Hoofdstuk 1
Oefenopgaven
Oefenopgave 1A Bereken: 1.
178,37 ‒ 25,79 + 1.267,66.
2.
2.442 : 8,25 × 12,5.
3.
460 + 3.690 × 2,45.
4.
32,76 ‒ 28 : 2,5 (of anders geschreven: 32,76 ‒ 28/2,5).
5.
74 × 5,5.
6.
4.800 × 0,603.
Oefenopgave 1B Bereken: 1.
1.760 ‒ (430 + 178).
1
2.
10.342,8 : (34 × 78) [of anders geschreven: 10.342,8/(34 × 78)].
3.
(785,45 + 26,30) × 102,25.
4.
(1.367 + 25.533) : 25 [of anders geschreven: (1.367 + 25.533)/25].
5.
(369,2 ‒ 144,675) × 140.
6.
(9.800 ‒ 2.606) : 4,36 [of anders geschreven: (9.800 ‒ 2.606)/4,36].
Oefenopgave 1C Bereken: 1.
29,30 + 156,23 ‒ 15,78 × 3,65.
2.
15 × 7,2 + 185,5 ‒ 77,68.
3.
(122,66 ‒ 345,66) : 4 [of anders geschreven: (122,66 ‒ 345,66)/4].
4.
1,0356 × 3.000 + 4.800 : 96 (of anders geschreven: 1,0356 × 3.000 + 4.800/96).
2
5.
(1,04 + 3,15) × (10,85 ‒ 7,56).
Oefenopgave 1D Rond af: 1.
€ 145,68449 op centen.
2.
€ 6.789,789 op hele euro’s naar beneden.
3.
€ 145.678,95 op € 1.000,-.
4.
€ 12.467.879,- op € 10.000,-.
5.
€ 243,67 op € 10,- naar boven.
6
€ 25.548,78 op € 100,-.
7.
€ 99,4999 op hele euro’s.
3
Oefenopgave 1E Bereken: 1.
12,5% van € 25.000,-.
2.
21% van € 2.350,-.
3.
1,455% van € 1.256.700,-.
4.
16‰ van € 367.800,-.
5.
0,78‰ van € 5.000.000,-.
Oefenopgave 1F
1.
Bereken: 25 in een percentage van 2.000, afgerond op twee decimalen.
2.
€ 650,- in een percentage van € 4.785,-, afgerond op één decimaal.
3.
€ 84.500,- in een promillage van € 7.400.000,-, afgerond op een heel promillage.
4
Oefenopgave 1G 1.
Bereken de verkoopprijs exclusief omzetbelasting.
2.
Bereken de verkoopprijs inclusief omzetbelasting.
Oefenopgave 1H 1.
Bereken de verkoopprijs exclusief omzetbelasting.
2.
Bereken de inkoopprijs.
Oefenopgave 1I 1.
Bereken de verwachte afzet van producten Trip in het komend jaar.
2.
Bereken het verwachte bedrag van de inkoop van producten Trip in het komend jaar.
5
Oefenopgave 1J Bereken in de volgende gevallen X: 1.
225X = 324 + 900/165. Rond de uitkomst af op twee decimalen.
2.
€ 425,-/€ 43.500,- × 100% = X%. Rond de uitkomst af op één decimaal.
6
Opgaven
Opgave 1.1 Bereken: 1.
145 + 78 ‒ 67 + 15.
2.
6,75 ‒ 2,234 + 21,66.
3.
€ 1.578,25 + € 23,21 + € 12.346,78 ‒ € 189,67.
Opgave 1.2 Bereken: 1.
111 × 451 : 3 (of anders geschreven: 111 × 451/3).
2.
2.537,6 : 12,2 × 4 (of anders geschreven: 2.537,6/12,2 × 4).
3.
325 + 24,42 : 2 × 11,8 (of anders geschreven: 325 + 24,42/2 × 11,8).
Opgave 1.3 Bereken: 1.
€ 2.562,50/(6 + 4,25).
7
2.
(1,056 ‒ 0,345) × 12.
3.
7.936/43.
Opgave 1.4 1.
Rond € 25,2374 af op centen.
2.
Rond € 1.486,3452 af op centen.
3.
Rond € 28.458.430,- af op € 1.000,- naar boven.
4.
Rond € 4.659,3568 af op hele euro’s.
5.
Rond 387,64486 af op twee decimalen.
6.
Rond 52,678 af op een heel getal naar beneden.
7.
