Inspectierapport Buitenkans Kinderopvang (BSO) Meteorenweg 280a 1035 RN AMSTERDAM Registratienummer: 824582019
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 23-10-2014 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 07-11-2014
Buitenkans Kinderopvang - Jaarlijks onderzoek 23-10-2014
1/14
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
Buitenkans Kinderopvang - Jaarlijks onderzoek 23-10-2014
2/14
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 23 oktober 2014 is een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd, op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. De locatie is in exploitatie sinds 8 augustus 2014. Er is een volledig onderzoek uitgevoerd op alle domeinen, omdat voor deze locatie nog geen risicoprofiel is opgesteld. Het onderzoek bestaat uit een locatiebezoek en een documentenonderzoek.
Beschouwing Buitenschoolse Opvang Buitenkans Kinderopvang is een kleinschalige opvangvoorziening, die sinds enkele maanden in exploitatie is. Ten tijde van het inspectieonderzoek is er één basisgroep die bestaat uit maximaal twintig kinderen van 4 tot 13 jaar oud. De buitenschoolse opvang is samen met kinderdagverblijf Buitenkans in één pand gevestigd, midden op het terrein van Stadslandbouwproject NoordOogst. Hier zijn of komen onder meer een natuurspeeltuin, ambachtelijke voedselproductie, pluktuinen, een winkel en horeca met producten van het terrein en een interactief eet-museum. Buitenkans Kinderopvang past met haar visie binnen dit project. Het is een duurzame, groene opvangvoorziening. Er is bijvoorbeeld een kippenhok in de buitenruimte en er wordt een moestuin aangelegd, waardoor kinderen de mogelijkheid krijgen zelf voedingsmiddelen te planten en oogsten. De kinderen worden gestimuleerd om dagelijks buiten te spelen en er zal gebruik worden gemaakt van de wisselende speel- en ontdekmogelijkheden bij NoordOogst. De houder van beide locaties is Buitenkans Kinderopvang B.V. De locaties staan onder leiding van de directeur. Zij is dagelijks aanwezig en is zowel verantwoordelijk voor het opstellen en implementeren van het beleid als voor de dagelijkse aansturing van de beroepskrachten. Ten tijde van het inspectieonderzoek zijn er twee vaste beroepskrachten in dienst bij de buitenschoolse opvang. Dit is voldoende voor het aantal op te vangen kinderen. Op 27 oktober 2014 heeft er een gesprek plaatsgevonden met de voorzitter van de oudercommissie. Deze is tevreden over de kwaliteit van de opvang die er wordt geboden. Verder worden ouders voldoende betrokken bij en geïnformeerd over de ontwikkelingen binnen het kinderdagverblijf. De voorzitter is minder tevreden over de huidige buitenruimte. Omdat de buitenruimte van de buitenschoolse opvang nog in ontwikkeling is, spelen de kinderen die nog niet zelfstandig buiten mogen spelen op hetzelfde speelplein als de kinderen van het kinderdagverblijf. Dit speelplein biedt volgens de voorzitter niet voldoende uitdaging voor kinderen van bijvoorbeeld zes of zeven jaar oud. De voorzitter benoemt dat het geen ernstig probleem is omdat er binnenkort een eigen buitenspeelruimte voor de buiteschoolse opvang wordt gerealiseerd.
Advies aan college van B&W Er zijn geen overtredingen geconstateerd. De toezichthouder adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen.
