Innovatie in het MKB
Ontwikkelingen in de periode 2002-2013
A. Ruis Zoetermeer, oktober 2013
ISBN
:
Rapportnummer :
978-90-371-1086-9 A201350 / C10193
Dit onderzoek is mede gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl) Panteia BV
Panteia BV
Bredewater 26
P.o. box 7001
2715 CA Zoetermeer
2701 AA Zoetermeer
079 322 22 00
The Netherlands
www.panteia.nl
+31 79 322 22 00
Voor alle informatie over MKB en Ondernemerschap: www.ondernemerschap.nl
De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van Panteia. Panteia aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.
The responsibility for the contents of this report lies with Panteia. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of Panteia. Panteia does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.
2
Innovativiteit in het MKB gedaald Het aandeel innovatieve MKB-bedrijven is in 2013 sterk afgenomen in vergelijking met het jaar ervoor. Aan de opleving in 2012 is geen vervolg gegeven. Het aandeel is teruggezakt van 58 procent naar 51 procent en ligt daarmee nog ver onder het langjarig gemiddelde. De daling heeft vooral plaatsgevonden binnen het kleinbedrijf (bedrijven met minder dan 10 werkzame personen). In het middenbedrijf is slechts sprake van een beperkte daling. In vrijwel alle sectoren is het aandeel innovatieve bedrijven afgenomen, maar vooral in de horeca, de autosector, de transportsector, de overige dienstverlening en de voedings- en genotmiddelenindustrie is het aandeel sterk teruggelopen. In tijden waarin de economische groei tegenvalt verwachten ondernemers duidelijk minder aan innovatie uit te geven dan in tijden van hoge economische groei. Afgaande op de voornemens van ondernemers mogen we voor komend jaar vooral een sterke toename van de uitgaven aan innovatie verwachten in de chemische, rubber- en kunststofindustrie, de communicatiesector en de financiële dienstverlening. In met name de horeca en de overige dienstverlening zijn de vooruitzichten somber. Panteia doet al meer dan tien jaar jaarlijks onderzoek naar de mate waarin ondernemers in het midden- en kleinbedrijf (MKB) innoveren. De beschikbare gegevens bieden de mogelijkheid om de ontwikkeling in de innovatieve activiteiten van ondernemers door de tijd te volgen. In deze rapportage gaan we achtereenvolgens in op realisatie van innovaties, innovatieve inspanningen en innovatieve voornemens van MKB-ondernemers in de periode 2002-2013. Daarnaast staan we kort stil bij sectorale verschillen en verschillen tussen kleine en middelgrote bedrijven voor wat betreft de mate van innovativiteit. Nieuw ten opzichte van eerdere rapportages is dat nu ook specifiek aandacht wordt besteed aan het ‘groot middenbedrijf’ (100-250 werkzame personen).1
1
Het MKB is in dit onderzoek gedefinieerd als alle bedrijven tot 100 werkzame personen, in tegenstelling tot de steeds meer gebruikte definitie van 250 werkzame personen. Dit omdat de metingen tot en met 2010 alleen zijn verricht onder bedrijven tot 100 werkzame personen. Wanneer de resultaten betrekking hebben op bedrijven met 100 tot 250 werkzame personen, wordt dit expliciet vermeld (‘groot middenbedrijf’).
3
4
1
Realisatie van innovatie Om te bepalen in welke mate MKB-bedrijven innovaties realiseren en hoe zich dit over de tijd ontwikkelt, presenteren we in figuur 1 de ontwikkeling sinds 2002 aan de hand van vier indicatoren:
het percentage MKB-bedrijven dat in de afgelopen drie jaar ten minste één innovatie heeft gerealiseerd;1
het percentage MKB-bedrijven met productinnovaties in de afgelopen drie jaar, ofwel de introductie van nieuwe producten of diensten;
het percentage MKB-bedrijven met productinnovaties nieuw voor de bedrijfstak (dus producten of diensten die niet alleen nieuw zijn voor het eigen bedrijf) in de afgelopen drie jaar;
het percentage MKB-bedrijven met procesinnovaties in de afgelopen drie jaar, ofwel vernieuwing of verbetering van de gehanteerde werkmethoden of productieprocessen (bijv. automatisering van de boekhouding, invoering van flexibele werkplekken, thuiswerken).
