(Interne) Richtlijnen Reclamevoorzieningen Gemeente Rijswijk
Gemeente Rijswijk, afdeling Stad & Samenleving, MDGV
januari 2013
(Interne) richtlijnen reclamevoorzieningen gemeente Rijswijk 2012-2013
Inhoudsopgave Inleiding
3
1. Wat is reclame?
4
2. Vormen van reclamevoorzieningen en richtlijnen 2.1. Doelstellingen van de richtlijnen 2.2. Buitenreclame 2.2.1 Reclame aan (on)roerende zaken 2.2.1.1 Gevelreclame, lichtreclame en projectie 2.2.1.2 Abri’s en Mupi’s 2.2.1.3 Lichtreclame en reclamemasten (plaatsing op gemeentegrond) 2.2.1.4 Reclame aan binnenzijde van een ruit of rolluik (raambeplakking) 2.2.1.5 Bedrijfs(verzamel)gebouwen 2.2.2 Reclame op, aan of boven de weg 2.2.2.1 Twee – of drievlaksborden 2.2.2.2 Bouwborden of billboards 2.2.2.3 Sandwichborden 2.2.2.4 Vlaggen en baniers 2.2.2.5 Reclamezuilen 2.2.2.6 Verwijsborden 2.2.2.7 Losse vormen van reclamevoorzieningen; uitstallingen winkelgebieden
5 5 5 6 6 9 9 11 12 13 13 13 14 15 16 16 16
2.3. Huisstijlreclame 2.4. Affichering (wildplakken) op verkeersregelkasten en kunstwerken 2.5. Tijdelijke vormen van reclame 2.5.1 Reclame voor een bepaalde periode, feestdagen of evenement 2.5.2 Te koop, huur – aanduidingen en commerciële doeleinden 2.5.3 Reclamevoorzieningen van culturele instellingen 2.6. Bijzondere en nieuwe vormen van reclamevoorzieningen 2.6.1 Spandoeken 2.6.2 Reclame op voertuigen 2.6.3 Overige bijzondere vormen 2.6.4 Nieuwe vormen van reclamevoorzieningen
17 18 18 18 18 19 20 20 20 20 21
2.7. Ontoelaatbare reclame en lichtreclame bij woonwijk
21
3. Juridisch kader, excessenregeling en overgangsregeling 3.1. Juridisch kader 3.2. Excessenregeling en handhaving 3.3. Overgangsregeling
22 22 23 24
Bijlage: Gebiedsindeling en matrix a. Kaart gebiedsindeling b. Matrix reclamevoorzieningen per gebied
25 25 26
2
(Interne) richtlijnen reclamevoorzieningen gemeente Rijswijk 2012-2013
Inleiding De openbare ruimte is van iedereen. Er wordt veel geïnvesteerd in het beheer en de ontwikkeling van de openbare ruimte om de gewenste uitstraling te creëren en te waarborgen. Reclame in de openbare ruimte is één van de bepalende elementen voor het uiterlijk aanzien van de stad. Daarbij zijn de diverse vormen van reclamevoorzieningen niet meer weg te denken uit het straatbeeld. Twee uitersten spelen bij de interne richtlijnen een rol. Enerzijds is het uitgangspunt erop gericht om het uiterlijk aanzien van de stad en de openbare ruimte te verbeteren en te behouden. Anderzijds dient aandacht besteed te worden aan het belang en de noodzaak van reclamevoorzieningen voor de locale economie. Tussen deze twee uitersten dient een juiste balans gecreëerd moeten worden. Hierbij is het volgende van belang op te merken. In het kader van deregulering en vermindering van regeldruk is de separate procedure voor reclamevergunningen in de Algemene Plaatselijke Verordening vervallen. Hierdoor is geen separate reclamevergunning meer vereist voor reclamevormen waarvoor geen omgevingsvergunning is vereist. Op grond van de APV geldt nog wel een algemene verbodsbepaling voor hinderlijke of gevaarlijke reclame (artikel 4.15 APV). Indien de gemeente constateert dat een reclamevorm het verkeer in gevaar brengt of hinder oplevert voor de omgeving, kan handhavend opgetreden worden. Het uitgangspunt is erop gericht dat alle vormen van reclamevoorzieningen zoveel mogelijk in overeenstemming dienen te zijn met de onderhavige richtlijnen. Voor reclamevormen waarvoor een omgevingsvergunning vereist is geldt dat deze per definitie onder de welstandstoets vallen en worden dan integraal getoetst aan de richtlijnen voor reclamevoorzieningen. Echter, door het ontbreken van een separate aanvraagprocedure voor reclamevoorzieningen (voorheen dus in de APV als reclamevergunning aangemerkt) is handhaving van de voorgestelde richtlijnen voor – in het bijzonder – omgevingsvergunningvrije reclamevoorzieningen niet of nauwelijks mogelijk. De richtlijnen dienen daarom aangemerkt te worden als interne richtlijnen voor reclamevoorzieningen. Tot slot moet worden opgemerkt dat de diversiteit aan reclamevoorzieningen en de (technische) mogelijkheden om reclamevoorzieningen (her)kenbaar te maken de laatste jaren een enorme vlucht heeft genomen. De ontwikkelingen op het gebied van reclamevormgeving en de technische ontwikkelingen die daarmee gepaard gaan is een dynamisch proces. In zoverre zijn de in deze nota omschreven reclamevormen niet limitatief, maar zullen daar in de (nabije) toekomst zeker nog vormen en daarbij te formuleren richtlijnen aan worden toegevoegd. Voor nieuwe reclamevormen die niet in deze nota omschreven (kunnen) worden vanwege hun specifieke aard, omvang en in het bijzonder (technische) vormgeving, zullen in het kader van de toetsing aan de redelijke eisen van welstand van geval tot geval beoordeeld worden.
3
(Interne) richtlijnen reclamevoorzieningen gemeente Rijswijk 2012-2013
1.
Wat is reclame?
Reclame is afgeleid van het Latijnse reclamere dat ‘herhaald oproepen’ betekent. Met de ontwikkeling van de ruilhandel werden de eerste vormen van reclame zichtbaar. In de middeleeuwen was ‘recommandatie’ of aanbeveling de voornaamste vorm van reclame. De eerste kranten in de 16e eeuw waren al gevuld met advertenties. Tijdens de crisisjaren na de Eerste Wereldoorlog werden straten en pleinen volgehangen met mededelingen over producten en bedrijven. De jaren na de Tweede Wereldoorlog werden gekenmerkt door schaarste en zuinigheid. Er was in die tijd nauwelijks geld voor reclamedrukwerk, lichtreclame of verlichte etalages. Pas na 1948 begon de economie weer te groeien en daarmee ook de reclamebranche. In die jaren werd ook de eerste regelgeving voor reclame in de openbare ruimte op papier gezet. De invasie van de Amerikaanse multinationals zorgde voor een stroomversnelling in de reclamewereld. Ook de reclamevoorzieningen in de openbare ruimte breidden zich uit1. Op dit moment bepalen reclamevoorzieningen in de binnensteden sterk het beeld van de openbare ruimte. Vormen van reclamevoorzieningen zijn onder andere; gevelreclames, sandwichborden, vlaggen, bedrukte luifels, reclamezuilen, lichtmastreclame, abri’s en billboards. Reclamevoorzieningen zijn te beschouwen als een uitdrukking van de mentaliteit van een bepaalde tijd. In de Van Dale wordt de volgende definitie gegeven van reclame: Openbare aanprijzing om de afzet van goederen of diensten te bevorderen (...). Het hanteren van een dergelijke definitie is eigenlijk te eenzijdig. Een definitie waarbij er vanuit gegaan wordt dat reclamevoorzieningen uitsluitend aan economische activiteiten wordt gekoppeld is te beperkt. Immers ook bij instellingen die niet met een winstoogmerk in de letterlijke zin opereren bestaat een behoefte om zich via reclamevoorzieningen duidelijker te manifesteren. Ook een onderscheid tussen commerciële en ideële reclame blijkt in de praktijk niet goed toepasbaar in verband met strijdigheid met het recht op vrije meningsuiting. In deze nota reclamebeleid wordt daarom uitgegaan van het begrip; buitenreclame. In hoofdstuk 2 wordt dit nader toegelicht.
