Leeswijzer
Het ITC - International Institute for Geo-Information Science and Earth Observation - legt met dit jaarverslag verantwoording af over het gevoerde beleid in het jaar 2007. Deze verantwoording richt zich in de eerste plaats op de Universiteit Twente als penvoerder en de Raad van Toezicht en daarnaast op externe opdrachtgevers, relaties en het eigen personeel. De indeling van dit jaarverslag is in overeenstemming met de richtlijn van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) voor de jaarverslaggeving voor het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (uitgegeven door de Centrale Financiën Instellingen - CFI - van het Ministerie van OCW). Het eerste hoofdstuk geeft het verslag van de Raad van Toezicht, bericht van het Bestuur, hoofdlijnen en kerngegevens van het ITC weer. Hoofdstukken 2, 3 en 4 zijn gewijd aan organisatie en beleid en de primaire taken van het ITC: onderzoek, onderwijs en advieswerkzaamheden. Er is aandacht voor de gerealiseerde wijzigingen in het onderwijsaanbod, de plannen voor de komende jaren en de beleidsoverwegingen waarop deze wijzigingen berusten. Hoofdstukken 5 en 6 behandelen de bedrijfsvoering en financiële aspecten. Het financiële verslag in hoofdstuk 7 bevat de jaarrekening en geeft aanvullende informatie bij de jaarrekening, inclusief de accountantsverklaring. De bijlagen bevatten gedetailleerde informatie over de academische output, studentenstatistieken en informatie over bestuur en adviesorganen, fellows en hoogleraren. Het verslag bevat niet alleen een verantwoording van het gevoerde beleid maar ook korte uiteenzettingen van highlights uit het verslagjaar. Naast dit jaarverslag wordt voor externe relaties jaarlijks een Engelstalig document 'ITC Facts and Figures' gepubliceerd waarin de belangrijkste elementen van het gevoerde beleid en de resultaten worden samengevat. Dit document en het Jaarverslag van het ITC verschijnt op Internet en is te vinden op www.itc.nl/about_itc/facts_figures.asp.
Inhoud 1
Algemeen 1.1 Bericht van de Raad van Toezicht 1.2 Voorwoord van het bestuur 1.3 Missie, profiel en strategie 1.4 Primaire processen 1.5 Juridische structuur 1.6 Organisatiestructuur 1.7 Kerncijfers
2
Onderzoek 2.1 Beleid en strategie 2.2 Organisatie en kwaliteitszorg 2.3 Realisaties 2.4 Realisatie met betrekking tot Strategisch Plan 2005-2009
11 11 11 12 16
3
Onderwijs 3.1 Beleid en strategie 3.2 Organisatie en kwaliteitszorg 3.3 Realisaties 3.4 Samenwerkingsverbanden
19 19 20 22 26
4
Advieswerkzaamheden 4.1 Beleid en strategie 4.2 Realisaties 4.3 Samenwerkingsverbanden
28 28 28 30
5
Bedrijfsvoering 5.1 Beleid en strategie 5.2 Personele capaciteitsverdeling 5.3 Huisvesting
31 31 31 35
6
Financiën 6.1 Beleid en strategie 6.2 Realisaties
37 37 37
7
Jaarrekening 7.1 Grondslagen 7.2 Geconsolideerde balans per 31 december 2007 7.3 Geconsolideerde exploitatierekening 2007 7.4 Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2007 7.5 Toelichting op de onderscheiden posten van de geconsolideerde balans 7.6 Niet uit de balans blijkende verplichtingen 7.7 Overzicht verbonden partijen 7.8 Toelichting op de onderscheiden posten van de geconsolideerde exploitatie rekening 7.9 Enkelvoudige balans ITC per 31 december 2007 7.10 Enkelvoudige exploitatierekening ITC 2007 7.11 Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening 7.12 Accountantsverklaring 7.13 Gegevens over de rechtspersoon 7.14 Specificatieposten OCW
42 42 44 45 46 47 52 53 54 57 58 59 60 63 64
Bijlagen Aantal studenten/ECTS per categorie Korte cursussen Refresher courses Academische output: performance-indicatoren per onderzoeksproject Research partnerships 2007 Academische output Bestuur en adviesorganen, fellows en hoogleraren
1 1 2 3 5 6 6 9
66 67 68 68 69 70 72 76
1
Algemeen
1.1
Bericht van de Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht (RvT) van de Stichting ITC houdt, op basis van statuten, toezicht op het Bestuur van het ITC. Het bestuur bestaat uit één bestuurder, te weten de rector van het ITC. Conform ministeriële richtlijnen bestaat er sinds 2001 een formele relatie tussen het ITC en de Universiteit Twente die is vastgelegd in een penvoerderovereenkomst. De RvT heeft in het verslagjaar 2007 drie maal vergaderd: 27 april, 27 september en 7 december. Gedurende het verslagjaar heeft de RvT met de directie van het ITC gesproken over een aantal ingrijpende en minder ingrijpende strategische onderwerpen. Samenstelling In 2007 liepen de zittingstermijnen van de heer Sweerts (per 1 december 2007), de heer Speelman (per 31 december 2007) en van de voorzitter de heer Heddema (per 31 december 2007) af. Alleen de heer Sweerts had statutair de mogelijkheid om voor herbenoeming in aanmerking te komen en is ook herbenoemd. Het vertrek van de heer Heddema gaf aanleiding tot het benoemen van een nieuwe voorzitter. In de vergadering van 7 december heeft de RvT professor Besemer tot voorzitter benoemd.
Besluiten De jaarrekening 2006 is in de vergadering van 7 april bij besluit door de RvT ongewijzigd vastgesteld en ter goedkeuring aangeboden aan de penvoerder. De begroting 2008 is in december bij besluit door de RvT ongewijzigd vastgesteld en ter goedkeuring aan de penvoerder aangeboden. De door de overheid ingegeven wens om tot verdergaande samenwerking te komen tussen het ITC en de UT, gebaseerd op de voorgenomen verandering van de financieringsrelatie van het ITC met het Ministerie van OCW na 2007, heeft in 2007 de agenda van de RvT-vergaderingen beheerst. Na ondertekening van de door beide partijen gezamenlijk opgestelde intentieverklaring in 2006 zijn in 2007 de gesprekken gestart om te komen tot de beoogde integratie. Dat dit een niet altijd even eenvoudig traject is geweest, is duidelijk geworden in de uitgebreide discussies zoals die gevoerd zijn in de vergaderingen in april en september. Een en ander heeft gelukkig geresulteerd in een goede notitie over de bestuurlijke en inhoudelijke inbedding van het ITC in de UT, op grond waarvan de RvT in december het besluit heeft genomen de voorgestelde integratie per 1 januari 2010 goed te keuren.
Overige aandachtspunten De toekenning van de onderwijsaccreditatie voor de WO-Master en HBO-Master door de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) was in 2007 voor het ITC een belangrijke mijlpaal. In de vergadering van 27 april 2007 heeft de RvT een voorgenomen besluit tot aankoop van het appartementencomplex De Stadsweide, na goedkeuring door de penvoerder en positief advies van de ondernemingsraad, bevestigd. De eigenaar van dit pand, dat reeds 20 jaar in gebruik was op huurbasis, dreigde het pand voor andere doeleinden te gaan gebruiken. Door aankoop is de huisvesting van studenten die gezinsleden meebrengen voor de toekomst veilig gesteld. Een delegatie van de RvT heeft op 27 april de vergadering m.b.t. de algemene gang van zaken met de directie en de ondernemingsraad bijgewoond. Het belang van een bijeenkomst met de ondernemingsraad, bij voorkeur twee keer per jaar, wordt door de RvT erkend. De RvT hecht veel waarde aan een goede informatieuitwisseling. De RvT spreekt haar dankbaarheid uit naar het bestuur en de medewerkers van het ITC voor de geleverde inzet in 2007. Onderwijskundig is in het verslagjaar een uitstekende prestatie verricht. Ook in bedrijfseconomische zin is sprake van een gezonde uitgangssituatie. Geconstateerd kan worden dat aan de vooravond van de hechter wordende samenwerking met de UT het ITC er goed voorstaat. Ir A. Heddema, voorzitter (tot 1 januari 2008)
Algemeen
Prof. Mr. J. Besemer, voorzitter (m.i.v. 1 januari 2008)
1
1.2
Voorwoord van het bestuur
Geachte lezers Het ITC bevindt zich al enige tijd in een periode van grote veranderingen. Deze staan niet op zichzelf, maar komen voort uit de veranderingen die plaatsvinden in het speelveld van ons Instituut. Vorig jaar is al bericht dat het Ministerie van OCW de financiering van het ITC en zijn zusterinstellingen in Nederland anders gaat regelen. Per 1 januari 2008 wordt de huidige subsidieregeling beëindigd en zal de financiering onderdeel worden van de begroting van de Universiteit Twente (UT). Om die reden heeft in 2007 overleg tussen de UT en het ITC geleid tot de afspraak dat het ITC uiterlijk per 1 januari 2010 onderdeel zal worden van de UT. Het ITC zal daarmee definitief toetreden tot het Nederlandse universitaire bestel. Deze bestuurlijke ontwikkelingen lopen parallel met de academische ontwikkelingen in het Instituut. Een belangrijk aspect daarvan is het feit dat zowel ons MSc-programma als ons (Professional) Master-programma na een formele visitatie nu officieel door de NVAO is geaccrediteerd, hierdoor maken onze programma’s nu officieel onderdeel uit van het Nederlands hoger onderwijsbestel. De aanbevelingen voortkomende uit de visitatie in 2006 van ons onderzoeksprogramma door externe leden van de Wetenschappelijke Raad van het ITC hebben geleid tot een substantiële vernieuwing. Nieuwe thema’s zijn gedefinieerd, voor ieder thema is een groep onderzoekers aangewezen die verantwoordelijk is voor de kwaliteit en output van het onderzoek. Alle PhD-kandidaten worden aan een van deze groepen toegevoegd. Hun aantal is in 2007 boven verwachting gestegen tot 96. Het onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met ca. 50 partnerinstellingen in binnen- en buitenland. Naast de doorlopende inhoudelijke vernieuwing van onze onderwijsprogramma’s heeft er in 2007 ook een fundamentele structurele vernieuwing van het MSc-onderwijs plaatsgevonden. De vroegere zes programma’s zijn samengevoegd tot één programma. Dit bestaat nu uit vier blokken, waarvan de laatste twee geïntegreerd zijn met het vernieuwde onderzoeksprogramma. Door de permanente vernieuwing van ons onderwijs kunnen we ons verheugen in een steeds groeiende belangstelling voor onze cursussen. De totale onderwijsproductie vertoonde ten opzichte van vorig jaar een groei van ca. 20%. Deze groei betreft naast het onderwijs in Enschede ook de 15 decentrale programma’s die wij nu met 13 partners buiten Europa uitvoeren. Met de benoeming van professor Anne van der Veen op de leerstoel 'Governance and Spatial Integrated Assessment' is tevens een nieuw vakgebied binnen het ITC geïntroduceerd. Voor de adviesdiensten is de projectenportefeuille gegroeid, in 2007 werd voor € 8 miljoen aan nieuwe opdrachten binnengehaald. Hier zien we vooral een toename van het aantal onderwijs- en onderzoeksprojecten. Daarnaast speelt hier het succes dat het ITC had in Europese programma’s, zoals het Erasmus Mundus External Cooperation Window, een belangrijke rol. De grote belangstelling voor ons onderwijs leidt tot een hoge bezettingsgraad in het ITC International Hotel (IIH). Hiervoor is het appartementencomplex De Stadsweide, vlak bij de hoofdvestiging van het IIH, aangekocht om ook in de toekomst voldoende accommodatie te kunnen bieden. Mede door de goede resultaten ten aanzien van onderzoek, onderwijs en adviestaken sluit het ITC het boekjaar 2007 af als een financieel gezonde instelling. Alle veranderingen leggen een grote druk op de medewerkers. Ondanks dat blijkt men toch in staat om de kwaliteit van het werk in onderwijs, onderzoek en adviesdiensten op niveau te houden en daarbij een groeiende output te realiseren. Daarom wil ik mede namens mijn mededirecteur Sjaak Beerens de hele ITC-gemeenschap, onze studenten, maar vooral ook de medewerkers bedanken voor hun niet aflatende inspanning om de uitvoering van de missie van het ITC tot een succes te maken. Prof. dr. ir. Martien Molenaar, rector en bestuurder
2
Algemeen
1.3
Missie, profiel en strategie
Missie Het International Institute for Geo-Information Science and Earth Observation (ITC) richt zich op capaciteitsontwikkeling en kennisoverdracht op het gebied van geo-informatie en aardobservatie ten behoeve van in technisch en/of economisch opzicht minder ontwikkelde landen (LDC’s). Deze activiteiten richten zich uiteindelijk op de versterking van organisaties die actief zijn op het gebied van productie, verspreiding, beheer en gebruik van geo-informatie (GI-organisaties). Het ITC bevindt zich in de unieke positie, dat zij onder één dak expertise verenigt ten aanzien van: het volledige beheertraject m.b.t. geo-informatie, van informatieverwerving tot verspreiding en toepassing/gebruik in procestechnische en technologische aspecten; de organisatorische en institutionele omgeving waarin geo-informatie wordt beheerd en gebruikt. Deze unieke positie wordt versterkt door de complementaire relatie die het ITC heeft met zijn vier partneruniversiteiten: de Universiteit Twente, Wageningen Universiteit en Researchcentrum, Universiteit Utrecht en de Technische Universiteit Delft. De samenwerking met deze universiteiten biedt het ITC de mogelijkheid betrokken te zijn bij fundamenteel en strategisch onderzoek binnen de eigen discipline, echter altijd met als uiteindelijk doel kennisvalorisatie voor klantorganisaties in minder ontwikkelde landen. Dit alles maakt het ITC wereldwijd tot een unieke organisatie. De taak van het ITC is uitdrukkelijk vastgelegd in het kader van Official Development Assistance (ODA). Deze taak wordt verder gekarakteriseerd door de definitie van capaciteitsontwikkeling als combinatie van: staf-ontwikkeling van GI-organisaties door scholing en training, de management versterking van GI-organisaties, de versterking van de institutionele kaders waarin GI-organisaties opereren. Het ITC ziet daarbij vooral volledige organisaties, en niet zozeer individuen, als klanten. Het gaat daarbij om de integrale kenniseisen van geselecteerde doelorganisaties.
Profiel Het ITC is opgericht in 1950 en wordt aangeduid met de letters 'ITC' vanwege de oorspronkelijke naam: International Training Centre for Aerial Survey. Het ITC is het grootste instituut voor internationaal hoger onderwijs in Nederland. Het is gespecialiseerd in het verzamelen, beheren en visualiseren van geo-informatie en het geïntegreerd interpreteren van deze informatie. Het Instituut ondersteunt daarmee het managen van en het ontwikkelen van beleid met betrekking tot natuurlijke hulpbronnen gericht op duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding in ontwikkelingslanden. De activiteiten van het ITC zijn statutair vastgelegd en betreffen het verrichten en bevorderen van wetenschappelijk onderzoek, het verzorgen van onderwijs en training, het in internationaal verband verstrekken van adviezen en het bijdragen aan de wetenschappelijke ontwikkeling op de volgende gebieden: geo-informatievoorziening en aardobservatie, het gebruik van geo-informatie en aardobservatie voor het beheer en de ontwikkeling van natuurlijke hulpbronnen en voor landgebruik, het gebruik van geo-informatie en aardobservatie voor het monitoren, de analyse en het begrijpen van ruimtelijke processen, de operationalisering van kennis op deze gebieden voor civiele doeleinden en ter ondersteuning van goed bestuur. Het ITC beoogt mede de resultaten van zijn werkzaamheden dienstbaar te maken aan de sociaal-economische ontwikkeling van de samenleving in het algemeen en van die in ontwikkelingslanden in het bijzonder.
Strategisch Plan 2005-2009 Het Strategisch Plan 2005-2009 heeft als motto 'From building capacity to building on capacity'. Het plan beoogt het versterken van de positie van het ITC als 'Centre of Excellence in Geo-information Science and Earth Observation'. Dit zal gerealiseerd worden door: het verbeteren van effectiviteit en efficiëntie van de inzet van de beschikbare personele en materiële middelen, het verder ontwikkelen van een internationaal netwerk van partnerships voor het samenwerken op het gebied van onderzoek, onderwijs en advieswerkzaamheden, het continueren van de integratie in het Nederlandse systeem voor Hoger Onderwijs, inclusief de accreditatie van de onderwijsprogramma's.
Algemeen
3
Het Strategisch Plan 2005-2009 biedt een algemeen beleidskader waarbinnen sinds 2005 en 2006 gedetailleerde strategiedocumenten zijn geschreven. Deze richten zich voor de wetenschappelijke afdelingen op de primaire processen onderzoek, onderwijs en advieswerkzaamheden en verder op de essentiële ondersteunende processen inzake human resource development, marketing, communicatie, partnerships en IT. In de volgende hoofdstukken komen de beleidsuitgangspunten en streefwaarden voor 2007 aan de orde. Vervolgens wordt aangegeven wat op deze verschillende terreinen is gerealiseerd.
Oraties Victor Jetten en Anne van der Veen Is er een methode die van grote waarde kan zijn bij het oplossen van ontwikkelingsvraagstukken op overheidsniveau? Is het mogelijk de bedreiging die natuurrampen vormen voor de ontwikkeling in veel landen te reduceren? In hun oratie ter gelegenheid van het aanvaarden van hun ambt van hoogleraar op 17 december 2007 gaven Anne van der Veen, hoogleraar 'Governance and Spatial Integrated Assessment' en Victor Jetten, hoogleraar 'Earth Surface Systems Analysis', hun wetenschappelijke visie op deze vragen. Disastrous predictions Het zojuist verschenen United Nations Development Programme (UNDP) rapport 'Fighting climate change, human solidarity in a divided world' laat zien dat natuurrampen een directe bedreiging vormen voor de ontwikkeling in veel landen. Het ITC houdt zich al lange tijd bezig met het voorspellen van de processen die deze natuurrampen veroorzaken en de risico’s voor de bevolking. Aangezien de capaciteit in veel landen te beperkt is om veel aan Disaster Management te doen is het zaak om een zo goed mogelijke voorspelling van de risico’s te geven. Dit is een gevaarlijke bezigheid: de modellen die we daarvoor gebruiken zijn nog lang niet in staat overal goede antwoorden op te geven. De reden is de ruimtelijke variabiliteit van het landschap. Er zijn heel veel onbekende factoren die samen bepalen wanneer een regenbui rampzalige gevolgen heeft zoals overstromingen, erosie en aardverschuivingen. Een van de verbeteringen die we nu nastreven is het gebruik van hoge resolutie satellietbeelden. Die beelden bevatten veel informatie waaruit je de reactie van het landschap kunt afleiden. De kunst is om die informatie eruit te halen en aan een ruimtelijk model te koppelen. Het tweede probleem waar we tegenaan lopen is een communicatie-probleem. De technische resultaten van een risico voorspelling zijn niet zomaar bruikbaar voor de overheid. Er gaapt een kloof tussen de verschillende partijen die allemaal een belang hebben: de wetenschappers, de bevolking en de overheid. Spatial Integrated Assessment as a consilient exercise? Met zijn leerstoel 'Governance and Spatial Integrated Assessment' levert Van der Veen een bijdrage aan het overbruggen van deze kloof door het oplossen van beleidsproblemen in een ruimtelijk ordeningsperspectief. Zijn methode 'Integrated Assessment' is niet alleen toepasbaar binnen de wetenschappelijke discipline van zijn collega Jetten maar binnen vrijwel alle wetenschappelijke disciplines. Planologie heeft zich van meet af aan beziggehouden met het integreren van informatie vanuit verschillende disciplines. Dat is geen eenvoudige opgaaf: immers elke wetenschap heeft zijn eigen mores en zijn eigen taal. Het bijeenbrengen van dergelijke wetenschappelijke informatie vergt dan ook een eigen methodologie. 'Integrated Assessment' beoogt deze methodologie op te zetten. Het feit dat ruimtelijke ordening plaatsvindt binnen het overheidsbeleid geeft een extra dimensie aan het probleem. De overheid staat voor het collectieve, waar individuen geen greep op hebben. Governance, als een nieuw begrip, heeft tot doel zodanig beleid te ontwikkelen (met informatie vanuit verschillende expertises) dat elke belangengroep mee kan denken en oplossingen aan kan dragen. Zo wordt het draagvlak van nieuwe overheidsmaatregelen vergroot. Het ITC levert met deze nieuwe leerstoel een bijdrage aan ontwikkelingsvraagstukken.
4
Algemeen
1.4
Primaire processen
Het ITC onderscheidt in de aansturing van zijn activiteiten drie primaire processen, te weten onderzoek, onderwijs en advieswerkzaamheden.
Onderzoek Het ITC voert multidisciplinair en probleemgericht onderzoek uit ter ondersteuning van de onderwijsprogramma’s en advieswerkzaamheden. Het onderzoeksprogramma wordt uitgevoerd door eigen medewerkers, promovendi en PhD-studenten in nauwe samenwerking met binnen- en buitenlandse universiteiten en kan afgesloten worden met een doctoraat (PhD degree). De onderzoeksactiviteiten van MSc-studenten vinden zoveel mogelijk plaats binnen de kaders van het ITC onderzoeksprogramma. Onderzoeksprojecten dragen bij aan een up-to-date vakkundigheid en zijn essentieel voor het verhogen van de onderwijskwaliteit van het ITC. Het Instituut onderkent de toenemende noodzaak van toegepast onderzoek, dat zich toelegt op specifieke ontwikkelingsproblemen gerelateerd aan de tegenstrijdige belangen tussen de ontwikkeling van hulpbronnen en een duurzaam milieu.
Onderwijs Sinds 1950 hebben meer dan 19.000 studenten, voornamelijk in de leeftijd tussen 30 en 45 jaar met meerdere jaren professionele ervaring en afkomstig uit 171 landen, met succes een opleiding afgesloten aan het ITC. Het onderwijsprogramma 'Geo-Information Science and Earth Observation' omvat reguliere opleidingen leidend tot: Master of Science (MSc)-graad (18 maanden), Master-graad (12 maanden), Postgraduate Diploma (PGD) (9 maanden), Diploma (9 maanden) Certificaat (3 weken - 3 maanden). Het programma kent de volgende opleidingen: Applied Earth Sciences, Geoinformatics, Governance and Spatial Information Management, Land Administration, Natural Resources Management, Urban Planning and Management, Water Resources and Environmental Management. Daarnaast omvat het onderwijsaanbod korte cursussen (3 weken – 3 maanden), voornamelijk als onderdeel van de reguliere programma’s (modules), bijscholings- ('refresher') en maatwerkcursussen. Deze worden zowel intramuraal (op het ITC) als extramuraal en on-line in nauwe samenwerking met lokale organisaties in de doellanden zelf verzorgd. Om tegemoet te komen aan de toenemende vraag naar flexibiliteit in opleidingen is het ITC samenwerkingsverbanden aangegaan met gerenommeerde buitenlandse organisaties en universiteiten in verschillende landen. Het door het ITC geaccrediteerde opleidingspakket wordt ter plaatse geheel of gedeeltelijk door deze organisaties verzorgd al dan niet met kwaliteitscontrole door het ITC. Gezamenlijke onderwijsprogramma’s zijn inmiddels geïmplementeerd in Bolivia, Mexico, China, India, Iran, Nigeria, Tanzania, Ghana, Kenia, Indonesië, Nederland, Groot-Brittannië, Zweden en Polen. Het ITC-onderwijsprogramma draagt op deze wijze bij aan de human resource development (HRD) binnen productieorganisaties, onderwijs- en wetenschappelijke instituten in ontwikkelingslanden en landen in transitie.
Advieswerkzaamheden Het onderzoek- en onderwijsprogramma wordt voornamelijk met subsidie van het Ministerie van OCW uitgevoerd. Daarnaast worden onderzoek-, onderwijs- en adviesopdrachten uitgevoerd in opdracht van derden, zogenaamde contractwerkzaamheden. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de wetenschappelijke afdelingen en separaat beheerd door het Bureau Marketing and Project Services (MPS) om optimaal in te kunnen spelen op de specifieke eisen die de markt stelt. Deze projecten betreffen ook adviesdiensten aan academische- en professionele organisaties in de vorm van institutionele versterkingsprojecten. Tot dusverre heeft het ITC meer dan 1.000 projecten met succes uitgevoerd. Het ITC is bekend bij alle grote internationale (projectfinancierende) organisaties. Daarnaast werkt het Instituut overal ter wereld nauw samen met een groot aantal instituten, vooral met organisaties in de doellanden van het ITC die overeenkomstige belangen hebben. Algemeen
5
In dit Jaarverslag worden de contractwerkzaamheden op het gebied van onderzoek en onderwijs behandeld in de hoofdstukken Onderzoek en Onderwijs. De werkzaamheden gericht op institutionele versterking en specifieke adviesopdrachten worden behandeld in het hoofdstuk over Advieswerkzaamheden.
Het Twente Water Centre, het nieuwe expertisecentrum voor water, start met symposium ‘Watersystemen en Governance: de grote onderzoeksvragen’ Overstromingen, waterschaarste, veranderingen in het ecosysteem, slechte waterkwaliteit: de problemen die op ons afkomen, vergen een benadering die verdergaat dan de klassieke ingenieursaanpak. Het Twente Water Centre brengt daarom technische en sociale wetenschappen samen in een nieuw multidisciplinair expertisecentrum voor water. Het Centrum, waarin de Universiteit Twente en het ITC samenwerken, ging officieel van start op 11 december met het symposium ‘Watersystemen en Governance: de grote onderzoeksvragen.’ Het Twente Water Centre onderzoekt watersystemen en stroomgebieden vanuit het brede perspectief van governance en technologie. Hoe verlopen de natuurlijke processen, welke invloed heeft technologie en menselijk handelen daarop? Maar ook: hoe gaat de mens om met risico’s? En welke economische implicaties hebben nieuwe technische scenario’s? Het expertisecentrum brengt daarom verschillende disciplines bijeen: onder meer de civiele techniek, de bestuurs- en bedrijfskunde en de geo-informatiewetenschappen en aardobservatie. Binnen het centrum zijn ongeveer 100 wetenschappers werkzaam. Symposium Bij de officiële start van het nieuwe expertisecentrum gingen vier vooraanstaande sprekers in op de grote vraagstukken die met water te maken hebben: Mark Dierikx, directeur-generaal Water, Ministerie van Verkeer en Waterstaat; Arie Kraaijeveld, voorzitter van het Netherlands Water Partnership (NWP), Johan van de Gronden, directeur Wereld Natuurfonds (WNF) en Huib de Vriend, directeur Kennis en Kwaliteit van Deltares (gevormd door WL|Delft Hydraulics, GeoDelft, TNO Bodem en Grondwater en Rijkswaterstaat).
1.5
Juridische structuur
Het ITC is een zelfstandige instelling, de rechtsvorm van het Instituut is die van de stichting. De Universiteit Twente treedt op als penvoerder naar het Ministerie van OCW, met name voor wat betreft de financiële verantwoording. Verder heeft het ITC rechtstreekse relaties met het Ministerie van OCW en met het Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking voor wat betreft de ontwikkeling van de missie van de instelling.
1.6
Organisatiestructuur
Primaire processen Het ITC hanteert een systeem van procesmanagement waarin drie primaire processen worden onderscheiden, te weten onderzoek, onderwijs en advieswerkzaamheden. De wetenschappelijke afdelingen leveren hun expertise aan de drie primaire processen van het ITC. Deze processen worden gecoördineerd door een Hoofd Onderzoek (Head Research), een Hoofd Onderwijs (Head Education) en een Hoofd Project Services (Head Project Services). De hoofden worden ondersteund door bureaus ten behoeve van procesondersteuning (respectievelijk Bureau Research Coordination, Bureau Education Affairs en Bureau Marketing and Project Services).
6
Algemeen
Wetenschappelijke afdelingen De wetenschappelijke staf vormt de spil van het proces van kennisontwikkeling en kennisoverdracht. De wetenschappelijke medewerkers zijn gegroepeerd in zes wetenschappelijke afdelingen die worden bestuurd door een managementteam met een hoogleraar aan het hoofd (voorzitter). De zes wetenschappelijke afdelingen zijn: Earth Observation Science (EOS), Earth Systems Analysis (ESA), Geo-Information Processing (GIP), Natural Resources (NRS), Urban and Regional Planning and Geo-information Management (PGM), en Water Resources (WRS).
