JAARVERSLAG 2005
JAARVERSLAG WAARBORGFONDS MOTORVERKEER 2005
Personenschade, dat raakt een mens Afgelopen jaar ontving het Waarborgfonds 1.670 claims van mensen die letsel hadden opgelopen door een verkeersongeval. Dit jaarverslag schenkt speciale aandacht aan deze meest ingrijpende vorm van schade: personenschade. Ter illustratie bekijken vijf betrokkenen steeds hetzelfde ongeval, ieder vanuit het eigen standpunt.
Het standpunt van het Waarborgfonds is daarbij de claim zorgvuldig en tegelijkertijd zo vlot mogelijk af te wikkelen. Met aandacht voor de benadeelde. Want ook wij realiseren ons voortdurend dat personenschade mensen echt raakt.
De beschrijving van het ongeval is op feiten gebaseerd. De foto’s geven niet de betrokken personen weer.
JAARVERSLAG WAARBORGFONDS MOTORVERKEER 2005
Personalia Bestuur
mr A.J. Jutte voorzitter mw mr S.M.A.J. den Ouden-Huijgen mr M.C.A. Scholtens drs A.J.A. Wiechmann (tot 8 april 2005) mr J.M.J. Hommel MMO (vanaf 8 april 2005) mr F.J.D. Wiegerink
Contactpersonen
mr W.J.G. Oosterveen Ministerie van Justitie drs J.F.P. Hers (tot 1 oktober 2005) drs C.G.A. Wijnker (vanaf 1 oktober 2005) Ministerie van Financiën
Directie
mr F.J. Blees (voorzitter) N.J.M. Barendse RA
2
JAARVERSLAG WAARBORGFONDS MOTORVERKEER 2005
Inhoud 1. Inleiding
6
2. Het Waarborgfonds: claims en uitkeringen
7
3. Het Waarborgfonds als Schadevergoedingsorgaan
19
4. Onze interne organisatie
20
5. Bestuur
24
6. Toekomstverwachting
25
Jaarrekening
28
Balans per 31 december 2005
28
Staat van baten en lasten over 2005
29
Kasstroomoverzicht over 2005
30
Toelichting
31
Overige gegevens
42
Kerncijfers
43
3
"Het ging allemaal zo snel." "Nee, het gaat al weer veel beter. Trappenlopen, onze jongste helpen met zijn veters, halve dagen helpen in de winkel, dat kan allemaal weer. Dat had ik drie jaar geleden niet gedacht, mijn been lag helemaal in de kreukels. Het ging allemaal zo snel. We fietsten met een stel langs het kanaal naar de stad. Toen kwam die wagen de weg op en ik denk nog: Wat maakt die een wijde bocht. En toen lag ik dus op de grond. Een pijn aan mijn knie, dat wil je niet weten. En die kerel, die was gewoon doorgereden. Na een paar maanden kwam er een telefoontje van het Waarborgfonds, die hadden het toen pas gehoord van mijn zorgverzekeraar. Toen bleek dat dat Waarborgfonds toch nog van alles vergoedde. Ze zeiden dat ik het beste een eigen belangenbehartiger kon nemen, ook omdat het nogal lang zou duren. Nou, dat klopt wel. Wat ik allemaal aan specialisten heb gezien, in het ziekenhuis en daarna. Maar ze hebben me fantastisch geholpen, vooral de revalidatiearts. Daar kwam ik op een gegeven moment vaker dan bij m’n moeder. Die automobilist hebben ze later alsnog gepakt. Hij stuurde me nog een briefje met sorry en zo. Tja, wat moet je daar nou mee. Ik heb hem teruggemaild, zo van dat we de klok niet kunnen terugdraaien. En dat is ook zo. En je wordt er niet wijzer van, ook niet financieel. Maar het ergste hebben we nu wel achter de rug."
JAARVERSLAG WAARBORGFONDS MOTORVERKEER 2005
Inleiding Het jaar 2005 was voor het Waarborgfonds Motorverkeer in veel opzichten een mooi jaar. In de eerste plaats daalde – voor het eerst in ons meer dan 40-jarig bestaan – het aantal bij ons ingediende claims. Mede daardoor daalde ook het bedrag aan schade dat wij in 2005 uitbetaalden ten opzichte van 2004. En dat is een goed bericht voor onze financiers – de verzekeringsmaatschappijen – en natuurlijk ook voor de verzekerden, aan wie de bijdrage aan het Waarborgfonds in hun autopremie wordt doorberekend. Bovendien steeg – voor het tweede achtereenvolgende jaar – de tevredenheid van onze relaties over onze prestaties: de 7,0 van 2004 werd een 7,2 in 2005. De meting van de klanttevredenheid heeft zowel op toegewezen als afgewezen dossiers betrekking gehad. Deze stijgende klanttevredenheid is het gevolg van verbeterde correspondentie: wij streven ernaar begrijpelijk en toegankelijk te schrijven. Bovendien blijken onze benadeelden de steeds kortere doorlooptijden te waarderen. Onze missie is erop gericht om verzoeken tot schadevergoeding op onafhankelijke, snelle, deskundige en klantvriendelijke wijze af te handelen. De benadeelde die, zoals wij vorig jaar al schreven, er niet voor heeft gekozen om met het Waarborgfonds te maken te krijgen, heeft daar recht op. In die missie zijn wij in het verslagjaar dus weer iets beter geslaagd. Voor de komende jaren verwachten wij ten opzichte van 2005 wel weer een geleidelijke stijging van het aantal ingediende claims. De belangrijkste reden voor de daling die wij in 2005 ten opzichte van 2004 signaleerden is namelijk van incidentele aard: een aantal grote claimanten – waaronder verzekeringsmaatschappijen – blijkt in de afgelopen jaren de claims sneller bij ons te hebben ingediend dan voorheen. Dat effect lijkt nu te zijn uitgewerkt, zodat het aantal claims naar verwachting weer zal groeien. Ieder jaar kiezen wij in ons jaarverslag een thema, dat direct of slechts zijdelings met ons werk te maken heeft. Dit jaar hebben wij ervoor gekozen het slachtoffer met personenschade wat extra te belichten. In een aantal cursiefjes laten wij een gewond slachtoffer, zijn belangenbehartiger, de behandelende medische sector en de Waarborgfondscollega die het dossier heeft behandeld aan het woord en ook de onverzekerde aansprakelijke. Uit deze verhalen blijkt dat geld niet alles goed kan maken, maar dat een organisatie als de onze wel degelijk een bijdrage aan herstel en revalidatie kan leveren. Niet alleen financieel! Rijswijk, 5 april 2005 Het Bestuur
de Directie
mr A.J. Jutte, voorzitter
mr F.J. Blees (voorzitter)
mw mr S.M.A.J. den Ouden
N.J.M. Barendse RA
mr M.C.A. Scholtens mr F.J.A. Wiegerink mr J.M.J. Hommel MMO
6
JAARVERSLAG WAARBORGFONDS MOTORVERKEER 2005
HOOFDSTUK 2
Het Waarborg fonds: claims en uitk er ingen
2.1 Algemeen beeld Al vanaf 1965 zijn motorrijtuigbezitters verplicht zich te verzekeren tegen hun aansprakelijkheid. Veruit de meeste automobilisten houden zich aan die verplichting. Naar schatting is ongeveer 99 % van de auto’s, motoren, brom- en snorfietsen en andere motorrijtuigen in ons land ordentelijk verzekerd. Het Waarborgfonds Motorverkeer dient als vangnet onder die algemene verzekeringsplicht. Het Waarborgfonds heeft tot taak om degenen die schade hebben geleden door het gemotoriseerde verkeer schadeloos te stellen, als het slachtoffer geen verzekeraar kan aanspreken. Dat kan het geval zijn als de veroorzaker na een aanrijding vertrokken is zonder zich bekend te maken, maar ook kan de dader onverzekerd blijken te zijn. Voorts behoeft de verzekeraar van een gestolen auto de door de dief daarmee veroorzaakte schade niet voor zijn rekening te nemen. Denkbaar is ook (in ons land is het gelukkig al tientallen jaren niet voorgekomen) dat de verzekeringsmaatschappij van de veroorzaker niet in staat is zijn verplichtingen na te komen. En tenslotte kan de veroorzaker wegens gemoedsbezwaren zijn vrijgesteld van de verplichting zijn voertuig te verzekeren. Niemand vindt het leuk als hem schade wordt toegebracht. Dat geldt in het wegverkeer net zo goed als daarbuiten. En als dan bovendien nog blijkt dat de veroorzaker met de noorderzon is verdwenen of onverzekerd was, stijgt de frustratie heel snel. Het Waarborgfonds streeft er daarom naar zo snel mogelijk duidelijkheid te verschaffen of de schade voor vergoeding in aanmerking komt en – als dat het geval is - ook zo snel mogelijk tot uitkering over te gaan. Wij vinden dat het onze maatschappelijke taak is om dat op een zakelijke, duidelijke en vriendelijke wijze te doen, ook als wij de schade moeten afwijzen. Het aantal mensen dat de weg naar ons weet te vinden is sinds de oprichting van het Waarborgfonds in 1965 steeds gestegen. In 2005 is het aantal claims dat wij ontvingen echter voor het eerst gedaald: wij kregen 59.000 (2004: 64.100) verzoeken om schadevergoeding. Dat is een daling van 8 %, en daarmee markeert het jaar 2005 een breuk met de trend die wij sinds het begin van de jaren ’90 van de vorige eeuw zagen: het aantal Waarborgfondsclaims groeide jarenlang met hetzelfde tempo als het Nederlandse verzekerde wagenpark. In de volgende paragrafen gaan wij in op de achtergronden van deze verrassende en op het eerste gezicht verheugende daling en op de vraag of deze daling zich naar onze verwachting zal voortzetten. Wij namen in 2005 in 61.200 dossiers een beslissing over toe- of afwijzen. In 46.500 dossiers viel de beslissing geheel of gedeeltelijk gunstig uit voor de benadeelde; dat komt overeen met 76,0 %. In 2004 lag dat percentage op 80,5. Een belangrijk aandeel in dit lagere toewijzingspercentage leverden de wegmeubilairclaims. Grotere aandacht voor dit soort claims, mede mogelijk gemaakt doordat het Waarborgfonds in de loop van 2004 zijn achterstanden heeft weggewerkt (en niet meer heeft laten oplopen) heeft ertoe geleid dat het toewijzingspercentage omlaag is gebracht. Daarmee is een jarenlange trend naar hogere toewijzingspercentages bij wegmeubilair omgebogen.
