Oefenopgaven Hoofdstuk 12 1 Methoden Bij de bepaling van de omvang van het renterisico kunnen verschillende technieken gebruikt worden. De bekendste zijn: o o o
Duration Gap-analyse VAR-methodiek
In welke situatie is welke methode te gebruiken? 2 Marktwaarde en renterisico Een financiële instelling heeft de volgende vereenvoudigde marktwaardebalans opgesteld:
Geconsolideerde vereenvoudigde balans Duration vaste activa 20 Uitzettingen: geldmarkt 500 0,5 kapitaalmarkt 1.500 6 Totaal 2.020
per 31-12-2012 (bedragen x €1.000.000) Duration eigen vermogen 30 Aantrekking: geldmarkt 1.500 0,6 kapitaalmarkt 490 8 2.020
Uit de balans blijkt dat de financiële instelling het renterisico dat ze loopt via het begrip ‘duration’ in kaart wil brengen. a.
Leg uit hoe het renterisico middels de duration in kaart gebracht kan worden.
De accountant geeft aan dat het lastig is de duration van de vaste activa van de organisatie te bepalen. Hij stelt dan ook voor uit hoofde van de beheersing van het renterisico de waarde van de vaste activa in mindering te brengen van het uitstaande eigen vermogen. b. c.
Waarom is het moeilijk om de duration van de vaste activa te bepalen? Bereken de duration van het eigen vermogen na opvolging van het advies van de accountant.
3 Bepaling van een positie Een ondernemer beschikt aan het begin van kwartaal 1 over de volgende informatie (de bedragen worden geacht aan het eind van de periode te worden ontvangen en betaald): Kwartaal Kwartaal Kwartaal Kwartaal
1: 2: 3: 4;
Ontvangsten Ontvangsten Ontvangsten Ontvangsten
€ 500.000 € 1.000.000 € 2.000.000 € 3.000.000
Uitgaven Uitgaven Uitgaven Uitgaven
a. Loopt deze ondernemer een renterisico? b. Indien ja, breng de hoogte van het renterisico in kaart.
€ 250.000 € 2.350.000 € 1.850.000 € 2.500.000
c. Welk instrument komt volgens u in aanmerking om een eventueel renterisico af te dekken? 4 Durationanalyse Een ondernemer heeft berekend dat het volgende project voor hem rendabel kan zijn. De kasstroom van het project is als volgt: Investering Kasstromen: Eind Jaar 1 Eind Jaar 2 Eind jaar 3
€ 4.000.000 € 1.500.000 € 1.500.000 € 2.000.000
Voor de financiering van het project wil de onderneming 70% financieren met Vreemd Vermogen en 30% met Eigen Vermogen. Voor de berekeningen wil de onderneming uitgaan van bulletleningen, dat wil zeggen: aflossing aan het eind van de looptijd. De huisbankier geeft de volgende tarieven (exclusief risico-opslag): 3-maands euribor: 0,6 %
Periode rentepercentage 1- jaars 1,09 2 - jaars 1,5 3 -jaars 1,82 Als risico-opslag hanteert de huisbankier 250 basispunten. a. Bereken de marktwaarde van het project, na investering van de benodigde €4.000.000, uitgaande van een vermogenskostenvoet van 9% per jaar b. Bereken de duration van het project, na investering. c. Geef gemotiveerd aan in hoeverre het renterisico op het project op basis van de voorgestelde financieringsstructuur (30% EV; 70% VV) wordt uitgesloten. 5 Hypotheek portefeuille Een bank kan een hypotheekportefeuille overnemen. De verwachte kasstromen van de portefeuille zijn als volgt: jaar 1 2 3 4
bedragen € 200.000 € 700.000 € 800.000 € 200.000
De bank rekent met een rentevoet van 5%. a. Wat is het maximale bedrag dat de bank voor de hypotheekportefeuille zou moeten betalen? b. Bereken de modified duration van de hypotheekportefeuille. De bank wil graag weten hoeveel Eigen Vermogen ze minimaal moet aanwenden om het renterisico te minimaliseren. Ze kan een vierjarige bulletlening aantrekken met een rentevoet van 4%.