Algemene ondersteuning Algemene ondersteunende taken worden uitgevoerd door vijf stafbureaus: 'Communication', 'Information Technology', 'Facility Management', 'Personnel Affairs and Organisation' en 'Financial and Economic Affairs'. Het Instituut werd in 2007 geleid door een bestuurder bijgestaan door een directeur (directeur Externe Betrekkingen). Het bestuur is verantwoording verschuldigd aan de Raad van Toezicht en wordt ondersteund door een aantal adviesorganen. De 'Academic board' is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van beleid en het bewaken van de kwaliteit van onderwijs en onderzoek. De 'Scientific council' adviseert de directie op het gebied van wetenschappelijke en academische onderwerpen en de 'Institute council' geeft adviezen over algemeen beleid en strategie en over algemene management vraagstukken. De hier beschreven organisatiestructuur is weergegeven in onderstaand organigram. Figuur 1.6.1 Organigram ITC
Algemeen
7
Oratie Alfred Stein aan de Universiteit Twente Het verloop van een bosbrand voorspellen uit satellietbeelden: dat vergt, naast een goede waarneming, ook een creatieve manier van omgaan met onzekerheden. Juist in een tijd waarin het gaat over vage concepten zoals global change liggen er kansen te over voor de stochastiek in het begrijpen, en niet louter waarnemen, van beelden. Dit stelde Alfred Stein in zijn intreerede op 20 december 2007 als hoogleraar Stochastische beeldanalyse aan de Universiteit Twente. Stein is als hoogleraar Mathematical and Statistical Methods for Geodata verbonden aan het ITC. Als er elk kwartier een satellietbeeld binnenkomt met een opname van een gebied waar bosbranden woeden, is het verloop van de brand toch eenvoudig te voorspellen. Dat is tenminste de eerste indruk. En dat kan ook wel, betoogt Stein, maar die hoge snelheid van opeenvolgende beelden gaat wel ten koste van de ruimtelijke resolutie. Want als een enkele pixel staat voor een oppervlak van 9 vierkante kilometer, wat kun je dan nog zeggen? Een goed voorspellend model houdt rekening met de onzekerheid: het is beelden begrijpen in plaats van alleen waarnemen. Die stochastische beeldanalyse, gekoppeld aan de dynamiek in de tijd, kenmerken Stein's vakgebied. Epidemiologie Diezelfde onzekerheid zit in allerlei begrippen die we dagelijks als vanzelfsprekend hanteren: een 'verontreinigde' rivier, vanaf welk moment is die weer 'schoon'? Als je op een heel klein oppervlak gedetailleerde metingen doet, wat zegt dit dan over het geheel? Zo beschrijft Stein ook onderzoek naar het voorkomen van de zwerenziekte Buruli Ulcer in Ghana, waarbij verbanden worden gelegd met het drinkwater maar ook met de aanwezigheid van een mijn in de buurt. Alleen door goed om te gaan met onzekerheden zijn de sterfteoorzaken te koppelen aan deze omgevingsfactoren. Verstandig Omgaan met onzekerheden kan met een fuzzy benadering, die het voordeel heeft van de taal van alledag en ook aansluit bij toch al vage concepten. De stochastische benadering is beter gefundeerd en eenvoudiger. Uiteindelijk leidt verstandig gebruik van beelden ook tot betere besluitvorming, aldus Stein: ook bestuurders moeten die onzekerheden incalculeren als zij bijvoorbeeld risicokaarten opstellen voor gebieden.
5e internationale symposium 'Spatial Data Quality' Van 13 tot 15 juni 2007 organiseerde het ITC het 5e internationale symposium voor Spatial Data Quality. Plaats van handeling was het ITC gebouw in Enschede. Het symposium werd mede georganiseerd door werkgroep 7 van de ISPRS Commission II, onder voorzitterschap van professor Alfred Stein en werd bijgewoond door meer dan 120 deelnemers, afkomstig uit 28 landen, verspreid over alle continenten. Op het symposium kwamen experts uit het de hele wereld bijeen om de meest recente ontwikkelingen in kwantitatieve en kwalitatieve benaderingen en informatietheorie met betrekking tot de kwaliteit van ruimtelijke data te presenteren. De vijf hoofdthema’s waren: geo-informatietheorie, ruimtelijke statistieken, toepassingen, kwaliteit van de verworven geo-informatie en verspreiding/geschiktheid voor gebruik. Iedere sessie werd geopend en afgesloten door een toonaangevende wetenschapper op het desbetreffende gebied: Professor Lotfi Zadeh van UC Berkeley in de Verenigde Staten, professor Shi van Hong Kong Polytechnic University, Dr. Gerard Heuvelink van Wageningen Universiteit en Researchcentrum, professor Wolfgang Förstner en professor Michael Goodchild van de University of California in de Verenigde Staten. De postersessie met meer dan 30 posters werd druk bezocht. De inzendingen werden door het wetenschappelijk comité beoordeeld op basis van wetenschappelijke inhoud en presentatie. Mevrouw Yan Gao van het Geography Institute in Mexico ontving tijdens de sluitingsceremonie de award voor de beste inzending. Het symposium bood een goede gelegenheid voor vooraanstaande wetenschappers en jonge onderzoekers om van elkaar te leren. Of zoals een deelnemer zei: "Het vakgebied kwaliteit van ruimtelijke data is blijkbaar volwassen geworden en dit congres kan nu zeker wedijveren met de belangrijkste congressen op het gebied van geo-informatie."
8
Algemeen
1.7
Kerncijfers
Tabel 1.7.1 Vijf jaren ITC in kengetallen Kwantitatieve indicatoren
2003
2004
2005
2006
2007
Nieuw ingeschreven studenten:
1098 256
1271 149
1601 207
1364 232
1725 220
- Graad/diploma verlenend regulier - Graad/diploma verlenend joint education
79
98
113
171
168
- Korte cursussen/modules/overig intramuraal
62
135
222
179
198
- Distance education
20
14
11
71
137
- Contract onderwijs intramuraal
135
138
125
59
168
- Contract onderwijs extramuraal / refresher courses
546
737
923
652
834
1288
2175
2354
3261
4171
Toegekende graden/diploma's en certificaten
632
728
627
555
421
Wetenschappelijke publicaties
76
1)
80
112
119
PhD/promovendi – studentmaanden
366
528
465
650
1090
34
44
39
48
96
6
5
11
8
9
13
10
11
10
12
Academisch aanvaardbare aanvragen
PhD-studenten in fte Promovendi Promoties Externe opdrachten
1)
65
86
86
87
108
128
NFP-beurzen
208
119
147
187
167
DGIS-projectbeurzen
129
61
73
5
9
11
6
3
36
13
Studenten gefinancierd door multilaterale en nationale organisaties 2)
Studenten gefinancierd uit andere bronnen
154
334
362
1140
1536
Personeelsleden wetenschappelijk in fte
155
164
154
161
217
Personeelsleden ondersteunend in fte
131
131
128
123
114
Gemiddelde leeftijd personeel
46,0
46,0
45,1
44,3
46,6
3)
4)
Financiële indicatoren
Rijksbijdragen Ministerie van OCW
21.964
22.131
22.208
22.438
22.861
Cursusopbrengsten
2.111
1.842
1.507
1.719
1.761
Contractwerkzaamheden
4.387
5.003
4.459
4.214
4.363
Overige baten (incl. rente)
2.078
3.305
1.874
1.514
2.016
16.446
17.119
16.440
17.212
17.250
Personele lasten Afschrijvingskosten Overige lasten Saldo
1) 2) 3) 4)
1.123
1.662
1.713
1.752
1.913
10.517
9.678
10.183
10.062
10.764
2.434
3.822
1.712
859
1.074
Herzien, vanaf 2003 worden alleen peer-reviewed articles, books en chapters in books opgenomen in dit overzicht Inclusief studenten gefinancierd door eigen regering, werkgever, universiteit of uit het 'ITC Capacity Building Programme' Inclusief PhD-studenten, wetenschappelijk geschoold personeel in management-/supportfuncties zijn niet meegeteld Betreft cijfers incl. IIH x €1.000,-
Algemeen
9
'School for Disaster Geo-information Management' en 'School for Land Administration Studies' in 2007 Sinds 2005 is het ITC een Associated Institution van de United Nations University (UNU). Het ITC en de UNU werken samen op het gebied van landadministratie en de studie van natuurrampen, en het belang van geoinformatie voor deze twee thema’s. Voor beide thema’s heeft het ITC in 2006 een zogeheten 'School' opgezet. 'School for Disaster Geo-information Management' De 'School for Disaster Geo-information Management' (DGIM) heeft als doelstelling: het ondersteunen van organisaties in ontwikkelingslanden, door middel van training en gezamenlijk onderzoek en onderwijs op het gebied van geo-informatie voor risicoreductie en de verkleining van de impact van natuurrampen. DGIM houdt zich bezig met dataverzameling en het maken van data-analyses voor het vaststellen van gevaar, kwetsbaarheid en risico-inschatting, en om gemeenschappen en organisaties te helpen zich adequaat voor te bereiden op natuurrampen. Een belangrijk onderdeel van het werk van DGIM is de ondersteuning van universiteitsnetwerken in ontwikkelingslanden. Ook het geven van cursussen op het ITC en met partners in ontwikkelingslanden heeft een grote prioriteit, evenals onderzoek naar het bepalen en verminderen van risico. In 2007 werden meer dan 200 mensen uit ontwikkelingslanden getraind in korte cursussen. Daarnaast zijn o.a. de volgende activiteiten gerealiseerd: 2 universiteitsnetwerken in Afrika en Azië en een derde netwerk is in ontwikkeling in Latijns-Amerika gezamenlijke onderwijsprogramma's met partners uit regionetwerken in Afrika (1), Azië (3) en LatijnsAmerika (2) 14 korte cursussen en workshops in Afrika, Azië en Latijns-Amerika 4 MSc-beurzen en 6 korte cursusbeurzen toegewezen 15 PhD-studies waarvan 9 opgestart in 2007 3 door de EU medegefinancierde onderzoeksprojecten opgestart en 4 adviesprojecten gehonoreerd Meer informatie over de activiteiten van DGIM is te vinden op www.itc.nl/unu/dgim. 'School for Land Administration Studies' De 'School for Land Administration Studies' is opgericht door het ITC en het Nederlandse Kadaster. Naast het geven van onderwijs en het verrichten van onderzoek wordt er - in samenwerking met de UNU - leiding en uitvoering gegeven aan een programma op het gebied van landadministratie. Het programma omvat een graadverlenende (MSc)-opleiding, seminars, cursussen en 'netwerken'. Na een succesvolle bijeenkomst voor beleidsmakers (Decision Makers Meeting (DMM)), in Windhoek (Namibië) in 2006, hield de UNU School in juni 2007 opnieuw een DMM in Tokio. Op de bijeenkomst, met de UNU als gastheer, kwamen ongeveer 25 beleidsmakers uit 16 landen bijeen om te praten over het effect dat landpolitiek heeft op het concept en ontwerp van landadministratiesystemen. In dezelfde maand leverde de school tevens een bijdrage aan een ITC refesher course in Vietnam. In augustus werd een bijdrage geleverd aan een zomerschool in het Chinese Xi’an. Eerder dat jaar, in januari, kwamen deskundigen van de UN-Habitat bijeen in Nairobi (Kenia) om te praten over de transparantie van landadministratie. Als gevolg hiervan worden er in 2007 en 2008 een reeks korte cursussen gegeven. Ondertussen werden er voorbereidingen getroffen voor een nieuwe ITC-opleiding die in oktober 2007 van start is gegaan. Deze academische opleiding is volledig gewijd aan 'geo-information management for land administration’. Ongeveer 30 studenten uit de hele wereld zijn met deze erkende, nieuwe opleiding gestart. Deelnemers DMM in Tokio Er is een onderzoeksprogramma van start gegaan ter ondersteuning van deze academische opleiding: in 2007 hebben 4 PhD-studenten zich gekwalificeerd om na de verdediging van hun voorstel hun onderzoek voort te zetten. Meer informatie over de activiteiten van de 'School for Land Administration' is te vinden op www.itc.nl/unu/la.
10
Algemeen
2
Onderzoek
2.1
Beleid en strategie
Het beleid is erop gericht de bekendheid en erkenning van het Instituut als een Centre of Excellence in Geo-information Science and Earth Observation te handhaven. Dit stelt hoge eisen aan het door het ITC uitgevoerde onderzoek. Het uiteindelijke doel van het ITC-onderzoeksprogramma is het genereren en verspreiden van nieuwe kennis die een bijdrage levert aan het realiseren van de Millennium Development Goals zoals deze zijn gedefinieerd door de Verenigde Naties. Met deze bijdrage is het ITC-onderzoeksprogramma gericht op die doelen die gericht zijn op duurzame ontwikkeling van de leefomgeving en het bestrijden van extreme armoede en honger. Het programma wordt uitgevoerd door eigen medewerkers, promovendi en PhD-studenten en gefinancierd uit zowel eigen subsidiemiddelen (personeel en materieel) als middelen verkregen uit contractwerkzaamheden. Tevens wordt er in toenemende mate naar gestreefd het onderzoek uit te voeren in samenwerking met professionele organisaties en kennisinstellingen in Nederland, Europa en de doellanden van het Instituut.
2.2
Organisatie en kwaliteitszorg
De evaluatie in 2006 van het ITC Research en Graduate Programme 2001-2006 door een externe commissie heeft geleid tot aanbevelingen betreffende organisatie en kwaliteitszorg. Deze aanbevelingen werden geïmplementeerd in 2007. Het onderzoeksprogramma, bestaande uit een aantal speerpunten en projecten, is vervangen door onderzoeksthema's die bestaan uit extern gefinancierde onderzoeksprojecten. Elk thema is gedefinieerd door een ITC-professor als interface van de global research agenda en de kennisgebieden van het ITC. Het thema wordt geleid door deze professor en is onderworpen aan bekrachtiging door de 'Academic Board' van het Instituut. Er wordt naar gestreefd om extern gefinancierde onderzoeksprojecten aan te trekken die zijn uitgevoerd door een team dat bestaat uit research staf en studenten. Om kwaliteit te waarborgen is een 'Training and Supervision Plan' voor elke promovendus geïntroduceerd en zijn drie formele 'Research Progress Monitoring Assessments' op voorgedefinieerde tijdstippen gepland in de eerste 30 maanden van de studie.
Research programme Het onderzoeksprogramma bestond in 2007 uit 14 onderzoekthema’s, te weten: Biodiversity in fragmenting landscapes Carbon cycle and climate change Disaster management Earth systems science Food security and environmental sustainability Informed multilevel governance of urban regions Land administration for informed governance Managing water scarcity Spatial data infrastructure technology Spatio-temporal data integration and visualization Stochastic methods for image mining and data quality Sustainable urban-regional dynamics Topographic mapping Water cycle and climate Het nieuwe onderzoeksthema 'Governance and Integrated Spatial Assessment' is in 2007 geformuleerd, hiermee wordt gestart in 2008. Een Engelstalige samenvatting van de voortgang rond de onderzoeksthema's kan worden geraadpleegd via www.itc.nl/research/themes.
Graduate programme Het graduate programme biedt gestructureerde training aan jonge onderzoekers op weg naar een PhD-graad. Elke promovendus en PhD-student wordt ondergebracht in een onderzoeksproject dat onderdeel uitmaakt van het totale onderzoeksprogramma. Het graduate programme streeft naar wetenschappelijke verdieping onder andere door middel van korte cursussen en diverse wetenschappelijke evenementen. Onderzoek
11
Geo-Innovatie award 3D topografie in de categorie wetenschap Het project '3D topografie' heeft tijdens de Nationale Geo-Innovatie Dagen in de Van Nelle Ontwerpfabriek te Rotterdam de Geo-Innovatie Award 2007 in de categorie 'Wetenschap' gewonnen. Programmadirecteur Jacqueline Meerkerk van het innovatieprogramma 'Ruimte voor Geo-Informatie' (RGI) overhandigde een fraaie sculptuur aan de 3D topografie onderzoekers Sander Oude Elberink (ITC) en Friso Penninga (TU Delft). De bezoekers aan de Nationale Geo-Innovatie Dagen konden via een stemformulier aangeven naar welk RGIproject hun voorkeur uitging. Sander: "Dit onderzoek is van belang omdat het een volledige keten van 3D topografie betreft: het begint bij de inwinning van 3D data, daarna de modellering en opslag, gevolgd door het gebruik ervan in toepassingen. We richten ons op nationale topografische bestanden dus het is de bedoeling dat de ontwikkelde methoden voldoende generiek zijn om alle mogelijke situaties in 3D te kunnen inwinnen, verwerken en gebruiken." Als voorbeeld is het Prins Clausplein bij Den Haag in 3D gemodelleerd, met kruisende snelwegen op vier niveaus. Steeds meer mensen krijgen te maken met 3D geo-informatie. De 3D modellen zullen bijvoorbeeld gebruikt worden bij openbare orde en veiligheid, toerisme en navigatie, ruimtelijke ordening en planning en bij training en gaming. De 3D interfaces van Google Earth en de TomTom-navigator geven een goede indruk van de mogelijkheden. De afdeling Earth Observation Science (EOS) geeft Sander de gelegenheid verder te werken aan dit onderwerp. Zijn werkzaamheden vallen in het onderzoeksthema 'Topographic Mapping'.
Prijswinnaar PhD student Sander Oude Elberink (midden) tijdens de prijsuitreiking
3D Model van het Prins Clausplein, automatisch vervaardigd door integratie van laser altimetrie data met 2D Topografie
EU-onderzoeksproject naar verwoestijning en herstel van land Verwoestijning is een groot probleem voor droge gebieden. Op dit moment heeft een derde van het aardoppervlak hier al mee te maken. Naast klimaatverandering speelt de mens hierin een grote rol, door bijvoorbeeld ontbossing, overbegrazing of verkeerd waterbeheer. Het ITC is partner geworden in het 5-jarige onderzoeksproject DESIRE (DESertification MItigation and REmediation of Land), gecoördineerd door Wageningen Universiteit en Researchcentrum, om samen met nog 27 andere wetenschappelijke instituten uit de hele wereld te werken aan de problemen van verwoestijning. In het project worden samen met de lokale bewoners alternatieve strategieën ontwikkeld om verdere verwoestijning te voorkomen en al aangetaste gebieden te herstellen. Het DESIRE-project heeft een budget van € 9 miljoen en wordt gefinancierd onder het Zesde Kaderprogramma, het onderzoeksprogramma van de Europese Commissie.
2.3
Realisaties
Wetenschappelijke publicaties Wetenschappelijke staf en PhD-studenten van het ITC publiceren hun onderzoeksresultaten in wetenschappelijke literatuur. Het aantal artikelen in (voornamelijk ISI-geregistreerde) peer-reviewed wetenschappelijke tijdschriften, boeken, hoofdstukken in boeken en PhD theses (gezamenlijk op te vatten als de maat voor de kennisontwikkeling binnen het Instituut) was 119 in 2007, ongeveer 6% meer dan in 2006 (112). De groei is vooral gerealiseerd door publicatie van een groter aantal hoofdstukken in boeken. Het aantal artikelen in ISI12
Onderzoek
geregistreerde tijdschriften (een breed gebruikte indicator van wetenschappelijke productiviteit en kwaliteit) is de afgelopen drie jaar nagenoeg gelijk gebleven. Daarnaast zijn er 64 complete papers verschenen in conference proceedings en een steeds groter wordend aantal wetenschappelijke rapporten, professionele publicaties en (niet-gepubliceerde) mondelinge presentaties. Tabel 2.3.1 Onderzoeksresultaten 2005-2007 Soort publicatie Artikelen in ISI (Institute for Scientific Information) geregistreerde tijdschriften Artikelen in andere peer-reviewed tijdschriften
2005*
2006
2007
63
67
65
14
18
14
1
1
-
Hoofdstukken in boeken
17
16
28
PhD theses
11
10
12
Boeken
Totaal wetenschappelijke publicaties
106
112
119
Conferentie bijdragen - volledige artikelen
66
86
64
Wetenschappelijke en technische rapporten en professionele publicaties
57
15
76
Presentaties op conferenties
32
29
73
* Herzien in vergelijking met cijfers in voorgaande jaarverslagen
Onderzoeksseminars De in 2007 door en op het Instituut georganiseerde onderzoeksseminars boden onderzoekers de gelegenheid om resultaten en ervaringen uit te wisselen en recente ontwikkelingen in het kennisveld van het Instituut te bespreken. Er werden in 2007 in totaal 13 seminars georganiseerd. Ongeveer de helft van de sprekers was afkomstig uit het buitenland. Zij hebben op het Instituut samen met leden van de wetenschappelijke staf van het ITC aan onderzoeksprojecten gewerkt. Tabel 2.3.2 Onderzoeksseminars en wetenschappelijke conferenties, gastsprekers Dr. Michael Berger, ESA – ESTEC, Land Surfaces Unit of the Mission Science Division (EOP-SML), Noordwijk, the Netherlands ESA’s EO Programme and Future Missions dedicated to the Observation of Land Surfaces Mr. Kamruzaman Jusoff, Erasmus Mundus Visiting Scholar, ITC, Enschede, the Netherlands Latest developments in airborne hyperspectral imaging research and applications in Malaysia Mr. L.A. (Sampurno) Bruijnzeel, Faculty of Earth and Life Sciences, Vrije Universiteit, Amsterdam, the Netherlands Tropical forests and streamflow: What benefits are to be expected from forestation? Mr. Yves-Louis DESNOS, Head Research and Development Section & Senior Advisor, Science and Applications Department, European Space Agency, ESRIN, Italy The ESA SAR missions and their Exploitation for Science and Applications Development Prof. Dr. Sébastien Lambot, Department of Environmental Sciences and Land Use Planning, Université Catholique de Louvain, Belgium, ICG-4: Agrosphäre, Forschungszentrum Jülich, Germany Measuring soil surface water content using full-wave inversion of off-ground GPR data 5th International Symposium on Spatial Data Quality 2007, 13-15 June 2007, ITC Enschede, the Netherlands Dr. Mohsin Hafeez, Research Scientist (Spatial Hydrologist) and Senior Lecturer (adj), CSIRO Land and Water Division, Charles Sturt University, Wagga Wagga, Australia Irrigation Water Management in Murray Darling Basin, Australia: Challenges and Future Prospects Drs. Willem van Wijngaarden, Grupo ARCO, Bogotá, Colombia Conservation planning in biodiverse and data poor regions Dr. Tom Cudahy, Leader of CSIRO’s Minerals and Environmental Sensing Group in Australia Spectral sensing solutions to geoscience challenges: An Australian perspective Ms Yu Zeng, Dept. of Earth Observation Science, ITC Enschede, the Netherlands SAR and Optical Image Fusion for Change Detection Mr. Mathias Spaliviero, Chief Technical Adviser, United Nations Human Settlements Programme (UN-HABITAT) Mozambique, Participatory Planning and Vulnerability Reduction using GIS and Remote Sensing Tools in Mozambique and in the Limpopo River Basin
Onderzoek
13
Internationaal fietsonderzoeksprogramma Op 19 juni werd een overeenkomst ondertekend voor de oprichting van het Cycling Academic Network (CAN). De ondertekenaars waren ITC-rector professor Martien Molenaar, decaan professor Rikus Eising van de UT-faculteit Construerende Technische Wetenschappen en drs. Roelof Wittink en ir. Jaap Rijnsburger van de Nederlandse stichting Interface for Cycling Expertise (I-CE). Hiermee werd een startsein gegeven voor een internationaal fietsonderzoeksprogramma, in samenwerking met het Indian Institute of Technology in Dehli, India, de Universiteit van Kaapstad in Zuid-Afrika en de universiteiten van Rio de Janeiro, Porto Alegre en Sao Carlos in Brazilië. De fiets wordt in miljoenensteden steeds belangrijker. Niet alleen om verkeers- en milieuproblemen op te lossen maar ook om iets te doen aan het armoedeprobleem, door mensen een grotere economische reikwijdte te geven. De kennis en ervaring die Nederland heeft met integrale planning van fietsinfrastructuur wordt hier ingezet. Zes promovendi uit India, Zuid-Afrika en Brazilië zullen het onderzoeksprogramma gaan uitvoeren. Zij gaan o.a. onderzoek doen naar kenmerken van steden in relatie tot fietsgedrag, integratie van fiets- en bussystemen, de rol van fietsmobiliteit in armoedebestrijding en hoe fietsmobiliteit in planningsprocessen kan worden verankerd. De promovendi zullen gedeeltelijk in Nederland verblijven waar een gezamenlijk programma van UT en ITC wordt aangeboden.
Ondertekeningsceremonie voor de oprichting van het CAN Van links naar rechts: ir. Jaap Rijnsburger en drs. Roelof Wittink (I-CE), professor Martien Molenaar (rector ITC), en professor Rikus Eising (decaan van de faculteit Construerende Technische Wetenschappen van de UT)
Bijeenkomst in Kaapstad ter voorbereiding van de oprichting van het CAN Boven, van links naar rechts: professor Toni Lindau (UFRGS, Brazil), CAN coördinator dr. Mark Zuidgeest en CAN coördinator ir. Mark Brussel (ITC), dr. Marianne Vanderschuren en dr. Roger Behrens (UCT); Onder, van links naar rechts: professor Geetam Tiwari, ir. Tom Godefrooi (I-CE), CAN voorzitter professor Martin van Maarseveen (UT) en I-CE directeur drs. Roelof Wittink
Extern gefinancierd onderzoek Hoewel het Instituut nieuwe onderzoeksinitiatieven steunt door het leveren van startkapitaal vanuit het ITC Research Fund (IRF), heeft het als doel om externe fondsen vanuit de markt voor onderzoeksprojecten te realiseren, met waar nodig een bescheiden aanvulling vanuit het IRF. Externe financiering van onderzoek kan twee verschillende vormen aannemen, die soms gelijktijdig optreden: financiering van onderzoek door de wetenschappelijke staf en promovendi van het Instituut en beurzen voor PhD-studenten. In 2007 zijn 35 onderzoeksprojecten extern gefinancierd. De opbrengsten van deze projecten, bedroeg € 387.314 in 2007. De personele inzet bedroeg 120 mensmaanden. Het ITC haalde 9 nieuwe contracten binnen op het gebied van onderzoek. Behalve de toename in extern gefinancierde PhD-studenten, werden ook de eerste projecten uit het Zevende kaderprogramma van de Europese Unie binnengehaald. Het aantal van (deels) extern gefinancierde promovendi groeide in 2007 van zeven naar negen, in het kader van fondsen voor onderzoeksprojecten vanuit het BSIK-programma (Besluit Subsidies Investeringen Kennisinfrastructuur) Ruimte voor Geo-informatie, de EU, SRON en Kadaster (samenwerking). Hun bijdrage heeft een jaarwaarde van € 211.884. De externe verstrekkers van beurzen voor PhD-studenten waren Huygens, Nuffic, Wotro, EU, Volvo Research and Education Foundation, Higher Education Commission of Pakistan, China Scholarship Council, en ministeries of overheidsorganen uit Botswana, Iran en Syrië. In de loop van 2007 is het
14
Onderzoek
aantal PhD-studentbeurzen gegroeid van 25 naar 36 (plus een klein aantal kort verblijvende PhD-studenten). De totale waarde van de externe beurzen bedroeg in 2007 € 116.313. Overige externe financiering geldt ten aanzien van PhD-studenten en promovendi bij Nederlandse partneruniversiteiten die mede geregistreerd zijn bij het ITC en van PhD-studenten met 'sandwichconstructies' met andere buitenlandse partneruniversiteiten. De waarde van deze twee manieren van externe financiering is geschat op € 345.000 in 2007. Hierdoor bedroeg de totale waarde van de externe onderzoeksfondsen meer dan € 1 miljoen. Tabel 2.3.3 Externe fondsen 2007 Aantal Projecten Promovendi
Waarde (in €)
1 jan
31 dec
2007
24
35
387.314
7
9
211.884
25
36
116.313
Nederlandse partners **
8
8
120.000
Buitenlandse partners **
24
42
225.000
Sub-totaal
32
50
PhD beurzen * Sub-totaal
715.511
345.000
Totaal
1.060.511
* niet meegerekend bij projecten ** geschatte waarde van externe fondsen (in de meeste gevallen lokaal support voor PhD-studenten) gebaseerd op nominale kosten van € 15.000 per jaar fulltime (Nederlandse partners) en € 7.500 per jaar parttime (buitenlandse partners).
Rendement Begin 2007 bedroeg het aantal PhD-studenten en promovendi in het graduate programme 66. Gedurende het jaar promoveerden acht PhD-studenten en een promovenda. Ze deden dit aan de universiteiten van Wageningen (5) en Utrecht (3) en de Vrije Universiteit Amsterdam (1). Verder haakten in 2007 een promovendus en vijf PhD-studenten af, inclusief een PhD-student die afstudeerde (als voorzien) aan de University of Tromso in Noorwegen. Gedurende 2007 meldden vier nieuwe promovendi en 41 PhD-studenten zich aan, zodat het graduate programme aan het einde van het jaar 96 ingeschrevenen kende. Verder zijn vier PhD-studenten die gaan promoveren aan buitenlandse universiteiten (PhD interns) mede geregistreerd bij het ITC voor een periode van studie van 6 tot 12 maanden. Registraties in het graduate programme zijn weergegeven in tabel 2.3.4. Hiernaast zijn drie stafleden van het ITC gepromoveerd bij Nederlandse universiteiten, wat het totaal (promovendi, PhD-studenten en staf) op 12 brengt. De titels van de PhD-theses zijn te vinden in de bijlage 'Academische input' op pagina 75. Tabel 2.3.4 PhD-inschrijvingen ITC Graduate Programme Promovendi
Aantal 1 jan
Nieuwe inschrijvingen
Uitschrijvingen
Promoties
31 dec
7
4
1
1
9 35
PhD studenten Beurzen
25
16
1
5
Nederlandse partners
8
-
-
-
8
Buitenlandse partners
26
25
4
3
44
66
45
6
9
96
3
1
2
n.a.
