J A A R V E R S L A G
2007
J A A R V E R S L A G
2007
J A A R V E R S L A G
2007
INHOUDSOPGAVE Kerngegevens fonds Voorwoord
4
Hoofdlijnen 2007
6
Jaarverslag 2007
8
5
Nieuwe pensioenregeling Statuten en reglementen Dekkingsgraad Premie en toeslagen In- en uitstroombeleid Actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN) Beleggingen Performance Goed pensioenfondsbestuur en risicobeheersing Uitvoeringsorganisatie Communicatie Activiteiten deelnemersraad Geschillen- en klachtenregeling Vooruitzichten
8 9 9 10 12 13 14 20 21 24 27 28 29 31
Bericht van de auditcommissie
32
Jaarrekening 2007
33
Overige gegevens
50
Actuariële verklaring Accountantsverklaring
50 51
Organisatie fonds
52
Bestuur Auditcommissie Deelnemersraad Directie en uitvoeringsorganisatie Adviseurs en uitvoerders
52 52 53 53 54
De regelingen van Pensioenfonds Horeca & Catering
55
Functies bestuur, auditcommissie, deelnemersraad en directie
59
Summary in English
65
Verklarende woordenlijst
73
Colofon
76
3
KERNGEGEVENS FONDS 2007 Werkgevers en deelnemers (in aantallen)
2006
2005
2004
2003
29.9221
32.621
34.121
35.035
37.386
Actieve deelnemers in jaar
292.7332
202.487
193.347
201.314
196.080
Actieve deelnemers ultimo jaar
215.777
153.468
146.983
158.235
160.745
Gewezen deelnemers ultimo jaar
546.002
441.051
435.394
399.361
365.865
23.315
21.679
18.843
17.304
16.121
785.094
616.198
601.220
574.900
542.731
Pensioenvermogen
2.799,4
2.622,4
2.239,9
1.863,4
1.562,4
Pensioenverplichtingen
1.885,1
1.750,9 3
1.793,24
1.581,4
1.440,6
Dekkingsgraad op basis van FTK5
148%
144%
115%
119%
127%
Dekkingsgraad op basis van APP
-
141%
125%
118%
108%
Aangesloten werkgevers in jaar
Pensioengerechtigden ultimo jaar Totaal deelnemers ultimo jaar
Pensioenvermogen en verplichtingen (in € 1.000.000)
6
Premies Premies (in %) Ouderdomspensioen
7,5
3,7
3,7
3,7
Vroegpensioen
-
0,0
3,8
3,8
3,8
WAO-aanvullingsregeling
-
0,0
0,0
0,8
0,8
WAO-gatverzekering
-
0,0
0,0
1,5
1,5
14,3 7
Premies (in € 1.000.000) 216,7
173,4
85,7
83,5
88,5
Vroegpensioen
Ouderdomspensioen
-
1,1
81,4
81,5
87,3
WAO-aanvullingsregeling
-
-
-0,4
20,7
22,4
WAO-gatverzekering
-
-
-0,6
10,9
11,6
Aanvullende verzekering
3,4
-
-
-
-
Individuele vrijwillige voortzetting
2,4
-
-
-
-
222,0
174,5
166,1
196,6
209,8
22,7
19,6
18,3
15,6
14,3
3,0
1,9
0,8
0,2
0,2
WAO-aanvullingsregeling
2,7
2,9
3,0
2,9
2,8
WAO-gatverzekering
4,6
5,1
5,6
5,4
4,8
33,0
29,5
27,7
24,2
22,1
2.788,6
2.589,3
2.206,8
1.819,4
1.521,2
42,9
257,7
262,8
149,2
144,2
4,1
11,4
14,3
9,5
11,7
-0,66
0,59
1,53
-0,31
-0,63
0,22
-0,20
-0,81
-0,17
Totaal premies
Uitkeringen 4
(in € 1.000.000) Ouderdomspensioen Vroegpensioen
Totaal uitkeringen
Beleggingen Belegd vermogen (in € 1.000.000) Opbrengst beleggingen (in € 1.000.000) Performance portefeuille (in %)
Z-score Z-score Cumulatieve z-score
0,238
1 Met ingang van het verslagjaar worden werkgevers niet meer geadministreerd per aansluitnummer (codering van het bedrijfschap), maar per loonheffingnummer (codering van UWV). Deze coderingen lopen niet synchroon. Hierdoor zijn de werkgeversaantallen niet eenduidig vergelijkbaar met voorgaande jaren. 2 Door verlaging van de toetredingsleeftijd naar 21 jaar is het aantal actieve deelnemers fors hoger dan in voorgaande jaren. 3 Vanwege een stelselwijziging is de stand van 2006 gecorrigeerd. In het jaarverslag 2006 was 1860,6 opgenomen. 4 Per 31 december 2005 bedroeg de marktrente die hoort bij de looptijd van de pensioenverplichtingen 3,8%. Om deze reden zijn de pensioenverplichtingen in tegenstelling tot de andere jaren niet tegen 4% contant gemaakt, maar tegen de marktrente. Als de pensioenverplichtingen contant zouden zijn gemaakt tegen de rekenrente van 4% hadden de pensioenverplichtingen ultimo 2005 € 1.724,3 miljoen bedragen en de dekkingsgraad 130%. 5 Het Financieel Toetsingskader (FTK) geldt met ingang van 2007 als norm voor de berekening. De jaren 2003 tot en met 2006 zijn herberekend. 6 De APP golden tot en met 2006 als berekeningsbasis. 7 In 2007 is een nieuwe pensioenregeling van kracht geworden, waarin de premie wordt berekend over een grondslag, rekening houdend met een franchise. Het percentage is daardoor niet vergelijkbaar met voorgaande jaren. 8 Volgens de nieuwe methodiek wordt de z-score met 1,28 verhoogd. Voor 2007 wordt de waarde dan 1,51.
VOORWOORD 2007 is een jaar geweest waarin veel aandacht
25-jarige werknemers deelnemer in het fonds.
is besteed aan goed pensioenfondsbestuur.
Verder kent de regeling een franchise en een maximum
Zo functioneert per 1 januari 2007 een audit-
pensioengevend salaris en is er onder meer de
commissie en is per die datum de gedragscode
mogelijkheid aanvullend ouderdomspensioen op te
aangepast en een directiestatuut van kracht.
bouwen en het nabestaandenpensioen te verzekeren.
Ook is ervoor gekozen om per 1 januari 2008 te
Wat ons betreft is de pensioenregeling nu een flexibel
gaan werken met een verantwoordingsorgaan.
product, dat past bij onze deelnemers en werkgevers.
Hiermee is een nog betere invulling gegeven aan het toezicht op en de verantwoording over het
Beoogd werd om per 1 januari 2007 een nieuwe
pensioenfondsbestuur. Wij onderzoeken continu de
werkwijze voor premieafdracht te introduceren, waarbij
mogelijkheden om de kwaliteit daarvan op een zo
de voorschotsystematiek werd vervangen door een
hoog mogelijk peil te houden.
systematiek op basis van voorlopige afrekeningen. Echter, door problemen met de gegevensleveranties
Op de beleggingsresultaten in 2007 kijken we met
door de Belastingdienst en Uitvoeringsinstituut
tevredenheid terug. Ondanks de onrust op de financiële
Werknemersverzekeringen (UWV) verliep dit anders
markten als gevolg van de Amerikaanse kredietcrisis is
dan verwacht. Met UWV hebben we inmiddels nieuwe
een positief rendement behaald. In een jaar waarin de
afspraken gemaakt, waardoor wij verwachten dat de met
Amerikaanse dollar verder daalde ten opzichte van de
de nieuwe systematiek beoogde efficiëntievoordelen in
euro, droeg de strategie om het valutarisico volledig
de toekomst alsnog worden behaald.
af te dekken mede hieraan bij. De dekkingsgraad ontwikkelde zich gunstig. Door de wijze waarop
Met het jaarverslag 2007 van Pensioenfonds
het renterisico is afgedekt, kon in belangrijke mate
Horeca & Catering geven wij u inzicht in al deze
geprofiteerd worden van de stijging van de marktrente.
ontwikkelingen, het gevoerde beleid, de genomen
In het beleggingsbeleid zijn verder nieuwe keuzes
besluiten en de geboekte resultaten in 2007.
gemaakt, ook op het gebied van maatschappelijk
Op onze website www.phenc.nl vindt u altijd de meest
verantwoord beleggen.
actuele informatie.
Met de invoering van een nieuwe pensioenregeling per 1 januari 2007 èn een nieuwe werkwijze voor
Namens het bestuur van
premieafdracht voor werkgevers is het een turbulent
Pensioenfonds Horeca & Catering,
jaar geweest voor de uitvoeringsorganisatie van Pensioenfonds Horeca & Catering. Met de nieuwe
mr. G.B.J. Dommering, werkgeversvoorzitter
pensioenregeling is nu ook de groep van 21- tot
E.P. de Vries, werknemersvoorzitter 5
G.B.J. Dommering (l) en E.P. de Vries
HOOFDLIJNEN 2007 Nieuwe pensioenregeling met aanvullende mogelijkheden
voorzieningen voor de pensioenverplichtingen
Per 1 januari 2007 is een nieuwe pensioenregeling
grondslagen voor het bepalen van de voorzieningen en
geïntroduceerd. Met de mogelijkheid tot vervroegd
de benodigde buffers heeft geactualiseerd.
veranderd. Het FTK heeft ertoe geleid dat het fonds de
en uitgesteld pensioen en aanvullende producten is een flexibele regeling gerealiseerd. De aanvullende
Dekkingsgraad
producten (het aanvullend ouderdomspensioen en
De dekkingsgraad ontwikkelde zich in 2007 gunstig.
het nabestaandenpensioen) kunnen zowel individueel
Hoewel de onrust op de financiële markten in het
als collectief worden afgesloten. Door werkgevers is
verslagjaar tot een beperkt positief beleggings-
belangstelling getoond voor de collectieve producten.
rendement leidde, droeg met name de gekozen strategie
Administratieve eenvoud van de producten en
voor de afdekking van het renterisico in combinatie met
voorwaarden die voor vijf jaar vaststaan, worden als
een stijgende marktrente bij aan een stijging van de
belangrijke voordelen aangemerkt. Voor de introductie
dekkingsgraad. Daarmee is de financiële basis van het
van de nieuwe regeling is een mix van communicatie-
pensioenfonds verder verstevigd.
middelen ingezet. Voor jongeren, die met de verlaging van de toetredingsleeftijd van 25 naar 21 jaar
Optimalisering van het vermogensbeheer
per 1 januari 2007 een belangrijke doelgroep
In de eerste helft van 2007 zijn twee nieuwe
vormen, is een speciale website ontwikkeld
vermogensbeheerders aangesteld ter vervanging van
(www.pensioenjouwpoen.phenc.nl).
de zittende beheerders. Het bestuur heeft daarnaast op basis van een risicobudgetteringsstudie besloten
Aanpassing statuten en reglementen
twee nieuwe beleggingscategorieën toe te voegen aan
De nieuwe pensioenregeling heeft geleid tot een nieuw
de bestaande beleggingsportefeuille: wereldwijd
pensioenreglement per 1 januari 2007. De instelling van
niet-beursgenoteerd vastgoed en infrastructuur.
een auditcommissie per 1 januari 2007 en de wijziging
In het kader van maatschappelijk verantwoord beleggen
van de geschillen- en klachtenprocedure hebben
heeft het bestuur verbeteringen doorgevoerd.
geleid tot een aanpassing van de statuten per 1 januari
Het gaat dan onder meer om de keuze voor een
2007. Ook is per die datum een uitvoeringsreglement
uitsluitingenbeleid, ruimte voor doel- en thema-
geïntroduceerd. Medio 2007 is het reglement nog
beleggingen, de wijze van communicatie over het
eens tussentijds gewijzigd. De tussentijdse wijziging
beleggingsbeleid en het nadenken - in overleg met
betrof de aanvullende regelingen. Zo zijn de mogelijk-
andere partijen - over vormen van engagement.
heden om een individuele aanvullende regeling te
6
beëindigen versoepeld. De situatie bij bovenmatigheid,
Auditcommissie
door samenloop van zowel individuele als collectieve
Het jaar 2007 was het eerste jaar dat de auditcommissie
aanvullende producten, is bovendien in het nieuwe
actief was. In de commissie zijn drie externe leden en
reglement per 1 juli 2007 geregeld. De wijziging van de
twee interne leden benoemd, die intern toezicht houden
werkingssfeer, zoals per 1 januari 2008 door de minister
op een goede uitvoering van relevante regelgeving en
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) verplicht
richtlijnen en daarover in het jaarverslag berichten.
gesteld, maar ook de oprichting van het verantwoor-
De betrouwbaarheid van de gepubliceerde gegevens,
dingsorgaan per 1 januari 2008, hebben geleid tot een
het functioneren van de interne organisatie en de
nieuwe aanpassing van de statuten per 1 januari 2008.
integriteit van de bij het fonds betrokken medewerkers en organen hebben in 2007 de aandacht van de
Financieel toetsingskader De Actuariële Principes Pensioenfondsen (APP) zijn per 1 januari 2007 vervangen door de voorwaarden van het Financieel Toetsingskader (FTK). Hiermee zijn de voorwaarden die worden gesteld aan de technische
auditcommissie gehad.
Verantwoordingsorgaan
UWV en de betrouwbaarheid van die gegevens hebben
Medio 2007 heeft het bestuur na advies en
ertoe geleid dat het proces moeilijk verliep. Daarom is
nadrukkelijke instemming van de deelnemersraad
gekozen voor een systeem van voorlopige afrekeningen
besloten tot de instelling en inrichting van een
gebaseerd op gegevens uit 2006.
verantwoordingsorgaan. De deelnemersraad integreert
Het uitgangspunt om een machtiging tot automatische
daarbij volledig in dit orgaan. Stapeling van organen
incasso af te geven, heeft geleid tot een grote toename
wordt zo voorkomen en ook biedt het de beste basis
van het aantal machtigingen. Verwacht wordt hiermee
voor een gezamenlijke standpuntbepaling en het
een administratieve vereenvoudiging bij werkgevers
voorkomen van fractievorming. De invulling van de
en het fonds te bereiken en een verbetering van de
zetels gebeurt door benoeming van kandidaten
incassoresultaten.
door werkgevers- en werknemersorganisaties. Doel van het verantwoordingsorgaan is toezien op
Interne risicobeheersing
een juiste uitvoering van de pensioenregeling voor alle
Het beheersen van risico’s om doelstellingen te
betrokkenen.
behalen heeft in 2007 op veel aandacht kunnen rekenen. Gestart is met het opstellen van een
CEM-onderzoek 2006
zogenaamde beheersmix, waarin normen en preventieve
In de benchmark met andere pensioenfondsen neemt
en repressieve maatregelen voor alle risico’s in de
Pensioenfonds Horeca & Catering met een kostenniveau
bedrijfsprocessen zijn opgenomen. Fouten kunnen
van € 72 per deelnemer per jaar een derde plaats
hiermee zoveel mogelijk worden voorkomen of snel
in. Dit blijkt uit de Cost Effectiveness Measurement
worden gecorrigeerd. Op deze manier vergroot
(CEM)-benchmark voor de kosten van de pensioen-
Pensioenfonds Horeca & Catering de transparantie en
administratie in 2006. De deelname aan deze benchmark
verantwoording van het fonds om het vertrouwen van
geldt als een nulmeting, omdat in 2006 voor het eerst
deelnemers en andere stakeholders te behouden.
de volledige pensioenuitvoering binnen Pensioenfonds Horeca & Catering werd uitgevoerd. Wat betreft de kosten voor het vermogensbeheer toont de uitslag van het CEM-onderzoek dat de gekozen structuur met meerdere externe vermogensbeheerders op zich een dure oplossing is. Echter, deze wordt door Pensioenfonds Horeca & Catering tegen significant lagere kosten uitgevoerd dan andere pensioenfondsen uit de benchmark met een vergelijkbare multimanagerstructuur. Per saldo liggen de kosten voor vermogensbeheer binnen het fonds 16,6 basispunten lager dan de benchmark; dat is in geld uitgedrukt een besparing van ruim € 4 miljoen.
Nieuwe werkwijze premieafdracht De nieuwe werkwijze voor premieafdracht, waarbij de voorschotsystematiek werd vervangen door een systematiek van voorlopige afrekeningen, is per 1 januari 2007 ingevoerd. Automatische incasso is daarbij als uitgangspunt genomen. Achteraf wordt aan de hand van gegevens van UWV geverifieerd of de hoogte van de premieafdracht correct is. Vertragingen in de gegevensleveranties door de Belastingdienst en
7
JAARVERSLAG 2007 Nieuwe pensioenregeling
de keuze voor een dekking van 10, 20 of 30% van het
Per 1 januari 2007 is een nieuwe pensioenregeling
pensioengevend salaris.
ingevoerd. Deze bestaat uit een verplichte basispensioenregeling en een vrijwillige collectieve en
De nieuwe pensioenregeling heeft het karakter van een
individuele aanvullende module ouderdomspensioen en
toegezegde pensioenregeling en kent een duur van vijf jaar
nabestaandenpensioenverzekering. Kenmerken van de
(2007-2011). Aangezien het werkgeversgedeelte van de
nieuwe basispensioenregeling zijn een verlaging van de
premie voor vijf jaar vaststaat, kan de regeling op basis
toetredingsleeftijd van 25 naar 21 jaar, de invoering van
van verslaggevingvoorschriften volgens IFRS (International
een franchise, een maximum pensioengevend salaris
Financial Reporting Standards) en/of de Richtlijnen voor
en de mogelijkheid van premievrije voortzetting van de
de Jaarrekening (RJ 271) als toegezegde bijdrageregeling
deelneming voor IVA-uitkeringsgerechtigden (Regeling
worden aangemerkt. Dit geldt zowel voor de basis-
inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten).
pensioenregeling als voor de aanvullende regelingen.
De aanvullende ouderdomspensioenregeling biedt de mogelijkheid van extra pensioenopbouw van
Met de invoering van de nieuwe pensioenregeling wordt
0,05% tot 0,55% van de pensioengrondslag,
aan werkgevers en deelnemers een meer flexibel product
boven het opbouwpercentage van 1,5% uit de
geboden. Niet alleen wordt met de aanvullende
basispensioenregeling. Ook kan pensioenopbouw
regelingen meer flexibiliteit geboden, ook kent de
plaatsvinden boven het maximum pensioengevend salaris.
basispensioenregeling flexibele elementen. Per 1 januari
De aanvullende nabestaandenpensioenverzekering biedt
2008 is er eveneens de mogelijkheid van deeltijdpensioen.
“In vergelijking met andere pensioenverzekeraars bood Pensioenfonds Horeca & Catering ons bedrijf de beste oplossing voor het collectief verzekeren van het nabestaandenpensioen. De verschillende producten zijn naast elkaar gelegd en toen bleek dit product het meest
helder, goed inpasbaar,
maar ook efficiënt en snel te regelen te zijn. De verwerking van de gegevens
voor het nabestaandenpensioen is voor ons weinig extra werk. We gebruiken daarvoor de bestanden voor de loonaangifte, die alle gegevens van de medewerkers bevatten. Natuurlijk hoop je het nooit, maar mocht een van de circa 200 personeelsleden van Hajé iets overkomen, dan hebben we de nabestaanden iets te bieden. Dat neemt het verlies niet weg, maar je kunt toch een gebaar maken. Je merkt ook dat personeelsleden het 8
plezierig vinden dat er iets is geregeld. Daar kunnen ze later profijt van hebben. Omdat wij de premie voor onze rekening nemen, kost het hen niets.” Hajé de Jager
Hajé (shops, hotels en wegrestaurants)
helder,
goed inpasbaar, maar ook efficiënt Hajé de Jager
Voor de aanvullende regelingen is op werkgeversniveau
van de pensioeningangsdatum. Het dienstverband dient
belangstelling getoond. Het feit dat de voorwaarden voor
dan naar rato te worden beëindigd. Een wijziging die
de aanvullende regelingen voor vijf jaar vaststaan en de
voortvloeit uit de Pensioenwet is de voortzetting van de
administratieve eenvoud van de regelingen, worden als
risicodekking van het partnerpensioen bij (kortdurend)
belangrijke voordelen erkend. Het aantal deelnemers dat
verlof en (langere) perioden van werkloosheid.
individueel een aanvullende regeling is overeengekomen,
Voorafgaand aan het verlof of de werkloosheid moet
is beperkt ten opzichte van het totale deelnemers-
dan wel een aanvullende nabestaandenpensioenregeling
bestand. Mogelijke reden is dat de kosten voor een
zijn geregeld.
nabestaandenpensioen op risicobasis nu rechtstreeks worden gepresenteerd met een verschuldigde
Door alle genoemde ontwikkelingen kent Pensioenfonds
premie. In de vorige regeling was dit niet het geval.
Horeca & Catering vanaf 1 januari 2008 de volgende regelingen, statuten, reglementen en andere formele
Statuten en reglementen
documenten (alle te vinden op de website www.phenc.nl):
Per 1 januari 2007 vond een statutaire wijziging
•
statuten
plaats door de instelling van een auditcommissie en
•
basispensioenreglement
de wijziging van de klachten- en geschillenprocedure.
•
uitvoeringsreglement
Actuele ontwikkelingen hebben geleid tot een
•
reglement aanvullende regelingen
aanpassing van de statuten per 1 januari 2008.
•
reglement voor het verantwoordingsorgaan
Voorbeeld hiervan is de wijziging van de werkingssfeer
•
reglement voor de auditcommissie
per 1 januari 2008 die door de minister van Sociale
•
directiestatuut
Zaken en Werkgelegenheid (SZW) verplicht is gesteld.
•
vergoedingsregeling
Maar ook de instelling van een verantwoordingsorgaan
•
klachtenregeling
was aanleiding tot een aanpassing van de statuten
•
geschillenregeling
per 1 januari 2008. De taken en bevoegdheden van de
•
gedragscode
deelnemersraad zijn aan het verantwoordingsorgaan
•
verklaring beleggingsbeginselen
toegekend. Tot slot heeft een inventarisatie van risico’s
•
stembeleid op aandelen.
in het kader van bestuursaansprakelijkheid geleid tot de volgende statutaire vastlegging: leden van het bestuur,
Dekkingsgraad
het verantwoordingsorgaan, de auditcommissie en de
De dekkingsgraad geeft aan hoe de verhouding tussen
directeur van Pensioenfonds Horeca & Catering worden
het vermogen en de verplichtingen zich ontwikkelt.
gevrijwaard in geval zij privé aansprakelijk worden
De dekkingsgraad, uitgedrukt in een percentage, wordt
gesteld.
berekend als het belegd vermogen gedeeld door de stand van de verplichtingen. De grafiek op pagina 10
Medio 2007 heeft, naast de jaarlijks per 1 januari
toont de ontwikkeling van de dekkingsgraad sinds
vast te stellen wijzigingen, een tussentijdse
1999. Hierbij toont de grafiek twee verschillende lijnen:
wijziging plaatsgevonden. Deze wijziging betrof een
de dekkingsgraad volgens de Actuariële Principes
verduidelijking van de aanvullende regelingen. Ook zijn
Pensioenfondsen (APP) en vanaf 2003 de dekkingsgraad
meer mogelijkheden opgenomen om een individuele
volgens het Financieel Toetsingskader (FTK).
aanvullende regeling te beëindigen. Tot slot is de situatie van bovenmatigheid in het geval van samenloop van een
De APP zijn per 1 januari 2007 vervangen door de
collectieve en individuele aanvullende regeling geregeld.
voorwaarden van het FTK. Op basis van het FTK stellen de wetgever en de toezichthouder eisen aan de
De reglementaire wijzigingen per 1 januari 2008 zijn
dekkingsgraad: het minimaal vereist eigen vermogen
technisch van aard of volgen uit de per 1 januari 2008
dient altijd 104,1% van de voorziening voor de
in werking getreden bepalingen van de Pensioenwet.
pensioenverplichtingen te bedragen. Het vereiste eigen
Het toevoegen van de afkoopvoetfactoren, die bij
vermogen moet vervolgens zodanig zijn vastgesteld, dat
de mogelijkheid tot afkoop van kleine (bijzondere)
met een zekerheid van 97,5% wordt voorkomen dat het
partnerpensioenen horen, betreft een aanpassing
fonds binnen één jaar beschikt over minder middelen
van technische aard. Een andere wijziging is de
dan de hoogte van de technische voorzieningen.
mogelijkheid van deeltijdpensionering bij vervroeging
Het gaat dan om de als onvoorwaardelijk aangemerkte
9
Ontwikkeling dekkingsgraad vanaf 1999 150%
150%
140%
140%
130%
130%
120%
120%
110%
110%
100%
100% 1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
onderdelen van de pensioenregeling. Voor Pensioenfonds
Premie en toeslagen
Horeca & Catering betekent dit een gewenste
Gelet op de gewijzigde uitgangspunten voor de
dekkingsgraad van 131%.
nieuwe pensioenregeling, zoals de verlaging van de toetredingsleeftijd van 25 naar 21 jaar, de introductie
De dekkingsgraad ontwikkelde zich in 2007 gunstig.
van een franchise en een gewijzigd opbouwpercentage,
Hoewel de onrust op de financiële markten in het
is ook de premie opnieuw vastgesteld. Daarbij zijn
verslagjaar tot een beperkt positief beleggings-
de uitgangspunten die ten grondslag liggen aan de
rendement leidde, droeg met name de gekozen strategie
premiestelling gewijzigd.
voor de afdekking van het renterisico in combinatie met een stijgende marktrente bij aan een stijging van de
Financieel Toetsingskader (FTK)
dekkingsgraad. Daarmee is de financiële basis van het
De rekenrente in de premie is vastgesteld op 3%.
pensioenfonds verder verstevigd. De scherpe koersval in
De voorziening wordt vastgesteld op basis van de
de eerste weken van 2008 leidde niet tot een situatie
marktrente. Gelet op de fluctuaties in de marktrente,
waarin een herstelplan moest worden opgesteld.
heeft het bestuur in het verslagjaar gesproken
Het fonds had voldoende extra buffers om de daling
over de consequenties van invoering van het FTK
op te vangen.
op de financiële positie van het fonds. Ook de veronderstellingen die ten grondslag liggen aan de
10
De invoering van het FTK heeft er wel toe geleid
vaststelling van de kostendekkende premie zijn daarbij
dat het fonds de grondslagen voor het bepalen van
aan de orde geweest. De premie dient zodanig te
de voorzieningen en de benodigde buffers heeft
zijn vastgesteld dat deze de schommelingen in de
geactualiseerd. Daarbij is rekening gehouden met een
marktrente kan opvangen. Geconstateerd is dat in het
sterftetrend. De grondslagen van de voorziening voor
verslagjaar - het eerste jaar na invoering van de nieuwe
de pensioenverplichtingen, de doorsneepremie en de
pensioenregeling én na inwerkingtreding van het FTK -
afkoop-, uitruil-, uitstel- en vervroegingsfactoren
de marktrente aanmerkelijk hoger was dan de rekenrente
zijn hierbij geharmoniseerd. Aangesloten is op de
van 3%. Het bestuur hecht belang aan het hanteren van
Prognosetafel van het Actuarieel Genootschap.
prudente grondslagen. Tegelijkertijd is een evenwichtige
Deze houdt rekening met de sterftetrend, maar niet
verhouding tussen de hoogte van de premie en de
met ervaringssterfte. Het fonds heeft besloten de
hoogte van de te verkrijgen aanspraken een belangrijk
prognosetafels vooralsnog te volgen totdat nader
vereiste. Om te beoordelen of aan alle belangen recht
onderzoek naar ervaringssterfte is gedaan. Hiervoor is
wordt gedaan, wordt de komende jaren de ontwikkeling
ten minste drie jaar ervaringssterfte nodig.
van de rentestand nauwlettend gevolgd.
Omdat het fonds ultimo 2006 beschikte over de vereiste
Gedurende het verslagjaar heeft het bestuur zich
reserves, heeft het bestuur aan het begin van het
geconfronteerd gezien met de vraag of het verschil in
verslagjaar aan DNB verzocht het herstelplan van het
de gehanteerde rekenrente bij het vaststellen van de
fonds als beëindigd te beschouwen.
doorsneepremie (3%), gelet op de ontwikkeling van de marktrente (gedurende het jaar boven de 3%), kan leiden tot extra inkoop van pensioenaanspraken voor actieve deelnemers. Besloten is om per boekjaar te beoordelen welk bedrag beschikbaar is voor extra
FTK APP
inkoop voor die deelnemers die premie hebben voldaan.
integreren in het uniform pensioenoverzicht (UPO), zoals
Voor dit bedrag is in 2007 een bestemmingsreserve
beoogd door het ministerie van SZW. Dit gaat ten koste
gevormd.
van de overzichtelijkheid van het UPO. Ook onderzoek in het klantenpanel van het fonds geeft aan dat de
Uitgaande van een rekenrente van 3%, is de kostendekkende
deelnemers het moeilijk vinden om alle informatie goed te
premie vastgesteld op 14,3% van de pensioen grondslag.
duiden. Het bestuur heeft zijn visie onder de aandacht
In de premiestelling is ook rekening gehouden met een
gebracht bij de minister van SZW. Verzocht is geen
jaarlijkse toeslag over de opgebouwde aanspraken van
verplichting op te leggen om het huidige ontwerp van het
actieve deelnemers. De hoogte van de toeslag wordt ieder
indexatielabel te integreren in het UPO, maar pensioen-
jaar door het bestuur vastgesteld en volledig gefinancierd
fondsen meerdere mogelijkheden te bieden. Op deze wijze
uit de opslag in de premie van 0,5% van de salarissom.
blijft de duidelijkheid en compactheid van het UPO in tact.
Dit komt overeen met 0,9% van de pensioengrondslag.