Buitenkans Kinderopvang - Jaarlijks onderzoek 23-10-2014
3/14
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Buitenkans is een kinderopvangvoorziening met een eigen pedagogische visie. Bij het kindercentrum worden kinderen onder andere gezien als creatief, met een grote drang om te ontdekken en zich te ontwikkelen. De buiten- en binnenruimte zijn daarom zodanig ingericht, dat kinderen hiertoe de mogelijkheid krijgen en zich vrij kunnen bewegen. Buitenkans heeft voorts de visie dat kinderen geboren zijn met vele mogelijkheden; activiteiten en thema's worden daarom niet alleen door de beroepskrachten bedacht, maar er wordt gelet op de wensen en mogelijkheden van de kinderen. Pedagogisch beleidsplan Er is een pedagogisch beleidsplan opgesteld dat van toepassing is op zowel het kinderdagverblijf als de buitenschoolse opvang. Het pedagogisch beleidsplan voldoet aan de wettelijke gestelde eisen. Zo is de kenmerkende pedagogische visie en de wijze waarop er invulling wordt gegeven aan de vier pedagogische basisdoelen voldoende beschreven. Ook staat er in het pedagogisch beleidsplan informatie over onder andere de dagindeling en over het verlaten van de basisgroep. Pedagogische praktijk Het pedagogisch beleidsplan is voorafgaand aan de start van de exploitatie met de beroepskrachten besproken. Tijdens het inspectiebezoek is het pedagogisch handelen van één van de beroepskrachten geobserveerd tijdens het ophalen van twee kinderen van school. Het pedagogisch handelen van beide beroepskrachten is geobserveerd tijdens het vrij spelen in de groepsruimte. Er zijn dan tien kinderen van 4 tot 13 jaar oud aanwezig. Het blijkt dat de beroepskrachten handelen conform de specifieke pedagogische visie van de locatie. Er wordt voldoende uitvoering gegeven aan de pedagogische basisdoelen, zoals het waarborgen van de emotionele veiligheid, het stimuleren van de ontwikkeling van de persoonlijke competentie en het overdragen van normen en waarden. Emotionele veiligheid De beroepskrachten hebben aandacht voor alle kinderen en communiceren veel met ze. Bij het ophalen worden de kinderen enthousiast door de beroepskracht begroet. Ze knuffelt ze en tilt een van de kinderen op. Bij aankomst in het kindercentrum vraagt de beroepskracht eerst of de kinderen honger hebben. Vervolgens vraagt ze hoe de dag op school is verlopen. Een andere beroepskracht vraagt aan een kind hoe de vakantie was. Aan weer een ander kind wordt gevraagd of het zijn familie mist, omdat de familie een aantal dagen weg is. De beroepskrachten reageren geïnteresseerd op de antwoorden van de kinderen. Wanneer een kind een behaald schoolresultaat laat zien, reageert de beroepskracht enthousiast en geeft zij het kind een compliment. Als de kinderen gaan spelen, heerst er een ontspannen sfeer op de groep. De beroepskrachten bieden divers speelgoed aan of geven suggesties wat de kinderen kunnen gaan doen. Aan een kind dat niets doet, wordt bijvoorbeeld gevraagd of zij misschien een tekening wil maken. Uit deze voorbeelden blijkt dat de emotionele veiligheid voldoende wordt gewaarborgd. Persoonlijke competentie Thema's en activiteiten worden afgestemd op het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Een week na het inspectiebezoek zullen er kippen komen in het kindercentrum. De beroepskrachten zijn daarom in de herfstvakantie samen met de kinderen naar de bibliotheek gegaan, om boeken over kippen te halen. De kinderen hebben over de verschillende soorten kippen gelezen en hebben samen met de directeur een ras uitgezocht. Verder hebben de kinderen namen verzonnen voor de dieren, knutselwerkjes gemaakt met dit thema en er zal een feestje worden gehouden om de kippen te verwelkomen. Tijdens het inspectieonderzoek maakt een van de kinderen hiervoor uitnodigingen. De kinderen hebben daarnaast de mogelijkheid eigen ervaringen op te doen. Zo is er een aantal kinderen dat zelfstandig mag spelen op het terrein van het Stadlandbouwproject. Hiervoor hebben ouders een zelfstandigheidsverklaring getekend. Ook is er in de groepsruimte divers speelmateriaal dat de kinderen zelf kunnen pakken. Binnenkort wordt nog een moestuin aangelegd, waar de kinderen zullen leren om groente en fruit te verbouwen. Uit deze voorbeelden blijkt dat de ontwikkeling van de persoonlijke competentie voldoende wordt gestimuleerd. Normen en waarden Er zijn bij het kindercentrum diverse afspraken en regels. Een aantal van deze afspraken zijn in samenspraak met de kinderen gemaakt. Een van de beroepskrachten heeft bijvoorbeeld samen met de kinderen die van de ouders zelfstandig buiten mogen spelen, de gevaren van het speelterrein geïnventariseerd. Op basis hiervan zijn er afspraken gemaakt. Tijdens het inspectiebezoek wijzen de beroepskrachten de kinderen op de regels. Er wordt bijvoorbeeld benoemd dat de kinderen niet mogen rennen in de groepsruimte, omdat er al meerdere malen kinderen zijn gevallen. De beroepskrachten dragen ook normen en waarden over, door het goede voorbeeld te geven. Wanneer een kind zegt dat het geen peer lust, zegt de beroepskracht dat zij deze wel op zal eten, omdat het gezond is.
