JAARVERSLAG
WOORD VOORAF
Wij werken aan een groots project Beste lezer, Voor u ligt een bijzondere editie van ons jaarverslag: het allerlaatste van het ‘H. Hartziekenhuis Mol’. Volgend jaar rond deze tijd is de fusie met het A.Z. St.-Dimpna van Geel helemaal rond. Dan zijn onze instellingen samengesmolten, vormen we een nieuw ziekenhuis, met een nieuwe naam. Na 114 jaar zal het H. Hartziekenhuis Mol opgaan in een groter geheel, ondersteund door 1.400 medewerkers en meer dan 160 artsen. Eén team van ruim 1.500 man sterk om onze patiënten met de beste zorgen te omringen. Dat is meteen ook de kern van het gehele fusieverhaal en onze toekomst. In 2011 is er dan ook intens maar weloverwogen gewerkt aan het fusieziekenhuis. Heel wat voorbereidend werk gebeurde achter de schermen. Echt tastbaar werd het in de vorm van de uitbouw van de anatomo-pathologie en de bekkenbodemkliniek in Mol, de afronding van een Zorgstrategisch Plan voor beide ziekenhuizen en de gezamenlijke exploitatie van een Sp-dienst met 30 bedden in Geel.
04
Jaarverslag 2011
Maar uiteraard hebben we ook in ons ziekenhuis niet stilgezeten. Dit jaarverslag zet een aantal van deze initiatieven en projecten in de kijker. In dit laatste jaarverslag richt ik een speciaal woord van dank aan ons bestuur en aan al onze medewerkers en artsen die, en dit niet alleen het afgelopen jaar, het H. Hartziekenhuis Mol hebben gedragen. Met ieder van hen werken we nu aan een groots project en bouwen we aan onze nieuwe organisatie in wording. We hopen dat dit jaarverslag u weet te boeien en wensen u veel leesgenot. René Daemen Algemeen Directeur
2011 Jaarverslag
05
INHOUDSTAFEL
Het H. Hartziekenhuis Mol .......................................................................................................................... 09 Opdrachtverklaring ............................................................................................................................ 11 Strategie ........................................................................................................................................... 12 Doelstellingen 2011 ........................................................................................................................... 13 Leden algemene vergadering .............................................................................................................. 14 Leden raad van bestuur ...................................................................................................................... 14 Leden directie .................................................................................................................................... 15 Organogram ..................................................................................................................................... 16 Leiderschap .................................................................................................................................................. 19 Strategie en beleid ....................................................................................................................................... 25 Management van medewerkers ................................................................................................................ 35 Management van middelen ........................................................................................................................ 45 Management van processen ....................................................................................................................... 57 Patiënten ...................................................................................................................................................... 65 Maatschappij ................................................................................................................................................ 73 Eindresultaten .............................................................................................................................................. 81 Patiëntenstroom ................................................................................................................................. 82 Financieel resultaat ............................................................................................................................ 84
06
Jaarverslag 2011
2011 Jaarverslag
07
HET H. HARTZIEKENHUIS MOL
De organisatie
08
Jaarverslag 2011
2011 Jaarverslag
09
DE ORGANISATIE
OPDRACHTVERKLARING De kracht van een goede missie en visie schuilt in de mogelijkheid ze te vertalen naar strategische doelstellingen.
• Wij hebben oog voor detail en besteden extra aandacht aan het informeren van de patiënt en zijn familie over elke stap in de medische behandeling of onderzoek.
MISSIE
• Wij nemen de nodige acties om de kwaliteit van onze dienstverlening voortdurend in vraag te stellen en te verbeteren.
De missie omschrijft de reden van het bestaan van een organisatie en geeft antwoord op de vraag ‘waarom doen we wat we doen’.
Wij zijn een autonoom, algemeen ziekenhuis dat vanuit een christelijke inspiratie specialistische gezondheidszorg aanbiedt. VISIE De visie geeft de gewenste situatie aan voor de organisatie en richt zich naar de toekomst. • Wij maken deel uit van een netwerk waarin we, in overleg met de thuisgezondheidszorg en in samenwerking met hooggespecialiseerde ziekenhuizen, de beste zorg kunnen aanbieden aan iedere individuele patiënt. • Wij stellen in al ons handelen de patiënt centraal, ongeacht zijn ras, stand, filosofische, religieuze of politieke overtuiging.
10
Jaarverslag 2011
• Wij staan open voor nieuwe initiatieven en maatschappelijke evoluties die bijdragen tot een verbetering van onze ziekenhuiswerking. • Wij voeren een personeelsbeleid dat de menselijke waarden, de professionele deskundigheid, inzet, verantwoordelijkheid en loyaliteit van iedere medewerker bevordert en dat de permanente vorming stimuleert. • Wij werken interdisciplinair met mekaar samen waarbij de communicatie gebaseerd is op luisterbereidheid en wederzijds respect. • Wij streven naar een moderne infrastructuur en uitrusting die beantwoorden aan de hoge eisen van medische technologie, ergonomie, comfort en privacy. • Wij hebben aandacht voor een optimale verwerving van middelen en een efficiënte aanwending ervan waardoor we financieel gezond zijn en blijven.
2011 Jaarverslag
11
DE ORGANISATIE
STRATEGIE
DOELSTELLINGEN 2011 in functie van het jaarthema ‘Samen voor elkaar!’
De strategie vertaalt hoe doelen bereikt worden en geeft een samenhangende reeks acties aan die de continuïteit op langere termijn garanderen.
LEIDERSCHAP • Wij willen de competenties van de leidinggevenden optimaliseren • Onze leidinggevenden dragen het kwaliteitsbeleid van het ziekenhuis STRATEGIE EN BELEID • Kwaliteit van zorg en organisatie is voelbaar en aantoonbaar • Wij doen wat we zeggen en zeggen wat we doen • Wij verwachten een interdepartementale samenwerking tussen de medewerkers en het accent op de patiënt • Wij hechten veel belang aan de ideeën van onze medewerkers MANAGEMENT VAN MEDEWERKERS • Wij willen deskundige en gemotiveerde medewerkers die voldoening uit hun job halen
12
Jaarverslag 2011
MANAGEMENT VAN MIDDELEN • Wij willen een optimale inzet van middelen en een correct en duidelijk middelenmanagementproces • Wij willen een correcte infoverstrekking doorheen het ziekenhuis, een opbouwende communicatie met en tussen onze medewerkers • Wij willen beschikken over een informaticaplatform dat zorgt voor een geautomatiseerde ondersteuning van zorg-, administratieve-, logistieke- en beleidsprocessen MANAGEMENT VAN PROCESSEN • Transmurale zorgpaden worden ontwikkeld • Goed beheer van middelen PATIËNTEN • Wij stellen in al ons handelen de patiënt centraal MAATSCHAPPIJ • Wij willen optimaal communiceren met de huisartsen • Wij willen optimaal samenwerken met andere ziekenhuizen en gezondheidswerkers
De strategie wordt omgezet in doelstellingen op korte termijn, die regelmatig getoetst worden:
LEIDERSCHAP • Nader betrekken van de artsen bij het beleid • Aan bed of niet aan bed? STRATEGIE EN BELEID • Duidelijk beleidsplan voor de eigen campus en voor de fusie MANAGEMENT VAN MEDEWERKERS • Bespreekbaar maken van de werkdruk en efficiënt inzetten van medewerkers • Aantrekken en behouden van competente medewerkers • Samen voor elkaar – jaarthema voor medewerkers MANAGEMENT VAN MIDDELEN • Efficiënt middelenbeheer • Correcte en tijdige registratie en indiening van MZG • Start en uitrol elektronisch patiëntendossier ORBIS
MANAGEMENT VAN PROCESSEN • Duidelijke stroom van documenten bij opname, transfer en ontslag van de patiënt • Kindvriendelijk ziekenhuis • Klinische paden PATIËNTEN • Uitbouwen daghospitaal • Veilige zorg als instrument voor kwaliteitsbewaking • Patiëntgericht denken MAATSCHAPPIJ • Werken met vrijwilligers • Milieuvriendelijk ziekenhuis JAARTHEMA • Samen voor elkaar – jaarthema voor patiënten
2011 Jaarverslag
13
DE ORGANISATIE
LEDEN ALGEMENE VERGADERING LEDEN: • E.Z. Norberta • E.H. V. Mangelschots • I. Hermans • A. Vandeweyer • E. Hulpiau • W. Dries • L. Eysermans • W. Langers • H. Mangelschots • G. Moyersoen • E. Nuyts • L. Raskin • J. Van De Broek • H. Vandereycken • P. Berghmans
LEDEN RAAD VAN BESTUUR
VOORZITTER: • P. Heens
LEDEN DIRECTIE
ALGEMEEN DIRECTEUR: • R. Daemen
ONDERVOORZITTER: • P. Van Roosbroeck SECRETARIS: • Dr. J. Van Elst LEDEN: • V. Geubbelmans
HOOFDGENEESHEER: • Dr. I. Jacobs
DIRECTEUR PATIËNTENZORG: • P. Schaerlaekens
• J. Heylen
• E. Jennen
ADMINISTRATIEF DIRECTEUR: • M. Janssen
• R. Kerstens
• R. Sleebus
14
Jaarverslag 2011
TECHNISCH DIRECTEUR: • P. Staes
2011 Jaarverslag
15
Fusie Staf Vervoort
ORGANOGRAM
Kwaliteit/Ombuds Wim Mercier
Algemene vergadering
(situatie maart 2012)
Pers & Communicatie Heidi Van Loon
Het organisatieschema van het H. Hartziekenhuis Mol ziet er als volgt uit:
Pastorale dienst
Raad van Beheer Voorzitter Paul Heens
Preventie/Milieu Veerle van Tetering Bewakers
Algemeen Directeur René Daemen Hoofdgeneesheer Dr. Ivo Jacobs
Directeur Patiëntenzorg Peter Schaerlaekens
Verpleegkundig Diensthoofd Els Thijs ziekenhuishygiëne
Verpleegkundig Diensthoofd Veerle Corremans
Verpleegkundig Diensthoofd Greet Van Hove
MVG-expert Vanessa Cuyvers Materniteit / Neonatale Rosette Lembrechts Pediatrie Leen Carpentier Pediatrisch zorgprogramma Ben Dilen Intrede/herintreders Vanessa Cuyvers Intensieve Hilde Torfs Spoed Fons Melis Operatiekwartier Eric Sannen Radiologie Danny Dessers Laboratorium Anouk Agten Annemie Berghmans Kiné/ Ergo / Logo Bruno Marck Nucl. Geneeskunde
Psych. Dienst
Mobiele Equipe
Sociale dienst
Heelkunde Ilse Huysmans
Palliatief Verpleegkundige Geriatrisch zorgprogramma Veerle Corremans Geriatrie 1 Els Peeters Geriatrie 2 Annick Bienstman
Chirurgisch daghospitaal Salwa Meskal Cardiologie Guy Houtmeyers Inwendige ziekten + kort verblijf Dirk Huysmans Diëtiek
Geriatrisch daghospitaal Internistisch daghospitaal Josefien Bongaerts
Vrijwilligers
Heelkunde Dr. Yvo Macken Geneeskunde Dr. Wim Alderweireldt Pediatrie + Neonatologie Dr. Patrice Givron Materniteit + Gynaecologie Dr. Kristel Muyldermans Geriatrisch zorgprogramma Dr. Guido Van hamme Geriatrie Dr. Tjin Tiong Lim Intensieve Zorgen Dr. Karoline Meersschaert OK + Daghospitaal Dr. Christianne Rabet Spoedgevallen Dr. Barry Dekeyser Anesthesie Dr. Hilde Valgaeren Radiologie Dr. Luc Vanstraelen Laboratorium Apr. Biol. Peter Verbeeck Nucl. Geneeskunde Dr. Mieke Gysen Cardiologie Dr. Harry Striekwold Poliklinische diensten Dr. Alexandra Keersmaekers ZORG- EN ZORGONDERSTEUNENDE DEPARTEMENTEN
16
Jaarverslag 2011
Directiesecretariaat
Diensthoofd Apotheek An Govaers
Diensthoofd Informatica Benny Peeters
Diensthoofd Personeelszaken Hilde Vanhoof
Administratief Directeur Mark Janssen
Technisch Directeur Peter Staes
Onthaal Ellen Boeckx
Technische Dienst Wim Kersemans
AdministratieBoekhouding Silvie Lenaers
Schoonmaak - Wasserij Paula De Groof
MKG-ArchiefMedische Secr. An De Grave
Voeding Andy Claes (plaatsvervangend)
Economaat Louis Geuens
Het organogram onderging volgende wijzigingen: • Anouk Agten, paramedisch diensthoofd laboratorium • Andy Claes, plaatsvervangend verantwoordelijke dienst voeding • Veerle Corremans, verpleegkundig diensthoofd • Vanessa Cuyvers, MVG-expert en Intrede / herintreders • Dr. Kristel Muyldermans, medisch diensthoofd materniteit en gynaecologie • Els Peeters, hoofdverpleegkundige geriatrie 1 • Dr. Guido Van hamme, medisch diensthoofd geriatrisch zorgprogramma • Staf Vervoort, stafmedewerker algemene directies ziekenhuizen Mol en Geel – fusie in oprichting ORGANISATIEONDERSTEUNENDE DEPARTEMENTEN
2011 Jaarverslag
17
DE MANIER WAAROP HET ZIEKENHUIS ZIJN LEIDINGGEVENDEN INZET OM DE OVEREENGEKOMEN STRATEGIE EN DOELSTELLINGEN TE REALISEREN
Leiderschap
18
Jaarverslag 2011
2011 Jaarverslag
19
LEIDERSCHAP
ACCREDITERING
VORMING LEIDINGGEVENDEN
Ziekenhuizen Mol en Geel gaan voor kwaliteitslabel
Professor Van Vooren entertraint diensthoofden
In het voorjaar van 2011 beslisten het H. Hartziekenhuis Mol en het A.Z. St.-Dimpna Geel om een accreditering te behalen. Zo’n kwaliteitslabel betekent dat beide fusiepartners een constant niveau van kwaliteit in hun zorgverlening bieden. Aan een accreditering gaat een intensieve voorbereiding vooraf.