De opname van het indexatielabel in het UPO wordt vanaf
Het betreft een onvoorwaardelijke toeslagverlening van
1 januari 2009 verplicht.
al opgebouwde pensioenaanspraken van een actieve toeslagen. De toeslag is voor het eerst toegekend en
Overschot voormalige arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen
gefinancierd uit de premie over 2007. Het ging om een
Het kabinet en sociale partners bereikten in november
toeslag van 1,25% over de aanspraken van actieve
2004 een akkoord. Dit akkoord volgde uit het najaars-
deelnemers per 31 december 2007.
overleg van 2003. Behalve de fiscale behandeling
deelnemer. Er is geen geld gereserveerd voor toekomstige
van VUT en prepensioen en de introductie van de Ook kan het bestuur besluiten om jaarlijks aan actieve
levensloopregeling (VPL) werd ook een afspraak
deelnemers, gewezen deelnemers en/of gepensioneerden
gemaakt over een nieuw arbeidsongeschiktheidsstelsel.
een toeslag te verlenen. De financiële situatie van het
Concreet betekende dit een overgang van de WAO
fonds moet dit dan wel toelaten. Daarbij dient het fonds
(Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering) naar
over vrij eigen vermogen te beschikken. De beoordeling of
de WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen).
de financiële situatie van het fonds een eventuele toeslag
Als gevolg van de verlengde ziektewetperiode (vanaf
uit overrendement toestaat, vindt jaarlijks plaats aan de
1 januari 2004) was de instroom in de voormalige
hand van de jaarrekening. Daarom is besloten de eventuele
arbeidsongeschiktheidsregelingen in 2005 minder
toeslagverlening per toekomstige datum te verlenen.
dan verwacht. Door de invoering van de WIA op
Dit wil zeggen: per 1 januari van een kalenderjaar volgend
1 januari 2006 is over 2004 een premie geheven
op de vaststelling van de jaarrekening. In het verslagjaar
voor de arbeidsongeschiktheidsregelingen die
heeft het bestuur vastgesteld dat de financiële positie van
(achteraf bezien) niet geheel nodig was. Immers, de
het fonds over het boekjaar 2006 een dergelijke toeslag
arbeidsongeschiktheidsregelingen waren afgestemd op de
toestaat. Aan actieve deelnemers, gewezen deelnemers en
WAO en niet op de WIA. Daarnaast zijn de resultaten op
gepensioneerden is dan ook per 1 januari 2008 een toeslag
de beleggingen van Pensioenfonds Horeca & Catering
van 3% toegekend.
overwegend positief geweest.
Indexatielabel
De voormalige arbeidsongeschiktheidsregelingen
In de Pensioenwet is de verplichting opgenomen om
voor horecawerknemers (WAO-gatverzekering en
informatie over toeslagverlening uit te drukken in een
WAO-aanvullingsregeling) kenden zodoende een hoge
kwalitatieve en beeldende maatstaf. Dit heeft ertoe geleid
dekkingsgraad. Pensioenfonds Horeca & Catering heeft om
dat het ministerie van SZW opdracht heeft gegeven tot
die reden eind 2007 besloten werknemers die
een onderzoek naar het indexatielabel. Naar aanleiding
premie voor deze regelingen hebben voldaan, extra
van dit onderzoek is gebleken dat het voorgestelde
pensioen toe te kennen vanuit het overschot. Het betreft
ontwerp van het indexatielabel niet de gewenste
horecawerknemers die in de jaren 2001 tot en met 2004
duidelijkheid verschaft. De toevoeging van een toelichting
premie hebben betaald. De verdeling vindt plaats naar rato
is nodig. Op basis van de resultaten van het onderzoek
van de ingelegde premie. In verband met beperking van
heeft het bestuur van Pensioenfonds Horeca & Catering
administratieve lasten is een ondergrensbedrag gehanteerd.
geconcludeerd dat het niet wenselijk is het huidige
Alleen in het geval dat meer dan € 20 aan premie is
ontwerp van het indexatielabel en de toelichting te
betaald, zijn extra pensioenaanspraken verworven.
11
Dit vraagt creatief
nadenken
Eiko de Vries
“In de bedrijfstakken horeca en catering komt vrijwel niemand aan 40 jaar pensioenopbouw. Iedereen heeft te maken met periodes waarin niet wordt gewerkt. Daarbij kunnen horeca- en cateringfuncties onder verschillende bedrijfstakken vallen, zoals de recreatie of uitzendbureaus. Door te veranderen van werkgever kun je in eenzelfde functie onder een andere pensioenregeling vallen. De in- en uitstroom in de bedrijfstakken is dus groot; dat maakt het voor het fonds ingewikkeld. Vertrekpunt is dat mensen pensioen krijgen en dat op basis van regelgeving geen maatregelen door bestuur of uitvoeringsorganisatie worden genomen die juist geen pensioen opleveren.
Dit vraagt creatief
nadenken over hoe mensen met kleine pensioentjes bij verschillende fondsen toch een aanvaardbaar pensioen kunnen opbouwen. Te snel pensioenen afkopen is geen oplossing. Daarnaast moeten we creatief nadenken over de communicatie met deelnemers. De wetgever mag bepalen wat we communiceren, maar laat het hoe aan de fondsen over: met de modernste middelen, passend bij de doelgroep.” Eiko de Vries
Werknemersvoorzitter Pensioenfonds Horeca & Catering, FNV Horeca & FNV Catering
Sturingsmiddelen en noodmaatregelen
deelnemers spelen hier een rol. Anderzijds is in de
Het fonds heeft in het verslagjaar geen bijzondere
bedrijfstak gekozen voor het solidariteitsprincipe.
sturingsmiddelen of noodmaatregelen toegepast.
Om die reden is ook een verplichtstellingbeschikking
12
aangevraagd. Premie die is voldaan om pensioen te
In- en uitstroombeleid
verwerven, zou ook als zodanig moeten worden gebruikt
Met de invoering van de Pensioenwet heeft het bestuur
en niet worden afgekocht.
gesproken over een afkoopbeleid. De Pensioenwet kent niet meer de mogelijkheid dat deelnemers het
Het bestuur hecht eraan dat de pensioenbestemming
verzoek kunnen doen om kleine pensioenen af te kopen.
van de gelden van gewezen deelnemers wordt
Wel biedt deze wet pensioenfondsen onder bepaalde
behouden. Dit kan worden gerealiseerd door
voorwaarden die mogelijkheid. Het bestuur heeft in
waardeoverdracht of door het blijven administreren
het verslagjaar besproken of een actief afkoopbeleid
van pensioenen onder de afkoopgrens. Echter, de
wenselijk is. Bij deze discussie zijn de specifieke
uitvoeringskosten dienen niet zodanig hoog te zijn
kenmerken van het fonds leidend. Enerzijds is er een
dat deze lasten drukken op de pensioenopbouw van
groot aantal deelnemers dat de bedrijfstak verlaat en
deelnemers die (langdurig) in de bedrijfstak werkzaam
waarvan de uitvoeringslasten van pensioenaanspraken
zijn. Om de kosten zo beperkt mogelijk te houden,
onder de afkoopgrens niet ten koste mogen gaan
heeft de uitvoeringsorganisatie een actieve lobby
van actieve deelnemers. Met name de gevolgen van
gevoerd in het wetgevingstraject van de Veegwet op
de vijfjaarlijkse informatieverplichting aan gewezen
de Pensioenwet in november/december 2007. Gevolg
hiervan is dat in bepaalde gevallen het digitaal ter
opzet van het fonds is eveneens geactualiseerd. Daarbij
beschikking stellen van informatie mogelijk wordt
is uitgegaan van de meest recente sterftetafels. Ook
gemaakt voor pensioenen onder de afkoopgrens.
zijn de consequenties van de principes voor goed
Naar verwachting worden de communicatiekosten
pensioenfondsbestuur in de nieuwe ABTN verwoord. Bij
van het fonds hierdoor verlaagd en is er meer ruimte
dit laatste gaat het onder meer om de instelling van het
om de pensioenbestemming van de ingelegde gelden
verantwoordingsorgaan en het in werking treden van
te handhaven.
het directiestatuut. Op basis van de in 2007 verrichte asset liability management (ALM)-studie en de nadere
Actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN)
uitwerking hiervan in de risicobudgetteringsstudie, is de
De invoering van de nieuwe pensioenregeling en het
ABTN geactualiseerd naar de situatie per 1 januari 2008.
FTK per 1 januari 2007 zijn essentiële wijzigingen die
Deze nieuwe ABTN is na advies van de deelnemersraad
aanpassing van de actuariële en bedrijfstechnische
op 13 december 2007 door het bestuur vastgesteld.
nota (ABTN) van het fonds noodzakelijk maakten. De kenmerken van de nieuwe pensioenregeling, zowel van
Voor de vaststelling van de ABTN is tevens onderzoek
de basispensioenregeling als de aanvullende regelingen,
gedaan naar de kosten die gemoeid zijn met een
de aanpassingen door de Wet werk en inkomen naar
eventueel liquidatiescenario. Omdat voorzichtigheid
arbeidsvermogen (WIA), de overgangsregelingen voor
van belang is, wordt met een hoger kostenniveau dan
de vroegpensioen- en WAO-regelingen en het nieuwe
voorgaande jaren rekening gehouden.
toeslagbeleid zijn in de ABTN verwerkt. De financiële
“We zitten in een fuik: efficiënt werken, maar wel voldoen aan alle wettelijke verplichtingen voor het instroombeleid - geen wachttijd en niemand uitsluiten - en afkopen van pensioen in het kader van het uitstroombeleid. Dit terwijl de omstandigheden in onze bedrijfstakken afwijken van andere pensioenfondsen: korte dienstverbanden en vele wisselingen van werkgever. Het gaat erom dat de deelnemers kapitaal voor hun pensioen opbouwen en geen stapel papier. Nu verplichten de wet en toezichthouders ons tot
Op een heldere manier communiceren met onze deelnemers is ook ons doel, maar dan wel op een
het achteraf versturen van veel papier.
moderne manier: weinig papier en veel digitaal. Wij moeten de kosten per deelnemer zo laag mogelijk houden. Bij te hoge kosten blijft geen pensioen meer over. Geef werkgever en werknemer dan de
13
wettelijke optie onder voorwaarden af te zien van verplicht deelnemen in een regeling van een fonds.” Paul Schoormans
Plaatsvervangend bestuurslid Pensioenfonds Horeca & Catering, Koninklijk Horeca Nederland Paul Schoormans
Op een
heldere manier communiceren
Beleggingen
WAO-aanvullingsregeling dezelfde strategische beleggingsallocatie geldt als voor de ouderdoms-,
Kernpunten vermogensbeheer
nabestaanden- en vroegpensioenregeling.
Pensioenfonds Horeca & Catering laat minimaal eens
Aanleiding voor dit besluit was de invoering van de WIA
in de vijf jaar een ALM- en risicobudgetteringsstudie
(Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen).
uitvoeren. Het bestuur heeft op basis van deze studies
Als gevolg hiervan is de instroom in de WAO-regelingen
drie kernpunten voor het vermogensbeheer vastgesteld:
sinds 1 januari 2006 minimaal. Ook gezien de sterke
• diversificatie van het vermogen over meerdere
financiële positie van de WAO-regelingen is een hoger
beleggingscategorieën, vermogensbeheerders en
risicoprofiel voor de beleggingen gerechtvaardigd.
beleggingsstijlen;
Daarnaast biedt aansluiting bij de basispensioenregeling
• beste vermogensbeheerder per beleggingsmandaat;
voordeel op het gebied van efficiëntie.
• actief beheer in markten waar dit waarde kan
toevoegen en anders passief beheer.
In verband met de invoering van de nieuwe pensioen-
Deze kernpunten worden gehanteerd als uitgangspunt
regeling en de definitieve vaststelling van de kaders van
voor de invulling van het beleggingsbeleid en de
het FTK eind 2006, is in 2007 opnieuw een ALM-studie
verdeling van het vermogen over de verschillende
uitgevoerd. Hierin zijn de verschillende (nieuwe) regelingen
vermogensbeheerders.
meegenomen. Op basis van de uitkomsten van de ALMstudie is besloten dat de strategische beleggingsallocatie
Strategische beleggingsallocatie
kan worden gehandhaafd op 50% zakelijke waarden, 40%
Eind 2006 is het besluit genomen dat vanaf
vastrentende waarden en 10% onroerend goed.
1 januari 2007 voor de WAO-gatverzekering en de
“Als ik kijk naar de benchmark van beleggingsresultaten in de afgelopen vijf jaar, dan heeft Pensioenfonds Horeca & Catering het goed gedaan. Rendement is belangrijk bij de beleggingen, maar ik vind dat ook voorzichtig met het geld moet worden omgegaan. Het gaat om geld van anderen; de risico’s mogen niet te groot zijn. Maatschappelijk verantwoord beleggen geeft daarnaast een dilemma: beleggen op een nette manier, maar toch tot een goed resultaat komen. Het is goed dat het pensioenfonds daaraan aandacht besteedt. Voor buitenstaanders is het heel ingewikkeld om te bepalen of het geld wordt belegd in bedrijven die hun handen niet vuil maken. Nu de 14
transparantie in de activiteiten van
het fonds steeds meer toeneemt, wordt het ook leuker om ermee bezig te zijn. Op de website vind je binnen een uur genoeg informatie om een goed beeld te krijgen van wat er speelt bij het fonds.” Benno Suijker
Gepensioneerd horeca-administrateur
transparantie
in de activiteiten Benno Suijker
Bij alle regelingen van het fonds is het valutarisico
regels worden gehanteerd voor herbalancering van de
voor alle beleggingscategorieën, met uitzondering van
portefeuillegewichten richting benchmarkgewichten.
private equity, strategisch volledig afgedekt.
Deze regels houden grofweg in dat per kwartaal een herbalancering plaatsvindt richting de strategische gewichten.
Langetermijnrenterisico Vooruitlopend op de invoering van het FTK per 1 januari
In de eerste helft van 2007 zijn twee nieuwe
2007 had het bestuur in 2006 al besloten het risico van
vermogensbeheerders aangesteld, beide ter vervanging
een daling van de marktrente op de financiële positie
van de zittende beheerder. BlackRock Investment
van het fonds door een swaption te verkleinen. Daaraan
Management is aangesteld als beheerder van een deel
is in het najaar van 2006 uitvoering gegeven. Het
van de vastrentende waardeportefeuille ter grootte
neerwaartse renterisico werd hiermee voor een periode
van € 475 miljoen. Cohen & Steers is aangesteld als
van vijf jaar grotendeels afgedekt. Gedurende 2007 zijn
beheerder van de onroerendgoedaandelenportefeuille
geen wijzigingen aangebracht in de swaption positie.
ter grootte van € 125 miljoen. Dit past binnen het beleid
Het risico is afgedekt voor de negatieve gevolgen die
ernaar te streven om voor elke beleggingscategorie de
ontstaan als de marktrente in het najaar van 2011 lager
beste beheerder te selecteren.
is dan 3,25%. De swaption heeft een nominale waarde van € 2 miljard.
Pensioenfonds Horeca & Catering belegt niet in hedge funds. Dit is een bewuste keuze. Naar het oordeel van
Om de swaption te financieren is een tweede swaption
het fonds zijn hedge funds onvoldoende transparant
afgesloten. Daarmee levert het fonds deels het opwaarts
over het te voeren beleggingsbeleid. Om die reden kan
potentieel voor de dekkingsgraad van een boven een
de toegevoegde waarde van hedge funds voor het fonds
niveau van 5% stijgende rente in. Deze swaption heeft
niet bevredigend worden aangetoond.
een onderliggende nominale waarde van € 1,26 miljard. In 2008 beraadt het bestuur zich opnieuw op de wijze
In 2007 is als vervolg op de ALM-studie een uitgebreide
waarop het renterisico is afgedekt. Daarvoor zijn
risicobudgetteringsstudie uitgevoerd. Met behulp van
twee aanleidingen. Allereerst zijn de verplichtingen
een risicobudgetteringsstudie wordt inzicht verkregen
waarover renterisico wordt gelopen in 2007 met 3,4%
in de mogelijkheden om binnen het vastgestelde
toegenomen. Dit wordt onder andere veroorzaakt
strategische beleggingsbeleid het rendementrisicoprofiel
door de invoering van de nieuwe pensioenregeling
van de beleggingen te verbeteren, bijvoorbeeld door
per 1 januari 2007 en het laten meelopen van de
toevoeging van nieuwe beleggingscategorieën.
WAO-regelingen met het strategische beleggingsbeleid
Het bestuur heeft op basis van de risicobudgetterings-
van de basispensioenregeling. Ten tweede is in 2007 de
studie besloten twee nieuwe beleggingscategorieën toe
langetermijnrente met 0,6% gestegen tot 4,97%. Dit is
te voegen aan de bestaande beleggingsportefeuille:
tot vlak onder het niveau van 5% waarboven opwaarts
wereldwijd niet-beursgenoteerd vastgoed en
potentieel wordt ingeleverd.
infrastructuur. Hieraan wordt in 2008 nadere invulling gegeven.
Optimalisering van het vermogensbeheer in 2007 In 2007 zijn verdere stappen genomen om het
Duurzaam en maatschappelijk verantwoord beleggen
beleggingsbeleid en de vermogensbeheerstructuur
Pensioenfonds Horeca & Catering hecht belang aan
te optimaliseren. In 2006 is een start gemaakt om
een goed rendement voor haar deelnemers, maar zeker
stapsgewijs een belang van 5% van het vermogen in
ook aan een maatschappelijk verantwoorde opstelling.
grondstoffen te nemen. Begin 2007 was het percentage
Daaraan wordt op verschillende manieren vorm gegeven.
grondstoffen 2,2% van de totale beleggingsportefeuille.
Sinds een aantal jaren wordt elke twee jaar de
Eind 2007 was dit percentage toegenomen tot 5,1%,
aandelenportefeuille doorgelicht om te bepalen in
waarmee het nagestreefde belang is gerealiseerd.
welke mate de portefeuille (nog) voldoet aan criteria
In 2007 is het tactische beleggingsallocatiebeleid, zoals
van duurzaamheid. In het najaar van 2006 is voor het
dit in 2006 is geformuleerd, gehandhaafd. De tactische
laatst in een dergelijk onderzoek vastgesteld dat de
verdeling van de portefeuille over de hoofdcategorieën
aandelenportefeuille vergeleken met een marktgemiddelde
aandelen, vastrentende waarden en onroerend goed
relatief duurzaam is.
wordt neutraal beheerd. Dit wil zeggen dat mechanische
15
Fotografie: Frans Kup, Nijmegen.
Harry Hummels
daadwerkelijk waarde realiseren
“De koepelorganisaties van bedrijfstak-, ondernemings- en beroepspensioenfondsen hebben heel adequaat en slagvaardig gehandeld na de uitzending van Zembla, waarin de keuzes van pensioenfondsen op het gebied van maatschappelijk verantwoord beleggen ter discussie werden gesteld. Tot die tijd waren er overigens wel al individuele initiatieven van fondsen; de externe druk zorgde ervoor dat het in samenwerkingsverband hoog op de agenda kwam. Gezamenlijk is zeer constructief gewerkt aan de handleiding verantwoord beleggen voor pensioenfondsen. Nu gaat het erom dat de fondsen
daadwer-
kelijk waarde realiseren, zowel financieel als maatschappelijk.
Pensioenfonds Horeca & Catering vatte nog vóór het uitkomen van de handleiding de koe bij de horens. Met bijeenkomsten van bestuur en directie over dit onderwerp en de consultatieronde onder deelnemers en werkgevers voorafgaand aan de besluitvorming, laat de organisatie zien dat ze het onderwerp heel serieus neemt. Mijn complimenten daarvoor.”
Harry Hummels
Hoogleraar Ethiek, Organisaties en Samenleving, Universiteit Maastricht
16
De gehanteerde criteria hadden betrekking op de volgende
verantwoord beleggen. Maar ook: welke thema’s men
aspecten:
daarin belangrijk vindt en hoe men over het beleid van
•
sociale aspecten (arbeids- en mensenrechtelijke
het pensioenfonds geïnformeerd wil worden. Uit het
uitgangspunten, beleggingen in dictatoriale regimes);
onderzoek bleek dat vooral thema’s als kinderarbeid en
economische aspecten (genereren van welvaart
goed ondernemingsbestuur leven bij de achterban.
•
en werkgelegenheid op basis van duurzame Obligatieportefeuille 2006
waarden 2007
productieprocessen); •
ecologische aspecten (milieu-, natuur- en 11% diervriendelijkheid).
17%
Welke thema’s vindt u belangrijk?
25%
8%
6%
Achterbanonderzoek 29%
3%
3% 3%
31%
10%
In de media is vanaf maart 2007 veel aandacht geweest 19% 4% Staatsobligaties buiten Europa Opkomende markten High Yield Zakelijke hypotheken Nederland Overig
8%
voor duurzaam en maatschappelijk verantwoord beleggen. Om het 5% eigen beleid meer 19% vorm te geven, is in de zomer van 2007 een achterbanonderzoek gehouden. Europa euro
Europa niet-euro
Bijna 400 werknemers zijn door het Amerika en werkgeversIndexobligaties
Opkomende markten Bedrijfsobligaties fonds telefonisch benaderd om op een aantal vragen High Yield
over maatschappelijk verantwoord beleggen antwoord te geven. Dit onderzoek had als doel te ontdekken hoeveel belang wordt gehecht aan maatschappelijk
10% 15% Kinderarbeid Arbeidsomstandigheden Milieu Anders
20% Goed ondernemingsbestuur Mensenrechten Omstreden wapens Weet ik niet
Mening werkgevers en deelnemers over thema’s maatschappelijk verantwoord beleggen.
Ook vond een ruime meerderheid van de deelnemers aan
Verklaring inzake de beleggingsbeginselen
het onderzoek het belangrijk om door het pensioenfonds
Op grond van de Europese pensioenfondsenrichtlijn
over de implementatie van maatschappelijk verantwoord
zijn Nederlandse pensioenfondsen verplicht om een
beleggen te worden geïnformeerd.
‘Verklaring inzake de beleggingsbeginselen’ op te stellen. Dit is tevens vastgelegd in de nieuwe Pensioenwet.
De uitkomsten van het achterbanonderzoek werden
De verklaring dient inzicht te geven in het
tijdens de bestuursconferentie in oktober 2007
beleggingsbeleid van het fonds en op verzoek
gepresenteerd. De heer prof. dr. H. Hummels, hoogleraar
beschikbaar te worden gesteld aan deelnemers en
Ethiek, Organisaties en Samenleving aan Universiteit
andere belanghebbenden. Pensioenfonds
Maastricht, hield bovendien een presentatie over de
Horeca & Catering heeft als één van de eerste
implementatiemogelijkheden van een dergelijk beleid.
Nederlandse pensioenfondsen een dergelijke verklaring opgesteld. Daarbij is er expliciet rekening mee gehouden
Besluiten
dat de verklaring leesbaar en begrijpelijk moet zijn voor
Naar aanleiding van de onderzoeken naar maat-
de gemiddelde deelnemer. De verklaring is voor elke
schappelijk en duurzaam beleggen heeft het bestuur
belangstellende eenvoudig te downloaden van de
het volgende besloten:
website van het fonds.
•
Vanaf 1 januari 2008 wordt een uitsluitingenbeleid
conform dat van het Noorse overheidspensioen-
fonds doorgevoerd. Dit fonds heeft sinds november
Macro-economische ontwikkelingen en financiële markten in het verslagjaar
2004 een ethische commissie die als onafhankelijk
In 2007 werden de financiële markten overschaduwd
orgaan het Noorse Ministerie van Financiën
door de crisis op de Amerikaanse markt voor risicovolle
adviseert over uitsluiting van bedrijven.
hypotheken en de angst dat deze crisis negatieve effecten
Deze commissie wordt als richtinggevend
zou hebben op de economische groei. Stonden de meeste
beschouwd op dit gebied. Criteria voor uitsluiting
aandelenmarkten halverwege het verslagjaar nog op de
zijn onder andere de productie van wapens die
hoogste niveaus ooit, gedurende de tweede helft van
fundamentele humanitaire principes schenden,
2007 werd de werkelijke omvang van de crisis geleidelijk
ernstige schending van de mensenrechten, zoals
aan duidelijker. Financiële instellingen maakten bekend
kinderarbeid, en ernstige vervuiling van het milieu.
vele miljarden te moeten afschrijven op hun belangen in
•
Het uitsluitingenbeleid is van toepassing op de
hypotheken. Daarmee werd de vrees aangewakkerd dat
beleggingen in beursgenoteerde aandelen,
de economie in een recessie terecht zou kunnen komen.
obligaties en convertibles, voor zover deze niet via
Forse koerscorrecties in oktober en november 2007
fondsen plaatsvinden.
waren het gevolg. De aandelen in opkomende landen
•
In de komende jaren wordt verder nagedacht over
bleken relatief resistent voor deze correcties, wat hun
doelbeleggingen (beleggingen die een positieve
verminderde afhankelijkheid van de gesteldheid van de
bijdrage leveren aan een bepaald thema,
ontwikkelde economieën weerspiegelt.
bijvoorbeeld milieu) en vormen van engagement
(betrokkenheid bij het bestuur van ondernemingen)
De crisis op de Amerikaanse hypotheekmarkt had
in samenwerking met andere partijen. Hiervoor
ook gevolgen voor de rentetarieven. Centrale banken
wordt ruimte gereserveerd in het beleggingsbeleid.
verlaagden wereldwijd hun rentetarieven om te
•
De tweejaarlijkse screening van de portefeuille op
proberen de crisis het hoofd te bieden. Hierbij moest
maatschappelijke criteria blijft gehandhaafd.
met name de Europese Centrale Bank (ECB) een
•
Verantwoording aan belanghebbenden wordt
afweging maken voor het in toom houden van een
afgelegd via het jaarverslag en de website.
geleidelijk oplopende inflatie door een stijgende olieprijs
17
en een opwaartse druk op de loonkosten. De ECB bracht Het effect van het uitsluitingenbeleid op het
haar tarieven dan ook minder drastisch omlaag dan het
beleggingsrendement wordt beperkt geacht.
Amerikaanse stelsel van centrale banken. Dit had een
Uit een scala van circa 2.800 bedrijven worden er
verder afglijden van de dollar ten opzichte van de euro
momenteel slechts twintig uitgesloten, zodat de
tot gevolg. Verder leidde de toenemende onzekerheid op
vermogensbeheerders voldoende mogelijkheden
de aandelenmarkten en de angst voor een afnemende
behouden tot actief beleid.
economische groei - of zelfs een recessie - tot een vlucht naar staatsobligaties. De sterke stijging van de
langetermijnrente in het tweede kwartaal werd dan
Onroerendgoedportefeuille 2007
ook voor een deel teniet gedaan in de tweede helft
Portefeuille v
Beleggingsportefeuille 2007
van 2007. Per saldo eindigde de langetermijnrente 15%
1% in 2007 ruim een half procent hoger, dat samen met 22%
de verlaging van de rentetarieven van de centrale
9%
1%
40%
7%
banken de rentecurve deed versteilen. De toegenomen
8%
49% onzekerheid over de kredietwaardigheid van financiële
instellingen kwam bovendien tot uiting in hogere 13% opslagen voor kredietrisico, een lagere liquiditeit en een
significant hogere rente in het korte segment.
Indirect vastgoed wereldwijd Woningen Nederland Winkels Nederland Kantoren Nederland Bedrijfsruimten Nederland over het geheel genomen in 2007 Obligaties rendeerden
50%
9%
23% Zakelijke waarden Onroerend goed
Vastrentende waarden Liquide middelen
licht positief. Onroerendgoedaandelen hadden in dit
Aan het eind van het verslagjaar is onroerend goed licht
klimaat het meest te lijden en sloten het jaar negatief af.
onderwogen en zijn liquide middelen licht overwogen
Aandelenmarkten waren bijzonder wisselvallig, maar
ten opzichte van de normportefeuille.
eindigden het jaar toch nog licht positief. De MSCI World Index (exclusief opkomende markten, valutarisico afgedekt
De portefeuille zakelijke waarden
naar euro’s) liet in 2007 een rendement zien van ruim 4%.
De portefeuille zakelijke waarden bestaat naast aandelen uit private equity, converteerbare obligaties en grond-
Omvang en samenstelling van de beleggingsportefeuille
stoffen. Het rendement op zakelijke waarden bedroeg 6,0%
De beleggingsportefeuille voor de pensioen- en
versus een rendement op de benchmark van 7,9%.
WAO-regelingen is verdeeld over zakelijke waarden, vastrentende waarden en onroerend goed.
Na enkele goede aandelenjaren was 2007 vooral een zeer
De zakelijke waarden bestaan uit aandelen, private
wisselvallig jaar, dat uiteindelijk afgesloten werd met een
equity, converteerbare obligaties en grondstoffen.
positief rendement van 6,7%. Dit rendement is inclusief
De vastrentende waarden zijn onderverdeeld in
het resultaat van de afdekking van het valutarisico binnen
obligaties en hypotheken. Voor de beide WAO-regelingen
de aandelenportefeuille. Vooral opkomende markten
(WAO-gatverzekering en WAO-aanvullingsregeling)
hadden een goed jaar. De Amerikaanse, Japanse en
werd tot 1 januari 2007 alleen in aandelen en obligaties
Europese aandelen bleven daarbij ver achter.
belegd. De weging van de verschillende categorieën
De benchmark die Pensioenfonds Horeca & Catering
wordt in de tabel afgezet tegen de normportefeuille.
hanteert, waarbij het valutarisico is afgedekt naar
Omvang en samenstelling van de beleggingsportefeuille ultimo 2007 18
Zakelijke waarden
Portefeuille in € 1.000.000
in %
Norm in %
1.405
50
50
1.111
39,4
39,5
• Private equity
91
3,2
3,5
• Converteerbare obligaties
59
2
2
• Aandelen
• Grondstoffen
145
5
5
Onroerend goed
254
9
10
• Indirect onroerend goed
123
4
5
• Direct onroerend goed
132
5
5
Vastrentende waarden
1.141
40
40
• Obligaties
957
34
32
• Hypotheken
184
7
8
22
1
0
2.823
100
100
Liquide middelen Totaal belegd vermogen (excl. swaptions) Swaptions Totaal belegd vermogen (incl. swaptions)
-56 2.767
Staatsoblig Indexoblig Bedrijfsobl Particuliere Nederland
d d
Portefeuille zakelijke waarden 2007 Beleggingsportefeuille 2007 10% 6% 4% 40%
Beleggingsportefeuille 2007waarden 2007 Portefeuille vastrentende
1%
9%
40% 7% 79%
9%
50%
7%
euro’s, liet een totaalrendement zien van 7,6%. De negatieve afwijking tussen het portefeuille- en het
3%
1% 17% 6%
12%
3% 11% 32%
13% 29%
8% 50%19%
9% 23%
Aandelen obligaties Vastrentende waarden Zakelijke waardenConverteerbare Private equity goed Grondstoffen Liquide middelen Onroerend
Aandelenportefeuille 2006 Obligatieportefeuille 2006
4%
Zakelijke waarden Staatsobligaties Europa Onroerend goed Indexobligaties Vastrentende waarden Bedrijfsobligaties Liquide middelen Particuliere hypotheken Nederland
37%
Staatsobligaties buiten Europa Nederland Amerika Opkomende markten Pacific High Yield Zakelijke hypotheken Nederland Overig
benchmarkrendement is met name veroorzaakt door een
De portefeuille vastrentende waarden
negatieve bijdrage van de aandelenselectie in de Verenigde
De portefeuille vastrentende waarden bestaat uit een
Staten en de overweging van Japan. Daar stond een
obligatieportefeuille en een hypothekenportefeuille.
positieve bijdrage van opkomende landen tegenover.
