DBSO
Handleiding voor de leerkracht
Wijs! aan ’t werk (WAW) www.wijsaantwerk.be WAW is een project in het kader van het partnerschap Gent, stad in werking, gerealiseerd door Het Beroepenhuis vzw. 2012 Vorm: www.magelaan.be Met dank aan de partners, vertegenwoordigd in de stuurgroep (zie logo’s achteraan) en De Stap Gent. Disclaimer: In deze handleiding wordt u doorverwezen naar websites van andere overheden, instanties en organisaties, en naar informatiebronnen die door derden worden beheerd. Over deze sites hebben wij geen enkele technische of inhoudelijke controle of zeggenschap: we kunnen dan ook geen garantie bieden over de volledigheid of juistheid van de inhoud en over de beschikbaarheid van de websites en informatiebronnen. De aanwezigheid van URL-adressen van andere websites houdt geen enkele bekrachtiging in van de site in kwestie of van de inhoud ervan. De adressen worden u ter informatie en voor uw gebruiksgemak aangeboden. We aanvaarden geen aansprakelijkheid voor rechtstreekse of onrechtstreekse schade die voortvloeit uit het raadplegen of het gebruik van dergelijke externe websites en hun inhoud. Deze publicatie gemaakt door Het Beroepenhuis is bijgewerkt tot april 2013. Deze informatie is steeds onderhevig aan wijzigingen. Er kunnen ook na het verschijnen van deze publicatie wijzigingen zijn in het aanbod. Aanvullingen kunnen gemeld worden via
[email protected]
Wijs! aan ’t werk
DBSO
Handleiding voor de leerkracht
inhoudstafel 1.
Inleiding
2.
Opbouw en gebruik van het lessenpakket
3.
Lesvoorbereiding
4.
Uitgeschreven methodieken
2 3
6
4.1
Screening
4.2
Quiz met technische info
4.3
Extra actieve opdrachten
4.4
afsluiter
9
9 11 36
61
1
1
INLEIDING Beste leerkracht, Voor heel wat leerlingen eindigt de school in juni, voor andere al wat vroeger. Onafhankelijk van wanneer ze stoppen, blijkt alles wat hierna op hen afkomt vaak een onoverzichtelijk kluwen van verantwoordelijkheden en instanties. Waar deze organisaties oorspronkelijk bedoeld zijn om jongeren te ondersteunen in hun zoektocht naar werk, worden ze al gauw hindernissen omdat jongeren door het bos de bomen niet meer zien. Ga je, als je de school verlaat, nu best eerst naar een interimkantoor, naar de mutualiteit of naar de VDAB? Moet ik me aansluiten bij een vakbond, en zoja, bij de welke: het ACV, ABVV, ACLVB of bij de HVW? Zou ik zwartwerk doen, of toch maar om een contract vragen? Het partnerschap Gent, stad in werking detecteerde de nood aan meer wegwijzers voor de Gentse jongeren, en vroeg Het Beroepenhuis om een arbeidsmarkteducatief pakket uit te werken voor leerlingen in de laatste jaren van het secundair onderwijs. Het resultaat heet de ‘goestingsmethodiek’ en staat uitgeschreven in dit lespakket. Aan de hand van een vraaggesprek, een interactieve quiz en een reeks doe-opdrachten prikkelt u bij uw leerlingen effectief de ‘goesting’ om meer te weten te komen over dit thema, en kan u hen daarna de juiste weg wijzen. Een gericht onderzoek naar zowel de noden van leerkrachten als leerlingen om met dit thema aan de slag te gaan resulteerde in de bijzondere eigenschappen van deze goestingsmethodiek: interactief, laagdrempelig, doorverwijzend en vertrouwelijk. Arbeidsmarkteducatie is geen droog thema, wél een persoonlijk. Het merendeel van de jongeren heeft wel al eens gewerkt, en heeft bepaalde ervaringen, de een al wat positiever, de andere al wat negatiever. Deze vorming is dan ook hét moment om antwoorden te geven op concrete vragen of om constructief stil te staan bij bepaalde negatieve ervaringen. Dit kan alleen in een sociale omgeving waar een zeker basisvertrouwen heerst. De veiligheid van de eigen klasgroep is noodzakelijk om open en eerlijk over dit thema te praten. Jongeren die elkaar niet kennen, zijn nogal geneigd om een niet waarheidsgetrouwe versie van hun ervaringen te delen, durven sommige vragen niet te stellen of laten het achterste van hun tong niet zien. Het doorverwijsprincipe staat centraal. Het is niet evident voor een leerkracht om op de hoogte te blijven van alle wetgeving omtrent de arbeidsmarkt. Wat wel kan, is de jongeren begeleiden naar de plaatsen waar ze een antwoord op hun vragen vinden. En dat is precies wat u met dit lespakket doet. Daarom bevat de begeleidende powerpoint ook heel wat screenshots van organisaties die jongeren ondersteunen in hun zoektocht naar werk en concrete tools die hen een beter zicht geven op hun capaciteiten. Daarom kan je op www. wijsaantwerk.be een overzicht vinden van interessante websites. Wil je graag in de klas verder met het thema, dan kan je via een zoekfunctie op zoek gaan naar lesmaterialen en dergelijke die u helpen om thema’s verder uit te spitten wanneer uw leerlingen daar behoefte aan hebben. En nu: veel plezier, maar toch vooral Wijs! aan het werk! Bart Vandenbussche, Peter Vande Casteele en Van Melkebeek Larissa, projectmedewerkers WAW
2
2
OPBOUW EN GEBRUIK VAN HET LESSENPAKKET 2.1 DBSO op de arbeidsmarkt? In september worden meer dan 100.000 Gentse leerlingen met een boekentas vol goesting weer aan de schoolpoort verwacht. Keren echter niet terug naar de schoolbanken: de vroegtijdige schoolverlaters. Volgens studies belandt elk jaar zo’n 14 procent van de leerlingen in dat schuitje, waarna ze meer dan eens op drift raken. Wat valt er te vertellen over de gemiddelde drop-out? Dat het doorgaans jongens zijn. Het aantal meisjes dat vroegtijdig afhaakt, ligt een pak lager. Naar de reden daarvoor hebben we het raden. Komt het door het machogedrag bij jongens? Heeft hun neiging tot onderpresteren er iets mee te maken? We weten wel met zekerheid dat een lage sociaaleconomische status dé grote boosdoener is in het onderwijs. Kinderen uit een laag sociaal milieu komen vaker in het beroepsonderwijs terecht, maken meer kans op zittenblijven en gaan daardoor ook sneller uitstromen zonder diploma. Ook etniciteit is bepalend, al hangt die factor natuurlijk samen met de sociaaleconomische status. Een belangrijke vaststelling is dat jongeren die tijdens de onderwijsloopbaan arbeids informatie kregen het duidelijk beter doen op de arbeidsmarkt. Deze jongeren gebruiken meer zoekkanalen en hebben steeds een kortere zoekperiode naar de eerste job. Hier knelt het schoentje. Vele organisaties, bedrijven en jongeren stellen dat jonge schoolverlaters onvoldoende op de hoogte zijn over het leven na het secundair onderwijs. Resultaten uit een onderzoek, gericht op het ontwikkelen van het WAW-lessenpakket, spreken voor zich: zowel de leerkrachten als de leerlingen zien het nut in van arbeidsmarkteducatie op school. 68 % van de leerlingen vindt zelfs dat arbeidsmarkteducatie onderdeel mag worden van het curriculum.
2.2 Vakoverschrijdende eindtermen en lesdoelstellingen Door het geven van dit lessenpakket worden volgende vakoverschrijdende eindtermen bereikt. De leerlingen: (gemeenschappelijke stam) 1 brengen belangrijke elementen van communicatief handelen in praktijk; 9 zijn bereid zich aan te passen aan wisselende eisen en omstandigheden; 11 kunnen gegevens, handelwijzen en redeneringen ter discussie stellen a.d.h. van relevante criteria; 12 zijn bekwaam om alternatieven af te wegen en een bewuste keuze te maken; 13 kunnen onderwerpen benaderen vanuit verschillende invalshoeken; 14 gaan alert om met media; 15 participeren doordacht via de media aan de publieke ruimte; 16 houden rekening met ontwikkelingen bij zichzelf en bij anderen, in samenleving en wereld; 17 toetsen de eigen mening over maatschappelijke gebeurtenissen en trends aan verschillende standpunten; 19 dragen actief bij tot het realiseren van gemeenschappelijke doelen; 3
21 verwerven inzicht in de eigen sterke en zwakke punten; 23 doen een beroep op maatschappelijke diensten en instellingen; 24 maken gebruik van de gepaste kanalen om hun vragen, problemen, ideeën of meningen kenbaar te maken; 27 dragen zorg voor de toekomst van zichzelf en de ander. (context 6 - socio-economische samenleving) 5 geven voorbeelden van het veranderlijke karakter van arbeid en economische activiteiten 7 kunnen het eigen budget en de persoonlijke administratie beheren Dit lespakket realiseert een aantal lesdoelstellingen. Deze worden in de lesvoorbereiding telkens in de eerste kolom aangeduid. De leerlingen: 1. Kunnen hun ervaringen met werken verwoorden. 2. Kunnen de keuze maken tussen verder studeren of werken en kunnen gericht zoeken naar een geschikte job of studierichting. 3. Kennen de organisaties die ze moeten contacteren wanneer ze de school verlaten. 4. Kennen de te zetten stappen bij het solliciteren. 5. Kunnen enkele rechten en plichten van de werknemer tegenover de werkgever. 6. Kunnen de sociale zekerheid in het dagelijkse leven herkennen. 7. Kunnen het onderscheid tussen gedrag op school en op de arbeidsmarkt verwoorden. 8. Kunnen gerichte informatie over de arbeidsmarkt opzoeken.
2.3 Timing Reserveer minstens 2 lesuren van 50 minuten. Een derde en vierde lesuur kan gemakkelijk gevuld worden met extra theorie of extra actieve opdrachten, afhankelijk van het concentratie vermogen en de bereidheid van de leerlingen. Het voorbereidend onderzoek wijst uit dat het voor de leerlingen niet uitmaakt of deze les in het najaar of in het voorjaar valt.
2.4 Materiaal • Computer • Powerpoint en beeldmateriaal • Beamer • Handleiding voor de leerkracht • Afhankelijk van extra actieve opdrachten een computerlokaal en/of identiteitskaart
2.5 Checklist begeleidershouding Arbeidsmarkteducatie. De term klinkt niet zo spontaan en naturel, maar dat is nochtans wel de wijze waarop leerlingen het thema graag behandeld zien. Naast de capaciteiten die je als leerkracht al bezit, is het een aanrader om eens bij volgende vaardigheden stil te staan. Een checklist voor al wie met het thema arbeidsmarkteducatie aan de slag wil:
4
✔ Reageer ik bij onrealistische ideeën niet altijd afwijzend of negatief, maar vraag ik
eerder door? Bevestig ik waar mogelijk en nuanceer of vul ik aan waar nodig? ✔ Ben ik eerlijk over mijn eigen ervaringen? ✔ Gebruik ik zéér concrete woorden zonder al te veel moeilijke woorden te gebruiken? ✔ Sta ik open voor de beleving bij 18-19jarigen die andere prioriteiten hebben dan
volwassenen? ✔ Vertaal ik alle info zo praktisch mogelijk naar hun persoonlijke situatie? ✔ Straal ik niet te veel alwetendheid uit, zodat hun beperkte kennis en onzekerheid
niet wordt uitvergroot? ✔ Ben ik positief en enthousiast? ✔ Is er genoeg vertrouwen om vrijuit over eigen ervaringen te kunnen praten,
eventuele gebreken in kennis te durven toegeven en om door te dringen? ✔ Gebruik ik humor om ervoor te zorgen dat veel zaken bespreekbaar worden? ✔ Stel ik relevante bijvragen?
2.6 Goestingsmethodiek? De goestingsmethodiek is erop gericht om arbeidsmarkteducatie te introduceren, en de goesting naar meer aan te wakkeren. De les zelf duurt 2 tot 3 lesuren, en bestaat uit minstens drie delen: > De screening: uit de vragen van de klasgroep en de insteek van de leerkracht ontstaat een bordschema op maat van de klasgroep, dat het thema afbakent en als rode draad dient voor het verdere verloop. > De zes deelthema’s: welke richting uit? – klaar met school, wat nu? – solliciteren – rechten en plichten – sociale zekerheid – vaardigheden. Illustrerend beeldmateriaal en enkele prikkelende quizvragen brengen elk thema tot leven. Aan de hand van wat korte theorie krijgen jongeren vervolgens de belangrijkste info aange reikt. Dit is echter optioneel. Wanneer het blijkt dat er niet voldoende tijd overblijft, laat dit dan ook voor wat het is. Haal de theorie echter wel aan wanneer je voelt dat er veel vragen zijn bij de leerlingen rond dit onderdeeltje. Vervolgens wordt aan de hand van een aantal screenshots bekeken waar ze zelf alle antwoorden op hun vragen kunnen terugvinden. Een powerpointvoorstelling dient hier ter ondersteuning. > Een evaluatie: er wordt nagegaan in hoeverre de vragen beantwoord zijn, en de verschillende thema’s voldoende aan bod kwamen. In veel gevallen leidt dit tot een engagement om bepaalde onderwerpen verder te exploreren. Indien daar tijd voor is, kan je als leerkracht hieraan extra actieve opdrachten toevoegen: het klassikaal invullen van de Iprefer-test of van de VDAB-beroepsoriëntatietest, zich inschrijven als werkzoekende, leren gericht vacatures zoeken, met behulp van de C-stick van Jes zelf een CV opstellen, een sollicitatiegesprek oefenen aan de hand van een rollenspel of een klas discussie houden rond gedrag op de werkvloer. In de ganse goestingsmethodiek staat het doorverwijsprincipe centraal. Vragen kunnen zo concreet zijn of situaties zo specifiek, dat je als leerkracht niet altijd overal een antwoord op weet. Heel belangrijk is dat je dit ook durft toegeven. Het maakt het thema veel menselijker en laagdrempeliger als een leerling hoort dat zijn/haar leerkracht ook niet alles perfect weet en dit durft toe te geven. Daarom wordt in deze methodiek heel veel aandacht besteed aan het gericht doorverwijzen. Leerlingen krijgen goesting om meer te weten, en krijgen van ons te horen waar ze daarvoor terecht kunnen. 5
3
lesvoorbereiding
Doelstelling
Inhoud
Leeractiviteit
Screening De leerlingen kunnen hun ervaringen met werken verwoorden.
