DOCENTENHANDLEIDING
“W I E I S W I E ” lesbrief voor groep 8
Informatie voor de leerkracht 1.
Inleiding
2.
Opbouw lesprogramma
3.
Toelichting op de onderdelen
4.
Aansluiting bij kerndoelen
5.
Methoden met aanknopingspunten voor lessen familiegeschiedenis
6.
Colofon
W I E I S W I E L E S B R I E F
DOCENTENHANDLEIDING
1)
W I E I S W I E L E S B R I E F
Inleiding: over Ali B. en oma’s Arretjescake bij de thee...
In deze lesbrief maken kinderen kennis met de geschiedenis van hun ouders en grootouders. Door middel van opdrachten en interviews leren kinderen tijdsbeelden te relateren aan generaties en maken ze kennis met gebruiken en gewoontes in andere culturen. Ze ontdekken de alledaagse werkelijkheid anno 1930/1940 tot en met anno nu. Ze gaan op onderzoek, maken een familieboek, leren gevonden bevindingen te vertalen naar een breder perspectief en krijgen fotografielessen van een echte fotograaf, Paul Oud. Tot besluit organiseren ze een spetterende slotmanifestatie, compleet met expositie, documentatie, modeshows, muziek, hapjes en drankjes uit die goeie ouwe tijd. Hoe ver die tijd terug gaat en of de manifestatie multicultureel wordt, hangt af van de genealogische gegevens van de leerlingen! 2)
Opbouw lesprogramma
Dit project kent de volgende onderdelen: • Introductie • Lesbrief met opdrachten, bestaande uit 8 delen • Maken familieboek • Gasten in de klas, interview • Lessen fotografie door Paul Oud, fotograaf • Bezoek archief, burgerlijke stand van het gemeentehuis of andere instelling • Slotmanifestatie
DOCENTENHANDLEIDING
W I E I S W I E L E S B R I E F
3)
Toelichting op de lesbriefonderdelen
✐ ✐✐
De met dit teken gemarkeerde onderdelen kunnen de kinderen zelfstandig maken. De met dit teken gemerkte onderdelen zijn groepsopdrachten.
Voorbereiding leerkracht introductieles Introductie project W I E I S W I E : ✐✐ De leerlingen nemen een voorwerp mee waarvan zij vinden dat het iets met hen zelf en hun eigen identiteit te maken heeft. Tijdens een kringgesprek wordt de keuze van de meegebrachte voorwerpen door de leerlingen toegelicht. De voorwerpen kunnen in een hoek van de klas blijven staan, eventueel voorzien van kaartjes met tekst en uitleg, door de leerlingen zelf gemaakt. Lesbrief ✐ 1: Wie ben ik? ✐ 2: Hoe heet ik? ✐ 3: Wie is wie?
met als onderdeel: maken familieboek 1e deel met als onderdeel: maken familieboek 2e deel
Voorbereiding leerkracht volgende les Benodigdheden: - Getallenlijn die de decennia van de 20e eeuw vertegenwoordigt, eventueel gemaakt door de leerlingen. - Stroken crêpepapier in korte linten geknipt in de kleuren rood, blauw, oranje, groen en paars. - Kaart van Nederland, Europa en zo nodig de wereldkaart. Eventueel kopspelden in de kleuren rood, blauw, oranje, groen en paars. Lesbrief ✐✐ 4: En wie zijn jullie? ✐ 5.1: Beeld van een tijd Voorbereiding leerkracht volgende les Benodigdheden: - Lijstje met namen van mogelijke beschikbare gasten voor interview in de klas. - Drie grote vellen papier (aantal evenredig aan aantal gasten in de klas). - Verdeel de klas in drie of meerdere groepen.
DOCENTENHANDLEIDING
W I E I S W I E L E S B R I E F
Lesbrief ✐✐ 5.2: Beeld van een tijd ✐✐ 6: Het interview Voorbereiding leerkracht les fotografie Paul Oud Doen: - Afspraak maken met Paul Oud, fotograaf: tel 050-589 27 43, mob. 06-24 25 70 01. Paul Oud geeft in overleg met de leerkracht 2 lessen fotografie. Lessen fotografie: Kinderen maken kennis met de basisbeginselen van fotografie, zoals: • Licht en tegenlicht • Scherpte en onscherpte • Camera Standpunten
• Voorgrond en achtergrond • Vorm en Compositie
Paul Oud helpt kinderen bewuster te kijken naar te fotograferen objecten of personen en heeft daarbij verrassende en creatieve invalshoeken. Op de in te richten “Fotoset” in de klas kunnen de leerlingen het geleerde in praktijk brengen. Lesbrief ✐ 7: Wie zijn wij? ✐ 8: Genealogie
met als onderdeel: maken familieboek 3e en 4e deel
Voorbereiding leerkracht bezoek aan locatie naar keuze (bijvoorbeeld archief, gemeentehuis) Doen: - afspraak maken - opdrachten voorbespreken met leerlingen - bezoek aan instelling Lesbrief ✐✐ 9: Tot besluit
Leerkracht begeleidt de kinderen bij de voorbereidingen en uitvoering van de slotmanifestatie.
DOCENTENHANDLEIDING
4)
W I E I S W I E L E S B R I E F
Aansluiting bij kerndoelen
Bij het ontwikkelen van dit lespakket is rekening gehouden met de kerndoelen zoals beschreven in het ‘Voorstel herziene kerndoelen basisonderwijs’ (2004). De volgende kerndoelen sluiten direct aan bij het lespakket: Nederlandse taal 1 De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven. 2 De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren. 3 De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren. Schriftelijk taalonderwijs 4 De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema's, tabellen en digitale bronnen. 5 De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen. 6 De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale. 7 De leerlingen leren informatie en meningen te vergelijken en te beoordelen in verschillende teksten. 8 De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het schrijven van een brief, een verslag, een formulier of een werkstuk. Zij besteden daarbij aandacht aan zinsbouw, correcte spelling, een leesbaar handschrift, bladspiegel, eventueel beeldende elementen en kleur. 9 De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten. Tijd 51 De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren. Kunstzinnige oriëntatie 55 De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren. 56 De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.
