ACÄDEMIÄ PRESS
INHOUD
VOORWOORD
1
INLEIDING
2
DEEL 1 BANK
3
HOOFDSTUK 1 OVERZICHT 1.1. FINANCIELE SECTOR IN BREDE ZIN 1.1.1. KREDIETINSTELLINGEN 1.1.1.1. ALGEMEEN 1.1.1.2. BANKEN 1.1.1.3. SPAARBANKEN 1.1.1.4. OPENBARE KREDIETINSTELLINGEN 1.1.1.5. EFFECTENBANKEN 1.1.2. INSTELLINGEN DIE VIA RISICODRAGEND KAPITAAL PARTICIPEREN IN ONDERNEMINGEN 1.1.2.1. ZAKENBANKEN 1.1.2.2. HOLDINGS 1.1.3. BELEGGINGSONDERNEMINGEN 1.1.3.1. ONTSTAAN 1.1.3.2. TWEE CATEGORIEEN 1.1.4. INSTITUTIONELE BELEGGERS 1.1.5 INSTELLINGEN VOOR ELEKTRONISCH GELD 1.1.6 BETALINGSINSTELLINGEN 1.1.7. OPMERKING 1.2. MONETAIRE OVERHEID 1.2.1. FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN 1.2.2. EUROPESE CENTRALE BANK 1.2.3. NATIONALE BANK VAN BELGIE 1.2.3.1. ALGEMEEN 1.2.3.2. TAKEN 1.2.4. HÖGE RAAD VAN FINANCIEN 1.3. CONTROLEORGANISMEN 1.3.1. NBB 1.3.2 AUTORITEIT FINANCIELE DIENSTEN EN MARKTEN 1.3.3. RENTENFONDS 1.3.4. FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE 1.3.4.1. ALGEMENE DIRECTIE CONTROLE EN BEMIDDELING 1.3.4.2. WET BETREFFENDE DE MARKTPRAKTIJKEN EN CONSUMENTENBESCHERMING 1.3.4.3. WET OP HET CONSUMENTENKREDIET 1.3.5. CENTRALE VOOR KREDIETENAAN ONDERNEMINGEN 1.3.6. CENTRALE VOOR KREDIETEN AAN PARTICULIEREN 1.3.6.1 OMSCHRIJVING 1.3.6.2. VERPLICHTE RAADPLEGING 1.3.6.3. DATABANK 1.3.6.4. INZAGE- EN RECTIFICATIERECHT 1.3.6.5. BEWARINGSTERMIJN 1.3.6.6. SANCTIES BIJ NIET-NALEVING 1.3.6.7. CKP IN CIJFERS 1.3.7. CEL VOOR FINANCIELE INFORMATIEVERSCHAFFING 1.3.7.1. ANTTWITWASWETGEVING
5 6 6 6 7 9 9 9 12 12 14 16 16 17 17 18 18 19 19 19 19 20 20 20 23 23 23 23 23 24 24 24 26 27 27 27 27 28 28 28 28 29 29 29
INHOUD
1.4.
1.5.
1.6.
1.7.
1.8.
1.3.7-2. ANTIWITWASCEL 1.373. COMPLIANCE OFFICER 1.3.74. BANKGEHEIM OF DISCRETIEPLICHT 1.3.8 PRIVACYCOMMISSIE 1.3.9. CENTRAAL AANSPREEKPUNT 1.391 GEREGISTREERDE GEGEVENS 1.3 9 2 TOEGANG DATABANK BEROEPSVERENIGINGEN EN OVERLEGORGANEN 1.4.1. BELGISCHE FEDERATIE VAN HET FINANCIEWEZEN 1.4.1.1. GOEDE BANKRELATIE 1.4.1.2. GEDRAGSCODE KREDIETVERLENING 1.4.1.3- GEDRAGSCODE SPAARDEPOSITO 1.4.1.4. GEDRAGSCODE VAN DE BVK 1.4.2. ANDERE OMBUDSFIN 1.5.1. ONTSTAAN EN EVOLUTIE 1.5.2. KENMERKEN EN BEVOEGDHEDEN 1.5.3. WERKING 1.5.4. SOORTEN KLACHTEN BESCHERMING VAN DEPOSITOR FINANCIELE INSTRUMENTEN EN LEVENSVERZEKERINGSOVEREENKDMSTEN 1.6.1. ALGEMEEN 1.6.2. DEELNEMERS 1.6.3. BESCHERMINGSREGELING 1.6.4. MIDDELEN 1.6.5. TERMIJNEN EN TUSSENKOMSTEN INTERNATIONALE INSTELLINGEN 1.7.1. EUROPESE CENTRALE BANK 1.7.2. BASELCOMITE 1.7.3. BANK VOOR INTERNATIONALE BETALINGEN 1.7.4. EUROPESE INVESTERINGSBANK DE INSTITUTIONELE FINANCIELE SECTOR 1.8.1. INDELING 1.8.2. GEWICHT FINANCIELE SECTOR IN DE BELGISCHE ECONOMIE
HOOFDSTUK 2 FINANCIELE SECTOR SENSU STRICTO 2.1. DEFINITIE KREDIETINSTELLING 2.2 FUNCTIES 2.2.1. INTERMEDIATIEFUNCTIE 2.2.2. BEHEER VAN BETALINGSSYSTEMEN 2.2.3. AANBIEDEN VAN FINANCIELE DIENSTEN 2.3. INKOMSTENBRONNEN 2.4. FINANCIELE INTERMEDIATIE 2.4.1. OMSCHRIJVING 2.4.2. SCHEMATISCHE VOORSTELLING 2.4 3 INTERMEDIATIE IN CIJFERS 2.4.4. TOEGEVOEGDE WAARDE VAN INTERMEDIATIE 2.4.4.1. ALGEMEEN 2.4.4.2. VOORDELEN 2.4.5. DE TRANSFORMATIEDOOR DE BANKEN 2.4.5.1. SCHAALTRANSFORMATIE 2.4.5.2. TERMIJNOMZETTING 2.4.5.3. VALUTAOMZETTING 2.5. WERKING 2.5.1. BANKENBALANS 2.5.2. MIDDELEN (KREDIETBRONNEN)
30 30 31 31 32 32 32 33 33 34 34 35 35 35 35 35 36 36 36 38 38 38 39 40 41 41 41 42 42 42 42 42 43 45 46 47 47 47 47 48 49 49 49 50 51 51 51 52 52 52 52 53 53 53
INHOUD 2.5.2.1. EIGEN VERMÖGEN 2.5.2.2. VREEMD VERMÖGEN 2.5.2.3. ANDERE KREDIETBRONNEN 2.5.3. AANWENDINGEN/WEDERBELEGGINGEN 2.5.4. RISICO'S 2.5.4.1. SOORTEN 2.5.4.2. RISICO'S BEHEREN 2.5.4.3. ASSETS AND LIABILITIES-MANAGEMENT (ALM) 2.6. BELANG BANKSECTOR IN DE BELGISCHE ECONOMIE 2.7. TRANSFORMATiES IN DE FINANCIELE SECTOR 2.7.1. BRANCHEVERVAGING 2.7.1.1. OMSCHRIJVING 2.7.1.2. TUSSEN KI ONDERLING 2.7.1.3. TUSSEN BANK-EN VERZEKERINGSSECTOR 2.7.1.4. TUSSEN DE BANKEN EN DE BEURSVENNOOTSCHAPPEN 2.7.2. EFFECTISERING 2.7.2.1. BEGRIP 2.7.2.2. WERKWIJZE 2.7.2.3. VOORDELEN 2.7.2.4. NADELEN 2.7.3. FINANCIELE INNOVATIES 2.7.4. INTERNATIONALISATIE 2.7.4.1. HET INTERNATIONALE BANKBEDRIJF 2.7.4.2. IN BELGIE GEVESTIGDE BUITENLANDSE BANKEN 2.7.4.3. DE BELGISCHE KI EN HUN BUITENLANDS NET 2.7.5. CONCENTRATIE: OPKOMST EN ONDERGANG VAN BELGISCHE FINANCIELE REUZEN 2.7.6. FINANCIELE CRISIS EN KREDIETCRISIS 2.7.7. BANKIERENVOOR DE NIEUWE GENERATIE 2.8. DISTRIBUTIE IN DE BANKSECTOR 2.8.1. BANKKANTOOR 2.8.2. TUSSENPERSONEN IN DE BANK- EN BELEGGINGSDIENSTEN 2.8.2.1. WETGEVING 2.8.2.2. BANKAGENT 2.8.2.3. BANKMAKELAAR 2.8.3. INTERNET 2.9. CIJFERS 2.9.1. STRUCTUUR 2.9.2. RESULTATEN VAN DE BANKEN
