Inspectierapport Woest Zuid Heinze (BSO) Heinzestraat 9 1071 SK AMSTERDAM Registratienummer: 466808288
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 13-10-2015 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 17-11-2015
Woest Zuid Heinze - Jaarlijks onderzoek 13-10-2015
1/15
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
Woest Zuid Heinze - Jaarlijks onderzoek 13-10-2015
2/15
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 13 oktober 2015 is op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd. De locatie is in exploitatie vanaf 10 december 2013. Er is een volledig onderzoek uitgevoerd op alle domeinen omdat voor deze locatie nog geen risicoprofiel is opgesteld.
Beschouwing Organisatie Woest Zuid BSO Heinze is een onderdeel van Woest Zuid B.V. Woest Zuid is een groeiende organisatie die zich onderscheidt doordat er veel aandacht wordt besteed aan sport- en buitenactiviteiten. Woest Zuid besteedt bovendien veel aandacht aan scholing en teambuilding onder het personeel; het management en het personeel zijn gedreven bij het invullen van hun werkzaamheden. Woest Zuid B.V. staat onder leiding van een directeur, een programma-manager en een operationeel manager, die samen met een ondersteunend team op het kantoor werkzaam zijn. Op elke locatie zijn er één of twee beroepskrachten werkzaam die extra uren krijgen ten behoeve van de locatiespecifieke planning en organisatie en veiligheids- en gezondheidsafspraken. Locatie De locatie BSO Heinze is gevestigd in Amsterdam Zuid en bestaat uit drie groepen. De locatie beschikt over vijf ruimtes boven de gymzaal van de Peetersschool aan de Heinzestraat. Gedurende opvangtijd is deze gymzaal altijd beschikbaar voor de buitenschoolse opvang. Er is een team van vier vaste beroepskrachten werkzaam op de locatie, ten tijde van het inspectieonderzoek wordt er gezocht naar een vijfde vaste beroepskracht. In de tussentijd worden er invalkrachten uit de invalpool ingezet. Oudercommissie Uit een telefoongesprek met een lid van de oudercommissie blijkt dat de oudercommissie zeer tevreden is over de geboden opvang, over het gehanteerde beleid, over de communicatie met ouders en oudercommissie en over de wijze waarop het adviesrecht wordt toegepast. Vertrouwenspersoon en klachtencoördinator Er is een klachtencoördinator aangesteld, die tevens als administratief medewerker in dienst is van Woest Zuid. De pedagogisch adviseur is tevens de vertrouwenspersoon.
Advies aan college van B&W Er zijn geen overtredingen geconstateerd. De toezichthouder adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen.
Woest Zuid Heinze - Jaarlijks onderzoek 13-10-2015
3/15
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan Er is een pedagogisch beleidsplan opgesteld bestaande uit een algemeen deel en locatiespecifieke hoofdstukken. Hierin staat onder andere de visie die kenmerkend is voor de organisatie, namelijk het gebruikmaken van sportactiviteiten en creatief spel ten behoeve van de lichamelijke, sociale en mentale ontwikkeling. Met betrekking tot het waarborgen van de vier basisdoelen staat er onder andere beschreven dat de emotionele veiligheid wordt gewaarborgd door structuur en door 'emoties en gevoelens serieus te nemen'. Kinderparticipatie wordt beschreven als een manier om een overdracht van waarden en normen te bewerkstelligen. Ook is in het beleidsplan opgenomen hoe sport wordt ingezet om de basisdoelen te waarborgen. In het locatiespecifieke hoofdstuk is onder andere de samenstelling en werkwijze van de basisgroepen duidelijk beschreven. Zo staat er beschreven wanneer er groepen worden samengevoegd. De werkwijze, maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroepen is opgenomen in het beleidsplan. In de zomervakantie wordt er intensief samengewerkt tussen de locaties Heinze, Miranda en Arsenal. Deze locaties worden dan samengevoegd waarbij er zomerkampen