Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland
Jaarrapport 2013
Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland Postbus 90170 5000 LM Tilburg E-mail:
[email protected] Internet: www.pensioenfondsricohnederland.nl
INHOUDSOPGAVE Pagina
A B C D
Kerncijfers Karakteristieken van het pensioenfonds Verslag van het verantwoordingsorgaan Bestuursverslag Hoofdlijnen Uitbesteding Kernthema's Ontwikkelingen in de sector Beleggingenparagraaf Financiële paragraaf Risicoparagraaf Verwacht en gepland voor 2014
E
JAARREKENING
1 2 3 4 5 6
Balans per 31 december 2013 Staat van baten en lasten over 2013 Kasstroomoverzicht 2013 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Toelichting op de balans per 31 december 2013 Toelichting op de staat van baten en lasten over 2013
F
OVERIGE GEGEVENS
1 2 3 4 5 6
Uitvoeringsovereenkomsten Resultaatverdeling Gebeurtenissen na balansdatum Toekomst pensioenfonds Actuariële verklaring Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
G
BIJLAGEN
1
Verloopstaat deelnemers
4 7 11 16 17 20 21 24 29 40 42 43
45 46 47 48 53 67
73 73 74 74 75 77
80
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 3
A
KERNCIJFERS
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 4
KERNCIJFERS Deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden 2013 Aantal Deelnemers Gewezen deelnemers Pensioengerechtigden
2012 %
Aantal
2011 %
Aantal
2010 %
Aantal
2009 %
Aantal
%
1.293
41,7
1.314
42,8
1.432
46,9
1.472
49,4
1.484
50,8
1.558 247
50,3 8,0
1.526 231
49,7 7,5
1.415 209
46,3 6,8
1.317 191
44,2 6,4
1.254 185
42,9 6,3
3.098
100,0
3.071
100,0
3.056
100,0
2.980
100,0
2.923
100,0
Premiebijdragen, pensioenuitkeringen, saldo waardeoverdrachten en uitvoeringskosten (x € 1.000) 2013
Premiebijdragen werkgevers en werknemers Saldo waardeoverdrachten Pensioenuitkeringen Uitvoeringskosten
2012
2011
2010
2009
9.050
9.550
10.489
8.544
7.696
-44
-
272
386
-19
1.976
2.248
2.204
2.063
1.922
689
584
557
689
662
*In 2011 was onder de uitvoeringskosten een bedrag van 26 opgenomen met betrekking tot beleggingsadviezen. Voor een beter inzicht in de jaarrekening zijn vanaf 2012 deze kosten als beleggingskosten verantwoord en de kosten 2011 zijn voor vergelijkingsdoeleinden aangepast.
Technische voorzieningen, reserves, belegd vermogen (x € 1.000) en dekkingsgraad (%) 31-12-2013
Technische voorzieningen - voor risico pensioenfonds Stichtingskapitaal en reserves Beleggingen - voor risico pensioenfonds Liquide middelen Herverzekeringsdeel technische voorzieningen Saldo overige activa en passiva Totaal belegd vermogen Aanwezige dekkingsgraad Minimaal vereist eigen vermogen Vereist vermogen
31-12-2012
31-12-2011
31-12-2010
31-12-2009
130.893
133.943
124.632
98.560
78.807
5.937
4.200
-8.920
-5.743
1.720
133.915 2.336
131.065 5.127
112.171 1.647
91.292 1.597
78.210 1.465
233 346
79 1.872
54 1.840
-72
852
136.830
138.143
115.712
92.817
80.527
104,5 104,5 111,5
103,1 104,6 109,8
92,8 104,6 109,9
94,2 104,7 115,4
102,2 104,5 115,6
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 5
Verdeling beleggingsportefeuille voor risico pensioenfonds (x € 1.000) 31-12-2013
31-12-2012
% Aandelen Vastrentende waarden Overige beleggingen
31-12-2011
%
31-12-2010
%
31-12-2009
%
%
34.669
25,9
27.164
20,7
24.340
21,7
30.347
33,2
26.785
34,3
96.382 2.864
72,0 2,1
100.756 3.145
76,9 2,4
87.348 483
77,9 0,4
60.434 511
66,2 0,6
50.883 542
65,1 0,6
133.915
100,0
131.065
100,0
112.171
100,0
91.292
100,0
78.210
100,0
Beleggingsopbrengsten en kosten vermogensbeheer (x € 1.000) 2013
Directe opbrengsten Indirecte opbrengsten Kosten vermogensbeheer
2012
2011
2010
2009
180 -7.203 -68
39 16.075 -31
92 15.279 -26
66 6.535 -
88 4.384 -13
-7.091
16.083
15.345
6.601
4.459
Beleggingsrendement voor risico pensioenfonds
Totaal rendement
2013
2012
2011
2010
2009
%
%
%
%
%
-5,5
15,3
15,7
8,9
5,8
2013
2012
2011
2010
2009
Pensioengegevens
Maximum pensioensalaris Franchise geboren voor 1950 Franchise geboren vanaf 1950 Opbouwpercentage geboren voor 1950 Opbouwpercentage geboren vanaf 1950
50.856 17.979 13.411
50.065 17.700 13.203
49.298 17.429 13.000
48.716 17.223 12.847
47.802 16.900 12.606
1,38
1,51
1,75
1,75
1,75
1,58
1,73
2,00
2,00
2,00
Van 2009 tot en met 2013 is er geen toeslag verleend, gezien de financiële situatie van het pensioenfonds.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 6
B
KARAKTERISTIEKEN VAN HET PENSIOENFONDS
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 7
KARAKTERISTIEKEN VAN HET PENSIOENFONDS
Profiel Juridische structuur en inschrijving Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland is een ondernemingspensioenfonds, statutair gevestigd te 's-Hertogenbosch, opgericht op 29 mei 1947. De laatste statutenwijziging was op 31 juli 2008. De stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 41200912. Statutaire doelstelling Het doel van het pensioenfonds is het "uitkeren of doen uitkeren van pensioenen en andere soortgelijke uitkeringen aan de deelnemers, gewezen deelnemers en hun nagelaten betrekkingen." Hiertoe wordt voor de aangesloten werkgevers Ricoh Nederland B.V., Ricoh Europe SCM B .V. en 3.098 deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden ultimo 2013 circa € 136,8 miljoen vermogen belegd. Organisatie van het pensioenfonds In dit hoofdstuk wordt de organisatie van het fonds beschreven aan de hand van het onderstaande schema. Bestuur
Verantwoordingsorgaan
Visitatiecommissie
Compliance officer
Beleggingsadviescommissie
Communicatiecommissie
Administrateur
Herverzekeraar
Vermogensbeheerder
Bestuur Het bestuur van het pensioenfonds bestaat uit zeven leden. Drie bestuursleden, onder wie de voorzitter, worden voorgedragen door de werkgever. De door de werkgever voorgedragen bestuursleden hoeven geen deelnemer te zijn in het pensioenfonds en hebben voor onbepaalde tijd zitting in het bestuur. De huidige bestuursleden zijn allen deelnemer in het pensioenfonds. Twee bestuursleden worden gekozen door de deelnemers uit de groep van deelnemers en gewezen deelnemers. Eén bestuurslid wordt voorgedragen door de ondernemingsraad en één bestuurslid wordt gekozen door de pensioengerechtigden. Deze bestuursleden hebben een zittingstermijn van vier jaren. De bestuursleden die zijn gekozen door de deelnemers/voorgedragen door de ondernemingsraad, kiezen uit hun midden de secretaris. Aftredende bestuursleden kunnen direct worden herbenoemd.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 8
Het bestuur is verantwoordelijk voor het beheer van het pensioenfonds en het uitvoeren van de door de werkgever toegezegde pensioenregeling, waaronder het doen van pensioenuitkeringen aan gepensioneerden en nabestaanden van (niet-actieve) deelnemers. Het bestuur heeft bevoegdheden krachtens de statuten, het pensioenreglement en de uitvoeringsovereenkomst, tot het verrichten van betalingen en het aangaan van contractuele verplichtingen met derden. Het bestuur van het fonds heeft de dagelijkse uitvoering van de werkzaamheden uitbesteed aan een uitvoeringsorganisatie. Deze werkzaamheden betreffen vermogensbeheer en pensioenadministratie. Uitgangspunt is dat het bestuur, conform de eisen van de Pensioenwet, verantwoordelijk blijft voor de juiste uitvoering van de uitbestede taken. Samenstelling van het bestuur Aan het eind van het verslagjaar was de samenstelling van het bestuur als volgt: Naam
Functie
Vertegenwoordiging
Lid sinds
Einde zittingstermijn
J.C. Vloemans
Voorzitter
Werkgever
19-11-1993
n.v.t.
H.B.Y. Berkouwer
Werkgever
03-05-2013
n.v.t.
M.R. Wagemans
Werkgever
01-12-2011
n.v.t.
Ondernemingsraad
29-05-2009
28-05-2017
A.J.M. de Rond
Deelnemers
14-06-2010
13-06-2014
N. Bouwman
Deelnemers
17-05-2013
01-05-2014
W.C. Kortenbout
Pensioengerechtigden
18-07-1997
17-07-2017
J. Tuk
Secretaris
In verband met pensionering heeft de heer Vloemans besloten zijn functie als voorzitter neer te leggen. De aangesloten bedrijven hebben de heer (Jordan) Van Vilsteren voorgedragen als zijn opvolger. Op 3 april 2014 is de heer Van Vilsteren benoemd als voorzitter van het bestuur. Op 28 mei 2014 heeft de heer Vloemans zijn bestuurslidmaatschap beëindigd. De heer Bouwman is per 30 april 2014 teruggetreden uit het bestuur. Met het vertrek van de heer Bouwman is er per 1 mei 2014 een vacature ontstaan in het bestuur. De heer Brands is kandidaat gesteld namens de deelnemers in het bestuur. Aangezien zich geen andere kandidaten hebben gemeld voor deze functie is voor de heer Brands de meldingsprocedure opgestart bij DNB. Beleggingsadviescommissie Het bestuur heeft een beleggingsadviescommissie benoemd. Deze heeft ondermeer als taak het adviseren van het bestuur over het beleggingsbeleid en het nader invullen van dit beleid. De taken en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd in een reglement. De commissie bestond gedurende 2013 uit de heren Vloemans, Kortenbout, De Rond en Brands namens het pensioenfonds en de heer Krijgsman van Mercer Investment Consulting. Communicatiecommissie De voorbereiding en uitvoering van het communicatiebeleid wordt verzorgd door een communicatiecommissie. Deze bestaat uit mevrouw Wagemans en de heer Tuk en wordt ondersteund door een adviseur van Syntrus Achmea. Verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan bestaat uit drie leden die worden benoemd door het bestuur. Eén lid wordt ter benoeming voorgedragen door de werkgever, één lid door de ondernemingsraad en één lid door de pensioengerechtigden. Het verantwoordingsorgaan bestaat uit:
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 9
Naam
Functie
Namens
Lid sinds
Einde zittingstermijn
E. van Zelm
Voorzitter
Pensioengerechtigden
februari 2009
februari 2017
R. Overweg
Secretaris
Deelnemers
april 2010
juni 2014
S. van de Wijdeven
Lid
Werkgever
december 2011
december 2015
Mevrouw Van Zelm is in het verslagjaar als vertegenwoordiger van de pensioengerechtigden herbenoemd in het verantwoordingsorgaan. Visitatiecommissie Het bestuur heeft het intern toezicht vormgegeven door middel van een visitatiecommissie. Zowel in 2009 als in 2012 heeft er een visitatie plaatsgevonden. Compliance Officer Gedurende het verslagjaar was de heer D. Brands de Compliance Officer van het pensioenfonds. De heer K. Malthof zal de werkzaamheden van de heer Brands als Compliance Officer in de loop van 2014 overnemen. De Compliance Officer geeft uit hoofde van zijn functie advies over de naleving van de gedragscode en stelt vast of iedere verbonden persoon de gedragscode ondertekent. Administrateur De uitvoering van de pensioenregeling is uitbesteed aan Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. te Tilburg. De werkzaamheden betreffen ondermeer pensioenadministratie, excasso, financiële verslaglegging en bestuursondersteuning. Vermogensbeheerder Het vermogensbeheer wordt verzorgd door Vanguard Investments Europe, Robeco en BlackRock. De vermogensbeheerders beleggen de pensioenpremies volgens de door het bestuur vastgestelde beleggingsrichtlijnen. Herverzekeraar De risico's ten aanzien van overlijden en arbeidsongeschiktheid zijn ondergebracht bij Elips Life AG, gevestigd te Amstelveen. Accountant Het bestuur heeft KPMG Accountants N.V. aangesteld als externe accountant. De accountant controleert de jaarrekening en de verslagstaten ten behoeve van De Nederlandsche Bank (DNB). De accountant doet verslag van zijn werkzaamheden in de vorm van een controleverklaring en een verslag aan het bestuur, waarin opgenomen zijn opmerkingen en aanbevelingen over de administratieve organisatie en interne controle van het fonds. Actuaris Volgens de wet dient er wettelijk een scheiding te zijn van kantoren tussen de certificerende actuaris en de adviserend actuaris. Indien een actuariskantoor beschikt over een gedragscode die door DNB goedgekeurd is, mogen de certificerend en adviserend actuaris van dezelfde organisatie komen. Er moet echter altijd sprake zijn van twee verschillende personen. De certificerend actuaris van het pensioenfonds is Mercer (Nederland) B.V. te Amstelveen. De adviserend actuaris van het pensioenfonds is Mercer (Nederland) B.V. te 's-Hertogenbosch. De werkzaamheden worden goed gescheiden en het fondsbestuur is in het bezit van een heldere taakverdeling. Het werken met één kantoor is voor het pensioenfonds efficiënt. De certificerend actuaris rapporteert jaarlijks over de financiële positie van het fonds en geeft een actuariële verklaring af.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 10
C
VERSLAG VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 11
VERANTWOORDINGSORGAAN
Algemeen Het Verantwoordingsorgaan (hierna genoemd VO) van het pensioenfonds is met ingang van 10 maart 2009 ingesteld. Op basis van de Principes voor goed pensioenbestuur (Pension Fund Governance) van de Stichting van de Arbeid heeft het bestuur de werkwijze van het VO in een reglement vastgelegd. Er zijn afspraken gemaakt over welke informatie het VO ontvangt, de frequentie van het overleg met het bestuur en de te behandelen onderwerpen. Het bestuur legt verantwoording af aan het VO over het beleid en de wijze waarop het is uitgevoerd. Tevens legt het bestuur verantwoording af over de naleving van de Principes voor goed pensioenfondsbestuur zoals vastgesteld door de Stichting van de Arbeid op 16 december 2005. Het VO heeft de bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen van het bestuur, over het door het bestuur uitgevoerde beleid, alsmede over beleidskeuzes voor de toekomst. Het VO legt haar oordeel tenminste één maal per jaar schriftelijk vast. Dit oordeel wordt, samen met de reactie van het bestuur daarop, opgenomen in het jaarverslag waar het oordeel betrekking op heeft en wordt op korte termijn geplaatst op de website van het fonds. Het VO heeft een adviesrecht ten aanzien van: Het vaststellen en wijzigen van de vergoedingsregeling voor bestuursleden (indien relevant); l Het wijzigen van het beleid ten aanzien van het VO; l De vorm, inrichting en samenstelling van het interne toezicht; l Het vaststellen en wijzigen van een interne klachten- en geschillenprocedure; l Het vaststellen en wijzigen van het communicatie- en voorlichtingsbeleid. l Het VO heeft in het kader van haar taakuitoefening in 2014 kennis genomen van de statuten en reglementen en het concept jaarverslag 2013 en de bijbehorende bijlagen. Het VO heeft geen gebruik gemaakt van haar recht op overleg met de externe accountant en de Risk and Compliance manager. Het oordeel van het VO is gebaseerd op de verslagen van het algemeen bestuur van 2013, zoals vermeld in het jaarverslag, alsmede die van 10 februari en 14 april 2014. Als extra informatie is tevens gebruik gemaakt van de verslagen van de beleggingscommissie. De uitgebreide verslaglegging van de beleggingscommissie in het jaarrapport 2013 geeft een voldoende compleet beeld, om een gedegen afweging te kunnen maken. Bevindingen Het VO heeft de volgende bevindingen: Wet en regelgeving en reglementen In 2013 zijn alleen kleine aanpassingen aangebracht welke het gevolg waren van aanpassingen in de wet. Het handelen van het bestuur Naar de mening van het VO heeft het bestuur binnen de grenzen van de pensioenwet, de overige reglementen en vigerende regelgeving gehandeld. Beleidsuitvoering Het VO is van oordeel dat het bestuur op deskundige en correcte wijze het beleid heeft uitgevoerd. Communicatie Op de door het VO gestelde vragen en/of gemaakte opmerkingen heeft het bestuur met volledige openheid gereageerd.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 12
Herstelplan Ook in 2013 heeft het VO geconstateerd dat het bestuur er veel aandacht aan heeft besteed om het probleem van onderdekking te verminderen. Als gevolg van de verslechterde financiële positie van het fonds is in 2009 een korte- en lange termijn herstelplan opgesteld. Elk jaar wordt dit plan opnieuw berekend aan de hand van de omstandigheden van dat moment en worden de resultaten gerapporteerd aan De Nederlandsche Bank. 2013 was het laatste jaar van het korte termijn herstelplan. Ondanks de korting van 2,3% per april 2013 was de dekkingsgraad per ultimo december nog niet voldoende om uit onderdekking te geraken. Hierdoor heeft het bestuur in februari 2014 moeten besluiten per april 2014 alsnog een aanvullende korting van 1,4% te moeten toepassen om zo te voldoen aan de uitgangspunten in het herstelplan. Beleggingsbeleid (inclusief Corporate Governance en Verantwoord Beleggen) In 2011 is een nieuwe beleggingsstrategie vastgesteld, welke gezien het complexe karakter van de beleggingsportefeuille niet uitsluitend meer door de beleggingscommissie wordt besproken, maar tevens tijdens elke bestuursvergadering op de agenda staat. Het VO heeft waargenomen dat de evaluatie van het beleggingsbeleid in 2013 intensief en continu door het bestuur is gevolgd. Deze wijze van monitoren maakt het mogelijk zo nodig op korte termijn gedurende het jaar aanpassingen te kunnen maken. Het VO constateert dat de adviezen van de visitatiecommissie in de handelwijze en verslaglegging van het bestuur zijn terug te vinden. Indexatiebeleid Het VO heeft gekeken naar het indexatiebeleid van het fonds en geconstateerd dat - gezien de financiële situatie - er geen ruimte voor indexatie is. Er heeft in 2013 dan ook geen indexatie plaatsgevonden. Financieel beleid Het VO is er zich van bewust dat het bestuur kritisch blijft kijken naar de kosten van het fonds, maar onderkent het gegeven dat bij een fonds van geringe omvang de kosten per deelnemer relatief hoger zijn. Deskundigheid Gebleken is dat het bestuur haar deskundigheid blijvend bevordert door middel van trainingen en gerichte kennisuitbreiding. Nieuwe bestuursleden worden door De Nederlandsche Bank op kennis en kunde gescreend alvorens tot het fondsbestuur toe te treden. Principes voor Goed Pensioenfondsbestuur In 2013 is er een heroriëntatie geweest op de Principes voor Goed Pensioenbestuur, wat uitgemond heeft in de nieuwe Code Pensioenfondsen. Deze nieuwe Code treedt per 1 januari 2014 in werking. De communicatie naar de actieve- en inactieve deelnemers in 2013 heeft op correcte en tijdige wijze plaats gevonden. De website speelt inmiddels in toenemende mate een rol in de berichtgeving naar de deelnemers. Visitatie In de pensioenwet is vastgelegd dat minstens een maal per drie jaar een visitatie dient plaats te vinden. In 2012 is deze visitatie uitgevoerd door een externe partij, VCHolland. In 2013 heeft geen visitatie plaats gevonden, maar het VO heeft kunnen vaststellen dat de aanbevelingen uit het rapport van 2012 door het bestuur in behandeling zijn genomen en in bewerking zijn.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 13
Oordeel Op grond van het voorafgaande is het Verantwoordingsorgaan van de Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland van oordeel dat: l l
l
l
Het handelen van het bestuur in 2013 in overeenstemming is geweest met de statuten en reglementen van het fonds. Het bestuur in 2013 een consistent beleid heeft gevoerd, waarbij de belangen van alle betrokkenen terdege afgewogen zijn. Het VO is zich ervan bewust dat de te nemen kortingsmaatregel de beleidsuitvoering zeker niet heeft vergemakkelijkt. Het bestuur in elke vergadering ruim aandacht heeft besteed aan de uitvoering van het beleggingsbeleid en het risicomanagement. Het VO gedurende het jaar 2013 adequaat en voldoende is geïnformeerd door het bestuur om tot een gedegen oordeel te komen over het gevoerde beleid.
