7
jaarverslag
Cogis illustreert zijn jaarverslagen elk jaar met werk van een beeldend kunstenaar-fotograaf. Deze keer is dat Janine Spanjers (zie pagina 49)
Cogis jaarverslag 2007
1. Cogis op weg naar marktgericht werken
3
Verkenning nieuwe aandachtsgebieden, marktbenadering, doelstellingen en doelgroep, diensten en producten
2. Werkzaamheden Cogis
7
• Kennisoverdracht: over symposia, trainingen, cursussen, workshops en projecten Interview: Paul van Kampen, projectleider Netwerk Psychotraumahulpverlening Nederland (NPN). • Bibliotheek en documentatie Toenemende aandacht voor digitalisering; dienstverlening aan de partners van Cogis • Onderzoeksprojecten Accentverschuiving van wetenschappelijk naar beleidsondersteunend en historisch onderzoek • Coördinatie Zorgtoewijzing Asielzoekers (CZA) Interview: Hanny Wieles, Coördinator Zorgtoewijzing Asielzoekers
3. Werkzaamheden Cogis onder subsidie van VWS
31
• Activiteiten uitgevoerd in het kader van de instellingssubsidie van Cogis • Projecten uitgevoer met projectsubsidie van het ministerie van VWS
De organisatie
47
• Medewerkers Cogis • Bestuursstructuur
Colofon
49
1
Cogis op weg naar marktgericht werken Op het brede terrein van de psychosociale gevolgen van geweld heeft Cogis op basis van een jarenlange expertise een sterke positie opgebouwd. Met name als het gaat om kennisoverdracht, dus scholing en onderwijs, en de bibliotheek en documentatie. Het ministerie van VWS, de belangrijkste subsidiegever van Cogis, heeft al bij de oprichting aangegeven de subsidie te zullen afbouwen tot circa een kwart van het niveau in 2005. Het eindniveau zal 2012 bereikt zijn. Dit betekent dat Cogis marktgericht moet gaan werken, een ontwikkeling die ook al in het verslagjaar in de cijfers is terug te zien. Voor de doelgroepen waar Cogis zich op richt houdt dit in dat diensten van Cogis tegen marktconforme prijzen worden aangeboden. In een marketingrapport dat een paar jaar geleden verscheen werden voor Cogis vier aandachtsgebieden geformuleerd: • De psychische gevolgen van de Tweede Wereldoorlog voor individu en maatschappij. • De psychische gevolgen van recente oorlogen, vervolging en geweld bij onder meer asielzoekers en vluchtelingen. • Grootschalig geweld, met een focus op de psychische gevolgen van rampen, rellen, aanslagen en gijzelingen. • Beroepsgebonden gevolgen van geweld. Dit zijn psychische gevolgen bij professionals (waaronder militairen en veteranen) die blootgesteld zijn of blootgesteld worden aan oorlog, vervolging en geweld.
Cogis en ESTSS
In een verkenning van deze aandachtsgebieden blijkt dat de marktmogelijkheden voor de psychische gevolgen van de Tweede Wereldoorlog nog volop aanwezig zijn, zij het dat de groep getroffenen wel steeds kleiner wordt. Dat geldt ook voor de problematiek van slachtoffers van recente oorlogen, we hebben het dan met name over vluchtelingen en asielzoekers. Op basis van expertise op het terrein van de late oorlogsgevolgen ligt het in de lijn der verwachting dat deze groep zich in toenemende mate bij de hulpverlening zal melden. De opgebouwde kennis en expertise bij Cogis over de late oorlogsgevolgen kunnen ook bij uitstek voor deze groep benut worden.
De ESTSS organiseert elke twee jaar een wetenschappelijk congres (ECOTS), daarnaast worden regelmatig regionale workshops en symposia (EWOTS) georganiseerd.
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Cogis voert het secretariaat voor de European Society for Traumatic Stress Studies (ESTSS). De ESTSS is een Europees netwerk van professionals werkzaam in de psychotraumatologie. Het heeft als doel de kennis over de gevolgen van traumatische gebeurtenissen te verbreden en te verdiepen en een effectieve traumabehandeling te promoten.
Het secretariaat van de vereniging is sinds de oprichting in 1993 in Nederland gevestigd. In 2007 kende de ESTSS circa 300 leden afkomstig uit ruim vijfentwintig landen.
cogis Jaarverslag
De markt voor de problematiek die het gevolg is van beroepsuitoefening, waaronder de problematiek van veteranen, is klein. Ook zijn er andere organisaties die zich specifiek op dit werkterrein richten en in principe is er daarom weinig of geen ruimte voor nieuwe spelers. Grootschalige incidenten zijn gelukkig schaars in Nederland. De wereld van rampen, rellen en gijzelingen kent inmiddels zijn eigen bestuurlijke structuur in de vorm van veiligheidsregio’s waarbinnen de GHOR (Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen) de taak heeft inzake de psychosociale nazorg. Het komt erop neer dat als genoemde aandachtsgebieden als insteek worden gekozen, de markt beperkt lijkt. Echter, vanuit een doelgroepenperspectief ontvouwen zich wel degelijk de nodige mogelijkheden. Marktbenadering
Door de afbouw van de overheidssubsidie wordt acquisitie van opdrachten steeds belangrijker. Cogis benadert de markt op een aantal manieren: • via het brede eigen netwerk • via persoonlijke bezoeken aan mogelijke opdrachtgevers • via de website • via stands op beurzen en congressen • via samenwerkingsprojecten • via subsidieaanvragen binnen op Cogis van toepassing zijn de subsidiekaders. Medewerkers worden ook geschoold in het doen van acquisitie. De wens van de opdrachtgever vormt bij deze marktbenadering nadrukkelijk het uitgangspunt. De interne bedrijfsvoering is inmiddels al volledig op de marktgerichte benadering afgestemd: er is een urenregistratie, een offertesysteem, een rekeningsysteem, en er zijn interne en externe tarieven vastgesteld. Ook wordt het gevoerde personeelsbeleid expliciet afgestemd op deze manier van werken. Doelstelling en doelgroep
Cogis heeft als algemeen doel schade en persoonlijk leed te beperken die door geweldservaringen zijn ontstaan. Cogis doet dat door: • op de juiste plek en in de juiste vorm deskundigheid beschikbaar te stellen over de sociale en psychische gevolgen van geweld; • advies te geven over de wijze waarop (verdere) schade en persoonlijk leed kan worden voorkomen; • nieuwe kennis te verzamelen, te bundelen en toegankelijk te maken.
cogis Jaarverslag
Cogis onderscheidt zich door: • jarenlange ervaring ten aanzien van het beperken van schade en persoonlijk leed bij oorlogs- en geweldservaringen; • een omvangrijke bibliotheek en documentatie over gevolgen van geweld; • een uitgebreid netwerk van deskundigen en instellingen; • kleinschalige gerichte aanpak, persoonlijke benadering en maatwerk. Ook verricht Cogis onderzoek, al is het accent daarin duidelijk verschoven. Coördineerde Cogis aanvankelijk het wetenschappelijke onderzoek van de twee partnerorganisaties Stichting Centrum ’45 en het Sinai Centrum, in het verslagjaar is deze taak afgestoten en doet Cogis uitsluitend eigen onderzoek, dat ofwel historisch gericht is of beleidsondersteunend is. Bijvoorbeeld: een Cogis-medewerker verricht een historisch-sociologisch onderzoek naar de geschiedenis van de Nederlandse Vereniging van Ex-Politieke Gevangenen uit de bezettingstijd (Expogé). Daarnaast is in het verslagjaar een onderzoek gedaan naar de herkenning van oorlogsproblematiek bij ouderen in verzorgingsinstellingen en naar het herkennen van huiselijk geweld bij veteranen. Deze onderzoeksopdrachten worden verricht in opdracht en tegen betaling en worden opgeleverd voorzien van een beleidsadvies. Diensten en producten
De activiteiten op diverse aandachtsgebieden en thema’s hebben in 2007 geleid tot een breed aanbod van diensten en producten, te weten: cursussen en trainingen voor professionals en vrijwilligers; faciliteiten op het gebied van supervisie en intervisie; een telefonisch spreekuur voor hulpverleners en cliënten; themagebonden conferenties en studiedagen; diverse publicaties; het kwartaalblad Cogiscope (oplage: 2300); literatuuroverzichten afgestemd op specifieke vragen van hulpverleners en onderzoekers; resultaten van eigen onderzoek en beleidsadviezen. Ook heeft Cogis een eigen website: www.cogis.nl Cogis zal zich blijvend actief opstellen om externe partijen te interesseren gebruik te maken van de jarenlange expertise die is opgebouwd op het terrein van de sociale en psychische gevolgen van oorlog, vervolging en geweld. Het vertalen van deze deskundigheid in producten die interessant zijn voor de markt vormt voor Cogis dé grote uitdaging voor de toekomst.
cogis Jaarverslag
2
Werkzaamheden Cogis Cogis en de NtVP
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Cogis heeft in 2007 een groot aantal activiteiten ontplooid met als doel actief bij te dragen aan de verbreding en verdieping van kennis bij hulpverleners, beleidsmakers en het brede publiek op het terrein van de gevolgen van geweld. Het ondersteunen van hulp- en dienstverleners die werken met oorlogs- en geweldsgetroffenen vormt een belangrijk onderdeel van die werkzaamheden. Cogis doet dit zowel via schriftelijk voorlichtingsmateriaal als door het organiseren van congressen, symposia, studiedagen, supervisies, cursussen en trainingen, ook op maat. Cogis richt zich daarbij in eerste instantie op professionele hulpverleners, maar ook op lotgenoten en anderen die zich als vrijwilliger inzetten voor oorlogs- en geweldsgetroffenen. De overige werkzaamheden die in dit hoofdstuk beschreven worden zijn die in het kader van de bibliotheek, onderzoek, het Netwerk Psychotraumahulpverlening Nederland (NPN) en de Coördinatie Zorgtoewijzing Asielzoekers (CZA). Beide laatstgenoemde taken van Cogis worden in de vorm van een interview met respectievelijk de projectleider NPN en coördinator CZA nader toegelicht. De in dit hoofdstuk beschreven werkzaamheden kenmerken zich doordat de financiering geheel of gedeeltelijk uit de markt afkomstig is. In hoofdstuk 3 worden alle werkzaamheden beschreven die via een subsidie van het ministerie van VWS gefinancierd worden. Kenmerk daarvan is dat ze uit de instellingssubsidie van het ministerie van VWS of middels een projectsubsidie bekostigd worden.
Cogis participeert in de in 2006 opgerichte Nederlandstalige Vereniging voor Psychotrauma (NtVP), onder meer in het bestuur. De NtVP wil een platform zijn voor iedereen die in Nederland en België professioneel werkzaam is op het gebied van psychotrauma. De doelgroep is daarmee zeer breed: van leden van bedrijfsopvangteams tot en met de klinisch psycholoog en psychiater, maar ook onderzoekers én mensen die vanuit andere werkvelden met dit thema bezig zijn, zoals bijvoorbeeld journalisten en juristen. Daarnaast wil de NtVP een verbindingsschakel zijn tussen wat er in het Nederlandse taalgebied gebeurt en internationale ontwikkelingen. Daarom zal de NtVP ook deel gaan uitmaken van de Europese vereniging voor Psychotrauma (ESTSS). De NtVP wil zijn activiteiten nauw laten aansluiten bij de behoeften van de leden, waardoor inhoud kan worden gegeven aan de beoogde netwerkfunctie. De eerste grote NtVP-activiteit was een congres dat in november 2007 plaatsvond in Zwolle en door Cogis werd georganiseerd. Behalve Cogis zijn de ondersteunende instellingen: Pharos, Impact, Instituut voor Psychotrauma, Sinai Centrum, Stichting Centrum ’45, AMC/De Meren, Stichting De Basis, Psychotraumacentrum voor Kinderen en Jongeren Wilhelmina Kinderziekenhuis, het Veteraneninstituut en het Centraal Militair Hospitaal.
cogis Jaarverslag
Trauma: diagnostiek en behandeling ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het boek ‘Trauma: diagnostiek en behandeling’, een initiatief van Cogis, is in juni 2007 verschenen in een geheel herziene tweede druk. Het is te beschouwen als een handboek over psychotrauma. Het boek gaat over de problematiek van mensen met traumatische ervaringen die klachten en problemen ondervinden bij de verwerking. Zoals de titel aangeeft wordt er vooral aandacht besteed aan de diagnostiek en behandeling van geweldsslachtoffers: oorlogsgetroffenen (zoals veteranen, vluchtelingen en asielzoekers) en mensen die binnen het gezin langdurig zijn mishandeld, verwaarloosd of misbruikt. De nadruk ligt op het zogenoemde type ll trauma: langdurige stressvolle situaties en opeenvolgende traumatische gebeurtenissen. Bestond het eerste deel uit een theoretisch deel en een deel over behandeling, in deze druk is ervoor gekozen theorie en behandeling in de hoofdstukken te integreren. Verder zijn onderwerpen toegevoegd of uitgebreid die in de eerste druk onderbelicht waren gebleven, onder andere over geheugen, de diagnostiek en groeps- en systeembehandelingen. Alhoewel het boek met name bedoeld is voor hulpverleners, is het zeker ook voor anderen toegankelijk en leesbaar.