Figuur 1
Realisaties van innovaties in de afgelopen drie jaar door bedrijven in het MKB (in procenten), 2002-2013
80%
65%
67%
68%
66%
65% 59%
60% 58%
60%
59%
58% 55%
54%
58%
56%
51%
50%
48%
52%
48% 44%
40%
33%
34%
34%
45% 42% 39%
38%
36%
35% 31%
31%
31%
31%
28%
26%
24%
20% 15%
17%
14%
15%
2004
2005
15%
16%
14%
15%
2008
2009
16%
15% 12%
12%
0% 2002
2003
2006
2007
2010
2011
2012
innovatieve bedrijven (ten minste één innovatie)
procesinnovatie
nieuwe producten/diensten
producten/diensten nieuw voor de bedrijfstak
2013
Bron: Panteia, Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties, 2002-2013.
T e r u g v al a an d e e l i n n o va t ie ve b e dr ij v e n Na de opleving van het aandeel innovatieve MKB-bedrijven in 2012 is in 2013 sprake van een flinke daling. Het aandeel is teruggezakt naar 51 procent en ligt daarmee nog altijd ver onder het langjarig gemiddelde.
1
Deze definitie is een samenstelling van de indicatoren over product- en procesinnovatie. Een bedrijf beschouwen we als innovatief als ten minste een van beide typen innovaties is gerealiseerd in de afgelopen drie jaar. Deze definitie is identiek aan de manier waarop in Europees verband de innovativiteit van een bedrijf wordt gemeten. Zie OECD, 2005, Oslo Manual: Guidelines for Collecting and Interpreting Innovation Data, 3rd Edition.
5
Het afgelopen decennium is een dalende trend van het aandeel innovatieve bedrijven waarneembaar. In 2002 lag het aandeel innovatieve MKBbedrijven nog op 65 procent. In de jaren daarna bleef het aandeel innovatieve MKB-bedrijven redelijk constant. In 2005/2006 was er weliswaar sprake van een teruggang, maar hier stond een sterke toename in 2007 tegenover. De impact van de in 2007 ontstane kredietcrisis en de daaropvolgende economische crisis is duidelijk terug te zien. In 2008 daalde het aandeel innovatieve MKB-bedrijven van maar liefst 66 procent naar 50 procent; een kwart minder innovatieve bedrijven. In 2009 en 2010 steeg het aandeel innovatieve MKB-bedrijven licht. In samenhang met de verslechterde economische situatie in 2011 daalde het aandeel echter wederom, nu tot onder de 50 procent. Dit is het laagste niveau in tien jaar. In 2012 was sprake van een flinke opleving, gevolgd door een daling in 2013. Voor wat betreft procesinnovaties en productinnovaties (al dan niet nieuw voor de bedrijfstak) zien we een vergelijkbare ontwikkeling over de tijd. Bij productinnovaties gaat het in circa de helft van de gevallen om producten die nieuw zijn voor de bedrijfstak. I n n o v at i e e n c o n ju n c tu u r ga a n de l a a t s t e j a re n h a n d in h a n d Gelet op de ontwikkeling van de innovatieresultaten over een langere periode, lijkt er (vooral vanaf 2006) een positieve relatie te zijn met de conjunctuur (zie ook figuur 2). Dit impliceert dat in perioden van laagconjunctuur minder innovatie is te verwachten. In situaties van een opgaande conjunctuur geldt het omgekeerde. Ook uit eerder onderzoek blijkt dat MKBondernemers rekening houden met de conjuncturele situatie bij het nemen van beslissingen.1 Zij kunnen verschillend reageren op een situatie van laagconjunctuur: 2
een afwachtende houding aannemen ('niets doen');
streven naar efficiëntie ('zo veel mogelijk bezuinigen');
streven naar een ondernemende oplossing ('dingen anders doen', bijvoorbeeld door nieuwe producten of diensten te introduceren).
Laatstgenoemde vorm is het meest gunstig voor innovatie in het MKB. Uit het onderzoek bleek echter dat een meerderheid kiest voor meer efficiëntie om tegenvallende economische situaties het hoofd te bieden. Toch zien ondernemers ook in economisch mindere tijden kansen en worden zij juist gestimuleerd tot innovatie. Bedrijven zoeken naar nieuwe afzetmarkten, of breiden hun producten- of dienstenaanbod uit.
6
1
Zie Bosma, N., J. Hessels en M. Overweel, 2003, Hoe reageren MKB-ondernemers op veranderingen in de conjunctuur?, Zoetermeer: EIM.
2
Pearce, J.A. en D.K. Robbins, 1994, Entrepreneurial Recovery Strategies of Small Market Share Manufacturers, Journal of Business Venturing, 9 (2): 91-108.
