ICD-implantatie
Inhoud 1. Inleiding 3
2. Wat is/doet een ICD? Hartslag te laag Hartslag te snel Levensbedreigende ritmestoornis Onterechte shock Locatie van de ICD
3 3 3 4 4 4
3. Voorbereiding op de implantatie
5
• • • • •
4. Implantatie van de ICD
5
5. Opnameverloop 5 De ingreep 6 Testen van de ICD 6 Dag na de implantatie 7 Naar huis 7
• • • •
7
8
8
6. Aandachtspunten voor thuis 7. Periodieke ICD-controle 8. Levensduur van de ICD
9. Medicijnen 9 10. Complicaties en risico’s van de ICD-implantatie Bloeduitstorting/nabloeding 9 Infectie van de wond 8 Klaplong 9 Tamponade 10
• • • •
10
13
13
13
15. Poortjes voor luchthaven- en diefstalbeveiliging
14
16. Mobiele telefoons
14
11. Wat te doen bij een shock, piep- of trilsignalen. 12. Reanimatie en de ICD 13. Het rijbewijs 14. Elektrische apparatuur en de ICD
17. Vakantie 15
18. Sport 15
19. Patiëntenvereniging STIN
15
20. ICD en overlijden
15
16
16
21. Wetenschappelijk onderzoek 22. Meer informatie
1. Inleiding In overleg met uw behandelend arts heeft u gekozen voor de implantatie van een inwendige defibrillator (ICD) ter behandeling van uw hartritmestoornis. U ontvangt deze folder om u zo goed mogelijk voor te bereiden op de ICDimplantatie. De folder geeft u informatie over de werking van een ICD en informatie over de praktische gang van zaken bij een ICD-implantatie in het Radboudumc.
2.
Wat is/doet een ICD
ICD is de afkorting van Implanteerbare Cardioverter Defibrillator. De ICD functioneert als een bewaker van het hartritme door dit voortdurend te registreren. Zonodig kan de ICD gevaarlijke kamerritmestoornissen beëindigen. Het apparaat wordt geïmplanteerd direct onder het sleutelbeen onder de huid, of in sommige gevallen één laag dieper onder de borstspier. Vanaf het apparaat lopen geleidingsdraden (elektroden of leads) naar het hart. De ICD kan op verschillende manieren werken.
Hartslag te laag
De ICD heeft ook een pacemakerfunctie. Wanneer het hartritme onder het ingestelde aantal slagen per minuut komt, zorgt de pacemakerfunctie ervoor dat dit niet gebeurt en gaat het hart prikkelen. De cardioloog bepaalt hoe de pacemakerfunctie bij u wordt ingesteld.
Hartslag te snel
Wanneer de ICD waarneemt dat uw hartslag boven een ingestelde grens komt, wordt de ICD actief en beoordeelt of er sprake is van een gevaarlijke ritmestoornis. In dat geval probeert de ICD de ritmestoornis op te heffen door het toedienen van een snelle reeks pace-pulsjes in het hart. Hier voelt u meestal weinig tot niets van. Zonodig herhaalt de ICD dit een aantal keer totdat de ritmestoornis stopt. Lukt dit niet, dan geeft de ICD een elektrische stroomstoot af. Deze stroomstoot noemt men een shock. Het voelt aan als een harde slag of stoot midden op de borst en/of tussen de schouderbladen.
3
Houdt u er rekening mee dat deze shock onprettig aanvoelt als u deze bij vol bewustzijn meemaakt. Maar zeer waarschijnlijk bent u op dat moment (nagenoeg) buiten kennis geraakt. Als uw hartritme weer normaal is, gaat de ICD terug in zijn passieve rol, namelijk het bewaken van uw hartritme.
Levensbedreigende ritmestoornis
Wanneer acuut een levensbedreigende, heel snelle, kamerritmestoornis ontstaat, grijpt de ICD meteen in door het afgeven van een elektrische shock. Dit proces van registratie tot de daadwerkelijke shock duurt slechts enkele seconden.
