Infobrochure voor werkstudenten Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen
Luc Van Steenkiste
Versie 03-06-2014
VOORWOORD Deze brochure sluit aan bij de flexibilisering in het hoger onderwijs zoals deze in het structuurdecreet en het flexibiliseringdecreet van de Vlaamse Regering geconcipieerd en door de Universiteit Gent (UGent) ingevoerd werd. Eén van de belangrijke uitgangspunten van deze flexibilisering is een grotere participatie van oudere leeftijdsgroepen aan het hoger (universitair) onderwijs en een kwalificatieverhoging van werknemers binnen een algemeen kader van levenslang leren. Aldus gecreëerde nieuwe trajectmogelijkheden, zoals o.a instroom via schakelprogramma’s, grotere studiespreidingsmogelijkheden via deeltijdse programma’s en geïndividualiseerde trajecten, blijken inderdaad in eerste instantie ook heel wat werknemers aan te spreken.. Aangezien het overgrote deel van de universitaire opleidingen dagopleidingen zijn (ook aan de UGent), is het evenwel duidelijk dat deze mogelijkheden op zich geen blijvend appel op deze groep zullen garanderen zonder ondersteuning vanuit o.m. de onderwijsinstellingen zelf. Wat de UGent betreft, werden zowel op centraal als op facultair niveau (FPPW) reeds heel wat inspanningen geleverd mbt het faciliteren van de combinatie werken/studeren. Het is echter evenzeer duidelijk dat er - o.a. financieel-organisatorische- grenzen zijn aan de flexibiliseringsmogelijkheden vanuit de onderwijsinstellingen. Om van het ideaal van levenslang leren op termijn een succesverhaal te maken, lijken aanvullende stimulerende maatregelen vanuit het werkgelegenheidsbeleid, de fiscaliteit en de sociale zekerheid naar (potentiële) werkstudenten dan ook zeer wenselijk. Deze brochure wilt een overzicht geven van de huidige stand van zaken m.b.t. tot de mogelijkheden om werk en studies te combineren aan onze faculteit.
Luc Van Steenkiste Trajectbegeleider FPPW
Dienst onderwijsondersteuning FPPW – Luc Van Steenkiste
3
INHOUD
Dienst onderwijsondersteuning FPPW – Luc Van Steenkiste
4
DEEL 1
UGent -voorzieningen
5
WERKSTUDENTENSTATUUT Studenten kunnen zich per academiejaar bij de UGent-directie Onderwijsaangelegenheden, afdeling 'Studentenadministratie en studieprogramma’s' (Rectoraat, St-Pietersnieuwstraat 33, 9000 Gent) laten registreren als werkstudent middels het daartoe voorziene formulier om bijkomende faciliteiten te kunnen aanvragen. Dit formulier kan per post verstuurd worden naar hoger vermeld adres of on-line via
[email protected] .Zij dienen hieraan een 'verklaring van de werkgever' toe te voegen, die hierin bevestigt dat de student(e) voor minstens 80 uren per maand tewerkgesteld is of voor minstens 80 uren per maand een zelfstandige activiteit uitoefent. Welke bijkomende faciliteiten op grond van dit statuut kunnen bekomen worden verschilt per faculteit. Voor de FPPW kunnen volgende faciliteiten worden toegekend in samenspraak met de lesgever : −
Verplaatsen van een examen naar een ander moment indien de werkstudent moet aanwezig zijn op het werk op het voorziene examen-moment (mits voorleggen van een werkgevers-attest)
−
Verplaatsen van examen-feedback naar een andere datum indien de werkstudent moet aanwezig zijn op het werk op het voorziene feedback-moment (mits voorleggen van een werkgevers-attest)
−
Toekennen van een individuele opdracht (in plaats van een – werkstudent-onvriendelijk groepswerk) als werkvorm bij practica, en dit voor zover de beoogde competenties op een evenwaardige manier kunnen gerealiseerd worden via deze individuele opdracht.
Het formulier om dit statuut aan te vragen vind je via: http://www.ugent.be/nl/studeren/flexibel-studeren/werken-studeren/werkstudent.htm Er moet onderscheid gemaakt worden tussen een 'werkstudent' (een meer algemene aanduiding van iemand die werken en studeren combineert) en een 'jobstudent'. Jobstudenten zijn een meer specifieke categorie van werkstudenten die tewerkgesteld zijn via een 'studentencontract', waarvan de maximumduur 6 maanden bedraagt. Meer informatie hierover vind je via http://www.ugent.be/nl/voorzieningen/jobdienst
Opgemerkt dient te worden dat het 'werkstudentenstatuut' in de UGent-context een heel specifieke betekenis heeft, met name de officiële vaststelling door de UGent dat een student minstens halftijds tewerkgesteld is, waardoor deze aan de lesgever bijkomende specifieke faciliteiten kan aanvragen (verschillend naargelang de specifieke faculteit). De studenten zelf gebruiken de term
6
'werkstudentenstatuut' meestal in een andere meer algemene zin, met name in de betekenis van de implicaties die de combinatie werken-studeren heeft op sociaal-administratief-financieel vlak mbt studietoelagen, kinderbijslag, fiscaliteit, ... Meer info hierover vind je in de laatste hoofdstukken van deze brochure.
