Jaarbeeld De groei naar Carint. Carint, thuis in welzijn, wonen en zorg

Jaarbeeld 2001

De groei naar Carint

Carint, thuis in welzijn, wonen en zorg

Colofon Redactie en eindredactie Afdeling Communicatie en PR Fotografie Arthur Riet, Almelo Grafisch ontwerp FTP design, Hengelo Drukwerk Lulof druktechniek, Almelo

Carint Aletta Jacobslaan 55 Postbus 506 7550 AM Hengelo Telefoon (074) 367 70 00 Fax (074) 367 71 00 Internet www.carint.nl E-mail [email protected]

2

Voorwoord

“De krachten gebundeld” De naam Carint werd op 16 januari 2001 ten overstaan van vele externe en interne genodigden in het ExpoCenter te Hengelo onthuld. Op 15 december 2000 kwam Carint tot stand door een bestuurlijke fusie van drie stichtingen die al vele jaren lang steeds intensiever samenwerkten. Het betrof de Twentsche Hof, Thuiszorg Centraal Twente en de Stichting Zorgcentra Hengelo. Door dit samengaan ontstond een vitale combinatie in de zorgketen in Twente.


opgaan. Er ontstaan dan ‘lokale Carintgroepen’ in Borne, Delden, Diepenheim/Markelo, Goor, Hengelo West, Hengelo Zuidoost, Hengelo Noordoost en Noordoost Twente. Bovendien zal vanuit een vraaggericht perspectief de Carintgroep Cliëntenservice werken aan een optimale informatie- en adviesfunctie. Ook de toeleidingsfunctie, waarbinnen zaken als aanmelding, bemiddeling, indicatiestelling en toewijzing vallen, krijgt binnen deze Carintgroep Cliëntenservice gestalte.

In de loop van het jaar 2001 sloten zich nog een aantal organisaties bij Carint aan door middel van overdracht van het bestuur. Het betrof de Stichtingen Welzijn Ouderen in Borne, Diepenheim en Hengelo en de Stichting Welzijn Ouderen Woonzorgcentrum De Anholtskamp in Markelo. In de naam Carint, de samenvoeging van ‘Care’ en ‘Integraal’ is het belangrijkste streven van de combinatie vervat: het op maat van de cliënten geïntegreerd kunnen aanbieden van welzijn, woon en zorgdiensten in de totale care-keten. 2001 was het eerste jaar waarin Carint haar vleugels kon gaan beproeven. De krachten werden in dit jaar meer en meer samengebundeld in de zogenaamde ‘synchronisatiefase.’ Dit als aanloop naar de werkelijke integratie van de primaire diensten in de verschillende lokale gemeenschappen. In projectmatige zin vond integratie van primaire diensten in de afgelopen jaren in allerlei vormen plaats. Met het samengaan van de organisaties in Carint kunnen we op een meer fundamentele en veel eenvoudigere wijze welzijn, woon en zorgdiensten bieden die op lokaal niveau aansluiten bij de wensen en mogelijkheden van de cliënten.

Ton Swagerman: “Een vitale combinatie in de zorgketen in Twente”

In 2002 en 2003 vindt een fundamentele omslag plaats om ‘de opdracht van Carint’ vanuit een nieuwe organisatorische opzet te realiseren: mensen (cliënten) met behoud van hun autonomie in staat stellen de kwaliteit van hun bestaan zoveel mogelijk te bevorderen of te handhaven. Carint ziet het als haar opdracht ten behoeve daarvan in afstemming met belanghebbenden samenhangende diensten te leveren en te ontwikkelen op het gebied van welzijn, wonen en zorg. De Raad van Bestuur,

In dit jaarbeeld krijgt u een indruk van de organisaties zoals deze in 2001 nog onder hun oude namen binnen Carint opereerden. In de komende jaren zullen de vleugels een zodanige draagkracht ontwikkelen dat de oude organisaties geheel in de nieuwe lokale integrale opzet

Ton Swagerman Inez Sales Fred de Gruil


3

De aanleiding tot Carint

“Carint wil de keuze aan de cliënt laten” Fred de Gruil, lid van de Raad van Bestuur, kwam op een interessant moment ‘binnen’ bij Carint. “Het was de fase voorafgaand aan het definitieve besluit om samen één te worden”, legt hij uit. “Voor mij een uitdaging, omdat ik mede vorm mocht geven aan die nieuwe organisatie.” “De feitelijke aanleiding tot Carint? Nederland wordt zich langzaamaan bewust van de veranderingen op het gebied van ouderenzorg. Vroeger ging je op een bepaalde leeftijd als vanzelfsprekend in een bejaardencentrum wonen, nu beseffen we dat dit niet altijd de gewenste situatie is. Carint wil de keuze aan de cliënt laten. Zodat deze in zijn of haar eigen leefomgeving oud kan worden en onderdeel kan blijven uitmaken van onze maatschappij. Door het inzetten van medewerkers en met behulp van vrijwilligers en mantelzorgers kunnen we oudere cliënten in hun eigen leefomgeving van dienst zijn.”

Fred de Gruil

“Voorheen had je als cliënt met veel verschillende instanties te maken. Van thuiszorg naar bijvoorbeeld verpleeghuiszorg kwam je allerlei schotten tegen. Carint legt diensten op het gebied van welzijn, wonen en zorg op lokaal niveau bij één verantwoordelijke neer. Zo krijg je een optimale doorstroom van diensten binnen de gehele levenslijn. Carint is geen doel op zich, maar een middel om die visie op de maatschappelijke positie van ouderen te kunnen realiseren.”

4

De mooie resultaten van vele jaren praktische samenwerking op de werkvloer vormde de aanleiding tot het ontstaan van Carint. Projecten en experimenten bewezen in de praktijk de toegevoegde

De aan waarde voor de cliënten en zorgverleners. Nu moest de vervolgstap worden gezet om de samenhang en integratie in het hele werkgebied verder te bevorderen. Het doel was te komen tot een continuüm in de gehele (lokale) keten van welzijn, wonen en zorg.

Het beoogde resultaat is beter inspelen op de vraag van de cliënt door het: • bundelen van capaciteiten en kennis; • verbeteren van de informatie- en adviesvoorziening voor cliënten; • kunnen aanbieden van een grotere diversiteit van diensten (dienstverlening op maat); • reduceren van bureaucratische regelgeving (ontschotting); • beter inspelen op nieuwe vormen van financiering, waaronder de toename van persoonsgebonden en persoonsvolgende budgetten.


De bestuurlijke integratie is een feit Op 15 december 2000 kwam Carint tot stand door een bestuurlijke fusie van drie stichtingen die al jarenlang de krachten bundelden. Het betrof de Twentsche Hof, Thuiszorg Centraal Twente en de Stichting Zorgcentra Hengelo. In de loop van het jaar 2001 sloten zich nog een aantal organisaties bij Carint aan door middel van overdracht van het bestuur. Dat waren de Stichtingen Welzijn Ouderen in Borne, Diepenheim en Hengelo en de Stichting Welzijn Ouderen-Woonzorgcentrum Anholtskamp te Markelo. De bestuurlijke integratie vormt

leiding tot Carint de aanloop tot een ingrijpend reorganisatieproces, met als doel een compleet en samenhangend dienstenpakket te bieden binnen de lokale contexten.

De invulling van Carint De Raad van Bestuur stelde in de aanloop tot de bestuurlijke fusie een concept meerjarenbeleidplan op. Vervolgens werd dit concept tot diep in het middenkader besproken. Medewerkers werden gepeild en bevraagd

over het voorgenomen beleid. Ook stakeholders en belendende organisaties werden in deze oriëntatie betrokken. U treft de speerpunten van het beleidsplan aan in het hoofdstuk ‘Het beleid van Carint’. Uit de gesprekken bleek dat de beleidsambities op een breed draagvlak konden rekenen. De bevordering van de samenhang, een grotere vraaggerichtheid en het plan om lokale Carintgroepen te vormen viel in goede aarde. In het vroege voorjaar van 2001 wordt het Strategisch meerjarenbeleidplan 2001/2004 ‘Zo thuis mogelijk’ door de Raad van Bestuur vastgesteld en door de Raad van Toezicht goedgekeurd. Vanaf dat moment kon daadwerkelijk een begin worden gemaakt met het vormgeven van de nieuwe organisatie. In het jaar 2001 lag het zwaartepunt op het integreren van de ondersteunende diensten en processen en het voorbereiden van de reorganisatie van de primaire sectoren. In diverse projectgroepen onderzochten en bediscussieerden medewerkers uit alle deelnemende organisaties de mogelijkheden en de voorwaarden om het beleidsplan in de praktijk te gaan brengen. Een beeld daarvan wordt geschetst in de hoofdstukken ‘Beleid’ en ‘Ontwikkelingen’.

Welzijn betekent voor mij: “Gezondheid, geluk, tevredenheid en genieten van mijn gezin en omgeving. Welzijn is voor mij een goede balans tussen inspanning en ontspanning; zowel thuis als op mijn werk.” Herman Munster Zorgmanager verzorging


5

Het beleid van Carint

Het beleid van Carint De opdracht “Carint stelt mensen (cliënten) met behoud van hun autonomie in staat de kwaliteit van hun bestaan zoveel mogelijk te bevorderen of te handhaven. Carint ziet het als haar opdracht ten behoeve daarvan in afstemming met belanghebbenden samenhangende diensten te leveren en te ontwikkelen op het gebied van welzijn, wonen en zorg.”

Om deze opdracht goed uit te kunnen voeren zijn drie speerpunten vastgesteld: 1. De vernieuwing van het relatie-(cliënt)beheer. Carint streeft naar een verbetering van de toegankelijkheid, informatievoorziening, voorlichting en advies voor de cliënten. Dat gebeurt onder meer door middel van fysiek goed toegankelijke, plaatselijke entrees. En ook door telefonisch 24 uur per dag, zeven dagen per week bereikbaar te zijn via de Meld en Zorg Centrale. 2. Het maximaal faciliteren van cliënten in hun eigen leefomgeving, hun eigen thuis. Bij Carint kunnen cliënten, op grond van hun wensen en (financiële) mogelijkheden, allerlei welzijn, woon en zorgdiensten afnemen. Carint levert deze diensten via de locale Carintgroepen en door het betrekken van diensten van derden. 3. Een doeltreffend en motiverend medewerkerbeleid. Carint vindt het belangrijk om veel aandacht te besteden aan een uitgelezen medewerkerbeleid en eigentijdse arbeidsvoorwaarden. Carint wil een organisatie zijn waar mensen graag werken en trots op zijn. De na te streven werksfeer wordt gekenmerkt door: openheid, aandacht voor elkaar, waardering uitspreken voor wat goed gaat en het idee dat we van fouten kunnen leren. Diverse projectgroepen gingen in 2001 aan de slag om te onderzoeken wat de mogelijkheden en de voorwaarden zijn om het beleid van Carint in de praktijk te brengen. Een aantal voorbeelden:

6

• De projectgroep Visie deed een voorstel voor de Carint-visie van medewerkers, cliënten en vrijwilligers op welzijn, wonen en zorg. • De projectgroepen ‘Locale Carintgroepen’, ‘Carintgroep Centraal Twente’ en ‘Carintgroep Cliëntenservice’ gaven advies hoe de diensten van Carint zo lokaal mogelijk aangeboden kunnen worden. • De projectgroep Arbo onderzocht wat de inhoud moet zijn voor het Carint Arbobeleid en de staffunctie Arbo. • De projectgroep Huisartsenzorg in woonzorgcentra had als doel de relatie en de communicatie te verbeteren tussen de huisartsen en de woonzorgcentra in Hengelo. Tevens stelde de projectgroep een beleid op. • De projectgroep Kwaliteit bracht advies uit hoe de producten en diensten van Carint in overeenstemming gebracht kunnen worden met de wensen van de doelgroepen van Carint. • De projectgroep Persoonsgebonden budget onderzocht wat de ontwikkelingen zijn op het gebied van persoonsgebonden en persoonvolgende budgetten en wat de consequenties zijn voor Carint. • De projectgroep Communicatie en PR onderzocht wat de eisen zijn voor de PR van Carint.

Ontwikkelingen

Ontwikkelingen In 2001 is hard gewerkt aan het vormgeven van de basis van Carint. De ondersteunende


Welzijn betekent voor mij: “Het ervaren van voldoening in de eigen levenssituatie waarbij men in lichamelijk, geestelijk en materieel opzicht gelukkig is.” Annemie ter Brake Medewerker Meld en Zorg Centrale

diensten werden samengevoegd. Er ontstonden vier sectoren: Personeel en Opleidingen, Huisvesting en Facilitaire Zaken, Bedrijfseconomische en Administratieve Zaken, Concern Controlling en Informatie en Communicatie Technologie. Deze sectoren stellen zich in dit hoofdstuk aan u voor. Daarnaast zijn een aantal projecten afgerond. De conclusies van deze projectgroepen maken het beleid van Carint concreter en tastbaarder.

