JAARVERSLAG
2 0 11
WONINGBOUWSTICHTING DE GEMEENSCHAP adres
: Curaçaoweg 1, 6524 ST Nijmegen
postadres
: Postbus 1071, 6501 BB Nijmegen
telefoon
: 024 – 381 78 00
fax
: 024 – 381 78 17
e-mail
:
[email protected]
website
: www.wbsg.nl
opgericht
: 13 augustus 1920
instellingsnummer VROM
: L 1357
NRV-nummer
: 1707
Kamer van Koophandel Centraal Gelderland : 10016944
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 1
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Inhoudsopgave
1. Volkshuisvestingsverslag ……………………………………………………………………………...
3
1.1
Algemene beschouwing …………………………………………………………………………....
4
1.2
De kwaliteit van het woningbezit ………………………………………………………………….
6
1.3
Het verhuren van woningen ……………………………………………………………………….
16
1.4
Het huurprijsbeleid ………………………………………………………………………………….
26
1.5
Het betrekken van huurders bij huur en beleid ………………………………………………….
29
1.6
De bijdragen aan leefbaarheid …………………………………………………………………….
33
1.7
Wonen en Zorg ……………………………………………………………………………………...
40
1.8
Het Financieel Beheer en Beleid ………………………………………………………………….
43
1.9
Governance en Risicoparagraaf …………………………………………………………………..
50
1.10 Organisatie …………………………………………………………………………………………..
54
1.11 Slotwoord …………………………………………………………………………………………….
58
-
Organigram …………………………………………………………………………………….
59
-
Kengetallen …………………………………………………………………………………….
60
2. Raad van Toezicht ……… ……………………………………………………………………………...
61
2.1
Verslag van de Raad van Toezicht ….…………………………………………………………...
62
3. Jaarrekening ...............................................…………………………………………………………...
70
3.1
Balans ………………………………………………………………………….............................
71
3.2
Winst- en Verliesrekening ………………………………………………………………………….
73
3.3
Kasstroomoverzicht ………………………………………………………………………………...
74
3.4
Toelichting op de Balans en Winst- en Verliesrekening ………………………………………..
75
-
Toelichting op de Balans………………………………………………………………………
82
-
Toelichting op de Winst- en Verliesrekening ……………………………………………….
93
-
Overige gegevens……………………………………………………………………………...
97
-
Accountantsverklaring ………………………………………………………………………...
98
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 2
1. VOLKSHUISVESTINGSVERSLAG 2011
Altrade
Weefgewichtstraat
Hugo de Grootstraat
Van 't Santstraat
O.C. Huismanstraat
Foto's: Ellen van Hees, Mossa Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 3
1.1
ALGEMENE BESCHOUWING
Voor u ligt het jaarverslag (volkshuisvestingsverslag en jaarrekening) van Woningbouwstichting De Gemeenschap (WBSG) over het jaar 2011. WBSG is een maatschappelijk betrokken (vastgoed)onderneming. Oog voor de klant en kwaliteit staan hoog in het vaandel. Het werkgebied van WBSG beperkt zich tot de gemeente Nijmegen. Naast WBSG zijn nog vijf toegelaten instellingen actief in deze gemeente. WBSG onderscheidt zich met name door haar lokale verankering. Deze lokale verankering is zeer belangrijk. Wij staan hierdoor dicht bij de huurders en plaatselijke woningzoekenden en dat willen wij graag zo houden. WBSG levert op haar eigen wijze en zelfstandig een bijdrage aan de taken op het terrein van de volkshuisvesting in Nijmegen. Dit gebeurt, gelet op de schaalgrootte van de organisatie, op een effectieve en efficiënte wijze.
WBSG staat open voor samenwerking. De strategische alliantie met Wst. Vryleve (Rijnwaarden), Wst. Gendt (Lingewaard), Woningcorporatie WoonGenoot (Nijmegen) en Wst. Valburg (Overbetuwe) biedt een nuttig platform voor contacten op het niveau van de provincie en de stadsregio. De vijf samenwerkende corporaties zijn werkzaam in de Stadsregio Arnhem-Nijmegen. Zij profileren zich onder de naam G5 samenwerkende corporaties in Gelderland. Daarnaast maakt WBSG deel uit van het PNW (Platform Nijmeegse Woningcorporaties. WBSG is zeer actief op het terrein Wonen en Zorg. Door de intensieve samenwerking met het RIBW Nijmegen & Rivierenland, het Oud Burgeren Gasthuis en Gerust Thuis wordt hieraan inhoud gegeven. WBSG is alert op (bouw)locaties in de gemeente Nijmegen waar nieuwe projecten gerealiseerd kunnen worden. Deze actieve opstelling resulteert in 2011 in de oplevering van een complex van drie en dertig grote grondgebonden huurwoningen in Laauwik (Lent, Nijmegen- Noord). WBSG beschikt over een kleine, flexibele, klantgerichte en professionele organisatie. De activiteiten zijn gericht op goede dienstverlening aan huurders en woningzoekenden. De organisatie laat zich niet sturen door de politieke waan van de dag of modieuze trends. WBSG doet wat nodig is en wat voor een kleine organisatie haalbaar is. Winst maken is voor WBSG geen doel. Projecten mogen, uitgaande van calculeerbare risico’s, de draagkracht van de corporatie niet te boven gaan. Bij de uitvoering van haar maatschappelijke/volkshuisvestelijke taak mag de (financiële) continuïteit van de onderneming niet in gevaar worden gebracht. Zonder gebruik te maken van derivaten weet WBSG door spreiding van het renterisico de kosten van vreemd kapitaal laag te houden. Woningcorporaties worden scherp in de gaten gehouden door de media. De politiek poogt voortdurend meer greep te krijgen op het vermogen respectievelijk de besteding ervan. Corporaties komen voort uit particulier initiatief. Het zijn private ondernemingen, die vrijwillig een maatschappelijk doel nastreven. Dit maatschappelijke doel “het huisvesten van mensen die daar zelf(standig) niet of Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 4
nauwelijks in kunnen voorzien” geeft invulling aan een grondwettelijke taak van de overheid. Vanuit dit perspectief zijn corporaties partners of bondgenoten van de overheid. In deze context is het schrijnend en onbegrijpelijk te constateren dat opeenvolgende regeringen het tot hun taak blijven rekenen om de corporaties, via heffingen en integrale invoering van de vennootschapsbelasting, af te romen. WBSG is het volstrekt oneens met de in politieke kringen breed levende opvatting dat het vermogen van woningcorporaties kan worden gekwalificeerd als “publiek” geld, waarover de overheid “vrijelijk” kan beschikken. Wij maken ons grote zorgen over het voornemen van het huidige kabinet om zittende huurders een recht tot koop te geven. Een dergelijke maatregel maakt het voor woningcorporaties volledig onmogelijk om nog gericht beleid te voeren. Het recht tot koop past naadloos bij het streven van de opeenvolgende machtshebbers om het in de stenen vastzittende vermogen van corporaties vrij te maken om het vervolgens te kunnen afromen. Het bestuur respectievelijk de raad van toezicht zijn verantwoordelijk voor het goed functioneren van de corporatie en aansprakelijk als dat niet gebeurt. Met het oog op de maatschappelijke taak, die de corporatie op zich heeft genomen, wordt daarbij gedegen rekening gehouden met het maatschappelijk krachtenspel waarin moet worden geopereerd. Ook in 2011 heeft WBSG, ondanks de recessie en het voor corporaties weinig welwillende politieke klimaat, gewoon gedaan waar het ruim negentig jaar geleden voor is opgericht: Het ontwikkelen, bouwen en beheren van betaalbare kwaliteitsvolle woningen op goede locaties in de gemeente Nijmegen. Met een scherp oog voor de (financiële) continuïteit van de organisatie, opereert WBSG daarbij als een efficiënte, resultaatgerichte en maatschappelijk betrokken corporatie in Nijmegen op het brede veld van wonen, zorg en leefbaarheid.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 5
1.2
DE KWALITEIT VAN HET WONINGBEZIT
D E W O N I N G V O O R R A AD Ultimo 2011 heeft WBSG in totaal 2.331 verhuureenheden in beheer, waarvan 2.121 (2010: 2.121) zelfstandige woningen, 16 onzelfstandige eenheden, 1 zorgwijksteunpunt en 193 overige verhuureenheden, waaronder garages, stallingen, winkels, ateliers, kantoren en bedrijfsruimten. Van de 2.121 woningen, die WBSG in eigendom heeft, vallen er 133 buiten het gereguleerd gebied. Met een huur hoger dan € 652,52 behoren deze woningen tot de categorie vrije sector. Met deze categorie woningen kan WBSG met name de op de woningmarkt startende tweeverdieners een kans op een zelfstandige woning bieden. Alle woongelegenheden en onroerende aanhorigheden, die WBSG in eigendom en beheer heeft, liggen binnen het statutaire werkgebied (gemeente Nijmegen).
Het woningbezit onderverdeeld naar woningtype (ultimo 2011) Woningtype
Aantal
Vrije sector
Percentage t.o.v het totale woningbezit
Eengezinswoningen
907
42%
Maisonnettes
300
14%
Flat zonder lift
300
14%
Flat met lift (levensloopbestendig)
343
130
16%
Bovenwoningen
169
2
8%
Benedenwoningen
103
1
5%
Onzelfstandige eenheden
16
Totaal
2.138
1% 133
100%
D E B E T AAL B A AR H E I D V AN D E W O N I N G V O O R R A AD Eén van de doelstellingen van WBSG is te zorgen voor betaalbare huurwoningen voor mensen met een laag inkomen.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 6
Van alle woningen van WBSG behoort 94% tot de voor de doelgroep beschikbare voorraad (DAEB segment) met een huur lager of gelijk aan de grens voor het gereguleerde gebied (€ 652,52 p.m.). Van het woningbezit van WBSG hebben 1.847 woningen (87%) een huur lager of gelijk aan de aftoppingsgrens voor meerpersoonshuishoudens (€ 554,76 p.m.) Het woningbezit onderverdeeld naar huurgrenzen conform BBSH Huurgrenzen (huurtoeslag)
Aantal woningen
Percentage t.o.v.totale woningbezit
603
28 %
1.061
50 %
> Laagste aftoppingsgrens Hoogste aftoppingsgrens (€ 548,18)
183
9%
> Hoogste aftoppingsgrens grens gereguleerd gebied (€ 647,53)
157
7%
> grens gereguleerd gebied (€ 647,53)
134*
6%
Kwaliteitskortingsgrens (€ 357,37) > Kwaliteitskortingsgrens Laagste aftoppingsgrens
(€ 511,50)
Totaal
2.138
*
100
Inclusief 1 wijksteunpuntwoning
N I E U W B O UW Via een langlopende samenwerking met Stichting Studenten Huisvesting Nijmegen (SSHN) komt WBSG tegemoet aan de vraag naar nieuwbouwwoningen voor startende jongeren op de woningmarkt. WBSG participeert financieel in een tweetal projecten van SSHN. Eind november 2010 zijn met AM Wonen contracten getekend voor de levering van grond en de bouw van 33 grote eengezinswoningen in de Lentse nieuwbouwwijk Laauwik (Nijmegen-Noord). De woningen staan deels parallel aan de Prins Mauritssingel, direct aan 'de poort naar Nijmegen'. Bij het passeren van de gemeentegrens, komend vanuit de richting Arnhem, zijn het in de toekomst de eerste Nijmeegse woningen die men ziet. De gevelpartij van de 33 eengezinswoningen voldoet aan hoge eisen van welstand. Door de verspringende gevellijn en het gebruik van verschillende kleuren stenen is een speels beeld ontstaan en lijkt het alsof het verschillende woningen zijn. De 33 woningen zijn qua plattegrond echter vrijwel identiek. Aan de achterzijde is het dak afgeschuind met pannen. Dit geeft de woning een vertrouwd uiterlijk. De woningen zijn met een breedte van 5,40 meter en een diepte van 10,20 meter 'ruim' te noemen. De keuken bevindt zich aan de voorzijde van de woning en is voorzien van een kookplaat en afzuigkap. De woonkamer ligt aan de zonnige achterzijde. De woning telt op de eerste verdieping drie ruime slaapkamers en een badkamer met douche, toilet en vaste wastafel. Op de tweede verdieping bevindt zich nog een zolderruimte. Deze zolder is voorzien van ramen en biedt mogelijkheden om extra slaapkamers te creëren. De woningen zijn duurzaam
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 7
gebouwd en extra geïsoleerd, waarmee geluidshinder door het verkeer op de Prins Mauritssingel, wordt voorkomen. Deze stadssingel met groene bermen en smalle rijstroken is geen snelweg meer, maar een 50 kilometerweg. De Prins Mauritssingel is bovendien voorzien van geluidsreducerend asfalt. De woningen zijn ontworpen door INBO Architecten. Het werk is uitgevoerd door BAM Woningbouw Deventer. Medio december 2011 heeft de aannemer de woningen opgeleverd en hebben de toekomstige bewoners de sleutels in ontvangst kunnen nemen. De huurders hebben de eerste twee weken vrijstelling van huur gekregen, zodat in de exploitatie de woningen pas in 2012 gaan meetellen. De totale stichtingskosten voor deze woningen bedragen € 6,8 mln. Op dit project rust geen onrendabel top, de gemiddelde huurprijs bedraagt € 855,=. SLOOP Er zijn geen concrete plannen om op afzienbare termijn delen van het woningbezit van WBSG te slopen. VERKOOP Eind 2011 heeft WBSG in Tolhuis nog 26 woningen in eigendom die deel uitmaken van een complex dat reeds lang is geoormerkt om verkocht te worden aan zittende bewoners of bij mutatie aan een nieuwe bewoner. In 2010 en 2011 zijn geen woningen verkocht. Voor zover er woningen worden verkocht, gebeurt dat tegen marktprijs. Aangezien een reële koopvraag ontbreekt, worden deze woningen bij mutatie via Entree probleemloos verhuurd. Beleidsmatig en praktisch gezien is WBSG geen voorstander van op korting gebaseerde verkoopconstructies, waarbij een eventuele afrekening wordt verlegd naar de toekomst. WBSG is van mening dat verkoop van woningen aan mensen, die in feite niet instaat zijn de reële financiële lasten te dragen, ongewenst is. Er is nog steeds een grote vraag naar huurwoningen in alle prijscategorieën en dat maakt dat WBSG terughoudend is om woningen te verkopen. HERS TRUCTURERI NG Door WBSG wordt nagedacht over de toekomstmogelijkheden van de vooroorlogse woningen in de Spoorbuurt (Van ’t Santstraat en omliggende straten). In 2011 is door WBSG een onderzoek gestart naar de mogelijkheden en onmogelijkheden tot behoud, sloop en/of verkoop van delen van de Spoorbuurt. In 2006 heeft de gemeenteraad het grootste deel van deze 500 vooroorlogse woningen tot beschermd stadsbeeld uitgeroepen. De veelal kleine woningen uit de twintiger jaren van de vorige eeuw zijn bijna honderd jaar oud. Qua maatvoering, maar ook energetisch en akoestisch zijn de woningen feitelijk voltooid verleden tijd. De woningen zijn echter nog steeds populair bij
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 8
woningzoekenden uit de doelgroep. Deze populariteit is te danken aan de relatief lage huren en de situering in het gewilde Nijmegen-Oost. Feit blijft dat in economisch en technisch opzicht het einde van deze woningen sneller nadert dan velen zich nu wellicht kunnen voorstellen. Op dinsdag 29 november 2011 heeft een informatiebijeenkomst plaatsgevonden voor alle bewoners van de Spoorbuurt, ruim 160 bewoners waren hierbij aanwezig. In een open dialoog is gesproken met de bewoners over de toekomst van hun buurt en is afgesproken om in gezamenlijk overleg haalbare toekomstplannen uit te werken. Uit de vele opmerkingen en vragen was af te leiden dat de bewoners enorm betrokken zijn bij hun buurt. Dat blijkt ook wel uit het aantal aanmeldingen voor de op te richten werkgroepen nl. 41 bewoners. Begin 2012 is een vervolg gegeven met een eerste bijeenkomst van de werkgroep uit de Spoorbuurt. Naast de herstructurering van de Spoorbuurt, houdt WBSG ook rekening met de vervanging op termijn van het merendeel van de direct naoorlogse portiekflats in Hengstdal en een gefaseerde aanpak van de maisonnettecomplexen in Neerbosch-Oost en Lankforst. Al deze projecten worden niet op korte termijn voorzien, maar zijn afhankelijk van ontwikkelingen in de markt. Reëel lijkt een scenario dat vergaande ingrepen in het woningbezit rond 2020 en volgende jaren prognosticeert. ONDERHOUD Het onderhoudsbeleid van WBSG is vooral gericht op het - met inachtneming van de kwaliteitscriteria van de stichting - beheersbaar houden van de onderhoudskosten van het woningbezit. Bij de uitvoering van technisch noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden wordt tevens bekeken of woonkwaliteitsverbeteringen en/of energiebesparende maatregelen mogelijk zijn. Veel onderhoudswerkzaamheden kunnen onder de noemer van woningverbetering, duurzaamheid of leefbaarheid worden gebracht. Bij de keuze van materialen worden criteria als duurzaamheid, energiegebruik en milieubelasting standaard gehanteerd. Sinds 1 januari 2008 zijn alle woningen van WBSG voorzien van een energielabel. Hoewel het energielabel een indicatie geeft van de mate waarin een woning op het gebied van energiebesparing scoort, kleven er nog tal van onvolkomenheden aan. Inmiddels is een aantal aanpassingen in het rekenmodel van het label aangebracht. Of het label daarmee bruikbaar en betrouwbaar genoeg is om beleid op te kunnen maken, is voor WBSG vooralsnog onderwerp van discussie. De bewonerscommissies hebben bij onderhoudsprojecten vaak een initiërende rol. Als gebruikers zijn zij vaak de eersten die knelpunten signaleren. De kwaliteit van de voorraad wordt grotendeels bepaald door het tijdig uitvoeren van (planmatig) onderhoud aan het woningbezit. Hierbij dient niet alleen gedacht te worden aan bouwtechnisch onderhoud, maar ook aan het aanpassen van de woningen aan de eisen van deze tijd in de meest brede zin.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 9
Leeftijd van het woningbezit Bouwjaar
Aantal
Percentage t.o.v het totale woningbezit
Vooroorlogs
499
23%
1950 tot 1960
336
16%
1960 tot 1970
347
16%
1970 tot 1980
266
12%
1980 tot 1990
247
12%
1990 tot 2000
193
9%
2000 tot 2010
173
8%
2010 tot heden
77
4%
2.138
100%
Totaal
De totale onderhoudsbegroting 2011 omvat een bedrag van € 4.648.759. Hiervan is € 3.874.236 gerealiseerd, waarvan € 3.714.093 ten laste van het jaarresultaat is verwerkt. Van het resterende bedrag is € 75.229 in rekening gebracht aan bewoners en derden (opstalverzekering) en € 84.914 is geactiveerd zijnde investeringen in woningverbetering. Het verschil tussen begroot en gerealiseerd bedraagt € 774.523. WBSG gaat, op basis van het voorzichtigheidsprincipe, in de begroting er vanuit dat alle voorgenomen werkzaamheden voor 100% worden uitgevoerd. Echter, op grond van bestendig beleid zijn bewoners vrij in hun keuze om al of niet medewerking te verlenen aan een onderhoudsingreep in het interieur van hun woning. Het is niet ongebruikelijk dat een aantal huurders afziet van de voor hun woning geplande onderhoudswerkzaamheden. P L AN M AT I G O N D E R H O U D In de onderhoudsbegroting 2011 staat een bedrag van € 3.701.759 gereserveerd voor planmatig onderhoud. Hiervan is € 3.021.647 uitgegeven, inclusief het bedrag van € 84.914 dat is geactiveerd als gevolg van diverse woningverbeteringen. Het verschil van € 680.112 kan onder meer worden verklaard doordat bij grootschalige onderhoudsprojecten - waarbij elementen in het interieur worden vernieuwd - de bewoners de keus hebben al of niet mee te doen. Dit beleid heeft tot gevolg dat er in principe altijd voldoende wordt gebudgetteerd, omdat bij het opstellen van de begroting wordt uitgegaan van honderd procent deelname. De praktijk leert echter
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 10
dat er steeds weer huurders zijn die om hen moverende redenen besluiten niet aan het project mee te doen. Dit betekent wel dat bij mutatie de nog niet uitgevoerde planmatige werkzaamheden alsnog moeten worden uitgevoerd. Hiervoor wordt er voor planmatig onderhoud budget gereserveerd voor ingrepen bij mutatie, deze woningen zijn niet uitgevoerd bij de projectmatige aanpak in het verleden.
Verloop van de jaarlijkse omvang van het planmatig onderhoud Jaar
Aantal woningen
Kosten ( x 1 mln. )
Kosten per woning
2003
1.970
€ 3,0
€ 1.523
2004
1.970
€ 3,1
€ 1.603
2005
1.993
€ 2,2
€ 1.103
2006
1.993
€ 3,0
€ 1.505
2007
2.062
€ 3,7
€ 1.794
2008
2.061
€ 2,5
€ 1.213
2009
2.061
€ 2,2
€ 1.058
2010
2.138
€ 2,7
€ 1.257
2011
2.138
€ 2,9
€ 1.375
In het verslagjaar 2011 zijn diverse onderhoudsprojecten uitgevoerd. Hieronder volgt een korte toelichting. Complex 011 - 012: Van ’t Santbuurt (499 woningen,1 kantoor, 2 winkels en 5 ateliers) - Cyclische vervanging van diverse CV ketels (>18 jaar) door HR ketels (23 stuks). - Vervangen van keramische dakpannen op diverse woonblokken (K. Beynenstraat 69 t/m 97 en Van ’t Santstraat 13 t/m 35). - Buitenschilderwerk, inclusief houtrotsanering fase II. Gregoriusstraat 15 t/m 29 – K. Beynenstraat 45 t/m 105 – Palestrinastraat 3 t/m 39 Van ’t Santstraat 1 t/m 95 – Verdistraat 2 t/m 4 – Verdistraat 3 t/m 17.
Complex 021 - 022 : Hengstdal (336 eengezinswoningen, portiekflats en maisonnettes) - Schilderwerk, Lijsterbesstraat 87 t/m 125 – Hengstdalseweg 237 t/m 331. - Cyclische vervanging van de CV ketels (>18 jaar) door HR ketels (31 stuks). - Vervangen gietijzeren standleidingen.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 11
Complex 110: Melkerij Lent (68 flats en 12 groepswoningen) - Uitvoeren doucherenovatie - Uitvoeren toiletrenovatie - Vervangen elektra schakelmateriaal inclusief groepenkasten.
Complex 200: De Archipel (51 seniorenappartementen) - Vervangen dilatatievoegen galerijvloeren.
Complex 300: Neerbosch-Oost - Fanfarestraat e.o. (59 eengezinswoningen) - Cyclische vervanging van de CV ketels (>18 jaar) door HR ketels (3 stuks).
Complex 310: Neerbosch-Oost - Balladestraat e.o (168 maisonnettes) - Buitenschilderwerk, inclusief houtrotsanering fase III, (Balladestraat 25 t/m 71- 97 t/m 143; 48 woningen). - Het vervangen van alle panelen voor geïsoleerde panelen in combinatie met schilderwerk (Verbetering energielabel met één labelsprong). - Vervangen van bitumen dakbedekking inclusief het aanbrengen van dakveiligheid, (Balladestraat 25 t/m 71- 97 t/m 143 – 165 t/m 211 72 woningen).
