INHOUDSTAFEL 1.
INLEIDING ....................................................................................................................................... 1
2.
SITUERING VAN HET STUDIEGEBIED......................................................................................... 1 2.1. 2.2.
3.
BESCHRIJVING VAN DE BESTAANDE STRUCTUUR ............................................................................ 1 ZONERING VAN DE FUNCTIES ........................................................................................................ 2
PLANNINGSCONTEXT ................................................................................................................... 4 3.1. RUIMTELIJKE PLANNEN MET BINDEND KARAKTER ........................................................................... 4 Het Gewestplan................................................................................................................................ 4 Plannen van aanleg.......................................................................................................................... 4 3.2. RUIMTELIJKE BELEIDSPLANNEN .................................................................................................... 4 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen................................................................................................ 4 Provinciaal Structuurplan Antwerpen ............................................................................................... 5 Globaal Structuurplan Antwerpen: ‘Antwerpen – Herwonnen Stad’ ................................................ 6 Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan ............................................................................................... 8 Woonbehoeftenstudie ...................................................................................................................... 8 3.3. COLLEGEBESLUIT ANTWERPEN .................................................................................................... 9 3.4. BESCHERMDE MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN .......................................................................... 9 3.5. OVERIGE RELEVANTE STUDIES EN PLANNEN .................................................................................. 9 Deelmobiliteitsplan Oostrand ........................................................................................................... 9 Gnop................................................................................................................................................. 9
4.
KNELPUNTEN EN POTENTIES ................................................................................................... 11 4.1. 4.2.
5.
KNELPUNTEN ............................................................................................................................ 11 POTENTIES ............................................................................................................................... 11
ONTWIKKELINGSVISIE................................................................................................................ 12 5.1. CONCEPTEN .............................................................................................................................. 12 Opwaarderen van de algemene kwaliteit. ...................................................................................... 12 Recreatie op maat van de omgeving. ............................................................................................ 12 Versterken van de groene ruimte................................................................................................... 12 5.2. VISIE OP HET PLANGEBIED.......................................................................................................... 13
6.
JURIDISCH-ADMINISTRATIEVE ASPECTEN ............................................................................. 15
7.
JURIDISCH-TECHNISCHE ASPECTEN....................................................................................... 15
8.
ADMINISTRATIEVE INLICHTINGEN............................................................................................ 15
9.
OVERLEG EN INSPRAAK ............................................................................................................ 16
D+A Consult Stad Antwerpen
Toelichtingsnota – BPA Rode Kruislaan
1.
INLEIDING
Deze toelichtingsnota is bedoeld als globaal kader voor de inrichting van de omgeving ‘Rode Kruislaan’. Het legt de basis voor de opmaak van het schetsontwerp dat zich binnen de voorgestelde contouren van het BPA situeert. Voor de uitvoering van deze nota zal in een concreet bestemmingsplan een aantal beleidskeuzes moeten gemaakt worden. De afbakening, de doelstellingen en de visie van het BPA worden vanuit de toelichtingsnota al omschreven. Voor het opstellen van een totaalvisie bestaat de afbakening van het studiegebied uit 2 delen. Beide delen zullen samen in 1 BPA worden opgenomen.
2.
SITUERING VAN HET STUDIEGEBIED
(Bijlage 1: Situering) (Bijlage 2: Aanduiding fotomateriaal)
2.1.
Beschrijving van de bestaande structuur
Het studiegebied situeert zich in de oostrand van Antwerpen in het district Berchem waar het door de Ring (R1), die hier verdiept is aangelegd, wordt doorsneden. In het noorden en in het zuiden wordt het gebied ruimtelijk duidelijk begrensd door respectievelijk de Zurenborgbrug en de Borsbeeksebrug. Aan de westzijde vormt de Binnensingel (R10) een belangrijke route in het gebied. Deze as zorgt voor de ontsluiting van het gebied naar de ruimere omgeving. Er bevinden zich geen opritten naar de R1 in de directe nabijheid. Door zijn ligging naast de bermen van de Ring heeft het gebied een overwegend groen karakter. Het deel ten westen van de Ring is momenteel in gebruik door een korfbalploeg. Deze vereniging heeft hier een uitgerust terrein, met kantine en parking, dat frequent gebruikt wordt. De overige ruimte wordt ingenomen door de uitlopers van de bermvegetatie langsheen de Ring. Aan de oostzijde van de Ring is het gebied ingericht als parkzone. De bestaande uitrusting is echter minimaal. De woonfunctie is duidelijk aanwezig in de onmiddellijke omgeving van het studiegebied. Met name de grote woonblokken langsheen de Rode Kruislaan benadrukken hier het stedelijke karakter. Momenteel wordt het studiegebied gebruikt als recreatieruimte door de bewoners van deze appartementen en het achterliggende woongebied. Parallel aan de Ring loopt een fietsverbinding over het oostelijke deel van het gebied. Deze loopt onder de Borsbeeksebrug door en geeft de zwakke weggebruiker de mogelijkheid om op een alternatieve manier het drukke kruispunt van Borsbeeksebrug met Gitschotellei te kruisen. Ter hoogte van de Borsbeeksebrug bevindt er zich momenteel een keerlus voor de tram. Ook in de toekomst dient deze te worden behouden.