54 54 55 57 58 58 60 60 61 61 61 61 62 62 64 64 64 64 64 65 65 65 65 66 68 68 73 74 74 74 76 76 77 77 77 78 78 80
HOOFDSTUK 3 FINANCIEEL TOEZICHT 3.1. KB NR. 185 VAN 9 JULI 1935 3.1.1. AANLEIDING 3.1.2. INHOUD 3.2. WET VAN 30 JUNI 1975 3.3. WET VAN 4 DECEMBER 1990 3.3.1. DOELSTELLINGEN 3.3.2. INHOUD 3.4. WET 22 MAART 1993 3.4.1. SITUERING 3.4.2. NAAM VAN DE KREDIETINSTELLING 343. BEDRIJFSVERGUNNING 3.4.3.1. ALGEMEEN 3.4.3.2. VERGUNNINGSVOORWAARDEN 3.4.4. BEDRIJFSUITOEFENING 3.4.4.1. MINIMUM EIGEN VERMÖGEN 3.4.4.2. RISICOSPREIDING
83 84 84 85 85 86 86 86 86 86 87 87 87 88 89 89 89
INHOUD 3.4.4.3. WIJZIGINGEN IN DE KAPITAALSTRUCTUUR 3444- ONVERENIGBAARHEIDSREGELING 3.4.4.5. FUSIES EN OVERDRACHTEN 3.44.6. AANDELENBEZIT EN DEELNEMINGEN 3.4.4.7. REGLEMENTAIRE COEFFICIENTEN 3.4.4.8. PERIODIEKEINFORMATIEVERSTREKKING EN BOEKHOUDREGELS 3.4-5. UITZONDERINGSMAATREGELEN 34.6. GRENSOVERSCHRIJDENDE BANKWERKZAAMHEDEN 3.4.6.1. ALGEMEEN 3 4-6.2. KI UIT ANDERE EU-LIDSTATEN 3 4 6.3. KI NAAR BELGISCH RECHT 3.4.6.4. KI UIT DERDE LANDEN 3.5. WET VAN 2 AUGUSTUS 2002 3.6. WET VAN 2 JULI 2010 3.6.1. AANLEIDING 3.6.2. INHOUD 94 3.7. NIEUWE BANKENWET 3.7.1 SITUERING 3.7.2. NIEUWE BESTUURSREGELS 3.7.3. ANDERE NIEUWE MAATREGELEN 3.7.3.1 BESCHERMING SPAARGELD 3.7.3.2 BEPERKING TRADINGACTIVITEITEN 3.7.3.3. BEPERKING BANKIERSBONUSSEN 3.7.3.4 VOEDSELSPECULATIE 3.8. TOEZICHT FINANCIELE SECTOR 3.8.1. NATIONALE BANK VAN BELGIE 3.8.1.1. OMSCHRIJVING 3.8.1.2. MACROPRUDENTIEEL TOEZICHT 3.8.1.3. MICROPRUDENTIEEL: TOEZICHTSDOMEINEN 3.8.1.4. TOEZICHTTAKEN 3.8.2 AUTORITEIT VOOR FINANCIELE DIENSTEN EN MARKTEN 3.8.2.1. OMSCHRIJVING 3.8.2.2. TOEZICHT OP DE FINANCIELE MARKTEN 3.8.2.3. PRODUCTTOEZICHT 3.8.2.4. NALEVING GEDRAGSREGELS (MIFID) 3.8.2.5. FINANCIELE DIENSTVERLENERS EN TUSSENPERSONEN 3.8.2.6. FINANCIELE VORMING 3.8.2.7. PENSIOENEN 3.8.3. ACTIEMIDDELEN 3.9. PRUDENTIELE CONTROLE KREDIETINSTELLINGEN 3.9.1 OMSCHRIJVING 3.9.2 RENTABILITEITSCONTROLE 3.9.3 LIQUIDITEITSCONTROLE 3.9.4. SOLVABILITEITSCONTROLE 3.9.4.1 BASEL I 3.9.4.2. BASEL II 3.9.4.3. BASEL III 3.9.5. CONTROLEMIDDELEN 3.9.6. COMPLIANCE FUNCTIE 3.10. EUROPESE BANKENUNIE 3.10.1. AANLEIDING 3.10.2 EUROPEES BANKENTOEZICHT 3.10.2.1 ECB: TOEZICHTHOUDER 3.10 2.2. STRESSTESTS 3.10.2.3. EUROPEAN BANKING AUTHORITY 3.10.2. BASEL III
89 90 90 90 91 91 91 92 92 92 92 93 93 93 93 94 94 95 96 96 96 96 97 97 97 97 97 98 99 99 99 100 102 104 105 106 106 106 107 107 108 108 108 108 109 109 m 112 113 113 n4 n4 n4 115 115
INHOUD 3.10.3. DEPOSITOGARANTIE 3.10.4. AFWIKKELING PROBLEEMBANKEN HOOFDSTUK 4 ZICHTREKENING EN BETALINGSSYSTEMEN 4.1. EVOLUTIE BETAALMIDDELEN 4.2. CHARTAAL GELD 4.2.1. OMSCHRIJVING 4.2.2. BEWIJS VAN BETALING 4.2.3. VOORDELEN 4.2.4. NADELEN 4.2.5. AANDEEL GELDHOEVEELHEID 4.2.6. GELD KOST GELD 4.2.6.1. DE PRIJS VAN HET GELD 4.2.6.2. BEWERKINGSKOSTEN 4.3. GIRAAL GELD 4.3.1. OMSCHRIJVING 4.3.2. ONTSTAAN EN EVOLUTIE 4.3.3. AANDEEL GELDHOEVEELHEID 4.4. ELECTRONIC MONEY 4.5. SINGLE EURO PAYMENTS AREA 4.5.1. OMSCHRIJVING 4.5 2. SEPA CREDIT TRANSFER OF EUROPESE OVERSCHRIJVING 4.5.3- IBAN 4 5 4. SEPA DIRECT DEBET OF EUROPESE DOMICILIERING 455. BETAALKAARTEN 4 5.6. ANDERE BETAALMIDDELEN 4.5.7. PAYMENT SERVICES DIRECTIVE 4.5.71. OMSCHRIJVING 4.572. DOELSTELLINGEN 4.573. PSD-GERELATEERDE WIJZIGINGEN 4.6. ZICHTREKENING 4.6.1. OMSCHRIJVING 4.6.2. REKENINGNUMMERS 4.6.2.1. NATIONAAL 4.6.2.2. EUROPEES 4.6.3. TITULARIS EN VOLMACHTDRAGER 4.6.4. 0VERLUDEN REKENINGHOUDER 4.6.5. RENTEVERGOEDING 4.6.6. VALUTERING 4.6.7. WERKING 4.6.7.1. VERMEERDERENVANHETTEGOED 4.6.7.2. VERMINDEREN VAN HET TEGOED 4.6.7.3. REKENINGUITTREKSELS 4.6.8. EXTRA DIENSTEN 4.6.8.1. KASFACILITEIT 4.6.8.2. REKENINGVERZEKERING 4.6.8.3. BANKVERHUISDIENST 4.7. OVERSCHRIJVING 4.7.1. OMSCHRIJVING 4.7.2. EUROPESE OVERSCHRIJVING 4.73. VOORTERUGKERENDEBETALINGEN 4.7.31. DOORLOPENDE OPDRACHT 4.7.3.2. (EUROPESE) DOMICILIERING 4.8. CHEQUE 4.8.1. OMSCHRIJVING 4.8.2. BELANGRIJKE BEGRIPPEN
Ug 116
117 1 ^g 119 W) 120 120 120 121 121 122 122 122 122 123 123 123 123 123 124 124 124 124 125 125 125 125 125 126 126 127 127 127 128 128 128 129 129 129 129 130 130 130 131 131 132 132 132 133 133 133 134 134 135
INHOUD
4.9.
4.10.
4.1 1.
4.12.
4.13, 4.14 4.15.
4.16.
