Jaarverslag 2006
Een beetje bijzonder In een aantal opzichten is het Waarborgfonds Motorverkeer een bijzonder bedrijf in verzekeringsland. Zo hebben we geen eigen verzekerden en geen winstoogmerk. En soms pakken we dingen een beetje anders aan. Waarom doen we wat we doen zoals we het doen? De mensen die het werk doen, vertellen erover. Tussen de bedrijven van dit jaarverslag door.
Personalia
Bestuur mr A.J. Jutte voorzitter mr J.M.J. Hommel MMO J.C. Jansen (vanaf 1 augustus 2006) mw mr S.M.A.J. den Ouden-Huijgen mr M.C.A. Scholtens (tot augustus 2006) mr F.J.D. Wiegerink
Contactpersonen mw mr I.M. Nathan-Kaarsemaker Ministerie van Justitie drs C.G.A. Wijnker Ministerie van Financiën
Directie mr F.J. Blees (voorzitter) N.J.M. Barendse RA
2
Inhoud
Bestuursverslag 1. Inleiding
5
2. Het Waarborgfonds: claims en uitkeringen
6
3. Het Waarborgfonds als Schadevergoedingsorgaan
17
4. Onze interne organisatie
18
5. Bestuur
21
6. Toekomstverwachting
22
Jaarrekening
23
Balans per 31 december 2006
24
Staat van baten en lasten over 2006
25
Kasstroomoverzicht over 2006
26
Toelichting
27
Overige gegevens
38
Kerncijfers
39
3
NAAM
Monique van Stuijvenberg
FUNCTIE
teamleider groep Registratie, applicatiebeheerder en beheerder website waarborgfonds.nl
BIJ WAARBORGFONDS SINDS
1994
“Iedere dag vooral met onbekenden te maken.”
Mijn werk bij het Waarborgfonds “Mijn club doet de voorbereiding voor de schadebehandeling. Ik heb nog een nevenfunctie als functioneel beheerder van ons geautomatiseerde administratief systeem en ik ben daarnaast verantwoordelijk voor het gehele adressenbestand. Tot slot beheer ik ook de website. Dat wil zeggen: artikelen plaatsen, zorgen dat de informatie actueel is en alle online vragen beantwoorden.
Wat maakt het Waarborgfonds bijzonder? “Wij hebben natuurlijk een unieke plaats in de samenleving, doordat wij personen schadeloos stellen die de dupe zijn geworden van onbekende of onverzekerde automobilisten. Daarbij hebben we iedere dag in principe alleen maar met onbekenden te maken: zowel de benadeelde partij als de veroorzaker. Als je het wilt vergelijken, ben je iedere dag bezig een soort van polisadministratie op te maken: je benadeelde is de polishouder. Daarom moest ons systeem op maat gemaakt worden. Wij proberen zo goed mogelijk informatie te geven - ook via onze website - dat is onze sociale taak. Maar bij ons krijgen nieuwe klanten geen Senseo!”
4
En verder… “…valt het op dat mensen hier lang blijven werken: het is bijzonder werk en het is gewoon een goede werkgever. Uiteraard is het Waarborgfonds zakelijker geworden, zoals de hele maatschappij dat is. Maar er is een grote mate van continuïteit, daardoor zijn de mensen goed ingewerkt en op elkaar ingespeeld.”
HOOFDSTUK 1
Inleiding
Al vanaf 1965 zijn motorrijtuigbezitters verplicht zich te verzekeren tegen hun aansprakelijkheid. Veruit de meeste automobilisten houden zich aan die verplichting. Naar schatting is ongeveer 99% van de auto’s, motoren, brom- en snorfietsen en andere motorrijtuigen in ons land verzekerd. Het Waarborgfonds dient als vangnet onder die algemene verzekeringsplicht. De beoordeling van onze organisatie door de buitenwereld staat in het teken van klanttevredenheid, aantallen schademeldingen en uitgekeerde bedragen. Het aantal bij ons ingediende claims daalde ten opzichte van vorig jaar. Mede daardoor daalde ook het bedrag aan schade dat wij in 2006 uitbetaalden ten opzichte van 2005. Dit is goed nieuws voor de samenleving als geheel en voor de verzekerde motorrijtuigbezitters, aan wie de bijdrage die de verzekeraars aan het Waarborgfonds betalen in de premie wordt doorberekend. De trend van internationalisering gaat aan ons evenmin voorbij. Tevreden kijken we terug op een door ons georganiseerde conferentie voor alle Schadevergoedingsorganen in de Europese Unie. Het hoofdstuk “Het Waarborgfonds als Schadevergoedingsorgaan” gaat daar ook dieper op in. Ieder jaar kiezen wij in ons jaarverslag een thema, dat direct of zijdelings met ons werk te maken heeft. Dit jaar hebben wij ervoor gekozen onze medewerkers aan het woord te laten. Daarmee willen wij onze waardering tot uitdrukking brengen voor hun inspanningen om het Waarborgfonds zijn maatschappelijke taak naar behoren te laten vervullen. De interviews geven een indruk van de positie van het Waarborgfonds en de bijzonderheden waar wij in ons werk mee van doen hebben. Onze missie is erop gericht om verzoeken tot schadevergoeding op onafhankelijke, snelle, deskundige en klantvriendelijke wijze af te handelen. De benadeelde, die er niet voor heeft gekozen om met het Waarborgfonds te maken te krijgen, heeft daar recht op. In die missie menen wij in het verslagjaar weer goed te zijn geslaagd. Rijswijk, 5 april 2007 Het Bestuur
de Directie
mr A.J. Jutte (voorzitter)
mr F.J. Blees (voorzitter)
mr J.M.J. Hommel MMO
N.J.M. Barendse RA
J.C. Jansen mw mr S.M.A.J den Ouden-Huijgen mr F.J.D. Wiegerink
5
HOOFDSTUK 2
Het Waarborgfonds: claims en uitkeringen
2.1 Algemeen beeld In 2006 heeft de in 2005 gesignaleerde daling van het aantal ontvangen claims zich gecontinueerd. In totaal ontvingen we 51.919 claims ten opzichte van 58.970 in 2005, dus 12% minder. Deze daling werd echter wel mede veroorzaakt doordat een grote claimant (± 3.000 claims per jaar) wegens een reorganisatie gedurende geheel 2006 geen claims heeft ingediend. Wij verwachten dat deze claims in 2007 alsnog ingediend zullen gaan worden. Wij namen in 2006 in 53.447 dossiers een beslissing over toe- of afwijzen. In 40.648 dossiers viel de beslissing geheel of gedeeltelijk gunstig uit voor de benadeelde; dat komt overeen met 76%. In 2005 lag dat percentage ook op 76%. Overigens traden er wel afwijkingen op bij de verschillende categorieën, zoals verderop zal worden gespecificeerd. In totaal keerden wij in 2006 u 55,8 miljoen uit. In 2005 lag dat bedrag op u 63,8 miljoen. Deze daling met 12,6 % ligt in lijn met het lagere aantal ontvangen claims. Wij stellen alles in het werk om verzoeken tot schadevergoeding onmiddellijk in behandeling te nemen en zo snel mogelijk af te handelen. Daarin zijn wij in 2006 weer goed geslaagd. Een beeld geeft de doorlooptijd van de behandelde dossiers (exclusief personenschaden): gemiddeld duurde het in 2005 35 kalenderdagen voordat een claim was afgehandeld. In 2006 was de doorlooptijd gedaald naar 31 dagen. Vanzelfsprekend verschilt dat gemiddelde per soort schade zoals wij deze intern onderkennen: schade aan geparkeerde voertuigen en schade aan wegmeubilair kan nu eenmaal sneller worden afgehandeld dan schade in het rijdend verkeer, waar vaak schuldvraagonderzoek moet worden verricht. De doorlooptijd voor personenschaden is uit bovenstaande cijfers gehouden, omdat bij behandeling van een personenschade de behandeltijd mede gerelateerd is aan de herstelperiode van het letsel. In alle gevallen geldt echter dat wij als stelregel hebben dat wij de zaak niet langer in behandeling houden dan nodig is. De claims die het Waarborgfonds ontvangt kunnen op verschillende manieren worden onderscheiden. Zo kan men als invalshoek kiezen de aard van de schade: aan zaken of aan personen. Een andere invalshoek is die naar beschadigd object (denk aan schade aan wegmeubilair als vangrails, lantaarnpalen en verkeerslichten) of naar de ongevalsituatie (nam de benadeelde actief deel aan het verkeer of was hij “willoos slachtoffer”). Ook kan men naar de dader kijken: was hij onbekend, onverzekerd of reed hij in een gestolen auto? In de volgende paragrafen worden onze activiteiten vanuit deze verschillende invalshoeken nader bekeken. Daarbij maken wij de ontwikkelingen inzichtelijk door de groei of de daling in de vorm van een index tegen de groei van het Nederlandse wagenpark te projecteren. Groei of krimp zeggen immers als zodanig niet zoveel, als wij niet weten waaraan zij moet worden afgemeten. De ontwikkeling van het aantal verzekerde gemotoriseerde voertuigen in ons land lijkt daarvoor een bruikbare maatstaf. Gedurende vele jaren immers bleek de groei van het aantal dossiers van het Waarborgfonds met die van het verzekerde wagenpark gelijke tred te houden. Aan die parallelle ontwikkeling is in 2005 een eind gekomen. Een andere maatstaf hebben wij nog niet. Vooralsnog gaan wij er van uit dat de ontwikkeling in het aantal ontvangen claims zich weer in verhouding tot de ontwikkeling van het wagenpark gaat bewegen, zij het wel op een lager niveau dan in de jaren voor 2005. De lezer die in de absolute aantallen geïnteresseerd is, vindt deze op pagina 39 en 40 van dit jaarverslag met vergelijkende gegevens over de jaren 2002 t/m 2006.