De voorbije jaren is er wereldwijd een toenemende aandacht voor kwaliteit en veiligheid van zorg in ziekenhuizen. “Accreditering is een extern en onafhankelijk onderzoek via peer review rond de continue kwaliteitsverbetering van de geleverde diensten in een ziekenhuis, op basis van vooraf opgestelde standaarden,” stelt Wim Mercier, kwaliteitscoördinator van het Molse ziekenhuis. “Omdat er in België nog geen externe partner is die voor ziekenhuizen de kwaliteit toetst, kozen wij voor het NIAZ. Bij het Nederlands Instituut voor Accreditatie in de Zorg is er immers geen taalhinder en de controles worden gedaan door directeuren, kwaliteitsmanagers, verpleegkundigen en artsen uit andere ziekenhuizen.”
HOE GAAT EEN TOETSING IN ZIJN WERK? De aanloop naar de toetsing of accreditering is een ziekenhuisbreed gegeven en is vrij intens. Zo zal de directie eerst een grondige zelfevaluatie uitvoeren. Daarna krijgen de verschillende afdelingen een interne audit. Tijdens een dergelijke controle worden per afdeling een aantal onderwerpen bestudeerd zoals het gebruik van een incidentmeldingssysteem, de medicatietoediening en -bewaking, registratie en rapportage van ziekenhuisinfecties of het preventief onderhoud van materiaal.
Veiligheid en kwalitatieve zorg voor iedere patiënt
20
Jaarverslag 2011
Vervolgens strijkt een extern auditteam van Nederlandse en Belgische vakspecialisten in het ziekenhuis neer om een diepgaand onderzoek te verrichten op verschillende diensten. Het veiligheidsaspect is daarbij altijd een groot punt van aandacht. BEWIJS VAN OPTIMALE KWALITEIT “De conclusies van het auditorenteam worden nadien uitvoerig beschreven in een rapport. Naast deze bevindingen vermeldt het rapport verbeterpunten, waarmee het ziekenhuis aan de slag moet. En dan volgt uiteindelijk de beslissing of de instelling het kwaliteitslabel krijgt,” zegt Wim Mercier. “Indien positief, is dit het beste bewijs voor onze patiënten dat wij al het mogelijke doen om een optimale kwaliteit te garanderen.”
‘We can work it out’. Zo heette de ‘enterTrainingpresentatie’ die de diensthoofden op 8 september 2011 voorgeschoteld kregen. Dit was geen verhaal over The Beatles, maar over teambuilding. De geschiedenis en de uitspraken van The Beatles – die in de jaren zestig een nummer één hit scoorden met de single We can work it out - dienden als randverhaal, om de principes en regels te illustreren. Spreker was Prof. Erik Van Vooren. Prof. Van Vooren is licentiaat in de bedrijfseconomie en behaalde een postgraduaat Master in Marketing Management. Sinds 1988 is hij fulltime professional speaker en gastprofessor aan de Vlerick Management School. Hij gaf ondertussen meer dan 1.000 lezingen voor bijna 200.000 mensen in alle uithoeken van de wereld. Kortom: mensen ‘entertrainen’ is zijn passie. De diensthoofden kregen een boeiende voordracht te horen van een enthousiast en zeer deskundig spreker.
2011 Jaarverslag
21
LEIDERSCHAP
AAN BED OF NIET AAN BED?
Procedures voor nieuwe werkgroepen of projecten Meer tijd aan bed van de patiënt. Dat is een belangrijke bekommernis van de hoofdverpleegkundigen. Hiernaast geeft de ziekenhuisbrede zelfevaluatie aan dat medewerkers zich soms afvragen of werkgroepen, projecten en overlegmomenten altijd een meerwaarde zijn.
Een evenwicht tussen de kerntaken en nevenactiviteiten van verpleegkundigen
Om een evenwicht te bewaken tussen de kerntaken en nevenactiviteiten van de verpleegkundigen en leidinggevenden zijn richtlijnen uitgewerkt. Deze gebruikt men bij de start van een nieuwe werkgroep of project. Zo wordt ieder project voorgesteld aan de stuurgroep kwaliteit en geëvalueerd op de criteria haalbaar, tijdig, veilig, billijk, doelmatig en patiëntgestuurd. Dit alles leidt tot het stellen van weloverwogen prioriteiten voor de organisatie én de patiënt.
22
Jaarverslag 2011
2011 Jaarverslag
23
DE MANIER WAAROP HET ZIEKENHUIS ZIJN MISSIE EN VISIE IMPLEMENTEERT EN VERTAALT IN EEN VOOR IEDEREEN DUIDELIJKE STRATEGIE
Strategie en beleid
24
Jaarverslag 2011
2011 Jaarverslag
25
STRATEGIE EN BELEID
FUSIE ZIEKENHUIS MOL EN GEEL
Kwalitatieve gezondheidszorg dicht bij huis Op 1 januari 2013 is de fusie tussen de ziekenhuizen van Mol en Geel een feit. Beide instellingen hebben het voornemen om tegen 2020 één nieuw ziekenhuis, gevestigd op een nieuwe campus, uit te bouwen. De directie heeft maar één doel voor ogen: patiënten uit de Zuiderkempen de allerbeste zorgen dicht bij huis garanderen. Het afgelopen jaar is er opnieuw met veel overgave, onafgebroken maar weloverwogen, getimmerd aan het fusieziekenhuis. Heel wat werk gebeurde achter de schermen. Na enkele jaren van overleg en elkaar proberen te vinden, gaat de fusie effectief van start op 1 januari 2013. FUSIE IS EEN NOODZAAK Om te kunnen groeien – zowel qua grootte als op gebied van kwalitatieve dienstverlening – en om een dieper gaande subspecialisatie te realiseren, is de fusie noodzakelijk. Volgens het ‘Zorgstrategisch Plan’ zoekt immers 30% van de regionale patiënten noodgedwongen verzorging buiten de Kempen. Om die patiënten te kunnen aantrekken of houden is er bijkomende kennis en technologie nodig. Doelstelling is dus de uitstroom maximaal te verminderen en zoveel mogelijk patiënten in de eigen regio te verzorgen. En dat kunnen de ziekenhuizen niet alleen. Een fusie, met één team van ruim 1.500 man sterk, daarentegen wel.
26
Jaarverslag 2011
NAAR EEN EVENWICHTIG EN VERANTWOORD ZORGAANBOD IN DE KEMPEN Op dit ogenblik is er al heel wat samenwerking tussen diensten. Denken we ondermeer aan de uitbouw van de anatomo-pathologie en het gemeenschappelijk beleid rond medische beeldvorming en NMR. De ziekenhuizen bouwden in Geel een borstkliniek uit en in Mol een project rond bekkenbodempathologie. Samen openden ze begin 2012 een gloednieuwe Sp-dienst voor locomotorische aandoeningen. Dit is een dienst die uitgerust is voor patiënten die een intensieve revalidatie nodig hebben na een beroerte, ongeval of operatie.
Om door schaalvergroting alsmaar dieper gaande subspecialisatie en verfijnde zorg te kunnen aanbieden
2011 Jaarverslag
27
STRATEGIE EN BELEID
Hiernaast zijn er ook diverse externe samenwerkingsverbanden lopende. Zo heeft het management intense gesprekken met ZNA (vroegere OCMW-ziekenhuizen Antwerpen). Het doel daarvan is mogelijk acute bedden verwerven bij ZNA en samen met hen in de loop der jaren werken aan een relevante uitbreiding van het zorgaanbod. Voor de toekomst wordt gedacht aan nierdialyse, nefrologie, radiotherapie, palliatieve bedden en cardiologie. Met al deze projecten wil men de achterstand wegwerken waarmee de inwoners van de Zuiderkempen moesten leven. Voor tal van behandelingen moeten grote verplaatsingen gemaakt worden. Door de versnippering is de regio Zuiderkempen onderbedeeld. Daar wil men met de fusie een duidelijke kentering realiseren. De eerste verwezenlijkingen bewijzen dat dit zal lukken. Met de bouw van de nieuwe campus zal dit nog veel duidelijker worden. EÉN CAMPUS, VLOT BEREIKBAAR VANUIT BEIDE GEMEENTEN Op de eerste spadesteek voor de nieuwe ziekenhuiscampus is het voorlopig nog even wachten. Ondertussen zoekt men naar een geschikte locatie: een vlot bereikbare plaats, centraal gelegen tussen Mol en Geel in. Als die centrale plaatsing niet gerealiseerd kan worden, is een belangrijk patiëntenverlies voorspelbaar en zal de fusie minder succesvol zijn. Alles wordt dan ook in het werk gesteld om snel de nodige gronden te verwerven.
28
Jaarverslag 2011
AANDACHT VOOR ARTSEN EN PERSONEEL Uiteraard is het de patiënt die centraal staat in het fusiegebeuren. De zorg wordt beter. Maar ook de tewerkstelling vaart hier wel bij. Door de fusie kunnen de artsen grotere associaties vormen. Dit maakt veel meer subspecialisatie en onderlinge taakverdeling mogelijk. Daardoor wordt het fusieziekenhuis aantrekkelijker als werkgever voor hoog opgeleide artsen. Met de fusie kan men eveneens de tewerkstelling van het personeel garanderen en met nieuwe projecten extra jobs creëren. Met zijn 1.500 ziekenhuismedewerkers wordt het fusieziekenhuis immers één van de grootste werkgevers in de Kempen. Het realiseren van de fusie is dus voor niemand een bedreiging, wel een uitdaging, maar boven alles een unieke en geweldige opportuniteit voor de regio Zuiderkempen. Deze fusie zal de basis zijn voor verdere groei, een groter medisch team, meer verpleegkundigen, meer medewerkers. We werken dus aan een groots project.
Het fusieziekenhuis wordt één van de grootste werkgevers in de Kempen
2011 Jaarverslag
29
STRATEGIE EN BELEID
BEKKENBODEMKLINIEK
NIEUW FERTILITEITSLABORATORIUM
Inzetten op multidisciplinaire samenwerking
Unieke samenwerking tussen laboratorium en gynaecoloog
Sinds het huisartsensymposium in september 2010 is binnen het H. Hartziekenhuis Mol de bekkenbodemkliniek operationeel als nieuwe entiteit van patiëntgerichte, multidisciplinaire samenwerking: de eerste in het Kempische ziekenhuislandschap.
In het najaar van 2011 nam het H. Hartziekenhuis Mol een nieuw fertiliteitslaboratorium in gebruik. De recente en erg strenge wetgeving omtrent kunstmatige inseminatie was bepalend voor de uitbouw van een volledig nieuwe infrastructuur en organisatie.
