Inhoud Inhoud
1
Borrellezing Plexus
16
Van de Penningmeester
2
Onderwijszaken
18
Column
3
Intro
19
BMT on Stage, New York
4
ProBoKoCo, tappers stellen zich voor
20
Oh, zit dat zo! Glasvochttroebeling
6
Puzzel
21
SG Lezing, Maarten van Rossum
7
Prot Goes Science, Nobelprijs Geneeskunde
22
Rebus
9
BMT-nieuws
24
In de Sprotlight, Rob van der Heijden
10
Lieve Bouzo
26
Afstuderen bij... Philips Healthcare
12
Protlied & Agenda
27
Introkamp
14
Colofon
28
Voorwoord De eerste Protatype die ik voor jullie mag maken, nieuwe ideeën, maar wel in het oude jasje. Of moet ik zeggen het nog redelijk nieuwe jasje, aangezien dit pas de derde uitgave is die hierin verschijnt. Mijn voorganger heeft een hele nieuwe layout geïntroduceerd met haar vierde uitgave. Dit jaar zal er nagedacht worden over nieuwe rubrieken en inhoudelijke aanpassingen. Om alvast een voorproefje te geven hebben we de nieuwe rubriek ‘BMT nieuws’. Hierin worden zaken belicht die in de media
Sandra van Tienhoven zijn geweest op het gebied van BMT. Ook zal er een doorlopend thema zijn voor de kaft in de vijf edities die in mijn jaar vallen. Dit thema is de vijf elementen. De eerste is de aarde. Het leek ons namelijk wel aardig om de aard van de komende Protatypes aan elkaar te koppelen. We beginnen met de aarde omdat daar alles uit ontstaat. Op de achterkant staat nog een mooi gedicht en wat toelichting in stijl. Voor de volgende elementen zul je nog even moeten wachten tot mijn andere uitgaves!
Van de Penningmeester
Mark van ‘t Erve
Hallo Mensen, in deze Protatype mag ik als nieuw bestuur zijnde de spits afbijten en wat vertellen over het “wie, wat, waar en waarom” van de penningmeester. Over dat “wie” en “waar” kan ik kort zijn. Ik ben Mark van ’t Erve, 21 jaar en 4de-jaars BMT-student. Dat “waar” is voor de meeste van jullie ook geen groot mirakel. Over het algemeen ben ik te vinden in het Prothok (W-hoog 1.14) en om specifiek te zijn rechts-achterin bij het raam. Mocht je me hier niet kunnen vinden dan kan je altijd In Vivo nog proberen. Over het “wat” en “waarom” valt toch wat meer te vertellen. De Van Dale geeft de volgende definitie van penningmeester: “degene die de gelden van verenigingen beheert”. Sommige leden van deze vereniging zouden dit al snel vertalen naar: koffie drinken, muziek luisteren, spelletjes spelen en af en toe declaraties uitbetalen. Dat is een beeld waar ik me tot op zekere hoogte wel in kan vinden. Een goede bak koffie maakt het leven een stuk aangenamer. Muziek is een pre voor een goede sfeer (en om goed te kunnen werken als het geluidsniveau aan de ledentafel weer eens boven de, door de arbo gestelde, norm komt). Computerspelletjes zijn een goede manier om even te ontspannen, of om juist lekker gestrest te worden als je net dat ene level niet uitgespeeld krijgt. Bekende Penningmeester Prothok spelletjes zijn: Counter-Strike, GTA, Peggle en als kers op de Van de Valk appelmoes: de vloek van Multivers. Dit laatste niet te verwarren met vloeken op Multivers, een favoriet penningmeesterklusje. Het meest herkenbare penningmeesterklusje is misschien wel declaraties uitbetalen. Als het om eigen geld gaat zijn mensen opeens heel geïnteresseerd in mijn werkzaamheden. Het is daarom wel vreemd dat sommige mensen vergeten dat declaraties een maand
2
na de activiteit binnen moeten zijn, omdat deze anders niet meer uitbetaald worden. *tip* Maar nu genoeg over koffie, muziek, spelletjes en declaraties. De opmerking die mijn voorganger maakte bij mijn aanstellen dekt perfect de lading van de functie: “Als penningmeester heb je veel geld maar ben je niet rijk”. Je bent verantwoordelijk voor elke cent die uitgegeven wordt of binnen komt. Dit houdt niet in dat je alleen bezig bent met stoffige bezigheid zoals: bonnetjes inplakken, kasgeld tellen en rekeningen betalen. Als “rijkste” man van deze vereniging heb ik de beschikking over mijn “eigen” computer een golfclub, sigaren en een gouden ring. Dan blijft er natuurlijk altijd nog wat over om van te dromen. Zoals iedereen weet is de verenigingskleur van Prot, pantone 485 C, oftewel RAL 2002 oftewel rood. Dit in combinatie met het feit dat onze bakfiets nog steeds kapot is, brengt mij op een in mijn ogen onontbeerlijk verenigingseigendom. De Protagorasrode Ferrari. Dit is meteen een goede reden om het over de “waarom” van de penningmeester te hebben. Sommige dromen blijven helaas dromen. Het is mijn taak om dat proces te controleren en ervoor te zorgen dat bepaalde declaraties gemotiveerd niet uitbetaald worden. Dan wil ik nog een van mijn taken belichten, namelijk het tellen van de kassa. En om specifiek te zijn de inhoud van de kassalade, met het tellen van de kassa ben je natuurlijk snel klaar. Dit is echter een secuur klusje dat altijd met twee personen dient te gebeuren. Het is altijd lastig om een 2de teller te vinden. Dit terwijl het toch het enige moment is dat je je als penningmeester even echt rijk kunt rekenen en dit gevoel kunt delen. Dus voor het echte Dagobert Duck gevoel, tellers zijn altijd welkom!
Column Van bindend studieadvies naar harde knip, studenten hebben het zwaar! Of, zo lijkt het. Studeren is voor Nederlanders al een heel lange tijd vanzelfsprekend: een zekerheidje. Luisterend naar het verhaal van Alexander Rinnooy Kan tijdens de opening van het academisch jaar (predikend over hoe Nederland genoegen neemt met ambities om ‘gemiddeld’ te zijn, worden en blijven) bedenk ik mij hoe goed studenten het in Nederland wel niet hebben; we hebben dan niet de meest hoogwaardige onderzoekscentra, universiteiten of bedrijven, maar wel kunnen alle Nederlandse jongeren gaan studeren. Waarom dit zo goed is? In de Verenigde Staten kan een jongere niet studeren als zijn of haar ouders niet genoeg geld hebben om tuition fees te betalen. In China kunnen familieleden van overheidsfunctionarissen aan de beste universiteiten studeren. Een miljard anderen moeten wachten tot hun naam geroepen wordt. En wij, nuchtere Nederlanders, lopen te rellen omdat tijdens een economische crisis het kabinet besluit de studiefinanciering twee jaar lang te bevriezen. Maar studiefinanciering bevriezen is nog altijd studiefinanciering ontvangen. De compensatie die wij (eigenlijk alle door de overheid betaalde lonen) elk jaar ontvangen voor inflatie, wordt dit en volgend
Remi Verhoeven
jaar niet uitgekeerd. Hadden we ook niet last van een economische krimp? Men kan dus beargumenteren dat die bijstelling naar beneden zou moeten worden bijgesteld. Maar dan is er ook nog zoiets als een harde knip. Een vaste barrière tussen de bachelor- en masterfase. Een maatregel die bevorderend moet werken voor de studenten. Wat doen ‘wij’ echter: protesteren! Want, zo claimt de LSVb (landelijke studenten vakbond), het heeft een nadelig effect op de studieduur en doorstroming. En terecht! Het hele idee achter de harde knip is dat studenten meer bewust worden van het moment van afronding van hun bachelor. Veel studenten nu, waaronder ikzelf, ronden hun bachelor wel af nadat zij begonnen zijn met het volgen van mastervakken. Maar moet dit dan zo blijven omdat het nu toch al gebeurd? Moeten boerka’s legaal blijven omdat mensen ze nu op hebben? Moeten jongeren die ouderen uit een buurt wegpesten gedoogd worden, omdat mensen dat tot noch toe altijd gedaan hebben? Ik vind dat er ook door ons ‘studenten’ nauwkeurig gekeken moet worden naar wat wij eigenlijk kosten. Of het onderwijssysteem optimaal geregeld is en of dat de NS vaak genoeg op tijd rijdt zijn andere discussies, maar bedenk wel: we hebben het verdomd goed in Nederland!
