Innovatie in het MKB Ontwikkelingen in de periode 2002-2014
ISBN
: 978-90-371-1133-0
Rapportnummer
: A201427
Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl) Panteia BV
Panteia BV
Bredewater 26
P.o. box 7001
2715 CA Zoetermeer
2701 AA Zoetermeer
079 322 22 00
The Netherlands
www.panteia.nl
+31 79 322 22 00
Ro Braaksma Zoetermeer , november 2014 Voor alle informatie over MKB en Ondernemerschap: www.ondernemerschap.nl De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van Panteia. Panteia aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. The responsibility for the contents of this report lies with Panteia. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of Panteia. Panteia does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.
Inhoudsopgave Minder innovatie door conjuncturele tegenwind
5
1
Realisatie van innovatie
7
2
Innovatieve activiteiten
9
3
Innovatieplannen
3.1 3.2
Verwachte uitgaven voor innovatie Investeringen in innovatie
4
Sectorale verschillen
13
5
Innovatie naar bedrijfsomvang
15
11 11 11
Minder innovatie door conjuncturele tegenwind Het afgelopen decennium laat een dalende trend zien van het percentage innovatieve bedrijven: van ruim 60% met minimaal een product- of procesinnovatie in de voorgaande drie jaar naar 45% in 2014. Het begin van die daling valt samen met het begin van de kredietcrisis in 2008. De innovatie-inspanningen van MKB-bedrijven lijken mee te bewegen met de conjunctuur. Dat is waarschijnlijk vooral een gevolg van het afhaken van bedrijven met bescheiden innovatieactiviteiten op het moment dat de conjunctuur tegenzit. Een indicatie daarvoor is het percentage bedrijven met innovaties nieuw voor de bedrijfstak: dit is minder gedaald dan het percentage bedrijven met ‘een’ product- of procesinnovatie in de voorgaande drie jaar. Het innovatieve MKB moet efficiënt omspringen met zijn middelen, en daartoe elders aanwezige kennis benutten, via netwerken en samenwerking bij innovatie. Netwerken voor dit doel zit de laatste jaren in de lift, maar samenwerken gebeurt juist wat minder. Het percentage bedrijven dat meer denkt te gaan uitgeven voor innovatie neemt de laatste twee jaar wél weer toe, na een dubbele dip in 2008 en 2011, samenhangend met de conjunctuur. Ook neemt het percentage bedrijven toe dat zegt het komende jaar zeker te zullen investeren in nieuwe producten en diensten en/of in procesvernieuwing of –verbetering. De industrie is koploper bij het realiseren van innovaties, gevolgd door de zakelijke dienstverlening. In de industrie en de sector transport en communicatie zijn er het vaakst voornemens om de innovatie-uitgaven te verhogen. Het grotere MKB haalt op alle innovatie-indicatoren hogere scores dan het kleinbedrijf. Het verschil is te verklaren uit verschil in product en markt: het kleinbedrijf is veel vaker te vinden in sectoren met een relatief laag innovatieprofiel zoals detailhandel, horeca en persoonlijke diensten, en in lokale of regionale markten. Panteia doet sinds 2002 jaarlijks onderzoek naar de mate waarin ondernemers in het midden- en kleinbedrijf (MKB) innoveren. Aan de hand van de beschikbare g egevens kunnen ontwikkelingen in de innovatieve activiteiten van deze bedrijven in de tijd gevolgd worden. Deze rapportage besteedt achtereenvolgens aandacht aan realisatie van innovaties, innovatieve inspanningen en voornemens van MKB -ondernemers om te investeren in innovatie. Daarbij is er aandacht voor sectorale verschillen en verschillen tussen kleine en middelgrote bedrijven, en daarnaast ook het ‘groot middenbedrijf’ (100-250 werkzame personen) 1.
1
MKB is in dit onderzoek gedefinieerd als: bedrijven tot 100 werkzame personen in het particuliere bedrijfsleven exclusief de agrarische sector. De momenteel doorgaans gehanteerde Europese definitie (MKB =bedrijven tot 250 wp) wordt met een enkele uitzondering nog niet gebruikt, omdat tot en met 2010 alleen bedrijven tot 100 werkzame personen zijn onderzocht. Wanneer de resultaten betrekking hebben op bedrijven met 100 tot 250 werkzame personen, wordt dit expliciet vermeld: ‘groot middenbedrijf’.
