Inhoudsopgave
Inleiding
3
1
Veilige woon- en leefomgeving
4
1.1 1.2 1.3 1.4
Sociale kwaliteit (sociale cohesie, overlast) Fysieke kwaliteit (voorzieningen, verkeersoverlast, vernieling, verloedering) Objectieve veiligheid: veel voorkomende criminaliteit (slachtofferschap) Subjectieve veiligheid (onveiligheidsgevoel, vermijdingsgedrag, onveilige plekken)
3 8 11 14
2
Bedrijvigheid en veiligheid
17
2.1 2.2 2.3 2.4
Veilig winkelgebied Veilige bedrijven Veiligheid rondom uitgaan en horeca Veilige evenementen
17 18 19 22
3
Jeugd en veiligheid
24
3.1 3.2 3.3
Overlastgevende jeugd Criminele jeugd (verdachten, HALT) Jeugd, alcohol en drugs
24 25 27
4
Fysieke veiligheid
28
4.1 4.2 4.3
Verkeersveiligheid Brandveiligheid Externe veiligheid
28 29 30
4.4
Risicobeheersing door brandweer
31
5
Integriteit en veiligheid
32
Colofon Gemeente Leiden Beleidsonderzoek en Analyse (BOA) Serie Statistiek 2012 / 15 november 2012 071 – 516 5064
[email protected] www.leiden.nl/statistiek
2
Inleiding Hoe is het gesteld met de veiligheid en leefbaarheid in Leiden? Op die vraag is niet zo maar een antwoord te geven. Want wat is veilig? Wil je dan weten hoe veilig Leiden is in vergelijking met voorgaande jaren? Of wil je juist vergelijken met andere steden van vergelijkbare omvang? En gaat het over veel voorkomende criminaliteit, of bijvoorbeeld om evenementen? Gaat het om veiligheid die is vastgelegd in bijvoorbeeld aangiften, of om het gevoel van de burger? De veiligheidssituatie in Leiden, bekeken door de bril van de gemeente, heeft vele facetten, die in deze uitgave zo veel mogelijk aan bod komen. Bronnen De twee belangrijkste bronnen zijn de Veiligheidsmonitor en cijfers uit de registratiesystemen van de politie. De Veiligheidsmonitor is een enquête onder burgers: hoe ervaren zij leefbaarheid en veiligheid? Sinds 2008 is een min of meer stabiele cijferreeks opgebouwd, waarbij in 2009 en 2011 zelfs is ingezoomd tot op het niveau van de tien CBS-districten die Leiden telt. Wat betreft de cijfers van de politie spelen veranderingen ons parten: de politie is in 2009 overgegaan op een ander registratiesysteem. In deze nieuwe opzet zijn nu cijfers van 2010 en 2011 beschikbaar. Vergelijking met eerdere jaren is dus niet mogelijk. Presentatie Er zijn verschillende indelingen mogelijk om de cijfers te presenteren. In de Programmabegroting is een indeling naar beleidsterreinen en doelen. In het Integraal Veiligheidsplan is een indeling naar speerpunten. Ook de gebiedsscan, die de politie heeft opgezet (tertiaalscan) gaat in op onderdelen van het geheel. Voor deze uitgave is niet voor één van deze indelingen gekozen om de simpele reden dat is gezocht naar een indeling die • zo min mogelijk aan verandering en beleidsprioriteiten onderhevig is, • allesomvattend is, • maar waar wel ruimte is voor extra aandacht voor speerpunten Er is gekozen voor de indeling van de VNG: de methode Kernbeleid Veiligheid. Deze methode is speciaal voor gemeenten ontworpen voor het ontwikkelen van integraal veiligheidsbeleid. De VNG heeft deze methode in 2010 herzien. In de methode worden vijf veiligheidsvelden met elk een aantal thema’s onderscheiden. De vijf velden komen in deze uitgave terug als hoofdstukken.
3
1.
Veilige woon- en leefomgeving Een veilige woon- en leefomgeving voldoet aan bepaalde eisen op sociaal en fysiek gebied. Deze aspecten komen, zowel objectief als subjectief, aan de orde in dit hoofdstuk. Prettige relaties tussen de mensen die er wonen en verblijven (1.1 Sociale kwaliteit), een prettige openbare ruimte, zonder te veel ergernissen en overlast (1.2 Fysieke kwaliteit) en zo min mogelijk criminaliteit in de eigen omgeving (1.3 Veel voorkomende criminaliteit). Paragraaf 1.4 gaat in op de subjectieve veiligheid, zoals gevoel van onveiligheid en vermijdingsgedrag.. Voor de volgende speerpunten uit het Integraal Veiligheidsplan en de Programmabegroting worden in dit hoofdstuk cijfers geleverd: • huiselijk geweld • woninginbraken • overlast gerelateerd aan zwervers en daklozen • handhaven alcoholbeleid • beperken criminaliteit (in de eigen leef- en woonomgeving)
1.1. Sociale kwaliteit Sociale cohesie De sociale kwaliteit van een buurt heeft betrekking op de ‘intermenselijke relaties’ in een buurt. Deze kunnen bijvoorbeeld gemeten worden aan de betrokkenheid in de buurt en sociale netwerken. Ze kunnen onder druk komen te staan door allerlei vormen van overlast (van buren, zwervers, drugs). Sociale kwaliteit kan worden gemeten met de schaalscore ‘sociale cohesie’ uit de Veiligheidsmonitor en is gebaseerd op de volgende stellingen: • de mensen kennen elkaar in deze buurt nauwelijks; • de mensen gaan in deze buurt op een prettige manier met elkaar om; • ik woon in een gezellige buurt, waar veel saamhorigheid is; • ik voel me thuis bij de mensen die in deze buurt wonen. De sociale cohesie is voor Leiden al jaren 5,8 of 5,9. Nederland als geheel scoort een 6,3. Sociale cohesie
Nederland
6,3
Leiden
5,8
G32
6,0
0,0
2,0
4,0
6,0
8,0
Bron: Veiligheidsmonitor Leiden, 2011
Er zijn verschillen tussen de 10 districten in Leiden gemeenten: Het Bos- en Gasthuisdistrict scoort een 5,3. Stevenshof en de Binnenstad Noord en – Zuid scoren een 5,5. Deze districten hebben dus een lagere sociale cohesie. Aan de bovenkant scoren Leiden Noord, het Roodenburgerdistrict en het Boerhaavedistrict een 6,5. 4
Sociale overlast In 2011 registreerde de politie in Leiden bijna 2.400 incidenten van sociale overlast. Dit betreft verschillende vormen van overlast. Hoofdstuk 3 gaat dieper in op de jeugd(overlast). Aantal incidenten overlast in de woon- en leefomgeving Leiden 2010 Totaal sociale overlast/sociale kwaliteit
Leiden 2011 2.384
2.569
Waarvan:
Woonoverlast/ burengerucht/relatieproblemen
Drugsoverlast
Overige sociale overlast
1.799
1.748
Overlast overspannen persoon
245
259
Overlast zwervers
279
159
Overlastgevende jeugd
81
87
165
131
1.258
958
Bron: Politie Hollands Midden
