749
Totaal
Aantal M2 VVO
Type
1.8 Overig vastgoed Laurens Wonen Tabel 1.3: Overzicht overig vastgoed Laurens Wonen Naam
Wijk
De Grindhorst
Rotterdam110 Morgen
Totaal
Aantal VHE 26
Aantal m2 VVO n.v.t.
Type
Parkeerplaatsen
26
1.09 Commercieel vastgoed Laurens Wonen Tabel 1.4: Overzicht commercieel vastgoed Laurens Wonen Naam
Wijk
Emmahuis
Rotterdam – Blijdorp
1
141
Bedrijfsruimte
Laurens II Onderbouw
Rotterdam – Ommoord
7
1.455
Bedrijfsruimte
8
1.596
Totaal
Aantal VHE
Aantal M2 VVO
Type
29
2. LEEFBAARHEID Leefbaarheid is voor Laurens Wonen een belangrijk begrip dat zich niet beperkt tot de woningen en het woongebouw, maar zich uitstrekt tot in de directe omgeving van het wooncomplex. In dit hoofdstuk komen beide aspecten van leefbaarheid aan bod.
2.1 Wijkfunctie woongebouwen Laurens Wonen geeft haar wooncomplexen graag meer betekenis voor de omliggende wijk, vooral voor de ouderen die in de omgeving wonen. Om dit te bereiken, worden in sommige recreatiezalen activiteiten georganiseerd, zoals voorlichtings- of themabijeenkomsten, waar bewoners van het woongebouw én oudere wijkbewoners welkom zijn. De jaarlijkse rommelmarkten die de bewoners zelf organiseren zijn vaak een begrip in de wijde omgeving. Ook is in enkele wooncomplexen een dagbehandeling van zorgorganisatie Laurens gevestigd, waar bewoners en wijkbewoners op indicatie sociale contacten, gezellige activiteiten en een zinvolle dagbesteding kunnen vinden om vereenzaming en verdere achteruitgang tegen te gaan en eventuele mantelzorgers te ontlasten. Daarnaast is in diverse wooncomplexen een Zorg Aan Huiskantoor (ZAH) gevestigd. Zorgorganisatie Laurens heeft zo een uitvalsbasis in de wijk om vorm te geven aan het werken met kleinschalige teams en het buurtgericht werken.
2.2 Leefbaarheid in het gebouw Naast voornoemde wijkfunctie besteedt Laurens Wonen veel aandacht aan leefbaarheid in het gebouw zelf. In 2013 stonden de volgende onderwerpen centraal: veiligheidsprojecten, zorgsamenwerking en overlastbestrijding.
Projecten sociale veiligheid Mede op verzoek van de Overkoepelende HuurdersCommissie (OHC) investeert Laurens Wonen in maatregelen die de veiligheid of het gevoel van veiligheid van haar bewoners vergroten. In 2013 is er gewerkt aan de volgende veiligheidsmaatregelen: ●
●
●
Videofoons: Laurens Wonen is in 2013 verder gegaan met het realiseren van videofoons in de woningen. In 2013 is dit gebeurd in woongebouw Anatole France. Laurens Wonen en de huurders dragen hierbij samen zorg voor de financiering. Rookmelders: In samenwerking met de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) is in 2012 een rookmelderproject gestart om de brandveiligheid te verbeteren en het bewustzijn van brandveiligheid bij de huurders te vergroten. Een brandveiligheidsadviseur van de VRR verricht een woningcheck brandveiligheid waarna maximaal twee rookmelders worden aangebracht in de woning. Tot slot ontvangt de bewoner een pakket met veiligheidsinformatie. In 2013 zijn in woningen in wooncomplexen Anatole France, Bertrand Russell en Poort van Oost rookmelders en een woningcheck aangeboden. De rookmelders worden gefinancierd door Laurens Wonen. De VRR neemt de communicatiekosten, de verstrekking van de informatiepakketten en de personele kosten voor het inzetten van de brandveiligheidsadviseurs voor dit project voor haar rekening. Scootmobielbeleid: De vraag naar stallingruimte voor scootmobiels blijft groeien, maar de huidige inrichting van de woongebouwen van Laurens Wonen kan regelmatig niet aan deze vraag voldoen. Medio 2012 heeft de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) een regionale handreiking/werkinstructie uitgevaardigd voor het brandveilig stallen van scootmobiels in woon- en zorggebouwen. Het beleid van de brandweer komt hierop neer dat scootmobiels in geen geval geplaatst mogen worden in inpandige vluchtroutes zoals een besloten gang. In open vluchtroutes (denk hierbij aan een galerij in de buitenlucht) zijn scootmobiels toegestaan, mits deze aan één zijde van de vluchtroute geplaatst worden en er een vrije doorgang van 0,85 m gegarandeerd is. In veel woongebouwen is Laurens Wonen hierdoor genoodzaakt haar stallingbeleid voor scootmobiels aan te passen. Bewoners moeten de scootmobiel in het vervolg in de woning gaan stallen, of waar mogelijk wordt extra stallingruimte voor scootmobiels gerealiseerd. De invoering van dit nieuwe stallingbeleid is in enkele wooncomplexen dan ook een intensief traject geworden. Dit traject loopt door tot in 2014.
30
Samenwerking zorg in woongebouwen Laurens Wonen werkt in veel woongebouwen samen met zorgorganisatie Laurens. In 2013 betrof dat bijvoorbeeld samenwerking op de gebieden: ● Toewijzing van woningen ● Activiteiten in recreatiezalen woongebouwen ● Dienstverlening in recreatiezalen ● Zorg Aan Huis en spreekuren
Overlast De woonconsulenten besteden veel tijd en aandacht aan overlastproblematiek. De laatste jaren zijn er veel meldingen van overlast. Dit is deels te wijten aan bewoners met psychiatrische of verslavingsproblematiek of beginnende dementie, maar kan ook worden veroorzaakt door jongere bewoners in bijvoorbeeld de woontorens Bertrand Russell en Anatole France. Overigens weten huurders steeds beter dat de verhuurder hierin een verantwoordelijkheid heeft en aanspreekbaar is op overlastgevende buren. Het oplossen van meer ernstige overlastklachten vereist een intensieve bemoeienis van Laurens Wonen, vaak in samenwerking met andere organisaties (zoals Lokaal Zorg Netwerk, Meldpunt Preventie Huisuitzettingen, zorgorganisaties en politie), de overlastgevende huurder, omwonenden en de juridisch adviseur van Laurens Wonen.
31
3. WONEN EN ZORG Door de toenemende vergrijzing en door het beleid van de overheid wordt er steeds meer een beroep gedaan op woningcorporaties met betrekking tot wonen, zorg en welzijn. Het gaat hierbij om de huisvesting van ouderen die een zorgvraag hebben. Laurens Wonen wordt hierin onder andere gesteund door zorgorganisatie Laurens. Laurens Wonen biedt huisvesting aan mensen die zorg gecombineerd met diensten nodig hebben, waardoor deze mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Laurens Wonen beseft dat zij verantwoordelijkheid draagt voor de woonomgeving en in het bijzonder voor de leefsfeer en leefbaarheid in de woongebouwen. Deze verantwoordelijkheden nemen wij samen met individuele huurders, bewonerscommissies en zorgorganisatie Laurens. De kwaliteit van de leefbaarheid in de woongebouwen wordt bepaald door de bewoners die er wonen en die in staat zijn zich in te zetten voor hun woongebouw. Laurens Wonen en zorgorganisatie Laurens helpen hierbij door goed samen te werken met bewonerscommissies.
3.1 Woningen Vrijwel alle woningen van Laurens Wonen zijn geschikt voor ouderen, omdat deze woningen begaanbaar zijn zonder trappen of andere obstakels. De zorggarantwoning is een woningtype dat helemaal is ingericht om ouderen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Ouderen willen en moeten dat ook steeds meer: zorg op maat om zo lang mogelijk zelfstandig in de eigen vertrouwde woning te blijven wonen. Een zorggarantwoning heeft bouwkundig geen belemmeringen voor het verlenen van zorg tot verpleeghuisniveau aan toe. Verder is er rekening mee gehouden dat specifieke persoonsgebonden aanpassingen eenvoudig kunnen worden aangebracht. Een deel van de woningen is zelfs zo ingedeeld dat het mogelijk is om met een tillift of een bed door de hele woning te manoeuvreren. Bewoners kunnen dan ook in deze woningen blijven wonen, ook als ze intensievere zorg nodig hebben. Op deze manier geeft Laurens Wonen vorm aan de maatschappelijke ontwikkelingen om wonen en zorg te scheiden.
3.2 Zorgvoorzieningen In veel van onze woongebouwen houdt de klantadviseur van Laurens spreekuur. In diverse woongebouwen zijn kantoorruimtes voor Zorg Aan Huis (ZAH) teams met een wijkfunctie. Tevens zijn in aantal woongebouwen huisarts- en/of fysiotherapiepraktijken gevestigd. Onze bewoners vinden het prettig dat ZAH-medewerkers in de buurt zijn. Daarnaast zijn de meeste woongebouwen voorzien van een recreatieruimte met in enkele gevallen een maaltijdvoorziening. Veel van de activiteiten worden verzorgd door en voor de bewoners, soms met ondersteuning van vrijwilligers van buitenaf.
3.3 Zorggeïndiceerden In de woongebouwen Maasveld, Joachim & Anna en Ravenswaerde hebben kandidaten met een CIZ-zorgindicatie voorrang bij de toewijzing van de zelfstandige huurwoningen. Deze woongebouwen zijn verbonden aan een verzorgings- of verpleeghuis. Zorgorganisatie Laurens levert zoveel mogelijk de zorg. Ook zijn andere zorgaanbieders binnen ons vastgoed actief. Laurens Wonen is met zorgorganisatie Laurens overeengekomen dat het merendeel van de woningen (60%) in deze complexen wordt verhuurd aan mensen die in het bezit zijn van een zorgindicatie. De werkwijze is als volgt: • •
De vrijkomende woningen worden bij de in het complex werkzame klantadviseur aangemeld om een kandidaat voor te dragen. Indien de klantadviseur geen kandidaat heeft, wordt de woning volgens het aanbodmodel verhuurd via Woonnet Rijnmond.
32
Aantal verhuringen aan zorggeïndiceerden in deze drie woongebouwen in 2013: Maashaven 2 Joachim & Anna 12 Ravenswaerde 6 ----- + Totaal 20
33
4.
HET VERHUREN VAN DE WONINGEN VAN DE TOEGELATEN INSTELLING
Laurens Wonen richt zich voornamelijk op de huisvesting van ouderen, maar verhuurt in beperkte mate ook woningen aan andere doelgroepen. Dit onderdeel gaat in op het huurbeleid, de toewijzing van woningen en de verkoop van woningen.
4.1 Huurbeleid Naast het verhuren van woningen draagt Laurens Wonen in een niet geringe mate bij aan de huisvesting van ouderen die zijn aangewezen op intramurale voorzieningen. Het aantal verzorgingsplaatsen (648) is verdeeld over zes verzorgingshuizen. Dit omvat circa 27% van het totale aantal woongelegenheden van Laurens Wonen. Op kleine schaal wordt er ook huisvesting geboden aan andere (jongere) doelgroepen die op wonen met zorg zijn aangewezen, zoals de groep jongeren met niet-aangeboren hersenletsel in wooncomplex Ravenswaerde.
Maximale huurprijsstijging De huurverhoging bedroeg per 1 juli 2013 voor alle Laurens Wonen woningen minimaal 4%; 2,5% op basis van de inflatie in 2012 + 1,5 % daar maximaal standaard bovenop, ter compensatie van de van rijkswege opgelegde verhuurderheffing. Daarnaast is uiteindelijk bij circa 60 huishoudens een huurverhoging doorgevoerd van 4,5% (0,5% extra vanwege een inkomen tussen € 33.614 en € 43.000) en bij ca. 40 huishoudens een huurverhoging van 6,5% (2,5% extra vanwege een inkomen hoger dan € 43.000). Deze inkomensafhankelijke huurverhoging heeft voor Laurens Wonen op jaarbasis geresulteerd in zeer geringe extra huurinkomsten. In een aantal gevallen zou de maximaal redelijke huurprijs van de woning worden overschreden, immers deze werd op 1 juli 2013 slechts met 2,5% verhoogd.
Huuraanpassing bij mutatie Laurens Wonen past regelmatig huurharmonisatie toe bij mutatie. Dit betekent dat de huurprijs wordt bijgesteld aan de hand van de kwaliteit van de woning. De huurprijzen kunnen hierdoor hoger, maar soms ook lager uitvallen. Bij twee complexen van Laurens Wonen vindt er een neerwaartse harmonisatie plaats. Zo blijven de woningen bereikbaar voor de huurtoeslag. Bij diverse andere complexen is het algemene beleid dat woningen geharmoniseerd worden naar een hogere huur. Per complex wordt daarbij gekeken of de woningen goed verhuurbaar blijven. Ook zijn er complexen die – bijvoorbeeld vanwege in het verleden ontvangen subsidies – voor huurtoeslag bereikbaar moeten blijven.
Verdeling huurwoningen naar prijsklasse na huurverhoging Huurwoningen kunnen worden ingedeeld in categorieën. Een veel gebruikte indeling is die waarbij onderscheid wordt gemaakt in huurprijsklasse. Onder de ‘goedkope’ categorie vallen woningen met een huur tot € 374,44 per maand, de ‘betaalbare’ categorie bevat woningen van € 374,44 tot € 574,35 en de ‘middeldure’ categorie woningen van € 574,35 tot € 681,02. De ‘dure’ categorie bevat woningen met een huur die hoger is dan € 681,02 per maand. Eind 2013 • • •
was het bezit van Laurens Wonen als volgt ingedeeld: 184 goedkope woningen, ofwel 10,6% (was 184 in 2012, ofwel 10,6%) 1414 betaalbare woningen, ofwel 81,5% (was 1423 in 2012, 82,0%) 137 middeldure woningen, ofwel 7,9% (was 128 in 2012, ofwel 7,4%)
Daarmee vallen 1.598 woningen, oftewel 92,1% van het bezit, onder de bereikbaarheidsgrens van € 574,35 (was 1.607 in 2012, oftewel 92,6%). Daarnaast zijn er nog 137 woningen boven de aftoppingsgrens van € 574,35, maar onder de maximale huurgrens voor de huurtoeslag van € 681,02.
34
In figuur 4.1 ziet u deze indeling nog eens overzichtelijk weergegeven in een diagram. De percentages geven aan hoe de indeling van het bezit van Laurens Wonen is aan het eind van 2013.
Figuur 4.1: Indeling woningbezit Laurens Wonen naar prijsklasse
35
4.2 Huurachterstanden Aan het eind van 2013 bedraagt de huurachterstand 0,90% van de bruto jaarhuur van € 17.018.206,-. Eind 2012 was dit nog 0,77% van de bruto jaarhuur van € 16.578.318,-. In tabel 4.2 is de huurachterstand van 2013 schematisch weergegeven en vergeleken met 2012.
Tabel 4. 2 Huurachterstand in 2013 en 2012 Periode
Aantal huurders 31-12-2013
Aantal huurders 31-12-2012
Huurachterstand 31-12-2013
Huurachterstand 31-12-2012
0 - 1 maand
54
48
16.600
16.098
1 - 2 maanden
16
17
14.362
13.875
2 - 3 maanden
10
3
14.852
4.141
3 - 4 maanden
7
8
12.080
13.658
4 - 5 maanden
8
4
19.848
10.161
5 - 6 maanden
6
3
16.703
8.256
10
11
58.413
61.075
111
94
152.858
127.264
vanaf 6 maanden
Huurachterstanden van meer dan drie maanden worden uit handen gegeven aan de deurwaarder, tenzij er bemiddeling plaatsvindt via Schuldhulpverlening. In 2013 hebben twee ontruimingen plaatsgevonden.
4.3 Huurtoeslag Huurders kunnen via Belastingdienst/Toeslagen huurtoeslag (voorheen huursubsidie) aanvragen. Ze kunnen daarbij zelf bepalen of ze het direct in mindering willen brengen op het huurbedrag of dat ze het op hun eigen rekening willen ontvangen. Steeds meer huurders hebben de huurtoeslag op hun eigen rekening laten storten, waardoor het lijkt alsof er minder toekenningen zijn. Vanaf 2014 wordt door de Belastingdienst de huurtoeslag rechtstreeks op de bankrekening van de huurder gestort. Tabel 4.3 toont de ontwikkeling, over een periode van 13 jaar, van het aantal huurders dat via Laurens Wonen de huurtoeslag direct in mindering liet brengen op de verschuldigde maandhuur.
36
Tabel 4.3 Overzicht huurtoeslag van 2000 t/m 2013 Tijdvak
2000/2001 2001/2002 2002/2003 2003/2004 2004/2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
Aantal
1.015 1.176 1.105 1.121 1.069 944 831 778 699 651 491 440 392
Aantal woningen met huursubsidie/-toeslag in % van het totaal aantal woningen 63,2 69,0 63,7 64,6 61,7 53,5 46,0 44,9 40,3 37,5 29,7 26,6 23,7
Gemiddeld toeslagbedrag per huurder per jaar
€ € € € € € € € € € € € €
1.695,1.662,1.895,1.905,2.124,2.260,2.312,2,189,2.319,2.269,2.406,2.478,2.432,-
Met ingang van 1 januari 2006 is de huursubsidie via VROM gewijzigd in huurtoeslag via de Belastingdienst/Toeslagen. Het toeslagjaar loopt vanaf 2006 gelijk met het kalenderjaar. Het aantal huurders dat via Laurens Wonen de huurtoeslag in mindering liet brengen op de verschuldigde maandhuur is eind 2013 met 48 gedaald. Het gemiddelde bedrag per beschikking is met 1,9% gedaald.