4.8.3. KOSTPRIJS 4.8.4. GEBR17IK MET CHEQUE GELIJKGESTELDE DOCUMENTEN 4.9.1. BANKCHEQUE 4.9.2. CIRCULAIRE CHEQUE 4.9.3. REISCHEQUE 4.9.3.1. OMSCHRIJVING 4.9.3.2. PROCEDURE 4933. VOORDELEN 4.9.3.4. NADELEN 4.9.3.5. GEBRUIK DEBETKAART OF BETAALKAART 4.10.1. OMSCHRIJVING 4.10.2. MAESTROFUNCTIE 4.10.3. KOSTPRIJS 4.10.4. VERLIES OF DIEFSTAL ELEKTRONISCHE PORTEMONNEE 4.11.1. PROTONFUNCTIE 4.11.2. PINGPING 4113 MOBIELE PORTEMONNEE KREDIETKAART 4.12.1. OMSCHRIJVING 4.12.2. KREDIETKAARTKREDIET 4.12.3. KENMERKEN 4.12.3.1. KOSTPRIJS 4.12.3.2. BETALINGEN EN GELDAFHALINGEN 4.12.3.3- INTERNETBETALINGEN 412.3 4. PERIODIEKE BETALINGEN 4.12.3.5. GEBRUIKSLIMIET 4.12.3.6. COMMISSIE 4.12.3.7. VERLIES OF DIEFSTAL PREPAIDKAART MOBIEL BETALEN ELEKTRONISCH BANKIEREN 4.15.1. GELDAUTOMATEN EN BETAALTERMINALS 4.15.1.1. WORLDLINE 4.15.1.2. NETWERK VAN DE KI 4.15.1.3. NETWERK VAN DE POST 4.15.1.4. MAXIMALE GEBRUIKSLIMIETEN 4.15.2. SELFBANKING 4.15.3. PHONEBANKING 4-15-4- INTERNETBANKIEREN 4.15.4.1. ALGEMEEN 4.15.4.2. VEILIGHEID 4.15.4.3. GEBRUIK 4155. MOBIEL BANKIEREN 4.15.6. ISABEL TARIFERING ZICHTREKENING 4.16.1. ALGEMEEN 4.16.2. BESTANDDELEN 4.16.2.1. BEHEERSVERGOEDING 4.16.2.2. KAARTEN 4.16.2.3. FORFAIT DEBETVERRICHTINGEN 4.16.2.4. STUKTARIFERING 4.16.2.5. REKENINGUITTREKSELS 4.16.2.6. BESTELLEN OVERSCHRIJVINGSFORMULIEREN/CHEQUES
135
135 136
136
136 136 136 137 137 137 137 137 138 138 138 138 139 139 140 140 140 141 141 141 141 141 141 142 142 142 144 146 146 146 147 147 148 148 148 148 148 149 150 150 152 152 152 153 153 154 154 154 154 155
INHOUD 4.16.2.7. GEWEIGERDE BETALINGEN 4.16.3. KOSTENBEPERKENDE TOOLS 416.3.1. GOEDKOPE BANK KIEZEN 4.16.3.2. BETALINGSGEWOONTENAANPASSEN 4.16.3.3. STATUS VAN GOEDE KLANT VERWERVEN 4.16.3.4. ONLINEZICHTREKENING 4.16.3.5. PAKKETREKENING 4.16.4. UITZONDERINGEN 4.16.5. BEKENDMAKING BANKTARIEVEN 4.16.5.1. REKENINGUITTREKSEL 4.16.5.2. AFFICHERING IN BANKKANTOREN 4.16.5.3. TRANSPARANTIE 4.17. INTERNATIONALE BETALINGSTECHNIEKEN 4.17.1. INTERNATIONALE TRANSFER OF OVERSCHRIJVING 4.17.1.1. SEPA-OVERSCHRIJVINGEN 4.17.1.2. INTERNATIONALE BANKOVERSCHRIJVING 4.17.2. CHEQUE 4.17.3. WISSELBRIEF 4.17.4. ORDERBRIEFJE OF PROMESSE 4.17.5. HET DOCUMENTAIRINCASSO 4.17.6. HET DOCUMENTAIR KREDIET 4.17.6.1. TEGENSTRIJDIGE STANDPUNTEN EXPORTEUR/IMPORTEUR 4.17-6.2. OMSCHRIJVING EN KENMERKEN 417 6.3. WERKING 4.17.6.4. KOSTPRIJS HOOFDSTUK 5 KLASSIEKE SPAARPRODUCTEN 5.1. START TO INVEST 5.1.1. FINANCIELE BUFFER 5.1.2. BELEGGINGSPROFIEL 5.1.3. KEUZEBEPALENDE FACTOREN 5.1.31. DEBITEUR 5.1.3.2. RENDEMENT 5.1.33. FISCALITEIT 5.1.3-4. RISICO 5.1.3.5. LOOPTIJD 5136. LIQUIDITEIT 5137. MINIMUMINLAGE 5.138. FREQUENTIE VAN INTERESTUITKERING 5.1.39. KOSTEN 5.1.3-10. UITGIFTEPRIJS 51311. SUCCESSIE 5.1.3.12. OPVOLGING 5.1.4. BELEGGINGSPORTEFEUILLE VAN DE BELG 5.2. MIFID 5.2.1. SITUERING 5.2.2. KNOW YOUR CONSUMER 5.2.3. INFORM YOUR CONSUMER 5.3. GEREGLEMENTEERDE SPAARREKENING 5.3.1. OMSCHRIJVING 5.3.2. HERVORMING SPAARREKENING 5.3.3. FISCALE VRIJSTELLING 5.3.3.1. KENMERKEN EN VOORWAARDEN 5.3.3.2. BASISRENTE 5.3.3.3. GETROUWHEIDSPREMIE 5.3.3.4 FISCALE VRIJSTELLING SPAARBOEKJE BUITENLANDSE BANK
155 155
i55
155
155 155 156 lg6 157
l57 i57 158 158 158 159 159 159 159
160 160 160 160 160 161 162 163 164 164 165 166 166 166 166 171 172 173 173 173 173 173 173 174 174 175 175 176 178 178 178 179 180 180 181 181 183
INHOUD
5.4.
5.5.
534. OPBRENGST 5 3-4.1. NOMINALE VERSUS REELE RENTEVOET 5.3.4.2. VRIJ STABIELE RENTEVOET 534.3. ONLINE SPAARREKENING 5.3.4.4. PRIJSBREKERS VERSUS GROOTBANKEN 53.4.5. BUITENLANDSE PRIJSBREKERS 5.3.5. VALUTERING 5.3.6. GEDRAGSCODE SPAARDEPOSITO 537. VOORDELEN 5.3.8. NADELEN 5.3.9. BELEGGERSPROFIEL 5.3.10. CIJFERS SPAARBOEKJESMARKT 5.3.11. VARIANTEN 5.3.111. GETROUWH EIDSSPAARREKENING 5.3.11.2. SPAARREKENING MET AUTOMATISCHE SPAAROPDRACHT 5.3113 WOONSPAARREKENING 5.3.11.4. NIET-GEREGLEMENTEERDE SPAARREKENING 5.3.11.5. BABY- OF PAMPERREKENING 5.3.11.6. JONGERENSPAARREKENING 5.311.7. HUWELIJKSREKENING 5.3.11.8. SCHENKINGSREKENING 5.3.11.9. ETHISCHE SPAARREKENING 5.3.12 CONCURRENTEN GEREGLEMENTEERDE SPAARREKENING 5.3.12.1. SPAARREKENING IN HET BUITENLAND 5.3.12.2 VOORHUWELIJKSSPAARREKENING ZIEKENFONDS 5.3.12.3 TAK21-SPAARREKENING TERMIJNDEPOSITO 5.4.1. OMSCHRIJVING 5.4.2. MINIMUMINLAGE 5.43. RENTEVOET 5.4.4. VARIANTEN 545. VOORDELEN 5.4.6. NADELEN DE KASBON 5.5.1. OMSCHRIJVING 5.5.2. RENTEVOET 5.5.3. VERVROEGDE TERUGBETALING 5.5.31. INKOOP DOOR DE BANK ZELF 5.5.3-2. VIA DE OPENBAREVEILING VAN EURONEXT BRÜSSEL 5.5.4. VOORDELEN 5.5.5. NADELEN 5.5.6. KASBON VERSUS TERMIJNREKENING 5.5.7. SOORTEN 5.5.7.1. GEWONE KASBON 5.57.2. KAPITALISATIEBON 5.573 FACULTATIEVE KAPITALISATIEBON 5 5 7.4. KASBON MET PROGRESSIVE RENTE 5.5.7.5. BUDGETBON 5.5.8. KASBONMARKT IN CIJFERS 5.5.9. CONCURRENTEN KASBON 5.5.9.1. TERMIJNREKENINGEN 5.5.9.2. FONDSEN MET KAPITAALBESCHERMING 5.593. VERZEKERINGSBONS 5.5.9.4. STAATSBONS 55.95. VOLKSLENING 5.5.9-6 ACHTERGESTELDE CERTIFICATEN 5.5.10. BELEGGERSPROFIEL
l8g 183 183 183 183 184 184 184 185 387 188 188 igg 189 189 189 189 191 191 191 192 192 192 192 193 193 199 199 199 200 200 200 201 201 201 202 202 203 203 203 203 204 204 204 204 204 205 205 205 205 205 205 206 207 207 207 208
5.6.