Onderstaande grafiek geeft het percentage Leidenaren weer, dat denkt dat bepaalde vormen van overlast vaak voorkomt in de buurt. Dat hoeft nog niet te betekenen dat men er ook last van heeft. Vanaf 2012 zal de vraagstelling hierop iets wijzigen, en wordt ook gevraagd of men er zelf daadwerkelijk overlast van heeft. Jongerenoverlast is, samen met dronken mensen op straat en geluidsoverlast (anders dan van verkeer) het meest voorkomende buurtprobleem. Het lastig worden gevallen op straat, overlast van drugs en overlast van zwervers/daklozen komt volgens de bewoners minder vaak voor. Sociale overlast in de buurt: % komt vaak voor 15% overlast groepen jongeren
12% geluidsoverlast (geen verkeer)
6% overlast zw ervers/daklozen
3% op straat lastig gevallen
13% dronken mensen op straat
6% drugsoverlast
0%
2%
4%
6% 2008
8% 2009
10% 2010
12%
14%
16%
2011
Bron: Veiligheidsmonitor Leiden
5
Deze cijfers verhullen wel de onderling soms grote verschillen tussen de districten: • dronken mensen op straat: varieert van 3% (Stevenshof, Roodenburger) tot 40% en 41% (respectievelijk Binnenstad-Noord en Zuid). • groepen jongeren: varieert van 4% (Roodenburger) tot 27% (Binnenstad-Zuid). Ook de andere items variëren, maar minder sterk. Drugsoverlast komt in 4 districten wat meer voor: Binnenstad-Noord en Binnenstad-Zuid, Leiden-Noord en het Stationsdistrict. Het is een speerpunt om de overlast gerelateerd aan zwervers en daklozen terug te dringen. Omdat dit voor een belangrijk deel in Leiden-Midden speelt worden hiervan ook de cijfers per stadsdeel weergegeven. Overlast van drugs is gerelateerd aan overlast van zwervers/daklozen, daarom wordt ook dit uitgesplitst naar stadsdeel. Overlast zwervers / daklozen en drugs per stadsdeel: % komt vaak voor 5% drugsoverlast West 3% drugsoverlast Zuid 6% drugsoverlast Noord 10% drugsoverlast Midden
2% overlast zw ervers/daklozen West 2% overlast zw ervers/daklozen Zuid 5% overlast zw ervers/daklozen Noord 15% overlast zw ervers/daklozen Midden
0%
2%
4%
6%
2008
Bron: Veiligheidsmonitor Leiden
6
8% 2009
10% 2010
12% 2011
14%
16%
Sociale cohesie, sociale overlast en rapportcijfer leefbaarheid Tot slot van deze paragraaf combineren we deze gegevens uit de Veiligheidsmonitor met het rapportcijfer ‘leefbaarheid’ om een beeld te geven van de perceptie van de woon- en leefomgeving per district. De leefbaarheid is weergegeven in een rapportcijfer, de andere twee grootheden als een schaalscore, waarbij voor de sociale overlast geldt (donkerste staafjes): hoe lager, hoe beter.
Sociale cohesie, sociale overlast en rapportcijfer ‘leefbaarheid’ 9,0 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0 Binnenstad- BinnenstadZuid Noord
Stations district
LeidenNoord
Roodenburg erdistrict
Bos- en Gasthuisdistrict
Morsdistrict
Boerhaaved istrict
Merenw ijk
Stevenshof
Slaaghw ijk
Merenw ijk (excl. Slaaghw ijk)
Sociale cohesie
5,5
5,5
6,0
6,5
6,5
5,3
5,7
6,5
6,0
5,5
5,2
6,3
Sociale overlast
3,9
3,6
2,6
2,3
1,0
1,5
2,2
1,5
1,7
1,6
3,1
1,2
rapportcijf er leef baarheid
7,5
7,3
7,3
6,9
7,7
7,2
7,0
7,8
7,3
7,2
6,5
7,6
Bron: Veiligheidsmonitor Leiden 2011
We zien bijvoorbeeld dat het Roodenburgerdistrict een grote sociale cohesie en weinig sociale overlast heeft; de leefbaarheid krijgt daar een hoog rapportcijfer. Dit beeld vinden we ook in de Merenwijk (exclusief de Slaaghwijk) en Boerhaavedistrict. In Binnenstad-Zuid is eveneens een hoog rapportcijfer voor de leefbaarheid, ‘ondanks’ relatief veel sociale overlast en weinig sociale cohesie. De Slaaghwijk staat er op basis van deze gegevens het minst goed voor: veel sociale overlast, weinig cohesie en een wat lager rapportcijfer voor de leefbaarheid, maar nog altijd een 6,5. Deze en meer informatie is terug te vinden in het tabellenboek van de Veiligheidsmonitor 2011.
7
1.2. Fysieke kwaliteit Bij de fysieke kwaliteit draait het om de vraag hoe de openbare ruimte (met de fysieke voorzieningen) erbij staat. Is er verkeersoverlast en heeft men last van vernielingen? Fysieke voorzieningen De aanwezigheid van fysieke voorzieningen en het onderhoud ervan kan van invloed zijn op de leefbaarheid en het veiligheidsgevoel in de buurt. Inwoners konden aan de hand van de volgende stellingen het voorzieningenniveau in hun buurt beoordelen: • in de buurt zijn de wegen, fietspaden en pleintjes goed onderhouden; • in de buurt zijn de perken, plantsoenen en parken goed onderhouden; • in de buurt is het buiten goed verlicht; • in de buurt zijn goede speelplekken voor kinderen; • in de buurt zijn goede voorzieningen voor jongeren. Zowel door de tijd heen als in de vergelijking met de G32 zijn er weinig opvallende verschillen. In de onderlinge vergelijking met de districten scoort Roodenburgerdistrict beter dan gemiddeld op alle onderdelen. Leiden-Noord en Stevenshof scoren op een aantal onderdelen (en de schaalscore als geheel) slechter dan gemiddeld. Schaalscore fysieke voorzieningen
Schaalscore fysieke voorzieningen
2008
2009
2010 5,9
2011 Leiden 6,1
2011 G32 5,9
5,8
5,8
Stellingen: •
wegen, paden, pleintjes zijn goed onderhouden*
62%
61%
63%
67%
63%
•
groen is goed onderhouden*
62%
61%
64%
69%
65%
•
buurt is buiten goed verlicht*
75%
74%
77%
77%
73%
•
er zijn goede speelplekken*
48%
49%
53%
54%
56%
•
er zijn goede voorzieningen voor jongeren*
18%
17%
18%
18%
20%
* % (helemaal) mee eens Bron: Veiligheidsmonitor Leiden
Verkeersoverlast Ook verkeersoverlast kan een probleem voor de buurt vormen en wordt gemeten in de Veiligheidsmonitor met een schaalscore. Deze is samengesteld uit de volgende onderdelen: • • • •
te hard rijden parkeeroverlast geluidsoverlast door verkeer agressief verkeersgedrag.
Schaalscore verkeersoverlast, Leiden en G32 5
4,1
4,0
4
3,7
3,7
3,8
2010
Leiden 2011
G32 2011
3 2 1 0 2008
Bron: Veiligheidsmonitor Leiden
8
2009
De ervaren verkeersoverlast als geheel is in Leiden vergelijkbaar met de G32 gemiddeld. In de loop der jaren zijn de vormen van verkeersoverlast in Leiden niet meer of minder geworden. Vergeleken met de G32 heeft de Leidenaar minder last van te hard rijden in de buurt, maar meer parkeeroverlast. Dit laatste deelt ze met andere oude steden als bv. Haarlem, Gouda en Schiedam.