Het rendement op de portefeuille vastrentende waarden
5%
Europa Europa euro Amerika Japan Opkomende Opkomende markten High Yield
bedroeg in 2007 2,2% vergeleken met een rendement De strategische weging van opkomende markten is in 2007
op de benchmark van 3,2%.
stabiel gehouden op 10 procentpunten. In 2008 wordt dit geleidelijk verhoogd naar 15 procentpunten; enerzijds
De eerder genoemde versteiling van de rentecurve,
gezien het onverminderde vertrouwen in de kracht en groei
gecombineerd met een stijging van de langetermijnrente
van opkomende markten, anderzijds omdat het aandeel
met ruim een half procent, hield de rendementen op de
van opkomende markten in de wereldindex is toegenomen.
portefeuille vastrentende waarden beperkt. De geleidelijke ontvouwing en uitbreiding van de kredietcrisis leidde
De portefeuille zakelijke waarden bevat ook private
voorts tot een scherpe stijging van de risicopremies op
equity beleggingen (niet-beursgenoteerde aandelen).
obligaties met een kredietrisico, zoals bedrijfsobligaties
Aan het eind van het verslagjaar bedroeg deze categorie
en obligaties van opkomende markten. Met name
3,2% van de totale beleggingsportefeuille, licht onder
bedrijfsobligaties met een slechte kredietkwaliteit
de norm. Het rendement op private equity over 2007
hadden hieronder zwaar te leiden. Inflatiegerelateerde
bedroeg 12,9% en kwam daarmee aanzienlijk hoger uit
obligaties profiteerden juist van de toegenomen inflatie-
dan de benchmark, die 4,6% rendeerde.
verwachtingen door de scherp stijgende grondstofprijzen.
De portefeuille converteerbare obligaties liet een
De obligatieportefeuille heeft in 2007 een rendement
rendement van 6,5% zien, 0,9% lager dan het rendement
gerealiseerd van 2,1% ten opzichte van een rendement
op de benchmark van 7,4%. De negatieve afwijking
op de benchmark van 3,5%. Beide cijfers zijn inclusief
werd hoofdzakelijk veroorzaakt door een defensieve
het effect van het afdekken van valutarisico naar de
positionering ten opzichte van de benchmark.
euro. De belangrijkste bijdrage aan de underperformance was een overweging van bedrijfsobligaties van financiële
De grondstoffenportefeuille behaalde een rendement
instellingen.
van 9,6%. Daarmee bleef deze categorie 4,6% achter bij de benchmark, die 14,2% rendeerde. De
De hypothekenportefeuille bestaat geheel uit
grondstoffenportefeuille bestaat uit een combinatie
Nederlandse hypotheken. Op de hypothekenportefeuille
van derivaten en een kredietportefeuille, die als
is een rendement behaald van 2,9% ten opzichte van een
onderpand dient voor de derivaten. Met name door de
benchmarkrendement van 1,7%. Dit positieve verschil is
waardedaling van de kredietportefeuille als gevolg van
met name toe te rekenen aan de hogere rentevergoeding
de hypotheekcrisis in de Verenigde Staten, kwam het
op hypotheken in vergelijking tot de rente op
rendement lager uit dan dat van de benchmark.
staatsobligaties. Bovendien heeft de internationale kredietcrisis vanaf medio 2007 tot een stijging van het
19
renteverschil met staatsobligaties geleid, waardoor de
versus een rendement op de benchmark van 11,7%.
marge op beleggingen in hypotheken is verbeterd.
De belangrijkste reden voor de afwijking is het effect van
In 2008 wordt het percentage zakelijke hypotheken
(her)ontwikkeling van diverse projecten. Het rendement
verhoogd van 55% naar 60%. Tegelijkertijd wordt het
op objecten die het gehele jaar in portefeuille waren
percentage woninghypotheken verlaagd van 45% naar
(standing investments) bedroeg 10,2%.
40%. Dit leidt naar verwachting tot een verbetering van het rendement op de hypothekenportefeuille.
Afdekking valutarisico Het valutarisico wordt voor alle beleggingscategorieën,
De onroerendgoedportefeuille
met uitzondering van private equity, strategisch
De onroerendgoedportefeuille bestaat uit beleggingen
afgedekt. Over 2007 leverde dit een positieve bijdrage
in indirect (beursgenoteerd) wereldwijd vastgoed en
aan het rendement op de volledige beleggings-
direct (niet-beursgenoteerd) Nederlands vastgoed.
portefeuille van 2,7%.
In 2007 is op de onroerendgoedportefeuille een negatief rendement behaald van -7,4% tegenover een rendement
Afdekking renterisico
op de benchmark van -1,8%.
De gecombineerde waarde van de twee swaptions waarmee het langetermijnrenterisico wordt verkleind, lag aan het eind van 2007 € 59 miljoen Beleggingsportefeuille 2007lager dan
Onroerendgoedportefeuille 2007
Por
aan het begin van het verslagjaar. De stijging van de 15%
langetermijnrente is daar de belangrijkste oorzaak van.
1%
1%
40%de stijging van de langetermijnrente Tegelijkertijd leidde
22%
tot een nog grotere daling van de marktwaarde van de 49%
had per saldo de rentestijging een positief effect van 50% € 143 miljoen op9% de solvabiliteitspositie van het fonds.
13% Indirect vastgoed wereldwijd Winkels Nederland Bedrijfsruimten Nederland
verplichtingen, namelijk met € 202 miljoen. Daarmee
Dit komt overeen met een positieve bijdrage aan de Woningen Nederland Kantoren Nederland
ontwikkeling van Zakelijke de dekkingsgraad 2007 van waarden Vastrentende waarden over 8 procentpunten. Onroerend goed
Liquide middelen
Performance Na enkele bijzonder goede jaren voor indirect vastgoed,
20
was er in 2007 sprake van een forse correctie. Was eerst
Rendementen 2007
de stijgende rente de belangrijkste aanleiding, de
Het totaalrendement op de beleggingen voor de
kredietcrisis en de daaraan gekoppelde vrees voor een
ouderdoms-, nabestaanden-, vroegpensioen- en
recessie zorgden voor een verdere waardedaling van
WAO-regelingen is in 2007 4,1% geweest (exclusief
indirect vastgoed. Het rendement op de portefeuille
swaptions). De performance van de vergelijkende
indirect onroerend goed bedroeg -19,2% versus een
benchmark (ook wel normrendement genoemd) bedroeg
rendement op de benchmark van -14,4%. Onderwogen
5,1%, waardoor een underperformance is behaald van
posities in China en Australië droegen bij aan de
1,0%. De rendementscijfers zijn extern berekend.
underperformance.
Z-score Het fonds belegt in direct onroerend goed via besloten
Het pensioenfonds hanteert voor alle onderdelen van de
beleggingspools die belangen hebben in Nederlands
beleggingsportefeuille benchmarks en doelstellingen.
onroerend goed. Er wordt deelgenomen in vier
De normportefeuille voor het totale fonds wordt hiervan
beleggingspools, die zich richten op woningen, winkels,
afgeleid. De z-score is een maatstaf voor het feitelijk
kantoren en bedrijfsruimten. Het directe onroerend
behaalde rendement van de beleggingsportefeuille ten
goed in Nederland onttrok zich vrijwel volledig aan de
opzichte van het normrendement. In beide rendementen
ontwikkelingen elders in de wereld. Met name woningen
worden de uitvoeringskosten van het vermogensbeheer
presteerden met een rendement van 8,1% goed,
meegenomen, zodat het gaat om nettorendementen.
voornamelijk als gevolg van een verdere stijging van de
Als het netto feitelijk rendement hoger is dan het netto
woningprijzen. Het rendement over 2007 bedroeg 7,5%
normrendement ontstaat een positieve z-score.
8%
De z-score van het pensioenfonds over 2007 is -0,662.
Verantwoordingsorgaan
Dit betekent dat de beheerders gemiddeld onder de
Nadat het bestuur en de deelnemersraad een visie
benchmark hebben gepresteerd. De door beheerders
hadden ontwikkeld over de instelling en inrichting
genomen risico’s en behaalde resultaten worden
van een verantwoordingsorgaan, hebben ook
voortdurend gemonitord en regelmatig met hen
sociale partners hun standpunt kenbaar gemaakt.
besproken. Indien noodzakelijk worden maatregelen
Op basis hiervan heeft medio 2007 besluitvorming
getroffen.
plaatsgevonden door het bestuur. Vastgesteld is dat de deelnemersraad volledig integreert in het
Performancetoets
verantwoordingsorgaan. Op deze wijze wordt
Desgewenst kunnen werkgevers vrijstelling van de
een stapeling van organen voorkomen. Het biedt
verplichtstelling krijgen als het pensioenfonds niet
voor het fonds de beste basis voor gezamenlijke
voldoet aan de vastgestelde norm voor de zogenaamde
standpuntbepaling en het voorkomen van
performancetoets. Dit is geregeld in het Vrijstellingsbesluit
fractievorming. Ook wordt met de vorming van één
Wet Bpf 2000. Het criterium dat hierbij geldt, is dat een
geïntegreerd orgaan het streven naar een efficiënte,
eventuele vrijstelling aangevraagd en toegekend kan
deskundige en kostenbewuste uitvoering van de regeling
worden als de performancetoets een uitkomst heeft die
gediend. De taken op het gebied van advisering en de
lager is dan 0. De performancetoets is afgeleid van de
oordeelsvorming over de wijze waarop het bestuur zijn
jaarlijkse meting van de z-score. De performancetoets
verantwoording heeft ingevuld, komen toe aan het
wordt samengesteld door de som van de z-scores van de
verantwoordingsorgaan.
afgelopen vijf jaar te delen door de wortel van dit aantal jaren en hier 1,28 bij op te tellen. De uitkomst van de
Het doel van het verantwoordingsorgaan is het toezien
performancetoets voor het jaar 2007 is 1,508. Als gevolg
op een juiste uitvoering van de pensioenregeling
hiervan heeft het pensioenfonds in het verslagjaar
voor alle betrokkenen. Vastgesteld is dat het
- evenals voorgaande verslagjaren - voldaan aan de norm
verantwoordingsorgaan bestaat uit vijftien leden,
voor de performancetoets.
waarvan vijf leden de werkgevers vertegenwoordigen, acht leden de actieve deelnemers en twee leden de
Goed pensioenfondsbestuur en risicobeheersing
gepensioneerden en gewezen deelnemers. Bij de verdeling van het aantal zetels is belang gehecht aan
Principes voor goed pensioenfondsbestuur
het financieel belang van de betrokken doelgroepen.
Na de inwerkingtreding van de principes voor goed
Het bestuur meent op deze wijze een meer even-
pensioenfondsbestuur van de Stichting van de Arbeid
wichtige belangenafweging mogelijk te maken dan
(STAR) per 1 januari 2006, is er met de Pensioenwet
bij een verdeling naar evenredigheid van het aantal
per 1 januari 2007 ook een wettelijke basis voor de
belanghebbenden.
principes. Op het gebied van besturing en beleid, verantwoording en intern toezicht zijn door het bestuur
Voor de invulling van de zetels hebben sociale partners
keuzes gemaakt en is begonnen met de implementatie,
en bestuur de afweging gemaakt tussen diverse
deels per 1 januari 2007 en deels per 1 januari 2008.
mogelijkheden. Deze varieerden van benoeming, met
Hiermee voldoet het fonds tijdig aan de principes en
efficiëntie als belangrijk voordeel, tot verkiezing.
randvoorwaarden om kwaliteit, zorgvuldigheid en
Dit laatste biedt de mogelijkheid van een brede
openheid van het pensioenfondsbestuur te waarborgen.
vertegenwoordiging. Gekozen is voor invulling
De invoering van een directiestatuut, het onderbrengen
van zetels door benoeming van kandidaten, die
van de klachten-, geschillen- en bezwaarprocedure
zich konden aanmelden na een oproep via diverse
binnen de organisatie en het instellen van een
communicatiemiddelen. De werkgeversorganisaties
auditcommissie per 1 januari 2007 zijn in dit kader
zorgden voor de benoeming van de leden van de
te noemen. In het verslagjaar heeft dit een vervolg
werkgeversgeledingen en de werknemersorganisaties
gekregen met de besluitvorming over de inrichting en
voor de werknemersgeledingen. Met dit besluit zijn de
werkwijze van een verantwoordingsorgaan.
voordelen van zowel benoeming als verkiezing behaald.
21
Auditcommissie
Naleving gedragscode en compliance
Het door de STAR geformuleerde principe van een
De gedragscode stelt regels die gericht zijn op het
transparant intern toezicht heeft al in 2006 geleid tot het
waarborgen van de integriteit en het effectentypisch
besluit tot instelling van een auditcommissie. In 2007 is
gedrag. Naar aanleiding van het instellen van een
hieraan invulling gegeven door de benoeming van twee
auditcommissie, het beleggen van de functie van
interne leden van de commissie per 1 januari 2007 en de
compliance officer, de invoering van het directiestatuut
benoeming van drie externe leden per 12 april 2007.
en het vervallen van de bezwaarregeling bij een
Voor de selectie en voordracht van kandidaten voor de
uitspraak van de compliance officer, is per 1 januari
externe leden heeft het Nationaal Register Toezichthouders
2007 de gedragscode aangepast.
en Commissarissen gezorgd. Toezicht op de publieke verantwoording bij de uitvoering van de verplichtgestelde
Ook is het per 1 januari 2007 op pensioenfondsen van
pensioenregeling, de betrouwbaarheid van gepubliceerde
toepassing geworden Besluit Marktmisbruik Wet op het
gegevens, het functioneren van de interne organisatie
financieel toezicht in de beoordeling van het naleven
en de integriteit van degenen die bij het pensioenfonds
van de gedragscode betrokken. Met dit besluit geldt
zijn betrokken, behoren tot de aandachtsgebieden van de
van rechtswege een vrijstelling voor de toepasselijkheid
auditcommissie. Na instelling van de auditcommissie is
van het effectentypisch gedragstoezicht als het volume
aandacht besteed aan hoe de leden hieraan vanaf 2007
van de beleggingstransacties minder dan € 20 miljoen
gezamenlijk invulling kunnen geven. In dit jaarverslag is
bedraagt. Boven dit bedrag moet de gedragscode een
een bericht van de auditcommissie opgenomen (p.32).
(beperkte) insidersregeling bevatten. Met het aangaan
“Met het instellen van een auditcommissie per 1 januari 2007 loopt Pensioenfonds Horeca & Catering
voorop in de Nederlandse pensioenwereld als het gaat om het toezicht op het bestuur. De auditcommissie komt ten minste viermaal per jaar bijeen. Op die manier kun je de organisatie gedurende het jaar helpen om tot kwaliteitsverbetering te komen. De focus ligt op de financiële integriteit en de kwaliteit van de uitvoeringsorganisatie van het fonds. Door als deskundige ‘outsider’ kritische vragen te stellen, zie je ook dat het bestuur en de directie beleidskeuzes nogmaals onder de loep nemen. Met de komst van het verantwoordingsorgaan per 1 januari 2008 heeft de verantwoordelijkheid van het bestuur een nieuwe dimensie gekregen: er moet verantwoording worden afgelegd. 22
Met de steeds zwaardere eisen die aan pensioenfondsen en hun besturen worden gesteld, is het dan prettig als bij het maken van beleidskeuzes bij de auditcommissie advies kan worden ingewonnen.” Han Thoman
Voorzitter auditcommissie
voorop in de
Nederlandse pensioenwereld
Han Thoman
van een swaptionstrategie in 2006, die in eigen beheer
Plan van Aanpak Deskundigheidsbevordering hebben
wordt uitgevoerd, kent het fonds een transactievolume
aangeboden aan De Nederlandsche Bank. Hierin is
hoger dan € 20 miljoen. In de gedragscode dient daarom
geformuleerd welke deskundigheid mag worden
een insidersregeling te zijn opgenomen. De gedragscode
verlangd van het pensioenfondsbestuur, de
van het fonds bevat deze, maar van de hieruit voort-
deelnemersraad en het verantwoordingsorgaan. Een
vloeiende verplichting om insiders aan te wijzen is
eigen deskundigheidsplan en een periodieke evaluatie
afgeweken. Onder bepaalde voorwaarden, waaraan het
per fonds maken onderdeel uit van het plan van aanpak.
fonds voldoet, is dat ook toegestaan. Zo zijn de swaptions niet op de markt verhandelbaar. Ook zijn er, gezien
In 2007 is onder de individuele bestuursleden een
de gekozen structuur van mandatering aan externe
enquête gehouden over de opleidingsbehoefte. Op basis
vermogensbeheerders en de wijze waarop de informatie
daarvan zijn door de uitvoeringsorganisatie voorstellen
over de beleggingstransacties en de beleggingspositie
gedaan voor collectieve en individuele bijscholing en
van het fonds de organisatie bereikt, geen mogelijkheden
kennisverbreding. In 2008 wordt het deskundigheidsplan
tot voorwetenschap en/of front running. Tot slot is
van het fonds geactualiseerd. Daarbij wordt rekening
vastgesteld dat bestuursleden vanuit hun lidmaatschap
gehouden met de individuele en collectieve
bij verschillende beleggingsvehikels niet vooraf kunnen
deskundigheidseisen voor het bestuur die in het Plan
beschikken over koersgevoelige of andere vertrouwelijke
van Aanpak Deskundigheidsbevordering zijn
marktinformatie. Op basis hiervan is geconcludeerd dat
geformuleerd.
het fonds geen insiders hoeft aan te wijzen. De leden van het verantwoordingsorgaan zijn Vanaf 2007 vindt de beoordeling of de gedragscode is
gesprekspartner van het bestuur. Ook zij dienen te
nageleefd plaats door een interne compliance officer.
voldoen aan een bepaald deskundigheidsniveau.
De compliance officer heeft een verklaring afgegeven
Om die reden heeft het bestuur een profielschets opgesteld
dat over verslagjaar 2007 geen afwijkingen van de
voor de leden van het verantwoordingsorgaan.
gedragscode zijn vastgesteld.
Bij de selectie en benoeming van de leden van het verantwoordingsorgaan is hiermee rekening gehouden.
Deskundigheid en integriteit Al sinds 2001 heeft Pensioenfonds Horeca & Catering
Opleidingsconferentie en opleidingsbehoefte
in een deskundigheidsplan vastgelegd op welke wijze
In 2007 is tijdens de jaarlijkse opleidingsconferentie
het bestuur invulling geeft aan de vereisten van
voor het bestuur aandacht besteed aan de Europese
deskundigheid en betrouwbaarheid van de bestuurders,
ontwikkelingen op het gebied van pensioenen,
zoals vastgelegd in de beleidsregels van
de ontwikkelingen omtrent een alternatief
De Nederlandsche Bank. Daarnaast geldt sinds
uitvoeringsmodel, het nieuwe rapportagekader van
1 januari 2007 een apart deskundigheidsplan voor de
DNB per 1 januari 2007 en de toegevoegde waarde
uitvoeringsorganisatie van het fonds.
van private equity voor pensioenfondsen. Op basis van de genoemde inventarisatie onder bestuursleden
De deskundigheid van bestuurders vormt ook een
naar de behoefte aan bijscholing en kennisverbreding,
aandachtspunt in de principes van goed pensioen-
is besloten om in 2008 - naast de jaarlijkse
fondsbestuur. Het belang van deskundigheid voor leden
opleidingsconferentie - een extra opleidingsdag te
van pensioenfondsbesturen, deelnemersraden en
organiseren. Met de resultaten van de enquête zijn
verantwoordingsorganen is ook onderstreept in de
tevens op individueel niveau opleidingsbehoeften
intentieverklaring van de STAR en het Coördinatieorgaan
vastgesteld. Aan de hand daarvan kunnen vervolgens
Samenwerkende Ouderenorganisaties (CSO) van
geschikte opleidingsmogelijkheden worden geselecteerd.
13 december 2006. De verklaring betrof deskundigheids-
Kennisverbreding en -verdieping vormen daarmee een
bevordering van pensioenfondsbestuursleden. De in
continu aandachtspunt voor het bestuur als geheel en
deze intentieverklaring aan pensioenkoepels gerichte
voor de individuele bestuursleden afzonderlijk.
oproep heeft ertoe geleid dat de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen (VB), de Stichting voor
Professionalisering interne risicobeheersing
Ondernemingspensioenfondsen (Opf) en de Unie van
De maatschappelijke trends en de wet- en regelgeving
Beroepspensioenfondsen (UvB) op 16 april 2007 een
zorgen voor een toenemende focus op de interne
23
beheersing en transparantie. Binnen Pensioenfonds
en UWV aan te sluiten, wordt beoogd de afrekening van
Horeca & Catering uit zich dat op verschillende facetten
verschuldigde premies en pensioenaanspraken op basis
van de bedrijfsvoering. Binnen de kernwaarden is voor
van geautomatiseerde gegevensleveringen van UWV uit te
2007 en 2008 ervoor gekozen om betrouwbaarheid
voeren. UWV is in hoge mate bepalend voor het succesvol
te benadrukken, naast (en deels in plaats van) de
verlopen van een aantal belangrijke processen bij de
bestaande aandacht voor efficiëntie en klantgerichtheid.
uitvoeringsorganisatie van het fonds. Dit heeft uiteindelijk
Om die betrouwbaarheid te kunnen objectiveren,
invloed op de hoogte van de kosten per deelnemer.
is een project gestart. Daarin worden de normen
Het was aanvankelijk de bedoeling om direct met de
voor betrouwbaarheid en interne beheersing
Belastingdienst en UWV de nieuwe systematiek per
opgesteld en vastgelegd. Aan de hand van deze
1 januari 2006 ook bij het fonds in te voeren. Echter,
normen worden met name in 2008 verbeterplannen
rekening houdend met mogelijke vertragingen bij de
ontwikkeld en uitgevoerd. De verbeterplannen
invoering van de nieuwe systematiek door de
leiden tot een vergroting van de interne beheersing.
Belastingdienst en UWV, is in 2006 de voorschot-
Het managementteam heeft in de loop van 2007
systematiek gehandhaafd. De keten tussen de
besloten om de aandacht voor interne beheersing te
Belastingdienst en UWV bleek namelijk niet in staat
ondersteunen met een additionele fte.
tijdig betrouwbare gegevens aan te leveren. Voor zowel de voorschotsystematiek als de nieuwe systematiek is
In het verslagjaar zijn enkele bijzondere onderzoeken
het fonds afhankelijk van gegevens van UWV. De
uitgevoerd. Het gaat dan om onderzoek naar de
vertragingen in de gegevensleveringen en de
beveiligingsaspecten rond de premieberekening en
betrouwbaarheid van de door UWV geleverde gegevens
-incasso. Ook is onderzocht of de pensioenen volgens
hebben geleid tot uitstel van de definitieve afrekening
de geldende regels worden uitgekeerd. Aan het eind van
over het heffingsjaar 2006. Daarnaast zijn de in 2006
2006 is voor de eerste maal een risico-inventarisatie
gestarte werkgevers laat bekend geworden bij het fonds,
uitgevoerd. Op een nog hoog abstractieniveau zijn
waardoor premieoplegging in een laat stadium heeft
de belangrijkste risico’s in kaart gebracht, waarna
plaatsgevonden.
de matigende maatregelen zijn beoordeeld. Begin 2008 wordt de risico-inventarisatie geactualiseerd,
Per 1 januari 2007 heeft het fonds wel de nieuwe
waarbij een fijnmazigere werkwijze wordt gehanteerd.
werkwijze voor de afdracht van pensioenpremies en
De uitkomsten van de risico-inventarisatie worden
bijdragen per loontijdvak door werkgevers ingevoerd.
geïntegreerd in het project voor de interne beheersing,
Premieafdracht via automatische incasso is daarbij
zodat de normen ook de verschillende risico’s bestrijken.
als uitgangspunt genomen. Indien een machtiging tot
Daarnaast vinden de risico’s en eventueel gewenste
automatische incasso ontbreekt, dient de werkgever
maatregelen hun plaats in de jaarplannen van de diverse
maandelijks een spontane betaling te doen. Achteraf
afdelingen.
wordt aan de hand van gegevens van UWV geverifieerd
24
of de hoogte van premieafdracht correct is. Aangezien
Uitvoeringsorganisatie
ook in 2007 sprake was van een vertraging in de gegevensleveranties, heeft het fonds in 2007 nog
Premieafrekening en -afdracht
met voorlopige premieafrekeningen per loontijdvak
Per 1 januari 2006 heeft de Belastingdienst in het
gewerkt. Deze waren gebaseerd op gegevens uit 2006.
kader van de wet Walvis een nieuwe systematiek van
De werkwijze is toegepast bij zowel werkgevers die een
aangifte van loonheffingen ingevoerd, die ertoe leidt
automatische incasso hebben afgegeven, als werkgevers
dat werkgevers loonsomgegevens aanleveren aan de
die spontaan betalen.
Belastingdienst. De Belastingdienst levert vervolgens nominatieve gegevens (persoonsgegevens, gecombineerd
Van de uitvoeringsorganisatie heeft de vertraging
met individuele loongegevens van werknemers) door
de nodige inspanningen gevergd. Niet alleen diende
aan de polisadministratie van Uitvoeringsinstituut
de programmatuur tijdig gereed te zijn voor de
Werknemersverzekeringen (UWV). Pensioenfonds
definitieve afrekening 2006 en de gegevensverwerking
Horeca & Catering krijgt deze gegevens van UWV en
voor 2007, maar ook moest worden ingespeeld op de
stelt de hoogte van de verschuldigde premies vast.
onvolkomenheden die de keten tussen de Belastingdienst
Door op de nieuwe systematiek van de Belastingdienst
en UWV met zich meebracht. Dit laatste maakte extra
verificatieprogrammatuur bij het fonds noodzakelijk.
bedrijfstakregelingen heeft in het verslagjaar
Het uitgangspunt om een machtiging tot automatische
geresulteerd in een akkoord tussen sociale partners over
incasso af te geven heeft geleid tot een toename van
een nieuwe werkingssfeerdefinitie van Pensioenfonds
het aantal machtigingen. Verwacht wordt hiermee
Horeca & Catering. Nadat de mogelijkheden en
een administratieve vereenvoudiging bij werkgevers
gevolgen voor een wijziging van de werkingssfeer
en het fonds te bereiken en een verbetering van de
in 2005 nauwkeurig in kaart zijn gebracht, is voor
incassoresultaten. De afgelopen jaren is veel aandacht
het fonds in de nieuwe werkingssfeerdefinitie het
besteed aan de optimalisering van het incassotraject,
zogeheten loonsomcriterium als leidend gesteld.
hetgeen blijkt uit de incassoresultaten.
Hierdoor valt een onderneming onder de werkingssfeer van Pensioenfonds Horeca & Catering als 50% van de
De problematiek ten aanzien van de gegevensleveringen
totale loonsom wordt besteed aan activiteiten in het
via de keten Belastingdienst en UWV is al begin 2007
horecabedrijf of de contractcateringbranche. Met dit
door het fonds onder de aandacht gebracht bij de
criterium wordt (zoveel mogelijk) aangesloten op de
minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de
werkingssfeerdefinitie van de Belastingdienst en UWV.
Staatssecretaris van Financiën. Vervolgens is ook in de
Dit heeft als belangrijk voordeel dat de beoordeling
Tweede Kamer aandacht besteed aan de betreffende
of in een onderneming of een administratieve eenheid
problemen bij de Belastingdienst en UWV. Inmiddels
sprake is van een horeca- of contractcateringbedrijf,
hebben de Belastingdienst en UWV in opdracht
plaatsvindt op basis van UWV-gegevens. Daarnaast
van de minister van SZW en de staatssecretaris van
wordt voor de beoordeling gebruikgemaakt van de
Financiën het rapport ‘Integrale Probleem Analyse’
gegevens van het bedrijfschap Horeca en Catering en
opgesteld. In dit rapport wordt gemeld dat de
de Stichting Fonds Bevordering Arbeidsverhoudingen
keten van informatiestroom van werkgever naar
Contractcatering. Op deze wijze wordt een tijdige en
Belastingdienst en vervolgens naar UWV, waar het
correcte aansluiting gerealiseerd van werkgevers die
fonds weer afnemer van is, eerst goed ‘werkend’ moet
onder de werkingssfeer vallen. Tevens leidt de nieuwe
zijn. Daarna is het volgende stadium te komen tot een
werkingssfeerdefinitie ertoe dat de samenloop met
‘stabiele’ keten, om uiteindelijk het stadium ‘robuust’
andere bedrijfstakken vermindert. De wijziging van de
te bereiken. In het rapport wordt geen planning
verplichtstelling van het fonds is per 1 januari 2008 in
genoemd voor de verschillende stadia. Naar aanleiding
werking getreden.
van het rapport heeft het bestuur in de loop van het verslagjaar besloten de systematiek van voorlopige
Nu de verplichtstelling per 1 januari 2008 is gewijzigd
premieafrekeningen per loontijdvak ook na 2007 te
en de representativiteit is vastgesteld, heeft het
handhaven.
fonds voldaan aan de verplichting van de periodieke representativiteitstoets. Deze verplichting geldt sinds de
In november 2007 hebben UWV en de Vereniging van
invoering van het beleidskader bij de Wet betreffende
Bedrijfstakpensioenfondsen (VB) een intentieverklaring
verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds
ondertekend. Dit vond plaats op initiatief van onder
2000. Aangezien het een vijfjaarlijkse verplichting
meer Pensioenfonds Horeca & Catering. In de verklaring
betreft, moet het fonds per 1 januari 2013 opnieuw de
staat onder andere dat UWV en VB gezamenlijk gaan
representativiteit aantonen.
onderzoeken welke informatiebehoeften bestaan bij de pensioenuitvoerders. Daarbij wordt gekeken op welke
CEM
wijze de gegevensaanlevering op diverse gebieden,
Na in 2005 voor het eerst te hebben geparticipeerd
zoals arbeidsgeschiktheids- en dienstverbandgegevens,
in de CEM-benchmark over het jaar 2004, heeft
voor zowel UWV als de pensioenuitvoerders zo efficiënt
Pensioenfonds Horeca & Catering in 2007 opnieuw
mogelijk kan worden geregeld. Kwaliteit, tijdigheid en
deelgenomen. Het over 2006 verrichte CEM-onderzoek
consistentie van de te verstrekken informatie dient
had niet alleen betrekking op de kosten van de
daarbij te worden geborgd en geoptimaliseerd.
pensioenadministratie, maar ook op de kosten van het vermogensbeheer. De resultaten geven inzicht in de
Werkingssfeer
kosten van de pensioenadministratie na het in eigen
De in 2004 in gang gezette discussie over een
beheer nemen van de deelnemersadministratie per
wijziging van de werkingssfeer van de collectieve
1 januari 2006. Zo wordt een objectief beeld verkregen
25
We hebben
daarin veel ambities
Eric Uijen
“Onze ambitie is tot de beste pensioenfondsen van Nederland te behoren. Qua kostenniveau - de kosten op jaarbasis per deelnemer - staan we er heel goed voor. De onafhankelijke CEM-benchmark leverde ons over 2006 een derde plaats op ten opzichte van alle andere deelnemende Nederlandse fondsen. Over 2007 verwacht ik zelfs een nog beter resultaat. Maar de uitvoeringsorganisatie moet blijven verbeteren en tot zichtbare resultaten blijven komen. Voor onze administratie is een inhaalslag nodig.
