Inhoud
Pag.nr Deel l Voorwoord 1. Algemene inleiding
2
2.
Geschiedenis 2.1 De huidige situatie
3 3
3.
Voorstellen 3.1 Onderwijs en Volksontwikkeling 3.2 Sport en Recreatie 3.3 Voorlichting 3.4 Maatschappelijk Welzijn
4 4 7 8 9
Nawoord
1
Algemene Inleiding Dit verslag is op de eerste plaats bestemd voor de President c.q de Regering van de Republiek Suriname. Dit verslag schrijven we ook voor alle jeugdparlementariërs, districtsparlementariërs in Suriname en in alle lidlanden van de Caricom. De inhoud van dit verslag is de resultante van de discussies en debatten uit de landelijke minicongressen van 18 en 19 december 2004 en van het Nationaal Jongeren Congres van 15 januari 2005. Op genoemde congressen hebben alle jeugdparlementariërs, districtsraadsleden en tientallen jeugdorganisaties actief geparticipeerd en een substantiële bijdrage geleverd aan dit eindproduct. De congressen werden georganiseerd onder de supervisie van het Directoraat Jeugdzaken van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling in nauwe samenwerking met het Nationaal Jeugd Instituut (NJI) en de leiding van het nationaal Jeugdparlement. We bedanken hierbij een ieder die heeft bijgedragen aan de tot standkoming van dit verslag. Een speciaal woord van dank gaat uit naar Miriam Illes die ons alle medewerking verleende en als mediator optrad tussen ons en het veld. Dit verslag bestaat uit een Nederlands en een Engels deel. In het eerste hoofdstuk wordt kort ingegaan op de korte geschiedenis van het Nationaal Jeugd Parlement (NJP). In hoofdstuk twee wordt in het eerste deel een overzicht gegeven van de voorstellen die zijn voortgevloeid uit de diverse discussies en debatten. Ieder voorstel wordt ingeleid, dat moet worden opgevat als een korte samenvatting van de op dat punt gevoerde discussies. In het tweede deel van dit hoofdstuk wordt in een beleidsmatrix de voorstellen zodanig weergegeven dat toetsing door het Jeugd Parlement mogelijk is.
De samensteller Harry Mungra Paramaribo Januari 2005
2
Geschiedenis
Sedert Suriname onafhankelijk werd in 1975 zijn er vanwege de overhead diverse pogingen ondernomen om op een structurele manier in overleg te treden met jeugdorganisaties (Conform de Minov Beleidsnota, 2000 2005 valt onder jeugd de leeftijdsklasse van 0 – 30). De Surinaamse overheid was zich bewust van de enorme uitdagingen waarvoor de jeugd was gesteld. Het waren uitdagingen die waren gerelateerd aan druggebruik onder jongeren, de toename van het aantal drop–outs en doubleerders in het onderwijs, de stijgende jeugdwerkloosheid en het hiv/aids fenomeen. Omdat het voor de regering ondoenlijk was te onderhandelen met tal van individuele Jeugdorganisaties, werkte de overheid aan de oprichting van ēēn overkoepelende Nationale Jeugdorganisatie. Tussen 1975 tot 1999 hebben zich nationaal en international interessante ontwikkelingen voltrokken op het stuk van de oprichting en structurering van jeugdorganisaties. In 1985 werd door de UNESCO de “World Youth Congress” in Barcelona gehouden. Een van de belangrijkste doelen uit dat UNESCO Congres was om nationale overheden te ondersteunen in hun pogingen te geraken tot het opzetten van ēēn nationale jeugdorganisatie. Na het Wereld Congres van Barcelona onstond een dieper en breder bewustzijn van de dwingende noodzaak om te geraken tot een nationale jeugdorganisatie. In 1999 was het eindelijk zover, de Nationale Jeugdraad werd opgericht. De Natioanle Jeugdraad bestond uit 21 leden die gekozen werden uit alle districten. Tussen 1999 en 2002 heeft de Nationale Jeugdraad vanwege allerlei omstandigheden niet optimaal kunnen functioneren. Vanaf 2002 heeft de overheid gewerkt aan de verbeteringen van de werkomstandigheden van de Nationale Jeugdraad en konden in 2004 verkiezingen worden gehouden in alle districten. De verkiezingen van de 29 parlementariërs hebben dus geleid tot het samenstellen van het Nationaal Jeugd Parlement van Suriname .