1
Uit: ‘Hallo ben ik in Beeld’, gemeentelijk beleid voor reclame in de openbare ruimte, Stichting Welstandszorg Noord-Holland, in samenwerking met DSL Rotterdam (feb. 2007).
4
(Interne) richtlijnen reclamevoorzieningen gemeente Rijswijk 2012-2013
2.
Vormen van reclamevoorzieningen en richtlijnen
In de openbare ruimte komen verschillende vormen van reclamevoorzieningen voor. In dit hoofdstuk worden de in het algemeen voorkomende vormen van reclamevoorzieningen nader toegelicht en van richtlijnen voorzien. Omdat de gemeente uit verschillende soorten gebieden bestaat, is het logisch dat niet voor elk gebied dezelfde uitgangspunten en richtlijnen gelden. 2.1. Doelstellingen richtlijnen Zoals hiervoor opgemerkt is de concentratie van en de wijze waarop gebruik gemaakt wordt van vormen van reclamevoorzieningen per gebied verschillend. Niet voor elk gebied gelden dezelfde richtlijnen. De hoofddoelstellingen van de richtlijnen voor reclamevoorzieningen worden hieronder samengevat weergegeven. Doelstellingen richtlijnen reclamevoorzieningen gemeente Rijswijk: • Eénduidige richtlijnen en uitgangspunten voor reclamevoorzieningen; • Kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte; • Voorkomen van (verdere) verrommeling van het straatbeeld; • Streven naar een juiste balans tussen het uiterlijk van de stad en het (economische) belang van reclamevoorzieningen.
2.2. Buitenreclame Voor buitenreclame wordt onderscheid gemaakt tussen reclamevoorzieningen aan of op (on)roerende zaken en reclamevoorzieningen op de rest c.q. overige zaken, op, aan, grenzend aan, boven de weg, in weilanden of langs sportterreinen. Onder buitenreclame wordt verstaan: Ieder opschrift, aankondiging en/of mededeling met een commercieel of niet-commercieel belang, zichtbaar op of vanaf de openbare weg, gericht op aandacht vragen voor producten of diensten.
5
(Interne) richtlijnen reclamevoorzieningen gemeente Rijswijk 2012-2013
2.2.1 Reclame aan (on)roerende zaken Onder deze categorie van buitenreclame vallen de volgende reclamevormen: • • • • •
Gevelreclame; Abri’s en Mupi’s; Lichtmastreclame; Reclame aan de binnenzijde van een ruit of rolluik, zichtbaar vanaf de openbare weg; Bedrijfsverzamelgebouwen.
2.2.1.1 Gevelreclame, lichtreclame en projectie Gevelreclame betreft in beginsel elke aanduiding van commerciële of niet-commerciële aard, in de vorm van een opschrift, aankondiging en/of mededeling al dan niet in combinatie met een bouwkundige uitbreiding of attentie-element.
Gevelreclame, Plaspoelpolder
Meerdere reclameGevelreclame winkelgebied. uitingen voor één gebouw (negatief effect op gevel) Hoornwijck.
Gevelreclame wordt vooral gebruikt voor het kenbaar maken van een gebouw (pand) van een bedrijf of instelling. In de meeste gevallen gaat het daarbij om winkels en horecabedrijven, maar ook om andere bedrijven, organisaties of culturele instellingen. In dit verband worden lichtreclames en (licht)projecties tegen een gevel ook als gevelreclame aangemerkt. Het uitgangspunt is dat ongewenste visuele neveneffecten (lichthinder) in de omgeving van de gevelreclame uitgesloten moeten worden. Bij de beoordeling van de vraag of sprake is van een ongewenst neveneffect van een (licht)projectie of lichtreclamevoorziening (verlichtingsinstallatie) worden de vigerende richtlijnen en aanbevelingen van de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV)2 als uitgangspunt gehanteerd.
2
In 1999 is door de NSVV de publicatie ‘Algemene richtlijnen voor lichthinder – Deel 1 Algemeen en Grenswaarden voor sportverlichting’ uitgegeven. Deze heeft geleid tot een aantal beleidsmaatregelen van de rijksoverheid op departementaal niveau. Hierna heeft de Commissie Lichthinder haar aandacht gericht op aspecten van lichthinder door terreinverlichting, reclameverlichting, de aanstraling van gebouwen, wegverlichting en kasverlichting. De mogelijke gehinderden staan centraal in de benaderingswijze van de commissie. De aanbevelingen zijn bedoeld voor ontwerpers van verlichtingsmiddelen en van verlichtingsinstallaties. Daarnaast zijn de ook bedoeld voor beheerders van de openbare ruimte, tot wier taak behoort het verlenen van vergunningen, het toetsen van plannen en installaties en het behandelen van klachten. De richtlijnen van de NSVV zijn opgenomen in een aantal delen. In Deel 4 zijn richtlijnen opgenomen voor het voorkomen van lichthinder door reclameverlichting. De in dit deel opgenomen richtlijnen maken onderdeel uit van de toetsing van lichtreclamevoorzieningen zoals omschreven in de nota reclamebeleid.
6
(Interne) richtlijnen reclamevoorzieningen gemeente Rijswijk 2012-2013
Gevelreclame is zichtbaar vanaf de openbare weg, en in, op, aan of rondom gebouwen. Het gaat om reclamevoorzieningen die door middel van enige constructie bevestigd zijn op of aan een bouwwerk en zijn bedoelt om ter plaatse te functioneren. Algemene richtlijnen voor gevelreclame: • • • • • • •
De reclamevoorziening is pandgebonden; De reclamevoorziening is zorgvuldig ontworpen, voldoen aan de actuele technische en constructieve eisen en is voorzien van duurzaam materiaal en wordt goed onderhouden; De reclamevoorziening is in grootte en positionering aangepast aan de schaal van het pand; De reclamevoorziening dient in maat, vorm, kleur, sfeer, plaats en omgeving rekening te houden met de stedenbouwkundige situatie en architectonische kwaliteit van het pand; De reclamevoorziening is zorgvuldig bevestigd; Lichtreclame onmiddellijk achter ramen of deuren, met uitstraling naar buiten, wordt als reclamevoorziening aangemerkt; Voor lichtreclame en projecties worden de aanbevelingen en grenswaarden zoals opgesteld door de NSVV in acht genomen, mede in het kader van de beoordeling van hinderkwesties en het voorkomen daarvan.