D+A Consult Stad Antwerpen
1
Toelichtingsnota – BPA Rode Kruislaan
2.2.
Zonering van de functies
De verschillende zones rond het studiegebied zijn duidelijk afgebakend. Dit zorgt voor scherpe overgangen tussen de functies.
1
2
Het autoverkeer is heel dominant aanwezig in de onmiddellijke omgeving van het studiegebied. De bestaande ruimte is gericht op de optimale afwikkeling van de mobiliteit. Hierdoor wordt heel wat ruimte verhard en geeft de omgeving een ‘betonnen’ indruk.
3
4
D+A Consult Stad Antwerpen
5
2
Toelichtingsnota – BPA Rode Kruislaan
Het gebied heeft een sterk gesloten karakter: de deelgebieden van het studiegebied worden opgedeeld door grote infrastructuurassen. Het zicht wordt beperkt tot enkele doorzichten naar de binnenzijde van de deelruimten van het studiegebied. -
De binnenruimten van de beide delen werden functioneel ingericht met recreatieve voorzieningen. In het oostelijk deel ligt de nadruk op lokale, laagdynamische recreatie voor de bewoners uit de onmiddellijke omgeving. Hiervoor werd in het verleden reeds een aantal aanpassingen gedaan: skate-ramp, speelweide, sierbeplanting, … Het westelijke deel wordt gebruikt door een officiële korfbalclub. Deze club heeft een aantal aanpassingen aangebracht zoals de houten kantine, parking, afsluiting, … Hierdoor heeft deze ruimte een privaat karakter gekregen en is ze niet meer vrij toegankelijk voor buurtbewoners.
6
7
8
Het groene karakter van de bermen van de Ring is binnen de contouren van het studiegebied markant aanwezig. De bermen verzachten het versteende karakter en vormen een groene knoop in de stedelijke omgeving.
9
10
11
12
D+A Consult Stad Antwerpen
3
Toelichtingsnota – BPA Rode Kruislaan
3.
PLANNINGSCONTEXT
3.1.
Ruimtelijke plannen met bindend karakter
Het Gewestplan (zie kaart 1) De bestemmingen die in het gewestplan aan het studiegebied ‘Rode Kruislaan’ gegeven worden, zijn: woongebied: tussen de Zurenborgbrug, de Rode Kruislaan, de Borsbeeksebrug en het groengebied van de Ring; zone voor dagrecreatie: tussen de Borsbeeksebrug, de Binnensingel, de Zurenborgbrug en de Ring groengebied: ten oosten van de ring is een groenstrook van 38 meter voorzien, aan de westzijde wordt het gebied voor dagrecreatie aan de noord-, west- en zuidzijde omringd met een groenstrook Plannen van aanleg Voor het gebied zijn geen APA’s of BPA’s bekend
3.2.
Ruimtelijke beleidsplannen
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (goedgekeurd d.d. 23/09/1997) ‘Vlaanderen, open en stedelijk’: stedelijk gebiedsbeleid versus buitengebiedsbeleid. Er is nog geen afbakening gebeurd van het stedelijke gebied van Antwerpen (net opgestart). Toch kan er van uitgegaan worden dat het studiegebied mee zal opgenomen worden in dat stedelijke gebied. Dit brengt met zich mee dat hier een stedelijk-gebiedsbeleid zal gevoerd worden, wat betekent dat vanuit het principe van gedeconcentreerde bundeling de stedelijke gebieden worden versterkt. Hierbij vormen ontwikkeling, verdichting en concentratie uitgangspunten. Om uitzwerming, lintbebouwing en wildgroei van activiteiten in het buitengebied te vermijden, is dit beleid gericht op het creëren van een aanbod aan bijkomende woningen, het voorzien van ruimte voor economische activiteiten, versterken van stedelijke activiteiten, stimuleren van andere vormen van mobiliteit. Zo wordt een versnippering van de ruimte voorkomen. Er moet echter ook rekening gehouden worden met de draagkracht van het stedelijke gebied, niet alleen kwantiteit maar ook kwaliteit van ruimte en woonomgeving staat voorop. Er moet worden gestreefd naar: een gedifferentieerde woningvoorraad; verweving en bundeling van functies en activiteiten; een goed gebruik en beheer van de bestaande stedelijke voorzieningen en infrastructuur. Antwerpen: grootstedelijk gebied Antwerpen is een grootstedelijk gebied en heeft dus potenties op Vlaams en internationaal niveau: de stad maakt deel uit van de Vlaamse Ruit (stedelijk netwerk van internationaal niveau), wordt goed ontsloten door hoofdinfrastructuren (spoor, water, weg), kent heel wat belangrijke economische activiteiten, heeft een hoogwaardig voorzieningenapparaat en een optimaal verzorgingsniveau. Wat betreft de behoefte aan bijkomende woongelegenheden wordt in het RSV uitgegaan van een 60/40 verhouding: 60% moet gerealiseerd worden in de stedelijke gebieden, 40% in de kernen van het
D+A Consult Stad Antwerpen
4
Toelichtingsnota – BPA Rode Kruislaan
buitengebied. Deze 60/40 verhouding op Vlaams niveau wordt echter aangepast naar een provinciale verhouding, op basis van het bestaande nederzettingspatroon. Voor de provincie Antwerpen betekent dit een 65/35 verhouding. Daarbij wordt in de stedelijke gebieden een minimale woningdichtheid van 25 woningen per hectare nagestreefd. Toeristisch-recreatieve voorzieningen worden in het RSV gezien als een essentieel element van de stedelijke gebieden. Er wordt dan ook geopperd om de bestaande toeristisch-recreatieve infrastructuur (zowel in de stedelijke gebieden als in het buitengebied) zo optimaal mogelijk te benutten. In stedelijke gebieden kan nieuwe, grootschalige toeristisch-recreatieve infrastructuur met bijkomend ruimtegebruik gelokaliseerd worden. Omwille van hun belang voor de stedelijke leefbaarheid moeten de stedelijke natuurelementen en randstedelijke groengebieden worden behouden en ontwikkeld. Al deze ontwikkelingen die gepland worden in de stedelijke gebieden mogen het mobiliteitsprobleem in het stedelijke gebied niet verzwaren. Het garanderen van de noodzakelijke bereikbaarheid mag de leefbaarheid en verkeersveiligheid niet in het gedrang brengen. Om de automobiliteit te beperken, moeten wonen, werken en voorzieningen optimaal bij elkaar gebracht worden. Het locatiebeleid moet er dan ook op gericht zijn nieuwe mobiliteitsgenererende activiteiten te voorzien op locaties waar de capaciteiten en kwaliteiten van het vervoersysteem dit toelaten.
