Jaarbericht 2012
2
Jaarbericht 2012
Inhoud Textielservice 4 “Innovatie in crisistijd!”
5
“Textielservice 2012; professionele dienstverlening van niveau!”
6
“Totale textielservice 2012; hoogste kwaliteit, hoogste milieuvoordeel”
7
- De marktomvang
- Gezondheidszorg
- Industrie en handel
- Horeca en recreatie
- Prognose ontwikkelingen van textielverzorgingsdiensten
- Branchekenmerken
“Textielservice2012; Duurzaamheid van formaat!”
- TNO onderzoek: 3x duurzamer
- Duurzame totaaloplossing
11
- Ecotool - E-learning
“Textielservice 2012; Gecertificeerde kwaliteit”
- Sector specifieke eisen
- Toenemende eisen
- Certex (ISO 9001+)
“Textielservice 2012; Innovatie door samenwerking”
- Routekaart Textielservice 2030
- Businesscases - Totaalconcept
- Samenwerking in totaalpakketten
© FTN 2012, Niets uit deze uitgave mag overgenomen worden zonder schriftelijke toestemming van het bestuur.
13
14
Jaarbericht 2012
3
- Samenwerking in vernieuwing
- Researchthema’s
- FTN Green Deal
- Toekomstperspectief
- Nieuwe materialen
- Nieuwe behandeltechnieken
- Logistiek en ICT
“Interviews” 17
- Bouke Bussemaker van Ministerie E.L.I.; “Uitdagen om die hoge ambities waar te maken”
- Lex Boon en Hendrik Schoenmakers van TüV; Een goed huwelijk met Certex als boterbriefje
- Sepp Rickli van Koninklijke Horeca Nederland; “De horeca gaat polariseren”
- Dr. Anton Buiting van St. Elisabeth Ziekenhuis; “Processen binnen de wasserijen zijn robuust genoeg”
- Hein Daanen van TNO Nederland; “Van André Kuijpers naar textielservice”
- Thea Daha van Leids Universitair Medisch Centrum; “Textielbeheer moet blijven streven naar verbetering”
- Martin Olde Weghuis van Open Innovation Center Advanced Materials;
“Uiteindelijk moet iemand er wel iets aan kunne verdienen”
“Textielservice 2012; Vooruitstrevende sector planning!”
24
- FTN activiteitenplan 2012 - 2013
- Algemeen
- Interne communicatie
- Externe communicatie
- Bijeenkomsten
- Platform Organisatie & Arbeid
- Platform Milieu & Techniek
- Platform Wet & Regelgeving
- FTN BV
Ledenlijst 2012
27
4
Jaarbericht 2012
Textielservice Moderne, professionele textielservice levert een wezenlijke bijdrage aan tal van branches. De dienstverlening van de bij de Federatie Textielbeheer Nederland aangesloten bedrijven omvat onder meer onderstaande activiteiten: •
Verhuur / lease van textiel en persoonsgebonden bedrijfskleding op maat, waaronder corporate imagekleding
•
Services plus producten naar behoefte, beschikbaar in de juiste hoeveelheden, op het juiste moment, op de juiste plaats
•
Compleet advies over inzet van materialen en systemen, mede gebaseerd op wet- en regelgeving
•
Reiniging, onderhoud en reparatie
•
Periodieke aanvulling en voorraadbeheersing
•
Verhuur / sterilisatie van kleding en afdeksystemen voor operatiekamers
•
Verhuur / sterilisatie van medische instrumenten
•
Medische sets
•
Milieuvriendelijke concepten
•
Hygiëneservice voor sanitaire ruimten
•
Persoonlijke beschermingsmiddelen
•
Schoonloopmattensystemen
•
Distributiesystemen op maat
•
Management informatiesystemen
•
Aftersales service
Jaarbericht 2012
5
“Innovatie in crisistijd!” Kijkend naar de hoeveelheid en diversiteit van activiteiten in de textielservicesector in het afgelopen jaar, zou je bijna vergeten dat er een economische crisis heerst. Terwijl er in de meeste landen wereldwijd een recessie heerst, kijken wij vooral vooruit naar de toekomst. Middels de eerder dit jaar uitgekomen Routekaart Textielservice 2030 is een compleet plan opgezet om de sector door middel van een duidelijk omlijnd stappenplan innovatiever, duurzamer en winstgevender te maken. Dat wil niet zeggen dat de crisis langs ons heen gaat. Niet voor niets is het thema van het Nationaal Symposium Textielbeheer dit jaar: “Innovatie in Crisistijd! – Investeren of bezuinigen”. De wereld van textielservice staat aan de vooravond van indringende veranderingen. Nieuwe materialen, nieuwe behandeltechnieken, nieuwe logistieke concepten, en grootschalige veranderingen op het gebied van ICT luiden een nieuw tijdperk in. Technologische vernieuwingen in de vorm van intelligente materialen penetreren elke industrietak. Mogelijkheden dienen zich aan waar wij een generatie terug niet eens van konden dromen. De traditionele ambachtsman zal niet geheel van het toneel verdwijnen, zo is de verwachting, maar wel zal hij in gezelschap gaan verkeren van een grote schare aan hoogst moderne professionele textielservice partners, wiens huidige kernactiviteiten slechts een onderdeel van het takenpakket van de toekomst zullen vormen. Verandering dus, maar besloten in de verandering de belofte van nieuwe mogelijkheden en kansen. Textielservicebedrijven zullen, mits zij blijven luisteren naar klantenwensen, een reeks aan nieuwe deuren voor zich zien opengaan. Niet alleen in de bestaande sectoren ontstaat een scala aan nieuwe mogelijkheden en toepassingen, ook de paden naar nieuwe marktsectoren liggen open. Diverse projecten op dit punt zijn reeds ingeluid, zoals bijvoorbeeld het internationale kaderproject Wash & Load (herstel van functionaliteiten in textiel tijdens het wasproces). Eén van de onvermijdelijke trends is samenwerking, zowel binnen als buiten de keten, zowel nationaal als internationaal. Samenwerking is het beeld van de toekomst. Tijdens het creëren van de Routekaart is actief gezocht naar het combineren van expertise uit de verschillende marktsectoren, waardoor een duidelijk beeld is ontstaan van de verwachtingen en wensen van
deze markten in de toekomst. Ook voor het leveren van totaalconcepten aan bedrijven en instellingen, is ketenoverschrijdende samenwerking een voorwaarde. Bij het ontwikkelen van nieuwe dienstverleningsvormen is duurzaamheid een belangrijk uitgangspunt. Door middel van MJA’s, Green Deals, individuele inspanningen en ontwikkelingen op het gebied van procesoptimalisatie en hergebruik, is het hedendaags industrieel wassen bewonderenswaardig duurzaam - zelfs 3x zo duurzaam - als de thuiswas. Maar de focus van de komende jaren zal zeker ook liggen op ketenoverschrijdende samenwerking voor ketenoverschrijdende duurzaamheid. Het verhogen van de energiebesparing en het versterken van de duurzaamheid is ook in belang van de (andere) marktsectoren. Zo ontstaat een voordeel dat vele malen groter is dan de huidige energiebesparing in onze eigen sector. En die is al fantastisch. In de periode 2005 – 2011 was dat zo’n 17,6%. Landelijk gezien neemt de sector daarmee de tweede positie in van de 32 in MJA deelnemende sectoren. Voorwaar een prestatie van formaat. De professionele textielservicesector is een sector van service en dienstverlening. De focus blijft liggen op het optimaal bedienen van de klant. Investeren of bezuinigen? Er is geen eenduidig antwoord. Investeren in innovaties en ontwikkelingen die door de marktsectoren zelf worden aangegeven. De Federatie Textielverzorging blijft hoe dan ook investeren in het zo breed mogelijk faciliteren en het bieden van ondersteuning aan de branche. Wij kijken met een bescheiden trots terug naar waar we vandaan komen en met het volste vertrouwen naar de toekomst! Bestuur Federatie Textielbeheer Nederland H. van Dijk Voorzitter A.I.
6
Jaarbericht 2012
“Textielservice 2012; professionele dienstverlening van niveau!” Textielservicebedrijven verzorgen onder andere de inkoop, verhuur, levering, reiniging, reparatie en aflevering van textiel. Het textiel kan zowel eigendom van de klant zijn, waarbij het textielservicebedrijf de reiniging voor haar rekening neemt, als eigendom van het textielservicebedrijf, waarbij zij het textiel verhuurt aan een individuele instelling of organisatie. Textielverhuur omvat veruit het grootste marktaandeel. Tijdens het wasproces worden vuil en vlekken verwijderd, waarna het wasgoed zowel hygiënisch als optisch schoon is. Het textiel wordt gevouwen en verpakt en naar klantspecificaties afgeleverd, bijvoorbeeld op afdelingsniveau of bij de eindgebruiker. Professionaliteit, kwaliteit, service en duurzaamheid staan hierbij steeds voorop. De textielservicesector is met name actief in een drietal marktsegmenten: horeca, industrie en gezondheidszorg. Door de jaren heen is de taak van de textielservicesector in deze marktsectoren steeds belangrijker geworden. Behalve haar kerntaak van reiniging en service, groeit het textielservicebedrijf steeds meer uit tot een partner: iemand die meedenkt en adviseert. Een specialist die de benodigde kennis in huis heeft om garant te staan voor hygiëne, just-in-time bevoorrading, duurzaamheid en veiligheid. Maar tevens een partner die adviseert op het gebied van efficiency, kostenbesparing, eisen op het gebied van wet- en regelgeving en meedenkt vanuit het oogpunt van haar klant. De komende jaren zal de textielservicesector zich op dit gebied verder profileren. Vernieuwingen en innovaties maken het mogelijk om marktsectoren een totaalpakket aan diensten aan te bieden, en haar volledig te ontzorgen. Gericht op efficiency, service, en rendement. Hierbij richt zij zich niet alleen op bestaande markten, maar ook op nieuwe marktkansen. Vooral geleid door tal van innovaties en ondersteunt door ICT en logistiek.
Jaarbericht 2012
7
“Totale textielservice 2012 ; hoogste kwaliteit, hoogste milieuvoordeel” In economisch weerbarstige tijden ondervindt de textielverzorgingsbranche vanzelfsprekend ook enige tegenwind. Echter, het totale marktvolume bleef nagenoeg gelijk met tekenen van herstel die zich in 2012 echter niet doorzetten. De vraag naar totale textielservice, die voldoet aan de kwaliteitsnormen, duurzaamheid en nieuwe wensen van afnemers neemt toe. Echter, in gangbare marktsegmenten, onder andere in de de zorgsector, staan de volumes onder druk. Van de textielservice leverancier wordt verwacht dat hij zich opstelt als een professionele partner van afnemers. Hij denkt mee in nieuwe oplossingen en past zijn logistiek en dienstverlening daar op aan. Juist in deze tijden leidt deze uitdaging doorgaans tot verrassende, innoverende nieuwe ontwikkelingen.