Complex 500: Tolhuis (250 eengezinswoningen, 20 boven-/benedenwoningen) - Vervangen en verplaatsen van de bergingsgevels, waardoor de bergingen worden vergroot en de leefbaarheid wordt verbeterd. - Vervangen van zachtboardplafonds voor gipsplatenplafonds in het kader van brandveiligheid, dit is naar aanleiding van een deelname enquête, de overige woningen worden bij mutatie aangepakt. N I E T - P L AN M AT I G O N D E R H O U D De werkzaamheden, verbonden aan het zogenaamde niet-planmatige onderhoud (reparatieverzoeken en mutatieonderhoud), worden uitgevoerd door externe bedrijven. Storingen aan centrale verwarmingsinstallaties met warmwatervoorziening, liften en elektrische installaties worden doorgegeven aan installatiebedrijven, waarmee WBSG servicecontracten heeft afgesloten. Als dienstverlening aan de huurders beschikt WBSG over een Servicefonds voor Huurdersonderhoud. Deze voor huurders extra service is gratis, dit geldt ook voor het ontstoppingsfonds.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 12
R E P AR AT I E V E R Z O E K E N In de onderhoudsbegroting 2011 is voor reparatieverzoeken een bedrag opgenomen van € 432.989. De werkelijke uitgaven bedragen in 2011 € 411.852. Het verslagjaar telt 2.103 reparatieverzoeken. Voor het servicefonds is een apart bedrag gebudgetteerd. De meldingen hiervoor worden apart bijgehouden. Het aantal meldingen onder het servicefonds (inclusief ontstoppingsfonds) bedraagt 547. In de loop der jaren is het beroep dat huurders doen op deze bijzondere service van WBSG redelijk stabiel. Het voor 2011 begrote bedrag voor het servicefonds bedraagt € 89.826, hierop is een bedrag van € 71.379 gerealiseerd. In het onderstaande overzicht worden deze kosten en aantal meldingen gesommeerd weergegeven. Reparatieverzoeken (inclusief serviceonderhoud) Jaar
Aantal
Aantal
Totale
Gem. kosten
Gem. kosten
Gem. aantal reparatie-
won.
rep.verz.*
kosten
per woning
per rep. verz.
verzoeken per woning
2003
1.970
2.247
393.732
200
175
1,14
2004
1.970
1.444
488.024
248
199
1,24
2005
1.993
1.379
374.179
188
157
1,19
2006
1.993
2.499
437.361
219
175
1,25
2007
2.062
2.513
464.517
225
185
1,22
2008
2.061
2.431
439.459
213
181
1,18
2009
2.061
2.932
497.532
241
170
1,42
2010
2.138
2.895
479.531
224
166
1,35
2011
2.138
2.650
483.231
226
182
1,24
* inclusief servicefonds De hoogte van het aantal reparatieverzoeken in 2011 wordt mede bepaald door het beroep dat huurders doen op het gratis Servicefonds voor Huurdersonderhoud. Het gaat hierbij om 547 aanvragen (731 in 2010), waarvan de kosten - relatief gezien - gemiddeld lager zijn dan die van een regulier reparatieverzoek. Deze kosten bedragen namelijk € 130,49 per melding (2010: € 113,54).
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 13
M U T AT I E O N D E R H O U D Voor mutatieonderhoud is in 2011 € 424.185 begroot. De werkelijke kosten bedragen € 369.357. Het verschil in 2011 tussen begroot en gerealiseerd mutatieonderhoud bedraagt hiermee € 54.828.
Mutatieonderhoud
Jaar
Aantal
Aantal
Totaal kosten
Gem. kosten per woning
Gem. kosten
woningen
mutaties
2003
1.970
148
228.163
116
1.542
2004
1.970
150
273.207
139
1.951
2005
1.993
166
336.295
168
2.026
2006
1.993
155
348.289
174
2.247
2007
2.062
138
340.107
165
2.464
2008
2.061
132
351.536
170
2.663
2009
2.061
126
462.783
225
3.673
2010
2.138
147
505.442
236
3.438
2011
2.138
132
369.357
173
2.798
per mutatie
WONINGVERBE TERINGE N In het kader van het strategisch voorraadbeleid voert WBSG jaarlijks een uitgebreid onderhoudsprogramma uit. Woningverbetering maakt hiervan standaard onderdeel uit. Het beleid is dat de noodzakelijke werkzaamheden in het interieur niet verplicht worden opgelegd aan de huurders. Dit houdt in dat in een aanzienlijk aantal gevallen pas bij mutatie de noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden aan het interieur, inclusief de bijbehorende woningverbetering, worden uitgevoerd. Door WBSG wordt aan woningverbetering in het merendeel van de gevallen voor de zittende huurder geen huurverhoging verbonden. Een en ander is afhankelijk van het complex waartoe de woningen behoren. In het verslagjaar is € 84.914 uitgegeven voor woningverbeteringen (2010: € 96.117).
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 14
W O N I N G A AN P AS S I N G E N In 2011 zijn 37 woningen om medische redenen voor de bewoner(s) aangepast (2010: 35). Deze aanpassingen vielen onder de noemer confectie. De hieraan verbonden kosten zijn volledig voor rekening van de gemeente Nijmegen. De gemeente heeft op grond van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) hiervoor een budget beschikbaar.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 15
1.3 HET VERHUREN VAN WONINGEN ALGEMEEN Alle in het verslagjaar gemuteerde woningen zijn via de website van Entree en in het Entreemagazine gepresenteerd door middel van een advertentie en/of verantwoord in de resultatentabel. In 2011 is het aantal mutaties weer iets lager dan het jaar daarvoor, tevens komen er steeds minder “normaal verhuurbare” woningen op de markt. Veel woningen worden direct toegewezen aan bijzondere doelgroepen. De woningzoekenden voor de overgebleven woningen worden in veel gevallen verdrongen door de grote groep stadsvernieuwingsurgenten en overige urgente woningzoekenden die voor gaan op de “normale” woningzoekenden. Er wordt in Nijmegen door collega-corporaties nog veel geherstructureerd, waardoor de groep (urgent-)woningzoekenden groot blijft bij een afnemend aantal geschikte huurwoningen. Ook in 2011 is er weer veel gediscussieerd over de woonruimteverdeling. Daar waar vorig jaar met name het creëren van een ongedeelde stad hoog op de agenda stond, staan nu de aanpassing van de Huisvestingswet en de Europese afspraken over de doelgroep in de spotlights. De woonruimteverordening is in 2011 geëvalueerd en wordt op onderdelen waar nodig aangepast. WBSG heeft zowel zitting in de evaluatiecommissie als in de commissie voor het aanpassen van de verordening. Het steeds stijgende aantal urgentieaanvragen en de stagnerende doorstroming zijn problemen die dringend om een oplossing vragen. De positie van de starters is in het verslagjaar verbeterd ten opzichte van 2010. De afspraak dat ten minste 30% van de vrijkomende woningen verhuurd moet worden aan starters is met 36% ruimschoots gehaald (in 2010: 33%). Eind 2011 is een nieuwbouwproject in het plangebied Laauwik (33 grote eengezinswoningen) opgeleverd, deze zijn begin 2012 in gebruik genomen door de nieuwe huurders. H E T A AN T AL M U T AT I E S Het aantal mutaties is in 2011 iets lager dan in 2010 en ligt op een gemiddeld niveau. In vergelijking met 2010 (6,9%) is de mutatiegraad in 2011 met 0,7% afgenomen tot 6,2%. De reële aanbiedingscoëfficiënt (het aantal keren dat een geadverteerde woning moet worden aangeboden voordat de woning wordt geaccepteerd) vertoond in 2011 met 4,3 weer een stijging ten opzichte van 2010 (4,0). De woningen, waarvoor een relatief lage meettijd geldt, worden sneller geaccepteerd. Het zijn vooral de vrijkomende woningen in Nijmegen-Oost die een hoge aanbiedingscoëfficiënt hebben. Deze woningen moeten vaker worden aangeboden. De reden is de lange meettijd die nodig is om voor woonruimte in Nijmegen-Oost in aanmerking te komen. Woningzoekenden met lange meettijden
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 16
zijn zeer kritisch in het verzilveren van hun meettijd. Zij beseffen dat ze weer jaren moeten wachten om voor een andere woning in aanmerking te komen.
Overzicht van het aantal mutaties en het aantal aanbiedingen Jaar
Aantal mutaties
Mutatiegraad
Aantal
Aanbiedings-
Gemiddeld
aanbiedingen
coëfficiënt
Aantal reacties
2003
148
7,5%
436
2,9
206
2004
150
7,6%
541
3,6
208
2005
166
8,4%
739
4,4
148
2006
155
7,8%
654
4,2
130
2007
138
6,9%
503
4,3
139
2008
132
6,4%
496
3,8
118
2009
126
6,1%
430
3,4
110
2010
147
6,9%
585
4,0
124
2011
132
6,2%
568
4,3
69
Het aantal woningextrinsieke weigeringen ligt beduidend hoger dan het aantal woningintrinsieke weigeringen. Bij woningextrinsieke weigeringen gaat het om: andere woning geaccepteerd, niet passend qua inkomen/huurprijs/huishoudsamenstelling, niet gereageerd, wel gereageerd maar bij voorbaat geen interesse. Bij woningintrinsieke weigeringen spelen zaken als: huur te hoog, te klein, indeling bevalt niet, woningtype bevalt niet. Het aantal woningextrinsieke weigeringen bedraagt ruim 75% van het totaal aantal weigeringen. Hiervan zijn bijna 60% woningweigeringen in Nijmegen-Oost. Met name het aantal woningzoekenden dat niet reageert op een woningaanbod ligt op ruim 55% van het totaal aantal woningweigeringen. Dit is ongeveer even hoog als in de voorgaande jaren.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 17
Aantal mutaties per stadsdeel Stadsdeel
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Nijmegen-Oost
79
95
100
95
71
84
67
81
58
Neerbosch-Oost
25
18
25
18
30
18
20
23
19
Dukenburg
34
29
33
29
21
24
32
26
39
Lindenholt
10
8
8
13
15
3
4
10
7
Nijmegen-noord
-
-
-
-
1
3
3
7
9
Totaal
148
150
166
155
138
132
126
147
132
In 2011 vindt 45% (2010: 55%) van het aantal mutaties plaats in Nijmegen-Oost, 14% in NeerboschOost (2010: 15%), 29% in Dukenburg (2010: 17%), 5% in Lindenholt (2010: 6%) en 7% in NijmegenNoord (2010: 4%). In 2011 is het aantal mutaties in Nijmegen Oost met 28% gedaald, is het aantal mutaties in Neerbosch-Oost, Lindenholt en Nijmegen-Noord ongeveer gelijk gebleven. Dukenburg heeft meer mutaties en laat een stijging zien van ruim 50%. In 2011 zijn 3 onzelfstandige eenheden gemuteerd (2010: 3). Deze eenheden worden verhuurd via coöptatie. Uit de geretourneerde vertrekenquêtes blijkt dat als belangrijkste redenen om te verhuizen worden opgegeven: ander woningtype gewenst (19%) gezondheidsredenen (16%), woning gekocht en samenwonen (13%). Van de vertrekkende huurders heeft 24% de enquête geretourneerd. De vertrekkers geven gemiddeld een 7,6 voor het algemene woongenot en een 7,7 voor de kwaliteit van de woning in relatie tot de huurprijs. De service van WBSG waarderen de vertrekkers met een 8,2. De bewoners geven met een 7,6 aan dat zij ook tevreden zijn over het onderhoud aan de woning. Als we deze uitkomsten vergelijken met het klanttevredenheidsonderzoek, dat WBSG sinds 2008 middels een telefonische enquête jaarlijks laat uitvoeren onder 400 bewoners, blijkt dat de vertrekkende bewoners ook in 2011 iets positiever zijn dan de zittende bewoners. Hiervan geven in 2011, net als vorige jaar, de bewoners een 7,3 voor de algemene woonkwaliteit van de woning en de kwaliteit van de woning in relatie tot de huurprijs. Het totale oordeel over de leefbaarheid in de wijk of buurt is met het rapportcijfer 7,6 iets gestegen ten opzichte van het vorige jaar (7,5). De huurders zijn vooral ontevreden over de aanwezigheid van zwerfvuil in de buurt. Verder is 19% ontevreden over verkeer dat te hard rijdt en 16% is ontevreden over parkeeroverlast. Voor de huurprijs in relatie tot de kwaliteit van de woning geeft men het rapportcijfer 7,3 (2010: 7,3). Ook de klachtenafhandeling wordt in 2011 weer beoordeeld met een voldoende (7,1). Wel is er sprake van een lichte daling ten opzichte van 2010 (7,2). Deze lichte daling doet zich niet voor bij de
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 18
tevredenheid over de algemene kwaliteit van de dienstverlening. Deze is in 2011 met een 7,6 hetzelfde als in 2010. Voor de algemene dienstverlening met betrekking tot de mutatie geeft met dit jaar een 8,1 dit is een significante stijging ten opzichte van vorige jaar (7,5) alle aspecten met betrekking tot het intakegesprek en de oplevering van de woning zijn gestegen. WBSG is content met de uitkomsten van deze enquête. De resultaten zijn, net als in voorgaande jaren, ruim voldoende, maar bieden ook de mogelijkheid tot verbetering. WONINGTOEW IJZING Bij de woningtoewijzing conformeert WBSG zich aan de afspraken zoals die zijn vastgelegd in de Regionale Huisvestingsverordening en de prestatieovereenkomst met de gemeente Nijmegen. In 2011 is 59% van de vrijkomende woningen verhuurd aan de minima en de doelgroep. Ondanks dat er meer mutaties zijn geweest in het duurdere (nieuwe) woningbezit en meer mutaties in NijmegenOost, is dit iets meer dan in 2010 (56%). Het betreft hier de definitie van de doelgroep zoals die nog is gehanteerd in de stedelijke raamovereenkomst wonen 2010 – 2015 voor huishoudens met een inkomen dat ligt onder de huurtoeslaggrens. In Nijmegen-Oost reageren van oudsher veel woningzoekenden met een wat hoger inkomen die een duidelijke binding hebben met deze buurt. Van de gemuteerde woningen in Nijmegen-Oost is 24% verhuurd aan huishoudens met een inkomen hoger dan de inkomensgrens voor huurtoeslag (in 2010: 27%). Door het integraal doorvoeren van de woonkeuzevrijheid, waarbij onder andere het passendheidscriterium “huur-inkomen” niet meer wordt toegepast, ontstaan er qua inkomensniveau gemêleerde wijken. Niet alleen in Nijmegen-Oost, maar ook in andere delen van de stad. Dit komt de kwaliteit, de opbouw en de leefbaarheid van de wijken alleen maar ten goede. Het is in onze visie een slechte zaak dat in de nieuwe Europese richtlijn is vastgelegd dat woningcorporaties alleen nog huishoudens mogen huisvesten met een inkomensgrens tot € 33.614. Hierdoor wordt de realisatie van de doelstelling van een ongedeelde stad in ernstige mate belemmerd. Een misser van de eerste orde. Dit jaar hebben wij 6 toewijzingen gedaan boven de toewijzingsnorm, dat is ruim binnen de toegestane norm van 10%.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 19
Het aantal één persoonshuishoudens aan wie is verhuurd per 31-12-11 volgens aanhangsel E (BBSH) Eenpersoons huishoudens
Jonger dan 65 jaar
65 jaar of ouder
Huurklasse
Inkomen kwaliteitskorting grens huurtoeslag
>kwaliteitskorting grens huurtoeslag en laagste aftoppingsgrens huurtoeslag
> laagste aftoppingsgrens huurtoeslag
inkomensgrens huurtoeslag
3
30
2
> inkomensgrens huurtoeslag
4
10
6
inkomensgrens huurtoeslag
0
7
0
> inkomensgrens huurtoeslag
0
5
7
Het aantal tweepersoonshuishoudens aan wie is verhuurd per 31-12-11 volgens aanhangsel E (BBSH) Tweepersoons huishoudens
Jonger dan 65 jaar
65 jaar of ouder
Huurklasse
Inkomen kwaliteitskorting grens Huurtoeslag
>kwaliteitskorting grens huurtoeslag en laagste aftoppingsgrens huurtoeslag
> laagste aftoppingsgrens huurtoeslag
inkomensgrens huurtoeslag
0
8
5
> inkomensgrens huurtoeslag
0
2
11
inkomensgrens huurtoeslag
0
1
1
> inkomensgrens huurtoeslag
0
1
2
Het aantal drie- en meerpersoonshuishoudens aan wie is verhuurd per 31-12-11 volgens aanhangsel E (BBSH) Drie- en meerpersoons huishoudens Jonger dan 65 jaar
65 jaar of ouder
Huurklasse
Inkomen kwaliteitskorting grens huurtoeslag
>kwaliteitseiskorting grens huurtoeslag en laagste aftoppingsgrens huurtoeslag
> laagste aftoppingsgrens huurtoeslag
inkomensgrens huurtoeslag
0
9
12
> inkomensgrens huurtoeslag
0
2
4
inkomensgrens huurtoeslag
0
0
0
> inkomensgrens huurtoeslag
0
0
0
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 20
Woningtoewijzingen naar inkomen Inkomensgroep
2011
2010
Abs.
%
Abs.
%
Minima
56
42%
56
38%
Doelgroep
22
17%
27
18%
Overige
54
41%
64
44%
Totaal
132
100%
147
100%
Woningtoewijzingen op basis norm Europadossier (inkomensgrens € 33.614,=) Inkomensgroep
2011 Abs.
%
Binnen de inkomensnorm
101
94%
Boven de inkomensnorm
6
6%
107
100%
Subtotaal Toewijzingen Niet DAEB woningen
25
Totaal
132
Voor alleenstaanden en tweepersoonshuishoudens, die behoren tot de minima en de doelgroep, wordt zo veel mogelijk de laagste aftoppingsgrens € 517,64 gehanteerd. De aftoppingsgrens voor een- en tweepersoonshuishoudens wordt in principe alleen overschreden om ouderen, met een indicatie, in de gelegenheid te stellen een appartement te huren in het woonzorgcomplex ‘De Weijer’. In het verslagjaar is dit een keer voorgekomen (2010: 0). In 2011 zijn slechts 7 woningen verhuurd met een huurprijs lager dan de kwaliteitskortingsgrens en 125 woningen met een huurprijs hoger dan de kwaliteitskortingsgrens € 361,66. Hiervan hebben 50 woningen een huurprijs boven de laagste aftoppingsgrens. In 2011 zijn 107 betaalbare huurwoningen opnieuw verhuurd. Van de woningen, met een huurprijs lager dan de kwaliteitskortingsgrens, zijn er vier verhuurd aan woningzoekenden met een inkomen hoger dan de inkomensgrens voor huurtoeslag en drie aan woningzoekenden met een inkomen lager dan de inkomensgrens voor huurtoeslag. Er is
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 21
dit verslagjaar een enorme daling in het aantal mutaties in ons goedkoopste bezit van 29 mutaties vorig jaar naar 7 mutaties in 2011. Met name voor jongeren onder de 23 is het bijna onmogelijk om bij ons een woning te krijgen. Van de woningen, met een huurprijs hoger dan de kwaliteitskortingsgrens en lager dan de eerste aftoppingsgrens, zijn er 55 (2010: 49) verhuurd aan woningzoekenden met een inkomen lager dan de inkomensgrens voor huurtoeslag en 20 (2010: 24) aan woningzoekenden met een inkomen hoger dan de inkomensgrens voor huurtoeslag. Van de woningen, met een huurprijs hoger dan de eerste aftoppingsgrens, zijn er 30 (2010: 26) verhuurd aan woningzoekenden met een inkomen hoger dan de inkomensgrens voor huurtoeslag en 30 (2010: 13) aan woningzoekenden met een inkomen lager dan de inkomensgrens voor huurtoeslag. Dit laatste is een stijging ten opzichte van vorig jaar. Verhuringen naar type huishouden Woningtype
Type huishouden 1 persoonshuishouden
2 persoonshuishouden
3 of meerpersoonshuishouden
Eengezinswoning
11
4
17
Bovenwoning
9
0
0
Benedenwoning
1
3
1
Flat zonder lift
11
1
0
Flat met lift
7
13
2
Maisonnette
17
7
7
Seniorenwoning
18
3
0
Totaal
74
31
27
Het aandeel verhuringen aan alleenstaanden is in het verslagjaar weer iets afgenomen ten opzichte van 2010. In 2011 is van de vrijkomende woningen 56% toegewezen aan alleenstaanden (2010: 59%). Het aandeel verhuringen aan tweepersoonshuishoudens en drie- of meerpersoonshuishoudens is daarentegen iets toegenomen. In 2011 is 44% aan deze categorieën verhuurd (2010: 41%).
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 22
Overzicht van de woninggrootte en de samenstelling van het huishouden Aantal slaapkamers
Aantal woningen
1-persoons
2-persoons
3-of meer persoons
huishouden
huishouden
huishouden
1
4
4
0
0
2
58
38
17
3
3
69
32
14
23
4
1
0
0
1
Totaal
132
74
31
27
In 2010 zijn 32 woningen (24%) met 3 of meer slaapkamers verhuurd aan alleenstaanden. Dit percentage is iets lager dan dat van 2010 (27%). Het merendeel van de gemuteerde woningen is passend verhuurd. Verhuringen naar leeftijd Woningtype
Leeftijden 18 tot 23
23 tot 55
55 jaar en ouder
jaar
jaar
Eengezinswoning
0
30
2
Bovenwoning
0
7
2
Benedenwoning
0
1
4
Flat zonder lift
2
9
1
Flat met lift
2
16
4
Maisonnette
2
26
3
Seniorenwoning
0
1
20
Totaal
6
90
36
In 2011 is 68% (2010: 70%) van de gemuteerde woningen verhuurd aan huishoudens in de leeftijdscategorie 23 tot 55 jaar. Het aandeel verhuringen aan senioren is met 27% in 2011 gelijk gebleven aan dat van 2010.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 23
Het aantal verhuringen aan de categorie 18 tot 23 jaar is procentueel vrijwel nihil. Dit komt omdat de gemiddelde meettijd om voor woonruimte in aanmerking te komen 6 tot 8 jaar bedraagt. BIJZONDERE TOEW IJZING EN De gemuteerde woningen in 2011 zijn voor het merendeel verhuurd via een advertentie in het Entree Magazine. De toewijzing van 68 woningen is in de verantwoordingstabel toegelicht onder de noemer bijzondere toewijzing. Overzicht bijzondere toewijzingen Reden bijzondere toewijzing
2008
2009
2010
2011
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Urgentie
15
9
9
3
WBSG maatwerk
10
30
32
33
Statushouders (via WBB)
0
0
3
2
Pardonners (via WBB)
18
0
0
0
Statushouders (omklappen COA)
0
2
1
4
Ex- Ama’s
0
1
0
0
Woningruil
6
6
6
5
Verzorgd Wonen geïndiceerden (OBG)
8
9
14
9
Stichting Gast
1
1
1
0
WBB div. instellingen
1
4
8
7
WMO
0
0
0
2
Onzelfstandige eenheden
0
0
0
3
Overige
1
1
6
0
Totaal
60
63
80
68
Via de Werkgroep Bijzondere Bemiddeling (WBB) heeft WBSG in 2011 geen woningen meer toegewezen aan woningzoekenden die op grond van het ‘Generaal Pardon’ in aanmerking komen voor huisvesting in Nijmegen. In het verslagjaar krijgt WBSG 2 statushouders voor huisvesting
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 24
toegewezen. In het kader van begeleid wonen zijn via de WBB zeven woningen toegewezen. De begeleiding is in handen van o.a. Iris Zorg. In het verslagjaar heeft WBSG 33 woningen direct toegewezen aan individuele uitzonderingen. Daarbij gaat het om 16 doorschuivingen naar gelijkwaardige woningen om woonproblemen op te lossen. Vijf woningen zijn toegewezen aan bewoners die om financiële redenen hun te dure huurwoning niet meer kunnen betalen. Deze 21 directe toewijzingen gaan niet ten koste van de andere woningzoekenden. Er komt immers altijd weer een achtergelaten woning vrij. Deze ‘doorschuivingen’ zijn de facto voor woningzoekenden budgettair neutraal. Van de overige woningen zijn zes woningen direct toegewezen aan kandidaten om de leefbaarheid van het betreffende complex te verbeteren en drie woningen in verband met mantelzorg. Daarnaast zijn er nog woningen toegewezen aan twee noodgevallen die nog geen urgentie hadden verkregen, maar wel acuut geholpen moest worden. En - last but not least – is er nog een woning toegewezen om medische redenen. Door directe toewijzing en doorschuivingen neemt WBSG haar verantwoordelijkheid om ook met het oog op de belangen van de zittende huurders - haar sociale taak waar te maken. Leefbaarheidsproblemen worden op deze wijze voorkomen of opgelost. In 2011 is sprake geweest van een vijftal woningruilen. In het woonzorgcomplex “De Weijer” zijn 9 woningen toegewezen aan kandidaten met een CIZ indicatie ‘Verzorgd wonen’. Deze woningen zijn geadverteerd en aangeboden via het Entree magazine. De benodigde zorg wordt geleverd door het Oud Burgeren Gasthuis (OBG). H E T H U I S V E S T E N V AN U R G E N T E N In 2011 hebben 41 woningzoekenden (2010: 43) een urgentieaanvraag neergelegd bij WBSG, hiervan zijn 24 aanvragen ingediend bij de urgentiecommissie. De urgentiecommissie heeft in het verslagjaar 13 urgentieaanvragen toegekend (2010: 13) en 11 aanvragen afgewezen. De overige 17 aanvragen zijn niet ingediend, omdat de motivatie om een urgentie aan te vragen ontoereikend is. Door de toenemende druk op de woningmarkt is het aantal urgentieaanvragen in 2011 fors toegenomen. Woningzoekenden zien een urgentieaanvraag als middel om aan de lange wachttijden voor een woning te ontsnappen. De urgentieaanvrager wordt daardoor ook steeds creatiever. Hiermee is het voor de urgentiecommissie steeds lastiger om de ‘echte’ urgente woningzoekende te herkennen. Omdat de druk op de woningmarkt niet significant afneemt, verwacht WBSG in 2012 nog meer urgentieaanvragen. In het verslagjaar heeft WBSG (23%) van de in het Entreemagazine geplaatste woningen voor urgentie afgeschermd (2010: 25%). Met name in Nijmegen-Oost worden woningen uitgesloten voor urgentie om ook reguliere woningzoekenden in de gelegenheid te stellen zich in deze populaire wijk te huisvesten. In 2011 zijn 3 urgent woningzoekenden (2010: 9) van woonruimte voorzien.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 25
1.4 HET HUURPRIJSBELEID Naast de sociale doelstelling van WBSG en de financiële continuïteit van de corporatie als onderneming, spelen bij de vaststelling van het huurprijsbeleid ook de ontwikkelingen op de markt een belangrijke rol. Het huurbeleid respectievelijk de jaarlijkse huurverhoging is vastgesteld nadat de huurders in de gelegenheid zijn gesteld zich over het voorgenomen beleid uit te spreken. Het huurbeleid is in lijn met de voorschriften van de rijksoverheid en de prestatieafspraken met de gemeente Nijmegen. HUREN Conform de politieke wil van het parlement zetten achtereenvolgende ministers nu al vele jaren in op inflatievolgend huurbeleid. Voor het verslagjaar betekent dit dat de huurstijging maximaal 1,3% mag bedragen. Dit percentage is doorgevoerd voor alle woningen en overige verhuureenheden. De huren van alle complexen zijn per 1 juli 2011 met 1,3% verhoogd. Een uitzondering is gemaakt voor de 42 duurdere woningen (type B en C) in De Weijer (0,0%), de 36 appartementen Heeren van Nijmegen (0,5%) en de 24 eengezinswoningen Lent (0,67%). De gemiddelde huursomstijging komt daarmee uit op 1,22% (2010: 1,15%). In de meerjarenbegroting is voor het jaar 2011 rekening gehouden met een gemiddelde huurstijging van 2,00%. Bij verhuurmutaties in de loop van het jaar wordt, indien nodig, huurharmonisatie toegepast. Per 1 juli 2011 bedraagt de gemiddelde netto huurprijs per woning per maand € 446 (2010: € 437). B E Z W AAR S C H R I F T E N H U U R C O M M I S S I E Er is door geen enkele huurder bezwaar gemaakt tegen de jaarlijkse huurverhoging per 1 juli 2011.
