Hogeschool TIO, Locaties: Amsterdam, Eindhoven, Hengelo, Leidschendam, Utrecht

Hogeschool TIO, Locaties: Amsterdam, Eindhoven, Hengelo, Leidschendam, Utrecht

Opleidingen: Hotel- en Eventmanagement (Croho 34118/B) Toeristisch management (Croho 34927/B) Variant: hbo bachelor voltijd Visitatiedatum:

28 juni 2007

© Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, juli 2007

2/63

© NQA - Hogeschool TIO, Opleidingen Hotel- en Eventmanagement en Toeristisch Management

Inhoud

3

Deel A:

Onderwerpen 1.1 Voorwoord 1.2 Inleiding 1.3 Werkwijze 1.4 Oordeelsvorming 1.5 Oordelen per onderwerp 1.6 Schematisch overzicht oordelen 1.7 Totaaloordeel

5 7 8 9 10 10 12 13

Deel B:

Facetten Onderwerp 1 Onderwerp 2 Onderwerp 3 Onderwerp 4 Onderwerp 5 Onderwerp 6

15 17 22 35 38 41 45

Deel C:

Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4

Doelstellingen van de opleiding Programma Inzet van personeel Voorzieningen Interne kwaliteitszorg Resultaten

Onafhankelijkheidsverklaring panelleden Beknopte CV Panelleden Bezoekprogramma visitatie Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal

© NQA - Hogeschool TIO, opleidingen Hotel- en Eventmanagement en Toeristisch Management

49 50 56 60 63

3/63

4/63


Deel A: Onderwerpen


5/63

6/63


1.1

Voorwoord

In dit rapport doet het panel dat in opdracht van NQA de hbo-bachelor opleidingen Hotel- en Eventmanagement (Hem) en Toeristisch management (Tm) van de Hogeschool Tio heeft gevisiteerd, verslag van zijn werkwijze, bevindingen en conclusies. Het onderzoek vond plaats in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is feitelijk gestart in april 2007, het moment waarop de opleiding haar zelfevaluatierapport bij de NQA aanleverde. Een visitatiebezoek vond plaats 28 juni 2007 en werd uitgevoerd door een panel dat bestond uit de volgende personen: De heer drs. J.A.R. Heemskerk (voorzitter en domeindeskundige Toeristisch management); De heer prof. dr. P.M.J. De Groote (domeindeskundige Hotel- en hospitalitymanagement en Toerisme); Mevrouw Mr. M. Vervoort (domeindeskundige Hotel- en hospitalitymanagement); De heer B.J. Dieperink (studentpanellid); Mevrouw drs. G.J. Overmeen-Bakhuis (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (22 augustus 2005). Het panel beschikt over relevante werkvelddeskundigheid en over vakdeskundigheid. Onder vakdeskundigheid wordt verstaan het vertrouwd zijn met de meest recente ontwikkelingen en vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op het niveau/oriëntatie van de te beoordelen opleiding. Daarnaast beschikt het panel over onderwijsdeskundigheid, studentgebonden deskundigheid en visitatiedeskundigheid (zie bijlage 2). Dit onderzoek is een gedeeltelijke herhaling van eerdere visitaties die NQA uitvoerde bij de opleidingen. De eerste visitatie vond plaats in november 2005. De resultaten daarvan waren aanleiding voor de instelling om verbeteringen te bewerkstelligen en om een herhaling van het onderzoek te laten doen. De reden was dat er bij enkele facetten tekortkomingen waren gesignaleerd waarvoor de instellingen al maatregelen in voorbereiding had. Het tweede onderzoek vond plaats in maart 2006, door hetzelfde panel als de eerste visitatie, met één wijziging: in 2005 had mevrouw drs. C.T. F.Haans als domeindeskundige plaats in het panel, maar aangezien zij in maart 2006 was verhinderd, heeft NQA aan Mevrouw mr. M. Vervoort (onderwijsdeskundigheid in de branche Hotel- en hospitalitymanagement) gevraagd zitting te willen nemen in dat panel. Na behandeling van de accreditatieaanvraag, heeft de NVAO verzocht om een aanvullend onderzoek, om meer zekerheid te verkrijgen dat de verbeteringen ten opzichte van de eerste visitatie bestendig waren. Dit betreft de bevindingen bij de facetten 2.1 (Eisen HBO) en 6.1 (Gerealiseerd niveau). Gezien de samenhang met andere facetten is ook de ‘bestendigheid’ van de situatie betreffende de facetten 2.2, 2.3 en 2.8 in deze derde visitatie opnieuw bezien. Het derde panel is opnieuw samengesteld uit de eerdere panelleden.


7/63

Naast dit aanvullende onderzoek op de vijf genoemde facetten, is er in dit derde rapport sterker onderscheid gemaakt tussen de twee opleidingen, zodat de verschillen en overeenkomsten duidelijker zijn terug te vinden. Het rapport bestaat uit drie delen: • Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken en de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Hierin wordt het eindoordeel van het panel gegeven. • Deel B: een detailrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan hier uit van de vierpuntsschaal zoals die door de NVAO is voorgeschreven. Een uitzondering is het oordeel bij het facet 2.6, Duur: hier wordt een tweepuntsschaal gehanteerd (voldaan/niet voldaan). Het detailrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. • Deel C: hierin zijn relevante bijlagen opgenomen. 1.2

Inleiding

Hogeschool Tio is gespecialiseerd in erkende dagopleidingen op het gebied van toerisme en het hotelwezen. Tio staat voor Toeristische Informatie Opleiding. Het is een niet-bekostigde instelling. Studenten komen wel in aanmerking voor studiefinanciering. De instelling biedt opleidingen aan op de locaties Amsterdam, Eindhoven, Hengelo (hoofdvestiging), Leidschendam en Utrecht. Tio is opgericht in 1969 onder de naam ‘Tio college’. In dezelfde tijd ontstonden ook twee vakscholen te weten de AVR en de AVV. Al deze opleidingen verzorgden kortlopende functiegerichte opleidingen die sterk gericht waren op de praktische behoefte van het bedrijfsleven. Afgestudeerden hadden goede uitstroommogelijkheden. Aanvankelijk waren de scholen bekostigde instellingen, maar sinds eind jaren ’80 is er aan bekostiging een eind gekomen. Tio heeft in 1993 de AVV-vakschool en in 1994 de AVR-vakschool overgenomen, evenals de hostessopleiding Tunon in 1997. Sinds deze tijd is Tio ook aangewezen als Hogeschool in het kader van de WHW. Tio biedt naast de twee hbo-bacheloropleidingen aan waarover het panel in dit rapport haar oordeel uitspreekt, MBO-opleidingen aan. Er studeerden per 1 oktober 2005 in totaal 1410 studenten bij Tio, waarvan 267 studenten Toeristisch Management en 754 studenten Hotelen Eventmanagement. De studentenaantallen TM en Hem waren als volgt over de vestigingen verdeeld:

TM Hem

8/63

Amsterdam 70 240

Eindhoven 36 118

Hengelo 21 46

Leidschendam 23 97

Utrecht 117 253


Het onderwijs is op elke vestiging inhoudelijk gelijk. Inhoudelijk eindverantwoordelijk voor het onderwijs is de afdeling opleidingen (gevestigd op de hoofdlocatie). De afdeling Opleidingen bestaat uit zeven medewerkers, waaronder vijf onderwijskundigen die alle vestigingen en docenten ondersteunen. Naast deze afdeling zijn er nog zeven afdelingen: personeelszaken, algemene zaken, systeembeheer, softwareontwikkeling, financiële administratie, public relations en marketing/studentenadministratie/cijferverwerking. De acht afdelingen en de vijf vestigingen worden aangestuurd door de directie. Daarnaast heeft elke vestiging een eigen vestigingsmanager. 1.3

Werkwijze

De visitatie van de twee hbo-opleidingen van Hogeschool Tio vond plaats conform de werkwijze van NQA zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze is op onderdelen aangepast aan het bijzondere karakter bij dit herhaalde onderzoek. NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke visitatiebezoek en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase De Hogeschool Tio heeft in april 2007 een nieuwe positiebepaling aan NQA aangeboden op basis van de doorgevoerde verbeteringen na de eerste visitatie, aangevuld met enkele daarna ingezette verbeteringen. De positiebepaling werd aangevuld met bijlagen en afstudeerscripties. Het panel heeft dit bestudeerd. Voorafgaand aan de daadwerkelijke toelevering van het zelfevaluatierapport door de instelling was er namens de NQA een informatieanalyse en een agenderende audit. De panelleden hebben alle stukken bestudeerd en hun bevindingen doorgegeven aan de auditor. De gezamenlijke bevindingen zijn besproken tijdens een voorbereidende bijeenkomst van het panel, kort voor de visitatie. Het visitatiebezoek NQA heeft een Bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het visitatiebezoek op de hoofdlocatie in Hengelo dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleidingen. Er vonden gesprekken plaats met managementvertegenwoordigers van Hogeschool Tio (directeur, een vestigingsmanager, hoofd opleidingen, hoofd softwareontwikkeling/kwaliteitsmanager en commercieel manager). Verder zijn er gesprekken gevoerd met docenten, studenten, werkveldvertegenwoordigers (veelal afkomstig uit de Raad van Advies) en alumni. Tijdens het bezoek is het ter inzage gevraagde materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel de bevindingen kunnen uitwisselen, om te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden schriftelijk beargumenteerd.


9/63

De fase van rapporteren De NQA-auditor heeft, op basis van de bevindingen van het panel, een conceptrapportage opgesteld en deze voorgelegd aan de panelleden. Het panel heeft vervolgens het definitieve concept vastgesteld (juli 2007). Het conceptrapport is in juli 2007 aan Hogeschool Tio voorgelegd ter correctie van feitelijke onjuistheden. Naar aanleiding daarvan zijn er enkele wijzigingen aangebracht. Er was nog een tweede ronde van hoor-wederhoor. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in augustus 2007 en ter beschikking gesteld aan Hogeschool Tio, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4

Oordeelsvorming

In hoofdstuk 1.5 wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het detailrapport. 1.5

Oordelen per onderwerp

1.5.1 Doelstellingen opleiding De onderliggende facetten binnen dit onderwerp waren tijdens de eerste en tweede visitatie als voldoende beoordeeld. In de derde visitatie zijn deze aspecten niet opnieuw beoordeeld. Het oordeel blijft positief. 1.5.2 Programma De onderliggende facetten zijn als voldoende en goed beoordeeld. De facetten 2.1, 2.2, 2.3 en 2.8 zijn in de derde visitatie opnieuw beoordeeld. Beide opleidingen hebben hun programma verbeterd. Een aantal van de verbeteringen is intussen ingevoerd. Andere vernieuwingen zijn afgelopen studiejaar ontwikkeld en zullen in het nieuwe studiejaar worden ingevoerd, zoals de lintprojecten. Het panel is van mening dat de programma’s van de opleidingen zowel inhoudelijk, als qua zwaarte (niveau) als qua samenhang zijn verbeterd. De situatie bij facet 2.1 zoals het panel die in 2006 aantrof, is bestendig gebleken; de situatie is naar het oordeel van het panel intussen positiever dan in 2006. De opleidingen leiden beide op tot Bachelor Business Administration. Dit is zichtbaar in de curricula. De opleiding Hotel- en Eventmanagement en de opleiding Toeristisch Management benadrukken de toepassing van algemene bedrijfskundige vakken binnen de twee branches. Dit verbetert de samenhang en oriëntatie in de programma’s. Het oordeel van het panel blijft positief.

10/63


1.5.3 Inzet van personeel De onderliggende facetten binnen dit onderwerp waren tijdens de eerste en tweede visitatie als voldoende en goed beoordeeld. In de derde visitatie zijn deze aspecten niet opnieuw beoordeeld. Het oordeel blijft positief. 1.5.4 Voorzieningen De onderliggende facetten binnen dit onderwerp waren tijdens de tweede visitatie als voldoende beoordeeld. In de derde visitatie zijn deze aspecten niet opnieuw beoordeeld. Het oordeel blijft positief. 1.5.5 Interne kwaliteitszorg De onderliggende facetten binnen dit onderwerp waren tijdens de eerste als voldoende en goed en in de tweede visitatie als goed beoordeeld. In de derde visitatie zijn deze aspecten niet opnieuw beoordeeld. Het oordeel blijft positief. 1.5.6 Resultaten De onderliggende facetten binnen dit onderwerp zijn als voldoende en goed beoordeeld. In de derde visitatie is facet 6.1 Gerealiseerd niveau, opnieuw beoordeeld. Het panel stelt vast dat de verbeteringen die zij in 2006 constateerde, bestendig zijn. De hogeschool heeft op een aantal aspecten het niveau verbeterd. Een deel van de verbeteringen betreft de aanpassing van de curricula (zie onderwerp 2). Daarnaast zijn verbeteringen doorgevoerd in de beoordeling van het afstuderen; de beschrijving van de afstudeeropdrachten moet sinds 2006 vooraf worden goedgekeurd. Ook is er een beoordelingsformulier ontwikkeld; dit wordt gebruikt door drie onafhankelijk van elkaar werkende beoordelaars. Het gevolg is dat de afstudeeronderzoeken van een methodologisch goed onderzoeksniveau zijn - met daarin geïntegreerde literatuurstudie -, dat de opdrachten casusoverstijgend zijn, dat onderzoeken die buiten de branche zijn uitgevoerd worden toegepast voor de branches Horeca en Toerisme en dat de beoordelingen realistisch zijn. Alle als voldoende beoordeelde scripties door de opleidingen zijn naar oordeel van het panel van bachelor-niveau. Het oordeel van het panel over Onderwerp 6 blijft positief.