De marktomvang Textielservice bedient als belangrijkste marktsegmenten de gezondheidszorg, handel en industrie alsmede horeca en recreatie. De marktomvang wordt bepaald door de optelsom van gegevens over het productievolume in textielverzorging binnen deze sectoren. Voor 2011 is een marktomvang berekend van € 1.205 miljoen. Deze gehanteerde methodiek gaat uit van de aankoopwaarde van professioneel textiel, omgezet in verhuur/leasevolume. Daarbij worden de jaarlijkse kosten voor onderhoud, reiniging, logistiek en beheer en aanverwante producten opgeteld. Het bedrag omvat ook de interne kosten van de gebruikersorganisatie, ongeacht of het beheer/reinigen in eigen huis wordt gedaan of uitbesteed wordt. De totale omzet gerealiseerd door textielverzorgingsbedrijven (inclusief diensten op locatie van de klant, die zijn uitbesteed aan de textielverzorger) wordt voor 2011 geschat op € 1.205 miljoen. Dat is iets meer dan de helft van de totale marktomvang. Wij schatten voor 2011 een afname van 0,8% van
textielverzorgingsdiensten, die met name voor rekening van de zorgsector komt. Het aandeel van handel en industrie blijft onveranderd en ook de horeca, met een lichte groei, behoudt zijn aandeel.
Gezondheidszorg Ook de gezondheidszorg kan zich niet langer onttrekken aan de economische onzekerheden. Door met name veel bezuinigingen blijft de gezondheidszorg groeien in Nederland. In 2011 stabiliseerden de bestedingen aan zorg, terwijl over de periode 2006-2011 nog een groei van 4,4% werd gemeten. Bezuinigingen leiden tot ombuigingen, waarbij er druk op budgetten ontstaat. Daarnaast leidt dit voor 2012 tot naar schatting 1% krimp van het volume en een blijvende druk op de prijzen. Elke regering zal structurele maatregelen moeten nemen om de groei van het aandeel van zorg in het BNP (nu 15%) beheersbaar te houden. Daarbij zal het aandeel van particuliere bestedingen in de zorg groeien. Vooral de groei van het beroep op de AWBZ zal beheerst moeten worden, waarbij een scherper onderscheid zal worden gemaakt tussen woon- en zorgkosten.
Ontwikkelingen per segment Markt
Marktomvang
Marktaandeel in %
Gezondheidszorg
€ 575 mln
47,7 %
Handel en Industrie
€ 477 mln
39,6 %
Horeca en Recreatie
€ 153 mln
12,7 %
Totale marktomvang
€ 1205 mln
100 %
(n.b.: marktomvang bij volledige uitbesteding in alle segmenten. Marktaandeel; door bedrijven gerealiseerde omzet.) Tabel 1: Marktomvang en marktsegmenten Textielverzorging 2011
8
Jaarbericht 2012
Voor de textielverzorging is van belang dat het aantal werknemers in de zorg blijft stijgen en wel met 2,9% tot 1,35 miljoen in 2011. De werkgelegenheid in de zorg is met bijna 40.000 arbeidsplaatsen gegroeid en vertegenwoordigd ruim de helft van de banengroei in Nederland in 2011. De groei van werkgelegenheid is iets hoger in de curatieve zorg (3,8%). Het aantal ziekenhuisopnames is met 4,5% gegroeid en ondanks een lichte daling van de verpleegduur (5,6 dag) is het aantal ligdagen met 1,2% gestegen. Door vergrijzing en door toenemende frequentie van ziektes als kanker en aandoeningen in het spijsverteringstelsel, zal het volume aan complexe, herhaalde en langdurige behandelingen toenemen. Tegelijkertijd zorgt druk op de kosten voor een verschuiving naar dagbehandeling en thuisbehandeling. In de woonzorg stijgt vooral het beroep op thuiszorg en in mindere mate de residentiële zorg. Binnen de residentiële zorg groeien vooral kleinschalige formules. Specialisatie zal zeker doorzetten in de curatieve zorg met grotere ziekenhuizen. Verzekeraars, maar ook patiënten, zullen zorgverleners sterker beoordelen en selecteren op de medische kwaliteit van de zorg. In een dichtbevolkt land kan dat met behoud van redelijke nabijheid van zorgaanbieders. In de care zorg gaat de trend tot schaalverkleining onverminderd door, met naast thuiszorg groei van zorghotels en kleine gespecialiseerde opvangmogelijkheden (bijvoorbeeld hospices en palliatieve opvang). Steeds meer wordt deze zorg huiselijk, met minder beroepskleding en met een linnenpakket dat dichtbij hotelkwaliteit ligt. Daar waar kleding wordt gedragen is dat steeds meer in relatie tot het verrichten van medische handeling en minder vanuit status. In de textielverzorging groeit platgoed sterker dan kleding. Dienstverlening individualiseert naar de individuele cliënt met inbegrip van cliëntenwas. Dienstverlening en uitlevering naar de individuele cliënt vraagt meer van logistiek en automatisering. Dit betekent, samen met de trend van schaalvergroting in de organisatie van zorg, dat meer professionaliteit van textielverzorgers gevraagd wordt.
Industrie en handel In het jaar 2011 herstelt industrie en handel zich verder. Het is een kwetsbaar herstel dat in de loop van 2011 afvlakt. Na een groei van de omzet van de industrie van 7% in 2010, is deze groei verminderd tot 3,3% in 2011. Vooral de exportgerichte industrie blijft groeien, zoals de elektrotechnische industrie (+7%). Industrie gericht op de binnenlandse markt (voeding, grafische industrie) groeit 1%. Opmerkelijk is het herstel van de bouwmaterialenindustrie. 2011 is dan ook het eerste jaar
Jaarbericht 2012
van herstel, vooral vanwege weg- en waterbouw dankzij de overheidsinvesteringen. De woningbouw trekt niet aan, alleen in renovatie is er dynamiek. Dit herstel zet echter niet door in 2012. Het aantal arbeidsplaatsen blijft stijgen in Nederland, zij het dat de groei geheel op conto van de zorg komt. De werkgelegenheid stijgt licht in de handel en reparatie en ook in de autohandel en reparatie is er voor het eerst sinds 2008 sprake van groei. Opmerkelijk is dat alleen het aantal werknemers groeit. Het aantal zelfstandigen blijft gelijk in de dienstensector. De werkgelegenheid in de industrie is gelijk gebleven. Daar waar groei in werkgelegenheid is, wordt deze vooral opgevangen door flexibele krachten. In Nederland blijft er vooralsnog ruimte voor technisch hoogwaardige productie, vooral in de export georiënteerde maakindustrie in Zuid en Oost Nederland. De zakelijke dienstverlening is niet langer de banenmotor die het de afgelopen 10 jaar was. In de financiële dienstverlening is de werkgelegenheid gedaald, en dat geldt in de breedte voor loketfuncties die door internet verdrongen worden. De verwachtingen voor 2012 zijn niet echt gunstig. Sectoren die in 2011 herstellen, zoals de autohandel, verwachten voor 2012 krimp. De detailhandel, en daarmee de dienstensector, staat onder druk door dalende particuliere bestedingen. De bouw zal in 2012 nog niet aantrekken en de bezuinigingen van overheden leiden tot minder groei in utiliteitsbouw.
9
Voor de textielverzorging pleit dat het aantal banen voor werknemers blijft toenemen, terwijl het aantal zelfstandigen (ZZP’ers) daalt. Daar staat tegenover dat de groei van werkgelegenheid in de industrie in een flexibele schil plaatsvindt. In veel industrieën wordt meer bescherming gevraagd voor medewerkers en producten. In de autohandel en reparatie wordt meer representativiteit in kleding gevraagd. Innovatie in producten en diensten wordt door afnemers gewaardeerd.
Horeca en recreatie Na een slecht jaar in 2010 met een aanzet tot herstel in het laatste kwartaal van 2010, zet dit lichte herstel door in 2011. Het economische herstel van de horecasector, inclusief verblijfsrecreatie en cateringbedrijven, is ingezet maar zet echter nog niet (voldoende) door. Over heel 2011 heeft de horeca bijna 4 procent meer omzet behaald, maar in de tweede helft daalt deze groei naar 2,4%. Restaurants behalen een goed resultaat, maar lager dan cafetaria’s. De prijzen stegen met gemiddeld 2,5 procent en het omzetvolume was 3,6 procent hoger. In de hotels is er sprake van een lichte groei met 1%. Zeker zakelijk horecagebruik is versoberd. De luxe restaurants (sterrensegment) hebben het moeilijk. Daarnaast leidt de druk op de marge tot een geringe werving van personeel. De toekomst voor toerisme blijft (voor de lange termijn) overwegend positief. In Amsterdam leidt de voltooiing van de renovatie van het Rijksmuseum en het Stedelijk Museum tot een toenemend bezoekersaantal. Er is, afgezien van een dalend
10
Jaarbericht 2012
aantal bezoekers uit Zuid-Europa, een groei van toerisme uit nieuwe herkomstlanden in opkomst. Binnenlands toerisme blijft groeien, maar dan vooral kleinschalige goedkope vormen (o.a. B&B). De doorbraak van boeken per internet en van aanbiedingen op websites, zoals Groupon, leidt tot last minute boeken en een voorkeur voor prijsacties.
Prognose ontwikkelingen van textielverzorgingsdiensten Na jaren van redelijke groei zijn de effecten van de crisis sinds 2008 zichtbaar. Vooral de segmenten Handel & Industrie en Horeca & Recreatie hebben ingeleverd. Na een licht herstel in 2010 vlakt het herstel af in 2011. Voor de Gezondheidszorg verwachten we een lichte daling in 2012 en voor de Handel & Industrie en de Horeca een hele kleine groei. Het segment Gezondheidszorg wordt (enigszins) geraakt door kostenbesparende maatregelen.
Branchekenmerken Binnen de textielservicebranche zet de trend van schaalvergroting en verdergaande specialisatie door. De echte omzetgroei blijft nog uit en de dienstverlening binnen marktsegmenten verandert, onder andere door marktverzadiging. Concurrentie en prijsdruk blijven. De uitdaging om innovatieve business concepten te ontwikkelen in samenwerking met specifieke doelgroepen en afnemers neemt toe. De inzet van nieuwe textielmaterialen en ICT technologie schept nieuwe kansen en mogelijkheden om moderne, professionele beroepskleding op maat aan te bieden. Functionele eisen - en daarmee de behoefte aan het refunctionaliseren - neemt eveneens toe en bieden textielservice bedrijven nieuwe mogelijkheden om de kwaliteit en duurzaamheid verder te verbeteren. De optelsom van deze factoren hebben vooralsnog relatief weinig invloed op de werkgelegenheid.
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Gezondheidszorg
529
541
560
574
575
555
Handel en Industrie
508
492
455
458
477
485
Horeca en Recreatie
178
169
156
151
153
155
Totaal
1215
1202
1171
1183
1205
1195
Tabel 2: Omzet en Prognose (2012) ontwikkelingen van textielverzorgingsdiensten 2007 – 2012 (in € mln.) 2006
2007
2008
2009
2010
Werkgelegenheid (personen)
7840
7860
7835
7410
7200
Aantal bedrijven *)
314
310
296
281
n.b.
