September 2012
Inhoudsopgave Veiligheid & Vrijheid................................................................................ 3 Inleiding ................................................................................................. 3 Het veiligheidsdebat in Nederland .............................................................. 3 Objectieve Veiligheid en Veiligheidsgevoel .................................................. 4 Effectief en Rechtvaardig Veiligheidsbeleid .................................................. 4 Maatregelen en grondrechten .................................................................... 5 Veilige leefomgeving ............................................................................... 7 Lokaal veiligheidsbeleid ............................................................................ 7 Veiligheid in de wijk ................................................................................. 7 Bewoners actief ....................................................................................... 7 Inrichting van de buitenruimte .................................................................. 8 Een goede daklozenopvang, verslaafdenzorg en GGZ ................................... 8 Concrete voorstellen ................................................................................ 9 Meer Preventie ...................................................................................... 10 Onderwijs en opvoeding ......................................................................... 10 Veiligheidshuizen verder ontwikkelen ....................................................... 10 Frontlijnaanpak ..................................................................................... 10 Preventief Cameratoezicht ...................................................................... 11 Preventief Fouilleren .............................................................................. 11 Concrete voorstellen .............................................................................. 12 Politie .................................................................................................. 13 Gerichte en slimme politie-inzet .............................................................. 13 Toezicht in wijken en buurten ................................................................. 13 Slachtoffers .......................................................................................... 14 Aangiftebereidheid ................................................................................. 14 Bestuurlijke handhaving ......................................................................... 15 Veiligheidsregio ..................................................................................... 15 Concrete voorstellen .............................................................................. 15 Slimmer Straffen ................................................................................... 16 Strenger Straffen .................................................................................. 16 Afschrikwekkend effect........................................................................... 16 Effectief straffen .................................................................................... 17 Concrete voorstellen .............................................................................. 17 Conclusie ............................................................................................... 19 Een progressief & duurzaam veiligheidsbeleid ........................................... 19 Bijlagen ................................................................................................. 20 Overzicht voorstellen ............................................................................. 20 Samenvatting ........................................................................................ 22 Een progressief & duurzaam veiligheidsbeleid ........................................... 22 Colofon .................................................................................................. 23
2
Veiligheid & Vrijheid Inleiding
Veiligheid is essentieel om in vrijheid te kunnen leven. Veiligheid en vrijheid gaan hand in hand. Veiligheid kan niet onderschat, maar wel verkeerd geduid worden. De aanpak van criminaliteit en overlast zoals het kabinet Rutte dat voorstaat is gericht op incidenten en repressie. Dat gaat steeds meer ten koste van onze rechten en vrijheden, terwijl de daadwerkelijke oorzaken van criminaliteit onvoldoende worden aangepakt. Het is tijd dat we veiligheid op een verstandige manier gaan benaderen, met als doel problemen echt op te lossen, zonder daarvoor persoonlijke vrijheden nodeloos op te offeren.
Het veiligheidsdebat in Nederland
Veiligheid staat nog altijd bovenaan de politieke agenda. Nederland wordt overladen met voorstellen om onze ´veiligheid´ te verbeteren. Minister Opstelten en Staatsecretaris Teeven hebben de afgelopen periode een stortvloed aan veiligheidsplannen over Nederland heen gestort. Minimumstraffen, bestuurlijke ophouding, onthouden van rechtsgang, preventief fouilleren, kentekenregistratie, vrije publicatie foto’s verdachten, zomaar enkele veiligheidsmaatregelen die de afgelopen jaren de revue gepasseerd zijn. De overtrokken toon van veel veiligheidsdebatten in politiek en media staat in schril contrast met de werkelijkheid. Nederland is de laatste twee decennia veiliger geworden en is een van de veiligste landen ter wereld.1 Nederlanders hebben bovendien nog altijd een relatief groot vertrouwen in politie, justitie en de rechtspraak. 2 In het afgelopen decennium zijn veel Nederlanders zich echter wel onveiliger gaan voelen.3 Conservatieve partijen en bewindslieden maken hiervan gretig gebruik om daarmee hun repressieve maatregelen te rechtvaardigen. Die maatregelen dragen niet bij aan het veiligheidsgevoel van mensen en zijn dus het verkeerde middel voor de verkeerde kwaal. Het gevolg is dat Nederland is opgescheept met een breed scala aan maatregelen dat voornamelijk leidt tot schijnveiligheid en symptoombestrijding, terwijl onveiligheidsgevoelens onverminderd blijven. Deze schijnmaatregelen grijpen sterk in op kernwaarden als rechtsgelijkheid en individuele vrijheid, met als gevolg dat de positie van burgers ten opzichte van de overheid verslechtert. Doordat D66 pal staat voor rechtsgelijkheid en individuele vrijheid moet zij vaak stevig op de rem trappen om veiligheidsmaatregelen te matigen. Veiligheid is daarmee zeker geen conservatief maar juist een progressief thema. Veiligheid is immers cruciaal om in vrijheid te kunnen leven. Een veilige leefomgeving is daarvoor een basisvoorwaarde. Het debat over veiligheid gaat op dit moment vaak over de schijntegenstelling tussen de ´softe´ en de ´harde´ aanpak en tussen kiezen voor de kant van de ‘dader’ en kiezen voor de kant van het ‘slachtoffer’. Conservatieve partijen laten niet na te benadrukken dat de ´onveilige´ samenleving het gevolg is van 1
WODC en CBS (2010) Criminaliteit en rechtshandhaving CBS 2012 Statline 3 CBS 2011 2
3
jarenlang ‘slap´ beleid en dat er een einde moet komen aan ´soft gedoe’: straffen moeten strenger, politieoptreden moet harder, de rechtsgang moet gericht zijn op hard afrekenen. Pas als we hard, harder, hardst optreden, zullen de criminelen zich wel twee keer bedenken voordat ze een misdaad plegen. Deze redeneertrant wordt door conservatieve politici voortdurend in het publieke debat gebruikt. Dat Nederland de afgelopen jaren al aanzienlijk strenger is gaan straffen,4 gevangenissen opleidingsinstituten zijn voor criminelen, herhaling van crimineel gedrag zonder preventie een gegeven is5 en dat de meeste vormen van criminaliteit niet voortkomen uit een kosten-baten afweging en de objectieve veiligheid is toegenomen krijgt in hun argumentatie geen plaats. Wanneer het politieke debat gevoerd wordt langs de lijnen van ‘soft’ en ‘hard’, gaat het niet over welke maatregelen wél werken en welke maatregelen niet werken. Wanneer de tegenstelling gecreëerd wordt om te kiezen tussen ‘dader’ (of verdachte) en ‘slachtoffer’ gaat het niet over rechtvaardigheid voor ons allemaal. Het veiligheidsdebat werkt op deze manier schijnveiligheid en rechtsongelijkheid vanzelf in de hand. D66 wil een veiligheidsdebat voeren waarin de nadruk ligt op maatregelen die op korte èn lange termijn effectief zijn. Een veiligheidsdebat dat leidt tot een daadwerkelijk veiligere samenleving zonder dat we de vrijheid van een ieder daarvoor moeten inleveren. Alleen op deze manier komen we tot een samenleving waar we veilig zijn en ons veilig voelen ten opzichte van de overheid en van elkaar en dat is tenslotte wat mensen willen en nodig hebben om in vrijheid te leven.