5
1
Realisatie van innovatie Figuur 1 laat zien in welke mate MKB-bedrijven innovaties realiseren, en wat de trend is vanaf 2002. Dat gebeurt aan de hand van vier indicatoren: het percentage MKB-bedrijven dat in de voorgaande drie jaar ten minste één innovatie heeft gerealiseerd2; het percentage MKB-bedrijven met productinnovaties in de afgelopen drie jaar, ofwel de introductie van nieuwe producten of diensten; het percentage MKB-bedrijven met productinnovaties nieuw voor de bedrijfstak (dus producten of diensten die niet alleen nieuw zijn voor het eigen bedrijf) in de afgelopen drie jaar; het percentage MKB-bedrijven met procesinnovaties in de afgelopen drie jaar, ofwel vernieuwing of verbetering van de gehanteerde werkmethoden of productieprocessen (bijv. automatisering van de boekhouding, invoering van flexibele werkplekken, thuiswerken). Figuur 1
Realisaties van innovaties in de afgelopen drie jaar door bedrijven in het MKB (in procenten), 2002-2014
80%
65%
67%
68%
66%
65% 59%
60%
58%
60%
59%
58% 55%
54%
58%
56%
51%
50%
48%
52%
45%
48% 44%
40%
33%
34%
34%
45% 42% 39%
38%
36%
37%
35%
31%
31%
31%
31%
28%
26%
24%
20% 15%
17%
14%
15%
15%
16%
15%
14%
22% 16%
15% 12%
12%
11%
2013
2014
0% 2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
innovatieve bedrijven (ten minste één innovatie)
procesinnovatie
nieuwe producten/diensten
producten/diensten nieuw voor de bedrijfstak
Bron: Panteia, Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties / MKB Beleidspanel, 2002-2014.
T e rug va l a a nd e e l in nova t i ev e b e dr i jv en Ten opzichte van de voorgaande periode is het aandeel innovatieve MKB -bedrijven in 2014 verder afgenomen, naar 45%. Het afgelopen decennium is een dalende trend van het aandeel innovatieve bedrijven zichtbaar. Vóór de kredietcrisis lag het aandeel innovatieve MKB-bedrijven boven de 60%. Daarna nam het aandeel per saldo af, zij het niet in een rechte lijn: ten tijde van de kredietcrisis trappen bedrijven op de rem wat betreft innovaties, gevolgd door licht herstel, een piekje in 2012, en daarna de al genoemde daling. De 45% van de meting in 2014 is het laagste niveau vanaf het begin van de metingen.
2
Het gaat hier om een combinatie van de indicatoren product- en procesinnovatie. Een bedrijf wordt aangemerkt als innovatief als in de voorgaande drie jaar minimaal een van beide is gerealiseerd. Hiermee wordt aangesloten bij de wijze waarop in Europees verband de innovativiteit van een bedrijf wordt gemeten. Zie OECD, 2005, Oslo Manual: Guidelines for Collecting and Interpreting Innovation Data, 3rd Edition.
7
De dalende trend is zowel bij product- als bij procesinnovatie te zien. De helft van de productinnovaties betreft producten die nieuw zijn voor de bedrijfstak. In 2014 is dit aandeel ten opzichte van het voorgaande jaar minder gedaald dan het aandeel MKB bedrijven met nieuwe producten of diensten. Kortom, het aandeel vernieuwende bedrijven is afgenomen, maar voor het aandeel met innovaties van een wat ‘hogere orde’ (nieuw voor de bedrijfstak) geldt dat in mindere mate: dat daalt slechts van 12% naar 11%. A f na m e in no va t i ev e bed r i j ve n ha ng t de e ls sa m en m et c on ju nct uu r In figuur 2 is de ontwikkeling van het aandeel innovatieve bedrijven in het totale MKB afgezet tegen de ontwikkeling van het nationaal inkomen 3 in dezelfde periode. De beide trendlijnen gaan niet volledig gelijk op, maar het verloop van de conjunctuur lijkt toch van invloed op de ontwikkeling van het aantal innovatieve bedrijven: de economische krimp na 2008 gaat samen met een vermindering van het aandeel innovatieve bedrijven. Aandeel innovatieve bedrijven (ten minste één innovatie) versus conjunctuur, 2002-2013
aandeel innovatieve bedrijven
80%
4,00 aandeel innovatieve bedrijven
70%
3,00
2,00 60% 1,00 Economische groei
50%
0,00 40%
-1,00
30%
Groei BBP (3-jaars voortschrijdend gemiddelde)
Figuur 2
-2,00 2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Bron: CBS, CPB en Panteia, Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties / MKB Beleidspanel, 2002 -2014.
