Innovatie in het MKB in Noord-Nederland
C10978 Petra Gibcus en Yvonne Prince Zoetermeer , 16 juli 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van Panteia. Panteia aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.
The responsibility for the contents of this report lies with Panteia. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of Panteia. Panteia does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.
Inhoudsopgave 1
Inleiding
5
2
Wat is de innovatiepiramide?
7
3
Innovatiepiramide voor Noord-Nederland
11
4
Indicatoren innovatiepiramide
13
4.1 4.2 4.3
Research & Development Realisatie van innovatie Kennisuitwisseling en samenwerking
13 15 19
5
Conclusies en aanbevelingen
21
Bijlage 1
Tabellen
23
3
1
Inleiding K en n i s in f ra s tru c tu u r N o o rd -N ed e r l an d De afgelopen decennia heeft Noord-Nederland flink gewerkt aan de structurele versterking van de economie. Het bevorderen van kennis en innovatie was daarbij een zeer belangrijk speerpunt. Noord-Nederland heeft geïnvesteerd in het opbouwen van de kennisinfrastructuur op de terreinen healthy ageing, watertechnologie, agri food, sensortechnologie en energie. Ook de komende jaren blijven maatschappelijke uitdagingen als de vergrijzing, gezondheid en duurzaamheid vragen om innovatieve oplossingen. Door de reeds opgebouwde kennisinfrastructuur heeft No ord-Nederland een fundament gelegd om bij te dragen aan deze innovatieve oplossingen. Het noordelijke bedrijfsleven, en in het bijzonder het MKB, speelt hierin een belangrijke rol, omdat zij deze innovatieve ideeën en kennis moeten omzetten in nieuwe producten, diensten of processen. D e in n o v at i ep i r am id e : in n o v at i ev e p o s i ti e v an h e t MK B SNN heeft Panteia gevraagd om de innovatieve positie van het Noord -Nederlandse MKB in kaart te brengen. Dit doen we met de innovatiepiramide. Binnen de innovatiepiramide worden vijf segmenten van innovativiteit onderscheiden: bedrijven behoren tot de koplopers, ontwikkelaars, toepassers, volgers of niet-innovatieven. De innovatiepiramide en de onderliggende indicatoren geven inzicht in de mate van innovativiteit van het MKB, en derhalve in welke stappen nodig zijn om de innovaties te realiseren en innoveren structureel onderdeel te laten uitmaken van de bedrijfsvoering. L e esw ij ze r Hoofdstuk 2 gaat in op de afbakening van de innovatiepiramide en bespreekt welke indicatoren aan de samenstelling van de piramide ten grondslag liggen. Vervolgens laat hoofdstuk 3 de innovatiepiramide voor Noord-Nederland zien. In hoofdstuk 4 presenteren we de afzonderlijke innovatie-indicatoren op basis waarvan de innovatiepiramide is samengesteld. Hoofdstuk 5 sluit af met de conclusies en de aanbevelingen voor een innovatiever Noord-Nederland.
5
2
Wat is de innovatiepiramide? In dit hoofdstuk gaan we nader in op de afbakening en de samenstelling van de innovatiepiramide. A fb ak en in g in n o v at i ep ir a mid e De innovatiepiramide, ontwikkeld door Panteia/EIM, is een segmentatie van bedrijven op grond van hun technologische innovatieve resultaten in de afgelopen drie jaar, hun R&D-inspanningen en mate van interactie met andere partijen 1. Aan de innovatiepiramide liggen daarmee drie criteria ten grondslag: 1. Research & Development: bedrijven die geen R&D uitvoeren, bedrijven die incidenteel aan R&D doen, en bedrijven die systematisch aan R&D doen. 2. Realisatie van innovaties: bedrijven die niet innoveren, bedrijven die innovaties van andere partijen adopteren, bedrijven die zelf innovaties ontwikkelen. 3. Kennisuitwisseling en samenwerking: bedrijven die wel of niet met andere partijen (leveranciers, kennisinstellingen, adviseurs e.d.) kennis uitwisselen of samenwerken in het kader van innovatie. Op basis van de drie bovenstaande criteria zijn bedrijven in het MKB ingedeeld in de vijf segmenten, zoals beschreven in Tabel 2.1. Tabel 2.1
Segmenten van de innovatiepiramide
Koplopers
Koplopers ontwikkelen zelf product- of procesinnovaties en doen expliciet en systematisch aan R&D. Gerealiseerde productinnovaties zijn nieuw voor hun markt of bedrijfstak.
