Projectoproep 2016
Integratie via buitenschoolse activiteiten
Een initiatief van het Fonds Baillet Latour, beheerd door de Koning Boudewijnstichting Begeleiding en ondersteuning van actoren van buitenschoolse activiteiten om een impuls te geven aan de integratie van Brusselse kinderen uit kwetsbare milieus
Buitenschoolse activiteiten vormen een krachtige hefboom die de integratie van kinderen in armoede verbetert. Als kinderen dus geregeld deelnemen aan buitenschoolse activiteiten, dan heeft dat bewezen positieve effecten op hun ontplooiing, hun sociale en cognitieve ontwikkeling en op hun integratie. Buitenschoolse activiteiten bieden ook sociale contacten, niet alleen voor kinderen, maar ook voor hun gezin. Toch neemt vandaag slechts een minderheid van de kinderen uit kwetsbare milieus deel aan een buitenschoolse activiteit. Daar zijn meerdere redenen voor. Ten eerste stellen we vast dat er te weinig buitenschoolse activiteiten zijn, in het bijzonder in de kansarme wijken van Brussel, waar er een dichte populatie is van nieuwkomers, migranten en hun nakomelingen. Daarbovenop zijn er echter nog andere obstakels. Vanuit het standpunt van de gezinnen: de kostprijs van de activiteiten, te weinig informatie over het bestaande aanbod, niet of onvoldoende vertrouwd met het «kader» dat sommige verenigingen opleggen (inschrijvingsprocedures, engagement op lange termijn...). Vanuit het standpunt van de verenigingen: werken met kwetsbare publieksgroepen is duur want dat vereist aanpassingen (tarifering, onthaal op maat, personeel...). Bovendien hebben ze soms onvoldoende zicht op de leefomstandigheden van deze gezinnen, en in het werken met kwetsbare kinderen.
Wat betekent buitenschoolse opvang ? Buitenschoolse opvang in de ruimste zin heeft betrekking op de opvang van schoolgaande kinderen buiten de gezinsomgeving: voor en na de schooluren, op woensdagnamiddag, in het weekend en op verlofdagen en tijdens schoolvakanties. Het gaat om activiteiten met begeleiding, educatieve, culturele, sportieve en andere initiatieven, die zowel binnen als buiten de school kunnen plaatsvinden. Wat betekent integratie?
De integratie van kinderen omvat een hele reeks activiteiten die kinderen de kansen geeft om zich te ontplooien en te ontwikkelen als individu en in relatie tot anderen met respect voor de gemeenschappelijke waarden en de eigenheid van iedereen.
Gezien de succesvolle ervaringen met de voorbije oproepen, die ten goede kwam aan duizenden kinderen, zet het Fonds Baillet Latour haar campagne via deze nieuwe projectoproep voort. Het beheer van dit initiatief is toevertrouwd aan de Koning Boudewijnstichting. Dit initiatief focust op vier grote doelstellingen:
1. Het aanbod aan buitenschoolse activiteiten voor Brusselse kinderen van 2,5 tot 12 jaar uit kwetsbare milieus kwalitatief verbeteren (draagwijdte en/of verdieping van de activiteiten), en indien mogelijk ook kwantitatief (aantal beschikbare plaatsen, aantal opgevangen kinderen, aantal uren van aangeboden activiteiten). 2. Het participatieniveau van deze kinderen verhogen (hen aanmoedigen om geregeld deel te nemen, «klantenbinding» van de kinderen en hun gezinnen). 3. De integratie van de kinderen verbeteren door hen te helpen om zich beter te ontwikkelen (door het bevorderen van hun welbevinden en globale ontwikkeling, hun sociale en expressieve vaardigheden enz.). 4. Versterken van de organisaties op gebied van toegankelijkheid activiteiten en opvolging project. Voor welke soorten projecten? Het gaat om projecten die kinderen uit kwetsbare milieus, die de schoolleeftijd hebben, stimuleren om deel te nemen aan een gestructureerd aanbod van kwaliteitsvolle buitenschoolse activiteiten. Het project vertrekt van multiculturele openheid en wil de integratie van de kinderen bevorderen door de toegang tot buitenschoolse activiteiten te vergemakkelijken. Wie kan een kandidaatsdossier indienen?