VOLKSLENING 5-6.1. ONTSTAAN EN DOELSTELLING 5-6.2. KENMERKEN 5-6.3. AANBOD 5.6.4. VOLKSLENING IN CIJFERS
HOOFDSTUK 6 KREDIETEN 6.1. KREDIET 6.1.1. ALGEMEEN 6.1.2. BANKKREDIET 6.1.3. CROWDFUNDING 6.1.4. ECONOMISCHE ROL VAN HET KREDIET 6.1.5. KREDIETRISICO 6.1.6. VOORWAARDEN BIJ KREDIETVERLENING 6.1.7. BESTEMMING VAN KREDIETEN 6.1.7.1. KREDIET AANPARTICULIEREN 6.1.7.2. KREDIET AAN ONDERNEMINGEN 6.1.7.3. KREDIET AAN DE STAAT 6.2. HET CONSUMENTENKREDIET 6.2.1. OMSCHRIJVING 6.2.2. INDELING 6.2.3. WAARBORGEN 6.2.3.1. EIGENDOMSVOORBEHOUD 6.2.3.2. LOONBESLAG 6.2.3.3. BORGSTELLING 6.2.3.4 SCHULDSALDOVERZEKERING/WERKLOOSHEIDSVERZEKERING 6.2.4. WET OP HET CONSUMENTENKREDIET 6.2.4.1. TOEPASSINGSGEBIED 6.2.4.2. BESCHERMING VAN DE CONSUMENT 6.2.4.3. RECLAME 6.2.4.4. AANSPRAKELIJKHEID VAN DE GELDSCHIETER 6.2.4.5. MAXIMALE TERUGBETALINGSTERMIJN 6.2.4.6. MAXIMAAL JAARLIJKS KOSTENPERCENTAGE 6.2.4.7. VERVROEGDE TERUGBETALING 6.2.5. VERZEKERINGEN VERBONDEN AAN CONSUMENTENKREDIET 6.2.6. KREDIETOPENING OF KREDIETLIJN 6.2.6.1. OMSCHRIJVING 6.2.6.2. SOORTEN 6.2.6.3. WETTELIJKE BEPALINGEN 6.2.6.4. TOEKENNINGSCRITERIA 6.2.7. DE LENING OP AFBETALING 6.2.7.1. OMSCHRIJVING 6.2.7.2. SOORTEN 6.2.7.3. RENTEVOET 6.2.7.4. WETTELIJKE BEPALINGEN 6.2.8. DE VERKOOPOP AFBETALING 6.2.8.1. OMSCHRIJVING 6.2.8.2. BEDING VAN EIGENDOMSVOORBEHOUD 6.2.8.3. WETTELIJKE BEPALINGEN 6.2.9. PERSONAL LEASE 6.3. HET HYPOTHECAIR KREDIET 6.3.1. OMSCHRIJVING 6.3.2. BASISFORMULES 6.3.3. BEDRAG 6.3.4. HYPOTHEEK EN OVERIGE WAARBORGEN 6.3.4.1. HYPOTHEEK 6.3.4.2. WONINGVERZEKERING
208 208 208 209 209 211 212 212 212 212 213 213 213 213 214 214 214 216 216 216 217 217 218 218 219 219 220 220 221 223 223 223 224 225 225 225 225 226 227 227 227 227 228 228 229 229 229 230 230 231 231 231 232 233 233 234
INHOUD
6.4. 6.5.
6.6. 6.7.
6.8.
6.3.4.3. SCHULDSALDOVERZEKERING 6.3.4.4 WERKLOOSHEIDSVERZEKERING 6.3.5. HYPOTHEEKWET VAN 4 AUGUSTUS 1992 6.3.5.1. OMSCHRIJVING 6.3.5.2. RENTEVOET: VASTOF VARIABEL 6.3.5.3. INTERESTBEREKENING 6.3.5.4. DOSSIER- EN SCHATTINGSKOSTEN 6.3.5.5. BEDENKTIJD 6.3.5.6. PROSPECTUS 6.3.6. HYPOTHEEKWET VAN 13 MAART1998 6.3.6.1. OMSCHRIJVING 6.3.6.2. VERBOD TIJDELIJKE KORTINGEN 6.3.6.3. AFSCHAFFING RISTORNO'S 6.3.6.4. RENTEKORTINGEN 6.3.6.5. RENTEVOETHERZIENING 6.3.6.6. INFORMATIEVERSTREKKING 6.3.7. RENTEVOET 6.3.7.1. TOESTAND OP DE GELDMARKT 6.3.7.2. KLANTENRELATIE 6.3.7.3. QUOTITEIT 6.3.7.4. VASTOF VARIABEL 6.3.7.5. KREDIETVERLENER 6.3.8. BANKKOSTEN LENINGSDOSSIER 6.3.9. AANBOD HYPOTHEEKFORMULES 6.3.9.1. LENING MET VASTE RENTE 6.3.9.2. LENING MET VARIABELE RENTE 6.3.9.3. LENING MET VARIABELE LOOPTIJD 6.3.9.4. WOONKREDIET OP VEERTIG JAAR 6.3.9.5. LENING MET PROGRESSIEVE MAANDELIJKSE AFLOSSINGEN 6.3.9.6. BULLETKREDIET 6.3.10. AFLOSSINGSMOGELIJKHEDEN 6.3.10.1. CONSTANTE MENSUALITEITEN 6.3.10.2. VASTE KAPITAALAFLOSSINGEN 6.3.10.3. MET EEN GEMENGDE LEVENSVERZEKERING 6.3.10.4. BELEGGINGSHYPOTHEEK 6.311. HERFINANCIEREN 6.3.12. FISCALITEIT OVERBRUGGINGSKREDIET 6.4.1. OMSCHRIJVING 6.4.2. KENMERKEN KASKREDIET OF VOORSCHOT IN REKENING-COURANT 6.5.1. OMSCHRIJVING 6.5.2. OVERSCHRIJDEN VAN DE KREDIETLIJN 6.5.3. LOOPTIJD 6.54. KOSTPRIJS 6.5.5. VOORDELEN 6.5.6. NADELEN STRAIGHT LOAN OF VOORSCHOT OP VASTE TERMIJN DISCONTOKREDIET 6.7.1. INLEIDING 6.7.2. ALGEMENE OMSCHRIJVING 6.7.3. OPMERKING BORGSTELLINGS- EN AVALKREDIETEN 6.8.1. OMSCHRIJVING 6.8.2. PARTIJEN 6.8.3. SOORTEN BORGSTELLINGEN 6.8.4. KOSTPRIJS
234 234 235 235 235 236 236 236 236 236 236 236 236 237 237 238 238 238 238 239 239 239 239 239 240 240 240 241 241 241 242 242 242 242 242 243 244 244 244 245 245 245 245 245 246 246 247 247 247 247 247 248 248 248 248 248 248
INHOUD 6.8.5. VOORDEEL VOOR DE CLIENT 6.8.6. NADEEL VOOR DE BANK 6.8.7. WERKING 6.8.8. TOEPASSINGEN 6.9. INVESTERINGSKREDIET 6.9.1. OMSCHRIJVING 6.9.2. LOOPTIJD 6-9-3- VOORWERP 6.9.4. BEDRAG 6-9-5- RENTEVOET 6.9.6. AFLOSSING 6.9.7. STEUNVERLENING 6.9.7.1. FINANCIERINGSVOORWAARDEN 6.9.7.2. RENTEVOETVERMINDERINGEN 6.9.7.3. KAPITAALPREMIES 6.9.7.4. WAARBORG 6.9.7.5. FISCALE HULP 6.9.8. BEOORDELING 6.10. ANDERE FINANCIERINGSVORMEN 6.10.1. FACTORING 6.10.1.1. OMSCHRIJVING 6.10.1.2. FUNCTIES 6.10.1.3. KOSTPRIJS 6.10.1.4. VOORDELEN 6.10.1.5. NADELEN 6.10.1.6. AANBOD 6.10.2. LEASING 6.10.2.1. OMSCHRIJVING 6.10.2.2. TARIEF EN TERUGBETALING 6.10.2.3. LEASINGVORMEN 6.10.2.4. VOORDELEN 6.10.2.5. NADELEN 6.10.3. FORFAOTNG HOOFDSTUK 7 FINANCIELE DIENSTEN 7.1. ALGEMEEN 7-1.1. BUITENBALANSACTIVITEITEN 7.1.2. OVERZICHT VAN DE'ANDERE'VERRICHTINGEN 7-1-3- BELANG VAN DE NIET-fNTERESTINKOMSTEN 7.2. VERZEKERINGEN 7.3. TRANSACTIES OP DE MARKT VAN HET OVERHEIDSSCHULDPAPIER 7.4. WISSELVERRICHTINGEN 7-4-1- OMSCHRIJVING 7.4.2. WISSELTRANSACTIE 7.4.3. WISSELKOSTEN 7.4.4. WISSELRISICO 7.5. VERHUUR BANKKLUIZEN 7.5.1. OMSCHRIJVING 7-5.2. TOEGANG 7-5-3- OVERLUDEN VAN DE HUURDER 7-5-4. EVOLUTIE KLUIZENVERHUUR 7.6. NALATENSCHAPSDOSSIER 7.6.1. OVERLUDEN BANKKLANT 7.6.2. AKTE VAN ERFOPVOLGING 7.6.3. KOSTPRIJS 7.7. SUPENDE REKENINGEN
249 249 249 249 249 249 249 250 250 250 250 250 250 250 250 251 251 251 251 251 251 251 252 252 253 253 253 253 254 254 255 255 256 257 258 258 258 258 260 260 261 261 261 261 261 262 262 262 263 263 263 263 264 264 264
INHOUD 7.8.