Afgeronde projecten Een heldere visie Veel tijd en aandacht is gestoken in het tot stand komen van een aansprekende visie op welzijn, wonen en zorg, om de filosofie van het ‘zo thuis mogelijk’ op grond van eigen inbreng en ervaringen tastbaar te maken voor medewerkers. Uit gesprekken met medewerkers, cliënten en vrijwilligers destilleert de projectgroep een breed gedragen, heldere visie. De visie is van toepassing op vier doelgroepen: • De cliënt en Carint: “Het welbevinden van de cliënt staat voorop, we gaan uit van de beleving van de cliënt. Omdat cliënten het liefst zo lang mogelijk thuis blijven wonen, biedt Carint een ‘zo thuis mogelijke’ woonomgeving. Onze cliënten behouden de regie over het eigen leven.” • De medewerker en Carint: “De medewerkers van Carint werken belevingsgericht. We staan voor een respectvolle, persoonlijke en individuele benadering van onze cliënten. De medewerkers zoeken zelfstandig een evenwicht tussen de vraag van de cliënt en hun eigen normen en waarden. Daarbij gaan onze mede-

werkers met de cliënt creatief op zoek naar de optimale oplossing of antwoord op de vraag, zowel binnen als buiten de grenzen van Carint.” • De vrijwilliger en Carint: “De vrijwilligers binnen Carint leveren hun onmisbare, aanvullende bijdrage, vanuit dezelfde gezamenlijke visie, respectvol, belevingsgericht en met aandacht voor de autonomie. Zij kunnen hierbij rekenen op professionele coördinatie en begeleiding vanuit de organisatie.” • De organisatie Carint: “Om een vraaggerichte organisatie te zijn is Carint: herkenbaar, bereikbaar en aanspreekbaar, kleurrijk, flexibel, open en betrokken, integraal gestuurd.”

Carint lokaal getint Totaal negen ‘projectgroepen Lokale Carintgroepen’ met een gelijke opdracht maar een verschillende lokale situatie, gingen tegelijkertijd van start. Bijzonder in dit traject was de onderlinge ‘kruisbestuiving’. De projectleiders waren verantwoordelijk voor een projectgroep in een ander deel van het werkgebied van Carint dan waar zij zelf als locatiedirecteur of unitmanager werkzaam zijn. In het vroege najaar van 2001 gaven zij een advies over De groei naar Carint

7

Ontwikkelingen

de verdere inhoudelijke invulling van de lokale Carintgroepen in de diverse dorpen en steden. Men kwam tot de de conclusie dat het een goede zaak is om de diensten in de lokale bedding te organiseren. Op deze manier sluit de dienstverlening aan op de plaatselijke cultuur en kunnen mensen zich thuis voelen bij Carint. De gebruiken en mogelijkheden verschillen immers per stadsdeel of dorp. Het werd duidelijk dat Carint vanaf 2003 uit de volgende Carintgroepen bestaat: Borne, Delden, Diepenheim/Markelo, Goor, Hengelo Noordoost, Hengelo Zuidoost, Hengelo West en Noordoost Twente (Oldenzaal, Weerselo, Ootmarsum en Denekamp).

Gerrit Heuver

In de zelfde periode brachten ook de projectgroep ‘Carintgroep Centraal Twente’ en ‘Carintgroep Cliëntenservice’ hun adviezen uit. Geconcludeerd werd dat regionale primaire diensten zoals Jeugdgezondheidszorg, Maatschappelijke Dienstverlening en de ledenorganisatie Gezondheid Service ook in de toekomst regionaal worden aangestuurd om versnippering van deze specifieke diensten te voorkomen. De Cliëntenservice wordt een specifieke Carintgroep die in het hele werkgebied zal zorgdragen voor informatie en advies aan (potentiële) cliënten en de toeleiding naar welzijn, woon en zorgdiensten. Dit door middel van lokale loketten en informatiepunten, 24-uurs telefonische bereikbaarheid, via huisbezoek en in de naaste toekomst ook via de interactieve website.

De vier sectoren stellen zich voor

Met de EAD’s en EAZ op weg

Aanpak en resultaat Heuver: “In het kader van de integratie van de verschillende economisch administratieve activiteiten hebben we ons als eerste gericht op het afstemmen van de jaarrekeningen, zodat ze door de Raad van Bestuur konden worden vastgesteld en door de Raad van Toezicht goedgekeurd. De jaarrekeningen zijn nog door de verschillende accountants gecontroleerd. Daarna hebben we voorbereidingen getroffen om voor Carint één accountant te selecteren. Na gedegen afwegingen is de keuze gevallen op KPMG. Een zelfde procedure is opgezet voor de selectie van de huisbankier. We hebben uiteindelijk voor twee naar BEAZ bankiers gekozen: de Rabobank en de ING.” De sector heeft een Carintbegroting gemaakt, waarin de kosten van de geïntegreerde sectoren en onderdelen zijn opgenomen. Tevens valt op dat met het ontstaan van Carint er ook administraties zijn overgekomen van stichtingen die voordien hun eigen administratie voerden, of dit aan derden hadden uitbesteed.

“Volop in ontwikkeling” Gerrit Heuver is directeur van de sector BEAZ, voluit Bedrijfseconomische en Administratieve Zaken. Ook voor deze sector geldt: volop in ontwikkeling. Gerrit: “Naast het uitvoeren van de reguliere taken hebben we enorm veel energie gestoken in het inhoudelijk en organisatorisch vormgeven van de sector BEAZ. Natuurlijk stond daarnaast het jaar ook voor ons in het teken van de euro. Door een goede voorbereiding heeft de invoering van de euro geen noemenswaardige problemen opgeleverd.”

8

Verder is de sector op basis van een eerste rapportage van de projectgroep BEAZ aan de slag gegaan om vorm te geven aan de structurering en personele invulling van de sector. Nadat het plan van aanpak werd goedgekeurd, zijn de voorbereidingen en de doorvoering van de integratieactiviteiten van de drie economisch administra-


tieve diensten voortvarend ter hand genomen. Door verschillende werkgroepen werden er onder meer inventarisaties gemaakt van de huidige werkwijzen en werden er functiebeschrijvingen voor de nieuwe organisatie opgesteld. Aan het eind van het jaar 2001 kon op basis daarvan een begin worden gemaakt met de benoeming van de BEAZ-medewerkers.

Betrokkenheid Heuver: “Door een brede deelname van de medewerkers in projecten werkgroepen en een goed overleg over de ideeën in overlegvormen hebben we iedereen zo veel mogelijk kunnen betrekken bij het ontwikkelingsproces. Daarnaast had iedereen inbreng in het cultuuronderzoek en zijn de resultaten daarvan binnen de totale groep besproken. De conclusies van dat onderzoek helpen ons zeker bij de verdere vormgeving van de sector. De goede en positieve inbreng van allen geeft vertrouwen voor de toekomst.“

hun capaciteit ligt. Op basis van deze gegevens hebben we bepaald dat de nieuwe organisatiestructuur van de sector CC & ICT zal bestaan uit drie delen: informatiemanagement, service en concern controlling. Toen de organisatiestructuur van onze sector vaststond, konden we verder met een inventarisatie van de aanwezige apparatuur. We hebben vervolgens gekozen voor de ‘Best in Town’ oplossing. Dat wil zeggen dat de beste software en apparatuur van alle Carintorganisaties tot ‘Carintstandaard’ is verheven. Als laatste hebben we de werkplekken voor de medewerkers gestandaardiseerd. Een ‘werkplek’ houdt in: dat wat de medewerker ter beschikking staat aan telefoon- en computernetwerk. Ook hierbij hebben we gekozen voor de ‘Best in Town’ oplossing. Als de nieuwe geïntegreerde welzijn, woon en zorgorganisatie van Carint straks operationeel is, heeft elke werknemer een uniforme werkplek ongeacht de locatie. Alle medewerkers kunnen intern met elkaar bellen en mailen en iedereen beschikt over dezelfde programmatuur.”

De groei naar Carint van de sector CC & ICT

“Snelle ontwikkelingen en veel mogelijkheden” Gerrit Droste is sectordirecteur CC & ICT, voluit Concern Controlling en Informatie en Communicatie Technologie. Aan het begin van 2001 kreeg hij van de Raad van Bestuur van Carint de opdracht om een integratieplan te maken. Droste: “Hierbij is tevens vastgesteld dat telefonie onder mijn sector valt en niet, zoals in het verleden gebruikelijk, onder de sector Facilitaire Zaken. Dat hebben we gedaan omdat de telefoonsystemen steeds meer geautomatiseerd zijn en er voor telefoon en intranet gebruik wordt gemaakt van dezelfde kabels.”

Uitvoering van het plan van aanpak vindt plaats in 2002, zodat de sector CC & ICT op 1 januari 2003 de Carintgroepen volgens het integratieplan kan ondersteunen.

Gerrit Droste

Aanpak en resultaat Gerrit Droste: “We moesten eerst een overzicht hebben van wat we allemaal in huis hebben. Daarom zijn we begonnen met een inventarisatie op drie terreinen: organisatie, apparatuur en werkplek. De inventarisatie van de organisatie hield in dat alle medewerkers konden aangeven welke werkzaamheden hun voorkeur hebben en waar De groei naar Carint

9

Ontwikkelingen

Betrokkenheid

Aanpak en resultaat

Gerrit Droste: “De omvang van de sector geeft veel mogelijkheden om recht te doen aan de persoonlijke voorkeur en capaciteit van de medewerkers. Met name in de ICT volgen de ontwikkelingen elkaar snel op. Dat stelt mijn medewerkers in staat die ontwikkelingen op de voet te volgen. We hebben allemaal erg veel zin om de sector CC & ICT in het jaar 2002/2003 daadwerkelijk neer te zetten.”

Er zijn veel functies samengevoegd, maar er was geen sprake van een echte integratie van de afdelingen van de partnerorganisaties. Guido Weber licht toe: “Alleen voor huisvesting was sprake van een echte integratie. Dat hebben we snel gerealiseerd. De facilitaire functies waren heel verschillend georganiseerd. De instellingen voor intramurale zorg hadden deze functies dicht bij de zorg georganiseerd. De thuiszorg had dit centraal geregeld.”

Carintdirecteuren denken mee over Huisvesting & Facilitaire Zaken

Er wordt onderzocht welke taken centraal en welke decentraal georganiseerd moeten worden. Weber: “We gaan dit samen met de Carintgroep-directeuren doen. Zij moeten aangeven wat ze willen afnemen en welke facilitaire diensten ze in hun eigen organisatie willen hebben. Het spel kan nu beginnen.”

“Het spel kan nu beginnen” Guido Weber

De keukens van de verpleeghuizen in Delden (St. Elisabeth en St. Jozef) en de Stichting Zorgcentra Services (in Hengelo) zijn nog niet samengegaan. “Carint wacht hiermee totdat de visie op voeding uitgekristaliseerd is en dan wordt er gekeken hoe de beide voedingsdiensten geïntegreerd kunnen worden”, vertelt de nieuwe wethouder van Hengelo.

Betrokkenheid

Huisvesting, civiele dienst, voeding, inkoop, post en overige facilitaire zaken zijn onder gebracht in de sector Vastgoed & Facilitaire Zaken. Guido Weber werd in december aangesteld als directeur. Tot mei 2002 gaf hij leiding aan deze sector. Vervolgens aanvaarde hij een nieuwe uitdaging op zakelijk vlak en werd wethouder in Hengelo. Carint heeft inmiddels een nieuwe directeur die de integratie op het gebied van huisvesting en facilitaire zaken afrondt.

10

In 2001 gingen diverse projecten werkgroepen aan de slag met de voorbereidingen. Iedere partnerorganisatie was vertegenwoordigd. “De spanning zat vooral bij de medewerkers van huisvesting,‘’ zegt Weber. “Daar was namelijk echt sprake van integratie. De andere functies zouden op korte termijn niet echt veranderen.” Volgens Weber merkte je duidelijk het verschil tussen de organisaties die al een aantal keren een fusie achter de rug hadden. “De medewerkers waren minder angstig, ze hadden meer vertrouwen.”


Personeel & Opleidingen maakt omslag

“Ook wij staan straks dicht bij onze klant” Zorg is mensenwerk. Voor Carint was dat de reden om de afdeling Personeel & Opleidingen een belangrijke plaats binnen de organisatie te geven. Pieter van Kempen is aangetrokken als interim-directeur van de afdeling Personeel & Opleidingen van Carint. Hij is verantwoordelijk voor het inrichten van de nieuwe afdeling en heeft duidelijk voor ogen waar het naar toe moet. “De kennis wordt gebundeld op centraal niveau, maar de adviseurs komen dicht bij de medewerkers te staan”, licht Van Kempen toe. Het personeelsbeleid van Carint krijgt een nieuwe dimensie, vertelt hij. “We bieden bij Carint geen banen, maar loopbanen.” Pieter van Kempen

ontwikkeld. Ons motto is: ‘dicht bij de klant’. De medewerkers die zich bezighouden met het personeelsbeheer hoeven fysiek niet dicht bij de medewerkers te zitten. De personeelsadviseurs juist wel. Zij zitten op de locaties en zijn goed bereikbaar en toegankelijk voor de personeelsleden van Carint.”