Vormen van verkeersoverlast, Leiden en G32
35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% 2008
2009
2010
Leiden 2011
G32 2011
% te hard rijden
26%
25%
22%
25%
32%
% geluidsoverlast verkeer
15%
17%
14%
16%
16%
% agressief verkeersgedrag
12%
11%
10%
12%
14%
% parkeeroverlast
33%
31%
29%
32%
28%
Bron: Veiligheidsmonitor Leiden
Vernieling en verloedering In 2011 telde de politie 1.298 incidenten op het gebied van vernieling (1.269) en overige fysieke overlast (29). Dit is beduidend minder dan 2010, toen waren het er nog 1.568. Denk hierbij aan vernielingen van auto’s, openbaar vervoer, gebouwen en andere objecten. Ook de Veiligheidsmonitor geeft informatie over vernielingen, maar dan gaat het vooral om eigendommen, meer dan om de openbare ruimte. Het heet hier ‘vandalismedelicten’. 16% van de Leidenaren is hier het afgelopen jaar slachtoffer van geweest; 10% had vernielingen aan de auto. De combinatie van deze twee bronnen maakt duidelijk dat de politie maar een deel van de vernielingen in de registraties heeft. De schaalscore ‘fysieke verloedering’ (Veiligheidsmonitor) heeft wel helemaal met de openbare ruimte te maken. Het gaat hier om de vraag of in de buurt hondenpoep, bekladding, rommel op straat en vernieling van straatmeubilair vaak voorkomen. Bekladding lijkt langzaam af te nemen, evenals vernieling van straatmeubilair. Vergeleken met de G32 ervaart Leiden minder bekladding en meer rommel op straat. Slaaghwijk en Leiden-Noord scoren op (bijna) alle onderdelen van de schaalscore ‘fysieke verloedering’ slecht. Daar, maar ook in de binnenstad vindt meer dan de helft van de inwoners bijvoorbeeld dat rommel op straat vaak voorkomt.
9
Schaalscore fysieke verloedering, Leiden en G32 5 4,0
3,8
4
4,0
4,0
Leiden 2011
G32 2011
3,7
3 2 1 0 2008
2009
2010
Bron: Veiligheidsmonitor Leiden
Fysieke verloedering, verschillende aspecten, Leiden en G32
40% 35%
34%
32% 32%
31%
32%
31% 28%
30%
32%
29% 26%
25% 20% 15%
12%
11% 10%
10%
9%
10%
9%
10%
8% 6%
5%
5% 0% 2008
% bekladding
2009
% hondenpoep
Bron: Veiligheidsmonitor Leiden
10
2010
Leiden 2011
% rom m el op s traat
G32 2011
% vernielingen s traatm eubilair
1.3. Objectieve veiligheid / veel voorkomende criminaliteit We bespreken hier de ‘veel voorkomende’ criminaliteit die mensen als inwoner treft. Hiervoor zijn twee bronnen: onderzoeksresultaten uit de Veiligheidsmonitor en registratiecijfers van de politie. Slachtofferschap op basis van de Veiligheidsmonitor: de ervaring van de Leidenaar De Veiligheidsmonitor wijst uit dat een op de drie Leidenaren het afgelopen jaar slachtoffer is geweest van enig delict. Dit is iets meer dan in de G32. Het meest voorkomende delict is fietsendiefstal (10% van de Leidenaren). Dit verklaart het wat hoger dan gemiddelde slachtofferschap in Leiden van vermogensdelicten. De meest ernstige delicten zitten in de categorie ‘geweldsdelicten’.7% van de Leidenaren is hier het afgelopen jaar slachtoffer van geweest. % inwoners dat afgelopen jaar slachtoffer is geweest van een delict Waarvan slachtoffer?
Leiden 2008
Slachtofferschap, totaal (1 of meer delicten) - Geweldsdelicten, totaal (tussen haakjes: waarvan bedreiging) - Vermogensdelicten, totaal (tussen haakjes: waarvan fietsendiefstal) - Vandalismedelicten, totaal (tussen haakjes: waarvan beschadiging auto)
34%
Leiden 2009 35%
7%
(5%)
19%
7%
Leiden 2010 32%
Leiden 2011 35%
(5%)
7%
(4%)
(9%)
18% (10%)
17%
18% (12%)
19% (12%)
15%
7%
G32 2011 30%
(5%)
6%
(4%)
(8%)
19% ( 10%)
16%
(6%)
(9%)
16% (10%)
15% (10%)
Bron: Veiligheidsmonitor
De vaak voorkomende fietsendiefstal in Leiden wordt vaak toegeschreven aan het feit dat Leiden een studentenstad is. Echter, ook vergeleken met andere studentensteden als Delft en Nijmegen heeft Leiden veel fietsendiefstal. Leiden staat, na Utrecht, Ouder-Amstel en Amsterdam, van alle (227) deelnemende gemeenten aan de Veiligheidsmonitor op de vierde plaats. Slachtofferschap op basis van de politiecijfers De Informatierapportage van de politie Hollands Midden heeft een categorie ‘objectieve veiligheid / veel voorkomende criminaliteit’. Dit omvat vermogens- en geweldsdelicten. Het totale aantal incidenten van criminaliteit in deze categorie is van 2010 op 2011 nagenoeg gelijk gebleven. Wel zijn er verschillen in de onderliggende soorten criminaliteit.
11
Aantal incidenten ‘veel voorkomende criminaliteit’, bekend bij politie Incidenten Veel voorkomende criminaliteit
Leiden 2010 8.478
Leiden 2011 8.459
Waarvan: - diefstal/ inbraak woning
592
- diefstal/ inbraak garage, schuur
722
118
138
- overige diefstal/inbraak/vermogensdelicten
1.788
1.881
- (brom-)fietsen diefstal
1.693
1.635
- diefstal (van/af) motorvoertuig
1.105
1.212
- mishandeling
876
749
- bedreiging
449
417
1.182
1.019
- zeden
171
213
- overige criminaliteit
504
473
- ruzie, vechtpartij
Bron: Politie Hollands Midden
In het IVP (Integraal Veiligheidsplan) is woninginbraak een speerpunt. Het aantal incidenten ‘diefstal/inbraak woning’ is gestegen van 2010 op 2011. Ook als we het relateren aan het aantal woningen is het risico op een woninginbraak gestegen. In 2011 waren er 722 incidenten van diefstal/inbraak in een woning, waarvan 74 in studentenwoningen. In 2012 zijn tot 1 oktober 391 woninginbraken geregistreerd, waarvan 50 in studentenwoningen. Aantal incidenten diefstal / woning Incidenten diefstal/ inbraak woning
Leiden 2010 592
Leiden 2011 722
Waarvan: - inbraak woning (incl. poging tot) - diefstal in/uit woning (zonder braak) - diefstal in/uit woning gevolgd door geweld Woninginbraakrisicocijfer (aangiften diefstal/inbraak per 1.000 woningen)
495
573
95
146
2
3
9,1
12,0
Bron: Politie Hollands Midden
In Leiden komt relatief veel fietsendiefstal voor, zagen we in de Veiligheidsmonitor. Het aantal geregistreerde incidenten is in 2011 iets gedaald ten opzichte van 2010. Aantal incidenten (brom-)fietsendiefstal Incidenten (Brom-)fietsendiefstal
Leiden 2010 1.693
Leiden 2011 1.635
Waarvan: - diefstal van fiets - diefstal van bromfiets/snorfiets - diefstal van (brom-)fiets gevolgd door geweld Bron: Politie Hollands Midden
12
1.405
1.358
282
274
6
3
Een specifieke categorie geweldsincidenten is de High Impact Crime: incidenten van overval, straatroof en (een specifiek aantal soorten) geweld. Dit aantal is gedaald in 2011. Aantal incidenten High Impact Crime Leiden 2010 1.292
Incidenten High Impact Crime
Leiden 2011 1.133
Waarvan: - overval (in woning of bedrijf)
37
- straatroof - geweld
23
85
53
1.170
1.057
Bron: Politie Hollands Midden
De politie maakt voor de gemeente Leiden een speciale selectie om het aantal incidenten en aangiften ‘huiselijk geweld’ te kunnen bepalen. We zien dat het aangiftepercentage sinds 2008 is gedaald. Het aantal incidenten schommelt nogal. Het probleem bij dit onderwerp is dat het doel uiteraard is het aantal incidenten zo klein mogelijk te laten zijn, maar dat wel zoveel mogelijk incidenten die gepleegd zijn bekend zijn bij de politie.