2
Totaal PhD interns
Promovendi die worden toegelaten tot het ITC graduate programme worden geacht hun promotieonderzoek, inclusief het schrijven van het proefschrift en de verdediging ervan, af te ronden binnen idealiter 3½ jaar en uiterlijk 4 jaar. Gedurende deze periode wordt de voortgang nauwlettend gevolgd. Indien wordt geoordeeld dat de voortgang onvoldoende is, wordt het onderzoek afgebroken en volgt er dus geen promotie. Dit kan ook gebeuren naar aanleiding van gezondheidsredenen of persoonlijke omstandigheden. In de periode 2002-2007, hebben in totaal 53 PhD-studenten en promovendi hun doctorsgraad behaald, terwijl 15 kandidaten hun onderzoek vroegtijdig hebben afgebroken. De gemiddelde onderzoeksduur voor succesvolle Onderzoek
15
promovendi en PhD-studenten bedroeg in die periode 46,3 maanden. Het rendement in de zin van het aantal promoties als percentage van het aantal kandidaten was 78%. Figuur 2.3.1 Duur PhD onderzoek 2003-2007 100 90 80 70
Maanden
60
Gemiddeld 46.3 mnd.
50 40 30 20 10 0 1
3
2003 5 7
9
11
13
152004 17
19
21
23 2005 25
27
29
31 2006 33
35
37
39
41200743
45
47
49
Jaar van promotie
Samenwerkingsverbanden Het ITC streeft ernaar onderzoek te doen in samenhang met partners die aanvullende wetenschappelijke expertise kunnen inbrengen en/of zich bezighouden met wetenschappelijke probleemstellingen binnen het onderzoeksveld van het Instituut. Hiertoe zoekt het Instituut actief naar mogelijkheden om joint research agreements aan te gaan met bestaande en nieuwe partners. Het kan hier gaan om allerhande overeenkomsten, van zeer algemene (intentieverklaringen, raamovereenkomsten) tot overeenkomsten voor de levering van specifieke middelen en ondersteuning van specifieke PhD-studenten (partnershipovereenkomsten). Bij een partnershipovereenkomst wordt de PhD-student gevraagd om eerst een onderzoeksvoorstel voor het ITC op te stellen. Mits dit, meestal na een periode van ongeveer zes maanden, wordt goedgekeurd door de examencommissie, voert hij of zij het onderzoek vervolgens gedeeltelijk op het ITC en gedeeltelijk bij de partnerorganisatie uit. Voorwaarde hierbij is dat de supervisie van de PhD-student wordt gedeeld door een medewerker van het ITC en iemand van de partnerorganisatie. Voor de evaluatie van de performance van de student worden de criteria van het graduate programme gebruikt en de promovendi worden geacht de verdediging van hun proefschrift bij een Nederlandse universiteit plaats te laten vinden. De verschillende typen overeenkomsten die met de partners zijn gemaakt (en nog steeds van kracht zijn ) zijn weergegeven in de bijlage 'Research partnerships 2007' op pagina 70.
2.4
Realisatie met betrekking tot Strategisch Plan 2005-2009
Het ITC evalueert jaarlijks de onderzoeksresultaten tegen de achtergrond van het vigerend Strategisch Plan 2005-2009. Wat betreft participatie door de (vooral wetenschappelijke) staf, streeft het plan naar stabiele input (gemeten in fte’s) gefinancierd vanuit de basisfondsen van het Instituut, gepaard aan een sterke groei van de onderzoeksactiviteiten en wetenschappelijke output. In 2007 participeerden ongeveer 50 leden van de wetenschappelijke staf in het onderzoeksprogramma (core researchers, dat wil zeggen dat ze hier ten minste 20% van hun tijd aan besteedden). Samen met andere stafleden die ingezet zijn voor onderzoek maar voor minder dan 20% van hun tijd, was de totale staf input voor onderzoek, gefinancierd vanuit de subsidiemiddelen van het ITC, 20,1 fte (in 2006 was dit 20,7 fte). Vanuit de basisfondsen zijn verschillende promovendi gefinancierd voor in totaal 2,9 fte (het equivalent hiervan was 1,5 fte in 2006). De totale onderzoeksbijdrage vanuit de staf was dus 26 fte tegenover een geplande input van 25 fte. Het beleid is erop gericht geweest om fte voor promovendi te reserveren om zo het
16
Onderzoek
groeiende aantal gedeeltelijk extern gefinancierde promovendi aan te vullen. Er vanuit gaande dat deze trend zich voortzet, zal het gat tussen geplande fte voor onderzoek en gerealiseerde fte verdwenen zijn in 2008. De wetenschappelijke staf, promovendi en PhD-studenten hebben in 2007 in totaal 119 wetenschappelijke publicaties (peer-reviewed tijdschriftartikelen, boeken, boekhoofdstukken en PhD-theses) gepubliceerd. Dit is iets lager dan het aantal van het Strategisch Plan van 130 maar is een stijging ten opzichte van de 112 van 2006. Dit staat gelijk aan 3,2 ISI-listed wetenschappelijke publicaties per fte of 5,9 totaal wetenschappelijke publicaties per fte voor wetenschappelijke staf. Dit is iets hoger dan in 2006 (5,4 totaal wetenschappelijke publicaties per fte) en boven de norm van 5,0 die door universiteiten wordt gebruikt. Het is echter kenmerkend voor (technische) universiteiten om in verhouding tot de totaal wetenschappelijke publicaties een hoger aandeel ISI-listed wetenschappelijke publicaties te rapporteren. Het aantal onderzoeksprojecten in het kader van contractonderzoek (extern gefinancierd) nam in 2007 toe tot 35 (tegenover 24 in 2006). Dit overschrijdt het geplande aantal maar is anderzijds inclusief een aantal kleine en kortdurende contracten met beperkte onderzoekscapaciteit. Het aantal ingeschreven promovendi en PhD-studenten nam in 2007 sterk toe tot 96 (van 66 in 2006). Dit getal valt binnen het in het Strategisch Plan gegeven streefbereik van 70-80. Voor de komende jaren zal de groei beperkt blijven zodat het aantal promovendi en PhD-studenten binnen de range van 100-120 blijft (een gemiddelde van 7-8 per onderzoeksthema). Het aantal promoties blijft helaas ruim onder de streefwaarde, wat een gevolg is van de instroom drie tot vier jaar geleden. In 2007 waren er 12 promoties (vergeleken met 10 in 2006), terwijl de target 20 was (2006: 17). In de komende jaren zal het aantal promoties naar verwachting meegroeien met het aantal inschrijvingen. Tabel 2.4.1 Resultaten ten opzichte van Strategisch Plan 2005-2009 (waar van toepassing: aan het eind van het jaar) Jaar Staf betaald uit basisfondsen
2004
2005
2006
2007
2008
2009
Strategisch Plan* Realisatie - Wetenschappelijke staf - Ondersteunende staf (IT)* - Promovendi Wetensch. publicaties, peer-reviewed Strategisch Plan Realisatie Contractonderzoeksprojecten Strategisch Plan Realisatie
21 24,7 23,6 0,7 -
28 28,7 22,3 1,9 4,5
28 25,4 20,7 3,2 1,5
25 26,0 20,1 3,0 2,9
25
25
100 81
110 106
120 112
130 119
140
150
9 7
10 10
12 24
15 35
20
20
Strategisch Plan Realisatie
50 42
50-60 50
60-70 66
70-80 96
80-90
90-100
Strategisch Plan Realisatie
15 10
15 11
17 10
20 12
22
25
PhD-inschrijvingen
PhD-promoties
* Ondersteunende staf (IT) zijn vanaf 2007 via de wetenschappelijke afdelingen ingezet. In 2007 is het aantal organisaties en universiteiten waarmee het ITC verschillende vormen van joint research agreements tot stand heeft gebracht aanzienlijk gegroeid (zie tabel 2.4.2). Eind 2007 stond het aantal overeenkomsten in Nederland op 7 (zoals in het Strategisch Plan) en elders in Europa op 8 (meer dan gepland). In opkomende economieën werd een aantal van 15 bereikt, ver boven het geplande aantal (3) en ook in de ontwikkelingslanden kwam het aantal van 18 overeenkomsten ver boven het geplande aantal (8) uit. Een paar van deze overeenkomsten zijn getekend en niet geïmplementeerd, maar in 2007 hebben de meeste op zijn minst één en in sommige gevallen verschillende PhD-projecten/studenten (partnershipovereenkomsten) ondergebracht. Het totale aantal joint research agreements was 48, terwijl er gedurende 2007 drie zijn beëindigd. Eind 2007 stond het aantal dus op 45, dit is het geplande aantal voor 2009.
Onderzoek
17
Tabel 2.4.2 Resultaten ten opzichte van Strategisch Plan 2005-2009 (aantal partnerships, waar van toepassing: aan het eind van het jaar) Jaar Partnerships Nederland
2004
2005
2006
2007
2008
2009
Strategisch Plan Realisatie
4
4 6
6 7
7 7
8
10
Strategisch Plan Realisatie Partnerships opkomende economieën Strategisch Plan Realisatie Partnerships ontwikkelingslanden Strategisch Plan Realisatie
1
2 5
4 6
6 8
8
10
2 1
2 6
2 9
3 15
4
5
5
2 7
5 10
8 18
12
20
Partnerships Europa
Opening Academisch Jaar 2007-2008 Op 29 september jl. verwelkomde het ITC de 238 nieuwe studenten die eerder die week uit 51 landen gearriveerd waren. Ze voegden zich bij de 200 studenten die vorig jaar en eerder dit jaar gekomen waren en de 90 doctoraalstudenten die bezig zijn met hun doctoraalonderzoek. Na de openingsspeech van rector Martien Molenaar sprak professor Henk Zijm, rector magnificus van de Universiteit Twente, gevolgd door mevrouw Sibonile Sibanda die de nieuwe studenten namens de Student Association Board welkom heette. Professor Molenaar had de eer om de eerste PhD Research Award 2007 voor de auteur van het beste wetenschappelijke artikel uit te reiken aan Wu Guofeng. Hij is de belangrijkste auteur van het artikel 'Concurrent monitoring of vessels and water turbidity enhances the strength of evidence in remotely Opening van het Academisch Jaar 2007-2008 in de sensed dredging impact assessment'. Het Jacobuskerk in het centrum van Enschede artikel is gepubliceerd in het vaktijdschrift Water Research en bevat ook bijdragen van Jan de Leeuw, Andrew Skidmore, Herbert Prins en Liu Yaolin. De Klaas Jan Beek Award voor de auteur van de beste MSc-thesis werd uitgereikt aan Ephrem Kinfe Tesfamariam uit Ethiopië. Hij ontving deze Award voor zijn thesis 'Deriving rock surface roughness from 3D laser scan point cloud data'. De Schermerhorn Lecture getiteld 'Imaging the Earth: 10,000 years from now' traditiegetrouw de eerste lezing van het nieuwe academische jaar - werd gehouden door professor Salomon Kroonenberg van de Professor Molenaar overhandigde de PhD Research Award 2007 aan de heer Wu Guofeng Technische Universiteit Delft.
18
Onderzoek
3
Onderwijs
3.1
Beleid en strategie
In 2007 is er veel gebeurd in het onderwijs op het ITC. Er werd zoveel ter discussie gesteld en herzien dat het soms de stafcapaciteit ontsteeg. Het heeft echter wel zaken in beweging gezet en de discussie over het onderwijs op het ITC een nieuwe impuls gegeven. In navolging van de bevindingen van de visitatiecommissie in 2006 zijn het Master of Science (MSc)- en het Master-programma apart ingevuld en is het begrip student gecentreerd onderwijs beter uitgewerkt in de programma’s en modules. Kwaliteitszorg is een nadrukkelijk thema geweest in 2007. De kwaliteitszorgprocedures van zowel onze opleidingen binnenshuis als met partners in het buitenland zijn herbezien met als doel tot een grotere eenheid en consensus te komen in aanpak. Er is een aanvang gemaakt met het gedetailleerder evalueren van het nieuwe MSc-programma en de onderwijsprogramma’s met partners in het buitenland. De erkenning van de ITC-graden in het buitenland is een steeds terugkerend thema. Omdat het ITC geen status als universiteit heeft, is de waarde van onze graden soms moeilijk te bepalen voor externe partijen. Het ITC zoekt daarom actief naar mogelijkheden om dit aan te pakken. In 2007 zijn de ITC-graden opgenomen in het International Handbook of Universities van de International Association of Universities van UNESCO. Er is ook gestart met het ontwikkelen van een Diploma Supplement dat als bijlage bij alle diploma’s verstrekt zal gaan worden. De aanpak van erkenning is ook in een breder verband besproken tijdens een executive seminar over Recognition of Cross-border Capacity Building in Earth Observation dat door het ITC, samen met onderwijspartners in de wereld, de Group on Earth Observation System of Systems en de International Society for Photogrammetry and Remote Sensing, is georganiseerd.
GEO-leden, ITC en ISPRS organiseerden een seminar over de erkenning van grensoverschrijdende educatie Op 1 en 2 november hebben leden van de Group on Earth Observations (GEO), het ITC en de ISPRS Commission VI een executive seminar georganiseerd over de erkenning van grensoverschrijdend onderwijs. Het seminar werd gehouden op het ITC in Enschede en bracht aanbieders op het gebied van (internationale en grensoverschrijdende) capaciteitsopbouw bijeen, waaronder leden van het door het ITC geïnitieerde GI-NETnetwerk en directeuren van de Regional Training Centres van het United Nations Office for Outer Space Affairs (UN-OOSA). Ervaringen met experts op het gebied van erkenning (erkenning van diploma’s en accreditatie) en beheer (kwaliteitswaarborg) van hoger onderwijs-kwalificaties en professionals uit de aardobservatie (EO) en geo-informatie (GI) sector werden door de deelnemers uitgewisseld. Een van de conclusies van het succesvolle seminar was dat zowel de aanbieders als beleidsmakers in de aardobservatiesectoren zich niet bewust zijn van de problemen bij de erkenning van grensoverschrijdende samenwerking in capaciteitsopbouw. Aan GEO-leden, participerende organisaties en ISPRS-leden zal worden aanbevolen de potentiële aanbieders van grensoverschrijdend onderwijs te adviseren over succesvolle praktijkvoorbeelden en de op korte termijn te stellen prioriteiten om zodoende tegemoet te kunnen komen aan de mogelijke juridische knelpunten die worden veroorzaakt door ondoorzichtige nationale wetgeving.
Onderwijs
19
Samenwerking met onderwijsinstituten In de regio Twente heeft concreet vorm gekregen in een overeenkomst met Saxion hogescholen om gezamenlijk een Minor te gaan ontwikkelen die studenten van Saxion toegang moet bieden tot de ITC-Master-opleiding. Ook met de Universiteit Twente wordt in steeds sterkere mate samengewerkt. In 2006-2007 heeft een gemeenschappelijke MSc-cursus Governance and Spatial Information Management als pilot gedraaid. Deze pilot wordt in 2007-2008 als volwaardige ITC-MSc-cursus voortgezet, waarbij de Universiteit Twente een deel van de inhoud van het programma verzorgt. Samen met de Universiteit Twente is het Twente Water Center opgericht, een expertisecentrum op het gebied van watersystemen en beleid. Het ITC verzorgt het GIS-onderwijs voor de Faculteit Aardwetenschappen van de Universiteit Utrecht.
3.2
Organisatie en kwaliteitszorg
Onderwijsprogramma’s Het MSc-programma is nadrukkelijker als één programma neergezet en de structuur is vernieuwd. Binnen dit programma kan de student op dit moment kiezen uit 8 verschillende cursussen. Het cursorische gedeelte van het programma beslaat 6 van de in totaal 23 MSc-modules. Een flink deel van het programma wordt domeinoverstijgend aangeboden zodat studenten over de grenzen van hun eigen cursus heen kunnen kiezen. De onderwijsmethoden voor het MSc-programma zijn nadrukkelijker studentgecentreerd uitgewerkt, waarbij de student steeds meer sturend en verantwoordelijk wordt voor zijn / haar eigen leerproces gedurende het programma. Figuur 3.2.1 geeft de nieuwe structuur visueel weer. Figuur 3.2.1 Structuur van het nieuwe MSc-programma De eerste vier modules ('core') zijn gemeenschappelijk voor alle studenten, daarna wordt er gesplitst in een beroepsgeoriënteerde opleiding (Master) en een onder-zoeksgeoriënteerde opleiding (MSc). Postgraduatediplomastudenten volgen het 1 MSc-programma tot en met 'Core': Introductie, 2 module 10 en ronden daarna af Block 1 Principes van RS en GIS, 3 Toepassing in het domein met een groepsproject en een 4 individuele eindopdracht. Delen 5 van het Master- en MSc6 programma worden als korte Domein modules, verschillend per 7 cursus aangeboden. Block 2 cursus (AES, GFM, GSIM, LA, NRM, 8 De Master-opleiding bevat veel UPM, WREM, GEM) 9 praktische en levensechte 10 opdrachten en legt nadrukkelijk 11 Onderzoeksvaardigheden een verbinding met de 12 beroepspraktijk van de student. Gevorderde onderwerpen 13 Voor de individuele eindopdracht Block 3 14 brengen veel studenten Onderzoeksthema’s 15 vraagstukken en datasets vanuit hun eigen werksituatie mee. 16 De discussie over de invulling van 17 het core-curriculum is in 2007 18 gestart en zal in 2008 doorlopen. 19 Block 4 Individueel MSc onderzoek De inhoud, het materiaal en de 20 onderwijsmethoden worden 21 tegen het licht gehouden. Het is 22 de bedoeling dat de core23 modules op termijn op afstand door studenten door middel van afstandsonderwijs gevolgd kunnen gaan worden. Het materiaal en de aanpak zullen hierop moeten worden aangepast. Ervaringen met de huidige afstandsmodules GIS en Remote Sensing worden hierin meegenomen. Voor de cursussen Land Administration, Natural Resources Management, en Water Resources and Environmental Management wordt het cursorische deel van het curriculum (block 2) drastisch herzien. Een overzicht van de curriculumherziening is opgenomen in tabel 3.2.1.
20
Onderwijs
Tabel 3.2.1 Overzicht van curriculumherziening van graadverlenende ITC programma’s Configuration of 1999:
New configuration:
Review cycle:
Earth Resources and Environmental
Applied Earth Sciences (AES)
Review 2003-2004
Geosciences (EREG)
(MSc)
Implementation 2005
Geoinformatics (GFM)
Geoinformatics (GFM)
Adjustments made in
(MSc, Master)
(MSc, Master)
current curriculum
Urban Planning and Land Administration
Urban Planning and Management (UPM)
Review 2005-2006
(UPLA)
(MSc)
Implementation 2006
Environmental Modelling and Manage-
Adaptation to new MSc
ment (GEM).
structure will start in
Erasmus Mundus programme with Lund
2008-2009.
(MSc, Master)
(MSc, Master)
University, University of Southampton, University of Warsaw (MSc) Governance & Spatial Information
New course, with
Management (GSIM)
Universiteit Twente
(MSc)
Pilot implementation 2006 Full implementation 2007
Natural Resources Management (NRM)
Natural Resources Management (NRM)
Review 2006-2007
(MSc, Master)
(MSc, Master)
Implementation 2008
Water Resources and Environmental
Water Resources and Environmental
Review 2007-2008
Management (WREM)
Management (WREM)
Implementation 2009
(MSc, Master)
(MSc)
Geoinformation Management (GIM)
Land Administration (LA)
Review 2006-2007
(MSc)
(MSc)
Implementation 2008
(MSc = 18 mnd Master of Science degree; Master = 12 mnd Master degree; PGD = 9 mnd Postgraduate Diploma).
Kwaliteitszorg Extern De formele accreditatie van de ITC-Master of Science- en Master-graden is afgerond in 2007 en is verlengd voor de periode 1 januari 2008 tot en met 31 december 2013. Intern In 2007 heeft het ITC de interne kwaliteitszorgprocedures van het onderwijs herbezien en gestroomlijnd voor de verschillende cursussen. De nieuwe opzet bestaat uit: Een jaarlijks kwaliteitszorgrapport volgens een vast formaat over de cursussen van het ITC, gebaseerd op de resultaten uit de kwaliteitszorgactiviteiten. Een minimum set van kwaliteitszorgactiviteiten die bij elke cursus wordt uitgevoerd, bestaande uit een schriftelijke en mondelinge evaluatie van alle modules in het curriculum met studenten en een mondelinge evaluatie met betrokken stafleden van (groepen) modules. Bij de planning en verslaglegging van kwaliteitszorgactiviteiten wordt gebruik gemaakt van de plan-do-checkact-cyclus. Figuur 3.2.2 Werkwijze voor planning en verslaglegging van kwaliteitszorg activiteiten Plan: Aan welke plannen wordt gewerkt en hoe?
Act: Welke vervolgacties zijn noodzakelijk?
Do: Hoe verloopt de uitvoering van de plannen?
Check: Wat zijn de resultaten?
Onderwijs
Voor de onderwerpen van de evaluatie wordt gebruik gemaakt van het raamwerk van de Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO): doelen, curriculum, staf, diensten, intern kwaliteitszorgsysteem, en resultaten (www.nvao.net/accreditation). Binnen de curriculumontwikkelingstrajecten van Natural Resources Management and Water Resources and Environmental Management zijn surveys gehouden onder alumni om informatie te verzamelen over de wensen en het werkveld van de ITCafgestudeerden. De resultaten van deze surveys zijn
21
meegenomen bij de invulling van het herziene curriculum. Voor de Joint Courses (onderwijsprogramma’s met partners in het buitenland) is gewerkt aan een nieuw raamwerk voor kwaliteitszorg. Dit zal in 2008 in de besluitvorming terechtkomen en operationeel worden.
E-learning Het onderscheid tussen e-learning en ander onderwijs op het ITC is in 2007 weer kleiner geworden. Het gebruik van elektronische en webondersteunde methodes binnen alle onderwijsvormen van het ITC neemt steeds meer toe. Dat geldt zowel voor afstandsonderwijs als voor de cursussen op het ITC. In 2007 zijn acht korte afstandscursussen aangeboden waarvan er vier nieuw waren. De uitkomsten van de evaluaties van deze cursussen zijn bijna allemaal (zeer) positief. Naast de korte afstandscursussen gaat het ITC zich richten op langere graadverlenende cursussen op afstand. In 2007 was de gezamenlijke MSc-afstandscursus met Universiteit Utrecht, Wageningen Universiteit, Technische Universiteit Delft en het ITC opnieuw succesvol. Daarnaast zijn er gesprekken gestart met de UNU-GVU (Global Virtual University) in Noorwegen om samen met een of meerdere universiteiten in Afrika een gezamenlijke Master-afstandscursus te gaan ontwikkelen. Het gebruik van elektronische en webondersteunde methodes binnen de Joint Courses komt moeilijk van de grond. Twee van de grootste problemen daarbij zijn de beperkte (of onbetrouwbare) internetverbinding en infrastructuur in de partnerinstelling of een infrastructuur die niet goed combineert met die van het ITC. In 2007 is de Support Unit e-learning opgericht voor technische ondersteuning. Deze unit beheert de elektronische leeromgeving van het ITC (Blackboard), maakt multimedia producten zoals video’s en animaties en de unit ondersteunt en adviseert docenten bij allerlei andere e-learning-zaken zoals on-line examineren en het gebruik van communicatiemiddelen als videoconferenties en Skype. Ook is in 2007 een studio ingericht voor videoconferenties en het opnemen van video. In 2007 is begonnen met het onderbrengen van lopende e-learning-activiteiten in de normale onderwijsmanagementstructuur. De projectgroep e-learning blijft echter bestaan om nieuwe e-learning-activiteiten op te zetten en de inzet van e-learning in de Joint Courses en cursussen die op het ITC worden gegeven verder te stimuleren.
Klaas Jan Beek Award De Klaas Jan Beek Award wordt jaarlijks toegekend aan de auteur van de beste MSc-thesis. De Award is vernoemd naar Klaas Jan Beek, rector van het ITC van 1980 tot 1996. In 1996 is de Award voor het eerst toegekend dankzij een schenking door professor Beek aan het Schermerhorn fonds. Winnaar van de Klaas Jan Beek Award 2007 was de heer Ephrem Kinfe Tesfamariam uit Ethiopië voor zijn MSc-thesis getiteld: 'Deriving rock surface roughness from 3D laser scan point cloud data'.
Student Association Board Ook in 2007 zette de Student Association Board (SAB) zijn activiteiten voort als belangenbehartiger voor de ITC-studenten. Er vindt maandelijks overleg plaats met het hoofd Onderwijs over cursussen en studie, bank- en visa-aangelegenheden en sociale activiteiten. Tevens organiseert de ITC-directie jaarlijks (lunch-)bijeenkomsten met de SAB en met alle ITC-studenten. Voorts is er maandelijks overleg tussen de SAB en de directie van het ITC International Hotel over de studentenhuisvesting. Daarnaast organiseerde de SAB sociale en culturele activiteiten zoals de International Evening, carnaval, de Internationale Sportdag, het International Food Festival, einde-modulefeesten en binnenlandse en buitenlandse excursies naar onder andere Amsterdam, de Keukenhof, Parijs en Londen.
3.3
Realisaties
Rendement Zowel het aantal studenten als de output in ECTS (European Credit Transfer System) heeft ook in 2007 de stijgende lijn vastgehouden. Het aantal geslaagden in de graadverlenende cursussen in Enschede is sterk toegenomen, terwijl het aantal bursalen van het Netherlands Fellowship Programme (NFP) gelijk is gebleven. Meer en meer studenten komen naar het ITC met andere sponsoren. Het aantal deelnemers in de Joint 22
Onderwijs
Education Programmes is substantieel toegenomen. Het NFP stelt ook beurzen beschikbaar aan deze categorie studenten, ook als ze volledig buiten Nederland studeren. Het aantal aangeboden korte cursussen is kleiner, maar het aantal ECTS is gestegen. Ook het aantal cursussen en deelnemers aan het ITC-afstandsonderwijs is in 2007 in aantal toegenomen. Het cursusaanbod is gegroeid, vooral in Joint Education Programmes. Van de Enschedese cursussen is de cursus-herziening voor de MSc-cursus in Geo-infomation Management (GIM) afgerond in 2007. Het accent is gelegd op Land Administration en de nieuwe cursus is in september 2007 van start gegaan, evenals het hernieuwde curriculum van de MSc-cursus in Natural Resources Management (NRM). De NRM Master-cursus is vrijwel geheel losgekoppeld van de MSc-cursus, en heeft een (nog) sterkere beroepsoriëntatie gekregen. Ook is er een tweede instroom geweest voor de cursus in Governance and Spatial Information Management, die het ITC aanbiedt in samenwerking met de Universiteit Twente. De GEM MSc-cursus die het ITC samen met de Universiteiten van Lund, Southampton en Warschau aanbiedt, blijft succesvol. In 2007 heeft de EU aan een consortium van universiteiten, waarvan het ITC deel uitmaakt, een groot aantal beurzen toegekend onder het Erasmus Mundus External Cooperation Window - Lot 7. Ook in 2007 was er een toename in het aantal studenten dat financiering vond buiten het Nederlandse beurzenprogramma. De afhankelijkheid van dit programma is daarmee tot een acceptabel niveau teruggebracht. De totale instroom van studenten (in Enschede) was zo groot, dat (onder de huidige omstandigheden) de maximale capaciteit bereikt is. Ook de stroom van studenten in de gezamenlijke onderwijsprogramma’s groeide. Interessant daarbij is dat een aantal samenwerkingsverbanden (Tanzania, Bolivia) zeer effectief gebruik wist te maken van de mogelijkheden die het Nederlandse beurzenprogramma voor deze modaliteit biedt.
