Enquête rond het familiebedrijf in België
Inzicht in familiaal ondernemerschap anno 2012-2013 February 2013
Agenda
Belangrijkste bevindingen in het kort
Samenvattend overzicht Belangrijkste bevindingen: A. Performantie en uitdagingen B. Internationalisering
C. Hoe familiebedrijven verschillen D. Betrokkenheid van familieleden en successieplanning E. Rol van de overheid en de gemeenschap Conclusies
Inzicht in familiaal ondernemerschap PwC
February 2013 Slide 2
Belangrijkste bevindingen in het kort
Meer dan de helft van de Belgische familiebedrijven (57%) is het voorbije jaar gegroeid (tegenover 65% wereldwijd) en ze zijn er redelijk gerust in dat deze groei de volgende vijf jaar gestaag voortgezet zal worden. De verwachting dat de groei snel en agressief zal zijn, is lager dan gemiddeld. De belangrijkste uitdagingen voor groei zullen de algemene economische situatie zijn, het aantrekken en behouden van gepaste vaardigheden/talenten, prijsconcurrentie en de noodzaak om voortdurend te innoveren. Bij de Belgische bedrijven ligt de verwachting dat ze in de toekomst met personeelsproblemen te kampen zullen hebben boven het gemiddelde. Technologie en bedrijfsreorganisatie zijn in vergelijking met de resultaten van 2010 hoger komen te staan in de lijst van dringende agendapunten. Familiebedrijven menen dat ze, vergeleken met bedrijven zonder familiaal karakter, een aantal belangrijke voordelen hebben, zoals: wendbaarheid/snelheid van besluitvorming, persoonlijke betrokkenheid bij het bedrijf, de mogelijkheid om de zaken op langere termijn te bekijken evenals flexibiliteit en een minder uitgesproken hiërarchische structuur. Wel erkennen ze ook de nadelen: de opvolgingsproblematiek en de toegang tot gepast personeel; toegang tot kapitaal; het moeten concurreren met grotere bedrijven; en de moeilijkheid om de zaken zakelijk te houden (incl. conflictvermijding). Inzicht in familiaal ondernemerschap PwC
February 2013 Slide 3
Belangrijkste bevindingen in het kort (vervolg) Familiebedrijven in België menen dat ze een vitale rol spelen in de economie van het land, o.a. door stabiliteit aan een economie toe te voegen en door tewerkstelling te creëren. Er is een duidelijk bewustzijn van de eigen cultuur van het familiebedrijf en de overtuiging dat ze alles doen om personeel te behouden – zelfs in slechte tijden. De respondenten vinden dat de Belgische overheid meer zou kunnen doen om familiebedrijven te helpen om te overleven/zich te ontwikkelen; sommigen vinden dat de overheid het voor familiebedrijven makkelijker zou moeten maken om aan financiering te geraken (maar deze laatste mening is minder uitgesproken dan in bepaalde andere landen).