2.1 De huidige situatie Sedert augustus 2004 heeft Suriname een gekozen Nationaal Jeugd Parlement (NJP) dat in november 2004 officieel werd geïnstalleerd door de President van de Republiek Suriname Het NJP bestaat uit 29 leden en wordt geleid door een voorzitter, een ondervoorzitter en een Secretaris Generaal. Naast de 29 leden van het Nationaal Jeugdparlement zijn er nog 63 districtsraadsleden. De districtsraadsleden moeten zaken op districtsniveau bediscussiëren met de plaatselijke jongeren en dat doorspelen naar het NJP. De belangrijkste opdracht van het NJP is het adviseren van de Surinaamse overheid over te nemen maatregelen die in het belang zijn van de jeugd. Daarom hield het Nationaal Jeugdparlement overal discussies met jeugdigen en organiseerde in alle districten minicongressen. De discussies dienden als voorbereiding op het groot Nationaal Jeugdcongres, dat gehouden werd in januari 2005. Op dat Nationaal Jeugdcongres participeerden wel 500 jeugdigen afkomstig uit alle delen van het land. Op de diverse congressen werd er van gedachte gewisseld over de volgende aandachtsgebieden (de aandachtsgebieden had het NJP zelf vastgesteld): Onderwijs en Ontwikkeling, Sociaal welzijn; Sport en Recreatie en Voorlichting. In de volgende hoofdstukken wordt nader ingegaan op de voorstellen die zijn gedaan naar aanleiding van alle gehouden congressen.
3
3. Voorstellen
3.1
Onderwijs en Ontwikkeling 1. Opvang en materiaal voor schoolkinderen Wij vinden dat er onvoldoende opvang voor schoolkinderen bestaat. Er zijn onvoldoende scholen voor de kinderen, vooral in dorpen in Sipaliwini. Er is bovendien een schaarste aan leermiddelen (vooral in het binnenland). Er zijn heel gebrekkige faciliteiten. Overal heb je dezelfde problemen, maar in het binnenland zijn ze een beetje erger. Wij stellen voor de opvang voor alle basisschoolleerlingen te garanderen en willen dat er genoeg scholen worden gebouwd. 2. Werken in het binnenland. Werken voor leerkrachten in het binnenland moet aantrekkelijker gemaakt worden. Leerkrachten moeten goed en gezond zijn en de veiligheid op de scholen moet gegarandeerd zijn en bovendien moeten de leerkrachten beter betaald worden. Wij stellen voor om de werkomstandigheden van leerkrachten in het binnenland te verbeteren en mede daardoor het werken in het binnenland aantrekkelijker te maken . 3. Expressievakken in ons onderwijs. Expressie is nodig, het is een gevoelsuiting, daarom moeten er meer expressie vakken op het rooster worden gebracht. Men moet ook meer uren invoeren voor expressie vakken (drama, toneel). ‘Doe’ vakken moeten als verplichte vakken gegeven worden. Wij stellen voor om op alle scholen op alle niveaus expressievakken in te voeren en die even zwaar te laten wegen als de andere (cognitieve ) vakken. 4. Informatie over Kinderrechten. Heel wat kinderen zijn niet op de hoogte van de inhoud van het kinderrechtenverdrag. Het is zeker noodzakelijk om informatie daarover te geven. Door hen te informeren zullen de kinderen weten wat hun rechten en plichten zijn en bij wie ze moeten wezen als er problemen zijn. Deze informatie moet tijdens de schooluren ook bekend worden gemaakt, misschien zou men een speciaal vak hiervoor invoeren. Wij stellen voor om op alle scholen de kinderen via de lesprogramma’s continue te informeren over de inhoud van het Kinderrechtenverdrag en kinderen stimuleren hun mening te uiten. 5. De problematiek van de Adek. Op de Adek moet er veel gedaan worden aan de afstemming tussen studenten en docenten. Momenteel bekommert zich men niet meer om doctoraal studenten en houdt men alleen rekening met de BAMA studenten. Er ontbreken goede
4