7
ICT- TOEPASSINGEN Binnen de UGent wordt reeds sinds lang op ruime schaal diverse ICT-toepassingen gebruikt. Met de invoering van de uniforme elektronische leeromgeving ‘Minerva’ wil(de) de UGent gelijkvormigheid, veralgemening en verrijking van deze toepassingen bewerkstelligen. Minerva werd op korte termijn een groot succes en kende een enthousiast onthaal bij de gebruikers. Het is een gebruiksvriendelijk systeem met toegang voor elke Ugent-student (studenten die zich inschrijven via een examencontract moeten hiervoor wel een bijkomend bedrag betalen) Van zodra men centraal ingeschreven is voor de opleiding ontvangt men een Ugent-account en bijhorende login-gegevens. Vanaf dan beschikt de student(e) ook over een eigen UGent-emailadres en kan men inloggen op Minerva : −
de Minerva-cursussites kan men raadplegen voor informatie over de vakken waarvoor men ingeschreven is en die door de lesgevers van deze vakken via dit kanaal gecommuniceerd worden. Deze informatie kan omvatten : o.a. slides ter voorbereiding van de lessen, informatie over de examens, oefeningen, het leermateriaal...., annulatie van een les, ...
−
de Minerva-infosites kan men raadplegen voor allerlei vak-overschrijdende informatie, meestal van administratieve aard, die door een aantal facultaire diensten (meestal FSA en trajectbegeleider) gecommuniceerd worden naar de studenten van eenzelfde opleiding.
Regelmatige (liefst dagelijkse,minstens wekelijkse) raadpleging en controle van de langs dit kanaal verstrekte informatie is heel belangrijk. Zoniet dreigen studenten belangrijke info (o.a. ivm taken, deadlines, verplaatsing of annulering van de lessen, leermateriaal enz.) te mislopen. Dikwijls wordt de informatie die op Minerva geplaatst wordt ook automatisch naar je UGent-inbox verstuurd. Nog al te vaak wordt vastgesteld dat (werk)studenten hier te weinig aandacht voor hebben en te laat hun berichten nakijken waardoor ze in de problemen komen.. Op deze manier is een efficiënte, tijd- en plaatsonafhankelijke informatiedoorstroming mogelijk tussen lesgevers en studenten. Zo kunnen werkstudenten, die niet altijd regelmatig de lessen kunnen bijwonen of op de faculteit aanwezig zijn, toch perfect op de hoogte blijven van alle vereisten, taken, deadlines, administratieve plichtplegingen, aanpassingen, wijzigingen, afspraken, kalenders, berichten. Bovendien kunnen studenten via dit systeem met elkaar communiceren op de voorziene fora. Zo kunnen werkstudenten elkaar ook ondersteunen door vragen te beantwoorden, initiatieven te lanceren en voorstellen te doen, samen te werken, afspreken over het maken en doorgeven van nota’s enz. 8
Deze technologie maakt, in zijn huidige vorm, ook reeds een relatief beperkte vorm van alternatieve, plaats-en tijdsonafhankelijke, leer-en evaluatievormen bij bepaalde vakken mogelijk. Het is de bedoeling de toegang tot dit netwerk verder te verruimen en het systeem met nieuwe applicaties uit te breiden.
Een nog recentere ICT-UGent-toepassing is Oasis .Dit is het centraal administratief on-line systeem van de UGent waarmee ook de studenten een deel van hun eigen administratie kunnen/moeten verrichten eens ze ingeschreven zijn : elk jaar herinschrijven, hun curriculum aanduiden, attesten uitprinten (o.a. Inschrijvingsbewijs (bijv. tbv betaald educatief verlof), verzekeringsbewijs, NMBS-attest). Nieuwe studenten moeten zich evenwel eerst bij de centrale UGentdienst 'inschrijvingen' ter plaatse gaan aanmelden. Eens ze voor de eerste keer zijn ingeschreven als UGent-student, betaald hebben voor de opleiding, en een Ugent-account met bijhorende login-gegevens ontvangen hebben, kunnen ze hiermee inloggen op het Oasissysteem.