Verwacht wordt dat Belgische bedrijven meer zullen internationaliseren om in de komende jaren te groeien en te overleven. Men erkent dat daarvoor misschien wel een andere manier van denken nodig is en ook personeels- en structuurwijzigingen (en mogelijk ook een grotere externe participatie). Iets meer dan een derde is van plan om het bedrijf door te geven aan de volgende generatie, terwijl nog een derde de eigendom van het bedrijf zal doorgeven maar daarbij een of meer managers in dienst zal nemen die geen familieleden zijn. Ongeveer een vijfde van de Belgische familiebedrijven heeft nog niet over de toekomst van het bedrijf beslist. Meer dan een vierde van de Belgische bedrijven (28%) heeft geen enkele van de opgelijste procedures ingevoerd voor het regelen van problemen en conflicten die zich in de toekomst zouden kunnen voordoen; wereldwijd is dat 19%. Inzicht in familiaal ondernemerschap PwC
February 2013 Slide 4
Methodologie
Bijna 2.000 interviews in 28 verschillende markten
75 interviews in België
Gemiddeld duurde een interview 29 minuten
De interviews vonden plaats tussen 17 juli en 3 september 2012 In dit rapport zijn wereldwijde gegevens aangegeven in rood en tussen haakjes. Pijlen links van die cijfers geven aan of het resultaat voor de lokale markt aanzienlijk hoger dan wel lager ligt dan het wereldwijde gemiddelde. Inzicht in familiaal ondernemerschap PwC
February 2013 Slide 5
Profielen op basis van steekproeven
Inzicht in familiaal ondernemerschap PwC
February 2013 Slide 6
Profiel van de deelnemende Belgische bedrijven
Omzet (US$)
Leeftijd van bedrijf 41% 59% 39% 16%
7%
$5-10m
12%
14%
5%
$11-20m
3%
$21-50m $51-100m $101-500m >$500m
Sector Mix van sectoren: • Productie: 39% • Bouw: 19% • Groothandel: 15% • Automotive en herstellingen: 11% • Andere: 5% of minder
Minder dan 20 jaar
Meer dan 50 jaar
Aantal generaties 32% 25% 20%
1 generatie
Inzicht in familiaal ondernemerschap PwC
Tussen 20 en 49 jaar
2 generaties
3 generaties
23%
4 of meer generaties February 2013 Slide 7
Profiel van de Belgische respondenten
Rol
Familielid? 53% 47%
35%
29%
27% 8%
Algemeen directeur of afgevaardigd bestuurder
Financieel directeur
Eigenaar of vennoot
Ander lid van raad van bestuur Familie
Rol van familie in bedrijf
Geen familie
Leeftijd
83%
36% 31%
16% 17%
Eigenaar en manager
Inzicht in familiaal ondernemerschap PwC
Alleen eigenaar (zonder leidinggevende functie)
11% 7%
< 35
35-44
45-54
55-64
65 of ouder
February 2013 Slide 8
Belangrijkste bevindingen
A Performantie en uitdagingen op organisatorisch vlak
Inzicht in familiaal ondernemerschap PwC
February 2013 Slide 9
De meeste Belgische familiebedrijven voorspellen voor de volgende vijf jaar een gestage groei; slechts enkele respondenten verwachten een agressieve groei
Vorig jaar
Volgende vijf jaar
Groeidoelstellingen (volgende vijf jaar)
Snelle en agressieve groei
57%: omzetgroei
19%: geen wijziging
65%: omzetgroei
15%: geen wijziging
19%: minder groei
Inzicht in familiaal ondernemerschap PwC
12% 75%
Gestage groei
69%
Bijna alle Belgische familiebedrijven (84%) die groei voorspellen, zijn er gerust op dat ze die groei zullen realiseren
21%
Consolidatie
16%
Krimping 24%: minder groei
3%
1% 2%
February 2013 Slide 10
De problemen van de Belgische familiebedrijven zijn vergelijkbaar met die in andere markten. Technologie en onzekerheid over de euro zijn nieuwe pijnpunten voor 2012 Belangrijkste interne pijnpunten voor de volgende 12 maanden Belangrijkste externe pijnpunten voor de volgende 12 maanden Personeelsrekrutering
38%
Bedrijfsreorganisatie Technologie
24%
16%
Capaciteit/orderlevering
15% 13%
Grondstoffenproblemen
12% 18%
Financiering
73% 31% 29%
Concurrentie
19% 24%
Winstgevendheid/marges
59%
Marktsituatie
33%
20%
2%
Cashflow/kostenbeheersing
56%
Onzekerheid over euro 33%
12% 13%
“Het aanwerven van personeel, het vinden van medewerkers met de gezochte competenties en het instellen van een goede managementstructuur. ” (Familiebedrijf van 2e generatie)
Overheidsbeleid/regulering Grondstoffenprijzen Wisselkoersen
19% n.v.t. 16% 9% 11% n.v.t.