6
2.2 Parkeerschade In 2006 kregen wij 31.898 schaden aan geparkeerde motorrijtuigen ter behandeling, 7,0% minder dan in 2005 (34.282). In het onderstaande overzicht geven wij de ontwikkeling over de afgelopen 7 jaar weer, met daarbij de ontwikkeling van het totaal aantal claims. Ook hier geven wij ter illustratie de ontwikkeling
index 1993=100
van het Nederlandse wagenpark weer. 160
ONTWIKKELING PARKEERSCHADE
150 140 130 120 110 parkeerschade
100 90
wagenpark
80
totaal 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
Weliswaar neemt het aantal claims wegens parkeerschade af, de daling is naar verhouding minder dan die van het totaal aantal claims. Met name in deze categorie speelt ook het succes van onze website een rol. Veel vragen die we via dat kanaal ontvangen, zouden in het verleden tot dossiervorming hebben geleid en worden nu snel zonder dossier afgehandeld. Het toewijzingspercentage lag in 2006 bij parkeerschaden op 74,4%, tegen 75,8% in 2005. Wij keerden in 2006 een bedrag van u 24,8 miljoen (2005: u 27,6 miljoen) uit, een daling van 10,2%. De doorlooptijd (de tijd tussen ontvangst van de claim en de beslissing) kwam in 2006 uit op 32 dagen (2005: 30 dagen). Juist bij deze categorie claims heeft een korte doorlooptijd een positieve invloed op de klanttevredenheid. Korte doorlooptijden, met onverminderde aandacht voor de juistheid van de beslissing, blijven daarom een speerpunt van ons beleid.
2.3 Wegmeubilairschade In deze categorie noteerden wij in 2006 12.204 meldingen (2005: 16.181). Een daling met 25%. Overigens is daarbij van belang dat een van de grootste claimanten wegens een forse reorganisatie afgelopen jaar niet in staat bleek haar claims bij ons in te dienen. Als we voor dit effect zouden corrigeren, dan zou het aantal meldingen vermoedelijk een kleine 1.000 claims lager (ofwel 6%) zijn uitgevallen ten opzichte van 2005. Het spreekt voor zich dat dit fenomeen wel doorwerkt op onze totale cijfers. Zo zijn in de ontvangen claims deze niet gemelde claims niet meegenomen, maar wordt in de voorziening voor nog te betalen schaden wel rekening gehouden met deze nog te ontvangen claims. Het toewijzingspercentage is gestegen. Lag dat in 2005 nog op 83,7%, in 2006 is het opgelopen tot 88,8%, waarmee het toewijzingspercentage weer terug is op het niveau zoals wij dat ook zagen in de periode 1995 tot en met 2001. Nadat in de periode 2002 tot en met 2004 het aantal toewijzingen sterk
7
NAAM
Raymond Vermaas
FUNCTIE
medewerker afdeling Materiële Schade
BIJ WAARBORGFONDS SINDS
1999
“Soms claimen ze zelfs een kapotgevaren boei.”
Mijn werk bij het Waarborgfonds “Ik behandel parkeerschaden en sinds een paar jaar schade aan wegmeubilair. Bij wegmeubilairclaims beoordelen we vanaf de foto’s of inderdaad een motorvoertuig de veroorzaker zal zijn geweest. Zit er bij een lichtmast een deuk op bumperhoogte, of was het vandalisme? Of toch kapot gereden door een te hoge kraanwagen? Het is vaak puzzelen. Zo was er ooit een vangrail op de Afsluitdijk helemaal verbogen, dader onbekend. We kwamen er achter dat er een tijdje eerder sneeuw had gelegen, en die was door een sneeuwruimer van de wegbeheerder zelf tegen de vangrail geperst. We gaan er dus niet zelf naartoe, maar we hebben wel af en toe contacten met wegbeheerders. Dat wil ik veel meer
gaan doen. Het maakt het werk veel gemakkelijker als je goede afspraken kan maken - sommige instanties kom je toch elke week weer tegen, bepaalde gemeenten, Rijkswaterstaat en lichtmastbeheerders als Nuon en Essent.” Wat maakt het Waarborgfonds bijzonder? “Dat wij toch maar een vangnet zijn voor mensen die nergens anders terecht kunnen. En soms zijn ook de claims heel bijzonder. Een in brand gestoken flitspaal en zelfs een kapotgevaren boei - midden op zee. En dan komen ze dat claimen bij het Waarborgfonds. Dan ga ik wel even bellen om te vragen of ze werkelijk denken dat er een motorvoertuig bij betrokken was.”
8
…en verder… “…doe ik het werk met hartstikke veel plezier. Ik let nu ook veel meer op wegmeubilair. Zie je onderweg een kapotte lichtmast, dan vraag je je onbewust al af: wanneer zou die claim binnenkomen?”
index 1993=100
220
ONTWIKKELING WEGMEUBILAIRSCHADE
210 200 190 180 170 160 150 140 130 120 110 wegmeubilairschade
100 90
wagenpark
80
totaal 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
was opgelopen zijn wij in 2005 kritischer gaan kijken naar de onderbouwingen van de schaden. Dit heeft in 2005 gezorgd voor een forse daling in het toewijzingspercentage. Inmiddels zijn claimanten kennelijk ook zelf kritischer gaan kijken naar (de onderbouwing van) de vordering zoals zij die bij ons indienen waardoor enerzijds het aantal ingediende claims is gedaald en anderzijds het toewijzingspercentage weer is opgelopen. Het schadebedrag is eveneens gedaald met 25%. In 2006 keerden wij u 11,0 miljoen uit, tegen u 14,6 miljoen in 2005. Ook hier streven wij overigens naar snelle afhandeling. De gemiddelde doorlooptijd is met 9 dagen gedaald ten opzichte van 2005 naar 17 dagen.
2.4 Schade in het rijdend verkeer Onder deze noemer rangschikken wij de schadegevallen die zijn toegebracht aan voertuigen die aan het verkeer deelnemen en zonder dat daarbij sprake is van personenschade. In 2006 ging het om 6.310 dossiers (2005: 6.836), een daling van 7,7%. Ook hier laten wij de relatieve ontwikkeling zien ten opzichte van het totaal aantal Waarborgfondsclaims en ten opzichte van de groei van het wagenpark. Wij wezen 63,3% van de dossiers toe (2005: 62,6%). De uitgekeerde schade bedroeg in 2006 u 8,4 miljoen (2005: u 9,6 miljoen), een daling met 12,9%. De gemiddelde doorlooptijd bedroeg in 2006 54 kalender-
index 1993=100
dagen, tegen 55 dagen in 2005.
160
ONTWIKKELING SCHADE RIJDEND VERKEER
150 140 130 120 110
schade in het rijdend verkeer
100 90
wagenpark
80
totaal 2000
2001
2002
2003
2004
2005
9
2006
NAAM
Arnout Vreugdenhil
FUNCTIE
medewerker afdeling Registratie, tevens klachtencoördinator
BIJ WAARBORGFONDS SINDS
1980
“Al tien jaar een eigen klachtencommissie.”
Mijn werk bij het Waarborgfonds “Naast mijn normale werk bij Registratie ben ik klachtencoördinator en secretaris van de klachtencommissie. Jaarlijks krijgen we zo’n veertig klachten binnen op de 60.000 claims is dat niet veel. Daar maak ik ieder jaar een verslag van. Het merendeel van de klagers is het er niet mee eens dat hun claim is afgewezen en de commissie kan dan nog eens naar zo’n zaak kijken. Met meer tijd en met z’n vijven kom je soms tot een betere afweging dan een behandelaar alleen. Klagen helpt: óf er wordt alsnog betaald, óf je krijgt een betere uitleg. Van de klagers neemt 95% genoegen met onze reactie en gaat niet door naar de Ombudsman Verzekeringen. Dat is de uitdaging: zorgen dat mensen geen reden meer hebben tot dóórklagen.”
Wat maakt het Waarborgfonds bijzonder? “Wij lopen wel voorop op het gebied van klachtenbureaus of -commissies. Het Waarborgfonds heeft al een jaar of tien zo’n commissie, zelf ben ik er vanaf het begin bij betrokken. Het kwam eigenlijk door de Nationale Ombudsman, die sprak ons aan in de veronderstelling dat we nog altijd een bestuursorgaan waren en toen zijn wij met een eigen klachtencommissie begonnen. Met een onafhankelijke voorzitter.”
10
En verder… “…is het erg leuk heel ontevreden mensen tevreden te kunnen stellen. Mensen die klagen moet je heel serieus aandacht geven. En als er eens iemand kwaad opbelt, dan wordt zo’n telefoontje naar mij doorgeschakeld - dat hebben we zo afgesproken. Het is mooi om boze mensen tot rede te kunnen brengen. Dat vraagt wel respect voor mensen. En geduld.”