Onterechte shock
Helaas komt het voor dat de ICD een shock afgeeft terwijl dit niet nodig is. Dit kan gebeuren bij ritmestoornissen die niet uit de hartkamer komen, maar wel zodanig snel zijn dat de ICD een shock toedient. Om te voorkomen dat dit nogmaals voorkomt, worden de instellingen van de ICD en/of de medicijnen aangepast. Dit onderwerp heeft de volle aandacht van alle ICD-fabrikanten en hulpverleners die verantwoordelijk zijn voor de instellingen van de ICD.
Locatie van de ICD
De ICD wordt in principe aan de linkerzijde onder het sleutelbeen geplaatst, Daarvoor wordt een snede van zeven tot acht centimeter in de huid gemaakt.
4
3.
Voorbereiding op de implantatie
Voorafgaande aan de implantatie ontvangt u, samen met uw partner of familielid, een uitnodiging voor een informatief gesprek met de hartstimulatiespecialist van het Radboudumc. De hartstimulatiespecialist vertelt u meer over de ICD, de gang van zaken rondom de implantatie en de periode hierna. Deze folder dient als eerste aanzet hiertoe. U hebt tijdens het gesprek ruimschoots de gelegenheid om vragen te stellen of aanvulling te vragen op de informatie die u tot dan toe hebt gekregen.
4. Implantatie van de ICD Een ICD-implantatie gebeurt meestal onder plaatselijke verdoving en soms onder algehele narcose. De arts bespreekt met u wat in uw geval het beste is. Voor de ICD wordt onder de huid een holte gemaakt. Via een ader onder het sleutelbeen worden dan één of twee elektrodes naar het hart opgevoerd en geplaatst. De elektrodes worden aangesloten op de ICD en de wond wordt weer gesloten.
5. Opnameverloop U kunt u zich op de afgesproken dag en tijd melden op de verpleegafdeling die u heeft doorgekregen. Het tijdstip van aanmelden is niet per se het tijdstip van behandeling. De behandeling vindt in de loop van de dag plaats. Wat neemt u mee voor de opname Alle medicijnen die u gebruikt en een recent medicatieoverzicht Indien reeds in uw bezit, het patiëntenpaspoort van het Radboudumc. Bedkleding en pantoffels/slippers. Toiletartikelen. Draagt u een kunstgebit dan kunt u deze inhouden tijdens de ingreep (dit geldt niet als de implantatie onder narcose plaatsvindt).
• • • • •
5
U hebt een opnamegesprek met een verpleegkundige en/of zaalarts waarin u informatie ontvangt over de opname en de afdeling Cardiologie. De verpleegkundige brengt u daarna naar uw kamer. De verpleegkundigen van de afdeling informeren u verder over de gang van zaken gedurende de opname. Wanneer de ingreep in de ochtend plaatsvindt, moet u vanaf 24.00 uur nuchter blijven. ‘Nuchter’ zijn betekent dat u niets meer mag eten of drinken voorafgaande aan de operatie. Na de voorbereiding op de verpleegafdeling wordt u in een bed naar de behandelkamer van de afdeling Hartkatheterisatie gebracht.
De ingreep
De ingreep vindt plaats op de afdeling Hartkatheterisatie en duurt ongeveer twee uur. In de behandelkamer stapt u over op een behandeltafel, waar u nogmaals een korte uitleg krijgt over wat er precies gaat gebeuren. Daarna krijgt u een steriel laken over u heen en wordt het operatiegebied plaatselijk verdoofd. Tijdens de implantatie kunt u gewoon praten en aangeven hoe u zich voelt. De implantatie wordt over het algemeen goed verdragen, maar kan ondanks een uitgebreide plaatselijke verdoving soms toch pijnlijk zijn. Als u dit wilt, kunt u tijdens de behandeling een sterkere pijnstiller krijgen via het infuus.
