| -1-
INHOUD
4 Obsessief Oldtimer
4 6 9 11
Obsessief Oldtimer
Een schuur vol passie
16
Whisky op kamertemperatuur
-2- |
COLOFON
Zesduizend uur in het zadel
Virtuoos vastleggen
22 23
Eerst opa, toen vader
Eerst opa, toen vader
12 18 19 20
6
Ik verdronk in mijn werk Bucketlist Avontuur achter het pak Tattoo Stories Recept van de maand
Hoofdredactie:
Tekst redactie:
Vormgeving:
Annemiek Haandrikman
Dominique Marks
Nirvana van Leeuwen Laura Bunt Digitale vormgeving: Aiden Buis
Tim van Dam
Manon van de Kraats
Beeldredacteur:
Babette Mouallem Michel Gerritsen
22
12
Tattoo Stories
Virtuoos vastleggen
EDITORIAL "The creative adult, is the child who servived" - Ursula K. Le Guin Beste Bikkel, Ouder worden houdt niet in dat je je achter de geraniums moet verschuilen, of dat je je niet meer jong mag voelen. En al helemaal niet dat je geen gekke, spontane dingen meer mag doen, waardoor je door jongeren raar aangekeken of wordt uitgelachen. Vorige maand is de eerste uitgave van ons blad Bikkel verschenen. Onze jonge redactie heeft menig goede reacties ontvangen. Het is altijd lastig om in te schatten hoe een nieuw blad door de lezer wordt onthaald. Met alle positieve reacties blijven wij er met heel veel plezier aan werken.
Ons blad Bikkel zorgt ervoor dat jouw leven altijd spannend en interessant blijft. Met de vernieuwde iPad-app kun je zelf aan de slag gaan met het afstrepen van jouw bucketlistactiviteiten. In deze uitgave komen hét recept van de maand, tattoo story en de bucketlist weer terug. Daarnaast fietsen we met Leo de wereld over. Horen we hoe fotografie het leven van Paul heeft veranderd en welke whisky de voorkeur heeft van Frans. Ik wens je, namens onze redactie en mijzelf, heel veel leesplezier!
PS: Mocht je een onderwerp, verhaal of tip hebben, waarvan je vindt dat deze die écht in het blad moet. Laat het ons dan weten via:
[email protected]
- Dominique Marks
Hoofdredacteur Bikkel
| -3-
Obsessief
Oldtimer Cees van de Haar (65) heeft één grote hobby, namelijk het sleutelen aan auto’s. Drie jaar geleden heeft hij een Citroën TGV uit 1980 gekocht. Na een jaar sleutelen was de auto volledig opgeknapt en klaar om de weg op te gaan. Zijn grote liefde voor het sleutelen is niet geheel uit het niets ontstaan.
Hoe is de liefde voor sleutelen ontstaan?
“Op mijn achtste en een motortje op de markt. En haalde ik een herenfiets van de sloop. Na twee weken sleutelen kreeg ik het voor elkaar het motortje te laten lopen. Ik had zo mijn eigen bromfiets gemaakt. Wat mijn ogen zien, kunnen mijn handen maken. Ik heb een goed technisch inzicht. Op dat moment ontstond mijn hobby, mijn liefde voor het sleutelen. De ene ging naar de voetbal, de ander naar de kroeg. Ik wilde sleutelen. Sindsdien ben ik niet meer gestopt.”
“Hier zit zoveel liefde in” Hoeveel oldtimers heb je opgeknapt?
“Dat zijn er een stuk of 8, ik begon met opknappen van sloopauto’s. Dat was uit pure armoe. Ik kocht ze voor een prikkie, knapte ze op, reed er een jaar of twee in en verkocht ze met wat winst. Zo kon ik weer een andere auto kopen en opknappen. Op mijn dertigste had ik genoeg geld om een oldtimer te kopen, vanaf toen ben ik begonnen met het opknappen van oldtimers. Vroeger was het zo dat ik er eentje moest verkopen om een nieuwe te kunnen kopen. Nu is het financieel niet meer noodzakelijk om een
Tekst: Manon van de Kraats Beeld: Michel Gerritsen
-4- |
“Ik kreeg tranen in mijn ogen” oldtimer te verkopen, mijn Citroën wil ik dan ook houden. Dit wordt een erfstuk, hier zit zoveel liefde in. Mijn oldtimer is perfect, alles wat ik er nu aan toevoeg maakt de auto lelijk. Ik ben heel erg zuinig op, hij staat in de garage met een pyjamapak (beschermhoes, red.) aan.”
Waar gebruik je de oldtimer voor?
“Ik ben lid van de Veenendaalse Oldtimer Club, we rijden zo’n 10 ritten per jaar. Laatst hadden we een rit en we kwamen langs een autohandelaar waar we gingen kijken. Daar zag ik mijn bromfiets staan in zijn garage. Ik kreeg tranen in mijn ogen, ik had nooit verwacht die bromfiets weer terug te zien. Dat ding is uit 1935 en de motor liep nog, fantastisch toch? Iemand die daar geen hobby en liefde inziet, die zegt, die vent is gek.”
Wat vind je gezin van het sleutelen? “Mijn vrouw wilde nooit mee in een oldtimer, behalve in de oldtimer die ik nu heb. Ze gaat elke keer met me mee. Mijn zoon is het sleutelen met de paplepel ingegoten, hij stond erbij en keek ernaar. Hij is ook monteur geworden. Mijn kleinzoon heeft ook het technische inzicht van mij. Dat is hetzelfde verhaal, wat zijn ogen zien, maken zijn handen. Een bouwdoos van lego zet hij zo in elkaar, hij snapt het.”
80 V 19 in
z’ n
op ge kn
TG
ee s
ap te
ra ce m
on st er .
În tro
C
Ci
| -5-
Eerst opa, toen vader Jeroen Haandrikman (53) kreeg na zijn scheiding een relatie met een zeventien jaar jongere vrouw. Hij had al twee kinderen en op zijn 49e kwam er nog één bij.