2.5 Personenschade Het aantal dossiers met personenschade daalde in 2006 tot 1.507 (2005: 1.671), een daling van 9,8%. Ook hier weer een grafiek met de ontwikkeling over een reeks van jaren, wederom afgezet tegen de ontwikkeling van het totale aantal claims en de groei van het wagenpark. Deze daling lijkt overigens gelijke
index 1993=100
tred te houden met de ontwikkeling in Nederland: het aantal verkeersslachtoffers daalt in het algemeen. 160
ONTWIKKELING PERSONENSCHADE
150 140 130 120 110 100
personenschade
90
wagenpark
80
totaal 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
Het betaalde schadebedrag daalde met 2,9% tot u 11,6 miljoen (2005: u 12,0 miljoen). De praktijk leert dat bij onze portefeuilleomvang het afwikkelen van een paar grote schaden (veelal uit vorige jaren) het bedrag aan uitbetaalde schade sterk kan beïnvloeden. Interessanter is daarom de ontwikkeling van het bedrag dat in deze dossiers uiteindelijk wordt uitgekeerd. De volgende tabel geeft de ontwikkeling over een reeks van 6 jaren. Schadelast per jaar (x u 1.000)
betaalde schade
mutatie schadereserve
2001
9.000
12.661
2002
13.079
1.625
2003
11.225
9.788
2004
12.853
4.024
2005
11.965
3.573
2006
11.624
-1.369
Het relatief kleine aantal dossiers met personenschade is verantwoordelijk voor een aanzienlijk deel van de schadelast van het Waarborgfonds. Een goede behandeling van deze dossiers vinden wij essentieel voor ons imago in de branche en in de maatschappij. Daarnaast zorgt een goede behandeling ook voor een voorspelbare liquiditeitsbehoefte op basis waarvan wij de door verzekeraars te betalen bijdrage vaststellen. Mede hierom onderwerpen wij het team personenschade regelmatig aan in- en externe audits. Daarmee beheersen wij enerzijds de juistheid van het niveau van de voorziening schade en anderzijds borgen we hiermee ook dat wij in voldoende mate de externe gedragsregels (zoals bijvoorbeeld Gedragscode Behandeling Letselschade, de ´Code van Tilburg´) nakomen. Het toewijzingspercentage lag in 2006 op 62,3%, een lichte daling ten opzichte van 2005 toen het op 63,3% lag. Wij vinden voortvarende behandeling van deze dossiers onverminderd belangrijk, maar zorgvuldigheid is nog wezenlijker. Wij namen de beslissing omtrent onze aansprakelijkheid in 2006
11
NAAM
Lies van de Griend
FUNCTIE
verhaalscorrespondent
BIJ WAARBORGFONDS SINDS
1988
“Zodat iedereen weet dat niemand zomaar z’n gang kan gaan.”
Mijn werk bij het Waarborgfonds “Wij proberen het geld terug te krijgen dat we hebben uitgekeerd. Precies gezegd: wij verhalen schaden, op basis van art. 27 Wam, op de aansprakelijke respectievelijk de veroorzaker en degene die de verplichting tot verzekering niet is nagekomen. En al zijn er de laatste tijd iets minder onverzekerden, het is nog steeds druk. Het is ook best moeilijk om de schade te verhalen - ook al omdat onze klanten nooit staan te trappelen om contact op te nemen... Je bent eigenlijk nooit klaar. En toch valt het mee hoeveel we boven water krijgen. Maar ook voor het rechtsgevoel is het goed dat we de schade verhalen - zodat iedereen weet dat mensen niet zomaar hun gang kunnen gaan.”
Wat maakt het Waarborgfonds bijzonder? “Andere verzekeringsmaatschappijen hebben niet altijd een gespecialiseerde verhaalsafdeling. Verhaal speelt bij hen dan pas als zij bijvoorbeeld voor een dronken bestuurder zouden hebben uitgekeerd. Voor mij is ook de maatschappelijke taak van het Waarborgfonds bijzonder, dat we mensen helpen die anders in de kou zouden staan.”
12
…en verder… “…vind ik het werk zelf bijzonder doordat je te maken kan krijgen met allerlei uiteenlopende instanties - maatschappelijk werk, asielzoekerscentra, advocatuur, rechtswinkels, je komt in de rechtszaal, schuldsanering. We hebben trouwens steeds vaker te maken met de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Ze zeggen dat je in dit werk geen vrienden maakt, maar bij mij valt dat wel mee. Want al blijf ik bij mijn punt, ik kan de boodschap aardig verpakken. En op die manier komen we meestal wel tot een regeling.”
gemiddeld binnen 108 kalenderdagen. Dat is een verdere daling ten opzichte van 2005 (119 dagen). Als wij een standpunt omtrent onze aansprakelijkheid hebben ingenomen heeft de benadeelde duidelijkheid over de vraag of wij zijn schade zullen vergoeden. Afhankelijk van onder meer de aard en de ernst van het letsel kan het dossier daarna snel worden afgehandeld dan wel kan het nog langer duren voordat het dossier geheel kan worden afgesloten. Ook hier echter streven wij ernaar de claim zo snel als verantwoord en mogelijk is geheel af te wikkelen. De gemiddelde totale afwikkelingsduur van de letseldossiers die wij in 2006 afsloten bedroeg 613 dagen (2005: 676 dagen), een daling met 63 dagen.
2.6 De claims bezien naar de veroorzaker Het Waarborgfonds kan worden aangesproken als de dader: a onbekend is gebleven b zijn verzekeringsplicht niet is nagekomen c reed in een door diefstal of geweld verkregen voertuig d verzekerd is bij een insolvente verzekeringsmaatschappij of e van de verzekeringsplicht is vrijgesteld wegens gemoedsbezwaren. Uit de volgende tabel blijkt hoe vaak wij in al die gevallen zijn ingeschakeld. a
b
c
e
Totaal
2001
56.270
3.167
733
62
60.232
2002
56.818
3.081
740
66
60.705
2003
58.125
3.387
605
61
62.178
2004
59.957
3.348
690
75
64.070
2005
55.429
2.967
527
47
58.970
2006
48.890
2.546
410
73
51.919
Veruit de meeste gevallen betreffen de onbekende dader, gevolgd door de onverzekerde. In vrijwel alle categorieën valt een dalende lijn te constateren. Er zijn in 2006, evenals in voorgaande jaren, geen motorrijtuigverzekeraars in staat van insolventie geraakt. De verdeling van de betaalde schade (bedragen x u 1.000) over deze categorieën laat het volgende beeld zien. a
b
c
e
Totaal
2001
41.501
7.685
1.754
191
51.131
2002
51.656
9.522
2.110
552
63.840
2003
56.340
8.473
2.333
239
67.385
2004
64.929
9.745
3.006
169
77.849
2005
53.227
8.718
1.712
178
63.835
2006
45.148
9.163
1.358
121
55.790
13
NAAM
Willem Heijne
FUNCTIE
manager afdeling Speciale Zaken, fraudecoördinator
BIJ WAARBORGFONDS SINDS
1977
“Een wat harder geformuleerd getuigenformulier.”
Mijn werk bij het Waarborgfonds “Als een behandelaar denkt dat er mogelijk sprake is van fraude, doen wij onderzoek en geven advies. Bij 60% van de meldingen aan onze afdeling is er inderdaad iets aan de hand. We maken onze behandelaars er ook bewust van dat er fraude gepleegd kan worden en op welke manier. Ons team werkt overigens ook voor de VAN en het Nederlands Bureau, met wie we in één gebouw zitten. Naar onze cliënten noemen we het trouwens geen fraude - dan melden we dat ze ‘niet de juiste toedracht’ hebben opgegeven.”
Wat maakt het Waarborgfonds bijzonder? “Nou, in principe hebben reguliere maatschappijen dezelfde werkwijze als wij. Maar wij krijgen wel te maken met wat andere gevallen, en bovendien hebben wij geen eigen verzekerden, geen vaste relaties. Het onderzoek is dus wat moeilijker. Daarom hanteren wij ook een ander getuigenformulier - wat harder geformuleerd, met een duidelijker verwijzing naar de consequenties van een valse getuigenverklaring. We moeten wel - wij missen nu eenmaal altijd de verklaring van de eigen verzekerde, en andere getuigen zijn vaak subjectief. Over die toonzetting krijgen we overigens zelden klachten.”
14
En verder... “…is het leuk werk omdat je met heel veel aspecten te maken hebt en heel veel contacten met mensen en organisaties. Als je een fraudezaak behandelt is het gewoon leuk om je ergens in vast te bijten en naar de waarheid te speuren. Een soort CSI Rijswijk, ja. Ook al weet je dat we maar het topje van de ijsberg zien, vorig jaar hadden we aan de schadekant toch 750 meldingen van mogelijke fraude.”
Het grootste aantal van de in 2006 ontvangen claims heeft betrekking op schaden die door onbekende daders is veroorzaakt. Die verhouding is het afgelopen jaar niet gewijzigd ten opzichte van eerdere jaren: 94%, oftewel 48.890 claims. De categorie van de onverzekerde daders is verantwoordelijk voor 2.546 claims, ofwel 5%. Het lijkt er overigens op dat de aanpak van onverzekerd rijden door de overheid succesvol is. Reeds eerder zagen wij op dit terrein een dalend aantal claims.