c. Geef gemotiveerd aan hoeveel Eigen Vermogen de bank minimaal moet reserveren om het renterisico te neutraliseren. 6 Het gebruik van een FRA Uit de liquiditeitsbegroting in een jaar blijkt dat de onderneming over 6 maanden gedurende 3 maanden een tekort heeft van €2.000.000. De ondernemer verwacht dat de rente in het jaar gaat stijgen. De ondernemer wil het renterisico dan ook afdekken. Volgens zijn bankier zijn er verschillende mogelijkheden. Zo kan het risico via de geldmarkttechniek worden afgedekt met behulp van een FRA. Gevraagd: a. Leg uit hoe de onderneming het renterisico via de geldmarkttechniek zou kunnen afdekken (schematisch weergeven). b. Geef de definitie van de FRA. c. Hoe kan het renterisico in het algemeen via een FRA worden afgedekt? De bankier verstrekt de ondernemer de volgende tarieven:
De ondernemer heeft een rekening-courantkrediet met een limiet van €2.000.000. De condities zijn: debetrente: euribor + 4% creditrente: euribor - 1% d. Bereken het rentetarief dat de ondernemer zou moeten betalen over 6 maanden gedurende 3 maanden als de ondernemer het renterisico via de geldmarkttechniek zou afdekken. e. Welke FRA zou de onderneming als dekking voor het renterisico in dit geval moeten afsluiten? De ondernemer kiest voor dekking via een FRA. Na 6 maanden blijkt de 3-maands euribor gelijk te zijn aan 1,25%. f.
Welk bedrag ontvangt de ondernemer (of moet hij betalen) uit hoofde van de afrekening van de FRA?
Na 6 maanden blijkt dat de ondernemer gedurende 3 maanden geen tekort heeft van €2.000.000, maar van €1.500.000. De euribor 3-maands is 1,25%. g. Bereken de uiteindelijke rentekosten (de som van de te betalen rentelasten en de afwikkeling van de FRA) voor de ondernemer gedurende deze 3 maanden. h. Bereken het uiteindelijke rentetarief gedurende deze 3 maanden.
7 FRA's Een onderneming heeft op 1 januari 2013 op basis van de liquiditeitsbegroting voor 2013 de volgende FRA’s afgesloten: Aankoop 3 * 6 FRA Verkoop 6 * 9 FRA
0,462 € 5.000.000 0,425 € 8.000.000
De ondernemer heeft een rekening-courantkrediet met een kredietlimiet €10.000.000. De rentecondities zijn: Debet; euribor + 100 bp Credit: euribor - 100 bp a.
In welke situatie is het aan te bevelen een FRA te verkopen? Motiveer uw antwoord.
Op 1 april 2013 blijkt dat de liquiditeitontwikkeling afwijkt van de prognose. Op basis van nieuwe informatie ziet het beeld er als volgt uit: Periode 1 april – 1 juli Periode 1 juli – 1 oktober
tekort € 3.000.000 tekort € 2.000.000
Op 1 april 2013 gelden de volgende tarieven: euribor 3 maands 6 maands
b.
0,4374 0,4371
FRA 3*6 6*9
0,419 – 0,422 0,389 - 0,381
Bereken het totale rentebedrag dat de onderneming voor de periode april – juli per saldo moet betalen (dus rekening houden met de renteconditie op de rekeningcourant en de FRA).
Stel dat op 1 juli 2013 de 3-maandseuribor gelijk is aan 0,399%. c.
Bereken de rentevoet die de onderneming over de periode juli-oktober zou moeten betalen als resultante van een financieringsbehoefte van €2.000.000 in combinatie met de verkochte FRA.
De onderneming wenst geen renterisico te lopen. Nieuwe informatie moet leiden tot nieuwe actie. d.
Welke actie op 1 april 2013 adviseert u de onderneming op de FRA-markt voor de periode juli-oktober, gelet op de financieringsbehoefte en de verkochte FRA? (Geef bedragen, perioden en rentevoeten.)
8 Advies Een ondernemer heeft in het verleden een 7-jaars SWAP (met als nominaal bedrag €5.000.000) afgesloten. Hij betaalt 4,2% vast in ruil voor euribor 3-maands. De SWAP heeft nog een resterende looptijd van 5 jaar. Op 28 december 2010 ziet hij dat een 5jaars swap 2,528% is. Zijn accountant heeft hem ooit verteld dat een SWAP marktwaarde kan hebben. Hij voorziet voor 2011 liquiditeitsproblemen en wil de marktwaarde van de SWAP graag te gelde maken (de afgesloten SWAP te koop aanbieden). Geef advies aan de ondernemer.
