Oefenopgaven Hoofdstuk 5 Opgave 1 Leg uit waarom een bank in de regel bereid is een lening die gedekt is door een zekerheid, tegen een lagere rente te verstrekken dan een gelijkwaardige lening zonder zekerheid.
Opgave 2 Van een eeuwigdurende staatsobligatie van nominaal € 1.000.000 bedraagt de nominale rente 3%. De huidige marktrente voor een dergelijke obligatie bedraagt 4%. Bepaal de marktwaarde van deze obligatie.
Opgave 3 Een 4%-obligatielening heeft een looptijd van 4 jaar. Aflossing zal ineens plaatsvinden. De nominale waarde van de lening bedraagt €10.000.000. De marktrente voor een dergelijke obligatie bedraagt op dit moment 3%. 1. Bepaal de marktwaarde van deze lening. Stel dat de lening afgelost zou worden met twee gelijke bedragen, waarvan het eerste na twee jaar en het tweede na vier jaar zoud vervallen. 2. Bepaal de marktwaarde van deze lening onder de gewijzigde aflossingsvoorwaarden. Stel dat de lening in 4 jaarlijkse termijnen van gelijke bedragen afgelost zou worden. 3. Bepaal opnieuw de marktwaarde van de lening. 4. Verklaar de verschillen tussen uw uitkomsten op 1, 2 en 3.
Opgave 4 Steen Handelshuis NV heeft rentedragende obligatieleningen op de beurs uitstaan met een resterende looptijd van 13 jaar. Rente werd jaarlijks betaald en de obligatie noteerde op dat moment €1.045 met een nominale waarde van €1.000. Het effectief rendement (Yield to Maturity) van de lening op dat moment bedroeg 7,5%. Gevraagd: Bereken met bovenstaande gegevens in Excel de couponrente van deze obligatielening.
Opgave 5 Stan Akkerbouwer NV heeft een obligatielening uitstaan met een jaarlijks te betalen couponrente van 10%. De obligatielening noteert momenteel €9.340 met een nominale waarde van €10.000. De resterende looptijd van de obligatie is 10 jaar. Gevraagd: Bereken de Yield to Maturity van deze obligatielening.
© 2013 Noordhoff Uitgevers bv
1
Opgave 6 In Het Financieele Dagblad worden ieder dag de koersen van obligaties gegeven. In Het Financieele Dagblad van 16 maart 2013 verschijnt onderstaand gedeelte uit het overzicht:
Gevraagd: 1. Wat wordt verstaan onder het couponrendement? 2. Wat is de slotkoers van de NED 98/28? 3. Wat wordt verstaan onder het effectief rendement? 4. Geef gemotiveerd aan wat de reden kan zijn dat het effectief rendement van de Ned 08/18 lager is dan het effectief rendement van de Ned 93/23. 5. Wat geeft de kolom ‘Dur’ weer?
Opgave 7 Op 2 januari 2012 heeft onderneming Goosten een 6%-obligatielening met een resterende looptijd van 5 jaar (bulletlening) uitstaan. De coupondatum is 2 januari. De nominale waarde van 1 obligatie is €1.000. De marktrente op 2 januari 2012 van een vergelijkbare lening is 4%. Gevraagd: 1. Wat wordt verstaan onder het effectief rendement van een obligatielening? 2. Bereken de koers van de obligatielening op 2 januari 2012 (na uitbetaling van de couponrente). Een belegger koopt op 2 januari 2012 een obligatie tegen de bij 2 berekende koers (na uitbetaling van de coupon). De belegger heeft de bedoeling de obligatie tot aan het einde van de looptijd aan te houden (hold-to-maturity). 3. Bereken de marktwaarde van de obligatie op 2 januari 2013 ervan uitgaande dat de marktrente van een vergelijkbare lening op januari 2013 nog steeds 4% is. 4. Bereken het couponrendement (over 2012) van de belegger op 2 januari 2013. 5. Geef gemotiveerd aan of het couponrendement over 2013 hoger of lager zal zijn dan het couponrendement over 2014.
Opgave 8 Onderneming Todo NV heeft op haar balans zowel aandelenkapitaal als een converteerbare obligatielening staan. Het aandelenkapitaal bestaat uit 1.000.000 geplaatste aandelen met een nominale waarde per aandeel van €100. De converteerbare obligatielening bestaat uit 10.000 obligaties met een nominale waarde per obligatie van €1.000,-.