Voor meer informatie over het gebruik van Minerva: http://icto.ugent.be/algemeneinfominerva http://icto.ugent.be/booktree/2/5/100 (handleiding)
9
SPREIDING VAN DE STUDIES Aan de UGent bestaan heel wat mogelijkheden om de studies te spreiden. Deze mogelijkheden zijn afhankelijk van de inschrijvingswijze. Er zijn 6 mogelijke inschrijvingswijzen: 1. diplomacontract met modeltraject 2. diplomacontract met geïndividualiseerd traject (GIT) 3. creditcontract 4. examencontract met het oog op het behalen van een diploma, met modeltraject 5. examencontract met het oog op het behalen van een diploma, met geïndividualiseerd traject 6. examencontract met het oog op het behalen van een creditbewijs voor één of meer opleidingsonderdelen Via het diplomacontract of examencontract met modeltraject kan men zich zowel voltijds als halftijds inschrijven voor een studiejaar. Dit houdt in dat men een studiejaar kan spreiden over twee academiejaren. Hierbij ligt vast welke vakken men in het eerste respectievelijk tweede deeltijds jaar moet volgen. Via een diplomacontract of examencontract (met het oog op het behalen van een diploma) met geïndividualiseerd traject (GIT) wordt een nog flexibelere spreiding mogelijk over een onbeperkte termijn: een (werk)student kan via Oasis zelf de vakken kiezen die hij/zij per academiejaar wenst op te nemen en zo zijn/haar persoonlijk curriculum samenstellen . Deze GIT-formule is voor werkstudenten veruit de meest interessante aangezien studenten op deze manier zelf kunnen bepalen hoeveel en welke vakken zij per academiejaar wensen op te nemen en dus over welke zelfbepaalde termijn ze hun studies willen spreiden. Aan onze faculteit (FPPW) kunnen studenten zich zelfs inschrijven vanaf 1 vak per academiejaar. Ze kunnen zich zo ook selectief inschrijven voor vakken waarvan ze de lessen en/of practica kunnen bijwonen zodat lessenrooster en werkschema op elkaar kunnen afgestemd worden. Wie kiest voor de relatief goedkope formule van een examencontract moet er rekening mee houden dat daaraan geen faciliteiten gekoppeld zijn zoals aan een diploma-of creditcontract: studenten met een examencontract mogen geen lessen bijwonen, ontvangen geen studentenkaart (en hebben dus geen recht op de sociale voorzieningen van de Ugent), en geen account (wel mits een opleg van 100 euro ), waardoor ze geen toegang hebben tot Minerva, dat vooral ook voor 10
werkstudenten (en andere studenten die niet altijd tijdens de lessen aanwezig kunnen zijn) nochtans een belangrijk ondersteunend instrument is. Indien men één of meerdere vakken uit één of meerdere opleidingen wenst te volgen zonder de bedoeling een diploma te behalen van de opleidingen waaruit men deze vakken kiest, kan men zich inschrijven via een creditcontract. Deze formule wordt gebruikt door mensen die enkel uit interesse een aantal vakken willen volgen, of door studenten die aanvullend bij hun basisopleiding ook nog een aantal vakken uit een andere opleiding of afstudeerrichting volgen ter verbreding,verdieping of specifiëring van hun basisopleiding (bijv.een student psychologie die in het bijzonder geïnteresseerd is in het deeldomein van forensische psychologie kan zich tezelfdertijd inschrijven via een diplomacontract voor de opleiding psychologie en voor een aantal vakken uit de opleiding criminologie via een creditcontract). Het is dus mogelijk een inschrijving via een diplomacontract voor een bepaalde opleiding te combineren met een inschrijving via een creditcontract voor vakken uit een andere opleiding of afstudeerrichting. Het combineren van een diplomacontract en creditcontract binnen eenzelfde afstudeerrichting is aan onze faculteit niet toegestaan. Voor meer informatie: http://www.ugent.be/nl/onderwijs/administratie/inschrijven
11
ERKENNING VAN EVC EN EVK Door het flexibiliseringsdecreet kunnen studenten vanaf het academiejaar 2005-2006 hun ‘eerder verworven competenties’(EVC’s) laten meetellen in het hoger onderwijs. Volgens het decreet zijn EVC’s ‘het geheel van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes dat niet werd bekrachtigd door een studiebewijs (uit een formeel leertraject)’. Dit kan o.a. inhouden: de ervaring die men heeft opgedaan in een werkomgeving, een computerprogramma waarmee men heeft leren werken in vrijetijdsverband, een VDAB-cursus, een vreemde taal die men beheerst door een langdurig verblijf in het buitenland… Deze EVC-maatregel van het flexibiliseringsdecreet is te kaderen binnen de beoogde bevordering van het levenslang leren, door het resultaat van dit leerproces expliciet te erkennen in het verdere studietraject. Het in rekening brengen van deze praktijkervaring kan de drempel tot het verder studeren helpen verlagen. Personen die op basis van hun ervaringen van oordeel zijn over competenties voor het hoger onderwijs beschikken kunnen deze laten onderzoeken via een bekwaamheidsonderzoek. Een bekwaamheidsonderzoek kan resulteren in een bewijs van bekwaamheid dat de erkende competenties vermeldt waarmee de student vrijstellingen kan aanvragen binnen een bepaalde opleiding. De EVC-procedure heeft dus niet automatisch vrijstellingen tot gevolg, maar moet wel eerst doorlopen worden om deze te kunnen bekomen. Het doorlopen van de EVC-procedure is niet kosteloos. Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen EVC’s en EVK’s (eerder verworven kwalificaties). Vrijstellingen op basis van EVK’s worden al jaren toegepast. Men spreekt over een EVK wanneer er sprake is van een binnenlands of buitenlands studiebewijs (bijv. diploma, creditbewijs,..) dat aangeeft dat een formeel leertraject met goed gevolg werd doorlopen. Met deze EVK’s kan wel rechtstreeks en kosteloos een vrijstelling aangevraagd worden. Voor meer info over EVC-vrijstellingen: Directie onderwijsaangelegenheden UGent, St-Pietersnieuwstraat 7, 9000 Gent o
Contactpersoon :
[email protected]
o
http://www.augent.be/index.php/onderwijs/evc
Voor meer info over EVK-vrijstellingen aan de FPPW: o
http://www.fsappw.ugent.be/index.php?position=7x1x0
12
DEEL 2
FPPW-voorzieningen
13
BEVORDEREN PARTICIPATIE WERKSTUDENTEN
Principe FPPW Onze faculteit is voorstander van een maximale participatie van werkstudenten aan de onderwijsactiviteiten. Elke student heeft recht op een volwaardige opleiding. Onze faculteit weigert in te leveren op kwaliteit, wat bij heel wat (minderwaardige) opleidingsalternatieven voor werkstudenten, die vnl.of zelfs uitsluitend gebaseerd zijn op zelfstudie, helaas wel vaak het geval is. Bij dergelijke alternatieven ligt het accent vaak meer op het behalen van een diploma in plaats van op het verwerven van de via de opleiding beoogde competenties. Dit is ook een kwestie van verantwoordelijkheid naar de samenleving ten dienste waarvan gediplomeerden zich uiteindelijk moeten stellen. Onze faculteit wil de werkstudenten de belangrijke meerwaarde die het bijwonen van lessen en de deelname aan practica biedt dan ook niet onthouden. Onze faculteit voorziet alternatieven door een grote mate van flexibiliteit te garanderen en voor zover de door de vakken beoogde competenties evenwaardig kunnen gerealiseerd worden.