De verschillen tussen de personeelsafdelingen van De Twentsche Hof, Stichting Zorgcentra Hengelo en Thuiszorg Centraal Twente waren groot. “De personeelsfunctionarissen bij de intramurale zorg stonden fysiek al veel dichter bij de medewerkers. Daar konden ze zo even binnenlopen. De thuiszorgmedewerkers werken verspreid over de hele regio. De afstand tussen de personeelsfunctionarissen en de thuiszorgmedewerkers was daardoor fysiek veel groter.” Van Kempen noemt het ‘parttime aanwezigheid bij de diverse Carint-groepen, maar een fullsize betrokkenheid’.

Betrokkenheid De uitdagingen voor de afdelingen zijn groot. Van Kempen: “De medewerkers zijn zeer tevreden en we hebben onder de thuiszorgmedewerkers een heel laag ziekteverzuim. Hoe kunnen we dat behouden? En hoe zorgen we ervoor dat we voor zesduizend medewerkers, alfahulpen en vrijwilligers een aantrekkelijke werkgever zijn? De medewerkers van de afdeling Personeel & Organisatie stellen alles in het werk om het goede mee te nemen en voor een grote ‘klantenbinding’ te zorgen.”

“Zorg verlenen in een professionele organisatie is datgene bieden waar je cliënten niet meer zélf toe in staat zijn.” Gertjan Rupert Zorgmanager

Aanpak en resultaat De afdelingen Personeel & Opleidingen werkten in 2001 samen aan de voorbereidingen voor de integratie. Sinds januari 2002 is er één afdeling Personeel & Opleidingen voor heel Carint. Van Kempen: “We hebben in werkgroepen samen de organisatiestructuur van onze afdeling De groei naar Carint

11

Andere organisaties sluiten zich bij Carint aan

Belangrijke partners in de welzijnszorg zijn de stichtingen Welzijn Ouderen. De kernfunctie van de stichtingen Welzijn Ouderen is het geven van advies en informatie aan ouderen. Daarnaast doen de stichtingen onderzoek naar de leefomstandigheden en wensen van ouderen. Het is een belangrijke taak van de SWO’s om op grond hiervan samen met andere partijen verbeteringen en vernieuwingen te initiëren. In 2001 hebben de stichtingen Welzijn Ouderen Borne en Hengelo zich bij Carint aangesloten. Hoe dit proces zich voltrok leest u hier. Tevens ziet u in hoofdlijnen welke gebeurtenissen zich hebben voorgedaan bij deze stichtingen.

Andere organisaties sluiten zich bij Carint aan De Stichting Welzijn Ouderen Borne (SWOB) Al vele jaren participeert de SWO in Borne in vele samenwerkingsverbanden op het gebied van welzijn, wonen en zorg. In de afgelopen jaren is het bestuur van de Stichting Welzijn Ouderen Borne (SWOB) zich steeds meer bewust van de kwetsbaarheid die een kleinschalige onderneming met zich meebrengt. Er is daarom onderzocht of er op één of andere manier samengewerkt kon worden met een geschikte partner. Het beleid van Carint bleek uitstekend aan te sluiten bij de doelstelling van de SWOB. Daarom heeft de SWOB zich in maart 2001 bij Carint aangesloten. Hieronder zijn de belangrijkste gebeurtenissen in 2001 binnen de SWOB op een rij gezet; • De directeur nam afscheid en twee interim-managers namen waar tot de nieuwe directeur op 1 december 2001 in dienst trad.

12

• De SWOB nam deel aan het project wachtlijstbeheer. • De dienst personenalarmering is overgedragen aan de Meld en Zorg Centrale van Carint. • De informatie- en adviesfunctie kreeg gestalte in de nieuwe opzet van het zorgloket Borne. In 2002 zal dit loket verder gestalte krijgen. • De medewerkers hebben een cursus Word gevolgd. • De beleidsnotitie ‘Vrijwilligers’ is opgesteld. • Het vrijwilligersbestand is geautomatiseerd. • Omdat het jaar 2001 het jaar was van de vrijwilliger, zijn er veel extra activiteiten georganiseerd: - vrijwilligersmarkt; - goudkoortsavond; - oscaruitreiking aan een bijzondere vrijwilliger; - thema-avond signaleren; - theatervoorstelling dementie.


De Stichting Welzijn Ouderen Hengelo (SWOH) De Stichting Welzijn Ouderen Hengelo is een ondersteuning- en adviesbureau voor zelfstandig wonende ouderen in de gemeente Hengelo. De doelgroep waarop de SWOH zich richt is ouderen, mantelzorgers, vrijwilligers die met ouderen werken, organisaties die voor ouderen werken en de overheid. Het bestuur van de SWOH heeft zich reeds vanaf 1995 een uitgesproken voorstander getoond van samenwerking. In het najaar van 2000 heeft het bestuur laten onderzoeken of de SWOH met waarborging van eigenheid en functies kon en wilde participeren in het zich vormende concern Carint. De uitkomst van dit onderzoek was positief. Daarnaast zijn er veel overeenkomsten in de visie van beide organisaties. Daarom heeft de SWOH halverwege 2001 besloten tot Carint toe te treden. Dit besluit heeft bij ouderenorganisaties en gemeente vragen opgeroepen met betrekking tot de onafhankelijke advisering van ouderen door de SWOH binnen het verband van Carint. Men is bezorgd of de onafhankelijkheid en objectiviteit van advisering gewaarborgd is. Carint heeft gesteld zich periodiek extern te laten toetsen om zeker te zijn dat ouderen niet de dupe worden van een mogelijke belangenverstrengeling. De belangrijkste gebeurtenissen in 2001 binnen de SWOH op een rij: • De functie ouderenadviseur is geëvalueerd. • Er is een rapportage gemaakt van de huisbezoeken 2000-2001 in de wijken: Noord, Hengelose Es, Er is onderzoek gedaan naar de woonvriendelijkheid van de wijk Groot Driene. • Er is voor de tweede keer een onderzoek gehouden naar de woonvriendelijkheid van de wijk Hasseler Es. • In december 2001 is een nieuwe directeur in dienst getreden.

Toekomst Samenwerking Het kernwerkgebied van Carint is Midden en NoordoostTwente, ook wel bekend als Centraal-Twente. Vooralsnog kreeg de bestuurlijke fusie alleen in Midden-Twente gestalte. Maar ook in Noordoost Twente werken we nauw samen met partners in de zorgverlening, omdat Carint ketenvorming in het gehele werkgebied voorstaat. In het algemeen stellen wij ons tot doel: het bevorderen van een effectief samenspel met relevante partners in het werkgebied zoals gemeenten, huisartsen, ziekenhuizen, GGZ, woningcorporaties en anderen. Tevens zien wij het tot onze taak om deel te nemen aan de beleidsontwikkeling van relevante instanties zoals het Zorgkantoor Twente/Amicon, Patiënten/Consumentenorganisaties, Provincie, Gemeenten en Brancheorganisaties.

Organisatie In 2002 worden de Carintgroepen gevormd, die vanaf 2003 operationeel zullen zijn. Doel is dat de Carintgroepen straks per (deel)gemeente zowel welzijnszorg als thuiszorg, verzorgingshuis- en verpleeghuiszorg, alsmede allerlei tussenvormen aanbieden. Dat betekent dat op dat moment de daadwerkelijke integratie en vervlechting van de primaire processen plaatsvindt. Deze integratie zal met een zorgvuldige procesvoering vooral plaatsvinden op de raakvlakken van welzijn, wonen en zorg. Niet alle functies zullen daarom in dezelfde mate met veranderingen te maken krijgen.

Mijn visie op wonen: “Ik vind het belangrijk dat een bewoner van een woon- of woonzorgcomplex van Carint zelf de verantwoordelijkheid draagt voor zijn leven, en daar zelf ook richting en inhoud aan geeft. Medewerkers ondersteunen de bewoner in zaken die hij of zij zelf niet kan.” Carla Hemel-Prinsen Inhuisconsulent, wachtlijstservice en casemanagement


13

Stichting Welzijn Ouderen - Woonzorgcentrum Anholtskamp en Stichting Welzijn Ouderen Diepenheim

Alouis Otten, locatiedirecteur van Woonzorgcentrum De Anholtskamp, Markelo

“Welzijn staat bij mij op de eerste plaats” “Het jaar 2001 was voor Stichting Welzijn Ouderen Woonzorgcentrum De Anholtskamp en de Stichting Welzijn Ouderen Diepenheim een belangrijk jaar. Per 1 juni zijn we overgegaan naar Carint. Er is in de afgelopen twee jaar veel gebeurd: eind 2000 de samenwerking met de Stichting Twinta en medio 2001 de fusie met Carint. Bij deze processen ben ik persoonlijk nauw betrokken geweest. Het verwoorden van de visie van Carint op welzijn, wonen en zorg vond ik een goed proces. Nu staat op papier wat onze medewerkers al jaren in de vingers hebben. Voordat de fusie een feit was, werkten de medewerkers van alle Carintorganisaties al op één lijn op het gebied van welzijn, wonen en zorg. Door de samensmelting van de fuserende organisaties wordt de visie door heel Carint gedragen. Door Carint ontstaat een verbreding in regionaal verband. In de visie staat naar mijn mening welzijn voorop. Wonen en zorg hebben hier direct mee te maken. Welzijn is welbevinden en zeer persoonlijk. De participatie van de cliënt staat bij welzijn op de eerste plaats. Om in de vraag te kunnen voorzien is het belangrijk dat we de cliënt erbij betrekken. Samen met de cliënt gaan we na wat de mogelijkheden zijn en samen beoordelen we wat hij of zij zelf kan doen. Het behouden van de eigen autonomie is voor mij hierbij het uitgangspunt.”

14

DE STICHTING WELZIJN OUDEREN - WOONZORGCENTRUM DE ANHOLTSKAMP DIEPENHEIM

EN

STICHTING WELZIJN OUDEREN

ZIJN TWEE AFZONDERLIJKE STICHTINGEN, DIE

ECHTER IN ORGANISATIE EN UITVOERING VAN VERSCHILLENDE DIENSTEN NAUW MET ELKAAR SAMENWERKEN. STICHTINGEN WERKEN

35

BIJ

DEZE

MEDEWERKERS.

M ARKELO - D IEPEN Woonzorgcentrum Anholtskamp Het ouderenwerk in Markelo is in het midden van de zeventiger jaren ontstaan vanuit een dienstencentrum voor ouderen en heeft zich in de loop der jaren sterk ontwikkeld. Inbreng van ouderen zelf en vrijwilligers was daarin kenmerkend. Tevens groeide een nauwe samenwerking met lokale dienstverleners op het gebied van welzijn en zorg. In 1990 werd het woonzorgcentrum De Anholtskamp gerealiseerd, dat inmiddels is uitgegroeid tot tweeënveertig aanleunwoningen en een multifunctionele ruimte waar zeven dagen per week dagverzorging wordt aangeboden. Er zijn verschillende bouwplannen waaronder het realiseren van twaalf appartementen voor ouderen met psychogeriatrische problematiek en vijf ambulante plaatsen voor somatiek. Woonzorgcentrum De Anholtskamp is een totaalvoorziening waar welzijn, wonen en zorg wordt aangeboden. Kenmerkend is een goede toegankelijkheid, bereikbaarheid en herkenbaarheid. De Anholtskamp is geïntegreerd in de lokale samenleving en vindt daarin een belangrijke basis.


Stichting Welzijn Ouderen Diepenheim Het ouderenwerk in Diepenheim is in eerste instantie vooral in samenwerking met de gemeente ontwikkeld. Daarbij werden voorwaarden gecreëerd voor een sociale woonomgeving in Diepenheim. Met de totstandkoming van het complex werden ook de samenwerkingsrelaties met zowel Thuiszorg Centraal Twente, Woonzorgcentrum De Stoevelaar, de Woningstichting Diepenheim-Markelo en de Stichting Welzijn Ouderen Diepenheim hechter. Het resultaat werd een schitterende woonvoorziening voor ouderen, met tweeëntwintig seniorenwoningen, een ontmoetingscentrum en een appartement voor kortdurend verblijf. Tevens heeft Thuiszorg Centraal Twente haar kantoren en werkruimten ondergebracht bij de Stichting Welzijn Ouderen Diepenheim.

Verschillende vormen van subsidiëring en fondswerving en efficiënt omgaan met deze middelen maken het mogelijk om tot een breed aanbod van activiteiten en diensten en goede (financiële) resultaten te komen. Voor een goed gemeentelijk ouderenbeleid in Diepenheim en Markelo is samenwerking en Markelo-Diepenheim betrokkenheid van de gemeente dan ook een gunstige voorwaarde. Samenwerking is ook een belangrijke basis gebleken bij het realiseren van goede verbindingen in de keten van welzijn, wonen en zorg. Het is tevens een belangrijk uitgangspunt om vraaggericht werken goed gestalte te geven.