Incidenten en aangiften huiselijk geweld in Leiden 1000 800 600 400 200 0
2008
2009
2010
2011
aangif ten
208
215
177
156
incidenten
608
797
790
652
aangif te%
34%
27%
22%
24%
aangiften
incidenten
40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%
aangifte%
Bron: Politie Hollands Midden
13
1.4. Subjectieve veiligheid Onder subjectieve veiligheid wordt hier verstaan of men zich wel eens onveilig voelt, en dan met name in de eigen buurt. Ook gaat het om gedrag om bepaalde mogelijk onveilige situaties te vermijden en om specifieke plekken of situaties waarin men zich onveilig kan voelen. In het algemeen blijkt dat op alle aspecten van subjectieve veiligheid de G32 als groep minder scoort dan het gemiddelde in Nederland. Dit geldt in sterke mate voor het zich wel eens onveilig voelen op bepaalde plekken. Onveiligheidsgevoelens In de Veiligheidsmonitor (VM) wordt gevraagd of men zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt. De uitkomst voor Leiden is dat 20% zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt. 33% van de Leidenaren voelt zich wel eens onveilig in het algemeen. Dit laatste percentage schommelt door de jaren heen rond de 30%. Over heel Nederland is dit gemiddeld 25%, voor de G32 is dit 31%. Dit laatste verschilt niet significant van Leiden. Het rapportcijfer voor de veiligheid in de eigen buurt is in Leiden al jaren een 6,9 of 7,0. In de G32 is dit in 2011 een 6,7. Gevoelens van (on)veiligheid Leiden
Leiden
Leiden
Leiden
G32
2008
2009
2010
2011
2011
6,9
6,9
7,0
6,9
6,7
25%
30%
27%
33%
31%
2%
3%
2%
2%
3%
18%
22%
20%
20%
23%
1%
3%
2%
2%
3%
Rapportcijfer veiligheid eigen buurt Voelt zich wel eens onveilig (algemeen) Voelt zich vaak onveilig (algemeen) Voelt zich weleens onveilig in eigen buurt Voelt zich vaak onveilig in eigen buurt Bron: Veiligheidsmonitor
Hieronder staan de 22 middelgrote deelnemende steden aan de Veiligheidsmonitor 2011. Leiden is de 6e van rechts. Dit houdt in dat relatief weinig mensen zich wel eens onveilig voelen in de eigen buurt (20% in Leiden, 23% gemiddeld). Voelt u zich wel eens onveilig in uw eigen buurt? 100%
80%
60%
40%
20%
Bron: Veiligheidsmonitor 2011
14
soms
zelden
nooit
e oll Zw
er sf oo
rt
lo
ft He
o
el D
n
el m Al
e
de
Ed
ng e
Am
Le
vaak
Le i
de eu wa rd en Al km aa r Za an st ad
m
sc he En
32 G
H
aa r le
ed a Br
ee r
re ch t
m
Do rd
nb os ch
et er
ge er to 's
-H
Zo
d
er e m Al
a
on lm
He
nl o
ou d G
Ve
n
ve n
eg e
nd ho
ij m N
Ei
m
ur g Ti lb
nh e Ar
Sc
hi ed
am
0%
Vermijdingsgedrag Om onveiligheidsgevoelens te voorkomen of verminderen kan men bepaalde situaties of plekken vermijden. De meest voorkomende manier om onveiligheid te vermijden is ’s avonds de deur niet open doen (14% van de Leidenaren doet dit vaak, vergelijkbaar met de G32). Dit gebeurt vaker door ouderen (29% vaak) en vrouwen (19% vaak). Maar ook jongeren vertonen soms vermijdingsgedrag. Vermijdingsgedrag en onveiligheidsgevoel dat men vaak vertoont
Omlopen/omrijden om onveilige plekken te mijden
6% 6%
Zich onveilig voelt 's avonds op straat -
6% 5% 13%
Niet open doen
14%
Niet op gemak voelen alleen thuis
3% 3%
Kind toegang tot bepaalde plekken verbieden
3%
Leiden
G32
4%
0%
2%
4%
6%
8%
10%
12%
14%
16%
Bron: Veiligheidsmonitor 2011
Onveilige plekken Als de Leidenaren wordt gevraagd om van een aantal specifieke plekken aan te geven of men zich er wel eens onveilig voelt, wordt vooral genoemd: daar waar jongeren rondhangen (51% vaak of soms). Ouderen vinden dit overigens minder vaak dan jongeren. De verschillen met de G32 zijn klein. % dat zich (vaak of soms) onveilig voelt op bepaalde plekken 8% 7%
in eigen huis
31% 30%
treinstation
52% 51%
w aar jongeren rondhangen 31% 30%
rondom uitgaansgelegenheden
30%
in het centrum
26% 18%
w inkelgebied
15% 19% 19%
openbaar vervoer 0%
10%
20%
Leiden
30%
40%
50%
60%
G32
Bron: Veiligheidsmonitor 2011
15
Subjectieve veiligheid en achtergrondkenmerken Het blijkt dat de gevoelens van (on)veiligheid nogal verschillen naar achtergrondkenmerken. Onder ander de volgende verschillen komen naar voren: mannen/vrouwen vrouwen vertonen meer vermijdingsgedrag dan mannen vrouwen voelen zich vaker onveilig op bepaalde plekken, met name bij het station en waar groepen jongeren rondhangen vrouwen voelen zich vaker onveilig, zowel in het algemeen als in de buurt leeftijd jongeren (15 t/m 34 jaar) voelen zich vaker onveilig, zowel in het algemeen als in de buurt ouderen (met name 65+) vertonen meer vermijdingsgedrag (nl. de deur niet open doen) jongeren voelen zich vaker onveilig op bepaalde plekken, met name rondom uitgaansgelegenheden, in het openbaar vervoer en…… waar groepen jongeren rondhangen. herkomst niet-westerse allochtonen vertonen meer vermijdingsgedrag opleidingsniveau mensen met een lager opleidingsniveau vertonen meer vermijdingsgedrag (met name de deur niet open doen) mensen met een lager opleidingsniveau voelen zich minder vaak onveilig bij allerlei plekken, zoals uitgaansgelegenheden, waar groepen jongeren rondhangen en bij het station.