H U U R I N C AS S O WBSG voert een actief huurincasso-beleid. Van de huurders is 67% bereid de huur maandelijks te betalen door middel van een automatische incasso. Blijft - ondanks het versturen van aanmaningen, een telefonische herinnering en/of een persoonlijk gesprek - huurbetaling uit, dan wordt de vordering in handen gegeven van een deurwaarder. Een gerechtelijke ontruiming is in een enkel geval onvermijdelijk. In 2011 is door de deurwaarder 11 keer een ontruiming aangezegd. In 3 gevallen heeft dit geleid tot een uitzetting (in 2010: 16 aanzeggingen tot ontruiming en 5 ontruimingen). Om te voorkomen dat een huurder wegens huurschuld uit de woning wordt gezet, probeert WBSG in een vroegtijdig stadium in contact te komen met de betreffende huurder. Door een persoonlijk gesprek aan te gaan kan veel ellende worden voorkomen en worden huurders niet onnodig opgezadeld met extra kosten (kosten deurwaarder). De insteek is dat de huur moet worden betaald. Indien de
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 26
betreffende huurder zich niet aan de afspraken houdt, wordt alsnog de deurwaarder ingeschakeld en wordt ontruiming, met vonnis van de kantonrechter, uiteindelijk toch uitgevoerd. H U U R AC H T E R S T AN D E N De ontwikkeling van de huurachterstanden ten opzichte van de ontwikkeling van de jaarhuren Jaar
Huurachterstand
Huurachterstand
Ter incasso bij de
Ontwikkeling
per 31 december
in % van
Deurwaarder per
bruto jaarhuur
( x € 1.000,--)
de jaarhuur
31 december
( x € 1.000,--)
( x € 1.000,--) 2003
40
0,46
18
8.614
2004
40
0,44
20
8.928
2005
49
0,53
26
9.191
2006
55
0,55
17
9.600
2007
52
0,53
26
9.935
2008
56
0,53
28
10.576
2009
59
0,55
30
10.872
2010
61
0,50
29
11.680
2011
52
0,45
23
11.957
Ultimo 2011 bedragen de huurachterstanden 0,45% van de bruto jaarhuur (2010: 0,50%). De totale huurachterstand van vertrokken huurders bedraagt per 31 december 2011: € 69.712 (2010: € 65.800). HUURDERVING WBSG kent geen structurele leegstand. De totale huurderving wegens incidentele leegstand bedraagt in 2011: € 31.869. Dit is 0,26% van de jaarhuur. In 2010 bedroeg de totale huurderving: € 49.083 (0,42% van de jaarhuur). Incidentele leegstand wordt voornamelijk veroorzaakt door uitvoering van uitgesteld onderhoud bij mutatie. Daarnaast ontstaat in een aantal gevallen huurderving als gevolg van het niet accepteren van een aangeboden woning door een reeks van kandidaat huurders.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 27
Huurderving als gevolg van onderhoudswerkzaamheden komt met name voor in situaties waarbij de vertrekkende huurders in het verleden weigerden medewerking te verlenen aan woningverbeteringsprojecten. Ook kan huurderving ontstaan wanneer huurders een woning bij verhuizing ‘uitgeleefd’ achterlaten. Indien een woning meerdere malen achtereen moet worden aangeboden aan een reeks van kandidaat huurders, die ieder voor zich na enige dagen bedenktijd de woning niet accepteren, ontstaat eveneens huurderving. De tijd die verloren gaat bij het herhaaldelijk aanbieden van een huurwoning en de latere ingangsdatum van het nieuwe huurcontract worden verwerkt als leegstand. Deze vorm van incidentele leegstand laat ieder jaar een stijging zien. Woningzoekenden worden elk jaar kritischer. Het in de Stadsregio Arnhem-Nijmegen vigerende systeem van de woonruimteverdeling biedt hiertoe de ruimte. H U U R T O E S L AG Door de Belastingdienst Toeslagen zijn voor het huurtoeslagjaar 2011 de aanvragen van de huurders, die jaarlijks gebruik maken van de huurtoeslag, automatisch gecontinueerd. Huurders hebben de mogelijkheid de huurtoeslag rechtstreeks in mindering te laten brengen op de te betalen huurprijs. Voor zover bij WBSG bekend maken ultimo 2011 430 huurders (19,8%) gebruik van de huurtoeslag, waarbij deze rechtstreeks in mindering wordt gebracht op de bruto huur (in 2010: 435 huurders, oftewel 20,4%). Hoeveel huurders rechtstreeks huurtoeslag ontvangen is bij WBSG niet bekend. Het gemiddelde bedrag aan huurtoeslag bedraagt € 181 per ontvanger per maand (2010: € 180). Dit komt neer op een gemiddelde huurtoeslag van € 2.172 per jaar. Het gemiddelde bedrag aan huurtoeslag is eind 2011 gestegen met 0,6% ten opzichte van 2010 (€ 2.160). Hoeveel huurders van WBSG feitelijk gebruikmaken van hun recht op huurtoeslag, is voor de corporatie niet na te gaan. Het zou beter zijn om de uitbetaling uitsluitend via de verhuurder te laten plaatsvinden. Dit voorkomt oneigenlijk gebruik van huurtoeslag.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 28
1.5 HET BETREKKEN VAN HUURDERS BIJ BEHEER EN BELEID ALGEMEEN WBSG beschikt over een participatiereglement. Daarin zijn onder meer opgenomen: het reglement huurdersoverleg, het reglement bewonerscommissies, het reglement huurdersvertegenwoordiging raad van toezicht en het reglement klachtencommissie (inclusief de interne klachtenprocedure). In 2010 is het nieuwe informatiebulletin voor bewoners “WBSG nieuws” voor de eerste maal verschenen en in 2011 is dit gecontinueerd. Daarnaast is in 2010 de totaal vernieuwde website in de lucht gegaan en deze is in 2011 verder aangevuld met actueel nieuws en vele wetenswaardigheden. In augustus 2011 is voor de vierde maal door JES Marketing Onderzoek BV een telefonische enquête gehouden onder ruim 400 huurders. De huurders wordt daarbij gevraagd naar hun mening over de verhouding tussen prijs en kwaliteit van de woning, de voorzieningen in de woning, de technische staat van de woning, de leefomgeving en de woonomgeving. Tevens is een waardering gevraagd voor de klantvriendelijkheid en servicegerichtheid van WBSG. Het doel van dit jaarlijkse onderzoek is inzicht te krijgen in de tevredenheid van de klanten over de dienstverlening van WBSG. De conclusie van het onderzoek is dat de huurders over het algemeen tevreden zijn over hun woning en woonomgeving alsmede over de dienstverlening. Individuele huurders worden indien nodig zowel schriftelijk als mondeling op de hoogte gebracht van onderwerpen die voor hen van belang zijn. WBSG vindt het belangrijk om huurders zo goed mogelijk te informeren, hen direct te betrekken bij het beleid en waar mogelijk tegemoet te komen aan hun wensen. Op de website www.wbsg.nl is veel informatie over WBSG te vinden. HET HUURDERSOVERLEG Jaarlijks organiseert WBSG voor haar huurders en hun medebewoners in de maand maart een informatieavond. Op deze bijeenkomst worden de huurders o.a. geïnformeerd over het onderhoudsbeleid en het voorgenomen huurbeleid. De huurders krijgen daarbij de gelegenheid om hierover hun mening te geven en te reageren op de beleidsvoornemens. Vooraf bieden wij de huurders de mogelijkheid om kenbaar te maken over welke onderwerpen, die het collectief belang betreffen, zij met ons van gedachten willen wisselen. Er is ruim voldoende belangstelling voor het huurdersoverleg in 2011. Ten opzichte van voorgaande jaren is de belangstelling met circa 70 aanwezigen ongeveer gelijk. Tijdens het overleg is onder andere gesproken over: -
het onderhoudsbeleid in 2011;
-
het huurbeleid en de huuraanpassing per 1 juli 2011;
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 29
-
actuele politieke ontwikkelingen op het gebied van de volkshuisvesting;
-
nieuwbouwprojecten;
-
toekomst Spoorbuurt;
-
leefbaarheidsprojecten;
-
diverse bewonersvragen.
DE BEW ONERSCOMMISSIES In 2011 is met alle bewonerscommissies periodiek overleg gevoerd. Tijdens de vergaderingen met de bewonerscommissies zijn relevante ontwikkelingen op het gebied van de volkshuisvesting besproken. Daarnaast is uiteraard ook veel aandacht besteed aan onderwerpen die specifiek het complex betreffen. WBSG hecht veel waarde aan het overleg met de bewonerscommissies. In 2011 zijn in totaal dertien commissies actief. WBSG is zeer servicegericht bij het begeleiden van de bewonerscommissies. In acht complexen worden de verslagen verspreid onder alle huurders. Ondanks deze intensieve begeleiding is de belangstelling onder de overige bewoners om aan een bewonerscommissie deel te nemen vrijwel nihil. In situaties waarin niet direct zaken spelen die bewoners aangaan, hebben bewonerscommissies dan ook grote moeite om een vacature ingevuld te krijgen. In 2012 wordt daarom geëxperimenteerd met nieuwe, laagdrempelige, en meer in deze tijd passende digitale vormen van bewonersparticipatie. In 2011 is met alle bewonerscommissies in ieder geval een keer overleg gevoerd. De volgende onderwerpen zijn onder andere besproken: -
Uitvoering onderhoudswerkzaamheden: Alvorens wordt gestart met planmatige onderhoudswerkzaamheden wordt overleg gevoerd met de bewonerscommissie over de aanpak, uitvoering, kleurstelling, materiaalkeuze en de communicatie naar de individuele huurders. Waar mogelijk wordt rekening gehouden met de opmerkingen en suggesties van de bewonerscommissies.
-
Uitvoering schoonmaakwerkzaamheden: Een permanent terugkerend onderwerp in het overleg met de bewonerscommissies is de uitvoering van de schoonmaakwerkzaamheden in die complexen waar sprake is van gemeenschappelijke ruimten.
-
Onderhoud van de gemeenschappelijke groenvoorziening: Regelmatig wordt overleg gevoerd over de inrichting, aanplant en het onderhoud van de bij de complexen behorende gemeenschappelijke groenvoorziening.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 30
-
Jongerenoverlast: In veel wijken en complexen komt wel enige vorm van overlast voor die wordt veroorzaakt door jongeren. Tijdens het overleg worden de problemen in kaart gebracht en wordt gediscussieerd over mogelijke oplossingen.
-
Overlastklachten: Problemen als vervuiling, burenruzies, vernielingen, geluidsoverlast, drugsgebruik, stankoverlast, onderverhuur en inwoning worden regelmatig ter sprake gebracht.
-
Woonruimteverdeling: Regelmatig worden vragen gesteld over het toewijzen van woningen waarbij de woonruimteverdeling - zoals die is vastgelegd in de regionale huisvestingsverordening - wordt toegelicht.
-
Schouw: In een aantal complexen/wijken wordt periodiek samen met de bewonerscommissie een schouw gehouden.
INDIVIDUELE HUURDERS Medewerkers van WBSG hebben ook met individuele huurders regelmatig contact. Deze contacten zijn veelvuldig en variëren van het melden van reparatieverzoeken, het treffen van een betalingsregeling bij huurachterstand, het bemiddelen in overlastsituaties, het beantwoorden van vragen over de woonruimteverdeling tot het afsluiten van huurovereenkomsten en allerlei andere zaken betreffende het bewonen van een huurwoning van WBSG. In 2011 zijn de contacten met huurders wederom geïntensiveerd. Met de inzet van een leefbaarheidsconsulente (woonmaatschappelijk werkster) voor drie dagen per week is het aantal huisbezoeken flink opgevoerd. Door de wijkbeheerder ook op het sociale vlak in te zetten zijn de contacten met individuele huurders verder geïntensiveerd. Met name met huurders die overlast veroorzaken, overlast ondervinden, waar huurachterstand ontstaat en waar vervuiling optreedt zijn in de thuissituatie gesprekken gevoerd. Daar waar nodig wordt regelmatig een beroep gedaan op hulpverlenende instanties en het Meldpunt Bijzondere Zorg om huurders toe te leiden naar zorg. Door deze huisbezoeken en daarmee intensieve contacten met de bewoners is ook in 2011 een flink aantal aangezegde huisuitzettingen voorkomen. In 2011 zijn twee woningen en een garage ontruimd in verband met huurachterstand. In alle andere gevallen heeft WBSG door intensieve begeleiding en huisbezoeken de uitzetting kunnen voorkomen. In 2011 is een extra overleg gecreëerd tussen de afdelingen Financieel Economische Zaken en Wonen om maandelijks de huurachterstanden te bespreken en daar waar nodig in een nog vroeger stadium op huisbezoek te gaan.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 31
K L AC H T E N C O M M I S S I E WBSG doet er alles aan om klachten van bewoners zoveel mogelijk te voorkomen. Een goed functionerende interne klachtenprocedure zorgt ervoor dat vragen en eventuele klachten van huurders snel en adequaat worden afgehandeld. Desondanks kan het gebeuren dat bewoners ontevreden blijven en zich te kort gedaan voelen. Voor dit soort situaties bestaat een onafhankelijke Klachtencommissie Woningcorporaties waar deze klachten kunnen worden voorgelegd. In 2011 is er géén klacht ingediend (2010: 1 klacht) en is er een uit 2010 afgehandeld. Deze overlopende klacht betreft een burenruzie over het snoeien van een boom. WBSG is van mening dat een dergelijke burenruzie, waarin wij bovendien al aan het bemiddelen zijn, in principe geen zaak is voor de klachtencommissie. Deze visie is door WBSG expliciet aan de klachtencommissie voorgelegd. Desondanks heeft de commissie de zaak in 2011 laten voorkomen. De uitspraak van de commissie was dat WBSG voldoende acties heeft ondernomen en heeft het dossier gesloten. Een in 2010 bij de huurcommissie ingediend geschil over ventilatie is uiteindelijk na tussenkomst van de kantonrechter in 2011 in der minne geschikt.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 32
1.6 DE BIJDRAGEN AAN LEEFBAARHEID Voor WBSG is het BBSH prestatieveld ‘leefbaarheid’ een integraal onderdeel van het bedrijfsbeleid. In 2011 is in de begroting een bedrag van € 200.000 voor leefbaarheid gereserveerd. In werkelijkheid is een bedrag van € 238.557 uitgegeven. WOONOMGEVING Voor WBSG is de leefbaarheid van de woonomgeving minstens zo belangrijk als de kwaliteit van de woningen. Door de inzet wijkbeheerder, huismeester, opzichter en derden (schoonmaakbedrijven, hoveniersbedrijf, onderhoudsaannemer) wordt jaarlijks veel tijd geïnvesteerd om de woonomgeving inclusief de bij de gebouwen behorende gemeenschappelijke ruimten - op een aanvaardbaar niveau te houden. Daar waar het gaat om vandalisme en vervuiling van de woonomgeving en gemeenschappelijke ruimten, worden bewoners persoonlijk of schriftelijk aangesproken op hun gedrag. Geconstateerde technische gebreken en graffiti worden snel en adequaat verholpen respectievelijk verwijderd. In 2011 zijn diverse maatregelen genomen om de leefbaarheid van de woonomgeving te verbeteren. Hieronder volgt een aantal voorbeelden. Van ’t Santbuurt (Spoorbuurt) De problemen die door jongeren worden veroorzaakt zijn in het verslagjaar regelmatig onderwerp van gesprek geweest. Dit heeft geleid tot een positief resultaat. De overlastmeldingen zijn in 2011 verder afgenomen. WBSG heeft samen met de politie, gemeente en Tandem Welzijnsorganisatie de ouders en de overlastgevende jeugd met succes kunnen aanspreken. WBSG heeft in 2011 regelmatig overleg gevoerd met de wijkagent, de wijkmanager van de gemeente en de jeugd- en welzijnwerker van Tandem Welzijnsorganisatie. Er zijn verschillende projecten in gang gezet om de overlast van de nu nog relatief jonge jeugd te verminderen. De gekozen aanpak blijkt zijn vruchten af te werpen. Voor de jongste jeugd en ouders is het project ‘Het T- huis’ op het Limos- terrein succesvol. Mede door een financiële bijdrage van WBSG is er een kookgelegenheid gerealiseerd. Welzijnsorganisatie Tandem begeleidt dit project met als thema’s ‘bewoners koken voor bewoners’ en ‘kinderen koken voor kinderen’. In de buurt is er veel belangstelling voor dit project. Het kinderopvang- project ‘Jasmijn’, dat ook in het T-huis was gevestigd, moest helaas door financiële problemen stoppen.
Mede door bezuinigingen bij de gemeente beschikt de Wijkwinkel Nijmegen-Oost over onvoldoende middelen. Sinds 2008 ondersteunt WBSG dit instituut in Nijmegen-Oost financieel.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 33
Melkerij Lent In 2009 is besloten de afsluiting, die is aangebracht om de parkeerproblemen op het binnenterrein op te lossen, na regelmatige vernieling niet langer te herstellen of te vervangen. Dit is onderwerp van gesprek geweest met de bewonerscommissie. Nadat de huurder van het aangrenzende pand op het binnenterrein is vertrokken, blijkt er in 2011 nauwelijks nog sprake te zijn van parkeeroverlast. De verbouwingsplannen, waarvoor de eigenaar van het aangrenzende en overlastgevende pand een vergunning heeft aangevraagd bij de gemeente heeft bij enkele bewoners veel commotie veroorzaakt. Uiteindelijk hebben wij en de bewoners bezwaar aangetekend tegen deze verbouwplannen. De procedure hiervoor is nog niet afgerond en de uitkomst wachten wij en de bewoners met spanning af. Neerbosch-Oost (maisonnettes) In 2009 nam WBSG het initiatief om in Neerbosch-Oost mee te doen aan het landelijke SEV project ‘Veilige Wijken’. Het project beoogt het verbeteren van de veiligheid in de buurt en het creëren van werkgelegenheid (buurteconomie). Het project focust zich met name op het versterken van de samenwerking, betrokkenheid en gedeelde verantwoordelijkheid van bewoners, hulpverleners, welzijnswerkers, politie, justitie en de medewerkers van WBSG. Tevens is het project gericht op het vergroten van het bewustzijn bij alle partijen dat zij zelf veel kunnen betekenen voor het handhaven en verbeteren van de veiligheid in de buurt. Collega-corporatie Talis heeft zich bij dit initiatief aangesloten. De gemeente Nijmegen heeft het drie jaar durende project ondersteund met een toegekende (totaal-)subsidie van € 70.000,- uit een budget van de provincie in het kader van het GSO (Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid). In 2009 is gestart met de veiligheidstraining voor bewoners en in de wijk werkzame professionals. Samen met Talis, Tandem, het opleidingsinstituut Kjenning en het trainingsinstituut Soul System heeft WBSG de training voorbereid. De training heeft zich met name gericht op de aanpak van de ‘top vier problemen’: dealen, hangjongeren, aanspreken agressieve personen en vandalisme. Tijdens vier trainingsavonden is elke avond een thema behandeld: 1. Zicht krijgen op de dynamiek en probleemgebieden in de wijk door in groepen door de wijk te gaan; 2. Een agressie regulatie training waarbij de deelnemers leren effectief te communiceren en intuïtief te handelen bij onveilige situaties; 3. Straattaal leren door goed luisteren en begrijpen; 4. Het stimuleren van probleemoplossend vermogen bij alledaagse problemen en effectief leren handelen. Mede door de goede opkomst zijn de trainingen succesvol verlopen. Ruim 30 bewoners en 20 professionals hebben deelgenomen. In 2011 zijn nog een tweetal vervolgprojecten gestart met als doel de wijk veiliger te maken.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 34
Een van de projecten die impliciet uit het veilige wijken project is voortgekomen is het openen van het wijkinloopcentrum De Opmaat. Deze laagdrempelige wijkvoorziening is een samenwerking van diverse hulpverleningsorganisaties en de woningcorporaties. Deze wijkvoorziening wordt mede ondersteund door vele actieve wijkbewoners. In Neerbosch-Oost zijn rondom de maisonnettes twee zogenaamde buurtrangerteams (z-teams) actief. Deze teams ruimen wekelijks zwerfvuil op. WBSG ondersteunt de activiteiten die in samenwerking met Tandem Welzijnsorganisatie worden georganiseerd. Lankforst (maisonnettes) De leefbaarheid in de maisonnettes in Lankforst is mede dankzij een oplettende bewonerscommissie nog steeds redelijk goed te noemen. Intensief beheer is echter noodzakelijk. WBSG houdt samen met de wijkagent de situatie nauwlettend in de gaten. Door deze samenwerking met de wijkagent is het maisonnettecomplex in Lankforst ook in 2011 een van de betere maisonnettecomplexen van Dukenburg te noemen. Tolhuis In deze wijk is vaak sprake van overlast veroorzaakt door jongeren. Met name de overstek van de bergingen vormt op sommige - uit het zicht gelegen - locaties een ideale hangplek. Vaak gaat het rondhangen van de jeugd gepaard met veel geluidsoverlast, vandalisme, vervuiling en dreiging. Er is daarom besloten de bergingen gefaseerd te vergroten. Hiermee verdwijnt de overstek en wordt de locatie voor de jeugd onaantrekkelijk om rond te hangen. Bovendien levert dit voor de huurders ook nog anderszins meerwaarde op. Zij krijgen een grotere berging en door het tegelijkertijd veranderen van de draairichting van de deuren is er minder kans op inbraak. In het verslagjaar zijn op drie locaties de bergingen vergroot en de overstekken verdwenen. In veel delen van de wijk Tolhuis is merkbaar dat de onderlinge verdraagzaamheid onder de bewoners sterk afneemt. Veel leefbaarheidsklachten hebben te maken met langdurende irritaties tussen de bewoners onderling. De oorzaak hiervan is ons niet bekend. WBSG tolereert geen geweldsdelicten tussen de bewoners. Om een negatieve spiraal te voorkomen, wordt door WBSG tevens zorgvuldig gekeken naar het inplaatsingsbeleid. Samen met de bewonerscommissie ‘De Tolstichting’ is in 2011 een schouw gehouden. De geconstateerde zaken die de gemeente betreffen zijn doorgespeeld aan de stadsdeelbeheerder. Een tiental huurders is aangeschreven met het verzoek hun tuin op te ruimen en beter te onderhouden. Met diverse huurders zijn gesprekken gevoerd over de problemen die zij veroorzaken, zoals geluidsoverlast, vervuiling en vandalisme.
