Educatieve opdracht bij de fototentoonstelling Our World, At War
Handleiding voor de leerkracht Voorwoord Om u als leerkracht voldoende te informeren over het thema dat aan bod komt in de fototentoonstelling Our World, At War van het Internationale Rode Kruiscomité (ICRC), biedt Rode Kruis-Vlaanderen u deze handleiding aan. In de pedagogische fiche bij de educatieve opdracht vindt u de doelstellingen van dit project, de doelgroep, hoe de opdracht aansluit bij de eindtermen voor het secundair onderwijs, de voorziene tijdsbesteding en de werkwijze. Er worden een aantal extra opdrachten aangereikt waarmee u het bezoek aan de fototentoonstelling kan voorbereiden in de klas, of waarmee u nadien aan verwerking/ verdieping kan werken. In het kader van project algemene vorming of voor minder taalvaardige of mondige groepen reiken we een alternatieve aanpak voor de educatieve opdracht aan, waarmee u als leerkracht verder aan de slag kan. Zo kan u het bezoek aan deze tentoonstelling in principe voor alle groepen toegankelijk maken. Tot slot, bevat dit document een inhoudelijke toelichting bij het internationaal humanitair recht (IHR) en de rol van het ICRC.
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
1
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
2
Inhoudsopgave Voorwoord ................................................................................................................................................. 1 Inhoudsopgave ........................................................................................................................................... 3 1.
2.
Pedagogische fiche educatieve opdracht ........................................................................................... 5 1.1.
Algemene doelstelling ................................................................................................................ 5
1.2.
Concrete doelstellingen.............................................................................................................. 5
1.3.
Doelgroep ................................................................................................................................... 5
1.4.
Aansluiting bij de eindtermen .................................................................................................... 6
1.5.
Voorziene tijdsbesteding ............................................................................................................ 7
1.6.
Werkwijze ................................................................................................................................... 7
1.7.
Opvolging.................................................................................................................................... 7
1.8.
Reizende tentoonstelling............................................................................................................ 7
Het bezoek aan de fototentoonstelling voorbereiden ....................................................................... 9 2.1.
3.
4.
Selectie uit “Grenzen aan Oorlog” ............................................................................................. 9
2.1.1.
Gevolgen van gewapende conflicten ................................................................................. 9
2.1.2.
Regels in oorlog .................................................................................................................. 9
2.2.
Selectie uit “Antipersoonsmijnen en Clustermunitie” ............................................................. 10
2.3.
Tip ............................................................................................................................................. 10
Extra opdrachten na het bezoek ...................................................................................................... 11 3.1.
Nabespreking van het project + sleutels .................................................................................. 11
3.2.
Extra mogelijkheden met de educatieve opdracht .................................................................. 12
3.2.1.
Opdrachtenfiche 1: Verslaggever ..................................................................................... 12
3.2.2.
Opdrachtenfiche 2: Hoe IHR bekend maken? Maak een informatiecampagne .............. 14
3.2.3.
Opdrachtenfiche 3: Krijgsgevangenen ............................................................................. 16
3.2.4.
Opdrachtenfiche 4: Rollenspel ......................................................................................... 16
3.2.5.
Opdrachtenfiche 5: Belang van regels.............................................................................. 17
3.2.6.
Opdrachtenfiche 6: Foto’s rangschikken volgens een bepaald criterium ........................ 18
3.2.7.
Opdrachtenfiche 7: Stellingen .......................................................................................... 18
3.2.8.
(Alternatieve) Titels bij de foto’s plaatsen ....................................................................... 19
3.2.9.
Creatieve opdrachten rond de foto’s ............................................................................... 20
3.2.10.
Tracingspel........................................................................................................................ 20
3.2.11.
Ambassadeur .................................................................................................................... 20
Alternatief traject fototentoonstelling (BSO, deeltijds BSO, …) ....................................................... 21
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
3
5.
Inhoudelijk kader Internationaal Humanitair Recht......................................................................... 27 5.1.
Wat is het IHR? ......................................................................................................................... 27
5.2.
Waar ligt de oorsprong van het IHR? ....................................................................................... 27
5.3.
Waar kan het IHR gevonden worden? ..................................................................................... 27
5.4.
Wanneer is het IHR van toepassing? ........................................................................................ 28
5.5.
Wat omvat het IHR? ................................................................................................................. 28
5.6.
Wie geniet bescherming? ......................................................................................................... 28
5.7.
Wat zijn de beperkingen inzake oorlogvoeren? ....................................................................... 29
5.8.
Hoe moet het recht worden toegepast? .................................................................................. 29
5.9.
De gevolgen van oorlog (uit Grenzen aan oorlog, Inleiding) .................................................... 29
Bronnenlijst .............................................................................................................................................. 31 Bijlagen ..................................................................................................................................................... 32
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
4
1. Pedagogische fiche educatieve opdracht 1.1. Algemene doelstelling Dagelijks worden jongeren overspoeld met beelden uit conflictgebieden en de gruweldaden die daar meestal mee gepaard gaan. Ook worden ze steeds vaker beïnvloed door en soms betrokken bij geweld in hun eigen omgeving. Bij velen ontstaat daardoor de overtuiging dat in extreme omstandigheden, zoals in gewapende conflicten en andere conflictsituaties, alles is toegelaten en dat alle middelen mogen worden aangewend om een doel te bereiken. Met deze tentoonstelling willen we jongeren de basisboodschap meegeven: In elk conflict zijn er regels. ‘Zelfs in de chaotische omstandigheden van gewapende conflicten gelden regels en die fundamentele regels moeten, omwille van de menselijkheid, op ieder moment worden gerespecteerd’. Het gebruik van sommige wapens, bijvoorbeeld, is altijd onaanvaardbaar. Deze basisboodschap is niet alleen van belang om de informatie die jongeren over conflicten bereikt op een kritische manier te kunnen verwerken. Stilstaan bij deze humanitairrechtelijke regels voor gewapende conflicten, helpt hen een sociaal bewustzijn te ontwikkelen en aandacht te hebben voor het belang van regels in de samenleving. Internationaal humanitair recht handelt over de bescherming van het leven en de menselijke waardigheid in oorlogstijd, en bij uitbreiding, in al onze ervaringen. Kennis van de basisregels en -principes van dit recht, heeft daarom een centrale plaats in de voorbereiding van volwassen burgers en biedt een unieke bijdrage aan de opvoeding tot burgerzin. De educatieve opdracht leent zich dan ook vooral om te werken op de vakoverschrijdende eindtermen voor het secundair onderwijs (VOET).
1.2. Concrete doelstellingen Met de educatieve opdracht bij de fototentoonstelling willen we concreet bereiken dat leerlingen: -
begrijpen dat in er in elk conflict regels gelden; begrijpen dat er nood is aan respect voor leven en menselijke waardigheid, in het bijzonder in tijden van geweld en gewapend conflict; kritisch kunnen nadenken over oorlog en de gevolgen daarvan; kunnen zich inleven in slachtoffers van oorlogsgeweld; enkele basisregels en -principes van het internationaal humanitair recht herkennen; het belang van het ICRC inzien; in team samenwerken om de opdrachten tot een goed einde te brengen; en de teamleden in hun specifieke rol respecteren.
1.3. Doelgroep Leerlingen van de tweede en derde graad secundair onderwijs. Dit pakket is zo opgebouwd dat u het aan de leeftijd van de leerlingen en het niveau van de groep kunt aanpassen.
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
5
1.4. Aansluiting bij de eindtermen Vakoverschrijdende eindtermen en vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen van het gewoon secundair onderwijs Doelstellingen educatieve opdracht OWAW
Vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen van het gewoon secundair onderwijs (VOET)
De leerlingen
De leerlingen
- begrijpen dat er in elk conflict regels gelden
Context: Socioculturele samenleving
- begrijpen dat er nood is aan respect voor leven en menselijke waardigheid, in het bijzonder in tijden van geweld en gewapend conflict
(4) trekken lessen uit historische en actuele voorbeelden van onverdraagzaamheid, racisme en xenofobie Stam: Initiatief: (10) engageren zich spontaan
- kunnen kritisch nadenken over oorlogen en gewapende conflicten en de gevolgen daarvan
Context: Socioculturele samenleving
- kunnen zich inleven in slachtoffers van oorlogsgeweld
Stam:
(5) geven voorbeelden van de potentieel constructieve en destructieve rol van conflicten
Empathie: (5) houden rekening met de situatie, opvattingen en emoties van anderen Kritisch denken: (13) kunnen onderwerpen benaderen vanuit verschillende invalshoeken Open en constructieve houding: (17) toetsen de eigen mening over maatschappelijke gebeurtenissen en trends aan verschillende standpunten Respect: (18) gedragen zich respectvol
- kennen enkele basisregels van het internationaal humanitair recht - zien het belang van het ICRC in
Context: Politiek en juridische samenleving (5) tonen aan dat het samenleven in een democratische rechtsstaat gebaseerd is op rechten en plichten die gelden voor burgers, organisaties en overheid (12) tonen het belang aan van internationale organisaties en instellingen Stam: Communicatief vermogen: (1) brengen belangrijke elementen van communicatief handelen in praktijk
- in team samenwerken om de opdrachten tot een goed einde te brengen
Context: Sociorelationele ontwikkeling
- respecteren de teamleden in hun specifieke rol
Stam:
(2) erkennen het bestaan van gezagsverhoudingen en het belang van gelijkwaardigheid, afspraken en regels in relaties;
Exploreren: (8) benutten leerkansen in diverse situaties Samenwerken: (19) dragen actief bij tot het realiseren van gemeenschappelijke doelen
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
6
Vakgebonden eindtermen De inhoud van de educatieve opdracht heeft eveneens een link met de vakken geschiedenis, Nederlands, project algemene vorming, godsdienst of zedenleer. Aangezien de bijschriften ook in het Engels en het Frans beschikbaar zijn, zijn er ook mogelijkheden voor deze taalvakken.