Rond € 7.769,45 af op € 100,- naar beneden.
8.
Rond € 124.562,48 af op € 1.000,-.
8
9.
Rond 89.433 stuks af op 1.000 stuks naar boven.
Opgave 1.5 Bereken afgerond op hele euro’s het bedrag per minuut dat Ronaldo verdient.
Opgave 1.6 Bereken: (8,5 × 3/5 × 24,2 + 75) – [(36,9/0,7) × 5 + 14,8] + 83 Rond de uitkomst af op een heel getal.
Opgave 1.7 Bereken: 1.
65% van € 350,-.
2.
12,5% van 996.
3.
81% van 4.600.000.
4.
33,25% van € 985,67.
9
5.
3,67‰ van € 1.579,60.
Opgave 1.8 Bereken: 1.
€ 270,- in een percentage van € 1.800,-.
2.
€ 3.575,79 in een percentage van € 10.485,-, afgerond op één decimaal.
3.
€ 790,- in een promillage van € 458.580,-, afgerond op twee decimalen.
Opgave 1.9 Bereken afgerond op € 0,05 de prijs in het volgende jaar.
Opgave 1.10 Bereken de premie per maand van de autoverzekering in jaar 2.
Opgave 1.11 Bereken het percentage korting dat de winkelier op de oorspronkelijke prijs geeft.
10
Opgave 1.12 Bereken hoeveel auto’s van het type Opel Corsa in jaar 3 zijn verkocht.
Opgave 1.13 1.
Bereken het aantal stuks B dat naar verwachting het komend jaar wordt verkocht.
2.
Bereken de verwachte totale opbrengst van de producten A en B in het komend jaar.
Opgave 1.14 Bereken de totale verkoopkosten als van elk artikel 20 stuks worden verkocht.
Opgave 1.15 Bereken hoeveel de overige kosten voor deze opdracht maximaal mogen zijn, wil ze inderdaad een winst behalen van ten minste 20% van de inkoopprijs.
11
Opgave 1.16 Bereken de verwachte totale kosten.
Opgave 1.17 Bereken de verkoopprijs van een partij van 460 kg goederen.
Opgave 1.18 Bereken de verkoopprijs per kg kaas.
Opgave 1.19 1.
Bereken afgerond op 1.000 de totale beroepsbevolking in jaar 1.
2.
Bereken afgerond op 1.000 de totale beroepsbevolking in jaar 2.
3.
Bereken uitgaande van je antwoorden op de vragen 1 en 2 met hoeveel procent de beroepsbevolking in jaar 2 ten opzichte van jaar 1 is toegenomen of afgenomen. Het percentage afronden op twee decimalen.
12
Opgave 1.20 Bereken in twee decimalen de totale procentuele loonsverhoging die de werknemers ten opzichte van jaar 1 hebben gekregen.
Opgave 1.21 1.
Bereken de totale winst op de 300 aandelen.
2.
Bereken de winst in een heel percentage van het aankoopbedrag.
Opgave 1.22 Bereken het netto vakantiegeld van Frederique.
Opgave 1.23 1.
Bereken hoeveel balen van goed Bafra zijn ingekocht door Smid in het afgelopen jaar.
2.
Bereken de kosten van het verpakken in het afgelopen jaar.
13
Opgave 1.24 Bereken het aantal zakelijke kilometers dat de vertegenwoordiger in jaar 3 heeft gereden.
Opgave 1.25 Bereken de voorraad van het artikel op 1 januari van jaar 5.
Opgave 1.26 1.
Bereken de totale kasontvangst van die dag.
2.
Bereken het bedrag aan omzetbelasting dat de bioscoop over de kasontvangst van die dag aan de Belastingdienst moet afdragen. Het bedrag afronden op hele euro’s naar beneden.
Opgave 1.27 1.
Bereken de verkoopprijs van het product exclusief omzetbelasting.
2.
Bereken de verkoopprijs van het product inclusief omzetbelasting.
14
Opgave 1.28 Bereken in één decimaal de totale kosten in een percentage van de omzet.
Opgave 1.29 Bereken de nettowinst in een percentage van de totale kosten. De uitkomst afronden op één decimaal.
Opgave 1.30 Bereken afgerond op € 100,- het totaal verzekerde bedrag.
Opgave 1.31 Bereken in een heel percentage de brutowinst van de inkoopprijs.
15
Opgave 1.32 1.
Bereken de oorspronkelijke verkoopprijs van de fiets.