11/63

1.6

Overzicht van oordelen

Onderwerp/Facet Doelstellingen 1.1 Domeinspecifieke eisen 1.2 Niveau Bachelor 1.3 Oriëntatie HBO Totaaloordeel Programma 2.1 Eisen HBO 2.2 Relatie tussen doelstellingen en programma 2.3 Samenhang in het programma 2.4 Studielast 2.5 Instroom 2.6 Duur 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8 Beoordeling en toetsing Totaaloordeel Inzet van personeel 3.1 Eisen HBO 3.2 Kwantiteit van het personeel 3.3 Kwaliteit van het personeel Totaaloordeel Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen 4.2 Studiebegeleiding Totaaloordeel Kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten 5.2 Maatregelen tot verbetering 5.3 Betrokkenheid van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld Totaaloordeel Resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau 6.2 Onderwijsrendement Totaaloordeel

12/63

Hotel- en eventmanagement

Toeristisch Management

Voldoende Voldoende Voldoende Positief

Voldoende Voldoende Voldoende Positief

Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende voldaan Voldoende Voldoende Positief

Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende voldaan Voldoende Voldoende Positief

Goed Goed Voldoende Positief

Goed Goed Voldoende Positief

Voldoende Voldoende Positief

Voldoende Voldoende Positief

Goed Goed

Goed Goed

Goed Positief

Goed Positief

Voldoende Goed Positief

Voldoende Goed Positief


1.7

Totaaloordeel

Het panel oordeelt bij beide opleidingen positief over alle zes de Onderwerpen. Het totaaloordeel is daarom positief. Veel van de kritische opmerkingen van het panel in de rapportage van het eerste en tweede visitatiebezoek zijn door de opleidingen meegenomen en hersteld. Enkele van deze verbeteringen hebben al meetbare (positieve) resultaten. Andere verbeteringen zijn intussen zichtbaar in de programma’s van de opleidingen en de bevindingen van studenten. Hogeschool Tio geeft blijk van verbeteringsbereidheid door het feit dat zij sinds de tweede visitatie nog meer verbeteringen heeft ingezet, die in het studiejaar 2007-2008 zullen worden ingevoerd.


13/63

14/63


Deel B: Facetten


15/63

16/63


Onderwerp 1

Facet 1.1

DOELSTELLINGEN VAN DE OPLEIDING

Domeinspecifieke eisen

Voldoende

Criteria: De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel is gebaseerd op de eerste twee visitaties. Algemeen • Hogeschool Tio sluit sinds september 2005 met haar eindkwalificaties aan bij de beroepsprofielen die zijn opgesteld door de Landelijke Overleggen van de bekostigde HBO-instellingen (Den Haag, september 2004). Zij doet dit om een uniformiteit van standaarden te garanderen, voor helderheid richting de branches en in het belang van de studenten (overstap, doorstroom en arbeidsmarktrelevantie). • Beide beroepsprofielen leiden op tot een bachelor Business Administration. • Vóór de vaststelling van de landelijke beroepsprofielen door de bekostigde instellingen was er geen beroepsprofiel voor de branches horeca en toerisme. Tio hanteerde dan ook geen formele beroepsprofiel(en). • Het panel is van mening dat Hogeschool Tio vóór de aansluiting bij de landelijke beroepsprofielen zich bij de ontwikkeling van de programma’s voldoende heeft laten sturen door de eisen die de beroepspraktijk stelde. Hogeschool Tio heeft gebruik gemaakt van de bronnen die zij tot haar beschikking had. De opleidingen zijn samengesteld naar inhoudelijke eisen die de beroepspraktijk stelde. • Hogeschool Tio besloot begin 2006 tot een eigen profilering, aangeduid als ‘ondernemerschap en commercieel management binnen de gastvrijheidssector’. Deze profilering zal gefaseerd worden ingevoerd in de eindkwalificaties van de beide opleidingen, zodat ook andere wijzigingen, zoals de aanpassing van het landelijke profiel Manager Toerisme en de invulling van het lectoraat E-business, meteen meegenomen kunnen worden. De invoering zal volledig plaats hebben gevonden met ingang van het studiejaar 2007/2008. Hotel- en Eventmanagement (Hem) • De opleiding Hotel- en Eventmanagement hanteert de beroepscompetenties uit de competentieprofielen Hoger Hotelonderwijs (2004). • Het competentieprofiel Hoger Hotelonderwijs beschrijft tien beroepscompetenties (zie 1.2) en is op haar beurt gebaseerd op het Corpus of Management Excellence van de Hotel & Catering International Management Association (HCIMA). Dit profiel is gevalideerd door Koninklijk Horeca Nederland.


17/63

•

•

Voor de opleiding Hotel- en eventmanagement (Hem) was ten tijde van de ontwikkeling van de opleiding geen beroepsprofiel beschikbaar. De opleiding is destijds vormgegeven door functiebeschrijvingen uit het Handboek Referentiefuncties Bedrijfstak Horeca te gebruiken. Met ingang van studiejaar 2007/2008 werd binnen de eigen profilering (ondernemerschap en commercieel management binnen de gastvrijheidssector) een verbijzondering gemaakt naar Evenementenmanagement. Als gevolg hiervan werd de naam van de opleiding aangepast van ‘Hotel- en Hospitalitymanagement’ tot ‘Hotel en Eventmanagement’.

Toeristisch Management (Tm) • De opleiding Toeristisch Management hanteert de beroepscompetenties uit de competentieprofielen Hoger Toeristisch en Recreatief Onderwijs (2004). • Het competentieprofiel Hoger Toeristisch en Recreatief Onderwijs beschrijft 21 beroepscompetenties (zie 1.2). Bij de opstelling is gebruik gemaakt van een internationale inventarisatie op kernkwalificaties door Cap Gemini en is door werkveldadviesraden van de bekostigde instellingen gevalideerd. • De kort-HBO-opleiding Reisbureaumanagement (voorganger van Toeristisch management) werd vormgegeven door gebruik te maken van de functiebeschrijvingen van de ANVR-CAO waartoe een bachelor-niveau vereist was. Toen in 2003 de opleiding Toeristisch Management (Tm) werd vormgegeven is het bestaande programma vergeleken met het curriculum van de bekostigde opleidingen en vervolgens aangepast om hierbij zoveel mogelijk aan te sluiten. De inhoud van het programma was hierbij leidend.

Facet 1.2

Niveau bachelor

Voldoende

Criteria: De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Het oordeel is gebaseerd op de eerste twee visitaties. Algemeen • Hogeschool Tio heeft de eindkwalificaties van beide opleidingen getoetst aan de Dublin Descriptoren. In de zelfevaluatie zijn twee overzichten opgenomen waarin wordt aangegeven welke Dublin Descriptor(en) zijn gedekt door welke eindkwalificatie(s). • Met ingang van 2007 wordt Hogeschool Tio jaarlijks uitgenodigd bij het landelijk overleg Hotelscholen, zodat Tio meer dan voorheen tijdig geïnformeerd raakt over ontwikkelingen inzake landelijke beroepsprofielen. Hogeschool Tio neemt deel aan overleg binnen het ANVR, over de landelijke eindkwalificaties voor de opleiding Bachelor Toerisme.

18/63


Overzicht van eindkwalificaties voor de opleiding Hotel- en Eventmanagement Eindkwalificatie 1. Analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieom-geving om samenhang en wisselwerking te versterken. 2. Het analyseren van beleidsvraag-stukken, deze vertalen in beleidsdoelstel-lingen en alternatieven en voorbereiden van besluitvorming. 3. Het creëren van ‘experiences’ door het verlenen van gastvrijheid. 4. Het inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfs- of organisatieprocessen. 5. Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. 6. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. 7. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van een veranderings-proces. 8. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie). 9. Toepassen van Human Resource Management in het licht van de strategie van de organisatie. 10. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional).

Dublin descriptor, primair: Kennis en inzicht, toepassen van kennis en inzicht, Oordeelsvorming Kennis en inzicht, toepassen van kennis en inzicht, Oordeelsvorming Toepassen van kennis en inzicht, Communicatie Toepassen van kennis en inzicht, Oordeelsvorming Toepassen van kennis en inzicht Oordeelsvorming

Toepassen van kennis en inzicht, Communicatie Communicatie, Leervaardigheden Toepassen van kennis en inzicht, Oordeelsvorming Leervaardigheden


19/63

Overzicht van eindkwalificaties voor de opleiding Toeristisch Management Eindkwalificatie 1. Het coördineren en verlenen van diensten. 2. Het verkopen van toeristische producten en diensten. 3. Het ontwikkelen van toeristische producten en diensten (make or buy). 4. Het plannen en organiseren van toeristische producten en diensten. 5. Het werken met informatie- en communicatie technologie (ICT). 6. Financieel management. 7. Beleidsdocumenten schrijven. 8. Productieprocessen aansturen. 9. Kwaliteit realiseren. 10. Het werven van inkomsten (acquisitie/opdrachten). 11. Het managen van projecten. 12. 13. 14. 15. 16.

Verantwoorden van het handelen (rapporteren). Als teamplayer functioneren. Leidinggeven (coachen). Het onderhouden van externe betrekkingen. Het makelen van producenten.

17. Reageren op de markt. 18. Persoonlijk ontwikkelplan aansturen. 19. Reflecteren. 20. Kennis construeren. 21. Informatie analyseren.

20/63

Dublin descriptor, primair: Kennis en inzicht, Toepassen kennis en inzicht Kennis en inzicht, Toepassen kennis en inzicht Kennis en inzicht, Oordeelsvorming Toepassen kennis en inzicht Toepassen kennis en inzicht Toepassen kennis en inzicht, Oordeelsvorming Toepassen kennis en inzicht, Oordeelsvorming Toepassen kennis en inzicht, communicatie Oordeelsvorming Toepassen kennis en inzicht, communicatie Toepassen kennis en inzicht, oordeelsvomring en communicatie Communicatie, leervaardigheden Communicatie Communicatie Communicatie Toepassen kennis en inzicht, communicatie Oordeelsvorming Oordeelsvorming, communicatie, leervaardigheden Oordeelsvoming, leervaardigheden Leervaardigheden Oordeelsvorming, leervaardigheden


Facet 1.3

Oriëntatie HBO-bachelor

Voldoende

Criteria: - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel is gebaseerd op de eerste twee visitaties. Algemeen • Beide competentieprofielen zijn door de bekostigde opleidingen in samenspraak met het beroepenveld tot stand gekomen. • In beide competentieprofielen wordt het hbo-bachelor niveau van de kwalificaties gemotiveerd. Het panel onderschrijft deze motivatie. Hotel- en Eventmanagement (Hem) • De opleiding Hotel- en Eventmanagement richt zich op managers en ondernemers in gastvrijheid in binnen- en buitenland. Een beschrijving van het beroep is gegeven in hoofdstuk 2 van het Competentieprofiel Hoger Hotelonderwijs. Het panel is van mening dat deze beschrijving duidelijk en toereikend is. • De eindkwalificaties van Hotel- en Eventmanagement zijn vastgelegd op het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar. • In het competentieprofiel HHO (Hoger Hotel Onderwijs) wordt onderscheid gemaakt tussen instroom- en doorstroomfuncties. Een management- of expertfunctie is haalbaar na enkele jaren ervaring. Deze conclusie wordt gedeeld door de gesproken vertegenwoordigers van de beroepspraktijk. Toeristisch Management (Tm) • De opleiding Toeristisch Management richt zich op het beroep van Manager Toerisme. Een beschrijving van het beroep is gegeven in deel A van het Competentieprofiel Hoger Toeristisch en Recreatief Onderwijs. Het panel is van mening dat deze beschrijving duidelijk en toereikend is. • De eindkwalificaties van Toeristisch Management zijn vastgelegd op het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar. • In het competentieprofiel HTRO (Manager Toerisme) wordt een expliciet onderscheid gemaakt tussen instroom- en doorstroomfuncties. Een management- of expertfunctie is haalbaar na enkele jaren ervaring.