Erasmus Mundus: External Cooperation Window voor Iran, Irak en Jemen De Europese Unie (EU) heeft een programma opgezet dat beurzen toekent aan studenten en stafleden uit Iran, Irak en Jemen zodat ze kunnen studeren aan universiteiten in Europa. Bovendien worden er ook beurzen verstrekt aan kandidaten uit EU-landen om te studeren aan partneruniversiteiten in deze drie landen. Het nieuwe Erasmus Mundus External Cooperation Window van de EU verstrekt meer dan 1.300 beurzen aan mensen in Rusland, Centraal-Azië, Iran, Irak en Jemen. Hierdoor kan men in het academisch jaar 2007-2008 in het buitenland studeren, een opleiding volgen of onderzoek doen. Er zijn beurzen voor undergraduates, master, doctoraal en postdoctoraal niveau. De beurzen zijn tevens bestemd voor de uitwisseling van academisch personeel voor onderwijs, training en onderzoek. Het ITC is coördinator van dit speciale External Window-programma dat 119 beurzen verstrekt met een totale waarde van €3 miljoen. Het ITC is een partnership aangegaan met 10 Europese universiteiten met een Erasmus Charter in 10 verschillende Europese steden, en met 10 universiteiten in Iran, Irak en Jemen (en met organisaties en netwerken van universiteiten). Hierdoor kunnen studenten en wetenschappers uit Iran, Irak en Jemen kiezen uit een ruim aanbod van academische vakgebieden, uit verschillende studieniveaus en uit 10 vooraanstaande Europese universiteiten. Het programma vergoedt mobiliteitskosten, zoals reiskosten, verblijfskosten, lesgeld en verzekeringskosten.
Extern gefinancierd onderwijs In 2007 werden 51 projecten uitgevoerd op het gebied van onderwijs met een totale omzet van € 2.293.141,-. De personele inzet bedroeg 48 mensmaanden. Het ITC haalde 37 nieuwe contracten binnen op het gebied van onderwijs. Hoewel er veel nieuwe onderwijscontracten werden binnengehaald, vallen de door de Europese Unie gefinancierde projecten in het kader van Erasmus Mundus speciaal op. In de kaders in dit hoofdstuk is een drietal projecten nader beschreven: het Erasmus Mundus programma voor Iran, Irak en Jemen en de TIGER- en IUCN-projecten voor Afrika.
Onderwijs
23
Het TCBF programma in 2007 TIGER Capacity Building Facility (TCBF) is een programma voor capaciteitsopbouw in de ontwikkeling van duurzame aardobservatie-informatiesystemen ten behoeve van integraal waterbeheer voor staf werkzaam in de watersector in Afrikaanse landen. Het programma is onderdeel van het TIGER-initiatief, gelanceerd door de Europese Ruimteorganisatie ESA tijdens de wereldtop voor duurzame ontwikkeling in 2002, in Johannesburg, Zuid-Afrika. De TCBF, die van start is gegaan in september 2006, is gebaseerd op een langetermijnvisie voor het trainen van staf en het creëren van technische en institutionele capaciteiten om problemen op te lossen in het verzamelen, analyseren en verspreiden van water gerelateerde geo-informatie door gebruik te maken van de mogelijkheden die aardobservatietechnieken bieden. Het ITC is door ESA gecontracteerd om de eerste fase van het programma uit te voeren. In 2007 hebben stafleden van 15 geselecteerde TIGER-onderzoeksprojecten een individueel trainingstraject gevolgd op het ITC, bestaande uit een combinatie van cursusmodules en begeleide onderzoeksactiviteiten. Verder hebben stafleden deelgenomen aan afstandsonderwijs. Naast de trainingen op het ITC zijn er twee cursussen georganiseerd op gevorderd niveau. De cursus over optische aardobservatie voor waterbeheer werd gegeven aan de University of Western Cape in Zuid-Afrika en de andere, gericht op bestaande toepassingen van aardobservatie in waterbeheer in Afrika, werd gehouden bij het Regional Centre for Mapping of Resources for Development (RCMRD) in Nairobi, Kenia. Daarnaast zijn er allerlei andere activiteiten gerealiseerd, zoals het opzetten en bijhouden van een specifieke website (www.itc.nl/external/tiger), diverse publicaties in brochures en het voorbereiden van een speciale uitgave met artikelen van geselecteerde projecten.
Biodiversiteit in de binnenwateren; mobilisatie van informatie voor het ontwikkelingsproces in Afrika Voor het project: 'Biodiversiteit in de binnenwateren op het Afrikaanse continent' is het ITC de trainingsconsultant van de World Conservation Union (IUCN, Geneve) en het World Conservation Monitoring Centre (WCMC, Cambridge). De IUCN heeft bij de Europese Commissie (Programma Milieu in Ontwikkelingslanden) €2 miljoen opgehaald voor de synthese en mobilisatie van relevante geografische informatie. De GIS-training door het ITC vindt plaats in vier verschillende Afrikaanse regio’s. De regionale IUCN-partners rekruteren de trainees. Het trainingsmateriaal wordt telkens door het ITC op maat gemaakt voor de regionale IUCN-partner op basis van de locaal beschikbare ruimtelijke informatie over 'natte' biologische soortengroepen zoals vissen, amfibieën, waterplanten, libellen en krabben. De eerste training werd in 2006 gegeven op de Rhodes Universiteit in Zuid-Afrika; het Zuid-Afrikaanse Instituut voor Aquatische Biodiversiteit (SAIAB) was de prestigieuze regionale partner. De daaropvolgende training vond plaats op het Center for Geographical Information Systems, CGIS (Butare, Rwanda) voor Rwanda, Burundi en de Democratic Republic of Congo (DRC). Vervolgens werd in 2007 getraind voor Wetlands International West-Afrika in Dakar. NoordAfrika staat voor 2008 op de kalender. De training wordt steeds tweetalig, in het Frans en Engels, aangeboden. De doelstelling van de projecttraining is de ontwikkeling van de technische capaciteit van de regionale IUCN-partnerorganisaties om geografische biodiversiteitsgegevens Cursisten uit Guinee, Guinee Bissau, Senegal en Gambia plus tijdig en in klantvriendelijk formaat de twee ITC trainers in Dakar, Senegal beschikbaar te stellen aan ontwikkelaars van stuwmeren of irrigatieprojecten en de daarvoor verantwoordelijke milieubeheerders. De deelnemers wordt steeds aangeleerd om biodiversiteit te bekijken binnen het raamwerk van de VN-Conventie over Biologische Diversiteit (UNBCD).
24
Onderwijs
Realisatie met betrekking tot Strategisch Plan 2005-2009 Vanuit de subsidievoorwaarden wordt het ITC geacht 355 studentjaar (analoog aan universiteit) als output te leveren voor de verkregen subsidie. Uitgedrukt in ECTS komt dit neer op een norm voor de subsidiebijdrage van 21 300 ECTS. Het ITC met een van de Nederlandse universiteiten afwijkende studiebelasting (80 ECTS per jaar tegen 60 ECTS per jaar aan Nederlandse universiteiten en hogescholen) heeft met een totale output van 33 600 ECTS aan deze voorwaarde en aan de doelstelling in het Strategisch Plan 2005-2009 ruim voldaan. De opwaartse trend in studentenaantallen heeft zich in 2007 verder doorgezet. Het ITC streeft ernaar om zijn onderwijs verder te diversifiëren, zowel in inhoud, lengte, locatie (Joint Education Programmes) en wijze van kennisoverdracht (o.a. afstandsonderwijs). De tijd van louter graadverlenende cursussen in Enschede ligt inmiddels ver achter ons. Bovendien is het ITC succesvol gebleven in zijn deelname aan onderwijs via de EU, zoals Erasmus Mundus en andere Europese programma’s. Spreiding van de ondersteuning aan de diverse onderwijsprogramma’s met partners in een groot aantal landen verspreid over de aardbol blijft echter een belangrijk streven, omdat het voor een groot aantal potentiële ITC-studenten niet mogelijk is om langere tijd uit het land van herkomst en bij hun baan afwezig te zijn. Tabel 3.3.1 Ambities en realisaties 2005-2007 Categorie onderwijs
2005 realisatie stud
Graad/diploma verlenend onderwijs - NFP-studenten / ECTS - Overige studenten / ECTS - Modules studenten / ECTS - Overige programma’s studenten / ECTS Joint Education Courses (aantal) - NFP-studenten / ECTS intramuraal - Overige studenten / ECTS intramuraal Subtotaal output graadverlenend onderwijs Quality control Joint Education partners - NFP-studenten / ECTS extramuraal - Overige studenten / ECTS extramuraal Totaal quality control Gecertificeerd overig onderwijs Korte cursussen (aantal) - NFP-studenten / ECTS - Overige studenten / ECTS Afstandsonderwijs (aantal) - Studenten / ECTS Contractonderwijs - Studenten / ECTS intramuraal - Studenten / ECTS extramuraal Refresher courses (aantal) - Studenten / ECTS Subtotaal output overig onderwijs TOTAAL OUTPUT
2007 ambitie 2005-2009
2007 realisatie
stud
ECTS
stud
ECTS
stud
222 274 39 39
100 900
11 223 10 218 1 005 1 675 (15) 2 345 26 466
236 279 65 77
1 86 661
8 435 10 874 402 624 (15) 20 2 881 23 236
255 230 150 165
63 602
9 152 5 983 241 958 (15) 1 327 17 661
141 798
10 103 11 492 594 585 (15) 3 635 26 409
190 190
6 211 6 211
25 255 280
1 072 8 790 9 862
200 200
12 060 12 060
32 324 356
1 365 11 881 13 246
246 172 27 94
ECTS
2006 realisatie
(34) 117
125 673
1 246 (2) 67 (30) 1 176 1 476
76 504
250 1 176 1 778
(10) 850 4 815 22 476
148 902 1 563
11
47 56 71
(15) 750 838 (5) 424 (35) 673 1 400
50 80 200 165 850*
(6) 442 4 527 27 763
240 1 585 -
(20) 670 1 072 (10) 700 (55) 3 740 23 800* (12) 816 32 383 -
ECTS
(14) 38 61
613 1 055 (10) 754 (53) 1 361 3 000
162 169 732
(9) 156 1 318 2 116
408 7 191 33 600
* Afwijking ambitie van realisatie gevolg van definitieaanpassing contractonderwijs
Onderwijs
25
3.4
Samenwerkingsverbanden
Bestaande samenwerkingsverbanden werden verder uitgebreid en geïntensiveerd. Binnen Nederland: GIMA in samenwerking met de Universiteiten van Utrecht, Wageningen en Delft. Met de Universiteit Twente in een MSc-cursus Governance and Spatial Information Management, het Twente Water Centre, en een Minor op het terrein van Geo-data processing and Spatial Information. Met de Saxion Hogeschool in Enschede is overleg begonnen voor een Minor vergelijkbaar met de UT Minor. Met de Universiteit Utrecht op het gebied van Geo-information Management ten behoeve van Aardwetenschappen. Binnen Europa: Erasmus Mundus, in samenwerking met de universiteiten van Lund, Southampton, en Warschau. Deelname in een consortium van Europese Universiteiten ten behoeve van een onderwijsprogramma in het kader van External Window 7 van de EU voor studenten uit Iran, Irak en Jemen, te beginnen in 2008. Andere continenten: De meeste Joint Education Programmes werden geconsolideerd, sommige initiatieven verlaten, en andere prospectieve locaties toegevoegd. De joint programma’s in Bolivia, China (Wuhan, Xian), Ghana, India, Indonesië, Iran, Mexico, Nigeria, Tanzania en Thailand bleven in 2007 operationeel. Sommige van de cursussen komen in aanmerking voor beurzen onder het Netherlands Fellowship Programme. Deze programma’s richten zich voornamelijk op studenten uit het partnerland. Vermeldenswaard is dat de cursus in Geoinformatics, die gezamenlijk door het UCLAS en het ITC in Tanzania gegeven wordt, niet alleen deelnemers uit Tanzania trekt, maar ook uit de omliggende landen. Samenwerking met de Filippijnen werd beëindigd. Een nieuwe cursus is in 2007 gestart in Kenia, terwijl identificatie van nieuwe initiatieven plaats hebben gevonden in China, Indonesië en Ghana. Activiteiten in Azië zijn geconsolideerd. Zowel in Oost- als West-Afrika zijn solide samenwerkingsverbanden tot stand gekomen. Zuidelijk Afrika is een aandachtsgebied. Het ligt in de verwachting om in de nabije toekomst in deze regio initiatieven te ondernemen. LatijnsAmerika lijkt een kleine maar stabiele factor, die naar verwachting beperkt zal blijven met het oog op de taal en de oriëntatie op Noord-Amerika. Figuur 3.4.1 Joint Education Partners, December 2007
26
Onderwijs
Alumni wereldwijd netwerk In de loop der tijd heeft het ITC een uitgebreid netwerk van internationale contacten opgebouwd, waarin alumni een belangrijke plaats innemen. Vanaf de oprichting heeft het ITC meer dan 19.000 studenten opgeleid. Deze alumni en de organisaties waar zij werkzaam zijn vormen een internationaal netwerk waar het ITC relaties mee onderhoudt, kennis mee ontwikkelt door middel van gemeenschappelijke onderzoeksprogramma’s en kennis overdraagt via gezamenlijke onderwijsprogramma’s. Het op peil houden van de kennis en vaardigheden van ITC-alumni is belangrijk en daarom worden zij regelmatig geïnformeerd over bijscholingscursussen en korte trainingsprogramma’s. In 2007 organiseerde het ITC in samenwerking met verschillende partners en gefinancierd door de NUFFIC negen refresher courses in Senegal, Zuid-Afrika (2x), Tanzania(2x), Ghana, Vietnam(2x) en Nigeria. Via het Alumni Office wordt intensief contact onderhouden met alumni. Het initieert bijeenkomsten rondom beurzen en conferenties waar stafleden van het ITC ook aan deelnemen. De lokale en regionale netwerken van ITC-alumni worden steeds meer 'kennisnetwerken' naast hun belangrijke sociale functie. Door middel van de digitale nieuwsbrief 'ITC Update' worden alumni geïnformeerd over de geplande bijeenkomsten en via het 'ITC News magazine' en de ITC-website worden de ervaringen betreffende deze activiteiten gecommuniceerd. In 2007 zijn bijeenkomsten georganiseerd in o.a. Burkina Faso, Ghana, Oeganda, China, de USA, Thailand, Turkije, Mongolië, Vietnam, Taiwan, Nepal, Indonesië en Maleisië. Een voorbeeld van een succesvolle conferentie is de jaarlijkse ACRS (Asian Conference on Remote Sensing), in november 2007 georganiseerd in Kuala Lumpur, Maleisië. Door middel van het voorzitten van verschillende sessies, het presenteren van posters en het bemensen van een ITC-stand werden nieuwe contacten gelegd en bestaande onderhouden. Samen met een alumnus in Maleisië heeft het ITC een alumnireceptie georganiseerd. Naast alumni uit Maleisië waren ook oud-studenten uit Zuid-Afrika, Thailand, Indonesië, Iran, Nederland, Sri Lanka, Nepal en Mongolië aanwezig.
Alumni bijeenkomst in Maleisië
ITC Education Award 2007 voor Emile Dopheide en David Rossiter De 'ITC Education Award' wordt één keer in de twee jaar toegekend. Deze prijs is bedoeld om vernieuwing in het onderwijs te stimuleren en de kwaliteit van het onderwijs te verhogen. Emile Dopheide ontving de prijs o.a. voor zijn vernieuwende en creatieve bijdrage aan het ontwikkelen van verschillende modules en aan het bedenken van de nieuwe MSc-structuur. David Rossiter heeft onderzoek en onderwijs dichter bij elkaar gebracht. De nieuwe module onderzoeksvaardigheden in het MSc-curriculum is gebaseerd op zijn innovatieve ideeën.
Onderwijs
Professor Molenaar overhandigt de prijs aan David Rossiter en Emile Dopheide
27
4
Advieswerkzaamheden
4.1
Beleid en strategie
Het ITC richt zich bij zijn adviesdiensten op de valorisatie van onderzoek en de inzet van aanwezige expertise. Advies vormt een aparte categorie, maar is ook een integraal onderdeel van de onderwijs- en onderzoeksprojecten die het ITC uitvoert. De koppeling met de vraag uit de markt, marktpotentie en relevantie voor ontwikkelingsvraagstukken staat centraal in de adviesportefeuille van het ITC. Waar het capaciteitsontwikkeling betreft opereert het ITC vaak als zelfstandige aanbieder of hoofdaannemer. Bij grotere adviesopdrachten met een bredere focus neemt ITC als partner of onderaannemer deel in consortia. Dezelfde factoren gelden voor de institutionele versterkingsprojecten van het ITC. Partnerschappen op het gebied van institutionele versterking worden steeds meer ondersteund door een combinatie van interne en externe financiering. In samenwerking met partners worden plannen ontwikkeld die op basisniveau gerealiseerd kunnen worden met eigen middelen. Hierbij staat een duurzame samenwerking op lange termijn voorop. Additioneel kunnen externe fondsen verkregen worden om de samenwerking verder te ontwikkelen of de gestelde doelen eerder te behalen. Het komt steeds meer voor dat deze externe fondsen door de partner en niet door het ITC beheerd worden.
4.2
Realisaties
In 2007 werden 6 projecten uitgevoerd op het gebied van institutionele versterking met een totale omzet van € 1.021.000. De personele inzet bedroeg 31 mensmaanden. Er werden 36 adviesprojecten uitgevoerd met een totale omzet van € 334.000. De personele inzet hiervoor bedroeg 20 mensmaanden. Het ITC haalde 1 nieuw contract binnen op het gebied van institutionele versterking en 28 adviesopdrachten. In de kaders hieronder worden voorbeelden gegeven van een project op het gebied van institutionele versterking (het NGIC-project in Mongolië) en een adviesproject (evaluatie van het EMMSDAG-project in Ghana).
National Geographic Information Centre (NGIC) voor het beheer van natuurlijke hulpbronnen in Mongolië Het NGIC-project is momenteel het omvangrijkste adviesproject uitgevoerd door het ITC. De klant is het Mongoolse Ministerie van Natuur & Milieu (MNE). Samen met een nationaal team van de klant met meer dan 30 experts wordt de capaciteit van het Informatie & Computer Centrum (www.icc.mn) ontwikkeld in het verkrijgen, verwerken en verspreiden van nationale milieugegevens. De doelstelling van het project omvat de ontwikkeling van de technische en organisatorische capaciteit om data van twee aardobservatiesatellieten (MODIS; GMS FY-2) te ontvangen en vervolgens te modelleren tot informatieproducten toegepast in het beheer van natuurlijke hulpbronnen. De informatie is bedoeld voor, onder meer, de volgende sectoren: bestrijding veesterfte in geval van catastrofale droogte, sneeuw- en vorstcombinaties ('dzud'); bosbeheer inclusief bosbrandbestrijding en duurzaam weidebeheer. Tevens wordt d.m.v. het project de nationale milieudatabase in vectorformaat, met bijbehorende metadatabase en webserver ontworpen en geïmplementeerd. Dit projectonderdeel omvat mede het voorstellen van nationale datastandaarden in de vorm van een wetsvoorstel. Het technische projectwerk wordt ondersteund door een omvangrijk trainingsprogramma zowel in de regio (Mongolië, Zuid-Korea, Thailand) als in Nederland. Het betreft vooral korte (weken tot enkele maanden), praktische cursussen op maat gemaakt voor het NGIC-project. De cursusdeelnemers zijn deels direct afkomstig van de klant, deels van participerende organisaties in het NGIC alsook van producenten en gebruikers van de informatie gegenereerd door het NGIC. Daarnaast zijn er ook diverse studiebeurzen voor Master-studies en een PhD-studie door het project vergeven. De uitvoering van het project is toevertrouwd aan een multidisciplinair team van 9 ITC-specialisten. Het ITC is hiermee de grootste partner in het NETHCOM-consortium, speciaal gevormd voor dit project. De consortiumpartners zijn Royal Haskoning, EARS bv en Hofung bv. Het project is gestart in december 2006 en zal drie jaar duren.
28
Advieswerkzaamheden
Evaluatie van het project: Establishing a Mapping and Monitoring System for Development Activities (EMMSDAG) in Ghana In september 2007 werd door het ITC een evaluatie uitgevoerd van bovenstaand project, in opdracht van de delegatie van de Europese Commissie. De commissie financiert een project dat tot doel heeft om een betere planning voor sociaal-economische ontwikkeling mogelijk te maken door in kaart te brengen wat de bestaande basisinfrastructuur in de rurale gebieden is en deze te koppelen aan de census. Hiervoor werden de coördinaten van alle gehuchten (localities) en grotere plaatsen in een database gekoppeld aan gegevens over onderwijs, drinkwater, gezondheidszorg, transport en economische activiteiten. Met deze database kunnen de overheid (zowel lokaal, regionaal als landelijk), donoren en andere actoren beter hun interventies plannen en op elkaar afstemmen. In een land als Ghana heeft zo’n exercitie heel wat voeten in de aarde en de uitvoering van het project verliep dan ook niet zonder problemen. Uiteindelijk is er een uniek resultaat tot stand gekomen dat, als dit initiatief blijvend wordt ondersteund, van onschatbare waarde is voor de ontwikkeling van Ghana. Opvallend is dat het project vrijwel volledig uitgevoerd is met lokale expertise, met het Centre for Remote Sensing and Geographic Information Services (CERSGIS) als coördinator. Bij het project waren ook een aantal ITC-alumni betrokken. Het initiatief is een goed voorbeeld van hoe geo-informatie kan bijdragen tot het halen van millenniumdoelstellingen en economische ontwikkeling in Afrika. Interessant daarbij is de betrokkenheid van en de dialoog met professionals en instanties die traditioneel niet zo veel met geoinformatie werken, maar daar wel veel voordeel van kunnen hebben, zoals districtsbesturen en het nationale bureau voor statistiek.
Realisatie met betrekking tot Strategisch Plan 2005-2009 De omvang van de totale projectenportefeuille is groeiende: in 2007 werd voor € 8 miljoen aan nieuwe opdrachten binnengehaald. Dit bevestigt de haalbaarheid van de doelstelling uit het strategisch plan van € 6 miljoen in 2009. Het aandeel van advies- en institutionele versterkingsprojecten neemt af, terwijl dat van onderwijs- en onderzoeksprojecten toeneemt. Dit heeft te maken met marktontwikkelingen en het aanbod van expertise vanuit het ITC. Op zich is dit geen slechte trend, omdat de activiteiten uitstekend passen binnen de missie van het ITC. Wel moet opgemerkt worden dat de activiteiten uit adviesdiensten relatief de meeste inkomsten genereren. Dat betekent dat met veel onderwijs- en onderzoeksprojecten weliswaar een grote omzet gehaald kan worden, maar dat de netto opbrengsten geringer zijn dan met een groter aandeel van adviesprojecten. Ter illustratie: de gemiddelde opbrengst per mensmaand bedraagt nu ongeveer € 8.400, terwijl dit 5 jaar geleden zo’n € 10.000 was. In 2007 werd een voorzichtige toename in de beschikbaarheid voor stafleden voor adviesdiensten zichtbaar. Dit resulteerde in een aantal interessante opdrachten, o.a. advisering over biodiversiteit voor Z.O.-Azië voor de Asian Development Bank. Voor een aantal andere onderwerpen, zoals data voor de ruimtelijke infrastructuur, wordt in marktontwikkeling en acquisitie geïnvesteerd. De verwachting is dat de omzet (en opbrengst) van adviesprojecten daarom in 2008 en 2009 zal groeien. Tabel 4.2.1 Realisaties en streefwaarden Categorie
2006 realisatie
2007 streefwaarde
2007 realisatie
10 35
25-30
6 36
Institutionele versterkingsprojecten Adviesopdrachten
Tabel 4.2.2 Projecten Categorie
2003
2004
2005
2006
2007
Totaal aantal opdrachten/projecten
44
23
39
45
42
Institutionele versterkingsprojecten
20
14
8
10
6
Adviesopdrachten
24
28
31
35
36
3.142
3.170
2.109
1.666
1.355
Totale omzet x € 1.000
Advieswerkzaamheden
29
4.3
Samenwerkingsverbanden
Samenwerkingsverbanden voor advies en institutionele versterking zijn er in verschillende vormen. In het geval van advies zijn ingenieursbureaus en (semi-)overheidsdiensten de natuurlijke partners voor grotere projecten. Steeds meer wordt samengewerkt met partners in ontwikkelingslanden, vaak voor kleinere adviesopdrachten, maar ook voor grotere institutionele versterkingsprojecten. Een interessante ontwikkeling is de samenwerking met organisaties die primair een taak hebben die op Nederland of Europa gericht is, maar ook een missie richting ontwikkelingslanden. Voorbeelden zijn het MNP (Milieu en Natuur Planbureau), de CieMER (Nederlandse Commissie voor Milieu Effect Rapportage) en ESA (Europees Ruimtevaart Agentschap). De samenwerking kan zich richten op het koppelen van verschillende inhoudelijke deskundigheden, maar ook wordt de capaciteit en expertise van het ITC ingezet op de financiële, administratieve en logistieke ondersteuning van projecten in het buitenland.
UN-Habitat ondertekende overeenkomst met ITC UN-Habitat, de organisatie voor stedelijke ontwikkeling van de Verenigde Naties (VN), en het ITC bundelen hun kennis op het gebied van stedelijke ontwikkeling in ontwikkelingslanden. Directeur UN-Habitat - en ondersecretaris-generaal van de VN - Dr. Anna Tibaijuka en ITC-rector prof. dr. ir. Martien Molenaar, hebben op 29 juni 2007 een overeenkomst getekend betreffende de samenwerking op de terreinen van capaciteitsontwikkeling, training en onderzoek. Volgens de VN leven 1 miljard mensen in sloppenwijken en loopt dat aantal op tot 2 miljard in 2025. 'Willen we de armoede in de wereld bestrijden dan is meer aandacht voor stedelijke ontwikkeling noodzakelijk', verklaarde Molenaar. 'In Nederland is veel kennis beschikbaar op het gebied van stedelijke ontwikkeling. Zo’n 180 organisaties houden zich met dit onderwerp bezig, maar van onderlinge afstemming en kennisuitwisseling komt nog te weinig terecht. Hier moet verandering in komen. Nederland zou zich, net zoals we dat doen met onze water- en landbouwVan links naar rechts: Dr Richard Sliuzas (ITC), Bert Diphoorn expertise, internationaal beter moeten (plv directeur van de 'Human Settlements and Finance Division'), Dr Anna Tibaijuka (directeur UN-Habitat), profileren als expert op het gebied van Professor Martien Molenaar (ITC rector) and Chris Paresi (ITC) stedelijke ontwikkeling en beheer'. Het ITC zette een belangrijke stap met de ondertekening van een overeenkomst met UN-Habitat. Beide organisaties gaan hun kennis op het gebied van de toepassing van geo-informatie wetenschappen en aardobservatie, landadministratie, planning en management ten behoeve van stedelijke ontwikkeling en waterbeheer bundelen, verder ontwikkelen en overdragen.
30
Advieswerkzaamheden
5
Bedrijfsvoering
5.1
Beleid en strategie
Het Strategisch Plan 2005-2009 gaat ervan uit dat de benodigde investeringen om de strategische ambities te realiseren worden verkregen uit een verbetering van de efficiency in de aanwending van personele middelen, vooral bij de ondersteunende diensten. De basis hiervoor is ondertussen gelegd en de verhouding wetenschappelijke – ondersteunende staf is ondertussen ten gunste van de eerste categorie gewijzigd. Ondertussen is een situatie bereikt waarbij verdere efficiencywinst nog steeds te realiseren is, vooral door een verbeterde proces- en procedurebeschrijving én toepassing daarvan. De winst die daaruit verkregen kan worden dreigt echter teniet gedaan te worden door de toenemende complexiteit van de processen (vooral de diversiteit in diensten en producten). Daarnaast zetten de toenemende eisen die sponsoren en opdrachtgevers stellen aan de verantwoording van de besteding van de toegekende of gecontracteerde middelen de ondersteuning onder druk. Het ITC kent een aansturing van de processen via procesmanagers voor onderzoek, onderwijs en contractwerkzaamheden zoals weergegeven in Figuur 1.6.1 - Organigram ITC. Elk van deze procesmanagers geeft leiding aan een bureau dat verantwoordelijk is voor de directe procesondersteuning. Het onderzoek, onderwijs en de contractwerkzaamheden worden uitgevoerd door de zes wetenschappelijke afdelingen. Een vijftal diensten geven algemene ondersteuning aan zowel de procesmanagers en hun bureaus als aan de wetenschappelijke afdelingen en de directie. Administratieve processen en de daarmee samenhangende procedures, taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn alle beschreven. Bekendheid met deze procesbeschrijvingen laat te wensen over, voornamelijk het gevolg van een combinatie van beperkte toegankelijkheid tot die beschrijvingen, die gedeeltelijk achterhaald zijn door de praktijk, en een binnen de academische cultuur heersende geringe belangstelling voor als bureaucratisch bestempelde administratieve regelgeving. De met ingang van september 2006 door de Raad van Toezicht aangestelde accountants hebben zich in hun Management Letter 2006 en het Accountantsverslag bij de Jaarrekening 2006 kritisch uitgelaten over in het bijzonder de projectadministratie en financiële studentenadministratie. De accountants erkennen dat de complexiteit van de werkzaamheden op het ITC consequenties heeft voor de complexiteit van de processen maar duiden daarbij gelijktijdig op de risico’s bij de uiteindelijke verantwoording. Om die reden is in 2007 een optimalisatietraject ingezet voor de financiële studentenadministratie en de financiële projectadministratie en de daaraan gekoppelde systemen, in het bijzonder het studentenregistratiesysteem. De werkzaamheden die hieraan verbonden zijn lopen door in 2008 en worden geacht het gewenste resultaat op te leveren, waarbij duidelijk is dat dit een beroep zal doen op de discipline van alle medewerkers om de aangescherpte procedures toe te passen. Daarnaast zal bij de verdere uitwerking van procedures en eventuele aanpassingen van de onderliggende informatiearchitectuur rekening gehouden worden met de voorgenomen integratie van het ITC in de UT als faculteit. Weliswaar behoudt het ITC een eigenstandige positie, missie en takenpakket maar gestreefd zal worden naar een optimalisering van de ondersteunende dienstverlening door integratie van die diensten overeenkomstig het Efficiënte Moderne Bedrijfsvoeringsprincipe zoals de UT dat hanteert en daar waar het voor zowel het ITC als de UT meerwaarde heeft. Besprekingen voorzien voor 2008 en 2009 zullen duidelijk moeten maken welke aanpassingen er in procedures en systemen gemaakt moeten worden om de integratie van de bedrijfsprocessen van het ITC te faciliteren. Na vaststelling van een plan daartoe in oktober 2006, is op 1 januari 2007 gestart met de implementatie van de reorganisatie van de IT-afdeling in afgeslankte vorm (met 17,0 fte van voorheen 26,0 fte). Deze reorganisatie was gericht op het realiseren van transparante, klantgerichte dienstverlening door toepassing van ITILprincipes (Information Technology Infrastructure Library). Hoewel de reorganisatie op zich geen grote veranderingen met zich meebracht met betrekking tot de IT-dienstverlening is aandacht vooral gericht geweest op een cultuuromslag van zowel IT-medewerkers als IT-gebruikers. Na evaluatie van de voortgang is de implementatie per eind september 2007 afgerond.