Gebruikte bronnen: - Inspectiebezoek - Observatie Buitenkans Kinderopvang - Jaarlijks onderzoek 23-10-2014
4/14
- Gesprek met de beroepskrachten - Pedagogisch beleidsplan (concept versie juli 2014, ontvangen per e-mail op 16 juli 2014)
Buitenkans Kinderopvang - Jaarlijks onderzoek 23-10-2014
5/14
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Alle personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum zijn in het bezit van een geldige verklaring omtrent het gedrag die voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd en bij de aanvang van de werkzaamheden niet ouder is dan twee maanden. Passende beroepskwalificatie In het onderzoek na aanvraag d.d. 16 juli 2014 is beoordeeld dat de twee vaste beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie conform de cao Kinderopvang. In het huidige onderzoek is beoordeeld dat de drie invalkrachten ook beschikken over een geldende beroepskwalificatie. Opvang in groepen De buitenschoolse opvang bestaat uit één basisgroep waarin kinderen van 4 tot 13 jaar oud worden opgevangen. Uit een steekproef uit de presentielijsten van week 36 tot en met week 42 blijkt dat er dagelijks maximaal twintig kinderen worden opgevangen. Op woensdag en vrijdag is de buitenschoolse opvang gesloten. Beroepskracht-kind-ratio Tijdens het inspectiebezoek worden er in totaal zestien kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. Er wordt aan de beroepskracht-kind-ratio voldaan. Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van week 36 tot en met week 42 en de bijbehorende werkroosters van het personeel constateert de toezichthouder dat er ook in deze periode voldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal op te vangen kinderen. De twee beroepskrachten werken op schooldagen allebei van 13.30 tot 18.30 uur en ze pauzeren niet. In de herfstvakantie waren er dagelijks maximaal tien kinderen aanwezig. Eén beroepskracht werkte van 8.30 tot sluitingstijd en één beroepskracht werkte van 12.00 tot 14.00 uur. Het is hierdoor niet voorgekomen dat er wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Het komt niet voor dat een beroepskracht alleen in het kindercentrum aanwezig is. Er is namelijk altijd minimaal één beroepskracht van het kinderdagverblijf in het pand aanwezig. Indien de situatie zich voordoet dat één van deze personen wegens een calamiteit niet aanwezig kan zijn, kunnen de directeur en de facilitair medewerker binnen vijftien minuten in het kindercentrum aanwezig zijn. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Gedurende de hele opvang wordt door alle beroepskrachten Nederlands gesproken. Gebruikte bronnen: - Onderzoek na aanvraag (d.d. 16 juli 2014) - Afschriften van verklaringen omtrent het gedrag (ingezien op de locatie en ontvangen op 24 oktober 2014) - Afschriften van diploma's (ingezien op de locatie en ontvangen op 24 oktober 2014) - Rooster personeel week 36 tot en met week 42 (ontvangen op 24 oktober 2014) - Presentielijsten week 36 tot en met week 42 (ontvangen op 24 oktober 2014) - Inspectieonderzoek - Gesprekken met de beroepskrachten - Gesprek met de directeur
Buitenkans Kinderopvang - Jaarlijks onderzoek 23-10-2014
6/14
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De directeur heeft op 22 mei 2014 een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid uitgevoerd. Deze betreft de actuele situatie in het kindercentrum. Er zijn maatregelen opgesteld om de risico's te reduceren. Bij de maatregelen wordt verwezen naar beleidsstukken waarin deze maatregelen zijn vastgelegd, zoals het veiligheidsprotocol, het gezondheidsprotocol en het protocol 'Kinderen ophalen van school'. Tijdens het inspectiebezoek hebben de beroepskrachten verklaard dat zij voorafgaand aan de aanvang van de exploitatie het veiligheids- en gezondheidsbeleid hebben doorgenomen. De directeur, die dagelijks aanwezig is, stuurt de beroepskrachten op de locatie aan. Uit het handelen van de beroepskrachten tijdens het inspectiebezoek blijkt dat zij voldoende op de hoogte zijn van het veiligheids- en gezondheidsbeleid. Zo mogen alleen de kinderen waarvan de ouders een zelfstandigheidsverklaring hebben ondertekend zelfstandig buiten spelen. De ventilatieroosters in de groepsruimte worden te allen tijde opengezet zodat er voldoende wordt geventileerd. De beroepskrachten zijn op de hoogte van de inhoud van het protocol 'vermissing kind'. De scholen waarop de kinderen van de buitenschoolse opvang zitten, liggen niet op loopafstand van het kindercentrum. De beroepskrachten halen de kinderen daarom op met de Stint (een elektrisch voertuig waarin tien kinderen plaats kunnen nemen). De directeur heeft per school een vaste