Testen van de ICD
De arts test de juiste werking van de ICD. Hiertoe wekt hij of zij tijdens een korte narcose een ritmestoornis op. De ICD reageert hierop door het toedienen van een shock. Wanneer dit allemaal goed verloopt, wordt u weer wakker en is de procedure klaar. De korte narcose is nagenoeg uitgewerkt wanneer u naar de afdeling teruggaat. Het is wel mogelijk dat u wat versuft bent. Meestal is dit na ongeveer een uur weer weggetrokken.
Terug op de afdeling
Via het infuusnaaldje krijgt u antibiotica toegediend om infectie te voorkomen en pijnstilling om zo weinig mogelijk pijn van de wond te hebben. Ook wordt u aangesloten aan de telemetrie om uw hartritme in de gaten te houden. Indien nodig krijgt u een ice-pack om de zwelling van de wond te verminderen. U kunt na verloop van tijd weer over de afdeling lopen. Het is verstandig om na de ingreep een uur bedrust te houden.
6
Dag na de implantatie
Voordat u naar huis gaat, controleert de hartstimulatiespecialist nogmaals uw ICD. U hebt ook nog de gelegenheid om vragen te stellen. Vervolgens wordt ter controle een röntgenfoto van uw hart en longen gemaakt. Ook ontvangt u dan het Pacemaker/ICD-pasje en de data van de vervolgafspraken. Meestal kunt u deze dag naar huis.
Naar huis
Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u de volgende afspraken: Na tien dagen: wondcontrole op de polikliniek Hartcentrum Na twee maanden: ICD controle op de Pacemaker/ICD polikliniek. Als alles in orde is, ontvangt u een formulier voor de aanvraag van een nieuw rijbewijs. (kijk voor meer uitleg hierover in hoofdstuk 13) Na twee tot drie maanden: controle door de cardioloog. • Indien nodig kunt u aangemeld worden voor hartrevalidatie
• • •
6. Aandachtspunten voor thuis
• • • • • • •
Gedurende de eerste dagen na de operatie voelt uw schouder nog pijnlijk aan. U mag hiervoor de voorgeschreven pijnstillers gebruiken. Zorg ervoor dat iemand u met de auto naar huis vervoert. U mag zelf geen vervoermiddel besturen. U kunt wel met een taxi of openbaar vervoer naar huis. Zorg dat er thuis iemand bereikbaar is om u te helpen bij eventuele problemen. De elektrode moet zich in het hart verankeren. Daarom is het raadzaam om uw linkerarm te ontzien. Zorg dat u uw arm niet overstrekt en niet te zwaar tilt. De elleboog van uw arm aan de implantatiezijde mag de eerste zes weken niet hoger dan uw schouder komen. U mag niet van onder de oksels omhoog worden getild. Dit is om de draden van de elektroden geen trekbelasting te geven en de wond goed te laten genezen. De pleister kunt u na twee dagen (48 uur) verwijderen.
7
• U mag de eerste twee dagen na implantatie niet douchen. Daarna mag u de • • • 7.
wond afspoelen met water. Gebruik geen zeep op en rondom de wond totdat u op wondcontrole in het ziekenhuis bent geweest. Bij verdenking op ontsteking van de wond moet u altijd contact opnemen met het ziekenhuis. Een ontsteking kunt u herkennen aan: toegenomen pijn, opgezette, warme huid, rode rand om de plaats van de ICD en eventueel koorts. Het Pacemaker/ICD-pasje moet u altijd bij u dragen voor het geval u (met spoed) in een ander ziekenhuis wordt opgenomen.
