Oefenopgaven Hoofdstuk 13 1 Verbazing over de beweging van de euro Lees onderstaand artikel door (FD juni 2011) en beantwoord daarna de volgende vragen: a. In het artikel schrijft men: ‘Niettemin stijgt de waarde van de euro ten opzichte van de dollar, en beduidend harder dan veel bankiers hadden getaxeerd. De aanstaande renteverhoging van de Europese Centrale Bank is daarin doorslaggevend, maar niet de enige reden.’ a. Op basis van welke theorie is te verwachten dat een renteverhoging in Europa leidt tot een waardestijging van de waarde van de euro? b. Leg uit waarom een renteverhoging in een land in het algemeen leidt tot een waardestijging van de valuta van dat land. c. In welk geval heeft een renteverhoging geen effect op de valutamarkt? b. De inrichting van noodsteun voor landen als Ierland en Griekenland zou leiden tot de relatief hoge eurowaarde ten opzichte van de dollar. Het zou dan met name gaan om de beperking van het marktrisico. Leg uit wat het verband is tussen het ‘marktrisico’ en de waarde van een valuta. c. In het artikel wordt niet ingegaan op een mogelijk verschil in inflatiegraad tussen Amerika en Europa als mogelijke verklaring voor de koersontwikkeling van de euro/USD. Veronderstel dat een inflatieverschil als verklaring voor de koersontwikkeling zou zijn gegeven. Geef gemotiveerd aan dat in deze situatie de inflatie in de VS hoger zou moeten zijn dan de inflatie in Europa.
© 2013 Noordhoff Uitgevers bv
1
© 2013 Noordhoff Uitgevers bv
2
2 China worstelt met zijn goedkope munt In Het Financieele Dagblad van vrijdag 3 juni 2011 schrijft men onder andere: China worstelt met zijn goedkope munt Stef Severt Amsterdam Het gaat met een slakkengangetje, maar stukje bij beetje kruipt de koers van de Chinese yuan omhoog. Althans gemeten in dollars. Gisteren was de yuan $0,154 waard (omgekeerd kon $1 worden ingewisseld tegen 6,472 yuan). Maar het gaat de Amerikanen ongetwijfeld nog altijd te langzaam. De Verenigde Staten hebben China er lang van beticht de koers van de yuan bewust laag te houden. De Chinese munt is gekoppeld aan de dollar. De volksrepubliek was al enige tijd de grootste exporteur ter wereld. In februari streefde China Japan voorbij als tweede grootste economie ter wereld, na de VS. Eind vorige week bracht het Amerikaanse ministerie van financiën, de Treasury, zijn halfjaarlijkse rapport uit over de internationale economie en de wisselkoerspolitiek. Ondanks de koppeling is van koersmanipulatie geen sprake, aldus de Treasury, maar dat neemt niet weg dat de Chinese munt is ondergewaardeerd. De Chinese volksbank stelde de koers van de yuan daarop op maandag vast op 6,486 yuan voor $1. De koers van de yuan is nu ruim 5% gestegen sinds de Chinese autoriteiten vorig jaar juni besloten om de koppeling met de dollar te laten vieren. Daartoe was medio 2008, ten tijde van de crisis, besloten om de export en daarmee de productie zo min mogelijk af te remmen. a. Wat kan een reden voor China zijn om de waarde van de yuan te koppelen aan de waarde van de US-dollar? b. In het artikel staat dat de waarde van de yuan ondergewaardeerd is. De Chinese autoriteiten blijven vasthouden aan een gereguleerde wisselkoers (of anders gezegd men blijft de yuan koppelen aan de US-dollar. Stel dat de twee veronderstellingen (onderwaardering van de yuan en koppeling yuan/US-dollar) juist zijn. Wat moet dan, volgens de koopkrachtpariteittheorie de consequentie zijn voor de inflatie in China? Motiveer uw antwoord. 