Protpraat Anne’s moeder: “Mijn dochter en ik hebben gewoon een hele open relatie.” Roel: “Ow da’s toevallig, Anne en ik ook.”
Lieke: “Ik heb net 10 minuten met Danny’s W’er staan praten!” Danny: “Hé Robbin, ik heb blijkbaar ook een W’er.”
Mathieu: “Die sinterklaas-cd zou ik bewaren voor de sinterklaasborrel” Wilma: “Ja, maar hij is van 2007”
Willeke: “Het is echt jammer dat we zo weinig protpraat binnen het bestuur hebben.” Sandra: “Dat komt omdat we allemaal zo slim zijn.”
Sandra: “Fruit is echt agressief”
Robbin: “Maar ik heb aan het eind van het jaar ook tieten!”
3
BMT On Stage
Joeri Heynens
Molecular Imaging Institute, Contrastmiddelen en MRI Hey allemaal, Het is hier nu 12 uur ’s nachts, terwijl ik dit stukje schrijf en nog steeds op mijn stageplek ben! Ik loop namelijk stage in New York City, waar de werktijden nogal variëren. Bij dezen wil ik jullie wat meer vertellen over mijn stage en mooie leventje hier. Begin 2009 was het tijd om na te denken over waar ik mijn externe stage zou willen lopen. Daar had ik niet lang voor nodig, aangezien ik mijn huidige begeleider, Willem Mulder, kende van het Protagoras Symposium 2006 (‘Cells out of control’) en de stageplek New York City zou kunnen worden. Na veel geregel met visa, beurzen en huisvesting (en een mooi afscheidsfeest) ben ik afgelopen 1 september begonnen hier aan het Translational and Molecular Imaging Institute van de Mount Sinai School of Medicine. In deze vakgroep wordt vooral onderzoek gedaan naar contrastmiddelen en MRI, een beetje vergelijkbaar met de Biomedical NMR groep van prof. Klaas Nicolaij. De internationale vakgroep hier is erg gezellig en de meesten zijn hier aan het promoveren. Mijn project gaat over imagen van Abdominale Aorta Aneurisma’s, kortweg triple A disease genoemd. Bij deze ziekte wordt de wand van de aorta, net boven de nieren, afgebroken, waardoor deze flink kan verwijden. Mensen met deze ‘ziekte’ merken dit meestal niet en de kans dat de aorta scheurt, is vrij groot. Indien dit gebeurt, bloed je bin-
4
nen een paar minuten dood. Klinkt dus als een nuttig onderwerp om aan te werken. De bedoeling is om de ziekte in muizen te imagen met behulp van een contrastmiddel. Eerst worden de muizen ‘ziek’ gemaakt door mijn vriend Ahmed hier, een Franse PhD, waar ik veel mee samenwerk. Hij implanteert pompjes in deze beestjes, die hier als ongedierte worden gezien (en waarmee dus alles gedaan mag worden). Deze pompjes geven een stof af waardoor de muizen binnen een week zo’n triple-A krijgen. Ik heb de eerste weken een contrastmiddel gemaakt dat kan binden aan collageen, een stof die ‘over expressed’ is in de wand van de aorta van muizen met triple-A. Daarna zijn we begonnen aan het scannen van de muizen met MRI, voor en na inspuiten van het contrastmiddel. Aangezien het scannen met veel muizen wordt gedaan en we vaak gebonden zijn aan de tijden dat de scanner vrij is, komt het vaker voor dat we van ’s avonds tot midden in de nacht scannen, zoals nu. De echte ‘American way of life’ dus. De eerste resultaten zijn echter veelbelovend; na 24 uur injectie blijkt er een flinke verhoging van het MRI-signaal te zijn bij muizen met triple-A. Er wordt hier al druk gespeculeerd over een mooie publicatie in een goed wetenschappelijk tijdschrift, zou mooi zijn natuurlijk!
Naast al deze werkuren heb ik ook al flink wat uren doorgemaakt in dé wereldstad. Ik woon in Manhattan, in Upper East Side, 10 minuutjes lopen van het beroemde Central Park. Mijn stageplek Mount Sinai is 15 minuten lopen en ligt ook aan Central Park, dus de lunch vond afgelopen weken voornamelijk daar plaats. Het weer is tot nu toe prima, bijna elke dag zonnig en nog niet koud. Dat zal echter snel veranderen en dan wordt het minder; de winters hier zijn streng! Van de stad heb ik al veel gezien, uiteraard alle toeristische dingen: Empire State building (was laatst oranje van kleur voor onze prins en prinses), Time Square (elke dag komen hier duizenden mensen op af), het Vrijheidsbeeld (veel kleiner dan in de films), Ground Zero (een grote bouwput), Brooklyn Bridge (erg mooi, zie de foto), Rockefeller Centre (waar ze nu de beroemde ijsbaan die je in de films ziet aan het bouwen zijn) en natuurlijk de negerwijk Harlem.
de mensen; Nederland heeft New York ‘gesticht’) en ik heb mogen feesten met tientallen andere Nederlandse studenten op de beat van Armin van Buuren, gehouden op een eilandje voor Manhattan met supermooie skyline (zie foto). Verder moet er natuurlijk ook gestapt worden, en mannen in Eindhoven: kom hierheen; de vrouwtjes zijn erg gewild en ze lijken nogal wanhopig (en dragen erg korte rokjes). Ook zijn mijn tante en broer al op bezoek geweest en ben ik benieuwd wie er volgen. Mijn eerste trip heb ik ook al gemaakt; een week lang mocht ik in Montreal (Canada) het World Molecular Imaging Congress bijwonen; erg relaxed als je vriendin daar toevallig ook stage loopt. Boston is de volgende stad op het lijstje en de plannen liggen klaar om na mijn stage drie weken rond te gaan reizen in Mexico! Jullie mogen me dus nog een tijdje missen. Succes daar met studeren in het ‘saaie’ (maar toch ook wel leuke) Eindhoven! Laat het me weten als je vragen hebt over NY of stage hier.
[email protected] Groeten uit the Big Apple! Joeri
Naast deze toeristische dingen heb ik handje mogen schudden met prinses Máxima en prins WillemAlexander, die hier waren ter gelegenheid van het 400-jarig bestaan van New York (voor de minder algemeen ontwikkel-
5
Oh, zit dat zo!