2.
Bereken de inkoopprijs van de fiets.
Opgave 1.33 Bereken de toegerekende loonkosten aan één product A in periode 2.
Opgave 1.34 Bereken de inkoopprijs van deze partij in euro’s.
16
Hoofdstuk 2
Oefenopgaven
Oefenopgave 2A Bereken het bedrag van de interest.
Oefenopgave 2B Bereken de interest van een lening van € 25.700,- die gedurende 7 maanden tegen 6,25% interest per jaar heeft uitgestaan.
Oefenopgave 2C Bereken het bedrag dat de onderneming op 1 mei op de spaarrekening heeft gestort.
Oefenopgave 2D Bereken het aantal maanden dat Kraan bv het geld heeft geleend.
17
Opgaven
Opgave 2.1 Bereken de interest 1.
2.
3.
Opgave 2.2 Bereken het bedrag dat op 1 januari van jaar 2 op de spaarrekening staat.
Opgave 2.3 Bereken de totale interest die de bank over die maand aan de onderneming in rekening heeft gebracht.
18
Opgave 2.4
1.
Bereken het bedrag aan aflossing en interest dat de onderneming aan het einde van jaar 6 moet betalen.
2.
Bereken het bedrag aan aflossing en interest dat de onderneming aan het einde van jaar 7 moet betalen.
Opgave 2.5 Bereken het bedrag dat op 1 juli is bijgestort.
Opgave 2.6 Bereken het bedrag van de hypothecaire lening op 1 januari van jaar 3.
Opgave 2.7 Aan het begin van welke maand in het afgelopen jaar is de onderhandse lening gesloten?
19
Opgave 2.8 Bereken het aantal dagen dat er een saldo tekort is geweest van € 12.896,-.
20
Hoofdstuk 4
Oefenopgaven
Oefenopgave 4A 1.
Bereken het te betalen nettogewicht van de goederen.
2.
Bereken het bedrag dat Jacobse de Zweedse afnemer in rekening brengt.
Oefenopgave 4B Bereken het bedrag dat Hogebosch moet betalen als hij binnen 8 dagen betaalt.
Oefenopgave 4C Bereken de omzetbonus die ijssalon Markt 6 van de leverancier over jaar 3 ontvangt.
21
Oefenopgave 4D 1.
Bereken de verkoopprijs exclusief omzetbelasting per product Quirna.
2.
Bereken de brutowinst per product Quirna.
3.
Bereken de totale brutowinst op producten Quirna over jaar 5.
4.
Bereken de totale nettowinst op producten Quirna over jaar 5.
Oefenopgave 4E 1.
Bereken de afzet van producten Pec in het afgelopen jaar.
2.
Bereken de omzet van producten Pec in het afgelopen jaar.
3.
Bereken de inkoopwaarde van de omzet van producten Pec in het afgelopen jaar.
4.
Bereken de totale brutowinst van producten Pec in het afgelopen jaar.
22
Opgaven
Opgave 4.1 Bereken het eindbedrag van de factuur.
Opgave 4.2 Berekening de korting voor contant exclusief omzetbelasting.
23
Opgave 4.3 Bereken het factuurbedrag.
Opgave 4.4 Bereken in hele euro’s het eindbedrag van de factuur die Hendrikse ontvangt.
24
Opgave 4.5 1.
Bereken afgerond op € 1,- naar boven de verkoopprijs inclusief omzetbelasting (consumentenprijs).
2.
Bereken de omzetbelasting per artikel Tra.
3.
Bereken de brutowinst per artikel Tra.
Opgave 4.6 Bereken de verkoopprijs van dit product inclusief omzetbelasting (consumentenprijs). Rond de uitkomst af op € 0,10 naar boven.
Opgave 4.7 Bereken het aantal verkochte producten Koda van deze partij.
Opgave 4.8 Bereken afgerond op hele euro’s naar boven de consumentenprijs van een artikel Brewy.
25
Opgave 4.9 1.
Bereken de omzet van artikel A in jaar 3.
2.
Bereken de inkoopwaarde van de verkopen van artikel A in jaar 3.
Opgave 4.10 Bereken de omzet exclusief omzetbelasting die is behaald met de verkoop van producten C.
26
Hoofdstuk 5
Oefenopgaven
Oefenopgave 5A 1.
Bereken de jaarlijkse afschrijving op de verpakkingsmachine.
2.
Bereken in één decimaal het jaarlijkse afschrijvingspercentage van de aanschafprijs.