1.5. Voorziene tijdsbesteding De educatieve opdracht bij de fototentoonstelling neemt anderhalf uur in beslag. Hierbij is de tijd voor eventuele voorbereiding en nabespreking in de klas (aangewezen voor 2 de graad, en voor TSO, KSO en BSO – afhankelijk van het niveau van de groep) niet inbegrepen. Afhankelijk van de grootte van de groep moet er extra tijd worden voorzien voor de opstart. Als u de leerlingen de kans wil geven alle foto’s te bekijken en alle beschrijvingen te lezen, moet u hiervoor ook extra tijd uittrekken.
1.6. Werkwijze De leerlingen krijgen een toelichting over het opzet van de opdracht via een filmpje ter plaatse. Ook de basiselementen van het internationaal humanitair recht komen erin aan bod. Aan de hand van een missiemap voeren de leerlingen in kleine groepen (2 tot 6 leden) de opdrachten bij de tentoonstelling uit. In de missie zijn verschillende types van opdrachten opgenomen. Er zijn opdrachten waarbij leerlingen een situatie of verhaal (bij een foto) moeten verbinden aan een basisregel of –principe van het IHR. Daarnaast zijn er opdrachten waarbij ze zich moeten inleven in een situatie of verhaal. Daarnaast zijn er enkele doe-opdrachten, waarbij samenwerking en creativiteit aan bod komen. De leerlingen gaan zelfstandig aan de slag. Als leerkracht hoeft u alleen de materialen uit te delen en de video te starten. De praktische informatie vindt u in de Leidraad die u ontvangt.
1.7. Opvolging U kan altijd de website http://humanitairrecht.rodekruis.be consulteren voor informatie en updates in verband met wapens en het internationaal humanitair recht in het algemeen. Alle informatie over de fototentoonstelling, de educatieve opdracht en het reizende concept vindt u via http://www.jeugdrodekruis.be, alsook een extra bijlage met actualiteit.
1.8. Reizende tentoonstelling De fototentoonstelling ‘Our World, at War’ van het Internationale Rode Kruiscomité zal kosteloos ter beschikking worden gesteld aan scholen en organisaties. Het betreft een 40-tal foto's (5 foto’s per conflictland van 40cm x 50cm).
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
7
Deze foto's gaan gepaard met onderschriften (Nederlands, Engels en Frans), uitleg over de betreffende landen en informatie over de fotografen. Scholen kunnen de reizende tentoonstelling reserveren via
[email protected].
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
8
2. Het bezoek aan de fototentoonstelling voorbereiden 2.1. Selectie uit “Grenzen aan Oorlog” Rode Kruis-Vlaanderen maakte reeds een lespakket rond het thema “internationaal humanitair recht”: Grenzen aan Oorlog. Het hele lespakket is te downloaden (meer informatie in de Bibliografie van deze handleiding). Hieronder vindt u een overzicht van de onderdelen van het lespakket die u kan gebruiken voor de voorbereiding van het bezoek.
2.1.1. Gevolgen van gewapende conflicten Doel Leerlingen kennen de gevolgen van gewapende conflicten, kunnen zich inleven in de situatie van ‘mensen in oorlog’ en weten dat er ondanks het verbod op oorlog, gewapende conflicten bestaan – overal ter wereld. Vak Godsdienst, zedenleer, geschiedenis, Nederlands Werkwijze Aan de hand van krantenknipsels en citaten staan leerlingen stil bij de gevolgen van gewapende conflicten. Op een geografische kaart zien ze het aantal gewapende conflicten en de verspreiding ervan in de wereld. Ze denken na over de oorzaken van oorlog, stellen zich de vraag of oorlog voeren gerechtvaardigd kan worden en vragen zich af of het realistisch is te denken dat er ooit een wereld zal zijn zonder gewapende conflicten. Te downloaden via: http://www.jeugdrodekruis.be/downloads/GAOInleidingmenseninoorlog.pdf
2.1.2. Regels in oorlog Doel Leerlingen kennen de basisregels van het internationaal humanitair recht, begrijpen het belang van die regels voor de bescherming van mensen in oorlog en weten wat de relatie is tussen internationaal humanitair recht en mensenrechten. Vak Godsdienst, zedenleer, Nederlands Werkwijze Foto’s doen leerlingen nadenken over de nood aan bescherming van verschillende categorieën kwetsbare personen en goederen in gewapende conflicten. Ze formuleren zelf regels ter bescherming van deze mensen en goederen. Ze leren ook over het ontstaan van de regels. Ten slotte staan ze stil bij
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
9
de relatie tussen mensenrechten en internationaal humanitair recht. In het facultatieve deel identificeren leerlingen maatregelen die kunnen worden genomen om schendingen van deze regels te vermijden, in oorlogstijd, zowel als in vredestijd. Te downloaden via http://www.jeugdrodekruis.be/downloads/GAORegelsin0orlog.pdf
2.2. Selectie uit “Antipersoonsmijnen en Clustermunitie” Rode Kruis-Vlaanderen maakte reeds een lespakket specifiek rond antipersoonsmijnen en clustermunitie. Dit thema komt ook aan bod in de fototentoonstelling. Delen hieruit kunnen worden gebruikt om een bezoek aan de fototentoonstelling voor te bereiden. Te downloaden via http://www.jeugdrodekruis.be/jrk_content/downloads/biebox/lespakket/AntipersoonsmijnenClustermunitie.pdf
2.3. Tip In de educatieve opdracht bij de fototentoonstelling wordt gewerkt met rollen: in elk team is er een (gespreks)leider, een timemanager, een verslaggever en een psycholoog. Het kan raadzaam zijn op voorhand deze rollen in te oefenen in de klas. Bij het uitwerken van een casus kan men de klas in groepen verdelen en de rollen in de groep verdelen. U legt een tijd op waarbinnen de opdracht moet worden afgewerkt: de timemanager zorgt dat de groep de timing respecteert. De gespreksleider leest de opdracht en zorgt dat iedereen aan bod komt. De verslaggever noteert wat de groep besluit. De psycholoog vraagt welk gevoel ze bij de opdracht hadden. De uitgebreide functiebeschrijvingen vindt u in bijlage 6. De rollen kunnen worden afgewisseld zodat leerlingen ondervinden waar ze sterk in zijn en desgewenst deze rol kunnen opnemen in de educatieve opdracht bij de fototentoonstelling. Lukt het de leerlingen niet om deze rollen in te vullen, is het raadzaam om bij het bezoek een begeleider per groep te voorzien zodat deze de groep kan begeleiden bij de opdrachten. We voorzien ook een alternatieve aanpak van de tentoonstelling (zie hoofdstuk 4).
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
10
3. Extra opdrachten na het bezoek De opdrachten in dit hoofdstuk kan u na het bezoek aan de fototentoonstelling gebruiken om leerlingen meer inzicht in het IHR te geven of om tot verdere verdieping te komen. U kan ook zelf aan de slag met het materiaal in deze handleiding. Per opdrachtenfiche worden doelstellingen, aansluiting met de eindtermen, en suggesties voor de werkwijze meegegeven. Alle foto’s van de tentoonstelling zijn ook te bekijken via de website http://www.jeugdrodekruis.be.
3.1. Nabespreking van het project + sleutels Een nabespreking van het project lijkt ons in elk geval aangewezen. Een nabespreking heeft drie doelen: Stoom afblazen: de leerlingen de gelegenheid geven emoties en betrokkenheid te uiten door directe ervaringen uit te wisselen Systematisch onderzoek van de missie: Het is niet de bedoeling alles te analyseren en te beoordelen. Het belangrijkste is de nabespreking te voeren in functie van de vooropgestelde doelstellingen. Het gaat daarbij niet om de kwaliteit van hun antwoorden, maar om de leerervaringen zoals die aansluiten bij de doelstellingen. Analyse van de werkelijkheid: wat is het nut van de inzichten voor hun eigen leefsituatie? (Bron: op basis van BV-databank, online)
Breng een gesprek op gang door het stellen van algemene vragen als: Wat vond je van de tentoonstelling? Welk beeld, persoon, getuigenis of verhaal blijft je het meeste bij? Wat vond je van de opdrachten van de missie? Hoe heb je bepaalde dingen ervaren (bijv. de getuigenis van Francisco, de problematiek van landmijnen in Afghanistan?) Welke opdracht vond je leuk? Waarom? Hoe ging het samenwerken in het team? Vulde iedereen zijn rol in? Wat is het nut van deze rollen? Vond je het moeilijk om de rollen in te vullen? Hoe sta jij tegenover dit thema (regels in conflicten)? Wat vind je van de regels? Zou jij ze opvolgen als strijder? Volg jij hier de regels op? Wat doet het Internationale Rode Kruiscomité (ICRC)? Wat vind je daarvan? Opmerking: het is belangrijk om tijdens de discussies niet te vervallen in een loutere discussie over het feit of een regel in een bepaald conflict al dan niet werd geschonden. Wat van belang is, is de inhoud van de regels en het belang ervan in elke conflictsituatie.