9 SWAPS Een ondernemer heeft in het verleden bij de Rabobank een 10-jarige lening roll-over (renteconditie: euribor-3 maands + 2%) bulletlening (€5.000.000) afgesloten. Na drie jaar heeft hij, omdat hij het rentebedrag gedurende de rest van de looptijd wilde fixeren, een 7-jaars Intrest Rate SWAP (Betalen 4,2% in ruil voor 3-maands euribor) afgesloten bij de ABN-AMRO. Nu in 2011 is de rente op de kapitaal- en geldmarkt zodanig gedaald dat hij een tweede Intrest Rate Swap overweegt. Volgens de ING is de huidige 5-jaars Interest Rate SWAP 2,528%. a. Bereken het totale rentebedrag dat de ondernemer voor de €5.000.000 lening in 2010 op de resultatenrekening heeft geboekt. b. Beredeneer of de ondernemer, om te kunnen profiteren van de lagere rente, bij het aangaan van de tweede Intrest Rate Swap, de kapitaalmarktrente moet gaan betalen of ontvangen in ruil voor euribor. c. Wat wordt per saldo de renteconditie van de bij de Rabobank afgesloten lening voor de resterende looptijd als de ondernemer besluit op 1 januari bij de ING de genoemde Intrest Rate Swap af te sluiten? 10 Het gebruik van de SWAP Een onderneming heeft op 1 januari 2012 een bulletlening met een nominale waarde van €2.000.000 op de creditzijde van de balans staan. De lening heeft op 1 januari 2012 een resterende looptijd van 4 jaar. De onderneming betaalt een rentevergoeding van 8% per jaar. Op 1 januari 2013 is de rente gedaald ten opzichte van de rentevoet van 2012. Volgens de bank gelden op dat moment de volgende rentetarieven op de kapitaalmarkt:
jaar 1 2 3 4 5 6
Swaptarief 3,451 3,581 3,875 3,964 4,021 4,149
Op 1 januari geldt een tarief voor Euribor van 2,289%. De ondernemingsleiding wil profiteren van de gedaalde rentevoet door het afsluiten van een SWAP. a. Leg uit hoe een onderneming door het afsluiten van een SWAP de rentelasten op een eerder afgesloten lening kan laten dalen. b. Welke SWAP uit bovenstaand tarievenoverzicht zou u afsluiten? c. Geef in een schema weer hoe de rentebetalingen verlopen als de ondernemer de door u bij b aanbevolen SWAP aangaat. d. Bereken de rentelasten voor de onderneming voor de eerste drie maanden uit hoofde van de bulletlening. e. Benoem de risico's die de onderneming loopt na het afsluiten van de door u gekozen SWAP. 11 De inzet van opties Een ondernemer heeft investeringsplannen voor over 1 jaar. Het totale bedrag is €10.000.000. De ondernemer verwacht dat hij gedurende de gehele looptijd van de investering (dus vanaf vandaag gemeten 11 jaar) een bedrag van €5.000.000 moet lenen om de investering te kunnen uitvoeren. Hij wil dan ook over 1 jaar een bulletlening van €5.000.000 afsluiten. De ondernemer wil geen renterisico lopen, maar ook niet te
veel betalen. Volgens zijn bankadviseur zou een renteoptie in dit geval een goed instrument zijn. a. Wat is een renteoptie? b. Geef aan waarom de renteoptie in dit geval zou kunnen voldoen aan de wens van de ondernemer. De ondernemer wil de renteoptie overwegen en vraagt een offerte aan. De bank komt met de volgende mogelijkheden: Een cap, met een strike van 4,25%, met een looptijd van 11 jaar. Deze cap kost de ondernemer €50.000. De strike is gekoppeld aan de 3-maands euribor. Een andere mogelijkheid is een collar, met een bovengrens van 4,50% en een ondergrens van 3,25%. Deze collar heeft verder geen kosten. De huidige 11-jarige rente is (zonder risico-opslag) 4%. Hoe hoog moet de euribor 3-maands worden (in een bepaalde periode) om de cap uit te oefenen? d. Leg uit hoe het mogelijk is dat een collar geen prijs heeft. c.
