Inleiding Stedelijk Orkest Kampen Ontstaan geschiedenis 1842-1867 Het ontstaan van het Stedelijk Orkest was een wens van de stedelijke schutterij in Kampen. Deze wens werd pas een gemis van de Gemeente Kampen toen koning Willem II in 1842 Kampen bezocht en er geen eigen muziekkorps was om de schutterij en de koning te begeleiden. Daarom werden ze begeleid door een stafmuziekkorps van het 8ste regiment infanterie uit Amsterdam. Een eigen Kamper orkest kwam er pas een jaar later op initiatief van burgemeester Wttewaall van Stoetwegen. In het raadsbesluit van 01-06-1843 was de oprichting van het Stedelijk Orkest een feit. Het Stedelijk Orkest werd onderdeel van de Gemeente Kampen en moest de stedelijke schutterij begeleiden bij exercities en werd van hen verwacht dat zij tijdens feestelijkheden in de stad muziek maakte en elke zondag een concert hielden voor de bevolking. De eerste dirigent J.L. Henrich van het Stedelijk Orkest de eerste Muziekmeester van Kampen was tevens een leermeester van een organisatie “Toonkunst”, de voorganger van de Muziekschool, hij gaf aan jongens van rijke families muziekles. Uiteindelijk werd er ook een zangschool opgericht voor jongens die hier gratis Muziekles konden volgen. Dit werd sinds 1845 gesubsidieerd en stond onder leiding van de tweede dirigent J.F. Heimel van het Stedelijk Orkest. Deze school heeft tot 1890 onder leiding van J.F. Heimel bestaan en is na zijn dood weer opgeheven. De school is nooit samengevoegd met “Toonkunst”, ondanks dat “Toonkunst” vanaf 1847 ook met subsidies werd ondersteund door de Gemeente Kampen. Sinds 1854 was J.F. Heimel ook leermeester bij “Toonkunst” en had hij J.L. Henrich als dirigent van het Stedelijk Orkest opgevolgd. Muziekcommissie 1868-1934 In 1858 was er een stadsmuziekmeester aangesteld J.C.H. Iburg, maar toen hij aankondigde dat hij naar Indië vertrok en het niet goed ging met de gezondheid van J.F. Heimel in 1867 ontstond er een probleem betreft het voortbestaan van de Muziekschool en het Stedelijk Orkest. Dankzij burgemeester De la Sabonière werden zowel het Stedelijk Orkest als de Muziekschool gereorganiseerd en zullen nu allebei onderdeel uitmaken van de Gemeente Kampen. In 1868 werd C. A. Bekker benoemd tot stadsmuziekmeester die sinds die tijd stadsmuziekdirecteur genoemd werd. A. J. Gaillard werd als kapelmeester of wel adjunct-directeur van de Muziekschool benoemd en werd ook dirigent van het Stedelijk Orkest. Vanaf 1895 werd hij ook directeur van de Muziekschool toen plotseling de opvolger van Iburg C. A. Bekker overleed. In 1870 werd de Muziekschool opnieuw geopend en waren de dirigenten van het orkest tegelijkertijd de directeuren van de Stedelijke Muziekschool. De muzikanten uit het orkest werden opgeleid op deze school tot bekwame muzikanten. Doordat het Stedelijk Orkest was verbonden met de Stedelijke Muziekschool werd een fanfare veranderd in een echt professioneel harmonieorkest. Er werd een muziekcommissie opgericht om toezicht te houden op zowel de Muziekschool als het Stedelijk Orkest