21/63

Onderwerp 2

Facet 2.1

PROGRAMMA

Eisen HBO

Voldoende

Criteria: - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel is gebaseerd op drie visitaties. Algemeen • De opleidingen Toeristisch Management en Hotel- en Eventmanagement leiden op voor een bachelor Business Administration binnen de specifieke branches Toerisme en Hotel/horeca. • De instelling maakt onderscheid in bedrijfskundige vakken, branchespecifieke vakken, lintprojecten (m.i.v. studiejaar 2007/2008), stages en afstuderen. Dit geldt voor beide opleidingen: de vorm is gelijk, de specifieke inhoudelijke invulling verschilt. • De algemene bedrijfskundige vakken zijn voor beide opleidingen inhoudelijk gelijk, hoewel voorbeelden en opdrachten zoveel mogelijk in de context van de branche worden gehouden. • Algemene bedrijfskundige vakken die worden afgesloten met een buitenschools examen (Marketing, Communicatie, Inkoopmanagement en Sales) hebben met ingang van het studiejaar 2006/2007 een toegevoegde verplichte praktijkopdracht die binnen de context van de toeristische of hotelbranche moet worden uitgevoerd. Het panel heeft deze praktijkopdrachten ingezien. • De overige studieonderdelen zijn opleidingsspecifiek (zie hieronder). • Het panel stelt vast dat de opleidingen in voldoende mate aandacht besteden aan ontwikkeling van kennis. Door de inhoudelijke verzwaring en comprimering van bestaande studieonderdelen en door de invoering van nieuwe studieonderdelen wordt er voldoende aandacht besteed aan analyse, synthese en oordeelsvorming. • De gebruikte vakliteratuur is actueel. Uit het gesprek met docenten blijkt dat er nieuwe literatuur kan worden aangeschaft wanneer zij van mening zijn dat dit nodig is. Dit gebeurt in overleg met de onderwijskundige staf. De vakliteratuurlijst waarvan Tio gebruik maakt is van voldoende bachelor-niveau. Er zijn sinds de visitatie in 2005 meer Engelstalige boeken opgenomen. Alleen voor de taal-vakken maakt de opleiding in voorkomende gevallen gebruik van boeken die aanduiden voor beginners of lichtgevorderden te zijn bedoeld.

22/63


•

•

•

•

• •

•

•

De hogeschool baseert zich hierbij op het Common European Framework for Languages, dat onderscheid maakt in verschillende niveaus van taalvaardigheid. De beheersing en toepassing van de talen, met name Engels, krijgt in het nieuwe curriculum meer aandacht doordat er sprake is van meer integratie in andere studieonderdelen. Zo moeten studenten bij bepaalde studieonderdelen een (deel)rapportage of presentatie verzorgen in het Engels. Dit is onderdeel van de vaardigheidstrainingen. Ook is er een verplichting om een Engelstalige summary op te nemen in het afstudeerwerkstuk. Het panel vindt dit een goede ontwikkeling. Hogeschool Tio is als niet-bekostigde instelling sterk gericht op de vraag van het werkveld en dus ook op veranderingen in het werkveld. Hogeschool Tio onderhoudt contacten met het werkveld middels een Raad van Advies die twee maal per jaar overleg pleegt over de opleidingen. Vertegenwoordigers vanuit de Raad van Advies die het panel heeft gesproken, geven aan voldoende invloed te kunnen uitoefenen op de actualiteit van het programma. Het merendeel van de docenten heeft naast de parttime aanstelling bij Tio ook een betrekking in de beroepspraktijk van de opleidingen. Docenten zijn in staat om de actualiteit en ontwikkelingen in het werkveld direct in te brengen in het onderwijs (zie ook bij 3.1). Studenten komen actief in aanraking met de beroepspraktijk. Zij lopen stage in de zomervakanties tussen de verschillende studiejaren. Studenten doen in totaal twee verschillende stages. De eerste stage is operationeel van karakter. De tweede stage dient een managementstage (verdieping) te zijn of een stage met een duidelijke verbreding ten opzichte van de eerste. Naast stages hebben studenten van beide opleidingen een praktijkweek en dienen zij in hun tweede en derde jaar een mini-onderneming op te zetten. De vaardigheden van studenten worden vanaf september 2007 onder meer geoefend in de lintprojecten, stages, afstuderen en praktijkweek. De lintprojecten bestaan onder meer uit integratieve opdrachten waarin het geleerde van een aantal gerelateerde studieonderdelen wordt toegepast. Uit evaluatieresultaten en uit de gevoerde gesprekken tijdens de visitatiebezoeken blijkt dat studenten, afgestudeerden en werkveldvertegenwoordigers tevreden zijn over de mate waarin de programma’s actueel en praktijkgericht zijn. Uit bestudering van de curricula en het materiaal blijkt dat de aandacht voor (toegepast) onderzoek is verzwaard. Studenten krijgen studieonderdelen methoden en technieken, doen marktonderzoek voor hun lintprojecten (waaronder mini-onderneming) en tijdens het afstuderen moeten zij een probleemonderzoek uitvoeren. Naar verwachting zal ook het lectoraat E-Commerce van de hogeschool een positieve inbreng hebben op het onderzoek binnen beide opleidingen.


23/63

Hotel- en Eventmanagement (Hem) • In het eerste jaar van de opleiding Hem zijn onder meer studieonderdelen Methoden en technieken, Recht en horeca, Bedrijfsethiek voor de horeca en Psychologie ingevoerd. Voorts is een aantal studieonderdelen op het gebied van Food & Beverage samengevoegd om de integratie en toepassing van deze vakken te vergroten en het niveau te versterken. • Een overzicht van de studieonderdelen: Bedrijfskundige en algemene vakken Bedrijfseconomie 1 Communicatie Marketing NIMAoriëntatie Methoden en technieken 1 Schriftelijke communicatie Commerciele vaardigheden Psychologie Professionele ontwikkeling Duits Engels Frans Spaans Spaans gevorderden

Branchegerelateerde vakken Food & Beverage management Recht en Horeca Rooms Division management Bedrijfsbezoeken Koken theorie Koken praktijk Horeca Automatiseringstoepassingen Bedrijfsethiek voor horeca

Lintprojecten

Stage

Ondernemingsplan Hotelpraktijkweek

Stage

Jaar 2

Bedrijfseconomie 2 Corporate Communicatie managment Marketing NIMA-A Marketing NIMA-B, deel1 Methoden en technieken 2 Organisatiekunde Managementvaardigh eden Sales theorie Designing internetsites Inkoopmanagement Duits Engels Frans Spaans Spaans gevorderden

Bedrijfsbezoeken Congres- en evenementenorganisatie Imagineering Gastcolleges

Adoptiebedrijf HOTS-simulatie Mini-onderneming Imagineering Organisatie van een evenement Corporate Communicatie management

Stage

Jaar 3

Marketing NIMA-B, deel 2 Personeelsmanagement Sales praktijk

E-business Gastcolleges

Adoptiebedrijf Mini-onderneming Voorbereiden afstuderen

Jaar 1

24/63

Afstuderen

Afstuderen


Toeristisch Management (Tm) • In het eerste jaar van Toeristisch Management zijn onder meer studieonderdelen opgenomen voor Toerisme en Vrije Tijd en Methoden en Technieken; daarnaast wordt aandacht besteed aan Bedrijfsethiek voor Toerisme en Psychologie. • Een overzicht van de studieonderdelen:

Jaar 1

Jaar 2

Jaar 3

Bedrijfskundige en algemene vakken Bedrijfseconomie 1 Psychologie Verkoopvaardigheid Communicatie Engels Duits Frans Methoden en technieken 1 Schriftelijke communicatie Marketing NIMA-oriëntatie Professionele ontwikkeling Bedrijfseconomie 2 Sales theorie Inkoopmanagement Managementvaardigheden Marketing NIMA-A Marketing NIMA-B, deel 1 Desiging internetsites Engels Duits Frans Methoden en technieken 2 Organisatiekunde Sales Personeelsmanagement Sales praktijk Marketing NIMA-B, deel 2

Branchegerelateerde vakken Business travel Toerisme en vrije tijd Bedrijfsethiek voor toerisme Basic fares and ticketing Computerreserveringssystemen Bedrijfsbezoeken

Lintprojecten

Stage

Incentive reis Ondernemingsplan

Stage

Congres- en evenementenorganisatie Touroperating Imagineering Fares en Ticketing Bedrijfsbezoeken Gastcolleges

Touroperating Minionderneming Imagineering T-game Adoptiebedrijf Onderzoek

Stage

Vrijetijdskunde E-business

Minionderneming Adoptiebedrijf Voorbereiden afstuderen


Afstuderen

Afstuderen

25/63

Facet 2.2

Relatie doelstellingen en inhoud programma

Voldoende

Criteria: - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het oordeel is gebaseerd op drie visitaties. Algemeen • Hogeschool Tio sluit aan bij de landelijke beroepscompetentieprofielen. • De instelling hanteert de competenties sinds september 2005. Een deel van de recentelijk afgestudeerden zijn nog afgestudeerd in het ‘oude regime’, waarbij de opleiding over andere eindtermen beschikte. • Hogeschool Tio neemt voor alle opleidingen de leerdoelen van de curriculumonderdelen op in moduleboeken en studiewijzers. Deze zijn helder en inzichtelijk voor studenten. • In de curricula van de opleiding is duidelijk te zien dat wordt opgeleid tot een bachelor Business Administration. Er is vrij veel aandacht voor een brede algemene bedrijfskundige basis. De nieuwe curricula besteden voldoende aandacht aan de branchespecifieke oriëntatie. • Voorheen hanteerde de instelling een traditionele opbouw van curricula. De huidigecurricula besteden meer aandacht aan integratie van vakken en vaardigheden, zodat het integratieve karakter van de eindkwalificaties (de competenties) beter bereikt wordt. Zo is er aandacht voor de toepassing van het geleerde in lintprojecten en wordt taalonderwijs geïntegreerd in andere vakken. • Het panel heeft geconstateerd dat bij beide opleidingen reflectie nog in ontwikkeling is. Hotel- en Eventmanagement (Hem) • De opleiding Hem heeft het landelijke beroepscompetentieprofiel met daarin tien brede competenties geconcretiseerd in deelcompetenties (opgedeeld) in kennis, vaardigheden en inzicht voor de afzonderlijke vakken • In een heldere en inzichtelijke matrix heeft de opleiding vastgelegd welke vakken en curriculumonderdelen een bijdrage leveren aan welke (deel)competentie. • Het curriculum dekt de beroepscompetenties en de Dublin descriptoren in voldoende mate. De (invulling van) vakken en de strengere hantering van eisen bij opdrachten zorgen ervoor dat er voldoende aandacht is voor analyse en oordeelsvorming.

26/63


Toeristisch Management (TM) • De opleiding TM heeft het landelijke beroepscompetentieprofiel met daarin 21 brede competenties geconcretiseerd in deelcompetenties (opgedeeld) in kennis, vaardigheden en inzicht voor de afzonderlijke vakken. • In een heldere en inzichtelijke matrix heeft de opleiding vastgelegd welke vakken en curriculumonderdelen een bijdrage leveren aan welke (deel)competentie. • Het curriculum dekt de beroepscompetenties en de Dublin descriptoren in voldoende mate. De (invulling van de) vakken en de strengere hantering van eisen bij opdrachten zorgen ervoor dat er voldoende aandacht is voor analyse en oordeelsvorming. • De invulling van de 2e jaars-stage van Toeristisch Management lijkt in voorkomende gevallen iets te operationeel van karakter. Het aspect oordeelsvorming zou hier nog wat sterker uitgewerkt kunnen worden.

Facet 2.3

Samenhang in het opleidingsprogramma

Voldoende

Criteria: Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel is gebaseerd op drie visitaties. Algemeen • Hogeschool Tio hanteert één vorm van het aanbrengen van samenhang binnen de twee (HBO-) opleidingen: • In de vakken is aandacht voor kennisoverdracht aan de studenten. Er wordt binnen de vakken veel aandacht besteed aan diepgang en een gedegen basis aan theorie. • Tweederde deel van de studieonderdelen heeft een overkoepelend lintproject (met ingang van studiejaar 2007/2008). In deze lintprojecten komt het gemeenschappelijke van de onderliggende vakken aan de orde en leren studenten het geleerde toepassen in een integratieve opdracht. Lintprojecten zijn altijd opleidingsspecifiek (zie hieronder). Het panel vindt de lintprojecten een goede verbetering en ziet deze projecten graag in belang groeien ten opzichte van het (overigens goede) onderdeel mini-onderneming. • De leerdoelen en overkoepelende eindcompetenties staan voor studenten beschreven in de studiewijzers van de verschillende onderdelen van de curricula. • Hogeschool Tio heeft de vakken ondergebracht in vakoverstijgende clusters. In deze clusters overleggen de betrokken docenten een aantal keren per jaar over hun gerelateerde studieonderdelen en wordt binnen een cluster de samenhang geborgd. • Uit de gesprekken met studenten van beide opleidingen blijkt dat er de laatste jaren een duidelijke versterking is opgetreden van de samenhang binnen de opleidingen. Studieonderdelen zijn beter op elkaar afgestemd en docenten sluiten met hun onderwijs sterker aan bij hetgeen andere docenten bij andere studieonderdelen behandelen. • De talen zijn meer geïntegreerd in de andere studieonderdelen dan voorheen. Met name Engels maakt integraal deel uit van de studieonderdelen en opdrachten van studenten.