Aantal vestigingen
450
442
437
414
n.b.
Totale omzet ondernemingen **)
611
623
608
592
n.b.
Omzet per vestiging (€ 1.000)
1358
1409
1391
1429
n.b.
Werknemers per vestiging
17
18
17,9
17,9
n.b.
Omzet per werknemer (€ 1.000)
78
78
77,6
79,9
n.b.
*) Deze cijfers bevatten ook vele kleine wasserijen/wassalons met enkele werknemers (definitie bron CBS; wijkt af van FTN). **) Inclusief diensten/omzet op locatie eindgebruikers. Tabel 3: Karakteristieken van de textielservicebranche
Jaarbericht 2012
11
“Textielservice 2012; Duurzaamheid van formaat!” Textielservice is bij uitstek duurzaam. Waar andere sectoren gericht zijn op productie, is textielservice gericht op recycling en het geschikt maken van textiel voor hergebruik. Door de hoeveelheid beschikbare kennis op het gebied van textiele materialen en vezels, kan altijd het optimale reinigingsproces worden geselecteerd. Door procesoptimalisatie wordt het energieverbruik tot een minimum beperkt. Hergebruik van zowel water als reinigingsmiddelen leidt tot een record aan besparingen. Bovendien worden biologisch afbreekbare wasmiddelen gebruikt. Niet voor niets kwam de textielservicesector dus als meest duurzaam uit de bus in een onderzoek van de onafhankelijke onderzoeksorganisatie TNO.
TNO onderzoek: 3x duurzamer TNO vergeleek voor haar onderzoek naar duurzaam wassen diverse wasprocessen op verschillende temperaturen. Hierin betrok zij zowel thuiswassen, On Premise Laundries (OPL), als industrieel wassen. Zij concludeerde dat de textielservice de meeste duurzame manier van wassen toepast, en er zorg voor draagt dat het textiel na het wassen, zonder verlies in functionaliteit of kwaliteit, weer optimaal kan worden ingezet door de klant. Zowel het lage energie- en waterverbruik als het hoge kwaliteitsniveau van het textielservice bedrijf zijn volgens TNO thuis of op locatie niet te evenaren. Voor werk- en dienstkleding is de professionele textielservice tot wel 3 keer duurzamer dan het thuiswasproces! Ten opzichte van een wasproces in eigen beheer (OPL) is de professionele textielservice gemiddeld 1,7 keer duurzamer, met uitschieters tot 2,2 keer.
Duurzame totaaloplossing Dit is een bekroning op de inspanningen van de sector, welke in het verleden een groot aantal projecten heeft uitgevoerd op het gebied van duurzaamheid. De belangrijkste milieubelasting in het wasproces is afkomstig van het water- en energieverbruik. In genoemde projecten is onderzocht hoe het industriële was- en
droogproces geoptimaliseerd kan worden om hiermee water en energie te besparen. Hierbij blijken met name wastunnels, warmtewisselaars, wassen bij lagere temperaturen, effectieve ontwateringmethoden en effectief drogen alsmede het hergebruik van waswater, effectieve besparingsmethoden te zijn. In de afgelopen jaren is het energieverbruik in de sector door deze optimalisatie al met sprongen omlaag gegaan. Dit heeft er mede toe geleid dat textiel nu veel meer cycli kan doorlopen zonder in te boeten als het gaat om functionaliteit of kwaliteit. Daarmee reikt de duurzaamheid zelfs tot buiten haar eigen keten. De textielservicebranche heeft het dan ook tot haar ambitie gemaakt niet alleen zelf een duurzame sector te zijn, maar ook duurzaamheid te creëren in andere sectoren. Oftewel, klanten te adviseren over de wijze waarop textielservice kan bijdragen aan hun duurzaamheid.
12
Jaarbericht 2012
Ecotool FTN beoogt niet alleen de sector te ondersteunen, bijvoorbeeld door middel van dit soort projecten gericht op procesoptimalisatie. Zij beoogt tevens de individuele textielservice ondernemer hulpmiddelen aan te reiken die behulpzaam kunnen zijn bij het optimaliseren van de duurzaamheid binnen de organisatie. Zo heeft zij de Ecotool ontwikkeld, een hulpmiddel voor milieuanalyse van textielproducten. Middels de Ecotool zullen leden van FTN in de toekomst gemakkelijk via de FTN website hun bedrijfsspecifieke gegevens digitaal ingeven en op basis daarvan inzicht krijgen in hun eigen individuele milieuprofiel. Dit biedt de textielservice ondernemer een mogelijkheid om zijn bedrijfsprocessen te analyseren en, indien gewenst, om deze processen aan te passen, zodat zij aansluiten bij het gewenste milieuprofiel.
E-learning Ook op andere manieren wordt beoogt duurzaamheid en het toepassen van best practices in de textielservicesector te stimuleren. In samenwerking met het opleidingscentrum TCT wordt binnen diverse opleidingen en trainingen aandacht besteed aan deze onderwerpen. Er zijn inmiddels ook diverse e-learning demonstraties en educatieve materialen ontwikkeld, die bedrijven in de branche de mogelijkheid geven om op een unieke manier, 24 uur per dag, op elke gewenste plaats, kennis tot zich te nemen. Samen met TKT heeft FTN via de internationale brancheorganisatie CINET bijgedragen aan de e-learning cursus “Duurzaam Reinigen”. Dit materiaal is Nederlandstalig en biedt de laatste internationale kennis en best practices op het gebied van wastechniek en chemie. In 2012 wordt dit materiaal aan FTN leden gratis ter beschikking gesteld. Zij hebben hierdoor vrije toegang tot een naslagwerk aan stateof-the-art kennis, en indien gewenst kunnen zij deelnemen aan een examen. Bij succesvolle afsluiting wordt er een certificaat uitgereikt; een garantie voor de klant dat men beschikt over de beste en laatste kennis op het gebied van duurzaamheid.
Jaarbericht 2012
13
“Textielservice 2012; Gecertificeerde kwaliteit” De garantie dat schoon ook echt schoon is, is in de textielservicesector enorm belangrijk. Daarnaast moet aantoonbaar zijn dat de kwaliteit van de dienstverlening volgens afspraak is en er duurzaam gehandeld wordt. Bovendien moet aan relevante wetten en regelgeving zijn voldaan. Dit maakt dat certificering binnen de professionele textielservicebranche niet meer weg te denken is.
Sector specifieke eisen De textielservicesector is vooralsnog met name georiënteerd op dienstverlening in de gezondheidszorg, horeca, en industrie. Het behoeft geen betoog dat in elk van deze sectoren garanties op het gebied van hygiëne en veiligheid soms letterlijk van levensbelang zijn. Zeker ook de groeiende toepassing van nieuwe materialen in acht genomen, is een garantie met betrekking tot de functionaliteit en kwaliteit van (intelligent) textiel onontbeerlijk. Voor elk van deze branches gelden sectorspecifieke eisen. Zo worden in de gezondheidszorg strenge regels toegepast als het gaat om hygiëne. Hygiëne neemt een centrale rol in en dient in acht te worden genomen tijdens het proces alsmede bij controle van het eindproduct. Voldoen aan de EN 14065 RABC (Risico Analyse Biocontaminatie Controle) norm is hier verplicht. In de horeca is hygiëne eveneens van centraal belang. Met name textiel dat in de keuken wordt gebruikt dient aan hoge eisen te voldoen met het oog op bacteriologische besmettingen. HACCP (Hazard Analysis and Critical Control Points) dient hier te voorkomen dat er zo weinig mogelijk risico’s optreden tijdens het productieproces van voedingsmiddelen. Ten aanzien van de industrie worden momenteel voor diverse relatief nieuwe functionaliteiten eisen en richtlijnen ontwikkeld.
Toenemende eisen (Internationale) normen staan niet stil. Transparantie groeit bovendien, doordat informatie altijd en overal beschikbaar is, via een reeks aan digitale kanalen. Informatie kan eenvoudig met elkaar worden vergeleken. Kennisverspreiding vindt sneller en gemakkelijker plaats en mede op basis van een groeiende claimcultuur worden regels nader ingevuld en scherper afgesteld. Overheden creëren meer minimumeisen, ook ten aanzien van milieurisico’s. Bewustzijn op het gebied van duurzaamheid is daarnaast ook doorgesijpeld in de maatschappij. Klanten zijn veeleisender op het gebied van duurzaamheid en wensen een garantie dat deze duurzaamheid in de praktijk wordt behaald. Al deze normen worden vertaald in eisen en richtlijnen van een certificeringtraject, voorwaarden die de basis vormen voor het behalen van een certificaat.
Certex (ISO 9001+) De textielservicesector levert service van een hoog kwaliteitsniveau. Aangezien de garantie van een hoog kwaliteitsniveau onmogelijk is zonder een goed kwaliteitssysteem, is het Certex kwaliteitssysteem opgezet. Certex is het branchespecifieke certificatieschema voor industriële wasserijen, welke wordt toegepast in de horeca, de gezondheidszorg en de industrie. Het reikt certificaten uit aan textielservicebedrijven welke bij het reinigen van textiel aan de minimale hygiënische vereisten voldoen. Het schema is ISO 9001, aangevuld met branchespecifieke eisen. Deze vereisten zijn neergelegd in het Certex Kwaliteitshandboek Textielverzorging en omvatten bijvoorbeeld de procesbeheersing door het bedrijf, de relatie tussen het bedrijf en zijn klanten, en de wijze waarop het bedrijf deze aspecten voortdurend controleert en verbetert. Het bedrijf wordt voorzien van een aantal voorschriften en werkwijzen welke het gemakkelijker maken te voldoen aan de gestelde eisen. Dit betreft bijvoorbeeld het scheiden van de vuile en schone was, zowel in de wasserij zelf als tijdens het transport naar de klant. Deelnemers aan Certex worden gecontroleerd door de onafhankelijke certificatie-instelling TUV Nederland. In bedrijfsbezoeken wordt op deze manier, bijvoorbeeld door middel van metingen, de aanwezigheid van bacteriën in gewassen textiel gecontroleerd.
14
Jaarbericht 2012
“Textielservice 2012; Innovatie door samenwerking” Een belangrijke mijlpaal dit jaar was de totstandkoming van de FTN Textielservice Routekaart 2030. De Routekaart schetst het marktbeeld voor 2030, alsmede de stappen die nodig zijn om straks aan dat marktbeeld te kunnen voldoen. Dit project symboliseert op gedocumenteerde wijze het belang van ketensamenwerking als het gaat om innovatie. De input van de verschillende marktsectoren – gezondheidszorg, horeca en industrie – was essentieel bij de totstandkoming van een routekaart, die aansluit op de (toekomstige) behoeften uit de markt.