2012
8%
2010 16%
“De toenemende concurrentie. De economie gaat achteruit, de energiekosten stijgen en het is mogelijk dat de markt in Europa ineenstuikt.” (Gaston Nelissen, Managing Director, Nelissen Bricks N.V)
“Geschikt personeel, vooral technici.” (Wim Van Gemert, CFO, MIKO)
“De financiële crisis. Hoe doen we iets aan die krimpende economie? Hoe pakken we de stijgende loonkosten aan? Indexering, sociale eisen, vakbondseisen.” (Familiebedrijf van 3e generatie)
Inzicht in familiaal ondernemerschap PwC
February 2013 Slide 11
Bij de Belgische familiebedrijven is de verwachting dat personeelsgerelateerde aspecten in de toekomst één van de grootste uitdagingen zal zijn hoger dan gemiddeld
Volgende vijf jaar
Grootste uitdagingen voor de volgende vijf jaar Algemene economische situatie
73%
Behoud van personeel in sleutelposities
71%
Aantrekken van personeel
69%
Prijsconcurrentie
64%
Noodzaak van voortdurend innoveren
60%
Conformiteit met regelgeving
39%
Aantal concurrerende bedrijven
33%
Behoefte aan nieuwe technologie
29%
Opvolgingsplanning voor bedrijf
23%
Leveranciers/supply chain
Conflicten tussen familieleden
17%
7% Extern
Inzicht in familiaal ondernemerschap PwC
(46%)
Intern
(%s tussen haakjes = wereldwijde resultaten) February 2013 Slide 12
Belangrijkste bevindingen
B Internationalisering
Inzicht in familiaal ondernemerschap PwC
February 2013 Slide 13
Internationale activiteiten zijn van groot belang voor de Belgische familiebedrijven; voorspeld wordt dat deze in de toekomst tot bijna de helft van de omzet zullen uitmaken De meeste bedrijven zijn niet van plan om buiten Europa te gaan exporteren wanneer ze aan nieuwe markten denken tussen nu en vijf jaar
Volgende vijf jaar
Gemiddeld % van omzet = internationaal (op basis van alle, d.w.z. alle exporterende en niet-exporterende bedrijven)
Nieuwe landen/regio’s binnen vijf jaar?
51%
Europa 47% 43%
(30%)
Frankrijk: 12% Nederland: 12%
(25%) Noord- en Zuid-Amerika
23% Brazilië: 11%
Azië & Stille Oceaangebied
20% China: 11%
Midden-Oosten/Golf Afrika Momenteel
Binnen vijf jaar
Inzicht in familiaal ondernemerschap PwC
Geen nieuwe landen
12% 3% 23%
(%s tussen haakjes = wereldwijde resultaten)
February 2013 Slide 14
De grootste uitdagingen in verband met internationalisering houden verband met het begrijpen van lokale regelgeving, culturen en klanten
Volgende vijf jaar
Grootste uitdagingen voor internationale activiteiten Begrijpen van/in regel zijn met lokale regelgeving Begrijpen van cultuur/manieren van zakendoen Begrijpen van klanten in lokale markten Vinden van goede leveranciers/partners Economische situatie in andere markten
25% 22% 22%
17% 15%
“De regels en regulering in de verschillende landen en het voldoen aan die specifieke voorschriften. We krijgen fellere concurrentie, vooral vanuit China.”
(Familiebedrijf van 5e generatie)
9%
Kostenbeheersing
8%
Wisselkoersschommelingen
8%
Inzicht in familiaal ondernemerschap PwC
(Familiebedrijf van 2e generatie)
20%
Concurrentie Personeelsproblematiek
“Buitenlandse culturen en afstand, het vinden van de juiste mensen en partners om mee samen te werken. Lokale kennis is een heel grote uitdaging.”
February 2013 Slide 15
Belangrijkste bevindingen
C Hoe familiebedrijven verschillen van andere bedrijven
Inzicht in familiaal ondernemerschap PwC
February 2013 Slide 16
De familiebedrijven zien een aantal positieve verschillen vergeleken met andere bedrijven Reactievermogen en kunnen inspelen op nieuwe evoluties: snelle en effectieve besluitvorming
“Het kortere beslissingsproces is het belangrijkst omdat men in een familiebedrijf gemakkelijker beslissingen kan nemen dan in andere bedrijven.”