4.4 Woningtoewijzing Laurens Wonen is actief in een lastig deel van de woningmarkt. Gemiddeld ontving Laurens Wonen drie reacties per geadverteerde woning, een geringe daling (0,3) ten opzichte van 2012. Voor sommige woongebouwen van Laurens Wonen ligt het gemiddeld aantal reacties per geadverteerde woning nog beduidend lager, bijvoorbeeld in het geval van Nieuw Verlaat (0,4 reacties per woning). Dit heeft vooral te maken met de doelgroep 55+. Ook andere ouderenhuisvesters in de Stadsregio Rotterdam hebben te maken met lage aantallen reacties per geadverteerde 55+ woning in vergelijking met woningen die geen 55+ label dragen.
37
Gemiddeld aantal reacties per geadverteerde woning Aantal advertenties
Aantal reacties
Gemiddeld aantal reacties
Anatole France
58
138
2,4
Bertrand Russell
40
109
2,7
3
122
40,7
De Naber
13
21
1,6
De Sevencamp
74
129
1,7
Emmahuis
40
110
2,8
6
14
2,3
4
26
6,5
Laurens I
63
110
1,7
Laurens II
12
90
7,5
Maasveld
16
139
8,7
4
253
63,3
113
42
0,4
Poort van Oost
8
72
9,0
Ravenswaerde
8
69
8,6
462
1444
3,1
18
19
1,1
Carnisseborgh
Joachim en Anna Kerkeplaats
Mariniershof Nieuw Verlaat
Totaal Laurens Wonen
Eliot
Complexen die recenter gebouwd zijn laten meer reacties per geadverteerde woning zien. Van de vrijgekomen woningen in 2013 zijn 179 woningen toegewezen aan eenpersoonshuishoudens en 28 aan tweepersoonshuishoudens. De gemiddelde leeftijd van de huurders loopt op. De hoofdbewoners bij Laurens Wonen zijn gemiddeld 74,6 jaar oud. Laurens Wonen brengt haar woningen onder de aandacht en promoot deze waar mogelijk. Zo zijn in de afgelopen jaren verschillende nieuwe middelen ingezet. Bijvoorbeeld open dagen, de inrichting van een modelwoning, advertenties in Huis-Aan-Huis bladen en wijkkranten, een Youtube film met virtuele rondleiding in wooncomplex De Sevencamp (te vinden op Woonnet Rijnmond en de Laurens website), voordracht van kandidaten door zorgorganisatie Laurens, het aanbieden van direct bewoonbare woningen (geschilderd, behangen en voorzien van laminaat), en het aanbieden van een huurvrije periode van twee weken bij acceptatie van een Direct-te-huur (leegstaande) woning. Daarnaast ontwikkelde Laurens Wonen voor alle woongebouwen brochures om ze onder de aandacht van potentiële klanten te kunnen brengen. 38
4.5 Verantwoording In de sociale huursector in stadsregio Rotterdam wordt gewerkt met een aanbodmodel. Bij een aanbodmodel wordt initiatief van de woningzoekenden verwacht. De corporaties adverteren hun beschikbare woningen op internet. Geïnteresseerde woningzoekenden dienen hier vervolgens zelf op te reageren (via internet, of telefonisch of persoonlijk aan de balie van een corporatie). Aan de hand van de inschrijfduur wordt een kandidaat geselecteerd. Als de woning is toegewezen, wordt op de website van Woonnet Rijnmond gepubliceerd aan wie dit is gebeurd. Rotterdam kende de meest lokaal georiënteerde sociale huurwoningmarkt. Van de geslaagde woningzoekenden in Rotterdam woonde 81% al in deze gemeente. In de regionale huisvestingsverordening wordt een onderscheid gemaakt in vier categorieën van toewijzing: Woningaanbodcategorie Voorwaardenvrij Directe bemiddeling Lokaal maatwerk Volkshuisvestelijk labelen
IJkpunt regionaal minimaal 40% maximaal 25% maximaal 15% maximaal 20%
Voorwaardenvrij: Deze woningen worden via de media van het regionale aanbodmodel aangeboden zonder passendheidscriteria. Directe bemiddeling: Deze woningen worden buiten de media van het regionale aanbodmodel aangeboden. Directe bemiddeling wordt verantwoord op de website van Woonnet Rijnmond onder de gelijknamige noemer. Er zijn ook woningen die via het aanbodmodel niet toegewezen kunnen worden, bijvoorbeeld omdat hier niet op is gereageerd of omdat alle kandidaten voor de woning bedanken. Vervolgens kan directe bemiddeling worden toegepast. Steeds meer woningen moeten in eerste instantie één of meerdere keren worden geadverteerd onder de noemer ‘volkshuisvestelijk labelen’ (met een 55-plus label). Bij gebrek aan kandidaten wordt overgegaan tot directe bemiddeling. Lokaal maatwerk: Deze woningen worden met specifieke passendheidseisen aangeboden via de media van het regionale aanbodmodel om redenen van volkshuisvestelijke aard of leefbaarheidsargumenten (zoals schaarste, stagnerende doorstroming, beheersoverwegingen overlast, et cetera). In 2013 werd lokaal maatwerk toegepast in de complexen Poort van Oost, Bertrand Russell, Anatole France, Emmahuis en Grindhorst. ● Poort van Oost: Bewoners uit de wijk krijgen voorrang bij de toewijzing van vrijkomende woningen. Zo hoeven inwoners van Overschie hun wijk niet te verlaten als zij in een 55-plus woning willen gaan wonen. Deze manier van toewijzen bevordert de leefbaarheid in het wooncomplex. ● Bertrand Russell, Anatole France en Emmahuis: De éénkamerappartementen in de woongebouwen Bertrand Russell, Anatole France en het Emmahuis zijn moeilijk verhuurbaar aan ouderen. Laurens Wonen heeft toestemming van de gemeente Rotterdam om deze woningen aan studenten te verhuren. De woningen worden niet via Woonnet Rijnmond toegewezen. Belangstellenden kunnen zich inschrijven bij Laurens Wonen. Eerst vindt een uitvoerige intake plaats. De leefstijl van de jongeren moet zoveel mogelijk aansluiten bij die van de oudere huurders, die hier in de meerderheid wonen.
39
● De Grindhorst: Kandidaten van de Woongroep Hillegersberg-Schiebroek gaan voor bij de woningtoewijzing. Volkshuisvestelijk labelen: De woningen worden via de media van het regionale aanbodmodel aangeboden, maar zijn voorzien van een label voor een specifieke leeftijdsgroep (jongeren of ouderen), of van passendheidseisen (huishoudgrootte of inkomenseisen).
Verdeling verhuringen Laurens Wonen 2013 aantal
percentage
Lokaal maatwerk Directe bemiddeling Volkshuisvestelijk labelen
1 131 75
0,5% 63,3% 36,2%
Totaal
207
100%
Europese Regeling (Diensten van Algemeen Economisch Belang toegelaten instellingen volkshuisvesting DAEB) Ook dit jaar is de Europese richtlijn van kracht dat minimaal 90% van de vrijkomende woningen met een huur op of onder de liberalisatiegrens (2013: € 681,02) toegewezen moet worden aan huishoudens met een gezamenlijk verzamelinkomen tot maximaal € 34.229,- per jaar. Wordt deze norm niet gehaald, dan kan dat voor Laurens Wonen financiële consequenties hebben. Laurens Wonen heeft halverwege 2011 besloten om al haar woningen in het vervolg te adverteren met een inkomensgrens. In 2013 heeft Laurens Wonen 97,4% van haar woningen verhuurd aan huurders met een toewijzingsinkomen lager of gelijk aan € 34.229,- en 2,6% aan huurders met een toewijzingsinkomen hoger dan € 34.229,-. De accountant toetst achteraf het proces rondom de woningtoewijzing.
Woningaanbod in Rotterdam voor 55- plussers In 2013 waren er 5.993 actieve 55+ woningzoekenden in Rotterdam, waarvan er 1.752 zijn geslaagd voor een woning. Verhuringen aan ouderen naar aanbodcategorie 55+: Aantal verhuringen Voorwaardenvrij Directe bemiddeling Lokaal maatwerk Volkshuisvestelijk labelen Staatsteun Kleinstedelijke afspraken
1.752 2% 47% 3% 42% 6% 2%
Convenant Preventie huisuitzettingen Het beleid van Laurens Wonen is om bij een kleine huurachterstand persoonlijk contact met de bewoner te zoeken. Het is de bedoeling om huurders met huurachterstanden zo snel mogelijk te doen bewegen een betalingsregeling te treffen en zo nodig hulp te accepteren. Dit kan zowel op financieel als op maatschappelijk gebied. Laurens Wonen heeft een convenant afgesloten met de samenwerkende partijen Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Kredietbank Rotterdam en de GGD Rotterdam Rijnmond.
40
De gemeente Rotterdam en de Rotterdamse woningcorporaties werken intensief samen op het gebied van het tegengaan van woningontruimingen op basis van huurachterstand door vroege interventie. Dit vanuit het besef dat woningontruimingen veel persoonlijk leed en maatschappelijke kosten met zich meebrengen. De partijen beseffen hierbij dat aan het ontstaan van een huurachterstand bij Rotterdamse burgers vaak achterliggende problematiek ten grondslag ligt. Doel is om het aantal huisuitzettingen te verminderen. In 2013 heeft Laurens Wonen twee huurders ontruimd vanwege huurachterstand. In beide gevallen ging het om oudere bewoners (55+).
Regionaal Vangnet Laurens Wonen neemt deel aan het regionaal vangnetsysteem. Het Regionaal Vangnet is een registratiesysteem dat het laatste kansbeleid bij de corporaties ondersteunt. Het beleid gaat in wanneer een huurder ernstig in de problemen is gekomen en er door de rechter een ontruimingsvonnis wegens betalingsachterstand of overlast is afgegeven. In dat geval kan de huurder nog een allerlaatste kans krijgen om ontruiming te voorkomen door zich op te geven voor een begeleidings- of ondersteuningstraject. De registratie geldt voor maximaal vijf jaar en geldt vanaf het ontruimingsvonnis. Wanneer een huurovereenkomst op verzoek van Laurens Wonen door de rechter wordt ontbonden registreert Laurens Wonen de huurder bij het Regionaal Vangnet. Bij oneigenlijk gebruik van de woning door eigen schuld van de huurder zal geen laatste kans worden aangeboden.
Voorkomen en signaleren ouderenmishandeling In samenwerking met zorgorganisatie Laurens is een richtlijn ontwikkeld voor het signaleren en voorkomen van ouderenmishandeling, met name van financiële uitbuiting, bij zelfstandig wonende ouderen. Ook het pesten in woongebouwen krijgt hierbij extra aandacht. Het ontstaan van een huurachterstand kan een signaal zijn van financieel misbruik, met name wanneer de huurder zijn financiële zaken uit handen heeft gegeven aan derden. Zowel woonconsulenten als huismeester hebben in 2013 een training gevolgd over ouderenmishandeling en verschijningsvormen. In 2013 hebben zich bij Laurens Wonen geen situaties voorgedaan waarvan melding is gedaan bij het Meldpunt Ouderenmishandeling van Laurens of het gemeentelijk Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld.
4.6 Verkoop van woningen In 2013 heeft Laurens Wonen geen woningen verkocht.
41
5.
BEWONERSBETROKKENHEID
Om de kwaliteit van het wonen op peil te houden, is de betrokkenheid van bewoners voor Laurens Wonen essentieel. De bewoners weten als geen ander wat er in de dagelijkse praktijk speelt en welke signalen Laurens Wonen moet oppikken. Laurens Wonen investeert in bewonersbetrokkenheid met verschillende commissies, waaronder de Overkoepelende HuurdersCommissie (OHC) en een actief participatiebeleid.
5.1 Participatiebeleid Samenwerkingsovereenkomst OHC In 2010 is een nieuwe samenwerkingsovereenkomst tussen Laurens Wonen en de Overkoepelende HuurdersCommissie (OHC) vastgesteld. De voorgaande samenwerkingsovereenkomst was gedateerd en niet afgestemd op de in 2009 gewijzigde Wet op het Overleg Huurders Verhuurder (WOHV), kortweg de Overlegwet. In de nieuwe samenwerkingsovereenkomst zijn onder andere de volgende aspecten geregeld: de deelnemers van de OHC, de positie, werkwijze, regels over vergoedingen en ondersteuning voor de OHC, geschillen en het recht op informatie, overleg en advies. In 2013 is conform deze nieuwe samenwerkingsovereenkomst gewerkt.
Reglement bewonerscommissies De wijzigingen in de Overlegwet maakten het tevens noodzakelijk de regels betreffende de participatie van bewonerscommissies opnieuw vast te leggen. Dit is gebeurd middels het Reglement Participatie van Bewonerscommissies en is voor alle bewonerscommissies van Laurens Wonen hetzelfde.
Overleg (het betrekken van bewoners bij beleid en beheer) De nieuwe bevoegdheden, die de in 2009 gewijzigde Wet op het Overleg Huurders en Verhuurder aan de bewoners geeft, zijn met de bewonerscommissies besproken en verwerkt in het Reglement participatie van Bewonerscommissies. Met de bewonerscommissies bespreekt de woonconsulent specifieke onderwerpen op complexniveau. Hierbij kan gedacht worden aan allerlei zaken rondom planmatige onderhoudswerkzaamheden, verbouwingen, servicekosten, activiteiten voor bewoners (ook uitgevoerd door zorgorganisatie Laurens), rookbeleid, scootmobielbeleid, overlast van bewoners, huisregels en de verhouding tussen zorggeïndiceerden en niet-zorggeïndiceerden in een wooncomplex. Daarnaast ondersteunt de woonconsulent de bewonerscommissie bij hun interne onderlinge functioneren en hun communicatie naar de achterban in de vorm van het regelmatig (mede)organiseren van bewoners- en jaarvergaderingen. Laurens Wonen wil er op kunnen vertrouwen dat de bewonerscommissies namens de huurders optreden en spreken. De afzonderlijke bewonerscommissies moeten naar Laurens Wonen toe daarom aannemelijk kunnen maken dat zij een meerderheid van de huurders van een complex vertegenwoordigen. Indien er geen bewonerscommissie kan worden gevormd van minimaal drie leden, kan Laurens Wonen een aantal bewoners vragen om als klankbordgroep voor het woongebouw te fungeren waarmee ook een toehoordersrol in de OHC mogelijk wordt. Wooncomplexen De Naber, Emmahuis, Kerkeplaats, Laurens en Mariniershof hadden geen bewonerscommissie in 2013. Wel is zowel in het Emmahuis als in Laurens in 2013 een klankbordgroep opgericht.
42
5.2 GeschillenCommissie Elke corporatie, dus ook Laurens Wonen, is wettelijk verplicht om op een goede en zorgvuldige manier om te gaan met klagers en hun klachten. Laurens Wonen beschikt hiertoe over een goed functionerende GeschillenCommissie. De samenstelling en de werkwijze van de GeschillenCommissie zijn in een reglement vastgelegd. Behalve een wettelijke verplichting ziet Laurens Wonen een klacht vooral als informatiebron om haar diensten aan huurders te verbeteren. Hoewel alle medewerkers van Laurens Wonen en de medewerkers van door Laurens Wonen ingehuurde bedrijven hun best doen de huurders correct te behandelen en hun klachten naar behoren op te lossen, kan het gebeuren dat een fout wordt gemaakt, een brief niet op tijd wordt beantwoord of dat een huurder niet zoals het hoort te woord wordt gestaan. De GeschillenCommissie hoort deze klachten graag en maakt er werk van. De GeschillenCommissie is samengesteld uit vier huurders en een vertegenwoordiger namens de verhuurder. De commissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris vanuit de organisatie. Per 31 december 2013 was de samenstelling van de GeschillenCommissie als volgt: De heer Mr. B.M. Reuser De heer A.G. Thomassen De heer E. van Zessen De heer C.W. Pack Mevrouw J. van der Elst - van Ballegooijen
Vertegenwoordiger namens verhuurder; voorzitter Woongebouw de Grindhorst Woongebouw Joachim & Anna Woongebouw Poort van Oost Woongebouw Ravenswaerde
De huurdersvertegenwoordiging is voorgedragen door de Overkoepelende HuurdersCommissie; de vertegenwoordiger namens de verhuurder door de Raad van Bestuur. Alle leden van de GeschillenCommissie worden voor een periode van drie jaar benoemd door de Raad van Bestuur. In 2013 is de heer J. Hubregtse, vertegenwoordiger namens de verhuurder, afgetreden. De heer Reuser is door de Raad van Bestuur benoemd tot diens opvolger voor een periode van drie jaar. Tevens heeft de Raad van Bestuur op voordracht van de Overkoepelende HuurdersCommissie mevrouw J. van der Elst-van Ballegooijen (Ravenswaerde) benoemd in de nog openstaande vacature als huurderslid en de heer C.W. Pack (Poort van Oost) herbenoemd. De GeschillenCommissie heeft in 2013 zes keer vergaderd. Er zijn in 2013 zes nieuwe klachten ontvangen en behandeld. Twee klachten zijn door de GeschillenCommissie om diverse redenen als niet ontvankelijk beoordeeld. Eén klacht is door de organisatie tijdig opgelost, waardoor de GeschillenCommissie niet meer in actie hoefde te komen. Eén klacht is tijdens de behandeling door de GeschillenCommissie vervallen, omdat de bewoner waar de klacht over ging verhuisde. Eén klacht vereist een langere periode van onderzoek en is nog in behandeling. Eén klacht is gegrond verklaard. De GeschillenCommissie heeft over de behandelde klachten advies uitgebracht aan de directie. In alle gevallen is het advies is door de directie overgenomen. Betrokkenen zijn hiervan op de hoogte gesteld.