Objectieve Veiligheid en Veiligheidsgevoel
In 2011 registreerde de politie bijna 1,2 miljoen misdrijven. Daarmee is de geregistreerde criminaliteit ten opzichte van 2009 met 5 procent gedaald. Zowel het aantal vernielingen, gewelds- en seksuele misdrijven als vermogensmisdrijven namen af.6 Nederland telde minder slachtoffers van misdrijven, terwijl in de periode 2008 tot 2010 het onveiligheidsgevoel juist steeg. Zowel de subjectieve veiligheid (het veiligheidsgevoel) als de objectieve veiligheid zijn belangrijk voor het geluk en welzijn van mensen. 7 Het veiligheidsgevoel wordt slechts voor een klein deel bepaald door de feitelijke veiligheid in hun omgeving. 8 Er zijn ook veel andere factoren die het veiligheidsgevoel in grote mate beïnvloeden, zoals het publiekelijk debat en berichtgeving in de media.9 Met betrekking tot beide aspecten van veiligheid objectief en subjectief - moet aandacht zijn met oog voor de relatie tussen oorzaak en gevolg.
Effectief en Rechtvaardig Veiligheidsbeleid
Het huidige veiligheidsbeleid schiet op vele fronten tekort. Het gros van de maatregelen richt zich niet op de echte risicofactoren voor crimineel gedrag. Het veiligheidsdebat wordt op dit moment sterk vertroebeld door de gelegde 4
Onderzoek in opdracht van de Raad voor de rechtspraak, Frank van Tulder ‘De straffende rechter’, 2011. SCP, ‘Sociale Veiligheid ontsleuteld’, 2008 en WODC, ‘In de oude fout’, 2009. 6 CBS 2011 7 CBS 2011 8 De Meij (2010) Subjectieve en objectieve veiligheid: een overbrugbare kloof? p11 9 Furedi, F. (2002) Culture of fear 5
4
koppeling met etniciteit, terwijl de belangrijkste oorzaken van criminaliteit zoals werkloosheid, gebrek aan opleiding, verslaving, verstandelijke beperking en sociale omgevingsfactoren veelal onbesproken blijven.10 Om Nederland echt veiliger te maken zullen we juist die oorzaken aan moeten pakken, niet alleen de daders zelf. Straffen is op zichzelf een belangrijk middel binnen de rechtsstaat. “Het strafrecht heeft een taak om [..]het slachtoffer publiekelijk te herstellen in zijn status als mens die recht heeft op bescherming. Dat betekent dat van de reactie van het strafrecht een even duidelijke boodschap moet uitgaan als van het strafbaar feit zelf.”11 Straffen is belangrijk, maar dit moet wel snel en adequaat gebeuren. De pakkans moet omhoog en de reactie op een strafbaar feit moet niet te lang op zich laten wachten. Op dit moment duren processen veel te lang waardoor de essentie van het middel straffen wordt ondermijnd. De pakkans bij de meeste vergrijpen is daarbij zwaar ondermaats waardoor in veel te veel gevallen er niet eens sprake is van enige vorm van gerechtigheid. Het drugsbeleid is een treffende illustratie van ineffectief veiligheidsbeleid. Onder het mom van gezondheid en veiligheid zijn verschillende soorten drugs verboden. Conservatieve partijen die dit verbod bepleiten trappen in de val van het maakbaarheidsideaal. Ondertussen blijft de vraag naar drugs bestaan en blijkt het verbod de consumptie niet te verminderen. Door het verbod beweegt de handel zich ongecontroleerd in de illegaliteit. Daarmee wordt in feite een criminele sector geschapen en een organisatie voor de bestrijding ervan opgetuigd. Door drugs te verbieden en dus niet te reguleren wordt georganiseerde criminaliteit in de kaart gespeeld en lopen de kosten door politie-inzet op. Met het plan van D66 om softdrugs te reguleren kan op jaar basis €200 miljoen bespaard worden op inzet van politie en justitie en kan €300 miljoen extra aan accijnzen geïncasseerd worden. 12 Het gegeven dat de meeste drugs niet goed zijn voor de gezondheid en de veiligheid is juist de reden om de verstrekking te reguleren. Op die manier kunnen kwaliteitseisen gesteld worden en gebruik worden gematigd. In het veiligheidsdebat worden veiligheid en etniciteit vaak met elkaar verweven. Dit is onjuist en onwenselijk. Door criminaliteit en overlast toe te schrijven aan een etniciteit, kunnen de werkelijke oorzaken niet goed worden vastgesteld en daarmee ook niet effectief worden aangepakt.13 Binnen alle etnische groepen en dus ook binnen de gehele samenleving geldt dat slechts een heel klein deel crimineel- of overlastgevend gedrag vertoont. Dat weerhoudt sommige politici er echter niet van beleid te maken om de gehele groep ‘aan te pakken’, in plaats van alleen de problemen die zich bij enkelen binnen die ‘groep’ manifesteren.
Maatregelen en grondrechten
Onder het mom van veiligheid worden steeds meer maatregelen genomen waarbij bestuur en politie steeds meer bevoegdheden krijgen: bevoegdheden die niet altijd in balans zijn met de bescherming van onze grondrechten. Deze 10
Farrington, D.P. (2007), ‘Childhood risk factors and risk-focussed prevention’, en Farrington, D.P. (2000), ‘Explaining and preventing crime: the globalization of knowledge 11 Luth (2012) Strafrecht en de eigen kracht van mensen 12 CPB (2012) Keuzes in Kaart 2013-2017 Een analyse van tien verkiezingsprogramma’s 13 Schinkel (2008) De gedroomde samenleving p155.
