Industrie Trends, Ontwikkelingen, Cijfers & Prognoses
Economisch Bureau Nederland Casper Burgering Senior sector econoom Å
020 – 383 26 93
š
[email protected]
maart 2014
@CasperBurgering
Europese economie op de weg terug 8%
World GDP % growth 2014: 3,7%
7% 6%
GDP % growth (yoy) 2015
EMERGING EUROPE
4%
Poland, Russia Ireland EUROZONE Germany
Greece
3% 2%
Portugal
1% Italy
0% -1%
0%
Spain
1% 2% GDP % growth (yoy) 2014
US
EMERGING ASIA
India
UAE
Turkey S. Korea
Sweden
Norway Switzerland Japan France Belgium Netherlands
Indonesia
Vietnam
South Africa
5%
China
World GDP % growth 2015: 3,8%
Mexico
LATIN AMERICA Brazil Australia Canada UK
3%
4%
5%
6%
7%
8%
60 Wereldhandel j-o-j % groei
20%
50
10%
Global Man. PMI 0% 01-10
De Amerikaanse economie toont de laatste tijd wat zwakke economische cijfers. Het extreme weer heeft invloed, maar andere cijfers geven een verwarrend beeld. Vertrouwensindices daalde bij ondernemers en het aantal werkloosheidsuitkeringen nam flink toe begin dit jaar. Daar tegenover steeg de PMI voor de gehele VS verder.
De Chinese economie is niet in vorm. De hervormingen van de economie, waarin consumptie centraal moet komen te staan, brengt risico’s met zich mee. Er zijn zorgen over een vertraging van de vastgoedmarkt en dit heeft effect op sentiment. We gaan ervan uit dat de overheid bij machte is om de situatie op een juiste manier te managen.
Het vertrouwen in de EUeconomie neemt verder toe. De stemmingsindicatoren blijven verbeteren. De harde cijfers tonen ook een opwaartse trend en de groeiprognoses zijn bijgesteld. De hervormingen leiden langzaam maar gestaag tot verbeteringen. Maar dit betekent niet dat de eurozone uit de gevarenzone is, want problemen blijven.
01-11
01-12
01-13
01-14
De wereldhandel houdt zijn opwaartse trend vast. In december steeg de index van het CPB met 4,6% j-o-j ten opzichte van 3,5% j-o-j in november. De economische onrust in opkomende markten brengt risico’s met zich mee, maar veel indicatoren suggereren de handel zal verstevigen. Het proces van herstel zal langzaam zijn.
40 01-10
neutral 01-11
01-12
01-13
01-14
De Manufacturing PMI voor de mondiale industriële activiteit nam toe in februari. De index won 0,3 punt en steeg naar 53,3 punten, ruim boven de neutrale grens van 50. Opvallend genoeg tonen de regionale cijfers dat de index in de opkomende landen (m.n. BRIC) afzwakte (m.u.v. India). De cijfers in Europa verstevigde verder, net zoals in de VS.
2 Economisch Bureau
Bron: ABN AMRO Economisch Bureau, CPB, Markit Economics
Mondiale industriële productie herstelt verder
Mondiale productie
De mondiale industriële productie zet zijn opwaartse lijn voort in december Industriële productie wereld (% joj)
15%
5% 0% -5% -10%
2010
2011
2012
2013
2014
56 55
Global PMI
15%
8%
10%
6%
5%
4%
0%
2%
-5%
0%
-10%
-2%
-15%
-4%
-20%
-6% 2011 VS
Nieuwe orders - PMI index mondiaal
54.6
2012
2013
Lat Am
Eurozone
2014
55
-25% 2008
Azie
PMI voor de productie daalt licht in februari, o.m. door seizoensinvloeden 56
56
Productie - PMI index mondiaal 54.6
55
54
54
53
53
52
52
52
51
51
51
49
50 neutraal
49 48
48
47
47
46 2013
2014
2012
2013
2013
2014
2014
51.3
neutraal
49
47 2012
2012
Werkgelegenheid - PMI index mondiaal
50
48
46
2011
PMI werkgelegenheid blijft nog achter en onzekerheid weerhoudt sterker herstel
53
neutraal
2009 2010
Wereld handel
54
50
% groei (joj)
20%
10%
Industriele productie wereld
PMI voor nieuwe orders neemt in februari toe naar 54,6, ruim boven de 50
Wereldhandel groeit volgens ABN AMRO met 6% joj in zowel 2014 als 2015 25%
(data tm december 2013)
12%
10%
2009
Industriële productie naar regio’s (% joj)
14%
(data tm december 2013)
-15% 2008
In Latijns Amerika is de productie nog niet herstelt; overige regio’s tonen groei
46 2012
2013
2014
3 Economisch Bureau
Bron: Thomson Reuters Datastream, CBS
Handel met Duitsland gunstig, in België en Frankrijk nog onzeker
Europa is het belangrijkste exportgebied voor Nederland: 80% van de totale exportwaarde gaat naar dit continent. Duitsland is van alle Europese landen samen de belangrijkste handelspartner van Nederland in 2013 (aandeel 31% in exportwaarde naar Europa), gevolgd door België (14% aandeel). Daarna volgt Frankrijk en het VK (beide circa 11%) en Italië met 6% aandeel. Onze 6e belangrijke handelspartner is in 2013 de Verenigde Staten.