5.3 Overkoepelende HuurdersCommissie (OHC) De Overkoepelende HuurdersCommissie (OHC) vertegenwoordigt alle huurders van Laurens Wonen. De OHC is in 2000 opgericht en heeft als rechtsvorm een informele vereniging. De OHC heeft op veel onderwerpen advies- en informatierecht. Elk woongebouw van Laurens Wonen kan vanuit de individuele bewonerscommissie een vertegenwoordiger en een plaatsvervangend vertegenwoordiger afvaardigen naar de OHC. Per 31 december 2013 waren de woongebouwen Anatole Franceplaats, Carnisseborgh, Kerkeplaats, De Naber en Mariniershof helaas tijdelijk niet vertegenwoordigd door een OHC-lid. Er was op dat moment geen bewonerscommissie actief in deze gebouwen. 43
Ook in het Emmahuis en in Laurens ontbraken bewonerscommissies, maar deze complexen werd per 31 december 2013 vertegenwoordigd door een toehoorder zonder stemrecht. Het oprichten van bewonerscommissies en daaruit voortvloeiend het benoemen van OHC-leden heeft de constante aandacht van de woonconsulenten. Begin 2014 was een aantal complexen gelukkig weer vertegenwoordigd. De samenstelling van de OHC was per 31 december 2013 als volgt: De heer J. Olie Vaste vertegenwoordiger; plaatsvervangend voorzitter Mevrouw J. Roubos-de Kramer Plaatsvervangend lid De heer H.G. Schulp Vaste vertegenwoordiger De heer J. de Jong Plaatsvervangend lid De heer B. van Leeuwen Toehoorder De heer A.G. Thomassen Vaste vertegenwoordiger De heer E. van Zessen Vaste vertegenwoordiger De heer J. Verseijden Plaatsvervangend lid Mevrouw S. Huijsman Vaste vertegenwoordiger De heer P. Vogelaar Plaatsvervangend lid De heer C. Mekes Toehoorder Mevrouw W. Snijders Vaste vertegenwoordiger De heer L.P. Plasmans Plaatsvervangend lid Mevrouw N.J.M. de Winter Vaste vertegenwoordiger De heer J.A. de Jong Plaatsvervangend lid De heer C.W. Pack Vaste vertegenwoordiger; voorzitter De heer J. Buter Plaatsvervangend lid Mevr. J. v.d. Elst-van Ballegooijen Vaste vertegenwoordiger De heer W. Knol Plaatsvervangend lid Mevrouw M.B.A. Soeleman Vaste vertegenwoordiger
Bertrand Russell Bertrand Russell De Sevencamp De Sevencamp Emmahuis De Grindhorst Joachim & Anna Joachim & Anna Kreilerburcht Kreilerburcht Laurens Maasveld Maasveld Nieuw Verlaat Nieuw Verlaat Poort van Oost Poort van Oost Ravenswaerde Ravenswaerde Wi Mofina Tampe
De OHC heeft in het verslagjaar vier keer met de directie en de manager Woondiensten van Laurens Wonen overlegd. Laurens Wonen wordt daarbij vertegenwoordigd door de manager woondiensten, die hiervoor volledig mandaat heeft. Bij een aantal OHC-vergaderingen was ook de manager Technisch Beheer aanwezig, zodat vragen over het onderhoud van gebouwen en woningen meestal meteen konden worden beantwoord. Voorafgaand aan de OHC-vergaderingen heeft steeds een agendaoverleg en voorbespreking plaatsgevonden met het Dagelijks Bestuur van de OHC. Per 31 december 2013 was de samenstelling van het Dagelijks Bestuur als volgt: De heer C.W. Pack De heer J. Olie Mevrouw N.J.M. de Winter Mevrouw J. van der Elst- van Ballegooijen
Voorzitter Vice-voorzitter Lid Lid
De volgende onderwerpen zijn in 2013 in de OHC-vergaderingen aan bod gekomen: • •
• •
Voordracht tot (her)benoeming van een aantal leden van de GeschillenCommissie. Met de heer ing.mr. A.T. Alderliesten, afgevaardigd namens de OHC en de individuele huurders in de Raad van Toezicht, zijn diverse onderwerpen besproken, waaronder het overheidsbeleid voor woningcorporaties en de gevolgen voor Laurens Wonen van de financiële problemen van andere corporaties. Het huurbeleid per 1 juli 2013. Scheiden van Wonen en Zorg. Door de ontwikkeling van intramuraal naar extramuraal hebben klanten met ZZP 1, 2 en 3 geen recht meer op verblijf in een verzorgingshuis. Laurens Wonen denkt met haar woongebouwen een goed alternatief te bieden aan ouderen met een lichte zorgvraag, die wat beschermder en onder gelijkgestemden willen wonen. Over de zes verzorgingshuizen die Laurens Wonen aan Laurens verhuurt zijn afspraken gemaakt met Laurens. 44
•
• •
•
•
In het kader van het rookmelderproject zullen de rookmelders in 2013 worden geplaatst in de woongebouwen Anatole France, Bertrand Russell en de Poort van Oost. Na toetsing is gebleken dat de kwaliteit van de dienstverlening op de gemeten onderdelen voldoet aan de kwaliteitseisen van het KWH-Huurlabel. De heer M. Habraken, manager financiën van Laurens Wonen, heeft een uitgebreide en duidelijke toelichting gegeven op de jaarrekening en het volkshuisvestingsverslag Laurens Wonen 2012. In een aantal woongebouwen is sprake van leegstand. Gezocht wordt naar mogelijkheden om de woningen beter in de markt te zetten. De leden van de OHC is gevraagd mee te denken over oplossingen. De interesse voor deelname aan bewonerscommissies neemt af. Om hiervoor een oplossing te vinden heeft Laurens Wonen om suggesties vanuit de OHC en de bestaande bewonerscommissies gevraagd.
5.4 Bewonersblad Laurens Wonen houdt haar huurders op de hoogte van alles wat voor hen van belang is. Mede hiervoor verschijnt periodiek een katern speciaal voor Laurens Wonen in de Laurenskrant. Zo brengt Laurens Wonen niet alleen nieuws uit de organisatie en op het gebied van volkshuisvesting, maar ook over bewonerscommissies, medewerkers, bijzondere bewoners et cetera. In 2013 is de Laurenskrant drie maal verschenen. Onder andere de volgende onderwerpen zijn aan bod gekomen: ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●
Verslagen van de bijeenkomsten van de OHC en de GeschillenCommissie. Automatisch betalen van huur, met daaraan verbonden per kwartaal voor drie huurders de kans om een cadeaubon van € 50,- te winnen. De huurverhoging per 1 juli 2013. Verslag van het jaarlijkse feest voor leden van Bewonerscommissies. Viering van het 20-jarig bestaan van woongebouw Kreilerburcht. Het rookmelderproject, dat Laurens Wonen samen met de Brandweer uitvoert in haar gebouwen. Legionellapreventie. Opknapbeurt recreatiezaal de Poort van Oost. De warmtewet. IBAN en wijziging bij automatische incasso. Mantelzorg.
5.5 Website De website van Laurens Wonen maakt deel uit van de website van zorgorganisatie Laurens. Alle informatie over Laurens Wonen, zoals het actuele huuraanbod, brochures en regelingen, is daar terug te vinden.
5.6 Algemeen Kwaliteit van de dienstverlening Laurens Wonen is houder van het KWH Huurlabel, een kwaliteitskeurmerk voor de dienstverlening van woningcorporaties. In 2013 zijn de volgende onderdelen gemeten: Bereikbaarheid, Communicatie & Informatie, Woning zoeken, Nieuwe woning, Huur opzeggen, Reparatieverzoeken, Onderhoud en Klachten behandelen. De Commissie Kwaliteitsverklaringen (CKV) heeft de resultaten van het onderzoek van KWH beoordeeld en heeft vastgesteld dat de kwaliteit van de dienstverlening voldoet aan de kwaliteitseisen van het KWH-Huurlabel. Dit betekent dat het KWH-Huurlabel verlengd wordt tot 15 april 2016. In 2014 vindt er opnieuw een meting plaats.
45
Scootmobielbeleid Laurens Wonen wil haar huurders faciliteren om hun scootmobiel op een veilige wijze te stallen en op te laden. Het daarvoor in samenwerking met de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond opgestelde scootmobielbeleid is in dit verslag uitgebreid beschreven bij artikel 2.2, Leefbaarheid in het gebouw.
Energielabels woningen In 2009 en 2010 zijn de energielabels van de woningen gescand. De meeste van de huidige woongebouwen, veelal gestapeld, beschikken over een ‘groen’ energielabel. Bij de hantering van het vernieuwde energielabel in 2011 worden sommige complexen vanwege de vernieuwde methodiek iets ‘groener’. Ook is er bekeken of er nog aanvullende isolerende voorzieningen kunnen worden gerealiseerd in de twee complexen die niet ‘groen’ scoren. Deze technische voorzieningen zijn er wel, maar de investering weegt niet op tegen de energiebesparing. Laurens Wonen ziet daarom van de uitwerking af. In het dagelijks beheer wordt altijd rekening gehouden met energiebesparing. Zo worden Verbeterd Rendementsketels (VR-ketels) altijd vervangen door Hoog Rendementsketels (HRketels). Dit levert een besparing op, is betaalbaar en leidt tot een hogere woningwaardering.
Legionellabeleid Om legionella te voorkomen, zijn in 2013 de mutatiewoningen preventief gespoeld door de huismeesters. Dit heeft een kostenbesparing opgeleverd doordat de werkzaamheden niet uitbesteed zijn.
46
6.
FINANCIEEL BELEID EN BEHEER
Laurens Wonen is een volkshuisvestingorganisatie en dient te voldoen aan het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH). Dit betekent dat alle middelen ten dienste staan van de volkshuisvesting. Het financiële beleid is gezond als Laurens Wonen aan de ene kant vermogend genoeg is om op de kapitaalmarkten tegen scherpe prijzen financiële middelen aan te trekken. Aan de andere kant mag het vermogen niet overmatig worden opgespaard. Als maatschappelijke organisatie stelt Laurens Wonen zich een groot aantal maatschappelijke doelen. Die doelen moeten worden afgewogen tegen de beschikbare financiële middelen. Met een solide financieel beleid zorgt Laurens Wonen ervoor dat de doelstellingen ook op lange termijn waargemaakt kunnen worden.
6.1 Financieel beleid Naast het toezicht van de Raad van Toezicht en de interne controle kennen corporaties het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (CFV) en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) als toezichthouders op de sector. Doel van het financiële beleid van Laurens Wonen is het waarborgen van de financiële continuïteit. De kaders voor het financiële beleid zijn vastgelegd in het treasurystatuut en het financiële sturingskader (zie paragraaf 6.3) dat in 2010 bestuurlijk is vastgesteld. In het financiële sturingskader wordt aangegeven welke minimale eisen Laurens Wonen stelt aan haar vermogen en de toekomstige ontwikkeling van kasstromen en investeringen. Sturen op kasstromen staat hierin centraal. Het financieel beleid van Laurens Wonen wil een blijvende toegang tot de financiële markten realiseren. Dit wordt onder meer gedaan door te blijven voldoen aan de normen en eisen van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en het Centraal Fonds van de Volkshuisvesting (CFV). Het WSW heeft na een algehele stop op het vrijgeven van aangevraagd faciliteringsvolume bij alle corporaties in Nederland begin 2013 voor corporaties met veel zorgvastgoed aanvullende vragen gesteld rondom het scheiden van wonen en zorg alvorens ingediende verzoeken te beoordelen. Als reden hiervoor werd aangevoerd dat het WSW de effecten van het scheiden van wonen en zorg voor categorale corporaties een dermate hoog risico vindt dat zij (voorlopig) tot deze stap is overgegaan. Als criterium is hierbij gehanteerd de omvang van het zorgbezit in relatie tot het totale bezit, dan wel de hoogte van de huurontvangsten van zorginstellingen in relatie tot de totale huuropbrengsten. Na de ontvangst van de dPi kan het WSW de individuele beoordeling van de corporatie uitvoeren en bekijken of het faciliteringsvolume kan worden vrijgegeven. Oktober 2013 heeft het WSW aangegeven geen faciliteringsvolume af te geven voor de te ontwikkelen projecten Veldstraat en Clockhuys. Vanaf 2014 hanteert het WSW een minimumeis voor de solvabiliteit van 20%. Uit de dPi 2012 was de solvabiliteit (op basis van de bedrijfswaarde) van Laurens Wonen structureel onder dit niveau. Ten opzichte van de vorige meerjarenbegroting zijn de belangrijkste wijzigingen in de meerjarenbegroting die in januari 2014 is vastgesteld en ingediend voor de dPi 2013 de volgende: Het nieuwbouwproject Veldstraat fase I is binnen de huidige marktcontext van strategisch belang en heeft een korte badkuip, zodat uitvoering ervan lijkt bij te dragen aan de continuïteit van LW op termijn. Dit geldt niet voor het project ’t Clockhuys. Als vertrekpunt voor de begroting 2014 en verder is dit project dan ook niet ingerekend. Ten aanzien van de meerjaren onderhoudsbegroting is voor alle posten nogmaals gekeken naar de technische noodzakelijkheid. Daarmee is ten opzichte van de voorgaande begroting een verdere aanscherping en bezuiniging gerealiseerd. Uit onderzoek van DTZ is één complex op grond van de huidige regelgeving als kansrijk voor verkoop aangegeven. In de nieuwe begroting is de verkoop hiervan ingerekend. Er is rekening gehouden met een looptijdverkorting van de verzorgingspanden. Voor een drietal wooncomplexen is de looptijd met vijf jaar verlengd.
47
De afgelopen jaren is er behoorlijk geïnvesteerd in deze complexen, de bouwkundige staat is zodanig dat niet het reëel lijkt dat deze complexen bij einde boekhoudkundige looptijd niet meer verhuurd zullen worden. In 2010 is het financieel sturingskader van Laurens Wonen bestuurlijk vastgesteld. Dit kader biedt randvoorwaarden voor het financiële beleid en een richtlijn voor het toezicht op het financiële beleid. Daarmee is het een handvat voor financieel handelen van de organisatie en kan het toezicht hierop door de Raad van Toezicht vergemakkelijken. De kaders geven aan welke minimale eisen Laurens Wonen stelt aan haar vermogen en de toekomstige ontwikkeling van kasstromen en investeringen. Wat zijn de financiële kengetallen waar Laurens Wonen financieel op stuurt?
De volgende vier kaders:
Bijbehorende norm
Sturen Sturen Sturen Sturen
interest dekkingsratio 1,4 internal rate of return* direct rendement loan to value max.75%**
op op op op
operationele kasstromen rendement van investeringen rendement van de bestaande voorraad het vermogen van Laurens Wonen
Daarnaast wordt gestuurd op afgeleide financiële kaders: Sturen op de financierbaarheid van Laurens Wonen Sturen op eisen van externe toezichthouders Sturen op risico
eisen borging WSW oordelen Centraal Fonds ***
Deze kaders vormen samen de grenzen waarbinnen Laurens Wonen moet blijven. De precieze plek daarbinnen is een afgeleide van het strategisch beleid. *
Laurens Wonen hanteert de interne rentevoet (IRR) als financieel kengetal voor een investeringsbeslissing. Deze is afgeleid van de gewogen gemiddelde vermogens kostenvoet (de WACC). Laurens Wonen maakt onderscheid in een aantal investeringscategorieën, waarvoor met behulp van de WACC voor de verschillende categorieën de minimale IRR wordt bepaald. Per categorie wordt bepaald welk deel van de investering met eigen vermogen gefinancierd mag/kan worden. De rendementseis voor eigen vermogen is de inflatie; voor vreemd vermogen is de gestelde rendementseis gelijk aan de lange termijn renteverwachting. Commerciële projecten worden volledig met vreemd vermogen gefinancierd, het gestelde rendement is het vreemd vermogen inclusief een risico-opslag. De vrijkomende middelen uit de operationele kasstroom (gecorrigeerd voor normatieveaflossing) en verkopen moet voldoende zijn voor het eigen vermogen dat nodig is voor de projecten. ** Hierin wordt een relatie gelegd tussen de bedrijfswaarde van het vastgoed en het aandeel externe financiering. Als vuistregel in woningcorporatieland (een soort van best practices) wordt gehanteerd dat ‘Loan-to-Value’ structureel niet groter mag zijn dan 75%. Vanaf 2013 wordt dit kengetal door het WSW ook als criterium gehanteerd. *** In een aantal gevallen maakt Laurens Wonen gebruik van een expliciet risicokader, onder meer bij treasury, fase documenten investeringsbeslissingen en doorrekenen van meerdere scenario’s bij het opstellen van de meerjarenbegroting.
6.2 Toets operationele kasstromen De definitie van een gezonde bedrijfsvoering was tot vorig jaar volgens het WSW de volgende: “een corporatie is in staat om uit haar operationele activiteiten voldoende middelen te genereren om een normatieve aflossing van 2% van haar leningenportefeuille te betalen”. In dat geval zal het WSW de financieringsbehoefte die voortvloeit uit de investerings- en desinvesterings kasstromen borgen. In eerste instantie kijkt het WSW hierbij niet verder dan een periode van vijf jaar. De kasstromen zijn in feite het huishoudboekje van Laurens Wonen.