7
(Interne) richtlijnen reclamevoorzieningen gemeente Rijswijk 2012-2013
Voor gevelreclame is een registratie bijgehouden van het aantal vergunningen dat is verleend aan diverse exploitanten. Veel gevallen van gevelreclame vallen onder de reikwijdte van de welstandstoets, omdat voor de betreffende reclamevoorzieningen, vanwege hun aard en omvang, een aanvraag conform de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)3 moet worden ingediend. Richtlijnen gevelreclame per gebied: Gevelreclame in winkelgebieden: Het plaatsen van gevelreclames in winkelgebieden is in beginsel niet gemaximeerd, maar dienen geheel in overeenstemming te zijn met de algemene richtlijnen voor gevelreclame. Indien een bouwaanvraag vereist is dient de reclamevoorziening te voldoen aan alle criteria zoals geformuleerd in de welstandsnota (redelijke eisen van welstand) en overige wettelijke vereisten. De reclamevoorzieningen zijn onverlicht, van binnenuit verlicht of worden aangestraald (door zodanige plaatsing van armaturen dat het reclamebord of – object van bovenaf wordt aangestraald). Gevelreclame in woongebieden: Het plaatsen van gevelreclames in woongebieden is niet toegestaan. Uitzondering hierop zijn de reclamevoorzieningen aan gevels van buurtwinkels of ten behoeve van medische voorzieningen en vrije beroepen (apothekersposten en praktijken aan huis). Voor vrije-beroepen geldt dat de reclamevoorzieningen plat op de gevel (gevelplaat) - bij voorkeur naast de entree – geplaatst dienen te worden en onverlicht zijn. Alle vormen van lichtinstallaties, lichtreclame en projecties worden uitgesloten. Gevelreclame in kantoor- en bedrijvengebieden: Op bedrijventerreinen en kantoorlocaties wordt meerdere reclamevoorzieningen toegestaan. Op deze locaties is meer ruimte voor reclame. Ook voor deze locaties gelden echter de algemene richtlijnen voor gevelreclame. Voor bezoekers dient het gebied snel de nodige duidelijkheid en overzichtelijkheid te verschaffen. Dit vraagt om een heldere en zakelijke inrichting. Ook hierbij geldt dat reclamevoorzieningen pandgebonden zijn. Gevelreclame bij parken en sporttereinen: In parkgebieden is geen samenhang tussen reclamevoorzieningen en het gebied. In parkgebieden en verblijfsgebieden wordt in beginsel geen gevelreclame en andere vormen van reclamevoorzieningen toegestaan. Voor sportterreinen geldt dat gevelreclame alleen toegestaan is op clubhuizen met inachtneming van de algemene richtlijnen en indien van toepassing de welstandscriteria. Voor reclamevoorzieningen rondom sportvelden geldt als uitgangspunt dat deze alleen gericht moeten zijn op het sportterrein en de sportvelden.
3
De Wabo is per 1 oktober 2010 in werking getreden. De voormalige bouwvergunning op grond van de Woningwet is daarin geïncorporeerd. Als gevolg daarvan is de Woningwet grondig gewijzigd. Ook andere wetten, waaronder de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de Wet milieubeheer (Wmb) zijn als gevolg van de Wabo gewijzigd.
8
(Interne) richtlijnen reclamevoorzieningen gemeente Rijswijk 2012-2013
Tot slot in dit verband wordt opgemerkt dat voor alle vormen van reclamevoorzieningen die vallen onder de reikwijdte van de Wabo (vanwege hun aard en omvang), geldt dat deze worden getoetst aan de criteria van de vigerende Welstandsnota. Richtlijn toetstingskader welstand Voor alle vormen van (gevel)reclame die vallen onder de reikwijdte van de Wabo en welstandstoets geldt dat deze worden getoetst aan de criteria van de vigerende Welstandsnota en de redelijke eisen van welstand.
2.2.1.2 Abri’s en Mupi’s Een abri is een bushaltehokje voorzien van een verlichte tweezijdige vitrine met dubbelzijdige reclameposters. Een mupi is een permanent dubbelzijdig reclamebord in de openbare ruimte met verlichting. De term mupi is een afkorting van de franse term: ‘mobilier urbain à publicité illuminé’. Alle abri’s en mupi’s in de gemeente Rijswijk zijn geleverd en worden onderhouden door de firma JC Decaux. Hiervoor zijn tussen de gemeente en de firma overeenkomsten gesloten. De overeenkomst voor de abri’s loopt tot 2018. De overeenkomst voor de mupi’s loopt tot 2021. Het aantal abri’s bedraagt ca. 120 en het aantal mupi’s bedraagt ca. 50. Als tegenprestatie geldt dat de gemeente de beschikking heeft over een publiek zelfreinigend toilet in Oud Rijswijk en worden alle verlichte stadsplattegronden geleverd en eens per 5 jaar geactualiseerd. Op een aantal mupi’s staat het de gemeente vrij om eigen reclame in de non-profitsfeer te etaleren, bijvoorbeeld verkiezingsreclame of ten behoeve van een cultureel evenement. Tot slot worden ook de overkappingen van de bus- en tramhaltes en fietsenstalling op het Generaal Eisenhouwerplein onderhouden en in geval van schade hersteld. 2.2.1.3 Lichtmastreclame en reclamemasten (plaatsing op gemeentegrond) Lichtmastreclame wordt aangebracht aan lichtmasten langs de openbare weg. Vooral langs invalswegen komen de eerste reclamevoorzieningen voor. Behalve langs invalswegen komen een aantal lichtmastreclames ook voor op andere wegen binnen de stad, zoals de Sir Winston Churchilllaan.
De lichtmastreclames worden geplaatst door het Nederlands Publiciteitsbureau (NPB).
9
(Interne) richtlijnen reclamevoorzieningen gemeente Rijswijk 2012-2013
Tussen de gemeente en het NPB is een overeenkomst gesloten op basis waarvan de gemeente een jaarlijkse vergoeding ontvangt. De lichtmastreclames zijn op ca. 125 locaties in Rijswijk aangebracht. Daarnaast zijn er nog 15 stadsklokken waarop reclamevoorzieningen zijn geplaatst. Ook hiervoor wordt een jaarlijkse vergoeding door de gemeente ontvangen. Uitgangspunt is dat in vormgeving en uitstraling de lichtmastreclames geen negatieve uitstraling op de omgeving en openbare ruimte hebben. Vanuit verkeerstechnisch oogpunt wordt de beoogde locatie altijd getoetst aan verkeersveiligheid (bijvoorbeeld; de afstand van tot aan een kruising met verkeerslichten). Richtlijn lichtmastreclame: Uitgangspunt voor lichtmastreclames is dat voor het plaatsen van nieuwe lichtmastreclames langs doorgaande wegen een terughoudend beleid gevoerd wordt. Voor nieuwe gevallen dient in beginsel eerst een locatie langs de invalswegen gezocht te worden. Locaties aan doorgaande wegen zijn alleen bij hoge uitzondering toegestaan. Bijvoorbeeld voor het aanduiden van een locatie van een medische voorziening of apothekerspost.
De gemeente beschikt ook over specifieke locaties (Prinses Beatrixlaan en Vrijenbanselaan) waar grote reclamemasten geplaatst zijn. Daarvoor heeft de gemeente met het bedrijf Interbest BV voor de grond een huurovereenkomst gesloten en een opstalrecht gevestigd voor het plaatsen van de masten. Deze bestaande locaties worden aangehouden als vaste locaties voor dergelijke masten. De huursom is marktconform, waarbij geldt dat voor eventuele nieuwe locaties een marktconforme retributie wordt overeengekomen, conform de uitgangspunten van het grondbeleid van de gemeente Rijswijk.
Interbest reclamemast
Deze vorm van reclame wordt ingeval van nieuwe verzoeken uiteraard aan nadere toetsing aan overige beleidsvelden – waaronder grondbeleid en ruimtelijke ordening – en besluitvorming onderhevig gesteld.