7
JAARVERSLAG WAARBORGFONDS MOTORVERKEER 2005
In totaal keerden wij in 2005 g 63,8 miljoen uit. In 2004 lag dat bedrag op g 77,9 miljoen. Deze daling met 18,0 % laat zich deels verklaren uit het lagere aantal ontvangen claims, deels ook uit het gedaalde toewijzingspercentage. Daarnaast bestond de betaalde schade in 2004 voor een deel uit het wegwerken van achterstanden. Wij stellen alles in het werk om verzoeken tot schadevergoeding onmiddellijk in behandeling te nemen en zo snel mogelijk af te handelen. Daarin zijn wij in 2005 weer beter geslaagd. Een goed beeld geeft de doorlooptijd van de behandelde dossiers: gemiddeld duurde het in 2004 39 kalenderdagen voordat een claim was afgehandeld. In 2005 was de doorlooptijd teruggebracht tot 35 dagen. In twee jaar tijd is daarmee de tijd tussen ontvangst van de claim en het meedelen van de beslissing aan de benadeelde bijna gehalveerd. Vanzelfsprekend verschilt dat gemiddelde per dossiersoort: schade aan geparkeerde voertuigen en schade aan wegmeubilair kan nu eenmaal sneller worden afgehandeld dan schade in het rijdend verkeer, waar vaak schuldvraagonderzoek moet worden verricht. Ook het onderzoek bij de afhandeling van een personenschade vergt meer tijd. Valt de financiële afhandeling van een ongeval met louter materiële schade in de praktijk samen met het moment van de beslissing de schade toe te wijzen, bij personenschade is het, met name bij ernstiger letsel, vaak nodig en ook verstandig het herstelproces af te wachten alvorens de schade definitief te regelen. In alle gevallen geldt echter dat wij als stelregel hebben de zaak niet langer in behandeling te houden dan nodig is. Het grootste aantal claims heeft betrekking op schade die door onbekende daders is veroorzaakt: 55.400, oftewel 94,0 % (2004: 60.000, resp. 93,6 %). De categorie van de onverzekerde daders is verantwoordelijk voor 3.000 claims, ofwel 5,1 % (2004: 3.300, resp. 5,2 %). Of daarmee is aangetoond dat de aanpak van onverzekerd rijden door de overheid succesvol is valt nog niet vast te stellen. Reeds eerder zagen wij op dit terrein een dalend aantal claims, terwijl de aantallen later weer stegen. Gestolen voertuigen leverden 500 claims op (2004: 700). De schade die wij uitkeren omdat de veroorzaker onverzekerd was, proberen wij te verhalen op de dader. Net als verzekeringsmaatschappijen moeten wij ervaren, dat sommigen het met de waarheid niet zo nauw nemen. Omdat wij bij het overgrote deel van de claims niet de beschikking hebben over de verklaring van de andere bij de aanrijding betrokken partij en wij de lezing van de claimant moeilijk op haar juistheid kunnen toetsen, kan de indruk ontstaan dat het Waarborgfonds gemakkelijk is op te lichten. Om dat te voorkomen besteden wij veel aandacht aan fraudeonderzoek, dat in toenemende mate in de werkprocessen wordt geïntegreerd. Dat werpt zijn vruchten af: in 2005 brachten wij wederom meer fraudepogingen aan het licht. Het daarbij geclaimde bedrag steeg tot g 650.000, een groei met 30,0 %.
2.2 De claims nader geanalyseerd De claims die het Waarborgfonds ontvangt kunnen op verschillende manieren worden onderscheiden. Zo kan men als invalshoek kiezen de aard van de schade: aan zaken of aan personen. Een andere invalshoek is die naar beschadigd object (denk aan schade aan wegmeubilair als vangrails, lantaarnpalen en verkeerslichten) of naar de ongevalsituatie (nam de benadeelde actief deel aan het verkeer of was hij "willoos slachtoffer"). Ook kan men naar de dader kijken: was hij onbekend, onverzekerd of reed hij in een gestolen auto? 8
JAARVERSLAG WAARBORGFONDS MOTORVERKEER 2005
In de volgende paragrafen worden onze dossiers vanuit deze verschillende invalshoeken nader bekeken. Daarbij maken wij de ontwikkelingen inzichtelijk door de groei of de daling in de vorm van een index tegen de groei van het Nederlandse wagenpark te projecteren. Groei of krimp zeggen immers als zodanig niet zoveel, als wij niet weten waaraan zij moet worden afgemeten. De ontwikkeling van het aantal verzekerde gemotoriseerde voertuigen in ons land lijkt daarvoor een bruikbare maatstaf. Gedurende vele jaren immers bleek de groei van het aantal dossiers van het Waarborgfonds met die van het verzekerde wagenpark gelijke tred te houden. De lezer die in de absolute aantallen geïnteresseerd is zal deze op pagina 44 van dit jaarverslag vinden met vergelijkbare gegevens over de jaren 2000 t/m 2004.
2.2.1 Algemeen beeld In de grafiek onderaan de pagina hebben wij de totaal ontvangen claims afgezet tegen de groei in het verzekerde wagenpark. Uit deze grafiek valt duidelijk de trendbreuk van 2005 ten opzichte van de ontwikkeling in de jaren daarvoor waar te nemen. Het zou mooi zijn als deze dalende tendens zich zou voortzetten, maar dat lijkt niet waarschijnlijk. Als we namelijk wat dieper naar de oorzaken van de daling kijken, moeten we constateren, dat deze voornamelijk incidenteel van karakter zijn. De daling van het aantal in 2005 bij ons gemelde schadegevallen wordt voornamelijk veroorzaakt door een verkorting van de tijd die tussen de schadedatum en de melding bij het Waarborgfonds ligt, met andere woorden: claims worden eerder bij ons ingediend. Met de wetenschap van nu kunnen wij vaststellen dat een belangrijk deel van de groei van het aantal Waarborgfondsclaims in 2003 en 2004 het gevolg is van de verkorting van deze meldingstermijn. Was de meldingstermijn in 2003 gemiddeld nog 126 dagen, in 2004 liep zij terug naar 111 dagen en in 2005 verder naar 101 dagen, een niveau waarop zij zich lijkt te stabiliseren. Wij gaan er daarom vanuit, dat de ontwikkeling van het aantal claims bij het Waarborgfonds vanaf nu weer parallel aan de groei van het wagenpark zal verlopen, zij het dat wij enige hoop putten uit geluiden uit de verzekeringswereld dat de schadefrequentie (het aantal schadegevallen per 1000 verzekerden) daalt. Het is te hopen dat ook het Waarborgfonds hiervan profiteert. Wij zien de kortere meldingstermijn vooral bij claims die door verzekeraars worden ingediend, voornamelijk casco-regresvorderingen. Ook de openbare nutsbedrijven, die schade claimen aan wegmeubilair, zoals lichtmasten, schakelkasten etc., hebben kennelijk hun werkprocessen verbeterd en melden hun schaden eerder. Ontwikkeling ontvangen claims versus toename wagenpark 200 180 index (1993 =100)
160 140 120 100 80 2005
2004
2003
2002
2001
2000 Wagenpark Totaal
9
"Wachten op de medische informatie." "Onze rol was mevrouw te begeleiden, te adviseren en veelal ook te vertegenwoordigen in het hele proces. Zij had er zelf weinig omkijken meer naar. Wij treden op als tegenpartij van het Waarborgfonds. Uiteindelijk betaalt het Waarborgfonds overigens ook onze eigen bemiddelingsfacturen - uiteraard mits redelijk en billijk. Het duurde lang voordat de medische situatie van mevrouw echt stabiel was; vooral die knie speelde lang op. En de arbeidsongeschiktheid lag gecompliceerd. Cliënte was namelijk voor het ongeval oproepkracht in een modewinkel, maar nogal onregelmatig, dus dan is de bepaling van gederfde inkomsten niet eenduidig. Verder zijn we voor informatie altijd afhankelijk van de bereidwilligheid van de vele betrokken dames en heren medici. Ook dat kost tijd. Ons informatieverzoek komt, laat ik het zo zeggen, niet altijd bovenin de postbak te liggen. We hebben de indruk dat die nog wel eens onderin een stapel verdwijnt. Dus dat betekent: aanschrijven, bellen, afwachten, mailen, weer geduldig afwachten, rappelleren. In de regel is een van onze eerste stappen na te gaan wie schuld heeft. Maar dat hoefde hier niet, het Waarborgfonds had immers al aansprakelijkheid erkend namens de - toen nog - onbekende veroorzaker. De samenwerking met het Waarborgfonds verliep overigens plezierig. Je weet dat ze goed naar de vordering kijken, maar ze zijn er wel heel reëel in. We hebben dit dossier na tweeëneenhalf jaar kunnen sluiten. En dat was, ondanks alles, tot tevredenheid van cliënt."