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
11
3.2. Extra mogelijkheden met de educatieve opdracht 3.2.1. Opdrachtenfiche 1: Verslaggever Doel De leerlingen verzamelen zelf informatie over bepaalde kernbegrippen, staan stil bij het IHR en de rol van het ICRC, en sensibiliseren medeleerlingen. Vakoverschrijdende eindtermen Context: De leerlingen Sociorelationele ontwikkeling: (6) doorprikken vooroordelen, stereotypering, ongepaste beïnvloeding en machtsmisbruik. Stam: De leerlingen Communicatief vermogen: (1) brengen belangrijke elementen van communicatief handelen in praktijk. Kritisch denken: (13) kunnen onderwerpen benaderen vanuit verschillende invalshoeken. Mediawijsheid: (14) gaan alert om met media. Leren Leren 2de graad: De leerlingen Informatieverwerving: (3) kunnen uit gegeven informatiebronnen en -kanalen kritisch kiezen en deze raadplegen met het oog op te bereiken doelen. Informatieverwerking: (5) kunnen gegeven informatie onder begeleiding kritisch analyseren en samenvatten. Leren Leren 3de graad: De leerlingen Informatieverwerving: (3) kunnen diverse informatiebronnen en -kanalen kritisch kiezen en raadplegen met het oog op te bereiken doelen. Informatieverwerking: (5) kunnen informatie samenvatten. Vakgebonden eindtermen Dit type van opdracht sluit aan bij de vakken Nederlands, geschiedenis, zedenleer en godsdienst. Werkwijze 1 Verdeel de leerlingen in groepjes (drie à vier leden per groepje). Per groepje is er telkens minstens één verslaggever uit de missie. Afhankelijk van het niveau van de leerlingen kan u ze meer of minder sturen. Enkele mogelijkheden: 1. Geef de leerlingen enkele kernwoorden. Ze zoeken vervolgens zelfstandig naar verklaringen voor deze woorden en de verbanden ertussen. Voor sommige woorden is het aangewezen om de leerlingen de Rode Kruiswebsite aan te raden (http://www.rodekruis.be of
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
12
http://humanitairrecht.rodekruis.be). Andere woorden kunnen de leerlingen via Google opzoeken. U kan gemakkelijke en moeilijkere zoekopdrachten geven. Enkele voorbeelden: -
Internationaal humanitair recht
-
Henri Dunant
-
Internationale Rode Kruiscomité
-
Antipersoonsmijnen
-
Tracing
-
Mensenrechten
-
Vluchtelingen
-
…
Na deze oefening vraagt u aan de leerlingen om woorden te groeperen en er een tekstje over te schrijven. 2. Verdeel de leerlingen in groepjes en geef elk groepje een vraag waarop ze een antwoord moeten vinden. Bijvoorbeeld: -
Wat is internationaal humanitair recht?
-
Wanneer is het internationaal humanitair recht van toepassing?
-
Welke zijn mogelijke gevolgen voor mensen die te maken krijgen met een gewapend conflict?
-
Wat doet het Internationale Rode Kruiscomité om slachtoffers te ondersteunen?
-
Waarom is tracing belangrijk?
-
…
Met de verzamelde informatie kunnen de leerlingen: -
een kort tekstje schrijven (eventueel voor de schoolkrant)
-
kort voorstellen aan elkaar wat ze onderzocht hebben en te weten gekomen zijn
-
…
3. De leerlingen schrijven of maken een expressieve voorstelling van hun ervaring met de educatieve opdracht bij de fototentoonstelling. -
Waarover gingen de opdrachten? Wat hebben ze gezien, ervaren?
-
Wat voelden ze?
-
Wat hebben ze geleerd?
-
…
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
13
Werkwijze 2: IHR-krant of blog Maak met de klas of de school een krant/ blog en breng het IHR onder de aandacht. Bespreek wie de eindredactie doet, en hoe en wie de kranten verspreidt. Bij een blog is het belangrijk dat leerlingen uitzoeken hoe de blog online kan komen, wie de eindredactie doet en welke de afspraken voor het formuleren en aanmaken van berichten zijn. Wat kan er in de krant/ blog komen? -
Een tekstje met achtergrond over het thema (zie werkwijze 1);
-
Een verslag van hun bevindingen bij de missie / de fototentoonstelling;
-
Een interview met medeleerlingen over hun mening over het IHR: Wat heb je over het thema geleerd? Zijn er zaken waarvan je schrok? Verandert er iets voor jou nu je meer over deze regels en principes weet? Wat zijn je eigen voornemens? …
-
Bespreking van een artikel, beeld dat of een getuigenis die de leerlingen heeft geraakt.
-
Een campagne ter bekendmaking van het IHR en de rol van het ICRC met leuke slogan, beeld, de eigenlijke campagne, …
-
Bezorg ons de krant of het artikel. Wie weet, krijgt het nog een tweede leven.
Rode Kruis-Vlaanderen Internationaal, dienst Humanitair Recht, t.a.v. Adrianne Waldt, Motstraat 40, 2800 Mechelen of
[email protected]. Extra tips: http://edugopav.classy.be/klaskrant.htm http://www.krantindeklas.nl/files/KrantenLezenOpmaakEnOpbouw.pdf http://www.mediareporter.eu/downloads/Dossierpedagogique14.pdf
3.2.2. Opdrachtenfiche 2: Hoe IHR bekend maken? Maak een informatiecampagne Doel Leerlingen brengen wat ze geleerd hebben over regels in conflictgebieden over naar medeleerlingen op een begeesterende of beklijvende manier. Vakoverschrijdende eindtermen Context: De leerlingen Politiek-juridische samenleving: (4) zetten zich actief en opbouwend in voor de eigen rechten en die van anderen. (12) tonen het belang aan van internationale organisaties en instellingen.
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
14
Stam: De leerlingen Creativiteit: (2) kunnen originele ideeën en oplossingen ontwikkelen en uitvoeren. Initiatief: (10) engageren zich spontaan. Samenwerken: (19) dragen actief bij tot het realiseren van gemeenschappelijke doelen. Vakgebonden eindtermen Dit type opdracht sluit aan bij de vakken Nederlands, godsdienst of zedenleer, project algemene vorming, of creatieve vakken binnen KSO, TSO of BSO. Werkwijze Geef elke groep de opdracht om een goede informatiecampagne te bedenken “waarmee je leeftijdgenoten informeert over IHR. Ontwerp een slogan, een poster, een beeld, een video of een geluidsfragment. Gebruik alle zintuigen die je hebt om aan de wereld te vertellen wat jij weet en belangrijk vindt.” Enkele aandachtspunten: Denk goed na over wat je wil overbrengen: wat is jouw boodschap? Probeer een positieve, hoopvolle boodschap te vinden. Dat spreekt mensen en medeleerlingen meer aan. Probeer niet te veel informatie in één ontwerp te steken. Zoek naar een duidelijk beeld dat je ontwerp duidelijk weergeeft. o
Gebruik hiervoor een foto uit de fototentoonstelling.
Werk met gevoelens. Welk gevoel wil je dat de mensen krijgen bij het zien/horen/voelen … van jouw ontwerp? Mensen kunnen zich aangesproken voelen door een foto of een verhaal, maar vaak hebben ze nog een extra duwtje nodig om echt bij een thema stil te staan. Op die momenten kan een slagzin of slogan helpen om hun aandacht langer vast te houden. o
Bedenk een slogan bij de foto die je hebt gekozen.
Bespreek de voorstellen klassikaal. De klas bepaalt welke campagne ze wil uitwerken. Maak nu met de klas een planning. Bespreek wie wat doet, wanneer, en welk materiaal daarvoor nodig is. Bezorg ons het concrete voorstel voor de informatiecampagne. Wie weet, krijgt het nog een tweede leven en krijgt uw klas de kans zijn campagne ook echt uit te werken. Rode Kruis-Vlaanderen Internationaal, dienst Humanitair Recht, t.a.v. Adrianne Waldt, Motstraat 40, 2800 Mechelen of
[email protected].
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
15
3.2.3. Opdrachtenfiche 3: Krijgsgevangenen Doel Inzicht in belang van regels voor opvang van krijgsgevangenen. Vakoverschrijdende eindtermen Stam: De leerlingen Creativiteit: (2) kunnen originele ideeën en oplossingen ontwikkelen en uitvoeren. Zorgvuldigheid: (25) stellen kwaliteitseisen aan hun eigen werk en aan dat van anderen. Vakgebonden eindtermen Deze opdracht kan worden ingebed in technische vakken. Werkwijze Op de volgende website: http://ihrverdragen.rodekruis.be vindt u de specifieke vereisten voor de opvang van krijgsgevangenen terug in het Verdrag betreffende de behandeling van krijgsgevangenen van 12 augustus 1949. Hiermee kan u voor verschillende opdrachten aan de slag. Een aantal voorbeelden: -
Als een krijgsgevangene bij aanvang van de gevangenschap wordt ondervraagd is hij alleen gehouden een 5-tal dingen mee te delen. Welke 5 zaken zijn dat?
-
Wat wordt er geschreven over het voedsel en kledij van de krijgsgevangenen? En over godsdienst, studie, arbeid en lichaamsoefeningen?