16
2.
Bedrijvigheid en veiligheid Dit hoofdstuk gaat over veiligheid in winkelgebieden (2.1), veiligheid in en om bedrijven (2.2), veiligheid rondom het uitgaan en de horeca (2.3) en bij evenementen (2.4). Voor de volgende speerpunten uit het Integraal Veiligheidsplan en de Programmabegroting worden in dit hoofdstuk cijfers geleverd: • overlast rondom horecagelegenheden • evenementen
2.1 Veilig winkelgebied In 2011 zijn in Leiden 682 incidenten geweest die te maken hebben met diefstal of inbraak in winkels. Dit is onveranderd ten opzichte van 2010. Incidenten in het winkelgebied
Winkeldiefstal
Leiden 2010
Leiden 2011
626
623
Inbraak winkel
59
59
Totaal
685
682
Bron: Politie Hollands Midden
Ook is aan inwoners van Leiden gevraagd in hoeverre men zich wel eens onveilig voelt op bepaalde plekken. Hier worden zeven plekken genoemd (in algemene zin), waaronder twee in een winkelgebied. Onveilige plekken winkelgebied Leiden
Leiden
G32
2010
2011
2011
In het centrum van de gemeente
27%
26%
30%
In het winkelcentrum/winkelgebied in mijn eigen buurt
13%
15%
18%
Voelt u zich op onderstaande plekken wel eens onveilig?
Bron: Politie Hollands Midden
Leidenaren voelen zich meer dan gemiddeld in de G32 veilig in de winkelgebieden. Toch voelt 15% zich wel eens onveilig in een buurt-winkelcentrum en 26% in het centrum van de stad.
17
2.2 Veilige bedrijven Dit thema heeft betrekking op de veiligheid in winkelgebieden en bij andere bedrijven en kantoren. Incidenten bij bedrijven Leiden 2010
Leiden 2011
Diefstal/inbraak in bedrijven of kantoren
229
226
Overvallen (niet in woning)
25
19
Totaal
254
245
Bron: Politie Hollands Midden
In Leiden vonden er in 2011 23 overvallen plaats. Dat was een stuk minder dan het jaar ervoor (37). Omdat in begroting en Veiligheidsplan als indicator het totale aantal overvallen is opgenomen vermelden we hier ook de overvallen in een woning. Aantal overvallen in woningen, op geldlopers en in bedrijven 40
37
35 30 19
20 15 10 5
23
22
25 12 4
3 0
0 overval in w oning
overval op geldloper/bank 2010
Bron: Politie Hollands Midden
18
overige overvallen (bedrijven) 2011
Totaal
2.3 Veiligheid rondom uitgaan en horeca Het verminderen van overlast in het uitgaansleven en rondom horecagelegenheden en daarmee samenhangend het handhaven van het alcoholbeleid zijn speerpunten van het veiligheidsbeleid. De overlast wordt zowel door de politie geregistreerd (incidenten overlast horeca) als ook gemeten met de Veiligheidsmonitor. De politie registreerde in 2011 in totaal 350 incidenten van overlast van horeca. Incidenten overlast horeca
Incidenten overlast horeca (totaal)
Leiden 2010
Leiden 2011
380
350
Bron: Politie Hollands Midden
Op verzoek van de gemeente Leiden selecteert de politie uitgaansgeweld. Dit is geweld dat op bepaalde tijden in bepaalde straten plaatsvindt. In 2011 waren dit er 195. De gewenste dalende trend is hiermee ingezet. De definitie is: “Alle door de politie geregistreerde geweldsincidenten die plaatsvonden op donderdag-, vrijdag,- en zaterdag avond/nacht tussen 22:00 en 8:00 uur op de volgende straten: Beestenmarkt, Nieuwe Beestenmarkt, Oude Singel, Steenstraat, Turfmarkt, Stadhuisplein, Nieuwe Rijn, Burgsteeg, Nieuwstraat, Beschuitsteeg, Hartesteeg, Diefsteeg, Pieterskerkchoorsteeg, Pieterskerkhof, Pieterskerkgracht, Korte Mare, Lammermarkt, Lange Mare, Oude Vest, Janvossensteeg, Hogewoerd, Noordeinde, Doelensteeg, Rapenburg, Breestraat, Schoolsteeg, Langebrug, Papengracht.”
Incidenten geweldsincidenten in het uitgaansgebied 209
201
217
206
203
2008
2009
193
185
177
195
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Bron: Politie Hollands Midden
Hoe ervaren de burgers de horecaoverlast in een studentenstad als Leiden? Horecaoverlast kan bestaan uit (geluids)overlast van de horeca zelf of van dronken mensen op straat. Dit laatste hoeft overigens niet afkomstig te zijn uit de horeca. Van belang is om hier te melden hoe de vraagstelling in de Veiligheidsmonitor is. Aan de respondenten wordt een rij buurtproblemen voorgelegd, waaronder horecaoverlast en overlast van dronken mensen. Aan hen wordt gevraagd of men denkt dat het vaak in de buurt voorkomt. Een hoge score hierop hoeft dus niet te betekenen dat de respondent er ook daadwerkelijk last van heeft. Vanaf 2012 is deze vraagstelling gewijzigd: dan wordt zowel gevraagd of het probleem voorkomt als ook of men er last van heeft.
19
In Leiden denkt ca. 13% van de inwoners dat ‘overlast van dronken mensen op straat’ vaak in de buurt voorkomt. Dit is meer dan in de G32. Alleen Schiedam scoort slechter op dit punt. Delft, Haarlem, Arnhem, Tilburg en Eindhoven scoren net iets (maar niet significant) minder dan Leiden. Ca. 3% denkt dat overlast van horecagelegenheden vaak voorkomt. % Leidenaren dat denkt dat overlast van horecagelegenheden en van dronken mensen op staat vaak in de buurt voorkomt, Leiden en G32 20%
14%
13%
13%
13% 9%
10%
4%
4%
3%
3%
2%
0% 2008
2009 2010 2011 G32 2011 dronken mensen op straat horecagelegenheden
Bron: Veiligheidsmonitor
Beide vormen van overlast variëren sterk binnen Leiden. Het meest in het oog springend is de spreiding van overlast van dronken mensen op straat: van 2 tot 3 % in de Merenwijk exclusief Slaaghwijk, de Stevenshof en het Roodenburgerdistrict tot 41% in de Binnenstad-Zuid. De overlast van horecagelegenheden varieert van 0% in het Roodenburgerdistrict tot 11% in de Binnenstad. Een indicator in het Integraal Veiligheidsplan betreft horecaoverlast in Leiden-Midden.