© 2013 Noordhoff Uitgevers bv
2
In de conversievoorwaarden staat dat tegen inlevering van een converteerbare obligatie men bij conversie vier aandelen Todo NV krijgt. De conversieperiode loopt tot 1 januari 2015. Op 1 april 2012 noteert de converteerbare obligatie op de beurs €1.700,-. Per aandeel is op 1 april 2012 €33,92 aan (eeuwigdurend) dividend uitgekeerd. Het geëiste rendement van de belegger is 8%. 1. Bereken voor de converteerbare obligatie van Todo NV de conversiekoers. 2. Bereken de conversiewaarde op 1 april 2012. 3. Zal de houder van de converteerbare obligatie per 1 april 2012 gaan omwisselen? Motiveer uw antwoord cijfermatig.
Opgave 9 Hijen NV heeft op 1 maart 2010 een 4% converteerbare obligatielening uitgegeven, die in de periode 1 maart 2012 tot 1 maart 2015 omgewisseld kan worden in aandelen. De looptijd (bulletlening)van de converteerbare obligatielening is 8 jaar. Tegen inwisseling van drie converteerbare obligatie (van €1.000,- nominaal per obligatie) en bijbetaling van €600,- worden tweehonderd aandelen (van nominaal €10 per aandeel) verstrekt. In maart 2013 overweegt een belegger zijn converteerbare obligatie op de beurs te verkopen. Op dat moment bedraagt de beurskoers van één aandeel ‘Heijen NV’ €25,20. De beurskoers van de converteerbare obligatie is op dat moment €1.500,-. De marktrente van een normale vergelijkbare obligatielening is 2%. 1. Geef een omschrijving van een converteerbare obligatielening. 2. Wat is de reden om een converteerbare obligatielening uit te geven in plaats van een gewone obligatielening? 3. Bereken de conversiekoers van één converteerbare obligatie. 4. Bereken de conversiewaarde van één converteerbare obligatie per maart 2013. 5. Bereken de marktwaarde van de 4% converteerbare obligatielening als gewone obligatielening. 6. Bereken de hoogte van de ‘premie’ die beleggers blijkbaar bereid zijn te betalen voor deze converteerbare obligatielening.
Opgave 10 Van fabrikant Elko NV is de volgende balans gegeven: Balans Elko NV (x1.000) per 31-12-2012 Gebouwen en terreinen Machines Inventaris Voorraden Debiteuren Liquide Middelen
25.000 20.000 15.000 15.000 7.500 1.000
83.500
Aandelenvermogen Agioreserve Converteerbare obligatielening (4%) Hypothecaire lening Banklening Rekening-courant Crediteuren
40.000 10.000 10.000 8.000 5.000 500 10.000 83.500
De aandelen en de converteerbare obligatie hebben een nominale waarde van €1.000. Vanaf 1 januari 2011 kunnen 2 converteerbare obligaties, onder bijbetaling van €900, omgewisseld worden in 1 aandeel. De couponrente van de converteerbare obligatielening is 4%. De marktrente voor een vergelijkbare obligatielening is 5%. Op 7 maart 2011 overweegt belegger Janssen, die 100 converteerbare obligaties heeft, gebruik te maken van zijn conversierecht. Op dat moment bedraagt de beurskoers van 1
© 2013 Noordhoff Uitgevers bv
3
aandeel Elko NV € 3.400. De beurskoers van de converteerbare obligaties is op dat moment €1.300. Gevraagd 1. Wat is een converteerbare obligatielening? 2. Geef gemotiveerd aan (eventueel ondersteund met een berekening) in hoeverre het gebruikmaken van het conversierecht door de heer Janssen economisch verantwoord is. 3. Op 31-12-2013 blijkt dat de helft van de uitstaande converteerbare obligatielening is omgezet in aandelen. Geef de balansposten voor het aandelenvermogen, agioreserve en converteerbare obligatielening per 31-122013.
Opgave 11 Van de obligatielening die Kornal NV op 1 januari 2013 heeft uitstaan is het volgende gegeven: de couponrente bedraagt 4%, de coupons vervallen jaarlijks, de eerstvolgende coupon vervalt over een jaar en aflossing ineens over 4 jaar. De marktrente voor een soortgelijke lening is 2,5%. De nominale waarde van een obligatie is €1.000. 1. Bereken de koers van deze obligatie op 1 januari 2013. 2. Bereken de duration (2 decimalen) van deze obligatie. Op 2 januari 2013 daalt de marktrente naar 2%. 3. Bereken op de nieuwe koers van deze obligatie op basis van: de verwachte kasstromen de bij onderdeel 2 berekende duration.