worden georganiseerd. Dit staat kort beschreven in het pedagogisch beleidsplan, waarbij wordt verwezen naar apart beleid hieromtrent. Tijdens de zomerkampen worden er activiteiten aangeboden in groepen groter dan dertig kinderen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft niet hoe er bij activiteiten in dusdanig grote groepen wordt omgegaan met de basisgroep. De leidinggevende is in de gelegenheid gesteld om dit aan te passen en heeft op 23 oktober 2015 een gewijzigde concept-versie van het pedagogisch beleidsplan overgelegd, waarin dit is opgenomen. Pedagogische praktijk Tijdens het inspectiebezoek is er geobserveerd in alle groepen. Op basis van deze observaties is geconstateerd dat er zorg wordt gedragen voor het waarborgen van de emotionele veiligheid van de kinderen, het stimuleren van de persoonlijke en sociale competenties van de kinderen en de overdracht van normen en waarden. Hieronder zijn enkele voorbeelden beschreven waarop dit oordeel is gebaseerd. Situatieschets Bij het ophalen worden de kinderen hartelijk begroet door de beroepskrachten. Er vinden gesprekjes met kinderen en ouders plaats, en sommige kinderen vertellen over hun dag op school of laten een tekening zien. De beroepskracht heeft ook oog voor een kind dat niet lekker in zijn vel zit en informeert even bij het kind. Tijdens het wachten op de overige kinderen, wordt er op het schoolplein gespeeld. De beroepskrachten spelen actief met de kinderen mee en rennen achter hen aan. Wanneer alle kinderen zijn opgehaald, gaan zij naar hun eigen basisgroep. De groep met de jongste kinderen start de middag met een spel in de gymzaal, de groep met de middelste kinderen blijft op het schoolplein spelen en de groep met de oudste kinderen gaat naar binnen om te eten. De beroepskracht in de jongste groep vertelt aan de kinderen dat de vaste beroepskracht van de groep er die dag niet is, en vertelt wat ze gaan doen. De kinderen kennen de beroepskracht en lijken geen moeite te hebben met de wisseling van beroepskracht; zij hangen aan de beroepskracht om koppeltje te duikelen en nodigen haar uit tot spel door zich voor haar te verstoppen. Door hier even aandacht aan te besteden wordt de emotionele veiligheid van de kinderen gewaarborgd. Vervolgens wordt er een spel gespeeld: wc-tikkertje. Een kind dat het spel kent mag aan de andere kinderen uitleggen wat de spelregels zijn. Ook worden er afspraken over de veiligheid gemaakt, zoals 'niet op de kasten klimmen'. Dit is een voorbeeld van de overdracht van normen en waarden. Een aantal kinderen gilt van spanning en plezier tijdens het spel. Eén kind wil liever niet meedoen. Wanneer de beroepskracht voorstelt om samen mee te doen, wil het kind dat wel. De beroepskracht en het kind houden elkaars hand vast tijdens het spel. Door het kind er toch bij te betrekken wordt er aandacht besteed aan de sociale en persoonlijke competentie van het kind. Tijdens het eetmoment in de oudste groep wordt de toezichthouder aan de kinderen voorgesteld. Dit is een voorbeeld van het waarborgen van de emotionele veiligheid. De beroepskrachten verdelen zich over de tafels, waar het eten al klaarstaat. Hierdoor hebben de beroepskrachten alle aandacht voor de kinderen en hoeven zij geen organisatorische zaken te regelen. Er vinden gesprekken plaats aan tafel en er worden grappen gemaakt. Wanneer kinderen iets vertellen of vragen gaan de beroepskrachten hier serieus op in zodat kinderen zich gehoord weten. Na het eten wordt er uitgelegd wat er op de planning staat voor de middag: de kinderen gaan 'kogelstoten' in de zandbak. Er wordt uitgelegd hoe zij dit gaan doen en wat de veiligheidsafspraken zijn. Door deze duidelijkheid en structuur wordt er aandacht besteed aan de verschillende competenties. Gebruikte bronnen: - Gesprekken met de beroepskrachten - Telefoongesprek met de leidinggevende d.d. 19 en 23 oktober 2015 Woest Zuid Heinze - Jaarlijks onderzoek 13-10-2015