Ontwikkelaars
Ontwikkelaars ontwikkelen eveneens zelf product- of procesinnovaties. Ze hebben eigen capaciteit voor de ontwikkeling van innovatie, echter zonder dat innovatie expliciet is georganiseerd door middel van R&D.
Toepassers
Toepassers realiseren product- of procesinnovaties, waarbij het zowel om eigen ontwikkelingen als adopties kan gaan. Zij innoveren door het combineren en toepassen van elders beproefde kennis en methoden. Dit komt tot uiting in externe innovatieve samenwerking en/of het gebruik van een extern kennisnetwerk.
Volgers
Volgers zijn bedrijven met bescheiden maar wel aanwezige innovatieve activiteiten. Volgers kunnen innovaties realiseren, of systematisch of incidenteel R&D uitvoeren, of interacteren met andere partijen, maar niet allemaal tegelijk.
Niet-innovatieven
Niet-innovatieven zijn bedrijven die in de afgelopen drie jaar geen innovaties hebben gerealiseerd, geen R&D doen, en niet met andere partijen samenwerken of kennis uitwisselen om te innoveren
Bron: Panteia, 2014
1
Zie P. Gibcus en J.P.J. de Jong (2008), Innovatiepiramide: Een segmentatie van het MKB, EIM, Zoetermeer.
7
S a m en s te l l in g in n o v at i ep ir a mid e Om de innovatiepiramide in kaart te brengen, heeft Panteia de ‘Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties’ 2 ingezet. Dit is een jaarlijkse telefonische enquête onder circa 3.500 bedrijven in het MKB (1 tot 250 werkzame personen). Het doel van deze monitor is om de bedrijfsvoering van het MKB in kaart te brengen. Jaarlijks terugkerende onderwerpen zijn innovatie, perceptie van concurrentie, marketing, strategie en ondernemerschap. Voor het samenstellen van de innovatiepiramide gebruiken we uit de monitor tien indicatoren, die een zo goed mogelijke benadering geven van de drie criteria R&D, realiseren van innovaties, en kennisuitwisseling en samenwerking. Tabel 2.2 geeft een overzicht van de gebruikte indicatoren voor het samenstellen van de innovatiepiramide. Tabel 2.2
Gebruikte indicatoren voor het samenstellen van de innovatiepiramide op basis van de Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties
Criteria en indicatoren
Omschrijving
Waarden
Research & Development a15
Bedrijf doet zelf aan R&D
0=nee, 1=ja
a14
Bedrijf heeft medewerkers die in hun dagelijks werk met innovatie bezig zijn
0=nee, 1=ja
a16
Bedrijf heeft een budget voor vernieuwingsinspanningen
0=nee, 1=ja
Realiseren van innovaties a01
Bedrijf heeft in de afgelopen 3 jaar nieuwe producten of diensten op de markt gebracht
0=nee, 1=ja
a02
Bedrijf heeft in de afgelopen 3 jaar nieuwe producten of diensten op de markt gebracht
0=nee, 1=ja
die nieuw zijn voor de bedrijfstak a03
Bedrijf heeft in de afgelopen 3 jaar nieuwe producten of diensten op de markt gebracht
0=nee, 1=ja
die op eigen kracht zijn ontwikkeld a04
Bedrijf heeft in de afgelopen 3 jaar verbeteringen of vernieuwingen in zijn
0=nee, 1=ja
productie- of leveringsmethoden doorgevoerd a05
Bedrijf heeft in de afgelopen 3 jaar verbeteringen of vernieuwingen in zijn
0=nee, 1=ja
productie- of leveringsmethoden doorgevoerd die op eigen kracht zijn ontwikkeld Kennisuitwisseling en samenwerking a12
Bedrijf gebruikt externe netwerken om kennis uit te wisselen
0=nee, 1=ja
a13
Bedrijf werkt samen met andere bedrijven of instellingen om vernieuwingsprojecten uit
0=nee, 1=ja
te voeren Bron: Panteia, 2014
Om tot de segmenten van de innovatiepiramide te komen, hebben we per segment de indicatoren en de criteria gehanteerd zoals vermeld in tabel 2.3.
2
Voor gedetailleerde informatie over de Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties zie ook www.ondernemerschap.nl > Data > Datasets > Determinanten bedrijsprestaties.