JAARVERSLAG WAARBORGFONDS MOTORVERKEER 2005
2 . 2 . 2 Pa r k e e r s c h a d e In 2005 kregen wij 34.400 parkeerschademeldingen ter behandeling, 3,9 % minder dan in 2004 (35.700). In de onderstaande grafiek geven wij de ontwikkeling over de afgelopen 6 jaar weer, met daarbij de ontwikkeling van het totaal aantal claims. Ook hier geven wij ter illustratie de ontwikkeling van het Nederlandse wagenpark weer. Weliswaar neemt het aantal claims wegens parkeerschade af, de daling is minder dan die van het totale aantal claims. Het toewijzingspercentage lag in 2005 bij parkeerschaden op 75,8 %, tegen 77,8 % in 2004. Wij keerden in 2005 een bedrag van g 27,6 miljoen (2004: g 32,5 miljoen) uit, een daling van 15,1 %. In onderstaande grafiek wordt de ontwikkeling van de gemiddelde doorlooptijd (de tijd tussen ontvangst van de claim en de beslissing) in de afgelopen 6 jaar weergegeven. Juist bij deze categorie claims heeft de verkorting van de doorlooptijd een positieve invloed op de klanttevredenheid, waarover in het volgende hoofdstuk meer. Korte doorlooptijden, met onverminderde aandacht voor de juistheid van de beslissing, blijven daarom een speerpunt van ons beleid.
2 . 2 . 3 We g m e u b i l a i r s c h a d e De aantallen dossiers en de daarmee gemoeide schadebedragen in verband met beschadigd wegmeubilair zijn sterker gedaald dan het totale aantal claims en het daarmee gemoeide bedrag aan betaalde schade. De daling van het aantal wegmeubilairclaims is de belangrijkste oorzaak van de daling van het totale aantal dossiers in 2005. De in ons vorige jaarverslag aangekondigde kritischer blik op dit soort dossiers werpt zijn vruchten af. Wij stellen strengere eisen, alvorens wij dossiers toewijzen en dat lijkt er mede toe te leiden dat de beheerders van wegmeubilair ook zelf kritischer naar de haalbaarheid van hun claim kijken, alvorens deze in te dienen.
Ontwikkeling ontvangen claims inzake parkeerschade 70
180
60
160
50
140
40
aantal dagen
index (1993 =100)
200
120 100 80
30 20 10 2005
2004
Parkeerschade
2003
Claims parkeerschade
2002
2001
2000
2005
Totaal
2004
2003
2002
2001
2000 Wagenpark
12
Doorlooptijd claims parkeerschade
JAARVERSLAG WAARBORGFONDS MOTORVERKEER 2005
Ook is het toewijzingspercentage gedaald. Lag dat in 2004 nog op 95,4 %, in 2005 is het teruggelopen tot 83,7 % Het schadebedrag is eveneens gedaald en wel met 27,4 %. In 2005 keerden wij g 14,6 miljoen uit, tegen g 20,1 miljoen in 2004. Daarmee ligt het bedrag aan betaalde schade ongeveer op het niveau van 2002! Ook hier streven wij overigens naar snelle afhandeling. De gemiddelde doorlooptijd is desondanks met 9 dagen ten opzichte van 2004 gestegen naar 26 dagen. De hiervoor al gememoreerde kritische blik ligt hieraan ten grondslag.
2 . 2 . 4 S c h a d e i n h e t r i j d e n d ve r k e e r Onder deze noemer rangschikken wij de schadegevallen die zijn toegebracht aan voertuigen die aan het verkeer deelnemen en zonder dat daarbij sprake is van personenschade. In 2005 ging het om 6.800 dossiers (2004: 7.800), een daling van 12,2 %. Ook hier laten wij de relatieve ontwikkeling zien ten opzichte van het totaal aantal Waarborgfondsclaims en ten opzichte van de groei van het wagenpark. Wij wezen 62,6 % van de dossiers toe (2004: 61,9 %). De uitgekeerde schade bedroeg in 2005 g 9,6 miljoen (2004: g 12,3 miljoen), een daling met 22,0 %. De gemiddelde doorlooptijd bedroeg in 2005 55 kalenderdagen, tegen 46 dagen in 2004. Deze groei achten wij niet verontrustend, omdat incidenteel dossiers waarin veel discussie ontstaat, de gemiddelden sterk kunnen beïnvloeden. Ook hier is ons streven op vlotte afhandeling gericht.
2 . 2 . 5 Pe r s o n e n s c h a d e Het aantal dossiers met personenschade lag in 2005 op hetzelfde niveau als in 2004: 1.670. Ook hier weer een grafiek met de ontwikkeling over een reeks van jaren, wederom afgezet tegen de ontwikkeling van het totale aantal claims en de groei van het wagenpark.
Ontwikkeling claims wegmeubilairschade
Ontwikkeling claims rijdend verkeer
200
200
180
180 index (1993 =100)
index (1993 =100)
160 140 120 100 80
140 120 100 80 2005
2004
2003
2002
2001
2000
2005
Totaal
2004
2003
2002
2001
2000 Wagenpark
160
Wagenpark Wegmeubilair
Totaal
Rijdend verkeer
13
JAARVERSLAG WAARBORGFONDS MOTORVERKEER 2005
Het betaalde schadebedrag daalde met 6,9 % tot g 12,0 miljoen (2004: g 12,9 miljoen). Het is de vraag of sprake is van een trendmatige daling. De praktijk leert dat op onze portefeuilleomvang het afwikkelen van een paar grote schaden het bedrag aan uitbetaalde schade sterk kan beïnvloeden. Interessanter is echter de ontwikkeling van het bedrag dat de dossiers uiteindelijk naar verwachting zullen kosten. De onderstaande grafiek geeft de ontwikkeling over een reeks van 6 jaren. Het toewijzingspercentage lag in 2005 op 63,3 %, een stijging ten opzichte van 2004 toen het op 60,4 % lag. Wij vinden voortvarende behandeling van deze dossiers onverminderd belangrijk, maar zorgvuldigheid is nog wezenlijker. Wij nemen de beslissing omtrent onze aansprakelijkheid gemiddeld binnen 119 kalenderdagen. Dat is een daling ten opzichte van 2004. Daarmee heeft de benadeelde duidelijkheid over de vraag of wij zijn schade zullen vergoeden. Afhankelijk van onder meer de aard en de ernst van het letsel kan het dossier daarna snel worden afgehandeld dan wel kan het nog geruime tijd duren voordat het dossier geheel kan worden afgesloten. Ook hier echter streven wij ernaar de claim zo snel als verantwoord en mogelijk is geheel af te wikkelen. De totale afwikkelingsduur van de personenschadedossiers die wij in 2005 konden afsluiten bedroeg 676 dagen, een stijging ten opzichte van 2004 met 24 dagen.
2 . 2 . 6 D e c l a i m s b e z i e n n a a r d e ve r o o r z a k e r In de inleiding kwam al aan de orde dat het Waarborgfonds kan worden aangesproken als de dader: a)
onbekend is gebleven
b)
zijn verzekeringsplicht niet is nagekomen
c)
reed in een door diefstal of geweld verkregen voertuig
d)
verzekerd is bij een insolvente verzekeringsmaatschappij of
e)
van de verzekeringsplicht is vrijgesteld wegens gemoedsbezwaren.