2.7 Verhaal op onverzekerden Een wezenlijk onderdeel van de werkzaamheden van het Waarborgfonds bestaat uit het verhalen op de onverzekerde aansprakelijken van de door hen veroorzaakte schade. Dit verhaalsrecht, dat in de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (Wam) is vastgelegd, dient een belangrijk maatschappelijk doel. Naast de inspanningen van de overheid om de verzekeringsplicht te handhaven is het onmisbaar als instrument om het verzekeringssysteem van de Wam in stand te houden. Anders zouden de goedwillenden (de verzekerden) ten onrechte lijden onder de kwaden. De verzekerden brengen via hun verzekeringspremie immers de middelen op waarmee de slachtoffers van de onverzekerden door het Waarborgfonds schadeloos worden gesteld. De kans om na het onverzekerd veroorzaken van een ongeval voor de volledige schade in persoon te worden aangesproken is bovendien een goede extra reden om zich te verzekeren. Wezenlijk is tenslotte dat slachtoffers van door onverzekerden veroorzaakte ongevallen – met name in geval van personenschade – het als een bijkomende vorm van genoegdoening ervaren dat de aansprakelijken de financiële dans niet ontspringen. In 2006 verhaalde het Waarborgfonds een bedrag van u 2,1 miljoen, hetgeen overeenkomt met hetgeen ook in 2005 werd geïncasseerd. Daarnaast heeft de herwaardering van onze vorderingen tot een extra opbrengst van u 0,4 miljoen geleid. In 2006 zijn maatregelen genomen om door automatische incasso de tot stand gekomen verhaalsregelingen soepeler te effectueren.
2.8 Fraudebestrijding Het is niet nieuw dat wij blootstaan aan pogingen tot oplichting. Ook hier hebben wij onze geïntensiveerde aanpak met succes voortgezet wat heeft geleid tot een besparing van u 0,8 miljoen (2005: u 0,7 miljoen). Wij hebben niet de illusie dat wij hiermee alle fraudepogingen boven water hebben en wij zien ook nog mogelijkheden voor verdere verbetering. De fraudebestrijding zal de komende jaren onverminderd onze aandacht blijven eisen. Inmiddels haakten wij ook aan bij het door het Verbond van Verzekeraars gelanceerde Delta Plan Fraude. Door voorlichting aan claimanten proberen wij aan preventie te doen: ook hier is voorkomen beter dan genezen.
15
NAAM
Richard Corbijn
FUNCTIE
letselschadebehandelaar en behandelaar 4e Richtlijnschaden, tevens voorzitter van de OR Samenwerkende Bedrijven
BIJ WAARBORGFONDS SINDS
2001
“Bij onze benadeelden speelt wel een andere emotie.”
Mijn werk bij het Waarborgfonds “Ik behandel personenschaden - dat kan wat gevoeliger zijn dan materiële schaden, omdat de mens is aangetast. Je kan zelf aanvoelen wat je aan kosten tegenkomt als je letsel hebt opgelopen, dan begrijp je dat je niet voor alles een bonnetje hoeft te vragen. Waarom het Waarborgfonds niet heeft geaarzeld met het ondertekenen van de Gedragscode Behandeling Letselschade? Tja, wij regelen de personenschaden best wel goed - dat horen we tenminste vanuit externe audits. Dan is het vanzelfsprekend om je bij zo’n regeling aan te sluiten. Zelfs al werken wij ook nog niet helemaal volgens de gedragscode en kunnen wij ook nog de nodige verbeteringen doorvoeren. Daarnaast doe ik werk vanuit de functie die het Waarborgfonds heeft als zogeheten
Schadevergoedingsorgaan: wij regelen schaden die ingediend kunnen worden bij buitenlandse waarborgfondsen van de Europese Unie.” Wat maakt het Waarborgfonds bijzonder? “Ach, ik vind het Waarborgfonds niet zo bijzonder - voor mij is het werk niet verschillend van het werk bij een verzekeringsmaatschappij. Dat er wel een andere emotie meespeelt bij een benadeelde, dat kan ik me voorstellen. Als je wordt aangereden door iemand die er vandoor gaat, of door een onverzekerde, dan heb je een groter probleem.
16
En verder… “...ben ik nu ongeveer vier jaar voorzitter van de ondernemingsraad. Wat wel weer bijzonder is, we hebben sinds kort een gezamenlijke OR voor de samenwerkende organisaties: Waarborgfonds, Nederlands Bureau, VAN en 3P Service. Eén ondernemingsraad dus voor een stichting, een vereniging, een naamloze vennootschap en een coöperatie. Al maakt dat voor de te bespreken onderwerpen niet veel uit, we proberen constructief zaken te doen met onze bestuurder.”
HOOFDSTUK 3
Het Waarborgfonds als Schadevergoedingsorgaan Het Waarborgfonds heeft niet alleen een taak ten aanzien van ongevallen in Nederland. Nederlandse inwoners die in het buitenland slachtoffer zijn geworden van een ongeval kunnen zich onder bepaalde omstandigheden ook tot het Waarborgfonds wenden, in zijn rol van Schadevergoedingsorgaan. Deze taak kreeg het Waarborgfonds toebedeeld bij de invoering in Nederland van de 4e Motorrijtuigverzekeringsrichtlijn van de EG in 2003. Het gaat hierbij vooral om situaties waarbij een ongeval in een andere EU-lidstaat, Noorwegen, IJsland of Liechtenstein heeft plaatsgevonden. Heeft de verzekeraar niet de door de 4e Richtlijn verplicht gestelde vertegenwoordiger in Nederland aangesteld, reageert de verzekeraar of diens vertegenwoordiger niet adequaat binnen drie maanden, is de aansprakelijke niet verzekerd of is hij onbekend, dan kan de Nederlandse benadeelde zich tot het Schadevergoedingsorgaan wenden. Het Schadevergoedingsorgaan regelt dan de schade met de Nederlandse benadeelde op basis van het toepasselijke recht, meestal dat van het land van het ongeval. Wij hebben vervolgens verhaalsrecht op onze buitenlandse zusterorganisatie. Deze gang van zaken leidt tot de noodzaak van een goede onderlinge afstemming tussen alle Schadevergoedingsorganen in de Europese Unie. In november 2006 hebben wij in Rotterdam een succesvolle conferentie georganiseerd voor de Europese Waarborgfondsen en Schadevergoedingsorganen. Naast inhoudelijke afspraken, die veelal de efficiency van het onderling verhaal betreffen, zijn er ook afspraken gemaakt over toekomstige slagvaardige besluitvorming. Na enige jaren van gewenning lijkt nu sprake van een stijging in het aantal aan ons voorgelegde schadegevallen. In 2006 werden wij 329 maal benaderd met een verzoek om interventie, tegen 265 maal in 2005. In 199 (2005: 164) gevallen was sprake van een niet bekende of niet verzekerde dader, en in 130 (2005: 101) dossiers had de buitenlandse verzekeraar of zijn Nederlandse schaderegelaar niet of niet gemotiveerd gereageerd. Hier ging het om ongevallen in het buitenland waarbij een Nederlandse ingezetene slachtoffer was. Natuurlijk kunnen ingezetenen van andere EU-landen ook in Nederland slachtoffer van een ongeval worden. Heeft de Nederlandse verzekeraar in het land van woonplaats van de benadeelde geen vertegenwoordiger aangesteld, reageert die vertegenwoordiger niet adequaat na een claim, of blijkt de veroorzaker onverzekerd of onbekend, dan kan de benadeelde zijn eigen Schadevergoedingsorgaan aanspreken. Dat heeft dan op zijn beurt weer regres op het Nederlandse Schadevergoedingsorgaan. Omdat het Waarborgfonds al sinds zijn oprichting, dat wil dus zeggen ruim voor de invoering van de Richtlijn, ook door de buitenlandse benadeelde zelf kan worden aangesproken als een onverzekerde of onbekende in Nederland een ongeval veroorzaakt, rapporteren wij over deze situaties niet afzonderlijk. Deze gevallen zijn reeds begrepen in de cijfers van hoofdstuk 2 van dit verslag. Wel wordt afzonderlijk geregistreerd of de buitenlandse vertegenwoordiger van de Nederlandse verzekeraar niet, niet tijdig of onvoldoende gemotiveerd reageert. Wij werden in verband daarmee 65 keer (2005: 66 keer) aangesproken.
17
HOOFDSTUK 4
Onze interne organisatie
4.1 Personeel De gemiddelde personele bezetting van het Waarborgfonds, inclusief het aan ons doorbelaste aandeel in de personele bezetting van het facilitaire bedrijf 3P Service, uitgedrukt in FTE´s ( Full Time Equivalents, volledige arbeidsverbanden) is in 2006 met 4,9 gedaald tot 60,7 (2005: 65,6 FTE´s). In verband met het teruglopend werkaanbod zijn enige vacatures niet ingevuld. Mede daardoor is de productiviteit - het aantal afgehandelde dossiers per FTE – met 919 nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van voorgaand jaar (2005: 912). De in de jaarrekening genoemde aantallen FTE´s die daadwerkelijk in dienst zijn van het Waarborgfonds laten een geringere daling zien. Dit houdt verband met de overdracht van een aantal taken en van de medewerkers die deze taken vervullen door het facilitaire bedrijf aan het Waarborgfonds. Het ziekteverzuim is in het verslagjaar gestegen. Het verzuimpercentage lag in 2006 op 6,3% tegen 5,3% in 2005. De stijging van het verzuim is geheel toe te schrijven aan enkele medewerkers die te maken hebben gekregen met langdurig verzuim. Het korte verzuim is in 2006 wel verder teruggelopen. Wij verwachten het verzuim in de naaste toekomst verder terug te kunnen dringen. In 2006 zijn projecten opgezet gericht op het invoeren van competentiemanagement en het onderzoeken van de mogelijkheid voor telewerken binnen onze organisatie. Beide projecten zijn inmiddels succesvol afgerond. Onze medewerkers zijn een essentiële factor om onze organisatiedoelen te kunnen bereiken. Daarom vinden wij het belangrijk te weten hoe medewerkers de organisatie ervaren en welke verbeteringen wij zouden kunnen realiseren. Hiervoor hebben wij eind 2006 een onderzoek onder de medewerkers gehouden. De resultaten worden in 2007 verwerkt, maar de eerste indrukken stemden ons positief.
