Inspectierapport Woest Zuid OVVO (BSO) Radioweg 73 1098 NG AMSTERDAM Registratienummer: 121884168
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 18-02-2015 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 08-04-2015
Woest Zuid OVVO - Jaarlijks onderzoek 18-02-2015
1/14
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
Woest Zuid OVVO - Jaarlijks onderzoek 18-02-2015
2/14
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 18 februari 2015 is op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd. De locatie is in exploitatie vanaf 2 januari 2015. Er is een volledig onderzoek uitgevoerd op alle domeinen omdat voor deze locatie nog geen risicoprofiel is opgesteld. Tijdens het inspectiebezoek waren een vaste beroepskracht en een vaste invalkracht werkzaam. De leidinggevende is na het inspectieonderzoek in de gelegenheid gesteld om een aantal documenten na te sturen.
Beschouwing Organisatie Woest Zuid OVVO is de negende buitenschoolse-opvanglocatie van Woest Zuid B.V. Woest Zuid is een groeiende organisatie die zich onderscheidt doordat er veel aandacht wordt besteed aan sporten buitenactiviteiten. Woest Zuid besteedt bovendien veel aandacht aan scholing en teambuilding onder het personeel; het management en het personeel zijn zeer gedreven bij het invullen van hun werkzaamheden. Zowel het beleid als de uitvoering in de praktijk is op alle gebieden in orde. Woest Zuid B.V. staat onder leiding van een directeur en een operationeel manager. Deze laatste persoon stuurt twee leidinggevenden aan die meerdere locaties onder zich hebben. Daarnaast is er een concept- en programmamanager die zicht houdt op de kwaliteiten en de (sport-)programma's ontwikkelt. Locatie Woest Zuid OVVO is gevestigd op de eerste verdieping van het clubhuis van honk- en softbalvereniging OVVO op sportpark Middenmeer. Op de locatie worden twee vaste beroepskrachten ingezet, waarvan één al de vaste beroepskracht van de kinderen was op de andere locatie waar deze groep kinderen voorheen werd opgevangen. Tevens is er een vaste flexkracht voor deze locatie. Vertrouwenspersoon en klachtencoördinator Er is een vertrouwenspersoon en een klachtencoördinator aangesteld. De vertrouwenspersoon is tevens voor één dag per week als kwaliteitsfunctionaris in dienst bij Woest Zuid. De functie is bij haar neergelegd omdat zij relatief onafhankelijk is. De klachtencoördinator is tevens als administratief medewerker in dienst bij Woest Zuid.
Advies aan college van B&W Er zijn geen overtredingen geconstateerd. De toezichthouder adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen.
Woest Zuid OVVO - Jaarlijks onderzoek 18-02-2015
3/14
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan Er is een algemeen pedagogisch beleidsplan voor de organisatie opgesteld. Hieraan is tevens per vestiging locatiespecifieke informatie toegevoegd. Het pedagogisch beleidsplan is in november 2014 voor het laatst vastgesteld. In het pedagogisch beleidsplan wordt de visie van Woest Zuid beschreven. Een speerpunt hierin is dat door middel van sport en spel ernaar wordt gestreefd invulling te geven aan de vier pedagogische basisdoelen: het bieden van een gevoel van (emotionele) veiligheid, gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties, gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties en kinderen de kans geven om zich normen en waarden, de 'cultuur' van een samenleving eigen te maken. Het pedagogisch handelen van de medewerkers wordt in het pedagogisch beleidsplan per pedagogisch basisdoel uitgewerkt en er worden praktijkvoorbeelden beschreven. Er wordt hierin onder andere aandacht besteed aan een gezonde leefstijl, zelfstandigheid, zelfredzaamheid en samenwerken. Pedagogische praktijk Stimuleren persoonlijke competentie De kinderen worden vrijgelaten in hun spel, maar er worden ook regelmatig georganiseerde sport- en spelactiviteiten gedaan. Zo wordt er voor ieder kind gewerkt met een 'Woest-Zuid boekje' waarin een bepaalde sport wordt uitgediept en beoefent op