-
Welke voorzieningen zijn er nodig voor de correcte opvang van krijgsgevangenen? Hoe zou je het kamp inrichten? Denk er bijvoorbeeld aan dat je een apart blok voor vrouwen en mannen nodig hebt.
-
Maak een maquette van een kamp voor X krijgsgevangen, waarvan X mannen en X vrouwen. Zorg ervoor dat alle noodzakelijke faciliteiten aanwezig zijn.
3.2.4. Opdrachtenfiche 4: Rollenspel Doel Leerlingen bootsen kleinschalige, dilemma- of conflict situaties van menselijke interactie na, waarin belangen of tegenstellingen naar boven komen of waarin personen conflicten met elkaar hebben. De doelen van het gebruik van rollenspel liggen voornamelijk op het vlak van het veranderen van houdingen en gevoelens tegenover een problematiek, het zelf ervaren van een probleem, of het onderzoeken of verkennen van een probleem. Leerlingen kunnen zich op die manier in de plaats stellen van iemand anders, meer begrip krijgen voor de wijze van functioneren van de ander en dit ook aanvaarden. (Bron: op basis van BV-databank, online)
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
16
Vakoverschrijdende eindtermen Context: De leerlingen Sociorelationele ontwikkeling: (9) zoeken naar constructieve oplossingen voor conflicten. Socioculturele samenleving: (5) geven voorbeelden van de potentieel constructieve en destructieve rol van conflicten. Stam: De leerlingen Empathie: (5) houden rekening met de situatie, opvattingen en emoties van anderen. Verantwoordelijkheid: (20) nemen verantwoordelijkheid op voor het eigen handelen, in relaties met anderen en in de samenleving. Vakgebonden eindtermen Dit type opdracht sluit aan bij de vakken godsdienst of zedenleer, Nederlands, en project algemene vorming. Werkwijze Er zijn verschillende mogelijkheden voor een rollenspel. -
-
U kan situaties uit de fototentoonstelling gebruiken, waarbij u het slachtoffer in contact brengt met de strijder die het leed veroorzaakte. o bijv. Francisco en een soldaat die clustermunitie afschiet. Er is geen rechtstreeks verband tussen de daad van de strijder en het leed van Francisco: voelt de strijder zich toch verantwoordelijk? Kan hij er wat aan doen als zijn overste hem oplegt die munitie te gebruiken? Wat als je Francisco confronteert met een generaal? Is Francisco op zijn beurt bitter of bereid tot vergeven (van de strijder, van de generaal)? De tentoonstelling biedt verschillende mogelijkheden. U kan het voorbeeld uit Grenzen aan Oorlog, Regels in Oorlog – foto 2 uitspelen in de klas. U kan een strijder laten communiceren met een Rode Kruismedewerker. De strijder wil zijn militaire doelen halen, de Rode Kruismedewerker tracht de regels van het internationaal humanitair recht duidelijk te maken en de strijder te overtuigen. Gebruik een concreet voorbeeld, bijv. bij proportionaliteit (zie achterkant missiemappen). 3.2.5. Opdrachtenfiche 5: Belang van regels
Doel Leerlingen ervaren het belang van regels en consensus over de regels in een speelse situatie. Vakoverschrijdende eindtermen Context: De leerlingen Politiek-juridische samenleving: (1) geven aan hoe zij kunnen deelnemen aan besluitvorming in en opbouw van de samenleving.
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
17
(2) passen inspraak, participatie en besluitvorming toe in reële schoolse situaties. Stam: De leerlingen Exploreren: (8) benutten leerkansen in diverse situaties. Er zijn verschillende bestaande spelen die hiervoor in aanmerking komen. Afhankelijk van het spel kan er ook met andere VOETen gewerkt worden. De lijst met VOETen vindt u via deze link: http://www.ond.vlaanderen.be/dvo/secundair/vakoverschrijdend/globalevoetod.htm Werkwijze http://www.jeugdwerknet.be/spelen/spel/barnga: Dit opzet is uiterst geschikt. De uitwerking is vooral gericht op belang van communicatie, maar kan evengoed uitgelegd worden als belang van regels. http://www.jeugdwerknet.be/spelen/spel/limit-20 http://www.jeugdwerknet.be/spelen/spel/de-regels-van-het-spel http://www.jeugdwerknet.be/spelen/spel/alles-kan-beter
3.2.6. Opdrachtenfiche 6: Foto’s rangschikken volgens een bepaald criterium Doel De leerlingen kunnen een waardering aangeven voor een foto op basis van een opgegeven criterium. Vakoverschrijdende eindtermen Stam: De leerlingen Esthetische bekwaamheid: (6) kunnen schoonheid ervaren. Vakgebonden eindtermen Deze opdracht sluit aan bij project algemene vorming. Werkwijze -
De leerlingen kiezen één foto, die ze de mooiste, lelijkste, meest pakkend, pijnlijkste, positiefste vinden. U kan hen laten kiezen welke ze willen aanduiden of u legt een categorie op. U kan hen ook drie kaartjes geven met drie trappen van één van bovenstaande woorden: bijv. Allermooiste foto, 2de mooiste foto, 3de mooiste foto. Deze oefening kan de start zijn van een klasgesprek (suggesties in 2.2.)
3.2.7. Opdrachtenfiche 7: Stellingen Doel Leerlingen passen de basisregels en -principes van het IHR toe. Leerlingen denken kritisch na over de regels en principes, en zien in dat er nuances mogelijk zijn.
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
18
Vakoverschrijdende eindtermen Context: De leerlingen Politiek-juridische samenleving: (3) tonen het belang en dynamisch karakter aan van mensen- en kinderrechten. (12) tonen het belang aan van internationale organisaties en instellingen. Stam: De leerlingen Kritisch denken: (13) kunnen onderwerpen benaderen vanuit verschillende invalshoeken. Open en constructieve houding: (17) toetsen de eigen mening over maatschappelijke gebeurtenissen en trends aan verschillende standpunten. Vakgebonden eindtermen Deze opdracht past binnen project algemene vorming, geschiedenis, Nederlands, godsdienst of zedenleer. Werkwijze In bijlage, vindt u enkele stellingen waarmee u aan de slag kan.
3.2.8. (Alternatieve) Titels bij de foto’s plaatsen Doel Leerlingen koppelen de foto’s aan een relevante titel. Dat vereist dat ze de foto nauwkeurig bekijken en begrijpen welke titel hiermee samenhangt. Vakgebonden eindtermen Deze opdracht kan aansluiten bij project algemene vorming en Nederlands. Werkwijze -
-
Laat de leerlingen een alternatieve titel bedenken bij de foto die ze zelf hebben uitgekozen (bijv. de pluim). U kan alle foto’s downloaden of bekijken via http://www.jeugdrodekruis.be Bespreek. Ook deze oefening kan de start zijn van een klasgesprek. Als u de onderschriften blindeert, kan u ook de originele titels (zie bijlage 3) laten bevestigen bij de foto’s. o Opgelet, sommige koppen kunnen bij meerdere foto’s geplaatst worden. Bepaal op voorhand hoeveel punten dit oplevert. o U kan ook een selectie maken van enkele foto’s naargelang de grootte van de groep.
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
19
3.2.9. Creatieve opdrachten rond de foto’s In creatieve vakken (drama, muziek, fotografie, …) kan u op allerhande manieren aan de slag met de foto’s. De foto’s zijn eventueel (in lage resolutie) te downloaden via http://www.jeugdrodekruis.be. Suggesties: - dramatische uitwerking van een situatie uit de fotoreeks - collega maken van indrukken - maak zelf een fotoreeks - schrijf een songtekst bij een foto -…
3.2.10. Tracingspel Er bestaat een tracingspel voor volwassenen dat ook geschikt is voor leerlingen van 2 de en 3de graad secundair onderwijs. Dit spel kan bijvoorbeeld op een projectdag met de ganse school worden gespeeld. Het spel kan worden aangevraagd via Kelly Natens:
[email protected] of 015 44 35 35.
3.2.11. Ambassadeur Wanneer u de tentoonstelling naar uw school haalt (zie 1.8 Reizende tentoonstelling), zijn er natuurlijk nog heel wat mogelijkheden te bedenken. U kan een klas of groep verantwoordelijk maken voor de organisatie van de tentoonstelling: waar komt ze te hangen; hoe organiseren we dat: wat is er allemaal nodig, wie zorgt voor wat, … , hoe maken we promotie (cfr. 3.2.2), …. Een andere optie is dat een bepaalde klas of graad als ambassadeur optreedt voor de tentoonstelling. Zij werken zich in het thema en kunnen vervolgens de rest van de school informeren (bijv. via een krantje of blog, zie 3.2.1) of rondleiden.