Persoonlijke betrokkenheid en nauwere banden tussen de werknemers
“Familiebedrijven zijn doorgaans meer betrokken dan externe aandeelhouders. Doorgaans weten ze meer af van de bedrijfswerking en de gevoerde activiteiten. Ze zijn meer bezig met het personeel.” (Jan Goeminne, CEO, Spanolux )
Perspectieven en langetermijnvisie voor het bedrijf
“Het accent ligt in hoofdzaak op de lange termijn – niet op de kwartaalomzet. Er wordt gefocust op de algemene gezondheid van het bedrijf.”
(Decatechnik)
(Koen Feyaerts, Financial Director, Group DC)
Flexibiliteit – onder meer een minder hiërarchisch opgezette managementstructuur
“Ik denk dat we flexibeler zijn en korter op de bal spelen in onze manier van werken: in onze structuur. Er is geen uitgebreide hiërarchie. Zo neem je een heel pak bureaucratie weg.” (Ludo Strybol, Commercial Director, Inex)
Motivatie/ondernemersdynamiek
“De sterke gedrevenheid om te ondernemen en het zich vereenzelvigen met het bedrijf.” (Familiebedrijf van 3e generatie)
Inzicht in familiaal ondernemerschap PwC
February 2013 Slide 17
… en zijn, wanneer doorgevraagd wordt, het eens over een aantal belangrijke positieve verschillen; alhoewel de perceptie dat ze een langeretermijnbenadering voor het nemen van beslissingen en risico’s hanteren, is lager dan gemiddeld Mate waarin respondenten het eens zijn met uitspraken over familiebedrijven Voegen stabiliteit toe aan een evenwichtige economie
0%
Spelen een belangrijke rol bij het creëren van werkgelegenheid
4%
Zijn meer ondernemingsgezind
Nemen meer risico’s Staan minder open voor nieuwe manieren van denken en nieuwe ideeën Inzicht in familiaal ondernemerschap PwC
55%
19%
60%
43%
47% Niet mee eens
(72%)
75%
11%
Vinden zichzelf met elke generatie opnieuw uit
Hanteren een langeretermijnbenadering voor het beslissingsproces
85%
47%
25%
(53%)
23%
(39%)
23%
(34%)
Mee eens
(%s tussen haakjes = wereldwijde resultaten)
February 2013 Slide 18
… maar ze weten ook de knelpunten aan te geven
Opvolgingsplanning en structuren
“Het opvolgingsproces is het grootste probleem. Een ander probleem is het behouden van de beschikbare ‘resources’ in het bedrijf. Het komt erop aan de juiste mensen aan de juiste (Wim Van Gemert, CFO, MIKO) functies toe te wijzen.”
Kapitaalwerving/financiering voor groei en ontwikkeling
“Volgens mij is het grote verschil met grote niet familiale bedrijven dat bij ons alles betaald wordt met privékapitaal. De rekeningen worden door de familie betaald.”
(Familiebedrijf van 2e generatie)
Concurreren met grotere organisaties, meer en meer op wereldschaal
“Familiebedrijven moeten het opnemen tegen de grote beursgenoteerde ondernemingen in Europa en die kunnen langere tijd onder de prijs gaan of de markt agressiever (Familiebedrijf van 1e generatie) benaderen.”
De zaken zakelijk houden – omgaan met emoties/conflicten
“Als er meerdere leden van dezelfde familie in het bedrijf actief zijn, dan heeft elk daarvan zijn eigen mening; dat is soms lastig, want het is een familie en elk standpunt moet door iedereen gerespecteerd worden. Vanzelfsprekend is dat niet.” (Familiebedrijf van 3e generatie)
Aantrekken van/een beroep doen op externe medewerkers
“Een familiebedrijf moet ervoor zorgen dat het externe, capabele mensen aantrekt; men zou er niet voor mogen terugschrikken om extern management binnen te brengen.”
