KATERNEN 1
INDIA, PAKISTAN Verkenning in de huidige situatie
Mr. L.J. M. Hage
O.K.-katernen: Driemaandelijkse uitgave redaktie Onderling Kontakt, studieblad voor gereformeerd zicht op politiek en 1970 maatschappij.
India in het jongste verleden India, de Aziatische natie, die naar Europese maatstaven de omvang en het inwoneraantal heeft van een werelddeel, heeft lange tijd onder de Aziatische naties een unieke positie ingenomen. Deze kolos met meer dan een half miljard inwoners, scheen de moeilijke weg van kolonie naar een nieuw reëel zelfstandig bestaan met veel meer sukses te hebben gevonden dan andere Aziatische naties. Het grote probleem van de opbouw van een geordend politiek leven na een langdurige Engelse overheersing scheen een suksesvolle oplossing te hebben gevonden. India leverde na het verkrijgen van haar zelfstandigheid in 1948 politiek niet het beeld van kleine, elkander bestrijdende partijen, zoals veelal het geval blijkt bij naties, die zich van koloniale overheersing hebben vrijgemaakt. De nationale eenheid scheen gewaarborgd door de politiek dominerende positie van de "Congrespartij", de partij, die onder Gandhi de vrijheid en zelfstandigheid had bevochten, en onder diens opvolger Nehroe de moeilijke problemen van de zelfstandigheid met sukses scheen te kunnen oplossen. Internationaal heeft India tijdens het premierschap van Nehroe zelfs een indrukwekkend prestige veroverd. Diens buitenlandse politiek vermeed binding van India aan Amerika en Rusland, en maakte India een tijd lang een voorbeeld voor, zo niet een aanhechtingspunt voor die mogendheden, die in de gespannen wereldverhoudingen een eigen politiek wilden voeren. Spanningen in de Congrespartij.
Na het overlijden van Nehroe heeft thans, na de plotselinge dood van diens opvolger Sastri, sinds enkele jaren Nehroe's dochter, Indira Gandhi, de politieke leiding van India in handen. Tijdens haar premierschap schijnt de indrukwekkende jarenlange eenheid en dominerende positie van de Congrespartij te gaan wankelen. In de hogere regionen van de Congrespartij zijn ingrijpende konflikten ontstaan over de nationalisering van het bankwezen, het ontslag van de minister van financiën, die zich daartegen verzette, de strijd om de kandidatuur van president van India. In al deze gevallen trad premier Indira Gandhi als overwinnares te voorschijn, dank zij de steun van een groot deel van de Congrespartij. Haar wel zeer doortastende optreden heeft haar de tegenstand bezorgd van het z.g. "Syn-
dicaat" - een machtige groepering in deze Congrespartij, die de partijleiding in handen heeft - met als resultaat dat thans de premier van India door dit "Syndicaat" uit de partij is gestoten. Een zeer ongewone situatie is thans ontstaan: een premier, door de leiding van de Congrespartij uit de partij gestoten, en die thans slag levert met behulp van het haar trouw gebleven deel van de Congrespartij tegen deze partijleiding. De konsekwentie daarvan kan moeilijk uitblijven, en zij zal, naar het zich laat aanzien, bestaan in een uiteenvallen van deze machtige Congrespartij, die sinds de onafhankelijkheid symbool schijnt te zijn geweest van de eenheid van India, en garantie voor het overweldigen van de kolossale problemen, die de zelfstandigheid en de ontwikkeling van een natie van de omvang van India met zich brengen. India op de tweesprong.
De vraag dringt zich op waarom een partij, die zó lang een overheersende en betekenisvolle rol heeft gespeeld in het nog korte bestaan van het zelfstandige India, zich thans gaat splitsen. De konsekwenties daarvan kunnen zeer vérstrekkend zijn. De feiten van de laatste jaren hebben ons immers geleerd dat één van de grootste gevaren, die het politieke en ekonomische leven van de ontwikkelingslanden bedreigen, bestaat in de interne politieke versplinteringen. Is hier sprake van een dergelijk veel voorkomend politiek ontbindingsproces, en gaat India uiteindelijk toch de weg van zovele ontwikkelingslanden? De Congrespartij en haar betekenis voor India.
Een antwoord op deze vraag is slechts met grote terughoudendheid te geven. Een staat met meer dan een half miljard inwoners, waarin zeventien gewesten met verschillende talen en ontwikkelingsproblemen zijn samengevoegd, kan moeilijk duidelijke politieke lijnen opleveren. De doorzichtigheid van de politieke en ekonomische problematiek van de westelijke staten met hun cfheindig veel grotere innerlijke samenhang, is in Azië nu eenmaal totaal afwezig. Het is echter onmiskenbaar dat de Congrespartij in de zelfstandigwording van het vroegere Brits-Indië, waarvan het huidige India het belangrijkste deel uitmaakt, en in de eerste periode van de zelfstandigheid de belangrijkste rol heeft gespeeld. De geschiedenis van deze Congrespartij kan daarom dienen als spiegel van de problematiek van deze gigantische natie,
2
en de hoofdlijnen geven voor het inzicht in de achtergronden, die hebben geleid tot de huidige politieke spanningen in India. Haar ontstaan en haar rol in de nationale eenheid van India.