5.2
Personele capaciteitsverdeling
De personele capaciteit wordt via een allocatiemechanisme in tijd toegewezen aan de afdelingen voor de uitoefening van de onderwijsprogramma’s, onderzoek en projecten. Het aantal fte dat is ingezet in de primaire processen onderzoek en onderwijs is toegenomen, dit is conform beleid. Het aantal fte’s dat is ingezet in Bedrijfsvoering
31
algemene ondersteuning en procesondersteuning is afgenomen. Figuur 5.2.1 geeft de procentuele fteverdeling in 2007 aan, figuur 5.2.2 geeft de fte-verdeling in 2005 t/m 2007 aan. Figuur 5.2.1 Percentage fte-verdeling in 2007 Alg. ondest. 24% Onderzoek 17%
Proces ondersteuning 20%
Onderwijs 34% Advies 5%
Figuur 5.2.2 Fte-verdeling in 2005 t/m 2007 Onderzoek 100
Onderwijs Advieswerkzaamheden
90
80
Contractwerkzaamheden
5.9
3.3
5.4
Proces ondersteuning Algemene ondersteuning
70
fte
60 50
40
10.8
80.4
79.7
76.6
7.0
3.2 30
56.2
53.3
50.6
2005
2006
2007
65.2
65.9
2005
2006
61.7
20 32.3
31.1
33.3
10
12.6 2.0
3.7
2005
2006
0 2005
2006
2007
2005
Onderzoek
2006
2007
Onderwijs
7.5
5.5 7.2 2007
Advies werkzaamheden
Proces ondersteuning
2007
Algemene ondersteuning
Verlofstuwmeren Evenals in voorgaande jaren is er een actief beleid gevoerd om verlofstuwmeren terug te dringen. In onderstaande figuren is de opbouw en de verdeling van verlof over de wetenschappelijke en ondersteunende staf zichtbaar gemaakt. Het verlof is opgesplitst in regulier verlof en meerjaren- spaarverlof. Meerjarenspaarverlof is verlof dat gespaard kan worden via het keuzemodel arbeidsvoorwaarden. Figuur 5.2.3 Totaal verlofstuwmeer wetenschappelijke afdelingen 2003–2007 in fte en als percentage van de capaciteit 30%
25
Meerjaren sparen
Meerjaren sparen
Verlof
verlof
25%
20
20%
17.0
fte
15
15.4
15%
11.8
10
8.8
7.6
14.2%
13.9% 10.3%
10%
5 5.7
5.9
6.0
5.5
6.0
0
6.2%
4.7%
5.3%
5.3%
4.8%
5.0%
2003
2004
2005
2006
2007
0%
2003
32
7.8%
5%
2004
2005
2006
2007
Bedrijfsvoering
Figuur 5.2.4 Totaal verlofstuwmeer ondersteunende afdelingen 2003–2007 in fte en als percentage van de capaciteit 25
Meerjaren sparen
Verlof
30%
Meerjaren sparen
Verlof
25%
20
20%
fte
15 15%
10
11.0 8.8
7.2
5.7
5.5
10% 8.5%
5 3.8
3.3
3.8
4.0
2003
2004
2005
2006
2007
0
0%
4.9%
6.9%
5.6%
4.6%
2.9%
2.6%
3.0%
3.2%
4.0%
2003
2004
2005
2006
2007
5%
4.6
Het beleid was erop gericht om per eind 2007 de stuwmeren tot een acceptabel niveau van ongeveer 10% van de personele capaciteit terug te brengen. Bij de wetenschappelijke staf is dit doel eind 2007 nog net niet bereikt, wel zet de dalende trend door. Bij de ondersteunende staf was dit doel reeds in 2004 bereikt. Bij zowel de wetenschappelijke als de ondersteunende staf is het meerjaren-sparen iets toegenomen. De groei van het totale verlofstuwmeer is voornamelijk toe te wijzen aan de toegenomen deelname aan meerjarensparen.
Contracten Om goed op wisselende hoeveelheden werk in te kunnen spelen is in het Strategisch Plan 2005–2009 gesteld dat de verhouding contracten voor onbepaalde tijd / bepaalde tijd bij de wetenschappelijke afdelingen 70% / 30% zou moeten zijn. Figuur 5.2.5 geeft de verhouding contracten voor onbepaald / bepaalde tijd aan voor de wetenschappelijke afdelingen. De verhouding is al jaren 80% / 20%, de verhouding 70% / 30% lijkt niet haalbaar. De verhouding onbepaalde / bepaalde tijd van 70% / 30% is (ruimschoots) haalbaar als PhD-ers meegeteld worden bij bepaalde-tijdcontracten. In figuur 5.2.6 is tevens de verhouding van contracten onbepaalde en bepaalde tijd aangegeven voor de ondersteunende afdelingen.
Figuur 5.2.5 Verhouding contracten voor onbepaalde en bepaalde tijd 2003-2007 wetenschappelijke afdelingen
Figuur 5.2.6 Verhouding contracten voor onbepaalde en bepaalde tijd 2003-2007 ondersteunende afdelingen
100%
100%
80%
80%
60%
60%
40%
40%
20%
20% 0%
0% 2001
2002
2003
2004
onbepaalde tijd
Bedrijfsvoering
2005 bepaalde tijd
2006
2007
2001
2002
2003
2004
onbepaalde tijd
2005
2006
2007
bepaalde tijd
33
Personele ontwikkelingen Het totaal aan personele ontwikkelingen van het ITC geeft het volgende beeld: Tabel 5.2.1 Personele ontwikkelingen (incl. uitzendkrachten en gedetacheerd personeel, excl. stagiaires) Personeel (fte)
2003
2004
2005
2006
2007
121
120
115
113
121
34
44
39
48
96
Totaal wetenschappelijk ***
155
164
154
161
217
Ondersteunende afdelingen****
131
131
128
123
114
Totaal exclusief PhD-studenten
252
251
243
236
235
Totaal inclusief PhD-studenten
286
295
282
284
331
Gemiddelde leeftijd excl. PhD-studenten
46,0
46,0
45,1
44,3
46,6
Wetenschappelijke afdelingen* PhD-studenten **
* ** ***
Inclusief promovendi; zij hebben de status van 'personeelslid' PhD-studenten hebben dezelfde onderzoekstaak als promovendi maar hebben de 'studentstatus' Wetenschappelijk personeel in management-/supportfuncties is hierin niet meegeteld, wordt dit wel meegeteld (zie tabellen fte verdeling) dan is de verhouding wetenschappelijke staf versus diensten op koers. **** Exclusief personeel IIH BV
Figuur 5.2.7 Personele ontwikkelingen (incl. uitzendkrachten en gedetacheerd personeel, excl. stagiaires) Wetenschappelijke afdelingen
500
Ondersteunende afdelingen PhD-studenten
450
ITC (exclusief PhD-studenten) 400
331
ITC (inclusief PhD-studenten)
284
282
235
250
236
243
251
286 252
300 fte
295
350
96
121 48
39
50
44
34
100
114
123
113
128
115
131
120
131
150
121
200
2004
2005
0 2003
2006
2007
Figuur 5.2.8 Ziekteverzuimpercentage 2003-2007 5.0%
4.0%
3.8% 3.3%
3.4%
3.0% 3.0% 2.6%
2.0%
Ziekteverzuim Het ziekteverzuimpercentage is in 2007 nagenoeg gelijk gebleven aan het ziekteverzuimpercentage in 2006. Evenals in 2006 betreft het ziekteverzuim voornamelijk langdurig zieken. Op jaarbasis is een ziekteverzuim van 2,5% voor een gemiddelde organisatie gangbaar als ondergrens voor kortdurend ziekteverzuim.
1.0%
0.0% 2003
34
2004
2005
2006
2007
Bedrijfsvoering
Gepromoveerde medewerkers - Dr. Sherif Amer 'Regional Planning and Geo-Information Management: Towards Spatial Justice in Urban Health Services Planning'. 2 februari 2007 - Dr. Christiaan van der Tol 'Climatic constraints on carbon assimilation and transpiration of sub-Mediterranean forests'. 28 februari 2007 - Dr. Marleen Noomen 'Hyperspectral reflectance of vegetation affected by underground hydrocarbon gas seepage'. 22 juni 2007 - Dr. Dinand Alkema 'Simulating floods: on the application of a 2D hydraulic model for flood hazard and risk assessment'. 7 september 2007 - Dr. Frank van Ruitenbeek 'Hydrothermal processes in the Archean; new insights from imaging spectroscopy'. 21 september 2007
5.3
Huisvesting
Kantoor- en onderwijshuisvesting Voor de kantoor- en onderwijsfunctie beschikt het ITC over het pand aan de Hengelosestraat 99. Dit gebouw is 11 jaar oud en belast met een lening. De boekwaarde van het gebouw op 31 december 2007 bedroeg € 16.445.821 (excl. grond) en de hoogte van de lening per diezelfde datum € 11.354.523. Het gebouw kent een netto vloeroppervlakte van 19.000 m2, een perceelsoppervlakte van 7.510 m2 waarvan ongeveer 50% is bebouwd. In 2007 hebben diverse aanpassingen in het gebouw plaatsgevonden, voornamelijk om het toegenomen aantal PhD-studenten te kunnen huisvesten.
Studentenhuisvesting. Om de studentenhuisvesting ook op lange termijn te kunnen garanderen heeft het ITC in 2007 het appartementencomplex De Stadsweide aangekocht (zie kader). Het pand aan de Boulevard 1945 nr. 4 dateert van 1972 en is niet belast met een hypotheek. De boekwaarde van het pand komt voort uit de recent uitgevoerde renovatie en bedroeg € 4.404.833 op 31 december 2007. Om de toestroom studenten op te kunnen vangen heeft het ITC vervroegd twee van de vier aan het commerciële viersterrenhotel verhuurde etages teruggenomen. Deze beide etages zijn deels in 2007 gerenoveerd en zullen deels in 2008 gerenoveerd worden. Het aantal wooneenheden in dit pand dat in gebruik is bij het ITC is daarmee met 56 eenheden toegenomen. Naast de beide panden in eigendom huurt het ITC nog appartementen aan de Dr. Benthemstraat. Dit zijn per 31 december 2007 106 eenheden. Het huurcontract daarvan loopt per 1 juli 2009 af.
Saskia Groenendijk wint de Henk Scholten Award 2007 Ieder jaar reikt het ITC de Henk Scholten Award uit. De prijs is geïntroduceerd om het wij-gevoel binnen het Instituut te bevorderen en genoemd naar iemand die het goede voorbeeld was van een team-builder. De prijs is in 2007 uitgereikt aan Saskia Groenendijk, receptioniste van het ITC International Hotel, o.a. voor de wijze waarop zij heeft bijgedragen het thuisgevoel van de studenten te versterken. De Award werd uitgereikt door rector Martien Molenaar aan het begin van het eindejaarsfeest.
Bedrijfsvoering
35
Appartementencomplex De Stadsweide Medio 2007 heeft het ITC het pand Stadsweide aangekocht. Het appartementencomplex is gelegen aan de Haaksbergerstraat 82 tegenover het pand Boulevard 1945 nr. 4. Dit pand was al 20 jaar als huurpand in gebruik bij het ITC International Hotel. In het pand bevinden zich 54 wooneenheden, verdeeld over één-, twee- en driekamerappartementen. Het pand kan in principe 92 studenten huisvesten maar wordt deels gebruikt als gezinsaccommodatie. De kantoorruimte op de begane grond, met een vloeroppervlakte van 736 m2 is geheel aan derden verhuurd. Het perceel, met een totale oppervlakte van 4163 m2 heeft 55 parkeerplaatsen. Op het terrein zijn ook een tweetal fietsenstallingen gerealiseerd. De parkeerplaatsen en de fietsenstallingen zijn ook bedoeld voor het pand aan de Boulevard 1945 nr. 4. Voor het pand is een woningverbeteringproject gestart. Hiervoor is een modelwoning gerealiseerd. De keuken en de badkamer zullen worden vernieuwd. Het pand is geheel uit liquide middelen gefinancierd en heeft per 31 december 2007 een boekwaarde van € 3.529.000 (exclusief grond).
Tabel 6.2.1 Investeringen vastgoed 2008-2012 (x € 1000) Vastgoed
2008
2009
2010
2011
2012
0
9
220
133
0
- Boulevard 4
70
1.750
0
0
0
Totaal
70
1.759
220
133
0
- Hengelosestraat 99
36
Bedrijfsvoering
6
Financiën
6.1
Beleid en strategie
In het Strategisch Plan 2005-2009 is uitgegaan van een continuering van het bij aanvang bestaande subsidieniveau en een bescheiden groei in de opbrengsten van collegegelden en contractwerkzaamheden. Hiermee is een beleid ingezet om de afhankelijkheid van de subsidiemiddelen van het Ministerie van OCW te verminderen. Inzake de subsidie is deze aanname vooralsnog realistisch gebleken met een huidige toezegging van de zijde van het Ministerie van OCW de subsidie op het huidige niveau te continueren tot en met 2011. Het financieel beleid zal, evenals in voorgaande jaren, gericht zijn op een bescheiden positief resultaat. Ondanks toepassing van een steeds strakkere begrotingssystematiek is ieder jaar een aanzienlijk positief resultaat gerealiseerd als gevolg van onderbesteding. Deze is grotendeels weer het gevolg geweest van problemen rond de invulling van vacatures, waarbij naast onderbesteding op de begrote personele lasten tevens onderbesteding ontstond in de aan personeel gerelateerde materiële begroting. Ondanks de problemen met de invulling van vacatures zal worden vastgehouden aan het principe de begroting te baseren op voorziene werkzaamheden op het gebied van onderzoek, onderwijs en advisering, omdat alleen op die manier druk op de organisatie zal blijven bestaan om middels contractwerkzaamheden de financieringsbasis van de organisatie te verbreden. In het treasury-beleid streeft het ITC naar een verbetering van de solvabiliteit van 7% in 2000 oplopend naar 25% voor de periode tot 2009 en een liquiditeitspositie (uitgedrukt als current ratio – verhouding vlottende activa en kortlopende schulden) van 1,25 tot 1,40. Tevens wordt gestreefd om binnen het treasury-beleid extra aflossingen te plegen op de langlopende leaseovereenkomst voor het gebouw aan de Hengelosestraat 99 in Enschede, waar het ITC zijn werkzaamheden concentreert. Aan de door het Ministerie van OCW verschafte subsidiemiddelen zijn strikte subsidievoorwaarden verbonden die naast het Official Development Assistance-kader tevens aspecten van scheiding tussen publieke en private middelen inhouden. Bij de aanwending van subsidiemiddelen zal strikte controle plaats vinden op de toepassing van de door het Ministerie van OCW vastgestelde subsidievoorwaarden, alsmede de aanvullende richtlijnen inzake het gebruik van publieke middelen die door het Ministerie in 2006 zijn gepubliceerd ('Helderheid I en II' en 'Koersen op Kwaliteit'). Hiertoe is een controleprotocol subsidievoorwaarden opgesteld dat gebruikt wordt voor het toezien op een verantwoorde besteding van de middelen. Bij de aanwending van de subsidiemiddelen wordt tevens gekeken naar de lange termijn verplichtingen die voortkomen uit de missie van het ITC inzake de huisvesting van de studenten. De huisvestingslasten voor studenten zijn de afgelopen jaren, inclusief 2007, beperkt geweest omdat de huurkosten van ITC vastgoed voor een groot deel alleen gebaseerd waren op de afschrijvingskosten. Deze waren weer beperkt omdat de hoofdvestiging van de studentenhuisvesting aan de Boulevard 1945 grotendeels is afgeschreven. De vrijvallende subsidiemiddelen zijn vervolgens aangewend voor investeringen in het primaire proces en de strategische positionering. Op langere termijn zal dit echter leiden tot een aanzienlijk tekort tegen de tijd dat de huisvesting vervangen moet worden en hiertoe externe financiering nodig zal zijn. Om die reden zal het beleid in de toekomst er op gericht zijn de bijdrage aan de studentenhuisvesting aan te passen tot een niveau waarbij binnen de condities gesteld in de subsidiebeschikking van het Ministerie van OCW een afdracht gaat plaats vinden die de studentenhuisvesting op langere termijn kan veiligstellen.
6.2
Realisaties
Het exploitatieoverzicht over 2007 in vergelijking met de begroting 2007 is samengevat in tabel 6.2.1 Vooruitlopend op de vanaf 1 januari 2008 van kracht zijnde richtlijnen voor de jaarrekening (RJ 660) treft u in het bijgaande overzicht ook de vergelijkende begrotingscijfers voor 2008 aan.
Financiën
37
Tabel 6.2.1 Exploitatieoverzicht 2007 (x € 1.000) Begroting
Realisatie
2007
2007
2008
22.232
22.861
22.818
Cursusopbrengsten
2.158
1.761
2.250
Contractwerkzaamheden
4.600
4.363
4.600
Overige baten (incl. rente)
2.373
2.016
1.991
31.363
31.001
31.659
Baten: Subsidie Min. van OCW
Totaal
Begroting
Lasten: Personele lasten
16.959
17.250
16.194
Afschrijvingslasten
1.915
1.913
2.130
Huisvestingslasten
2.671
1.738
1.122
Studentenhuisvesting
1.123
991
2.054
Reis- en representatie
854
777
737
Veldwerkkosten
422
324
300
Researchprogramma
673
848
1.080
ITC Capacity Building Programme
1.100
882
1.100
Materiële lasten advieswerkzaamheden
2.500
2.342
3.000
Overige lasten
3.101
2.862
2.864
Totaal
31.318
29.927
30.581
Saldo
45
1.074
1.078
Een samenvatting van het exploitatieresultaat geeft voor de afgelopen vijf jaar het volgende beeld: Tabel 6.2.2 Samenvatting exploitatieresultaat (x € 1.000)
2002
2003
2004
2005
2006
2007
Resultaat reguliere activiteiten
1.002
1.303
1.833
1.221
477
606
Resultaat contractwerkzaamheden
870
807
715
444
264
459
Resultaat vrijval voorzieningen
399
319
1.270
0
46
0
Resultaat IIH BV (hotelactiviteiten)
550
5
4
47
-/- 8
7
0
0
0
0
80
2
2.821
2.434
3.822
1.712
859
1.074
Resultaat Stichting ITC Fonds Totaal exploitatieresultaat
De weergegeven financiële cijfers zijn de geconsolideerde cijfers van zowel het ITC als van ITC International Hotel (IIH BV). Sinds 2006 zijn ook de financiële cijfers van de Stichting ITC Fonds geconsolideerd. Uiteraard is bij de consolidatie rekening gehouden met de bekende administratieve eliminatieposten. Mede in het licht van de ambities zoals vastgelegd in het Strategisch Plan 2005 – 2009 kunnen onderstaande observaties worden gemeld, waarbij ter vergelijking met 2006 wordt verwezen naar de gedetailleerde cijfers in hoofdstuk 7. Subsidiebijdrage Medio 2007 is door het Ministerie van OCW het subsidiebedrag over 2007 met € 629.000 verhoogd. Hiervan was een bedrag van € 568.000 ten behoeve van de compensatie voor de gestegen loonkosten. Daarnaast is het subsidiebedrag met € 61.000 verhoogd als gevolg van de prijsbijstelling. Hierbij moet opgemerkt worden dat € 43.000 specifiek bestemd is voor de gestegen huisvestingslasten. Cursusgelden In 2007 is het ITC er wederom in geslaagd om de dalende tendens van de opbrengsten uit 'cursusgelden' te doorbreken. Ten opzichte van 2006 is er een toename gerealiseerd van ruim € 42.000. Die stijging wordt veroorzaakt door een toename van de studenten op de reguliere diploma/graadverlenende cursussen als de korte cursussen. Dat er desondanks nog een ruim verschil met het begrotingsbedrag te zien is, komt doordat 38
Financiën
bij een aantal cursussen géén lesgeld kon worden doorberekend, doch dat in die gevallen was afgesproken dat 'menstijd' moest worden doorberekend. Hierdoor werd in 2007 in plaats van opbrengst cursusgeld juist een opbrengst contractwerkzaamheden gerealiseerd. Contractwerkzaamheden Anders is het gesteld met de opbrengsten uit contractwerkzaamheden. De strategische ambities zijn in 2007 even als voorgaande jaren niet gerealiseerd (Tabel 6.2.3). De gerealiseerde omzet advieswerkzaamheden (projecten) in 2007 is met € 4.363.000, weliswaar hoger dan in 2006, toen nog een omzet werd gerealiseerd van € 4.214.000. Contractonderwijs projecten leverden het grootste aandeel aan deze omzet, gevolgd door adviesopdrachten. In het verslagjaar is een bruto resultaat op contractwerkzaamheden gerealiseerd van € 459.000. Tabel 6.2.3 Strategisch Plan 2005-2009: Contractwerkzaamheden ambities en realisaties 2005 Contract Onderzoek Onderwijs
Ambitie
Totaal
Realisatie
Ambitie
2007
Realisatie
Ambitie
Realisatie
€ 1000
400
626
600
742
850
715
Fte
2,0
5,4
4,0
10,8
6,0
12,0
€ 1000
900
1.724
1.300
1.794
1.600
2.293
Fte
5,5
4.,6
6,5
3,3
7,5
4,9
3.100
2.111
2.900
1.678
2.750
1.355
12,0
7,3
11,5
4,8
11,0
5.1
4.400
4.459
4.800
4.214
5.200
4.363
19,5
17,3
22,0
18,9
24,5
22,0
€ 1000 Advies
2006
Fte € 1000 fte
De oorzaken zijn divers en van zowel externe als interne origine: Extern: De markt van voor het ITC relevante contractwerkzaamheden (project services) is beperkt. De toegenomen concurrentie voor financieringsprogramma’s die in het verleden alleen toegankelijk waren voor Internationaal Onderwijs (IO) instellingen zet het marktaandeel van het ITC onder druk. Daarnaast zet het minder lucratieve karakter van contractonderzoek en kennisoverdracht in vergelijking met professionele advies- en uitvoeringsopdrachten vervolgens de inkomsten uit contractwerkzaamheden extra onder druk. Intern: De op het ITC aanwezige expertise is voornamelijk gericht op capaciteitsontwikkeling in de vorm van onderzoek en kennisoverdracht. De professionele adviesmarkt vraagt expertise die slechts beperkt aanwezig is op het ITC en daardoor minder goed toegankelijk voor het ITC. Daarnaast is er een kwantitatief probleem (beschikbaarheid) door de werkdruk die verbonden is aan de groei in de voornamelijk subsidiegebaseerde onderzoeks- en onderwijsactiviteiten. Een enige jaren geleden daartoe gewijzigd personeelsbeleid (rekruteren op basis van begrotingsvooruitzichten) heeft door problemen bij het invullen van vacatures tot op heden niet tot het gewenste effect geleid. De grote afhankelijkheid van de subsidie van het Ministerie van OCW en de onduidelijkheid over continuering hiervan na 2011 maken het noodzakelijk, ongeacht de geconstateerde beperkingen, een grotere diversiteit na te blijven streven in de financieringsbasis van de organisatie. Zo werden in 2007 zeven promovendi (werknemers) gedeeltelijk uit externe bron gefinancierd, zoals het BSIK programma (Besluit Subsidies Investeringen Kennisinfrastructuur), de Ruimte voor Geo-informatie, de Europese Commissie en de Stichting Ruimte Onderzoek Nederland. Externe financiers voor PhD-kandidaten die als studenten staan geregistreerd in 2006 waren het Huygens-programma, de NUFFIC, de WOTRO, het Ministerie van Buitenlandse Zaken (DGIS), de Higher Education Commission uit Pakistan en ministeries en overheidsorganisaties uit Botswana, Iran, Syrië en Vietnam. Daar waar tot enige jaren terug het Netherlands Fellowship Programme voor zo’n 80% van de studenten voor de reguliere onderwijsprogramma’s de financieringsbron vormde, is dat in 2007 gedaald tot ongeveer 39%. Succesvolle acquisitie uit het Erasmus Mundus Programma van de Europese Unie (11%), overeenkomsten met het Joint Japan World Bank Scholarship Programme (4%), versterkte werving onder zelf betalende studenten (24%) en cost-sharing-overeenkomsten met academische en professionele organisaties gebruik makend van het ITC Capacity Building Programme (22%) hebben duidelijk effect gesorteerd. Er wordt voor de toekomst gestreefd naar een nog strategischer gebruik van de middelen uit het ITC Capacity Building Programme. Om een groei van de contractwerkzaamheden te realiseren zal worden gestreefd naar een intensivering van de acquisitiewerkzaamheden door een nauwere samenwerking tussen marketing/acquisitie en wetenschappeFinanciën
39
lijke medewerkers (een beleid dat enige jaren geleden reeds is ingezet). Daarnaast zal worden gekeken naar interne stimuleringsmaatregelen. Hierbij wordt gedacht aan het beschikbaar stellen van subsidiemiddelen alleen als daar extern verworven middelen tegenover staan. Voor de research-activiteiten is dit vanaf de start van het research-programma in 2000 de intentie geweest maar nog slechts beperkt gerealiseerd. Voor onderwijsactiviteiten en de speciale programma’s die worden uitgevoerd ten behoeve van UN-organisaties wordt aan eenzelfde beleid gedacht. Begrotingstechnisch heeft dit gevolgen voor de toewijzing van subsidiemiddelen aan die activiteiten die succesvol zijn, dus een verschuiving tussen processen en/of afdelingen. Naast de hiervoor genoemde hoofdpunten kunnen nog de volgende aanvullende opmerkingen gemaakt worden: Algemeen In het algemeen kan gesteld worden dat de kostenposten vrij goed beheersbaar zijn gebleken. De afwijkingen ten opzichte van zowel de realisatie 2006 als de begroting 2007 zijn goed te verklaren. Personele lasten De personele lasten waren voor 2007 al lager begroot dan de gerealiseerde personele lasten in 2006. Die onderbesteding kon al in een vrij vroeg stadium van 2007 gesignaleerd worden, als gevolg van een adequaat controlesysteem op de personele lasten. De oorzaak lag evenals in 2006 in het feit dat een aantal vacatures niet ingevuld konden worden. Dat de begrotingspost uiteindelijk toch met € 291.000 is overschreden komt door de volgende oorzaken. Op basis van het wachtgeldoverzicht met de cumulatieve verplichtingen per ultimo 2007, moest nog een extra dotatie plaatsvinden van € 440.000. Eveneens moest nog € 50.000 toegevoegd worden aan de jubileumvoorziening. Aangezien per ultimo 2007 de reservering in verband met het 'stuwmeer aan vakantiedagen' voor het eerst berekend is op basis van de werkelijke individuele salarislast en niet meer op basis van de gemiddelde personeelslast, moest een extra reservering plaats vinden van € 537.000. Hiermee werd de totale personeelslast verhoogd met € 1.027.000 waarmee in de begroting geen rekening was gehouden. Financieringslasten Tot en met 2005 werden de rentelasten van de leaserekening steeds onder de huisvestingslasten gepresenteerd. Voor het eerst in de jaarrekening 2006 is op advies van de accountants besloten deze rentelasten (in 2007: € 602.000) onder de financiële baten en lasten te presenteren. Hierdoor is een groot verschil verklaard van de afwijking tussen de begrotings- en realisatiecijfers. Omdat begin 2007 weer gebruik is gemaakt van de mogelijkheid van extra aflossing op de leaserekening, zijn de huisvestingskosten lager dan begroot. Studentenhuisvesting De post 'bijdrage studentenhuisvesting' is € 111.000 toegenomen ten opzichte van 2006. Hierbij moet rekening worden gehouden met het feit dat het aantal overnachtingen in 2007 met 24% is toegenomen. Vanwege deze sterke groei in 2007 zijn ook de inkomsten via de studenten gestegen. Bij een bescheiden groei van de commerciële omzet en een goede kostenbeheersing binnen het Hotel, kon de ITC-bijdrage beperkt blijven, waardoor deze uiteindelijk € 132.000 onder het begrotingsbedrag bleef. ITC Capacity Building Programme Het in 2004 ingevoerde 'ITC Capacity Building Programme' heeft na het startjaar 2005, pas vanaf 2006 volledig kunnen draaien. Qua begroting was in 2007 zelfs nog een verdere stijging voorzien, doch gezien het feit dat een sterke toename van studenten gerealiseerd kon worden, was het niet noodzakelijk om de begrote eigen middelen volledig aan te wenden. De realisatie in 2007 laat daarom slechts een stijging van ca. € 50.000 ten opzichte van 2006 zien. Tegelijkertijd is hiermee de onderbesteding van ruim € 218.000 ten opzichte van de begroting verklaard. Beleggingen Binnen de beschikbare financiële middelen is per ultimo 2007 een bedrag van € 500.000 belegd in een beleggingsproduct (Steepener) van de ING-bank. Ook met dit beleggingsproduct wordt voldaan aan het gestelde uitgangspunt van het treasurystatuut: 'nimmer risico op de hoofdsom'. De actuele beurswaarde van deze beleggingen per balansdatum is overigens € 408.000. In februari 2007 is een ander beleggingsproduct verkocht, hiermee was een verkoopresultaat gemoeid van bijna € 493.000.
