Inspectierapport Buitenkans Kinderopvang (BSO) Meteorenweg 282 1035 RN AMSTERDAM Registratienummer: 824582019
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 09-06-2015 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 07-07-2015
Buitenkans Kinderopvang - Jaarlijks onderzoek 09-06-2015
1/13
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
Buitenkans Kinderopvang - Jaarlijks onderzoek 09-06-2015
2/13
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 09 juni 2015 is op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd. De locatie is in exploitatie vanaf 1 september 2014. Er is een volledig onderzoek uitgevoerd op alle domeinen omdat voor deze locatie nog geen risicoprofiel is opgesteld.
Beschouwing Organisatie Het kinderdagverblijf is samen met de buitenschoolse opvang Buitenkans in één pand gevestigd, op het terrein van Stadslandbouwproject 'NoordOogst'. Hier zijn of komen onder andere een natuurspeeltuin, een horecagelegenheid en een winkel met producten van het terrein. Buitenkans Kinderopvang past met haar visie binnen dit project. Het is een duurzame, groene opvangvoorziening. De houder van beide locaties is Buitenkans Kinderopvang B.V. De locaties staan onder leiding van de houder zelf. Zij is dagelijks aanwezig en is zowel verantwoordelijk voor het opstellen en implementeren van het beleid als voor de dagelijkse aansturing van de beroepskrachten. Locatie De buitenschoolse opvang bestaat uit twee groepen waarin in totaal maximaal dertig kinderen tussen de 4 en 12 jaar worden opgevangen. Ten tijde van het inspectieonderzoek zijn er drie vaste beroepskrachten in dienst bij de buitenschoolse opvang. Het team wordt binnenkort uitgebreid met een vierde, vaste beroepskracht, omdat één van de groepen vanaf september 2015 ook op maandag geopend zal zijn. Bij ziekte of verlof worden vaste invalkrachten ingezet. Oudercommissie De toezichthouder heeft een aantal malen geprobeerd contact op te nemen met de voorzitter van de oudercommissie. Dit contact is echter niet binnen de onderzoekstermijn tot stand gekomen.
Advies aan college van B&W De toezichthouder adviseert om vanwege de geconstateerde overtredingen handhavend op te treden conform het handhavingsbeleid van de gemeente.
Buitenkans Kinderopvang - Jaarlijks onderzoek 09-06-2015
3/13
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan Er is een pedagogisch beleidsplan opgesteld dat van toepassing is op zowel het kinderdagverblijf als de buitenschoolse opvang. In het beleidsplan is de visie op de omgang met kinderen van het kindercentrum duidelijk beschreven. Zo wordt er beschreven dat kinderen niet gevormd hoeven te worden, maar dat volwassenen hen kunnen laten zien hoe de wereld in elkaar zit, en veiligheid en vertrouwen kunnen overdragen zodat ieder kind zich op eigen wijze optimaal kan ontwikkelen. In het beleidsplan wordt voldoende duidelijk en observeerbaar beschreven hoe de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, hoe de kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke en sociale competenties kunnen komen en hoe de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. In het pedagogisch beleidsplan wordt omschreven dat de beroepskrachten ondersteund kunnen worden door de houder, de facilitair medewerker en de kok die tevens ingezet kan worden als beroepskracht. Ook staat er in het beleidsplan beschreven hoe de kinderen kunnen wennen in de nieuwe basisgroep. Hierbij wordt rekening gehouden met onder andere de leeftijd, persoonlijkheid en thuissituatie van het kind. Pedagogische praktijk Het pedagogisch handelen van de beroepskrachten is beoordeeld naar aanleiding van observaties in de groepen tijdens het eetmoment en het vrij spelen. Uit de observaties is gebleken dat er voldoende invulling wordt gegeven aan de pedagogische basisdoelen uit het pedagogisch beleidsplan. Emotionele veiligheid In de groepen heerst een rustige en ontspannen sfeer. De kinderen en beroepskrachten gaan respectvol met elkaar om, er wordt naar elkaar geluisterd en er is sprake van wederzijdse interactie. De kinderen weten waar zij aan toe zijn doordat de vaste beroepskrachten de kinderen kennen en sensitief reageren op wat ze zeggen en doen. De beroepskrachten tonen interesse voor de kinderen en sluiten aan bij wat ze vertellen. Tijdens het eetmoment aan tafel voeren de kinderen zowel onderling als met de beroepskrachten gesprekken over verschillende onderwerpen. Er is een programma met routines en activiteiten in een herkenbare en vertrouwde volgorde, wat houvast biedt aan de kinderen. Het laat ruimte voor flexibiliteit en voorkeuractiviteiten van kinderen. Dit blijkt uit het volgende: Tijdens het knutselen komen de kinderen op het idee om spaghetti te maken. De beroepskracht volgt de kinderen hierin en begeleidt de activiteit die de kinderen spontaan hebben bedacht. De kinderen helpen mee en mogen na een onderdeel van het reguliere dagprogramma een