Petra G.H. Aarts en Wim D. Visser (red.), Trauma: diagnostiek en behandeling, 2e herziene druk, Bohn Stafleu Van Loghum, ISBN 90.313.4897.8, 619 pagina’s, prijs € 54,50
cogis Jaarverslag
KENNISOVERDRACHT: SYMPOSIA
‘Getraumatiseerd oud worden’
Onverwerkte geweldservaringen kunnen de laatste levensfase van mensen sterk beïnvloeden. De opgave om het leven te voltooien, er zin aan toe te kennen, het als eigen levensverhaal te aanvaarden, wordt bemoeilijkt wanneer er sprake is van psychische schade tengevolge van ontwrichtende gebeurtenissen die zich eerder in het leven hebben voorgedaan. Bovenstaande vaststelling vormde voor Cogis het uitgangspunt voor de organisatie van het symposium ‘Getraumatiseerd oud worden’ in juni 2007. Op dit symposium werd op een groot aantal aspecten van de problematiek van oudere oorlogs- en geweldsgetroffenen ingegaan. In de ochtend vonden een viertal plenaire lezingen plaats. Ouderenpsychiater Willeke van Zelst startte met een referaat over PTSS bij ouderen, gebaseerd op een longitudinaal onderzoek onder ouderen. Daarna sprak Anton Hafkenscheid, klinisch psycholoog en psychotherapeut bij het Sinai Centrum, over de specifieke levensopgaven die het getraumatiseerd oud worden met zich meebrengt. Vervolgens hield Bère Miesen, klinisch psychogerontoloog, een inleiding over de samenhang tussen trauma en dementie en wat dit betekent voor de dagelijkse zorg aan deze groep mensen. Tenslotte sprak klinisch- en systeemtherapeute Marika Engel over haar ervaringen en inzichten gebaseerd op ervaringen vanuit haar eigen praktijk, waarin zij veel met ouderen werkt. ’s Middags werd een deel uit de speelfilm ‘Oorlogsrust’ vertoond, die zich afspeelt in een verzorgingshuis en waarin bewoners, die allemaal de oorlog hebben meegemaakt, met elkaar wedijveren wie van hen het meest geleden heeft. Het symposium werd afgesloten met een viertal workshops waarin de praktijk van de hulpverlening aan oudere oorlogsgetroffenen centraal stond. Er waren ruim honderd deelnemers.
TRAININGEN EN CURSUSSEN
‘Trauma, rouw en verlies bij ouderen’
Uit de evaluatie van het hiervoor beschreven symposium ‘Getraumatiseerd oud worden’ bleek dat er bij de veel deelnemers behoefte was aan een meer praktisch gericht vervolg. Naar aanleiding daarvan heeft Cogis een training ontwikkeld die in het najaar van 2007 plaatsvond. Deelnemende hulpverleners konden oefenen dankzij de participatie van twee professionele acteurs die de rol van cliënt op zich namen. De training stond onder leiding van de systeemtherapeuten Wilma Aarssen en Marika Engel. Gestart werd met korte theoretische inleidingen waarin onder meer werd stilgestaan bij rouw en verlieservaringen in de derde levensfase, zoals het overlijden van de partner en verlies van gezondheid, die ingekleurd kunnen worden door eerder beleefde traumatische ervaringen. Ook was er expliciet aandacht voor het hechtingsproces en de betekenis daarvan. Doel van de training was om het inzicht te vergroten in de samenhang tussen vroege trauma’s, verlies en rouwervaringen in de derde levensfase en in de systemische aspecten hiervan. Daarnaast was het de bedoeling om vaardigheden te vergroten in de gespreksvoering met oudere cliënten en familie over deze thema’s en beter zicht te krijgen op de eigen attitude en gevoelens die je als hulpverlener hebt ten opzichte van deze problematiek. De training was met twintig deelnemers volgeboekt en wordt vanwege de grote belangstelling in 2008 herhaald. Opleiding maatschappelijk werkers van de NPN
De in 2006 door Cogis gestarte opleiding voor maatschappelijk werkenden van het Netwerk Psychotraumahulpverlening Nederland (NPN) is in mei 2007 afgesloten. Het NPN is een netwerkorganisatie, waarin tien organisaties met expertise op het terrein van de hulpverlening aan oorlogs- en geweldsgetroffenen nauw samenwerken. De doelen van de opleiding waren: vergroten van kennis over nieuwe doelgroepen, zoals slachtoffers van recente oorlogen, rampen en jonge veteranen, en het ophalen van oude kennis rond psychotrauma. Daarbij kwamen onder meer aan de orde: diagnostiek, gezinsproblematiek, behandelvormen, eigen reacties van de hulpverlener en geriatrische problematiek. Een andersoortig doel was te komen tot een zekere eenvormigheid in de manier van werken van de maatschappelijk werkers ten aanzien van de verschillende doelgroepen en het verbeteren van de samenwerking met de behandelinstituten Centrum ’45 en het Sinai Centrum. Hoofddocent was Ivo van der Velden van Centrum ’45, de gastdocenten waren afkomstig van het Sinai Centrum en Centrum ’45.
cogis Jaarverslag
Opleiding medewerkers Immigratie- en Naturalisatiedienst Dienst (IND)
In opdracht van de Immigratie - en Naturalisatie Dienst (IND) heeft Cogis een opleidingsprogramma op maat verzorgd over psychotrauma. Behalve inleidingen rond dit thema, werden er gesprekstechnieken geoefend die belangrijk zijn in het contact dat IND-medewerkers hebben met asielvragers. Eveneens aan de orde was de vraag welke invloed het getraumatiseerd zijn heeft op de werking van het geheugen. Het opleidingsprogramma is in het verslagjaar driemaal uitgevoerd. Daarbij is gebruik gemaakt van trainers van Centrum ‘45, het Sinai Centrum en Pharos. Een van de drie programma’s was speciaal toegesneden op IND-medewerkers die kinderen horen. Het opleidingsprogramma wordt in 2008 voortgezet. ‘Omgaan met agressie’
Het hoge spanningsniveau waaronder getraumatiseerden leven, kan leiden tot agressieve uitingen, die ook hulpverleners kunnen treffen. Om deze reden heeft Cogis voor hulpverleners die daarmee te maken krijgen trainingen georganiseerd, die een basis kunnen vormen voor het hanteren van de op hen gerichte agressie. In eerste instantie gaat het erom deze agressie te leren deëscaleren, maar ook om het te kunnen intomen. Er werd in deze training, waarin hulpverleners uit verschillende disciplines participeerden, ingegaan op diverse visies ten aanzien van agressief gedrag en op de praktische betekenis hiervan. Aan de hand van herkenbare casuïstiek werd met behulp van psychodramatische technieken geoefend om agressief gedrag te hanteren. Ook werd er gewerkt met fysieke technieken. Een belangrijk doel van deze training is om het zelfvertrouwen bij de betrokken hulpverleners ten aanzien van agressief gedrag te vergroten.
10
cogis Jaarverslag
‘Cultuur en trauma’
Als module van de RINO-opleiding heeft Cogis de cursus ‘Cultuur en trauma’ verzorgd. Hierbij staat de transculturele behandeling van psychotrauma ten gevolge van oorlog en geweld centraal. De cursus bestaat uit korte inleidingen, groepsgesprekken volgens de socratische methode, casuïstiekbespreking, videofragmenten en rollenspelen. De deelnemers, met name afkomstig uit de GGZ, werd inzicht geboden in theorieën over traumatisering en in de diagnostiek van traumagerelateerde problematiek. In de cursus worden verder vaardigheden geoefend in de behandeling van enkelvoudige trauma’s. Ook was er aandacht voor de transculturele aspecten van behandeling. Een van de belangrijkste doelen van de cursus is de deelnemers bewust te maken van de interferentie tussen traumatisering en culture achtergrond en hen vaardigheden aan te bieden om cultuursensitief te werken. Postdoctorale cursus PTSS
De postdoctorale cursus PTSS werd gegeven voor hulpverleners op academisch niveau, die hun kennis op het gebied van de behandeling van psychotrauma wilden uitbreiden. De cursus ging diep in op de diagnostiek en behandeling van PTSS. Er werd een theoretisch raamwerk geboden voor PTSS bij geweldsgetroffenen. Voorwaarde van deelname was dat men frequent cliënten ziet en dat men bereid is te kijken naar het effect van de behandeling op de hulpverlener. Cursisten kregen een beter zicht op de mogelijkheden en grenzen van PTSS-behandeling in verschillende contexten en met verschillende patiëntengroepen. Aan de orde kwamen individuele behandelvormen, groepsen systeembehandeling en poliklinische, dagklinische en klinische indicaties. Internationaal Strafhof (International Criminal Court)
Het Internationaal Strafhof in Den Haag heeft regelmatig te maken met getuigen, die hinder ondervinden van recent opgedane traumatische ervaringen. Aan Cogis is gevraagd een training te verzorgen met als belangrijkste doel deze getuigen beter te leren omgaan met hun angsten en herbelevingen. De training bestond uit een theoretisch gedeelte over PTSS en een praktisch deel waarin copingvaardigheden konden worden geoefend, met behulp van een professionele acteur. Behandelaars van Centrum ’45 traden op als trainer.
cogis Jaarverslag
11
Contactpersonen van veteranen en dienstslachtoffers
In opdracht van de Basis – serviceorganisatie voor veteranen – heeft Cogis een training verzorgd voor contactpersonen van de BNMO. Deze bond behartigt al meer dan zestig jaar de zorg en belangen van oud-militairen, dienstslachtoffers en hun verwanten. Bij de bond staan ‘kameraadschap’ en ‘zorg voor elkaar’ hoog in het vaandel. Contactpersonen van de bond vervullen daarin een belangrijke rol, met name door het afleggen van huisbezoeken bij bondsleden. Voor hen heeft Cogis in drie regio’s een training gegeven met als thema ‘Het gesprek met het bondslid’. In de training kwam onder meer aan de orde hoe de contactpersonen structuur kunnen aanbrengen in de gesprekken die zij met bondsleden voeren. Tevens werden communicatievaardigheden geoefend en werd ingegaan op de valkuilen in het contact, signalering en het omgaan met emoties. Deze zelfde training is gegeven aan de veteranenorganisatie 1 (NL) UN Signal Bn, waarvan de leden als militair uitgezonden zijn naar Bosnië. Veteranenhelpers in Servië
‘Veterans, wake up’ is een gezamenlijk project van het Centar za Trauma uit Servië en Centrum Kontakt der Kontinenten uit Nederland. Het doel van dit project is getraumatiseerde veteranen te helpen bij hun problemen en ze – waar mogelijk – in te schakelen als begeleiders van zelfhulpgroepen. Ook wordt geprobeerd een beroep op hen te doen als ‘belangenbehartigers van vrede’ door ze in hun eigen omgeving, in educatieve zin, in te zetten en ze te laten vertellen over hun oorlogservaringen. In het kader van dit project is aan Cogis, op basis van een jarenlange ervaring in het scholen van begeleiders van zelfhulpgroepen, gevraagd een training van vijf dagdelen te geven aan een hele gemêleerde groep van Serviërs en Albanezen. Behalve veteranen bestond de groep uit professionals die ondersteuning wilden bieden aan begeleiders van dergelijke groepen, of die zich richten op de hulpverlening aan gezinnen van veteranen. Tenslotte waren er enkele politieke vertegenwoordigers die geïnteresseerd waren in dit project in algemene zin. In de training kwamen allerlei aspecten aan de orde die een rol spelen in het begeleiden van zelfhulpgroepen, zoals kwesties rond het uitwisselen van ervaringen, gevoelens en kennis. Het werken in groepjes werd bemoeilijkt door de soms hoogoplopende emoties tussen Servische en Albanese veteranen. De training was desalniettemin zeer geslaagd te noemen.
12
cogis Jaarverslag
Medewerkers van de Pensioen- en Uitkeringsraad
De Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR) startte in augustus 2007 een tweejarig project waarbij potentiële uitkeringsgerechtigden in het buitenland schriftelijk worden geïnformeerd over de oorlogswetten WUV en WUBO. Degenen die een antwoordkaartje terugsturen worden door medewerkers van de PUR telefonisch benaderd en geïnformeerd over de wetten, de aanvraagprocedure en de kans op erkenning. Als er door betrokkene een aanvraag wordt ingediend volgt daarop een telefonische sociale rapportage. Cogis heeft in opdracht van de PUR voor medewerkers die deze telefoongesprekken voeren een tweedaagse training gegeven. De eerste trainingsdag werd ingegaan op de doorwerking van traumatische oorlogservaringen bij de getroffenen en hun omgeving. Daarnaast werd stilgestaan bij de structuur van voorlichtings- en sociale rapportagegesprekken en bij de vaardigheden die nodig zijn om telefonisch dergelijke gesprekken te voeren. De tweede trainingsdag werd, aan de hand van een gefilmde casus, gesproken over emoties die je bij oorlogsgetroffenen kunt tegenkomen, de effecten die dat kan hebben op je eigen functioneren en hoe daarmee om te gaan in een telefoongesprek. Tot slot hebben de deelnemers met behulp van een acteur vaardigheden geoefend die belangrijk zijn bij het voeren van (emotionele) telefoongesprekken met oorlogsgetroffenen.
cogis Jaarverslag
13
Joods hospice ‘Immanuel’
In 2007 is het eerste joodse hospice van Europa in Amsterdam geopend onder de naam ‘Immanuel’. Dit hospice draait, net als de meeste hospices overigens, voornamelijk op vrijwilligers. Cogis heeft aan deze vrijwilligers, verdeeld over vier groepen, een tweedaagse training gegeven over de invloed van de oorlog op het verouderings- en stervensproces. Een belangrijk gegeven bij deze training was dat bijna alle vrijwilligers ook zelf een joodse achtergrond hadden. De consequentie daarvan was dat er bij sommigen sprake was van de nodige weerstand om te reflecteren op de doorwerking van de oorlog in hun persoonlijk leven. Bij de deelnemers bleek er vooral behoefte te bestaan om praktische communicatievaardigheden te oefenen. Er was in de groepen veel ervaringsdeskundigheid aanwezig die door de trainers onder meer benut kon worden bij de bespreking van casuïstiek. In dat verband was er met name aandacht voor wat helpend en niet-helpend is in bepaalde situaties. Rondleiders Kamp Amersfoort
Kamp Amersfoort was in verhouding tot andere concentratiekampen een klein en provisorisch kamp, dat in de periode 1941-1945 onder toezicht stond van de Duitse politie. Verwaarlozing, honger, mishandeling en moord drukten een stempel op het verblijf van meer dan 35.000 gevangenen die voor kortere of langere tijd in het kamp gevangen hebben gezeten. Sinds een aantal jaren organiseert de Stichting Nationaal Monument Kamp Amersfoort rondleidingen langs een aantal gedenkplaatsen in het kamp. Deze stichting heeft Cogis ingeschakeld om aan nieuwe rondleiders een training te geven. De training duurde twee dagen en was gericht op het vergroten van inzicht in de doorwerking van traumatische oorlogs- en geweldservaringen op getroffenen en hun omgeving. Daarnaast was er aandacht voor de emoties die bij bezoekers kunnen optreden en hoe je daar als rondleider adequaat mee om kunt gaan. De aanwezigheid van een acteur bood deelnemers de gelegenheid om in dat verband een aantal vaardigheden te oefenen, met name ten aanzien van het omgaan met ‘lastig gedrag’ van bezoekers.