Aan dit initiatief ging een ruime voorbereiding vooraf met frequent formeel en informeel overleg tussen de betrokken disciplines binnen het ziekenhuis (urologie, gynaecologie, abdominale heelkunde, gastro-enterologie, radiologie, fysiotherapie), maar ook met de huisartsen en de kinesisten van de regio. De multidisciplinaire aanpak heeft reeds in andere domeinen ruimschoots zijn nut bewezen zoals bijvoorbeeld in de oncologie en de geriatrie. Bekkenbodempathologie dekt echter ook vele ladingen. Rode draad blijft het taboe en het sociaal invaliderend karakter dat als een waas rond veel van deze aandoeningen hangt. Soms zijn zowel het probleem als de oplossing relatief eenvoudig, maar vaak betreft het complexe pathologie die een multidisciplinaire benadering vraagt, zowel tijdens de diagnostiek als tijdens de behandeling. Geschat wordt dat ongeveer één op negen vrouwen ooit een chirurgische ingreep aan de bekkenbodem dient te ondergaan en dat
30
Jaarverslag 2011
van deze groep 30% een bijkomende ingreep nodig heeft in het kader van een meer complex probleem. Patiënten worden nu door een netwerk van urologen, radiologen, gastro-enterologen, gynaecologen en chirurgen multidisciplinair gescreend, besproken op een maandelijkse staf en conservatief en/of heelkundig behandeld. Waar nodig gebeurt het bovendien meermaals dat de patiënt voor zijn behandeling van arts verandert in functie van zijn of haar meest optimale behandeling. Dit initiatief is een groeiproces. Het is nu tijd voor een tweede fase waarin men met de actieve steun van het fusiedirectiecomité Mol-Geel de patiëntenflow nog wil verbeteren, het aanbod van onderzoeken en behandelingen structureel verder wil uitbreiden, en dit in samenwerking met alle geïnteresseerde collega’s van het toekomstige fusieziekenhuis.
Al verschillende jaren voert men in het laboratorium van het ziekenhuis van Mol fertiliteitsonderzoeken uit op semenstalen, dit in het kader van de diagnostiek van vruchtbaarheidsproblemen. Het betreft ongeveer 120 nieuwe patiënten per jaar, een aantal dat overigens jaarlijks toeneemt. Dat het aantal consultaties in verband met fertiliteitsproblematiek stijgt, is een fenomeen dat in heel de westerse wereld wordt waargenomen en dat diverse oorzaken heeft.
Het aantal consultaties in verband met fertiliteitsproblematiek stijgt in heel de westerse wereld
WAT HOUDT HET ONDERZOEK IN? Concreet behelst een fertiliteitsbilan op een semenstaal een volumemeting, pH-meting, telling van het aantal spermatozoa, het nagaan van hun beweeglijkheid, een test op de aanwezigheid van antistoffen en morfologie. Het morfologisch uitzicht van spermatozoa is inderdaad van bijzonder belang en heeft een sterke correlatie met de slaagkansen bij kunstmatige inseminatie. Op basis van onder andere dit onderzoek van het semen kan de gynaecoloog aan het consulterende koppel voorstellen om over te gaan tot kunstmatige inseminaties. Daarbij wordt rond het moment van de eisprong van de vrouw door de gynaecoloog een zogenaamd gecapaciteerd semen van de man kunstmatig geïnsemineerd.
2011 Jaarverslag
31
STRATEGIE EN BELEID
Het capaciteren van sperma is een techniek waarbij, in kiemvrije en gecontroleerde omstandigheden, alle morfologisch normale en meest beweeglijke spermatozoa afgezonderd worden uit het spermastaal. Zo’n capacitatie wordt gestart binnen het uur na productie van het semenstaal door de man, en neemt een tweetal uur in beslag. Het gecapaciteerde staal wordt vervolgens door de gynaecoloog geïnsemineerd bij de vrouw. De organisatie van dit gebeuren, die een nauwe samenwerking vereist tussen laboratorium en gynaecoloog, heeft zich vertaald in de oprichting van een ‘Intermediaire Structuur voor Menselijk Lichaamsmateriaal’, een ietwat omslachtige benaming die wettelijk vastligt. De erkenning van deze structuur door de overheid gebeurt na grondige en geregelde inspectie door het FAGG (Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten). De Intermediaire Structuur Mol-Geel bekwam deze erkenning na inspectie in december 2010.
32
Jaarverslag 2011
SAMENWERKING MOL-GEEL In 2011 werden ongeveer 160 capacitaties verricht voor patiënten van het ziekenhuis van Mol. Vanaf maart 2012 komen daar nog de patiënten van het ziekenhuis van Geel bij, zodat jaarlijks een 300-tal capacitaties zullen worden uitgevoerd. De stalen van de ‘Molse’ patiënten worden in het ziekenhuis van Mol geïnsemineerd. De stalen voor Geel worden via een gecontroleerd transport (temperatuurmonitoring, strikte regels qua duur en omstandigheden) naar het ziekenhuis in Geel gebracht om daar door de gynaecologen te worden geïnsemineerd. De klinisch biologen en gynaecologen van Geel maken dan ook integraal deel uit van de Intermediaire Structuur.
Per jaar zullen er in het Molse fertiliteitslaboratorium een 300-tal capacitaties worden uitgevoerd
2011 Jaarverslag
33
DE MANIER WAAROP HET ZIEKENHUIS ZIJN MEDEWERKERS INZET, STIMULEERT EN WAARDEERT OM ZIJN STRATEGIE EN BELEIDSDOELSTELLINGEN TE REALISEREN
Management van medewerkers
34
Jaarverslag 2011
2011 Jaarverslag
35
MANAGEMENT VAN MEDEWERKERS
DE KRACHT VAN MENSEN
MEDEWERKERSTEVREDENHEID
EVOLUTIE PERSONEELSBESTAND
Metingen houden vinger aan de pols
Eind 2011 werkten 579 personeelsleden in het H. Hartziekenhuis Mol, zo’n 408,59 betaalde fulltime equivalenten. 2007
2008
2009
2010
2011
511
541
590
588
579
ALGEMENE CIJFERGEGEVENS 2011 Aantal medewerkers
579
Aantal betaalde fulltime equivalenten 408,59 Aantal mannen
71
12,26%
Aantal vrouwen
508
87,74%
Gemiddelde leeftijd
38
Voltijdse medewerkers
268
46,29%
Deeltijdse medewerkers
311
53,71%
Aantal bruggepensioneerden t.e.m. 2011 23
AANWERVINGSBELEID Aantal indiensttredingen: 33 Aantal uitdiensttredingen: 42
36
Jaarverslag 2011
Het afgelopen jaar werd gekozen voor een nieuwe werkwijze om te peilen naar de tevredenheid van de medewerkers. Zij zijn immers het visitekaartje van het ziekenhuis. De tevredenheid van de medewerkers heeft invloed op de tevredenheid en perceptie van de patiënten. Alle reden dus om kort op de bal te spelen. Wat maakt dat medewerkers er elke dag voor willen gaan? Via jaarlijkse functioneringsgesprekken en medewerkerstevredenheidsenquêtes brengt het ziekenhuis de motieven, behoeften en verwachtingen van de medewerkers in kaart. Zo kan men hier gepast op inspelen. Sinds enige tijd gebruiken de leidinggevenden een nieuwe bevraging. De vorige ziekenhuisbrede meting van Delta en Provikmo bracht immers enkele nadelen aan de oppervlakte op het gebied van verwerking, feedback en opvolging. Nu wordt de enquête per afdeling afgenomen. Er zijn zowel schriftelijke als elektronische vragenlijsten beschikbaar. De reeks stellingen opgenomen in de bevraging is aangevuld met open vragen. De verwerking van de resultaten gebeurt intern. Op deze manier is het kostenplaatje beperkt en kan er snel feedback gegeven worden aan de bevraagde afdeling.
Vorig jaar organiseerden de afdelingen cardiologie, geriatrie, daghospitaal, materniteit en de technische dienst een meting waarin ondermeer gepeild werd naar ervaringen over de taakverdeling op de dienst, werkprocedures en afspraken, samenwerking met de artsen en opleidingsmogelijkheden. De globale medewerkerstevredenheid op deze afdelingen blijft op een goed niveau, namelijk 7,6 op 10. De resultaten zijn via het online kwaliteitsmanagementsysteem onmiddellijk beschikbaar voor de dienstverantwoordelijke. Terugkoppeling en opvolging van de actiepunten blijven cruciale factoren.
Bottom-up communicatie voor de leidinggevenden
2011 Jaarverslag
37
MANAGEMENT VAN MEDEWERKERS
NUCLEAIRE GENEESKUNDE
H. Hartziekenhuis Mol scoort op internationale dosimetrie studie De dienst nucleaire geneeskunde van het H. Hartziekenhuis Mol nam deel aan een internationale studie voor het bepalen van stralingsdosis ter hoogte van de handen bij technologen nucleaire geneeskunde. Het onderzoek werd gevoerd door het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK) in samenwerking met het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC). De stralingsdosis werd gemeten tijdens het bereiden en toedienen van radiofarmaca. Erik Frans, verpleegkundige, werd gemonitored. Om deze dosis te kunnen meten, werden speciale handschoenen met dosimeters op elf verschillende plaatsen op elke hand gebruikt. Erik Frans had in het onderzoek de laagste dosis van alle deelnemers bij het bereiden van radiofarmaca. Bij de toediening ervan had hij de derde laagste dosis. Uit de studie blijkt dat de wijsvinger van de niet-dominante hand aan de binnenzijde de hoogste stralingsdosis krijgt. Op basis van deze resultaten wordt geadviseerd om de vingerdosimeter op deze plaats te dragen.
38
Jaarverslag 2011
Dr. Gysen benadrukt dat deze stralingsdosis laag is omwille van het continu monitoren van de dosis en het permanent bijsturen van de procedures voor het bereiden en toedienen van radiofarmaca. Het is de verdienste van Erik Frans die door zijn zeer goede kennis van radioprotectie de procedures geperfectioneerd heeft. Ook het SCK, FANC en Controlatom waarderen deze werkmethodes.
De wijsvinger van de niet-dominante hand aan de binnenzijde krijgt de hoogste stralingsdosis
2011 Jaarverslag
39
MANAGEMENT VAN MEDEWERKERS
GERIATRIE
INTERNE COMMUNICATIE
Geriatrie Academy Kempen kent veel bijval
Ideeënmanagement brengt op
In oktober 2011 organiseerde de G-Academy Kempen voor de derde keer op rij een opleiding rond de behoeften van de oudere zorgvrager. Deze vorming stond in het teken van wondzorg. Tal van verpleegkundigen, zorgkundigen en logistieke medewerkers van het H. Hartziekenhuis Mol hadden belangstelling voor dit thema. Daarnaast waren ook heel wat medewerkers van de woonzorgcentra aanwezig.
Het afgelopen jaar startte het H. Hartziekenhuis Mol met een ideeënbus. De centrale plaats waar men terecht kan met suggesties, plannen, voorstellen of ideeën over de werking van het ziekenhuis. Als het gaat om de werkzaamheden beter, sneller, goedkoper of aangenamer uit te voeren, zijn het immers de artsen en medewerkers zelf die dit het beste weten.
Ondertussen werkt het multidisciplinair team van de afdeling geriatrie al aan de volgende sessie die plaats vindt in het voorjaar van 2012. Centrale onderwerpen die theoretisch benaderd worden, zijn dan dementie, delirium en depressie bij ouderen. In de workshops lichten de ergotherapeuten het ‘Cognitive Disabilities Model’ toe en wordt een gepast antwoord gezocht op de vraag ‘hoe omgaan, communiceren met ouderen’.
Veel belangstelling voor het thema wondzorg
Personeelsleden en artsen op alle niveaus hebben relevante ideeën. De kennis en ervaring die op de werkvloer aanwezig zijn, kunnen zeer nuttig zijn. Het ideeënmanagement stimuleert de betrokkenheid en inspraak. Bovendien zijn slimme ideeën en bijzonder voor de hand liggende ideeën stuk voor stuk kansen. Ze kunnen de efficiëntie verhogen en mogelijk ook besparingen opleveren. In een eerste ronde werden twaalf ideeën in de virtuele bus gepost. Deze werden voorgesteld aan de stuurgroep kwaliteit. De leden evalueerden de voorstellen en hielden daarbij rekening met de criteria: meerwaarde voor de patiënt, meerwaarde voor het ziekenhuis en kostenbesparend. Zes ideeën kregen een projectleider die de analyse op zich nam en hiervan werden drie ideeën weerhouden voor uitwerking.