27/63

•

Studenten geven aan dat in de stages, bij het afstuderen, bij de mini-onderneming (onderdeel van de lintprojecten) en in de praktijkweken veel aspecten van de opleiding samen komen.

Hotel- en Eventmanagement (Hem) • Lintprojecten bij Hotel- en Eventmanagement zijn: Lintproject Ondernemingsplan

Hotelpraktijkweek Adoptiebedrijf

Mini onderneming 1 Mini onderneming 2

Corporate communicatie management HOTS Imagineering Onderzoek Organiseren van een evenement Adoptiebedrijf

Mini-onderneming Voorbereiden afstuderen

•

Gekoppelde vakken Bedrijfseconomie 1 Bedrijfsethiek voor horeca Engels Marketing Nima oriëntatie Methoden en technieken 1 Psychologie Schriftelijke communicatie Koken theorie Rooms Division Management Bedrijfseconomie 2 Inkoopmanagement Marketing Nima B, deel 1 Organisatiekunde Corporate communicatie management Sales Marketing Nima A Designing internet sites Engels Inkoopmanagement Sales Corporate communicatie management Imagineering Methoden en technieken 2 Congres en evenementenorganisatie E-business Marketing Nima B deel 2 Personeelsmanagement Sales praktijk

EC 4

Studiejaar 1

6

1

2

2

1 3

2 2

2

2

3 1 2 2

2 2 2 2

2

3

20 1

3 3

Uit de evaluatiegegevens blijkt dat studenten Hotel- en Eventmanagement 78 tevreden is over de samenhang in het programma.

28/63


Toeristisch Management (Tm) • Lintprojecten bij Toeristisch Management zijn: Lintproject Ondernemingsplan

Toeristisch onderzoek Incentive reis

Adoptiebedrijf

Mini onderneming 1 Mini onderneming 2

Imagineering T game Touroperating

Onderzoek Adoptiebedrijf

Mini-onderneming Voorbereiden afstuderen

•

Gekoppelde vakken Bedrijfseconomie 1 Bedrijfsethiek voor toerisme Engels Marketing Nima oriëntatie Methoden en technieken 1 Psychologie Schriftelijke communicatie Schriftelijke communicatie Toerisme en vrije tijd Business travel Computer reserveringssystemen Bedrijfseconomie 2 Inkoopmanagement Marketing Nima B, deel 1 Organisatiekunde Sales Marketing Nima A Designing internet sites Engels Inkoopmanagement Sales Imagineering Engels Inkoopmanagement Marketing Nima A Touroperating Methoden en technieken 2 E-business Marketing Nima B deel 2 Personeelsmanagement Sales praktijk

EC 4

Studiejaar 1

3

1

3

1

2

2

1 3

2 2

1 3 2

2 2 2

1 2

2 3

20 1

3 3

Uit de evaluatiegegevens blijkt dat van Toeristisch management studenten 86% tevreden is over de samenhang in het programma.


29/63

Facet 2.4

Studielast

Voldoende

Criteria: Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel is gebaseerd op de eerste twee visitaties. Algemeen • Hogeschool Tio biedt beide opleidingen aan in drie jaar. • Studenten die één van de opleidingen ook daadwerkelijk willen afronden binnen drie jaar kunnen dit doen door de twee 10-weekse stages in de zomervakanties tussen het eerste en tweede en tweede en derde studiejaar te volgen. Studenten hebben dan studiejaren van 48 weken en een nominale studielast van ongeveer 45 uur per week. Hierop worden de toekomstige studenten tijdens de voorlichting ook gewezen. • De nominale studielast is evenwichtig verdeeld over het studiejaar. Het studiejaar is verdeeld in twee semesters. Studenten kunnen twee maal per jaar instromen (september en februari). De nominale studielast wordt vastgesteld op basis van de vakenquêtes die Hogeschool Tio afneemt onder studenten en de aanname dat voor zelfstudie 10 pagina’s vakliteratuur per uur kunnen worden verwerkt door de studenten. • Lesuren die uitvallen worden ingehaald: elk semester heeft op het einde een uitloopweek waarin lessen kunnen worden ingehaald. Bij langdurige ziekte van een docent worden de lessen overgenomen door een andere docent. Hogeschool Tio streeft naar een lesuitval minder dan 0,5%. Uit evaluatieresultaten blijkt dat zij deze doelstelling behaalt. • Tentamens worden afgenomen in een tentamenperiode. Met het oog op studeerbaarheid zijn er met ingang van studiejaar 06/07 vijf tentamenperiodes per jaar ingevoerd (voorheen waren er drie periodes). • Studenten doen hun stages in de zomervakantie. Blijkens de gesprekken met studenten heeft dit één nadeel: de periode waarin je kunt stage lopen is vrij kort. Sommige stageverleners zijn niet bereid studenten voor zo’n korte periode een stage op bachelorniveau aan te bieden. Studenten die dan toch bij deze stageverleners willen werken, kiezen in dat geval voor een langere stageperiode. Dit betekent enige verlenging van de studieduur. • Hogeschool Tio heeft de verwachting dat de feitelijke studielast komende jaren hoger komt te liggen door de aanpassingen - feitelijk verzwaringen - in de curricula die zijn gedaan naar aanleiding van de aansluiting bij de landelijke beroepscompetentieprofielen. Hotel- en Eventmanagement (Hem) • Bij Hotel- en Eventmanagement lag de feitelijke studielast op gemiddeld 31,7 uur per week, wat door de verzwaringen in het curriculum is toegenomen tot 37 uur. Door het feit dat studenten een langer studiejaar hebben is de jaarbelasting in de drie studiejaren groot.

30/63


•

Uit evaluatiegegevens blijkt dat studenten tevreden zijn over de studiebelasting (gemiddeld 7,5 )en herkansingsmogelijkheden bij tentamens (gemiddeld 8,0).

Toeristisch Mmanagement (Tm) • Bij Toeristisch management was de feitelijke studielast 34,7 uur per week, wat door de verzwaringen in het curriculum is toegenomen tot 40 uur. Door het feit dat studenten ook een langer studiejaar hebben is de jaarbelasting in de drie studiejaren groot. • Uit evaluatiegegevens blijkt dat studenten tevreden zijn over de studiebelasting (gemiddeld 7,4) en herkansingsmogelijkheden bij tentamens (gemiddeld 7,8).

Facet 2.5

Instroom

Voldoende

Criteria: Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: VWO, HAVO, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Het oordeel is gebaseerd op de eerste twee visitaties. Algemeen • Hogeschool Tio hanteert de wettelijke toelatingseisen. Toelaatbaar zijn: - MBO niveau 3 of 4, HAVO, VWO, HBO of WO: eerste jaar Hem of Tm (driejarige opleiding) - MTRO, MHS, of Tio MBO niveau 4: tweede jaar opleiding Hem of Toeristisch management (tweejarige opleiding), mits deficiënties zijn weggewerkt. Aanvullende eis is dat studenten de Nederlandse taal beheersen. Deze eisen staan vermeld in de studiegids en op de website van Tio. • Indien een student niet aan deze voorwaarden voldoet, vindt er een intakegesprek plaats om te kijken of de student toelaatbaar is. • Studenten die problemen hebben met de Nederlandse taal kunnen een taalbuddy krijgen (een andere student die hen helpt). • Studenten kunnen in aanmerking komen voor vrijstellingen. Zij dienen hiertoe een verzoek in te dienen bij de examencommissie, onderbouwd door behaalde resultaten bij een vooropleiding, diploma’s van buitenschoolse examens of andere bewijzen (bijvoorbeeld werkervaring). Voor stages worden in principe geen vrijstellingen verleend. • Er zijn standaard verkorte leerroutes voor studenten met een diploma MTRO en MHS. Bij studenten met een HBO- of universitaire opleiding wordt gekeken of zij niet standaard in het tweede studiejaar kunnen worden toegelaten, eventueel door in dit jaar nog een aantal eerstejaars studieonderdelen in te halen. Er is geen verkorte leerroute voor VWO’ers. Hogeschool Tio biedt een driejarige hbo-opleiding aan, met daarbinnen een groot aantal verplichte studieonderdelen en stages, waardoor een nog kortere opleiding moeilijk is te realiseren. Wel kunnen studenten eventueel extra keuzevakken volgen om hun opleiding te verdiepen.


31/63

• •

•

Er wordt in de opleidingen inhoudelijk niet gedifferentieerd tussen instromende studenten. Hogeschool Tio hanteert sinds de eerste visitatie meer actievere werkvormen. Zowel docenten als studenten geven in de gesprekken aan dat dit in didactische opzicht zorgt voor een betere aansluiting op de vooropleiding. Hogeschool Tio is voornemens om in de loop van studiejaar 2006/2007 een assessmentsysteem ten behoeve van erkenning van verworven competenties te ontwikkelen.

Hotel- en Eventmanagement • Instromers voor het tweede studiejaar (Hem 2) dienen een deficiëntieprogramma te volgen. Voor Hem 2 dienen MHS-studenten ‘Nima A’ te doen voor het begin van de studie. Toeristisch Management • Instromers voor het tweede studiejaar (Tm 2) dienen een deficiëntieprogramma te volgen. Voor Tm 2 dienen MTRO-studenten Luchtvaart te behalen voor aanvang van de studie.

Facet 2.6

Duur

voldaan

Criteria: De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. Het oordeel is gebaseerd op de eerste visitatie. Algemeen • Uit de studiegids blijkt dat de totale omvang van de driejarige opleidingen 240 EC bedraagt. De opleiding voldoet daarmee aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum. • Elk studiejaar bestaat bij beide opleidingen uit 80 EC. De studielast is per studieonderdeel bepaald door het aantal onderwijscontacturen, andere studieactiviteiten, zelfstudie (10 pagina’s per uur), en voorbereiding en uitvoering van tentamens en opdrachten.

32/63


Facet 2.7

Afstemming tussen vormgeving en inhoud

Voldoende

Criteria: - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Het oordeel is gebaseerd op de eerste twee visitaties. Algemeen • Het didactische concept van Hogeschool Tio is kernachtig en bestaat uit twee uitgangspunten: - van begeleid naar zelfstandig leren; en - van min of meer vakgericht naar een integraal aanbod. • In het begin van de studie staat het verwerven en toepassen van kennis centraal in de opleiding. De gehanteerde werkvormen zijn dan vooral klassikaal: hoorcolleges en werkcolleges. Naarmate de opleiding vordert is er meer aandacht voor projecten, stages en praktijkopdrachten. De student leert tijdens zijn studie meer te reflecteren op zijn eigen functioneren, waarbij de docenten in toenemende mate een begeleidende taak vervullen. • Hogeschool Tio heeft aansluiting gezocht bij de landelijke competentieprofielen. Hierdoor hebben de meeste studieonderdelen een versterkt integraal karakter, met daarop aansluitende toetsvormen (zie bij 2.8). • In de beginfase van de opleidingen zijn veel conceptuele studieonderdelen opgenomen om de studenten van een basisniveau aan kennis te voorzien. Studenten hebben in deze fase veel contacturen en veel klassikaal les. • Het aanleren van vaardigheden en toepassen van kennis vindt meer plaats tijdens practica, projecten, en stages. Deze onderdelen van de curricula bevinden zich merendeels in de tweede fase van de opleidingen, hoewel de opleidingen meer integratie in het eerste studiejaar zullen aanbrengen met ingang van het studiejaar 2007/2008. • De relatie tussen de didactische visie en de gehanteerde werkvormen vindt het panel helder. • De instelling beschikt niet over evaluatiegegevens met betrekking tot de werkvormen. Hotel- en Eventmanagement • Een aantal studieonderdelen is sinds het studiejaar 2006-2007 duidelijk sterker integraal van karakter. Voorbeelden zijn: Imagineering en Voorbereiden Hotelpraktijkweek. Ook inhoudelijk zijn een aantal studieonderdelen zodanig gewijzigd dat zij een sterker integraal karakter hebben gekregen: Managementvaardigheden, Personeelsmanagement, Stages, Mini-onderneming en het Afstudeerproject.


33/63

Toeristisch Management • Een aantal studieonderdelen is duidelijk sinds het studiejaar 2006-2007 integraal van karakter. Voorbeelden zijn: Toeristisch management, Congres- en evenementenorganisatie, Voorbereiden incentive reizen en Public relations. Ook inhoudelijk zijn een aantal studieonderdelen versterkt integraal van aanpak: Managementvaardigheden, Personeelsmanagement, Stages, Mini-onderneming en het Afstudeerproject.