Dé ontmoeting “In 2004 ben ik gescheiden van mijn eerste vrouw. Met haar heb ik twee kinderen gekregen, Robin (20) en Laura (23). In de tijd van de scheiding ben ik minder gaan werken om er meer voor de kinderen te zijn. Er kwam op een dag een briefje van de basisschool met de vraag of er ouders waren die wilden helpen met opruimen van spullen. Het opruimen was binnen tien minuten klaar en hierna was er nog een borrel. Tijdens die borrel zat ik naast juffrouw Annemieke, waar mijn zoon bij in de klas had gezeten. Ze vroeg me naar mijn scheiding en ze vertelde over haar relatie die ze kort daarvoor had verbroken. Dat gesprek gaf een gezamenlijke ervaring. Toen ik thuis kwam vroeg ik Robin om haar e-mailadres waarna ik haar een e-mail stuurde om haar sterkte te wensen. Daar kreeg ik weer een reactie op. Zo is het allemaal begonnen. Het leeftijdsverschil Annemieke is 17 jaar jonger dan ik. Vanaf het begin hebben we veel gepraat over het leeftijdsverschil en over de toekomst. Omdat ik al een keer was getrouwd en al kinderen had vond ik het niet meer nodig om opnieuw te trouwen en aan kinderen -6- |
te beginnen. Bij Annemieke was de kinderwens op dat moment ook nog niet zo sterk. We zien wel hoe het loopt, dachten we toen. Uiteindelijk werd bij Annemieke de kinderwens steeds sterker. Ik ben er toen heel bewust over na gaan denken of ik nog kinderen zou willen en wat de consequenties daarvan zouden zijn. Op een gegeven moment groeide ik er steeds meer naar toe en zo ontstond er bij mij ook een kinderwens.
49 en nog een kind Ik vond het geen probleem dat ik al 49 jaar was toen Michiel werd geboren. Ik was blij dat het lukte en dat ik er weer een gezond kind bij had. Ik ben niet van plan mij op te gaan stellen als een oude vader. Ik ben dus ook niet bang dat er een generatiekloof zal ontstaan tussen Michiel en mij. Door hem ga ik wel mee in het jong blijven. De opvoeding In het opvoeden merk ik wel verschillen. Natuurlijk ben ik nu met een andere vrouw getrouwd. Het opvoeden doe je samen en met een andere vrouw ben je een ander team. Voor Annemieke was het in het begin allemaal nieuw en bij mij ging het allemaal met wat meer rust. Ik kan nu bij Michiel meer op mijn gevoel af gaan terwijl ik bij mijn andere kinderen vaker dacht: Hoe hoort het allemaal? Gelukkig zit het op je gevoel afgaan er bij Annemieke van nature in, waardoor alles nu met rust gaat.
Eerst opa toen vader Voordat Michiel werd geboren ben ik eerst nog opa geworden. Mijn dochter werd onverwachts zwanger op haar 17e. Op dat moment was ik er helemaal niet mee bezig dat ik opa zou worden. Ik was meer bezorgd om Laura en ik hoopte dat het allemaal goed zou gaan. Ik heb het ook nooit gezien als: Ik word nu opa, dus ben ik heel erg oud. Michiel is nu de oom van Fernando terwijl ze ongeveer even oud zijn. De kinderen kunnen gelukkig goed met elkaar overweg en spelen leuk met elkaar. Zijn grote broer en zus Ook mijn zoon en dochter zijn heel goed omgegaan met mijn nieuwe relatie en de kinderwens. Toen ik een nieuwe relatie had heb ik gelijk dit met hen besproken. Gelukkig was Annemieke Robins lievelings juf geweest, dus het was al snel goed. Ook toen de kinderwens er uiteindelijk was hebben wij dit besproken met Robin en Laura. De omgang tussen Robin, Laura en Michiel is heel goed. Michiel heeft het altijd over zijn grote broer en grote zus en andersom zijn zij ook erg blij met hun kleine broertje. Als Robin bij ons thuis komt, zijn wij als ouders onzichtbaar en wil hij van alles met Robin doen. Robin en Laura zijn ondertussen de deur uit en zijn hun eigen weg gegaan. Ik ben heel benieuwd welke kant Michiel later op zal gaan.”
Jeroen met zijn Michiel.
“Ik ga mee in het jong blijven“
Laura, Michiel en Robin.
Jeroens zoon Robin (20) kreeg op zijn 16e er ineens nog een broertje bij. Hij zag dit helemaal niet zitten, maar dat is nu wel anders. `Toen ik hoorde dat mijn vader een nieuwe vrouw had ontmoet wist ik in eerste instantie niet wat ik moest verwachten. Het kwam voor mijn gevoel redelijk snel. Maar toen ik zag dat mijn vader erg gelukkig was, werd
Foto (kader): Han ter Beek Beeld: Michel Gerritsen Tekst: Annemiek Haandrikman
ik daar zelf ook erg blij van. Hierdoor kon ik het snel accepteren. Ik had wel verwacht dat Annemieke een kinderwens had aangezien haar jonge leeftijd. Zelf had ik altijd in mijn hoofd dat ik geen broertje of zusje meer wou. Ik had geen zin in het gehuil en al het speelgoed overal. Ik was blij voor Annemieke en mijn vader toen ik hoorde dat ze zwanger
waren maar zelf zag ik het dus niet zo zitten. Ik woonde op dat moment namelijk ook nog thuis. Pas toen Michiel geboren was veranderde mijn beeld. Tussen mij en Michiel gaat het echt geweldig. Hij is mijn kleine held. Ik woon nu op mezelf en elke keer als ik thuis kom is hij heel erg blij om mij te zien. Ik vind het geweldig om hem dingen te leren en hem te zien groeien.´
| -7-
-8- |
zesduizend
uur in het zadel Gerrit (65) al veertig jaar in het bezit van een Honda bromfiets. Dit is een voertuig waar hij tot op de dag van vandaag nog steeds op rijdt. “Mijn eerste Honda kocht ik nadat ik klaar was met school en ging werken. Ik kon toen een woning krijgen in Mijdrecht en ik werkte in Amsterdam. Door die woning had ik geen geld meer om met de bus of de auto naar m’n werk te gaan. Toevallig had ik een maatje die zijn Honda C320S weg deed. Die maat vertelde me dat deze Honda lekker zuinig reed; één op vijfenzestig. Ik dacht: Dát is een mooie kilometervreter voor mij. Mijn eerste ritten waren elke dag 25 kilometer heen en terug richting Amsterdam. Wat ik op vijf gulden en een paar koffiekaarten volhield. Deze Honda brommer heeft het uiteindelijk zeven jaar en 110.000 kilometer volgehouden.” Stoffenvanger “Tegen de tijd dat ik die C320S moest gaat vervangen voor een nieuwe Honda werd ik vaak ingehaald door de Honda CD50. Er kwam een mooi geluid uit en hij liep lekker hard, dat was wel iets voor mij. Een dorpje verderop stond bij een fietsenmaker een blauwe Honda CD50 stof te vangen. Die kon ik kopen, er zat alleen een nadeel aan: hij reed niet. Als ik hem wilde hebben moest ik hem zelf repareren. Gelukkig ben ik handig met me handen en heb ik dat hele motorblok uit elkaar gehaald
om te kijken waar de problemen of slijtage zat. Zodra ik dat eenmaal wist heb ik die onderdelen eruit gehaald en vervangen voor nieuwe. Daarna heb ik het gehele motorblok weer opgebouwd. Ik heb voordat ik naar Amsterdam heen en weer ging rijden nog wat proefritjes gemaakt, om te kijken of er geen problemen kwamen. Maar ik had het zo goed gedaan dat ze als een trein liep. Toen begon de volgende fase; vijftig kilometer heen er weer op de CD50. Maar omdat die CD50 zo lekker reed, belande die C320S in de garage en daar heb ik geen meter meer op gereden. Uiteindelijk heb ik die na een paar jaar verkocht aan een mannetje die handelde in Honda bromfietsen. Hij knapte die C320S wel op en verkocht hem weer door. Wat ik prima vond, zo kreeg ik weer ruimte in mijn schuur voor een eventuele nieuwe Honda.”