Samenwerkingsverband werkstudenten In het begin van het academiejaar wordt via Minerva aan alle FPPW-werkstudenten gevraagd hun e-mailadres te bezorgen aan de trajectbegeleider om, door de (verdere) uitbouw van een samenwerkingsverband tussen werkstudenten, onderlinge ondersteuning van deze studenten per opleiding mogelijk te maken waarin communicatie en uitwisseling van gegevens centraal staan. Hiertoe worden volgende initiatieven genomen : −
Oplijsten van de e-mailadressen van werkstudenten per opleiding en doorsturen van deze lijsten naar alle collega-werkstudenten van dezelfde opleiding
−
Organiseren van bijeenkomsten voor werkstudenten met volgende bedoelingen :
- onderlinge kennismaking werkstudenten - onderlinge uitwisseling van informatie (o.a. lesnotities) door werkstudenten - voorstelling door de trajectbegeleider van het facultair aanbod naar werkstudenten - beantwoorden van vragen mbt werstudentenaangelegenheden door de trajectbegeleider
14
- signaleren van knelpunten/formuleren van tips ter verbetering door werkstudenten
Lessen Aanwezigheid tijdens de (theoretische) lessen is voor heel wat werkstudenten niet evident aangezien universitair onderwijs vrijwel uitsluitend dagonderwijs is. Hoewel de UGent-OER aanwezigheid tijdens de (theoretische) lessen niet verplicht stelt, is deze niettemin sterk aangeraden : de lesgever geeft immers niet alleen toelichting en uitleg bij de leerstof, maar ook aanvullende informatie over recente ontwikkelingen, inzichten, publicaties binnen zijn vakgebied, die nog niet in syllabi of handboeken is opgenomen. Werkstudenten die lessen van bepaalde vakken niet kunnen bijwonen, doen er dan ook goed aan te proberen zo veel mogelijk lesnotities hiervan te bekomen. Het eerder vermelde samenwerkingsverband tussen werkstudenten is hier een mogelijkheid toe. Ook het afstemmen van het lessenrooster op zijn/haar werkrooster door de mogelijkheid zich selectief voor bepaalde vakken (waarvan men de lessen kan bijwonen)per academiejaar in te schrijven via een GIT biedt hier een uitkomst. Vanaf academiejaar 2010-2011 werd ook gestart met audio-/video-opnames van de lessen van een aantal vakken. Deze opnames worden on-line ter beschikking gesteld van de studenten via http://www.slidecast.ugent.be/ . Momenteel worden er opnames van de lessen (geen practica) van +- 50 FPPW-vakken gerealiseerd. Het is de bedoeling dit aantal elk academiejaar uit te breiden.
Practica Aan heel wat vakken zijn ook practica verbonden. Een aantal hiervan is tijds-en plaatsonafhankelijk te realiseren en dus interessant voor werkstudenten. Voor andere practica is aanwezigheid ter plaatse ofwel ten sterkste aanbevolen met oog op het examen van dit vak op het eind van het semester (periodieke evaluatie) ofwel zelfs verplicht wegens het plaatsvinden van evaluaties van deelname van de student aan deze practica in de loop van het semester (permanente evaluatie). Eventueel verplichte aanwezigheid bij practica hangt samen met de gehanteerde werkvorm, die dan weer functie is van de door de practica beoogde competenties.
15
Om maximale participatie van werkstudenten bij deze practica mogelijk te maken voorziet onze faculteit een aantal bijkomende mogelijkheden : −
Practica worden vaak gerealiseerd door de grote groep studenten in kleinere groepen op te delen. De tijdsplanning voor deze practica verschilt per practicumgroep. In functie van zijn/haar werkrooster en deze diversiteit aan datums en tijdstippen waarop deze practica doorgaan voor de verschillende groepen, kan de werkstudent kiezen voor die (en slechts één) practicumgroep waarvoor de practica plaatsvinden op momenten die het best in zijn/haar agenda passen. Bovendien doet de faculteit extra-inspanningen om zoveel mogelijk (en vooral voor de practica met permanente evaluatie) de practica voor één van de practicumgroepen (waarbij werkstudenten dan bij voorkeur kunnen aansluiten) op avondmomenten te voorzien. Werkstudenten kunnen vooraf (vooraleer de facultaire online-procedure voor de keuze van practicum-groepen van start gaat in het begin van elk semester) plaats in een practicumgroep reserveren via Helena De Ruyter (via
[email protected]) van onze FSA.
Sommige lesgevers groeperen de werkstudenten in één practicumgroep zodat deze onderling het tijdsschema van de practica kunnen afspreken. −
Voor de vaak gehanteerde practicum-werkvorm 'groepswerk' bestaat er voor werkstudenten de mogelijkheid om -in samenspraak met de lesgever- de groepstaak op individuele basis te realiseren zodat een problematische afhankelijkheid van de andere groepsleden (meestal reguliere studenten) kan vermeden worden.