Facet 2.8

Beoordeling en toetsing

Voldoende

Criteria: Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Het oordeel is gebaseerd op de drie visitaties. Algemeen • De vorm en het concept van toetsing is vergelijkbaar bij de opleidingen, hoewel de toetsen inhoudelijk uiteraard verschillen. • Hogeschool Tio maakt gebruik van verschillende toetsen: schriftelijke tentamens, mondelinge tentamens, presentaties, rollenspelen, verslagen en scriptie. De meeste toetsen zijn schriftelijke toetsen. Er heeft een verschuiving plaatsgevonden naar meer casusgerichte toetsen en beroepsproducten. • Elke toets wordt samengesteld door twee docenten: een constructeur en een vaststeller. Ze maken gebruik van een toetsmatrijs en hebben een cursus toetsconstructie gevolgd. Het panel vindt de toetsmatrijzen na bestudering duidelijk en inzichtelijk: voor elk studieonderdeel staan de leerdoelen genoemd en de docent geeft hierin aan hoe en met welke vraag, of vragen, het leerdoel wordt getoetst. • Elke toets is voorzien van een antwoordmodel en beoordelingscriteria. Beide zijn helder en inzichtelijk. • Naast de bacheloropleidingen biedt Tio ook MBO-opleidingen aan, onder kwaliteitstoezicht van het Kwaliteitscentrum Examinering (KCE). Deze organisatie heeft de MBO-opleidingen van Tio goedgekeurd. De richtlijnen en eisen van het KCE hanteert Tio ook voor de hbo-bachelor opleidingen. Hierdoor zijn tal van onderdelen gestandaardiseerd en geoptimaliseerd. Dit zijn: het managen van het examenproces, de deskundigheid van betrokkenen, het examenproces, de examenproducten en, ten slotte, verantwoording. • Studenten beoordelen de aansluiting van de toets op de leerstof (inhoudelijk) met gemiddeld een 7,3 (beide opleidingen). Respectievelijk 76% ( Hotel- en Eventmanagement) en 85% (Toeristisch Management) van de studenten is tevreden over de aansluiting van de toets op de studiestof. Uit de gesprekken blijkt dat studenten weten waarop zij worden getoetst en beoordeeld.

34/63


•

•

• •

Uit de bestudering van de toetsen, toetsmatrijzen en beoordelingscriteria en gesprekken met studenten blijkt dat meer en meer wordt gevraagd naar toepassing van kennis. De aspecten leervaardigheden en oordeelsvorming zijn intussen voldoende herkenbaar in de bestudeerde toetsen en in de toetsingskaders voor de integrale lintprojecten. In de nieuwe stagehandleiding, die met ingang van juni 2006 wordt gebruikt, is als eis gesteld dat een student dient te reflecteren op zijn eigen ontwikkeling tijdens de stage. Ook zijn de directieve opdrachten verdwenen en wordt er meer initiatief verwacht van de studenten. Hoewel een verbetering in de stageverslagen zichtbaar is, is het panel van oordeel dat de opleidingen het aspect reflectie nadrukkelijker moeten toetsen. Uit de verslagen blijkt dat reflectievaardigheid (reflectie op hun eigen ontwikkeling en stage) bij studenten Hotel- en Eventmanagement enigszins sterker zichtbaar is dan bij studenten Toeristisch Management. Studenten ontvangen de resultaten van tentamens op tijd. Zij kunnen deze inzien via het studentenweb op het intranet van Tio. De instelling maakt gebruik van een beoordelingskader voor de afstudeeropdrachten. Afstudeeropdrachten worden door drie beoordelaars onafhankelijk van elkaar beoordeeld met behulp van het beoordelingskader. Ook wordt de opdrachtsomschrijving afzonderlijk beoordeeld, zodat reeds bij aanvang van een afstudeeropdracht controle wordt uitgevoerd op de diepgang en omvang van de opdracht.

Onderwerp 3

Facet 3.1

INZET VAN PERSONEEL

Eisen HBO

Goed

Criteria: Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Het oordeel is gebaseerd op de eerste visitatie. Algemeen • Hogeschool Tio sluit als niet-bekostigde instelling 9-maandscontracten af met haar docenten. Vrijwel alle docenten hebben een nauwe band met het werkveld waartoe de opleiding opleidt. • Van de docenten die bij Hogeschool Tio in dienst zijn, is 54% werkzaam in het vakgebied waarin men lesgeeft. 77% van de docenten heeft meer dan drie jaar werkervaring in het betreffende vakgebied. • Een groot deel van de docenten is naast het docentschap ook stagebegeleider (17%) of afstudeerbegeleider (12%). Ook in deze hoedanigheid onderhouden zij veel contacten met het bedrijfsleven.


35/63

•

Uit de gesprekken met studenten, afgestudeerden en werkveldvertegen-woordigers bleek dat de docenten in staat zijn om de verbinding te leggen met de beroepspraktijk. Dit bleek ook bij het gesprek met docenten zelf.

Facet 3.2

Kwantiteit personeel

Goed

Criteria: Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Het oordeel is gebaseerd op de eerste visitatie. Algemeen • Hogeschool Tio maakt gebruik van 9-maandscontracten met docenten. Bij voldoende kwaliteit (zie ook 3.3) wordt het arbeidscontract in een volgend jaar verlengd. • Afgelopen jaren is de instroom van docenten groter dan de uitstroom, onder meer ten gevolge van de groei van Hogeschool Tio. In 2004/2005 was de instroom 18% en de uitstroom 11%. • Hogeschool Tio hanteert zelf de volgende kengetallen om de kwantiteit van het personeel te toetsen: personeel/student ratio, lesuitval en ziekteverzuim. • Hogeschool Tio heeft over alle vestigingen 78,3 fte aan docenten en 35,4 fte aan nietdocerend personeel in dienst. De docent-studentratio is daarmee 16,9; de stafstudentratio is 11,6. Deze ratio’s zijn gunstig in vergelijking met het bekostigde onderwijs. Hiermee is Hogeschool Tio in staat om naast het onderwijs ook voldoende tijd vrij te maken voor begeleiding van studenten. • De lesuitval tracht Hogeschool Tio zo klein mogelijk te houden, door uitgevallen lessen zoveel mogelijk in te halen in een uitloopweek aan het einde van elk semester. Dit heeft afgelopen jaar ten gevolge gehad dat (gemiddeld over alle vestigingen) 8,3% van alle lessen naar het einde van het semester is verplaatst. Alleen de vestiging Utrecht heeft daadwerkelijke lesuitval gehad (0,2%), de overige vestigingen hadden in studiejaar 2004/2005 geen lesuitval. • Ten aanzien van het ziekteverzuim scoort Hogeschool Tio aanmerkelijk laag: verzuimpercentage van 1,2% en een verzuimfrequentie van 0,18 onder docenten. • Docenten ervaren voldoende tijd voor zowel hun docerende taak als hun taak in de studiebegeleiding van studenten. • Studenten geven aan dat docenten voldoende tijd voor hen kunnen vrijmaken en dat docenten goed bereikbaar zijn.

36/63


Facet 3.3

Kwaliteit personeel

Voldoende

Criteria: Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Het oordeel is gebaseerd op de eerste twee visitaties. Algemeen • Hogeschool Tio hanteert een aantal eisen voor de aanstelling van docenten: - werkzaam te zijn geweest in het vakgebied waarin les wordt gegeven; - goede communicatieve vaardigheden, humor, enthousiasme, vlotte en verzorgde uitstraling; - taaldocenten beschikken over minimaal 2e-graadsbevoegdheid of zijn native speaker; - per studieonderdeel kunnen aanvullende eisen worden gesteld aan werkervaring of opleiding. Aanbevelingen voor aanstelling zijn: - werkzaam in de beroepspraktijk; - werkervaring in de branche (toerisme of hotel & hospitality); - leservaring of didactische opleiding; - beschikking over externe diploma’s waartoe wordt opgeleid. • Sinds mei 2005 maakt Hogeschool Tio gebruik van een competentiemodel. Benodigde competenties per studieonderdeel en behaalde competenties van elke docent worden in een digitale omgeving vastgelegd. Op deze manier verkrijgt het management informatie over de kennisopbouw bij de medewerkers. • Veel docenten hebben een open sollicitatie gedaan en zijn opgenomen in een bestand. Bij een vacature wordt het bestand geraadpleegd om te kijken welke kandidaten voldoen aan de gevraagde competenties. Voorselectie geschiedt door de vestigingsmanager en een tweede gesprek is met de directeur. • Alle docenten ontvangen aan het einde van hun 9-maandscontract een functioneringsc.q. beoordelingsgesprek. Het gesprek is in twee richtingen opgezet, maar er hangt een beoordeling aan. De gesprekken worden gevoerd door de vestigingsmanager. Voorafgaand aan het gesprek wordt een enquête afgenomen onder studenten over de kwaliteiten van de docent. De resultaten daarvan worden meegenomen in het gesprek. Ook de gevolgde scholing en deskundigheidsbevordering zijn onderdelen van de functionerings- c.q. beoordelingsgesprekken. • Indien de docent niet de gewenste kwaliteit kan leveren, wordt het contract met deze docent niet opnieuw aangegaan. • Het merendeel van de docenten is ook elders werkzaam: bedrijfsleven, in een eigen adviespraktijk of in het onderwijs. Het feit dat docenten iets hebben om op terug te vallen als er door veranderingen in de curricula wijzigingen optreden voor hun vakgebied, maakt de kwaliteit van docenten stabiel: zij hoeven niet noodgedwongen in andere gebieden worden ingezet, waarvoor zij wellicht expertise en/of motivatie missen.


37/63

• • • •

•

•

Nieuwe docenten krijgen vanuit hun eigen vakgroep een vakmentor toegewezen. Ook ontvangen zij begeleiding van een didactische coach. Ervaren docenten kunnen op verzoek ook begeleiding ontvangen van de didactische coach. Er worden interne trainingen ontwikkeld door Hogeschool Tio, zoals toetsconstructie, automatisering, en afstudeerbegeleiding en -beoordeling. Elke docent moet jaarlijks twee lesuren bijwonen bij een collega om van diens didactische aanpak te leren. Indien docenten dit willen mag dit op vrijwillige basis ook vaker. Tio heeft sinds april 2006 een instellingsbreed scholingsbeleid. Docenten kunnen zich inschrijven voor trainingen op het gebied van toetsconstructie, didactiek, leerplanontwikkeling, stagebegeleiding en afstudeerbegeleiding. Het volgen van vakinhoudelijke trainingen behoorde al langer tot de mogelijkheden. Hogeschool Tio heeft met ingang van 2007 een lector E-Commerce in dienst, die een kenniskring zal vormen met zowel Tio-docenten, van beide opleidingen, als met deskundigen buiten Tio.

Hotel- en Eventmanagement • Uit studentenevaluaties blijkt dat studenten tevreden zijn over de deskundigheid van docenten (gem. 7,7 en 76% >= 6). • Uit studentenevaluaties blijkt dat studenten redelijk tevreden zijn over de didactische vaardigheden van docenten. (gem. 6,7 en 67% >=6). Toeristisch Management • Uit studentenevaluaties blijkt dat studenten tevreden zijn over de deskundigheid van docenten (gemiddeld 8,0 en 85% >= 6). • Uit studentenevaluaties blijkt dat studenten redelijk tevreden zijn over de didactische vaardigheden van docenten (gemiddeld 7,0 en 85% >= 6).

Onderwerp 4

Facet 4.1

VOORZIENINGEN

Materiële voorzieningen

Voldoende

Criteria: De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Het oordeel is gebaseerd op de drie visitaties. Algemeen • Hogeschool Tio heeft vijf vestigingen, alle goed bereikbaar met het openbaar vervoer. Drie van de vijf gebouwen zijn van oorsprong kantoorgebouwen, de andere twee zijn schoolgebouwen. De vestiging Amsterdam beschikt over een nieuw gebouw.