(Peter Denolf, General Manager, Poco Loco Snack Food)
Inzicht in familiaal ondernemerschap PwC
February 2013 Slide 19
De familiebedrijven erkennen dat het op een bepaald punt nodig is voor input van extern management te zorgen. De verwachting dat ze van plan zijn om in de toekomst aandelen aan te bieden aan niet-familieleden ligt onder het wereldwijde gemiddelde 68% heeft niet-familieleden in de raad van bestuur
32% heeft medewerkers die geen familieleden zijn maar wel aandelen in het familiebedrijf hebben
Nog eens 8% acht het waarschijnlijk dat in de volgende vijf jaar aandelen aangeboden zullen worden aan medewerkers die geen familieleden zijn
Inzicht in familiaal ondernemerschap PwC
(18%)
(%s tussen haakjes = wereldwijde resultaten)
February 2013 Slide 20
De verwachting is dat de Belgische familiebedrijven meer gaan internationaliseren – in termen van zowel geografische expansie als ingesteldheid Nieuwe verschillen tussen nu en vijf jaar •
Veel respondenten denken dat zich in de volgende vijf jaar geen nieuwe verschillen zullen manifesteren
•
Anderen hebben het dan weer over moeilijkheden die ook gevolgen zullen hebben voor bedrijven die geen familiebedrijven zijn: globalisering, de marktsituatie, enz. In deze conjunctuur die voor het overige moeilijk is, worden stabiliteit en flexibiliteit gezien als een troef
•
Sommigen voorspellen echter wel dat bepaalde nieuwe verschillen zichtbaar zullen worden:
Vermogen om te groeien, evolueren met het oog op groei (eventueel met externe participatie)
Toenemende internationalisering (ingesteldheid/expansie + concurrentie) en delokalisatie
2017? Opvolging en het bedrijf in privéhanden houden
“De groei in de structuur van het bedrijf in goede banen leiden, en monitoren dat de organisatie een gezonde structuur blijft houden. Innoveren en maken dat je merk bekend is en ingang vindt.” (Koen Feyaerts, Financial Director, Group DC)
Inzicht in familiaal ondernemerschap PwC
February 2013 Slide 21
Belangrijkste bevindingen
D Betrokkenheid van familieleden en opvolgingsplanning
Inzicht in familiaal ondernemerschap PwC
February 2013 Slide 22
De betrokkenheid van familieleden is vergelijkbaar met het wereldwijde gemiddelde. Bijna de helft van de familiebedrijven in België hebben niet-werkende familieleden die aandeelhouders zijn Betrokkenheid van familieleden bij het familiebedrijf
95% heeft familieleden die in het bedrijf een functie in het hogere kader uitoefenen
48% heeft familieleden die in het bedrijf werken, maar niet bij het hogere kader
45% heeft familieleden die niet voor het bedrijf werken maar die wel aandelen in het bedrijf hebben 7% heeft familieleden die niet voor het bedrijf werken of er geen aandelen in hebben, maar die op een andere manier vergoed worden Inzicht in familiaal ondernemerschap PwC
February 2013 Slide 23
Een aantal procedures zijn ingesteld voor het regelen van familieproblemen/-conflicten, maar 28% heeft hiervoor momenteel geen procedures (tegenover 21% wereldwijd) Procedures die familiebedrijven ingesteld hebben
Aandeelhoudersovereenkomst
49%
Regelingen in verband met onbekwaamheid en overlijden
40%
Familieraad
40%
Derde-bemiddelaar
33%
Meting en beoordeling van prestaties
33%
Toetredings- en uittredingsregeling
33%
Familiecharter
27%
Niets
28%
Inzicht in familiaal ondernemerschap PwC
(29%)
February 2013 Slide 24
Een derde van de Belgische familiebedrijven is van plan om wel de eigendom maar niet het bestuur door te geven aan de volgende generatie; een vijfde heeft nog niets beslist over de toekomst van het bedrijf De omvang van de steekproeven is te klein voor een Plannen voor de toekomst Geven de leiding door aan de volgende generatie
36%
Geven de eigendom door maar zorgen voor één of meer externe professionele managers
32%
Verkopen/brengen het bedrijf naar de beurs
8%
Weten het nog niet