Figuur 2
Aandeel innovatieve bedrijven (ten minste één innovatie) versus conjunctuur, 2002-2013 4,00 aandeel innovatieve bedrijven
70%
3,00
2,00 60% 1,00 Economische groei
50%
0,00 40%
-1,00
30%
Groei BBP (3-jaars voortschrijdend gemiddelde)
aandeel innovatieve bedrijven
80%
-2,00 2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Bron: CBS, CPB en Panteia, Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties, 2002-2013.
7
8
2
Innovatieve activiteiten Innovatieve activiteiten van bedrijven in het MKB zijn er enerzijds op gericht om innovatiekansen te herkennen en anderzijds om de ontwikkeling van innovaties te bewerkstelligen. Om een beeld te krijgen van de innovatieve activiteiten van MKB-bedrijven in de periode 2002-2013 zijn drie indicatoren beschikbaar: het percentage MKB-bedrijven dat externe netwerken (met andere be-
drijven en/of met kennisinstellingen) gebruikt om kennis uit te wisselen; het percentage MKB-bedrijven dat samenwerkt om vernieuwingen te
ontwikkelen; het percentage MKB-bedrijven met gespecialiseerde innovatiemedewer-
kers, ofwel medewerkers (inclusief directeuren/eigenaren) die in hun dagelijkse werk betrokken zijn bij vernieuwingsinspanningen. De ontwikkeling van deze indicatoren is weergegeven in figuur 3. G e b r ui k v an e xt e r ne k e n n is n e t w e r k e n i e t s a fg e n o me n in 2 01 3 Het inschakelen van een extern netwerk is voor MKB-bedrijven waardevol, omdat het de eigen beperkingen kan compenseren. Contact onderhouden met externe partijen (klanten, toeleveranciers, concurrenten, kennisinstellingen, etc.) biedt kansen om trends en ontwikkelingen uit de omgeving op te pikken. Hiervan kan het bedrijf gebruikmaken om te vernieuwen en te verbeteren. Uit figuur 3 blijkt dat het gebruik van kennisnetwerken na 2002 is afgenomen en in de jaren daarna op een redelijk constant niveau is gebleven. In 2012 steeg het aandeel echter sterk, gevolgd door een daling in 2013. Wel ligt het aandeel nog boven het gemiddelde van de totale periode. Figuur 3
Innovatieve activiteiten van bedrijven in het MKB (in procenten), 20022013
60% 53%
52%
53%
54% 51%
50% 50%
45% 46%
40%
46%
42%
41% 36%
35% 33%
30%
46% 43% 42%
42% 39%
32%
40% 35%
32% 34%
40%
34%
32%
29% 29%
29%
35%
31% 33%
31%
32%
20% 19% 10%
0% 2002
2003
2004
2005
gebruik van externe kennisnetwerken
2006
2007
2008
2009
samenwerking om te vernieuwen
2010
2011
2012
2013
speciale medewerkers voor innovatie
Bron: Panteia, Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties, 2002-2013.
9
S a me n w e rk i n g o m te in n o ve re n s ta b i e l Een goede relatie met toeleveranciers en andere partijen in de bedrijfsomgeving kan resulteren in daadwerkelijke participatie van deze partijen in de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten. Samenwerking met andere partijen kan uitkomst bieden om een tekort aan middelen te ondervangen en de risico's van het mislukken van een innovatieproject te verkleinen. Tot 2010 bleef de mate waarin werd samengewerkt op een vrij stabiel niveau. In 2011 was sprake van een forse daling van het aandeel MKB-bedrijven dat aangaf samen te werken om te innoveren, maar in 2012 en ook in 2013 lag dit weer op het 'normale' niveau. I n z e t v a n in n o v a t ie ve m e d e w e rk e r s a f ge l o p e n 5 j a a r l i ch t g e s t e ge n De inzet van menskracht en financiële middelen is een vereiste om te kunnen innoveren. Door hun geringe omvang hebben MKB-bedrijven veelal beperkte personele, materiële en financiële middelen voor innovatie beschikbaar. Ook de mogelijkheden voor risicospreiding zijn beperkter dan in het grootbedrijf, omdat simpelweg minder innovatieprojecten tegelijk kunnen worden uitgevoerd. Gelet op het percentage bedrijven dat medewerkers in dienst heeft die zich in hun dagelijks werk met innovatie bezighouden, is een dalende trend waarneembaar in de periode tot 2008 (waarbij de afname vooral plaatsvond in de periode 2005-2008). Na 2008 was sprake van een omslag; sindsdien is het aandeel dan ook niet meer verder gedaald en zelfs licht gestegen. We benadrukken dat de gepresenteerde indicatoren geen volledig beeld geven van de mate waarin bedrijven innoveren. Voor de concrete innovatieuitgaven van bedrijven zijn bijvoorbeeld geen gegevens beschikbaar.