5
grondrechten maken ons juist veilig door ons allen te beschermen tegen een repressieve overheid en andere ingrijpende instituties. Vooral op het gebied van privacy boeten we steeds meer in. Onze gegevens worden voor steeds meer diensten gevraagd en opgeslagen in databases. Dat geeft reële risico’s op bijvoorbeeld identiteitsfraude en gebruik voor doeleinden waar niet mee is ingestemd. Daarnaast zien we in het veiligheidsdomein cameratoezicht, kentekenregistratie, gebruik van spyware door de politie, DNA en gebruik van passagiersgegevens voor criminaliteitsbestrijding, waardoor onze persoonlijke levenssfeer steeds minder beschermd is en onze bewegingsvrijheid steeds meer wordt ingeperkt.
6
Veilige leefomgeving Lokaal veiligheidsbeleid
Burgemeesters gaan van oudsher over de openbare orde in hun gemeente. Zij hebben veel bevoegdheden en mogelijkheden ter beschikking om, in de veiligheidsdriehoek (overleg tussen burgemeester, korpschef van politie en hoofdofficier van justitie) maatregelen te nemen. Vooral in de grote steden beschikken zij over een grote verantwoordelijkheid voor de veiligheid. Van gemeenten wordt ook in toenemende mate een regierol verwacht in het lokale veiligheidsdomein. Met vele zelfstandige partners in het domein is dat niet gemakkelijk waar te maken, terwijl ook een gemeenteraad daar wel de nodige verwachtingen bij heeft. Doorzettingsmacht voor de burgemeester is dan ook wenselijk bij het opstellen en uitvoeren van veiligheidsplannen mits daarop democratische controle door de gemeenteraad kan worden uitgeoefend. De gezagspositie van de burgemeester ten aanzien van partners zoals de politie en de gemeenteraad dient in het veiligheidsdomein steeds gewaarborgd te zijn.
Veiligheid in de wijk
“Als bewoners elkaar niet vertrouwen en niet solidair met elkaar zijn, dan lijken ze ook weinig bereid om normen op straat te handhaven. Het daaruit resulterende gebrek aan sociale controle blijkt vervolgens een zeer krachtige voorspeller van geweldscriminaliteit door jongeren” (De Winter 2011:52) Veiligheid is niet alleen de verantwoordelijkheid van de overheid; het is in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van mensen zelf. Het zijn de mensen die in de publieke ruimte normen stellen en handhaven. De overheid grijpt pas in wanneer dit noodzakelijk is. Onderlinge sociale verbanden zijn de belangrijkste voorwaarde voor het scheppen van een veilige leefomgeving.14 Dit betekent echter geenszins dat de overheid deze verbanden van boven af moet of kan opleggen. Het zijn uiteindelijk alleen de burgers zelf die hiertoe in staat zijn. De overheid heeft echter wel een rol te spelen bij het scheppen van de voorwaarden waarbinnen die sociale samenhang zich ontwikkelt.
Bewoners actief
Buurtbewoners moeten in de eerste plaats hun eigen en elkaars kinderen kunnen aanspreken op hun gedrag in de openbare ruimte. Opvoeding is immers niet alleen een kwestie tussen kinderen en hun eigen ouders. Een groot deel van het leven van alle kinderen speelt zich af buiten het zicht van de ouders, wat overigens altijd zo geweest is. Dit betekent dat buurtbewoners samen initiatief moeten nemen om de veiligheid in de wijk te waarborgen. De overheid kan deze samenwerking stimuleren, maar niet afdwingen. De overheid moet van haar kant de bewoners actief betrekken bij het opstellen van veiligheidsbeleid. Bewoners weten vaak het beste welke problemen zich in hun eigen wijk manifesteren. Deze samenwerking maakt de politie-inzet effectiever en geeft een grotere verantwoordelijkheid aan de buurtbewoners zelf. Politie moet zichtbaar aanwezig zijn om bewoners te ondersteunen en om in te grijpen wanneer dat nodig is. 14
De Winter (2011) Een betere wereld begint bij de opvoeding
7
Sociale media zijn interessante middelen om grote groepen mensen te bereiken. Met name bij evenementen of calamiteiten kunnen ze worden ingezet om mensen te informeren. Burgernet is een goed voorbeeld van een modern initiatief dat inwoners actief betrekt bij de veiligheid in de buurt. D66 vindt dat sociale media vaker ingezet moeten worden bij evenementen en calamiteiten en dat initiatieven als Burgernet ondersteund en uitgebreid moeten worden.
Inrichting van de buitenruimte
De inrichting van de buitenruimte is voor het veiligheidsgevoel en de objectieve veiligheid van groot belang. De kwaliteit van buitenruimte en straatverlichting blijkt een van de belangrijkste middelen om criminaliteit te bestrijden en veiligheidsgevoel te bevorderen. Bij de inrichting van buitenruimte kan dus veiligheidswinst behaald worden. Er is steeds meer kennis beschikbaar om het gedrag in de buitenruimte positief te beïnvloeden, zoals ‘slimme verlichting’. Zo blijkt uit onderzoek dat bepaalde kleuren en lichtintensiteit een rustgevend effect kan geven en mensen motiveert om langer in een omgeving te verblijven.15 Investeren in een prettige buitenruimte loont, voor zowel leefbaarheid als veiligheid. Enkele gemeenten zetten instrumenten in om jongeren van bepaalde plaatsen te verjagen, zoals de mosquito.16 Het probleem van jongerenoverlast wordt daardoor voornamelijk alleen maar verplaatst. Het gebruik van dergelijke middelen leert mensen af zelf het gesprek aan te gaan waardoor het veiligheidsgevoel verder afneemt. Bovendien zijn ze strijdig met het recht van kinderen om vrij in de buitenruimte te kunnen bewegen. Instrumenten als de mosquito moeten verboden worden. Bij de inrichting van onze steden moeten we meer aandacht besteden aan de realisatie van vanzelfsprekende ontmoetingsplaatsen waar ook jongeren op een prettige en veilige manier samen kunnen komen. Parken, speelplaatsen en recreatiegebieden dragen bij aan een beter leefklimaat en een sterkere sociale infrastructuur. Investeringen in ontmoetingsplaatsen betalen zich zo ruimschoots terug.