studiegidsen. Er ontbreken college roosters en de voorlichting over het curriculum van de Adek is zeer summier. Het ontbreekt verder aan goede faciliteiten op de Adek, goede sanitaire voorzieningen zoals bad en toilet zijn zoek. De leermiddelen zijn verouderd. Er moeten meer lokalen komen. Accommodatie voor de studenten op ADEK is slecht. Er moeten sportfaciliteiten komen en meer zitplaatsen op de schoolerven.. Wij stellen voor om op alle scholen voor VOJ en VOS veel meer bekendheid te geven aan de studiemogelijkheden die op Adek zijn en goede studiegidsen maken. Er moet op Adek worden gewerkt aan goede accommodaties voor de studenten zodat die na collegetijden ook kunnen participeren aan niet–college gebonden activiteiten. 6. Het slaan van schoolkinderen. Er zijn veel leerkrachten die schoolkinderen slaan en dat mag niet. Er moet streng opgetreden worden tegen deze leerkrachten. Ze kunnen bijvoorbeeld een deel van hun salaris inhouden of geschorst worden. Voorstel Leerkrachten die leerlingen slaan moeten onmiddellijk worden gestraft door middel van salarisinhouden of schorsing. 7. Inzet van deskundigen bij de opvoeding. Hulp van deskundigen is wel nodig . Ouders moeten ook met hun kinderen bezig zijn, maar waar dat niet gebeurd zou het goed zijn als deskundigen zouden ingrijpen. Deskundigen kunnen de problemen beter oplossen. Wij stellen voor de oprichting van speciale bureaus die ouders bij de opvoeding van hun kinderen kunnen ondersteunen. 8. Educatieve en recreatiemogelijkheden. Het ontbreekt aan mogelijkheden voor recreatie, zoals sport en toneel. Men kan ook educatieve middagen organiseren en kinderen zo creatief bezig laten zijn. Ook schoolkampen zijn een heel goed idee. Wij stellen voor om onder alle scholen het houden van creatieve weken in te voeren en het houden van schoolkampen op VOJ en VOS niveau verplicht te stellen. 9. Vakonderwijs. Veel jongeren kunnen niet mee met de leervakken maar kunnen wel een vak leren. Door het bouwen van vakscholen kunnen studenten beter worden voorbereid op een arbeidsplaats en het uitoefenen van een beroep. Wij stellen voor om in het geheel land vakscholen te bouwen, waardoor jongeren worden voorbereid om een vak te kunnen uitoefenen 10 Toelating tot de school van tienermoeders Het aantal tienermoeders neemt toe en baart ons ook zorgen. Als je de tienermoeders de toegang tot de school ontzegd, heb je ze in feite niet geholpen. Met het halen van een diploma hebben ze meer kans op de arbeidsmarkt. Wij stellen voor om leerlingen die in verwachting raken wel op school toe te laten mits ze onder professionele begeleiding worden gesteld. 11. Ontbreken van agrarisch en technisch onderwijs.
5
In de districten en in het binnenland wordt er veel gevist en gepland. Ook zijn er buiten Paramaribo regio’s met veel mijnbouwactiviteiten. In veel agrarische, visrijke en mijnbouw regio’s ontbreken echter mogelijkheden voor verdere studie op deze gebieden. Wij stellen voor om in regio’s die daarvoor in aanmerking komen technische, tuinbouw –, landbouw– en visserijscholen op te richten 12. School en maatschappij. Wij merken dat de lesinhouden niet of nauwelijks zijn afgestemd op de behoeften van de samenleving Wij stellen voor de curricula veel meer af te stemmen op de aansluiting met de maatschappij met name het productie proces. 13. Gebrek aan aanschouwelijk materiaal . Op veel scholen ontbreekt het aan aanschouwelijke materiaal en de lessen worden zo onaantrekkelijk verzorgd. Hierdoor is het volgen van lessen erg saai en oninteressant. Wij stellen voor het lesgeven op alle scholen zo aantrekkelijk mogelijk te maken. De scholen voorzien van middelen die nodig zijn om het lesgeven prettig te doen plaatsvinden. Praktische mogelijkheden creëren en het betrekken van de studenten bij besluitvorming van thema’s zoals bv invoering van schooluniform en het schoolreglement.