% inwoners dat denk dat overlast van horecagelegenheden in de buurt vaak voorkomt
2011
LeidenMidden 2011
Overlast van horecagelegenheden komt vaak voor
3%
10%
Overlast van dronken mensen op straat komt vaak voor
13%
38%
Leiden
Bron: Veiligheidsmonitor
20
Hieronder is een volledige uitsplitsing van deze twee buurtproblemen naar stadsdeel weergegeven. Stadsdeel Midden komt overduidelijk naar voren als een gebied met grotere horeca-gerelateerde buurtproblemen. % inwoners dat denkt dat overlast van horecagelegenheden en van dronken mensen op staat vaak in de buurt voorkomt, per stadsdeel
6% overlast dronken mensen op straat W est 4% overlast dronken mensen op straat Zuid 9% overlast dronken mensen op straat Noord 38% overlast dronken mensen op straat Midden
2% overlast horecagelegenheden W est 2008
1%
2009
2010
2011
overlast horecagelegenheden Zuid 1% overlast horecagelegenheden Noord 10% overlast horecagelegenheden Midden
0%
5%
10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45%
Bron: Veiligheidsmonitor
21
2.4 Veilige evenementen Leiden is een stad met veel evenementen, groot en klein. Aan de ene kant dragen ze bij aan een levendige stad en trekken hiermee bezoekers van binnen en buiten de gemeente. Aan de andere kant kunnen met name de bewoners hier ook hinder van ondervinden. En het is van groot belang de veiligheid van het publiek te waarborgen. Evenementen zijn dan ook een speerpunt in het veiligheidsbeleid. Om meer inzicht in dit onderwerp te krijgen is in 2011 een extra vragenblok toegevoegd aan de Veiligheidsmonitor. De rapportage hiervan is uiteraard in het Leidse rapport van de Veiligheidsmonitor opgenomen. Hier volgt een aantal hoofdpunten. Driekwart van de Leidenaren staat positief tegenover evenementen. Circa 12% is negatief hierover. Opvallend is dat deze overwegend positieve houding in alle districten zichtbaar is, ook daar waar men toch redelijk vaak overlast ervaart. 22% ervaart wel eens overlast. In Binnenstad-Zuid is dit 51%. In totaal ondervindt 3% vaak overlast. Dit varieert van 1% tot 3% in acht van de tien districten tot 7% en 12% in de twee districten in de binnenstad. % inwoners dat overlast heeft van evenementen 51%
Binnenstad-Zuid
12% 44%
Binnenstad-Noord
7% 38%
Stationsdistrict
3%
Leiden-Noord
3%
Roodenburgerdistrict
1%
Bos- en Gasthuisdistrict
1%
Morsdistrict
1%
Boerhaavedistrict
3%
Merenwijkdistrict
2%
Stevenshofdistrict
2% 1%
Leiden
3%
14%
17%
13%
19%
35%
14%
% ja % vaak
22%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Bron: Veiligheidsmonitor
Met name de grotere evenementen zorgen voor de overlast (62% van de mensen die wel eens overlast hebben heeft vooral daarvan overlast). De belangrijkste vorm van overlast is geluidsoverlast van het evenement zelf.
22
Vormen van overlast van evenementen (% van de mensen die wel eens overlast ervaren) Leiden 2011 Geluidsoverlast van het evenement zelf 40% Bereikbaarheid van woningen, winkels etc.
23%
Groepen mensen op straat
11%
Parkeeroverlast
7%
Vervuiling
6%
Anders
10%
Bron: Veiligheidsmonitor
De politie registreert overlast-incidenten rondom evenementen. Zowel in 2010 als in 2011 betrof dit 34 incidenten. Aantal overlast-incidenten rondom evenementen
34
34
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Bron: Politie Hollands Midden
23
3.
Jeugd en Veiligheid In dit hoofdstuk gaan we in op overlastgevende jeugd (3.1), op criminele jeugd (3.2) en op jeugd, alcohol en drugs (3.3). Voor het volgende speerpunt uit het Integraal Veiligheidsplan en de Programmabegroting worden in dit hoofdstuk cijfers geleverd: • overlast door jongeren
3.1 Overlastgevende jeugd Van 2010 op 2011 is een daling van 300 te zien in de door de politie geregistreerde incidenten van overlastgevende jeugd, van 1.258 tot 958. Een beperkt deel betreft vandalisme en baldadigheid, het grootste deel betreft meldingen over overlastgevende jeugd. Sociale kwaliteit: aantal incidenten overlast in de woon- en leefomgeving 2010 1.258
Overlastgevende jeugd
2011 958
Waarvan:
vandalisme / baldadigheid
melding overlast jeugd
187
117
1.071
841
Bron: Politie Hollands Midden
In Leiden geeft 15% aan dat overlast van groepen jongeren vaak voorkomt in de buurt. Dat hoeft nog niet te betekenen dat men er ook last van heeft. Vanaf 2012 zal de vraagstelling hierop iets wijzigen, en wordt beide gevraagd. Jongerenoverlast is, samen met dronken mensen op straat en geluidsoverlast (anders dan van verkeer) het meest voorkomende buurtprobleem. De overlast van groepen jongeren varieert sterk per district. De ontwikkelingen door de tijd zijn beperkt. % Leidenaren dat denkt dat overlast van groepen jongeren in de buurt vaak voorkomt
9%
Merenwijk (excl. Slaaghwijk)
28%
Slaaghwijk 16%
Stevens hof 14%
Merenwijk 9%
Boerhaavedis trict
18%
Mors dis trict
2009
14%
Bos - en Gas thuis -dis trict 4%
Roodenburgerdis trict
17%
Leiden-Noord 13%
Stations dis trict
18%
Binnens tad-Noord
27%
Binnens tad-Zuid 0%
Bron: Veiligheidsmonitor
24
2011
5%
10%
15%
20%
25%
30%
Ook naar achtergrondkenmerken zijn er opmerkelijke verschillen. Alleen de categorieën die afwijken van het Leids gemiddelde zijn genoemd. Zo denken jongeren, niet-westers allochtonen en mensen met een middelbare opleiding vaker dat er overlast is in de buurt van groepen jongeren dan 65plussers, westers allochtonen en mensen met een hogere opleiding. % Leidenaren dat denkt dat overlast van groepen jongeren in de buurt vaak voorkomt, naar een aantal achtergrondkenmerken 2011 Leiden, totaal 15%
15-34 jaar
18%
65+
8%
westers allochtoon
11%
niet-westers allochtoon
20%
middelbaar onderwijs
19%
hoger onderwijs
11%
Bron: Politie Hollands Midden
3.2 Criminele jeugd Verdachten Om de jongere verdachten in een perspectief te plaatsen worden hier ook cijfers van andere leeftijdsgroepen weergegeven. In Leiden zijn er in 2011 ca. 1.500 verdachten vanaf 12 jaar. Dat zijn er ruim 600 minder dan vier jaar eerder. Dat is niet alleen in absolute zin, maar ook per 10.000 inwoners vanaf 12 jaar een behoorlijke daling. Van die ca. 1.500 verdachten zijn er ca. 150 12 t/m 17 jaar en ca. 420 zijn 18 t/m 24 jaar. In alle leeftijdsgroepen is een daling te zien, maar het sterkst bij de 12 t/m 17 jarigen. In absolute zin zijn (natuurlijk) de meeste verdachten ouder dan 24 jaar. De tweede grafiek laat zien dat dat per 10.000 inwoners uit de overeenkomstige leeftijdsgroep bepaald niet zo is. Sinds 2011 zijn relatief de meeste verdachten (per 10.000 inwoners) tussen de 18 en 24 jaar. Daarvoor was dat bij de 12 t/m 17 jarigen. Aboluut aantal Leidse verdachten, naar leeftijd 1.282