3 Valuta-exposure a. Waarom wil een onderneming inzicht hebben in de mate waarin het bloot staat aan valuta risico’s? b. Bij de valuta-exposure van een bedrijf heb je onder meer te maken met het transactie- en translatierisico. Leg uit wat het verschil tussen deze twee is en geef aan welke van deze twee binnen treasury-management het belangrijkst is. 4 Importa Wijnhandel Importa is steeds op zoek naar uitbreiding van het assortiment met betaalbare kwaliteitswijnen. De directeur, de heer Jager, is op 1 februari teruggekeerd van een reis naar Noord-Amerika, waar hij voor $ 20.000 Californische wijnen heeft ingekocht. De wijn zal zo spoedig mogelijk worden verscheept en wordt op 1 mei in Nederland verwacht. Afgesproken is dat de heer Jager de wijn op 1 mei betaalt. Importa wil het valutarisico dat met de inkoop samenhangt afdekken. Van zijn bankadviseur ontvangt hij de volgende prijzen (rentevoeten op jaarbasis) van mogelijkheden:
© 2013 Noordhoff Uitgevers bv
3
De rente voor een driemaandsdollarlening is 5%, een dollardeposito voor 3 maanden is 1%. De rente voor een driemaandseurolening is 4%, een driemaandseurodeposito levert 1,2% op. De contante wisselkoers is €1 = $1,30. De premie voor een P EUR/USD met een uitoefenprijs van €1= $ 1,35 met expiratiedatum 1 mei is €500.
Uit betrouwbare bron heeft de heer Jager vernomen dat de rentevoeten die de heer Jager moet betalen dan wel ontvangt niet gelijk zijn aan de tarieven die de bank zelf ontvangt dan wel moet betalen op de internationale geldmarkt. De officiële tarieven op de internationale geldmarkt (driemaands) zijn: Euro Dollar
Uitzetten (deposito) 2,3% 2,5%
Lenen 2,5% 2,8%
a. Geef in een schema aan hoe Importa het valutarisico kan afdekken door middel van de geldmarkttechniek. Bereken de prijs van de import in euro´s als deze methode als oplossing gekozen zou worden. b. Bereken de prijs van de import als de ondernemer een valutaswap zou willen gebruiken als afdekking van het valutarisico. Importa betaalt/ontvangt de rente over de periode zoals die op de internationale geldmarkt geldt. c. Bereken de termijnkoers die de bank Importa opgeeft, indien Importa het risico met een termijncontract zou willen afdekken. d. Bereken de prijs van de inkoop in euro´s indien Importa het valutarisico afdekt door het termijncontract. e. Bereken de maximaal voor de inkoop te betalen prijs in euro´s indien Importa het valutarisico afdekt door de aankoop van de genoemde putoptie. f. Hoe kan Importa de bij vraag e berekende prijs verlagen door een calloptie in de constructie te betrekken? 5 NV Speelhout De NV Speelhout uit Broek in Waterland is producent van houten speeltoestellen. De afnemers zijn voornamelijk scholen en gemeenten en particuliere speeltuinen. Na jarenlang uitsluitend in Nederland te hebben geleverd is NV Speelhout zich in de tweede helft van de jaren negentig gaan oriënteren op de omringende landen. Anno 2010 is NV Speelhout uitgegroeid tot een internationaal bedrijf met verkoopmaatschappijen in diverse landen, waaronder Duitsland, Zwitserland en Engeland. Het hout betrekt Speelhout uit Canada en Zweden. In Canada heeft Speelhout een kleine zagerij opgekocht, waardoor het hout op maat in de haven van Rotterdam arriveert. a. Benoem de soorten valutarisico´s, die NV Speelhout loopt. b. Geef van elk van de genoemde valutarisico´s een voorbeeld. c. Geef van elk van de genoemde valutarisico´s aan of en zo ja hoe Speelhout zich tegen de betreffende risico´s kan indekken. 