niveau. In dit boekje worden op een speelse manier de activiteiten en vaardigheden van een kind bijgehouden. De beroepskrachten hebben zelf een sportachtergrond en dat is tijdens het inspectiebezoek zichtbaar. Eén van de beroepskrachten speelt een potje voetbal mee en speelt tikkertje met de kinderen. De kinderen en de beroepskracht hebben zichtbaar plezier in hun spel. De kinderen die in het bezit zijn van een zwemdiploma mogen bij de hut naast de sloot spelen (maar ze mogen niet aan de waterkant spelen). Tijdens het inspectiebezoek is hier niet te allen tijde een beroepskracht bij, wel is vanuit het clubhuis goed zicht op de hut en de sportvelden. De gemaakte afspraken worden volgens de beroepskrachten door de kinderen nageleefd en de beroepskrachten spreken hiermee hun vertrouwen in de kinderen uit. Tijdens het eetmoment smeren de kinderen zelf hun brood en schenken de limonade zelf in. Ook worden de taken bij het afruimen van de tafel verdeeld onder de kinderen. Deze voorbeelden illustreren dat de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de kinderen wordt gestimuleerd, wat tevens als concreet doel in het pedagogisch beleidsplan is beschreven. Overdracht van normen en waarden Voor het eten wordt aan de groep kinderen gevraagd of zij hun handen hebben gewassen, waarop de kinderen bevestigend antwoorden. Op een later moment wordt opnieuw na een toiletbezoek aan een kind gevraagd of het de handen goed heeft gewassen. Hieruit bijkt dat de beroepskrachten toezien op de geldende hygiëneregel. De kinderen wachten met eten op elkaar totdat iedereen drinken en eten heeft en ze wensen elkaar gezamenlijk smakelijk eten. De beroepskracht ziet erop toe dat de kinderen zich houden aan het maximale aantal boterhammen. Er wordt bij het uitleggen van de regels veel humor gebruikt, wat een zichtbaar positief effect heeft. Zo wordt een aantal kinderen gevraagd of zij nog weten wat er met de schoenen gebeurt die niet bij de deur worden gezet, maar rondslingeren: 'Die worden met een katapult over het honkbalveld weggeschoten!' Gebruikte bronnen: - Pedagogisch beleidsplan, versie november 2014 - Inspectieonderzoek - Observaties
Woest Zuid OVVO - Jaarlijks onderzoek 18-02-2015
4/14
Personeel en groepen Op de locatie werken dagelijks twee vaste beroepskrachten en een vaste flexkracht. Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft beoordeeld dat de personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag die voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd en op dat moment niet ouder is dan twee maanden. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft beoordeeld dat alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen De buitenschoolse opvang heeft twee basisgroepen, groep 'groen' en groep 'geel'. In groep 'groen' worden maximaal twaalf kinderen in de leeftijd van 7 t/m 12 jaar opgevangen en in groep 'geel' worden maximaal tien kinderen in de leeftijd van 6 en 7 jaar opgevangen. De kinderen zijn geplaatst in één basisgroep en worden hier dagelijks in opgevangen. Er is een vaste beroepskracht toegewezen aan een basisgroep. Indien er op bepaalde dagen structureel minder kinderen worden opgevangen, dan worden de basisgroepen samengevoegd. Dit is tot op hedenop de woensdagen, vrijdagen en in schoolvakanties het geval . Beroepskracht-kind-ratio Tijdens het inspectiebezoek worden er dertien kinderen opgevangen door twee beroepskrachten in één basisgroep (de groepen zijn samengevoegd op deze woensdag). Op de dag van het inspectiebezoek worden er voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van februari 2015 en de bijbehorende werkroosters van het personeel constateert de toezichthouder dat er ook in deze periode voldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal op te vangen kinderen. De beroepskrachten werken in verband met het continurooster van de Frankendaelschool dagelijks van 13.30 uur tot 18.15 uur. In de vakantieweken zijn de werktijden van 8.00 uur tot 18.15 uur en van 8.30 uur tot 18.15 uur. In