38/63


• •

•

• • •

•

•

•

•

De vestiging Leidschendam zal over een aantal jaren vervangen worden door een nieuwe locatie, in Rotterdam. Alle locaties hebben leslokalen voor 35 personen. Drie vestigingen (Amsterdam, Utrecht en Eindhoven) hebben collegezalen voor 70 personen. In de lokalen zijn beamers aanwezig en in een aantal lokalen zijn ingebouwde computersystemen aanwezig, zodat tijdens een les ‘live kan worden geïnternet’. In lokalen waar dit niet is ingebouwd wordt gewerkt met dvd-spelers of laptops met daaraan een beamer gekoppeld. Elke vestiging heeft computerlokalen en draadloos internet, zodat studenten overal kunnen inloggen. De computers van de opleiding zijn voorzien van alle belangrijke software die benodigd is voor de branches (zoals Galileo, Fidelio en Eventure). Studenten hebben de mogelijkheid om met korting een laptop aan te schaffen. Elke vestiging heeft een zelfstudieplek ingericht. Stafmedewerkers en stagecoördinatoren hebben eigen werkplekken. Voor docenten is dit niet weggelegd, maar veel docenten zijn in parttime dienstverband. Zij werken veel vanuit huis en kunnen daar gebruik maken van het intranetsysteem van Tio. De docentenkamers bevatten ook een aantal ingerichte werkplekken waar docenten gebruik van kunnen maken als zij op een vestiging aanwezig zijn. Hogeschool Tio beschikt over een uitgebreid intranetsysteem voor alle medewerkers en studenten. Het systeem heeft voor elke gebruikersgroep een eigen omgeving met de voor hen benodigde informatie. Studenten kunnen hierop onder andere de tentamenresultaten inzien en een digitaal portfolio bijhouden. Het management heeft de beschikking over alle informatie, zoals evaluatieresultaten per studieonderdeel en per docent. Met ingang van februari 2006 hebben alle studenten toegang tot de online database met artikelen op het gebied van toerisme en hospitality van EBSCO Publishing. Deze online database heeft een omvangrijke (Engelstalige) collectie artikelen en is gebruiksvriendelijk en laagdrempelig. Helaas moeten studenten nog gewezen worden op de bruikbaarheid en de mogelijkheden van deze database. Met ingang van 2007/2008 zal dit worden opgenomen in het studieonderdeel Methoden en Technieken 1 dat aan studenten van beide opleidingen wordt gegeven. Alle studenten krijgen een lidmaatschap van de universiteitsbibliotheek in de buurt van de vestiging waar zij studeren. Hiertoe zijn afspraken gemaakt met de Vrije Universiteit, Technische Universiteit Eindhoven, Universiteit Twente, Koninklijke Bibliotheek Den Haag en de Universiteit Utrecht. Studenten maken hiervan gebruik, zoals bleek in de gesprekken tijdens de visitaties. Het panel oordeelt positief over de hierboven beschreven combinatie van een de bibliotheek in de buurt met wellicht een iets minder aanbod van relevant materiaal met een online bibliotheek met zeer veel vakliteratuur.


39/63

Facet 4.2

Studiebegeleiding

Voldoende

Criteria: De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang. De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten. Het oordeel is gebaseerd op de eerste twee visitaties. Algemeen • Na bestudering van het Onderwijs en Examen Reglement en van het intranetsysteem van Hogeschool Tio concludeert het panel dat de informatievoorziening voor studenten goed is. Alle informatie is helder, overzichtelijk en toegankelijk en studenten worden niet belast met overbodige informatie. • Studenten hebben op het intranet (studentenweb) de volgende informatie: - les- en tentamenrooster; - cijfers en behaalde studiepunten; - aanbod stagebedrijven en stagegegevens; - aanbod afstudeerbedrijven; - nieuwsberichten en evenementenkalender; - digitaal portfolio; - email. • Bij onverwachte uitval van lessen worden studenten via SMS op de hoogte gesteld. Last minute mededelingen verschijnen op monitoren bij de ingang van alle vestigingen. • Elke student dient een eigen portfolio bij te houden met bewijsstukken over zijn voortgang. Het portfolio biedt input voor de studievoortgangsgesprekken die de studiebegeleiders voeren met alle studenten. • Eerstejaars studenten hebben drie verplichte studievoortgangsgesprekken per jaar. Tweedejaars krijgen er twee, en derdejaars één. Indien de studieresultaten te wensen overlaten krijgen ook tweede en derdejaars drie voortgangsgesprekken. • Tijdens het studievoortgangsgesprek wordt gesproken over motivatie studiekeuze, verwachtingen toekomstig beroep, behaalde studieresultaten, invulling vrije keuzeruimte, keuze en doelstellingen van de stage, en keuze afstudeeropdracht. Het eerste gesprek wordt vastgelegd door de studiebegeleider, van de volgende gesprekken legt de student zelf verslag en neemt dit op in zijn portfolio. • Bij onvoldoende studieresultaten dient de student sinds het studiejaar 2006-2007 een StudieReparatiePlan op te stellen. Hiertoe zijn criteria opgesteld en de studiebegeleider ziet toe op de haalbaarheid en uitvoering van het plan. Het SRP is ingevoerd in 2006. • Hogeschool Tio heeft vijf kleine vestigingen, vrijwel iedereen kent elkaar: studenten, docenten, ondersteunend personeel en management. Dit biedt een veilige omgeving, die door alle betrokkenen buitengewoon wordt geapprecieerd, zo heeft het panel tijdens het visitatiebezoek geconstateerd.

40/63


•

•

• •

•

Voor toegevoegde studiebegeleiding (en studentbegeleiding) heeft elke klas een klassenmentor (docent) en elke vestiging een vertrouwenspersoon seksuele intimidatie. De vestigingsmanager heeft dagelijks in de pauze spreekuur voor studenten. Ten aanzien van de stagebegeleiding bieden de opleidingen heldere en goede stagehandleidingen, waarin alle voor de student benodigde informatie staat opgenomen. Ook worden hierin de opdrachten voor studenten uiteengezet. Stageverleners ontvangen de benodigde informatie over begeleiding en beoordeling via de stageovereenkomst c.q. -contract. De student heeft tijdens de stage een begeleider op de werkvloer en een stagebegeleider van Hogeschool Tio. Indien de stage in Nederland plaatsvindt, vindt ook een bezoek plaats van de stagebegeleider. Bij een buitenlandstage is dit moeilijker te realiseren, maar getracht wordt ook daar een bezoek te brengen aan de studenten. In de meeste gevallen zal dit gebeuren door een kerngebiedcoördinator. Voor studenten die stagelopen buiten een kerngebied worden individuele plannen gemaakt. Uit de gesprekken met studenten blijkt tevredenheid over de informatievoorziening en studie- en stagebegeleiding. Studenten geven aan dat er veel recente verbeteringen zijn doorgevoerd in de studievoortgangsgesprekken, het portfolio en het StudieReparatiePlan.

Hotel- en Eventmanagement (Hem) • Evaluatieresultaten laten zien dat studenten afgelopen studiejaar redelijk tevreden zijn over verschillende aspecten in studiebegeleiding: - studievoortgangsbegeleiding: 6,7 - tijdige bekendmaking toetsresultaten: 6,7 - communicatie rechten & plichten: 6,9 - praktische en organisatorische informatie: 6,8 Toeristisch Management (Tm) • Evaluatieresultaten laten zien dat studenten afgelopen studiejaar redelijk tevreden zijn over verschillende aspecten in studiebegeleiding: - studievoortgangsbegeleiding: 6,4; - tijdige bekendmaking toetsresultaten: 6,9; - communicatie rechten & plichten: 6,9; - praktische en organisatorische informatie: 6,9.

Onderwerp 5

Facet 5.1

INTERNE KWALITEITSZORG

Evaluatie resultaten

Goed

Criteria: De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen.


41/63

Het oordeel is gebaseerd op de eerste twee visitaties. Algemeen • Hogeschool Tio beschikt over een beleidshandboek kwaliteit, waarin het kwaliteitszorgbeleid, en de -procedures en -producten zijn beschreven. Het kwaliteitszorgbeleid van Hogeschool Tio is uitgebreid en omvattend. • Hogeschool Tio zoekt in haar beleid aansluiting bij de norm NEN-EN-ISO-9001. In juni 2005 is het ISO-certificaat toegekend. • Hogeschool Tio hanteert streefdoelen op verschillende niveaus van beheersing binnen het kwaliteitsmanagement. Vertaald zijn deze: - goed studierendement (propedeuserendement, postpropedeuserendement en studieduur afgestudeerden); - tevreden studenten; - goede inzetbaarheid van studenten op de arbeidsmarkt. Voor operationalisatie van deze streefdoelen hanteert de instelling de norm: ‘de beste hogeschool uit de sector’, met een absolute onderscore. De gegevens hiertoe haalt Hogeschool Tio uit de HBO-Monitor en de Keuzegids Hoger Onderwijs. • Hogeschool Tio hanteert vaste standaarden voor propedeuse- en postpropedeuserendementen. Sinds begin 2006 is er ook een absolute norm voor de gemiddelde studieduur. De studievertraging dient minder te zijn dan zes maanden. De gemiddelde studieduur dient daarmee lager te zijn dan 42 maanden. • De studententevredenheid dient jaarlijks gelijk of hoger te scoren dan de hoogste score (van Hogeschool Tio of gemiddelde score in de branche) van het jaar daarvoor, met een ondergrens van 6.5 op tienpuntsschaal. • De vakenquête en docentenenquête zijn als volgt genormeerd: helemaal mee eens (2), mee eens (1), niet eens/niet oneens (0), mee oneens (-1), helemaal mee oneens (-2). De norm voor de gemiddelde score is vastgesteld op 0.60. • Hogeschool Tio neemt verschillende enquêtes af om de kwaliteit van de opleidingen te meten en te verbeteren: - vakenquête (deskundigheid en presentatie docenten, kwaliteit lesmaterialen en toetsing, lestempo, relevantie voor beroep); - algemene enquête (onderwijsprogramma, werkvormen en praktijk, docenten, organisatie en faciliteiten) (dezelfde vragen als Keuzegids Hoger Onderwijs); - stage-enquête (welke onderdelen had ik in de stage/afstuderen nodig en heb ik in de opleiding gemist); - enquête werkervaring (mate van betaald werk/vervolgstudie, functies, aard en omvang van dienstverbanden, aansluiting bij de opleiding); - enquête onder stagebedrijven (bekwaamheid studenten, contact met stagebegeleiders van de opleiding, aansluiting opleiding bij stage) - docentenenquête (communicatie binnen cluster, frequentie van vergaderen, onderwijskundige ondersteuning, lesmateriaal, sfeer en organisatie van vestigingen en interne communicatie).

42/63


Facet 5.2

Maatregelen tot verbetering

Goed

Criteria: De uitkomsten van deze evaluaties vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Het oordeel is gebaseerd op de eerste visitatie. Algemeen • Hogeschool Tio maakt een onderverdeling in niveaus waarop verbeteracties betrekking hebben: strategisch, tactisch en operationeel niveau. Op alle niveaus wordt de PDCAcyclus gevolgd. De evaluatiegegevens zijn een belangrijke input voor aanpassingen in het beleid. • Het strategisch beleid wordt minimaal twee maal per jaar besproken en (eventueel) bijgesteld in de vergadering van het College van Toezicht. • Het tactisch beleid wordt besproken door de vestigingsmanagers en de hoofden van de afdelingen opleidingen, financiële administratie, softwareontwikkeling, marketing en systeembeheer. Zij stellen SMART-geformuleerde doelen op in een afdelingsjaarplan. Elk kwartaal wordt de voortgang ten opzichte van de doelen gerapporteerd. • Het operationeel beleid wordt maandelijks besproken in het managementteam. Besproken wordt onder meer: - verzoeken vanuit clusters; - personeelsbeleid en onderwijsbeleid; - planning en afstemming tentamens en evenementen; - informatie en ontwikkelingen in markt, overheid, bedrijfsleven, concurrentie; - vaststellen en evalueren van documenten, reglementen en curriculum. • De actiepunten voortkomend uit de vergaderingen (op basis van o.a. evaluatiegegevens) worden ingevoerd in het intranet van de instelling, om de uitvoering te kunnen volgen en vast te kunnen leggen. Van elk (type) verbeterpunt wordt de actie, bewijslast, oplossing en verbetermoment gedocumenteerd. De voorzitter van betreffende vergadering is verantwoordelijk voor de borging. • De procedures zijn ISO-9001 gecertificeerd, waarmee borging van de procedures vaststaat. • Hogeschool Tio heeft kleinschalige opleidingen en kent hierdoor ook korte lijnen. Verbeteracties kunnen en worden ook snel genomen. Tijdens het bezoek kwam het panel een groot aantal actiepunten onder ogen die, zoals uit documentatie bleek, in het verleden snel tot daadwerkelijke verbeteringen hebben geleid. • Uit de gesprekken met docenten en studenten concludeert het panel dat de instelling afgelopen jaren goed luistert en het nodige heeft verbeterd. Voorbeelden hiervan zijn: een verzwaring van de curricula door bedrijfskundige studieonderdelen naar het eerste studiejaar te verplaatsen, en een verzwaring van 15% van de curricula in het algemeen door toevoeging van een aantal studieonderdelen -zoals bedrijfseconomische analyse, en marketing Nima-B- en uitbreiding van andere -zoals methoden en technieken en organisatiekunde.


43/63

•

De verbeteringen die Hogeschool Tio in het traject van visitatiebezoeken heeft doorgevoerd, bevestigen dit beeld.