DOCENTENHANDLEIDING
5)
W I E I S W I E L E S B R I E F
Geschiedenis methoden met aanknopingspunten voor lessen familiegeschiedenis.
• Joep den Otters en Jan Engberts, Bij de tijd. Geschiedenis voor de basisschool (Den Bosch, Malmberg, 1988) - Bij de tijd, deel 4: Hoofdstuk 4, tussenles 4: “oral history” Hoofdstuk 6, tussenles 6, “je eigen levensgeschiedenis” • Wim van der Vlis, Henk Pronk, Johan Oude Engberink en Hans Wools, Spoorzoeken in de tijd (Groningen, Wolters-Noordhoff, 1993) - Spoorzoeken in de tijd, deel 3 Hoofdstuk 8, over vroeger en nu: “bij de meester” Hoofdstuk 12, over vroeger en nu: “prachtige namen” - Spoorzoeken in de tijd, deel 4: Hoofdstuk 12: “alles verandert’ • Ron de Bruin, Het ei van Columbus. Een zee van tijd. Geschiedenis voor de basisschool (Tilburg,Zwijsen,1993) - Een zee van tijd, deel F Hoofdstuk 3, de 1e wereldoorlog en de crisis Hoofdstuk 4, de 2e wereldoorlog Hoofdstuk 6, na 1945 • Bill Venema, Op zoek naar vroeger. Een verkenningstocht door de geschiedenis van ons land (Groningen, Jacob Dijkstra’s Uitgeversmaatschappij, 1987) Op zoek naar vroeger, deel 3: 20e Eeuw: naar school
DOCENTENHANDLEIDING
• Paul Fenger en Klaas Hoekstra, Wijzer door de tijd. Geschiedenismethode voor de basisschool (Houten, Educatieve Partners Nederland, 1997) - Wijzer door de tijd, deel 8: Les 3: een wereld in oorlog Les 4: de wereld na 1945 Les 5: er komen andere tijden Les 6: de eeuw der koninginnen Thema 1: oorlog en vrede Thema 2: communicatie • Jouke Nijman en Hans Roest, Speurtocht. Geschiedenis voor het basisonderwijs (Utrecht, Zutphen, Thieme Meulenhof, 2005) - Speurtocht, deel 8: Les 5: de 20e eeuw
W I E I S W I E L E S B R I E F
DOCENTENHANDLEIDING
6)
W I E I S W I E L E S B R I E F
Colofon
Het project “ W I E I S W I E ” is ontwikkeld in opdracht van Kunststation C door het Nationaal Rijtuigmuseum te Leek. Ontwerp en samenstelling: Carolien Overweg Grafisch ontwerp: Dousma&Dousma Grafische Communicatie, Leek Foto’s kinderen: Aly Poelstra Fotografie, Ulrum Cartoons: Marc Bansema, Noordlaren Kunstenaar: Paul Oud, Groningen Bronnen: Centraal Bureau voor Genealogie Centraal Bureau voor Statistiek Groninger Archieven Voornaam! door Pim van Schaik, PlanPlan ISBN 90-96092-03-6 Met dank aan : • Jittie Hoekstra, leerkracht O.B.S. de Rieshoek te Noordlaren. • leerkracht en leerlingen groep 7 O.B.S. de Tweemaster • Noëmi Noest en Henk Wiersema, kunstenaars Oostwold Kunststation C Postbus 21, 9950 AA Winsum T: 0595 444445 / F: 0595 443205
[email protected] www.kunststationcultuur.nl
Nationaal Rijtuigmuseum Nienoord 1, 9351 AC Leek T: 0594 512260 / F: 0594 517921
[email protected] www.rijtuigmuseum.nl
W I E I S W I E L E S B R I E F
WIE IS WIE? Lesbrief voor groep 8
Een project erfgoededucatie door het Nationaal Rijtuigmuseum
1 WIE BEN IK?
W I E I S W I E L E S B R I E F
1 Wie ben ik? ALS JE JEZELF AAN IEMAND VOORSTELT, GEEF JE EEN HAND EN ZEGT: “IK BEN: ………..” DE ANDER KAN ANTWOORDEN: “LEUK OM MET JE KENNIS TE MAKEN, “IK BEN: ………..”
Maar als je iemands naam weet, zegt dat nog niet zoveel. Allerlei indrukken spelen een rol bij een eerste kennismaking. Hoe zie je er uit, hoe gedraag je je, waar kom je vandaan… We noemen dit ook wel: een eerste indruk. Een eerste indruk kan je al iets meer vertellen over iemand. Maar: uiterlijk zegt natuurlijk nog weinig over iemands binnenkant… Je leert iemand pas beter kennen als je ook weet hoe hij of zij over bepaalde dingen denkt, waar die persoon blij of verdrietig van wordt, wat zijn of haar gewoontes zijn, wat hij of zij belangrijk vindt en hoe diegene zich gedraagt onder bepaalde omstandigheden. En ook: waarom dat zo is! JE HEBT DUS TIJD NODIG OM IEMAND BETER TE LEREN KENNEN..
• • •
Waar let jij op als je iemand voor het eerst ontmoet? Noem tenminste 3 dingen. Vertel ook waarom jij juist die dingen belangrijk vindt. Zijn het vooral uiterlijke kenmerken of zijn het kenmerken die te maken hebben met hoe diegene zich gedraagt? Heb je wel eens iemand bij een eerste indruk verkeerd beoordeeld? Hoe kwam dat? Bedenk een aantal trefwoorden die met jou te maken hebben en die voor jou belangrijk zijn. Het kunnen karaktereigenschappen zijn, hobby’s of voorkeuren, uiterlijke kenmerken enz.