Provinciaal Structuurplan Antwerpen (goedgekeurd d.d. 10/07/2001) In het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen worden 4 grote hoofdruimten aangeduid binnen de provincie: de Antwerpse fragmenten, de Noorderkempen, de Oostelijke netwerken en het Netegebied. Het studiegebied ‘Rode Kruislaan’ ligt binnen de hoofdruimte ‘Antwerpse fragmenten’. De ‘Antwerpse fragmenten’ is het deel van de Vlaamse Ruit dat op het grondgebied van de provincie Antwerpen is gelegen. Het is een sterk verstedelijkt gebied, bestaande uit een kluwen van stedelijke fragmenten, waar bij voorkeur hoogdynamische activiteiten worden ondergebracht. De sterke verstedelijkingsgraad in dit gebied betekent niet dat alles er is volgebouwd. Er wordt in het Provinciaal Structuurplan gekozen voor een dynamische ontwikkeling, inspelend op de hoogwaardigheid van het gebied en rekening houdend met de beperkte draagkracht ervan. Dit moet leiden tot een synergie tussen de activiteiten en tot een efficiënt aanwenden van middelen (infrastructuren, voorzieningen). Tegelijk worden ook andere – meer kwetsbare en natuurlijk waardevolle – gebieden gevrijwaard. Aan deze hoofdruimte wordt een beleid gekoppeld van omgaan met fragmentatie: de verdergaande fragmentatie van de provincie Antwerpen wordt binnen de grenzen van de ‘Antwerpse fragmenten’ gehouden. De kwaliteit van de woonomgevingen moet worden verhoogd, met nieuwe nederzettingsen woontypologieën, nabijheid van voorzieningen, goede verplaatsingsmogelijkheden en groenstructuren. Deelruimte ‘Grootstedelijk Antwerpen’. De hoofdruimte ‘Antwerpse fragmenten’ wordt nog verder uitgewerkt in zeven deelruimten. Het studiegebied ‘Rode Kruislaan’ maakt deel uit van de deelruimte ‘Grootstedelijk Antwerpen’. Deze deelruimte valt niet samen met het – nog af te bakenen – stedelijk gebied. Het grootstedelijk gebied wordt gezien als een geheel van gelijkwaardige grootstedelijke woonomgevingen met een hoog voorzieningenniveau, waarbij de meer perifere woonomgevingen een aantal taken overnemen van de kernstad. De dichtheid van de kernstad verlaagt, deze van de meer perifere woonmilieus verhoogt. Grootstedelijke elementen, zoals een grootstedelijke groenstructuur (o.a. ‘groene vingers’) en grootstedelijke assen (dragers van voorzieningen, hoogdynamische activiteiten en openbaar vervoer), moeten zorgen voor de samenhang tussen de verschillende woonomgevingen. De woonomgevingen worden verbonden door een hoogwaardig openbaar vervoersnetwerk.
D+A Consult Stad Antwerpen
5
Toelichtingsnota – BPA Rode Kruislaan
Voor deelruimte ‘Grootstedelijk Antwerpen’ worden volgende doelstellingen vooropgesteld:
Vernieuwen van het grootstedelijk gebied: gebieden die door suburbanisatie te maken hebben met veroudering en achteruitgang moeten worden vernieuwd door het herbestemmen van verlaten bedrijventerreinen, vernieuwen van woonomgevingen (door herbestemming, verdichting, hergebruik of opsplitsing), realiseren van groenstructuren of aantrekken van jonge bedrijfstakken (met het optimaal benutten van bestaande bedrijventerreinen). Uitbouwen van kwalitatieve woonomgevingen: de morfologische en functionele dichtheid van de kernstad wordt verlaagd, deze van de meer perifere woonomgevingen verhoogd tot een meer stedelijke dichtheid. Vrijwaren van de groene vingers: deze vormen samen met een aantal lokale verbindingen (bosjes, ingesloten open ruimten,…) een grootstedelijke groenstructuur. Hiervoor moet een gedetailleerd plan worden opgemaakt, gekoppeld aan gecoördineerde acties voor de realisatie. Verbeteren van de bereikbaarheid: in principe moet elke woonomgeving in het grootstedelijk gebied rechtstreeks worden verbonden met de andere (en dus niet via de kernstad). Dit kan ondermeer door de uitbouw van grootstedelijke fietsverbindingen en het aanpassen van het openbaar vervoersnet (tangentiële verbindingen). Uitbouwen en inrichten van grootstedelijke assen: deze overstijgen het lokaal niveau van de individuele woonomgevingen en vervullen een functie voor heel het grootstedelijk gebied (bevorderen van de samenhang). Op deze assen worden bovenlokale functies geënt.