40
Jaarverslag 2011
De tweede ronde bracht dertien ideeën voort, waaronder een voorstel om door middel van aanduidingen meer structuur aan te brengen in de gangen. Door het materiaal op een verpleegafdeling consequent aan één kant van de gang te plaatsen, moeten medewerkers minder slalommen met zetel, bed of kar wat rug-onvriendelijk en tijdrovend is. Het is nu zaak om blijvend positieve aandacht te geven aan het ideeënmanagement en regelmatig de resultaten ervan te communiceren. Zo blijft de verbetermotor draaiende.
De kennis en ervaring van de werkvloer zijn zeer nuttig
2011 Jaarverslag
41
MANAGEMENT VAN MEDEWERKERS
MEDISCH TEAM
NIEUWE MEDISCHE RAAD
Eind 2011 zijn er meer dan 70 ziekenhuisgeneesheren verbonden aan het H. Hartziekenhuis Mol. Dr. Geuens, psychiater, Dr. Nowé, pneumologe en Dr. Van Elst, vaatchirurg, verlieten vorig jaar de organisatie. Twee nieuwe artsen, Dr. Vaes en Dr. van Lierde, kwamen in dienst.
Eind november 2011 vonden de verkiezingen van de nieuwe medische raad plaats.
Daarnaast werden heel wat geneesheren, die werkzaam zijn in een ander ziekenhuis, als ‘toegelaten’ beschouwd. Dit heeft alles te maken met de nauwe samenwerking met het A.Z. St.-Dimpna, de toekomstige fusiepartner.
BESTUUR: • Voorzitter: Dr. M. Van Ingelgom • Ondervoorzitter: Dr. F. Vaes • Secretaris: Dr. S. Van de Perre
VOORSTELLING NIEUWE ARTSEN In de loop van 2011 kwamen onderstaande artsen het ziekenhuis versterken: Dr. Alida Vaes, pneumologe Sinds 1 augustus werkt dr. Alida Vaes als pneumologe in het H. Hartziekenhuis Mol en het A.Z. St.-Dimpna Geel. Dr. Vaes is geboren in Brussel en studeerde geneeskunde aan de Katholieke Universiteit Leuven. Gedurende haar opleiding tot algemeen pneumoloog was ze werkzaam in verscheidene ziekenhuizen, waaronder Gasthuisberg in Leuven. Nadien volgde ze een bijkomende opleiding in ademhalingsgerelateerde slaappathologie. Dr. Vaes is ondertussen verhuisd naar de Kempen en versterkt de huidige teams pneumologen in beide ziekenhuizen. Naast de dienst pneumologie is ze ook actief op het multidisciplinaire slaaplabo.
42
Jaarverslag 2011
Dr. Bernard van Lierde, kinderarts Dr. Bernard van Lierde vervoegt sinds 1 september 2011 het kinderartsenteam van het H. Hartziekenhuis Mol. Hij volbracht zijn kandidaturen algemene geneeskunde in Namen en zijn doctoraten aan de Université Catholique de Louvain (UCL). Nadien volgde hij een tweejarige opleiding intensieve medicochirurgicale reanimatie, gastro-enterologie en oncologie aan het Centre Hospitalier Universitaire te Besançon (Frankrijk) en een tweejarige vorming algemene pediatrie en pediatrische neurologie aan de UCL. Eerder werkte Dr. van Lierde als ziekenhuispediater in Ronse. Zijn bijzondere interesses gaan, binnen de discipline pediatrie, uit naar neonatologie, pneumologie, allergologie en cardiologie.
De samenstelling van de medische raad ziet er als volgt uit:
ANDERE LEDEN: • Dr. T. Dieudonné • Dr. L. Cochet • Dr. R. Ceulemans • Dr. P. Baetslé • Dr. B. Dekeyser • Dr. C. Rabet In 2013 zal er een nieuwe medische raad voor het fusieziekenhuis samengesteld worden; deze zal bestaan uit elf leden.
2011 Jaarverslag
43
DE MANIER WAAROP MIDDELEN WORDEN AANGEWEND OM DE ACTIVITEITEN VAN HET ZIEKENHUIS EFFECTIEF EN EFFICIËNT UIT TE VOEREN
Management van middelen
44
Jaarverslag 2011
2011 Jaarverslag
45
MANAGEMENT VAN MIDDELEN
INFORMATICA
EFFICIËNT MIDDELENBEHEER
Grootschalige uitrol elektronisch patiëntendossier geslaagd
Forfaits heelkundige ingrepen onder de loep
Het H. Hartziekenhuis Mol is voor Agfa Healthcare een belangrijke partner in de verdere uitrol van het patiëntendossier Orbis in België. De afgelopen jaren heeft het ziekenhuis een ganse weg afgelegd die ertoe geleid heeft dat het patiëntendossier nu op zeer brede schaal wordt gebruikt. Het absolute merendeel van de artsen, verpleegkundigen en paramedici werkt nu dagdagelijks met Orbis. Ook binnen het operatiekwartier werkt men er al tot op zekere hoogte mee. Voorts heeft het ziekenhuis heel wat eigen accenten gelegd in het patiëntendossier. Zo zijn bijvoorbeeld de medische anamnese, het klinisch onderzoek, het paramedisch dossier sterk Mol-specifiek. Ook de koppelingen met de patiëntenadministratie, het labo, de apotheek, het RIS (radiologie informatiesyteem) zijn reeds meerdere jaren gerealiseerd. Heel wat Belgische ziekenhuizen bezochten in 2011 het H. Hartziekenhuis Mol om met eigen ogen de implementatie van Orbis te zien en de aanpak ervan te bespreken.
van. Het elektronisch aanvragen van medisch-technische onderzoeken, labotesten en medicatie zouden logische volgende stappen kunnen zijn in het verder informatiseren van de klinische workflows. Op deze manier kan men nog efficiënter gaan werken en kan de kwaliteit van de aanvragen/voorschriften zo mogelijk nog verbeteren.
Verder speelde het ziekenhuis in 2011 ook een actieve en constructieve rol in de “user groups”. Via deze werkgroepen tracht Agfa Healthcare, in overleg met de Belgische Orbis ziekenhuizen, de software verder af te stemmen op de noden van de gebruikers. De herwerkte verpleegkundige anamnese is hier een goed voorbeeld
Heel wat Belgische ziekenhuizen hebben het H. Hartziekenhuis Mol bezocht om met eigen ogen de implementatie en de aanpak van ORBIS te bespreken
46
Jaarverslag 2011
Ook de communicatie met het ‘eHealth platform’ van de overheid zou binnenkort kunnen worden gerealiseerd.
Materialen voor chirurgische ingrepen worden steeds duurder. De tussenkomst van de overheid daarentegen neemt af. Een efficiënte opvolging van de financiële balans van chirurgische ingrepen is daarom noodzakelijk zodat er een gezond evenwicht blijft bestaan tussen de kosten en de opbrengsten van een heelkundige ingreep. Verleden jaar nam het Molse ziekenhuis een database in gebruik die de kosten van een heelkundige ingreep in vergelijking brengt met de forfait die de overheid hiervoor ter beschikking stelt. Een optelsom maakt vlug duidelijk of de forfait de kosten van de ingreep al dan niet dekt. De kwaliteitscoördinator zet de gegevens om in grafieken en koppelt deze terug naar de chirurgen. Hierna moet een grondige evaluatie en bijsturing resulteren in een breakeven tussen onkosten en forfait.
Het is vlug duidelijk of de forfait de kosten van de ingreep al dan niet dekt
Het H. Hartziekenhuis Mol heeft de informatiseringssneltrein zeker niet gemist en is op ICT-vlak klaar voor de toekomst.
2011 Jaarverslag
47
MANAGEMENT VAN MIDDELEN
LABORATORIUMGENEESKUNDE
RADIOLOGIE
Interne bepaling van de eerste trimester screening tijdens zwangerschap
Cone beam CT: succesvolle introductie in de Kempen
De eerste trimester screening is een prenatale risicobepaling voor de volgende aneuploidieën*: het syndroom van Down (Trisomie 21), het syndroom van Edwards (Trisomie 18) en Trisomie 13.
Sinds mei 2011 beschikt de dienst radiologie over een CB CT (cone beam CT). Het betreft een tweede CTtoestel in de dienst, doch met specifieke kenmerken en dito indicaties. In feite is het een ‘niche scanner’ ontwikkeld vanuit de dentale radiologie en nu, voor het eerst in de Kempen, succesvol geïntroduceerd in het H. Hartziekenhuis Mol.
Naar aanleiding van de vernieuwde automaten voor chemie en hormonologie in 2010, werd het in 2011 mogelijk om de hormonale testen voor de eerste trimester screening tijdens zwangerschap in huis aan te bieden. Voordien werd deze aanvraag doorgestuurd naar een extern labo, met lange wachttijden voor de gynaecologen en de patiënten. De klinisch biologen konden toen niet garanderen dat het resultaat binnen de week beschikbaar was. Sinds de opstart in het eigen labo, is de turn around time sterk verminderd naar één à twee dagen antwoordtijd. De gynaecologen werken samen met de klinisch biologen om tot een eindresultaat voor de patiënt te komen. De berekening van het risico is gebaseerd op de echografie van de gynaecoloog gecombineerd met de hormonale bepalingen in het labo. De software Prisca combineert alle data van de echo en van het labo en voert hierop een statistische berekening uit.
Het resultaat is een kansberekening: bv. 1/2000 betekent dat op een groep van 2000 zwangere vrouwen er slechts één vrouw een aneuploidie heeft. Wanneer de groep verkleint, maakt de zwangere vrouw meer kans op een aneuploidie, bv. met een hoog risico van 1/50. De externe bepaling van de eerste trimester screening was vroeger een verliespost voor het ziekenhuis. Nu deze screening voor interne stalen en voor stalen uit Geel in het Molse laboratorium zelf bepaald wordt, is ook het kostenplaatje in 2011 sterk verbeterd.
Sinds de start in het eigen labo is de turn around time sterk verminderd naar één à twee dagen antwoordtijd
* aneuploidie: aneuploidie verwijst naar een verstoring in het normale aantal chromosomen van een organisme.
48
Jaarverslag 2011
Het toestel onderscheidt zich van de ruim bekende CTscanner door zijn hoge detailweergave (spatiale resolutie) en zijn geringe stralingsdosis: afhankelijk van de indicaties tot 30 – 40 x minder dan op een gewoon CT-toestel en soms zelfs amper het dubbele van klassieke röntgenopnamen, bijvoorbeeld bij sinusonderzoek. Technisch is het onderscheid gebaseerd op het gebruik van een röntgenbuis met continu draaiende buis met ‘cone’ beamdesign in plaats van de continu draaiende röntgenbuis met ‘fan’ beamdesign en met tafelbladverschuiving van de huidige generatie multidetector CT-scanners. Het enige nadeel van deze CB CT is de lage contrastresolutie waardoor zachtweefselige structuren in tegenstelling met de andere CT-scanners niet kunnen onderzocht worden. De patiënt moet ook zeer stil liggen. De detailkwaliteit is evenwel zonder concurrentie.
Uit het voorgaande blijkt dat met deze CT-scanner kinderen makkelijk onderzocht kunnen worden. Goede indicaties zijn: alle dentale indicaties inclusief orthodontische, endodentale en onderzoeken preimplantaatplaatsing, sinusonderzoeken, middenoor (met vooral beentjesketen), maxillofaciaal posttraumatisch inclusief de neus, pols, elleboog, enkel, voet (indien object kleiner dan 20 cm) en hand; eventueel selectief knie en gericht halswervels. Op jaarbasis (1ste jaar) heeft de dienst ruim 1.500 onderzoeken verricht zodat reeds enige ervaring is opgebouwd. Het toestel van de dienst radiologie heeft momenteel de beste resolutie en de laagste stralingsdosis van alle CB CT toestellen (merknaam: Newtom 5G van de firma QR Verona).
2011 Jaarverslag
49
MANAGEMENT VAN MIDDELEN
HARTZIEKTEN
LABORATORIUMGENEESKUNDE
Cardiologie gaat 3D en zelfs 4D
Opening prikcentrum Mol - Markt
Met de komst van het volgende echocardiografietoestel, de VIVID E9 van GE Healthcare, maakt de dienst cardiologie van het H. Hartziekenhuis Mol opnieuw een sprong voorwaarts in de zorg voor zijn patiënten.