de vakanties kunnen de beroepskrachten pauzeren tussen 12.30 en 15.00 uur. De beroepskrachten geven dit, indien zij pauze willen nemen, 's ochtends bij de teamcoördinator aan. Tijdens vakantieweken komt het op woensdag en vrijdag voor dat er een beroepskracht alleen in het kindercentrum aanwezig is. Op overige dagen tijdens de vakantieweken komt dit een half uur aan het begin van de dag voor. Er is een achterwachtregeling getroffen met de twee andere locaties in de buurt, Woest Zuid Athena en Woest Zuid Jaap Eden. Beide locaties liggen op vijf minuten loopafstand en op hetzelfde sportpark. Er wordt bijgehouden hoe laat de kinderen in de vakantieweken worden gebracht en gehaald. Er wordt tijdens het inspectiebezoek na aanvraag (d.d. 4 december 2014) tevens verklaard dat het zeer onwaarschijnlijk is dat er tussen 8.00 en 8.30 zal worden afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Mocht dat in de toekomst wel het geval zijn, dan is de manager zich ervan bewust dat er dan een tweede volwassene in het pand aanwezig dient te zijn. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Gedurende de hele opvang wordt door alle beroepskrachten Nederlands gesproken. Gebruikte bronnen: - Steekproef afschriften verklaringen omtrent het gedrag, ingezien tijdens onderzoek d.d. 4 december 2014 - Steekproef afschriften beroepskwalificaties, ingezien tijdens onderzoek d.d. 4 december 2014 - Overzicht inzet beroepskrachten februari 2015, ontvangen pp 10 maart 2015 - Presentielijsten februari 2015, ontvangen op 10 maart 2015 - Pedagogisch beleidsplan, versie november 2014 - Gesprek met de beroepskrachten - Inspectieonderzoek
Woest Zuid OVVO - Jaarlijks onderzoek 18-02-2015
5/14
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Er is op 22 oktober 2014 een risico-inventarisatie veiligheid uitgevoerd. Er is gebruikgemaakt van de papieren versie van de inventarisatielijst zoals opgesteld door Consument en Veiligheid. Naar aanleiding van deze jaarlijkse risico-inventarisatie is er een plan van aanpak ('Actieplan veiligheid') opgesteld waarin uitgebreid de samenhang tussen de risico's en de maatregelen beschreven wordt. De maatregelen om de risico's te verkleinen kunnen reeds uitgevoerde (technische) acties, opgestelde protocollen, checklists en/of afspraken zijn. Er is een 'Protocol veiligheid' opgesteld waarbij een aantal bijlagen hoort, namelijk: 'Groepsregels en regels veiligheid sport', 'Veiligheidsregels sport en spelsituaties Woest Zuid in een gymzaal', 'Regels en richtlijnen vakantiedagen Woest Zuid', 'Veiligheidsafspraken en gedragsregels leefruimten en buiten', 'Regels voor groepsleiding op stap', 'Regels rond halen en brengen kinderen door ouders', 'Regels rond halen van de kinderen op de scholen' en 'Checklijst start en einde van de dag'. Er is op 27 oktober 2014 een risico-inventarisatie gezondheid uitgevoerd. Op basis hiervan is er een plan van aanpak opgesteld. Het gezondheidsbeleid is vastgelegd in een 'Protocol hygiëne'. In dit protocol is uitgewerkt welke regels er worden gehanteerd met betrekking tot hygiëne. Ook is er een 'Protocol Voeding' opgesteld en is er een 'Protocol ziekte Woest Zuid' waarin informatie staat over het omgaan met ziekte en richtlijnen over hoe te handelen bij besmettelijke ziektes. Op basis van beide risico-inventarisaties is er een actielijst opgesteld. Deze actielijst bevat maatregelen die nog genomen dienen te worden of maatregelen (zoals werkafspraken) die volgens een vastgestelde planning opnieuw onder de aandacht van de beroepskrachten worden gebracht. Gezien de aanloopfase en een wisseling van beroepskrachten en het management is de frequentie en structuur van het overleg niet volgens de planning verlopen. De beroepskrachten zijn wel voor aanvang van exploitatie op de hoogte gesteld van de locatiespecifieke protocollen en afspraken. Normaliter zal deze actielijst maandelijks worden bijgehouden door de beroepskrachten zelf en de leidinggevende zal maandelijks een gewijzigde actielijst ontvangen. De