10
(Interne) richtlijnen reclamevoorzieningen gemeente Rijswijk 2012-2013
2.2.1.4
Reclame aan de binnenzijde van een ruit of rolluik, zichtbaar vanaf de openbare weg (beplakken ramen) Het komt geregeld voor dat ramen en rolluiken van ondernemingen aan de binnenzijde worden beplakt of zelfs geheel geblindeerd worden. Dit is geen wenselijke situatie voor het aangezicht van de betreffende panden en voor de openbare ruimte. De kwaliteit van de panden en daarmee van de openbare ruimte wordt door het beplakken naar beneden gehaald. De gemeente Rijswijk hanteert hierbij een terughoudend beleid. Deze vorm van reclame wordt uitsluitend in winkelgebieden (In de Bogaard, Oud-Rijswijk) toegestaan (bijvoorbeeld om een periode van uitverkoop of aanbiedingen tijdens feestdagen onder de aandacht te brengen). Mede uit het oogpunt van transparantie en veiligheid in de fysieke leefomgeving wordt het dichtplakken van ramen, waarbij geen sprake is van een reclamevoorziening niet toegestaan. De gemeente hanteert als norm dat voor het beplakken c.q. blinderen van ramen ten behoeve van reclamevoorzieningen maximaal 50% van het totale raamoppervlak kan worden beplakt/geblindeerd, zichtbaar vanaf de openbare weg. De ruimte op zichthoogte c.q. ooghoogte moet vrij blijven van beplakking. Een winkelruit kan dan bijvoorbeeld voor 25% aan de bovenzijde en 25% aan de onderzijde beplakt worden, mits het middenstuk transparant en vrij van beplakking wordt gehouden. Andere onderverdelingen zijn uiteraard mogelijk, mits de zichtruimte voldoende vrij blijft van beplakking/blindering.
creatieve verdeling over het raamoppervlak, voldoende transparantie.
11
(Interne) richtlijnen reclamevoorzieningen gemeente Rijswijk 2012-2013
Beplakking op ramen of andere uitingen geplaatst achter ramen van winkels en in etalages worden als reclamevoorziening beoordeeld. Daarbij kan sprake zijn van excessen, waarop de excessenregeling van toepassing kan zijn (zie voor excessenregeling van hoofdstuk 3). Richtlijn beplakken ruiten e.d.: Alleen pandgebonden is het beplakken van de binnenzijde van ruiten of rolluiken, permanent of tijdelijk toegestaan tot maximaal 50% van het totale raamoppervlak, zichtbaar vanaf de openbare weg. De vorm en wijze waarop dat gebeurt dient in overeenstemming te zijn met de aard van de omgeving en dient geen negatieve invloed te hebben op de uitstraling van het betreffende pand. Deze vorm van reclame wordt uitsluitend toegestaan bij winkelpanden. Uitgangspunt is dat de zichtruimte c.q. ruimte op ooghoogte vrij dient te blijven van beplakking/blindering. Elke onderverdeling dient aan dit criterium te voldoen. De excessenregeling kan in voorkomende gevallen van toepassing zijn.
2.2.1.5 Bedrijfs(verzamel)gebouwen Bij bedrijfsverzamelgebouwen – en overdekte winkelcentra – geldt als uitgangspunt dat bij voorkeur het gebouw met één reclamevoorziening/reclamevoorziening wordt gekenmerkt/onderscheiden. Bijvoorbeeld de naam van het gebouw of de naam van de hoofdgebruiker/hoofdhuurder. De reclamevoorziening wordt bij voorkeur op de gevel van het gebouw geplaatst en wordt altijd voorafgaande aan de plaatsing ervan ter toetsing voorgelegd aan de Welstandscommissie. Dit geldt ook indien de reclamevoorziening op het dak van het gebouw wordt geplaatst. Bij deze laatstgenoemde mogelijkheid geldt in beginsel een terughoudend beleid. Voor bedrijventerreinen geldt hiervoor een minder terughoudend beleid. In elk geval geldt voor ieder nieuwe reclamevoorziening aan of op het dak van een gebouw dat getoetst wordt aan de Welstandsnota.
reclamevoorziening, dakconstructie.
bedrijfs/kantoorverzamelgebouw, vrijstaande zuil.
De (overige) eindgebruikers van het gebouw worden bij de entree van het gebouw aangeduid op een vrijstaande zuil of op een gevelplaat en dienen qua aard en omvang ondergeschikt te zijn aan het totale gevelbeeld bij de entree. Richtlijn reclame voor bedrijfsverzamelgebouwen: Het gebouw wordt bij voorkeur met één reclamevoorziening gekenmerkt en wordt bij voorkeur aan de gevel van het gebouw geplaatst. De gemeente hanteert een terughoudend beleid indien dergelijke vormen van reclame op het dak van het gebouw worden geplaatst. In beide gevallen (aan de gevel of op het dak) worden de reclamevoorzieningen ter toetsing voorgelegd aan de Welstandscommissie.
12
(Interne) richtlijnen reclamevoorzieningen gemeente Rijswijk 2012-2013
2.2.2 Reclame op, aan of boven de weg Onder deze categorie vallen de volgende vormen van reclamevoorzieningen en hebben in beginsel een tijdelijk karakter: • • • • • • •
Twee- of drievlaksborden; Bouwborden of Billboards; Sandwichborden; Vlaggen en baniers; Reclamezuilen; Verwijsborden; Losse vormen van reclame; uitstallingen.
2.2.2.1 Twee- of drievlaksborden De gemeente Rijswijk heeft met een tweetal private partijen een overeenkomst gesloten voor het plaatsen en exploitabele van een vast aantal twee- en drievlaksborden. Dit zijn reclamevoorzieningen die in de regel om lantaarnpalen worden gemonteerd. Deze reclamevorm is eenduidig in constructie en vorm en is zeer praktisch in gebruik en is niet onder invloed van weersomstandigheden. De overeenkomsten worden jaarlijks opnieuw aangegaan. Richtlijn twee- of drievlaksborden: Voor de plaatsing van twee- en drievlaksborden heeft de gemeente overeenkomsten met een tweetal bedrijven gesloten. In beginsel geldt als uitgangspunt dat deze vormen van reclame langs doorgaande wegen buiten het centrum worden geplaatst, danwel langs een aantal doorgaande wegen binnen het centrum. In winkel- en woongebieden wordt deze vorm in beginsel vermeden ter voorkoming van overlast en hinder voor het voetgangersverkeer. Voor bedrijventerreinen geldt hieromtrent een minder terughoudend beleid.
2.2.2.2 Bouwborden of billboards Hieronder wordt in het bijzonder verstaan de grootschalige borden waarop melding wordt gemaakt van bijvoorbeeld de start van een (nieuw)bouwproject of de verkoop van woningen, de uitvoering van een openbaar werk of de mogelijkheid om kantoorruimtes of woningen te huren. Hoewel bouwborden of billboards in de regel tijdelijk van aard zijn, blijven deze wel langdurig op de betreffende locatie aanwezig. Dit geeft vaak een ongewenste en belemmerende uitstraling op de openbare ruimte. De aard en omvang van de reclamevoorziening is echter vaak zodanig dat daarvoor een omgevingsvergunning moet worden aangevraagd. Indien daartoe aanleiding bestaat, bijvoorbeeld doordat een project langdurig stilligt of niet aangevangen is zal de betreffende exploitant door de gemeente verzocht worden om aan te geven in hoeverre de reclamevoorziening (nog) noodzakelijk is. Aan de omgevingsvergunning kunnen ook nadere voorwaarden worden verbonden.
13
(Interne) richtlijnen reclamevoorzieningen gemeente Rijswijk 2012-2013
Bij de toetsing wordt rekening gehouden met de locatie van de betreffende reclamevoorziening. Voor woongebieden geldt een terughoudend beleid. De aard van de betreffende activiteit dient met zich mee te brengen dat het plaatsen van een billboard of bouwbord echt noodzakelijk is. Aan de duur kunnen nadere voorwaarden worden verbonden.