Horstacker
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 35
In het verslagjaar is samen met de bewonerscommissie een buurtschouw gehouden. Het gedeelte van de wijk waar WBSG de woningen beheert, ziet er goed uit. Het merendeel van de tuinen wordt goed onderhouden. Bewoners die hun tuin slecht onderhouden, zijn ook in 2011 aangeschreven. De geconstateerde zaken die de gemeente betreffen, zijn doorgespeeld aan de stadsdeelbeheerder. Drieskensacker Er zijn ook in 2011 wederom gesprekken gevoerd over de jongerenoverlast ter hoogte van de 10e en 11e straat en de Weteringweg. Het blijft een aandachtspunt voor de wijkagent en het jongerenwerk. Met de bewonerscommissie is ook in het verslagjaar een schouw gehouden. Een aantal punten vraagt blijvend om aandacht. Daarbij gaat het met name om de sportvelden, de activiteiten in het scoutinggebouw, de jongerenoverlast aan de Weteringweg en de speelvoorzieningen in de buurt. In de Drieskensacker is het nabijgelegen hockeyveld tijdelijk ingericht voor de spelende jeugd en is het clubgebouw ingericht als opvangplek voor de jeugd. Door de buurtbewoners zijn deze ontwikkelingen zeer sceptisch gevolgd. De angst dat door deze maatregelen extra jeugd wordt aangetrokken en de overlast juist toeneemt, is echter ongegrond gebleken. De ontwikkelingen worden regelmatig besproken met de wijkmanager en de politie.
Algemeen Het onderhoud van de groenvoorziening wordt jaarlijks samen met Hoveniersbedrijf Terrein & Groenvoorziening bij alle complexen kritisch onder de loep genomen. De groenvoorzieningen rondom de wooncomplexen van WBSG worden nauwlettend onderhouden en schoongehouden en waar nodig worden verbeteringen aangebracht. Met de netwerkagenten van de politie in Nijmegen-Oost en Neerbosch-Oost is in 2011 regelmatig overleg gevoerd over de situatie in de betreffende wijken. Daarnaast is er een aantal specifieke probleemsituaties besproken. In 2011 zijn de contacten met huurders verder geïntensiveerd door het opvoeren van het aantal huisbezoeken. De gesprekken met huurders in de thuissituatie werpen vruchten af, omdat problemen direct zichtbaar zijn en mensen daarop aangesproken kunnen worden. Het direct aanspreken van huurders op hun gedrag levert een wezenlijke bijdrage aan de leefbaarheid in een buurt, straat of complex. Er worden gesprekken gevoerd met overlast veroorzakende huurders, huurders met betalingsachterstand, huurders die vervuilen of huurders die overlast ondervinden. Door een directe benadering krijgen wij met bijna alle huurders contact. Indien het niet lukt om contact te leggen, wordt met behulp van het Meldpunt Bijzondere Zorg naar oplossingen gezocht. Hier werpt de kleinschaligheid van WBSG zijn vruchten af. Door de menselijke maat als uitgangspunt te hanteren in combinatie met de schaalgrootte van de organisatie, staan de medewerkers dicht bij de klant en
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 36
worden problemen vroegtijdig aangepakt. Hierdoor kan in de meeste gevallen escalatie worden voorkomen.
SPONSORING WBSG kijkt verder dan alleen haar taak als verhuurder van woningen. Initiatieven, die de leefbaarheid bevorderen in wijken, buurten of complexen met woningen van WBSG, geeft zij waar nodig een steuntje in de rug. Het sponsorbeleid van WBSG wordt bewaakt door een commissie bestaande uit een lid van de Raad van Toezicht, de directeur en het hoofd van de afdeling Wonen. In 2011 heeft WBSG een beperkt aantal instellingen en projecten (financieel) ondersteund. W O O N M A AT S C H AP P E L I J K W E R K Het verslagjaar telt helaas weer meer meldingen van overlast dan 2010. Deze meldingen betreffen onder meer geluidsoverlast, vervuiling, vandalisme, burenruzies en overlast veroorzaakt door jongeren. WBSG voert een actief beleid om overlastsituaties snel en adequaat te bestrijden. Door deze toegenomen meldingen besluit WBSG in 2012 om de werkzaamheden van de leefbaarheidsconsulente verder uit te breiden. Via een persoonlijk gesprek of een brief worden de overlastveroorzakers aangesproken op hun gedrag. Daarbij worden zij gewezen op hun verplichtingen en de gevolgen als aan de overlastsituatie geen einde wordt gemaakt. Indien de overlastsituatie aanhoudt, start WBSG een juridische procedure. Ook worden er steeds vaker tijdelijke huurcontracten afgesloten, voorzien van strikte voorwaarden. OVERLEG GEM EENTE In 2011 voert WBSG regelmatig overleg met de directie Wijk & Stad van de gemeente Nijmegen over met name Neerbosch-Oost en Nijmegen-Oost. Behalve de gemeente en WBSG zijn ook Tandem Welzijnsorganisatie, de politie en andere corporaties, die in de wijken woningen beheren, betrokken bij deze overlegvergaderingen. WBSG neemt ook deel aan de wijkplatforms Nieuw-West (Hees, Heseveld en Neerbosch-Oost), Hengstdal, Lindenholt en Dukenburg. Bij de vergaderingen van de wijkplatforms zijn tevens alle in de betreffende wijk actieve instanties en bewonersorganisaties betrokken.
In Dukenburg is samen met alle betrokken organisaties, die in deze wijk werkzaam zijn, een project gestart, dat gericht is op verbetering van de veiligheid en leefbaarheid in dit stadsdeel. In 2009 is een start gemaakt met het project Buurtbemiddeling in Nijmegen. Dit project is een gezamenlijk initiatief van de woningcorporaties, waaronder WBSG, gemeente en politie. Buurtbemiddeling helpt om in onmin levende buren weer bij elkaar te brengen. Getrainde vrijwilligers
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 37
ondersteunen de betrokken partijen om het onderlinge contact te herstellen en in goed overleg oplossingen voor een conflict te bedenken. Het buurtbemiddelingsproject wordt professioneel ondersteund door NIM Maatschappelijk Werk. De woningcorporaties en de gemeente dragen gezamenlijk de kosten. Het project wordt begeleid door een klankbordgroep waarin ook WBSG zitting heeft. Deze klankbordgroep is in 2011 vier maal bij elkaar geweest. W I J K T E AM S In 2010 zijn in Nijmegen - bij wijze van proefproject - zeven wijkteams van start gegaan, waaronder in Dukenburg en Neerbosch-Oost. Deze teams bestaan uit alle in de buurt aanwezige woningcorporaties, de wijkagent, NIM Maatschappelijk Werk, Meldpunt Bijzondere Zorg (MBZ) en Bureau Jeugdzorg (BJZ). De teams worden voorgezeten door een wijkteamregisseur vanuit de gemeente. Deze maandelijkse overleggen blijken effectief te zijn in het beheersen van de (multi)probleem huishoudens in deze wijken. Het project is in 2011 geëvalueerd en de resultaten zijn bemoedigend. Dit betekend dat in meer wijken een soortgelijk overleg wordt georganiseerd. M AAT S C H AP P E L I J K E O P L O S S I N G E N V O O R O V E R L AS T G E V E N D E B U R G E R S I N N I J M E G E N Aan het souterrain van de woningvoorraad, zoals de onderkant van de woningvoorraad ook wel wordt genoemd, lijkt in Nijmegen nu een nieuwe woonvorm toegevoegd te worden: de Skaeve Huse. Deze woonvorm is overgewaaid vanuit Denemarken en is bedoeld voor mensen die overlast veroorzaken en niet zelfstandig in een huis in een woonwijk kunnen wonen. Dit kunnen verslaafden zijn, psychiatrische patiënten, daklozen of een combinatie van genoemden. De Skaeve Huse zijn speciaal daartoe ingericht onderkomens, robuust en sober. Er is begeleiding of toezicht aanwezig. Het is in Nederland nog een vrij nieuw fenomeen. De Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV) voert een experiment uit in samenwerking met gemeenten, zorgaanbieders en woningcorporaties. Er zijn inmiddels verschillende steden betrokken bij dit experiment. In Amsterdam zijn in juni 2007 de eerste vijf woningen in gebruik genomen. Ook in andere steden zijn projecten opgestart, zoals in Kampen waar dergelijke woningen ook al een aantal jaren staan. De communicatie maakt een belangrijk bestanddeel uit van het project, zowel intern naar de diverse organisaties als naar de omwonenden. Het project Skaeve Huse is in Nijmegen geïnitieerd door de gemeente. De uitvoering vindt plaats door een samenwerkingsverband van de gemeente, woningbouwcorporaties en zorginstellingen. De bedoeling is om in Nijmegen 15 Skaeve Huse te bouwen op twee locaties. De eerste locatie wordt in principe door WBSG en collega-woningcorporatie WoonGenoot ontwikkeld. Het is echter moeilijk om een passende locatie te vinden. Tot nu toe is het bij alle voorkeurlocaties door verschillende oorzaken uiteindelijk niet mogelijk gebleken het project uit te voeren. De kosten worden onder de gezamenlijke partners verdeeld: de gemeente brengt de grond in, de corporatie voorziet in de onderkomens en de zorginstellingen begeleiden. De voorlopige bestuurlijke besluitvorming hierover
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 38
heeft in 2011 plaatsgevonden. Hier is besloten om vooralsnog een tijdelijke locatie in te richten vooruitlopend op de definitieve locatie die nog enige jaren voorbereiding behoeft. In 2012 wordt dit plan verder uitgewerkt. Indien alle kosten hiervoor binnen de afgesproken kaders kunnen blijven kan de tijdelijke locatie in het najaar van 2012 eindelijk gerealiseerd zijn. O V E R L E G D R U G S P AN D E N De problematiek met betrekking tot overlastgevende drugspanden wordt periodiek besproken. Daarbij gaat het om gebruikerspanden, dealpanden en plantagepanden in de gemeente Nijmegen. Er is sprake van een integrale aanpak, waarbij verschillende instanties waaronder corporaties, politie en gemeente samenwerken. Deze aanpak heeft beëindiging van de overlast tot doel. Met name bij de aanpak van illegale wietplantages in woningen kan de samenwerking nog verbeterd worden.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 39
1.7 WONEN EN ZORG ALGEMEEN Op het terrein van het prestatieveld Wonen en Zorg is WBSG reeds jaren actief. Dit uit zich onder meer in de sinds 1992 lopende samenwerking met het Oud Burgeren Gasthuis (OBG). Het OBG heeft door de extramuralisering van de zorg het initiatief genomen om wonen en zorg te scheiden. WBSG is sinds 2002 de eigenaar van het woongebouw De Weijer waar geïndiceerde ouderen zorg krijgen vanuit het dienstencentrum van het OBG. WBSG ondersteunt ook het project Gerust Thuis met een jaarlijkse financiële bijdrage. Gerust Thuis is een initiatief van het Oud Burgeren Gasthuis. Hiermee kunnen ouderen in Nijmegen langer zelfstandig blijven wonen. In 2011 is wederom voor alle huurders van WBSG een collectief abonnement met Gerust Thuis afgesloten. Alle huurders kunnen hiermee gratis gebruikmaken van de diensten van Gerust Thuis. WBSG is jaarlijks aanwezig op de open dag die door het Oud Burgeren Gasthuis wordt georganiseerd. Er is altijd veel belangstelling voor het huren van een appartement in het aangrenzende woonzorgcomplex De Weijer. Op initiatief van het Oud Burgeren Gasthuis is overleg gevoerd over de uitbreiding van de activiteiten van het OBG naar andere complexen van WBSG. Het standpunt van WBSG is dat zowel zittende als nieuwe huurders niet verplicht kunnen worden om diensten van het OBG af te nemen. Wel kan WBSG het OBG faciliteren om de diensten onder de aandacht te brengen van de oudere huurders in Nijmegen-Oost. In 2009 is door het OBG een begin gemaakt met een nieuwe vorm van dienstverlening aan ouderen in Nijmegen-Oost. WBSG steunt dit initiatief van het OBG financieel. Dit project, luisterend naar de naam ‘Onze Buurt Genoot’, omvat onder meer een alarmeringsvoorziening en huismeesterdiensten. Het aantal deelnemers is echter nog beperkt. Stichting De Waalboog beheert een wijkservicepunt in Neerbosch-Oost, locatie de Honinghoeve. De woningen van WBSG in de Toonladder en de Fanfarestraat e.o. bevinden zich op loopafstand van dit wijkservicepunt. Sinds de tachtiger jaren van de vorige eeuw verhuurt WBSG (groeps)woningen aan de RIBW Nijmegen & Rivierenland (Regionale Instelling voor Begeleiding en Wonen). In 2007 is een woongebouw met 15 kleine zelfstandige appartementen en een wijksteunpunt ten behoeve van cliënten van de RIBW opgeleverd. Met het management van de RIBW wordt periodiek overleg gevoerd over deze voorzieningen. In het verslagjaar zijn wederom gesprekken gevoerd met diverse instanties over het beschikbaar stellen van woonruimte ten behoeve van hun doelgroep. Denk daarbij aan IrisZorg, Stichting De Driestroom, Entrea, Pluryn Werkenrode, ZZG Zorggroep, Pompekliniek, Stichting Gast, Stichting Noodopvang Vluchtelingen Nijmegen (SNOV) en de RIBW. WBSG staat in principe positief tegenover
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 40
dergelijke aanvragen, waarbij de instelling, indien nodig, de verzorging en begeleiding regelt en WBSG de woningen verhuurt aan de instelling. De samenwerking verloopt tot ieders tevredenheid. M ELDPUNT BIJZONDERE ZORG WBSG werkt nauw samen met het Meldpunt Bijzondere Zorg en steunt het meldpunt financieel. Door het inschakelen van het meldpunt kan veel ellende worden voorkomen en preventief worden opgetreden. Tussen het Meldpunt Bijzondere Zorg van de GGD regio Nijmegen en de woningcorporaties is een dienstverleningsovereenkomst tot en met 2015 afgesloten over de bijdrage op het gebied van overlastbestrijding en het bevorderen van de leefbaarheid. In de overeenkomst is vastgelegd dat WBSG gedurende deze periode een jaarlijkse financiële bijdrage betaalt. D E W E R K G R O E P B I J Z O N D E R E B E M I D D E L I N G (W BB) De Werkgroep Bijzondere Bemiddeling (WBB) is een door de Nijmeegse woningcorporaties opgerichte werkgroep. Deze werkgroep houdt zich voornamelijk bezig met de evenredige verdeling van de woningtoewijzing van bijzondere doelgroepen over de woningcorporaties. Medewerkers van WBSG zijn in het kader van de WBB betrokken bij: -
Bijeenkomsten georganiseerd door het Meldpunt Bijzondere Zorg waar casus zijn besproken over families zonder vaste woon- of verblijfplaats. De corporaties spelen een rol omdat uiteindelijk onder strikte condities woonruimte moet worden aangeboden.
-
Het project sluitende aanpak dak- en thuisloze jongeren.
-
Het casusoverleg nazorg veelplegers.
-
Het verzorgen van de (her)huisvesting van de vluchtelingen.
B E G E L E I D E H E R K AN S I N G Op 1 januari 2007 is officieel gestart met het experiment begeleide herkansing. Er is gekozen om het experiment in 2011 voort te zetten. De conclusies over 2011 zijn: -
Er is geen sprake van grote aantallen ontruimde huishoudens die gebruikmaken van de begeleide herkansing.
-
De individuele trajecten duren lang alvorens er vervangende woonruimte wordt aangeboden.
-
De resultaten zijn tot nu toe positief; ieder geslaagd traject is winst.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 41
De gezamenlijke corporaties hebben besloten om in 2012 door te gaan met het project begeleide herkansing. DIVERSEN Ook in 2011 is er overleg gevoerd met de gemeente Nijmegen over het huisvesten van (ex-)veelplegers. De werkwijze nazorg veelplegers betreft een multidisciplinaire aanpak die is gericht op het terugdringen van recidive en resocialisatie van veelplegers. Het standpunt van de Nijmeegse corporaties is en blijft dat geen veelplegers - wel ex-veelplegers - worden gehuisvest.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 42
1.8 HET FINANCIEEL BEHEER EN BELEID F I N AN C I Ë L E C O N T I N U Ï T E I T Met ingang van 2006 zijn corporaties verplicht over hun commerciële activiteiten vennootschapsbelasting (vpb) te betalen. Brancheorganisatie Aedes en de belastingdienst hebben indertijd overleg gevoerd over de interpretatie en toepassing van de vennootschapsbelastingplicht. Een en ander is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst (VSO) die in februari 2008 is gepresenteerd. WBSG heeft besloten de VSO te ondertekenen. Door het kabinetsbesluit (in november 2007), waardoor woningcorporaties per 1 januari 2008 werden verplicht om over alle activiteiten vennootschapsbelasting te betalen, besloot de belastingdienst de VSO eenzijdig op te zeggen met alle woningcorporaties met ingang van 1 januari 2008. De gevolgen van de invoering van de integrale vennootschapsbelastingplicht zijn inmiddels bekend en vastgelegd in een tweede vaststellingsovereenkomst (VSO II), waarover in 2008 besluitvorming plaatsvond. Daarmee is nu duidelijkheid over de regels met betrekking tot de fiscale openingsbalans, alsmede de waarschijnlijkheid en hoogte van beschikbare fiscale winsten. Het in deze jaarrekening opnemen van belastinglatenties is gelet op de bedrijfsvoering van WBSG noodzakelijk. R E S U L T A AT V E R G E L I J K I N G / R E S U L T A AT AN AL Y S E Het positieve jaarresultaat 2011 (vóór belastingen) ad. € 2.537.666 is in vergelijking met het jaarresultaat van 2010 ad. -/- € 845.943 met € 3.384.609 toegenomen. Het jaarresultaat van 2011 is voordeliger uitgevallen dan in de bedrijfsbegroting 2011 is aangenomen. Daarin is een resultaat voorzien van -/- € 606.000. Het verschil tussen het werkelijke jaarresultaat ten opzichte van de begroting 2011 (€ 3,1 mln.) is onder andere het gevolg van de terugname van de in 2010 afgeboekte onrendabele investering van € 1,6 mln. voor het nieuwbouwproject 33 woningen Laauwik in Lent. Deze post is bij het samenstellen van de begroting 2011 niet opgenomen. In het najaar van 2011 is met goedkeuring van de Raad van Toezicht een bestuursbesluit genomen om de huurprijzen van deze woningen naar boven bij te stellen en de reeds genomen onrendabele top terug te boeken. Daarnaast zijn er financiële meevallers ten opzichte van de begroting door lagere onderhoudskosten (€ 0,7 mln.), lagere bedrijfslasten (€ 0,3 mln.), hogere rentebaten (€ 0,1) en lagere rentelasten (€ 0,4 mln.).
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 43
31-12-2011
31-12-2010
Bedrijfsopbrengsten
€ 11.983.620
€ 11.651.760
Bedrijfslasten
-
6.806.046
-
9.935.063
Saldo
€
5.177.574
€
1.716.697
Rentebaten
€
122.591
€
42.690
Rentelasten
-
2.762.499
-
2.605.330
Jaarresultaat vóór belastingen
€
2.537.666
€
-845.943
Belastingen
€
-29.081
€
32.973
Resultaat na belastingen
€
2.508.585
€
-812.970
Het verschil ten opzichte van het jaarresultaat van 2010 (vóór belastingen) - voor een bedrag van € 3,4 mln. – is enerzijds te verklaren doordat er in 2011 hogere huuropbrengsten zijn gegenereerd (€ 0,3 mln.) en hogere waardeveranderingen (€ 3,3 mln) en anderzijds door hogere afschrijvingen (-/- € 0,1 mln.) en meer rentelasten (-/- € 0,1 mln.). M E E R J AR E N P R O G N O S E In de in oktober 2010 vastgestelde Integrale Financiële Meerjaren Prognose 2011 - 2020 is, als gevolg van de invoering van de integrale vennootschapsbelastingplicht, uitgegaan van een aantal herziene aannames. Op grond van deze prognose geeft het eigen vermogen een ontwikkeling te zien van € 6,3 mln. ultimo 2011 tot € 12,2 mln. ultimo 2020. Hierbij dient echter rekening te worden gehouden met het feit dat in deze meerjaren prognose voor 2011 nog wordt uitgegaan van een jaarresultaat van -/- € 606.000. Met andere woorden: het gerealiseerde jaarresultaat ad € 2.508.585 is € 3,1 mln. voordeliger uitgevallen dan verwacht.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 44
S T R AT E G I S C H V O O R R A A D B E H E E R In de komende jaren zijn in het kader van het strategisch voorraadbeheer van WBSG ingrijpende werkzaamheden gepland in de volgende complexen:
complex 11/12
complex 21/22
336 direct naoorlogse woningen in Hengstdal
€ 5,4 mln.
complex 310
168 maisonnettes in Neerbosch-Oost
€ 3,0 mln.
complex 400
120 maisonnettes in Lankforst
€ 2,1 mln.
complex 500:
268 woningen in Tolhuis
€ 3,5 mln.
complex 600:
103 woningen Horstacker
€ 1,8 mln.
500 vooroorlogse woningen Van ’t Santbuurt
€ 9,5 mln.