HEIM


15

Stichting Welzijn Ouderen - Woonzorgcentrum Anholtskamp en Stichting Welzijn Ouderen Diepenheim

Algemeen Het jaar 2001 was een historisch jaar voor het ouderenwerk in Markelo. Vanaf 1 juni 2001 werd de bestuurlijke bevoegdheid en verantwoordelijkheid overgedragen aan Carint. Hiermee werd een periode van lokaal bestuur afgesloten en sluiten we aan bij een groter regionaal verband. Om de lokale verbondenheid te waarborgen zijn er in Markelo en Diepenheim lokale klankbordgroepen ingesteld. Van daaruit worden signalen en adviezen naar voren gebracht, die voor een verdere (beleids-)ontwikkeling van belang zijn. De integratie met de stichting Carint biedt perspectief om te komen tot een inhoudelijke meerwaarde. Daarnaast ontstaat er eveneens een organisatorische meerwaarde, waarbij gebruik gemaakt kan worden van specifieke deskundigheden en kwaliteiten. De driehonderd vrijwilligers van het ouderenwerk hebben van de Hof van Twente Markelo-Diepenheim de Vrijwilligersprijs 2001 ontvangen.

Continuïteit van dienstverlening Het integratieproces, waaronder het inbedden in Carintverband van de Stichting Welzijn Ouderen Woonzorgcentrum Anholtskamp en de Stichting Welzijn Ouderen Diepenheim en het structureren van de Carintgroep Markelo-Diepenheim, vraagt de nodige tijd en inzet van alle geledingen. Daarbij vinden wij het belangrijk dat de continuïteit van dienstverlening behouden blijft, zowel

16

in kwalitatieve als kwantitatieve zin. Ook de veranderende omgeving, zoals de herindeling van de gemeente tot de Hof van Twente, heeft effecten op de continuïteit van het ouderenwerk in Markelo en Diepenheim. Voor wat betreft het jaar 2001 en 2002 worden het gemeentelijk ouderenbeleid en de daaraan gekoppelde subsidieafspraken voor welzijn ouderen gecontinueerd.

Toenemende vraag De vraag naar genoemde diensten is ook dit jaar toegenomen en middelen voor verkorten van wachtlijsten hebben vooralsnog niet geleid tot het gewenste resultaat. Er is nog steeds een wachtlijst voor de verzorgingsappartementen en de aanleunwoningen. Er zijn plannen voor verpleeghuiszorg binnen de Anholtskamp, het verplaatsen van verzorgingshuiszorg naar de aanleunwoningen en het realiseren van een nieuw complex, waarbinnen verzorging en verpleging ‘zo thuis mogelijk’ geboden kan worden. Op het gebied van welzijn, wonen en zorg zijn er in Markelo en Diepenheim verschillende diensten:

Welzijn • Een steunpunt mantelzorg, in overleg met de SWO’s en de Vrijwillige Oppas en Thuishulp Twente (VOTT). • Een klussendienst, mede op initiatief van de gemeente en SWO Goor en in samenwerking met SWO Diepenheim en Markelo.


• De personenalarmering is overgezet naar de Meld en Zorg Centrale van Carint. Het interne hulpoproepsysteem is tegelijkertijd met de telefooncentrale vernieuwd. • Computercursussen voor ouderen. • Een Jeu de Boule baan, aangeboden door de Stichting Vrienden van de Anholtskamp. • De ontmoetingsruimte is opgeknapt.

start kunnen gaan. Het project is bedoeld voor de gehele Hof van Twente.

Kortdurend verblijf In het woonzorgcentrum zijn twee appartementen beschikbaar voor kortdurend verblijf. Hiervan werd gedurende 531 dagen (72% bezetting) gebruikt gemaakt.

Personeel en organisatie Wonen • Door een hevige stortbui raakten in juni zeven aanleunwoningen onder (riool-)water. Het noodplan en een daaropvolgend actieplan heeft de problemen effectief opgelost. Inmiddels zijn in overleg met gemeente en Woonzorg Nederland maatregelen getroffen om herhaling te voorkomen.

Zorg Intramurale zorgen dienstverlening • In de verzorgingsappartementen is extra begeleiding geboden (overbruggingszorg). • Plannen voor een “huiskamerproject” c.q. “individuele of groepsgerichte begeleiding/ondersteuning” van bewoners zijn in ontwikkeling. • De eerste etage van het verzorgingshuisgedeelte is aangepast zodat bewoners met een psychogeriatrische indicatie daar kunnen wonen. • Een protocol ‘farmaceutische zorg’ is vastgesteld. Tevens is het ‘geneesmiddelen-verdeelsysteem’ gewijzigd.

In het verslagjaar is het FWG 3.0 traject afgerond, voor wat betreft de functiebeschrijvingen en functieindelingen. Dit heeft geleid tot extra personeelskosten. De personele organisatie is zo veel mogelijk aangepast aan de toenemende vraag naar bovengenoemde diensten. Naast de invulling van de functie van ouderenadviseur zal er in 2002 overdag ook een permanente bemensing komen van de receptie. Deze functie bevat ook administratieve en ondersteunende (facilitaire) werkzaamheden, waardoor binnen andere functies taakverlichting ontstaat. Alouis Otten Locatiedirecteur

Dagverzorging • Het aantal dagen dagverzorging is toegenomen tot zeven dagen in de week in Woonzorgcentrum De Anholtskamp in Markelo en drie dagen bij Stichting Welzijn Ouderen in Diepenheim. Naast medewerkers dagverzorging zijn er veel vrijwilligers betrokken bij de verschillende werkzaamheden. Voor wat het vervoer en begeleiding betreft is er een goede samenwerking met het Rode Kruis, afdeling Markelo. Financiële bijdragen voor het vervangen van de bus zijn beschikbaar gesteld door verschillende particuliere ondernemingen en fondsen, waaronder de Stichting Vrienden van De Anholtskamp. • Plannen voor een dagverzorging op een actief agrarisch bedrijf, project “met zorg de boer op”, worden uitgewerkt. Dit project zal 1 mei 2002 onder meer door garantiestelling vanuit de Stichting Carint van

“Het verlenen van zorg aan cliënten en het begeleiden van cliënten en de mantelzorg is mijn werk. De diversiteit aan zorgvragen en de organisatie en coördinatie die dat met zich meebrengt, zijn aspecten die mijn werk interessant maken.” Cindy Gerrits Wijkverpleegkundige


17

De Twentsche Hof

DE TWENTSCHE HOF 2000

IS EEN STICHTING DIE OP

1

JANUARI

TOT STAND KWAM DOOR EEN FUSIE VAN HET

VERPLEEGHUIS

ST. ELISABETH,

ST. JOZEF

DE JAN LUCASKAMP

EN

DE VERZORGINGSHUIZEN IN

DELDEN

EN HET

Stichting De Twentsche Hof heeft een breed zorgen dienstenaanbod: • verzorgingshuiszorg; • meerzorg; • alarmering met zorgopvolging; • dagverzorging (somatiek en psychogeriatrie); • dagbehandeling (somatiek en psychogeriatrie); • verpleeghuiszorg (somatiek en psychogeriatrie).

WOONZORGCENTRUM DE STOEVELAAR IN GOOR. DE ORGANISATIE KENMERKT ZICH DOOR EEN GEÏNTEGREERD ZORGAANBOD EN RICHT ZICH OP OUDEREN MET EEN WELZIJN-, WOON- EN ZORGVRAAG.

DE TWENTSCHE HOF

HEEFT ZICH ONDER MEER

TOEGELEGD OP INNOVATIE OP HET GEBIED VAN PSYCHOGERIATRISCHE

BELEVINGSGERICHTE

TWENTSCHE HOF

De Twentsche Hof

De hoofdfuncties binnen de verpleeghuiszorg zijn: diagnostiek en screening, reactivering, chronische zorg en bijzondere zorg. De Twentsche Hof beschikt over een eigen voedingsdienst, volledig toegerust met moderne faciliteiten.

WERKEN RUIM

800

ZORG.

BIJ

MEDEWERKERS.

DE

De • • • • •

S TICHTING D E T WENTSCHE H OF • • • •

18

Twentsche Hof omvat: Woonzorgcentrum St. Elisabeth, Delden; Woonzorgcentrum St. Jozef, Delden; Woonzorgcentrum De Jan Lucaskamp, Delden; Dagbehandeling Twickeler Es, Delden; Wooncentrum De Klokkenkamp, Delden;

Dagverzorging ’n Kuierhook, Delden; Woonzorgcentrum De Stoevelaar, Goor; Wooncentrum, Hengevelde; Diverse meerzorg- en dagvoorzieningen in de regio.


Woonzorgcentrum St. Elisabeth

Monique Simons, locatiedirecteur van woonzorgcentrum St. Elisabeth, Delden

Algemeen

“We kijken naar het referentiekader van de cliënt”

Er is in het afgelopen jaar het nodige veranderd. Om in de naamgeving van het complex de missie van Carint tot uitdrukking te laten komen, is vanaf eind 2001 de term Verpleeghuis St. Elisabeth niet meer in gebruik. Op die wijze wordt gestalte gegeven aan het integrale aanbod van producten, diensten & services. Als gevolg van de ontwikkelingen op weg naar een Carintgroep in Delden zijn we gestart met een wijziging in de structuur van de organisatie, waarbij de verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor een groot deel liggen bij het managementteam van de locatie.

“Bij de visie van Carint op welzijn, wonen en zorg komen een tweetal gedachten in me op. Op de eerste plaats blijkt dat, wanneer de visie wordt vertaald naar het dagelijkse handelen, medewerkers al voor een groot deel volgens de visie werken. Het is een handelswijze die medewerkers in zich hebben wanneer ze in de gezondheidszorg gaan werken.

Zorgvisie We hebben in het jaar 2001 veel aandacht besteed aan het vormgeven en implementeren van de zorgvisie. We kunnen daarbij stellen dat de visie alom bekend is en leidraad vormt in het dagelijks handelen. In het licht van de visie zijn in samenwerking met anderen een aantal projecten gestart of gecontinueerd. Te denken valt hierbij aan projecten voor cliënten met een specifieke vraag op het gebied van neurologische aandoeningen, psychogeriatrische problematiek of orthopedische vragen. Doel van deze samenwerkingsprojecten is enerzijds het verbreden en uitwisselen van kennis, anderzijds het snel en adequaat inspelen op de vraag van de cliënt.

Scholing en Opleiding De opleiding van Verzorgende Individuele Gezondheidszorg middels de beroepsbegeleidende leerweg is, zij het met minder kandidaten vanwege de arbeidsmarktproblematiek, gecontinueerd. In december is in een variant hierop gestart met het opleiden van ‘volwassenen’. De volgende cursussen zijn op grote schaal gevolgd: • Geautomatiseerd zorgdossier; • Bedrijfshulpverleningssysteem; • Zorgcoördinatoren; • ‘Omgaan met feedback’.

Automatisering De projectgroep Geautomatiseerd Individueel Zorgplan heeft een voortvarende start gemaakt.

De tweede gedachte die in me opkomt is dat, voor het bedrijfsonderdeel waarvoor ik spreek, de oorsprong ligt in de zorg. Natuurlijk ging de aandacht ook uit naar welzijn en wonen, maar de nadruk lag op het zorgaspect. Hierin hebben we de laatste jaren veel ontwikkelingen gezien. Naast de zorg wordt steeds meer welzijn aangeboden, omdat we diverse ondersteunende en begeleidende diensten ontwikkelen. Het is goed dat we die omslag al voor een deel gemaakt hebben. Maar we zouden nog meer dan nu het geval is moeten redeneren vanuit de gedachte waar iemand vandaan komt. Wat is het referentiekader van de cliënt? Wat zijn de gedachten, gewoonten en wat is de levensloop van de cliënt en welke vraag heeft hij of zij op basis hiervan? Medewerkers moeten worden geholpen om deze slag te maken. Zo kom je tot de kern van hetgeen mij in mijn werk drijft; de medewerker. Zonder medewerkers krijgen we de visie op welzijn, wonen en zorg niet in het dagelijkse handelen ingevoerd. Hierin kun je als organisatie niet genoeg investeren.”


19

De Twentsche Hof

Cliënten

De Twentsche

20

In samenwerking met anderen, waaronder het Streekziekenhuis Midden Twente, Thuiszorg, Mediant en Trivium, denken we kritisch na over de wijze waarop vraagsturing in het perspectief van 24-uurs zorg kan worden vormgegeven. In dit verband zijn projecten gestart of gecontinueerd op het vlak van neurorevalidatie, orthopedie, begeleiding en ondersteuning van mantelzorgers en ongeplande zorg & alarmering. Binnen de vakgroep fysiotherapie is een start gemaakt met een project ‘Fysiofitness’, dat begeleiding en behandeling biedt aan cliënten zowel Hof binnen als buiten de muren. Vanuit de vakgroep Ergotherapie heeft het project Extramurale Ergotherapie een flinke impuls gekregen. In het jaar 2001 is daarbij met name aandacht besteed aan het opzetten van het aanbod, het geven van bekendheid en de afstemming met partijen en verwijzers. Binnen de dagbehandeling (zowel de somatische als de psychogeriatrische) zijn we erin geslaagd om een uitbreiding van veertien naar eenentwintig plaatsen in het kader van het ‘boter-bij-de-vis-model’ te realiseren. Vanwege interne verbouwingen is de dagbehandeling somatiek gedurende de laatste maanden gehuisvest geweest in de zorgboerderij in Ambt Delden.