PRIVATE BANKING 7.8.1. OMSCHRIJVING 7.8.2. SOORTEN BEHEER 7.8.3. WETGEVING 78.31. VERGUNNING 7.8.3.2. VERMOGENSBEHEERDER VERSUS BELEGGINGSADVISEUR 7.8.33. KAPITAALVEREISTEN 7.8.3.4. DAGELIJKS BEHEER 7.8.35. DIVERSE VERPLICHTINGEN 7.8.3.6. KLANTENBESCHERMING 7.8.3.7. BEHEERSVERGOEDING 7.8.3.8. REKENING 7.8.3.9. INSTELLINGEN VOOR VERMOGENSBEHEER 7.8.4. DE BELGISCHE PRIVATE BANKINGMARKT 7.8.5. MINIMUMDREMPEL VERMOGENSBEHEER 7.8.6. KOSTEN EN COMMISSIES 7.8.7. SAMENSTELLING BELEGGINGSPORTEFEUILLE 7.9. ADVIESVERLENING 7.10. LOGISTIEKE STEUN AAN DE BUITENLANDSE HANDEL 7.1 1. OPTREDEN ALS TUSSENPERSOON BIJ LEASING EN FACTORING 7.1 2. DIENSTEN OP EN ROND DE KAPITAALMARKT 7.12.1. OP DE PRIMAIRE EFFECTENMARKT 7.12.2. OP DE SECUNDAIRE MARKT 7.12.3. EFFECTENDEPOT OF OPEN BEWAARGEVING 7.12.3.1. OMSCHRIJVING 7.12.3.2. BEWAARLOON 7.12.3.3. FALLISSEMENT KI 7.12.3.4. DEMATERIALISATIE 7.12.4. ANDERE DIENSTEN IN VERBAND MET EFFECTEN HOOFDSTUK 8 INSTELLINGEN VOOR COLLECTIEVE BELEGGINGEN 8.1. OMSCHRIJVING 8.2. SCHEMATISCHE VOORSTELLING 8.3. BELANGRIJKE BEGRIPPEN 8.3.1. GEMEENSCHAPPELIJKE BELEGGINGSFONDSEN 8.3.2. BELEGGINGSVENNOOTSCHAP MET VERANDERLIJK KAPITAAL 8.3.3. BELEGGINGSVENNOOTSCHAP MET VAST KAPITAAL 8.3.4. CERTIFICAAT OF AANDEEL 8.3.5. NETTO-INVENTARISWAARDE 8.3.5.1. OPEN-END FONDS 8.3.5.2. CLOSED-END FONDSEN 8.3.6. UITGIFTEPRIJS 8.3.7. DISTRIBUTIE- OF KAPITALISATIEFONDSEN 8.3.8. RETURN 281 8.3.9. PROSPECTUS 8.3.10. BEHEERSMAATSCHAPPIJ 8.3.11. BEWAARDER 8.3.12. ERKENDE FINANCIELE INSTELLING 8.4. FONDSEN VERSUS HOLDINGS 8.5. BELEGGINGSRENDEMENT 8.6. BELANGRIJKSTE REGLEMENTERING 8.6.1. VOORLOPIGE REGELING VAN 27 MAART 1957 8.6.2. WET VAN 4 DECEMBER1990 8.6.2.1. SOORTEN ICB'S 8.6.2.2. ICBE: EUROPEES PASPOORT 8.6.2.3. RISICOSPREIDING
265 265 265 266 266 266 266 266 267 267 267 268 268 268 270 270 271 271 272 272 272 273 273 273 273 274 274 275 276 277 278 279 279 279 279 280 280 280 280 281 281 281 282 282 282 282 283 284 284 284 284 284 285 285
INHOUD 8.6.2.4. BEHEERSPRINCIPES 8.6.2.5. TOEZICHT 8.6.3. KB VAN 18 APRIL 1997 8.6.4. WET VAN 20 JULI 2004 8.6.5. KB VAN 4 MAART 2005 8.6.5.1. OMZETTING UCITS III IN DE BELGISCHE WETGEVING 8.6.5.2. ICB'S 8.7. SOORTEN FONDSEN 8.7.1. OBLIGATIEFONDSEN EN -BEVEKS 8.7.2. AANDELENFONDSEN EN -BEVEKS 8.7.3. INDEXFONDSEN 8.7.4. GEMENGDE FONDSEN EN GEMENGDE BEVEKS 8.7.5. GARANTIEFONDSEN 8.7.5.1. OMSCHRIJVING 8.7.5.2. WERKING 8.7.5.3. SOORTEN 8.6.5.4. VOORDELEN 8.6.5.5. NADELEN 8.7.5.6. MARKTAANDEEL 8.7.6. GELDMARKTFONDSEN 8.7.7. VASTGOEDBEVEKS EN -BEVAKS 8.7.7.1. VASTGOEDCERTIFICAAT 8.7.7.2. VASTGOEDBEVAK 8.7.7.3. VASTGOEDBEVEK 8.7.8. DUURZAME FONDSEN 8.7.9. DAKFONDSEN 8.7.10. PRIVATE EQUITY BEVAK 8.7.11. VENNOOTSCHAPPEN VOOR BELEGGINGEN IN SCHULDVORDERINGEN 8.7.12. HEDGE FUNDS 8.8. FISCALE BEHANDELING 8.8.1. ROERENDE VOORHEFFING 8.8.1.1. BEVEK 8.8.1.2. BELEGGINGSFONDS 8.8.2. BEURSTAKS 8.8.2.1. BIJ INSTAPPEN 8.8.2.2. BIJ UITSTAPPEN 8.8.2.3. BIJ OVERSTAPPEN 8.9. VOORDELEN 8.9.1. GEDIVERSIFIEERDE PORTEFEUILLE 8.9.2. PROFESSIONEEL DESKUNDIG BEHEER 8.9.3. SCHAALVOORDELEN 8.9.4. GERINGE MINIMUMINLAGE 8.9.5. LIQUIDE BELEGGING 8.9.6. RUIM AANBOD 8.9.7. OPVOLGBAARHEID 8.9.8. TOEGANG TOT GESLOTEN MARKTEN 8.9.9. SNELLER REAGEREN 8.9.10. TRANSPARANTIE 8.9.11. CONTROLE 8.10. NADELEN 8.10.1. KOSTEN 8.10.1.1. INSTAPKOSTEN 8.10.1.2. UITSTAPKOSTEN 8.10.1.3. LOPENDE KOSTEN 8.10.1.4. PRESTATIEKOSTEN 8.10.1.5 BEWAARLOON 8.10.2. RESULTAAT ONDER MARKTGEMIDDELDE
286 286 286 287 287 287 287 287 287 287 288 288 288 288 289 289 290 290 291 291 292 292 292 293 293 294 295 295 295 296 296 296 297 297 297 297 298 298 298 298 298 299 299 299 299 299 299 299 300 300 300 300 300 300 301 301 301
INHOUD 8.10.3. RISICO 8.10.4. GEENINSPRAAK 8.10.5. GERINGE KENNIS PORTEFEUILLE 8.10.6. OPVOLGING 8.10.7. OVERAANBOD 8.11. AANBOD IN BELGIE 8.11.1. EVOLUTIE 8.11.2. MARKTAANDELEN 8.11.3. DISTRIBUTIEKANALEN 8.11.4. OPEN ARCHITECTUUR 8.12. BELEGGERSPROFIEL 8.1 3. SPECIALE VORMEN COLLECTIEVE BELEGGING 8.13.1.1. PENSIOENSPAREN 8.13.1.2. BELASTINGBESPARING 8.13.1.3. VOORWAARDEN VOOR FISCALE AFTREK 8.13.1.4. PENSIOENSPAARFONDS VERSUS PENSIOENSPAARVERZEKERING 8.13.1.5. KOSTEN PENSIOENSPAREN 8.13.1.6. EINDBELASTING 8.13.1.7. OPVRAGING KAPITAAL 8.13.1.8. AANBOD 8.13.1.9. RENDEMENTEN 8.13.2. TAK23-PRODUCTEN 8.13.2.1. OMSCHRIJVING 8.13.2.2 TAK23 VERSUS TAK21 8.13.2.3. BANKFONDSEN VERSUS VERZEKERINGSFONDSEN 8.13.3. EXCHANGE TRADED FUNDS
301 302 302 302 302 302 302 302 303 303 304 304 304 305 305 305 307 308 308 308 309 310 310 311 311 314
DEEL II VERZEKERINGEN