I nno va t i e en c on ju nct uu r ga a n d e l a a ts t e ja ren ha n d i n h a nd De ontwikkeling van de innovatieresultaten over een langere periode su ggereert een positief verband met de conjunctuur, vooral vanaf 2006. Een opgaande conjunctuur gaat samen met meer innovatie-uitgaven, bij laagconjunctuur gaan ze omlaag. Ook uit eerder onderzoek blijkt dat MKB-ondernemers bij investeringsbeslissingen rekening houden met de conjunctuur 4. Zij kunnen verschillend reageren op een situatie van laagconjunctuur 5:
afwachten ('niets doen');
efficiency verbeteren ('zo veel mogelijk bezuinigen');
ondernemende oplossingen ('dingen anders doen', bijvoorbeeld door nieuwe producten of diensten te introduceren).
Ondernemende oplossingen zijn echter de keuze van een minderheid: de meerderheid kiest voor bezuinigen en verbetering van de efficiency om tegenvallende economische situaties het hoofd te bieden.
3
4
5
8
Het gaat om het Bruto Binnenlands Product (BBP; bron = CPB), in de figuur de gemiddelde ontwikkeling van het BBP in het desbetreffende jaar en de twee voorgaande jaren. Zie Bosma, N., J. Hessels en M. Overweel, 2003, Hoe reageren MKB-ondernemers op veranderingen in de conjunctuur?, Zoetermeer: EIM. Pearce, J.A. en D.K. Robbins, 1994, Entrepreneurial Recovery Strategies of Small Market Share Manufacturers, Journal of Business Venturing, 9 (2): 91-108.
2
Innovatieve activiteiten Om te kunnen innoveren moet een bedrijf toegang hebben en verwerven tot elders aanwezige kennis, zoals bij kennisinstellingen en bij andere bedrijven. Dat geldt in het bijzonder voor MKB-bedrijven met beperkte eigen bronnen van kennis. Om een idee te krijgen in welke mate MKB-bedrijven acties ondernemen om op een efficiënte manier te komen aan de nodige kennis, zijn drie indicatoren beschikbaar:
het percentage MKB-bedrijven dat externe netwerken (met andere bedrijven en/of met kennisinstellingen) gebruikt om kennis uit te wisselen;
het percentage MKB-bedrijven dat samenwerkt om vernieuwingen te ontwikkelen;
het percentage MKB-bedrijven met gespecialiseerde innovatiemedewerkers, ofwel medewerkers (inclusief directeuren/eigenaren) die in hun dagelijkse werk betrokken zijn bij vernieuwingsinspanningen.
De ontwikkeling van bovenstaande indicatoren vanaf 2002 is weergegeven in figuur 3. G e br u ik va n ex t er ne k en n isn et w erk en in d e l i ft Gebruikmaken van externe kennisnetwerken kan bij MKB-bedrijven eigen beperkingen compenseren. Via contacten met klanten, leveranciers, concurrenten en kennisinstellingen doen zij kennis op, ook van trends en ontwikkelingen in hun omgeving die mogelijk voor nieuwe kansen zorgen, en voor ideeën om producten, diensten en werkwijzen te vernieuwen en te verbeteren. Figuur 3 maakt duidelijk dat het percentage MKB-bedrijven dat gebruik maakt van kennisnetwerken lange tijd vrij stabiel is geweest: ruim 40%. Maar vanaf 2012 zit het in de lift, en anno 2014 is het meer dan de helft. Figuur 3
Innovatieve activiteiten van bedrijven in het MKB (in procenten), 2002-2013
60% 53%
52%
53%
54% 51%
50% 50%
45% 46%
40%
46%
42%
41% 36%
35% 33%
30%
43%
42%
42% 39%
32%
40%
40% 35%
32% 34%
52% 46%
34%
32%
29%
29%
29%
35%
34%
31% 33%
31%
32%
28%
20% 19% 10%
0% 2002
2003
2004
2005
gebruik van externe kennisnetwerken
2006
2007
2008
2009
samenwerking om te vernieuwen
2010
2011
2012
2013
2014
speciale medewerkers voor innovatie
Bron: Panteia, Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties / MKB Beleidspanel, 2002 -2014.
S a m en w erk i ng o m t e i nn ov e re n v r i j sta b ie l , tre n d l ic ht da l en d Voor ondernemers is kennis geen doel op zich, maar een middel om de bedrijfsprestaties te verbeteren. Het binnenhalen van die kennis heeft een prijs die tegen de opbrengst moet worden afgewogen. Efficiënt omspringen met schaars beschikbare middelen is ook hier geboden, en samenwerking met anderen die voor de eigen onderneming nuttige kennis in huis hebben is een middel voor dat doel.