Op 15 november 2011 opende het H. Hartziekenhuis Mol een prikcentrum op de Markt 43 in Mol. Het prikcentrum bevindt zich op de eerste verdieping van dit gebouw en bestaat uit een wachtzaal en twee afnamelokalen. Elke ambulante patiënt kan er zonder afspraak op weekdagen terecht van 8.15 tot 17.00 uur voor bloedafname of het afgeven van andere stalen (stoelgang, urine …), steeds op voorschrift van een huisarts of specialist. Buiten deze openingsuren kunnen stalen gedeponeerd worden in een brievenbus.
Echocardiografie werd 40 jaar geleden voor het eerst in de klinische praktijk toegepast. Eerst kwam de B mode, vervolgens de M Mode en daarna de 2D-echocardiografie. Samen met de verschillende dopplertechnieken vormt het de basis van ieder echo-onderzoek. Driedimensionale echocardiografie is een onderzoek waarmee een beeld van het hart wordt verkregen in drie dimensies: lengte, breedte en hoogte. Het voordeel van 3D-echocardiografie is dat door de grotere diepgang een nauwkeurige analyse van het hart op elk niveau kan worden gemaakt. Zo kan een meer nauwkeurig beeld verkregen worden van eventuele afwijkingen zoals aangeboren hartafwijkingen, klepafwijkingen en dergelijke.
50
Jaarverslag 2011
Bij 4D, ook wel real time 3D-echocardiografie genoemd, wordt een beeld van het hart verkregen in vier dimensies: lengte, breedte, hoogte en tijd. Het beeld draait rond zodat het kloppende hart van alle kanten te zien is. Real time beelden zorgen voor een meer accurate beoordeling van de hartfunctie. Het bepalen van de hartfunctie (vooral bij beschadigde harten) zal in de praktijk zelfs de meest gebruikte toepassing van deze techniek worden. Het nadeel van 3D- en 4D-echocardiografie is dat het onderzoek meer expertise vraagt en meer tijd neemt dan 2D-echocardiografie.
Het prikcentrum wordt bemand door een verpleegkundige. De stalen die worden afgenomen of in de brievenbus gedeponeerd, worden drie maal per dag naar het labo in het ziekenhuis getransporteerd zodat er een snelle TAT (turn around time) is. Dit is de tijd vanaf afname tot beschikbaarheid van het resultaat bij de arts. Eens de resultaten bekend en gevalideerd zijn, worden ze elektronisch of, indien gewenst, op papier naar de aanvragende arts verstuurd. De realisatie van dit prikcentrum is deels ingegeven door de nood aan uitbreiding van de service aan (huis)artsen en patiënten. Daarnaast wilde het laboratorium een derde poot uitbouwen aan de dienstverlening, naast de bloedafnames in het labo in het ziekenhuis en naast de service die men biedt voor ‘prik aan huis’ (verpleegkundige die de bloedafname thuis uitvoert bij de patiënt die slecht te been is).
De opening van het prikcentrum werd voorafgegaan door een uitgebreide kosten/baten analyse. Nu het prikcentrum enkele maanden open is, stellen de klinisch biologen vast dat de samenwerking erg vlot verloopt en de vooropgestelde doelstellingen ook worden behaald.
De stalen worden drie maal per dag naar het labo in het ziekenhuis getransporteerd zodat er een snelle turn around time is
2011 Jaarverslag
51
MANAGEMENT VAN MIDDELEN
APOTHEEK
Nieuwe bereidingsruimte voor betere kwaliteitsgarantie Het afgelopen jaar nam de apotheek een nieuwe ruimte voor de bereiding van steriele geneesmiddelen in gebruik. De investering zorgt voor een betere kwaliteitsgarantie van deze producten en is dus via deze weg heel belangrijk voor de patiënt. De nieuwe werkomgeving is opgesplitst in twee ruimten, namelijk een om steriele bereidingen en een andere om cytostatica aan te maken. De lokalen zijn speciaal ontworpen om contaminatie bij de bereiding te beperken of indien mogelijk uit te sluiten. Bij het maken van cytostatica is het daarenboven ook nodig om de bereider zelf te beschermen tegen toxische stoffen. De belangrijkste bronnen van contaminatie zijn het personeel zelf, de gebruikte producten en materialen (inclusief verpakkingsmaterialen), de gebouwen, de apparatuur en de lucht.
De lokalen zijn speciaal ontworpen om contaminatie bij de bereiding te beperken of indien mogelijk uit te sluiten
52
Jaarverslag 2011
Van al deze bronnen van contaminatie kan gesteld worden dat de grootste oorzaak van contaminatie in deze ruimte ‘de mens’ is. Daarom gaan de medewerkers van de apotheek in Mol de ruimte binnen via een sas. Ze dragen specifieke kleding zoals haarkapjes, schorten, overschoenen, mondmaskers en handschoenen om enerzijds de contaminatiegraad door de bereider te beperken maar ook om de bereider zelf te beschermen. Deze wegwerpbare kleding wordt elke dag gewisseld. Het materiaal nodig voor de bereiding wordt in een bak klaargelegd en via een doorgeefluik aangereikt naar de bereidingsruimte. De muren, het plafond, de vloer en meubilair van deze volledig nieuwe bereidingsruimte zijn ontworpen om de graad van vervuiling zo veel als mogelijk in te dijken. Daarenboven is er ook een speciale afzuiging van de lucht voorzien. Eerder kreeg de apotheek al een totaal nieuwe magistrale bereidingsruimte.
2011 Jaarverslag
53
MANAGEMENT VAN MIDDELEN
INFORMATICA EN TECHNISCHE DIENST
VOEDING EN HYGIËNE
Beheersbaarheid en flexibiliteit met Ultimo
Meting voedseldistributie levert nieuwe etenskarren op
Vorig jaar kochten fusiepartners H. Hartziekenhuis Mol en A.Z. St.-Dimpna Geel een beheerssoftware voor de technische dienst en de dienst informatica. ‘Ultimo Facility Management’ wordt samen geconfigureerd en uitgerold op beide campussen. Een herstelling aan een ziekenhuisbed, een defecte infuuspomp, een geblokkeerde pc of bestanden, printer-, internet- of e-mailproblemen. Deze en vele andere werkaanvragen lopen dagelijks binnen bij de technische dienst en de dienst informatica. Voor al deze kwesties zijn er daarenboven verschillende aanspreekpunten. De meldingen gebeuren op de gang, via de telefoon of het intranet. De inzet van een nieuw softwarepakket brengt aan deze praktijk een einde. Alle werkaanvragen zullen immers centraal via Ultimo gebeuren. Zo is er een aanzienlijke vermindering van het telefoon- en e-mailverkeer. Er spelen ook andere voordelen: een beter inzicht in de diverse vragen en de uitgevoerde verrichtingen en tastbare cijfers die veel zaken meetbaar maken. Door de registratie en borging van gegevens over activiteiten in Ultimo kan men bij audits en controles snel en adequaat informatie verstrekken. Kortom, Ultimo zal de service naar de diverse ziekenhuisafdelingen aanzienlijk verbeteren.
54
Jaarverslag 2011
Alle werkaanvragen zullen centraal via Ultimo gebeuren
Bij het verdelen van voeding in het ziekenhuis is het van kapitaal belang om de distributietijden zo kort mogelijk te houden. Dit om de voedselveiligheid te garanderen. In het H. Hartziekenhuis Mol ging de werkgroep HACCP (Hazard Analysis and Critical Control Points) vorig jaar dit proces meten, analyseren en waar nodig verbeteren. Hebben warme en koude maaltijden de juiste temperatuur wanneer deze geserveerd worden aan de gehospitaliseerde patiënten op een verpleegafdeling? Dat was het onderwerp van het onderzoeksproject ‘voedseldistributie’ dat in 2011 werd gevoerd. Zowel grote, als kleine afdelingen, met diverse patiëntenpopulaties namen deel. Verschillende etenskarren na het portioneren werden onderzocht en dit op alle mogelijke tijdstippen van de dag. In de registratie werd de temperatuur van de koude en warme maaltijden nauwgezet opgenomen. Maar ook de transporttijden werden genoteerd. Hiernaast observeerde men de organisatie van de dienst voeding en de afdelingen zelf. Tot slot werd het materiaal onder de loep genomen.
Eén van de belangrijkste gevolgen van de meting is dat de directie in 2012 een investering zal doen in nieuwe etenskarren: karren die de maaltijden op de juiste temperatuur zullen houden om de transporttijd te overbruggen, ook in verschillende omgevingstemperaturen. Uiteraard wordt nadien een controlemeting verricht om de progressie in kaart te brengen.
Eén van de belangrijkste gevolgen van de meting is dat de directie in 2012 een investering doet in nieuwe etenskarren
2011 Jaarverslag
55
DE MANIER WAAROP HET ZIEKENHUIS ZIJN PROCESSEN IDENTIFICEERT, ONTWERPT, BEHEERST EN WAAR NODIG VERBETERT OF VERNIEUWT, GERICHT OP DE WAARDETOEVOEGING VOOR ALLE BETROKKENEN
Management van processen
56
Jaarverslag 2011
2011 Jaarverslag
57
MANAGEMENT VAN PROCESSEN
OPERATIEKWARTIER
DIENST VOEDING
ERGOTHERAPIE
Veiligheidslijst vermijdt complicaties
Keuken ontvangt kwaliteitslabel Smiley
Zorg op maat met het Cognitive Disabilities Model
Het operatiekwartier werkt al geruime tijd met een veiligheidslijst. Deze maatregel kadert in een breder geheel om patiëntveiligheidsincidenten maximaal uit te sluiten.
Het H. Hartziekenhuis Mol behaalde in het voorjaar van 2011 het kwaliteitslabel ‘Smiley’ binnen de keuken van het ziekenhuis. Dit symbool – een lachend gezicht met een opgestoken duim – duidt op een vlekkeloze hygiëne en voedselveiligheid.
De veiligheidslijst is een checklist die bij elke ingreep wordt gehanteerd en dit tijdens de verschillende fases van de operatie. Zowel bij het binnenkomen van de patiënt, als op het moment van de incisie en bij transfer van de patiënt naar de recovery zal elke OK-medewerker en arts zijn vooraf bepaalde taken uitvoeren en controlepunten afvinken. Op deze manier kunnen verwikkelingen vóór, tijdens en na de operatie vermeden worden. Er loopt een continue evaluatie zodat afspraken verder verfijnd kunnen worden. De veiligheidslijst is ook geïntegreerd in ORBIS, het elektronisch patiëntendossier van het H. Hartziekenhuis Mol.
De checklist wordt bij elke ingreep en tijdens de verschillende fases van de operatie gebruikt
58
Jaarverslag 2011
Het bevestigt dat de strikte Europese hygiënewetgeving wordt gerespecteerd van de keuken tot bij de consument (patiënt). De Smiley is een teken van vertrouwen voor de consument. De restauranthouder kan zijn klanten zo garanderen dat de voedselveiligheid optimaal is. Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) geeft de Smiley niet zomaar cadeau. De zaak of keuken moet daarvoor voldoen aan een heel aantal vereisten. Zo moet men een degelijk systeem invoeren om de veiligheid van de voedselketen te garanderen: het autocontrolesysteem. Daarnaast moet men beschikken over een uitgewerkt HACCP-plan (Hazard Analysis and Critical Control Points), aangevuld met welbepaalde werkinstructies en een degelijke infrastructuur en materiaal. Het keuringscertificaat van de overheid is drie jaar geldig.