Oude slof “Tegen alle verwachtingen in rijdt de CD50 na ongeveer veertig jaar nog steeds. Voor mij is het net een oude slof. Ik ben er helemaal ingesleten. Deze brommer is daarom ook heel speciaal voor mij. Ik heb er ongeveer 6.000 uur opgezeten, door weer en wind. Het hele jaar door. Dat was bijna alleen maar van Mijdrecht naar Amsterdam.
Tekst: Tim van Dam Beeld: Babette Mouallem
| -9-
Gerrit zijn versleten racemonster: de Honda CD50.
“Ik weet dat ik altijd wel thuiskom” Deze brommer heeft Utrecht, Noord-Holland of Zuid-Holland nooit verlaten. De langste rit die deze bromfiets heeft gemaakt is de rit van Mijdrecht naar Rotterdam Centrum. Dat was gelijk ook mijn mooiste rit. Dwars door het groene hart op een mooie dag met veel zon. Ik was ook nog nooit in die omgeving geweest. Het was puur genieten. Deze brommer kent ook zware ritten. De ergste daarvan was een rit naar Amsterdam. Ik moest naar het Waterlooplein. Ik was enthousiast op weg, maar bij Artis kreeg ik een lekke band. Een stuk roestvrij staal dat op de weg lag ging er dwars doorheen. Ik kon hem niet meer plakken, maar ik moest toch nog terug naar huis. Zo ben ik door de regen met een lekke band doorgereden naar huis, de gehele vijfentwintig kilometer op de velg. Dat was wel één van de zwaarste ritten. Een andere rit die ook de boeken in kan als één van de slechtste was die van Gouda naar Mijdrecht. Het was de derde week van December, bitterkoud en net boven het vriespunt. Er ontstond ijs in de carburateur. Het probleem is dan dat je brommer er gewoon mee ophoudt, en dan moet je lopen. Na ongeveer een halfuurtje was dat ijs dan wel weer gesmolten en kon je weer tien minuutjes veder tot er weer ijs ontstond. Dus dat was telkens tien minuten rijden en een halfuur lopen. Maar dat neem ik allemaal voor lief. Omdat ik weet dat ik uiteindelijk wel thuis kom.” -10- |
Betrouwbaar motortje “Het beste aan de Honda viertakt bromfietsen vind ik dat ze ondanks alles blijven doorgaan. Ik rijd er nu al meer dan veertig jaar op, de betrouwbaarheid blijft gewoon ontzettend hoog. Mijn laatste streven met de CD50 is nog 7.000 kilometer te rijden. Dan heeft hij namelijk de 200.000 kilometer gehaald.”
“
“Als je nog geen Honda hart hebt, krijg je het hier wel”
”
Tekst: Tim van Dam Beeld: Babette Mouallem
Honda SS50 originele Hollander.
EEN SCHUUR VOL PASSIE De viertaktschuur, een plek waar Honda liefhebbers graag even langskomen. Ze kunnen hier de vele Honda’s bewonderen en al het nieuws op gebied van Honda viertaktbromfietsen bespreken. De schuur begon als een hobby in het kleine schuurtje van de ouders van Kjell van Oostrum (26). Daar repareerde Kjell één of twee brommers, die hij dan vervolgens gelijk weer doorverkocht. Twee brommers werden er drie en drie werden er vier. De schuur van zijn ouders werd al snel te klein en Kjell moest op zoek naar een nieuwe ruimte. Die ruimte kwam er in Nieuwerbrug, in de schuur van een boerderij. Daar ontstond de naam Viertaktschuur. Kjell specialiseert zich in Honda viertakt bromfietsen. Tegenwoordig zit Kjell dichterbij huis, namelijk op de Maarssenbroeksedijk in Utrecht. Bij binnenkomst worden we warm onthaald. Er wordt koffie aangeboden voordat we aan de rondleiding beginnen. Onze eerste indruk is een gigantische chaos van onderdelen in vele schappen en stellingen. Van de kleinste veertjes en ringetjes tot complete motorblokken. Maar de echte
Honda kenners zien ook al gelijk de zeldzame spullen. Een Vietnamese Monkey boven op de wc die nooit in Nederland verkocht is. Je ziet zeldzame jubileum benzinetanks in de vitrines of aan de muur. De rondleiding neemt ons mee naar boven, naar de eerste verdieping. Op deze verdieping staan alle bromfietsen die Kjell op dit moment heeft. Welgeteld, 67 stuks. Van C310 bromfietsen tot SS50 bromfietsen. Kjell heeft ze allemaal. Van bromfietsen in zeer goede staat tot een frame waar alles nog op gemonteerd moet worden. De zeldzaamste van zijn hele collectie is de SS50 jubileum editie. Zelfs in zo’n goede staat dat je hem vrijwel nergens anders zo zult vinden. De klanten van Kjell kennen elkaar ook door eerdere bezoekjes aan de schuur of andere evenementen, zoals de Honda dag. Ook als nieuwe klant wordt de vraag:
“en wat voor Honda rijd jij?” al snel gesteld. Rijd je nog geen motor, dan wordt er al snel getipt naar een project dat Kjell heeft staan. De kennis is enorm bij de Viertaktschuur. Jonge jongens die goed weten hoe je een motorblok in elkaar zet. Maar ook ervaren Honda rijders die al veertig jaar rijden en weten waar de slijtage in gaat zitten. Hulp is er altijd. Honda liefhebber of niet, de Viertaktschuur is een plek waar je zeker één keer langs moet gaan. Het is in eerste instantie een plek waar je naartoe gaat als je onderdelen nodig hebt of problemen hebt met je Honda. Een plek waar liefhebbers samenkomen en beginnende rijders geholpen worden. Een plek voor iedereen. Als je nog geen Honda hart hebt, krijg je die wel na een bezoek aan de Viertaktschuur. Daar zorgt Kjell wel voor.