14
cogis Jaarverslag
De film ‘Oorlogsrust’ ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op 4 mei 2007 is de door Cogis geïnitieerde speelfim ‘Oorlogsrust’ door de AVRO-televisie uitgezonden. Deze film over de problematiek van oudere oorlogsgetroffenen maakte deel uit van het project ‘Oorlogsrust en vredesgeweld’ dat ook een educatief onderdeel kende.
‘Assertiviteit en cultuur’
Vrijwilligers van de vluchtelingenwerkgroep van de Stichting Zorg en Welzijn in Maarssen zetten zich in voor vluchtelingen. In dat werk voelen zij zich vaak onmachtig. Zij hebben met name moeite de passieve houding van vluchtelingen, waar ze regelmatig op stuiten, te accepteren. Tegen deze achtergrond is Cogis gevraagd een workshop te verzorgen rond het thema ‘Assertiviteit en cultuur’. Met de vrijwilligers is allereerst stilgestaan bij de culturele dimensie: hoe past assertiviteit in de diverse culturele achtergronden van vluchtelingen, in zowel westerse als niet-westerse landen. Doel van de workshop was om op die manier meer zicht te krijgen op culturele patronen, normen en waarden. Vervolgens is gekeken naar de invloed van traumatische ervaringen en het hebben van een migratieachtergrond op gevoelens van angst en onmacht en hoe deze tot uiting kunnen komen in afhankelijk gedrag. Een groot deel van de workshop is besteed aan de vraag wat dit afhankelijke gedrag van vluchtelingen bij de vrijwilligers oproept, welke valkuilen zich daarbij voordoen en wat adequate reacties zijn in het contact met vluchtelingen.
De film is met name bedoeld om het brede publiek alert te maken op de mogelijkheid dat klachten en problemen in het huidige leven van ouderen zijn terug te voeren op hun oorlogsverleden en het begrip daarvoor te doen toenemen.Het verhaal speelt zich af in een zorginstelling voor ouderen waar de bewoners ,die allemaal een oorlog hebben meegemaakt, met elkaar wedijveren wie van hen het meest geleden heeft. Ze willen erkenning van hun leed. Niet alleen bevechten de bewoners elkáár, ze gedragen zich steeds onbehoorlijker tegenover het personeel dat erg zijn best doet. De Surinaamse en Marokkaanse zorgverleners krijgen flink wat beledigende taal te verduren. Bij hen speelt gebrek aan kennis in dat verband een belangrijke rol. Aan de film ‘Oorlogsrust’ is veel aandacht besteed in de pers. Recensies zijn verschenen in de NRC, Volkskrant, Algemeen Dagblad, Trouw, Spits, Parool, maar ook in regionale kranten en op radio en tv. De reacties op de film waren verdeeld. Er waren hele positieve recensies (vier sterren in het Algemeen Dagblad bijvoorbeeld en ook Trouw en het Nieuw Israëlitisch Weekblad waren positief), maar ook negatieve. Het spel van de acteurs, de enscenering en regie werden over het algemeen goed beoordeeld. Dat geldt ook voor het oordeel over de film als hulpmiddel in het kader van het onderwijs aan verplegenden en verzorgenden.
cogis Jaarverslag
15
Federatie Bersama Kuat ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bij de Federatie Bersama Kuat (Samen Sterk) is een aantal verzorgingshuizen voor Indische en Molukse ouderen aangesloten. Zij bieden hen naast verzorging en verpleging een huis waarin de eigen leefwijze en cultuur zoveel mogelijk behouden is. Die verzorgingshuizen zijn: • Raffy in Breda • Patria in Bussum • Rumah Saya in Apeldoorn • Rumah Kita in Wageningen • Nieuw Beekvliet in St. Michielsgestel • Residentie Buitenzorg in Groningen Cogis is door de Federatie Bersama Kuat gevraagd een scholingsaanbod te ontwikkelen voor het personeel van de aangesloten tehuizen. Dit heeft geresulteerd in een training die hiernaast beschreven wordt.
Indische en Molukse verzorgingshuizen
In opdracht van De Federatie Bersama Kuat heeft Cogis een training van twee dagdelen verzorgd voor verzorgenden en activiteitenbegeleiders in een zestal verzorgingshuizen voor Indische en Molukse ouderen onder de titel: ‘de gevolgen van traumatische oorlogservaringen op het ouder worden’. Opmerkelijk was dat, ondanks hun grote betrokkenheid, de werkers relatief weinig wisten van de achtergrond van hun bewoners. Dat huidig gedrag van bewoners kan samenhangen met de ondergane oorlogservaringen was voor de meesten een eye-opener. In enkele tehuizen is een extra dagdeel aan de training toegevoegd om de cursisten bij te scholen in de geschiedenis van Nederlands-Indië. Daarbij was er met name aandacht voor de oorlogsperiode en de Bersiap daarna. Leverde de kennismakingsronde en wat men in de training zou willen leren niet zoveel op, bij de inventarisatie van lastige praktijksituaties was het tegendeel het geval. Die situaties hadden met name betrekking op het problematische gedrag van een aantal bewoners en de hantering ervan. Bij de bespreking van deze casuïstiek werd de samenhang van het gedrag van bewoners en hun oorlogsachtergrond inzichtelijk gemaakt en werden verschillende opties besproken om daarmee om te gaan. Dit leidde bij de meesten tot een milder oordeel over dit gedrag en ook vaak ook tot adequate suggesties met betrekking tot de hantering. De training werd door de cursisten als belangrijk en zinvol beoordeeld, met name de praktische insteek werd gewaardeerd en de handvatten die daarbij werden gegeven. Casussen
Een demente vrouw heeft haar dementie lang kunnen verbloemen maar dat lukt niet langer. Ze is langzamerhand volledig afhankelijk geworden. Als ze iets wil moet dat meteen gebeuren, anders wordt ze boos. Ze is heel angstig en vaak in paniek. Haar familie komt nooit langs. Ze wordt ‘getriggerd’ door oorlogsbeelden op televisie. Alles moet van haar op slot. Je mag niet in haar kamer komen. Ze verzamelt alles en doet meerdere lagen kleren over elkaar aan. Daaronder verstopt ze vaak eten. Moet je meegaan in dat gedrag of niet? En hoe ga je ermee om?
16
cogis Jaarverslag
Mevrouw P. is een rustige, stille vrouw, charmant om te zien. Ze zit vaak ‘opgesloten’ in zichzelf en heeft weinig contact met medebewoners. Elke dag heeft de verzorging veel moeite om haar te wassen. Ook het uitkleden gaat moeizaam: vaak wordt ze heel boos. Haar onder de douche doen is nog veel lastiger, ze wordt dan niet alleen boos maar zet het zelfs op een schreeuwen. Als je haar aanraakt schrikt ze heel erg en duikt in elkaar. Daarnaast doet ze vaak een doek over de spiegel. Ze wil zichzelf niet zien. Ook de gordijnen moeten altijd dicht. Er wordt gezegd dat ze vroeger troostmeisje is geweest in een Japans kamp. Hoe stel je je op naar deze vrouw toe en hoe ga je om met dit gedrag? De heer Z. heeft vroeger aan de Birmaspoorweg gewerkt en regelmatig wijst hij naar buiten en zegt: ’Daar ligt de spoorweg’. Hij wordt dan angstig. Altijd is hij samen met zijn vrouw die hem dikwijls in de rede valt. Het lijkt wel of hij van haar niet mag praten. Als de verzorgende ’s morgens zijn steunkousen aandoet, begint hij regelmatig over de oorlog, maar als zijn vrouw daar iets over opvangt komt ze ertussen en houdt hij zijn mond. Het lijkt erop dat hij graag over de oorlog wil praten. Hoe pak je dit aan?
cogis Jaarverslag
17
Paul van Kampen is twee jaar geleden als projectleider aangesteld om de werkzaamheden van de organisaties die zijn aangesloten bij het Netwerk Psychotraumahulpverlening Nederland op elkaar af te stemmen, en de ‘ketenzorg’ verder gestalte te geven. In een vraaggesprek licht hij de activiteiten van NPN en de achtergronden daarvan nader toe. Voordat hij het NPN-projectleiderschap in 2006 aanvaardde, was Van Kampen jarenlang directeur van de Maatschappelijke Dienstverlening Midden Holland in Leiden. Dit is een van de zes AMW-instellingen waar onder meer het maatschappelijk werk van de Stichting 1940 -1945 en de Stichting BurgerOorlogsgetroffenen was ondergebracht in de vorm van Afdelingen Oorlogsen Geweldsgetroffenen (OGG’s), die nu deel uitmaken van het Netwerk Psychotraumahulpverlening Nederland. Van Kampen: ‘’het idee achter deze operatie was om enerzijds de continuïteit van de hulpverlening aan de gestaag in aantal afnemende oorlogsgetroffenen te garanderen en anderzijds om de verworven expertise van deze gespecialiseerde maatschappelijk werkers te kunnen inzetten voor ‘eigentijdse’ geweldsslachtoffers.’’Al snel werd door de OGG’s, op basis van gesignaleerde behoeften, samenwerking gezocht met organisaties op het terrein van de specifieke hulpverlening aan oorlogs- en geweldsgetroffenen, te weten: Cogis, Centrum ’45, het Sinai Centrum en de BNMO. Deze samenwerking is uitgemond in het Netwerk Psychotraumahulpverlening Nederland (NPN), waar geweldsslachtoffers langs de kortste lijnen de vereiste hulpverlening kunnen krijgen. Van Kampen: ‘’na een intakegesprek wordt in overleg met de betrokkene gezocht naar het meest geschikte hulpaanbod, dat aansluit bij de vraag en behoefte van de cliënt. De stelregel van NPN daarbij is: intensieve behandeling waar dat nodig is, begeleiding en ondersteuning waar dat kan.’’ Consultatie
Maar niet alleen de getroffenen zelf, ook professionele hulpverleners kunnen bij NPN terecht met alle mogelijke vragen. Van Kampen: “NPN zorgt ervoor dat de vraag van een hulpverlener naar de juiste deskundige wordt doorgesluisd en die handelt dit ook af. Afhankelijk van de vraag of het probleem kan NPN ook een meer uitgebreide consultatie geven met betrekking tot de cliënt. Het doel van de advisering en consultatie is in de eerste plaats om de hulpverlener meer inzicht te geven in de aard van de problematiek.
18
cogis Jaarverslag
Het netwerk psychotraumahulpverlening nederland (NPN) Er kan dan in een zo vroeg mogelijk stadium gesignaleerd worden of er sprake is van klachten of problemen ten gevolge van een traumatische gebeurtenis, of eventueel van een posttraumatische stress-stoornis. Daarnaast is het de bedoeling ondersteuning en advies te geven bij de behandeling of begeleiding van de cliënt, of te komen tot een gerichte verwijzing naar de gespecialiseerde hulpverlening. Bijvoorbeeld naar Centrum ’45 of het Sinai Centrum.” Ketenzorg
De bij NPN aangesloten organisaties* houden zich al tientallen jaren bezig met mensen die traumagerelateerde klachten en problemen hebben. Die hulpverlening was oorspronkelijk vooral gericht op de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog. Maar die expertise bleek ook heel nuttig voor andere geweldsgetroffenen, zoals bijvoorbeeld slachtoffers van huiselijk geweld of geweld op straat. Van Kampen: “de ultieme wens van NPN is om uiteindelijk een sluitende aanpak tussen nulde, eerste, tweede en derde lijn in de gespecialiseerde psychotraumahulpverlening te realiseren. De nulde lijn is de aanduiding voor het persoonlijke relatienetwerk van de getroffene, inclusief vrijwilligers en bijvoorbeeld lotgenoten- en belangengroepen. De eerste lijn is de huisarts en het maatschappelijk werk, de tweede lijn de (gespecialiseerde) ambulante GGZ en de derde lijn is de intramurale zorg, bijvoorbeeld de psychiatrische kliniek. De drie lijnen van professionele hulpverlening kunnen gezien worden als een piramide met drie niveaus.” Van Kampen laat in dat verband de termen ‘stepped care’ en ‘ketenzorg’ vallen: “als de cliënt professionele hulp zoekt, dan wordt eerst de kortste en minst belastende vorm van begeleiding geboden, die past bij de aard van het probleem en bij de vraagstelling. Pas als deze interventie onvoldoende effect heeft wordt aanvullende diagnostiek en advisering gezocht en wordt eventueel een therapie of opname aangeboden. Als vervolgens nazorg in de vorm van maatschappelijk werk nodig is, wordt een cliënt terugverwezen naar de eerste lijn, dus bijvoorbeeld bij één van de bij NPN aangesloten organisaties. Daar wordt ook zorgcoördinatie of zorgbegeleiding geboden. De maatschappelijk werker komt dan in de rol van ‘case manager’.