Personeel Op het gebied van beleid voor medewerkers is veel in gang gezet en ook afgerond. Zoals bijvoorbeeld regelingen op het gebied van bijzondere gebeurtenissen, werving en selectie, werken in deeltijd en procedures op het gebied van werving en selectie en meldingen ongevallen van medewerkers. We hebben veel tijd en energie besteed aan het geven van informatie en het voeren van gesprekken in het kader van FWG 3.0. Van nagenoeg alle functies zijn de concept functieomschrijvingen gereed en is deze eerste versie besproken met betrokkenen. Het project Zorgformat is gecontinueerd waarbij met name aandacht is besteed aan het vertalen van de wensen en effecten voor de begroting van het kalenderjaar 2002. Er is een expositie gehouden van kunstwerken, gemaakt door medewerkers. Een aantal van deze kunstwerken heeft inmiddels een permanente plaats in het gebouw gekregen.

Financieel beleid Het financieel beleid van de afgelopen jaren is er steeds op gericht geweest de financiële situatie minimaal te handhaven en daar waar mogelijk te verbeteren. Om deze beleidsdoelstelling te halen is door leiding-


gevenden een behoorlijke inspanning geleverd. De combinatie van toenemende behoefte bij cliënten aan wonen, welzijn en zorg, de heersende arbeidsmarktproblematiek en mutaties in de personele sfeer, hebben de bewaking van budgetten hier en daar behoorlijk onder druk gezet. We hebben met name geïnvesteerd in de aanschaf van til- en hulpmiddelen en vervanging van een deel van de bedden.

Ontwikkelingen Tengevolge van de vorming van Carint en de Carintgroepen hebben we in samenwerking met de medewerkers een start gemaakt met een verandering van zowel de organisatie zelf als de cultuur die erin heerst. Met name het ‘over de eigen grens heen kijken’ heeft veel aandacht gekregen. In de vorm van diverse projecten hebben we samen met de collega’s van de beide verzorgingshuizen en de thuiszorg gewerkt aan het realiseren van doelstellingen en/of opdrachten. Zoals bijvoorbeeld Zorgformat, de gedeelde verantwoordelijkheid voor de coördinatie en inzet van medewerkers uit het zogenoemde reserveteam, een gezamenlijke beleidsdag en het voeren van overleg inzake gezamenlijke activiteiten. Monique Simons Locatiedirecteur

Verzorgingshuizen St. Jozef en de Jan Lucaskamp Integratie verzorgingshuizen De beide verzorgingshuizen in Delden, St. Jozef en de Jan Lucaskamp, zijn in 2001 verder naar elkaar toe gegroeid, ter voorbereiding op de verhuizing naar één verzorgingshuis in 2002 en 2003. De totale capaciteit van het nieuwe verzorgingshuis bedraagt 77 plaatsen. Omdat de huidige capaciteit van beide huizen samen 122 plaatsen is, was een opnamestop onvermijdelijk. Onder druk van wachtlijstproblematiek is na enige tijd besloten de opnamestop voor de Jan Lucaskamp op te heffen. De Jan Lucaskamp stroomt weer vol. Voor de ongeveer twintig bewoners die als gevolg hiervan niet naar het nieuwe verzorgingshuis kunnen verhuizen,

Welbevinden: “Zomaar een bewoner in een woonzorgcentrum, met allerlei aanpassingen en ondersteuning. Hij zit tegenover een vrijwilliger, tussen hen een schaakbord, dan pas voelt hij zich thuis.” Ria Smeenk Zorgmanager

wordt met de nieuwe eigenaar van de Jan Lucaskamp, de Woningbouwvereniging Stad Delden, naar een passende oplossing gezocht.

Nieuwbouw De bouw van het nieuwe verzorgingshuis ging in mei 2001 van start. In december zijn de eerste twaalf nieuwe appartementen opgeleverd. Ruime, luxe tweekamerappartementen van vijftig vierkante meter. Het bouwtraject loopt in nauwe samenwerking tussen de bouwers en een gebruikersplatform waardoor de inbreng van de toekomstige gebruikers van het gebouw, de bewoners en de personeelsleden, gewaarborgd is. Bij het verzorgingshuis wordt tevens een nieuwe kapel gebouwd. Deze kapel is voor de bewoners van het verzorgingshuis, het verpleeghuis en ook voor de inwoners van Delden.

Zorgformat Het personeel van de beide verzorgingshuizen heeft veel energie gestoken in Zorgformat. Dit is een computerprogramma dat de medewerkers begeleidt bij het uitwerken De groei naar Carint

21

De Twentsche Hof

Erik Boerkamp, locatiedirecteur van woonzorgcentra St. Jozef en De Jan Lucaskamp, Delden

“De visie komt tot leven”

van een zorgorganisatie voor het nieuwe verzorgingshuis. Vanuit een analyse van de huidige zorgvraag in de beide huizen en het huidige zorgaanbod, aangevuld met een inschatting van de toekomstige vraag van bewoners, wordt een nieuwe personeelsorganisatie geformeerd. De inventariserende stappen van Zorgformat zijn in 2001 afgerond.

Groene Lijst “De visie van Carint op welzijn, wonen en zorg begint voor mij steeds meer te leven. Wat in het begin met name theoretisch ingevuld werd, heeft nu in de praktijk meer vorm gekregen. De discussies met cliënten, medewerkers en andere belanghebbenden bevestigen dat de inhoud van de visie juist is. Ik vind het een consistente en logische visie.

Ten aanzien van de zorgen dienstverlening aan de bewoners van de beide verzorgingshuizen heeft de publicatie van het College Voor Zorgverzekeringen “Daar kun u op rekenen in het verzorgingshuis“ voor duidelijkheid gezorgd. In nauwe samenwerking met de cliëntenraden is de zorgen dienstverlening geëvalueerd. Hieruit blijkt dat de verzorginghuizen in Delden door de bank genomen voldeden aan de zogenaamde “Groene Lijst”. Naar aanleiding van de lijst is met name de regeling waskosten voor bewoners aangepast en wordt het schoonmaakprogramma herzien.

FWG 3.0 Voor de personeelsleden zijn in 2001 functiebeschrijvingen opgesteld in het kader van de Functie Waardering Gezondheidszorg. Met als peildatum 1 januari 2001 zullen vervolgens alle functies in 2002 wordt ingedeeld in de nieuwe FWG-systematiek.

Risico Inventarisatie en Evaluatie

De cliënt komt bij ons met een complexe vraag, waarin alle aspecten van welzijn, wonen en zorg voorkomen. Door de toename van de vergrijzing neemt de vraag naar de diensten toe. Anderzijds neemt voor cliënten de mogelijkheid af om zelf de regie over het leven te voeren. Dit doet een groot appèl op Carint voor wat betreft het dienstenaanbod. Onze visie richt zich op het zo goed mogelijk aanbieden van welzijn, wonen en zorg. Het is onze taak te zorgen voor het welbevinden en een goede woonomgeving aan te bieden. Door de vraag op deze wijze in te vullen, proberen we de zorgvraag zo lang mogelijk uit te stellen.“

22

In het kader van de wet op de arbeidsomstandigheden (ARBO) vond in de verzorgingshuizen een Risico Inventarisatie en Evaluatie plaats. Dit onderzoek heeft een aantal omstandigheden aan het licht gebracht die om verbetering vragen. De onderwerpen die met de hoogste prioriteit zijn aangepakt zijn de bedrijfshulpverlening, het markeren en vrijhouden van vluchtwegen en het aanpassen van computerwerkplekken.

Scholing Mediant, organisatie voor Geestelijke Gezondheidszorg, heeft voor alle medewerkers in de zorg een cursus verzorgd, gericht op het omgaan met ouderen met psychiatrische problematiek. Deze problematiek neemt binnen de verzorgingshuizen toe.


Kortdurend verblijf Een functie van het verzorgingshuis die in 2001 een vogelvlucht heeft genomen is die van kortdurend verblijf. Vier kamers binnen de Jan Lucaskamp zijn gereserveerd voor ouderen die tijdelijk verzorgingshuiszorg nodig hebben. Was de bezetting van deze kamers in 2000 ongeveer 40%, in 2001 haalden we een bezettingsgraad van boven de 80% . Met deze functie voorzien de verzorgingshuizen in Delden in de toenemende wens van ouderen om zo lang mogelijk thuis te blijven wonen.

Samenwerking met de thuiszorg Gestimuleerd door de ontwikkeling van Carint en om een antwoord te hebben op de alsmaar toenemende complexiteit van de zorgvraag in de verzorgingshuizen, hebben we de samenwerking met de thuiszorg naar een hoog plan getild. Medewerkers van de thuiszorg zijn vaak in het verzorgingshuis actief geweest om met name bewoners met een verpleeghuisindicatie goede overbruggingszorg te kunnen bieden.

Externe activiteiten

bedrijfsplan op te zetten. Grootste knelpunt blijkt de financiering rond te krijgen binnen de huidige weten regelgeving.

Wachtlijstoverleg De gezamenlijke zorgaanbieders in Delden zijn gestart met een lokaal wachtlijstoverleg. Doel van dit overleg is om voor cliënten die op een wachtlijst staan een passend zorgaanbod (bijvoorbeeld een plaats in een verzorgingshuis), overbruggingszorg te regelen. Dit voorkomt dat dergelijke cliënten tussen wal en schip raken.

De Twentsche Hof

Lustrum Dagopvang De dagopvang in het Wooncentrum in Hengevelde en de dagopvang in Woonzorgcentrum St. Jozef vierden hun tweede lustrum. Begonnen als kleine initiatieven, zijn de beide voorzieningen uitgegroeid tot een belangrijke schakel in de keten van welzijn-, woon- en zorgvoorzieningen voor ouderen in Delden en omgeving. Door de dagopvang te bezoeken wordt het voor de cliënten mogelijk om langer te blijven functioneren in hun eigen woonomgeving.

Zorgboerderij In de hoop een woonzorgboerderij te kunnen realiseren voor acht tot tien verzorgings- of verplegingsbehoeftige cliënten met hun partners, heeft Carint een boerderij aangekocht buiten Stad Delden. In 2001 wordt vooral getracht een sluitend

Erik Boerkamp Locatiedirecteur


23

De Twentsche Hof

Woonzorgcentrum De Stoevelaar Algemeen

De Twentsche

In het afgelopen jaar zijn verschillende zaken aan de orde gekomen. De ontwikkeling van civiele zaken binnen onze locatie heeft geleid tot het aanstellen van een manager. Mede hierdoor heeft vooral de restauratieve dienst zich weten te ontwikkelen. Ook de samenwerking met de keuken is verbeterd. Tevens is de kwaliteit van de keuken, naar het oordeel van onze cliënten en personeel, sterk verbeterd. Er zijn een aantal inbraken gepleegd. Bij één inbraak hebben dieven zich op spectaculaire wijze toegang verschaft via hoge balkons. Daarbij zijn (emotioneel) waardevolle bezittingen van bewoners ontvreemd. Om de bewoners en het personeel hierbij te begeleiden is opvang geregeld via Bureau Slachtofferhulp. Tevens zijn een aantal interne veiligheidsvoorschriften aangescherpt, zijn inbraakpreventieve maatregelen getroffen waaronder het aanbrengen van infrarood beveiliging en is een beveiligingsbureau ingehuurd. Samen met een binnenhuisarchitect hebben we een plan ontwikkeld om welzijnsaspecten te versterken. In 2001 is een start gemaakt met de realisatiefase Hof waarbij het restaurantgedeelte is verbouwd.

Woonzorgboerderij In de zomer van 2001 werd bekend dat er in Goor, op het landgoed Weldam, eind van het jaar een boerderij vrij zou komen van zijn agrarische functie. Voor Woonzorgcentrum De stoevelaar een unieke kans om klein-

schalige opvang van ouderen met psychogeriatrische problematiek op een heel bijzondere manier in praktijk te brengen. Het gaat hierbij om ouderen die een agrarische achtergrond hebben of affiniteit hebben met wonen in een landelijke omgeving. Achterliggende gedachte is dat een kleinschalige opvang binnen een herkenbare agrarische structuur een meerwaarde oplevert voor de doelgroepen. De Stoevelaar vindt deze kleinschaligheid belangrijk, omdat het initiatief de keuzemogelijkheden voor cliënten vergroot. In november 2001 is opdracht verleend om een startdocument te schrijven op grond waarvan het bestuur van De Twentsche Hof een besluit kan nemen over de voortzetting voor de totstandkoming van een woonzorgboerderij.

Automatisering In 2001 is gestart met het vervangen van alle computers. Daarnaast wordt er een nieuw netwerk aangelegd om de koppeling in het Carint netwerk te realiseren.

Scholing en opleiding • Alle medewerkers hebben een transfercursus gevolgd. • Teamleiders zijn gestart met het volgen van een managementopleiding. • Twintig medewerkers zijn geschoold in Bedrijfshulpverlening. • Er is een start gemaakt met het scholen van alle medewerkers in vervolg op de BIG wetgeving. (Deze wetgeving regelt de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en titelbescherming voor beroepen in de individuele gezondheidszorg).

“Welzijn is voor mij een dak boven mijn hoofd, een goed gevulde koelkast, erkenning voor wat ik doe, aandacht voor wie ik ben en last but not least mensen om me heen waarmee ik onder andere de geneugten van het leven kan delen.” Eric Eekhout Unitmanager Maatschappelijke Dienstverlening

24


• Receptiepersoneel is gestart met computertraining waardoor zij betere administratieve ondersteuning kunnen geven. • In het jaar 2001 is gestart met communicatiebijeenkomsten. Het onderwerp van deze bijeenkomsten was ‘Hoe spreek je elkaar aan?’