40
Financiën
Bestemming resultaat Het totale resultaat van € 1.074.397 wordt toegevoegd aan het eigen vermogen. Het eigen vermogen wordt hiermee verhoogd tot een bedrag van € 17.226.674. Solvabiliteit Als gevolg van het bovengenoemde resultaat is ultimo 2007 de solvabiliteit van het ITC nog weer iets gestegen tot 43%, ruim boven de norm van 25% zoals gesteld in het 'ITC Strategisch Plan 2005-2009'. Liquiditeitspositie De 'current ratio', de verhouding tussen vlottende activa en kortlopende schulden, bedroeg ultimo 2007 0,76 (ultimo 2006: 1,1). Hoewel hiermee niet wordt voldaan aan de gestelde eisen, blijkt deze verhouding in de praktijk ruim voldoende. Hierbij dient bovendien rekening gehouden te worden met het feit dat de voor 2008 geplande aflossing van € 1.596.000 op de langlopende lease-overeenkomst voor het gebouw aan de Hengelosestraat onder de kortlopende schulden is opgenomen. Indien deze post niet wordt meegenomen, zou de 'current ratio' ultimo 2007 0,85 geweest zijn. De liquiditeitspositie is in 2007 aanzienlijk gedaald vanwege het feit dat de aanschaf van het Stadsweide-complex, waarmee een bedrag van € 5.300.000 was gemoeid, volledig uit eigen middelen is gefinancierd.
Financiën
41
7
Jaarrekening
7.1
Grondslagen
Grondslagen voor de consolidatie In de consolidatie zijn betrokken de financiële gegevens van stichting International Institute for Geo-Information Science and Earth Observation (ITC), ITC International Hotel BV (IIH BV) en stichting ITC Fonds. De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld met toepassing van de grondslagen voor de waardering en resultaatbepaling van stichting International Institute for Geo-Information Science and Earth Observation (ITC). De financiële gegevens van de groepsmaatschappij worden volledig in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen onder eliminatie van de onderlinge verhoudingen en transacties. Algemene grondslagen van de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders wordt vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Onderhanden projecten worden gewaardeerd tegen de bestede kosten verminderd met de op balansdatum reeds voorzienbare verliezen. De reeds gefactureerde termijnen worden op de onderhanden projecten in mindering gebracht. Ultimo boekjaar worden de bestede kosten van alle projecten gefactureerd, waardoor de post onderhanden projecten ultimo boekjaar nihil is. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen, voorzover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s, die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Omrekening van vreemde valuta’s Vorderingen, schulden en verplichtingen in vreemde valuta’s worden omgerekend tegen de koers per balansdatum. Transacties in vreemde valuta’s gedurende de verslagperiode worden in de jaarrekening verwerkt tegen de koers van afwikkeling. De uit omrekening per balansdatum voortvloeiende koersverschillen worden opgenomen in de exploitatierekening.
Grondslagen voor de waardering van de geconsolideerde balans Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd op verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs rekening houdend met eventuele residuwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Op grond wordt niet afgeschreven. Financiële vaste activa De onder de financiële vaste activa opgenomen effecten worden gewaardeerd op de verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde per balansdatum. Voor afwaardering van de effecten wordt de collectieve methode toegepast. Voorraden Voorraden worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere netto-opbrengstwaarde onder aftrek van een eventuele voorziening wegens incourantheid. Deze voorziening wordt bepaald door individuele beoordeling van de voorraden. Vorderingen en overlopende activa De vorderingen worden opgenomen tegen nominale waarde, onder aftrek van de noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen. Voorzieningen Per balansdatum worden voorzieningen opgenomen voor: verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs is te schatten; op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten; 42
Jaarrekening
lasten die in een volgend boekjaar zullen worden gemaakt, als de oorsprong voor die lasten in het verslagjaar of een voorgaand verslagjaar ligt.
Grondslagen voor de bepaling van het geconsolideerde exploitatieresultaat Baten en personele en materiële lasten Het exploitatiesaldo wordt bepaald als het verschil tussen rijksbijdragen OCW, collegegelden, baten werk in opdracht van derden en overige baten verminderd met de kosten over het verslagjaar met inachtneming van de hiervoor vermelde waarderingsgrondslagen. Buitengewone baten en lasten Buitengewone baten en lasten vloeien voort uit handelingen en gebeurtenissen die niet karakteristiek zijn voor het bedrijf en derhalve een relatief incidenteel karakter hebben.
Grondslagen geconsolideerd kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De liquide middelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen, zijnde kasgelden en direct opeisbare banktegoeden.
Grondslagen voor de waardering van de enkelvoudige jaarrekening De grondslagen voor de waardering van de enkelvoudige jaarrekening zijn overeenkomstig de grondslagen voor de waardering van de geconsolideerde jaarrekening, met dien verstande dat: Financiële vaste activa Deelnemingen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd op de netto-vermogenswaarde, doch niet lager dan nihil. Voor een vermogenstekort van een deelneming wordt een voorziening gevormd. Aandeel in resultaat van deelnemingen Als resultaat van deelnemingen waarin invloed van betekenis wordt uitgeoefend op het zakelijke en financiële beleid, wordt het aan de vennootschap toekomende aandeel in resultaat van deze deelnemingen opgenomen. Dit resultaat wordt bepaald op basis van de bij ITC geldende grondslagen voor waardering en resultaatbepaling.
Jaarrekening
43
7.2
Geconsolideerde balans per 31 december 2007
Model B2 (x € 1.000,=) 1 Activa
2 Passiva 31/12/2007
31/12/2006
31/12/2007
31/12/2006
€
€
€
€
€
€
€
€
Vaste activa 1.2 Materiële vaste activa 1.3 Financiële vaste activa
30.435
25.493
429
445
Totale vaste activa
30.864
2.1 Eigen vermogen
1.5 Vorderingen 1.6 Effecten 1.7 Liquide middelen Totale vlottende activa
Totaal activa
44
112
89 2.438
0
1.500
6.240
8.326
39.825
16.153
25.938
2.609
8.961
16.153 17.226
Vlottende activa 1.4 Voorraden
17.226
2.4 Voorzieningen
1.024
874
2.5 Langlopende schulden
9.759
11.354
2.6 Kortlopende schulden
11.816
9.910
22.599
22.138
39.825
38.291
12.353
38.291 Totaal passiva
Jaarrekening
7.3
Geconsolideerde exploitatierekening 2007
Model B3 (x € 1.000,=) 2007 € 3 3.1 3.2 3.3 3.4
4 4.1 4.2 4.4
Baten Rijksbijdragen OCW Cursusopbrengsten Baten contractwerkzaamheden Overige baten Totaal baten
22.861 1.761 4.363 1.954
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Overige instellingslasten Totaal lasten
17.250 1.913 10.764
Saldo financiële baten en lasten
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering 6 6.1 6.2
Buitengewone bedrijfsvoering Buitengewone baten Buitengewone lasten
Jaarrekening
-/-
22.232 2.158 4.600 2.198
2006 €
€
22.438 1.719 4.214 2.290 31.188
16.959 1.915 12.444
30.661
17.212 1.752 10.062
29.927
31.318
29.026
1.012
130-
1.635
62
175
-776
1.074
45
859
-
Resultaat uit buitengewone bedrijfsvoering 7 Aandeel derden Exploitatiesaldo
Begroting 2007 € €
30.939
Saldo baten en lasten 5
€
-
-
-
1.074
-
45
859
45
7.4
Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2007
Model B4 (x € 1.000,=) 2007 € Kasstroom uit operationele activiteiten: Exploitatiesaldo Afschrijvingen Mutaties werkkapitaal - Voorraden - Vorderingen - Effecten - Kortlopende schulden Mutaties voorzieningen
€
2006 €
1.074 1.913
859 1.752
-23 -171 1.500 1.907 150
-17 1.193 -1.500 -278 297 6.350
€
2.307
Kasstroom uit investeringsactiviteiten (Des) investeringen materiële vaste activa (Des) investeringen financiële vaste activa
-6.857 16
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie liquide middelen
Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen Eindstand liquide middelen
46
-1.717 1.620 -6.841
-97
-1.595
-1.604
-2.086
605
8.326 -2.086
7.721 605 6.240
8.326
Jaarrekening
7.5
Toelichting op de onderscheiden posten van de geconsolideerde balans
Model B5 1.2
Materiële vaste activa Verkrijgingsprijs ( x € 1.000,=) (vervaardigingsprijs) t/m jaar 2006
1.2.1
Gebouwen en terreinen
1.2.1.1 1.2.1.2
Gebouwen Terreinen
1.2.2
Inventaris en apparatuur Totaal
1.2.a 1.2.a.1
1.2.a.2
1.2.b
Jaarrekening
Waardevermindering en afschrijvingen t/m 2006
Boekwaarde
€
€
€
€
€
€
€
%
31.896 2.111 34.007
10.463 410 10.873
21.433 1.701 23.134
4.161 1.665 5.826
-
1.213 1.213
24.381 3.366 27.747
3,33 / 10 -
6.106
3.747
2.359
1.030
-
700
2.689
6,66 / 33,33
40.112
14.619
25.493
6.856
-
1.913
30.436
OZB en verzekerde waarde gebouwen en terreinen Bedrag OZB waarde gebouwen en terreinen: Hengelosestraat 99 17.040.000 Boulevard 1945 nr. 4 5.846.000 Haaksbergerstraat 82 5.017.000 Verzekerde waarde gebouwen: Hengelosestraat 99 40.284.600 Boulevard 1945 nr. 4 17.847.800 Haaksbergerstraat 82 5.685.600
Boeken
Aanschaf in 2007
31/12/2006
Investeringen 2007
Desinvesteringen 2007
Afschrijvingen jaar 2007
Boekwaarde 31/12/2007
Gehanteerd afschrijvingspercentage
Peildatum 01-01-2007 01-01-2007 01-01-2007 01-01-2008 01-01-2008 01-01-2008
€ 20.503
47
Materiële vaste activa: Ter financiering van het gebouw 'Hengelosestraat 99' te Enschede is een financial leasecontract met SNS Property Finance afgesloten ter grootte van totaal € 23.597.000. Begin 2007 is dat contract verlengd, opnieuw voor een periode van 10 jaar. De aflossingen geschieden in 50 halfjaarlijkse annuïteiten die jaarlijks met 1,5% verhoogd worden. Deze jaarlijkse indexatie wordt door het Ministerie van OCW gecompenseerd via extra toewijzingen in de subsidie. De eerste aflossing vond medio januari 1997 plaats. In totaal is in 2007 bijna € 425.000 afgelost conform het aflossingsschema en daarnaast is begin 2007 bijna € 1.180.000 extra afgelost. Van de totale schuldrest is de reguliere aflossingsverplichting voor 2008 (€ 416.000) evenals de voor 2008 geplande extra aflossing (€ 1.180.000) onder de kortlopende schulden gepresenteerd. Gestelde zekerheden: 1e hypothecaire inschrijving tot een bedrag van € 23.597.000 en bovendien tot een bedrag van € 4.248.337 tot verhaal van verschuldigde renten, vergoedingen en kosten, op het gebouw aan de Hengelosestraat 99 te Enschede. Verpandingsrechten voortvloeiend uit de subsidietoezegging uit hoofde van de huisvestingslasten.
1.3
1.3.1
1.3.5.4
Financiële vaste activa Boekwaarde
Investeringen
Desinvesteringen
Boekwaarde
31/12/2006
2007
2007
31/12/2007
-52 North
6.500
0
0
6.500
Subtotaal deelnemingen
6.500
0
0
6.500
438.500
0
16.223
422.277
438.500
0
16.223
422.277
445.000
0
16.223
428.777
Deelnemingen:
Effecten: Overige effecten Subtotaal effecten Totaal vaste activa
De nominale waarde van de belegging bedraagt op 31 december 2007 € 500.000, de marktwaarde op 31 december 2007 was echter € 422.277, derhalve is de belegging tegen deze waarde in de balans opgenomen.
48
Jaarrekening
Vlottende activa 1.4
Voorraden
31/12/2007 €
1.4.1
Gebruiksgoederen
1.5.3
Verbonden partijen Overige vorderingen
1.5.5
88.575
31/12/2007 €
Debiteuren
Inzake projecten, personeel etc.
264.271
Inzake belastingen en premies
38.177
31/12/2006
€
€
€
1.851.225
1.608.510
47.622
51.155 440.888 103.620
302.448 1.5.6
Nog te ontvangen bedragen
79.016
96.610
329.081
137.993
Totaal
Effecten
408.097
234.603
2.609.392
2.438.776
31/12/2007 €
1.6.3
615.916
Overlopende activa Vooruitbetaalde bedragen
1.6
€
88.575 111.760
Vorderingen
1.5.1
€
111.760
Totaal
1.5
31/12/2006
€
Overige effecten Totaal
31/12/2006
€
€
0
€
1.500.000 0
1.500.000
De per ultimo 2006 aanwezige effecten, zijn begin 2007 verkocht voor € 1.992.500. De boekwinst van deze transactie is opgenomen onder de 'financiële baten en lasten'. 1.7
Liquide middelen
31/12/2007 €
31/12/2006
€
€
€
1.7.1
Banken
1.062.308
1.7.2
Kasmiddelen Deposito's
18.766
17.351
5.159.410
7.033.657
Totaal
6.240.484
8.326.286
1.7.4
2
Passiva
2.1
Eigen vermogen
Mutaties Saldo
Bestemming
Overige
Saldo
31/12/2006
exploitatiesaldo
mutaties
31/12/2007
2007
2007
€ 2.1.1
Kapitaal
2.1.2
Algemene reserve
2.1.3
Bestemmingenreserve: Vastgelegd in terreinen Totaal vermogen
Jaarrekening
1.275.278
€
€
45
€ 45
14.490.694
1.074.397
-/- 1.222
15.563.869
1.662.760
-
-
1.662.760
16.153.499
1.074.397
-/- 1.222
17.226.674
49
2.4 Voorzieningen
Mutaties Saldo 31/12/2006
Dotaties 2007
Onderverdeling saldo 31-12-2007
Onttrekkingen 2007
Vrijval 2007
Saldo 31/12/2007
< 1 jaar
1 - 5 jaar
> 5 jaar
€
€
€
€
€
€
€
€
Wachtgeld
873.652
440.222
290.075
-
1023.799
102.380
409.519
511.900
Totaal
873.652
440.222
290.075
-
1023.799
102.380
409.519
511.900
2.5 Langlopende schulden
Bedrag lening
Aangegane
Aflossingen
Voorgenomen
Bedrag
Rente
Resterende
31/12/2006
Leningen o/g 2007
2007
Aflossingen 2008
Boekwaarde 31/12/2007
percentage
Looptijd
€
€
€
€
€
%
1.604.429
1.595.459 Gepresenteerd onder kortlopende schulden 1.595.459
9.759.064
5,25%
Kredietinstellingen: SNS Property Finance
12.958.952
Totaal
12.958.952
50
-
1.604.429
14 jaar
9.759.064
Jaarrekening
Voorzieningen: Voorziening wachtgeld De voorziening wachtgeld is gevormd in verband met toekomstige verplichtingen van het ITC uit hoofde van de wachtgeldregeling.
2.6
Kortlopende schulden
31/12/ 2007 €
2.6.1 2.6.2 2.6.3 2.6.5. 2.6.6 2.6.7 2.6.8
Kredietinstellingen Vooruitgefact. en ontvangen termijnen Crediteuren Verbonden partijen Belasting en premies soc. verzekeringen Schulden inzake pensioenen Overige kortlopende schulden: - Studieprogramma's - Overige posten
€ 1.595.459 4.426.720 356.960 9.408 659.308 199.370
1.569.960 44.615
31/12/ 2006 €
2.303.408 18.052 1.614.575
2.6.9
€ 1.604.429 1.974.899 647.742 10.200 552.506 192.385
2.321.460
Overlopende passiva: - Vakantiegeld en ziektekosten - Vakantiedagen - Overig
Totaal
Jaarrekening
599.513 1.899.825 455.498
590.539 1.359.878 655.615 2.954.836
2.606.032
11.816.636
9.909.653
51
7.6
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Model B6 Inzake de leaseovereenkomst, met betrekking tot het gebouw aan de Hengelosestraat 99, is per balansdatum een rentebedrag verschuldigd van € 4.248.000. In het kader van contractwerkzaamheden is nog aan één opdrachtgever bankgarantie verstrekt. Hoewel getracht wordt ook deze bankgarantie te beëindigen, is hiermee per balansdatum nog een bedrag gemoeid van € 29.025. Ultimo 2005 heeft ITC een contract afgesloten met betrekking tot de vervanging van de vloerbedekking in het gehele pand. Deze vervanging zal tot en met 2009 gefaseerd worden uitgevoerd; hiermee is per balansdatum nog een bedrag gemoeid van ca. € 171.000. Deze verplichting is echter niet in de balans opgenomen. Het ITC heeft ten behoeve van reproactiviteiten een contract lopen tot en met augustus 2008. Per balansdatum is hiermee een bedrag gemoeid van € 16.000. Het ITC heeft voortvloeiende uit de contracten inzake contractwerkzaamheden meerjarige verplichtingen uitstaan, waarvan de financiële consequenties kwantitatief nog niet geheel bekend zijn en derhalve ook niet zijn opgenomen in de balans. Door de oprichting van ITC International Hotel BV heeft ITC zich per 31 december 1998 verplicht tot volledige nakoming van de verplichtingen welke zijn aangegaan door IIH BV. Hieronder valt ook de verplichting betreffende de huurovereenkomst inzake het studentenhotel 'Hof van Arke'. Uitgaande van een einddatum per 1 juli 2009 wordt rekening gehouden met een verplichting van € 624.294. Tevens heeft IIH BV de verplichting om per 1 januari 2009 de in de door het Eden Hotel Group gehuurde ruimtes aanwezige hotelinventaris over te nemen voor een bedrag van € 94.277. De overige over te nemen hotelinventaris zal overgenomen worden tegen de waarde die bij de Eden Hotel Group in de boeken vermeld staat per 1 januari 2009. Tenslotte heeft IIH BV voor de duur van 3 jaar een contract afgesloten met de fa. Engelbertink ten behoeve van de wasserij. In 2007 was hiermee een bedrag gemoeid van € 85.000 op jaarbasis. Prijsaanpassingen vinden plaats per 1 januari van het jaar en worden gebaseerd op onderbouwde branchecijfers.
52
Jaarrekening
7.7
Overzicht verbonden partijen
Model B7 Meerderheidsdeelneming (bv of nv) Naam Juridische Vorm ITC International Hotel BV
bv
Statutaire Zetel Enschede
Code Activiteiten 4
Totaal
Beslissende zeggenschap (stichting of vereniging) Naam Juridische Statutaire Vorm Stichting ITC Fonds Totaal
stichting
Zetel Enschede
Code Activiteiten 4
Eigen vermogen
Exploitatie-
Omzet
Verklaring
Consolidatie
31/12/2007
saldo 2007
2007
art. 2:403 BW ja/nee
ja / nee
ja
ja
€ 151.388
€ 7.038
€ 2.932.463
151.388
7.038
2.932.463
Eigen vermogen
Exploitatie-
Omzet
Verklaring
Consolidatie
31/12/2007
saldo 2007
2007
art. 2:403 BW ja/nee
ja / nee
nee
ja
Omzet
Verklaring
Consolidatie
2007
art. 2:403 BW ja/nee
ja / nee
nee nee nee nee nee nee
nee nee nee nee nee nee
€ 145.386
€ 1.609
€ 5.115
145.386
1.609
5.115
Overige verbonden partijen (minderheidsdeelneming en geen beslissende zeggenschap) Naam Juridische Statutaire Code Eigen vermogen ExploitatieactiviteiVorm Zetel 31/12/2007 saldo 2007 ten € € ITC Hulpfonds studenten stichting Enschede 4 16.965 -/-115 ITC Personeelsfonds stichting Enschede 4 59.452 419 Pers.Vereniging Intercontact vereniging Enschede 4 7.182 2.247 Student Association SAB vereniging Enschede 4 12.982 3.187 52 North G.m.b.H. Munster 2 56.235 31.260 St. Virtual Valley Twente stichting Enschede -/-1.704 -/-3.163 Totaal
Jaarrekening
152.816
36.998
€ 532 2.462 11.034 14.083 98.310 4.077
Deelname Percentage % 100
130.498
53
7.8
Toelichting op de onderscheiden posten van de geconsolideerde exploitatie rekening
Model B8 3. Baten
(Normatieve) rijksbijdrage OCW
2007 € 22.861.000
2006 € 22.438.000
Totaal
22.861.000
22.438.000
Cursusgeld Opbrengst NFP-handling Opbrengst Veldwerken NFP Opbrengst MSc-bijdrage
2007 € 1.484.374 191.077 85.205 0
2006 € 1.464.245 159.386 72.000 22.965
Totaal
1.760.656
1.718.596
2007 € 2.293.141
2006 € 1.794.375
34.090 305.499 208.962 0 95.694 71.267 715.512
197.773 285.325 100.137 1.295 157.742
170.636 981.289 1.343 100.311 101.361 1.354.940
338.465 879.459 0 175.595 283.975 1.677.494
Totaal
4.363.593
4.214.141
3.4
Overige baten
3.4.2 3.4.5
Verhuur en logiesopbrengst Overige
2007 € 1.931.041 23.214
2006 € 1.696.087 594.293
Totaal
1.954.255
2.290.380
3.1
Rijksbijdrage OCW
3.1.1
3.2
Cursusopbrengsten
3.3.
Baten contractwerkzaamheden
3.3.1
Opbrengst contractwerkzaamheden
3.3.1.1
Contractonderwijs
3.3.1.2
Contractonderzoek Internationale organisaties Nationale overheden NWO KNAW Overige non-profit organisatie Bedrijven
3.3.1.3
Consultingactiviteiten International organisaties Nationale overheden KNAW Overige non-profit organisaties Bedrijven
742.272
Onder 'overige baten' is de kostenpost inzake de btw-controle over 2003 t/m 2006 opgenomen, welke in 2007 is afgehandeld. Per saldo was hiermee een bedrag gemoeid van € 264.500.
54
Jaarrekening
4 4.1
Lasten Personele lasten
4.1.1 4.1.2 4.1.3.1 4.1.3.2 4.1.3.3
Lonen salarissen Sociale lasten Dotatie voorziening wachtgeld Uitzendkrachten, declaranten e.d. Overige Totaal
4.1.a
Aantal fte's per 31-12 WP/OP (excl. PhD kandidaten) OBP Totaal
4.1.b
Overzicht bezoldiging CvB College van Bestuur Overzicht Raad van Toezicht: Ir. A. Heddema (Vz) Prof. mr. J.W.J. Besemer Prof. dr. P. Hooimeijer (via werkgever) Prof. dr. J.T. Fokkema Prof. dr. ir. L. Speelman Prof. dr. W. van Rossum Ir. C.D. van der Wildt Dr. J-P.R.A. Sweerts Totaal
2007 € 12.440.200 2.324.063 440.222 625.805 1.419.388 17.249.678
2006 € 12.088.900 2.170.687 657.731 467.015 1.827.544 17.211.877
2007 Fte 's 121 114 235
2006 fte 's 113 123 236
2007 151.450
2006 146.869
4.500 3.000 3.000 ziet af van honorering ziet in 2007 af van honorering ziet af van honorering 3.000 3.000
4.500 3.000 3.000
16.500
19.500 2006 € 1.079.965 672.376
3.000 3.000 3.000
4.2
Afschrijvingen
4.2.2 4.2.3
Gebouwen Inventaris en apparatuur
2007 € 1.213.319 700.200
Totaal
1.913.519
1.752.341
2007
2006
€ 1.738.449 991.405 776.570 323.844 848.092 2.341.981 3.743.596
€ 1.625.824 880.398 781.081 280.902 592.806 2.639.377 3.261.027
10.763.937
10.061.415
4.4
Overige instellingslasten
4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4 4.4.5 4.4.6 4.4.7
Huisvestingslasten Studentenhuisvesting Reis- en representatie Veldwerkkosten Researchprogramma Materiële lasten projectactiviteiten Overige Totaal
Jaarrekening
55
5
Financiële baten en lasten
5.1
Financiële baten
5.1.1
Rentebaten
195.430
5.1.2
Overige financiële baten *)
494.444
2007 €
€
2006 € 24.803
689.874 5.2
Financiële lasten
5.2.1
Rentelasten **)
5.2.2
Overige financiële lasten ***) Saldo financiële baten en lasten
€
190.035
601.759 26.088
214.838
898.243 92.892 627.847
991.135
62.027
-776.297
*)
In de overige financiële baten is de boekwinst opgenomen welke is gerealiseerd met het in 2007 verkochte beleggingsproduct. **) In de rentelasten is de rentecomponent opgenomen behorende bij de leaserekening. ***) In de overige financiële lasten is het ongerealiseerde verlies opgenomen van de koersdaling van de belegging.