3.
Bereken de totale afschrijving in jaar 1.
4.
Bereken de boekwaarde van de verpakkingsmachine per 31 december van jaar 2.
Oefenopgave 5B 1.
Bereken de afschrijving op de bestelauto over jaar 3.
2.
Bereken de afschrijving op de winkelinventaris over jaar 3.
27
3.
Bereken de aanschafprijs van de bestelauto.
4.
Bereken de verwachte restwaarde van de winkelinventaris.
Oefenopgave 5C 1.
Bereken de afschrijvingskosten van de vrachtauto in jaar 1.
2.
Bereken de afschrijvingskosten van de vrachtauto in jaar 2.
3.
Bereken afgerond op € 100,- de verwachte restwaarde van de vrachtauto.
4.
Bereken de jaarlijkse interestkosten van de vrachtauto.
28
Oefenopgave 5D Bereken het resultaat op de verkoop van de bestelauto.
29
Opgaven
Opgave 5.1 Bereken de afschrijving per jaar op de inventaris.
Opgave 5.2 Bereken de afschrijving in jaar 3.
Opgave 5.3 Bereken de totale afschrijving op de heftruck tot en met 31 december van jaar 3.
Opgave 5.4 Bereken de afschrijvingskosten van de bestelauto in jaar 1 en in jaar 2.
30
Opgave 5.5 Bereken de aanschafprijs exclusief omzetbelasting van de vulmachine.
Opgave 5.6 Bereken het jaarlijkse interestbedrag.
Opgave 5.7 Bereken het totaalbedrag aan afschrijvings- en interestkosten per jaar van de aanhangwagens.
Opgave 5.8 Bereken het resultaat bij verkoop van de verpakkingsmachine.
31
Opgave 5.9 Bereken het resultaat op de verkoop van de bestelauto.
32
Hoofdstuk 6
Oefenopgaven
Oefenopgave 6A 1.
Bereken in één decimaal het opslagpercentage voor indirecte kosten in het komend jaar.
2.
Bereken de kostprijs van een grasmaaier F123 voor het komend jaar.
Oefenopgave 6B 1.
Bereken de vaste verrekenprijs per product Kiss voor het komend jaar.
2.
Bereken in een heel getal het opslagpercentage voor indirecte kosten.
3.
Bereken de kostprijs per product Kiss voor het komend jaar.
4.
Bereken afgerond op € 0,10 naar boven de verkoopprijs per product Kiss voor het komend jaar.
33
Oefenopgave 6C 1.
Bereken in een heel getal het opslagpercentage voor indirecte kosten in het komend jaar.
2.
Bereken de kostprijs van een controle waaraan een assistent-accountant 80 uur heeft gewerkt.
Oefenopgave 6D 1.
Bereken in één decimaal de opslagpercentages voor indirecte kosten voor het komend jaar.
2.
Bereken de kostprijs van de dakkapel.
34
Opgaven
Opgave 6.1 Bereken de loonkosten van een medewerker die aan één product Actio moeten worden toegerekend.
Opgave 6.2 Bereken de verwachte inkoopkosten inclusief de inkoopprijs per product Evlon voor het komend jaar.
Opgave 6.3 Bereken de kostprijs van deze opdracht.
Opgave 6.4 1.
Bereken in één decimaal het opslagpercentage voor indirecte kosten.
35
2.
Bereken de kostprijs van een product Loysy.
3.
Bereken de verkoopprijs van een product Loysy exclusief omzetbelasting.
Opgave 6.5 1.
Bereken in een heel getal het opslagpercentage van de indirecte kosten.
2.
Bereken de kostprijs van het product.
Opgave 6.6 1.
Bereken in een heel getal het opslagpercentage voor indirecte kosten voor het komend jaar.
2.
Bereken de kostprijs van een opdracht waaraan een notaris 12 uur heeft besteed.
36
Opgave 6.7 Bereken de kosten van dit product met behulp van de verfijnde opslagmethode.
Opgave 6.8 1.
Bereken in twee decimalen de opslagpercentages voor indirecte kosten.
2.
Bereken de kostprijs van dit product.
37
Hoofdstuk 7
Oefenopgaven
Oefenopgave 7A 1.
Bereken de variabele kosten per product Irana bij een inkoop en verkoop van 2.500 stuks Irana per jaar.
2.
Bereken de variabele kosten per product Irana bij een inkoop en verkoop van 4.000 stuks Irana per jaar.