10
3
Innovatieve voornemens
3.1
Uitgaven aan innovatie Ieder jaar worden ondernemers gevraagd of ze het komende jaar meer of minder aan innovatie willen gaan uitgeven. Informatie hierover is beschikbaar vanaf 2003. Het saldo van de bedrijven die meer willen gaan uitgeven, minus de bedrijven die minder willen gaan uitgeven, is weergegeven in figuur 4. In 2013 zegt circa één op de vier ondernemers meer te zullen gaan uitgeven aan innovatie, tegenover ongeveer één op de zes ondernemers die aangeven minder te zullen gaan uitgeven. In het groot middenbedrijf gaat het om respectievelijk ruim één op de drie (meer uitgeven) en één op de zes ondernemers (minder uitgeven). Het saldo ligt daarmee hoger dan bij de bedrijven met minder dan 100 werkzame personen. V e r w ac h t e u i t g a v e n a an i n n ov a t ie b e w e g e n m e e m e t d e c o n j u n c t u ur Uit onderstaand figuur blijkt een duidelijk relatie tussen de verwachte uitgaven aan innovatie en de conjunctuur. In tijden waarin de economische groei tegenvalt (2003, 2009-2013), verwachten ondernemers duidelijk minder aan innovatie uit te geven dan in tijden van hoge economische groei (2006-2008). Niettemin is het aandeel ondernemers dat aangeeft meer aan innovatie uit te zullen geven ieder jaar groter dan het aandeel ondernemers dat minder aan innovatie zal besteden. Figuur 4
Verwachtingen over uitgaven aan innovatie versus conjunctuur, 20032013 6,0
30%
20%
4,0 Economische groei 2,0
15% 0,0 10%
groei BBP (%)
uitgaven aan innovatie
25%
-2,0
5% uitgaven aan innovatie (saldo meer en minder) 0%
-4,0 2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Bron: CBS, CPB en Panteia, Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties, 2003-2013.
De piek in 2011 voor wat betreft de uitgaven aan innovatie wordt vooral veroorzaakt doordat relatief weinig bedrijven aangaven minder aan innovatie te zullen uitgeven. Vermoedelijk is in de jaren daarvoor al flink bezuinigd op innovatie 1, waardoor veel bedrijven in 2011 voornemens waren in ieder geval niet nóg minder aan innovatie uit te geven.
1
Getuige ook het lage aandeel innovatieve bedrijven (zie hoofdstuk 1) en het relatief grote aandeel bedrijven dat in 2009 en 2010 heeft aangegeven minder aan innovatie te zullen gaan uitgeven.
11
3.2
Investeringen in innovatie Hoe innovatie in het MKB zich in de nabije toekomst zal ontwikkelen, wordt in kaart gebracht aan de hand van de volgende indicatoren: het percentage MKB-bedrijven dat komend jaar zeker gaat investeren in
nieuwe producten of diensten; het percentage MKB-bedrijven dat komend jaar zeker gaat investeren in
procesinnovatie. Informatie over bovenstaande indicatoren is beschikbaar vanaf 2004. Anno 2013 verwacht ruim een kwart van de MKB-ondernemers volgend jaar zeker te investeren in productinnovaties. Iets minder dan een derde van de ondernemers gaat volgend jaar zeker investeren in procesinnovaties. In het groot middenbedrijf ligt het aandeel ondernemers dat aangeeft zeker te gaan investeren in product- en procesinnovaties beduidend hoger (respectievelijk twee derde en drie kwart van de ondernemers). De verwachtingen van ondernemers over product- en procesinnovaties in een bepaald jaar zijn afgezet tegen de realisaties in dat jaar (zie figuur 5). Het aandeel MKB-bedrijven dat zeker gaat investeren in nieuwe producten/diensten is redelijk in lijn met het daadwerkelijke aandeel MKBbedrijven dat aan productinnovatie heeft gedaan. Voor wat betreft procesinnovaties liggen de verwachtingen en de realisaties ver uit elkaar. Met uitzondering van het jaar 2008 liggen de realisaties elk jaar een stuk hoger dan de verwachtingen over dat jaar. Let wel, bij de verwachtingen gaat het alleen om bedrijven die aangeven zeker te gaan investeren in product- dan wel procesinnovaties. Figuur 5
Verwachtingen en realisaties m.b.t. product- en procesinnovaties, 20042013
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0% 2005
2006
2007
2008
2009
zeker investeren in nieuwe producten/diensten zeker investeren in procesinnovatie
2010
2011
Bron: Panteia, Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties, 2004-2013.