Antwoorden op de vragen worden geclusterd in de mind map op het bord aan de hand van volgende zes thema’s: 1. Welke richting uit? 2. Klaar met school, wat nu? 3. Solliciteren 4. Rechten en plichten 5. Sociale zekerheid 6. Gedrag en vaardigheden
Werkvorm
Tijd
Vragen Bord en krijt Er wordt gepeild naar de voorkennis van de leerlingen en de 6 thema’s worden gekaderd.
Vraaggesprek (Brainstorm)
20 min.
1. Welke richting uit? Antwoorden quizvragen De leerlingen zie quiz met technische kunnen de keuze info p. 11 maken tussen studeren of werken en kunnen gericht zoeken naar een geschikte job of studierichting.
Quizvragen: Deze quizvragen richten zich op PowerPoint volgende onderwerpen: - verder studeren - welke job? - knelpuntberoepen - zelfstandig ondernemerschap - jobomstandigheden - vrij beroep PowerPoint Doorverwijzing - VDAB beroepsoriëntatietest - VDAB opleidingen - Klaar voor hoger onderwijs - onderwijskiezer.be en I-prefer
Quiz met puntenverdeling
5 min.
Doceren
5 min.
2. Klaar met school Antwoorden quizvragen wat nu? zie quiz met technische De leerlingen info p. 15 kennen de organisaties die ze moeten contacteren wanneer ze de school verlaten.
Quizvragen: Deze quizvragen richten zich op PowerPoint volgende onderwerpen: - inschrijven als werkzoekende + beroepsinschakelingstijd - kinderbijslag - uitkering - uitzendkantoor - ziekenfonds
Quiz met puntenverdeling
5 min.
PowerPoint
Doceren
5 min.
Quizvragen Deze quizvragen richten zich op volgende onderwerpen: - vacatures - cv - sollicitatiegesprek - sterk punt - zwak punt - zwart werk
PowerPoint Filmpjes solliciteren
Quiz met puntenverdeling
5 min.
Doorverwijzing - VDAB sollicitatiecursus - C-Stick Jes
PowerPoint
Doceren
5 min.
Doorverwijzing - VDAB inschrijven als werkzoekende - Jobkot 3.Solliciteren Antwoorden quizvragen De leerlingen zie quiz met technische kennen de te zetten info p. 19 stappen bij het solliciteren.
6
Media
4. Rechten en plichten De leerlingen kunnen enkele rechten en plichten van de werknemer tegenover de werkgever.
Quizvragen Deze quizvragen richten zich op volgende onderwerpen: - contract - bruto versus netto - vakbond - ontslag - jeugdvakantie - proefperiode
PowerPoint
Quiz met puntenverdeling
5 min.
Doorverwijzing - ACV jongerensite (ENTER) - ABVV - ACLVB - Salariskompas
PowerPoint
Doceren
5 min.
Quizvragen Deze quizvragen richten zich op volgende onderwerpen: - verschil met andere landen - uitkeringen - belastingen - zwart werken
PowerPoint Filmpje sociale zekerheid
Quiz met puntenverdeling
5 min.
Doorverwijzing - Student @ work - RVA
PowerPoint
Doceren
5 min.
6. Gedrag en Antwoorden quizvragen vaardigheden zie quiz met technische De leerlingen info p. 31 kunnen het onderscheid tussen gedrag op school en op de arbeidsmarkt verwoorden.
Quizvragen Deze quizvragen richten zich op volgende onderwerpen: - verschillen tussen school en werk - ziekte - levenslang leren
PowerPoint Quiz met Filmpje stress puntenverop werk deling
5 min.
Doorverwijzing - Transitweb - Syntra - Wordwatjewil
PowerPoint
Doceren
5 min.
Afsluiter De leerlingen kunnen gerichte informatie over de arbeidsmarkt opzoeken.
Doorverwijzen naar de WAW-website Mindmap op Verwijs de leerlingen door naar volgende bord website: www.wijsaantwerk.be Op deze website vind je een productenmand. Hier krijg je een overzicht van tools en lesmaterialen die jongeren helpen voor te bereiden op het leven op de arbeidsmarkt. Alle producten zijn hier onderverdeeld volgens de thema’s die ook in de goestingsmethodiek werden toegepast. Onder het luik ‘alle thema’s’ vind je nog een overzicht van alle tools.
Gesprek + Doceren
10 min.
Antwoorden quizvragen zie quiz met technische info p. 24
5. Sociale zekerheid Antwoorden quizvragen De leerlingen zie quiz met technische kunnen de sociale info p. 28 zekerheid in het dagelijkse leven herkennen.
Dit basispakket duurt 90 minuten. Op www.wijsaantwerk.be/index.php/download kan je een ondersteunende powerpoint downloaden. Afhankelijk van de interesse en de aandachtsconcentratie van de groep kan gekozen worden om bij elk thema een extra stukje theorie in een notendop te geven. Daarvoor staat er een powerpoint ter beschikking mét theorie, en voor elk stukje theorie wordt algauw 5 minuten extra gerekend. Samen goed voor een extra half uur. Heb je eerder een actieve groep, dan is het wellicht efficiënter om aan de slag te gaan met een extra actieve opdracht. Er kan gekozen worden uit volgende lijst, die uitgebreid beschreven staan verder in deze bundel: 7
• Klassikaal invullen van een online belangstellingsproef • Klassikaal invullen van de beroepsoriëntatietest • Inschrijven als werkzoekende via de VDAB-website • Klassikaal op zoek gaan naar geschikte vacatures • CV opstellen aan de hand van de C-stick • Simulatie sollicitiatiegesprek • Groepsgesprek rond arbeidsattitudes aan de hand van dilemma’s
8
4
UITGESCHREVEN METHODIEKen In dit hoofdstuk kan u alle uitgeschreven methodieken terugvinden, gerangschikt volgens volgorde in de les.
4.1 Screening Stap 1: Afbakenen onderwerp Je legt kort het onderwerp uit van de goestingsmethodiek. “Wijs! aan ’t werk gaat over hetgeen op jullie gaat afkomen op de dag dat jullie stoppen met studeren, en op zoek gaan naar een job. Een zeer breed thema, maar ik ga hier niet staan doceren, jullie krijgen de kans om vragen te stellen.”
Stap 2: Start mindmap Vervolgens start je de mindmap door het woord ‘werken’ op het bord neer te schrijven. Voorzie genoeg ruimte rond het woord om de zes thema’s uit te werken. Nu is het de bedoeling dat je per thema een aantal vraagjes stelt en van daaruit een aantal geclusterde kernwoorden neerschrijft. Om zo later vanuit deze kernwoorden tot het thema te komen. De antwoorden van de leerlingen bij het klassikaal opstellen van de mindmap moeten zo geclusterd worden dat men na afloop de zes thema’s er kan uithalen. Dit zijn de 6 thema’s waaronder je de antwoorden clustert: (1) Welke richting uit? (2) Klaar met school, wat nu? (3) Solliciteren (4) Rechten en plichten (5) Sociale zekerheid (6) Gedrag en vaardigheden • Wie van jullie heeft er ooit al gewerkt? Welke jobs waren dat? Waren dit leuke jobs? Vond je het de moeite waard? Wat heb je eraan overgehouden? Waren jullie tevreden met het loon? Denk je later evenveel te verdienen? (kernwoorden: loon (4), studentenwerk (5)) • Verliep het werken vlot? Wat vond je makkelijk? Wat was moeilijk aan die job? (kernwoorden: vaardigheden (6) , stipt zijn (4), …) • Heb je er alleen geld aan overgehouden? Of heb je er ook ervaring aan overgehouden? Kunnen jullie iets doen met die ervaring? (kernwoorden: CV (3)) • Heb je contacten opgebouwd tijdens die job? Ga je er nog terug aan de slag? (kernwoorden: contacten (3)) • Ga je het later ook in die richting zoeken? Waarom wel? Wat vond je naast het loon goed of nadelig aan die job? (kernwoorden: wat wel / wat niet (1)) • Hoeveel mensen hier weten al welke job ze willen gaan doen? Of moet dat nog eens overdacht worden? (kernwoord: kiezen (1)) • Is het makkelijk om een job te vinden? Hoe ga je het aanpakken om een job te vinden? (kernwoorden: cv, sollicitatiegesprek, …(3)) • Waar vind je jouw job? Hoe word je zelfstandige? Kennen jullie alle mogelijkheden? 9
Waar kan je daarmee geholpen worden? (Job vinden (3)) • Denken jullie dat er na het afstuderen iets van papierwerk in orde moet worden gebracht? Weten jullie waarmee je allemaal in orde moet zijn? Wat doen jullie ouders van papierwerk? (Kernwoorden: VDAB (1), mutualiteit (1), belastingen (5), kindergeld (5), …) • Denk je dat het makkelijk gaat zijn op jouw toekomstige job? Gelden daar dezelfde regels als op school? (gedrag (6)) • Kent iemand mensen die problemen hebben gehad op het werk? Wat is er precies misgelopen? Wat was de eventuele klacht van de werkgever? (Kernwoorden: ontslag (4), vakbond/ bescherming (4), uitkering (5), klachten (6))
Stap 3: Verwoorden van het doel van deze les Na het stellen van de vraagjes en het noteren van de kernwoorden in de mindmap op het bord is het de bedoeling de zes thema’s te benoemen. In deze fase kan je ook verantwoorden waarom je nu juist rond dit onderwerp werkt. Veel jongeren die de schoolbanken verlaten, hebben het niet gemakkelijk met hun start op de arbeidsmarkt: de economie draait natuurlijk niet fantastisch en de jobs liggen niet voor het oprapen. Bovendien is ’t voor jullie een compleet nieuwe wereld waarin niet altijd helemaal duidelijk is wat je moet doen. Sommigen onder jullie weten nog niet hoe ze op zoek moeten gaan naar een job of hoe je best solliciteert, en vinden daardoor geen job; sommigen raken in de problemen omdat hun papierwerk helemaal niet in orde is en moeten plots hun plan trekken (geen uitkering bij werkloosheid of ziekte, de RVA achter hun vodden, …); sommigen krijgen problemen op het werk omdat ze nog niet goed weten hoe ze zich moeten gedragen of wat de regels zijn, … Ze kennen dus niet genoeg van de thema’s op bord!
Stap 4: Uitleg aanpak Je maakt de leerlingen duidelijk dat het niet de bedoeling is om op een saaie manier de informatie bij te brengen, maar dat dit zal gebeuren via een quiz. Laat de leerlingen zich onderverdelen in groepjes van maximum 4 personen. Laat hen ook een teamnaam verzinnen.
10
4.2 Uitgeschreven quiz en technische info Technische Informatie 1. Welke richting uit? Studeren of werken Vraag: Het is eind mei 2013. Karel is 18 geworden en volgt administratief medewerker in het DBSO. Dit jaar wil hij nog zijn laatste jaar uitdoen. Na dit jaar heeft hij zijn diploma secundaironderwijs nog niet behaald, wel zijn studiegetuigschrift van het 2de leerjaar van de 3de graad secundair onderwijs. Hij kan nog wel een jaar bij zijn ouders wonen, dus is niet gehaast. Hij wil wel werken, maar hij verkiest een vaste job. Hij heeft geen zin in de onzekerheid van uitzendkantoren. Wat raad je hem aan: studeren of werken? En waarom? Achtergrondinformatie: Het halen van een diploma secundair onderwijs is van cruciaal belang. Uit onderzoek blijkt dat 50% procent van de jongeren die stoppen met studeren voor het behalen van hun diploma secundair onderwijs het komende jaar nog geen één dag hebben gewerkt. Je kan ook uw diploma secundair onderwijs behalen in het volwassenonderwijs (voor meer informatie zie www.destapgent.be). Het is ook zo dat uitzendkantoren niet enkel interim-jobs aanbieden maar dat er ook uitzichten zijn op vaste jobs. Mogelijke bijvragen: - Denk je dat Karel snel werk gaat vinden? - Denk jij een job te doen dat aansluit op je diploma?
Welke Job? Vraag: Hoe kan Karel te weten komen welke job bij hem past? A) Via de VDAB beroepsoriëntatietest B) Via de VDAB beroepenfilms C) Via de VDAB beroepenfiches Achtergrondinformatie: Op de VDAB-website kan je ontdekken welke beroepen er bij jou passen via de beroeps oriëntatietest. Ook zijn hier films beschikbaar voor maar liefst 174 verschillende beroepen. Klik op een sector of kies voor het overzicht van alle beroepenfilms. Werknemers in deze filmpjes vertellen wat hun beroep inhoudt. Aan de hand van de beroepenfiches, die ook op deze website te vinden zijn, kan je een gedetailleerde omschrijving vinden van meer dan 550 beroepen. Mogelijke bijvragen: - Als jij een vacature bekijkt, weet jij dan altijd over welke job het gaat? - Weet jij al welke job het best bij jou past? 11
Knelpuntberoepen Vraag: Karel gaat voor een knelpuntberoep. Wat is dat? A) Jobs bij het bedrijf ‘Knelpunt’. B) Jobs in een gevaarlijke omgeving. C) Jobs waar te weinig goede kandidaten voor zijn. Achtergrondinformatie: Knelpuntberoepen zijn jobs waar te weinig goede kandidaten voor zijn en/of waarbij de arbeids omstandigheden niet zo gunstig zijn (bvb uren, stress, zwaar werk, …). Enkele voorbeelden van knelpuntberoepen zijn: metselaar, verpleegkundige, leraar, wegenwerker, matroos… . Knelpuntberoepen hebben volgende voordelen: • Je vindt en houdt héél makkelijk werk in deze jobs, ze schreeuwen om personeel. • In veel gevallen worden deze beroepen extra aantrekkelijk gemaakt door een goed loon, … • Opleidingen zijn vaak gratis, terwijl je voor de duur van de opleiding een uitkering ontvangt. Bij VDAB-opleidingen staat dit duidelijk vermeld. Soms verwacht men dat men al 1 jaar heeft gewerkt, soms mag je nog geen opleiding hoger onderwijs gevolgd hebben. Bij opleidingen bij andere centra beslist de RVA of de opleiding al dan niet gratis is. Op de website van de VDAB vind je de meest actuele lijst van knelpuntberoepen, want deze lijst wordt jaarlijks aangepast. Mogelijke bijvragen: - Welk knelpuntberoep interesseert er jou? - Wil je altijd deze job doen, of zie je jezelf later nog een opleiding volgen tot een knelpuntberoep?