Aanbevelingen Het VO heeft de volgende aanbevelingen aan het bestuur: l l l l
Verdere afhandeling van de aanbevelingen van de visitatiecommissie. Het VO tijdig betrekken bij het invulling geven aan de nieuwe pensioenwetgeving en nieuwe FTK. Blijven zoeken naar mogelijkheden die een kostenverlagend effect kunnen genereren. Betrokkenheid van het VO bij de verdere ontwikkelingen van het Pensioenfonds, waarbij het streefdoel een betaalbare, uitvoerbare regeling voor alle medewerkers zal zijn.
's-Hertogenbosch, 15 mei 2014
Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland Mevr. E. van Zelm Dhr. R. Overweg Dhr. S. van de Wijdeven
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 14
Reactie van het bestuur Het bestuur heeft met instemming kennis genomen van het verslag van het verantwoordingsorgaan en de ontvangen toelichting daarop. Het stemt het bestuur tot tevredenheid dat het verantwoordingsorgaan heeft geconstateerd dat de evenredige belangenafweging voor alle betrokkenen in 2013 heeft geresulteerd in een consistente beleidsuitvoering. Eveneens is het bestuur content met de opmerkingen dat de communicatie naar alle deelnemers correct, tijdig en voldoende is geweest en dat de handelwijze van het bestuur bijdraagt aan een goed doordacht beleggingsbeleid. Het bestuur deelt de zorg van het verantwoordingsorgaan inzake de kostenontwikkeling en zal zeker blijven zoeken naar mogelijkheden tot kostenverlaging. Het bestuur wil daarbij wel opmerken dat door de wijze van beleggen de beleggingskosten relatief laag zijn. Ook ontvangen de bestuursleden geen vergoeding voor hun diensten, met uitzondering van het vacatiegeld van het bestuurslid namens de gepensioneerden. Het verantwoordingsorgaan doet aanbevelingen op het gebied van verdere ontwikkelingen en het tijdig betrekken van het VO bij de invulling van nieuwe wetgeving en het streven naar een betaalbare en uitvoerbare regeling voor alle medewerkers. Deze aanbevelingen neemt het bestuur ter harte en zijn voor een deel reeds opgepakt. Het bestuur bedankt het verantwoordingsorgaan voor het verslag en de prettige samenwerking in het afgelopen jaar. 's-Hertogenbosch, 15 mei 2014
Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland Het bestuur
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 15
D
BESTUURSVERSLAG
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 16
HOOFDLIJNEN
Bestuur Bestuursvergaderingen Het bestuur van het fonds heeft het afgelopen jaar 8 maal vergaderd. Belangrijke onderwerpen waren: De financiële ontwikkelingen en de financiële positie van het fonds; l De toekomst van het pensioenfonds; l Het vaststellen van nieuwe grondslagen en factoren; l De implementatie van de organisatiestructuur en de nieuwe governanceregels; l Het uitvoeren van een nieuwe ALM-studie; l De communicatie met deelnemers en pensioengerechtigden; l De samenstelling van de portefeuille en inrichting van het beleggingsbeleid; l De uitvoering van de zelfevaluatie; l De aanpassing van fondsdocumenten. l Deskundigheidsbevordering Het bestaande document deskundigheidsplan is in 2012 geactualiseerd. In de loop van 2014 zal het geschiktheidsplan (voorheen deskundigheidsplan) opnieuw worden geactualiseerd. De leden van het bestuur volgen bijeenkomsten, seminars en opleidingen om het gewenste deskundigheidsniveau te behouden. Daarnaast heeft in het verslagjaar een aantal leden van het bestuur een opleiding bij SPO met succes afgerond. Integere bedrijfsvoering Artikel 143 van de Pensioenwet legt vast dat er een integere bedrijfsvoering moet zijn. De wijze waarop het bestuur een integere bedrijfsvoering realiseert is vastgelegd in de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota van het fonds. Naleving wet- en regelgeving Overeenkomstig artikel 96 van de Pensioenwet wordt vermeld dat: het pensioenfonds in het boekjaar 2013 geen dwangsommen en boetes zijn opgelegd; l het pensioenfonds in het boekjaar 2013 geen aanwijzing als bedoeld in artikel 171 van de Pensioenwet is gegeven; l in het boekjaar 2013 geen bewindvoerder als bedoeld in artikel 173 van de Pensioenwet is aangesteld. l Er zijn het bestuur geen overtredingen van wet- en regelgeving bekend. Zelfevaluatie Het bestuur heeft een procedure vastgesteld voor een periodieke zelfevaluatie. Het gaat hierbij om het functioneren van het bestuur als geheel en van de individuele bestuursleden afzonderlijk. Doel van de zelfevaluatie is de kwaliteit van het bestuur minimaal in stand te houden of te verbeteren. De bestuursleden hebben elk een formulier ingevuld inzake zelfevaluatie. In 2013 is de bestuursevaluatie uitgevoerd door de voorzitter en secretaris en teruggekoppeld naar de individuele bestuursleden, die elk hun visie op het functioneren van het bestuur als geheel, de individuele bestuursleden afzonderlijk, en zichzelf hebben gegeven. Tevens is daarbij aandacht besteed aan het kennisniveau. Gedragscode Jaarlijks wordt door de bestuursleden de verklaring van naleving van de gedragscode ondertekend. Dat is ook dit verslagjaar gebeurd.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 17
Verantwoordingsorgaan Sinds 2009 is het verantwoordingsorgaan actief. De verantwoording die het bestuur aflegt is onderdeel van de jaarverslagcyclus. Afgelopen jaar heeft het bestuur met het verantwoordingsorgaan twee keer vergaderd. In dit jaarverslag wordt separaat verslag gedaan van de bevindingen van het verantwoordingsorgaan ten aanzien van het gevoerde beleid. Gedragscode Jaarlijks wordt door de leden van het verantwoordingsorgaan de verklaring van naleving van de gedragscode ondertekend. Dat is ook dit verslagjaar gebeurd. Intern toezicht Voor het Intern Toezicht is gekozen voor een visitatiecommissie die eens in de drie jaar een beoordeling uitvoert t.a.v. de beleids- en bestuursprocedures en -processen, de checks and balances, de wijze waarop de uitvoering van de regeling wordt bestuurd en aangestuurd en de wijze waarop wordt omgegaan met de risico's op de langere termijn voor het pensioenfonds. De laatste visitatie is eind 2012 uitgevoerd. In 2013 is geen verdere visitatie geweest. Een samenvatting van de visitatierapportage met de bevindingen van de visitatiecommissie is opgenomen in het jaarverslag over 2012. Compliance Officer Per 26 augustus 2008 is drs. D. Brands RA aangesteld als Compliance Officer van het pensioenfonds. De Compliance Officer heeft uit hoofde van zijn functie diverse adviezen gegeven over de naleving van de gedragscode en vastgesteld of iedere verbonden persoon de jaarlijkse verklaring betreffende de gedragscode 2008 (aangepast d.d. 5 december 2012) heeft ondertekend. Verantwoord beleggen en wetgeving met betrekking tot clustermunitie Bij het bepalen van het beleid houdt het pensioenfonds rekening met de verplichtingen die het pensioenfonds is aangegaan. Ook houdt het bestuur hierbij rekening met zijn verantwoordelijkheid ten opzichte van de belanghebbenden om te zorgen voor optimaal rendement bij een aanvaardbaar risico. Hoewel het pensioenfonds in haar beleggingsbeleid tevens rekening houdt met milieu en klimaat, mensenrechten en sociale verhoudingen, is dit niet de primaire factor. Vanaf 1 januari 2013 geldt een wettelijk verbod op het (laten) uitvoeren van transacties, het verstrekken van leningen of verwerven van niet vrij verhandelbare deelnemingen in bedrijven die betrokken zijn bij de productie, distributie of verkoop van clustermunitie of cruciale onderdelen daarvan. De handhaving van het verbod heeft plaats vanaf 1 april 2013. Eenmaal per jaar wordt, na overleg tussen de AFM, brancheorganisaties en marktpartijen, een indicatieve lijst van betrokken ondernemingen gepubliceerd en aangepast. Het wettelijk verbod geldt niet voor transacties in door derden beheerde beleggingsinstellingen en indices waarbij de producenten van clustermunitie en of daarbij betrokken ondernemingen, minder dan 5% van de waarde van die beleggingsinstelling of index vertegenwoordigen. Aangezien het pensioenfonds uitsluitend belegt in beleggingsinstellingen, ziet het pensioenfonds er op toe dat wordt voldaan aan de wettelijke richtlijn van 5%. Hiertoe heeft het pensioenfonds de periodieke lijst gedeeld met haar drie vermogensbeheerders, vergezeld van het verbod om in de betreffende ondernemingen te beleggen.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 18
De drie vermogensbeheerders hebben alle schriftelijk hierop gereageerd. Robeco en BlackRock hebben beide bevestigd dat clustermunitie in 2013 was uitgesloten van het beleggingsuniversum. Vanguard heeft aan het pensioenfonds een 'cluster munition screening report' geleverd. Dit rapport biedt het pensioenfonds inzicht in de percentages voor ieder Vanguard beleggingsfonds als ook de gebruikte methodologie. Het rapport maakt duidelijk dat minder dan 0,17% van de aandelenbeleggingen in betrokken ondernemingen is belegd, waarmee ruimschoots wordt voldaan aan de richtlijn van minder dan 5%.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 19
UITBESTEDING
Administrateur De administratieovereenkomst met Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V., beëindigd per 31 december 2013, is verlengd. Deze is aangegaan voor de duur van 1 jaar met mogelijkheid van tussentijdse beëindiging conform de bepalingen in artikel 15 van de "Overeenkomst van pensioenbeheer" d.d. 4 augustus 2009. In de SLA-rapportage wordt per kwartaal inzicht gegeven in de dienstverlening van Syntrus Achmea, zodat het fonds in staat is inhoudelijk en gestructureerd te sturen. De administrateur is verantwoordelijk jegens het bestuur voor: De invulling van het beleid en de bewaking van de uitvoering; l De kwartaalrapportages aan DNB volgens de daarvoor geldende regels; l Het direct schriftelijk of mondeling rapporteren van relevante bijzonderheden; l De uitkeringenadministratie; l De verzekerdenadministratie; l Het secretariaat; l De beleggingsadministratie; l De financiële administratie. l Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. is voor de uitvoering van de werkzaamheden van het pensioenfonds in het bezit van een ISAE 3402 type II rapportage. Deze rapportage is gecontroleerd door de accountant (PwC) van Syntrus Achmea. In deze rapportage wordt geconcludeerd dat de beschreven bedrijfsprocessen bestaan en dat deze functioneerden gedurende de verslagperiode. Het bestuur heeft kennis genomen van deze rapportage waarin ook mogelijke verbeterpunten zijn opgenomen. Actuaris en accountant De actuaris en de accountant zijn op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen bij het fonds. Waar nodig zijn de standpunten van de actuaris en de accountant meegewogen in de besluitvorming van het bestuur. Vermogensbeheer Het beheer van het vermogen is uitbesteed aan de externe vermogensbeheerders, Vanguard Investments Europe, Robeco en Blackrock. De vermogensbeheerders rapporteren maandelijks/per kwartaal aan het bestuur en de beleggingscommissie over de uitvoering van het beleggingsbeleid. Het bestuur heeft de beleggingsrichtlijnen die op het beheer van het vermogen van toepassing zijn, vastgelegd in de ABTN. De beleggingscommissie draagt zorg voor het feitelijk (doen) beheren van het vermogen van het pensioenfonds. Daartoe geeft de beleggingscommissie een nadere invulling aan en bewaakt het beleggingsbeleid binnen de doelstelling die door het bestuur is gegeven. De beleggingscommissie bereidt tevens voorstellen voor aangaande wijziging van de beleggingsdoelstelling en het strategische beleid ten behoeve van het bestuur. De beleggingscommissie toetst de kwartaalrapportages aan de beleggingsrichtlijnen en rapporteert haar bevindingen aan het bestuur. Het bestuur wordt bij het beheer van haar vermogen met advies bijgestaan door een beleggingsadviseur.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 20
KERNTHEMA'S
Financiële positie pensioenfonds Ontwikkeling financiële positie in 2013 en herstelplan Vanwege de financiële situatie heeft het pensioenfonds in 2009 een herstelplan bij De Nederlandsche Bank (DNB) ingediend. Op 31 december 2013 is de looptijd van het kortetermijnherstelplan van het fonds afgelopen. Aan het eind van 2013 moest de financiële positie van het fonds volledig hersteld zijn. Dat betekent dat de dekkingsgraad van het pensioenfonds aan het eind van het boekjaar weer tenminste de door DNB geëiste 104,5% moest bedragen. De dekkingsgraad ultimo 2013 was 103,0% en daarmee onvoldoende. Daarom heeft het bestuur, op basis van de evaluatie van het herstelplan, in de bestuursvergadering van 5 februari 2014 moeten besluiten om alle pensioenen per 1 april 2014 evenredig te verlagen met 1,4%. De dekkingsgraad kwam mede door de doorgevoerde korting (per 1 april 2014) van 1, 4% ultimo 2013 op het minimaal vereiste niveau van 104,5%. Op 27 februari 2014 is het bestuur door DNB schriftelijk geïnformeerd over de ingediende evaluatie van het herstelplan. In deze brief geeft DNB aan dat zij geen opmerkingen heeft. Tevens gaf DNB aan dat daarmee het ingediende kortetermijnherstelplan als beëindigd kan worden beschouwd. De financiële positie van het fonds is in de eerste maanden van 2014 verder verbeterd. Op 30 april 2014 was de geschatte dekkingsgraad van het pensioenfonds 109,7%. Pensioenfonds pakt waardeoverdrachten weer op Als een werknemer van baan verandert, mag hij zijn pensioen overdragen aan zijn nieuwe pensioenfonds. Dit heet waardeoverdracht. Als de dekkingsgraad van een pensioenfonds dat bij waardeoverdracht is betrokken lager is dan 100%, dan mag het pensioenfonds de betreffende waardeoverdracht niet uitvoeren. De dekkingsgraad van het fonds was eind februari 2013 weer hoger dan 100%. In april 2013 zijn de waardeoverdrachten weer opgestart. Toeslagverlening Het bestuur heeft, gezien de financiële situatie, evenals per 1 januari 2013, besloten om geen toeslag te verlenen per 1 januari 2014. Toekomst pensioenfonds De sociale partners zijn zowel in 2013 als in de eerste helft van 2014 in gesprek over de wijziging van de pensioenregeling en de toekomst van het pensioenfonds. De werkgevers hebben eind 2013 de uitvoeringsovereenkomst met het pensioenfonds pro forma opgezegd per 1 januari 2015. Dit naar aanleiding van het voornemen van de werkgevers om de pensioenregeling te gaan wijzigen. Het pensioenfonds heeft de werkgever gevraagd om het bestuur uiterlijk 1 juni 2014 te informeren over het wel/niet onderbrengen van de regeling per 1 januari 2015 bij een andere uitvoerder. Dit om tijdig bestuursbesluiten te kunnen nemen om de huidige opbouw eventueel elders onder te kunnen brengen. Tussen werkgever en ondernemingsraad is afgesproken dat de werkgever de kosten van een eventuele liquidatie van het pensioenfonds voor haar rekening neemt. Wat betreft de toekomst van het pensioenfonds worden de volgende opties nog onderzocht: Behoud eigen pensioenfonds l De huidige opbouw onderbrengen bij het BPF ICK l De huidige opbouw onderbrengen bij een verzekeraar (buy-out) l De uitvoering van de pensioenregeling onderbrengen bij een Algemeen Pensioenfonds (Er is echter nog geen APF. l Dat zal eerst in een wetsvoorstel moeten worden uitgewerkt).