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bij Cogis is het Netwerk Psychotraumahulpverlening Nederland (NPN) gevestigd. NPN is opgericht met steun van het ministerie van VWS om een laagdrempelige, direct toegankelijk landelijk dekkend netwerk te realiseren voor mensen met traumagerelateerde psychische klachten verband houdend met de Tweede Wereldoorlog, recente oorlogen (vluchtelingen, veteranen) en rampen. Daarnaast kunnen ook slachtoffers van huiselijk geweld of geweld op straat bij de bij het NPN aangesloten organisaties terecht. Datzelfde geldt voor hun partners en kinderen. In 2007 is het NPN uitgegroeid tot een netwerkorganisatie, waarin tien organisaties met expertise op het terrein van de hulpverlening aan oorlogs- en geweldsgetroffenen nauw samenwerken.
*De netwerkpartners zijn: Cogis, Stichting Centrum ’45, Sinai Centrum, zes organisaties voor maatschappelijke dienstverlening met een unit voor Oorlogsen Geweldsgetroffenen (OGG) en “de Basis” (het voormalige BNMO).
cogis Jaarverslag
19
Binnen de traumazorg spelen in deze piramide vele organisaties een rol: van huisarts tot kenniscentra, van bedrijfsopvangteams tot gespecialiseerde behandelcentra, van vrijwillige opvang tot vrijgevestigde therapeuten. Deze organisaties moeten goed samenwerken om te komen tot een doelmatige inzet van zorg en behandeling. Van Kampen: “het is de bedoeling dat binnen dit netwerk de wetenschap, kenniscentra, belangenbehartigers en zorginstellingen samenwerken op het terrein van de gespecialiseerde traumaopvang en -behandeling volgens het ‘stepped care model’. Van belang daarbij zijn: kwaliteit, deskundigheidsbevordering, uniforme registratie, inzetbaarheid en snelle en adequate doorverwijzing en terugverwijzing. NPN streeft naar een samenwerkend stelsel van gespecialiseerde psychotraumahulpverlening, waarbij met name de eerste lijn, het maatschappelijk werk, goed georganiseerd en geprofileerd is. In de eerste twee jaar van het NPN zijn daar al belangrijke aanzetten toe gegeven.” Scholing
Van Kampen: “als ik zo terugkijk op de afgelopen twee jaar was de start, zoals eigenlijk altijd, het lastigst. Wat mij erg geholpen heeft is dat NPN bij Cogis werd ondergebracht, overigens een bewuste keuze : bij Cogis is veel kennis en expertise aanwezig over gevolgen van geweld, niet alleen bij de medewerkers maar ook in fysieke zin. De Cogis-bibliotheek is op het terrein van psychotrauma behalve een verzamelplaats van gedrukt materiaal ook een plek waar digitale tijdschriften, artikelen en databanken beschikbaar zijn en worden beheerd. Ook beschikt Cogis over een breed netwerk binnen de traumahulpverlening, waar ik als NPN-projectleider dankbaar gebruik van maak. Bovendien initieert Cogis als kennisinstituut onderwijsen scholingsactiviteiten. In dat kader heeft Cogis in 2007 ook de scholing verzorgd voor de vijftig maatschappelijk werkers uit de tien aangesloten organisaties en is er een opleidingsprogramma opgezet met als doel het vergroten van kennis en inzicht op het terrein van de hulpverlening aan geweldsgetroffenen.
20
cogis Jaarverslag
CentrAal aanmeldingspunt
Om met name de eerste lijn, het maatschappelijk werk van NPN, op een kwalitatief hoog niveau te realiseren - dat is de ambitie van NPN - is centrale aansturing van de regionale teams door de projectleider van wezenlijk belang. Dat betekent dat de aangesloten organisaties de projectleider ruim mandaat geven voor wat betreft de inhoudelijke coördinatie en afstemming (protocollen, casemanagement, samenwerkings- en verwijsprocessen, registratie etc.). De samenwerking van de tien NPN- organisaties is er in eerste instantie op gericht om de bereikbaarheid en toegankelijkheid van de traumahulpverlening te vergroten. In 2008 komt er waarschijnlijk een centraal NPN-aanspreekpunt waarvoor De Basis in Doorn is aangewezen. Het werken met een centraal aanmeldingspunt is een wezenlijke stap in het toegankelijker maken van de traumahulpverlening, overigens wel met behoud van de lokale en regionale inbedding van de hulpverlening. Directe toegankelijkheid blijft daarnaast gewaarborgd, ook via de website www.npn.nl. Van Kampen: “uiteindelijk is het streven dat de traumazorg in Nederland georganiseerd is als een laagdrempelige, goed bereikbare en kwalitatief hoogwaardige keten van eerste- tweede- en derdelijnsvoorzieningen voor alle getroffenen van vervolging, oorlog, rampen, geweld en beroepstrauma’s. Het streven is dan ook het aantal organisaties dat is aangesloten bij NPN verder uit te breiden. De bedoeling is dat iedereen in Nederland die psychische en/of sociale problemen heeft ten gevolge van een traumatische ervaring gespecialiseerde hulp kan vinden in de buurt. De deelnemende instellingen verwachten door middel van de samenwerking voor elke cliënt een aanbod op maat te kunnen doen. De onderlinge samenwerking stimuleert als het goed is ook de kwaliteit van de hulpverlening, bundelt ervaring en expertise én bevordert tevens uitwisseling over het werk.
cogis Jaarverslag
21
BIBLIOTHEEK EN DOCUMENTATIE
Ooit hadden bibliotheekgebruikers alleen toegang tot de informatie die aanwezig was in die ene bibliotheek, in een bepaald gebouw, waar je gewoon naartoe moest. Gebruikers moesten daarom bereid zijn om relatief veel tijd te steken in het vinden en verzamelen van de informatie die ze nodig hadden. Met de komst van de computer verbreedde de toegang tot informatiebronnen zich steeds meer. In Nederland werd op initiatief van een aantal universiteitsbibliotheken een landelijke catalogus ontwikkeld, waardoor de gebruikers ook bronnen konden vinden die niet bij de eigen instelling aanwezig waren. De Cogis-bibliotheek is aangesloten op deze Nationale Catalogus en via internationale databanken is inmiddels ook de toegang tot internationale bronnen mogelijk gemaakt. Met de introductie van het internet is publiceren zo gemakkelijk geworden, dat het aanbod aan informatie uitzonderlijk snel groeit. Dagelijks komen duizenden nieuwe bronnen – vaak gratis – beschikbaar via internet. Ook kunnen wereldwijde zoekmachines zoals Google, het hele internet afspeuren op nuttige informatie en worden de resultaten in fracties van seconden gratis afgeleverd bij de eindgebruiker thuis. De voordelen van internet, de snelheid, het wereldwijde bereik en de laagdrempelige toegang staan buiten kijf. Om de informatievoorziening van de Cogis-bibliotheek te verbeteren is er, gelet op het bovenstaande, in 2007 veel tijd en aandacht besteed aan de digitalisering van de documentatie en van de videocollectie. De werkzaamheden die in dat verband verricht zijn worden beschreven in hoofdstuk 3. Dienstverlening aan partners Cogis
In 2007 is de Cogis-bibliotheek begonnen om de dienstverlening aan de twee partners van Cogis, de behandelcentra Centrum ’45 en het Sinai Centrum, nog beter af te stemmen op bestaande behoeften. Met behulp van de kennisdatabank worden de professionals bij Centrum’45 en Sinai Centrum meer op maat geattendeerd op actuele informatie. Dat houdt in dat een recent verschenen artikel over bijvoorbeeld ouderen en psychotrauma direct fulltext wordt doorgestuurd naar de professionals die hebben aangegeven daarin geïnteresseerd te zijn. Aan de verbetering van de infrastructuur van dit attenderingssysteem en de distributie van de informatie wordt nog gewerkt. Het tien keer per jaar toesturen van een attenderingsbulletin is gecontinueerd en ook de aanwinstenlijst verscheen dit jaar driemaal.
22
cogis Jaarverslag
Voor de medewerkers van het Sinai Centrum, locatie Berkenweg, te Amersfoort is een bijeenkomst georganiseerd om enerzijds de wensen en behoeften aan informatie te inventariseren en anderzijds de diensten en mogelijkheden van de Cogis-bibliotheek inzichtelijk te maken. In 2008 zullen in een tweede bijeenkomst de informatievragen en - behoeften verder aangescherpt worden aan de hand van de ervaringen van deze professionals. Verder is er een start gemaakt met een bibliotheekcommissie waarvan de leden afkomstig zijn uit de verschillende afdelingen van het Sinai Centrum. Voor Centrum ‘45 staat de oprichting van zo’n commissie ook op stapel. Voor de databank Pilots van het National Centre of PTSD zijn Engelstalige beschrijvingen gemaakt van de artikelen van het kwartaalblad Cogiscope van 2007, waardoor het eigen tijdschrift van Cogis ook via deze internationaal toegankelijke databank gratis te vinden is. Voor elke uitgave van Cogiscope is ook dit jaar weer een ‘Uitgelicht’ en een ‘Leestafel’ gemaakt. ‘Uitgelicht’ bevat een selectie van het nieuws op de website met korte beschrijvingen van actuele informatie uit kranten en tijdschriften. In de ‘Leestafel’ staan korte toelichtingen op nieuwe aanwinsten; boeken en tijdschriftartikelen en soms ook nieuwe dvd’s en interessante televisieopnames. ONDERZOEK
Het accent in het onderzoek dat door Cogis wordt verricht heeft een duidelijke verandering ondergaan in 2007. Waar aanvankelijk werd ingezet op een coördinerende taak voor Cogis wat betreft het wetenschappelijke onderzoek van de twee partnerorganisaties Stichting Centrum ’45 en het Sinai Centrum werd in 2007 de koers verlegd naar historisch en beleidsondersteunend onderzoek. Cogis voerde een aantal onderzoeken uit over de volgende onderwerpen : betekenisgeving en gezinsfunctioneren, verzorgingshuizen, huiselijk geweld, de Expogé en herinneringscentra. De weerslag van oorlog: een onderzoek naar betekenisgeving en gezinsfunctioneren. Dr. Trudy Mooren (klinisch psycholoog, Stichting Centrum ’45)
cogis Jaarverslag
23
Het onderzoek ‘De weerslag van oorlog’ beoogt kenmerken en processen bij volwassenen die als kind het geweld en de terreur van de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt inzichtelijk te maken, zowel vanuit het perspectief van betekenisgeving als vanuit het systeemperspectief. Het onderzoek richt zich op getroffenen van de Tweede Wereldoorlog en op recente categorieën van jeugdige oorlogsgetroffenen in Europa, in het bijzonder vluchtelingkinderen en hun gezinnen uit onder meer Kosovo en Bosnië. Het project heeft zowel een praktische als een wetenschappelijke relevantie. Het verschaft praktische inzichten die benut kunnen worden in de huidige hulpverlening de inmiddels oudere oorlogsgetroffenen, als ook in de aanpak van de problematiek van recente jeugdige oorlogsgetroffenen. Het project draagt op inhoudelijk terrein bij aan een beter begrip van zowel de rol die het meegemaakte oorlogsgeweld heeft gespeeld in het leven van getroffenen, als de betekenis die de oorlog heeft in het huidige leven van op jeugdige leeftijd getraumatiseerden. Het onderzoek is een samenwerking tussen Centrum ‘45, Universiteit Utrecht en Cogis. Het onderzoek dat in september 2005 van start is gegaan, is in 2007 afgerond. Oorlogsgetroffenen in verzorgings- en verpleeghuizen: een inventarisatie naar het voorkomen van oorlogsgerelateerde problematiek onder bewoners van twintig verzorgings- en verpleeghuizen. Dr. S.A.M. van Broeckhuysen (Coördinator onderzoek en kennisoverdracht Sinai Centrum/ onderwijscoördinator Cogis) Om een beter zicht te krijgen op het voorkomen van oorlogsproblematiek in verzorgings- en verpleeghuizen en de kennis die bij verzorgenden en verpleegkundigen aanwezig is ten aanzien van deze problematiek, is door Cogis een inventariserend onderzoek gedaan. Een inhoudelijk verslag van dit onderzoek treft u aan in hoofdstuk 3.
