Handleiding voor de leerkracht - Social Profit
Handleiding voor de leerkracht – Werkbundel - Social Profit
Vooraf
Als leerkracht speel je een begeleidende rol. De bedoeling van deze les is dat de leerlingen meer te weten komen over de sector social profit. Ze oefenen enkele beroepen uit: begeleider in de kinderopvang, optieker, radioloog, verpleegkundige en animator voor ontspanning en vrijetijdsbesteding. Deze les kan plaatsvinden in een gewoon klaslokaal. De leerkracht deelt het klaslokaal in 4 delen. In elk van deze delen bevinden zich de verschillende beroepen waarmee ze deze les kennis zullen maken. Vooraleer de leerlingen aan de beroepenateliers beginnen, geeft de leerkracht een korte inleiding op de sector social profit. (zie lesvoorbereiding)
Opdrachten
De leerkracht legt het doorschuifsysteem uit. Er wordt met dit systeem gewerkt zodat elke groep de vier werkposten kan uitvoeren. De klas wordt verdeeld in 4 gelijke groepen. De leerkracht overloopt de 4 verschillende werkposten en legt uit wat de leerlingen bij elke werkpost moeten doen. Elke werkpost duurt ongeveer 10 minuten.
Extra informatie
De leerkracht kan indien er tijd over is nog wat extra informatie aan de leerlingen meegeven. (Deze informatie staat niet vermeld in de werkbundel van de leerlingen)
1
Handleiding voor de leerkracht - Social Profit
Opdracht A: Begeleider in de kinderopvang: Een luier verversen.
Beroepsinformatie
Je begeleidt groepen kinderen in een kinderdagverblijf of een Initiatief voor Buitenschoolse Opvang. Dit zijn baby’s, peuters, kleuters of schoolgaande kinderen. Je zorgt dat de kinderen zich prettig voelen in de opvang. Je geeft een warm onthaal, hebt aandacht voor een gezellige sfeer en voorziet leuke activiteiten. Je zingt liedjes met de kinderen, doet spelletjes, laat ze knutselen,… . Met de baby’s ben je eerder verzorgend bezig.
Opdracht: Een Luier verschonen
Benodigdheden: - Pop (grootte van een baby) - doekjes / toiletpapier - wegwerpluier / wasbare luier
Uitvoering: 1. Leg alle spullen klaar die je nodig hebt voor dat je de baby gaat verschonen: o pop o babydoekjes / toiletpapier o wegwerpluier / wasbare luier NOTA: voorzie de pop al van een luier. 2. Maak de luier los, doe de luier open. 3. Pak een doekje of toiletpapier en veeg de baby proper. 4. Til de beentjes van de baby op om de onderkant van zijn/haar billetjes schoon te maken.
NOTA: Demonstreer aan de leerlingen hoe je de voetjes van de baby vasthoudt. (Je pakt beide voetjes in één hand, maar houd een vinger tussen zijn enkels zodat die niet tegen elkaar komen.) 5. Tilt de beentjes voorzichtig omhoog. Haal de luier weg. 6. Plak een vieze wegwerp luier weer dicht met de plakkertjes zodat de 'inhoud' er niet uit kan vallen en gooi het in de prullenbak. Een vieze stoffen luier doe je in de luieremmer.
7.
Til de baby bij zijn/haar enkeltjes op en schuif een propere, opengevouwen luier onder hem/haar, totdat de bovenrand ervan onder haar/zijn middel is.
8.
Trek de voorkant op en spreid die over zijn/haar buik. Hou één hoekje op zijn plaats.
2
Handleiding voor de leerkracht - Social Profit 9.
Trek met de andere hand de plakstip los (raak het plakgedeelte zo weinig mogelijk aan) en plak de strip op de voorkant van de luier. Doe het zelfde met de andere hoek.
10. Controleer of de luier niet gedraaid zit en of hij lekker zit. Er moet één vingerbreedte ruimte zijn tussen de luier en het buikje van de baby.
