Memo
nummer aan
Water-01 BAM Woningbouw Martijn Stabel Oranjewoud Arjan van Beek Oranjewoud 24 mei 2011 Valkenswaard, opstellen bestemmingsplan en uitvoeren onderzoeken locatie Geenhovensedreef Valkenswaard 0237626.00 Waterparagraaf + infiltratieonderzoek
van datum project projectnummer betreft
Inleiding BAM woningbouw is voornemens om op de locatie aan de Geenhovensedreef 20-22 in Valkenswaard diverse woningen in verschillende prijsklassen te realiseren (plan "De Treksteen") ter vervanging van een deel van de momenteel aanwezige fabriekspanden. De westelijke vleugel van het bestaande fabriekscomplex wordt verbouwd en krijgt een woonfunctie. De ontwikkeling is strijdig met het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Om de ontwikkeling mogelijk te maken, dient een nieuw bestemmingsplan te worden opgesteld. In het kader van dit ruimtelijk besluit moet de watertoets worden doorlopen. In deze memo (waterparagraaf) worden de huidige- en toekomstige situatie beschreven. Voor de toekomstige situatie wordt beschreven welke maatregelen genomen moeten worden ten aanzien van het watersysteem om te voldoen aan het landelijke- en regionale beleid.
Huidige situatie Het plangebied bevindt zich aan de noordzijde van de kern van Valkenswaard. Het plangebied ligt aan de Geenhovensedreef 20-22. In de huidige situatie zijn fabriekspanden, parkeerplaatsen en een toegangsweg aanwezig, 2 2 het overige deel van het plangebied is groen. Het gebied is 14.252 m groot waarvan 5.624 m verhard (fabriekspanden + overige verharding) is.
Plangebied
Figuur 1: Luchtfoto Valkenswaard met ligging plangebied (bron: Bing maps) Maaiveldhoogte Het maaiveld in het plangebied heeft een hoogte van circa NAP + 24,1 m (bron: AHN.nl).
blad 1 van 7
memonummer: Water-01
Bodemopbouw In het Dino-loket van TNO is een grondboring (B57B0041) gevonden in de omgeving van het plangebied (op circa 50 m). De boring geeft inzicht in de bodemopbouw tot circa 26 meter beneden maaiveld. De eerste 10 meter beneden maaiveld bestaat voornamelijk uit matig fijn zand met enkele dunne leemlaagjes. Van circa 10 meter beneden maaiveld tot circa 15 meter beneden maaiveld bestaat de bodem voornamelijk uit leem. Onder deze leemlaag bestaat de bodem tot circa 20 meter beneden maaiveld uit matig fijn zand. Van 20 meter beneden maaiveld tot de maximaal geboorde diepte van 26 meter beneden maaiveld bestaat de bodem uit matig grof tot zeer grof zand. Tijdens het veldwerk ten behoeve van het infiltratieonderzoek zijn door Oranjewoud op 4 locaties verdeeld over het plangebied boringen uitgevoerd tot circa 1,5 meter beneden maaiveld. De bodemopbouw in het plangebied bestaat tot de maximaal geboorde diepte van 1,5 meter beneden maaiveld uit zeer fijn zand. Grondwaterstand In de omgeving van het plangebied zijn geen peilbuizen in het Dino-loket gevonden. Met behulp van de Wateraltlas van de Provincie Noord-Brabant is vastgesteld welke grondwatertrappen voorkomen in het plangebied. Omdat het plangebied gelegen is binnen het stedelijk gebied van Valkenswaard is de grondwatertrap niet beschreven voor het plangebied in de Wateraltas, voor het gebied direct ten noordenoosten (sportvelden) zijn wel grondwatertrappen opgenomen. De voorkomende grondwatertrappen zijn in onderstaande tabel opgenomen. De gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) en de gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG) worden gegeven in centimeters beneden maaiveld. Tabel 1: Overzicht grondwatertrappen (Wateratlas Provincie Noord-Brabant) Grondwatertrap GHG (cm -mv.) Geenhovensedreef VII 80 - 140 Valkenswaard VIII > 140
GLG (cm -mv.) > 120 > 120