Overige
kwantificering van de antwoorden op de vraag of men zich zorgen maakt over het doorgeven van het bedrijf aan de volgende generatie, maar: • ongeveer twee derde maakt zich geen zorgen over het doorgeven van de leiding aan de volgende generatie, of het doorgeven van de eigendom (niet de leiding); en • de hoofdbekommernis die vermeld wordt in verband met het doorgeven van de leiding is dat de volgende generatie niet over de nodige vaardigheden/bekwaamheid zou beschikken
21%
Verkopen aan een ander bedrijf: 4% Verkopen aan private-equity-investeerders: 3%
(17%)
• •
(11%)
Voor het niet doorgeven van het bedrijf aan de volgende generatie werden verschillende redenen gegeven, waaronder: de volgende generatie wil er niet bij betrokken worden/zal niet op tijd klaar zijn/beschikt niet over de nodige vaardigheden
3%
Inzicht in familiaal ondernemerschap PwC
(%s tussen haakjes = wereldwijde resultaten)
February 2013 Slide 25
Belangrijkste bevindingen
E De rol van de overheid en de gemeenschap
Inzicht in familiaal ondernemerschap PwC
February 2013 Slide 26
De Belgische familiebedrijven zijn, vergeleken met sommige andere markten, minder uitgesproken over de vraag of de overheid het makkelijker zou moeten maken om aan financiering te geraken. Meer dan de helft vindt dat de overheid meer zou kunnen doen om te helpen Mate waarin respondenten het eens zijn met uitspraken over de overheid
De overheid moet het voor familiebedrijven makkelijker maken om aan financiering te geraken
Jonge mensen hebben de gepaste vaardigheden De overheid erkent het belang van familiebedrijven
De overheid doet wat ze kan om bedrijven te helpen om te overleven/zich te ontwikkelen
+47%
27%
-6%
-8%
24%
-13%
-10%
-50%
-40%
47%
37%
55%
5%
Niet mee eens
Inzicht in familiaal ondernemerschap PwC
+23%
24%
33%
Net
Mee eens
February 2013 Slide 27
Hoewel de Belgische familiebedrijven niet zeker zijn of de overheid hun belang erkent, tillen ze hier niet zo zwaar aan als het geval is in veel andere markten Akkoord (netto) met feit dat de overheid het belang van familiebedrijven erkent Midden-Oosten Malta Zwitserland Singapore Mexico Turkije Canada Oostenrijk India China/HK Zweden Duitsland België Taiwan Brazilië Zuid-Korea Ierland Denemarken Australië Finland Verenigde Staten Italië Zuid-Afrika Verenigd Koninkrijk Rusland Frankrijk Roemenië Griekenland
34% 31% 25% 24% 22% 21% 16% 10% 8% 4% 3%
-7% -13% -14% -18% -19% -21% -22% -26% -26% -31% -40% -42% -42% -43% -48%
netto akkoord
-68% -70%
* Kleinschalige steekproef in sommige markten
Inzicht in familiaal ondernemerschap PwC
February 2013 Slide 28
De Belgische familiebedrijven menen dat ze sterkere waarden hebben dan andere bedrijven hoewel hun aanspraak op een sterke verantwoordelijkheidszin ten aanzien van de lokale gemeenschap onder het wereldwijde gemiddelde ligt Mate waarin respondenten het eens zijn met uitspraken over familiebedrijven en de gemeenschap Net Doen alles om personeel te behouden, zelfs in slechte tijden
3%
De cultuur/waarden is/zijn doorgaans sterker dan in andere soorten van bedrijven
3%
Verantwoordelijkheidszin om werkgelegenheid te ondersteunen in gebieden waar men actief is
11%
Verantwoordelijkheidszin om van de gemeenschap uitgaande initiatieven in het eigen (geografische) gebied te steunen
12%
Niet mee eens
Inzicht in familiaal ondernemerschap PwC
85%
79%
68%
56%
+82%
+76%
+57%
(+70%)
+44%
(+62%)
Mee eens
(%s tussen haakjes = wereldwijde resultaten)
February 2013 Slide 29