De ondernemer kiest voor de cap en betaalt €50.000. Na 1 jaar gaat de investering door en leent de ondernemer €5.000.000 voor een looptijd van 10 jaar. Op het moment van afsluiten van de lening gelden de volgende tarieven:
Geldmarkttarieven (roll-over-basis): Euribor 3 maands + 4% (risicoopslag) Kapitaalmarkttarief (inclusief risico-opslag): 9%
e. Geef gemotiveerd aan welke leningsconditie de ondernemer zou moeten kiezen. 12 Renterisico, de instrumenten vergeleken Een onderneming wil over 1 jaar €15.000.000 investeren. Hij wil de investering over 1 jaar financieren met een lening. Aan het einde van de investering wil hij de lening terugbetalen. De financiële markten zijn zo onzeker dat hij het renterisico wil uitsluiten. Volgens zijn bankier zijn er de volgende mogelijkheden: 1) niet doen 2) het geld nu al lenen tegen de kapitaalmarktconditie en het gedurende 1 jaar wegzetten op de bank 3) een forward-starting SWAP nemen 4) een cap aanschaffen of een collar nemen a. Geef per mogelijkheid aan in hoeverre de ondernemer het renterisico inderdaad afdekt. b. In het algemeen wordt aangenomen dat mogelijkheid 2) een erg dure oplossing is. Leg uit hoe dat komt. c. Wat is een forward-starting SWAP? d. Wat raadt u de ondernemer aan, als de ondernemer denkt dat de rente eerder zal dalen dan zal stijgen? 13 FRA vs Optie Een onderneming constateert op 1 april 2011 dat het op 1 oktober 2011 gedurende zes maanden een tijdelijk tekort van €16.000.000 zal hebben. In het verleden werden tijdelijke tekorten via een kasgeldlening opgevangen. Daarvoor betaalde de controller dan het tarief van 6-maands euribor +1,5%.
De controller is in het verleden onaangenaam verrast door de renteontwikkeling en heeft daarom contact opgenomen met de huisbankier. Deze vreest op 1 april 2011 dat de rente in 2011 verder gaat stijgen. De reden is dat na een tijdelijke inzinking van de economie door de geopolitieke situatie in de Arabische landen en de ramp in Japan de economie weer gaat aantrekken. Om dit renterisico op te vangen adviseert de huisbank om na te denken over de volgende mogelijkheden:
Koop 6 – 12 FRA , Biedtarief 1,8%; Laat 1,85%; Hoofdsom € 16.000.000. Koop op 1 april 2011 een CAP met uitoefenprijs van 2,5 %, premie 30 basispunten. Looptijd van 1 april 2011 -1 oktober 2011. Hoofdsom €16.000.000.
a. Leg uit waarom het waarschijnlijk is dat de rente op de geldmarkt in de Eurozone gaat stijgen indien de economie weer gaat aantrekken. b. Geef een omschrijving van een FRA en leg uit hoe de koop van een FRA het bedrijf beschermt tegen een rentestijging. c. Bereken het uiteindelijk te betalen rentepercentage als de controller kiest voor de combinatie kasgeldlening en gekochte FRA. d. Geef een omschrijving van een ‘CAP’ en leg uit hoe deze bescherming biedt tegen een rentestijging. e. Wat zijn de maximale rentekosten (een percentage) van de combinatie van de kasgeldlening en de gekochte CAP? 14 Onderneming Janssen Een onderneming Janssen heeft op 1 januari 2004 een SWAP (10 jrs) afgesloten. De onderneming betaalt de vaste rente (5,15%) in ruil voor 6-maands euribor. De SWAP is gekoppeld aan roll-over-lening (euribor 6 mnds + 100 bp) ter waarde van €10.000.000. Het betreft een bulletlening. De resterende looptijd van de roll-over is op 27 februari 2011 4 jaar. Op 27 februari 2011 gelden de volgende tarieven:
Volgens de bank is de markt nu zodanig dat het tijd wordt om de afgesloten SWAP terug te draaien. De rente op de geldmarkt blijft laag en de kapitaalmarkt gaat op korte termijn niet stijgen. De ondernemer heeft daar wel oren naar. Gevraagd: a. Welk rentetarief zou de ondernemer in totaal moeten gaan betalen op de rolloverlening (in procenten weergegeven), uitgaande van het idee dat op 27 februari 2011 een nieuwe renteperiode ingaat, als de ondernemer de afgesloten SWAP terugdraait? b. Beredeneer in hoeverre het afsluiten van een reeks FRA's voor de ondernemer voordeliger is dan het terugdraaien van de SWAP. 15 Futures In het kader van asset liability management heeft de beheerder van het pensioenfonds de beschikking over het volgende overzicht:
Huidig beleid (bedragen x €1.000.000) Verwachte ontvangsten pensioenpremies Uitkering aan pensioenen
2013
2014
2015
2016
2017
300
290
285
280
275
250
280
290
300
300
50
10
-5
-20
-25
(Bedragen worden geacht aan het eind van het jaar te worden ontvangen en uitgekeerd.) Vanaf 2017 verwacht men een jaarlijks tekort van 25 mln per jaar.