Richtlijn bouwborden en billboards: De aard en omvang van deze reclamevoorzieningen zijn vaak omgevingsvergunningplichtig. Indien daartoe aanleiding bestaat kan de gemeente de exploitant verzoeken om aantoonbaar te maken dat de betreffende voorziening (nog) noodzakelijk is. Aan de duur kunnen nadere voorwaarden verbonden worden.
2.2.2.3 Sandwichborden Een andere vorm van tijdelijke reclame is het sandwichbord. Uitgangspunt is dat deze vorm van reclame alleen bedoeld is voor niet-commerciële evenementen. Echter, het komt geregeld voor dat deze borden ook voor commerciële doeleinden worden ingezet. Deze borden zijn over het algemeen vervaardigd van zacht hardboardmateriaal en zijn daardoor erg gevoelig voor weersinvloeden. Hierdoor ontstaat een povere aanblik (na regenval bijvoorbeeld). De borden worden vaak niet of niet allemaal weggehaald. Dit veroorzaakt overlast en vervuiling van de openbare ruimte.
sandwichbord (hardboard)
In winkelgebieden dient het aantal borden beperkt te worden en dient concentratie van het aantal borden voorkomen te worden. Een aanvaardbare verdeling over de betreffende gebieden is daarbij uitgangspunt. Deze vorm van reclame wordt bijvoorbeeld veelvuldig ingezet in tijden van politieke verkiezingen. Het streven is erop gericht om het aantal drievlaksborden uit te breiden. (zie hiervoor paragraaf 2.2.2.1). Dit zal leiden tot een kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte. Het aantal sandwichborden zal tegelijkertijd worden teruggedrongen.
Richtlijn sandwichborden: Het plaatsen van sandwichborden geldt alleen voor niet-commerciële doeleinden. In winkelgebieden dient het aantal borden beperkt te worden en wordt concentratie van het aantal niet toegestaan. Een aanvaardbare verdeling over de betreffende gebieden is daarbij uitgangspunt. De gemeente zal het aantal twee- of drievlaksborden uitbreiden en het aantal sandwichborden beperken. Hierdoor zal een minder vertroebeld straatbeeld ontstaan en bijdragen aan de beoogde kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte.
14
(Interne) richtlijnen reclamevoorzieningen gemeente Rijswijk 2012-2013
2.2.2.4 Vlaggen en baniers Het gaat hier om stofachtige materialen, loodrecht of langs de gevel opgehangen. Baniers zijn vlaggen waarvan de hoogte groter is dan de lengte. Het aantal vlaggen is de afgelopen jaren toegenomen en heeft aan populariteit gewonnen bij bedrijven voor commerciële doeleinden. Echter, vlaggen en baniers zorgen over het algemeen voor een onrustig straatbeeld. Het streven is erop gericht om vlaggen en baniers die louter voor commerciële doeleinden gehanteerd worden uit het straatbeeld te laten verdwijnen. Dit geldt vooral voor de winkelgebieden. Indien specifieke voorzieningen, bijvoorbeeld in de vorm van vlaggenmastputten, beschikbaar zijn, dan zijn deze in beginsel gereserveerd ten behoeve van kortdurende ideële of culturele reclame voor bijzondere gelegenheden. Ook voor spandoeken geldt dat deze alleen worden toegelaten indien plaatsing daarvan noodzakelijk is om de aandacht te vestigen op dergelijke gelegenheden of maatschappelijk doel.
vlaggen in winkelgebied voor handelsreclame (onrustig straatbeeld)
Voor bedrijventerreinen geldt een minder terughoudend beleid. Het hanteren van vlaggen en baniers moet evenwel per bedrijf beperkt blijven en dient in beginsel alleen aan de gevel geplaatst te worden. Eenduidigheid in verschijningsvorm is daarbij uitgangspunt. Een veelheid aan kleur en diversiteit in maatvoering is niet toegestaan. De verschijningsvorm en inhoud moet wel direct zichtbaar verband houden met het betreffende bedrijf. Bijvoorbeeld door het hanteren van het bedrijfslogo en huisstijl. Richtlijn vlaggen en baniers: Vlaggen en baniers zijn toegestaan indien daarvoor specifieke voorzieningen aanwezig zijn. Hierbij geldt als uitgangspunt dat vlaggen en baniers alleen voor specifieke gelegenheden en maatschappelijk doeleinden toegestaan zijn. In winkelgebieden hanteert de gemeente een terughoudend beleid. Voor bedrijventerreinen geldt een minder terughoudend beleid. De verschijningsvorm en inhoud moet wel direct zichtbaar verband houden met het betreffende bedrijf. In beginsel alleen toegestaan aan gevels.
15
(Interne) richtlijnen reclamevoorzieningen gemeente Rijswijk 2012-2013
2.2.2.5 Reclamezuilen In enkele omliggende gemeenten, waaronder Delft, is ruimte gemaakt voor het plaatsen van zuilen met roterende reclamevoorzieningen. Ook de gemeente Rijswijk heeft voor een aantal van dergelijke reclamezuilen een bouw- c.q. omgevingsvergunning verleend en met de exploitant een overeenkomst gesloten (JC Decaux).
reclamezuil JC Decaux.
De inkomsten die hieruit voortvloeien kunnen worden ingezet ten behoeve van het beheer en kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte. De gemeente hanteert als uitgangspunt dat dergelijke reclamezuilen bij voorkeur alleen geplaatst kunnen worden langs gebiedsontsluitingswegen en de invalswegen naar het stedelijk gebied. 2.2.2.6 Verwijsborden Voor een aantal organisaties en bedrijven zijn in de gemeente verwijsborden geplaatst. Deze verwijsborden zijn daar waar dit vereist was vergund via de oude APV-regeling en in alle gevallen beoordeeld door de Welstands- en Monumentencommissie. De gemeente hanteert een terughoudend beleid ten aanzien van verwijsborden en dienen altijd te worden beoordeeld door de Welstands- en Monumentencommissie. In beginsel worden verwijsborden alleen toegestaan voor bedrijven en instellingen met een sociaal of sociaal-maatschappelijk doel, bijvoorbeeld voor medische instellingen (ziekenhuizen en klinieken), brandweerkazerne, zwembaden, hotels en evenementenhallen.
verwijzing, specifieke doeleinden
2.2.2.7 Losse vormen van reclamevoorzieningen; uitstallingen winkelgebieden Vooral in winkelstraten worden voor de winkelpanden diverse losse reclamevoorzieningen geplaatst. Ook zijn verspreid over de stad vormen van verwijzingen aangebracht. De gemeente Rijswijk voert hieromtrent een terughoudend beleid. Het plaatsen van losse reclamevoorzieningen geeft een onrustig en vervuild straatbeeld.