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
20
4. Alternatief traject fototentoonstelling (BSO, deeltijds BSO, …) De missiemappen die worden aangeboden, verwachten een bepaald niveau van de leerlingen. Ze moeten in staat zijn om zelfstandig de opdrachten uit te voeren. Dit verwacht een zekere mondigheid en taalvaardigheid. Ook het opzet om met rollen in een team te werken, stelt verwachtingen aan de leerlingen. Daarom reiken we hier enkele alternatieve aan, waaronder een volledig alternatief traject. In elk geval vraagt een alternatieve aanpak wat voorbereiding voor de leerkracht. Anderzijds biedt het de unieke kans om dit actuele en relevante thema ook bij deze groepen aan te kaarten. Een eerste optie is om de leerlingen in de klas voor te bereiden op het hanteren van de opgegeven rollen (zie bijlage 5). Een tweede optie is om per groepje van 4 à 5 leerlingen een begeleider te voorzien die de leerlingen kan ondersteunen bij de opdrachten en de toch de educatieve opdracht te gebruiken met het bestaande opzet. Een derde alternatief is om aan de slag te gaan met het onderstaande traject. De opdrachten hieronder worden in een welbepaalde volgorde weergegeven, die ons logisch lijkt. U kan ook zelf bekijken welke opdrachten u gebruikt en u kan ze eventueel ook aanpassen aan uw leerlingen en grootte van de groep. Alle foto’s van de tentoonstelling zijn ook te bekijken via de website http://www.jeugdrodekruis.be en (in lage resolutie) te downloaden. Doelstellingen Voor het alternatieve traject gelden dezelfde doelstellingen als voor de educatieve opdracht zelf. Het is enkel de aanpak en de mate van verdieping die verschilt voor beide trajecten. Overzicht alternatief traject 1. Video Internationaal humanitair recht 2. Vluchten 3. De Pluim 4. Foto’s associëren met gevoelens 5. Beperkingen 6. Onschuldige slachtoffers 7. Rode Kruisbericht 8. Evaluatie
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
21
1. Video Internationaal humanitair recht Doel De leerlingen leren wat het internationaal humanitair recht is. Werkwijze Bekijk de video ter plaatse. De video duurt ong. 8 minuten. Peil in een gesprek naar wat de leerlingen hebben onthouden. Sommige stukken zijn mogelijk moeilijk voor leerlingen in het BSO: deze kan u eveneens duiden in het klasgesprek. U vindt meer achtergrondinformatie bij het IHR in hoofdstuk 5. Belangrijk is dat u duidt op volgende zaken: - de link met de tentoonstelling (slachtoffers, oorlog voeren, Rode Kruis); - wat is internationaal humanitair recht: regels in tijden van oorlog of conflicten; - het belang van regels in elk conflict; - enkele basisregels: onderscheid tussen burgers en strijders, gewonden beschermen, gevangenen menselijk behandelen en beschermen, sommige wapens zijn verboden (antipersoonsmijnen en clustermunitie).
2. Vluchten Doel Leerlingen leven zich in de situatie van mensen die moeten vluchten voor geweld. Werkwijze Speel de volgende situatie uit. Beeld je in dat je NU moet vluchten. Je wordt beschoten en je moet rennen voor je leven… Wat heb je nu bij je? Wat zit er in je zakken? Misschien had je vandaag een rugzak mee, maar heb je die in de vestiaire achtergelaten. Die spullen kan je tijdens de vlucht dus niet meenemen! o Laat de leerlingen opschrijven wat ze bijhebben. o Of laat ze de spullen die ze willen meenemen in een doos leggen. Heb je nu alles wat je nodig hebt om op een andere plek verder te leven? o Wat heb je nodig om contact te nemen je familie en vrienden? o Stel: je hebt nog tijd om 10 minuten naar huis te lopen. Wat ga je halen? Bespreek. 3. De Pluim Doel Leerlingen bekijken alle foto’s en kunnen aangeven welke foto hen het meeste aanspreekt. Ze leren een keuze maken en uitleggen waarom ze die keuze maken.
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
22
Werkwijze 1 De leerlingen kiezen individueel één foto uit de hele tentoonstelling. - Laat ze eerst de fototentoonstelling verkennen. Beperk de tijd. - Deel de pluimen uit (deze liggen bij de ingang van de fototentoonstelling, waar de video te bekijken is). Laat hen op de pluim noteren waarom ze deze foto kozen (mooi, aangrijpend, herkenbaar, …). Laat hen de pluim bij hun foto hangen. Eventueel: - Laat de leerlingen rondgaan om te zien waar de anderen hun pluim hebben gehangen. Per land kan u de leerlingen zelf laten zeggen waarom ze een bepaalde foto hebben gekozen. - Laat hen het verhaal bij de foto lezen (en vertellen aan de anderen). Werkwijze 2 Verdeel de klas in 8 groepen, en stuur telkens één groep naar één land. Daar kiest de groep één foto. Geef hen volgende vragen mee: Wat spreekt je het meeste aan? Wat valt je op in de foto? Waarom zou deze foto in de fototentoonstelling hangen? Hang een pluim bij de foto. Eventueel: Geef iedereen de tijd om de foto’s die werden geselecteerd in de andere landen, te bekijken. Breng de groep terug samen en laat hen groep per groep de foto beschrijven. Waarom hebben ze hem gekozen? Wat zijn voor hen de antwoorden op de bovenstaande vragen? 4. Foto’s associëren met gevoelens Doel Leerlingen leven zich in de situatie of persoon op de foto in. Werkwijze Maak kaartjes met de volgende woorden op (of vul zelf aan): pijn, geluk, wanhoop, angst, troost, blijdschap, schaamte, spijt, verdriet. - Leerlingen hangen individueel het woord bij een foto waarop ze vinden dat deze emotie te zien is. Of je laat hen in kleine groepjes de tien woorden samen verdelen. Zet er een beperkte tijd op waardoor de groepjes om het snelst kunnen werken. - Bespreek / laat hen noteren op het kaartje waarom ze vinden dat het woord bij de foto past. (Mogen we vragen deze kaartjes op het einde te verwijderen? De pluimen kunnen wel blijven hangen.)
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
23
Eventueel kan u hierop verder werken: - Welke emotie is het tegenovergestelde van het woord dat er bij de foto hangt? - Wat heeft deze persoon, of deze situatie nodig om een negatief gevoel om te buigen naar een positief gevoel of een positief gevoel te behouden? - Leg de link naar de regels van het internationaal humanitair recht (deze vind je in bijlage 1): zijn deze regels geschonden in dit geval? Zou het dan helpen als de regels worden nageleefd? Hoe kan men dit afdwingen? 5. Beperkingen Doel Leerlingen voelen aan den lijve wat het betekent om een beperking te hebben. Ze leven zich op die manier in de situatie van slachtoffers van oorlogsgeweld. Werkwijze -
-
In Afghanistan hangt een opdracht met dobbelstenen (zie bijlage 2): deze kan u de leerlingen laten doen. U kan ze ook uitbreiden door elk cijfer van de dobbelsteen te verbinden met een ander lidmaat. Vervolgens kan u een spel rond beperkingen spelen waarbij ze met hun beperkingen een bepaalde traject moeten afleggen (van de ene kant van de zaal naar de andere kant). Tips vindt u via http://www.jeugdwerknet.be/spelen/spel/gehandicapt.
6. Onschuldige slachtoffers (case) Doel De leerlingen leven zich in de situatie en zien de complexiteit van de gevolgen in van een ongeluk met antipersoonsmijnen. Werkwijze -
Bij de foto van Francisco is er eveneens een getuigenis van de jongeman zelf (video, ondertiteld in het Nederlands). Laat de leerlingen het verband leggen met het internationaal humanitair recht: belang van onderscheid burgers en strijders, en een verbod op bepaalde wapens (vooral diegenen die vaak onschuldige slachtoffers maken, lang nadat een conflict is beëindigd).
Ter informatie In het filmpje komt een onschuldig slachtoffer van een antipersoonsmijn aan het woord. Francisco is 21 jaar en is dagloner. Het gebied waar hij werkte, is op 9u wandelen van zijn huis. Hij stapte tijdens het werk op een mijn. Zijn vriend die naast hem liep, werd blind. Hijzelf verloor één been. Hierdoor kan hij niet meer gaan werken. Dat is een probleem omdat hij voor het gezin de voornaamste kostwinner was. Ergens is het gezin opgelucht dat hij nog leeft, want veel slachtoffers van antipersoonsmijnen kunnen het ongeval niet meer navertellen.
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
24
7. Rode Kruisbericht Doel Leerlingen schrijven een persoonlijke boodschap waarbij ze blijk geven van inlevingsvermogen Leerlingen begrijpen het belang van tracing in conflictgebieden. Werkwijze - In Libanon is er een radiobericht ter beschikking waarin een informant meedeelt dat het te gevaarlijk is om lang in Libanon te blijven. Laat de leerlingen het bericht beluisteren. De informant vraagt wel dat de missieleden (leerlingen) op zoek gaan naar een vriend van hem die mogelijks terug naar Georgië is gevlucht. Laat de leerlingen een Rode Kruisbericht opstellen. Wat moet er in een boodschap, wat kan wel en wat kan niet? Bespreek in de klas het belang van tracing. Ter informatie De dienst Tracing van Rode Kruis-Vlaanderen spoort vermiste familieleden op en herstelt het contact tussen familieleden die elkaar door natuurrampen of gewapende conflicten uit het oog zijn verloren. In 2009 heeft de dienst Tracing 325 nieuwe opsporingsdossiers geopend en 103 dossiers afgesloten. De dienst gaf ook 138 Rode Kruisberichten door. Een Rode Kruisbericht is een middel om contact te herstellen met familieleden die leven in een gebied waar post en telefoon niet meer functioneren. Een Rode Kruisbericht bestaat uit een open, geschreven brief naar familieleden in een oorlog- of rampgebied. "Open" betekent dat het bericht openbaar gemaakt kan worden: de overheid en de strijdende partijen in het gebied kunnen de brief lezen. Daarom kan een Rode Kruisbericht alleen familienieuws bevatten. Extra opdracht Neem een foto van een hereniging tussen een zus en haar broers, tussen een vader en zijn zoon, … Concreet: trek allemaal een t-shirt aan en laat je leiden door de rol die je op je t-shirt vindt. Je vindt misschien ook inspiratie in de situaties uit Congo (foto 26, foto 28). Je kan verschillende situaties uitbeelden. De leerkracht neemt de foto’s met het fototoestel van de tentoonstelling (dat via de receptie ter beschikking wordt gesteld). Op de website http://www.jeugdrodekruis.be worden de foto’s van de “hereniging” opgeladen. Leerlingen kunnen er een reactie bij plaatsen of de foto downloaden, bijvoorbeeld voor bij het verslag van het project in de schoolkrant of op de website van de school.