8
Tabel 2.3
Segmenten van de innovatiepiramide en de gehanteerde criteria en indicatoren
Koplopers
R&D systematisch: a15=ja en a14=ja en a16=ja
Realisatie innovaties nieuw voor de bedrijfstak en op eigen kracht:
Geen koploper
R&D incidenteel: a15=ja of a14=ja of a16=ja
Realisatie innovaties op eigen kracht: a03=ja of a05=ja
Geen koploper of ontwikkelaar
Realisatie innovaties: a01=ja of a04=ja
Kennisuitwisseling en samenwerking: a12=ja of a13=ja
Geen koploper, ontwikkelaar of toepasser
Ten minste op een indicator in tabel 2 is het antwoord ja
Op alle indicatoren in tabel 2 is het antwoord nee
a02=ja en a03=ja òf a05=ja Ontwikkelaars
Toepassers
Volgers Niet-innovatieven Bron: Panteia, 2014
9
3
Innovatiepiramide voor Noord-Nederland In Figuur 3.1 is de innovatiepiramide van het MKB voor Noord-Nederland afgezet tegen de innovatiepiramide van het Nederlandse MKB als geheel. Hiermee kunnen we de innovatieve positie van Noord-Nederland afzetten tegen het landelijke beeld. Wat opvalt, is dat Noord-Nederland relatief minder koplopers, ontwikkelaars en toepassers heeft dan Nederland als geheel. Daarentegen kent Noord-Nederland relatief meer volgers en niet-innovatieven. In Noord-Nederland behoort 73% tot de volgers en nietinnovatieve bedrijven, terwijl dit in Nederland als geheel 59% is. Dit betekent dat het MKB in Noord-Nederland relatief weinig of helemaal geen innovatieve activiteiten ontplooit. Figuur 3.1
Innovatiepiramide van het MKB, 2013
Noord-Nederland 2%
Nederland 5%
Koploper
12%
Ontwikkelaar
17%
13%
Toepasser
19%
42%
Volger
34%
31%
Niet-innovatief
25%
Bron: Panteia, 2014 op basis van Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties 2013
In Tabel 3.1 wordt de innovatiepiramide van Noord-Nederland vergeleken met de regio’s Oost-Nederland, West-Nederland en Zuid-Nederland, en het landelijke gemiddelde. In het oog springt dat Noord-Nederland zich, in verhouding tot de andere regio’s, kenmerkt door het relatief lage aandeel koplopers, ontwikkelaars en toepassers. Daarnaast kent Noord-Nederland relatief veel volgers ten opzichte van de andere regio’s. Tabel 3.1
Innovatiepiramide van het MKB naar regio, 2013 Regio Noord
Oost
West
Zuid
Totaal
2%
4%
5%
9%
5%
Ontwikkelaars
12%
16%
17%
20%
17%
Toepassers
13%
18%
21%
18%
19%
Volgers
42%
35%
34%
29%
34%
Niet-innovatieven
31%
27%
23%
24%
25%
100%
100%
100%
100%
100%
Koplopers
Totaal
Bron: Panteia, 2014 op basis van Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties 2013
11
4
Indicatoren innovatiepiramide Het voorgaande hoofdstuk liet zien dat Noord-Nederland ten opzichte van de andere regio’s relatief weinig koplopers, ontwikkelaars en toepassers heeft, maar relatief veel volgers. De grote hamvraag is hoe komt dit? Om hier inzicht in te krijgen, kijken we in dit hoofdstuk naar de tien afzonderlijke indicatoren waarop de innovatiepiramide is gestoeld. Telkens vergelijken we Noord-Nederland met Nederland als geheel. Voor een vergelijking met andere regio’s is in tabel B.1 in Bijlage 1 opgenomen.