Het plangebied is niet binnen een grondwaterbeschermings- of waterwingebied gelegen. Doorlatendheid bodem Om de doorlatendheid van de bodem te bepalen, is op 31 maart 2011 een infiltratie onderzoek uitgevoerd. Op vier locaties verdeeld over het plangebied zijn op 0,5 meter en 1,5 meter beneden maaiveld infiltratieproeven uitgevoerd. De resultaten van het infiltratie onderzoek zijn opgenomen in bijlage 1. Op basis van het infiltratie onderzoek is geconcludeerd dat de bodem in het plangebied op 0,5 meter beneden maaiveld met een K-waarde variërend van 2,0 m/dag tot 2,8 m/dag goed doorlatend is. De infiltratiecapaciteit van de bodem in het plangebied op 1,5 m beneden maaiveld is tevens goed met een K-waarde variërend van 1,7 m/dag tot 7,9 m/dag. Op basis van het infiltratie onderzoek, de te verwachten gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) op basis van de grondwatertrappen en de bodemopbouw wordt geconcludeerd dat de bodem geschikt is voor de infiltratie van hemelwater. Oppervlaktewater en ecologie In de directe omgeving van het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig. In het gebied de "Valkenswaardse bossen" ten oosten van de N69 zijn vennen aanwezig. Het plangebied is gelegen in keurattentiegebied. Het keurattentiegebied is gelegen rondom Natte Natuurparel "Valkenswaardse bossen". In figuur 2 is de begrenzing van dit gebied terug te vinden (blauw gearceerd). Er is een hydrologisch standstill van toepassing. Er mogen in het gebied of in de omgeving geen activiteiten plaatsvinden (zoals bijvoorbeeld drainage) die een verslechtering van de situatie in de natte natuurparel (geel gearceerd) tot gevolg hebben. Wanneer bij ontwikkeling van het plangebied de grondwaterstand tijdelijk verlaagt dient te worden (bronnering/bemaling) dient hiervoor een ontheffing (watervergunning) te worden aangevraagd bij het waterschap.
blad 2 van 7
memonummer: Water-01
Figuur 2: Overzicht keurbeschermingsgebieden (geel) en keurattentiegebieden (blauw) waterschap De Dommel Hemelwaterafvoer Hemelwater dat valt op het onbebouwde terrein (groen) in het plangebied infiltreert ter plaatse. De hemelwaterafvoer van de aanwezige bebouwing in het plangebied wordt afgevoerd naar het gemengd rioleringsstelsel aanwezig in de Geenhovensedreef. Vuilwaterafvoer De vuilwaterafvoer van de aanwezige bebouwing in het plangebied wordt afgevoerd naar het gemengd rioleringsstelsel aanwezig in de Geenhovensedreef.
Randvoorwaarden en uitgangspunten Waterschap De Dommel en gemeente Valkenswaard In het kader van de watertoets zijn de randvoorwaarden en uitgangspunten van waterschap De Dommel (dhr. I. Frenken & dhr. J. LIop) en de gemeente Valkenswaard (dhr. A. de Wit & dhr. J. Castelijns) verzameld. De belangrijkste randvoorwaarden van het waterschap en de gemeente zijn hieronder weergegeven: · Bij alle bouwplannen dient het uitgangspunt te zijn het scheiden van vuil water en (schoon) hemelwater. Afvoer van schoon hemelwater naar het gemengd rioolstelsel wordt in principe niet meer toegestaan. Afvalwater en hemelwater dienen altijd gescheiden te worden aangeboden bij de perceelsgrens. · Voor de afvoer van hemelwater geldt het uitgangspunt ‘hydrologisch neutraal ontwikkelen’. Dit houdt in dat het hemelwater dat op daken en verhardingen valt, niet versneld mag worden afgevoerd naar oppervlaktewater. Voor behandeling van dit water geldt de waterkwantiteitstrits, waarbij optie 1 het meest wenselijk en optie 4 het minst wenselijk is: 1. hergebruik 2. vasthouden / infiltreren 3. bergen 4. afvoeren naar oppervlaktewater · Bij de inrichting, bouwen en beheer dienen zo min mogelijk vervuilende stoffen te worden toegevoegd aan de bodem en het grond- en oppervlaktewatersysteem. Conform de waterkwaliteitstrits dienen de mogelijkheden voor bronmaatregelen (schoonhouden) te worden onderzocht.: 1. schoonhouden 2. scheiden 3. zuiveren Denk hierbij bijvoorbeeld aan zorgvuldige materiaalkeuze (pakket duurzaam bouwen), geen blootstelling van uitloogbare bouwmaterialen zoals zink, koper en lood aan hemelwater en een verantwoord beheer van de openbare ruimte (weg- en groenbeheer).