Routekaart Textielservice 2030 De Routekaart Textielservice 2030 heeft, op basis van werkgroepen met experts uit de verschillende marktsectoren, een marktbeeld opgesteld voor 2030. Op basis hiervan is uitgestippeld welke route gevolgd dient te worden om straks aan deze markteisen te kunnen voldoen. Het doel van dit project was het versterken van de economische en maatschappelijke positie van textielservice bedrijven aan de ene kant, en het realiseren van 80% energie-efficiency in 2030 anderzijds. De maatregelen die in de routekaart zijn beschreven, om straks aan deze strategische visie van de branche en marktsectoren, alsmede de doelstelling van 80% energiebesparing, te kunnen voldoen, zijn georganiseerd in verschillende innovatiethema’s. De innovatiethema’s bevatten elk een ontwikkelopgave
voor de branche, researchdoelstellingen, planningen van de doelstellingen over de korte, middellange en lange periode, en beoogde partners om deze ook gezamenlijk te realiseren.
Businesscases Voor de Routekaart 2030 zijn er, in samenwerking met experts binnen en buiten de keten en op basis van de toekomstbeelden, verschillende marktsegmenten beschreven. Ter verdieping zijn hierbij acht businesscases opgesteld, die model staan voor de veranderende marktvraag en de belangrijke product- en marktcombinaties. Deze businesscases zijn: de ziekenhuiskamer, de verzorgingskamer, de thuiszorg, beschermende werkkleding en PBM’s, hygiënische textielproducten, promotionele beroepskleding, de hotelkamer en het restaurant. Per businesscase zijn voorbeelden van producttypen uitgewerkt, bijvoorbeeld bedlinnen, ambulance uniformen, platgoed, en sanitaire reinigingsmaterialen. De klant heeft in 2030 bepaalde verwachtingen als het gaat om deze producttypen, met betrekking tot materiaal (functioneel), dienstverlening (dienstverleningsconcepten), ICT en logistiek. De technische expertgroepen hebben deze verwachtingen op het gebied van materiaal ontwikkelingen, nieuwe behandeltechnieken en innovaties op logistiek/ICT terrein benoemd.
Totaalconcept Eén van de ontwikkelingen die duidelijk in het routekaartproject naar voren komt, is dat textielservice bedrijven zich in de toekomst zullen gaan richten op het aanbieden van totaalconcepten, in plaats van alleen de specifieke textiel verhuur- of reinigingsdiensten. De textielservicebranche heeft de afgelopen jaren al een omslag gemaakt waarin schaalvergroting en aandacht voor het eigen proces op basis van specificaties van de klant het uitgangspunt zijn. Hierdoor wordt er klantgericht en servicegericht gewerkt. Textielservicebedrijven worden een proactieve partner van klanten. Een partner die bijdraagt aan de realisatie van doelstellingen van de klant, zoals het vergroten van toegevoegde waarde van textielservice in hun voortbrengingsprocessen inclusief efficiency en duurzaamheid. De bedrijven en organisaties in de verschillende marktsectoren wensen steeds meer compleet ontzorgd te worden, met één partij afspraken te maken over de diensten die zij nodig hebben, en daar verder geen omkijken meer aan te hebben. Dit vereist een
Jaarbericht 2012
15
verdere transformatie van wat eens de ambachtelijke wasserij was naar niet alleen professioneel dienstverlener, maar ook naar een partner die meedenkt en adviseert.
Samenwerking in totaalpakketten Om zo’n totaalpakket aan service te kunnen bieden, zal het voor de professionele textielservice ondernemer onontbeerlijk zijn om samenwerkingsverbanden aan te gaan binnen de keten en soms ook ketenoverschrijdend werken. Logistieke samenwerking is daarbij een voorwaarde. Transportstromen verdichten zich in een snel tempo en samenwerking zal leiden tot een verbeterde dienstverlening en een verbeterde efficiency. Dit is tevens een onderdeel van de beoogde energiebesparingen.
Samenwerking in vernieuwing ‘Innovatie door samenwerking’ leidt ook tot een versterking van de maatschappelijke positie van textielservice bedrijven en het zorgt voor belangrijke vernieuwingen, gericht op kwaliteit en comfort voor de eindgebruikers. De klantvraag is het vertrekpunt geweest voor de technische expertgroepen in de routekaart, bestaande uit experts uit binnen- en buitenland, welke de meeste recente kennis, inzichten, behoeften en wensen voor de toekomst hebben omgezet in een samenhangend researchprogramma.
Researchthema’s De zestien researchthema’s van de routekaart worden op het moment reeds uitgewerkt in diverse projecten, bijvoorbeeld middels de topsectoren die een potentiële rol innemen voor FTN; HTSM, Chemie, Logistiek, en Energie. Zo is het doel van het project “Textielrecycling” bijvoorbeeld om de mogelijkheden voor het hergebruik van textielafval uit de textielservice industrie te onderzoeken. Het onderzoek is gericht op het creëren van een zo hoogwaardige mogelijk hergebruik van het afvaltextiel en op het vinden van de organisaties die hiervoor benodigd zijn. Een voorbeeld van een lopend project in de chemiesector is “Lage Temperatuur Wasprocessen”, gericht op het onderzoeken en optimaliseren van de mogelijkheden om enzymen in te zetten voor de vuil- en vlekverwijderingen van industriële wasprocessen, en om de desinfecterende werking van industriële wasprocessen bij lagere temperaturen te optimaliseren.
FTN Green Deal De Nederlandse overheid helpt burgers, bedrijven, organisaties of andere overheden bij het realiseren van duurzame initiatieven door een Green Deal aan te gaan met de initiatiefnemers van deze projecten en ideeën. Het moet gaan om concrete initiatieven op het gebied van duurzaam gebruik van grondstoffen, biodiversiteit en water, duurzame mobiliteit, duurzame energie
en energiebesparing; daarbij dient het initiatief te leiden tot nieuwe economische activiteiten of kostenbesparingen voor bedrijven en burgers. In het kader van de FTN Routekaart werd op 11 oktober 2012 een Green Deal Textielverzorging getekend. Duurzame energie wordt toegepast bijvoorbeeld door gebruik van zonnecollectoren, toepassing van elektrische wagens, wasprocessen op lagere temperaturen, hergebruik van water en monitoring van energie. Duurzaam gebruik van water wordt gerealiseerd door optimalisatie van het waterverbruik in het proces, toepassing van waterrecycling technologie en recycling van oppervlakteactieve middelen. Duurzame mobiliteit vindt zijn uitdrukking in logistieke samenwerking, cross-chain distributie, en toepassing van elektrische wagens. Duurzaam gebruik van grondstoffen wordt gevonden in de opgestelde Life Cycle Analysis tool, textiel recycling, dedicated reinigingstechnieken voor nieuwe materialen en grondstoffen, en reinigbare synthetische polymeren met een verlengde levensduur.
Toekomstperspectief Zoals te zien is in de Routekaart 2030, is de verwachting dat er in de toekomst veel zal veranderen. De textielservicesector heeft de potentie om, mits zij zich blijft ontwikkelen, een grotere rol in te nemen in zowel de marktsectoren waar zij op dit moment werkzaam in is alsmede in nieuwe marktsectoren. Deze ontwikkelingen hangen sterk samen met de ontwikkeling van de technologie en van intelligent textiel. In de Routekaart 2030 is reeds uitgewerkt wat de verwachtingen zijn omtrent het ontstaan van nieuwe materialen, nieuwe behandeltechnieken, nieuwe ICT mogelijkheden en nieuwe logistieke oplossingen.
16
Jaarbericht 2012
Nieuwe materialen Er lopen op het moment al meerdere onderzoeken en projecten die zich bezighouden met materiaalontwikkeling. Eén daarvan is “Cotton Replacement”, welke zich richt op het creëren van geschikte substituten voor katoen, daar de verwachting is dat de beschikbaarheid van katoen zal afnemen. Niet alleen zal worden gewerkt aan het aanpassen van de eigenschappen van bestaande stoffen, om deze geschikter voor gebruik te maken, tevens zullen gerecyclede materialen als grondstoffen worden gebruikt. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan biopolymeren, vlas en bamboe. In het algemeen zal het creëren van een hoog comfort van vezels en materialen een groot aandachtspunt zijn. Een andere duidelijke ontwikkeling, welke reeds heeft aangevangen, is het verder ontwikkelen van intelligent textiel; textiel dat haar omgeving kan bepalen en daar actief op kan reageren. Bijvoorbeeld door integratie van sensoren, maar ook door inbouw van slimme chemische oplossingen. Temperatuur en vochtregulatie, hygiëne en antibacteriële werking, brandwerendheid, vuilafstotend vermogen, vochtabsorptie, het kunnen meten en registreren, het kunnen afgeven van stoffen zoals geur en het kunnen veranderen in textuur, vorm, en kleur, zijn hierbij de belangrijkste aandachtspunten.
Nieuwe behandeltechnieken De huidige behandeltechnieken zijn prima in staat de toegepaste textielpakketten optimaal te reinigen. Met de ontwikkelingen die er op het gebied van materialen (gaan) plaatsvinden, zullen echter ook de eisen op het gebied van behandeltechnieken veranderen. Naarmate nieuwe soorten, anders samengestelde, of combinaties van materialen meer hun intrede doen, zal tevens een noodzaak ontstaan om de reiniging van deze materialen opnieuw te bezien. Reinigingsmethodes zullen
moeten worden aangepast, zullen specifieker moeten worden toegespitst op één type gebruik (dedicated) of zullen speciaal moeten worden gecreëerd. Zo wordt er momenteel bijvoorbeeld geëxperimenteerd met een behandeltechniek gebaseerd op ultrasone geluidsgolven. Een hele nieuwe uitdaging ontstaat als het gaat om de ontwikkeling van intelligent textiel. Hierbij zullen de nieuw ontworpen en functionele materialen niet alleen hygiënisch en optisch schoon aan de klant moeten worden afgeleverd, maar dienen deze ook te worden gerefunctionaliseerd. Met andere woorden: opnieuw ‘opgeladen’. Dit vraagt om nieuwe reinigingsprocessen, die geschikt zijn voor dit soort gevoelig textiel, alsmede processen die dit intelligente textiel weer met zijn oorspronkelijke functies kunnen opladen. Met name in sectoren als de gezondheidszorg komt dit heel nauw. Ook ‘tracking and tracing’ zal in de toekomst steeds belangrijker worden, met name vanuit het oogpunt om logistieke routes te kunnen verkorten of samen te voegen. Tenslotte dienen deze behandelmethoden tevens te voldoen aan een hoge mate van duurzaamheid als gevolg van zowel eisen afkomstig van de overheid als wensen afkomstig van de klant.