Daniël Eisink
Glasvochttroebeling Myodesopsie of in gewoon Nederlands glasvochttroebeling zijn de punten, draden en stofwebben die schaduwachtig op iemands blik vallen wanneer ze zich de luxe kunnen veroorloven naar buiten te staren. Zoals het volgende gedichtje stelt volgen de ‘floaters’, zoals ze in het Engels heten, de oogbeweging, wat het praktisch onmogelijk maakt er recht naar te kijken. “Oh squiggly line in my eye fluid. I see you lurking there on the periphery of my vision. But when I try to look at you, you scurry away. Are you shy, squiggly line? Why only when I ignore you, do you return to the center of my eye? Oh, squiggly line, it’s alright, you are forgiven.” Stewie Griffin In tegenstelling tot wat velen denken is de ‘troebeling’ niet iets dat zich op de lens van het oog bevindt, maar het bevindt zich in het oog, namelijk in het glasvocht zoals de naam al doet vermoeden. Het glasvocht, beter bekend als het glasachtig lichaam, is de ruimte tussen de lens en het netvlies. Het is gevuld met bindweefselfilamenten waartussen zich hyaluronzuurmoleculen bevinden die grote hoeveelheden water kunnen binden. Hierdoor is het glasvocht een geleiachtige
6
substantie die doorzichtig van kleur is zodat licht zonder hinder het netvlies kan bereiken. Het oog neemt de filamenten – net als de haarvaten in het netvlies – niet waar omdat ze een vaste positie hebben in het glasachtig lichaam en worden dus als een soort van ruis uitgefilterd. Wanneer oude stukken bindweefsel en ander cellulair restmateriaal zich in het glasvocht bevindt kan deze min of meer los rondzweven tussen de filamenten. Waneer het oog beweegt volgen de ‘troebelingen’ met enige vertraging de oogbeweging en, omdat een beweging niet door het oog als ruis wordt weggefilterd, worden ze waar genomen. Omdat de ‘troebeling’ zich achter de lens bevindt worden ze nooit scherp in beeld gebracht wat hun schaduwachtige verschijning verklaart. Iedereen heeft glasvochttroebling, de eerste stukjes zijn het gevolg van materiaal dat overblijft tijdens de constructie van het oog tijdens de embryonale fase. In sommige gevallen echter kan het zo ernstig worden dat het zicht gehinderd wordt. Wanneer men veroudert, verdikt het glasvocht waarbij collageen wordt afgebroken. Hierbij ontstaat extra glasvochttroebling. Bijzienden hebben hier extra aanleg voor. Een andere reden, bij ouderdom, voor het optreden van ‘troebeling’ is dat op latere leeftijd het glasvocht de neiging heeft los te laten van het netvlies. De ‘troebeling’ die hierbij optreedt is meestal ringvormig. Een derde reden voor het vormen van ‘troebeling’ is bloed in het glasachtig lichaam, dit kan optreden bij het hierboven genoemde loslaten van het netvlies en bij mensen met diabetes. Meer redenen tot ‘troebeling’ zijn trauma aan het oog en onsteking. Onderzoek naar ernstige myodesopsie kan alleen door het ondervragen van de patiënt omdat de ‘troebeling’ simpelweg niet is waar te nemen door te speuren naar scheuren die netvliesloslating als gevolg hebben en in het netvlies die ‘troebeling’ veroorzaakt. De scheuren zijn te behandelen met lasertherapie en anders wordt in extreme gevallen het glasvocht vervangen door een andere vloeistof.
SG: De 20e eeuw
Mark Bruurmijn
Ouderjaarsconference zonder Nieuwjaar Er zijn van die mensen die niet zo van colleges houden. Al dat geklets van zo’n meneer of, in uitzonderlijke gevallen op deze universiteit, een mevrouw voor een zaal vol slaperige koppen is ook niet zelden een uitputtingsslag, zowel voor de arme spreker als voor zijn luisteraars. Het is een bijzonder meelijwekkend gezicht om de groep geplaagde studenten op maandag- of vrijdagochtend in de collegebanken te zien klauteren; probeer het maar eens en kijk om je heen op een onbewaakt moment. Zelf behoor ik ook tot die groep geplaagde studenten en vind ik het vaak na een half uur wel weer welletjes, maar daar had Maarten van Rossem, emeritus hoogleraar geschiedenis, ook bekend van tv, tijdens de door Studium Generale georganiseerde lezing geen boodschap aan. In zijn vierenhalf uur durende redevoering – hij zou hiermee de toespraak van Fidel Castro van vier uur en negenentwintig minuten overtreffen – schetste Van Rossem een beeld van de ‘korte twintigste eeuw’. Korte, omdat de besproken periode liep vanaf het begin van de Eerste Wereldoorlog tot en met de val van de Berlijnse muur. Niks nieuws dus eigenlijk. Het aantrekkelijke van de avond zat ‘m dus niet zozeer in de inhoud, maar vooral in de manier van spreken. Het was dan ook geen college, het was een voorstelling. Met de manier waarop hij inspringt op opmerkingen van het publiek (“Het koningshuis is toch gewoon leuk?”) toont Van Rossem zich een aardig kleinkunstenaar. Ik ben ervan overtuigd dat hij volle zalen zou kunnen trekken met zijn eigen revue, daar
hoeft niet eens een dansje of een liedje bij; het publiek komt wel. Dat bleek ook uit de overvolle zaal, die aandachtig luisterde hoe Van Rossem de belangrijkste gebeurtenissen van de afgelopen negentig jaar uit de doeken deed. Sommige wat gedetailleerder dan andere, getuige het feit dat hij na het behandelen van de Tweede Wereldoorlog nog maar een half uur over had om de Koude Oorlog, de Vietnamoorlog en de Koreaoorlog beet te pakken. De hele situatie in het MiddenOosten is dan ook gemakshalve overgeslagen. Maar ja, vierenhalf uur is ook maar kort, natuurlijk. Of de bescheiden pauze waarin hij een Sultana tot zich nam (nooit gedacht van die man, Sultana’s) ook bij de recordpoging wordt gerekend, weet ik niet – Castro schijnt ook een broodje te hebben gegeten tijdens zijn spreekbeurt. Ondanks dat bleef Van Rossem natuurlijk gewoon op zijn kenmerkende cynische toon doorbulderen en hervatte hij zonder al te veel moeite zijn verhaal, waarbij hij voor de gelegenheid ook nog even reclame maakte voor zijn boek met dezelfde informatie, wellicht net zo boeiend als deze conference. Of het leerzaam was? Natuurlijk, maar het was vooral gewoon leuk.
7
8
Rebus
René Besseling
9
In The Sprotlight
René Besseling
Interview Rob van der Heijden, onderwijscoordinator De Protatype interviewt dit keer Rob van der Heijden, de onderwijscoordinator. Rob is in meerdere opzichten bij BMT een bekend gezicht.
Ik heb daar een tijd naar gezocht en wat kleine baantjes gedaan en toen kreeg ik de functie van studievoorlichter aangeboden. Voor een jaartje leek me dat wel leuk: ik had nog veel binding met BMT en vond het leuk om nieuwe mensen voor de studie warm te maken. Ik heb dat een half jaar gedaan en toen ben ik onderwijscoördinator geworden. Daarbij heb ik het voordeel dat ik een goed beeld van zowel studenten als medewerkers van BMT heb.
Je werkt nu samen met mensen die je op een heel andere manier kende vanuit je studententijd. Geeft dat wel eens vreemde situaties? Ik heb een tijdje gewerkt als studieadviseur en dan kreeg ik wel eens vrienden op spreekuur. Omdat er tussen die mensen en mij te weinig afstand is heb ik ze toen moeten doorsturen. Ook op de donderdagborrel merk je dat: er zijn daar mensen die mij nog kennen als de student-Rob van vroeger en anderen kennen mij als ir. Van der Heijden.
Wat dat ‘pettenconflict’ betreft kan ik me nog hevig verbaasde schakelstudenten herinneren op een BMT-feest, die jou daar totaal niet verwacht hadden.
Wat is je burgerlijke staat? Ik heb een vriendin, Femke, die ik ken uit onze studententijd; al zo’n 12 jaar. Verder hebben we een kleine van drie maanden, Jelle, die pas heeft ontdekt hoe leuk bellenblazen is. Z’n kleertjes moeten dus nu wat vaker in de was.
Je hebt BMT gestudeerd. Hoe ben je daarna als werknemer bij BMT terecht gekomen? Toen ik afstudeerde dacht ik dat ik het onderzoek in wilde.
10
Die studenten kenden mij als degene die roosterproblemen voor ze moest oplossen. Omdat zij van het HBO af kwamen realiseerden zij zich waarschijnlijk niet, dat ik ook zo leefde na werktijd. Op een universiteit is de sfeer wat losser dan op een hogeschool, omdat de studenten van nu de collega’s van morgen zijn. Los daarvan moet ik natuurlijk mijn geloofwaardigheid bewaren, waardoor ik aan bepaalde activiteiten bewust niet meer meedoe. Ik heb ook niet meer de behoefte om overal bij te zijn.