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 21
Binnen het bestuur is een werkgroep gevormd die de consequenties in beeld zal brengen in geval de werkgever een nieuwe pensioenregeling buiten het pensioenfonds onderbrengt en de opgezegde uitvoeringsovereenkomst per 1 januari 2015 niet verlengt. De werkgroep bestaat uit de heren Van Vilsteren, Tuk en Brands. Pensioenregeling per 1 januari 2014 Vanaf 2014 worden de grenzen waarbinnen fiscaal gefaciliteerd pensioen mag worden opgebouwd (het Witteveenkader) verlaagd. In de Wet verhoging AOW en pensioenrichtleeftijd (Wet VAP) uit 2012 staat dat de maximale opbouwpercentages per 1 januari 2014 worden verlaagd. Bij een middelloonregeling gaat het opbouwpercentage van 2, 25% naar 2,15% per jaar, op basis van een pensioenrichtleeftijd van 67 jaar. Bij een pensioenrichtleeftijd van 65 jaar gaat het maximale opbouwpercentage omlaag van 2,25% naar 1,84% per jaar. De CAO partijen zijn overeengekomen om de pensioenrichtleeftijd ongewijzigd te laten op 65 jaar en om de pensioenopbouw voor 2014 te verlagen van 2% naar 1,71% (pensioenregeling 2007). Bij dit opbouwpercentage is de maximale premiebijdrage van 26% van de pensioengrondslagsom naar verwachting kostendekkend. Het bestuur heeft besloten om de aanpassing van pensioenregeling 2007, conform de besluitvorming van de sociale partners, per 1 januari 2014 in de administratie van het fonds te laten inrichten en uitvoeren. Over de pensioenregeling per 1 januari 2015 maken de CAO partijen opnieuw afspraken omdat de grenzen waarbinnen fiscaal gefaciliteerd pensioen mag worden opgebouwd verder worden verlaagd per deze datum. Risicoherverzekering Eind 2013 liep het risicoherverzekeringscontract voor de overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico's af. Na marktonderzoek is besloten om een nieuw herverzekeringscontract af te sluiten bij Elips Life AG voor een periode van één jaar. Communicatie Communicatiecommissie In het boekjaar is opnieuw veel aandacht besteed aan communicatie met deelnemers en pensioengerechtigden. De leden van de communicatiecommissie kwamen daarvoor regelmatig bijeen. Er is een communicatieplan opgesteld dat, met bijbehorend budget, is goedgekeurd door het bestuur. De uitingen en activiteiten betroffen hoofdzakelijk: Het verzenden van een brief om de deelnemers te informeren over de voorgenomen kortingsmaatregelen per 1 april l 2013; Houden van informatiebijeenkomsten in het kader van kortingsmaatregelen; l Op de website is informatie over "bijna met pensioen" toegevoegd en er is een bericht geplaatst over de lagere netto l pensioenuitkeringen als gevolg van de invoering van nieuwe belastingtabellen; De website is regelmatig geactualiseerd: Maandelijks vindt een update van de dekkingsgraad plaats en tevens worden l regelmatig nieuwsberichten geplaatst. De verlaging van het opbouwpercentage per 1 januari 2014 is een aangelegenheid van de werkgever die hierover intern heeft gecommuniceerd met de actieve deelnemers.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 22
Uitvoeringskosten Kosten van de uitvoering van de pensioenregeling Naar aanleiding van een onderzoek van de AFM in 2011 heeft de Pensioenfederatie in 2012 nieuwe richtlijnen voor de kostentransparantie uitgebracht. Er worden drie kostensoorten onderscheiden: de kosten van het pensioenbeheer, de kosten van het vermogensbeheer en de transactiekosten. Kosten van pensioenbeheer en vermogensbeheer In april 2011 is het rapport "Kosten pensioenfondsen verdienen meer aandacht" van AFM verschenen, hierin wordt gepleit voor een helder en transparant inzicht in de kosten die pensioenfondsen maken. De aanbevelingen uit dit rapport worden in onderstaande staffel gevolgd. De totale kosten voor het pensioenbeheer betreffen de administratie-, communicatie, advies- en bestuurskosten, alsmede de kosten van toezicht en controle. Het totaal deelnemers betreft, volgens richtlijnen AFM, het aantal actieve en pensioengerechtigde deelnemers per 31 december 2013. De in deze staffel opgenomen kosten vermogensbeheer betreffen de kosten van het vermogensbeheer alsmede van de bewaarneming en administratie (bewaarkosten). De kosten moeten worden beoordeeld in relatie tot de gekozen beleggingsmix, de bijbehorende benchmark en het rendement op lange termijn. De afname van de kosten vermogensbeheer in 2013 ten opzichte van 2012 is het gevolg van een sterke afname in de transactiekosten. Deze daling is voornamelijk veroorzaakt doordat er in 2013 aanzienlijk minder is gehandeld binnen de beleggingsportefeuille.
Uitvoeringskosten in € 1 Aantal deelnemers* Uitvoeringskosten per deelnemers in € 1 Beheerkosten in € 1 Kosten vermogensbeheer inclusief ingeschatte transactiekosten en kosten vermogensadviseur Gemiddeld belegd vermogen in € 1 Beheerkosten in % van gemiddeld belegd vermogen Kosten inclusief ingeschatte transactiekosten en kosten vermogensadviseur in % van gemiddeld belegd vermogen
2013 689.000
2012 584.000
1.540
1.545
447
378
226.000
160.000
327.000 133.000.000
540.000 134.000.000
0,17
0,12
0,25
0,40
*Actieve deelnemers en pensioengerechtigden Financiering Feitelijke premie De totaal ontvangen premie (exclusief FVP en eenmalige koopsommen) in 2013 bedroeg € 8.928.000 (2012: € 9.511.000). Kostendekkende premie Op grond van de Pensioenwet rapporteert het bestuur ook de zogenaamde kostendekkende premie. Deze bedraagt over 2013 € 8.631.000 (2012: € 9.209.000).
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 23
ONTWIKKELINGEN IN DE SECTOR
Governance Wet versterking bestuur pensioenfondsen De Wet versterking bestuur pensioenfondsen is een volledige herziening van de governance en medezeggenschap bij pensioenfondsen. De wet moet zorgen voor verbetering van de kwaliteit van het pensioenfondsbestuur. De wet geldt vanaf 9 augustus 2013. De wetsbepalingen over verantwoording van het beleggingsbeleid en over geschiktheid en tijdsbeslag waren meteen van kracht. Ook verwante wijzigingen traden in werking. Zo zijn in het Besluit FTK regels over het beloningsbeleid vastgelegd en in het Besluit uitvoering PW regels over geschiktheid, betrouwbaarheid en tijdsbeslag. Een deel van de wet gaat in vanaf 1 juli 2014. Vanaf dan gelden nieuwe bestuursmodellen. Een pensioenfonds kan kiezen uit vijf bestuursmodellen. Er zijn 3 paritaire modellen (modellen 1, 2 en 3). Deze kennen een verantwoordingsorgaan (VO), waarin de deelnemers en pensioengerechtigden (en eventueel de werkgever) naar verhouding zijn vertegenwoordigd. De onafhankelijke modellen (model 4 en 5) kennen een belanghebbendenorgaan (BO), met vertegenwoordigers van werkgever, deelnemers en pensioengerechtigden. Het intern toezicht wordt verstevigd. Ondernemingspensioenfondsen met een paritair of onafhankelijk bestuur kunnen kiezen tussen een permanente raad van toezicht of een visitatiecommissie die jaarlijks visiteert (in plaats van minimaal driejaarlijks). Het intern toezichtorgaan krijgt extra taken en extra bevoegdheden als het om de raad van toezicht gaat. DNB gaat ervan uit dat fondsen voor 31 december 2013 een keuze voor een model hebben gemaakt. In de tweede helft van 2013 deed DNB onderzoek naar de manier waarop pensioenfondsen zich voorbereiden op de wijzigingen in de governance. Ook onderzocht DNB hoe ver ze met de invoering van de nieuwe modellen zijn. DNB verwacht dat fondsen hun totaalpakket van wijzigingen in de governance vóór 1 april 2014 voorleggen. Dat wil zeggen, de voorgenomen wijzigingen in de statuten en alle meldingsformulieren die horen bij de voorgenomen benoemingen. Het bestuur besloot in haar vergadering van 20 december 2013 tot voortzetting van het paritaire model vanaf 1 juli 2014. De huidige bestuursvorm, waarin zowel werknemers als pensioengerechtigden in het bestuur zijn vertegenwoordigd, functioneert goed. Er is dan ook geen behoefte aan grote wijzigingen in de huidige bestuursvorm. Het bestuur stelde een aantal criteria vast welke voor het pensioenfonds belangrijk zijn bij de keuze van een passend bestuursmodel. Als belangrijkste zijn genoemd: continuïteit in bestuur; l (beperking van) kosten; l (behoud) van zeggenschap l beschikbaarheid (tijd voor de bestuurstaak, het (blijven) voldoen aan de deskundigheidseisen, geschiktheid, bijhouden l wet- en regelgeving); slagvaardigheid van de besluitvorming. l Het Intern Toezicht wil het bestuur ook voortzetten in de huidige vorm van de visitatiecommissie. Wel wordt de visitatie straks jaarlijks in plaats van eenmaal per drie jaar zoals nu. Pensioenstelsel AOW-leeftijd in stappen omhoog De AOW-leeftijd gaat in stappen omhoog naar 67 jaar. Dit is al in wetgeving vastgelegd. De overheid wil de verhoging versneld invoeren tot 67 jaar in 2021. Medio april was er echter nog geen wetsvoorstel ingediend in de Tweede Kamer.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 24
Verhoging pensioenrichtleeftijd van 65 jaar naar 67 jaar Per 1 januari 2014 is de pensioenrichtleeftijd verhoogd naar 67 jaar. Daarna is de pensioenrichtleeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. Een verdere verhoging gaat met stappen van één jaar. De komende jaren ligt de fiscale pensioenrichtleeftijd daarmee hoger dan de AOW-leeftijd. Verlaging opbouwpercentage Door de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd zijn per 1 januari 2014 de maximale opbouwpercentages met 0,1% verlaagd. Voor middelloon geldt een maximaal opbouwpercentage van 2,15% en voor eindloon 1,9%. De opbouwpercentages gaan per 1 januari 2015 nog verder omlaag. Het kabinet bereikte hierover in december 2013 een akkoord met enkele oppositiepartijen. Het akkoord in het kort: het fiscaal maximale opbouwpercentage wordt 1,875% voor middelloonregelingen; l er komt een bovengrens voor het tweede pijlerpensioen van €100.000; l er moet premieverlaging worden gerealiseerd; DNB gaat daar op toezien; l de positie van zelfstandigen wordt versterkt; l de mogelijkheid van inzet van het werknemersdeel in de pensioenpremie voor de aflossing van de hypotheekschuld l op de eigen woning wordt verkend; er komt een brede dialoog over de toekomst van ons pensioenstelsel. De SER wordt om advies gevraagd en betrekt l hierbij de relatie tussen de vermogensopbouw voor pensioen, zorg en de eigen woning. Hierdoor versoberen in de komende jaren nagenoeg alle pensioenregelingen. Is één pensioenleeftijd in de pensioenregeling mogelijk? De ingangsdatum van de AOW-uitkering loopt steeds meer uit de pas met de pensioenleeftijd van de aanvullende pensioenregeling. Het gevolg kan zijn dat er binnen een regeling een pensioen aanwezig is dat ingaat op 65-jarige leeftijd, een pensioen dat ingaat op 67-jarige leeftijd en in de toekomst mogelijk een pensioen dat ingaat op hogere leeftijd. Er is discussie geweest of de pensioenleeftijd collectief gewijzigd kon worden en één pensioenleeftijd gehanteerd wordt voor het gehele pensioen. Staatssecretaris Klijnsma heeft aangegeven dat dit kan. De aanspraken moeten dan wel actuarieel neutraal worden omgezet, en terugzetten naar 65 jaar moet reglementair mogelijk zijn. DNB schaarde zich achter dit standpunt van Klijnsma.
Definitieve inhoud nieuw FTK nog niet bekend De eerste stap in de herziening van het pensioenstelsel is het verhogen van de AOW en pensioenrichtleeftijd. De tweede stap is het schokbestendig maken van de pensioencontracten. De financiële regels voor pensioenen liggen vast in het financieel toetsingskader (FTK). Het FTK is onderdeel van de Pensioenwet. De planning is dat 1 januari 2015 een nieuw FTK van kracht wordt. In de zomer van 2013 hield staatssecretaris Klijnsma een consultatie over een voorontwerp voor het nieuwe FTK. In het consultatiedocument werd een scheiding tussen nominale en reële contracten voorgesteld. Na de consultatie koos staatssecretaris Klijnsma alsnog voor één FTK, een tussenvariant. De tussenvariant, ook wel FTK1+ genoemd, is te omschrijven als een FTK met het nominale contract zoals we dat nu kennen als uitgangspunt. Met de introductie van de nieuwe tussenvariant wil Klijnsma ervoor zorgen dat pensioenfondsen oude rechten niet hoeven in te varen in het nieuwe contract. De stand van zaken eind 2013 was dat het voorstel verder zou worden uitgewerkt. Begin april 2014 werd duidelijk dat het kabinet bij hervorming van het huidige 'nominale' pensioenstelsel blijft.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 25
Nieuwe UFR gekoppeld aan marktrente Het kabinet wil met de invoering van het nieuwe FTK in 2015 ook een nieuwe UFR-methode (Ultimate Forward Rate) invoeren voor pensioenfondsen. De UFR is de benadering van de marktrente voor looptijden van meer dan 20 jaar. De Commissie UFR bracht een advies uit over drie onderdelen van de UFR-methode. Op 1 oktober gaf het kabinet aan het advies te willen overnemen in het nieuwe FTK. Een belangrijke keuze die de commissie maakt, is de UFR niet meer als een vaste rente te definiëren, maar koppelen aan een voortschrijdend gemiddelde marktrente (forward rente). Een voordeel van een variabele UFR is dat geen onduidelijkheid meer bestaat of en hoe dit niveau in de toekomst bijgesteld kan worden. De methodiek van de commissie UFR heeft ook nadelen. Het is erg ingewikkeld. Ook is het onduidelijk in hoeverre het renterisico voor pensioenfondsen nog af te dekken (hedgen) is en of een variabele UFR niet onnodig ten koste gaat van stabiliteit. De UFR beweegt nu immers ook mee met marktrentes. Na het advies en het besluit van Klijnsma besloot Europa eind oktober vrij onverwacht en definitief dat verzekeraars vanaf 1 januari 2016 een vaste UFR van 4,2% moeten hanteren. De STAR pleitte er eind november daarom voor om ook voor Nederlandse pensioenfondsen aan te sluiten bij de Europese vaste UFR. De UFR wordt ook in 2014 op basis van de huidige rekenregels toegepast. Het bestuur volgt de ontwikkelingen in 2014 op de voet en onderneemt actie waar nodig. Europa Financial Transaction Tax (FTT) De Europese Commissie wil een financiële transactiebelasting (FTT) invoeren. Zo wil zij de financiële sector dwingen bij te dragen aan het herstel van de crisis. Nederland doet hier vooralsnog niet aan mee. Minister Dijsselbloem denkt dat de extra belasting grote gevolgen heeft voor de risico's die fondsen nemen en voor de hoogte van de Nederlandse pensioenuitkeringen. Daarom wil Nederland het voorstel graag aangepast zien. Een groep van 11 landen heeft er voor gekozen om via de weg van "enhanced cooperation" de FTT in te voeren. Frankrijk en Italië heffen al een transactietaks voor bedrijven met het hoofdkantoor in deze landen. Dit raakt ook aandelen die op de Amsterdamse beurs genoteerd staan. Diverse onderwerpen Invoering SEPA/IBAN SEPA staat voor 'Single Euro Payments Area'. SEPA is een initiatief van de Europese Unie en de gezamenlijke Europese banken om te komen tot harmonisatie van het betalingsverkeer in euro's binnen Europa. Hierdoor verandert onder andere het huidige bankrekeningnummer in een IBAN-nummer. Uiterlijk op 1 februari 2014 moest iedereen in Nederland zijn overgestapt op de nieuwe standaarden. De grote pensioenfondsen moesten al op 1 juli 2013 zijn overgestapt. Volgens DNB moesten alle pensioenfondsen op 1 november 2013 klaar zijn met de SEPA migratie. De pensioenadministratiesystemen van Syntrus Achmea voldeden hieraan. Convenant arbeidsongeschiktheid Het convenant van de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars van januari 2013 bevat afspraken over het inen uitlooprisico bij arbeidsongeschiktheid in pensioenregelingen bij individuele baanmobiliteit. Ook zijn er afspraken gemaakt over de verzekering van het arbeidsongeschiktheidspensioen en de premievrijstelling voor de werknemers die ziek of arbeidsongeschikt zijn wanneer hun werkgever van pensioenuitvoerder wisselt en er geen collectieve waardeoverdracht plaatsvindt. Het convenant geldt vanaf januari 2014 en is er op gericht de negatieve gevolgen voor werknemers met gezondheidsbeperkingen te voorkomen. Het pensioenfonds heeft naar aanleiding van dit convenant het pensioenreglement niet aan hoeven te passen.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 26
Pensioenparagraaf Karakterisering van de pensioenregeling overeenkomstig artikel 10 PW. Kenmerken regeling Per 1 januari 2007 is de pensioenregeling aangepast aan de wet Vut Prepensioen Levensloop. Hierdoor is een splitsing ontstaan in drie pensioenregelingen voor de drie te onderscheiden doelgroepen. De regelingen zijn vervat in het Pensioenreglement 2002 en het Pensioenreglement 2007. De belangrijkste kenmerken van de regelingen gedurende 2013 zijn als volgt. Voor deelnemers geboren vóór 1950 en in dienst getreden vóór 1 januari 2002 geldt de volgende regeling: Tot een salarisgrens ter hoogte van € 50.856 (2013) wordt het pensioen opgebouwd volgens een (geïndexeerde) middelloonregeling. De jaarlijkse opbouw van het ouderdomspensioen bedraagt 1,75 % van de pensioengrondslag. De franchise bedraagt € 17.979 (2013). Het ouderdomspensioen gaat in op de leeftijd van 65 jaar. Tussen de prepensioenleeftijd en 65 jaar wordt een prepensioen uitgekeerd. Het prepensioen wordt opgebouwd volgens een (geïndexeerde) middelloonregeling, en wel tijdsevenredig tussen 1 januari 2002 en de prepensioenleeftijd. De jaarlijkse opbouw bedraagt maximaal 9,15% van het pensioensalaris. Voor deelnemers geboren in 1946 of eerder is de prepensioenleeftijd 60 jaar. Deelnemers die op de prepensioenleeftijd minstens tien jaar onafgebroken in dienst zijn bij de werkgever, komen in aanmerking voor een aanvulling op het prepensioen tot 80,0% van het laatste pensioensalaris. Voor deelnemers geboren in of na 1947 is de prepensioenleeftijd 61 jaar. Deelnemers die op de prepensioenleeftijd minstens tien jaar onafgebroken in dienst zijn bij de werkgever, komen in aanmerking voor een aanvulling op het prepensioen tot het minimum van enerzijds 91,5% van het gemiddelde pensioensalaris tussen 1 januari 2002 en de prepensioendatum en anderzijds 85,0% van het laatste pensioensalaris. Voor deelnemers geboren vóór 1950 en in dienst getreden op of na 1 januari 2002 maar vóór 1 januari 2007 geldt de volgende regeling: Tot een salarisgrens ter hoogte van € 50.856 (2013) wordt het pensioen opgebouwd volgens een (geïndexeerde) middelloonregeling. De jaarlijkse opbouw van het ouderdomspensioen bedraagt 1,75 % van de pensioengrondslag. De franchise bedraagt € 17.979 (2013). Het ouderdomspensioen gaat in op de leeftijd van 62 jaar. Tussen de 62- en 65-jarige leeftijd wordt een tijdelijk ouderdomspensioen uitgekeerd. Dit tijdelijk ouderdomspensioen wordt tussen de 52- en 62-jarige leeftijd opgebouwd en wel met 7% van de franchise per jaar, verhoogd met een compensatie voor het verschil in af te dragen premies volksverzekeringen voor en na 65 jaar. Voor deelnemers geboren vanaf 1950 en voor alle deelnemers in dienst getreden op of na 1 januari 2007 geldt de volgende regeling: Tot een salarisgrens ter hoogte van € 50.856 (2013) wordt het pensioen opgebouwd volgens een (geïndexeerde) middelloonregeling. De jaarlijkse opbouw van het ouderdomspensioen bedraagt 2 % van de pensioengrondslag. De franchise bedraagt € 13.411 (2013). Het ouderdomspensioen gaat in op de leeftijd van 65 jaar.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 27