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
25
8. Evaluatie Tot slot, kan u de leerlingen de tentoonstelling en de opdrachten laten evalueren. Gebruik de evaluatieformulieren ter plaatse. Deponeer ze in de doos aan de receptie. 9. Extra optie: opdracht rond honger Doel De leerlingen leven zich in in het idee van modderkoeken eten. Vakgebonden eindtermen Deze opdracht kan aansluiten bij project algemene vorming, creatieve vakken, kooklessen. Werkwijze - Leerlingen maken een receptje met dingen die ze op straat zouden kunnen vinden (zie werkblad in bijlage 7). Laat hen dit noteren, voorbrengen, opmaken, op een website plaatsen, …. - Leerlingen gaan aan de slag met de ingrediënten modder, boter en zout en proberen een goede dosis te vinden opdat het een vast koekje wordt.
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
26
5. Inhoudelijk kader Internationaal Humanitair Recht Vandaag de dag spelen zich talloze gewapende conflicten af in verschillende landen ter wereld. Onder andere in Afghanistan, Irak, Soedan, Congo, Sri Lanka, Tsjetsjenië en Colombia. De gevolgen van die conflicten zijn ons bekend: onschuldige burgers worden in groten getale gedood, gevangenen worden op brutale wijze om het leven gebracht, mensen worden het slachtoffer van mijnen, vluchtelingen moeten hun steden en dorpen verlaten zonder voedsel of kledij, journalisten worden beschoten en vermoord, hulpverleners worden ontvoerd... Al die gebeurtenissen confronteren ons met de verschrikkingen van oorlog en met het leed, de dood en de vernieling die conflicten teweegbrengen. Vanzelfsprekend rijst de vraag: Is in een oorlog dan zomaar alles toegestaan? Het antwoord is eenvoudig: NEEN. Zelfs in een oorlog is niet alles toegestaan en zijn de strijdende partijen gebonden aan regels. Er werd speciaal een recht ontworpen dat de wijze van oorlogsvoering beperkingen oplegt, ook mensen die niet of niet meer deelnemen aan de strijd moeten worden beschermd. We noemen het internationaal humanitair recht. Het heeft als doel de fundamentele principes in oorlogstijd te beschermen.
5.1. Wat is het IHR? Internationaal humanitair recht (IHR) bestaat uit een geheel van regels die om humanitaire redenen de gevolgen van gewapende conflicten beperken. Het beschermt personen die niet of niet langer aan de vijandelijkheden deelnemen en het beperkt de middelen en methoden van oorlogvoering. Internationaal humanitair recht is ook gekend als oorlogsrecht of het recht van gewapende conflicten. Internationaal humanitair recht maakt deel uit van het internationaal recht. Dit omvat de regels die de relaties tussen staten vastleggen en het komt tot stand door: overeenkomsten tussen staten (verdragen en conventies) gewoonterecht (wat door staten als wettelijk bindend wordt beschouwd) algemene principes
5.2. Waar ligt de oorsprong van het IHR? Internationaal humanitair recht gaat terug op regels van oude beschavingen en godsdiensten. Oorlogvoering is altijd onderworpen geweest aan bepaalde principes en gewoontes. De universele codificatie van het internationaal humanitair recht kende een aanvang in de 19de eeuw. Sindsdien hebben staten overeenkomst bereikt over een hele reeks regels die steunen op de bittere ervaring van hedendaagse gewapende conflicten. Deze regels zoeken een evenwicht tussen de humanitaire bekommernis en de militaire vereisten van staten. Door de groei van de internationale gemeenschap, neemt een steeds groter aantal staten deel aan de ontwikkeling van de regels. Vandaag is het internationaal humanitair recht een universeel gegeven.
5.3. Waar kan het IHR gevonden worden? Een groot deel van het internationaal humanitair recht is terug te vinden in de vier Verdragen van Genève van 1949. Vrijwel alle staten zijn door deze verdragen gebonden. Deze verdragen werden
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
27
verder ontwikkeld en aangevuld door twee bijkomende verdragen: de Aanvullende Protocollen van 1977 ter bescherming van slachtoffers van gewapende conflicten. Andere overeenkomsten verbieden het gebruik van bepaalde wapens en militaire strategieën en beschermen bepaalde categorieën personen en goederen.
5.4. Wanneer is het IHR van toepassing? Internationaal humanitair recht is enkel toepasbaar in gewapende conflicten. Het vindt geen toepassing tijdens interne spanningen en onlusten, zoals geïsoleerde daden van geweld. Het recht vindt een toepassing zodra een conflict begint en bindt alle betrokken partijen, los van de vraag wie aan de oorsprong van het gewapend conflict ligt. Internationaal humanitair recht maakt een onderscheid tussen internationale en niet-internationale gewapende conflicten. Internationaal gewapende conflicten zijn conflicten waarbij minstens twee staten betrokken zijn. Tijdens deze conflicten gelden een hele reeks regels, zoals ten minste te vinden in de vier Verdragen van Genève en het Eerste Aanvullende Protocol. Niet-internationaal gewapende conflicten blijven beperkt tot het grondgebied van één enkele staat. De betrokken partijen zijn de reguliere strijdkrachten en/of dissidente gewapende groeperingen. De regels voor deze conflicten zijn beperkt tot artikel 3, gemeenschappelijk aan de vier Verdragen van Genève, en het Tweede Aanvullende Protocol. Het is belangrijk een onderscheid te maken tussen internationaal humanitair recht en mensenrechtenrecht. Hoewel sommige regels identiek zijn, kennen deze twee rechtsinstrumenten een afzonderlijke ontwikkeling en zijn de regels in verschillende verdragen vastgelegd. Bovendien vindt het mensenrechtenrecht zijn toepassing voornamelijk in vredestijd en kunnen een aantal bepalingen worden opgeschort in oorlogstijd.
5.5. Wat omvat het IHR? Het internationaal humanitair recht behandelt twee aspecten: de bescherming van personen die niet of niet langer aan de vijandelijkheden deelnemen; de beperkingen voor de manieren om oorlog te voeren, vooral over wapens en methoden van oorlogvoering (bijv. militaire strategieën).
5.6. Wie geniet bescherming? Internationaal humanitair recht beschermt personen die niet deelnemen aan de gevechten, zoals burgers en medisch en religieus militair personeel. Het beschermt eveneens personen die niet langer deelnemen, zoals gewonde en zieke strijders, schipbreukelingen en krijgsgevangenen. Deze personen hebben recht op respect voor hun leven en voor hun fysieke en mentale integriteit. Zij genieten eveneens juridische garanties. Zij moeten in alle omstandigheden en zonder onderscheid beschermd en menselijk worden behandeld. Het is in het bijzonder verboden gewonden of vijanden die zich overgeven te doden. Zieken en gewonden moeten worden verzameld en verzorgd door de partij die hen in haar macht heeft. Medisch personeel, voorraden, ziekenhuizen en ziekenwagens moeten worden beschermd.
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
28
5.7. Wat zijn de beperkingen inzake oorlogvoeren? Internationaal humanitair recht verbiedt methoden en middelen van oorlogvoeren die: • geen onderscheid kunnen maken tussen zij die deelnemen aan de gevechten en anderen, zoals burgers, die niet deelnemen. Het doel is zowel de burgerbevolking als individuele burgers en hun goederen te beschermen; • onnodig lijden veroorzaken; • ernstige en op lange termijn schade toebrengen aan het milieu. • Internationaal humanitair recht verbiedt ook het gebruik van bepaalde wapens zoals chemische en biologische wapens, blindmakende laserwapens, antipersoonsmijnen.
5.8. Hoe moet het recht worden toegepast? Staten moeten maatregelen nemen om het internationaal humanitair recht na te leven. Zij hebben een verplichting om deze regels te onderwijzen aan hun strijdkrachten en de bevolking in het algemeen. Zij moeten schendingen voorkomen en inbreuken bestraffen. De bekendmaking van de regels van het internationaal humanitair recht is een eerste belangrijke stap om inbreuken te voorkomen. Staten moeten op nationaal niveau ook wetgeving aanvaarden die de uitvoering van de internationale verdragen mogelijk maakt. Dit geldt in het bijzonder voor de bestraffing van ernstige inbreuken die als oorlogsmisdaden in de verdragen omschreven staan. Ook op internationaal niveau moeten maatregelen worden genomen. Staten hebben niet enkel de verplichting het internationaal humanitair recht na te leven, zij moeten het eveneens ‘doen’ naleven.