3.
Van wat voor soort variabele kosten is hier sprake? ‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒‒
Oefenopgave 7B 1.
Bereken de kostprijs per product Asir voor het komend jaar.
2.
Bereken de verkoopprijs inclusief omzetbelasting per product Asir voor het komend jaar.
3.
Bereken het verwachte verkoopresultaat op producten Asir in het komend jaar.
38
4.
Bereken het verwachte bedrijfsresultaat op producten Asir in het komend jaar.
Oefenopgave 7C 1.
Bereken de verkoopprijs exclusief omzetbelasting.
2.
Bereken de verkoopprijs inclusief omzetbelasting.
3.
Bereken het verwachte verkoopresultaat voor jaar 5.
4.
Bereken de waarde van de voorraad per 31 december van jaar 5.
39
Opgaven
Opgave 7.1 Bereken de constante verkoopkosten per product Plot.
Opgave 7.2 1.
Bereken de totale variabele kosten van de verkochte producten F in jaar 6.
2.
Bereken de totale vaste kosten van producten F in jaar 6.
Opgave 7.3 1.
Bereken de totale constante kosten van de machine per jaar.
2.
Bereken de constante kosten van de machine per uur in jaar 1.
Opgave 7.4 Bereken de verkoopprijs per product inclusief omzetbelasting.
40
Opgave 7.5 Bereken de kostprijs van een vloerreiniger type R300.
Opgave 7.6 Bereken de kostprijs per product Trespo voor het komend jaar.
Opgave 7.7 Bereken het aantal stuks Lisco dat in deze periode is verkocht.
Opgave 7.8 1.
Bereken de variabele kosten per product Steel.
41
2.
Bereken de constante kosten per product Steel.
3.
Bereken de kostprijs per product Steel.
4.
Bereken de verkoopprijs exclusief omzetbelasting per product Steel.
5.
Bereken afgerond op hele euro’s naar boven de verkoopprijs inclusief omzetbelasting per product Steel.
Opgave 7.9 Bereken de totale constante kosten van de bestelauto per jaar. Rond het bedrag af op hele euro’s.
Opgave 7.10 Bereken de variabele verkoopkosten begrepen in de verkoopprijs van een product X6pro.
42
Opgave 7.11 Bereken de standaardkostprijs per kilometer in jaar 3.
Opgave 7.12 Bereken het verwachte totale verkoopresultaat van producten Trival in het komend jaar.
Opgave 7.13 1.
Bereken het totale verkoopresultaat over het afgelopen jaar.
2.
Bereken het totale nettoresultaat over het afgelopen jaar.
3.
Was er het afgelopen jaar sprake van overbezetting of onderbezetting?
43
Opgave 7.14 Bereken het begrote bedrijfsresultaat voor het komend jaar.
44
Hoofdstuk 8
Oefenopgaven
Oefenopgave 8A 1.
Bereken de break-evenafzet van producten Tera voor het komend jaar.
2.
Bereken de break-evenomzet van producten Tera voor het komend jaar.
Oefenopgave 8B 1.
Bereken de break-evenafzet voor het komend jaar.
2.
Bereken de break-evenomzet voor het komend jaar.
3.
Bereken de minimale omzet in het komend jaar als de onderneming een nettowinst wil behalen op de verkoop van producten T van € 300.000,-.
45
Oefenopgave 8C 1.
Bereken in een heel getal de variabele kosten in een percentage van de omzet.
2.
Bereken in een heel getal de dekkingsbijdrage in een percentage van de omzet.
3.
Bereken afgerond op € 1.000,- naar boven de break-evenomzet voor het komend jaar.
46
Opgaven
Opgave 8.1 Bereken hoeveel producten Talyp de onderneming minimaal moet verkopen om geen verlies te lijden.
Opgave 8.2 Bereken de break-evenafzet van producten Pria voor het komend jaar.
Opgave 8.3 1.
Bereken de break-evenafzet van producten A voor het komend jaar.
2.
Bereken de break-evenomzet van producten A voor het komend jaar.
Opgave 8.4 1.
Bereken de break-evenomzet voor het komend jaar.
47
2.
Bereken afgerond op € 1.000,- naar boven de break-evenomzet voor het komend jaar.
3.
Bereken de minimale afzet in het komend jaar als de onderneming een nettowinst wil behalen op de verkoop van producten Stip van € 150.000,-.
Opgave 8.5 1.