Nabestaandenpensioen Het nabestaandenpensioen bedraagt voor alle deelnemers 70% van het bereikbare ouderdomspensioen tot de salarisgrens. Boven deze salarisgrens geldt een vrijwillige nabestaandendekking op risicobasis. Het tijdelijk nabestaandenpensioen bedraagt 10% van het bereikbare ouderdomspensioen uit hoofde van de basisregeling en wordt uitgekeerd tot de pensioendatum. Het wezenpensioen bedraagt 14% van het bereikbare ouderdomspensioen en wordt uitgekeerd tot maximaal 27 jaar. Wijzigingen in de pensioenregeling De inhoud van de regelingen is in 2013 niet gewijzigd. Wel geldt in 2013 (tijdelijk) een lager opbouwpercentage. Deze wijziging is vastgelegd in een addendum bij het pensioenreglement. De sociale partners hebben besloten om de pensioenleeftijd per 1 januari 2014 ongewijzigd te laten op 65 jaar en de pensioenopbouw te verlagen naar 1,71%. Toeslagbeleid Toeslagverlening is bedoeld om de waarde van het pensioen op peil te houden. De toeslagverlening op pensioenaanspraken en op pensioenuitkeringen is voorwaardelijk en vindt alleen plaats als de financiële middelen van het fonds dit toelaten. Er bestaat dus een risico dat er in een jaar geen toeslagverlening plaatsvindt. Het bestuur van het pensioenfonds beslist elk jaar of er een toeslag wordt verleend. Gestreefd wordt naar een toeslag op pensioenaanspraken van deelnemers die gelijk is aan het loonindexcijfer. Onder loonindexcijfer wordt verstaan het percentage (afgerond op twee decimalen nauwkeurig) waarmee de lonen ingevolge de collectieve arbeidsovereenkomst die van toepassing is op Ricoh Nederland in de periode vanaf 2 januari van het voorafgaande jaar tot en met 1 januari van het lopende jaar zijn gestegen. Voor de pensioenaanspraken van gewezen deelnemers, de aanspraken op bijzonder partnerpensioen van ex-partners en de ingegane pensioenen met uitzondering van het arbeidsongeschiktheidspensioen wordt gestreefd naar een toeslag die gelijk is aan de ontwikkeling van het consumentenprijsindexcijfer alle huishoudens afgeleid. Voor zover het arbeidsongeschiktheidspensioen tot uitkering is gekomen, zal het - zolang die uitkering voortduurt- jaarlijks per 1 januari met 3% worden verhoogd. Voor zover het prepensioen inclusief aanvulling tot uitkering is gekomen, zal de totaaluitkering - zolang die uitkering voortduurt- jaarlijks per 1 januari met de loonindex worden verhoogd. Er is voor toekomstige toeslagen geen geld gereserveerd, met uitzondering van arbeidsongeschiktheidspensioenen, en er wordt ook bij de bepaling van de hoogte van pensioenpremies geen rekening gehouden met toeslagverlening. Uitzondering hierop is de toeslag op prepensioenen. De afgelopen drie jaar was de toeslagverlening in overeenstemming met dit toeslagenbeleid. Toeslagverlening Omdat de financiële positie van het fonds niet voldoende is, heeft het bestuur besloten om per 1 januari 2014 geen toeslag te verlenen.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 28
BELEGGINGENPARAGRAAF De belangrijkste ontwikkelingen op beleggingsgebied in 2013 Waar 2012 volop in het teken van de Europese schuldencrisis stond, waren de ogen van beleggers in 2013 voornamelijk gericht op de centrale bank van de Verenigde Staten; de FED (US Federal Reserve). Eind 2008 had de FED besloten om maandelijks voor miljarden US dollar aan mortgage backed securities en Amerikaanse staatsleningen op te kopen. Dit programma werd Quantitative Easing genoemd en eindigde in juni 2010. Omdat de Amerikaanse economie volgens de FED niet voldoende was hersteld, werd besloten om het programma te continueren en nog meer liquiditeit in de markt te brengen. Belangrijke graadmeters voor de FED voor het continueren van de stimuleringsmaatregelen zijn de Amerikaanse werkloosheid, de Amerikaanse economische groei en de beperkte inflatie. Gedurende het traject werd als doel geformuleerd om te blijven stimuleren totdat de werkloosheid onder de 6,5% zou zijn gedaald en de economische groei weer robuust zou zijn. Als gevolg van een verbetering van de verschillende economische indicatoren voor de Amerikaanse economie gedurende 2013 werd door de financiële markt verwacht dat er een moment zou komen waarop de FED zou aankondigen om het stimuleringsprogramma (langzaam) af te gaan bouwen (ook wel aangeduid als 'tapering'). In mei 2013 hintte de FED voor de eerste keer op een vermindering van het maandelijkse opkoopprogramma. Hieronder volgt een overzicht van de impact op verschillende beleggingscategorieën: Ontwikkeling MSCI Indices (euro) December 2012 - December 2013 40,00%
30,00%
20,00%
10,00%
0,00%
-10,00%
-20,00%
Japan
Europe
Emerging Markets
Asia-Pacific excl. Japan
North-America
Figuur 1: Ontwikkeling aandelenmarkten 2013
De aandelenmarkten reageerden in eerste instantie heftig hierop. Figuur 1 laat zien dat in aanloop naar de FED vergadering in mei de markten reeds anticipeerden op een aankondiging van afbouw van het stimuleringsprogramma. Tapering zou betekenen dat er minder liquiditeit in de financiële markten wordt gepompt. Als gevolg van de overvloedige liquiditeit is het mogelijk voor bedrijven en consumenten om goedkoop geld te lenen. De verwachting is dat de rente door tapering zou gaan stijgen waardoor er minder economische groei gerealiseerd zou kunnen worden. Na het initiële uitstel in mei zochten de verschillende aandelenregio's echter langzaam weer de weg omhoog. Voor de regio Emerging Markets werd de weg de weg omhoog echter niet gevolgd. Voor veel beleggers kwam de tegenvallende prestatie van Emerging Markets aandelen als een verrassing. Amerikaanse spaarders hebben in grote getalen geld teruggehaald uit de regio Emerging Markets en de middelen geherinvesteerd in de Verenigde Staten waar zij inmiddels konden profiteren van een hogere rentevergoeding. In figuur 2 is duidelijk te zien dat de 30-jaars US swaprente sinds het voorjaar van 2013 is opgelopen. Het resultaat werd daarnaast gedrukt door tegenvallende vooruitzichten voor de grotere Emerging Market landen zoals China, India en Brazilië.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 29
Yield 30-jaars rente swap US December 2012 - December 2013
3,8
3,5
3,2
2,9
2,6
2,3
2
30 year swap yield
Figuur 2: 30-jaars US swaprente 2013
Onwtikkeling JPM GBI-EM December 2012 - December 2013 115,00%
110,00%
105,00%
100,00%
95,00%
90,00%
85,00%
80,00%
Emerging Market Debt
Figuur 3: Emerging Market debt (in EUR) 2013
In figuur 3 is te zien dat Emerging Market Debt (in lokale valuta) eveneens hard is geraakt. Een forse daling van de valuta's ten opzichte van een sterke Euro hebben fors negatief bijgedragen aan het resultaat.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 30
In oktober leidde een begrotingscrisis in de Verenigde Staten tot het tijdelijk sluiten van verschillende overheidsinstellingen. Op 16 oktober werd een akkoord bereikt over de financiering van de overheid en een verhoging van het schuldenplafond. In december werd overeenstemming bereikt over een tweejarige begroting waardoor voorlopig de problematiek rondom een eventuele shutdown is verdwenen. De impact hiervan op de financiële markten is relatief gering geweest. Op 18 december kondigde de FED aan daadwerkelijk te gaan starten met taperen. Het stimuleringsprogramma, het maandelijks voor USD 85 miljard opkopen van staatsleningen en mortgage backed securities, wordt in eerste instantie met USD 10 miljard afgebouwd naar USD 75 miljard per maand. In Figuur 1 is te zien dat hierop door de aandelenmarkten positief werd gereageerd. De financiële markten gaan ervan uit dat de afbouw van het stimuleringsprogramma een indicatie is voor het feit dat de economische vooruitzichten dusdanig zijn verbeterd dat de FED op termijn geen noodzaak meer ziet voor het blijven stimuleren van de economie. Op termijn wordt ook verwacht dat de afbouw door zal zetten. Waarschijnlijk zal dit gebeuren in stappen van USD 10 miljard per keer. De angst is hiermee weggenomen dat de FED zou besluiten om te veel en snel te taperen. Na afloop van de FED-vergadering op 18 december jl. werd echter door Ben Bernanke, tijdens zijn laatste persconferentie als voorzitter van de FED, benadrukt dat het monetaire beleid nog lange tijd accomoderend (lage rente) zal blijven en dat bovendien, indien de economische groeien werkgelegenheidscijfers plotseling verslechteren, het stimuleringsprogramma ook weer kan worden opgevoerd. De wereldeconomie groeide in 2013 met circa 3%. In de ontwikkelde landen bleef de inflatie laag. Vastrentende Waarden De problematiek betreffende de Eurozone schuldencrisis verdween in 2013 enigszins naar de achtergrond. Sinds eind februari 2012 het LTRO programma (langere-termijn herfinancieringsoperatie) in werking werd gezet en sinds de uitspraak van de voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB), Mario Dragi; "Within our mandate, the ECB is ready to do whatever it takes to preserve the Euro," in juli 2012, zijn de spreads (t.o.v. Duitsland) op leningen uitgegeven door verschillende in problemen geraakte landen binnen de Eurozone flink gedaald (figuur 4 en 5).
Spread versus Duitsland (10-jaars) December 2011 - December 2013 4000
3500
3000
2500
2000
1500
1000
500
0
portugal
Ierland
Griekenland
Figuur 4: Spreadontwikkeling van Portugal, Ierland en Griekenland versus Duitsland in 2012 & 2013
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 31
Spread versus Duitsland (10-jaars) December 2011 - December 2013 700
600
500
400
300
200
100
0
Italie
Spanje
Frankrijk
Figuur 5: Spreadontwikkeling van Italië, Spanje en Frankrijk versus Duitsland in 2012 & 2013
Het enige nieuws wat in 2013 betreffende Europa relatief veel aandacht kreeg, waren de problemen rond Cyprus. Cyprus werd tot junk status gedowngrade waarna de ECB en het Internationale Monetaire Fonds (IMF) in maart 2013 Cyprus middels een bailout hebben gered van een faillissement. In november verraste de ECB de markt door de beleidsrente te verlagen van 0,50% naar 0,25%. De voornaamste reden was de angst voor deflatie. Het belangrijkste Eurozone inflatiecijfer daalde in oktober fors, van 1,1% naar 0,7%. Ontwikkeling December
Global High Yield 2011 - December
Spread 2013
750
700
650
600
550
500
450
400
Global
High
Yield
Figuur 6: Spreadontwikkeling van Global High Yield in 2012 & 2013
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 32
Ontwikkeling Euro Investment Grade Spread December 2011 - December 2013 400
350
300
250
200
150
100
50
0
Euro Investment Grade Spread
Figuur 7: Spreadontwikkeling van Euro bedrijfsobligaties in 2012 & 2013 De positieve economische signalen hebben ertoe geleid dat de credit spreads op bedrijfsleningen (zowel High Yield als Investment Grade) in 2013 verder zijn gedaald (figuur 6 en 7). Dit betekent dat de markt een lagere kans op default (faillissement) van de achterliggende bedrijven verwacht.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 33
Aandelen 2013 was een goed jaar voor aandelen uit ontwikkelde economieën. Noord-Amerika behaalde een rendement (in Euro's) van 23,9%, Europa 19,8% en Japan 21,7%. Vanaf het begin van het jaar stegen alle aandelenmarkten. De centrale banken van Japan, de Verenigde Staten en Europa hebben een vorm van stimulering van hun lokale economieën toegepast. De FED middels Quantitative Easing, de ECB middels het ongelimiteerd opkopen van staatsleningen van de perifere landen van de Eurozone en de Bank of Japan middels het ongekende stimuleringsprogramma (zie hieronder). De economische indicatoren in de VS zijn gedurende 2013 verbeterd. De aandelenmarkten hebben halverwege het jaar, na de eerste aankondiging van de FED om mogelijk te gaan taperen, een terugval gehad, maar al snel zette de opmars door. In augustus 2011 is de Bank of Japan begonnen met een opkoopprogramma van Japanse staatsleningen met als doel het forceren van een daling van de waarde van de Yen en om de inflatie, na jarenlange deflatie, te laten stijgen. In april 2013 heeft de Bank of Japan aangekondigd dit programma fors uit te breiden met als uiteindelijk doel een inflatie van 2% voor de Japanse economie. De monetaire stimulering maakt deel uit van een totaal hervormingspakket voor de Japanse economie. Dit wordt ook wel "Abenomics" genoemd, vernoemd naar de Japanse minister president. De aandelenmarkt van Japan maakte in 2013 een sterke stijging mee. Daarnaast daalde de Yen fors t.o.v. van zowel de US dollar als de Euro wat de export verder stimuleerde. De omliggende landen (veelal Emerging Markets) hebben hiervan duidelijk last gehad.
Aandelenregio
Rendement in Euro
Rendement in lokale valuta
Wereldwijd
21,2%
28,9%
Europa
19,8%
21,6%
Verenigde Staten
23,9%
30,2%
Japan
21,7%
54,6%
Asia-Pacific excl. Japan
0,9%
16,4%
Emerging Markets
-6,8%
3,4%
Tabel 1 Rendement in euro en in lokale valuta Valuta 2013 is een sterk jaar voor de Euro geweest. De stijging van de Euro t.o.v. vrijwel alle vreemde valuta is voornamelijk te danken aan de rust die is teruggekeerd binnen de financiële sector in de Eurozone. Met name de appreciatie van de Euro t.o.v. de Australische dollar en de Japanse Yen zijn in het oog springend. De Australische dollar is met ruim 17,5% in waarde gedaald ten opzichte van de Euro. De afhankelijkheid van de Australische economie van de export van grondstoffen naar het buitenland is hier mede debet aan. Met name China importeert veel grondstoffen uit Australië. De Chinese economie lijkt echter niet langer de groeicijfers van de afgelopen jaren te kunnen halen en importeert als gevolg daarvan minder grondstoffen. De Japanse Yen is hard gedaald door de maatregelen van de Bank of Japan. De Zwitserse munt is licht gedaald ten opzichte van de Euro. De Zwitserse centrale bank heeft nog steeds een cap op de waarde van haar munt ten opzichte van de Euro. Deze cap lijkt tot op heden goed stand te houden.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 34
Ontwikkeling wisselkoersen December 2012 - December 2013 130
120
110
100
90
80
70
JPY
AUD
USD
GBP
CHF
Figuur 8: Valutaontwikkeling t.o.v. de Euro in 2013
Valuta
Rendement t.o.v. Euro
USD
-4,32%
GBP
-2,51%
AUD
-17,55%
JPY
-21,29%
CHF
-1,53%
Tabel 2: valutaontwikkeling t.o.v. de Euro in 2013
Grondstoffen De rendementen op de meeste grondstoffen waren in 2013 negatief. De energiesector heeft een marginaal positief rendement behaald (0,61%), mede door een stabiele olieprijs (6,89% in USD). De voornaamste klappen zijn gevallen in de edelmetalen sector; de goudprijs (-27,34% in USD) en zilverprijs (-34,89% in USD) zijn hard gedaald.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 35
Ontwikkeling Grondstoffen December 2012 - December 2013 120 115 110 105 100 95 90 85 80
S&P GSCI Euro currency
S&P GSCI Energy
S&P GSCI Non-Energy
Dow Jones-UBS Commodity
Figuur 9: Ontwikkeling grondstofrendementen in 2013
Grondstoffen
Rendement in Euro
S&P GSCI Euro
-5,49%
S&P GSCI Energy
0,61%
S&P GSCI Non energy
-19,24%
Dow Jones-UBS Commodity
-13,43%
Tabel 3: Ontwikkeling grondstofrendementen in 2013
Beleggingsbeleid De vastrentende portefeuille is ingericht op het grotendeels matchen van het renterisico dat volgt uit de rentegevoeligheid van de toekomstige pensioenuitkeringen. De procentuele strategische afdekking van het renterisico bedraagt 75% en is gedurende 2013 niet aangepast. Wel is er gedurende het grootste gedeelte van het jaar een hogere renteafdekking aangehouden dan de norm. Dit is mede veroorzaakt door de korting van pensioenen in het begin van het jaar en uit kostenoverweging bewust aangehouden. Additioneel rendement dient hoofdzakelijk behaald te worden door de portefeuille zakelijke waarden, bestaande uit wereldwijde aandelen, aandelen van opkomende markten en grondstoffen. Als gevolg van de goede performance van de aandelenportefeuille relatief tot de performance van vastrentende waarden, is er gedurende 2013 een overweging naar aandelen ontstaan en aangehouden.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 36
In het eerste kwartaal van 2013 heeft het pensioenfonds besloten een nieuwe ALM studie uit te voeren, welke in het tweede kwartaal heeft plaatsgevonden. Mede aan de hand van de resultaten uit deze studie heeft het pensioenfonds ervoor gekozen om haar beleggingsbeleid niet te blijven sturen op een risicobudget, maar om een strategisch asset allocatie aan te houden. Deze allocatie is weergegeven in tabel 4 en is per 31 augustus geïmplementeerd.