6
3.2 Sport en Recreatie 1. Overgewicht. Veel studenten kampen met het probleem overgewicht. Ze worden hierdoor passief Wij stellen voor om alle eetgelegenheden op en om scholen aan strenge regels te ondewerpen en regelmatige controles uit te oefenen op de naleving van die regels. Het geven van praktische en effectieve voorbeelden over gewicht en overgewicht en het werken aan de eetgewoonten van de jeugd stellen wij ook voor. 2
Belang van Lichamelijke Opvoeding (lo) en sport. LO en sport zijn heel goed voor de totale ontwikkeling van iedere student. Je bevordert je eigen balans en verbetert je leerprestaties en geeft bekendheid aan je eigen land. Wij stellen voor om in alle regio’s en op alle schoolniveau’s regionale school sportweken en schoolsportwedstrijden te organiseren
3. De plaats die lo inneemt op school. LO wordt vaak als ‘restvak ‘ beschouwd en alszodanig behandeld. Als bij het inhalen van lessen leerkrachten mogen kiezen tussen lo en wiskunde, laat men lo altijd vallen. LO wordt op veel scholen ‘stiefmoederlijk’ behandeld. Wij stellen voor om vak lichamelijke opvoeding verplicht te stellen op alle niveau’s en even zwaar te laten meetellen. 4. Samenwerking school en sportorganisaties. Scholen werken niet of nauwelijks mee met sportorganisaties. Ze werken vaak langs elkaar heen en zijn niet op de hoogte van elkaars activiteiten Wij stellen voor om de samenwerking tussen school en sportorganisaties en sportscholen goed ter hand te nemen en te organiseren. 5. Graag beoefende sporten. Slagbal, voetbal, basketbal, volleybal, atletiek, zwemmen, tennis en gymaerobic zijn sporten die relatief goedkoop zijn en de jeugd beoefent ze graag. Wij stellen voor deze sporten middels sponsering en fundraisingen te financieren. 6 Gym– en sportzalen. Er is een groot gebrek aan goede gym– en sportzalen. In de regentijd kan er nauwelijks worden gesport op bestaande sportvelden. Een zaal is heel belangrijk. Als je op een open veld moet sporten, krijg je makkelijk last van de zon. Wij stellen voor om voor clusters van scholen gymzalen te bouwen en goed in te richten zodat er optimaal gebruik kan worden gemaakt van de accomodaties 7 Sportleiders Er is een groot gebrek aan goede sportleiders en sportvelden. Wij stellen voor om opleidingen voor jeugdsportleiders voor buurtcentra te starten voor clusters van scholen sportvelden te bouwen. 8 Deelname vrouwen aan sport
7
Meisjes en vrouwen worden soms vanaf het begin geweerd door sportorganisaties. Ook in de school krijgen ze minder kans aan sport te doen. Deelname van vrouwen kan worden vergroot door jongens en meisjes een gelijke behandeling te geven op school en in sportorganisaties. Er moeten meer sporten komen die de interesse van vrouwen trekken. Vrouwen moeten ook leren aan sporten te doen in hun buurt. Wij stellen voor om meisjes en vrouwen extra te stimuleren aan sport te doen. 9. Recreatiemogelijkheden in de districten In de districten Saramacca,Coronie, Nickerie en Marowijne zijn er nauwelijks pedagogisch verantwoorde recreatiemogelijkheden voor de jeugd. Wij stellen voor dat in genoemde districten goede en betaalbare recreatiemogelijkheden worden gecreëerd voor de jeugd.