We hebben
daarin veel ambities, bijvoorbeeld het uitsturen van de pensioenoverzichten
2006 en 2007 in 2008. Maar ook om onze verschillende administratiesystemen beter op elkaar af te stemmen. De verwachting is dat de aanlevering van gegevens door UWV in 2008 beter verloopt dan in 2007. De alternatieve scenario’s zijn overigens al redelijk ingeburgerd, zodat er routine komt in de werkzaamheden en betrouwbaarheid en efficiëntie van de administratie meer aandacht kunnen krijgen.” Eric Uijen
Directeur Pensioenfonds Horeca & Catering
26
van de kosten van deze processen in vergelijking met
per deelnemer waarneembaar, hetgeen ook geldt voor
andere pensioenfondsen. Deze informatie dient als
de mediaan. De kostenstijging bij het fonds is toe te
sturingsmiddel voor de uitvoeringsorganisatie.
kennen aan projecten waarmee naar verwachting op
De CEM-score wordt bepaald door de totale kosten
termijn efficiëntiewinst wordt behaald. Het streven blijft
van de pensioenuitvoering toe te rekenen aan actieve
om in de toekomst een kostenverlaging te realiseren. Ten
deelnemers en gepensioneerden; de slapers tellen niet
aanzien van de dienstverlening, zoals op het gebied van
mee in de CEM-score.
communicatie en klantenonderzoek, scoort het fonds relatief laag. Dit is een bewuste keuze. Het niveau van
Uit het CEM-onderzoek in 2007 is gebleken dat de kosten
dienstverlening is immers direct van invloed op de
van Pensioenfonds Horeca & Catering in 2006 € 72 per
kosten per deelnemer.
deelnemer bedroegen. Dit is aanmerkelijk lager dan de mediaan, waar de kosten per deelnemer op € 89 zijn
Uit het CEM-onderzoek naar de kosten voor
gesteld. Met dit kostenniveau neemt Pensioenfonds Horeca
vermogensbeheer blijkt dat de gekozen structuur van
& Catering een derde plaats in in de vergelijking met
actief vermogensbeheer door externe vermogens-
andere pensioenfondsen. Naast de totale kosten zijn ook de
beheerders, de multimanagerstructuur, een relatief dure
kosten per handeling en per categorie voor het fonds van
optie is. Het kostenniveau toont echter een positief
belang. De overzichten op de volgende pagina tonen de
beeld. De uitvoering vindt namelijk plaats tegen relatief
schaalvoordelen en -nadelen van het fonds ten opzichte
lage kosten door een gunstige tariefstelling van de
van de benchmark. Het geringe aantal gepensioneerden
afgenomen diensten van derden. Het fonds is van plan
en het grote aantal slapers beïnvloeden het beeld en
om in 2008 de mogelijkheden te onderzoeken om de
de relatieve positie van het fonds ten opzichte van de
beheersing van de beleggingen verder te optimaliseren.
benchmark. In totaal is een lichte stijging van de kosten
€ 120 € €120 100 €€100 €120 80 € 120 €€€80 60 100 € 100 € €6040 80 € 80 € €4020 60 € 60 € €20 €40 0 € 40 €€ 020 € 20 €0 40% €0
Kosten per deelnemer Totale administratiekosten per actieve deelnemer & gepensioneerde - 2006 Kosten per deelnemer Totale administratiekosten per actieve deelnemer & gepensioneerde - 2006 Kosten per deelnemer Totale administratiekosten Kosten per deelnemer per actieve deelnemer & gepensioneerde - 2006 Totale administratiekosten per actieve deelnemer & gepensioneerde - 2006 Pensioenfonds Horeca & Catering Peer Pensioenfonds Horeca & Catering Peer mediaan Peer Pensioenfonds Horeca & Catering Wereld mediaanHoreca & Catering Pensioenfonds Peer mediaan Peer Peer mediaan Wereld Peer mediaan Peer mediaan Wereld mediaan Wereld mediaan
Kosten per categorie - 2006
Kosten per categorie - 2006 35% 40% 30% Kosten per categorie - 2006 35% 40% Kosten per categorie - 2006 25% 30% 40% 35% 20% 25% 35% 30% 15% 20% 30% 25% 10% 15% 25% 20% 5% 10% 20% 15% 0% 5% Transacties met Communicatie met Premie-incasso 15% 10% deelnemers deelnemers en gegevensonderhoud 0% 10% Transacties met Communicatie met Premie-incasso 5%PH&C 14% 14% 27% deelnemers deelnemers en gegevensonderhoud 5% Peer gemiddeld 25% 15% 32% 0% 28% met 23% met 17% Wereld gemiddeld Transacties Communicatie Premie-incasso PH&C 14% 14% 27% 0% deelnemers deelnemers en gegevensonderhoud Peer gemiddeld 25% Transacties met 28% Wereld gemiddeld deelnemers PH&C 14% Peer gemiddeld 25% PH&C 14% Wereld gemiddeld 28% Peer gemiddeld 25% Wereld gemiddeld 28%
15% Communicatie met 23% deelnemers 14% 15% 14% 23% 15% 23%
Communicatie
Belangrijke projecten (meerjarig gemiddelde)
Bestuur en reglementBelangrijke projecten 11% 35% ontwerp (meerjarig gemiddelde) 16% 12% 20% 11%projecten Bestuur11% en reglementBelangrijke 35% ontwerp (meerjarig 32% 16% 12%gemiddelde) Premie-incasso Bestuur en reglementBelangrijke projecten 17% 20% 11%gemiddelde) en gegevensonderhoud ontwerp (meerjarig 27% 11% 35% 32% 16% 12% 27% 11% 35% 17% 20% 11% 32% 16% 12% Kosten per type deelnemer 17% 20% 11%
Effect van slapers - 2006 Totale administratiekosten per deelnemer Effect van en slapers - 2006 (inclusief exclusief slapers) € 150 Totale administratiekosten per deelnemer (inclusief en exclusief Effect van slapers -slapers) 2006 € €150 100 Totale administratiekosten Effect van slapers - 2006per deelnemer (inclusief en exclusief slapers) Totale administratiekosten per deelnemer €€100 €150 50 (inclusief en exclusief slapers) € 150 €€ 50 €0 100 Exclusief Inclusief slapers slapers € 100 €€ 050 Exclusief Inclusief € 72 € 26 PH&C slapers € 50 € 86 € 44 Peer gemiddeld slapers € Wereld 0 € €7299 € €2678 PH&C gemiddeld Exclusief Inclusief € 0 gemiddeld €slapers 86 €slapers 44 Peer
Exclusief 99 Wereld gemiddeld € slapers € 72 PH&C € Peer gemiddeld €86 72 PH&C Wereld gemiddeld €€99 86 Peer gemiddeld 99 gemiddeld Met deWereld komst van de€nieuwe
Bestuur en reglementontwerp
€Inclusief 78 slapers € 26 €€44 26 €€78 44
€ 78 pensioenregeling per
Administratiekosten voor elk type deelenemer Kosten perslaper, type gepensioneerde) deelnemer (actieve, € 160 Administratiekosten voor elk type deelenemer € 140 (actieve, gepensioneerde) Kostenslaper, per type deelnemer € €160 120 Administratiekosten voor elk type deelenemer Kosten per type deelnemer € €140 100 (actieve, slaper, gepensioneerde) Administratiekosten voor elk type deelenemer € €120 (actieve, slaper, gepensioneerde) €160 80 €140 160 €€100 € 60 140 120 €€€€80 40 120 100 €€€€60 20 100 €€€40 €80 0 Gepensioneerde Slaper Actieve €60 80 € €20 60 €€€040 € 117 € 5 € 59 PH&C Gepensioneerde Slaper Actieve 40 20 € 44 € 15 € 94 Peer€€gemiddeld 142 NL €€ 20 0 €€ 11774 € € 533 € € 59 PH&C Gepensioneerde €1537 € 94 121 Wereld € €4448 €Slaper €Actieve Peer gemiddeld € gemiddeld 0
€ 74 € Slaper 33 € Actieve 142 Gepensioneerde NL 117 PH&Cgemiddeld € €12159 € €48 € €37 5 Wereld €€ 117 44 € 15 €€ 94 Peer gemiddeld € 5 59 PH&C €€ 74 €€33 NL 44 15 94 Peer gemiddeld €€ 142 €€ 48 €€37 Wereld gemiddeld €€ 121 74 33 142 NL Om degemiddeld nieuwe€werkwijze van € 48 € 37premieafdracht 121 Wereld
1 januari 2007 heeft het pensioenfonds per die datum
bij werkgevers kenbaar te maken en inzicht te
alle communicatiemiddelen aangepast, zowel de
bieden in de nieuwe werkprocessen zijn extra
folders en brochures als de website. Daarbij is direct
communicatie-inspanningen verricht. Naast
rekening gehouden met de informatieverplichtingen
de gebruikelijke communicatie-uitingen voor
uit de Pensioenwet. De werkgevers zijn vanzelfsprekend
werkgevers zijn voorlichtingsbijeenkomsten
ook geïnformeerd over de veranderingen in de
georganiseerd, werkinstructies voor administratie- en
pensioenregeling, zodat zij weten wat er voor hun
accountantskantoren opgesteld en is een rekenmodel
werknemers speelt. Om kennis te nemen van de nieuwe
op de website geplaatst. Verder heeft afstemming
pensioenregeling ontvingen zij nieuwsbrieven en
plaatsgevonden met leveranciers van software op het
werden de grote werkgevers in de gelegenheid gesteld
gebied van loonadministratie.
informatiebijeenkomsten bij te wonen. De website is ter ondersteuning ingezet.
27
Ilona Dekkers
verbetering van de
communicatie-uitingen “Ikzelf ben 22 jaar. Ik las in het magazine van mijn vakbond dat je sinds 1 januari 2007 al vanaf 21 jaar pensioen opbouwt. Toen wilde ik toch wel meer over mijn pensioen weten. Iedere maand gaat daar een deel van mijn salaris naartoe. Door mee te doen aan het klantenpanel krijg je meer inzicht in pensioenen, bijvoorbeeld dat de premies worden belegd en hoe de premie wordt opgebouwd. Daarnaast kun je de zaken die onduidelijk zijn aankaarten. Met die informatie kan het pensioenfonds weer iets doen. Van deelnemers die al langer aan het klantenpanel deelnemen, hoor ik dat de opmerkingen die in het klantenpanel worden gegeven ook leiden tot
verbetering van de communicatie-
uitingen. Probleem bij jongeren is dat ze vaak niet weten dat ze al pensioen opbouwen; dat merk ik ook bij vrienden die in andere branches werken. Zij hebben vaak nog de leeftijd van 25 jaar in hun hoofd. Een oplossing zou kunnen zijn om op school al informatie te geven over pensioenen. Dat we vier jaar eerder beginnen met pensioen opbouwen is prima. Het gaat om een klein bedrag per maand en later hebben we dan een appeltje voor de dorst.”
Ilona Dekkers
Cateringmedewerkster Sodexo
28
Eerste stappen zijn gezet in de doelgroepsegmentatie.
het overbrengen van relevante ontwikkelingen en feiten
Om beter in te springen op de kenmerken, wensen en
op het gebied van pensioenen. Quick wins zijn eind 2007 al
behoeften van de verschillende doelgroepen binnen het
uitgevoerd.Begin 2008 wordt een stappenplan ontwikkeld
pensioenfonds, is in januari 2007 de eerste nieuwsbrief
om aan de verbeterslag verder invulling te geven.
voor gepensioneerden verschenen. Voor jongeren is in april 2007 de website www.pensioenjouwpoen.phenc.nl
Activiteiten deelnemersraad
geïntroduceerd, gezien de komst van de nieuwe groep
In het verslagjaar heeft het bestuur voorgenomen
deelnemers van 21 tot 25 jaar. Naast doelgroepsegmentatie
besluiten, zoals de vaststelling van het jaarverslag, de
heeft de begrijpelijkheid en transparantie van de
wijzigingen in statuten en reglementen, de actuariële
communicatie-uitingen veel aandacht gekregen. Het fonds
en bedrijfstechnische nota, de gedragscode en de
realiseert zich dat de complexe pensioeninformatie vaak
vergoedingsregeling, aan de deelnemersraad voorgelegd.
nog niet eenvoudig genoeg wordt gepresenteerd. Het
Het betreft ten dele voorgenomen besluiten die
klantenpanel van het pensioenfonds, dat in 2007 in het
jaarlijks worden voorgelegd aan de deelnemersraad.
leven is geroepen en tweemaal bijeenkwam, beoordeelt
De deelnemersraad heeft over deze voorgenomen
de communicatie-uitingen wel als positief. Toch geven zij
besluiten positief geadviseerd.
ook zeker verbeterpunten aan. Een toets door een extern bureau en Autoriteit Financiële Markten (AFM) geeft
Daarnaast is in het verslagjaar de besluitvorming
tevens aan dat voor de pensioeninformatie eenvoudiger
over het verantwoordingsorgaan een belangrijk
taalgebruik is gewenst en een aantrekkelijkere presentatie.
aandachtspunt geweest. Al in 2006 heeft het bestuur
Daarmee kan een grotere groep mensen worden bereikt in
aan de deelnemersraad verzocht haar standpunt over de
instelling en inrichting van het verantwoordingsorgaan
bestuur gevoerde en nog te voeren beleid. Gelet op het
kenbaar te maken. De deelnemersraad heeft vervolgens
belang van efficiëntie én om een integraal beeld van het
haar visie aan het bestuur voorgelegd, die in de
pensioenfonds te bevorderen, heeft de deelnemersraad
besluitvorming is betrokken.
positief gereageerd op het integreren van beide organen.
Nadat het bestuur aan de deelnemersraad heeft toegelicht op welke wijze het verantwoordingsorgaan
De aandacht in de media op het gebied van
wordt vormgegeven en welke taken en bevoegdheden
maatschappelijk verantwoord beleggen heeft ertoe
aan dit orgaan toekomen, heeft de voltallige
geleid dat ook de deelnemersraad aandacht heeft
deelnemersraad een positieve reactie uitgebracht.
gevraagd voor een integer beleggingsbeleid. Het bestuur
De deelnemersraad heeft positief geadviseerd over
heeft aangegeven in dit kader criteria te ontwikkelen
de volledige integratie van de deelnemersraad in
voor vermogensbeheerders, die tevens recht doen aan
het verantwoordingsorgaan. De deelnemersraad
de langetermijnbeleggingsstrategie van het fonds.
heeft hierbij in ogenschouw genomen dat het verantwoordingsorgaan adviseert over voorgenomen
Geschillen- en klachtenregeling
besluiten van het bestuur en tevens een oordeel geeft
De invoering van de Principes voor Goed Pensioenfonds-
over het handelen van het bestuur en het door het
bestuur is voor Pensioenfonds Horeca & Catering
“2007 is vooral een ‘technisch’ jaar geweest, met veel aandacht voor de inrichting van pension fund governance. Zo zijn de advisering en besluitvorming over de auditcommissie en het verantwoordingsorgaan afgerond. Pas echt tevreden was ik geweest als eind 2007 nog een goede overdracht had kunnen plaatsvinden richting het verantwoordingsorgaan. Dat is niet meer gelukt, aangezien de definitieve samenstelling van dat orgaan toen nog niet bekend was. Het kost tijd om in de pensioenmaterie te groeien en de terminologie en gedachtegangen eigen te maken. Hopelijk lukt dat het verantwoordingsorgaan snel. Als deelnemersraad hebben we zeker invloed kunnen uitoefenen. We kunnen dit zeker niet helemaal voor onze rekening nemen, maar winst is dat met de nieuwe pensioenregeling zeker de lagere inkomens een betere pensioenverwachting hebben.
Aandacht moet er blijven voor het vergroten van de pensioenbewustwording van deelnemers. De keuze van een 21-jarige om zijn of haar geld te besteden aan een Breezer of biertje
29
nu, of te zorgen voor een goed pensioen zodat hij of zij op zijn 65 e een lekker glas wijn kan drinken, valt veelal nog verkeerd uit.”
Jan de Wit
Voorzitter deelnemersraad
Aandacht moet er blijven Jan de Wit
pionieren
is toch wel kenmerkend
Sven van der Hoorn
“De keuze van Pensioenfonds Horeca & Catering om de deelnemersraad samen te laten gaan met het verantwoordingsorgaan is redelijk uniek. Andere fondsen houden de geledingen veelal gescheiden, maar hier gaan we de uitdaging aan om met zowel werkgevers als deelnemers, of dit nu actieve deelnemers, slapers of gepensioneerden zijn, samen aan tafel te zitten. Misschien niet altijd eenvoudig, maar het is wel een stuk makkelijker schakelen. Bij meningsverschillen kun je direct met elkaar in gesprek. Daarbij is het innovatief; ook op dit gebied heeft Pensioenfonds Horeca & Catering een eigen weg gevonden. Dat
pionieren is toch wel kenmerkend voor de organisatie. Tijdens mijn periode in de deelnemersraad heb ik ervaren dat het fonds een professionele organisatie is die de zaken goed heeft geregeld. Het is opmerkelijk dat zoiets als de Pensioenwet als vanzelfsprekend en snel wordt uitgevoerd. De uitvoeringsorganisatie heeft bij de deelnemersraad veel zorg weggehaald.” Sven van der Hoorn
Plaatsvervangend voorzitter deelnemersraad
Klachten 2007
30
Aantal
Geschillen 2007
Aantal
Ingediend
46
Ingediend
15
Waarvan: werkgevers
22
Ingetrokken
4
werknemers
24
Niet ontvankelijk
1
Afgehandeld
46
Ongegrond
8
In behandeling 31/12/2007
0
Aanpassing besluit
1
In behandeling 31/12/2007
1
aanleiding geweest de procedures rond klachten, bezwaren en geschillen te evalueren. Per 1 januari 2007
van statuten en reglementen van het fonds. In het geval
kent Pensioenfonds Horeca & Catering:
een (gewezen) deelnemer, gepensioneerde en/of hun
• een geschillenregeling;
nabestaande zich niet kan vinden in een beoordeling van
• een klachtenregeling;
Pensioenfonds Horeca & Catering, bestaat de mogelijkheid
• een ad hoc bezwaarcommissie in het kader van de
een geschilschrift in te dienen. Vanaf 1 januari 2007 geldt
de nieuwe opzet van de geschillenregeling die door het
Algemene wet bestuursrecht.
fonds wordt uitgevoerd. De nieuwe opzet houdt in dat het De regelingen zijn zoveel mogelijk uniform ingericht
geschilschrift in behandeling wordt genomen door de
omwille van eenvoud en efficiëntie. Pensioenfonds
directeur, ondersteund door een juridisch medewerker.
Horeca & Catering heeft aansluiting gezocht bij de
Heroverweging van het eerder genomen besluit is daarbij
Principes voor Goed Pensioenfondsbestuur en de
leidend. Bij de heroverweging geldt dat de directeur en de
procedures op basis van de Algemene wet bestuursrecht
behandelend medewerker niet eerder betrokken mogen
(Awb). Geschillen hebben betrekking op de interpretatie
zijn geweest bij het eerste besluit over het geschil.
Deze werkwijze geldt eveneens voor de klachtenregeling
regelgeving aan de Pensioenwet. Deze werkzaamheden
en de ad hoc bezwaarcommissie in het kader van de Awb.
kunnen de komende tijd tot een afronding komen.
Onderdeel van de geschillenregeling is dat er een
Zo wordt in 2008 nadere invulling gegeven aan het
hoorzitting kan plaatsvinden. In 2007 hebben geen
zogeheten in- en uitstroombeleid. Dit houdt in dat
hoorzittingen plaatsgevonden.
bijvoorbeeld afspraken worden gemaakt over wanneer het pensioenfonds kleine pensioenrechten wil afkopen.
Klachten hebben betrekking op de wijze waarop
Hierbij is de hoofdregel dat een bedrijfstakpensioenfonds
iemand van het fonds handelt of de procedurele
bestaat om geld voor pensioen te reserveren om dit geld
behandeling van vragen of opmerkingen van
(later), als het inkomen uit arbeid vervalt, uit te keren.
belanghebbenden. Als uitvoerder van de pensioen-
Belangrijk aspect in de afweging vormen de kosten van
regeling voor de bedrijfstakken horeca en catering
de administratie. Deze kosten moeten wel in verhouding
en de VUT- en sociale regelingen voor de bedrijfstak
staan tot het uit te keren bedrag.
horeca, hecht het fonds grote waarde aan een correcte wijze van benadering van haar klanten en
Op het gebied van vermogensbeheer is op 1 januari
relaties. Wanneer een klant of relatie van mening is
2008 in het kader van maatschappelijk verantwoord
dat Pensioenfonds Horeca & Catering in dit opzicht
beleggen een uitsluitingenbeleid doorgevoerd. Dit beleid
tekort is geschoten, dan dient deze de mogelijkheid te
is van toepassing op de beleggingen in beursgenoteerde
hebben dit met een klacht onder de aandacht van de
aandelen, obligaties en convertibles, voor zover deze
organisatie te brengen. Aan de andere kant heeft de
niet via fondsen plaatsvinden. Nieuwe manieren om
uitvoeringsorganisatie er belang bij om van klanten
invulling te geven aan maatschappelijk verantwoord
en relaties te vernemen hoe zij de producten, diensten
beleggen worden verder uitgewerkt. In 2008 beraadt
en de wijze van opereren van het fonds ervaren. Ook
het bestuur zich opnieuw over de wijze waarop het
bij klachten geldt dat de directeur en de behandelend
renterisico is afgedekt. Aanleidingen hiervoor zijn de
medewerker niet eerder betrokken mogen zijn geweest
toename van de verplichtingen waarover renterisico
bij eerdere besluitvorming (of het uitblijven daarvan).
wordt gelopen en de stijging van de langetermijnrente.
Daarnaast zijn drie kwesties behandeld door de
De uitvoeringsorganisatie van Pensioenfonds
Ombudsman Pensioenen. In 2006 waren dit er nog
Horeca & Catering heeft een strategisch beleidsplan
twee.
opgesteld. Dit plan beschrijft de beoogde toekomstige ontwikkeling van de interne organisatie. Dit gebeurt aan
Tot 1 januari 2007 adviseerde een externe bezwaar-
de hand van de kernwaarden van het fonds:
commissie het bestuur van het fonds. Het bestuur van
• betrouwbaar (integer) in bedrijfsvoering;
Pensioenfonds Horeca & Catering is de externe leden
• klantgericht richting belanghebbenden;
van de bezwaarcommissie erkentelijk voor het werk dat
• efficiënte administratie voor de opdrachtgever. 31
zij tot en met 2006 hebben verricht. Het plan gaat uit van de situatie waarin aan de Het jaar 2007 is het eerste verslagjaar waarin
kernwaarden wordt voldaan. Voor de komende jaren
gecombineerd verslag wordt gedaan van de behandelde
moet dit echter ook aantoonbaar zijn. Het past in
geschillen, klachten en bezwaren.
de visie van het bestuur van het fonds dat over alle aspecten van de (uitvoering van de) regeling
Vooruitzichten
verantwoording aan belanghebbenden wordt afgelegd.
De Pensioenwet is per 1 januari 2007 in werking getreden. Een aantal artikelen kende een uitgestelde
Voor de komende jaren staat de verdere ontwikkeling
werking tot 1 januari 2008. De wetgever heeft
van de verantwoording aan zowel de auditcommissie als
aangegeven dat voorlopig geen nieuwe regelgeving te
het verantwoordingsorgaan centraal. De wijze waarop
verwachten is. Voor pensioenfondsen ontstaat daarmee
en de mate waarin aan de strategische doelstellingen
tijd om alle wijzigingen adequaat door te voeren en zich
wordt voldaan, vormt daarbij een wezenlijk
volledig op een integere pensioenuitvoering te richten.
aandachtspunt.
Pensioenfonds Horeca & Catering is in een vroeg stadium begonnen met het aanpassen van beleid en
BERICHT VAN DE AUDITCOMMISSIE De auditcommissie is ingesteld per 1 januari 2007 en stelt
Horeca & Catering heeft geïmplementeerd hebben
conform artikel 3 lid 4 van het reglement auditcommissie
bijgedragen aan de continuïteit van de premiestroom. Het
jaarlijks een bericht vast. Tijdens de eerste bijeenkomsten
proces rond de definitieve premiebepaling is uitgebreid met
heeft de auditcommissie kennis gemaakt met de
een proces van nadrukkelijke afstemming met werkgevers.
organisatie van het fonds. Deze kennismakingen zijn
Op basis hiervan is vastgesteld of de door UWV en
voorbereid door de uitvoeringsorganisatie en verschaften
Belastingdienst geleverde gegevens naar het inzicht van
de auditcommissie een totaalbeeld van het pensioenfonds.
de werkgever hebben geleid tot een adequate definitieve
De ervaringen van de auditcommissie binnen
eindafrekening 2006 en voorlopige premieheffing 2007.
Pensioenfonds Horeca & Catering in het jaar 2007
Gesteld kan worden dat als individuele loonsomgegevens
betreffen grofweg de volgende onderwerpen:
zijn ontvangen, de definitieve nota (gebaseerd op deze
1. Risicogebieden in de uitvoering
loonsomgegevens) niet ter discussie is gesteld.
• vermogensbeheer
• aanlevering (loonsom)gegevens;
2. Interne beheersing.
Interne beheersing De uitvoering van de pensioenadministratie vindt sinds 2006 volledig in eigen beheer plaats. Het starten van
Besproken risicogebieden in de uitvoering
een zelfstandige uitvoering betekent logischerwijs
Binnen de uitvoering zijn risico’s te onderkennen op
dat de aandacht voornamelijk ligt bij het initiëren van
diverse terreinen. Een belangrijk bestaansrecht van het
operationele processen. Aspecten als interne beheersing en
pensioenfonds vormt het behalen van rendementen op
bijvoorbeeld in control statements krijgen daarbij initieel
het belegd vermogen, waarbij de continuïteit van het
niet in alle gevallen de volledige aandacht die zij volgens
fonds(vermogen) optimaal (op basis van best effort
normen van een integraal risicoraamwerk zouden moeten
uitgangspunten, binnen de risicomarges van het fonds)
verdienen.
wordt gewaarborgd. Het pensioenfonds belegt het vermogen via externe, deskundige partijen. Pensioenfonds
Pensioenfonds Horeca & Catering heeft in het kader
Horeca & Catering is, waar het de pensioenadministratie
van Pension Fund Governance bewust gekozen voor
betreft, een zelfadministrerend fonds en heeft voor
de instelling van een auditcommissie om de interne
deze taak een beperkt aantal medewerkers in dienst.
beheersing te structureren, adviezen te verkrijgen en een
De auditcommissie heeft in het verslagjaar aandacht
additionele controlefunctie te creëren.
gevraagd voor de beheersingsaspecten. Met name
32
de verwachte selectie- en monitoringtrajecten rond
Toekomstige ontwikkelingen
externe vermogensbeheerders vormen daarbij een
Een belangrijk element van het interne toezicht is het
belangrijk punt van aandacht. Bij de totstandkoming
opstellen van normen voor interne beheersing per afdeling
van het beleggingsbeleid en bij de selectie van externe
en proces. Pensioenfonds Horeca & Catering geeft op deze
beheerders vervult het bestuur een actieve rol. Andere
wijze invulling aan de wens te komen tot aantoonbare
pensioenfondsen van vergelijkbare grootte maken voor
beheersing van de dagelijkse processen. Deze methodiek
dit besluitvormingsproces veelal gebruik van externe
kan op termijn helpen om te komen tot een (intern) in
onafhankelijke deskundigen, die hun kennis bundelen in
control statement voor de uitvoeringsorganisatie.
een beleggingscommissie. De auditcommissie heeft het bestuur in overweging gegeven om haar rol te evalueren en
De auditcommissie vertrouwt erop dat de gehanteerde
de instelling van een beleggingscommissie te overwegen.
handelwijze in de nabije toekomst leidt tot de vaststelling van een integraal risicoraamwerk en een aantoonbaar
Pensioenfonds Horeca & Catering maakt gebruik van
integere bedrijfsvoering.
de gegevens van UWV en Belastingdienst voor het identificeren van nieuwe werkgevers en het bepalen
Slot
van de op te leggen premie. Het proces rond de
De certificerend accountant en waarmerkend actuaris
gegevensleveringen heeft in 2007 geleid tot een situatie
hebben in de vergadering van de auditcommissie van
waarin een juiste oplegging en tijdige inning van premies
9 mei 2008 de bespreking van het jaarverslag en de
en bijdragen een belangrijk punt van aandacht vormden.
jaarrekening bijgewoond. Dit overleg heeft geen aanleiding
De additionele maatregelen die Pensioenfonds
gegeven tot bijzondere opmerkingen.