Bereken in een heel getal de variabele kosten in een percentage van de omzet.
2.
Bereken in een heel getal de dekkingsbijdrage in een percentage van de omzet.
3.
Bereken afgerond op € 1.000,- naar boven de break-evenomzet voor het komend jaar.
4.
Bereken afgerond op € 1.000,- naar boven de minimale omzet die nodig is om een winst te behalen van € 250.000,-.
48
Opgave 8.6 Bereken afgerond op € 10.000,- naar boven de verwachte break-evenomzet voor het warenhuis voor het komend jaar.
Opgave 8.7 Bereken afgerond naar boven op 100 stuks de break-evenafzet van product Z.
Opgave 8.8 Bereken de verwachte totale dekkingsbijdrage in het komend jaar.
Opgave 8.9 Bereken voor het komend jaar afgerond op € 1.000,- naar boven de verwachte breakevenomzet exclusief omzetbelasting.
49
Opgave 8.10 1.
Bereken in hele euro’s de break-evenomzet exclusief omzetbelasting.
2.
Bereken in hele euro’s de break-evenomzet tegen consumentenprijs.
Opgave 8.11 Bereken voor het komend jaar in hele euro’s de verwachte break-evenomzet van producten Ati.
50
Hoofdstuk 9
Oefenopgave
Oefenopgave 9A Bereken de uitkering van de verzekeringsmaatschappij.
51
Opgaven
Opgave 9.1 Bereken de schade-uitkering.
Opgave 9.2 Bereken het bedrag dat de verzekeringsmaatschappij uitkeert.
Opgave 9.3 Hoeveel bedraagt de gezonde waarde van de woning en welk bedrag zal de verzekeringsmaatschappij uitkeren?
Opgave 9.4 Bereken het bedrag dat de verzekeraar uitkeert.
52
Opgave 9.5 Welk bedrag keert de verzekeraar uit?
53
Voorbeeldexamen Basiskennis Calculatie Omcirkel de juiste letter 1.
Variabele verkoopkosten zijn kosten die afhankelijk zijn van de a b c d
2.
maximale afzet. minimale afzet. normale afzet. verwachte afzet.
Restaurant Het Genieten is 6 avonden per week geopend. Het restaurant heeft 40 zitplaatsen. Reserveren is verplicht. Het restaurant is altijd volledig bezet. Gemiddeld komen er 3 personen per avond niet opdagen. Het restaurant is 2 weken per jaar gesloten. Het verwachte aantal maaltijden dat door restaurant Het Genieten per jaar wordt geserveerd is: a b c d
3.
11.100. 11.544. 12.000. 12.480.
Een wijnhandel verkoopt wijn Chateau Igrès 2013. De verkoop van het aantal flessen wordt berekend met behulp van de volgende formule: BV + I – P – B – EV = V. Over de maand augustus is het volgende gegeven: BV = Beginvoorraad = 65 I = Inkopen = 144 P = Privéverbruik = 7 B = Breuk = 3 EV = Eindvoorraad = 36 V = Verkopen = De verkoopprijs exclusief 21% omzetbelasting is € 8,-. De verkoopkosten zijn 15% van de omzet. De verkoopkosten worden afgerond op hele euro’s. De verkoopkosten over de maand augustus zijn: a b c d
€ 118,-. € 142,-. € 196,-. € 237,-. 54
4.
Een partij goederen met een inkoopprijs van € 350.000,- wordt verzekerd voor een bedrag inclusief 28% winst van de inkoopprijs, inclusief poliskosten van € 125,- en inclusief 1,8% premie over het totaal verzekerde bedrag. Het verzekerde bedrag wordt afgerond op € 100,-. Het totaal verzekerde bedrag is: a b c d
5.
€ 440.100,-. € 440.200,-. € 456.200,-. € 456.300,-.
Huysmans bv verpakt ingekochte koffie in pakken van 250 gram. Bij het inpakken gaat 1,5% van de koffie verloren. De kosten van het verpakken zijn € 0,30 per pak. In periode 6 is bruto 78.000 kg koffie verpakt. De verpakkingskosten in periode 6 zijn: a b c d
6.
€ 92.196,-. € 93.459,60. € 93.600,-. € 95.004,-.