Het totale bedrag aan geplande, respectievelijk voorziene onderhoudsuitgaven in de komende tien jaren is begroot op € 34,7 mln. Gelet op de relatief hoge gemiddelde leeftijd van het woningbezit wordt door WBSG rekening gehouden met een relatief hoog niveau aan onderhoudskosten. N E T T O W E R K K AP I T A AL Het netto werkkapitaal kan als volgt worden berekend: 31-12-2011
31-12-2010
Vermogen op lange termijn
€ 79.728.405
€ 77.426.530
Vaste activa
- 79.227.015
-
74.265.186
Netto werkkapitaal
€
€
3.161.344
501.390
Het netto werkkapitaal ultimo 2011 is ten opzichte van 2010 afgenomen met € 2,7 mln. De toename van de vaste activa in 2011 ten opzichte van 2010 (€ 5,0 mln.) komt met name door het nieuwbouwproject van 33 woningen Laauwik te Lent. S O L V AB I L I T E I T De kredietwaardigheid van een onderneming wordt gewoonlijk bepaald aan de hand van de solvabiliteit. Met behulp van dit kengetal kan worden vastgesteld in hoeverre een onderneming op termijn aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. Solvabiliteit wordt veelal gedefinieerd als een
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 45
percentage dat de verhouding van het eigen vermogen ten opzichte van het balanstotaal weergeeft. WBSG hanteert beleidsmatig een minimum solvabiliteitspercentage van 10%. In 2011 bedraagt de solvabiliteit 12,9% (2010: 10,1 %). In de Integrale Financiële Meerjaren Prognose 2012 - 2021 zal het solvabiliteitspercentage ceteris paribus uiteindelijk stijgen tot ruim 14% in 2021. R E N T AB I L I T E I T De rentabiliteit geeft naast de solvabiliteit een indicatie of een onderneming op termijn overlevingskansen heeft. In de Integrale Financiële Meerjaren Prognose is de rentabiliteit van het totale vermogen van de onderneming onder meer uitgedrukt in een percentage van het jaarresultaat, vermeerderd met de te betalen rente in relatie tot het balanstotaal. In 2011 is de rentabiliteit van het totale vermogen 6,4% (2010: 2,2%). De meerjaren prognose geeft een stabiel beeld te zien van een jaarlijks stijgende enigszins achterblijvende rentabiliteit (≤ 5%) in de jaren tot 2017. Vanaf 2018 komt de rentabiliteit echter weer op een aanvaardbaar niveau van 6%. LIQUIDI TEI T De mate waarin een onderneming in staat is aan de betalingsverplichtingen op korte termijn te voldoen, wordt bepaald aan de hand van het liquiditeitspercentage. De liquiditeit wordt vaak aangegeven door middel van de current ratio. Dit verhoudingsgetal wordt berekend door het totaal bedrag aan vlottende activa te delen door het totaal bedrag aan schulden op korte termijn. In 2011 bedraagt de current ratio 1,2 (2010: 2,2). WBSG tracht de liquiditeitspositie daar waar mogelijk te optimaliseren. Daarvoor wordt periodiek een geactualiseerde liquiditeitsprognose opgesteld voor minimaal 15 maanden. Ter afdekking van eventuele tijdelijke liquiditeitstekorten is een kredietfaciliteit van € 0,5 mln. bij de Rabobank overeengekomen. Van deze kredietfaciliteit is in 2011, evenals in voorgaande jaren, geen gebruik gemaakt. RENTERISICOBEHEER Het rentemanagement van WBSG is gebaseerd op de uitgangspunten van het Financieel Statuut en is primair gericht op het stabiliseren van de bedrijfsresultaten in de toekomst en op de bescherming van het eigen vermogen. WBSG streeft daarnaast naar minimalisering van de vermogenskosten.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 46
F I N AN C I E R I N G S B E L E I D Het financierings- en beleggingsbeleid heeft WBSG uitgewerkt en vastgelegd in een Financieel Statuut dat is goedgekeurd in de vergadering van de raad van toezicht van 14 augustus 2001. Voor de korte termijn is een hoofdstuk Treasury, het Treasury jaarplan, opgenomen in de Integrale Financiële Meerjaren Prognose 2012 - 2021. Dit hoofdstuk wordt jaarlijks geactualiseerd. In verband met de invoering van de vennootschapsbelastingverplichting voor woningcorporaties voor al haar activiteiten met ingang van 1 januari 2008, is het Financieel Statuut in 2009 geactualiseerd. De geactualiseerde versie is goedgekeurd in de vergadering van de Raad van Toezicht van 9 februari 2010. WAARBORGFONDS SOCIALE WONINGBOUW (WSW) / CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING (CFV) Op grond van het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH) beoordeelt het WSW en het CFV jaarlijks met een onderzoek de financiële positie van WBSG. Het CFV brengt daarover advies uit aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Dit gebeurt aan de hand van de jaarrekening van het voorgaande jaar en de ingediende prognosegegevens over de periode van 2011 t/m 2015. De financiële positie van WBSG geeft geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Uit de ontvangen beoordeling van het WSW blijkt dat WBSG voldoet aan de eisen van kredietwaardigheid die door deze instelling worden gesteld. WBSG kan daarom op reguliere wijze gebruikmaken van de borgingsfaciliteiten van het WSW. Op basis van de ingediende verantwoordingsinformatie over het verslagjaar 2010 concludeert het CFV dat het vermogen op balansdatum 31 december 2010 groter is dan het voor WBSG vastgestelde risicobedrag. Dit leidt tot het oordeel ‘voldoende solvabiliteit’. Op basis van de ingediende prognosegegevens over de periode 2011 t/m 2015 concludeert het CFV dat de voorgenomen activiteiten in financieel opzicht passen bij de vermogenspositie van WBSG. Dit leidt tot een ‘A1-oordeel’. Er is hiermee geen aanleiding om een financieel onderzoek bij WBSG in te stellen. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stuurt jaarlijks tegen het einde van november zijn oordeelsbrief over de werkzaamheden van WBSG in het voorafgaande verslagjaar. Met betrekking tot de nalevering van wet- en regelgeving door WBSG ziet de minister geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Ten aanzien van de financiële positie/solvabiliteit stelt de minister vast dat WBSG aan haar verplichtingen kan voldoen. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft het CFV gevraagd de bijdrageheffingen voor saneringssteun en voor de bijzondere projectsteun ten behoeve van 40
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 47
geselecteerde wijken uit te voeren. Met deze bijzondere projectsteunheffing (Vogelaarheffing) worden additionele inspanningen van corporaties met bezit in deze 40 wijken ondersteund. Op basis van de wijkenindeling, zoals die wordt gehanteerd door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, geldt geen vrijstelling voor deze heffingen voor WBSG. De hoogte van de heffingen per corporatie wordt bepaald door twee componenten: een bedrag per woongelegenheid en de WOZ waarde van de woongelegenheid van de corporatie met als peildatum 31 december 2010. De aanslag is op 18 oktober 2011 ontvangen en bedraagt € 130.131 voor het verslagjaar. Naast bovengenoemde “Vogelaarheffing” is WBSG in 2011 op basis van het aantal woongelegenheden een bijdrageheffing van € 51.120 voor saneringssteun opgelegd. A C H T E R V AN G O V E R E E N K O M S T G E M E E N T E N I J M E G E N / W SW Het WSW heeft met de gemeente Nijmegen op 30 januari 2003 een ongelimiteerde achtervangovereenkomst afgesloten. De achtervang houdt in dat het WSW voor alle toegelaten instellingen die werkzaam zijn binnen de gemeente Nijmegen verplichtingen mag aangaan. Deze achtervangovereenkomst kan zowel voor onderhandse leningen als voor leningen op de openbare kapitaalmarkt gelden. W O O N I N V E S T E R I N G S F O N D S ( W IF ) In het kader van matching van financiële middelen binnen de sector staat WBSG positief ten opzichte van de doelstelling van het WIF. Deze doelstelling betreft het ter beschikking stellen van fondsen ter financiering van investeringen in de volkshuisvesting door financieel minder sterke corporaties. In 2001 heeft WBSG zich aangemeld als deelnemer van het Wooninvesteringsfonds (WIF) en e
geparticipeerd in de 5 tranche van het WIF voor een bedrag van € 226.890 met een looptijd van 10 e
jaar. Deze 5 tranche heeft dus in het verslagjaar het einde van de looptijd bereikt. e
In 2004 meldde WBSG zich aan voor participatie in de 6 tranche van het WIF. Dit voor een bedrag van € 500.000 ten behoeve van de nieuwbouw van 410 zelfstandige wooneenheden voor studenten van Stichting Studentenhuisvesting Nijmegen (SSHN) op de Campus van de Radboud Universiteit te Nijmegen. In het kader van collegiale financiering steunt WBSG collega SSHN bij de financiering van een nieuwbouwproject van bijna 200 kleine appartementen op de plaats van de voormalige ijsbaan aan de Heijendaalseweg in Nijmegen. Hiermee is een bedrag gemoeid van € 390.000. Het project is in 2009 opgeleverd en door SSHN in gebruik genomen.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 48
BELEGGINGSBELEID / DEELNEMINGEN WBSG gaat zorgvuldig en voorzichtig te werk bij het beleggen van de bij de corporatie beschikbare middelen. Op 31 december 2011 zijn er door WBSG geen geldmiddelen voor lange termijn elders belegd en is er geen sprake van deelneming in een ander bedrijf. EX TERNE CONTROLE De controlewerkzaamheden over het boekjaar 2011 zijn, conform opdracht door de Raad van Toezicht van 21 november 2011, uitgevoerd door BDO Audit & Assurance BV (kantoor Hengelo). De accountantsverklaring vindt u elders in dit jaarverslag.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 49
1.9 GOVERNANCE EN RISICOBEHEER WBSG onderschrijft de vigerende governancecode voor woningcorporaties. Voor een beschrijving van de wijze waarop de corporatie invulling geeft aan de principes van deze code wordt kortheidshalve verwezen naar paragraaf 2.1. (het verslag van de raad van toezicht), alsmede naar het organogram dat als bijlage is opgenomen bij het volkshuisvestingsverslag. WBSG opereert financieel volledig zelfstandig. Die zelfstandigheid houdt in dat op een verantwoorde manier met de middelen moet worden omgegaan. In deze paragraaf worden de belangrijkste risico’s beschreven en de beheersmaatregelen die ervoor getroffen zijn. A D M I N I S T R AT I E V E O R G AN I S AT I E – I N T E R N E C O N T R O L E R I S I C O ’ S Het gaat hierbij om risico’s van onbetrouwbare informatievoorziening als gevolg van een gebrekkig stelsel van administratieve organisatie en interne controle. Met betrekking tot deze risico’s zijn bij WBSG de volgende beheersinstrumenten aanwezig: -
voor al het personeel zijn functie- en taakomschrijvingen;
-
de procuratie is vastgelegd;
-
er zijn actuele beschrijvingen van bestaande procedures (en deels in ontwikkeling);
-
er is een adequaat managementinformatiesysteem;
-
er is een systeem voor de vastlegging van de interne controle;
-
er is een integriteitscode / interne gedragscode;
-
er is een procedure klokkenluiderregeling;
-
er is een protocol ‘Omgaan met agressie in de werksituatie’.
W O N I N G M AR K T R I S I C O ’ S De woningmarktrisico’s betreffen vooral de risico’s van structurele leegstand als gevolg van een onvoldoende op de vraag afgestemde woningvoorraad. Van oudsher is het woningbestand van WBSG gesitueerd op zeer gewilde locaties, met name in Nijmegen-Oost. Ook de complexen die in andere delen van de stad staan, staan op goed in de markt liggende locaties. Een goede locatie is primair het uitgangspunt bij nieuwbouw of het verwerven van woningen van derden. Structurele leegstand is voor de corporatie een onbekend fenomeen. Om de woningmarktrisico’s te beheersen wordt door WBSG gebruik gemaakt van :
een systeem om via aantallen woningzoekenden de verhuurbaarheid te bewaken;
een analyse van de reacties bij woningmutaties (vertrekenquêtes);
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 50
monitoring van de gegevens inzake vraag en aanbod in de Stadsregio Arnhem Nijmegen, de stad Nijmegen en het eigen woningbezit, die via het woonruimteverdelingssysteem Entree (Enserve) beschikbaar zijn;
een regionaal inzicht in de woningbehoefte op basis van documenten van de gemeente Nijmegen, waaronder: Woonvisie, het Woningbehoefte Onderzoek en Trends in Bouwen, de vastgoedrapportage voor de Stadsregio Arnhem Nijmegen, etc.
In het strategisch voorraadbeleid van 2011 is zowel op totaalniveau als op complexniveau inzicht gegeven in het te volgen huurbeleid van WBSG. Hierin is per complex de ruimte weergegeven van de huidige gemiddelde huurprijs ten opzichte van de maximale redelijke huurprijs (in %) en dat afgezet tegen het vastgestelde huurbeleid van WBSG voor dit complex. Het toepassen van huurdifferentiatie bij de jaarlijkse huurverhoging zal dan pas de aandacht kunnen krijgen als het huurbeleid van het ministerie van VROM daartoe aanleiding en mogelijkheden geeft. De afgelopen jaren is het huurbeleid door de overheid vastgesteld op inflatievolgend. In de meerjaren prognose wordt volstaan met een aanname voor de gemiddelde huurstijging gedurende de komende tien jaar. Van verkoop van huurwoningen is in de afgelopen jaren nauwelijks sprake geweest. Voorlopig acht WBSG de verkoop van met name schaarse betaalbare huurwoningen beleidsmatig niet verantwoord. Zeker zolang er financieel gezien geen noodzaak is. Er is bovendien nog steeds een extreem grote vraag naar betaalbare huurwoningen in de gemeente Nijmegen. F I N AN C I Ë L E R I S I C O ’ S
Alle activiteiten en plannen van WBSG worden vertaald in een Integrale Financiële Meerjaren Prognose. Jaarlijks wordt deze meerjarenbegroting uitgewerkt over een periode van 10 jaar. De realisatie wordt bewaakt via interne managementrapportages per kwartaal en de jaarlijkse verantwoordingsstukken. De belangrijkste financiële risico’s betreffen het niet kunnen waarborgen van de financiële continuïteit van de stichting, alsmede het financierings- en liquiditeitsrisico. Om deze risico’s voldoende te kunnen beheersen zijn onder meer de volgende maatregelen getroffen:
het definiëren van een minimale solvabiliteitseis van 10% waarop het beleid wordt afgestemd en het waarborgen hiervan door te beschikken over een beleidsplan. Het beleidsplan ‘WBSG woningbouwcorporatie in de 21
ste
eeuw (2007 - 2012)’ wordt in 2012 geactualiseerd;
om de minimaal gewenste solvabiliteit van 10% te garanderen streeft WBSG er naar de gemiddelde vermogenskostenvoet op het vreemd vermogen te beperken tot maximaal 5,25% (WSW parameter);
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 51
het rente risico wordt gelimiteerd door jaarlijks als plafond de WSW norm van 15% te hanteren (intern streeft WBSG naar een maximum van 10%);
het gebruik van rente-instrumenten met een open einde-karakter is niet toegestaan;
er wordt gestreefd naar minimalisering van de aanwezige liquide middelen onder die voorwaarde dat er geen liquiditeitsproblemen ontstaan;
het voorzien in een meerjarenbegroting (10 jaar prognose);
het hanteren van een liquiditeitsprognose (15 maanden);
het hanteren van een Financieel Statuut (begin 2010 geactualiseerd) ten behoeve van alle treasury activiteiten;
het hanteren van een leningen vervalkalender;
het bewaken en analyseren van de huurachterstanden, onder andere door middel van een aanmaanprocedure;
het jaarlijks actualiseren van de verzekeringsportefeuille (opstal en bedrijfsactiviteiten).
ONDERHOUDSRISICO’S Het gaat hierbij onder meer om het risico van hogere onderhoudslasten door onvoldoende inzicht in de kwaliteit van het woningbezit en/of de marktontwikkelingen. Ter beheersing van deze risico’s:
beschikt WBSG over een systeem voor strategisch voorraadbeheer dat jaarlijks geactualiseerd wordt;
wordt met behulp van het softwareprogramma ‘homerun for windows’ jaarlijks de (meerjaren) onderhoudsbegroting opgesteld waarin alle te nemen maatregelen voor het woningbezit zijn/worden verwerkt;
wordt de woningcartotheek van het woningbezit continu actueel gehouden;
zijn er voor alle woningen kwaliteitsnormen inclusief een energielabel aanwezig;
worden de reparatieverzoeken en het mutatieonderhoud periodiek geanalyseerd.
PROJECTRISICO’S Gelet op de toenemende complexiteit bij projectontwikkeling worden de risico’s bij nieuwbouwprojecten groter. De resultaatontwikkeling wordt in belangrijke mate bepaald door de
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 52
omvang van de onrendabele investeringen in nieuwbouw en woningverbetering. Deze risico’s worden door WBSG vooral beheerst door vóóraf uitgevoerde haalbaarheidsonderzoeken en het opstellen van voorcalculaties. De projecten worden intern bewaakt aan de hand van de voortgangsrapportage van de bouwvergaderingen, een projectadministratie en de tussentijdse verantwoording in de managementrapportage. Door WBSG wordt veel tijd geïnvesteerd in de planvoorbereiding. Hiermee worden tijdens de realisatie van het nieuwbouwproject zo veel mogelijk verrassingen voorkomen. WBSG beschikt over schriftelijk vastgelegd grondbeleid. Voor alle nieuwbouwprojecten geldt dat het IFEC principe wordt toegepast (intern geformaliseerd, extern gecommuniceerd). Intern geformaliseerd betekent: een nieuwbouwproject gaat daadwerkelijk concreet worden voor de woningbouwstichting, calculaties worden uitgewerkt, een onrendabele top wordt berekend en alle mogelijke financiële risico’s zijn in kaart gebracht. Extern gecommuniceerd houdt in: een bouwvergunning-aanvraag bij de gemeente, verwerking van het project in de financiële meerjarenbegroting, het aantrekken van een financiering bij banken en uiteindelijk de vermelding van het project in het jaarverslag (niet uit de balans blijkende verplichtingen). WBSG hanteert als bestendige gedragslijn, dat het nemen en in de jaarrekening verwerken van een verwachte onrendabele top bij nieuwbouw- en herstructureringsprojecten plaats vindt in het jaar dat de aannemingsovereenkomst is getekend. F I S C AL E R I S I C O ’ S Hierbij gaat het om de risico’s van het niet naleven van de regelgeving en de daaruit voortvloeiende naheffingen en boetes. Gelet op het toenemende fiscale regime waar corporaties mee te maken krijgen, wordt in een vroeg stadium gezorgd voor inzicht in de diverse fiscale aspecten. Om deze risico’s voor WBSG te beperken wordt daarbij gebruik gemaakt van externe expertise. Op basis van gemaakte afspraken met de belastingdienst (convenant) overweegt WBSG in de toekomst voor horizontaal toezicht te opteren. Hierbij is beheersing van fiscale risico’s van belang, bijvoorbeeld met behulp van een Tax control framework of een nulmeting. Een definitieve keuze is nog niet gemaakt en is mede afhankelijk van een goede afweging van voor- en nadelen die eraan verbonden zijn. CONCLUSIE Resumerend kan worden gesteld dat WBSG zich bewust is van de hierboven genoemde risico’s en dat er in belangrijke mate reeds maatregelen zijn getroffen om deze mogelijke risico’s te vermijden dan wel te beheersen. De risicoafweging en de verantwoording daarover vormen voor het management en de interne toezichthouders - vanuit transparantie en de good governance gedachte een belangrijk rapportage onderdeel.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 53
1.10 ORGANISATIE D E R A AD V AN T O E Z I C H T Ultimo 31 december 2011 bestaat de raad van toezicht van WBSG uit vijf leden. Voor bijzonderheden omtrent de samenstelling en de werkzaamheden van de raad van toezicht wordt kortheidshalve verwezen naar het verslag van de raad van toezicht (hoofdstuk 2). Voor de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de governancecode wordt op deze plaats eveneens uit praktische overwegingen verwezen naar het verslag van de raad van toezicht. HET BESTUUR De stichting wordt bestuurd door de statutaire directeur, de heer drs. W. Berkhout (geb. 11.04.1948). De heer Berkhout is vanaf 1991 in dienst en sinds 1994 directeur. Hij heeft een dienstverband voor onbepaalde tijd. D E W E R K O R G AN I S AT I E De organisatie is 24 uur per dag telefonisch bereikbaar. Op werkdagen is het kantoor voor het publiek geopend van 08.30 uur tot 16.30 uur. Op 31 december 2011 telt WBSG zeventien medewerkers (2010: 17), waarvan tien fulltime en zeven parttime. Van de tien medewerkers met een fulltime dienstverband zijn er acht man en twee vrouw. De zeven parttimers zijn allen vrouw. Uitgedrukt in fulltime equivalenten (FTE) bestaat de totale formatie in 2011 uit 14,3 FTE's (2010: 14,1). De organisatie wordt bewust klein en overzichtelijk gehouden. Als er op een bepaald moment sprake is van onvoldoende capaciteit of wanneer noodzakelijke kennis in een specifieke situatie ontbreekt, wordt deze ingehuurd. Via Hofmeier wordt voor de afdeling financieel economische zaken periodiek gebruik gemaakt van aanvullende expertise en mankracht. Ten behoeve van het toezicht op nieuwbouw en de grote onderhoudsprojecten is (wordt) een opzichter parttime ingehuurd. Ook voor planontwikkeling en nieuwbouwprojecten is mankracht ingehuurd; de heer ir. H. v.d. Wiel, van Projectvisie bv. Naast de heer drs. W. Berkhout, directeur, bestaat het managementteam per 31 december 2011 uit: -de heer J.H.R. de Pijper, hoofd van de afdeling financieel economische Zaken (FEZ); -de heer D.C. van Verseveld, hoofd van de afdeling technisch beheer (TB); -de heer R.A. Kelderman, hoofd van de afdeling wonen. De rechtspositie van de medewerkers in dienst van WBSG is geregeld in de CAO Woondiensten. Alle medewerkers die rechtstreeks in dienst zijn van Woningbouwstichting De Gemeenschap (inclusief de directeur) nemen deel aan de collectieve pensioenregeling voor woningcorporaties (SPW). De
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 54
arbeidsvoorwaarden van de directeur zijn gebaseerd op de aanbevelingen van de Aedes Commissies onder leiding van drs. J.F.M. Peters en passen binnen de in 2010 van kracht geworden Sectorbrede Beloningscode voor Bestuurders van Woningcorporaties. Alle functies, met uitzondering van de directeur, zijn beschreven en ingedeeld volgens het Handboek functie-indeling woondiensten. In 2005 is het CATS functiewaarderingssysteem ingevoerd bij WBSG. De directiefunctie is conform bovengenoemde beloningscode met behulp van de Hay-methode voor functie-evaluatie en profilering gewogen en ingedeeld. V I S I T AT I E In 2009 heeft Raeflex een visitatie uitgevoerd. De prestaties van WBSG zijn door de commissie - met eindcijfer 7 - gewaardeerd als ruim voldoende. De visitatiecommissie karakteriseert WBSG als een efficiënte, resultaatgerichte, maatschappelijk betrokken corporatie die in het werkgebied overtuigend presteert op het brede veld van wonen, zorg en leefbaarheid. B E L E I D S P L AN Het voor de periode 2007 - 2012 vigerende beleidsplan met als titel ‘WBSG woningbouwcorporatie in de 21
ste
eeuw’ is een van de onderleggers waarop de visitatiecommissie haar beoordeling heeft
gebaseerd. Het beleidsplan is gepubliceerd op de website van WBSG. In 2012 wordt het beleidsplan geactualiseerd. I N T E G R I T E I T S C O D E / I N T E R N E G E D R AG S C O D E E N K L O K K E N L U I D E R R E G E L I N G Sedert jaren beschikt WBSG over een gedragscode voor het personeel in de meest ruime zin. De gedragscode is gepubliceerd op de website van WBSG. De interne gedragscode voorziet onder meer in regels ten aanzien van het aannemen van geschenken. De code verbiedt medewerkers en directie geschenken van commerciële waarde aan te nemen, voordeel te geven aan derden ten koste van de corporatie of om te profiteren van zakelijke kansen die de stichting toe komen. WBSG beschikt ook over een klokkenluiderregeling. Ook deze regeling is op de website gepubliceerd. HUISVESTING WBSG is sedert 1997 gehuisvest in een representatief kantoorpand aan de Curaçaoweg 1 in Nijmegen. Het kantoor is goed bereikbaar en centraal gelegen op loopafstand van het grootste deel van het woningbezit.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 55
PERSONEELSOVERLEG Mede als gevolg van de relatief kleine organisatie is het niet mogelijk medewerkers bereid te vinden om zitting te nemen in de ondernemingsraad. Nadat de voormalige ondernemingsraad wegens gebrek aan kandidaten is ontbonden, is met ingang van 2006 het plenaire personeelsoverleg in ere hersteld. In 2011 heeft het voltallige personeel tweemaal overleg gevoerd met de bestuurder. A R B E I D S O M S T AN D I G H E D E N / Z I E K T E V E R Z U I M Verbetering van de arbeidsomstandigheden heeft de voortdurende aandacht van WBSG. In het kader van de arbo wetgeving is WBSG een contract aangegaan met de Arbo-Unie Nijmegen. Deze organisatie verzorgt voor WBSG de begeleiding van het ziekteverzuim. Voor de loonschade die de woningbouwstichting bij langdurig ziekteverzuim van het personeel ondervindt, is bij OHRA B.V. te Arnhem een ziekteverzuimverzekering afgesloten. Aan de wettelijke verplichting om een preventiemedewerker aan te stellen is gevolg gegeven. Ook zijn er twee medewerkers opgeleid en aangesteld als Bedrijfshulpverlener - AED (BHV - AED). WBSG neemt deel aan het AED Alert netwerk. In 2011 is mede door een wisseling van de arbo arts slechts tweemaal overleg gevoerd in het Sociaal Medisch Team (SMT), bestaande uit de arbo arts, de preventiemedewerker en de directie. WBSG beschikt over een protocol Omgaan met agressie in de werksituatie. Het ziekteverzuim in 2011 bedraagt 2,9% (2010: 1,4%; 2009: 6,3%). Het frequent kort verzuim bedraagt in 2011: 1,4% (2010: 0,95%). In 2011 bedraagt het aantal ziekmeldingen 23. De gemiddelde verzuimduur is 4,2 dagen. S AM E N W E R K I N G Vanaf 1999 vormt WBSG met Woonstichting Vryleve (gemeente Rijnwaarden) en Woonstichting Gendt (gemeente Lingewaard) een strategische alliantie. In 2005 sloten Woningstichting Valburg (gemeente Overbetuwe) en Woningcorporatie WoonGenoot (Nijmegen) zich hierbij aan. Het samenwerkingsverband gaat door het leven als ‘G5 samenwerkende woningcorporaties in Gelderland’. De G5 corporaties hebben samen ruim 7.500 woningen in eigendom. Op collegiale wijze wordt samengewerkt op een aantal concrete onderdelen van de bedrijfsvoering. Daarbij valt te denken aan zaken als collegiale financiering, matching, scholing, automatisering en dergelijke. Het samenwerkingsverband heeft zijn meerwaarde in de afgelopen jaren bewezen. De samenwerking wordt onverkort voortgezet en waar mogelijk versterkt. WBSG is op stedelijk niveau aangesloten bij het Platform Nijmeegse Woningcorporaties (PNW). In 2009 is een start gemaakt voor een vervolg op de prestatieovereenkomst voor de periode 2006 - 2009 tussen de gemeente Nijmegen en de gezamenlijke in Nijmegen werkzame woningcorporaties (koepelconvenant). Tevens is toen gestart met een vervolg op de bilaterale prestatieovereenkomst Wonen Nijmegen 2006 - 2009 tussen enerzijds de gemeente Nijmegen en anderzijds WBSG. In december 2010 is de koepelovereenkomst door alle Nijmeegse corporaties en het stadsbestuur
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 56
ondertekend. Naast de koepelovereenkomst zijn partijen aanvullend overeengekomen dat de koepelafspraak kan worden teniet gedaan als de per 1 januari van kracht geworden ministeriële beschikking (als gevolg van nieuwe Europese richtlijnen) in combinatie met voorgenomen nieuwe regelgeving uit het regeerakkoord voor corporaties desastreus uitwerkt. In 2011 hebben partijen gebruik gemaakt van de in deze sideletter op genomen ontsnappingsclausule. De in het koepelconvenant opgenomen bepalingen met betrekking tot de betaalbare voorraad zijn vervangen door afspraken die meer recht doen aan de situatie die is ontstaan door de per 1 januari 2011 ingevoerde nieuwe regelgeving voor woningcorporaties. In 2011 is aansluitend verder gewerkt aan de bilaterale prestatieovereenkomst tussen de gemeente en WBSG, hetgeen medio maart 2012 tot een principe overeenkomst heeft geleid. In het verslagjaar heeft op directieniveau een aantal malen bestuurlijk overleg plaatsgevonden met de voor wonen, zorg, leefbaarheid en wijken verantwoordelijke wethouders. WBSG maakt ten behoeve van de woonruimteverdeling gebruik van de diensten van Stichting Enserve. Deze stichting exploiteert het Entree systeem voor woonruimteverdeling. WBSG is op landelijk niveau lid van Aedes, vereniging voor woningcorporaties. WBSG is aangesloten bij het MKW, platform voor Middelgrote en Kleinere Woningcorporaties. Dit platform laat binnen Aedes de stem van de middelgrote en kleinere corporaties horen. De leden van de raad van toezicht zijn aangesloten bij de VTW (Vereniging van Toezichthouders Woningcorporaties). De bestuurder is lid van de NVBW (Nederlandse Vereniging Bestuurders Woningcorporaties). WBSG biedt regelmatig leerlingen van de Hogeschool Arnhem Nijmegen de mogelijkheid praktijkervaring op te doen binnen de werkorganisatie. In het schooljaar 2011 - 2012 loopt een leerling van de sector maatschappelijk werk en dienstverlening gedurende een dag in de week stage bij WBSG.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 57
1.11 SLOTWOORD WBSG is op grond van de statutaire bepalingen uitsluitend en zonder winstoogmerk werkzaam in het belang van de volkshuisvesting in de gemeente Nijmegen. In het volkshuisvestingsverslag is, mede aan de hand van de in het Besluit Beheer Sociale Huursector voorgeschreven prestatievelden, uiteengezet op welke wijze WBSG in 2011 invulling heeft gegeven aan haar taken op het gebied van volkshuisvesting. Van nevenactiviteiten, die niet direct gericht zijn op de volkshuisvesting, is in het verslagjaar geen sprake geweest. Op deze plaats mag benadrukt worden dat WBSG zich, sinds de verzelfstandiging van de corporaties in 1995, bewust uitsluitend beperkt heeft tot datgene wat behoort tot de kerntaken van de stichting. WBSG bedient - binnen het kader van haar mogelijkheden - de primaire doelgroep zo goed mogelijk en wendt de ter beschikking staande middelen uitsluitend aan in het belang van de volkshuisvesting. Samenwerking - zowel buiten als binnen de organisatie - is onontbeerlijk voor het goed functioneren van WBSG. Mede dankzij goede relaties met collega-corporaties, gemeentebestuur, gemeentelijke diensten en diverse instellingen is WBSG in staat haar taken op het gebied van de volkshuisvesting met elan uit te voeren. Heel veel werk wordt jaarlijks door een relatief kleine groep mensen verricht. Een woord van dank voor de grote inzet van alle betrokkenen is hiervoor op zijn plaats. Bestuur en raad van toezicht zijn van mening dat het volkshuisvestingsverslag en de jaarrekening 2011 met bijbehorende kengetallen en specificaties een correct beeld geven van het functioneren en de financiële situatie van de stichting. Op basis van deze constatering en na kennisneming van de accountantsverklaring heeft de raad van toezicht in haar vergadering van 10 april 2012 de op 19 maart 2012 door het bestuur vastgestelde jaarstukken 2011 goedgekeurd.