JAARREKENING 2007
33
JAARREKENING 2007 BALANS PER 31 DECEMBER 2007 (in € 1.000) na resultaatverdeling
ACTIVA
31-12-2007
31-12-2006
Beleggingen (1) Onroerende zaken Aandelen Overige zakelijke waarden
254.448
212.933
1.161.013
1.238.845
232.901
113.508
Zakelijke waarden
1.648.362
1.565.286
Hypothecaire leningen
183.955
150.356
Obligaties
956.249
870.992
Vastrentende waarden Rentederivaten
1.140.204
-
1.021.348
2.636
Overige beleggingen
-
2.636
2.788.566
2.589.270
Deelnemingen (2)
-
-
Vorderingen en overlopende activa (3) Premies
56.872
5.744
Vorderingen uit hoofde van beleggingen
36.424
51.448
1.810
1.157
Overige vorderingen
95.106
58.349
Liquide middelen (4)
15.061
5.433
Totaal
2.898.733
2.653.052
PASSIVA
31-12-2007
Reserves (5)
31-12-2006
944.215
871.447
1.885.123
1.750.904
Technische voorzieningen (6) 34
Pensioenverplichtingen
Langlopende schulden (7)
293
286
Kortlopende schulden (8) Schulden uit hoofde van beleggingen
56.051
19.693
Overige schulden
13.051
10.722
69.102
30.415
Totaal
2.898.733
2.653.052
STAAT VAN BATEN EN LASTEN (in € 1.000)
BATEN
2007
Premies (9)
2006
222.092
174.163
Inkomende waardeoverdrachten
1.180
1.004
Beleggingsopbrengsten (10)
42.868
257.667
Overige baten (11)
1.263
1.356
Totaal baten
267.403
434.190
LASTEN
2007
2006
Dotatie technische voorzieningen (12)
134.219
-42.322
Uitgaande waardeoverdrachten
6.240
2.264
Uitkeringen (13)
32.965
29.490
Uitvoeringskosten (14)
15.775
16.565
Herverzekering (15)
1.827
1
Overige lasten (16)
3.609
3.460
Totaal lasten
194.635
9.458
Saldo van baten en lasten
72.768
424.732
Het saldo van baten en lasten is als volgt verdeeld: Bestemmingsreserve
30.234
-
Extra reserve
42.534
424.732
2007
2006
KASSTROOMOVERZICHT (in € 1.000) Pensioenactiviteiten Premies Inkomende waardeoverdrachten
168.618
172.919
1.600
1.459
170.218
Uitkeringen
-31.812
-27.678
Uitgaande waardeoverdrachten
-6.240
-2.264
-16.790
-14.268
-701
-433
Uitvoeringskosten Overige mutaties
174.378
-55.543
-44.643
114.675
129.735
Beleggingsactiviteiten Verkopen en aflossingen van beleggingen Directe beleggingsopbrengsten
2.016.126
1.497.869
76.629
55.633
Aankoop beleggingen Overige mutaties
2.092.755
-2.193.394
-1.680.142
-4.408
-7.413
1.553.502
-2.197.802
-1.687.555
-105.047
-134.053
Mutatie in liquide middelen Saldo liquide middelen aanvang boekjaar Saldo liquide middelen ultimo boekjaar
5.433
9.751
15.061
5.433
Mutatie in liquide middelen
9.628
9.628
-4.318
-4.318
35
Algemeen
• De verhoging van de kostenopslag van 4% naar
5,3%, waarmee een bedrag van € 23,5 miljoen is
Doel en middelen
gemoeid.
1. Het fonds heeft ten doel, overeenkomstig de bepalingen
• Wijziging in de wijze van vaststelling van de
van de statuten en van de pensioenreglementen van het
voorziening voor oninbaarheid. De toevoeging aan
fonds, werknemers en gewezen werknemers, alsmede
de voorziening is hierdoor € 1,6 miljoen lager.
overige belanghebbenden te beschermen tegen geldelijke gevolgen van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden.
Grondslagen voor balanswaardering en resultaatbepaling
2. Het fonds tracht dit doel te bereiken door:
Algemeen
a. overeenkomstig de bij zijn pensioenreglementen te
Deze jaarrekening is opgesteld op basis van in Nederland
stellen regelen uitkeringen toe te kennen bij
algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslag-
arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden;
geving en de wettelijke bepalingen inzake de jaarrekening
b. andere wettige middelen, die tot het bereiken van het
zoals opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW alsmede de
doel bevorderlijk kunnen zijn.
bepalingen van RJ 610 zoals verplicht van toepassing voor het boekjaar 2007.
Pensioenfonds Horeca & Catering is statutair gevestigd te Zoetermeer.
Schattingsmethodiek Het fonds is voor de verantwoording van de premies en de
36
Invoering Pensioenwet
technische voorziening pensioenverplichtingen afhankelijk
Met de invoering van de Pensioenwet per 1 januari 2007
van de opgaven van de loonsommen per werknemer door
moeten beleggingen en pensioenverplichtingen worden
UWV. De verstrekking van deze opgaven over de boekjaren
gewaardeerd tegen actuele waarde. Het fonds waardeerde
2006 en 2007 heeft grote achterstand opgelopen door
de beleggingen al op de actuele waarde. Voor de pensioen-
automatiseringsproblemen bij UWV en de Belastingdienst.
verplichtingen was dit nog niet het geval. De waardering
De premies over het boekjaar 2007 zijn daarom geschat en
vindt met ingang van dit boekjaar plaats met inachtneming
de in boekjaar 2006 opgenomen premies zijn herrekend.
van het Financieel Toetsingskader (FTK). Dit betekent
Daarbij is primair uitgegaan van de definitief vastgestelde
toepassing van andere overlevingstafels en toepassing van
premie over het boekjaar 2005 en de voorlopige
marktrente in plaats van de rekenrente van maximaal 4%.
premiegrondslaggegevens over 2006, aangepast met
Het fonds past de gewijzigde richtlijn RJ 610 met ingang
elementen zoals loonontwikkeling en de wijziging van de
van boekjaar 2008 toe.
pensioenregeling per 1 januari 2007.
Stelselwijziging
Voor de mutatie in de technische voorziening pensioen-
De toepassing van marktrente kwalificeert zich als
verplichtingen wordt uitgegaan van het aandeel van de
een stelselwijziging, hetgeen leidt tot aanpassing van
actuariële premie voor opbouw van de aanspraken (in
het vermogen per 1 januari 2007 en de vergelijkende
het voorgaande boekjaar) in de totale premie over het
cijfers 2006. De aanpassing aan de marktrente voor de
voorgaande boekjaar. De verschillen tussen de geschatte
voorziening pensioenverplichtingen resulteert in een lagere
bedragen met betrekking tot het huidige boekjaar en
voorziening pensioenverplichtingen ultimo 2006 en primo
de definitieve uitkomsten volgens de hierna beschreven
2007 van € 109,7 miljoen. Deze aanpassing is in de
grondslagen worden in het volgende boekjaar in de cijfers
vergelijkende cijfers van 2006 verwerkt.
verwerkt.
Schattingswijziging
Omrekening vreemde valuta
Een aantal wijzigingen is als schattingswijziging te
Activa en passiva in vreemde valuta worden omgerekend
beschouwen en is daarom niet in de vergelijkende cijfers
tegen de valutakoers per balansdatum. Voor zover
2006 verwerkt. Dit betreft:
valutarisico’s zijn afgedekt door middel van valuta-
• Toepassing van nieuwe overlevingsgrondslagen per
termijncontracten, wordt het daaruit per balansdatum
1 januari 2007 (Prognosetafels 2007-2053 in plaats
resulterende ongerealiseerde koersresultaat in de waarde
van GBM/V 1995-2000). De hiermee gemoeide last
van de beleggingen in aanmerking genomen.
bedraagt € 36,3 miljoen.
In de staat van baten en lasten zijn de transacties omgerekend tegen de op het moment van de transactie
geldende koers. Overige valutaverschillen komen ten
Obligaties
gunste dan wel ten laste van de staat van baten en lasten.
De obligaties worden gewaardeerd tegen beurskoers per balansdatum en de waarde is inclusief opgelopen rente.
Grondslagen voor balanswaardering Overige beleggingen Onroerende zaken
Overige beleggingen betreffen niet aan vastrentende of zakelijke waarden toewijsbare beleggingen. De overige
Directe beleggingen
beleggingen betreffen rentederivaten die zijn afgesloten
Directe beleggingen in onroerende zaken betreffen
met als oogmerk de renterisico’s op de dekkingsgraad te
beleggingen in onroerende zaken via besloten beleg-
beperken.
gingsfondsen. Participaties in de beleggingsfondsen worden gewaardeerd op het aandeel in de intrinsieke
De overige derivaten blijken niet afzonderlijk uit de balans.
waarde, met inachtneming van de reële waarde van de
De waarde van deze derivaten is opgenomen bij de
onroerende zaken. Dit is de geschatte opbrengstwaarde
desbetreffende onderliggende waarde van de beleggingen.
bij onderhandse verkoop in verhuurde staat. Onroerende
Derivaten worden gewaardeerd op reële waarde, te weten
zaken worden jaarlijks getaxeerd. Er vinden geen periodieke
de relevante marktnotering of, indien deze ontbreekt, de
afschrijvingen plaats.
waarde die wordt bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen.
Indirecte beleggingen Aandelen in vastgoedfondsen worden gewaardeerd tegen
Deelnemingen
de beurskoers per balansdatum.
Deelnemingen worden gewaardeerd tegen intrinsieke waarde, tenzij anders vermeld.
Aandelen De aandelen worden gewaardeerd tegen beurskoers per
Premievorderingen
balansdatum.
De premievorderingen worden bepaald door de openstaande posten te verminderen met een voorziening
Overige zakelijke waarden
voor oninbaarheid. De berekening daarvan was tot dit
Onder de overige zakelijke waarden zijn opgenomen de
boekjaar gebaseerd op 2% van de opgelegde premie-
beleggingen in private equity en grondstoffen.
sommen. Vanaf 2007 heeft een schattingswijziging plaatsgevonden; de vergelijkende cijfers zijn daarom niet
Private equity
aangepast. De voorziening wordt bepaald op basis van de
Private equity beleggingen worden gewaardeerd op
ouderdom van de vorderingen. Hierbij wordt de volgende
actuele waarde. Voor zover dit betrekking heeft op de fund
oninbaarheid gehanteerd:
of fundmanagers is dit de intrinsieke waarde die wordt
• vorderingen ouder dan 3 jaar: 100%
ontleend aan de rapportages van de fund of fundmanagers.
• vorderingen van 2-3 jaar oud: 75%
De fund of fundmanagers hanteren bij de bepaling van de
• vorderingen van 1-2 jaar oud: 50%
waarde van hun belangen de internationale richtlijnen van
• vorderingen niet ouder dan 1 jaar:
de sector, waaronder die van de European Private Equity &
50% van de aan incassopartners overgedragen vorde-
Venture Capital Association (EVCA).
ringen en 2% van de overige uitstaande vorderingen.
Grondstoffen
Reserves
De grondstoffen worden gewaardeerd op marktwaarde.
De reserves worden bepaald door het bedrag dat resteert
nadat alle actiefposten, posten van vreemd vermogen en
Hypothecaire leningen
verplichtingen inclusief alle technische voorzieningen in de
De hypothecaire leningen worden gewaardeerd op
balans zijn opgenomen. In de toelichting wordt opgenomen
actuele waarde. Deze waarde wordt vastgesteld op basis
het krachtens de Pensioenwet minimaal vereiste vermogen
van de contante waarde van de met vervroegde
volgens de in het Besluit Financieel Toetsingskader (FTK)
aflossing aangepaste kasstromen, verdisconteerd tegen
voorgeschreven berekeningsmethodiek alsmede het totale
de rente op staatsobligaties met vergelijkbare looptijden,
vereiste vermogen.
inclusief eventuele opslagen behorende bij het risicoprofiel van de leningen.
37
Technische voorzieningen
gelijk tot 65 jaar. De veronderstelde gehuwdheidsfrequentie voor vrouwen loopt op van 35% op 21 jaar tot 85% op 30
Voorziening pensioenverplichtingen
jaar, blijft gelijk tot 50 jaar en neemt daarna af tot 70% op
De voorziening pensioenverplichtingen wordt vastgesteld
65 jaar. Vanaf de 65-jarige leeftijd neemt de veronderstelde
voor alle pensioenaanspraken inclusief de verleende
gehuwdheidsfrequentie af met de sterftekans van de
toeslagen. De voorziening pensioenverplichtingen is gelijk
meeverzekerde partner.
aan de contante waarde van de pensioenaanspraken, waarop per balansdatum op grond van het pensioen-
Arbeidsongeschiktheid
reglement rechten zijn verkregen, verhoogd met de
Voor deelnemers aan wie vrijstelling van premiebetaling
toegezegde toeslagen per 1 januari 2008 en vermeerderd
wegens arbeidsongeschiktheid is verleend, is de voorziening
met een opslag voor toekomstige kosten. Deze contante
gelijk aan de contante waarde van de tot pensioendatum te
waarde wordt berekend op basis van actuariële
verwerven pensioenaanspraken.
grondslagen, waarbij de verwachte toekomstige uitkeringen worden verdisconteerd op basis van de door
Opslag percentage voor kosten
De Nederlandsche Bank gepubliceerde rentetermijn-
Voor toekomstige kosten met betrekking tot de admini-
structuur per balansdatum.
stratie en uitbetaling van de pensioenen na ingang is de netto voorziening pensioenverplichtingen verhoogd met
De toegepaste grondslagen en veronderstellingen zijn als
5,3%.
volgt:
Toeslagen Rente
Toeslagverlening actieve deelnemers
De voorziening pensioenverplichtingen primo jaar is
Deelnemers die gedurende het boekjaar actief zijn geweest,
contant gemaakt tegen 4,34%, zijnde de marktrente per
hebben per 31 december van dat jaar een onvoorwaardelijk
1 januari 2007 bij de gemiddelde looptijd van de verplich-
recht op een toeslag op de opgebouwde pensioenaan-
tingen (22 jaar). De mutaties gedurende het boekjaar zijn
spraken. Per 1 januari 2008 wordt aan de deelnemers die in
eveneens contant gemaakt met deze vaste marktrente.
2007 actief zijn geweest een toeslag toegekend ter grootte
De voorziening pensioenverplichtingen ultimo boekjaar is
van 1,25%.
contant gemaakt op basis van de door De Nederlandsche Bank gepubliceerde rentetermijnstructuur per 31 december
Toeslagverlening alle deelnemers
2007, hetgeen overeenkomt met een gemiddelde markt-
Het bestuur kan jaarlijks besluiten om op de per 1 januari
rente van 4,85%.
van enig kalenderjaar vastgestelde opgebouwde pensioenaanspraken van alle deelnemers een toeslag te verlenen
38
Overlevingsgrondslagen
indien de financiële situatie van het pensioenfonds zodanig
Voor zowel mannen als vrouwen worden de Prognosetafels
is dat deze toeslagverlening niet ten koste gaat van de
gehanteerd, die gepubliceerd zijn door het Actuarieel
pensioenrechten en pensioenaanspraken en het fonds over
Genootschap. De berekeningen primo en gedurende het
vrij eigen vermogen beschikt. Het bestuur van het
boekjaar hebben 2007 als basisjaar, terwijl voor de bereke-
pensioenfonds heeft besloten om de opgebouwde
ningen ultimo boekjaar uitgegaan wordt van basisjaar
pensioenaanspraken van alle deelnemers per 1 januari 2008
2008. In beide gevallen is een prognose van de trend in
te verhogen met 3,0%.
overlevingskansen tot 2053 verwerkt. De hierboven genoemde toeslagen zijn in het boekjaar 2007 Voor wezen zijn geen sterftekansen in aanmerking
opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen.
genomen. Voor niet ingegaan wezenpensioen zijn de pensioenverplichtingen gesteld op 6% van de contante
Langlopende schulden
waarde van de nabestaandenpensioenen, behorende bij
De oprenting van de uitstaande depots geschiedt op basis
ouderdomspensioen van deelnemers jonger dan 65 jaar.
van een rente van 4%.
Meeverzekerde partner
Overig
De partner van een mannelijke deelnemer wordt drie jaar
De overige activa en passiva zijn gewaardeerd tegen
jonger verondersteld. De partner van een vrouwelijke
nominale waarde.
deelnemer wordt drie jaar ouder verondersteld. De veronderstelde gehuwdheidsfrequentie voor mannen loopt op van 22% op 21 jaar tot 90% op 35 jaar en blijft daarna
Grondslagen voor resultaatbepaling Algemeen Baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben.
Waardeoverdrachten De bij overdrachten van pensioenen bepaalde overdrachtswaarden zijn gebaseerd op de berekeningsgrondslagen volgens het Besluit reken- en procedureregels waardeoverdrachten. De waardeoverdrachten worden toegerekend aan het verslagjaar waarin de bijbehorende pensioenaanspraken zijn verwerkt.
Beleggingsopbrengsten Directe beleggingsopbrengsten De directe beleggingsopbrengsten hebben betrekking op de aan het verslagjaar toe te rekenen intrest en in het verslagjaar gedeclareerde dividenden en overige opbrengsten.
Indirecte beleggingsopbrengsten De indirecte beleggingsopbrengsten hebben betrekking op gerealiseerde en ongerealiseerde waardestijgingen of waardedalingen.
Herverzekering De risico’s behorende bij het nabestaandenpensioen in de aanvullende pensioenregeling, inclusief de premievrijstelling hiervoor in geval van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid in de zin van de IVA, zijn volledig herverzekerd. Deze herverzekering is ondergebracht bij de Algemene Levensherverzekering Maatschappij NV (Alhermij).
Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode.
39
TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2007 (in € 1.000)
ACTIVA
31-12-2007
31-12-2006
Beleggingen (1) Onroerende zaken Directe beleggingen - Stand per 1 januari
95.821
- Aankopen
33.215
9.479
- Verkopen
-614
-7.496
- Herwaardering/verkoopresultaten
3.169
5.258
Stand per 31 december
88.580
131.591
95.821
Indirecte beleggingen - Stand per 1 januari
117.112
84.128
- Aankopen
166.932
28.236
- Verkopen
-130.865
-26.872
-30.322
31.620
- Herwaardering en verkoopresultaat
Stand per 31 december
122.857
117.112
Totaal onroerende zaken
254.448
212.933
Aandelen Stand per 1 januari
1.238.845
1.145.498
Aankopen
833.265
661.328
Verkopen
-967.838
-746.841
Herwaardering/verkoopresultaten
56.741
178.860
Totaal aandelen
1.161.031
1.238.845
Overige zakelijke waarden Private equity - Stand per 1 januari
54.867
21.201
- Aankopen
43.326
38.923
- Verkopen
-16.862
-8.835
9.446
3.578
- Herwaardering/verkoopresultaten
Stand per 31 december
90.777
54.867
Grondstoffen 40
- Stand per 1 januari
58.641
-
- Aankopen
87.065
58.963
- Verkopen
-11.617
-
8.035
-322
- Herwaardering/verkoopresultaten
Stand per 31 december
142.124
58.641
Totaal overige zakelijke waarden
232.901
113.508
Stand per 1 januari
150.356
110.066
Aankopen
36.733
88.786
Verkopen
-
-43.435
Hypothecaire leningen
Herwaardering/verkoopresultaten
-3.134
-5.061
Totaal hypothecaire leningen
183.955
150.356
31-12-2007
31-12-2006
Obligaties Stand per 1 januari
870.992
757.377
Aankopen
995.058
794.427
Verkopen
-890.530
-664.390
Herwaardering/verkoopresultaten
-19.271
-16.422
Totaal obligaties
956.249
870.992
Stand per 31 december
-
2.636
2.788.566
2.589.270
Rentederivaten
In verband met de invoering van de waardering van de verplichtingen op marktwaarde per 1 januari 2007 is het renterisico sinds 2006 middels een swaptionstrategie beperkt. Deze strategie houdt in dat het neerwaartse renterisico voor een periode van vijf jaar grotendeels is afgedekt door middel van swaptions. Met deze swaptions is het risico afgedekt voor de negatieve gevolgen in het geval de marktrente behorende bij de gemiddelde looptijd van de pensioenverplichtingen over vijf jaar lager is dan 3,25%. Om deze swaption te financieren is een tweede swaption gesloten, waarmee het fonds deels het opwaarts potentieel voor de dekkingsgraad van een boven een niveau van 5% stijgende rente inlevert. Op het moment van afsluiten van de overeenkomsten was de waarde per saldo nihil. Op balansdatum bedraagt de waarde van beide swaptions per saldo -€ 56,1 miljoen. Voor deze negatieve waarde van de swaptions zijn obligaties als onderpand aangemerkt. Hieronder wordt het verloop van de waarde van de swaptions weergegeven. Verloop swaptions Stand per 1 januari
2.636
-
Herwaardering/verkoopresultaten
-58.687
2.636
Stand per 31 december
-56.051
2.636
Omdat de marktwaarde negatief is, is deze post verantwoord onder kortlopende schulden als schulden uit hoofde van beleggingen. Per 31 december 2007 lopen valutatermijncontracten met een onderliggende waarde van € 1.716 miljoen. De actuele waarde van deze contracten bedraagt € 25,3 miljoen op balansdatum. Per 31 december 2007 lopen overige rentederivaten met een marktwaarde van € 0,5 miljoen. Deze derivaten hebben betrekking op per saldo een onderliggende waarde van € 5.499 miljoen. Omdat het hoofdzakelijk voorwaardelijke derivaten op korte rente betreft, is de rentegevoeligheid van de totale derivatenpositie beperkt. Een wijziging in de rente van 1 procentpunt heeft een effect van circa € 5,5 miljoen op de waarde van de vastrentende waarden portefeuille per 31 december 2007. Een deel van de beleggingsportefeuille is beschikbaar voor in bruikleen gegeven effecten. Van dat deel van de portefeuille heeft Pensioenfonds Horeca & Catering alleen het economisch eigendom. Per 31 december 2007 zijn beleggingen met een waarde van circa € 515 miljoen in bruikleen gegeven. Dit bedrag is als volgt verdeeld: aandelen € 353 miljoen, indirect onroerende zaken € 20 miljoen en obligaties € 142 miljoen. Voor het risico van niet terugleveren van in bruikleen gegeven effecten zijn zekerheden gesteld.
41
31-12-2007
31-12-2006
Deelnemingen (2) Klantenconsortium Innovact BV Verwerving deelneming
667
-
Afwaardering
-667
-
0
-
Totaal deelneming
Het fonds heeft in 2007 een belang van 33,33% genomen in Klantenconsortium Innovact BV. Deze vennootschap houdt 49% van de aandelen in WWB Innovact BV, de leverancier van de software waarin de deelnemersadministratie is vastgelegd. Er is een waarderingstoets uitgevoerd. Naar aanleiding daarvan is besloten de waardering op nihil te stellen.
Vorderingen en overlopende activa (3) Premies Te vorderen premies
66.779
Af: voorziening oninbaar
-9.907
17.760 -12.016
56.872
5.744
Vorderingen uit hoofde van beleggingen Te vorderen beleggingsresultaat Banktegoeden vermogensbeheerders Overige vorderingen
7.026
6.765
25.807
42.587
3.591
2.096
36.424
51.448
Overige vordering
1.810
1.157
Totaal vorderingen en overlopende activa
95.106
58.349
Overige vorderingen
De te vorderen premies zijn ultimo 2007 aanzienlijk hoger dan ultimo 2006. Dit is het gevolg van een wijziging in de factureringssystematiek. Met ingang van 2007 vindt de facturering achteraf plaats, namelijk twee maanden na het verstrijken van een loontijdvak. Voorheen werd per kwartaal vooraf gefactureerd.
Liquide middelen (4) Banktegoeden 42
PASSIVA
15.061 31-12-2007
5.433 31-12-2006
Reserves (5) Bestemmingsreserve Stand begin boekjaar Mutatie uit saldo van baten en lasten
-
-
30.234
-
Saldo ultimo boekjaar
30.234
-
Extra reserve Stand begin boekjaar Mutatie uit saldo van baten en lasten
871.447
-
42.534
871.447
Saldo ultimo boekjaar
913.981
871.447
Totaal reserves
944.215
871.447
Bestemmingsreserve De primo marktrente in 2007 was gelijk aan 4,34%. De kostendekkende premie op basis van deze rente is 11,64%, zodat het verschil met de doorsneepremie van 14,3% gelijk is aan 2,66%. Dit verschil vertegenwoordigt een bedrag van € 30,2 miljoen en is als bestemmingsreserve opgenomen. Deze reserve kan op een later moment worden aangewend om de opgebouwde pensioenaanspraken van de actieve deelnemers te verhogen.
Extra reserve Benodigde reserves op grond van de Pensioenwet Op grond van de Pensioenwet en het daaruit voortvloeiende Besluit Financieel Toetsingskader dient het vermogen van het pensioenfonds ten minste gelijk te zijn aan de voorziening pensioenverplichtingen plus het minimaal vereiste eigen vermogen. Het minimaal vereiste vermogen bedraagt circa 4,1% van de voorziening pensioenverplichtingen. Per 31 december 2007 is het minimaal vereiste vermogen gelijk aan € 77,1 miljoen. Het pensioenfonds dient buffers aan te houden voor de risico’s die het loopt. Dit betreft buffers voor het renterisico, het risico van zakelijke waarden, het valutarisico, het grondstoffenrisico, het kredietrisico en het verzekeringstechnisch risico. Door deze risico’s te kwantificeren wordt het vereiste eigen vermogen berekend. Dit is het vermogen dat hoort bij de evenwichtssituatie van het pensioenfonds. In de evenwichtssituatie is het eigen vermogen zodanig vastgesteld dat met de wettelijk vastgestelde zekerheidsmaat van 97,5% ten aanzien van de als onvoorwaardelijk aangemerkte onderdelen van de pensioenovereenkomst wordt voorkomen dat het fonds binnen één jaar over minder middelen beschikt dan de hoogte van de voorziening pensioenverplichtingen. Het vereiste eigen vermogen bedraagt voor het pensioenfonds op balansdatum circa 31,0% van de voorziening pensioenverplichtingen. Per 31 december 2007 bedraagt het vereiste eigen vermogen, inclusief het eerdergenoemde minimaal vereiste vermogen, € 583,9 miljoen. Hierin is inbegrepen de reserve herwaardering voor beleggingen waarvoor geen frequente marktnotering beschikbaar is. Deze herwaardering bedraagt circa € 15,0 miljoen. Het verschil tussen het totale vermogen en het vereiste eigen vermogen is het vrij eigen vermogen. Dit vrij eigen vermogen is per 31 december 2007 gelijk aan € 330,1 miljoen. Dekkingsgraad
2007
(in € 1.000.000) Reserves ultimo 2006
761,7
Marktrenteverschil 2006
109,7
Saldo boekjaar
72,8
Reserves ultimo 2007
944,2
Pensioenverplichtingen ultimo 2007
1.885,1
Pensioenvermogen ultimo 2007
2.799,4
Dekkingsgraad 2007
148%
Dekkingsgraad 2006 op basis van marktrente
144%
Dekkingsgraad 2006 op basis van een rekenrente van 4%
141%
In dit boekjaar is de overwaarde in de WAO-regelingen aangewend voor de inkoop van ouderdomspensioen. Met deze inkoop is een bedrag gemoeid van € 49,8 miljoen, waarbij rekening is gehouden met de vorming van de benodigde buffers.
43
31-12-2007
31-12-2006
Technische voorzieningen (6) Voorziening pensioenverplichtingen Stand begin boekjaar
1.750.904
1.793.226
Mutatie in de voorziening pensioenverplichting
336.430
141.667
Mutatie marktrente primo en ultimo jaar
-202.211
-183.989
Saldo ultimo boekjaar
1.885.123
1.750.904
Bij vaststelling van de voorziening pensioenverplichtingen wordt de mutatie in de voorziening pensioenverplichtingen gebaseerd op het renteniveau primo boekjaar. Vervolgens wordt de voorziening ultimo boekjaar vastgesteld op basis van de dan geldende marktrente. Het verschil tussen de primo en ultimo rente wordt verantwoord als mutatie marktrente primo en ultimo jaar.
Langlopende schulden (7) Depots aanvullende verzekeringen
293
286
Saldo ultimo boekjaar
293
286
Kortlopende schulden (8) Schulden uit hoofde van beleggingen Banken Rentederivaten
-
15.927
56.051
-
Overige schulden
-
3.766
56.051
19.693
Overige schulden Crediteuren
1.352
1.659
Vooruitontvangen waardeoverdracht
1.291
871
Te betalen uitkeringen Te betalen belastingen en sociale lasten
44
89
193
3.791
2.534
Af te dragen gelden werkgeversadministratie
2.138
1.020
Overige schulden
4.390
4.445
13.051
10.722
Totaal kortlopende schulden
69.102
30.415
Niet in de balans opgenomen verplichtingen Private equity Ten aanzien van beleggingen in niet beursgenoteerde private equity-beleggingsfondsen zijn verplichtingen aangegaan waarvan de betalingen pas in de komende jaren plaatsvinden. Per 31 december 2007 bedragen deze verplichtingen € 122,6 miljoen (2006 € 156,7 miljoen).
Meerjarige huurovereenkomst In 2004 is een huurovereenkomst aangegaan voor het pand dat door Pensioenfonds Horeca & Catering als kantoorruimte wordt gebruikt. De overeenkomst heeft een looptijd tot en met 30 juni 2017. De jaarhuur bedraagt € 447.000. De huur wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van de algemene prijsontwikkeling. In verband met deze overeenkomst is een bankgarantie verstrekt aan de verhuurder voor een bedrag van € 125.000.
TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER HET BOEKJAAR 2007 (in € 1.000) BATEN
2007
2006
Premies (9) Premies ouderdoms- en nabestaandenpensioen
216.664
Premies vroegpensioen
-77
171.844 1.053
Premies WAO-aanvullingsregeling
43
27
Premies WAO-gatverzekering
15
26
Premies aanvullende verzekeringen
3.438
79
Premies individuele vrijwillige voortzetting
2.347
1.497
Af: verleende machtigingskorting
-338
Totaal premies
222.092
-363 174.163
Per 1 januari 2007 is een nieuwe pensioenregeling ingevoerd. In deze regeling is de premiegrondslag gebaseerd op het in het heffingsjaar verdiende loon verminderd met een franchise. De in 2007 geldende premie voor de basispensioenregeling bedraagt 14,3% van de premiegrondslag. De opbouw van het vroegpensioen is per 1 januari 2006 afgeschaft; hiervoor is derhalve geen premie meer geheven. In 2007 is als eindafrekening over oudere heffingsjaren € 77.000 terugbetaald. De premies voor heffingsjaar 2007 zijn geschat. Vanwege automatiseringsproblemen bij UWV, die de loonsomgegevens moet leveren, zijn deze gegevens over 2007 niet beschikbaar. De premie is geschat op basis van loonsomgegevens 2006, dan wel loonsomgegevens over 2005. Hierbij is rekening gehouden met de ontwikkeling van de lonen in de bedrijfstak en met de uitbreiding van het aantal deelnemers door de verlaging van de toetredingsleeftijd naar 21 jaar. De loonsomgegevens over 2006 zijn eveneens vanwege de nog altijd onvolledige aanlevering door UWV deels geschat. De premiecorrectie is verwerkt in dit verslagjaar. De nieuwe pensioenregeling voorziet ook in aanvullende producten. Die zijn mogelijk op collectieve en op individuele basis.