3.3 Voorlichting 1. De wijze van voorlichten We ervaren voorlichting als een goede vorm van communicatie. Wij vinden de huidige manier en stijl van voorlichting niet effectief genoeg en minder gericht op de interesse van de jongeren. Er is veel voorlichting over hiv, maar het percentage aidsslachtoffers blijft stijgen. De voorlichting is niet schokkend genoeg. Voorlichting leidt niet altijd naar het gewenste resultaat. Men moet creatiever te werk gaan. . Wij stellen voor om voorlichtingsprogramma te ontwikkelen waarbij de boodschap op een creatieve en ludieke manier wordt gebracht. 2. Wie betrek je bij de voorlichting In principe kan voorlichting informeel geschieden, door ouders, leerkrachten en anderen. Voorlichting moet shockend en continu zijn. Men moet werken met het shock effect. Wij stellen voor iedereen te betrekken bij het voorlichten. Men met specifieke voorlichtingsdagen organiseren. Opendagen voor studenten waarbij men peer to peer info doorspeelt. Men moet werken met deskundige informatie verschaffers en met verhalen over eigen ervaring . Voorlichting moet zo creatief moegelijk worden overgebracht maar inhoudelijk moet het goed blijven. Men moet veel werken met aanschouwelijk materiaal. 3. Studievoorlichting Wij ervaren dat er onvoldoende informatie is over veel thema’s de studie rakende. Er mag meer informatie gegeven worden over onderwijs (studievoorlichting), er is geen of weinig informatie over beroepen, beurzen, trainingen en workshops. Wij stellen voor om alle scholen op secundair en hoger niveau te verplichten om bij het begin van ieder schooljaar open dagen te organiseren. 4. Relevante thema’s Er is een gebrek aan informatie op sommige gebieden. Wij stellen voor ons het accent van voorlichting op dit moment te laten vallen op de volgende gebieden: HIV/aids, gevolgd door info over studiemogelijkheden, de
8
kinderrechten, seksuele voorlichting, brand –en veerkeersvoorlichting en over milieu vraagstukken.
3.4 Sociaal welzijn en maatschappelijke welzijn 1. Ondersteuning voor ouders Er ontbreken ondersteunende diensten voor ouders. Vroegers waren er diensten zoals de afdeling Jeugdzorg van het Ministerie van Soza en het Medisch Opvoedkundig Bureau. Die ondersteunden de ouders bij het opvoedproces. Veel ouders hebben grote problemen met de opvoeding van hun kinderen en kunnen in feite nergens aankloppen voor hulp. Ons voorstel is het wederom invoeren van deze gezinsondersteunende en begeleidende diensten. De bestaande diensten moeten actiever gaan werken. Veel gezinnen kunnen de ondersteuning heel goed gebruiken. 2. Medisch onderzoek Vroeger werden op alle basisscholen kinderen medisch onderzocht en eventueel verder begeleid. Het medischschoolonderzoek was een jaarlijks terugkerende activiteit en wierp haar vruchten af. Ons voorstel is de medische diensten te heractiveren en in alle districten en ook in het binnenland. Het is goed, want dan worden ziektes vroegtijdig ontdekt. Wij stellen voor een school medische dienst op te richten belast met het verrichten van medisch onderzoek en de medische begeleiding van alle schoolkinderen. 3. Tegemoetkoming ouders Veel ouders hebben moeite met de aanschaf van primaire zaken voor hun kinderen. Ouders van kinderen met een handicap hebben het nog zwaarder. Een aantal ouders werkt wel, maar heeft ondanks dat onvoldoende middelen om de studie van hun kindreen te bekostigen. Wij stellen voor om ouders met studerende kinderen extra te helpen met veel stimulerende maatregelen. Ouders met kinderen met een handicap dienen bovendien veel meer ondersteuning en begeleiding te krijgen dan ouders van kinderen zonder een handicap
9
Deel 2
Concept voor de contouren van het Jeugdbeleid voor de periode 2005 – 2007 Onderwijs Doel
Specifieke doelen
Verhoogde participatie van leerlingen aan onderwijsproces
Verhoogde participatie aan basisonderwijs en kindvriende lijke scholen te creëren Een evenwichtige verdeling tussen expressie en cognitieve vakken
1.Beperkte opvang mogelijkheden voor basis onderwijs 1.1 Scholen zijn kind onvriendelijk
1.1.1 Pleidooi voor bouwen en inrichten van kindvriendelijke scholen
10% groei aantal kindvriendelijke basisscholen
2.Het accent valt op de cognitieve ontwikkeling in het onderwijs. 2.1 Eenzijdig ontwikkelde afgestudeerden
Op alle 2006 lesroosters moet Minov een evenwichtige en betere spreiding van de uren zijn