1
2 HOE HEET IK?
W I E I S W I E L E S B R I E F
2 Hoe heet ik? NAMEN ZEGGEN NATUURLIJK WEL “IETS”. ZE KUNNEN IETS VERTELLEN OVER WAAR JE VANDAAN KOMT, OVER GELOOF, TRADITIE, VOORKEUR EN ZELFS OVER MODE...
Je hebt een voornaam en een achternaam. Je voornaam is gekozen en is je gegeven door je ouders. Je achternaam is je familienaam: het is de familienaam van je vader of van je moeder. WEETJES Heel vroeger waren de namen afkomstig van de Germaanse taal, de taal waar het Nederlands uit ontstond. Namen als Adelbert en Gertrud zijn daar voorbeelden van. In de Middeleeuwen speelde het geloof een rol bij naamgeving: Maria en Johannes zijn bijv. namen uit de bijbel. Tot aan de tweede wereldoorlog was het gebruikelijk dat je de namen kreeg van je ouders en/of je voorouders. KIJK MAAR EENS NAAR DE ‘NAMEN TOP TIEN’ VAN 1938:
JONGENS Johannes Jan Cornelis Hendrik Willem Pieter Petrus Wilhelmus Gerrit Jacobus
MEISJES Maria Johanna Anna Cornelia Wilhelmina Elisabeth Catharina Hendrika Adriana Petronella
2
2 HOE HEET IK?
W I E I S W I E L E S B R I E F
Tegenwoordig wonen er in Nederland steeds meer mensen die afkomstig zijn uit heel veel verschillende landen. Onze samenleving is multi-cultureel: Nederlanders heb je in alle kleuren! Dus heeft dat ook invloed op de namen die je nu hoort. Denk maar eens aan Samira, Fatima, Mohammed of Ali. Wist je dat de naam Mohammed al twintig jaar de meest voorkomende naam is in Amsterdam?! Gek genoeg is er ook bij voornamen sprake van “mode”… Ouders geven hun kind de naam van een beroemde zangeres of filmster of kiezen voor een buitenlandse naam, bijvoorbeeld Anouk, Mike of Sven. Ook kiezen ouders juist een naam vanuit hun eigen cultuur: Yasmina, Mohammed, Bregje of Dirk. IN 2005 IS DE ‘NAMEN TOP TIEN’ ALS VOLGT:
JONGENS Daan Thomas Lars Sem Thijs Milan Lucas Tim Jesse Bram
• •
MEISJES Emma Anna Sanne Iris Isa Lisa Lotte Anouk Maud Fleur
WEETJES Je ziet dat er een enorm verschil is in de favoriete voornamen in 1938 en nu. Alleen de naam Anna komt ook nu nog voor in de top tien! Op internet kun je veel informatie vinden over voornamen en hun betekenis. Leuke sites hiervoor zijn: www.meertens.nl.voornamen www.voornamelijk.nl www.behindthename.com www.namen-voornamen.pagina.nl
Maak een ‘top drie’ van jouw favoriete jongens- of meisjesnamen. Zoek uit wat je eigen naam betekent. Vraag eens aan je ouders waarom ze je deze naam hebben gegeven.
3
2 HOE HEET IK?
W I E I S W I E L E S B R I E F
Familieboek 1e deel: Je gaat een familieboek maken. Het wordt een kijk- en leesboek vol verhalen, documenten en wetenswaardigheden over je familie en over jezelf!. Maak een losbladig systeem dat je voorlopig bewaart in een plastic hoes. Als alles klaar is kun je het geheel inbinden of in een snelhechter doen. Denk alvast na hoe je boek er uit moet zien. Je kunt de pagina’s mooi versieren of decoreren. Tip: je kunt een paginarand of achtergrond versieren met een motiefje of bepaald patroon dat zich steeds herhaalt.. Dit kan te maken hebben met degene over wie jij die pagina maakt! Kijk maar eens naar de volgende suggesties: Ajax-logo, patroon van je lievelingskledingstuk, figuurtje uit een computerspelletje, je vaders stropdas, gordijnen, merkteken van de auto, het behang of het tafelkleed van oma en opa. Misschien kun je een foto maken, kun je iets scannen of past er iets onder het kopieerapparaat…..
De voorpagina maak je het laatst! Je begint met de eerste bladzijden. Stofje van een kinderpyama uit 1956 1e bladzijde: hier komt je roepnaam, je volledige voornaam en achternaam, je geboortedatum en geboorteplaats en je huidige adres. Als je het leuk vindt kun je er een foto van je zelf bij plakken en je geboortekaartje. Werk je op de computer? Dan wordt het nog mooier om de documenten te scannen en ze te importeren! 2e bladzijde: hier begin je met de datum. Je vertelt hier over je zelf aan de hand van de volgende items: gezinsamenstelling, belangrijke gebeurtenissen in je leven tot nu toe, hobby’s en vrijetijdsbesteding, favoriete mode, eten, televisieprogramma’s, muziek.. Natuurlijk zorg je dat je teksten afgewisseld worden met plaatjes!
•
•
4
3 WIE IS WIE?
W I E I S W I E L E S B R I E F
3 Wie is wie? HEEL VROEGER BESTONDEN ER NOG GEEN FAMILIENAMEN IN NEDERLAND. TOCH MOEST ER ONDERSCHEID GEMAAKT WORDEN TUSSEN ALLE MENSEN MET DEZELFDE VOORNAAM.