De Congrespartij dankt, merkwaardig genoeg, haar ontstaan aan het initiatief van een Britse ambtenaar, die in 1885 de stoot gaf tot haar oprichting. Zijn bedoeling was om daardoor de tegenstand van het Britse bewind in meer konstitutionele banen te brengen. Na de eerste wereldoorlog wordt zij voor Gandhi het instrument van de nationale bevrijdingsbeweging. Het is Gandhi niet gelukt de godsdienstige scheiding tussen de Hindoes en de Moslims van het vroegere Brits-Indië te overbruggen, die leidde tot de deling van deze vroegere kolonie in het huidige Hindoeïstische India en het Islamitische Pakistan. Maar Gandhi is er wel in geslaagd aan de Congrespartij de eenheid van politieke doelstelling te geven, die haar voor vele jaren de leidende partij deed zijn voor de reusachtige deelstaat India, toen deze in 1947 haar zelfstandigheid verkreeg. Gandhi viel in 1948 onder moordenaarshand, en zijn plaats werd ingenomen door Nehroe. Beide grote Aziatische politici hebben hun stempel op de Congrespartij gedrukt, terwijl op haar beurt de Congrespartij de idealen van haar leiders deed worden tot nationale doelstellingen. Dat de Congrespartij en haar leiders er in slaagden in het reusachtige India een aanvankelijke politieke samenhang te doen vinden, ondanks de vele diepe scheidslijnen, die sociaal en ekonomisch door deze staat liepen, is een ontzagwekkende prestatie geweest. Buiten de bekwaamheid en de menselijke en politieke aantrekkingskracht van Gandhi en Nehroe, zijn er nog andere faktoren aan te wijzen voor India's aanvankelijke politieke voorspoed. De Congrespartij was in de langdurige vrijheidsbeweging uitgegroeid tot een instelling, die over de gehele natie haar vertakkingen had. De leiding van deze partij was onder Gandhi, die steeds de vrijheid van diskussie bevorderde, ontkomen aan het gevaar van onderlinge tegenstellingen en faktievormingen, die zo Vaak deze vrijheidsbewegingen maken tot voorboden van nieuwe strijd, waardoor de vrijheid een twijfelachtige zaak dreigt te worden. De Congrespartij en sociale tegenstellingen.
Niet alleen de strijd tussen de eerzuchtige revolutionairen
werd voorkomen door Gandhi, maar ook de sociale verbittering tussen de bevoorrechte rijke klassen van landeigenaars, industriëlen en neringdoenden enerzijds, en de geweldige massa van bezitslozen, die India kent, anderzijds. Naar Gandhi' s opvattingen, die meer zedelijk dan ekonomisch waren gericht, hadden de rijken de taak het lot van de armen te verbeteren. De verbetering van het lot van de bezitslozen zag Gandhi niet in het licht van revolutionair geweld, maar in een verandering van innerlijke instelling. Maar daarnaast had de Congrespartij een sociaal en ekonomisch programma, dat naar Aziatische maatstaven gemeten, modern en vooruitstrevend was. Tussen beide beginselen bestond van de aanvang af een tegenstelling, die aanvankelijk niet als zodanig werd aangevoeld, maar in de loop van India's zelfstandigheid haar problemen zou meebrengen. Een geestelijke élite, groter dan in enig ander Aziatisch land, aanvaardde met enthousiasme de moeilijke problemen van de zelfstandigheid van een sociaal en ekonomisch zo gescheiden en gekompliceerde natie, als door de miljoenenmassa's van India werd gevormd.
4
Het probleem van de zelfstandige vorstendommen.
Moeilijke, haast onoverkomelijke problemen werden met sukses ter hand genomen. De vele zelfstandige vorstendommen, die in India na de zelfstandigwording bleven bestaan, werden op voorzichtige wijze gelikwideerd, zonder dat de nationale eenheid in gevaar kwam. Dank zij royale financiële regelingen, lieten deze vorsten hun gebieden invoegen in de nieuwe federale staat India, zonder noemenswaardige tegenstand te bieden. Een grondwet, waarin vele elementen van de Amerikaanse en Europese konstitutionele beginselen zijn terug te vinden, maakte India tot een bondsstaat, waarin aan de centrale regering bevoegdheden zijn voorbehouden, die althans theoretisch beletten dat de deelstaten hun zelfstandigheid vergroten ten koste van de samenhang van het geheel. Om een enkel voorbeeld te noemen: het parlement kan bij eenvoudige meerderheid van stemmen besluiten tot opheffing van een deelstaat. Eenheid en deelstaten.
Dat de deelstaten ondanks deze grondwet, die de eenheid beoogde, toch de middelen hadden om zich tegen de centrale regering te laten gelden, werd in het enthousiasme of wellicht in de tweeslachtigheid, die - zoals elders zal blijken - het beleid van de Congrespartij kenmerkte, over het hoofd gezien. De deelstaten, die het recht hadden behouden om op het land en op de opbrengst van de landbouw ten behoeve van zichzelf belasting te heffen, hielden daardoor een bron van inkomsten geheel in eigen handen, waardoor de bevoegdheden van het centrale bewind in feite ernstig verzwakt werden. Wanneer in 1956 de deelstaten worden omgevormd op basis van de taalgrenzen, omdat in minstens veertien staten een eigen taal werd gesproken, komt bij deze financiële faktor nog een andere, die de neiging tot het patriottisme van de deelstaten kan bevorderen in de vorm van het bezitten van een eigen taal. Het kasteprobleem.