4/15
- Pedagogisch beleidsplan Woest Zuid (versie 20, juli 2015) - Pedagogisch beleidsplan (versie 22 – Concept, oktober 2015, ontvangen op 19 oktober 2015) - Pedagogisch beleidsplan (versie 22 – Concept, oktober 2015, ontvangen op 23 oktober 2015) - Observaties
Woest Zuid Heinze - Jaarlijks onderzoek 13-10-2015
5/15
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag die voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd en op dat moment niet ouder is dan twee maanden. Dit is gebaseerd op een steekproef bestaande uit het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden. Passende beroepskwalificatie De personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Dit is gebaseerd op een steekproef bestaande uit het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden. Opvang in groepen De buitenschoolse opvang heeft drie basisgroepen: - Basisgroep 1 bestaat uit maximaal tien kinderen van 4 jaar oud; - Basisgroep 2 bestaat uit maximaal twintig kinderen van 4 tot 7 jaar oud; - Basisgroep 3 bestaat uit maximaal twintig kinderen van 7 tot 12 jaar oud. De kinderen zijn geplaatst in één basisgroep en worden hier dagelijks ook in opgevangen. De beroepskrachten vertellen dat het niet voorkomt dat een kind in een andere groep wordt opgevangen. Op woensdagen worden tot en met week 39 de basisgroepen 1 en 2, wegens een laag kindaantal, samengevoegd tot één basisgroep. Vanaf week 40 worden op de woensdag alle groepen samengevoegd tot één groep. Beroepskracht-kind-ratio Op de dag van het inspectiebezoek worden er voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. Er worden namelijk in basisgroep 1 zeven kinderen opgevangen door één beroepskracht, in basisgroep 2 achttien kinderen door twee beroepskrachten en in basisgroep 3 negentien kinderen door twee beroepskrachten. Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van week 32 tot en met week 42 van 2015 en de bijbehorende werkroosters van het personeel constateert de toezichthouder dat er ook in deze periode voldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal op te vangen kinderen. De beroepskrachten hebben in schoolweken de volgende werktijden: op maandag, dinsdag en donderdag van 14.30 tot 18.00 of 18.30 uur, op woensdag en vrijdag van 11.30 tot 18.00 of 18.30 uur. De beroepskrachten verklaren dat om 18.00 uur de meeste kinderen al zijn opgehaald zodat er tussen 18.00 en 18.30 uur niet wordt afgeweken van de vereiste beroepskracht-kind-ratio. Op schoolvrije dagen werken de beroepskrachten van 8.00 tot 17.00, 17.30 of 18.00 uur, van 8.30 tot 18.30 uur of van 9.00 tot 18.30 uur. De beroepskrachten pauzeren bij een werkdag van 5,5 uur 30 minuten, en bij een werkdag van 9,5 45 minuten. Met deze werktijden wordt er redelijkerwijs aan de voorwaarden omtrent het afwijken van de vereiste beroepskracht-kind-ratio voldaan. Het komt niet voor dat een beroepskracht alleen in het kindercentrum aanwezig is, omdat de roosters zodanig zijn opgesteld dat er te allen tijde door minimaal drie beroepskrachten wordt geopend en afgesloten. Er is een achterwachtregeling opgesteld ingeval van calamiteiten. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Gedurende de hele opvang wordt door alle beroepskrachten Nederlands gesproken. Gebruikte bronnen: - Gesprekken met de beroepskrachten - Telefoongesprek met de leidinggevende (d.d. 19 en 23 oktober 2015) - Steekproef afschriften verklaringen omtrent het gedrag (ontvangen op 19 oktober 2015) - Steekproef afschriften beroepskwalificaties (ontvangen op 19 oktober 2015) - Overzicht inzet beroepskrachten van week 32 tot en met week 42, 2015 (ontvangen op 19 oktober 2015) - Presentielijsten van week 32 tot en met week 42, 2015 (ontvangen op 19 oktober 2015)
Woest Zuid Heinze - Jaarlijks onderzoek 13-10-2015
6/15