Extra informatie
Wasbare luiers of wegwerpluiers? Wasbare luiers zijn luiers die altijd opnieuw worden gebruikt. Er bestaan verschillende merken, kwaliteiten en soorten van wasbare luiers: ‘Ouderwetse’ katoenen vouwluiers, voorgevormde luiers (broekluiers). Wegwerpluiers worden soms ook wel eens papieren luiers genoemd. Dit is niet terecht, want zij bestaan voor 15 tot 30% uit kunststoffen: laagjes plastic, elastiek, tape en een 'superabsorber'. Ook de verpakking is meestal van plastic. Wegwerpluiers bestaan in alle maten, soorten en gewichten. Wat zij allemaal gemeen hebben, is dat ze na gebruik in hun geheel worden weggegooid. Het ideale mag dan tot de verbeelding spreken, geen luier is echter ideaal. Zowel de wegwerpluier als de wasbare luier hebben elk een aantal plus- en minpunten voor het milieu, het gebruik, het gemak,… en vooral voor de babybilletjes. Het grote voordeel van de wasbare luier is dat deze helpt de afvalberg aanzienlijk te verkleinen. Als je bedenkt dat een kind gemiddeld 5 luiers per dag verbruikt en dit gedurende 2,5 jaar, dan betekent dat 4.560 stuks per kind. Dit komt overeen met één huisvuilzak per week. Een gebruikte wegwerpluier weegt gemiddeld 250 gram (50 gram voor de wegwerpluier en 200 gram ontlasting). In totaal komt dus 1.140 kilogram of 1,1 ton (4.560 x 250 gram) wegwerpluiers per kind in het restafval terecht. Alleen al in Vlaanderen belandt er per jaar ongeveer 70.000 ton vuile wegwerpluiers in de vuilnisbak.
3
Handleiding voor de leerkracht - Social Profit
Opdracht B: Optieker:
De oogtest.
Beroepsinformatie Klanten komen bij jou voor de aankoop van een bril, contactlenzen of om hun brilglazen te laten aanpassen. Om de klant goed te adviseren moet je weten welke oogsterkte hij/zij heeft. Soms krijg je deze gegevens van de oogarts, soms meet je zelf met speciale apparatuur de oogsterkte op. Je zorgt dat de klant kan kiezen uit een groot aantal brilmonturen of contactlenzen. Als de klant zijn/haar keuze heeft gemaakt, slijp je de glazen op de juiste sterkte en in de vorm van het montuur dat de klant koos.
Opdracht 1: Welke letter?
Benodigdheden: - Werkblad 1 - Plakband
Uitvoering: 1.
Hang werkblad 1 aan een muur.
2.
Neem dan 5 grote passen weg van de muur.
3.
De eerste persoon probeert de letters te lezen terwijl een tweede persoon controleert en de fouten noteert.
4.
Hierna keren de rollen om.
Opdracht 2: Naar boven? Onder? Links? Rechts?
Benodigdheden: - Werkblad 2 - Plakband
Uitvoering: 1.
Hang werkblad 2 aan een muur.
2.
Neem dan 5 grote passen weg van de muur.
3.
De eerste persoon probeert te herkennen of de benen van de letter E naar boven, onder, links of rechts wijzen. Een tweede persoon controleert en de fouten noteert.
4.
Hierna keren de rollen om.
4
Handleiding voor de leerkracht - Social Profit
Werkblad 1
a 1
b
c
d
e
f
g
h
O K U H T F E Z
2
N
P
G
C
S
A W X
3
T
F
T
C
S
Q
W
N
4
O
P
T
I
E
K
E
R
5
E
F
G
U
E
J
K
M
6
T
Y
B
V
X
K
C
S
7
Z
R
U
C
L
M
E
G
8
M
P
U
A
V
C
D
R
Handleiding voor de leerkracht - Social Profit
Werkblad 2
6
Handleiding voor de leerkracht - Social Profit
Opdracht C: Radioloog:
Verpleegkundige:
Gebroken of niet? Spalken en inpakken!
Beroepsinformatie Als radioloog stel je bij patiënten ziektes of trauma’s vast of je sluit deze juist uit door middel van een radiografisch onderzoek. Met behulp van röntgenstralen, ultrasone geluiden of magnetische resonantie maak je beelden (foto's) van de patiënten. Hierna onderzoek je deze beelden.