Verbeteren werkcondities van leerkrachten
Betere salariëring en werkomstandig heden leerkrachten binnenland
3.Extra ontberingen in het binnenland . 3.1 Geringe motivatie bij leerkrachten om in het binnenland te werken
2.1.1 Pleidooi voor opbrengen van meer uren voor expressie vakken 2.1.2 Pleidooi voor verzorgen van expressieweken 3.1 Pleidooi voor het geven van impulsen aan leerkrachten binnenland. 3.1.2 Netwerken met organisaties in het binnenland
Bevorderen van evenwichtige ontwikkeling van kinderen
Invoeren expressie vakken op alle schoolniveaus
4. Geen aandacht voor de emotionele ontwikkeling van kinderen
Informeren van kinderen over rechten en plichten
Kennis geven over het kinder rechtenverdrag
Meer ruimte creëren voor sociaal – emotionele ontwikkeling
Info over stu diemogelijkhed en
Bouwen van goede accommodaties Corrigeren van leerkrachten
Vraagstukken
5.1. Kinderen kennen hun rechten niet. 5.2. Studenten hebben geen weet van belangrijke aspecten uit de grondwet Alle vo –j en 6. Veel vragen bij vos scholieren studenten en ouders informeren over (vervolg) studiemogelijkh studiemogelijkheden eden
Bouwen van studentvriende lijke accommo datie op Adek Sancties tegen leerkrachten die l.l slaan
Acties
4.1.1 Pleidooi voor het opleiden van leerkrachten voor expressievakken. 5.1.1. Informeren van alle belanghebbenden 5.2.1. Media inschakelen voor info overdracht
7. Onvoldoende accommodatie voor studenten op de Adek
6.1 Pleidooi houden voor informatie overdracht. 6.1.1 Invoeren van verplichte kijk –en informatie dagen op alle scholen 7.1 Gesprekken met het Adek bestuur en studentencommissies .
8. Kinderen worden op school lichamelijk gestraft .
8.1 Pleidooi voor pedagogisch verant woorde benadering
Indicatoren
Tijd & Verantwoorde Ministerie 2007 Minov, OW
50% volledig bevoegde leerkrachten binnenland. Verhoogde leerlingen participatie in het binnenland 25 % meer bevoegde leerkrachten voor expressie vakken 50 % van de jeugd is geïnformeerd over de rechten van het Kind
2007 Minov Min Financiën, Min van RO
100% van de scholieren zijn geïnformeerd over vervolgopleiding en
Minov
100% verbetering van alle accommo daties Significante vermindering van klachten van
2006 Minov/Adek
Minov
2006 Minov, Biza
2006, Minov, Ministerie van Justitie
10
Verantwoord begeleiden van kinderen en ouders Opleiden van vaklui
Vergroten van onderwijskanse n Herwaardering van agrarische beroepen
Sport Recreatie Doel
Heractiveren van begelei dingsinstituten Opleiden van jongeren die ambachtelijke beroepen kunnen uitoefenen Faciliteren van de toegang tot school van tienermoeders Opleiden van tuinen land bouwers en beroepsvissers
van ll 8.1.2 Pleidooi voor verplichte bijscholing van eerkrachten 8.1.3 Pleidooi voor samenwerken met ouderorganisaties 9. Veel kinderen lopen 9.1 Pleidooi voor vast in het leerproces en heractivering en of haken af uitbreiding van begeleidingsdiensten 10.1 Onvoldoende 10.1.1 Capaciteits ambachtelijke kennis opbouw voor onder bij veel schoolverlaters wijs in ambachten 10.2. Veel schoolver laters zijn werkloos
kinderen. Beter samen werkende ouders
50% minder kinderen die wegblijven van school Iedere regio moet een vakschool hebben
2006 Minov , Min van Financiën
11. Tienermoeders moeten voortijdig afhaken van school.
11.1 Netwerken met Ministerie van Gezondheid, Minov en ngo’s 12.1 1Pleidooi voor oprichten landbouw / visserijopleidingen
10% minder tienerzwanger schappen op jaarbasis Iedere regio zal 1 landbouw of visserij school moeten hebben
2006 Minov, Min van Gezondheid
Tijd & Verantwoorde Ministerie 2007 Minov & Min van Gezondheid & OW &HI
12. Onopgeleide land – en tuinbouwers . 12.1. Onze eigen vis sers komen niet aan de slag
2007, Alle ministeries
2006, Minov, LVV
en Specifiek doelen
Vraagstukken
Acties
Indicatoren
Bevorderen gezondheidssitu atie
verminderen van aantal kinderen met overgewicht
1. Veel kinderen met overgewicht 1.2 Veel kinderen met een minderwaardig heids complex
1.1Pleidooi voor het doen aan sport 1.2 Pleidooi voor controle op eetgelgen heden bij scholen
Bevorderen van deelname aan sport en recreatie
Organiseren van sportweken op alle scholen en interscolaire competities op alle niveau’s
2.1.Geringe deelname en motivatie van de schooljeugd aan sport activiteiten binnen en buiten schoolverband . 2.2 Geringe deelname van vrouwen aan sport evenementen