9
Dat kan samenwerking binnen de keten zijn, met (toe)leveranciers, opdrachtgevers of afnemers, maar ook bijvoorbeeld samenwerking met bedrijven die beschikken over complementaire technologie, of samenwerking met kennisinstellingen. Tot 2010 is het aandeel MKB-bedrijven dat samenwerkt bij innoveren vrij stabiel. De plotselinge daling in 2011 lijkt een incident, zij het wél ee n incident dat samenvalt met de in figuur 1 zichtbare daling van de innovatie-inspanningen in dat jaar. In 2014 ligt het aandeel samenwerkende MKB-bedrijven voor het eerst beneden de 30%.Er lijkt zich een licht dalende trend af te tekenen. I nno va t i em e de w e rk e rs : sta b i el o p la g er n iv ea u na d e c r is i s Eén op de drie MKB-bedrijven geeft aan dat bij hen mensen aanwezig zijn (medewerkers of directieleden) die in hun dagelijks werk bezig zijn met innovatie inspanningen: zie figuur 3. De trendlijn van figuur 3 laat een sterke daling zien in de periode 2006-2008. Vóór die tijd zijn naar eigen zeggen bij meer dan de helft van de bedrijven mensen aanwezig die zich (mede) bezighouden met innovatie-inspanningen. Ná die tijd is dit rond de 30%. Deze daling bevestigt de eerder vastgestelde krimp van de innovatie-inspanning (zie figuur 1 in het eerste hoofdstuk): hij gaat samen met een na de kredietcrisis eveneens afgenomen aandeel bedrijven met product- en/of procesinnovaties. Aan deze constatering kan echter worden toegevoegd dat de krimp waarschijnlijk vooral voor rekening komt van bedrijven met bescheiden innovatieve activiteiten, en niet of veel minder van bedrijven die meer systematisch bezig zijn met innovatie. Bij deze alinea een kanttekening: de gepresenteerde indicatoren geven geen volledig beeld van de mate waarin bedrijven innoveren. Voor de concrete innovatie-uitgaven van bedrijven zijn bijvoorbeeld geen gegevens beschikbaar.
10
3 3.1
Innovatieplannen Verwachte uitgaven voor innovatie M e er M KB - on de rn e me rs w i l le n in ve st e re n in inn ova t ie Figuur 4 geeft het saldo weer van bedrijven die meer, en bedrijven die minder willen gaan uitgeven aan innovatie. Deze informatie is beschikbaar vanaf 2003. Het aandeel MKB-ondernemers dat het komende jaar meer denkt te gaan uitgeven aan innovatie stijgt van 26% in 2013 naar 28% in 2014. Het aandeel dat minder denkt uit te geven, neemt daarentegen af van 17% in 2013 naar 13% in 2014. Het saldo van beide stijgt naar 15%. O ntw ik k e l in g u it ga v en v oo r i nn ova t i e st e r k con j unc tuu r -a f ha nk e l ij k In figuur 4 is het saldo van bedrijven die meer, en bedrijven die minder willen gaan uitgeven aan innovatie afgezet tegen de ontwikkeling van de conjunctuur in Nederland. De uitgaven van MKB-bedrijven voor innovatie blijken vrij sterk samen te hangen met de conjunctuur, afgaande op de vanaf 2006 vrijwel parallel lopende trendlijnen van figuur 4. In 2007, voorafgaande aan de kredietcrisis van 2008, bereiken zowel de conjunctuur als de innovatie-uitgaven van het MKB hun hoogste punt. Met het intreden van de kredietcrisis in 2008 zakken beide sterk in, waarna herstel zichtbaar is in 2010 en 2011, gevolgd door de tweede dip in 2012-2013. In 2014 veert de conjunctuur weer wat op, en besteden MKB-bedrijven ook meer aan innovatie. Dit alles met de kanttekening dat het saldo van meer en minder denken uit te geven aan innovatie in alle jaren positief is, ook bij krimp van de economie. Verwachtingen over uitgaven aan innovatie versus conjunctuur, 2003-2013
30%
6,0
uitgaven aan innovatie
25%
20%
4,0 Economische groei 2,0
15% 0,0 10%
groei BBP (%)
Figuur 4
-2,0
5% uitgaven aan innovatie (saldo meer en minder) 0%
-4,0 2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Bron: CBS, CPB en Panteia, Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties / MKB Beleidspanel, 2003 -2014.