route vastgesteld, die de beroepskrachten dienen te nemen. Tijdens het inspectieonderzoek handelen de beroepskrachten conform protocol 'Kinderen ophalen van school'. Zij nemen onder andere een telefoon mee en een lijst met namen van de kinderen die moeten worden opgehaald. De beroepskrachten zien erop toe dat de kinderen hun gordel om doen. Naast de maatregelen die de beroepskrachten dienen te nemen, heeft de directeur een actieplan opgesteld met eenmalig te nemen acties ter reducering van veiligheids- en gezondheidsrisico's. Op basis van een steekproef uit deze actielijst is beoordeeld dat de acties waarvan de deadline is verstreken zijn uitgevoerd. Zo hebben de beroepskrachten 'Stint-les' ontvangen, is er beleid opgesteld met betrekking tot het vermissen van kinderen en is het buitenhek bekleed met riet. Verder is er een fontein op kindhoogte aangebracht en zijn er zeepdispensers en handdoekdispensers opgehangen bij de wastafels. Tot slot beschikt het kindercentrum over ongevallenregistratieformulieren die voldoen aan de gestelde eisen. Er hebben zich sinds de start van de exploitatie (nog) geen ongevallen voorgedaan. Meldcode kindermishandeling Er wordt bij het kindercentrum gebruikgemaakt van de Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld van de Brancheorganisatie kinderopvang. De meldcode is door de directeur vastgesteld en de sociale kaart is toegespitst op de locatie. De twee vaste beroepskrachten hebben beiden een training op het gebied van kindermishandeling gevolgd. Eén van de twee vaste beroepskrachten van kinderdagverblijf Buitenkans is aangesteld als aandachtsfunctionaris. Tijdens het inspectieonderzoek blijkt dat de beroepskrachten voldoende op de hoogte zijn van de inhoud van de meldcode. Gebruikte bronnen: - Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid (22 mei 2014; ontvangen op 28 mei 2014) - Veiligheidsprotocol 2014 (ontvangen op 24 oktober 2014) - Gezondheidsprotocol 2014 (ontvangen op 24 oktober 2014) - Protocol 'Kinderen ophalen van school' (ontvangen op 17 juli 2014) - Inspectieonderzoek - Gesprekken met de beroepskrachten - Gesprek met de directeur
Buitenkans Kinderopvang - Jaarlijks onderzoek 23-10-2014
7/14
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Er is een basisgroepsruimte; deze heeft volgens de plattegrond een oppervlakte van 81,5 m² en is daarmee voldoende voor het aantal op te vangen kinderen. De ruimte is passend ingericht en in overeenstemming met de leeftijd van de kinderen. Er is bijvoorbeeld een typmachine, een knutseltafel en een tafelvoetbal en er zijn verschillende zit- en loungehoeken en er is een bibliotheek. Tekeningen van de kinderen zijn opgehangen in de groepsruimte en knutselwerkjes zijn uitgestald. Er wordt gebruikgemaakt van de woonkeuken waarin een tafel met banken staat, waaraan de jongste kinderen eten. De oudste kinderen eten in de groepsruimte. Buitenspeelruimte Het pand waarin het kinderdagverblijf en de buitenschoolse opvang Buitenkans zijn gevestigd, beschikt over een aangrenzende buitenspeelruimte. Deze buitenruimte heeft volgens de metingen van de toezichthouder in het onderzoek na aanvraag (d.d. 16 juli 2014) een oppervlakte van ongeveer 335 m². Dit is voldoende oppervlakte voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. De beroepskrachten hebben verklaard dat met name de jongste kinderen in deze buitenspeelruimte spelen omdat de buitenspeelruimte is ingericht met een zandbak. Met de oudere kinderen wordt vooral op de nabijgelegen velden gespeeld. Sommige kinderen mogen zelfstandig in de omgeving van het kindercentrum spelen. Hiervoor zijn zelfstandigheidscontracten getekend. Binnenkort wordt er voor het kindercentrum een moestuin aangelegd en komen er kippen in het hok in de buitenspeelruimte. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Gesprekken met de beroepskrachten - Gesprek met de directeur - Plattegrond (ontvangen op 15 juli 2014) - Onderzoek na aanvraag (d.d. 16 juli 2014)
Buitenkans Kinderopvang - Jaarlijks onderzoek 23-10-2014
8/14