Namens het bestuur,
Namens de raad van toezicht,
w.g. drs. W. Berkhout, directeur
w.g. drs. J.A.M Engbersen, voorzitter
Nijmegen, 10 april 2012
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 58
ORGANISATIESCHEMA WONINGBOUWSTICHTING DE GEMEENSCHAP 2011
DIRECTIE / BESTUUR
RAAD VAN TOEZICHT
PERSONEELSOVERLEG SECRETARIAAT
PLANONTWIKKELING
COMMUNICATIE & PR
FINANCIEEL ECONOMISCHE ZAKEN
HUURDERSOVERLEG
WONEN
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
TECHNISCH BEHEER
Pagina 59
KENGETALLEN
Boekjaar van 01-01 t/m 31-12 Gegevens woningbezit - Woningen en woongebouwen* Zelfstandig * Onzelfstandig Totaal woningen - Overige Vhe's * Winkels, bedrijfsruimten en ateliers * Garages * Rijwielstallingen en bergingen Totaal vhe's
2011
2010
2009
2008
2007
2.122 16 2.138 12 94 87 2.331
2.122 16 2.138 12 93 65 2.308
2.045 16 2.061 12 93 65 2.231
2.045 16 2.061 12 93 64 2.228
2.046 16 2.062 12 93 62 2.229
0 33 0 0 23
77 0 0 33 0
0 77 0 15 1
0 77 1 15 2
69 0 0 77 0
83.260 171.000
84.090 173.015
79.402 163.324
76.761 157.350
74.113 157.200
Het verhuren van woningen - Mutatiegraad - Acceptatiegraad - Aantal mutaties - Huurachterstand in % v/d jaarhuur - Huurderving in % v/d jaarhuur - Gemiddelde nettohuurprijs per maand - Gemiddelde nettohuurverhoging per 1 juli
6,2 4,3 132 0,45 0,26 446 1,22%
6,9 4,0 147 0,50 0,42 437 1,15%
6,1 3,4 126 0,55 0,31 414 2,40%
6,4 3,8 132 0,53 0,22 407 1,60%
6,9 4,0 138 0,53 0,17 400 1,10%
Kwaliteit (per woning) - Aantal reparatieverzoeken - Kosten niet planmatig onderhoud - Kosten planmatig onderhoud - Totaalkosten onderhoud
0,98 362 1.375 1.737
1,06 460 1.257 1.717
1,08 466 998 1.463
0,81 383 1.196 1.579
0,88 384 1.700 2.084
Financiële continuïteit - Solvabiliteit - Liquiditeit - Rentabiliteit eigen vermogen - Rentabiliteit vreemd vermogen - Rentabiliteit totaal vermogen - Cash-flow per VHE
12,87 1,21 23,72 3,85 6,42 1.655
10,08 2,21 -10,08 3,77 2,24 186
11,84 0,14 16,35 3,96 5,27 1.163
10,95 0,40 1,15 4,66 4,14 507
11,50 0,37 -23,71 3,92 0,67 -355
Balans ,W&V rekening per woning (x € 1,-) - Eigen vermogen * - Totaal opbrengst - Rente & afschrijving - Overige bedrijfslasten - Jaarresultaat na belastingen
4.946 5.605 2.608 2.552 1.173
3.773 5.450 2.595 4.066 -380
4.308 5.280 2.016 2.880 705
3.606 5.249 1.970 3.618 41
3.563 4.861 1.923 4.230 -845
Personeelsbezetting - Directie / Secretariaat - Financieel Economische Zaken - Technisch beheer - Wonen Totaal
2,20 3,70 4,10 4,30 14,30
2,20 3,60 4,10 4,20 14,10
2,00 4,00 4,90 2,90 13,80
2,00 4,50 4,80 2,60 13,90
2,00 4,45 4,80 2,45 13,70
Veranderingen Vhe bezit: - Aantal opgeleverd - Aantal in aanbouw - Aantal verkocht - Aantal in ontwikkeling - Administratieve wijziging overige vhe's Waarde woningbezit per VHE - Verzekerde waarde - WOZ waarde
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 60
2. RAAD VAN TOEZICHT
Altrade
Lankforst
Hugo de Grootstraat
Canabae
Queenstraat
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 61
2.1
VERSLAG VAN DE RAAD VAN TOEZICHT VAN WBS. DE GEMEENSCHAP 2011
Wonen is een recht voor iedereen. Mensen met een maatschappelijke achterstandspositie hebben extra steun nodig bij het vinden van passende woonruimte. Het helpen van mensen, die moeilijk zelfstandig aan woonruimte kunnen komen, vormt de belangrijkste taak (missie) van De Gemeenschap als woningbouwstichting en toegelaten instelling. Woningbouwstichting De Gemeenschap (WBSG) is uitsluitend werkzaam in het belang van de volkshuisvesting. WBSG ziet zichzelf als een maatschappelijk betrokken vastgoedonderneming die klantgerichtheid en kwaliteit hoog in het vaandel heeft staan. C O R P O R AT E G O V E R N AN C E De raad van toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het bestuur en de algemene gang van zaken bij de woningcorporatie. Zij staat tevens het bestuur met raad terzijde. De raad van toezicht bewaakt de realisatie van de doelstellingen van de stichting, de uitvoering van de volkshuisvestelijke opgaven, de strategie, de risicobeheersing, de controlesystemen, de maatschappelijke / financiële verantwoording en de naleving van wet- en regelgeving. De raad van toezicht is met het bestuur van WBSG van mening dat de governancecode voor woningcorporaties bijdraagt aan versterking van het vertrouwen in een eerlijk, integer en transparant functioneren van de in deze sector werkzame organisaties. Zowel de raad als het bestuur onderschrijven de principes die zijn vastgelegd in deze code. Als lid van brancheorganisatie Aedes onderschrijft de raad de Aedescode. Samen met het volkshuisvestingsverslag en de jaarrekening biedt het verslag van de raad van toezicht een helder beeld van WBSG in het algemeen en het functioneren van de raad in het bijzonder. Sinds jaren publiceert WBSG al het jaarverslag van de corporatie integraal op de website. Met de publicatie van het jaarverslag op het web zijn de profielschets voor een (toekomstig) lid van de raad van toezicht en het rooster van aftreden al vele jaren openbaar voor belangstellenden. In 2009 heeft Raeflex een visitatie uitgevoerd. De prestaties van WBSG zijn - met eindcijfer 7 – door de commissie als ruim voldoende gewaardeerd. BESTUUR De stichting wordt bestuurd door een eenhoofdige directie. De huidige directeur, de heer drs. W. Berkhout (geb. 1948) is in 1991 in dienst getreden van WBSG. In 1994 is hij benoemd tot directeur. Bij de invoering van de twee lagen structuur in het jaar 2000 zijn vervolgens zijn bevoegdheden en verantwoordelijkheden uitgebreid en is hij als statutaire directeur tevens belast met het bestuur van de stichting. De heer Berkhout fungeert sinds 2005 als voorzitter van het samenwerkingsverband G5 samenwerkende woningcorporaties in Gelderland. Met ingang van 2010 is de heer Berkhout toegetreden tot het bestuur van de Vrijwilligerscentrale Nijmegen en in 2011 benoemd tot voorzitter.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 62
S AM E N S T E L L I N G R A AD V AN T O E Z I C H T De raad van toezicht is per 31 december 2011 als volgt samengesteld: 1. Drs. J.A.M. Engbersen (voorzitter, aftredend in 2013, nevenfuncties: lid kerkbestuur) 2. H.R.J. Croes (vice-voorzitter, aftredend in 2012, nevenfuncties: geen) 3. Mw. drs. A.M. Molleman - van Groenestijn (aftredend in 2012, nevenfuncties: geen). 4. J.H. Boersbroek (aftredend ultimo 2011, niet herbenoembaar, nevenfuncties: voorzitter SV Quick Nijmegen, afd. Bowls; voorzitter Stadshobbywerkplaats Nijmegen) 5. Mw. drs. A.J. van de Veer (aftredend ultimo 2011, nevenfuncties: geen) De leden van de raad van toezicht komen uit uiteenlopende sectoren van de samenleving, te weten de Nederlandse Spoorwegen, het bedrijfsleven, het onderwijs, maatschappelijke dienstverlening en vrije beroepen. De wijze waarop de vertegenwoordigers van de huurders in de raad van toezicht worden benoemd, is vastgelegd in het participatiereglement van de corporatie. De heer Engbersen, huisarts in ruste (geb. 1942), is sinds 2005 lid van de raad. Naast sociale betrokkenheid beschikt hij over bestuurlijke ervaring en de capaciteit om mensen te binden. De heer Croes, voormalig administrateur bij Kropman Installatie BV (geb. 1944), is als automatiseringsdeskundige en financieel specialist sinds 2000 lid van de raad. De heer Boersbroek, voormalig hoofdconducteur bij de NV Nederlandse Spoorwegen (geb. 1939), is sinds 2000 lid van de raad. Hij beschikt over ruime bestuurlijke ervaring en deskundigheid inzake medezeggenschapsvraagstukken en participatieprocessen. Mevrouw Molleman - Van Groenestijn, docent (geb. 1953), is gelet op haar kennis op het gebied van communicatie sinds 2000 lid van de raad in zijn huidige vorm. Mevrouw Van de Veer, GZ psycholoog (geb. 1953), is als senior beleidsmedewerker werkzaam in de jeugdzorg. Alle leden beschikken over ruime kennis en ervaring op het terrein van de volkshuisvesting. Mevrouw Van de Veer en de heer Boersbroek hebben namens de huurders zitting in de raad. Mevrouw Van de Veer heeft aangegeven niet beschikbaar te zijn voor herbenoeming na afloop van haar eerste termijn als lid van de raad. De heer Boersbroek is eveneens ultimo 2011 aftredend. Hij is statutair niet meer herbenoembaar. In 2011 zijn aan de hand van de door de raad opgestelde profielschets en vastgestelde open procedure, twee nieuwe leden voor de raad geworven. De heer drs. ing. J.T.W.M. Nillesen en de heer drs. P.J.J. Lucassen zijn conform het participatiestatuut van WBSG namens de huurders door de bewonerscommissies bindend voorgedragen en per 1 januari 2012 benoemd als lid van de raad. De heer Nillesen (geb. 1946) is tot 1 januari 2012 directeur van Nillesen Organisatieadviseurs en middels diverse bestuurlijke functies betrokken bij een aantal maatschappelijke organisaties, w.o. Stichting De Beide Weeshuizen, Stichting MeTander, Stichting School’s Cool. De heer Lucassen (geb. 1953) is
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 63
voormalig wethouder financiën en wonen van de gemeente Nijmegen en heeft veel ervaring met politiek bestuurlijke processen. R E G L E M E N T V AN D E R AAD V AN T O E Z I C H T Het secretariaat van de raad van toezicht is gevestigd ten kantore van de woningbouwstichting en wordt gevoerd door het hoofd van de afdeling Financieel Economische Zaken. Het reglement van de raad van toezicht is op 15 augustus 2000 opgesteld en herzien in 2003 . Het reglement voorziet in een werkwijze die gebruikt kan worden in situaties waarbij sprake kan zijn van mogelijke belangenverstren-geling. In 2011 hebben zich geen gevallen voorgedaan, waarbij toepassing van de voorhanden zijnde regeling noodzakelijk is. Het reglement van de raad van toezicht is op de website geplaatst. Alle leden van de raad zijn onafhankelijk van de woningcorporatie. Geen van de leden is of was in dienst van de corporatie. Geen van de leden onderhoudt banden met aannemers of toeleveringsbedrijven. Statuten en reglement bevatten strikte bepalingen betreffende onverenigbaarheden. De corporatie verstrekt geen leningen aan leden van de raad van toezicht of medewerkers. Ten aanzien van de interne gedragscode (integriteitscode) is de raad zich bewust van haar voorbeeldfunctie. De integriteitscode is samen met de klokkenluiderregeling op de website geplaatst. De statuten van de stichting bevatten van oudsher een bepaling waarin wordt gesteld dat het lidmaatschap van de raad van toezicht eindigt aan het eind van het jaar waarin het betreffende lid 72 jaar wordt. De statuten kennen geen bepaling waarin de duur van het lidmaatschap wordt gelimiteerd door een beperking van het aantal malen dat een lid kan worden herbenoemd. In de praktijk heeft het statutair vastgelegde systeem van WBSG altijd tot tevredenheid gewerkt. In de vergadering van de raad d.d. 17 februari 2009 heeft de raad besloten dat, in anticipatie op een toekomstige statutenwijziging, de leden van de raad van toezicht met ingang van het van kracht worden van de governancecode voor woningcorporaties (1 januari 2007) niet meer dan tweemaal kunnen worden herbenoemd voor een periode van maximaal vier jaar. Met het in juli 2011 van kracht worden van de vernieuwde governancecode wordt de maximale zittingsduur verder beperkt tot maximaal twee termijnen van vier jaar. Gedurende het verslagjaar heeft de raad zich niet hoeven buigen over integriteitskwesties. Er zijn geen meldingen geweest in het kader van de klokkenluiderregeling. De statuten zijn op de website geplaatst. HONORERING In 2011 is aan de raad van toezicht een honorering verstrekt. De leden krijgen allen een vaste jaarlijkse bruto vergoeding van € 2.290. Voor de vice-voorzitter en de voorzitter wordt de standaardvergoeding verhoogd door vermenigvuldiging met een factor 2 en 3. Zij hebben € 4.580
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 64
respectievelijk € 6.763 bruto ontvangen. Sinds de invoering van de honorering in 2000 is de vergoeding voor de leden van de raad van toezicht ongewijzigd gebleven. Met ingang van 1 januari 2010 is deze vergoeding jaarlijks geïndexeerd met het percentage dat ook gebruikt wordt voor het inflatievolgend huurbeleid. In navolging van de vernieuwde governancecode voor woningcorporaties wordt met ingang van 2012 de honorering van de leden van raad gerelateerd aan het bepaalde in honoreringscode voor commissarissen (toezichthouders). BEGELEIDINGSCOMMISSIE Conform het reglement van de raad van toezicht is een begeleidingscommissie in het leven geroepen. In deze commissie hebben de voorzitter en de vice-voorzitter zitting. De begeleidingscommissie houdt mede aan de hand van het financieel statuut toezicht op het vermogens- en liquiditeitsbeheer (treasury beleid). De begeleidingscommissie neemt het voortouw bij het werven en selecteren van nieuwe leden van de raad. De begeleidingscommissie is in 2011, voorafgaande aan de reguliere vergaderingen van de raad, vijfmaal bijeen geweest. Taak en werkwijze van de begeleidingscommissie zijn vastgelegd in een reglement. Ook dit reglement is op de website geplaatst. De begeleidingscommissie heeft onder meer tot taak om namens de raad op te treden als werkgever voor de statutaire directeur en functioneert als zodanig als remuneratiecommissie. De arbeidsvoorwaarden van de bestuurder zijn gebaseerd op de aanbevelingen van de Aedes commissies onder leiding van drs. J.F.M. Peters en voldoen aan de in 2010 van kracht geworden Sectorbrede beloningscode voor Bestuurders van Woningcorporaties. Het functioneren van de bestuurder wordt aan de hand van een vastgestelde procedure in de raadvergadering zonder directeur besproken. De uitkomst van dit beraad wordt door de begeleidingscommissie met de directeur besproken. Evenals in voorgaande jaren heeft de directeur in 2011 tot tevredenheid van de raad gefunctioneerd. De directeur (bestuurder) heeft een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De honorering van de directeur is opgenomen in de toelichting op de jaarrekening 2011. De overeenkomst kent geen variabel deel van de beloning. Er zijn geen afspraken over een vergoeding bij tussentijds ontslag op initiatief van de stichting. INTERNE RISICOBEHEERS ING EN CONTROLES YS TE MEN De raad kent geen auditcommissie. Van oudsher vervult de gehele raad deze functie. De raad houdt toezicht op de werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen, de financiële informatieverstrekking en de naleving van aanbevelingen en opmerkingen in de managementletter van de externe accountant. WBSG beschikt over operationele en financiële risicobeheersingsprocedures en controlesystemen.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 65
Meer informatie hierover is te vinden in de governance en risicoparagraaf (1.9) van het volkshuisvestingsverslag. V E R G AD E R I N G E N R A AD V AN T O E Z I C H T De raad van toezicht heeft tot taak toezicht uit te oefenen op het beleid van het bestuur. Daarnaast oefent zij toezicht uit op de werking van de interne controle- en risicobeheersingssystemen en procedures die zijn ingesteld door het bestuur. Tevens houdt zij toezicht op de algemene gang van zaken binnen de woningcorporatie en staat zij het bestuur met advies terzijde. De raad maakt daarbij gebruik van een overzichtelijke managementrapportage. Deze rapportage geeft viermaal per jaar, aan de hand van de BBSH-prestatievelden, een uitstekend beeld van de activiteiten en het functioneren van de corporatie. Bij de uitoefening van haar taken heeft de raad tevens de beschikking over onder
meer het jaarplan, de jaarbegroting, de meerjarenbegroting, de kwartaalrapportages, het financieel statuut, etc. De voorzitter van de raad en de directeur komen eenmaal per maand bij elkaar en bespreken al hetgeen leeft ten aanzien van de volkshuisvesting in het algemeen en de eigen corporatie in het bijzonder. Daarbij wordt tevens van de gelegenheid gebruik gemaakt om de vergaderingen van de raad voor te bereiden. De raad van toezicht heeft in 2011 zesmaal vergaderd, waarvan vijfmaal in aanwezigheid van de directeur. De accountant heeft de vergadering in april bijgewoond. In deze vergadering zijn de jaarstukken goedgekeurd. In november heeft de raad zonder de directie vergaderd. In deze bijeenkomst is het eigen functioneren geëvalueerd naast andere zaken, zoals de beoordeling en beloning van de statutaire directeur. De raad van toezicht waakt over de kwaliteit van het eigen functioneren. De raad is content over de wijze waarop de raad als team vergadert en besluiten neemt. De raad functioneert in een sfeer van openheid en onderling vertrouwen, waarbij ieders mening wordt gerespecteerd. Het regelmatig deelnemen aan seminars, cursussen en dergelijke wordt belangrijk geacht. De leden van de raad kunnen wat betreft bij- en nascholing hun eigen keuzes maken. De evaluatie van het eigen functioneren vond plaats aan de hand van de verslagen van de vergaderingen, alsmede de conform het reglement van de raad opgestelde profielbeschrijving voor een (toekomstig) lid van de raad van toezicht van WBSG. De raad ziet geen toegevoegde waarde in gestructureerde directe contacten van leden van de raad met belanghebbenden als huurders, gemeente, (zorg)instellingen en dergelijke. Zij acht dit primair een taak voor de directie, het managementteam en overige leden van de werkorganisatie. De raad wordt via de verslagen van het plenaire huurdersoverleg en de diverse bewonerscommissies op de hoogte gehouden van zaken die binnen de corporatie spelen en over onderwerpen die de interesse hebben van de belangrijkste stakeholders van WBSG. De voorzitter van de raad is als toehoorder bij het huurdersoverleg aanwezig. De leden van de raad van toezicht ontvangen naast de verslagen van de
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 66
vergaderingen van het managementteam ook afschriften van de vergaderingen van de directie met onder meer de wethouders en directies van instellingen, die als belanghebbende zijn gekwalificeerd. De belangrijkste zaken, die in 2011 in de reguliere vergaderingen van de raad van toezicht aan de orde zijn geweest en waarover al of niet besluitvorming plaatsvond, zijn de volgende: -
evaluatie van het jaarplan 2010;
-
Biza (voorheen VROM) oordeelsbrief 2010, Oordeel WSW inzake kredietwaardigheid en faciliteringsvolume, CFV continuïteitsoordeel en solvabiliteitsoordeel;
-
behandeling en goedkeuring van het jaarplan 2011;
-
behandeling en goedkeuring van de jaarstukken 2010;
-
goedkeuring huurbeleid 2011, alsmede de huurverhoging per 1 juli 2011;
-
het bespreken met de accountant van de jaarrekening 2010, alsmede de door de accountant uitgebrachte managementletter tussentijdse controle 2010;
-
bespreking Centraal Fonds Volkshuisvesting publicatie Corporatie in perspectief 2010;
-
bespreking G5 publicatie G5 corporaties in perspectief 2010;
-
behandeling en goedkeuring van de bedrijfsbegroting 2012, alsmede de financiële meerjarenprognose 2012 t/m 2021 inclusief de bijbehorende deelbegrotingen;
-
uitvoerige bespreking van de uitgebrachte managementrapportages per kwartaal, alsmede de periodiek verstrekte liquiditeitsoverzichten;
-
opdracht aan BDO Audit & Assurance B.V. voor het controleren van de jaarstukken 2011;
-
planontwikkeling en nieuwbouwprojecten, waaronder de bouw en oplevering van 33 grote eengezinswoningen in Laauwik (Lent) inclusief het besluit de woningen per 1 januari 2012 in het niet DAEB segment te gaan exploiteren. Dit besluit heeft tot gevolg dat de toegerekende onrendabele top ad (€ 1.650.000), ten onrechte ten laste van het jaarresultaat 2010 is gebracht. In overleg met de accountant is besloten voornoemd bedrag ten gunste van het resultaat 2011 terug te boeken;
-
herstructurering van de Spoorbuurt (complex 11 en 12, 500 woningen uit de jaren twintig);
-
goedkeuring voor het aantrekken van geldleningen voor een bedrag van maximaal € 7 mln.;
-
de wijze waarop door de corporatie invulling is gegeven aan de volkshuisvestelijke taak inclusief leefbaarheid;
-
vacatures raad van toezicht;
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 67
-
horizontaal toezicht belastingdienst;
-
vernieuwde governancecode woningcorporaties
-
de (financiële) positie van de corporatie;
-
Aedes Duurzaam Businessmodel;
-
het koepelconvenant en de bilaterale prestatieovereenkomst tussen de gemeente Nijmegen en WBSG;
-
uitkomsten Klanttevredenheidsonderzoek 2010;
-
de strategie van de corporatie en de daaraan verbonden risico’s;
-
vergelijking van de in het verslagjaar gerealiseerde volkshuisvestelijke taken aan de hand van de onder meer in het jaarplan 2011 opgenomen doelen, alsmede de in het besluit beheer sociale huursector (BBSH) vastgelegde prestatievelden;
-
goedkeuring verstrekken van een kortlopende collegiale (kasgeld) lening ad € 500.000 aan Woningstichting Gendt;
-
participatie in het eerste Skaeve Huse project in Nijmegen;
-
de bedreiging van het voortbestaan van woningcorporaties als gevolg van overheidsmaatregelen als de invoering integrale vennootschapsbelasting, de ‘Vogelaarheffing’, het inflatievolgend huurbeleid, de ministeriële beschikking als gevolg van de europese regeling inzake vermeende staatssteun, de in het vooruitzicht gestelde maatregelen op grond van het vigerende regeerakkoord, etc.;
-
samenwerking met de G5 corporaties in het algemeen en met woningcorporatie WoonGenoot te Nijmegen in het bijzonder.