Ergotherapeuten en zorgverleners werken regelmatig met patiënten die in hun dagelijks bezig zijn beperkt worden door cognitieve problemen. Dat is niet altijd makkelijk. Een eenvoudig en praktisch kader dat houvast en inspiratie biedt, is gevonden in het Cognitive Disabilities Model (CDM). Het CDM is een heel praktijkgericht model dat zorgverleners en therapeuten toelaat op een relatief eenvoudige manier de aard en de ernst van de cognitieve problemen van hun patiënten in te schatten, hun gedrag beter te begrijpen en van daaruit gepaste zorg- en therapieprogramma’s te ontwikkelen. Tot voor enkele maanden trachtte men in het H. Hartziekenhuis Mol zicht te krijgen op de cognitieve stoornissen van de patiënten aan de hand van een zogenaamde ‘MMSE’. Dit mini-mental state examination is een screeningsinstrument waarmee een globale indruk van het cognitief functioneren kan worden verkregen aan de hand van een aantal vragen. De ergotherapeuten merkten echter in de praktijk dat de score van de MMSE niets zegt over het dagelijks functioneren van de patiënt. Het nieuwe Cognitive Disabilities Model brengt dit dagelijks handelen wel in kaart. Na een kennismaking wordt dit kader nu geïntroduceerd op verschillende afdelingen binnen het ziekenhuis. Het Cognitive Disabilities Model reikt een manier aan om ook eens op een andere, een meer ‘globale’ manier te kijken naar cognitieve problematiek. Daarbij wordt het accent ook minder gelegd op de cognitieve stoornissen op zich, maar meer op de concrete gevolgen ervan in het dagelijks functioneren. Het geeft op een relatief eenvoudige
wijze de aard en de ernst van cognitieve problemen weer, en laat toe om het gedrag van patiënten beter leren te begrijpen en gepaste zorg- en therapieprogramma’s te ontwikkelen. Het Cognitive Disabilities Model onderscheidt zes niveaus van cognitief functioneren. De zes niveaus worden bepaald door allerhande testen en observaties van de ergotherapeuten. Hoewel het Cognitive Disabilities Model ontwikkeld werd door ergotherapeuten, is men in Mol van mening dat dit model ook erg waardevol kan zijn om in multidisciplinair verband te gebruiken. De noodzakelijke basiskennis om het model te kunnen toepassen is al bij al relatief eenvoudig, waardoor het wellicht toch doenbaar is om een volledig behandel- of zorgteam ermee vertrouwd te maken. Op die manier kan het model ook een stap vooruit betekenen in de richting van een eenduidige, kwaliteitsvolle zorgverlening op maat van elke patiënt.
2011 Jaarverslag
59
MANAGEMENT VAN PROCESSEN
LABORATORIUM
Audit proces bloedafname Het H. Hartziekenhuis Mol heeft een externe doorlichting laten uitvoeren van de preanalytische fase voor laboratoriumtesten. Deze ‘audit’ gebeurde door de firma BD Diagnostics, die zo’n doorlichting al in meerdere Europese ziekenhuizen heeft verricht. Voor België was het een primeur. Het gehele traject van de bloedafname werd gecontroleerd. Op basis van de bevindingen werd een rapport van 40 pagina’s opgesteld, dat als basis kan dienen voor verdere optimalisering van het bloedafnamegebeuren en de laboratoriumwerking. Tijdens de preanalytische fase – dit is alles wat gebeurt vóór het staal in een labotoestel wordt geplaatst voor de feitelijke analyse - kunnen diverse fouten optreden. Het is zelfs zo dat de meeste dingen die mislopen (62%) in deze fase vallen. Manuele handelingen gaan inderdaad gepaard met grotere kans op fouten dan volledig geautomatiseerde processen. Onachtzaamheden kunnen bijvoorbeeld tot staalverwisseling leiden, met mogelijk dramatische weerslag op diagnostische en therapeutische beslissingen. Ook de fase nog vóór de bloedafname is belangrijk, bijvoorbeeld de wijze van stockering van het materiaal. Daarom voerde BD op 4 en 5 mei 2011 een exacte observatie van alle preanalytische processen uit, zonder eigen interpretatie of verstoring van dit proces. Er werd tijdens de audit bijvoorbeeld niet gesproken met de ‘geaudite’, enkel geobserveerd.
60
Jaarverslag 2011
EXACTE OBSERVATIE EN RAPPORT Een clinical consultant, een product manager en twee account managers deden de afdelingen spoed, inwendige ziekten, geriatrie en het laboratorium aan. Ze observeerden hoe en in welke omstandigheden het bloedafnamemateriaal opgeslagen werd. Ze volgden het traject van 42 bloedafnames door tien verschillende personen. Elke bloedname werd geëvalueerd op volgende criteria: identificatie patiënt, labelling buizen, houding patiënt, ontsmetting punctieplaats, locatie en tijd van de stuwband, volgorde en mengen van de buizen, veiligheid en transport. In het labo werd het staal verder gevolgd tot en met het centrifugeren. De observaties werden gebundeld in een omvattend rapport dat werd voorgesteld op de stuurgroep kwaliteit, op de hoofdverpleegkundigenvergadering en in het laboratorium. Op basis van de bevindingen in dit rapport zullen in het voorjaar 2012 een aantal opleidingen worden ingepland voor alle ziekenhuismedewerkers die in de preanalytische fase betrokken zijn. 2011 Jaarverslag
61
MANAGEMENT VAN PROCESSEN
GERIATRIE
Samen met Center for Gastrology ondervoeding aanpakken
INTENSIEVE ZORGEN AFDELING
Preventie van ventilator geassocieerde pneumonie (VAP) Volgens de rapporten van de overheid blijft de VAP-incidentie vrij hoog in België, ondanks een constante daling sinds 2001. De VAP-incidentie bedraagt namelijk 14.3 per 1.000 ventilatiedagen voor patiënten die langer dan twee dagen op de dienst Intensieve Zorgen verbleven. De zorgbundel ‘preventie van ventilator geassocieerde pneumonie’ van de FOD wil dit cijfer reduceren door de implementatie van specifieke richtlijnen. Doelpopulatie zijn geventileerde patiënten die zijn opgenomen op de dienst Intensieve Zorgen. Het H. Hartziekenhuis Mol besliste in 2011 om deel te nemen aan deze VAP-registratie. Hiervoor moet voor alle patiënten met invasieve ventilatie de VAP-bundel gevolgd worden van BAPCOC (Belgian Antibiotic Policy Coordination Comitee).
Heel het team van de Intensieve Zorgen Afdeling participeert aan dit project
De huidige manier van werken op IZA benadert reeds zeer sterk deze bundel van richtlijnen. Zo moet een hele reeks items opgevolgd en in het medisch dossier geregistreerd worden zoals het dagelijks definiëren van het sedatiedoel aan de hand van de ‘Sedation and agitation’ (SAS) score, de mondzorg, positie van de patiënt in 30° hoogstand en de cuffdrukcontrole. Heel het team van IZA participeert aan dit project. De registratie van de gegevens rond ventilatie geeft het team driemaandelijks een beeld van de toestand. Dit gebeurt aan de hand van affiches die men via de registratie van de overheid automatisch kan extraheren uit het programma. Eind 2012 zal een bijeenkomst georganiseerd worden waarbij de deelnemende ziekenhuizen hun ervaringen en resultaten onderling kunnen uitwisselen.
62
Jaarverslag 2011
Als eerste ziekenhuis in België sloot het H. Hartziekenhuis Mol een overeenkomst met het Center for Gastrology. Samen willen ze ondervoeding bij ouderen onder de aandacht brengen en probleemoplossende middelen aanreiken en implementeren. “Dit initiatief sluit naadloos aan bij het klinisch pad ondervoeding van de dienst geriatrie dat we vorig jaar introduceerden,” onderstreept Veerle Corremans, gerontoloog en diensthoofd verpleging. Het klinisch pad ondervoeding betekent concreet dat iedere patiënt ouder dan 75 jaar en elke patiënt die opgenomen is op de dienst geriatrie systematisch gescreend wordt op ondervoeding. Als een patiënt ondervoed is of een risico loopt, komt een multidisciplinair team in actie. Artsen, verpleegkundigen, zorgkundigen, logistieke medewerkers, diëtisten en de dienst voeding geven dan op een gecontroleerde manier de meest adequate voedingsbehandeling op maat van de patiënt. “Sinds de start van het klinisch pad zijn we erg intensief bezig met voeding en dit is zeker een meerwaarde voor de patiënt,” bevestigt Annick Bienstman, hoofdverpleegkundige geriatrie. “Het vraagt ongetwijfeld een extra inspanning van het personeel op de afdeling. Zo moet elke patiënt bij opname gemeten en gewogen worden. We controleren elke week het gewicht van de patiënt en we vragen van iedere medewerker op onze
afdeling om de voeding, het eetgedrag en het dieet bij elke patiënt aandachtig op te volgen en te evalueren.” Ook de zogenaamde ‘risicopatiënten’ krijgen in het Molse ziekenhuis een specifieke benadering. “De diëtisten gaan sinds de invoering van het klinisch pad langs bij deze patiënten om na te gaan waarom ze minder goed eten,” vertelt diëtiste Gitte Verhoeven. “Wat kunnen we doen om ze beter te laten eten? Wat vinden ze lekker? Waar hebben ze zin in? Willen deze patiënten graag een extra tussendoortje? Of moeten we de maaltijden spreiden? We gaan dus echt op hun maat werken. Regelmatig serveren we maaltijden die niet op het vast menu staan, maar waar de patiënt trek in heeft. Dit gaat van een gebakken omelet als ontbijt tot gebakken pensen als avondmaal. Of een extra ijsje of rijstpapje gemaakt met volle melk en room.” In samenwerking met het Center for Gastrology werd het afgelopen jaar het project ‘New Deal’ ingezet. Hiermee gaat er bijzondere aandacht uit naar de rol van de koks en de samenwerking met de diëtisten. De ‘New Deal’ vormt de basis van een nieuw voedingsbeleid in de zorgsector waarbij koks en diëtisten samenwerken aan de uitbouw van de derde poot in de zorg naast de medische en verpleegkundige: de voeding. Andy Claes, plaatsvervangend diensthoofd van de keuken vat het als volgt samen: “De harmonie tussen lekker, gezond en veilig eten, met de nadruk op smaak.” Ook deze nieuwe overlegstructuur tussen koks en diëtisten maakt nu deel uit van het vernieuwde projectplan. “We hopen in de toekomst de resultaten van het klinisch pad ondervoeding door te kunnen geven aan de woon- en zorgcentra,” vult Annick Bienstman nog aan. “Zo kan het advies vanuit het ziekenhuis ook daar opgevolgd worden. Het zal de samenwerking alleen maar ten goede komen.”
2011 Jaarverslag
63
DE MANIER WAAROP HET ZIEKENHUIS WERKT AAN DE ELEMENTEN DIE ZORGEN VOOR PATIËNTENTEVREDENHEID
Patiënten
64
Jaarverslag 2011
2011 Jaarverslag
65
PATIËNTEN
DAG TEGEN KANKER
RADIOLOGIE
Omdat niemand kanker verdient
Revisie MDCT onderzoekprotocols
Op donderdag 15 september 2011 vond de twaalfde editie plaats van de Dag tegen Kanker. Met een actie in de hal van het H. Hartziekenhuis Mol vroeg men alle toevallige passanten om het gele lintje te dragen: symbool van verbondenheid met kankerpatiënten. De kankerpatiënten zelf werden verwend met een hapje en een drankje, een gelaatsverzorging of een hand- en voetmassage.
In het spoor van de onstuitbare snelle evolutie van de elektronica en daarbij horende computerindustrie, heeft ook de CT (computer tomografie) techniek een zeer snelle evolutie doorgemaakt gedurende de laatste decennia.
Het H. Hartziekenhuis Mol vraagt op deze Dag tegen Kanker uitdrukkelijk aandacht voor mensen met kanker. Maar hiernaast organiseert het internistisch daghospitaal het hele jaar door activiteiten en informatiesessies voor mensen met kanker en hun omgeving. Vermoeidheid bij kanker, financiële tegemoetkomingen, stomazorg, look good feel better, kanker en bewegen: ook in 2011 werd een volledig programma voor deze patiënten uitgewerkt.
De CT-scanner is geëvolueerd van een relatief trage toepassing die dikke dwarse sneden maakte doorheen het lichaam van de patiënt, tot een toepassing die, op slechts enkele seconden tijd, submillimetrische sneden kan genereren doorheen het menselijke lichaam, én dit in eender welke gekozen richting. Deze spectaculaire vooruitgang, zowel qua temporele resolutie (scansnelheid) als qua spatiale of ruimtelijke resolutie heeft geleid tot heel wat nieuwe toepassingen en indicaties voor CT: bijvoorbeeld cardiale beeldvorming en CT-angiografie, virtuele colonoscopie, CT-urografie, CT-enteroclysis en 3D-beeldvorming...