Jaar van de vrijwilliger In 2001 ging er in het teken van het jaar van de vrijwilligers veel aandacht uit naar onze vrijwilligers. Er is een forse groei in ons vrijwilligersbestand bewerkstelligd. Op dit moment bestaat ons bestand uit 245 vrijwilligers.

Michael Heil, locatiedirecteur van woonzorgcentrum De Stoevelaar, Goor

“Medewerkers kijken verder dan de bestaande concepten” “Naar mijn mening zijn welzijn, wonen en zorg onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het ultieme uitgangspunt van Carint is dat zij cliënten en medewerkers activeert en ondersteunt in het vinden van antwoorden op hulpvragen. Belangrijk hierbij is dat we ons niet alleen op de eigenlijke hulpvraag concentreren, maar de vraag in het grotere geheel plaatsen van onze drie kernbegrippen welzijn, wonen en zorg.

Personeel • Alle tilhulpmiddelen zijn vervangen en uitgebreid. • FWG 3.0: alle functiebeschrijvingen zijn in concept gemaakt en er is gestart met de toetsing van de beschreven concepten. • De communicatiestructuur is onder de loep genomen. Er zijn aanpassingen gemaakt op het niveau van teamleidersoverleg. • Er vonden personeelswisselingen plaats bij de aan de Stoevelaar toegewezen medewerkers van P&O. • Teamontwikkeling van het MT is aan de orde gekomen en er is een verdiepingsdag geweest met als thema: ‘Cultuur veranderen, hoe doe je dat’. • We hebben met alle medewerkers een sportdag georganiseerd, als extra beloning voor het lage ziekteverzuim. Michael Heil Locatiedirecteur

Wat mij persoonlijk erg aanspreekt in de visie van Carint, is dat deze tot stand is gekomen door inbreng van medewerkers, vrijwilligers en cliëntenpanels. Het is een visie geschreven met woorden die zij hebben gebruikt om aan te geven waaraan goede welzijn-, woon- en zorgdiensten moeten voldoen. Het motiveert mij dat medewerkers in staat zijn buiten de bestaande concepten te zoeken naar nieuwe oplossingen voor hulpvragen. De creativiteit wordt soms beperkt door vanuit een bestaand patroon te handelen. Met de visie van Carint worden medewerkers voortdurend uitgenodigd om uit te gaan van de vraag van cliënten en daar een passend, creatief antwoord op te vinden.” De groei naar Carint

25

Stichting Zorgcentra Hengelo

DE STICHTING ZORGCENTRA HENGELO (SZH)

Jan Zwienenberg, locatiedirecteur van woonzorgcentrum Het Woolde en wooncentrum De Hiebendaal, Hengelo

“Hoe wil jij dan oud worden?”

IS IN

1995

ONTSTAAN DOOR EEN INTEGRATIE VAN DE DRIE LEVENSBESCHOUWELIJKE STICHTINGEN DIE SAMEN ALLE VERZORGINGSHUIZEN IN

HENGELO

BEHEERDEN.

NAAST

DEZE

VERZORGINGSHUIZEN BEHOORT OOK EEN AANTAL WOONCENTRA

“Mijn ideeën over welzijn, wonen en zorg worden grotendeels gevormd door de mensen waarvoor wij hier werken. Ouderen hebben vaak een uitgesproken mening over hoe je invulling kunt geven aan deze begrippen. Bewoners vragen mij vaak: ‘Hoe wil jij dan oud worden?’ Daar sta ik voortdurend bij stil. Onder welzijn versta ik: zinvolle contacten hebben, leuke dingen kunnen doen, een volwaardig lid van de samenleving kunnen zijn. Er ligt een wereld aan mogelijkheden om, met je cliënten, invulling te geven aan dat begrip. Creatief zijn is belangrijk. Waarom zou je niet samen met ouderen in de wijk boodschappen kunnen doen om samen te koken in plaats van de maaltijd aan huis te brengen? Wat betreft wonen: belangrijk aandachtspunt vind ik het leefbaar houden van wijken. Goede behuizing, veiligheid en voorzieningen om zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen wonen. Voor de toekomst voorzie ik een minder grote intramurale capaciteit en meer mogelijkheden in de wijk. Voor de mensen die wel voor een woonzorgcentrum kiezen moet de behuizing worden aangepast: een kleinschalige opzet met grotere appartementen. Ouderen blijken welzijn belangrijker te vinden dan zorg. Mensen vinden goede zorg heel cruciaal, maar het staat nooit op zichzelf. Je lekker voelen in je leefomgeving, je volwaardig voelen, dat staat voorop. Daarvoor moeten wij als organisatie de voorwaarden scheppen.”

26

TOT HET WERKTERREIN VAN

SZH.

S TICHTING Z ORG Het gaat onder meer om: • Woonzorgcentrum Het Woolde en wooncentrum De Hiebendaal; • De woonzorgcentra Backenhagen en Hooghagen; • de verpleeghuisdependance Herinckhave en het wooncentrum Singraven; • Wooncentrum ‘t Voskamp; • Woonzorgcentrum Humanitas en wooncentrum De Korenbuurt; • Wooncentrum Groot Driene; • Wooncentrum ‘t Annink. De SZH heeft bovendien een centrale voedingsdienst, de Stichting Zorgcentra Services (SZS). Deze produceert dagelijks zo’n 1600 maaltijden voor woonzorgcentra in Hengelo, Enschede en Borne. Ook verzorgt de voedingsdienst de maaltijden voor zeven eetpunten in bovenstaande plaatsen en levert maaltijdservice aan huis. Samen met de Stichting Welzijn Ouderen Hengelo, Thuiszorg Centraal Twente (TCT) en Trivium (voorheen dr. P.C. Borststichting) biedt de Stichting Zorgcentra Hengelo geïntegreerde zorgverlening aan in de wooncentra De Korenbuurt en Groot Driene. Tevens organiseert de SZH in samenwerking met TCT wijkdagverzorging voor ouderen op meerdere locaties in Hengelo. Bij de Stichting Zorgcentra Hengelo werken ongeveer 600 medewerkers.


Het Woolde en de Hiebendaal Aan het einde van het jaar 2001 is er door alle betrokkenen geconcludeerd dat Het Woolde weer een stabiele organisatie is, waarin het plezierig wonen, werken en leven is. Er is openheid, betrokkenheid en een respectvolle omgang tussen medewerkers en met cliënten.

Kwaliteit Alle betrokkenen hebben hieraan hard gewerkt. Onder meer door het organiseren van KLOOK bijeenkomsten (Klanten Laten Oordelen Over Kwaliteit) met bewoners,

CENTRA

H ENGELO

familie en huurders. Tijdens deze bijeenkomsten konden cliënten en familie aangeven welke zaken voor verbetering in

aanmerking komen en welke zaken goed gaan. Deze bijeenkomsten leverden een schat van gegevens op. Op basis hiervan kon rond verschillende onderwerpen de kwaliteit verbeterd worden.

Daling ziekteverzuim Ook voor medewerkers is een zelfde aanpak gekozen met betrekking tot het sociaal beleid en ziekteverzuim. Dit leverde een plan van aanpak op voor de komende jaren. Opvallend was dat het ziekteverzuim van 11,4% in 2000 daalde naar 6,2 % in 2001.

SZH

Ontwikkelingen in het kort Voor de locaties is een uitgebreider jaarverslag geschreven. Geïnteresseerden kunnen het opvragen bij het secretariaat. Een kleine greep van opvallende zaken uit dit verslag:


27


• Binnen het bewonersbestand waren er veel mutaties, namelijk 56 (=26 %). De gemiddelde verblijfsduur is in enkele jaren van 5 jaar gedaald naar 3,5 jaar. • Samen met de andere locaties en Mediant en RIBW is een opzet gemaakt voor een meerzorgproject voor bewoners met psychiatrische problemen. Doel van dit project is om ouderen met psychische klachten extra begeleiding en ondersteuning te bieden, zodat men zich weer lekker gaat voelen. • Binnen de Hiebendaal is de samenwerking met Thuiszorg goed op gang gekomen. De huurders ervaren deze samenwerking als positief.

• Bewoners en huurders hebben informatie gekregen over mogelijkheden om, na overlijden, opgebaard te blijven in het eigen appartement. Dit leverde positieve reacties op en was in wezen de start van een nieuw project op het gebied van stervensbegeleiding, genoemd “Dood-gewoon Thuis”. Begin 2002 ontving het Woolde hiervoor de Prof. Dr. Van Muntendamprijs. • De functie tijdelijk verblijf, inclusief crisisopnames, is uitgebreid en blijkt in een duidelijke behoefte te voorzien. • Bewoners en medewerkers uiten in toenemende mate kritiek op de kwaliteit van de huidige appartementen van het Woolde. Functioneel voldoen ze niet meer aan de huidige eisen. Dit werd ook bevestigd door een onderzoek dat op verzoek van het Ministerie van VWS werd verricht. In 2001 is gestart met het inventariseren van wensen waaraan de toekomstige huisvesting zou moeten voldoen. Jan Zwienenberg Locatiedirecteur

“Voor mij betekent zorg: op een professionele manier zorg verlenen aan mensen die niet in staat zijn om die activiteiten te ondernemen ten gevolge van zijn of haar gezondheid en welzijn.” Ingrid Riethorst Zorgcoördinator

28


Humanitas en Korenbuurt Algemeen Het jaar 2001 was een belangrijk jaar voor de woon(zorg)centra Humanitas en de Korenbuurt. Vele jaren was het een bouwplaats. Nu werd eindelijk de tweede fase Korenbuurt geopend en het buitenterrein definitief aangelegd. We plaatsten op dit buitenterrein een prachtig kunstwerk, ‘de golf’ genaamd. Het is een symbool voor water. Het verwijst naar de Drienerbeek die onder de Korenbuurt doorloopt, maar ook naar water als bron voor leven. Dit kunstwerk maakt duidelijk dat wonen in Humanitas en de Korenbuurt zeker niet een geïnstitutionaliseerde laatste fase van het bestaan is, maar zeer de moeite waard en vol leven. Het kunstwerk werd ontworpen door Ricardo Liong a Kong, een vrijwilliger uit het restaurant. De golf werd geschonken door de bouwers en de Hengelose Bouwstichting Ons Belang.

Kwaliteitsonderzoek Korenbuurt Een projectgroep en diverse werkgroepen hebben alle facetten van de Korenbuurt (inhoudelijk, financieel, personeel) onder de loep genomen. Het onderzoek werd gehouden voor bewoners en specifiek voor de jonger gehan-

dicapten. De uitkomsten van het onderzoek moeten in 2002 leiden tot een nieuwe herziene nota ‘wonen zorg en welzijn in de Korenbuurt’. Daarin zijn alle ervaringsgegevens verwerkt. De nota is ook ook gebaseerd op de nieuwe financieringswijze via de diensten verpleging, verzorging en begeleiding. Dat betekent het einde van het administratief enorm bewerkelijke stapelmodel. Verder is bij de nieuwe bewoners van de Korenbuurt een nulmeting gehouden. Daarin is gekeken naar de mate waarin men deelneemt aan het externe sociale leven, bezoek krijgt van familie en kennissen en naar de mate waarin er sprake is van mantelzorg. Dit onderzoek wordt in 2002 herhaald. Dan kan er geconcludeerd worden wat een verhuizing naar een wooncentrum voor gevolgen heeft. De Korenbuurt en Humanitas hebben een rijk intern verenigingsleven, er zijn kerkdiensten en er is zelfs een eigen computerleercentrum. Met dit onderzoek kan gemeten worden of de bewoners daardoor actiever worden danwel hun activiteiten van extern naar intern verplaatsen.


SZH

29


Verbouwing Humanitas

SZH

Diverse verbouwingen werden door de SZH bouwgroep voorbereid in Humanitas en kregen in 2001 de benodigde goedkeuringen. Daardoor konden de bouwers begin 2002 van start gaan. Door het verplaatsen van de winkel werd de entree van het woonzorgcentrum levendiger gemaakt. De kapsalon werd verplaatst en het restaurant uitgebreid. In de ontmoetingsruimte de Meent kwam een nieuwe afzuiginstallatie waardoor ook bij grote activiteiten het klimaat aangenaam blijft. Met deze aanpassing zijn er tevens rookplaatsen gecreëerd, waarmee voldaan werd aan de tabakswet. De volgende slag die gemaakt moet worden is de creatie van dertig verpleegplaatsen, de uitbreiding van verzorgingshuisplaatsen in wooncentum Groot Driene. Daarnaast worden de appartementen in de hoogbouw verbouwd van één- naar tweekamerappartementen.

Bewonersdossier Zowel in Humanitas als in de Korenbuurt kwam het bewonersdossier volop in de aandacht. Het verdween uit de kantoren en kwam bij de cliënten in de appartemen-

30

ten te liggen. Hierdoor ontstaat een meer open communicatie tussen bewoner, mantelzorger en eerstverantwoordelijke over de inhoud van de zorg en welzijn.

