Inspectierapport. Kinderopvang MaiKids Amsterdam (BSO) Berlaarstraat PM AMSTERDAM Registratienummer:

Inspectierapport Kinderopvang MaiKids Amsterdam (BSO) Berlaarstraat 273 275 1066 PM AMSTERDAM Registratienummer: 105379967

Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 09-10-2014 Type onderzoek: Onderzoek na aanvraag Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 21-10-2014

Kinderopvang MaiKids Amsterdam - Onderzoek na aanvraag 09-10-2014

1/14

Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht


2/14

Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 9 oktober 2014 is er een onderzoek na aanvraag uitgevoerd, op grond van artikel 1.62, eerste lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. De houder heeft het voornemen om een bestaande buitenschoolse opvang (BSO) te verhuizen van de Heverleestraat 25 te Amsterdam naar de Berlaarstraat 273-275 te Amsterdam. In het huidige onderzoek is onderzocht of de verhuizing kan plaatsvinden. Het onderzoek heeft zich gericht op de kwaliteitseisen met betrekking tot het pedagogisch klimaat, de eisen aan het personeel en de beroepskracht-kind-ratio, het veiligheidsen gezondheidsbeleid, de accommodatie en inrichting en het ouderrecht. Kwaliteitseisen met betrekking tot de praktijk zijn niet beoordeeld. De toezichthouder heeft de houder de gelegenheid geboden om documenten aan te passen en/of na te sturen. De houder heeft van deze gelegenheid gebruikgemaakt.

Beschouwing Organisatie De houder, Kinderopvang MaiKids Amsterdam B.V., exploiteert tijdens het huidige onderzoek vier vestigingen in Amsterdam Nieuw-West: twee kinderdagverblijven en twee buitenschoolse-opvanglocaties. Het bestuur bestaat uit één persoon, de directeur. Zij is eindverantwoordelijke voor het te voeren beleid. De directeur wordt ondersteund door een teamcoach, pedagogisch beleidsmedewerker, een afdeling Planning en Plaatsing en een afdeling Financiën. Tijdens het huidige onderzoek is de pedagogisch beleidsmedewerker met verlof. De teamcoach neemt voor haar waar en draagt nu de verantwoordelijkheid voor het aansturen en ondersteunen van de beroepskrachten van alle vestigingen in Amsterdam en de vestigingen van zusterorganisaties in Almere en Hoofddorp. Daarnaast is deze persoon verantwoordelijk voor het op te stellen beleid, waaronder het veiligheidsen gezondheidsbeleid. Bij de twee kinderdagverblijven zijn er beroepskrachten met aangesteld die naast de reguliere werkzaamheden, extra taken hebben om uitvoering te geven aan de praktische zaken. Locatie De houder heeft het voornemen om, bij een positieve beschikking, de BSO in de Heverleestraat 25 te verhuizen naar de Berlaarstraat 273-275. Op dit adres wordt reeds dagopvang aangeboden. De huidige aanvraag is de tweede aanvraag van de houder met betrekking tot de verhuizing van de BSO. Tijdens het eerste onderzoek na aanvraag is geconstateerd dat er niet werd voldaan aan de kwaliteitseisen met betrekking tot onder andere de inrichting en het pedagogisch klimaat. Tijdens het huidige onderzoek blijkt dat er maatregelen zijn getroffen. Het pedagogisch beleidsplan is aangepast en enkele ruimtes zijn verbouwd.

Advies aan college van B&W Uit het onderzoek is gebleken dat de vestiging redelijkerwijs zal gaan voldoen aan de kwaliteitseisen die bij weten regelgeving aan de exploitatie van een kindercentrum zijn gesteld. De toezichthouder adviseert om de exploitatie van de voorziening toe te staan (mits aan overige weten regelgeving wordt voldaan) vanaf dagtekening van het besluit en dit op te nemen in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen. Er is een aanvraag gedaan voor 33 kindplaatsen; dit is onjuist. Uit gesprekken met de directeur blijkt dat de houder een BSO met maximaal negentien kindplaatsen zal exploiteren. De toezichthouder adviseert om de aanvraag gedeeltelijk af te wijzen: exploitatie van de vestiging zal redelijkerwijs gaan voldoen aan de kwaliteitseisen indien er dagelijks maximaal negentien kindplaatsen worden geëxploiteerd.