actielijst zal ook worden bijgewerkt naar aanleiding van de tweewekelijkse vergadering waarbij veiligheid en gezondheid een vast onderdeel op de agenda zijn. Eén van de beschreven acties die nog voor exploitatie uitgevoerd zou worden, was het plaatsen van een hekwerk tussen de buitenruimte en een nabijgelegen sloot. Het hekwerk is inmiddels geplaatst, maar niet aan de kant van het water. Volgens de leidinggevende zal, nadat Woest Zuid toestemming heeft gekregen van de gemeente, ter hoogte van de speelhut aan het water een tweede hekwerk geplaatst worden. Tot die tijd is er beleid op schrift gesteld om de risico's die hiermee gepaard gaan te reduceren. Een andere actie die voor aanvang van exploitatie gerealiseerd zou worden, was het plaatsen van een veiligheidsstrip (vingerstrip) aan de zware entreedeur. Deze actie is ten tijde van het inspectiebezoek nog niet uitgevoerd. De leidinggevende verklaart dit na het inspectiebezoek zo snel mogelijk te zullen doen. In het introductieprogramma voor nieuwe medewerkers en stagiaires is het doorlopen van de protocollen en werkinstructies een vast onderdeel. Jaarlijks wordt door Woest Zuid voor haar medewerkers een cursus KinderEHBO en BHV georganiseerd. De formulieren voor het registreren van ongevallen, liggen op de locatie binnen handbereik. Er is volgens de beroepskrachten nog geen aanleiding geweest om deze formulieren in te vullen. Tijdens het inspectieonderzoek heeft de toezichthouder zich gericht op drie locatiespecifieke risico's, namelijk de nabijheid van een sloot, de temperatuurbeheersing van de ruimte en de uitvoering van schoonmaakwerkzaamheden. Veiligheid De kinderen spelen veel buiten. Aan de kant van de nabijgelegen sloot, is een hut gebouwd waar de kinderen spelen. Het hek dat geplaatst is, stopt bij het punt waar de hut staat. Er zijn duidelijke afspraken met de kinderen over het spelen in en om de hut. De kinderen mogen alleen aan de voorkant van de hut spelen. Zij mogen aan de achterkant (direct aan het water) spelen als er een beroepskracht bij staat. De beroepkrachten hebben een lijst met namen van de (oudere) kinderen met een zwemdiploma. De beroepskracht zegt dat er meestal direct toezicht is bij de hut zodat de jongere kinderen ook in de hut kunnen spelen. De afspraken die gelden met betrekking tot het spelen in en om de hut worden mondeling overgedragen aan bijvoorbeeld invalkrachten, volgens de beroepskracht. Na het inspectiebezoek heeft de leidinggevende het schriftelijk beleid met betrekking tot het spelen in de hut aan de toezichthouder doen toekomen. Het is een aandachtspunt om dit beleid opnieuw onder de aandacht van de (inval)beroepskrachten te brengen. Ouders geven schriftelijk toestemming voor onder andere het meedoen aan wateractiviteiten (zoals een vlot bouwen, zwemmen en vissen). Het spelen in de hut valt hier volgens de beroepskracht ook onder. Volgens één van de beroepskrachten is de overlast van honden een veiligheidsrisico. De speelvelden waar de kinderen op spelen liggen op een openbaar terrein en het komt voor dat daar honden los lopen terwijl dit niet is toegestaan. De beroepskracht vertelt dat er recent een hond naar twee meisjes van de opvang is gerend. Naar aanleiding daarvan heeft de beroepskracht een melding gemaakt bij de leidinggevende. De leidinggevende heeft vervolgens direct contact opgenomen met de directie die vervolgens de beheerder van het sportpark heeft benaderd. Samen proberen zij tot een oplossing te komen om dit in de toekomst te voorkomen. Woest Zuid OVVO - Jaarlijks onderzoek 18-02-2015
6/14