Een goede daklozenopvang, verslaafdenzorg en GGZ
Verslaving en dakloosheid zijn voorname oorzaken voor criminaliteit. D66 is voorstander van het creëren van gebruikersruimten en het medisch verstrekken van harddrugs binnen een afkickprogramma. Het medisch verstrekken van drugs voorkomt veel criminaliteit. Door goede afstemming met omwonenden over de locatie kan overlast effectief worden vermeden. Door op de juiste plekken goede opvang te bieden met medische en psychische zorg, wordt de leefomgeving van mensen veiliger en verbetert het leven van verslaafden. 17 Geestelijke Gezondheidszorg moet toegankelijk zijn en blijven. Een hoog eigen risico kan in de geestelijke gezondheidszorg, zoals door het kabinet van VVD en CDA werd voorgesteld, leiden tot het vermijden van zorg. Dat leidt tot nazorg in plaats van de nodige voorzorg van risicogevallen. Dat is vanuit menselijk perspectief 15
Sauren en Galetzka (2010) De invloed van kleur en licht op de stationsbeleving, UvT De mosquito is een apparaat dat tonen uitzendt met een heel hoge frequentie die alleen hoorbaar is voor kinderen en jongeren, bedacht om jeugdoverlast tegen te gaan 17 Verkiezingsprogramma D66 2010-2014 16
8
onwenselijk, maar ook kunnen enkele GGZ-patiënten zonder behandeling, voor de leefomgeving veel overlast veroorzaken.
Concrete voorstellen
Buurtbewoners mee laten praten over prioriteiten binnen de politie-inzet Van Nazorg naar voorzorg door: Laagdrempelige verslavingszorg, daklozenopvang en geestelijke gezondheidszorg Verbied instrumenten als ‘mosquito’s’ Investeer in inrichting en kwaliteit buitenruimte Sociale media vaker inzetten en Burgernet verder ontwikkelen en in alle steden in gebruik nemen Stop met organiseren van criminaliteit: Reguleer teelt en verkoop van drugs
9
Meer Preventie De focus in het huidige veiligheidsdebat ligt veelal op repressie en te weinig op het voorkomen van criminaliteit. Repressie is noodzakelijk als middel om op korte termijn onveiligheidsituaties te beëindigen, maar werkt maar matig als oplossing voor duurzame veiligheid. De oorzaken van criminaliteit worden door repressie niet aangepakt. Preventie kan de risicofactoren voor criminaliteit wel wegnemen en is zodoende van enorm belang voor het streven naar een harmonieuze samenleving. Met name lokale overheden zijn geschikt om op effectieve wijze preventieve maatregelen te nemen. Zij staan dicht op de werkelijke situatie waarin mensen en wijken zich bevinden en kunnen dus oplossingen op maat verzorgen.
Onderwijs en opvoeding
Onderwijs is het belangrijkste en meest effectieve middel om criminaliteit te bestrijden. Zonder startkwalificatie voor de arbeidsmarkt belanden jongeren ruim vijf keer vaker op het criminele pad dan jongeren met een startkwalificatie.18 We moeten jongeren dan ook niet afschrijven, maar juist investeren in hun toekomst. Verlengde leertijd en de brede school kunnen een goede bijdrage leveren aan het verbeteren van veiligheid. Onderwijs geeft perspectief en ontmoedigt op die manier crimineel- en overlastgevend gedrag. Onderwijs en werk moeten altijd centraal staan. D66 ziet het onderwijs als hoogste prioriteit en wil in de komende jaren, ondanks een forse bezuinigingsopgave, maar liefst €2,2 miljard extra investeren in onderwijs.19 Een slechte thuissituatie en toezichtloos leven op straat is voor jongeren een voorname oorzaak van crimineel gedrag. Betrokkenheid van ouders bij de opvoeding en het gedrag van hun kinderen is dan ook van groot belang. Wanneer een kind schuldig wordt bevonden aan strafbare feiten moeten de ouders een belangrijkere rol krijgen bij het traject van strafoplegging en reintegratie. Aan ouders die problemen hebben met de opvoeding van hun kinderen, moet laagdrempelige ondersteuning worden geboden. Elk kind heeft immers recht op een goede opvoeding en ook de samenleving als geheel is daarbij gebaat.
Veiligheidshuizen verder ontwikkelen
Veiligheidshuizen zorgen er voor dat verschillende instanties die zich richten op objectieve en subjectieve veiligheid, goed samenwerken aan een persoonsgerichte aanpak. Doordat ze letterlijk onder één dak de werkzaamheden verrichten vindt vrijwel doorlopend informatie-uitwisseling plaats over zorg en risicojongeren. Om de aanpak nog effectiever te maken vindt D66 dat het onderwijs en de Centra voor Jeugd en Gezin ook een plaats moeten krijgen in het veiligheidshuis. Zo kan er ook een integraal preventief veiligheidsbeleid onder regie van het veiligheidshuis gevoerd worden.
Frontlijnaanpak
Gemeenten hebben een belangrijke rol in de aanpak van overlastgevende en hinderlijke jeugdgroepen. Zij kunnen als geen ander maatwerk leveren. Bij 18 19
Factsheet ‘Voortijdig schoolverlaten’ , brief Min OC&W 30 november 2007. CPB (2012) Keuzes in Kaart 2013-2017 Een analyse van tien verkiezingsprogramma’s
10
jongeren in deze groepen is vaak sprake van meerdere problemen. Nog veel te vaak worden verschillende problemen vanuit verschillende instanties en hulpverleners benaderd. Deze werken langs elkaar heen aan een geïsoleerd probleem. Het heeft echter geen zin een probleem geïsoleerd aan te pakken als dat met andere problemen samenhangt. Wanneer hulpverleners uit het zicht zijn, zal met grote mate van waarschijnlijkheid het gezin of de jongere weer terugvallen in het oude patroon. Alleen een sociale inbedding van de hulpverlening kan duurzaam leiden tot een verbetering van de situatie. Een zeer effectieve aanpak is frontlijnsturing: in plaats van mensen vanuit beleid te benaderen worden mensen en hun sociale omgeving direct betrokkenen bij de aanpak van problemen.