5.9. De gevolgen van oorlog (uit Grenzen aan oorlog, Inleiding) De gevolgen van een gewapend conflict voor een land en zijn inwoners situeren zich op verschillende domeinen en zijn afhankelijk van de duur en de intensiteit van het conflict. In huidige conflicten wordt de burgerbevolking hard getroffen. Dat burgers steeds vaker slachtoffer zijn van gewapende conflicten heeft te maken met de aard van de conflicten. Oorlogen worden niet meer - zoals in de tijd van bijvoorbeeld Napoleon - op een afgebakend slagveld uitgevochten, maar in steden en bewoonde gebieden. Ook het soort wapens dat wordt gebruikt - bijvoorbeeld antipersoonsmijnen - zorgt ervoor dat meer burgers worden getroffen. Ziekte, hongersnood, epidemieën, dood en verwonding zijn onrechtstreekse gevolgen van conflicten. Maar burgers worden ook rechtstreeks getroffen. Zij zijn in moderne oorlogen om allerlei militairstrategische redenen steeds vaker een doelwit op zich. Massamoorden, gijzelingen, seksueel geweld, gedwongen verplaatsingen en plunderingen, alsook de opzettelijke ontzegging van water-, voedsel-, en sanitaire voorzieningen zijn gevolgen van conflicten. Een gewapend conflict loopt vaak uit op een grootschalige verplaatsing van de burgerbevolking, zowel over de landsgrenzen heen als daarbinnen. Meestal moeten die mensen vrijwel al hun bezittingen achterlaten. Om een veilig onderkomen te vinden ver van de gevechten, moeten zij vaak grote afstanden te voet afleggen. Gezinnen worden gescheiden, kinderen verliezen tijdens de chaotische vlucht hun ouders uit het oog, familieleden die te oud en te zwak zijn om de moeilijke reis te ondernemen moeten noodgedwongen achterblijven en zichzelf zien te redden. Vluchtelingen en intern verplaatste personen verliezen hun inkomsten en middelen van bestaan. Om te overleven worden zij daardoor afhankelijk van hun gastheren en van humanitaire hulpverleningsorganisaties.
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
29
Ook vrouwen worden vaak bijzonder hard getroffen door gewapende conflicten. Als burgers worden zij tijdens conflicten vaak gedood en verwond door militaire aanvallen of door de aanwezigheid van her en der verspreide landmijnen. Ze ontberen de elementaire voorzieningen om te overleven en gezond te blijven en om voor hun gezin te zorgen. Vrouwen worden ook niet gespaard van verdwijningen, gijzeling, marteling, opsluiting en gedwongen inlijving bij de strijdkrachten. Zij zijn bovendien vaak het slachtoffer van seksueel geweld. Sinds de allereerste oorlogen zijn verkrachtingen en seksueel geweld gebruikt als middel van oorlogsvoering om de vijand te vernederen en te onderwerpen. Gewelddaden zoals verkrachting, gedwongen prostitutie, seksuele slavernij en gedwongen zwangerschap zijn afschuwelijke aantastingen van het leven en van de lichamelijke en geestelijke integriteit van de mens. Oorlogen hebben ook een zware impact op kinderen. Dat is altijd zo geweest, maar nu meer dan ooit. Gewapende conflicten treffen kinderen rechtstreeks. Ze doden, verminken en traumatiseren hen. Ze jagen kinderen op de vlucht en laten hen verweesd achter. Een extreme vorm van uitbuiting en mishandeling van kinderen in gewapende conflicten, is de gedwongen rekrutering van kindsoldaten en hun rechtstreekse of onrechtstreekse deelname aan de gevechten. Gewapende conflicten veroorzaken ook onrechtstreeks ellende voor kinderen. Door de oorlog geraken basisvoorzieningen zoals water, voedsel, onderdak en medische voorzieningen ontregeld. Scholen worden beschadigd. Leerkrachten worden vermoord. Gezondheidsposten worden vernietigd of zijn niet langer bevoorraad met essentiële geneesmiddelen. Er kan niet gezaaid worden. De oogst kan niet binnengehaald worden. De hongersnood die ontstaat, duurt vaak nog lang nadat de oorlog voorbij is. Achtergebleven munitie doodt of verwondt kinderen en zorgt ervoor dat hun families de landbouwgrond niet kunnen bewerken. Ook personen die rechtstreeks deelnemen aan de vijandelijkheden en die gewond zijn of gevangen genomen, zijn tijdens gewapende conflicten bijzonder kwetsbaar. Zij bevinden zich in handen van de ‘vijand’ en lopen het risico om gefolterd of gedood te worden. Een land wordt in de meeste gevallen grondig ontwricht door een gewapend conflict. De gevolgen van een oorlog blijven vaak nog lange tijd na het einde van de vijandelijkheden nazinderen. De heropbouw van gebouwen en wegen, van het gezondheidssysteem, de landbouw en de economie, de terugkeer van vluchtelingen en de verzoening van de samenleving nemen veel tijd in beslag. Op lange termijn zijn conflicten dan ook nefast voor de ontwikkeling van een land.
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
30
Bronnenlijst BV-databank, Steekkaart Spelvormen (online), https://www.kuleuven.be/icto/bv/bvbank/steekkaart.php?stid=41. Rode Kruis-Vlaanderen, Lespakket Grenzen aan Oorlog, (online), http://www.jeugdrodekruis.be. Rode Kruis-Vlaanderen, Internationaal Humanitair Recht, (online), http://www.rodekruis.be/NL/Internationaal/IHR Jeugd Rode Kruis en Rode Kruis-Vlaanderen, Antipersoonsmijnen en clustermunitie: een dodelijke erfenis, (online), http://www.jeugdrodekruis.be Jeugdwerknet, Spelen, (online), http://www.jeugdwerknet.be
Lespakket Grenzen aan Oorlog Te downloaden per onderdeel: http://www.jeugdrodekruis.be/downloads/GAOinleiding.pdf http://www.jeugdrodekruis.be/downloads/GAOWereldkaart.pdf http://www.jeugdrodekruis.be/downloads/GAOInleidingmenseninoorlog.pdf http://www.jeugdrodekruis.be/downloads/GAORegelsin0orlog.pdf http://www.jeugdrodekruis.be/downloads/GAOwapensinoorlog.pdf http://www.jeugdrodekruis.be/downloads/GAO05Deel03Gerechtigheidinoorlog.pdf http://www.jeugdrodekruis.be/downloads/GAOvermistinoorlog.pdf http://www.jeugdrodekruis.be/downloads/GAOBesluit.pdf http://www.jeugdrodekruis.be/jrk_content/downloads/biebox/lespakket/AntipersoonsmijnenClustermunitie.pdf Je kan het ook bestellen voor 12 euro (pakket + DVD). Wil je de DVD apart bestellen? Dan betaal je € 5. Rode Kruis-Vlaanderen, Dienst Humanitair Recht Motstraat 40, 2800 Mechelen Tel: 015 44 35 19
[email protected] Je kan het pakket ook ontlenen in de provinciale documentatiecentra van 'Kleur Bekennen'.
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
31
Bijlagen Bijlage 1: Basisregels van het internationaal humanitair recht (IHR) Het internationaal humanitair recht bevat regels die gelden in oorlogstijd. Deze regels bepalen hoe alle betrokkenen zich moeten gedragen en beklemtonen respect voor de vijand. Wie zich er niet aan houdt, kan vervolgd en bestraft worden. Het IHR 1. beschermt gewonde en zieke strijders ter zee en op het land; 2. beschermt wie niet (of niet langer) deelneemt aan de vijandelijkheden, zoals burgers (mannen, vrouwen en kinderen) en krijgsgevangenen; 3. bepaalt de methoden van oorlogsvoering. Enkel strijders en militaire doelen mogen worden aangevallen (zie principe 2) en binnen het conflict mag er geen onnodig leed veroorzaakt worden (zie principe 3). 4. bepaalt welke wapens gebruikt mogen worden en welke niet. Het internationaal humanitair recht verbiedt het gebruik van bepaalde wapens zoals chemische en biologische wapens, clustermunitie, blindmakende laserwapens, en antipersoonsmijnen. Het IHR is gebaseerd op de volgende basisprincipes: 1. de principes van menselijkheid. De waardigheid van de mens, van strijders, burgers en gevangenen, moet altijd gerespecteerd worden. Mensen moeten als mens behandeld worden. Dat betekent dat ze niet gemarteld mogen worden, recht hebben op voeding en onderdak. 2. onderscheid tussen burgers en strijders (of militaire doelen). Burgers en burgerlijke goederen moeten worden ontzien en mogen niet worden aangevallen. Wapens of methoden van oorlogvoering die dit principe niet respecteren, zijn verboden. 3. het verbod op onnodig (of buitensporig) leed. Conflictpartijen mogen niet meer geweld gebruiken dan nodig om de vijand buiten strijd te stellen. 4. het principe van proportionaliteit. Vaak is het niet mogelijk om enkel een militair doelwit te raken, bijvoorbeeld wanneer strijders hun activiteiten in bewoond gebied ontplooien. Zo’n militair doelwit mag wel aangevallen worden, maar enkel binnen redelijke verhoudingen (proportioneel). Er moet onder andere altijd gekozen worden voor het doelwit dat het minst schadelijk is voor de niet-strijders en wanneer er twee manieren zijn om een vijandelijk doelwit onschadelijk te maken, moet die manier gekozen die het minste gevaar inhoudt voor de bevolking en burgerlijke goederen zoals hospitalen en scholen. Het Internationale Rode Kruiscomité (ICRC) zet zich in om: - het internationaal humanitair recht bekend te maken en te doen naleven; - als neutrale onderhandelaar tussen gevechtspartijen op te treden: het Rode Kruis kiest nooit partij in een conflict; - slachtoffers van gewapende conflicten te beschermen en te ondersteunen door bijvoorbeeld het opsporen van vermiste personen en hen te herenigen met hun familie.