Het grote sociale probleem tenslotte, het bekende kastesysteem, dat op grond van religieuze opvattingen India verdeelde in bevoorrechten en sociaal uitgestotenen - de paria's - vond in de grondwet, die religieuze diskriminatie veroordeelde, geen steun. Het voorbeeld van Gandhi, die op praktische en aanschouwelijke wijze deze diepe kloof tussen de verschillende bevolkingsgroepen veroordeelde, scheen aan deze grondwet de daadwerkelijke steun te geven, die
5
nodig was om van theorie tot werkelijkheid te komen. Hoe taai dit kaste-probleem echter in India is geworteld, en hoe gemakkelijk het zich verweeft met andere verhoudingen en daardoor herleeft, zal elders in dit artikel worden besproken. De vijfjarenplannen brengen geen belangrijke vooruitgang.
De Congrespartij, gegrepen door het nationale vuur voor de opbouw der natie, ging na de zelfstandigheid met enthousiasme haar weg, nog onbewust van de vele onopgeloste problemen, die - hierboven aangeduid - de toekomst aan de dag zou brengen. De verkiezingen van 1952 brachten haar een overweldigend sukses, doordat zij op enkele staten na, in geheel India de meerderheid verwierf. Het jaar 1957 gaf hetzelfde beeld. Ook de beide eerste vijfjarenplannen waren over het geheel genomen een sukses. Maar onder het vernis van het sukses schemerden wel op verschillend gebied de zwakheden van het zelfstandige India merkbaar door. De opbrengst van de oogst in 1957 noodzaakte tot importeren van granen uit andere staten, voornamelijk Amerika. De grote jaarlijkse bevolkingstoename werd niet opgevangen door een evenredige vergroting van de werkgelegenheid. Ook het derde vijfjarenplan, dat in 1961 begon, slaagde er niet in de afhankelijkheid op het gebied van de voedselvoorziening van de hulp van Amerika op te heffen. Het vierde vijfjarenplan, dat aanving in 1967, zal waarschijnlijk evenmin een oplossing brengen voor dit nationale probleem. Het is anderzijds niet te ontkennen dat deze vijfjarenplannen op bepaalde gebieden suksessen hebben geboekt, maar zij blijken niet in staat een welvaartstoename op te bouwen, doordat zij op de voet worden gevolgd door de geweldige bevolkingstoename. De ekonomische zwakte van India blijft, en daarmede de afhankelijkheid - op belangrijke punten - van de hulp van het buitenland, vooral van Amerika. De Chinese invasie in 1962 in het noorden van India en de oorlog met Pakistan in 1965, leverden een nieuw bewijs van de militaire en ekonomische zwakte van India. De fundamentele zwakte van India, bestaande in een diepe kloof tussen arm en rijk, bleek door vooruitstrevende programma's alleen niet op te heffen. Het kastestelsel, door de grondwet veroordeeld, bleek in stilte dezelfde diepe kloof in de natie te vormen als voorheen. De grondwettelijk krachtig samenhangende staat India bleek politiek en ekonomisch steeds meer terrein te moeten prijsgeven aan de deelstaten. Het enthousiasme en het zelfvertrouwen van
6
Een
alledaags
straatbeeld.
de Congrespartij om een moderne Aziatische staat tot stand te brengen, bleek uitgeput. Het "wonder" van een Aziatische staat, die op indrukwekkende eigen wijze de geweldige ekonomische en sociale problemen scheen te kunnen oplossen, bleef uit. De oude verhoudingen, uiterlijk overwonnen, bleken nog springlevend te zijn. De vernieuwende energie van de Congrespartij was opgedroogd. India bleek politiek en ekonomisch voor de tweesprong te staan: terug te vallen in het oude stramien, waarbij het oude patroon van sociale verdeeldheid en ekonomische onmacht de eenheid van de natie en de ontwikkeling naar een hoger niveau zou vernietigen, of een stap naar modernisering, met alle daaraan verbonden gevaren van splitsing der toonaangevende Congrespartij en verscherping van sluimerende tegenstellingen in de staat India.
INDIA OP DE TWEESPRONG. Verval van de
Congrespartij.
De grote periode van de Congrespartij, waarin zij het verzamelpunt scheen te zijn van de krachten, die India konden leiden naar een nieuwe toekomst, schijnt - voorlopig? voorbij. Een feit van grote betekenis, want een krachtige partij met een overtuigde élite vol vernieuwingsenthousi-
7
asme, met bovendien grote figuren als Gandhi en Nehroe, die de massa's wisten te bereiken, is onmisbaar om een kolos als India, waar de klok vele eeuwen was blijven stilstaan, politiek en ekonomisch in beweging te brengen. De beginperiode van de zelfstandigheid onder leiding van deze partij was veelbelovend, en zij scheen aan al deze eisen te kunnen voldoen. De vraag rijst daarom, hoe desondanks deze Congrespartij haar stuwkracht heeft verloren, haar greep op de natie heeft zien verminderen en zelfs door splitsing haar bestaan als grootste partij in de waagschaal schijnt te zullen stellen. De Zweedse geleerde Gunnar Myrdal heeft met medewerking van een internationale staf van deskundigen, zich verdiept in de veelsoortige en gekompliceerde problemen van het hedendaagse Azië. De resultaten van zijn studie zijn samengevat in een omvangrijk en deskundig werk, dat onder de titel "The Asian drama" (Het Aziatische drama) is verschenen. In dit werk geeft hij onder meer ook ten aanzien van India een overzicht, waaruit men zich een beeld kan vormen van de vele elkaar tegenwerkende krachten in de jongste geschiedenis, waaruit men een verklaring kan afleiden voor de huidige situatie in India. Oorzaken van haar aanvankelijk sukses.