De uitkomsten van het onderzoek bespreek je met de doorverwijzende arts, zodat de patiënten behandeld kunnen worden.
Als verpleegkundige biedt je lichamelijke hulp en psychische en sociale begeleiding. De zorg die je verleent, varieert van zeer licht tot intensief. Wonden verzorgen, medicijnen toedienen en met de artsen samenwerken, behoort tot je takenpakket. Je herkent tijdig ziektebeelden en reacties op medische behandelingen. Bij het toedienen van de verpleegkundige zorg heb je ook aandacht voor de patiënt als persoon. Je stelt de patiënt gerust en geeft hem informatie over zijn ziekte en behandeling. Ook voor de familie en vrienden ben je het aanspreekpunt.
Opdracht 1: Zoek de breuken Benodigdheden: - Retroprojector - transparant 1, 2 - invulblad 1, 2 NOTA: Indien je niet over een retroprojector beschikt kan je de leerlingen enkel de opdrachten op papier laten maken.
Uitvoering:
1.
Leg de transparanten op een retroprojector.
2.
Probeer de breuken te achterhalen, duidt deze aan op de invulblaadjes.
7
Handleiding voor de leerkracht - Social Profit
Opdracht 2: Een been spalken
Benodigdheden: - snelverband - 2 houten stokken
Uitvoering: 1.
De eerste persoon zet zich neer op een stoel en laat zijn/haar voet rusten op een andere stoel.
2.
De tweede persoon maakt gebruik van de twee houten stokken en het snelverband om de zijn/haar been te spalken. De spalk kan om de broek heen.
3.
Zorg ervoor dat de ‘gekwetste’ persoon zijn been niet meer kan plooien.
Extra informatie
Een optieker verkoopt niet alleen brillen en contactlenzen, maar ook verrekijkers, vergrootglazen en microscopen. Ook hebben veel optiekers filterglazen, loepen, astronomische kijkers, low vision hulpmiddelen (voor mensen met een zeer laag gezichtsvermogen), barometers en kompassen in huis. Sommige optiekers verkopen zelfs gehoortoestellen.
Waarom spalken we een been? Spalken en gipsverbanden ondersteunen en beschermen gekwetste beenderen en weke weefsels, verminderen de pijn, de zwelling en spierspasmen. In sommige gevallen worden spalken of gipsen aangelegd na een heelkundige ingreep. Spalken geven minder steun dan volledige gipsverbanden, maar zij staan beter een zwelling toe na kwetsuren of ingrepen.
8
Handleiding voor de leerkracht - Social Profit
Transparant 1
9
Handleiding voor de leerkracht - Social Profit
Transparant 2
10
Handleiding voor de leerkracht - Social Profit
Invulblad 1
11
Handleiding voor de leerkracht - Social Profit
Invulblad 2
12
Handleiding voor de leerkracht - Social Profit
Opdracht D: Animator voor ontspanning en vrijetijdsbesteding
Animatieproject uitwerken
Beroepsinformatie Je organiseert en animeert ludieke en artistieke activiteiten of activiteiten gericht op handenarbeid waarvoor geen welbepaalde technische kennis is vereist. Je doet dit voor een divers publiek, bestaande uit jongeren, volwassenen en ouderen, met het oog op verstrooiing en ontspanning. Je kan zelfstandig een animatieproject uitwerken en organiseren, de activiteiten coördineren en een ploeg van animatoren leiden.
Opdracht:
Animatieproject uitwerken
Benodigdheden: - Ballonnen
Uitvoering: 1.
Bedenk zelf in groep een leuke activiteit dat je kan doen voor een specifiek publiek. Je bepaalt dus zelf je doelgroep (jongeren, volwassenen of ouderen). De activiteit zou ongeveer 10 minuten moeten duren. Enkele mogelijke activiteiten kunnen zijn: Een alternatieve tekst op een bekend liedje bedenken, een kort toneelstukje of dansje uitvoeren, een circusdemonstratie uiteenzetten (ballonplooien),… .
2.
Schrijf kort even neer wat je van plan bent.
3.
Oefen je activiteit even in.
4.
Op een later tijdstip zal je je activiteit kunnen uitvoeren met je klasgenootjes. (Dit kan je als leraar zelf bepalen)
13