4.2 Klantgerichtheid Het Waarborgfonds vervult een maatschappelijke functie. Dat verplicht ons tot een hoog niveau van dienstverlening. Onze doelstelling is snel en correct duidelijkheid te verschaffen en dat op een zo toegankelijk mogelijke manier te doen. Een indicator voor het niveau van klanttevredenheid is het aantal klachten. Ontevreden relaties staan verschillende mogelijkheden ter beschikking. De meest laagdrempelige is onze interne klachtencommissie. Daarnaast hebben wij ons onderworpen aan de bemiddeling door de Ombudsman Schadeverzekering (onderdeel van het Klachteninstituut Verzekeringen). Onze interne klachtencommissie ontving in 2006 39 klachten (2005: 29). Uit het beperkt aantal klachten bij de commissie mag voorzichtig worden afgeleid dat onze inspanningen om veel aandacht aan de kwaliteit van ons werk te besteden succesvol zijn. De Ombudsman ontving 3 tegen het Waarborgfonds gerichte klachten (2005: 5). In totaal leidde de bemoeienis van klachtencommissie en Ombudsman ertoe dat in 26% van de klachten een voor de klager geheel of gedeeltelijk gunstige beslissing werd genomen (2005: 24%). Ten slotte in dit verband de resultaten van ons jaarlijkse klanttevredenheidsonderzoek. Ons totale “rapportcijfer” is dit jaar 7,3. (2005: 7,2) Op deelaspecten biedt het jaarlijkse onderzoek nog immer aangrijpingspunten voor verdere verbetering.
18
4.3 Rechtmatigheid Het Waarborgfonds dient zich in de uitoefening van zijn wettelijke taken te houden aan de voorschriften en regels zoals deze in onder meer de Wam zijn vastgelegd. Reeds van oudsher wordt door het Waarborgfonds intern vastgesteld dat behandeling van schadedossiers binnen de grenzen van de wettelijke regels en de interne procedures plaats vindt. Met ingang van 2001 is dit verder aangescherpt waarbij aan de hand van een afzonderlijk controleprotocol wordt vastgesteld of alle inkomsten en uitgaven van het Waarborgfonds in overeenstemming zijn met de Wam. Door de directie wordt hierover afzonderlijk gerapporteerd aan het bestuur en aan de Ministeries van Justitie en Financiën. Over 2006 is vastgesteld dat onze inkomsten en uitgaven, net als in voorgaande jaren, rechtmatig zijn.
4.4 Integriteit Het Waarborgfonds hecht grote waarde aan zijn integriteit, naast natuurlijk zijn professionaliteit en goede reputatie. Het integriteitsbeleid van het Waarborgfonds is vastgelegd in interne regels en procedures. Ook is integriteit benoemd als één van de kerncompetenties van onze organisatie binnen het, het afgelopen jaar ingevoerde, competentiemanagement. De interne regels op het gebied van integriteit betreffen het zorgvuldig omgaan met informatie, het tegengaan van discriminatie en/of intimiderend gedrag zowel intern als extern en het voorkomen van vermenging van zakelijke en privé-belangen bijvoorbeeld bij het aannemen van relatiegeschenken of het uitoefenen van nevenactiviteiten.
19
NAAM
Frits Blees
FUNCTIE
directeur
BIJ WAARBORGFONDS SINDS
1994
“Juist onze maatschappelijke taak vraagt om onze strikte werkwijze.”
Mijn werk bij het Waarborgfonds “Ik ben als directievoorzitter verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken, samen met financieel directeur Nico Barendse.” Wat maakt het Waarborgfonds bijzonder? “Het is al vaker gezegd: het Waarborgfonds heeft geen verzekeringnemers en we maken geen winst. Het Waarborgfonds heeft een maatschappelijke taak: benadeelden schadeloos stellen volgens de regels van de rechtmatigheid. Tegelijk vraagt die maatschappelijke taak er om dat we zorgvuldig en efficiënt omgaan met de aan ons toevertrouwde gelden. Dat betekent in de praktijk dat we juist een strikte werkwijze hanteren, anders dan een commercieel bedrijf. Het Waarborgfonds kent bijvoorbeeld geen
coulanceregeling en we nemen niet deel aan protocollen met verzekeraars die de aansprakelijkheidsvraag standaardiseren. Iedere claim wordt op zijn eigen merites beoordeeld. Het Waarborgfonds neemt ook nooit een uitkeringsbesluit zonder expertise. Ook houden wij schaderegelaars en schadecorrespondenten in eigen huis, dat zijn specialismen die we niet willen uitbesteden zoals dat in de markt vaak gebeurt. Bijzonder is ook dat we sinds geruime tijd samenwerken met de Verenigde Assurantiebedrijven Nederland, een verzekeringsbedrijf dat net als het Waarborgfonds een soort vangnetfunctie heeft. We delen facilitaire zaken en bijvoorbeeld ook de afdeling Speciale Zaken en we hebben een gezamenlijke ondernemingsraad.”
20
En verder… “…proberen we ook een heel gewoon bedrijf te zijn. Dus ook al hebben we geen gewone klanten, we houden wel klanttevredenheidsonderzoeken - maar in feite dus onder onze wederpartijen. Tot ons genoegen komen we daar jaar na jaar gunstig uit. Dat bewijst dat alle mensen die het werk verzetten dat niet alleen met plezier doen, maar ook gewoon goed! En daar gaat het om.”
HOOFDSTUK 5
Bestuur
Het Bestuur heeft in het verslagjaar vier maal vergaderd. Daarbij kwam primair de financiële gang van zaken, zoals begroting en jaarrekening, aan de orde en in het bijzonder de bestemming van de tijdelijke overschotten. Ten aanzien van de tijdelijke liquiditeitsoverschotten is besloten dat deze in de komende jaren geleidelijk worden teruggegeven aan de verzekeraars en de Staat door middel van een “korting” op de jaarlijks vast te stellen bijdrage. Daarnaast was er uiteraard aandacht voor de diverse aspecten van onze dienstverlening en bedrijfsvoering. De samenstelling van het bestuur is gewijzigd. De heer M.C.A. Scholtens, die sinds 1 januari 2001 bestuurslid was, heeft in verband met pensionering zijn positie in het bestuur per 1 augustus 2006 verlaten. Wij danken de heer Scholtens voor zijn jarenlange inzet voor en betrokkenheid bij het Waarborgfonds. De heer Scholtens is opgevolgd door de heer J.C. Jansen.
21
HOOFDSTUK 6
Toekomstverwachting
Voor 2007 verwachten wij een stijging van het aantal claims waarbij wij er van uitgaan dat naast een reguliere stijging de achterstanden bij één van onze grote claimanten worden ingelopen. De uitgaven in het kader van de schadelast zullen de reguliere ontwikkeling volgen, met de achterstanden is in de schadelast van 2006 al rekening gehouden. Voor de bedrijfslasten wordt gestreefd naar een consolidatie op het huidige niveau. Naast onze voortdurende aandacht voor doorlooptijden en klanttevredenheid zal een tweetal externe ontwikkelingen onze extra aandacht vragen. In 2007 is de Wet op het financieel toezicht (Wft) ingevoerd. Deze wet geeft vorm aan de regels waaraan financiële dienstverleners, waaronder banken en verzekeraars, zich dienen te houden. Eén van de speerpunten van deze wet is het bewaken van de reputatie van de financiële markten. Het Waarborgfonds vindt dat het zich hier ook niet aan kan onttrekken en ook een eigen verantwoordelijkheid heeft op dit gebied, ook al is de Wft niet van toepassing op het Waarborgfonds. In dit kader zal in 2007 worden bezien welke aanvullende maatregelen en procedures ingevoerd moeten/kunnen worden teneinde aan dezelfde normen en waarden te voldoen zoals deze ook op verzekeraars van toepassing zijn. Voor onze klachtenregeling geldt hierbij dat deze in ieder geval moet worden aangepast aan het verdwijnen van het Klachteninstituut voor Verzekeraars, dat vervangen is door het Klachteninstituut Financiële Dienstverleners (Kifid). Met de ondertekening van de Gedragscode Behandeling Letselschade is een proces in gang gezet dat veel afstemming zal vragen met de belangenbehartigers, bijvoorbeeld door het gezamenlijk opstellen van behandelplannen. In 2008 loopt het huurcontract van ons pand ten einde. In 2007 zullen besluiten moeten worden genomen over continuatie van het contract dan wel de keuze voor andere huisvesting. Hierbij wordt onder andere rekening gehouden met verminderde behoefte aan archiefruimte als gevolg van de reeds in het verleden ingevoerde digitalisering van de schadedossiers en de mogelijkheden van werkplekonafhankelijk werken voor de medewerkers en de kansen die telewerken biedt.