Reeds eerder werd een aantal positieve faktoren opgesomd, waaruit het aanvankelijke sukses van de Congrespartij als voorhoede en vormgeefster van het nieuwe India kon worden verklaard. Zij kwamen, kort samengevat, op het volgende neer. Het bestaan van een langdurige en diep gewortelde kulturele traditie, die in dit kolossale land een basis leverde voor een mogelijke nationale samenhang. Een vrij omvangrijke laag intellektuelen, die bereid waren zich in te zetten voor deze nationale eenheid. Een Congrespartij, met vertakkingen over het gehele onmetelijke land, die bovendien niet slechts haar aktiviteit richtte op het opwekken van een nationaal besef, maar ook een modern sociaal en ekonomisch hervormingsplan aan de bevolking voorhield. Zelfs het kastesysteem, dat door zijn religieuze achtergronden onoverwinnelijk scheen, werd in de grondwet van de jeugdige natie officieel veroordeeld. Tenslotte: de oprichting van een staatsverband, dat althans in de grondwet sterke politieke samenhang scheen te bezitten. Tegenwerkende krachten.
De tragiek van India bestaat echter daarin dat al deze positieve faktoren, reeds vanaf het begin der zelfstandigheid van India, tegenstrevende krachten hebben gevonden en
8
I
opgewekt, en daardoor tenslotte voor een belangrijk deel in hun doorwerking zijn gestrand of uitgeschakeld. Reeds de onmiddellijke beginperiode van de Indiase zelfstandigheid bracht ten gevolge van de strijd met de buurstaat Pakistan een haast onoplosbaar vluchtelingenprobleem, dat de Congrespartij plaatste voor een taak van normalisering van de ontstane chaos, en daardoor reeds toen de modernisering naar de achtergrond drong. De omstandigheid dat de politieke wilsvorming vrijwel geheel berustte in de handen van een op zichzelf wel omvangrijke - relatief echter kleine - laag van maatschappelijke en geestelijke élite, terwijl de miljoenenmassa's daarentegen nauwelijks politiek in beweging waren gekomen, had op de moderniseringsprogramma's een verlammende uitwerking. In feite hield deze situatie in dat van de kant van de bevolking weinig of geen druk werd uitgeoefend op deze élite, om haar hervormingsplannen ten uitvoer te leggen. Een andere laag - b.v. een middenklasse - die als tegenspeler voor deze élite had kunnen dienen en daardoor op leidende politici druk had kunnen uitoefen, was nauwelijks aanwezig. Terwille van de eenheid van de élite als regeringslaag waren de leidende politici, zoals Nehroe, dus genoodzaakt om de voor Westerse begrippen onvoorstelbaar diepe kloof tussen rijk en arm met voorzichtigheid te benaderen. Een doorzetten van het sociaal en politiek moderniseringsprogramma raakte daardoor nog meer op de achtergrond. Noch Gandhi, noch Nehroe heeft het gewaagd een werkelijk krachtige stoot te geven in de richting van een sociale en ekonomische hervorming, uit vrees dat daardoor de politieke élite, waarop de Congrespartij dreef, zou worden opgesplitst.
Politieke en economische hervormingen stagneren.
Zo begon een onheilspellend proces in India: het met de mond belijden van de noodzakelijkheid van het doorvoeren van een ingrijpend hervormingsprogramma, terwijl in de politieke werkelijkheid vrijwel geen aktiviteit in die richting plaats vond. Bovendien was de enige figuur, die door zijn overweldigend - voor Westerlingen onbegrijpelijk - zedelijk gezag wellicht een tussenweg had kunnen vinden tussen radikale hervorming en toenemende verstarring, nl. Gandhi, al direkt door moordenaarshand uitgeschakeld. Zijn sociaal hervormingsprogramma, dat berustte op een "verandering van het hart" van de kant van de rijken, waardoor zij niet gedwongen door radikalisme, maar uit zedelijke motieven zich zouden wijden aan
9
verbetering van de sociale toestanden, behoorde daardoor met de figuur Gandhi tot de historie. Het kastestelsel, buiten werking gesteld door de grondwet van India, begon bovendien in de praktijk weer op te leven. Praktische herleving van het kastenstelsel.
Het kaste-systeem, reeds meermalen hier genoemd, komt in feite hierop neer dat langs religieuze lijnen, die gedeeltelijk samenvallen met de uitoefening van bepaalde beroepen, een reeks strenge sociale scheidingen in de bevolking van India eeuwen geleden is aangebracht. De onderste laag, de paria's, die de verachte beroepen uitoefenen, een laag, die echter zeer vele miljoenen omvat, is zelfs zozeer gescheiden van de andere lagen, dat zij als "onaanraakbaar" wordt bestempeld, m.a.w. omgang daarmee betekent religieus gezien verontreiniging. Het kaste-systeem, verboden in de grondwet van 1948, bij de wet van 1955 tot een strafbaar misdrijf verklaard, is door zijn praktisch voortbestaan een voorbeeld van de tegenstelling tussen politieke programma's en daarop geïnspireerde wetten, en de praktische werkelijkheid, zoals heden in vele opzichten in India bestaat. Het kaste-systeem is thans weer in zodanige mate werkelijkheid, dat noch de Congrespartij, noch zelfs de communisten, daartegen durven optreden. Het kaste-systeem is volgens Funnar Myrdal van zó wezenlijke betekenis ondanks het feit dat het slechts één van de vele aspekten vormt van het ingewikkelde sociale en ekonomische partikularisme in India, dat het de ekonomische ontwikkeling en de nationale eenheid grote schade toebrengt. Het opdrogen van de bronnen van de ekonomische en sociale vooruitgang is voor een aanzienlijk deel het gevolg van de onwil om de aldus verstarde sociale en ekonomische struktuur van India te hervormen. Het kastesysteem is niet alleen door zijn (onwettig maar feitelijk) voortbestaan een sociaal splitsende faktor. Het is ook in de wereld van de hogere ambtenaren terug te vinden, doordat deze kaste-geest de ambtenaar op een onbereikbaar hoog niveau boven het volk plaatst. Politiek in handen geraakt van bepaalde groepen.