Dit is mogelijk voor wie een 'werkstudentenstatuut' wordt toegekend.
Eveneens op voorwaarde dat men over een werkstudentenstatuut beschikt kan men in samenspraak met de lesgever een alternatieve datum aanvragen om het examen van een bepaald vak af te leggen of de feedback over dit examen bij te wonen voor zover men wegens werkomstandigheden niet aanwezig kan zijn op het voorziene examen-en/of feedbackmoment en mits attestering door de werkgever.
16
TRAJECTBEGELEIDING Bij de recente introductie van een nieuwe vorm van studie-en studentenbegeleiding, maakte de UGent een duidelijk onderscheid tussen studiebegeleiding enerzijds, waarbij de klemtoon vnl. op het (vak)inhoudelijke aspect ligt, en studentenbegeleiding anderzijds, die zich meer richt op de ‘procesmatige’ aspecten van het studeren, zoals studiekeuze, studievoortgang, studietraject. Deze tweede functie wordt per faculteit opgenomen door een trajectbegeleider (TB). Deze biedt een complete ondersteuning van de studieloopbaan van elke student, van bij de instroom, over de doorstroom en eventueel spoorwissel, tot aan de uitstroom. De ondersteuning is bij rechtstreekse hulp aan individuele studenten vnl. gericht op de verschillende keuzemomenten die het concreet traject (de weg waarlangs) van elke individuele student(e) bepalen. De toename van keuzemogelijkheden werd juist door de flexibilisering van het onderwijs gecreëerd om een studietraject op maat van de individuele student mogelijk te maken. Vanuit de rechtstreekse individuele ondersteuning kan zich, door herhaalde confrontatie met gelijkaardige hulpvragen bij eenzelfde studentengroep (bijv. werkstudenten), ook een doelgroepspecifieke ondersteuning ontwikkelen, die bijv. kan voorzien in een doelgroepspecifiek informatie-aanbod.. Deze brochure is hiervan een voorbeeld. Elke FPPW-werkstudent kan ook voor individuele hulp en voor informatie over alle aspecten van de combinatie studeren-werken bij de facultaire STB terecht. Contactinformatie: Luc Van Steenkiste (trajectbegeleider FPPW) Henri Dunantlaan 2, 9000 Gent (lokaal 110.009) Tel. 09/264.62.71 E-mail:
[email protected]
17
DEEL 3
Overheidsvoorzieningen
18
BETAALD EDUCATIEF VERLOF Betaald educatief verlof (BEV) is voor bepaalde opleidingen mogelijk voor werkstudenten in de privé-sector. Het principe is dat werknemers de kans moeten krijgen zich bij te scholen via verlof die de werkgever toestaat voor het volgen van een opleiding. De werkgever wordt hiervoor van overheidswege vergoed. Ook de opleiding die men wilt volgen moet aan bepaalde criteria voldoen om in aanmerking te komen voor BEV. De opleidingen aan de FPPW van de UGent zijn niet officieel erkend voor BEV, aangezien de reglementering terzake bepaalt dat BEV in principe slechts mogelijk is voor opleidingen die ’s avonds en/of tijdens het weekend georganiseerd worden. Voortaan evenwel hebben ook studenten die ingeschreven zijn via een examencontract tot het behalen van een diploma (EXCODIP) recht op 3 x de wekelijkse arbeidsduur (in uren) betaald educatief verlof per academiejaar, en dit ongeacht het aantal opgenomen studiepunten per academiejaar. Zij kunnen die uren gebruiken naar believen : voor deelname aan en/of voorbereiding van de examens, voor deelname aan lessen/oefeningen, een gewone verlofdag,.. Gezien de beperkingen van EXCODIP-formule op andere vlakken is het aangewezen slechts voor één vak (een vak zonder practica !) in te schrijven via deze formule en voor de rest van de vakken via een gewoon diplomacontract (DIPCO). De studenten die beroep wensen te doen op BEV moeten dus aanvankelijk inschrijven via een gewoon diplomacontract (DIPCO) voor de opleiding, waarna ze aan de trajectbegeleider doorgeven welke vakken uit hun curriculum ze via een examencontract wensen op te nemen. Vervolgens wordt dit aangepast in hun curriculum via Oasis. Meer informatie over de aanvraagprocedure tot het bekomen van betaald educatief verlof en
over
de
concrete
toepassing
kan
bekomen
worden
via
de
trajectbegeleider
(
[email protected]) De administratie hierrond is beperkt tot : −
een officieel inschrijvingsattest via het centraal administratief systeem OASIS
−
een attest waarop de naam van het vak (of de vakken) die via examencontract worden opgenomen vermeld staan
−
een attest van deelname aan de examens
Deze documenten moeten aan de werkgever bezorgd worden
19