48
Zolang Laurens Wonen in staat is om uit haar operationele activiteiten voldoende middelen te genereren om een normatieve aflossing van 2% van haar leningenportefeuille te betalen was er voor het WSW in beginsel als 1e toets sprake van een gezonde bedrijfsvoering. Tevens heeft het WSW tot vorig jaar een corporatie getoetst aan de hand van het criterium dat de leningen niet hoger mogen zijn dan 50% van de WOZ waarde. De huidige WOZ waarde, prijspeil 1-1-2012 is circa € 209 miljoen. De maximale leningportefeuille zou op basis hiervan ruim € 104 miljoen kunnen zijn als wordt voldaan aan de overige criteria. Het meerjarenperspectief op kasstroombasis voor de meerjarenbegroting 2014 -2024 ziet er als volgt uit:
Figuur 6.2.1: Operationele kasstroom
(Hierbij is uitgegaan van de operationele kasstromen uit de exploitatie, gecorrigeerd voor de aflossingsfictie van 2% van de uitstaande geldleningen ultimo jaar ervoor) Inmiddels geldt voor het WSW dat de huidige 2% aflossingsfictie en 50% WOZ- waarde als dekking onvoldoende zijn als criteria voor het nieuwe risicobeoordelingskader. Als eerste indicatie blijven ze echter wel van belang. De maximale borgingsruimte was gelijk aan 50% van de WOZ-waarde minus de geborgde leningen en de herfinancieringen in de eerste drie prognosejaren. Van belang is om te realiseren dat herfinancieringen niet gebruikt kunnen worden om aanvullende financiering aan te trekken. Het kengetal wat van belang is dan ook het maximaal beschikbare faciliteringsvolume voor investeringen (toe te kennen faciliteringsvolume minus nieuwe leningen nodig voor de herfinanciering van bestaande leningen) oftewel de maximale ruimte voor toename van de leningenportefeuille. Met het in de begroting meegenomen investeringsprogramma wordt aan het “oude” uitgangspunten van het WSW, namelijk positieve operationele kasstromen na correctie fictie aflossing 2% voldaan. Het criterium van maximaal 50% WOZ-waarde vormt ook geen belemmering voor het investeringsprogramma dat in de begroting is opgenomen. De interest coverage ratio geeft aan in hoeverre Laurens Wonen in staat is om vanuit de exploitatie van het bestaande bezit de verschuldigde rente te betalen. Hierbij is niet uitgegaan van de winst voor interest, maar als vertrekpunt gekozen voor een kasstroombenadering. De interest dekkingsratio wordt hierbij gedefinieerd als de operationele kasstroom exclusief rente/saldo rentelasten en rentebaten. Een algemeen aanvaarde norm voor woningcorporaties is 1,25 (bancaire norm). Om financieel gezond te blijven moet de interest dekkingsratio voldoende zijn om rendement uit eigen vermogen te halen en moet er ruimte zijn om aflossingen van leningen te betalen. Als signaleringsgrens om tegenvallers in de exploitatie op te kunnen vangen is gekozen voor een eigen normwaarde van 1,4. Indien deze norm niet wordt gehaald moet de ratio binnen een periode van vijf jaar weer boven dat niveau liggen.
49
Om de lange termijn consequenties te bewaken wordt als aanvullende norm gesteld dat het gemiddelde van jaar 6 (2019) tot en met jaar 11 (2024) na dato ook groter moet zijn dan 1,4. Aan dit interne criterium wordt met uitzondering van 2014 voldaan. In 2014 is het totale onderhoud begroot op ruim € 6 miljoen, voor circa € 2,8 miljoen is hierin een overlooppost opgenomen voor maatregelen die uitgevoerd moeten worden in het kader van brandveiligheid.
Figuur 6.2.1: Ontwikkeling ICR 2014 Tm 2024 doorkijk 2030
Ook het WSW hanteert de interest coverage ratio om vast te stellen in hoeverre een corporatie in staat is aan haar renteverplichtingen te voldoen. Voor financiers is de ICR, samen met de DSCR, een belangrijke indicatie van een financieel gezonde exploitatie van huurwoningen. Een ICR lager dan 1,4 (was voorheen 1,3) is voor het WSW een signaal dat een corporatie bij een slechtweer scenario al snel niet meer aan haar renteverplichtingen kan voldoen en dan ook onvoldoende geld beschikbaar heeft voor aflossingen. Ook de DSCR ligt met uitzondering van 2014 ruim boven de norm van 1,0 die het WSW hanteert. Kanttekening hierbij is wel dat dit kengetal niet helemaal overeenkomt met de WSW definitie.
6.3 Waardering van het vastgoed: sturen op het vermogen van Laurens Wonen: Loan to Value & Solvabiliteit Sturen op kasstromen staat centraal in het financiële beleid van Laurens Wonen. De bedrijfswaarde wordt vanaf 2010 ook gebruikt als basis voor het nemen van beleidsbeslissingen. De jaarrekening over 2011 is voor het eerst opgesteld op basis van bedrijfswaarde. De bedrijfswaarde van het corporatiebezit kan worden gebruikt als instrument om een indicatie te krijgen van de financiële positie en financiële ruimte van de corporatie. De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde van de kasstromen uit hoofde van de toekomstige exploitatieopbrengsten en -lasten over de geschatte resterende looptijd van de investering. De uitgangspunten voor de berekening zijn vermeld in de jaarrekening. Per 31 december 2013 lag de bedrijfswaarde op € 82,7 miljoen (2012: € 89,1 miljoen), een afname van circa € 6,4 miljoen. De jaarlijkse mutatie wordt in de jaarrekening nader toegelicht onder de materiële vaste activa. Laurens Wonen past vanaf verslagjaar 2012 de herziene Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 645 Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting (2011) toe. In deze herziene Richtlijn is een aantal belangrijke wijzigingen opgenomen. Zo heeft Laurens Wonen haar vastgoed in exploitatie geclassificeerd naar de categorieën sociaal vastgoed en commercieel vastgoed, waarbij het sociaal vastgoed als bedrijfsmiddel wordt aangemerkt en het commercieel vastgoed als belegging.
50
Figuur 6.3.1: Ontwikkeling Loan to Value
Het kengetal dat Laurens Wonen hanteert voor de vermogensdoelstelling is de ‘Loan to value’. Hierin wordt een relatie gelegd tussen de bedrijfswaarde van het vastgoed en het aandeel externe financiering. Dit kengetal muteert als gevolg van (voorgenomen) onrendabele investeringen in combinatie met geplande verkopen. Als vuistregel in woningcorporatieland (een soort van best practices) wordt gehanteerd dat ‘Loan-to-Value’ structureel niet groter mag zijn dan 75%. Ook vastgoedbeleggers hanteren vaak een bovenwaarde van deze ratio van 75%. Aan deze norm wordt voldaan. In de meerjarenbegroting zijn investeringskasstromen meegenomen voor een bedrag van circa € 18,4 miljoen. Deze hebben een forse impact op dit verhoudingsgetal omdat de financiering voor een belangrijk deel extern worden gefinancierd. Laurens Wonen wil graag bouwen om haar maatschappelijke taak (zorg) te vervullen en om de samenstelling van haar vastgoedportefeuille te verversen.
51
Omdat de solvabiliteit min of meer het spiegelbeeld is van de Loan to Value geldt ook hier dat aan de interne norm wordt voldaan. Op dit moment staat Laurens Wonen voor het project de Veldstraat fase I voor een belangrijke beslissing. Voor Laurens Wonen is zekerheid dat de huren op basis van de huidige regelgeving ook ontvangen zullen worden onontbeerlijk voor een positieve besluitvorming voor dit project, mede gezien een aantal andere onzekerheden die van invloed kunnen zijn op het meerjarenbeeld: • Afschaffing van de vrijstelling vennootschapsbelasting (VPB) vanaf 2012 (ingerekend). • De (mogelijk additionele) omvang in de tijd en geld van de saneringsheffing CFV • (ingerekend). • Door (noodgedwongen) verkoop van bezit, overheveling van bezit boven de DAEB (dienst algemeen economisch belang) grens (om hiermee de verhuurderheffing te ontlopen) en minimale toevoeging van (sociale) nieuwbouw is de kans aanwezig dat om de ingerekende rijksinkomsten te innen de heffing per sociale huurwoning gaat stijgen. • De problemen in de sector worden structureel. Ook de zekerheidsstructuur van de sector komt onder druk te staan. Er treedt immers een domino-effect op als corporaties collega’s te hulp moeten schieten die het eerst in acute problemen komen. • Financiële consequenties van toenemende regelgeving rondom vraagstukken als legionella en brandveiligheid.
6.4 Financieringen en beleggingen De activiteiten van Laurens Wonen zijn kapitaalintensief en worden voornamelijk gefinancierd met lang vreemd vermogen. Het uiteindelijke financiële resultaat wordt dan ook voor een belangrijk deel bepaald door de te betalen rente over het vreemd vermogen. Ontwikkelingen hierin kunnen, zowel positief als negatief, belangrijke invloed uitoefenen op de financiële resultaten en daarmee op de ontwikkeling van het eigen vermogen van Laurens Wonen. Om de ontwikkeling van het vermogen en de daarbij behorende financiële continuïteit te waarborgen, is het van belang dat er actief aandacht wordt besteed aan de kostprijs van het vreemd vermogen en het rendement op het eigen vermogen. Treasury is hierbij ondersteunend aan de hoofdtaak van Laurens Wonen. Het treasurystatuut biedt een kader waarbinnen op een zorgvuldige en beheerste wijze het financierings- en beleggingsbeleid (treasury) van Laurens Wonen plaatsvindt. Laurens Wonen kent geen actief beleggingsbeleid en houdt geen beleggingsportefeuille aan. Uitgangspunt is om zoveel mogelijk intern te financieren. Beleggingen vinden uitsluitend plaats door het risicoloos uitzetten van tijdelijk overtollig geld in rekening-courant en op deposito’s. Het betreft financiële posities die voortvloeien uit de normale bedrijfsuitoefening met een kortlopend karakter. Bij de opbouw van de leningenportefeuille wordt ernaar gestreefd om de door het WSW gehanteerde norm niet te overschrijden. Deze norm is een maximaal renterisico van 15% van de totale leningportefeuille per jaar.
6.5 De administratie De jaarrekening over het boekjaar 2013 is in het boekjaar 2014 afgerond. De jaarrekening van Laurens Wonen is gecontroleerd door de openbare registeraccountant Deloitte.
52
JAARREKENING 2013 LAURENS WONEN
Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
Inhoudsopgave
Pagina
1. Balans per 31 december 2013
1
3
2. Winst- en Verliesrekening over 2013
2
5
3. Kasstroomoverzicht over 2013
3
6
4. Toelichting op de jaarrekening
4
7
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva
5
5.1 Algemeen 5.2 Materiële vaste activa
8 8
5.3 Vastgoedbeleggingen
10
5.4 Vorderingen
11
5.5 Liquide middelen
11
5.6 Voorzieningen
11
5.7 Langlopende schulden
11
5.8 Kortlopende schulden
12
5.9 Investeringssubsidies
12
Grondslagen voor de bepaling van het resultaat
6
6.1 Algemeen
13
6.2 Bedrijfsopbrengsten
13
6.3 Bedrijfslasten
13
6.4 Kasstroomoverzicht
15
Toelichting op de Balans per 31 december 2013
7
7.1 Materiële vaste activa
16
7.2 Vastgoedbeleggingen
20
7.3 Vorderingen
20
7.4 Liquide middelen
21
7.5 Eigen Vermogen
21
7.6 Voorzieningen
22
7.7 Langlopende schulden
23
7.8 Kortlopende schulden en overlopende passiva
23
7.9 Verbonden partijen
24
7.10 Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen
24
Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
1
Pagina Toelichting op de Winst- en Verliesrekening 2013
8
8.1 Huuropbrengsten
27
8.2 Vergoedingen
27
8.3 Overige bedrijfsopbrengsten
28
8.4 Afschrijvingen op (im)materiële vaste activa
28
8.5 Overige waardeverandering im)materiële vaste activa
28
8.6 Personeelskosten
28
8.7 Onderhoudslasten
29
8.8 Overige bedrijfslasten
29
8.9 Waardeverandering van derivaten
30
8.10 Rentebaten en soortgelijke opbrengsten
30
8.11 Rentelasten en soortgelijke kosten
30
8.12 Vennootschapsbelasting
30
8.13 Overige toelichtingen (wet normering topinkomens)
32
9
Overige informatie 9.3 Voorstel tot bestemming van het resultaat over het boekjaar 2013
Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
39
2
1. Balans per 31 december 2013 (na resultaatbestemming) 31-12-2013
31-12-2012
VASTE ACTIVA Materiële vaste activa - Sociaal vastgoed in exploitatie
82.694.376
89.075.369
326.353
365.022
2.527.421
2.584.523
392.874 85.941.024
191.157 92.216.071
1.926.158
1.810.076
45.886
43.971
- Overige vorderingen
620.050
2.996.684
- Overlopende activa
319.348 985.284
83.846 3.124.501
6.328.528
3.600.291
95.180.994
100.750.939
- Roerende zaken in exploitatie - Onroerende zaken in ontwikkeling - Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie
Vastgoedbeleggingen - Commercieel vastgoed in exploitatie
VLOTTENDE ACTIVA
Vorderingen - Huurdebiteuren
Liquide middelen
TOTAAL PM toegezegde leningen
Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
3
31-12-2013
31-12-2012
PASSIVA Eigen vermogen - Overige reserves
21.638.970
26.147.633
988.944
78.755
64.612.406
67.035.476
904.982
1.141.249
Voorzieningen - Overige voorzieningen
Langlopende schulden - Leningen kredietinstellingen
VLOTTENDE PASSIVA
Kortlopende schulden en overlopende passiva - Schulden aan leveranciers - Belastingen en premies sociale verzekeringen - Overige kortlopende schulden
TOTAAL
1.359.387
893.474
5.676.305 7.940.674
5.454.352 7.489.075
95.180.994
-
100.750.939
PM toegezegde leningen
Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
4
2. Winst- en verliesrekening over 2013 2013
2012
Bedrijfsopbrengsten - Huuropbrengsten
14.464.083
14.162.822
2.142.528
2.230.423
1.073.597 17.680.208
799.813 17.193.058
4.634.748
4.679.265
- Vergoedingen - Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten - Afschrijvingen op (im)materiële vaste activa - Overige waardeverandering van (im)materiële vaste activa
590.702
- Lonen en salarissen
(129.694)
1.601.361
1.398.040
- Sociale lasten
222.352
199.923
- Pensioenlasten
291.043
253.013
3.970.043
4.297.788
4.545.882 15.856.131
4.401.401 15.099.736
1.824.077
2.093.322
536.195
-
- Onderhoudslasten - Overige bedrijfslasten Som der bedrijfslasten Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten Waarderandering van derivaten Rentebaten en soortgelijke opbrengsten
75.387
63.782
Rentelasten en soortgelijke kosten
3.349.612
3.539.041
Saldo financiële baten en lasten
3.810.420
3.475.259
(1.986.343)
(1.381.937)
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen Belastingen Vennootschapsbelasting
624.000 (2.610.343)
Resultaat na belastingen
Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
459.250 (1.841.187)
5
3. Kasstroomoverzicht over 2013 2013
(Volgens de indirecte methode) Jaarresultaat
2012
(2.610.343)
(1.841.187)
Aanpassingen voor: Afschrijvingen Terugname (onrendabel commercieel vastgoed) Mutatie voorzieningen
4.634.748
4.679.265
(255.241)
(129.694)
910.189
6.341
2.139.220
163.640
Veranderingen in werkkapitaal: . mutatie operationele vorderingen . mutatie operationele schulden
368.292
Kasstroom uit operationele activiteiten
Investeringen in m.v.a. Waardeverminderingen
670.392 7.797.208
5.389.944
5.186.865
3.548.757
(376.790) 257.925
(1.538.783) (118.865)
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
(1.538.783)
Ontvangsten uit langlopende schulden Aflossingen van langlopende schulden
1.750.000
6.250.000
(4.089.763)
(8.954.759) (2.339.763)
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
2.728.237
Mutatie geldmiddelen
(2.704.759) (694.785)
Balans Liquide middelen per
31-12-2013
6.328.528
Liquide middelen per Mutatie geldmiddelen
31-12-2012
3.600.291 2.728.237
Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
6
4. Toelichting op de jaarrekening Algemeen Deze jaarrekening heeft betrekking op de periode 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013. Alle bedragen luiden in euro's, tenzij anders vermeld. Activiteiten Laurens Wonen, statutair gevestigd en kantoor houdende te Rotterdam heeft als doel uitsluitend erkzaam te zijn op het gebied van de volkshuisvesting. Daarbij richt de stichting zich met name, op het leveren van een volkshuisvestelijke prestatie die is afgestemd op de wensen en behoeften van senioren (55+). Hierbij wordt vooral gedacht aan vormen van huisvesting die zijn gecombineerd met de organisatie van service, zorg en dienstverlening. Ook richt de stichting zich op het leveren van huisvesting voor doelgroepen met specifieke behoeften en wensen op het gebied van zorg en dienstverlening die niet binnen de reguliere huisvesting kunnen worden gerealiseerd. Regelgeving De jaarverslaggeving door toegelaten instellingen volkshuisvesting dient te voldoen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het Besluit Beheer Sociale Huursector (Bbsh). In dit besluit wordt voorgeschreven Titel 9 Boek 2 BW toe te passen behoudens enkele uitzonderingen van specifieke aard. Voor jaarrekeningen van woningcorporaties geldt de door de RJ uitgegeven richtlijn 645 Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting. In deze richtlijn zijn onder meer specifieke modellen voor de balans, winst- en verliesrekening opgenomen en zijn voor de sector specifieke presentatiewaarderings- en verslaggevingvoorschriften geformuleerd. Toelichtingen op posten in de balans en winst- en verliesrekening worden in de jaarrekening genummerd. Financiële instrumenten Onder financiële instrumenten worden zowel primaire financiële instrumenten, zoals vorderingen en schulden, als financiële derivaten verstaan. Indien het financiële instrument niet in de balans is opgenomen, wordt de informatie over de reële waarde gegeven in de toelichting op de ‘Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen’. Woningstichting Laurens Wonen past hedge-accounting toe op basis van individuele documentatie per individuele hedgerelatie. Woningstichting Laurens Wonen documenteert de wijze waarop de hedgerelaties passen in de doelstellingen van het risicobeheer, de hedge-strategie en de verwachting aangaande de effectiviteit van de hedge. Het effectieve deel van financiële derivaten die zijn toegewezen voor kostprijshedge-accounting, wordt tegen kostprijs gewaardeerd. Het verschil tussen de kostprijs en de lagere reële waarde wordt in de winst-en-verliesrekening verwerkt op het moment dat niet meer wordt voldaan aan de criteria voor het mogen toepassen van hedge-accountanting. Deze situatie kan zich voordoen als na einde boekjaar en voor vaststelling van de jaarrekening tot afwikkeling van derivaten wordt overgegaan. In dat geval wordt de winst of het verlies uit de herwaardering naar reële waarde per balansdatum onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening verwerkt.
Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
7
5. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva 5.1 Algemeen 5.1.1 Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van voorgaand jaar. 5.1.2 Verwerking verplichtingen In de jaarrekening worden naast juridisch afdwingbare verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen verwerkt die kunnen worden gekwalificeerd als "intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd". Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de corporatie zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders, aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructurering en nieuwbouwprojecten. Daarnaast is dit gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de corporatie. 5.1.3 Groepsmaatschappijen Krachtens de zeggenschapsrelatie dient zorgorganisatie Laurens in de toelichting een geconsolideerde jaarrekening op te nemen van de eigen financiële gegevens met die van Laurens Wonen. Laurens Wonen is een toegelaten instelling volgens de Woningwet en valt derhalve onder de consolidatievrijstelling van artikel 7 van het Uitvoeringsbesluit Wet toelating zorginstellingen. In 2013 is bij Laurens, evenals in de voorgaande verslagjaren, uit oogpunt van inzichtelijkheid geopteerd voor de consolidatievrijstelling.
5.2 Materiële vaste activa 5.2.1 Omroerende zaken in exploitatie Sociaal vastgoed omvat woningen in exploitatie met een huurprijs onder de huurtoeslaggrens, het maatschappelijk vastgoed en het overige sociale vastgoed. De liberalisatiegrens is een huurprijsniveau dat jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt vastgesteld. Op 1 januari 2013 bedraagt deze grens € 681,02 (2012: € 664,66). Maatschappelijk vastgoed is bedrijfsonroerendgoed dat is verhuurd aan maatschappelijke organisaties, waaronder zorg-, welzijns-, onderwijs- en culturele instellingen en dienstverleners en tevens is vermeld op de bijlage zoals deze is opgenomen in de Beschikking van de Europese Commissie d.d. 15 december 2009 aangaande de staatssteun voor toegelaten instellingen. Laurens Wonen kwalificeert het sociaal vastgoed als bedrijfsmiddel, aangezien Laurens Wonen een beleid heeft dat gericht is op het realiseren van de volkshuisvestelijke taken. Het volkshuisvestelijk beleid staat hierbij centraal. Sociaal vastgoed in exploitatie wordt gewaardeerd tegen de actuele waarde gebaseerd op bedrijfswaarde. De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde van de geprognosticeerde kasstromen van de kasstroomgenererende eenheid uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatielasten over de geschatte resterende looptijd van de investering. De indeling naar kasstroomgenererende eenheid is gedefinieerd op PMC niveau. Laurens Wonen kiest voor deze indeling van de kasstroomgenererende eenheden aangezien deze aansluit bij haar interne bedrijfsvoering en hierbij de basis vormt voor haar vastgoedsturing. De reële waarde wordt afhankelijk gesteld van de voorgenomen bestemming van de complexen. De onroerende zaken kunnen voor langere of kortere termijn voor verhuur worden aangehouden. De kasstroomprognoses zijn gebaseerd op redelijke en onderbouwde veronderstellingen die de beste schatting van het bestuur weergeven van de economische omstandigheden die van toepassing zullen zijn gedurende de resterende levensduur van het actief.
Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
8
De kasstromen zijn gebaseerd op de eind 2013 intern geformaliseerde meerjarenbegroting. De kosten van planmatig onderhoud worden gebaseerd op de in de meerjarenonderhoudsbegroting onderkende cycli per component. Voor latere jaren wordt uitgegaan van de verwachte gemiddelde groeivoeten voor inflatie, huurstijging en rente alsmede genormeerde lastenniveaus. Uitgaven na de eerste verwerking (de zogeheten na-investeringen) die leiden tot een waardeverhoging van het actief worden geactiveerd. Bij de bedrijfswaardeberekening gelden de volgende uitgangspunten: • jaarlijkse huurverhogingen van 2,7% voor 2014, 1,75% in 2015, 1,83% in 2016, 1,88% in 2017, 1,91% in 2018 en 2% voor de daarop volgende jaren. • jaarlijkse huurderving vastgesteld per complex, gemiddeld 1,5% (voorgaand jaar: 2,0%). Als gevolg van de inspanningen en verbeteringen die worden uitgevoerd in het kader van het dynamisch mutatie-onderhoud loopt de leegstand terug naar 1,0% in 2015 en verdere jaren. • jaarlijkse stijging van de zakelijke en overige beheerslasten vanaf 2014 3,0%. • jaarlijkse stijging personeelskosten 1,5% in 2014, 1,95% in 2015, 2,27% in 2016, 2,49% in 2017 en 3% vanaf 2018. • genormeerde klachten- en mutatieonderhoudskosten, vastgesteld per complex, stijging percentage 1,5% in 2014, 1,95% in 2015, 2,27% in 2016, 2,49% in 2017 en 3% vanaf 2018 • kosten van planmatig onderhoud conform de onderhoudsbegroting voor resterende levensduur, stijgingpercentage conform klachten- en mutatieonderhoud. • een restwaarde op basis van de geschatte grondwaarde aan het einde van de exploitatieperiode. • een disconteringsvoet van 5,25% (conform voorgaand jaar) • de periode waarover contant gemaakt wordt loopt parallel met de geschatte resterende levensduur van de complexen. • de verhuurderheffing is ingerekend en de te betalen vennootschapsbelasting is niet ingerekend in de bedrijfswaarde. • de kasstromen worden medionumerando contant gemaakt. Omdat de invloed van de financiering losgekoppeld moet worden van de bedrijfswaarde, wordt bij de bepaling van de bedrijfswaarde vanaf verslagjaar 2012 geen rekening meer gehouden met de rentabiliteitswaardecorrectie van de bestaande leningenportefeuille en beleggingen. De bepaling van de restwaarde van de grond opgenomen in de bedrijfswaarde vindt, voor zover er nog geen herbestemming van de grond heeft plaatsgevonden, plaats op basis van de best practice van het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting. Uitgaven na eerste verwerking (de zogeheten na-investeringen) die leiden tot een waardeverhoging van het actief, worden geactiveerd. Uitgaven die betrekking hebben op toekomstige herstructureringen, waarvan de feitelijke verplichtingen dan wel de in rechte afdwingbare verplichtingen zijn aangegaan, worden in de waardering betrokken. Herstructurering onderscheidt zich van renovatie door het verbeteren of vergroten van de oorspronkelijke capaciteit. Periodiek groot onderhoud wordt volgens de componentenbenadering geactiveerd. Hierbij worden de totale uitgaven toegewezen aan de samenstellende delen. De lasten van onderhoud, niet zijnde periodiek groot onderhoud, waaronder renovatie, onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging van het actief. De lasten van dergelijk onderhoud worden ten laste gebracht van het resultaat op het moment dat deze zich voordoen. Afschrijvingen worden berekend over de bedrijfswaarde. De bedrijfswaarde is gesplitst naar de componenten grond en opstal. Over het aandeel van de grond wordt niet afgeschreven. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur per component en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
9
Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. De initiële herwaardering van het sociaal vastgoed in exploitatie naar actuele waarde is rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt in een herwaarderingsreserve. De hierop volgende jaarlijkse waardeveranderingen worden als volgt in de jaarrekening verwerkt: • Een waardevermeerdering van het sociaal vastgoed wordt in beginsel direct ten gunste van de herwaarderingsreserve gebracht. Uitzondering betreft het geval wanneer in het verleden een afwaardering ten laste van het resultaat is gebracht. In die situatie worden waardevermeerderingen positief resultaat in de winst-en-verliesrekening verwerkt, voor zover dit een terugname betreft van deze eerdere waardevermindering. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de terugneming nooit hoger is dan de boekwaarde die bepaald zou zijn indien in voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingsverlies zou zijn verantwoord. • Een waardevermindering onder het sociaal vastgoed wordt in beginsel ten laste van het resultaat gebracht. Indien echter een herwaarderingsreserve gevormd is, wordt de waardevermindering direct ten laste van de herwaarderingsreserve gebracht tot het bedrag dat in de herwaarderingsreserve is opgenomen.
5.2.2 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie betreft complexen in aanbouw ten behoeve van toekomstige verhuurexploitatie. De complexen in aanbouw worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs en toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering onder aftrek van een bijzondere waardevermindering. Voorts wordt rente tijdens de bouw toegerekend. De geactiveerde rente wordt berekend tegen de gemiddelde rentevoet over het totale vreemde vermogen. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken, wordt de interestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Indien de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van de onroerende zaken in ontwikkeling, wordt de onroerende zaak op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen. Ingenomen grondposities worden onder deze post verwerkt tegen verkrijgingsprijs en bijkomende kosten. Rentetoerekening vindt eerst plaats nadat ontwikkelactiviteiten zijn gestart. Afschrijving vindt plaats na ingebruikneming van de complexen. 5.2.3 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd op basis van de verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Niet aan de bedrijfsuitoefening dienstbare activa worden gewaardeerd tegen verwachte directe opbrengstwaarde.
5.3 Vastgoedbeleggingen Een vastgoedbelegging is een onroerend goed (of een deel daarvan) dat wordt aangehouden om huuropbrengsten of een waardestijging, of beide, te realiseren. Het commercieel vastgoed omvat woningen in exploitatie met een huurprijs boven de huurtoeslaggrens, het bedrijfsmatig vastgoed (niet zijnde maatschappelijk vastgoed) en het overige commercieel vastgoed.
Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
10
Commercieel vastgoed in exploitatie wordt gewaardeerd op verkrijgingsprijs/vervaardigingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. Of sprake is van een bijzondere waardevermindering wordt jaarlijks getoetst op basis van boekwaarde versus bedrijfswaarde. Eind 2013 bedraagt de (economische) levensduur 17 jaar (gemiddeld). Een bijzonder waardeverminderingsverlies is het bedrag waarmee de boekwaarde de bedrijfswaarde duurzaam overschrijdt en wordt direct in de winst-en-verliesrekening verwerkt onder de post overige waardeverminderingen van materiële vaste activa. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een eventuele residuwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Op grond wordt niet afgeschreven. Kosten voor periodiek groot onderhoud worden ten laste gebracht van het resultaat op het moment dat deze zich voordoen.
5.4 Vorderingen 5.4.1 Huurdebiteuren Waardering geschiedt tegen nominale waarde, rekening houdend met een voorziening voor mogelijke oninbaarheid, gebaseerd op een statische benadering. 5.4.2 Vorderingen en overlopende activa De vorderingen worden bij de eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde (indien deze lager is dan verkrijgings-/vervaardigingsprijs) en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk kan zijn aan de nominale waarde, onder aftrek van de noodzakelijke voorzieningen voor het risico van oninbaarheid. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen.
5.5 Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas- en banktegoeden en deposito's met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Indien middelen niet ter vrije beschikking staan, dan wordt hiermee bij de waardering rekening gehouden.
5.6 Overige voorzieningen Tenzij anders vermeld, worden de overige voorzieningen gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de betreffende verplichtingen af te wikkelen.
5.7 Langlopende schulden De langlopende leningen worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van schulden worden in de waardering bij de eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, zijnde het Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
11
Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag, rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt samen met de verschuldigde rentevergoeding zodanig bepaald dat de effectieve rente gedurende de looptijd van de schulden in de winst- en verliesrekening wordt verwerkt.
De aflossingsverplichting voor het komend jaar is opgenomen onder de kortlopende schulden. Stichting Laurens Wonen maakt gebruik van derivaten om het rente- en kasstroomrisico af te dekken. Voor de verwerking, waardering en resultaatbepaling, past stichting Laurens Wonen met betrekking tot deze derivaten (hedge-instrumenten) kostprijshedge-accounting toe.
5.8 Kortlopende schulden De kortlopende schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde (indien deze lager is dan de verkrijgings-/vervaardigingsprijs) en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk kan zijn aan de nominale waarde.
5.9 Investeringssubsidies Subsidies in verband met de aanschaf van (materiële) vaste activa worden in mindering gebracht op het geïnvesteerde bedrag.
Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
12
6. Grondslagen voor de bepaling van het resultaat 6.1 Algemeen Het resultaat wordt bepaald met inachtneming van de hiervoor vermelde waarderingsgrondslagen. Baten worden verantwoord in het jaar waarin deze worden gerealiseerd. Lasten worden verantwoord in het jaar waarin de prestaties worden geleverd.
6.2 Bedrijfsopbrengsten 6.2.1 Huuropbrengsten De huuropbrengsten betreffen de op het boekjaar betrekking hebbende huren van woningen, woongebouwen en overige onroerende goederen, zoals bedrijfsruimten en garages. Huurderving wegens leegstand is op de huuropbrengst in mindering gebracht. De jaarlijkse huurverhoging is van overheidswege gebonden aan een maximum. Voor het verslagjaar 2013 bedroeg de inflatie 2,5% (voorgaand jaar 2,3%). Voor huurders met een belastbaar inkomen tot en met € 33.614 mocht de huur verhoogd worden met maximaal 4%, voor huurders met een belastbaar inkomen vanaf € 33.615 tot en met € 43.000 mocht de huur verhoogd worden met maximaal 4,5%, voor huurders met een belastbaar boven € 43.000 mocht de huur verhoogd worden met 6,5%. 6.2.2 Vergoedingen Opbrengsten vergoedingen betreffen overeengekomen bijdragen van huurders en worden aangemerkt als zijnde gerealiseerd in het jaar van levering van de goederen en diensten. De bijdragen zijn voor de dekking van de te maken en gemaakte servicekosten. Verrekening op basis van daadwerkelijke bestedingen vindt jaarlijks plaats. 6.2.3 Overige bedrijfsopbrengsten Hieronder worden onder andere de inschrijfgelden van woningzoekenden, de opbrengsten van overige dienstverlening en incidentele opbrengsten verantwoord.
6.3 Bedrijfslasten 6.3.1 Afschrijvingen (im)materiële vaste activa De afschrijvingen (im)materiële vaste activa worden gebaseerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de geschatte economische levensduur. Afschrijving van het actief vindt plaats tot de restwaarde is bereikt. De afschrijvingen op sociaal vastgoed in exploitatie worden gebaseerd op de bedrijfswaarde. Binnen de afschrijving op het sociaal vastgoed in exploitatie worden componenten onderkend met een verschillende levensduur. Naast de grond (geen afschrijving) wordt de opstal onderkend. Van een afzonderlijke component is sprake indien deze component meer dan 10 procent uitmaakt van de waarde van het actief en/of indien de afschrijvingslast (als gevolg van een afwijkende levensduur van de component ten opzichte van de opstal) meer dan 10% afwijkt van de situatie dat geen component zou zijn onderkend. 6.3.2 Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa De overige waardeveranderingen worden gevormd door de waardevermindering die is ontstaan door gedurende het verslagjaar nieuw aangegane juridische en feitelijke verplichtingen met betrekking tot investeringen in nieuwbouw en herstructurering.
Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
13
6.3.3 Lonen, salarissen en sociale lasten Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winsten verliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden door de werknemers. 6.3.4 Pensioenlasten Laurens Wonen heeft voor haar medewerkers een pensioenregeling die wordt geclassificeerd als een zogenaamde verplichting aan de pensioenuitvoerder benadering. De pensioenregeling is ondergebracht bij het SPW (Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties). Dit betreft een bedrijfstakpensioenfonds en Laurens Wonen heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in het geval van een tekort bij het bedrijfstakpensioenfonds, anders dan het voldoen van hogere toekomstige premies. Conform de huidige Richtlijn 271 Pensioenbeloning is de pensioenregeling derhalve verwerkt als zou sprake zijn van een verplichting aan de pensioenuitvoerder. De pensioenlast in de winst- en verliesrekening bestaat bij een verplichting aan de pensioenuitvoerder uit de verschuldigde premies over het lopende jaar. Eind december 2013 bedroeg de afgeronde dekkingsgraad van SPW 114 procent. Eind januari 2014 bedroeg de geschatte dekkingsgraad afgerond 115 procent. 6.3.5 Onderhoudslasten Onder deze post worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord. Van toerekenbaarheid is sprake als daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. De lasten van onderhoud onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging van het actief. Reeds aangegane verplichtingen waarvan de werkzaamheden nog niet zijn uitgevoerd op balansdatum worden verwerkt onder de niet in de balans opgenomen verplichtingen. 6.3.6 Leefbaarheid Leefbaarheid omvat gemaakte kosten voor fysieke ingrepen die de leefbaarheid in buurten en wijken bevorderen. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. 6.3.7 Vergoeding leveringen en diensten De gemaakte servicekosten voor huurders worden verantwoord onder de lasten servicecontracten in het verslagjaar waarop de servicekosten betrekking hebben 6.3.8 Overige bedrijfslasten De overige bedrijfslasten worden bepaald op basis van historische uitgaafprijzen en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. 6.3.9 Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen. Rentelasten worden geactiveerd voor kwalificerende activa gedurende de periode van vervaardiging van een actief, indien het een aanmerkelijke tijd vergt om het actief gebruiksklaar of verkoopklaar te maken. De te activeren rente wordt berekend op basis van de verschuldigde rente over specifiek voor de vervaardiging opgenomen leningen en van de gewogen rentevoet van leningen die niet specifiek aan de vervaardiging van het actief zijn toe te rekenen, in verhouding tot de uitgaven en periode van vervaardiging.
Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
14
6.3.10 Belastingen De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst- en verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief. Het Belastingplan 2006 is sinds 1 januari 2006 van kracht. Corporaties zijn sindsdien verplicht over hun commerciële activiteiten vennootschapsbelasting (VPB) te betalen. Laurens Wonen heeft een vaststellingsovereenkomst afgesloten met de belastingdienst, waarin de vrijstelling voor de VPB tot 31 december 2010 is vastgelegd. Bij de behandeling van het Belastingplan 2011 in de Eerste kamer, liet de Staatssecretaris van Financiën weten de huidige situatie vooralsnog te handhaven. Dat betekent dat corporaties met overwegend zorgwoningen in 2011 nog vrijgesteld waren van vennootschapsbelasting. Met ingang van 1 januari 2012 is artikel 5.1.c, sub 2 (tekst oud) van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet Pb 1969) aangepast. Vanaf die datum geldt voor toegelaten instellingen die voorheen voor de vennootschapsbelasting waren vrijgesteld een integrale belastingplicht op grond van artikel 2.1, onderdeel d Wet Pb 1969.