‘‘
In een TBS - kliniek fotograferen lijkt me waanzinnig
‘‘
-12- |
Virtuoos vastleggen
k
Beeld: Paul van Dorsten Tekst: Annemiek Haandrikman
Fotograaf Paul van Dorsten (50) uit Utrecht ontdekte pas 5 jaar geleden zijn passie voor fotografie en gooide zijn leven om. Nu fotografeert hij van festivals tot naaktkalenders. Altijd met zijn camera op zak legt hij alles vast wat er op zijn pad komt. Je leven omgooien “Het begon allemaal toen ik vroeger met de camera van mijn vader aan het spelen was. Ik was in die tijd nooit bewust bezig met fotograferen maar vond het wel leuk om te frutselen aan camera’s. Dat begon pas 5 jaar geleden. Ik startte mijn eigen snowboardwinkel en kocht een digitale camera voor bij de winkel. Een digitale camera was voor mij veel makkelijker, omdat ik zelf niet zo van handleidingen houd. Ik moet zelf ontdekken en snel leren. Met analoge camera´s was dat lastig. Toen ik steeds meer bezig ging met die camera kreeg ik ineens opdrachten en vragen van mensen. Van het werk in de winkel werd ik niet gelukkig en besloot daarmee te stoppen. Dat was het moment dat ik pas echt met fotografie als beroep ben begonnen. Het werk in de winkel en het fotograferen is natuurlijk heel erg verschillend. Fotografie is iets van jou, dus de afwijzing is ook van jezelf. Als er in de winkel niks gekocht wordt, trek jij je daar persoonlijk niks van aan. Bij fotografie doe je dat wel omdat je niet aan de eisen hebt voldaan. Je kunt er dus persoonlijk door worden gekwetst en hier moet je wel tegen kunnen.” Van festival tot naaktkalender “Ik houd mij vooral bezig met reportages, concerten en festivals. Ik ben fotograaf voor 3voor12/Utrecht waarvoor ik onder andere sfeerverslagen maak over festivals. Zo heb ik het Amersfoortse festival Into The Woods gefotografeerd. | -13-
Waar mijn hart echt ligt is het Stekker In Het Park Festival in Utrecht. Toen de tweede editie eraan kwam had ik net mijn camera gekocht. Een vriend van me zat in de organisatie en ik vroeg aan hem of ik mijn camera mee mocht nemen. Gelijk kreeg ik een crewticket terwijl ik mijn eigen ticket al had gekocht. Nu ben ik huisfotograaf voor dit festival. Ik houd ervan om festivals als Into The Woods en Stekker In Het Park te fotograferen omdat daar veel gebeurt. Niet alleen de acts zorgen voor entertainment, maar er is voor de bezoekers heel veel meer te doen. Zo kon er bij Into The Woods een route door de bomen worden geklommen, boven één van de podia. De reportages wissel ik ook af, door af en toe een portretopdracht te doen. Zo ben ik ook bezig geweest met een naaktkalender. Deze kalender was voor een goed doel en had verschillende thema´s met betrekking tot Colombia. De gedachte achter de kalender was:
naakt sells. De thema´s moesten worden neergezet zonder dat het gelijk een karikatuur werd en dat was een hele uitdaging. Een bijzonder evenement dat ik mocht fotograferen was Studio Stekker, dat is een onderdeel van Stekker In Het Park. Een week lang zit een groep artiesten bij elkaar in een studiocomplex. Zij doen aan het eind van de week een afsluitend optreden op het festival. Er waren in die week live jams van T-Raumschmiere, Colin Benders en Tim Exile, die ik zo fantastisch vond dat ik gewoon vergat mijn camera te pakken.” Studio of buiten “Ik heb een tijdje bij een collega-fotograaf in zijn studio gewerkt, maar daar ben ik weer mee gestopt. Het leverde wel wat geld op, maar ik doe toch het meest reportage werk en dat is altijd buiten. Ook vond ik het in de studio werken soms lastig. Op een festival is een setting al gecreeërd door de festivalorganisatoren en bij een portet maken moet je dat zelf doen. Je moet zelf de omgeving neerzetten en het model instructies geven. Alle portretten die ik nu maak doe ik gewoon thuis. Ik hang dan een papier op en zet een aantal flitsers neer.