Globaal Structuurplan Antwerpen: ‘Antwerpen – Herwonnen Stad’ (goedgekeurd door gemeenteraad 26/06/1990) Antwerpen, uitgeholde stad In het Globaal Structuurplan Antwerpen wordt de stad opgedeeld in 5 stadsdelen: de stadskern, de 19de -eeuwse gordel, de voorstad (waar het studiegebied ‘Rode Kruislaan’ toe behoort), het suburbane gebied, en de Haven en de polderdorpen. De ruimtelijke problemen die zich in de voorstad stellen, kunnen samengevat worden in vijf analoge ontwikkelingen die elk op hun manier de uitholling van de stad in de hand hebben gewerkt: -
-
-
-
De vlucht uit de stad: de stedelijke activiteiten zijn sterk verspreid tot ver buiten de fusiestad, met de verspilling van de steeds schaarser wordende ruimte tot gevolg. De verplaatsing van de haven: het karakter en de eigenheid van Antwerpen worden grotendeels bepaald door de wisselwerking tussen stad, haven en stroom. De band met de haven en de stroom vervaagt echter door de sterke uitbreiding en schaalvergroting. De teloorgang van het stadsverkeer: de spreiding van de stedelijke activiteiten veroorzaakt een verkeerstoename, met aantasting van de open ruimte en de leefbaarheid ervan. De verstoring van het ecologisch evenwicht: de ongeremde uitbreiding van de stad heeft de open ruimte er rond sterk aangetast en de fysische grenzen doen vervagen. De bouw van woningen en de inplanting van bedrijven vreet de open ruimte verder aan. Het gezichtsverlies van de stad: de chaotische ruimtelijke ontwikkeling heeft de leesbaarheid van de stedelijke structuur van Antwerpen aangetast.
De voorstad wordt gekenmerkt door een grote variatie en verscheidenheid die de kwaliteit en de aantrekkingskracht van deze ruimte bepalen. De laatste decennia heeft het gebied echter onvoldoende kans gekregen de opeenvolgende aanpassingen te verwerken tot een nieuw en levendig geheel met een eigen gezicht en karakter Cultuurstad Om deze tendens tegen te gaan, krijgt de versterking van de stad naar binnen toe de volledige prioriteit. Deze ‘implosie’ moet gestalte krijgen door: - kwalitatieve en kwantitatieve verbetering van het woningaanbod in de kernstad en de voorstad; - nieuwe concentratiepunten voor stedelijke activiteiten; - versterking van de band tussen stad en haven. D+A Consult Stad Antwerpen
6
Toelichtingsnota – BPA Rode Kruislaan
Wonen is de dragende functie van een levende stad. Stadsherstel begint dus bij het in standhouden en herstel van de bewoonbaarheid. Een verdere uittocht naar de periferie moet vermeden worden. Versterking van het wonen vraagt een aanpak op 3 niveaus: - grootscheepse woningverbetering grond per grond en de zorgvuldige invulling van nieuwe woningen in het stedelijk weefsel; - drastische herwaardering van de woonomgeving, gericht op een verkeersveilige buurt en meer groen en rust in de straten en op pleinen, met het terugdringen van parkeerdruk, sluipverkeer en andere overlast; - kwalitatieve herinrichting van hoofdstraten en pleinen. Het Globaal Structuurplan stelt ook maatregelen voor tot behoud en herstel van groen en natuur in en rond de stad. Ook hier een aanpak op 3 niveaus: - evenwicht tussen stad en omgeving: de stad duidelijke grenzen geven en de overgang van stad naar open ruimte voelbaar maken; - meer groen in het stadsbeeld; - meer groen in de woonomgeving. Antwerpen, versterkte stad Het Globaal Structuurplan Antwerpen geeft 8 krachtlijnen voor stadsversterking aan: - de oost-west-as als ruggengraat; - een stad-aan-de-stroom; - woonbuurten, ook in de stadskern; - stadspoorten op de Leien; - de 19de-eeuwse gordel, een vitaal stadsdeel; - een ringbos en nieuwe brugpoorten; - de voorstad, kernen met eigen karakter; - stadseinder en satellietkernen. Met betrekking tot het studiegebied is hoofdzakelijk het voorlaatste item van toepassing. De kernen in de voorstad worden als hoofdstraat uitgebouwd (en omgekeerd), met tussen de kernen groene gebieden of sterk afgebakende industriezones. Er wordt gestreefd naar een verscheiden woonaanbod, waarbij het open en groen karakter van de wijken wordt bewaard. Het beleid voor deze krachtlijn richt zich op volgende facetten: Stedelijke vermenging van activiteiten, o.a.: - het alternatief voor wonen in het groen krijgt vorm door de sterke aandacht voor de woonomgeving (groen, spelgelegenheid, …) waardoor gezinnen meer aangetrokken worden tot de stad; - recreatie wordt uitgebouwd op niveau van de woonomgeving aangezien het er een wezenlijk onderdeel van is. Op stedelijk niveau wordt er een netwerk uitgebouwd van parken gecombineerd met fietsvoorzieningen en zachte recreatie. Evenwicht tussen menselijk en mechanisch verkeer, o.a.: - het autoverkeer in de stad wordt zo veel mogelijk beperkt door de uitbouw van het openbaar vervoer als alternatief; - fietsvoorzieningen vormen een netwerk. Fietsroutes en –paden sluiten aan op de groengebieden rond de stad; - voetgangers beschikken overal over een vrije ongehinderde loopruimte. Aan de oversteekbaarheid van de hoofdwegen wordt extra aandacht besteed. Afwisseling tussen natuur en cultuur, o.a.: - infiltratie van de groenstructuur in de stad gebeurt door laanbeplanting in de hoofdstraten en op hoofdverdeelwegen. Het groen krijgt hier een sterk verstedelijkt karakter en verduidelijkt de structuur van de stad; - in de woonbuurten speelt groen een belangrijke rol (recreatie, rust, natuur in de stad).