Ontwikkeling claims personenschade 30.000
180
25.500
index (1993 =100)
schadelast (x m 1.000)
200
160 140 120 100 80
20.000 15.000 10.000 5.000 10
Mutatie schadereserve
2005
Personenschade
2004
Betaalde schade
2003
2002
2001
2000
2005
Totaal
2004
2003
2002
2001
2000 Wagenpark
14
Personenschadelast
JAARVERSLAG WAARBORGFONDS MOTORVERKEER 2005
Uit de volgende tabel blijkt hoe vaak wij in al die gevallen zijn ingeschakeld. a
b
c
e
Totaal
2000
52.531
3.226
676
57
56.490
2001
56.270
3.167
733
62
60.232
2002
56.818
3.081
740
66
60.705
2003
58.125
3.387
605
61
62.178
2004
59.957
3.348
690
75
64.070
2005
55.429
2.967
527
47
58.970
Veruit de meeste gevallen betreffen de onbekende dader, gevolgd door de onverzekerde. Het aantal schaden door gestolen voertuigen ligt lager dan in 2004. Overigens vallen onder deze categorie ook de zogenaamde "ramkraken" die de laatste jaren in ruime aantallen voorkomen. Er zijn in 2004, evenals in voorgaande jaren, geen motorrijtuigverzekeraars in staat van insolventie geraakt. De verdeling van de betaalde schade (bedragen x g 1.000) over deze categorieën laat het volgende beeld zien. a
b
c
e
Totaal
2000
40.892
9.114
1.726
156
51.888
2001
41.501
7.685
1.754
191
51.131
2002
51.656
9.522
2.110
552
63.840
2003
56.340
8.473
2.333
239
67.385
2004
64.929
9.745
3.006
169
77.849
2005
53.227
8.718
1.712
178
63.835
2 . 2 . 7 Ve r h a a l o p o nve r z e k e r d e n Een wezenlijk onderdeel van de werkzaamheden van het Waarborgfonds bestaat uit het verhalen op de onverzekerde aansprakelijken van de door hen veroorzaakte schade. Dit verhaalsrecht, dat in de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen ( Wam) is vastgelegd, dient een belangrijk maatschappelijk doel. Naast de inspanningen van de overheid om de verzekeringsplicht te handhaven is het onmisbaar als instrument om het verzekeringssysteem van de Wam in stand te houden. Anders zouden de goedwillenden (de ordentelijk verzekerden) ten onrechte lijden onder de kwaden. De verzekerden brengen via hun verzekeringspremie immers de middelen op waarmee de slachtoffers van de onverzekerden door het Waarborgfonds schadeloos worden gesteld. De kans om na het onverzekerd veroorzaken van een ongeval voor de volledige schade in persoon te worden aangesproken is bovendien een goede extra reden om zich te verzekeren. Ten slotte ervaren wij dat slachtoffers van door onverzekerden veroorzaakte ongevallen – met name in geval van personenschade – het als een bijkomende vorm van genoegdoening ervaren dat de aansprakelijken de financiële dans niet ontspringen.
15
"Daar ben ik niet trots op." "Eerst denk je: Nee hè, niet wéér, niet nu! Ik had haar totaal niet gezien, de zon stond laag, en die fietsers moeten op dat moment over het bruggetje heen zijn gekomen en gedacht hebben dat ik wel zou wachten. Het is ook zo smal daar. Ik heb haar met mijn rechterachterkant geraakt. Maar ze is nogal ongelukkig neergekomen, begreep ik later bij de rechter. Enfin, tegen de tijd dat ik me had gerealiseerd wat er gebeurd was, zag ik ze alleen nog maar in mijn achteruitkijkspiegel. En toen ben ik zonder nadenken doorgereden. Stom. Fout. Ik weet het. Maar ik kon het er eerlijk gezegd ook gewoon niet bij hebben. Zeker omdat ik net uit de verzekering was gegooid. Pas heel veel later stonden er twee agenten voor de deur. Het was uitgekomen doordat ik de auto gewoon in het dorp had laten repareren. Dat bewijst toch zeker dat ik niks te verbergen had? Toen begon voor mij het hele circus. De rechtzaak, een fikse boete. En de schadevergoeding aan het Waarborgfonds die ben ik nog aan het afbetalen. Maar goed, achteraf is het voor haar natuurlijk ’t ergst. Ik heb haar trouwens nog een brief gestuurd om mijn excuses aan te bieden, want het zat me toch niet lekker. Daar antwoordde ze nog best sportief op. Het ongeluk had ik misschien niet kunnen voorkomen. En onverzekerd rijden is dom. Maar vooral dat ik niet ben gestopt, nou ja, daar ben ik niet trots op."
JAARVERSLAG WAARBORGFONDS MOTORVERKEER 2005
In 2005 verhaalde het Waarborgfonds een bedrag van g 2,0 miljoen. Dat is een lichte daling ten opzichte van 2004, toen wij g 2,1 miljoen incasseerden. Daarnaast heeft de herwaardering van onze vorderingen tot een extra opbrengst van g 0,1 miljoen geleid. In 2005 zijn voorts verdere maatregelen genomen om het incasso van de tot stand gekomen verhaalsregelingen strakker te bewaken.
2 . 2 . 8 Fr a u d e b e s t r i j d i n g Reeds in par. 2.1 kwam aan de orde dat wij blootstaan aan pogingen tot oplichting. Ook hier hebben wij de aanpak verder en met succes geïntensiveerd wat heeft geleid tot een besparing van g 0,65 miljoen. Wij hebben niet de illusie dat wij hiermee alle fraudepogingen boven water hebben en wij zien ook nog mogelijkheden voor verdere verbetering. De verwachting is dan ook dat dit bedrag in de komende jaren verder zal stijgen, door verdergaande aandacht, meer inzet van informatietechnologie en betere samenwerking met andere partijen, waaronder verzekeraars. Door voorlichting aan claimanten proberen wij aan preventie te doen: ook hier is voorkomen beter dan genezen.
18
JAARVERSLAG WAARBORGFONDS MOTORVERKEER 2005
HOOFDSTUK 3
Het Waarborg fonds als Schadevergoedingsorgaan Het Waarborgfonds heeft niet alleen een taak ten aanzien van ongevallen in Nederland. Nederlandse inwoners die in het buitenland slachtoffer zijn geworden van een ongeval kunnen zich onder bepaalde omstandigheden ook tot het Waarborgfonds wenden, in zijn rol van Schadevergoedingsorgaan. Deze taak kreeg het Waarborgfonds toebedeeld bij de invoering in Nederland van de Vierde Motorrijtuigverzekeringsrichtlijn van de EG in 2003. Het gaat hierbij om situaties waarbij een ongeval in een andere EU-lidstaat, Noorwegen, IJsland of Liechtenstein, heeft plaatsgevonden. Heeft de verzekeraar niet de door de 4e richtlijn verplicht gestelde vertegenwoordiger in Nederland aangesteld, reageert de verzekeraar of diens vertegenwoordiger niet adequaat binnen drie maanden, is de aansprakelijke niet verzekerd of is hij onbekend, dan kan de Nederlandse benadeelde zich tot het Schadevergoeding wenden. Het Schadevergoedingsorgaan regelt dan de schade met de Nederlandse benadeelde op basis van het meestal toepasselijke recht van het land van het ongeval. Het heeft vervolgens verhaalsrecht op zijn buitenlandse zusterorganisatie. Na enige jaren van gewenning lijkt nu even sprake van stabilisatie. In 2005 werden wij 265 maal benaderd met een verzoek om interventie, tegen 268 maal in 2004. In 164 gevallen was sprake van een niet bekende of niet verzekerde dader, en in 101 dossiers had de verzekeraar of zijn Nederlandse schaderegelaar niet of niet gemotiveerd gereageerd. Hier ging het om ongevallen in het buitenland waarbij een Nederlandse ingezetene slachtoffer was. Natuurlijk kunnen ingezetenen van andere EU-landen ook in Nederland slachtoffer van een ongeval worden. Heeft de Nederlandse verzekeraar in het land van woonplaats van de benadeelde geen vertegenwoordiger aangesteld, reageert die vertegenwoordiger niet adequaat na een claim, of blijkt de veroorzaker onverzekerd of onbekend, dan kan de benadeelde zijn eigen Schadevergoedingsorgaan aanspreken. Dat heeft dan op zijn beurt weer regres op het Nederlandse Schadevergoedingsorgaan. Omdat het Nederlandse Waarborgfonds al sinds zijn oprichting, dat wil dus zeggen ruim voor de invoering van de 4e Richtlijn ook door de buitenlandse benadeelde zelf kan worden aangesproken als een onverzekerde of onbekende in Nederland een ongeval veroorzaakt, rapporteren wij over deze situaties niet afzonderlijk. Deze gevallen zijn begrepen in de cijfers van hoofdstuk 2 van dit verslag. Wel wordt afzonderlijk geregistreerd of de buitenlandse vertegenwoordiger van de Nederlandse verzekeraar niet, niet tijdig of onvoldoende gemotiveerd reageert. Wij werden in verband daarmee in 2005 66 keer aangesproken (2004: 46).
19
JAARVERSLAG WAARBORGFONDS MOTORVERKEER 2005
HOOFDSTUK 4
Onze inter ne organisatie
4 . 1 Pe r s o n e l e b e z e t t i n g De gemiddelde personele bezetting van het Waarborgfonds, inclusief de via het facilitaire bedrijf 3P Service doorberekende personeelslasten, uitgedrukt in FTE´s (Full Time Equivalents, volledige arbeidsverbanden) is in 2005 met 3,4 FTE gedaald tot 65,6 (2004: 69,0 FTE). Met name het aantal medewerkers dat zich met dossierbehandeling heeft beziggehouden is gedaald. Mede daardoor is de productiviteit - het aantal afgehandelde dossiers per FTE – vrijwel gelijk gebleven op 912 (2004: 915).
4 . 2 Z i e k t e ve r z u i m Het ziekteverzuim is in het verslagjaar gedaald. Het verzuimpercentage lag in 2005 op 5,3 %, tegen 6,9 % in 2004. De in 2004 ingezette en in 2005 verder geïntensiveerde aanpak lijkt dus zijn vruchten af te werpen. Wij verwachten het verzuim in de naaste toekomst verder terug te kunnen dringen.