3/14

Observaties en bevindingen Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang De houder exploiteert twee kinderdagverblijven en twee BSO's in Amsterdam. Kinderopvang in de zin van de wet De opvang valt binnen de gestelde definitie. Er is sprake van kinderopvang in de zin van de wet. Kinderopvang en naleving weten regelgeving Er loopt handhaving tegen een vestiging van de houder. De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn vestigingen te voorkomen. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek


4/14

Pedagogisch klimaat Tijdens het inspectieonderzoek heeft de toezichthouder geconstateerd dat informatie met betrekking tot deze locatie in de Berlaarstraat nog niet in het pedagogisch beleidsplan was opgenomen. Bijvoorbeeld de informatie met betrekking tot de groepsgrootte ontbrak. De toezichthouder heeft de houder tijdens het onderzoek de mogelijkheid geboden om deze overtreding te herstellen. De houder heeft binnen de geboden termijn de informatie in het pedagogisch beleidsplan aangepast. Pedagogisch beleidsplan Er is een algemeen pedagogisch beleidsplan opgesteld voor de BSO's van de houder. De visie van de houder is hierin beschreven. In het pedagogisch beleidsplan is een beschrijving opgenomen van de wijze waarop uiting wordt gegeven aan de vier basisdoelen: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke en sociale competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Zo is beschreven dat de emotionele veiligheid onder andere gewaarborgd wordt door vaste beroepskrachten in te zetten. Mogelijkheden tot ontwikkeling van de persoonlijke competentie worden gestimuleerd door het gevoel van zelfstandigheid bij de kinderen te vergroten. Zo worden kinderen betrokken bij het plannen van activiteiten en mogen zij zelf ideëen aandragen. Ook is in duidelijke en observeerbare termen beschreven hoe de beroepskrachten normen en waarden overdragen. Ongewenst gedrag wordt bijvoorbeeld ontmoedigd door kinderen even apart te zetten en afspraken uit te leggen. Er is een aparte beschijving opgenomen over de wijze waarop er wordt omgegaan met pesten. Zo is beschreven dat er onderscheid is tussen plagen en pesten en dat bij pestgedrag met alle partijen een gesprek wordt aangegaan, dus zowel de pester als de gepestte en de ouders, om vervolgens afspraken te maken over de maatregelen die genomen kunnen worden. De kinderen zullen worden opgevangen in één groep, Engeltjes, bestaande uit maximaal negentien kinderen in de leeftijd van vier tot dertien jaar oud. Het pand waarin de BSO zich zal vestigen, wordt gedeeld met een kinderdagverblijf van de houder, waardoor er gedurende de openingstijden minimaal twee personen in het pand aanwezig zijn. Op woensdag, vrijdag en in de vakantieperiodes zal de BSO worden samengevoegd met een andere BSO van de houder, namelijk de locatie MaiKids Laan van Vlaanderen 143. Activiteiten in de BSO kunnen bestaan uit uitstapjes, zoals zwemmen of buiten spelen op een van de nabijgelegen speelpleinen, waaronder het speelplein dat toebehoort aan basisschool de Mijlpaal. Beroepskrachten kunnen ondersteund worden door de pedagogisch beleidsmedewerker, de (BOL-)stagiaires en de ouders. In het beleidsplan is beschreven dat BOL-stagiaires in hun eerste jaar boventallig ingezet worden en dat de inzetbaarheid in het tweede en derde jaar aan de hand van hun functioneren wordt bepaald. Dit houdt in dat BOL-stagiaires vanaf hun tweede jaar volledig formatief ingezet kunnen worden bij goed functioneren. Deze informatie is onjuist. BOL-stagiaires kunnen uitsluitend (exclusief het eerste schooljaar) op de eigen stagelocatie formatief ingezet worden, namelijk bij ziekte van een pedagogisch medewerker, tijdens schoolvakanties en bij het afleggen van de proeve van bekwaamheid als onderdeel van de opleiding. Deze informatie dient aangepast te worden.