6 DSI NV Distribution Services International NV (DSI) is een groothandel in informatiedragers (cassetebanden, videobanden, floppydiscs, USB-sticks enz., enz.). De goederen worden ingekocht in de VS (50%) en Groot-Brittannië (50%) en verkocht aan afnemers in de VS (10%), Nederland (40%), België (25%), Groot-Brittannië (10%) , Frankrijk(5%) en Duitsland (10%). Ingekochte goederen worden steeds 1 maand na aankoop geleverd. Daarna geldt een
© 2013 Noordhoff Uitgevers bv
4
krediettermijn van 2 maanden. De betaling dient te geschieden in dollars. De verkopen worden afgerekend in de valuta van het land van vestiging van de afnemers. Levering geschiedt 2 weken na ontvangst van de getekende order. Afnemers krijgen een krediettermijn van 1 maand vanaf het moment van levering. De omzet bedroeg in 2012 omgerekend in euro’s 2.000.000. De inkoopwaarde van de omzet was in 2012 €1.000.000. De omzet en inkoop is gelijkmatig over het jaar verspreid. De bestellingen worden verondersteld aan het begin van iedere maand gedaan te worden. De voorraden en debiteuren zijn op 1 januari 2012 omgerekend naar euro´s en zijn met termijncontracten afgedekt, zodat het bedrijf op 1 januari 2013 geen transactie- en translatierisico heeft. De voorraden zijn op 1 januari voldoende om aan de leveringen in het eerste kwartaal te kunnen voldoen. De verkoopafdeling heeft voor 2013 een omzet begroot van: USD 250.000 GBP 140.000 EUR 1.600.000 Bij de door de verkoopafdeling geraamde omzet behoort een inkoop van: USD GBP
625.000 (op basis van €1 = $ 1,25) 350.000 (op basis van €1 = £ 0,70)
De leiding van het bedrijf heeft als beleid dat valutarisico´s bij de bestelling dan wel de order moeten worden afgedekt. a. Breng het valutarisico (transactierisico) voor het eerste kwartaal voor DSI in kaart middels een liquiditeitsbegroting. b. Vindt u het beleid van de leiding van het bedrijf verstandig? Motiveer het antwoord. c. Geef gemotiveerd aan welke actie u zou ondernemen om het valutarisico gedurende het eerste kwartaal af te dekken. 7. Carry On De financieel directeur van exporthandel Carry On heeft op 4 januari 2010 becijferd dat hij op 4 april 2010 vanwege exporten naar Groot-Brittannië een bedrag van £100.000 op zijn vreemdevalutarekening zal hebben staan. Hij verwacht dat de waarde van het Britse Pond in deze periode ten opzichte van de euro zal dalen. Hij wenst het valutarisico dan ook in te dekken. Van zijn adviseur bij de bank krijgt hij de volgende prijzen en tarieven (rente op jaarbasis) door: Geldlening voor 3 maanden in euro: Uitzetten (deposito) 3maanden in euro Geldlening voor 3 maanden in Britse Ponden Uitzetten (deposito) 3 maanden in Britse Ponden
5% 1,2% 8% 3%
De wisselkoers op de contante markt is op 4 januari 2010:
€1 = £ 0,6990 - £0,6991
a. Geef in een schema aan hoe Carry On het valutarisico met de geldmarkttechniek zou kunnen indekken. b. Bereken de waarde van £100.000 in euro op 5 april 2010 als de exporthandel het
© 2013 Noordhoff Uitgevers bv
5