4.3 Klantgerichtheid Het Waarborgfonds vervult een maatschappelijke functie. Anders dan bij (commerciële) ondernemingen kiezen benadeelden niet vrijwillig voor een relatie met ons. Dat verplicht ons tot een hoog niveau van dienstverlening. Onze doelstelling is snel en correct duidelijkheid (en als wij aansprakelijk zijn: geld) te verschaffen en dat op een zo toegankelijk mogelijke manier te doen. De in 2004 op de snelheid van dossierafhandeling gerichte focus heeft, gezien de verkorting van de doorlooptijden over de gehele linie, ook in 2005 nog effect gehad. Een organisatie als de onze, met veel min of meer eenvormige schadegevallen en de ambitie om haar diensten snel en efficiënt te verrichten, ontkomt niet aan standaardcorrespondentie. In het vorige jaarverslag schreven wij dat wij onze wijze van corresponderen hadden doorgelicht en dat wij het effect daarvan in de loop van 2005 zouden meten in ons jaarlijkse klanttevredenheidsonderzoek. Het blijkt dat onze aanpak het gewenste resultaat heeft gehad. Onze relaties zijn over het geheel genomen meer tevreden met onze schriftelijke communicatie. Een andere indicator voor het niveau van klanttevredenheid is het aantal klachten. Ontevreden relaties staan verschillende mogelijkheden ter beschikking. De meest laagdrempelige is onze interne klachtencommissie. Daarnaast hebben wij ons onderworpen aan de bemiddeling door de Ombudsman Schadeverzekering (onderdeel van het Klachteninstituut Verzekeringen). Onze interne klachtencommissie ontving in 2005 29 klachten (2004: 43). Uit het afgenomen aantal klachten bij de commissie mag voorzichtig worden afgeleid dat onze inspanningen om de kwaliteit van ons werk te verbeteren, worden gewaardeerd. De Ombudsman ontving 5 tegen het Waarborgfonds gerichte klachten (2004: 8). In totaal leidde de bemoeienis van klachtencommissie en Ombudsman ertoe dat in 24 % van de gevallen een voor de klager geheel of gedeeltelijk gunstige beslissing werd genomen (2004: 31 %)
20
JAARVERSLAG WAARBORGFONDS MOTORVERKEER 2005
Ten slotte in dit verband de resultaten van ons jaarlijkse klanttevredenheidsonderzoek. Ons “rapportcijfer” is voor het tweede achtereenvolgende jaar omhoog gegaan en wel van 7,0 naar 7,2. Hoewel wij hiermee over het geheel tevreden zouden kunnen zijn (mede in het licht van het feit dat ook de afgewezen claims deel uitmaken van het onderzoek) zien wij nog enige mogelijkheden voor verbetering, waarbij wij ons nu met name concentreren op onze telefonische contacten. Het totale beeld over 2005 is dus positief te noemen. Dat wij van een goed jaar kunnen spreken is voor een belangrijk deel te danken aan onze medewerkers, die zich gemotiveerd voor deze resultaten hebben ingezet.
4.4 Rechtmatigheid Sinds enige jaren wordt de rechtmatigheid van de ontvangsten en uitgaven van het Waarborgfonds door onze accountants onderzocht. De rechtmatigheidsvraag houdt in of onze ontvangsten en uitgaven plaats vinden binnen de kaders die in de Wam zijn gesteld. In overleg met het Ministerie van Financiën is hiervoor een protocol vastgesteld waarin is vastgelegd welke regels en voorwaarden van belang zijn voor het rechtmatigheidsoordeel. Net als in voorgaande jaren zijn onze ontvangsten en uitgaven in 2005 rechtmatig.
21
"Ook weer zonder angst fietsen." "Voor mij geldt: als ik begin te onthouden hoe een patiënte haar koffie gebruikt, dan weet ik dat ik in een lang behandelproces zit. Ze moet bij de aanrijding met een bijzonder nare draai op het wegdek terecht zijn gekomen. Enfin, het gevolg was een breuk van scheen- en kuitbeen, en een volledige ruptuur van de voorste kruisband en van de mediale meniscus. Plus een gedislokeerde fractuur van de knieschijf, toen ze neerkwam. De botbreuken zijn operatief behandeld in combinatie met een mediale menisectomie en een voorste- kruisband-reconstructie - als ik het even technisch mag benoemen. Maar dat was natuurlijk lang voordat ik er bij betrokken werd. Na de ziekenhuisopname is de behandeling poliklinisch voortgezet, via ons revalidatiecentrum. Revalidatie richt zich op optimalisering van de levensomstandigheden. Daarbij moet je ook een inschatting maken van de mens en de verwachtingen. Een fanatiek snowboarder stelt toch andere eisen dan iemand met wat rustiger werk en hobby’s. Daar stem je je behandelplan op af. Ik ben als revalidatiearts de medisch coördinator, het aanspreekpunt voor patiënt en voor bijvoorbeeld de orthopedisch chirurg, de huisarts, de fysiotherapeut, wijkverpleging. Er zit trouwens ook veel werk bij dat niet direct medisch-georiënteerd is, met name het papierwerk. In dit geval zat er ook een belangenbehartiger bovenop. Het laatste waar ik met de patiënte echt aan moest werken, was dat ze weer zonder angst moest leren fietsen. Maar toen we uiteindelijk vorig najaar de laatste afspraak hadden, kwam ze trots op haar nieuwe fiets. En overigens: zwart met suiker."
JAARVERSLAG WAARBORGFONDS MOTORVERKEER 2005
HOOFDSTUK 5
Bestuur Het Bestuur heeft in het verslagjaar 4 maal vergaderd. Daarbij kwam niet alleen de financiële gang van zaken, waaronder begroting en jaarrekening, aan de orde, maar heeft het bestuur ook uitvoerig gesproken over de klantgerichtheid van de organisatie en over aspecten van onze dienstverlening. Daarnaast is de verhouding van onze Stichting tot de overheid (mede in het licht van de binnen de overheid gevoerde discussie over de positie van Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO’s) en Rechtspersonen met een Wettelijke Taak (RWT’s) vrijwel steeds onderwerp van bespreking geweest. De samenstelling van het bestuur is gewijzigd. De heer A.J.A Wiechmann, die sinds 1991 deel van het bestuur heeft uitgemaakt, is opgevolgd door de heer J.M.J. Hommel. Wij danken de heer Wiechmann voor zijn jarenlange inzet en betrokkenheid bij het Waarborgfonds.
24
JAARVERSLAG WAARBORGFONDS MOTORVERKEER 2005
HOOFDSTUK 6
Toek omstver wachting Voor 2006 verwachten wij dat de in 2005 geconstateerde daling van het aantal claimmeldingen zich niet zal voortzetten. De personeelsbezetting zal gelijk blijven en ook grote investeringen worden voor 2006 niet voorzien. Onze voortdurende aandacht voor doorlooptijden en klanttevredenheid heeft zijn vruchten afgeworpen, maar maakt gelijktijdig de verbeterruimte op deze gebieden steeds smaller. De ontwikkelingen rondom personenschaden zullen ook onze bijzondere belangstelling hebben. De door de Universiteit van Tilburg ontwikkelde gedragscode personenschade zal daarbij een prominente plaats innemen. Het is te hopen dat deze code, die aanbevelingen bevat die het proces van behandeling van personenschadeclaims moeten bevorderen en versoepelen, spoedig en breed gedragen zal worden ingevoerd. Het Nationaal Platform Personenschade, dat door vrijwel alle betrokkenen bij de behandeling van letselschaden wordt ondersteund, lijkt hierbij een belangrijke rol te kunnen spelen.
25
"In het belang van het slachtoffer." "We willen het graag vlot afhandelen, in het belang van het slachtoffer. Maar vaak begin je al met een achterstand. Ook dit incident was aanvankelijk niet bij ons aangemeld, na drie maanden klopte de zorgverzekeraar alsnog aan. Daarop zijn we contact met het slachtoffer gaan leggen, ook voor het afwikkelen van de andere, niet-medische schades. Zelf erop af, we vinden dat dat zo hoort. Ik heb het slachtoffer thuis opgezocht, ook om uit te leggen waar ze recht op had. Zo’n huisbezoek geeft wel diepte aan een zaak. Dossiers zijn onmisbaar, maar in persoonlijk contact ervaar je dat je het voor echte mensen doet. Wat het voor iemand betekent om langdurig niet te kunnen werken, als je de lego van je kind niet meer van de grond kan pakken. We hebben het gehad over het voorschot en over onze ervaring dat de hele afwikkeling wel een paar jaar kan duren. Voordat de situatie medisch stabiel is, en vooral voordat alle rapportages daarover op tafel liggen. Daarom heb ik haar nogmaals geadviseerd een belangenbehartiger in te schakelen. Mensen zijn vaak een beetje verbaasd over wat er allemaal kan. Dat er toch door iemand wordt uitbetaald, ook al is de dader onbekend. We vergoeden reëel, daarin verschillen we niet echt van de normale verzekeringsmarkt. Het doel is dat de situatie, waar mogelijk, weer wordt zoals vóór het ongeluk. De veroorzaker is overigens later nog getraceerd. Maar dat werd een klus voor de collega’s van het team Verhaal!"