Facet 5.3

Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld

Goed

Criteria: Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Het oordeel is gebaseerd op de eerste twee visitaties. Algemeen • Hogeschool Tio ondervraagt zowel studenten, docenten, alumni als het bedrijfsleven. • Docenten maken deel uit van een cluster dat minimaal drie keer per jaar bijeen komt. In de clustervergadering worden onderwijsleermiddelen, taakverdeling bij tentamens, integratie en onderwijsvernieuwing besproken. Ook aanpassingen in het curriculum worden aan het cluster voorgelegd. Docenten vullen daarnaast een jaarlijkse docentenenquête in (zie ook 5.1). • Studenten worden middels vakenquêtes, stage-enquêtes en de jaarlijkse algemene enquête ondervraagd over het onderwijs en de instelling (zie 5.1). Daarnaast nemen zij deel in de opleidingscommissie en zijn er klassenvertegenwoordigersvergaderingen. De opleidingscommissie vergadert twee keer per jaar over verbeteringen van de opleiding. De klassenvertegenwoordigers vergaderen twee keer per jaar met de vestigingsmanager nadat zij geïnventariseerd hebben welke punten de studenten aan de orde willen stellen. • Het panel is van oordeel dat studenten en docenten voldoende worden betrokken in de kwaliteitszorg van de instelling. • Alumni worden sinds 2005 ondervraagd in het kader van de HBO-Monitor over de opleiding als geheel. Hiervoor had Hogeschool Tio geen HBO-alumni. • De hogeschool organiseert sinds 2005 alumniactiviteiten; de alumniverenigign is sinds 2006 lid van de vereniging van oud studenten van hotelscholen. Ook zijn er sinds 2006 studentenverenigingen in oprichting per vestiging, zodat er een sterkere band met de opleidingen ontstaat. • Hogeschool Tio heeft een Raad van Advies van het bedrijfsleven, om de instelling te informeren over het optimaliseren van de aansluiting op het bedrijfsleven. De raad komt hiertoe tweemaal per jaar bijeen. Buiten de Raad van Advies onderhoudt Hogeschool Tio relaties met bijvoorbeeld stagebedrijven. Deze worden via een enquête ondervraagd. • Er wordt veel geëvalueerd, met name onder studenten. De evaluatieresultaten zijn voor studenten online opvraagbaar via het intranet. • Hogeschool Tio heeft in februari 2006 een studentenversie van het onderwijsjaarverslag gepubliceerd op het intranet.

44/63


Onderwerp 6

Facet 6.1

RESULTATEN

Gerealiseerd niveau

Voldoende

Criteria: De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Het oordeel is gebaseerd op de drie visitaties. Algemeen • De opleidingen worden afgesloten met een afstudeeropdracht, zelfstandig uitgevoerd binnen een bedrijf. De literatuurstudie wordt als aparte fase van het afstudeerproject gezien. Studenten dienen een theoretisch kader voor de uitvoering van hun opdracht op te leveren dat wordt gerelateerd aan de praktijk van het bedrijf. De scriptie bestaat uit een theoretische beschouwing op de probleemstelling, met daarbij een praktijkonderzoek met dezelfde probleemstelling. • Voordat een student aan het traject mag beginnen, wordt een opdrachtsomschrijving, geformuleerd door de student samen met een Tio-afstudeercoach en een bedrijfsbegeleider, voorgelegd ter goedkeuring aan een interne commissie. Deze bewaakt het niveau en de domeinoriëntatie van de opdrachten. Hieraan liggen expliciete eisen ten grondslag. De opdrachtsomschrijving dient te zijn geaccordeerd voordat de student verder mag met zijn opdracht. • Studenten kunnen zowel binnen, als buiten de branches toerisme en horeca afstuderen. Indien zij besluiten om dit buiten de branche te doen, moet in de afstudeeropdracht een hoofdstuk gewijd worden aan de betekenis van het onderzoek voor de branche waartoe de opleiding opleidt. De student dient dan een vertaalslag te maken. • Studenten kunnen ervoor kiezen om de tweedejaars stage uit te stellen en uit te voeren voorafgaand aan de afstudeeropdracht. Op deze manier kent de student het bedrijf al waarin hij ook afstudeert. Veel studenten maken gebruik van deze mogelijkheid. • De afstudeerbedrijven worden er over geïnformeerd dat er verschil is tussen de afstudeeropdracht en de stage. In de contracten met de betreffende bedrijven over deze twee studieonderdelen is er dan ook verschil. • Beide opleidingen maken gebruik van een beoordelingskader, waarin expliciete eisen en criteria zijn opgenomen, gerelateerd aan opleidingsdoelstellingen en niveau-aanduiding. • Er wordt beoordeeld door drie beoordelaars. De eerste beoordelaar is de afstudeercoach, de tweede beoordelaar is een meelezend docent. De derde beoordelaar is een onafhankelijk meelezer (extern commissielid) van buiten de hogeschool. De derde beoordelaar leest alle scripties van beide opleidingen en heeft een duidelijke rol in de bewaking van het niveau van de scripties. Alle beoordelaars maken gebruik van het beoordelingskader en hun individuele beoordeling blijft zichtbaar.


45/63

•

•

•

•

Beide opleidingen hebben aanzienlijke verbeteringen doorgevoerd in de curricula. Een aantal van deze verbeteringen hebben betrekking op algemeen methodologisch en analytisch werken. Andere verbeteringen zijn meer vakinhoudelijk van aard. Het panel heeft voor de derde visitatie in totaal 23 afstudeerscripties bestudeerd, minimaal 10 van iedere opleiding. De methodologische verbetering was daarbij duidelijk merkbaar. Er is sprake van beter literatuurgebruik, een betere analyse, bredere en diepgaandere opdrachtsbeschrijvingen, en van heldere en realistische beoordelingen en becijferingen. Het panel is van oordeel dat het afstudeerwerk wat meer casusoverstijgend zou kunnen zijn; het aspect reflectie zou iets nadrukkelijker aan de orde kunnen komen in de scripties, maar is wel al beter zichtbaar in stageverslagen die niet tot het afstuderen behoren. Alle studenten die afgelopen twee jaar de opleiding hebben verlaten, beschikken over voldoende bachelor-niveau. Uit het gesprek met vertegenwoordigers van de beroepspraktijk blijkt dat zij zeer tevreden zijn over alumni van Hogeschool Tio. Zij beschikken over een goede houding en mentaliteit. Zij zijn bereid om onderaan de ladder te beginnen en zijn gewend om hard te werken. Uit evaluatiegegevens blijkt dat een groot deel van de studenten een baan aangeboden krijgt bij het bedrijf waar zij zijn afgestudeerd.

Facet 6.2

Onderwijsrendement

Goed

Criteria: Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Het oordeel is gebaseerd op de twee visitaties. Algemeen • Hogeschool Tio hanteert een drietal verschillende indicatoren voor het rendement: propedeuserendement, postpropedeuserendement en de gemiddelde studieduur van afgestudeerden. Het rendement is voor Hogeschool Tio een van de belangrijkste criteria voor het afmeten van kwaliteit. • Hogeschool Tio hanteert de volgende streefcijfers: - propedeuserendement na vier jaar tenminste 70%; - postpropedeuserendement na vier jaar tenminste 60%; - gemiddelde studieduur korter dan gemiddelde studieduur van de bekostigde opleidingen, met een absolute onderscore: studievertraging dient minder te zijn dan zes maanden, en daarmee de gemiddelde studieduur minder dan 42 maanden. • De behaalde rendementen per opleiding (zie tabel 2, 3, 4, 5, 6 en 7) geven aan dat Hogeschool Tio de gestelde streefdoelen haalt.

46/63


•

Hogeschool Tio hanteert sinds februari 2006 een formulier voor het voeren van exitgesprekken. Dit bevat vooralsnog alleen open vragen, maar in de toekomst zullen wellicht ook gesloten vragen opgenomen worden, zodat het eenvoudiger wordt trends te monitoren.

Hotel- en Eventmanagement (Hem) Tabel 2: propedeuserendement Cohort 2001 2002 2003

# studenten Hem 171 204 272

Uitval na 1 jr Hem 12,3% 11,8% 15,8%

Geslaagd mei 2005 Hem 86,0% 73,0% 36,4%

Nog studerend Hem 1,2% 10,3% 46,3%

Uitval na 1 jr Geslaagd mei 2005 Hem Hem 19,7% 49,5% 3,8% 12,9%

Nog studerend Hem 11,6% 67,7%

Tabel 3: postpropedeuserendement Cohort 2001 2002

# studenten Hem 198 186

Tabel 4: gemiddelde studieduur afgestudeerden in maanden Afstudeerjaar 2002 2003 2004 2005

Hem 37,7 33,6 38,6

Bekostigd hotelondewijs 60,2 60,8 onbekend onbekend


47/63

Toeristisch Management Tabel 5: propedeuserendement Cohort

# studenten Tm

2001 2002 2003

201 191 206

Uitval na 1 jr Tm 10,0% 9,4% 18,0%

Geslaagd mei 2005 Tm 89,6% 64,9% 36,9%

Nog studerend Tm 0,0% 18,8% 43,7%

Uitval na 1 jr Tm 4,8% 10,2%

Geslaagd mei 2005 Tm 29,0% 2,0%

Nog studerend Tm 27,4% 81,6%

Tabel 6: postpropedeuserendement Cohort

# studenten Tm

2001 2002

62 49

Tabel 7: gemiddelde studieduur afgestudeerden in maanden Afstudeerjaar 2002 2003 2004 2005

48/63

Tm 36,8 41,2

Bekostigd HTRO 45,0 42,9 onbekend onbekend


Deel C: Bijlagen


49/63

Bijlage 1:

Onafhankelijkheidsverklaring panelleden

50/63



51/63

52/63



53/63

54/63



55/63

Relevante werkvelddeskundigheid

X

X

Vakdeskundigheid: Vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op niveau/oriëntatie te beoordelen opleiding

X

X

X

X

X

Studentgebonden deskundigheid Visitatie- of auditdeskundigheid

Auditor/panellid Mevrouw drs. G.J. OvermeenBakhuis

X

Vakdeskundigheid: Vertrouwd met meest recente ontwikkelingen

Onderwijsdeskundigheid

Studentlid: De heer B.J. Dieperink

Voorzitter: De heer drs. J.A.R. Heemskerk

Deskundigheid

Panellid Mevrouw mr. M. Vervoort(**)

Deskundigheden panelleden

Panellid domein: De heer prof. dr. P.M.J. de Groote

Bijlage 2:

X X

X

X

X

(*) alleen deelgenomen aan de eerste visitatie. (**) alleen deelgenomen aan de tweede visitatie. NB: Alle panelleden hebben de onafhankelijkheidsverklaring ondertekend. Nadere informatie over de achtergronden van de panelleden: Panellid de heer drs. J.A.R. Heemskerk De heer Heemskerk is ingezet vanwege zijn ervaring als voorzitter. Tevens is hij ingezet vanwege zijn relevante werkvelddeskundigheid op het gebied van jeugd, welzijn en onderwijs. Bovendien heeft de heer Heemskerk ervaring in het onderwijs op het gebied van sport- en bewegingseducatie en toerisme. De heer Heemskerk heeft deelgenomen aan de NQA-auditortraining hoger onderwijs en heeft vanuit eerdere visitaties kennis van de accreditatiesystematiek. Hij heeft vanuit opleiding en werkervaring ruime kennis van het (hoger) onderwijs en onderwijsprocessen. Opleiding: 1965: HBS-A, diploma Kweekschool van het Haagsch Genootschap, ruim een jaar 1974: Doctoraalexamen sociologie te Leiden

56/63


Werkervaring: 1971 – 1974 docent maatschappijleer voortgezet onderwijs en vervolgens studentassistent vakgroep macro sociologie Universiteit Leiden 1974 – 1986 stafdocent sociologie studierichting cultureel werk Sociale Academie Rotterdam, inclusief diverse managementfuncties 1978 – 1994 gemeenteraadslid Den Haag met de beleidsterreinen onderwijs, maatschappelijk welzijn, volksgezondheid, jeugd, sport en recreatie en sociaaleconomische zaken en werkgelegenheid 1986 – 1990 wethouder onderwijs, migrantenbeleid en wijkwelzijn Den Haag 1990 – 1996 voorzitter van de Raad voor het Jeugbeleid, adviesorgaan van de regering 1992 – 1996 lid procesmanagement ‘Weer Samen Naar School’( integratie speciaal- en basisonderwijs) onderwijsvernieuwingsproject, ministerie van OCenW 1995 – 1998 portefeuillehouder internationale zaken betreffende Turkije voor het ministerie van OCenW 1997 – heden zelfstandig bestuursadviseur m.b.t. sociaal beleid, jeugdbeleid en onderwijs 2000-heden interim directeur opleidingen hogeschool Rotterdam bij diverse opleidingen. 2000 – 2003 directeur opleidingen Hogeschool Rotterdam Als zelfstandig bestuursadviseur heeft de heer Heemskerk o.a.diverse voorzitterschappen vervuld, zoals van de de landelijke projectgroep intercultureel onderwijs van OcenW, de stuurgroep regiovisie van de provincie Zuid Holland en van de beleidscommisie van de Commissie Jeugdonderzoek VWS. Hij was lid vam de regiegroep lokaal sociaal beleid VWS, zat in de begeleidingscommissie evaluatie subsidieregeling landelijke jeugdorganisaties Nederlandse Jeugdgroep en VWS. Van 2001-2002 was de heer Heemskerk voorzitter van de adviescommissie Tieneropvang, ingesteld door de staatssecretaris van VWS. Daarnaast heeft hij veel bestuurlijke ervaring opgedaan van 1978 tot heden in het opbouwwerk, de sport, adviesraden migranten, cultuur, jeugd ( jeugdzorg en jeugdcriminaliteit). Tot voor kort was de heer Heemskerk voorzitter van de adviesraad voor sport van de gemeente Den Haag, lid van de ledenraad ADO Den Haag en bestuurslid Nationaal Jeugdfonds (Jantje Beton). Momenteel is de heer Heemskerk lid van het College van Participanten van de stg. Marketing en Events Gemeente Den Haag. Lid van de advieskommissie evenementen tbv. het college van BenW Den Haag.