Toekomstige situatie In het plangebied (plan "De Treksteen") aan de Geenhovensedreef 20-22 in Valkenswaard worden diverse woningen in verschillende prijsklassen gerealiseerd ter vervanging van een deel van de momenteel aanwezige fabriekspanden. blad 3 van 7
memonummer: Water-01
De westelijke vleugel van het bestaande fabriekscomplex wordt verbouwd en krijgt een woonfunctie. In de 2 toekomstige situatie zal het plangebied voor 5.426 m uit verhard oppervlak bestaan, dit is een afname van circa 200 2 m verhard oppervlak ten opzichte van de huidige situatie. In onderstaande figuur is het schetsontwerp van het plan opgenomen.
Figuur 3: schetsontwerp plan "De Treksteen" Vuilwaterafvoer De vuilwaterafvoer van de woningen dient in overleg met de gemeente Valkenswaard worden aangeboden en aangesloten op het gemengd rioolstelsel dat aanwezig is in de Geenhovensedreef. Waterkwaliteit Het hemelwater dat terecht komt op de bebouwing en andere verhardingen in het plangebied wordt beschouwd als schoon wanneer geen uitlogende bouwmaterialen gebruikt worden. Dit water kan direct worden afgevoerd naar een infiltratie- of bergingsvoorziening in het plangebied. Door het toepassen van infiltratievoorzieningen zal de toekomstige ontwikkeling geen verdrogende effecten hebben in het plangebied en de omgeving (natte natuurparel). Hergebruik hemelwater Voor deze ontwikkeling kan gedacht worden aan het hergebruik van hemelwater. Zo zouden bij de woningen regentonnen kunnen worden geplaatst. Hemelwaterafvoer Bij (ver)bouwplannen wordt de hemelwaterafvoer vanaf daken en verhardingen in principe niet aangesloten op het gemeentelijk gemengd rioolstelsel. Het hemelwater dient te worden geïnfiltreerd of worden geborgen binnen het plangebied. Uit de doorlatendheidsmeting blijkt dat infiltratie op deze locatie mogelijk is gezien de bodemsamenstelling en de te verwachten grondwaterstand (GHG). De te bergen hoeveelheid hemelwater is berekend middels de HNO-tool (Hydrologisch Neutraal Ontwikkelen) met een neerslagreeks van T=10 + 10%. Deze berging dient op eigen terrein gerealiseerd te worden boven de GHG. De afvoer vanuit de berging mag niet meer bedragen dan 1,33 l/s/ha (afvoercoëfficiënt voor het plangebied). Tevens is de blad 4 van 7
memonummer: Water-01
benodigde berging berekend met een neerslagreeks van T=100+10%, bij deze situatie mag geen inundatie plaatsvinden van de woningen. 2
Uitgangspunten bij de berekening zijn een verhard oppervlak van 5.426 m , een maaiveldhoogte van NAP + 24,1 m, een GHG van 0,8 m beneden maaiveld (NAP + 23,3 m) en een k-waarde van 1,5 m/dag. Uit de berekening volgen de volgende benodigde bergingscapaciteiten: 3 T= 10 + 10% : 230 m 3 T= 100 + 10% : 295 m Infiltratievoorzieningen De initiatiefnemer is voornemens om een bovengrondse infiltratievoorziening te maken in de buitenruimte van het plan. Indien er woningen zijn die daar niet op aangesloten kunnen worden zullen ter plaatse infiltratiekoffers toegepast worden. Bovengrondse voorziening Een deel van het groen in het middenterrein wordt uitgevoerd als infiltratievoorziening (wadi). Een wadi is een verlaging van het maaiveld waarin afhankelijk van de diepte van de voorziening en de hoogte van het omliggende maaiveld een waterlaag van 0,3 m tot 0,5 m wordt toegestaan. In een wadi wordt hemelwater tijdelijk opgevangen en kan het vervolgens infiltreren in de bodem. In periode dat de wadi droogstaat kan een wadi dienen als bijvoorbeeld een speelveld. De infiltratievoorziening dient voorzien te worden van een noodoverloop zodat bij hevige regenval geen wateroverlast optreedt in het plangebied. De overloopvoorziening moet worden aangesloten op het rioolstelsel. De infiltratievoorziening voor het bergen en infiltreren van hemelwater dient in de vervolgfase van het plan nader te worden uitgewerkt.