Huishoudproject In 2001 is een huishoudproject gestart. Het had als doel het aantal chemische schoonmaakmiddelen terug te dringen door het gebruik van vezeltechnieken. Daarnaast is

de huishoudelijke dienst vraaggerichter gaan werken. Samen met de cliënt wordt de inhoud van de huishoudelijke zorg afgestemd en vastgelegd in hetzelfde dossier dat in de woning ligt. Er zijn minder vastomschreven taakprogramma’s dan voorheen.

Financieel Humanitas en de Korenbuurt koersten in 2001 aan op het eindigen met positief saldo. Dat is gelukt. Dit is als nog te betalen posten weggezet voor projecten waarvan de besluitvorming in 2001 was, maar die pas in 2002 van start gingen.

Personeel en scholing Op vele vlakken was Humanitas en de Korenbuurt een lerende organisatie. Diverse medewerkers gingen naar bijscholingsactiviteiten op het gebied van de zorgvisie en het vergroten van de vaardigheden. Meerzorgcoördinatoren gingen van niveau 3 naar 3IG. Enkel teamleiders starten met de opleiding tot niveau 4. Tevens werden vele managementopleidingen afgerond en opgestart. Henk-Jan van Essen Locatiedirecteur

“Mijn betekenis van welzijn is dat je je prettig voelt. Klinkt eenvoudig, maar dat is de kern. Waardoor je je prettig voelt is voor iedereen verschillend. Uitdaging van ons vak is om dát te vinden en te organiseren.” Jolanda Keun Hoofd welzijnsbevordering


31


Truus Kamphuis, locatiedirecteur van woonzorgcentra Hooghagen, Backenhagen en Herinckhave, Hengelo

“Ik vind het belangrijk dat iemand zichzelf kan zijn” “Welzijn, wat is dat? Voor mij ligt het aan de basis: mogen zijn wie je bent. Je veilig en gerespecteerd voelen. Vaak vullen wij voor ouderen in wat welzijn is en houden we hen bezig met allerlei activiteiten. Dat is belangrijk, maar belangrijker vind ik dat de bewoner zichzelf kan en mag zijn en daar zelf invulling aan kan geven. De begrippen welzijn, wonen en zorg grijpen sterk in elkaar. Wij besteden veel aandacht aan extra voorzieningen die opname in een verpleeghuis kunnen voorkomen. Ook op het gebied van psychiatrische meerzorg zijn we actief. Door middel van individuele gesprekken willen we achterhalen waar men behoefte aan heeft, wat gelukkiger kan maken. Maar is dat nu ‘zorg’ of ‘welzijn’? Die grens kun je haast niet trekken. Los van de bouwtechnische kant kijken we ook met een ander oog naar de woonomgeving. Wat is sfeerbepalend? Welke kleuren geven rust en inspiratie? We proberen de buitenwereld naar binnen te halen en andersom. Dat kan met hele simpele dingen, zoals tuinbankjes aan de straat of de tuin die alle seizoenen laat zien. Voor de toekomst moeten we ons nóg bewuster worden van de vraag. Niet alles zelf regelen, maar meer vanuit mensen laten komen. Houd mensen actief, laat ze zelf initiatieven nemen en activiteiten ontwikkelen. Samen met vrijwilligers bijvoorbeeld en de Stichtingen Welzijn Ouderen.”

32

Backenhagen, Hooghagen en Herinckhave Opdracht Carint “Carint stelt mensen (cliënten) met behoud van hun autonomie in staat de kwaliteit van hun bestaan zoveel mogelijk te bevorderen of te handhaven. Carint ziet het als haar opdracht ten behoeve daarvan in afstemming met belanghebbenden samenhangende diensten te leveren en te ontwikkelen op het gebied van welzijn, wonen en zorg.”

Zo thuis mogelijk De organisatie Backenhagen en Hooghagen heeft in 2001 veel aandacht besteed aan het uitwerken en implementeren van jaarplannen, die gericht zijn op de kwaliteit van het bestaan van cliënten. Zoals uitbreiding van verpleeghuisverplaatste zorg aan verschillende doelgroepen en het realiseren van verbreding van de ketenzorg. Ook is onder de noemer ‘Zo thuis mogelijk’ gewerkt aan ontwikkelingen in het bieden van wonen, welzijn en zorg.

Tevredenheidsonderzoek In 2001 is een klanttevredenheidsonderzoek in de drie woonzorgcentra gehouden, waarbij geconcludeerd is dat bewoners tevreden tot zeer tevreden zijn. 97% van de cliënten gaven als algemeen oordeel: “tevreden”.

Stappenplan verzuim Medewerkers en vrijwilligers hebben met veel inzet en grote betrokkenheid gewerkt in de woonzorgcentra. Het stappenplan bij verzuim heeft een goed resultaat opgeleverd. In 2000 was het verzuim respectievelijk in Backenhagen 12,2%, in Hooghagen 7,7% en in Herinckhave 20%. Voor 2001 is dit verzuim teruggebracht tot respectievelijk 7,9%, 6,9% en 15,8%.

Onderzoeken welzijn, wonen en zorg Naast de ontwikkelingen in de woonzorgcentra zijn er ook onderzoeken geweest op het gebied van wonen, welzijn en zorg, uitgevoerd in de wooncentra Singraven en ´t Voskamp. De schriftelijke interviews of panelgesprekken zijn samen met de Thuiszorg voorbereid en uitgevoerd. Vervolgens is aan de hand van de resultaten de welzijn-, zorgen dienstverlening aangepast aan de behoeften en vragen van de bewoners. Tevens is er door middel van verkiezingen een Cliëntenraad geïnstalleerd en een huurcommissie benoemd in wooncentrum ´t Voskamp. De huisvestingsontwikkelingen voor woonzorgcentrum Hooghagen zijn in gang gezet. Er ligt een projectplan om op verder te borduren in 2002 en de jaren daarna. De ontwikkelingen van Carint zijn op de voet gevolgd. Veel medewerkers hebben deelgenomen aan verschillende projecten werkgroepen. Een bijzonder traject was de ontwikkeling van de Carintvisie.

Mijn visie op wonen: “Iedereen zou moeten kunnen kiezen waar en hoe hij of zij woont, passend bij de eigen levensstandaard en stijl en eventueel verkregen zorgindicatie. Landelijk of stedelijk, kleinschalig, al dan niet in een woonzorgzone, of grootschalig met alle voorzieningen en comfort voor handen, huur of koop, intra- of extramuraal. Iedere hulpverlener die een bepaald soort woonvorm propagandeert moet de aanbodgerichte visie loslaten en zich inleven in elke individuele cliënt.” Henk-Jan van Essen Locatiedirecteur

Hieraan hebben medewerkers, vrijwilligers en bewoners deelgenomen.

SZH

Truus Kamphuis-Heerdink Locatiedirecteur


33

Thuiszorg Centraal Twente

Inez Sales, directeur Thuiszorg

“Nog langer thuis?” “Thuiszorg levert vanuit haar oorsprong een belangrijke bijdrage aan het in stand houden van de autonomie van mensen die zorg behoeven in hun eigen omgeving.

DE BELANGRIJKSTE TAAK VAN THUISZORG CENTRAAL TWENTE IS HET BEVORDEREN VAN DE GEZONDHEID EN ZELFSTANDIGHEID VAN MENSEN THUIS, IN DE REGIO

DIT

CENTRAAL TWENTE.

IS EEN GROOT GEBIED, DAT ZICH UITSTREKT VAN

DENEKAMP TWENTE

TOT

WERKEN

MARKELO. BIJ THUISZORG CENTRAAL 1600

MENSEN EN

1700

ALFAHULPEN.

T HUISZORG

Het is nog niet zo lang geleden dat er in de maatschappij een tendens was, dat ouderen al rond hun zeventigste, nog gezond en wel, naar het verzorgingshuis gingen. Ouderen hebben nu de wens zo lang mogelijk in hun eigen omgeving te blijven wonen. Met de vorming van Carint hopen we dat nog beter en langer te kunnen realiseren. Hierbij moeten we de wens van de cliënt natuurlijk voorop stellen. Voor sommige mensen kan het ook een opluchting zijn om in een beschermde omgeving opgenomen te worden. Ook dan kan thuiszorg, samen met andere diensten van Carint, haar bijdrage daar aan blijven leveren. Het uitgangspunt van Carint is immers: in de eigen omgeving het leven zo zelfstandig mogelijk voortzetten.”

34

Thuiszorg is de belangrijkste dienst van Thuiszorg Centraal Twente. Dagelijks krijgen duizenden mensen huishoudelijke of verzorgende hulp. Ook verpleging hoort tot de thuiszorg. De wijkverpleegkundige heeft een coördinerende rol. Zij houdt de gezondheid van de cliënt nauwlettend in de gaten en overlegt met de huisarts en diverse zorgverlenende instanties. De specialistische kennis van de verpleegkundige zorgt ervoor dat cliënten niet voor alle medische handelingen naar het ziekenhuis hoeft. Naast de thuiszorg biedt Thuiszorg Centraal Twente nog meer diensten: • Jeugdgezondheidszorg (consultatiebureau, advies en cursussen op het gebied van verzorging en opvoeding) • Maatschappelijke Dienstverlening • Voeding- en Dieetadvies • Alfahulp (bemiddeling bij huishoudelijke hulp) • Gezondheid Service (personenalarmering, thuisservices zoals kleding, maaltijd, kapper, cursussen zoals babymassage, blaastraining, EHBO bij kinderen) • Thuiszorgwinkel (krukken, bedden maar ook gemaksartikelen) • Meld en Zorg Centrale (24 uur per dag bereikbaar voor zorgvragen)


Algemeen Met alle thuiszorg in Nederland bevond Thuiszorg Centraal Twente zich in 2001 in de riante positie dat er voldoende financiële middelen beschikbaar waren om wachtlijsten te voorkomen. Er konden daardoor veel extra medewerkers in de zorg worden aangesteld, zodat alle cliënten de benodigde zorg ook daadwerkelijk konden ontvangen. Daarnaast kreeg Thuiszorg Centraal Twente in 2001 van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport extra geld om de werkdruk te verminderen en aandacht te kunnen geven aan zorgvernieuwing.

C ENTRAAL T WENTE Dit gaf een merkbaar gevoel van verlichting en motivatie binnen de organisatie, zeker bij de ondersteunende diensten en het management van de primaire processen die onder een te grote werkdruk moesten werken. Bij de medewerkerenquête (rapportage 2000) bleek dat dit de groep was met de grootste kans op burnout.

Verpleging Het jaar 2001 is ook voor de unit verpleging een intensief jaar geweest. Naast een groei van de productie in uren is veel energie gestoken in opleiding, beroepsontwikkeling en discussies over de toekomst van de unit binnen Carint. Afgemeten aan het ziekteverzuim van 4,4% hebben deze ontwikkelingen een positieve uitwerking op het werkplezier. De zorgmanagers en hun teams hebben een goede kwaliteit van dienstverlening kunnen leveren, waarbij steeds weer de grenzen verlegd werden om nog beter aan te kunnen sluiten bij de wensen van onze cliënten.

Projecten: • Aandacht voor de persoonscontinuïteit: het aantal medewerkers per cliënt lag in 2001 gemiddeld boven de norm van 69%. Namelijk 72,7% van de cliënten hadden met 6 medewerkers of minder per periode te maken.


TCT

35


“Zorg is voor mij advisering en ondersteuning van ouders of verzorgers omtrent de gezondheid en de ontwikkeling van jonge kinderen. Dit moet aansluiten bij hun eigen levenssfeer. Een goede start werkt mee aan een gezonde en gelukkige toekomst!” Ellen van der Marel Verpleegkundige

36

• Uitbreiding en verbeteren van diensten: enkele voorbeelden hiervan: - verder ontwikkelen van CVA en diabetesketens; - uitbreiden en ontwikkelen van de mogelijkheden van psychosociale zorgverlening; - uitbreiden van de deskundigheid met betrekking tot zorgverlening aan cliënten met deelname aan het decubitus-prevalentie onderzoek. • Verbetering van de samenwerking met verschillende partners: - lokale projecten met huisartsen (praktijkondersteuning, diabetesprojecten, stoppen met roken); - verbetering samenwerking met verpleeg- en verzorgingshuizen. • Wijkverpleegkundigen en wijkziekenverzorgenden gingen op zoek naar de mogelijkheden voor uitbreiding van hun beroepsuitoefening. • Ontwikkeling van innovatiekracht: medewerkers ontwikkelen competenties om kansen en knelpunten om te zetten in verbeteren innovatieplannen. • De verdere professionalisering van de tilcoördinatoren, fitnesstrainingen (experiment) en begeleiding en advies op maat bij (dreigende) uitval door ziekte hebben hun effect opgeleverd met betrekking tot het beperken van lichamelijke klachten.


Overige bijzonderheden

Projecten:

De MKZ-crisis heeft de flexibiliteit en creativiteit van de medewerkers behoorlijk op de proef gesteld. Extra diensten draaien, bijspringen in andere teams, op avonden en in weekends: het werd allemaal als vanzelfsprekend gezien. Dit toont de grote mate van professionaliteit van de medewerkers van de unit.