16
(Interne) richtlijnen reclamevoorzieningen gemeente Rijswijk 2012-2013
In winkelgebieden leidt dit tot overlast en onveilige situaties voor het publiek. Een vermindering van de losse vormen van reclamevoorzieningen zal bijdragen aan de gemeentelijke doelstelling voor een kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte. Voor losse vormen van uitstallingen en vormen van reclamevoorzieningen is een separate nota vastgesteld (Uitstallingenbeleid). Met zowel de uitgangspunten en richtlijnen van het uitstallingenbeleid als met de richtlijnen voor reclamevoorzieningen dient integraal rekening te worden gehouden bij de toetsing van vormen van uitstallingen, waarbij ook reclamevoorzieningen worden geplaatst.
uitstallingen, reclameborden in het winkelgebied
2.3. Huisstijlreclame Huisstijlreclame wordt onder andere toegepast bij benzinestations, winkelketens en reclame op kiosken. Het is een reclamestijl die door ondernemingen in nagenoeg alle practiviteiten wordt gehanteerd om de herkenbaarheid te vergroten. In gebieden als Oud Rijswijk zijn huisstijlreclames minder makkelijk te integreren zonder het eigen karakter van de ruimtelijke omgeving ter plaatse aan te tasten. Het beleid is erop gericht om bij huisstijlreclame aan de kwaliteit van de aanwezige architectuur en de omgeving prioriteit te geven. Voor het gebied Oud Rijswijk geldt dat in het bijzonder.
reclame, aanbiedingen in huisstijl bij benzinepomp (spandoeken dicht op elkaar geven rommelige aanblik).
huisstijl in winkelgebied in de Bogaard. In het gevelbeeld opgenomen geeft rustig en opgeruimde aanblik.
huisstijl in Oud Rijswijk rekening houdend met de historische architectuur van het pand.
In overleg met de betrokken ondernemer dient gestreefd te worden naar een architectonisch concept dat inpasbaar is. Richtlijn huisstijlreclame: Bij huisstijlreclame wordt aan de kwaliteit van de aanwezige architectuur en de omgeving prioriteit gegeven. In overleg met de betrokken ondernemer wordt gestreefd naar een architectonisch concept dat inpasbaar is.
17
(Interne) richtlijnen reclamevoorzieningen gemeente Rijswijk 2012-2013
2.4. Affichering (wildplakken) op verkeersregelkasten en kunstwerken Illegaal plakken op verkeersregelkasten en kunstwerken komt veel voor. Handhaving hiervan is een lastige opgave. Dit brengt jaarlijks kosten met zich mee voor de verwijdering van de aangebrachte uitingen. Uitgangspunt hierbij is om deze kosten te verhalen op de organisatoren van de onderwerpen c.q. activiteiten waarvoor door middel van affichering reclame wordt gemaakt. 2.5. Tijdelijke vormen van reclame Er zijn vele vormen van tijdelijke vormen van reclamevoorzieningen denkbaar. Hieronder worden de volgende vormen toegelicht: • • •
Reclamevoorzieningen voor een bepaalde periode van feestdagen of evenement; Te koop en te huur-aanduidingen Reclamevoorzieningen van culturele instellingen.
2.5.1 Reclame voor een bepaalde periode van feestdagen of evenement Reclamevoorzieningen die voor een korte periode worden aangebracht worden beschouwd als tijdelijke reclame. Voorbeelden zijn reclamevoorzieningen die een duidelijke relatie hebben met een periode van uitverkoop of dienen ter gelegenheid van feestdagen of een evenement (Sinterklaas of Kerstperiode). Omdat deze vormen van reclame zeer tijdelijk zijn hanteert de gemeente een minder terughoudend beleid. Echter, ook hierbij geldt dat de excessenregeling – mede uit het oogpunt van (verkeers)veiligheid – van toepassing verklaard kan worden. 2.5.2 Te koop, huur-aanduidingen en commerciële doeleinden Borden die aangeven dat een pand of een woning te koop of te huur staat worden aangemerkt als reclamevoorziening. Hierbij worden ook constructies gehanteerd waarvoor een omgevingsvergunning moet worden aangevraagd (frameconstructie met spandoek). Deze vormen worden in beginsel altijd beoordeeld door de Welstands- en Monumentencommissie. De invloed van dergelijke reclameborden op de omgeving en de ruimtelijke kwaliteit is echter groot.
18
(Interne) richtlijnen reclamevoorzieningen gemeente Rijswijk 2012-2013
In een straat kan al snel sprake zijn van overdaad. Er gelden in dit verband de volgende richtlijnen: • • • • • • •
Per pand of woning is slechts 1 aankondiging toegestaan; Een te koop of te huur aankondiging bij een woning heeft een oppervlakte van maximaal 0,5 vierkante meter; Een te koop of te huur aankondiging bij een kantoor of bedrijfsgebouw bevindt zich plat op de gevel; Een te koop of te huur aankondiging bij een kantoor of bedrijfsgebouw heeft een oppervlakte die maximaal 5% van de oppervlakte van de gevel bedraagt, met een maximum van 20 vierkante meter; Te koop of te huurborden bevinden zich niet langer aan of bij een gebouw dan dat zij feitelijk betekenis hebben; Te koop of te huurborden beschadigen een gebouw niet onherstelbaar; Te koop of te huurborden mogen geen verstoring van de gevelaanblik tot gevolg hebben (bijvoorbeeld door een verkeerde constructie of loszittende delen).
Vanwege de toegenomen leegstand van kantoren in de Plaspoelpolder wordt deze vorm van reclame veelvuldig toegepast voor het aanprijzen van het aantal te huur aangeboden vierkante meters. Daarbij worden constructies gehanteerd waarvoor in beginsel een omgevingsvergunning benodigd is (het betreft dan reclamevoorzieningen die qua constructie en omvang omgevingsvergunningplichtig zijn). De hiervoor genoemde criteria gelden eveneens. Voor het bedrijventerrein geldt een minder terughoudend beleid dan in bijvoorbeeld winkel- en woongebied. Echter, vanwege de hoge concentratie van toegepaste constructieve (tijdelijke) reclamevoorzieningen voor kantoor en bedrijfsgebouwen wordt wel kritisch gekeken naar de uitstraling op de omgeving. Ook hierbij geldt dat de excessenregeling van toepassing kan zijn, voor gevallen die niet aan deze richtlijnen voldoen.
te koopaanduiding, in woongebied, twee aanduidingen voor één appartement (één bord is voldoende).
op bedrijventerrein (te)veel aanduidingen voor één pand.
aanduiding aan de binnenzijde (negatieve uitstraling door gebrekkige montage).
2.5.3 Reclamevoorzieningen van culturele instellingen Aankondigingen voor tijdelijke tentoonstellingen of voorstellingen aan een museum of theater worden eveneens aangemerkt als reclamevoorzieningen. Ook hierbij geldt dat deze van tijdelijke aard zijn en dus een wat minder terughoudend beleid geldt, maar dat in voorkomende gevallen wel via de excessenregeling kan worden opgetreden kan worden als sprake is van strijdigheid met de redelijke eisen van welstand.
19
(Interne) richtlijnen reclamevoorzieningen gemeente Rijswijk 2012-2013
2.6. Bijzondere en nieuwe vormen van reclamevoorzieningen Er zijn nog vele andere vormen van reclamevoorzieningen mogelijk dan die genoemd in deze nota. Ook zullen nog nieuwe vormen van reclamevoorzieningen geproduceerd en ontwikkeld gaan worden. Een aantal bijzondere vormen worden hieronder toegelicht. 2.6.1 Spandoeken Uitgangspunt is dat terughoudend moet worden omgegaan met de plaatsing van spandoeken. Voor specifieke periodes of bepaalde evenementen worden spandoeken of vlaggen opgehangen of om aandacht te vestigen op een maatschappelijk doel (waaronder preventie-acties van de politie of verkiezingen) of gebiedskenmerk (winkelgebied Oud Rijswijk). Soms gaat een dergelijke maatschappelijke boodschap vergezeld van een reclamevoorziening. De gemeente hanteert als richtlijn dat spandoeken die geheel of gedeeltelijk gericht zijn op het maken van handelsreclame niet worden toegestaan.
spandoek, maatschappelijk doel (gebiedsaanduiding).
spandoek, commercieel (handelsreclame).