Zo kon het gebeuren dat je behalve je voornaam, ook de naam van je vader kreeg: Piet Janszoon. Later werd dit Jansen. Ook beroepen, eigenschappen en plaatsen werden wel gebruikt: Smid, De Lange of Van Dijk zijn daar voorbeelden van. In Friesland en Groningen gebruikten mensen vaak -inga, -ma en stra, aan het eind van hun naam, bijv Hemminga, Atema en Hoekstra. In de Franse tijd, van 1799 tot 1813, golden in Nederland franse wetten. Daarbij hoorde dat iedereen een vaste familienaam kreeg. Wie nog geen familienaam had moest die zelf uitkiezen. Omdat veel mensen dachten dat die Franse regel tijdelijk was, kozen sommigen onzinnamen zoals Pottjebier of Manweg. Maar in 1813, toen de Franse keizer Napoleon verslagen werd, vond de Nederlandse regering het wel handig om die familienamen te blijven gebruiken. Pech voor iedereen die zichzelf Poepjes had genoemd! ALLEEN MET TOESTEMMING VAN DE KONING OF KONINGIN KON EEN NAAM NOG VERANDERD WORDEN. WEETJES Heel veel namen zijn ergens van afgeleid. Voorbeelden van mogelijke keuzes bij familienamen: Vadersnamen(patroniemen): Albers, Jansen Harms Beroepen: Bakker ; de Boer, Smit, Veerman, Schoenmaker Plaatsnamen: Van Santpoort, Van Katwijk, Van Ommen Bodemgesteldheid: Van de Zande, Biesheuvel, Van Duin, Steenberg Bouwwerken: Dijkstal, Van Capelle, Van de Burg, Van de Molen Dieren: Bontekoe, De Leeuw, Van de Valk, Vos Eigenschappen: Dik, de Lange , De Slegte, Knap Gereedschappen: Blok, Van de Naald, Sloothaak, Van de Ploeg Akkerbouw en veeteelt: Van den Akker, Zaaijer, Scheper, Molenkamp Tuinbouw en bosbouw: Bloemen, van Eyk, Noteboom Verkeerswegen: Van de Laan, Straten, Van de Brink
5
3 WIE IS WIE?
W I E I S W I E L E S B R I E F
WEETJES Het voorgaande gaat over de Nederlandse familienamen. Per land, cultuur of geloof is de naamgeving nogal verschillend: Op het eiland Bali krijgen alle kinderen, in plaats van een naam zoals wij die kennen, een naam met een nummer: daar heet je “eerste kind”, “tweede kind”, “derde kind”, enzovoort! In China word je altijd eerst met je familienaam en dan pas met je voornaam genoemd. In Turkije hebben de mensen sinds 1923 een achternaam. Toen werd de machtige sultan van Turkije afgezet door een officier van het leger. Hij werd de eerste president van Turkije en zorgde voor wetten, kiesrecht en onderwijs. Hij liet iedereen een achternaam kiezen. Zelf noemde hij zich “Atatürk”: vader van alle Turken. In de Arabische wereld zijn er hoofdzakelijk drie gebruiken voor wat betreft de familienaam: - Een opsomming van drie namen: de voornaam, de naam van de vader en de naam van de grootvader. Tussen die namen komt: ibn of bin (zoon van) of ibnat of bent (dochter van). - Een voornaam gevolgd door een bijnaam. - De geboorteplaats van een voorouder als achternaam.
• •
Kun jij de betekenis van je eigen achternaam verklaren? Komt jouw familie oorspronkelijk uit een ander land dan Nederland? Vraag eens aan je ouders hoe familienamen daar zijn ontstaan.
Familieboek 2e deel: Ga verder met je familieboek. Voor de volgende bladzijden in je boek heb je ook informatie over je ouders en grootouders nodig. Begin bij je zelf. Print de kwartierstaat (zie bijlage 1) en noteer hierop de gegevens. Als je problemen hebt met het invullen van dit formulier omdat er in jouw familie sprake is van adoptie of echtscheiding, overleg dan even met je familieleden of een van je ouders. Sommige kinderen hebben bijvoorbeeld door een echtscheiding 4 opa’s en 4 oma’s... Beslis dan samen hoe je het formulier invult! WEETJES Er bestaan symbolen voor de aanduiding van verschillende gebeurtenissen in iemands leven. Kijk maar eens hier onder: Geboren Gedoopt Getrouw
geb. ged. tr.
* ~ X
Gescheiden Overleden Begraven
gesch. % overl. † begr.
6
4 WIE ZIJN JULLIE?
W I E I S W I E L E S B R I E F
4 Wie zijn jullie? IN DE KLAS HANGT DE GETALLENLIJN. NU GA JE DE GEGEVENS VERWERKEN, DIE JE HEBT VERZAMELD OP DE KWARTIERSTAAT. ELK LID VAN EEN GENERATIE KRIJGT EEN LINT IN EEN BEPAALDE KLEUR.
Hang de linten van je familieleden op de juiste plek aan de getallenlijn. Gebruik de goede kleuren! opa’s rood oma’s blauw
• • • vaders oranje • moeders groen • en voor jezelf paars!
Laat ook zien waar de leden van je familie vandaan komen. Prik hiervoor gekleurde kopspelden op de landkaart van Nederland en gebruik zonodig ook de kaart van Europa of de kaart van de wereld . Je kunt ook op een groot vel papier met verschillende kleuren turven achter de plaatsnamen.
• • • •
Zijn er veel kinderen met ouders en grootouders uit dezelfde tijd? Zijn er grote verschillen tussen de oudste en de jongste grootouder? En tussen ouders? Zijn er veel mensen uit andere plaatsen of andere landen?