24
cogis Jaarverslag
De Geschiedenis van de Nederlandse Vereniging van Ex-Politieke Gevangenen (Expogé). Drs. Tom de Ridder (socioloog, Cogis) De Nederlandse Vereniging van Ex-Politieke Gevangenen (Expogé) is door de jaren heen een belangrijke vereniging geweest die, ook politiek gezien, de nodige invloed heeft uitgeoefend. Het is interessant om na te gaan vanuit welke motieven dat gebeurde. Dat kan eigenlijk alleen door deze mensen, die zeer oud zijn, te interviewen. Nu kan dit nog. Een inhoudelijk verslag van deze studie, die ook literatuur- en archiefonderzoek omvat, vindt u in hoofdstuk 3. De functie en betekenis van herinneringscentra. Drs. Tom de Ridder (senior medewerker kennisoverdracht, Cogis) drs. Frederiek Eggink (senior medewerker documentaire informatie), dr. Saskia van Broeckhuysen (onderwijscoördionator, namens Sinai Centrum), drs. Ivo van der Velden (onderwijscoördinator, namens Centrum ’45) en Ceciel Huitema MA (projectsecretaris open archief). Op verzoek van het ministerie van VWS heeft Cogis een studie verricht naar de functie en betekenis van herinneringscentra. Aanleiding voor deze studie vormt de betrokkenheid van Nederland bij de totstandkoming van een herinneringscentrum in Srebrenica. Een inhoudelijke toelichting treft u aan in hoofdstuk 3. Huiselijk geweld en veteranen. Thomas Heyman (zelfstandig adviseur). Geweld dat plaatsvindt in huiselijke kring is een fenomeen dat de laatste jaren veel aandacht krijgt. Opvallend is dat deze problematiek onder veteranen regelmatig voorkomt, zo blijkt uit onderzoek. Dit was aanleiding tot een inventariserend onderzoek, dat in hoofdstuk 3 verder wordt toegelicht.
cogis Jaarverslag
25
Hanny Wieles is de Coördinator Zorgtoewijzing Asielzoekers. In dit interview geeft ze een uitgebreide toelichting op haar werkzaamheden en de achtergronden daarvan. Wieles is van huis uit psychologe en heeft in vorige functies veel ervaring opgedaan met vluchtelingen en asielzoekers, onder meer bij het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers. Het heeft in Nederland lange tijd ontbroken aan een heldere procedure om asielzoekers met gedrags- en psychiatrische problemen, toe te leiden naar bestaande zorgprogramma’s en ze daar geplaatst te krijgen. Bestaande instanties zoals het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers, de medische opvang voor asielzoekers, GGZ-instellingen en de ziektekostenverzekeraar ZRA hebben ieder vanuit eigen taken en verantwoordelijkheden met deze groep asielzoekers te maken, maar waar het tot voor kort aan ontbrak was met name een goede coördinatie en regie. Hanny Wieles: “Asielzoekers met psychiatrische problematiek kwamen vaak tussen wal en schip terecht. Je kunt dan bijvoorbeeld denken aan asielzoekers die zijn getraumatiseerd als gevolg van alle verschrikkingen die zij hebben meegemaakt. Soms komt dat tot uiting in een posttraumatisch stresssyndroom (PTSS), maar ook vaak in schizofrenie, psychosen, angststoornissen en depressies. In afwachting van een uitspraak over hun asielverzoek komen ze net als andere asielzoekers in asielzoekerscentra (AZC) terecht. Doorgaans kunnen ze zich daar slechts moeizaam staande houden als gevolg van hun problematiek en maakt hun omgeving zich daarover ernstige zorgen. Ook komt het voor dat de psychiatrische problemen gepaard gaan met onaangepast gedrag, wat overlast met zich mee brengt voor de medebewoners en medewerkers op het AZC. In de praktijk is het vaak lastig om de juiste zorg te vinden voor deze groep asielzoekers, of om te zorgen voor vervolgvoorzieningen die aansluiten bij hun situatie. Een voorbeeld: als een asielzoeker tijdelijk wordt opgenomen en na verloop van tijd weer naar huis mag, betekent dat in feite terug naar het AZC. Aangezien de nodige ondersteuning door gezinsleden vaak ontbreekt, is de stap van opname naar AZC doorgaans te groot. Ook komt het voor dat asielzoekers wel de benodigde zorg krijgen, maar door sluiting van het AZC naar een ander AZC worden overgeplaatst.
26
cogis Jaarverslag
Coördinatie zorgtoewijzing asielzoekers (CZA) ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De zorg wordt daardoor onderbroken, en het opbouwen van een vertrouwensrelatie met een nieuwe behandelaar kost opnieuw veel tijd en moeite. Discontinuïteit van de zorg is voor asielzoekers een ernstig risico.’’ Na verloop van tijd was het duidelijk dat er iets structureels moest gebeuren voor deze mensen. GGZ Nederland, het Centraal Orgaan opvang asielzoekers en de Ziektekostenregeling Asielzoekers (VGZ/ZRA) hebben op een gegeven moment de handen ineen geslagen om een oplossing voor het geschetste probleem te zoeken. En dat is gelukt. Er zijn gelden vrijgemaakt en de CZA werd in het leven geroepen. Cogis was uiteindelijk de instelling waar het Coördinatiepunt Zorgtoewijzing Asielzoekers werd ondergebracht. Kwetsbare groep
Hanny Wieles schetst een beeld van de mensen waar het om gaat: “Het zijn mensen die afkomstig zijn uit hele verschillende landen en met de meest uiteenlopende ervaringen. Wel kun je stellen dat ze vrijwel allemaal ingrijpende dingen hebben meegemaakt en een bewogen levensgeschiedenis hebben. In veel gevallen hebben asielzoekers te maken gehad met oorlog, vervolging en geweld. En eenmaal in Nederland aangekomen staan ze voor de taak om hun weg te vinden in onze samenleving. Vaak zijn familieleden, kinderen bijvoorbeeld, achtergebleven in hun land van herkomst. Anders dan bij ´gewone´ Nederlanders hebben asielzoekers slechts een zeer beperkt steunsysteem: familie en vrienden ontbreken meestal. En daarnaast moeten ze langdurig wachten op het krijgen van de zekerheid van een verblijfsvergunning, wat in veel gevallen gepaard gaat met voortdurende stress en angst voor uitzetting. Door al deze factoren tezamen vormen asielzoekers een kwetsbare groep die vaak aan veerkracht heeft ingeboet. Het is niet altijd te zeggen of mensen al psychiatrische problemen hadden voordat ze in Nederland kwamen, of dat ze als gevolg van de schokkende dingen die ze hebben meegemaakt beschadigd zijn. Het is evenmin zeker of hun problemen pas zijn ontstaan nadat ze in Nederland aankwamen. Wel is het zo dat het bij deze groep veelal gaat om ernstige psychopathologie en dat er door hun kwetsbaarheid sprake is van een verhoogd risico voor zichzelf en hun omgeving. Opvang in een aangepaste woonomgeving is daarom essentieel. Welke voorziening dat is, hangt helemaal af van de patiënt in kwestie en diens problematiek.”
Een van de taken van Cogis is de Coördinatie Zorgtoewijzing Asielzoekers (CZA). Het coördinatiepunt is gevestigd bij Cogis en is in 2006 opgericht om het aanwezige GGZ-aanbod beter af te stemmen op de vraag en zorgbehoeften van asielzoekers met psychiatrische problemen. Het CZA is een initiatief van de Ziektekosten Regeling Asielzoekers (VGZ/ZRA), GGZ Nederland en het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA). Doel is te bewerkstelligen dat asielzoekers op de voor hen meest geschikte plaats de juiste begeleiding en zorg ontvangen, terwijl decompensatie en klinische opnames zoveel mogelijk worden voorkomen. In 2007 is onder meer aandacht besteed aan het versterken van de zorgketen en het vergroten van de doorstroommogelijkheden tussen verschillende zorgvoorzieningen. Daarnaast is gewerkt aan het vergroten van de mogelijkheden voor psychodiagnostiek, zodat cliënten in een eerder stadium kunnen worden doorgeleid naar een passende zorgvoorziening.
cogis Jaarverslag
27
Woonvoorzieningen
Er zijn een aantal voorzieningen voor asielzoekers met psychiatrische problematiek beschikbaar: de psychiatrisch intensieve thuiszorg (PIT), de beschermde woonvormen (RIBW’s), het begeleid wonen (BW) en het begeleid zelfstandig wonen (BZW). De PIT is een vorm van ambulante zorg waarbij de asielzoeker thuis door een verpleegkundige wordt verzorgd. Thuis betekent hier in de meeste gevallen binnen een van de twee speciale PITprojecten in Leusden en Schalkhaar. De COA heeft die plekken gecreëerd in nauwe samenwerking met de GGZ. Ze zijn bestemd voor asielzoekers met chronische psychiatrische problematiek. De PIT-voorziening biedt dagstructuur, dagactiviteiten, psychiatrische behandeling en begeleiding. Asielzoekers die voor het PIT-project in aanmerking komen zijn dikwijls meerdere keren opgenomen geweest. De meesten van hen hebben de diagnose schizofrenie. De Regionale Instelling voor Beschermde Woonvormen (RIBW) is een andere voorziening waarnaar regelmatig verwezen wordt. Hanny Wieles: “RIBW’s bieden begeleiding en ondersteuning voor mensen met ernstige en langdurige psychiatrische en psychosociale problemen. Deze mensen kunnen zich vaak niet zelfstandig staande houden en hebben gespecialiseerde begeleiding en ondersteuning nodig om, ondanks hun beperkingen, zo gewoon mogelijk te kunnen leven in onze complexe samenleving.” Zoals eerder gesteld kunnen asielzoekers ook terecht in het zogenoemd begeleid wonen (BW) en het begeleid zelfstandig wonen (BZW). Hanny Wieles: “Deze twee laatste vormen zijn met name bedoeld voor asielzoekers die problemen hebben op het gebied van zelfverzorging, dagelijkse structuur (dag- en nachtritme), hygiëne, maatschappelijke participatie en –oriëntatie en dagbesteding. ‘’
28
cogis Jaarverslag
Indicatiestelling
Gevraagd naar wat nu haar rol is bij het geplaatst krijgen van de asielzoekers met psychiatrische problemen in de voorzieningen die hierboven geschetst zijn zegt Wieles:” Ik voer eigenlijk de regie over de toewijzing van zorg en bijzondere opvangplaatsen voor de doelgroep. Die regie heeft betrekking op het realiseren van een optimale match tussen zorgbehoefte en zorgaanbod. Ook moet ik zien te voorkomen dat asielzoekers lang op een wachtlijst komen te staan voor bepaalde voorzieningen. Dus moet ik er ook voor zorgen dat de doorstroom en uitstroom uit de beschikbare voorzieningen goed geregeld is. Met andere woorden: het gaat erom dat de asielzoekers op de voor hen meest geschikte plaats terecht komen en daar de juiste zorg en begeleiding ontvangen. Dat is in feite de essentie van mijn werk. Mijn gesprekpartners daarbij zijn de eerder genoemde instanties het COA, de GGZ, de ziektekostenverzekeraar ZRA en, last but not least, ook nog een onafhankelijk orgaan: de Gemeenschappelijke Indicatie Commissie (GIC). Het GIC is verantwoordelijk voor de indicatiestelling, de zorg- en plaatstoewijzing voor de zogenoemde AMOG-opvang (voor asielzoekers met onaangepast gedrag) en de opvang intensief begeleid wonen. Cogis voert het secretariaat van het GIC, ook het COA is vertegenwoordigd en daarnaast zijn er drie onafhankelijke leden, waaronder de voorzitter en een medisch adviseur. Bij het toewijzen van asielzoekers naar bepaalde voorzieningen is het uiteraard cruciaal dat er geen belangen door elkaar lopen en dat er tevens sprake is van een onafhankelijk medisch oordeel. Doordat ik als Coördinator Zorgtoewijzing Asielzoekers ook lid ben van de GIC, kan ik eraan bijdragen dat de aansluiting op en de afstemming met de reguliere GGZ-voorzieningen gewaarborgd is.” Resultaten
Gevraagd naar de belangrijkste ontwikkelingen en resultaten in 2007 zegt Wieles: “Allereerst zie je dat, sinds de oprichting van het Coördinatiepunt Zorgtoewijzing Asielzoekers, de samenwerking tussen alle betrokken partijen sterk is verbeterd, mede als gevolg van de intensieve samenwerking. Dat betekent ook dat het zicht op en het inzicht in elkaars werk is toegenomen. In concrete zin is er hard gewerkt aan het vergroten van de mogelijkheden voor psychodiagnostiek, zodat de patiënten in een verder stadium kunnen worden doorgeleid naar een passende zorgvoorziening. Je zou kunnen zeggen dat het plaatsen van asielzoekers hoe langer hoe meer maatwerk wordt en dat is belangrijke winst voor de doelgroep. Maar het kan altijd nog beter. En dat is uiteindelijk de uitdaging die ik in mijn werk vind.’’
cogis Jaarverslag
29
3
Werkzaamheden Cogis onder subsidie van VWS
De werkzaamheden van Cogis worden op een verschillende manier gefinancierd. Allereerst is er de zogenoemde instellingssubsidie van het ministerie van VWS waaruit de meeste werkzaamheden geheel of gedeeltelijk worden betaald. Daarnaast zijn er projectsubsidies, die eveneens door VWS verstrekt worden en soms door andere financiers worden aangevuld, voor activiteiten die buiten het reguliere werk vallen maar qua thematiek wel binnen de doelstellingen van Cogis passen. In dit hoofdstuk worden eerst de werkzaamheden beschreven die in het kader van de instellingssubsidie zijn uitgevoerd en aansluitend volgen de werkzaamheden die op projectbasis zijn verricht. Tenslotte wordt nog melding gemaakt van de zogenoemde mandaatregeling. Via deze regeling subsidieert Cogis activiteiten van vrijwilligersorganisaties die bijdragen aan lotgenotencontacten. Instellingssubsidie Cogis Looptijd: wordt jaarlijks verleend Bedrag: € 1.047.085,Bibliotheek en documentatie
In 2007 heeft de bibliotheek van Cogis zich met name geconcentreerd op een optimalisering van de digitale informatievoorziening. De fulltext toegang tot buitenlandse tijdschriften en artikelen via het abonnement op de zogeheten databank OVID is gecontinueerd. Een nieuw abonnement is hieraan toegevoegd, namelijk GGZ-online, waardoor nu onder meer ook fulltext toegang is tot de volgende Nederlandse tijdschriften: Denkbeeld, Directieve therapie, Kind en adolescent, Maandblad Geestelijke volksgezondheid, Maatwerk, Netherlands Journal of Psychology, Neuropraxis, Psychologie en Gezondheid, Psychopraxis, Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie en Tijdschrift voor Psychotherapie.
cogis Jaarverslag
31
De traditionele kwaliteiten van een bibliotheek zoals die van Cogis, namelijk het leveren van maatwerk en toegespitste inhoud met kwaliteit, blijven echter voor de gebruikers van digitale informatiebronnen onverminderd interessant. De medewerkers van de bibliotheek (informatiemakelaars) zorgen met hun expertise ten aanzien van het gebruik van gespecialiseerde databanken en het opsporen en toegankelijk maken van informatiebronnen voor tijdwinst van de klant. Zij monitoren het werkveld en attenderen de professionals op relevante informatie. Het kunnen maken van doelgerichte keuzes uit het overweldigende informatieaanbod, en vervolgens het snel toegang krijgen tot de gekozen informatie, zijn twee kwaliteiten die de bibliotheek van Cogis hoog in het vaandel draagt. Interactiviteit, ‘open access’ en gebruiksgemak zijn hierbij essentieel. Uitdaging blijft om al die nieuwe technologieën zo ter beschikking te stellen dat de gebruiker vooral de lusten en niet de lasten ervan ondervindt. Via email, telefoon en bibliotheekbezoek zijn er in het verslagjaar 687 verzoeken om informatie door de Cogis-bibliotheek afgehandeld. De helft daarvan had betrekking op literatuuronderzoek (10%) en artikelen (40%). Overige vragen varieerden van informatie over kampen, trauma, behandeling, psychotherapieën, tweede generatie problematiek, veteranen, vluchtelingen etc. Het tien keer per jaar toesturen van een attenderingsbulletin is gecontinueerd en ook de aanwinstenlijst verscheen in dit verslagjaar weer driemaal. De bibliotheek van Cogis is verder onder de aandacht gebracht bij externe geïnteresseerden via stands op congressen en studiedagen. (De dag van het Verzet, Pelita Lustrum, Symposium Who Cares en NtVP congres). Digitalisering
Om de toegankelijkheid van de Cogis-bibliotheek voor het publiek te vergroten, maar ook met oog op behoud, is in 2007 een deel van de aanwezige documentatie gedigitaliseerd. Directe aanleiding vormde de verhuizing van Cogis naar het huidige kantoorpand aan de Churchilllaan in Utrecht. Besloten werd om de uit 1979 stammende paternoster (een elektronische ladenkast met tweeënveertig meter documentatie) niet mee te nemen naar de nieuwe locatie. Dit betekende óf vernietiging óf digitalisering van de inhoud van de documenten om ze niet verloren te laten gaan.