Studenten die zich inschrijven via een creditcontract (CREDCO) of een examencontract tot het behalen van credits (EXCOCRED) komen niet in aanmerking voor BEV. De aanvraag moet uiterlijk tegen 31/10 worden ingediend bij de werkgever om hierop recht te hebben. Na deze deadline kunnen werkstudenten nog altijd een BEV-aanvraag indienen maar dan kan de werkgever dit wel weigeren. Voor meer informatie: Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, Directie Betaald Educatief Verlof , Ernest Blerotstraat 1, 1070 Brussel o
Contactpersoon : Martine Vancorenland
o
Tel. : 02/233 47 02
o
E-mail :
[email protected]
o
Informatiebrochure : http://www.werk.belgie.be/WorkArea/showcontent.aspx?id=3812
o
Reglementering : http://www.werk.belgie.be/moduleTab.aspx?id=537&idM=102
o
Meer info : http://www.werk.belgie.be/defaultTab.aspx?id=536
20
OPLEIDINGSCHEQUES Met opleidingscheques kun je als werkstudent een opleiding betalen bij een erkende opleidingsverstrekker zoals de UGent. Er zijn twee verschillende stelsels: 1. opleidingscheques voor werknemers (VDAB) 2. opleidingscheques voor ondernemingen en vzw’s (Vlaamse Gemeenschap). Ondernemingen- en werknemerscheques combineren voor één en dezelfde opleiding is niet toegelaten. Opleidingscheques voor werknemers Als werknemer of ambtenaar woonachtig in Vlaanderen of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kun je opleidingscheques aanvragen bij de VDAB. Voor elke opleiding die met deze opleidingscheques betaald wordt, betaalt de overheid voor de helft bij. Per kalenderjaar kan maximaal voor 250 euro aan opleidingscheques aangekocht worden (uiteindelijke kostprijs voor de werknemer: 125 euro). De cheques kunnen enkel gebruikt worden om rechtstreekse studiekosten zoals inschrijvingsgeld en cursusmateriaal te betalen. Cursussen of ander didactisch materiaal die niet werden aangekocht bij de verstrekker komen niet in aanmerking, evenmin als onrechtstreekse kosten zoals vervoer en kinderopvang. De cheques kunnen ook gebruikt worden tijdens de opname van een tijdskrediet of voor opleidingen die worden gevolgd via educatief verlof. De cheques kunnen besteld worden bij de VDAB tot 2 maanden na aanvang van de opleiding en kunnen 14 maanden gebruikt worden. Werknemers zonder een hoger-onderwijs-diploma kunnen een bijkomende tegemoetkoming krijgen voor een bachelors-opleiding, een lerarenopleiding, of een opleiding via Onderwijs voor Sociale Promotie. In dit geval kan men de helft van het bedrag boven het persoonlijk forfaitair jaarbedrag van de opleidingscheques (=250 euro) terugbetaald krijgen via de VDAB (tot een maximum van 125 euro).
Voor meer informatie: o
http://vdab.be/opleidingscheques/werknemers.shtml of tel. 0800 30 700
21
Voor meer informatie over het gebruik van opleidingscheques aan de UGent : o
http://www.ugent.be/nl/onderwijs/administratie/studiegeld/opleidingscheques
KMO-portefeuille (opleidingscheques voor ondernemingen (werkgevers)) De KMO-portefeuille is een subsidiemaatregel van de Vlaamse Overheid waarmee bedrijven 35% van hun investeringen in opleiding, advies, kennis, of mentorschap kunnen terugkrijgen. Het is de bedoeling om ondernemingen te stimuleren meer te investeren in hun menselijk kapitaal. De subsidiemaatregel omvat onder andere de vroegere opleidingscheques voor ondernemingen. Het aanvragen en het beheren van de subsidie gebeurt via een elektronische ondernemerschapsportefeuille. Dit is een interessante mogelijkheid voor studenten-ondernemers (zelfstandige werkstudenten) Een
aanvraag
on-line
is
mogelijk
via
http://ewbl-
publicatie.vlaanderen.be/servlet/ContentServer?c=Page&pagename=Ondernemen%2FPage%2FMVG_C MS4_VT_Special_Subnav&cid=1228377721840 Voor meer informatie: o
http://vdab.be/opleidingscheques/bedrijven.shtml of tel. 0800 30 201
Voor meer informatie over het gebruik van de KMO-portefeuilleaan de UGent : o
http://www.ugent.be/nl/onderwijs/administratie/studiegeld/opleidingscheques
22
LOOPBAANONDERBREKING OF TIJDSKREDIET Formules voor loopbaanonderbreking en tijdskrediet bieden werknemers de mogelijkheid tijdelijk hun beroepsloopbaan geheel of gedeeltelijk te onderbreken, bijvoorbeeld om studies aan te vatten. Als compensatie voor het loonverlies ontvangen zij van de RVA een onderbrekingsuitkering. De reglementering verschilt naargelang de tewerkstellingssector (o.a. onderscheid tussen privéen openbare sector) en de tewerkstellingsvorm (onderscheid tussen statutaire en contractuele tewerkstelling). Deze verschillen bepalen ook of de toekenning van het tijdskrediet of de loopbaanonderbreking een recht van de werknemer dan wel een gunst van de werkgever is. De aanvraag moet ingediend worden bij de werkgever. Na akkoord van de werkgever kan dan een aanvraag tot uitkering bij de RVA ingediend worden. De onderbrekingsuitkering kan aangevuld worden met een extra aanmoedigingspremie van de Vlaamse Overheid. Ook hier verschilt de reglementering naargelang de tewerkstellingssector. Voor meer informatie: o