beetje proeven van de maaltijd. Persoonlijke en sociale competenties De kinderen spelen samen en zoeken elkaar op maar er is ook ruimte om individueel bezig te zijn. De kinderen worden gestimuleerd in het ontwikkelen van hun persoonlijke competenties door hen zelfstandig taken uit te laten voeren. Zo wordt aan de kinderen gevraagd zelf hun eten te halen en ruimen de kinderen na het eten hun bakje en beker af. De beroepskrachten kennen bijzonderheden van de kinderen: de beroepskracht vertelt iets over de vriendschap tussen twee kinderen en over één kind dat blij is dat er straks een leeftijdsgenoot in de groep zal komen. Tijdens het tafelmoment stimuleren de beroepskrachten de sociale competenties door de kinderen naar elkaar te laten luisteren en te benoemen dat ieder kind iets wil vertellen. De kinderen steken hun vinger op als ze iets willen vertellen en wachten op hun beurt. Gebruikte bronnen: - Pedagogisch beleidsplan (versie januari 2015), ontvangen op 16 juni 2015 - Inspectieonderzoek
Buitenkans Kinderopvang - Jaarlijks onderzoek 09-06-2015
4/13
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat de personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag die voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd en op dat moment niet ouder is dan twee maanden. Deze steekproef is gehouden onder het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden en de invalkrachten die in de maanden voorafgaand aan het inspectieonderzoek zijn ingezet. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Deze steekproef is gehouden onder het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden en de invalkrachten die in de maanden voorafgaand aan het inspectieonderzoek zijn ingezet. Opvang in groepen De buitenschoolse opvang heeft twee basisgroepen: de oudste groep met maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar en de jongste groep met maximaal tien kinderen in de leeftijd van 4 tot 7 jaar. De kinderen zijn geplaatst in één basisgroep. Op maandag en vrijdag worden de groepen samengevoegd. Op woensdag is de buitenschoolse opvang gesloten. Beroepskracht-kind-ratio Tijdens het inspectiebezoek worden er in de oudste groep zeventien kinderen opgevangen door twee beroepskrachten en in de jongste groep tien kinderen door één beroepskracht. Op de dag van het inspectiebezoek worden er voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van week 12 tot en met 24 in 2015 en de bijbehorende werkroosters van het personeel constateert de toezichthouder dat er ook in deze periode voldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal op te vangen kinderen. De beroepskrachten hebben dagelijks de volgende werktijden: van 13.30 of 14.00 uur tot 18.30 uur. Zij pauzeren niet op schooldagen. In de vakanties werken de beroepskrachten van 08.30 tot 18.00 of 18.30 uur of van 09.00 of 9.30 tot 18.30 uur. De beroepskrachten pauzeren dan ieder dertig minuten. Het komt niet voor dat een beroepskracht alleen in het kindercentrum aanwezig is. Doordat het kinderdagverblijf zich in hetzelfde pand bevindt als de buitenschoolse opvang van dezelfde houder wordt er te allen tijde door minimaal twee beroepskrachten afgesloten. De eigenaresse of de facilitair medewerker fungeren als achterwacht. De beroepskrachten zijn op de hoogte van deze achterwachtregeling. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Gedurende de hele opvang wordt door alle beroepskrachten Nederlands gesproken. Gebruikte bronnen: - Steekproef afschriften verklaringen omtrent het gedrag, ontvangen op 16 juni 2015 - Steekproef afschriften beroepskwalificaties, ontvangen op 16 juni 2015 - Overzicht inzet beroepskrachten, week 12 tot en met 24 in 2015. Ontvangen op 19 juni 2015 - Presentielijsten, week 12 tot en met 24 in 2015. Ontvangen op 18 juni 2015 - Plaatsingslijsten maart tot en met juni, ontvangen op 19 juni 2015 - Pedagogisch beleidsplan, versie januari 2015 - Gesprek met de houder - Gesprek met de beroepskrachten
Buitenkans Kinderopvang - Jaarlijks onderzoek 09-06-2015
5/13
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Er is op 28 oktober 2014 een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid uitgevoerd met de digitale Risicomonitor. Deze betreft de actuele situatie in het kindercentrum. Er zijn maatregelen opgesteld om de risico's te reduceren. Bij de maatregelen wordt verwezen naar beleidsstukken waarin deze maatregelen zijn vastgelegd, zoals het veiligheidsprotocol, het gezondheidsprotocol en het protocol 'buiten spelen'. Tijdens vergaderingen die elke twee weken plaatsvinden worden diverse protocollen, verbeterpunten en het beleid besproken. De uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid is beoordeeld op basis van speerpunten. Op het gebied van de gezondheidsrisico's is gelet op het handelen bij warm weer en hygiëne. Op het gebied van de veiligheidsrisico's is gelet op de kennis en naleving van de werkafspraken