Gebruikte bronnen: - Pedagogisch beleidsplan van de buitenschoolse opvang van Kinderopvang MaiKids, ontvangen via de gemeente op 1 september 2014 - Pedagogisch beleidsplan van de buitenschoolse opvang van Kinderopvang MaiKids, herziene versie oktober 2014


5/14

Personeel en groepen Het team zal bestaan uit de twee vaste beroepskrachten die ook op het voormalige adres werkzaam waren. Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft beoordeeld dat de houder en de personen die werkzaam zullen zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag die voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd en op dat moment niet ouder is dan twee maanden. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft beoordeeld dat alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen De kinderen zullen worden opgevangen in één basisgroep, genaamd Engeltjes. In deze groep zullen maximaal negentien kinderen worden opgevangen in de leeftijd van vier tot dertien jaar oud. Op woensdag, vrijdag en gedurende de schoolvakanties zullen de kinderen worden opgevangen bij BSO MaiKids Laan van Vlaanderen 143. Dit is opgenomen in het pedagogisch beleidsplan en geaccordeerd door de oudercommissie. Beroepskracht-kind-ratio Tijdens het huidige onderzoek zijn er reeds negentien kinderen aangemeld. Op schooldagen zullen dagelijks twee beroepskrachten worden ingezet van 15.00 uur tot 18.30 uur. Er zal dan niet worden gepauzeerd. Gedurende de schoolvakanties is de BSO geopend van 7.30 tot 19.00 uur en wordt de groep samengevoegd met de BSO op de andere locatie van de houder. De werktijden van de beroepskrachten zijn dan als volgt: 7.30 tot 17.00 uur en 9.30 tot 19.00 uur. Afhankelijk van het aantal aanwezige kinderen, kunnen de beroepskrachten ook met een van de volgende tussendiensten worden ingezet: 8.00 tot 17.30 uur of 9.00 tot 18.00 uur. Gedurende de schoolvakanties kunnen de beroepskrachten zestig minuten pauzeren. Bij uitval van de vaste beroepskrachten wegens ziekte of verlof zullen er invalkrachten worden ingezet. Dit zijn beroepskrachten van de overige locaties van de houder. Het zal in principe niet voorkomen dat een beroepskracht alleen in het kindercentrum aanwezig is, omdat de roosters zodanig zijn opgesteld dat er te allen tijde door minimaal drie beroepskrachten wordt geopend en afgesloten. Zowel in de BSO in de Berlaarstraat als aan de Laan van Vlaanderen wordt het pand gedeeld met een dagopvang van de houder. Gedurende de openingstijden is er dus personeel van de dagopvang in het pand aanwezig.

Gebruik van de voorgeschreven voertaal Gedurende de hele opvang zal door alle beroepskrachten Nederlands worden gesproken. Gebruikte bronnen: - Afschriften VOG's en diploma's - Concept personeelsrooster, ontvangen op 14 oktober 2014 - Bezettingslijst, ontvangen op 14 oktober 2014 - Inspectieonderzoek na aanvraag d.d. 8 juli 2014