Zelfstandig ondernemerschap Vraag: Karel wil na een paar jaar graag zelfstandige ondernemer worden. Wat is niet belangrijk? A) Hij heeft een cursus bedrijfsbeheer gevolgd B) Hij heeft een startkapitaal C) Hij heeft rijke ouders Achtergrondinformatie: Wanneer je als zelfstandig ondernemer aan de slag wilt gaan vind je ondersteuning bij VDAB, UNIZO, en Startpunt. • VDAB: hier kan je een test uitvoeren om te kijken of je er wel klaar voor bent. (www.vdab.be) • UNIZO: helpt bij het bedrijfsbeheer, realistische plannen maken voor marketing en de financiële kant van de zaak. (www.unizo.be) • Startpunt: helpt werkzoekenden om zelfstandig ondernemer te worden en geeft hen de kans om hun project te testen zonder grote risico’s te lopen. (www.depunt.be) Zelfstandigen sluiten zich aan bij een ‘sociaal verzekeringsfonds’ naar keuze én de Nationale Hulpkas. Je moet een attest ‘kennis bedrijfsbeheer’ kunnen voorleggen. Hoeveel startkapitaal je nodig hebt, hangt af van de zelfstandige activiteit die je gaat uitvoeren. Mogelijke bijvragen: - Heb jij er al over gedacht om zelfstandig ondernemer te worden? - Zou je dit alleen doen of beter met twee? - Zie jij jezelf je ganse leven zelfstandig ondernemer zijn? 12
- Wat zijn de grote voor- en nadelen van het zelfstandig ondernemerschap?
Vrije beroepen Vraag: Wat is een vrij beroep? A) Iemand die uiterst vrij is in zijn job en zich niet aan regels moet houden. B) Iemand die zijn/haar job enkel mag uitoefenen op basis van gevolgde studies en een aantal wettelijke regels, die de toegang tot het beroep bepalen. Deze persoon werkt voor eigen rekening. c) Iemand die een job heeft waar men zijn/ haar uren zelf kan kiezen. Achtergrondinformatie: Criteria die het vrije beroep onderscheiden van andere beroepen zijn: a) De dienstverlening bestaat hoofdzakelijk uit een intellectuele prestatie, waaraan een specifieke opleiding en permanente vorming voorafgaat. b) De beoefenaar draagt persoonlijke verantwoordelijkheid. c) De dienstverlening gebeurt op een onafhankelijke wijze: de vrije beroeper handelt daarbij in het belang van de opdrachtgever, cliënt of patiënt én in het algemeen belang. d) Het statuut van vrij beroeper moet de professionaliteit, de kwaliteit en de vertrouwensrelatie met de opdrachtgever, cliënt of patiënt garanderen en bevorderen. Enkel wie aan deze criteria voldoet, ontvangt de beschermde beroepstitel van vrij beroeper. Dit wil zeggen dat niemand “door ervaring” zich deze titel kan toe-eigenen. Iemand die jarenlang heeft geoefend op massagetechnieken, mag zich niet zomaar kinesist noemen. Deze titel is enkel weggelegd voor erkende kinesisten afgestudeerd in het hoger onderwijs en garandeert zo aan de patiënten de vakbekwaamheid van zijn of haar kinesist. Vrije beroepen zijn o.a.: architecten, dierenartsen, kunstenaars, artsen, muzikanten, verpleeg kundigen, uitgevers, tandartsen, advocaten, …
Jobvereisten Vraag: Stel: Annas is arbeider in de chemische industrie, één van de best betaalde sectoren in België. Hij doet daar afwisselend vroege, late, nacht- en weekendshifts. Het bedrijf ligt redelijk ver van zijn huis, dus hij maakt eigenlijk best lange dagen. Hij heeft niet veel vrije tijd over en eens hij thuis is, valt hij doodop in de zetel. Ondanks zijn harde werk, zal ’t zeker nog jaren duren voor hij promotie kan maken. Hij bekent: “ik vind mijn job meestal wel min of meer ok, maar doe het in de eerste plaats voor het supervette loon." Wat vind je daarvan? Zou je ’t zelf ook zo bekijken? Of zijn er nog andere dingen dan geld die je persoonlijk belangrijker vindt? Bedenk er eens een paar. Achtergrondinformatie: Mogelijke factoren om een job te kiezen zijn: ‘Kansen om carrière te maken, werkzekerheid, verloning, mogelijkheid om thuis te werken, veel verantwoordelijkheid krijgen, makkelijk werk, toffe collega’s, dicht bij huis, andere mensen helpen, iets doen met een thema dat je boeit (kinderen, techniek, muziek, sport, …), uitdaging en leerrijke activiteiten, … Mogelijke bijvragen: - Hoeveel afstand wil je afleggen voor jouw job? - Zie je jezelf 20 jaar dezelfde job doen? - Heb je ooit al problemen gehad met je collega’s? 13
- Wil jij graag ooit meer verantwoordelijkheid krijgen? - Vind je jouw werk gemakkelijk en (soms té) gemakkelijk?
Nuttige links vdab.be/cobra Via de website van VDAB kan je een beroeps oriëntatietest uitvoeren. Zo kom je te weten welke beroepen er nu precies bij jou passen. Je vindt er ook de lijst met knelpuntberoepen, en kunt er info vinden over elk mogelijk concreet beroep via de beroepenfilms en beroepenfiches. Om de beroeps oriëntatietest te doen, moet je je eerst registreren voor Mijn loopbaan. Ben je geregistreerd, klik dan op de link ‘Beroepsoriëntatie’ in het rechtermenu van Mijn loopbaan.
vdab.be/opleidingen/ Ontdek hier welke opleidingen VDAB en partners organiseren. VDAB organiseert heel wat beroeps gerichte opleidingen, ook tot knelpuntberoepen. In Gent zijn er drie VDAB-opleidingscentra. In Wondelgem, in de Kongostraat en in de Minnemeers. Voorbeelden van opleidingen die men in deze centra kan volgen zijn: autoschadehersteller, ambachtelijke houtbewerker, …
www.klaarvoorhogeronderwijs.be Op deze website kom je te weten welke vaardigheden je nodig hebt voor welke richting in het hoger onderwijs.
14
www.onderwijskiezer.be Je bent op zoek naar een studierichting. Een richting die goed bij je past en die je alle kansen geeft voor je toekomst. Onderwijskiezer.be helpt je in die zoektocht. Onderwijskiezer.be geeft je alle informatie over hogescholen, universiteiten, maar ook over andere instellingen die door de overheid erkend zijn om bachelor- en masteropleidingen in te richten. Het Hoger Beroepsonderwijs bevindt zich voorlopig enkel in Centra voor Volwassenenonderwijs en voor de richting Verpleegkunde in een aantal secundaire scholen.
I-prefer WAT? De I-Prefer is een belangstellingsproef voor laatstejaars secundair onderwijs. Het is een hulp middel om je belangstelling voor opleidingen van het hoger onderwijs in kaart te brengen. Een goed beeld van die belangstelling is immers een belangrijk sturend gegeven in je keuzeproces. De I-Prefer is een genormeerde proef, wat wil zeggen dat je de resultaten kunt vergelijken met leeftijdsgenoten. VOOR WIE? Ben je laatstejaars in het secundair onderwijs? Weet je nog helemaal niet welke richting te kiezen? Ben je bereid actief te werken aan je keuze? Zo ja, dan kan deze proef je een (beter) zicht geven op je belangstelling en zo een belangrijke bijdrage leveren aan je keuzeproces. Heb je al een keuze gemaakt? Geen probleem. Je kunt de I-Prefer zien als een vorm van controle.
15
2. Klaar met school, wat nu? Inschrijving werkzoekende VDAB + beroepsinschakelingstijd Vraag: Azmodin studeert af als boekhouder in juni 2013. Welke organisatie contacteer hij het eerst om zich in te schrijven als werkzoekende? A) Uitzendkantoor B) VDAB C) Vakbond Achtergrondinformatie: Ben je pas afgestudeerd en zit je zonder werk? Dan ontvang je niet onmiddellijk een uitkering. Eerst doorloop je een beroepsinschakelingstijd. Om die periode te laten starten, moet je je zo snel mogelijk inschrijven bij VDAB. Dit kan ter plaatse in een werkwinkel, telefonisch of online. Het inschrijven bij de VDAB is ook belangrijk voor het behouden van je kinderbijslag. Het is belangrijk om je ID-kaart mee te brengen en jouw inschrijvingsbewijs af te drukken! Je beroepsinschakelingstijd duurt 310 dagen (12 maanden) ongeacht je leeftijd. Hij start op de dag dat je je inschrijft, of op de dag dat je contract begint. Let wel: je beroepsinschakelingstijd start ten vroegste op 1 augustus. Schrijf je je in vóór 1 augustus, dan start je beroeps inschakelingstijd op 1 augustus. Heb je jouw studies beëindigd en vond je werk vóór 1 augustus? Dan begint je beroeps inschakelingstijd automatisch te lopen op de dag dat je begint te werken. Terwijl je werkt, loopt je beroepsinschakelingstijd gewoon door. Ga je bijvoorbeeld 20 dagen als uitzendkracht aan de slag, dan telt deze periode mee voor je beroepsinschakelingstijd. Vakantiejobdagen na 31 juli tellen ook gewoon mee voor de beroepsinschakelingstijd. Heb je aaneensluitend 28 dagen gewerkt of langer, en word je na deze periode opnieuw werkzoekend? Dan moet je je vanaf de eerste dag van je werkloosheid opnieuw inschrijven bij VDAB als werkzoekende. Anders loopt je beroepsinschakelingstijd niet door. Als je leren en werken gaat combineren zoals jullie, dan ben je normaal gezien al ingeschreven bij de VDAB. Doch gelden voor jullie dezelfde regels in verband met de beroepsinschakelingstijd. Die begint ook te lopen vanaf 1 augustus nadat je bent afgestudeerd als je nog geen werk hebt. En dit enkel wanneer je uw statuut verandert naar “werkzoekende in beroepsinschake lingstijd”. Als je onmiddellijk werk hebt na het afstuderen, dan begint je beroepsinschake lingstijd te lopen op de dag dat je begint te werken. Mogelijke bijvragen - Ben jij ingeschreven als werkzoekende? - Zou je dit graag klassikaal doen? - Ga je liever langs in een werkwinkel of vind je het gemakkelijker via internet?
16
Kinderbijslag Vraag: Azmodin werkt tijdelijk twee maanden voltijds bij Volvo Cars. Is hij voor die maanden zijn kinderbijslag kwijt? Achtergrondinformatie: Je ouders houden onvoorwaardelijk recht op kinderbijslag tot augustus van het jaar waarin je 18 jaar wordt. Van je 18 tot je 25 jaar is het afhankelijk of je nog student bent of werkende. Aangezien jullie al deeltijds werken vallen jullie onder het statuut van werkende. Daarbij mogen jullie per maand niet meer dan €520,08 verdienen om je kinderbijslag te behouden. Zit je over dit bedrag dan ontvangen uw ouders voor die specifieke maand geen kinderbijslag. Zit je de maand erna terug onder dit bedrag dan ontvangen ze voor die specifieke maand opnieuw kinderbijslag. (Dit bedrag geldt enkel voor het jaar 2013 en wordt ieder jaar geïndexeerd. Gelieve daar rekening mee te houden.) Het blijft daarbij wel belangrijk dat je ingeschreven bent bij de VDAB. Ben je dit niet dan ontvang je geen kinderbijslag. Uitzonderingen zijn mogelijk, maar dit systeem is ingewikkeld. Neem daarvoor contact op met uw kinder bijslagfonds.
Uitkering Vraag: Heb je op 1 december 2013 al recht op een uitkering als je geen werk vindt? Achtergrondinformatie: Neen. Je ontvangt ten vroegste na 12 maanden een inschakelingsuitkering. Vroeger heette dit de wachtuitkering. Het doel is om jongeren zo actief mogelijk naar werk te laten zoeken en hen niet te laten wachten op een uitkering. Zelf al hebben jullie al gewerkt, begint de beroepsinschakelingstijd pas te lopen nadat je afgestudeerd bent. En dit ook enkel wanneer je uw statuut bij de VDAB verandert van “deeltijds leren en werken” naar “werkzoekende in beroepsinschakelingstijd”. Dit kan je zelf online, telefonisch of door langs te gaan.
Ziekenfonds Vraag: Eenmaal je een inkomen hebt, is het verplicht om je aan te sluiten bij een ziekenfonds. Welk ziekenfonds is gratis? a. HZIV b. Vlaams en Neutraal Ziekenfonds c. Onafhankelijk Ziekenfonds d. Christelijke Mutualiteit e. Bond Moyson f. Liberale mutualiteit g. Partena
17
Achtergrondinformatie: Een ziekenfonds zorgt ervoor dat je verzekerd bent tegen ziekte en ongevallen, dat je dus een deel van je dokterskosten terugkrijgt, dat medicijnen betaalbaar blijven, dat je goedkoop naar een ziekenhuis kan en dat je een inkomen behoudt voor de tijd dat je ziek bent. En ook dat je een vervangingsinkomen krijgt bij langdurige ziekte of invaliditeit. Je moet wel verplicht een ziekteverzekering hebben bij een ziekenfonds om hierop beroep te kunnen doen. Dat is verplicht vanaf het moment dat je niet meer studeert en een eigen inkomen hebt. Meestal stuurt de mutualiteit van je ouders je dan een brief met de vraag om je aan te sluiten. Een mutualiteit kost gemiddeld 78 € per jaar. Indien je dit niet kan betalen, kan je je aansluiten bij het HZIV. Daar krijg je net als bij betalende ziekenfondsen een deel van je dokterskosten terug en behoud je je inkomen voor de tijd dat je ziek bent, maar enkele extra voordelen zoals het terugbetaald krijgen van een sportabonnement, bril of reis verzekering krijg je bij het HZIV dan weer niet. Aangezien jullie leren en werken combineren, is het afhankelijk van hoeveel je verdient en hoe oud je bent of je je zelf al moet aansluiten bij een ziekenfonds of je nog beroep kan doen op het ziekenfonds van je ouders. Aangezien deze bedragen jaarlijks worden geïndexeerd, vraag je dit best even na bij een ziekenfonds.