3.2
Investeringen in innovatie De voornemens bij MKB-bedrijven om middelen uit te trekken voor innovatie worden in beeld gebracht aan de hand van twee indicatoren: het percentage dat aangeeft het komend jaar zeker te zullen investeren in nieuwe producten of diensten, en het percentage dat aangeeft zeker te zullen investeren in procesinnovatie 6. Het gaat anno 2014 om ruim een kwart van de MKB-ondernemers die het komende jaar investeren in productinnovaties, en drie op de tien die investeren in procesinnovaties. 6
Deze cijfers zijn pas vanaf 2005 beschikbaar.
11
De innovatieplannen bij MKB-bedrijven zijn in figuur 5 afgezet tegen de realisatie van nieuwe producten en/of processen in hetzelfde jaar. De trend van de afgelopen tien jaar is een lichte daling van het percentage bedrijven met innovatieplannen voor het komende jaar, en een wat sterkere daling van het percentage bedrijven dat innovaties heeft gerealiseerd. Dat laatste geldt in het bijzonder voor procesinnovaties. Figuur 5
Verwachtingen en realisaties m.b.t. product- en procesinnovaties, 2005-2014
60%
50%
40%
36%
36%
36%
31%
20%
32%
31%
35%
30%
25%
28%
26%
31% 28%
26%
28% 27%
24%
27%
26% 22%
10%
0% 2005
2006
2007
2008
2009
2010
zeker investeren in nieuwe producten/diensten
2011
2012
2013
2014
productinnovatie (realisatie)
80% 70% 60%
55%
58% 52%
50%
44%
39% 30%
34%
35%
2005
2006
42%
39%
38%
40%
48%
45%
37%
38% 33%
34%
2009
2010
32%
33%
2011
2012
31%
31%
2013
2014
20% 10% 0% 2007
2008
zeker investeren in procesinnovatie
procesinnovatie (realisatie)
Bron: Panteia, Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties / MKB Beleidspanel, 2004 -2014.
12
Sectorale verschillen H o og st e sco r e b i j r ea l isa t i e va n inn ova ti e s v oor de in du st r ie Uit tabel 1 kan op basis van tien indicatoren betreffende innovatieve input, realisatie en plannen voor het komend jaar het innovatieprofiel worden geschetst van acht sectoren die zijn onderscheiden in het Nederlandse MKB. Als het gaat om het realiseren van innovaties is het MKB in de industrie de duidelijke koploper, gevolgd door de zakelijke dienstverlening. Onder de zakelijke dienstverlening vallen onder meer ingenieurs-, technisch ontwerp- en architectenbureaus, en een deel van de ICTsector7. Innovatie bij MKB-bedrijven naar sector (in procenten), 2014
33
51
27
31
35
44
23
26
4
16
16
Handel en reparatie consumentenart.’en
40
20
9
34
46
18
26
8
23
25
Horeca
24
8
2
23
46
18
21
13
20
29
Vervoer, opslag en communicatie
48
29
11
41
53
37
44
25
37
29
Financiële instellingen
43
10
4
39
63
18
33
19
19
44
Zakelijke dienstverlening
56
29
17
45
67
43
42
22
34
28
Overige dienstverlening
40
21
9
27
45
17
25
17
30
28
MKB totaal
45
22
11
37
52
28
34
15
27
26
procesinnovatie
42
33
productinnovatie
46
4
Uitgaven aan
Samenwerking
17
9
medewerkers
kennisnetwerken
35
36
Gespecialiseerde
Procesinnovatie
60
Bouwnijverheid
Externe
voor bedrijfstak
Industrie
Sector
Producten nieuw
Productinnovatie
Zeker investeren in
Voornemens
Zeker investeren in
Innov. activiteiten
innovatie
Realisatie van innovaties
innovatie (saldo)
Tabel 1
Ten minste één
4
Bron: Panteia, MKB Beleidspanel, 2014.
H o r eca e n bou w i nno ver e n m ind e r ; w é l p ro ce s in no va t i es De horeca en de bouw, en in mindere mate financiële instellingen scoren het minst op het realiseren van innovaties. Dat geldt vooral voor productinnovaties; bij procesinnovaties zijn de scores van deze sectoren weliswaar beneden gemiddeld, maar een niet gering deel realiseert wel degelijk procesinnovaties. De sector handel en reparatie van consumentenartikelen heeft een op het eerste gezicht wat onbepaald innovatieprofiel. Eerder onderzoek waarin meer sectoren werden onderscheiden laat binnen de sector handel en reparatie echter een sterk verschillend profiel zien voor groothandel en detailhandel: de groothandel scoort hierbij hoog, de detailhandel laag als het gaat om realiseren van innovaties.
7
Telecommunicatie valt hier onder (vervoer, opslag en) communicatie.