De organisaties met het juridisch statuut van vereniging zonder winstoogmerk en de scholen die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest structureel buitenschoolse opvangactiviteiten organiseren in het Frans en/of het Nederlands voor kinderen van 2,5 tot 12 jaar. Projecten van commerciële vennootschappen komen niet in aanmerking voor deze oproep. De projectpromotoren zijn gevoelig voor de integratie en kwetsbaarheid van de kinderen en kunnen rekenen op een team dat klaarstaat om zich, tijdens het hele project, direct in te spannen voor de kinderen en hun gezin, en dat ook wil meewerken aan de begeleiding en het hieronder beschreven evaluatieproces.
De projecten die enkel studiebegeleiding voorstellen, komen niet in aanmerking voor deze oproep.
Ook organisaties die al steun kregen in het kader van een vorige oproep mogen een kandidaatsdossier indienen.
Wat zijn de selectiecriteria? Er wordt bijzonder uitgekeken naar organisaties die gestructureerde, kwaliteitsvolle activiteiten aanbieden in wijken met een laag sociaaleconomisch profiel en die werken in partnerschap met scholen die openstaan voor dezelfde publieksgroep.
2/5
De onafhankelijke jury, die de dossiers zal beoordelen, zal rekening houden met de hieronder beschreven objectieve criteria. 1. De kwaliteit en de doelstellingen van het project: het kandidaatsproject moet uitleggen hoe het wil bijdragen tot de verbetering van het aanbod van buitenschoolse activiteiten in Brussel. Het preciseert waarom en hoe de voorgestelde activiteiten een impuls geven aan het leerproces en de ontwikkeling van de kinderen uit het doelpubliek (zelfvertrouwen, zelfstandigheid, respect voor anderen enz.). Tot slot beschrijft het kandidaatsproject de aanpak en de pedagogische tools die het daarvoor wil inzetten. 2. De organisatie toont aan dat ze in staat is om op lange termijn structurele activiteiten aan te bieden aan de begeleide kinderen. De term «structurele activiteiten» staat hier voor activiteiten die minimum tweemaandelijks plaatsvinden, minimum 6 maanden lang worden georganiseerd en gedurende deze periode voor dezelfde kinderen toegankelijk zijn. 3. Doelpubliek: het kandidaatsproject legt uit welke kinderen het wil bereiken, hoe het de publieksgroep wil aantrekken en hun gezin wil mobiliseren en betrekken. Het preciseert hoe het de kinderen wil stimuleren om altijd stipt deel te nemen aan de activiteiten. Het preciseert eveneens het aantal kinderen dat het wil aantrekken of desgevallend de «nieuwe kinderen» (niet gekend door het project vóór de ondersteuning) en het geografisch gebied dat de actie dekt. Daarnaast zal de jury specifiek uitkijken naar projecten die zich richten tot bijzonder kwetsbare bevolkingsgroepen zoals kinderen van nieuwkomers of van gezinnen met een lopende asielaanvraag. 4. Toegankelijkheid: het kandidaatsproject preciseert op welke manier het zijn infrastructuur en activiteiten toegankelijker wil maken voor kwetsbare kinderen. De verbeteringen kunnen betrekking hebben op meerdere aspecten zoals de geografische toegankelijkheid (lokalisering van de activiteiten, organisatie van transport…), inschrijvings- en materiaalkosten, de inschrijvingsprocedures, de openingsuren, de educatieve methodes, de communicatie en de relaties met de gezinnen… 5. Partnerschappen: het project kan gerealiseerd worden in partnerschap met andere actoren (scholen, centra van Fedasil, OCMW’s, jeugdhuizen, andere vzw’s, externe dienstverleners…) om het doelpubliek te bereiken of om de waaier van activiteiten te verbeteren. In het kader van dit initiatief worden vooral de relaties met scholen sterk aangemoedigd. De rol van elke partner in het project moet desgevallend duidelijk bepaald zijn. 6. De geselecteerde organisaties moeten bereid zijn om tijdens het verloop van hun project mee te werken aan een zelfevaluatieproces (zie beschrijving hieronder). Het kandidaatsproject vermeldt in het dossier vier zelfgekozen indicatoren om te meten in welke mate de organisatie haar toegankelijkheids- en integratiedoelstellingen haalt. Deze aangevulde of eventueel verfijnde indicatoren moeten in de loop van het project driemaal worden verzameld en doorgegeven. (Voorbeelden van mogelijke indicatoren: het aantal kinderen van het doelpubliek «nieuwe inschrijvingen»; het aantal kinderen dat nieuwe woorden leerde/improviseerde op het toneel; het aantal kinderen dat zich goed/beter voelt in de groep enz.). 7. Meerwaarde van de steun: het ingediende project legt duidelijk uit wat de meerwaarde van de steun is en hoe die steun bijdraagt tot de realisatie van het project. De financiële steun mag enkel worden gebruikt voor de concretisering van het project.