Familiebedrijven willen de lasten waarmee het fiscale stelsel en de bureaucratie hen opzadelen verminderen. Meer specifiek zouden ze ondersteuning bij internationale expansie op prijs stellen HOE KAN DE OVERHEID FAMILIEBEDRIJVEN ONDERSTEUNEN? De meeste voorstellen zijn algemene bedrijfsgerelateerde voorstellen – ze zijn niet specifiek voor familiebedrijven Algemene bedrijfsgerelateerde problemen • Beschikbaarheid van financiering is onvoldoende • Bureaucratie moet verminderd en administratie moet vereenvoudigd worden • Regulering moet ingeperkt worden • Loonkosten moeten naar omlaag • Sociale regelgeving moet herzien worden (bv. werkuren) • Fiscale druk moet naar omlaag; bedrijven moeten fiscaal beter ondersteund worden • Groei en expansie moeten ondersteund worden • Onderwijs, opleiding en informatieverschaffing kunnen beter • Infrastructuur moet verbeterd worden (bv. transport) “Hou de loonkosten onder controle, tracht een ondernemingsvriendelijk klimaat tot stand te brengen, bv. minder vergunningen, minder papierwerk en een eenvoudiger belastingstelsel.” (Familiebedrijf van 5e generatie) “Meer inspanningen van scholen naar opleiding; vlottere toegang tot financiering; de hele banksector. Probeer iets te doen aan de mobiliteit – wij hebben elke dag 150 bestelwagens op de baan – bv. openbaar vervoer.” (Dhr. Willy Eyckmans, Manager, Welec N.V.) Inzicht in familiaal ondernemerschap PwC
Voor familiebedrijven specifiek zijnde problemen • Fiscaliteit, specifiek relevante regels voor familiebedrijven, moet minder uitgebreid/vereenvoudigd worden • Expansiesteun is gewenst – vooral voor handel in buitenland, internationaal • Subsidies voor kleinere bedrijven – niet alleen voor multinationals • Informatieverschaffing, opleiding, toegang tot beslissingnemers/adviesverlening • Bureaucratie moet teruggeschroefd worden – grote last voor kleinere organisaties
“Een betere fiscaliteit voor familiebedrijven; opvolgingsgerelateerde aspecten moeten vlotter geregeld kunnen worden of er is meer transparantie nodig op dit vlak. Administratieve rompslomp voor familiebedrijven is gigantisch.” (Kim Gerstmans, CFO, Dejond N.V.) “Financiering: hoe en waar halen we vers kapitaal om te investeren? Ondersteuning voor handel in het buitenland. Ondersteuning bij het oprichten van ondernemingen in het buitenland.” (Familiebedrijf van 3e generatie) February 2013 Slide 30
Conclusies De Belgische familiebedrijven weten dat ze een belangrijke rol spelen in de economie hoewel ze er minder zeker van zijn dat de overheid zich ten volle bewust is van hun belang. Sommige respondenten vinden dat de overheid momenteel niet alles doet wat ze kan om bedrijven zoals dat van hen te helpen om te overleven en zich te ontwikkelen. Hoewel de familiebedrijven, vergeleken met sommige andere markten, zich minder duidelijk uitspreken over de vraag of de overheid het makkelijker zou moeten maken om aan financiering te geraken, zou zowat de helft hiervoor te vinden zijn. Ondersteuning en hulp bij internationale expansie en een makkelijkere gang van zaken wanneer de opvolging aan de orde is, zijn nog twee andere verzuchtingen. De noodzaak om voortdurend te innoveren wordt door 6 op 10 respondenten beschouwd als een grote uitdaging voor de toekomst, terwijl voor 1 op 5 technologie in het eerstvolgende jaar een grote interne uitdaging vormt; dit zijn ook twee domeinen waarin de overheid of andere instanties/organisaties familiebedrijven potentieel kunnen helpen en ondersteunen. Ongeveer een kwart van de familiebedrijven in België heeft geen van de opgelijste procedures ingevoerd om familiegerelateerde problemen en conflicten te regelen, mogelijk omdat slechts 7% meent in de volgende vijf jaar met een ernstig familieconflict te worden geconfronteerd (wat weleens ‘wishful thinking’ zou kunnen zijn!) Inzicht in familiaal ondernemerschap PwC
February 2013 Slide 31
© 2013 PricewaterhouseCoopers LLP. All rights reserved. In this document, “PwC” refers to PricewaterhouseCoopers LLP (a limited liability partnership in the United Kingdom) which is a member firm of PricewaterhouseCoopers International Limited, each member firm of which is a separate legal entity. 120815-152318-JM-OS