22
Jaarrekening 2006
BALANS PER 31 DECEMBER 2006 (x u 1.000) (Na verwerking van het saldo van de Staat van Baten en Lasten)
31 december 2006
31 december 2005
ACTIVA Immateriële vaste activa
562
754
71.594
100.142
2.837
2.025
In komende jaren van verzekeringsmaatschappijen en de Staat te ontvangen bijdragen Vorderingen Overige activa Materiële vaste activa Liquide middelen
71
108
67.461
41.291 67.532
41.399
552
245
143.077
144.565
1.078
792
139.800
141.500
1.550
1.553
649
720
143.077
144.565
Overlopende activa Lopende interest
PASSIVA Fonds Middelen Gemoedsbezwaarden Technische voorzieningen voor nog te betalen schaden Algemene voorzieningen Schulden
24
STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2006 (x u 1.000)
2006
2005
88.367
92.816
344
324
12
15
1.934
1.306
Totaal baten
90.657
94.461
Schadelast
55.480
70.904
Bijdragen Opbrengst vrijstellingsbewijzen Honorarium Schadevergoedingsorgaan Opbrengst uit beleggingen
Personeelskosten
4.377
4.490
Beheerkosten
1.966
1.889
Bedrijfskosten Saldo van baten en lasten
6.343
6.379
28.834
17.178
-286
311
-28.548
-17.489
0
0
Het saldo van baten en lasten is als volgt verdeeld: Fonds Middelen Gemoedsbezwaarden In komende jaren te ontvangen bijdragen van verzekeringsmaatschappijen en de Staat
25
KASSTROOMOVERZICHT OVER 2006
(x u 1.000)
2006 Ontvangen bijdragen Ontvangen opbrengsten vrijstellingsbewijzen Ontvangen honorarium Schadevergoedingsorgaan Ontvangen verhaalde schaden Ontvangen inzake regresconvenanten
2005
88.411
89.047
344
324
12
15
2.119
1.977
21.529
20.062
Betaald inzake regresconvenanten
-21.529
-20.062
Betaalde uitkeringen
-56.164
-64.198
Betaalde schadebehandelingskosten
-4.009
-4.146
Betaalde bedrijfskosten
-6.458
-5.720
Kasstroom uit operationele activiteiten
24.255
Investeringen in (im)materiële vaste activa
-35
Ontvangen opbrengsten beleggingen
17.299 -85
1.950
1.328
Aankopen beleggingen
0
-4.211
Verkopen beleggingen
0
18.508
Kasstroom uit financierings- en beleggingsactiviteiten
1.915
15.540
Mutatie liquide middelen
26.170
32.839
Stand per 1 januari van de liquide middelen
41.291
8.452
Stand per 31 december van de liquide middelen
67.461
41.291
26
TOELICHTING
1.
Algemene informatie
1.1. Activiteiten Stichting Waarborgfonds Motorverkeer, opgericht in 1965, ontleent haar bestaansrecht aan artikel 23 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (Wam). Het Waarborgfonds is sinds 1 juni 1989 een stichting en statutair gevestigd te Rijswijk. Het Waarborgfonds vergoedt schade aan benadeelden in gevallen, genoemd in artikel 25 Wam overeenkomstig het bepaalde in artikel 26 Wam. Vergoeding aan benadeelden vindt plaats indien de schade in het verkeer is veroorzaakt door onbekende, nietverzekerde of gestolen motorrijtuigen, motorrijtuigen verzekerd bij een onvermogende verzekeringsmaatschappij of toebehorend aan personen aan wie een vrijstelling van verzekering wegens gemoedsbezwaren is afgegeven. Met ingang van 2003 heeft het Waarborgfonds tevens de taak als Schadevergoedingsorgaan, op basis van artikel 27k Wam, gekregen. Het Schadevergoedingsorgaan treedt op bij schaden die in het buitenland veroorzaakt zijn door buitenlandse motorrijtuigen indien: a.
binnen drie maanden na de datum waarop een in Nederland woonachtige benadeelde zijn verzoek tot schadevergoeding heeft ingediend bij de verzekeraar (of diens schaderegelaar in Nederland) van het veroorzakende motorrijtuig hem geen met redenen omkleed antwoord op het verzoek heeft verstrekt;
b.
de verzekeraar heeft nagelaten om in Nederland een schaderegelaar aan te stellen;
c.
de verzekeraar niet kan worden geïdentificeerd binnen twee maanden na het voorvallen van het feit waaruit de schade is ontstaan; of
d.
het motorrijtuig niet kan worden geïdentificeerd.
De invloed van deze taak is apart zichtbaar in de toelichting van de jaarrekening opgenomen. De Ministers van Financiën en Justitie zijn bevoegd op grond van artikel 23 Wam als “uiterste middel” de aanwijzing van de Stichting Waarborgfonds Motorverkeer tot uitvoerder van wettelijke taken in te trekken. De financiering van het Waarborgfonds geschiedt overeenkomstig artikel 24a Wam door de verzekeringsmaatschappijen die zijn toegelaten tot het afsluiten van motorrijtuigverzekeringen overeenkomstig de Wam en de Staat (<1%). Naast de in de wet verankerde taken voert het Waarborgfonds ook incasso- en excassowerkzaamheden uit in het kader van een tweetal regresconvenanten tussen enerzijds de verzekeringsbranche en anderzijds de Sociale Verzekeringsbank (ANW-regres) en het College voor zorgverzekeringen (AWBZ-regres). 1.2. Toegepaste standaarden De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving. 1.3. Grondslagen van waardering en bepaling resultaat Alle activa en passiva zijn gewaardeerd tegen historische kosten en zijn opgenomen tegen nominale waarde, tenzij anders is vermeld. De rapporteringsvaluta is de euro. Alle bedragen luiden in duizenden euro’s, tenzij anders is aangegeven. 1.4. Gebruik van schattingen en veronderstellingen bij de opstelling van de financiële overzichten De opstelling van de jaarrekening vereist dat het Waarborgfonds schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de gerapporteerde activa en verplichtingen en de gerapporteerde baten en lasten over de verslagperiode. Het betreft met name het vaststellen van de Technische voorzieningen voor nog te betalen schaden en de waardering van de verhaalsdebiteuren. Hierbij worden de situaties beoordeeld, gebaseerd op beschikbare financiële gegevens en informatie. Hoewel deze schattingen met betrekking tot actuele gebeurtenissen en handelingen naar beste weten van het management worden gemaakt, kunnen de feitelijke uitkomsten afwijken van die schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
27
2.
Balans
2.1. Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen historische kosten, verminderd met lineaire afschrijvingen, gebaseerd op de verwachte levensduur. 2.2. Vorderingen De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid. 2.3. Materiële vaste activa De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen historische kosten, verminderd met lineaire afschrijvingen, gebaseerd op de verwachte levensduur. 2.4. Technische voorzieningen voor nog te betalen schaden De voorziening heeft betrekking op de per balansdatum nog niet afgewikkelde schaden. De vaststelling geschiedt stelselmatig post-voor-post, dan wel op basis van statistische gegevens, rekening houdend met nog niet gemelde schadegevallen. Bij de bepaling van de voorziening is tevens rekening gehouden met nog te maken schadebehandelingskosten. 2.5. Algemene voorzieningen De pensioentoezeggingen zijn gebaseerd op een geïndexeerde middelloonregeling en toegezegd pensioen. De pensioenregeling is ondergebracht bij een verzekeraar. Toegekende pensioenaanspraken worden door middel van jaarlijkse premiebetaling aan de verzekeraar afgefinancierd. Voor een negatief of positief saldo van de contante waarde van de toegekende pensioenaanspraken op balansdatum minus de reële waarde van de fondsbeleggingen, wordt in de balans een voorziening voor pensioenverplichtingen respectievelijk een vordering opgenomen. Bij de berekening van het saldo van de vordering of verplichting wordt rekening gehouden met de op balansdatum nog niet in het resultaat verwerkte actuariële resultaten. Wanneer het saldo van de contante waarde van de toegekende pensioenaanspraken minus de reële waarde van de fondsbeleggingen resulteert in een positief saldo, vindt opname van een vordering plaats voor maximaal de som van: • eventuele op balansdatum nog niet in het resultaat verwerkte negatieve actuariële resultaten; • de nog aan volgende boekjaren toe te rekenen lasten over verstreken diensttijd; • en de contante waarde van terugbetalingen uit de regeling of verlaging van toekomstige bijdragen aan de regeling. Indien de cumulatieve actuariële resultaten meer bedragen dan het hoogste bedrag van 10% van de contante waarde van de pensioenaanspraken en 10% van de reële waarde van de fondsbeleggingen, vindt verwerking in de staat van baten en lasten plaats van het bedrag van de overschrijding gedurende de verwachte gemiddelde resterende diensttijd van de actieve deelnemers. De pensioenlast wordt actuarieel berekend aan de hand van verwachtingen betreffende het verloop in het onderhavige boekjaar van de contante waarde van de pensioenaanspraken en de fondsbeleggingen en het aan het huidige boekjaar toe te rekenen deel van de nog niet in de staat van baten en lasten verwerkte cumulatieve actuariële resultaten.
28
3.