Dat werkt goed, alleen heb je in een studio meer ruimte.” Altijd op zak “Ik heb sinds de zomer een nieuwe camera: een Sony A77. Deze gebruik ik op dit moment het meest en mijn oude Sony gebruik ik als back-up. Ik heb voor deze camera gekozen, omdat hij een functie heeft die ervoor zorgt dat je ook op je beeldscherm precies kunt zien waar het scherp is. Met concerten kun je dat door je lens niet altijd even goed zien, omdat het vaak donker is. Dit geeft me meer efficientie. Ik hoef hierdoor minder foto´s schieten voordat ik een goede foto ertussen heb. Bij een opdracht ziet de gefotografeerde graag een grote camera. Een grote camera betekent voor veel mensen goede foto’s. Dat is hetzelfde als je een vormgever bent, dan wordt er van je verwacht dat je met een Macbook Pro komt aanzetten. Ik neem bijna altijd mijn camera mee als ik naar buiten ga. Behalve als ik echt geen plek heb in mijn tas. Ik haal het meeste uit reportages, maar ik heb wel gave foto´s van objecten of mensen die ik toevallig tegen kwam. Ik zou voor die momenten er nog wel een compacte camera bij willen hebben die dezelfde kwaliteit heeft als mijn Sony A77. Dat is dan meer voor het gemak.” Dromen “Er is nog een aantal dingen die ik graag zou willen doen. Ten eerste lijkt het me waanzinnig om in een TBS-kliniek te fotograferen. Er zitten daar allemaal hele normale mensen met een raar kantje, maar dat kantje zorgt er voor dat zij opgesloten zitten. Dat kantje vind ik erg boeiend. Het lijkt mij erg fascinerend om mee te maken hoe het leven in zo’n kliniek gaat en om dat te fotograferen. Ik heb er al wel werk van gemaakt om het te gaan doen maar je komt er niet
-14- |
zo snel binnen. Ik zou ook graag psychologie op één of andere manier in foto’s neer willen zetten. Ik heb zelf psychologie gestudeerd en die studie heeft mij verschillende inzichten gegeven in mensen. Om dit in foto’s te verwerken lijkt me prachtig. Alleen is het heel lastig om dat symbolisch neer te zetten. Een vriend en ik hadden een plan om een maand in Kameroen te gaan zitten voor Live Build. Dat is een organisatie die geldschieters betrekt bij hun projecten. Het lijkt mij heel gaaf om een keer mee te gaan en dat op mijn manier vast te leggen. Zo kan ik ook iets terug doen voor de organisatie. Elke zondagochtend zit er vlakbij Café Ledig Erf in een oud bushokje een man. Hij zit daar dan met zijn rode jas en groene Kermit de Kikker in een grauw bushokje, waar nog wat peuken en blikjes bier op de grond liggen. Ik zie hem bijna elke zondag en eigenlijk wil ik wel een keer een foto van hem maken, want ik vind dit zo’n mooi beeld. Alleen komt hij waarschijnlijk uit een tehuis uit de buurt en is een foto van hem maken niet toegestaan.” Doe het gewoon “Als er mannen zijn die net als ik hun leven willen omgooien, zou ik zeggen: doe het gewoon. Toen ik stopte met de winkel deed ik dat omdat ik er niet gelukkig van werd. Het is voor veel mensen moeilijk om te stoppen met hun baan en de zekerheid die zij hebben los te laten. Ik kan bijna helemaal leven van de fotografie, maar werk in de wintermaanden ook nog in een snowboardwinkel. Toch vind ik dat je niet moet blijven hangen in de veiligheid. Je zult meer spijt krijgen van de dingen die je niet doet dan van de dingen die je wel doet.” Meer foto’s van Paul zijn te zien op www.by-pauluz.nl
Beeld: Babette Mouallem
| -15-
WHISKY
Tekst: Tim van Dam Beeld: Michel Gerritsen
op kamertemperatuur
Bikkel spreekt met Frans van Oostrum (53) over zijn grote hoeveelheid whisky’s. Met ongeveer veertig soorten whisky’s in bezit noemt Frans zichzelf geen verzamelaar, maar eerder een whisky liefhebber. Wat is je favoriete whisky?
“Ik heb geen favoriete whisky, eigenlijk vind ik erg veel whisky’s lekker. De stemming waarin ik verkeer op het moment dat ik zin heb in een whisky, bepaalt voor mij voor welke whisky ik kies. Er zijn ontzettend veel verschillende soorten en smaken. Zo heb je bijvoorbeeld hele zachte, hele sterke whisky’s en alle smaken die daar tussenin zitten. Hoe ik me voel bepaalt voor mij welke whisky ik neem.”
Welke whisky moet je gedronken hebben? “Eigenlijk vind ik dat je elke whisky wel gedronken moet hebben, maar dat red je niet. Er bestaan namelijk zo ontzettend veel verschillende
-16- |
soorten whisky’s. Je zou in ieder geval een Glenfiddich gedronken moeten hebben, dat is echt een hele lekkere. Dimple en Bowmore zijn ook heel lekker. Maar zoals ik al zei; het zijn er zo ontzettend veel dat je eigenlijk gewoon zoveel mogelijk moet proberen om te bepalen wat jij lekker vindt.”
Welke whisky’s heb je allemaal?
“Bij elkaar heb ik nu denk ik veertig verschillende soorten whisky staan, waarvan ik er ongeveer vijftien in grote flessen heb. Om een aantal merken op te noemen: Dimple, Glenfiddich, Bowmore, Johnny Walker, Bells, Bushmills, Glen Talloch, White Lion, Label 5, Tullamore Dew, Glenlivet, Talisker en nog een paar in de voorraadkast. Bij elke whisky die ik
heb probeer ik ook het bijbehorende glas te krijgen.”
Welke is daarvan de meest speciale?
“Mijn Johnny Walker serie: de “Street of Walker”. Daar ben ik wel heel trots op. Die heb ik van mijn kinderen gekregen toen ik vijftig jaar werd. Inmiddels zijn de flessen wel een paar keer aangevuld omdat ze leeg waren. Mijn kinderen hebben me pas ook het bronzen bord van Johnny Walker gegeven. Het is een antiek bord dat ze vroeger gebruikten om de whisky mee op tafel te dienen. De goedkoopste in deze “Street” is Red label, een mix whisky. Iets duurder is Black label daarna Green. Gevolgd door Platinum en Gold. De Blue label is het duurst.
“Ik zie mezelf niet als verzamelaar, maar meer als genieter” Die fles open ik ook alleen met speciale gelegenheden. Denk hierbij aan de geboorte van mijn kleinkind of toen ik de Ien Dales Award award kreeg.”
Hoe moet je volgens jou een whisky drinken?
“Ik vind dat je een whisky rustig moet drinken. Er zijn mensen die kunnen er één inschenken om half negen en daar dan verder de hele avond mee doen. Dat kan ik niet, ik drink er pas één rond een uurtje of half elf. Als alles zeg maar achter de rug is. Even lekker zitten en dan een lekker glaasje whisky erbij. Of gelijk na het eten bij de koffie. Bij mij zonder ijs of water. IJs maakt hem kouder en ik vind het lekker als de whisky op kamertemperatuur is.”
Heb jij een speciaal glas waar je het liefst je whisky uit drinkt?
“Ja, er is een speciaal glas dat iemand voor mij heeft laten maken. Dat vind ik toch wel heel bijzonder. Ook vind ik het een sport om een whisky te drinken uit het bijbehorende glas. Bijvoorbeeld de Johnny Walker uit het glas van Johnny Walker.”
Wat is er zo lekker aan whisky?