13
N e tw e rk e n en sa m en w er k in g v e e l b i j za k el i jk e d i e nst ve r l en e rs Bij de inputs voor innovatie valt de hoge score op voor gebruik van externe netwerken bij de financiële en de zakelijke dienstverlening, wél met de kanttekening dat de score op dit punt in alle sectoren vrij hoog is. Samenwerking met het oog op innoveren wordt het meest genoemd in de zakelijke dienstverlening, en ook in de transport- en communicatiesector. Gespecialiseerde (R&D)-medewerkers zijn het meest aanwezig in de industrie, en daarnaast in de transport- en communicatiesector. V e r ho g ing inn ova t ie bu dg e t h et va a k st in i nd ust r i e en t ra n sp or t Anno 2014 zijn er in alle sectoren meer bedrijven die het komende jaar hun uitgaven voor innovatie denken te verhogen dan bedrijven die ze denken te verminderen. Het saldo van meer en minder budget voor innovatie verschilt echter wel per sector. Dat verschil is het grootst in de industrie en in de sector vervoer en communicatie, en ook de zakelijke dienstverlening scoort nog bovengemiddeld. In de bouwnijverheid en de sector handel en reparatie is het saldo het kleinst (maar nog altijd positief). T ra n sp o rt he t va a k s t pla n ne n v oo r inv es te r en in p r od uct i nno va t i e Zegt van alle MKB-bedrijven 27% het komende jaar zeker te zullen investeren in productinnovatie, in de sector vervoer en communicatie is dit zelfs 37% en in de zakelijke dienstverlening nog altijd één op de drie bedrijven. De industrie scoort weliswaar licht bovengemiddeld maar toch iets minder dan deze twee sectoren. Het MKB in de bouwnijverheid en de financiële dienstverleners noemen investeren in productinnovatie het minst. Dezelfde financiële dienstverlening denkt wel het vaakst te investeren in vernieuwing of verbetering van processen, gevolgd door de industrie.
14
5
Innovatie naar bedrijfsomvang In figuur 6 is het aandeel innovatieve bedrijven naar grootteklasse weergegeven voor de periode 2002-2014. Voor de categorie grootste bedrijven (100-250 werkzame personen) zijn alleen gegevens van de laatste vier jaar beschikbaar. A a n d ee l inn ova ti ev e b ed r i j ve n h og e r in h et m id d en b ed r i jf Het aandeel innovatieve bedrijven is het hoogst in het groot-middenbedrijf: ruim 80% heeft in de afgelopen drie jaar minstens een product- en/of procesinnovatie gerealiseerd. Ook ontwikkelen deze bedrijven innovaties vaker op eigen kracht: het aandeel bedrijven met innovaties die op eigen kracht zijn ontwikkeld, is voor klein -, midden- en groot-middenbedrijf respectievelijk 12%, 26% en 40%. Grotere bedrijven hebben over het algemeen ook meer middelen beschikbaar voor innovatie dan het kleinere MKB, zowel financiële middelen als menskracht. Zij kunnen daardoor vaker vaste innovatiemedewerkers aanstellen en een onderzoekprogramma uitvoeren, waar innovatie in het kleinbedrijf vaker ad-hoc is en mede afhankelijk van de inzet en kennis van één specialist die innovatieactiviteiten ‘erbij doet’. A a n d ee l inn ova ti ev e b ed r i j ve n s te rk e r a fg en om en in h et k l e in b ed r i jf Figuur 6 laat zien dat het aandeel innovatieve bedrijven in het kleinbedrijf sterker is afgenomen sinds 2002 dan in het middenbedrijf. Tot 2008, het jaar van de kredietcrisis, is het verschil tussen klein- en middenbedrijf vrij constant, daarna neemt het aandeel innovatieve bedrijven wat meer af in het kleinbedrijf. Figuur 6
Innovatieve bedrijven (ten minste één innovatie) in het MKB en het groot-middenbedrijf (in procenten), naar grootteklasse, 2002-2014
100% 88%
87%
90%
90%
88% 79%
82%
81% 72%
75% 65%
67%
68%
63%
65%
65%
75%
75%
54%
56%
91% 80%
82% 74%
73%
66%
65% 59%
62%
62%
50%
93%
54%
50% 50%
52%
58% 47%
51% 45%
54% 47%
45%
43%
42%
25%
0% 2002
2003
2004
Kleinbedrijf (1-10 wp)
2005
2006
2007
Middenbedrijf (10-100 wp)
2008
2009
2010
MKB (1-100 wp)
2011
2012
2013
2014
Groot middenbedrijf (100-250 wp)
Bron: Panteia, Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties / MKB Beleidspanel, 2002-2014.