Preventief Cameratoezicht
Een veel gebruikt middel in stedelijk gebied is het cameratoezicht. Maar het doel om criminaliteit te verminderen en het veiligheidsgevoel te vergroten wordt lang niet altijd bereikt. Uit onderzoek blijkt dat op het moment dat er camera’s worden opgehangen buurtbewoners zich in eerste instantie veiliger voelen vanwege de veronderstelling dat er wordt “opgelet”. Na verloop van tijd daalt dit veiligheidsgevoel echter tot het oude niveau als ze merken dat de veiligheidssituatie niet verandert. Veel camera’s worden niet live uitgekeken en achteraf alleen als er bijzondere aanleiding voor is. Uit evaluatieonderzoek blijkt ook dat professionele criminelen hun gedrag aanpassen op de aanwezigheid van camera’s of hun activiteiten verplaatsen naar een plek dat uit het zicht is.20 Tegelijkertijd raken camera’s in het publieke domein wel aan de privacy van mensen doordat hun aanwezigheid wordt vastgelegd op beeld. Zeker als de camera’s in woongebieden hangen. D66 vindt dan ook dat bij gebruik van cameratoezicht de privacy van mensen voldoende moet zijn gewaarborgd. D66 legt geen taboe op instrumenten zoals cameratoezicht want in bepaalde gevallen kan het wel degelijk van nut zijn. In uitgaansgebieden werkt cameratoezicht bijvoorbeeld goed als de-escalatie middel en voor opsporing en vervolging van geweldsmisdrijven. Voor dat doel zou meer geëxperimenteerd moeten worden met slimme camera’s die ongeregeldheden snel en effectief waarnemen waardoor de politie tijdig kan ingrijpen. De effectiviteit van cameratoezicht valt of staat met de toepassing ervan. Het is dus van belang om de juiste randvoorwaarden voor cameratoezicht vast te leggen, zodat veiligheid en vrijheid in de publieke ruimte op een effectieve manier bevorderd kan worden.
Preventief Fouilleren
Preventief fouilleren heeft drie verschillende doelen: het in beslag nemen van wapens (strafrechtelijk), mensen een veilig gevoel geven in het publieke domein (maatschappelijk) en mensen ertoe bewegen geen wapens bij zich te dragen (preventief). De scheidslijn tussen bestuurlijke handhaving en strafrechtelijke opsporing is bij preventief fouilleren “flinterdun”.21 Het is bovendien onduidelijk of het ook maar enigszins effect heeft op de objectieve veiligheid en het veiligheidsgevoel.22 Preventief fouilleren grijpt sterk in op de lichamelijke 20
Van Schijndel et al. 2012 en 2006 WODC: Geweld verslagen?; Daders over cameratoezicht, Politie & Wetenschap, Politieacademie, 2012. 21 Ombudmannen Waarborgen bij preventief fouilleren (2011) 22 Jaarrapportage 2011 Preventief fouilleren Politie Rotterdam-Rijnmond.
11
integriteit en op de persoonlijke levenssfeer. Het is daarom van groot belang om een zorgvuldige en onafhankelijke toets door een officier van justitie te laten verrichten alvorens er een fouilleeractie wordt verricht.
Concrete voorstellen
Onderwijs betrekken in het veiligheidshuis Ouders betrekken in het traject van strafoplegging en re-integratie Repressie als noodzakelijke maatregel, preventie voor echte veiligheid Cameratoezicht onder randvoorwaarden en met privacywaarborgen. Alleen preventief fouilleren na onafhankelijke toets Officier van Justitie Laagdrempelige opvoedingsondersteuning door gemeenten Stimuleren van de Frontlijnaanpak
12
Effectief optreden Voor een veiligere samenleving is effectief optreden nodig. Met 1 miljoen aangiften van strafbare feiten per jaar wordt veel gevraagd van politie en justitie. De strafrechtketen behoeft over de hele linie versterking zodat meer aangiften ook daadwerkelijk leiden tot opsporing, vervolging en bestraffing van daders. 23 Daarbij moet de nadruk niet op ‘meer’ liggen, maar wel op de effectiviteit van de aanpak. Dit vraagt om specialistische capaciteit en om gericht optreden van opsporingsdiensten en handhavers.
Politie
De druk op de politie om te presteren neemt toe. De aangiftebereidheid moet omhoog en aangifte doen moet makkelijker worden bijvoorbeeld door internetaangiften. De kans voor de dader om gepakt te worden moet omhoog en zaken moeten niet op de plank belanden. Het oprichten van een Nationale politie biedt kansen om de politieorganisatie effectiever en slagvaardiger in te richten. D66 heeft bij de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel een aantal randvoorwaarden gesteld die versterking van de politieorganisatie moeten waarborgen. Zo moet de politie zichtbaar blijven in wijken, buurten en steden en moeten burgemeesters een sterke gezagspositie behouden. Burgemeesters zijn verantwoordelijk voor de lokale openbare orde en veiligheid. Bij wanordelijkheden en bij onveilige situaties dienen zij over afdoende politieagenten te kunnen beschikken. In de nieuwe politieorganisatie dienen zij via veiligheidsplannen meer te kunnen zeggen over de capaciteit en de inzet van politie in hun gemeente. Bij het vaststellen van prioriteiten dienen de lokale aandachtspunten in buurten en wijken voldoende ruimte te krijgen en vooraf te gaan aan de landelijke prioriteitstelling. De lokale prioriteiten en benodigde politiesterkte moeten bij nationalisering van de politie gewaarborgd te zijn.
Gerichte en slimme politie-inzet
Politie-inzet kan beter en effectiever. Uit onderzoek blijkt dat inzet op ‘hot-spots’ en gerichte surveillance zinvolle maatregelen zijn om criminaliteit tegen te gaan.24 Door de surveillance van politie meer op specifieke plaatsen en groepen af te stemmen, wordt criminaliteit significant tegengegaan en wordt bovendien de pakkans vergroot. Door op specifieke plekken doelgericht per probleemgebied interventies in te zetten, kan criminaliteit sterk verminderd worden.
Toezicht in wijken en buurten
De politie moet in buurten en wijken zichtbaar zijn. Dat betekent wijkagenten en goede bereikbaarheid voor buurtbewoners; ook in de late uurtjes van de dag. Naast politie zien we steeds meer Bijzondere Opsporingsambtenaren, zogeheten BOA’s, die in wijken en buurten toezicht houden. Minder agentsurveillanten en een toenemende roep uit de samenleving om meer veiligheid, leidt tot steeds meer alternatieve handhavers. Politici, wethouders en burgemeesters proberen zo de aanwezigheid van handhavers te vergroten en meer invloed te hebben op 23 24
Prestaties in de strafrechtketen, Algemene Rekenkamer 2012. Geweld verslagen? - WODC 2006
13
de leefbaarheid en veiligheid. Maar het kan niet zo zijn dat de opgelegde druk van meer veiligheid en een toenemende inzet van BOA’s ertoe leiden dat politie zich langzaamaan uit het lokale domein terugtrekt. BOA’s kunnen de politie ontlasten, vooral in taken die de leefbaarheid betreffen zoals het aanpakken van vuil op straat, parkeerwachten en aandacht voor lichte overlast. De onderlinge samenwerking tussen BOA’s en politie dient geïntensiveerd te worden zodat gerichte uitwisseling over optreden kan plaatsvinden. Waar BOA’s worden ingezet dient het onderscheid tussen deze handhavers en politieagenten duidelijk te zijn, zowel in taken als in herkenbaarheid op straat. Het aantal handhavers neemt toe, maar meer handhavers maakt de samenleving niet veiliger. Het leidt eerder tot meer controle en minder bewegingsvrijheid voor in beginsel onschuldige mensen. ‘Meer’ is dan ook niet de oplossing voor minder criminaliteit. Een effectieve aanpak van criminaliteit is nodig door toezicht en gericht optreden, door samenwerking tussen instanties en door voortvarend handelen.