BALANS PER 31 DECEMBER 2005
(x g 1.000)
(Na verwerking van het saldo van de Staat van Baten en Lasten)
31 december 2005
31 december 2004
754
860
-
14.049
100.142
116.004
2.025
2.508
ACTIVA Immateriële vaste activa Beleggingen In komende jaren van verzekeringsmaatschappijen en de Staat te ontvangen bijdragen Vorderingen Overige activa Materiële vaste activa Liquide middelen
108
258
41.291
8.452 41.399
8.710
245
255
144.565
142.386
792
1.103
141.500
136.400
1.553
-
720
1.158
-
3.725
144.565
142.386
Overlopende activa Lopende interest
PASSIVA Fonds Middelen Gemoedsbezwaarden Technische voorziening voor nog te betalen schaden Pensioenvoorziening Schulden Overlopende passiva Vooruitontvangen bijdragen
28
S TA AT VA N B AT E N E N L A S T E N O V E R 2 0 0 5
Bijdragen Opbrengst vrijstellingsbewijzen Honorarium Schadevergoedingsorgaan Opbrengst uit beleggingen
Schadelast
(x g 1.000)
2005
2004
92.816
80.387
324
276
15
5
1.306
1.174
94.461
81.842
70.904
80.983
Bedrijfskosten Personeelskosten
4.490
Beheerkosten
1.889
Saldo van baten en lasten
4.450 1.888 6.379
6.338
17.178
-5.479
311
-52
-17.489
5.531
0
0
Het saldo van baten en lasten is als volgt verdeeld: Onttrekking/toevoeging aan het Fonds Middelen Gemoedsbezwaarden In komende jaren te ontvangen bijdragen van verzekeringsmaatschappijen en de Staat
29
KASSTROOMOVERZICHT OVER 2005
(x g 1.000)
2005 Ontvangen bijdragen Vooruitontvangen bijdragen komend jaar Ontvangen opbrengsten vrijstellingsbewijzen Ontvangen honorarium Schadevergoedingsorgaan Ontvangen verhaalde schaden Betaalde uitkeringen
89.047
75.347
-
3.725
324
275
15
5
1.977
1.816
-64.198
-80.920
Betaalde schadebehandelingskosten
-4.146
-4.154
Betaalde bedrijfskosten
-5.720
-3.537
Kasstroom uit operationele activiteiten
Investeringen in (im)materiële vaste activa Ontvangen opbrengsten beleggingen
17.299
-85
-7.443
-16
1.328
840
Aankopen beleggingen
-4.211
-15.795
Verkopen beleggingen
18.508
15.470
Kasstroom uit financierings- en beleggingsactiviteiten
Stand per 1 januari van de liquide middelen Stand per 31 december van de liquide middelen
30
2004
15.540
499
32.839
-6.944
8.452
15.396
41.291
8.452
TOELICHTING
ALGEMEEN Stichting Waarborgfonds Motorverkeer, opgericht in 1965, ontleent haar bestaansrecht aan artikel 23 van de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen ( Wam). Het Waarborgfonds Motorverkeer is sinds 1 juni 1989 een stichting en statutair gevestigd te Rijswijk. Het Waarborgfonds Motorverkeer vergoedt schade aan benadeelden in gevallen, genoemd in artikel 25 Wam overeenkomstig het bepaalde in artikel 26 Wam Vergoeding aan benadeelden vindt plaats indien de schade in het verkeer is veroorzaakt door onbekende, nietverzekerde of gestolen motorrijtuigen, motorrijtuigen verzekerd bij een onvermogende verzekeringsmaatschappij of toebehorend aan personen aan wie een vrijstelling van verzekering wegens gemoedsbezwaren is afgegeven. Met ingang van 2003 heeft de Stichting Waarborgfonds Motorverkeer de taak als Schadevergoedingsorgaan, op basis van artikel 27k Wam, gekregen. Het Schadevergoedingsorgaan treedt op bij schaden die in het buitenland veroorzaakt zijn door buitenlandse motorrijtuigen indien: a.
binnen drie maanden na de datum waarop een in Nederland woonachtige benadeelde zijn verzoek tot schadevergoeding heeft ingediend bij de verzekeraar (of diens schaderegelaar in Nederland) van het veroorzakende motorrijtuig hem geen met redenen omkleed antwoord op het verzoek heeft verstrekt;
b. de verzekeraar heeft nagelaten om in Nederland een schaderegelaar aan te stellen; c. de verzekeraar niet kan worden geïdentificeerd binnen twee maanden na het voorvallen van het feit waaruit de schade is ontstaan; of d. het motorrijtuig niet kan worden geïdentificeerd. De invloed van deze taak is apart zichtbaar in de toelichting van de jaarrekening opgenomen. De financiering van het Waarborgfonds Motorverkeer geschiedt in hoofdzaak door de verzekeringsmaatschappijen die zijn toegelaten tot het afsluiten van motorrijtuigverzekeringen overeenkomstig de Wam. Het jaarverslag is opgesteld in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving.
G R O N D S L A G E N VA N D E W A A R D E R I N G VA N A C T I VA E N PA S S I VA E N D E B E PA L I N G VA N H E T S A L D O VA N B AT E N E N L A S T E N Algemeen Alle activa en passiva zijn gewaardeerd tegen historische kosten en zijn opgenomen tegen nominale waarde, tenzij anders is vermeld. Alle bedragen luiden in duizenden euro’s, tenzij anders is aangegeven. De verantwoordelijkheid voor het beheer van het Fonds Middelen Gemoedsbezwaarden ligt materieel gezien volledig bij het Waarborgfonds Motorverkeer. Uit dien hoofde worden de financiële gegevens van het Fonds Middelen Gemoedsbezwaarden integraal in de jaarrekening van het Waarborgfonds Motorverkeer opgenomen. Jaarlijks wordt een aparte financiële verantwoording van het Fonds Middelen Gemoedsbezwaarden ten behoeve van het Ministerie van Financiën opgesteld. Deze verantwoording is op aanvraag verkrijgbaar.
Stelselwijziging waardering pensioenen Met ingang van 1 januari 2005 is de Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 271 Personeelsbeloningen ingevoerd. Deze wijziging in waarderingsgrondslag heeft geleid tot een aanpassing van het saldo aan in komende jaren van verzekeringsmaatschappijen en de Staat te ontvangen bijdragen met g 1.627.000. De ter vergelijking opgenomen winst- en verliesrekening over 2004 is in verband met voornoemde grondslagwijziging niet aangepast, hetgeen in overeenstemming is met de vereisten van de Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 271 Personeelsbeloningen.
31
I m m a t e r i ë l e va s t e a c t i va De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen historische kosten, verminderd met lineaire afschrijvingen, gebaseerd op de verwachte levensduur.
Beleggingen De vastrentende waarden zijn gewaardeerd tegen marktwaarde. (On)gerealiseerde koersresultaten worden onmiddellijk ten gunste of ten laste van de staat van baten en lasten verantwoord.
I n k o m e n d e j a r e n va n v e r z e k e r i n g s m a a t s c h a p p i j e n e n d e S t a a t t e o n t va n g e n b i j d r a g e n Deze post betreft het bedrag dat in komende jaren dient te worden gedekt uit de bijdragen die verzekeringsmaatschappijen en de Staat conform de desbetreffende wettelijke regelingen aan het Waarborgfonds Motorverkeer dienen te betalen. In dit verband zij vermeld dat de verplichtingen van het Waarborgfonds Motorverkeer worden gewaarborgd door de als motorrijtuigverzekeraar toegelaten verzekeringsmaatschappijen en de Staat, ieder overeenkomstig het aantal en de aard van de door hen verzekerde motorrijtuigen onderscheidenlijk het aantal en de aard van de motorrijtuigen waarvan de Staat de bezitter of houder is.
Vo r d e r i n g e n De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid.
M a t e r i ë l e va s t e a c t i va De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen historische kosten, verminderd met lineaire afschrijvingen, gebaseerd op de verwachte levensduur.
Te c h n i s c h e v o o r z i e n i n g v o o r n o g t e b e t a l e n s c h a d e n De voorziening heeft betrekking op de per balansdatum nog niet afgewikkelde schaden. De vaststelling geschiedt stelselmatig post-voor-post, dan wel op basis van statistische gegevens, rekening houdend met nog niet gemelde schadegevallen. Bij de bepaling van de voorziening is tevens rekening gehouden met nog te maken schadebehandelingskosten.
Pe n s i o e n e n De pensioentoezeggingen zijn gebaseerd op een geïndexeerde middelloonregeling en toegezegd pensioen. De pensioenregeling is ondergebracht bij een verzekeraar. Toegekende pensioenaanspraken worden door middel van jaarlijkse premiebetaling aan de verzekeraar afgefinancierd. Voor een negatief of positief saldo van de contante waarde van de toegekende pensioenaanspraken op balansdatum minus de reële waarde van de fondsbeleggingen, wordt in de balans een voorziening voor pensioenverplichtingen respectievelijk een vordering opgenomen. Bij de berekening van het saldo van de vordering of verplichting wordt rekening gehouden met de op balansdatum nog niet in het resultaat verwerkte actuariële resultaten. Wanneer het saldo van de contante waarde van de toegekende pensioenaanspraken minus de reële waarde van de fondsbeleggingen resulteert in een positief saldo, vindt opname van een vordering plaats voor maximaal de som van: •
eventuele op balansdatum nog niet in het resultaat verwerkte negatieve actuariële resultaten;
•
de nog aan volgende boekjaren toe te rekenen lasten over verstreken diensttijd;
•
en de contante waarde van terugbetalingen uit de regeling of verlaging van toekomstige bijdragen aan de regeling.