Strategische asset allocatie per 31 augustus 2013 Vastrentende waarden Vanguard Euro Investment Grade Bond Index Fund EUR Inst Vanguard 20+ Year Euro Treasury Index Fund Robeco Inst Liability Driven Euro Core Government Bond 40 Fund BlackRock Ultra High Quality Euro Government Bond Index Fund Totaal Zakelijke waarden Vanguard Global Stock Index Fund EUR Inst Vanguard Emerging Markets Stock Index Fund EUR Inv BlackRock Commodity Energy Total Return Fund BlackRock Commodity Non Energy Total Return Fund Totaal Tabel 4 – Strategische asset allocatie
6,0% 25,0% 38,0% 6,0% 75,0%
18,0% 4,0% 1,5% 1,5% 25,0%
Samenstelling portefeuille Nieuwe gelden in de vorm van premies zijn gedurende 2013 zowel in de aandelenportefeuille als in vastrentende waarden belegd en zijn gedreven door de nieuwe strategische asset allocatie van het pensioenfonds. Zo heeft het pensioenfonds € 7,1 miljoen aan liquide middelen aangewend om te beleggen in het Blackrock Ultra High Quality Euro Government Index Fund. De keuze voor het toevoegen van deze belegging aan de portefeuille is gebaseerd op het feit dat het pensioenfonds geen additioneel risico wilde toevoegen aan de portefeuille maar tegelijkertijd ook haar renteafdekking niet substantieel wilde verhogen. De keuze voor dit specifieke fonds is gebaseerd op het feit dat het pensioenfonds bekend is met en tevreden is over BlackRock als vermogensbeheerder, het fonds passief is, uitsluitend in euro staatsleningen met de hoogste kredietwaardigheid belegt en voldoet aan de eisen van het pensioenfonds met betrekking tot gebruik van derivaten, securities lending en het beschikbaar stellen van documentatie. Zoals zichtbaar in tabel 5 bestond de portefeuille per 31 december 2013 voor 70,9% uit vastrentende waarden en 27,3% uit zakelijke waarden. Ten opzichte van ultimo 2012 betekent dit een toename in het belang van zakelijke waarden van 5,3%-punt ten koste van de allocatie naar vastrentende waarden. De tabel bevestigt de eerdergenoemde overweging naar zakelijk waarden, mede ontstaan door het relatief hoge rendement van ontwikkelde markten ten opzichte van het rendement van vastrentende waarden.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 37
Marktwaarde 135.678.000
in(%) 100,0%
Vastrentende Waarden Vanguard Euro Investment Grade Bond Index Fund EUR Inst Vanguard 20+ Year Euro Treasury Index Fund Robeco Inst Liability Driven Euro Core Government Bond 40 Fund BlackRock Ultra High Quality Euro Government Bond Index Fund
96.237.116 7.322.355 30.954.910 50.829.237 7.130.614
70,9% 5,4% 22,8% 37,5% 5,3%
Zakelijke Waarden Vanguard Global Stock Index Fund EUR Inst Vanguard Emerging Markets Stock Index Fund EUR Inv BlackRock Commodity Energy Total Return Fund BlackRock Commodity Non Energy Total Return Fund
37.106.847 27.492.359 7.176.757 1.377.322 1.060.409
27,3% 20,3% 5,3% 1,0% 0,8%
2.334.036
1,7%
Totaal Portefeuille
Cash
Tabel 5 – Beleggingsportefeuille ultimo 2013, exclusief lening op schuldbekentenis en overige activa en passiva. Beleggingsresultaten 2013 Het totale rendement in 2013 was per saldo negatief en kwam uit op -5,5%. De vastrentende portefeuille wordt geacht de waardeontwikkeling van de verplichtingen voor een groot gedeelte te matchen, teneinde de ontwikkeling van de (nominale) dekkingsgraad zoveel mogelijk te stabiliseren. De stijging van de rente, voornamelijk gedurende de tweede helft van 2013, heeft een negatief effect gehad op het absolute rendement van de vastrentende portefeuille. Met name de beleggingen met een lange looptijd zijn gevoelig geweest voor de rentestijging. Zo laat het 20+ year Treasury Index Fund van Vanguard een performance van -5,7% zien, terwijl het Robeco Institutional Liability Driven Euro Core Government Bond 40 Fund een performance van -15,7% heeft behaald. De bedrijfsobligaties daarentegen hebben een positief rendement behaald van 2,2%, terwijl ook de bijdrage van het BlackRock Ultra High Quality Euro Government Index Fund positief is geweest. Laatstgenoemde is echter wel pas in september aan de portefeuille toegevoegd en kan dan ook niet goed worden vergeleken met de rendementen van de overige fondsen binnen de portefeuille. De aandelenportefeuille laat in 2013 twee gezichten zien. Zoals eerder aangegeven was 2013 een zeer goed jaar voor ontwikkelde markten, met een rendement van 21,4% voor de wereldwijde aandelen waarin Ricoh belegt. Echter, de aandelen van opkomende markten hebben een sterk negatieve performance behaald van -7,0%. Ook de twee Commodity fondsen laten onderling grote verschillen zien. Zo behaalde het energiefonds een klein positief rendement van 0,36%. Het non-energiefonds daarentegen laat een sterk negatieve performance zien van -19,5%. Het vermogensbeheer wordt uitgevoerd door Vanguard Group, BlackRock en Robeco. Vanguard en BlackRock zijn twee van de grootste vermogensbeheerders ter wereld, met een belegd vermogen van respectievelijk circa $ 2 biljoen en $ 4 biljoen. Robeco is een relatief kleinere partij met een belegd vermogen van circa € 280 miljard. Het pensioenfonds belegt in passief beheerde beleggingsfondsen. Deze beleggingsfondsen vormen een aparte juridische entiteit, waardoor de waarde van de beleggingen volledig losstaat van de financiële positie van de vermogensbeheerders. De keuze van de beleggingsfondsen wordt bepaald door het bestuur, na advies door de beleggingscommissie en de externe beleggingsadviseur.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 38
2013 -5,5% -5,3% -0,2%
2010-2013 8,2% 8,1% 0,1%
-5,7% -5,6% -0,1%
5,1% 5,2% -0,1%
Euro Investment Grade Bond Index Fund Benchmark
2,2% 2,2% -0,1%
4,4% 4,4% 0,0%
Robeco Inst. Liability Driven Euro Core Government Bond 40 Fund Benchmark
-15,7% -15,8% 0,1%
n/a n/a n/a
BlackRock Ultra High Quality Euro Government Bond Index Fund* Benchmark
0,7% 0,8% -0,1%
n/a n/a n/a
21,4% 21,2% 0,2%
7,1% 7,0% 0,1%
Emerging Markets Stock Index Fund Benchmark
-7,0% -7,0% 0,0%
3,3% 3,8% -0,4%
Commodity Energy Total Return Fund Benchmark
0,36% 0,61% -0,3%
n/a n/a n/a
Commodity Non Energy Total Return Fund Benchmark
-19,5% -19,2% -0,3%
n/a n/a n/a
Totaal Portefeuille Benchmark
Vastrentende Waarden 20+ yr Treasury Index Fund Benchmark
Zakelijke Waarden Global Stock Index Fund Benchmark
Tabel 6 Performance overzicht
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 39
FINANCIËLE PARAGRAAF Dekkingsgraad
31-12-2013
31-12-2012
31-12 2011
31-12 2010
31-12 2009
%
%
%
%
%
Aanwezige dekkingsgraad Minimaal vereist eigen vermogen Vereist vermogen
104,5 104,5 111,5
103,1 104,6 109,8
92,8 104,6 109,9
94,2 104,7 115,4
102,2 104,5 115,6
Actuariële analyse van het resultaat De samenstelling van het resultaat over 2013 en 2012 blijkt uit het volgende overzicht: 2013
Beleggingen Premies en koopsommen Sterfte Arbeidsongeschiktheid Wijziging actuariële grondslagen Risicoherverzekering Korting pensioenaanspraken Mutaties/diversen Resultaat
2012
-1.447 988 450 452 -190 -480 1.849 115
9.448 1.056 543 512 -1.298 -79 3.140 -202
1.737
13.120
Beleggingen Het beleggingsresultaat is het saldo van de directe en indirecte beleggingsopbrengsten en de in het boekjaar toegerekende interest aan de voorziening -7.584 (2012:14.065). Daarnaast heeft de toegenomen gemiddelde rekenrente van 2,7% naar 3,0% een afname van de technische voorzieningen tot gevolg van 6.137 (2012: toename 4.617). Een gesaldeerd resultaat van -1.447 (2012: 9.448). Premies en koopsommen Voor de vaststelling van het resultaat op premies en koopsommen wordt de verschuldigde premie, verminderd met kostenopslagen en risicopremies, vergeleken met de premie zoals deze aan de technische voorziening wordt toegevoegd. Doordat de aan de voorziening toegevoegde premiecomponent exclusief de opslag voor solvabiliteit is begrepen en er in 2013 sprake is van een herstelpremie, leidt dit tot een positief jaarresultaat van 988 (691+297). Kosten De werkelijke uitvoeringskosten bedroegen 689 in het boekjaar (2012: 584). Voor uitvoeringskosten kwam 650 (2012: 540) beschikbaar uit de benodigde premie en 39 (2012: 44) uit de technische voorziening. Per saldo een resultaat van 0 (2012: 0). Sterfte Het sterfteresultaat leidde in het boekjaar tot een winst voor het pensioenfonds. De vrijval van voorzieningen uit hoofde van overlijden was groter dan op grond van de overlevingstafels was gerekend. Een positief resultaat van 450.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 40
Arbeidsongeschiktheid De aan het arbeidsongeschiktheidsrisico toegerekende premie (491) bedraagt in 2013 meer dan het saldo van invalideringen en revalideringen (toevoeging 39) in verband met schadegevallen. Totaal een positief resultaat van 452. Risicoherverzekering De herverzekeringspremie 2013 voor het overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico bedroeg 988 (2012: 1.149). Uit de premie kwam 237 beschikbaar. De van de herverzekeraar ontvangen uitkeringen bedroegen 271 (2012: 769). Per saldo een resultaat op risicoherverzekering van -480 (2012: -79). Korting pensioenaanspraken In verband met de huidige financiële situatie heeft het bestuur besloten de pensioenaanspraken en -rechten per 1 april 2014 met 1,4% te korten. Deze korting wordt toegepast op de situatie per 31-12-2013. Het effect op de voorziening is verantwoord in de jaarrekening 2013. De korting resulteert in een afname van de voorziening van 1.849.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 41
RISICOPARAGRAAF Risico en beheersing/beleid Het bestuur heeft zijn beleid verwoord in de ABTN. Algemene leidraad voor het uitvoeren van zijn beheertaken is risicomijdend operationeel management. Onderstaand treft u de risico´s die het bestuur met prioriteit heeft aangepakt: -Beleggingsrisico's -Actuariële risico's -Renterisico Beleggingsrisico's Het pensioenfonds heeft in 2013 een ALM studie laten verrichten. Hierbij is tevens het beleggingsbeleid heroverwogen. Ook zaken als de kostendekkende premie, het toeslagenbeleid en het (minimaal) vereist eigen vermogen zijn hierin opgenomen. Het beleggingsbeleid wordt sinds de laatste ALM-studie aangestuurd op basis van een vaste beleggingsmix waarbij het bestuur bandbreedtes heeft vastgesteld rondom de normwegingen. Ook de strategische doelstellingen met betrekking tot renterisico en valutarisico zijn hierbij vastgelegd. Periodiek zal het beleidskader worden herijkt door middel van een uit te voeren ALM-studie. Indien tijdens die periode grote afwijkingen tussen de basisgegevens van het beleidskader en de werkelijkheid ontstaan, kan het bestuur ervoor kiezen de waarden op dat moment te herijken. Het bestuur heeft de keuze gemaakt om de totale beleggingsportefeuille te verdelen in een matchende portefeuille (vastrentende waarden die de verplichtingen volgen) en een zakelijke waarden portefeuille (portefeuille met risicovolle beleggingscategorieën waarin getracht wordt het meerrendement te behalen). Voor de matchende portefeuille wordt een durationbeleid gevoerd dat dient te zorgen voor een afdekking van het renterisico ten opzichte van de nominale verplichtingen van circa 75%. De vermogensbeheerders beheren de gelden van het pensioenfonds binnen de vastgelegde richtlijnen en hebben daarbij als doelstelling om een resultaat te behalen dat na aftrek van kosten ten minste gelijk is aan de overeengekomen benchmark. Het bestuur stelt ten minste één keer per jaar het strategische beleid vast voor de verdeling over de beleggingscategorieën. Actuariële risico's Het fonds past de prognosetafels 2012-2062 toe, rekening houdende met de fondsspecifieke eigenschappen, waardoor het langlevenrisico voor het fonds op dit moment is gemitigeerd. Overige relevante en actuariële risico's zijn het vooroverlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico. Deze zijn herverzekerd bij Elips Life AG. Renterisico Het fonds is gevoelig voor wijzigingen in de marktrente omdat de exposure en duration van de beleggingen en de verplichtingen niet gelijk zijn. Bij de bepaling van het beleggingsbeleid weegt het bestuur zorgvuldig de voordelen (meer zekerheid) en nadelen (minder rendement) van meer of minder durationmatching af ten opzichte van alternatieve strategieën. Voor een nadere toelichting op de risico's waaraan het fonds blootstaat wordt verwezen naar de jaarrekening.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 42
VERWACHT EN GEPLAND VOOR 2014 Onderzoek toekomst pensioenfonds Ricoh Nederland is in 2013 een onderzoek gestart naar de pensioenregeling en de uitvoering van de pensioenregeling. Eind 2013 hebben de twee aangesloten ondernemingen de huidige uitvoeringsovereenkomst met het pensioenfonds per 1 januari 2015 pro forma opgezegd. Mogelijk volgt een definitieve opzegging per 1 januari 2015. Het bestuur zal zich in 2014 (verder) beraden over de toekomst van het pensioenfonds. Er is onderzoek gestart naar de mogelijkheden om de opgebouwde pensioenen bij een andere pensioenuitvoerder onder te brengen. Uitgangspunt hierbij is het belang van de deelnemers, slapers en pensioengerechtigden. Mogelijk besluit het bestuur in 2014 tot liquidatie van het pensioenfonds. Het verantwoordingsorgaan wordt bij de besluitvorming betrokken. Zodra er besluitvorming is met betrekking tot de toekomst van het pensioenfonds zullen alle belanghebbenden hierover worden geïnformeerd. Governance Het bestuur zal in 2014 verder invulling geven aan de eisen die de Wet versterking bestuur pensioenfondsen stelt. Dit betekent dat de statuten per 1 juli 2014 gewijzigd worden. Verder zal het verantwoordingsorgaan nieuwe stijl in werking treden. Hiertoe dient een nieuw reglement voor het verantwoordingsorgaan te worden vastgesteld. Daarin zullen ook de nieuwe taken en verantwoordelijkheden van dat orgaan moeten worden vastgelegd. Tevens zal gevolg gegeven moeten worden aan de nieuwe Code Pensioenfondsen. De Code Pensioenfondsen trad in werking op 1 januari 2014. De Code Pensioenfondsen wordt verankerd in de Pensioenwet. Vanaf boekjaar 2014 legt het bestuur verantwoording af over de naleving van de Code Pensioenfondsen. Aanpassen pensioenregeling In verband met het verder verlagen van de fiscaal gefaciliteerde pensioenopbouw per 1 januari 2015 zullen de pensioenregelingen van de aangesloten werkgevers aangepast moeten worden. De CAO partijen maken hierover eerst afspraken. Onderdeel van deze afspraken is de uitvoerder van de nieuwe pensioenregelingen per 1 januari 2015. Als zij voor een andere pensioenuitvoerder kiezen, volgt de definitieve opzegging van de huidige uitvoeringsovereenkomst met het pensioenfonds per 1 januari 2015. Dit is het meest waarschijnlijke scenario. Als de huidige uitvoeringskomst niet wordt opgezegd, zal het pensioenfonds de nieuwe pensioenregeling gaan uitvoeren. Nieuw financieel toetsingskader voor pensioenfondsen Waarschijnlijk wordt per 1 januari 2015 het nieuwe financieel toetsingskader voor pensioenfondsen (FTK) ingevoerd. De exacte inhoud van het nieuwe FTK is nog niet bekend. Het nieuwe FTK is relevant als het pensioenfonds op de datum van invoering van het nieuwe FTK nog pensioenverplichtingen heeft.
‘s-Hertogenbosch, 4 juni 2014 Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland Het bestuur Drs. J.L. van Vilsteren RC
Voorzitter
J. Tuk
Secretaris
W.C. Kortenbout
Bestuurslid
A.J.M. de Rond
Bestuurslid
Mr. M.R. Wagemans
Bestuurslid
Mr H.B.Y. Berkouwer, MCM Bestuurslid
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 43
E
JAARREKENING
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 44
1 BALANS PER 31 DECEMBER 2013 (na verwerking van het resultaat) (in duizenden euro's)
31 december 2013
31 december 2012
ACTIVA Beleggingen voor risico pensioenfonds
(1)
133.915
131.065
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen
(2)
233
79
Vorderingen en overlopende activa
(3)
627
2.012
Liquide middelen
(4)
2.336
5.127
137.111
138.283
PASSIVA Stichtingskapitaal en reserves
(5)
5.937
4.200
Technische voorzieningen
(6)
130.893
133.943
Overige schulden en overlopende passiva
(7)
281
140
137.111
138.283
104,5
103,1
Dekkingsgraad op basis van FTK in %
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 45
2
STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2013
(in duizenden euro's) 2013
2012
Premiebijdragen van werkgevers en werknemers
(8)
9.050
9.550
Beleggingsresultaten risico pensioenfonds
(9)
-7.091
16.083
Saldo waardeoverdrachten
(10)
-44
-
Pensioenuitkeringen
(11)
-1.976
-2.248
Mutatie technische voorzieningen
(12)
Pensioenopbouw Korting Rentetoevoeging Onttrekkingen voor pensioenuitkeringen Onttrekkingen voor uitvoeringskosten Wijziging marktrente Wijziging actuariële grondslagen Saldo waarde-overdrachten Overige wijzigingen
-7.308 1.849 -493 1.969 39 6.137 -191 46 1.002
-7.939 3.140 -2.019 2.240 44 -4.622 -1.298 1.143 3.050
-9.311
Herverzekeringen
(13)
-717
-380
Mutatie herverzekeringsdeel technische voorzieningen
(14)
154
25
Uitvoeringskosten
(15)
-689
-584
Diverse baten en lasten
(16)
-
-15
1.737
13.120
Saldo van baten en lasten Bestemming saldo mutatie vereiste reserve mutatie overige reserve
1.919 -182
740 12.380 1.737
13.120
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 46
3
KASSTROOMOVERZICHT 2013
(in duizenden euro's) Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode. 2013
2012
Kasstroom uit pensioenactiviteiten Premiebijdragen van werkgevers en werknemers Saldo waardeoverdrachten Pensioenuitkeringen Herverzekeringen Uitvoeringskosten Diverse baten en lasten
9.987 90 -1.497 -717 -680 -
10.172 -2.253 -1.006 -607 -15 7.183
6.291
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Verkopen beleggingen Aankopen beleggingen Directe opbrengsten Overige mutaties beleggingen Kosten vermogensbeheer
45 -10.100 180 -31 -68
Mutatie liquide middelen
86.271 -89.093 35 3 -27 -9.974
-2.811
-2.791
3.480
Samenstelling geldmiddelen 2013
Liquide middelen per 1 januari Mutatie liquide middelen Liquide middelen per 31 december
2012
5.127
1.647
-2.791
3.480
2.336
5.127
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 47
4
GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
Algemeen Het doel van Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland, statutair gevestigd te 's-Hertogenbosch is het uitkeren of doen uitkeren van pensioenen en/of andere uitkeringen aan de deelnemers en aan hun nagelaten betrekkingen, alles conform het in het toepasselijke pensioenreglement bepaalde. Deze doelstelling is nader uitgewerkt in onder andere de statuten, het pensioenreglement, de uitvoeringsovereenkomst en de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota van Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland. Overeenstemmingsverklaring De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Schattingswijziging Op 31 december 2013 is het pensioenfonds overgegaan van leeftijds- en inkomensafhankelijke correctiefactoren "Mercer HoogMidden 2010" naar leeftijds- en inkomensafhankelijke correctiefactoren "Mercer HoogMidden 2012".
GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA Algemeen Alle bedragen zijn vermeld in duizenden euro's. Beleggingen en pensioenverplichtingen worden gewaardeerd op reële waarde. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op reële waarde, tenzij anders is vermeld. Voor zover noodzakelijk, wordt op vorderingen een voorziening voor oninbaarheid in mindering gebracht. Schattingen en veronderstellingen De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien, indien de herziening alleen voor die periode gevolgen heeft, of in de periode van herziening en toekomstige perioden, indien de herziening gevolgen heeft voor zowel de verslagperiode als toekomstige perioden. Verwerking van activa en passiva Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 48
Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economische potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, en waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, en waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico's met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen c.q. uitstroom van middelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum. Als gevolg hiervan kan sprake zijn van een post "nog af te wikkelen transacties". Saldering van een actief en een verplichting Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen. Verwerking van waardeveranderingen van beleggingen Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen. Vreemde valuta Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend naar de rapporteringsvaluta euro tegen de koers per balansdatum. Deze waardering is onderdeel van de waardering tegen reële waarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum. In de navolgende tabel zijn de ultimo boekjaar gehanteerde koersen opgenomen: 31-12-2013
US Dollar Britse Pond
1,38 0,83
31-12-2012
1,32 0,81
Beleggingen Algemeen In overeenstemming met de Pensioenwet worden beleggingen gewaardeerd op reële waarde. Slechts indien de reële waarde van een belegging niet betrouwbaar kan worden vastgesteld vindt waardering plaats op basis van rekenmodellen. Participaties in beleggingsinstellingen, die gespecialiseerd zijn in een bepaald soort beleggingen worden gerubriceerd en gewaardeerd volgens de grondslagen van die soort beleggingen.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 49
Aandelen Beursgenoteerde aandelen en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoers. Niet aan een beurs genoteerde fondsen zijn gewaardeerd tegen de actuele waarde op basis van de door de vermogensbeheerder van het fonds afgegeven intrinsieke waarde, zijnde een benadering van de marktwaarde. Gerealiseerde en ongerealiseerde resultaten worden ten gunste of ten laste van het resultaat gebracht. Vastrentende waarden Beursgenoteerde vastrentende waarden en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoers. Indien vastrentende waarden of participaties in beleggingsinstellingen niet-beursgenoteerd zijn worden deze opgenomen tegen de intrinsieke waarde zoals opgegeven door de vermogensbeheerder, zijnde een benadering van de marktwaarde. Voor leningen op schuldbekentenis wordt de reële waarde gehanteerd. Derivaten Derivaten worden gewaardeerd op reële waarde, te weten de relevante marktnotering of, als die er niet is, de waarde die wordt bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen. Herverzekering Vorderingen uit herverzekeringscontracten op risicobasis worden verantwoord op het moment dat de verzekerde gebeurtenis zich voordoet. Bij de waardering worden de herverzekerde uitkeringen contant gemaakt tegen de rentetermijnstructuur, onder toepassing van de actuariële grondslagen van het pensioenfonds. Vorderingen uit hoofde van winstdelingsregelingen in herverzekeringscontracten worden verantwoord op het moment van toekenning door de herverzekeraar. Vorderingen en overlopende activa Vorderingen worden opgenomen tegen de reële waarde van de tegenprestatie, gewoonlijk de reële waarde. Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid. Stichtingskapitaal en reserves Vereiste reserve De vereiste reserve houdt rekening met de financiële positie en de aard en omvang van de risico's die het fonds loopt. De vereiste reserve is bedoeld voor het opvangen van de verzekeringstechnische risico's en beleggingsrisico's. De maximale hoogte van de vereiste reserve wordt bepaald door middel van de gestandaardiseerde methode zoals beschreven in het consultatiedocument Financieel Toetsingskader van DNB. De vereiste reserve is minimaal gelijk aan het minimum vereist eigen vermogen. Het jaarresultaat zal toegevoegd of onttrokken worden aan de vereiste reserve zolang het maximum of het minimum niet bereikt is. Overige reserve Het totale jaarlijkse resultaat wordt na aftrek van de benodigde toevoeging aan de vereiste reserve toegevoegd aan de overige reserve.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 50
Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen De voorziening pensioenverplichtingen is gelijk aan de contante waarde van de aan achterliggende jaren toe te rekenen pensioenaanspraken en pensioenrechten inclusief de door het bestuur toegekende verhogingen. Voor de arbeidsongeschikte deelnemers wordt eveneens de contante waarde van de toekomstige pensioenopbouw in de voorziening pensioenverplichtingen opgenomen. De contante waarde is berekend op basis van navolgende actuariële grondslagen: Rekenrente De rekenrente wordt bepaald conform de rentetermijnstructuur ultimo boekjaar zoals gepubliceerd door DNB. Sterftekansen Mannen De sterftekansen voor zowel de mannen als de vrouwen zijn ontleend aan de AG Prognosetafel 2012-2062, startjaar 2014, gecorrigeerd voor ervaringssterfte gebaseerd op de tabellen "Mercer HoogMidden 2012" (2012: "Mercer HoogMidden 2010"). Gehuwdheid of partnerschap Niet uitruilbaar nabestaandenpensioen : GBM/GBV 1995-2000; Uitruilbaar nabestaandenpensioen : gehuwdheidsfrequentie van 1 voor alle leeftijden. Arbeidsongeschiktheid In de premie zit een opslag van 8% van de netto premie voor de verzekering van premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid. Met revalideringskans wordt geen rekening gehouden. Kosten Voor toekomstige excassokosten wordt een voorziening gevormd van 2% van de netto voorziening pensioenverplichtingen. Kinderen De sterftekansen van de kinderen die een wezenpensioen krijgen uitgekeerd, zijn verwaarloosbaar. Overige schulden en overlopende passiva Deze worden gewaardeerd tegen de reële waarde.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 51
GRONDSLAGEN VOOR RESULTAATBEPALING Algemeen Voor zover niet anders vermeld worden baten en lasten verwerkt in het resultaat van het jaar, waarop zij betrekking hebben. Premiebijdragen van werkgevers en werknemers Onder premiebijdragen van werkgevers en werknemers wordt verstaan de aan hen in rekening gebrachte c.q. te brengen bedragen voor de in het verslagjaar verzekerde pensioenen. Premies zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Beleggingsresultaten Onder de directe beleggingsopbrengsten wordt verstaan alle aan het boekjaar toe te rekenen inkomsten uit beleggingen, zijnde dividend van aandelen en de aan het boekjaar toe te rekenen rentebedragen van vastrentende beleggingen. Onder indirecte beleggingsopbrengsten wordt verstaan de verandering in de waarde van beleggingen. Met de directe en indirecte beleggingsopbrengsten zijn verrekend de aan de opbrengsten gerelateerde transactiekosten, provisies en valutaverschillen. Saldo waardeoverdrachten risico pensioenfonds Deze post bevat het saldo van bedragen uit hoofde van overgenomen dan wel overgedragen pensioenverplichtingen. Pensioenuitkeringen De pensioenuitkeringen betreffen de aan deelnemers uitgekeerde bedragen inclusief afkopen. De pensioenuitkeringen zijn berekend op actuariële grondslagen en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Premies herverzekering Betreft premies met betrekking tot risico's die voor het boekjaar zijn herverzekerd. Uitvoeringskosten De pensioenuitvoeringskosten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
GRONDSLAGEN KASSTROOMOVERZICHT Het kasstroomoverzicht is conform de directe methode opgesteld. Er is onderscheid gemaakt tussen kasstromen uit pensioenactiviteiten en beleggingsactiviteiten.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 52
5
TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2013
(in duizenden euro's) 1. Beleggingen voor risico pensioenfonds
Aandelen
Vastrentende waarden
Overige beleggingen
Totaal
Stand per 1 januari 2013 Aankopen/verstrekkingen Verkopen/aflossingen Overige mutaties Waardemutaties
27.164 3.000 4.505
100.756 7.100 -18 -1 -11.455
3.145 -27 -1 -253
131.065 10.100 -45 -2 -7.203
Stand per 31 december 2013
34.669
96.382
2.864
133.915
De onder overige beleggingen opgenomen commodities ad € 2,4 mln maken deel uit van de in 2013 nieuw gekozen strategische beleggingsmix. Vastrentende Overige Aandelen waarden beleggingen Totaal Stand per 1 januari 2012 Aankopen/verstrekkingen Verkopen/aflossingen Overige mutaties Waardemutaties Stand per 31 december 2012
24.340 21.178 -21.178 2.824
87.348 65.135 -65.066 -2 13.341
483 2.780 -27 -1 -90
112.171 89.093 -86.271 -3 16.075
27.164
100.756
3.145
131.065
Door het pensioenfonds zijn geen specifieke afspraken gemaakt met haar vermogensbeheerder over het beleggen in (het moederbedrijf van de) premiebijdragende ondernemingen. Ultimo verslagjaar was sprake van een aandelenbelegging in het moederbedrijf van de premiebijdragende ondernemingen van 0,0217% (2012: 0,028%) van één van de beleggingsfondsen. Dit vertaalt zich naar een procentuele weging binnen de totale beleggingsportefeuille van 0,0045% (2012:0,00152%).
Reële waarde Schattingen en veronderstellingen Zoals vermeld in de toelichting zijn de beleggingen van het fonds nagenoeg allemaal gewaardeerd tegen reële waarde per balansdatum en is het over het algemeen mogelijk en gebruikelijk om de reële waarde binnen een aanvaardbare bandbreedte van schattingen vast te stellen. Voor sommige andere financiële instrumenten, zoals beleggingsvorderingen en -schulden, geldt dat de boekwaarde de reële waarde benadert als gevolg van het kortetermijnkarakter van de vorderingen en schulden. De boekwaarde van alle activa en de financiële verplichtingen op balansdatum benadert de reële waarde. Voor de meerderheid van de financiële instrumenten van het fonds kan gebruik worden gemaakt van marktnoteringen.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 53
Op basis van deze indeling kan het volgende onderscheid worden gemaakt: Afgeleide marktnoteringen
Waarderingsmodellen en technieken
Totaal
Per 31 december 2013 Aandelen Vastrentende waarden Overige beleggingen
34.669 96.237 2.482
145 382
34.669 96.382 2.864
133.388
527
133.915
27.164 100.593 2.735
163 410
27.164 100.756 3.145
130.492
573
131.065
Fondsen beleggen in beursgenoteerde zakelijke en vastrentende waarden. Per 31 december 2012 Aandelen Vastrentende waarden Overige beleggingen
Aandelen De aandelen kunnen als volgt worden gespecificeerd: 31-12-2013
31-12-2012 In %
In %
Specificatie aandelen naar bedrijfstak: Duurzame consumptiegoederen Niet duurzame consumptiegoederen Financiële instellingen Gezondheid Industrie Informatietechnologie Basismaterialen Telecommunicatie Nutsbedrijven Energie
4.028 3.342 7.662 3.221 3.627 4.476 2.253 1.568 1.089 3.403
11,6 9,6 22,1 9,3 10,5 13,0 6,5 4,5 3,1 9,8
2.894 2.798 5.794 2.437 2.762 3.309 2.114 1.213 946 2.897
10,7 10,3 21,3 9,0 10,2 12,0 7,8 4,5 3,5 10,7
34.669
100,0
27.164
100,0
3.501 4.118 3.742 16.081 7.227 -
10,1 11,9 10,8 46,4 20,8 -
2.811 3.510 3.285 13.002 4.511 45
10,4 12,9 12,1 47,9 16,5 0,2
34.669
100,0
27.164
100,0
Specificatie aandelen naar regio: Europa (euro-zone) Europa (niet euro-zone) Pacific Noord Amerika Opkomende markten Midden Oosten
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 54
Vastrentende waarden 31-12-2013
31-12-2012
Specificatie vastrentende waarden naar soort: Obligatiebeleggingsfondsen Leningen op schuldbekentenis
96.237 145
100.593 163
96.382
100.756
31-12-2013
31-12-2012 In %
In %
Specificatie vastrentende waarden naar bedrijfstak: Staatsobligaties Financiële instellingen Beveiliging Cash Industrie Overige bedrijven Staat gerelateerd Overig
87.624 1.699 2.307 4.066 1.501 337 1.230 -2.382
90,9 1,8 2,4 4,2 1,6 0,3 1,3 -2,5
88.677 5.292 2.431 1.785 2.408 163
88,0 5,3 2,4 1,8 2,3 0,2
96.382
100,0
100.756
100,0
30.509 3.153 576 3.715 11.788 40.321 696 5.624
31,7 3,3 0,6 3,9 12,2 41,8 0,7 5,8
37.431 2.068 197 3.513 10.768 39.612 7.167
37,2 2,1 0,2 3,5 10,7 39,3 7,0
96.382
100,0
100.756
100,0
Specificatie vastrentende waarden naar regio: Nederland Oostenrijk Finland België Frankrijk Duitsland Spanje Euro index niet gespecificeerd
31-12-2013
31-12-2012
Overige beleggingen Lening Delta Lloyd Beleggingsdebiteuren Commodities
382 44 2.438
410 45 2.690
2.864
3.145
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 55
2013
2012
2. Herverzekeringsdeel technische voorzieningen Stand per 1 januari Toevoegingen Onttrekkingen Wijziging marktrente
79 185 -30 -1
54 63 -43 5
Stand per 31 december
233
79
Deze post betreft de contante waarde van de ingegane herverzekerde uitkeringen berekend tegen dezelfde grondslagen als van toepassing op de voorziening pensioenverplichtingen. De risico's van overlijden en arbeidsongeschiktheid zijn ondergebracht bij Elips Life AG, gevestigd te Amstelveen. Onder bepaalde voorwaarden heeft het pensioenfonds recht op een winstdeling na afloop van de contractsperiode.
31-12-2013
31-12-2012
3. Vorderingen en overlopende activa Premievordering op sponsor Herverzekeringsmaatschappij Overig
167 427 33
1.104 908 -
627
2.012
2.336
5.127
Alle vorderingen hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. 4. Liquide middelen ABN AMRO Bank N.V.
Onder de liquide middelen worden opgenomen die kasmiddelen en tegoeden op bankrekeningen, die onmiddellijk dan wel op korte termijn opeisbaar zijn en niet het karakter van beleggingen hebben. 5. Stichtingskapitaal en reserves Stichtingskapitaal Vereiste reserve Overige reserve
Stichtingskapitaal
Vereiste reserve
1 15.048 -9.112
1 13.129 -8.930
5.937
4.200
Overige reserve
Totaal
Stand per 1 januari 2012 Uit bestemming saldo van baten en lasten
1 -
12.389 740
-21.310 12.380
-8.920 13.120
Stand per 31 december 2012 Uit bestemming saldo van baten en lasten
1 -
13.129 1.919
-8.930 -182
4.200 1.737
Stand per 31 december 2013
1
15.048
-9.112
5.937
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 56
31-12-2013
31-12-2012 In %
In %
Solvabiliteit Aanwezig vermogen Af: technische voorziening
136.830 130.893
104,5 100,0
138.143 133.943
103,1 100,0
Eigen vermogen Af: vereist eigen vermogen
5.937 15.048
4,5 11,5
4.200 13.129
3,1 9,8
Vrij vermogen
-9.111
-7,0
-8.929
-6,7
5.939
4,5
6.143
4,6
Minimaal vereist eigen vermogen Dekkingsgraad
104,5
103,1
De vermogenspositie van het pensioenfonds kan worden gekarakteriseerd als ontoereikende solvabiliteit. Dit wordt veroorzaakt door een reservetekort. Herstelplan Vanwege de financiële situatie heeft het pensioenfonds in 2009 een herstelplan bij De Nederlandsche Bank (DNB) ingediend. Op 31 december 2013 is de looptijd van het kortetermijnherstelplan van het fonds afgelopen. Aan het eind van 2013 moest de financiële positie van het fonds volledig hersteld zijn. Dat betekent dat de dekkingsgraad van het pensioenfonds aan het eind van het boekjaar weer tenminste de door DNB geëiste 104,5% moest bedragen. De dekkingsgraad ultimo 2013 was 103,0% en daarmee onvoldoende. Daarom heeft het bestuur, op basis van de evaluatie van het herstelplan, in de bestuursvergadering van 5 februari 2014 moeten besluiten om alle pensioenen per 1 april 2014 evenredig te verlagen met 1,4%. De dekkingsgraad kwam mede door de doorgevoerde korting (per 1 april 2014) van 1,4% ultimo 2013 op het minimaal vereiste niveau van 104,5%.
Op 27 februari 2014 is het bestuur door DNB schriftelijk geïnformeerd over de ingediende evaluatie van het herstelplan. In deze brief geeft DNB aan dat zij geen opmerkingen hebben. Tevens gaf DNB aan dat daarmee het ingediende kortetermijnherstelplan als beëindigd kan worden beschouwd.
6. Technische voorzieningen Pensioenverplichting Stand per 1 januari 2012 Mutatie technische voorziening
124.632 9.311
Stand per 31 december 2012 Mutatie technische voorziening
133.943 -3.050
Stand per 31 december 2013
130.893
De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur. Ultimo 2013 betreft dit de rentetermijnstructuur op basis van een driemaandsgemiddelde met toepassing van de Ultimate Forward Rate (UFR). Het hanteren van de UFR houdt in dat voor looptijden van 21 jaar en langer een aangepaste rentetermijnstructuur wordt gehanteerd. De specificatie van de mutatie van de technische voorzieningen is opgenomen in de staat van baten en lasten.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 57
De voorziening voor pensioenverplichtingen is naar categorie van deelnemers als volgt samengesteld: 31-12-2013 31-12-2012 Aantal Deelnemers Gewezen deelnemers Pensioengerechtigden
Aantal
1.293 1.558 247
69.448 39.684 21.761
1.314 1.526 231
71.268 40.576 22.099
3.098
130.893
3.071
133.943
De methode voor de berekening van de pensioenverplichtingen is zodanig toegepast dat er geen sprake is van een financieringsachterstand. Naar hun aard hebben de technische voorzieningen een langlopend karakter.