Het ziekenhuis vraagt op deze Dag tegen Kanker uitdrukkelijk aandacht voor mensen met kanker
Een accurate CT-diagnose is grotendeels afhankelijk van een optimaal uitgevoerd onderzoek, zowel qua beeldkwaliteit als qua timing van contrastaankleuring. Om een antwoord te kunnen geven op elk klinisch probleem dienen er verschillende scanprotocols gemaakt te worden,
66
Jaarverslag 2011
waarbij zowel de scanparameters als de timing van contrastaankleuring moeten geoptimaliseerd worden en afgesteld zijn op de klinische vraag. Verschillende vooraf geprogrammeerde scanprotocols maken een vlotte dagdagelijkse workflow op CT mogelijk. Afgestemd op de klinische vraagstelling kunnen de verpleegkundige en de radioloog een protocol kiezen, zodat er een kwalitatief optimaal onderzoek kan afgeleverd worden om een antwoord te geven op de klinische vraagstelling van de verwijzer. Zo een protocolboom is geen statisch gegeven, maar dient continu aangepast te worden conform nieuwe inzichten en evoluties. HET ALARA-PRINCIPE De grote keerzijde van de medaille van deze evolutie is de grotere stralingsdosis die de patiënt zou kunnen krijgen bij elk onderzoek. De grotere snelheid heeft het mogelijk gemaakt om grotere delen van het lichaam te onderzoeken/scannen in verschillende fasen van contrasttoediening. Het is de taak van de radioloog om erop toe te zien dat de stralingsdosis die de patiënt krijgt niet meer is dan nodig om een antwoord te kunnen geven op de klinische vraagstelling: het ALARA-principe (‘as low as reasonable achievable’). Het onderzoek moet daarbij beperkt worden tot het aantal fasen nodig voor het oplossen van het huidige klinische probleem, evenals beperkt tot die regio van het lichaam waar het probleem zich voordoet.
klinische vraag. Met andere woorden een radioloog is geen fotograaf, er moet niet gestreefd worden naar het creëren van mooie beelden, maar naar die beeldkwaliteit die voldoet voor het oplossen van het klinische probleem. Speciale lage dosisprotocols werden vervaardigd voor kwetsbare patiënten zoals bijvoorbeeld kinderen en zwangeren. CONTINU AANPASSEN VAN PROTOCOLS Gedurende 2011 heeft de dienst radiologie een volledige revisie gedaan van de bestaande scanprotocols, zowel met het oog op verbeteren van de beeldkwaliteit, als op het optimaliseren van de toegediende stralingsdosis (niet meer dan nodig – ALARA). Op dit moment zijn alle CT-protocols volledig ‘up-to-date’ en conform de recente richtlijnen in de radiologische literatuur. Verdere ‘finetuning’ van de protocols, het creëren van nieuwe protocols en het voortdurend streven naar een lagere stralingsdosis is een continu dagdagelijks werk.
De dienst radiologie heeft een volledige revisie gedaan van de scanprotocols, zowel met het oog op het verbeteren van de beeldkwaliteit, als op het optimaliseren van de toegediende stralingsdosis
Daarnaast dienen ook de scanparameters zodanig ingesteld te worden dat de geleverde stralendosis – samenhangend met de beeldkwaliteit – voldoet aan de
2011 Jaarverslag
67
PATIËNTEN
DERMATOLOGIE
PATIËNTENTEVREDENHEID
Samenwerking ten voordele van de patiënt
Pijn accuraat behandelen op spoed
De dienst dermatologie van het H. Hartziekenhuis Mol profileert zich met een degelijke, kwalitatieve behandeling en verzorging. Een goede samenwerking met huisartsen, universitaire ziekenhuizen en andere gezondheidsinstellingen speelt daarbij een belangrijke rol.
Sinds geruime tijd voert het H. Hartziekenhuis Mol een patiëntentevredenheidsonderzoek uit. Het doel van dit onderzoek is om de leidinggevenden te informeren over de waardering die patiënten hebben voor de verleende zorg van het ziekenhuis. Vorig jaar gebeurde een uitgebreide meting op de spoedgevallendienst. Diverse pijnprotocols werden als resultaat hiervan optimaal uitgewerkt.
Zo functioneert de dienst, op vraag van de afdeling dermatologie van de KU Leuven, als opleidingsplaats voor assistenten dermatologie. Ondertussen is de derde assistente in Mol in opleiding. Hiernaast is er een nauwe samenwerking met de dienst dermatologie van fusiepartner Geel en worden de weekenddiensten onderling georganiseerd. Ondertussen verscheen ook de nieuwe oplage van ‘Dermatologie’, het meest verkochte boek over huidziekten in de Duitse taal. Al van bij de start is Dr. Boonen co-auteur.
68
Jaarverslag 2011
Sinds meerdere jaren wordt in Mol, als één van de eerste klinieken in België, photodynamische therapie toegepast voor de behandeling van bepaalde huidtumoren en hun voorstadia. Hierdoor kan in meerdere gevallen een operatief ingrijpen met al zijn consequenties vermeden worden.
Het H. Hartziekenhuis Mol functioneert als opleidingsplaats voor assistenten dermatologie
In de loop van 2011 kregen de patiënten op de Molse spoedgevallendienst de mogelijkheid om een patiëntentevredenheidsenquête in te vullen. Zo konden ze hun mening kwijt over het onthaal, de vriendelijkheid, wachttijden, bereikbaarheid van artsen en verpleegkundigen, informatie en pijnmedicatie. De spoedgevallendienst kreeg een score voor algehele tevredenheid van negen op tien. Bij een eerdere meting was dit nog acht. Een opmerkelijk verbeterpunt bleek te liggen in de pijnervaring van de patiënt. Voor patiënten en hun familie is een opname op de spoedgevallendienst een stressvolle situatie. Aangezien pijn stress en ongemakken met zich meebrengt, is het belangrijk de pijn accuraat te behandelen. Daarom werden er verschillende pijnprotocols samengesteld.
Het pijnprotocol zorgt ervoor dat verpleegkundigen en artsen voortaan met behulp van een gestandaardiseerd schema, eenduidig en eenvoudig de pijn van een patiënt kunnen bevragen. Dit gebeurt door middel van een simpele vraag en het gebruik van pijnschalen die de pijnscore zo juist mogelijk inschat. Rekening houdend met deze score bepaalt de verpleegkundige in overleg met de arts welke pijnmedicatie er gegeven mag worden. De uiteindelijke pijnprotocols zijn ongetwijfeld een aanwinst voor het H. Hartziekenhuis Mol, maar in de eerste plaats voor de patiënt zelf.
Patiëntentevredenheid is een cruciaal aspect van de kwaliteit van de zorg
2011 Jaarverslag
69
PATIËNTEN
VEILIGHEIDSCULTUUR
Bron voor de uitbouw van patiëntveiligheid In welke mate is er in het H. Hartziekenhuis Mol een cultuur die aanvaardt dat instelling en verstrekkers fouten kunnen maken? Heerst er een cultuur van openheid en transparantie die het voor de organisatie en de individuen mogelijk maakt uit die fouten te leren om de herhaling ervan in de toekomst te voorkomen? Dat werd het afgelopen jaar in het Molse ziekenhuis gemeten. Resultaten en concrete actiepunten moeten leiden tot een open veiligheidscultuur die geïntegreerd is in de dagelijkse ziekenhuiswerking. Vorig jaar kregen alle zorgverstrekkers en artsen een online vragenlijst over de veiligheidscultuur in het ziekenhuis. Er werd ondermeer nagegaan hoe zij denken over de feedback en communicatie over fouten, de bestaffing op de afdeling, de samenwerking tussen verschillende diensten, de informatie-overdracht bij transfer van patiënten of de uitwerking van procedures om fouten te vermijden. 448 antwoorden liepen binnen. De kwaliteitscoördinator zag een aantal knipperlichten. Deze issues werden op 29 november 2011 uitgediept tijdens een opleidingsdag voor de hoofdverpleegkundigen.
70
Jaarverslag 2011
Na een theoretische benadering en een stellingenspel beslisten de dienstverantwoordelijken om in de toekomst sterker in te zetten op: de samenwerking met de spoedgevallendienst, het proces rond de transfer van de patiënt, de informatie-overdracht op de verpleegafdelingen en een evenwichtig systeem voor de bestaffing. Zo leveren zij, in samenwerking met artsen en ziekenhuismedewerkers, een bijdrage aan kwaliteitsvolle en patiëntveilige zorg.
448 zorgverstrekkers en artsen deelden hun mening over de veiligheidscultuur in het ziekenhuis
2011 Jaarverslag
71
DE MANIER WAAROP HET ZIEKENHUIS IN ZIJN BEDRIJFSVOERING REKENING HOUDT MET DE BEHOEFTEN EN VERWACHTINGEN VAN DE OMGEVING
Maatschappij
72
Jaarverslag 2011
2011 Jaarverslag
73
MAATSCHAPPIJ
BEVOLKINGSONDERZOEK NAAR BORSTKANKER
BORSTKANKERSCREENING
Tentoonstelling ‘Laat naar je borsten kijken’ is een succes
Interventiestudie LOGO geeft opmerkelijke resultaten
Het bevolkingsonderzoek naar borstkanker is een programma van de Vlaamse overheid dat vrouwen van 50 tot en met 69 jaar aanspoort elke twee jaar een screeningsmammografie te laten nemen. Het doel is borstkanker in een vroeg stadium op te sporen zodat meer vrouwen de ziekte overleven. Vroege opsporing en optimale behandeling vergroten de kans op genezing.
Het bevolkingsonderzoek naar borstkanker in Vlaanderen loopt reeds meer dan tien jaar. De Vlaamse gezondheidsdoelstelling houdt in dat tegen 2012 de participatiegraad aan dit Vlaams programma voor borstkankeropsporing minstens 75% zou moeten bedragen. Maar die participatiegraad wordt momenteel lang niet gehaald.
Van 17 tot 31 mei 2011 liep in de inkomhal van het H. Hartziekenhuis Mol de tentoonstelling ‘Laat naar je borsten kijken’. Aan de hand van verschillende modules, opgebouwd met foto’s van Lieve Blancquaert, interactieve elementen en multimedia kreeg de bezoeker informatie over borstkanker en de mogelijkheid om de ziekte vroegtijdig te detecteren. Verenigingen en groepen konden een geleide rondleiding aanvragen. Ook een bezoek aan de mammografiezaal op de dienst radiologie was voorzien. Nathalie Van den Eynde, mammografieverpleegkundige in het Molse ziekenhuis, voert dagelijks bij tal van vrouwen een screeningsmammografie uit. “We kunnen het belang van preventie niet genoeg benadrukken,” onderstreept ze.
Het LOGO Kempen (Lokaal Gezondheidsoverleg) organiseerde dan ook een pilootproject met als doel de totale participatiegraad van vrouwen voor borstkankerscreening te verhogen in de regio Zuiderkempen tijdens 2009-2010. Indien er een stijging zou zijn van 2.5% zou er een bonus uitgereikt worden aan de deelnemende huisartsen en gynaecologen van de regio. Helaas werd deze stijging niet verwezenlijkt, er waren namelijk slechts 1.8% meer screenings.
74
Jaarverslag 2011
We kunnen het belang van preventie niet genoeg benadrukken
Interessant gegeven is dat de interventiestudie specifiek de gemeente Mol vermeldt die, ondanks zijn reeds zeer hoge participatiegraad tijdens de controleperiode, tijdens de interventieperiode nog eens met 4% steeg. Niet enkel Mol, maar ook de gemeenten er rond, namelijk Balen, Meerhout en Dessel, scoren hoog gedurende beide periodes. Men spreekt dan ook van een ‘geografische cluster’ van gemeenten met een hoge participatiegraad. Een feit waar de gynaecologen van het H. Hartziekenhuis Mol en de huisartsen van de regio ongetwijfeld positief aan hebben bijgedragen.
De zeer hoge participatiegraad van de gemeente Mol is nog met 4% gestegen
2011 Jaarverslag
75
MAATSCHAPPIJ
PREVENTIE
INTENSIEVE ZORGEN AFDELING
Oefening nucleair noodplan is leerrijk
GIFT: vroege detectie van potentiële orgaandonoren
Op 15 december 2011 nam het H. Hartziekenhuis Mol deel aan een federale oefening van het nucleair noodplan. Tijdens de oefening werd een nucleair ongeval gesimuleerd. Volgens het scenario was er radioactieve straling vrijgekomen bij het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK-CEN).
In België zijn er nog te weinig donoren. De onderregistratie van potentiële donoren in de ziekenhuizen is een ander knelpunt. Niet alle mogelijke orgaandonoren worden gemeld, waardoor er bruikbare organen verloren gaan. Het gaat vooral om patiënten die hersendood zijn. Daarom startte de overheid enige tijd geleden met GIFT, een project om betrouwbare informatie over orgaandonatie op de afdelingen Intensieve Zorgen van de ziekenhuizen te verzamelen.