32
Indien de cumulatieve actuariële resultaten meer bedragen dan het hoogste bedrag van 10% van de contante waarde van de pensioenaanspraken en 10% van de reële waarde van de fondsbeleggingen, vindt verwerking in de winst- en verliesrekening plaats van het bedrag van de overschrijding gedurende de verwachte gemiddelde resterende diensttijd van de actieve deelnemers. De pensioenlast wordt actuarieel berekend aan de hand van verwachtingen betreffende het verloop in het onderhavige boekjaar van de contante waarde van de pensioenaanspraken en de fondsbeleggingen en het aan het huidige boekjaar toe te rekenen deel van de nog niet in de winst- en verliesrekening verwerkte cumulatieve actuariële resultaten.
Bijdragen De bijdragen worden verantwoord op basis van de jaarlijks in rekening gebrachte bedragen.
Opbrengst vrijstellingsbewijzen Dit betreft de van gemoedsbezwaarden ontvangen bedragen inzake de aan hen verstrekte vrijstellingen voor het sluiten van een verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid.
Schadelast In de schadelast zijn begrepen de betaalde schaden, de mutatie in de voorziening nog te betalen schaden en de externe schaderegelingskosten. Op de schadelast is regres in mindering gebracht.
B e d r i j fs k o s t e n De bedrijfskosten worden verantwoord in het jaar waarop ze betrekking hebben.
K asstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld op basis van de directe methode.
33
BALANS
(x g 1.000)
I M M AT E R I E L E VA S T E A C T I VA 2005
2004
860
1.036
76
-
-182
-176
754
860
1.454
1.378
Cumulatieve afschrijvingen
700
518
Boekwaarde per 31 december
754
860
Boekwaarde per 1 januari Aanschaffingen Afschrijvingen Boekwaarde per 31 december
Cumulatieve aanschaffingswaarde
Dit betreft voornamelijk software welke in acht jaar wordt afgeschreven.
BELEGGINGEN Boekwaarde per 1 januari
14.049
13.443
Aankopen
4.211
15.795
Verkopen
-18.508
-15.470
248
281
0
14.049
Koersresultaten Boekwaarde per 31 december
De nominale waarde van de beleggingen per ultimo 2005 bedroeg nihil (2004: 13.203). Het Waarborgfonds Motorverkeer is door de Minister van Financiën aangewezen om in het kader van Centraal Kasgeldbeheer de middelen aan te houden bij het Ministerie van Financiën. In 2005 zijn hiervoor de beleggingen verkocht.
I N K O M E N D E J A R E N VA N V E R Z E K E R I N G S M A AT S C H A P P I J E N E N D E S TA AT T E O N T VA N G E N B I J D R A G E N Stand voorgaand boekjaar Stelselwijziging inzake pensioenverplichting per 1 januari
116.004
110.473
1.627
-
117.631
110.473
Saldo van baten en lasten
-17.489
5.531
Stand per 31 december
100.142
116.004
Het bedrag van de stelselwijziging is het saldo van enerzijds de opgenomen pensioenvoorziening per 1 januari 2005 groot 1.543 en anderzijds de reeds per 31 december 2004 opgenomen nog te betalen pensioenkosten en de vooruitbetaalde pensioenpremie. 34
VORDERINGEN Verhaalsdebiteuren
2005
2004
1.100
1.000
613
509
Vorderingen uit hoofde van betaalde en nog te betalen schaden door het Schadevergoedingsorgaan Leningen u/g
18
91
Vooruitbetaalde kosten
64
479
230
429
2.025
2.508
Overige vorderingen
De schade-uitkeringen op schaden veroorzaakt door onverzekerden worden verhaald. De totale vordering wordt, met uitzondering van een bedrag groot 1.100 (2004: 1.000), geheel voorzien wegens oninbaarheid. De overige vorderingen hebben een looptijd korter dan één jaar.
O V E R I G E A C T I VA M a t e r i ë l e va s t e a c t i va Computerapparatuur
Boekwaarde per 1 januari Aanschaffingen
Kantoorinventaris
Totaal
2005
2004
2005
2004
2005
2004
246
380
12
20
258
400
9
16
-
-
9
16
-152
-149
-7
-8
-159
-157
-
-1
-
-
-
-1
Boekwaarde per 31 december
103
246
5
12
108
258
Cumulatieve aanschaffingswaarde
665
662
513
620
1.178
1.282
Cumulatieve afschrijvingen
562
416
508
608
1.070
1.024
Boekwaarde per 31 december
103
246
5
12
108
258
Afschrijvingen Desinvesteringen
De materiële vaste activa worden in vijf jaren afgeschreven.
Liquide middelen Onder deze post zijn deposito's ad 40.720 (2004: 4.925) opgenomen met een gemiddelde looptijd van 47 dagen.
F O N D S M I D D E L E N G E M O E D S B E Z WA A R D E N Het saldo van opbrengsten en kosten wordt toegevoegd c.q. onttrokken aan het Fonds.
Stand per 1 januari Opbrengst vrijstellingsbewijzen Opbrengst uit beleggingen
2005
2004
1.103
1.051
324
276
70
66
Schadelast
-581
-158
Bedrijfskosten
-124
-132
Saldo van baten en lasten Stand per 31 december
-311
52
792
1.103 35
T E C H N I S C H E V O O R Z I E N I N G V O O R N O G T E B E TA L E N S C H A D E N De technische voorziening voor nog te betalen schaden ad 141.500 (2004: 136.400), uit hoofde van respectievelijk de artikelen 25 Wam en 27-O Wam kan als volgt worden gespecificeerd: Technische voorziening voor nog te betalen schaden uit hoofde van artikel 25 Wam ( Waarborgfonds): 2005
2004
16.721
18.954
Schadejaar 1998 en voorgaande jaren 1999
7.740
8.261
2000
5.873
10.058
2001
9.791
11.849
2002
11.481
13.511
2003
11.870
14.611
2004
16.482
16.456
2005
18.742
-
98.700
93.700
39.300
39.700
2.900
2.500
140.900
135.900
IBNR-claims Schadebehandelingskosten
Technische voorziening voor nog te betalen schaden uit hoofde van artikel 27-O Wam (Schadevergoedingsorgaan): 2005
2004
2003
281
340
2004
100
83
2005
94
-
125
77
600
500
Schadejaar
IBNR-claims
36
NET TO PENSIOENVOORZIENING 31-dec-05
01-jan-05
Contante waarde van toegekende pensioenaanspraken
3.740
3.213
Reële waarde van de fondsbeleggingen
1.855
1.670
Tekort
1.885
1.543
-332
-
Netto pensioenvoorziening
1.553
1.543
Verloop pensioenvoorziening
2005
Stand 1 januari
1.543
Nog niet geamortiseerde actuariële resultaten
In winst- en verliesrekening opgenomen pensioenlast
305
In winst- en verliesrekening opgenomen kosten voorgaand jaar
-21
Betaling premie Stand 31 december De voornaamste actuariële grondslagen
-274 1.553 31-dec-05
01-jan-05
Disconteringsvoet
4,00%
4,50%
Verwacht rendement op fondsbeleggingen
3,25%
3,50%
Toekomstige salarisstijgingen
2,00%
2,00%
Indexatie van pensioenuitkeringen
2,00%
2,00%
Overlevingstafel
95-00
95-00
-2
-2
2005
2004
-
333
-
109
378
455
- leeftijdscorrectie
SCHULDEN
Pensioenpremies Leaseverplichtingen Schadecrediteuren Crediteuren
75
61
Loonheffing
47
41
220
159
720
1.158
Overige schulden
De schulden hebben een looptijd korter dan één jaar.
NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN Stichting Waarborgfonds Motorverkeer is met ingang van 1 mei 1998 een 10-jarig huurcontract aangegaan met een geïndexeerde jaarlast van (thans) 380. Dit betreft de huur van het pand aan de Verrijn Stuartlaan 14 te Rijswijk. Per dezelfde datum is een gedeelte van deze bedrijfsruimte voor een bedrag van 92 onderverhuurd aan derden. Ten behoeve van het schaderegistratiesysteem NARSIS is vanaf 1 oktober 2002 een vijfjarig onderhoudscontract gesloten. De kosten per jaar (prijspeil 2005) bedragen 184 (2004: 173). 37
S TA AT VA N B AT E N E N L A S T E N (x g 1.000) B I J D R A G E N V E R Z E K E R I N G S M A AT S C H A P P I J E N E N S TA AT Op grond van verkregen opgaven omtrent het bij verzekeringsmaatschappijen verzekerde aantal motorrijtuigen, vermeerderd met het aantal motorrijtuigen van de Staat, werd als bijdrage in rekening gebracht: in 2005 8.542.433 gekentekende motorrijtuigen
à
g 10,65
90.977
1.225.783 niet-gekentekende motorrijtuigen
à
g 1,50
1.839 92.816
in 2004 8.380.976 gekentekende motorrijtuigen
à
g 9,40
78.781
1.189.291 niet-gekentekende motorrijtuigen
à
g 1,35
1.606 80.387
OPBRENGST VRIJSTELLINGSBEWIJZEN De opbrengst vrijstellingsbewijzen werd verkregen door de afgifte van vrijstellingsbewijzen. In 2005 werden bewijzen afgegeven ten behoeve van 3.321 (2004: 3.213) gekentekende motorrijtuigen en 709 (2004: 696) nietgekentekende motorrijtuigen. De tarieven in 2005 zijn met 15% verhoogd ten opzichte van de tarieven voor 2004.