Periodieke ICD-controle
Ieder half jaar wordt de ICD gecontroleerd door de hartstimulatiespecialist van de Pacemaker/ICD polikliniek van het Radboudumc. Tijdens deze controle wordt de kwaliteit van de batterij, de elektrode(s) en de elektronica nagekeken. Verder wordt het geheugen van de ICD uitgelezen en nagekeken op ritmestoornissen. Ook de ICD zelf voert dagelijks automatisch metingen uit om de eigen functie te testen. Dit gebeurt ´s nachts en u voelt hier niets van. Wanneer één van de metingen geen goed resultaat oplevert, geeft de ICD afhankelijk van het merk een piep- of trilsignaal af. Dit is duidelijk hoor- of voelbaar. Het is belangrijk dat u dan contact met de Pacemaker/ICD polikliniek opneemt zodat de arts of verpleegkundige kan bepalen wat er aan de hand is (zie ook hoofdstuk 10). De hartstimulatiespecialist informeert u hierover.
8.
Levensduur van de ICD
De levensduur van de ICD ligt tussen vier en zeven jaar, afhankelijk van de instellingen van de pacemaker en hoe vaak de ICD moet ingrijpen. De ICD houdt dag en nacht het ritme in de gaten en verbruikt dus altijd stroom. Na verloop van enige jaren zal bij de controles van de ICD blijken dat de batterij van de ICD leeg begint te raken. Dan wordt de ICD in een vroeg stadium verwisseld. Hiervoor is een kleine ingreep nodig waarbij alleen het ICD-apparaat via een snede in de huid wordt vervangen. Als de elektrodes goed functioneren, hoeven deze niet vervangen te worden. Meestal is hiervoor een dagopname voldoende.
8
9. Medicijnen Het is belangrijk dat u zich realiseert dat de ICD niets verandert aan de toestand van uw hart. Het apparaatje kan niet voorkomen dat er gevaarlijke hartritmestoornissen optreden, maar kan deze wel zo snel mogelijk weer beëindigen. Aanvullende behandeling met medicijnen blijft vaak noodzakelijk. Bij het ontslag krijgt u te horen welke medicijnen u blijft of gaat gebruiken.
10. Complicaties en risico’s van de ICD-implantatie Behandeling brengt altijd een risico met zich mee. Uiteraard probeert uw behandelend arts om complicaties te voorkomen, maar er bestaat een zeer kleine kans dat de volgende complicaties optreden: Bloeduitstorting/nabloeding Bij het maken van de ruimte onder de huid, de zogenaamde ‘pocket’ waar de ICD geplaatst wordt, kunnen bloedvaatjes geraakt worden waardoor een bloeduitstorting ontstaat. Deze verdwijnt meestal vanzelf na enkele dagen. Als dit optreedt, krijgt u gedurende een aantal uren een drukverband op de wond. De artsen en de verpleegkundigen van de afdeling houden dit dan nauwkeurig in de gaten. Infectie van de wond De behandeling wordt steriel uitgevoerd om infecties te voorkomen. Toch bestaat er een kleine kans op infectie van de wond. Om dit te voorkomen, krijgt u voor en na de implantatie antibiotica toegediend. Klaplong Voor het plaatsen van de elektroden van de ICD in het hart moet de arts een ader aanprikken. Het kan voorkomen dat het longvlies hierbij per ongeluk wordt geraakt, waardoor een (gedeeltelijke) klaplong ontstaat. Dit is een zeldzame complicatie. Om te controleren of hiervan sprake is, wordt de dag na de ingreep een hart-long röntgenfoto gemaakt. Indien nodig wordt de lucht weggezogen.
9
Tamponade Tijdens het inbrengen van de elektroden van de ICD in het hart kan de arts per ongeluk door de hartkamerwand heen prikken. Dit heeft tot gevolg dat er bloed via het gaatje in het hartzakje (pericard) stroomt, waardoor het hart minder goed kan pompen. . Dit wordt tamponade genoemd, een zeer zeldzame complicatie die behandeld kan worden door een punctie, waarbij het bloed via een holle naald weer wordt afgevoerd.