Gezondheid Tijdens het inspectiebezoek blijkt dat de zon gedurende de middaguren op het grootste gedeelte van de binnenruimte staat. Er ontbreekt echter nog zonwering waardoor de beroepskracht als alternatieve oplossing lakens voor de ramen hangt. In de zomermaanden zal de temperatuur in de ruimte behoorlijk kunnen oplopen gezien de ligging van het gebouw en het platte dak. De leidinggevende verklaart na afloop van het inspectiebezoek dat de sportvereniging waarin de bso is gevestigd op korte termijn zonwering zal aanbrengen. Er zijn afspraken vastgelegd met de honkbalvereniging waarmee het gebouw wordt gedeeld. Beide partijen maken elk één dag in de week grondig schoon. Bovendien wordt door de medewerkers van de bso elke dag gestofzuigd en de toilet schoongemaakt. Alle schoonmaakwerkzaamheden gebeuren buiten opvangtijd. Meldcode kindermishandeling De houder hanteert de meest recente versie van de meldcode en heeft hierbij de sociale kaart ingevuld. Alle beroepskrachten krijgen eenmaal in de anderhalf jaar een training over de meldcode kindermishandeling. Tevens komt dit thema bij de 'Woest-Zuiddagen'(studiedagen) aan de orde. Het is een aandachtspunt dat de beroepskracht op de hoogte is van waar de meldcode op de locatie te vinden is. Gebruikte bronnen: - Risico-inventarisatie veiligheid, d.d. 22 oktober 2014 - Risico-inventarisatie gezondheid, d.d. 27 oktober 2014 - Plan van aanpak veiligheid en gezondheid oktober 2014 - Document 'hutregels', ontvangen op 10 maart 2015 - Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, versie juli 2013 - Socale kaart van Woest Zuid, ingezien tijdens inspectieonderzoek d.d. 4 december 2014 - Gesprek met de beroepskrachten en met de leidinggevende - Inspectieonderzoek
Woest Zuid OVVO - Jaarlijks onderzoek 18-02-2015
7/14
Accommodatie en inrichting Woest Zuid OVVO maakt gebruik van de eerste verdieping van het clubhuis van honk- en softbalvereniging OVVO. Dit is een nieuw gebouw dat in sportpark Middenmeer in de Watergraafsmeer ligt. De buitenschoolse opvang heeft de eerste verdieping van het clubhuis tijdens opvangtijd gedurende school- en vakantieweken exclusief in gebruik. Er zijn goede afspraken op papier gezet over het gezamenlijk gebruik en de verdeling van taken. Binnenspeelruimte Er is één groepsruimte en deze heeft volgens de aangeleverde plattegrond (d.d. 4 december 2014) een oppervlakte van 79 m² en is daarmee geschikt voor de opvang van maximaal tweeëntwintig kinderen. Tijdens het inspectiebezoek zijn er twee tafels geplaatst, een voetbaltafel, een bank, zitzakken en een speelgoedkast. Woest Zuid beschikt over twee ingebouwde kasten waarin creatief materiaal en een aantal gezelschapsspellen zitten. Er is Kapla, Lego en K'nex. De leidinggevende geeft aan dat er opnieuw naar het speelgoedaanbod wordt gekeken om aan te kunnen sluiten bij de interesses van alle kinderen waaronder ook het lezen van boeken. Tijdens het inspectiebezoek blijkt dat de zitbank op één van de twee brede vensterbanken wordt gebruikt om alle tassen en jassen van de kinderen op neer te leggen. Hierdoor wordt deze vensterbank niet door de kinderen gebruikt om te spelen, terwijl deze wel meetelt bij de berekening van het aantal beschikbare vierkante meters. De beroepskracht geeft aan dat er op korte termijn verplaatsbare kapstokken zullen komen, waardoor de bank in de vensterbank weer vrijkomt om te zitten/spelen. Buitenspeelruimte Deze buitenruimte heeft ruim voldoende oppervlakte voor de opvang van tweeëntwintig kinderen. Aan het clubhuis grenst een groot terras op de eerste verdieping en bij het afdalen van de buitentrap bevindt zich een betegelde zone. Daarnaast kunnen de kinderen gebruikmaken van het honkbalveld en van een kwart van het voetbalveld. De kinderen spelen tevens (onder toezicht) in een hut aan de waterkant. Gebruikte bronnen: - Plattegrond binnenruimte d.d. 4 december 2014 - Plattegrond buitenruimte d.d. 18 november 2014 - E-mailwisseling m.b.t. afspraken tussen Woest Zuid en OVVO d.d. 21 november 2014 - Gesprek met de beroepskrachten en de leidinggevende - Inspectieonderzoek
Woest Zuid OVVO - Jaarlijks onderzoek 18-02-2015
8/14