HONORARIUM Conform internationale afspraken is het Schadevergoedingsorgaan bevoegd om voor de behandeling van schaden een honorarium in rekening te brengen aan soortgelijke organen en verzekeringsmaatschappijen. Het honorarium is afhankelijk van het totale bedrag van de uitgekeerde schade en bedraagt 15% van de schade met een minimum van g 200 en een maximum van g 3.500.
OPBRENGST UIT BELEGGINGEN
Interest beleggingen
2005
2004
270
595
Koersresultaten
248
281
Interest liquide middelen
811
325
Kosten beleggingen
-23
-27
1.306
1.174
63.835
77.884
5.100
2.300
-2.177
-3.301
4.146
4.100
70.904
80.983
SCHADELAST Bruto schaden Wijziging voorziening voor nog te betalen schaden Verhaalde schaden Schaderegelingskosten
38
Bruto schaden
Bruto schade Waarborgfonds Bruto schade Schadevergoedingsorgaan
2005
2004
63.745
77.849
90
35
63.835
77.884
Gesplitst naar de categorieën is de bruto schade van het Waarborgfonds als volgt te verdelen: 2005
2004
Schaden veroorzaakt door
aantal
%
bedrag
%
aantal
%
bedrag
%
a. onbekend gebleven motorrijtuigen
43.846
94
53.227
83
54.602
94
64.929
83
2.365
5
8.718
14
2.779
5
9.745
13
318
1
1.712
3
458
1
3.006
4
11
0
178
0
17
0
169
0
46.540
100
63.835
100
57.856
100
77.849
100
b. niet-verzekerde motorrijtuigen c. door diefstal of geweld verkregen motorrijtuigen e. motorrijtuigen met een vrijstelling gemoedsbezwaarden
Wijziging voorziening voor nog te betalen schaden
Wijziging voorziening voor nog te betalen schaden Waarborgfonds Wijziging voorziening voor nog te betalen schaden Schadevergoedingsorgaan
2005
2004
5.000
1.850
100
450
5.100
2.300
Ve r h a a l d e s c h a d e n Dit betreft de baten uit hoofde van het recht van verhaal dat het Waarborgfonds krachtens artikel 27t (Schadevergoedingsorgaan) en 28 Wam verkrijgt tegen de aansprakelijke personen en degenen die hun verplichting tot verzekering met betrekking tot het motorrijtuig waarmee de schade is veroorzaakt niet zijn nagekomen.
Verhaalde schaden Waarborgfonds Verhaalde schaden Schadevergoedingsorgaan
2005
2004
2.177
2.816
190
485
2.367
3.301
39
Schaderegelingkosten
Expertisekosten Leges, proces-, advies- en verhaalskosten Buitengerechtelijke kosten
2005
2004
1.832
1.786
140
84
2.174
2.230
4.146
4.100
1.948
2.055
167
209
BEDRIJFSKOSTEN Pe r s o n e e l s k o s t e n Salarissen Sociale lasten Pensioenpremies
316
630
Overige personeelskosten
116
194
1.943
1.362
4.490
4.450
45,0
48,8
Doorberekende personeelskosten Coöperatieve Vereniging 3P Service u.a.
Aantal werknemers ultimo boekjaar uitgedrukt in volledige dienstverbanden
Stichting Waarborgfonds Motorverkeer, Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars en Verenigde Assurantiebedrijven Nederland N.V. hebben hun facilitaire diensten ondergebracht in de Coöperatieve Vereniging 3P Service u.a. Het Waarborgfonds draagt voor 70% bij in de kosten van de exploitatie. De pensioenlast is als volgt opgebouwd: 2005 Aan dienstjaar toegerekende pensioenkosten
235
Interestlast
144
Verwachte opbrengst fondsbeleggingen
-63
Toegerekende actuariële resultaten Pensioenlast
316
De pensioenlast voor de aansluiting naar de voorziening kan als volgt worden onderverdeeld: Directe kosten Waarborgfonds
305
Via Coöperatieve Vereniging 3P Service u.a. doorbelast aan FMG
11 316
De werkelijk behaalde opbrengst op fondsbeleggingen in het jaar 2005 bedraagt 16. Dit is berekend als het verwachte rendement op fondsbeleggingen plus de actuariële winsten of verliezen. 40
Beheerkosten 2005
2004
Huisvestingskosten
370
351
Kantoor- en algemene kosten
267
394
Automatiseringskosten
236
266
Afschrijvingen
341
333
Doorberekende kantoorkosten Coöperatieve Vereniging 3P Service u.a.
712
580
Aan het Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars doorberekend
-37
-36
1.889
1.888
Beloning bestuur De bezoldiging van het bestuur bedroeg 18 (2004: 18)
BELASTINGEN De Stichting is niet belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Rijswijk, 5 april 2006
Stichting Waarborgfonds Motorverkeer
Bestuur
Directie
mr A.J. Jutte (voorzitter)
mr F.J. Blees (voorzitter)
mr J.M.J. Hommel MMO
N.J.M. Barendse RA
mw mr S.M.A.J. den Ouden-Huijgen mr M.C.A. Scholtens mr F.J.D. Wiegerink
41
OVERIGE GEGEVENS
A C C O U N TA N T S V E R K L A R I N G Opdracht Wij hebben de in dit verslag op pagina 28 tot en met 41 opgenomen jaarrekening 2005 van Stichting Waarborgfonds Motorverkeer te Rijswijk gecontroleerd. De jaarrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de stichting. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de jaarrekening te verstrekken.
We r k z a a m h e d e n Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. Tevens omvat een controle een beoordeling van de grondslagen voor financiële verslaggeving die bij het opmaken van de jaarrekening zijn toegepast en van belangrijke schattingen die het bestuur van de stichting daarbij heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.
Oordeel Wij zijn van oordeel dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van het vermogen op 31 december 2005 en van het saldo van baten en lasten over 2005 in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving. Tevens zijn wij nagegaan dat het jaarverslag voorzover wij dat kunnen beoordelen verenigbaar is met de jaarrekening.
Amstelveen, 5 april 2006
KPMG Accountants N.V.
H. Arendse RA
42
KERNCIJFERS
ALGEMEEN 2005
2004
2003
2002
2001
nieuwe claims*
58.970
64.070
62.178
60.705
60.232
Aantal toegewezen claims
46.540
57.856
50.545
49.416
44.929
63.835
77.849
67.385
63.840
51.131
Gekentekende motorrijtuigen
8.542.433
8.380.976
8.228.432
8.071.924
7.811.710
Niet-gekentekende motorrijtuigen
1.225.783
1.189.291
1.153.707
1.118.937
1.069.851
3.321
3.213
3.150
3.077
2.864
709
696
687
689
766
Aantal in behandeling genomen
Totaal uitgekeerd bedrag (x g 1.000) Aantal motorrijtuigen waarvoor door verzekeraars, de Staat en de Gemoedsbezwaarden een bijdrage werd gestort:
G E M O E D S B E Z WA A R D E N Aantal motorrijtuigen waarvoor een vrijstelling is afgegeven: Gekentekende motorrijtuigen Niet-gekentekende motorrijtuigen
B I J D R A G E V E R Z E K E R A A R S E N S TA AT De basis van de inkomsten van het Waarborgfonds is de jaarlijkse bijdrage door de verzekeraars en de Staat op grond van het aantal verzekerde motorrijtuigen en motorrijtuigen van het Rijk. De ontwikkeling van de jaarlijkse bijdrage per motorrijtuig is als volgt:
(in euro)
2005
2004
2003
2002
2001
gekentekende motorrijtuigen
10,65
9,40
7,60
7,60
7,94
1,50
1,35
1,00
1,00
1,13
niet-gekentekende motorrijtuigen
* De aantallen in behandeling genomen claims zijn voor de aantallen van 2001 en 2002 gecorrigeerd voor de achterstand in registratie van claims ultimo 2001 van 3.800.
43
SCHADECIJFERS NAAR SOORT CLAIM A a n t a l o n t va n g e n c l a i m s p e r j a a r Weg-
Schade in
Personen-
schade
meubilair-
het rijdend
schade
schade
verkeer
Totaal
2000
33.822
12.943
7.863
1.862
56.490
2001
35.786
14.729
7.921
1.796
60.232
2002
35.735
15.677
7.576
1.717
60.705
2003
35.736
17.235
7.590
1.617
62.178
2004
35.662
18.958
7.782
1.668
64.070
2005
34.282
16.181
6.836
1.671
58.970
Totaal
Betaalde schadebedrag per jaar (bedragen x g 1.000)
44
Parkeer-
Weg-
Schade in
Personen-
schade
meubilair-
het rijdend
schade
schade
verkeer
2000
21.173
9.807
9.338
11.570
51.888
2001
22.954
9.666
9.511
9.000
51.131
2002
25.671
14.689
10.401
13.079
63.840
2003
29.874
15.012
11.274
11.225
67.385
2004
32.536
20.144
12.316
12.853
77.849
2005
27.610
14.624
9.636
11.965
63.835
Vormgeving: Ton Wienbelt, Den Haag / Teksten: Hartog Communicatie, Haarlem / Druk: Quantes, Rijswijk / Fotografie: Morten de Boer en Chantal Ariëns, Den Haag
Parkeer-
Verrijn Stuartlaan 14 Postbus 3003 2280 MG Rijswijk Telefoon (070) 340 82 00 www.wbf.nl