Slachtoffers
Voor vertrouwen in de rechtsgang en de overheid is van belang dat slachtoffers goed geholpen worden. Zij moeten laagdrempelig aangifte kunnen doen. In geval van ernstig slachtofferschap dient extra aandacht geboden te worden door middel van familierechercheurs. Het slachtoffer moet ook goed geïnformeerd worden over het verloop van het proces door het Openbaar Ministerie. Slachtoffers behoeven een positie in het strafproces. Het is belangrijk dat de gevoelens van het slachtoffer over de gevolgen die een misdaad voor hem of haar heeft gehad, kenbaar wordt en kan worden meegewogen. Dat initiatief heeft D66 in 2005 genomen. Inmiddels is het spreekrecht uitgebreid zodat ook nabestaanden recht van spreken hebben tijdens de zitting. Ook moeten ouders van kinderen die slachtoffer zijn geworden van seksueel geweld, tijdens het proces namens hun kind het woord kunnen voeren. Maar het spreekrecht van slachtoffers kan niet onbegrensd zijn, zoals door sommige partijen wordt bepleit. Dat zou de balans in het strafproces verstoren. Een verdachte staat terecht, kan zich verdedigingen tegen de aanklacht en het is aan het Openbaar Ministerie om schuld aan het misdrijf aan te tonen. Die elementaire beginselen van het strafproces staan voor D66 buiten kijf.
Aangiftebereidheid
Helaas moeten we constateren dat nog steeds bij de meeste delicten geen aangifte wordt gedaan. In 2011 werd slechts 35% van alle ondervonden delicten bij de politie gemeld.25 Op die manier blijft een groot deel van de criminaliteit buiten het zicht van politie en justitie en kan daardoor minder effectief bestreden worden. Aangifte doen moet waar mogelijk nog laagdrempeliger. Dat kan door de mogelijkheid voor digitale aangiften uit te breiden. Voor meer delicten zou digitale aangifte mogelijk moeten worden en waar nodig zou bij een agent via beeldverbinding aangifte gedaan moeten kunnen worden. Voorts moet het slachtoffer zijn aangifte kunnen volgen door middel van een aangifte volgsysteem.
25
CBS (2012) Integrale Veiligheidsmonitor 2011
14
Bestuurlijke handhaving
De afgelopen jaren is de tendens om steeds meer zaken rond criminaliteit en overlast over te hevelen van het strafrecht naar het bestuursrecht. De rechter wordt daardoor steeds meer omzeild. Daarmee wordt de rechtsbescherming van ons allemaal langzaam maar zeker afgezwakt. Dit is een zorgelijke ontwikkeling. De scheiding der machten is cruciaal voor een democratische rechtsstaat. D66 staat een effectief veiligheidsbeleid voor waarbij de rechten van burgers gewaarborgd zijn en blijven. Bij door de burgemeester opgelegde maatregelen als bestuurlijke ophouding en gebiedsverboden is sprake van vrijheidsontneming. De rechter zou een prominente rol moeten krijgen bij bekrachtiging en afwijzing van de opgelegde maatregel.
Veiligheidsregio
Bij calamiteiten en rampen verwachten mensen van de overheid een absolute risicobeheersing. Dit is natuurlijk nooit te garanderen, maar het vraagt wel om een goede voorbereiding van bestuurders en professionals om hierbij adequaat op te treden. Gedacht kan worden aan incidenten in de zorg of sociale crises, die leiden tot maatschappelijke onrust, zoals zedenzaken, familiedrama’s of geweldsincidenten met een grote lokale impact, maar ook aan nieuwe risico’s zoals cyberrisico’s. De laatste jaren is veel geïnvesteerd in de multidisciplinaire samenwerking van brandweer, politie, GGD en GHOR en de gemeente. Maar door regionale en landelijke ontwikkelingen bestaat het risico dat de brandweer en de politie zich terugtrekken op hun eigen domein. Dat is niet goed. Samenwerking tussen deze professionals is van groot belang voor onze veiligheid. De ingezette regionalisering van de brandweer is noodzakelijk omdat er steeds meer wordt gevraagd van brandweermensen. Het gaat daarbij om capaciteit, flexibele inzet en vakkennis. Dit mag er echter niet toe leiden dat de ruimte voor de professionals wordt beperkt. De brandweer moet zelf de kans krijgen voor innovatie van incidentbestrijding. Vooral aan preventieve maatregelen moet meer aandacht besteed worden. D66 juicht de ontwikkelingen toe dat er steeds meer sprake is van onderlinge samenwerking, uitwisseling van kennis en crisiscommunicatie. Dit moet wel verder worden ontwikkeld in de richting van het beleggen van specialismen bij verschillende korpsen. Deze specifieke expertise kan zo regio-overstijgend benut worden.
Concrete voorstellen
Gerichte politie-inzet op hotspots. Stimuleer en breidt de mogelijkheden voor digitale aangifte verder uit De politie moet als veiligheidspartner zichtbaar blijven in wijken en buurten. Duidelijk onderscheiden taken en uniform voor BOA’s Ontwikkel en bevorder regio-overstijgende expertise tussen de veiligheidsregio’s
15
Slimmer Straffen Een veilige samenleving vraagt om snel en gericht optreden tegen criminaliteit. Straffen is daarmee meer dan alleen vergelding en afschrikken op de korte termijn. Op de lange termijn moet herhaling van strafbaar gedrag worden tegengegaan zodat de samenleving duurzaam veiliger wordt.