3/5
8. Timing: de realisatie van het project moet starten tussen september en november 2016 en doorlopen tot mei/augustus 2018. Het finale evaluatieverslag wordt voor eind september 2018 ingediend bij de Koning Boudewijnstichting. Steun en begeleiding omvatten drie aspecten 1. De geselecteerde projecten ontvangen een financiële steun tot 20.000 €, over een periode van 2 jaar (tussen juli 2016 en augustus 2018), om activiteiten uit te voeren die toegankelijk zijn voor kinderen uit kansarme milieus. 2. De laureaten moeten eveneens meewerken aan een zelfvaluatie, die wordt gecoördineerd door vzw Badje1, en bij afloop van het project moeten ze een uitvoerig impactverslag indienen. Dit zelfevaluatieproces vergt een bepaalde tijdsinvestering, in het bijzonder bij het begin van het project als de nieuwe laureaten nog niet vertrouwd zijn met de manier van evalueren Het is de bedoeling om «kerngegevens» af te leveren zodat de voortgang van de projecten kan worden opgevolgd; tegelijk worden de organisaties zo ook aangemoedigd om de monitoring van hun activiteiten te ontwikkelen en te valoriseren met de juiste instrumenten. 3. Ze zullen gebruik kunnen maken van het instrument netwerking en begeleiding dat wordt aangeboden door vzw Badje. Dit instrument omvat: o Een openingssessie met alle partners en de laureaten van de oproep. o Het organiseren van groepssessies over thema’s die in overleg met de verenigingen worden bepaald. Deze sessies bieden projecten van de Franstalige en van de Nederlandstalige gemeenschap de kans om elkaar te ontmoeten en om ervaringen, reflecties en informatie uit te wisselen, waardoor de deelnemers hun expertise en netwerking kunnen versterken. Voorbeeld van mogelijke thema’s: «De juiste prijs van de activiteiten en de participatie van de doelgroepen»; «Opvangen van kinderen van nieuwkomers»; «Werken met een school als partner» … o Een individuele begeleiding «op maat» voor geïnteresseerde verenigingen, op basis van de noden van elke vereniging en binnen de grenzen van de beschikbare middelen. Voorbeelden van een mogelijke begeleiding: methodologische managementsteun en projectevaluatie; sensibiliseringsmodules (bv. De beleving van kinderen die opgroeien in armoede; Interculturele benadering…); observaties op het terrein en debriefing binnen het team; workshops met verschillende organisaties die geïnteresseerd zijn in dezelfde thematiek... Timing van de projectoproep Uiterste datum voor het indienen van de dossiers: 10 mei 2016 Communicatie van de resultaten: eind juni 2016 Start van de begeleiding: september 2016 Indienen van het evaluatieverslag: 17 september 2018
1
Bruxelles Accueil et Développement pour la Jeunesse et l’Enfance (Badje) is een Brusselse federatie die o.m. actief is in de kinderopvang en die vanuit het project «Extrascolaire sans barrières» expertise ontwikkelt rond de toegang tot buitenschoolse activiteiten.
4/5
Bijkomende informatie Voor meer informatie en om toegang te krijgen tot het online kandidaatsdossier, kan u surfen naar www.kbs-frb.be of bellen naar 02-500 4 555 met vermelding van het referentienummer D5130740. Indien u meer informatie wil over de begeleiding, kan u contact opnemen met Els Tijskens 0497-15 48 85,
[email protected]
5/5