11. Wat te doen bij een shock, piep- of trilsignalen? Een ICD-shock wordt door de meeste mensen gevoeld als een harde slag of stoot midden op de borst en/of tussen de schouderbladen. Als de ICD een shock heeft afgegeven, hoeft u daarvoor meestal niet meteen met spoed naar het ziekenhuis. Het apparaat heeft immers gedaan wat het moest doen. Als uw ICD afgaat op het moment dat iemand u vasthoudt of aanraakt, is dit niet gevaarlijk voor deze persoon. Hij of zij ervaart mogelijk wel een lichte prikkeling. Wanneer de ICD een shock geeft, moeten u, uw partner of iemand anders in uw omgeving het volgende doen: Bij één shock Wanneer een shock is opgetreden en u voelt zich daarna goed, dan neem dan tijdens kantooruren (8.30 - 16.30 uur) contact op met de Pacemaker/ICD-polikliniek om een afspraak te maken. De hartstimulatiespecialist kan dan het geheugen uitlezen en zien hoe de ICD gereageerd heeft. Aan de hand van deze gegevens wordt bepaald of de ICD terecht of onterecht heeft ingegrepen. Indien nodig worden de instellingen meteen gewijzigd. Het is ook mogelijk dat in overleg met de arts uw medicijnen worden aangepast. In geval van angst of paniek kunt u ook buiten kantooruren contact opnemen met het algemene nummer van het Radboudumc (024) 361 11 11. Vraagt u dan naar de dienstdoende arts van de afdeling Cardiologie. In het telefoongesprek geeft u aan: Wanneer u de shock heeft gekregen. Wat u voor de shock aan het doen was.
• •
10
• •
Of u ook klachten had voor de shock. Hoe u zich na de shock voelde.
De arts bespreekt dan met u hoe te handelen. Na enkele minuten nog steeds klachten Wanneer u enkele minuten na de shock (nog steeds) last heeft van pijn op de borst, kortademigheid of duizeligheid belt u dan direct 112! Bij twee of meer shocks achter elkaar Bij méér dan één shock op een dag belt u direct 112 zodat u naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis wordt gebracht. In het schema staat alles nog eens samengevat.
11
Wat te doen bij …. situatie
actie
telefoonnummer
Piep- (of tril)signalen uit de ICD
Neem contact op met Radboudumc. In het weekend, ’s avonds en ’s nachts: Tijdens kantooruren (8.30 - 16.30 uur):
024 - 361 11 11 024 - 361 93 50
Eén shock en verder geen klachten meer.
Neem tijdens kantooruren (8.30 - 16.30 uur) contact op met Pacemaker/ICD Polikliniek
024 - 361 93 50
Enkele minuten na een shock en nog steeds lichamelijke klachten, (duizeligheid, hartkloppingen, flauwvallen) of u denkt dat de ritmestoornis nog niet is gestopt.
Bel 112
112
Twee of meerdere (aanhoudende) shocks achter elkaar en /of lichamelijke klachten
Bel 112
112
Bij angst of paniek buiten kantooruren.
Neem telefonisch contact op met het algemeen nummer van Radboudumc en vraag naar de dienstdoende arts Cardiologie. Deze hoort uw klachten aan en bepaalt welke actie er ondernomen moet worden.
024 - 361 11 11
Overige vragen
Neem tijdens kantooruren (8.30 - 16.30 uur) contact op met Hartcentrum Radboudumc of schrijf de vragen op en stel ze bij uw bezoek aan de cardioloog of tijdens de ICD-controle
024 - 361 93 50
12
12. Reanimatie en de ICD Dragers van een ICD kunnen, net als ieder ander, gereanimeerd worden. Dit komt echter vrijwel nooit voor aangezien de ICD over het algemeen na één shock het ritme weer op orde heeft. Doet de situatie zich voor dat men, ondanks één of meerdere shocks, na één minuut nog buiten bewustzijn is dan is het raadzaam om 112 te bellen en te starten met reanimeren. Er kan immers ook iets anders aan de hand zijn dan een hartritmestoornis.