In het beleidsplan wordt uitgesproken dat WBSG door wil als kleine maar ambitieuze lokaal gebonden volkshuisvester met als doel kwalitatieve groei door het ontwikkelen, bouwen en beheren van met name kwaliteitsvolle huurwoningen op goede locaties in Nijmegen. De uitkomsten van het in 2009 uitgevoerde visitatieonderzoek onderschrijven de juistheid van dit uitgangspunt. P R O F I E L S C H E T S ( T O E K O M S T I G ) L I D V AN D E R A AD V AN T O E Z I C H T Een lid van de raad van toezicht dient bestuurlijke ervaring en een brede maatschappelijk betrokkenheid te hebben. Daarnaast moet een lid van de raad onafhankelijk, onpartijdig en met enige distantie kunnen functioneren. Hij of zij dient te beschikken over een ‘helikopterview’, gekoppeld aan analytisch vermogen. Enige kennis van en/of affiniteit met de volkshuisvesting en financiën zijn
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 68
onontbeerlijk. Additionele deskundigheid op bijvoorbeeld financieel-economisch, bouwkundig, juridisch of aanverwant gebied is een pre. De raad moet qua aanwezige deskundigheid, ervaring en maatschappelijke achtergrond bij voorkeur breed en evenwichtig zijn samengesteld. Een (toekomstig) lid moet passen in het team. Een lid van de raad is bij voorkeur afkomstig uit of vertoont nauwe betrokkenheid met de stad Nijmegen. Van een lid van de raad van toezicht wordt verwacht dat hij of zij zich inzet voor de belangen van WBSG en daarbij tevens oog heeft voor de historie van de corporatie. A C T I V I T E I T E N V AN D E R A AD De leden van de raad van toezicht zijn lid van de Vereniging Toezichthouders van Woningcorporaties (VTW). Naast de reguliere ledenvergaderingen is door de leden van de raad van toezicht een aantal door de VTW - georganiseerde studiebijeenkomsten en workshops bijgewoond. Tijdens de jaarlijkse G5 bijeenkomst voor commissarissen en toezichthouders, op 24 november 2011, is aan de van de verstedelijkingsvisie “Van Koers naar Keuze” van de Stadsregio Arnhem Nijmegen de rol van de G5 corporaties besproken met Stadsregiobestuurder en portefeuillehouder Wonen, de heer Frank van Rooijen. Het G5 samenwerkingsverband wordt gevormd door vijf kleinere woningcorporaties die werkzaam zijn in de Stadsregio Arnhem Nijmegen. De G5 richt zich met name op praktische zaken als representatie, automatisering, scholing, kennisuitwisseling en dergelijke. In de visie van de raad biedt de samenwerking de voordelen van een groter geheel, terwijl de lokale binding en identiteit gewaarborgd blijven.
Namens de Raad van Toezicht,
w.g. drs. J.A.M. Engbersen, voorzitter
w.g. H.R.J. Croes, vice voorzitter
w.g. mw. drs. A.M. Molleman–Van Groenestijn, lid
w.g. drs. ing. J.T.W.M. Nillesen, lid
w.g. drs. P.J.J. Lucassen, lid
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Nijmegen, 10 april 2012
Pagina 69
3. JAARREKENING
Altrade
Belvedere
Lankforst
Weefgewichtstraat
O.C. Huismanstraat
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 70
BALANS PER
ACTIVA
VASTE ACTIVA 1. Materiële vaste activa 1.1/2 Onroerende en roerende zaken in exploitatie 1.3 Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling 1.4 Onroerende en roerende zaken t.d.v. de exploitatie
31-12-2011
31-12-2010
€
€
69.930.126 6.425.850 1.799.016
71.124.495 0 1.739.895
78.154.992
72.864.390
149.254 0 500.000 422.769
222.056 0 726.890 451.850
1.072.023
1.400.796
79.227.015
74.265.186
3. Vorderingen 3.1 Huurdebiteuren 3.2 Belastingen en premies sociale verzekeringen 3.3 Overige vorderingen 3.4 Overlopende activa
51.814 44.215 334.631 44.308
61.886 0 130.880 112.899
Totaal vorderingen
474.968
305.666
4. Liquide middelen
2.456.415
5.468.660
Totaal vlottende activa
2.931.382
5.774.325
82.158.397
80.039.511
Totaal materiële vaste activa 2. Financiële vaste activa 2.1 Te vorderen subsidie BWS 2.2 Deelnemingen 2.3 Belegging op lange termijn 2.4 Belastinglatentie Totaal financiële vaste activa Totaal vaste activa
VLOTTENDE ACTIVA
BALANSTOTAAL
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 71
31 december 2011
PASSIVA
31-12-2011
31-12-2010
VERMOGEN LANG
€
€
5. Eigen vermogen 5.1 Overige reserves Resultaat boekjaar
8.066.842 2.508.585
8.879.813 -812.970
Totaal eigen vermogen
10.575.427
8.066.842
0 0
1.218.505 1.218.505
7. Langlopende schulden 7.1 Leningen gemeente/kredietinstellingen 7.2 Waarborgsommen
68.880.307 272.671
67.875.471 265.711
Totaal langlopende schulden
69.152.978
68.141.183
Totaal vermogen lang
79.728.405
77.426.530
8. Kortlopende schulden 8.1 Schulden aan leveranciers 8.2 Belastingen en premies sociale verzekeringen 8.3 Overige schulden 8.4 Overlopende passiva
465.208 246.987 7.592 1.710.204
863.394 199.629 3.001 1.546.956
Totaal kortlopende schulden
2.429.992
2.612.981
Totaal vlottende passiva
2.429.992
2.612.981
82.158.397
80.039.511
6. Voorzieningen 6.1 Voorziening onrendabele investeringen
VLOTTENDE PASSIVA
BALANSTOTAAL
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 72
WINST - EN VERLIESREKENING
A. Bedrijfsopbrengsten A.1 A.2 A.3 A.4 A.5
Huren Vergoedingen Overheidsbijdragen Opbrengst woningverkopen Overige bedrijfsopbrengsten
2011
2010
€
€
11.392.443 532.674 0 0 58.503
11.116.346 513.968 0 0 21.447
11.983.620
11.651.760
1.349.758 -1.650.000 768.020 97.368 147.289 3.714.093 2.379.518
1.242.758 1.650.000 700.015 86.698 137.223 3.671.473 2.446.896
Som der bedrijfslasten
6.806.046
9.935.063
Bedrijfsresultaat
5.177.574
1.716.697
C. Financiële baten en lasten C.1 Rentebaten C.2 Rentelasten
122.591 2.762.499
42.690 2.605.330
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen
2.537.666
-845.943
-29.081 0
32.973 0
2.508.585
-812.970
Som der bedrijfsopbrengsten B. Bedrijfslasten B.1 B.2 B.3 B.4 B.5 B.6 B.7
Afschrijvingen Waardeveranderingen Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Lasten onderhoud Overige bedrijfslasten
D.1 Belastingen D.2 Resultaat deelnemingen
RESULTAAT NA BELASTINGEN
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 73
KASSTROOM OVERZICHT (indirecte methode) 2011 Kasstroom uit operationele activiteiten: Bedrijfsresultaat Afschrijvingen 1. Waardeveranderingen mat. vaste activa 6.1 Mutatie voorzieningen Mutatie in vlottende middelen: 3. - vorderingen 8. - kortlopende schulden Kasstroom uit bedrijfsoperaties
1. 1. 2.
Kasstroom uit investeringsactiviteiten: Investeringen mat. vaste activa Desinvesteringen mat. vaste activa Mutatie financiële vaste activa Kasstroom uit investeringen
Kasstroom uit financieringsactiviteiten: 7.1 Ontvangst nieuwe langlopende leningen 7.1 Aflossingen langlopende leningen 7.2 Mutatie waarborgsommen Kasstroom uit financieringsactiviteiten
4.
2010
2.508.585
-812.970
1.349.758 -1.650.000 431.495
1.242.758 1.650.000 -431.495
-169.302 -182.989
-87.946 -587.651 2.287.547
-6.641.835 1.476 328.773
972.696
-983.805 -9.917 37.396 -6.311.586
7.000.000 -5.995.164 6.959
-956.326
9.000.000 -3.796.672 19.604 1.011.795
5.222.932
Netto kasstroom
-3.012.245
5.239.302
Verloop liquide middelen: Beginsaldo liquide middelen 01.01: Netto kasstroom Eindsaldo liquide middelen 31.12.:
5.468.660 -3.012.245 2.456.415
229.359 5.239.302 5.468.660
2.456.415
5.468.660
Liquide middelen volgens balans
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 74
3.4 TOELICHTING OP BALANS EN WINST- EN VERLIESREKENING W AAR D E RI NG SG RO N DS L AG E N REGELGEVING De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met algemeen in Nederland aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaglegging zoals hierna vermeld. Dit betekent dat de jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de daartoe geldende bepalingen volgens titel 9 BW 2 en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Voor de indeling en presentatie van de in deze jaarrekening opgenomen gegevens is gekozen voor het model voor de balans en winst- en verliesrekening zoals genoemd in bijlage 1 van de RJ 645. I N T E G R AL E V E N N O O T S C H A P S B E L AS T I N G Met ingang van 1 januari 2008 zijn woningcorporaties integraal belastingplichtig voor de Wet op de Vennootschapsbelasting. De regels voor woningcorporaties zijn uitgewerkt in een Vaststellingsovereenkomst (VSO II). De waardering van latente belastingverplichtingen en latente belastingvorderingen is gebaseerd op de fiscale gevolgen van de per balansdatum voorgenomen wijze van realisatie of afwikkeling van de activa, voorzieningen, schulden of overlopende passiva. De voorgenomen wijze van realisatie of afwikkeling is gebaseerd op het strategisch voorraadbeleid. De horizon voor toetsing bedraagt derhalve een periode tussen de 5 tot maximaal 10 jaren. Om deze reden zijn ten aanzien van de waarderingsverschillen uit hoofde van het bezit (o.a. openingsbalans materiële vaste activa per 1 januari 2008) geen latenties in de jaarrekening verwerkt. De berekening van de latente belastingvorderingen en –verplichtingen geschiedt tegen een belastingpercentage van 20 %. Latente belastingvorderingen uit hoofde van verrekenbare verschillen en beschikbare voorwaartse verliescompensatie worden opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er toekomstige fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee verliezen kunnen worden gecompenseerd en verrekenings-mogelijkheden kunnen worden benut. Latente belastingvorderingen zijn opgenomen onder de financiële vaste activa indien de verwachte looptijd langer is dan 1 jaar. Latente belastingverplichtingen zijn opgenomen onder de voorzieningen. Ten aanzien van de acute belastinglast en belasting latenties in de jaarrekening zijn een aantal standpunten ingenomen die eerst bij afwerking van de aangifte over de verslagjaren 2006 t/m 2010 door de fiscus zullen worden getoetst. Dientengevolge kan de fiscale last over 2011 en voorgaande jaren nog wijzigingen ondergaan.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 75
ALGEMEEN De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat berusten op de grondslag van verkrijgings- of vervaardigingsprijs of nominale waarde, tenzij anders wordt vermeld. Grondslagen voor het opstellen van het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld in overeenstemming met de indirecte methode zoals opgenomen in de RJ 360. Aangegane verplichtingen Als gevolg van wijziging van de RJ 252 is het niet langer toegestaan aangegane verplichtingen inzake nieuwbouwprojecten te verwerken op de balans. Met ingang van het boekjaar 2007 worden de door de corporatie aangegane (restant) verplichtingen vermeld onder de niet uit de balans blijkende verplichtingen. M AT E R I Ë L E V AS T E AC T I V A Als indeling van de materiële vaste activa onderscheidt de corporatie: - woningen (zelfstandige en onzelfstandige) - bedrijfsruimten, winkels, ateliers - garages, bergingen en stallingen. O N R O E R E N D E E N R O E R E N D E Z AK E N I N E X P L O I T AT I E De woningen met de daarbij behorende installaties, garages en aanpassingen zijn gewaardeerd tegen historische kostprijs dan wel lagere bedrijfswaarde, verminderd met de daarop toegepaste afschrijvingen, bepaald op basis van de verwachte restant economische levensduur. De afschrijvingen zijn berekend volgens het annuïteiten systeem. De grond is gewaardeerd tegen aanschafwaarde en hierop wordt niet afgeschreven aangezien grond niet onderhevig is aan slijtage. Bij de 'onroerende goederen woningen en woongebouwen' is gekozen voor de annuïtaire afschrijvingsmethode over de restant boekwaarde per 31 december 1994 en de restant economische levensduur van het complex.
Conform de nieuwe richtlijn RJ645 is er besloten om vanaf verslagjaar 2012 over te gaan op de lineaire afschrijvingsmethode. De bedrijfsadministratie is hierop inmiddels ingericht. Over de later aangebrachte voorzieningen zal worden afgeschreven over de resterende economische levensduur van het complex.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 76
De investeringen voor woningverbeteringen, waarvoor een kostendekkende huurprijs in rekening wordt gebracht hebben betrekking op aanleg van CV 's met warmwatervoorziening, douches, het aanbrengen van een extra radiator op de douche, het plaatsen van voordeurroosters, plafondisolatie en het na-isoleren van woningen bij mutatie. Voor de complexen 011 en 012 (Van ‘t Santbuurt) en 021 en 022 (Hengstdal) zijn diverse uitgevoerde planmatige
onderhoudswerkzaamheden
geactiveerd,
waarvan
is
vastgesteld
dat
deze
werkzaamheden een levensduur verlengend karakter voor de woning c.q. het complex hebben en waarbij de restant economische Levensduur van het complex wordt overschreden. De restant levensduur van deze complexen is als gevolg hiervan aangepast. B E D R I J F S W A AR D E De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde van het saldo van de kasstromen verbonden met de toekomstige inkomsten en uitgaven over de geschatte resterende economische levensduur van de investering. Bij het berekenen en bepalen van de bedrijfswaarde (per complex) van het totale bezit zijn de volgende parameters gehanteerd:
huurverhoging huurderving lastenstijging discontering onderhoud
2,00 % 0,50 % 2,00 % 5,25 % 3,00 %
Op basis van bovengenoemde parameters bedraagt de bedrijfswaarde van het totale bezit (inclusief grond) per 31 december 2011 € 120,0 mln. De overwaarde ten opzichte van de boekwaarde per 31 december 2011 (€ 69,8 mln.) bedraagt € 50,2 mln. oftewel 72 %. De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere bedrijfswaarde op complexniveau. Op basis van deze parameters heeft er in 2011 geen aanvullende afwaardering c.q. waardevermindering van materiële vaste activa plaatsgevonden. Ten aanzien van investeringen in de bestaande bouw en nieuwbouw wordt als uitgangspunt gehanteerd dat per individuele investering geen hoger bedrag wordt geactiveerd dan de stijging van de totale bedrijfswaarde van het gehele bezit als gevolg van die investering. Door deze benadering zal de overwaarde (het verschil tussen de hogere bedrijfswaarde en de boekwaarde) op totaalniveau minimaal gelijk blijven. Hiermee wordt niet ingeteerd op de verdiencapaciteit van het totale bezit. Wijzigingen in de uitgangspunten bij de bepaling van de bedrijfswaarde kunnen op enig moment leiden tot een aanpassing van de verdiencapaciteit.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 77
De restant economische levensduur van de verschillende complexen is als volgt: Complex
Aantal
Naam
won.
Oorspr.
Econom.
Restant econ.
looptijd
levensduur
levensduur
11
312
Van 't Santbuurt (boven-benedenwon.)
50
100
14
12
187
Van’t Santbuurt (eengezinswon.)
50
100
14
21
116
Hengstdal (eengezinswon.)
50
75
14
22
220
Hengstdal (flat, maisonnettes)
50
75
14
30
23
Pegasusflat
50
50
26
50
46
Canabae
50
50
36
80
43
Hugo de Grootstraat
50
50
48
90
15
RIBW Ubbergseveldweg
50
50
46
100
39
Daalseweg/Bachstraat/Groesb.dwwg
50
50
20
110
80
Van Gentstraat e.o.
50
50
25
140
19
Van Gentstraat / Athlonestr. e.o.
50
95
24
150
8
Sweersstraat
50
50
35
200
51
Archipelstraat
50
50
33
250
80
De Weijer
50
50
41
300
59
Neerbosch Oost
50
65
18
310
168
Neerbosch-Oost
50
50
7
320
30
Toonladder
50
50
31
400
120
Lankforst
50
50
7
500
268
Tolhuis
50
50
23
550
36
Heeren van Nijmegen / Traianustoren
50
50
46
600
103
Horstacker
50
50
20
700
40
Drieskensacker
50
50
30
800
24
Visveld Lent
50
50
44
850
17
Waterbaan Oosterhout
50
50
46
860
34
Belvedère Oosterhout
50
50
48
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 78
O N R O E R E N D E E N R O E R E N D E Z AK E N T . D . V . D E E X P L O I T AT I E Deze activa zijn gewaardeerd tegen aanschafwaarde verminderd met de afschrijvingen en bepaald op basis van de verwachte economische levensduur. Als uitzondering geldt dat voor het kantoorpand op de Curaçaoweg 1 te Nijmegen niet wordt afgeschreven. De afschrijvingen (in jaren) zijn berekend volgens het lineaire systeem conform onderstaand overzicht:
bedrijfswagens
kantoorinventaris
5 jaar 10 jaar
F I N AN C I Ë L E V AS T E AC T I V A T E V O R D E R E N BW S- S U B S I D I E S Onder deze post zijn de netto contante waarden van BWS-subsidies opgenomen voor drie nieuwbouwprojecten waarvoor een beschikking geldelijke steun is afgegeven door het Stedelijk Knooppunt Arnhem - Nijmegen. Het knooppunt Arnhem - Nijmegen is regionaal budgethouder in het kader van het Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS). De nog te ontvangen BWS-subsidies hebben betrekking op:
complex 200: 51 woningen Archipelstraat
complex 150: 8 woningen Sweersstraat
complex 50: 30 woningen Canabae
B E L E G G I N G E N O P L AN G E T E R M I J N ( L E N I N G E N U /G ) e
In het kader van maatschappelijke betrokkenheid is besloten te participeren in de 6 tranche van het Wooninvesteringsfonds (Wif) met een belegging van € 500.000,= (looptijd 10 jaar: 01.11.2004 – 01.11.2014) t.b.v. nieuwbouw op de Campus Radboud Universiteit van de SSHN te Nijmegen. V L O T T E N D E AC T I V A VORDERINGEN De vorderingen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 79
VOORZIENINGEN VOORZIENING ONREND ABE LE INVESTERINGEN Een te verwachten onrendabele top op onroerende zaken in ontwikkeling wordt in mindering gebracht op de stichtingskosten van het project. Indien de onrendabele top groter is dan de bestede stichtingskosten is het saldo van het project verantwoord onder de post voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw. PENSIOENVOORZIENINGEN De pensioenregeling is ondergebracht bij de Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties (SPW) en is naar zijn aard een toegezegde pensioenregeling. Woningbouwstichting De Gemeenschap heeft in het geval van een tekort bij SPW geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen anders dan hogere toekomstige premies. L AN G L O P E N D E S C H U L D E N LENINGEN GEM EENTE / KREDIE TINS TELLINGEN De leningen bij gemeente worden afgelost volgens het annuïteiten systeem en de leningen bij kredietinstellingen worden afgelost op basis van het fixe systeem. W A AR B O R G S O M M E N De waarborgsommen betreffen de volgens huurovereenkomst van huurders ontvangen bedragen die dienen als eerste zekerheid voor voldoening van het bedrag dat bij beëindiging van de huurovereenkomst door de huurder verschuldigd mocht zijn aan mutatiekosten en/of achterstallige huur. Over de uitstaande waarborgsommen wordt jaarlijks een rentevergoeding gereserveerd die bij het verlaten van de woning wordt uitbetaald. R E S U L T A AT B E P AL I N G Het resultaat wordt bepaald als verschil tussen de opbrengstwaarde van de geleverde prestaties en de kosten en andere lasten over het boekjaar. Baten worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn geïnd of invorderbaar zijn. Lasten worden opgenomen in het jaar waarin zij betaald of voorzienbaar zijn.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 80
HUREN De huren zijn onderworpen aan de overheidsvoorschriften, zoals de jaarlijkse huurverhoging en de huurverhoging bij woningverbetering.