Beleggingsopbrengsten (10) Directe beleggingsopbrengsten Opbrengsten onroerende zaken
4.755
4.234
Opbrengst aandelen onroerende zaken
2.680
2.584
25.172
24.078
783
324
Dividend aandelen Opbrengst private equity Opbrengst hypothecaire leningen Opbrengst obligaties
8.271
5.638
42.180
29.338
45
Securities lending
580
274
Intrest liquide middelen
878
473
85.299
66.943
Af: kosten toegerekend aan beleggingen
-9.731
-8.854
Totaal directe beleggingsopbrengsten
75.568
58.089
2007
2006
Koersresultaat onroerende zaken
3.169
5.258
Koersresultaat aandelen onroerende zaken
-30.322
31.620
Koersresultaat aandelen
56.741
178.860
Koersresultaat private equity
9.447
3.578
Koersresultaat grondstoffen
8.035
-322
Indirecte beleggingsopbrengsten
Koersresultaat hypothecaire leningen
-3.134
-5.061
Koersresultaat obligaties
-19.271
-16.422
Valutakoersresultaat liquide middelen
1.322
-569
Koersresultaat swaptions
-58.687
2.636
Totaal indirecte beleggingsopbrengsten
-32.700
199.578
Overige baten (11) Boete- en incasso-opbrengsten
1.198
1.266
Overige opbrengsten
65
90
Totaal overige baten
1.263
1.356
2007
2006
LASTEN
Dotatie technische voorzieningen (12) Dotatie voorziening pensioenverplichtingen
336.430
141.667
Mutatie marktrente primo en ultimo jaar
-202.211
-183.989
Totaal dotatie technische voorzieningen
134.219
-42.322
Uitkeringen (13) Ouderdomspensioen
12.304
10.914
Nabestaandenpensioen
4.034
3.920
Wezenpensioen
84
80
Vroegpensioen
3.023
1.940
WAO-aanvullingsregeling
2.674
2.890
WAO-gatverzekering
4.584
5.105
Andere uitkeringen 46
- wegens emigratie
9
- eenmalige uitkeringen
6.253
Totaal uitkeringen
32.965
61 4.580 29.490
Uitvoeringskosten (14) Uitvoeringskosten structureel Uitvoeringskosten incidenteel
14.619 2.815
11.866 6.202
17.434
18.068
Af: doorbelaste kosten
-1.659
-1.503
Totaal uitvoering na aftrek doorbelasting
15.775
16.565
Onder uitvoeringskosten wordt hier verstaan de kosten van de uitvoeringsorganisatie verhoogd met de kosten van het bestuur en andere organen, alsmede algemene kosten van het fonds. De structurele uitvoeringskosten betreffen de vaste kosten van de organisatie; de incidentele uitvoeringskosten betreffen de kosten die samenhangen met projecten. Het totale kostenniveau is ruim 3% lager dan het vorig boekjaar. Ultimo 2007 had Pensioenfonds Horeca & Catering 94 fte’s in dienst (2006 80 fte’s). In de uitvoeringskosten zijn de salarissen ad € 3.626.000 (2006 € 3.118.000), sociale lasten ad € 463.000 (2006 € 406.000) en pensioenlasten ad € 206.000 (2006 € 374.000) opgenomen. De pensioenregeling van de medewerkers betreft een uitkeringsovereenkomst die in het kader van RJ 271 als toegezegde pensioenregeling moet worden beschouwd. De pensioenlasten van de uitvoeringsorganisatie zijn (met ingang van 2006) in overeenstemming met RJ 271 verwerkt in de jaarrekening. Met ingang van 2007 is dit ook het geval voor de jubileumuitkeringen. In de uitvoeringskosten zijn inbegrepen de kosten van vacatiegelden voor het bestuur, de deelnemersraad en de auditcommissie, alsmede de bezoldiging van de directie. Bestuur De totale vacatiegelden voor bestuursleden bedroegen in 2007 € 108.419 (2006 € 106.440). In 2007 werd ten behoeve van beide voorzitters een vaste vergoeding van € 28.428 per persoon per jaar betaald (2006 € 27.660). Voor de overige bestuursleden gold een vast bedrag van € 11.100 aan vacatiegeld per jaar (2006 € 10.800). Indien een plaatsvervangend bestuurslid een afwezig bestuurslid verving bij een bestuursvergadering, gold een vergoeding overeenkomstig de richtlijnen van de SER van € 370 per dagdeel (2006 € 360). In het kader van de deskundigheidsbevordering van bestuursleden en daarmee hun ondersteunende apparaat is aan de benoemende organisaties van de beide voorzitters, FNV Horecabond en Koninklijk Horeca Nederland, in 2007 een bedrag ad € 28.428 ter beschikking gesteld (2006 € 27.660). Ultimo 2007 heeft Koninklijk Horeca Nederland € 23.712 van dit bedrag opgevraagd. Ultimo 2007 heeft FNV Horecabond het volledige bedrag opgevraagd. Deelnemersraad Voor de leden van de deelnemersraad bedroeg in 2007 het totale vacatiegeld € 12.820 (2006 € 11.700). Auditcommissie 47
Het totale vacatiegeld voor de leden van de auditcommissie, die in 2007 is ingesteld, bedroeg € 13.255. Directie De bezoldiging van de directie bedroeg in 2007 € 207.030 (2006 € 199.000). Dit bedrag betreft zowel het vaste salaris als het variabele deel van de beloning inclusief de pensioenlasten, de sociale en overige werkgeverslasten.
2007
2006
Herverzekering (15) Premie herverzekering
1.827
1
1.827
1
De premie herverzekering betreft de herverzekering van de risico’s verbonden aan de aanvullende collectieve en individuele verzekeringen.
2007
2006
2.645
3.340
Andere lasten (16) Toevoeging voorziening voor oninbare premie Overig
964
120
3.609
3.460
In 2007 is een gewijzigde systematiek ingevoerd voor de bepaling van de hoogte van de mate van oninbaarheid van de premievorderingen. Deze systematiek is gebaseerd op de ouderdom van de vordering dan wel het feit dat de vordering is overgedragen aan incassopartners. Voor 2007 is een toevoeging van € 2.645.000 benodigd. In de overige lasten is de afwaardering verwerkt van de deelneming in Klantenconsortium Innovact BV (€ 667.000).
RESULTAAT VERSLAGJAAR Uit de rekening van baten en lasten blijkt dat boekjaar 2007 met een voordelig saldo van € 72,8 miljoen (2006 € 424,6 miljoen) is afgesloten. Dit saldo wordt als volgt verklaard: (in € 1.000.000)
Basispensioenregeling Resultaat op bijdragen
WAO-aanvullingsregeling
WAO-gatverzekering
Totaal
- Beschikbaar uit premies
183,4
-
-
183,4
- Nodig voor pensioenopbouw
-110,5
-110,5
72,9
72,9
Resultaat op intrest - Beleggingsopbrengsten
37,8
2,0
3,1
42,9
-79,7
-1,2
-2,4
-83,3
- Intresttoevoeging voorziening pensioenverplichtingen - Resultaat wijziging rentetermijnstructuur
205,7
0,5
1,2
207,4
163,8
1,3
1,9
167,0
Resultaat op kosten - Kostendekking
17,3
0,1
0,2
17,6
- Werkelijke kosten
-12,2
-1,3
-2,3
-15,8
5,1
-1,2
-2,1
1,8
48
Resultaat op toeslagverlening - Beschikbaar voor toeslag uit premie
13,5
13,5
- Reservering voor toeslagverlening
-73,4
-0,8
-1,6
-75,8
-59,9
-0,8
-1,6
-62,3
Resultaat op mutaties en overige technische resultaten
-107,8
1,5
3,9
-102,4
Overige resultaten
-4,2
-4,2
Saldo boekjaar
69,9
72,8
0,8
2,1
Het resultaat op mutaties en overige technische resultaten betreft het resultaat op sterfte (€ 1,7 miljoen), arbeidsongeschiktheid (€ 18,2 miljoen), de overgang naar de prognosetafels (-€ 38,4 miljoen), de verhoging van de kostenopslag (-€ 23,5 miljoen), de herschikking van de vroegpensioenregeling (-€ 6,2 miljoen), aanwending van de overwaarde in de arbeidsongeschiktheidsregeling voor ouderdomspensioen (-€ 49,8 miljoen) en overige resultaten (-€ 4,4 miljoen).
Premie 2007 Vanaf 1 januari 2007 is een nieuwe pensioenregeling van kracht. In de nieuwe basispensioenregeling wordt ouderdomspensioen opgebouwd over de pensioengrondslag, zijnde het pensioengevend salaris verminderd met een franchise. De premie van de nieuwe regeling wordt ook uitgedrukt als een percentage van deze pensioengrondslag. De totale doorsneepremie is gelijk aan 14,3% van de pensioengrondslag. De mate van kostendekkendheid van de doorsneepremie is mede afhankelijk van de marktrente. De kostendekkende premie bij een gemiddelde marktrente van 3,5%, 4,0%, 4,5% en 5,0% is als volgt:
Rente 3,5%
Actuariële brutopremie
10,41%
Rente 4,0% 9,07%
Rente 4,5% 7,96%
Rente 5,0% 7,03%
Toeslag actieve deelnemers
0,90%
0,90%
0,90%
0,90%
Solvabiliteitsopslag
3,04%
2,65%
2,32%
2,05%
14,35%
12,62%
11,18%
9,98%
Totaal premie
De primo marktrente in 2007 was gelijk aan 4,34%. De kostendekkende premie op basis van deze rente is 11,64%, zodat het verschil met de doorsneepremie gelijk is aan 2,66%. Dit verschil vertegenwoordigt een bedrag van € 30,2 miljoen en is in de balans als bestemmingsreserve opgenomen, die op een later moment aangewend kan worden om de opgebouwde pensioenaanspraken van de actieve deelnemers te verhogen.
Zoetermeer, 19 juni 2008 Bestuur: mr. G.B.J. Dommering, voorzitter E.P. de Vries, plaatsvervangend voorzitter Directie: mr. E.A.W.M. Uijen, directeur
49
Overige gegevens Actuariële verklaring
Oordeel De bevindingen van de accountant ten aanzien van de
Opdracht
door het fonds verstrekte administratieve basisgegevens
Door Pensioenfonds Horeca & Catering te Zoetermeer
zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt heb
is aan Ernst & Young Actuarissen B.V. de opdracht
aanvaard. Met inachtneming van het navolgende ben ik
verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring
van oordeel dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met
als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2007.
140 van de Pensioenwet. De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningregels
Gegevens
en uitgangspunten, toereikend vastgesteld. Het eigen
De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn
vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum
verstrekt door en tot stand gekomen onder de
ten minste gelijk aan het wettelijk minimaal vereist eigen
verantwoordelijkheid van het bestuur van het
vermogen.
pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik
Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de
mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten
balansdatum ten minste gelijk aan het wettelijk vereist
grondslag liggen aan de jaarrekening. In overeenstemming
eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf
met de richtlijn “Samenwerking tussen accountant en
is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot
actuaris ter zake van de controle van verantwoordingen
balansdatum, sprake van een toereikende solvabiliteit.
van verzekeringsinstellingen” heeft de accountant van
De vermogenspositie van Pensioenfonds
het pensioenfonds mij geïnformeerd over de betrouw-
Horeca & Catering is naar mijn mening voldoende,
baarheid en de volledigheid van de administratieve
mede gelet op mogelijkheden tot toeslagverlening.
basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor
Daarbij is bepalend de mate van waarschijnlijkheid dat
mijn oordeelsvorming van belang zijn.
het pensioenfonds zal kunnen voldoen aan de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, in
Werkzaamheden
aanmerking nemend het streven inzake toeslagen,
Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of
zoals aan verzekerden meegedeeld en de in wet- en
is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de
regelgeving opgenomen criteria.
Pensioenwet. Als onderdeel daarvan: - heb ik onder meer onderzocht of de technische
Amsterdam, 19 juni 2008
voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en
50
het vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld, en
drs. C.D. Snoeks AAG
- heb ik mij een oordeel gevormd over de
verbonden aan
vermogenspositie van het pensioenfonds.
Ernst & Young Actuarissen B.V.
Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen zal kunnen nakomen. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel.
Accountantsverklaring
en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen
en resultaat relevante interne beheersingssysteem,
Aan het bestuur van Pensioenfonds Horeca & Catering
teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven
Verklaring betreffende de jaarrekening
omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel
Wij hebben de jaarrekening 2007 van Pensioenfonds
hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van
Horeca & Catering te Zoetermeer, bestaande uit de
het interne beheersingssysteem van de entiteit. Tevens
balans per 31 december 2007 en de staat van baten en
omvat een controle onder meer een evaluatie van
lasten over 2007, met de toelichting gecontroleerd.
de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen
voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid
Verantwoordelijkheid van het bestuur
van schattingen die het bestuur van de entiteit heeft
Het bestuur van de entiteit is verantwoordelijk voor het
gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld
opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het
van de jaarrekening.
resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het
opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-
met Titel 9 Boek 2 BW. Deze verantwoordelijkheid omvat
informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons
onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden
oordeel.
van een intern beheersingssysteem relevant voor het
opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening
Oordeel
van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw
afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of
beeld van de grootte en de samenstelling van het
fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare
vermogen van Pensioenfonds Horeca & Catering per
grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken
31 december 2007 en van het resultaat over 2007 in
van schattingen die onder de gegeven omstandigheden
overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
redelijk zijn.
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel
Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties
over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij
Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel
hebben onze controle verricht in overeenstemming met
2:393 lid 5 onder e BW melden wij dat het jaarverslag,
Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht
voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met
te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en
de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en
uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt
Rotterdam, 19 juni 2008
Verantwoordelijkheid van de accountant
verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Deloitte Accountants B.V.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden
drs. M. van Luijk RA
ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van
51
ORGANISATIE FONDS Bestuur
Samenstelling bestuur per 31 december 2007
Het bestuur van het pensioenfonds heeft een paritaire
Bestuursleden
samenstelling. De werkgeversorganisatie Koninklijk Horeca
mr. G.B.J. Dommering, werkgeversvoorzitter,
Nederland en de werknemersorganisaties FNV Horecabond
Koninklijk Horeca Nederland
en CNV BedrijvenBond vormen gezamenlijk het bestuur.
M.J.M. Markus, Koninklijk Horeca Nederland
Het bestuur bestaat uit acht leden: vier leden hebben
drs. J. van der Veer,
zitting namens de werkgeversorganisatie Koninklijk Horeca
Koninklijk Horeca Nederland, voorgedragen door Veneca
Nederland en vier leden namens de werknemersorgani-
Vacature, Koninklijk Horeca Nederland
saties FNV Horecabond en CNV BedrijvenBond. Koninklijk
E.P. de Vries, werknemersvoorzitter*, FNV Horecabond
Horeca Nederland heeft één van haar bestuurszetels ter
H.Z. de Wit, FNV Horecabond
beschikking gesteld aan een bestuurder afkomstig van
Vacature, FNV Horecabond
Veneca, de werkgeversorganisatie in de contractcatering-
W.W. Ramakers (per 6 september 2007), CNV BedrijvenBond
branche. De bestuursleden hebben zitting voor een periode van vier jaar en zijn na afloop van deze periode direct
Plaatsvervangende bestuursleden
opnieuw benoembaar.
P.A. Schoormans, Koninklijk Horeca Nederland B.C. Francooy, FNV Horecabond
Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter en
R. van der Wal (per 10 mei 2007), CNV BedrijvenBond
een plaatsvervangend voorzitter. De functie van voorzitter wordt in de even kalenderjaren vervuld door
Toehoorder
een werkgeverslid en in de oneven kalenderjaren door
mr. R.L.G. Odekerken MBA,
een werknemerslid. Omgekeerd wordt de functie van
Koninklijk Horeca Nederland, voorgedragen door Veneca
plaatsvervangend voorzitter in de oneven kalenderjaren vervuld door een werkgeverslid en in de even jaren door
*) tevens fungerend voorzitter in het verslagjaar
een werknemerslid. Door elke benoemende organisatie wordt een plaatsvervangend lid benoemd. De benoemende
Auditcommissie
organisaties kunnen evenveel plaatsvervangende leden
Per 1 januari 2007 is een auditcommissie ingesteld.
aanwijzen als het aantal zittende leden. Minimaal moet één
Deze commissie houdt het interne toezicht en bewaakt
plaatsvervangend lid zijn benoemd.
de integriteit van Pensioenfonds Horeca & Catering. Eenmaal per jaar rapporteert de auditcommissie aan het
52
In de statuten is vastgelegd dat het fonds wordt
bestuur over het interne toezicht. In dit jaarverslag treft
vertegenwoordigd door het bestuur. Ook kunnen de
u de bevindingen van de auditcommissie aan. De taken
voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter gezamenlijk
en bevoegdheden van de auditcommissie liggen vast in
het fonds vertegenwoordigen. Bij afwezigheid van één of
een reglement.
meer functionarissen wordt de ontbrekende functionaris vervangen door één van de andere bestuursleden. Alleen
Samenstelling auditcommissie per 31 december 2007
als werkgeverszijde én werknemerszijde zijn vertegenwoordigd, kunnen besluiten worden genomen.
Leden mr. H.J. Thoman, voorzitter
In 2007 is afscheid genomen van de heer S.J. Geenemans
drs. W.A. Biewinga
(Koninklijk Horeca Nederland) en mevrouw I.M. Baltussen
drs. ing. J.P.A. Nelissen
(CNV BedrijvenBond). De heer W.W. Ramakers is per
P.A. Schoormans
6 september 2007 toegetreden tot het bestuur namens
W.W. Ramakers
CNV BedrijvenBond; op dezelfde dag is een verklaring van geen bezwaar van De Nederlandsche Bank ontvangen. Koninklijk Horeca Nederland heeft in 2006 een bestuurszetel ter beschikking gesteld aan een bestuurder afkomstig van Veneca. Per januari 2007 is daar tevens een toehoorder aan toegevoegd in de persoon van de heer mr. R.L.G. Odekerken MBA.
Deelnemersraad
statuten en reglementen. Het dagelijks beleid van het
Pensioenfonds Horeca & Catering kent sinds 2001 een
fonds wordt bepaald door de directeur samen met het
deelnemersraad. Deze bestaat uit tien leden, waarvan
managementteam van Pensioenfonds Horeca & Catering.
twee leden gepensioneerd zijn. De zittingsperiode
Conform de regelgeving van de toezichthouder worden
voor ieder lid is vastgesteld op drie jaar waarbij een
taken en bevoegdheden van andere organen dan het
roulatiesysteem wordt gehanteerd. Met het oog op de
bestuur vastgelegd. Per 1 januari 2007 heeft Pensioenfonds
ontwikkelingen op het gebied van goed pensioenfonds-
Horeca & Catering een directie-statuut, zoals door het
bestuur wordt ieder lid van de deelnemersraad voor het
bestuur is vastgesteld in de vergadering van 18 december
vervullen van een bepaalde functie steeds benoemd
2006. Het statuut sluit aan bij de principes van de Stichting
voor één jaar.
van de Arbeid (STAR) inzake goed pensioenfondsbestuur. Het geeft een nadere invulling van de bepalingen uit de
De deelnemersraad adviseert het bestuur - gevraagd
statuten van het fonds en bevat voorschriften voor de
en ongevraagd - over zaken die door de wetgever
dagelijkse beleidsbepaling. De uitvoering dient altijd in
zijn aangegeven. De deelnemersraad vergadert circa
overeenstemming te zijn met het strategische beleid, zoals
viermaal per jaar afzonderlijk. Het bestuur en de deel-
vastgesteld door het bestuur. Binnen de uitvoeringsorga-
nemersraad komen minimaal eenmaal per jaar bijeen.
nisatie wordt het vier-ogenprincipe toegepast. Dit houdt in
Daarnaast komen de voorzitter en plaatsvervangend
dat ten minste twee personen bij een uitvoeringsbeslissing
voorzitter van het bestuur, de directeur en de
en handeling zijn betrokken. Hierdoor wordt gewaarborgd
deelnemersraad ten minste eenmaal per jaar bijeen.
dat de dagelijkse beleidsbepaling overeenstemt met de strategische beleidsbepaling. Als binnen de uitvoeringsor-
Per 1 maart 2006 is de nieuwe zittingstermijn begonnen.
ganisatie twijfel bestaat of een besluit of handeling past
In 2007 zijn er geen wijzigingen in de samenstelling
binnen het door het bestuur vastgestelde strategische
van de deelnemersraad opgetreden. Per 1 januari 2008
beleid, dan vindt hierover overleg plaats tussen de directeur
zijn de taken en bevoegdheden van de deelnemersraad
en de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter.
overgaan naar het verantwoordingsorgaan. Het bestuur van Pensioenfonds Horeca & Catering is de leden van de
De missie en de kernwaarden van Pensioenfonds
deelnemersraad bijzonder erkentelijk voor het werk dat
Horeca & Catering vormen het uitgangspunt bij alle
zij tot en met 2007 hebben verricht.
werkzaamheden van de uitvoeringsorganisatie. De werkzaamheden richten zich uitsluitend op het uitvoeren
Samenstelling deelnemersraad per 31 december 2007
van de pensioenregelingen in de bedrijfstakken horeca en
Leden
regeling in de horeca (de VUT-regeling is in deze regeling
S. Barbier, FNV Horecabond
opgegaan) behoort tot het takenpakket van het pensioen-
P. Borchert, FNV Horecabond, voorgedragen door CSO
fonds.
contractcatering. Ook de uitvoering van de Overgangs-
H. de Gooijer-Kalkhoven, CNV BedrijvenBond F. Helmig, FNV Horecabond
Met ingang van 1 januari 2006 voert het pensioenfonds
S.P. van der Hoorn, plaatsvervangend voorzitter,
ook de deelnemersadministratie uit in eigen beheer.
FNV Horecabond
Voor de werkgeversadministratie was dat vanaf 2004 al het
C. Santen, FNV Horecabond
geval. Het pensioenfonds is vanaf die datum een geheel
J.E. Satink, FNV Horecabond
zelfstandig administrerend fonds. Met het in eigen beheer
H. Spaansen, FNV Horecabond
nemen van zowel de werknemers- als werkgeversadmi-
J.J. de Wit, voorzitter, FNV Horecabond
nistratie kan een efficiënte en kwalitatief hoogstaande uitvoering tot stand worden gebracht.
Directie en uitvoeringsorganisatie Het bestuur van Pensioenfonds Horeca & Catering richt
Ultimo 2007 zijn 110 medewerkers (94 fte’s) in dienst
zich op de strategische beleidsmatige aangelegenheden
bij Pensioenfonds Horeca & Catering.
van het fonds en houdt toezicht op de uitvoeringsorganisatie en vermogensbeheerders. Daarnaast is het bestuur verantwoordelijk voor het aanpassen van de
53
Directie per 31 december 2007 Directeur mr. E.A.W.M. Uijen
Adviseurs en uitvoerders Accountant Deloitte Accountants, Rotterdam
Waarmerkend actuaris Ernst & Young Actuarissen, Utrecht
Adviserend actuaris Watson Wyatt, Nieuwegein
Compliance officer P.A. Schoormans
Vermogensbeheerders Acadian Asset Management, Boston Verenigde Staten van Amerika Achmea Vastgoed, Amsterdam AlpInvest Partners, Amsterdam BlackRock, New York - Verenigde Staten van Amerika Cohen & Steers, New York - Verenigde Staten van Amerika F&C, Amsterdam/Londen - Verenigd Koninkrijk Goldman Sachs Private Equity Partners, New York Verenigde Staten van Amerika HarbourVest Partners, Boston Verenigde Staten van Amerika Robeco Asset Management, Rotterdam SPF Beheer, Utrecht 54
T. Rowe Price Global Investment Services, Baltimore Verenigde Staten van Amerika Western Asset Management, Londen Verenigd Koninkrijk
Herverzekeraar Algemene Levensherverzekering Maatschappij, Amsterdam
DE REGELINGEN VAN PENSIOENFONDS HORECA & CATERING
55
DE REGELINGEN VAN PENSIOENFONDS HORECA & CATERING Pensioenfonds Horeca & Catering heeft als doel
om (een deel van) het ouderdomspensioen uit te ruilen
te zorgen voor een loonvervangend inkomen voor
naar een nabestaandenpensioen. De deelnemer kan ook
(voormalige) werknemers in de bedrijfstakken horeca en
kiezen eerder of later met pensioen te gaan. Hierdoor
catering. Aan deze doelstelling wordt invulling gegeven
wordt het (levenslange) ouderdomspensioen verlaagd of
met een verplichte basispensioenregeling. Daarnaast
verhoogd. In de regeling is gedurende het deelnemerschap
biedt Pensioenfonds Horeca & Catering aanvullende
premievrijstelling bij volledige en duurzame arbeids-
pensioenvoorzieningen aan. Deze aanvullende pensioen-
ongeschiktheid (gedeeltelijk) verzekerd. Deze premie-
producten kunnen zowel individueel (per deelnemer)
vrijstelling wordt verleend indien de deelnemer volledig
als collectief (per werkgever) worden overeengekomen.
en langdurig arbeidsongeschikt is volgens de Regeling
Zowel de basispensioenregeling als de aanvullende
inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA).
voorzieningen zijn per 1 januari 2007 geïntroduceerd.
Het niveau van de voortzetting sluit aan bij de hoogte van de IVA-uitkering (75%).
De bedrijfstakken horeca en catering kennen een relatief grote diversiteit in deelnemers en werkgevers
In de basispensioenregeling is geen voorziening voor het
in vergelijking met andere bedrijfstakken. Door een
nabestaandenpensioen opgenomen.
verplichte basispensioenregeling en het aanbieden van aanvullende pensioenvoorzieningen zijn werkgevers en
Bijzondere kenmerken van de basispensioenregeling
werknemers in staat een op maat gesneden pensioen-
Door de bij Pensioenfonds Horeca & Catering aangesloten
overeenkomst vast te stellen en onder te brengen bij een
werkgevers dient de pensioenregeling beoordeeld te
pensioenuitvoerder zonder (eigen) winstdoelstelling.
worden in het licht van de voor de werkgever relevante verslaggevingvoorschriften volgens IFRS (IAS 19) en/of de
Aanleiding voor de introductie van de basispensioen-
Richtlijnen voor de Jaarrekening (RJ 271). Het bestuur van
regeling voor de jaren 2007-2011 vormden de
het fonds is van mening dat de nieuwe pensioenregeling
introductie van de Pensioenwet, het Financieel
op basis van deze verslaggevingvoorschriften moet worden
Toetsingskader (FTK) voor pensioenfondsen en de aange-
aangemerkt als een toegezegde bijdrageregeling en heeft
scherpte internationale verslaggevingsregels. Sociale
zijn externe accountant Deloitte verzocht dit standpunt
partners hebben de gelegenheid aangegrepen om
te toetsen. In de brief van Deloitte die te vinden is op de
invulling te geven aan de wens tot flexibilisering van de
website van Pensioenfonds Horeca & Catering, achten zij
pensioenregeling.
de stellingname van het bestuur goed verdedigbaar. De regeling kan dus als IFRS-proof worden aangemerkt,
Verplichte basispensioenregeling 2007-2011
terwijl voor deelnemers een middelloonregeling geldt
De pensioenovereenkomst tussen werkgevers en
(uitkeringsovereenkomst).
werknemers is aangegaan voor de periode van vijf jaar 56
(2007 tot en met 2011). De regeling voorziet in het
De regeling sluit het actuariële risico van de werkgever uit.
verwerven van pensioenaanspraken voor een levenslang
De werkgever is slechts verplicht tot het afdragen van het
ouderdomspensioen vanaf 65 jaar.
vaste pensioenpremiepercentage (2007 t/m 2011) en kan bij tekorten niet worden aangesproken om
De pensioenopbouw is gebaseerd op een middelloon-
aanvullende stortingen te doen. Na 2011 wordt geen
regeling. In de nieuwe regeling wordt een franchise van
premie geheven voor eventuele tekorten over de
€ 9.819 (niveau 2007) gehanteerd en vindt pensioen-
voorgaande vijf jaar. In een eventuele situatie van
opbouw plaats over een inkomen tot maximaal € 30.623
overschotten kan geen premierestitutie of premiekorting
(niveau 2007). De opbouw van het ouderdomspensioen
aan de ondernemingen plaatsvinden. In geval van
bedraagt 1,5% per jaar van het (gemaximeerde)
onderdekking kunnen de pensioenaanspraken van
pensioengevende loon minus een franchise.
(gewezen) deelnemers worden gekort. Gelet op de
De toetredingsleeftijd is 21 jaar. De totale premie voor
doelstelling van een pensioenfonds heeft een dergelijke
de basispensioenregeling bedraagt 14,3% van de
korting naar verwachting een tijdelijk karakter.
pensioengrondslag, waarbij de werkgever een vaste premie van 7,15% betaalt.
Voor de in te kopen pensioenaanspraken geldt
Op de pensioendatum kan de deelnemer ervoor kiezen
dat voorafgaand aan een heffingsjaar wordt
beoordeeld of op basis van de verwachte rentestand,
De hoogte van de verzekering van het nabestaanden-
de verwachte inflatie en de verwachte rendementen de
pensioen wordt gerelateerd aan de hoogte van het
pensioeninkoop van 1,5% van de pensioengrondslag
pensioengevend salaris. Voor de verzekering kan worden
voor een toekomstig jaar kan plaatsvinden. Daarbij
gekozen voor een percentage van 10%, 20% of 30%
wordt uiteraard rekening gehouden met de kans en
van het pensioengevend salaris (zonder franchise) uit
verwachting op onderdekking of reservetekort in enig
het voorgaande jaar, verhoogd met de eventuele toeslag
(toekomstig) jaar.
aan actieve deelnemers per 1 januari van het daaropvolgende jaar.