Een onderneming koopt in de Verenigde Staten een partij goederen. De gecontracteerde hoeveelheid heeft een nettogewicht van 40.000 kg. De partij wordt gekocht tegen een contractprijs van $ 1,30 per kg. Bij levering is een afwijking toegestaan van maximaal 5% van de gecontracteerde hoeveelheid. Het verschil wordt verrekend tegen de dagprijs. Op 1 juni wordt de partij goederen in de haven van Rotterdam afgeleverd. Het bruto uitgeladen gewicht is 43.000 kg. De tarra is 6%. Het te verrekenen verschil tussen het ontvangen gewicht en de gecontracteerde hoeveelheid is: a b c d
420 kg meer. 420 kg minder. 2.000 kg meer. 2.000 kg minder.
55
7.
Een huis is verzekerd voor € 250.000,-. De werkelijke waarde van het huis is € 300.000,-. Door brand ontstaat een schade van € 150.000,-. De verzekeringsmaatschappij keert uit: a b c €
8.
€ 120.000,-. € 125.000,-. € 150.000,-. € 250.000,-.
Handelsonderneming Guyt heeft 22 dagen een saldo tekort gehad op haar bankrekening van € 45.800,-. De bank berekent 10,5% interest per jaar en gaat daarbij uit van 360 dagen per jaar. De interest die de bank over het saldo tekort in rekening brengt aan Guyt is: a b c d
9.
€ 289,86. € 293,88. € 306,95. € 311,31.
Een handelsonderneming verwacht het komend jaar voor een bedrag van € 600.000,goederen in te kopen. De directe loonkosten van bewerking worden geschat op € 240.000,-. De totale verwachte indirecte kosten zijn € 310.000,-. Voor de kostprijsberekening past de onderneming de verfijnde opslagmethode toe. De indirecte kosten hangen voor 40% samen met de kosten van de goederen, voor 25% met de directe loonkosten en voor de rest met de totale directe kosten. Het opslagpercentage voor indirecte kosten op de totale directe kosten voor het komend jaar is: a b c d
13%. 18%. 68%. 95%.
56
10.
De aanschafprijs van een bepaald type auto bedraagt € 24.000,- exclusief omzetbelasting. De auto rijdt gemiddeld 30.000 kilometer per jaar. De afschrijvingskosten en verzekeringskosten zijn in totaal € 6.600,- per jaar. Het benzineverbruik van de auto is 6 liter per 100 km. Een liter benzine kost € 1,72. De onderhoudskosten worden geschat op € 0,05 per km. De variabele kosten per kilometer van de auto zijn: a b c d
11.
€ 0,10. € 0,15. € 0,32. € 0,37.
Over het afgelopen jaar is van fietsen type Electrospeed het volgende gegeven: – afzet 450 fietsen; dit is 50 minder dan de normale afzet; – inkoopprijs per fiets € 1.750,-; – directe inkoopkosten in totaal € 3.850,-; – totale vaste verkoopkosten € 9.600,-; – totale variabele verkoopkosten € 3.600,-; – verkoopprijs inclusief 21% omzetbelasting € 2.783,-. De totale nettowinst die is behaald op de verkoop van de fietsen Electrospeed is: a b c d
12.
€ 229.490,-. € 230.450,-. € 257.950,-. € 447.800,-.
De Germaan te Oldenzaal koopt en verkoopt fitnessapparaten, waaronder het apparaat V800. Voor het komend jaar is van het apparaat V800 gegeven: – verkoopprijs inclusief 21% omzetbelasting € 4.598,-; – begrote inkoop en verkoop 1.000 stuks; – totale constante kosten € 24.700,-; – totale variabele kosten € 2.900.000,-. De Germaan wil met de verkoop een winst realiseren van ten minste € 400.000,-. Het aantal apparaten V800 dat De Germaan het komend jaar moet verkopen om ten minste € 400.000,- winst te maken, is: a b c d
112. 251. 472. 770.
57
13.
Op 1 juli van jaar 1 heeft een bedrijf een sleepwagen aangeschaft. De sleepwagen wordt afgeschreven in 4 jaar met gelijke bedragen per jaar tot een restwaarde van € 10.000,-. Over delen van een jaar wordt afgeschreven naar evenredigheid van de gebruiksduur. In jaar 1 zijn de afschrijvingskosten € 9.500,-. De aanschafprijs van de sleepwagen is: a b c d
14.
€ 38.000,-. € 48.000,-. € 76.000,-. € 86.000,-.