Strenger Straffen
De afgelopen jaren zien we de beweging waarbij resocialisatie naar de achtergrond is verdrongen wordt door een roep om strenger straffen. Daarbij wordt gedacht dat door de daders langer achter slot en grendel te plaatsen het crimineel gedrag wordt uitgebannen. Uit de praktijk blijkt het tegendeel. Uit onderzoek van de Raad voor de Rechtspraak blijkt dat de strafrechter de afgelopen tien jaar al ruim 20% hogere straffen heeft opgelegd, vooral voor zware geweldsmisdrijven.26 Bovendien blijkt uit onderzoeken van onder meer het WODC en SCP dat hoge straffen niet sterker afschrikken, maar wel veel geld kosten, het reïntegratieproces bemoeilijken en geen positief effect hebben op het voorkomen van criminaliteit.27 De gedachte dat hoge straffen een afschrikwekkende werking hebben is niet in overeenstemming met de werkelijkheid. Meer dan de helft van de geregistreerde criminaliteit wordt gepleegd door recidivisten, waarbij drie op de vier binnen tien jaar na vrijlating opnieuw de fout ingaan. 28 Daarbij spelen factoren als verlies van werk, relaties en huisvesting een rol. Een voorstel zoals de invoering van minimumstraffen is dus onwenselijke symboolwetgeving. Het voorkomt herhaling niet en legt bovendien rechterlijk maatwerk te veel aan banden. Langer opsluiten heeft ook een fors prijskaartje want elke dag dat iemand opgesloten zit, kost de gemeenschap gemiddeld 300 euro. Gevangenisstraf is voor bepaalde gevallen nodig, maar voor een deel kan die 300 euro beter besteed aan preventieve maatregelen. Bovendien kan een deel van de lichtgestraften zich juist beter nuttig maken voor de samenleving door het uitvoeren van een werkstraf dan nutteloos een straf uitzitten in een dure cel.
Afschrikwekkend effect
Alleen verhoging van de pakkans heeft – mogelijk – een afschrikwekkende werking. Zeker is wel dat het voor het publiek bevredigender is doordat zichtbaar wordt opgetreden. De Algemene Rekenkamer legde in een onderzoek bloot dat van de 1 miljoen meldingen bij de politie, slechts vijf procent tot een veroordeling leidt, veel geweldszaken op de plank blijven liggen en van de daders die wel een straf opgelegd krijgen door de strafrechter, een bedroevend laag percentage ook daadwerkelijk achter de tralies verdwijnt.29 Voor ingrijpende misdrijven zoals geweld, overvallen, straatroof en woninginbraken is de kans om gepakt te worden slechts 33 procent.30 Voor een afschrikwekkend effect zal dus in de eerste plaats de pakkans omhoog moeten. Eenmaal gepakt, moet de straf
26
Onderzoek in opdracht van de Raad voor de rechtspraak, , Frank van Tulder ‘De straffende rechter’, 2011
27
WODC, ‘In de oude fout’, 2009. en SCP, ‘Sociale Veiligheid ontsleuteld’, 2008. WODC, Strafrechtelijke recidive van ex-gedetineerden, 2006. 29 Algemene Rekenkamer 2012, Prestaties in de strafrechtketen. 30 Jaarverslag Nederlandse politie 2011. 28
16
snel volgen. Een voortvarende afhandeling van strafzaken laat zien dat daden niet ongestraft gepleegd kunnen worden.
Effectief straffen
Het voorkomen van herhaling is dus van het grootste belang. Iemand langdurig opsluiten betekent dat hij gedurende de detentie geen strafbare feiten kan plegen, maar is dat de oplossing? En: hoeveel mensen moeten we dan langdurig opsluiten om de omgeving veiliger te maken? Het bewerkstelligen van gedragsverandering en sociale vaardigheidstraining zijn effectief gebleken.31 Door gedetineerden geleidelijk aan en onder begeleiding terug te brengen in de samenleving is de kans op terugval lager.32 Voor kortgestraften is een werkstraf met elektronisch toezicht een goed instrument om vanuit de eigen leefomgeving de straf te ondergaan en herhaling te voorkomen.33 Door strafoplegging buiten de gevangenis kan sociale en psychische detentieschade worden voorkomen. Voor jeugdige daders biedt het behalen van een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt perspectief op een ander leven. Zonder startkwalificatie voor de arbeidsmarkt belanden jongeren ruim vijf keer vaker op het criminele pad dan jongeren die wel een startkwalificatie hebben voor werk.34 Het bij de bestraffing rekening houden met de mogelijkheden van de jongere en het stellen van voorwaarden die de jongeren dwingen (weer) onderwijs te volgen, zal beter helpen dan opsluiten in de leerschool voor het criminele pad. Slimmer straffen, daar gaat het voor D66 om. Verhoging van de pakkans, sneller straffen, maatwerk door de rechter en gedragsverandering. Straffen moet zich zo meer gaan vertalen in maatschappelijke winst door minder criminaliteit, minder slachtoffers en minder kosten.
Concrete voorstellen
Hogere pakkans. Voorwaardelijke sancties moeten vaker worden ingezet, al dan niet voorafgegaan door een (korte) detentie indien dat past bij de zwaarte van het delict. Vaker thuisdetentie met een enkelband. Jonge veelplegers via een voorwaardelijke straf verplichten om een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt te halen. Geen invoering van minimumstraffen. Lik-op-stuk en verkorte procedures om sneller te straffen Straf altijd combineren met voorbereiding op en nazorg van terugkeer in samenleving. Al tijdens detentie starten met gedragsveranderende interventies
31
WODC, ‘In de oude fout’, 2009. SCP, ‘Sociale Veiligheid ontsleuteld’, 2008. 32 WODC, ‘In de oude fout’, 2009. SCP, ‘Sociale Veiligheid ontsleuteld’, 2008. 33 Wodc, ‘Geboeid door de enkelband’, 2005. 34 Factsheet ‘Voortijdig schoolverlaten’ , brief Min OC&W 30 november 2007.
17
Investeer meer in kortgestraften. De korte tijd in detentie moet worden benut om gedetineerden voor te bereiden op een delictvrij leven na detentie. Vaker een werkstraf in plaats van korte gevangenisstraffen.