blad 5 van 7
memonummer: Water-01
Bijlage 1: Resultaten infiltratieproef in boorgat Resultaten infiltratieproeven
De metingen van de doorlatendheid (k-waarde) worden uitgevoerd d.m.v. een infiltratieproef. Aan een boorgat wordt een hoeveelheid water toegevoegd. Door het waterpeil in het boorgat te meten in relatie tot de tijd wordt bepaald hoe snel de grondwaterstand weer daalt. Deze daling is een maat voor de doorlatendheid. Met de omgekeerde boorgatmethode (Spreadsheet) wordt de doorlatendheid berekend. Invoerparameters zijn het gemeten verloop van de grondwaterstand en de afmetingen van het boorgat (diepte en straal). In de onderstaande figuur is een voorbeeld van de berekening van de doorlatendheid aan de hand van de spreadsheet opgenomen.
Uitwerking omgekeerde boorgatmethode Boringnummer Straal boorgat Diepte boorgat H(0)
4 0,03 m 0,5 m 0,143 m
=bovenkant boorgat tot bodem boorgat =begin waterstand minus bovenkant boorgat bij start meting (t=0)
tijd (sec) Ht ht delta t 0 0,14 0,36 0 114 0,20 0,30 114 k-waarde van 207 0,24 0,26 93 k-waarde van 332 0,27 0,23 125 k-waarde van 432 0,30 0,20 100 k-waarde van k-waarde van Ht ht
0,14 0,20 0,24 0,27 0,14
tot tot tot tot tot
0,20 0,24 0,27 0,30 0,30
(m-mv) is (m-mv) is (m-mv) is (m-mv) is (m-mv) is
2,00 1,61 1,22 2,04 1,70
m/dag m/dag m/dag m/dag m/dag
=waterniveau minus bovenkant boorgat =waterniveau boven onderkant boorgat
Uitwerking omgekeerde boorgatmethode (de gemeten k-waarde in de onverzadigde zone uitgezet naar dieptetraject)
2,50
k-waarde (m/dag)
2,00 1,50 1,00 0,50 0,00 0,20
0,24
0,27
0,30
waterstand in boorgat (m-mv)
Figuur 1: voorbeeld berekening spreadsheet
In de onderstaande tabel zijn de resultaten en de berekende k-waarden van de infiltratieproeven opgenomen. Tevens is per boring een beknopte profielbeschrijving gegeven.
blad 6 van 7
memonummer: Water-01
Boring 001
Diepte boring (m - mv.) 0,5 1,5
002
0,5 1,5
003
0,5 1,5
004
0,5 1,5
Profielbeschrijving (m -mv.) Zand, zeer fijn, matig humeus, beetje grind Zand, zeer fijn, matig siltig Zand, zeer fijn, sterk siltig Zand, zeer fijn, matig humeus Zand, zeer fijn, sterk siltig
Doorlatendheid (m/d) 2,3
Zand, zeer fijn, matig humeus Zand, zeer fijn, sterk siltig
2,8
Zand, zeer fijn, matig humeus, Zand, zeer fijn, matig siltig Zand, zeer fijn, sterk siltig
2,0
Conclusie De bodem is bij alle boringen op zowel 0,5 m -mv. als 1,5 m -mv. goed doorlatend. Tabel: Indeling classificatie K-waarde
K-waarde (m/dag) <0,01 0,01 - 0,1 0,1 - 0,5 0,5 - 1,0 1,0 - 10 >10 *Classificatie k-waarde (m/dag) (bron: Cultuurtechnisch Vademecum, 2000)
blad 7 van 7
Classificatie (*) zeer slecht doorlatend slecht doorlatend matig doorlatend vrij goed doorlatend goed doorlatend zeer goed doorlatend
1,9 2,2 7,9
1,7
3,2