56
Jaarrekening
7.9
Enkelvoudige balans ITC per 31 december 2007
Model B9 ( X € 1.000,=) 1 Activa Vaste activa 1.2 Materiële vaste activa 1.2.1 Gebouwen en terreinen 1.2.1.1 Gebouwen 1.2.1.2 Terreinen
€
31/12/2007 €
24.342 3.366
€
Inventaris en apparatuur
1.912
Financiële vaste activa Deelnemingen Effecten
1.4 1.4.1
Vlottende activa Voorraden Gebruiksgoederen Vorderingen Debiteuren Verbonden partijen Overige vorderingen Overlopende activa
Effecten
1.7
Liquide middelen
Totaal
Totaal vlottende activa Activa
Jaarrekening
17.227
31/12/2006 € € 16.153
17.227
2.4 2.4.2 2.4.3
296 422 711 30.331
718 25.409
16.153
Voorzieningen Wachtgelden Overige
1.024 -
874 1.024
2.5 2.5.2
Langlopende schulden Kredietinstellingen
9.759
874 11.354
9.759 110
89
1.885 729 270 350
89 1.647 761 477 226
3.234
3.111
0
1.500
5.949
8.015
9.293 39.624
12.715 38.124
2.6 2.6.1 2.6.2 2.6.3 2.6.6 2.6.7 2.6.8
2.6.9 1.6
Eigen vermogen Kapitaal Algemene reserve
31/12/2007 €
1.615
110 1.5 1.5.1 1.5.3 1.5.5 1.5.6
€
1.615
303 408
Totale vaste activa
Passiva
23.076
1.912 1.3 1.3.1 1.3.5
2 2.1 2.1.1 2.1.2
21.375 1.701 27.708
1.2.2
31/12/2006 €
Totaal
Kortlopende schulden Kredietinstellingen Vooruit gefactureerde termijnen OHW Crediteuren Belastingen en premies soc. verz. Schulden ter zake pensioenen Overige kortlopende schulden: -Studieprogramma -Overige Overlopende passiva: -Vakantiegeld -Vakantiedagen -Overige
Passiva
11.354
1.595 4.427 248 618 199
1.604 1.975 530 552 129
1.570 27
2.304 9
587 1.892 451
581 1.355 641 11.614
9.743
39.624
38.124
57
7.10 Enkelvoudige exploitatierekening ITC 2007 Model B10 (X €1.000,= ) 2007 € 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
4 4.1 4.2 4.4
Baten Rijksbijdragen OCW Cursusopbrengsten Baten contractwerkzaamheden Overige baten Verhuur- en logies opbrengsten Totaal baten
22.861 1.761 4.364 111 627
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Overige instellingslasten Totaal lasten
16.797 1.746 10.194
Saldo financiële baten en lasten
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering 6 6.1 6.2
Buitengewone bedrijfsvoering Buitengewone baten Buitengewone lasten
Resultaat uit buitengewone bedrijfsvoering Exploitatiesaldo
58
Begroting 2007 € € 22.232 2.158 4.600 336 389
29.724
Saldo baten en lasten 5
€
2006 €
€
22.438 1.719 4.214 669 382 29.715
16.459 1.700 11.686
29.422
16.758 1.574 9.477
28.737
29.845
27.809
987
-/- 130
1.613
87
175
-754
1.074
45
859
-
-
-
-
-
-
1.074
45
859
Jaarrekening
7.11 Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening Model B11 1.3
Financiële vaste activa Mutaties Desinvesteringen 2007 €
Resultaat 2007 €
Boekwaarde 31-12-2007 €
144.350 145.000 6.500
1.223
7.038 1.609
151.388 145.386 6.500
295.850
1.223
8.647
303.274
Boekwaarde 31-12-2006 € 1.3.1
Deelneming: IIH BV St. ITC Fonds 52 North
Totaal deelnemingen
Investeringen 2007 €
De post 'desinvesteringen' bij de deelneming 'Stichting ITC Fonds' heeft te maken met het feit dat ultimo 2006 het vermogen volgens een schattingsmethode is opgenomen. Uiteindelijk bleek die raming € 1.223 te hoog. Door middel van de 'desinvestering' wordt de werkelijke boekwaarde weergegeven. Vorderingen Over de vorderingen inzake de 'verbonden partijen' wordt 4 procent rente berekend. Eigen vermogen Voor een toelichting op het eigen vermogen wordt verwezen naar model 2.1 in de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening. Exploitatiesaldo Exploitatiesaldo 2007: Resultaat ITC Resultaat deelneming IIH BV Resultaat deelneming St. ITC Fonds
in € 1.065.750,7.038,1.609,1.074.397,-
Resultaat bestemming Het totale resultaat van € 1.074.397 wordt toegevoegd aan het eigen vermogen. Het eigen vermogen wordt hiermee verhoogd tot een bedrag van € 17.226.674.
Jaarrekening
59
7.12 Accountantsverklaring Model C1
60
Jaarrekening
Jaarrekening
61
62
Jaarrekening
7.13 Gegevens over de rechtspersoon Model D1 Naam: Adres:
BRIN-nr: Tel nr.: Faxnr: E-mail: Internet: Bevoegdgezagnr.
International Institute for Geo-Information Science and Earth Observation (ITC) Hengelosestraat 99 7514 AE ENSCHEDE Postbus 6 7500 AA ENSCHEDE 00QO +31 (0)53 4874444 +31 (0)53 4874200
[email protected] www.itc.nl 38820
Contactpersoon: Tel. contactpersoon: Fax contactpersoon: E-mail contactpersoon:
H. ten Velde +31 (0)53 4874423 +31 (0)53 4874431
[email protected]
Postadres:
Jaarrekening
63
7.14 Specificatieposten OCW Model D2 (X €1.000,= )
1.2.1.1.a Materiële vaste activa/gebouwen obv door OCW gehanteerde afschrijvingsmethodiek Aanschaf Waarde
Afschr. t/m 2006
Boekw. 31-12-'06
Invest. 2007
Desinv. 2007
Afschr. 2007
Boekw. 31-12-07
Gehant. afschr. %
Hengelosestraat nr. 99
23.597
7.867
15.730
0
0
787
14.943
3,33%
Boulevard 1945 nr. 4
3.740
3.740
0
0
0
0
0
3,33%
Verbouwing Boulevard 1945 nr. 4 - verbouwingen voor 2000 - verbouwingen 2000 t/m 2003 - verbouwingen 2004 t/m 2007
151 51 4.356
38 21 321
113 30 4.035
0 0 502
0 0 0
5 3 194
108 27 4.343
3,33% 6,67% 1,67 t/m 6,67%
0
0
0
3.635
0
71
3.564
3,33%
31.895
11.986
19.909
4.137
0
1.060
22.986
Stadsweide-complex Totaal
64
Jaarrekening
Nadere specificaties naar hoofdkostenplaats
Opbrengst
Personele
Materiële
Wetenschap-
Ondersteunend
werk i.o.v.
Lasten
lasten
pelijk en onder-
en beheers-
wijspersoneel
Personeel
Gemiddeld aantal fte's
Gemiddeld aantal fte's
derden
Kostenplaatsen:
€
€
€
Scientific Departments: - Earth Observation Science - Geo-Information Processing - Urban and Regional Planning and Geo-Information Management - Natural Resources - Water Resources - Earth Systems Analysis - Onderwijsprogramma's - Proces ondersteunende afdelingen - Overige niet-wetenschapp. afd. - Geconsolideerde ondernemingen
282.799 448.632 1.090.940
966.606 1.325.789 1.728.109
17.565 37.825 43.166
13,44 20,84 24,27
1.623.124 444.358 317.146 151.321 5.271 -
1.546.726 1.252.242 1.747.970 65.711 2.644.773 5.424.692 547.060
28.540 49.531 43.911 553.093 4.913.899 4.611.561 2.378.365
19,07 20,11 24,80 -
44,16 65,97 8,80
Totaal
4.363.593
17.249.678
12.677.456
122,53*
118,93*
* Excl. uitzendkrachten en gedetacheerd personeel, incl. stagiaires.
Jaarrekening
65
Bijlagen Aantal studenten per land van herkomst (exclusief studenten extramuraal)
Africa
America R*
Algeria Angola Benin Botswana Burkina Faso Burundi Cameroon Cape Verde Chad Congo Egypt Eritrea Ethiopia Gambia Ghana Guinea Guinea-Bissau Ivory Coast Kenya Lesotho Liberia Libya Madagascar Malawi Mali Mauritius Morocco Mozambique Namibia Niger Nigeria Rwanda Senegal Sierra Leone Somalia South Africa Sudan Swaziland Tanzania Togo Tunisia Uganda Zaire Zambia Zimbabwe Total
Stateless
A* 112 6 20 91 73 7 112 10 3 15 462 14 752 24 362 11 1 28 455 36 58 88 20 80 20 6 45 55 65 5 491 46 43 57 29 102 328 32 669 1 71 292 81 259 138
1 Antigua & Barbuda Argentina 1 Bahamas 3 Barbados Belize Bolivia 6 Brazil Canada Chile Colombia Costa Rica 5 Cuba 41 Dominican Rep Ecuador 29 El Salvador Grenada Guatemala 2 Guyana 24 Haiti Honduras Jamaica Mexico 2 Nicaragua Panama Paraguay 1 Peru 6 Puerto Rico 2 St. Lucia 5 Surinam Trinidad & Tobago 16 Turks & Caicos Isl. 16 Uruguay 2 USA Venezuela
2 98 2 4 10 140 115 90 60 351 43 145 11 50 10 5 38 25 17 15 90 114 24 17 5 167 2 4 27 26 3 38 118 98
Europe R*
1
3 1 1 9 2 1 1 1 2 2 1 1 1 15 3
2
2
1 1
28
11
Afghanistan Bahrain Bangladesh Bhutan Brunei Cambodia China PR Hong Kong India Indonesia Iran Iraq Israel Japan Jordan Kazakhstan Korea South Kyrgyzstan Kuwait Laos Lebanon Macau Malaysia Maldives Mongolia Myanmar Nepal Oman Pakistan Philippines Qatar Saudi Arabia Singapore Sri Lanka Syria Taiwan Thailand Uzbekistan UA Emirates Vietnam West Bank/Gaza Yemen
A*
R*
A*
29 Albania 7 Austria 297 5 Belgium 98 9 Belarus 7 Bulgaria 15 1 Croatia 883 101 Cyprus 30 Czech Republic 730 42 Czechoslovakia 1188 57 Denmark 445 11 Finland 156 1 France 62 Georgia 88 3 Germany 51 Greece 1 Hungary 193 7 Iceland 4 Ireland 7 Italy 9 2 Latvia 41 Lithuania 1 Luxembourg 208 4 Macedonia 1 Malta 51 6 Moldova 172 1 Monaco 395 16 Netherlands 46 3 Norway 282 14 Poland 573 3 Portugal 10 Romania 219 5 Russia 11 Slovenia 478 19 Spain 162 Sweden 43 4 Switzerland 533 19 Turkey 3 1 UK 43 1 USSR 124 9 Yugoslavia 12 37 2 Bosnia Ucraine
13 19 53 2 13 8 57 7 6 37 6 78 6 139 53 20 3 8 182 1 21 4 1 3 1 1 1242 42 30 89 6 54 8 83 28 48 209 178 3 37
7745 346
2801 102
1 1
1 1 1
1
Australia & Oceania R* Australia Cook Islands Fiji Islands New Zealand Papua N. Guinea Solomon Islands Tonga Western Samoa
A* 65 1 34 34 23 3 11 3
1 1
1 7 8 1
8
53 1 2 1 1 1 1 1 6 3
3
9 10 1964
51
174
2
0
A* New registration 2007 R* Registrations 1950 - 2006
66
A*
5 1
5664 226
89
Asia R*
Total students 1950 - 2006: Total new registrations in 2007:
18437 727
Total students 1950 - 2007: Total countries 1950 - 2007:
Bijlagen
19164 171
Aantal studenten/ECTS per categorie Categorie onderwijs
2004 realisatie stud
ECTS
2005 realisatie stud
2006 realisatie
ECTS
stud
2007 realisatie
ECTS
stud
ECTS
Graad/diploma verlenend onderwijs - NFP-studenten / ECTS
341
246
9 152
222
8 435
236
10 103
- Overige studenten / ECTS
110
172
5 983
274
10 874
279
11 492
- Modules studenten / ECTS
71
27
241
39
402
65
594
- Overige programma’s studenten / ECTS
39
94
958
39
624
77
Joint Education Courses (aantal)
(9)
- NFP-studenten / ECTS intramuraal - Overige studenten / ECTS intramuraal
55
Subtotaal output graadverlenend onderwijs
(15)
(15)
585 (15)
-
-
1
20
-
-
63
1 327
86
2 881
141
3 635
602
17 661
661
23 236
798
26 409
Quality control Joint Education partners - NFP-studenten / ECTS extramuraal - Overige studenten / ECTS extramuraal
356
Totaal quality control
-
-
25
1 072
32
1 365
190
6 211
255
8 790
324
11 881
190
6 211
280
9 862
356
13 246
Gecertificeerd overig onderwijs Korte cursussen (aantal)
(14)
- NFP-studenten / ECTS - Overige studenten / ECTS
64
Afstandsonderwijs (aantal) - Studenten / ECTS
(34)
Contractonderwijs
(14)
-
47
750
38
613
117
1 246
56
838
61
1 055
424
162
(2) 14
(15)
(2) 11 (32)
(5) 67
(10)
71
(30)
(35)
- Studenten / ECTS intramuraal
138
125
1 176
76
673
169
- Studenten / ECTS extramuraal
430
673
1 476
504
1 400
732
Refresher courses (aantal) - Studenten / ECTS
(9)
(6)
1 361 3 000 (9)
250
850
148
442
156
408
Subtotaal output overig onderwijs
1 176
4 815
902
4 527
1318
7 191
TOTAAL OUTPUT
1 778
22 476
1 563
27 763
2116
33 600
Bijlagen
307
(10)
754 (53)
67
Korte cursussen Titel
Programma
Principles and Applications of Remote Sensing and GIS
NRM, UPLA (UPM), WREM, AES
Geographic Information Systems and Remote Sensing for Natural Resource Management
NRM
Advanced Geo-information & Earth Observation for problem solving in Applied Earth Sciences
AES
Concepts & Skills in Applied Earth Sciences Research
AES
Geo-tools for Water Resources Management
WREM
Advanced Use of Remote Sensing in Water Resource and Irrigation Management
WREM
Principles of Spatial Data Handling: Databases, GIS and Remote Sensing
GFM, GIM
Digital Photogrammetry and Remote Sensing
GFM
Urban Planning and Management and Advanced Use and Application of Geo-information Science
UPLA (UPM)
Organisations and Spatial Data Infrastructures
GIM
Collaborative Spatial Decision Support Systems for Conflict Management
PGM
Spatial Information for Environmental Impact Assessment and Strategic Environmental Impact
NRS
Assessment Multi-hazard risk assessment
ESA
Refresher courses Titel
Land
Partner
Use of Geo-information Data for Coastal Area Management in West Africa
SENEGAL
Campus of CADU, Dakar
Empowering Citizens: New Techniques for mapping on the World Wide Web
SOUTH AFRICA
University of KwaZulu-Natal
Photogrammetric spatial data acquisition within the scope of GIS and internet-oriented mapping
VIETNAM
Digital Photogrammetry Enterprise, Hanoi
Urban Environmental Planning and Management in Eastern and Central Africa
TANZANIA
The University College of Lands and Architectural Studies
Flood and drought monitoring in African transboundary water basins
GHANA
Kwame Nkrumah University
Targeting Urban Poverty Alleviation in Sub-Saharan Africa
TANZANIA
The University College of Lands and Architectural Studies
Sustainable Economic Development and Conditions for Land Administration
VIETNAM
HUS/VNU
Participatory GIS for effective Land Management under transitional conditions
SOUTH AFRICA
University of KwaZulu-Natal
Building Disaster Management Capacity in Western Africa with Regionally Owned Satellites
NIGERIA
The Regional Centre for Training in Aerospace Surveys
68
Bijlagen
Water cycle and climate
Topographic mapping
Sustainable urban-regional dynamics
Stochastic methods for image mining and data quality
Spatio-temporal data integration and visualization
Spatial data infrastructure technology
Managing water scarcity
Land administration for informed governance
Informed multilevel governance of urban regions
Governance and Integrated Spatial Assessment
Food security and environmental sustainability
Earth systems science
Disaster management
Carbon cycle and climate change
Biodiversity in fragmenting landscapes
Academische output: performance-indicatoren per onderzoeksproject
Output Artikelen in ISI-listed wetenschappelijke tijdschriften
11
3
9
6
2
1
2
-
6
0.5
3
6.5
2
1
12
Artikelen in andere peer-reviewed wetenschappelijke tijdschriften
1
-
-
1
-
-
2
-
2
2
5
-
1
-
-
Boeken (peer-reviewed)
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Hoofdstukken (peer-reviewed)
-
-
8
5
1
1
1
-
2
2
6
1
1
-
-
PhD-theses
3.5
-
1
2.5
-
-
-
-
1
-
2
-
2
-
-
Totaal wetenschappelijke publicaties
15.5
3
18
14.5
3
2
5
-
11
4.5
16
7.5
6
1
12
Totaal wetenschappelijke staf fte input
3.57
0.75
2.48
2.09
0.75
n.a.
0.75
0.75
1.46
0.75
1.53
1.23
0.75
0.75
2.46
Performance Gemiddeld aantal ISI-listed wetenschappelijke publicaties per wetenschappelijke staf fte Gemiddeld aantal totaal wetenschappelijke publicaties per wetenschappelijke staf fte
3.08
4.00
3.63
2.87
2.67
n.a.
2.67
-
4.11
0.67
1.96
5.28
2.67
1.33
4.88
4.34
4.00
7.26
6.94
4.00
n.a.
6.67
-
7.53
6.00
10.46
6.10
8.00
1.33
4.88
Input in fte’s
Bijlagen
69
Research partnerships 2007 Land
Organisatie / Universiteit
Locatie
Type(s) research agreement
Vanaf
Nederland
C.T. de Wit Onderzoekschool voor
Wageningen
Raamovereenkomst
2004
Leiden
Raamovereenkomst
2007
Partnershipovereenkomst
2007
Raamovereenkomst
2006
Partnershipovereenkomst
2007
Professorale aanstellingen (3)
2005
Partnershipovereenkomst (3)
2007
Professorale aanstellingen (4)
1990
Raamovereenkomst
2003
Production Ecology and Resource Conservation Nederland Nederland Nederland Nederland
Naturalis Nederlands Kadaster Universiteit Twente Universiteit Utrecht
Apeldoorn Enschede Utrecht
Nederland
Vrije Universiteit Amsterdam
Amsterdam
Partnershipovereenkomst (2)
2007
Nederland
Wageningen Universiteit en
Wageningen
Professorale aanstellingen (5)
1990
Raamovereenkomst
2003
Partnershipovereenkomst (2)
2006
Researchcentrum
Albanië
Geological Survey of Albania
Tirana
Partnershipovereenkomst
2007*
Groot-
University of Southampton
Southampton
Erasmus Mundus consortium
2005
Ierland
University College Dublin
Dublin
Raamovereenkomst
2007
Italië
Food and Agriculture Organization
Rome
Partnershipovereenkomst
2005
Norwegen
University of Tromso
Tromso
Partnershipovereenkomst
2004*
Polen
University of Warschaw
Warschau
Erasmus Mundus consortium
2005
Spanje
University of Salamanca
Salamanca
Raamovereenkomst
2007
Partnershipovereenkomst
2007
Brittannië
Zweden
Lund University
Lund
Erasmus Mundus consortium
2005
China
Beijing Normal University
Beijing
Partnershipovereenkomst
2006
China
China University of Geosciences
Beijing
Partnershipovereenkomst
2006
China
Chinese Academy of Forestry
Beijing
Partnershipovereenkomst
2007
China
Chinese Academy of Surveying and
Beijing
Raamovereenkomst
2006
Beijing
Raamovereenkomst
2005
Partnershipovereenkomst (4)
2006
Mapping China
Chinese Academy of Sciences Bureau of Science and Technology for Resources and Environment
China
Chang’an University
Xi’an
Partnershipovereenkomst
2005
China
Chengdu University of Technology
Chengdu
Raamovereenkomst
2007
China
Institute of Water Resources and
Beijing
Partnershipovereenkomst
2006
Hydropower Research China
Northeast Forestry University
Harbin
Partnershipovereenkomst
2005
China
Wuhan University
Wuhan
Raamovereenkomst
2005
Partnershipovereenkomst (4)
2005
India
CEPT University
Ahmedabad
Partnershipovereenkomst
2005
India
Geological Survey of India
Hyderabad
Raamovereenkomst
2006
Partnershipovereenkomst (3)
2007
India
IIT Delhi
Delhi
Partnershipovereenkomst
2007
India
National Remote Sensing Agency
Hyderabad
Raamovereenkomst
2005
Partnershipovereenkomst (6)
2007
Partnershipovereenkomst
2007
(incl. Indian Institute of Remote Sensing) India
70
Tea Research Association
Darjeeling
Bijlagen
Land
Organisatie / Universiteit
Locatie
Type(s) research agreement
Vanaf
Indonesië
Universitas Gadjah Mada
Yogyakarta
Raamovereenkomst
2006
Maleisië
International Islamic University of
Kuala Lumpur
Memorandum of Understanding
2007
Malaysia Mongolië
National University of Mongolia
Ulan Bator
Partnershipovereenkomst
2005
Nepal
Pokhara University
Kathmandu
Partnershipovereenkomst
2007
Sri Lanka
International Water Management
Colombo
Partnershipovereenkomst
2004
Institute Iran
Islamic Azad University
Tehran
Raamovereenkomst
2007
Argentinië
Fomicruz SE / University of La Plata
Rio Gallegos
Partnershipovereenkomst
2006
Bolivia
University San Major
Cochabamba
Raamovereenkomst
2006
Colombia
Universidad Nacional de Colombia
Bogota
Partnershipovereenkomst
2004
Costa Rica
Universidad de Costa Rica
San Juan
Partnershipovereenkomst
2004
Burkina Faso
Institut de l’Environnement et de
Ouagadougou
Partnershipovereenkomst
2007
Recherches Agricoles Ethiopië
Addis Ababa University
Addis Ababa
Partnershipovereenkomst
2007
Ethiopië
Mekelle University
Addis Ababa
Partnershipovereenkomst
2006*
Ghana
Kwame Nkrumah University of Science
Kumasi
Raamovereenkomst
2006
Partnershipovereenkomst
2007
Maseno
Partnershipovereenkomst
2005
and Technology Kenia
Maseno University / Kenya Wildlife Service
Kenia
University of Nairobi
Nairobi
Partnershipovereenkomst
2007
Nigeria
Regional Centre for Training in
Ile-Ife
Raamovereenkomst
2006
Partnershipovereenkomst
2007
Memorandum of Understanding
2007
Aerospace Survey Tanzania
Ardhi University
Dar-es-Salaam
* Afgerond / beëindigd in 2007
Bijlagen
71
Academische output Een complete lijst met publicaties is beschikbaar op: http://www.itc.nl/library/Academic_output/default.asp Artikelen in ISI geregistreerde tijdschriften Aditya, T. and Kraak, M.J. Aim4GDI : facilitating the synthesis of GDI resources through mapping and superimpositions of metadata summaries. In: Geoinformatica on advances of computer science for geographic information systems, 11(2007)4, 459-478. Akbari, M., Toomanian, N., Droogers, P., Bastiaanssen, W.G.M. and Gieske, A.S.M. Monitoring irrigation performance in Esfahan, Iran, using NOAA satellite imagery. In: Agricultural water management, 88(2007)3, 99-109. Beck, P.S.A., Jöhnsson, P., Høgda, K.A., Karlsen, S.R., Eklundh, L. and Skidmore, A.K. A ground - validated NDVI dataset for monitoring vegetation dynamics and mapping phenology in Fennoscandia and the Kola peninsula. In: International journal of remote sensing, 28(2007)19, 4311-4330. Arciniegas, G.A., Bijker, W., Kerle, N. and Tolpekin, V.A. Coherence- and amplitude based analysis of seismogenic damage in Bam, Iran, using ENVISAT ASAR data. In: IEEE Transactions on geoscience and remote sensing, 45(2007)6, 1571-1581. Umamaheshwaran, R., Bijker, W. and Stein, A. Image mining for modeling of forest fires from meteosat images. In: IEEE Transactions on geoscience and remote sensing, 45(2007)1, 246-253. Molden, D.J., Burton, M.A. and Bos, M.G. Performance assessment, irrigation service delivery and poverty reduction: benefits of improved system management. In: Irrigation and drainage, 56(2007)2-3, 307-320.
Hengl, T., Heuvelink, G.B.M. and Rossiter, D.G. About regression - kriging : from equations to case studies. In: Computers and geosciences, 33(2007)10, 1301-1315. Hessel, R. and Jetten, V.G. Suitability of transport equations in modelling soil erosion for a small loess plateau catchment. In: Engineering geology, 91(2007)1, 56-71. Maneta, M.P., Pasternack, G.B., Wallender, W.W., Jetten, V.G. and Schnabel, S. Temporal instability of parameters in an event based distributed hydrologic model applied to a small semiarid catchment. In: Journal of hydrology, 341(2007)3-4, 207-221. Andrienko, G., Andrienko, N., Jankowski, P., Keim, D.A., Kraak, M.J. and ... [et al.] Geovisual analytics for spatial decision support : setting the research agenda. In: International journal of geographical information science, 21(2007)8, 839-857. Li, L. and Yu, Q. Quantifying the effects of advection on canopy energy budgets and water use efficiency in an irrigated wheat field in the North China plains. In: Agricultural water management, 89(2007)1-2, 116-122. Lubczynski, M.W. and Roy, J. Use of MRS for hydrogeological system parameterization and modelling. In: Boletin Geologico y Minero, 118(2007)3, 509-530. Srivastav, S.K., Lubczynski, M.W. and Biyani, A.K. Upscaling of transmissivity, derived from specific capacity : a hydrogeomorphological approach applied to the Doon Valley aquifer system in India. In: Hydrogeology journal, 15(2007)7, 1251-1264.
Castellanos Abella, E.A. and van Westen, C.J. Generation of a landslide risk index map for Cuba using spatial multi-criteria evaluation. In: Landslides, 4(2007)4, 311-325.
Tweed, S.O., Leblanc, M., Webb, J.A. and Lubczynski, M.W. Remote sensing and GIS for mapping groundwater recharge and discharge areas in salinity prone catchments, Southeastern Australia. In: Hydrogeology journal, 15(2007)1, 75-96.
Cho, M.A., Skidmore, A.K., Corsi, F., van Wieren, S.E. and Sobhan, I. Estimation of green grass - herb biomass from airborne hyperspectral imagery using spectral indices and partial least squares regression. In: International journal of applied earth observation and geoinformation : JAG, 9(2007)4, 375-391.
Minang, P.A., Bressers, J.Th.A., Skutsch, M.M. and McCall, M.K. National forest policy as a platform for biosphere carbon management : the case of community forestry in Cameroon. In: Environmental science and policy, 10(2007)3, 204-218.
Dilo, A., de By, R.A. and Stein, A. A system of types and operators for handling vague spatial objects. In: International journal of geographical information science, 21(2007)4, 397426.
Minang, P.A., McCall, M.K. and Bressers, J.Th.A. Community capacity for implementing clean development mechanism projects within community forests in Cameroon. In: Environmental management for decision makers, scientists and environmental auditors, 39(2007)5, 615-630.
Farifteh, J., van der Meer, F.D., Atzberger, C.G. and Carranza, E.J.M. Quantitative analysis of salt - affected soil reflectance spectra : a comparison of two adaptive methods, PLSR and ANN. In: Remote sensing of environment, 110(2007)1, 59-78.
Mutanga, O. and Skidmore, A.K. Red edge shift and biochemical content in grass canopies. In: ISPRS journal of photogrammetry and remote sensing, 62(2007)1, 34-42.
Farifteh, J., van der Meer, F.D. and Carranza, E.J.M. Similarity measures for spectral discrimination of salt-affected soils. In: International journal of remote sensing, 28(2007)23, 5273-5293. Ferwerda, J.G. and Skidmore, A.K. Can nutrient status of four woody plant species be predicted using field spectrometry?. In: ISPRS journal of photogrammetry and remote sensing, 62(2007)6, 406-414. Ferwerda, J.G., de Leeuw, J., Atzberger, C.G. and Vekerdy, Z. Satellite - based monitoring of tropical seagrass vegetation : current techniques and future developments. In: Hydrobiologia, 591(2007)1, 59-71. Guofeng Wu, de Leeuw, J., Skidmore, A.K. and ... [et al.] Concurrent monitoring of vessels and water turbidity enhances the strength of evidence in remotely sensed dredging impact assessment. In: Water research, 41(2007)15, 3271-3280. Guofeng Wu, Yaolin Liu and Tiejun Wang Methods and strategy for modeling daily global solar radiation with measured meteorological data : a case study in Nanchang station, China. In: Energy conversion and management, 48(2007)9, 2447-2452. Hack, H.R.G.K., Alkema, D. and ... [et al.] Influence of earthquakes on the stability of slopes. In: Engineering geology, 91(2007)1, 4-15.
72
Nangendo, G., Skidmore, A.K. and van Oosten, H.H. Mapping East African tropical forests and woodlands: a comparison of classifiers. In: ISPRS journal of photogrammetry and remote sensing, 61(2007)6, 393-404. de Vos, N.J. and Rientjes, T.H.M. Multi - objective performance comparison of an artificial neural network and a conceptual rainfall - runoff model. In: Hydrological sciences journal, 52(2007)3, 397-413. Rossiter, D.G. Classification of urban and industrial soils in the world reference base for soil resouces. In: Journal of soils and sediments, 7(2007)2, 96-100. Taleai, M., Sharifi, M.A., Sliuzas, R.V. and Mesgari, M.S. Evaluating the compatibility of multi - functional and intensive urban land uses. In: International journal of applied earth observation and geoinformation : JAG, 9(2007)4, 375-391. Leyequien, E., Verrelst, J., Slot, M., Schaepman-Strub, G., Heitkönig, I.M.A. and Skidmore, A.K. Capturing the fugitive: applying remote sensing to terrestrial animal distribution and diversity: review + errata. In: International journal of applied earth observation and geoinformation : JAG, 9(2007)1, 1-20.