omtrent het buiten spelen. Uit onderstaande voorbeelden blijkt dat de beroepskrachten op de hoogte zijn van het beleid en de protocollen en hiernaar handelen. Veiligheid Er worden pionnen op de weg neergezet om te voorkomen dat het verkeer hard aan komt rijden. Kinderen met een zelfstandigheidscontract mogen zelf naar buiten, maar ze melden zich alsnog bij de beroepskrachten voor ze gaan. Er zijn met de kinderen afspraken gemaakt wanneer ze naar buiten gaan en waar ze naartoe mogen op het buitenterrein. De kinderen worden hier regelmatig aan herinnerd. De kinderen zijn buiten altijd onder toezicht van een beroepskracht. Dit is conform de regels en afspraken zoals die zijn vastgelegd in veiligheidsprotocol en het protocol buiten spelen. Gezondheid Bij warm weer zorgen de beroepskrachten dat er voldoende water beschikbaar is voor de kinderen, zowel om te drinken als om mee te spelen. Ze smeren de kinderen in met zonnebrand, en buiten zijn er voldoende schaduwplekken waar de kinderen kunnen spelen. De beroepskrachten dragen zorg voor een goede handhygiëne: zij helpen de kinderen eraan herinneren dat ze na het buiten spelen, voor het eten en na een toiletbezoek hun handen moeten wassen. Meldcode kindermishandeling Er wordt bij het kindercentrum gebruikgemaakt van de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld van de Brancheorganisatie Kinderopvang. De meldcode is door de eigenaresse vastgesteld. Er is recent een studiedag geweest met betrekking tot de meldcode waaraan alle beroepskrachten hebben deelgenomen. De beroepskrachten kennen de stappen van de meldcode: signaleren, bespreken met collega's en vervolgens de zorgen neerleggen bij de leidinggevende die aandachtsfunctionaris kindermishandeling is. Gebruikte bronnen: - Risico-inventarisatie veiligheid, d.d. 28 oktober 2014 - Risico-inventarisatie gezondheid, d.d. 28 oktober 2014 - Veiligheidsprotocol, januari 2015 - Gezondheidsprotocol, januari 2015 - Protocol Buiten spelen, januari 2015 - Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld, juli 2013 - Pedagogisch beleidsplan, versie januari 2015 - Gesprek met de beroepskrachten - Gesprek met de houder - Inspectieonderzoek
Buitenkans Kinderopvang - Jaarlijks onderzoek 09-06-2015
6/13
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Er is één basisgroepsruimte. Deze heeft volgens de plattegrond een oppervlakte van 81,5 m² en is daarmee voldoende voor het aantal op te vangen kinderen. De ruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de kinderen. In de groepsruimte zijn diverse plekken waar de kinderen kunnen zitten of spelen. Er staat een grote tafel waaraan geknutseld en gelezen kan worden. Er is divers speelmateriaal zoals een typemachine, een groot schaakbord en lego. Naast deze ruimte is er een atelier van 18,1 m². Verder zijn de hal van het kindercentrum (45,5 m²) en de woonkeuken (21,9 m²) aangemerkt als verblijfsruimtes. De hal wordt gebruikt als speelhal, in de woonkeuken eten de jongste kinderen wanneer zij uit school komen aan een grote tafel. Hiermee is er voor de buitenschoolse opvang in totaal voldoende binnenspeelruimte beschikbaar voor de opvang van het gewenste aantal van 30 kinderen. Buitenspeelruimte Het pand waarin het kinderdagverblijf en de buitenschoolse opvang Buitenkans zijn gevestigd, beschikt over een aangrenzende buitenspeelruimte. Deze buitenruimte heeft volgens de plattegrond een oppervlakte van ongeveer 335 m². Dit is voldoende oppervlakte voor het aantal kinderen van het kinderdagverblijf (23) en het gewenste aantal kinderen van de buitenschoolse opvang (30). Het kindercentrum is gevestigd op het terrein van het Stadslandbouwproject NoordOogst waar de buitenschoolse opvang structureel gebruik van maakt. Tevens is er voor het kindercentrum een moestuin aangelegd, waar de kinderen groente en fruit verbouwen. In deze buitenruimte zijn onder andere picknicktafels, een schommel, hutten en autobanden beschikbaar voor de kinderen. Gebruikte bronnen: - Plattegrond 12 mei 2014 (ontvangen per e-mail op 15 juli 2014) - Onderzoek na aanvraag (d.d. 16 juli 2014) - Inspectieonderzoek
Buitenkans Kinderopvang - Jaarlijks onderzoek 09-06-2015
7/13
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders door middel van de website, facebook en nieuwsbrieven. Tevens heeft de houder het rapport van het meest recente inspectiebezoek op de website geplaatst. Oudercommissie Er is een samengestelde oudercommissie voor zowel het kinderdagverblijf als de buitenschoolse opvang ingesteld. Dit is toegestaan, omdat beide opvangvoorzieningen op hetzelfde adres gevestigd zijn. De oudercommissie bestaat uit vijf leden. Het reglement voor de oudercommissie is vastgesteld op 26 oktober 2014. In het afgelopen jaar is er een adviesaanvraag met betrekking tot het uurtarief, het pedagogisch beleid, het speel(goed)beleid, het voedingsbeleid en de klachtenprocedure voorgelegd aan de oudercommissie. Klachten