32
cogis Jaarverslag
‘Onder goed dak met stromend water’ ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gekozen werd voor behoud, dus digitalisering, zij het na een strenge selectie. Dit hield in dat al het papier - voornamelijk oudere losse artikelen, lezingen, scripties, rapporten en krantenknipsels, archiefdocumentatie en wetenschappelijke artikelen - gedurende een half jaar met behulp van twee externe krachten zorgvuldig is geïnventariseerd, geselecteerd en geschoond. Bepaalde delen werden overgedragen aan het Niod, het Nederlands Instituut voor Militaire Geschiedenis en de Pensioen- en Uitkeringsraad. Het resultaat is dat aan het einde van het verslagjaar circa 15% van het totaal aantal artikelen van de bibliotheek, circa 3000 stuks, via de eigen catalogus in digitale vorm fulltekst toegankelijk is. Een ander belangrijk deel van de documentatie, namelijk het Indisch en Europees erfgoed van de oorlog, is apart gehouden en moet nog een digitaliseringsbewerking ondergaan, waardoor het eveneens online beschikbaar zal zijn via een eigen ‘erfgoedtoegang’. De gedigitaliseerde documentatie van Cogis bevat onvervangbaar getuigenisen verwerkingsmateriaal en tevens complete documentatie over personen die veel over traumagerelateerde onderwerpen hebben geschreven en hun publicaties. De geschriften van en over professor Bastiaans zijn hiervan een goed voorbeeld. Cogiscope
Het kwartaalblad van Cogis, Cogiscope, is een tijdschrift over psychische en psychosociale gevolgen van oorlog en geweld. Het bericht over ontwikkelingen op het gebied van hulpverlening aan geweldsslachtoffers in de vorm van artikelen, verslagen van symposia, recensies en attenderingen. Het blad beoogt daarnaast ook de (sociaal-historische) context te schetsen waarin mensen geweld ondergingen en die waarin ze deze ervaringen een plaats moeten zien te geven. Naast de ‘collectieve ramp’ van de Tweede Wereldoorlog en de langetermijngevolgen daarvan, is er uiteraard veel aandacht voor de slachtoffers van hedendaags georganiseerd geweld, in het bijzonder voor de hulpverlening aan vluchtelingen hier in Nederland en in (post)conflictgebieden. Ook de werkbelasting voor mensen die veelvuldig met (gevolgen van) geweld worden geconfronteerd, en vormen van toerusting om daar mee om te gaan, vormen een belangrijk aandachtsgebied.
In het kader van de collectieve doelen van de Stichting Het Gebaar, de tegemoetkoming van de Nederlandse regering aan de Indische gemeenschap, heeft Cogis een subsidie toegekend gekregen voor een project ten behoeve van (ex-)Nederlanders in Indonesië. Dit project, onder de naam ‘Onder goed dak met stromend water’, stelde zich als doel om voor een geselecteerde groep (ex-)Nederlanders, woonachtig in Indonesië, middelen ter beschikking te stellen die aangewend kunnen worden voor herstelwerkzaamheden aan en rondom het eigen woonhuis. Dit project is een particulier initiatief van twee betrokken individuen, de heren Eichholtz en Textor Grieve, die bij Cogis aanklopten voor hulp bij de uitwerking van hun plannen. Het project, dat eind 2004 is opgestart, is uitgevoerd in nauwe samenwerking tussen het WUVbureau in Jakarta, de Pensioen- en Uitkeringsraad in Leiden en Cogis. Het project liep tot 1 maart 2007. Bijna 900 mensen hebben baat gehad bij dit project. Uit de evaluatie van de reacties, veelal in de vorm van kwitanties waaruit de besteding van het geld moest blijken, komt naar voren dat een groot aantal woningen substantieel is verbeterd en dat het project daarmee in een duidelijke behoefte heeft voorzien. In enkele gevallen werd het geld gebruikt om een huurachterstand of andere schulden weg te werken, wat duidt op de moeilijke omstandigheden waarin een aantal (ex-)Nederlanders in Indonesië nog steeds verkeren.
cogis Jaarverslag
33
Het blad richt zich vooral op werkers in de GGz en de psychosociale hulpverlening, maar kent ook vele lezers in andere werksoorten en disciplines. Cogiscope verscheen voor het eerst in 2005, als opvolger van Icodo-info. In 2007 kwam het vier keer uit. De inhoud van de nummers toont een mix van (populair)wetenschappelijke en meer journalistieke bijdragen, voor een deel geschreven door de redactie en door hulpverleners die werkzaam zijn bij Centrum ’45 of Sinai Centrum. Ook wetenschappers en medewerkers van verwante organisaties publiceren geregeld in Cogiscope. De redactie van het blad bestaat uit drie Cogismedewerkers die binnen de organisatie ook andere taken hebben. Cogiscope kent circa 1700 vaste lezers en heeft een oplage van 2300 exemplaren. Lezers betalen een bijdrage van €20,per jaargang.
Vraagbaakfunctie voor hulpverleners en cliënten
Cogis heeft een dagelijks spreekuur waar oorlogs- en geweldsgetroffenen, hun partners, kinderen en familieleden informatie en advies kunnen krijgen over materiële en immateriële problematiek. Ook hulpverleners kunnen bij Cogis informatie en advies vragen. Een maatschappelijk werker behandelt deze vragen en zonodig wordt verwezen naar andere hulpverleners en instellingen. Cogis maakt daarbij gebruik van een uitgebreid therapeutennetwerk van ervaren hulpverleners. Ook kunnen instellingen een beroep doen op Cogis voor advies over de begeleiding of verwijzing van een cliënt. In 2007 belden, e-mailden of schreven 59 instanties Cogis voor informatie, advies of consultatie (2006: 65). Uit de registratiegegevens kan worden geconcludeerd dat de dalende trend in het aantal eenmalige contacten met de eerste generatie getroffenen uit de Tweede Wereldoorlog zich doorzet. In 2007 bereikten ons nog 57 vragen uit deze doelgroep. Het aantal contacten met de naoorlogse generatie loopt ook iets terug. De vragen uit deze groep hebben vaak te maken met de Tijdelijke Vergoedingsregeling Psychotherapie, een regeling die uitgevoerd wordt door de Pensioen- en Uitkeringsraad, waarbij het bij Cogis ondergebrachte Aanspreekpunt naoorlogse generatie (ANG) een adviserende rol speelt.
34
cogis Jaarverslag
Verwijzen
Het Aanspreekpunt Naoorlogse Generatie (ANG) is een multidisciplinair samenwerkingsverband van Stichting Centrum ’45, het Sinai Centrum en Cogis. Het doel is verbetering van de immateriële hulpverlening aan na de Tweede Wereldoorlog geboren kinderen van oorlogsgetroffenen. In dat verband is er een dagelijks spreekuur en ook hulpverleners kunnen consultatie vragen. Soms verwijst het ANG naar een algemene of specifieke hulpverlener. In 2007 hebben 228 cliënten zich met een vraag tot het Aanspreekpunt gewend (2006: 288). Indien noodzakelijk werden deze cliënten, behalve door het maatschappelijk werk ook gezien door de twee psychotherapeuten/consulenten van Stichting Centrum ’45 en het Sinai Centrum die aan het Aanspreekpunt naoorlogse generatie verbonden zijn. In de meeste gevallen werden cliënten doorverwezen voor verdere behandeling. In het kader van de Tijdelijke Vergoedingsregeling Psychotherapie Naoorlogse generatie heeft het Aanspreekpunt in het verslagjaar 198 adviezen aan de Pensioen- en Uitkeringsraad uitgebracht, iets meer dan in 2006 (169). Vrijwilligerscursussen
Voor vrijwilligers verbonden aan zelforganisaties van oorlogsgetroffenen, hun partners en kinderen en aan begeleidende instellingen voor oorlogsgetroffenen is een tweetal trainingen gegeven, te weten: • Begeleiden van inloopbijeenkomsten als koffieochtenden en koempoelans In deze tweedaagse training leerden de cursisten hoe zij een inloopbijeenkomst kunnen structureren en begeleiden. Aan bod kwamen onder andere: doel en functie van inloopbijeenkomsten, omgaan met verhalen en emoties, voor- en nadelen van lotgenotenhulp. Praktijkervaringen zijn besproken en er werd geoefend in vaardigheden met een acteur. Deze training is tweemaal gegeven. In totaal namen dertig personen deel. De trainingen vonden plaats op: • 28 maart en 23 april 2007 • 16 april en 14 mei 2007
cogis Jaarverslag
35
• Trauma en veerkracht
Zowel in de professionele als in de vrijwillige hulpverlening aan oorlogs- en geweldsgetroffenen is het gebruikelijk te focussen op het slachtofferschap. Onderbelicht blijft de veerkracht die mensen kunnen ontwikkelen ondanks of dankzij hun traumatische ervaringen. In deze tweedaagse training is ingegaan op de samenhang tussen trauma en veerkracht en op hoe men veerkracht kan vergroten. Er is geoefend in vaardigheden met een acteur. In totaal namen 15 personen deel. De training vond plaats op 21 mei en 11 juni 2007. Voor vrijwilligers en medewerkers van oorlogs-/verzetsmusea en herinneringscentra is onderstaande training gegeven: • Een eerste opvang
In deze tweedaagse training kwam de doorwerking van ingrijpende oorlogs- en geweldservaringen op het gedrag van bezoekers aan bod en de vaardigheden die nodig zijn voor een adequate opvang in een museale setting. Praktijkervaringen zijn besproken en er werd geoefend in vaardigheden met een acteur. In totaal namen 15 personen deel. De training vond tweemaal plaats, op 10 september en 1 oktober 2007. Onderzoek
Oorlogsgetroffenen in verzorgings- en verpleeghuizen: een inventarisatie naar het voorkomen van oorlogsgerelateerde problematiek onder bewoners van twintig verzorgings- en verpleeghuizen. Dr. S.A.M. van Broeckhuijsen (Coördinator
onderzoek en kennisoverdracht Sinai Centrum/onderwijscoördinator Cogis) Tot op heden is er weinig bekend over het voorkomen van traumagerelateerde klachten op oudere leeftijd. Om enig zicht te krijgen op de omvang van deze problematiek verrichtte Cogis – op verzoek van de Eenheid van Oorlogsgetroffenen en Herdenkingen WO II van het ministerie van VWS - een in eerste instantie kleinschalige inventarisatie onder bewoners van twintig verzorgings- en verpleeghuizen. Doel hiervan was een indruk te krijgen van de omvang van oorlogsgerelateerde problematiek bij ouderen, van de mate waarin deze problematiek herkend wordt door zorgverleners en of zorgverleners voldoende zijn toegerust om deze problematiek te hanteren. Samengevat zijn de uitkomsten als volgt: het merendeel (65%) van de onderzochte instellingen geeft aan dat oorlogsgerelateerde problematiek voorkomt onder hun bewoners.
36
cogis Jaarverslag
Geschat wordt dat 2,9% van de bewoners posttraumatische stressklachten heeft die gerelateerd zijn aan de Tweede Wereldoorlog. Opvallend is dat 80% van de onderzochte instellingen aangeeft dat aan de Tweede Wereldoorlog gerelateerde problematiek mogelijk niet herkend wordt door de verzorgenden. Van de onderzochte instellingen meldt 45% dat tweedewereldoorlogproblematiek belastend kan zijn voor de verzorgenden en 70% van de instellingen vindt dat de mate waarin het personeel is toegerust om dergelijke problematiek te hanteren onvoldoende is. Precies de helft van de instellingen geeft te kennen dat er in het scholingsaanbod geen aandacht wordt besteed aan oorlogsgerelateerde problematiek. Van de huizen heeft 40% behoefte aan voorlichting en scholing op dit gebied. Cogis overweegt naar aanleiding van deze resultaten de voorlichtings- en scholingsactiviteiten ten behoeve van de ouderenzorg te intensiveren.