7
5 BEELD VAN EEN TIJD?
W I E I S W I E L E S B R I E F
5 Beeld van een tijd 5.1 VERANDERINGEN EN ONTWIKKELINGEN IN DE SAMENLEVING KUNNEN RAZENDSNEL GAAN. SINDS DE TIJD DAT JE OPA EN OMA OPGROEIDEN IS ER HEEL VEEL VERANDERD IN NEDERLAND.
Bijvoorbeeld: - De komst van elektronische apparaten zoals televisie, computer en mobiele telefoons in het huisgezin. - De komst van mensen uit allerlei andere landen en culturen naar Nederland. - Het stijgend aantal echtscheidingen, met als gevolg dat er nu veel samengestelde gezinnen zijn: ouders die opnieuw trouwen of gaan samenwonen hebben soms al kinderen uit een eerder huwelijk. De man van je moeder hoeft niet meer vanzelfsprekend je vader te zijn en kinderen die in één gezin leven zijn niet altijd broers en zussen. Zo zijn er nu kinderen die bij beide ouders een ander gezinsleven hebben met verschillende gezinsleden. WEETJES Zo’n 45 jaar geleden was er nauwelijks sprake van echtscheidingen. In 1960 waren 2 van de 1000 echtparen gescheiden. Nu gaat 1 van de 3 echtparen scheiden… In 1960 worden ± 400 kinderen per jaar geadopteerd. In 2005 zijn dat er ± 1000. In 1960 zijn er ongeveer 13.000 mensen in Nederland die afkomstig zijn uit een ander land. In 2005 zijn er dat meer dan 3.000.000! In 1960 staat er in ± 800.000 huishoudens een televisietoestel. Nu staat er in vrijwel alle ±7.000.000 huishoudens een tv, vaak zijn er ook meerdere televisies. Bovenstaande weetjes zijn natuurlijk zo maar een greep uit de vele veranderingen die de afgelopen tientallen jaren hier in Nederland hebben plaatsgevonden.
• •
Welke apparaten zijn in jullie gezin nu heel gewoon en bestonden nog niet in de tijd van je opa en oma? Wat eten jullie nu, wat jullie opa en oma beslist niet kenden toen zij 12 waren?
8
5 BEELD VAN EEN TIJD?
W I E I S W I E L E S B R I E F
5.2 BELANGRIJKE, ALGEMENE ONTWIKKELINGEN IN DE AFGELOPEN TIJD KUN JE OPZOEKEN IN JE GESCHIEDENISBOEK. MAAR DE KLEINE, DAGELIJKSE DINGEN KUN JE TE WETEN KOMEN DOOR MIDDEL VAN INTERVIEWS EN GESPREKKEN.. In de volgende les komen er daarom een aantal gasten in de klas. Deze gasten worden door jullie uitgenodigd. Het gaat om mensen wiens leeftijd overeenkomt met die van de ouders en grootouders uit jullie klas. Overleg met je meester of juf wie je gaat vragen. Het kan de buurman van school zijn, of die aardige mevrouw uit het bejaardentehuis. Nodig bijvoorbeeld mensen uit de 30-er, 50-er en 70-er jaren uit. Probeer ook iemand uit te nodigen die niet in Nederland is geboren en opgegroeid. Jullie gaan deze gasten tijdens hun bezoek in de klas interviewen. Voor die gelegenheid wordt jullie klas in groepen verdeeld. Ter voorbereiding op de komst van de gasten werk je eerst de volgende opdrachten uit. Doe dit met je groep, je kunt de taken ook verdelen. Maak een uitnodiging voor de gast in de klas. Maak duidelijk met wat voor project jullie bezig zijn. Leg uit wat de bedoeling is, en vergeet vooral niet het tijdstip en de plaats te vermelden. Vraag ook of de gast een voorwerp wil meenemen waar hij of zij iets over wil vertellen. Noem de naam van je leerkracht en het telefoonnummer van de school voor het geval de genodigden meer informatie willen. Laat juf of meester even controleren voordat je de uitnodiging bezorgt! Ieder groepje kiest 2 of 3 onderwerpen en maakt daar vragen over voor het interview. Kijk maar eens naar deze tabel:
• •
GROEP A
GROEP B
School
•
-
-
Vrije tijd/spelletjes
-
-
Mode/kleding
-
-
Muziek
-
Eten/recepten
•
•
• •
Belangrijk nieuws
-
ONDERWERP
GROEP C
-
-
-
•
-
Maak met je groep vragen over de door jullie gekozen onderwerpen. Noteer de vragen per onderwerp. Denk goed na over wat je wilt weten.
WEETJES Er zijn diverse soorten vragen: bijv. open en gesloten vragen Bij open vragen laat je de ander zonder terughoudendheid praten. Het zijn vragen die vaak beginnen met hoe, wat of waarom. Bij gesloten vragen is het vaak een keuze tussen twee antwoorden, bijvoorbeeld een ja-of-nee vraag. Open vraag: hoe ging het vroeger bij u op school? Gesloten vraag: moest u ook rekenen op school? Open vraag: wat herinnert u zich van de warme maaltijden vroeger bij u thuis? Gesloten vraag: at u ook pizza?
9
6 HET INTERVIEUW
W I E I S W I E L E S B R I E F
6 Het interview HET IS ZOVER: DE DAG VAN HET INTERVIEW IS AANGEBROKEN. ONTVANG DE GASTEN NETJES. ZORG DAT ER STOELEN KLAAR STAAN EN EEN TAFELTJE WAAR DE GASTEN HUN VOORWERPEN OP KUNNEN ZETTEN. DENK OOK AAN EEN KAN WATER MET GLAZEN, EEN KOPJE KOFFIE, ENZ.