Staat van baten en lasten
3.1. Bijdragen De bijdragen worden verantwoord op basis van de jaarlijks in rekening gebrachte bedragen. 3.2. Opbrengst vrijstellingsbewijzen De opbrengsten worden verantwoord op kasbasis. 3.3. Opbrengst uit beleggingen De opbrengst uit beleggingen bestaat uit rente en herwaarderingen in verband met het aanhouden van de liquide middelen en beleggingen en kosten in verband met transacties. 3.4. Schadelast In de schadelast zijn begrepen de betaalde schaden, de mutatie in de voorziening nog te betalen schaden en de externe schaderegelingskosten. Op de schadelast zijn de opbrengsten uit hoofde van regres in mindering gebracht. 3.5. Bedrijfskosten De bedrijfskosten worden verantwoord in het jaar waarop ze betrekking hebben.
4.
Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld op basis van de directe methode.
29
Toelichting op de Balans (x u 1.000) IMMATERIELE VASTE ACTIVA
2006
2005
754
860
-
76
-192
-182
562
754
1.454
1.454
Cumulatieve afschrijvingen
892
700
Boekwaarde per 31 december
562
754
Boekwaarde per 1 januari Aanschaffingen Afschrijvingen Boekwaarde per 31 december
Cumulatieve aanschaffingswaarde
Dit betreft voornamelijk aangekochte software welke in acht jaar wordt afgeschreven. IN KOMENDE JAREN VAN VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN EN DE STAAT TE ONTVANGEN BIJDRAGEN Ingevolge artikel 24a Wam waarborgen de als motorrijtuigverzekeraar toegelaten verzekeringsmaatschappijen en de Staat, ieder overeenkomstig het aantal en de aard van de door hen in Nederland verzekerde motorrijtuigen, de verplichtingen van het Waarborgfonds. Dit betreft het bedrag dat in komende jaren dient te worden gedekt uit de bijdragen die verzekeringsmaatschappijen en de Staat conform de desbetreffende wettelijke regelingen aan het Waarborgfonds dienen te betalen. Stand per 1 januari
100.142
Stelselwijziging inzake pensioenen per 1 januari
116.004
-
1.627
-28.548
-17.489
71.594
100.142
1.500
1.100
door het Schadevergoedingsorgaan
706
613
Overige vorderingen
631
312
2.837
2.025
Saldo van baten en lasten Stand per 31 december VORDERINGEN Verhaalsdebiteuren Vorderingen uit hoofde van betaalde en nog te betalen schaden
De schade-uitkeringen op schaden veroorzaakt door onverzekerden worden verhaald. De totale vordering wordt, met uitzondering van een bedrag groot 1.500 (2005: 1.100), geheel voorzien wegens oninbaarheid. De looptijd van de vordering op verhaalsdebiteuren is grotendeels meer dan 1 jaar. De overige genoemde posten hebben een looptijd korter dan 1 jaar.
30
OVERIGE ACTIVA Materiële vaste activa Computerapparatuur
Boekwaarde per 1 januari
Kantoorinventaris
Totaal
2006
2005
2006
2005
2006
2005
103
246
5
12
108
258
Aanschaffingen
-
9
35
-
35
9
-67
-152
-5
-7
-72
-159
-
-
-
-
-
-
36
103
35
5
71
108
Cumulatieve aanschaffingswaarde
655
665
433
513
1.088
1.178
Cumulatieve afschrijvingen
619
562
398
508
1.017
1.070
36
103
35
5
71
108
Afschrijvingen Desinvesteringen Boekwaarde per 31 december
Boekwaarde per 31 december
De materiële vaste activa worden in drie tot vijf jaren afgeschreven. Liquide middelen Het Waarborgfonds is door de Minister van Financiën aangewezen om in het kader van Centraal Kasgeldbeheer de middelen aan te houden bij het Ministerie van Financiën. Onder deze post zijn deposito’s ad 65.950 (2005: 40.720) opgenomen met een gemiddelde looptijd van 62 dagen. Het bestuur heeft besloten dat het saldo liquide middelen zal worden verlaagd tot een niveau dat noodzakelijk is voor een continue bedrijfsvoering. Dit bedrag wordt jaarlijks beoordeeld. Restitutie van de overtollige liquide middelen zal in de komende jaren plaatsvinden door verrekening met de jaarlijkse bijdragen. Door deze restitutie zal de vordering uit hoofde van de “in komende jaren van verzekeringsmaatschappijen en de Staat te ontvangen bijdragen” toenemen. FONDS MIDDELEN GEMOEDSBEZWAARDEN In het kader van artikel 24 lid 3 Wam wordt de opbrengst uit vrijstellingsbewijzen afzonderlijk geadministreerd en uitsluitend aangewend voor betaling van de door het Waarborgfonds in het kader van artikel 25 lid 1 onder e Wam door gemoedsbezwaarden veroorzaakte schaden en schadebehandelings- en bedrijfskosten in het kader van de afgifte van vrijstellingsbewijzen en schadebehandeling. De gelden die resteren worden als apart fonds verantwoord.
Stand per 1 januari
2006
2005
792
1.103
opbrengst vrijstellingsbewijzen
344
324
opbrengst uit beleggingen
100
70
schadelast bedrijfskosten saldo van baten en lasten Stand per 31 december
31
-20
-581
-138
-124 286
-311
1.078
792
TECHNISCHE VOORZIENINGEN VOOR NOG TE BETALEN SCHADEN Uit hoofde van artikel 25 Wam (Waarborgfonds): 2006
2005
18.465
24.461
4.374
5.873
Schadejaar 1999 en voorgaande jaren 2000 2001
5.731
9.791
2002
10.130
11.481
2003
11.631
11.870
2004
12.278
16.482
2005
17.709
18.742
2006
18.182
-
98.500
98.700
37.300
39.300
3.300
2.900
139.100
140.900
2003
222
281
2004
80
100
2005
135
94
2006
113
IBNR-claims
150
125
700
600
139.800
141.500
Contante waarde van de pensioenverplichtingen
6.545
3.740
Reële waarde van de fondsbeleggingen
4.650
1.855
Tekort
1.895
1.885
-345
-332
1.550
1.553
1.553
1.543
747
305
-
-21
-750
-274
1.550
1.553
IBNR-claims Schadebehandelingskosten
Uit hoofde van artikel 27o Wam (Schadevergoedingsorgaan): Schadejaar
Totaal generaal
ALGEMENE VOORZIENINGEN Pensioenen
Nog niet geamortiseerde actuariële resultaten Netto pensioenvoorziening
Verloop netto pensioenvoorziening Stand per 1 januari In de staat van baten en lasten opgenomen pensioenlast In de staat van baten en lasten opgenomen baten voorgaand jaar Premiebetaling aan verzekeraar Stand per 31 december
32
De voornaamste actuariële grondslagen:
2006
2005
Disconteringsvoet
4,25%
4,00%
Verwacht rendement op fondsbeleggingen
4,25%
3,25%
Toekomstige salarisstijgingen
2,00%
2,00%
Indexatie van pensioenuitkeringen
2,00%
2,00%
GBM/V ´00-´05
GBM/V ´95-´00
0
-2
- vrouw
0
-2
Leeftijdsverschil man / vrouw
3
3
386
378
30
75
Overlevingstafel Leeftijdscorrectie - man
SCHULDEN Schadecrediteuren Crediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige schulden
41
47
192
220
649
720
De schulden hebben een looptijd korter dan één jaar. NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN Het Waarborgfonds is met ingang van 1 mei 1998 een 10-jarig huurcontract aangegaan met een geïndexeerde jaarlast van (thans) 417. Dit betreft de huur van het pand aan de Verrijn Stuartlaan 14 te Rijswijk. Per dezelfde datum is een gedeelte van deze bedrijfsruimte voor een bedrag van 113 onderverhuurd aan derden. Ten behoeve van het schaderegistratiesysteem NARSIS is vanaf 1 oktober 2002 een onderhoudscontract tot en met 31 december 2007 gesloten. De kosten per jaar (prijspeil 2006) bedragen 190 (2005: 184).