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Er is in januari 2015 een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid uitgevoerd middels de 'bolletjeslijsten'. Er is één inventarisatielijst gezondheid ingevuld voor alle ruimtes en een aparte inventarisatielijst veiligheid ingevuld per ruimte. De leidinggevende verklaart dat alle ruimtes zijn meegenomen in de inventarisatie gezondheid. Op basis van deze inventarisaties is een plan van aanpak opgesteld waarin maatregelen staan beschreven om de geïnventariseerde risico's te reduceren. Het plan van aanpak bestaat uit maatregelen die zijn beschreven in actielijsten, algemene protocollen die zijn opgesteld door Woest Zuid en locatiespecifieke werkafspraken. Er is een actielijst opgesteld over veiligheid en over gezondheid, waarin het beleid is geëvalueerd en eventuele aanpassingen en acties zijn beschreven. Al deze documenten zijn in een protocollenmap op locatie te vinden. Elke twee weken vindt er een vergadering plaats met de beroepskrachten, waarbij de locatiemanager om de vergadering aansluit. Tijdens deze vergadering worden kindbesprekingen gehouden, en worden zaken omtrent de veiligheid en gezondheid besproken. Daarnaast worden er organisatiebreed 6 á 8 ochtenden per jaar 'Woest Zuiddagen' georganiseerd, waarbij er verschillende beleidsstukken en/of aandachtspunten op het gebied van veiligheid en gezondheid worden besproken. Tijdens het inspectiebezoek is de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid beoordeeld op basis van speerpunten. Hierbij is met betrekking tot veiligheid gefocust op het ophalen van school en het ontruimen in geval van een calamiteit, en met betrekking tot gezondheid op de hygiëne en het binnenmilieu. Veiligheid Kinderen worden van twee scholen opgehaald: de Peeterschool die aangrenzend is aan de BSO-ruimte en de Nicolaas Maesschool, die op loopafstand van de BSO ligt. Tijdens het ophalen van kinderen worden er diverse maatregelen getroffen om de veiligheid van de kinderen te waarborgen. Zo wordt er gewerkt met ophaallijsten aan de hand waarvan de presentie van de kinderen wordt gecontroleerd. De beroepskracht die kinderen van de Nicolaas Maesschool ophaalt draagt een telefoon bij zich met de telefoonnummers van alle ouders. De beroepskrachten dragen herkenbare kleding en stellen zich op vaste plaatsen op. Daar melden alle kinderen zich, en krijgen zij ook een herkenbaar hesje te dragen. Voordat zij naar binnen gaan wordt de presentie van de kinderen nogmaals gecontroleerd. Deze werkwijze is conform het eigen beleid. Er is een ontruimingsprotocol en een BHV-handboek opgesteld voor het geval van calamiteiten; deze is te vinden in een map op de locatie. Dagelijks is er minimaal één beroepskracht met een BHV-diploma aanwezig. Uit gesprekken met de beroepskrachten blijkt dat zij weten wat het beleid bij een ontruiming is, en waar zij moeten verzamelen. De jaarlijkse ontruimingsoefening is in november 2015 gepland. Er worden formulieren gehanteerd om respectievelijk ongevallen, gevaarlijke situaties en incidenten bij het ophalen van kinderen te registreren. Het afgelopen jaar zijn er verschillende formulieren ingevuld waarbij er passende maatregelen zijn geregistreerd. Gezondheid De beroepskrachten dragen er zorg voor dat de kinderen na het buitenspelen, na toiletbezoek en voor het eten hun handen wassen. Tijdens het inspectiebezoek is op een van de toiletten geen zeep aanwezig. Een beroepskracht verklaart dat de zeep op is, en vervangt deze direct. In de groepsregels is opgenomen dat de handdoeken driemaal per week worden vervangen door schone handdoeken. De beroepskrachten vertellen dat er in de gymzaal sprake is van een vochtprobleem en dat de vloer moet worden vervangen. Zij vertellen dit al diverse malen te hebben aangegeven bij de beheerder van de gymzaal. In de tussentijd wordt er gezorgd voor ventilatie door minimaal een raam open te zetten in de gymzaal. Een hoge luchtvochtigheid kan gezondheidsrisico's met zich meebrengen. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling De houder hanteert de meest recente versie van de meldcode en heeft hiervan de sociale kaart ingevuld en aanpassingen doorgevoerd. Er hebben in juni 2015 twee trainingen plaatsgevonden die zijn georganiseerd door de aandachtsfunctionaris kindermishandeling van de organisatie waarbij de meldcode met alle beroepskrachten is besproken. Gebruikte bronnen: - Gesprekken met de beroepskrachten - Telefoongesprek met de leidinggevende (d.d. 19 en 23 oktober 2015) - Risico-inventarisatie veiligheid (januari 2015, ingezien op locatie) - Risico-inventarisatie gezondheid (januari 2015, ingezien op locatie) - Risico-inventarisatie veiligheid 'Peetertje clubhuis' (2015, ontvangen op 23 oktober 2015) - Groepsregels en regels veiligheid sport voor locatie Heinze; Bijlage 1 bij protocol veiligheid (ontvangen op 19 oktober 2015) - Veiligheidsafspraken en gedragsregels leefruimten en buiten; Bijlage 3 bij protocol Veiligheid (ontvangen op 19 oktober 2015) Woest Zuid Heinze - Jaarlijks onderzoek 13-10-2015
7/15
- Extra Veiligheidregels sportsituaties Woest Zuid in gymzaal (ontvangen op 19 oktober 2015) - Ontruimingsprotocol en BHV-handboek (ingezien op locatie) - Registratieformulier gevaarlijke situaties (zonder versievermelding, ontvangen juli 2015) - Registratieformulier ongevallen (zonder versievermelding, ontvangen juli 2015) - Ingevulde registratieformulieren ongevallen (ingezien op locatie) - Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld - Werkwijze Meldcode Kindermishandeling (ontvangen juli 2015) - Sociale kaart van Woest Zuid (versie 3 juni 2015, ontvangen juli 2015)
Woest Zuid Heinze - Jaarlijks onderzoek 13-10-2015
8/15
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Woest Zuid BSO Heinze beschikt over vier ruimtes boven de gymzaal van de Peetersschool aan de Heinzestraat, over de gymzaal en over een aparte ruimte gelegen aan het schoolplein (het 'clubhuis'). De ruimtes boven de gymzaal zijn gelegen op een vide op de eerste verdieping en hebben door middel van glazen vensters uitzicht op de gymzaal. De eerste leefruimte heeft een oppervlakte van 26,5 m². Hierin is de keuken en zijn tafels met banken geplaatst. De tweede leefruimte is ingericht voor de middelste groep kinderen en heeft een oppervlakte van 32 m². Hier is een spellenkast, lego, boeken en een speelkeuken geplaatst. Het is een aandachtspunt dat er tijdens het inspectiebezoek in en rondom de speelkeuken geen los speelmateriaal aanwezig is zodat de speelkeuken weinig aantrekkelijk is voor kinderen. De derde leefruimte is ingericht voor de oudste groep kinderen van zeven jaar en ouder en heeft een oppervlakte van 38 m². Deze ruimte is tijdens het inspectiebezoek vrij leeg: de beroepskrachten vertellen dat hier een groot spel stond dat stuk is gegaan en dat er met de kinderen wordt overlegd wat er in de ruimte moet komen. Daarnaast is er een kleine ruimte, genaamd speelhonk, die voornamelijk is ingericht voor de oudste kinderen en waar een tafelvoetbal, zitzakken en een werkplek aanwezig zijn. Deze ruimte heeft een oppervlakte van 10 m². Het clubhuis is gelegen aan het schoolplein en biedt circa 60 m² oppervlakte speelruimte (hiervan is geen plattegrond beschikbaar, maar deze heeft de houder opgevraagd). Deze ruimte wordt tijdens schooltijd gebruikt door de organisatie Combiwel als peuterspeelzaalruimte. Deze ruimte is ingericht met verschillende speelhoeken zoals een leeshoek, een bouwhoek, een huishoek en een knutselhoek. Er is divers los speelmateriaal beschikbaar. Woest Zuid heeft afspraken gemaakt met Combiwel over het gebruik van de speelmaterialen en het samen aanschaffen van eventueel nieuw speelmateriaal. Ten slotte heeft de buitenschoolse opvang de beschikking over een eigen gymzaal waar het sportprogramma plaatsvindt voor alle groepen. Deze