13. Het rijbewijs
Uw rijbewijs in zijn huidige vorm is na implantatie van een ICD ongeldig. U mag volgens de wet dus geen voertuig besturen. Wanneer alle controles goed zijn, mag u na twee maanden een nieuw rijbewijs aanvragen. Aan het nieuwe rijbewijs wordt code 100 of code 101 toegevoegd. U komt dan alleen in aanmerking voor rijbewijscategorie A, B en B+E (privégebruik). Informatie hierover kunt u vinden op de website van het CBR www.cbr.nl of patiëntenvereniging STIN, www.stin.nl. Ook de hartstimulatiespecialist kan u hierover meer vertellen.
14. Elektrische apparatuur en de ICD
U kunt elektrische toestellen, huishoud- en kantoorapparatuur en gereedschappen gewoon blijven bedienen, mits zij in goede staat van onderhoud verkeren en een goede ‘aarding’ hebben. Voorbeelden hiervan zijn: Magnetron en ovens. Grotere huishoudelijke apparaten, zoals was- en droogmachines en elektrische fornuizen. Televisietoestellen, radio’s met AM/FM ontvangst, Cd-spelers. Pc’s. Toestellen en voertuigen met verbrandingsmotoren met een elektrische ontsteking, zoals grasmaaiers, bladblazers en auto’s.
• • • • •
Elektrische of magnetische velden Uw ICD is gevoelig voor elektrische of magnetische velden. Over het algemeen wordt de werking van uw ICD slechts tijdelijk door dergelijke invloeden gehinderd. Zodra u zich weer van de bron verwijdert, gaat de ICD weer normaal functioneren.
13
Houd tenminste 30 centimeter afstand tussen uw ICD en de volgende bronnen van elektrische of magnetische velden: Snoerloze elektrische gereedschappen met batterijvoeding, zoals schroevendraaiers, boormachines en dergelijke.
•
De volgende apparaten zijn krachtiger en u dient tenminste 90 cm afstand te houden of liever niet in de buurt te komen van: Krachtige magneten, zoals magneten die voor industriële toepassingen worden gebruikt. Motoren met een zeer hoog vermogen. Zendantennes en hoogspanningskabels. Machines voor industrieel gebruik (krachtstroomgeneratoren). Ook moet u zich niet over draaiende elektromotoren zoals de wisselstroomdynamo van een auto buigen, omdat deze apparaten vaak magneten bevatten.
• • • •
15. Poortjes voor luchthaven- en diefstalbeveiliging Poortjes voor luchthaven- en diefstalbeveiliging zijn veilig als u er in een normaal tempo doorheen loopt. Blijf echter nooit lang in de nabijheid van deze poortjes stilstaan. Ook de handbediende detectiestaven die op luchthavens worden gebruikt mogen niet langdurig bij uw ICD worden gehouden. Als u uw ICD-pasje aan het beveiligingspersoneel laat zien zullen zij u handmatig controleren.
16. Mobiele telefoons Neem de volgende punten in acht: Houd tenminste 20 centimeter afstand tussen de mobiele telefoon en uw ICD. Houd de telefoon in uw zak of tas aan de lichaamszijde tegenovergesteld aan waar de ICD is geïmplanteerd. Draag de mobiele telefoon niet in uw borstzakje. Deze voorschriften gelden alleen voor mobiele telefoons en niet voor de draadloze huistelefoon.
• • •
14
17. Vakantie Wanneer u op vakantie gaat naar het buitenland, bereidt u zich dan voor op eventuele problemen met uw ICD. Noteer het adres van het dichtstbijzijnde ziekenhuis van uw vakantiebestemming, dat ervaring heeft met uw merk ICD. Deze adressen vindt u doorgaans op de internetsite van de firma van uw ICD. Ook via de website van patiëntenvereniging STIN, www.stin.nl. vindt u links naar de betreffende internetsites. (zie links onder hoofdstuk 21) Lukt het u niet, neem dan contact met ons op. Wij kunnen u dan behulpzaam zijn.