Laat de gasten eerst vertellen over hun voorwerp. Daarna beginnen de interviews. Tijdens het interview stel je met je groepje de vragen die jullie hebben gemaakt aan de diverse gasten. Per gast schrijf je kort de antwoorden op. In de klas hangen drie vellen: op elk vel noteer je de antwoorden. Je kunt de vellen mooi maken door er afbeeldingen uit die tijd bij te plakken. Bespreek het eindresultaat met de groep.
Meneer Janssen
1930
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Mevrouw Hoekstra
1955
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Meneer Yoessef
1970
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
10
7 WIE ZIJN WIJ?
W I E I S W I E L E S B R I E F
7 Wie zijn wij? NA DE INTERVIEWS MET DE GASTEN IN DE KLAS GA JE KIJKEN HOE HET ZIT MET JE EIGEN FAMILIE. KOMEN DE VERHALEN VAN JE FAMILIELEDEN OVEREEN MET HET BEELD VAN DE TIJD VAN DE GASTEN IN DE KLAS?
Dat kan, maar hoeft natuurlijk niet! Zeker als je familie oorspronkelijk niet uit Nederland komt, kan het zijn dat je heel andere dingen te horen krijgt. Maar ook als je familie wel afkomstig is uit Nederland is het beeld van de tijd afhankelijk van diverse factoren: zoals de plek waar je opgroeit, in welke omstandigheden je opgroeit enz.
Familieboek 3e deel: Je gaat nu je ouders en grootouders interviewen. Gebruik de onderwerpen die je ook voor jezelf hebt ingevuld. Begin met de tijd toen ze ongeveer net zo oud waren als jij nu bent…! Maak een soortgelijke pagina met dezelfde onderwerpen en indeling als die je voor jezelf gebruikte. Vraag hen naar de gezinsamenstelling, belangrijke gebeurtenissen in hun leven, hobby’s en vrijetijdsbesteding, favoriete mode, eten, televisieprogramma’s, muziek, recepten en feesten. Welke feesten of tradities spelen een rol in jouw familie? Vermeld dit ook in je boek!
11
7 WIE ZIJN WIJ?
W I E I S W I E L E S B R I E F
WEETJES Sinterklaas en Koninginnedag zijn typisch Nederlandse feesten. Pasen, Pinksteren en Kerst zijn christelijke feesten. Overal ter wereld worden feesten gevierd: Japan: Hinamatsuri (poppenfeest) Een feest voor meisjes op 3 maart om ze geluk te wensen. Thuis worden poppen, die het vroegere keizerlijke hof voorstellen, uitgestald op een verhoging. Ook wordt er speciaal voedsel gegeten. Rond deze tijd staan de perzikbomen in bloei en daarom wordt het feest ook wel "perzikfestival" genoemd (momo no sekku). Turkije: Egemenlik bayrami Turks kinderfeest op 23 april . Kinderen doen volksdansen, maken muziek, zingen, vliegeren en kijken poppenkast. Ze eten zoet gebak. China: Nieuwjaarsfeest Tijdens het Chinese nieuwjaars- of lentefeest wordt een mooie papieren draak door de straten gedragen. Israël: Poerim Dit is een vrolijk lentefeest met carnavalsoptochten in februari of maart voor joodse kinderen. Het herinnert hen eraan hoe lang geleden een slechte man, Haman, een slecht plan bedacht tegen de Joden. Gelukkig redde koningin Esther het joodse volk! Als het verhaal wordt voorgelezen en de naam Haman wordt genoemd, mogen de kinderen gillen en lawaai maken met hun ‘hamanratel’. Islamitische landen: Suikerfeest (Ied al-Fitr) Het suikerfeest is een 3 dagen lang durend feest aan het einde van de ramadan (vasten). Het feest heet zo omdat er veel snoep en suikerwaren aan tafel worden gebracht en gegeten. Het suikerfeest heeft een belangrijke betekenis binnen het geloof, maar ook binnen het dagelijks leven. Men deelt met de arme moslims uit eigen dorp of stad. Zo kan iedereen het feestvieren.
Vervolg familieboek 3e deel: Natuurlijk zorg je dat je teksten afgewisseld worden met plaatjes. Zijn er foto’s of plaatjes die je kunt gebruiken? Vaak is het jammer om originele documenten te gebruiken. Kopieën kunnen natuurlijk wel! Misschien hebben je ouders nog wel een rapport, een recept van vroeger, een poëziealbum, een zwemdiploma, een lapje van een favoriet kledingstuk enz, enz. Ook via internet kun je afbeeldingen vinden. Kijk maar eens naar de voorbeelden op de volgende twee bladzijdes:
12
7 WIE ZIJN WIJ?
W I E I S W I E L E S B R I E F
Uit mijn oma’s poëziealbum:
Ik wens je meer zegen dan regen Ik wens je meer pret dan verdriet Ik wens je meer guldens dan centen Veel liever een prijs dan een niet Ik wens je meer vriendschap dan haat En veel meer gezondheid dan pijn Ik wens je meer kussen dan klappen En wat verder goed voor je kan zijn.
! Zo hoort dat in 1931 uit 1931 je ek bo een Een paar regels uit EID ) DH DIE PEN , DE WE LLE VEN (BR ON : MG R. A. F.