6.4 Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bij deze methode wordt het nettoresultaat aangepast voor posten van de winst- en verliesrekening die geen invloed hebben op ontvangsten en uitgaven in het verslagjaar, mutaties in de balansposten en posten van de winst- en verliesrekening waarvan de ontvangsten en uitgaven niet worden beschouwd als behorende tot de operationele activiteiten. De liquiditeitspositie in het kasstroomoverzicht bestaat uit de liquide middelen onder aftrek van bankkredieten. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen operationele, investerings- en financieringsactiviteiten. De kasstromen uit hoofde van de financiering zijn gesplitst in kasstromen met betrekking tot mutaties in de hoofdsom (opgenomen onder financieringsactiviteiten) en betaalde interest (opgenomen onder operationele activiteiten). De investeringen in materiële vaste activa worden opgenomen onder aftrek van de onder overige schulden voorkomende verplichtingen, alsmede de ontvangen investeringssubsidies.
Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
15
7. Toelichting op de balans per 31 december 2013 VASTE ACTIVA 7.1 Materiële vaste activa
31-12-2013
Sociaal vastgoed in exploitatie Roerende zaken in exploitatie
82.694.376 326.353
89.075.369 365.022
2.527.421
2.584.523
392.874 85.941.024
191.157 92.216.071
Onroerende zaken in ontwikkeling Onroerende en roerende zaken t.d.v. exploitatie
31-12-2012
Sociaal vastgoed in exploitatie Saldo 01-01-2013 op basis van bedrijfswaarde
89.075.369
Afschrijving op bedrijfswaarde
(4.874.529)
Realisatie ongerealiseerde herwaarderingsreserve
538.078
Mutatie ongerealiseerde herwaardering
(1.898.320)
Teruggaaf BTW integratieheffing
(146.222) 82.694.376
Mutatie reële waarde sociaal vastgoed in exploitatie De bedrijfswaarde in het verslagjaar is afgenomen met een bedrag van:
(6.380.993)
(ten opzichte van de bedrijfswaarde ultimo van het voorgaande verslagjaar) De mutatie in de bedrijfswaarde laat zich als volgt verklaren: Jaarresultaat (autonome waardemutatie) a. vervallen jaarlaag
(3.557.731)
b. effect contante waarde
3.985.970 428.239
Gevolgen van nadere interne inschattingen parameters a. in de huurprijscomponent
(3.783.725)
b. in de onderhoudslasten
2.430.279
c. in de overige lasten
2.487.368
d in de restwaarde-inschatting grond
(2.235.318)
e. in de overige opbrengsten
(9.092.600)
f. wijziging restant levensduur
2.579.894
g. effect inrekenen verkoop Wi Mofina Tampe h. verbetering geactiveerde uitgaven 2013
804.870 -
i. teruggaaf BTW integratieheffing
146.222 (6.663.010)
Toe/afname bedrijfswaarde
Jaarrekening 2013
(6.234.771)
Laurens Wonen
16
Capaciteitseffect: voorraadmutaties Teruggaaf BTW integratieheffing
(146.222)
Afname/toename bedrijfswaarde via balans
(146.222)
Mutatie in de reële waarde van de materiële vaste activa
(6.380.993)
Jaarresultaat (autonome waardemutatie) In de autonome waardemutatie wordt gekeken naar de geprognosticeerde bedrijfswaarde eind 2013 op basis van de uitgangspunten die in de jaarrekening 2012 zijn vastgesteld. Aan de hand van deze informatie kan de vrijval van kasstromen, het effect van een jaar opschuiven en kunnen de nieuwe (des)investeringen binnen de horizon worden bepaald. De vrijval van kasstroom heeft betrekking op de kasstroom uit 2013. Het gaat om een bedrag van € (3.557.731.) De bedrijfswaarde ultimo 2013 maakt gebruik van de kasstromen van 2014 en verder. Daarom valt de kasstroom uit 2013 vrij in de bedrijfswaarde. Het effect van een jaar opschuiven heeft betrekking op de kasstromen van 2014 en verder. Deze kasstromen worden in de bedrijfswaarde per 31 december 2013 één jaar minder contant gemaakt dan in de bedrijfswaarde eind 2012. Hierdoor ontstaat een toename van de bedrijfswaarde van € 3.985.970. Gevolgen nadere interne schattingen parameters In 2013 zijn de verschillende parameters bijgesteld. Dit leidt ertoe dat de kosten en de opbrengsten per saldo met circa € 6,7 miljoen zijn afgenomen. * Laurens Wonen heeft per 1 juli 2013 voor al haar woningen een maximale, inkomensafhankelijke huurprijsstijging van 4% tot 6,5% doorgevoerd. Voor 2014 en verder wordt nog uitgegaan van een inflatievolgende huurverhoging. In de vastgestelde begroting was voor 2013 nog uitgegaan van 2,5%. * De verbeteringen lopen niet via de winst-en-verliesrekening. Het betreft investeringen die enerzijds leiden tot een hogere bedrijfswaarde en anderzijds kosten met zich meebrengen. De hogere bedrijfswaarde en de kosten zijn met elkaar in evenwicht. In geval van nieuwbouw worden de extra kosten, de onrendabele toppen op deze investeringen, wel verwerkt in de winst-en-verliesrekening. Die zijn niet terug te vinden in het verloop van de bedrijfswaarde. * De exploitatielasten per verhuureenheid zijn ontleend aan de begroting van Laurens Wonen. De exploitatielasten bestaan uit de volgende elementen: • Directe exploitatielasten, onder andere belastingen, verzekeringspremies etc. • Indirecte exploitatielasten welke betrekking hebben op het sociaal vastgoed (geen kosten van projectontwikkelingsactiviteiten). Deze kosten bestaan onder andere uit administratieve lasten, beleid en automatisering. Laurens Wonen heeft de totale indirecte exploitatie toegerekend op de verdeelsleutel van het aantal fte’s dat betrekking heeft op sociaal vastgoed. • Heffingen van overheidswege die gekoppeld zijn aan het sociaal vastgoed in exploitatie, welke conform het wettelijk kader zijn geformaliseerd. De verhuurderheffing heeft betrekking op zelfstandige huurwoningen in de gereguleerde sector – dat wil zeggen met een huur onder de liberalisatiegrens van € 681,03 per maand op 1 januari 2013. Het belastbare bedrag is de som van de WOZ-waarden van de huurwoningen waarvan de belastingplichtige bij aanvang van het kalenderjaar het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft, verminderd met tien maal de gemiddelde WOZ-waarde van die huurwoningen. De verhuurderheffing is in 2013 0,014% van het belastbare bedrag. Het voorgestelde tarief voor 2014 ligt hoger: 0,381 %. Dit tarief loopt daarna verder op van 0,449% in 2015 tot 0,491% in 2016 en 0,536% in 2017. Aangenomen is dat de heffing vanaf 2018 gelijk zal zijn aan die van 2017. De heffing is tot einde looptijd ingerekend. * De saneringsheffing mag niet worden ingerekend in de bedrijfswaarde. Het wordt, in tegenstelling tot de verhuurderheffing, gezien als een soort "belasting".
Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
17
* De bepaling van de restwaarde van de grond opgenomen in de bedrijfswaarde vindt, voor zover er nog geen herbestemming van de grond heeft plaatsgevonden, plaats op basis van een normbedrag van € 10.000 voor een zelfstandige verhuureenheid en € 5.000 voor een onzelfstandige verhuureenheid. Dit bedrag wordt geïndexeerd naar het einde van de levensduur en contant gemaakt naar peildatum. Indien feitelijk dan wel in rechte afdwingbare verplichtingen zijn aangegaan die consequenties hebben voor de bestemming van de grond, dan wordt met deze gewijzigde bestemming in de waardering rekening gehouden. Voor complexen waarvoor in het verleden erfpacht is betaald voor de huidige bestemming tot einde looptijd is geen rekening gehouden met een restwaarde.
In de post materiële vaste activa zijn geen activa begrepen die worden gefinancierd door middel van financial lease. In het boekjaar werd ter zake van onroerende zaken in ontwikkeling geen bouwrente geactiveerd. Zekerheden Het onroerend goed is wat betreft vreemd vermogen nagenoeg in zijn geheel gefinancierd met rijksleningen of met kapitaalmarktleningen onder overheidsgarantie waarvoor jegens Waarborgfonds Sociale Woningbouw een obligoverplichting geldt, welke is opgenomen onder de ‘Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen’. Als gevolg hiervan is het onroerend goed dat met deze leningen is gefinancierd niet hypothecair bezwaard. Voor de overige onroerende zaken geldt een verbod om deze te bezwaren in verband met verleende borgstellingen of garanties op langlopende leningen. Verzekerde waarde De onroerende goederen in exploitatie zijn per 1 januari 2013 voor € 183,3 miljoen verzekerd tegen het risico van brand- en stormschade. Dit is exclusief de complexen Maasveld, Mariniershof, Carnisselande en Grindhorst. Deze complexen zijn verzekerd via de VvE's. De activa zijn getaxeerd naar herbouwwaarde. Jaarlijks wordt de waarde aangepast aan het indexcijfer voor nieuwbouwwoningen zoals dit door het CBS wordt berekend. Assuradeuren hebben zich met deze taxatie akkoord verklaard. In de post sociaal vastgoed in exploitatie zijn 1.775 (31.12.2012: 1.775) verhuureenheden opgenomen, de WOZ waarde bedraagt € 207,5 miljoen (peildatum 1 januari 2012). Verkoop bezit In de categorie Sociaal vastgoed is ingerekend de verkoop van het complex Wi Mofina Tampe (21 woningen). Uitgangpunt is dat de woningen medio 2015 leeg zijn en het complex aan een belegger wordt verkocht. In de categorie Commercieel vastgoed zijn geen VHE's aangewezen voor verkoop.
Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
18
Het verloop van de overige materiële vaste activa in 2013 is als volgt weer te geven:
Roerende
Onroerende
Onroerende
Totaal
zaken in ex-
zaken
en roerende
ploitatie
in ontwik -
zaken ten
keling
dienste van de exploitatie
1 januari 2013 Aanschafwaarde Waardeverminderingen Afschrijvingen Boekwaarde 1-1-2013
788.271
2.584.523
-
-
(423.249)
-
337.716 (146.559)
3.710.510 (569.808)
365.022
2.584.523
191.157
3.140.702
46.006
200.823
276.181
523.010
-
-
46.006
200.823
276.181
-
-
Mutaties 2013 Bij: - investeringen - correctie afschrijving aanschaf. - overboeking activa in exploitatie
523.010
Af: - desinvesteringen
-
- waardeverminderingen
-
- afschrijvingen
Totaal mutaties
(257.925)
(84.675) (84.675)
(257.925)
(38.669)
(57.102)
-
(257.925)
(74.464)
(159.139)
(74.464)
(417.064)
201.717
105.946
613.897
4.233.520
31 december 2013 Aanschafwaarde Waardeverminderingen Afschrijvingen Boekwaarde 31-12-2013
834.277
2.785.346
-
(257.925)
(507.924) 326.353
2.527.421
(221.023) 392.874
(257.925) (728.947) 3.246.648
Sociaal vastgoed in exploitatie: Grond
geen afschrijvingen
Casco
lineair
30-50 jaar
Over vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie wordt niet afgeschreven. Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie Terreinen geen afschrijvingen Inventaris en verbouwingen
Jaarrekening 2013
lineair
Laurens Wonen
3-10 jaar
19
7.2 Vastgoedbeleggingen 31-12-2013
31-12-2012
1 januari 2013 Aanschafwaarde
2.803.396
2.803.396
Waardeverminderingen
(491.282)
(620.976)
Afschrijvingen
(502.038)
(362.879)
Boekwaarde 1-1-2013
1.810.076
1.819.541
Bij: terugname afboekingen
255.241
129.694
Af: afschrijvingen
139.159
139.159
Totaal mutaties
116.082
Mutaties 2013
31-12-2013
(9.465) 31-12-2012
31-12-2013 Aanschafwaarde
2.803.396
2.803.396
Waardeverminderingen
(236.041)
(491.282)
Afschrijvingen
(641.197)
(502.038)
Boekwaarde 31-12-2013
1.926.158
1.810.076
Laurens Wonen waardeert haar commercieel bezit tegen historische kostprijs. De boekwaarde per 31-12-2013 is € 2.162.199. De bedrijfswaarde per 31-12-2013 is € 1.926.158 . Hierdoor is de "waardevermindering" in het jaar 2013 € 236.041 . De marktwaarde in verhuurde staat dient bij toepassing van de grondslag historische kostprijs te worden toegelicht. De marktwaarde betreft het geschatte bedrag waarvoor een object op de taxatiedatum zou kunnen worden overgedragen door een bereidwillige verkoper aan een bereidwillige koper in een marktconforme transactie, na behoorlijke marketing, waarbij de partijen geïnformeerd, zorgvuldig en zonder dwang hebben gehandeld. Als taxatiebenadering is de inkomstenbenadering gehanteerd. Binnen deze benadering wordt de DCF-methode toegepast. In 2012 is aan een taxateur opdracht verstrekt de marktwaarde per 31-12-2012 in beeld te brengen. Deze marktwaarde bedroeg: € 1.701.000. In de jaarindex 2013 die IPD onlangs heeft gepubliceerd is voor winkels en kantoorachtige ruimten sprake van een waarde-ontwikkeling van een kleine -5%. Hiermee komt de marktwaarde per 31-12-2013 op circa € 1.616.000.
VLOTTENDE ACTIVA
7.3 Vorderingen 7.3.1 Huurdebiteuren De vorderingen op huurdebiteuren omvatten naast de huren ook te vorderen servicekosten, herstelkosten en incassokosten. 31-12-2013 Huurdebiteuren
152.858
Af: voorziening voor oninbaarheid Totaal
Jaarrekening 2013
(106.972) 45.886
Laurens Wonen
31-12-2012 127.265 (83.294) 43.971
20
31-12-2013
31-12-2012
Rekening courant Laurens *)
-
2.784.160
Per saldo te verrekenen service- en stookkosten
-
31.501
Overige debiteuren
645.584
205.684
Af: voorziening wegens oninbaarheid
(25.534) 620.050
7.3.2 Overige vorderingen
(24.661) 2.996.684
*) In de nieuwe bekostigingssystematiek door de Nederlandse Zorg Autoriteit (NZA) vormen de resterende boekwaarden voor de intramurale panden van Laurens Wonen die verhuurd worden aan Laurens geen basis meer voor de kapitaallastenvergoeding aan Laurens. Deze overgang van bekostigingssystematiek zou in de toekomst leiden tot een nadelig effect. De NZA heeft ingestemd met het verzoek om een correctie door te voeren voor afschrijvingen vanuit het verleden voor deze intramurale panden. De bedragen zijn in 3 jaarlijkse termijnen via de nacalculatie gedeclareerd door Laurens en na ontvangst doorbetaald aan Laurens Wonen. De laatste termijn is in 2013 ontvangen. In de post overige debiteuren is een declaratie opgenomen ter hoogte van circa € 510.000 als declaratie voor advies- en begeleidingswerkzaamheden die Laurens Wonen ten behoeve van Laurens in 2013 heeft verricht. Dit bedrag is inmiddels ontvangen. 7.3.3 Overlopende activa
31-12-2013
Overige posten
319.348 319.348
31-12-2012 83.846 83.846
Alle overlopende activa hebben een looptijd korter dan één jaar.
7.4 Liquide middelen 31-12-2013
31-12-2012
Direct opvraagbaar: Kas Rekening-courant banken Kruisposten
5.430
4.237
2.721.304
51.157
2.726.734
55.394
(661)
Deposito's
3.602.455 6.328.528
1 3.544.896 3.600.291
De rekening-courantverhouding met banken betreft ultimo 2013 het saldo van lopende rekeningen bij de BNG en ABN-AMRO. Onder de liquide middelen is ultimo boekjaar één deposito begrepen. Dit depot is direct opzegbaar.
PASSIVA
7.5 Eigen vermogen Saldo begin boekjaar
31-12-2013 26.147.633
Mutatie ongerealiseerde herwaardering Resultaat boekjaar Saldo einde boekjaar
Jaarrekening 2013
31-12-2012 37.531.363
(1.898.320)
(9.542.543)
(2.610.343) 21.638.970
(1.841.187) 26.147.633
Laurens Wonen
21
De boekwaarde van het sociaal vastgoed in exploitatie tegen historische kostprijs per 31-12-2013 is € 79.242.729 (31-12-2012 € 83.725.402). De ongerealiseerde waardestijging ten opzichte van de historische kostprijs is per 31-12-2013 € 3.451.647 (31-21-2012 € 5.349.967). Per saldo betekent dit een afname van de ongerealiseerde herwaardering van € 1.898.320 Deze mutatie is uit de onderstaande posten te herleiden: Mutatie reële waarde van de materiële vaste activa bedraagt
(6.380.993)
De afschrijving op bedrijfswaarde is
4.874.529
De gerealiseerde herwaardering is
(538.078)
Per saldo als afschrijvingslast via de winst- en verliesrekening
4.336.451
Subsidies 2013 (direct via balansmutatie) Mutatie ongerealiseerde herwaardering
146.222 (1.898.320)
7.6 Voorzieningen 31-12-2013
31-12-2012
Loopbaanontwikkelingsbudget Stand per 1 januari
78.755
72.414
Bij: opbouw rechten werknemers
15.254
15.788
Af: onttrekking
(6.521)
(5.476)
(3.813) 83.675
(3.971) 78.755
Af: vrijval rechten vertrek medewerkers
Vanaf 1 januari 2010 heeft de werknemer recht op een individueel loopbaanontwikkelings-budget. Laurens Wonen heeft een in rechte afdwingbare (CAO) verplichting. De verplichting is op nominale waarde gewaardeerd. De voorziening heeft een langlopend karakter. 31-12-2013 Reservering sloopkosten project 't Clockhuys Reservering sloopkosten kapel
31-12-2012
369.074
-
Februari 2014 heeft het bestuur besloten om de plankosten voor project 't Clockhuys af te boeken. Realisatie van dit plan lijkt mede door de verscherpte criteria (20% solvabiliteit) van het WSW niet haalbaar. Tevens is besloten tot sloop van de kapel in 2014 omdat de bouwkundige staat veiligheidsrisico's met zich mee brengt voor de omgeving. De kosten zijn gebaseerd op een offerte. Reservering afwikkeling derivaten Afwikkeling derivaten ABN Amro
536.195
-
Op 30-01-2014 is overgegaan tot afwikkeling van de derivaten bij de ABN Amro. Omdat niet meer wordt voldaan aan de criteria voor het mogen toepassen van kostprijs hedgeaccountanting is het verschil tussen de kostprijs en de lagere reële waarde in de winst-en verliesrekening verwerkt. Er is een reservering getroffen voor de reëele waarde naar balansdatum.
Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
22
7.7 Langlopende schulden 7.7.1 Leningen overheid en kredietinstellingen De langlopende schulden betreffen onderhandse leningen van kredietinstellingen onder WSW borging. Het verloop van de leningen van overheid en kredietinstellingen is als volgt: Leningen overheid en kredietinstellingen Saldo per 1 januari
31-12-2013 67.035.476
Correctie aflossingsverplichting vorig jaar Feitelijke stand per 1 januari
31-12-2012 64.875.161
4.089.685
8.954.759
71.125.161
73.829.920
1.750.000
6.250.000
72.875.161
80.079.920
Bij: nieuwe leningen Af: aflossingen
(4.089.763)
(8.954.759)
Af: aflossingsverplichting komend jaar Saldo per 31 december
(4.172.992) 64.612.406
(4.089.685) 67.035.476
Van het totaalbedrag van de schulden heeft € 19.826.886 een looptijd korter dan zes jaar. Aflossingsverplichtingen binnen 12 maanden na afloop van het jaar zijn opgenomen onder de kortlopende schulden. Rentevoet en aflossingssysteem De gemiddelde rentevoet van de langlopende schulden bedraagt circa 4,62% (2012: 4,62%). De leningen worden afgelost op basis van lineaire, annuïtaire en fixe aflossingen. Renteconversies Met uitzondering van de roll over lening (waarover door het afsluiten van een payer swap een vaste rente wordt betaald) en de drie extendible leningen, zijn er geen leningen die nog voor het einde van de overeenkomst een renteconversie ondergaan. Zekerheden Er is geen vastgoed hypothecair bezwaard. Tot zekerheid van de leningen, waarvoor borgstellingen zijn verleend door de Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw en de leningen waarvoor gemeentegarantie is verleend, geldt een verbod om zonder toestemming van betrokken partijen de eigendommen van bestemming te veranderen, uit te breiden, te vervreemden of met hypotheek of zakelijk recht te bezwaren. 31-12-2013
31-12-2012
VLOTTENDE PASSIVA
7.8 Kortlopende schulden en overlopende passiva 7.8.1 Schulden aan kredietinstellingen Schulden aan kredietinstellingen
-
-
Stichting Laurens Wonen bij de BNG bank een kredietfaciliteit ter grootte van € 7.000.000 (2012: € 7.000.000). Op balansdatum is geen gebruik gemaakt van deze faciliteit.
Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
23
31-12-2013 7.8.2 Schulden aan leveranciers Crediteuren
904.982 31-12-2013
7.8.3 Belastingen en premies sociale verzekering
31-12-2012 1.141.249 31-12-2012
Deze post is als volgt te specificeren: Omzetbelasting
145.263
267.390
Acute VPB last
1.083.250
459.250
96.918
136.133
33.956 1.359.387
30.701 893.474
Loonheffing en sociale premies Pensioenpremies
31-12-2013
7.8.4 Overige kortlopende schulden
31-12-2012
Deze post is als volgt te specificeren: Te betalen rente leningen o/g
972.335
Vooruitontvangen huur
93.500
Vooruitontvangen huurtoeslag
-
Aflossingsverplichting komend jaar
4.172.992
Per saldo te restitueren service- en stookkosten Te verrekenen salarissen Verplichting niet opgenomen vakantiedagen Rekening-courant personeelsvereniging Reservering terugbetaling bijzondere projectsteun Overlopende passiva
998.749 72.538 87.376 4.089.685
46.360
-
3.850
4.026
84.008
71.312
2.768
1.053
218.944
-
81.548 5.676.305
129.613 5.454.352
In 2014 is besloten om de oude plankosten voor project 's Clockhuys af te boeken. Onder andere door verscherping van de borgstellingcriteria van het WSW (m.n. 20% solvabiliteit) lijkt dit project niet haalbaar. Onder de kortlopende schulden is een bedrag opgenomen ad € 218.944 voor eerder ontvangen subsidies in het kader van de Vogelaargelden.
7.9 Verbonden partijen Het bestuur en de Raad van Toezicht van Laurens Wonen en zorgorganisatie Laurens te Rotterdam vormen een personele unie. Circa een derde van de totale huurbaten van Laurens Wonen wordt gegenereerd uit verhuur van complexen aan de zorgorganisatie Laurens. De huren zijn gebaseerd op gebruikelijke contractuele afspraken waarbij marktconforme condities zijn overeengekomen.
7.10 Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen Obligoverplichting WSW- deelnemers hebben naar het WSW een zogeheten obligoverplichting. Deze verplichting is voorwaardelijk. Het obligotarief is vastgesteld op 3,85%. De grondslag waarover het obligotarief wordt berekend is het schuldrestant van de geborgde lening, met uitzondering van het leningtype variabele hoofdsom en voor collegiale financiering. Voor het type lening met variabele hoofdsom is bepaald dat over 75% van de maximale hoofdsom obligo is verschuldigd. Zolang het risicovermogen van het WSW voldoende is om eventuele betalingsverplichtingen van WSW deelnemers over te nemen, wordt geen beroep gedaan op deze obligoverplichting. Ultimo 2013 is de obligoverplichting van Laurens Wonen circa € 2.533.000.
Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
24
Voorziening voor pensioenen De dekkingsgraad is de verhouding tussen het aanwezige vermogen en de pensioenverplichtingen van het fonds. In december 2013 bedroeg de geschatte dekkingsgraad van SPW afgerond 114 procent. Eind maart 2014 bedroeg deze afgeronde dekkingsgraad 116 procent. Wet Ketenaansprakelijkheid (WKA) Om de risico’s als gevolg van de WKA te beperken, hebben wij met de aannemers afspraken gemaakt over boeking per factuur van een bepaald percentage van de loonsom naar hun G-rekening. Ook wordt regelmatig inzending van bewijzen van goed betaalbedrag verlangd. De BTW wordt verlegd. Door deze maatregelen dekken wij de risico’s voldoende af en is het niet nodig om een voorziening te treffen. Vennootschapsbelasting (VPB) Situatie tot 1 januari 2012 Laurens Wonen had een vaststellingsovereenkomst afgesloten met de belastingdienst, waarin de vrijstelling voor de VPB tot 31 december 2010 was vastgelegd. Bij de behandeling van het Belastingplan 2011 in de Eerste kamer, liet de Staatssecretaris van Financiën weten de huidige situatie vooralsnog te handhaven. Dat betekent dat corporaties met overwegend zorgwoningen in 2011 nog vrijgesteld zijn van vennootschapsbelasting. De enige tot 1 januari 2012 in aanmerking komende vrijstelling voor vennootschapbelasting is de vrijstelling die bestaat uit het ‘verschaffen van een onderkomen aan bejaarden, gebrekkige of wezen’. De Staatssecretaris van Financiën heeft zich evenwel verzet tegen de toepassing van deze vrijstellingsbepaling op woningcorporaties (zorgcorporaties). Zijn interpretatie van de vrijstelling is namelijk dat deze alleen geldt als door de zorgcorporatie ook daadwerkelijk en anders dan als intermediair zorg wordt geleverd aan de huurders. Situatie vanaf 1 januari 2012 Per 1 januari 2012 liggen de kaarten anders. Als gevolg van een wetswijziging is de vrijstelling voor instellingen die een onderkomen verschaffen aan een specifieke zorgbehoeftige doelgroep komen te vervallen. Daardoor is er ook geen wettelijke basis meer voor de vrijstelling van Laurens Wonen, althans niet voor de vrijstelling die tot en met 2011 is toegepast. In de aanloop naar de belastingplicht vanaf 1 januari 2012 heeft de Belastingdienst alle zorgcorporaties aangeschreven en geïnformeerd over deze (aankomende) belastingplicht. Tot de zomerperiode van dat jaar heeft de Belastingdienst de zorgcorporaties bezocht en met hen geïnventariseerd wat de belangrijkste activiteiten en bezittingen en schulden van de zorgcorporaties zijn. Op 3 september 2012 heeft de Belastingdienst vervolgens een voorstel gedaan om te onderzoeken of VSO2 voor zorgcorporaties haalbaar kan zijn en zo ja, wat dat zou kunnen betekenen. In 2013 en 2014 is inhoudelijk over de thema's waardering zorgvastgoed en leningen gesproken. Bovendien zijn enkele kleinere bespreekpunten kort toegelicht. Omdat partijen al eerder, op basis van de door de corporaties aangeleverde gegevens, een opslag hebben bepaald die overeenkomt met de markt op 1 januari 2012 is hier alleen verder gewerkt aan de verwoording van deze afspraken. Dit is inmiddels gereed waardoor deze werkgroep in principe gereed is met haar werkzaamheden. Binnen de werkgroep vastgoed is er een resultaat bereikt over de waardering van het zorgvastgoed voor zover het de niet-woningen betreft. Ten aanzien van deze categorie heeft de Belastingdienst de WOZ-waardering losgelaten en is inmiddels bereid, een taxatiemodel te hanteren voor de waardering van dit vastgoed op de fiscale openingsbalans. Daarbij wil de Belastingdienst wel het nodige comfort hebben bij de parameters die in het waarderingsmodel worden gehanteerd. Dit is het voorwerp van gesprek geweest in de afgelopen periode. De aandacht gaat nu verder uit naar het waarderingsproces, ofwel op welke wijze het model in de praktijk moet worden toegepast om daadwerkelijk de openingsbalanswaarde te kunnen vaststellen.
Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
25
De belastingdruk is benaderd door de bepalingen van VSO II als uitgangspunt te nemen. Voor de woningen is dan zeker dat er geen afschrijvingspotentieel is. Hierdoor is zeker dat er over 2013 een acute belastingplicht zal zijn. Voor de bepaling van het fiscale resultaat is het commerciële resultaat ad € (1.986.000) gecorrigeerd voor de standaardposten (afschrijving woningen, fiscale dotatie onderhoudsvoorziening, saneringsheffing en correctie rentelasten). Daarnaast zijn fiscale correcties opgenomen voor de waardeverandering van de derivaten, de terugbetaling Vogelaarbijdrage en de terugname van de afwaardering van het commerciële vastgoed. Het fiscale resultaat na deze correcties voor 2013 komt uit op € 575.000. Over 2012 is een correctie opgenomen van € 49.000. Het VPB tarief waarmee is gerekend bedraagt 20% over € 200.000 en 25% over het restant en leidt tot een effectieve belastingdruk van € 624.000. * Door de gelieerdheid aan Stichting Laurens wordt aangenomen dat de verhuur van de zorgpanden aan Stichting Laurens kan worden aangemerkt als eigen kantoor. Bij de correctie van de afschijving in winst- en verliesrekening is hiermee rekening gehouden. ** De lage disconteringsvoet per 1-1-2012 leidt tot een fiscaal hogere waardering van de leningen op de fiscale openingsbalans. De afname van het jaarlijkse verschil tussen de commerciële en fiscale waardering is fiscaal een bate. Financiële instrumenten Laurens Wonen heeft in het jaar 2007 bij de BNG een swap gesloten ter afdekking van het renterisico van een bij de BNG afgesloten roll-over lening met een hoofdsom van € 12 miljoen tegen een rente van 3-maands Euribor + 0,0% (flat). De ingangsdatum is 03-06-2008, de einddatum is 03-06-2024. Het is duidelijk dat deze swap een negatieve marktwaarde heeft, vanwege de hogere vaste rente (4,883%) van de swap in vergelijking met de huidige rente op de kapitaalmarkt. De marktwaarde van deze swap bedraagt per 31-12-2013 circa € 3,4 miljoen negatief (31-12-2012 circa € 4,3). Laurens Wonen is niet voornemens de swap te verkopen op de financiële markt, omdat de renterisicopositie op de roll-over dan weer open staat. In het afgesloten swapcontract is geen CSA en margin-call opgenomen. Verder heeft Laurens Wonen nog zeven payerswaps en zeven receiverswaps bij de ABN-AMRO Bank gesloten. In de afgesloten contracten zijn geen margin calls opgenomen en ook geen bepalingen over tussentijdse verrekeningen van marktwaardeveranderingen. De contracten bevatten geen thresh holds of margin calls. De looptijd van de afgesloten derivaten zijn één op één gekoppeld aan de looptijd van de onderliggende leningen zodat er geen sprake is van open posities. Eind januari 2014 zijn deze swaps, onder verrekening van de transitorische nog te ontvangen (receiver) en te betalen (payer) rente, afgekocht bij de ABN-AMRO voor een bedrag van € 350.000. Stress test Eind 2013 heeft een stress test plaatsgevonden door het CFV in relatie tot de derivaten. Bij Laurens Wonen bleek hieruit dat geen aanvullende liquiditeiten moeten worden aangehouden als liquiditeitsbuffer voor een eventuele rentedaling van de derivaten. Aansprakelijkheid bij een fiscale eenheid Stichting Laurens Wonen vormt met de Stichting Laurens met ingang van 1 januari 2006 een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. Op grond van de standaardvoorwaarden zijn Stichting Laurens en Stichting Laurens Wonen ieder hoofdelijk aansprakelijk voor de ter zake door de combinatie verschuldigde omzetbelasting.
Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
26
8. Toelichting op de winst- en verliesrekening BEDRIJFSOPBRENGSTEN 8.1 Huuropbrengsten
2013
2012
Huurpbrengsten sociaal vastgoed in exploitatie Woningen en woongebouwen
14.397.922
Onroerende goederen, niet zijnde woningen
250.388
232.563
14.648.310
14.208.478
Af: huurderving wegens leegstand Af: huurderving wegens oninbaarheid Subtotaal huuropbrengsten sociaal vastgoed in exploitatie
13.975.915
(331.703)
(184.557)
(33.526)
(46.571)
14.283.081
13.977.350
181.002
194.143
Huuropbrengsten commercieel vastgoed in exploitatie Onroerende goederen, niet zijnde woningen Af: huurderving wegens leegstand
-
Af: huurderving wegens oninbaarheid Subtotaal huuropbrengsten commercieel vastgoed in exploitatie
-
-
181.002
185.472
14.464.083
14.162.822
Totaal netto huuropbrengsten
(8.671)
De onderverdeling van de bruto huuropbrensten is als volgt: Woningen en woongebouwen (sociaal) Onroerende goederen, niet zijnde woningen (sociaal)
14.397.922
13.975.915
237.812
220.311
12.576
12.252
181.002 14.829.312
194.143 14.402.621
Garages en parkeerplaatsen (sociaal) Onroerende goederen, niet zijnde woningen (commercieel)
De verdeling van de bruto huuropbrengsten naar de verschillende gemeenten is als volgt: Gemeente Rotterdam
14.612.785
14.193.528
Gemeente Barendrecht
216.527 14.829.312
209.093 14.402.621
8.2 Vergoedingen
2013
2012
Overige goederen, leveringen en diensten Vergoedingen Overige opbrengsten Af: te verrekenen met huurders en leegstand
2.188.894
2.175.697
-
-
(46.366) 2.142.528
54.726 2.230.423
De post overige goederen, leveringen en diensten betreft vergoedingen die huurders boven de (netto)huurprijs betalen voor bijvoorbeeld het huren van een boiler, levering energie en water en onderhoud gemeenschappelijke voorzieningen. De vergoeding voor leveringen en diensten is gebaseerd op de geraamde of werkelijke kosten en wordt jaarlijks, indien noodzakelijk, aangepast. De verrekenbare kosten worden jaarlijks met de huurders afgerekend.
Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
27
8.3 Overige bedrijfsopbrengsten
2013
2012
Vergoedingen voor algemeen beheer en administratie: Dakverhuur mobiele telefonie Doorberekende rente en afschr.beheeractiv. Dekking loonkosten (projecten en servicekstn.) Diverse beheervergoedingen
9.665
9.403
33.396
34.970
943.698
662.435
86.838 1.073.597
93.005 799.813
BEDRIJFSLASTEN
8.4 Afschrijvingen op (im)materiële vaste activa 2013 Sociaal vastgoed in exploitatie *)
2012
4.336.451
4.408.493
139.159
139.159
Inventarissen in woongebouwen
55.580
53.041
Overige zaken
29.094
29.094
74.464 4.634.748
49.478 4.679.265
Commercieel vastgoed in exploitatie
Activa ten dienste van de exploitatie
*) Met ingang van 2012 dient volgens de nieuwe richtlijn afgeschreven te worden op de bedrijfswaarde. De afschrijving op de bedrijfswaarde in 2013 is € 4.874.529, in 2012 was dat € 5.155.782 . De gerealiseerde herwaardering in 2013 en 2012 is respectievelijk € 538.078 en € 747.289. In de winst- en verliesrekening worden deze bedragen gesaldeerd zodat de afschrijvingslast in 2013 en 2012 respectievelijk € 4.336.451 en € 4.408.493 bedraagt.