Het bestuur was de Muziekcommissie die zich bezig hielden met aanschaffingen van uniformen, instrumenten en muziekteksten, beoordelen welke leerlingen van de Muziekschool konden toetreden tot het Stedelijk Orkest, reglementen en verordeningen opstelden zowel voor het Stedelijk Orkest als voor de Stedelijke Muziekschool en zich bezig hielden met de financiën van het Stedelijk Orkest en de Stedelijke Muziekschool. De opvolger van Gaillard was tevens weer de directeur van de Muziekschool. In 1903 verwierven ze zoveel faam dat muzikanten van het Stedelijk Orkest zonder audities zich konden aanmelden bij andere beroepsorkesten en leerlingen van de Muziekschool die zich wilden aanmelden voor het Stedelijk Orkest werden pas toegelaten na een strenge selectie. In 1934 moesten zowel de Muziekschool als het Stedelijk Orkest zelfstandig verder en was de verbinding met de Muziekschool verdwenen ondanks dat de dirigent van het Stedelijk Orkest nog tot 1975 directeur van de Muziekschool werd genoemd. De gemeente vond een orkest onderhouden niet langer een taak van de Gemeente Kampen. Dit besluit ontstond door de slechte economische situatie van de jaren dertig en er waren ook steeds meer bezwaren van levensbeschouwelijke aard. Vooral werden er verhitte discussies gevoerd over waarom het Stedelijk Orkest verplicht elke zondag een concert moest geven en wel bij de ene feestelijkheid optrad en bij de andere niet. Stichting Stedelijk Orkest 1935-1942 Met hulp van particulieren en muzikanten werd onder leiding van G. Bruggink een stichting opgericht. De gemeente gaf de uniformen, instrumenten en muziek in bruikleen. De stichting probeerde op deze manier de oude traditie in ere te houden. Ze gaven concerten in de Buitensociëteit en op de Nieuwe Markt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben ze in 1942 hun muzikale activiteiten stop moeten zetten, omdat ze weigerde voor de bezetters op te treden. Ze moesten toen hun uniformen, instrumenten en muziek inleveren. Na de Tweede Wereldoorlog 1945-1970 In 1945 werd het Stedelijk Orkest onder leiding van H.G. Breuker hervat. Een hele tijd moet het Stedelijk Orkest het doen zonder uniformen en goede instrumenten. Het Stedelijk Orkest kreeg van de Gemeente Kampen hun muziek en oude instrumenten terug, maar de uniformen waren er niet meer, omdat de Duitsers deze voor ander doeleinden had gebruikt. Hierdoor werd de muzikale kwaliteit steeds minder. Financieel kon het Stedelijk Orkest ook geen nieuwe instrumenten of uniformen aanschaffen. Daarom werd er gezocht naar een goede dirigent die het tij deed keren en ontstond er weer optimisme. In 1956 werd een supportersvereniging ‘Vrienden van het Stedelijk Orkest’ opgericht waardoor voor het eerst een jubileum gevierd kon worden. Het 115 jarige bestaan werd in 1957 gevierd. In 1958 was het financieel eindelijk mogelijk om uniformen aan te schaffen. Voor het aanschaffen van nieuwe instrumenten moesten ze een geldlening met de Gemeente Kampen regelen en daardoor konden ze deze in 1963 aanschaffen. Malletband 1957-1975
Het ontstaan van de malletband begon in 1957. In dat jaar stond de oudste zoon op zevenjarige leeftijd van Henk van Mierlo zijn vader bij als trommelaar. Hij droeg een uniform dat was vervaardigd uit het uniform van de dirigent Chris Hengeveld sr. De trommelaar kreeg al snel versterking en zo werd in 1965 besloten om een tamboerkorps op te richten. Deze groep groeide al snel en zo werd in 1969 besloten om de instrumenten met geitenvellen te vervangen voor marstrommen, dieptrommen, tenortrommen en een overslag. Ook werden beter instructeurs gezocht waardoor de tamboerkorps steeds professioneler werd. Opnieuw werden er nieuwe instrumenten aangeschaft, zoals de lyra, xylofoons en marimba’s. Dankzij de nieuwe instrumenten werden ze een moderne