I nno va t i v it e it o p a l l e ind i ca t o re n gr ot e r b i j g r ot e r e be d r ij v en Tabel 2 laat zien dat innovativiteit sterk samenhangt met bedrijfsomvang: hoe groter, hoe meer innovatie. Dat geldt voor alle indicatoren in de tabel. De verklaring is simpel: een (flink) deel van het kleinbedrijf opereert in een marktomgeving die niet zo snel verandert, en daarom minder om aanpassing, dus vernieuwing vraagt: het kleinbedrijf is bijvoorbeeld sterk vertegenwoordigd in horeca, handel en persoonlijke diensten, en opereert vaak op lokale of regionale markten.
15
Grotere bedrijven zijn sterk vertegenwoordigd in de industrie en in gespecialiseerde zakelijke diensten, en opereren op nationale of zelfs internationale markten. Het verschil in innovativiteit tussen klein en groot is dus deels te verklaren uit een verschil in noodzaak of pressie om te innoveren. Daarnaast spelen ook de middelen een rol: hoe groter een bedrijf, hoe meer menskracht en financiële middelen voor innovatie kunnen worden ingezet. Kanttekening bij de geconstateerde samenhang van innovativiteit met bedrijfsgrootte is wel dat het kleinbedrijf weliswaar naar verhouding minder innovatieve bedrijven telt, maar dat de absolute aantallen juist veel groter zijn: het overgrote merendeel van alle bedrijven is klein. Innovatie in het MKB en het groot-middenbedrijf naar grootteklasse (in procenten), 2014
16
Zeker investeren in
Zeker investeren in
25
23
13
25
17
- 2 t/m 9 wp
51
24
10
41
56
28
34
16
26
33
Middenbedrijf 8
74
38
18
66
73
47
62
25
44
61
MKB-100 totaal
45
22
11
37
52
28
34
15
27
26
Groot middenbedrijf 9
82
50
27
80
90
73
91
30
60
82
Middenbedrijf = bedrijven van 100 tot 100 wp. Groot-middenbedrijf = bedrijven van 100 tot 250 wp.
procesinnovatie
14
29
productinnovatie
31
25
Uitgaven aan
Samenwerking 26
47
medewerkers
kennisnetwerken 51
30
Gespecialiseerde
Procesinnovatie 34
10
Externe
voor bedrijfstak 10
18
Producten nieuw
Productinnovatie 20
38
Ten minste één
43
- 1 wp
Bron: Panteia, MKB Beleidspanel, 2014
9
Voornemens
Kleinbedrijf
Sector
8
Innov. activiteiten
innovatie
Realisatie van innovaties
innovatie (saldo)
Tabel 2
De resultaten van het Programma MKB en Ondernemerschap worden in twee reeksen gepubliceerd, te weten: Research Reports en Publieksrapportages. De meest recente rapporten staan (downloadable) op: www.ondernemerschap.nl.
Recente Publieksrapportages A201425
23-10-2014
MKB-ondernemers en arbeidsbeperkten
A201424
27-10-2014
Stemming onder ondernemers in het MKB
A201423
30-09-2014
Kennisstromen in het MKB. Inzicht op basis van een MKBkennis-input/outputmodel
A201422
15-09-2014
Bedrijfsfinanciering, zo kan het ook - Update 2014
A201421
12-08-2014
MKB: Een belangrijke speler in internationale waardeketens
A201420
27-05-2014
Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2014 en 2015
A201419
21-05-2014
De financiële positie van het MKB in 2014 en 2015
A201418
29-07-2014
Beelden van bedrijfscriminaliteit. Empirisch onderzoek op
A201417
25-04-2014
Entrepreneurship in the Netherlands, The top sectors
A201416
01-05-2013
Omvang en prestaties van het MKB in de topsectoren
A201415
16-04-2014
Monitor Inkomens Ondernemers Editie 2013
A201414
01-04-2014
Financieringsproblemen in de binnenvaart
A201413
03-04-2014
Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen van zzp'ers,
A201412
07-04-2014
A201411
13-03-2014
A201410
06-03-2014
Ondernemendheid in de culturele sector
A201409
27-02-2014
Topsectoren in beeld – Beleving van het
A201408
18-02-2014
Monitor vrouwelijk en etnisch ondernemerschap 2013
A201407
25-02-2014
Inkomens Zelfstandigen 2013
A201406
11-03-2014
Samenwerken bij vernieuwing in de topsectoren
A201405
13-02-2014
Lokale lasten voor bedrijven
A201404
08-02-2014
De effecten van de topsectoren op de bredere economie