317
HOOFDSTUK 9 VERZEKERING: ALGEMEEN 9.1. INDELING VAN HET VERZEKERINGSBEDRIJF 9.2. WET OP DE LANDVERZEKERINGSOVEREENKOMST 9.2.1. SITUERING 9.2.2. ALGEMEEN 9.2.3. STRUCTUUR 9.2.4. VERZEKERINGSCONTRACT 9.2.4.1. DEFINITIE 9.2.4.2. BEGRIPPEN 9.2.5. VERPLICHTINGEN VERZEKERINGNEMER/VERZEKERDE 92.5.1. MEDEDELINGSPLICHT 9.2.5.2. BETALEN PREMIE 9.2.5.3. MEEDELEN WIJZIGINGEN RISICO 9.2.5.4. VOORKOMEN EN BEPERKEN SCHADE 9.2.5.5. MELDEN SCHADEGEVAL 9.2.6. LOOPTIJD VERZEKERINGSCONTRACT 9.2.7. STOPZETTING VERZEKERINGSCONTRACT 9.3. VERZEKERINGSBEMIDDELING 9.3.1. BEMIDDELAAR OF TUSSENPERSOON 9.3.1.1. INFORMATIE VERSCHAFFEN 9.3.1.2. VERZEKERAAR ZOEKEN 9.3.1.3. TOTSTANDKOMING VAN HET VERZEKERINGSCONTRACT 9.3.1.4. SCHADEGEVAL/VEREFFENING 9.3.1.5. BEHEER 9.3.2. WETGEVING 9.3.2.1. WET VAN 27 MAART1995 9.3.2.2. TOEPASSINGSGEBIED
319 320 321 321 321 321 322 322 322 325 325 326 326 326 326 327 327 328 328 328 328 329 329 329 329 329 330
INHOUD 9.3.2.3. WET VAN 11 APRIL1999 9.3.2.4. WET VAN 22 FEBRUARI2006 9 3 2.5. WET VAN 15 MAART 2006 933. SOORTEN TUSSENPERSONEN 9.3.31. ONAFHANKELIJKE TUSSENPERSONEN 9.332. NIET-ONAFHANKELIJKE TUSSENPERSONEN 9.3.3.3. VERANTWOORDELIJKEN VOOR DE DISTRIBUTIE VAN VERZEKERINGEN EN PERSONEN IN CONTACT MET HET PUBLIEK 934. INSCHRIJVINGSCRITERIA 9.341. BEROEPSKENNIS 9.3.4.2. VOLDOENDE FINANCIELE DRAAGKRACHT 9.343. PROFESSIONELE BETROUWBAARHEID 9.344. BEROEPSAANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERINGONDERSCHRIJVEN 9.3 4 5. GARANT STAAN VOOR DE CONFORMITEIT VAN DE AANGEBODEN PRODUCTEN 9.3.4.6. JAARLIJKSINSCHRIJVINGSRECHT 935. EXTRA REGLEMENTERINGEN 9 3.6. ORGANISATIE VAN HET TOEZICHT 9.4. VERZEKERINGSDISTRIBUTIEKANALEN 941. VERSCHILLENDE TYPES AANBIEDERS 9411. NIET-EXCLUSIEVE VERZEKERINGSNETWERKEN 9.4.12. EXCLUSIEVE VERZEKERINGSNETWERKEN ZONDER BANKACTIVITEITEN 9.4.1.3. BANKVERZEKERING 9.41.4. DIRECTE DISTRIBUTIE (ZONDER TUSSENPERSONEN) 9.42. MARKTAANDELEN 9.4 2.1. GEHEEL VAN DE VERZEKERINGEN NIET-LEVEN EN LEVEN 9.4-2.2. NIET-LEVENSVERZEKERING 9.4.2.3. LEVENSVERZEKERING 9.5. MIFID II 9.51. INFORMATIE 9.5 2. GEPASTE PRODUCTEN 9.5.3- BELANGENCONFLICTEN 954. CONTROLEDOORFSMA 9.6. ENKELE BELANGRIJKE ORGANEN 9.6.1. NBB 9.6.2 COMPLIANCE OFFICER 9.6.3. COMMISSIE VOOR VERZEKERINGEN 9.6.4. ASSURAI.IA 9.6.5. OMBUDSDIENST VERZEKERINGEN 9.6.6. DATASSUR 9.6.6.1. ALGEMEEN 9.6.6.2. RSR-BESTAND 9.6.7. TARIFERINGSBUREAU AUTO 9.6.8. GEMEENSCHAPPELIJK MOTORWAARBORGFONDS 9.7. DIVERSE BEGRIPPEN 9.8. EVOLUTIES IN DE VERZEKERINGSSECTOR 9.8.1. INTERNATIONALISERING EN BUITENLANDSE CONCURRENTIE 9.8.2. BRANCHEVERVAGING KI-VERZEKERAARS 9.8.3. CONCENTRATIE 9.8.3.1. DALINGAANTALVERZEKERAARS 9.8.3.2. MARKTAANDELEN 9.9. ECONOMISCHE GEGEVENS 9.9.1. RENDABILITEIT 9.9.1.1. WINST/VERLIES 9.9.1.2. PREMIE-INKOMSTEN 9.9.2. SOLVABILITEIT: SOLVENCYII
330 330 331 331 331 331 331 331 332 332 332 332 332 332 332 333 333 333 333 333 334 334 335 335 335 336 336 336 337 337 337 337 337 338 338 338 339 339 339 340 341 342 342 343 343 343 343 343 343 344 344 344 345 346
INHOUD 9.9-2.1. DOELSTELLINGEN 9.9.2.2. DRIE PIJLERS 9.9.2.3 GEVOLGEN 9-9-3 BELEGGINGSPORTEFEUILLE 9.9.4. TEWERKSTELLING 9.10. FALLISSEMENT VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ 9.10.1. DEKKINGSWAARDEN 9.10.2. BIJZONDER BESCHERMINGSFONDS
346 346 347 347 349 350 350 350
HOOFDSTUK 10 OVERZICHT VERZEKERINGEN 351 10.1. INDELING VERZEKERINGSCONTRACTEN 352 10.1.1. VOLGENSDEWET 352 10.1.1.1. SCHADEVERZEKERINGENT.O.V. PERSONEN- OF SOMMENVERZEKERINGEN 352 10.1.1.2. VERGOEDING VAN SCHADE VERSUS UITKERING VAN EEN VAST BEDRAG 353 10.1.2. O.B.V. HET RISICO 354 10.1.2.1. VERZEKERINGEN TER BESCHERMING VAN PATRIMONIUM 354 10.1.2.2. VERZEKERINGEN TER BESCHERMING VAN PERSONEN 354 10.1.2.3. VERZEKERING TER BESCHERMING VAN AANSPRAKELIJKHEID 354 10.1.3. NAARGELANG HET AL DAN NIET VERPLICHTE KARAKTER 355 10.1.3.1. WETTELIJK VERPLICHTE VERZEKERINGEN 355 10.1.3.2. CONTRACTUEEL VERPLICHTE VERZEKERINGEN 355 10.1.3.3. FACULTATIEVE VERZEKERINGEN 355 10.2. WONINGVERZEKERING 355 10.2.1. OMSCHRIJVING 355 10.2.2. DEKKINGEN 356 10.2.3. VOOR EIGENAAR EN VOOR HUURDER 356 10.2.4. WAARDE 356 10.2.4.1. GEBOUW 356 10.2.4.2. INBOEDEL 357 10.2.5. DIEFSTAL 357 10.2.6. PREMIE 358 10.3. FAMILIALE VERZEKERING 358 10.3.1. OMSCHRIJVING 358 10.3.2. VERZEKERDE 358 10.4. AUTOVERZEKERING 359 10.5. AUTOPOLIS: LUIK BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID 359 10.5.1. OMSCHRIJVING 359 10.5.2. PREMIE 360 10.5.2.1. SCHADEVERLEDEN 360 10.5.2.2. LEEFTIJD 360 10.5.2.3. ANDERE 361 10.6. AUTOPOLIS: LUIK BESCHERMING VOERTUIG 361 10.6.1. OMSCHRIJVING 361 10.6.2. SCHADEVERGOEDING 362 10.6.3. OPZEGGING 362 10.7. AUTOPOLIS: LUIK BESCHERMING VAN PERSONEN 362 10.8. DIEFSTALVERZEKERING 363 10.9. RECHTSBIJSTANDSVERZEKERING 363 10.9.1. OMSCHRIJVING 363 10.9.2. DEKKINGEN 364 10.9.3. WAARBORG 364 10.9.4. WACHTTIJDEN 364 10.10. ONGEVALLENVERZEKERING 364 10.11. SCHULDSALDOVERZEKERING 365 10.11.1. OMSCHRIJVING 365 10.11.2. PREMIE 365