4.1
Research & Development U i tvo er en v an R &D: sy s te m at i sc h , in c id en te e l o f n i e t We onderscheiden voor de innovatiepiramide bedrijven die systematisch, incidenteel of niet aan R&D doen. Een bedrijf doet systematisch aan R&D als het zowel zelf R&D uitvoert, als medewerkers heeft die dagelijks bezig zijn met innovatie als ook budget heeft voor vernieuwingsinspanningen. Een bedrijf doet incidenteel aan R&D als het aan slechts een van de drie hiervoor vermelde criteria voldoet. Zoals Figuur 4.1 laat zien verricht relatief een kleiner deel van de MKB-bedrijven in Noord-Nederland systematisch of incidenteel R&D dan gemiddeld in Nederland. Systematische R&D komt voor bij 2% van de MKB-bedrijven in Noord-Nederland. Het achterblijven van dit aandeel is de reden voor het lagere aandeel koplopers. Immers, h et systematisch verrichten van R&D is een noodzakelijke voorwaarde om aangemerkt te worden als koploper. Figuur 4.1
Percentage MKB-bedrijven dat systematisch, incidenteel of geen R&D verricht in Noord-Nederland en Nederland, 2013
0%
10%
Noord-Nederland
Nederland
20%
30%
40%
50%
60%
31%
7%
70%
80%
90%
100%
67%
38%
Systematisch R&D
55%
Incidenteel R&D
Geen R&D
Bron: Panteia, op basis van Monitor Determinanten van Bedrijfsprestaties
Om te bepalen of R&D een structureel of incidenteel karakter heeft, wordt bepaald met drie indicatoren, namelijk het bedrijf 1. Verricht zelf R&D. 2. Heeft medewerkers die in hun dagelijkse werk met innovatie bezig zijn. 3. Heeft een budget voor vernieuwingsinspanningen of hiervoor specifieke middelen voor gereserveerd. In het resterende deel van deze paragraaf laten we zien hoe het Noord -Nederlandse MKB presteert op deze indicatoren om te ontrafelen waardoor het structurele en incidentele karakter van R&D in Noord-Nederland lager is dan gemiddeld.
13
B ed rij f v er r ic h t z el f R & D In Figuur 4.2 is het percentage bedrijven opgenomen dat de afgelopen drie jaar zelf R&D heeft verricht. In Noord-Nederland verricht met 11% een relatief kleiner deel van de MKB-bedrijven zelf R&D dan gemiddeld in Nederland (20%). Figuur 4.2
Percentage MKB-bedrijven dat de afgelopen drie jaar zelf R&D heeft verricht in Noord-Nederland en Nederland, 2013
40%
30% 20%
20% 11%
10%
0% Noord-Nederland
Nederland
Panteia, 2014 op basis van Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties 2013
M ed ew e rk e r s d ag e lij k s b e zig me t v ern ieu w in g en In Noord-Nederland geeft bijna een op de drie van de ondervraagde MKB-bedrijven aan dat ze medewerkers in dienst hebben die zich structureel bezig houden met innovatie (zie Figuur 4.3). Op deze indicator blijft echter ook Noord-Nederland achter bij Nederland als geheel. Figuur 4.3
Percentage MKB-bedrijven dat medewerkers heeft, die in hun dagelijkse werk bezig zijn met vernieuwingsinspanningen, in Noord-Nederland en Nederland, 2013
39%
40%
32% 30%
20%
10%
0% Noord-Nederland
Nederland
Panteia, 2014 op basis van Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties 2013
Bu d g e t vo o r v ern ieu w in g s in sp an n in g en Ook als het gaat om budget voor vernieuwingsinspanningen blijft Noord-Nederland achter bij Nederland als geheel (zie Figuur 4.4 ). Slechts 5% van het NoordNederlandse MKB heeft hier specifiek budget voor.
14
Figuur 4.4
Percentage MKB-bedrijven dat een budget heeft voor vernieuwingsinspanningen of hiervoor specifieke middelen heeft gereserveerd in Noord-Nederland en Nederland, 2013
40%
30%
20%
14% 10% 5% 0% Noord-Nederland
Nederland
Panteia, 2014 op basis van Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties 2013
Kortom, Noord-Nederland heeft relatief minder MKB-bedrijven die zelf aan R&D doen, die medewerkers hebben die zich dagelijks bezighouden met innovatie en die budget of middelen vrijmaken voor innovatie.
4.2
Realisatie van innovatie Voor de segmentatie van de bedrijven in de innovatiepiramide is het realiseren van innovatie een van de drie criteria. Daarbij onderscheiden we bedrijven die innovaties zelf ontwikkelen, die innovaties van andere partijen adopteren of die niet innoveren. In Figuur 4.5 wordt dit onderscheid gemaakt voor MKB-bedrijven in Noord-Nederland en Nederland als geheel. Figuur 4.5
Percentage MKB-bedrijven dat innovaties zelf ontwikkelt, innovaties adopteert of niet innoveert in Noord-Nederland en Nederland, 2013
0%
Noord-Nederland
Nederland
10%
14%
20%
30%
40%
50%
60%
26%
28%
70%
80%
90%
100%
59%
23%
Zelf innovaties ontwikkelen
48%
Innovaties adopteren
Geen innovaties
Panteia, 2014 op basis van Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties 2013
Het aandeel MKB-bedrijven dat zelf innovaties ontwikkelt, blijft in Noord-Nederland behoorlijk achter bij het totale Nederlandse MKB. Hetgeen, naast relatief minder structurele en incidentele R&D, een extra verklaring is waarom het aandeel koplopers en ontwikkelaars in Noord-Nederland lager ligt dan in de rest van Nederland. NoordNederland kenmerkt zich door relatief iets meer innovaties te adopteren dan gemiddeld. Het zijn de toepassers en volgers die innovaties adopteren.