In Duitsland blijven de omstandigheden relatief gunstig. De PMI index voor nieuwe orders en export staat ruim boven de 50 punten (= neutrale grens), ondanks de daling van de indexen in februari. Het optimisme in Duitsland is groot, zo blijkt uit diverse onderzoeken van belangenverenigingen. De Duitse vereniging voor machinefabrikanten (VDW) verwacht dat de productie in de Duitse machine-industrie dit jaar zal stijgen met 4% en dat zou een productierecord betekenen. Eerder kwamen de verenigingen van producenten van precisiegereedschappen (VDMA) en de vereniging voor de Duitse industrie (BDI) ook al tot soortgelijke conclusies. Het grote optimisme in Duitsland wordt in mindere mate gedeeld in België en Frankrijk. In België is het vertrouwen van industriële ondernemers nog overwegend negatief. Ook in België geldt dat de export het beter doet dan de binnenlandse vraag naar industriële producten. In Frankrijk blijft het aanmodderen en de PMI index en zijn deelindicatoren schommelen rond de neutrale grens van 50. Ook andere vertrouwensindicatoren tonen aan dat ondernemers nog onzeker zijn over de economische omstandigheden. Veel ondernemers zijn nog somber over de orderportefeuille.
4 Economisch Bureau
Bron: Thomson Reuters Datastream, NEVI, CBS
Economisch sentiment in VK en VS positief, Italië blijft achter In het Verenigd Koninkrijk staan de signalen al enige tijd op groen. De PMI voor de industrie en zijn deelindicatoren staan al sinds het einde van het eerste kwartaal van 2013 boven de 50 indexpunten, waarbij opvalt dat vooral de nieuwe orders index een aanzienlijke spurt heeft doorgemaakt. Deze cijfers uitten zich ook in andere stemmingsindicatoren. Het economisch sentiment in het VK is al enige tijd solide. De goede stemming van de Britten zien we vervolgens ook terug in de groei van de import van industriële producten. De import van chemische producten blijft nog achter, maar de import van producten en halffabricaten in de metaalindustrie is toegenomen. In Italië is het industriële herstel pas eind 2013 ingezet. Sinds die tijd bevindt de PMI zich boven de 50 indexpunten, maar de positie is niet zo solide als in het VK. Dit zien we terug in de diverse indicatoren die het economisch sentiment monitoren. Over de orderpositie daarentegen zijn overwegend meer ondernemers positief gestemd. Het herstel in de Verenigde Staten werd al halverwege 2013 ingezet. Het sentiment is positief, maar recente tegenvallende economische cijfers laten een terugval zien. Europa is het belangrijkste exportgebied voor Nederland: 80% van de totale exportwaarde gaat naar dit continent. Duitsland is van alle Europese landen samen de belangrijkste handelspartner van Nederland in 2013 (aandeel 31% in exportwaarde naar Europa), gevolgd door België (14% aandeel). Daarna volgt Frankrijk en het VK (beide circa 11%) en Italië met 6% aandeel. Onze 6e belangrijke handelspartner is in 2013 de Verenigde Staten.
5 Economisch Bureau
Bron: Thomson Reuters Datastream, NEVI, CBS
Nederlandse economie groeit dit jaar iets meer dan 1% (zie voor meer achtergrond en analyse de ‘Nederlandse Economie in Zicht’ van 5 maart 2014 van Nico Klene op ABN AMRO Insights)
-
ABN AMRO heeft de ramingen voor de economische groei in Nederland in 2014 naar boven aangepast. Daar zijn twee redenen voor: de gunstiger ontwikkeling in het verleden en de verbeterde vooruitzichten voor de komende kwartalen.
-
ABN AMRO gaat ervan uit dat de groei in Nederland in het eerste kwartaal van 2014 veel lager zal uitvallen dan eind vorig jaar. De groei werd toen immers gestimuleerd door fors hogere autoverkopen. Dat had te maken met belastingverhogingen voor nieuwe auto’s die begin dít jaar zouden ingaan.