6/14

Veiligheid en gezondheid Het veiligheidsen gezondheidsbeleid bestaat uit risico-inventarisaties, werkinstructies en protocollen. Tijdens het inspectiebezoek is geconstateerd dat de risico's met betrekking tot de veiligheid niet voor alle ruimtes waren geïnventariseerd en dat de risico-inventarisatie gezondheid niet actueel was en de risico's ten gevolge van (niet) medisch handelen niet beschreven werden. De toezichthouder heeft de houder tijdens het onderzoek de mogelijkheid geboden om deze overtredingen te herstellen. De houder heeft binnen de geboden termijn van vijf dagen de risico-inventarisaties aangepast en opgestuurd. Na toezending bleken enkele documenten nog niet volledig; de toezichthouder heeft de houder opnieuw in de gelegenheid gesteld om documenten aan te leveren. De houder heeft hier gebruik van gemaakt. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Veiligheid Op 13 oktober 2014 is de risico-inventarisatie veiligheid vastgesteld. Alle voor de kinderen toegankelijke ruimtes zijn geïnventariseerd, waaronder de groepsruimte, de sanitaire ruimte en de buitenruimte waar de BSO structureel gebruik van maakt. In de risico-inventarisatie zijn maatregelen beschreven en er wordt ook doorverwezen naar werkinstructies en protocollen. De werkinstructies hebben betrekking op onder andere de volgende onderwerpen: de uitstapjes, de buitenruimte (het schoolplein van de Mijlpaal) en het ophalen van de kinderen van school. De kinderen van deze locatie zijn afkomstig van basisschool de Mijlpaal. Deze school bevindt zich op een afstand van ongeveer 230 meter; de kinderen zullen lopend van school worden gehaald. Gezondheid De risico-inventarisatie gezondheid is vastgesteld op 16 oktober 2014. De risico's op de thema's overdracht van ziektekiemen, binnen- en buitenmilieu en (niet) medisch handelen zijn geïnventariseerd. In de risico-inventarisatie zijn maatregelen beschreven ter reductie van de risico's. Daarnaast wordt er verwezen naar de werkinstructie hygiëne en gezondheid en de protocollen. Er zijn nog enkele openstaande acties beschreven in de risicoinventarisatie. Zo zullen in elke ruimte thermometers geplaatst worden om risico's op het thema binnenmilieu te reduceren. De teamcoach is ondersteunend voor het op te stellen beleid, waaronder het veiligheid- en gezondheidsbeleid. De pedagogisch medewerkers zijn zelf verantwoordelijk voor het maken van de risico-inventarisaties voor de eigen groepen. Door middel van het maandelijks werkoverleg zullen de beroepskrachten op de hoogte worden gesteld van het veiligheidsen gezondheidsbeleid. Dit werkoverleg wordt bijgewoond door de beroepskrachten en de directeur. Van tevoren zal er een agenda worden opgesteld. Minimaal één keer per jaar wordt er een teamvergadering georganiseerd; hierbij zijn, naast de directie, alle beroepskrachten van alle vestigingen van de houder aanwezig. Meldcode kindermishandeling De organisatie heeft een Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld. Er is hiervoor gebruikgemaakt van het model dat is opgesteld door de Brancheorganisatie Kinderopvang. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode door de inhoud te bespreken tijdens de jaarlijkse teamvergaderingen. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek op locatie - Gesprekken met de teamcoach - Risico-inventarisatie veiligheid afgedrukt op 9 juli 2014, ontvangen via de gemeente op 22 september 2014 - Risico-inventarisatie veiligheid d.d. 13 oktober 2014, ontvangen op 14 oktober 2014 - Risico-inventarisatie gezondheid afgedrukt op 16 juli 2014, ontvangen via de gemeente op 22 september 2014 - Risico-inventarisatie gezondheid afgedrukt op 8 juli 2014, ontvangen op 13 oktober 2014 - Risico-inventarisatie gezondheid d.d. 16 oktober 2014, ontvangen op 16 oktober 2014 - Werkinstructies veiligheid en gezondheid, ontvangen op 14 en 16 oktober 2014 - Inspectieonderzoek Kinderopvang MaiKids Amsterdam (kinderdagverblijf) d.d. 13 mei 2014