a. Bereken de benodigde waarde van de beleggingen van het pensioenfonds aan het begin van 2103 om aan de lopende verplichtingen te kunnen voldoen, uitgaande van een rentevoet van 4%. Op 1 januari 2013 blijkt dat de het fonds een beleggingsportefeuille in obligaties heeft met een marktwaarde van €500 miljoen. De beheerder van het pensioenfonds verwacht voor 2013 een stijging van de kapitaalmarktrente met minimaal 100 basispunten.
b. Leg uit dat een stijgende rentevoet een daling van marktwaarde van de obligatieportefeuille betekent. Het management van het pensioenfonds is niet gerust op de ontwikkelingen op de financiële wereld. Men wil zich indekken tegen een rentestijging op de kapitaalmarkt door op 1 januari voor de rest van het jaar voldoende ‘bundfutures’ te kopen. De koers van de relevante bundfuture (met een nominale waarde van €100.000) is 125. De duration van de bundfuture is 8. Volgens de treasurer is de duration van de obligatieportefeuille (afgerond) 32. c. Leg uit in hoeverre de aanschaf van bundfutures de obligatieportefeuille kan beschermen tegen een rentestijging. d. Bereken op basis van de gegeven durations het benodigde aantal bundfuturecontracten. 16 Bundfuture Een vermogensbeheerder heeft op een bepaald tijdstip een obligatieportefeuille met een marktwaarde van €1.000.000. De duration van deze obligatieportefeuille is 6. De vermogensbeheerder verwacht dat als gevolg van de kredietcrises de renteopslag voor zijn obligatieportefeuille binnen nu en 3 maanden met minimaal 75 basispunten zal stijgen. De huidige rentevoet is 4%. Hij wenst de obligatiepositie tegen een renteverandering in te dekken. Hij overweegt het risico middels de bundfuture in te dekken. Uit een brochure van de bank leest hij het volgende: The underlying of a EUR-Bundfuture is a synthetic Bund with a 10-year term and a 6% coupon. In case of a Euro-Bundfuture is the contract size EUR 100,000. De koers van de driemaands Bundfuture is momenteel 115. De duration van de Bundfuture is 8. a. Bereken de verwachte marktwaarde van de obligatieportefeuille (exclusief eventueel ontvangen couponrente) na 3 maanden. b. De vermogensbeheerder wil het renterisico indekken middels de verkoop van een aantal bundfutures. Hoeveel bundfutures moet de vermogensbeheerder verkopen? c. Laat zien middels een berekening, uitgaande van een stijging van de rentevoet van 50 basispunten, in hoeverre het renterisico door de verkoop van de bij b berekende hoeveelheid futures is afgedekt. (Bereken het verlies op de obligatieportefeuille en de winst op de verkoop van de bij b berekende hoeveelheid futures.) 17 Financieringsmaatschappij HERRO Financieringsmaatschappij HERRO krijgt eind 2010 een staartje van een hypotheekportefeuille ter overname aangeboden. De vrije kasstromen (op basis van de veronderstelling dat de kasstromen aan het einde van het jaar plaatsvinden) van deze portefeuille zijn:
jaar 1 2 3 4
Vrije Kasstroom € 1.000.000 € 1.500.000 € 1.500.000 € 3.000.000
Financieringsmaatschappij HERRO hanteert voor de portefeuille een rendementseis van 12% per jaar.