Ouderrecht Informatie De directeur informeert de ouders door middel van de website www.buitenkans-kinderopvang.nl en het intakegesprek. Op de website heeft de directeur onder andere het laatste GGD-rapport en verschillende beleidsstukken, waaronder het pedagogisch beleidsplan, geplaatst. Dit is echter niet de meest recente versie. Dit is bij het onderzoek na aanvraag van 16 juli 2014 ook al gerapporteerd. Desondanks worden de ouders voldoende geïnformeerd over het te voeren beleid. Tijdens het intakegesprek is aan de ouders verteld door welke beroepskrachten de kinderen worden opgevangen. Oudercommissie Hoewel de directeur hiertoe nog niet verplicht is (omdat aanvraag tot exploitatie van het kindercentrum minder dan zes maanden geleden is ingediend), heeft zij een oudercommissie ingesteld. Het is een samengestelde oudercommissie voor zowel het kinderdagverblijf als de buitenschoolse opvang. Ditsamenvoegen van de beide oudercommissies is toegestaan omdat beide opvangvoorzieningen op hetzelfde adres gevestigd zijn. De oudercommissie bestaat uit vijf leden. Er heeft één vergadering plaatsgevonden, waarin de directeur een adviesaanvraag heeft gedaan over het voedingsbeleid, het speelgoedbeleid, het pedagogisch beleid en de klachtenregeling. Er is nog geen reglement vastgesteld, omdat de directeur dit nog gaat aanpassen naar aanleiding van de oudercommissievergadering. Klachten De directeur heeft een klachtenregeling voor ouders en de oudercommissie ingesteld en op de website van de locatie geplaatst. In de regeling staat dat de ouders en de oudercommissie direct hun klacht zowel bij het kindercentrum kunnen neerleggen als bij de onafhankelijke klachtencommissie. De directeur is voor beide partijen aangesloten bij de onafhankelijke Stichting Klachtencommissie Kinderopvang (sKK). Gebruikte bronnen: - Www.buitenkans-kinderopvang.nl (geraadpleegd op 24 oktober 2014) - Klachtenreglement februari 2014 (geraadpleegd via de website op 24 oktober 2014) - Gesprek met de directeur - Www.klachtkinderopvang.nl (geraadpleegd op 24 oktober 2014) - Www.klachtenkamer.nl (geraadpleegd op 24 oktober 2014)
Buitenkans Kinderopvang - Jaarlijks onderzoek 23-10-2014
9/14
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun basisgroep verlaten. Bij activiteiten in groepen groter dan dertig kinderen besteedt de houder in het pedagogisch beleidsplan aantoonbaar extra aandacht aan de omgang met de basisgroep. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruikmaken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO Kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. A. De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Of B. De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Indien een kind in een andere basisgroep dan de vaste basisgroep wordt opgevangen, dan duurt dat niet langer dan de tussen houder en ouder schriftelijk overeengekomen periode. Beroepskracht-kind-ratio Buitenkans Kinderopvang - Jaarlijks onderzoek 23-10-2014
10/14
A. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. OF B. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen, kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen, kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 uur en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet, is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. Gebruik van de voorgeschreven voertaal A. De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Of B. Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling die voldoet aan de beschreven eisen. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. Buitenkans Kinderopvang - Jaarlijks onderzoek 23-10-2014
11/14
De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is in de directe nabijheid van het kindercentrum. De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen goed bereikbaar. De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen veilig bereikbaar.
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld. De houder en personen werkzaam bij het kindercentrum zijn geen lid. De leden worden gekozen uit en door de ouders. De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement. De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie. De houder leeft geheimhoudingsplicht na. De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen. De houder brengt de klachtenregeling oudercommissie op passende wijze bij hen onder de aandacht. De houder zorgt voor naleving van de regeling.
Buitenkans Kinderopvang - Jaarlijks onderzoek 23-10-2014
12/14
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
Buitenkans Kinderopvang 000029813778 http://www.buitenkans-kinderopvang.nl 20 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: : : : :
Buitenkans Kinderopvang BV Meteorenweg 280A 1035 RN AMSTERDAM 60634545
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mevr. G.M. van Duijvenbode, MSc
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Gemeente Amsterdam : Amstel 1 : 1011 PN AMSTERDAM
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
Buitenkans Kinderopvang - Jaarlijks onderzoek 23-10-2014
: : : : :
23-10-2014 29-10-2014 07-11-2014 07-11-2014 12-11-2014
: 12-11-2014 :
13/14
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om een zienswijze in te dienen.
Buitenkans Kinderopvang - Jaarlijks onderzoek 23-10-2014
14/14