33
Staat van Baten en Lasten (x u 1.000) BIJDRAGEN VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN EN STAAT Op basis van opgaven van verzekeringsmaatschappijen omtrent het aantal verzekerde motorrijtuigen en van de Staat het aantal motorrijtuigen, werd de volgende bijdrage in rekening gebracht: in 2006 8.654.613 gekentekende motorrijtuigen
à
u 10,00
86.546
1.255.887 niet-gekentekende motorrijtuigen en bromfietsen
à
u 1,45
1.821 88.367
in 2005 8.542.433 gekentekende motorrijtuigen
à
u 10,65
90.977
1.225.783 niet-gekentekende motorrijtuigen en bromfietsen
à
u 1,50
1.839 92.816
OPBRENGST VRIJSTELLINGSBEWIJZEN Dit betreft de van gemoedsbezwaarden ontvangen bedragen inzake de aan hen verstrekte vrijstellingen voor het sluiten van een verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid. Met inachtneming van de omvang van het Fonds Middelen Gemoedsbezwaarden en op voorstel van het Waarborgfonds worden de tarieven jaarlijks door de Minister van Financiën vastgesteld. HONORARIUM SCHADEVERGOEDINGSORGAAN Conform internationale afspraken is het Schadevergoedingsorgaan bevoegd om voor de behandeling van schaden een honorarium in rekening te brengen aan soortgelijke schadevergoedingsorganen en verzekeringsmaatschappijen. Het honorarium is afhankelijk van het totale bedrag van de uitgekeerde schade en bedraagt 15% van de schade met een minimum van u 200 en een maximum van u 3.500. OPBRENGST UIT BELEGGINGEN
Interest
2006
2005
1.934
1.081
Koersresultaten
-
248
Kosten beleggingen
-
-23
1.934
1.306
In 2005 is de overeenkomst met de vermogensbeheerder opgezegd en zijn alle beleggingen verkocht. Alle gelden worden in het kader van Centraal Kasgeldbeheer sindsdien aangehouden bij het Ministerie van Financiën. SCHADELAST Bruto schaden
55.827
Wijziging voorziening voor nog te betalen schaden
-1.700
5.100
Verhaalde schaden
-2.656
-2.267
4.009
4.146
55.480
70.904
Schaderegelingskosten
34
63.925
Bruto schaden
Waarborgfonds Schadevergoedingsorgaan
2006
2005
55.790
63.835
37
90
55.827
63.925
Gesplitst naar de categorieën in artikel 25 lid 1 Wam zijn de bruto schaden van het Waarborgfonds als volgt te verdelen: 2006 Schaden veroorzaakt door
aantal
%
bedrag
a. onbekend gebleven motorrijtuigen
38.346
94
2.032
5
261
b. niet-verzekerde motorrijtuigen
2005
%
aantal
%
bedrag
%
45.148
81
43.846
94
53.227
83
9.163
16
2.365
5
8.718
14
1
1.358
2
318
1
1.712
3
-
-
-
-
-
-
-
-
9
-
121
-
11
-
178
-
40.648
100
55.790
100
46.540
100
63.835
100
c. door diefstal of geweld verkregen motorrijtuigen d. onvermogen van de verzekeraar e. motorrijtuigen met een vrijstelling gemoedsbezwaarden
Wijziging voorziening voor nog te betalen schaden
Waarborgfonds Schadevergoedingsorgaan
2006
2005
-1.800
5.000
100
100
-1.700
5.100
In de wijziging voorziening voor nog te betalen schaden is een vrijval opgenomen uit de voorziening ultimo voorgaand boekjaar groot 23.705 (2005: 15.158) voornamelijk als gevolg van, door de dalende tendens in ontvangen claims en nameldingen, te hoog ingeschatte voorzieningen voor IBNR-claims. Verhaalde schaden Dit betreft de baten uit hoofde van het recht van verhaal dat het Waarborgfonds krachtens artikel 27t (Schadevergoedingsorgaan) en 28 Wam verkrijgt tegen de aansprakelijke personen en degenen die hun verplichting tot verzekering met betrekking tot het motorrijtuig waarmee de schade is veroorzaakt niet zijn nagekomen. Waarborgfonds Schadevergoedingsorgaan, incl honorarium
35
2.519
2.077
137
190
2.656
2.267
Schaderegelingkosten Dit betreft uitsluitend externe schadebehandelingskosten. Interne schadebehandelingskosten zijn opgenomen onder de bedrijfslasten.
Expertisekosten Leges, proces-, advies- en verhaalskosten Buitengerechtelijke kosten
2006
2005
1.705
1.832
138
140
2.166
2.174
4.009
4.146
BEDRIJFSLASTEN Personeelskosten Salarissen
1.942
1.948
Sociale lasten
227
167
Pensioenlast
714
305
Overige personeelskosten
145
116
1.349
1.954
4.377
4.490
44,1
45,0
Doorberekende personeelskosten Coöp. Vereniging 3P Service u.a.
Aantal werknemers ultimo boekjaar uitgedrukt in volledige dienstverbanden
Stichting Waarborgfonds Motorverkeer, Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars en Verenigde Assurantiebedrijven Nederland N.V. hebben hun facilitaire diensten ondergebracht in de Coöperatieve Vereniging 3P Service u.a. De leden maken jaarlijks afspraken over de doorbelastingsleutels van de kosten aan de leden. Het Waarborgfonds draagt voor 67% (2005: 70%) bij in de kosten van de exploitatie. Pensioenlast: Aan boekjaar toegerekende pensioenkosten
364
224
Interestlast
239
144
-135
-63
525
-
-246
-
747
305
33
-
714
305
Verwachte opbrengst fondsbeleggingen Correctie inzake voorgaand jaar niet opgenomen contracten Inperking regelingen
Af: Eigen bijdrage werknemers Pensioenlast
De werkelijk behaalde opbrengst fondsbeleggingen bedroeg 115 (2005: 16). Dit is berekend als het verwachte rendement op fondsbeleggingen plus de actuariële winsten of verliezen op fondsbeleggingen. Beloning bestuur en directie De bezoldiging van het bestuur bedroeg 20 (2005: 18). Het bestuur stelt de beloning van de directie vast. Wijzigingen in de beloning van het bestuur worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Ministers van Financiën en Justitie.
36
Beheerkosten 2006
2005
Huisvestingskosten
392
370
Kantoor- en algemene kosten
242
267
Automatiseringskosten
261
236
Afschrijvingen
264
341
Doorberekende kosten Coöp. Vereniging 3P Service u.a.
846
712
Aan het Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars doorberekend
-39
-37
1.966
1.889
BELASTINGEN De Stichting is niet belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting.
Rijswijk, 5 april 2007
Stichting Waarborgfonds Motorverkeer
Bestuur
Directie
mr A.J. Jutte (voorzitter)
mr F.J. Blees (voorzitter)
mr J.M.J. Hommel MMO
N.J.M. Barendse RA
J.C. Jansen mw mr S.M.A.J. den Ouden-Huijgen mr F.J.D. Wiegerink
37
OVERIGE GEGEVENS
Aan: Bestuur van Stichting Waarborgfonds Motorverkeer ACCOUNTANTSVERKLARING Wij hebben de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2006 van Stichting Waarborgfonds Motorverkeer te Rijswijk bestaande uit de balans per 31 december 2006 en de staat van baten en lasten over 2006 met de toelichting gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening in overeenstemming met de door de stichting gekozen en beschreven grondslagen. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van de jaarrekening, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van de jaarrekening relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de stichting. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de stichting heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel is de jaarrekening 2006 van Stichting Waarborgfonds Motorverkeer, in alle van materieel belang zijnde aspecten, opgemaakt in overeenstemming met de door de stichting gekozen en beschreven grondslagen, zoals uiteengezet in de toelichting van de jaarrekening. Amstelveen, 5 april 2007 KPMG ACCOUNTANTS N.V. F.J.J. Glorie RA
38
KERNCIJFERS
ALGEMEEN
2006
2005
2004
2003
2002
nieuwe claims
51.919
58.970
64.070
62.178
60.705
Aantal toegewezen claims
40.648
46.540
57.856
50.545
49.416
Bruto schaden (x u 1.000)
55.790
63.835
77.849
67.385
63.840
8.654.613
8.542.433
8.380.976
8.228.432
8.071.924
1.255.887
1.225.783
1.189.291
1.153.707
1.118.937
3.422
3.321
3.213
3.150
3.077
727
709
696
687
689
Aantal in behandeling genomen
Aantal motorrijtuigen waarvoor door verzekeraars, de Staat en de Gemoedsbezwaarden een bijdrage werd gestort: Gekentekende motorrijtuigen Niet-gekentekende motorrijtuigen en bromfietsen GEMOEDSBEZWAARDEN Aantal motorrijtuigen waarvoor een vrijstelling is afgegeven: Gekentekende motorrijtuigen Niet-gekentekende motorrijtuigen en bromfietsen
BIJDRAGE VERZEKERAARS EN STAAT De basis van de inkomsten van het Waarborgfonds is de jaarlijkse bijdrage door de verzekeraars en de Staat op grond van het aantal verzekerde motorrijtuigen en motorrijtuigen van de Staat. De ontwikkeling van de jaarlijkse bijdrage per motorrijtuig is als volgt:
(in euro)
2006
2005
2004
2003
2002
Gekentekende motorrijtuigen
10,00
10,65
9,40
7,60
7,60
1,45
1,50
1,35
1,00
1,00
Niet-gekentekende motorrijtuigen en bromfietsen
39
Schadecijfers Waarborgfonds naar soort claim Aantal ontvangen claims per jaar Parkeerschade
Wegmeubilair-
Schade in het Personenschade
Totaal
schade
rijdend verkeer
2002
35.735
15.677
7.576
1.717
60.705
2003
35.736
17.235
7.590
1.617
62.178
2004
35.662
18.958
7.782
1.668
64.070
2005
34.282
16.181
6.836
1.671
58.970
2006
31.898
12.204
6.310
1.507
51.919
Parkeerschade
Wegmeubilair-
Schade in het Personenschade
Totaal
Betaalde bruto schaden per jaar (bedragen x u 1.000)
schade
rijdend verkeer
2002
25.671
14.689
10.401
13.079
63.840
2003
29.874
15.012
11.274
11.225
67.385
2004
32.536
20.144
12.316
12.853
77.849
2005
27.610
14.624
9.636
11.965
63.835
2006
24.800
10.969
8.397
11.624
55.790
Vormgeving: Ton Wienbelt, Den Haag Teksten: Hartog Communicatie, Haarlem Fotografie: Josje Deekens, Den Haag Druk: PlantijnCasparie, Capelle a/d IJssel
40
Verrijn Stuartlaan 14 Postbus 3003 2280 MG Rijswijk Telefoon (070) 340 82 00 www.wbf.nl