valutarisico middels de geldmarkttechniek zou afdekken. c. Bereken de bij vraag b berekende €/£ -koers voor Carry On, indien de financieel directeur de geldmarkttechniek zou toepassen. De financieel directeur overweegt het valutarisico via de geldmarkttechniek in te dekken. Voordat hij de bank belt, kijkt hij nog even op internet en komt daar het volgende overzicht tegen. €1 = £ 0,69905 1 maand 0,0015 2 mnd 0,0031 3 mnd 0,0045 6 mnd 0,0090 Uit de begeleidende tekst blijkt dat het hier gaat om termijnkoersen van het Britse Pond. d. Bereken de termijnkoers (3 maanden) van het Britse Pond op basis van bovenstaand overzicht. e. Geef een verklaring voor het grote verschil tussen de bij antwoord c en antwoord d berekende koers. f. Geef advies aan de financieel directeur op basis van de door u gevonden antwoorden. 8 Berekening termijnkoers De volgende koersen en tarieven zijn op enig moment bekend: Rentetarieven 1 maand 2 maand 3 maand 6 maand 9 maand 12 maand
Euro 2,175% 2,175% 2,176% 2,223% 2,284% 2,344%
USD 2,41% 2,45% 2,53% 2,54% 2,61% 2,63%
Britse Pond (GBP) 4,62% 4,75% 4,88% 4,90% 4,91% 5,02%
De contante koersen bedragen: €1 = $ 1,3384
€1 = £ 0,6991
$1 = £0,52230
a. Bereken de €/$-termijnkoersen voor 3, 6 en 9 maanden op basis van bovenstaande gegevens. b. Bereken het agio/disagio in punten voor de €/$ termijnkoers voor 3,6,en 9 maanden. c. Bereken de £/$-termijnkoers voor 3, 6 en 9 maanden. 9 Optie Een ondernemer heeft een order geplaatst in de VS en moet over 6 maanden een bedrag betalen van USD 400.000. Hij wil het valutarisico met een cylinderoptieconstructie afdekken. In plaats van een cylinderoptie zou de ondernemer ook een putoptie €/$ kunnen afsluiten. a. Leg uit waarom een putoptie €/$ het valutarisico afdekt. b. Wat is een cylinderoptie? c. Wat is het voordeel van een cylinderoptie ten opzichte van een putoptie in dit geval? De bank maakt twee offertes voor de ondernemer te weten:
© 2013 Noordhoff Uitgevers bv
6
1) Een putoptie met de uitoefenprijs €1=$1,40 voor een bedrag van €5.000. 2) Een cylinderoptie met als bovengrens €/$ 1,3600 en als ondergrens €/$ 1,4200 d. Wat is het totaalbedrag aan euro's dat de onderneming moet betalen voor zijn order van $400.000 uit de VS als hij kiest voor de putoptie en de spotkoers na 6 maanden €1=$1,38 is? e. Wat is het totaalbedrag als de ondernemer gekozen zou hebben voor de cylinderoptie? 10 Europa Een afnemer uit de VS heeft de handelsonderneming Europa op 1 december 2010 een offerte gevraagd voor het leveren van goederen met een waarde van €1.500.000. De afnemer heeft aangegeven de goederen 30 dagen na acceptatie van de offerte te willen hebben (dat wil zeggen nog voor de kerstdagen in New York), waarna betaling na 90 dagen (op 1 april) na levering zal plaatsvinden. De afnemer heeft te kennen gegeven nog dezelfde dag te beslissen. De handelsonderneming besluit 2 mogelijkheden te bieden, namelijk: 1. Facturering in euro´s (€ 1.500.000) met daarbij een korting op het factuurbedrag. 2. Facturering in USD ten bedrage van usd 1.950.000. (Factuurwaarde in euro’s omgezet in usd spotkoers op datum van de offerte.) a. Waarom is de handelsonderneming bereid een korting te verlenen op het factuurbedrag indien de factuur in euro´s luidt? Op 1 december 2010 zijn de volgende koersen actueel: Spotkoers EUR/USD 1,3000 Termijnkoers 1 mnd + 0,0002 3 mnd + 0,0010 4 mnd + 0,0012
Rente 1 mnd 3 mnd 4 mnd
Eur 2,168% 2,174% 2,182%
Daarnaast gelden de volgende optietarieven: Call optie EUR/USD 130 Call optie EUR/USD 132,50
4 mnds 4 mnds
0,019 0,009