Panellid de heer prof. dr. P.M.J. De Groote De heer De Groote is ingezet vanwege zijn grote werkvelddeskundigheid en onderwijsdeskundigheid. Zijn internationale expertise blijkt uit zijn status van gastprofessor aan verschillende Europese Universiteiten en de La Trobe University in Melbourne, Australië. Opleiding: 1975-1979 1978-1979 1979-1986

Licentiaat (drs) aardrijkskunde (geografie), KULeuven Geaggregeerde aardrijkskunde (geografie), KULeuven Doctor in de Wetenschappen (aardrijkskunde/geografie), KULeuven

Werkervaring: 1979 – 1986 1983 – 1986 1986 – 1987 1987 1986 – 1996

Asssistent aan de KULeuven (Faculteit Wetenschappen) Docent aan het Coloma-Instituut Mechelen (toerisme HBO) Institut Tunon, Bruxelles (tourisme) NHTV Breda (Dienstencentrum) Docent Hoge Hotelschool Maastricht


57/63

1986 – 1987 1986 1987 – 1991 1991 – heden

1998 2000 – 2001 2000 2001 – heden 2001 – 2004 2002 – heden 2004 – heden

Adviseur Toerisme van de Vlaamse Gemeenschapsminister van Cultuur (Brussel) Gastprofessor aan de University of Birmingham Assistent, vervolgens werkleider en docent aan de Economische Hogeschool Limburg (Diepenbeek)(Faculteit Toegepaste Economische Wetenschappen) Docent, vervolgens hoofddocent en hoogleraar (sinds 1/1/2001) aan het Limburgs Universitair Centrum (LUC)(Diepenbeek)(Faculteit Toegepaste Economische Wetenschappen) Gastprofessor aan de La Trobe University in Melbourne (Australië) Gastdocent toerisme aan het VLEKHO (Brussel) Gastprofessor aan de Veszprém universiteit (Hongarije) Gastprofessor aan de Montesquieu Université in Bordeaux Hoogleraar bij de Masters in Toerisme aan het UAMS (Universiteit Antwerpen) Gastprofessor aan de Université d’Angers. Gastdocent bij Masters in Toerisme aan de KULeuven

Panelllid mevrouw Mr. M. Vervoort Mevrouw Vervoort is voornamelijk ingezet vanwege haar expertise op het gebied van onderwijs in de vakgebieden facility, toerisme en recreatie, food & business en hotelonderwijs. Zij heeft door opleiding en werkervaring kennis van de accreditatiesystematiek. Opleiding: 1984 – 1988 1983 – 1984 1959 – 1962 Werkervaring: 1998 – heden 1994 – 1998 1998 – 1999 1990 – 1994

1988 – 1990 1998 – heden 1998 – 2002 1986 – heden 1990 – 1993 1995 – 1996

Doctoraal Nederlands Recht, RUL Atheneum MMS Hoofd Stages Hoge Hotelschool Maastricht Coördinator Afstudeerfase Hoge Hotelschool Tutor PGO HHM, lid ARBO commissie, Voorzitter Examencommissie Lid CRM Hogeschool Zuyd Docent Recht: Tutor PGO Lid stuurgroep Modularisering Voorzitter commissie Kwaliteitszorg Docent Recht RUL, Faculteit Rechtsgeleerdheid Lid en voorzitter agendacie.COSPA / NUFFIC Gemeenteraad Beek Lid/voorzitter schoolbestuur/curatorium SG St.Michiel/Graaf Huyn College Vice-voorzitter Bestuur Centrum voor Basis Educatie Officer: European Foundation for Accreditation of Hotelschool Programmes

Panellid de heer drs B.J. Dieperink De heer Dieperink is ingezet als student-panellid. De heer Dieperink is eind 2006 afgestudeerd na zijn opleiding Psychologie aan de Universiteit Twente; tijdens zijn studie was de heer Dieperink lid van de opleidingscommissie. Daarnaast heeft de heer Dieperink Facility management gestudeerd en is hij tevens afgestudeerd aan de Hogere Hotelschool CHN te Leeuwarden. Sinds 2005 heeft de heer Dieperink zitting genomen in diverse beoordelingspanels van NQA.

58/63


Opleiding: 1998 – 2003 Hogere Hotelschool, CHN Leeuwarden, diploma behaald. 2003 – 2004 Facility Management, Hanzehogeschool Groningen, diploma behaald. 2004 – 2006 Psychologie, Universiteit Twente Werkervaring: 1995 – 1998: HOY vleesverwerkingsbedrijf Borculo, productiemedewerker 1995 – 2006: Grolsche Bierbrouwerij, diverse functies, onder meer ondersteuning bij organisatie van evenementen 2005- 2006: Studentlid Opleidingscommissie Psychologie, Universiteit Twente, Enschede Werkzaamheden: o.a. inventariseren klachten, wensen etc. van studenten, informeren studenten, adviseren opleidingsdirecteur, inlezen stukken. 2007- heden: Assistent Accountant, BGH Accountants & Adviseurs Nijmegen. Werkzaamheden: verwerken administraties, samenstellen jaarrekeningen, verzorgen aangiftes inkomstenbelasting, omzetbelasting en vennootschapsbelasting.

Panellid Mevrouw drs. G.J. Overmeen-Bakhuis Mevrouw Overmeen-Bakhuis is ingezet als NQA-auditor. Zij is onderwijskundige, en heeft beleidservaring in het Hoger en Voorgezet Onderwijs. Zij heeft ervaring als NQA-auditor en als panellid bij meerdere visitaties. Zij heeft deelgenomen aan de NQA-auditortraining hoger onderwijs. Opleiding: 1993 1998

VWO, Christelijk Lyceum Almelo. Toegepaste Onderwijskunde aan de Universiteit Twente. Afgestudeerd binnen de afdeling curriculumtechnologie en aanvullend gespecialiseerd in onderwijsmanagement en -organisatie.

Werkervaring: 1997 – 2000 Beleidsmedewerker Onderwijs en Kwaliteitszorg, Bureau Bestuursondersteuning Vrije Universiteit te Amsterdam. 1999 Onderwijskundig ontwikkelaar Project Farmacotherapie Faculteit Geneeskunde Vrije Universiteit Amsterdam. 2000 – 2002 Beleidsmedewerker Kwaliteitszorg HBO-raad. 2002 – 2004 Beleidsmedewerker Onderwijs en Kwaliteitszorg Openbare Scholengemeenschap Erasmus te Almelo. 2002 – 2004 Freelance werkzaam als onderwijskundig adviseur. 2004 – heden Directeur/eigenaar van MOB Onderwijs Advies, dat zich richt op onderwijskundige en kwaliteitszorggerichte advisering en begeleiding aan opleidingen en scholen in het hoger, middelbaar beroeps- en voortgezet onderwijs en overkoepelende instellingen. Kernactiviteiten zijn het begeleiden van onderwijsvernieuwingen, het opstellen en ondersteunen van opleidings- en kwaliteitszorgbeleid, het ontwerpen van leertrajecten en het uitvoeren van audits ten behoeve van kwaliteitsverbetering bij externe opdrachtgevers. Diverse audits uitgevoerd bij DVC, NQA en NVAO


59/63

Bijlage 3:

Bezoekprogramma derde visitatie

Hotel & hospitalitymanagement en Toeristisch management aan de Hogeschool Tio op 28 juni 2007.

08.15-08.30 uur

Aankomst panel De heer drs. J.A.R. Heemskerk De heer prof. dr.d P.M.J. De Groote Mevrouw mr. M. Vervoort De heer B.J. Dieperink Mevrouw drs. G.J. Overmeen-Bakhuis

08.30-10.15 uur

Voorbereidende vergadering panel

10.15-11.00 uur

Gesprek managementteam De heer ir. M.W. Düthler (directeur) Mevrouw I.M. Alssema (vestigingsmanager Hengelo) De heer G.A. van der Meer (commercieel manager) Mevrouw drs. M.J.Hevink (hoofd opleidingen) De heer W.E. Kanger (hoofd software ontwikkeling)

11.00-12.00 uur

Documentenanalyse

12.00-12.45 uur

Gesprek docenten en stagecoördinatoren Mevrouw drs. M. Arnoldy De heer D. Everaarts Mevrouw drs. M.G.T. van Reijsen Mevrouw M.H. Sjoukes Mevrouw S.B. de Vries Mevrouw J. Willighagen

12.45-1345 uur

Lunch en besloten panelvergadering

13.45-14.15 uur

Gesprek studenten Toeristisch management Eva Bijl Sanrda Groot Wies Heiner Nouka Puriël Tim Ruhl Sebastiaan de Vries Mathijs van Vulpen

60/63


14.15-14.45 uur

Gesprek studenten Hotel- en eventmanagement Florian Eger Eveline Jansen Pim Janssen Marc Jutten Tamara Koning Romana Kruikemeier Linda van Leeuwen Maud Raaymakers

14.45-15.30 uur

Gesprek afstudeercoaches Mevrouw drs. M. Arnoldy Mevrouw L.J. van Guldener De heer drs. K.A.J. Hover (extern commissielid) De heer M.R. Meinardi Mevrouw drs. K.A.M. Steijger De heer E. Vega

15.30-15.45 uur

Pauze

15.45-16.15 uur

Gesprek lecoraat De heer drs. J.G.R.A. den Daas (lector e-business) De heer ir. M.W. Duthler (directeur) Mevrouw drs. M.J. Hevink (hoofd opleidingen)

16.15-16.45 uur

Besloten panelvergadering

16.45-17.30 uur

Gesprek managementteam De heer ir. M.W. Düthler (directeur) Mevrouw I.M. Alssema (vestigingsmanager Hengelo) De heer G.A. van der Meer (commercieel manager) Mevrouw drs. M.J.Hevink (hoofd opleidingen) De heer W.E. Kanger (hoofd software ontwikkeling)


61/63

62/63


Bijlage 4:

Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal

Materiaal dat ter inzage is gelegd: • Literatuur: boeken, syllabi, handboeken • Toetsen van verschillende vakken, inclusief beoordelingscriteria • Omschrijving praktijkopdrachten Marketing, Communicatie, Inkoopmanagement en Sles • Afstudeerhandleiding • Uitwerkingen beroepsproducten en stageverslagen • Notulen van clusterdagen en projectdagen • Uitwerking lintprojecten • Werkinstructie afstuderen voor docenten Van tevoren ter beschikking gesteld: •

•

Positiebepaling facet 2.1, 2.2, 2.3, 2.8 en 6.1 en bijlagen: o Visitatierapport Tio-NQA o NVAO-besluit Toeristisch management o NVAO-besluit Hotel- en eventmanagement o Zienswijze Tio voorgenomen besluit o Verbeterlijst NQA o Profilering Hogeschool Tio o Lestabellen Toeristisch management o Lestabellen Hotel- en eventmanagement o Studiewijzers Toeristisch management o Studiewijzers Hotel- en eventmanagement o OER Toeristisch management 2006/2007 o OER Hotel- en eventmanagement 2006/2007 o Litatuurlijst Toeristisch management 2006/2007 o Literatuurlijst Hotel- en eventmanagement 2006/2007 o Overzicht integratie Engels met andere vakken o Zelfevaluatie Hogeschool Tio 21 februari 2006 o Stagehandleiding 2007 o Beoordelingsformulier afstuderen o Lectoraatsplan o Omschrijving lintprojecten o Diverse notulen o Studiegids 2008/2009 (concept) o Overzicht afstudeeronderwerpen incl branche Afstudeerwerkstukken (12 van elke opleiding) inclusief beoordelingen

Nagezonden op verzoek van het panel: • Competentiematrix per opleiding met overzicht van dekking eindkwalificaties door curriculumonderdelen


63/63

Hogeschool TIO, Locaties: Amsterdam, Eindhoven, Hengelo, Leidschendam, Utrecht

Recommend Documents