Uitzendkantoor Vraag: Je bent op zoek naar een langdurende job. Op een dag word je opgebeld door T-interim, een uitzendkantoor. Wat doe je? A) Ik neem niet op, want een uitzendkantoor biedt alleen tijdelijke jobs aan. B) Ik neem op, je weet nooit wat ze in de aanbieding hebben. C) Ik neem op, en stuur hen mijn CV op. Een uitzendjob kan namelijk vooruitzicht bieden op een vaste job. Achtergondinformatie: Het grote verschil tussen een uitzendcontract en een ander arbeidscontract is dat het uitzend kantoor eigenlijk je baas is, en dat veel uitzendjobs maar tijdelijk zijn. Zo zal je, als je via een uitzendkantoor gewerkt hebt, vaak het loon van het uitzendkantoor krijgen en niet van het bedrijf waar je gewerkt hebt. Vaak bieden uitzendkantoren uitzicht op duurzame jobs.
Tewerkstellingsmaatregelen Vraag: Een baas krijgt soms korting voor jou. Wat is géén tewerkstellingsmaatregel? A) Swag B) Startbaan C) IBO Achtergondinformatie: Een werkgever krijgt bepaalde financiële voordelen, wanneer hij iemand in dienst neemt, die in aanmerking komt voor een tewerkstellingsmaatregel. Zo moet hij bijvoorbeeld minder RSZ betalen of wordt er een deel van het loon door de staat betaald. Een werkgever heeft met andere woorden minder kosten als hij iemand met een tewerkstellingsmaatregel in dienst neemt, dan wanneer hij iemand aanneemt die er niet voor in aanmerking komt. Er zijn in België heel wat overheidsmaatregelen die als doel hebben de tewerkstelling te bevorderen. De website www.aandeslag.be helpt bij het zoeken naar informatie over de maatregelen van 18
de verschillende Belgische overheden en instellingen. Het gaat hier om voordelen en premies waarop een toekomstige werkgever recht heeft. Voor elke maatregel krijgt u meer informatie over de voorwaarden, de voordelen en de aanvraagprocedure. Enkele maatregelen van de Vlaamse Overheid: - De instapopleiding Tijdens een instapopleiding wordt u gedurende 2 maanden opgeleid in een bedrijf. Heeft u die opleiding met succes afgerond, dan is de werkgever verplicht om u een contract van onbepaalde duur te geven. - De individuele beroepsopleiding (IBO) Tijdens een individuele beroepsopleiding volgt u gedurende 1 tot en met 6 maanden een opleiding in een bedrijf, waarvoor je een inkomen krijgt dat een normaal loon benadert. Heeft u die opleiding met succes afgerond, dan is de werkgever verplicht om u een contract van onbepaalde duur te geven. Jij moet dit wel zelf voorstellen aan het bedrijf. - Startbaan Een startbaanovereenkomst is een arbeidsovereenkomst met een jongere die in het bezit is van een startbaankaart of die als werkzoekende is ingeschreven bij de VDAB. Om in aan merking te komen voor een startbaan, moet je aan een paar voorwaarden voldoen. De voorwaarden zijn eenvoudig: je bent bij je aanwerving nog geen 26, je bent ingeschreven als werkzoekende en je bent in het bezit van een startbaankaart (of je doet je aanvraag binnen de dertig dagen na je indiensttreding). Voldoe je aan deze voorwaarden, dan kom je in aanmerking voor een startbaan. Het is niet verplicht om zo een startbaankaart aan te vragen maar indien je een laaggeschoolde of erg laaggeschoolde jongere bent, zal de werkgever zeker je startbaankaart vragen. Hij heeft die nodig om aanspraak te maken op de forse RSZkorting die hij krijgt als hij jou aanwerft.
Nuttige links
vdab.be/mijnloopbaan
Je kan je via de website van VDAB inschrijven als werkzoekende. Je hebt zeker je ID-kaart nodig. Achteraf is het belangrijk je inschrijvingsbewijs te printen. Wanneer moet je je inschrijven? • Als je je studies beëindigd hebt. • Als je ontslagen bent en een werkloosheidsuitkering wil aanvragen. • Als je tijdens je beroepsinschakelingstijd meer dan 28 dagen na elkaar hebt gewerkt en opnieuw werk zoekt.
19
Heb je een vraag over werk of opleiding? Vraag het in Jobkot! JobKot geeft dus een beetje dezelfde dienstverlening als de Werkwinkel of de VDAB maar dan helemaal op maat van de jongere. Zij richten zich dan ook op de specifieke thuissituatie van de jongeren. • Openingsuren: Maandag: 10u-12u & 14u-19u Dinsdag - vrijdag: 10u-12u & 14u-17u • Adres: Doornzelestraat 34, 9000 Gent 09/285.64.79
20
3. Solliciteren Vacatures vinden Vraag: Cindy is 18 jaar, net klaar met school en staat ingeschreven als werkzoekende bij de VDAB. Ze gaat nu werk zoeken. Geef 3 plaatsen waar ze vacatures kan vinden. Achtergrondinformatie: Je kan vacatures vinden via volgende kanalen: • De geschreven pers: Vacature, Jobat, zoekertjes in de krant, … • Uitzendkantoren: Randstad, T-interim, synergie, start people, Impact, ... • Internet: VDAB, Vacature, Jobat, monster.be, stepstone.be, regiojobs.be, be.jobrapido.com, … • De Werkwinkel (VDAB) • Viavia: je eigen netwerk aanspreken (ouders, vrienden, familie, kennissen … laten weten dat je een job zoekt) - nog steeds een heel belangrijke manier om werk te vinden! • Je kan ook vrij solliciteren door je CV te geven aan een bedrijf dat je interesseert of bij jou in de buurt, zelfs als er daar niet direct een vacature beschikbaar is. Op die manier hebben zij al jouw contactgegevens en kunnen ze jou zeker contacteren als daar een vacature vrijkomt.
Curriculum vitae
Vraag A: Je ziet nu haar CV. Geef voor deze eerste pagina 4 fouten. Vraag B: Geef voor deze tweede pagina 4 fouten. Achtergrondinformatie: In een CV zet je alle gegevens die voor een werkgever van belang kunnen zijn. Heel belangrijk zijn je persoonlijke gegevens, je werkervaring, je opleiding, je vaardigheden en onder het luikje varia kan je je talenkennis, eventuele hobby’s en pc-kennis plaatsen. Als er gaten (periodes van inactiviteit) zitten moet je daar een heel goede uitleg voor hebben. Dit kan je best vermijden, of je moet op zijn minst kunnen aantonen dat je gesolliciteerd hebt, vrijwilligerswerk hebt gedaan, gereisd, ... 21
Als je nog géén werkervaring hebt, hoeft je CV niet blanco te zijn: je gegevens, de vaardigheden die je haalt uit vrijwilligerswerk, sportclub, jeugdbeweging, vakantiejobs, helpen in de zaak van je ouders, je opleiding(en), je hobby’s, kennis van computer en talen, je rijbewijs, enkele relevante persoonskenmerken, … Let op met: de plaats en volledigheid van je gegevens, met verwijzingen naar sociale media, ‘foute’ e-mailadressen, foto’s, zeer onvolledige uitleg bij vaardigheden, te lange zinnen, wisselvallige vormgeving, dialect, onflatterende eigenschappen, … Let op jouw spelling! Maak hier je werk van: 4 op 5 werkgevers gooit je brief en CV in de vuilbak als er schrijffouten in staan. Laat ze gerust nalezen door mensen van de VDAB-Werkwinkel! 61% van de werkgevers controleert de sociale netwerkprofielen van hun sollicitanten voor ze iemand aanwerven! Hou je Netlog, Facebook en dergelijke dus proper wanneer je solliciteert: geen zatte of halfnaakte foto’s, geen verslagen van wilde nachten (want dan denkt de werk gever dat je meer gaat feesten dan fris op je werk verschijnen), geen deel uitmaken van de verkeerde groepen (hooligans, …), geen politiek, geen vette klap of scheldpartijen, en zeker geen foute opmerkingen met betrekking tot je sollicitatie(s), ... Idem voor je antwoordapparaat: best geen grapjes, of maffe muziekjes … Droog en goed is the way to go!
Sollicitatiegesprek [filmpje “Fortis”: Zo meteen zie je enkele voorbeelden van hoe je fout kunt solliciteren.]
Vraag: Cindy mag op sollicitatiegesprek. Welke 3 fouten kan zij maken? Achtergrondinformatie: NOT DONE: • te laat komen • vuile of slordige kleren • stinken (geen sigaretten op voorhand!) • diepe decolletés, strakke topjes of korte rokjes • felle kleuren • geen oogcontact bij de begroeting • slappe bezwete handjes schudden • onderuitgezakt zitten • zelf geen vragen stellen • meteen vragen wat het loon is • onvoorbereid uit je nek lullen • je GSM laten overgaan • té veel vertellen, of té persoonlijke zaken • kritiek geven op het bedrijf of andere bedrijven • liegen (haalt je altijd in!) WEL DONE: • 5 minuten te vroeg • stijlvol gekleed in functie van de job! (Een kostuum is daarom geen vereiste.) • frisgewassen met propere schoenen • kleren die weinig vel laten zien • blauw, zwart, grijs, … • vriendelijke, rustige begroeting 22
• een droge, besliste stevige handdruk • rechtop of geïnteresseerd licht voorovergebogen • vragen stellen over de taakinhoud, de afdeling waar je zou werken, … • wachten tot aan het eind van het gesprek om naar jouw loon te vragen • jouw antwoorden op de standaardvragen voorbereiden, info opgezocht, weten wat je wil, … • je GSM op voorhand op stil zetten, en zeker niet bovenhalen om eens te kijken of je al een SMS hebt • een bibberende gsm kan evenveel storen als een rinkelende gsm • bondige én voldoende antwoorden, bij het onderwerp blijven • alleen positieve antwoorden geven • correcte antwoorden geven als men er naar vraagt [filmpje ‘Het Eiland’: Alain Van Dam, het hoofdpersonage in de reeks ‘Het Eiland’, gaat solliciteren.]
Vraag: Alain staat op het punt om het helemaal te verbrodden. Maar toch heeft hij enkele dingen goed gedaan. Welke? Achtergrondinformatie: Hij heeft opzoekingswerk gedaan naar welke verschillende afdelingen er zijn in het bedrijf, alsook naar de geschiedenis van het bedrijf. Dit toont de werkgever dat je bewust solliciteert en weet voor welk bedrijf dat je wilt werken. Vraag: Cindy krijgt op het gesprek enkele vragen. Geef drie vragen die ze als sollicitant kan krijgen. Achtergrondinformatie: • Waarom zouden we jou moeten aannemen? • Vertel eens iets over jezelf. • Waarom wilt u bij ons werken? • Wat doet u in uw vrije tijd? • Wat weet u over ons bedrijf? • Hebt u nog andere sollicitaties lopende? • Wat zijn uw sterkste en zwakste kanten? • Heeft u zelf nog vragen? • Hoeveel wilt u verdienen? • Waarom ben je bij je vorige baan weggegaan? • Beschrijf een probleemsituatie en hoe je die hebt opgelost. • Op welke prestaties ben je het meest trots? • Hoe ga je om met stress, kan je werken met een deadline? • Waar zou je over enkele jaren op professioneel vlak willen staan? Vraag : De baas vraagt Cindy naar een sterk punt. Noem voor iedereen van je groep één goede eigenschap. Achtergrondinformatie: Als je solliciteert, ben je eigenlijk een verkoper die zijn producten en diensten aanbiedt. Een verkoper moet achter zijn product staan. Alleen als je overtuigd bent van wat je kan, zal je geloofwaardig overkomen. Om te voorkomen dat je onzeker overkomt, moet je dus weten wat 23
je zoal te bieden hebt. Wat je sterke en minder sterke kanten zijn en welke activiteiten je het belangrijkst vindt; wat doe je het liefst, etc … Het is van belang om je sterke kanten toe te kunnen lichten met een voorbeeld. Een handig hulpmiddel zijn de volgende vragen om je sterke punten en eigenschappen te analyseren: 1. wat is een sterk punt van jezelf. 2. omschrijf vervolgens een probleemsituatie. 3. geef vervolgens aan welke actie(s) je hebt ondernomen om het probleem aan te pakken. 4. tenslotte beschrijf je welk resultaat er werd bereikt, waarin de sterke kant goed tot uiting kwam. Wees zo concreet mogelijk en omschrijf de situatie en je reactie zo veel mogelijk in termen van gedrag. > Sterke eigenschap Mijn sterke punt is dat ik goed mensen (collega’s) kan aanmoedigen, enthousiast kan maken. > Probleem Toen ik werkte bij schildersbedrijf ‘Verf & Kwast’ kwamen we in een zeer drukke maand terecht en plots kwam er nog een grote spoedorder binnen. Mijn naaste collega’s waren erg uit hun humeur en zagen het niet zitten. Ze dachten het werk nooit af te kunnen krijgen. > Actie Ik sprak met de baas over dit probleem en hij besloot een extra uitzendkracht in te huren. Ik sprak vervolgens met mijn collega’s en het lukte mij om hen te motiveren. Resultaat We hebben de spoedorder in zeer snel tempo af kunnen krijgen en zowel de klant als de baas waren daardoor meer dan tevreden. Hieronder tref je een lijst met mogelijke vaardigheden aan, om je een eindje op weg te helpen: • Initiatiefrijk • goed kunnen plannen • goed kunnen organiseren • goed je werk kunnen indelen • doelgerichtheid • toezicht houden • precies en netjes • doortastend • energiek, veel aankunnen • contacten leggen en onderhouden • helder taalgebruik • invoelend vermogen • incasseringsvermogen • methodisch / ordelijk • goed zaken kunnen uitpluizen, onderzoeken • Inschattingsvermogen
• goed kunnen onthouden • afspraken na komen • betrokkenheid • snel kunnen leren • verbeelding / fantasie • nieuwe ideeën • ondernemend • creatief • vooruitziende blik • goede smaak / stijlvolheid • goed kunnen samenwerken • goed zelfstandig kunnen werken • stressbestendig • communicatief vermogen • goed kunnen schrijven • anderen enthousiast kunnen maken
Vraag: Wat antwoord je als je baas vraagt naar een zwakke eigenschap? A) Die heb ik niet. B) Er is 1 zeer belangrijke vaardigheid die ik niet heb. C) Er zijn 2 minder belangrijke vaardigheden die ik niet heb. 24
Achtergrondinformatie: Een opvoeder hoeft geen computerexpert te zijn; een ingenieur hoeft niet per sé te kunnen speechen voor een groep van 200 mensen. Bij voorkeur geef je een negatieve eigenschap die je in het gesprek kan ombuigen naar een positieve eigenschap. Bij voorbeeld: “Ik kan vrij perfectionistisch zijn, tegelijkertijd komt dit in mijn baan dikwijls goed van pas: mijn risicoanalyses zijn gedegen en betrouwbaar. Dat is dan weer een voordeel voor mijn werkgever.”