“Dat is heel moeilijk uit te leggen, want whisky heeft zo zijn eigen smaak. Geen één whisky is hetzelfde. De ene is veel heftiger qua smaak dan de andere. Dat maakt het voor mij zo onderscheidend. Er zijn duizenden verschillende soorten
whisky. Wat ik lekker vind kan iemand anders weer heel vies vinden. Je hebt bijvoorbeeld whisky uit turfvaten en ik vind dat af en toe heel lekker. Als mijn zoon Bjorn dan binnenkomt en ziet dat ik zo’n fles open heb zegt hij: ”het lijkt wel alsof je uit een asbak zit te drinken”. Dat komt ook vanwege de aparte lucht die ervan afkomt.”
Wanneer ben je begonnen met verzamelen?
“Dat is eigenlijk langzaam ontstaan. Ik zie mezelf ook niet als een verzamelaar. Ik ben meer een genieter. Je drinkt een fles whisky ook niet leeg in één avond. Als je dan een andere wilt dan koop je er een flesje bij. Wat er gebeurt als je een paar verschillende flessen hebt staan is dat mensen gaan denken van: ”ooh ja, hij is wel van de whisky”. Je krijgt dan ook wel eens flesje. Vandaar dat ik toen ook de Street of Walker kreeg. Dat vond ik zo fantastisch dat ik die altijd compleet wil proberen te houden.”
Is whisky een echt mannen ding? “Ik dacht altijd van wel maar er zijn zeker ook vrouwen die whisky drinken. Vrouwen drinken whisky dan wel vaak met ijs. Het is wel zo dat meer mannen whisky drinken dan vrouwen. Het is robuuster. In een restaurant krijg je ook vaak zo’n groot glas. Het is toch een bepaald soort van image.”
Hoort whisky bij een bepaalde status?
“Nee, dat vind ik niet. Je moet wel begrijpen dat whisky geen goedkope drank is. Op gevoelswaarde denk ik wel dat mensen in de volksbuurten, om het zo maar even te zeggen, minder snel een whisky pakken en eerder een biertje. Whisky is geen drankje dat je in het café zo maar achterover slaat. Van whisky moet je gewoon genieten. Iedereen kan whisky drinken. Het vraagt alleen wel een andere manier van drinken. Als het er om gaat zoveel mogelijk drank naar binnen te krijgen dan is whisky hiervoor zeker niet geschikt en kan je beter een biertje pakken. Wil je echter van een drankje genieten dan kan ik zeker whisky aanraden.”
Heb je nog een advies voor een beginnend whisky drinker?
“Gewoon uitproberen en voor jezelf uitmaken welke whisky jij het lekkerst vindt. Of ga een keer naar een Nose and Tasting, dat is een whiskybeurs. Zorg dan wel dat je een bob hebt. Het belangrijkst van alles: pak een whisky als je even lekker wilt ontspannen. Realiseer dat het een drank is waarvan je moet genieten.”
In een goede bui geniet Frans met volle teugen van een glas.
| -17-
K R E W JN I M N I K
Terugblik
“
IK
N O R D VER eerde n realis
E
me dat
i
n
de doe
wil jn 67e i m t o t t k dit nie
”
Carrière
Gerhard Mennink (62) heeft altijd met veel plezier in het onderwijs gewerkt. Niks was hem te gek. Hij wilde graag zijn leerlingen en collega’s helpen, soms zo veel dat hij meer met zijn werk bezig was dan met andere belangrijkere zaken. Op zijn 60e kwam hij erachter dat hij niet tot zijn pensioen wilde en kon werken. “In geschiedenis was ik op de middelbare school erg goed, daarbij zit het in mijn genen. Mijn vader is ook geschiedenisdocent geweest en mijn oudere broer is historicus. Ik heb de interesse voor geschiedenis weer doorgegeven, mijn zoon studeert nu ook voor geschiedenisdocent. Na mijn middelbare school ben ik geschiedenis gaan studeren. Nadat ik mijn diploma voor tweedegraads docent gehaald had ben ik begonnen met het lesgeven. Naast het lesgeven in de onderbouw wilde ik eerstegraads docent worden en zat ik 20 avonduren per week te studeren.”
Mijn kinderen zaten, op het moment dat ik meer dan de docentennorm van 34 uur per week werkte, nog op de basisschool. Ik voelde me schuldig dat ik niet zoveel van mijn kinderen op de basisschool mee kreeg. Vier jaar geleden merkte ik dat ik geen plezier meer in mijn werk had. Mijn leeftijd ging een rol spelen. Als je op een kantoor werkt groeien je collega’s met je mee, maar je leerlingen worden niet ouder. Het leeftijdsverschil tussen mij en de leerlingen werd steeds groter.”
“Als je iets wil moet je je realiseren dat je het niet cadeau krijgt” Schuldgevoel “Ik heb 37 jaar met veel plezier in het onderwijs gestaan. Als iets mij tegenzat dan hoefde ik alleen maar mijn mouwen op te stropen en mijn schouders eronder te zetten. Mijn vrouw vond het niet altijd even leuk dat ik zoveel aan het werk was. Ik heb een vrij jong gezin.
Tekst: Manon van de Kraats Beeld: Babette Mouallem
-18- |
Mislukt doel “Als je iets wil moet je je realiseren dat je het niet cadeau krijgt. Ik heb me altijd voor de volle 100% ervoor ingezet. Maar het enthousiasme voor het lesgeven verloor ik. Dat had te maken met vermoeidheid waardoor ik er de kracht niet meer voor had. Ik had altijd gedacht dat ik tot mijn 65ste in het onderwijs zou werken. Het was de eerste keer dat een van mijn doelen niet gelukt is. Ik heb me in mijzelf vergist.”
Elke man heeft ze wel. Activiteiten die hij nog graag zou willen doen in het leven. Bert Verbeek (54) uit Arnhem heeft via onze app zijn Bucketlist ingevuld. Over een meer zweven en een nieuw leven opbouwen in een vreemde stad zijn al afgestreept. Maar wat zijn de volgende plannen van Bert?
Parasailen “Toen ik met mijn twee kinderen op vakantie was in Turkije wilde ik eigenlijk graag gaan paragliden, dan spring je met een parachute van een berg af. Jammer genoeg zagen mijn kinderen dat niet zo zitten. Gelukkig was er een alternatief dat mijn dochter wel leuk leek, parasailing. Dan zit je met een parachute vast aan een boot. Het was heel gaaf. We zaten samen in één parachute en vlogen over het meer. We konden naar iedereen zwaaien die in het zwembad van het hotel lag.”