Ook op een andere wijze heeft het "officieel" veroordeelde kaste-stelsel een grote invloed op het politieke leven, doordat de kasten juist de leden van hun groep als politieke kandidaten op de voorgrond brengen. Dat de politiek in India zich daardoor heeft ontwikkeld tot een spel, waarbij de kaste-belangen op de voorgrond staan, en niet ge-
10
Gebed in Moskee; kinderen zijn overal hetzelfde.
dragen wordt door een de natie als geheel en vooral de miljoenenmassa's volkomen bezitsloze paria's omvattende sociale en ekonomische doelstelling, is wel de konklusie, waartoe men op grond van deze ontwikkeling moet komen. Een belangrijke rol in de politiek van India vormt de steeds toenemende politieke onverschilligheid van de enorme massa's van het platteland. Zij leven in afhankelijkheid van de grootgrondbezitters en de geldschieters en kooplieden. Deze financiële afhankelijkheid, gepaard aan politieke onbetrokkenheid, voortvloeiende uit armoede en gebrek aan ontwikkeling, heeft ten gevolge dat het uiteindelijk deze groepering van beter gesitueerden is, die hun politieke keuze bepaalt. In een patriarchale instelling, zoals in Europa in de Middeleeuwen bestond, volgen zij de grondbezitters en andere dominerende figuren in hun politieke voorkeur. Zo zijn het ondanks alle moderniseringsidealen van de Congrespartij, die de natie tot een nieuwe allen-omvattende politieke, sociale en ekonomische eenheid wilden omvormen, toch weer de groeperingen, die hun bestaan ontlenen aan
11
het kaste-systeem of aan hun positie als grootgrondbezitter of geldmagnaat van Aziatische soort, die in de Congrespartij hun invloed uitoefenen en daarmede deze partij een tweeslachtig karakter geven. Tweeslachtig, omdat nationale idealen ijverig in het openbaar worden beleden, terwijl in de praktijk de groepsbelangen in de Congrespartij een grote, zo niet overheersende rol spelen. Dat de stuwkracht van de Congrespartij, die zij in de aanvang van de periode van zelfstandigheid aan de dag legde, daardoor is ingeschrompeld, ligt voor de hand. Indira Gandhi's pogingen om de oorspronkelijke vernieuwings-idealen te doen herleven.
Er blijft echter, ondanks dit alles, nog een groepering over in de Congrespartij, die zich nog wil inzetten voor de oorspronkelijke idealen,die in de eerste periode van de zelfstandigheid in deze partij domineerden, en aan haar grote figuren, als Gandhi en Nehroe, bij de massa's een nog heden bestaand aanzien gaven. De dochter van Pandit Nehroe, de huidige premier van India, tracht deze laag en daarmede de oorspronkelijke idealen weer te mobiliseren om de in zoveel opzichten vastgelopen situatie in India te overwinnen. Zij heeft gedurfde stappen ondernomen, die aanvingen met de nationalisering van het bankwezen. De betekenis daarvan is dat de financiële macht van de konservatieve groeperingen wordt aangetast. Zij krijgt zo met het gedeelte van de Congrespartij, dat haar steunt, een machtig middel in handen om de macht van de diverse, hiervoor beschreven, groeperingen te breken, en aan het doodgelopen sociale en ekonomische programma een werkelijke ruggesteun te geven. Haar konflikt met het „syndikaat".
De tegenaktie van het "syndikaat" - de groeperingen hiervoor aangeduid, zoals de groeperingen, die het kaste-systeem in de partij voortzetten door middel van het vormen van blokken - is niet uitgebleven. De krachtproef bleef niet uit. De "blokken" in de Congrespartij trachtten hun vertrouwensman Reddy tot president van India te doen verkiezen. Indira Gandhi verzette zich met sukses daartegen, door de kandidatuur van de meer sociaal en nationaal georiënteerde vriend Giri door te drukken. Een overwinning, die beantwoord werd door het "syndikaat" met een aanval op haar positie als premier. De partijleiding - bestaande uit konservatieven, die behoren tot het z.g. "syndikaat" - slaagde er in bij verrassing Indira Gandhi uit de partij te
12
•
Bestrijding van het analphabétisme.
stoten, waarmee de merkwaardige figuur ontstond van een premier, verloochend door haar partij. Ook hierin heeft deze energieke premier ondanks alle tegen haar premierschap gerichte aanvallen, gedragen als dit is door het pogen tot herstel van de oorspronkelijke vernieuwingsdrang van de Congrespartij, weer een overwinning behaald. Van het Lagerhuis en het Hogerhuis - dat het Indiase parlement naar Engels voorbeeld kent - verkreeg zij met ruime meerderheid het vertrouwen als premier. Een vertrouwen, dat mede verkregen werd door de steun van de kleine oppositiepartijen, waaronder begrepen de communisten. Een linkse koers ?