Ouderrecht De houder dient voor deze locatie vanaf 6 maanden na aanvraag tot registeropname een oudercommissie in te stellen, dit is vanaf 30 april 2014. Om deze reden zijn de kwaliteitseisen met betrekking tot de oudercommissie in dit onderzoek nog niet beoordeeld. Informatie De houder informeert de ouders door middel van het 'WZ OVVO informatieboekje november 2014', de website www.woestzuid.nl, nieuwsbrieven genaamd 'nieuwsflitsen', een intakegesprek en minimaal eenmaal per jaar een oudergesprek. De houder heeft het meest recente inspectierapport op de eigen website geplaatst. Klachten De houder heeft een klachtenregeling ingesteld. Deze regeling is te vinden in het informatieboekje. De houder is aangesloten bij een onafhankelijke klachtencommissie, namelijk de ZcKK. De regeling geeft duidelijk weer dat een ouder zich te allen tijde tot de onafhankelijke klachtencommissie kan richten. Gebruikte bronnen: - Website www.woestzuid.nl - Informatieboekje - Bevestiging aansluiting Woest Zuid OVVO d.d. 21 november 2014 - Gesprek met de beroepskrachten - Inspectieonderzoek
Woest Zuid OVVO - Jaarlijks onderzoek 18-02-2015
9/14
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun basisgroep verlaten. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruikmaken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO Kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. A. De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Of B. De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Beroepskracht-kind-ratio A. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. OF Woest Zuid OVVO - Jaarlijks onderzoek 18-02-2015
10/14
OF B. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen, kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen, kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 uur en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 uur en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet, is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. Gebruik van de voorgeschreven voertaal A. De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Of B. Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling die voldoet aan de beschreven eisen. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.
Woest Zuid OVVO - Jaarlijks onderzoek 18-02-2015
11/14
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement.
Woest Zuid OVVO - Jaarlijks onderzoek 18-02-2015
12/14
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
Woest Zuid OVVO 000030758637 http://www.woestzuid.nl 22 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: : : : :
Woest Zuid B.V. IJsbaanpad 9 1076 CV AMSTERDAM 34302901 www.woestzuid.nl
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. L. Lommers
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Gemeente Amsterdam : Amstel 1 : 1011 PN AMSTERDAM
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
Woest Zuid OVVO - Jaarlijks onderzoek 18-02-2015
: : : : :
18-02-2015 26-03-2015 03-04-2015 08-04-2015 13-04-2015
: 13-04-2015 :
13/14
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. 3 april 2015 Onderwerp: Veiligheid en Gezondheid / Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid: Actie: Plaatsen hekwerk tussen buitenruimte en nabijgelegen sloot. De gemeente heeft beoordeeld dat er geen hekwerk geplaatst kan worden, enerzijds daar het een wandelpad is, anderzijds een route voor de grasmaaimachines. Tevens is aangegeven, dat een hekwerk plaatsen bij deze sloot een schijnveiligheidsmaatregel is (De kinderen zijn juist geneigd op het hek te klimmen, erover te klimmen, ertegenaan te vallen en komen vervolgens dichterbij de sloot, hetgeen wij juist willen voorkomen). Het volgende is besloten rond het buitenspelen in de hut: Daar Woest Zuid de kinderen een blijvende woeste beleving wil bieden in het buitenspel, zijn er expliciete hutspeelafspraken gemaakt met de kinderen omtrent wie waar mag spelen, hoe en wanneer. De kinderen dienen zich aan deze regels te houden. De leiding ziet hierop toe. De hut-speelafspraken worden wekelijks doorgenomen met de kinderen en liggen geplastificeerd op tafel zodra buitenspeeltijd begint. Zo zijn alle kinderen en leiding (ook nieuwe medewerkers / invalkrachten) te allen tijde op de hoogte van deze hut-speelafspraken.
Woest Zuid OVVO - Jaarlijks onderzoek 18-02-2015
14/14