Projectsubsidies van het ministerie van VWS De Geschiedenis van de Nederlandse Vereniging van Ex-Politieke Gevangenen (Expogé)
Subsidiënten: ministerie van VWS, Vereniging van Ex-Politieke Gevangenen en SFMO Bedrag: respectievelijk € 110.000,-/ € 5.000,-/ € 20.000,Looptijd: 2006-2009
Dit onderzoek naar de geschiedenis van de Nederlandse Vereniging van Ex-Politieke Gevangenen uit de bezettingstijd (Expogé) is een historischsociologisch promotieonderzoek. Expogé is in 1945 opgericht en verenigde een groot deel van de gevangen verzetsmensen en gijzelaars uit de Tweede Wereldoorlog. Doelen van de vereniging waren (en zijn): herdenken van de gevallenen, belangenbehartiging van nabestaanden en overlevenden, contact en ondersteuning, maar ook maatschappelijke activiteiten die de geest van het verzet levend houden en doorgeven. Door de jaren heen heeft Expogé veel standpunten ingenomen en invloed uitgeoefend en het is interessant om na te gaan vanuit welke motieven men dat deed. Veranderingen in de wereld lieten de leden van Expogé niet onberoerd. In dit onderzoek worden deze leden niet in de eerste plaats bezien als al of niet getraumatiseerden, maar als mensen die vanuit hun verzetsachtergrond en oorlogservaringen actief iets hebben willen bereiken. Naast literatuur- en archiefonderzoek nemen interviews een grote plaats in bij het verzamelen van gegevens.
cogis Jaarverslag
37
Functie en betekenis van herinneringscentra
Opdrachtgever: ministerie van VWS Bedrag: € 24999,Looptijd: 1 juni 2007 – 30 april 2008
Een studie in opdracht van het ministerie van VWS naar de functie en betekenis van herinneringscentra in historisch perspectief, zowel in Nederland en Europa als daarbuiten. Welke veranderingen deden zich in de loop der tijd voor in de vormgeving, activiteiten en functies van herinneringscentra voor (burger)oorlog en vervolging? Hoe kunnen herinneringscentra bijdragen aan het verwerken van traumatische ervaringen? Wat is de betekenis van herinneringscentra voor eerste- en tweede-generatie betrokkenen, voor jongeren en voor het publiek? Welk relatie is er tussen de inrichting van herinneringscentra en de maatschappelijke, politieke en religieuze context? Het onderzoek geeft daarnaast een overzicht van literatuur en websites over herinneren, gedenken en monumenten. Het eindrapport zal in april 2008 worden opgeleverd. Conferentie ‘Hulp en Ondersteuningsprogramma’s Kinderen’ (Who Cares)
Subsidiënt: ministerie van VWS. Bedrag: € 19.850,Looptijd: 1 februari tot 1 november 2007
In de zorg voor kinderen die te maken hebben gehad met traumatische ervaringen, zijn zowel ‘psycho’ hulpverleners, als creatieve hulpverleners actief. Zij werken vanuit verschillende grondbeginselen en met verschillende doelstellingen. De vraag die aan de conferentie ‘Who Cares’ ten grondslag lag is of er winst behaald kan worden door integratie van deze verschillende vormen van hulpverlening. De conferentie werd opgezet als een exercitie in het verkennen van elkaars werelden, en het delen van ervaringen en kennis vanuit de praktijk. De meetbaarheid van behaalde resultaten kwam eveneens aan de orde. ‘Who Cares’ vond plaats in de vorm van een werkconferentie met een programma dat liep van 9.00 uur ’s ochtends tot 21.30 uur ’s avonds. Het bestond uit plenaire onderdelen, interactieve sessies, discussiegroepen en workshops, en werd afgerond met een plenair debat.
38
cogis Jaarverslag
Uit het evaluatierapport blijkt dat samenwerking tussen de disciplines nog heel wat haken en ogen tegemoet kan zien. Het evidence-based werken bijvoorbeeld is een heikel punt in de creatieve hulpverlening. De beide hulpverleningsculturen verschillen hevig van elkaar en een ‘middle ground’ is niet eenvoudig te vinden, ondanks het feit dat men wel degelijk een meerwaarde in samenwerking percipieert. ‘Who Cares’ vond plaats op 20 september 2007 in Utrecht en werd bezocht door ruim 100 deelnemers. In het decembernummer 2007 van Cogiscope is een uitgebreid verslag van de conferentie gepubliceerd. De organisatie van ‘Who Cares’ was een samenwerkingsverband van vijf organisaties: de Vrede van Utrecht, Cogis, Community Arts Lab, Nederlandse Vereniging voor Psychologen, en Emotive. De Vrede van Utrecht had daarbij de zakelijke leiding. De totale exploitatiekosten van de conferentie bedroegen € 49.540-. De deelnemende organisaties droegen bij in valuta of in natura. Leergang medewerkers conflictgebieden
Subsidiënt: ministerie van VWS Bedrag: € 48.000,Looptijd: 15 oktober 2007 - 31 december 2008
In Nederland ontbreekt een opleiding voor hulpverleners die zich willen specialiseren in het ondersteunen van psychosociale projecten in (voormalige) conflictgebieden. De in Nederland en elders opgebouwde expertise op dit gebied wordt slechts mondjesmaat en uitsluitend ad hoc overgedragen. Met behulp van een subsidie van het ministerie van VWS is gestart met de ontwikkeling van een leergang waarmee uitzendende organisaties, in Nederland en elders in Europa, de mogelijkheid krijgen het potentieel van op dit terrein geschoolde werkers systematisch te vergroten. De leergang wil praktijkgerichte kennis overdragen op het gebied van psychosociale interventies. De deelnemers worden getraind in het realiseren van psychosociale programma’s in conflictgebieden en in het ondersteunen van locale stafleden. Deelnemers worden in de gelegenheid gesteld ter plekke stage te lopen. Healthnet TPO is de belangrijkste leverancier van deze stageplaatsen. De leergang is ontwikkeld in samenwerking met de War Trauma Foundation. Healthnet TPO is daar later als derde partner bijgekomen. De leergang gaat in 2008 van start.
cogis Jaarverslag
39
Stimulering integratie landelijke infrastructuur
Subsidiënt: ministerie van VWS Bedrag: € 88.066,Looptijd: 1 juni 2007 – 16 juli 2008
Teneinde Cogis te ondersteunen en te ontwikkelen verleende het ministerie van VWS een subsidie ter stimulering van de landelijke infrastructuur. Onder deze subsidie vallen een zevental projecten, die hierna beschreven worden. 1. Dementie en Oorlogsverleden: € 15.850,-
In opdracht van de organisatie Alzheimer Nederland heeft Cogis een dvd ontwikkelt over oorlogsherinneringen onder de titel ‘Dementie en oog voor de oorlog’. Aanleiding was het tienjarige bestaan van de Alzheimer Cafés. Onder deze naam vinden door heel het land maandelijks informele bijeenkomsten plaats voor mensen met dementie, partners, familieleden, hulpverleners en andere belangstellenden. Na een inleiding door een deskundige kunnen de bezoekers ideeën, informatie en ervaringen uitwisselen. Het doel van de dvd is een aanzet te geven tot deze informatie-uitwisseling en een discussie in gang te zetten over oorlogsherinneringen. Op de dvd komen zowel professionele hulpverleners als direct betrokkenen aan het woord, waarbij het omgaan met dementerenden die kampen met oorlogsproblematiek, centraal staat. Er wordt, in aanvulling op deze dvd, nog gewerkt aan een handleiding waarin zowel de dementie als de latere gevolgen van oorlog en geweld nader worden toegelicht. In 2008 zal Cogis in samenwerking met Alzheimer Nederland een viertal workshops verzorgen in Alzheimer cafés met als thema ‘dementie en oog voor de oorlog’. Afhankelijk van de respons daarop volgen er mogelijk meerdere. Niettemin is het de bedoeling dat het genoemde thema, met behulp van de dvd, ook zonder deskundige begeleiding besproken kan worden in de Alzheimer cafés. Uiteraard kan altijd een beroep worden gedaan op inhoudelijke begeleiding en ondersteuning door Cogis.
40
cogis Jaarverslag
NtVP- Congres ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. ‘Summercourse’: € 17.000,-
De kennis die organisaties vergaren in de buitenlandhulpverlening kan van grote waarde zijn voor hulpverleners en kennisinstituten in eigen land die werkzaam zijn met dezelfde culturele groepen (vluchtelingen en asielzoekers), en vice versa. Cogis ontwikkelt een ‘summercourse’ voor professionals die werkzaam zijn in de zorg voor asielzoekers en vluchtelingen in Nederland, en voor professionals die dit werk doen in het buitenland. Doel is de kennis van beide groepen professionals over, onder meer, de culturele achtergronden van hun cliënten te vergroten en daarmee de effectiviteit van de zorg en de hulp te verbeteren. Nevendoel is te komen tot uitwisseling en netwerkvorming tussen de in Nederland en in het buitenland werkzame professionals. Cogis werkt in dit project samen met HealthNet TPO, een non-profit organisatie die werkt in door oorlog, rampen en armoede ontwrichte gebieden, en met Pharos, kenniscentrum voor de gezondheidszorg aan asielzoekers en vluchtelingen. De voorbereidingen van dit project vonden plaats in 2007. In 2008 zal de ‘summercourse’ voor het eerst gegeven worden. 3. Verkenning ten behoeve van een landelijke structuur ter borging van de zorg op het gebied van de gezondheid en de psychosociale hulpverlening aan asielzoekers: € 17.250,-
Het contract voor de medische en psychosociale opvang van asielzoekers wordt door het Centrale Orgaan Opvang Asielzoekers (COA) voor 1 januari 2009 opnieuw aanbesteed. Cogis verkent de mogelijkheid een gezamenlijke structuur op te zetten waarin de borging van de kwaliteit van de zorg aan asielzoekers ondergebracht kan worden. De verkenning wordt medio 2008 afgerond. Samenwerkingspartners daarin zijn: Pharos, de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV), Stichting Centrum ‘45 en het Sinai Centrum.
In opdracht van de Nederlandstalige Vereniging voor Psychotrauma (NtVP) organiseerde Cogis op 28 november 2007 in De Nieuwe Buitensociëteit te Zwolle een groot landelijk congres onder de titel ‘Traumazorg in actie’. Centraal stonden de actuele ontwikkelingen in de hulp na schokkende gebeurtenissen in Nederland en België. Het congres markeerde een belangrijk moment voor iedereen in het Nederlandse taalgebied die professioneel met psychotrauma te maken heeft. Het was het eerste congres dat de in 2006 opgerichte NtVP organiseerde en ook de eerste keer dat professionals, onderzoekers, beleidsmakers en bestuurders elkaar in dit kader ontmoetten. Een veertigtal deskundigen leverden een bijdrage over de volgende onderwerpen: huiselijk geweld, trauma’s in het ziekenhuis, bedrijfsongevallen, nazorg na de vuurwerkramp in Enschede, kind en trauma, vluchtelingen en asielzoekers, militairen en veteranen, cultuur en trauma, diagnostiek en comorbiditeit, psychosociale ondersteuning van de professional, behandelvormen- en resultaten en trauma en veerkracht. Er namen 350 mensen deel, waarvan het merendeel hulpverlener was, maar ook waren er deelnemers uit hele andere sectoren, zoals: de Brandwonden Stichting, Rabobank, de Koninklijke Marechaussee, het onderwijs, de politie, de luchtverkeersleiding en de brandweer. Het NtVP heeft de intentie om jaarlijks een dergelijk congres te organiseren.
cogis Jaarverslag
41
4. Levensboek: het ontwikkelen van een methodiek voor oudere vluchtelingen, oorlogsgetroffenen en veteranen: € 10.000,-
In de vorm van een ‘levensboek’ werkt Cogis samen met Pharos en het Trimbosinstituut aan een methodiek voor oudere vluchtelingen, oorlogsgetroffenen en veteranen met als doel dit project is een laagdrempelige interventie te ontwikkelen, waarbij aan de hand van herinneringen een gestructureerde evaluatie van het eigen leven van de doelgroep plaatsvindt. De methodiek is bestemd voor organisaties werkzaam in de GGZ, welzijn en maatschappelijk werk. Er worden in dit kader drie producten ontwikkeld. Het eerste is een werkboek voor de begeleiders van de Levensboekinterventie; het tweede is een inleidende studiebijeenkomst voor medewerkers van instellingen die de Levensboekmethodiek willen gaan toepassen; het derde is een gerichte training van twee dagen voor begeleiders, ondersteund door een website met gerichte informatie. Er is subsidie aangevraagd bij SFMO, FPG en het Sluijterman van Loo fonds. Het project is gereed medio 2008. 5. Huiselijk geweld en veteranen Opdrachtgever: ministerie van VWS Bedrag: € 8.000,-
Jaarlijks worden meer dan 60.000 aangiften gedaan van geweld in huiselijke kring, en dit aantal groeit. Huiselijk geweld heeft ernstige gevolgen voor het welzijn van de slachtoffers en de plegers. Ernstige trauma’s en langdurige gezondheidsklachten kunnen het gevolg zijn. Als huiselijk geweld heeft plaatsgevonden, is adequate hulpverlening aan slachtoffers nodig om chronische klachten te voorkomen. Om herhaling tegen te gaan, is een adequate behandeling van plegers nodig. Statistisch gezien bevinden zich hieronder ruim 1000 veteranen waarvan het gedrag samenhangt met hun oorlogservaringen. Cogis heeft een startnotitie geschreven met aanbevelingen voor preventie en organiseert in vervolg hierop een Ronde Tafelconferentie. De conferentie vindt plaats op 10 juni 2008. Samenwerkingspartners: Movisie en het Veteranen Instituut.