Gaat Indira Gandhi, gedwongen door de strijd tegen de invloed van het kastestelsel en de grootgrondbezitters, daarmede een duidelijk linkse politieke koers varen? Het begrip "links" moet, wanneer het India betreft, niet afgemeten worden met de in het Westen gangbare maatstaven. Het gaat hier in wezen - althans in de naaste toekomst - om de vastgelopen sociale en ekonomische hervormingsopzet van de Congrespartij in haar oorspronkelijke gedaante te doen herleven. De tegenstellingen van gevestigde kastebelangen en die van een bovenlaag van financiers, grondbezitters en industriëlen enerzijds, en die van de massa van armen en paria's
13
anderzijds, mogen niet in een zwart-wit schema naar Marxistisch model worden gezien. Indira Gandhi's eigen omschrijving van de nieuwe koers.
In een interview van een journaliste van het Duitse blad "Christ und Welt" met Indira Gandhi heeft laatstgenoemde de vinger gelegd op de wonde plek in India, nl. de heerschappij van bepaalde groepen, die naar buiten op partijdagen sociaal gerichte resoluties steunen, omdat zij weten dat het volk dat wenst, maar in werkelijkheid daaraan geen steun verlenen. Anderzijds heeft zij laten blijken dat zij van deze groepen en vooral van de industriëlen daadwerkelijke medewerking verlangt aan de ontwikkeling van het land. Indira Gandhi zoekt geen verscherping van de sociale tegenstellingen, maar - zoals zij het uitdrukt - stabiliteit. Het oude ideaal van India's voorvechter Gandhi, dat de laag der rijken zich geroepen moet voelen om de natie uit haar armoede en achterstand te verheffen, wordt dus weer aan de orde gesteld. Socialisme is, naar de omschrijving door Indira Gandhi in dit interview gegeven, kennelijk geen theoretisch- stelsel, maar een praktische houding van de bevoorrechten om de sociale en ekonomische problemen van India tot een oplossing te brengen. Het socialisme, dat haar voor ogen zweeft, moet naar haar eigen bewoordingen in dit interview, "een liberaal en demokratisch socialisme" zijn. De verbinding van de termen liberaal en socialisme zegt voldoende over de eigensoortigheid van dit "socialisme". De risiko's voor de toekomst.
Het probleem voor de toekomst blijft echter of de overwinning van de bestaande tweeslachtigheid in de Congrespartij tussen sociale en politieke hervorming als nadrukkelijk beleden programma en praktische ontkenning daarvan, niet tot een - zeer waarschijnlijke - splitsing van de Congrespartij zal leiden. Dan zou zich de mogelijkheid voordoen dat Indira Gandhi met het haar trouw gebleven deel van de Congrespartij haar steun zal moeten zoeken bij linkse groeperingen en haar optreden zal radikaliseren, om de massa's van India politiek in beweging te brengen. India zou dan nieuwe wegen inslaan, waardooï de tot nu toe voorzichtig vermeden spanningen tussen een smalle bevoorrechte bovenlaag en een massale laag van niet-bezittenden, zich zou kunnen verscherpen tot een fundamentele tegenstelling. Maar de politieke molens van India en van Azië malen langzaam, en het theoretische denken van
14
het Westen, waarin politieke tegenstellingen tot "leerstellingen" worden uitgebouwd, is aan India vreemd. De nieuwe koers van Indira Gandhi is belangwekkend, maar ook niet zonder gevaren. De politieke tweesprong, waarvoor India is gesteld na een meer dan twintigjarig zelfstandig bestaan, kan een toetssteen worden voor de mogelijkheden van een geweldige Aziatische natie als India is, om eigen nieuwe wegen te zoeken, zonder in radikalisme van het communistische experiment te geraken.
Reparatie van een bed.
15
16
•
Pakistaanse moeilijkheden Dean Rusk, Amerika's minister van buitenlandse zaken onder de presidenten Kennedy en Johnson, heeft zich in zijn ongewoon langdurige ambtsperiode meer moeten bezig houden met Aziatische dan met Europese problemen. Het is waarschijnlijk deze ervaring, die hem gebracht heeft tot een veelzeggende typering van de nieuwe situatie, waarin Amerika en de overige westerse wereld zich na de Tweede Wereldoorlog zag geplaatst tegenover dit werelddeel. De 16e eeuw - aldus Rusk beleefde de uitzwerming van het blanke ras over de andere werelddelen, onze 20e eeuw ziet de massale terugtocht van het blanke ras uit deze eertijds veroverde gebieden. De betekenis van het dekolonisatieproces van de laatste twintig jaar.
Daarmee is in enkele woorden één van de belangrijkste problemen van onze eeuw getekend: het geweldige dekolonisatieproces, dat zich in enkele tientallen jaren onder de ogen van deze generatie heeft voltrokken. De gevolgen daarvan zijn veel ingrijpender geweest dan waarschijnlijk ooit één politikus zelfs heeft kunnen vermoeden. De weg naar het nieuwe bestaan in vrijheid bleek voor Aziatische en Afrikaanse volken vol onoverkomelijke politieke en ekonomische moeilijkheden, waarvan de oplossing eerst na vele schokken en revoluties op zeer lange termijn zal kunnen worden gevonden. De halve revolutie, waarin Pakistan sinds maanden verkeert en die thans geleid heeft tot het aftreden van maarschalk Ajoeb Khan als staatshoofd, moet tegen deze achtergrond worden gezien. Dat betekent dat zij niet is te herleiden tot de veronderstelde onbekwaamheid van één persoon. De diepste oorzaak wordt gevormd door de geweldige problemen, waarvoor de Aziatische miljoenennaties worden gesteld, wanneer zij de weg zoeken naar een eigen nationale gestalte, naar eigen ekonomie en eigen staatsvormen. De grootte van deze problemen kan men beseffen, wanneer men aandacht schenkt aan enkele momenten uit de wordingsgeschiedenis van de staat Pakistan. De les, die daarin ligt, houdt in dat men op Aziatische vragen de westerse oplossingen nog steeds niet zonder meer kan toepassen. Het ontstaan van de staat Pakistan als gevolg van godsdienstige tegenstellingen.