15
Om te bepalen of en op welke manier innovaties worden gerealiseerd, zijn vijf indicatoren ingezet. Het betreft het percentage MKB-bedrijven dat in de afgelopen drie jaar: 1. Nieuwe producten of diensten op de markt heeft gebracht. 2. Nieuwe producten of diensten op de markt heeft gebracht, die nieuw zijn voor de bedrijfstak. 3. Nieuwe producten of diensten op de markt heeft gebracht, die op eigen kracht zijn ontwikkeld. 4. Verbeteringen of vernieuwingen heeft doorgevoerd in zijn productie- of leveringsmethoden. 5. verbeteringen of vernieuwingen heeft doorgevoerd in zijn productie- of leveringsmethoden, die nieuw zijn voor de bedrijfstak. Het resterende deel van deze paragraaf bespreekt het aandeel MKB-bedrijven in Noord-Nederland dat innovaties realiseert aan de hand van de vijf bovengenoemde indicatoren. N i eu w e p ro d u c ten o f d ien s ten o p d e m a rk t g eb r ac h t In Noord-Nederland is het aandeel MKB-bedrijven dat nieuwe producten of diensten op de markt heeft gebracht lager dan het landelijke aandeel. Figuur 4.6 laat dit zien. Figuur 4.6
Percentage MKB-bedrijven dat in de afgelopen 3 jaar nieuwe producten of diensten op de markt heeft gebracht in Noord-Nederland en Nederland, 2013
40%
30%
20%
26%
16%
10%
0% Noord-Nederland
Nederland
Panteia, 2014 op basis van Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties 2013
… w aa rv an n ieu w vo o r d e b ed r ij f st ak Een beperkt deel van de gerealiseerde innovaties in producten of diensten in het MKB is nieuw voor de bedrijfstak. In Noord-Nederland is dit aandeel 5% (zie Figuur 4.7) en daarmee lager dan het aandeel van Nederland als geheel (13%).
16
Figuur 4.7
Percentage MKB-bedrijven dat in de afgelopen 3 jaar nieuwe producten of diensten op de markt heeft gebracht die nieuw zijn voor de bedrijfstak in Noord-Nederland en Nederland, 2013
40%
30%
20%
13% 10% 5% 0% Noord-Nederland
Nederland
Panteia, 2014 op basis van Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties 2013
… w a a rv an o p e ig en k r ac h t o n tw ik k e ld Een op de tien MKB-bedrijven in Noord-Nederland heeft nieuwe producten of diensten op de markt gebracht die op eigen kracht zijn ontwikkeld (zie Figuur 4.8), dat betekent dat het geen producten of diensten betreft die van een leverancier zijn overgenomen. Uit Figuur 4.6 blijkt dat 16% nieuwe producten of diensten heeft geïntroduceerd. Van de gerealiseerde product- of diensteninnovaties is bijna twee derde op eigen kracht ontwikkeld, namelijk 10% van de 16%. Dit betekent dat een derde van de product- of diensteninnovaties is geadopteerd. Het landelijke gemiddelde ligt met 30% net iets hoger. In verhouding adopteert Noord-Nederland net iets meer product- en diensten-innovaties. Figuur 4.8
Percentage MKB-bedrijven dat in de afgelopen 3 jaar nieuwe producten of diensten op de markt heeft gebracht die op eigen kracht ontwikkeld zijn in Noord-Nederland en Nederland, 2013
40%
30%
18%
20%
10%
10%
0% Noord-Nederland
Nederland
Panteia, 2014 op basis van Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties 2013
V e rb e t er in g en o f v ern ieu w in g en in p ro d u c t i e - o f l ev er in g sm eth o d en Bij de procesinnovaties, verbeteringen of vernieuwingen in de productie - of leveringsmethoden, blijft Noord-Nederland achter bij het landelijke beeld (zie Figuur 4.9). Het verschil tussen Noord-Nederland en Nederland als geheel is bij de procesinnovaties minder groot dan bij de productinnovaties.