2.6.2 Reclame op voertuigen Het voeren van handelsreclame op of aan een geparkeerde voertuig wordt niet toegestaan. De gemeente acht dergelijke vormen van reclamevoorzieningen niet wenselijk, mede ter bescherming tegen hoge parkeerdruk, maar ook ter bescherming van de welstand in de fysieke leefomgeving. Het betreft in dit geval voertuigen die uitsluitend gebruikt worden voor het voeren van handelsreclame. 2.6.3 Overige bijzondere vormen Er zijn vormen van reclamevoorzieningen waarin de richtlijnen niet voorzien. Deze vormen van reclamevoorzieningen dienen vanwege hun specifieke aard, vorm en inhoud van geval tot geval beoordeeld te worden door de Welstandscommissie. In dit verband betreft het bijvoorbeeld reclamevoorzieningen in de vorm van lichtreclame, tijdelijke reclame op bouwschuttingen en steigers (steigerdoeken) en muurbeschilderingen. Ook hierbij geldt dat via de excessenregeling opgetreden kan worden tegen dergelijke vormen van reclamevoorzieningen die in strijd worden geacht met de redelijke eisen van welstand.
20
(Interne) richtlijnen reclamevoorzieningen gemeente Rijswijk 2012-2013
2.6.4 Nieuwe vormen van reclamevoorzieningen De reclamewereld blijft in beweging. Er zullen in de toekomst wellicht nieuwe vormen reclamevoorzieningen worden gerealiseerd. Voor deze thans niet voorziene vormen van reclamevoorzieningen hanteert de gemeente als uitgangspunt dat deze in beginsel dienen te worden beoordeeld door de Welstands- en Monumentencommissie in het kader van de ruimtelijke inpasbaarheid en wenselijkheid ervan, ongeacht de vraag of voor dergelijke vormen van reclamevoorzieningen een omgevingsvergunning benodigd is. 2.7. Ontoelaatbare reclame en lichtreclame bij een woonwijk De richtlijnen voor reclamevoorzieningen hebben tot doel bij te dragen aan een kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte. Het tegengaan van (verdere) wildgroei aan diverse vormen van reclamevoorzieningen is daarbij uitgangspunt. Dit betekent dat ook uitgangspunten voor ontoelaatbare reclame geformuleerd kunnen worden. Richtlijnen ontoelaatbare reclame: • Reclame die geen verband houdt met de activiteiten in het betreffende pand; • Reclamebakken buiten de bouwmassa (silhouet) van het gebouw op daken en in goten; • Merkreclames voor meer dan één symbool; • Vormen van reclamevoorzieningen die het uitzicht vanuit de aangrenzende gebouwen belemmert; • Mechanisch bewegende reclame; • Lichtkranten of lichtreclame met veranderd licht of met knipperend licht; • Daglichtreflecterende reclame; • Reclame die niet loodrecht of niet vlak tegen de gevel is geplaatst, maar bijvoorbeeld schuin op de gevel; • Lichtstrengen om een reclameobject of de contouren van een gebouw te benadrukken; • Reclamevoorzieningen in welke vorm dan ook die op of aan bomen c.q. natuurlijke objecten worden geplaatst; • Reclame die groter is dan voor een goede leesbaarheid nodig is. Richtlijn lichtreclame bij woonwijk: Voor reclame in of bij een woonwijk geldt als uitgangspunt dat: • Voor reclamevoorzieningen die grenzen aan de bestaande woonomgeving per geval kan worden bepaald dat tussen 22.00 uur en 07.00 uur de verlichting in de reclamevoorziening uitgeschakeld is; • Lichtreclame bij winkels en bedrijven waarboven zich woningen bevinden mag geen licht via de bovenzijde van de reclamevoorziening uitstalen.
21
(Interne) richtlijnen reclamevoorzieningen gemeente Rijswijk 2012-2013
3.
Juridisch kader, excessenregeling en overgangsregeling
De richtlijnen voor reclamevoorzieningen dienen beschouwd te worden tegen een breed juridisch kader van wet- en regelgeving. Hieronder wordt het juridisch kader nader opgesomd en toegelicht. Voorts wordt in dit hoofdstuk de excessenregeling beschreven. 3.1. Juridisch kader Het juridisch kader voor het reclamebeleid wordt gevormd door een breed scala aan weten regelgeving. In dit verband wordt opgemerkt dat de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht4, de Wabo, veel veranderingen voor vele wetten tot gevolg heeft gehad. De Wabo bevat namelijk regels voor de omgevingsvergunning en de bestuurlijke handhaving van een groot aantal regelingen op het gebied van de fysieke leefomgeving. De Wabo integreert een groot aantal (circa 25) vergunningen, ontheffingen en meldingen (toestemmingen) tot één omgevingsvergunning. Hierdoor zijn vele wetten herzien en zijn delen van die wetten deels opgenomen in de Wabo. Tevens is het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken komen te vervallen. Een deel van de ‘oude’ categorie licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken is ondergebracht in de categorie ‘omgevingsvergunningvrije’ bouwwerken in de Wabo. Voor het reclamebeleid geldt in ieder geval het volgende juridisch kader dat gevormd wordt door: • De Grondwet; artikel 7 lid 1 en lid 4; • De Wabo; • De Woningwet; artikel 2, 8, 12 en 12 a Woningwet5; • Het Bouwbesluit en Bouwverordening; • De gemeentelijke Welstandsnota; • De Algemene plaatselijke verordening; artikel 4.15; • De bestemmingsplannen; • De Wet milieubeheer; • De Monumentenwet en monumentenverordening6.