Mijn Bucketlist 1. Parasailing
2. Kerst vieren in Nieuw-Zeeland
3. Als piloot in een vliegtuig vliegen
4. In het buitenland wonen
Wonen in het buitenland “Voor mijn werk heb ik de kans gekregen om in het buitenland te gaan wonen. Dit was iets dat ik al heel lang wilde doen. In 2009 ben ik samen met mijn vriendin naar Engeland verhuisd. Daar hebben wij vier jaar in Portsmouth gewoond. Ik vond het geweldig om in een vreemde stad te gaan wonen en een nieuw leven op te bouwen. Eind maart 2014 gaan we naar Singapore verhuizen. Van Singapore heb ik een minder goed beeld en daarom ben ik nieuwsgierig wat het land ons te bieden heeft.”
5. Skydiven
Rijden in een Ferrari “Een jaar geleden kreeg ik voor kerst van mijn vriendin een cadeaubon om een keer Ferrari te gaan rijden. We zijn toen naar een circuit gegaan in Engeland. Ik mocht toen eerst naast een bestuurder zitten. Ik kon nu eindelijk eens zien hoe zo’n auto er nou in het echt van binnen uitzag en hoe het voelde om erin te zitten. Aan het einde van de rit mocht ik er ook nog even zelf in rijden maar ik mocht niet zo hard als de begeleider, jammer genoeg.”
9. Op een cruise
6. Het noorderlicht zien
7. In een Ferrari rijden
8. Roadtrip door Noord-Amerika
10. Een boek schrijven
Heb jij nou buckets gemeen met Bert? Via de app kun je zelf jouw bucketlist invullen of in contact komen met Bert, om bijvoorbeeld samen te gaan skydiven. Download de Bucketlist-app gratis via de App Store.
Tekst: Annemiek Haandrikman Beeld: Bert Verbeek Beeldbewerking: Michel Gerritsen
| -19-
Beeld: Babette Mouallem Tekst: Manon van de Kraats
Avontuur achter het pak “Het geeft een ongelofelijke kick”
Leo Boersen (65) is ondanks zijn leeftijd nog aan het werk op een advocatenbureau. Hij werkt minder dan dat hij vroeger deed. Tien jaar geleden was dat wel even anders, het werk wat hij deed was zwaar en vermoeiend. In 2003 besloot hij dat hij zijn zinnen moest verzetten tussen het harde werken door. Van zijn hobby maakte hij een uitdagend doel. “Het moment dat ik met fietsen in aanraking kwam was omdat mijn broertjes en ik 12 kilometer naar school moesten fietsen. Het was vreselijk. Iedereen had een brommer en wij moesten fietsen. Uiteindelijk heb ik een week een brommer gehad maar dat was het niet. Nadat ik afgestudeerd was ging ik in Rotterdam werken. Samen met een vriend kocht ik een wielrenfiets en zo ben ik begonnen met wielrennen. 13.000 kilometer In 2003 kwam er een berichtje voorbij van de Rotary Club. Het was een oproep om mee te doen aan een fietstocht voor het goede doel, Polio de wereld uit. Een fietstocht van Vladivostok (een stad in het uiterste oosten van Rusland, red.) naar Scheveningen. 13.000 kilometer in 3 maanden. Mijn eerste gedachte was: “Jezus, dat is wel echt iets uitdagends.” Ik was toen 55 en ik wilde niet iets doen wat later niet meer zou kunnen. Het leek mij dé ideale uitdaging. Tochten maken deed ik wel, maar dan op mijn racefiets. De tochten op die racefiets waren vaak in de Alpen, Pyreneeën of de Ardennen en waren nooit langer dan een week. Voor deze tocht heb ik een randonneurfiets (toerfiets, red.) aangeschaft. Op zaterdagmiddag heb ik voordat ik op reis ging nog gauw wat werk weggewerkt en om 12 uur de computer uitgezet. Zondag 8 uur zaten we op Schiphol, op weg naar ons avontuur. Een fysieke en mentale hel De eerste dag dacht ik dat ik het nooit zou halen, ik merkte dat ik te weinig getraind had. We begonnen de tocht met ruim 2.000 kilometer op onverharde weg. Als ik ergens dood ben gegaan, is het daar. Het was vreselijk en onmenselijk zwaar. Het is niet alleen dat je fysiek sterk genoeg moet zijn, maar ook mentaal. Na een week fietsen merkte ik dat mijn conditie beter werd. En al na twee weken moest het wel heel gek lopen wilde ik het niet halen. Ik had nog tien weken fietsen te gaan. Eenmaal vier weken op de fiets doorgebracht te hebben, had ik alle ellende ondertussen wel meegemaakt. Kou, regen, onverharde wegen en daardoor vooral heel veel stof. Om de tocht mentaal haalbaar te maken moet je die 13.000 km in mootjes hakken. Je moet niet na 2 kilometer zeggen; Nog 12.998 kilometer! Je moet optimistisch blijven. Het gevoel als je je doel haalt is fantastisch. Dan is alles wat je hebt meegemaakt de moeite waard. Je vergeet al je ontberingen en slechte herinneringen heel snel. De eerste dag dacht ik dat ik het nooit zou halen, ik merkte dat ik te weinig getraind had. We begonnen de tocht met ruim 2000 kilometer op onverharde weg. Als ik ergens dood ben gegaan, is het daar. Het was vreselijk en onmenselijk zwaar. Het is niet alleen dat je fysiek sterk genoeg moet zijn, maar ook mentaal. Na een week fietsen merkte ik dat mijn conditie beter werd. En al na twee weken moest het wel heel gek lopen wilde ik het niet halen. Ik had nog tien weken fietsen te gaan. -20- |
“Veel mensen kunnen het fysiek best aan, maar mentaal redden ze het niet”
Eenmaal vier weken op de fiets doorgebracht te hebben, heb je alle ellende ondertussen wel meegemaakt. Kou, regen, onverharde wegen en daardoor vooral heel veel stof. Om de tocht mentaal haalbaar te maken moet je die 13000km in mootjes hakken. Je moet niet na 2 kilometer zeggen; Nog 12998 kilometer! Je moet optimistisch blijven. Het gevoel als je je doel haalt is fantastisch. Dan is alles wat je hebt meegemaakt de moeite waard. Je vergeet al je ontberingen en slechte herinneringen heel snel. Door en door vrienden Op die tocht heb ik mensen door en door leren kennen. Je maakt samen zoveel mee. In die groep zaten er een aantal, drie of vier, waar ik nu zo goed mee ben dat ik nog elk jaar met een of meerdere van hen tochten maak. Ik ben nu net terug van een fietsreis samen met één van de mensen die ik daar op die reis goed heb leren kennen. Ik ben naar Christchurch in Nieuw-Zeeland gevlogen en vanaf daar zo‘n 1000 kilometer op gehuurde fietsen naar Auckland gefietst. Ook dit was een hele zware tocht, we hadden ongelofelijke stinkwind tegen en de kaarten klopten voor geen meter. Maar als je het dan gehaald hebt, is het gevoel fantastisch. Het geeft een ongelofelijke kick.”