1.217
Aantal Leidse verdachten per 10.000 inw. met overeenkomstige leeftijd
436
1.150
422 371
941
392 382
937
305 557 303
2007
580
273
2008 12 t/m 17 jr
332 290 262 232
504
459
423
156
148
139
115
283 208
2009
114
154
2010
18 t/m 24 jr
> 25 jr
2011
2007
2008 12 t/m 17 jr
2009
2010
18 t/m 24 jr
2011
> 25 jr
Bron: KLPD
25
Een bijzondere groep zijn de zogenaamde ‘jeugdige veelplegers’ en ‘harde kern’ jongeren. Ook hier zien we een flinke daling de afgelopen jaren. Jeugdige veelplegers zijn jongeren in de leeftijd van twaalf tot en met zeventien jaar, tegen wie in het gehele criminele verleden meer dan vijf keer een proces-verbaal is opgemaakt, waarvan tenminste één in het peiljaar De ‘harde kern’ jongeren zijn jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 24 jaar, die in het peiljaar twee zware delicten hebben gepleegd en bovendien in de jaren daarvoor drie antecedenten hebben én jongeren die in het peiljaar tenminste drie zware delicten hebben gepleegd Aantal jeugdige veelplegers en harde kern jongeren (absolute aantal en per 10.000 inwoners met overeenkomstige leeftijd) 2007
2008
2009
2010
2011
- absoluut aantal
14
19
13
12
7
- op de 10.000
20
27
19
18
11
- absoluut aantal
70
74
60
54
48
- op de 10.000
32
34
27
24
21
jeugdige veelplegers (12 t/m 17 jr)*
harde kern (12 t/m 24 jr) **
Bron: KLPD
HALT HALT Hollands Midden – Haaglanden geeft preventieve voorlichting, training, advies en ondersteuning op het gebied van jeugdcriminaliteit. Ook voert Halt HMH lokaal preventieve projecten uit. Door middel van de Halt-afdoening werkt Halt HMH repressief tegen de jeugdcriminaliteit. In Leiden kwamen er in totaal in 2011 110 verwijzingen voor HALT binnen: 72 jongens en 38 meisjes. De daling sinds 2009 (toen waren het er 124) is overigens helemaal toe te schrijven aan de jongens. De meeste jongeren die zijn doorverwezen zijn 14 jaar. HALT- doorverwijzingen naar leeftijd 40 34
35 30 25 19
20
19
10
15
13
15 9
5
1
0 12 jaar
13 jaar
Bron: Jaaroverzicht HALT, 2011
26
14 jaar
15 jaar
16 jaar
17 jaar
18 jaar en ouder
Van de 110 HALT-doorverwijzingen in 2011 zijn er 73 positief afgerond en 27 zijn nog in behandeling. De overige werden niet in behandeling genomen (9) of negatief afgerond (1). De meeste jongeren (47) worden doorverwezen na een (winkel) diefstal. Daarna is vuurwerk de grootste boosdoener (27) en ongeoorloofd verzuim (15). HALT geeft ook veel voorlichting. Er zijn acht lesmethoden, gericht op groep 8 van het primair onderwijs en de eerste klas van het voortgezet onderwijs. HALT komt ook op ouderavonden en levert maatwerk.
3.3 Jeugd, alcohol en drugs In het najaar van 2008 is de meest recente Jeugdpeiling van de GGD gehouden in Leiden. Dit levert o.a. cijfers op over het gebruik van genotmiddelen. Van de 12 en 13 jarigen heeft 25% ooit alcohol gedronken, 13% de afgelopen maand. Ze dronken gemiddeld 2 glazen per week. Dit loopt op tot 9 glazen als ze 18 jaar zijn. Onder binge-drinken wordt verstaan: het drinken van 5 of meer glazen bij één gelegenheid. Hoewel de meting niet in alle opzichten vergelijkbaar is met die van 2003 is toch door de GGD de conclusie getrokken dat jongeren in 2008 in de maand voor het onderzoek minder hebben gedronken dan vijf jaar eerder. 12 tot 14 jarigen drinken minder glazen per week dan vijf jaar eerder, de 15 t/m 17 jarigen juist meer. Alcoholgebruik jongeren 18 jaar
Gemiddeld
12-13 jaar
14-15 jaar
16-17 jaar
Ooit alcohol gedronken
25%
57%
82%
82%
59%
Afgelopen maand alcohol gedronken
13%
40%
73%
73%
52%
Afgelopen maand binge-drinken
8%
28%
52%
52%
38%
Gemiddeld aantal glazen per week
2,0
4.8
7.5
9.0
6.4
12-18 jaar
Bron: Jeugdpeiling GGD, 2008
De cijfers voor drugsgebruik liggen als volgt. Significante verschillen met 2003 zijn niet gevonden.
Drugsgebruik jongeren 18 jaar
Gemiddeld 12-18 jaar
12-13 jaar
14-15 jaar
16-17 jaar
Ooit cannabis gebruikt
3%
21%
37%
48%
25%
Afgelopen maand cannabis gebruikt
1%
9%
15%
18%
10%
Ooit harddrugs gebruikt
1%
2%
5%
13%
4%
Afgelopen maand harddrugs gebruikt
0%
1%
1%
4%
2%
Bron: Jeugdpeiling GGD, 2008
27
4.
Fysieke veiligheid Fysieke veiligheid omvat de terreinen verkeersveiligheid (4.1), brandveiligheid (4.2), externe veiligheid (4.3) en rampenbestrijding/risicobeheersing (4.4). ‘Rampenbestrijding en crisisbeheersing’ is binnen de fysieke veiligheid een speerpunten in het Leidse veiligheidsbeleid.
4.1
Verkeersveiligheid Verkeersveiligheid heeft betrekking op veiligheid voor de verkeersdeelnemers. Deze veiligheid wordt beïnvloed door fysieke factoren (infrastructuur) en het rijgedrag van verkeersdeelnemers. Allereerst volgt een overzicht van de verkeersongevallen in Leiden. Het aantal ongevallen lag in 2011 4% lager dan in 2010. Verkeersongevallen Verkeersongevallen
Leiden 2010 1.170
Leiden 2011 1.124
Waarvan
Ongevallen met dodelijke afloop
Ongevallen met letsel
253
168
Ongevallen met materiële schade
917
954
0
2
Bron: Politie Hollands Midden
De overtredingen zijn wat minder makkelijk in beeld te brengen. De politie (VNG-BVH overzichten) levert de aantallen die door de politie zijn geconstateerd. Snelheidsovertredingen en door rood licht rijden, voor zo ver geregistreerd door een camera, zijn hier niet in opgenomen. Het rijden onder invloed is wel volledig in beeld, in de zin dat dit altijd door een agent wordt geconstateerd. In 2011 waren er door de politie 579 incidenten van rijden onder invloed en 41 snelheidsovertredingen geconstateerd. Verkeersovertredingen Leiden 2010 498
Leiden 2011 579
Onbevoegd rijden*
109
92
Snelheidsovertredingen (excl. geregistreerd met camera’s)
17
41
Rijden onder invloed
* rijden tijdens ontzegging rijbevoegdheid, na invordering rijbewijs, zonder rijbewijs, tijdens rijverbod en joyriding
Op basis van de Veiligheidsmonitor is een schaalscore Verkeersoverlast samengesteld. Leiden scoort hier in de tijd stabiel op. De score is vergelijkbaar met de G32. De schaalscore is gebaseerd op vier stellingen, waarvan twee direct met verkeersveiligheid hebben te maken: 32% denkt dat ‘te hard rijden’ vaak voorkomt in de buurt, 14% denkt dat van agressief rijgedrag. Zie voor meer informatie paragraaf 1.4 Fysieke veiligheid.