Opgave 12 Een belegger in obligaties heeft een portefeuille opgebouwd, die op 1 april 2013 een marktwaarde heeft van €500.000. De duration van deze portefeuille is 5,4. De belegger denkt dat de kapitaalmarktrente in de loop van het jaar gaat stijgen met 1,5 procentpunten (150 basispunten). Wat is de verwachte waardeverandering van de obligatieportefeuille? Geef daarbij ook aan of er sprake is van een waardestijging of waardedaling.
Opgave 13 Naast een banklening kan een bedrijf vaak gebruikmaken van leasing als financieringsvorm. In het boek worden drie motieven gegeven voor de keuze tussen kopen met geleend geld en leasen. Noem twee van deze drie genoemde motieven.
Opgave 14 Jan Vliegwiel is DGA van de vliegschool ‘Voorruit BV’. De heer Vliegwiel wil graag zijn activiteiten uitbreiden door het starten van een koeriersdienst (mensen en producten) door de lucht. Hij overweegt een Chesna Caravan aan te schaffen. Op internet ziet hij dat er in totaal 5 vliegtuigen worden aangeboden. In België wordt een toestel uit 2000 voor €650.000 aangeboden. Het bijzondere van het aanbod is dat de mogelijkheid van leasing wordt aangeboden. Het aanbod luidt: ‘gedurende 10 jaar betaalt u €5.000 per maand. Aan het eind van de laatste termijn moet een bedrag van €250.000 worden betaald, waarna u eigenaar wordt van het vliegtuig’. a. Geef gemotiveerd aan van welke vorm van leasing hier sprake is. b. Wie loopt bij de door u genoemde vorm het economisch risico?
© 2013 Noordhoff Uitgevers bv
4
Jan Vliegwiel treedt in contact met zijn eigen bank en laat daar het voorstel zien. Volgens Jan is de aangeboden leaseconstructie duur. Hij zou liever het vliegtuig direct willen kopen, gefinancierd met een banklening. De bank is bereid mee te denken en stelt een annuïtaire lening met een looptijd van 10 jaar voor. De maandlast zou dan €8.400 per maand zijn. c. Laat aan de hand van een berekening zien welke van de twee aangeboden financieringsconstructies het hoogste rentepercentage voor de financiering hanteert, uitgaande van het idee van jaarbetalingen. Dus het leasecontract betekent dan een jaarbedrag van 12* €5.000 = €60.000 per jaar, te betalen aan het eind van het jaar. Ook voor het aanbod van de bank mag een vergelijkbare veronderstelling worden gemaakt. d. Een alternatief zou een sale- en leasebackconstructie kunnen zijn. Wat is het kenmerk van een sale- en leasebackconstructie?
Opgave 15 Een onderneming heeft een lening nodig van €20 miljoen voor een periode van 6 jaar en overweegt een openbare obligatie-uitgifte op een effectenbeurs. De jaarlijkse couponrente op de lening is 7%, welke in lijn ligt met een vlakke rentestructuur op de geldmarkt op het moment van de obligatie-emissie – en is daarmee de Yield to Maturity (YTM). De lening is een aflossingsvrije lening (bulletlening). 1. Stel in Excel een tabel op met het kasstroomoverzicht van deze bulletlening en bereken de contante waarde van deze lening. 2. Bereken het effectief rendement (YTM) en de Duration (2 decimalen) van deze aflossingsvrije lening. Bereken eerst de Aangepaste Duration voor de lening met de definitie gegeven in de tekst, namelijk: Duration (1 + y) Vervolgens daalt direct na de uitgifte van de lening de YTM met 1 procentpunt ten opzichte van de oorspronkelijke waarde als gevolg van veranderingen in rentestructuur op financiële markten. 3. 4.
Bereken de nieuwe marktwaarde van de lening met behulp van een NCWberekening en gebruik de nieuwe YTM als discontovoet. Bereken nu de nieuwe marktwaarde van de lening als de oude marktwaarde × (1 + modified duration). Vergelijk uw antwoord met dat verkregen bij vraag 3.
© 2013 Noordhoff Uitgevers bv
5