Aanvullende pensioenvoorzieningen Pensioenfonds Horeca & Catering biedt naast de
Als gekozen is voor de verzekering van een aanvullend
verplichte basispensioenregeling de mogelijkheid
nabestaandenpensioen, dan is wezenpensioen standaard
aanvullende pensioenvoorzieningen overeen te komen
meeverzekerd. Dit wezenpensioen bedraagt 20% van
en bij Pensioenfonds Horeca & Catering onder te
het nabestaandenpensioen en wordt verdubbeld met
brengen. De aanvullende pensioenvoorzieningen kunnen
ingang van de eerste dag van de maand, waarin het kind
per werkgever (collectief) of door de werknemer (indivi-
ouderloos wordt. Het wezenpensioen wordt uitgekeerd
dueel) worden afgesloten. Combinaties zijn mogelijk,
tot de 18-jarige leeftijd. Indien de wees studeert of
mits de fiscale maxima niet worden overschreden.
een opleiding volgt voor een beroep, dan wordt tot maximaal de 27-jarige leeftijd uitgekeerd.
Aanvullend ouderdomspensioen een middelloonregeling, die de basispensioenregeling
Bijzondere kenmerken van de aanvullende pensioenvoorzieningen
aanvult. In de basispensioenregeling geldt de laagst
Voor de eventueel te verlenen toeslagen geldt dat
mogelijke fiscale franchise van € 9.819 (niveau 2007).
deze afhankelijk zijn van een daartoe te nemen
Het opbouwpercentage van 1,5% in de basispensioen-
bestuursbesluit. Voor de toeslagverlening is geen beleid
regeling biedt fiscale ruimte voor verwerving van
vastgesteld en is evenmin geld gereserveerd.
aanvullende pensioenaanspraken. Bij een franchise van
De bepalingen ten aanzien van vermogensoverschotten
€ 9.819 is de maximale opbouw in een middelloonregeling
en -tekorten uit de basispensioenregeling zijn - met
gesteld op 2,05%. Naast het extra opbouwpercentage
uitzondering van de toeslagbepaling - van toepassing
bestaat de mogelijkheid tot het verwerven van
voor actieve deelnemers.
De regeling voor het aanvullend ouderdomspensioen is
pensioenaanspraken boven de inkomensgrens van € 30.623 (excedentpensioen). De mogelijke keuzes
IVA
binnen de aanvullende module ouderdomspensioen zijn
Zowel in de verplichte basispensioenregeling als de
dus de volgende:
aanvullende regelingen is premievrijstelling bij volledige
• aanvullend opbouwpercentage (stappen van 0,05%
en duurzame arbeidsongeschiktheid gedeeltelijk
met een maximum van 0,55%);
verzekerd. Bij het premievrijstellingcriterium wordt
• opbouw boven maximum salarisgrens van de
aangesloten bij de hoogte van de IVA-uitkering (75%).
basispensioenregeling (ja of nee).
Gedeeltelijke premievrije voortzetting van pensioenopbouw geldt uitsluitend als een deelnemer
Aanvullende nabestaandenpensioenverzekering
volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is volgens
Voor een werknemer met een partner en/of met
de IVA. Gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid op basis
kinderen kan een partner- en wezenpensioen worden
van de Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeids-
verzekerd op risicobasis. Het pensioen wordt uitgekeerd
geschikten (WGA) van de Wet werk en inkomen naar
als de deelnemer vóór de pensioendatum overlijdt. In
arbeidsvermogen (WIA) leidt niet tot (gedeeltelijke)
aanvulling op het basispensioenreglement geldt voor de
premievrijstelling.
nabestaandenverzekering als partner ook de ongehuwde persoon met wie de deelnemer of gepensioneerde een gezamenlijke huishouding voert. Wel moet er een notariële akte zijn en dient de deelnemer of gepensioneerde volgens de Gemeentelijke Basisadministratie samen te wonen.
57
Rechten en plichten De rechten en verplichtingen van de werkgevers, (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden liggen vast in de verplichtstellingbeschikking, de statuten, het basispensioenreglement, het uitvoeringsreglement en het reglement aanvullende regelingen. Deze zijn te raadplegen op de website van Pensioenfonds Horeca & Catering (www.phenc.nl). Het kan voorkomen dat gedurende de pensioenovereenkomst (2007-2011) de statuten en reglementen worden aangepast. De pensioenaanspraken die zijn verworven vóór 2007 worden beheerst door overgangsbepalingen. De belangrijkste overgangsbepalingen betreffen: • de aanspraken op ouderdoms-, weduwen-, weduwnaars- en wezenpensioen per 31 december 1997; • de aanspraken ouderdomspensioen per 31 december 2006; • de omzetting van vroegpensioenaanspraken (2000-2005) per 1 januari 2006; • personen die op 31 december 2006 een uitkering ontvingen (en in de toekomst ontvangen) op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheids verzekering (WAO) en de deelneming in pensioen- regeling voortzetten of een WAO-gatuitkering en/of een WAO-aanvullingsuitkering ontvingen c.q. ontvangen.
58
FUNCTIES BESTUUR, AUDITCOMMISSIE, DEELNEMERSRAAD EN DIRECTIE PER 31 DECEMBER 2007
59
FUNCTIES BESTUUR, AUDITCOMMISSIE, DEELNEMERSRAAD EN DIRECTIE PER 31 DECEMBER 2007 Bestuur mr. G.B.J. Dommering Functie in het bestuur: werkgeversvoorzitter Nationaliteit: Nederlandse Geboortejaar: 1944 Benoemende organisatie: Koninklijk Horeca Nederland Eerste benoeming: 1 oktober 1988 Aftreden volgens rooster: 1 juli 2008 Nevenfuncties: Werkgeversvoorzitter bestuur Stichting Overgangsregeling vervroegd uittreden voor het Horecabedrijf (SOHOR) Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Achmea Zakelijke en Particuliere Hypothekenfonds Voorzitter Raad van Toezicht Vastgoedfondsen Achmea: Achmea Dutch Industrial Property Fund, Achmea Dutch Office Fund, Achmea Dutch Residential Fund & Achmea Dutch Retail Property Fund Lid visitatiecommissie PNO Media Nevenfuncties uit hoofde van bestuurslidmaatschap: Afgevaardigde participantenvergadering Achmea Dutch Industrial Property Fund Afgevaardigde participantenvergadering Achmea Dutch Office Fund Afgevaardigde participantenvergadering Achmea Dutch Residential Fund Afgevaardigde participantenvergadering Achmea Dutch Retail Property Fund Lid Ledenraad Vereniging Achmea Lid Advisory Committee van NIB Capital Private Equity Fund of Funds IIA C.V. (AlpInvest Partners N.V.) Lid Advisory Committee van NIB Capital Private Equity Later Stage Co-Investments IIA C.V. (AlpInvest Partners N.V.) Plaatsvervangend lid van het bestuur van de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen
60
B.C. Francooy Functie in het bestuur: plaatsvervangend bestuurslid Nationaliteit: Nederlandse Geboortejaar: 1952 Benoemende organisatie: FNV Horecabond Eerste benoeming: 1 april 1999 Aftreden volgens rooster: 1 juli 2008
Contractcateringbranche (SAVAC) Werknemersvoorzitter Stichting Uitvoering Secretariaatswerkzaamheden en administratie Paritaire organisaties Contractcateringbranche (USUP) Plaatsvervangend lid bestuur Stichting Overgangsregeling vervroegd uittreden voor het Horecabedrijf (SOHOR) Plaatsvervangend lid bestuur Stichting Sociaal Fonds voor het Horecabedrijf (SFH - oud) en Sociaal Fonds voor het Horecabedrijf (SFH - nieuw) Werknemersvoorzitter bestuur Stichting Horeca Branche Instituut Lid (dagelijks) bestuur bedrijfschap Horeca en Catering Plaatsvervangend lid Commissie Sociale Projecten bedrijfschap Horeca en Catering Lid Bedrijfscommissie Ondernemingsraden bedrijfschap Horeca en Catering Plaatsvervangend lid bestuur Stichting Sociaal Fonds Recreatie (SFR) Plaatsvervangend lid bestuur Stichting Pensioenfonds Recreatie (SPR) Lid Georganiseerd Overleg Recreatie Lid Onderwijsraad Bedrijfsleven Horeca Lid Stuurgroep Horecavakpunt M.J.M. Markus Functie in het bestuur: bestuurslid Nationaliteit: Nederlandse Geboortejaar: 1965 Benoemende organisatie: Koninklijk Horeca Nederland Eerste benoeming: 10 april 2002 Aftreden volgens rooster: 1 juli 2008 Beroep: Regional Director of Operations NH-Hoteles Nevenfuncties: Lid bestuur Stichting Pensioenfonds NH-Hoteles Lid onderhandelingsdelegatie Koninklijk Horeca Nederland arbeidsvoorwaarden en pensioenen W.W. Ramakers Functie in het bestuur: bestuurslid Nationaliteit: Nederlandse Geboortejaar: 1954 Benoemende organisatie: CNV BedrijvenBond Eerste benoeming: 6 september 2007 Aftreden volgens rooster: 1 juli 2008
Beroep: Lid Dagelijks Bestuur en Hoofdbestuur FNV Horecabond met de gekozen functie van voorzitter
Beroep: Bestuurder CNV BedrijvenBond
Nevenfuncties: Lid Federatieraad FNV Lid Landelijke Bedrijfscommissie voor het Horecabedrijf (LBC) Lid bestuur Stichting Vakraad voor de Contractcateringbranche Plaatsvervangend lid Commissie Bezwaren Functie-indeling Lid bestuur Stichting Aanvullingsfonds Pensioensparen Contractcateringbranche Lid stuurgroep Steunpunt Arbeidsmarkt en Werkgelegenheid (SAW) Plaatsvervangend lid bestuur Stichting Fonds Bevordering Arbeidsverhoudingen Contractcatering (FBA) Plaatsvervangend lid bestuur Stichting Kwaliteit van de Arbeid (SKA) Plaatsvervangend lid bestuur Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden in de Contractcateringbranche (SUCON) Plaatsvervangend werknemersvoorzitter bestuur Stichting Aanvullende Verzekeringen bij Arbeidsongeschiktheid in de
Nevenfuncties: Lid bestuur Stichting Sociaal Fonds voor het Horecabedrijf (SFH) Lid bestuur Stichting Sociaal Fonds Recreatie (SFR) Plaatsvervangend lid bestuur bedrijfschap Horeca en Catering Lid auditcommissie Pensioenfonds Horeca & Catering Lid bestuur Stichting Overgangsregeling vervroegd uittreden voor het Horecabedrijf (SOHOR) Lid bestuur Landelijke Bedrijfscommissie voor het Horecabedrijf (Sociaal Fonds) (LBC) Lid bestuur Fonds Bevordering Arbeidsverhoudingen (FBA) Lid bestuur Fonds Bevordering Sociale verhoudingen (FBS) Lid bestuur Opleidingen Contractcatering (OCC) Lid bestuur Stichting Kwaliteit van de Arbeid (SKA) Lid bestuur Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden in de Contractcateringbranche (SUCON) Lid bestuur Stichting Aanvullende Verzekeringen bij Arbeids-
ongeschiktheid in de Contractcateringbranche (SAVAC) Lid Vakraad Contractcatering (VCC) Lid Toetsingscommissie Albron Lid Branche Begeleidingscommissie Arboconvenant Lid bestuur Stichting Pensioenfonds Recreatie (SPR) Lid bestuur Georganiseerd Overleg Recreatie (GOR) Lid bestuur Vrijwillig Vervroegd Uittreden Bad- en Zweminrichtingen (VUTBZ) Lid Branche Begeleidingscommissie Arboconvenant Recreatie Lid bestuur Stichting Scholing en Vorming Schoonmaakbedrijven en -diensten (SVS) Plaatsvervangend lid bestuur Stichting Raad voor Arbeidsverhoudingen Schoonmaak- en Glazenwassersbranche (RAS) Lid Colland Pensioenen Lid Colland Stigas Lid Colland AMB Lid Colland sectorraad P.A. Schoormans Functie in het bestuur: plaatsvervangend bestuurslid Nationaliteit: Nederlandse Geboortejaar: 1956 Benoemende organisatie: Koninklijk Horeca Nederland Eerste benoeming: 6 oktober 1994 Aftreden volgens rooster: 1 juli 2008 Beroep: Beleidsmedewerker Koninklijk Horeca Nederland Nevenfuncties: Beleidsmedewerker Koninklijk Horeca Nederland met representatie in diverse beleidscommissies VNO-NCW Lid Commissie administratieve lastenverlichting bedrijfsleven Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Lid bestuur Stichting Overgangsregeling vervroegd uittreden voor het Horecabedrijf (SOHOR) Lid onderhandelingsdelegatie Koninklijk Horeca Nederland arbeidsvoorwaarden en pensioen drs. J. van der Veer Functie in het bestuur: bestuurslid Nationaliteit: Nederlandse Geboortejaar: 1960 Benoemende organisatie: Koninklijk Horeca Nederland Eerste benoeming: 9 mei 2006 Aftreden volgens rooster: 1 juli 2008 Beroep: Chief Financial Officer van Albron B.V. Nevenfuncties: Lid Referentieraad Open Universiteit Nederland Lid bestuur Stichting Vakraad voor de Contractcateringbranche Lid bestuur Stichting Finance for Charity E.P. de Vries Functie in het bestuur: werknemersvoorzitter Nationaliteit: Nederlandse Geboortejaar: 1964 Benoemende organisatie: FNV Horecabond Eerste benoeming: 21 december 2000 Aftreden volgens rooster: 1 juli 2008 Beroep: Lid Dagelijks Bestuur en Hoofdbestuur FNV Horecabond met de gekozen functie van penningmeester/secretaris
Nevenfuncties: Voorzitter bestuur Stichting Pensioenfonds Recreatie (SPR) Secretaris/penningmeester bestuur Stichting Fonds voor Toeslagen Pensioenen en VUT FNV Horecabond Voorzitter bestuur Stichting Overgangsregeling vervroegd uittreden voor het Horecabedrijf (SOHOR) Voorzitter bestuur Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden in de Contractcateringbranche (SUCON) Plaatsvervangend Voorzitter bestuur Stichting Sociaal Fonds voor het Horecabedrijf (SFH) Voorzitter bestuur Stichting Fonds Bevordering Arbeidsverhoudingen Contractcatering (FBA) Voorzitter bestuur Stichting Bevordering Sociale verhoudingen Contractcatering (FBS) Voorzitter bestuur Stichting Sociaal Fonds Recreatie (SFR) Lid onderhandelingsdelegatie CAO Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche en de Arbeidsvoorwaarden CAO Lid bestuur Gemeenschappelijk Beleggingsfonds FNV Lid algemeen Secretarissenoverleg FNV Lid Financiële Adviescommissie FNV Lid werkgroep pensioenregelingen FNV Lid bestuur FNV Mondiaal Plaatsvervangend lid bestuur Horeca Branche Instituut Plaatsvervangend lid bestuur bedrijfschap Horeca en Catering Plaatsvervangend lid bestuur Stichting Vakraad voor de Contractcateringbranche Plaatsvervangend lid Georganiseerd Overleg Recreatie Plaatsvervangend Lid Landelijke Bedrijfscommissie voor het Horecabedrijf (LBC SOHOR-CAO en Fonds-CAO) Plaatsvervangend lid Federatieraad FNV Functies uit hoofde van bestuurslidmaatschap: Lid Advisory Committee van NIB Capital Private Equity Fund of Funds IIA C.V. (AlpInvest Partners N.V.) Lid Advisory Committee van NIB Capital Private Equity Later Stage Co-Investments IIA C.V. (AlpInvest Partners N.V.) R. van der Wal Functie in het bestuur: plaatsvervangend bestuurslid Nationaliteit: Nederlandse Geboortejaar: 1962 Benoemende organisatie: CNV BedrijvenBond Eerste benoeming: 24 mei 2007 Aftreden volgens rooster: 1 juli 2008 Beroep: Beleidsmedewerker CNV BedrijvenBond Nevenfuncties: Lid bestuur Bedrijfstakpensioenfonds Drankenindustrie Lid bestuur Bedrijfstakpensioenfonds Groente- en Fruitindustrie Lid bestuur Bedrijfstakpensioenfonds Bakkersbedrijf Lid bestuur Bedrijfstakpensioenfonds Slagers (de samenwerking) Lid bestuur Bedrijfstakpensioenfonds Sigarenindustrie Lid bestuur Bedrijfstakpensioenfonds Tandtechniek Lid bestuur Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen Lid bestuur Bedrijfstakpensioenfonds Kunststof- en Rubberindustrie Lid Beleggingscommissie BPF Drankindustrie Lid Financiële Commissie BPF Slagers H.Z. de Wit Functie in het bestuur: bestuurslid Nationaliteit: Nederlandse Geboortejaar: 1959 Benoemende organisatie: FNV Horecabond Eerste benoeming: 1 januari 2005 Aftreden volgens rooster: 1 juli 2008
61
Beroep: Sectorbestuurder FNV Catering Nevenfuncties: Lid bestuur Stichting Overgangsregeling vervroegd uittreden voor het Horecabedrijf (SOHOR) Lid bestuur Stichting Vakraad voor de Contractcateringbranche Lid bestuur Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden in de Contractcateringbranche (SUCON) Lid bestuur Aanvullende Verzekeringen bij Arbeidsongeschiktheid in de Contractcateringbranche (SAVAC) Lid bestuur Stichting Fonds Bevordering Arbeidsverhoudingen Contractcatering (FBA) Lid bestuur Stichting Kwaliteit van de Arbeid (SKA) Lid bestuur Stichting Pensioenfonds Recreatie (SPR) Plaatsvervangend lid Werkgroep Pensioenen FNV Lid bestuur Stichting Fonds Bevordering Sociale Verhoudingen Contractcatering (FBS) Lid Toetsingscommissie Compass Group Lid Toetsingscommissie Sodexo Lid Toetsingscommissie Prorest Catering Lid Toetsingscommissie Avenance Nederland Plaatsvervangend lid Toetsingscommissie Albron
Bestuursleden gedurende een deel van het verslagjaar actief mw. I.M. Baltussen Functie in het bestuur: bestuurslid Nationaliteit: Nederlandse Geboortejaar: 1969 Benoemende organisatie: CNV BedrijvenBond Eerste benoeming: 20 januari 2006 Afgetreden: 28 juni 2007 Beroep: Landelijk onderhandelaar CNV BedrijvenBond
62
Nevenfuncties: Lid bestuur Horeca Branche Instituut (HBI) Lid bestuur Sociaal Fonds voor het Horecabedrijf (SFH) Plaatsvervangend lid bestuur bedrijfschap Horeca en Catering Lid Commissie Ondernemingsraden bedrijfschap Horeca en Catering Lid bestuur Landelijk Orgaan Beroepsonderwijs Horeca, Toerisme en Voeding (LOB-HTV) Lid auditcommissie Pensioenfonds Horeca & Catering Lid bestuur Stichting Overgangsregeling vervroegd uittreden voor het Horecabedrijf (SOHOR) Lid bestuur Landelijke Bedrijfscommissie voor het Horecabedrijf (Sociaal Fonds) (LBC) Lid Onderwijsraad Horeca Bedrijfsleven Lid Begeleidingscommissie Leerbedrijf van het jaar Lid bestuur Fonds Bevordering Arbeidsverhoudingen (FBA) Lid bestuur Fonds Bevordering Sociale verhoudingen (FBS) Lid bestuur Opleidingen Contractcatering (OCC) Lid OCC Examencommissie Lid bestuur Stichting Kwaliteit van de Arbeid (SKA) Lid bestuur Stichting Vrijwillig vervroegd Uittreden Contractcatering (SUCON) Lid bestuur Stichting Aanvullingsregeling voor Arbeidsongeschiktheid Contractcatering (SAVAC) Lid Vakraad Contractcatering (VCC) Lid Toetsingscommissie Albron Lid Branche Begeleidingscommissie Arboconvenant Lid bestuur Stichting Pensioenfonds Recreatie (SPR) Lid bestuur Sociaal Fonds Recreatie (SFR)
Lid bestuur Georganiseerd Overleg Recreatie (GOR) Lid bestuur Vrijwillig Vervroegd Uittreden Bad- en Zweminrichtingen (VUTBZ) Lid Branche Begeleidingscommissie Arboconvenant Recreatie Lid bestuur Kennis en ontwikkelingcentrum uiterlijke verzorging BV (KOC BV) Plaatsvervangend bestuurslid Stichting Kennis en ontwikkelingcentrum uiterlijke verzorging (St KOC) Lid bestuur Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA), afdeling Uiterlijke verzorging Lid Commissie Kappersbedrijf HBA Lid Commissie Schoonheidsverzorgingbedrijf HBA Lid bestuur Stichting Sociaal Fonds voor opleiding en ontwikkeling in het kappersbedrijf Lid bestuur Bedrijfspensioenfonds voor het Kappersbedrijf Lid Brancheplatform Kappers (BPK) Deelnemer diverse commissies BPK Lid bestuur Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf Lid bestuur Stichting Vrijwillig Uittreden Schoonmaak en Glazenwassersbranche (SUS) Lid bestuur Stichting Scholing en Vorming Schoonmaakbedrijven en -diensten (SVS) Plaatsvervangend bestuurslid Stichting Raad voor Arbeidsverhoudingen Schoonmaak- en Glazenwassersbranche (RAS) Lid RAS Imagocommissie Lid RAS Stichting Controle Orgaan Lid Branchebegeleidingscommissie arboconvenant schoonmaak Lid HBA Commissie Textielreinigingsbedrijf Lid bestuur Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Textielreiniging Lid bestuur Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven (Stichting VUW) Lid bestuur Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven (Stichting O&O-Fonds) Lid bestuur Raltex Lid bestuur Stichting Controle Orgaan Lid Commissie Tekstvereenvoudiging Voorzitter Vereniging van Eigenaren Rhijnvis Feithstraat 17-37 S.J. Geenemans Functie in het bestuur: bestuurslid Nationaliteit: Nederlandse Geboortejaar: 1946 Benoemende organisatie: Koninklijk Horeca Nederland Eerste benoeming: 1 oktober 2003 Afgetreden: 1 augustus 2007 Beroep: Directeur Gauchos Nederland B.V. Nevenfuncties: Lid bestuur Stichting Overgangsregeling vervroegd uittreden voor het Horecabedrijf (SOHOR) Lid Curatorium Hogere Hotelschool Den Haag Lid Raad van Toezicht Opvangcentrum Pension Maaszicht Rotterdam Lid Raad van Advies WWB Innovact B.V.
Auditcommissie drs. W.A. Biewinga Functie in de auditcommissie: extern lid Nationaliteit: Nederlandse Geboortejaar: 1953 Eerste benoeming: 12 april 2007 Aftreden volgens rooster: 12 april 2011 Nevenfuncties: Voorzitter Raad van Commissarissen Corgwell BV Commissaris Caransa BV Voorzitter Raad van Commissarissen Middenmeer BV Voorzitter Raad van Commissarissen Koning & Hartman BV Voorzitter Raad van Commissarissen Martin Schilder Holding BV Voorzitter Raad van Commissarissen Lease Visie BV Lid Board of Directors Cascal NV Voorzitter Raad van Commissarissen Biesheuvel Techniek BV Adviseur van de directie van diverse (familie)vennootschappen drs. ing. J.P.A. Nelissen Functie in de auditcommissie: extern lid Nationaliteit: Nederlandse Geboortejaar: 1942 Eerste benoeming: 12 april 2007 Aftreden volgens rooster: 12 april 2011 Nevenfuncties: Lid bestuur Stichting Federatief Pensioenfonds Commissaris Ripperda Beheer BV Lid visitatiecommissie Pensioenfonds SCA mr. H.J. Thoman Functie in de auditcommissie: extern lid/voorzitter Nationaliteit: Nederlandse Geboortejaar: 1945 Eerste benoeming: 12 april 2007 Aftreden volgens rooster: 12 april 2011 Nevenfuncties: Lid Raad van Commissarissen Kunst en Cultuur Pensioen- en Levensverzekering Maatschappij NV Consultant to the firm PriceWaterhouseCoopers accountants (beëindigd per 31 december 2007) Toezichthouder bij Stichting Voorziening fonds Getronics voor het voormalige Pensioenfonds PinkRoccade Voorzitter visitatiecommissie ABN AMRO Pensioenfonds Strategisch adviseur Nedlloyd Pensioenfonds Als onafhankelijk adviseur in diverse rollen actief bij onder meer ondernemings- en bedrijfstakpensioenfondsen en andere financiële instellingen
Deelnemersraad S. Barbier Functie in de deelnemersraad: lid Nationaliteit: Nederlandse Geboortejaar: 1946 Benoemende organisatie: FNV Horecabond Eerste benoeming: 5 maart 2001 Beroep: Conciërge, Hilton Hotel Amsterdam Nevenfuncties: Lid Bondsraad FNV Horecabond Bedrijfscontactpersoon FNV Horecabond
P. Borchert Functie in de deelnemersraad: gepensioneerd lid Nationaliteit: Nederlandse Geboortejaar: 1938 Benoemende organisatie: FNV Horecabond Eerste benoeming: 1 maart 2005 Beroep: Gepensioneerde Nevenfuncties: Lid Beroepscommissie Horeca Branche Instituut H. de Gooijer-Kalkhoven Functie in de deelnemersraad: lid Nationaliteit: Nederlandse Geboortejaar: 1957 Benoemende organisatie: CNV BedrijvenBond Eerste benoeming: 1 maart 2005 Beroep: Hoofd huishouding Nevenfuncties: geen F. Helmig Functie in de deelnemersraad: lid Nationaliteit: Nederlandse Geboortejaar: 1948 Benoemende organisatie: FNV Horecabond Eerste benoeming: 5 maart 2001 Beroep: niet van toepassing, deelnemer op grond van FVP-regeling Nevenfuncties: Lid CAO-commissie Horeca FNV Horecabond S.P. van der Hoorn Functie in de deelnemersraad: plaatsvervangend voorzitter Nationaliteit: Nederlandse Geboortejaar: 1960 Benoemende organisatie: FNV Horecabond Eerste benoeming: 21 februari 2006 Beroep: Rayonmanager Compass Group Nederland Nevenfuncties: Lid CAO-commissie Catering FNV Vicevoorzitter Platform Ondernemingsraden Contractcatering (POCC) Voorzitter ondernemingsraad Compass Group Nederland Voorzitter VUT-stichtingen Compass Group Nederland Holding BV Uit hoofde van deelnemersraadslidmaatschap: Plaatsvervangend lid Platform Deelnemersraden C. Santen Functie in de deelnemersraad: lid Nationaliteit: Nederlandse Geboortejaar: 1956 Benoemende organisatie: FNV Horecabond Eerste benoeming: 5 maart 2001
63
Beroep: Medewerkster linnenkamer, Hilton Hotel Schiphol Nevenfuncties: geen J.E. Satink Functie in de deelnemersraad: lid Nationaliteit: Nederlandse Geboortejaar: 1938 Benoemende organisatie: FNV Horecabond Eerste benoeming: 5 maart 2001 Beroep: Gepensioneerde Nevenfuncties: Lid Bondsraad FNV Horecabond Lid Landelijke en Rayon Advies Commissie Uitkeringsgerechtigden en Ouderen FNV Horecabond Lid Algemeen bestuur Katholieke Bond Ouderen Overijssel Lid districtsbestuur Katholieke Bond Ouderen Overijssel Voorzitter afdelingsbestuur Katholieke Bond Ouderen Lid Ledenraad Amicon H. Spaansen Functie in de deelnemersraad: lid Nationaliteit: Nederlandse Geboortejaar: 1964 Benoemende organisatie: FNV Horecabond Eerste benoeming: 21 september 2006 Beroep: Duty Catering Manager Planning & Control, KLM Catering Services Schiphol BV Nevenfuncties: Lid bondsraad FNV Horecabond Lid CAO-commissie FNV Horecabond J.J. de Wit Functie in de deelnemersraad: voorzitter Nationaliteit: Nederlandse Geboortejaar: 1946 Benoemende organisatie: FNV Horecabond Eerste benoeming: 5 maart 2001
64
Beroep: Niet van toepassing, deelnemer op grond van de regeling voor voortzetting van de deelneming wegens arbeidsongeschiktheid Nevenfuncties: Lid CAO-commissie Horeca FNV Horecabond Plaatsvervangend lid bestuur Horeca Branche Instituut (HBI) Plaatsvervangend lid bestuur Landelijke Bedrijfscommissie voor het Horecabedrijf (LBC) Lid dagelijks bestuur Landelijk Orgaan Beroepsonderwijs Horeca Toerisme Voeding Lid Paritaire Commissie Landelijk Orgaan Beroepsonderwijs Horeca Toerisme Voeding Lid Bestuur Stichting Horeca Examenbank Lid jury Nationale Wedstrijden Kastelein van de Toekomst Directeur-eigenaar HEAT Uit hoofde van deelnemersraadslidmaatschap: Lid Platform Deelnemersraden Lid Adviesraad Platform Deelnemersraden
Directie mr. E.A.W.M. Uijen Functie: directeur Nationaliteit: Nederlandse Geboortejaar: 1959 Benoeming: 1 juli 2002 Beroep: Directeur Nevenfuncties uit hoofde van de functie van directeur: Secretaris Stichting Eumedion Lid van het directeurenoverleg Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen Directeur Klantenconsortium Innovact B.V. Voorzitter van de Adviescommissie certificering bestuurdersopleidingen SPO
SUMMARY IN ENGLISH
65
SUMMARY IN ENGLISH Pensioenfonds Horeca & Catering is the pension fund for the Dutch hospitality and catering industry. It is an industrywide fund with some 785,000 participants who are employees (or former employees) of 30,000 employers. That makes Pensioenfonds Horeca & Catering one of the 10 largest pension funds in the Netherlands. The object of the Fund is to provide employees or former employees in the hospitality and catering industry with a replacement income after retirement. That is provided through a compulsory basic pension scheme. Alongside the basic scheme the Fund provides for voluntary supplementary pension arrangements. These may take the form of either group (per employer) or individual contracts. The basic scheme and supplementary provisions came into effect simultaneously on 1 January 2007. Compared with other sectors the hospitality and catering industry covers a relatively wide diversity of employers and pension participants. A compulsory basic scheme and optional supplementary arrangements offer them the advantage of pension provisions tailored to their needs and administered by a non-profit organisation. The Fund’s governing board is composed of equal numbers of representatives from employer association Koninklijk Horeca Nederland on the one hand and trade union organisations FNV Horecabond and CNV BedrijvenBond on the other. The board deals with strategic policy matters and supervises administrative processes and asset managers. It is also responsible for provisions laid down in the articles of association and regulations. Day-to-day management lies with the Fund’s managing director and management team. The Fund has had a council of participants since 2001. The participants’ council makes recommendations to the board – voluntarily or on request – on matters emerging from the legislature. At mid-2007 the board decided to set up a board of stakeholders with effect from 1 January 2008. The board of participants is fully integrated into the board of stakeholders. Employers and participants
2007
2006
2005
2004
2003
Affiliated employers in year
29,9921
32,621
34,121
35,035
37,386
Active participants in year
292,733
202,487
193,347
201,314
196,080
(in numbers) 2
Active participants at year end
215,777
153,468
146,983
158,235
160,745
Former participants at year end
546,002
441,051
435,394
399,361
365,865
Pensioners at year end Total participants at year end 66
23,315
21,679
18,843
17,304
16,121
785,094
616,198
601,220
574,900
542,731
Pension assets and liabilities (in € 1,000,000) Pension assets
2,799.4
2,622.4
2,239.9
1,863.4
1,562.4
Pension liabilities
1,885.1
1,750.9
1,793.2
1,581.4
1,440.6
3
4
Funding ratio based on FTK (in %) 5 Total premiums Total pensions paid
148 144 115 119 127 222.0
174.5
166.1
196.6
209.8
33.0
29.5
27.7
24.2
22.1
Investments Invested assets (in € 1,000,000) Investment proceeds (in € 1,000,000)
2,788.6
2,589.3
2,206.8
1,819.4
1,521.2
42.9
257.7
262.8
149.2
144.2
From the start of the year under review employer records are no longer filed under their affiliation number (industry board code) but under their wage tax number (UWV code). These codes are chronologically out of step with each other. So employer numbers are not directly comparable with previous years. 2 Introducing the lower qualifying age of 21 for scheme membership added substantially to the number of active members.3 The figure for 2006 has been adjusted to account for a system amendment. The figure entered in the annual report for 2006 was 1860.6. 4 On grounds of the low market interest rate pension liabilities at 31 December 2005 were in contrast with other years stated at their net present value at the market rate. If pension liabilities had been stated at net present value based on the notional interest rate of 4%, pension liabilities at year end 2005 would have amounted to € 1,724.3 million, resulting in a funding ratio of 130 per cent. 5 The Financial Assessment Framework (FTK) is the mandatory basis of assessment from January 2007 onwards. Figures for 2003 to 2006 have been restated accordingly. 1
New pension scheme from 1 January 2008 New pension regulations came into effect on 1 January 2007. These add up to a flexible system embracing optional early retirement or postponed retirement pensions, part-time pensions and supplementary products. The supplementary products (supplementary retirement and surviving dependants’ pension schemes) may be either group or individual arrangements. The group products have attracted substantial interest among employers. The administrative simplicity of these products as well as a five-year fix on terms and conditions are regarded as important advantages.