Wat vind je van het niveau van de bachelor? Ik heb gehoord dat jij zelf destijds aan een bepaald mechanicavak toch wel een aantal hertentamens hebt besteed. Over het nieuwe kwartensysteem ben ik een stuk enthousiaster dan over de oude structuur met blok- en lintvakken, maar we moeten wel het OGO-systeem nog eens goed bekijken. We hebben nu minder casussen, maar 4 weken is eigenlijk wat kort voor een casus en 8 weken weer wat lang, dus daar moet nog een oplossing voor gevonden worden. Aan het onregelmatige collegerooster, waarbij 9 colleges in 7 weken gepland moeten worden, moeten zowel studenten als docenten ook nog even wennen.
terecht zou komen.
Toevallig weet ik dat je eigenlijk wil leren lassen. Waarom? Om dezelfde reden als dat ik vind dat elke man een accuboormachine moet hebben. Lassen is één van de dingen die ik niet kan en die ik ook vast niet heel vaak ga doen, maar die ik wél handig vind om te kunnen.
Wat weet jij van het orakel van Protagoras? Hmm… Op enkele Introkampen heb ik de eer gehad het orakel te ontmoeten en verder ontken ik alles. Ik hoor bij de tweede generatie van dispuut Uisge Beatha en ook heb ik nog wat commissies gedaan, onder andere de redactie en ProBoKoCo. Dat weet echter bij Protagoras niemand meer; te lang geleden!
Hebben de korte lijntjes met Prot nog meer voordelen dan de koekenkaart? Ja, een goede relatie met de studievereniging is heel erg handig. Zo kan Protagoras dingen in touw zetten die voor de faculteit zelf soms moeilijk te regelen zijn. Zo vraag ik Protagoras altijd om een ICT-training te geven aan de eerstejaars zodat ze weten hoe OW-info en Studyweb werkt. Verder zijn er ook wel eens vacatures voor korte trainingen waarvoor je het beste in het Prothok kandidaten vindt en ik hang er de vacatures voor studentassistentschappen op.
Wat voor werk doe je over vijf jaar? [Denkt diep na] Vijf jaar geleden had ik niet gedacht dat ik nu dit werk zou doen. Over vijf jaar zal ik vast wel weer ergens anders werken waarvan ik niet gedacht had dat ik er
Jelle
11
Afstuderen bij...
Geert Litjens
Philips Healthcare, pharmacokinetisch modelleren in bortkanker-MRI Deze ‘Afstuderen bij…’ zal gaan over het project dat ik bij Philips Healthcare gedaan heb afgelopen jaar. Mijn project had betrekking op pharmacokinetisch modelleren in borstkanker-MRI. Velen van jullie zullen hier niet bekend mee zijn, dus vandaar eerst een korte introductie:
Borstkanker Borstkanker is een ziekte die impact heeft op duizenden mensen wereldwijd. Over de hele wereld sterven jaarlijks een half miljoen mensen door borstkanker, vooral vrouwen. Maar als borstkanker in de vroege stadia van de ziekte ontdekt wordt dan nadert de five-year-survival-rate 100%. Het is dus heel belangrijk om borstkanker op tijd te detecteren. Dat is de reden dat in veel Westerse landen screeningprogramma’s voor borstkanker bestaan. De meeste van die programma’s focussen zich op X-ray mammografie. Echter, voor vrouwen die een hoger risico hebben om borstkanker te krijgen zijn deze programma’s niet toereikend. Die vrouwen ontwikkelen vaak op jongere leeftijd borstkanker en op die leeftijd heeft x-ray mammografie een lagere sensitiviteit door dicht borstweefsel. Voor deze gevallen en voor gevallen waarin mammografie geen uitsluitsel gaf, wordt dynamic contrast enhanced (DCE) MRI gebruikt. In DCE MRI wordt een contrastmiddel toegediend dat gebruik maakt van het feit dat de bloedvaten in tumoren lek en slordig zijn, waardoor het contrastmiddel zich ophoopt in de tumor. Dit leidt tot een stijging van de signaal intensiteit in T1 gewogen beelden. Door het feit dat we een tijdsspanne van plaatjes hebben is het mogelijk om naar kinetisch gedrag te kijken. Echter, kinetische curves (zie figuur 1) hebben een grote inter- en intra-patiëntvariabiliteit en ook nog variabiliteit die bepaald wordt door het ziekenhuis waar de beelden gemaakt worden. Hierdoor is het analyseren van die curves niet triviaal. Pharmacokinetisch modelleren zou een antwoord kunnen zijn op deze problemen omdat het tot laesie specifieke fysiologische parameters kan leiden.
12
Mijn project Hier begint eigenlijk mijn project. De onderzoeksvraag die Philips stelde, was eigenlijk: ‘Wat heb je nodig om betrouwbaar te kunnen modelleren aan dit soort MRI-data.’ Mijn onderzoek was dus het stap voor stap uitwerken van het pharmacokinetisch modelleren op een manier die het praktisch bruikbaar maakt.
Figuur 1 Nou, als eerste hebben we natuurlijk de patiëntdata nodig. Eén van de belangrijkste eisen aan dit soort data is een hoge temporele resolutie, omdat bij het modelleren voldaan moet worden aan het Nyquistcriterium. Helaas is dit soort data voor MRI niet algemeen beschikbaar. De University of Chicago Medical Center had door onderzoek diverse hoog temporele resolutie datasets van het initiële gedeelte van de kinetische curve verkregen, in aanvulling op de reguliere laag temporele resolutie scans. Deze datasets waren de basis voor dit onderzoek. Als men dat soort data analyseert spelen een aantal factoren een belangrijke rol. De eerste van deze is het extraheren van de signaal-tijd curves uit de datasets. De moeilijkheid hierbij is dat de hoge temporele resolutie verkregen beelden anders verkregen waren dan de reguliere scans (ander aanzicht, andere signaal/ruis-verhouding.) Dit moest eerst rechtgetrokken worden, hiervoor had ik een kleine user interface geschreven.
De tweede stap na het extraheren van de signaal-tijdcurves was het converteren van de signaalintensiteit naar contrastmiddelconcentratie. In de literatuur waren er een aantal methoden die dit voor elkaar konden krijgen, allemaal gebaseerd op het gebruik van een gradient recalled echo signaalmodel. We hebben eerst onderzocht of de aanname dat T2 effecten verwaarloosd kunnen worden waar was, waaruit we concludeerden dat dit zo was. Om de concentratie uit te kunnen rekenen was het nodig om de weefsel T1 op tijdstip nul te weten. Aangezien we geen extra T1-metingen ter beschikking hadden was het nodig om een andere methode te gebruiken; wij hebben gekozen voor de referentieweefselmethode. We hebben onderzocht of versimpelingen van die methode acceptabel waren en wij hebben geconcludeerd dat deze versimpelingen niet noodzakelijk zijn en extra fouten introduceren. Het laatste stuk van conversie naar concentratie is de afschatting van de onzekerheid in de concentratiecurves, omdat deze is opgebouwd uit verschillende andere onzekerheden. We hebben een algebraïsche uitdrukking voor deze onzekerheden afgeleid door middel van een Taylorexpansie. Gemiddeld lagen de onzekerheidsniveaus op ongeveer 10% van de concentratie.
ik de vier meest bekenden naast elkaar gezet en een Monte Carlo analyse gedaan om te kijken welke modellen in welke situaties het meest geschikt zijn.