a. Berekenen het maximale bedrag dat financieringsmaatschappij HERRO voor deze portefeuille zou moeten betalen. Financieringsmaatschappij HERRO neemt de portefeuille op 1 januari 2011 voor het door u bij a berekende bedrag over. Eind 2011 voorziet financieringsmaatschappij HERRO een stijging van de rente op gelden kapitaalmarkt. Financieringsmaatschappij HERRO heeft de portefeuille tegen marktwaarde op haar balans staan. Aangezien ze in 2011 geen nadelig resultaat door een rentestijging wil laten zien, overweegt de maatschappij om het eventuele renterisico met bundfutures in te dekken. b. Geef een omschrijving van het begrip bundfuture. c. Leg uit, hoe het renterisico met behulp van bundfutures kan worden ingedekt. Volgens een consultant zou het renterisico ook door het aantrekken van een bulletlening kunnen worden ingedekt. De rente van zo'n lening zou 8% per jaar zijn; dat wil zeggen een duration van 2,78. d. Hoe groot zou de lening moeten zijn om het renterisico uit te sluiten? 18 Lifecar-investments BV Lifecar Investments is een bedrijf dat gespecialiseerd is in de leveranties van onderdelen aan de autoindustrie. In juni 2011 komt de directie van Lifecar tot overeenstemming met de directie van Cartire, een autobandenfabriek, om het bedrijf over te nemen. Om fiscale redenen blijkt het aantrekkelijk te zijn de overname pas op 1 juli 2012 te bekrachtigen. In het contract geven de huidige eigenaren aan het bedrijf te zullen verkopen voor 5 miljoen euro. De directeur van Lifecar wil de overname over een jaar volledig financieren met een lening met een looptijd van 10 jaar. Lifeline loopt hiermee duidelijk een renterisico. Een rentestijging kan het resultaat van Lifecar negatief beïnvloeden. Daarnaast zal een rentestijging resulteren in een hogere cost of capital voor Lifecar waardoor de overname onaantrekkelijk of zelfs onacceptabel wordt. Op grond van publicaties in Het Financieele Dagblad en de mening van een aantal deskundigen verwacht de directie van Lifecar een stijging van de lange rente naar gemiddeld 6% in 2012 en een lichte daling van de korte rente. De stijging van de lange rente kan na 2012 nog doorgaan. Het zal u dan ook niet verbazen dat de treasurer van Lifecar een onderzoek doet naar de mogelijkheden het renterisico af te dekken. Ze verwachten dat de rente over één jaar hoger zal zijn dan nu. Uit het onderzoek geldt dat voor een bedrijf met de risico’s van Lifecar de volgende tarieven gelden: -
Geldmarktproducten: Deposito’s (minimaal 1 miljoen euro) Kasgeldlening (minimaal 1 miljoen euro) -
-
Uit Het Financieele Dagblad haalt hij de volgende Euribor-tarieven: 1 mnd 2,50% 3 mnd 3,0% 6 mnd 3,10% 12 mnd3,30%
-
Voor lange leningen gelden de volgende tarieven: Voor een roll-over: 3-maands euribor + 100 basispunten
Euribor –0,5% Euribor + 0,5%
-
Voor een lening met een vaste rente: het rendement op een staatsobligatie (11 jaar = 5,5%) van dezelfde (resterende) duur plus een risicopremie van 150 basispunten. (1 basispunt = 0,01%, d.w.z. 100 basispunten = 1,00%)
Voor een FRA die ingaat over 12 maanden en loopt voor 12 maanden geldt een tarief van 3,90%.
-
Voor deferred (uitgestelde) caps met als referentierente 3-maands euribor, met een fixingsdata iedere 3 maanden en met een looptijd van 10 jaar ingaande op 1 juli 2011 gelden de volgende tarieven: Strike-price (uitoefenprijs, maximale gegarandeerde rente) 3,90%: premie: 1500 basispunten Strike price 5,45 % premie 715 basispunten Strike price 5,90% premie 495 basispunten.
-
Voor swaps met een looptijd van 1 jaar gelden de volgende tarieven: U betaalt driemaands floating tegen euribor U ontvangt 1 jaar fixed tegen 3,3%.
-
Voor swaps met een looptijd van 11 jaar gelden de volgende tarieven: U betaalt 11 jaar fixed tegen 5,6% U ontvangt 3-maands floating tegen euribor.
-
Gevraagd : Wat te doen