17
Figuur 4.9
Percentage MKB-bedrijven dat in de afgelopen 3 jaar verbeteringen of vernieuwingen in zijn productie- of leveringsmethoden heeft doorgevoerd in Noord-Nederland en Nederland, 2013
50%
42% 40%
35%
30%
20% 10% 0% Noord-Nederland
Nederland
Panteia, 2014 op basis van Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties 2013
… w a a rv an o p e ig en k r ac h t o n tw ik k e ld In Noord-Nederland heeft 9% van de MKB-bedrijven procesinnovaties op eigen kracht doorgevoerd (zie Figuur 4.10). Dit betekent dat van de gerealiseerde procesinnovaties ongeveer een kwart op eigen kracht wordt ontwikkeld (9% van de 35%). In Nederland als geheel is dit 45% (19% van 42%). Dit betekent dat Noord-Nederland relatief veel procesinnovaties adopteert. Figuur 4.10
Percentage MKB-bedrijven dat in de afgelopen 3 jaar verbeteringen of vernieuwingen in zijn productie- of leveringsmethoden heeft doorgevoerd die op eigen kracht ontwikkeld zijn in NoordNederland en Nederland, 2013
40%
30%
19%
20%
10%
9%
0% Noord-Nederland
Nederland
Panteia, 2014 op basis van Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties 2013
Kortom, Noord-Nederland realiseert relatief minder product- en procesinnovaties dan landelijk het geval is en het MKB in de noordelijke provincies adopteert vaker innovaties dan dat zij deze innovaties op eigen kracht ontwikkelt.
18
4.3
Kennisuitwisseling en samenwerking Het derde criterium binnen de innovatiepiramide is kennisuitwisseling en samenwerking. Dit criterium is gemeten aan de hand van twee indicatoren, namelijk het percentage bedrijven dat: 1. Gebruik maakt van een extern netwerk om kennis uit te wisselen. 2. Samenwerkt met andere bedrijven of instellingen om vernieuwingstrajecten uit te voeren. G e b ru ik v an e x te rn n e t w erk o m k en n is u it t e w i ss e len In Figuur 4.11 is het percentage bedrijven dat gebruik maakt van een extern netwerk om kennis uit te wisselen voor Noord-Nederland en Nederland als geheel weergegeven. De figuur laat zien dat bijna de helft van de MKB-bedrijven gebruik maakt van externe netwerken voor de kennisuitwisseling. Op deze indicator ligt Noord-Nederland zo goed als op het gemiddelde. Het verschil met Nederland als geheel is minimaal. Figuur 4.11
50%
Percentage MKB-bedrijven dat gebruik maakt van een extern netwerk om kennis uit te wisselen in Noord-Nederland en Nederland, 2013
48%
49%
Noord-Nederland
Nederland
40% 30%
20% 10% 0%
Panteia, 2014 op basis van Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties 2013
S a m en w e rk in g me t an d er e b ed r ij v en o f in s t e ll in g en De samenwerking met andere bedrijven of instellingen om vernieuwingsprojecten uit te voeren ligt onder het Noord-Nederlandse MKB relatief lager dan onder het totale Nederlandse MKB. Figuur 4.12 laat zien dat dit verschil 15%-punt is.
19
Figuur 4.12
Percentage bedrijven dat samenwerkt met andere bedrijven of instellingen om vernieuwingsprojecten uit te voeren in Noord-Nederland en Nederland, 2013
40%
34% 30%
20%
19%
10%
0% Noord-Nederland
Nederland
Panteia, 2014 op basis van Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties 2013
Kortom, Noord-Nederland ligt voor wat betreft het gebruiken van externe netwerken voor de kennisuitwisseling in lijn met het landelijke gemiddelde. Op het gebied van samenwerking bij vernieuwing blijft Noord-Nederland achter.
20
5
Conclusies en aanbevelingen C o n c lu s ie: in n o v a t ie is t e w ein ig e en s t ru c t u r e el o n d erd ee l v an h et N o o rd -N ed e r l an d s e MK B Voor een groot deel van het MKB in Noord-Nederland maakt innovatie geen structureel onderdeel uit van de bedrijfsvoering. De innovatiepiramide laat zien dat NoordNederland relatief minder koplopers, ontwikkelaars en toepassers heeft dan gemiddeld. Vooral het aandeel toepassers is lager in vergelijking met de landsdelen Oost-Nederland, West-Nederland en Zuid-Nederland. Het aandeel volgers is juist relatief hoger. Hiervoor zijn een aantal redenen aan te wijzen:
Bij het MKB in Noord-Nederland is R&D minder vaak structureel dan wel incidenteel ingebed. De bedrijven doen minder vaak zelf aan R&D, hebben in verhouding minder vaak medewerkers die in hun dagelijkse werk bezig zijn met innovaties en reserveren minder vaak budget voor innovaties.