7/14

Accommodatie en inrichting De BSO zal gevestigd worden in een pand waar ook een gelijknamige dagopvang van de houder is gevestigd. De BSO zal hier beschikken over oorspronkelijk twee ruimtes die door middel van een gang, waarin ook een keukenblok staat, met elkaar verbonden zijn. De jongsten van de BSO zullen de sanitaire ruimte delen met de dagopvang. De oudere kinderen kunnen gebruikmaken van het toilet voor volwassenen. Na het eerste onderzoek na aanvraag heeft de houder verbouwd; er is een muur verwijderd die een groepsruimte afscheidde van de gang, waardoor de twee groepsruimtes nu een geheel vormen. Ook zijn er na het eerste onderzoek na aanvraag schotjes geplaatst tussen de toiletten in de sanitaire ruimte voor de allerjongsten van de BSO. Binnenspeelruimte De houder heeft een aanvraag ingediend voor de exploitatie van een BSO met 33 kindplaatsen. Tijdens het inspectiebezoek is echter gebleken dat de houder het voornemen heeft negentien kindplaatsen te exploiteren. De toezichthouder heeft de binnen- en buitenruimte beoordeeld op grond van de verklaring van de directeur en de teamcoach, namelijk dat er maximaal negentien kindplaatsen geëxploiteerd zullen worden. Volgens de aangeleverde plattegrond heeft de nieuw ontstane ruimte een oppervlakte van ongeveer 82 m². Hiermee is de ruimte geschikt voor de opvang van negentien kinderen. De toezichthouder kan echter niet beoordelen of de ruimte die voorheen tot de gang behoorde, meegerekend kan worden als verblijfsruimte. De omgevingsvergunning die door de houder is overgelegd ten behoeve van dit onderzoek is afgegeven in 2007 en heeft dus betrekking op de ruimtes zoals deze waren in de oorspronkelijke staat. De binnenruimte is nog niet ingericht tijdens het inspectieonderzoek. De teamcoach verklaart dat het meubilair van de vestiging in de Heverleestraat zal meeverhuizen. De directeur heeft beeldmateriaal verzonden van de meubels en het speelmateriaal dat meegenomen zal worden. Hierop is te zien dat de BSO zal beschikken over (spel)computers, twee eettafels, een speelkeuken, een poppenhuis en los spelmateriaal. Tijdens het eerste onderzoek na aanvraag is gebleken de kinderen van de BSO de sanitaire ruimte zullen delen met het kinderdagverblijf. In deze ruimte, die met glazen deuren is afgesloten, staan drie peutertoiletten. Doordat de toiletten geen enkele privacy boden door middel van wanden en/of deuren, is beoordeeld dat de ruimte onvoldoende passend was ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en in overeenstemming met het pedagogisch beleid. Tijdens het huidige inspectieonderzoek blijken er schotten te zijn geplaatst tussen de toiletten. In een telefoongesprek met de directeur is verklaard dat het middelste toilet nog zal worden voorzien van een deur, om zo de emotionele veiligheid te kunnen waarborgen voor kinderen die daar behoefte aan hebben. De toezichthouder acht het aannemelijk dat redelijkerwijs aan de voorwaarde zal worden voldaan. Buitenspeelruimte De BSO zal gebruik blijven maken van het schoolplein van basisschool de Mijlpaal. Deze ruimte heeft ruim voldoende oppervlakte voor de opvang van negentien kinderen. De buitenruimte ligt op ongeveer 300 meter afstand van het kindercentrum en is gedurende de opvangtijden beschikbaar voor de kinderen. De buitenruimte is ingericht met een speelhuis, een evenwichtsdraaibalk en een zandbak. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek na aanvraag d.d. 8 juli 2014 - Inspectieonderzoek - Plattegrond, ontvangen van de houder op 14 oktober 2014 - Plattegrond d.d. 10 juli 2007 behorend tot de beschikking van het dagelijks bestuur - Gesprek met de directeur op 20 oktober 2014