8.5 Overige waardeverandering (im)materiële vaste activa
Terugname onrendabel commercieel bezit Afboeking plankosten 't Clockhuys
8.6 Personeelskosten
2013
2012
(255.241)
(129.694)
845.943 590.702
(129.694)
2013
Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten
2012
1.601.361
1.398.040
222.352
199.923
291.043 2.114.756
253.013 1.850.976
Het gemiddeld aantal personeelsleden in 2013 bedraagt 30,2 (2012: 27,6). Dit aantal is gebaseerd op het aantal full-time equivalenten.
Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
28
8.7 Onderhoudslasten
2013
2012
Uitgaven klachtenonderhoud
239.275
229.087
Uitgaven mutatieonderhoud
772.705
731.989
2.958.063 3.970.043
3.336.712 4.297.788
Uitgaven planmatig onderhoud
De kosten voor onderhoud zijn onder te verdelen in dagelijks onderhoud en planmatig (groot) onderhoud. Het dagelijks onderhoud betreft klachtenonderhoud, mutatieonderhoud en overig dagelijks onderhoud. Het planmatig onderhoud betreft de kosten van het periodiek schilderwerk, contractonderhoud, onderhoud en vervanging van bouwdelen en dergelijke.
8.8 Overige bedrijfslasten
2013
2012
Heffingen Belastingen
690.595
682.989
Verzekeringen
40.513
40.710
Contributie
27.953
30.059
Verhuurderheffing
25.076
Saneringsheffing Centraal Fonds
-
463.275
-
1.247.412
753.758
Beheerkosten Algemene beheer- en administratiekosten Af: Ontvangen ziekengeld en subsidies
374.932 (37.038)
355.233 (33.519)
Bij: Personeel niet in loondienst
107.024
344.538
Bij: Overige personeelskosten
177.624
206.259
94.582
84.548
Bestuurskosten Automatiseringskosten
101.725
95.054
818.849
1.052.113
2.069.613
2.158.341
410.008
437.189
2.479.621
2.595.530
4.545.882
4.401.401
Overige bedrijfslasten Servicekosten Diverse bedrijfslasten
Onder de algemene beheer- en administratiekosten zijn de accountantshonoraria opgenomen. De honoraria van de accountant zijn als volgt (inclusief btw): 2013
2012
Controle van de jaarrekening
35.417
40.481
Fiscale advisering Totaal honoraria accountant
2.989 38.406
8.669 49.150
Onder de Bestuurskosten is de bezoldiging van bestuurders en leden van de Raad van Toezicht opgenomen voor een bedrag van € 75.082.
Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
29
FINANCIËLE BATEN EN LASTEN 2013
2012
8.9 Waardeverandering van derivaten Afwikkeling derivaten ABN Amro
536.195
-
Op 30-01-2014 is overgegaan tot afwikkeling van de derivaten bij de ABN Amro. Omdat niet meer wordt voldaan aan de criteria voor het mogen toepassen van kostprijs hedgeaccountanting is het verschil tussen de kostprijs en de lagere reële waarde in de winst-en verliesrekening verwerkt. Er is een reservering getroffen voor de reëele waarde naar balansdatum.
8.10 Rentebaten en soortgelijke opbrengsten 2013
Geactiveerde rente materiële vaste activa: Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling
2012 -
-
Rente op vorderingen: Debiteuren
22.049
1
53.338
63.781
75.387
63.782
Rente op liquide middelen: Rekening deposito's
8.11 Rentelasten en soortgelijke kosten 2013
Rente langlopende schulden: Rente langlopende leningen
2012
3.341.919
3.532.342
98
442
7.595 3.349.612
6.257 3.539.041
624.000
459.250
Rente kortlopende schulden: Kredietinstellingen Overige schulden
8.12 Vennootschapsbelasting Te betalen vennootschapsbelasting
Een drietal werkgroepen, samengesteld uit vertegenwoordigers van de corporaties, medewerkers van de Belastingdienst en een aantal (fiscaal) adviseurs is de afgelopen 2 jaar bezig geweest om afspraken te maken rondom de spelregels voor de openingsbalans. Er lijkt nu beweging te komen in dit proces, er is overeenstemming over het taxatiemodel dat zal worden gehanteerd voor de waardering van het zorgvastgoed op de fiscale openingsbalans. De aandacht gaat nu verder uit naar het waarderingsproces, ofwel op welke wijze het model in de praktijk moet worden toegepast om daadwerkelijk de openingsbalanswaarde te kunnen vaststellen.
Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
30
Doordat er nog geen duidelijkheid is, heeft Stichting Laurens Wonen er voor gekozen een inschatting te maken van de acute belastingdruk. Als op grond van het commeriële resultaat een inschatting wordt gemaakt van het fiscale resultaat is dat alleen te doen binnen een ruime bandbreedte omdat inhoudelijk nog geen overeenstemming is over de uitwerking van uitgangspunten van de openingsbalans, hierdoor is er geen rekening gehouden met eventuele latenties. Zeker is wel dat er fiscaal een acute belastingplicht zal zijn over 2013. De werkelijk te betalen of te verrekenen belasting zal dan ook afwijken van de in de jaarrekening opgenomen schatting. Voor de bepaling van het fiscale resultaat is het commerciële resultaat ad € (1.986.000) gecorrigeerd voor de standaardposten (afschrijving woningen, fiscale dotatie onderhoudsvoorziening, saneringsheffing en correctie rentelasten). Daarnaast zijn fiscale correcties opgenomen voor de waardeverandering van de derivaten, de terugbetaling Vogelaarbijdrage en de terugname van de afwaardering van het commerciële vastgoed. Het fiscale resultaat na deze correcties voor 2013 komt uit op € 575.000. Over 2012 is een correctie opgenomen van € 49.000.Het VPB tarief waarmee is gerekend bedraagt 20% over € 200.000 en 25% over het restant en leidt tot een effectieve belastingdruk van € 624.000. * Door de gelieerdheid aan Stichting Laurens wordt aangenomen dat de verhuur van de zorgpanden aan Stichting Laurens kan worden aangemerkt als eigen kantoor. Bij de correctie van de afschijving in winst- en verliesrekening is hiermee rekening gehouden. ** De lage disconteringsvoet per 1-1-2012 leidt tot een fiscaal hogere waardering van de leningen op de fiscale openingsbalans. De afname van het jaarlijkse verschil tussen de commerciële en fiscale waardering is fiscaal een baat. Hierdoor is naar verwachting circa 25% van de rente op de leningen niet aftrekbaar.
Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
31
8.13 Overige toelichtingen (Wet Normering Topinkomens) 8.13.1. Topfunctionarissen De WNT is van toepassing op topfunctionarissen. Als topfunctionarissen worden aangemerkt: 1. behoort tot de hoogste uitvoerende en toezichthoudende organen van een rechtspersoon of instelling (welke automatisch aan het hoofd staan van de gehele rechtspersoon of instelling) 2. behoort tot de hoogste ondergeschikte of de leden van de groep hoogste ondergeschikten aan dat orgaan én in deze rol (gezamenlijk) verantwoordelijk is voor de gehele rechtspersoon of de gehele instelling 3. belast is met de dagelijkse leiding van de gehele rechtspersoon of de gehele instelling Op grond van het voorgaande kwalificeren de volgende personen als topfunctionaris van Stichting Laurens Wonen (zowel personen in dienstbetrekking als personen anders dan in dienstbetrekking.
Meché FGA van der Alderliesten AT Vijlbrief-Van der Schaft J Boekhoud P Visser JC Gerner BRIM Akker T van den Verseput JM Thepass IC Scholten MNM
Voorzitter Raad van Toezicht lid Raad van Toezicht lid Raad van Toezicht Vice-Voorzitter Raad van Toezicht lid Raad van Toezicht lid Raad van Toezicht lid Raad van Toezicht lid Raad van Toezicht Voorzitter Raad van Bestuur Lid Raad van Bestuur
Vermaas-Warnink CD
Directeur
8.13.2. Bezoldiging De WNT stelt een maximum aan de bezoldiging van topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector. De algemene bezoldigingsnorm van de WNT bedraagt na indexering voor 2013: € 228.599. Dit bedrag is opgebouwd uit de volgende onderdelen: • Bruto beloning: € 187.340 • Belastbare vaste en variabele kostenvergoedingen: € 8.069 • Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn: € 33.190. De algemene bezoldigingsnorm geldt in 2013 voor alle (semi-)publieke instellingen, met uitzondering van onderwijsinstellingen, waarvoor een specifieke regeling geldt ( * 1, * 2). Deze onderdelen vormen communicerende vaten. Dit houdt in dat overschrijding van één van de onderdelen kan worden gecompenseerd in andere onderdelen. De bezoldigingsbedragen zijn exclusief omzetbelasting. Ingeval het dienstverband korter dan een jaar en/of in deeltijd is, dient de bezoldigingsnorm naar rato te worden herrekend. Voor toezichthouders (RvC/RvT) geldt een afzonderlijke norm. De bezoldigingsnorm voor toezichthouders is gesteld op 7,5% en 5% van de op de Stichting Laurens Wonen toepasselijke norm voor de voorzitter van de RvC/RvT respectievelijk de leden van de RvC/RvT. Hierna is per topfunctionaris van Stichting Laurens Wonen weergegeven hoe de bezoldiging over 2013 zich verhoudt tot de maximumbezoldiging van de WNT:
Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
32
*1 Regeling bezoldiging topfunctionarissen OCW-sectoren van 8 december 2012 (Stcrt. 2012, nr. 26223). * 2 Met ingang van 1 januari 2014 gelden ook voor de sectoren woningcorporaties en zorg sectorspecifieke regelingen. Voor het jaar 2013 geldt voor deze sectoren echter de algemene bezoldigingsnorm.
Naam topfunctionaris: Meché FGA van der Bezoldigingscomponent
2013
WNT
Bruto beloning
€ 5.436
€ 14.051
Kostenvergoeding
€-
€ 605
Beloningen betaalbaar op termijn
€-
€ 2.489
Totaal
€ 5.436
€ 17.145
Bezoldigingscomponent
2013
WNT
Bruto beloning
€ 3.405
€ 9.367
Kostenvergoeding
€-
€ 403
Beloningen betaalbaar op termijn
€-
€ 1.660
Totaal
€ 3.405
€ 11.430
Naam topfunctionaris: Alderliesten AT
Naam topfunctionaris: Vijlbrief-Van der Schaft J Bezoldigingscomponent
2013
WNT
Bruto beloning
€ 2.724
€ 9.367
Kostenvergoeding
€-
€ 403
Beloningen betaalbaar op termijn
€-
€ 1.660
Totaal
€ 2.724
€ 11.430
Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
33
Naam topfunctionaris: Boekhoud P Bezoldigingscomponent
2013
WNT
Bruto beloning
€ 3.405
€ 9.367
Kostenvergoeding
€ -
€ 403
Beloningen betaalbaar op termijn
€ -
€ 1.660
Totaal
€ 3.405
€ 11.430
Bezoldigingscomponent
2013
WNT
Bruto beloning
€ 4.074
€ 9.367
Kostenvergoeding
€ -
€ 403
Beloningen betaalbaar op termijn
€ -
€ 1.660
Totaal
€ 4.074
€ 11.430
Bezoldigingscomponent
2013
WNT
Bruto beloning
€ 3.745
€ 9.367
Kostenvergoeding
€ -
€ 403
Beloningen betaalbaar op termijn
€ -
€ 1.660
Totaal
€ 3.745
€ 11.430
Bezoldigingscomponent
2013
WNT
Bruto beloning
€ 1.021
€ 9.367
Kostenvergoeding
€ -
€ 403
Beloningen betaalbaar op termijn
€ -
€ 1.660
Totaal
€ 1.021
€ 11.430
Bezoldigingscomponent
2013
WNT
Bruto beloning
€ 1.272
€ 9.367
Kostenvergoeding
€-
€ 403
Beloningen betaalbaar op termijn
€-
€ 1.660
Totaal
€ 1.272
€ 11.430
Naam topfunctionaris: Visser JC
Naam topfunctionaris: Gerner BRIM
Naam topfunctionaris: Akker T van den
Naam topfunctionaris: Verseput JM
Mevr Verseput en dhr van den Akker zijn beide per 15-08-2013 aangetreden als lid van de RvT. De overige leden hebben het hele jaar zitting genomen.
Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
34
Naam topfunctionaris: Thepass IC Bezoldigingscomponent
2013
WNT
Bruto beloning
€-
€ 187.340
Kostenvergoeding
€-
€ 8.069
Beloningen betaalbaar op termijn
€-
€ 33.190
Totaal
€-
€ 228.599
Bezoldigingscomponent
2013
WNT
Bruto beloning
€-
€ 187.340
Kostenvergoeding
€-
€ 8.069
Beloningen betaalbaar op termijn
€-
€ 33.190
Totaal
€-
€ 228.599
Naam topfunctionaris: Scholten MNM
Naam topfunctionaris: Vermaas-Warnink CD Bezoldigingscomponent
2013
WNT
Bruto beloning
€ 92.178
€ 187.340
Kostenvergoeding
€ 1.291
€ 8.069
Beloningen betaalbaar op termijn
€ 20.035
€ 33.190
Totaal
€ 113.504
€ 228.599
De bestuurders van LW zijn voltijds in dienst van Stichting Laurens. Door Stichting Laurens Wonen wordt een vergoeding betaald van € 50.000 aan Stichting Laurens. Deze vergoeding omvat naast de vergoeding voor het uitoefenen van de bestuurstaken een bijdrage voor overhead. De directeur van Laurens Wonen is in haar hoedanigheid als directeur een topfunctionaris conform de WNT. Ze is met ingang van 1 juli 2012 in dienst getreden. Voor 2013 blijft ze ruimschoots binnen de gestelde normen van de WNT. Aangezien naast de corporatie ook de zorgpanden van Laurens strategisch en tactisch worden gemanaged door de directeur van Laurens Wonen, geldt dat een tweeledig arbeidscontract vanuit zowel Laurens als Laurens Wonen de meest rechtlijnige oplossing was geweest. Gezien de verschillende CAO’s en pensioenfondsen is hiervoor niet gekozen.
Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
35
8.13.4. Overige In 2013 is er bij Laurens Wonen geen sprake geweest van topfunctionarissen niet in dienstbetrekking werkzaam of uitkeringen wegens beëindiging dienstverband.
Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
36
OVERIGE GEGEVENS 9. Overige informatie
9.1 Voorstel tot bestemming van het resultaat over het boekjaar 2013 Het bestuur stelt met goedkeuring van de Raad van Toezicht voor het resultaat over het boekjaar 2013 ten bedrage van € (2.610.343) geheel ten laste van de overige reserves te brengen.
Jaarrekening 2013
Laurens Wonen
39
D e 10 tte.
Deloitte Accountants B.V. Wilhelminakade 1 3072 AP Rotterdam Postbus 2031 3000 CA Rotterdam Nederland Tel: 088 288 2888 Fax: 088 288 9930 www.delothe.nl
Controleverkiaring van de onathankelijke accountant Aan de Raad van Toezicht van Stichting Laurens Wonen Sinclair Lewisplaats 20 3068 EC Rotterdam
Verkiaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de (in dit rapport opgenomen) jaarrekening 2013 van Stichting Laurens Wonen te Rotterdam gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de winst-en-verliesrekening over 2013 met de toelichting, waarin opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondsiagen voor financiële versiaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de toegelaten instelling is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaar rekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met het in Nederland geldende artikel 26, eerste lid van het Besluit beheer sociale-huursector (Bbsh), richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving en de Beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector WNT, aismede voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met het in Nederland geldende artikel 26, eerste lid, van het Bbsh en richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die voldoet aan de WNT-eisen van financiële rechtmatigheid zoals opgenomen in het Controleprotocol WNT van de Beleidsregels toepassing WNT. Het bestuur van de toegelaten instelling is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die WNT-eisen van financiële rechtmatigheid mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevoig van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de j aarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waar onder de Nederlandse controlestandaarden en het controleprotocol in rubriek A van bijiage III bij het Bbsh en de Beleidsregels toepassing WNT, inclusief het Controleprotocol WNT.
Op alle opdrachten verricht door Deloitte zijn de ‘Algemene Voorwaarden Diensiverlening Deloitte Nederland, januari 2014’ gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel onder nummer 24362837 van toepassing. Deloitte Accountants By, is ingeschreven in het handeisregister van de Kamer van Koophandel te Rotterdam onder nummer 24362853.
Member of Deloitte Touche Tohmatsu Limited
DPS_18933/sl
Deloitte. 4 26 mei 2014 DPS_18933/sl
Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toeiichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaantheden zijn athankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieei belang bevat als gevoig van fraude of fouten. B ij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan aismede voor de naleving van de WNT-eisen financiële rechtmatigheid, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeei tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de toegelaten instelling. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondsiagen voor financiële versiaggeving en de gebruikte WNT-eisen van financiële rechtmatigheid en van de redelijkheid van de door het bestuur van de toegelaten instelling gemaakte schattingen, aismede een evaluatie van het algehele beeld van de j aarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Laurens Wonen per 31 december 2013 en van het resultaat over 2013 in overeenstemming met artikel 26, eerste lid, van het Bbsh en richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving en de Beleidsregels toepassing WNT. Voorts zijn wij van oordeel dat de j aarrekening 2013 in alle van materieel belang zijnde aspecten voidoet aan de WNT-eisen van financiële rechtmatigheid, zoals opgenomen in het Controle protocol WNT van de Beleidsregels toepassing WNT.
DPS_1 8933/si
Deloitte. 5 26 mei 2014 DPS_1 8933/si
Verkiaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 28, onderdeel b, van het Bbsh, voor wat betreft het in dit artikel genoemde jaarverslag, melden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanieiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig de van toepassing zijnde bepalingen van Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek is opgesteid, en of de in artikei 2: 392 lid 1 onder g, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermeiden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met dejaarrekening zoals vereist in artikel 391 lid 4 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Rotterdam, 26 mei 2014 Deloitte Accountants B.V.
Was getekend: Drs. R.C.G. Vervoort RA
DPS_1 8933/si