http://www.rva.be/frames/frameset.aspx?Path=D_opdracht_LBO/&Items=1&Language= NL
o
http://www.werk.belgie.be/publicationDefault.aspx?id=35085
o
http://www.werk.be/online-diensten/aanmoedigingspremies
23
STUDEREN EN WERKEN ALS ZELFSTANDIGE Voor zelfstandigen die bestaan ook een aantal faciliteiten. Een uitstekend overzicht hiervan vindt u via http://centrum-voor-ondernemen.be/upload/zenito_studeren-en-ondernemen.pdf We lichten hier vervolgens 2 van deze faciliteiten toe : KMO-portefeuille (opleidingscheques voor ondernemingen (werkgevers)) De KMO-portefeuille is een subsidiemaatregel van de Vlaamse Overheid waarmee bedrijven 35% van hun investeringen in opleiding, advies, kennis, of mentorschap kunnen terugkrijgen. Het is de bedoeling om ondernemingen te stimuleren meer te investeren in hun menselijk kapitaal. De subsidiemaatregel omvat onder andere de vroegere opleidingscheques voor ondernemingen. Het aanvragen en het beheren van de subsidie gebeurt via een elektronische ondernemerschapsportefeuille. Dit is een interessante mogelijkheid voor studenten-ondernemers (zelfstandige werkstudenten) Een
aanvraag
on-line
is
mogelijk
via
http://ewbl-
publicatie.vlaanderen.be/servlet/ContentServer?c=Page&pagename=Ondernemen%2FPage%2FMVG_C MS4_VT_Special_Subnav&cid=1228377721840
Gelijkstelling met ‘zelfstandige in bijberoep’ Studenten die een zelfstandige activiteit uitoefenen en die aan de voorwaarden voldoen kunnen zich aansluiten als “ zelfstandige in hoofdberoep met gelijkstelling bijberoep”. Men is dan perfect sociaal in orde om de zelfstandige activiteit uit te oefenen, maar men betaalt minder of geen sociale bijdragen.
24
STUDIETOELAGEN VAN DE VLAAMSE OVERHEID Ook werkstudenten komen als onder bepaalde voorwaarden in aanmerking voor een studietoelage van de Vlaamse overheid (studiebeurs). Deze voorwaarden hebben betrekking op nationaliteit, studietraject en inkomen (gekoppeld aan de gezinssituatie) van de student. Nationaliteit -De student(e) moet EU-onderdaan zijn en woont al 5 jaar ononderbroken in België -De student(e) is of diens ouders zijn EER-onderdaan -De student(e) behoort tot een andere dan voormelde categorieën
Voor meer informatie over de concrete betekenis van deze voorwaarden, zie : http://www.centenvoorstudenten.be/apps.aspx?smid=419
Studievoorwaarden -Je volgt een financierbare opleidingt Je kan een studietoelage ontvangen voor het behalen van 2 bachelordiploma's, 1 masterdiploma, 1 schakelprogramma, 1 voorbereidingsprogramma en 1 specifieke lerarenopleiding als vervolgopleiding aan een hogeschool of universiteit. Voor een voorbereidingsprogramma op een vervolgopleiding (bv. BanaBa, ManaMa, ...) en voor de vervolgopleiding zelf, kan je geen studietoelage krijgen. Wanneer je een financierbare opleiding (bv. een masteropleiding) combineert met een voorbereidingsprogramma op een vervolgopleiding of een vervolgopleiding, dan is er geen recht op een studietoelage voor de financierbare opleiding tenzij je voor deze financierbare opleiding in je diplomajaar zit. -Je studeert met een diplomacontract Je komt enkel in aanmerking als je ingeschreven bent met een diplomacontract van minstens 27 studiepunten (uitzondering: diplomajaar). Studiepunten die je opneemt met een creditof examencontract geven geen recht op een studietoelage.
25
-Je hebt nog studietoelagekrediet over Je hebt recht op een studietoelage voor zover je over studietoelagekrediet beschikt: • •
•
als je voor het eerst in het hoger onderwijs bent ingeschreven, krijg je een startkrediet van 60 studiepunten; de volgende academiejaren is je studietoelagekrediet gelijk aan het aantal studiepunten waarvoor je in het voorgaande studiejaar een credit hebt behaald (met een maximum van 60 studiepunten); als je onvoldoende studietoelagekrediet hebt, wordt je jokerkrediet aangesproken (= reserve van 60 studiepunten voor je volledige studieloopbaan)
Inkomen De berekening van de studietoelagen is nogal complex en is gebaseerd op het inkomen van de student(e) gekoppeld aan zijn/haar 'leefeenheid' (gezins- en woonsituatie). Een uitgebreide toelichting bij de concrete inkomensvoorwaarden en de berekening van de studietoelagen vind je via de infoverwijzingen hieronder.