Logistiek en ICT Logistiek en ICT spelen een grote rol in de toekomstvisie van de textielservicesector. Naar aanleiding van strengere eisen op het gebied van milieu zullen vervoersstromen moeten worden beperkt, en zal gebruik moeten gaan worden gemaakt van milieuvriendelijker transport, zoals bijvoorbeeld elektrische wagens. Niet alleen het milieuaspect speelt hierbij een rol, ook het dichtslibben van vervoersstromen, met name in stedelijke gebieden, zal noodzaak vormen om vervoersstromingen te gaan verkorten, beperken, of combineren. ICT biedt hierbij een scala aan uitkomsten. Zo kunnen van transportstromen bijvoorbeeld digitale tegenhangers worden gecreëerd die onderling afspraken maken en zich op elkaar afstemmen. Ook ketenoverschrijdende samenwerking dient zich hierbij aan; het combineren van transportstromen met stromen uit andere marktsectoren kan leidentot kostenbesparingen en vele voordelen in efficiency en duurzaamheid. Ook hier is een grote rol weggelegd voor de ICT. Traceerbaarheid moet worden gecreëerd in de vorm van ‘tags’ die aan textiel worden gehecht en zonder problemen kunnen worden meegenomen in het reinigingsproces. Dit biedt tevens voordeel voor de klant; die wil het textiel graag (online) kunnen volgen. Een andere uitkomst biedt de textielbevoorrading op momenten die buiten de spits en/of dagvensters liggen. Hierbij wordt de ‘just-in-time’ bevoorrading nog belangrijker.
Jaarbericht 2012
17
Bouke Bussemaker van Ministerie E.L.I.
“Uitdagen om die hoge ambities waar te maken” De textielverzorgers kunnen trots zijn op hun branche. Dat is ‘Den Haag’ namelijk ook. Het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie kijkt met tevredenheid toe hoe de textielbeheerders voortvarend allerlei projecten oppakken om het energiegebruik binnen de sector energiezuiniger te maken. En ja: de ambities zijn hoog. ,,Het is een sector met een duidelijke visie. Dat verdient waardering.” De grote kracht van de textielverzorgingsbranche? Bouke Bussemaker hoeft er niet lang over na te denken: ,,De grote kracht is dat het draagvlak van de bedrijven groot is om mee te denken over energiebesparing. Ik heb ook veel waardering voor de betrokkenheid van medewerkers binnen de wasserijen.” Als beleidsmedewerker binnen de directie Energie en Duurzaamheid van het ministerie houdt Bussemaker zich bezig met afspraken over energieverbruik. Vooral over het verminderen van energieverbruik. Hij steekt de lof voor de textielbeheerders niet onder stoelen of banken. ,,Er worden stappen voorwaarts gezet.”
Niet vrijblijvend De sector doet haar best, punt. Bussemaker: ,,Wasserijen gebruiken nu eenmaal veel energie: het zou mij niet verbazen als de energiekosten zo’n 15 procent van de totale kosten uitmaken. Wij maken afspraken met branches om tot een meer efficiënt gebruik van energie te komen. Dat zijn vrijwillige afspraken, maar niet vrijblijvend. We vragen wel wat van bedrijven. Maar de textielbeheerders komen die afspraken goed na.” Daarbij durft Bussemaker wel een kanttekening te plaatsen. Want: ,,De branche legt een enorm hoge ambitie neer. In de Routekaart wordt gesproken over een energiereductie van tachtig procent ten opzichte van het huidige verbruik. Dat is ook gebaseerd op een verwachte groei van de sector. Natuurlijk is de periode tot 2030 lang, anderzijds moet je waarderen dat deze sector een heel duidelijke visie heeft.” Het is nu aan de sector om deze ambitie uit te werken tot concrete uitvoeringsplannen.
Green Deal Op moment van gesprek wordt er druk gewerkt aan de Green Deal tussen de branche en het ministerie van EL&I. De Green Deal is een van de instrumenten waarmee het ministerie diverse concrete projecten binnen de branche kan ondersteunen. ,,Het is een van de instrumenten van het huidige kabinet,” benadrukt
Bussemaker. ,,We willen de deelnemende MJA sectoren op een positieve manier stimuleren en ook uitdagen om vernieuwende technieken toegepast te krijgen. Dan kun je kijken naar regelingen zoals Energie- en Investeringsaftrek (EIA), maar ook naar vormen waarbij we als overheid met advies ondersteunen. Ik denk dat er nog heel veel mogelijk is in de keten. Bijvoorbeeld de ontwikkeling van nieuwe vormen van kleding. Dan zul je als keten om de tafel moeten: klanten, textielfabrikanten en de wasserijbranche. De uitdaging is dan om die ontwikkeling zo duurzaam mogelijk te maken.”
iPad Vernieuwend. Dat is misschien niet meteen het eerste als je aan wasserijen denkt. Het proces van wassen en drogen is immers in de basis al jaren hetzelfde. Bussemaker knikt: ,,Nee, de wasserij is geen bedrijf dat een nieuw soort iPad ontwikkelt. Maar binnen hun mogelijkheden proberen ze echt van alles om energiezuiniger te werken. En als er een nieuwe droger op de markt komt, met een andere technologie, die ervoor zorgt dat het hele droogproces een stuk energiezuiniger wordt, dan weet ik dat de hele branche die technologie zal adopteren.” Maar: dat ziet het grote publiek niet. Bussemaker erkent dat de branche hier een wereld te winnen heeft. ,,Misschien moeten wasserijen het ook meer in trajecten buiten de branche zoeken. Ik bedoel: het zou mooi zijn als wasserijen bijvoorbeeld hun overtollige warmte zouden kunnen leveren aan bijvoorbeeld andere bedrijven, zoals aan een glastuinbouwkas. Bussemaker heeft er alle vertrouwen in dat de branche nieuwe wegen zal vinden. ,,Het is een buitengewoon goed georganiseerde sector, een voorbeeld voor veel anderen.”
18
Jaarbericht 2012
Lex Boon en Hendrik Schoenmakers van TüV
Een goed huwelijk met Certex als boterbriefje Als onafhankelijk inspectie- en certificeringsinstituut is TüV Nord inmiddels een bewezen betrouwbare partner van FTN. Betrouwbaar: dat is het sleutelwoord. TüV wil mensen het vertrouwen geven dat een dienst of product helemaal in orde is. En wel volgens de kwaliteitsstandaarden van Certex. ,,Wij moeten meegroeien met de ambities van de FTN.” Getekend: Lex Boon en Hendrik Schoenmakers. Welkom bij TüV. TüV Nord, om precies te zijn. Een toonaangevend instituut op het gebied van inspecties en certificering. Met 10.000 mensen actief in tachtig landen, onder meer al dertig jaar in Nederland. Lex Boon en Hendrik Schoenmakers werken vanuit het Brabantse Best namens deze organisatie meer dan intensief samen met de FTN. Eigenlijk zou je het een goed huwelijk kunnen noemen, met als ‘boterbriefje’ het Certex-handboek. ,,TüV Nord houdt zich bezig met inspecties van bijvoorbeeld hijskranen en liften, maar we werken ook mee aan het opstellen, onderhouden en beoordelen van kwaliteitsmanagementsystemen, zoals Certex,” legt Lex Boon uit. En geen misverstanden: TüV is daarin volstrekt onafhankelijk.
Uitdaging Op moment van schrijven legt FTN in nauwe samenwerking met TüV de laatste hand aan een nieuw kwaliteitshandboek voor Certex. ,,Dat is onze grootste uitdaging: meegroeien met de ambities van de FTN,” stelt Schoenmakers. ,,Die ambities en de eisen van de maatschappij moeten wij vertalen naar een toetsbaar schema. Uiteindelijk beoordeelt de Raad van Accreditatie weer of het schema ‘klopt’.” En met Certex worden vervolgens
textielservicebedrijven beoordeeld op kwaliteit van de dienstverlening. Boon: ,,Certificatie is er voor de klanten van onze klant. Die eindklanten moet door certificering het vertrouwen krijgen dat er volgens bepaalde kwaliteitsstandaarden wordt gewerkt. Een toetsbaar schema is belangrijk, maar het gaat om het eindproduct: schone was en een tevreden consument. Dat is het hogere doel.”
Chef-kok Eerlijk is eerlijk: Schoenmakers en Boon hadden niet gedacht dat de textielservice zoveel facetten had. Daar kwamen ze via Certex achter. ,,Vanuit de geschiedenis werd er in die branche vooral gecertificeerd voor de klanten in de gezondheidszorg,” vertelt Schoenmakers. ,,We zien nu steeds meer verschuiving naar de industrie en de horeca. Daar spelen we vanuit TüV natuurlijk op in. Zo hebben we een voormalig chef-kok als auditor aangesteld: zo’n man kent de horeca natuurlijk van binnen en van buiten. Dat is ook echt noodzakelijk. Je moet een sterke brancheaffiniteit hebben om kwaliteitsstandaarden goed te kunnen beoordelen. Een auditor moet zich kunnen inleven.” TüV moet de taal van de klant spreken. Dus als een kwaliteitsmanagementsysteem haar aandachtsgebied verschuift, dan moet dat doorvertaald worden in het handboek.
Vergrijzing Schoenmakers: ,,Voor bijvoorbeeld de voedselverwerkende industrie is de HACCP-norm belangrijk. We hebben een microbiologisch analist aan ons team toegevoegd om dat goed te borgen.” Uit de woorden van Boon en Schoenmakers wordt duidelijk dat het meer en meer gaat om de beheersing van microbiologische risico’s. RABC (Risk Analysis Biocontamination Control) moet met de Europese Norm 14065 volledig geïntegreerd in Certex. Schoenmakers verwijst naar de Routekaart 2030: ,,Nederland vergrijst, maar het vergrijzend gedeelte van de bevolking heeft wel steeds meer geld te besteden. Die gaan vaker buiten de deur. Oudere mensen hebben echter wel een zwakkere gezondheid. En we zien duidelijk de tendens uit de VS overwaaien: mensen stellen bedrijven sneller aansprakelijk als er iets fout gaat. Kortom: we moeten echt goed nadenken over risicobeheersing op microbiologisch gebied.” Boon stelt het iets anders. ,,Mensen moeten vertrouwen hebben in restaurants, in fabrikanten, in gezonheidsinstellingen. Dat vertrouwen moeten wij als TüV geven. Dat is onze core-business.”
Jaarbericht 2012
19
Sepp Rickli van Koninklijke Horeca Nederland
“De horeca gaat polariseren” De mens reist. De mens slaapt in hotels. En hij stelt meer en meer eisen aan dat hotel. Het moet óf spotgoedkoop zijn óf juist volledig beantwoorden aan de persoonlijke smaak. Sepp Rickli van Rickli Professionele Hotellerie, verbonden aan de Koninklijke Horeca Nederland, ziet een toenemende tweedeling in zijn branche. En daarmee een groeiende uitdaging voor de textielservicebedrijven. ,,Ik vraag mij af of er in de toekomst nog wel wordt gewassen.” Exit voor de textielbeheerders? Integendeel. De markt is in ontwikkeling, zoveel is wel duidelijk. Iedereen die wel eens een hotel of restaurant bezoekt, kan dat zien. Sepp Rickli oogt ontspannen, zichtbaar genietend van een heerlijke nazomerdag op een terras van het WestCord Art Hotel in Amsterdam. Een hotel dat een typisch voorbeeld is van een onderneming met een gedachte, een concept dat tot in details is doorgevoerd. ,,We gaan een splitsing zien in de horeca,” stelt hij. ,,Die beweging heeft zich al ingezet: het wordt budget of exclusief. Een gewoon ‘luxe’ hotel gaat het niet meer redden, mensen die luxe willen, gaan voor exclusiviteit. In sterren uitgedrukt: er zijn straks hotels met 1 tot 2 sterren en hotels met 4 tot 5 sterren. De horeca gaat polariseren. De consument vraagt naar een authentieke belevenis.”