Zwart werk Vraag: Je verdiende vorig jaar goed je boterham door in het zwart te werken. Zet je dat op je CV? A) Neen, want dan weet mijn baas dat ik in het zwart werkte B) Ja, dan weet mijn baas dat ik al ervaring heb Achtergrondinformatie: Over zwart werk hebben we het later nog. Er is altijd een verschil tussen liegen en de waarheid gedeeltelijk vertellen. Maar op papier opschrijven dat je ergens in het zwart hebt gewerkt is niet goed voor jou noch voor je baas. Wat je wel kan doen, is bij je vaardigheden opschrijven welke ervaring je hebt. En als je baas er dan op het sollicitatiegesprek naar vraagt, kan je er maar beter eerlijk op antwoorden. Anders val je toch door de mand.
Nuttige links vdab.be/opleidingen/ Op de VDAB kan men oneindig veel opleidingen vinden. Ook rond solliciteren zijn er enkele opleidingen te vinden. Zo kan je bijvoorbeeld een opleiding volgen ‘solliciteren voor anderstaligen’. Maar ook heel concreet kan je bijvoor beeld een opleiding volgen voor het sollicitatiegesprek in de sector van de bouw.
www.jes.be/C-Stick/ Een CV opmaken kan ook heel makkelijk zijn: op deze website vul je je gegevens in, en je krijgt er een kant-en-klare CV! www.jes.be/C-Stick/ - naar je C-Stick – registreren en inloggen – info toevoegen of veranderen – afdrukken
25
4. Rechten en plichten Contract Vraag: Sara heeft werk gevonden. Is een contract op papier verplicht? Achtergrondinformatie: Het is volgens de Belgische wet niet verplicht om een contract op papier te hebben, maar het is voor elke partij aan te raden om afspraken op papier te zetten. Als je baas dus voorstelt om mondeling af te spreken, vraag dan gerust uitdrukkelijk om de afspraken op papier te zetten.
Bruto versus netto Vraag: In haar contract staat dat Sara 1550 euro bruto zal verdienen. Komt dit bedrag op haar rekening? Achtergrondinformatie: Neen. Het brutoloon is het loon dat de werkgever moet betalen aan zijn werknemer in ruil voor werk. Dit brutobedrag staat op het contract en is uitgedrukt in een uurloon (dan ben je een arbeider) of in een maandloon (dan ben je een bediende). Van je brutoloon worden bijdragen voor de sociale zekerheid afgehouden. Dit heet de RSZ-bijdrage en is altijd 13,07 % (tenzij je werkt als jobstudent). Wat overblijft is je belastbaar brutoloon. Daarvan worden weer belastingen afgehouden. Wat dan overblijft, is je nettoloon. Je nettoloon is dus het bedrag dat op je bankrekening verschijnt. Niet iedereen die hetzelfde brutoloon heeft, houdt netto hetzelfde bedrag over. Indien je kinderen ten laste hebt, worden er minder belastingen afgetrokken en is jouw nettoloon hoger dan dat van iemand anders die bruto precies evenveel verdient als jij, maar die geen personen ten laste heeft. Als je werkt met een studentenovereenkomst en je werkt niet meer dan 50 dagen per jaar, dan houd je baas geen 13,07 % sociale bijdrage af, maar een veel kleiner getal. Je betaalt ook geen belastingen. Daarom is een studentenjob zo voordelig.
Vakbond Vraag: Wat doet een vakbond niét voor Sara? A) Helpen bij problemen op het werk B) Haar stempelgeld uitbetalen als ze werkloos is C) Een deel van haar fitnessabonnement terugbetalen Achtergrondinformatie: Als je bent aangesloten bij een vakbond, en je wordt onrechtmatig behandeld door je baas of onterecht ontslaan, of ontslaan volgens de verkeerde procedure, … zal je vakbond gratis juridische actie ondernemen tegen hem/haar, om bijvoorbeeld voor je rechten op te komen, je ontslag te laten annuleren of een schadevergoeding te eisen. Ze trachten ervoor te zorgen dat je een uitkering krijgt, en zullen die dan ook uitbetalen. Het is echter de dienst ‘RVA’ die bepaalt of jij recht hebt op een werkloosheidsuitkering. Ze informeren je over je rechten en plichten, en helpen je met alle papierwerk. Ze zullen je helpen een nieuwe job te zoeken. Je moet al even lid zijn van een vakbond 26
vooraleer je bijvoorbeeld beroep kunt doen op een advocate. Je kan dus niet wachten tot je in de problemen zit, en dan pas het lidmaatschap betalen, en van de hulp genieten. Bovendien krijg je jaarlijks een deel daarvan teruggestort, en krijg je premies bij speciale gelegenheden zoals trouwen, kinderen krijgen, … Er bestaan die grote vakbonden, namelijk: A) ACV – Algemeen Christelijk Vakverbond – de groene B) ABVV – Algemeen Belgisch Vakverbond – de rode C) ACLVB – Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België – de blauwe Welke je kiest hangt af van je eigen voorkeur, van hoe dicht de vakbond bij je woonst is, hoe sterk ze vertegenwoordigd is op je werkplek, waar je ouders lid van zijn, en dergelijke …
Ontslag Vraag: In welke situatie kan Sara meteen ontslaan worden wegens dringende redenen? A) Als ze betrapt wordt op het bellen met haar lief B) Als ze rookt op een moment dat het niet is toegestaan C) Als ze een werkinstrument meeneemt naar huis zonder het te vragen Achtergrondinformatie: Je kan ontslaan worden om dringende redenen als er iets gebeurd is waardoor de werkgever en -nemer onmiddellijk en definitief niet meer kunnen samenwerken. Dit zijn enkele redenen: • diefstal • dronkenschap op het werk • opzettelijke professionele fout • regelmatige ongehoorzaamheid • geweld tegen collega’s • corruptie of persoonlijk gewin • liegen over je prestaties of in je CV, … • vandalisme • zéér onbekwaam • zeer onveilig gedrag • geheimen openbaar maken Als je om één van deze redenen wordt ontslaan, sta je meteen op straat zonder opzegtermijn, en kan je ook geen werkloosheidsvergoeding krijgen! Hetzelfde geldt als je zelf ontslag neemt: alleen onvrijwillig werklozen krijgen een uitkering. Het is niet zo dat je op elke werkplaats direct ontslaan wordt als je rookt op een moment waarop het niet is toegestaan. Als je bijvoorbeeld naast een opslagplaats met chemisch ontvlambare stoffen rookt, neem je een veiligheidsrisico en kan je baas je ontslaan wegens dringende redenen. Op andere plaatsen werkt men met het systeem van verwittigingen: je krijgt een verwittiging als je betrapt wordt en bij de derde verwittiging word je ontslaan.
27
Jeugdvakantie Vraag: Hoeveel dagen vakantie je hebt is gebaseerd op hoeveel dagen je het jaar ervoor hebt gewerkt. Als schoolverlater is dit natuurlijk moeilijk. Daarom hebben jullie recht op jeugdvakantie. Op hoeveel dagen jeugdvakantie hebben jullie recht het jaar nadat jullie zijn afgestudeerd? A) Altijd 20 B) Altijd 40 C) Afhankelijk van hoeveel je het jaar ervoor hebt gewerkt Achtergrondinformatie: Een werknemer die het jaar voor de vakantie voltijds heeft gewerkt, heeft minstens recht op 20 dagen of 4 weken verlof per jaar, en natuurlijk nog 11 feestdagen. In sommige sectoren komt daar nog iets bovenop. Hij/zij krijgt die weken gewoon loon, én ontvangt een extra premie, het ‘dubbel vakantiegeld’. Dit is wel afhankelijk van je gezinssituatie, je loon en je statuut, … Iemand die net werkt en het jaar daarvoor nog niet veel heeft gewerkt, omdat hij of zij bijvoorbeeld nog studeerde, kan onder voorwaarden beroep doen op jeugdvakantie: • Je bent jonger dan 25 jaar • Je hebt het jaar ervoor minstens één maand gewerkt, maar dit niet als jobstudent of werkstudent. Je krijgt voor die extra dagen een uitkering van 65 % van je loon, op voorwaarde dat je die uitkering aanvraagt bij de vakbonden of de hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen. Let wel op: je moet eerst je reeds opgebouwde vakantiedagen opnemen, dus degene die je krijgt omdat je al gewerkt hebt vorig jaar of door overuren verkregen hebt. Als je daarmee niet aan één maand komt, dan kan je die aanvullen met je jeugdvakantie dagen. De dagen die je gewerkt hebt wanneer je ingeschreven was als deeltijds lerende en werkende tellen niet mee voor het berekenen van je jeugdvakantie.
Proefperiode Vraag: Sara beseft tijdens haar proefperiode dat de job toch niet haar ding is. Kan zij zomaar ontslag nemen? A) Ja B) Nee Achtergrondinformatie: De proefperiode heeft voor- en nadelen: • Als het echt je ding niet blijkt te zijn, het klikt niet of je zou plots een nog interessantere job worden aangeboden, kan je makkelijk ontslag nemen. • Als je niet voldoet aan de verwachtingen van de baas, kan die je makkelijk ontslaan. De proefperiode duurt minstens 7 dagen en hoogstens 14dagen voor arbeiders en minstens 1 maand en hoogstens 12 maanden voor bedienden. Als arbeider kan je tijdens je proefperiode na 7 dagen je ontslag nemen of krijgen zonder een opzegtermijn of vergoeding. Als bediende kan je na 1 maand je ontslag nemen of krijgen met een opzegtermijn van 7 kalenderdagen of wanneer beide akkoord een opzegvergoeding. Een proefperiode is betaald. Je kan dus gerust voor je geleverde prestaties een loon vragen. In uitzonderlijke gevallen, zoals bij Volvo Cars, word je voor een proefperiode niet betaald. 28
Nuttige links
www.acv.enter.be/het_acv/jongeren/default De jongerensite enter van het ACV (Algemeen Christelijk Vakverbond), in de volksmond de groene vakbond.
www.abvv.be/web/guest/home-nl De site van het ABVV (Algemeen Belgisch Vakverbond), in de volksmond de vakbond van de rode.
www.aclvb.be/home/ De site van ACLVB (Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België), in de volksmond de blauwe vakbond genoemd.
www.vacature.com/salariskompas Salariskompas is een handige tool waarmee je in enkele muisklikken weet hoe groot het loon van jouw collega’s is in een vergelijkbare job. Het is gevaarlijk om precieze voorspellingen over lonen te doen, omdat dit natuurlijk schommelt afhankelijk van de sector, het bedrijf en de precieze functie.
29
5. Sociale Zekerheid Verschil met andere landen Vraag: Wat is het verschil tussen de sociale zekerheid in Amerika en in België? [ filmpje gebroken been: In dit filmpje zie je waar de beste plaats is om je been te breken. Waarom?] Achtergrondinformatie: Mensen uit andere landen zijn vaak heel verwonderd over het feit dat medische hulp hier zo goedkoop is. In de VS bijvoorbeeld zou je die hulp gewoon niet krijgen zonder eerst véél geld op tafel te leggen. In België hebben we allemaal een verplichte ziekteverzekering: je betaalt jaarlijks een tamelijk kleine bijdrage, en in ruil wordt het grootste deel van die medische kosten voor ons betaald. In de VS bijvoorbeeld bestaat zo’n systeem niet, en mogen sommige mensen zich niet eens verzekeren, omdat ze bijvoorbeeld een beetje te mager of een beetje te dik zijn. Als je bijvoorbeeld een been breekt, betalen jij (of je ouders) gelukkig maar een klein deel van die peperdure behandeling zelf. Dit systeem kost natuurlijk véél geld, als je weet dat bijvoorbeeld een spoedopname en een nachtje in het ziekenhuis al snel meer dan 1000 Euro kost.
Uitkeringen Vraag: Waar haalt de overheid geld vandaan om uitkeringen te betalen? Achtergrondinformatie: Weet je wie deze school, de wegen waar jij met je scooter op rijdt en het loon van jouw leerkrachten betaalt? De overheid. Daarvoor heeft ze enkele grote inkomstenbronnen. Een pakje sigaretten in België kost namelijk meer dan de echte kostprijs. Maar door de taksen die je erop betaalt, draag je bij aan de financiëring van de staat. In Nederland, Frankrijk en Engeland zijn die taksen nog veel groter. Wij geven een deel van ons loon aan de overheid doordat er belastingen worden afgehouden. Onze werkgevers zijn bovenop ons loon nog eens verplicht een groot percentage te betalen aan de overheid.
Belastingen: Vraag: Vanessa werkt fulltime als administratief bediende en verdient € 1500 bruto. Hoeveel belastingen moet ze betalen? a. 60 % b. 30 % c. 15 % Achtergrondinformatie: Werkende mensen betalen in België best veel belastingen: gemiddeld 30 % van hun bruto loon. Maar ze krijgen er ook veel voor terug: alleszins meer dan elders, want na Zweden hebben wij bijna de sterkste sociale zekerheid van de hele wereld. 30
Vraag: Christophe krijgt € 1152, 86 terug van de belastingen. Hoe komt dit? A) Hij heeft vrienden bij de belastingen B) Hij betaalde te veel bedrijfsvoorheffing C) Hij betaalde te weinig bedrijfsvoorheffing Achtergrondinformatie Hoeveel belastingen je betaalt, is afhankelijk van hoeveel je verdient. Je betaalt dus eigenlijk elke maand al belastingen, doordat je baas een stuk van je loon afhoudt. Dit heet ‘bedrijfs voorheffing’. Hoe meer bedrijfsvoorheffing je baas afhoudt, hoe meer kans je hebt om geld terug te krijgen van de belastingen.