Voor meer informatie : o
tel. 09/264.70.72 of 78 (Sociale Dienst UGent)
o
http://www.ond.vlaanderen.be/studietoelagen/ of tel. 1700
o
http://www.centenvoorstudenten.be/apps.aspx?smid=419
26
KINDERBIJSLAG De algemene regelgeving bepaalt dat een student(e) kindergeld ontvangt: o
tot en met de maand waarin hij/zij 25 jaar wordt;
o
voor een volledig academiejaar als hij/zij ten laatste op 30 november ingeschreven is in het hoger onderwijs; bij inschrijving na deze datum heeft men recht op kinderbijslag vanaf de maand van inschrijving
o
op voorwaarde dat hij/zij ingeschreven staat en blijft voor minstens 27 studiepunten (met uitzondering van het thesisjaar) ; om ononderbroken kinderbijslag te ontvangen moet de student vóór het einde van de maand na uitschrijving voor een nieuwe opleiding inschrijven
Voor behoud van kinderbijslag voor werkstudenten geldt het volgende: 1. de student mag de hele zomervakantie (juli, augustus en september) tussen twee academiejaren werken zonder uur- en inkomstenbeperking; 2. tijdens het academiejaar en tijdens de laatste zomervakantie, mag de student maximaal 240 uren per kwartaal werken. Hierbij is het onbelangrijk of het om een studentencontract gaat of om een gewone arbeidsovereenkomst; 3. de werkuren worden strikt gecontroleerd via de RSZ-aangifte. (DMFA); Voor meer informatie: o
Sociale Dienst UGent (
[email protected] ;tel. 09/264.70.72 of 78 )
o
http://www.rkw.be (met een programma om je kinderbijslag zelf te berekenen)
o
http://www.centenvoorstudenten.be/apps.aspx?smid=2780
27
BELASTINGEN
Werkstudenten moeten pas zelf belastingen betalen op hun inkomsten vanaf het ogenblik dat ze een nettobelastbaar jaarinkomen hebben (inclusief vakantiejob) van 7.070 euro. Ze betalen zelf belastingen op het gedeelte boven dit bedrag. Alimentatiegelden worden voor 80 % meegerekend. Indien er bedrijfsvoorheffing werd ingehouden en het jaarinkomen blijkt lager te zijn dan 7.070 euro (nettobelastbaar), zal deze bedrijfsvoorheffing na controle van de belastingsdiensten volledig aan de werkstudent worden terugbetaald.
Voor meer informatie:
o
Sociale Dienst UGent (
[email protected] ;tel. 09/264.70.72 of 78 )
o
http://www.centenvoorstudenten.be/apps.aspx?smid=2411
28
STUDEREN MET EEN WERKLOOSHEIDSUITKERING In principe kan een werkloze geen werkloosheidsuitkering ontvangen wanneer deze studies met een volledig leerplan volgt, behalve voor studies na 17u of op zaterdag. Als 'studies met volledig leerplan' worden beschouwd : studies die leiden tot de toekenning van een academische graad en tot de uitreiking van een diploma of creditbewijzen bij een inschrijving voor minstens 27 studiepunten per academiejaar. Inschrijvingen tot het behalen van losse creditbewijzen via de via de inschrijvingsformule 'excocred' worden, ongeacht het aantal opgenomen studiepunten per academiejaar, niet als studies met een volledig leerplan beschouwd. De RVA-directeur kan echter onder bepaalde voorwaarden, in toepassing van artikel 93 KB Wlh, vrijstelling van dit principe toestaan aan uitkeringsgerechtigden. Om een dergelijke uitzondering te kunnen bekomen moeten werklozen bij de officiële begindatum van het eerste jaar van de studiecyclus die ze willen aanvangen, voldoen aan volgende voorwaarden: o
men mag geen einddiploma van het hoger onderwijs behaald hebben
o
vorige studies moeten sinds tenminste twee jaar beëindigd zijn;
o
de studies moeten van hetzelfde of een hoger niveau zijn dan die vorige studies
o
men moet minimum 312 dagen werkloosheidsuitkeringen ontvangen hebben in de loop van de twee voorafgaande jaren met uitzondering voor studies die voorbereiden op knelpuntberoepen
De directeur van het werkloosheidsbureau van de RVA kan op deze voorwaarden soms een afwijking toestaan. In de praktijk blijkt dat heel wat RVA-directeurs vrij soepel met deze voorwaarden omspringen.
Indien men de vrijstelling geniet o
mag men een voorgestelde dienstbetrekking weigeren,
o
moet men niet voor de arbeidsmarkt beschikbaar zijn,
o
moet men niet ingeschreven zijn als werkzoekende,
29
De vrijstelling is éénmalig en mag in principe niet onderbroken worden. Ze geldt wel voor een volledige studiecyclus. De aanvraag tot verlenging van deze vrijstelling moet elk academiejaar opnieuw gebeuren. De vrijstelling kan worden verlengd indien de student: -
voor alle opleidingsonderdelen geslaagd is
-
niet voor alle opleidingsonderdelen geslaagd is door overmacht (bijv. langdurige ziekte)
-
niet voor alle opleidingsonderdelen geslaagd is maar van de onderwijsinstelling de toelating krijgt zich in te schrijven (voor minstens 27 nieuwe studiepunten) voor opleidingsonderdelen van het volgende studiejaar.
De werkloosheidsuitkeringen kunnen gecombineerd worden met een studietoelage van de Vlaamse overheid, maar niet met kinderbijslag. Studies die niet als studies met volledig leerplan worden beschouwd, zoals o.m. inschrijvingen voor opleidingen van minder dan 27 studiepunten, postacademische opleidingen en korte opleidingstrajecten die enkel leiden tot een getuigschrift, en onderwijs voor sociale promotie, kunnen gecombineerd worden met een werkloosheidsuitkering zonder toelating van de RVA. In deze gevallen moeten de studenten wel ingeschreven blijven als werkzoekende, beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt en ingaan op elke passende werkaanbieding. Voor meer informatie: o
http://www.rva.be
o
http://www.ugent.be/nl/voorzieningen/financiering/opnieuw.htm/werkloosheid.htm of tel. 09/264.70.72 of 78 (Sociale Dienst UGent)
o
http://www.centenvoorstudenten.be/apps.aspx?smid=2406
30