D+A Consult Stad Antwerpen
7
Toelichtingsnota – BPA Rode Kruislaan
Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (startnota november 2003) In de startnota worden verschillende scenario’s aangewend bij de opbouw van een visie voor de stad. Ze worden gebruikt om het proces van visievorming te begrijpen. Scenario 1 handelt over een atlas als verzameling van hypothesen voor de toekomstige stad. Scenario 2 bespreekt het resultaat van de verschillende mobiliteitsprojecten en staat in relatie met scenario 3 dat de gevolgen van een verbetering van de prestaties van het lager wegennetwerk uitdiept en met scenario 4 dat de kaart van het openbaar vervoer uitspeelt. In scenario 5 worden de verlaten gronden en gebouwen besproken en de eventuele invulling door nieuwe activiteiten. Scenario 6 handelt over de uitbreiding en spreiding van de natuur in de stad. Uit de scenario’s worden de verschillende potenties bekend en hieruit kunnen verschillende beelden voor de stad Antwerpen worden opgemaakt: havenstad, spoorstad, waterstad, poreuze stad, ecostad, grootstad en recreatieve stad. Een ander gedeelte van de startnota geeft een overzicht van de structurerende projecten die door de stad in de toekomst kunnen worden uitgewerkt. Ondermeer park en rides, de kaaien, parklanen en boulevards,… maken hier deel vanuit Er worden echter geen concrete uitspraken gedaan met directe betrekking tot het plangebied.
Woonbehoeftenstudie (goedgekeurd door gemeenteraad – versie 16/11/2001) De totale woonbehoefte van Antwerpen tot 2013 bedraagt ruim 14.000 woningen (waarvan ongeveer 13.000 te voldoen vóór 2008): 11.000 op basis van de natuurlijke aangroei 3.000 extra op basis van de taakstelling in het RSV (het RSV stelt dat in de provincie Antwerpen 65% van de nieuwe woningen in de stedelijke gebieden gerealiseerd moeten worden) Uit de woningbehoeftenstudie blijkt dat over de periode 1998-2003 ruim 5.600 woningen te weinig vrijkomen langs uitgeruste wegen en in leegstaande panden; over de periode 2003-2008 zal er een tekort zijn van bijna 2.500 woningen; over de periode 2008-2013 een overschot van ruim 900 woningen. Beschouwd over de hele planperiode 1998-2013 betekent dit dus een tekort van bijna 7.200 woningen. In geen enkel stadsdeel (het studiegebied behoort tot stadsdeel Oostrand) is de woningvoorraad langs uitgeruste wegen en in leegstaande panden groot genoeg om (op korte en lange termijn) de eigen behoefte te dekken. Het is dus noodzakelijk om in alle stadsdelen binnengebieden aan te snijden. De binnengebieden in het studiegebied die hiervoor in principe in aanmerking komen, zijn: (Bijlage 3:Woonbehoeftenstudie)
gelegen in deelgebied Pulhof (waar gerekend wordt met een dichtheid van 45 wo/ha): 4.15.26: gelegen in de statistische sector vestingen, aan de Rode Kruislaan, met een oppervlakte van 1,71ha en een capaciteit van 77 woningen. Het gebied is momenteel ingenomen door grasland en speelplein. De realiseerbare woningvoorraad is in stadsdeel Oostrand aanzienlijk lager dan de vraag, wat maakt dat dit stadsdeel op korte en middellange termijn niet in staat is de eigen tekorten op te vangen.
1998-2003: saldo -462 woningen 2003-2008: saldo -63 woningen 2008-2013: saldo +192 woningen
Aan elk binnengebied werd echter een aansnijdingsprioriteit gekoppeld, waarbij ervan uitgegaan wordt dat elk stadsdeel zelfvoorzienend is. Op basis van deze prioriteit is het gebied ingedeeld bij klasse 4: voorbehouden voor aansnijding op lange termijn D+A Consult Stad Antwerpen
8
Toelichtingsnota – BPA Rode Kruislaan
3.3.