Figuur 3
Figuur 2 Hierna komt de eigenlijke pharmacokinetische analyse. Hiervoor werd gebruik gemaakt van een zogeheten compartimenten model, waarbij het lichaam wordt onderverdeeld in compartimenten. In deze situatie ga je uit van twee compartimenten, namelijk een compartiment dat het lichaam voorstelt en een compartiment dat de tumor voorstelt. Een voorbeeld van zo’n model is te zien in figuur 2. In de literatuur bestaan ontzettend veel verschillende modellen om dit soort analyses mee te doen. Tijdens mijn afstuderen heb
Ik zal daar niet al teveel over uitwijden, maar de algemene tendens in onderzoek is dat wetenschappers graag ingewikkeldere modellen gebruiken terwijl de eisen die je daarvoor aan de data stelt klinisch niet haalbaar zijn. Uiteindelijk bleek dat voor het type data dat wij hadden alleen het meest eenvoudige model geschikt was. Daarna zijn we onze klinische data gaan analyseren met behulp van dit model. We hebben de pharmacokinetische parameters van de tumor vastgesteld bij verschillende patiënten. Ook hebben we dat gedaan bij goedaardige bevindingen. Hieruit bleek dat het mogelijk lijkt om kwaadaardige en goedaardige bevindingen te onderscheiden door gebruik te maken van dit soort data. Een voorbeeld van de data die we hebben gebruikt en de curves die je verkrijgt staan in figuur 3.
13
Heb je je kostelijk vermaakt op grensde moge Pr
ot
ho
k In
Viv
o
p het introkamp der onbeelijkheden?
o
Bon sheriff, het was gaaf!
Borrellezing Plexus
Robbin van den Eijnde
Consultancy, de meeste mensen kennen het eigenlijk niet, maar het klinkt saai en buiten ons straatje. Toch is er een groep die zich verzet tegen deze eerste indruk en nieuwsgierig naar de borrellezing van Plexus is geweest. Plexus is een organisatieadviesbureau dat gespecialiseerd is in de gezondheidszorg. Op 23 september maakten we in In Vivo kennis met Marieke Maanders (oud-BMT) en Valerio Francati, twee adviseurs bij Plexus. Na een welkomstdrankje werd de lezing gestart. Er werd geopend met de vraag of wij al iets van Plexus wisten en of wij misschien al wat informatie van tevoren hadden opgezocht. Natuurlijk antwoorden wij, de goede onderzoekers die we zijn, dat we eigenlijk niks hadden bekeken. Dus werd er begonnen met een korte uitleg over wat Plexus is en wat je daar als adviseur allemaal doet. Het werk omvat alles van analyses en logistiek tot het presenteren en overtuigen van de specialisten in de zorg. Een adviseur krijgt vraagstukken voor zijn neus en doorloopt het analyseproces om zijn vraagstuk op te lossen. Door advies, onderzoek, en praktische begeleiding levert Plexus een bijdrage aan een betere en efficiëntere gezondheidszorg. In projecten beschrijf je bijvoorbeeld de beste behandelmetho-
16
den of hoe je jouw mensen het beste in zet tegen de laagste kosten. Daarna werd de presentatie interactief. Met stellingen werd getest wat wij van het werk dachten en wat het daadwerkelijk is. Zo leerden wij op een slimme manier dat een adviseur meer is dan iemand met een vlotte babbel, dat hij heel afwisselend werk doet en dat elk ziekenhuis en zorginstelling anders is en denkt het beste te zijn. Als biomedisch ingenieur komt je inhoudelijke kennis uit je onderzoeken dan minder van pas, maar je manier van denken des te meer. Als afsluiting lieten Valerio en Marieke aan de hand van een aantal leuke foto’s zien dat er ook veel gezelligheid is binnen een bedrijf als Plexus. Na de lezing moest er uiteraard nog een borrel volgen. Onder het genot van een drankje en een gehaktballetje werden de nog brandende vragen gesteld, wat ervaringen gedeeld en was het vooral heel gezellig. Natuurlijk gaat de tijd als het leuk en interessant is veel te vlug. Een beetje jammer dus toen de laatste ronde alweer klonk en een geslaagde borrellezing zijn einde naderde. En hoe had men het gevonden? Leerzaam en gezellig was het algemene antwoord, een goede combinatie. De borrellezing is na twee jaar terug van weggeweest en de activiteit is zeker weer geslaagd.
Onderwijszaken Het onderwijs bij BMT, dat lijkt maar niet in rustig vaarwater te komen de laatste jaren. Verandering na verandering wordt er doorgevoerd. Ik wandel hier zelf nu ruim drie jaar rond en weet nog goed hoe ik dat heb ondervonden. Al deze veranderingen hangen natuurlijk met verschillende dingen samen. Omdat wij zo’n relatief nieuwe opleiding zijn, is er een paar jaar geleden nogal geschoven in het vakkenaanbod van de bachelor. Het gevolg was dat de studenten van mijn generatie als een soort proefpersonen het traject door zijn gegaan met een breed aanbod aan bestaande, maar zeker ook veel nieuwe vakken. Dit bracht verschillende consequenties met zich mee waar wij voldoende over geklaagd hebben. Het gevolg was dat de nieuwere generaties een beter onderwijssysteem hadden. Echter werd daarna TU breed besloten van het zes blokken systeem af te stappen en over te gaan op een vier blokken systeem. Dit heeft het doel een soortgelijk rooster aan te bieden als de andere TU’s in Nederland. Het voordeel hiervan is dat je gemakkelijker vakken en projecten daar kunt volgen in je minor of je master zonder het optreden van roosterproblemen. Er vinden niet alleen vakinhoudelijke veranderingen plaats, ook het Bindend Studie Advies is ingevoerd en de harde knip komt er aan. Om dit allemaal in goede banen te leiden zijn niet alleen de stafleden van de faculteit en de universiteit verantwoordelijk, maar ook de student zelf! Er zijn verschillende organen waar je als student zitting in kunt nemen om je in te zetten voor het onderwijs in zijn geheel. Zo heb je op facultair niveau
18
Sandra van Tienhoven
de jaarraden, de opleidingscommissie (OC) en de faculteitsraad (FR). Wil je het wat algemener aanpakken dan kun je onder andere terecht bij de universiteitsraad. Deze organen en ook nog velen anderen zijn erg belangrijk, omdat je als student uiteindelijk diegene bent die het onderwijs moet volgen wat ze hogerop bedenken. Als onderwijscommissaris woon je erg veel van dit soort vergaderingen bij waar allerlei dingen besproken worden. Bij de ene heb je meer invloed als bij de andere, maar nuttig zijn ze zeker allemaal. Onderwerpen die bijvoorbeeld tijdens de OC-vergadering aan bod komen, zijn de evaluatie van vakken en OGO’s, ME als selectieve master bacheloreindproject, nieuwe studieadviseur, Onderwijs Examen Regelement (OER), minoren, vwo-aansluiting en voorlichting. Dit is maar een greep uit de jaaragenda wat wel aangeeft hoeveel dingen er in de gaten gehouden moeten worden. Ik kan dit echter niet alleen! Er zijn erg veel studenten die zich samen met mij inzetten. Ook als je niet in zo’n speciale commissie zit, kun je je steentje bijdragen door één van de mensen aan te spreken die wel gehoord wordt. Zit je met problemen of suggesties, dan kun je ze altijd bij hen kwijt. Mocht je er niet zeker van zijn wie deze geschikte persoon is, kom dan gewoon even langs in het Prothok en vraag het aan mij of één van mijn lieve bestuursgenootjes, wij weten meestal wel een oplossing. Andere dingen die ik doe als onderwijscommissaris zijn de boekenverkoop, tentamendatabase op de website, gesprekken met de rector en stages op de website. Al met al dus een veelzijdige en verantwoordelijke taak.
Intro Na zes jaar lang “bloed, zweet en tranen” geploeterd te hebben voor het VWO diploma, werd het na een zomervakantie van drie maanden toch eens tijd om te gaan studeren en, belangrijker nog, om kennis te maken met de TU/e. Het kennismaken vond plaats in de vorm van een (zoals ze dat hier zeggen) kéí gave introweek. De introweek begon voor de aspirant-BMT’ers met een hoop toespraken, waarna de spelletjes die op het faculteitsprogramma stonden werden gespeeld. De introkids (met hun papa’s en mama’s) moesten meteen uit de kleren voor de niet erg originele maar altijd grappige kledingketting.