n uit den mond laten vallen Men mag niet spijzen of dranke sten op anderen spuwen. of afdruipen en die bij het hoe mogelijk slikt, houdt men zich zoo stil Wanneer men zich toevallig ver n; zaamheid niet op zich te trekke en zorgt de algemeene opmerk . het servet voor den mond men houde dan ook terstond andere spijzen blazen. Men mag niet in de soep of op d, der soep is reeds gewaarschuw Tegen het hoorbaar opslurpen nken. voor andere spijzen en voor dra die waarschuwing geldt ook
13
7 WIE ZIJN WIJ?
W I E I S W I E L E S B R I E F
Kijk ook maar eens naar de volgende teksten. Het zijn fragmenten van hits van vroeger en nu! 2005
1940
1980
Het Land Van (Lange Frans en Baas B.) Kom uit het land van Pim Fortuin en Volkert van de G. Het land van Theo van Gogh en Mohammed B Kom uit het land van kroketten, frikadellen Die je tot aan de Spaanse kust kunt bestellen Kom uit het land waar Air Max nooit uit de mode raken Waar ze je kraken op het moment dat je het groot gaat maken Kom uit het land van rood-wit-blauw en de gouden leeuw Plunderen de wereld noemen het de gouden eeuw Kom uit het land van wietplantages en fietsvierdaagses Het land waar je een junkie om een fiets kan vragen Het land dat kampioen werd in ‘88 Het land van haring happen, dijken en grachten Kom uit het land van, het land van Lange Fransie Dit is het land waar ik thuis kom na vakantie
Ketelbinkie (Frans van Schaik) Toen wij van Rotterdam vertrokken Met de ‘Edam’ een ouwe schuit Met kakkerlakken in de midscheeps En rattennesten in ’t vooruit
De Bom (Doe Maar) Carriëre maken Voordat de bom valt Werken aan mijn toekomst Voordat de bom valt Ik ren door mijn agenda Voordat de bom valt Veilig in het ziekenfonds Voordat de bom valt En als de bom valt Dan lig ik in mijn nette pak Diploma`s en mijn checks op zak Mijn polis en mijn woordenschat Onder de flatgebouwen van de stad Naast jou
Kom uit het land waar ik in 1982 geboren ben Waar ik me guldens aan de euro verloren ben Het land dat meedoet aan de oorlog in Irak Want ome Bush heeft Balkenende in zijn zak Het land van gierig zijn een rondje geven is te duur de vette hap van de Febo trek je uit de muur Het land van rellen tussen Ajax en Feyenoord Maar wanneer Oranje speelt iedereen er bij hoort Het land van Johan Cruijf en Abe Lenstra Het legioen laat de leeuw niet in zijn hemd staan Het land waar we elke dag hopen op wat beter weer Die Piet Paulusma vertrouw ik voor geen meter meer Het land dat vrij is sinds ‘45 Het land waar ik blijf, 'k vind het er heerlijk Eerlijk
Toen hadden we een kleine jongen Als ‘Ketelbink’ bij ons aan boord Die voor de eerste keer naar zee ging En nooit van haaien had gehoord Die van zijn moeder aan de kade Wat schuchter lachend afscheid nam Omdat ie haar niet durfde zoenen Die straatjongen uit Rotterdam
1960
ter Koelewijn) Kom van dat dak af (Pe arschuw niet meer Kom van dat dak af, 'k wa nee , Nee, nee, nee, nee, nee huw niet meer Van dat dak af, 'k waarsc s de laatste keer wa dit Kom van dat dak af, s een koorddanseres Jan Jansen zijn vrouw wa klom ze op het bordes Bij gebrek aan een touw Jansen werd heet Jan en d kou rd Het eten we t: kree zijn In de straat weerklonk en zei: aan is de boot Jan Jansen werd kwaad, gaat in de goot Kom van dat dak af of je d wild en was ten einde raa zich rok sch w Maar zijn vrou at: stra de En weer klonk het in
Familieboek 4e deel: Als je alle pagina’s af hebt, kun je beginnen met een ontwerp voor de voorpagina. Misschien wil je een familieportret maken of gebruik je afbeeldingen die te maken hebben met je familie, hun hobby’s, je achternaam, de vlag van het land waar iemand geboren is, enz! Gebruik je fantasie...
14
8 GENEALOGIE
W I E I S W I E L E S B R I E F
8 Genealogie VEEL MENSEN VINDEN HET LEUK OM HEEL VER TERUG TE GAAN IN HUN EIGEN FAMILIEGESCHIEDENIS. ZE WILLEN WETEN HOE VER ZE TERUG KUNNEN GAAN IN DE GESCHIEDENIS VAN HUN FAMILIE EN VAN WIE ZE AFSTAMMEN.
We noemen dat genealogie, familiekunde of stamboomonderzoek. Je kunt op verschillende manieren meer te weten komen over je voorouders. Eén van de methoden hebben jullie zelf gedaan: het interview! Wil je verder terug in de tijd dan kun je hiervoor terecht bij verschillende instanties voor documenten, akten, etc. Documenten In ons land bestaan verschillende documenten waaruit blijkt, dat jij werkelijk degene bent die je zegt dat je bent... Een ander woord hiervoor is: identificeren. Vanaf 1 januari 2005 moet iedereen van 14 jaar en ouder zich kunnen identificeren met een geldig document: paspoort, identiteitskaart, rijbewijs of vreemdelingendocument. Je kunt zo’n document halen bij het gemeentehuis.
15
8 GENEALOGIE
W I E I S W I E L E S B R I E F
De burgerlijke stand De burgerlijke stand, een afdeling op het gemeentehuis, bestaat in Nederland al sinds 1811. In dat jaar was het hier voor alle burgers verplicht om een achternaam te hebben. Sinds die tijd wordt bijgehouden wie er geboren is, wie er trouwt en wie er overlijdt. Geboorte, huwelijk en overlijden moeten vanaf dat moment aangegeven worden bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. “Ambtenaar van de burgerlijke stand” is een officiële aanduiding voor iemand die bij die afdeling van het gemeentehuis werkt.
WEETJES Van elke geboorte, huwelijk of overlijden wordt een officiële akte in tweevoud opgemaakt!(zie bijlage 2, 3 en 4). Dat wil zeggen dat het dus geen kopieën zijn, maar twee keer hetzelfde officiële document. Eén exemplaar van de akte blijft in het gemeentehuis. Na tientallen jaren gaat de akte of “het stuk” naar het gemeente- of streekarchief. De andere akte gaat naar de rechtbank van de streek waar je woont. Na verloop van tijd gaat dat stuk naar het rijksarchief.