Collegebesluit Antwerpen
Gelet op het feit dat de groenzones langsheen de Rode Kruislaan een belangrijke bufferfunctie hebben ten opzichte van het omringende woonweefsel en gelet op de bestaande ontspanningsfunctie van de gronden heeft het college op 18 juni 2003 een principieel akkoord gegeven voor het behoud van de groene zones (‘Korfbal Berchem’ en Rode Kruislaan). Het College geeft hierbij de opdracht om over te gaan tot het opstarten van verwervingsonderhandelingen, de opmaak van een BPA en verdere acties in de andere groene zones langs de Ring. Het Collegebesluit is opgenomen in bijlage.
3.4.
Beschermde monumenten en landschappen
In de nabijheid van het plangebied ligt het beschermd stadsgezicht ‘Zurenborg’.
3.5.
Overige relevante studies en plannen
Deelmobiliteitsplan Oostrand (beleidsplan december 2003) In het voorkeursscenario ligt het accent op het sturen van de mobiliteit door middel van ruimtelijke ontwikkelingen, maatregelen die de vrijheidsgraden van het gemotoriseerde verkeer beperken en die van de alternatieve vervoerswijzen juist vergroten. Alle woonwijken uit het deelgebied zullen stuk voor stuk autoluwe en aangename wooneilanden worden. De leefbaarheid en rust primeren op de bereikbaarheid. Geluidsoverlast van hoofdwegen wordt verminderd door buffering, die ook een visueel en/of groen aspect kan krijgen. De Borsbeeksebrug wordt geselecteerd als drager voor het lokaal ontsluitend tramnet. Het verlengde van de Borsbeeksebrug (Gitschotellei) wordt opgenomen in het regionaal verbindend busnet. Op het vlak van fietsverkeer wordt voor het studiegebied één belangrijke route geselecteerd: - de non-stop hoofdroute (functioneel en recreatief) naast de Ring. Ter hoogte van de Borsbeeksebrug en in de onmiddellijke omgeving van Berchem-station wordt een parking louter voor autobussen voorzien. Er wordt een stedelijke verkeersfilter ingebouwd op de Zurenborgbrug over de Ring. Hierdoor zal het auto- en vrachtverkeer beperkt worden doorgelaten in 1 richting (stadsuitwaarts). Gnop (definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 28/04/1997) In het GNOP wordt Antwerpen opgedeeld in verschillende deelgebieden. Rode Kruislaan behoort tot de ‘stadskern’. Hoewel het gebied op zich niet in het GNOP wordt besproken, kan het wel gerekend worden bij de groenstructuur van de Ring. Hierover wordt het volgende gezegd: De Ring en de verschillende tegen de Ring gelegen parken en 'wilde' terreinen kunnen een langgerekt natuurverbindingsgebied vormen. De natuurwaarde van de afzonderlijke delen is gering omwille van de eilandvorming, maar in het grotere geheel van een 'groene gordel rond Antwerpen' worden ze allen van betekenis. De aanwezigheid van de drukke autoweg zal door velen als een tegenargument worden aangevoerd, maar daar tegenover staat dat de bermen en struwelen langs de Ring niet toegankelijk zijn.
D+A Consult Stad Antwerpen
9
Toelichtingsnota – BPA Rode Kruislaan
Knelpunten Bij de aanleg van de Ring zijn veel uitheemse boomsoorten aangeplant. De uitheemse bomen en struiken zouden dus beter door inheemse worden vervangen. Aansluitend op het massaal verdwijnen van hooilandplanten werd het bermbesluit als een mogelijk beschermende maatregel voor de graslanden aanzien. Helaas werden de bermen van de Kleine Ring ingezaaid met commerciële grasmengsels en vormt dit een valse start zonder kans op ecologische successie. Het beheer van de Ringtaluds is in handen van het Vlaamse Gewest, de bovendelen worden gehuurd en beheerd door de Stad. Voor verschillende groene gebieden langs de Ring is de toekomst nog onzeker, worden het parken, sportvelden, natuurgebieden of volkstuintjes? Gaan deze gebieden vroeg of laat bebouwd worden, en zo ja: zal er dan nog plaats zijn voor een groene doorgang langsheen die gebouwen? Potenties Door deze 'groene gordel' kans te geven om ongestoord tot ontwikkeling te komen, kan een verbindingsgebied van een honderdtal hectaren uitgebouwd worden. Dit gebied zal zeker voor de migratie van plant en dier een grote rol gaan spelen. Over de Ring zal men dan zeker niet spreken als een 'klein' landschapselement, maar als een heus natuurverbindingsgebied.
D+A Consult Stad Antwerpen
10
Toelichtingsnota – BPA Rode Kruislaan
4.
KNELPUNTEN EN POTENTIES
4.1.
Knelpunten
De deelgebieden zijn momenteel onvoldoende geïntegreerd in de omgeving.
De brede wegen vormen een harde barrière die de belevingswaarde van de deelruimten sterk aantasten. Door de omknelling van de omliggende infrastructuren is een integratie met het omliggende woonweefsel dan ook niet evident.