malletband. Vereniging Stedelijk Orkest 1971-1975 Sinds 1971 zijn ze een vereniging geworden. Hiervoor zijn een aantal verklaringen. Ten eerste wilden ze in aanmerking komen voor subsidies. De eis om daarvoor in aanmerking te komen was dat ze een vereniging moesten worden. Ten tweede, omdat leden in een stichting geen invloed hebben op besluiten van het bestuur. In een verenigingsverband hebben leden wel invloed op besluiten van het bestuur. Na 1975 werd het Stedelijk Orkest dankzij nieuwe dirigenten en het ontstaan van de Malletband steeds moderner en werd de Muziekbibliotheek van het Stedelijk Orkest steeds minder geraadpleegd. Daarom werd het archief van de Muziekbibliotheek teruggeven aan de Gemeente Kampen. Jubileums Tijdens het eerst jubileum 115 jarige bestaan wat ooit gevierd is, werd bewust gekozen om het een jaar te vroeg te vieren in 1957. Uit de correspondentie blijkt dat ze wel wisten dat het Stedelijk Orkest in 1843 is opgericht. Waarschijnlijk is hiervoor gekozen, omdat een jaar eerder de Supportersvereniging ‘Vrienden van het Stedelijke’ is opgericht onder de leiding van B.H. van Mierlo. Ze hadden eindelijk de mogelijkheden om een jubileum te vieren en wilde dit dan ook groots uitpakken. Door deze verwarring ontstond lange tijd de mythe dat het Stedelijk Orkest in 1842 was opgericht in plaats van 1843. Hierdoor werden alle jubileums die daarna werden gevierd steeds een jaar te vroeg gevierd. Pas in 1992 kwam door nieuw historisch onderzoek aan het licht dat het Stedelijk Orkest in 1843 was opgericht. Toen werd toch besloten om in 1992 het jubileum te vieren. Redenen waren: vergevorderde organisatie van het jubileum, de traditie niet doorbreken en dat het onderzoek ook had uitgewezen dat de eerste initiatieven van oprichting waren genomen in 1842. Zo waren al muzikanten benaderd en werd ook ontdekt dat dit was gebeurd nadat koning Willem II een bezoek had gebracht. Dirigenten - De eerste dirigent was J.L. Henrich (1843-1853) - J.F. Heimel volgde Henrich op. (1854-1867)
- A.J. Gaillard volgde Heimel op en werd tevens de eerste dirigent die directeur werd van de Muziekschool en heeft zelf veel muziekstukken geschreven voor de Muziekbibliotheek van het Stedelijk Orkest. (1868-1903) - Chris Hengeveld sr. zorgde ervoor dat het Stedelijk Orkest hoogtij dagen vierde voor de Tweede Wereldoorlog en heeft zelf een aantal muziekstukken geschreven voor de Muziekbibliotheek van het Stedelijk Orkest. (1903-1942) - H.G. Breuker nam het initiatief om het Stedelijk Orkest weer opnieuw op te richten. (1945) - Chris Maas probeerde de oude glorie te herstellen, maar het werd steeds minder. (1946-1955) - Chris Hengeveld jr. keerde eindelijk het tij weer en zo ging het Stedelijk Orkest deelnemen aan allerlei evenementen. (1956-1975)
Verantwoording In deze plaatsingslijst wordt de Muziekbibliotheek van het Stedelijk Orkest beschreven. De Muziekbibliotheek is de bladmuziek van de dirigenten Gaillard en Hengeveld van het Stedelijk Orkest en befaamde muzikanten als Beethoven, Mozart, Bach etc.. Het archief wat ingevoerd is ca. 37 m. De totale omvang van het archief is nog onbekend. Het archief is opgenomen onder het archiefnummer 00362 in het Gemeentearchief Kampen. Het project is nog niet afgerond, want de gehele Muziekbibliotheek bleek niet op de plaatsingslijst te staan die is gebruikt om dit archief te inventariseren. Het gaat dan om muziekstukken van het