INHOUD 10.11.3. SOORTEN 10.12. HOSPITALISATIEVERZEKERING 10.12.1. OMSCHRIJVING 10.12.2. PREMIE 10.12.3. WET OP DE ZIEKTEVERZEKERINGSOVEREENKOMSTEN 10.12.4. UITSLUITINGEN 10.13. LEVENSVERZEKERING (TYPE LANGETERMIJNSPAREN) 10.13.1. LEVENSVERZEKERING EN OVERLIJDENSVERZEKERING 10.13.2. MEDISCHE INFORMATIE 10.13.3. PREMIE 10.13.4. OPBRENGST 10.13.5. FISCALITEIT 10.13.5.1. VERZEKERINGSTAKS 10.13.5.2. BELASTINGBESPARING 10.13.5.3. EINDBELASTING 10.13.6. GEDRAGSREGELS INDIVIDUELE LEVENSVERZEKERINGEN 10.13.7. LIQUIDITEIT 10.13.7.1. VOORSCHOT 10.13.7.2. AFKOOP 10.14. VERZEKERING HUISPERSONEEL 10.15. REISVERZEKERING 10.15.1. ANNULATIEVERZEKERING 10.15.2. BIJSTANDSVERZEKERING 10.15.3. BAGAGEVERZEKERING 10.16. UITVAARTVERZEKERING 10.17. SCHENKINGSVERZEKERING 10.18. SUCCESSIEVERZEKERING 10.19. ARBEIDSONGEVALLENVERZEKERING 10.20. BEDRIJFSLEIDERSVERZEKERING 10.21. GROEPSVERZEKERING 10.21.1. OMSCHRIJVING 10.21.2 FISCALITEIT 10.21.3. SOORTEN 10.21.4. PENSIOENFONDSEN VERSUS GROEPSVERZEKERINGEN 10.22. VERZEKERING GEWAARBORGD INKOMEN 10.22.1. OMSCHRIJVING 10.22.2. PREMIE 10.22.3. FISCAALAFTREKBAAR 10.22.4. VERGOEDINGEN 10.23. BEROEPSAANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING 10.24. BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING 10.25 CYBERPOLIS 10.26. MACHINEBREUKVERZEKERING 10.27. ALLE-BOUWPLAATSRISICOVERZEKERING 10.28. KREDIETVERZEKERING 10.28.1. OMSCHRIJVING 10.28.2. AANBOD 10.29. TRANSPORTVERZEKERING
366 366 366 367 368 368 369 370 370 370 37l 371 371 371 372 372 372 372 372 373 373 374 375 375 375 375 376 376 376 377 377 377 378 378 379 379 380 380 380 380 380 381 381 382 382 382 382 383
DEEL III BEURS
385
HOOFDSTUK 11 DE BEURS: ALGEMEENHEDEN 11.1. GESCHIEDENE IN EEN NOTENDOP 11.2. BEGRIP 11.3. INDELING VAN DE BEURZEN
387 388 389 389
INHOUD 11.3.1. EFFECTENBEURZEN 11.3.2. GOEDERENBEURZEN 11.3.3. WISSELMARKTEN 11.4. ECONOMISCHE ROL 11.4.1. VOOR DE INDIVIDUELE BELEGGER 11.4.2. VOOR DE ONDERNEMINGEN 11.4 3. VOOR DE OVERHEID 11.5. BEURSINTRODUCTIE 11.5.1. SCHEMATISCHE VOORSTELLING 11.5.2 PRE-IPO-FASE 11.5.3. PROSPECTUS 11.54. PRIJSZETTING 11.5.5- INSCHRIJVINGSPERIODE 11.5.6. EFFECTIEVE BEURSGANG 11.5.7. OVERTOEWIJZINGSOPTIE 11.5.8. LOCK-UP 11.5 9. VOORDELEN BEURSGANG 11.5.10. NADELEN BEURSGANG 11.5.11 INKOMSTEN ALS GEVOLG VAN BEURSGANG 1 1.6. BEURSEXIT 11.7. NYSE EURONEXT 11.7.1. ONTSTAAN 11.7.2. KENMERKEN 11.7.3. WETGEVING 11.7.4. BESTUUR EN TOEZICHT 11.7.5. CLEARING EN SETTLEMENT 11.7.6. SOORTGELIJKE MARKTSEGMENTEN 1 1.8. EURONEXT BRÜSSELS: MARKTEN 11.8.1. EUROLIST BRÜSSELS 11.8.1.1. OMSCHRIJVING 11.8.1.2. CONTINU- VERSUS FIXINGMARKT 11.8.1.3. KAPITALISATIECOMPARTIMENTEN 11.8.2. DE VRIJE MARKT 11.8.3. ALTERNEXT 11.8.3.1. OMSCHRIJVING 11.8.3.2. LISTING SPONSOR 11.8.3.3. GROTERE KMO'S 11.8.3.4* NOTERING 11.8.3.5. HANDEL 11.8.4. OPENBARE VEILINGEN 11.8.4.1. OMSCHRIJVING 11.8.4.2. KENMERKEN 11.8.5. RENTEMARKT 1 1.9 EUROPEAN SECURITIES MARKETS AUTHORITY 1 1.10. BEURSWAARDEN 11.9.1. AANDELEN 11.9.2. OBLIGATIES 11.9 3. WPR-STRIPS 11.9.4. SCRIPS 11.9.5. WARRANTS 11.9.6. VASTGOEDCERTIFICATEN 11.9.7. EXCHANGE TRADED FUNDS 11.9.8. AFGELEIDE PRODUCTEN 11.9.9. KASBONS 11.10. BEURSORDER 11.10.1. INHOUD 11.10.2. SOORTEN
389 39o 390 390 390 390 391 391 391 394 394 394 395 397 397
397 398 399 399 400 401 40I
402 402
402 403 403 403 403 403 404 404 404 406 406 407 407 407 407 408 408 408 409 409 409 409 409 410 410 4n 41I 412 412
412 4^2 412 4i2
INHOUD 11.10.2.1. ORDERS ZONDER LIMIET 11.10.2.2. ORDERS MET LIMIET 11.10.2.3. SPECIALE ORDERS 11.10.3. GELDIGHEIDSDUUR 11.10.4. VRIJE CONCURRENTIE TUSSEN DE BEURZEN 11.11. BEURSKOSTEN 11.11.1. MAKELAARSLOON 11.11.2. TAKS OP BEURSVERRICHTINGEN 11.11.3. BEWAARLOON 11.12. BEURSINDEXEN 11.12.1. OMSCHRIJVING 11.12.2. SOORTEN 11.12.2.1. BLUE CHIP VS ALLSHARE INDEXEN 11.12.2.2. RETURNINDEXEN VERSUS KOERSINDEXEN 11.12.3. OVERZICHT DIVERSE BEURSINDEXEN 11.12.3.1. BEL20 11.10.3.2. BELMID-INDEX EN BELSMALL-INDEX 11.10.3.3. BAS INDEX 11.12.3.4. ANDERE EURONEXT-INDEXEN 11.12.3.5. ANDERE 11.13. ENKELE TYPISCHE BEGRIPPEN HOOFDSTUK 12 AANDELEN 12.1. OMSCHRIJVING 12.2. DIVIDEND 1 2.3. AANDELEN