Local for local Dat betekent ook dat de markt voor de textielservicebedrijven aanzienlijk zal veranderen. Op diverse manieren. Die verandering wordt gedreven door individualisering, technologie en natuurlijk milieuaspecten. Om met dat laatste te beginnen: ,,We zien nu bijvoorbeeld nog dat linnen in Amsterdam wordt opgehaald door een bedrijf in Friesland. Dat gaat echt veranderen. De markt gaat weer meer ‘local for local’ worden.” Het milieuaspect zal meer en meer aandacht krijgen, verwacht Rickli. En dat gaat veel verder dan de sticker in de hotelkamers waarmee gasten wordt gevraagd om niet alle handdoeken elke dag te laten verschonen. Rickli glimlacht: ,,Die sticker werkt helemaal niet. De gast let er niet op of housekeeping vervangt sowieso al het linnen. Maar we moeten daar wel iets mee: gasten maken straks een keuze voor een hotel onder meer op basis van milieu en MVO.”
Lakens met muziek Milieu is een ding, maar hoe ziet Rickli dan de ontwikkelingen op het gebied van exclusiviteit en individualisering? ,,In de budgethoreca zal het traditionele textiel wel blijven bestaan.
In exclusieve horeca kun je je voorstellen dat mensen meer willen: lakens met een bepaald geurtje, of met muziek.” Een steeds terugkerend probleem is de beperking die ingebouwde technologie met zich meebrengt als het moet worden gereinigd. Rickli: ,,Ik vraag mij af in hoeverre linnen in de toekomst nog gereinigd wordt. En hoe. Persoonlijk denk ik dat linnen over een aantal jaren niet meer wordt gewassen. Misschien wordt het dan gereinigd met licht of een andere technologie om viezigheid uit textiel te halen.” De rol van textielservicebedrijven zal dan sterk veranderen. ,,Dat kunnen ze niet alleen: de hele keten moet dan meegroeien. Textielservice wordt dan veel meer een beherende partij, misschien centraal in die keten.”
Geen noodzaak En dat allemaal voor 2030. Rickli schudt het hoofd: ,,in Duitsland hebben we een hotelkamer van de toekomst ingericht. Daar zie je die textielveranderingen nog helemaal niet terug. De noodzaak is er nog niet. Die moet komen uit bijvoorbeeld hogere, nieuwe hygiënische standaarden of omdat de gast het gaat eisen. De proeftuinen zijn er wel, de industrie is met diverse initiatieven bezig. Kijk, er wordt in 2030 nog steeds geslapen. Ook in hotels. Bedden zullen nodig blijven en dus ook bedlinnen. De meeste partijen verwachten daarom dat veranderingen niet zo snel zullen gaan.” Volgens Rickli worden de veranderingen echter om een andere reden vertraagd: crisis. ,,Daarom zal het een tijdje duren voordat we ontwikkelingen terug gaan zien. De crisis houdt alles op. Zodra er ruimte komt, dan barst het los. Het is goed dat die Routekaart 2030 er is: er zullen veel partijen deel uit moeten maken van die ontwikkelingen. Met de Routekaart wordt nu al draagvlak gecreëerd. Heel slim aangepakt.”
20
Jaarbericht 2012
Dr. Anton Buiting van St. Elisabeth Ziekenhuis
“Processen binnen de wasserijen zijn robuust genoeg” richting bestuur en met name richting de microbiologen van het ziekenhuis, zo oordeelde de Inspectie voor de Gezondheidszorg begin dit jaar. Het ziekenhuis had onvoldoende, met name ook preventieve, maatregelen getroffen om de bacterie te beteugelen. Dat is voorwaar ook geen eenvoudige materie, weet Buiting. En de impact van maatregelen is groot. Natuurlijk speelt ook texielbeheer dan een rol. ,,Je wilt niet dat mensen door textiel worden besmet. Het textiel dat wij terugkrijgen van de wasserij, is schoon. Daarmee bedoel ik: er zitten geen pathogenen (ziekteverwekkers, red.) in het textiel, maar je moet je wel realiseren dat schoon niet steriel is.” Door de huidige manier van werken binnen de wasserijen zullen er dus maar weinig infecties ontstaan vanuit textiel. ,,Als dat wel het geval was, zou ik niet eens weten wat we dan moeten doen.”
Kleine ramp
Arts-microbioloog Anton Buiting is tevreden met de prestaties van de Nederlandse textielbeheerders. Ze verrichten goed werk met robuuste processen. Verbeteringen zijn prima, maar met een kanttekening: schiet uzelf niet in de voet. Niks mis met de Nederlandse wasserijen. En wat goed is, moet je gewoon met rust laten. Eigenlijk is dat de strekking van het pleidooi van Anton Buiting, arts-microbioloog bij het St. Elisabeth Ziekenhuis in Tilburg. Beroepshalve houdt hij zich dagelijks bezig met de preventie van infectieziekten. Deze ziekten worden veroorzaakt door bacteriën, virussen, schimmels en parasieten. Micro-organismen die zich op diverse manieren kunnen vermenigvuldigen en ‘verplaatsen’. ,,Preventie begint onder andere met hygiënische maatregelen, maar de kans dat infecties zich via het textiel verspreiden, acht ik klein.”
Impact Dat het onderwerp leeft in de maatschappij blijkt wel uit de impact van het nieuws uit het Maasstad Ziekenhuis. De uitbraak van de multiresistente Klebsiella-bacterie in 2011 was verwijtbaar
Dat is toch een opmerkelijke uitspraak. ,,Je zou dan een volledig nieuw proces moeten ontwerpen voor de wasserijen, met nieuwe technieken. Dat zou toch een kleine ramp zijn. Maar die zorg heb ik niet: de huidige processen zijn juist enorm robuust. Dat geldt overigens wel voor de grotere wasserijen: die hebben hun processen zo goed ingericht dat de kans op bijvoorbeeld een ongewassen jas in de schone was nihil is. Ongetwijfeld kun je altijd nog zaken verbeteren, maar dat zal stapsgewijs zijn. Ik verwacht geen doorbraak in ontwikkelingen meer in de textielbranche als je vanuit ons vakgebied naar die branche kijkt.” Waar ziet Buiting dan verbetering? ,,Ik denk dat de branche vooral winst kan halen op het gebied van een mindere milieubelasting.”
General precautions Ook dan zal het vooral gaan om de grotere bedrijven, stelt de microbioloog. Schaalgrootte is belangrijk als het om milieumaatregelen gaat. ,,Professionele bedrijven kunnen de processen verder fijnslijpen: optimaal beladen, optimaal doseren, optimaal distribueren. Daar profiteren klanten weer van. Probleem is namelijk wel dat het voor klanten lastig te beoordelen is of een bedrijf goed met milieutechnische zaken omgaat.” Verder moeten textielbeheerders vooral blijven doen waar ze tot nu toe al erg goed in zijn gebleken. ,,Houd het vooral in de sfeer van ‘general precautions’: daar moeten de processen op gericht zijn. Ik weet dat de branche erg veel aandacht heeft voor zaken die mijn vakgebied raken, de ambities zijn erg hoog. Mijn advies is: houdt het algemeen. Het functioneert nu prima.
Jaarbericht 2012
21
Hein Daanen van TNO Nederland
“Van André Kuijpers naar textielservice” voor kledingmaten. Een maat 54 zou als borstomvang 108 centimeter moeten hebben, maar dat gaat lang niet altijd op. Nog los van ‘vanity sizing’ dat we vaak bij damesmode zien: hoe kleiner de maat die achter in de hals staat, des te beter het verkoopt.”
Smart textiles
Hein Daanen houdt zich al meer dan twintig jaar bezig met kleding. Met de maatvoering van kleding, maar ook met functionaliteit van kleding. Hij ziet met name werkkleding evolueren tot een platform van meetsystemen. Probleem is dat de technologie nog moet worden verwijderd voordat het gewassen kan worden. ,,We moeten als TNO innovaties samen met textielservicebedrijven verder ontwikkelen.”
Een tweede grote ontwikkeling die Hein Daanen ziet is de komst van ‘smart textiles’. ,,Bij TNO gebruiken we kleding als meetsysteem,” legt Daanen uit. ,,Je kunt met behulp van kleding vaststellen of mensen het bijvoorbeeld niet te warm hebben door temperatuurmeters in te bouwen. Aan de buitenkant van de kleding zitten LED-lichtjes: groen, oranje en rood. Bij groen is er geen probleem, bij rood heeft de drager het veel te warm. Bij TATA Steel in IJmuiden, de Hoogovens, testen we die kleding op dit moment.” Het wordt de toekomst: werkkleding met functionaliteit. ,,Je kunt ook stress inschatten door de hartslag te meten. Dat is er nog niet, maar het gaat wel komen.”
Trilvest
Bij sommige mannen vraag je je af waar ze de tijd vandaan halen. Hein Daanen is zo’n man. Niet alleen is hij wetenschappelijk onderzoeker bij TNO, maar ook hoogleraar thermofysiologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Daarnaast heeft Daanen nog een eigen bedrijf. Vanuit die drie functies is Daanen betrokken bij tal van ontwikkelingen op het gebied van kleding en de ‘wetenschap van maatvoering’. Want dat is een echte wetenschap. Niet voor niets was TNO de eerste organisatie in Europa die een 3D-scanner had om kledingmaten mee te bepalen. ,,In 1995 stond het eerste systeem in de VS, in 1999 hadden wij zo’n apparaat staan.”
Kleding kun je ook gebruiken om de drager te informeren. Verre toekomst? Valt mee. ,,We hebben hier al een trilvest waarin we trillertjes uit mobiele telefoons gebruiken. André Kuijpers droeg in het ruimtestation ISS een vest met trillertjes, zodat hij zich mogelijk beter kon oriënteren. Bij helikoptervliegers is onderzocht of ze beter boven de goede plek kunnen blijven hangen.” Probleem is de reiniging van die kleding. ,,Voordat we de kleding wassen, moeten we de bedrading eruit halen. Dat is natuurlijk een enorme beperking. Het goede nieuws is dat er inmiddels vezels zijn met geleidende eigenschappen die in de toekomst kunnen helpen.”