-
Al met al hebben we de groeiraming voor de Nederlandse economie voor dit jaar aangepast van ½% naar 1 à 1¼%.
6 Economisch Bureau
Bron: ABN AMRO Economisch Bureau
Industriële activiteit in expansie in Europa, VS 65
PMI manufacturing 60
PMI nieuwe orders - februari
(rood gestreept = afname tov januari; licht groen = toename tov januari)
index (50 = neutraal)
55 50 45 40
65 60
PMI output Europa - februari
(rood gestreept = afname tov januari; licht groen = toename tov januari)
index (50 = neutraal)
55 50 45 40
Cijfers gecorrigeerd voor seizoensinvloeden
De PMI manufacturing daalt in Europa in februari, terwijl de mondiale index licht stijgt. Beide indices staan echter nog comfortabel boven de neutrale grens van 50, waarmee wordt aangetoond dat de industriële sectoren wereldwijd hun activiteit zien toenemen. Uiteraard zijn er regionale verschillen en ondervindt niet elk land expansie in activiteit. Zo is de krimpsituatie in de Franse industrie nog steeds aan de orde en is de industriële activiteit in China ook verder afgenomen. Mondiaal zijn er zorgen over de staat van de Chinese economie. De PMI manufacturing in Nederland is licht toegenomen in februari (zie volgende sheet voor analyse). De index m.b.t. nieuwe orders nam af, maar deze beweging zien we ook terug in andere landen. Op het gebied van productie (output) nam de index ook af, maar bevindt zich daarmee nog steeds boven het Europese gemiddelde.
7 Economisch Bureau
Bron: Thomson Reuters Datastream, NEVI, Markit Economics
PMI stijgt in februari, maar nieuwe orders dalen opnieuw 58 56
02
54 01
52
00
50 48
-01
46 -02
PMI - industrie (totaal)
bijdrage in indexpunten van onderdelen PMI aan de wijziging van PMI totaal
03
44
-03
42 2012
2013
2014
PMI - werkgelegenheid
PMI - nieuwe orders
PMI - productie
PMI - levertijden
PMI - voorraad ingekocht materiaal
PMI - Industrie (r.as)
−
Na een krimp in de PMI index in januari, nam de index in februari weer licht toe een stand van 55,2.
−
De PMI index is opgebouwd uit 5 deelindicatoren (welke in bovenstaande figuur staan weergegeven), waarvan de deelindicator ‘nieuwe orders’ met 30% het grootste gewicht heeft. In februari droeg deze deelindicator negatief bij aan de totaalindex. Ook de index wat betreft de productie (met een gewicht van 25%) had negatieve impact.
−
In februari hebben vooral de levertijden en werkgelegenheid een sterke impuls aan de PMI index gegeven. De index op levertijden daalde in februari met 0,8 indexpunten naar 42,0. Dat betekent dat de levertijden oplopen, aangezien de orderportefeuilles (zowel binnen- als buitenlandse orders) goed gevuld zijn.
De Purchasing Managers’ Index (PMI) van het NEVI is een verzamelingsindex gebaseerd op 5 individuele indexen met de volgende zwaarte verdeling: nieuwe orders (0,3), productie (0,25), werkgelegenheid (0,2), levertijden (0,15), voorraad ingekocht materiaal (0,1), met de levertijden index omgekeerd zodat de cijfers zich in een vergelijkbare richting bewegen.
8 Economisch Bureau
Bron: NEVI, Thomson Reuters Datastream, ABN AMRO
Sentiment in NL industrie zwakt iets af in februari Het ondernemingsklimaat is nog steeds positief in de Nederlandse industrie, maar is in februari wel afgezwakt. De bezettingsgraad is momenteel 79,6% en dit is nog ver verwijderd van het lange termijn gemiddelde van 82,4%. De basismetaalindustrie (zoals staalproductiebedrijven, aluminium- en zinksmelters, gieterijen en draadtrekkerijen) is de enige branche waarin de bezettingsgraad momenteel boven zijn lange termijngemiddelde staat. De vraag naar metalen in primaire vorm is toegenomen als indirect gevolg van de vraagopleving in andere branches in de industrie. De (vnl. buitenlandse) vraag bij de machinebouwers is dusdanig sterk dat de vraag ook toeneemt bij belangrijke toeleveranciers (zoals metaalproductenindustrie die veel machineonderdelen maakt van primaire metalen).