• Standaardisatie van het eerste gesprek met de cliënt en de folderverstrekking. • Training werkoverleg. • Implementatie van de nieuwe schoonmaaktechnieken in alle teams (TNO doet onderzoek naar mogelijke implementatie van deze werkwijze binnen alle thuiszorginstellingen in Nederland). • Instellen van een fysiotherapeut bij klachten van het bewegingsapparaat, waarbij ook gekeken wordt naar de psychosociale aspecten. • Contacten met het Regionaal Opleidings Centrum zijn verstevigd door een regulier contact met de nieuwe opleidingsfunctionaris.

Verzorging In het jaar 2001 werd door deze unit 16% meer zorg geleverd. Dat hebben we kunnen realiseren door het aantal medewerkers uit te breiden met dertig formatieplaatsen. Deze sterke groei was merkbaar binnen vrijwel elk team van de unit verzorging. Natuurlijk brengt dit veel extra werkzaamheden met zich mee, zoals de werving en selectie van extra personeel, het inwerken, begeleiden en uitbreiden van administratieve werkzaamheden door toename van het aantal cliënten. Voor managers en ondersteuners betekent de uitbreiding van personeel tevens extra overleg en begeleiding. Ondanks de verhoogde werkdruk is het ziekteverzuim niet gestegen. Integendeel, het cijfer van 6,2% is een prachtig resultaat binnen deze unit, en ten opzichte van 2000 weer een verbetering.

TCT

Horizontale en verticale netwerken Namens Thuiszorg Centraal Twente is de unitmanager verzorging nauw betrokken bij de ontwikkeling van zorgloketten en nieuwe functies zoals die van woonzorgconsulent. De doelstelling voor 2001 was om zo nauw


37


mogelijk aan te sluiten bij de lokale ontwikkelingen op dit gebied. Dit heeft geresulteerd in verschillende overlegvormen met name binnen de gemeente Hengelo, Borne en Losser.

Jeugdgezondheidszorg

TCT

De regering heeft besloten dat vanaf 2003 de gemeente de regie zal voeren over de jeugdgezondheidszorg voor 0-19 jarigen. Vanaf die datum zal de financiering via de gemeente lopen en niet meer via de AWBZ (wat de 0-4 jarigen betreft). In 2001 hebben we de eerste stappen gezet naar de uitvoering van dit besluit. Op dit moment ligt de uitvoering van de zorg voor 0-19 jarigen bij twee organisaties; de zorg voor 0-4 jarigen ligt bij de thuiszorg en voor de 4-19 jarigen bij de GGD. Gemeenten, GGD en de drie Twentse thuiszorgorganisaties hebben het project ‘Opaal’ opgezet, waarbij de zorg voor 0-19 jarigen gestroomlijnd wordt.

Projecten: • Onderzoek mogelijkheden voor geautomatiseerde registratie via handheld computer.

38

• Vooruitlopend op een vernieuwd basispakket 0-19 jaar (nog niet vastgesteld door VWS) is met ingang van april 2001 de Consultatiebureau-voering gewijzigd. Deze wordt nu uniform aangeboden in heel Twente. Dit betekent dat de cliënt vaker het consultatiebureau bezoekt als het kind de peuterleeftijd heeft. In deze consulten is extra aandacht voor vroegsignalering en opvoedingsondersteuning. De verwachting is dat het basispakket ongewijzigd zal worden vastgesteld. • Uitbreiding rijksvaccinatie programma met een extra kinkhoestvaccinatie op de leeftijd van vier jaar. • Toevoeging standplaats Diepenheim aan de route van het mobiele consultatiebureau (CB). • Geautomatiseerde CB planning. • Scholing artsen, verpleegkundigen en CB-assistentes.

Voeding- en dieetadvisering Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft in 2001 een aanvraag gedaan aan het College van Zorgvoorzieningen voor een uitvoeringstoets op het gebied van Voeding- en Dieetadvies. De centrale vraag daarin is “Doe onderzoek naar de uitvoeringsaspecten


indien de financiering van de voedingsvoorlichting en dieetadvisering naar het tweede compartiment wordt overgeheveld”. Het tweede compartiment is de zorgverzekeraar. Het onderzoek zal ongeveer een jaar in beslag nemen. Aan de hand van de resultaten van de uitvoeringstoets en de reactie daarop van het ministerie van VWS zal de politiek uiteindelijk besluiten over de toekomstige financieringswijze van de Diëtetiek in Nederland. De 3,73 fte uitvoerend diëtisten hebben in 2001 44 reguliere spreekuren per maand gehouden op 11 locaties in het werkgebied van Thuiszorg Centraal Twente. 44 Reguliere spreekuren omvatten: • 176 nieuwe consulten per maand • 516 vervolgconsulten per maand Het totaal aantal eerste consulten in 2001 bedroeg 1946: (2000: 1869) een toename van 6,7%.

Maatschappelijk Dienstverlening

integratie nieuwkomers) spraken hun voorkeur uit voor een positie rechtstreeks onder de manager van de unit en meer samenhang tussen de bureaus onderling en het Algemeen Maatschappelijk Werk. Medio 2001 is de nieuwe manager van de unit benoemd. Met behulp van extra geld van de gemeenten zijn de wachtlijsten in de tweede helft van 2001 weggewerkt. Alleen in werkeenheid Oost duurt het wegwerken van de wachtlijsten langer omdat de extra middelen relatief laat kunnen worden omgezet in formatie. In het budgetfinancieringsmodel 2000 – 2004 is overeengekomen dat per 1 fte algemeen maatschappelijk werk 123 cliënten per jaar worden behandeld. In 2001 werden per 1 fte 128 cliënten behandeld. In 2000 waren dit er nog 133.

Projecten: • Onderzocht wordt of we in eigen beheer binnen Carint een registratiesysteem kan worden ontwikkeld dat wellicht ook door andere functies binnen Carint gebruikt kan worden.

In 2001 is onderzocht wat de beste organisatiestructuur is voor de unit Maatschappelijke Dienstverlening. Tevens hebben we een profiel vastgesteld voor de aan te stellen nieuwe unitmanager. Uit het onderzoek blijkt dat de maatschappelijk werkers de werkdruk te hoog vinden, voorkeur hebben voor een open communicatiestructuur en behoefte hebben aan duidelijkheid rond taken en bevoegdheden. Een aantal teams sprak hun voorkeur uit voor een ontwikkeling die leidt tot zelfsturende teams. De bureaus (vrijwilligerswerk, sociaal raadslieden,

Zorg betekent voor mij: “Dat mensen met behulp van hulpmiddelen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen functioneren en daardoor hun eigenwaarde behouden. Want iedereen wil zo lang mogelijk zichzelf kunnen zijn.” Anja Krenn Medewerker Thuiszorgwinkel


39


Uitleen activiteiten - Thuiszorgwinkel De activiteiten van de uitleen worden gefinancierd door de AWBZ. Per uitleen en per transport wordt een tarief vergoed, waarop in 2001 niet wordt nagecalculeerd. Thuiszorg Centraal Twente heeft de uitleen van hulpmiddelen uitbesteed aan de Thuiszorgwinkel, die op haar beurt een deel van de uitvoering heeft ondergebracht bij De Oosthoek in Goor v.o.f. Op de locaties van thuiszorg is een noodpakket voorhanden om bij spoedeisende zaken de cliënt snel van dienst te kunnen zijn. Landelijk loopt er een onderzoek naar een juiste kostprijs per verrichting. In 2002 zal naar verwachting een juiste prijsstelling plaatsvinden. De uitleentarieven van de Oosthoek zijn in 2001 niet verhoogd.

Gezondheid Service Het aantal leden van de Gezondheid Service daalde in 2001 van 42.393 tot 40.982 per 1 januari 2002. De Gezondheid Service richt zich voornamelijk op activiteiten op het gebied van cursussen en daarnaast op ‘gemakken thuis’ voor hulpbehoevenden. De activiteiten thuis betreffen onder meer acute nachtzorg, pedicure aan huis, kapper aan huis, boodschappenbezorgdienst,

40

kleding en schoenen aan huis en de voetspecialist. Nieuwe activiteiten zijn in 2001 opgestart, te weten woningstoffering, klussendienst, haarwerkservice en stoelmassage. In 2001 hebben we een onderzoek laten uitvoeren door twee studenten naar de bekendheid met en tevredenheid over de (diensten van) de Gezondheid Service. Medio 2001 hebben we besloten het cursusbureau niet langer onder te brengen bij P&O maar deze activiteit bij de Gezondheid Service te voegen. De personele uitbreiding voor het begeleiden en opzetten van cursussen is in september afgerond. De samenwerking tussen de drie Twentse Gezondheid Service organisaties loopt naar tevredenheid.

Meld en Zorg Centrale Het jaar 2001 stond in het teken van de ontwikkelingen van Carint, waarbij we tevens aandacht hebben besteed aan de beheersbaarheid van de eigen afdeling. Met externe ondersteuning hebben we de processen in kaart gebracht om vervolgens in 2002 met een nieuw elan te starten, waarbij de bereikbaarheid, de bezetting en de motivatie van medewerkers hoog in het vaandel staan.


Het telefoonverkeer neemt licht toe, maar de bereikbaarheid daalt enigszins door langere gesprekken en onvoldoende bezetting op piekmomenten. Uit extern onderzoek is gebleken dat de werkbelasting voor leiding en medewerkers te hoog was. Door de krappe arbeidsmarkt en omdat kandidaten ook een verpleegkundige achtergrond moeten hebben is het moeilijk om geschikte medewerkers te vinden. Het duurde langer dan gewenst - en begroot -, voordat de formatie compleet was.

Projecten: • Het inroosteren van centralisten; • Regelingen ten aanzien van vakantie en verlof.

Twente en Thuiszorg Centraal Twente een gezamenlijk standpunt ingenomen. Het resultaat is dat Amicon Zorgverzekeraar gebruik blijft maken van de meldbank van de Meld en Zorg Centrale. De eerste audit voor het keurmerk personenalarmering heeft in november 2001 plaatsgevonden. De dienst personenalarmering groeit. Zo heeft Carint de personenalarmering van Essent, in het werkgebied Centraal Twente, overgenomen. Intern wordt een systeem ontwikkeld om aan deze groei tegemoet te komen en de administratie en de facturering soepel te laten verlopen.

De afdeling Meld en Zorg Centrale en Carint Personenalarmering Met Amicon Zorgverzekeraar zijn gesprekken gevoerd over het leveren van personenalarmering indien de cliënt een medische indicatie heeft en de meldbank voor personenalarmering van de Meld en Zorg Centrale hiervoor benut kan worden. Hierbij is door de Stichtingen Welzijn Ouderen in Midden

De deelnemers in Carint brengen steeds meer hun bereikbaarheid over naar de Meld en Zorg Centrale. De afdeling zal binnen Carint een onderdeel vormen van de nieuw in te richten Carintgroep Cliëntenservice.


41

Bestuur en medezeggenschap

Stand van zaken per 31 december 2001 Raad van Toezicht De heer ir. H.R. Pijlman (voorzitter) De heer ing. J.W. van der Wal De heer drs. K.E. Klokgieters Mevrouw mr. P.J.G. Konings-Koekenberg De heer D. Rotman De heer drs. W.L. Wentink De heer mr. E.J.T.A.M. Nijkamp

Raad van Bestuur De heer Q.A.J. Swagerman MHA (voorzitter) De heer J.M. van Rheenen De heer F.M.C. de Gruil

(locatie-)directeuren Carint Thuiszorg Woonzorgcentrum Humanitas Hengelo Woonzorgcentrum Het Woolde Hengelo Woonzorgcentrum Hooghagen-Backenhagen Hengelo Woonzorgcentrum St. Elisabeth Delden Woonzorgcentrum St. Jozef, Delden Woonzorgcentrum De Jan Lucaskamp Delden Woonzorgcentrum De Stoevelaar Goor Woonzorgcentrum Anholtskamp SWO Borne/SWO Hengelo SWO Markelo/SWO Diepenheim

Mevrouw H.E.M. Sales MHA De heer H.J. van Essen De heer J.H. Zwienenberg Mevrouw T. Kamphuis-Heerdink Mevrouw M. Simons a.i. De heer drs. E. Boerkamp De heer drs. E. Boerkamp De heer M. Heil De heer A. Otten Mevrouw A. Morssinkhof De heer A. Otten

Voorzitters Cliëntenraden Cliëntenraad Carint Thuiszorg Centrale Cliëntenraad Carint De Twentsche Hof Centrale Cliëntenraad Carint Stichting Zorgcentra Hengelo

Mevrouw A.H. Nieuwland-Besselink Mevrouw J.H. Medendorp-Wissink De heer J. Pepplinkhuizen (a.i.)

Voorzitters Ondernemingsraden Ondernemingsraad Carint Thuiszorg Ondernemingsraad Carint De Twentsche Hof Ondernemingsraad Carint SZH Centrale Ondernemingsraad Carint

42

Mevrouw I. Vosselbelt De heer H. Platenkamp Mevrouw J. Kuiper De heer J. Bresters


Aletta Jacobslaan 55 Postbus 506 7550 AM Hengelo Telefoon (074) 367 70 00 Fax (074) 367 71 00 Internet www.carint.nl E-mail [email protected]

Jaarbeeld De groei naar Carint. Carint, thuis in welzijn, wonen en zorg

Recommend Documents