Zwart werken Vraag: Alissa klust bij in het weekend in de keuken van een restaurant. Op het einde van de avond betaalt haar bazin haar rechtstreeks uit de kassa. Geef één voordeel en 2 nadelen. Achtergrondinformatie: Bij zwartwerk is er (meestal) een iets hoger loon omdat er geen belastingen worden afgehouden. De nadelen echter zijn: • Het loonverschil is vaak echter kleiner dan je zou verwachten als je weet hoeveel belastingen je baas minder betaalt door je arbeid niet aan te geven; die zorgt er meestal voor dat het uitgespaarde bedrag grotendeels in zijn/haar zak terechtkomt. Daar kan je niet tegen protesteren omdat je niet beschermd wordt door een contract of arbeidsreglement. • Je verzamelt geen recht op betaalde vakantie: een zwartwerker moet dus tijdens de vakantie heel zuinig zijn! • Hetzelfde probleem als je baas plots beslist dat je even niet nodig bent, omdat er bijvoorbeeld minder klanten zijn, of het toeristische seizoen ten einde is, … Je weet dus nooit zeker hoeveel je de volgende maand zal verdienen. • Je wordt niet beschermd tegen gevaarlijke klusjes, of krijgt vaak niet de juiste beschermende kledij die eigenlijk verplicht is voor die job. • En als je een ongeval hebt mag je ook nog eens je plan trekken: geen verzekering om je medische kosten helemaal te dekken, geen vervangingsinkomen, … • Je bouwt geen recht op een werkloosheidsuitkering op. • Het is illegaal, je kan er enorme boetes voor krijgen als de RVA vermoedt dat je al een tijdje ‘de belastingen ontduikt’. • Het is asociaal: hoe minder mensen hun belastingen betalen, hoe meer iedereen in de kou zal blijven staan als ze ooit kinderen krijgen, hun job verliezen, ziek worden of op pensioen moeten. Als jou dat overkomt (en dat zal het wel eens) kan je maar beter hopen dat genoeg mensen hun belastingen betalen! Het is een beetje in ieders belang om solidair te zijn.
31
Nuttige links www.studentatwork.be Dé site voor vakantiejobs en studentenwerk. Meld je aan bij Student@work 50days, kijk na hoeveel dagen je nog mag werken tegen verminderde sociale bijdragen. Hier kan je ook een attest afdrukken voor je werkgever en vindt je allerlei informatie om aan de slag te gaan als jobstudent. Informatie onder andere over waar je een job kan vinden en over de sociale zekerheid.
www.rva.be/ Op de website van de RVA vind je heel wat documenten terug, bijvoorbeeld om jeugdvakantie aan te vragen, om tewerkstellings maatregelen te verkrijgen, etc …
32
6. Gedrag en vaardigheden Verschillen tussen school en werk Vraag: Geef eens drie manieren waarop de regels en verwachtingen anders zijn als je ergens werkt dan nu op school? Achtergrondinformatie: • ‘Erdoor zijn’ is niet meer voldoende: je werk moet gewoon goed zijn, want je wordt ervoor betaald. Je kan niet altijd rekenen op een herkansing, of later compenseren met een beter examen, want je baas zou snel zijn/haar geduld verliezen. En als je carrière wil maken, moet je zelfs beter zijn/ harder werken dan eigenlijk van je verwacht wordt. • Als je op school alles lekker rustig doet, er eens vanonder muist of ligt te slapen tijdens de les, gaan je medeleerlingen dat meestal niet zo erg vinden, of zelfs grappig. Als je in een job minder hard werkt dan je collega’s, gaan ze daar meestal écht niet mee kunnen lachen, en krijg je zéér snel ruzie of klachten. • Als je eens wat humeurig bent tegen een leerkracht, word je bestraft, en krijg je de vraag je anders te gaan gedragen. Een baas kan je dan gewoon definitief op straat zetten, en zal véél minder geduld hebben dan zelfs de strengste leerkracht. • Op school zit je om bij te leren, maar ook omdat naar school gaan gewoon verplicht is. Een job doe je eigenlijk uit vrije keuze. Als je het jou helemaal niet bevalt, dan kan je altijd (volgens de juiste procedure) je ontslag indienen. • Op school liggen de regeltjes altijd heel erg vast: als de bel gaat, mag je naar huis. Maar een baas kan van jou verwachten dat je eens wat overwerkt omdat er iets dringend moet worden afgewerkt. Als je op school het ene studeert, moet je niet naar de vakken van een andere richting. Op ’t werk moet je soms ook eens iets willen doen dat misschien strikt genomen niet tot je taken behoort. Dat heet flexibel zijn, en dat vindt een baas héél belangrijk. • Als je op school 5 keer te laat komt, heb je een strafstudie bijeen gespaard. Als je dat op je werk doet, vindt de baas (en je collega’s misschien ook) jou een onbetrouwbare profiteur, en zal je er na één waarschuwing misschien niet lang meer werken.
Ziekte Vraag: Katrijn wordt ziek en gaat naar de dokter. De dokter geeft haar een ziektebriefje voor een week. Wat doet Katrijn met dit doktersattest? A) Thuis goed bijhouden, en haar werkgever direct verwittigen. B) Als ze terug gaat werken haar doktersattest afgeven op haar werk. C) Haar werkgever meteen verwittigen en binnen de 48u het doktersattest afgeven op haar werk. Achtergrondinformatie: In de meeste sectoren ben je verplicht om je baas zo snel mogelijk te verwittigen van je afwezigheid, en liefst voor het moment waarop je eigenlijk verwacht werd. Bovendien moet je binnen de 48u een doktersattest (laten) binnensteken. Als je ziek bent, zal er werk niet verzet worden. Dat wil zeggen dat het ofwel op je blijft wachten, dat je collega’s je werk moeten overnemen of dat je baas vervanging moet zoeken.
33
Levenslang leren Vraag: Volwassenen keren niet terug naar de gewone schoolbanken. Kunnen jullie twee organisaties geven, waar jullie later indien nodig alles zouden kunnen bijleren? Achtergondinformatie: Volwassenen keren natuurlijk niet terug naar de gewone schoolbanken. Organisaties waarbij jullie later/binnenkort opleidingen kunnen volgen: VDAB, Syntra, de CVO’s, de opleidings fondsen van sectoren, ... . Voor jongeren die een heel specifiek beroep leren, waar er weinig opleidingen voor bestaan, bestaat er de IBO-opleiding. Dan leer je een beroep door het heel concreet op de werkvloer uit te oefenen. Je wordt ervoor betaald en je baas krijgt een korting om jou aan te nemen. Het totale aanbod staat op deze site: www.wordwatjewil.be Vroeger, in de tijd van onze grootouders, en misschien ook wel een deel van onze ouders, gingen jongeren na hun schoolcarrière aan de slag in een bedrijf of elders. Meestal bleven ze daar min of meer dezelfde job doen tot ze oud genoeg waren om op pensioen te gaan. Jullie wereld, en dus ook jullie carrières, zullen er waarschijnlijk anders uitzien: - Tegenwoordig veranderen mensen wel enkele keren van job in hun loopbaan. Daardoor zullen jullie in de toekomst waarschijnlijk bij meerdere werkgevers hebben gewerkt tegen dat jullie ooit op pensioen zullen gaan. Dat ligt oa aan het feit dat er veel nieuwe bedrijven ontstaan, dat oudere soms verdwijnen en dat hun activiteiten sneller veranderen, waardoor ze meer/minder/ander personeel nodig hebben. Bovendien zijn mensen (werknemers) soms ambitieuzer dan vroeger: ze willen eens iets nieuws, ze willen voor een hogere functie solliciteren, … - Levenslang bijleren is iets dat jullie niet vreemd zal blijven, zowel binnen je job, maar ook dankzij extra cursussen en opleiding. Mogelijks kan het al eens nodig zijn een extra tekstverwerkingsprogramma onder de knie te krijgen. Of misschien moet je naast je technische kennis van auto’s ook nog eens een cursus verkoopstechnieken gaan volgen, om kans te maken op die promotie. Je moet je kennis en vaardigheden up to date houden en steeds bijschaven. - Bovendien gaan de technologische ontwikkelingen tegenwoordig veel sneller dan vroeger. Denk maar aan bijvoorbeeld computers, machines of medisch materiaal. Over 20 jaar zien die er helemaal anders uit, met veel meer mogelijkheden, maar jullie zullen er wel nog steeds mee moeten kunnen werken. En dat zal ook wel eens een cursus vragen.
34
Nuttige links
www.transitweb.be Alles wat je wil weten over werken en wat er bij hoort, lees je hier: informatie over solliciteren, rechten en plichten, sociale zekerheid, werk zoeken etc.
www.syntra-mvl.be Syntra biedt net als deeltijds onderwijs opleidingen aan die een mix van praktijk en theorie vormen. Je kan er ook avondonderwijs volgen, alsook heel concrete opleidingen tot het zelfstandig ondernemerschap, zoals bijvoorbeeld: aannemer installateur van centrale verwarming, aannemer sloopwerken, …
www.wordwatjewil.be Op deze website vind je informatie over de verschillende soorten opleidingen voor volwassenen. Aan de website is ook een data bank gekoppeld, waarin je op zoek kunt gaan naar de opleidingen waarin je geïnteresseerd bent of naar opleidingscentra bij jou in de buurt.
35
2.3 Extra actieve opdrachten Wat ? A Klassikaal invullen van een online belangstellingsproef B Klassikaal invullen van de beroepsoriëntatietest C Inschrijven als werk zoekende via de VDAB website D Klassikaal op zoek gaan naar geschikte vacatures E CV opstellen aan de hand van c-stick F Simulatie sollicitatiegesprek G Groepsgesprek rond arbeidsattitudes aan de hand van dilemma’s
Hoelang ? Max. 20 minuten + (extra 20 minuten)
Benodigdheden Pagina - Computerlokaal met internetverbinding Vanaf pag. 28
Max.30 minuten +( extra tijd 20 minuten) Max. 20 minuten
- Identiteitskaart (rijksregisternummer) Vanaf pag. 30 - Computer met internetverbinding - Identiteitskaart (rijksregisternummer) Vanaf pag. 36 - Computer met internetverbinding
Max. 30 minuten
- Computerlokaal met internetverbinding - Computerlokaal met internetverbinding - 3 vacatures per sector die in je klas aanwezig zijn - sollicitatievragen (afdrukken) - Computerlokaal met beamer
Max. 30 minuten afhankelijk van grootte groep en aantal groepjes, minimum 20 minuten Max. 20 minuten
Vanaf pag. 43 Vanaf pag. 45 Vanaf pag. 50
Vanaf pag. 54
A Op zoek gaan naar de geschikte studier ichting met I-prefer Wat? Hoelang? Benodigdheden? Website Richtvragen voor nabespreking
Klassikaal invullen van een online belangstellingsproef Max 20 minuten voor het invullen Indien laten zoeken naar richting, extra tijd (20 min.) Computerlokaal met internetverbinding www.onderwijskiezer.be/iprefer - Bij welke belangstellingsdomeinen heb jij de hoogste score? Ben je verrast door jouw resultaten? Had je op voorhand verwacht dat dit jouw belangstellingsdomeinen waren? - Verschil je veel in de belangstellingsdomeinen in vergelijking tot jouw leeftijdsgenoten? - Zijn er opleidingen tussen die jou zouden interesseren? - Heb je nu een beter idee over wat je nu wil verder studeren?
Verloop: I-prefer biedt een hulpmiddel aan om je belangstelling voor opleidingen van het hoger onderwijs in kaart te brengen. Je krijgt een lijst van 140 activiteiten en je geeft op een 6-puntenschaal aan in welke mate je die activiteit al dan niet graag doet. Als resultaat krijg je een persoonlijk profiel in 14 36
belangstellingsdomeinen. Vanuit zo’n belangstellingsdomein kan je een lijst van studie richtingen raadplegen die daaraan zijn gekoppeld.
Stap 1: Spoor de leerlingen aan om kort de informatie over I-prefer door te nemen en laat hen klikken op de ‘akkoord & invullen’ knop.
Stap 2: De leerlingen vullen hun persoonlijke gegevens in en drukken op ‘start de vragenlijst’.
37
Stap 3: De leerlingen krijgen een lijst van 140 activiteiten voorgeschoteld en moeten aangeven op een 6-puntenschaal in welke mate zij de activiteit al dan niet graag doen.
Stap 4: Dit is een voorbeeld van een resultaat van de belangstellingsproef I-Prefer. Naast elk belangstellingsdomein vinden de leerlingen een grafische voorstelling van hun resultaten. Er staan telkens ook twee cijfers. Het eerste cijfer is het resultaat van de leerling. Het tweede cijfer is de gemiddelde score van leeftijdsgenoten van hetzelfde geslacht. De domeinen met de hoogste score, interesseren de leerling ’t meest. Als men klikt op een domein, geeft Onderwijskiezer de leerlingen een lijst met opleidingen die te maken hebben met dat domein. De leerlingen kunnen dit resultaat in hun mailbox ontvangen door op het ‘mailicoontje’ te klikken. Men kan het afdrukken door op het ‘printericoontje’ te klikken. Men bewaart best deze resultaten. Men kan ze dan later nog gebruiken in het keuzeproces.
38
B Op zoek gaan naar de geschikte job met de beroepsoriëntatietest Wat? Hoelang? Benodigdheden? Website Richtvragen voor nabespreking
Klassikaal invullen van de beroepsoriëntatietest Max 30 minuten voor het invullen Indien laten zoeken naar hun passende job, extra tijd (20 min.) Identiteitskaart (rijksregisternummer) Computer met internetverbinding vdab.be/mijnloopbaan - Ben je verrast door jouw resultaten? Had je op voorhand verwacht dat deze beroepen iets voor jou waren? - Zijn er beroepen tussen die je echt zou willen uitvoeren? - Heb je nu een beter idee over welk beroep je zou willen uitvoeren? - Zijn er nog opleidingen die je zou willen volgen nadat je de lijst met beroepen grondig bekeken hebt?