Bezettingsgraad
PMI 79.6
60
80
Sentiment
58
PMI
56 55
78
55.2 0
54 52
54.2 50
Consumentenvertrouwen Producentenvertrouwen Koopmoment duurzame goederen
20
Neutraal
76
-20
50 48
Langetermijn gem.
Bezetting % Q1 2014
70 60 50 40 30 20 10 00
Langetermijn gem.
Niveau februari
40 30 20 10 0 -10 -20 -30 -40 -50
1-1-2014
1-10-2013
1-7-2013
1-4-2013
1-1-2013
1-7-2012
1-10-2012
1-4-2012
1-1-2012
1-7-2011
1-10-2011
1-4-2011
-60 1-1-2011
1-1-2014
1-9-2013
1-11-2013
1-7-2013
1-5-2013
1-3-2013
1-1-2013
1-9-2012
1-1-2012
Bezettingsgraad CBS (r.as, %)
1-11-2012
42
2014
Bezettingsgraad PMI (l.as, index)
88 86 84 82 80 78 76 74 72 70 68
-40
LT gem. = 51,5
44 72
2013
46
1-7-2012
40
74
1-5-2012
LT gem. = 82,4%
1-3-2012
45
Oordeel economisch klimaat
januari februari
9 Economisch Bureau
Bron: CBS, NEVI, ABN AMRO Economisch Bureau
Omzet, productie en orders in NL nemen toe De harde cijfers in januari zijn bemoedigend. De omzet nam in januari toe met 0,2% j-o-j, de industriële productie groeide in januari 2014 verder met 2,0% j-o-j. De orderportefeuille groeide in omvang met 8,8% j-o-j, maar dit betreft de groei in december. Met de toename van de industriële productie in januari heeft de industrie in het laatste paar maanden een goede reeks neergezet, met vier maanden op rij groei van de productie. In het vierde kwartaal van 2013 werd een productiegroei gerealiseerd van 1,5% j-o-j, een goed herstel na drie kwartalen van krimp eerder dat jaar. De 2013 jaargemiddelden tonen nog krimp in veel branches, maar met de start van opleving in het vierde kwartaal van 2013 en de doorzettende groei in januari 2014, begint dit jaar voor de industrie vooruitstrevend.
10 Economisch Bureau
Bron: CBS, NEVI, ABN AMRO Economisch Bureau
Bezettingsgraad Rusland en China krimpt Bezettingsgraden (PMI) in februari Spanje
70
Rusland 60 55
Polen
65
Ierland
60
Italie
50 Griekenland
Japan
45 40
Duitsland
Nederland
Frankrijk
VK
Tsjechie
Europese Unie China
januari
Oostenrijk februari
neutraal
PMI bezettingsgraad (index)
PMI deelindicator : > 50 = expansie, < 50 = krimp)
Historie bezettingsgraden (PMI)
55 50 45 40 35 30 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Duitsland
Nederland
Europese unie
Frankrijk
VK
neutraal
Expansie bezettingsgraad in Duitsland blijft op hoge niveau −
Bezettingsgraad in Nederland (PMI deelindicator) blijft in expansie (ruim boven 50 punten).
−
De PMI bezettingsgraad zwakte behield nagenoeg zijn stand van januari vast en loopt daarmee parallel aan de afzwakking van het aantal nieuwe orders in februari
−
Economische onrust in de opkomende landen is ook terug te lezen in de huidige stand van de bezettingsgraden: China en Rusland in krimpfase; ook Polen en Ierland in de krimpfase
11 Economisch Bureau
Bron: Thomson Reuters Datastream, NEVI, Markit Economics
Geopolitieke problemen werken beperkt door op prijzen Prijs wordt sterk beïnvloed door onrust in M-O. Prijseffect door Oekraïne beperkt en heeft alleen effect in spotmarkt. 130
PET: prijsdruk door overcapaciteit PVC: overcapaciteit, vraag neemt toe PS: volume onder druk, instabiele prijzen
Voorraden gas hoog door mild door de zachte winter. In 2014 worden stabiele tot licht lagere prijzen verwacht.
2,000
45
125
1,800
40
120
1,600
35
115
1,400
30
110
1,200
25
1,000
20
Olie (brent, USD/bbl)
105 100
15
800
95
600
EU/NL aardgasprijs (TTF, Euro/KwH)
Kunststoffen (USD/Mt)
90
10 5
Polystyrene
Zorgen over de vraag naar koper vanuit China en de vitaliteit van de Chinese economie maakt prijs volatiel
PVC
PET
Overaanbod blijft een groot probleem, maar de vraag blijft goed. Vooral China moet zijn capaciteit verminderen 2,400
9,000
Koper (USD/t) 8,500
2,300 2,200
Aluminium (USD/t)
0 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Verbetering Europese en LatAm prijzen drijven mondiale staalprijs omhoog, prijzen VS, China zwakken af 700
Global steel (HRC)
650
2,100
8,000
2,000 7,500
600
1,900 1,800
7,000
550
1,700 1,600
6,500
500
12 Economisch Bureau
Bron: Thomson Reuters Datastream, ABN AMRO Economisch Bureau
Concurrentie neemt toe in groot aantal branches Groei omzet en bedrijven sinds 2010
Faillissementen naar branche
30%
100
20%
Groei van de omzet 2010-2013 in %
0%
Reparatie en installatie van machines
Machine-industrie
Chemische industrie 10%
90
Leer- en schoenen
Rubber- en kunststof product
Overige transport middelen
INDUSTRIE Elektrische apparaten
Auto- en aanhangwagen industrie
Textielindustrie
+31,1%
50
Metaalproducten industrie
40 30 20
Elektrotechnische industrie
10
Meubelindustrie
-20% Rood = aantal bedrijven is harder gegroeid dan de omzet Oranje = aantal bedrijven is ong. even hard gegroeid als de omzet Groen = de omzet is harder gegroeid dan het aantal bedrijven
-20%
70 60
Basismetaalindustrie
-10%
-30% -30%
80
-10%
0%
10%
20%
30%
Groei van het aantal bedrijven 2010-2013 in %
40%
50%
60%
0 1-1-2012 1-1-2013 1-1-2014 Voedings-, genotmiddelenindustrie Textiel-, kleding-, lederindustrie Hout- en bouwmaterialenindustrie Papier- en grafische industrie Raffinaderijen en chemie Basismetaal, metaalprod.-industrie Elektrotechn. en machineindustrie Transportmiddelenindustrie Meubelindustrie
Sinds 2010 neemt aantal bedrijven in sommige branches sterker toe dan de omzet −
Veel branches hebben te maken met een druk op de omzet. Het aantal bedrijven (m.n. eenmansbedrijven) neemt jaarlijks harder toe dan de omzet. Dit leidt tot een verhoging van de concurrentiedruk.
−
In februari nam het aantal faillissementen met 31,1% op maandbasis toe. Op jaarbasis daalde het aantal met 15%. Over heel 2013 is het totaal aantal faillissementen in industrie gedaald met 2,6% ten opzichte van 2012.
−
Het aantal faillissementen in de textiel- en kledingindustrie nam het sterkst toe in 2013 (+47,6%), terwijl het aantal in de transportmiddelenindustrie het scherpst afnam (-31,7%)
−
Faillissementsgraad in 2013 lag op 1,58%
13 Economisch Bureau
Bron: CBS
Overige informatie & disclaimer Voor meer informatie over deze sector, neem contact op met:
Casper Burgering Senior sector econoom Industrie & industriële metalen ABN AMRO Economisch Bureau tel: 020 383 26 93 e-mail:
[email protected]
http://nl.linkedin.com/in/casperburgering
ABN AMRO Economisch Bureau op internet www.abnamro.nl/economischbureau
https://twitter.com/CasperBurgering
Disclaimer: Copyright 2014 ABN AMRO and affiliated companies (“ABN AMRO”), Gustav Mahlerlaan 10, 1082 PP Amsterdam / PO Box 283, 1000 EA Amsterdam, The Netherlands. All right reserved. This material is provided to you for information purposes only. Before investing in any product of ABN AMRO Bank NV, you should inform yourself about various consequences that you may encounter under the laws of your country. ABN AMRO Bank NV has taken all reasonable care to ensure that the information contained in this document is correct but does not accept liability for any misprints. ABN AMRO Bank NV reserves the right to make amendments to this material. This material which is subject to change without notice is provided for informational purposes and should not be construed as a solicitation or offer to buy or sell any securities or related financial instruments. While ABN AMRO makes reasonable efforts to obtain information from sources, which it believes to be reliable, ABN AMRO makes no representation or warranty of any kind, either express or implied as to the accuracy, reliability, up-to-dateness or completeness of the information contained herein. Nothing herein constitutes an investment, legal, tax or other advice nor is it to be relied on in any investment or decision. Certain services and products are subject to legal restrictions and therefore may not be available for residents of certain countries. You should obtain relevant and specific professional advice before making any investment decision. The past performance is not necessarily a guide to the future result of an investment. The value of investments may go up or down due to various factors including but not limited to changes in rates of foreign exchange and investors may not get back the amount invested. ABN AMRO disclaims any responsibility and liability whatsoever in this respect.
14 Economisch Bureau