Instruction Bataljon en leerboeken van de Muziekschool. Dit zal verder geïnventariseerd worden in de Stadskazerne. Helaas is de officiële plaatsingslijst niet gevonden en daarom is er gebruik gemaakt van een slechte kopie. Zo is er geen rekening gehouden met schaduw werking en zijn de bladzijden niet in zijn geheel gekopieerd. Hierdoor ontstaan er fouten tijdens het invoerwerk en staat er ook wel eens in de omschrijving "onleesbaar" waarmee bedoeld wordt dat de letters zijn weggevallen of zo erg ingekrast is dat het onleesbaar is geworden wat er moet staan of heeft gestaan. Daarnaast is niet het gehele archief van het Stedelijk Orkest in het Gemeentearchief Kampen aanwezig. Het archief van de Muziekcommissie (1868-1934) is raadpleeg baar in het SNS Historisch Centrum. Het archief bestaat uit correspondentie, financiën en notulenboeken. Het archief van de Muziekschool is alleen onderdeel geweest van het Stedelijk Orkest toen ze allebei onder het toezicht van de Muziekcommissie vielen. Het archief van de Muziekschool vanaf 1949 is opgenomen onder het archiefnummer 00364 in het Gemeentearchief Kampen. In de beschrijvingen van de muziekstukken wordt verwezen naar Kasten en Vakken. Dit is nog een verwijzing naar oude archiefkasten van het Stedelijk Orkest. Het archief is namelijk op volgorde van deze oude ordening verpakt. Er is daarna een bewerking gedaan om de muziekstukken op soort muziek te sorteren. Deze indeling
zijn rubrieken van gemaakt waaronder de verschillende inventarisnummers zijn opgenomen. De rubrieken zijn: Fantaisies, Potpouris en Kleine muziekstukken; Duetten, Andantes en Aria's; Marsen en Polka's; Ouvertures en Walsen. Om de inleiding te schrijven zijn secundaire bronnen geraadpleegd. De volgende kranten van het Gemeentearchief Kampen zijn geraadpleegd: Strijdend Nederland, artikel betreft het hervatten van het Stedelijk Orkest na de Tweede Wereldoorlog, 26-07-1945. Strijdend Nederland, artikel betreft nieuwe plannen die het Stedelijk Orkest bekend maakt, 17-03-1948 De volgende boeken uit de bibliotheek van het Gemeentearchief zijn geraadpleegd: Voorjaarsconcert 20 maart 1999, uitgave Stedelijk Orkest Kampen, artikel achterin Van Trommelaar tot Gelegenheidsband geschreven door Theo van Mierlo. Voorjaarsconcert 22 maart 1997, uitgave Stedelijk Orkest Kampen, artikel Veertig "Mythe van 1842" geschreven door Theo van Mierlo, blz.17-25. Kamper Almanak, 1934, uitgave Nuts-SpaarBank, artikel Het Stedelijk Muziekkorps en nog wat geschreven door Zalsman, blz. 157-160. Kamper Almanak Cultuur Historisch Jaarboek, 2005, uitgave Frans Walkate archief, In de etalage De Muziekbibliotheek van het Stedelijk Orkest Kampen geschreven door Jos Mooijweer, blz. 18-20. Kamper Almanak Cultuur Historisch Jaarboek, 2014, uitgave SNS Historisch Centrum, Culturele mijlpaal voor Quintus over 175 jaar kunst en cultuur Kampen geschreven door Tabitha Last-Wilderdijk, blz. 79-80. Opwekking tot beoefening van muziek en zang uit de geschiedenis van de Kamper Muziekschool 1839-1989, 1989, F.D. Zeiler. Stedelijk Orkest Kampen Jublieumkrant 150 jaar 1842-1992, 1992, uitgave Stedelijk Orkest Kampen. Het archief van de Muziekcommissie, Muziekschool en Stedelijk Orkest in het SNS Historisch Centrum is geraadpleegd. Ook is de archivaris en historicus Theo van Mierlo geïnterviewd over dit onderwerp, omdat hij veel onderzoek heeft gedaan naar de geschiedenis van het Stedelijk Orkest.