De regering van Groot-Brittannië heeft onder leiding van premier Attlee, premier van de toenmalige Labourregering in 1947 de eerste beslissende stap gezet, die binnen enkele tientallen jaren zou leiden tot ontbinding van het Britse
17
Woonomstandigheden van een zigeunerstara in Pakistan.
wereldrijk. Deze eerste stap bestond in het verlenen van zelfstandigheid aan de honderden miljoenen van het toenmalige Brits-Indië. Het was aanvankelijk de bedoeling dit gigantische gebiedsdeel om te vormen tot één geweldige zelfstandige Aziatische mogendheid. De godsdienstige tegenstellingen tussen Hindoes en Mohammedanen bleken echter een onoverkomelijke hinderpaal voor de uitvoering van dit voornemen. Noch de Engelse politiek, noch de verzoenende figuur van Gandhi waren bij machte deze diep ingrijpende godsdienstige verschillen te overbruggen. Het resultaat was dat op 14 en 15 april 1947 uit Brits-lndië twee staten werden gevormd: 1. de overwegend Hindoese staat India, en 2. de voor het overgrote deel uit Moslims bestaande staat Pakistan, een verdeling derhalve, gebaseerd op het bestaande religieuze verschil. In bloedige onlusten tussen Hindoes en Mohammedanen werden beide staten geboren, om tenslotte ondanks deze deling toch hun tegenstelling voort te zetten over de bekende kwestie Kasjmir: een overwegend door Mohammedanen bevolkt gebied, dat echter onder invloed van India stond. Zowel India als Pakistan grepen vrijwel aanstonds naar de wapenen om de macht te verwerven over het betwiste Kasjmir. Het eindresultaat was een ingrijpen van de Veiligheidsraad met het bekende gevolg: een Staakt het vuren I en een resolutie, waarin bepaald werd dat een volksstemming over het lot van dit gebied zou beslissen. De re-
18
•
solutie is destijds door Nehroe volkomen terzijde geschoven en het door India bezette deel van Kasjmir in 1957 officieel in het Indiase staatsverband opgenomen. Daarmede kreeg het konflikt tussen India en Pakistan over de kwestie Kasjmir een blijvend karakter, dat beide staten telkens op en over de rand van de oorlog brengt. Het gewapende konflikt van 1962 is daarvan het jongste voorbeeld. Voor de staat Pakistan hield deze loop van zaken in dat zijn bestaan van de aanvang is bezwaard met de kwestie Kasjmir. Een kwestie, die de snelontvlambare oosterse gemoederen vaak ver buiten de banen van een normale politiek kan houden en daardoor als een zware hypotheek kan drukken op de politieke ontwikkeling. Pakistans gebrek aan geografische samenhang.
Het resultaat van de verdeling van Brits-Indië op grond van deze religieuze tegenstelling heeft van Pakistan in geografisch opzicht wel één van de meest zonderlinge staten ter wereld gemaakt. De twee gebiedsdelen, waaruit Pakistan is opgebouwd - West- en Oost-Pakistan - liggen 2000 km. van elkaar verwijderd. Deze geweldige tussenliggende ruimte wordt geheel gevuld door India, de staat waarmee Pakistan tot nu toe in vijandschap leeft. Een ongunstiger situatie is voor een wordende staat nauwelijks denkbaar. Het ligt voor de hand dat deze unieke geografische gescheidenheid op zichzelf reeds het gevaar van het uiteengroeien van beide delen in zich bergt. Pakistan : staat van tegenstellingen.
De problemen van Pakistan omvatten meer dan deze zonderlinge geografische gescheidenheid. De beide gebiedsdelen Westen Oost-Pakistan hebben tegengestelde ekonomische belangen, die de beide gebiedsdelen telkens tegen elkaar in oppositie brengen. West-Pakistan is een droog, haast woestijnachtig gebied. De enige mogelijkheid om dit gebiedsdeel met meer dan 100 miljoen inwoners een ekonomische bestaansmogelijkheid te verschaffen, is afhankelijk van het welslagen van de poging tot industrialisatie. Oost-Pakistan is overwegend landbouwgebied met als voornaamste produkten rijst en jute. De export van jute is één van de belangrijkste bronnen van inkomsten voor de staat Pakistan als geheel. Het gebruik van deze inkomsten vormt echter tegelijk weer een belangrijke tegenstelling tussen de beide gebiedsdelen. Oost-Pakistan beklaagt zich erover dat het grootste deel van de staatsmiddelen door hen verschaft wordt, maar hoofdzakelijk gebruikt wordt voor de industrialisering van West-Pakistan.
19
Daarnaast heerst in Oost-Pakistan het gevoel door West-Pakistan als een kolonie te worden behandeld, omdat de belangrijkste regeringsposten in de handen van een West-Pakistaanse regerende élite berust. Ook daarmede zijn de tegenstellingen nog niet uitgeput, want zelfs de talen in beide gebiedsdelen zijn verschillend. De godsdienst van de Islam, gebracht en gevestigd door Turkse en Mongoolse veroveraars tussen 1000 en 1400, vormt de enige band tussen beide gescheiden delen. Van de vestiging van de staat Pakistan tot de machtsgreep van Ajoeb Khan in 1958.