42
cogis Jaarverslag
6. Verkenning mogelijkheden tot borging kwaliteit bij opvang na rampen en schokkende gebeurtenissen: € 16.000,-
In Nederland is een groot aantal organisaties en hulpverleners actief in de opvang na rampen en schokkende gebeurtenissen. Voor deze opvang bestaan niet of nauwelijks officiële kwaliteitscriteria of kwaliteitsstandaarden. Aan de borging van kwaliteit is echter wel behoefte. Om die kwaliteit te borgen dient er op het gebied van opleidingen en trainingen op het gebied van psychotrauma certificering ontwikkeld te worden. Cogis heeft opdracht verleend voor een verkenning van de wenselijkheden en mogelijkheden tot certificering. De notitie zal in juni 2008 gereed zijn. Samenwerkingspartner: NtVP. 7. Inventarisatie cursusbehoefte vrijwilligers van VON: € 4000,-
Vluchtelingen Organisaties Nederland (VON) is de landelijke belangenbehartiger van vluchtelingen in Nederland. Meer dan vierhonderd organisaties hebben hun krachten in VON gebundeld. Cogis wil met VON komen tot een inventarisatie van de behoefte bij VON aan cursussen en trainingen op het gebied van psychotrauma. Digitalisering en indexering videocollectie Subsidiënt: ministerie van VWS Bedrag: € 14.100,- (vooruitlopend op het programma ‘Erfgoed van de Oorlog’) Looptijd: maart 2007 – december 2007
De videocollectie over de jaren 1978-2007 was kwalitatief zichtbaar aan het achteruit gaan. De noodzaak om de gehele collectie te digitaliseren en over te zetten op dvd werd steeds groter. Al eerder was de collectie over NederlandsIndië gedigitaliseerd. Het project hield in: het digitaliseren en indexeren van circa 1200 video-opnames die zijn overgezet op dvd en het zorgdragen voor een grotere toegankelijkheid van het materiaal, onder meer door het maken van inhoudelijke beschrijvingen. De gedigitaliseerde videocollectie biedt, ook op de langere termijn, nieuwe educatieve- en onderzoeksmogelijkheden naar (de geschiedenis van) psychische en sociale gevolgen van oorlog en geweld, zowel in Europa als Zuid-Oost Azië, en ten aanzien van de materiele en immateriële hulp aan oorlogsgetroffenen. De totale kosten van dit digitaliseringsproject bedroegen € 21.626,-. De interne kosten van € 7.526,- zijn besteed aan selectie, begeleiding, controle en systeembeheer.
cogis Jaarverslag
43
Open Archief Naam: Open Archief WO II Subsidiënt: ministerie van VWS. Bedrag: € 200.000,Looptijd: van 1-2-2008 tot 1-12-2009
Het project Open Archief WO II is een samenwerking tussen Stichting Cogis, het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) en de Werkgroep Herkenning en heeft als doel zoveel mogelijk levensverhalen van ‘kinderen van foute ouders’ te verzamelen door middel van een speciaal gemaakte website. Op deze website kunnen ‘kinderen van foute ouders’ hun levensverhaal kwijt en er kan gereageerd worden op verhalen van andere ‘kinderen’. De bedoeling van dit project is dat er een levendige uitwisseling van ervaringen, herinneringen, vragen en opmerkingen ontstaat. Op de website zullen drie vormen van ondersteuning bij het schrijven van het levensverhaal worden gegenereerd: hulp bij het schrijven van een goed gestructureerd verhaal, mentale ondersteuning en het aanbieden van historische achtergrondinformatie over de thematiek van ‘kinderen van foute ouders’. De samenwerkende organisaties willen middels dit project meer maatschappelijke belangstelling genereren voor deze specifieke doelgroep en tegelijkertijd de cultuurhistorische en wetenschappelijke kennis over deze thematiek vergroten. Na een pilot die begon in 2006 en afliep op 1 februari 2007, wordt op 1 februari 2008 gestart met het uitvoerende gedeelte van het project, dat doorloopt tot 1 december 2009 (22 maanden). Afhankelijk van additionele financiering kan de looptijd van het project worden verlengd en/of de doelgroep worden verruimd naar andere naoorlogse generaties. Er lopen nog subsidieaanvragen bij het Nationaal Fonds voor Vrijheid en Veteranenzorg en het Prins Bernhard Cultuurfonds. Cogis is penvoerder van dit project en de projectsecretaris houdt ook kantoor bij Cogis. Zij wordt op hoofdlijnen aangestuurd door een Begeleidingscommissie waarin vertegenwoordigers van de drie samenwerkende organisaties zitting hebben. Daarnaast participeren nog enkele deskundigen in dit project.
44
cogis Jaarverslag
Mandaatregeling
Looptijd: oktober 2005 – wederopzegging Bedrag: € 79.223.Uitgekeerd: € 67.648.Nog te besteden subsidie: € 11.575,Commissie Subsidies Vrijwilligersorganisaties
Drs. G.J.J. Prins, voorzitter Drs. A. Lobbezoo, lid Ing. A.A. van Nieuwenhuijzen, lid Mw. E. Houtman, ambtelijk secretaris Mw. L. Reek, notulist Via de mandaatregeling stelt het ministerie van VWS subsidiegelden beschikbaar voor activiteiten van vrijwilligersorganisaties die bijdragen aan lotgenotencontacten. Cogis voert deze regeling uit. Hiertoe is een speciale commissie in het leven geroepen, die in 2007 vier keer vergaderde. De commissie beoordeelt aanvragen en keert de gelden ook uit. Er zijn 23 verzoeken behandeld, waarvan er 22 zijn toegekend. Hieronder worden de organisaties genoemd en de toegekende bedragen:
1. SMB - Stichting Sociaal Medische Begeleiding
€ 4.700,-
2. LKG - Landelijke Kontakt Groep Verzetsgepensioneerden 1940-1945
€ 5.400,-
3. NFR/VVN - Nationale Federatieve Raad van het Voormalig Verzet Nederland (reservering tot maximaal € 11.000,- )
€ 7.000,-
4. Expogé - Nederlandse vereniging van ex-politieke gevangenen € 5.400,5 VBV - Verbond Belangenbehartiging Vervolgingsslachtoffers
€ 3.300,-
6. KJBB - Vereniging Kinderen uit de Japanse Bezetting en de Bersiap 1941-1949
€ 6.808,-
7. Verenigd Verzet 1940-1945
€ 1.200,-
cogis Jaarverslag
45
8. Allied Aircrew Helpers
€ 1.400,-
9. Vriendenkring Sachsenhausen
€ 2.300,-
10. Comité Vrouwenconcentratiekamp Ravensbrück
€ 2.760,-
11. Vriendenkring van Oud-Dachauers
€ 2.760,-
12. KOMBI - Kinderen van de oorlog door onderlinge en maatschappelijke begeleiding en integratie
€ 2.760,-
13. KvV - Vereniging Kinderen van Verzetsdeelnemers 1940-1945
€ 2.760,-
14. JONAG - Vereniging Joodse Naoorlogse Generatie
€ 1.680,-
15. SPO - Stichting Partners van Oorlogsgetroffenen
€ 2.760,-
16. Stichting Vriendenkring Nationaal Monument Vught
€ 1.680,-
17. JOK - Vereniging Joodse Oorlogskinderen
€ 1.680,-
18. Stichting Herinnering LO-LKP
€ 1.000,-
19. Stichting Oranjehotel
€ 2.000,-
20. Stichting Nederlands Dachau Comité
€ 1.500,-
21. Het Vierde Prinsenkind
€ 1.400,-
22. Herdenkingscomité Buchenwald
€ 1.400,-
Totaal toegekende subsidie
€ 63.648,-
Nog te besteden subsidie
€ 15.575,-
Eén subsidieverzoek werd niet gehonoreerd: deze voldeed niet aan de gestelde voorwaarden.
46
cogis Jaarverslag
De organisatie Medewerkers Cogis per 1 april 2008
Dr. Saskia van Broeckhuysen-Kloth
Wouter de Nooij
Onderwijscoördinator, namens Sinai Centrum
Junior medewerker documentatie
Drs. Renate van den Bronk
Drs. Trudy Prins
Senior medewerker trainingen
directeur
Drs. Frederiek Eggink
Linda Reek
Senior medewerker documentaire informatie
Secretaresse
Drs. Rianne Heijmans
Drs. Tom de Ridder
Bibliothecaresse
Senior medewerker kennisoverdracht
Ceciel Huitema MA
Dagmar Speijers
Projectsecretaris Open archief
Medewerkster secretariaat
Evelyn Houtman
Drs. Lies Schneiders
Maatschappelijk werkster
Senior medewerker kennisoverdracht
Nel Jansen-Smit
Drs. Sytse van der Veen
Receptioniste/telefoniste
Senior medewerker kennisoverdracht
Drs. Will de Jong,
Drs. Ivo van der Velden
Psychotherapeut ANG, namens Stichting Centrum ‘45
Onderwijscoördinator, namens Stichting Centrum ‘45
Drs. Joop Lamboo
Drs. Marleen van de Ven
Teamleider informatie en documentatie
Management-assistente
Drs. Mary Lommerse
Drs. Wim D. Visser
Psychotherapeute ANG, namens Sinai Centrum
Senior medewerker kennisoverdracht
Sandra de Loor
Peter van der Werve
Documentaliste
Administratief medewerker
Henk Mergler
Drs. Hanny Wieles,
Vrijwilliger documentaire informatie
Projectleider Zorgtoewijzing Asielzoekers (CZA)
cogis Jaarverslag
47
BESTUURSSTRUCTUUR
Cogis, kennisinstituut sociale en psychische gevolgen van oorlog, vervolging en geweld, is als stichting opgericht bij notariële akte van 20 oktober 2004. De stichting is statutair gevestigd te Utrecht. De statutaire doelstelling van Cogis is: verzamelen, ontwikkelen en verbreiden van kennis over de gevolgen van oorlog, vervolging en geweld voor individuele personen, hun omgeving en de samenleving als geheel, alsmede over de behandeling en bejegening van geweldsgetroffenen en voorts al hetgeen met een ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk zijn, in de ruimste zin des woords. Cogis is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel te Utrecht onder nummer 30199485. Bestuur
Het bestuur van Cogis wordt gevormd door de voorzitters van de Raden van Bestuur van: Stichting Centrum‘45: drs. J.W. Reerds MBA (voorzitter) Sinai Centrum: dr. C. de Bode Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht heeft drie leden: M.J.C. Worrell: voorzitter (voorheen voorzitter bestuur Stichting ICODO) R.H. Levi, arts (tevens voorzitter Raad van Toezicht Sinai Centrum) prof.mr. E.C.M. Jurgens (tevens voorzitter Raad van Toezicht Stichting Centrum‘45 en Stichting 1940-1945) Directeur
Directeur van Cogis is mw. drs. G.J.J. Prins.
48
cogis Jaarverslag
Janine Spanjers ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Janine Spanjers (1968) rondde in 1994 haar studie fotografische vormgeving aan de Academie voor Beeldende Kunsten Sint Joost te Breda af, waarna zij zich als beeldend kunstenaar-fotograaf in Oosterhout vestigde.
Colofon
Tekst:
Wim D. Visser (algemeen verslag en eindredactie) Joop Lamboo (subsidieverantwoording) Interviews: Wim D. Visser Ontwerp:
Suggestie en Illusie te Utrecht Illustraties:
De afgedrukte foto’s zijn van Janine Spanjers Druk:
USP bv te Utrecht
Zij is gespecialiseerd in portret- en autonome fotografie. Haar autonome werk, zoals te zien in dit jaarverslag, fotografeert zij voornamelijk in het gewone dagelijks leven, maar toch vooral tijdens haar reizen in het buitenland. In landen zoals Thailand, Mexico en Marokko is zij op markten, in woonwijken, in Boeddhistische tempels en moskeeën op zoek gegaan naar de minst onopvallende momenten uit het dagelijkse leven. Het zijn momenten die als stillevens levenslang vast gelegd worden. Ook fotografeerde zij oude gebouwen, kerken, kloosters en verlaten ruimten. Licht speelt bij haar werk een belangrijke rol, het bepaalt de sfeer in de foto. Maar ook kleur past zij geheel aan haar onderwerp aan. Zo kunnen haar foto’s heel kleurrijk zijn maar ook heel sober. Janine Spanjers exposeert regelmatig haar werk in galeries en openbare ruimten.
Met dank aan de geïnterviewden: Hanny Wieles
Coördinator Zorgtoewijzing Asielzoekers (CZA) Paul van Kampen
Projectleider Netwerk Psychotraumahulpverlening Nederland (NPN) De teksten over de activiteiten in 2007 zijn, onder meer, tot stand gekomen op basis van gesprekken met Cogismedewerkers, notities en verslagen.
cogis Jaarverslag
49
Cogis, kennisinstituut sociale en psychische gevolgen van oorlog, vervolging en geweld Cogis streeft naar:
• meer kennis bij hulpverleners en beleidsmakers over de sociale en psychische gevolgen van oorlog, vervolging, agressie en geweld • verbetering van de hulpverlening aan mensen met psychische klachten als gevolg van oorlog, vervolging, agressie en geweld • weerbaarder maken van hulpverleners die mensen met psychische klachten als gevolg van oorlog, vervolging, agressie en geweld behandelen of begeleiden Cogis biedt:
• cursussen en trainingen voor professionele en vrijwillige hulpverleners • faciliteiten op het gebied van supervisie en intervisie • themagebonden conferenties en studiedagen • ondersteuning ten behoeve van indicatiestelling en zorgtoewijzing asielzoekers • het kwartaalblad Cogiscope • een uitgebreide bibliotheek met boeken, tijdschriften, dvd’s en informatiedossiers • (de resultaten van) eigen onderzoek • een telefonisch spreekuur voor hulpverleners en cliënten • www.cogis.nl: een website met informatie over alle producten en activiteiten van Cogis
Kennisinstituut sociale en psychische gevolgen van oorlog, vervolging en geweld
Churchilllaan 11 • 3527 GV Utrecht telefoon 030 296 80 00
[email protected] • www.cogis.nl