CEM study of 2006 With annual costs per participant of € 72 Pensioenfonds Horeca & Catering ranks third relative to other participating pension funds, according to the Cost Effectiveness Measurement (CEM) for pension administration benchmarking in 2006. Given that pension administration was conducted entirely within Pensioenfonds Horeca & Catering for the first time in that year, the Fund’s participation in this benchmark marks a zero measurement. As to the costs of asset management, the outcome of the CEM study indicates that the Fund’s structural use of a number of external asset managers is in itself an expensive option. However the Fund incurs significantly lower costs under this heading than other pension funds in the benchmark with a comparable multi-manager structure. On balance the Fund’s internal asset management costs rank 16.6 basis points lower than the benchmark; that represents annual savings in cash terms of around € 4 million.
New premium collection system A new premium collection system based on provisional settlement was launched on 1 January 2007, replacing the former system based on advances. Fundamentally the new system operates through direct debit mandating. Debited amounts are subsequently verified against data registered with the UWV, the implementing body for employee insurance schemes. The system has been operating less smoothly than envisaged due to delays by the Tax Office and the UWV in releasing data, as well as the unreliability of these data. For that reason the Fund decided to base provisional settlement on data from 2006. The principle of collection by direct debit generated a big increase in the number of debit mandates. That is expected to alleviate the administrative burden on both employers and the Fund, as well as boosting debt collection results.
Internal risk management There was a strong focus on target-led risk management in 2007. A start was made with drawing up what is known as a control mix, setting out norms and preventive or constraining measures covering all risk factors in operational procedures. This can be used to avert faults as far as possible, or rapidly rectify any that occur. That increases operational transparency and improves the Fund’s accountability in terms of retaining the confidence of its participants and other stakeholders.
Pension fund governance Principles of pension fund governance With the coming into force of the Pensions Act on 1 January 2007, the principles of pension fund governance are now anchored in law. The governing board has pinpointed changes to be made in the areas of management and policy, accounting and internal supervision and made a start with their implementation, in some cases with effect from 1 January 2007 and in others from 1 January 2008. The Fund has thus acted promptly to comply with the principles and parameters stipulated to safeguard the quality, due care and openness of its management. Among items already in place in this context since 1 January 2007 are an Audit Committee, internal procedures for complaints, disputes and appeal cases and an official document prescribing powers delegated to the managing director. Subsequent board decisions in the course of the year related to the establishment and operating methods of a board of stakeholders.
67
Board of stakeholders In mid-2007 the governing board decided to set up a board of stakeholders with effect from 1 January 2008, which would incorporate the entire council of participants. The board of stakeholders supervises the proper operation of the pension schemes in the interests of everyone involved. It has 15 members, of whom five represent employers, eight are active pension scheme participants, and two represent pensioners and former participants respectively. Seat numbers on the board reflect the financial interests of the respective stakeholder groups concerned. The board of stakeholders gives the Fund the best basis for defining a common position and deterring factions from forming. A single integrated body is furthermore an aid to establishing an efficient, professional and cost conscious administrative system. The board of stakeholders also has an advisory role and contributes to the formation of an opinion concerning the governing board’s conduct of affairs.
Audit Committee The Fund had already decided to establish an Audit Committee in 2006, prompted by the principle of transparent internal supervision drawn up by the joint industrial labour council STAR. The Committee first came into action in 2007. It has three external and two internal members, and is responsible for the internal supervision of operational compliance with applicable regulations and guidelines. It gives an account of its findings in the Annual Report. Among issues addressed by the Audit Committee in 2007 were the reliability of published data, the functioning of the internal organisation and the integrity of staff and bodies involved in the Fund.
Observance of code of conduct and compliance The code of conduct lays down rules designed to meet integrity requirements and comply with separate market conduct rules. It was amended from 1 January 2007 to account for the introduction on the same date of an audit committee, a formally established compliance officer post and the official document prescribing the powers delegated to the managing director, as well as the nullification of the objection rule in decisions pronounced by the compliance officer. From 2007 onwards the compliance officer has the right to pronounce whether the code of conduct has been observed. The compliance officer issued a statement that no cases of deviation from the code of conduct were recorded in 2007.
Financial overview Financial assessment framework The terms of the Financial Assessment Framework (Financieel Toetsingskader or FTK) became mandatory on 1 January 2007, thus supplanting the Actuarial Principles for Pension Funds. As a result, conditions applying 68
to technical provisions for pension liabilities have changed. The Fund has consequently updated its accounting principles for determining provisions and required buffers to meet these Financial Assessment Framework requirements.
Funding ratio The funding ratio showed a positive trend in 2007. Although returns on investment were only marginally positive amid turbulence on financial markets, the Fund’s strategic hedging of interest rate risks combined with upwardly trending market rates helped lift the funding ratio. That has further strengthened the Fund’s financial basis.
Indexation allowances Premium levels are set to take account of an annual indexation allowance on the accrued pension rights of active participants. Indexation rates set by the governing board each year are wholly financed by a 0.5% premium surcharge on salaries. That is equivalent to 0.9% of pensionable earnings. This indexation allowance is granted unconditionally on pension entitlements already accrued by active participants. No financial provisions are taken for future indexation allowances. The first such allowance was allocated over 2007 and financed from premiums over the same year. It took the form of a 1.25% allowance over the pension entitlements of active participants at year-end 2007.
The governing board may also decide to allocate an indexation allowance annually to active participants, former participants and/or pensioners. These decisions are conditional on the Fund’s financial situation: there must be sufficient net assets available. In the year under review the governing board decided to grant an indexation allowance of this kind on grounds of the Fund’s financial position over 2006. It therefore allocated a 3% allowance to active participants, former participants and pensioners as per 1 January 2008.
Asset management Key points for asset management The Fund has asset-liability management (ALM) and risk budgeting studies conducted at least once every five years. Based on these studies the governing board has identified three key points for asset management: • diversification of assets over a range of investment categories, asset managers and investment styles; • best asset manager per investment mandate; • active management in markets where that can generate added value, and otherwise passive management. These key requirements serve as the departure point for implementing the fund’s investment policy and allocating assets to the various asset managers.
Strategic asset allocation At year-end 2006 it was decided to amend asset allocation strategy for the WAO (state invalidity benefit) shortfall insurance scheme and the supplementary WAO scheme, bringing it into line with strategy for the retirement, surviving dependants’ and pre-pension schemes. This move was prompted by the coming into force of the Work and Income (Ability to work) Act. As a result of this legislation the inflow of WAO benefit claimants has been minimal since 1 January 2006. Another factor is the robust financial position of the two WAO related schemes, which in itself justifies a higher risk profile for the investment of their assets. Bringing these schemes into line with the basic pension scheme is also beneficial in terms of efficiency. In light of the introduction of the new pension regulations and final broad adoption of the Financial Assessment Framework at the end of 2006, an ALM study was again conducted in 2007. This study took account of the various new regulations. Based on the outcome it was decided to retain existing strategic asset allocation levels: 50 per cent equities, 40 per cent fixed-income securities and 10 per cent property. In all Fund schemes currency risks for all asset classes except private equity are strategically fully hedged. 69 Strategic asset allocation Asset class
Retirement, dependants’
and pre-pension schemes
Equities
50%
WAO schemes 50%
Property
10%
10%
Fixed-income securities
40%
40%
Long term interest rate risks In anticipation of Financial Assessment Framework requirements taking effect on 1 January 2007, the governing board had in 2006 already decided to restrict the exposure of the Fund’s financial position to the risk of falling market rates by means of a swaption. The decision was implemented in the autumn of 2006. This financial instrument largely hedges downward interest rate risks for a period of five years. The swaption position was retained unchanged throughout 2007, thus hedging the risk of negative consequences of a market interest rate lower than 3.25% up to the autumn of 2011. The swaption contract has a nominal value of € 2 billion.
This agreement is financed by means of a second swaption contract, under which the Fund surrenders a portion of the upward potential for its funding ratio generated by interest rates above 5 per cent. This second swaption has an underlying value of € 1.26 billion. The governing board will review the measures adopted to hedge interest rate risks in 2008.
Optimising asset management in 2007 Further measures were undertaken in 2007 to optimise investment policy and the structure of asset management. In 2006 a start was made with building up a portfolio of assets in commodities equivalent to 5 per cent of the overall Fund portfolio. At the beginning of 2007 commodities represented 2.2 per cent of the overall portfolio. By year-end 2007 commodity holdings had expanded to 5.1 per cent, matching the envisaged portfolio weighting. In 2007 the Fund continued to pursue the tactical policy for asset allocation it had adopted in 2006. Tactical weighting of the main asset classes in the portfolio is managed ‘neutrally’. In other words, mechanical rules are periodically applied to bring portfolio weighting of equities, fixed-income securities and property back into equilibrium with benchmark weightings. Under these rules, weightings are rebalanced to strategic weightings roughly once every three months. The Fund appointed two new asset managers in the first half of 2007, both replacing the existing manager. BlackRock Investment Management was assigned to manage a portion of the fixed-income securities portfolio to the amount of € 475 million. Cohen & Steers was appointed manager of the listed property portfolio to the amount of € 125 million. These appointments are in line with Fund policy to select the best manager for each asset class. Pensioenfonds Horeca & Catering does not invest in hedge funds. That is a deliberate choice. The Fund takes the position that hedge funds are insufficiently transparent in respect of their envisaged investment policy. For that reason the value-added of hedge funds for the Fund cannot be satisfactorily demonstrated. Prompted by the ALM study a comprehensive risk budgeting study was conducted in 2007. Such studies provide an insight into possibilities for improving the risk-return profile of investments within existing strategic asset allocation policy, for example by adding new asset classes. Based on this study the governing board decided to add two new asset classes to the existing portfolio: worldwide unlisted property and infrastructure. This decision will be further elaborated in the course of 2008.
Sustainable and socially responsible investment 70
Pensioenfonds Horeca & Catering values a good return for its stakeholders, but at the same time a socially responsible stance. Against this background the governing board has formulated improvement measures. These relate to areas like exclusion policy, attention for target and theme investments, communication on investment policy and the idea of giving thought – in consultation with other businesses – to forms of engagement. These were in part dictated by the outcome of a survey held among employers and employees.
Performance Returns in 2007 The overall return on investment for retirement, dependants’, pre-pension and WAO related schemes in 2007 was 4.1 per cent. The relevant benchmark (or benchmark performance) was 5.1 per cent, giving an underperformance on Fund investments of 1.0 per cent. The performance figures were calculated by an external source. Performance per asset class in 2007 Asset class (in %) Equities Convertible bonds Private equity Commodities
Portfolio
Benchmark
Difference
6.7
7.6
-0.9
6.5
7.4
-0.9
12.9
4.6
8.3
9.6
14.2
-4.6
-19.2
-14.4
-4.8
Direct property
7.5
11.7
-4.2
Bonds (including credits en high yield)
2.1
3.5
-1.4
Indirect property
Mortgages
2.9
1.7
1.2
Total
4.1
5.1
-1.0
The table gives a breakdown per asset class of the Fund’s total investment portfolio over 2007, the relevant benchmark performances and the differences between the two. Total underperformance reflected the difficult market circumstances that asset managers were confronted with during 2007. Historical performance trends Performance (in %) Investment portfolio Benchmark Out-/underperformance
2007
2006
2005
2004
2003
4.1
11.4
14.3
9.5
11.7
5.1
10.1
11.4
10.0
12.8
-1.0
1.3
2.9
-0.5
-1.1
The table shows performance trends on the investment portfolio over the past five years. Performance figures for 2003 relate only to retirement, dependants’ and pre-pension schemes. The average yield on the investment portfolio for pension scheme assets over the past five years was 10.1 per cent, higher than the benchmark performance of 9.8 per cent. 71
Z-score The Fund observes benchmarks and targets in all investment portfolio classes. Taken together these give a benchmark portfolio for the Fund as a whole. The z-score is a tool for assessing the actual performance on the investment portfolio against a benchmark performance. Both performance figures make allowance for administrative costs of asset management, and therefore reflect net returns. An actual net return below the net benchmark performance gives a negative z-score. The Fund posted a z-score of -0.662 over 2007.
Performance test If the fund fails to meet its ‘performance test’ or benchmark target employers may request exemption from mandatory participation in the Fund. The applicable criterion is that exemption may be requested and granted if the outcome of the performance test is lower than 0. The performance test result is derived from annual z-scores. It is calculated by dividing total z-scores over the past five years by the square root of that same number of years and adding 1.28. The Fund’s result for 2007 was 1.508. It was thus successful in meeting the performance test criterion.
Prospects The Pensions Act came into force on 1 January 2007. A number of sections in the Act did not come into effect until 1 January 2008. The legislature has indicated that no new regulations are to be expected. That gave pension funds time to implement all the required changes and focus fully on a sound administrative system for their pension schemes. Pensioenfonds Horeca & Catering made an early start with the amendments to policy and regulations needed to comply with the Pensions Act. These measures can now be rounded off in the period ahead. Details of ‘inflow and outflow’ policy will be worked out in the course of 2008, for example. That means agreement will be reached on such issues as the juncture at which the pension fund will commute minor pension entitlements. The guiding principle in this context is that the object of an industrywide pension fund is to set aside resources in order to distribute these resources (later) as pension income when earnings from employment cease. Administration costs are an important factor in the equation. These costs must be in proportion to the amount earmarked for distribution. In the area of asset management, the Fund adopted an exclusion policy in the context of socially responsible investment, taking effect from 1 January 2008. This policy applies to holdings in publicly quoted equities, bonds and convertibles, where these are not held indirectly through investment funds. New ways of giving shape to socially responsible investment policy are being worked out in greater detail. In 2008 the governing board will be reviewing its interest rate risk hedging policy. Factors providing grounds for reexamining this are the increasing proportion of liabilities involving exposure to interest rate risks as well as higher long term interest rates. The Fund’s administrative organisation has drawn up a strategic plan describing its objectives for the future development of its internal organisation. The plan derives from the Fund’s core values: • reliable in business operations; • client focus on stakeholders; • efficient administration in service of the client. The plan is based on a situation in line with these key requirements. In years to come however this will also have to be demonstrable. That ties in with the governing board’s vision that the Fund is accountable to its stakeholders in respect of every aspect of the administration of its pension schemes. The key issue for the years ahead is the continuing evolution of that accountability towards the audit committee and the board of stakeholders. How the Fund acts to meet its strategic objectives and the extent to which it succeeds is a vital item to be addressed in that context. 72
VERKLARENDE WOORDENLIJST Aandelen(portefeuille)
Compliance officer
Beleggingsportefeuille waarvan het kapitaal in een belang
De compliance officer is belast met het toezicht op de
van een onderneming is belegd. Een aandeel geeft recht
naleving van de op grond van de gedragscode geldende
op een winstuitkering (dividend). Een onderneming kan
bepalingen.
zowel beurs- als niet-beursgenoteerd zijn.
Cost Effectiveness Measurement (CEM) Actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN)
Cost Effectiveness Measurement Inc. is een Canadees
In de actuariële en bedrijfstechnische nota wordt het
bedrijf dat pensioenfondsen in Noord-Amerika, Australië
beleid van het fonds beschreven op het gebied van
en Europa doorlicht op de uitvoeringskosten en de
financiering, beleggingen, pensioenen en indexering.
kwaliteit van dienstverlening waarbij de prestaties van de fondsen worden vergeleken.
Actuariële Principes Pensioenfondsen (APP) Pensioenfondsen moeten voldoende voorzichtigheid
Dekkingsgraad
(prudentie) in acht nemen bij de financiële opzet van het
De dekkingsgraad is de verhouding tussen de netto
fonds en bij de invulling die hier in de praktijk aan wordt
activa en de voorziening pensioenverplichtingen,
gegeven. De Nederlandsche Bank heeft in de Actuariële
uitgedrukt in een percentage. Dit verhoudingsgetal
Principes Pensioenfondsen aangegeven wanneer hieraan
geeft aan in hoeverre op lange termijn de pensioen-
volgens haar is voldaan.
verplichtingen kunnen worden nagekomen. De netto activa zijn het saldo van het belegd vermogen, de
Asset liability management studie (ALM)
andere activa en de schulden.
Deze studie brengt de onderlinge samenhang van pensioenverplichtingen, het premie- en indexatiebeleid
De Nederlandsche Bank (DNB)
en de beleggingsmix in kaart. Met behulp van
Orgaan dat (prudentieel) toezicht houdt op financiële
ALM-simulatiemodellen worden beelden geschetst van
instellingen. De Nederlandsche Bank maakt zich sterk
de kansen en bedreigingen voor het pensioenfonds in
voor financiële stabiliteit. Daartoe zet DNB zich samen
verschillende economische scenario’s.
met andere Europese centrale banken in voor een waardevaste euro, wordt gestreefd naar een soepel
Auditcommissie
en veilig betalingsverkeer en wordt scherp toezicht
Deze door het fonds benoemde commissie houdt onder
gehouden op de soliditeit en betrouwbaarheid van
meer toezicht op de publieke verantwoording van de
financiële instellingen.
uitvoering van de verplichtgestelde pensioenregeling door het pensioenfonds, de betrouwbaarheid van gepubliceerde
Duratie
gegevens, het functioneren van de interne organisatie en
Gewogen gemiddelde looptijd. Wordt gebruikt om de
de integriteit van degenen die bij het fonds zijn betrokken.
rentegevoeligheid van een serie kasstromen aan te geven, zoals van een obligatie of de voorziening pensioen-
Beleggingsallocatie
verplichtingen. Een hogere duratie betekent een grotere
Dit is de verdeling van de beleggingen over verschillende
rentegevoeligheid.
categorieën. Pensioenfonds Horeca & Catering belegt in een mix van vastgoed, aandelen, grondstoffen en
Duurzaam beleggen
vastrentende waarden.
Duurzaam beleggen is het beleggen volgens criteria van duurzaamheid, zoals geen kinderarbeid, adequate
Benchmark
corporate governance (controle op het bestuur en
Een objectieve maatstaf voor de samenstelling en de
op bestuursleden, bescherming van aandeelhouders-
performance van het belegd vermogen. Dit is vaak een
rechten, gelijke behandeling van aandeelhouders en
marktindex per categorie.
samenwerking met belanghebbenden), transparantie (over doelstellingen, beleid, resultaten, eigendom,
Commodities
bestuurders, risico’s, werknemersissues en andere
Grondstoffen. Voorbeelden zijn: graan, metalen en
belanghebbenden), mensenrechten, betrokkenheid van
voedsel.
vakbonden en werknemersparticipatie, training/opleiding en ontwikkeling.
73
Effectentypisch gedragstoezicht
anderzijds uit concrete bepalingen die het pensioen-
Met effectentypisch gedragstoezicht worden
fondsbestuur in acht moet nemen.
maatregelen bedoeld die worden getroffen om: • belangenverstrengeling te voorkomen, voor zover dit
Hedgefondsen
te maken heeft met effectentransacties;
Fondsen waarbij gebruik wordt gemaakt van een brede
• om te gaan met koersgevoelige informatie;
selectie van beleggingsstrategieën en beleggings-
• privé effectentransacties van bestuurders en
instrumenten om onder alle (markt)omstandigheden
personeelsleden van financiële marktpartijen te
een positief rendement te halen.
regelen; • koersmanipulatie en andere misleidende handelingen
Infrastructuurbeleggingen
tegen te gaan;
Betreft beleggingen in kapitaalintensieve, essentiële
• relevante gedragscodes en andere voorzieningen
diensten zoals wegen, scholen, waterzuiverings-
vast te leggen die met het oog op het bovenstaande
installaties en havens.
zijn getroffen in de administratieve organisatie en het systeem van interne controle.
Insider Persoon die op regelmatige of incidentele basis kennis
Financieel Toetsingskader (FTK)
kan hebben van koersgevoelige informatie.
Benaming van het nieuwe toezichtregime van De Nederlandsche Bank dat van toepassing is op de financiële
Middelloonregeling
positie en het financiële beleid van pensioenfondsen.
Soort pensioenregeling waarbij de hoogte van het
De nieuwe waarderingsmethoden vervangen de huidige
behaalbare ouderdomspensioen is gebaseerd op de
Actuariële Principes Pensioenfondsen. Voor pensioen-
gemiddelde pensioengrondslag van de totale
fondsen is het nieuwe toezichtsregime verankerd in de
deelnemingstijd.
Pensioenwet.
Onderdekking Front running
Situatie dat de middelen van het pensioenfonds niet
Front running betekent dat voorafgaand aan bepaalde
langer toereikend zijn om de voorziening pensioenver-
transacties op een (financiële) markt privé wordt
plichtingen en de reserve voor algemene risico’s te dekken.
gehandeld (of namens of ten behoeve van een privé-
De Nederlandsche Bank verlangt een dekkingsgraad van
persoon wordt gehandeld). Daarna wordt op diezelfde
minimaal 104,1%. Bij een lagere dekkingsgraad is sprake
markt in dezelfde transacties (of samenhangende
van onderdekking.
transacties) gehandeld namens het fonds. Met front
74
running probeert de uitvoerende partij voordeel voor
Onroerendgoedbeleggingen
zichzelf of andere betrokkenen te behalen. Zo’n voordeel
Betreft beleggingen in vastgoed, zoals kantoren,
komt dan vaak niet bij het fonds terecht. Front running
woningen, winkels. Levert huurinkomsten op en kan
is strafbaar.
zowel beurs- als niet-beursgenoteerd zijn.
Goed pensioenfondsbestuur (Pension Fund Governance)
Pensioengrondslag
Pension Fund Governance richt zich met name op ‘good
Deel van het salaris dat de berekeningsgrondslag vormt voor
governance’, met andere woorden: goed pensioenfonds-
pensioenopbouw. Meestal is dit het salaris min de franchise.
bestuur. Maatschappelijke ontwikkelingen leiden ertoe dat hogere eisen worden gesteld aan transparantie,
Pensioenwet
verantwoording, toezicht en zeggenschap. Die eisen
Vanaf 1 januari 2007 is de Pensioenwet van toepassing.
gelden in het bijzonder voor organisaties waaraan
De Pensioenwet vervangt de Pensioen- en spaarfond-
op grond van een wettelijke verplichting aanzienlijke
senwet die in 1952 is ingevoerd. De Pensioenwet heeft
vermogens worden toevertrouwd. In 2005 heeft de
als doel om de waarborgen voor financiële zekerheid,
Stichting van de Arbeid op verzoek van het ministerie
individuele zekerheid en uitvoeringszekerheid op een
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Principes voor
duidelijke wijze wettelijk te verankeren. Dit gebeurt
goed pensioenfondsbestuur geformuleerd waarbij
vanuit het perspectief dat gewaarborgd dient te zijn
kwaliteit, zorgvuldigheid en openheid van het
dat de pensioenaanspraken en pensioenrechten van
pensioenfondsbestuur centraal staan. De code Pension
deelnemers, aanspraak- en pensioengerechtigden
Fund Governance bestaat enerzijds uit principes en
daadwerkelijk tot uitkering komen.
Performance
Vastrentende waarden
Dit is het beleggingsresultaat op het belegd vermogen
Beleggingen met een vaste looptijd en een overeen-
van het pensioenfonds.
gekomen plan van rente en aflossing, zoals obligaties, onderhandse leningen en hypothecaire leningen.
Private equity Investeringen in aandelen van niet-beursgenoteerde
Verantwoordingsorgaan
bedrijven.
In de ‘Principes voor goed pensioenfondsenbestuur’ gehanteerde term voor een orgaan waarin de actieve
Rekenrente
deelnemers, de pensioengerechtigden en de financieel
Fictief rendementspercentage dat het belegde pensioen-
betrokken werkgever(s) zijn vertegenwoordigd. Ook
vermogen wordt geacht op te brengen in de toekomst.
‘slapers’ kunnen hierin zijn vertegenwoordigd.
Bij de berekening van contante waarden van toekomstige betalingen wordt van dit rendementspercentage
Verplichtstelling(beschikking)
uitgegaan.
Beschikking die aan bedrijven de verplichtstelling oplegt om deel te nemen aan een bedrijfstakpensioenfonds. De
Risicobudgetteringsstudie
minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan een
Onderzoek naar de verdeling van risico’s en rende-
dergelijke beschikking treffen na een verzoek van een
menten over de verschillende beleggingsoorten en de
naar zijn oordeel voldoende representatieve vertegen-
invulling van de verdeling van het totaal vermogen over
woordiging van het georganiseerde bedrijfsleven in een
de diverse beleggingssoorten en vermogensbeheerders.
bepaalde bedrijfstak. Een verplichtstellingbeschikking kan betrekking hebben op alle bedrijfsgenoten of op
Solvabiliteit
bepaalde groepen van bedrijfsgenoten.
Het vermogen van de pensioenuitvoerder om op langere termijn aan pensioenverplichtingen te kunnen voldoen.
Voorziening pensioenverplichtingen De waarde van de pensioenverplichtingen is de actuariële
Swap
contante waarde van de opgebouwde, premievrije en
Een swap is een overeenkomst tussen twee partijen tot
ingegane pensioenaanspraken, op basis van een gegeven
het uitwisselen van betalingen gedurende de looptijd
actuariële methode en gegeven financieel-economische
van de swap. Deze betalingen worden verricht over een
en demografische veronderstellingen.
afgesproken onderliggende waarde. De onderliggende waarde zelf wordt niet verhandeld.
Vrijstelling van deelneming Krachtens de Wet betreffende verplichte deelneming
Swaption
in een bedrijfstakpensioenfonds is een vrijstellings-
Een optie op een swap waarbij de eigenaar van de
besluit vastgesteld voor het verkrijgen van vrijstelling
swaption het recht heeft, maar niet de verplichting,
van verplichte deelneming in een bedrijfstak-
om een swap tegen vooraf bepaalde voorwaarden af te
pensioenfonds. Hierin is vastgesteld wanneer en onder
sluiten op of voor een bepaald tijdstip.
welke voorwaarde een pensioenfonds verplicht is een vrijstelling te verlenen.
Toeslag Verhoging van een pensioen of van een aanspraak op
Zakelijke waarden
pensioen die op incidentele basis wordt verleend of
Verzamelnaam voor beleggingen in aandelen, beleg-
die is gebasseerd op een in het pensioenreglement
gingen in onroerend goed en alternatieve beleggingen.
beschreven regeling.
Z-score en performancetoets Toetredingsleeftijd
De z-score is een maatstaf die het verschil meet tussen
De toetredingsleeftijd is de leeftijd waarop een persoon
het feitelijk behaald rendement en het rendement van
mag deelnemen aan de pensioenregeling van het
de vooraf gedefinieerde normportefeuille, rekening
pensioenfonds. Per 1 januari 2007 is de toetredings-
houdend met de kosten. De performancetoets betreft de
leeftijd verlaagd naar 21 jaar.
cumulatieve z-score over de laatste vijf jaar.
75
Colofon Fotografie Frank van Dam, Nieuwegein
Vormgeving Dune Reclamebureau, Katwijk
Druk en afwerking Drukkerij Bestenzet, Zoetermeer
Redactie en productie Pensioenfonds Horeca & Catering, Zoetermeer
Oplage 850 exemplaren
Datum Zoetermeer, juni 2008
76
Pensioenfonds Horeca & Catering aanvaardt - ondanks de zorg die aan deze publicatie is besteed - geen aansprakelijkheid voor druk-, print- en/of zetfouten. Documentnummer: 0803004
Postadres:
Bezoekadres:
Postbus 7308
Houtsingel 25
2701 AH Zoetermeer Telefoon: (079) 363 14 00 E-mail:
[email protected]
2719 EA Zoetermeer Fax: (079) 363 14 99 www.phenc.nl