De eerste tien jaren van het zelfstandige bestaan van de staat Pakistan hebben zich gekenmerkt door onoplosbare problemen en een groeiende verwarring. Bij alle redenen - hierboven genoemd - die eenheid en samenwerking belemmerden, kwamen nog tal van andere, die in de meeste jonge staten zijn waar te nemen. Een getrainde ambtenarenlaag ontbrak, evenals een partijenstelsel, dat voldoende samenhang en doelstelling bezat om aan het jonge zelfstandige bestaan een doel te verschaffen, dat zou kunnen leiden tot een diepere nationale samenhang. De moord op Jinnah in 1948, de strijder voor de onafhankelijkheid, die door zijn persoonlijk leiderschap voor Pakistan een oriëntatiepunt had kunnen vormen op de weg naar nationale samenhang, betekende een verdere stap op de weg naar groeiende verwarring. Voorzover men van partijvorming zou kunnen spreken verliep deze globaal genomen langs de lijn van de aanvaarding of verwerping van de theokratische staatsgedachte, die aan de Islam eigen is. De aanhangers van de theokratische gedachte eisten de strikte toepassing van de Koran in de wetgeving. Een toepassing, die in de handen zou moeten rusten van wat men zou kunnen noemen de Mohammedaanse "schriftgeleerden" van Pakistan. Daarnaast ontstonden partij groeperingen, die door een nieuwe uitleg van de Koran politiek en religie met elkaar in overeenstemming wilden brengen. Tenslotte partijen, die de weg opgingen van gesekulariseerde - dus niet godsdienstige programma's. De praktijk van deze tien jaren toonde echter dat noch bruikbare politieke wegen werden gevonden, noch partij formaties ontstonden met voldoende discipline en duidelijke programma's. Pakistan ging de weg van onregeerbaarheid op. Het dieptepunt werd bereikt in 1958, toen drie Pakistaanse kabinetten een rekord maakten, wat politieke kortstondigheid betreft: gezamenlijk regeerden zij zeven dagen !
20
Pakistani rookt
waterpijpje.
Ajoeb Khan : zijn regeringsperiode en zijn politieke nalatenschap.
Deze verwarring leidde tot het buiten werking stellen van de moeizaam tot stand gekomen konstitutie door de toenmalige president. De volgende stap was een onbloedige militaire staatsgreep, die tenslotte de thans weer heengegane maarschalk premier Ajoeb Khan voor een periode van 13 jaar aan de macht bracht. Zijn regering steunde zoals veelal in jonge staten, op het leger, dat de enige gedisciplineerde groepering in zulke gevallen pleegt te zijn. Gedurende zijn regeringsperiode - te typeren als een kompromis tussen een militair bewind met demokratische elementen - heeft hij de strijd aangebonden tegen de korruptie. Pogingen zijn door hem gedaan om tot een hervorming van het grondbezit en de landbouw te komen. In de internationale politiek heeft hij tot 1965 de zijde van het Westen gehouden. Het militaire konflikt met India, waarbij Amerika een neutrale houding innam, heeft hem naar de zijde van de Sovjet-Unie gedreven, zonder dat deze realist er overigens communistische sympathieën op na houdt. Noch de Amerikaanse dollars, noch de Russische roebels en machinerieën zijn voldoende gebleken om gekombineerd met de straffe hand van Ajoeb Kahn tot definitieve rust te brengen. De "redder van het vaderland", zoals hij genoemd werd in de eerste periode van zijn regering, heeft het hoofd moeten buigen voor de storm van onte-
21
vredenheid, die in het laatste jaar van zijn bewind revolutionaire vormen begon aan te nemen. De situatie is waarschijnlijk onder zijn bewind wel verbeterd, maar de problematiek van deze jonge staat is ook hem uiteindelijk te groot gebleken, zoals wellicht ook met zijn opvolger het geval zal zijn. De oppositie, die zich onder zijn regiem heeft ontwikkeld, droeg ten dele een revolutionair links karakter. Anderzijds zijn er ook figuren op de voorgrond gekomen, die blijk geven de weg naar normalisering van de politieke toestand in geval van aftreden van Ajoeb Khan te willen inslaan. Dat betekent de weg naar terugkeer tot het weer in werking-stellen van de grondwet en het normale politieke leven. De vraag is of Pakistan daar thans rijp voor is. Want in feite zijn de geweldige problemen, die de figuur van Ajoeb Khan op het politieke toneel brachten, niet wezenlijk gewijzigd. Evenmin is te beoordelen of de politici, die in de toekomst hun rol zullen opeisen, in staat zullen blijken tot het vormen van krachtiger politieke partijen dan voorheen. Verschillende elementen zijn opvallend. In de eerste plaats dat Ajoeb Khan plaats gemaakt heeft voor een nieuwe maarschalk, Jahia Khan, die tot zijn oude vrienden behoort. Deze heeft bekend gemaakt dat hij geen politieke ambities heeft, maar plaats wil maken voor een normaal bewind. De praktijk kon echter in deze verwarde situatie wel eens sterker blijken dan de leer. In de tweede plaats behoort hij niet alleen tot de vrienden van Ajoeb Khan, maar is hij ook weer thuis in West-Pakistan. Hij kan daardoor weer voor Oost-Pakistan onaanvaardbaar blijken, gezien de vrees voor "kolonisatie" van Oost-Pakistan door de West-Pakistaanse regeringsélite. Interessant is het dat in Oost-Pakistan de wensen naar autonomie steeds luider zijn geworden. Zullen deze maarschalk en de politici, voor wie hij beloofd heeft plaats te zullen maken, deze afscheidsbeweging kunnen neutraliseren? De toekomst van Pakistan houdt nog vele brandende vragen in !
22