Omwonenden kregen via het provinciaal crisisinformatienetwerk (CIN) de oproep om binnen te blijven en ramen en deuren te sluiten. Er werden een aantal slachtoffers in paniek opgevangen op de spoedgevallendienst en gedecontamineerd. Ook binnen het ziekenhuis werd de opdracht gegeven ramen en deuren te sluiten en werden jodiumtabletten verdeeld. “Ondertussen kreeg het rampscenario een nieuwe wending door een brand bij het naburige nucleaire afvalverwerkingsbedrijf Belgoprocess in Dessel,” vertelt preventieadviseur Veerle van Tetering. “Bij die brand werd een werknemer gewond en besmet door de radioactieve straling van het SCK. Dit ernstig gekwetst slachtoffer werd door de PIT naar de spoedgevallendienst overgebracht voor verzorging en decontaminatie. De ernst van de letsels maakten het noodzakelijk het slachtoffer gecontamineerd over te brengen naar het operatiekwartier. Na de operatie werd het slachtoffer ter plaatse gedecontamineerd.”
76
Jaarverslag 2011
Door simulatie van deze ernstige noodsituatie konden heel wat noodprocedures getest worden. Ook de samenwerking met de hulpdiensten en crisiscellen op het terrein was zeer leerrijk. De oefening wordt in het voorjaar 2012 vanuit het crisiscentrum van de federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken geëvalueerd en waar nodig zullen de procedures aangepast worden.
Heel wat noodprocedures werden getest
Het H. Hartziekenhuis Mol stemde vorig jaar in met het GIFT-project, ook al heeft de instelling geen eigen transplantatieafdeling. In 2011 registreerde men op de Intensieve Zorgen Afdeling 30 overleden patiënten, waarvan twee donor waren. Door middel van deze registratie en analyse van gegevens op IZA kan de overheid nagaan of er geen donoren gemist worden.
De overheid checkt via de registratie op IZA of er geen donoren gemist worden
In 2012 organiseert de overheid een bevraging om te peilen hoe het Molse team van IZA staat tegenover donormanagement. Hiernaast zal er ook een gepaste opleiding voor artsen en verpleegkundigen voorzien worden.
2011 Jaarverslag
77
MAATSCHAPPIJ
SAMEN VOOR ELKAAR!
Artsen scharen zich achter project Kara Kara Begin 21ste eeuw is gezondheidszorg praktisch onbestaande in Kara Kara in Niger: onderkomen infrastructuur, drie verplegers voor naar schatting 32.000 mensen, geen dokters, slechts twee gediplomeerde vroedvrouwen en bijna geen geneesmiddelen. Om stapsgewijs verbetering te brengen in deze schrijnende toestanden werd het gezondheidsprogramma in Kara Kara opgestart. De pijlers van het project zijn: • Versterken van de beheersstructuur voor het gezondheidsprogramma. • De uitbouw van de drie gezondheidsposten tot goed functionerende eerstelijns gezondheidsdiensten met de nodige infrastructuur, materialen en geneesmiddelen. • Uitbouwen van een gezondheidsstructuur (netwerk) in de verschillende dorpjes en nederzettingen van Kara Kara. • Opleiding en vorming voor gezondheidshelpers, verpleegkundigen en vroedvrouwen. • Verbeteren en opvolgen van de contacten met de regionale en nationale gezondheidsdiensten en integratie in het nationale gezondheidsprogramma van Niger. De artsen van de gemeente Mol hebben zich massaal achter dit project geschaard. En hoewel het plan nog maar enkele jaren oud is, zijn intussen – dankzij de steun van vele artsen – de eerste degelijke resultaten en zichtbare verbeteringen merkbaar in Kara Kara.
78
Jaarverslag 2011
Twee van de drie gezondheidscentra zijn helemaal hersteld en hebben de nodige medische materialen kunnen aankopen. In Kara Kara is een gemeentelijk gezondheidscomité opgericht om het gezondheidsprogramma te beheren en op de voet op te volgen. Dit jaar gaat het programma zijn tweede fase in met als belangrijkste objectieven het herstellen en inrichten van een derde gezondheidscentrum, de opleiding van de gezondheidswerkers en het informeren en sensibiliseren van de bevolking over malaria, HIV/aids …
Twee van de drie gezondheidscentra zijn helemaal hersteld en hebben de nodige medische materialen kunnen aankopen
2011 Jaarverslag
79
STATISTIEKEN EN CIJFERS
Eindresultaten
80
Jaarverslag 2011
2011 Jaarverslag
81
EINDRESULTATEN AANTAL GEREALISEERDE LIGDAGEN 60.190
60.000 50.000
PATIËNTENSTROOM
40.000 30.000 20.000
Stabiel en gezond
10.000 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
• Het aantal gerealiseerde ligdagen in 2011 situeert zich met 60.190 nagenoeg op hetzelfde niveau als een jaar eerder (-2,24%). • Ook het patiëntenaantal (9.738) blijft relatief status quo (+2,33%). • Opmerkelijk is het sterk en snel groeiend dagziekenhuis (14.249 opnamen) dat het klassieke ziekenhuis in aantallen blijft overstijgen en wel met een aangroei van 12,88% in vergelijking met het voorgaande jaar. • De gemiddelde ligduur bedraagt 6,18 dagen. • Er worden 750 bevallingen opgetekend; dit aantal daalt enigszins (-3,23%) en volgt hiermee de tendens in Vlaanderen. • Op de spoedgevallendienst meldt een licht stijgend aantal patiënten zich aan (15.402), waarvan zowat één derde, namelijk 4.403 patiënten, opgenomen wordt. 2011 is dus een stabiel jaar geweest voor het H. Hartziekenhuis Mol.
AANTAL GEHOSPITALISEERDEN 9.738 AANTAL DAGOPNAMEN 14.249
14.000 12.000 11.000 10.000 9.000 8.000 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0
7,8 7,6 7,4 7,2 7 6,8 6,6 6,4 6,2 6 5,8 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
De fusie met het A.Z. St.-Dimpna van Geel geeft ongetwijfeld meer bewegingsruimte en biedt een vooruitzicht op gezamenlijke groei en ontwikkeling.
AANTAL BEVALLINGEN 750
15.000
600
14.000
500
12.000 10.000 8.000
300
6.000
200
4.000
100
2.000
0
0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
Jaarverslag 2011
AANTAL AANMELDINGEN SPOEDGEVALLEN 15.402 AANTAL OPNAMEN SPOED 4.403
700
400
82
LIGDUUR IN DAGEN 6,18
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
2011 Jaarverslag
83
EINDRESULTATEN RESULTATENREKENING
FINANCIEEL RESULTAAT
ACTIVA
III.
VERSCHIL
I.
BEDRIJFSOPBRENGSTEN
59.286.540
57.360.778
1.925.762
A.
OMZET
55.795.707
53.995.773
1.799.934
C.
OVERIGE BEDRIJFSOPBRENGSTEN
3.490.832
3.365.004
125.827
II.
BEDRIJFSKOSTEN
-58.211.106
-57.963.577
-247.529
A.
VOORRADEN EN LEVERINGEN
-12.672.750
-13.322.491
649.740
1. INKOPEN
-12.671.234
-13.344.155
672.920
-1.516
21.663
-23.179
31.12.2010
VERSCHIL
VASTE ACTIVA
37.568.085
38.946.850
-1.378.765
B.
DIENSTEN EN BIJKOMENDE LEVERINGEN
-17.765.714
-17.186.114
-579.599
MATERIELE VASTE ACTIVA
37.568.085
38.946.850
-1.378.765
C.
BEZOLDIGINGEN EN SOCIALE LASTEN
-24.008.651
-23.652.487
-356.164
D.
AFSCHRIJVINGEN EN WAARDEVERMINDERINGEN
-3.378.559
-3.318.352
-60.206
VLOTTENDE ACTIVA
19.763.373
19.999.442
-236.068
E.
WAARDEVERMINDERINGEN OP VLOTTENDE ACTIVA
-222.850
-291.426
68.576
950.677
944.247
6.429
F.
VOORZIENINGEN VOOR RISICO’S EN KOSTEN
-86.245
-116.722
30.477
18.072.901
18.016.761
56.140
G.
OVERIGE BEDRIJFSKOSTEN
-76.334
-75.981
-352
1.075.433
-602.799
1.678.232
VOORRADEN EN BESTELLINGEN IN UITVOERING
VII.
VORDERINGEN OP TEN HOOGSTE EEN JAAR
IX.
LIQUIDE MIDDELEN
531.813
908.900
-377.087
X.
OVERLOPENDE REKENINGEN
207.981
129.532
78.448
57.331.459
58.946.292
-1.614.833
TOTAAL DER ACTIVA
PASSIVA EIGEN VERMOGEN I.
DOTATIES, INBRENG EN GIFTEN IN KAPITAAL
IV.
RESULTAAT HUIDIG EN VORIGE BOEKJAREN
V.
INVESTERINGSSUBSIDIES
TE VERWERKEN SALDO VAN DE PERIODE
31.12.2011
31.12.2010
VERSCHIL
20.354.369
20.139.581
214.787
2.299.461
2.299.461
0
14.221.880
15.652.486
-1.430.605
387.927
-1.430.605
1.818.533
3.445.099
3.618.239
-173.140
VOORZIENINGEN
870.171
783.925
86.245
VOORZIENINGEN VOOR RISICO’S EN KOSTEN
870.171
783.925
86.245
36.106.918
38.022.785
-1.915.867
VIII. SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR
SCHULDEN
17.908.443
19.373.290
-1.464.847
IX.
SCHULDEN OP TEN HOOGSTE EEN JAAR
18.118.698
18.605.456
-486.758
X.
OVERLOPENDE REKENINGEN
79.776
44.038
35.738
57.331.459
58.946.292
-1.614.833
TOTAAL DER PASSIVA
84
31.12.2010
31.12.2011
VI.
VII.
31.12.2011
Jaarverslag 2011
2. WIJZIGING IN DE VOORRAAD
BEDRIJFSWINST IV.
FINANCIELE OPBRENGSTEN
219.534
205.340
14.194
V.
FINANCIELE KOSTEN
-823.509
-755.057
-68.451
COURANTE WINST
471.459
-1.152.516
1.623.976
VII. UITZONDERLIJKE OPBRENGSTEN
289.166
898.979
-609.812
VIII. UITZONDERLIJKE KOSTEN
-372.698
-1.177.068
804.370
387.927
-1.430.605
1.818.533
WINST VAN HET BOEKJAAR
Financiële stabiliteit en terug op de rails Het H. Hartziekenhuis Mol sluit het boekjaar 2011 af met een positief resultaat van € 387.927. Na de ongunstige financiële situatie van het ziekenhuis het jaar voordien, stemt dit tot tevredenheid. Niettegenstaande 2010 in alle opzichten het drukste jaar ooit in de geschiedenis van het H. Hartziekenhuis Mol was, werd het met een verlies afgesloten. Een diepgaande saneringsronde met inspanningen doorheen de hele organisatie was het gevolg.
De balans staat eind 2011 opnieuw in evenwicht. Beheerders, directie, medewerkers en artsen hebben de financiën weer op de rails gekregen: het uitgangspunt voor een wendbare organisatie. Samen met het A.Z. St.-Dimpna van Geel kijken we immers al verder vooruit: naar een nieuw fusieziekenhuis, gevestigd op een nieuwe campus. Een gezonde financiële toestand is essentieel om dit waar te maken.
2011 Jaarverslag
85
COLOFON
Verantwoordelijke uitgever: René Daemen, algemeen directeur Redactie / Samenstelling: Heidi Van Loon, stafmedewerker pers & communicatie Met dank aan iedereen die aan dit verslag heeft meegewerkt! Fotografie: Dr. Michel Van Ingelgom Grafisch ontwerp en productie: Kantara – Balen Oplage: 1.200 exemplaren H. Hartziekenhuis Mol Gasthuisstraat 1 – 2400 Mol Tel.: 014/71 20 00 E-mail:
[email protected] www.azmol.be
86
Jaarverslag 2011
2011 Jaarverslag
87
Gasthuisstraat 1 2400 Mol Tel.: 014/71 20 00 E-mail:
[email protected] www.azmol.be