12
2012
productinnovatie (realisatie) procesinnovatie (realisatie)
2013
2014
Sectorale verschillen I n d u s t r ie , gr o o t h a n de l e n c om m u n i c a t ie se c t or a a n k o p De prestaties van ondernemers voor wat betreft innovatieve resultaten, innovatieve inspanningen en innovatieve voornemens kennen sectorale verschillen (tabel 1). MKB-bedrijven in de industrie, groothandel en communicatiesector zijn het meest innovatief. Binnen de industrie is de chemische, rubber- en kunststofindustrie traditiegetrouw koploper. In de bouw en de transportsector is de innovativiteit naar verhouding het laagst. Deze sectoren kennen echter hun eigen dynamiek. Innovatie draait hier vaker om de adoptie van toepassingen die elders in het bedrijfsleven zijn ontwikkeld. Innovatie in MKB-bedrijven naar sector (in procenten), 2013
Zeker investeren in
31
43
17
47
38
54
54
69
31
54
54
- metaalindustrie
68
48
30
60
50
40
57
13
34
40
- overige industrie
64
35
17
58
47
39
51
13
24
40
Bouwnijverheid
37
9
3
32
31
29
24
1
10
18
- autosector
39
40
4
35
38
20
33
-1
21
24
- groothandel
66
40
20
52
44
33
48
14
37
41
- detailhandel
49
30
14
37
39
28
30
5
31
29
- horeca
42
19
2
35
19
13
22
-9
22
38
- transport
38
13
4
34
28
25
26
3
24
28
- communicatie
62
44
19
54
54
41
53
22
49
33
- fin. diensten
53
28
14
44
61
36
37
20
24
34
- onroerend goed
58
28
18
51
57
42
49
10
28
45
- zakelijke diensten
55
27
14
44
61
38
37
14
25
29
- overige diensten
44
21
7
35
48
29
28
-4
24
27
MKB totaal
51
26
12
42
46
32
35
8
26
31
procesinnovatie
48
62
productinnovatie
37
38
Uitgaven aan
23
54
medewerkers
Samenwerking
52
77
Gespecialiseerde
kennisnetwerken
67
- chemische ind.
Externe
Procesinnovatie
- v&g industrie
Sector
Producten nieuw
voor bedrijfstak
Zeker investeren in
Voornemens
Productinnovatie
Innov. activiteiten
innovatie
Realisatie van innovaties
innovatie (saldo)
Tabel 1
Ten minste één
4
Industrie
Diensten
Bron: Panteia, Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties, 2013.
In vergelijking met 2012 is de innovativiteit in nagenoeg alle sectoren gedaald. De daling is vooral groot geweest in de horeca, de autosector, de transportsector, de overige dienstverlening en de voedings- en genotmidde-
13
lenindustrie. Dit zijn vooral consumentgerichte sectoren. De consumentenbestedingen staan de laatste jaren onder druk, doordat de koopkracht en het reële inkomen is afgenomen. De consumentgerichte sectoren hebben daardoor meer dan andere sectoren te maken met een dalende afzet. Een groot deel van de bedrijven is vooral bezig met overleven en minder met innoveren. Procesinnovatie komt vaker voor dan productinnovatie (zie ook hoofdstuk 1). Als we kijken naar de innovatieve bedrijven in iedere sector, dan richten de industriële sectoren (met uitzondering van de overige industrie), de autosector en de communicatiesector zich naar verhouding vaak op productinnovaties. In de chemische, rubber- en kunststofindustrie en de metaalindustrie gaat het hierbij bovendien vaak om producten die nieuw zijn voor de bedrijfstak. Procesinnovatie vindt relatief veel plaats onder innovatieve bedrijven in de metaal- en overige industrie, de bouw, de autosector, de transportsector en de sector onroerend goed. Kennisuitwisseling door het gebruik van externe kennisnetwerken vindt vooral plaats in de chemische, rubber- en kunststofindustrie, de communicatiesector en de financiële en zakelijke dienstverlening. De eerste twee sectoren scoren bovendien hoog op het aandeel bedrijven dat samenwerkt om nieuwe producten te ontwikkelen en de inzet van gespecialiseerde innovatiemedewerkers. Dit laatste geldt ook voor de metaal- en de overige industrie. Afgaande op de voornemens van ondernemers mogen we vooral een sterke toename van de uitgaven aan innovatie verwachten in de chemische, rubber- en kunststofindustrie, de communicatiesector en de financiële dienstverlening. In met name de horeca en de overige dienstverlening zijn de vooruitzichten somber. Dit terwijl de innovativiteit in deze sectoren ook al sterk is afgenomen ten opzichte van vorig jaar. Zoals eerder genoemd, zijn deze sectoren sterk afhankelijk van de consumentenbestedingen, die ook volgend jaar nog onder druk zullen staan.