Korte beschrijving van de pensioenregeling Voor deelnemers geboren vóór 1950 en in dienst getreden vóór 1 januari 2002 geldt de volgende regeling. Tot een salarisgrens ter hoogte van € 50.856 (2013) wordt het pensioen opgebouwd volgens een (geïndexeerde) middelloonregeling. De jaarlijkse opbouw van het ouderdomspensioen bedraagt 1,75 % van de pensioengrondslag. De franchise bedraagt € 17.979 (2013). Het ouderdomspensioen gaat in op de leeftijd van 65 jaar. Voor deelnemers geboren vóór 1950 en in dienst getreden op of na 1 januari 2002 maar vóór 1 januari 2007 geldt de volgende regeling. Tot een salarisgrens ter hoogte van € 50.856 (2013) wordt het pensioen opgebouwd volgens een (geïndexeerde) middelloonregeling. De jaarlijkse opbouw van het ouderdomspensioen bedraagt 1,75 % van de pensioengrondslag. De franchise bedraagt € 17.979 (2013). Het ouderdomspensioen gaat in op de leeftijd van 62 jaar. Voor deelnemers geboren vanaf 1950 en voor alle deelnemers in dienst getreden op of na 1 januari 2007 geldt de volgende regeling. Tot een salarisgrens ter hoogte van € 50.856 (2013) wordt het pensioen opgebouwd volgens een (geïndexeerde) middelloonregeling. De jaarlijkse opbouw van het ouderdomspensioen bedraagt 2 % van de pensioengrondslag. De franchise bedraagt € 13.411 (2013). Het ouderdomspensioen gaat in op de leeftijd van 65 jaar. Nabestaandenpensioen Het nabestaandenpensioen bedraagt voor alle deelnemers 70% van het bereikbare ouderdomspensioen tot de salarisgrens. Boven deze salarisgrens geldt een vrijwillige nabestaandendekking op risicobasis. Het tijdelijk nabestaandenpensioen bedraagt 10% van het bereikbare ouderdomspensioen uit hoofde van de basisregeling en word uitgekeerd tot de pensioendatum. Het wezenpensioen bedraagt 14% van het bereikbare ouderdomspensioen en wordt uitgekeerd tot maximaal 27 jaar.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 58
Toeslagverlening Toeslagverlening is bedoeld om de waarde van het pensioen op peil te houden. De toeslagverlening op pensioenaanspraken en op pensioenuitkeringen is voorwaardelijk en vindt alleen plaats als de financiële middelen van het fonds dit toelaten. Er bestaat dus een risico dat er in een jaar geen toeslagverlening plaatsvindt. Het bestuur van het pensioenfonds beslist elk jaar of er een toeslag wordt verleend. Gestreefd wordt naar een toeslag op pensioenaanspraken van deelnemers die gelijk is aan het loonindexcijfer. Onder loonindexcijfer wordt verstaan het percentage (afgerond op twee decimalen nauwkeurig) waarmee de lonen ingevolge de collectieve arbeidsovereenkomst die van toepassing is op Ricoh Nederland in de periode vanaf 2 januari van het voorafgaande jaar tot en met 1 januari van het lopende jaar zijn gestegen. Voor de pensioenaanspraken van gewezen deelnemers, de aanspraken op bijzonder partnerpensioen van ex-partners en de ingegane pensioenen met uitzondering van het arbeidsongeschiktheidspensioen wordt gestreefd naar een toeslag die gelijk is aan de ontwikkeling van het consumentenprijsindexcijfer alle huishoudens afgeleid. Voor zover het arbeidsongeschiktheidspensioen tot uitkering is gekomen, zal het - zolang die uitkering voortduurt- jaarlijks per 1 januari met 3% worden verhoogd. Voor zover het prepensioen inclusief aanvulling tot uitkering is gekomen, zal de totaaluitkering - zolang die uitkering voortduurt- jaarlijks per 1 januari met de loonindex worden verhoogd. Er is voor toekomstige toeslagen geen geld gereserveerd en er wordt ook bij de bepaling van de hoogte van pensioenpremies geen rekening gehouden met toeslagverlening. De afgelopen drie jaar was de toeslagverlening in overeenstemming met dit toeslagenbeleid. Aan het eind van 2012 was de dekkingsgraad van het pensioenfonds nog steeds onder de kritische grens van 104,5%. Op grond hiervan heeft het bestuur in 2013 moeten besluiten om de pensioenen per 1 januari 2013 niet te verhogen. Eind 2013 bleef het pensioenfonds nog steeds onder de door DNB geëiste 104,5% en had daarmee een dekkingstekort. Dat betekent dat ook per 1 januari 2014 de pensioenen niet zijn verhoogd en dat het bestuur in de bestuursvergadering van 5 februari 2014 heeft moeten besluiten, op basis van de evaluatie van het herstelplan, om alle pensioenen per 1 april 2014 evenredig te verlagen met 1,4% (per 1 april 2013: 2,3%). Uitzondering hierop vormen de onvoorwaardelijke uitkeringen welke jaarlijks met 3% worden verhoogd. Voorwaardelijkheidsverklaring Pensioenfondsen moeten bij het informeren over de toeslagverlening ook een zogenaamde voorwaardelijkheidsverklaring gebruiken. De teksten daarvoor zijn voorgeschreven. Deze zijn opgenomen op de website van het pensioenfonds, www.pensioenfondsricohnederland.nl.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 59
31-12-2013
31-12-2012
7. Overige schulden en overlopende passiva Uitkeringen Afdracht inhoudingen uitkeringen Te betalen kosten Waardeoverdrachten
1 42 104 134
6 39 95 -
281
140
Alle schulden hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar.
Risicobeheer en derivaten Solvabiliteitsrisico Het fonds wordt bij het beheer van de pensioenverplichtingen en de financiering daarvan geconfronteerd met risico's. De belangrijkste doelstelling van het fonds is het nakomen van de pensioentoezeggingen. Voor het realiseren van deze doelstelling wordt gestreefd naar een toereikende solvabiliteit op basis van de marktwaarde van de pensioenverplichtingen. Het belangrijkste risico voor het fonds betreft het solvabiliteitsrisico, ofwel het risico dat het fonds niet beschikt over voldoende vermogen ter dekking van de pensioenverplichtingen. De solvabiliteit wordt gemeten zowel op basis van algemeen geldende normen als ook naar de specifieke normen welke door de toezichthouder worden opgelegd. Indien de solvabiliteit van het fonds zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat het fonds de premie voor de onderneming en deelnemers moet verhogen en het risico dat er geen ruimte beschikbaar is voor een eventuele toeslag van opgebouwde pensioenrechten. In het uiterste geval kan het noodzakelijk zijn dat het fonds verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten moet verminderen. De aanwezige dekkingsgraad heeft zich als volgt ontwikkeld: Vermogen
Technische voorzieningen
Dekkingsgraad %
Stand per 31 december 2012 Mutatie boekjaar
138.143 -1.313
133.943 -3.050
103,1 1,4
Stand per 31 december 2013
136.830
130.893
104,5
2013
2012
%
%
Dekkingsgraad per 1 januari Nieuwe aanspraken Uitkeringen Korting aanspraken Wijziging in de rentetermijnstructuur Beleggingsrendement Overige oorzaken
103,1 0,5 1,5 4,9 -6,0 0,5
92,8 1,2 -0,1 2,2 -3,3 12,6 -2,3
Dekkingsgraad per 31 december
104,5
103,1
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 60
31-12-2013
31-12-2012
Het tekort op FTK grondslagen is als volgt: Voorziening pensioenverplichtingen Buffers: S1 Renterisico S2 Risico zakelijke waarden S3 Valutarisico S4 Grondstoffenrisico S5 Kredietrisico S6 Verzekeringstechnisch risico Diversificatie-effect Vereist eigen vermogen (vereiste buffers) Vereist pensioenvermogen (art. 132 Pensioenwet) Aanwezig pensioenvermogen Tekort
130.893
133.943
4.170 9.519 7.170 787 1.186 5.031 -12.815
4.239 7.391 5.766 838 1.143 5.762 -12.010
15.048
13.129
145.941 136.830
147.072 138.143
-9.111
-8.929
Door de goede performance van aandelen ten opzichte van de performance van vastrentende waarden, is er gedurende 2013 een overweging naar aandelen ontstaan en aangehouden. Hierdoor is S2 in 2013 toegenomen te op zichte van 2012. De toename van S3 in 2013 is te verklaren doordat een groot gedeelte van de aandelen wordt belegd in vreemde valuta, waardoor een groter valutarisico ontstaat. Bij de berekening van de buffers past het pensioenfonds de standaardmethode toe op de zowel de feitelijke als de strategische asset mix. De hoogste uitkomst wordt gehanteerd voor de bepaling van het Vereist Eigen Vermogen.
Beleid en risicobeheer Het bestuur beschikt over een aantal beleidsinstrumenten ten behoeve van het beheersen van deze risico's. Deze beleidsinstrumenten betreffen: - beleggingsbeleid - premiebeleid - herverzekeringsbeleid - toeslagbeleid. De keuze en toepassing van beleidsinstrumenten vindt plaats na uitvoerige analyses ten aanzien van te verwachten ontwikkelingen van de verplichtingen en de financiële markten. Daarbij wordt onder meer gebruikgemaakt van ALMstudies. Een ALM-studie is een analyse van de structuur van de pensioenverplichtingen en van verschillende beleggingsstrategieën en de ontwikkeling daarvan in diverse economische scenario's. De uitkomsten van deze analyses vinden hun weerslag in jaarlijks door het bestuur vast te stellen beleggingsrichtlijnen als basis voor het uit te voeren beleggingsbeleid. De beleggingsrichtlijnen geven normen en limieten aan waarbinnen de uitvoering van het beleggingsbeleid moet plaatsvinden. Ze zijn gericht op het beheersen van de volgende belangrijkste (beleggings)risico's. Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt gebruik gemaakt van derivaten.
Marktrisico Marktrisico omvat de mogelijkheden voor winst of verlies en omvat prijs(koers)risico, valutarisico en het renterisico. De strategie van het fonds met betrekking tot het beleggingsrisico wordt bepaald door de beleggingsdoelstellingen. Het marktrisico wordt op dagelijkse basis beheerst door de vermogensbeheerders in overeenstemming met de aanwezige beleidskaders en richtlijnen. De overallmarktposities worden periodiek gerapporteerd aan het bestuur.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 61
Renterisico Het renterisico is het risico dat de waarden van de portefeuille vastrentende waarden en de pensioenverplichtingen verandert als gevolg van ongunstige veranderingen in de marktrente. De rentegevoeligheid kan worden gemeten door middel van de duration. De duration is de (met de contante waarde van de kasstromen) gewogen gemiddelde resterende looptijd in jaren. 31-12-2013 Balanswaarde
Duration van de obligatiebeleggingsfondsen Voorziening pensioenverplichtingen
31-12-2012
Duration
96.382 130.893
29,6 22,7
Balanswaarde
Duration
100.756 133.943
29,8 23,4
Op balansdatum is de duration van de vastrentende beleggingen langer dan de duration van de verplichtingen. Er is derhalve sprake van een zogenaamde "duration-mismatch". Dit betekent dat, als voor 100% in deze vastrentende waarden zou zijn belegd, bij een rentestijging de waarde van de beleggingen meer daalt dan de waarde van de verplichtingen (bij toepassing van de actuele marktrentestructuur) daalt, zodat de dekkingsgraad zal dalen. Bij een rentedaling zal de waarde van de beleggingen sneller stijgen dan de waarde van de verplichtingen, waardoor de dekkingsgraad stijgt. De samenstelling van de vastrentende waarden naar looptijd is als volgt: 31-12-2013
31-12-2012 in %
Resterende looptijd < 1 jaar Resterende looptijd 1-5 jaar Resterende looptijd > 5 jaar
in %
1.551 7.356 87.475
1,6 7,6 90,8
2.449 4.193 94.114
2,4 4,2 93,4
96.382
100,0
100.756
100,0
Prijsrisico Prijsrisico is het risico van waardewijzigingen door de ontwikkeling van marktprijzen, die wordt veroorzaakt door factoren gerelateerd aan een individuele belegging, de uitgevende instelling of generieke factoren. Omdat alle beleggingen worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij waardewijzigingen onmiddellijk in het saldo van baten en lasten worden verwerkt, zijn alle wijzigingen in marktomstandigheden direct zichtbaar in het beleggingsresultaat. Het prijsrisico kan worden gemitigeerd door diversificatie. In aanvulling hierop kan het prijsrisico worden gehedged door het gebruik van afgeleide financiële instrumenten (derivaten, zoals opties en futures). Valutarisico Het totaalbedrag dat buiten de euro wordt belegd bedraagt ultimo jaar circa 25,1% (2012:20,6%) van de beleggingsportefeuille en is niet afgedekt.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 62
De vreemde valutapositie is als volgt te specificeren: 31-12-2013
Euro Britse pond US Dollar Overige valuta
31-12-2012
100.307 2.505 17.391 13.712
104.041 2.130 15.012 9.882
133.915
131.065
Kredietrisico Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor het fonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop het fonds (potentiële) vorderingen heeft. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan partijen die obligatieleningen uitgeven, banken waar deposito's worden geplaatst en aan herverzekeraars. Beheersing vindt plaats door het stellen van limieten aan tegenpartijen op totaalniveau, dat wil zeggen met inachtneming van alle posities die een tegenpartij heeft jegens het fonds; het vragen van extra zekerheden zoals onderpand en dergelijke bij hypothecaire geldleningen en het uitlenen van effecten; het hanteren van prudente verstrekkingsnormen bij hypothecaire geldleningen. Ter afdekking van het settlementrisico wordt door het fonds enkel belegd in markten waar een voldoende betrouwbaar clearing- en settlementsysteem functioneert. Voordat in nieuwe markten wordt belegd, wordt eerst onderzoek gedaan naar de waarborgen op dit gebied. 31-12-2013
31-12-2012 In %
In %
Specificatie vastrentende waarden naar bedrijfstak: Staatsobligaties Financiële instellingen Beveiliging Cash Industrie Overige bedrijven Staat gerelateerd Overig
87.624 1.699 2.307 4.066 1.501 337 1.230 -2.382
90,9 1,8 2,4 4,2 1,6 0,3 1,3 -2,5
88.677 5.292 2.431 1.785 2.408 163
88,0 5,3 2,4 1,8 2,3 0,2
96.382
100,0
100.756
100,0
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 63
Ten aanzien van de kredietwaardigheid van de debiteuren van de vastrentende portefeuille kan het volgende overzicht worden gegeven: 31-12-2013
31-12-2012 In %
AAA AA A Minder dan A Geen rating
In %
70.221 15.859 4.480 3.693 2.129
72,9 16,5 4,6 3,8 2,2
78.904 15.222 2.380 1.656 2.594
78,3 15,1 2,4 1,6 2,6
96.382
100,0
100.756
100,0
Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor het fonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Waar de overige risicocomponenten vooral de langere termijn betreffen (solvabiliteit), gaat het hierbij om de kortere termijn. Dit risico kan worden beheerst door in het strategische en tactische beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor de liquiditeitsposities. Er moet eveneens rekening worden gehouden met de directe beleggingsopbrengsten en andere inkomsten zoals premies. Betreffende het liquiditeitsrisico kan worden gemeld dat ultimo 2013 voldoende beleggingen beschikbaar zijn die onmiddellijk zonder waardeverlies te gelde kunnen worden gemaakt om een eventuele onvoorziene uitstroom van geldmiddelen te financieren.
Actuariële risico's De belangrijkste actuariële risico's zijn de risico's van langleven, overlijden en arbeidsongeschiktheid. Het fonds heeft het nabestaanden- en arbeidsongeschiktheidsrisico herverzekerd bij Elips Life AG.