gymzaal heeft een oppervlakte van 246 m². Woest Zuid mag gebruikmaken van alle speeltoestellen. De totale oppervlakte biedt voldoende vierkante meters voor de opvang van 50 kinderen. Buitenspeelruimte De buitenschoolse opvang maakt gebruik van het aangrenzende schoolplein van de Peetersschool. Het is een ruim plein en het biedt redelijkerwijs voldoende vierkante meters voor de opvang van 50 kinderen. De buitenruimte is gedurende de opvangtijden altijd beschikbaar voor de kinderen. Vanuit de drie leefruimtes is er zicht op het schoolplein. Het schoolplein is ingericht met een zandbak, verschillende klimrekken en een pannaveldje van Woest Zuid. Gebruikte bronnen: - Gesprekken met de beroepskrachten - Telefoongesprek met de leidinggevende (d.d. 19 en 23 oktober 2015) - Plattegrond Heinzestraat Revisietekening (d.d. 12 september 2013) - E-mail van de leidinggevende (ontvangen op 23 oktober 2015) - Inspectieonderzoek
Woest Zuid Heinze - Jaarlijks onderzoek 13-10-2015
9/15
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over alle vereiste onderwerpen door middel van de eigen website, een nieuwsbrief die zes keer per jaar wordt uitgegeven, het pedagogisch beleidsplan en een informatieboekje. Het intakegesprek wordt door de vaste beroepskrachten van het kind met de ouders gevoerd. De informatieverstrekking is volledig en geeft een gedetailleerd beeld van hoe het eraan toegaat bij de buitenschoolse opvang. Op de locatiespecifieke website is een link geplaatst naar het meest recente inspectierapport. Oudercommissie Er is een oudercommissiereglement toegestuurd, getekend op 5 juni 2009. Hierop is niet aangegeven welke locatie het betreft. Het reglement voor de oudercommissie bevat alle vereiste onderdelen. Er is een oudercommissie ingesteld. De oudercommissie is tevreden over de wijze waarop de communicatie en het adviesrecht wordt toegepast, en geeft aan dat er op een positieve wijze contact is met de organisatie. De houder heeft in het afgelopen jaar het prijsbeleid en het beleid omtrent de opvang in de zomervakantie ter advies aan de oudercommissie voorgelegd. Het pedagogisch beleidsplan is onlangs in conceptvorm gewijzigd en de leidinggevende verklaart dat deze nog ter advies aan de oudercommissie zal worden voorgelegd. Klachten De werkwijze omtrent de behandeling en afhandeling van klachten heeft Woest Zuid opgenomen in een klachtenreglement. Dit reglement is, zoals in het informatieboekje is beschreven, op te vragen bij het kantoor. De houder is tevens aangesloten bij een onafhankelijke klachtencommissie voor ouders en voor de oudercommissie, namelijk de ZcKK en ZcKK OC. Hiervan zijn de contactgegevens opgenomen in het informatieboekje voor ouders. In het informatieboekje wordt tevens benadrukt dat ouders zich, indien gewenst, direct tot deze externe klachtencommissie kunnen richten. De houder heeft het openbare verslag klachtenregeling cliënten zorgsector aan de toezichthouder toegezonden op 21 mei 2015; dit voldeed niet geheel aan de wet- en regelgeving. De toezichthouder heeft de houder in de gelegenheid gesteld om een nieuw klachtenverslag op te stellen. Op 10 juni 2015 is een klachtenverslag toegestuurd dat voldoet aan de voorwaarden. Gebruikte bronnen: - Gesprekken met de beroepskrachten - Telefoongesprek met de leidinggevende (d.d. 19 en 23 oktober 2015) - Website www.woestzuid.nl (geraadpleegd op 22 oktober 2015) - Pedagogisch beleidsplan Woest Zuid (versie 20, juli 2015) - Pedagogisch beleidsplan (versie 22 – Concept, oktober 2015) - Informatie Woest Zuid (versie 1, februari 2014) - Reglement oudercommissie (d.d. 5 juni 2009, ontvangen op 19 oktober 2015) - Huishoudelijk reglement oudercommissie (versie november 2014, ontvangen op 6 mei 2015) - Telefoongesprek met een lid van de oudercommissie (d.d. 22 oktober 2015) - E-mails met adviesvragen omtrent tariefswijziging en zomervakantie (ontvangen op 19 oktober 2015) - Informatie over de wijze waarop ouders worden geïnformeerd over de klachtenregeling (ontvangen juli 2015) - Kopie van contract met ZcKK (d.d. 10 augustus 2008) - Kopie 'Aantal formatieplaatsen i.v.m. aansluiting ZcKK' - Jaarverslag klachten ouders 2014, opgestuurd aan toezichthouder op 21 mei en 10 juni 2015 - Jaarverslag klachten oudercommissie 2014, opgestuurd aan toezichthouder op 21 mei en 10 juni 2015