Verloop: Stap 1: Wanneer de leerlingen nog geen account hebben, moeten ze zich eerst hier registreren. Hier hebben ze hun rijksregisternummer voor nodig. Wanneer deze wel reeds geregistreerd waren, laat je hen gewoon inloggen.
39
Stap 2: Laat de leerlingen vervolgens doorklikken naar de beroepsoriëntatie in de rechterbalk.
Stap 3: Hier vind je het luikje beroepsoriëntatie waar de leerlingen hun profiel kunnen invullen
40
Stap 4: Hier moeten de leerlingen hun interesses aangeven. Dit doen ze door de blokjes te verslepen. Ze moeten niet alle antwoorden aanduiden, maar hoe meer men er aanduidt hoe beter de resultaten over welke beroep erbij hen past. Deze vragenlijst bevat 12 pagina’s.
Stap 5: Hier kunnen de leerlingen hun sleutelvaardigheden aanduiden. Sleutelvaardigheden zijn de vaardigheden waar iemand over beschikt, of zou moeten beschikken, om succesvol te zijn. Dit doen ze door de blokjes te verslepen. De leerlingen moeten niet alle antwoorden aanduiden, maar hoe meer men er aanduidt, hoe beter de resultaten zullen zijn. Dus hoe beter men zal weten welke beroepen bij hen passen.
41
Stap 6: Hier kunnen de leerlingen hun professionele vaardigheden toevoegen. Dit doen ze door te kiezen uit de verschillende competentiegroepen. Sleutelvaardigheden worden hier geclusterd aan de hand van competentiegroepen. Ze kunnen er hier meerdere van toevoegen.
Stap 7: Hier kunnen de leerlingen hun gezondheidsfactoren en werkomstandigheden toevoegen. Dit doen ze door aan te duiden welke gezondheidsfactoren en werkomstandigheden voor hen een probleem vormen.
42
Stap 8: Hier is het de bedoeling dat de leerlingen hun opleidingen toevoegen. Dit doen ze door eerst het studieniveau aan te duiden en vervolgens hun studierichting aan te duiden.
Stap 9: Hier is het de bedoeling dat de leerlingen hun gewenste beroepsniveaus aanduiden. Dit doen ze door uit te vinken welke beroepen niet bij hen passen.
43
Stap 10: Hier krijgen de leerlingen een overzicht van welke beroepen er bij hen passen. Men kan deze achteraf ook persoonlijk naar voorkeur gaan sorteren.
Stap 11: Hier kunnen de leerlingen nog gewenste beroepen en eventuele vaardigheden die men wil bijleren toevoegen.
Extra Stap 12: Laat hen rond hun 3 ‘favoriete’ beroepen op zoek gaan naar extra informatie. Dat kan door op de VDAB-site een beroepenfiche te bekijken, een beroepenfilm te bekijken of op te zoeken of deze beroepen al dan niet knelpuntberoepen zijn.
44
C Inschrijven als werkzoekende via de VDAB-website Wat? Hoelang? Benodigdheden? Website
Inschrijven als werkzoekende via de VDAB-website Max 20 minuten voor het invullen - Computerlokaal met internetverbinding - identiteitskaart (rijksregisternummer) www.vdab.be/mijnloopbaan
Waarom inschrijven als werkzoekende: Nadat je afgestudeerd bent is het best dat je je altijd zo snel mogelijk laat inschrijven als werkzoekende om sneller recht te hebben op een inschakelingsuitkering, om tot die tijd je kinderbijslag te behouden en voor hulp bij het zoeken naar een job! Je kan je zowel online als telefonisch inschrijven als werkzoekende maar ook door langs te gaan bij de VDAB.
Verloop: Stap 1: Laat de leerlingen starten met het surfen naar de website. Vervolgens laat je hen klikken op ‘Mijn loopbaan’. Zo kom je op bovenstaande schermafbeelding terecht waar je verder klikt op ‘start registratie’.
45
Stap 2: Start registratie. Je laat de leerlingen alle gegevens invullen die vereist zijn en klikt vervolgens op volgende.
Stap 3: Laat de leerlingen hun gegevens invullen rond hun werksituatie. Nu kunnen zij zich inschrijven als “ik wens te werken als jobstudent (ik studeer nog)”. Deze werksituatie kunnen zij aanpassen naargelang zij in een andere situatie terechtkomen. Het is hierbij belangrijk dat ze zich nog niet aangeven als werkzoekende, anders zullen ze vanaf dan vacatures ontvangen in hun mailbox, waarop ze nog niet kunnen reageren.
46
Stap 4: Spoor de leerlingen aan om hun gegevens in te vullen rond hun studies. In volgende stappen worden de leerlingen dan gevraagd om informatie aan te vullen over hun talenkennis, een eventueel rijbewijs, hun gewenste job en vorige vakantiejobs.
Stap 5: De leerlingen krijgen een overzicht van hun gegevens voorgeschoteld. Nadat ze de privacy tekst goedgekeurd hebben, zijn de leerlingen ingeschreven bij de VDAB. Maar pas hier wel op dat de leerlingen aanvinken dat ze nog niet willen dat hun gegevens gepubliceerd worden als werkzoekende. Doen ze dit wel gaat de VDAB ervan uit dat ze niet meer ingeschreven zijn als student en onmiddellijk in dienst moeten kunnen treden. Nu kunnen ze onder het luik ‘Mijn loopbaan’ via ‘Mijn dossier’ hun gegevens eender wanneer aanpassen. Belangrijk is dat ze bij het luikje ‘mijn berichten’ hun persoonlijk inschrijvingsbewijs afdrukken. De datum die hierop vermeld staat, geldt als datum waarop de leerling is ingeschreven als werkzoekende. Let wel: de beroepsinschakelingstijd begint pas te lopen vanaf 1 augustus.
47
D Op zoek gaan naar geschikte vacatures Wat? Hoelang? Benodigdheden? Website Richtvragen voor nabespreking
Klassikaal op zoek gaan naar de geschikte vacatures Max 30 minuten Computerlokaal met internetverbinding www.onderwijskiezer.be/iprefer Zie stap 2
Verloop: Stap 1: Laat de leerlingen 3 vacatures zoeken waar ze graag voor zouden solliciteren. Help hen eventueel door enkele zoektips of nuttige websites mee te geven die hier onderaan vermeld staan. Stap 2: Wanneer de leerlingen hun geschikte vacatures gevonden hebben, ga je met hen zo’n vacature ontleden. Mogelijke vragen die je hier aan je leerlingen kan stellen zijn: Kan je nu zien hoeveel je gaat verdienen? Waar kan je dat te weten komen? (zie www.vacature.com/salariskompas) Hier kunnen de leerlingen hun toekomstig loon laten voorspellen. Wat staat er verder nog op zo’n vacature? Staat er duidelijk op de vacatures wat er zoal van jou verwacht wordt binnen die job? Enkele zoek-tips: Veel mensen zoeken op ’t internet door één zoekwoord in te vullen, en dan zijn ze verbaasd dat de zoekmachine zoveel ‘rotzooi’ oplevert. Maar een zoekmachine is geen toverdoos. Met de meeste zoekmachines kun je je zoekvraag op allerlei manieren verfijnen. Je kunt zoeken op combinaties van woorden, met uitsluitingswoorden, alleen in Nederlandse pagina’s, alleen op een bepaalde site, enz. Zoek je op een bepaalde website en krijg je nog teveel banen, dan zoek je te breed. Dat is simpel op te lossen: verscherp je zoekcriteria. Zoek je een baan als administratief bediende, vul dan niet alleen die zoekterm in, maar ook andere gewenste criteria, zoals bijvoorbeeld ‘Gent’ of ‘parttime’. Vind je te weinig geschikte banen? Probeer dan breder te zoeken. Stel, je zoekt een baan als logistiek medewerker. Je hebt tevergeefs gezocht bij specifieke bedrijven. Probeer dan een lijst te maken met andere bedrijven waar logistieke medewerkers aan de slag gaan. Enkele geschikte sites: www.vdab.be, www.stepstone.be en www.vacature.com > De 3 populairste vacaturewebsites www.regiojobs.be > Jobs zoeken in jouw eigen streek! Ook kan je hier filteren op diplomaniveau. www.jobkitchen.be > Alle horecavacatures op één website. be.jobrapido.com • be.indeed.com • www.locanto.be > Hier vind je veel technische jobs.
48
E CV opstellen aan de hand van C-stick Wat? Hoelang? Benodigdheden? Website
Cv opstellen aan de hand van C-stick Jes Max 30 minuten voor het invullen Computerlokaal met internetverbinding www.c-stick.be
Verloop Stap 1: Laat de leerlingen surfen naar www.c-stick.be en laat hen klikken op ‘naar je c-stick’
49
Stap 2: Indien de leerlingen nog niet geregistreerd zijn, laat hen dan eerst registreren. Dit kunnen ze doen door enkele persoonlijke gegevens in te vullen.
Stap 3: De leerlingen kunnen zich registreren door volgende persoonsgegevens in te vullen.
50
Stap 4: De leerlingen zijn klaar om hun informatie in te putten. Dat doen ze door gegevens toe te voegen onder het luikje ‘info toevoegen of veranderen'.
Stap 5: Daar vullen ze de informatie in voor elk van onderstaande thema’s: algemene gegevens, mijn studies, extra cursussen & vormingen, mijn stages, mijn (vorige) jobs, hobby’s en vrijwilligers werk, mijn talen, mijn kennis van rekenen, mijn kennis van computers…
51
Stap 6: Hierna klikken de leerlingen op het luikje ‘ solliciteren’, waar ze de gegevens over de plaats waar ze zullen solliciteren kunnen ingeven. Daar geven ze de gegevens in voor de brief die de toekomstige werkgever mogelijks verwacht bij hun CV (de zogenaamde motivatiebrief).
Stap 7: De leerlingen beslissen nu welke persoonlijke gegevens, die eerder werden ingevuld, effectief in de CV zullen opgenomen worden. Dit gebeurt in verschillende stappen.
52
Stap 8: In deze stap laat je de leerlingen beslissen welke lay-out ze aan hun CV willen geven.
Stap 9: De leerlingen kunnen kiezen of ze hun CV opslaan als PDF of als document in Word. Daarnaast kan de CV direct afgedrukt worden of verstuurd worden naar hun e-mailadres. In bijlage steekt alvast een voorbeeld van een CV opgesteld via de C-stick.
53
Curriculum vitae De Ruyck Femke Persoonlijke gegevens Familienaam Femke Voornaam De Ruyck Geslacht Vrouw Adres Barrestraat 12, 9000 Gent Telefoonnummer 093490236 E-mailadres
[email protected] Nationaliteit Australische (In België sinds 7 januari 1987) Geboortedatum 10 september 1984 Geboortestad en -land Gent, België Mobiliteit: • Ik heb een rijbewijs, type(s) B. • Ik heb een eigen auto. • Ik ben bereid te werken op verschillende werkplekken. • Ik ben bereid om te werken in het buitenland. Beschikbaarheid: • Ik ben bereid om nachtwerk te doen. • Ik ben bereid om weekendwerk te doen. • Ik ben bereid om in een twee-ploegenstelsel te werken. • Ik ben bereid om in een drie-ploegenstelsel te werken. Tewerkstellingsmaatregelen: • Ik kom in aanmerking voor RSZ-vermindering voor werknemers tussen 18 en 30 jaar. Studies September 2005 - Augustus 2008: Hoger onderwijs van 1 cyclus Verpleegkundige, Artevelde hogeschool - Gent (België) (Diploma behaald) Bijkomende cursussen/vorming September 2009 - Juni 2010: Houtbewerking, - Gent (België) (Attest behaald) Stage/praktijkervaring Februari 2007 - April 2007: Verpleegkundige UZ Gent, Gent (België) • activiteiten: verpleegkundige op het verdiep heelkunde; • belangrijkste ontwikkelde sleutelcompetenties:
54
Andere ervaring Vrijwilligerswerk: • activiteiten: ziekenhuishulp. Sport: • activiteiten: basket. Hobby’s: • activiteiten: scouts. Talenkennis Taal
Begrijpen
Engels Ik begrijp deze taal gemakkelijk in dagelijkse situaties.
Spreken
Lezen
Ik spreek deze taal Ik kan een gemakkelijk, ook eenvoudige tekst lezen in deze taal. ingewikkeldere zinnen of vaktaal.
Schrijven Ik kan een eenvoudige tekst schrijven in deze taal.
Frans
Ik begrijp korte Ik spreek deze taal Ik kan korte en zinnen in deze taal. een beetje. Ik toon eenvoudige zinnen lezen in veel dingen. deze taal
Ik kan woorden schrijven in deze taal.
Duits
Ik spreek deze taal Ik kan woorden Ik begrijp korte zinnen in deze taal. een beetje. Ik toon lezen in deze taal veel dingen. Maar ik vraag om traag te spreken.
Ik kan woorden schrijven in deze taal.
Rekenvaardigheden • prijzen en wisselgeld berekenen, • procenten berekenen. Computervaardigheden • een computer aan- en uitzetten en muis bedienen, • een document op een computer vinden en openen, • een document opslaan op een computer, • een website openen via internet, • informatie opzoeken op het internet, • een e-mail sturen via hotmail, yahoo, gmail, ..., • een e-mail versturen via outlook, • een presentatie aanmaken in PowerPoint, • cijfers ingeven in Excel, • tabellen, figuren en kolommen gebruiken in een tekst in Word.
55
F Praktijkoefening leren solliciteren via een rollenspel solliciteren Wat? Hoelang? Benodigdheden? Richtvragen voor nabespreking
Simulatie sollicitatiegesprek Afhankelijk van grootte groep en aantal groepjes, minimum 20 minuten - 3 vacatures per sector die in je klas aanwezig zijn - sollicitatievragen (afdrukken) - Zal je stress hebben als je gaat solliciteren? - Wat is het moeilijkste aan zo’n sollicitatiegesprek? - Wat mag men zeker niet doen op een sollicitatiegesprek? - Welke andere vragen kan je nog krijgen denk je?