2.1.1 Promoten van de waarde van sport en recreatie 2.2..2 Netwerken met vrouwenorganisaties om aan sport mee te doen.
50%Toename van kinderen die aan sport doen Meer eetgelegen heden die op ver antwoorde manier voedsel klaarmaken 50% meer deel name van alle scholieren aan schoolsport
2006 Minov en ngo’s
11
Doel
Specifiek doelen
Betere waardering van motorische ontwikkeling van kinderen
Verplicht stellen van lichamelijke opvoeding op alle scholen
Verbeteren van accommodaties
Vraagstukken
3.1 Weinig animo om aan bewegingsonder wijs te participeren. 3.2 Geringe waardering voor het vak ‘bewegingsonderwijs ‘ Het bouwen van 4.1. Gymlessen kunnen gymzalen voor niet of amper worden een cluster van verzorgd . scholen 4.2. Sportvelden worden overbelast
voorlichting Bewustword Informatie ingsproces overdracht op de opgang volgende gebieden brengen
Verantwoor de keuzes kunnen maken
Informatie overdracht over studiemogelijkhe den bij het voor gezet universitair onderwijs
Structureren van voor lichting
Oprichten van een unit voor Schooltelevisie
1. 1Toename van aids besmette en drugs verslaafde jongeren 1..2.Minder inzet van jongeren in het productieproces
Acties
Indicatoren
3.1.1. De waarde van sport promoten Via Ouderverenigingen en sportorganisaties
50 %toename van kinderen die aan bewegingsonderwi js participeren
4.1.1 Netwerken met bestaande sportorga nisaties .
50% toename van verzorgde gym lessen
1.1 .1Promoten van nee tegen drugs en veilig vrijen
50% Afname druggebruik onder scholieren Afname h i v besmetting onder de jeugd
Tijd & Verantwoorde Ministerie 2006 Minov & ngo’s
2007 Minov , OW en ngo’s
2006 Minov, Ministerie van Volksgezondhei d, Jongerenorganis aties 2. 1 Groot aantal 2..1.1 Netwerken met 20% toename 2006 leerlingen die verkeerde alle vo j en vo s van studenten die Minov, vervolgstudie keuzen scholen. juiste keuze Jongerenorganis maken. 2. 2.1. Samenstellen maken. aties 2. 2 Vroegtijdig afha brochures over 100 % Verhoog ken van school studiemogelijkheden de aanvraag naar brochures 3.1 Negatieve invloed 3.1.1 Promoten eigen Toename eigen 2006 buitenlandse filmen op school tv programma’s school– tv pro Minov, onze jeugd 3.2.1 Promoten ducties. Jongerenorgani 3.2 Identificatie met nationale helden Identificatie met saties minder positieve nationale helden buitenlandse ‘helden’.
12
Maatschappelijk Welzijn
Grotere deelname aan het on derwijs
Heractiveren van medisch onderzoek en medische begeleiding op basis – en VOJ scholen
1.1 Groot aantal eenzijdig of ondervoede leerlingen, Groot aantal verzuimen wegens ziekte
1.1.1 Lanceren van programma’s over goede gezondheid en juiste voeding
Vergroten van participatie aan het schoolgebeu ren en doorstromin gskansen
Heractiveren van schoolbegeleidings diensten. Stimuleren van scholen in achterstandsgebied en
2.1Groot aantal drop – outs en doubleerders 2.2 Veel problemen tussen leerkrachten en leerlingen. 2.3 Grote afstand tussen ouders en scholen.
2. 1 2 Promoten voor het opzetten van schoolbegeleidings diensten 2.2.1 Promoten voor extra stimulans en voor scholen in achterstandsgebieden
20% afname ondervoede kinderen en 50% afname eenzijdige gevoede kinderen. Goed functionerende schoolbegeleidin gsdiensten. 50% afname dropouts en doubleerders. Vermindering van problemen tussen ouders en leerkrachten
2007 Minov, Min van Gezondheid, Min van RO
2006 Minov ‘s
13