VERGOEDINGEN Dit betreft bedragen die huurders, naast de netto huur, verschuldigd zijn voor levering van water en elektra, het onderhouden van groenvoorzieningen, schoonmaakkosten gemeenschappelijke ruimten en collectieve glasverzekering. De vergoeding is gebaseerd op de geraamde kosten en wordt voor een aantal componenten jaarlijks met de huurders afgerekend op basis van de werkelijke kosten. OVERIGE BEDRIJFSOPBRE NGS TEN Hieronder is onder andere opgenomen de aan huurders doorberekende kosten voor onderhoud en administratie. O V E R I G E W AAR D E V E R A N D E R I N G E N V AN V AS T E AC T I V A Als overige waardeverminderingen van vaste activa worden aangemerkt extra waardeverminderingen naar lagere bedrijfswaarde van materiële vaste activa in exploitatie, dan wel verwachte verliezen als gevolg van onrendabele investeringen nieuwbouw. L AS T E N O N D E R H O U D Hieronder vallen alle kosten voor het jaarlijks terugkerend onderhoud en het planmatig onderhoud. Het jaarlijks terugkerend onderhoud wordt onderscheiden in de kosten van derden en de kosten van materiaalverbruik. F I N AN C I Ë L E B AT E N E N L AS T E N Het resultaat wordt gevormd door het saldo van betaalde en ontvangen rente. Voorts worden waardeveranderingen van, en opbrengsten uit financiële activa onder deze post verantwoord. B E L AS T I N G E N Dit betreft de last/bate vennootschapsbelasting welke ten laste/gunste van het boekjaar komt.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 81
TOELICHTING OP DE BALANS VASTE ACTIVA 1. Materiële vaste activa
31-12-2011
31-12-2010
Deze post is als volgt samengesteld: 1.1 (On)roerende zaken in exploitatie woningen en woongebouwen 1.2 (On)roerende zaken in exploitatie niet zijnde woningen 1.3 (On)roerende zaken in ontwikkeling 1.4 (On)roerende zaken ten dienste van de exploitatie
69.250.342 679.784 6.425.850 1.799.016
70.420.379 704.116 0 1.739.895
Totaal
78.154.992
72.864.390
Het verloop van deze posten in het boekjaar is als volgt: 1.1 Onroerende zaken in exploitatie woningen en woongebouwen Saldo per 1 januari : - Aanschaffingswaarde - Cumulatieve afschrijvingen inclusief waardeverandering
31-12-2011
31-12-2010
89.602.303
75.663.765
-19.181.924
-17.995.824
Boekwaarde per 1 januari
70.420.379
57.667.941
Mutaties in het boekjaar: - Investeringen - Desinvesteringen - Waardeveranderingen - Afschrijvingen - Correcties op afschrijvingen
117.784 0 0 -1.287.821 0
13.938.538 0 0 -1.186.100 0
Saldo
-1.170.037
12.752.438
89.720.087
89.602.303
-20.469.745
-19.181.924
69.250.342
70.420.379
Saldo per 31 december : - Aanschaffingswaarde - Cumulatieve afschrijvingen inclusief waardeverandering Boekwaarde per 31 december
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 82
1.2 Onroerende zaken niet zijnde woningen
31-12-2011
Saldo per 1 januari : - Aanschaffingswaarde - Cumulatieve afschrijvingen inclusief waardeverandering
31-12-2010
1.270.212
830.212
-566.096
-544.662
Boekwaarde per 1 januari
704.116
285.550
Mutaties in het boekjaar: - Investeringen diverse aangebrachte voorzieningen - Desinvesteringen - Waardeveranderingen - Afschrijvingen - Correcties op afschrijvingen
0 0 0 -24.332 0
440.000 0 0 -21.434 0
Saldo
-24.332
418.566
1.270.212
1.270.212
-590.428
-566.096
679.784
704.116
Saldo per 31 december : - Aanschaffingswaarde - Cumulatieve afschrijvingen inclusief waardeverandering Boekwaarde per 31 december
Afschrijvingsmethode en termijnen Voor een toelichting op de afschrijvingsmethode en termijnen wordt verwezen naar de grondslagen voor balanswaardering en resultaatbepaling. Zekerheden Geen van deze activa zijn als zekerheid gesteld voor opgenomen geldleningen. Complexindeling Bij de waardering van de materiële vaste activa wordt onderscheid gemaakt naar soorten activa. De indeling van de complexen is in 2004 herzien en opnieuw samengesteld op basis van PMC's (product markt combinaties). Bedrijfswaarde De geactualiseerde bedrijfswaarde (incl. de grondwaarde) bedraagt per 31-12-2011: € 120,0 mln. De overwaarde ten opzichte van de boekwaarde per 31-12-2011 ad € 69,8 mln bedraagt € 50,2 mln. oftewel 72 %.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 83
De mutatie in de bedrijfswaarde (x € 1.000) ten opzichte van het vorige jaar is als volgt te verklaren: Bedrijfswaarde 2010 Restwaarde grond Bedrijfswaarde 2010 (kasstromen) Autonome ontwikkelingen Vrijval kasstroom Effect jaar opschuiven
120.225 -34.354 85.871
-3.588 4.319 731
Voorraadmutaties Verbeteringen Overige nieuwe vhe's Overige mutaties woninggegevens
3 -648 -645
Parameterwijzigingen Indexaties Disconteringsvoet Levensduur
3.347 -1.035 2.312
Wijziging exploitatiebeleid Huren Planmatig onderhoud Klachten, mutatie en serviceonderhoud Belastingen en verzekeringen Personeelskosten Overige bedrijfskosten Restwaarde
-369 2.799 -2.238 -1.192 -822 -786 -2.608
Bedrijfswaarde 2011 (kasstromen) Restwaarde grond Bedrijfswaarde 2011
85.661 34.354 120.015
Verzekering De onroerende en roerende zaken in exploitatie zijn per 31 december 2011 verzekerd op basis van uitgebreide gevarenverzekering. De verzekerde waarde wordt jaarlijks aangepast op basis van indexering en bedraagt ultimo 2011 € 194,1 mln. Actuele waarde De waarde van de woningen en woongebouwen en onroerende zaken niet zijnde woningen bedroeg volgens de aanslag onroerende zaakbelasting in 2011 € 367,7 mln. (waardepeildatum 1 januari 2010).
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 84
1.3 Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling
31-12-2011
31-12-2010
Saldo per 1 januari : - Investeringen - Afboeking onrendabele top
0 0
13.414.544 0
Boekwaarde per 1 januari :
0
13.414.544
5.994.355 0 431.495 0
898.176 0 -431.495 -13.881.225
6.425.850
-13.414.544
Saldo per 31 december - Investeringen - Vrijval voorziening onrendabele investeringen
5.994.355 431.495
431.495 -431.495
Boekwaarde per 31 december
6.425.850
0
Mutaties in het boekjaar : - Investeringen - Afboeking onrendabele top - Vrijval voorziening onrendabele investeringen - Overboeking naar onroerende zaken in exploitatie
1.4 Onroerende en roerende zaken t.d.v. de exploitatie
31-12-2011
Saldo per 1 januari : - Aanschaffingswaarde - Cumulatieve afschrijvingen inclusief waardeverandering Boekwaarde per 1 januari Mutaties in het boekjaar: - Investeringen - Desinvesteringen - Waardeveranderingen - Afschrijvingen - Correcties op afschrijvingen Saldo Saldo per 31 december : - Aanschaffingswaarde - Cumulatieve afschrijvingen inclusief waardeverandering Boekwaarde per 31 december Uitsplitsing van de boekwaarde - Kantoor Curacaoweg - Inventaris kantoor
31-12-2010
1.900.022
1.889.208
-160.128
-143.818
1.739.895
1.745.391
98.201 -18.914 0 -37.604 17.438
19.811 -8.997 0 -35.224 18.914
59.121
-5.496
1.979.310
1.900.022
-180.294
-160.128
1.799.016
1.739.895
1.583.457 215.559 1.799.016
De onroerende en roerende zaken t.d.v. de exploitatie zijn per 31 december 2011 voor € 2,7 mln. verzekerd. De laatste wijziging van de verzekerde waarde heeft in 2011 plaatsgevonden
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 85
2. Financiële vaste activa Deze post is als volgt samengesteld 2.1 Te vorderen subsidie BWS 2.2 Deelnemingen 2.3 Beleggingen op lange termijn 2.4 Belastinglatentie Totaal 2.1 Te vorderen subsidie BWS
31-12-2011
31-12-2010
149.254 0 500.000 422.769
222.056 0 726.890 451.850
1.072.023
1.400.796
31-12-2011
31-12-2010
Saldo per 1 januari
222.056
292.425
Mutaties in het boekjaar: - Rente - Ontvangen bijdragen
9.668 -82.470
12.101 -82.470
-72.802
-70.369
149.254
222.056
Saldo per 31 december
Het saldo per 31 december 2011 kan nader worden gespecificeerd over de volgende complexen: Complex Cpl. 50: 30 won. Canabae Cpl 150: 8 won. Sweersstraat Cpl.200: 51 won. Archipelstraat
2.2 Deelnemingen - n.v.t.
CW Bijdrage 111.937 1.820 35.497
CW Bijdrage 134.472 4.993 82.591
149.254
222.056
31-12-2011
0
0
0
0 500.000
31-12-2010 226.890 500.000
500.000
726.890
31-12-2011 451.850 -29.081
31-12-2010 418.877 32.973
422.769
451.850
Saldo per 31 december 2.3 Beleggingen op lange termijn - Lening u/g: Wooninvesteringsfonds/5e tranche Almelo - Lening u/g: Wooninvesteringsfonds/6e tranche SSHN Nijmegen Saldo per 31 december 2.4 Belastinglatentie - Belastinglatentie begin boekjaar - Mutatie Saldo per 31 december
31-12-2010 0
31-12-2011
In verband met een voorwaartse verliescompensatie en tijdelijke waardeverschillen is een latentie vordering vennootschapsbelasting opgenomen tegen 20%.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 86
VLOTTENDE ACTIVA 3. Vorderingen 3.1 Huurdebiteuren 3.2 Debiteuren gemeente 3.3 Overige vorderingen 3.4 Overlopende activa Totaal De specificatie is als volgt: 3.1 Huurdebiteuren Huurachterstand zittende huurders Af: voorziening dubieuze debiteuren Totaal huurdebiteuren per 31-12 De uitsplitsing naar tijdsduur en aantal huurders is als volgt: Aantal maanden huurachterstand Aantal huurders 31-12-2011 31-12-2010 tot 1 maand 63 74 1 tot 2 maanden 14 8 2 tot 3 maanden 6 9 3 tot 4 maanden 3 9 4 maanden of meer 7 8 Totaal
93
108
31-12-2011 51.814 44.215 334.631 44.307
31-12-2010 61.886 0 130.880 112.898
474.967
305.664
31-12-2011 51.814 0
31-12-2010 61.886 0
51.814
61.886
Bedragen 31-12-2011 18.965 10.130 7.806 4.573 10.340
Bedragen 31-12-2010 19.417 7.394 9.485 11.907 13.683
51.814
61.886
De huurachterstand uitgedrukt in een percentage van het totaal van de huren en vergoedingen bedraagt voor 2011: 0,45 % ( 2010: 0,50 % ). De huurachterstand ingedeeld naar wijze van invordering is als volgt: Achteraf / te late betaling Betalingsafspraken In handen van deurwaarder Totaal
31-12-2011 25.494 3.310 23.010
31-12-2010 28.945 3.898 29.043
51.814
61.886
In dit overzicht is nog geen rekening gehouden met de huurbedragen welke ultimo van het boekjaar aan de deurwaarder zijn voldaan.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 87
3.2 Belastingen en premies sociale verzekeringen - Pro Rata 2006
31-12-2011 44.215
Totaal 3.3 -
Overige vorderingen Belastingdienst Huurtoeslag (MVROM-IHS) Doorberekende kosten vertrokken bewoners / WSNP Onderhoud voor rekening bewoners Te vorderen rente banken Debiteuren vertrokken bewoners Uitkering schadeverzekering OBG Brandveiligheid decl. Overige vorderingen
Totaal
31-12-2010 0
44.215
0
31-12-2011 163 76.843 10.690 85.246 39.857 14.299 104.338 3.195
31-12-2010 163 70.683 5.358 12.290 33.688 4.195 0 4.503
334.631
130.880
Voorziening voor dubieuze debiteuren Voor het risico van wanbetaling door de huurdebiteuren is een voorziening gevormd. Saldo per 1 januari Af: Afboeking oninbare vorderingen Bij: Dotatie
0 0 0
9.253 -19.439 10.186
Saldo per 31 december
0
0
0 43.687 0 620
31-12-2010 655 4.682 106.941 620
44.307
112.898
3.4 -
Overlopende activa Vooruitbetaalde assurantiepremie Af te wikkelen facturen OBG Brandveiligheid decl. Overige
Totaal 4. Liquide middelen 4.1 -
Direct opvraagbaar: Kas ING Bank Rekening courant banken
31-12-2011
31-12-2011
31-12-2010
1.143 53.974 201.297
1.559 53.980 163.114
256.415
218.653
4.2 Op termijn uitgezet - Maanddeposito's
2.200.000
5.250.007
Subtotaal
2.200.000
5.250.007
Totaal
2.456.415
5.468.660
Subtotaal
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 88
VERMOGEN LANG 5. Eigen vermogen 5.1 Overige reserves Saldo per 1 januari - Jaarresultaat Saldo per 31 december
31-12-2011
31-12-2010
8.066.842 2.508.585
8.879.813 -812.970
10.575.427
8.066.842
Verwezen wordt naar de toelichting welke is gegeven onder de post "toerekening jaarresultaat". 6. Voorzieningen 6.1 Voorziening onrendabele investeringen Saldo per 1 januari - Mutatie in het boekjaar
31-12-2011 1.218.505 -1.218.505
Saldo per 31 december Mutaties in het boekjaar - 33 won. Laauwik onrendabele top - 33 won. Laauwik vrijval Saldo mutaties 7. Langlopende schulden
31-12-2010 0 1.218.505
0
1.218.505
-1.650.000 431.495 -1.218.505
1.650.000 -431.495 1.218.505
31-12-2011
31-12-2010
7.1 Leningen gemeente/kredietinstellingen 7.2 Waarborgsommen
68.880.307 272.670
67.875.471 265.711
Totaal
69.152.977
68.141.182
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 89
7.1 Leningen gemeente/kredietinstellingen
31-12-2011
31-12-2010
Saldo per 1 januari
67.875.471
62.672.143
Mutaties in het boekjaar - Nieuwe leningen - Reguliere aflossingen - Vrijval WIF, 5e tranche
7.000.000 -5.768.274 -226.890
9.000.000 -3.796.672 0
1.004.836
5.203.328
68.880.307
67.875.471
Saldo mutaties Saldo per 31 december
De gemiddelde rentevoet van de uitstaande leningen bedraagt ultimo 2011 circa 3,9 % (2010: 3,7 %). De leningen van de kredietinstellingen worden op basis van het annuïteitensysteem of ineens afgelost (fixe leningen). Er is 1 complex (36 app. Heeren van Nijmegen) hypothecair bezwaard voor een bedrag van € 5 mln. middels een flexlening. Ultimo 2011 is van deze flexlening € 5 mln. opgenomen. Het aflossingsbestanddeel zal het komende jaar circa € 300.000,- bedragen. In 2012 zal 1 fixe lening worden afgelost voor een bedrag van € 4,0 mln. en een gemeentelening voor een bedrag van € 1,4 mln. Het schuldrestant van de leningen met een looptijd korter of gelijk aan 5 jaar bedraagt € 32,0 mln. 7.2 Waarborgsommen
31-12-2011
31-12-2010
Het verloop van deze post is als volgt: Saldo per 1 januari
265.711
246.107
Mutaties in het boekjaar: - Bij: Rente over waarborgsommen - Bij: Nieuwe waarborgsommen - Af: Uitgekeerde waarborgsommen
2.887 21.286 -17.215
2.476 37.580 -20.452
6.959
19.604
272.670
265.711
Saldo mutaties Saldo per 31 december
De waarborgsom per woning bedraagt € 140,-. Over de uitstaande waarborgsommen is de afgelopen jaren rente gereserveerd, voor het jaar 2011: 2%. De waarborgsom inclusief rente wordt bij beëindiging van de huurovereenkomst met de huurder verrekend.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 90
VLOTTENDE PASSIVA 8. Kortlopende schulden 8.1 8.2 8.3 8.4
Schulden aan leveranciers Belastingen en premies sociale volksverzekeringen Overige schulden Overlopende passiva
Totaal
31-12-2011
31-12-2010
465.208 246.987 7.592 1.710.204
863.395 199.629 3.002 1.546.956
2.429.991
2.612.982
De specificatie van deze posten is als volgt: 8.1 Schulden aan leveranciers -
Diverse crediteuren (subadministratie) Overige crediteuren
Totaal 8.2 Belastingen en premies sociale volksverzekeringen -
Te betalen Loonheffing Af te dragen BTW (verlegd) SPW pensioenpremies
Totaal 8.3 Overige schulden -
Waarborgsommen
Totaal
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
31-12-2011
31-12-2010
407.013 58.194
822.579 40.816
465.208
863.395
31-12-2011
31-12-2010
26.216 203.501 17.270
25.114 157.781 16.734
246.987
199.629
31-12-2011
31-12-2010
7.592
3.002
7.592
3.002
Pagina 91
8.4 -
Overlopende passiva Niet vervallen rente leningen Vooruitontvangen huren Te verrekenen goederen & diensten Belastingdienst Huurtoeslag vooruitontvangen Overige
Totaal
31-12-2011 1.278.062 186.595 171.869 70.750 2.929
31-12-2010 1.187.573 168.539 120.215 67.612 3.017
1.710.204
1.546.956
Niet uit de balans blijkende verplichtingen. Obligo's. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) heeft een groot deel van de langlopende geldleningen gegarandeerd. Op grond van deze garantieovereenkomst is WBSG verplicht een obligo aan te houden van 3,85% van het schuldrestant waarvoor het WSW zich heeft borggesteld. Zolang het risicovermogen van het WSW voldoende is om eventuele betalingsverplichting van WSW-deelnemers over te nemen, wordt geen beroep gedaan op deze obligoverplichting. Het WSW verwacht conform de actuele meerjarenliquiditeitsprognose voor de komende 5 jaar geen beroep te doen op deze obligoverplichting. Voor eventuele uitkeringen in verband met jubilea is geen voorziening gevormd, omdat de omvang van deze verplichting niet betrouwbaar kan worden bepaald. Dit vanwege het beperkte aantal medewerkers. Overigens gaat dit om een bedrag dat niet materieel is. Aangegane verplichtingen. Ultimo boekjaar 2011 is er geen sprake van aangegane verplichtingen.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 92
TOELICHTING OP DE WINST- EN VERLIESREKENING A. BEDRIJFSOPBRENGSTEN A.1 Huren
2011
2010
11.422.319
11.162.731
-29.876
-46.385
-29.876
-46.385
11.392.443
11.116.346
2011
2010
Ontvangen vergoedingen voor leveringen en diensten Af: Huurderving - wegens frictie leegstand - wegens mutatieonderhoud
534.667
516.666
-1.992
-2.698
Totaal
532.674
513.968
Te ontvangen nettohuur: - woningen en woongebouwen Af: Huurderving - wegens frictie leegstand - wegens mutatieonderhoud
Totaal De "te ontvangen nettohuur" is t.o.v. het vorig boekjaar gewijzigd als gevolg van : a. de huurverhogingen per 1 juli 2011: 1,3 % (2010: 1,2 %) b. huurverhogingen als gevolg van aangebrachte voorzieningen in 2011 c. mutaties van 2010 die in 2011 voor het gehele jaar zijn opgenomen d. het toepassen van huurharmonisatie bij mutatiewoningen De huurderving bedraagt 0,26 % (2010: 0,42 %) van de te ontvangen huur. A.2 Vergoedingen
De post vergoedingen betreft bedragen die huurders boven de "kale" huurprijs betalen voor leveringen en diensten. De vergoedingsderving in 2011 bedraagt 0,37 % (2010: 0,46%) van de te ontvangen vergoedingen A.3 Overheidsbijdragen - Bijdragen Totaal A.4 Opbrengst woningverkopen - Verkoop woningen - Af: boekwaarde woningen Totaal A.5 Overige bedrijfsopbrengsten - Vergoedingen en verrichte diensten - Overige bedrijfsopbrengsten Totaal
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
2011
2010
0
0
0
0
2011
2010
0 0
0 0
0
0
2011
2010
12.157 46.346
14.552 6.895
58.503
21.447
Pagina 93
B. BEDRIJFSLASTEN B.1 Afschrijving op materiele vaste activa - Afschrijving (on)roerende zaken woningen en woongebouwen - Afschrijving (on)roerende zaken niet zijnde woningen - Afschrijving (on)roerende zaken t.d.v. de exploitatie Totaal B.2 Waardeverandering vaste activa - Afboeking onrendabele top bestaand woningbezit - Afboeking onrendabele investeringen geplande nieuwbouwprojecten Totaal B.3 Lonen en salarissen - Bruto salarissen - Af: ontvangen ziekengelden Totaal B.4 Sociale lasten - Sociale lasten Totaal B.5 Pensioenlasten - Pensioenlasten Totaal
2011
2010
1.287.821 24.332 37.604
1.186.100 21.434 35.224
1.349.758
1.242.758
2011
2010
0 -1.650.000
0 1.650.000
-1.650.000
1.650.000
2011
2010
768.020 0
700.015 0
768.020
700.015
2011
2010
97.368
86.698
97.368
86.698
2011
2010
147.289
137.223
147.289
137.223
Personele bezetting Ultimo dit boekjaar bestaat de totale personeelsformatie uit 17 medewerkers.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 94
B.6 Lasten onderhoud - Onderhoudslasten - Af: Doorberekende onderhoudskosten - Kosten derden, groot materiaal verbruik
Totaal Specificatie van de onderhoudslasten -
Reparatie onderhoud Mutatie onderhoud Planmatig onderhoud Serviceonderhoud Totaal onderhoudskosten
2011
2010
3.727.086 -12.993 3.714.093
3.703.441 -31.968 3.671.473
3.714.093
3.671.473
2011
2010
361.221 342.201 2.940.563 70.108 3.714.093
396.534 505.442 2.687.824 81.673 3.671.473
De posten reparatie- en mutatie onderhoud zijn naar hun aard moeilijk inschatbaar en kunnen over de jaren sterk verschillen. Het klachtenonderhoud hangt direct samen met het aantal door huurders gemelde klachten. B.7 Overige bedrijfslasten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Overige personeelskosten Huisvestingskosten Kosten Raad van Toezicht Algemene kosten Belastingen Verzekeringen Overige directe exploitatielasten Dotatie overige voorzieningen (Debiteuren)
Totaal
2011
2010
192.466 57.547 27.079 316.735 1.023.704 50.847 711.140 0
242.141 51.971 26.128 388.034 998.206 44.745 685.485 10.186
2.379.518
2.446.896
De specificatie van de accountantskosten, welke onder punt 4 Algemene kosten zijn opgenomen, luidt: De kosten van BDO Audit & Assurance B.V. en hun netwerkorganisaties zijn: 1 BDO Audit & Assurance BV, controle van de jaarrekening 31.134 34.731 2 BDO Audit & Assurance BV, andere controle opdrachten 998 0 3 BDO Accountants & Belastingadviseurs BV, fiscale adviesdiensten 12.635 9.549 4 BDO Accountants & Belastingadviseurs BV, andere niet controle diensten 0 916 Totaal 44.767 45.196
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 95
C. FINANCIELE BATEN EN LASTEN C.1 Rentebaten Financiële vaste activa - Rente op te vorderen subsidie BWS - Rente van beleggingen op lange termijn Liquide middelen - Rente op deposito's Vorderingen - Rente op overige vorderingen Totaal
2011
2010
9.668 0
12.101 0
109.864
27.617
3.059
2.972
122.591
42.690
C.2 Rentelasten Langlopende schulden - Rente leningen overheid - Rente leningen kredietinstellingen - Rente waarborgsommen Kortlopende schulden - Rente overige schulden
2011
2010
483.663 2.263.000 5.319
533.785 2.058.706 5.180
10.516
7.658
Totaal
2.762.499
2.605.329
2011
2010
0 0 -29.081
-143.611 205.665 -29.081
-29.081
32.973
D.1 Belastingen - Vennootschapsbelasting boekjaar - Vennootschapsbelasting correctie voorgaande jaren - Mutatie boekjaar
De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst- en verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voorzover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief. Het gemiddelde wettelijke belastingtarief bedraagt 25 %. Een afwijkende effectieve belastingdruk wordt veroorzaakt door het benutten van fiscale verliescompensatie, de waardering van latenties en fiscaal vrijgestelde winstbestanddelen.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 96
OVERIGE INFORMATIE Werknemers. Gedurende het verslagjaar 2011 had Wbs. De Gemeenschap gemiddeld 14,3 werknemers in dienst. Dit aantal is gebaseerd op het aantal full time equivalenten. Bestuurder en Raad van Toezicht. De lasten ter zake van de bezoldiging en pensioenen van de Bestuurder bedraagt: Fiscaal belastbaar loon Pensioenafdracht (werkgevers en werknemersdeel) Totaal Pensioenpremie werknemersdeel Overige voorzieningen en vergoedingen Ontslagvergoeding
2011 134.394 36.568 170.962
2010 132.959 36.818 169.777
13.313 13.119 n.v.t. n.v.t. niet overeengekomen
De (bruto) lasten ter zake van de bezoldiging van leden van de Raad van Toezicht bedragen: Voorzitter Vice-voorzitter Lid (3)
2011 6.763 4.580 2.290
2010 6.696 4.467 2.234
2011
2010
2.508.585
-812.970
OVERIGE GEGEVENS 1. Toerekening jaarresultaat Resultaat
In afwachting van goedkeuring van de Raad van Toezicht is het resultaat nog niet gedoteerd aan de reserves. 2. Gebeurtenissen na balansdatum. Na de balansdatum hebben geen gebeurtenissen plaatsgevonden die op deze plaats vermeld dienen te worden.
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 97
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 98
Jaarverslag 2011 Woningbouwstichting De Gemeenschap
Pagina 99