Introgroepje 9
heeft het zeker niet gelegen. Op deze snikhete dag was er gelukkig ook nog een bunkertocht, waar iedereen verkoeling zocht bij het levend sjoelen en andere verkoelende spellen. Iedereen had na zo’n zware dag honger en daarom mocht elke introgroep bij hun mama of papa gaan eten, wat in ons geval heel lekker eten was. Op donderdag moest de natuurkundesectie het ontgelden bij de stand-up-comedian, wat het hoogtepunt van de cultuurtocht was. De avond naderde en veel mensen keken al uit naar het bunkerfestival, waar een artiest (de Jeugd Van Tegenwoordig) zou optreden. Maar eerst zou er gegeten worden bij een van de eetcafés, wat erg lekker was. Voor de BMT’ers was het bunkerfestival niet het einde van de avond, want de doorhaalnacht moest nog beginnen. Velen hadden al gehoord over de pre-cantus en daardoor werden er al hoge verwachtingen geschept. Deze verwachtingen werden overtroffen en iedereen kijkt al uit naar de volgende BMT-cantus (hint, hint). Toen de ochtend aangebroken was, konden we ontbijt gaan halen en daarna onze weg vervolgen naar de tent, waar nog een cantus (lees: biergooifestijn) op programma stond. Helaas was dit het einde van de intro en ik denk dat ik namens iedereen spreek als ik zeg dat het een ge-
’s Avonds was er natuurlijk tijd voor bier. Als je op maandag teveel gezopen had, had je dinsdagochtend iets langer de tijd om wakker te worden aangezien de faculteitstocht gewoonweg slaapverwekkend was, maar desondanks zeer nuttig. ’s Avonds was er wat tijd om calorieën te verbranden tijdens de sporttrainingen. Tijdens de presentatie van de studentenverenigingen werden de nieuwe eerstejaars gehersenspoeld om bij een studentenvereniging te gaan. Iedereen was op woensdag erg moe na de zeer gezellige avond in de bunker, wat niet bevorderlijk was voor de sportprestaties. Zo werd er zelfs verloren van irritant schreeuwende studenten informatica! Aan het einde van deze dag had iedereen spierpijn, dus aan de inzet
slaagde introweek was.
19
ProBoKoCo
Wilma Compagner, Kees van Dorp, Robbin van den Eijnde, Anniek den Hamer, Bastiaan Ippel
Wilma is op dit moment de blonde secretaris van Protago-
ras. Ze heeft afgelopen tijd goed leren blaten. Dus heb je een grote kans dat er een grappig, doch soms oninteressant, verhaal uitkomt. Over Wilma doen echter ook vele verhalen de ronde. Zij houdt de roddels in In Vivo (en daarbuiten) goed in leven. Ze weet wat drinken is (bier of wijn, als ze daarna maar niet hoeft te volleyen) en ze kent geen nee als het gaat om gezelligheid. Daarom is ze perfect voor de ProBoKoCo, mits zij de mannen, die haar Sultan noemen, kan temmen. Ach ja, ‘tumtummetje’ is nog erger, zullen we dan maar denken.
Anniek is een gezellig meid uit Zeeuws Vlaanderen. Binnen Protagoras heeft ze al in de introcommissie en de lustrumcommissie gezeten en nu zit ze sinds een tijdje in de ProBoKoCo. Hier kan ze behalve bier tappen ook haar kwaliteiten als tostibakker en koekenmiep laten zien. Voor een zak chips kun je haar altijd wakker maken, maar ook op ieder ander moment van de dag eet ze gemakkelijk één of meer zakken chips leeg. Ook zal ze nooit een goede maaltijd overslaan en zal ze de left-overs van het avondeten bewaren om de volgende dag bij de lunch op te eten. Wanneer je haar niet tussen de BMT’ers ziet, is er een grote kans dat ze tussen de Bouwkunde mannen rondloopt.
20
Bastiaan, de semi-Utrechtenaar uit de Bilt is nu al enige
tijd te bewonderen in de ProBoKoCo. Met zijn enorme liefde voor de tosti’s is hij een goede aanwinst voor het team en uiteraard onze meest favo tostislet. Naast het beoefenen van zijn tostihobby doet Bastiaan ook fanatiek aan hockey. Dit doet hij in het Oranje Zwart Heren 2 team, gewoon hier in Eindhoven. Hoe hij naast al zijn hobby’s nog tijd over heeft om te ‘studeren’ is en blijft een raadsel, maar hij krijgt het toch maar voor elkaar. Mocht je nog veel meer over onze nieuwe tapper willen weten, schiet hem even aan op een van de borrels.
Kees
was al regelmatig te vinden voor een biertje (al dan niet speciale) in In Vivo. Ik heb Kees nog nooit een andere sport zien beoefenen dan tafelvoetbal, de sport bij uitstek met bier in de buurt. Maar hij is wel aan het rondneuzen in de Eindhovense volleybalwereld sinds hij zijn kamer hier in het Verre Zuiden heeft opgetrokken. Al met al is Kees een ontzettend relaxte kerel bij wie je altijd terecht kunt voor een relaxed getapt biertje.
Robbin, de gezelligste Brabander uit Helmond; voor velen inmid-
dels bekend als de man van de externe betrekkingen die het tijdens de constititutieborrel niet kon laten de net gedronken alcohol in de urinoirs te deponeren - hoezo dankbaar? Toch kennen de eerstejaars hem als lieve, sociale, zorgzame intropapa. Robbin is de nieuwe aanwinst in het assortiment van tappers bij de ProBoKoCo en daar leert hij nu verantwoord alcohol te gebruiken. En het houdt niet op: ondertussen doet hij ook nog even het Honours-programma. Deze jongen heeft al zijn hersencellen dus (nog) niet weg gedronken. Wat hij het liefst achter, maar ook vóór de bar drinkt, zijn appeltaartjes. Ja, dat is: Goldstrike met Apfelkorn, slagroom en eventueel kaneel over de slagroom. Jummie!
Je ziet hier drie puzzelstukken. Knip ze uit en combineer ze tot – misschien denk je het al te zien – een dinosaurus. Lever de oplossing in bij het bestuur in het Prothok en bij voorkeur bij Sandra. Onder de goede inzendingen wordt een borrelkaart verloot.
Protpuzzel
Daniël Eisink 21
Prot Goes Science
Marloes van Hoeven
Nobelprijs voor de geneeskunde 2009, de ontdekking van Telomerase Elizabeth Blackburn, Carol Greider en Jack Szostak delen de Nobelprijs voor geneeskunde 2009. Ze ontdekten dat de boodschap van DNA-slierten in elke cel eindigt met herhalingen en kwamen er vervolgens achter waar dat goed voor is. Ieder chromosoom begint en eindigt namelijk met een groot aantal korte herhalingen. Waar is dat voor nodig? Degenen die deze vraag als eerste goed hebben beantwoord krijgen daarvoor de Nobelprijs voor de geneeskunde van 2009.