(De prijs is uitgedrukt in USD per USD) b. Tegen welke EUR/USD-koers wordt de transactie uitgevoerd als de afnemer zou kiezen voor facturering in USD en de leverancier een termijncontract (4 maanden) afsluit? c. Wat is de minimale opbrengst voor de leverancier als de afnemer zou kiezen voor facturering in USD en de leverancier als hedgingsinstrument de calloptie EUR/USD 130 zou kopen? d. Wat zou de motivatie van de leverancier kunnen zijn om in plaats van de EUR/USD 130 de calloptie EUR/USD 132,50 te kopen? e. Wat is de maximale korting die de leverancier toe zou kunnen staan, uitgaande van het idee dat hedging een kostenpost van €2.000 met zich meebrengt? (Berekening laten zien.) f. Bereken op basis van de gegevens de koersen van de 4-maandsrente in de VS. De afnemer kiest op 1 december voor een factuur in USD. De leverancier gaat aan het
© 2013 Noordhoff Uitgevers bv
7
werk en de goederen zijn op tijd in New York. Nu blijkt dat de afnemer op 1 april niet aan zijn verplichtingen voldoet. De leverancier heeft een termijncontract afgesloten. Op 1 april 2011 gelden de volgende koersen: EU/USD 1,3500 Rente 1 dag 1 week 1 maand
euribor 2,02% 2,03% 2,16%
USD 2,50% 2,52% 2,75%
g. Welke actie zal de bank waarbij het termijncontract is afgesloten op 1 april uitvoeren voor de leverancier? De afnemer geeft op 30 maart 2011 aan dat de betaling op 1 april 2011 niet lukt. De afnemer belooft uitdrukkelijk dat op 6 april (1 week na de afgesproken datum) de betaling binnen zal zijn. h. Welk instrument kan de leverancier op 1 april inzetten om het valutarisico als gevolg van de te laten betaling niet te lopen? 11 DAF Trucs DAF Trucs uit Eindhoven heeft een order aan een Hongaars transportbedrijf uitgeleverd voor een totaal factuurbedrag van $ 840.000. DAF Trucs heeft in verband hiermee een door de afnemer ondertekende en door de bank geconfirmeerde wissel ontvangen. De betaling hierop zal over 3 maanden plaatsvinden. Gedurende deze periode loopt DAF Trucs een valutarisico. Men onderzoekt hoe het risico kan worden afgedekt. Er zijn 4 mogelijkheden volgens de leiding te weten: 1. Niet afdekken en de wissel bij de bank disconteren tegen een koers van €1 = $ 1,25 (rente 8% op jaarbasis) 2. Afdekken met een driemaandstermijncontract met als koers €1 = $1,2560. 3. Afdekken middels een geldmarkttransactie. 4. Kopen van een calloptie EUR/USD met een uitoefenprijs van €1=$1,25 met een premie van usd 0,02 per euro. a. Bereken de netto-opbrengst van de order bij het eerste alternatief. b. Bereken de opbrengst van de order bij het tweede alternatief. c. Waarom kunnen de bij a en b berekende bedragen niet zonder meer met elkaar worden vergeleken? d. Beschrijf de geldmarkttechniek voor het afdekken van een valutarisico. e. Bereken de minimale netto-opbrengst van de order bij het vierde alternatief.
12 Export Een onderneming heeft op 28 december 2010 een bestelling bij een Amerikaans bedrijf voor $ 1.000.000 aan goederen geplaatst. De levering vindt plaats op 28 januari 2011, waarna de vordering op 28 maart moet worden betaald. Op 28 januari 2010 gelden de volgende prijzen en tarieven: Euribor VS (treasuries) Opties Uitoefendatum 28 maart 2011 1 mnds 0,804% 0,030% Uitoefenprijs Call Put
© 2013 Noordhoff Uitgevers bv
8
2 mnds 3 mnds 4 mnds
0,901% 1,014% 1,069%
EUR/USD 1,25 0,157% 1,3 1,35
$ 8.190- 8.290 $ 5.110 - 5.210 $ 2.920 - 3.020
$ 2.400 - 2.500 $ 4.360 - 4.460 $ 7.070 - 7.170
De prijzen van de opties zijn per €100.000.