28
4.2
Brandveiligheid In de regio Hollands Midden is in 2011 een vragenblok aan de Veiligheidsmonitor toegevoegd over de brandweer en brandveiligheid. Hier volgen de Leidse uitslagen. 9% heeft wel eens contact gehad met de brandweer, waarvan een derde (dus 3% van het totaal) het afgelopen jaar. 32% maakt zich wel eens zorgen over brandveiligheid, vooral thuis (75% maakt zich hier wel eens zorgen over) en tijdens het uitgaan (34%). 84% beoordeelt de eigen woning als redelijk tot zeer veilig. Er is gevraagd wat men doet om de brandveiligheid in de woning te verbeteren. Voorzichtig zijn met vuur en het controleren of alles uit is als men weggaat zijn het vaakst genoemd. Wat doet de Leidenaar om brandveiligheid in de woning te vergroten? niets
4%
branddeken
21%
vluchtplan/vluchtroute
22%
schoorsteen/installaties laten controleren brandblusser rookmelder
27% 33% 66%
voorzichtig met vuur
76%
controleren of gas, t.v. en vuur uit zijn
76%
0%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80%
Bron: Veiligheidsmonitor 2011
Cijfers over branden komen zowel via de politie als via de brandweer. De brandweer redeneert vanuit hulpverlening en de politie meestal vanuit opsporing. Zo is brandstichting vooral voor de politie van belang. Daarmee liggen de werkvelden en ook de informatieverstrekking uit elkaar. De brandweer registreerde in 2011 ruim1.700 incidenten, waaronder dienstverlening en brandmeldingen door een Openbaar Meldsysteem (OMS). Natuurlijk weerden er ook branden geregistreerd (427). De politie had in hetzelfde jaar 317 incidenten met brand. Hiervan bleken 203 brandstichting te betreffen. Dit is aanzienlijk meer dan in 2010.
29
Aantal incidenten branden bij brandweer en politie Leiden 2010
Leiden 2011
n.b.
1.715
Brandweer Aantal incidenten, geregistreerd door brandweer waarvan
branden
meldingen Openbaar Meldsysteem (OMS)
781
dienstverlening
434
ongeval
Aantal (brandweer) incidenten per 10.000 inwoners
n.b.
427
73 n.b.
145
231
317
Politie Aantal incidenten branden, geregistreerd door de politie
waarvan brandstichting
122
203
Bron: Politie en Brandweer Hollands Midden
4.3
Externe veiligheid Bij dit thema staan de risico’s in de woonomgeving centraal. Deze zijn onder te verdelen in vier groepen: transport en opslag van gevaarlijke stoffen
extreem weer en overstromingen bedreiging van de volksgezondheid (grieppandemie)
uitval van nutsvoorzieningen (gas, water, elektriciteit e.d.)
De helft van de Leidenaren is zich bewust van risico’s in hun omgeving, één op de vijf Leidenaren maakt zich er wel eens zorgen over. Eerst richten we ons op de directe woonomgeving. Welke risicovolle situaties zijn volgens de Leidenaren in de woonomgeving aanwezig? Risicovolle situatie in de woonomgeving aanwezig? Tankstation
2011 45%
Transport gevaarlijke stoffen
25%
Opslag gevaarlijke stoffen
9%
Vuurwerkopslag
8%
Mogelijk terroristisch doelwit
4%
Bron: Veiligheidsmonitor Leiden 2011
Opslag en transport van gevaarlijke stoffen worden als het meest gevaarlijk ervaren, mocht dit in de woonomgeving aanwezig zijn.
30
Er zijn ook risico’s die wat minder aan de woonomgeving zijn gebonden. In hoeverre ervaart de Leidenaar die als een risico? Ervaren risico 2011 Uitval nutsvoorzieningen
51%
Bedreiging volksgezondheid
37%
Extreme weersomstandigheden
30%
Overstroming
21%
Natuurbrand
5%
anders
7%
Bron: Veiligheidsmonitor Leiden 2011
Op de vraag of men zich zorgen maakt over deze risico’s antwoordt 2% vaak en 18% soms. 80% maakt zich dus geen zorgen hierover. De belangrijkste reden om zich eventueel zorgen te maken is dat men er geen invloed op heeft. Mensen wordt geadviseerd een noodpakket in huis te hebben. Hierin zitten artikelen waarmee een periode van drie dagen kan worden overbrugd zonder hulp van buitenaf. 43% van de Leidenaren kent het noodpakket niet. 34% heeft het hele pakket of onderdelen er van in huis. 23% kent het wel, maar heeft niets in huis. Bijna de helft van de Leidenaren wil geïnformeerd worden over risico’s in de woonomgeving en hoe men zich kan voorbereiden op een ramp. Bijna iedereen van hen (89%) wil deze informatie van de gemeente ontvangen, en dan het liefst per brief of folder.
4.4
Risicobeheersing door brandweer De brandweer verantwoordt zich naar de gemeenten toe o.a. met hun activiteiten op het gebied van risicobeheersing. Risicobeheersing 2011 Toezicht houden
351
Adviesaanvragen evenementenvergunningen
105
Adviesaanvragen WABO
344
Adviesaanvragen overig
67
Brandveiligheidseducatie
2
Bezwaarschriften op brandweeradviezen
-
Bron: Brandweer Holland Midden
31
5.
Integriteit en veiligheid De bestuurlijke aanpak van georganiseerde misdaad is een speerpunt van het Leids veiligheidsbeleid. Hieronder wordt o.a. de hennepteelt, vastgoedfraude, mensenhandel, wapenbezit en computercriminaliteit verstaan. Voor veel activiteiten van de georganiseerde misdaad zijn lokale voorzieningen en netwerken nodig. Zo komen de boven- en onderwereld met elkaar in contact. Hier kan een ‘bestuurlijke aanpak’ aanvullend werken op een strafrechtelijk onderzoek: de gemeente kan maatregelen nemen om de georganiseerde misdaad te belemmeren in haar activiteiten. Leiden focust zich de komende jaren op hennepteelt en vastgoedfraude. De politie registreerde op het terrein van de georganiseerde misdaad de volgende incidenten. Aantal incidenten georganiseerde criminaliteit Drugshandel
Leiden 2010 141
Leiden 2011 138
Waarvan:
Bezit, handel en vervaardigen softdrugs
66
49
Bezit, handel en vervaardigen harddrugs
75
89
Overige incidenten georganiseerde criminaliteit
414
Waarvan oplichting Totaal georganiseerde criminaliteit bron: Politie Hollands Midden
32
432 217
555
237 570