Verloop: In de simulatie van een sollicitatiegesprek is het de bedoeling dat leerlingen het gesprek naspelen aan de hand van een rollenspel. Tijdens het sollicitatiegesprek is het belangrijk dat de leerlingen aandacht hebben voor de lichaamshouding, taalgebruik en inhoud van het gesprek. Geef hen ook mee hoe belangrijk de eerste indruk is, zowel bij het binnenwandelen, als het aanmelden bij de receptie, als de eerste handdruk die gegeven wordt.
Stap1 Het verloop van het simulatiespel start met het verdelen van de klas in groepjes. De grootte van de groepjes mogen dezelfde van de quiz zijn, bij voorkeur 3 a 4 per groepje. Vervolgens spreek je de groepjes aan om één iemand te kiezen uit elk groepje die in de huid wil kruipen van een sollicitant. Voor elk groepje wordt er iemand aangewezen die dan voor x aantal punten het sollicitatiegesprek zal ondergaan. Van zodra zij proberen geef je de leerlingen punten. Stap 2 De gekozen leerling krijgt de keuze uit 3 vacatures om er eentje uit te kiezen naargelang zijn interesse. Ook geef je hen op voorhand drie vragen mee die ze dan even kunnen voorbereiden. Je stuurt de leerling vervolgens naar de gang. Je vertelt hem/haar dat je hem/ haar zal ontvangen als sollicitant en dat het sollicitatiegesprek vanaf dan van start gaat. Dit aangezien ook het binnenkomen een belangrijke factor speelt gedurende het sollicitatie gesprek. Maak ook aan de medeleerlingen duidelijk dat het de bedoeling is dat ze de sollicitant nauwkeurig observeren. Dat ze op alles moeten letten. Zowel lichaamshouding als taalgebruik als op inhoud van de antwoorden. Als leerkracht neem je best de taak als werkgever op jou. Probeer het gesprek zo natuurlijk mogelijk te laten verlopen. Start daarom niet onmiddellijk met de drie vragen maar stel eerst een algemene vraag zoals “Stel uzelf eens voor”. Stap 3 Nadat het simulatiegesprek effectief plaatsvond vraag je eerst wat de sollicitant er zelf van vond? Vond hij het moeilijk? Je vraagt hem of hij denkt dat zijn lichaamshouding en taalgebruik goed waren? Vervolgens speel je ook deze vragen door naar de klas. Deze procedure herhaal je met andere groepjes.
56
Vragen sollicitatiegesprek Wat zijn je zwakste punten? Je moet je afvragen waar jouw werkgever naar peilt. Hij zit waarschijnlijk niet te wachten op clichéantwoorden zoals ‘workaholic zijn’. Hij wil te weten komen hoe eerlijk je bent en of je zelfkennis hebt. Het is best dat je volgende strategie voor ogen houdt: focus op een echt minpunt, maar wel één dat geen kernvaardigheid is voor de job. Beschrijf ook wat je hebt gedaan om je hierin te verbeteren. Hoe ga je om met stress, kan je werken met een deadline? Maak jouw werkgever duidelijk dat zulke situaties je niet onbekend zijn, probeer enkele voorbeelden te vinden. Zoek eens naar iets anders dan examenstress. Benadruk dat je in zo’n situatie kan bepalen wat prioritair is. Zeg dat je in zo’n situatie niet crasht en dat je stress niet haat, maar er beheerst mee kan omspringen. Hoeveel zou je willen verdienen? Loon is een uiterst cruciaal onderwerp tijdens de sollicitatie. Vraag je te veel, dan krijg je de job niet, vraag je te weinig, dan word je misschien wel aangenomen, maar ben je onderbetaald. Je kan altijd antwoorden met een wedervraag. “Hoeveel verdient iemand met mijn diploma en ervaring in uw bedrijf?” Het is ook nuttig om te informeren bij de vakbond wat het minimumloon is voor een bepaalde job. Vermeld zeker het bedrijf, de sector, leeftijd, job en diploma. Je kan ook op salariskompas.be vergelijken of het loon dat ze aanbieden in de lijn ligt met lonen van collega’s met vergelijkbare job. Hou tenslotte in gedachten dat het brutoloon niet altijd een juist beeld geeft van wat je verdient. Extralegale voordelen zoals maaltijdcheques en premies, de werkuren die je moet kloppen en een verplaatsingsvergoeding: het zijn allemaal factoren waarmee je rekening moet houden. Vermijd ook te praten over een specifiek bedrag, blijf vaag, maar wees redelijk, rekening houdend met de barema’s. Ben je nog op andere plaatsen aan het solliciteren? Ook hier antwoord je best eerlijk. Een andere tip is dat je het aantal best wat afzwakt. Als je bij teveel bedrijven solliciteert, lijkt het alsof je tevreden bent om met het even welke job. Deze vraag is trouwens het ideale moment om nog eens te benadrukken waarom je precies voor dit bedrijf wil werken. Wat weet je over dit bedrijf? Met deze vraag wil jouw toekomstige werknemer gewoon peilen naar je voorbereiding. Goede kandidaten zullen honderduit vertellen over historiek, strategie en cijfers. Mindere kandidaten zullen niet verder raken dan de naam en het adres van het bedrijf te herhalen. Het analyseren van een vacature kan hier een zeer handig hulpmiddel zijn. In een vacature vind je een schat aan informatie. Zie bijvoorbeeld bij ‘Profiel’ daar staat letterlijk beschreven hoe de ideale kandidaat eruit moet zien. Ga ook even op zoek naar de website van het bedrijf en bestudeer deze aandachtig. Of op het internet om te zien wat er over het bedrijf gezegd wordt en wie de concurrenten zijn. Waar zou je over enkele jaren op professioneel vlak willen staan? Probeer hier zeker functietitels te vermijden, dit kan bedreigend of onrealistisch overkomen. Leg de nadruk op de functie-inhoud en op het feit dat je steeds nieuwe dingen wil leren. Toon echter wel dat je gemotiveerd bent en ambities hebt en maak jouw 57
toekomstige werkgever duidelijk dat je eerst deze functie volledig onder de knie wil krijgen. Waarom zouden we precies jou aannemen? Zorg ervoor dat je snel op deze vraag antwoordt, de werkgever beschouwt dit meestal als een reactietest. Begin met het kort opsommen van je positieve eigenschappen. Verwijs hier kort naar jouw ervaring, interesses, diploma’s en getuigschriften, hobby’s en eventuele tewerkstellingsmaatregelen. Lees hiervoor de vacature grondig door en je weet perfect wat je potentiële werkgever zoekt. In de vacature vind je onder “profiel” meestal wat het bedrijf van je verwacht. Oefen je antwoord op voorhand: zo kom je zelfzeker over. Wanneer je niet over de juiste werkervaring beschikt; benadruk dan je leergierigheid, enthousiasme en ambitie. Nog een tip bij het beantwoorden van deze vraag is best om het “ik-perspectief” te vermijden. Het is beter om met argumenten en feiten te komen. Noem concrete voorbeelden van werkervaring en/of opleiding en competenties die jou tot de geschikte kandidaat maken om deze vacature te vervullen. Geef geen afgezaagd of arrogant antwoord, zoals “omdat ik nu eenmaal de beste ben”. Waarom wil je hier werken? Het is belangrijk dat je in je antwoord zowel de nadruk legt op je eigen kwaliteiten als op de goede eigenschappen van het bedrijf waarbij je solliciteert. Het is de bedoeling dat je met je antwoord laat zien dat je hebt nagedacht. Het is de bedoeling dat je aantoont dat je je cv niet zomaar naar een willekeurig bedrijf hebt gestuurd. Enige research voor je gesprek zal dus zeker van pas komen bij het beantwoorden van deze vraag. Probeer op voorhand al twee of drie redenen te bedenken waarom je juist voor dit bedrijf wilt werken. Pluis de website uit en gebruik de informatie die je er vindt zeker in je gesprek. Ook kan je best op voorhand twee redenen bedenken waarom deze job goed past bij jouw vaardigheden, sterke punten, ervaring en achtergrond. Er bestaan geen goede en geen slechte antwoorden op deze vraag. Je antwoord moet gewoon aantonen dat je hebt nagedacht over wat je wilt en weet bij wat voor bedrijf je terecht gaat komen. Waarom ben je bij je vorige baan weggegaan? Jouw toekomstige werknemer wil achterhalen waarom je een nieuwe baan zoekt. Als je werkloos bent, willen ze te weten komen of je je tijd nuttig besteed hebt. Vertel beknopt waarom je andere oorden wil opzoeken. Belangrijk: kijk naar de toekomst en wat je nog wil bereiken, eerder dan over het verleden te praten. Als je werkloos bent en je hebt een bijscholing of vrijwilligerswerk gedaan, vermeld dit dan zeker. Beschrijf een probleemsituatie en hoe je die hebt opgelost. Wat je ook doet, ga niet de defensieve toer op. Vermijd om te vertellen dat iets je spijt. Het is beter om op een kalme en niet-emotionele manier te vertellen over een fout die je gemaakt hebt. Ga bovendien niet al te diep, probeer de vraag ook redelijk snel in je voordeel te draaien door bijvoorbeeld te beginnen vertellen over hoe jij in het algemeen omgaat met zulke situaties. Het is best dat je jou voorbereidt op deze vraag, maar tegelijk moet je verrast doen als je de vraag voor de voeten geworpen krijgt. Een beetje theater spelen mag dus. De rekruteerder moet de indruk krijgen dat het je moeite kost om een mislukking voor de geest te halen, je bent immers enkel voorbereid om over successen te spreken. Tip bij het antwoorden op deze vraag zijn: hou je emoties in bedwang, vermijd cliché antwoorden zoals “Ik ben een workaholic”, wees eerlijk, …
58
G Groepsgesprek rond arbeidsattitudes aan de hand van dilemma’s Wat? Hoelang? Benodigdheden? Richtvragen voor nabespreking
Groepsgesprek rond het thema werken aan de hand van een dilemma Max 20 minuten voor het invullen Computerlokaal met beamer Zie gegroepeerd bij elke dilemma
Verloop: Er volgen enkele dilemma’s die te maken hebben met het thema werken. De leerlingen zullen dus een van de twee stellingen moeten kiezen. Op basis van die gemaakte keuzes volgt dan telkens een groepsbespreking. • Ik ben bereid om extra opleidingen te volgen als dat nodig blijkt. OF • ‘Zijt ge zot, ik ben naar mijn zin al lang genoeg naar school geweest’. Welke opleidingen zou je eventueel nog willen volgen? Zou jij die opleidingen ook willen volgen na jouw werkuren? • Ik ga werken om geld te verdienen. OF • Ik wil voldoening halen uit mijn werk. Stel: Niels is lasser en mag kiezen tussen een baan waarbij hij telkens een reeks dezelfde objecten zal moeten lassen en tussen een baan waar het lassen van een object een zekere creativiteit vereist. Het lassen van een stuk waar hij later trots op kan zijn. Wat zou jij kiezen in Niels zijn plek? Heeft het voor jou een invloed dat je elke dag heel ver moet rijden naar je werk? Wil je tot laat werken of wil je liever tijd maken voor jouw gezin later? • Stel: je collega vraagt wat werk over te nemen omdat hij het thuis moeilijk heeft en het allemaal niet meer kan bolwerken. • ‘Oké, ‘t is goed voor één keer’ met de kans dat het niet bij één keer zal blijven. OF • ‘Nee, ik heb zelf werk genoeg’. Kies je voor een gezonde en leuke werksfeer waar in je collega’s helpt of kies je voor je eigen gemak? • Promotie maken. OF • Neen dank u, ik ben blij met mijn job. Wil je meer verantwoordelijkheid en een grote som geld of wil je liever je huidige taak behouden?
59
• Ik vind het logisch dat ik op tijd kom op mijn werk. OF • Mijn baas moet niet zagen, ik zal dan wel iets harder werken. Als je te laat komt zou je dan als compensatie eventueel langer werken? • Werken in ploegen. OF • Werken van 9u tot 17. Wil je op hetzelfde moment als je vrienden vrije tijd hebben? • Altijd dezelfde job. OF • Af en toe veranderen van job. Wil je zoveel mogelijk zaken leren of wil je liever je verdiepen in een bijzondere vaardigheid? • Werken. OF • Studeren. Zou je eventueel op je werk nog een opleiding willen doen? Heb je al enig idee waar je wilt werken? Heb je al enig idee wat je nog verder wilt studeren?
60
4.4 Afsluiter Wat? Hoelang? Benodigdheden? Richtvragen voor nabespreking
Afsluiter ±10 minuten Mindmap, computer met internet www.wijsaantwerk.be/.
1. Feliciteren van de overwinnaar Feliciteer de winnaar maar maak de leerlingen duidelijk dat het vooral de bedoeling was om een beter idee te krijgen wat er hen zoal allemaal te wachten staat wanneer ze de schoolbanken verlaten. 2. Terug naar de mindmap Controleer aan de hand van de mindmap op het bord of de thema’s en onderwerpen van de leerlingen aan bod gekomen zijn. Peil of er bij de leerlingen nog thema’s zijn waarover ze eigenlijk nog wel wat verder zouden willen doorgaan. 3. Doorverwijzen naar de website van ‘Wijs! aan ’t werk’ Verwijs de leerlingen door naar volgende website: www.wijsaantwerk.be/.
Op deze website vind je oa een ‘Productenmand’. Hier kan je klikken op een van de zes thema’s waarover je meer wil weten en zo krijg je verschillende sites, downloads en klasactiviteiten die jullie een stuk verder helpen. Onder het luik ‘alle thema’s’ vind je nog een overzicht van alle tools.
61
Hier een voorbeeld van een lesmateriaal in de productenmand.
Daarnaast is er ook een luikje ‘Tips voor jongeren’. Hier krijgen jongeren een overzicht van interessante websites en tools waar ze op eigen houtje antwoorden kunnen vinden op hun vragen over het leven op de arbeidsmarkt. Alles is ook hier onderverdeeld volgens de thema’s die ook in de goestingsmethodiek werden toegepast.
62
63
64
‘Wijs! aan ’t werk’ is een actie in het kader van het partnerschap Gent, stad in werking.
Onze partners, vertegenwoordigd in de stuurgroep: