ijenteelt 0111 AIOMaandschrift voor de Bijenteelt wik
P.4,7
v
Verschijnt maandelijks - Jaargang 76 - No. 6 juni 1974
Officieel orgaan van de Vereniging tot bevordering der Bijenteelt in Nederland
HEEFT U AL PLANNEN? Dan heeft U zeker ook al aan kastkaarten gedacht? De gehele levensloop van een volk op één kaart. U kunt ze niet missen. KASTKAARTEN . . . 10 stuks voor
f
2,25
f
4,10
Zijn Uw koninginnen al gemerkt? Nu is het eenvoudig. Het bespaart U later veel zoekwerk. MERKPLAATJES . . 100 stuks met bijbehorende lijm
Zijn Uw kasten reisvaardig? Een reissluiting is eenvoudig en doeltreffend. REISSLUITINGEN met 3 meter band voldoende voor iedere kast f 8,75
Openingstijden op zaterdagen Het Bijenhuis is iedere eerste en derde zaterdag van de maand geopend van 9.00 tot 12.00 uur. De eerstvolgende openingsdata zijn: 6 juli, 20 juli, 3 augustus, 17 augustus, 7 september.
Verkoopadressen Tegen een geringe prijsverhoging zijn al onze artikelen ook verkrijgbaar bij de afdelingsdepots: B. Th. Barten, Koningslaan 23, Bunnik. Boerenbond Neerbosch-Hees, Sint Agnetenweg 63, Nijmegen. S. G. v. d. Esschert, Spreeuwenweg 45, Apeldoorn. Door de sterke stijging van de wasprijzen zijn wij genoodzaakt de prijs van onze standaard kunstraat te verhogen tot f 14,— per kg.
BIJENHUIS-WAGENINGEN GRINTWEG 273 Algemene Bank Nederland-Wageningen rekening nr. 53.90.42.900
Giro 823276 Telefoon 08370 - 12863
MAANDSCHRIFT VOOR BIJENTEELT. Adres redactie en administratie: Bijenhuis, Wageningen. Redacteur: G. v. d. Weert, Commissie van Redactie: W. Assink en H. G. Maagendans. De niet van redaktiewege geplaatste artikelen vertolken de mening van inzenders en geven niet altijd het inzicht van de redaktie of het hoofdbestuur weer.
BIJ ONZE OMSLAGFOTO
Alle stukken aan het Bijenhuis te Wageningen, ook opgaven en betaling van advertenties en speurbijtjes. Giro 84 68 01.
Dr. ir. A. Minderhoud op de Imkersdag 1958 te
94 De Bijenteelt
Heerlen.
C
In Memoriam Dr. Ir. A. MINDERHOUD Op 19 september 1939 werd dr. Minderhoud aan de Landbouwhogeschool te Wageningen benoemd tot docent in de bijenteelt en de zijderupsenteelt. Vooral bij de franse onderzoekinstellingen was dit in die tijd een gangbare combinatie van vakgebieden. In 1947 werd deze leeropdracht gewijzigd in alleen bijenteelt. Uit de door hem gepubliceerde artikelen blijkt echter overduidelijk, dat zijn belangstellingssfeer niet beperkt was tot de honingbij. Dr. Minderhoud onderzocht op dezelfde wijze het gedrag van hommels, vliegen en wespen. Het hoofdthema van zijn experimenten was de bestuiving van gewassen. Uit het feit, dat dit nog steeds wordt gezien als het grootste economische belang van de bijenhouderij in Nederland, blijkt wel hoe goedgekozen dit onderwerp was. Zijn gedachtengangen werden in Nederland vervolgd door de Rijksbijenteeltconsulenten Mommers en Pettinga. Ook de titel van zijn proefschrift: Onderzoekingen over de wijze, waarop de honingbij haar voedsel verzamelt, (Wageningen, 1929) geeft duidelijk aan in welke richting zijn belangstelling ging. Tegen . de gevestigde mening in van oudere onderzoekers (Tufts en Philp 1923, Kobe] 1928 en Branscheidt 1929), dat individuele bijen in een boomgaard het stuifmeel kunnen verspreiden over een afstand van 100 meter, kwam dr. Minderhoud tot een geheel andere conclusie. Wanneer hij een zelfde bij vervolgde bij het bloembezoek, dan bleek, dat het werkterrein, zelfs gedurende enkele dagen, slechts een oppervlak bestrijkt van 10 x 10 meter. De afstand tusscen de opeenvolgende bloembezoeken was steeds minder dan 1 meter. Dit resultaat had consequenties zowel voor de inrichting van fruitboomgaarden als ook voor de verdeling van proefvelden bij de plantenveredeling. Bij de inrichting van boomgaarden moet in de eerste plaats rekening worden gehouden met het feit, dat vele fruitrassen zelfsteriel zijn. Wanneer een bij een zelfsteriele boom bezoekt, dan kan haar activiteit tot deze boom worden beperkt door de plaatsvastheid. Door dit gedrag kan de noodzakelijke kruisbestuiving niet tot
stand komen. Om kruisbestuiving te bevorderen, moet er voor worden gezorgd, dat de afstand tussen de zelfsteriele bomen en de bomen waarmee kruisbestuiving optreedt klein is. Voor een goede bestuiving in de boomgaard moeten er minimaal drie volken per hectare worden geplaatst. Voor wat betreft de plantenveredeling, moet er juist voor een situatie worden gezorgd, waarbij tussen de proefveldjes geen kruisbestuiving kan optreden. Dr. Minderhoud geeft het advies om de proefveldjes minimaal 10 x 10 meter te nemen, zodat individuele bijen binnen dit veldje voldoende voedsel kunnen vinden, waardoor bezoek aan andere veldjes wordt vermeden. De afstand tussen de proefveldjes moet minstens 200 meter zijn om het overvliegen te voorkomen. De plaatsvastheid kon dr. Minderhoud niet alleen bij honingbijen aantonen, maar ook in zekere mate bij hommels en vliegen. (b.v. de „blinde bij": Eristalis arbustorum L.) Het bezoek aan Rode klaver door honingbijen treedt alleen op bij warm en droog weer. Onder deze omstandigheden produceert de bloem zoveel nectar, dat ook de honingbij de nectar in de diepe bloembuisjes kan bereiken. Het bloembezoek door ter plaatse voorkomende hommels is van weinig betekenis. Het bevorderen van de kruisbestuiving bij Rode klaver werd door dr. Minderhoud op twee manieren aangepakt. In de eerste plaats door het overbrengen van kastjes met hommelnesten naar het betreffende gewas. Deze methode wordt zeer bemoeilijkt door het feit, dat het houden van hommels een lastige zaak is en doordat een zeer hoog percentage van de in het voorjaar gevangen hommelkoninginnen besmet zijn met een parasitair aaltje (Sphaerularia bombi D.), waardoor zij geen eitjes kunnen produceren en tenslotte dood gaan. In de tweede plaats onderzocht dr. Minderhoud de mogelijkheid om bijen op een bepaald gewas te richten, door de volken suikerwater te voeren waaraan bloemen van dit gewas zijn toegevoegd; een dressuur op de geur van de bloemen, zoals reeds was gepropageerd door K. von Frisch. („Duftlenkung") Dr. De Bijenteelt 95
Minderhoud koos voor deze proef plantensoorten die over het algemeen niet door bijen worden bezocht. (Petunia hybride L. en Alyssum Benthami compactum). Met behulp van de „Duftlenkung"-methode was hij inderdaad in staat bijen naar deze planten te sturen. Een nog betere methode bleek echter te zijn: het besproeien van de planten met een suikeroplossing. Ook in dit geval constateerde hij, dat de bijen stuifmeel verzamelden, waardoor de bestuiving mogelijk wordt.
band gaf hij imkerscursussen en hield hij talloze voordrachten voor imkersverenigingen. Hierbij viel het op, dat hij als wetenschappelijk onderzoeker toch in staat was de meest gecompliceerde onderwerpen op een voor een ieder begrijpelijke wijze te brengen. Zijn voortdurende observaties aan nesten van hommels, Osmia's, Hoornaars en andere sociale wespen, bracht met zich mee, dat hij ook buiten het terrein van de bijenteelt, vele vragen met enthousiasme kon beantwoorden.
Uit al zijn publicaties blijkt een grote voorzichtigheid met het publiceren van feiten. Dr. Minderhoud was er de man niet naar om waarschijnlijkheden als waarheden te verkopen; een karaktereigenschap die ook door de buitenlandse onderzoekers zeer gewaardeerd werd.
Na zijn afscheid van de Landbouwhogeschool en het Rijksbijenteeltconsulentschap heeft dr. Minderhoud zich toegelegd op het bestuderen van de nestbouw van wespen; ook hier bleek weer, zijn serieuze aanpak van dit onderwerp.
In de periode 1939 tot 1959 heeft hij aan de Landbouwhogeschool vooral bij studenten met de hoofdrichting Tuinbouwplantenteelt, veel belangstelling gewekt. Gedurende dezelfde periode was dr. Minderhoud tevens Rijksbijenteeltconsulent. In dit ver-
Gelukkig is hij nog vele jaren in de gelegenheid geweest zijn onderzoek uit te voeren. Door het overlijden van dr. Minderhoud missen wij een voorbeeldig onderzoeker. Laboratorium voor Entomologie drs. J. Beetsma Wageningen
In memoriam dr. ir. A. Minderhoud 21-9-1984 - 16-4-1974 Bracht drs. J. Beetsma de grote verdiensten van dr. Minderhoud op het wetenschappelijk vlak in herinnering; wij zouden zeker tekort schieten zonder enkele woorden van erkentelijkheid en waardering te wijden aan een man, die ondanks het wetenschappelijk niveau waarop hij werkte, gezien uit de gezichtshoek van de gewone imker, zozeer een der onzen was. Als gevolg van de verdeling in twee ambtsgebieden, was hij het meest bekend bij de imkers „boven de grote rivieren". Vooral de oudere leden') zullen zich dr. Minderhoud herinneren als een inleider die bij uitstek de gave bezat een moeilijk begrijpbare zaak tot eenvoudige vormen terug te brengen, die zijn gehoor wist te boeien en met zijn innemend optreden de imkers aan het praten wist te krijgen zodat een levendige discussie ontstond, die helaas op vele afdelingsbijeenkomsten zo dikwijls ontbreekt. De interesse van dr. Minderhoud ging uit naar de biologie van de bij, meer dan naar de kunst 1)
Dr. Minderhoud was reeds sinds 1920 in rijksdienst als adjunct en sinds 1921 als rijksbijenteeltconsulent.
96 De Bijenteelt
van het honingvergaren, vandaar zijn belangstelling voor de korfbijenteelt, die de natuurlijke leefwijze van de bij nog het meest nabij komt. Op de stal van een van de grootmeesters in de korfimkerij, Geurt van de Brink in Bennekom, was hij een graag geziene gast. Dit had mede tot gevolg dat hij voor de imkers „oude stijl" een goed adviseur was, die hun moeilijkheden niet alleen aanvoelde maar ook kon oplossen. In het door hem geschreven boek „Bijenteelt" dat in 1928 het licht zag en voornamelijk voor de praktijk is geschreven, wordt dan ook nog ruimschoots aandacht besteed aan de korventeelt. Dit boek typeert ten volle de schrijver. Het is beknopt en toch duidelijk en overzichtelijk geschreven. Het bevat alle belangrijke gegevens waarover de imker moet kunnen beschikken en vermeld geen feiten die (destijds) niet als vaststaand waren aanvaard. Het is voor degenen die hem goed kenden Minderhoud ten voeten uit. Wat bij onze leden minder bekend was, is dat
Imkersdag Arnhem 1959. hij ook een mens was van een grote sociale bewogenheid, wat tot uiting kwam in zijn werk voor organisaties in het menslievende vlak, maar ook in zijn belangstelling voor het wel en wee van allen die tot zijn kennissenkring behoorden. Een man als Minderhoud met zijn be-
minnelijke bescheidenheid en eenvoud had geen behoefte aan publiciteit. Een goed mens, die de velen die hem hebben gekend niet licht zullen vergeten, is van ons heengegaan. H.G.M.
OFFICIELE MEDEDELINGEN
NOTULEN ALGEMENE VERGADERING (vervolg) gehouden op zaterdag 30 maart j.l. in het Postiljon Motel Utrecht-Bunnik. (Door het plotseling uitvallen van de Hr. v. d. Weert zijn de notulen door een van de H.B. leden samengesteld uit korte notities. De mogelijkheid is niet uitgesloten dat deze op ondergeschikte punten niet helemaal volledig zijn). De Hr. Diemerse afd. Beetsterzwaag zegt in antwoord aan Mej. Jasperse dat het Groentje slecht aankomt. Als afd. Handel niet uitkomt dan is dat onze eigen schuld. Alle leden zouden hun artikelen van het Bijenhuis moeten betrekken. Wenst een depot in Fries-
land. We zijn te laat met quotumverhoging. Eerder had met f 5,— kunnen worden volstaan. Ook de Hr. Adema afd. de Wouden heeft klachten over toezending van het maandblad. Is niet tegen quotumverhoging maar vindt het bedrag te hoog. Wijst ook op subsidieaanvrage bij C.R.M. (Voorz. Niet haalbaar).
H.B. lid Pater wijst op de jaarlijkse imkersdag. Afd. Bunnik doet dit voor eigen rekening en risico en rekent op een grote opkomst. De afgevaardigde van afd. IJsselstein zegt dat subsidieaanvrage een zaak van de afd. is en noemt als voorbeeld de bijenmarkt te 1.1sselstein. De afd. moeten zelf wat organiseren. Als het quotum wordt verhoogd stappen we er uit.
De Bijenteelt 97
De Hr. Smit afd. Groningen spreekt over het beleid van het H.B. t.o.v. de accountant. Vraagt zich af wat wij aan de accountant hebben. Deze heeft adviezen gegeven en die zijn niet opgevolgd. Waar is die f 20.000 (research) gebleven? Daar moet een duidelijk antwoord op komen. Acht de accountant hiervoor verantwoordelijk. De Hr. Blaisse afd. Doetinchem zegt dat in de Achterhoek en de Liemers onbehagen heerst over afd. Handel en de Commissie. Waarom zitten daarin geen mensen uit het bedrijfsleven? Eventueel geen leden van het H.B. Mogelijk een adviescommissie voor het H.B. en de directeur. De accountant moet niet alleen controleren maar ook adviseren. De administratie is de dienaresse van de activiteiten. Niet zeuren over kleine tekorten maar deze eenvoudig afschrijven. De directeur heeft te weinig vrijheid van handelen. De voorgestelde inspraak (afd. Gooiland) geeft teveel rompslomp. De Hr. Buitendijk afd. Dordrecht heeft geen bezwaar tegen quotumverhoging. Jammer dat dit te laat is. Deze moet ten goede komen aan afd. Vereniging. Heeft deelgenomen aan een tentoonstelling en daarvoor propagandamateriaal gekregen. Er moest meer van dit propagandamateriaal zijn. Dat geeft ledenwinst evenals het organiseren van cursussen. Handel maakt v'el materiaal wat niet winstgevend is. Beter nalaten en dit afdelingsg'ewijs aanmaken. Heeft zelf
zesraamskasten gemaakt en goed. De afd, heeft zelf een depot aangelegd. Het Bijenhuis moet kunnen leveren. Als dat wegvalt gaat de prijs bij particulieren ook omhoog. Wenst in de verzekering eventuele waterschade opgenomen te zien. Als de H.B.-leden niet capabel zijn moeten de groepen andere kiezen. Zij hebben dat zelf in de hand. Vestigt de aandacht op de bijenmarkt in Dordt. De Hr. Wietsma afd. Oostelijk Flevoland wijst op de propaganda die de afd. zelf kunnen maken. Zij hebben op een braderie korfvlechten gedemonstreerd en honing verkocht. Als propagandamiddel Groentjes uitgereikt en leden gewonnen. De Hr. Posthumus afd. Hierden gaat wel met de quotumverhoging mee als het H.B. laat zien dat men alles doet om tot verbetering te komen. Heeft hierin echter weinig vertrouwen. De Hr. Habers filosofeert maar wij willen daden. De Hr. Brouwer afd. Dieren zegt: Wij hebben het Bijenhuis en mogen daar blij om zijn. Het heeft inmiddels een grote toegenomen waarde. Handel afstoten zou dom zijn. Handel moet omhoog. Als men geen Groentje krijgt moet men direct reclameren. De Hr. Schildwacht afd, Kennemerland vraagt of het advies Habers al is uitgewerkt. Tijdens de vergadering komt een telegram van afd. Amsterdam binnen van de volgende Inhoud: De amsterdamse vereniging tot bevordering der bijenteelt in vergadering bijeen spreekt opnieuw haar verontrusting uit over de omvang van de financiële verplichtingen aangegaan door het bestuur van de Vereniging tot Bevordering van de Bijenteelt in Nederland. De voorz. beantwoordt de sprekers. Samengevat:
afd. Velsen. Afd. Handel werkt prijsregelend. afd. Westland. Onbeperkte service is niet de bedoeling.
afd. Goolland. Al het demonstratiemateriaal was op dat moment uitgeleend. Voorstel Haarlem (Hr. Schlidwacht) wenst teveel inspraak. Dit werkt vertragend. Teveel afd. secretarissen reageren niet. afd. Bussum. Subsidieaanvrage C.R.M. is geprobeerd. 98 De Bijenteelt
Ook via de Bedrijfsraad. Geen resultaat.
afd. Emmen. Ook wij zijn blij met de verbeterde sfeer. De structuur wordt doorgelicht. afd. lisselstein. Hulde voor de afdelingsactiviteit. afd. Groningen. De accountant is geen mechanisch mens. Hij spreekt binnenshuis duidelijke taal en buitenshuis gematigd. Hij heeft de vinger aan de pols.
afd. Doetinchem. Commissie Handel is adviescommissie. Niet alleen voor de directeur maar ook voor het H.B. De directeur heeft voldoende vrijheid van handelen. afd. Dordrecht. Dank voor het enthousiasme. Veel initiatief moet van de afd. komen-. Verzekering tegen waterschade is landelijk niet zinvol.
afd. Oostelijk Flevoland. Dankbaar voor zijn enthousiaste inbreng.
afd. Hierden. Accoord en dank, echter luister naar de Hr. Habers. De Hr. Habers zegt dat de groep Veluwe te negatief oordeelt over het tijdschrijven. Dit heeft in totaal f 6,20 gekost. Het werk is vrijwillig verricht en verdere kosten zijn niet in rekening gebracht. Hr. Verbeek licht toe dat hij heeft bedoeld de tijd van de werknemers die de staten moesten invullen. Hr. Habers: Dat was niet veel en daaraan was niet te ontkomen. Wat de service betreft: Spoedbestellingen kosten te veel geld, dus geen service afbreken maar deze stroomlijnen in vaste tijden. Hr. Jansonlus afd. Apeldoorn. De particulier doet dit wel. Hr. Habers: Het tijdschrijven is tijdelijk. Het brengt de zaak in het beeld, maakt het zichtbaar. Het H.B. moet uiteindelijk beslissen. Wij filosoferen niet, wij werken. Het werk is echter nog niet afgerond, Het rapport is in uitvoering en er zijn data in genoemd. Wij zijn er dus ernstig mee bezig. Bij de behandeling van de jaarstukken vraagt de Hr. Tesink of de post maandschrift niet kan worden terug gebracht. Per twee maanden uitgeven ? De Hr. Smit afd. Groningen valt terug op de buitengewone A.V. Stelde daar duidelijke vragen maar kreeg nooit duidelijkheid door cijfers. Is de huidige impasse geen gevolg van de nieuwbouw? Nu moeten er maatregelen getroffen worden. Het begin is er door het rapport Habers maar we moeten verder. De Hr. Matthes afd. Laren spreekt over de groepering van de cijfers en wenst een N.I.V.A. accountant die geen lid is van de vereniging. De Hr. Dijkstra afd. Appelscha zegt dat de administratie eenvoudiger kan en dat de ledenlijsten moeten worden vervangen door kaarten. Het nadelig saldo van Handel lijkt nergens op. Concurrentie van Handel is er z.i. niet. Vervolgens krijgt de accountant het woord. Hij begint met op te merken dat we in de tijd van de nu veel gehoorde Mattheus Passion zijn met de 2 hoofdthema's „Hosannah" en „Kruisigt Hem". Hij voelt
zich thans in een soortgelijke situatie. In het verleden werd hem veel lof toegezwaaid en thans is het uitsluitend kritiek. En deze kritiek is z.i. geheel ten onrechte. In vorige jaren is in de rapporten voorzichtig getracht de A.V. te waarschuwen. Ook In het laatste rapport is het zo voorzichtig mogelijk gedaan en is er dus beslist geen sprake van dat dit „geniepig" is gebeurd zoals de afgevaardigde van Eerbeek dit in eerste instantie opmerkte. Reeds in een brief van 17 september 1969 heeft accountant al een aantal wensen t.a.v. de administratie geuit. Er is echter geen enkel gevolg aan gegeven. Heb de werkzaamheden steeds naar beste weten en in het belang van de vereniging gedaan.
Door Bussum is gevraagd of de accountant een goedkeurende verklaring heeft gegeven. Dit is niet met zoveel woorden gedaan maar met inachtneming van de reeds genoemde opmerking t.a.v. administratieve tekortkomingen, geven de jaarstukken een zo juist mogelijk beeld. De 'extra werkzaamheden bestaan voor een groot deel uit het journaliseren, bijwerken van de grootboeken, samenstelling van het memoriaal enz. Werkzaamheden die vroeger door de ambtenaren op het Bijenhuis werden gedaan. Om de jaarrekeningen vergelijkbaar te houden wordt reeds sedert 25 jaar dezelfde methodiek bij de samenstelling gevolgd. Het is geen kwestie van ingewikkeld maken of houden. De ogenschijnlijke ingewikkeldheid is een gevolg van het hebben van 3 afzonderlijke afdelingen.
Groningen vroeg zich af wat we aan de accountant hebben. Accountant heeft wel de nodige adviezen gegeven maar deze zijn niet opgevolgd. Heeft geen bevoegdheid iets dwingend voor te schrijven. De toelichting op de begroting is in feite van het H.B.. De motivering van de quotumverhoging had van haar uit moeten gaan. Het verlies zou in totaal inderdaad ca. f 51.000,— zijn geweest indien het H.B. niet had besloten hiervan f 20.000,— te activeren els aanloopkosten. Dit bedrag is dus niet verdwenen maar komt als een aktief post op de balans voor. Er wordt in de
Ir. Pettinga uit te nodigen voor een lezing over hetgeen daar allemaal wordt verricht. Hr. Dijkstra afd. Appelscha vraagt hoeveel er van het quotum naar afd. Handel gaat. Voorz. Niets. De Hr. Faber constateert dat de verhoging 15 cent per week bedraagt. De contributieverhoging wordt aangenomen met 120 stemmen voor en 50 tegen. Plaats Algemene Vergadering. De Hr. Bouw, afd. Nunspeet vestigt de aandacht op de mogelijkheid tot vergaderen in militaire tehuizen en in cantines van de legerplaatsen, wat een belangrijke besparing oplevert. Is bereid te bemiddelen. Waarom niet in het Bijenhuis vraagt afd. de Wijk. Voorz. Stoort het produktieproces teveel en is daardoor in feite nog duurder. Rondvraag. De Hr. Haalboom afd. Driebergen vraagt waarom de afkeuring van het cabaret op de imkersdag 1973 is doodgezwegen. Voorz. Dit was een misser waarover ook hij verontwaardigd was. De Hr. Faber demonstreert zijn vertrouwen in de vereniging door zijn declaratieformulier te vernietigen en hoopt op navolging. De Hr. Brouwer, afd. Dieren acht het bittere noodzaak door gezamenlijke inspanning het draagvlak van de vereniging te vergroten. Hoopt dat het ledenverlies klein zal blijven.
Doetinchem sprak van een pijnlijke verhouding v. d.
Mej. Jasperse afd. Bunnik constateert dat het consulentschap met 7 man werkt, allen in het zuiden van het land. Waarom is in het noorden niemand?
Weert-van Mourik. In het persoonlijke vlak is deze er niet maar de administratieve kwesties geven inderdaad wel eens moeilijkheden.
Hr. Maagendans zegt dat hierop in de laatste Bedrijfsraadvergadering met klem is aangedrongen. De beslissing ligt echter bij het ministerie.
Bussum? (Matthes) vroeg naar de verschillen tussen het gepubliceerde rapport en die in het bezit van de H.B. leden zijn. Na bespreking in het H.B. is hierin
De voorz. sluit de vergadering met dank aan allen voor het ondanks alle moeilijkheden prettige verloop en wekt de aanwezigen op in grote getale de komende imkersdag te bezoeken.
komende jaren op afgeschreven.
met medewerking van de accountant een wijziging aangebracht. Dit is een normale gang van zaken.
Appelscha. Het door deze afd. berekende verschil tussen de verantwoorde ontvangsten suiker en het op de exploitatierekening genoemde bedrag (ca. f 60.000,—) vloeit voort uit de lagere prijs welke de L.L.T.B. betaalde en omdat de ontvangsten exclusief B.T.W. zijn. Het bedrag van f 9.494,— dat bij Assurantie wordt vermeld vindt men op pag. 24 terug.
Bussum vroeg naar publicatie van omzetten afd. Handel. Dit is een H.B. besluit om deze uit concurrentieoverwegingen niet te publiceren.
JAARSTUKKEN GOEDGEKEURD De Hr. Verbeek afd. Eerbeek verontschuldigde zich dat hij zich wat ongenuanceerd t.o.v. de accountant heeft uitgelaten, wat geenszins zijn bedoeling was. Er is echter wrijving. Vraagt of de secr. wel genoeg middelen heeft om zijn taak uit te voeren.
EXAMEN PRACTISCH IMKER Het ligt in de bedoeling in de loop van de maand september gelegenheid te geven tot het deel. nemen aan het examen ter verkrijging van het diploma „Practisch Imker". Zij die daaraan willen deelnemen dienen zich daartoe vóór 15 juli schriftelijk op te geven bij het secretariaat „Bijenhuis, Grintweg 273, Wageningen" onder gelijktijdige storting van het examengeld ten bedrage van f 35,— op gironummer 823276 van onze vereniging.
Begroting en Quotumverhoging worden gelijktijdig besproken. De Hr. Verbeek afd. Eerbeek constateert dat er ondanks quotumverhoging geen hoger bedrag is uitgetrokken voor propaganda. De Hr. v. Leeuwen afd. Ugchelen vraagt van welk ledenbestand men is uitgegaan. Vermoed men ledenverlies? Daarmede is inderdaad rekening gehouden. Mej. Jasperse afd. Bunnik wil de quotumverhoging terugbrengen van f 7,50 naar f 5,—. Voorz. Dat geeft ± f 13.000,— minder inkomsten. Het H.B. ontraadt dit. De Hr. Adema afd. den Wouden zal tegenstemmen. Misschien voor f 5,— verhoging maar dan niet ten behoeve van afd. Handel. Vindt dat wij niet veel aan Ambrosiushoeve hebben. Kan dat niet minder.
Voorz. WIJ betalen 30% en het Rijk 70%. Suggereert
De „Bee Research Association" adres Hill House Chalfont St. Peter Gerrards Cross Buckinghamshire England SL.9 ONR heeft een nieuwe catalogus van haar publicaties uitgegeven in totaal bijna 100 uitgaven. De besproken onderwerpen zijn behalve gedrag en anatomie van de honingbij, de techniek van het bijenhouden, bijenziekten, bijenweide en bestuiving, geschiedenis enz. De catalogus is gratis verkrijgbaar aan bovenstaand adres. Bij aanvrage antwoordcoupon bijsluiten. De Bijenteelt 99
Commissie nazien boeken Op 6 februari j.l. was de commissie bestaande uit de heren Starink en de Heer te Wageningen aanwezig ter bespreking van de jaarstukken 1973 van de Ver. tot iBev. der Bijenteelt in Nederland. Overeenkomstig de uitspraak van de Alg. Verg. in 1972 werd geen controle doch een bespreking gehouden. Ook nu werd weer duidelijk dat de kasadministratie niet optimaal werkt. De commissie koninginneteelt levert nog steeds een verlies op. De grootste onkostenpost wordt veroorzaakt door de gemaakte reiskosten. Wellicht is dit op te vangen door een imker op het eiland op te leiden. Elk jaar wordt een bedrag gereserveerd voor het wetenschappelijk onderzoek bijenteelt aan de Landbouw Hogeschool te Wageningen. Deze reserve bedraagt nu f 7.264,70. Al vanaf 1961 heeft men van deze reserve geen gebruik gemaakt. Moet dit zo doorgaan of kunnen we post ten eigen bate aanwenden? Research en aanloopkosten ad f 20.000,—. Dit is een verliespost, grotendeels niet aantoonbaar, op deze wijze verwerkt om het verlies 1973 enigszins acceptabel te maken. De afdeling Handel heeft een verlies volgens de Exploitatierekening van f 11.959,40, voegt men hier de research en aanloopkosten bij dan wordt het verlies f 31.959,40. Het verlies van de vereniging bedroeg f 14.090,96. Het verlies van de afd. Handel wordt o.a. veroorzaakt door een slecht prijsbeheer vandaar de drastische prijsverhoging in 1974. Op deze wijze jaagt men de leden naar de concurrent.
Ook de afdeling Suiker ontkwam niet aan een verlies 5.257,43. De oorzaak hiervan was dat men van mening was de suiker tegen dezelfde prijs in te kopen als in 1972 hetgeen niet het geval was. Bovendien had men een overeenkomst aangegaan met de L.L.T.B. om een partij van 91 ton door te leveren 61 cent per kg. Resumerend bedraagt het totale verlies f 51.307,79. Wanneer we op deze wijze voortgaan staan we binnenkort voor een financieel bankroet. Wat kunnen we hieraan doen?
f
Volgens de commissie het volgende: 1 e De boekhouding vereenvoudigen zo mogelijk mechaniseren. Resultaat minder overboekingen ergo minder kans op fouten. 2e Mechanisering voorraad administratie. 3e Uitbreiding Handel. 4e Betere samenwerking Bestuur en uitvoerend apparaat. Als laatste nog een opmerking over de Comm. nazien boeken. De wijze waarop deze commissie wordt samengesteld is onvoldoende. Ook dit jaar werd weer een lid toegevoegd dat door onvoldoende boekhoudkundige kennis niet in staat was aan het gesprek deel te nemen. Voorstel: Het hoofdbestuur verzoekt alle afdelingen een opgaaf te doen van die leden die over voldoende boekhoudkundige kennis beschikken om in de commissie zitting te nemen. Aan de hand van deze lijst kan dan bij toerbeurt een commissie worden samengesteld. Bussum, 28 maart 1974. Namens de Commissie nazien boeken, de Heer.
HOOGTEPUNTEN IN HET BIJENONDERZOEK door J. de Wilde, Laboratorium voor Entomologie, Landbouwhogeschool, WAGENINGEN.
Het is al meer dan twintig jaar geleden, dat ik op de Imkersdag in Hilversum verslag uitbracht van mijn bevindingen met het bijenonderzoek in Amerika, toen als nu het land van de onbegrensde mogelijkheden. In het bizonder had mijn verhaal betrekking op de veredeling van de honingbij. Dat was een merkwaardige reis die ik in 1949 maakte, daartoe door de Nederlandse imkers in staat gesteld. Ik heb daarvan in het Groentje verslag uitgebracht. Wat ik niet heb verteld was, dat ik, door een samenloop van omstandig-, heden, een deel van die reis maakte in het voetspoor van Professor Karl von Frisch, die een lezingentournee door de Verenigde Staten maakte. Dezelfde von Frisch, die in het afgelopen jaar met de Nobelprijs is onderscheiden. Er is 100 De Bijenteelt
wel geen Nederlandse imker die zijn naam niet kent; voor ons is hij de grootste nog levende autoriteit in de bijen-biologie. En nu was het merkwaardig om te ervaren dat de Amerikaanse kollega's eigenlijk nauwelijks geloof wilden hechten aan de uitleg die von Frisch gaf van wat bijen elkaar zoal door middel van hun taal meedelen. Men wantrouwde zijn proeven, die toch zo overtuigend zijn getoond in zijn bijenfilm, die overigens bij de vakimkers in Amerika verbazing en ongeloof ontmoette. Wetenschap is internationaal, maar de taalbarrières belemmeren de kontakten, en onbekend maakt onbemind. Niettemin is Noord-Amerika toonaangevend op het gebied van de praktische bijenteelt en het daarop gerichte onderzoek, dat op een voorbeel-
dige manier is georganiseerd. Dit brengt mij ertoe, op deze imkersdag iets te zeggen over het verband tussen het fundamentele onderzoek naar de honingbij en de praktische bijenteelt. Al in het stenen tijdperk heeft de mens de honingbij gekend en de honing uit wilde bijenvolken verzameld, getuige de praehistorische tekeningen in Spaanse grotten. Sedert die tijd heeft de mens in steeds toenemende mate ervaring met bijen opgedaan, en heeft ook studie gemaakt van samenstelling en levenswijze van het bijenvolk, welke studie later zijn weerslag vond in de literatuur. Daarbij blijkt steeds weer dat natuurfilosofen en imkers als het ware in twee afzonderlijke werelden leefden; de afstand tussen wetenschap en praktijk is eeuwenlang zeer groot geweest. Beschouwen, denken, schrijven, werd als een aparte vakbezigheid beschouwd; de stiel van boer en imker was die van de eenvoudige ambachtsman. We kunnen ervan uitgaan, dat boer en imker oorspronkelijk behoorden tot de analphabetische massa; niet in staat de eigen vondsten wereldkundig te maken. De hovaardige wetenschap ging meestal aan de eenvoudige praktijk voorbij. Pas in de vorige eeuw is hierin kentering gekomen. Darwin maakte in zijn beroemde werken over evolutie rijkelijk gebruik van gegevens uit de praktijk van de landbouw, maar Darwin is dan ook uniek en wordt pas in de laatste tientallen jaren werkelijk begrepen. Darwin maakte het praktisch weten van de teler deel van het officiële weten. Aristoteles, beschermeling en leermeester van Alexander de Grote, dierkundige en filosoof, heeft in zijn Historia Animalium ruim 300 jaar voor Christus de kern van het officiële weten over bijen neergelegd en het wetenschappelijk beeld van bijen en bijenteelt tot na de Middeleeuwen bepaald. Hij vertelt dat er drie „vormen" in een bijenvolk aanwezig zijn: een koningin, vele gewone bijen en soms een aantal darren. Het verzamelen van honing en „bijenbrood", het bebroeden van de raten, de verkenning van de omgeving voor het zwermen, de arbeidsverdeling, de wasmot en bijenziekten, dit alles wordt al door Aristoteles opgetekend. De naam propolis gaat op zijn geschriften terug. Een dergelijke gedetailleerde kennis kon natuurlijk alleen door bijenhouders worden verkregen; er heeft in het oude Griekenland dan ook een bloeiende imkerij bestaan. „Maar", zegt Aristoteles, „men heeft over de bijen nog niet voldoende waarnemingen, maar als deze gedaan zouden worden moet men meer geloof schenken aan de waarnemingen dan aan de theorie." In de Romeinse tijd deden Virgilius en Plinius echter niet veel anders dan Aristoteles herhalen, en in de Middeleeuwen voegden de middelnederlandse schrijvers er evenmin nieuws aan
toe. Pas in de 16e en 17e eeuw wordt de raad van Aristoteles opgevolgd, en komen Stelluti, Swammerdam en Leeuwenhoek met eigen waarnemingen de monotone herhaling van de klassieken doorbreken. Dan ontstaan de prachtige afbeeldingen van de fijnere struktuur van de honingbij, zichtbaar gemaakt met vergrootglas en mikroskoop, en in het bizonder de anatomische schetsen door Jan Swammerdam, van een volmaaktheid, die in onze tijd alleen door de mikrofotografie wordt overtroffen. Daarbij komen dan originele beschrijvingen, waarin aan minder zorgvuldige of stereotyp napratende kollega's de kritiek niet bespaard wordt.
r!..,
Samengestelde ogen van een dar, getekend door Jan van Swammerdam.
Wanneer hij op 22 augustus 1673 een korf met bijen opent, noteert hij „eenige duysenden gemeene bijen (apes vulgares), eenige honderden hommels oft broeibijen (fuci, apes incubantes), ende een koning, maar also daar eigentlijk geen koning noch ook hommels in de korven der bijen ooit of ooit te vinden zijn, ende door een De Bijenteelt 101
seer groot en onverschoonlijk misverstand de geseijde Dierkens de voorige namen gegeven ende toegeeigent sijn, soo sal ik alhier nu in het begin vermanen dat ik overal in mijn volgende werk den gefingeerden koning het wijfken der bijen (apes foeminia) zal noemen ende de gemeene bijen sal ik Werkbijen (apes operariae) tot onderscheijt noemen Wie nu de volmaakte afbeeldingen van het darmkanaal en het voortplantingsapparaat ziet, zou denken dat nu ook het functioneren hiervan zou zijn opgehelderd, maar dit is allerminst het geval. Moeizaam wordt door latere onderzoekers de rol van het zaadblaasje, de betekenis van de spermatozoiden, het bevruchtingsteken en de herkomst van de bijenmelk opgehelderd. Daarna was het aan Dzierzon en von Berlepsch voorbehouden om vast te stellen dat uit onbevruchte eieren darren, uit bevruchte eieren werkbijen of koninginnen ontstaan. Zo kreeg Aristoteles, die volhield dat werkbijen geen wijfjes konden zijn, omdat ze immers een wapen dragen, toch nog ongelijk. En ook Swammerdam zegt al in 1673: „Uit deese vergelijking der Bijen onder malcanderen soo blijkt klaarlijk, dat de gemeene Werkbijen veel meer met den aard ende natuur van het Wijfken overeenkomen als met die van het Manneken Ik liet zoëven uitkomen dat de officiële wetenschap de bijenkoningin als koning betitelde, tot Swammerdam de ware aard van dit beestje ontdekte. Maar waren ook de imkers op een dwaalspoor? Nadere lezing van de klassieke verhandeling van Swammerdam leverde een verrassende passage op. Ergens zegt hij: „Van een geregtige Moederbij (soo noemen de Bijenhouders alhier bij ons de koningen of Wijfkens die veel jongen, honig en Was aanwinnen " De imkers zijn dus stellig Swammerdam vooruit geweest, zij het misschien niet op grond van zulke exacte argumenten. „Moeren" was voor de geleerde Swammerdam kennelijk te vulgair. Wetenschap rationaliseert en verklaart dikwijls hetgeen de praktijk al weet; zij past de praktische kennis in het theoretisch raam en maakt daardoor voorspellingen mogelijk die men alleen op grond van ervaringsfeiten nooit zou verrichten. Voor de imker was maar één ding belangrijk: het beheersen van de ontwikkeling van zijn bijenvolken. Deze beheersing werd door de overgeleverde ervaring van vele generaties steeds volmaakter. Andreas Vesalius sprak van de eenheid van kennis en beheersing van de werkelijkheid. De ware toets van de kennis is de beheersing; in dit opzicht is de beste praktikus dus de beste kenner. Maar deze kennis 102 De Bijenteelt
behoeft daarmee nog geen wetenschappelijke kennis te zijn; zij wordt dit pas door een plaats te vinden in het begrippenstelsel dat de wetenschap kenmerkt. Omgekeerd brengt kennis die in dit begrippenstelsel kan worden ingepast, nog niet noodzakelijk praktische toepassing mee; dit gebeurt alleen wanneer die kennis operatief gemaakt kan worden. Faraday verschafte ons de electriciteitsleer; Edison de gloeilamp. Faraday heeft onze kennis verrijkt, Edison ons leven verlicht. Het een zowel als het ander is voor ons van belang. Laten wij nu eens nagaan, welke invloed enkele belangrijke ontdekkingen in de bijenbiologie op de praktische bijenteelt hebben gehad. Dat bijen „het sap van bloemen" peuren en hieruit honing maken, vermeldt al Plinius in het jaar 70, maar omstreeks 1750 stelde Linnaeus vast dat ze daarbij het stuifmeel op de stempel van de bloemen brengen. Het duurde tot 1793 dat Chr. Konrad Sprengel beredeneerde dat velerlei eigenschappen van de bloemen erop gericht waren het bloembezoek door insekten en de bestuiving te bevorderen. Kleur, geur, vorm, struktuur en honingmerk passen alle bij deze funktie. De nektar wordt op speciale wijze bewaard en aangeboden. Swammerdam en Leeuwenhoek hadden aan het eind van de 17e eeuw al op de betekenis van bouw en lengte van tong en onderkaken gewezen. Maar zijn bijen nu ook in staat geuren en vormen waar te nemen, en hoe dragen alle bloemkenmerken tot het bloembezoek bij? De officiële wetenschap leerde in de 19e eeuw dat alle lagere dieren kleurenblind zijn. Het was von Frisch die met zijn talrijke schaar van leerlingen ons weten van 1913 tot heden, dus ruim 60 jaar lang, met een stroom van gegevens verrijkte, daarbij gebruik makend van het natuurlijk gedrag van de bijen. (wordt vervolgd)
ONZE IMKERSAGENDA 22 juni
Bijenmarkt lisselstein
16 juli
Bijenmarkt Veenendaal
7 augustus Bijenmarkt Epe 21 september Bijenmarkt Ugchelen
UIT DE JAA GKIEPS Sensatie We leven in een in sensatie gedrenkte tijd, schreef Scottish juli. Als we niet op de maan wandelen, worden we gedecimeerd bij de een of andere luchtaanval of zijn we betrokken bij een sexschandaal of gaan we de lucht in met een bom van de IRA. De nieuwsgaarders azen op iedere sensatie en zetten ons die met vulgaire wreedheid voor. Zelfs ons rustige vredige leven op de bijenstal is niet meer veilig voor de nieuwsmuskieten, zoals blijken mag uit een artikel in een recente Franse krant, onder het opschrift HONINGPRODUKTIE VAN INDIA MET 50% VERMINDERD, TIJGERS VRETEN DE IMKERS OP. De tijger blijkt in India nu tot de wettelijk beschermde dieren te behoren en de imkers durven de bossen niet meer in om hun bijen te verzorgen. In werkelijkheid verslonden tijgers inderdaad 29 imkers ten noorden van Calcutta. Dat is een flink aantal en men schat, dat er in India nu tweeduizend op mensenvlees beluste tijgers lopen te wachten op imkers. De schrijvers van bijenboeken zullen in de toekomst de tijger wel toevoegen aan hun lijst van vijanden van de bijen. Maar, gaat het blad verder, hoe dit ook zij, als 29 opgepeuzelde imkers 50% van de honingproduktie vertegenwoordigen, lijkt het dubbele van dat getal wel een erg pover totaal aantal imkers voor een land van de afmetingen van India.
Vurige imkersvrouw De mannelijke chauvinisten hebben het maar altijd te vertellen in de bijenbladen, schrijft een vurige imkersvrouw in Scottish juli, en zij spreekt opruiende taal tegen haar vrouwelijke lotgenoten, Eerst en vooral: zorgt dat uw man zijn volken op tijd nakijkt of, nog beter, laat hij zijn bijen vijf kilometer van huis houden. Als hij zijn bijen bij huis houdt, wachten die lamstralen van bijen met zwermen beslist tot hij naar zijn werk is. Zit je als vrouw middenin een ingewikkeld culinair meesterstuk en laat je de bijen hun gang gaan, dan lopen opgewonden buren je de deur plat en eisen dat je er iets aan doet en vlug ook. Het kan nog erger. Ik heb eens een zwerm geschept en, om door de buren niet gezien te wor-
den in mijn weinig flateuze imkerskleren, strompelde ik ermee langs een dijk op huis aan, toen een volgende zwerm afkwam en een meter verder ging zitten dan de vorige, We aten erg laat die dag. Een volgende goede raad: wees nooit zo gek dat je je was buiten hangt als de zon even tussen de regenwolken doorkijkt, want ondanks alle televisiereklame krijgt geen biologisch wasmiddel het schoon. Hang dan natuurlijk wel je mans meest geliefde witte overhemd buiten. Hij zal dan zijn pogingen verdubbelen om ver van huis een plaats voor zijn bijen te vinden. En vooral: zorg ervoor dat je griep hebt op de dag waarop hij zijn bijen naar de heide brengt en nog een keer op de dag waarop hij ze terughaalt. Anders moet je méé. Bij het reizen ben ik, welgeteld, zeven maal gestapt in kniediepe gaten vol rottig stinkende modder en elke keer beet hij me nijdig toe, dat ik de kasten voorzichtig neer moest zetten voordat ik viel. De terugreis is nog erger dan de heenreis, want als de bijen het goed gedaan hebben, sjouw je je je armen uit het lid; deden de bijen het niet goed, dan houdt hij nooit weer op met te verkondigen, dat we financieel naar de knoppen zijn. Laat je niet lijmen, imkersvrouwen, en als er een keer veel honing is, zorg dan dat je aan je trekken komt en eis je deel op van de inkomsten.
Verduurzamen van bijenkasten Hout van bijenkasten wordt duurzamer, als men het volgende konserveringsmiddel gebruikt: 2 delen goedkope machine-olie; 1 deel kreosoot; 1 deel parafine. De olie trekt in het hout, de kreosoot gaat verrotting tegen en de parafine bevordert de absorptie en maakt het mengsel schoner in het gebruik. Het geeft de bijenkasten een aantrekkelijke lichtbruine kleur en het houdt de kasten koeler, als ze in de zon staan. ABJ nam dit recept over uit Bee Craft september. We lazen niet, dat de mening van de uitvinder door anderen gedeeld wordt voorzichtig uitproberen dus als u ervoor voelt.
Internationaal Bijenkongres 1975 Het volgende Internationaal Bijenteeltkongres zal worden gehouden in 1975 in Grenoble in Frankrijk. Australië en de Verenigde Staten hebben nu reeds de imkers uitgenodigd om in 1977 naar hun landen te komen voor hun kongres en Finland kijkt nog verder vooruit, door nu al aan te bieden het kongres van de imkers in 1979 te ontvangen. De Bijenteelt 103
Van Bijenstand tot Middenstand Impressie van een indrukwekkende Imkersmanifestatie
De 45ste nationale imkersdag vormde het slot van een driedaagse show, georganiseerd door de afd. Bunnik-Houten e.o. van onze vereniging, tevens de — zei het ietwat verlate viering van het 25-jarig bestaan van deze actieve en bloeiende afdeling. De middenstandsshow werd donderdag 16 mei te 14 uur in tegenwoordigheid van onze alg. voorzitter Mr. Ridder van Rappard en van Mr. W. H. Bijleveld, burgemeester van Houten geopend door Mr. H. M. de Jonge locoburgemeester der gemeente en hoewel er ook lieden waren, die meenden dat vele middenstandsexposities niets met bijenteelt te maken hadden — dat zijn vermoedelijk degenen die de wereld uitsluitend met imkers bevolkt willen zien — bleek uit het bezoek overduidelijk dat deze combinatie een goede greep van de organisatoren is geweest. Het groot aantal imkers dat deze show al op donderdag en vrijdag heeft bezocht heeft echter vermoedelijk nadelig gewerkt op het bezoek aan de imkersdag. Ook het feit dat het niet te voorziene vroege voorjaar de vroege dracht en het zwermen enige weken naar voren heeft verschoven heeft velen ervan weerhouden
Twee voorzitters gaan elkaar de hand reiken. naar Bunnik te komen. Niettemin heerste er met 350 deelnemers een gezellige drukte. De imkersdag zelf werd te 10.45 uur geopend met een woord van welkom door voorz. J. Pater Jzn. die zeide vele jaren bij anderen te gast te zijn geweest; dit jaar wilde Bunnik de imkers graag ontvangen en dan ook eens op een andere tijd 104 De Bijenteelt
als te doen gebruikelijk om de traditie eens te doorbreken, Hierbij kon echter niet worden gerekend op het abnormale vroege voorjaar met als consequentie het zwermen. Iedere echte imker, aldus spr. heeft dit nu een week uitgesteld.
Overzicht van de show.
Er is hier een schakel gelegd tussen bijenstand en middenstand. De imkerij staat hier sterk in de belangstelling. Men is creatief bezig, zie de strovlechtcursussen. Er worden vele nieuwe leden gewonnen. Spr. bracht dank aan het bestuur van de fruitveiling. Door aller medewerking, zowel van het veilingpersoneel als van de imkers is deze show van de grond gekomen. Spr. wenste allen een prettige dag en verzocht Mr. van Rappard over te gaan tot de officiële opening. Onze alg. voorzitter ving aan met te constateren dat hij na de opening van de show niet met een goede maar met een uitstekende indruk naar huis was gegaan. Bunnik zit al jaren aan de top. Geeft een eigen afdelingsblad uit. Spr. achtte deze show een propaganda als nog niet eerder is geweest en brengt hulde aan het gemeentebestuur hier vertegenwoordigd door Burg. F. R. M. Meltzer en weth. J. Nolthuis. De Hr. Pater doet spr. terugdenken aan het patriarchale tijdperk toen vele activiteiten verenigd waren in één persoon. De naam Pater is daarvoor al een vingerwijzing. Door zijn vele functies heeft hij zo veel te doen en toch nog tijd om een dag in de week op het Bijenhuis in te vallen voor de Hr.
spireren en tot zelfwerkzaamheid brengen. Spr. brengt hulde aan de vele initiatieven van deze afdeling. Dit is een dag om de onderlinge band te verstevigen. Met de beste wensen voor een geslaagde dag verklaarde de voorz. de 45ste imkersdag voor geopend. Burg. F. R. M. Meltzer, verklaarde het een prettige consequentie van zijn ambt te vinden dat hij vandaag het woord mag voeren. Het is evident dat een imkersorganisatie goede contakten moet onderhouden met het gemeentebestuur. Deze zijn er en er is zelfs een raadslid imker. Wij zijn blij dat deze dag te Bunnik wordt georganiseerd. Experimentele vormgeving.
v. d. Weert, die daar node kan worden gemist. Spr. heet Prof. de Wilde welkom, die voor ons een lezing zal houden, deswege behalve extra welkom ook onze hartelijke dank. Prof. de Wilde vertegenwoordigt de wetenschap in onze liefhebberij. Hij heeft vele mensen geactiveerd zoals nog onlangs Dr. Wirtz. (zie de publicatie in het Groentje van mei 1973 blz. 77). Spr. deelt mede dat Ir. Pettinga verhinderd is deze dag bij te wonen en begroet in het bijzonder de ereleden A. Vink, J. F. Verhoeven, Ir. J. Mommers en Tj. Stienstra, alsmede de vertegenwoordigers van de zuidelijke bonden de HH. v. d. Palen en van Dongen. Zonder op deze dag direct een bewogen woord te willen spreken blijft de voorz. even stilstaan bij het overlijden van Dr. A. Minderhoud. Hij memoreert zowel zijn bekwaamheid als zijn gaven in de menselijke sector. Men zal hem in het maandschrift de nodige eer bewijzen. Zijn leven was ingesteld op dienst aan de naaste. Spr. brengt nogmaals hulde aan de Hr. Pater. Destijds had hij gezegd bang te zijn voor de zwermtijd, waarbij de Hr. Pater hem wat meewarig had aangekeken. Dit blijkt nu toch zo te zijn, zodat de voorz. zich niet hoeft te generen. De tentoonstelling betreft ook de middenstand waar veel te zien is. Speciale aandacht vraagt spr. voor de tentoonstelling van het oude imkergerief van de Hr. Dijkstra. Hieruit kan het H.B. inspiratie putten om eindelijk eens een eigen imkermuseum in te richten teneinde het verleden voor de toekomst te behouden en een permanente tentoonstelling tot stand te brengen. Hij zeide blij te zijn dat wij over een afdeling als Bunnik kunnen beschikken, een voorbeeld van „Hoe het moet." Hij zeide dat afd. secretarissen dit niet altijd zien, waardoor wij in allerlei perikelen geraken, waarvan de Hr. v. d. Weert mede het slachtoffer geworden is. In deze jachtige tijd waarin men wordt geleefd, moeten wij met onze boodschap de mensen in-
Bunnik heeft een poststempel „Bunnik, centrum van het land en toch landelijk". In het belang van de imker zou het kunnen zijn „Bunnik, altijd en overal bijen". De voorz. is een bewonderaar van de franse taal. Welnu toen het milieubeheer nog nauwelijks leefde waren de imkers al milieubeheerders „Avant la lettre" (voorlopers red.). Het werk wordt hier zeer gewaardeerd. De plaatselijke afd. heeft goede contacten met het gemeentebestuur en de inwoners. De gemeente die oorspronkelijk agrarisch was wordt steeds meer een forensen gemeente. De imkerij past in het agrarisch deel en is anderzijds een zinvolle hobby voor de forensen. Er bestaan tussen beide groepen goede contacten. Spr. bracht dank aan de Hr. Pater die behalve zijn vele functies in het organisatieleven ook nog leraar is op een aantal landbouwscholen en journalistiek werk doet. Wat de Benedictijnen zijn voor de likeur is Pater voor de bijen. Spr. kent zijn bescheidenheid doch hij is hem opgevallen als een nijver mens. Hij hoopt dat dit nog vele jaren zo moge blijven. De idee van een bijenmuseum is spr. uit het hart gegrepen, maar dan in Bunnik. Spr. besluit met „Leve de bijen". Mr. van Rappard dankt spr. voor zijn woorden en de Hr. Pater zegt het gesprokene omtrent oprichting van een bijenmuseum goed te zullen onthouden en er hard aan te gaan werken. Vervolgens krijgt Prof. de Wilde het woord voor zijn zeer aktuele en interessante lezing over de hoogtepunten in het bijenonderzoek, die wij met speciale toestemming van Zijn Hooggeleerde elders in dit blad opnemen. De alg. voorz. zeide in zijn dankwoord aan Prof. de Wilde dat de wetenschap niet buiten de praktijk kan en omgekeerd. Hij uitte zijn bijzonder erkentelijke dank voor het gebodene. Daar Prof. de Wilde zelf imkert en die dag nog drie vegers moest maken verliet hij de imkersdag maar niet dan nadat hem een bijzonder fraai assortiment kwaliteitsfruit was aangeboden. Een voorstel om de Hr. v. d. Weert met de beste wensen voor een spoedig herstel een bloemstukje te sturen werd met een hartelijk applaus De Bijenteelt 105
onderstreept en daaraan werd via de Fleurop ogenblikkelijk uitvoering gegeven. Tijdens de altijd weer leuke demonstraties van de volksdansers deed men zich tegoed aan de inmiddels rondgediende broodjes met koffie voor de lunch. Uit opmerkingen van de vreed — of vreet? — zame schare meent uw recensent te hebben moeten opmaken dat de kwaliteit en kwantiteit ieders goedkeuring kon wegdragen. Het eerste deel van de middag was gereserveerd voor de excursies. Daar schr. ook maar op één plaats tegelijk kan zijn heeft hij helaas geen bezoek kunnen brengen aan de Stichtse Fruittuin, welke excursie blijkens de reactie van de bezoekers bijzonder interessant was. De
wandeling door het landgoed Nieuw Amelisweerd, begeleid door enthousiaste en terzake kundige natuurgidsen en begunstigd door heerlijk voorjaarsweer was een ware verademing in ons onrustig bestaan en velen hebben daarvan met volle teugen genoten. Het cabaret in de kolderieke boerenstijl vormde wel een schrille tegenstelling met het gebodene van vorig jaar. Het was dan ook niet meer dan een vermaak op niet al te hoog niveau als hoedanig het waarschijnlijk ook was bedoeld. De bekendmaking van de uitslag en prijsuitreiking van prijzen en diploma's van de keuringen had een vlot verloop. De namen van de winnaars zullen elders worden vermeld.
Tot slot van de dag en alvorens over te gaan tot de verloting dankte de Hr. Pater onze voorzitter en de burgemeester voor de felicitaties en waarderende woorden. Hij wekte op tot trouw aan de vereniging en gaf nog enige voorbeelden van de moeilijkheden en de financiële verliezen die ontstaan door traag of onnauwkeurig werken van de afdelingssecretariaten en de penningmeesters (het renteverlies wat wij lijden door het veel te laat afdragen van het quotum bij een rentestand van 10 tot 12% liegt er niet om, red.). Hij stelt voor in het komende winterseizoen de afd.besturen te gaan coachen onder het motto „Waar is nog een niet actieve afdeling". Een door mevr. S. G. v. d. Esschert uit Apeldoorn aangeboden gehandwerkt kussen met een bijenmotief bracht bij amerikaanse verkoop f 112,— ten behoeve van de afdelingskas op. De prijzen van de verloting — spaarkast en honingslinger — werden door de winnaars opnieuw ter beschikking gesteld en ook daar voer de afdelingskas wel bij. Na het slot- en dankwoord van de alg. voorzitter, die de afd. huldigde in de persoon van de Hr. Pater en daarbij zijn eigen apimondia-insigne op de revers van zijn jas speldde kon Afd. BunnikHouten e.o. terugzien op een geslaagde viering van haar 25-jarig bestaan en een niet minder geslaagde imkersdag.
De %el, 4d/t9.0 TEN DODE OPGESCHREVEN Vrolijk meefluitend, met de muziek van de autoradio, rijdend door de schone dreven van Drenthe, mij gelukkig voelend over een zo'n prettig bijenjaar. Het eerste jaar van imkeren was afgesloten. De bijen behoorlijk ingewinterd. Heerlijk op z'n plaats in de pasgebouwde bijenstal. Lekker droog en op het zuidoosten. Laat de boeren maar dorsen, mij kan niets gebeuren. Rem . . . ! Stop . , . ! Wat krijgen we nou? Een bijenkast tussen de struiken op de koude grond, met gesloten vlieggat? Impulsief, zoals ik ben, stapte ik uit de auto. Voor ik er verder over na kon denken, had ik reeds gebeld. Toen realiseerde ik mij pas, dat tiet een lege kast moest zijn. Terug kon ik niet, ik had gebeld. Mijn verontschuldiging gestameld en medegedeeld
106 De Bijenteelt
waarvoor ik kwam, keerde ik weer op mijn schreden terug. Wie schetst mijn verbazing, toen ik achter mij hoorde zeggen: „Maar er zit wel een bij in." „0, maar wilt u dan wel het vlieggat openzetten, anders gaat ie dood". Ik viel van de ene verbazing in de ander. „Die bij moet ook dood, ik wil 'm niet". Enfin, binnen het uur stond de kast in mijn bijenstal. Nu had ik een probleembij. Een niet ingewinterde bij, en het was al bijna vierde week oktober. Wat nu? Wat moet ik? Nu nog voeren? Het gewicht was van dien aard, dat er niet veel honing in opgeslagen kon zijn. Even jvp te 1. bellen. Wat moeten we nou? 0, is tie ten dode opgeschreven? Als den donder voeren? Zo, ook nog bidden? Nou bedankt dan.
Het was tot overmaat van ramp ook nog een Simplexkast. Ik bedoel, natuurlijk, ik ben een spaarkast gewend en voer met omgekeerde emmer, waaromheen 2 honingkamers. Twee dagen later scheen er een heerlijk zonnetje. Ik ga het wagen. Ik ga 'm overzetten in een spaarkast. 't Zal me benieuwen. Ik voelde een emotie alsof ik een graf opende. Sjonge, een volk op 8 ramen. Is dat zwaar voor deze tijd van het jaar? Weet ik veel. Dit weet ik wel, het was een lief volkje, kalm en helemaal niet stekerig. Zo dekplank erop en . . . zoals gezegd, als den donder voeren. Toen het koud begon te worden, was er reeds 7 kg suiker opgenomen, Maar ja, als kersvers gediplomeerd imker, klonk natuurlijk de waarschuwing in de oren „beter 11 kg suiker voeren dan 9 kg." Ten dode opgeschreven. November, december, januari, nog steeds in angstige spanning. Zou die 't halen. Half februari, het zonnetje schijnt lekker. Zo, even spelen met de verrekijker. Dat spelen is kijken naar de bijenstal op 70 m. afstand. „Die dooie leeft" ! ! Iedereen in paniek. Na kalmering van de gemoederen, was ik die idioot met zijn bijen. Op een hol naar de bijenstal. Wat een geluk, wat een genot, ze vliegen, Verdraaid, ze halen stuifmeel. Ze buitelen over elkaar heen in hun haast om binnen te komen. De een is nog geler dan de andere. Wat nu? Moet ik gaan voeren? Hoe is de toestand in de ramen? Werd de suiker nog verzegeld? Misschien gistend suiker? En dan ook nog voeren? Weer jvp te J. gebeld. 0, heb ik gezwijnd? Met die zachte winter? Weet je het niet? Nou ik zoek het zelf wel uit. Ik besloot op het warmste moment van de dag de kast te openen. De temperatuur in de stal was 13 graden. Ik barstte van de zenuwen. Eerst Groenveld nog maar even nakijken. In mijn gedachten elke handeling repeteren. Nee, maar geen rook gebruiken. Moed verzamelen. Niet doen, wel doen ? Geen broed, dan wordt de moer misschien ingebald. Dan ben ik nog verder van huis. Ik moet. Nog even zuchten. Hup, het dak eraf. Dekentjes aan weerszijden boven op de ramen, zodat ik in het midden kan beginnen. Verdraaid, ze zitten op 7 ramen. Middelste raam er uit gehaald. Neen ! ! Broed ? Ja ! ! Verzegelde suiker, open en gesloten broed. Het raam links eruit, ook verzegelde suiker. Rechts, ook. Alle ramen droog, geen schimmel. Kast sluiten en bijen bemoedigend toespreken. Wie heeft er nu gezwijnd? Of komt het door het gaas in de bodem ?
DE ZEEASTERDRACHT Na lezing van het artikeltje van Tj. Stienstra over Bijenmannen zoeken drachtvelden, in het decembernummer wil ik graag, als le jaars imker, mijn ervaring vertellen. Zo ongeveer eind juli-begin augustus was er waarschijnlijk geen dracht meer. Bij de kastcontrole bleek, dat er alleen gesloten en uitlopend broed aanwezig was. Door een weekje flink met suiker te voeren (1 op 1) was er daarna weer flink wat open broed en eitjes. De heideverwachtingen waren slecht. Dus werd bijtijds contact opgenomen met de heer Haitsma voor plaatsing bij de zeeaster. De tijdsduur was 4 weken en wel van 15 augustus tot 13 september. Een hoofdvolk en de zwerm daarvan kregen een lege honingkamer. Stienstra schrijft over 10 pond per volk. Na het terughalen werden de ramen geslingerd en de honing direct in potjes gedaan van 450 gram. Nu komt het (en ik heb geen enkele reden om te overdrijven) na telling bleken er 63 potten te staan. Dit betekent, dat er ruim 50 pond van 2 volken geslingerd werd. In de broedkamers was geen honing aanwezig bij het plaatsen bij de zeeaster. Het hoofdvolk bruiste echt niet uit de kast en de zwerm was ook niet bijster groot. Verder heb ik, dacht ik, de fout gemaakt, door ook nog 2 kleine volkjes mee te nemen. In de mening verkerend, dat de bij, net als bij de koolzaad, nog flink wat broed aan zou zetten. Het tegendeel was het geval. De broedkamer van de twee eerstgenoemde volken zaten tot in alle hoeken vol honing. Boven deze broedkamers had ik een koninginnerooster geplaatst. Ik was van mening dat de bij de honing boven zou opslaan en daarna de broedkamers zou gebruiken. De twee kleine volken hadden ook flink gehaald, maar werden niet geslingerd. In alle vier kasten dus geen broed. Mijn conclusie lijkt gerechtvaardigd, dat, zodra de bij op de zeeaster stond, de moer ophield met leggen. Nu schrijft Stienstra, dat er 100 volken geplaatst werden. Waar dan? Wij stonden met 12 kasten bij Dokkumernieuwezijlen en in de wijde omgeving was geen kast te bekennen. Nu ben ik toch benieuwd waar en hoe die 100 volken stonden, hoelang en welke tijd precies. Onze volken stonden behoorlijk in de luwte. Waarin zit toch dat verschil? Wij belangrijk meer honing en geen broed. Stienstra broed en naar mijn gevoel erg weinig honing. Vledder KPB. De Bijenteelt 107
KONINGINNEN INVOEREN In het maartnummer van het goed gedocumenteerde blad "Der lmkerfreund" (Beieren) is een verslag opgenomen van de proeven in 1973 van het Bijenteeltinstituut in Erlangen. Daarbij zijn ook de resultaten van proeven met het invoeren van koninginnen. Hoewel daarover al veel is geschreven en de laatstelijk gepubliceerde methode met alcohol in de praktijk blijkt te voldoen, is het toch een onderwerp dat nog steeds in de belangstelling staat, vandaar dat wij het verslag van deze proeven zoveel mogelijk in de letterlijke vertaling hieronder laten volgen: Proeven met het vervangen van koninginnen Bij het invoeren van andere koninginnen in onze volken namen wij tegelijkertijd proeven met drie verschillende maar eenvoudige methoden. De proeven werden in een ongunstige tijd, vanaf eind juli, bij koud en regenachtig weer genomen. Het verwisselen van de moeren ging snel. De oude moer werd verwijderd en gelijktijdig werd een uit een éénraams bevruchtingskastje afkomstige jonge moer ingevoerd. Het ging er in de eerste plaats om de eenvoudige methode, die in de praktijk van onze "Imkermeister" R. Riedel bruikbaar gebleken was, met andere methoden te vergelijken. Bij deze werkwijze wordt geen moerkooitje gebruikt. Men neemt uit de broedkamer van het volk waarin de moer moet worden ingevoerd een met bijen bezette raat en zet daar, nadat de oude moer is verwijderd, de jonge moer eenvoudig op, midden tussen de bijen. In het late najaar van 1972 is gebleken, dat de koninginnen in deze tijd van het jaar in ieder geval niet door de werkbijen worden aangevallen. Daar men daarmede eerder in het jaar echter wel rekening mee moet houden, werd de raat met de bijen en de daarop gezette koningin veiligheidshalve met water besproeid. Dit gebeurde ook met de raat links en rechts daarvan. Van dertien op deze manier ingevoerde koninginnen werd er één doodgestoken. Als vergelijkingsobject werd gelijktijdig een aantal moeren in kooitjes ingevoerd. Daarvoor werden wijdmazige haarwikkels (rollers) gebruikt ,zodat de bijen met de koninginnen in contact konden komen. Bij de eerste groep van dertien werden de haarrollers met een dun laagje suikerdeeg afgesloten en wel zodanig dat het kooitje tot op 2 cm, na bedekt was, zodat de koningin een uitwijkmogelijkheid had. Van de dertien op deze wijze ingevoerde koninginnen werden er twee niet aangenomen. Tegelijkertijd probeerden we een werkwijze waarmede Butler en Simpson (1956) goede ervaringen opgedaan hebben. Het wijdmazige 108 De Bijenteelt
kooitje werd in plaats van met suikerdeeg afgesloten met krantenpapier wat over de opening werd gespannen en waarin kleine gaatjes werden geprikt. De bedoeling was dat de koningin honger zou krijgen en zich door de werkbijen door de mazen van het kooitje heen zou laten voeren. Ook hierbij bedekte het krantenpapier een deel van het kooitje, zodat de koningin zonodig daaronder bescherming kon vinden. Van twaalf koninginnen werd er aanvankelijk één niet aangenomen, later verdween er nog een tweede, hoewel die reeds aan de leg was. Vóór deze proefnemingen waren reeds zonder dat vergelijkende proeven werden genomen ongeveer 20 koninginnen volgens de methode met het natspuiten ingevoerd zonder dat daarbij verliezen waren opgetreden. In totaal werden dus op deze manier 36 moeren ingevoerd waarbij er slechts één verloren ging. Begin augustus bij zeer warm weer zonder dracht werden nog 7 in een dunne honingoplossing gedompelde koninginnen op een met bijen bezette raat gezet en op die wijze ingevoerd. De bijen werden niet met water besproeid. Resultaat: Eén koningin werd niet aangenomen. De bedoeling was een vergelijkende proef te nemen met de methode met het bespuiten met water, maar er waren nog slechts drie koninginnen beschikbaar. Zij werden aangenomen. Invoeren van onbevruchte koninginnen. In augustus bij zeer warm weer lieten wij, kort nadat zij uitgelopen waren 12 in dunne honingoplossing gedompelde italiaanse moeren, die wij voor proeven nodig hadden in vers samengestelde carnica bevruchtingsvolkjes lopen. Twee werden er doodgestoken. Bij een tweede teelt van 13 italiaanse moeren ging er op deze manier één verloren. Daar anders dergelijke verliezen niet plegen voor te komen is vermoedelijk het verschil in ras hiervan de oorzaak. Koningin invoeren in moergoed volk Op 8 en 9 november 1972 werden — in aansluiting op eerder genomen proeven — op 10 volken met jonge moeren, gehuisvest op een broedkamer met een lage honingkamer, 10 volken met oudere koninginnen gezet. Op 8 januari lagen bij twee volken de oude wit-gemerkte moeren dood op de bodemplank. In het voorjaar bleek dat bij alle 10 verenigde volken de jonge geel-gemerkte koninginnen in leven waren. De verjonging van de moeren zonder de volken eerst moerloos te maken was dus dit jaar volledig gelukt. Echter is deze gunstige uitslag waarschijnlijk slechts aan het toeval te danken.
Nogmaals bodemventilatie De discussie over bodemventilatie, zover hier van discussie sprake is, dreigt mijns inziens te theoretisch te worden. Bijen zijn bijzonder knap in het reguleren van het klimaat in hun kast en speciaal in het broednest. De temperatuurhandhaving van de wintertros is, ook gezien vanuit de hoek van de energie-crisis, een opmerkelijke prestatie. De duidelijk waarneembare activiteiten op het gebied van de klimaatbeheersing zijn het waaieren met de vleugels om de ventilatie te verbeteren en het dichtkitten van spleten en gaten op plaatsen waar te veel trek is. Wanneer men dan ziet, dat een opening, al of niet bedoeld voor ventilatie tijdens reizen, niet wordt dichtgekit, hoewel die het hele jaar geopend blijft, mag men aannemen, dat de bijen dit ook een verbetering vinden.
in diameter, afgeschermd met vliegengaas of roosters van blik en bevinden zich in beide hoeken tegenover de kastingang. Onder het gaas nestelt zich nogal gauw de wasmot, vandaar dat ik nu blikken roosters heb geplaatst. Mijn indruk is, dat de condensatie sterk is verminderd en dat daardoor het schimmelen van de raten vrijwel is onderdrukt. Deze gaten werden in de afgelopen jaren in geen van de kasten, zelfs niet gedeeltelijk dichtgekit. Ik zie daarom geen reden waarom ze gesloten moeten worden. Ik geef toe dat plaats en grootte van de ventilatieopening(en) en de standplaats van de kasten van invloed zouden kunnen zijn op het al of niet dichtkitten door de bijen. Mijn kasten staan vrij goed afgeschermd tegen de wind. In de verwachting een bijdrage te hebben geleverd aan een hopelijk zinvolle discussie, verblijf ik, hoogachtend,
Twee jaar geleden heb ik, om overmatige condensatie tegen de zijwanden van de kast gedurende de winterzit te reduceren, gaten geboord in de kastbodems. Deze gaten zijn 6 cm
Dr. J. de Graaf, Henry Dunantlaan 31, Boekelo.
AFDELINGSNIEUWS AFDELING HOOGEVEEN De door de afd. georganiseerde beginnerscursus ging 12 februari van start. Cursusleider is de Hr. Lubbers uit Assen. De belangstelling was groot. Aanvankelijk waren er 14 deelnemers, op de eerste cursusavond gaven zich nog 8 personen op. Aan de cursus nemen ook drie dames deel. Door de grote belangstelling zal de cursus na het theoretisch gedeelte gesplitst moeten worden. Terzijde moge nog worden opgemerkt dat men zwarte mieren heel goed kan bestrijden met keukenzout. Dit naar aanleiding van een vraag in het Groentje.
vlechtwerk mevr. van der Vegt uit Doesburg. Zij kreeg de miniatuurkorf, die door de heer van Amersfoort ter beschikking was gesteld. Verdere prijzen waren waskaarsen, honing en planten. Voor de volgende strovlechtcursus hebben zich reeds nieuwe deelnemers gemeld. Inlichtingen over deze gezellige cursus bij onze voorzitter, de heer J. A. Brouwer, Stationsplein 18, Dieren, tel.: 08330-4974. A. J. de Reus, secr.
AFDELING EDE Op 15 februari hield de afdeling haar jaarvergadering.
AFDELING DIEREN sloot strovlechtcursus af. Met een feestelijke bijeenkomst op vrijdag 19 april j.l. ten huize van ons bestuurslid de heer W. Nab, die ook de vlechtruimte ter beschikking stelde, werd de drukbezochte strovlechtcursus van 1973/74 besloten. Het strovlechtwerk van de 35 deelnemers uit Dieren, Doesburg, Leuvenheim, Arnhem, Brummen, Drempt en Duetinchem werd gejureerd door de leermeester en zijn zoon de heren van Amersfoort Sr en Jr uit Loenen. Als eerste kwam uit de bus met het mooiste
De opkomst der leden was goed. Uit het jaarverslag van de secretaris bleek dat het weer een jaar geweest is met veel activiteiten. Er werd veel met de bijen gereisd o.a. naar het koolzaad, fruit, klaver en de heide. Maar de natuur is het afgelopen jaar niet erg scheutig geweest, want de imkers hebben niet veel honing kunnen slingeren. Tevens was er deze avond gelegenheid om zich op te geven voor het a.s. reizen naar de drachtgebi'eden. Bij de bestuursverkiezing werden de aftredende heren G. Dekker, E. M. Heij en A. R. M. v. Rooijen weer
De Bijenteelt 109
herkozen. Voor het eerst na vele jaren vond er weer een verloting plaats, waarbij fraaie prijzen beschikbaar waren gesteld, o.a. een kast met bijen. Deze maand is er een cursus gestart voor beginners, die wordt geleid door de heer van Aarst waarin we na het overlijden van de heer v. d. Top een goede leraar hebben gevonden. E. M. Heij.
KRING DE ACHTERHOEK Zaterdag 13 april was het de laatste dag van de gehouden timmercursus. Omdat het de eerste keer was dat een dergelijke cursus hier aangeslagen Is heeft het kringbestuur gemeend hieraan een klein officieel tintje te mogen geven. Aanwezig waren de bestuursleden Mr. Blaisse, Becking en Meijerman, de laatste tevens hoofdbestuurslid. De voorzitter Mr. Blaisse hield een korte speech waarin hij de heer van Arragon dank bracht voor zijn initiatief en volhouden, voor het leiden van de cursus en voor het beschikbaar stellen van het timmergereedschap en de werkplaats. De heer van Arragon wees er op dat het niet zijn opzet was de cursisten timmeren te leren maar wel hen aanwijzingen te geven hoe men werken moet en waarom bepaalde dingen in de ene kast zus en in een andere kast zo moeten. Uit het dankwoord van een der cursisten bleek wel dat men veel heeft kunnen leren. Zij waren een eigengemaakte spaarkast rijker geworden. Aan de heer en mevrouw van Arragon werden: sigaren en bloemen aangeboden.
AFDELING NUNSPEET EN OMSTREKEN Herdenking van het 60-jarig bestaan van de afd. Nunspeet en Omstreken der Ned. Ver. ter Bevordering der Bijenteelt in Nederland, op vrijdag 5 april 1974. Om circa 8.30 uur sprak de heer B. v. Orden een welkomstwoord tot de aanwezigen. Vervolgens gaf hij het woord aan de secretaris de heer K. Bouw die in een kort bestek het 60-jarig bestaan der vereniging de revue liet passeren. Hij wees er op dat de imkerij in het begin van •het bestaan der vereniging zich uitsluitend beperkte tot het korf-imkeren; uitsluitend gebaseerd op het gewin. Na deze korte uiteenzetting kreeg de heer v. d. Weert, secr. van het Hoofdbestuur het woord, die de felicitaties van het hoofdbestuur overbracht en een uiteenzetting gaf over het nut van het bijenhouder en de noodzaak van uitbreiding van het aantal bijenvolken door het grote tekort voor de bestuiving van fruiten augurkenteelt. Hij wees op de gevaren van het bespuiten met chemische verdelgingsmiddelen waardoor vele insekten vernietigd werden waardoor de bestuiving thans grotendeels afhankelijk Is van de bijen. Schriftelijke felicitaties waren binnengekomen van de afdeling Velp en de Alg. Voorzitter der vereniging. die zelf verhinderd was te komen. Voor de prachtige kleurenfilm over het leven van de honingbij was grote belangstelling en deze oogste veel bijval van het enthousiaste publiek. Thans was het woord aan de heer K. P. Hendrikse, wethouder der gemeente Nunspeet die mededeelde dat de burgemeester door drukke bezigheden verhinderd was deze bijeenkomst bij te wonen. De echtgenote van de burgemeester was wel aanwezig en kreeg door de heer Otten een prachtige raat heidehoning aangeboden. Namens het college van B. en W. werd de jubilerende vereniging een cadeaubon aangeboden. 110 De Bijenteelt
Daarna werd door de heer Maagendans (hoofdbestuurslid) een tweetal onderscheidingen uitgereikt en wel aan de heren A. P. Rempt wegens 50-jarig imkerschap en de heer W. den Herder, 35-jarig jubileum. Tijdens de pauze werden de werkstukken van de strovlechtcursus beoordeeld en werd de 1e prijs uitgereikt aan de heer Kleyn te Epe, 2e prijs de heer HOften te Elburg, 3e prijs de heer Brand te Elburg. Nadat nog de prijsuitreiking plaats vond van de gehouden loterij, waaraan een groot aantal prachtige prijzen verbonden waren, dankt de voorzitter alle aanwezigen voor hun betoonde belangstelling en werd deze zeer geslaagde avond besloten om circa 11.45 Uur.
K. Bouw, secr.
Het bestuur van onze afd. Velp zond de volgende circulaire rond. Wellicht een idee ter navolging. Vereniging tot bevordering der bijenteelt 'in Nederland. Afd. Velp & Omstreken. Secr. H. C. Jutte, Velp (G.), Heeckerensstraat 60, telefoon 08302-6628. Ter attentie van: Heren Directeuren, Hoofden, Besturen, 'Biologie-leraren alsmede Ouder-commissies van alle scholen in de Gemeente Rheden, voor zover gelegen in de dorpen Velp t/m de Steeg. Velp, maart 1974. Evenals vorig jaar willen wij graag uw aandacht vragen voor de bijenstal, die onze afdeling bezit en die naast de u allen wel bekende schaapskooi op het landgoed „HEUVEN" gelegen is. De bedoeling van dit rondschrijven is gelegen in het feit om u en mogelijk andere geïnteresseerden de gelegenheid te bieden met uw leerlingen een bezoek te brengen aan deze bijenstal. Indien u daartoe mocht besluiten, maar u acht een korte uiteenzetting over het leven der bijen op uw onderwijsinstelling gewenst, — eventueel verduidelijkt door vertoning van een kleine serie dia's — ook deze mogelijkheid bieden wij u aan, mits vroegtijdig overleg wordt gepleegd met: Mevr. H. A. Veen:, van Tienhovenlaan 13, tel. 08302• 2908 of de heer H. C. Jutte, Heeckerensstr. 60, tel. 08302-6628 resp. voorzitter en secretaris van onze afdeling. Met ingang van 5 mei a.s. is de stal op zondagen steeds door een of meerdere leden „bemand" en tegen het einde van deze maand, begin juni is er ook weer een observatiekast te bezichtigen waarin achter glas een bijenvolkje te bekijken is. Graag tot ziens. Namens het bestuur: Secr. H. C. Jutte.
WIE SCHAFT RAAD I Ons lid A. J. Herder, Ambtstraat 12 te Nieuw Heeten (0v.) heeft ook kennis gemaakt met de mierenplaag. Hij schrijft dat kokend water en vergif weinig hielp en ook nog een beetje gevaarlijk is. Hij heeft het toen geprobeerd met lange spijkers onder de kast te slaan of spijkers in de vloer en de kast er boven op. Een beetje vaseline aan de spijkers en ze kruipen dan niet meer tegen de spijkers op. Weg mieren.
IN MEMORIAM Op 26 april 1974 overleed ons trouwe lid de heer
H. HAALBOOM op de leeftijd van 63 jaar. Wij zullen zijn nagedachtenis in hoge ere houden. afd. „VELUWEZOOM" Bennekom.
Op maandag 29 april 1974 overleed op 73-jarige leeftijd, ons medelid de heer
GERRIT HEUVER. Wij verliezen in hem een goede vriend en imker van de oude garde, die het leven ook van de humoristische kant wist te bekijken. Namens het bestuur en de leden van de afd. Nijverdal, G. H. ter Avest, secr.penn.
Op 15 mei 1974, overleed de heer
C. VAN DEN BRINK GZN. in de leeftijd van bijna 68 jaar. Voor onze afdeling is dit een zeer groot verlies, aangezien de overledene de spil van de vereniging was. Vele jaren, vanaf 1945/1966 diende hij onze afdeling als voorzitter, daarna nog steeds als bestuurslid.
• Op 1 mei 1974 overleed in de ouderdom van 77 jaar
FREDERIK JAN SPIJKER Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Vanaf 1965 was hij voorzitter van onze afdeling. Tot de jaarvergadering in november was hij nog zeer actief, daarna ging het met zijn gezondheid snel bergafwaarts. Wij zullen hem blijven gedenken als een goed imker en vriend, die graag zijn huis en krachten beschikbaar stelde voor de leden van onze vereniging. Hij ruste in vrede. afd. Vierakker-Wichmond.
Op 7 mei overleed plotseling ons lid
S. PLEITER in de leeftijd van 54 jaar. Dat hij moge rusten in vrede. afd. Heerde. De bijen en het bijenleven beheersten een groot deel van zijn leven. Hij stond bekend om zijn grote hulpvaardigheid voor iedereen met wie hij in contact kwam. Hij organiseerde ieder jaar een vlechtcursus en was een bekende verschijning op bijenmarkten, tentoonstellingen en op de Imkersdag 1973 te Wageningen gaf hij nog een demonstratie korfvlechten. Wij moeten verder het leven door, zonder onze Kees, de naam waarbij een ieder hem kende. Wij hopen met zijn voorbeeld voor ogen het werk, dat voor hem zo plotseling werd afgebroken in zijn geest voort te zetten. afd. „VELUWEZOOM" Bennekom.
Op 16 april 1974 overleed ons zeer gewaardeerd lid
DR. A. MINDERHOUD op de leeftijd van 79 jaar. Velen zullen zich het verdienstelijk werk herinneren dat hij als rijksbijenteeltconsulent heeft gedaan. Na zijn pensionering bleef zijn belangstelling voor onze afdeling groot en wij zullen hem dan ook bijzonder missen. Zijn raadgevingen die hij kon geven, puttend uit een lange reeks van jaren ervaring met de bijenteelt, blijven ons in dankbare herinnering. afd. Oosterbeek.
De Bijenteelt 111
Alle materiaal dat U nodig heeft voor de MODERNE BIJENTEELT kunnen wij U uit ruime voorraad leveren van alleen de beste fabrikaten. Ondanks diverse verhogingen noteren wij voor U de laagste prijzen. Vraagt onze nieuwe prijslijst 1974. Wij zenden U die dan omgaand gratis toe. U betaalt echt bij ons niet teveel. N.B. Ook komen wij weer op de te houden bijenmarkten met een ruime sortering materialen. Ook kunt U dan weer Uw ruwe en zuivere was ruilen voor kunstraat. Vanaf heden is de prijs van onze kunstraat zowel broed- als honingkamerformaat f 14,— per kg.
BIJENSTAND H. T. VAN DAM & ZOON Jubbega Friesland — Telefoon 05165 - 382
SPEURBIJTJES Tarief: tot 20 woorden f 4,50 elke 4 woorden meer f 0,20. Bij vooruitbetaling te voldoen op gironummer 84 68 01 van de Vereniging tot bevordering der Bijenteelt te Wageningen. Inzendtermijn vóór de 10e van de maand. Nu nieuw wijnfilter /28,50. Vinotex wijngisttabletten 3 soorten Sherry, Bordeaux, Meed. / 1,50 per 4 stuks. Doorboorde rubberstoppen / 0,90. Amm. Phosp. ` 1,50 per 50 gr. Wijnpersen 130,— 5 I.: f 145 10 I.; 220,— 20 I. Vraag nu de nieuwe prijslijst ook tel. 01710-93719. Wijnmakerscentrum, postbus 91, Lelderdorp. TE KOOP: 10 sterke bijenvolken in korven. M. v. d. Goot. Tel. 05140-2334. TE KOOP GEVRAAGD: (kunsl)zwermen en koolzaadhoning. F. S. Dijkstra, Bossulaan 40, Emmeloord. Tel. 05270 - 2087. Telpatroon kussen met imkersembleem (nederland met moer in kleur) van de tentoonstelling Bunnik-Houten. Maak f 4,— over naar S. G. v. d. Esschert, Spreeuwenweg 45, Apeldoorn, Rabo-Bank en U krijgt een duidelijk telpatroon thuisgestuurd.
H.H. IMKERS
TE KOOP: 50 prima volken met of zonder kasten; Afstandsrepen 1,75 p.p. Kastverbinders 0,50 p. st. Drieraamshoningslinger. S. AARDEMA, Molenlaan 29, Ureterp (Fr.).
Zend vanaf heden al uw RUWE RAATWAS rechtstreeks of in verenigingsverband naar . . .
HONINGZEMERIJ
W. van 't LAND Telefoon 2607 Barneveld
AANGEBODEN: Kaukasische Koninginnen. Zeer zachtaardig en zwermtraag. Teeltmoeren f 40,—, Standbevrucht 20,—. Levering ca. eind juni. P. J. ROMEIJN, Torenlaan 14, Zeist. Telefoon 03404 - 16501. TE KOOP: Bijenvolken in kasten op zesramen en in korven, sterke gezonde volken. Antieke wasvormen en emmers, van rood koper, Drentse boerenkastjes en strokasten. H.V.S. kasten met ramen en kunstraat. Bijenpark BRULLEMAN, Zandpad 42a, Breukelen. Sinds 1869. Telefoon 03462 - 1303. TE KOOP GEVRAAGD: Ruwe en Zuivere Bijenwas. Honing en Waszemerij „DE BIJENKORF" Eemnes. Telefoon 02153 - 6704.
Desgewenst KUNSTRAAT terug. U zult zien, wij betalen de hoogste prijs.
BIJENSTAND „DE BIJENKORF" TE EEMNES Prima kwaliteit - Lage prijzen. Kunstraat
f
12,— per kg., Schepkorven
Honingslingers
f
f
14,—,
230,—, Snijkranen f 16,50,
Dubbele honingzeven
f
13,50, Berokers f 33,50,
Bijenpijpen f 16,50, Rotan vlechtband per kg. enz. enz.
f
11,50
Tevens kunt u op onze proefbijenstand alles aan de weet komen, betr. plastic bijenkasten en verdere nieuw uitgekomen preparaten op bijenteeltgebied. Prijscouranten zenden wij u op aanvraag. Bijenstand en magazijn „de Bijenkorf" sinds 1897 0. E. BRULLEMAN - Meentweg 103, Eemnes (Utrecht) - Telefoon 02153 - 6704
KOOP: 8 dubbelwandige spaarkasten compleet met tweede bak en voerbak 30,— per stuk, oerdegelijke tweeraems slinger / 100,—, observatiekastje / 50,—. Indien in 1 koop eleotrIsche beroker, ontzegelvork, raster en 100 raampjes cadeau. Alles In perfecte staat van onderhoud. TH. PUISTER, Schopenhauerstr. 54, Apeldoorn, 05760-63220.
TE
TE KOOP wegens inkrimping 20 zo goed als nieuwe simplexkasten 3 ringen hoog met kastsluiting, hardhouten vliegplank met koperen pianoscharnier, uitgebouwde broedkamer, 2 honingkamers waarvan 1 met ramen, koninginnerooster, dekkleed, dekplank, voerbak van 21/2 I 58,— per stuk. F. REESELER, Rijksweg 70, Malden. Tel. 08896 - 3136.
112 De Bijenteelt
GEVRAAGD: Bijenvolken in kasten en korven, complete bijenstanden, slingers, lege kasten en korven, suiker, observatiekasten, was ruwe of zuiver, honing, broedkamers en honingkamers, raampjes en alles wat u verder verkopen wilt. Wij betalen contant en halen alles bij u thuis af met eigen vervoer. Het van ouds bekende adres om zaken mee te doen. Bijenpark BRULLEMAN, Zandpad 42a, Breukelen. Telefoon 03462 - 1303. TE KOOP: Heldehoning, Lindehoning en Koolzaadhoning steeds met de hoogste onderscheiding bekroond. Bljenpark BRULLEMAN, Zandpad 42a, Breukelen. Telefoon 03462 - 1303. TE KOOP: Prima sterke bijenvolken in kasten, korven en op ramen. Bijenstand „DE BIJENKORF", Meentweg 103, Eemnes. Telefoon 02153 - 6704. VOOR ALLE IMKERSARTIKELEN naar Bijenstand „DE BIJENKORF", Eemnes. Telefoon 02153 - 6704. Prijscourant op aanvraag. Tevens hebben wij nog wat honing voor de wederverkoop. TE KOOP GEVRAAGD: Bijenvolken zowel korven en kasten en verdere imkersbenodigdheden. Alles tegen contante betaling en aan huis afgehaald. Bijenstand „DE BIJENKORF" sinds 1897, Meentweg 103, Eemnes, (Utrecht). Telefoon 02153 - 6704. WIJ KOPEN: Inlandse bijenhoning, Ruwe- en Zuivere bijenwas. Propolis. Honing- Waszemerij „ARKADIA", Lochem. Telefoon 05730 - 1827/2219. HET ZEISTER KRUIDENHUIS koopt al uw Hollandse honing tot ƒ 4,50 per kg. Bergseweg 43a, Zeist. Telefoon 03404 - 21107. ALLES WAT VOOR EN BIJ EEN BIJ NODIG IS. SIMPLEXKASTEN: dubbelwandig, met 2 broedkamers, dak met zwaar zink, keurig geschilderd groen met witte banden, een sieraad voor uw bijenstal 58,— met 3 broedkamers / 82,—. BUCKFASTKASTEN: prachtkasten hoeken gezwaluwstaart, broed- en honingkamer met ramen, naar keuze groen of wit geschilderd 52,—. Ronde korven, zwermkiepsen, Bijenka pof sluier, Dathepijpen, Honingzeven. Ontzegelmessen, Kunstraat, Vlechtriet, Slingers enz. Het van ouds bekende adres. Bijenpark BRULLEMAN, Zandpad 42a, Breukelen. Telefoon 03462 - 1303.