Momenteel laat de inrichting van het terrein te wensen over: het oostelijk deel bevat weliswaar een klein aanbod aan voorzieningen maar deze zijn niet afdoende om tegemoet te komen aan de vraag van de bewoners uit de onmiddellijke omgeving. Het westelijk deel is niet vrij toegankelijk voor recreanten en mist identiteit.
De geslotenheid in het gebied gaat door de kale inrichting van het openbare domein op vele plaatsen gepaard met leegte.
4.2.
Potenties
De terreinen worden nu al ingevuld door een aantal activiteiten die een positieve bijdrage leveren bij het sociale leven. Door deze functies te bestendigen, kan de sociale activiteit worden verstevigd en het openbare leven gestimuleerd.
Het groene karakter van de opgaande beplanting langsheen de Ring kan worden doorgetrokken naar de woonomgeving. Tegelijk kan ook de bestaande beplanting verder worden aangevuld om te komen tot een volwaardige zicht- en geluidsbuffer ten opzichte van de Ring.
De aanwezige fietsverbinding parallel aan de Ring biedt een volwaardig en veilig alternatief als radiale fietsas rondom de stad.
D+A Consult Stad Antwerpen
11
Toelichtingsnota – BPA Rode Kruislaan
5.
ONTWIKKELINGSVISIE
5.1.
Concepten Opwaarderen van de algemene kwaliteit. Het studiegebied biedt een aangrijppunt voor de verdere opwaardering van de (woon)kwaliteit. Een stedelijk gebied vraagt immers om een divers aanbod aan voorzieningen en functies. In dat opzicht kan het studiegebied opgevat worden als een entiteit in het stedelijke patchwork. Een grote variatie versterkt immers de ruimtelijke beleving. Ook de inrichting van het openbare domein speelt hierbij een belangrijke rol. De inrichting van de openbare ruimte moet gebeuren op maat van de omgeving en rekening houdend met de bestaande vraag.
Recreatie op maat van de omgeving. Door de dense bebouwing aan de Rode Kruislaan is er een aanzienlijke druk op het gebied merkbaar. Om hieraan tegemoet te komen dienen een aantal voorzieningen te worden getroffen. Door plaatsgebrek kan het echter niet de bedoeling zijn hier grootschalige recreatiepolen te ontwikkelen. De uitbouw dient te gebeuren op maat van de omgeving.
Versterken van de groene ruimte. De identiteit van het studiegebied wordt voor een groot deel bepaald door de groene ruimte. Het groen vormt een aaneengesloten geheel met de bermbeplanting van de Ring. Binnen het BPA moet gestreefd worden naar een verdere doortrekking van het groene karakter zodat dit een meerwaarde oplevert voor het woongebied in de onmiddellijke omgeving. Het gebied moet als het ware ontwikkeld worden als een tangentiale verbreding van de radiale groene as rondom het stadscentrum.
D+A Consult Stad Antwerpen
12
Toelichtingsnota – BPA Rode Kruislaan
5.2.
Visie op het plangebied
Het studiegebied ligt temidden van het urbane weefsel. Tal van stedelijke activiteiten uit de directe omgeving drukken hun stempel op de beschouwde ruimte: de aanwezigheid van de Ring als internationale vervoersas, de begrenzing door de bruggen als grootschalige artefacten, de appartementsblokken als dominante verticale elementen in het stadsbeeld. Al deze ontwikkelingen maken dat het gebied een stedelijke invulling dient te krijgen op schaal van de omgeving en in relatie met de lokale bewoners. De verdere ontwikkeling van de begeleidende bermbegroeiing van de Ring kan een aantal negatieve elementen (geluidshinder, visuele hinder) milderen en bestaande waardevolle elementen (park als recreatieplaats, ontmoetingsplaats) versterken.
West, Op het gewestplan is de zone ingekleurd als gebied voor dagrecreatie. Momenteel is een deel van het terrein ook als zodanig in gebruik (korfbalveld met kantine). Het sportterrein moet behouden blijven en kan aangevuld worden met een (oefen-)veld. Voor het hoofdsportveld wordt een verharding in kunstgras toegelaten. Deze invulling neemt nu al een aanzienlijk deel van de totale oppervlakte in zodat een invulling met andere activiteiten nog moeilijk inpasbaar is. De huidige bestemming als gebied voor dagrecreatie zal worden omgezet naar recreatief parkgebied zodat deze een meerwaarde biedt voor het aangrenzende stedelijke weefsel. De huidige activiteiten zijn complementair aan de geplande parkbestemming en kunnen bijgevolg zonder probleem worden verdergezet. Binnen deze zonering kunnen enkel gebouwen of constructies worden opgetrokken die in relatie staan met de recreatieve functie. De bestaande kantine kan bijgevolg worden behouden en eventueel worden uitgebreid met andere infrastructuur. Het groene karakter van deze zone moet maximaal worden behouden. De groenstroken langs de Zurenborgbrug en de Borsbeeksebrug zorgen voor een groene omkadering van het geheel.