Een onderneming heeft voor het kantoor drie nieuwe computers aangeschaft voor in totaal € 16.500,- exclusief omzetbelasting. De computers worden in 3 jaar afgeschreven met gelijke bedragen per jaar. De restwaarde wordt geschat op 10% van de aanschafprijs. De interestkosten zijn 5% per jaar van het in de computers geïnvesteerde vermogen gedurende de hele gebruiksduur. De totale vaste kosten van afschrijving en interest van de computers per jaar zijn: a b c d
15.
€ 5.351,25. € 5.403,75. € 5.871,25. € 5.953,75.
Van een supermarkt is gegeven dat de gemiddelde brutowinst 24% van de verkoopprijs is. Bij een omzet van € 820.000,- waren de overige variabele kosten (variabele kosten boven de inkoopprijs) € 26.240,- en de constante kosten € 54.000,-. De dekkingsbijdrage in een heel percentage van de omzet is: a b c d
16.
3%. 10%. 11%. 18%.
Een bedrijf schrijft bestelauto’s af met 30% van de boekwaarde aan het begin van het jaar. Een bestelauto met een aanschafprijs van € 44.800,- exclusief omzetbelasting is al vier jaar in gebruik. De boekwaarde van de bestelauto aan het einde van het vierde jaar in hele euro’s is: a b c d
€ 0,-. € 10.756,-. € 15.366,-. € 31.360,-. 58
17.
Kalemans bv past voor de kostprijsberekening de primitieve opslagmethode toe. De opslag voor indirecte kosten is 44% van de inkoopprijs inclusief de directe inkoopkosten. Van het product Efro is gegeven: – inkoopprijs € 780,- per 100 stuks; – directe inkoopkosten € 0,45 per stuk; – directe loonkosten € 280,- per 1.000 stuks; – winstopslag 40% van de kostprijs; – omzetbelasting 21%. De verkoopprijs inclusief omzetbelasting van een product Efro is: a b c d
18.
€ 17,02. € 20,26. € 20,59. € 24,53.
Een onderneming stelt een verouderde machine buiten gebruik. De machine is aangeschaft voor € 62.000,- en is 4 jaar en 8 maanden in gebruik geweest. De machine is afgeschreven met 1,5% van de aanschafprijs per maand. De machine wordt verkocht aan een schroothandelaar voor € 2.000,- exclusief omzetbelasting. Het resultaat op de buitengebruikgestelde machine is: a b c d
€ 7.920,- verlies. € 7.920,- winst. € 9.920,- verlies. € 9.920,- winst.
59
19.
Gegeven is de volgende grafiek:
Een conclusie die je uit deze grafiek kunt trekken is dat a de omzet in jaar 8 van Janson ongeveer € 3.000.000,- bedraagt. b de omzet bij zowel Janson als in de branche elk kwartaal hoger is dan in het voorgaande kwartaal. c de omzet van Janson steeds hoger is dan in de branche. d de omzet van Janson steeds lager is dan in de branche. 20.
Gegeven is de volgende grafiek:
Deze grafiek is een a cirkeldiagram. b kolommendiagram. c lijndiagram. d staafdiagram. 60
21.
Als voor een speciaal project twee zelfstandig blijvende ondernemingen gaan samenwerken in een nieuw op te richten onderneming, heet deze samenwerking a b c d
22.
concern. franchising. fusie. joint venture.
Een voorbeeld van kleinhandel is een a warenhuis. b fabrikant die levert aan winkeliers. c slagerij die levert aan restaurants.
23.
Leveren onder rembours betekent dat a b c d
24.
alle kosten van levering voor rekening van de koper zijn. alle kosten van levering voor rekening van de verkoper zijn. de koper bij levering moet betalen. de koper enige tijd na levering mag betalen.
Een winkelier heeft in een jaar voor € 126.000,- ingekocht bij een groothandel. Aan het einde van het jaar krijgt de winkelier een creditnota van de groothandel van: 2% van € 126.000,- = € 2.520,-. Hier is sprake van a kredietbeperkingstoeslag. b omzetbonus. c rafactie.
25.
Welke van de volgende verzekeringen zijn voorbeelden van sommenverzekeringen? Let op, er zijn meerdere antwoorden juist. a b c d e f g
compagnonsverzekering. herverzekering. kredietverzekering lijfrenteverzekering. pensioenverzekering premier-risqueverzekering rechtsbijstandverzekering
61
26.
Een verzekering die de schade dekt bij gedwongen stilstand van een bedrijf als gevolg van brand, is een a b c d
aansprakelijkheidsverzekering. bedrijfsschadeverzekering. brandverzekering. kredietverzekering.
62