14
5
Innovatie naar grootteklasse Tot slot wordt ingegaan op de verschillen in innovativiteit tussen het kleinbedrijf (1 tot 10 werkzame personen), het middenbedrijf (10 tot 100 werkzame personen) en het groot middenbedrijf (100 tot 250 werkzame personen). In figuur 6 is het aandeel innovatieve bedrijven naar grootteklasse weergegeven voor de periode 2002-2013. Voor het groot middenbedrijf is het alleen mogelijk om het aandeel innovatieve bedrijven van de laatste drie jaar weer te geven. V e e l i n n o v at ie in h e t gr o o t m i dd e n b e d r i jf De innovativiteit in het groot middenbedrijf ligt beduidend hoger dan bij de bedrijven met minder dan 100 werkzame personen. Ruim negen op de tien bedrijven hebben in de afgelopen drie jaar aan enige vorm van innovatie gedaan (product- dan wel procesinnovatie). Innovaties worden bovendien veelal op eigen kracht ontwikkeld. Het groot middenbedrijf heeft over het algemeen ook meer middelen (zowel financiële middelen als de inzet van specifieke medewerkers) beschikbaar voor innovatie dan het kleinere MKB. Daarnaast kan er aan verschillende projecten tegelijk worden gewerkt, waardoor er meer mogelijkheden voor risicospreiding zijn. Het verloop tussen kleine en middelgrote bedrijven is vergelijkbaar, maar de schommelingen in het kleinbedrijf zijn wat groter. Het figuur laat zien dat het aandeel innovatieve bedrijven in de loop der jaren in het kleinbedrijf sterker is afgenomen dan in het middenbedrijf. Bovendien geldt dat het aandeel innovatieve bedrijven in het middenbedrijf de laatste twee jaar ligt op het niveau van vlak voor de crisis, terwijl het aandeel van het kleinbedrijf nog altijd lager ligt en sinds 2008 per saldo nauwelijks is toegenomen. Figuur 6
Innovatieve bedrijven (ten minste één innovatie) in het MKB en het groot middenbedrijf (in procenten), naar grootteklasse, 2002-2013
100% 88%
87%
90%
90%
88% 79%
82%
81% 72%
75% 65% 63%
67%
68%
65%
65%
75%
75%
54%
56%
91% 80%
73%
66%
65% 59%
62%
62%
50%
93%
54%
50% 50%
52%
58% 47%
51% 54% 47%
45%
42%
25%
0% 2002
2003
Kleinbedrijf (1-10 wp)
2004
2005
2006
2007
Middenbedrijf (10-100 wp)
2008
2009
MKB (1-100 wp)
2010
2011
2012
2013
Groot middenbedrijf (100-250 wp)
Bron: Panteia, Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties, 2002-2013.