OF OBLIGATIES: STANDPUNT EMITTENT 1 2.4. AANDELEN OF OBLIGATIES: STANDPUNT BELEGGER 12.4.1. HOGER RISICO 12.4.2. HOGERS OPBRENGST 12.5. SOORTEN 12.5.1. KAPITAALAANDELEN 12.5.2. PREFERENTE AANDELEN 12.5.3. OPRICHTERSAANDELEN 12.5.4. WINSTAANDELEN 12.5.5. BONUSAANDELEN 12.5.6. COOPERATIEVE AANDELEN 12.6. AANDELENSPLITSING 12.7. RETURN 12.7.1. OMSCHRIJVING 12.7.2. BEREKENING 12.7.3. FISCAAL 1 2.8. ANALYSETECH NIEKEN 12.8.1. RANDOM-WALKTHEORIE 12.8.2. FUNDAMENTELE ANALYSE 12.8.2.1. OMSCHRIJVING 12.8.2.2. DIVIDEND 12.8.2.3. DIVIDENDRENDEMENT 12.8.2.4. KOERS/WINSTVERHOUDING 12.8.2.5. RETURN 12.8.2.6. CASH FLOW 12.8.2.7. FINANCIELE RATIO'S 12.8.3. TECHNISCHE ANALYSE 12.8.3.1. OMSCHRIJVING 12.8.3.2. ANALYSE VAN DE TREND 12.8.3.3. STIJGENDE OF DALENDE TREND 12.8.3.4. OMKEERPATRONEN
412 413
4i3 4x4 414 415 415
416 4!7
418
418 4x8 418 4i8 418 418 420 420 420 421 423 429 430 431 433 433 433 433 434 434 434 434 434 434 435 435 436 436 436 436 436 436 437 437 437 437 438 438 439 439 44« 440 440 440 44°
INHOUD 12.8.4. CONCLUSIE 12.9. TIPS VOOR AANDELENBELEGGERS 12.9.1. LANGE TERMIJN 12.9.2. DIVIDENDEN HERBELEGGEN 12.9.3. DIVERSIFICATIE 12.9.4. OPVOLGEN HOOFDSTUK 13 OBLIGATES 13.1. OMSCHRIJVING 13.2. EMITTENTEN 13.3. OBLIGATIEMARKTEN 13.3.1. PRIMAIRE MARKT 13.3.1.1. KENMERKEN 13.312. AANKOOPPRIJS 13.3.2. SECUNDAIRE MARKT 13.3.2.1. KENMERKEN 133-2.2. AAN(VER)KOOPPRIJS 1333 ROL FINANCIELE TUSSENPERSONEN 13.331. UITGIFTE 13.3 3 2. RENTEBETALINGENENTERUGBETALING 13.4. RISICO'S 13 41. WISSELRISICO 13.4.2. DEBITEURENRISICO 13.4.3. LIQUIDITEITSRISICO 13.4.4. RENTERISICO 13.5. RENTEVOET 13.6. RENDEMENT 13.6.1. OMSCHRIJVING 13.6.2. LOPEND RENDEMENT 13.6.3. ACTUARIEEL RENDEMENT 13.7. PRO EN CONTRA 13.8. SOORTEN 13.8.1. INDELING NAARGELANG VAN DE NATIONALITEIT 13.8.1.1. DOMESTICS 13.8.1.2. BUITENLANDSE OBLIGATIES 13.8.1.3. EURO-OBLIGATIES 13.8.1.4. VERGELIJKING 13.8.2. INDELING NAARGELANG VAN DE EMITTENT 13.8.2.1. UITGEGEVEN DOOR DE OVERHEID 13.8.2.2. UITGEGEVEN DOOR VENNOOTSCHAPPEN 13.8.2.3. UITGEGEVEN DOOR SUPRANATIONALE EN INTERNATIONALE INSTELLINGEN 13.8.2.4. UITGEGEVEN DOOR KREDIETINSTELLINGEN 13.8.3. INDELING NAARGELANG VAN DE WAARBORGEN 13.8.3.1. GEWONE OBLIGATIES 13.8.3.2. BEVOORRECHTE OBLIGATIES 13.8.3.3. ACHTERGESTELDE OBLIGATIES 13.8.3.4. HYPOTHECAIRE OBLIGATIES 13.8.4. INDELING NAARGELANG VAN DE OPBRENGST 13.8.4.1. VASTRENTENDE OBLIGATIES 13.8.4.2. FLOATING RATE NOTES 13.8.4.3. STEP-UP EN SCHARNIERLENINGEN 13.8.4.4. ZEROBONDS 13.8.4.5. WINSTDELENDE OBLIGATIES 13.8.4.6. INFLATIEGELINKTE OBLIGATIES 13.8.4.7. STRUCTURED NOTES
440
440 440 44i 441 441
443 444 445 445 446 447 447 447 447
448
448
448 449 449 449 449 451 451 452 452 452 452 453 453 454 454 454 454 454 454 455 455 455 455 455 455 455 455 456 456 456 456 456 456 457 457 457 457
INHOUD 13.8.5. INDELING NAARGELANG VAN DE TERUGBETALINGSWIJZE 13.8.5.1. TERUGBETALING OP EINDVERVALDAG 13.8.5.2. MET VERVROEGDE TERUGBETALING 13.8.6. EQUITYLINKED BONDS 13.8.6.1. CONVERTEERBARE OBLIGATIES 13.8.6.2. OBLIGATIES MET WARRANT 13.8.6.3. REVERSE CONVERTIBLES 13.9. STAATSOBLIGATIES 13.9.1. UNEAIRE OBLIGATIES 13.9.1.1. OMSCHRIJVING 13.9.1.2. LIJNEN EN TRANCHES 13.9.1.3. HOUDERS 13.9.1.4. PRIMARY DEALERS 13.915. RENDEMENT EN KOSTEN 13.9.2. STAATSBONS 13.9.2.1. OMSCHRIJVING 13.9.2.2. PRIMAIRE MARKT 13.9.2.3. SECUNDAIRE MARKT 13.9.2.4. PRO EN CONTRA 13.9.2.5. CIJFERS 13.9.2.6 OLO'S VERSUS STAATSBONS HOOFDSTUK 14 AFGELEIDE PRODUCTEN 14.1. OMSCHRIJVING 14.2. OPTIES 14.2.1. OMSCHRIJVING 14.2.2. KENMERKEN 14.2.2.1. TEGENPARTIJ 14.2.2.2. ONDERLIGGENDE WAARDE 14.2.2.3. GESTANDAARDISEERDE HOEVEELHEID 14.2.2.4. LOOPTIJD 14.2.2.5. UITOEFENPRIJS 14.2.2.6. OPTIEPREMIE 14.2.2.7. OPTIESERIE 14.2.2.8. CLEARING 14.2.3. VOORDELEN 14.2.4. NADELEN 14.2.5 SPOTLIGHTOPTIES 14.3. FUTURES 14.3.1. DEFINITIE 14.3.2. BEREKENING WINST/VERLIES 14.4. WARRANTS 14.4.1. ONTSTAAN EN EVOLUTIE 14.4.2. OMSCHRIJVING 14.4.3. KENMERKEN 14.4.4. VOORDELEN 14.4.5. NADELEN 14.4.6. OPTIES VERSUS WARRANTS 14.4.6.1. CONTRACTEN/FINANCIELE PRODUCTEN 14.4.6.2. GESTANDAARDISEERD/NIET-GESTANDAARDISEERD 14.4.6.3. ONDERLIGGENDE WAARDE 14.4.6.4. AANTAL: ONBEPERKT/BEPERKT 14.4.6.5. LOOPTIJD 14.5. TURBO'S 14.5.1. OMSCHRIJVING 14.5.2. TURBO'S VERSUS OPTIES
458 458 458 45g
460 461 461 462
462 462 462 463 463 463 463 463 464 464 465 465 466 467 468
468 468 468 468 469 469 469 469 47o 470 470 470 470 470 471 471
471 471 471 472 472 472 472 472 472 472 473 473 473 473 473 474
INHOUD HANDEL KOERS
474 474
LUST VAN AFKORTINGEN
475
TREFWOORDENREGISTER
479