a. Geef gemotiveerd aan (eventueel ondersteund met een berekening) in hoeverre de gepubliceerde termijnkoers van de EUR/USD uit het FD in overeenstemming is met de gegeven rentetarieven. b. De onderneming overweegt het valutarisico af te dekken met de aanschaf van een valutaoptie. Welke van de genoemde opties (een plain-anilla) is voor de geschetste situatie relevant (motiveer uw antwoord). c. Het nadeel van de aanschaf van een plain-vanillaoptie is dat er up-frontpremie moet worden betaald. Een cylinderoptie heeft dat nadeel niet. Bank A stelt voor om te gaan voor de combinatie 1,35-1,25 omdat deze combinatie per saldo geld oplevert. Bank B stelt 1,35-1,30 voor. Welke van de twee genoemde combinaties heeft uw voorkeur, uitgaande van het idee dat u het valutarisico zo veel mogelijk wil beperken? Motiveer uw antwoord. d. Een officiële renteverhoging door bijvoorbeeld de FED heeft in de meeste gevallen gevolgen voor de wisselkoers (EUR/USD). Geef gemotiveerd aan op basis van welke theorie een renteverhoging leidt tot een wisselkoersaanpassing (spotkoers). e. In welke situatie heeft een renteverhoging geen effecten voor de wisselkoers (spotkoers). 13 FOREXSWAPPEN Een importeur bestelt in de VS op 1 april voor een bedrag van usd 500.000. De goederen worden over 6 maanden geleverd, waarna de importeur nog 1 maand krediet krijgt. De importeur wil geen valutarisico lopen en wil een termijncontract afsluiten. U geeft hem de volgende tabel:
© 2013 Noordhoff Uitgevers bv
9
spot 7 mnd
EUR/USD 1,3454 – 1,3457 1300.09 – 1298.10
a. Tegen welke koers wordt de transactie afgehandeld als de importeur het valutarisico met een termijncontract zou worden afgedekt? De importeur schrikt van de bij a berekende koers. b. Leg uit wat de reden is van het grote disagio op de koers. De adviseur verwacht dat binnen 6 maanden de rentevoeten in het Eurogebied en de VS naar elkaar toe gaan bewegen. Hij stelt dan ook voor om nu het valutarisico af te dekken met een valutacontract voor 2 maanden en daarna de positie ‘door te rollen’ met 1 of meerdere forexswaps. De relevante termijnkoers voor 1 maand is EUR/USD 1, 32456 c. Wat voor gevolgen heeft het naar elkaar toegroeien van het renteverschil tussen twee valutagebieden voor het (dis)agio op de spotkoers? Na 1 maand blijkt inderdaad dat de rentevoeten na elkaar zijn gegroeid. Uit het FD blijken op 1 mei de volgende koersen:
spot 6 mnd
EUR/USD 1,3054 – 1,3059 27.12 – 26.78
De importeur besluit op 1 mei, tegelijkertijd met de afwikkeling van de termijntransactie een forexswap met een looptijd van 6 maanden af te sluiten. d. Bereken de afwikkeling van de op 1 april afgesloten termijntransactie op 1 mei in combinatie met het afsluiten van de forexswap. e. Bereken de uiteindelijke afrekenkoers op 1 november voor de importeur.