16
8 GENEALOGIE
W I E I S W I E L E S B R I E F
Bevolkingsregister Vanaf 1850 werden de gemeenten verplicht om bij te houden wie er woonden in hun gebied. In het bevolkingsregister van de gemeenten werd in boeken per adres bij gehouden wie er woonde. Per persoon werd de naam, geboortedatum en plaats, beroep, geloof en eventuele vorige woonplaats genoteerd. Ook de wijzigingen werden bijgehouden. Zo staan er allerlei feiten genoteerd over een gezin. Later werden de boeken vervangen door losse gezinskaarten. In 1994 is alles geautomatiseerd! Archief Veel instellingen of instanties hebben een eigen archief. Hier wordt belangrijke informatie, officiële documenten of aktes, maar ook krantenberichten, foto’s en soms zelf beeld- of geluidsmateriaal bewaard. WEETJES De borg Nienoord is nu onderdeel van het Nationaal Rijtuigmuseum. In het archief van dit museum vind je ontwerptekeningen van rijtuigbouwers, oude landkaarten met routes voor rijtuigen, enz. Een deel van het archief van Nienoord gaat over de bewoners. Tot 1907 was de borg bewoond. De laatste bewoners waren leden van de familie Van Panhuijs. Ook over hen is veel terug te vinden in dit archief:
Ouders Bram en Anneke
Bram van Panhuijs
Anneke van Panhuijs
Grootvader Van Panhuijs
17
8 GENEALOGIE
W I E I S W I E L E S B R I E F
In 1907 verdrinken de ouders en grootouders van Bram en Anneke tijdens een ongeval met een koets. Het krantenartikel (zie bijlage 5) gaat over dit ongeluk en is ook een archiefstuk van het archief van Nienoord. De laatste aanwinst voor het archief van het Nationaal Rijtuigmuseum is onderstaand geboortekaartje uit 2005.
Sophie is een achterkleindochter van Anneke van Panhuijs.
NOG MEER WEETJES De Groninger Archieven is hét informatiecentrum voor de geschiedenis van stad en provincie Groningen. Het is de grootste bewaarplaats voor overheids- en particuliere archieven in Groningen. Nergens vind je zoveel historische informatie op één plek over de provincie. Naast een grote bibliotheek zijn er vele archiefstukken. Er zijn ook uitgebreide verzamelingen van beeldmateriaal (prenten, kaarten, tekeningen en foto’s) en audiovisueel materiaal (film, video en geluidsbanden). Mensen die dus meer willen weten over hun familiegeschiedenis kunnen dat nazoeken bij bijvoorbeeld de Groninger Archieven. Ook via internet is er een hoop informatie te vinden: - op www.genlias.nl vind je informatie uit de burgerlijke stand vanaf 1811. - op www.cbg.nl kun je informatie zoeken over je familienaam.
18
9 TOT BESLUIT
W I E I S W I E L E S B R I E F
9 Tot besluit VERZAMEL EN RUBRICEER ALLE INFORMATIE, AFBEELDINGEN, DOCUMENTEN, VOORWERPEN, KLEDING, MUZIEK, ETC. DIE JULLIE HEBBEN GEVONDEN.
Hiermee maken jullie een tentoonstelling: “W I E I S W I E ”. Gebruik hiervoor natuurlijk ook de familieboeken en de foto’s en kunstproducties uit de fotografielessen van fotograaf Paul Oud. TIPS Organiseer een feestelijke opening van de tentoonstelling “W I E I S W I E ” met drankjes, hapjes, spelletjes, modeflitsen en muziek uit de diverse tijdvakken, culturen etc. Overleg met je leerkracht welke ruimte in school je hiervoor het beste kunt gebruiken. Kijk welke informatie bruikbaar en leuk is om apart te kopiëren: welke straatspelletjes, recepten, songteksten enz. komen daarvoor in aanmerking? Je kunt hiervan stapeltjes neerleggen om uit te delen of mee te nemen!
Hier is bijvoorbeeld een recept dat in 1950 populair was maar nu ook nog erg lekker is!
ARRETJE NOF CAKE: 250 gram biskwie 20 gram cacao 200 gram roomboter 1 ei 200 gram witte basterdsuiker 1 zakje vanillesuiker Verbrokkel de biskwie fijn. Smelt de boter op een laag vuur, laat het niet bruin worden en meng alle ingrediënten, door de gesmolten boter. Doe de massa in een cakevorm. Laat de cake in de koelkast goed opstijven.
VEEL SUCCES!!!
19
Bijlage 1
W I E I S W I E L E S B R I E F
Kwartierstaat
Bron: CBG
Bijlage 2
W I E I S W I E L E S B R I E F
Geboorteakte Dit is de geboorteakte van Abel van der Schans. Wanneer is Abel geboren?
•
Bijlage 3
W I E I S W I E L E S B R I E F
Overlijdensakte Dit is de overlijdensakte van Aaltje Poelstra, de moeder van Abel. Hoe oud is Abel als zijn moeder overlijdt?
•
Bijlage 4-a
W I E I S W I E L E S B R I E F
Huwelijksakte Dit is de huwelijksakte van Abel van der Schans. Met wie trouwt hij? Hoe oud zijn bruid en bruidegom?
• •
Bijlage 4-b
W I E I S W I E L E S B R I E F
Bijlage 5
W I E I S W I E L E S B R I E F
Krantenartikel uit 1907 In 1907 verdrinken een aantal leden van de familie van Panhuys tijdens een koetsrit. Wat was vermoedelijk de oorzaak van het ongeluk? Wie zijn er omgekomen?
• •