Kinect
Leidende rol
Met de scanner die nog steeds in Soesterberg staat opgesteld, kunnen 3D-kopieën van mensen worden gemaakt en aan de hand daarvan worden de exacte kledingmaten bepaald. Daanen: ,,Die 3D-scanners komen binnenkort ook naar de thuismarkt. De Kinect camera van de Xbox is zo’n systeem waarmee je thuis die kopieën kunt maken. Een textielservicebedrijf hoeft dan niet meer naar mensen toe om maten op te nemen.” Daanen ziet hierin duidelijke winst ‘aan de voorkant van het proces’. Dat begint immers met de juiste maten krijgen van de kleding, die werknemers moeten krijgen. ,,Er is nu eenmaal geen standaard
Met name textielservicebedrijven zouden een rol kunnen en moeten spelen in deze ontwikkelingen. De Europese Unie heeft er geld voor over en heeft onderzoeken naar beschermende kleding als ‘lead market initiative‘ bestempeld. ,,Bedrijven moeten de leidende rol pakken en op zoek gaan naar innovaties. Zij kennen de markt en weten waar klanten behoefte aan hebben. Daarna moeten ze kennisinstituten opschakelen, zoals TNO. Wij kunnen die bedrijven helpen met die innovaties. Maar het is echt niet alleen onze taak. We moeten het samen doen met onder meer de textielservicebedrijven.”
22
Jaarbericht 2012
Thea Daha van Leids Universitair Medisch Centrum
“Textielbeheer moet blijven streven naar verbeteringen” dus strengere eisen stellen aan de basis-hygiëne, ook in de directe omgeving van de patiënt, waaronder het textiel dat ze gebruiken.”
Plastic covers Voor de goede orde: Daha is bijzonder tevreden over de kwaliteit die de textielbeheerders leveren aan de gezondheidszorg. ,,Er moet altijd voldoende voorraad zijn, het textiel moet schoon zijn en comfortabel. De tijd van de plastic covers op het bed willen we tenslotte niet terug. Is ook niet nodig. Het textiel dat ik zie is schoon: in micro-biologisch opzicht en optisch. Dat laatste is ook belangrijk: het is toch ook een visitekaartje, je wilt geen oude vlekken zien in lakens. Dat kan niet in hotels, maar ook niet in ziekenhuizen.” Ze zat jarenlang in de Werkgroep Infectiepreventie, maar sinds juli is ze in dienst van het Leids Universitair Medisch Centrum. Van beleid naar praktijk, zoals ze zelf zegt. En Thea Daha ziet dus nu in de praktijk dat het wat betreft infectiepreventie best goed gaat in de Nederlandse ziekenhuizen, mede met dank aan de textielbeheerders. Maar: ,,We zijn er nog niet. Je bent er nooit.” In de centrale hal bij de hoofdingang van het immense Leids Universitair Medisch Centrum is het een komen en gaan van mensen. Studenten, mensen die op krukken naar de uitgang lopen, zich per rolstoel verplaatsen, op het oog gezonde mensen. Weinig witte jassen. Het geluid van de voetstappen galmt door de ruimte. Een optocht die er over decennia nog steeds zal zijn. Toch heeft adviseur infectiepreventie Thea Daha de omgeving binnen en buiten het ziekenhuis flink zien veranderen. ,,Ziekenhuizen worden meer en meer alleen een plek voor specialistische zorg, waar bijvoorbeeld alleen een ingreep plaatsvindt. De zorg vindt ergens anders plaats. De eisen aan die zorg buiten het ziekenhuis worden dus ook steeds hoger, inclusief de eisen aan textielverzorgers.”
Ernstige gevallen Eerst maar het ziekenhuis zelf: als zorg meer naar andere zorginstellingen wordt verplaatst, betekent dat, dat in het ziekenhuis alleen de zeer ernstige gevallen nog terechtkomen. Daha bevestigt dit. ,,Dat is een toenemende problematiek. We krijgen steeds vaker te maken met multiresistente microorganismen, terwijl hier een concentraat is van echt heel zieke mensen met verhoogde kans op infecties. Ziekenhuizen moeten
Certex Daha hamert vooral op de basis-hygiëne. Die is nooit honderd procent, maar dat hoeft ook niet. Dat de branche de ambitie heeft om die honderd procent te halen, is wel goed. ,,We hebben binnen Certex een aantal procesparameters. Als die parameters goed zijn gedefinieerd en er wordt op naleving toegezien, dan kan er weinig mis gaan. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat je daarna als branche niets meer hoeft te doen, integendeel. Je moet innovatief blijven en streven naar verbetering. Daar komt nooit een eind aan. Je stelt een ideale norm vast, daar streef je naar en heb je de norm gehaald, kijk je verder.”
Toekomstmuziek Daha ziet wel een aantal innovaties voor de branche. ,,De zorg wordt meer verschoven buiten het ziekenhuis, bijvoorbeeld naar thuiszorginstellingen. Ik denk dat textielbeheerders daar een markt kunnen winnen door pakketten aan te bieden. Misschien gaat het zelfs ooit zo ver dat ze ook het personeel meeleveren. Ik bedoel: de industrie moet inspelen op dit soort veranderingen, mee-evolueren. Het ziekenhuis verandert, de thuiszorg verandert, dan moeten de toeleveranciers mee veranderen. Ze zijn nu eenmaal onderdeel van de keten. Ik zie dus wel een veel uitgebreidere rol voor textielbeheerders.” En technologische ontwikkelingen? Daha: ,,Je kunt gaan nadenken over het toevoegen van anti-microbacteriële stoffen aan textiel, een soort coating die ziekteverwekkers doden. Dat zal vooral voor de high-care van belang zijn. Maar dat is echt toekomstmuziek. Eerst de basis.”
Jaarbericht 2012
23
Martin Olde Weghuis van Open Innovation Center Advanced Materials
“Uiteindelijk moet iemand er wel iets aan kunnen verdienen” Smart textiles. Het komt eraan. Ook in de Routekaart 2030 wordt de opkomst van functioneel textiel genoemd als een belangrijke ontwikkeling. Maar Martin Olde Weghuis is wel kritisch. Vanuit het Open Innovation Center Advanced Materials in Nijverdal stelt hij: ,,De business case moet wel kloppen.” De tafel in de brainstormruimte van het Open Innovation Center Advanced Materials (OICAM) ligt binnen minuten bezaaid met allerlei textielproducten. Geen alledaagse producten en al helemaal geen producten die wasserijen binnen hun muren zullen krijgen. Ga maar na: het paradepaardje van het OICAM is... kunstgras. Toch is dit gras wel een mooi voorbeeld van de werkwijze van het center dat pal naast Ten Cate in Nijverdal is gevestigd. ,,We proberen eigenlijk bij alle projecten om buiten de bestaande waardeketens partijen bij elkaar te brengen,” vertelt voorzitter Martin Olde Weghuis. In dit geval ging het om het water dat wordt gebruikt om kunstgras te besproeien.
Andere tak van sport ,,Europese voetbalscholen leggen in Afrikaanse landen deze velden aan en besproeien het. Mensen kwamen vervolgens met hun kopje naar die velden om water te halen. Wij brachten partijen bij elkaar om dat water op een goede manier bij de mensen te krijgen.” Een fraai voorbeeld van de samenwerking tussen Ten Cate, kunststoffabrikant Wavin voor de leidingen en Pentair dat de waterzuivering regelt. Het resultaat: een systeem
waarmee het sproeiwater onder de grasmat - van textiel - wordt opgevangen en gezuiverd. ,,Het is een heel andere tak van sport, maar onze manier van werken is voor alle markten toepasbaar. Wij brengen bedrijven bij elkaar en zorgen ervoor dat plannen waarvoor binnen die bedrijven zelf geen ruimte is, toch kunnen kiemen.”
Flexibele zonnecel Een nieuw product moet toepasbaar kunnen zijn: dat is de gouden regel. ,,We hebben bijvoorbeeld de vraag gekregen om te onderzoeken of overalls van een energiebedrijf met gasmeters kunnen worden uitgerust,” vertelt Olde Weghuis. ,,Dat gasnet is verouderd. Elke dag is er wel ergens een gaslek en dan moeten medewerkers het lek opsporen. De wens naar detectiesysteem in een pak, is dus logisch.” Maar voordat het center aan de slag gaat met zo’n vraag, wordt eerst de gehele business case tegen het licht gehouden. Die moet honderd procent kloppen. ,,Dat betekent dat je goed over het totale product moet nadenken. Wij zijn ook bezig geweest met een flexibele zonnecel op legerkleding, zodat een rekruut zijn eigen energie meedraagt. Maar zo’n man rolt een keer door de modder en dat is het pak vies. Maak je het dan voor eenmalig gebruik of maak je het zo robuust dat je het kunt reinigen?”
Willy Wortels Het is de uitdaging waar de textielbeheerders zich ook druk over maken. Textiel met functionaliteit is één, het reinigen iets geheel anders. Olde Weghuis: ,,We krijgen hier veel Willy Wortels over de vloer, allemaal met goede ideeën. We vragen dan altijd even door. Hoe ver ben je, heb je echt alles goed doorgedacht en wie investeert in machines? Dan is de lol er vaak snel af.” Want: uiteindelijk moet er wel iemand iets aan kunnen verdienen. ,,Hoe lang praten we niet over smart textiles? We lopen voortdurend tegen dezelfde soort problematiek aan: hoe reinig je het? Maar niemand wil investeren in de oplossing van die problemen.” Als het al een probleem is. ,,Vraag jezelf ook af of de markt er echt wel op zit te wachten,” zo stelt Olde Weghuis. ,,Een MRSA-detector in het kostuum van een verpleegster. Waarom niet in de badge van diezelfde verpleger? Dat is veel goedkoper te produceren, doet exact hetzelfde en die badge hoef je niet te wassen. Laten we er nou voor zorgen dat we vooral producten maken die de markt ook daadwerkelijk wenst.”
24
Jaarbericht 2012
“Textielservice 2012; Vooruitstrevende sector planning!” In lijn met de aandachtspunten en ontwikkelingen die de weg naar 2030 wijzen, plant de professionele textielservicesector tevens haar activiteiten in de sector. Dat wil zeggen, met een brede visie, uitgespreid over deelgebieden, de keten, en de grenzen, met een grote nadruk op innovatie, duurzaamheid en samenwerking. Samenwerking wordt verder versterkt door middel van contacten met brancheverenigingen in binnen- en buitenland, alsmede deelname aan activiteiten van koepelorganisaties, contacten met de politiek en andere stakeholders. Er wordt op Europees niveau en op internationaal niveau actief informatie uitgewisseld, gezamenlijke marktonderzoeken gehouden en projecten diverse opgestart. Bijvoorbeeld projecten als Wash & Load, Reloadable Hygiene, Cycle en de Ecotool. De sector zet zichzelf stevig neer middels de Routekaart Textielservice 2030, waarin zij actief op innovatief en duurzaam vlak haar weg naar de toekomst uitstippelt. Naast verregaande innovatie, zoals toepassingen van nieuwe materialen, behandeltechnieken, en toepassingen op het gebied van logistiek en ICT, staat daarbij ook energie-efficiency centraal, met maar liefst een besparing van 80% in 2030. De Meerjarenafspraken energieefficiency getuigen al jaren van de inspanningen van de sector op dit gebied. In 2012 ondertekende zij tevens de UN Global Compact Ten Principles; concrete afspraken op het gebied van mensenrechten, werk, milieu en anticorruptie. De professionele textielservicesector blijft er tenslotte ook steeds weer op gericht haar toewijding op deze gebieden om te zetten in duidelijk zichtbare garanties middels het voldoen aan wet- en regelgeving en het verder ontwikkelen en toepassen van certificeringmethodes. Een continue ontwikkeling op het gebied van kennisverspreiding vormt hier een wezenlijk onderdeel van, waarbij e-learning een prominente plaats inneemt.