18. Sport Sporten is gezond en ook een goede vrijetijdsbesteding. Overleg met uw arts wanneer u weer wilt gaan sporten. Bespreek de mogelijkheden voor het beoefenen van contactsporten met een ICD.
19. Patiëntenvereniging ‘STIN’ De patiëntenvereniging STIN heeft een internetsite waar u adressen kunt opzoeken van ziekenhuizen in uw vakantiegebied die bekend zijn met uw ICD. Ook heeft men brieven in verschillende talen waarop staat dat u een ICD draagt. Bij het STIN zijn zogenaamde regiovertegenwoordigers werkzaam. Het secretariaat van het STIN kan u met hen in contact brengen. De regiovertegenwoordiger kan onder andere bemiddelen bij het leggen van contacten met andere ICDdragers. U kunt lid worden van de Stichting en zij geven een maandblad uit waar u zich op kunt abonneren. Kijk voor meer informatie op de website www.stin.nl.
20. ICD en overlijden Wanneer duidelijk is dat het levenseinde nadert, is het mogelijk om de ICD uit te zetten om eventuele ongewenste en pijnlijke shocks te voorkomen. De pacemakerfunctie blijft daarbij wel aan. Voor het uitzetten van de ICD zijn richtlijnen opgesteld. U vindt hierover meer informatie op de website www.stin.nl, waar u ook
15
de folder ‘ICD en het levenseinde’ kunt downloaden. U kunt voor meer informatie ook bij uw cardioloog terecht.
21. Wetenschappelijk onderzoek De afdeling Cardiologie is actief in het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek. Deze onderzoeken worden veelal uitgevoerd in internationaal verband. Elk onderzoeksprotocol is goedgekeurd door een Medische Ethische Toetsing Commissie en de Raad van Bestuur van het Radboudumc. Het kan voorkomen dat u wordt gevraagd aan een onderzoek deel te nemen. Een van de medewerkers van de Researchafdeling Cardiologie informeert u dan over dat specifieke onderzoek. Wij streven ernaar u in een zo vroeg mogelijk stadium om uw medewerking te vragen, zodat u ruim de tijd heeft om hierover na te denken. Uw deelname is altijd vrijblijvend en u kunt op een optimale behandeling vertrouwen, ook wanneer u besluit niet aan een onderzoek deel te nemen.
22. Meer informatie Hebt u na het lezen van deze folder nog vragen, of heeft u na uw behandeling nog vragen of problemen, dan kunt u dit altijd met uw cardioloog of hartstimulatiespecialist bespreken. U kunt hen bereiken via de polikliniek Cardiologie van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 16.45 uur. Voor meer informatie kunt u ook terecht op de website van de fabrikant van uw ICD en de eerder genoemde patiëntenvereniging Stin. www.stin.nl www.bostonscientific-international.com www.medtronic.nl www.sjm.com www.biotronik.com Ook vindt u meer informatie via de website van het Radboudumc, bij het ‘ICD informatiepunt’: www.radboudumc.nl/patientenzorg/afdelingen/cardiologie/hartritmestoornissen Verder kunt u de ICD-folder van de Landelijke werkgroep ICD-begeleiders downloaden via de website van de NVHVV: www.nvhvv.nl.
16
09-2015-6181
Adres Polikliniek Cardiologie Hoofdingang Geert Grooteplein-Zuid 10 6525 GA Nijmegen Volg route 725, Poliplein C0 Contact • Polikliniek Cardiologie 024 - 361 93 50 • Algemeen nummer: 024 - 361 11 11 • Hartstimulatiespecialist bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 16.45 uur via polikliniek Cardiologie 024 - 361 93 50 • Verpleegafdeling Cardiologie: 024 - 361 89 65
Radboud universitair medisch centrum