15
Hiervoor is reeds opgemerkt dat het MKB minder innovatief is dan het groot middenbedrijf (onder andere door beperkte beschikbaarheid van personele, materiële en financiële middelen voor innovatie en minder mogelijkheden voor risicospreiding). Dezelfde redenering kan worden toegepast op de bedrijven binnen het MKB. Dit verklaart voor een deel het verschil in innovativiteit tussen kleine en middelgrote bedrijven. Daarnaast kan het verschil worden verklaard door te kijken naar de sectorstructuur. Het middenbedrijf is vergeleken met het kleinbedrijf sterk vertegenwoordigd in de industrie, de groothandel en de transportsector. Het kleinbedrijf is daarentegen relatief sterker vertegenwoordigd in de detailhandel, horeca en overige dienstverlening. Dit in combinatie met de uitkomsten uit het vorige hoofdstuk, biedt eveneens een verklaring voor het verschil in innovativiteit tussen het kleinbedrijf en het middenbedrijf. M e e r i n n ova t i e ve a c t ivi t e i t e n i n he t g r o o t m id d e n b e d r i jf d a n i n h e t k le i n e re M K B Tabel 2 laat zien dat het groot middenbedrijf aanmerkelijk innovatiever is dan het kleinere MKB. Het groot middenbedrijf is zeer actief als het gaat om het gebruik van externe netwerken en de samenwerking met andere bedrijven om te innoveren. Ook wordt, veel vaker dan bij de bedrijven met minder dan 100 werkzame personen, gebruikgemaakt van de inzet speciale medewerkers voor innovatie. Binnen het MKB is het middenbedrijf op haar beurt weer innovatiever dan het kleinbedrijf. Bij de kleine bedrijven is onderscheid gemaakt tussen bedrijven met 1 werkzame persoon en bedrijven met 2 t/m 9 werkzame personen. De eerste groep bestaat voor een groot deel uit zzp'ers. Het blijkt dat de groep bedrijven met 1 werkzame persoon minder innovatief is dan de overige bedrijven uit het kleinbedrijf. Toch kan hierbij een kanttekening worden geplaatst. Uit onderzoek komt naar voren dat zzp'ers vaker dan MKB-bedrijven fungeren als toepasser van vernieuwingen. Zij innoveren door het combineren en toepassen van elders beproefde kennis en methoden. Dit komt goed tot zijn recht als zzp'ers worden ingeschakeld voor innovatietrajecten van andere partijen.1
1
16
De Vries, N.E. en P.J.M. Vroonhof, 2011, Ondernemen voor de toekomst: Innovatie en pensioenen van zzp'ers, Zoetermeer: Panteia/EIM.
Tabel 2
Innovatie in het MKB en het groot middenbedrijf naar grootteklasse (in procenten), 2013
Zeker investeren in
Zeker investeren in
31
7
24
28
30
28
6
21
19
- 2 t/m 9 wp
53
26
11
44
44
28
34
8
26
34
Middenbedrijf
80
50
28
73
66
53
66
16
45
57
MKB totaal
51
26
12
42
46
32
35
8
26
31
Groot middenbedrijf
91
71
49
85
83
72
82
22
66
78
Bron: Panteia, Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties, 2013.
17
procesinnovatie
29
42
productinnovatie
43
29
Uitgaven aan
38
10
medewerkers
Samenwerking
10
19
Gespecialiseerde
kennisnetwerken
23
38
Externe
Procesinnovatie
47
- 1 wp
Producten nieuw
Kleinbedrijf
Sector
Ten minste één
voor bedrijfstak
innovatie (saldo)
Voornemens
Productinnovatie
Innov. activiteiten
innovatie
Realisatie van innovaties
De resultaten van het Programma MKB en Ondernemerschap worden in twee reeksen gepubliceerd, te weten: Research Reports en Publieksrapportages. De meest recente rapporten staan (downloadable) op: www.ondernemerschap.nl.
Recente Publieksrapportages A201348
15-10-2013
De overheid als klant van het MKB
A201346
08-10-2013
De innovativiteit van het MKB in 2013
A201345
19-09-2013
Monitor buitenlandse investeringen MKB
A201343
03-04-2013
Geen vertrouwen ondernemers in het economische be-
A201341
17-10-2013
A201340
19-08-2013
Exportindex MKB. Ontwikkelingen 2008-2011
A201339
22-08-2013
Topsectoren: beeld en ontwikkeling. Update juli 2013
A201338
12-09-2013
Bedrijfsfinanciering: zó kan het ook!
A201335
01-07-2013
Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2013
A201334
15-07-2013
De rol van sociale media bij innovatie door zzp’ers
A201333
02-07-2013
Topsectoren in beeld. Internationale oriëntatie topsec-
A201332
02-07-2013
Topsectorenpanel. Methodologische verantwoording
A201331
04-07-2013
Calimero creativiteit: De innovatieve netwerken van
A201330
25-06-2013
Hoe goed ligt de gemeente bij MKB?