8/14

Ouderrecht Informatie De houder zal de ouders informeren door middel van de website, een informatieboek en een nieuwsbrief. Hiermee worden ouders voldoende geïnformeerd over het te voeren beleid. Tijdens het eerste onderzoek na aanvraag is gebleken dat de voorgenomen verhuizing aan de oudercommissie en de ouders van zowel de BSO als het kinderdagverblijf kenbaar is gemaakt. In een nieuwsbrief heeft de houder beschreven wat de aanleiding is voor de verhuizing van de BSO en hoe de emotionele veiligheid van de kinderen gewaarborgd zal blijven. De oudercommissie heeft mondeling een positief advies uitgebracht ten aanzien van de verhuizing van de BSO. Klachten De houder heeft een klachtenregeling voor zowel de ouders als de oudercommissie ingesteld. Deze regeling is te vinden op de website. De houder is aangesloten bij een onafhankelijke klachtencommissie, namelijk de sKK. De houder brengt de klachtenregeling op passende wijze onder de aandacht van de ouders door middel van de website. De regeling geeft duidelijk weer dat een ouder zich te allen tijde tot de onafhankelijke klachtencommissie kan richten. Gebruikte bronnen: - Informatieboek versie september 2014, ontvangen op 14 oktober 2014 - Website www.maikids.nl, geraadpleegd op 20 oktober 2014 - Notulen oudercommissievergadering d.d. 13 mei 2014, ontvangen op 7 juli 2014 - Nieuwsbrief d.d. juni 2014, ontvangen op 7 juli 2014 - Reactie van de houder op de notulen oudercommissievergadering d.d. 13 mei 2014, ontvangen op 7 juli 2014 - Gesprekken met de oudercommissie d.d. 17 juli 2014 - Website www.klachtkinderopvang.nl, geraadpleegd op 23 juli 2014 - Website www.klachtenkamer.nl, geraadpleegd op 23 juli 2014


9/14

Inspectie-items Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Kinderopvang in de zin van de wet De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats. Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd dat ze naar het basisonderwijs kunnen gaan. Kinderopvang en naleving weten regelgeving Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder. De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn vestiging(en) te voorkomen.

Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun basisgroep verlaten. Bij activiteiten in groepen groter dan dertig kinderen besteedt de houder in het pedagogisch beleidsplan aantoonbaar extra aandacht aan de omgang met de basisgroep. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruikmaken van kinderopvang gedurende extra dagdelen.

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO Kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. A. De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Of B. De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Indien een kind in een andere basisgroep dan de vaste basisgroep wordt opgevangen, dan duurt dat niet langer dan de tussen houder en ouder schriftelijk overeengekomen periode.


10/14

Beroepskracht-kind-ratio A. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. OF B. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen, kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen, kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 uur en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 uur en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Gebruik van de voorgeschreven voertaal A. De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Of B. Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.

Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling die voldoet aan de beschreven eisen. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.

Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang. Kinderopvang MaiKids Amsterdam - Onderzoek na aanvraag 09-10-2014

11/14

De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is in de directe nabijheid van het kindercentrum. De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen goed bereikbaar. De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen veilig bereikbaar.

Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement. De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie. De houder leeft geheimhoudingsplicht na.


12/14

Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang

: : : : :

Kinderopvang MaiKids Amsterdam 000000144649 http://www.maikids.nl 33 Nee

Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website

: : : : :

Kinderopvang MaiKids Amsterdam B.V. Pieter Calandlaan 1065 1069 SC AMSTERDAM 34375208 www.maikids.nl

: : : : :

GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. G. Stelk

Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats

: Gemeente Amsterdam : Amstel 1 : 1011 PN AMSTERDAM

Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport

: : : : :

09-10-2014 20-10-2014 21-10-2014 21-10-2014 21-10-2014

: 21-10-2014 :


13/14

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om een zienswijze in te dienen.


14/14

Inspectierapport. Kinderopvang MaiKids Amsterdam (BSO) Berlaarstraat PM AMSTERDAM Registratienummer:

Recommend Documents