Langlevenrisico Het langlevenrisico is het belangrijkste actuariële (verzekeringstechnische) risico. Langlevenrisico is het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld wordt bij de bepaling van de voorziening pensioenverplichtingen. Als gevolg hiervan volstaat de opbouw van het pensioenvermogen niet voor de uitkering van de pensioenverplichting. Door toepassing van AG-prognosetafel 2012-2062 met adequate correcties voor ervaringssterfte is het langlevenrisico geheel verdisconteerd in de waardering van de pensioenverplichtingen. Arbeidsongeschiktheidsrisico Het arbeidsongeschiktheidsrisico betreft het risico dat het fonds voorzieningen moet treffen voor premievrijstelling bij invaliditeit en het toekennen van een arbeidsongeschiktheidspensioen ("schadereserve"). Voor dit risico wordt jaarlijks een risicopremie in rekening gebracht. Het verschil tussen de risicopremie en de werkelijke kosten wordt verwerkt via het resultaat. De actuariële uitgangspunten voor de risicopremie worden periodiek herzien.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 64
Concentratierisico Grote posten zijn aan te duiden als een vorm van concentratierisico. Om te bepalen welke posten hieronder vallen moeten per beleggingscategorie alle instrumenten met dezelfde debiteur worden gesommeerd. Als grote post wordt aangemerkt elke post die meer dan 2% van het balanstotaal uitmaakt. In het algemeen geldt dat concentratierisico kan optreden als een adequate spreiding van activa en passiva ontbreekt. Concentratierisico's kunnen optreden bij een concentratie van de portefeuille in regio's, economische sectoren of tegenpartijen. Een portefeuille van leningen die sterk sectorgebonden is, kan door deze sectorconcentratie een verhoogd risico lopen. Indien aandelen in dezelfde sector worden aangehouden is sprake van een cumulatief concentratierisico. 31-12-2013
Duitsland Nederland
40.377 29.096
31-12-2012
27.036 27.453
Overige niet-financiële risico's Operationeel risico Operationeel risico is het risico van een onjuiste afwikkeling van transacties, fouten in de verwerking van gegevens, het verloren gaan van informatie, fraude en dergelijke. Dergelijke risico's worden door het fonds beheerst door het stellen van hoge kwaliteitseisen aan de organisaties die bij de uitvoering betrokken zijn op gebieden zoals interne organisatie, procedures, processen en controles, kwaliteit geautomatiseerde systemen, enzovoorts. Deze kwaliteitseisen worden periodiek getoetst door het bestuur. Systeemrisico Systeemrisico betreft het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren functioneert, waardoor beleggingen van het fonds niet langer verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde kunnen verliezen. Net als voor andere marktpartijen, is dit risico voor het fonds niet beheersbaar. Derivaten Voor de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt tevens gebruikgemaakt van financiële derivaten. Als hoofdregel geldt, dat derivaten uitsluitend worden gebruikt voor zover dit passend is binnen het algemene beleggingsbeleid. De portefeuillestructuur en het risicoprofiel, berekend inclusief de economische effecten van derivaten, dienen zich binnen de door het bestuur vastgestelde grenzen (limieten) te bevinden. Het fonds gebruikt derivaten hoofdzakelijk om de hiervoor vermelde vormen van marktrisico zo veel mogelijk af te dekken. Een van de belangrijkste risico's bij derivaten is het kredietrisico. Dit is het risico dat tegenpartijen niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen. Dit risico wordt beperkt door alleen transacties aan te gaan met te goeder naam en faam bekend staande partijen. Gebruik kan worden gemaakt van onder meer de volgende instrumenten. Futures: dit zijn standaard beursgenoteerde instrumenten waarmee snel posities kunnen worden gewijzigd. Futures l worden gebruikt voor het tactische beleggingsbeleid. Tactisch beleggingsbeleid is slechts zeer beperkt mogelijk binnen de grenzen van het strategische beleggingsbeleid. Renteswaps: dit betreft met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het l uitwisselen van rentebetalingen over een nominale hoofdsom. Door middel van swaps kan het fonds de rentegevoeligheid van de portefeuille beïnvloeden.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 65
Verbonden partijen Identiteit van verbonden partijen Er is sprake van een relatie tussen het fonds, de aangesloten ondernemingen en hun bestuurders. Transacties met bestuurders en Verantwoordingsorgaan Eén bestuurder en twee leden van het Verantwoordingsorgaan ontvangen een vacatievergoeding. Er zijn geen leningen verstrekt aan en er zijn geen vorderingen op (voormalige) bestuurders. De bestuurders zijn deelnemers in het pensioenfonds. Overige transacties met verbonden partijen Betreffende de uitvoeringsovereenkomst tussen fonds en werkgever met betrekking tot de financiering van de aanspraken en de uitvoering van de regeling wordt verwezen naar de uitvoeringsovereenkomst (onder Overige gegevens opgenomen). Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Langlopende contractuele verplichtingen Met Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. heeft het fonds een administratieovereenkomst afgesloten. Jaarlijks wordt hiervoor een basisvergoeding (circa € 350.000) en een variabele vergoeding betaald. Deze overeenkomst eindigt per 31 december 2014.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 66
6
TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2013
(in duizenden euro's) 2013
2012
8. Premiebijdragen van werkgevers en werknemers Premiebijdragen werkgevers en werknemers Eenmalige koopsommen FVP-koopsommen
8.928 109 13
9.511 19 20
9.050
9.550
In de periodieke pensioenpremies is een bedrag van 297 (2012: 300) opgenomen met betrekking tot het herstelplan. De FVP-koopsommen worden aangewend voor de inkoop van extra pensioenaanspraken. De kostendekkende en feitelijke premie volgens artikel 130 van de Pensioenwet zijn als volgt:
Kostendekkende premie Feitelijke premie
8.631 8.928
9.209 9.511
De bovenstaande feitelijke premie 2013 heeft alleen betrekking op de bij de werkgever in rekening gebrachte premie. FVP-koopsommen en eenmalige koopsommen zijn hierbij buiten beschouwing gebleven. De aan het boekjaar toe te rekenen feitelijke premie is als bate verantwoord. De samenstelling van de kostendekkende premie is als volgt: Actuarieel benodigde koopsom Opslag voor uitvoeringskosten Solvabiliteitsopslag (Vereist Eigen Vermogen)
7.290 650 691
7.915 540 754
8.631
9.209
In bovenvermelde kostendekkende premie is de premie met betrekking tot het herstelplan van 0,9% ad 297 (2012: 300) niet meegenomen.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 67
9. Beleggingsresultaten risico pensioenfonds Directe beleggingsopbrengsten 2013
Aandelen Vastrentende waarden Overige beleggingen Overige opbrengsten
Kosten van vermogensbeheer 2013
Totaal 2013
10 16 154
4.505 -11.455 -253 -
-68
4.505 -11.445 -237 86
180
-7.203
-68
-7.091
Directe beleggingsopbrengsten 2012
Aandelen Vastrentende waarden Overige beleggingen Overige opbrengsten
Indirecte beleggingsopbrengsten 2013
Indirecte beleggingsopbrengsten 2012
Kosten van vermogensbeheer 2012
Totaal 2012
13 18 8
2.824 13.341 -90 -
-31
2.824 13.354 -72 -23
39
16.075
-31
16.083
2013
2012
10. Saldo waardeoverdrachten Overgenomen pensioenverplichtingen Overgedragen pensioenverplichtingen
-69 113
-
44
-
Dit betreft de ontvangst van of betaling aan pensioenfonds of pensioenverzekeraar van respectievelijk de vorige of nieuwe werkgever van de contante waarde van premievrije pensioenaanspraken van deelnemers die tot de ontslagdatum zijn opgebouwd. Als de dekkingsgraad van een pensioenfonds dat bij waardeoverdracht is betrokken lager is dan 100%, dan mag het pensioenfonds geen waardeoverdracht uitvoeren en moeten deze worden opgeschort. Dit was in heel 2012 het geval. De toevoeging aan de technische voorziening uit hoofde van de overgenomen pensioenverplichtingen bedraagt 65 (2012: -). Het resultaat op de overgenomen pensioenverplichtingen bedraagt in 4 (2012: -). De afname van de technische voorziening uit hoofde van de overgedragen pensioenverplichtingen bedraagt -111 (2011:-6). Het resultaat op de overgedragen pensioenverplichtingen bedraagt -2 (2012: -). De ontvangen koopsommen worden aangewend voor de inkoop van extra dienstjaren.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 68
2013
2012
11. Pensioenuitkeringen Ouderdomspensioen Partnerpensioen Wezenpensioen Arbeidsongeschiktheid Afkopen Afboeking
1.504 367 10 36 63 -4
1.731 372 9 34 102 -
1.976
2.248
De post afkopen betreft de afkoop van pensioenen die lager zijn dan € 451,22 (2012: € 438,44) per jaar overeenkomstig de Pensioenwet (artikel 66). De toeslag van de uitkeringen per 1 januari 2013 zoals vastgesteld door het bestuur bedraagt 0% (2012: 0%).
12. Mutatie technische voorzieningen Pensioenopbouw Onder pensioenopbouw is opgenomen de actuarieel berekende waarde van de diensttijdopbouw. Dit is het effect op de voorziening pensioenverplichtingen van de in het verslagjaar opgebouwde nominale rechten ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen. Rentetoevoeging De pensioenverplichtingen zijn opgerent met 0,351% (2012 1,544%), zijnde de eenjaarsrente per 1 januari 2013. Pensioenuitkeringen en afkopen In de voorziening pensioenverplichtingen zijn de actuarieel verwachte uitkeringen opgenomen gedurende het boekjaar. Onder deze post is de verwachte vrijval uit de voorziening pensioenverplichtingen uit hoofde van het doen van uitkeringen verantwoord. Uitvoeringskosten Toekomstige uitvoeringskosten (in het bijzonder excassokosten) worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de kosten van de verslagperiode. Wijziging marktrente Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de actuele rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder het hoofd wijziging marktrente.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 69
Wijziging actuariële uitgangspunten Jaarlijks worden de actuariële grondslagen en/of methoden beoordeeld en mogelijk herzien ten behoeve van de berekening van de actuele waarde van de pensioenverplichtingen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van interne en externe actuariële deskundigheid. Dit betreft onder meer de vergelijking van veronderstellingen ten aanzien sterfte, langleven, arbeidsongeschiktheid met werkelijke waarnemingen voor de gehele bevolking als voor de populatie van het fonds. De vaststelling van de toereikendheid van de voorziening voor pensioenverplichtingen is een inherent onzeker proces, waarbij gebruik wordt gemaakt van schattingen en oordelen door het bestuur van het fonds. Het effect van deze wijzigingen wordt verantwoord in het resultaat op het moment dat de actuariële uitgangspunten worden herzien. Op 31 december 2013 is het fonds overgegaan van leeftijds- en inkomensafhankelijke correctiefactoren Mercer HoogMidden 2010 naar Mercer HoogMidden 2012. Overige wijzigingen 2013 Resultaat Resultaat Resultaat Resultaat
op kanssystemen: op sterfte op arbeidsongeschiktheid op mutaties
2012 450 452 100
543 512 88
1.002
1.143
Premies voor pensioenverzekering Premies voor kapitaalverzekering
-540 -448
-698 -451
Totaal premies Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen Winstaandeel 2005 tot en met 2007 Uitkeringen van risicokapitaal bij overlijden
-988 39 7 225
-1.149 42 727 -
-717
-380
-154
-25
379 247 63
357 179 48
689
584
13. Herverzekeringen
14. Mutatie herverzekeringsdeel technische voorzieningen Mutatie waarde herverzekeringspolissen
15. Uitvoeringskosten Administratiekosten Adviseurs- en controlekosten Overige kosten
De accountantskosten bedragen in 2013 € 28.000 (2012: € 35.000). Dit bedrag heeft geheel betrekking op certificering van de jaarrekening 2013. Deze werkzaamheden zijn zowel in 2013 als in 2012 uitgevoerd door KPMG Accountants N.V. Overeenkomstig artikel 96 van de Pensioenwet wordt vermeld dat het pensioenfonds in het afgelopen jaar geen dwangsommen en boetes zijn opgelegd.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 70
2013
2012
16. Diverse baten en lasten Diverse baten en lasten
-
-15
Personeelsleden Bij het fonds zijn geen werknemers in dienst.
Bezoldiging Alleen de gepensioneerde vertegenwoordigers in het bestuur, beleggingscommissie en verantwoordingsorgaan ontvangen een vergoeding. In 2013 bedroegen deze vergoedingen € 13.000.
Belastingen De activiteiten van het fonds zijn vrijgesteld van belastingheffing in het kader van de vennootschapsbelasting.
‘s-Hertogenbosch, 4 juni 2014 Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland Het bestuur Drs. J.L. van Vilsteren RC
Voorzitter
J. Tuk
Secretaris
W.C. Kortenbout
Bestuurslid
A.J.M. de Rond
Bestuurslid
Mr. M.R. Wagemans
Bestuurslid
Mr. H.B.Y. Berkouwer, MCM Bestuurslid
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 71
F
OVERIGE GEGEVENS
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 72
OVERIGE GEGEVENS 1
Uitvoeringsovereenkomsten
Per 1 januari 2008 heeft het fonds met Ricoh Nederland, en per 1 januari 2011 met Ricoh Europe SCM BV, een overeenkomst gesloten waarin de wederzijdse verplichtingen zijn neergelegd. De overeenkomst is gesloten voor onbepaalde tijd met een opzegtermijn van 12 maanden. Werkgevers behouden zich het recht voor deze overeenkomst tussentijds op te zeggen in geval van ingrijpende wijziging en/of wanneer het fonds premies en/of kortingen op deze premies vaststelt op een wijze die niet overeenstemt met hetgeen in de bijlage en/of statuten en/of reglementen en/of de ABTN is bepaald. De werkgever verplicht zich de bij hem krachtens arbeidsovereenkomst in dienst zijnde werknemers, die volgens de bepalingen van het pensioenreglement en overige krachtens de statuten vastgestelde reglementen daaraan rechten kunnen ontlenen, bij het fonds aan te melden en steeds alle gegevens te verstrekken met betrekking tot werknemers en uitkeringsgerechtigden die het fonds voor de uitvoering van zijn taak nodig oordeelt. De werkgever verplicht zich om bij wijziging van deze gegevens hiervan onverwijld aan het fonds mededeling te doen. Het bestuur van het fonds stelt elk jaar vast, gehoord de actuaris van het fonds en op basis van de ABTN, welke doorsneepremie benodigd is om het fonds in staat te stellen aan de uit het pensioenreglement voortvloeiende verplichtingen te voldoen. Basis voor de verschuldigde premie is de kostendekkende premie. De werkgever is jaarlijks de doorsneepremie aan het fonds verschuldigd. Overeenkomstig het reglement is de werkgever gerechtigd een deel van de doorsneepremie in te houden op het pensioensalaris van de deelnemers. De werkgever is gehouden maandelijks 1/12e deel van de vastgestelde premie af te dragen aan het fonds. Bij te late betaling van de premie, wordt de verschuldigde premie vermeerderd met de wettelijke rente. De werkgever is gehouden om binnen zes maanden na afloop van het jaar, waarop de premiebetalingen betrekking hebben, de volledige jaarpremie te hebben betaald. De werkgever behoudt zich het recht voor zijn bijdrage aan het fonds te verminderen of te beëindigen ingeval van een ingrijpende wijziging van omstandigheden. Wanneer de werkgever voornemens is tot uitoefening van de bevoegdheid op grond van dat voorbehoud deelt hij dit onverwijld schriftelijk mede aan het fonds en aan degenen wier pensioen of aanspraak op pensioen daardoor wordt getroffen. In 2011 is er een addendum aan de uitvoeringsovereenkomst toegevoegd. Hierin is geregeld dat de werkgever in de jaren 2011, 2012 en 2013 een aanvullende storting betaalt in het kader van het herstelplan. De hoogte van de storting wordt zodanig vastgesteld dat per eind 2013 de minimaal vereiste dekkingsgraad wordt bereikt, maar is gemaximeerd op 0,9% van de som van de pensioengrondslagen. De aanvullende storting wordt jaarlijks vastgesteld. Maandelijks wordt 1/12 deel door de werkgever afgedragen aan het pensioenfonds.
2
Resultaatverdeling
Volgens de algemene bedrijfstechnische nota houdt de vereiste reserve rekening met de financiële positie en de aard en omvang van de risico's die het fonds loopt. De vereiste reserve is bedoeld voor het opvangen van de verzekeringstechnische risico's en beleggingsrisico's. De maximale hoogte van de vereiste reserve wordt bepaald door middel van de gestandaardiseerde methode zoals is beschreven in het consultatiedocument Financieel Toetsingskader van DNB. De vereiste reserve is minimaal gelijk aan het minimum vereist eigen vermogen. Het jaarresultaat zal toegevoegd of onttrokken worden aan de vereiste reserve zolang het maximum of het minimum niet bereikt is. In de statuten is geen bepaling omtrent de resultaatverdeling opgenomen.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 73
3
Gebeurtenissen na balansdatum
In verband met de financiële situatie van het pensioenfonds ultimo 2013 heeft het bestuur op 5 februari 2014 een korting van de pensioenen per 1 april 2014 vastgesteld van 1,4%. Deze korting is in de jaarcijfers 2013 verwerkt.
4
Toekomst pensioenfonds
De sociale partners zijn zowel in 2013 als in de eerste helft van 2014 in gesprek over de wijziging van de pensioenregeling en de toekomst van het pensioenfonds. De werkgevers hebben eind 2013 de uitvoeringsovereenkomst met het pensioenfonds pro forma opgezegd per 1 januari 2015. Dit naar aanleiding van het voornemen van de werkgevers om de pensioenregeling te gaan wijzigen. Het pensioenfonds heeft de werkgever gevraagd om het bestuur uiterlijk 1 juni 2014 te informeren over het wel/niet onderbrengen van de regeling per 1 januari 2015 bij een andere uitvoerder. Dit om tijdig bestuursbesluiten te kunnen nemen om de huidige opbouw eventueel elders onder te kunnen brengen. Wat betreft de toekomst van het pensioenfonds worden de volgende opties nog onderzocht: Behoud eigen pensioenfonds l De huidige opbouw onderbrengen bij het BPF ICK l De huidige opbouw onderbrengen bij een verzekeraar (buy-out) l De uitvoering van de pensioenregeling onderbrengen bij een Algemeen Pensioenfonds (Er is echter nog geen APF. l Dat zal eerst in een wetsvoorstel moeten worden uitgewerkt).
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 74
5
ACTUARIËLE VERKLARING
Opdracht Door Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland te 's Hertogenbosch is aan Mercer (Nederland) B.V. de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2013.
Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. De accountant van het pensioenfonds heeft mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid (materiële juistheid en volledigheid) van de basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeelsvorming van belang zijn.
Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt van de door mij beoordeelde berekeningen heb aanvaard. Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht: heb ik ondermeer onderzocht of de technische voorzieningen, het Minimaal Vereist Eigen Vermogen en het Vereist l Eigen Vermogen toereikend zijn vastgesteld en heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds. l Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen kan nakomen, mede in aanmerking nemend het financieel beleid van het pensioenfonds. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Koninklijk Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel.
Oordeel De technische voorzieningen zijn, in overeenstemming met de beschreven berekeningsregels en uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend vastgesteld. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum lager dan het wettelijk Vereist Eigen Vermogen, maar niet lager dan het wettelijk Minimaal Vereist Eigen Vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een reservetekort. Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet met uitzondering van artikel 132 lid 1 in verband met het geconstateerde reservetekort, en met uitzondering van artikel 137 in verband met het niet voldoen aan de consistentie-eis. Dit betekent ondermeer dat, voorzover ik heb kunnen nagaan, geen sprake is van een consistent geheel tussen de gewekte verwachtingen, de financiering en de realisatie van de voorwaardelijke toeslagen. De uitkomsten zijn voor Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland aanleiding de pensioenregeling en het toeslagverleningsbeleid in 2014 nader te bezien.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 75
Het pensioenfonds heeft het besluit genomen om de pensioenrechten en pensioenaanspraken per 1 april 2014 te zullen korten. Deze korting is in aanmerking genomen bij de vaststelling van de technische voorzieningen. De vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland is naar mijn mening niet voldoende, vanwege een reservetekort. Amstelveen, 4 juni 2014
Drs. E.L. van den Doel AAG verbonden aan Mercer (Nederland) B.V.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 76
6
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT
Aan: het bestuur van Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening over 2013 van Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland te 'sHertogenbosch gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de staat van baten en lasten over 2013 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het bestuursverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het inrichten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risicoinschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland per 31 december 2013 en van het saldo van baten en lasten over 2013 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Paragraaf ter benadrukking van aangelegenheden Wij vestigen de aandacht op pagina 21 van het bestuursverslag en pagina 56 van de jaarrekening, waarin het bestuur meldt besloten te hebben per 1 april 2014 over te gaan tot het korten van de opgebouwde aanspraken en rechten en waarin is toegelicht dat deze korting is verwerkt in deze jaarrekening. Deze situatie doet geen afbreuk aan ons oordeel.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 77
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Amstelveen, 4 juni 2014 KPMG Accountants N.V.
F.M. van den Wildenberg RA
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 78
G
BIJLAGEN
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 79
1
VERLOOPSTAAT DEELNEMERS 2013 Aantal
2012 Aantal
Aantal
Aantal
Deelnemers Stand vorig boekjaar Nieuwe toetredingen Ontslag met premievrije aanspraak Ingang pensioen Overlijden Andere oorzaken
1.314 69 -80 -9 -1 -
Stand einde boekjaar
1.432 77 -186 -6 -3
-21
-118
1.293
1.314
1.526
1.415
Gewezen deelnemers Stand vorig boekjaar Ontslag met premievrije aanspraak Waardeoverdrachten Ingang pensioen Overlijden Afkopen Andere oorzaken
80 -7 -13 -2 -24 -2
Stand einde boekjaar
186 -22 -2 -48 -3 32
111
1.558
1.526
231
209
Pensioengerechtigden Stand vorig boekjaar Ingang pensioen Overlijden Afloop Andere oorzaken
Stand einde boekjaar
31 -7 -1 -7
37 -9 1 -7 16
22
247
231
3.098
3.071
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Pensioenfonds Ricoh Nederland 80