Woest Zuid Heinze - Jaarlijks onderzoek 13-10-2015
10/15
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun basisgroep verlaten. Bij activiteiten in groepen groter dan dertig kinderen besteedt de houder in het pedagogisch beleidsplan aantoonbaar extra aandacht aan de omgang met de basisgroep. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruikmaken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO Kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. A. De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Of B. De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Beroepskracht-kind-ratio A. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de Woest Zuid Heinze - Jaarlijks onderzoek 13-10-2015
11/15
rekentool op www.rijksoverheid.nl. OF B. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen, kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen, kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 uur en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 uur en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet, is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. Gebruik van de voorgeschreven voertaal A. De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Of B. Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling die voldoet aan de beschreven eisen. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. Woest Zuid Heinze - Jaarlijks onderzoek 13-10-2015
12/15
De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. Oudercommissie De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld. Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden. Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden. Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden. Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie. De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie. De houder heeft een oudercommissie ingesteld. De houder en personen werkzaam bij het kindercentrum zijn geen lid. De leden worden gekozen uit en door de ouders. De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen. De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement. De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen. De houder brengt de klachtenregeling oudercommissie op passende wijze bij hen onder de aandacht. De houder zorgt voor naleving van de regeling. De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD.
Woest Zuid Heinze - Jaarlijks onderzoek 13-10-2015
13/15
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
Woest Zuid Heinze 000028227832
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: : : : :
Woest Zuid B.V. IJsbaanpad 9 1076 CV AMSTERDAM 34302901 www.woestzuid.nl
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. E.A. Leyen, MSc.
50 Nee
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Gemeente Amsterdam : Amstel 1 : 1011 PN AMSTERDAM
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
Woest Zuid Heinze - Jaarlijks onderzoek 13-10-2015
: : : : :
13-10-2015 26-10-2015 11-11-2015 17-11-2015 17-11-2015
: 17-11-2015 :
14/15
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Hartelijk dank voor het mooie GGD rapport van locatie Heinze. Het doet ons deugd dat de GGD aandacht heeft voor de wijze waarop team Heinze vorm geeft aan onze woeste sport programmering in de gymzaal. Een dergelijke erkenning moedigt ons aan in het dagelijks realiseren van een woeste beleving voor kinderen.
Woest Zuid Heinze - Jaarlijks onderzoek 13-10-2015
15/15