FTN activiteitenplan 2012-2013 Op de volgende pagina’s staat kort en bondig beschreven op welke projecten en activiteiten FTN in 2013 haar aandacht richt. Voor een volledig overzicht en toelichtingen hierbij verwijzen wij u naar het FTN Activiteitenplan 2013.
Jaarbericht 2012
25
Algemeen
Externe communicatie
- Belangenbehartiging; het profileren van en het opkomen voor het maatschappelijk en economische belang van de sector bij eindgebruikers in de marktsegmenten horeca, gezondheidszorg en industrie alsmede stakeholders binnen en buiten deze segmenten, bijvoorbeeld via het lidmaatschap bij MKB Nederland - Keten- en (inter-)nationale samenwerking, in de vorm van: - Informatieuitwisseling brancheverenigingen Europese landen - Gezamenlijk marktonderzoek - Internationale projecten en via de - Stichting Engineering of Fibrous Smart Materials (EFSM), - Ledenwerving
- FTN Communicatieplan 2012; het profileren van - Het imago van de branche via Routekaart Textielservice 2030 - Het duurzaamheidsprofiel van de branche, onder meer door: - Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen - UN Global Compact Ten Principles - Meerjarenafspraak (MJA) energie-efficiency - Deelname aan Safety & Fashion at Work
Interne communicatie - Platforms; leden zijn in beginsel lid van alle platforms en worden voor alle bijeenkomsten uitgenodigd en kunnen afgevaardigden actief laten participeren binnen deze platforms; - Workshops: in het kader van bepaalde projecten en activiteiten worden, op initiatief van de platforms extra workshops georganiseerd waarin bepaalde onderwerpen extra belicht worden, ook door externe deskundigen - Nieuwsbrieven; leden ontvangen wekelijks de e-newsberichten van het vakblad Textielbeheer, daarnaast verschijnt iedere drie weken de e-news van FTN; - FTN website; deze website zal in een gemoderniseerde, meer gebruikersvriendelijke vorm beschikbaar komen voor leden. De website bevat naast nieuwsberichten de agenda’s en notulen van vergaderingen, presentaties en rapporten. - Vakblad Textielbeheer; dit blad informeert leden in de volle breedte over ontwikkelingen binnen de branche.
Bijeenkomsten Ook in 2013 worden voor leden en deelnemers aan de platvormvergaderingen de nodige bijeenkomsten gepland. Traditioneel wordt op de eerste donderdag van november het Nationaal Symposium Textielbeheer georganiseerd, voorafgegaan door de algemene ledenvergadering waarin onder meer het activiteitenplan voor het komende jaar alsmede de bijbehorende begroting worden voorgelegd. In 2013 worden voor de platforms Organisatie & Arbeid, Milieu & Techniek en Wet & Regelgeving een drietal deelnemersvergaderingen georganiseerd. Deze worden - op verzoek - aangevuld met workshopbijeenkomsten indien onderwerpen en activiteiten hierom vragen. Voor Milieu & Techniek worden in het voor- en het najaar de Themamiddagen gepland. Binnen het platform Wet & Regelgeving worden minimaal tweejaarlijks Certex Certificaathoudersvergaderingen en bijeenkomsten van het College van Deskundigen Certex georganiseerd. Voor de data verwijzen wij u naar het Activiteitenplan 2013 en de FTN website, www.ftn-nl.com.
26
Jaarbericht 2012
Platform Milieu & Techniek - Topsectoren (Routekaart); ontwikkeling en uitwerking projecten binnen de Topsectoren High Tech Systemen en Materialen (HTSM), Chemie, Energie en Logistiek - Green Deal (Routekaart); uitwerking vier vastgestelde projecten - Zonnecollectoren - Toepassing WKK-systemen en systemen voor waterrecycling - Distributie met elektrische bedrijfswagens - Innovatieve energie-monitoring - Ecotool; uitrol van tool ten behoeve van verbeteren inzicht in duurzaamheid in keten - Energieprijs 2013; jaarlijkse verkiezing best presterende MJA deelnemer over voorgaande jaar - EIA/MIA/VAMIL; jaarlijks vaststellen van lijst met te stimulieren machines en processen - Internationale projecten (zoals bijvoorbeeld Wash & Load, Smart Textiles)
Platform Wet & Regelgeving
Platform Organisatie & Arbeid - CAO ; onderhandelingen cao 2013 - 2015 - Arbo; voorlichtingscampagne om het gebruik van - Gedeeltelijk arbeidsongeschikten en Waongers; samenwerking Cedris - RI&E; actualisering inhoud in aansluiting op de Arbo-catalogus en inrichten gebruiksvriendelijke applicatie - Levensfasebewust personeelsbeleid (incl. jeugdlonen, BOL-jongeren, duurzaamheid en flexibiliteit); vaststellen van uitgangspunten - Kostprijsanalyse; jaarlijkse analyse van de te verwachten economische ontwikkeligen - ESFproject “Duurzame inzetbaarheid”; inzetbaarheid mensen met tijdelijke arbeidsbeperking - Opleiding en ontwikkeling; ontwikkeling en uitrol “pensioen in zicht”, doorontwikkeling e-learning
- - - - -
ENV 14237: “Textiel in het gezondheidszorgsysteem”; normontwikkeling op Europees niveau inzake kwaliteitsspecificaties “platgoed” NEN 750:1976 nl: “Textielproducten voor instellingen voor gezondheidszorg - Doeken en beddengoed”; ontwikkeling en herintroductie van kwaliteitsspecificaties “platgoed” als alternatief voor ENV14237 NEN-EN 13795:2011 en: “Chirurgisch afdekmateriaal, operatiejassen en clean air suits, gebruikt als medische hulpmiddelen voor patiënten, klinisch personeel en apparatuur Algemene eisen voor fabrikanten, bewerkers en producten, beproevingsmethoden, prestatie-eisen en prestatieniveaus”; technische revisie van de in 2011 tot stand gekomen norm CERTEX; ontwikkeling van eisen/richtlijnen ten behoeve van segment industrie, opzet en uitrol van marketingactiviteiten, evalueren en aanscherpen samenwerking TÜV Nederland Normeringsmatrix; na actualisatie in 2012 een check op de noodzaak van een update in 2013
FTN BV - - -
Voorbereiding van de Inkoop 2015 en het sluiten van raamovereenkomsten hiervoor Inkoopactiviteiten voor het leveringsjaar 2014 voor de commodity gas (0% ingekocht) Contract- en factuurcontrole voor deelnemers
Jaarbericht 2012
27
Ledenlijst 2012 ALSCO Europe B.V. DEN HAAG Avetex V.O.F. BRIELLE Barth Slijkhuis B.V. LAAG SOEREN Berendsen Textiel Service B.V. ARNHEM Blycolin Groep B.V. ZALTBOMMEL Blycolin Hotelservice B.V. ZALTBOMMEL C.W.S. Nederland B.V. DEN BOSCH Christeyns B.V. NIEUW VENNEP CleanLeaseFortex B.V. KOUDEKERK A/D RIJN Dry Cleaning + Laundry International B.V. LANDGRAAF Ecolab B.V. NIEUWEGEIN Edelweiss Textielverzorging B.V. DEN HAAG Eper stoom & wasserij B.V. EPE Euro Nuclear Services B.V. COEVORDEN Gelderse Linnenservice B.V. DOETINCHEM Giezeman Fzn. Gordijnen Service B.V. RIJSWIJK Initial B.V. / Centrale Unit VOORBURG Jensen Benelux BV NIEUWEGEIN Kreussler & Co. GmbH NIEUW VENNEP Krom Textielverzorging B.V. Gorredijk Lamme Groep B.V. NEDERHORST DEN BERG Landuwasco B.V. VLAARDINGEN Lautratex B.V. ZOETERMEER Lavans B.V. HELMOND LONING HOSPITEX GmbH BARENDRECHT Meerzicht Nieuw Leven KATWIJK AAN ZEE Mengelers Textielreiniging B.V. KERKRADE MEWA Textielservice B.V. AMERSFOORT Modeluxe Linnen Service B.V. DEN HAAG Moderna Textielservice B.V. GRAMSBERGEN Newasco Neerlandia B.V. RIJEN Newasco Textielreiniging De Hoop B.V. AMERSFOORT Newasco Van Houten B.V. HEEMSTEDE
Rentex Awé Stein B.V. ELSLOO Rentex Floron B.V. BOLSWARD REO Groep BV REEUWIJK Snel - Smeerdijk B.V. HILVERSUM Stomerij Wasserij Zeekant VOF MIDDENBEEMSTER Synergy Health Lips Gezondheidszorg B.V. SCHIEDAM Textielreiniging De Baronie B.V. ETTEN-LEUR Textielreiniging de Beek B.V. HEERDE Textielreiniging Het Springendal B.V. OUD-OOTMARSUM Textielverzorging G. van der Kleij & Zn. B.V. DE MEERN Textielverzorging Schraven Tegelen B.V. VENLO-TEGELEN Van Dijk Holland B.V. VALKENSWAARD Vega Systems B.V. Oss Vendrig-IJsselstein B.V. IJSSELSTEIN Wasserij ´t Heycop BREUKELEN Wasserij Clean & White VLAARDINGEN Wasserij De Plassen VINKEVEEN Wasserij de Waslijn B.V. MAASSLUIS Wasserij Dingjan LEIDEN Wasserij Elburg B.V. ELBURG Wasserij Engelbertink OLDENZAAL Wasserij Gerard Best B.V. NEDERHORST DEN BERG Wasserij Hagels B.V. ENSCHEDE Wasserij Jardon B.V. VAALS Wasserij Juliana B.V. OOSTERHOUT NB Wasserij Klein B.V. KOLHAM Wasserij P. de Haan LEIDSCHENDAM Wasserij Reynders B.V. KAMPEN Wasserij Smeele B.V. MAASSLUIS Wasserij Steensel B.V. STEENSEL Wasserij-Stomerij Koot DELFT Wevotex B.V. ENSCHEDE Womitex B.V. ALMERE
Postbus 10 4060 GA Ophemert Tel.: 0344 - 65 04 37 Fax: 0344 - 65 26 65 E-mail:
[email protected] www.ftn-nl.com