De MKB-bedrijven in de noordelijke provincies realiseren minder innovaties. En vervolgens kenmerkt Noord-Nederland zich bij het realiseren van innovaties meer door het adopteren van innovaties dan het op eigen kracht ontwikkelen van de innovaties.
Het Noord-Nederlandse MKB werkt relatief minder vaak samen bij innovaties dan het totale Nederlandse MKB.
Het MKB in Noord-Nederland gaat gelijk op met landelijke gemiddelde bij het inschakelen van externe netwerken om kennis uit te wisselen. De kennisuitwisseling in de netwerken van het Noord-Nederlandse MKB worden echter minder omgezet in daadwerkelijke innovatietrajecten. S e c to r st ru c tu u r in o g e n sc h o u w n e men Noord-Nederland kan nog flinke stappen maken op het gebied van innovatie. De vraag is dan op welke groepen Noord-Nederland zich dan zou moeten richten? Om deze vraag te beantwoorden is het belangrijk om de sectorstructuur van Noord -Nederland onder de aandacht te brengen. De sectorstructuur van Noord-Nederland kenmerkt zich door relatief veel kleinschalige bedrijven in de landbouw, de bouw, de handel en de zakelijke dienstverlening. Dit zijn sectoren waarvan het grootste deel van de bedrijven minder dan 10 werkzame personen in dienst heeft. Zij zijn in staat om te innoveren, maar systematische R&D is doorgaans een brug te ver. Daarnaast is het aandeel grotere industriële bedrijven in Noord-Nederland beperkt. De industriële bedrijven zijn doorgaans verantwoordelijk voor R&D. Koplopers zijn vaak relatief grotere bedrijven binnen het MKB, die eigen R&Dafdelingen en hiervoor ook (ruime) budgetten hebben. Gezien de Noord-Nederlandse sectorstructuur zal het lastig zijn om het aandeel koplopers te vergrot en.3 Daarnaast leert de ervaring dat het moeilijk is om niet-innovatieve bedrijven in beweging te krijgen. Doorgaans komen zij alleen in beweging als klatnen specifiek om innovaties vragen. Eigen initiatief tot innoveren zal deze groep nauwelijks nemen. Het is dan ook weinig zinvol om zwaar in te zetten op deze groep. Aanbeveling: zet in op meer toepassers en ontwikkelaars door meer samenwerking Noord-Nederland kan zich het beste inzetten op het vergroten van het aandeel toepassers, en in mindere mate ook op het aandeel ontwikkelaars. De volgers in het MKB voeren enige innovatie-activiteiten uit, maar zij zijn hier nog zeker niet 3
Hierbij moet dan eerder gedacht worden aan het aantrekken van innovatieve bedrijven die zich in NoordNederland willen vestigen.
21
structureel mee bezig. Vaak hebben zij voldoende ideeën en st aan zij ook open voor innovaties. Het ontbreekt hen doorgaans aan tijd, financiële middelen of mankracht om de innovaties daadwerkelijk te realiseren. Door volgers te prikkelen om hun ideeën om te zetten in innovaties en deze ook te realiseren, kunnen zij in de innovatiepiramide toepassers worden. De MKB-bedrijven in Noord-Nederland zouden meer gestimuleerd kunnen worden om op nieuwe producten of diensten op de markt te zetten. Een andere prikkel kan worden gegeven door bedrijven meer procesinnovaties te laten doorvoeren. Zowel de product-, diensten als procesinnovaties hoeven niet noodzakelijk op eigen kracht te zijn ontwikkeld of nieuw te zijn voor de bedrijfstak. Het kunnen ook adopties betekenen van innovaties die door anderen, zoals leveranciers, klanten of kennisinstellingen, zijn ontwikkeld. Van belang is om de bedrijven er voortdurend op te wijzen om met hun ideeën aan de slag te gaan en te voorkomen dat plannen op de plank blijven liggen. Op hun beurt kunnen toepassers ook een trede hoger komen op de innovatiepiramide. Toepassers realiseren wel innovaties, maar doen dit nog niet op eigen kracht. Door toepassers te stimuleren om op eigen kracht te innoveren, kunnen zij zich ontpoppen tot ontwikkelaars. Samenwerking kan een belangrijk rol spelen bij het innovatiever maken van de NoordNederlandse MKB-bedrijven. Door MKB-bedrijven met elkaar in contact te laten komen, kunnen ze kennis uitwisselen, elkaar inspireren, maar vooral ook van elkaar leren. Door de handen ineen te slaan kan doorgaans veel meer of sneller iets worden bereikt. Om de ideeën om te zetten in concrete innovaties, speelt het menselijk kapitaal binnen een bedrijf een belangrijke rol. Het succes van innovaties is afhankelijk van de talenten van medewerkers. Immers, de medewerkers zetten het innovatieve idee om in praktische oplossingen en toep assingen. Medewerkers zetten hun talenten alleen optimaal in als zij worden gemotiveerd en geënthousiasmeerd. Het is belangrijk om de medewerkers op een positieve manier te stimuleren het maximale uit zichzelf te halen. Bedrijven kunnen dit bijvoorbeeld bewerkstellingen door kenniswerkers in dienst te nemen. Kenniswerkers zijn als geen ander in staat om kennis en informatie tot zich te nemen, problemen te signaleren en met oplossingen of alternatieven te komen. Het zijn doorgaans de kenniswerkers binnen de bedrijven die met innovatieve ideeën en oplossingen komen.