Oost, Voor het oostelijk deel van het plangebied is het de bedoeling om de bestaande activiteiten op deze locatie te bestendigen en te versterken. De bestaande woonbestemming wordt opgeheven en herbestemd als parkgebied. De inkleuring als parkgebied heeft tot doel het aanwezige groene karakter te behouden en tegelijk te voldoen aan de vraag naar laagdynamische recreatie in de onmiddellijke nabijheid van de woonomgeving. Binnen de inkleuring van parkgebied wordt geopteerd voor een verdere differentiatie. Zo zal de bestemming van 2 deelruimten van het terrein verder worden verfijnd met een zone waar de recreatieve activiteit (speeltuin, hondenweide) wordt toegelaten. De overige delen behouden de huidige bestemming en doen dienst als laagdynamische parkzone. Binnen de voorschriften van het BPA moet de mogelijkheid bestaan om al de nodige voorzieningen voor recreatie (speeltuigen, banken, verhardingen, verlichting, beperkte accommodatie, …) toe te laten in een parkzone met recreatief medegebruik. Langs de Ring zal de groenzone dienst doen als buffer ten opzichte van de storende elementen van de autosnelweg. Ook langsheen de Zurenborgbrug en de Borsbeeksebrug kan het gebied eventueel ingegroend worden, met het oog op het creëren van een groene kamer, georiënteerd naar de Rode Kruislaan, waarbinnen alle vooropgestelde activiteiten van het parkgebied kunnen worden ingepast. Toch moet er op gelet worden dat deze zijkanten voldoende transparant gehouden worden, zodat de aangrenzende oversteekplaatsen verkeersveilig kunnen worden ingericht, de relaties met het achterliggende weefsel behouden blijven en de barrièrewerking voor voetgangers en fietsers beperkt blijft. D+A Consult Stad Antwerpen
13
Toelichtingsnota – BPA Rode Kruislaan
De bestaande fietsverbinding loopt als een parallel voor alternatief vervoer naast de Ring. In de toekomst moet dit fietspad worden behouden en verder worden afgewerkt met alle nodige voorzieningen om een optimale doorgaande verbinding te bekomen. Het tracé kan licht worden aangepast zodat geen conflict optreedt met de voorziene recreatieve activiteiten en een betere zichtbaarheid ten opzichte van het autoverkeer nabij de oversteekplaatsen wordt bekomen. Er kan overwogen worden om een fietsverbinding onder de Zurenborgbrug door te realiseren. De bereikbaarheid van het gebied voor voetgangers is momenteel een belangrijk onderwerp bij de verdere ontwikkeling van het gebied. Hoewel de Rode Kruislaan geen drukke verkeersader is, is het toch belangrijk een goede verkeersleefbaarheid en verkeersveiligheid te garanderen. Te meer omdat door de afsluiting van de Zurenborgbrug in de richting van de stad (cfr. beleidsplan mobiliteitsplan) er sluipverkeer doorheen de Rode Kruislaan kan worden verwacht. Een herinrichting op schaal van de omgeving met aandacht voor de verkeersveiligheid en de verkeersleefbaarheid is hier dan ook op zijn plaats. Speciale aandacht dient hierbij te gaan naar de locatie en de uitwerking van oversteekplaatsen.
D+A Consult Stad Antwerpen
14
Toelichtingsnota – BPA Rode Kruislaan
6.
JURIDISCH-ADMINISTRATIEVE ASPECTEN
Gevolgen voor de feitelijke en/of juridisch bestaande toestand De feitelijke toestand wordt behouden en juridisch vastgelegd. Toekomstige ontwikkelingen zullen door de voorschriften worden gestuurd.
Bijkomende inlichtingen
7.
JURIDISCH-TECHNISCHE ASPECTEN
Rooilijnplannen
Bestaande wegenis
Eventuele wijzigingen van het tracé, schepping of afschaffing van nieuwe of bestaande wegen. Het BPA behoudt de bestaande wegenis.
Bestaande waterlopen Niet van toepassing
Beschermde Monumenten en Landschappen Niet van toepassing
Overige Het plangebied is gesitueerd in een zone die op de lokale archeologische advieskaart wordt aangeduid als archeologisch aandachtsgebied.
8.
ADMINISTRATIEVE INLICHTINGEN
Datum van het Besluit van de Gemeenteraad houdende voorlopige aanvaarding van het ontwerpplan 26/04/04
D+A Consult Stad Antwerpen
15
Toelichtingsnota – BPA Rode Kruislaan
9.
OVERLEG EN INSPRAAK
Adviezen van de beheerders van de wegenis
Aanleg en uitrusting van de bestaande wegenis en voorziene toekomstige werken of handelingen. Niet van toepassing
Beschrijving van de eventuele gevolgen voor waterlopen. Niet van toepassing
Eventuele bijkomende inlichtingen, o.a. betreffende plenaire vergaderingen en weerlegging van niet bijgetreden op- of aanmerkingen. Het verslag van de plenaire vergadering is toegevoegd als bijlage samen met de verstrekte adviezen van de betrokken besturen en van de Gecoro.
Openbaar onderzoek Het openbaar onderzoek liep van 15/05/04 tot 15/06/04. Er werden 2 bewaarschriften ingediend. De bezwaarschriften werden behandeld door de ontwerper en de gecoro en verworpen. Het advies met betrekking tot de bezwaarschriften is toegevoegd als bijlage.
Advies van het College van burgemeester en schepenen
Opgemaakt door ondergetekende ontwerper te Antwerpen,
Frank De Bruyne, Stedenbouwkundige
D+A Consult Stad Antwerpen
16
Toelichtingsnota – BPA Rode Kruislaan