4
De Wabo is per 1 oktober 2010 van kracht. Het gehele vergunningstelsel (hoofdstuk IV) is uit de Woningwet komen te vervallen en deels opgenomen in de Wabo. Ten aanzien van de handhaving wordt in artikel 92 van de Woningwet hoofdstuk 5 van de Wabo van toepassing verklaard op de voorschriften uit de hoofdstukken I tot en met III van de Woningwet. In dit deel blijven de voorschriften over die een grondslag geven voor het Bouwbesluit, de bouwverordening en het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken, alsmede de Welstandsnota. 6 Het vergunningenstelsel van de Monumentenwet is ondergebracht in de Wabo. Voor de volledigheid is de Monumentenwet nog aan de opsomming voor het reclamebeleid toegevoegd. Echter, voor het aanbrengen van (gevel)reclame aan een monument zal dus thans een omgevingsvergunning moeten worden aangevraagd. 5
22
(Interne) richtlijnen reclamevoorzieningen gemeente Rijswijk 2012-2013
3.2. Excessenregeling en handhaving De (interne) richtlijnen voor reclamevoorzieningen gemeente Rijswijk dienen als integraal onderdeel te worden aangemerkt van de toetsingsgrondslagen die de Welstandscommissie hanteert bij de toetsing van separate bouwaanvragen. Vormen van reclamevoorzieningen die vallen onder de reikwijdte van de Wabo en zodoende ‘omgevingsvergunningplichtig’ zijn, worden in beginsel getoetst aan de geldende welstandscriteria zoals opgenomen in de Welstandsnota. Het handhavingsbeleid is dan ook gericht op de toetsing aan de voorschriften en voorwaarden van de betreffende omgevingsvergunning. Bij gebleken afwijking of strijdigheid met de omgevingsvergunning zal bestuursrechtelijke handhaving volgen. Voor nieuwe reclamevoorzieningen die niet vallen onder de reikwijdte van de Wabo geldt dat de Welstandscommissie beschikbaar is voor overleg met initiatiefnemers om zodoende in gezamenlijk overleg de voorgenomen reclamevoorziening in overeenstemming te brengen met de richtlijnen. Voor omgevingsvergunningvrije reclamevoorzieningen die niet onder de reikwijdte van de Wabo vallen wordt als uitgangspunt gehanteerd dat deze reclamevoorzieningen geheel in overeenstemming dienen te zijn met de richtlijnen voor reclamevoorzieningen van de gemeente Rijswijk. Daarbij geldt dat deze vormen van reclamevoorzieningen bij voorkeur voorafgaande aan de plaatsing ervan ter toetsing dienen te worden voorgelegd aan de Welstandscommissie. Via de website van de gemeente Rijswijk worden de richtlijnen zoveel mogelijk via voorbeelden en vragen en antwoorden toegelicht ten behoeve van initiatiefnemers voor het plaatsen van reclamevoorzieningen. Wanneer echter een dergelijke reclamevoorziening niet vooraf ter toetsing aan de Welstandscommissie is voorgelegd en geconstateerd wordt dat de reclamevoorziening in ernstige mate in strijd is met de redelijke eisen van welstand – en dus sprake is van een exces –, zal in dergelijke gevallen alsnog tot handhaving kunnen worden besloten (repressief optreden)7. In de hierna omschreven excessenregeling is beschreven wanneer sprake is van een exces. Voor excessen geldt dat dit ook voor niet-deskundigen kenbaar is dat de situatie een buitensporig karakter heeft ten opzichte van overige omgevingsfactoren. Uitgangspunt is hierbij de geldende excessenregeling van de Welstandsnota8. Ook tegen een omgevingsvergunningvrije reclamevoorziening die in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand of tegen een reclamevoorziening die niet gezien wordt als bouwen, bijvoorbeeld het beplakken van (winkel)ruiten en die het uiterlijk van een bestaand bouwwerk dusdanig wijzigt dat dit uiterlijk in ernstige mate in strijd is met de redelijke eisen van welstand, zal de gemeente repressief kunnen optreden. Echter, in deze gevallen is het uitgangspunt erop gericht dat in overleg met de betreffende initiatiefnemer de situatie wordt aangepast. 7
8
Artikel 12 lid 1 sub a en b van de Woningwet bepalen dat het uiterlijk van: a. een bestaand bouwwerk, met uitzondering van een bouwwerk, niet zijnde een seizoensgebonden bouwwerk, waarvoor in de omgevingsvergunning is bepaald dat dit slechts voor een bepaalde periode in stand mag worden gehouden; b. een te bouwen bouwwerk voor het bouwen waarvan op grond van artikel 2.1, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht geen omgevingsvergunning is vereist, mag niet in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand, beoordeeld naar de criteria, bedoeld in artikel 12a, eerste lid, onderdeel b. Hoofdstuk 10 van de Welstandsnota, Welstandscriteria bij excessen.
23
(Interne) richtlijnen reclamevoorzieningen gemeente Rijswijk 2012-2013
Bestuursrechtelijke handhaving vormt daarbij een stok achter de deur. In eerste instantie is het streven gericht op actieve begeleiding om de betreffende ondernemer aan te sporen om een passende reclamevoorziening te hanteren, geheel in overeenstemming met de redelijke eisen van welstand en de richtlijnen voor reclamevoorzieningen. Van een exces is in ieder geval sprake indien: • • • •
Een ernstige aantasting van de architectonische kenmerken van een bouwwerk of de omgeving is ontstaan, door de grootte, omvang en positionering van de reclamevoorziening; Kwalitatief zeer laagwaardige of armoedige materialen zijn gehanteerd; Zeer felle of sterk contrasterende kleuren zijn gehanteerd die de architectuur van een bouwwerk of zijn omgeving in ernstige mate aantasten; Een reclamevoorziening ernstig verwaarloosd of beschadigd is of leidt tot ernstige verwaarlozing van het bouwwerk waarop of waaraan het is aangebracht.
3.3. Overgangsregeling Alle aanvragen van constructieve aard die vallen onder de reikwijdte van de Wabo worden getoetst aan de richtlijnen voor reclamevoorzieningen. Voor reclamevoorzieningen die niet vallen onder de reikwijdte van de Wabo, dienen zoveel mogelijk voorafgaande aan plaatsing ervan in beginsel ter toetsing te worden voorgelegd aan de Welstandscommissie om eventuele excessen te voorkomen. Voor bestaande situaties die in het verleden vergund zijn via de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en die niet geheel voldoen aan de richtlijnen voor reclamevoorzieningen vallen onder het overgangsrecht. Dit betekent dat deze reclamevoorzieningen, tenzij deze reclamevoorzieningen in afmeting, uitstraling of vorm gewijzigd worden, ter plaatse mogen blijven. Zodra deze worden vervangen, geldt als uitgangspunt dat de nieuwe reclamevoorziening in overeenstemming wordt gebracht met de uitgangspunten en doelstellingen van de richtlijnen voor reclamevoorzieningen.
24
(Interne) richtlijnen reclamevoorzieningen gemeente Rijswijk 2012-2013
Bijlage:
Gebiedsindeling en matrix
Toelichting: Op de kaart is voor de onderverdeling van het grondgebied van de gemeente Rijswijk de gebiedsindeling uit de Welstandsnota gehanteerd. In de bijbehorende matrix is per gebied aangeduid welke reclamevoorzieningen toegestaan zijn. a. Kaart gebiedsindeling richtlijnen reclamevoorzieningen
25
(Interne) richtlijnen reclamevoorzieningen gemeente Rijswijk 2012-2013
b. Matrix reclamevoorzieningen per gebied Reclamevoorziening Gevelreclame, lichtreclame en projectie Abri’s, Mupi’s Lichtreclame en reclamemasten
Woongebied
Winkelgebied
Bedrijventerrein
Buitengebied (weiland en sportvelden) Ja
Nee
Ja
Ja
Nee Nee
Ja Ja
Ja Ja
Ja Nee
Nee
Nee
Ja
Nee
(lichtreclame alleen pandgebonden en geen hinder).
Raambeplakken en beplakken rolluiken Gevelreclame bedrijfs(verzamel)gebouwen
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Ja
Nee
Nee Nee
Nee Nee
Ja Ja
Nee Ja
(m.u.v. langs ontsluitingswegen,tijdelijk).
(m.u.v. langs ontsluitingswegen).
Nee Nee
Nee Ja
Ja Ja
Ja Nee
Nee
Ja
Ja
Losse vormen (uitstallingen) Huisstijlreclame (gevel/dak) Affichering (beplakken)
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee Nee
Ja Nee
Ja Nee
Nee Nee
Reclame feestdagen (tijdelijk) Te koop- huur (tijdelijk) Reclame culturele instellingen Spandoeken (niet commercieel)
Nee
Ja
Nee
Nee
Ja Ja
Ja Ja
Ja Ja
Ja Ja
Ja
Nee
Nee
Reclame voertuigen
Nee
Ja
Nee
Nee
Overige vormen (restcategorie) Nieuwe vormen (toekomst/innovaties e.d.)
Nee
Ja
Ja
Nee
Nee
Per geval beoordeeld.
Per geval beoordeeld.
Per geval beoordeeld.
Twee- drievlaksborden
Bouwborden/billboards Sandwichborden Vlaggen, banieren Reclamezuilen Verwijsborden
(alleen voor vrije beroepen via gevelplaat).
(alleen voor culturele en maatschappelijke aangelegenheden en verkiezingen).
(m.u.v. maatschappelijke en medische voorzieningen).
Nee
(langs ontsluitingswegen).
(alleen indien van gemeentewege tijdelijk wordt toegestaan).
(constructie op het dak alleen toegestaan op bedrijfsterreinen).
Nee
(m.u.v. noodzakelijke aanduidingen voor sportvoorzieningen).
(beperkte toepassing). (beperkte toepassing).
26