A201329
18-06-2013
Monitor Inkomens Ondernemers
A201328
27-06-2013
Het wenkend perspectief van consumenteninnovatie
A201327
16-07-2013
Innoveren achter de schermen
A201326
19-07-2013
De financiële positie van het MKB in 2013 en 2014
A201325
9-07-2013
Minirapportage biomaterialen
A201324
5-06-2013
Ontwerp krapte-indicator belangrijke beroepen topsec-
A201323
06-06-2013
Kleinschalig ondernemen 2013
A201322
13-06-2013
Topsectoren in beeld - Bekendheid met het topsecto-
A201321
21-05-2013
Administratieve lasten MKB
A201320
04-06-2013
Ambities en vermogensopbouw van zzp'ers
A201319
11-06-2013
Topsectoren: beeld en ontwikkeling
A201317
16-05-2013
Diaspora links van migrantenondernemers in Nederland
A201316
31-05-2013
Intellectueel eigendom topsectoren
A201315
07-05-2013
MKB verdeeld over kabinetsbeleid
A201314
02-05-2013
Topsectoren in beeld
A201313
28-03-2013
Concurrentie in het MKB
A201312
25-03-2013
Alles flex, is dat een mismatch?
A201311
09-04-2013
Challengers: hun kenmerken en succesfactoren
A201310
04-04-2013
Wie wordt werkgever?
A201309
16-04-2013
Oudedagsvoorziening in het MKB
A201308
11-04-2013
Benchmark klanten Qredits
A201306
21-02-2013
De waarde van sociaal ondernemerschap
leid. Najaar 2013 Economische effecten verlaging van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven
en 2014 – Update juni
toren
zzp’ers
toren
renbeleid en beleving van het ondernemingsklimaat
18
A201305
24-01-2013
Grondstofschaarste?
A201304
02-04-2013
Gezocht: werklocatie 3.0
A201303
24-01-2013
Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2012
A201302
08-01-2013
Financiering van innovatie in het MKB
A201218
15-01-2013
Samen starten
A201217
17-01-2013
Inkomen, vermogen en dynamiek van zelfstandigen
A201216
9-1-2013
A201215
19-12-2012
A201214
7-12-2012
Meer innovatie door buitenlanders?!
A201213
4-12-2012
Meerwaarde van studentbedrijven
A201212
4-12-2012
Duurzaam ondernemen in het MKB
A201211
12-11-2012
Global Entrepreneurship Monitor 2011 The Netherlands
A201210
19-11-2012
Gebruikers en communities
A201209
8-8-2012
Wagenpark MKB en Grootbedrijf 2010
A201208
6-7-2012
Nieuwe financieringsvormen voor het MKB
A201207
20-6-2012
Monitor Inkomens Ondernemers
A201206
20-6-2012
Een typologie van ondernemers met lage inkomens
A201205
28-6-2012
Kleinschalig Ondernemen 2012
A201204
30-5-2012
Hoe ondernemend zijn zzp'ers?
A201203
22-5-2012
Duurzaam ondernemen in het kantoorhoudende MKB
A201202
16-4-2012
Vergrijzing en ondernemerschap
A201201
4-4-2012
A201113
22-11-2011
Ondernemen in de Sectoren 2011
A201112
22-11-2011
Zelfbewust een Zelfstandige Positie
A201111
21-9-2011
Kerngegevens MKB 2011
A201110
25-8-2011
Financieringsmonitor 2011
A201109
22-8-2011
Arbeidsproductiviteitstrends in klein-, midden- en
A201108
14-7-2011
Global Entrepreneurship Monitor 2010 The Netherlands
A201107
19-5-2011
Ondernemen voor de toekomst
A201106
27-4-2011
Trendstudie MKB en Ondernemerschap: Synthese
A201105
20-4-2011
Uitvinders in Nederland
A201104
28-4-2011
Kleinschalig Ondernemen 2010
A201103
10-3-2011
Trendstudie MKB en Ondernemerschap
A201102
8-3-2011
Monitor vrouwelijk en etnisch ondernemerschap 2010
A201101
5-1-2011
Startende ondernemers
A201012
8-12-2010
A201011
16-11-2010
A201010
9-11-2010
A201009
14-10-2010
De arbeidsmarkt van Midden-Nederland
A201008
14-10-2010
Monitor Inkomens Ondernemers
A201007
30-9-2010
Stand van Zaken Zonder Personeel
A201006
23-6-2010
Internationale benchmark ondernemerschap 2010
A201005
31-5-2010
Bedrijfsbeëindigingen in het kleinbedrijf
A201004
april 2010
Octrooien in Nederland
A201003
12-4-2010
Ondernemen voor anderen!
en 2013 - Update december
zonder personeel Financieringsmonitor topsectoren 2012 Ondernemen zonder personeel
Hoe werken bedrijven samen in projecten?
grootbedrijf 1995-2015
Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid Global Entrepreneurship Monitor 2009 The Netherlands Ondernemen in de sectoren 2010 – 10 brochures
19