18
Conclusie Een progressief & duurzaam veiligheidsbeleid
De aanpak van criminaliteit is te veel gericht op incidenten en repressie. Dit gaat steeds meer ten koste van vrijheden en rechten, terwijl de voedingsbodem waarin veiligheidsproblemen wortelen, te vaak ongemoeid wordt gelaten. Een progressief veiligheidsbeleid is gericht op echte veiligheid en gefundeerd op rechtvaardigheid voor iedereen. Het verwerpt maatregelen die zorgen voor schijnveiligheid en gaat symboolmaatregelen tegen. Daadwerkelijke oorzaken van criminaliteit kunnen verminderd of geheel weggenomen worden. Dit vereist effectieve preventieve maatregelen. Voor het overige is symptoombestrijding in de vorm van repressie wel nodig. Dat lost de achterliggende problemen niet op, maar zorgt wel voor minder negatieve effecten op de samenleving. Repressie is essentieel, maar preventie lost veiligheidsproblemen daadwerkelijk op. Vanwege de ingewikkelde achterliggende problematiek zijn er geen simpele oplossingen. De overheid heeft een beperkte invloed op de samenleving, maakbaarheid is veelal utopisch. De overheid kan echter randvoorwaarden creëren waardoor de kansen en perspectieven van mensen beter worden en ze de eigen leefomgeving duurzaam kunnen verbeteren. De overheid kan dit bijvoorbeeld doen door een kwalitatieve inrichting van de publieke ruimte en bewoners meer invloed te geven op de veiligheid in eigen buurt. Wanneer we meer doen aan preventie, slimmer gaan straffen, zorgen voor een veiligere leefomgeving en op een betere manier opsporen en handhaven zal Nederland daadwerkelijk veiliger worden en zullen tegelijkertijd de grondrechten van alle burgers geëerbiedigd blijven.
19
Bijlagen Overzicht voorstellen
Veilige leefomgeving
Buurtbewoners mee laten praten over prioriteiten binnen de politie-inzet Van Nazorg naar voorzorg door: Laagdrempelige verslavingszorg, daklozenopvang en geestelijke gezondheidszorg Verbied instrumenten als ‘mosquito’s’ Investeer in inrichting en kwaliteit buitenruimte Sociale media vaker inzetten en Burgernet verder ontwikkelen en in alle steden in gebruik nemen Stop met organiseren van criminaliteit: Reguleer teelt en verkoop van drugs
Preventie
Onderwijs betrekken in het veiligheidshuis Ouders betrekken in het traject van strafoplegging en re-integratie Repressie als noodzakelijke maatregel, preventie voor echte veiligheid Cameratoezicht onder randvoorwaarden en met privacywaarborgen. Alleen preventief fouilleren na onafhankelijke toets Officier van Justitie Laagdrempelige opvoedingsondersteuning door gemeenten Stimuleren van de Frontlijnaanpak
Effectief Optreden
Gerichte politie-inzet op hotspots. Stimuleer en breidt de mogelijkheden voor digitale aangifte verder uit De politie moet als veiligheidspartner zichtbaar blijven in wijken en buurten. Duidelijk onderscheiden taken en uniform voor BOA’s Ontwikkel en bevorder regio-overstijgende expertise tussen de veiligheidsregio’s
Slimmer Straffen
Hogere pakkans. Voorwaardelijke sancties moeten vaker worden ingezet, al dan niet voorafgegaan door een (korte) detentie indien dat past bij de zwaarte van het delict. Vaker thuisdetentie met een enkelband. Jonge veelplegers via een voorwaardelijke straf verplichten om een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt te halen. Geen invoering van minimumstraffen. Lik-op-stuk en verkorte procedures om sneller te straffen Straf altijd combineren met voorbereiding op en nazorg van terugkeer in samenleving. Al tijdens detentie starten met gedragsveranderende interventies
20
Investeer meer in kortgestraften. De korte tijd in detentie moet worden benut om gedetineerden voor te bereiden op een delictvrij leven na detentie. Vaker een werkstraf in plaats van korte gevangenisstraffen.
21
Samenvatting Een progressief & duurzaam veiligheidsbeleid
De aanpak van criminaliteit is te veel gericht op incidenten en repressie. Dit gaat steeds meer ten koste van vrijheden en rechten, terwijl de voedingsbodem waarin veiligheidsproblemen wortelen, te vaak ongemoeid wordt gelaten. Een progressief veiligheidsbeleid is gericht op echte veiligheid en gefundeerd op rechtvaardigheid voor iedereen. Het verwerpt maatregelen die zorgen voor schijnveiligheid en gaat symboolmaatregelen tegen. Daadwerkelijke oorzaken van criminaliteit kunnen verminderd of geheel weggenomen worden. Dit vereist effectieve preventieve maatregelen. Voor het overige is symptoombestrijding in de vorm van repressie wel nodig. Dat lost de achterliggende problemen niet op, maar zorgt wel voor minder negatieve effecten op de samenleving. Repressie is essentieel, maar preventie lost veiligheidsproblemen daadwerkelijk op. Vanwege de ingewikkelde achterliggende problematiek zijn er geen simpele oplossingen. De overheid heeft een beperkte invloed op de samenleving, maakbaarheid is veelal utopisch. De overheid kan echter wel randvoorwaarden creëren waardoor de kansen en perspectieven van mensen beter worden en ze de eigen leefomgeving duurzaam kunnen verbeteren. De overheid kan dit bijvoorbeeld doen door een kwalitatieve inrichting van de publieke ruimte en bewoners meer invloed te geven op de veiligheid in eigen buurt. Wanneer we meer doen aan preventie, slimmer gaan straffen, zorgen voor een veilige leefomgeving en op een betere manier opsporen en handhaven zal Nederland daadwerkelijk veiliger worden en zullen tegelijkertijd de grondrechten van alle burgers geëerbiedigd blijven. 1. Buurtbewoners mee laten praten over prioriteiten binnen de politie-inzet 2. Van Nazorg naar voorzorg door: Laagdrempelige verslavingszorg, daklozenopvang en geestelijke gezondheidszorg 3. Onderwijs betrekken in het veiligheidshuis 4. Ouders betrekken in het traject van strafoplegging en re-integratie 5. Gerichte politie-inzet op hotspots 6. Hogere pakkans 7. Vaker thuisdetentie met een enkelband 8. Jonge veelplegers via een voorwaardelijke straf verplichten om een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt te halen.
22
Colofon Tekst Magda Berndsen (Woorvoerder Veiligheid en Justitie Tweede Kamerfractie D66) Salima Belhaj (Fractievoorzitter D66 Rotterdam) Carolina de Fey (Beleidsmedewerker Tweede Kamerfractie D66) Suardus Ebbinge (Politiek Assistent D66 Rotterdam) Klankbord Annette Wolthers Axel Weggelaar Gerda Oskam Joost Sneller Marieke Verhagen Rachid Guernaoui Sasha Tieben Winnie Sorgdrager
23