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
32
Bijlage 2: Opdracht Afghanistan
Bijlage 3: Lijst met originele titels 1. Oorlog in de stad 2. Leven in de frontlinie 3. Brood en bommen 4. Verlies na verlies 5. Vernieling en vlucht 6. Een verloren jeugd 7. Voetbal voor het leven 8. Op naar zelfvoorziening 9. Dodendans 10. Ik kon hen niet helpen 11. Welzijnszorg voor gevangenen 12. Zo dichtbij en toch zo ver 13. Nog een tragedie 14. Slapen op karton 15. De weg naar hulp 16. Verstrikt in het vuurgevecht 17. Enkel modder om te eten 18. Eindeloos lijden 19. Een familieman
20. Nasleep 21. Menselijke waardigheid 22. Bij de marastoon (vluchtelingenhuis) 23. Stap voor stap 24. Invaliditeit 25. Willekeurige wapens 26. Herenigd 27. Boodschappen van hoop 28. Wachtend op nieuws 29. Anderen helpen 30. Een luisterend oor 31.Ontworteld en vergeten 32. Thuis maar in nood 33. Helpende handen 34. Onderdak 35. Zestien jaar lang ontheemd 36. De eenzaamheid van oorlog 37. Doorgaan 38. Achter de tralies 39. Ontheemd 40. Slachtoffer van een mijn
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
33
Bijlage 4: Stellingen Extra inspiratie vindt u in het lespakket Grenzen aan Oorlog. 1. In een gewapend conflict mogen er nooit onschuldige mensen gekwetst raken. Ja – Neen – Soms Uitleg? Burgers mogen nooit het doelwit zijn van een aanval, maar het kan wel voorvallen dat burgers het slachtoffer worden van oorlogsgeweld. Het is niet verboden om burgerslachtoffers te maken als het principe van proportionaliteit correct wordt toegepast. Ook dienen de nodige voorzorgsmaatregelen worden getroffen om de burgerslachtoffers tot het minimum te beperken. 2. Een vijand die gewond is, moet je helpen. Ja – Neen – Soms Uitleg? Als een (vijandige) strijder gewond is geraakt deelt hij niet meer mee aan de vijandelijkheden en is dus beschermd. In de mate van het mogelijke dient de persoon dan ook worden verzorgd. 3. Alleen strijders van een officieel leger moeten zich aan de regels van het IHR houden. Ja – Neen – Soms Uitleg? Alle betrokken partijen bij een gewapend conflict moeten zich aan de regels van het IHR houden, dus zowel het reguliere leger als de gewapende groepen. 4. Het Rode Kruis kiest geen partij in een gevecht voor de ene of andere groep. Ja – Neen – Soms Uitleg? Het Rode Kruis is gebaseerd om een zevental basisprincipes, hiervan zijn neutraliteit en onpartijdigheid uitermate belangrijk voor de legitimiteit van de werkwijze. 5. Een ziekenhuis mag nooit aangevallen worden. Ja – Neen – Soms Uitleg? In principe mag een ziekenhuis nooit worden aangevallen. Wordt het gebouw van een ziekenhuis echter gebruikt voor militaire doeleinden (geen medische) dan kan de bescherming komen te vervallen. De principes van proportionaliteit en voorzorg dienen dan wel goed in acht te worden gehouden vooraleer er tot een aanval mag worden overgegaan. 6. Een school mag nooit aangevallen worden. Ja – Neen – Soms Uitleg? Burgerlijke goederen mogen in principe nooit worden aangevallen, zie uitleg bij vraag 5.
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
34
7. Sommige wapens, zoals een blindmakend laserwapen, mag door niemand in een conflict gebruikt worden. Ja – Neen – Soms Uitleg? Het leed dat door sommige wapens wordt veroorzaakt kan zo onnodig of buitensporig zijn dat er door middel van een internationaal verdrag een verbod op is gekomen, waaronder blindmakende laserwapens. 8. Het IHR geldt alleen voor westerse landen. Ja – Neen – Soms Uitleg? Neen, het IHR is voor iedereen! Alle landen op de wereld hebben de Verdragen van Genève erkend. 9. Een krijgsgevangene heeft het recht om contact te houden met zijn familie. Ja – Neen – Soms Uitleg? Inderdaad, dit kan bijv. tot stand worden gebracht door Rode Kruisberichten. 10. Vrouwen en kinderen mogen niet worden aangevallen. Ja – Neen – Soms Uitleg? Als vrouwen of zelfs kinderen deel uitmaken van een regulier leger of gewapende groep, zijn ze strijders. Dit houdt in dat zij legitieme militaire doelwitten zijn. Echter mogen kinderen onder de 15 jaar niet worden ingezet in een strijdmacht. Alle burgers -zijnde mannen, vrouwen en kinderen- mogen nooit doelwit worden van een aanval.
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
35
Bijlage 5: Kaartjes voor stellingen
A
A
B
B
C
C
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
36
Bijlage 6: Functieomschrijvingen rollen LEIDER De leider leest de opdrachten of stelling en brengt het gesprek op gang. Hij zorgt dat iedereen aan bod kan komen tijdens een discussie en vraagt dus naar iedereen zijn mening. Blijft er discussie, dan beslist de leider hoe het team verder gaat. TIPS 1. Gesprek starten -
Wat is de opdracht? Lees in de missiemap wat je team moet doen.
2. Gesprek op gang houden -
Vraag waar nodig om nadere uitleg bij wat een teamlid zei Voorkom afdwalen van het onderwerp Stel geen ja/nee vragen (Vind je dit mooi?) maar vraag “wat vind jij?” en “waarom?” Stel vragen om dieper op de zaak in te gaan: Wil je dat wat verduidelijken? Als ik het goed begrijp, bedoel je dat …
3. Iedereen betrekken -
Stimuleer de teamleden om hun mening te geven Geef iedereen de ruimte om uit te praten, en zorg dat iedereen luistert naar er gezegd wordt Spreek af wat er verder moet gebeuren (bv. naar welk land moeten we nu reizen?)
4. Conclusie formuleren -
Laat de groep tot een conclusie komen of vat zelf samen wat de groep besproken heeft
TIMEMANAGER De timemanager houdt de tijd in het oog en zorgt dat de teamleden hun vliegtuig of bus halen Je zorgt ook dat de missie niet vertraagt. TIPS 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Kondig aan hoeveel tijd er voor een bepaalde opdracht wordt voorzien (in de missiemap). Geef tijdig aan wanneer de tijd bijna om is. Bijv. We hebben nu nog één minuut. Geef aan wanneer de tijd om is. Zorg dat de verslaggever tijd heeft om de conclusies te noteren. Vraag de leider om de tijd te respecteren. Zorg dat het team bij elkaar blijft wanneer je van land naar land reist en probeer ook de reistijd tot het minimum te beperken.
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
37
VERSLAGGEVER De verslaggever noteert de conclusies en observaties van de onderzoeksteam. De verslaggever kan achteraf zijn nota’s doorspelen aan de rest van de team. TIPS 1. Noteer de conclusies van de groep. Laat de leider of de psycholoog de conclusie kort samenvatten. 2. Schrijf leesbaar. 3. Maak gebruikt van afkortingen, zoals IHR voor het internationaal humanitair recht. 4. De basisregels en –principes van IHR vind je achteraan op de reisfiche en achteraan in de missiemap. Er staat ook iets meer uitleg bij de regels en principes. Je kan hierop wijzen tijdens een discussie. 5. Verwijs naar de nummers van de principes en regels, in plaats van ze helemaal over te schrijven. Achteraf kan je de antwoorden van je team controleren via een “sleutel”. Deze is te vinden op de website www.jeugdrodekruis.be. PSYCHOLOOG In een missie als deze is een psycholoog onontbeerlijk. De psycholoog denkt na over de gevoelens van de mensen die je ontmoet en zorgt er ook voor dat de teamleden nadenken over hun eigen gevoelens. TIPS 1. Laat je teamleden eerst zelf nadenken over deze gevoelens. Als het moeilijk is om de emotie te benoemen, kan je hen een zetje geven. Voorbeelden van emoties zijn: Hoop, wanhoop, troost, paniek, vertwijfeling, angst, liefde, blijdschap, verdriet, teleurstelling, vertrouwen, schaamte, verontwaardiging, haat, bewondering, schuldgevoel, spijt, trots, medelijden, stress, … 2. Vraag door: waarom voelen ze zich zo? Wat kan je hieraan doen? 3. Weet dat het Rode Kruis ook zorgt voor psychosociale begeleiding van slachtoffers van gewapende conflicten. Dit kan je vertellen aan je teamleden. Vinden ze dit belangrijk? Waarom? Denken ze dat dit helpt? Is dit een taak voor het Rode Kruis?
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
38
Bijlage 7: Receptenblad
Handleiding leerkracht Fototentoonstelling Our World, At War
39