Bijlagen
Mahajan, A.K., Slob, S., Ranjan, R., Sporry, R.J., Champati Rah, P.K. and van Westen, C.J. Seismic microzonation of Dehradun City using geophysical and geotechnical characteristics in the upper 30 m of soil column. In: Journal of Seismology, 11(2007)4, 355-370. Lesschen, J.P., Stoorvogel, J.J., Smaling, E.M.A. and ... [et al.] A spatially explicit methodology to quantify soil nutrient balances and their uncertainties at the national level. In: Nutrient cycling in agroecosystems, 78(2007)2, 111-131. Mahajan, A.K., Sporry, R.J., Champati Ray, P.K., Ranjan R., Slob, S. and van Westen, C.J. Methodology for site - response studies using multi - channel analysis of surface wave technique in Dehradun city. In: Current Science, 92(2007)7, 945-955. Heijting, S., van der Werf, W., Stein, A. and Kropff, M.J. Are weed patches stable in location? application of an explicitly two dimensional methodology. In: Weed Research, 47(2007)8, 381-395. Heijting, S., van der Werf, W., Kruijer, W. and Stein, A. Testing the spatial significance of weed patterns in arable land using Mead's test. In: Weed Research, 47(2007)8, 396-405. Kruijer, W., Stein, A. and ... [et al.] Analyzing spatial count data with an application to weed counts. In: Environmental and ecological statistics, 14(2007)4, 399-410. Strobl, R.O., Forte, F. and Pennetta, L. Application of artificial neural networks for classifying lake eutrophication status. In: Lakes & reservoirs: research and management, 12(2007)1, 15-25. Strobl, R.O. and Forte, F. Artificial neural network exploration of the influential factors in drainage network derivation. In: Hydrological processes, 21(2007)22, 2965-2978. Ma, Y., Song, M., Ishikawa, H., Yang, K., Koike, T., Jia, L., Menenti, M. and Su, Z. Estimation of the regional evaporative fraction over the Tibetan plateau area by using landsat-7 ETM data and the field observations. In: Journal of the meteorological society of Japan, 85A(2007), 295-309. Oku, Y., Ishikawa, H. and Su, Z. Estimation of land surface heat fluxes over the Tibetan plateau using GMS data. In: Journal of applied meteorology and climatology, 46(2007)2, 183-195. Su, H., Wood, E.F., McCabe, M.F. and Su, Z. Evaluation of remotely sensed evapotranspiration over the CEOP EOP-1 reference sites. In: Journal of the meteorological society of Japan, 85A(2007), 439-459. Timmermans, W.J., Kustas, W.P., Anderson, M.C. and French, A.N. An intercomparison of the Surface Energy Balance Algorithm for Land SEBAL and the Two - Source Energy Balance TSEB modeling schemes. In: Remote sensing of environment, 108(2007)4, 369-384. Turdukulov, U.D., Kraak, M.J. and Blok, C.A. Designing a visual environment for exploration of time series of remote sensing data : in search for convective clouds. In: Computers and Graphics, 31(2007)3, 370-379. Vaiphasa, C., Skidmore, A.K. and ... [et al.] A hyperspectral band selector for plant species discrimination. In: ISPRS journal of photogrammetry and remote sensing, 62(2007)3, 225-235. van de Vlag, D.E. and Stein, A. Incorporating uncertainty via hierarchical classification using fuzzy decision trees. In: IEEE Transactions on geoscience and remote sensing, 45(2007)1, 237-245. van der Tol, C. and ... [et al.] Topography induced spatial variations in diurnal cycles of assimilation and latent heat of mediterranean forest. In: Biogeosciences, 4(2007)1, 137-154. Kolkman, M.J., van der Veen, A. and Geurts, P.A.T.M. Controversies in water management : frames and mental models. In: Environmental impact assessment review, 27(2007)7, 658-706. van der Werff, H.M.A., van Ruitenbeek, F.J.A., van der Meijde, M., van der Meer, F.D. and ... [et al.] Rotation variation template matching for supervised hyperspectral boundary detection. In: IEEE Geoscience and remote sensing letters, 4(2007)1, 70-74.
Bijlagen
Kuenzer, C., Zhang, J., Tetzlaff, A., van Dijk, P.M. and ... [et al.] Uncontrolled coal fires and their environmental impacts: investigating two arid mining regions in North - Central China. In: Applied geography, 27(2007)1, 42-62. Olofsson, P., van Laake, P.E. and Eklundh, L. Estimation of absorbed PAR across Scandinavia from satellite measurements: Part I: Incident PAR. In: Remote sensing of environment, 110(2007)2, 252-261. Skutsch, M.M., Bird, N., Trines, E., Dutschke, M., Frumhoff, P., de Jong, B.H.J., van Laake, P.E. and ... [et al.] Clearing the way for reducing emissions from tropical deforestation. In: Environmental science and policy, 10(2007)4, 322-334. Huang, D., Knyazikhin, Y., Dickinson, R.E., Rautiainen, M., Stenberg, P., Disney, M., Lewis, P., Cescatti, A., Tian, Y., Verhoef, W. and ... [et al.] Canopy spectral invariants for remote sensing model applications. In: Remote sensing of environment, 106(2007)1, 106-122. Verhoef, W., Jia, L., Xiao, Q. and Su, Z. Unified optical thermal four - stream radiative transfer theory for homogeneous vegetation canopies. In: IEEE Transactions on geoscience and remote sensing, 45(2007)6, 1808-1822. Verhoef, W. and Bach, H. Coupled soil - leaf - canopy and atmosphere radiative transfer modeling to simulate hyperspectral multi - angular surface reflectance and TOA radiance data. In: Remote sensing of environment, 109(2007)2, 166-182. Widlowski, J.-L., Taberner, M., Pinty, B., Bruniquel-Pinel, V., Disney, M., Fernandes, R., Gastellu-Etchegorry, J.-P., Gobron, N., Kuusk, A., Lavergne, T., Leblanc, S., Lewis, P.E., Martin, E., Mottus, M., North, P.R.J., Qin, W., Robustelli, M., Rochdi, N., Ruiloba, R., Soler, C., Thompson, R., Verhoef, W. and ... [et al.] Third radiation transfer model intercomparison RAMI exercise: documenting progress in canopy reflectance models. In: Journal of geophysical research: D Atmospheres, 112(2007)D09111, 28 p. Rabbani, T., Dijkman, S., van den Heuvel, F. and Vosselman, M.G. An integrated approach for modelling and global registration of point clouds. In: ISPRS journal of photogrammetry and remote sensing 61(2007)6, 355-370.
Artikelen in andere peer-reviewed tijdschriften Aditya, T. and Kraak, M.J. A search interface for an SDI: implementation and evaluation of metadata visualization strategies : research article. In: Transactions in GIS, 11(2007)3, 413-435. Bos, M.G. and ... [et al.] Quantifying the sustainability of agriculture. In: Irrigation and drainage systems, 21(2007)1, 1-15. de Man, W.H.E. Beyond spatial data infrastructures there are no SDIs : so what. In: International journal of spatial data infrastructures research : IJSDIR, 2 1-23. de Man, W.H.E. Institutionalization of geographic information technologies: unifying concept?. In: Cartography and geographic information science, 27(2007)2, 139-151. Lahiri-Dutt, K. and Gangopadhyay, P.K. Subsurface coal fires in the Raniganj coalbelt : investigating their causes and assessing human impacts. In: Resources, energy and development, 4(2007)1, 71-87. Kimani, J.N., Hussin, Y.A., Lubczynski, M.W., Chavarro Rincon, D.C. and Obakeng, O.T. Mapping savannah trees in Kalahari using high resolution remotely sensed images and object - oriented classification. In: International journal of geoinformatics, 3(2007)2, 29-39. Köbben, B.J. Wireless campus LBS : a test bed for WiFi positioning and location based services. In: Cartography and geographic information science, 34(2007)4, 285-292. Kraak, M.J. and van de Vlag, D.E. Understanding spatiotemporal patterns : visual ordering of space and time. In: Cartographica, 42(2007)2, 153-161. Lemmens, R.L.G., de By, R.A., Gould, M., Wytzisk, A. and ... [et al.] Enhancing geo - service chaining through deep service descriptions. In: Transactions in GIS, 11(2007)6, 849-871.
73
Mutanga, O. and Skidmore, A.K. Mapping fuelwood distribution pattern in North - Western Zimbabwe using a neural network. In: International journal of geoinformatics, 3(2007)2, 21-28. Ploeger, H.D. and Stoter, J.E. Eigendom van netwerken en het kadaster : eerste stap in 3D eigendomsregistratie. In: Bouwrecht, 44(2007)12, 1019-1025. Turdukulov, U.D., Blok, C.A. and ... [et al.] Connecting users with their data : an environment to explore the morphodynamics of rip channels. In: Cartographica, 42(2007)2, 139-151. Mohan Rao, K.R., Singh Nagi, R., Punia, M. and van Elzakker, C.P.J.M. Cartographic limitations and possibilities on mobile devices. In: The Icfa journal of earth sciences, 1(2007)2, 87-97.
Hoofdstukken in boeken Alkema, D. and Middelkoop, H. The influence of floodplain compartmentalization on flood risk within the Rhine - Meuse delta. In: Flood risk management in Europe : innovation in policy and practice. / ed by S. Begum, M.J.F. Stive, and J.W. Hall. Berlin : Springer, 2007. (Advances in natural and technological hazards research : 25) ISBN: 978-1-4020-4199-0. 21-42. 2007. ISBN: 978-1-4020-5892-9 paper no. 1763. 14. p. Guofeng Wu, de Leeuw, J., Best, E.P.H., Barzen, J., Venus, V. and ... [et al.] (2007) A conceptual framework for integrating a simulation model of plant biomass for Vallisneria spiralis L. with remote sensing and a geographical information system. In: Wetland and water resource modeling and assessment : a watershed perspective / ed. by Wei Ji. boca Raton : CRC, 2007. (Integrative studies in Water Management and Land Development) ISBN 978-1-4200-6414-8. pp. 187-199. Sigarán-Loría, C. and Hack, H.R.G.K. Verification of two dimensional numerical earthquake site effects on a dam site, Costa Rica. In: 11th congress of the International Society for Rock Mechanics : the second half century of rock mechanics, 9-13 July, 2007, Lisbon, Portugal / ed. by L. R. e Sousa, C. O. N. Grossmann. Leiden : Taylor & Francis/Balkema, 2007. ISBN 9780-41545-084-3. 1203-1207. Sliuzas, R.V., Lupala, J. and Taleai, M. MILU issues in Dar Es Salaam and Tehran. In: MILU - Multifunctional Intensive Land Use : Principles, practices, projects, policies. / ed. de Man, W.H.E. Are spatial data infrastructures special?. In: Research and theory in advancing spatial data infrastructures concepts / H.J. Onsrud. Redlands : ESRI, 2007. ISBN 978-1-58948-162-6. 33-54. Foerster, T. and Schäffer, B. A client for distributed geo processing on the web. In: Web and wireless geographical information systems : proceedings of web and wireless geographical information systems : 7th International Symposium, W2gis 2007, 28-29 November, Cardiff, United Kingdom / ed. by J.M. Ware and G.E. Taylor. Berlin : Springer, 2007. ISBN 978-3-540-76923-1. (Lecture Notes in Computer Science; 4857 ) 252-263. Puri, S., Sundeep Sahay and Georgiadou, P.Y. A. metaphor based socio - technical perspective of SDI implementations: some lessons from India. In: Research and theory in advancing spatial data infrastructures concepts / H.J. Onsrud. Redlands : ESRI, 2007. ISBN 978-1-58948-162-6. 161-173. Gieske, A.S.M. Numerical modeling of heat and water vapour transport through the interfacial boundary layer into a turbulent atmosphere. In: Particle - lade flow, from geophysical to Kolmogorov scales / ed. by B.J. Gerts, H. Clercx and W. Uijjewaal. Dordrecht : Springer, 2007. (ERCOFTAC Series ; Vol. 11 ) ISBN 978-I-4020-6217-9. 71-83. Mauernbrecher, P.M. and Hack, H.R.G.K. Toppling mechamism: resolving the question of alignment of slope and discontinuities. In: 11th congress of the International Society for Rock Mechanics: the second half century of rock mechanics, 9-13 July, 2007, Lisbon, Portugal / ed. by L. R. e Sousa, C. O. N. Grossmann. Leiden : Taylor & Francis/Balkema, 2007. ISBN 978-0-41545-084-3. 725-728. Forer, P., Huisman, O. and McDowall, C. Dynamic prisms and instant access : linking opportunities in space to decision making in time. In: Societies and cities in the age of instant access / ed. by H.J. Miller. Berlin : Springer, 2007. ISBN 978-1-4020-5426-6 (The Geojournal Library : 88) 119-133.
74
Köbben, B.J. RIMapper WMS : a web map service providing SVG maps with a built - in client. In: The European information society : leading the way with geo - information / ed. by. S. Fabrikant and M. Wachowicz. Berlin etc. : Springer, 2007. ISBN 3-540-72384-6 (Lecture Notes in Geoinformation and Cartography : 486) 217-230. Köbben, B.J. and ... [et al.] Bata positioning system : a real time tracking system for the world's largest relay race. In: Location based telecartography and services / ed. by G. Gartner, W. Cartwright, and M. Peterson. Berlin : Springer, 2007. ISBN 3-540-36727-6. (Lecture Notes in Geoinformation and Cartography ) 511-524. Kraak, M.J. Cartography and the use of animation. In: Multimedia cartography. / ed. by W. Cartwright, M. Peterson and G. Gartner. Second edition. Berlin : Springer, 2007. ISBN: 3-540-36650-4. 317-326. Krol, B.G.C.M., Rossiter, D.G. and Siderius, W. Ontology based multi - source data integration for digital soil mapping. In: Digital soil mapping : an introductory perspective / ed. by P. Lagacherie, A.B. MacBratney and M. Voltz. Amsterdam: Elsevier, 2007. ISBN 978-0-444-52958-9. (Developments in Soil Science ; 31). pp 119-133. Booij, M.J., Deckers, D.L.E.H., Rientjes, T.H.M. and Krol, M.S. Regionalization for uncertainty reduction in flows in ungauged basins. In: Quantification and reduction of predictive uncertainty for sustainable water resources management: proceedings of symposium HS2004 at IUGG2007, Perugia, 7-13 July 2007. / ed. by E. Boegh ...[et.al] Wallingford : IAHS, 2007. ISBN 978-1-90150278-09-1 (IAHS Publication ; 313) 329-337. Sigarán-Loría, C., Kaynia, A.M. and Hack, H.R.G.K. Soil stability under earthquakes : a sensitivity analysis. In: Earthquake Geotechnical Engineering : proceedings of the 4th International Conference on Earthquake Geotechnical Engineering, June 25-28, 2007, Thessaloniki, Greece. / ed. by K.D. Pitilakis. Dordrecht : Springer, by H.A. Haccou ... [et al.]. Gouda : Habiforum Foundation, 2007. ISBN 978-90-806647-4-6. 221-241. Slob, S., Hack, H.R.G.K. and ... [et al.] Fracture mapping using 3D laser scanning techniques. In: 11th congress of the International Society for Rock Mechanics : the second half century of rock mechanics, 9-13 July, 2007, Lisbon, Portugal / ed. by L. R. e Sousa, C. O. N. Grossmann. Leiden : Taylor & Francis/Balkema, 2007. ISBN 978-0-41545-084-3. 299-302. Kanté, S., Smaling, E.M.A. and van Keulen, H. Nutrient balances for different farm types in Southern Mali. In: Advances in integrated soil fertility management in sub-Saharan Africa: challenges and opportunities. / ed. by A. Bationo et al.(Eds). Dordrecht : Springer, 2007. ISBN 978-1-4020-5759-5 557-566. Stein, A., Gort, G. and Lucieer, A. Use of the Bradley - Terry model to assess uncertainty in an error matrix from a hierarchical segmentation of an ASTER image. In: Signal and image processing for remote sensing / ed. by C.H. Chen. Boca Raton: CRC, 2007. ISBN 978-0-8493-5091-7. 591-606. Tegtmeier, W., Hack, H.R.G.K. and Zlatanova, S. The determination of interpretation uncertainties in subsurface representation. In: 11th congress of the International Society for Rock Mechanics : the second half century of rock mechanics, 9-13 July, 2007, Lisbon, Portugal / ed. by L. R. e Sousa, C. O. N. Grossmann. Leiden : Taylor & Francis/Balkema, 2007. ISBN 978-0-41545-084-3. 105-108. Tegtmeier, W., Hack, H.R.G.K. and ... [et al.] The problem of uncertainty integration and geo - information harmonization. In: Urban and regional data management : Urban Data Management Society UDMS Symposium 2007, 10-12 October 2007. Stuttgart, Germany. Leiden : Taylor&Francis/Balkema, 2007. ISBN 978-0-415-44059-2. 171-184. van der Meer, F.D. and van der Werff, H.M.A. Spatial spectral contextual image analysis of hyperspectral data to aid in the characterisation of hydrothermal alteration in epithermal gold deposits. In: New developments and challenges in remote sensing / ed. by Z. Bochenek. Millpress : Rotterdam, 2007. ISBN 978-90-5966-053-3. 275-285.
Bijlagen
Bockarjova, M., Steenge, A.E. and van der Veen, A. Structural economic effects of large - scale inundation: a simulation of the Krimpen dike breakage. In: Flood risk management in Europe: innovation in policy and practice. / ed by S. Begum, M.J.F. Stive, and J.W. Hall. Berlin: Springer, 2007.(Advances in natural and technological hazards research: 25) ISBN: 978-1-4020-4199-0. 131-154. van der Werff, H.M.A., Noomen, M.F., van der Meijde, M. and van der Meer, F.D. Remote sensing of onshore hydrocarbon seepage : problems and solutions. In: Mapping hazardous terrain using remote sensing. / ed. by. R. M. Teeuw. London, The Geological Society of London, 2007.(Geological Society Special Publication : 283) ISBN: 978-1-86239-229-8. 125-133. van der Werff, H.M.A., Noomen, M.F., van der Meijde, M., Kooistra, J.F. and van der Meer, F.D. Use of hyperspectral remote sensing to detect hazardous gas leakage from pipelines. In: New developments and challenges in remote sensing / ed. by Z. Bochenek. Millpress : Rotterdam, 2007. ISBN 978-90-5966053-3. 707-715. van Elzakker, C.P.J.M. and Wealands, K. Use and users of multimedia cartography. In: Multimedia cartography. / ed. by W. Cartwright, M. Peterson and G. Gartner. Second edition. Berlin: Springer, 2007. ISBN: 3-540-36650-4. 487-504. Master, S. and Woldai, T. Umm al Binni structure, Southern Iraq: as a postulated late holocene meteorite impact crater. In: Comet - asteroid impacts and human society : an interdisciplinary approach / ed by P.T. Bobrowsky and H. Rickman. Heidelberg : Springer, 2007. ISBN 3-540-32709-6. 89-104. Woldai, T. Existing infrastructure and available resources in support of remote sensing deployment within Africa. In: Geoinformation for development : bridging the divide through partnership / ed. by P. Zeil and S. Kiensberg. Heidelberg : Herbert Wichmann, 2007. ISBN 978-3-87907-444-0. 213-221. Bishr, M., Wytzisk, A. and Morales Guarin, J.M. GeoDRM: towards digital management of intellectual property rights for the SDI. In: Research and theory in advancing spatial data infrastructures concepts / H.J. Onsrud. Redlands : ESRI, 2007. ISBN 978-1-58948-162-6. 245-260.
PhD-theses
Amer, S. Towards spatial justice in urban health services planning : a spatial - analytic GIS - based approach using Dar es Salaam, Tanzania as a case study. Utrecht, Utrecht University, 2007. ITC Dissertation 140, 299 p. ISBN: 90-6164-253-1. Chacón-Moreno, E.J. Ecological and spatial modeling: mapping ecosystems, landscape changes, and plant species distribution in Llanos del Orinoco, Venezuela. Wageningen, Wageningen University, 2007. ITC Dissertation 139, 216 p. ISBN: 90-8504-559-2. Cho, M.A. Hyperspectral remote sensing of biochemical and biophysical parameters : the derivative red - edge "double - peak feature" : a nuisance or an opportunity?. Wageningen, Wageningen University, 2007. ITC Dissertation 142, 206 p. ISBN: 978-90-8504-622-6. Farifteh, J. Imaging spectroscopy of salt - affected soils : modelbased integrated method. Enschede, ITC, 2007. ITC Dissertation 143, 215 p. ISBN: 978-90-6164-259-6. Minang, P.A. Implementing global environmental policy at local level : community carbon forestry perspectives in Cameroon. Enschede, ITC, 2007. ITC Dissertation 144, 212 p. ISBN: 978-90-6164-260-2. Noomen, M.F. Hyperspectral reflectance of vegetation affected by underground hydrocarbon gas seepage. Enschede, ITC, 2007. ITC Dissertation 145, 151 p. ISBN: 978-90-8504-671-4. Obakeng, O.T. Soil moisture dynamics and evapotranspiration at the fringe of the Botswana Kalahari, with emphasis on deep rooting vegetation. Amsterdam, Vrije Universiteit Amsterdam, 2007. ITC Dissertation 141, 225 p. ISBN: 90-6164-254-X. Sobhan, I. Species discrimination from a hyperspectral perspective. Wageningen, Wageningen University, 2007. ITC Dissertation 150, 164 p. ISBN: 978-90-8504-809-1. Turdukulov, U.D. Visualizing the evolution of image features in time - series : supporting the exploration of sensor data. Enschede, ITC, 2007. ITC Dissertation 149, 154 p. ISBN: 978-90-6164-264-0. van Ruitenbeek, F.J.A. Hydrothermal processes in the archean: new insights from imaging spectroscopy. Enschede, ITC, 2007. ITC Dissertation 148, 114 p. ISBN: 978-90-6164-262-6.
Aditya, T. The national atlas as a metaphor for improved use of a national geospatial data infrastructure. Enschede, ITC, 2007. ITC Dissertation 146, 228 p. ISBN: 978-90-6164-261-9. Alkema, D. Simulating floods : on the application of a 2D hydraulic model for flood hazard and risk assessment. Enschede, ITC, 2007. ITC Dissertation 147, 198 p. ISBN: 978-90-6164-263-3.
Bijlagen
75
Bestuur en adviesorganen, fellows en hoogleraren (per 31 december 2007) Raad van Toezicht Prof. mr. J.W.J. Besemer, voorzitter Prof. dr. ir. M. Molenaar, secretaris Mevr. M. Verburg, adjunct secretaris Dr. J.-P.R.A. Sweerts Ir. C.D. van der Wildt Dr. B.E. van Vucht Tijssen (op voordracht Ondernemingsraad) Prof. dr. W. van Rossum (Universiteit Twente) Prof. dr. J. T. Fokkema (Technische Universiteit Delft) Prof. dr. M. Kropff (Wageningen Universiteit en Researchcentrum) Prof. dr. P. Hooimeijer (Universiteit Utrecht) Bestuur Prof. dr. ir. M. Molenaar Directie Prof. dr. ir. M. Molenaar, rector Drs. I.J.J. Beerens, directeur externe betrekkingen Ondernemingsraad Drs. J.J. Verplanke, voorzitter Drs. J.F. Kooistra, vice-voorzitter J.F.M. van der Steen, vice-voorzitter Mr. A.M.T. Willeme, ambtelijk secretaris T.H. de Kluijver C.M. Gerritsen A. Kosters Dr. P. E. van Laake Dr. B.H.P. Maathuis A. Nikijuluw Wetenschappelijke raad Intern: Prof. dr. ir. M. Molenaar, voorzitter Ir. F. Paats, secretaris Prof. dr. M. Hale Prof. dr. Z. Su Prof. dr. V.G. Jetten Prof. dr. M.J. Kraak Extern: Prof. dr. R.J. Wieringa - Universiteit Twente Prof. dr. M.E. Schaepman - Wageningen Universiteit en Researchcentrum Prof. dr. H.B.J. Leemans - Wageningen Universiteit en Researchcentrum Prof. dr. ir. P.J.M. van Oosterom - Technische Universiteit Delft Prof. dr. T.J.M. Spit - Universiteit Utrecht Prof. dr. ir. M.F.P. Bierkens - Universiteit Utrecht Prof. dr. J.Th.A. Bressers - Universiteit Twente
Institute council Prof. dr. ir. M. Molenaar, voorzitter Mevr. M. Verburg, secretaris Drs. I.J.J. Beerens Prof. dr. Ir. A. Stein Prof. dr. F.D. van der Meer Prof. dr. M.J. Kraak Prof. dr. A.K. Skidmore C.M.J. Paresi Prof. dr. Z. Su Ir. F. Paats Prof. dr. M. Hale Ir. H.C.P. Noort
76
Bijlagen
Academic Board Prof. dr. ir. M. Molenaar, voorzitter Ir. F. Paats, secretaris Prof. dr. ir. M.G. Bos Prof. dr. J.L. van Genderen Prof. dr. ir. A. de Gier Prof. dr. M. Hale Prof. dr. M.J. Kraak Prof. dr. F.D. van der Meer Prof. ir. P. van der Molen Prof. dr. A.K. Skidmore Prof. dr. A. Stein Prof. dr. Z. Su Prof. dr. ir. E.M.A. Smaling Prof. dr. ir. M.G. Vosselman Prof. dr. ing. W. Verhoef Prof. dr. V.G. Jetten Prof. dr. A. van der Veen C.M.J. Paresi Dr. R.V. Sliuzas S. Yali (PhD-student) R. van der Velde (Promovendus) Education Implementation Board Ir. F. Paats, voorzitter T.K.A. Brefeld, secretariaat Programmadirecteuren: G.C. Huurneman MSc - Geoinformatics Ir. M.C. Bronsveld - Governance and Spatial Information Management- Land Administration Drs. E.J.M. Dopheide - Urban Planning and Management Dr. M.J.C. Weir - Natural Resources Management Ir. A.M. van Lieshout - Water Resources and Environmental Management Drs. T.M. Loran - Appied Earth Sciences Student Association Board Marc Graham, GFM, voorzitter Marco Rusmini, AES, secretaris Florence Lamptey, GIMLA, communicatie Cosmas Nicholas Walyaula Watsusi, NRM, financiën Swati Khanna, UPM, sociale zaken Ameha Dori Gebretsahma, GIMLA, huisvesting Lolita Yohannes Abraham, AES, vrouwenzaken Ricardo Ontiveros Enriquez, WREM, sport Guido Baroncini Turricchia, WREM, onderwijs/alumni Yun-feng Poh, NRM Theophilus Hinson, UPM Juan Luis Calle, GFM ITC-professoren Prof. dr. ir. M.G. Bos Prof. dr. J.L. van Genderen Prof. dr. ir. A. de Gier Prof. dr. M. Hale Prof. dr. M.J. Kraak Prof. dr. F.D. van der Meer Prof. ir. P. van der Molen Prof. dr. ir. M. Molenaar Prof. dr. A.K. Skidmore Prof. dr. A. Stein Prof. dr. Z. Su Prof. dr. ir. E.M.A. Smaling Prof. dr. ir. M.G. Vosselman Prof. dr. ing. W. Verhoef Prof. dr. V.G. Jetten Prof. dr. A. van der Veen
Bijlagen
Discipline Irrigation Water Management Remote Sensing for Applied Geomorphology Forest Survey Mineral Exploration Geoinformatics, Cartography and Visualisation Earth Subsurface Systems Analysis Land Administration and Cadastre Spatial Data Acquisition and Geoinformatics Vegetation and Agricultural Land Use Survey Mathematical and Statistical Methods for Geodata Spatial Hydrology and Water Resources Management Sustainable Agriculture Geo-Information Extraction with Sensor Systems Advanced Earth Observation for Water Resources Applications Earth Surface Systems Analysis Spatial Economics
77
Honorary Fellows Prof. dr. ir. W. Schermerhorn (1969), Nederland († 10 maart 1977) Dr. A. Gonzalez Fletcher (1976), Colombia Chief R. Oluwole Coker (1976), Nigeria († 3 september 2002) Ir. Pranoto Asmoro (1976), Indonesië († 29 april 2001) Col. J.N. Sinha (1976), India Ir. Soekiman Atmosoedarjo (1976), Indonesië († 27 november 2006) Prof. ir. A.J. van der Weele (1981), Nederland († 17 januari 1993) Dr. F.J. Doyle (1986), Verenigde Staten Prof. P. Misra (1986), India Prof. dr. F.J. Ormeling (1986), Nederland († 1 mei 2002) Prof. dr. ir. J. Rais (1988), Indonesië Prof. Ning Jinsheng (1988), China Prof. dr. ing. F. Ackermann (1992), Duitsland Prof. dr. Shunji Murai (1993), Thailand Z.K.H. Prins Claus der Nederlanden (1993), († 6 oktober 2002) H.K.H. Prinses Maha Chakri Sirindhorn van Thailand (1996) Prof. dr. J.A. van Ginkel (2000), Nederland Eng. M.M. Ibrahim MSc (2000), Egypte Dr. D.P. Rao (2000), India Prof. dr. ir. K.J. Beek (2002), Nederland Dr. J. Dangermond (2004), Verenigde Staten
78
Bijlagen