De houder heeft een klachtenregeling voor zowel ouders als de oudercommissie ingesteld. Deze regeling is te vinden op de website en in het pedagogisch beleidsplan. De houder is aangesloten bij een onafhankelijke klachtencommissie, namelijk de sKK. De klachtenregeling wordt op passende wijze onder de aandacht van ouders gebracht door middel van de website en het pedagogisch beleidsplan. De regeling geeft duidelijk weer dat een ouder zich te allen tijde tot de onafhankelijke klachtencommissie kan richten. De houder heeft een openbaar jaarverslag klachten uit 2014 opgesteld: deze is in januari 2015 met de oudercommissie besproken. Het verslag is op 22 juni 2015 bij de GGD binnengekomen: de houder verklaart er niet van op de hoogte te zijn dat het verslag aan de GGD moest worden verzonden. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 2 lid 9 W et klachtenrecht cliënten zorgsector.)
De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 1.60a W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen.)
Gebruikte bronnen: - Reglement Oudercommissie Buitenkans Kinderopvang (d.d. 26 oktober 2014), ontvangen op 16 juni 2015 - Notulen oudercommissie (d.d. 22 oktober 2014), ontvangen op 16 juni 2015 - Adviesaanvraag prijsverhoging, ontvangen op 16 juni 2015 - Klachtenregelement Buitenkans, februari 2015 - Jaarverslag klachten 2014 (d.d. 26 januari 2015), ontvangen op 22 juni 2015 - www.buitenkans-kinderopvang.nl, geraadpleegd op 22 juni 2015 - Gesprek met de houder - Inspectieonderzoek
Buitenkans Kinderopvang - Jaarlijks onderzoek 09-06-2015
8/13
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun basisgroep verlaten. Bij activiteiten in groepen groter dan dertig kinderen besteedt de houder in het pedagogisch beleidsplan aantoonbaar extra aandacht aan de omgang met de basisgroep. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruikmaken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO Kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. A. De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Of B. De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Beroepskracht-kind-ratio A. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: Buitenkans Kinderopvang - Jaarlijks onderzoek 09-06-2015
9/13
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. OF B. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen, kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen, kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 uur en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 uur en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet, is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. Gebruik van de voorgeschreven voertaal A. De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Of B. Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling die voldoet aan de beschreven eisen. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. Buitenkans Kinderopvang - Jaarlijks onderzoek 09-06-2015
10/13
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. Oudercommissie De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld. Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden. Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden. Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden. Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie. De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie. De houder heeft een oudercommissie ingesteld. De houder en personen werkzaam bij het kindercentrum zijn geen lid. De leden worden gekozen uit en door de ouders. De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen. De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement. De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie. De houder leeft geheimhoudingsplicht na. De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen. De houder brengt de klachtenregeling oudercommissie op passende wijze bij hen onder de aandacht. De houder zorgt voor naleving van de regeling. De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD.
Buitenkans Kinderopvang - Jaarlijks onderzoek 09-06-2015
11/13
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
Buitenkans Kinderopvang 000029813778 http://www.buitenkans-kinderopvang.nl 30 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: : : : :
Buitenkans Kinderopvang BV Meteorenweg 280A 1035 RN AMSTERDAM 60634545
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw, G. Colegem
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Gemeente Amsterdam : Amstel 1 : 1011 PN AMSTERDAM
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
Buitenkans Kinderopvang - Jaarlijks onderzoek 09-06-2015
: : : : :
09-06-2015 24-06-2015 03-07-2015 07-07-2015 10-07-2015
: 10-07-2015 :
12/13
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft afgezien van de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen.
Buitenkans Kinderopvang - Jaarlijks onderzoek 09-06-2015
13/13