22
Bijlage 1
Tabellen Tabel B.1
Indicatoren innovatie naar regio, 2013 Regio
% bedrijven dat…
Noord
Oost
West
Zuid
Totaal
de afgelopen 3 jaar zelf R&D heeft verricht
11%
16%
20%
27%
20%
medewerkers heeft die in hun dagelijkse werk bezig zijn met
32%
38%
39%
43%
39%
5%
12%
15%
16%
14%
16%
22%
30%
27%
26%
5%
13%
13%
14%
13%
10%
14%
20%
19%
18%
35%
39%
42%
45%
42%
9%
17%
20%
25%
19%
gebruik maakt van een extern netwerk om kennis uit te wisselen
48%
44%
50%
53%
49%
samenwerkt met andere bedrijven of instellingen om
19%
33%
36%
39%
34%
Research & Development
vernieuwingsinspanningen een budget heeft voor venieuwingsinspanningen of hiervoor specifiek middelen heeft gereserveerd
Realisatie van innovatie: nieuwe producten of diensten in de afgelopen 3 jaar nieuwe producten of diensten op de markt heeft gebracht … en die nieuw zijn voor de bedrijfstak … en die op eigen kracht zijn ontwikkeld
Realisatie van innovatie: procesvernieuwingen in de afgelopen 3 jaar verbeteringen of vernieuwingen in zijn productie- of leveringsmethoden heeft doorgevoerd … en die op eigen kracht zijn ontwikkeld
Kennisuitwisseling en samenwerking
vernieuwingsprojecten uit te voeren Bron: Panteia, 2014 op basis van Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties 2013
23
Tabel B.2
Het MKB binnen het bedrijfsleven naar regio, 2013 Regio Noord
Oost
West
Zuid
Totaal
9,6%
18,5%
47,7%
24,1%
100%
9,6%
18,5%
47,7%
24,1%
100%
Verdeling aantal MKB-bedrijven over de vier regio's MKB volgens de NLse definitie: bedrijven tot 100 werkzame personen, 2013* MKB volgens de EU definitie: bedrijven tot 250 werkzame personen, 2013* Verdeling van de werkgelegenheid in het MKB over de vier regio's MKB volgens de NLse definitie:
9,3%
18,8%
48,1%
23,7%
100%
9,4%
18,8%
48,2%
23,6%
100%
99,71%
99,60%
99,65%
99,63%
99,64%
99,93%
99,91%
99,89%
99,90%
99,90%
62,0%
61,8%
58,2%
60,6%
59,8%
77,8%
77,1%
72,7%
75,3%
74,6%
bedrijven tot 100 werkzame personen, 2012** MKB volgens de EU definitie: bedrijven tot 250 werkzame personen, 2012** Aandeel MKB qua aantal bedrijven MKB volgens de NLse definitie: bedrijven tot 100 werkzame personen, 2013* MKB volgens de EU definitie: bedrijven tot 250 werkzame personen, 2013* Aandeel MKB qua werkgelegenheid MKB volgens de NLse definitie: bedrijven tot 100 werkzame personen, 2012** MKB volgens de EU definitie: bedrijven tot 250 werkzame personen, 2012**
24
*
Kamer van Koophandel, Handelsregister, 7 augustus 2013
**
Berekeningen obv Panteia/EIM Dataset Regionale kerncijfers MKB
***
Berekeningen obv Panteia/EIM Dataset Regionale Bedrijvendynamiek