A201403
04-02-2014
Wat drijft MKB ondernemers
A201402
20-02-2014
Gebruikersinnovatie in het MKB
A201401
27-02-2014
Topsectoren in beeld. Ontwikkeling van de innovativiteit van
A201374
14-01-2014
A201373
07-01-2014
A201372
10-04-2014
A201371
17-3-2014
basis van 37 cases
Resultaten zzp-panel meting II 2013 Innovatie in de agrarische sector. De verschillende innovatievormen in beeld Bedrijfsoverdrachten in een periode van recessie en vergrijzing
ondernemingsklimaat - meting voorjaar 2013 -
de topsectoren in najaar 2012-voorjaar 2013 MKB Rating: Smaakt naar meer, onderzoek naar bekendheid en gebruik van ratings door MKB-bedrijven Vertrouwen in eigen bedrijf keldert: ondernemersvertrouwen door de jaren heen Aankomende en opkomende challengers in de topsectoren Samenwerkingskenmerken van challengers in de topsectoren A201370
19-12-2013
Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2013 en
A201369
23-12-2013
Ondernemen in de horecasector 2013
A201368
23-12-2013
Ondernemen in de groothandelsector 2013
A201367
23-12-2013
Ondernemen in de overige dienstverlening 2013
2014
17
A201366
23-12-2013
Ondernemen in de bouwsector 2013
A201365
23-12-2013
Ondernemen in de transportsector 2013
A201364
23-12-2013
Ondernemen in de autosector 2013
A201363
19-12-2013
Bijdrage van buitenlandse werknemers aan innovatie in het
A201362
23-12-2013
Ondernemen in de zakelijke dienstverlening 2013
A201361
23-12-2013
Ondernemen in de metaalelektro 2013
A201360
23-12-2013
Ondernemen in de voedings- en genotmiddelenindustrie
A201359
23-12-2013
Ondernemen in de detailhandel 2013
A201358
17-12-2013
De grijze ondernemer. Internationale vergelijking van de
A201357
11-02-2014
Nulmeting studentbedrijven
A201356
18-03-2014
Toekomst van de maakindustrie. Knowledge based capital!
A201355
10-12-2013
Opleiding en scholing van zzp’ers – Resultaten zzp-panel
A201354
26-11-2013
MKB
2013
grijze ondernemer
meting I van 2013 Internationale benchmark ondernemerschap 2013. Tabellenboek A201353
19-11-2013
Topsectoren: beeld en ontwikkeling. Update oktober 2013
A201352
28-01-2014
Technologische en sociale innovatie in een concurrerende
A201351
21-11-2013
Innovatie en internationalisering in het MKB
A201350
12-11-2013
Innovatie in het MKB, ontwikkelingen in de periode 2002-2013
A201349
31-10-2013
Fulfilment van online verkoop
A201348
15-10-2013
De overheid als klant van het MKB
A201347
26-09-2013
Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2013 en
A201346
08-10-2013
De innovativiteit van het MKB in 2013
A201345
19-09-2013
Monitor buitenlandse investeringen MKB
A201344
14-11-2013
Sectorale veranderingen in de Nederlandse economie
A201343
03-04-2013
Geen vertrouwen ondernemers in het economische beleid -
A201342
12-09-2013
Verschillen tussen uitzendondernemingen
A201341
17-10-2013
Economische effecten verlaging van de administratieve
markt
2014
Najaar 2013
lasten voor het bedrijfsleven A201340
19-08-2013
Exportindex MKB. Ontwikkelingen 2008-2011
A201339
22-08-2013
Topsectoren: beeld en ontwikkeling. Update augustus 2013
A201338
12-09-2013
Bedrijfsfinanciering: zó kan het ook!
A201337
03-09-2013
Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012
A201336
27-11-2013
Inkomens Zelfstandigen 2012
A201335
01-07-2013
Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2013 en 2014 – Update juni
18
A201334
15-07-2013
De rol van sociale media bij innovatie door zzp’ers
A201333
02-07-2013
Topsectoren in beeld. Internationale oriëntatie topsectoren
A201332
02-07-2013
Topsectorenpanel. Methodologische verantwoording
A201331
04-07-2013
Calimero creativiteit: De innovatieve netwerken van zzp’ers
A201330
25-06-2013
Hoe goed ligt de gemeente bij MKB?
A201329
18-06-2013
Monitor Inkomens Ondernemers
A201328
27-06-2013
Het wenkend perspectief van consumenteninnovatie