© 2013 Noordhoff Uitgevers bv
10
14 Algemeen Op een bepaald moment gelden de volgende koersen: Spotmarkt EUR/USD
1 mnd 3 mnd 6 mnd
1,3645 geldmarkt VS Europa 0,50% 0,80% 0,67% 0,75% 0,67% 0,76%
Een ondernemer heeft op 1 januari voor een bedrag van $1.000.000 aan goederen uit de VS geïmporteerd. De goederen worden op 1 februari geleverd, waarna het verschuldigde bedrag op 1 april betaald moet worden. De ondernemer verwacht dat de waarde van de US-dollar ten opzichte van de euro, gelet op de onzekerheden op financiële markten en het verschil in economische ontwikkeling, over drie maanden in waarde verminderd is. a. Geef gemotiveerd aan of de waarde van de US-dollar over drie maanden op basis van de gedekte intrestpariteitstheorie in waarde gedaald is, gelijk gebleven is of in waarde is gestegen. De ondernemer is niet zeker van zijn zaak en overweegt het valutarisico af te dekken. b. Welke drie vormen van valutarisico worden in theorie onderscheiden? De bank stelt een valutatermijncontract of een cylindercontructie als dekkingsinstrument voor. c. Omschrijf de kenmerken van een valutatermijncontract. d. Uit welke twee elementen bestaat een cylinderconstructie? 15 Advisering Een ondernemer wil een valutapositie afdekken. De ondernemer verwacht over 6 maanden een positieve kasstroom van usd 5.000.000. De huidige waarde van de USD is EUR/USD 1,30876. De ondernemer krijgt het volgende overzicht van optieprijzen (bij een onderliggende waarde van $5.000.000) van de bank: Strike 1,25 1,3 1,35
Call € 330.083,44 € 222.729,91 € 144.029,46
Put € 150.906,20 € 231.516,86 € 341.544,67
Met andere woorden: een relevante calloptie met een uitoefenprijs van €1=$1,25 kost de ondernemer €330.083,44 of brengt (in het geval van het schrijven van deze) €330083,44 op. De ondernemer wil zich vooral indekken tegen een koersdaling van de usd. Als het kan wil de onderneming winstkansen behouden. De minimaal gewenste winstmarge die de onderneming wil hebben is 5%. Deze winstmarge is gebaseerd op een EUR/USD-koers 1,35. De onderneming verwacht dat koers van de euro eerder onder druk komt te staan dan de USD.
© 2013 Noordhoff Uitgevers bv
11
Naast de prijzen voor opties geeft de bank aan dat de relevante termijnkoers € 1,3114 bedraagt. Gevraagd: Geef advies over de te volgen strategie. Onderbouw uw advies, indien nodig, met een berekening. 16 Gerdon BV Gerdon BV exporteert voor gemiddeld €200.000 per maand naar de VS. De ondernemer heeft in 2008 de verkoopprijs in USD gebaseerd op een koers van 1 euro is $ 1,35. Men heeft 2008 overleefd onder andere als gevolg van de waardestijging van de USD in de VS. De klant heeft al wel aangegeven dat ze voor 2009 een prijsdaling in USD verwacht. De onderneming heeft het transactierisico nooit afgedekt. Eind november 2008 is een nieuwe controller in dienst gekomen. Deze nieuwe controller heeft onder andere als taak de afdeling verkoop te adviseren over de prijsstelling voor 2009. De controller is een voorstander van het afdekken van het valutarisico. Hij wil dan ook voor 2009 op dit terrein een beleid ontwikkelen. Hij stelt voor om gebruik te maken van termijncontracten om het transactierisico in 2009 af te dekken. a. Naast het transactierisico onderscheiden we het translatierisico. Geef een omschrijving van het begrip. b. Geef gemotiveerd aan in hoeverre het translatierisico relevant is voor een onderneming die streeft naar waardecreatie. Voor 2009 gaat de onderneming uit van de volgende informatie: EUR/USD (contante koers): 1,2600 De termijnkoersen zijn: 3 maanden 6 maanden 9 maanden 12 maanden
1,259 1,259 1,261 1,261
c. Geef gemotiveerd aan of de relevante rentevoet in de VS hoger of lager is dan de rentevoet in het eurogebied. d. Welke prijs (in USD, per maand) adviseert u de onderneming op basis van indekking van het transactierisico met 4 termijncontracten voor 2009 te hanteren? Ga uit van een omzet van €200.000 per maand. De controller komt in gesprek met de treasury-specialist van de bank. Deze medewerker zegt dat de bank verwacht dat de waarde van USD in 2009 hoogst waarschijnlijk zal stijgen. Hij stelt dan ook voor om een optieconstructie (de cylinder) te nemen. De bankmedewerker geeft de volgende mogelijkheden:
90 dagen 180 dagen 270 dagen 360 dagen
call 1,23 1,21 1,20 1,20
put 1,30 1,30 1,30 1,30
e. Leg uit hoe de constructie van de voor de exporteur relevante cylinderoptie is.
© 2013 Noordhoff Uitgevers bv
12