Bepakt en bezakt naar de finish.
| -21-
Tekst: Tim van Dam Beeld: Michel Gerritsen
tattoo
stories
Marcel (55) heeft niet altijd evenveel geluk gehad met zijn tatoeages. Hierdoor heeft hij jarenlang rondgelopen met tatoeages waar hij niet trots op kon zijn. “Ik heb vier tatoeages. Eén daarvan heb ik laten bedekken. Het was een liggende jaguar op een boom die ik heb laten zetten zonder dat er een gedachte achter zat. Het was toen ‘in’ om een tatoeage te laten zetten en ik wilde erbij horen. Het is verstandiger om iets tijdsloos te laten zetten, maar dat besefte ik toen nog niet. De jaguar was van slechte kwaliteit en begon te vervagen, dus heb ik besloten om er iets overheen te laten zetten. Bij de eerste poging is dat mis gegaan. Ze hadden toen te diep in mijn huid
-22- || -22-
geprikt, waardoor het is gaan zweren. Ik moest toen twee jaar wachten op nieuw weefsel voordat er opnieuw getatoeëerd kon worden. Omdat het mis is gegaan was de tattoo een zwarte vlek geworden. De enige
opnieuw tatoeages heb laten bijwerken is tatoeëren voor mij hetzelfde als naar de tandarts gaan.” Niet voor de show “De andere tatoeages zijn de namen van mijn kinderen. Ik
“Tatoeëren is voor mij hetzelfde als naar de tandarts gaan” mogelijkheid was nog om de tatoeage uit te breiden. Dat vond ik toen lelijk, want het zou hoe dan ook één grote, zwarte vlek worden. Ik heb er toen maar een tribal van gemaakt. Doordat ik zo vaak
ben in eerste instantie tegen tatoeages van namen. Maar omdat Bart en Emma mijn kinderen zijn zal dat nooit veranderen en is het dus een tijdloze tatoeage. Voor het zetten heb ik zelf het
lettertype uitgekozen en ben ik naar een shop gegaan. Ik heb de tatoeëerder precies uitgelegd hoe ik het wilde hebben. De tatoeëerder hebben daar wel nog wat aanpassingen gedaan, ze hebben nog wat schaduw toegevoegd. De schaduw werking vond ik ook wel mooi. Ik vond het belangrijk dat de tatoeages aan de binnenkant van mijn armen kwamen. Het is een tatoeage voor mijzelf en niet voor buitenstaanders. Het gaat erom dat ik de tatoeage zelf goed kan lezen en ik heb ze niet om er mee te showen.”
RECEPT VAN DE MAAND Boeuf Bourguignon
4 personen 4 uur
600 gr riblappen
100 gr rookspek, blokjes
5 tenen knoflook
250 gr bleekselderij 250 gr worteltjes
4 laurierblaadjes
1/2 liter rode wijn 2 uien
250 gr champignons 1 eetlepel maizena 1 bouillonblokje
140 gr tomatenpuree
De haute cuisine van Frankrijk.
Bakboter
Nico Buijs (66) kookte in het verleden weinig, dat deed zijn vrouw. Hij was druk aan het werk in zijn eigen slagerij. Hij werkte 70 uur per week. Zijn vrouw zorgde ervoor dat het eten klaarstond als hij uit zijn werk kwam. Na zijn pensioen zijn de rollen omgedraaid. Nico staat nu bijna elke avond in de keuken. Door zijn beroep heeft hij veel kennis van vlees. Door te voelen aan het vlees weet hij of het gaar is of niet. Hij wilde met ons zijn Boeuf bourguignon delen, een Frans stoofpotje. Het kost enige tijd maar dan staat er ook iets voortreffelijks op tafel. Stap 1 “Om te beginnen haal je het vlees een half uur van te voren uit de koelkast. Voor de wijnsaus snijd je 5 tenen knoflook in stukken. Schenk 250 ml warm water in een maatbeker en los het bouillonblokje hierin op. Zet een pan met een dikke bodem op het vuur en doe hier de wijn, bouillon, knoflook, laurierblaadjes en tomatenpuree in. Roer alles goed door elkaar en zet daarna het vuur laag.” Stap 2 “De riblappen snijd je in blokjes en bestrooi ze met peper en zout. Snij de uien in kleine stukjes. Zet de koekenpan op het vuur en doe er wat boter in. Bak de
stukjes riblap rondom bruin en doe ze in de wijnsaus. Hierna doe je hetzelfde met de spekjes en de ui.” Stap 3 “Roer alles door elkaar en verwarm de saus tot het kookt. Wanneer het kookpunt bereikt is zet je het vuur laag en zorg je ervoor dat het vlees in de saus ligt. Het mag er écht niet bovenuit komen. Doe de deksel op de pan en laat het vlees 3 uur lang stoven. Als het vlees niet helemaal in de saus ligt voeg er dan wat water bij. Snij alvast de bleekselderij, wortels en champignons.”
Stap 4 “Na 3 uur sudderen voeg je de gesneden wortels en bleekselderij toe. Na 3,5 uur sudderen bak je de champignons in een koekenpan. Als ze een bruine kleur krijgen voeg je ze bij de Boeuf bourguignon.” Stap 5 “Doe een eetlepel maïzena in een glas en voeg hier 100 milliliter lauw water aan toe. Door te roeren wordt het een mooi papje. Doe het papje bij je saus.
Het vlees kan opgediend worden met stokbrood, aardappelpuree of gekookte aardappels en sperziebonen. Eet smakelijk!”
Beeld: Michel Gerritsen Tekst: Manon van de Kraats
| -23-
-24- |