Zes letters Het nu bekroonde onderzoek begon, zoals zo vaak, met iets kleins. Blackburn werkte aan het eind van de jaren zeventig aan de DNA-volgorde van het eencellige organisme Tetrahymena, toen nog een zeer moeizaam karwei. Ze ontdekte dat aan het einde van iedere DNA-sliert een gebied zat waarin dezelfde groep van zes letters, CCCCAA, meerdere keren werd herhaald. Borst en zijn team vonden in Amsterdam intussen een soortgelijke repeterende sequentie met een iets andere volgorde, TTAGGG, bij een heel andere eencellige: de ziekteverwekker Trypanosoma. Wat had dit te betekenen? Een paar jaar later toonden Blackburn en Szostack aan dat de CCCCAA-groepen een soort herkenningstekens zijn, die de uiteinden van de DNA-strengen beschermen tegen de cel zelf. Als een chromosoom breekt, is dat een catastrofe voor een cel. Die moet dus alles op alles zetten om de stukken weer aan elkaar te lassen. Maar hij moet dan wel weten dat de uiteinden van een chromosoom géén breuken zijn. Daarom heeft zo’n chromosoom aan de uiteindes een inge-
22
wikkelde structuur waarvan die herhalingen een essentieel onderdeel uitmaken. Die structuur heet een telomeer. Zonder die telomeren zou de cel alle eindjes aan elkaar plakken en dan wordt het een chaos. De proeven van Blackburn en Szostak lieten zien dat kunstmatige telomeren met CCCCAA ook gebruikt kunnen worden om vreemd DNA in gistcellen in te brengen. Allerlei totaal verschillende levensvormen gebruiken dus dezelfde of soortgelijke herkenningstekens. Later bleek dat ook mensen veel herhalingen in hun telomeren hebben en we zijn net als Trypanosoma: onze volgorde is TTAGGG.
Kopieerprobleem Bij mensen geldt grofweg: hoe ouder je bent, hoe minder TTAGGG-groepen er in je telomeren zitten. Iedere celdeling betekent namelijk dat al het DNA gekopieerd moet worden en dat lukt nooit helemaal. Het laatste stukje ontbreekt iedere keer. Als de telomeren te kort worden, gaat een cel slecht functioneren en treedt er uiteindelijk celdood op. Je zou verwachten dat dit ook in eencelligen zo werkt, want zij hebben hetzelfde kopieerprobleem. Maar ook weer niet, want dan waren ze natuurlijk al lang uitgestorven. Wat houdt ze op de been? Of met andere woorden, waarom hebben zulke levensvormen het eeuwige leven en wij niet? Samen met haar studente Carol Greider vond Blackburn het antwoord. Het bleek het werk te zijn van een enzym dat ze telomerase noemden. Telomerase plakt bij een celdeling
zelfstandig extra herhalingen aan de uiteinden van de chromosomen, zodat ze niet korter worden.
Zaad- en eicellen Bij mensen werkt dat ook, maar beperkt. Het werkt alleen in cellen die zich regelmatig moeten delen. Met name in de voorlopers van ei- en zaadcellen. Daarom kan ieder embryo met lange telomeren aan het leven beginnen.
Een derde reden om onderzoek aan telomerase te doen, is het feit dat sommige erfelijke ziekten ermee te maken hebben. Je ziet dan waar dit enzym het hardste nodig is: in de longen, in de huid en in het beenmerg, waar het bloed gevormd wordt. Precies de plaatsen waar cellen het vaakst moeten delen.
Sinds de ontdekking van telomerase is er om meerdere redenen heel veel onderzoek naar gedaan. Ten eerste omdat korter wordende telomeren een tijdje werden gezien als dé oorzaak van veroudering. Zorg dat telomerase de uiteinden van de chromosomen steeds verlengt en je hebt het eeuwige leven binnen handbereik, was de gedachte. Helaas ligt het niet zo simpel en blijkt verkorting van telomeren maar een deel van het verouderingsproces te verklaren. De tweede reden waarom telomerase zo enorm in de belangstelling staat, is het feit dat kankercellen het misbruiken. Bij veel vormen van kanker is het telomerase geactiveerd, waardoor ze ongebreideld kunnen doorgroeien. Als je het weer uitschakelt, is dat natuurlijk afgelopen, dus dat leek een vruchtbare strategie om middelen tegen kanker te ontwikkelen. Maar dat bleek toch niet de oplossing. Die aanpak duurt te lang, want de kankercellen beginnen met flink lange telomeren. Die kunnen dus nog vaak delen voordat ze last krijgen van het gebrek aan telomerase. Daarom wordt er nu naar een andere oplossing gekeken. Je kunt proberen telomerase te verleiden tot het inbouwen van verkeerde bouwstenen en zo de kanker dwarszitten.
23
BMT-nieuws Ardipithecus voorouder homo sapiens
Prionziektes ook genetisch bepaald
De Ardipithecus leefde zes tot vier miljoen jaar geleden, ver voor het mensengeslacht Homo, en zelfs ouder dan onze voorganger Australiopithecus (Lucy). De paleontoloog Tim White vond delen van het skelet van de Ardipithecus. Zijn belangrijkste conclusie is: deze verre voorouders leken niet op chimpansees. Ze slingerden niet aan hun armen en ze liepen niet op hun knokkels zoals chimpansees. Ardipithecus was hoogst waarschijnlijk de eerste primaat die rechtop liep, maar kon ook nog prima klimmen. Hij – of eigenlijk: zij, want het gevonden skelet is vrouwelijk – is 120 cm lang en woog 50 kilo. Mede omdat White en zijn team denken dat rechtop lopen is ontstaan om voedsel te kunnen dragen, schrijven ze zelfs dat er tussen Ardipithecusmannen en -vrouwen al een soort paarbinding zou zijn geweest. Langdurige relaties tussen man en vrouw, gebaseerd op wederzijdse voedselhulp en grote gezamenlijke investeringen in de kinderzorg. Als in een modern gezinnetje haast, het lijkt wel alsof de eerste echte liefde toen al ontstond.
Dat je een prionziekte (bijv. Creutzfeldt-Jakob en de gekkekoeienziekte) kunt krijgen door in aanraking te komen met besmet weefsel is al enige tijd bekend. Echter werd door velen geloofd, vooral landbouwautoriteiten, dat dit de enige manier is waarop men de ziekte kan krijgen. Nu is bewezen dat de ziekte ook spontaan kan ontstaan wanneer men hiervoor de genetische aanleg heeft. De uitkomst van dit onderzoek verklaart een aantal onbegrepen gevallen van BSE. Deze gevallen doken op zonder enig contact te hebben gehad met besmet materiaal.
H. Spiering, Circus Ardipithecus, NRC Handelsblad 3-10-2009
24
Alexander Colditz
Betere vaccins door betere deling T-cellen T-cellen helpen het afweersysteem om lichaamsvreemde stoffen te herkennen. Tot nu toe werd gedacht dat de herkenning van lichaamsvreemde stoffen de bepalende stap in de afweerreactie was. Onderzoekers van het Nederlands Kanker Instituut toonden echter aan dat de toename van T-cellen na de herkenning bepalend is voor de mate waarop het lichaam reageert op indringers (Science, 4 september). Het is dus beter vaccins te ontwerpen die er voor zorgen dat T-cellen zich beter delen na herkenning in plaats van ervoor te zorgen dat T-cellen de lichaamsvreemde stoffen beter herkennen. D. Hendriks, Afweer tegen infectie is vooral goed als T-cellen snel delen, NRC Handelsblad, 05-09-2009
W. Köhler, Met de juiste genen kan prionziekte ook spontaan ontstaan, NRC Handelsblad 29-8-2009
De kracht van flirtende vrouwen
Mutaties tumor bepalen ziekte Veranderingen in het DNA van de tumor tijdens de groei van de tumor blijken bepalend voor de ontwikkeling van de tumor. Dit schreven Canadese onderzoekers in Nature. Zij onderzochten de ontwikkeling van kankerweefsel op het niveau van individuele basen in het DNA. Door de resultaten van hun onderzoek pleiten zij voor DNA-onderzoek direct vanaf de ontdekking van de tumor. Die eerste mutaties kunnen een aanwijzing zijn voor de verdere ontwikkeling van de tumor. Die informatie kan in de toekomst van belang zijn voor de behandeling van individuele patiënten. N. Beintema, Tumor verandert continu, NRC Handelsblad 8-10-2009
Flirtende vrouwen veroorzaken een grotere hormonale reactie bij mannen met meer androgeenreceptoren. Dit schrijven Amerikaanse onderzoekers online in Proceedings of the Royal Society B. Er zijn meerdere varianten van het gen voor de androgenreceptor. Hoe korter een specifiek deel van dit gen is, hoe meer receptoren en hoe steker het effect van testosteron. Dit zorgt ervoor dat mannen in een alerte staat zijn, ze fysiek beter presteren en hun libido verhoogd is. Uit ander onderzoek bleek ook dat mannen cognitief minder presteren na contact met aantrekkelijke vrouwen. J. de Vrieze, Hoofd op hol door flirtende vrouwen, NRC Handelsblad 1-10-2009
Pesticiden slecht, roken goed? Bepaalde gifstoffen kunnen Parkinsonachtige verschijnselen veroorzaken. Deze atypische neurologische verschijnselen heten parkinsonisme. Amerikaanse onderzoekers schreven in de Archives of Neurology dat werken in land- of mijnbouw, onderwijs, gezondheidszorg of metaalbewerking op zichzelf geen verhoogd risico op parkinsonisme meebrengt. Echter langdurige blootstelling aan pesticiden verhoogt het risico met bijna 80%. Roken bleek het risico juist te verlagen met 30%. Redactie wetenschap, Parkinson-klachten door pesticiden, NRC Handelsblad 15-9-2009
25
Lieve Bouzo, Lieve Bouzo,
Beste druktevermijder,
Druk, dit woord valt in ieder gesprek. Vraag aan iemand hoe het gaat en je krijgt dit als antwoord. Roepen dat je het zo ontzettend druk hebt, lijkt zelfs een beetje een trend te worden. Sterker nog, zeg je niet dat je het druk hebt, dan heb je een buitengewoon oninteressant leven. Wie heeft het tegenwoordig niet druk? Mensen weten van elkaar dat ze hun handen vol hebben aan studie, sport en sociale activiteiten. Überhaupt melding maken van het feit dat je het druk hebt is onnodig en je legt je een druk bestaan zelf op, dit is een eigen keuze. Mijn probleem is dan ook, dat ik mensen die hard roepen dat ze het druk hebben ontzettend irritant vind.
Je zou kunnen zeggen, wat weet ik als slang zijnde nou van drukte af? Ik lig de hele dag in mijn mooie terrarium door het glas te staren, slaap een beetje, kronkel wat en zo nu en dan verorber ik een muisje. Welnu, als je denkt dat ik je niet kan helpen, dan heb je het mooi mis! Ik ben dan ook de aangewezen slang om jouw vraag te beantwoorden. Ik zie het namelijk om mij heen gebeuren: het bestuur dat ik zie is vaak druk bezig, BMT-studenten waaien binnen om vaak gehaast weer te vertrekken naar hun volgende taak of college en ik hoor om mij heen vooral veel gebel met mobieltjes. De truc binnen een druk bestaan: prioriteiten stellen. Sterker nog, ik hanteer zelf de gulden regel “geen tijd is geen prioriteit”. Deze regel is zo goed, hij moet wel door een slang bedacht zijn. Stel voor jezelf prioriteiten.Ik zou zo vrij willen zijn om wellicht overbodig te melden dat je studie je allerhoogste prioriteit zou moeten hebben. Kom je echter mensen tegen die claimen dat ze het druk hebben, en je kunt inderdaad tegenwoordig geen gesprek meer voeren of er wordt meermaals in benadrukt hoe druk deze persoon het wel niet heeft, raak hierdoor niet geïrriteerd. Leg je erbij neer, dat deze persoon prioriteiten heeft gemaakt, waardoor afspreken misschien een lagere prioriteit heeft en hierdoor op een langere-termijnbaan komt. Verder zou je druk geratel van je af moeten laten glijden. Het zou immers zonde zijn, als jij in je drukke bestaan een verhoogde hartslag krijgt van drukke mensen om je heen. Tot slot zou ik willen adviseren, heb je je eigen druktekookpunt bereikt, kom lekker chillen bij mij. Kijken naar drukke mensen werkt namelijk heel ontspannend.
Hoe kan ik proberen deze lichte ergernis te vermijden, voorkomen of onderdrukken? Liefs, druktevermijder 26
Liefs Bouzo
Protlied & Agenda De gapende kloof tussen mens en techniek
12-11
Trapistenborrel
17-11
Les Connaisseurs
26-11
Borrelen Bikken Bowlen
03-12
Sinterklaasborrel
08-12
Eerstejaarsactiviteit
15-12
ALV 2
16-12
BMT feest
17-12
ProZAc kerstlunch
Is voor ons echt niet meer dan een kier Eindhovens trots, ja de crème de la crème Die mensen die ziet u nu hier Niemand bereikt een verg’lijkbaar niveau Concurrenten bezwijken en masse Ja, de mens is de maat aller dingen, Dat zei Protagoras
Onze rots in de branding de esculaap Is Bouzo gevaarlijk en rood Zijn blikken vertolken de krachten van Prot Zijn macht is dus ongrijpbaar groot Biomedische ingenieurs zijn wij straks en vol trots heffen wij nu het glas! Ja, de mens is de maat aller dingen, Dat zei Protagoras Ja, de mens is de maat aller dingen,
21-12 t/m 03-01
Kerstvakantie
Leve Protagoras!
27
Colofon Jaargang 12, nummer 2 “Protatype” is het verenigingsblad van Studievereniging der BioMedische Technologie “Protagoras”. Het heeft een oplage van 350 stuks. Redactie René Besseling Alexander Colditz Daniël Eisink Marloes van Hoeven Geert Litjens Lisanne van Oppen Birgit Plantinga Sandra van Tienhoven Remi Verhoeven Vormgeving Geert Litjens Hoofdredacteur Sandra van Tienhoven Middenpagina Birgit Plantinga Kaft Geert Litjens Sandra van Tienhoven http://www.pythagoras.nu/mmmcms/public/artikel_printversie.php?deze_art_online_id=124 http://lucis.groepweb.nl/homepage/show/pagina. php?paginaid=148683 Winnaar puzzel Protatype 1 Kees van Dorp Mark Moberts Jullie kunnen een borrelkaart op komen halen
28
Inleveradres kopij SvBMT Protagoras TU Eindhoven W-Hoog 1.14 (Prothok) Postbus 513 5600 MB Eindhoven Tel: (040)-(247)2758 E-Mail:
[email protected] Internet: www.protagoras.tue.nl Volgende deadline februari 2010 Adverteerdersindex Wervingsdagen pag. 8 Medtronic pag. 17 Drukkerij Drukkerij van Santvoort Tel: (040)-2513701
Durf te proeven het ruwe zand Laat u lenen naar behoeven Laat u maaien wees als gras Voed de bodem probeer te zaaien Schuur en verslijt het zure even Proef de grond wees als aarde tijd
De vijf elementen zijn aarde, water, lucht, vuur en ether. Dit idee is in de Griekse Oudheid ontstaan en bekend geworden door Plato en Pythagoras in de vijfde en derde eeuw voor Christus. Men dacht toen dat alles was opgebouwd uit deze elementen. Ze werden gekoppeld aan de vijf platonische veelvlakken, respectievelijk de kubus, de icosaëder, de octaëder, de tetraëder en de dodecaëder. De kubus hoort bij de aarde, omdat deze zo stevig is als een berg. Het hele idee gaat misschien een beetje in tegen de denkwijze van ons TU’ers. Het berust namelijk niet op experimentele bewijzen, maar op puur ‘logisch redeneren’. In die tijd hadden ze ook niet echt iets anders kunnen maken van de feiten die ze tot hun beschikking hadden. Omdat het natuurlijk wel een mooie manier van denken is, vinden wij het een erg leuk thema voor vijf Protatypes. De aarde symboliseert het ontstaan van leven. Wij als BMT’ers zorgen indirect voor het voortbestaan van het leven van de mens door allerlei technieken die wij ontwikkelen. Ook onderzoeken wij het ontstaan van leven om misschien in de toekomst eenzelfde taak als de aarde te kunnen vervullen.